Gedeputeerde Staten
STATENNOTITIE
Aan de leden van Provinciale Staten
HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Statennotitie 18-plus problematiek HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH Beknopte samenvatting Statennotitie: In het Beleidskader Jeugd 2009-2012 hebben Provinciale Staten de beleidsambities voor de Gelderse Jeugd vastgesteld. In deze beleidsperiode wil de provincie samen met betrokken partijen onder meer de problematiek van jongvolwassenen van 18 jaar of ouder krachtig aanpakken en waar mogelijk liefst geheel verhelpen. De doelgroep is soms slachtoffer van onduidelijke verdeling van verantwoordelijkheden en/of financiering van hulp. Zij vallen dan tussen wal en schip. Voor deze doelgroep is een adequate nazorg na jeugdzorg essentieel. Het gaat dan om een warme overdracht naar veelal gemeenten die primair verantwoordelijk zijn voor een passende ondersteuning van deze doelgroep en integratie in de lokale samenleving. De provincie wil nazorg in een breder perspectief plaatsen en is om die reden graag bereid ook buiten de eigen verantwoordelijkheid bij te dragen aan het oplossen van problemen. De provincie wil bij de uitvoering van beleid de komende periode vernieuwende initiatieven nemen. ===== Inleiding Op 24 september 2008 hebben Provinciale Staten het Beleidskader Jeugd 2009-2012 “ Wie de jeugd heeft” met algemene stemmen vastgesteld. Het streven is een samenhangende aanpak te realiseren waarbij preventie, jeugdzorg en nazorg sleutelbegrippen zijn. Jongeren van 18 jaar of ouder vormen een speciale doelgroep. De provincie is verantwoordelijk voor de geïndiceerde jeugdzorg. In beginsel stopt de jeugdzorg bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Jongeren ouder dan 18 jaar (18-23 jaar) kunnen op vrijwillige basis aanspraak maken op jeugdzorg, mits ze daarvoor een indicatie hebben. Redenen daarvoor zijn o.a. dat de zorg nog niet geheel is afgerond of dat binnen een half jaar na beëindiging van de zorg met 18 jaar deze toch weer nodig blijkt. Eenmaal 18 en zonder een eerdere indicatie voor provinciale jeugdzorg, is op grond van de Wet op de jeugdzorg hulp uitgesloten en onrechtmatig. Deze jongvolwassenen dienen een beroep te doen op het reguliere lokale aanbod van gemeenten of ABWZ - gefinancierde zorg en/of zorg op basis van de Zorgverzekeringswet (Zvw). De problematiek van jongvolwassenen van 18 jaar of ouder heeft deels te maken met een nog niet goed verlopende overdracht. Bij motie (nr. 51 bij vaststelling Beleidskader Jeugd 2009-2012: Nazorg in breder perspectief) hebben Provinciale Staten uitgesproken aan deze doelgroep bij nazorg specifieke aandacht te willen besteden. Zoals het bevorderen dat er een warme overdracht plaatsvindt voor jongeren die onder het volwassenenregime moeten gaan vallen en dat zonodig verlengde zorg plaatsvindt tot 23 jaar. Daarnaast wordt opgeroepen om preventieve projecten te ondersteunen voor jongeren die tussen wal en schip dreigen te raken (risicojongeren en zwerfjongeren), maar met ondersteuning niet in hulpverleningstraject of het criminele circuit terechtkomen. Alvorens in te gaan op de aanpak en oplossingen gaan wij kort in op de achtergronden van de problematiek en knelpunten. Inlichtingen bij dhr. M.A.A. van der Heijden, tel. (026) 359 94 25 e-mail
[email protected]
Achtergrond en knelpunten 18-plus Volgens de Wet op de Jeugdzorg is de provincie verantwoordelijk voor de toegang tot en beschikbaarheid van een genoegzaam aanbod geïndiceerde jeugdzorg. De provincie subsidieert Bureau Jeugdzorg Gelderland en zorgaanbieders om dit te realiseren. Dit doen wij in afstemming met de financiers van zorg in de andere domeinen (gemeenten, Rijk, zorgkantoren en zorgverzekeraars) en waar nodig in afstemming met andere provincies. De jeugdzorg stopt in de regel bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. Jongeren ouder dan 18 jaar (18-23 jaar) kunnen binnen een half jaar na beëindiging jeugdzorg op vrijwillige basis weer aanspraak maken op jeugdzorg, mits ze daarvoor een indicatie hebben 1 . Wij zijn van mening dat de grenzen van de jeugdzorg in het belang van de jongeren en hun omgeving maximaal benut moeten worden. Gemeenten hebben primaire verantwoordelijkheid voor het preventief jeugdbeleid. Zij zetten algemene voorzieningen, zoals het Algemeen Maatschappelijk Werk, in voor jongeren bij het vroegtijdig signaleren van problemen. Na geïndiceerde jeugdzorg dienen gemeenten te zorgen voor passende nazorg in een vorm van preventief aanbod. De te bieden nazorg moet er voor zorgen dat de resultaten van de geïndiceerde jeugdzorg beklijven en dat terugval in de geïndiceerde jeugdzorg kan worden voorkomen. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning geeft de gemeente de verantwoordelijkheid om op preventie gerichte ondersteuning aan te bieden. Dit betreft zowel hulp aan jongeren met problemen met opgroeien, als hulp aan ouders met problemen met opvoeden. Het preventief jeugdbeleid heeft betrekking op de 0 - 23 jarigen binnen de gemeente. De Gelderse gemeenten zijn dus verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning aan 140.094 Gelderse jongeren van 18-23 jaar 2 . Dat met uitzondering van de eerder genoemde groep jongeren tussen de 18 en 23 jaar die in het bezit van een jeugdzorgindicatie 3 . Problemen ontstaan vaak niet pas bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Veelal zijn signalen al eerder manifest. Veel jongeren in de leeftijd vanaf 16 jaar hebben of ervaren problemen bij het volwassen worden. Het gaat dan om zaken met betrekking tot: - relaties binnen of buiten het gezin; - schoolverzuim, voortijdig schoolverlaten en aansluiting arbeidsmarkt; - huisvesting; - overmatig alcoholgebruik en/of verslaving; - schulden; - onveilig of crimineel gedrag. Ouders kunnen thuis zelf of met hulp en ondersteuning van professionals veel problemen tijdig verhelpen. Ook kunnen zorg en adviesstructuren op school of in de buurt of wijk als tijdig wordt ingegrepen erger voorkomen. 1
Wet op de jeugdzorg: definitie jeugdige met geldige aanspraken op jeugdzorg; Hoofdstuk I artikel 1B: B. Jeugdige: een in Nederland verblijvende persoon die: 1º. de meerderjarigheidsleeftijd nog niet heeft bereikt, 2º. de meerderjarigheidsleeftijd heeft bereikt en ten aanzien van wie op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht recht is gedaan overeenkomstig de artikelen 77g tot en met 77gg van het Wetboek van Strafrecht, of 3º. de meerderjarigheidsleeftijd doch niet de leeftijd van drieëntwintig jaren heeft bereikt, en voor wie voortzetting van jeugdzorg, die was aangevangen of waarvan de aanvraag, bedoeld in artikel 7, eerste lid, was ingediend vóór het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd, noodzakelijk is of voor wie, na beëindiging van jeugdzorg die was aangevangen vóór het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd, binnen een termijn van een half jaar hervatting van jeugdzorg noodzakelijk is; 2 Bron: jeugdmonitor 2008 3 Bij navraag bij Bureau Jeugdzorg bleek de omvang van deze groep op dit moment niet duidelijk te zijn. Dit wordt alsnog z.s.m. in beeld gebracht.
2
Als dat niet lukt, kan een indicatie voor provinciale jeugdzorg verdere problemen voorkomen en het liefst: oplossen. Tijdens de jeugdzorg moet al direct gewerkt worden aan de (zelf)redzaamheid van de jongeren.
Verder kijken dan eigen verantwoordelijkheid Indien we enkel oog hebben voor het nakomen van de wettelijke verplichtingen verwachten wij van jongeren met een geschiedenis binnen de jeugdzorg een mate van zelfstandigheid die er in een aantal gevallen helaas (nog) niet is. Nazorg is ook voor de provincie een betrekkelijk nieuw aandachtsgebied waar nog verder optimalisatie mogelijk is. In het Beleidskader Jeugd 20092012 en het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2009 is de aanpak voor nazorg beschreven. Uit: Uitvoeringsprogramma Jeugd 2009 Werk in uitvoering Voor nazorg wordt de volgende definitie gehanteerd: 'Hulpverlening die onder regie van de gemeente door lokale partners wordt geboden aan jongeren, na het verblijf in een Jeugdzorginstelling of Justitiële Jeugdinrichting'. Deze hulp wordt vraagafhankelijk ingezet op de voornaamste leefgebieden van de jongeren om de autonomie van de jongere zoveel en duurzaam mogelijk te herstellen. Vanuit de zorgplicht zijn gemeenten verantwoordelijk voor een goede nazorg aan jongeren uit hun gemeente. Belangrijke leefgebieden zijn: - Onderwijs - Werk en inkomen - Huisvesting - Ondersteuning en participatie Veel jongeren van 18 of ouder is gebaat bij een begeleiding naar zelfstandigheid om nog meer problemen te voorkomen. Wat doet de provincie: -
-
-
Ondersteunen van gemeentelijke initiatieven die er voor zorgen dat kwetsbare jongeren tussen de 18 en 23 jaar deze begeleiding krijgen; Zorgen dat positieve resultaten vanuit de genoten jeugdzorg zo veel mogelijk beklijven door het maken van afspraken met zorgaanbieders over de manier waarop zij garantie kunnen geven op de geboden zorg en het maken van afspraken met gemeenten die voor passende nazorg kunnen bieden; Zorgmijdende jongeren in beeld krijgen en houden door het maken van afspraken voor betere registratie bij het verlaten van de geïndiceerde jeugdzorg en maken van afspraken met gemeenten voor het opnemen van deze jongeren in een van de casuïstieknetwerken en het inzetten van outreachend jongerenwerk/straathoekwerk; Zorgen voor afspraken om tot een warme overdracht te komen voor jongeren uit jeugdzorg die daarna onder het “regime” van de vrij toegankelijke gemeentelijke ondersteuning of zorg moeten gaan vallen.
Belemmeringen en oplossingen Belangrijke thema’s die als belemmering voor adequate zorg worden gezien, spelen bij de overdracht (de samenwerking en afstemming) en een aanbod dat niet aansluit op de vraag. Het betreft hier overigens geen specifiek Gelders probleem. Ook elders in Nederland worden deze
3
belemmeringen ervaren. Een reden om dit vraagstuk verder te onderzoeken 4 . In deze notitie hebben wij nog geen rekening kunnen houden met de uitkomsten van dit onderzoek. Mocht daartoe aanleiding zijn zullen wij u daarover informeren. 1. Overdracht is een zwakke schakel De overdracht van geïndiceerde zorg naar gemeentelijke voorzieningen blijkt de zwakke schakel in de keten. Als de jongere te snel uit beeld raakt bij de geïndiceerde jeugdzorg zonder dat de verantwoordelijkheid (waar nodig) is overgedragen aan een andere instelling binnen het gemeentelijke domein (de zgn. warme overdracht) dan vallen deze jongeren makkelijk uit het traject. Hierbij spelen veel factoren een rol: - er beperkt sprake van intersectoraal trajectdenken; - beperkte overdracht van informatie waarbij privacyregels ter bescherming van de cliënt als belemmering worden aangevoerd; - onvoldoende heldere verantwoordelijkheidsverdeling om in de overdrachtsfase te waarborgen dat de jongere daadwerkelijk de adequate begeleiding krijgt die nodig is. Met betrekking tot de nazorg voor de jongeren ouder dan 17 jaar ligt voor de provincie Gelderland de nadruk op de rol die ze in aanvulling op haar wettelijke (reguliere)taken en verantwoordelijkheden via Bureau Jeugdzorg Gelderland en jeugdzorgaanbieders wil vervullen. Het gaat dan om het creëren van de benodigde randvoorwaarden voor de eerder genoemde warme overdracht. 2. Aanbod sluit onvoldoende aan op de vraag c.q. -zorgbehoefte Op de beschreven uitzonderingen na vallen alle jongvolwassenen vanaf 18 jaar onder verantwoordelijkheid van gemeenten. Soms met aanvullende zorgaanspraken vanuit de AWBZ of Zorgverzekeringswet (Zvw). In de praktijk blijkt dat de ondersteuningsvraag van deze jongvolwassenen niet kan worden gefaciliteerd door passend aanbod. Lokale voorzieningen en onderdelen van de volwassenenzorg (inclusief geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en zorg voor licht verstandelijk gehandicapten jongeren (LVG)) sluiten nog onvoldoende aan op de specifieke hulpbehoeften van jongeren. Belangrijke oorzaken zijn: - het aanbod is vooral gericht op volwassen en niet toegesneden op de ontwikkelingsfase van jongeren van 18 t/m 23 jaar; - gemeenten hebben nog onvoldoende zicht op aard en omvang problematiek (signalering); - mogelijkheden voor praktische ondersteuning en pedagogische begeleiding zijn beperkt voorhanden; - er ontbreken voor deze jongeren passende structurele voorzieningen voor huisvesting, werk/opleiding en dagbesteding. In het Uitvoeringsprogramma Jeugd 2009 is opgenomen dat de inzet van de provincie op het vlak van nazorg zich concentreert op de jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen. Aanvullend zullen met gemeenten afspraken worden gemaakt over een betere aansluiting tussen het gemeentelijke domein van preventie en nazorg en de provinciale jeugdzorg (Regionale Convenanten Jeugd). Hierbij vindt afstemming plaats met de ontwikkelingen van de Centra voor Jeugd en Gezin. Deze Centra kunnen een belangrijke rol vervullen in zowel een verbeterde signalering, toegang en doorverwijzing. Tevens is het de bedoeling dat ketens vanuit politie en justitie via de Veiligheidshuizen aansluiten op de Centra voor Jeugd en Gezin (0-23 jaar). Vanuit deze rol maakt de provincie Gelderland deel uit van de Gelderse Regiekamer Jeugd. Samen met bestuurlijke vertegenwoordigers vanuit de Gelderse gemeenten, de justitiële partners en de zorgkantoren, worden (onder andere) oplossingen ontwikkeld om nazorg voor 4
lopend onderzoek van het Verwey-Jonker instituut over problematiek jongeren 18-23 jaar in opdracht van Programmaministerie Jeugd en Gezin.
4
jongeren eenduidig en sluitend te organiseren. Op basis van nader onderzoek wordt ook voor de jongvolwassenen vanaf 18 jaar gewerkt aan verbetering. Daarbij is het van belang ook de positie van een specifieke groep dak- en thuisloze jongeren (zwerfjongeren) te bezien. Inzet 2009 en verder Met ingang van 2009 wordt er voor de knelpunten en belemmeringen die de leeftijdsgrens van 18 met zich meebrengt door ons gezocht naar concrete oplossingen. We nemen ook het initiatief als het gaat om het bij elkaar brengen van de betrokken partners om samenwerking te stimuleren en te faciliteren. De aan te pakken beleidsvraagstukken met bijbehorende 18-plus problematiek en de betrokken partners staan hieronder schematisch weergegeven: Schema: probleem en betroken partijen 18-plus thema 18 –plus probleem problematiek Geïndiceerde jeugdzorg Bij behandeling houden zorgaanbieders nog onvoldoende rekening met het “klaarstomen” voor de jongeren op de periode na geïndiceerde jeugdzorg. Na verblijf residentiele geïndiceerde jeugdzorg
Er is beperkt sprake van intersectoraal trajectdenken; Er is beperkte overdracht van informatie cliënt Er is geen heldere verantwoordelijkheidsverdeling om in de overdrachtsfase te waarborgen dat de jongere daadwerkelijk de adequate begeleiding krijgt die nodig is Het aanbod is vooral gericht op volwassen en niet toegesneden op de ontwikkelingsfase van jongeren van 18 t/m 23 jaar Gemeenten hebben nog onvoldoende zicht op aard en omvang problematiek (signalering);
Mogelijkheden voor praktische ondersteuning en pedagogische begeleiding zijn beperkt voorhanden;
5
betrokken partijen Provincie, Bjz, jeugdzorgaanbieders, Zorgbelang Gelderland Initiatief: Provincie
Provincie, BJz, zorgaanbieders (jeugdzorg, GGZ en LVG etc) Zorgbelang Gelderland, Zorgkantoor, Gemeenten, ROC, woningbouwcorporaties Initiatief: Provincie
thema 18 –plus problematiek
probleem
betrokken partijen
Er ontbreken voor deze jongeren passende structurele voorzieningen voor huisvesting, werk/opleiding en dagbesteding. Na verblijf in detentie
Mogelijkheden voor praktische ondersteuning en pedagogische begeleiding zijn beperkt voorhanden*; Er ontbreken voor deze* jongeren passende structurele voorzieningen voor huisvesting, werk/opleiding en dagbesteding*.
Jeugdreclassering BJz, Raad voor de Kinderbescherming, Volwassenreclassering, JJI’s, OM, Politie, gemeenten, ROC’s, zorgaanbieders woningbouwcorporaties Initiatief: Raad voor de Kinderbescherming* BJZ Jeugdreclassering**
Er is geen structurele samenwerking tussen volwassenreclassering en jeugdreclassering**
Pleegzorg
Zwerfjongeren 18-23
Formeel ligt de zorgplicht na het achttiende jaar bij de (biologische) ouders. Ouders waarmee jaren geen (goed) contact mee is geweest. Veel zwerfjongeren met een verleden in de jeugdzorg zijn “zorgmoe”. Bij het bereiken van de leeftijd van 18 jaar volgt de overgang van de verplichte jeugdzorg naar de hulpverlening op vrijwillige basis: deze jongeren accepteren in eerste aanleg vaak geen zorg/hulp.
Provincie, Bjz, Raad voor de kinderbescherming, pleegzorgwerkers, Initiatief: Pleegzorginstellingen Gemeenten, BJz, Provincie woningbouwcorporaties, zorgaanbieders, politie Initiatief: gemeenten
Er ontbreken voor deze jongeren passende structurele voorzieningen voor huisvesting, werk/opleiding en dagbesteding In het najaar van 2009 zijn wij voornemens een Gelderse bijeenkomst over de 18-plus problematiek te organiseren. De opbrengst van deze conferentie moet zijn dat het overzicht zoals weergegeven in het voorgaande schema kan worden aangevuld met een concretere actielijst.
6
Hierin wordt per thema opgenomen welke partij wat gaat doen om het oplossen van de 18-plus problematiek dichterbij te brengen. Met ingang van mei van dit jaar start een intensief proces waarbij wij betrokken partijen benaderen om in de aanloop naar de bijeenkomst al mee te denken en mee te werken aan verbeteringen. Via onder meer de Gelderse Regiekamer Jeugd wordt vervolgens ingezet op het implementeren en naleven van de benodigde werkafspraken. Na verwachting zal het Verwey-Jonker Instituut nog in de eerste helft van 2009 een landelijk onderzoek presenteren met betrekking tot problemen en oplossingsrichtingen voor deze doelgroep. Voor onze verdere inzet en accenten voor uitvoering zal deze rapportage belangrijke informatie opleveren. In 2010 en de daarop volgende jaren willen wij samen met onze partners goede verbeteringen realiseren. Wij zullen vanuit onze verantwoordelijkheid initiatieven nemen voor het toepassen van oplossingen die er toe doen. Jaarlijks zullen wij in het Uitvoeringsprogramma Jeugd onze inzet vaststellen, waarbij wij dankbaar gebruik zullen maken succesvolle ervaringen binnen en buiten de provincie Gelderland. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben en vragen u verder deze notitie voor kennisgeving aan te nemen. Arnhem, 12 mei 2009 - zaaknr. 2009-006204 Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin H.M.D. Brouwer - secretaris -----
7