Provinciale Staten
Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Subsidie Spoorzone Ede (met wijziging nr. 7 van de Begroting 2010) HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting van inhoud voorstel Op 26 mei 2005 is het Masterplan Spoorzone Ede-Oost vastgesteld door de gemeenteraad van Ede. Met ons schrijven van 5 november 2008 (2005-006933) hebben wij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede bevestigd dat een provinciale bijdrage van € 30 miljoen is gereserveerd voor het project Spoorzone Ede. Het gaat dan om aanpassingen aan het bestaande station en de daarmee samenhangende sporen en voorzieningen. Wij achten een provinciale subsidie aan dit project gerechtvaardigd en stellen u daarom voor de gereserveerde MIG-middelen hiervoor definitief beschikbaar te stellen. =====
Aan Provinciale Staten I Inleiding In juni 2006 hebben Provinciale Staten de eerste generatie contracten vastgesteld in het kader van de Regionale Uitvoeringsprogramma’s (RUP). In de overeengekomen inzet voor de B-projecten 2007 is het project Ede-Oost – spoor fase 2 benoemd. Via het Statenvoorstel 2006-987 is € 30 miljoen gereserveerd (vanuit de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland – MIG) als bijdrage aan de spoorzone. Dit plan omvat een verlaging van de sporen aan weerszijden van het station met max 1,5 m om de barrièrewerking door het spoor te verminderen en het vervangen van meerdere gelijkvloerse spoorwegovergangen door ongelijkvloerse kruisingen. De stationsingang wordt in oostelijke richting verplaatst en gesitueerd in een ruime onderdoorgang van de sporen. Deze onderdoorgang vormt tegelijkertijd de verbinding tussen de kazerneterreinen en het ENKA-terrein. Gezien de voortgang in het project doen wij u onderstaand een definitief voorstel tot beschikbaarstelling evenals een voorstel voor subsidiëring van het project spoorzone Ede. II Aanleiding en historie Op 26 mei 2005 is het Masterplan Spoorzone Ede-Oost vastgesteld door de gemeenteraad van Ede. In dit plan wordt geconstateerd dat het spoor een dominant doorsnijdend element is in Ede. Verschillende mogelijkheden en alternatieven om de knelpunten weg te nemen worden onderzocht en in november 2007 kiest de gemeenteraad voor variant 6 (verder te noemen: het plan). Het plan houdt in dat het spoor bij het SOMA/AZO-terrein en iets ten oosten van het station beperkt verdiept wordt aangelegd (rails zakken maximaal 1,5 m en komen daarmee maximaal 0,5 m onder maaiveld). De twee gelijkvloerse spoorwegovergangen (Kerkweg, Hakselseweg) in het SOMA/AZO gebied zullen worden vervangen door een viaduct. Oostelijk van het station zal een tweede viaduct aangelegd worden ter verbinding van de Kazerneterreinen met het ENKAterrein. code: 00841294.doc / Inlichtingen bij dhr. J.G.A. Leferink, tel. (026) 359 84 05 e-mailadres:
[email protected]
NS en Prorail hebben in het verleden (2007) aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het plan, echter hebben wel een aantal voorbehouden gemaakt, vooral over de positionering van de stationsingang. Met ons schrijven van 5 november 2008 (2005-006933) hebben wij het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Ede bevestigd dat de provinciale bijdrage van € 30 miljoen voor het project Spoorzone Ede door ons in 2 tranches van € 15 miljoen voor 2010 en 2011 is gereserveerd in het Meerjaren Investeringsfonds Gelderland. In deze brief hebben wij aangegeven dat wij graag een subsidieaanvraag willen ontvangen, op basis waarvan wij uw Staten een voorstel kunnen voorleggen om de € 30 daadwerkelijk beschikbaar te stellen. III Beschrijving project Op 9 februari 2009 is samen met Prorail, NS, gemeente en provincie het projectplan voor de initiatieffase in de stuurgroep vastgesteld en daarmee zijn ook de doelstellingen voor het project en de wijze van samenwerking op hoofdlijnen voor het gehele project vastgelegd. Het gehele scopegebied voor de Spoorzone Ede begint bij de Keesomstraat aan de westzijde en loopt tot even voorbij de gelijkvloerse spoorwegovergang van de Dr. den Hartogweg aan de oostzijde.
Scopegebied spoorzone Ede. Daar waar binnen de spoorzone werkzaamheden zijn te verwachten. Gebieden die direct invloed kunnen gaan ondervinden van de werkzaamheden binnen de Scope Spoorzone Ede. Afstemmingsgebied spoorzone zuid potentiële ontwikkelgebieden.
2
De bekrachtigde doelstellingen van het project Spoorzone Ede zijn (in willekeurige volgorde) Het verminderen van de barrièrewerking zoals veroorzaakt door de fysieke spoorinfra ter plaatse van het station, de SOMA- en ENKA-terreinen, en indirect zoals die ontstaat door geluidszoneringen (en mogelijk trillingen); • Het verbeteren van de voorzieningen voor de verschillende vervoersmodaliteiten, de toegankelijkheid daarvan en de kwaliteit van de overstap tussen de verschillende modaliteiten; • Het opwaarderen van het station plus de directe omgeving als visitekaartje voor Ede en de regio en het daarmee creëren van een aantrekkelijke vestigingsplaats voor wonen en bedrijvigheid; • Een station te realiseren dat een logisch en duidelijk centrum is in het stedebouwkundig en infrastructurele plan voor de wijdere omgeving van Ede-Oost (Kazerne, Enka, Kop vd Parkweg en N-W hoek), waardoor de genoemde kwadranten rondom het station beter met elkaar verbonden worden In de initiatieffase van de afgelopen maanden is meer aandacht besteed aan de vervoersaspecten van het plan. De belangrijkste bevindingen zijn: • De vervoersprognoses: in het kader van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) wordt door ProRail in opdracht van V&W gestudeerd op de effecten van hoogfreqent rijden in de corridor Utrecht – Arnhem. Dit zal voor het station Ede-Wageningen een substantiële vervoersgroei gaan betekenen, die niet voorzien was in het plan. De effecten van PHS op het project worden de komende fase beter in beeld gebracht. De inschatting is dat dit geen directe gevolgen heeft voor het uitvoeringsprogramma; • De Deltalijn: In het verleden is al door ProRail aangegeven (Aanpak Spoorzone in het kader van Masterplan Ede-Oost, november 2007) dat het plan toekomstvast was voor snelheden tot 160 km/u. Naar verwachting is er binnen de sporenbundel eveneens voldoende ruimte voor het realiseren van de Deltalijn, al dan niet verdiept, voor snelheden tot 160/ 200 km/u. Dit wordt nog een keer bevestigd in de door Prorail gemaakte Klanteis-specificatie (CRS); • In het verlengde van de toenemende vervoersstromen rondom het station is meer aandacht besteed aan het doorgronden van de huidige en toekomstige reizigersstromen. Het ontwerp - zoals dat in de komende fase verder uitgewerkt wordt - van het station en directe omgeving zal een naadloze en toekomstvaste overstap tussen de verschillende modaliteiten mogelijk maken. Het regionale OV, met name de Valleilijn door zowel trein als bus, is daarbij van groot belang. • In het vigerende plan voor de Spoorzone wordt de barrièrewerking door geluidsschermen verminderd door het spoor (tot maximaal 1,5 m) te laten zakken. Tevens neemt de hoogte van het spoorkruisende viaduct hierdoor (ongeveer 1 meter) af. De afgelopen jaren zijn de inzichten rondom de geluidsbelasting van het treinverkeer gewijzigd. De passagierstreinen zijn stiller geworden, het aantal goederentreinen neemt af en het gebruik van raildempers (leveren een halvering van de geluidproductie op) is gemeengoed aan het worden. Hierdoor lijkt een volledige verdiepte ligging minder noodzakelijk. IV Relatie met Ede-Oost Het totale gebied biedt grote kansen voor het versterken van de stedelijke en regionale economie. Voor de ontwikkeling van Ede-Oost vormt het masterplan uit 2005 het kader. Het gaat om een integrale ontwikkeling waarin woningbouw voor de locale en regionale behoefte een essentieel element is. Het is belangrijk dat door de ontwikkeling behoud en versterking van het cultuurhistorische erfgoed en de specifieke landschapkenmerken de specifieke gebiedskwaliteit wordt versterkt. Onderzoek heeft uitgewezen dat sterke verbetering van de ontsluiting en de opwaarding van de spoorzone en stationsomgeving voorwaarden zijn om een verantwoorde en duurzame ontwikkeling mogelijk te maken. De ontwikkeling van Ede-Oost zal de regionale positie van Ede versterken. Op termijn neemt de woningvoorraad toe met circa 3500-4500 woningen.
3
Daarmee wordt voorzien in de locale en regionale woningbehoefte. Er ontstaan gevarieerde woonmilieus waarin het cultuurhistorisch erfgoed en de landschappelijke kenmerken een belangrijke toegevoegde waarde hebben. De verbeterde ontsluiting van Ede-Oost door het realiseren van o.a. een Parklaan en een sterke verbetering van het station en de stationsomgeving zijn van groot belang. Daardoor kan Ede de poort tot Food-valley en de Veluwe gaan vormen. Er ontstaan mogelijkheden voor de vestiging van regionale en bovenregionale functies zoals opleidingsinstituten, congresaccommodaties en bedrijfsontwikkelingen bijvoorbeeld gelieerd aan de foodsector. Dat geeft een belangrijke impuls aan de economische positie van Ede en de regio. V Financiële aspecten De scope van Ede-Oost in zijn geheel is gedefinieerd als de omvang van de werkzaamheden en ontwikkelingen die verband houden met de aanpassing van het spoor, de ontwikkeling van vrijgekomen gronden en aangrenzende knooppuntinvesteringen. De totale investeringsraming bedraagt € 171 miljoen (dit betreft dan inclusief de ontwikkeling van “Kop van de Parkweg”, het kazerneterrein en het ENKA-terrrein). De investeringen als onderdeel van de aanpak van de spoorzone, waar de subsidie aan de gemeente Ede nu specifiek betrekking op heeft, is beperkter van omvang en wordt geschat op € 110 miljoen exclusief BTW (prijspeil 2007, bandbreedte 40%). V&W heeft aangegeven dat zij het project met € 40 miljoen zullen ondersteunen. Ook wij hebben uitgesproken het project met maximaal € 30 miljoen te willen subsidiëren in het kader van stedelijke ontwikkeling en de ontwikkeling van het regionaal openbaar vervoer. Daarnaast is de ontwikkeling van Deltalijn voor ons een belangrijk onderdeel. Hiervoor zijn middelen gereserveerd in de Meerjarige Investeringsreserve Gelderland in de planjaren 2010 en 2011. De dekking is als volgt opgebouwd: € 22,7 miljoen onder de titel ‘inpassing HSL’ en € 7,3 miljoen onder de titel ‘vitaliteit grote steden’. De resterende € 40 miljoen zal de gemeente Ede bijdragen uit reserveringen en bijdragen uit de projectontwikkeling van de omringende gebieden en/of reserveringen. Wij zijn voornemens om ten behoeve van de voorbereiding te werken met voorschotten, dit in afwijking van het eerder voorgestelde ritme van subsidieverlening van € 15 miljoen in 2010 en € 15 miljoen in 2011, van de eerder door Provincie Gelderland verzonden brief aan de Gemeente Ede van 5 november 2008 (2005-006933). De voorschotten zullen, op basis van een door de gemeente Ede te verstrekken onderbouwing van de kosten die in die fase verwacht worden, per faseovergang worden verstrekt. De volgende faseovergangen zullen worden gehanteerd: • Subsidieverlening / start planstudie (2010); a € 1,5 miljoen • Van de planstudie (definitiefase = 2a, verkenning van de varianten) naar fase 2b (uitwerking voorkeursvarianten = ontwerpfase)) voorzien midden 2010; á € 2 miljoen • Start uitvoering (2011); á € 20,5 miljoen • Subsidievaststelling (2016); á € 6 miljoen. De eerste drie fasen zullen tezamen 80% van de totale subsidieverlening bedragen. De fasering komt overeen met ons protocol ‘Gelderse aanpak gebiedsontwikkeling’ en is 1 op 1 vergelijkbaar met afspraken die zijn gemaakt tussen Ede en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Wij zijn voornemens om het eerste voorschot ter hoogte van € 1,5 miljoen bij bij de subsidietoekenning uit te keren. VI Beoordeling provinciale bijdrage De investeringen in de spoorzone Ede achten wij conform het provinciale beleid. De subsidieaanvraag van Ede voldoet aan onze inhoudelijke uitgangspunten zoals die ook is verwoord in de Statenvoorstellen 2006-775 (actualisering MIG 2006) en 2006-987 (RUP-2007).
4
Naast het feit dat een verdiepte ligging voorwaardenscheppend is voor een snelle oost-westtreinverbinding achten wij het opheffen van de spoorse doorsnijding van Ede van belang voor de ontwikkelingen van de stationsomgeving, het voormalige Enka-terrein en de vrijgekomen kazerneterreinen. Wij hebben aangegeven dat om in aanmerking te komen voor een provinciale subsidie de Rijksbijdrage moet zijn geregeld en gegarandeerd wordt dat de in het Masterplan omschreven kwaliteiten worden gerealiseerd. Daarnaast moet het betreffende gedeelte tenminste geschikt worden gemaakt voor 160 km/h, zonder overwegen en met een passeermogelijkheid ter hoogte van station Ede-Wageningen. In onze brief van najaar 2008 (2005-006933) hebben wij ons standpunt richting de gemeente verwoord en hebben wij aangegeven dat wij graag een subsidieaanvraag willen ontvangen, op basis waarvan wij uw Staten een voorstel kunnen voorleggen om de 30 miljoen daadwerkelijk beschikbaar te stellen. VII Europese aanbesteding/staatssteun Binnen het project spoorzone zijn de aanbestedingsregels van toepassing op: werken, leveringen en diensten. De drempelbedragen voor Europese aanbesteding worden overschreden. De gemeente heeft een eigen aanbestedingsbeleid en zal de Europese regelgeving omtrent dit onderwerp naleven. Er is geen sprake van staatssteun. VIII Voorwaarden Wij zijn voornemens om in de beschikking de volgende voorwaarden expliciet op te nemen: • De investeringen in de spoorzone moeten zodanig zijn dat op termijn een hogesnelheidslijn (de Deltalijn) station Ede-Wageningen kan passeren met een snelheid van ten minste 160 km/h. • De uitvoering van de ontwikkelingen Ede-oost en Ede spoorzone moeten blijven voldoen aan de kwaliteiten zoals omschreven in het Masterplan Ede-oost en moeten passen binnen de kaders van het projectvoorstel spoorzone Ede. • De documentatie rondom de verschillende faseovergangen zullen ter beoordeling moeten worden voorgelegd aan GS. • Gezien de aard van het project ondersteunt de provincie de gemeente Ede, Prorail/NS en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat om het vervolgproces vast te leggen middels een nog nader uit te werken samenwerkingsovereenkomst. Deze dient ter goedkeuring aan GS te worden voorgelegd. IX Dictum Wij geven u in overweging te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerpbesluit. Arnhem, 2 februari 2010 - zaaknr. 2005-006933 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin P.P.L. van Kalmthout - secretaris
+++++
5