Gedeputeerde Staten
STATENNOTITIE
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Biologische landbouw HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH
In het Gelders coalitieakkoord 2007-2011 “Gelderland maakt het verschil” is de ambitie vastgelegd om de Gelderse landbouw te stimuleren zich verder te verduurzamen, onder meer door het stimuleren van de biologische landbouw in Gelderland. In deze notitie geven wij aan op welke wijze wij de biologische landbouw ondersteunen. Op dit moment kennen wij geen expliciet beleidskader voor de biologische landbouw. Wel zijn er binnen de subsidieregeling “Vitaal Gelderland 2008” mogelijkheden om de biologische land- en tuinbouw te ondersteunen. Hiervan blijkt in de praktijk slechts sporadisch gebruik te worden gemaakt. In deze notitie geven wij aan hoe wij via een pro-actieve benadering de versterking van de biologische sector de komende jaren een extra impuls willen geven. =====
Aan de leden van Provinciale Staten Aanleiding De biologische land- en tuinbouw onderscheidt zich door milieu- en diervriendelijke productiemethoden. Dit betekent onder meer dat bij het telen van gewassen geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden gebruikt. Meer dieren kunnen buitenlopen en de stallen en het voer voldoen aan speciale voorwaarden. Biologische boeren zijn voorloper op het gebied van integrale duurzaamheid. Ook op afzonderlijke duurzaamheidsaspecten kunnen biologische ondernemers zich vaak meten met voorlopers binnen de gangbare landbouw. Bovendien draagt de biologische sector bij aan de gewenste vermaatschappelijking van de landbouw. De biologische sector kenmerkt zich door het organiseren van open dagen, huisverkoop en andere activiteiten. Dit verkleint de afstand tussen de consument en producent. De biologische landbouw voorziet in een duidelijk marktsegment en heeft een belangrijke rol voor de verduurzaming van de hele landbouw. Daarom wil de provincie de ontwikkeling van de biologische landbouw steunen. In het coalitieakkoord 2007-2011 “Gelderland maakt het verschil” is opgenomen (citaat): Duurzame/biologische landbouw Wij blijven aandacht geven aan de biologische landbouw en subsidiëren innovaties op het gebied van dierenwelzijn. Wij onderzoeken welke mogelijkheden er zijn tot cofinanciering van emissiereducerende maatregelen, zoals luchtwassers. Voor al deze aspecten wordt € 1 miljoen extra ingezet in deze bestuursperiode. Wij hebben van het totaalbedrag van € 1 miljoen voor “Duurzame/biologische landbouw” inmiddels € 500.000 ingezet voor luchtwassers. code: 00788104.doc / Inlichtingen bij dhr. A.B.M. Goselink, tel. (026) 359 95 74 e-mailadres:
[email protected]
De rijkssubsidieregeling van LNV voor gecombineerde luchtwassers was budgettair overtekend waardoor 17 Gelderse bedrijven geen subsidie zouden ontvangen. Door 5 ton provinciale middelen beschikbaar te stellen hebben alle Gelderse aanmeldingen subsidie toegekend gekregen. De resterende 5 ton wensen wij primair aan te wenden voor biologische landbouw. In deze notitie geven wij aan hoe wij een extra impuls willen geven aan deze sector in Gelderland. Logisch biologisch Biologisch geproduceerde voeding verdient in onze ogen speciale aandacht en ondersteuning. Biologische landbouw is een landbouw met ambities. Ambities op terreinen als duurzaamheid, dierwelzijn, gezondheid en veelal met een sterke verbinding met maatschappij en omgeving. Op veel punten vervult zij een gidsfunctie voor de gangbare landbouw. Ondanks de economische crisis weet de biologische landbouw de omzet op peil te houden. Biologische productie betekent het realiseren van een hogere toegevoegde waarde per eenheid product, behoud van meer werkgelegenheid en levert daarmee een hogere bijdrage aan een economisch vitaal platteland. De ambities van de biologische landbouw zijn onderhevig aan continue verandering. Dit door voortschrijdende inzichten maar ook door veranderende verwachtingen en behoeften van de consument en de maatschappij. De volgende trends bieden de Gelderse biologische landbouw in de komende jaren goede kansen: • Gezond met smaak Met kwaliteit en smaak is de sector in staat een vaste groep consumenten aan zich te binden. De trend naar meer slow food, de vraag naar meer smaak en regionaal geproduceerde producten sluit goed aan bij de uitgangspunten van de biologische teelt. Om haar afzet-niche te behouden/te vergroten zal nog meer profiel moeten worden gegeven aan herkomst, kwaliteit, smaak, gezondheid, beleving, vorm en zullen nieuwe producten moeten worden ontwikkeld dan wel bestaande rassen moeten worden herontdekt. • Aanscherping beleidskaders Zowel Europees als landelijk beleid stellen steeds vaker eisen aan de agrarische productie: kaderrichtlijn water, nitraatrichtlijn, landelijk mestbeleid, ammoniakbeleid etc. Deze eisen dagen zowel de biologische- als gangbare landbouw uit om te innoveren rond het thema duurzaamheid; agrobiodiversiteit, minder emissie mineralen, geur, licht, fijnstof. Vanuit het klimaatbeleid wordt gezocht om emissies van broeikasgassen te verminderen. Biologische ondernemers hebben op verschillende items reeds jarenlange ervaringen in het sluiten van kringlopen. Zij kunnen ook voor nieuwe items voorloper en voorbeeld zijn voor de gangbare bedrijven. • Kwaliteit natuur en landschap De Nederlandse bevolking hecht een groeiend belang aan het behouden en versterken van natuur en landschappelijke kwaliteit. Dit sluit goed aan bij de biologische bedrijfsvoering. In kwetsbare beekdalen en rond Natura 2000-gebied kan een groene kringlooplandbouw bijdragen aan de gewenste gebiedskwaliteit. • Klimaat en Duurzame energie Het terugdringen van broeikasgas-emissies en het gebruiken en opwekken van groene energie vormen voor de landbouw nieuwe uitdagingen. De biologische landbouw kan zich op deze terreinen extra profileren t.o.v. de gangbare teelt. Dit vergt op veel biologische bedrijven nog wel investeringen en aanpasssingen. • Regionalisering In een globaliserende wereld zoeken burgers naar regionale identiteit. Ook bewustwording over klimaat draagt daar aan bij omdat ze niet willen dat voedsel over grote afstanden wordt getransporteerd. De vraag naar kwalitatief hoogstaande producten die in de eigen omgeving is geproduceerd biedt kansen. • Dierenwelzijn Dit wordt steeds belangrijker voor de consument. De gangbare landbouw is zich in snel tempo aan het aanpassen door het van kracht worden van regels over huisvesting en transport.
2
•
De biologische landbouw voldoet vaak al aan die regels wat een concurrentievoordeel geeft. Ook is biologisch voor de burger een garantie dat het welzijn van de dieren hoger is. Kennis en kunde De biologische landbouw groeit wereldwijd. In innovatie en kennisontwikkeling is Nederland toonaangevend. Dit biedt de kans om deze kennis en kunde - samen met onderwijs en kennisinstellingen - verder uit te bouwen en wereldwijd te vermarkten.
Ontwikkeling biologische landbouw In de periode 1995-2005 groeide de biologische sector in Nederland gestaag. De oppervlakte biologisch verdriedubbelde en het aantal bedrijven verdubbelde ruim in die perode. In de afgelopen jaren vertraagde de groei. De oppervlakte nam nog wel enigszins toe maar het aantal bedrijven bleef nagenoeg gelijk. De consumentenbestedingen aan biologische voeding zijn afgelopen jaren wel blijven stijgen naar ruim 2% en bij de versproducten naar 2,8%. In Gelderland ligt met ruim 7000 hectare de grootste oppervlakte biologische teelt. Dit is 2,9% van de totale oppervlakte cultuurgrond en ligt daarmee iets boven het landelijke gemiddelde van 2,6% . (Cijfers afkomstig uit de BIO-Monitor, Jaarrapport ’08 van Biologica)
De stagnatie in de ontwikkeling van het aantal biologische land- en tuinbouwbedrijven kent geen eenduidige verklaring. Het ontbreken van omschakelingssubsidies – het Rijk maar ook nagenoeg alle provincies kennen een dergelijke ondersteuning niet meer – blijkt niet een bepalende rol te spelen. Niet een omschakelingssubsidie maar de markt(zekerheid) is de meest belangrijke factor voor een eventuele overstap naar biologische teelt. Een andere factor waar de biologische productie mee worstelt is de prijsontwikkeling in de keten. Op de eerste plaats is er veelal een koppeling aan de prijs van de gangbare producten. In tijden van lage opbrengstprijzen krijgt de biologische sector haar meerkosten onvoldoende vergoed. Ook kan geconstateerd worden dat de primaire producent een beperkte meerprijs ontvangt maar dat het prijsverschil uiteindelijk voor de consument in de winkel zeer groot is. Het grote prijsverschil remt de groei in de biologische consumentenbestedingen. Een derde factor zijn de innovaties in de gewone landbouw. Door aan de ene kant de vraag van de consument naar gezondere en diervriendelijk geproduceerde producten en aan de andere kant steeds hogere (wettelijke) eisen van overheid en voedingsmiddelenindustrie op dit gebied schuift de gewone landbouw op richting biologische landbouw als het gaat om ‘schoon’ en diervriendelijk voedsel. Het exclusieve onderscheid neemt dan ook af. De biologische markt is nog steeds een relatief kleine deelmarkt. Dit maakt dat logistieke kosten relatief hoog zijn en dat het gevaar van overproductie groot is. In de praktijk blijkt dat enige groeiruimte eenvoudig kan worden opgevangen door de bestaande bio-bedrijven. Zo blijken biologische melkveehouders een deel van hun melkquotum zelfs te verleasen. Als de markt het toelaat kan men de productie weer snel ter hand nemen. Vanuit die reserveruimte kan dus een groeiende vraag worden opgevangen en zijn er geen nieuwe bedrijven nodig. Ondersteuning biologische productie Rijk De biologische landbouw wordt vanuit het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ondersteund. Het ministerie heeft in het verleden stimuleringsregelingen gekend gericht op de omschakeling van bedrijven en op het vergroten van de afzet. In de huidige “Beleidsnota biologische landbouwketen 2008-2011; biologisch in verbinding, perspectief op groei” wordt als doel geformuleerd een consumentengroei van jaarlijks 10%.
3
Daarnaast is er met Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) een intentieverklaring ondertekend waarin beide partijen toezeggen op verschillende manieren te werken aan één centrale doelstelling, namelijk dat de biologische keten een robuuste sector wordt die zich zelfstandig, d.w.z. op eigen kracht verder ontwikkelt. De vier speerpunten binnen het rijksbeleid zijn: vraagstimulering en ketenverbindingen, ontwikkeling van de sector, regionale kracht en kennis en innovatie. Provincie In de periode 1997 tot ongeveer 2005 hebben wij als provincie Gelderland een expliciet beleidskader biologische landbouw gekend. In de eerste jaren was de aandacht gericht op de primaire bedrijven. Omschakeling van bedrijven werd in die jaren financieel ondersteund. Vanaf 2000 is het accent gelegd op de afzetkant en is geprobeerd een grotere groep consumenten te bereiken. Na 2005 zijn wij binnen het provinciaal beleid biologische landbouw minder als doel gaan zien maar meer als een middel om te komen tot een duurzame landbouw. In het beleid staan nu de achterliggende doelen centraal en is het subsidiekader gericht op het stimuleren van investeringen in technische maatregelen die leiden tot een verlaging van de belasting van het milieu en vergroten van de biodiversiteit. Innovaties, demonstraties, advisering en kennisspreiding gericht op de verduurzaming van de landbouw zijn afgelopen jaren financieel ondersteund. Naast kleinere bedrijfsinvesteringen zijn ook onderzoeksprojecten ondersteund zoals het project “Zorg voor zand” en “Een goede bodem boert beter, ook in de Achterhoek”. In deze projecten gaat het om het duurzamer omgaan met de bodem waarbij onderscheid tussen biologische en gangbare landbouw niet wordt gemaakt. Conform ons coalitieakkoord willen wij naast het bevorderen van duurzame landbouw ook de biologische sector in Gelderland versterken door concrete projecten financieel te ondersteunen. We maken daarbij gebruik van de bestaande subsidiemogelijkheden. Provinciale Subsidiemogelijkheden In het Provinciaal Meerjaren Programma 2007-2011 Gelderland (PMJP) hebben wij beschreven welke doelen en prestaties wij samen met gebiedspartijen tot 2014 gaan realiseren. Deel 1 “het beleidskader” beschrijft de uitvoeringsopgave, terwijl deel 3 van het PMJP het subsidiekader bevat. In het beleidskader is voor landbouw vastgelegd dat wij streven naar duurzaam ondernemen in de sector: landbouw die duurzaam gebruik maakt van bodem, water, lucht en overige hulpbronnen en die economisch levensvatbaar is. Binnen het hoofddoel zijn meerdere aandachtsvelden genoemd waaronder de Biologische landbouw. In het beleidskader is daarover gezegd: “Voor de biologische landbouw streven wij naar het zo evenwichtig mogelijk laten groeien van vraag en aanbod van biologische producten. Aan de vraagkant verdient consumentenvoorlichting aandacht. Aanvullend op de landelijke afzet van biologische landbouw willen wij met prioriteit de ontwikkeling van regionale afzetstructuren ondersteunen. Ook de ketenstructuren over de streekgrenzen heen is van belang”. Voor het innoveren en verduurzamen van de Gelderse landbouw hebben wij binnen de Subsidieregeling vitaal Gelderland 2008 een vijftal artikelen beschikbaar die ook voor de biologische landbouw tot ondersteuning kunnen dienen. Speciaal voor klimaat en energie hebben wij in het coalitieakkoord een hoog ambitieniveau neergelegd. De ambities zijn verwoord in het Gelders Klimaatprogramma “Aanpakken en Aanpassen”; 2008-2011. Voor de land- en tuinbouw zijn als grote opgaven voor 2020 geformuleerd dat groene energie wordt geproduceerd (15% van de energievraag in Gelderland wordt duurzaam geproduceerd) en de emissie van broeikasgassen is t.o.v. 1990 met 30% verminderd. Voor het klimaatneutraler maken van de sector zijn ondersteuningsmogelijkheden aanwezig binnen het subsidiekader .
4
Nieuwe impuls voor biologische landbouw Ondanks de mogelijkheden om via ons subsidiekader de biologische landbouw te ondersteunen, wordt er in de praktijk slechts sporadisch gebruik van gemaakt. Wij hebben proberen te achterhalen waarom deze mogelijkheden niet worden benut maar er komt geen duidelijke reden naar voren. Toch zal de sector sterk ondernemersschap moeten tonen om zich in de keten, richting de consument, te kunnen manifesteren. Ook de nieuwe opgaven op het vlak van biodiversiteit, klimaat en groene energie vragen om aanpassingen om zich daarmee ten opzichte van de gangbare sector te blijven profileren. Wij wensen de biologische land- en tuinbouw in Gelderland in de komende jaren een extra stimulans te geven. Dit willen wij doen door actief met de sector op zoek te gaan naar kansrijke projecten en daar onze mogelijkheden voor ondersteuning aan te bieden door middel van onderstaande activiteiten: 1.
2.
3.
Vanuit onze regiobureau’s in Zelhem, Apeldoorn en Elst wordt samen met gebiedspartijen gewerkt aan uitvoering van beleid. Vanuit deze kantoren hebben wij nauw contact met ondernemers en intermediaire partijen in de regio, ook in de keten van biologische landbouw. Wij zullen via onze contacten en voorlichtingsmateriaal zoals nieuwsbrieven, partijen extra wijzen op de bestaande provinciale subsidiemogelijkheden. Wij organiseren in de regio een aantal bio-avonden. Wij doen dat samen met regionale afzetverenigingen van biologische producten. Voor deze avonden worden de biologische boeren en tuinders in de regio per brief (op naam gesteld) uitgenodigd. Tijdens deze avonden zijn er twee doelen: • Informatie verstrekken zowel wat betreft de “nieuwe” opgaven (klimaat, energie, biodiversiteit) en de mogelijkheden die de provincie ter ondersteuning kan bieden om innovaties/verduurzamingmaatregelen te treffen. • Informatie te verkrijgen van de ondernemers en intermediaire partijen waar zij in hun bedrijfsontwikkeling tegen oplopen. Welke zaken ervaren zij als belemmering voor de verdere ontwikkeling van de biologische sector. Wij benaderen actief partijen welke specifieke kennis en ervaringen hebben met de biologische landbouw. Wij denken daarbij bijvoorbeeld aan partijen als Biologica, Louis Bolkinstituut, Centrum voor Landbouw en Milieu, LTO. Wij kijken in hoeverre hun ervaringen met projecten elders in Nederland bruikbare ideeën kunnen opleveren voor Gelderland.
4.
Biologische landbouw zal zich nog sterker moeten verbinden met de consument en een breder deel van de consumenten moeten zien te bereiken. Dat kan op verschillende manieren vorm krijgen. Stadslandbouw maar ook het combineren van (bio)landbouw met vormen van recreatie, educatie en zorg bieden goede kansen voor biologische bedrijven om een brug te slaan tussen stad en platteland. Voor dergelijke vormen van verbreding kunnen wij ondersteuning bieden.
5.
Binding met de consument kan ook vorm krijgen door zeer actief te participeren in projecten welke gericht zijn op het versterken van regionale ketens. Het opzetten van regionale ketens (zonder daarbij biologische en gangbare teelt te scheiden) kan verschillende onderliggende doelen verenigen zoals landschap, biodiversiteit, regionale economie etc. Bundeling van meerdere producenten in afzetverenigingen kan de structuur versterken en verduurzamen. Binnen de regio zullen contacten met horeca en catering nog kunnen leiden tot een meer gegarandeerde afzet. Wij zullen met bestaande afzetverenigingen hierover van gedachten wisselen en wanneer zij met goede projecten komen deze ondersteunen.
5
6.
Biologische landbouw kan een sterkere rol spelen in het beheren van terreinen die tevens een ecologische functie hebben. Natuurorganisaties en landgoedeigenaren zoeken ondernemers welke terreinen op een gewenste wijze kunnen beheren. Omgekeerd zoeken biologische bedrijven meer ruimte voor bedrijfsontwikkeling. Het verbinden van deze wensen kan voor beide partijen tot verduurzaming leiden. Voor de toekomst zijn nieuwe bedrijfssystemen, kringloopbedrijven die duurzaam weten te produceren in gebieden met een waterfunctie of kwetsbare ecologie gevraagd. Ook op dat vlak zullen wij mogelijke initiatieven initiëren en mogelijk vanuit ons subsidiekader ondersteunen.
Met deze zes actiepunten wensen wij de biologische landbouw in Gelderland een extra impuls te geven. Slot Wij verzoeken uw Staten kennis te nemen van de notitie “Biologische landbouw”. Arnhem, 10 november 2009 - zaaknr. 2009-016400 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin dr.ir. C. Volp - wnd. secretaris
-----
6