Provinciale Staten
Voorstel aan Provinciale Staten HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Traverse Dieren: bestuursovereenkomst en voorbereidingskrediet HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
Beknopte samenvatting van inhoud voorstel:
Sinds de start van het project Traverse Dieren als vervolg van het project Hart van Dieren bent u een aantal malen geïnformeerd. Het afgelopen jaar stond in het teken van het verkrijgen van de rijksbeschikking en het opstellen van de bestuursovereenkomst (BOK). Dit Statenvoorstel omvat de volgende elementen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Toelichting resultaten onderzoek kostenramingen Toelichting bestuursovereenkomst (BOK) Resultaten onderzoek (de verkenning) Vervolgaanpak Financiën Toelichting op aanvraag voorbereidingskrediet Europese aangelegenheden.
Veel tijd is gestoken in de analyse van de kostenramingen die zowel door de provincie als de gemeente zijn opgesteld. Aan AT Osborne is gevraagd om beide kostenramingen te analyseren. In haar rapportage constateert AT Osborne dat er enerzijds op belangrijke onderdelen overeenkomsten zijn, anderzijds zijn er verschillen, die voornamelijk worden verklaard door verschillen in scope, gehanteerde kosten voor vastgoed en geluidwerende voorzieningen. AT Osborne komt in haar rapportage uit op een raming van € 81,2 miljoen voor de provinciale scope van 3A, te vermeerderen met de kosten voor vastgoed leidt dit tot een raming van € 92,2 miljoen in totaal. In 2008 hebben wij in samenwerking met de gemeente Rheden een verkenning uitgevoerd naar de knelpunten en oplossingsrichtingen voor de Traverse Dieren (zie bijlage 3 van de BOK). Het rapport bevat een grondige probleemanalyse op basis van een geactualiseerde probleemdefinitie, waarbij de problematiek op de N348 in samenhang met de N786 wordt onderzocht. De verkenning heeft uitgewezen dat de voorkeur uitgaat naar de alternatieven 3A en 3B. Deze alternatieven scoorden op vrijwel alle beoordelingscriteria (niet financieel) het beste, of waren op zijn minst gelijkwaardig aan de andere alternatieven. Hoewel het mogelijk is dat bij verdere uitwerking en nader onderzoek en ontwerp optimalisaties de kosten van alternatief 3A lager uitvallen, is de kans groot dat het beschikbare budget, dat nu op basis van de BOK en de afrekening op ongeveer € 80,8 miljoen uitkomt (zie hieronder), niet toereikend is. Er zal derhalve onderzoek worden verricht naar nieuwe alternatieven. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de voorziene toename van het (rail)goederenvervoer. De subsidiebeschikking van VROM is voor beide partijen richtinggevend. Dat wil zeggen dat binnen het kader van de probleemstelling en de doelstellingen bij aanpassing van het ontwerp zoveel mogelijk uitgegaan wordt van de (ontwerp-)uitgangspunten en –principes van alternatief 3A. De BOK vormt samen met de inmiddels afgegeven VROM-beschikking het fundament van het project Traverse. Inlichtingen bij dhr. M. Schurink, tel. (026) 359 91 94 e-mailadres:
[email protected]
In de BOK zijn op de gebruikelijke aspecten afspraken vastgelegd. Men denke daarbij aan onder meer de doelen, de scope op hoofdlijnen, de beschikbare financiële middelen, de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van partijen, afspraken omtrent communicatie, de aanpak van de voorbereiding en de systematiek van risicobeheersing. De verantwoordelijkheden zijn eenduidig belegd, met betrekking tot scopewijzigingen is geregeld dat partijen onderling overeenstemming moeten bereiken. Belangrijk onderdeel van de BOK is het budget dat partijen inbrengen. Het budget is afhankelijk van de beschikbaar gestelde gelden en van de reeds gemaakte kosten voor het project Hart van Dieren. In uw vergadering van 18 maart is de afrekening van het project Hart van Dieren behandeld. Het doel daarvan was om aan te geven welke kosten door partijen worden gedragen als er afrekening met het Rijk nodig is. De afrekening heeft tot doel om te bepalen welk bedrag als taakstellend budget beschikbaar blijft om een oplossing te realiseren voor de problematiek in Dieren. Na verrekening van opbrengsten en kosten is een bedrag van € 80,8 miljoen beschikbaar voor de voorbereiding van het project Traverse. De vervolgaanpak van het project bestaat uit het opstellen van de m.e.r., het voorbereiden van het ruimtelijk plan, het uitwerken van het ontwerp en het voorbereiden van de aanbesteding, waaronder aankoop van gronden. Volgens de voorlopige planning kan in 2015 gestart worden met de realisatie. Afhankelijk van het te kiezen voorkeursalternatief kan de uitvoeringsduur oplopen tot 3 jaar. =====
Aan Provinciale Staten 1. Inleiding Februari 2008 zijn wij gestart met het project Traverse Dieren, als vervolg op het project Hart van Dieren. In juni 2008 hebben wij u voor de eerste maal geïnformeerd over voortgang van Traverse Dieren (PS 2008-479). Destijds bent u onder meer geïnformeerd over het onderzoek naar alternatieve oplossingen. In juli 2009 bent u geïnformeerd over de voortgang van de bestuursovereenkomst, tevens is aan u gemeld dat de gewijzigde beschikking van het Rijk is ontvangen (PS2009-601). Laatstelijk op 14 oktober jl. is in uw commissie MEZ gesproken over de vertraging in de totstandkoming van de bestuursovereenkomst. Op 13 november jl. hebben wij u geïnformeerd dat op die datum beide partijen alsnog tot een akkoord zijn gekomen. Dit Statenvoorstel omvat de volgende elementen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Toelichting resultaten onderzoek kostenramingen Toelichting bestuursovereenkomst (BOK) Resultaten onderzoek (de verkenning) Vervolgaanpak Financiële afsluiting project Hart van Dieren Toelichting op aanvraag voorbereidingskrediet Europese aangelegenheden.
2
2. Onderzoek kostenramingen Voor het project Traverse Dieren hebben zowel de provincie Gelderland als de gemeente Rheden kostenramingen opgesteld voor de voorkeursvariant 3A. Aan AT Osborne is gevraagd beide kostenramingen te analyseren en een onafhankelijk advies op te stellen over de kostenraming van het project. Het rapport van AT Osborne is opgenomen in bijlage 4 van de BOK. De doelstelling van dit advies was: 1. Het inzicht verschaffen in de verschillen en overeenkomsten tussen beide ramingen 2. Het identificeren van een aantal onderwerpen waarover een nadere beslissing genomen dient te worden Het rapport van AT Osborne beschrijft de overeenkomsten en de verschillen tussen de beide kostenramingen. Overeenkomsten: 1. Er zijn slechts kleine verschillen in de ramingen van de directe kosten van de verschillende onderdelen van het project 2. De geconstateerde verschillen in de gehanteerde toeslagen zijn klein. De verschillen tussen beide kostenraming worden vooral veroorzaakt door: 1. Provincie en gemeente gaan uit van een verschillende scope van het project, 2. Verschillen in inzicht over kosten verwerven van grond / vastgoed, 3. De provincie raamt een grote post voor geluidwerende voorzieningen aan woningen. Toelichting verschillen. 1. Scope. De scopeverschillen hebben betrekking op: • Herinrichting Stationsgebied (gemeente), • Fietstunnel in kruispunt N348 met Ellecomsedijk (provincie) • Reconstructie (uitbreiding capaciteit) kruispunt Kanaalweg (N786) met Spankerenseweg (provincie) 2. Grond/vastgoed Het verschil in de ramingen voor de verwerving van onroerend goed heeft een belangrijke relatie met de verschillen in scope. Daarnaast wordt er verschillend gedacht over de noodzaak tot aankoop van (delen van) percelen en de hoogte van de kosten voor planschade. 3. Geluidmaatregelen De provincie heeft op basis van de huidige inzichten een voorlopige inschatting gemaakt van de te verwachten kosten voor geluidwerende voorzieningen aan woningen en voor eventuele geluidsschermen. De gemeente heeft hiervoor geen kosten opgenomen. Om de consequenties van bovenstaande conclusies op het vervolg van het project te kunnen waarderen is het van belang om aan te geven in welke fase het project zich momenteel bevindt. Ter toelichting hierop is in bijlage 1 een algemene beschrijving van de fasering van provinciale wegenprojecten opgenomen zoals beschreven in de Statennotitie “Scopewijzigingen bij wegenprojecten” (PS2008-626, d.d. september 2008).
3
Het project Traverse Dieren bevindt zich op dit moment in de overgang van initiatieffase (Verkenning) naar definitiefase (Inpassingsplan-m.e.r.). Vervolgens komt de ontwerpfase, de voorbereiding van de uitvoering, en de realisatiefase (zie ook paragraaf 4, Vervolgaanpak) Zoals in de bijlage is aangegeven zijn de kostenramingen in deze fase van het project in het algemeen nog zeer globaal van opzet. Hoewel voor oplossingsrichting 3A de kostenraming verder is uitgewerkt dan gewoonlijk in deze fase, dienen nog veel aannamen en uitgangspunten die aan deze raming ten grondslag liggen verder te worden onderzocht. Ook zullen in het MER naast alternatief 3A nog meer alternatieven onderzocht worden (meer informatie hierover vindt u in de paragrafen 3 en 4). Op basis van de onderzoeken in het kader van MER en beoogde inpassingsplan zullen de kostenramingen aangepast worden aan de meest actuele inzichten. Aan het eind van de definitiefase zal dan ook meer duidelijkheid bestaan over de kostenraming. Op basis van de dan uitgevoerde milieuonderzoeken zal duidelijk zijn welke maatregelen genomen dienen te worden om aan de milieunormen (o.a. geluid) te kunnen voldoen. Bij de verdere uitwerking van het ontwerp zal eveneens meer inzicht ontstaan in de gronden die in ons bezit dienen te zijn. Conclusie. Geconstateerd wordt dat de verschillen tussen de provinciale en gemeentelijke kostenraming met goede argumenten zijn te verklaren. In de BOK zijn nadere afspraken gemaakt over de scope. Nader onderzoek in de volgende fase zal meer duidelijkheid geven over de kosten. AT Osborne komt in haar rapportage uit op een raming van € 81,2 miljoen voor de provinciale scope van 3A, te vermeerderen met de kosten voor vastgoed leidt dit tot een raming van € 92,2 miljoen in totaal. Hoewel het mogelijk is dat op basis van verdere uitwerking en nader onderzoek en ontwerp optimalisaties de kosten van alternatief 3A lager uitvallen is de kans groot dat het beschikbare budget (€ 80,8 mln, zie paragraaf 5) niet toereikend is voor realisatie van alternatief 3A. Daarom zullen nieuwe alternatieven worden ontwikkeld, passend binnen het taakstellend budget. 3. Bestuursovereenkomst (BOK) In de BOK zijn op een aantal basale zaken afspraken vastgelegd met de gemeente Rheden. De BOK is samen met de gewijzigde VROM-beschikking het fundament op basis waarvan het project Traverse Dieren kan starten. De BOK inclusief bijlagen is bijgevoegd in bijlage 2 van dit Statenvoorstel. De bestuursovereenkomst omvat onder meer de volgende hoofdelementen: • • • • • • • • •
Doelen Scope op hoofdlijnen Beschikbare financiële middelen Verantwoordelijkheden en bevoegdheden partijen Overlegstructuur Relatie project Traverse en project Dorpsvisie van gemeente Afspraken omtrent communicatie Afspraken omtrent aanpak voorbereidingsfase, waaronder planning Systematiek van risico-inventarisatie en afspraken omtrent risicobeheersing.
4
Als toelichting het volgende. Probleemstelling en doelen zijn omschreven in artikel 1.4 (inclusief subartikelen). Een op het project toegesneden doelomschrijving is van belang met name voor een succesvol verloop van de m.e.r.-procedure, maar ook voor toekomstige afwegingen inzake bezuinigingen, of toevoeging van extra maatregelen of kwaliteit als er sprake is van onderschrijding van het beschikbare budget (BOK, art. 3.5 en 3.6). Er zijn zes doelstellingen: verkeersafwikkeling / doorstroming, verkeersveiligheid, duurzame inpassing provinciale infrastructuur, leefbaarheid, oversteekbaarheid en bereikbaarheid. De doorstroming van het regionale verkeer op de provinciale weg staat daarbij primair, mede omdat andere doelstellingen in belangrijke mate afhankelijk zijn van het verbeteren van de doorstroming op de N348 / N786. De scope is in eerste instantie bepaald aan de hand van variant 3A en 3B zoals uitgewerkt door de provincie (zie afbeelding 1). De stationsomgeving behoort niet tot de scope. De ontwikkeling van dit gebied valt onder de paraplu van de Dorpsvisie, een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De BOK voorziet in de uitwerking van een nieuw alternatief indien het budget niet toereikend is of vanwege gewijzigde externe omstandigheden, zoals het rijksprogramma Hoogfrequent Spoorvervoer. Alternatief 3A is echter daarbij voor beide partijen richtinggevend. Dat wil zeggen dat binnen het kader van de probleemstelling en de doelstellingen bij aanpassing van het ontwerp zoveel mogelijk uitgegaan wordt van de (ontwerp-)uitgangspunten en –principes van alternatief 3A. De rijksbijdrage is € 53,3 miljoen. De gemeente stelt € 8,2 miljoen beschikbaar voor het project Traverse Dieren. De gemeente voelt zich genoodzaakt een deel van het oorspronkelijke € 14,2 miljoen gemeentelijke bijdrage te reserveren voor het nu gemeentelijke project Dorpsvisie c.q. de stationsomgeving. Naar de inschatting van het college van B&W is daarvoor een gemeentelijke bijdrage van € 6,0 miljoen nodig. De overige bepalingen van de BOK zijn grotendeels vergelijkbaar met andere bestuursovereenkomsten, zoals die voor de reconstructie van de N302 in Harderwijk. In de BOK voor de Traverse is mede gelet op de ervaringen met het project Hart van Dieren specifiek een accent gezet bij de heldere definiëring van taken en verantwoordelijkheden van beide partijen. GS is eindverantwoordelijk voor het project. De bepaling van de definitieve scope (of scopewijzingen) is een verantwoordelijkheid van beide partijen. Zij moeten het hierover onderling eens worden. Onder de scope wordt verstaan de doelstellingen, het projectgebied waarbinnen de maatregelen worden uitgevoerd en het resultaat op hoofdlijnen. 4. Resultaten onderzoek (verkenning) Verkenning 2008 In 2008 hebben wij in samenwerking met de gemeente Rheden een verkenning uitgevoerd naar de knelpunten en oplossingsrichtingen voor de Traverse Dieren (zie bijlage 3 van de BOK). Dit rapport en het daarin gepresenteerde voorkeursalternatief 3A vormden de basis voor de subsidieaanvraag bij het Rijk. Het rapport bevat een grondige probleemanalyse op basis van een geactualiseerde probleemdefinitie, waarbij de problematiek op de N348 in samenhang met de N786 wordt onderzocht. Vervolgens zijn drie oplossingsrichtingen ontwikkeld: • • •
Alternatief 1: het gelijkvloerse alternatief Alternatief 2: het korte bak-alternatief Alternatief 3: het lange bak-alternatief
5
Deze drie alternatieven zijn elk onderverdeeld in een A- en een B-alternatief. Dit omdat bij alle alternatieven de mogelijkheid bestaat de N786 oostelijk van het Apeldoorns Kanaal te verleggen. Bij de A-varianten blijft de N786 liggen waar hij ligt, bij de B-varianten verhuist de provinciale weg naar de andere kant van het kanaal. Daarnaast kunnen de alternatieven uitgevoerd worden met of zonder bundeling van de N348 met het spoor in Dieren West. Alle alternatieven zijn beoordeeld op hun probleemoplossend vermogen en hun gevolgen voor milieu en leefomgeving. Beoordelingscriteria waren onder meer doorstroming, verkeersveiligheid, geluidsbelasting en ruimtelijke kwaliteit. In deze Verkenning gaat de voorkeur uit naar alternatief 3A / 3B. Deze alternatieven scoorden op vrijwel alle beoordelingscriteria (niet financieel) het beste of waren op zijn minst gelijkwaardig aan de andere alternatieven. Bij alternatief 3A/B komt de N348 van de Harderwijkerweg tot en met de Wilhelminaweg verdiept te liggen in een lange, open betonbak. Lokaal verkeer maakt in dit scenario gebruik van nieuwe parallelwegen langs de verdiepte bak. Zowel de Harderwijkerweg als de Wilhelminaweg worden op een andere manier aangesloten op de N348: de Harderwijkerweg met een nieuwe Taansluiting ter hoogte van de Doesburgsedijk, de Wilhelminaweg met toe- en afritten. Zowel alternatief 3A als 3B (waarbij de N786 wordt verplaatst naar de oostzijde van het kanaal) zijn toekomstvaste, robuuste oplossingen. 3B heeft als voordeel dat de bouwhinder geringer is. Bovendien geeft het tracé de mogelijkheid om het gebied rond de Burgemeester Willemsestraat te verbeteren. Alternatief 3B is ca. € 2 mln. duurder dan 3A. Tegenover deze voordelen staan de hoge kosten. 3A en 3B zijn de duurste oplossingen: ze kosten ongeveer twee keer zo veel (rond de 95 mln. euro) als de goedkoopste alternatieven (1A en 1B).
Afbeelding 1 Alternatieven 3A en 3B
6
Onderzoek nieuw alternatief Zoals gezegd is op basis van de verkenning in 2008 de voorkeur uitgesproken voor alternatief 3A. Bij de uitwerking van het voorkeursalternatief is gebleken dat de voorlopige kostenraming van dit alternatief het budget overschreed. Tevens werd bij de Verkenning uitgegaan van het scenario van maximaal 21 goederentreinen per etmaal. Dit jaar werd bekend dat Verkeer en Waterstaat werkt aan het programma Hoogfrequent spoorvervoer (PHS). Als gevolg van dit programma is een herroutering van het goederenvervoer noodzakelijk waardoor het aantal goederentreinen in Dieren, afhankelijk van de nog te kiezen strategie toe kan nemen tot 60 tot 90 per etmaal. Uit een onderzoek van Goudappel Coffeng naar de effecten van deze toename blijkt dat het voorkeursalternatief goed blijft functioneren, maar de barrièrewerking enigszins toeneemt. Op grond van bovengenoemde overwegingen zijn wij voornemens om in samenwerking met de gemeente en ProRail een nader onderzoek te doen naar mogelijkheden voor goede oplossingen die binnen het budget passen en voldoende tegemoet komen aan nieuwe ontwikkelingen als het PHS. Deze verkenning zal moeten leiden tot een nieuw alternatief dat bij de verdere procedure wordt betrokken. 5. Vervolgaanpak Definitiefase (2010 – 2014) Wij zijn voornemens om voor het project een m.e.r-procedure te volgen. Voor de juridisch planologische inpassing van het plan conform de Wro is in de BOK voorzien in het toepassen van het instrument inpassingsplan. De m.e.r.-procedure zou gekoppeld kunnen worden aan het inpassingsplan. Wij zijn voornemens om zo spoedig mogelijk in het nieuwe jaar aan uw commissie RWM een afzonderlijke notitie over dit aspect te doen toekomen, waarbij tevens, ter verduidelijking en informatie, enige achtergronden zullen worden geschetst van het nieuw te ontwikkelen plan - een aanpassing van alternatief 3A: alternatief 4. Met de gemeente Rheden is afgesproken dat de gemeente in een Verkeerskundige notitie (VKN) beschrijft wat het beleid van de gemeente is ten aanzien van de te nemen maatregelen aansluitend op de alternatieven van Traverse Dieren. Hiertoe zullen onder meer keuzes gemaakt worden voor de toekomstige structuur van het gemeentelijke wegennet in Dieren. De gemeente zal de VKN vaststellen voor de start van de m.e.r.-procedure. Als eerste formele stap in de m.e.r.-procedure zullen wij in het voorjaar van 2010 de startnotitie vaststellen. Deze startnotitie bevat onder meer een probleembeschrijving en een beschrijving van de in de m.e.r. te onderzoeken alternatieven en van de te onderzoeken milieueffecten. Op basis van de startnotitie zal de commissie voor de milieueffectrapportage een advies uitbrengen voor de richtlijnen voor de m.e.r.. Op basis van dit advies stellen wij de richtlijnen vast. Wanneer het MER rapport gereed is zullen wij u eerst een voorstel voorleggen voor het verder uit te werken voorkeursalternatief (VKA). Vervolgens zal voor dit VKA een ruimtelijk plan worden opgesteld en samen met het MER ter vaststelling aan uw Staten worden aangeboden. Bij de verwachte doorlooptijd is rekening gehouden met een beroepsprocedure bij de Raad van State.
7
Voorbereidings- en Ontwerpfase (2014 - 2015) Wanneer duidelijkheid bestaat over het VKA zal een keuze gemaakt worden voor de te volgen aanbestedingsstrategie met als doel een maximale kwaliteit voor het beschikbare budget. Deze keuze is afhankelijk van het risicoprofiel van het VKA en de vrijheidsgraden in het ontwerp voor de marktpartij. Na de keuze voor de aanbestedingsstrategie zullen de volgende activiteiten plaatsvinden waarbij de volgorde afhankelijk is van de aanbestedingsstrategie. • Verlenen uitvoeringskrediet door uw Staten en gunning werkzaamheden aan marktpartij, • Grondverwerving, • Uitwerken VKA tot een Voorlopig Ontwerp, • Uitwerken Definitief Ontwerp en Engineering. Realisatie (2015-2018) Na afronding van de voorbereidingsfase zal het project uitgevoerd worden. Hierbij moet er rekening gehouden worden dat de fasering van de uitvoering sterk beïnvloed wordt door de te nemen verkeersmaatregelen. De uitvoeringsperiode zal daardoor tot circa drie jaar kunnen oplopen, afhankelijk van het VKA. 6. Financiën In uw vergadering van 18 maart is de afrekening van het project Hart van Dieren behandeld. Daarin is aangegeven dat de kosten € 18,3 miljoen bedragen. Na verrekening van opbrengsten uit tijdelijke verhuur en bijdragen van derden in de haalbaarheidsfase van het project resteert € 17,9 miljoen als netto kosten. In deze netto kosten is de verwerving van onroerend goed opgenomen. De nog in portefeuille aanwezige objecten (er zijn drie objecten verkocht, nadat mogelijk benodigde grond is afgescheiden) kunnen worden gewaardeerd op basis voor hun oorspronkelijke taxatiewaarde. Dit geeft een waarde van € 7,4 miljoen. Voorgesteld wordt om deze objecten met hun waarde over te hevelen naar het nieuwe project Traverse Dieren en ten laste te brengen van beschikbare budgetten. Voor variant 3A wordt geraamd dat voor € 4,1 miljoen wordt verkocht met een verwacht verlies van € 0,8 miljoen (20%). De werkelijk te verkopen objecten worden bepaald nadat de meest haalbare oplossing bekend is. Het werkelijk netto verlies drukt op het budget voor de Traverse Dieren. De overblijvende kosten ten bedrage van € 10,6 miljoen bestaan uit plan- en onderzoekskosten van provincie en gemeente. Dit bedrag komt in mindering op de budgetten die uiteindelijk voor Traverse Dieren beschikbaar blijven. Vanaf de start van het project is € 104,7 miljoen beschikbaar geweest. In de bijgevoegde tabel is de verandering van het oorspronkelijke budget weergegeven. Verandering in oorspronkelijk budget [€ miljoen] Oorspronkelijk budget 104,7 Bijdrage Stadsregio - 4,8 Komt beschikbaar voor gemeentelijke project stationsomgeving Bijdrage ProRail - 3,2 Budgetten voor het elimineren van spoorovergangen zijn door ProRail op andere projecten besteed. Verlaging gemeente - 6,0 In bestuurlijk overleg overeengekomen verlaging van de bijdrage van de gemeente Aanvullende budgetten + 1,5 Aanvullingen op de oorspronkelijke bijdrage van 29,2 miljoen Bijdragen totaal per 2009 92,2 Budget voor Traverse Dieren en afwikkelen Hart van Dieren
8
Na afrekening van de kosten van Hart van Dieren is € 80,8 miljoen beschikbaar voor de Traverse Dieren. Daarbij dient onder meer rekening te worden gehouden met verliezen welke ontstaan bij de verkoop van niet benodigde objecten (bij 3A geraamd op € 0,8 miljoen).
Bijdragen totaal per 2009 Afrekening Hart van Dieren Potentieel verlies bij verkoop Beschikbaar voor Traverse Dieren
Gemeente [€ miljoen] 8,2 1,2 7,0
Provincie [€ miljoen] 30,7 1,6 0,8 28,3
Rijk [€ miljoen] 53,3 7,8 45,5
Totaal [€ miljoen] 92,2 10,6 0,8 80,8
De oorspronkelijk bijdrage van de provincie is in het MIG voorzien voor € 29,2 miljoen. In de loop van het project zijn mutaties opgetreden waardoor per eind 2009 € 30,7 miljoen beschikbaar is gesteld. Aanvullend zijn kredieten aan de voorziening toegevoegd, te weten: • •
een aanvullend voorbereidingskrediet (PS2003-344) van € 0,5 miljoen een aanvullend voorbereidingskrediet (PS2004-716) van € 0,3 miljoen
Verder is toegevoegd een (jaarlijkse) indexering op niet bestede middelen ter hoogte van € 0,7 miljoen. Aan u wordt voorgesteld om de voorziening Hart van Dieren voortaan aan te duiden als de Reserve Traverse Dieren, waarin opgenomen de kosten voor Hart van Dieren, en de resterende middelen jaarlijks te indexeren. De resterende Rijksmiddelen worden ondergebracht in Transitoria Traverse Dieren. 7. Kredietvoorstel De voorbereiding voor Traverse Dieren is gestart in 2008. Door uw Staten is in twee tranches een voorlopig voorbereidingskrediet van in totaal € 2,2 miljoen beschikbaar gesteld. De besteding voor de initiatieffase Traverse Dieren bedraagt eind 2009 naar verwachting € 1,4 miljoen, inclusief besteding in 2008. Door de gemeente is € 0,4 miljoen besteed. De hoogte van het voorbereidingskrediet is afgeleid van de raming voor variant 3A. De volledige voorbereiding van variant 3A wordt nu verwacht eind 2014 te eindigen met documentatie voor de aanbesteding van de werkzaamheden. De totale kosten van het project zijn beoordeeld door AT Osborne en leiden zoals gezegd tot een geraamd benodigd bedrag van € 92,2 miljoen, inclusief de door de provincie geraamde grondkosten. De percentages die door AT Osborne zijn gehanteerd voor de voorbereidingskosten zijn naar verhouding gerelateerd aan het op basis van de BOK beschikbare budget van € 80,8 miljoen. Dit leidt tot een benodigd krediet voor de voorbereiding, vanaf 2010, van € 17,9 miljoen. Kredietvoorstel en dekking Met het bovenstaande wordt u gevraagd om: •
De voorziening Hart van Dieren voortaan aan te duiden als de Reserve Traverse Dieren en de opgenomen middelen te indexeren, De middelen van derden worden verantwoord in de Transitoria Traverse Dieren.
9
• •
Een totaal voorbereidingskrediet voor het project Traverse Dieren, voor de periode vanaf 2010, beschikbaar te stellen van € 17.900.000 Van de eerder beschikbaar gestelde kredieten ad € 2.200.000 is naar verwachting € 1.400.000 per eind 2009 besteed, zodat € 800.000 resteert. De gevraagde aanvulling op het voorbereidingskrediet is derhalve € 17.100.000 en kan worden gedekt uit de Reserve en Transitoria die voor Hart van Dieren / Traverse Dieren zijn gevormd.
8. Europese aangelegenheden In het kader van het voorbereidingstraject kan dit project te maken krijgen met een Europese aanbestedingsprocedure. Verder heeft het project te maken met Europees omgevingsrecht. Bij het vervolgonderzoek en de planvoorbereiding zal rekening worden gehouden met deze regelgeving. In het kader van de risico-analyse zullen deze aspecten nader in kaart worden gebracht en geanalyseerd. Dictum Wij geven u in overweging om dit voorstel voor kennisgeving aan te nemen voor zover het de informatieve onderdelen betreft, en voor het onderdeel voorbereidingskrediet te besluiten overeenkomstig het bijgevoegde ontwerpbesluit. Arnhem, 24 november 2009 - zaaknr. 2009-004398 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin dr.ir. C. Volp - wnd. secretaris
+++++
code: 00800026
10
BIJLAGE 1: Tekstpassages uit Statennotitie “Scopewijzigingen bij wegenprojecten”, d.d. september 2008, PS2008-626 “Aanleiding tot het schrijven van deze notitie is uw vraag op welke wijze en op welk moment scopewijzigingen bij wegenprojecten aan uw Staten gemeld zullen worden. Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is het van belang om het proces van totstandkoming van een rondweg te beschrijven. Wegenprojecten kennen 6 fases: 1. Initiatieffase (verkenning/nut en noodzaak onderzoek) 2. Definitiefase (MER en Inpassingsplan) 3. Ontwerp (definitief ontwerp) 4. Voorbereiding uitvoering (aanbesteding en gunning) 5. Realisatiefase 6. Nazorgfase (Evaluatie en financiële/administratieve afronding). De initiatieffase mondt uit in een besluit van uw staten dat een duidelijke en beredeneerde keuze bevat over de kern van het op te lossen probleem en de te nemen maatregel, bijv. een rondweg, alsmede hierbij behorende raming. Bij dit besluit verleent u het voorbereidingkrediet. In deze fase moeten effecten op economie, milieu, ruimte en natuur op hoofdlijnen in beeld zijn. Ramingen aan het einde van deze fase worden dan ook gemaakt met globale inschattingen en eenvoudige berekeningen op basis van vuistregels. De definitiefase mondt uit in het vaststellen door uw staten van het Inpassingsplan. Bij dit besluit verleent u tevens het uitvoeringskrediet. In deze fase worden de effecten die in de voorgaande fase globaal in beeld zijn gebracht, middels een besluit-m.e.r., verder uitgewerkt inclusief eventuele maatregelen om de milieunormen te behalen (geluidschermen, stil asfalt etc.). In deze fase moet keuze worden gemaakt voor een tracé. (voorlopig ontwerp). Dit tracé moet worden vastgelegd in het Inpassingsplan. Aan de hand van deze gegevens wordt een nieuwe raming gemaakt of wordt de gemaakte raming bijgesteld. Deze raming ligt ten grondslag aan het verlenen door uw staten van het uitvoeringskrediet. In de ontwerpfase is vrij nauwkeurig bekend welke gronden in ons bezit moeten zijn om het project uit te kunnen voeren en zijn gegevens bekend in het kader van uit te keren planschade. Aan de hand van deze gegevens vindt bijstelling van de raming plaats. Voor de aanbesteding wordt aanbestedingsbegroting gemaakt. Bovenstaande indeling in fasen is een vereenvoudigde vorm van het proces van verkenning tot en met uitvoering van een rondweg. Bovenstaande fasen worden in de praktijk niet achter elkaar doorlopen, maar worden, omwille van tijd en geld, zoveel mogelijk gelijkgeschakeld. Dit geldt met name voor de fases 2, 3 en 4 die je als planuitwerkingsfase moet beschouwen. Zoveel mogelijk gelijkschakelen van deze fasen is ook van belang in het kader van innovatieve aanbestedingsvormen, waarbij de markt zo vroeg mogelijk in het proces wordt betrokken. Tijdens deze fasen vinden, behalve onderzoeken in het kader van de MER-procedure, nog veel andere onderzoeken plaats zoals bijv. ligging van kabels en leidingen en noodzaak tot verlegging daarvan, bodemgesteldheidonderzoeken. Daarnaast wordt er gekeken in hoeverre tegemoet kan worden gekomen aan bezwaren van belanghebbenden. Kortom bij wegenprojecten is sprake van een voortschrijdend proces waarin allerlei onderzoeken en gesprekken plaatsvinden en waarin, hoe verder je in het proces bent, hoe duidelijker de contouren van het ontwerp van de weg worden en hoe nauwkeuriger de kostenraming kan zijn. Juist in deze fase van het proces is sprake van wijzigingen, optimalisaties van het voorlopige ontwerp van de weg. Hetgeen vaak als scopewijziging van een project wordt aangeduid, is eigenlijk een nadere uitwerking/ optimalisatie van het oorspronkelijke/voorlopige ontwerp.”
11