hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg
6 maart 2009 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Paneladvies
Inhoud Inhoud 2
pagina 2
1
Samenvattend advies
3
2
Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel 2.2 Opbouw paneladvies
5 5 6
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
7 7 7 7
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 Doelstellingen opleiding 4.2 Programma 4.3 Inzet personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Interne kwaliteitszorg 4.6 Continuïteit
9 9 14 20 21 23 24
5
Overzicht advies
26
Bijlage 1: Samenstelling panel
27
Bijlage 2: Programma site visit
29
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
31
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
1 Samenvattend advies Den Haag, 6 maart 2009 Fontys Hogescholen heeft op 3 oktober 2008 een Toets nieuwe opleiding aangevraagd voor een hbo-bachelor die opleidt tot Lifestyle Professional. Het panel maakt voor de beoordeling mede gebruik van gegevens van een eerdere visitatie gehouden op 13 mei 2008. Een Lifestyle Professional is een generalist die lifestyle-concepten kan uitdenken, ontwikkelen en samen met anderen tot concrete producten of dienstverlening kan uitwerken. De opleiding wil dat mogelijk maken voor een aantal sectoren: sport, gezondheid, vrije tijd, uiterlijk, voeding en wonen en de leefomgeving. Het panel staat positief tegenover een dergelijke opleiding omdat gebleken is dat de beroepspraktijk behoefte heeft aan de beoogde professionals die interdisciplinair kunnen werken; dat wil zeggen die de economische, organisatorische en maatschappelijke implicaties in het ontwerpproces kunnen betrekken. Deze zijn lastig te vinden op de arbeidsmarkt. Deze behoefte zal naar verwachting in de toekomst toenemen. Fontys heeft een aantal ontwikkelingen beschreven in de samenleving met betrekking tot het domein lifestyle en de genoemde sectoren. Deze beschrijving heeft Fontys laten toetsen op herkenning door sleutelfiguren die zich binnen (combinaties van) verschillen sectoren bezighouden met onderzoek naar of met de ontwikkeling, realisatie en/of implementatie van producten/diensten op het gebied van lifestyle. Vervolgens heeft Fontys vier kerntaken voorgelegd met de vraag of er behoefte is aan afgestudeerden met een dergelijk profiel. Op basis van de kerntaken heeft Fontys zeven competenties ontwikkeld en deze uitgewerkt in subcompetenties (indicatoren) naar drie niveaus. Deze zijn daarna voorgelegd aan een Raad van Advies. De opleiding heeft gekozen voor het competentieprofiel van een Creatieve Lifestyle Professional. Daarin staan twee kerntaken centraal: het analyseren en interpreteren van trends (marktontwikkelingen) en het ontwikkelen van concepten voor nieuwe diensten en producten op het gebied van lifestyle. Het panel vindt dat de eindkwalificaties voldoende aansluiten bij de domeinspecifieke eisen. Toch zou het panel de opleiding als advies willen meegeven in de Raad van Advies een persoon op te nemen die als boegbeeld kan fungeren van het ontwikkelen van maatschappelijk verantwoorde en duurzame concepten van lifestyle. Fontys Hogescholen heeft een indrukwekkende en zeer gedetailleerde uitwerking gegeven van het programma. Studiepunten worden daarin niet toegekend aan programmaonderdelen, maar aan (sub)competenties. Per week is aangeven welke leeractiviteiten plaatsvinden in het kader van zogenaamde leerarrangementen. De body of knowledge is beschreven, relevant en van voldoende niveau. Door middel van stages en het werken aan opdrachten vanuit instellingen en bedrijven ontwikkelen de studenten voldoende ervaring om als junior conceptontwikkelaar aan de slag te kunnen na het afstuderen. Het werken aan de opdrachten gebeurt onder leiding van een docent en een vertegenwoordiger uit het werkveld die als ‘meester’ de student als ‘gezel’ het vak bijbrengt. De toetsing is grondig vormgegeven en boezemt vertrouwen in. Het panel vindt dat het programma door de opbouw van en een toenemende complexiteit inhoudelijk goed samenhangt. De verschillende sectoren waar de opleiding zich op richt zijn goed in het programma verwerkt.
pagina 3
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Uit het aanvraagdossier, de gesprekken tijdens de visitatie en de cv’s van de docenten blijkt dat het onderwijs voor 50% verzorgd zal worden door tijdelijke docenten die tevens werkzaam zullen zijn in de beroepspraktijk en voor 50% uit een kern van vaste docenten die ruime ervaring met bepaalde sectoren van het beroepenveld heeft. De leden van het kernteam zijn ervaren hogeschooldocenten. De docenten zullen deel gaan uitmaken van de kenniskring van de lector. Tijdens de site visit is het panel ontvangen in de villa waarin de opleiding verzorgd gaat worden. Het panel heeft een uitstekende indruk gekregen van de faciliteiten die naar de mening van het panel ruim voldoende en stimulerend zijn voor de opleiding Lifestyle. De locatie heeft voldoende uitstraling en de opleiding krijgt een eigen, herkenbare plek. Studieloopbaanbegeleiding is een integraal onderdeel van ieder leerarrangement. Hierin wordt wekelijks tijd ingeruimd voor het stil staan bij vorderingen van de studenten met betrekking tot de beheersing van de (kern)taken. Verder is er begeleiding op de stageplaats door de praktijkbegeleider in het bedrijf en begeleidt een vertegenwoordiger uit het werkveld als ‘meester’ de student in het meester-gezel-programma. De opzet van de kwaliteitszorg is conform de Fontys-systematiek. Deze laat niets te wensen over. De opleiding maakt al gebruikt van een Raad van Advies en een werkveldcommissie. Er is een afstudeergarantie en er zijn voldoende financiële middelen om de opleiding verder te ontwikkelen en aanloopkosten op te vangen. Het panel heeft daarom in het volste vertrouwen besloten tot een positief advies aan het bestuur van de NVAO met betrekking tot de aanvraag voor de opleiding Lifestyle.
Namens het panel ter beoordeling van de Toets Nieuwe Opleiding
J.P.D. Riegen (voorzitter)
pagina 4
M. Dohle (secretaris)
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
2 Inleiding en verantwoording Informatie over procedure toetsing door de NVAO.
2.1
Werkwijze panel Fontys Hogescholen heeft op 3 oktober 2008 bij de NVAO een aanvraag Toets Nieuwe Opleiding ingediend voor de bacheloropleiding Lifestyle. De NVAO heeft daarop het volgende panel van deskundigen samengesteld voor de beoordeling van de aanvraag: – Paul Riegen R.M, adviseur strategisch (verander) management en onderwijsvernieuwing, registermarketeer (voorzitter) – Lic. Chris Baelus, docent masteropleiding Integrale Productontwikkeling, Hogeschool van Antwerpen (panellid) – Onno Franse, Program Director Healthy Living & Climate Action Royal Ahold (panellid) De procescoördinator voor de NVAO is Adèle Meijer. Extern secretaris is Max Dohle. Het beoordelingspanel brengt advies uit over de kwaliteit en het niveau van de beoogde nieuwe opleiding en weerspiegelt volgens de NVAO de vereiste deskundigheid in het vakgebied, het werkveld, onderwijskunde/didactiek en de praktijk en uitvoering van audits. Het panel volgt de criteria van het Toetsingskader Nieuwe Opleidingen Hoger Onderwijs van de NVAO van 14 februari 2003 (hierna toetsingskader genoemd). Het panel heeft de beoordeling in volledige onafhankelijkheid kunnen doen en heeft een onafhankelijkheids- en geheimhoudingsverklaring getekend. In een eerdere fase van het proces is hetzelfde panel op 29 april 2008 de eerste keer bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomst zijn de bevindingen op basis van het schriftelijke dossier besproken. Voorafgaand aan de visitatie heeft het panel aanvullende informatie gevraagd (zie bijlage 3). Op 13 mei 2008 heeft de visitatie plaatsgevonden. Tijdens dit bezoek sprak het panel met vertegenwoordigers van het bestuur van Fontys Hogescholen, het opleidingsmanagement plus de toekomstige lector, het werkveld en de kerndocenten/de ontwerpers van het leerplan. Het panel heeft tijdens het bezoek ook een groot aantal relevante documenten kunnen inzien (zie bijlage 3). Het panel spreekt zijn waardering uit over de goed voorbereide ontvangst en de constructieve gedachtewisseling tijdens het locatiebezoek. Op 8 januari 2009 is het panel een tweede keer bijeengekomen. Tijdens deze bijeenkomst heeft het panel het dossier van de onderhavige aanvraag bestudeerd. Voorafgaand aan deze bespreking heeft het panel wederom aanvullende informatie opgevraagd (zei bijlage 3). Na afloop van de bespreking heeft het panel de beoordeling geformuleerd aan de hand van het toetsingskader. Hierbij heeft het panel gebruik gemaakt van gegevens van de visitatie gehouden op 13 mei 2008. Vervolgens heeft de secretaris een conceptrapport opgesteld. De panelleden hebben dit conceptrapport bestudeerd en van commentaar voorzien. Vervolgens is er op 6 maart 2009 een definitieve versie van het rapport opgesteld en voor de verdere besluitvorming ter beschikking gesteld aan het bestuur van de NVAO.
pagina 5
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
2.2
Opbouw paneladvies Kern van het voorliggende advies is hoofdstuk 4, waarin de neerslag van de feitelijke toetsing is vastgelegd. Per facet geeft het panel een korte samenvatting van de informatie die door de opleiding is aangeleverd ('Bevindingen'), gevolgd door de visie van de panelleden op dit facet ('Overwegingen'). De overwegingen monden uit in een conclusie, waarin het panel aangeeft of het facet in kwestie voldoende of onvoldoende is vormgegeven door de opleiding. Daarnaast geeft het panel een samenvattend oordeel per onderwerp Het oordeel per onderwerp kan ook voldoende of onvoldoende zijn en komt tot stand op basis van de oordelen per facet. In hoofdstuk 5 is tot slot een overzicht van de beoordeling opgenomen. Hoofdstuk 4 wordt voorafgegaan door een algemene beschrijving van de opleiding en de instelling (hoofdstuk 3). Tot slot is aan het advies een aantal bijlagen toegevoegd met onder meer informatie over de samenstelling van het panel, het programma van het locatiebezoek, vragen aan de opleiding en een overzicht van de geraadpleegde stukken.
pagina 6
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
3 Beschrijving van de opleiding 3.1
Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Graad Locatie(s) Variant Sector
3.2
Nederland Fontys Hogescholen Lifestyle bachelor hbo Bachelor Tilburg Voltijd Economie
Profiel instelling Fontys Hogescholen verzorgt onderwijs in bijna alle sectoren en is één van de grootste onderwijsinstellingen in Nederland. Fontys telde in 2007 zo’n 37.000 studenten en 4.000 personeelsleden (3.250 FTE). De opleidingen en andere vormen van dienstverlening worden verzorgd door 35 instituten. De ondersteunende diensten van Fontys zijn ondergebracht in het Fontys Facilitair Bedrijf (FFB) dat in afdelingen voorziet als ICT-Services, Studentenvoorzieningen, Administratieve en Huishoudelijke functies. De leiding van Fontys Hogescholen berust bij de Raad van Bestuur, die ondersteund wordt door een Bestuursstaf. De Raad van Toezicht voert toezicht uit conform de branchecode voor het hbo. De instituten en het FFB worden ieder geleid door een directeur, die jaarlijks een managementcontract afsluit met de Raad van Bestuur. De Raad van Bestuur sluit op zijn beurt jaarlijks een prestatiecontract af met de Raad van Toezicht. Fontys geeft cursussen en trainingen in stedelijke centra, voornamelijk in Zuid-Nederland. Naast zakelijke dienstverlening en consultancy legt Fontys zich toe op onderzoek en kennisinnovatie. Fontys heeft ongeveer 35 lectoraten.
3.3
Profiel opleiding De vierjarige bacheloropleiding Lifestyle leidt op tot professionals in lifestyle. De Lifestyle Professional is iemand die bestaande lifestyle-concepten kan versterken, vernieuwen en ontwikkelen. De bestaande hbo-opleidingen op het gebied van lifestyle beperken zich tot één of hooguit enkele sectoren van lifestyle. Fontys Hogescholen combineert in de opleiding alle sectoren waarvoor ontwikkelingen rond lifestyle relevant zijn. Het gaat daarbij om de volgende sectoren: sport, gezondheid, vrije tijd, mode/uiterlijk, voeding en wonen/leefomgeving. Ook onderscheidend is dat deze opleiding professionals opleidt die conceptontwikkeling voor diensten (en daaraan gerelateerde producten) als kerntaak hebben. De kerntaken waartoe de nieuwe bacheloropleiding Lifestyle opleidt en waarmee de opleiding zich dus duidelijk positioneert in de sector economie, zijn het analyseren van maatschappelijke mentaliteitstrends in relatie tot lifestyle en het op basis daarvan ontwikkelen van concepten voor nieuwe diensten/producten. Door de kennis in de genoemde zes sectoren te verbinden en zodanig in te zetten kunnen er nieuwe en vernieuwende dien-
pagina 7
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
sten/producten op het gebied van lifestyle ontstaan. In tegenstelling tot de kunstopleidingen en andere creatieve opleidingen beperkt de opleiding zich niet tot het ontwerpen/creëren. Studenten worden ook kennis en vaardigheden meegegeven, die te maken hebben met de economische, organisatorische en maatschappelijke implicaties van het ontwerpproces. De opleiding wordt formeel aangestuurd door de directeur van de Fontys Hogeschool Journalistiek. Deze werkt met een managementcontract, dat hij afsluit met de Raad van Bestuur van Fontys. De afspraken uit het managementcontract met betrekking tot de opleiding Lifestyle worden gedelegeerd aan de opleidingscoördinator. In het managementcontract worden resultaatverplichtingen afgesproken ten aanzien van de resultaten van: kwaliteit, financiën, personeel, marketing, samenwerking, ontwikkeling, studierendementen en onderwijs. De opleiding hbo-bachelor Lifestyle is voor Nederland een nieuwe opleiding en nieuw voor de Fontys Hogescholen. De opleiding start in Tilburg en wordt uitgebreid naar Eindhoven.
pagina 8
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
4 Beoordeling per onderwerp In dit hoofdstuk toetst het panel de aanvraag aan de hand van de zes onderwerpen en negentien facetten uit het toetsingskader. Per facet is telkens de letterlijke omschrijving overgenomen uit het toetsingskader. Daarna volgen per facet een summiere samenvatting van de informatie verstrekt door de instelling, de overwegingen en het oordeel van het panel. Tot slot geeft het panel per onderwerp een samenvattend oordeel.
4.1 4.1.1
Doelstellingen opleiding Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen, die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen Het begrip ‘lifestyle’ verwijst van oorsprong naar symbolische, stilistische en communicatieve dimensies van waarneembaar sociaal gedrag, zoals de wijze waarop mensen zich ontplooien en hun verworven welvaart etaleren. Het begrip leefstijl heeft dan betrekking op voorkeuren en smaakuitingen, waarmee mensen uitdrukking geven aan hun sociale positie. Deze voorkeuren en smaken kunnen betrekking hebben op een groot aantal verschillende zaken, zoals materiële consumptie, vrijetijdsbesteding, esthetische voorkeuren met betrekking tot kunst en woninginrichting, en politieke en morele opvattingen. In toenemende mate wordt de laatste tijd het begrip lifestyle ook in verband gebracht met waarden- en normenpatronen, met culturele oriëntaties en met voor de consument beschikbare nieuwe technologieën (bv Philips). Het duurzaamheidvraagstuk wordt bijvoorbeeld steeds belangrijker. Dat betekent dat bij het creëren van nieuwe diensten/producten het duurzame karakter ervan meegenomen moet worden. Sectoren die van belang zijn voor de manier waarop mensen hun leven op hun eigen wijze inrichten, zijn: sport/bewegen (human movement), gezondheid (health), voeding (food), vrije tijd (leisure), maar ook uiterlijk (appearance) en wonen/leefomgeving (living). Fontys heeft een aantal ontwikkelingen beschreven in de samenleving met betrekking tot het domein lifestyle en de genoemde sectoren. Deze beschrijving heeft Fontys laten toetsen op herkenning door sleutelfiguren die zich binnen (combinaties van) verschillen sectoren bezighouden met onderzoek naar of met de ontwikkeling, realisatie en/of implementatie van producten/diensten op het gebied van lifestyle. Deze toetsing is uitgevoerd door de projectgroep Lifestyle van Fontys door middel van ruim tachtig interviews en door het onderzoeksbureau Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt (KBA), dat daartoe 17 sleutelfiguren uitvoerig heeft geïnterviewd. Deze sleutelfiguren hebben aangegeven zich in de geschetste ontwikkelingen te herkennen. De selectie van alle geïnterviewde kandidaten is bepaald door de te verwachten helikopterview op ontwikkelingen in het werkveld. Aan de hand van de oriëntatie op het domein Lifestyle, heeft de projectgroep Lifestyle de taken voor de toekomstige Lifestyle Professional geformuleerd. Daarbij werd input geleverd door de mensen die door de projectgroep zijn geïnterviewd. In het kader van een kwalitatief onderzoek heeft KBA de omschrijving van de taken eveneens voorgelegd aan de 17 sleutelfigu-
pagina 9
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
ren uit (combinaties van) de verschillende sectoren via mondelinge interviews. Daarnaast is, ten behoeve van een kwantitatief onderzoek, een enquête uitgezet onder ruim 260 arbeidsorganisaties, waarop ruim 60 respondenten telefonisch zijn bevraagd. (De complete lijst van arbeidsorganisaties heeft ter inzage gelegen tijdens het panelbezoek d.d 13-05-2008). De beide onderzoeken richten zich op de vraag of er behoefte is aan afgestudeerden van de hbo-opleiding Lifestyle en op hoe deze eventuele vraag eruit ziet. Daartoe is door KBA gevraagd of de volgende vier kerntaken herkend worden binnen het lifestyle-domein en relevant zijn voor de toekomstige beroepsuitoefening van de Lifestyle Professional: 1. Analyseren en interpreteren van relevante marktontwikkelingen in relatie tot nieuw te ontwikkelen concepten op het gebied van lifestyle 2. Ontwikkelen en creëren van concepten voor nieuwe diensten en producten op het gebied van lifestyle 3. Realiseren en implementeren van nieuwe diensten en producten op het gebied van lifestyle 4. Adviseren en begeleiden bij het realiseren en implementeren van nieuwe concepten. De sleutelfiguren hebben de kerntaken en de bijbehorende beroepscompetenties herkend en onderschreven. Tevens gaven zij aan in de huidige arbeidsmarkt een ontwikkeling te zien naar twee profielen: de zogenoemde Creative Lifestyle Professional en de Commercial Lifestyle Professional. Voor beide zijn de kerntaken trends analyseren, concepten ontwerpen, producten realiseren en adviseren bij implementatie relevant. Alleen de verhouding van het belang van de taken is voor beide profielen verschillend. Voor de Creative Lifestyle Professional ligt het accent op de kerntaken: trends analyseren en concepten ontwikkelen. Voor de Commercial Lifestyle Professional ligt het accent op de kerntaken: het realiseren en implementeren van nieuwe diensten en producten op het gebied van lifestyle, en het adviseren en begeleiden daarvan. Verder hebben de sleutelfiguren aangegeven dat de taakomschrijving van de Commercial Lifestyle Professional vaak functies op managementniveau veronderstelt. Ten aanzien van de vraag of de twee profielen in één persoon verenigd konden worden, werd aangetekend dat dit tot een conflicterende combinatie van taken, rollen en verantwoordelijkheden zou kunnen leiden. Ook de ruim 60 vertegenwoordigers van arbeidsorganisaties onderschrijven de kerntaken en herkennen in het werkveld de beide profielvarianten. Mede naar aanleiding van deze input, heeft de opleiding besloten om voor de bacheloropleiding het takenprofiel van de Creative Lifestyle Professional richtinggevend te laten zijn voor de uitwerking van het opleidingscompetentieprofiel van de bacheloropleiding Lifestyle Professional . Daarbinnen zijn de kerntaken trends analyseren en concepten ontwikkelen dominant. Het profiel van de Commercial Lifestyle Professional wordt gezien als een profiel waarin de Lifestyle Professional met enige jaren ervaring in kan doorgroeien, temeer omdat ook het geraadpleegde werkveld van mening is dat de beheersing van het profiel van de Lifestyle Professional wel een voorwaarde is om gestalte te kunnen geven aan het profiel van de Commercial Lifestyle Professional. De opleiding hoopt op termijn een masteropleiding in te richten, die toegesneden is op dit laatste profiel. Fontys heeft de kerntaken nader uitgewerkt in subtaken. De projectgroep Lifestyle heeft vervolgens de omschrijvingen van deze kerntaken van de Creative Lifestyle Professional geanalyseerd op de vraag welke competenties de opleiding bij de toekomstige Lifestyle Professional moet ontwikkelen, zodat deze die taken in de beroepspraktijk naar behoren kan vervullen. Op basis van die analyse zijn de volgende zeven opleidingscompetenties geformuleerd.
pagina 10
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
1. Signaleren De startbekwame student kan (inter)nationale maatschappelijke trends opsporen die van betekenis kunnen zijn voor quality of life plus de achterliggende actuele waarden voor meerdere mentaliteitsgroepen en voor combinaties van diverse lifestyle-sectoren. 2. Analyseren De startbekwame student kan op gestructureerde wijze informatiebronnen raadplegen ten behoeve van trendanalytisch onderzoek en kan lifestyle-concepten die zijn ontworpen voor meerdere mentaliteitsgroepen binnen combinaties van diverse lifestyle-sectoren analyseren op economische, maatschappelijke en technologische haalbaarheid. 3. Ontwerpen / Creëren De startbekwame student kan op basis van beschikbare informatie innovatieve concepten ontwerpen voor diensten/producten voor combinaties van diverse lifestyle-sectoren die bijdragen aan de quality of life van meerdere mentaliteitsgroepen en die economisch, technologisch en/of maatschappelijk haalbaar zijn. 4. Resultaatgericht handelen De startbekwame student kan trendonderzoek plannen en organiseren, creatieve technieken toepassen tijdens het ontwikkelen van concepten en kan de economische en organisatorische aspecten van een lifestyle-concept uitwerken. Ten behoeve van de realisatie van lifestyle-concepten kan hij draagvlak creëren bij betrokken partijen en kan hij relevante partners organiseren. De startbekwame student kan een opdrachtgever adviseren bij de realisatie van een lifestyle-concept en een organisatie ondersteunen bij het bewaken van de grondbeginselen van het lifestyle-concept. 5. Innoveren De startbekwame student kan op een creatieve manier bestaande onderzoeks- en ontwerpmethodieken toepassen en combineren ten behoeve van het analyseren van trends en het ontwikkelen van concepten voor diensten/producten voor meerdere mentaliteitsgroepen en voor combinaties van diverse lifestyle-sectoren. 6. Communiceren De startbekwame student is in staat om mondeling en schriftelijk in het Nederlands en Engels informatie, ideeën, adviezen en oplossingen in relatie tot innovatieve concepten voor diensten of producten op het gebied van lifestyle effectief en op een creatieve manier uit te wisselen met diverse mentaliteitsgroepen in verschillende contexten. 7. Professioneel handelen De startbekwame student kan reflecteren op zijn eigen positie, zijn creatief proces, zijn handelen en zijn kwaliteiten en kan werken aan de eigen ontwikkeling. Fontys heeft vervolgens het gekozen profiel en de eindcompetenties voorgelegd aan de individuele leden van een Raad van Advies1, waarin vertegenwoordigers van enkele grote werkgevers zijn opgenomen. Overwegingen Het panel is overtuigd van het nut van een opleiding tot Lifestyle professional, niet in het minst door de gesprekken met de werkveldvertegenwoordigers. Fontys heeft voorts het domeinspecifieke kader naar mening van het panel grondig ontwikkeld. Aanvankelijk zag het panel bezwaar in de breedte van het grote aantal sectoren. Gesprekken met de werkgevers en het opleidingsmanagement hebben deze twijfel echter weggenomen. Naar de me1
De RvA van de Lifestyle-opleiding bestaat momenteel (per september 2008) uit vertegenwoordigers van de
volgende profit en non-profit organisaties: AM, Bureau Nijman+Van Haaster, Efteling, Fair Trade Original, Gemeente Tilburg, Hema, Philips Design, NewGenes, NIGZ en Mundial Productions.
pagina 11
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
ning van het panel heeft de opleiding er verstandig aan gedaan te kiezen voor het profiel van de Creative Lifestyle Professional. Het panel vindt dit een haalbaar en reëel concept. Het panel is van mening dat de eindkwalificaties voldoende aansluiten bij de domeinspecifieke eisen. Het panel had wel graag gezien dat de opleiding zelf trendsettende aspiraties had gehad en met name duidelijk gekozen had voor duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid. In de competenties komen deze aspecten nauwelijks tot uitdrukking. Anderzijds beseft het panel dat dit wellicht teveel gevraagd zou zijn en dat moderne bedrijven zich zelf al in de richting van duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen bewegen. In de Raad van Advies zag het panel graag verder iemand opgenomen die in het werkveld toonaangevend is op het gebied van lifestyle, Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende
4.1.2
Bachelor (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Bevindingen De opleiding heeft de eindcompetenties gekoppeld aan de Dublin-descriptoren voor de bachelor en weergegeven in een overzicht. Hierin zijn de voor de descriptor relevante zinsdelen onderstreept. Overwegingen Het panel constateert na bestudering van het overzicht dat de opleiding er voor de Creative Lifestyle Professional voldoende in slaagt de geformuleerde competenties/eindkwalificaties aan te laten sluiten bij de Dublin-descriptoren voor de bachelor. Met dien verstande dat waar de Dublin-descriptor ‘making judgements’ spreekt van ‘judgements that include reflection on relevant social, scientific or ethical issues’ de opleiding niet verder gaat dan het ‘ontwerpen van concepten die bijdragen aan de quality of life van meerdere mentaliteitsgroepen en die economisch, technologisch en/of maatschappelijk haalbaar zijn.’ Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 ‘Bachelor’ als voldoende.
4.1.3
Oriëntatie hbo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een bachelor in hbo: – De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. – Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen, waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen De Lifestyle Professional is volgens de aanvraag iemand die bestaande lifestyle-concepten kan versterken en vernieuwen en die (ver)nieuwe(nde) lifestyle-concepten kan ontwikkelen.
pagina 12
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
De opleidingscompetenties die de opleiding hanteert, zijn afgeleid van de vier kerntaken uit het beroepsprofiel, zoals die door het werkveld worden herkend. In 4.1.1. staat beschreven hoe de keuze en afbakening van het opleidingsprofiel tot stand is gekomen en hoe vervolgens de werkgroep voor deze nieuwe opleiding de opleidingscompetenties heeft geformuleerd. In het marktonderzoek werd aangegeven dat het werkveld de verwachting heeft dat het aantal werknemers dat zich binnen de zes lifestyle-sectoren met de taken trendanalyse en conceptontwikkeling bezighoudt, in de toekomst toeneemt. In het marktonderzoek heeft het werkveld eveneens aangegeven dat voor deze werkzaamheden het hbo-niveau vereist is. Overwegingen Uit gesprekken die het panel had met vertegenwoordigers van het werkveld bleek dat het werkveld behoefte heeft aan werknemers die men in het bedrijf vertrouwd kan maken met het primaire proces en kan inzetten bij de ontwikkeling van concepten. Begrip van de uitvoerbaarheid van concepten is daarbij wel van belang. Voor het beroepsprofiel van de creatieve Lifestyle Professional heeft de hbo-bachelor naar de mening van het panel de kwalificaties voor het niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar waarvoor een hbo-opleiding vereist is. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 ‘Oriëntatie hbo’ als voldoende.
4.1.4
pagina 13
Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten ‘domeinspecifieke eisen’, ‘niveau bachelor’ en ‘oriëntatie hbo’ van het onderwerp ‘doelstellingen opleiding’ als voldoende. Het onderwerp als geheel is daarmee voldoende.
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
4.2
Programma De opzet van het opleidingsprogramma
Opzet curriculum Meesterschap (afstudeerfase): ---specialisatie in beide kerntaken trends analyseren én concepten ontwikkelen – ---verdere verdieping in taken realiseren en adviseren ----- vrije minor en stage 2-----specialisatie in minimaal 2 sectoren---
aantal ec 90
Vakmanschap (hoofdfase): --- verdieping in kerntaken trends analyseren en concepten ontwikkelen en in taken realiseren en adviseren -----Stage 1 ----- verdieping in alle sectoren ---
90
Ambacht (propedeuse): --- oriëntatie op kerntaken trends analyseren en concepten ontwikkelen en op taken realiseren en adviseren-------- oriëntatie op alle sectoren---
60
De opleiding Lifestyle Professional is opgebouwd uit leerarrangementen, waarin kennis, vaardigheden en houding worden geïntegreerd. Alle leerarrangementen van de opleiding zijn gedetailleerd beschreven. De opleiding onderscheidt drie niveaus, die worden afgesloten met een competentie-examen: Ambacht, Vakmanschap en Meesterschap. Of de student de competenties op het betreffende niveau heeft bereikt, wordt beoordeeld aan de hand van reële en relevante producten, zoals trendoverzichten, voorstellen van concepten, projectplannen en beleidsnotities. Studiepunten worden aan het behalen van de competentieexamens gekoppeld, niet aan de afzonderlijke programmaonderdelen. Tijdens de laatste fase van de opleiding draait het om specialisatie en integratie van kennis en vaardigheden. De student specialiseert zich in de kerntaken 1 én 2 (trendanalyse en conceptontwikkeling) en legt zich inhoudelijk toe op minimaal twee sectoren. Door middel van de tweede stage (20 weken) en de afstudeeropdracht, de Meesterproef, geeft de student gestalte aan zijn profiel als Lifestyle Professional. Dat kan hij nog verder inkleuren aan de hand van een vrije minor.
4.2.1
pagina 14
Eisen hbo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een hboopleiding – Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en of (toegepast) onderzoek. – Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline.
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
– Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen Ieder leerarrangement kent een conceptueel deel en een praktijkdeel. Naast praktijkopdrachten zijn er algemene vakken als Sociologie, Psychologie, Ethiek, Technologie, Consumentengedrag, Communicatie en Communicatiemiddelen en Methoden en Technieken van onderzoek. Deze algemene vakken komen binnen de context van de (kern)taken aan de orde. Het praktijkgerichte deel van ieder leerarrangement is gericht op de verbinding tussen theorie en praktijk. De verbinding wordt tot stand gebracht door het werken aan beroepsproducten. Het beroepsproduct: wordt ontleend aan een issue uit de beroepspraktijk en dient in de uitwerking altijd een paragraaf te kennen met een theoretische verkenning van de thematiek op basis van literatuur. De verplichte Nederlandse en Engelstalige literatuur is voor de propedeuse opgenomen in de leerarrangementen. Voor de opleiding als geheel is de ‘body of knowledge’ beschreven. Het panel is van mening dat hierin de kennis die ontwikkeld dient te worden relevant is, voldoende actueel is en van voldoende niveau. Tot slot verricht de student ook praktijkgericht onderzoek. Als trendanalist en conceptontwikkelaar verricht de student een kwalitatief onderzoek naar de waarden van een mentaliteitsgroep en een kwalitatief en vergelijkend onderzoek naar de vorm, de inhoud en de succesfactoren van verschillende concepten. Daarnaast komt de verbinding met de beroepspraktijk tot stand via de Lifestyle Factory. In de Lifestyle Factory werken studenten aan opdrachten die in het werkveld verworven worden. Voor de propedeusestudenten verwerft de opleiding in principe opdrachten uit het werkveld, terwijl de studenten tijdens de hoofdfase en afstudeerfase er zelf voor moeten zorgen dat ze hun portefeuille vullen met opdrachten vanuit en voor de beroepspraktijk (nationaal en internationaal). In de tweede helft van de propedeuse kiest de student bovendien een zogenoemde ‘meester’ in de beroepspraktijk. Deze meester begeleidt de student in zijn persoonlijke ontwikkeling naar een startbekwame professional in de beroepspraktijk. Ontwikkeling van de beroepsvaardigheden vindt verder plaats in de stages. Met de Raad van Advies bestaande uit externe (werkveld)experts is afgesproken, dat zij twee keer per jaar geraadpleegd worden voor de ontwikkeling van het programma. Aan de opleiding wordt een lectoraat Lifestyle verbonden van waaruit de opleiding door de participatie van de kerndocenten in de kenniskring gevoed gaat worden met de actuele ontwikkelingen in mentaliteitstrends. Overwegingen Het panel heeft kunnen vaststellen dat de kennisontwikkeling van de opleiding plaatsvindt aan de hand van een voldoende indicatief beschreven ‘body of knowledge’ en onderwerpen uit de beroepspraktijk. Gezien de grote mate van uitwerking van de leerarrangementen en het gehalte van de ‘body of knowledge’, heeft het panel er voldoende vertrouwen in dat de opleiding erin zal slagen de benodigde kennis te ontwikkelen. Het praktijkgericht onderzoek is volgens het panel op het niveau van de bachelor. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 ‘Eisen hbo’ als voldoende.
pagina 15
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
4.2.2
Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen De opleiding hanteert zeven typen competenties: signaleren, analyseren, ontwerpen/creëren, resultaatgericht handelen, innoveren, communiceren en professioneel handelen. De zeven opleidingscompetenties zijn geoperationaliseerd in prestatie-indicatoren (eindtermen). In de beschrijving van de leerarrangementen zijn de prestatie-indicatoren uitgewerkt tot leerdoelen naar drie competentiebeheersingsniveaus. De niveau-indicatoren hebben betrekking op: - het aantal mentaliteitsgroepen en de combinatie van mentaliteitsgroepen; - het aantal sectoren en de combinatie van sectoren; - de mate van zelfstandigheid van professioneel handelen. Dat betekent dat voor een student in de afstudeerfase de werkzaamheden voor trendanalyse en conceptontwikkeling altijd betrekking hebben op een combinatie van mentaliteitsgroepen en sectoren. De opleiding benoemt van tevoren aan welke competenties de opdrachten een bijdrage moeten leveren. De studenten bepalen vervolgens zelf in overleg met de studieloopbaanbegeleider (SLB’er) op welke wijze zij aan de prestatie-indicatoren gaan werken. Studenten maken tijdens de propedeuse achtereenvolgens kennis met alle lifestylesectoren. De leerarrangementen in de hoofdfase staan tot aan de eerste stage in het teken van verbreding en verdieping van de basiskennis aangaande de lifestyle-sectoren en uit het oefenen van steeds twee of meer (kern)taken binnen steeds twee verschillende sectoren. Na de stage kiest een student in overleg met zijn studieloopbaanbegeleider (SLB-er) zijn afstudeerprofiel door de specialisatie in de kerntaken Trendanalyse en Conceptontwikkeling te koppelen aan minimaal twee sectoren. Tevens oriënteert hij zich samen met de SLB’er op een passende vrije minor. De student kiest tijdens de afstudeerfase een minor In aansluiting op de gekozen specialisatie kiest, waardoor hij op eigen wijze invulling kan geven aan de versterking van de beide kerntaken, dan wel zich verder kan verdiepen in de sector waarvoor hij gekozen heeft, uit de Minorcatalogus van Fontys Hogescholen (deze heeft ter inzage gelegen tijdens het panelbezoek). Binnen ieder leerarrangement moeten de studenten samenwerken aan een beroepsproduct. Het leerproces wordt gestimuleerd door veelvuldig in de omgeving van de beroepspraktijk te verkeren of door mensen uit de beroepspraktijk te ontmoeten. Daarbij wordt een grote variëteit aan werkvormen ingezet, zodat de verschillende leerstijlen tot hun recht kunnen komen. In de aanvraag geeft Fontys hiervan een overzicht. De opleiding beschikt over een lijst met een ruim aanbod aan stageplaatsen met meesters die op dezelfde wijze kunnen denken en handelen als de startbekwame professional. De oriëntatie op de internationale context van het toekomstige beroep krijgt gestalte door: - een internationaal trendonderzoeksprogramma waarin studenten participeren; - internationale, vooral Engelse literatuur; - de leerarrangementen die betrekking hebben op de kerntaak Trendanalyse worden vanaf de propedeuse in het Engels verzorgd;
pagina 16
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
- de beroepsproducten binnen deze leerarrangementen zullen vanaf de hoofdfase even eens in het Engels worden gemaakt; - in de Body of Knowledge is kennis en vaardigheid mbt de Engelse taal opgenomen. Bij een onvoldoende beheersing van de Engelse taal zijn studenten verplicht om tijdens de 2 propedeuse een Engelse cursus te volgen ; - internationale gastdocenten; - een tweede stage die bij voorkeur in het buitenland wordt gedaan. De opleiding beoordeelt de competenties per fase. Elke van de drie fases sluit de student af met een competentie-examen. Het examen bestaat uit een beoordeling van het portfolio van de student waarin de bewijsstukken van zijn competentiebeheersing zijn opgenomen en een beoordelingsgesprek. Van het examen maakt ook een presentatie deel uit waarin de student de beste bewijsstukken presenteert tegenover assessoren. In ieder leerarrangement bouwt de student aan de bewijsstukken voor zijn portfolio. Daarin zijn opgenomen: kennistoetsen, beroepsproducten en reflectieverslagen. Het reflectieverslag en de bewijsstukken moeten gevalideerd worden. Dat houdt in dat de authenticiteit van de gemaakte praktijkopdrachten als zodanig erkend moet worden door minimaal twee begeleiders (een van de opleiding en van het werkveld) die daartoe een handtekening onder de afgeronde opdracht zetten, met vermelding van plaats en datum. Aan het bewijs van de praktijkopdrachten, projecten en het beroepsproduct moet de student door middel van een aangehecht individueel logboekverslag zijn inbreng verantwoorden. De authenticiteit van dit verslag moet door middel van een handtekening van de begeleider bevestigd worden en de bijdrage van de student wordt door de invulling van een profielwijzer al of niet positief gewaardeerd door de medestudenten en door de begeleidende docent. De profielwijzer betreft de rollen die in een project vervuld worden. De kennistoetsen zijn individuele beoordelingen waarvoor de toetscommissie vooraf de beoordelingscriteria en –normen vaststelt. Het competentieexamen wordt uitgevoerd door geschoolde assessoren, die voor de helft afkomstig zijn van de hogescholen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van deze nieuwe opleiding en voor de helft uit andere hogescholen van Fontys. De begeleidende docenten geven feedback op de resultaten van de toetsing binnen de leerarrangementen. De studieloopbaanbegeleider begeleidt de student bij de opbouw van zijn portfolio. Alle toetsing wordt ontwikkeld door de toetscommissie die bestaat uit geschoolde toetsontwikkelaars. De toetscommissie evalueert systematisch het toetsproces en de wijze waarop de beoordelingscriteria en –normen zijn gehanteerd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt vaneen door de Open Universiteit ontwikkeld evaluatie-instrument. Overwegingen De brede basisontwikkeling over verschillende sectoren is in het programma goed vormgegeven. Tijdens de visitatie is de zorg van het panel weggenomen dat de praktijkbegeleider een te grote invloed heeft op de inhoud van de stage. De kwaliteit van de stageplek is naar de mening van het panel via de kwaliteitszorg goed geborgd. De student leert de consument begrijpen, weet een en ander van design en kan ook implementatieplannen maken. De student leert zijn creatieve vermogens verder te ontwikkelen en de behoeften van mensen op creatieve wijze te vertalen naar concrete producten die bijdragen aan de kwaliteit van leven Het panel ziet dit als een goede combinatie van harde en zachte kanten in de oplei2
Lifestyle gaat, zoals meer Fontys-opleidingen, werken met de cursus BEC Vantage English. Deze cursus volgt
het programma van de Cambridge University Esol, en indien gewenst kan de student zijn Cambridge certificaat Bec Vantage behalen. De cursus omvat vier aandachtsgebieden: reading, listening, writing en speaking.
pagina 17
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
ding. Het panel is van mening dat de student tijdens de opleiding een eigen visie moet leren ontwikkelen op het vak, waarin kwaliteit en ethiek centraal staan. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 ‘relatie tussen doelstelling en programma’ als voldoende.
4.2.3
Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen De inhoudelijke samenhang binnen een leerarrangement bestaat uit de koppeling tussen één of meerdere (kern)taken en één of meerdere sectoren. De sectoren zijn altijd de context waarbinnen de (kern)taak aan de orde komt. Inhoudelijk zijn alle onderwijsactiviteiten gericht op het realiseren van het beroepsproduct. Ieder leerarrangement is bijgevolg een integraal geheel, waarin samenhang tussen theorie en praktijk tot stand komt door de werkzaamheden aan het beroepsproduct. De inhoudelijke samenhang per opleidingsfase wordt bepaald door het karakter van de opleidingsfase. De propedeuse is gericht op de oriëntatie op de (kern)taken van de Lifestyle Professional en op de sectoren waarbinnen hij werkzaam zou kunnen zijn. Daarnaast is de propedeuse gericht op het leren van een aantal basale ambachtelijke vaardigheden. Dit is de ambachtelijke fase.De hoofdfase is meer gericht op de verdieping in de (kern)taken en de verbreding van de sectorkennis. Dit is de fase van het vakmanschap. De afstudeerfase is dan de fase van het Meesterschap, waarbinnen de student in leerarrangementen moet aantonen dat hij zijn kennis en vaardigheden kan aanwenden binnen de combinaties van de twee kerntaken trendanalyse en conceptontwikkeling binnen de context van tenminste twee sectoren. De opbouw van ambacht naar meesterschap gaat gepaard met een toenemende complexiteit met betrekking tot: het aantal mentaliteitsgroepen en de combinatie ervan; het aantal sectoren en de combinatie ervan; de mate van zelfstandigheid van professioneel handelen. Tot slot is de verticale opbouw herkenbaar in de toename van de omvang in studiepunten van de Lifestyle Factory. Overwegingen Het panel is van mening dat het programma door opzet van de leerarrangementen en de toenemende complexiteit inhoudelijk goed samenhangt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 ‘samenhang programma’ als voldoende.
4.2.4
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen De opleiding heeft een strakke regie over de studiebelasting waarbij de totale studielast 40 uur per week is. Het programma is opgebouwd uit opeenvolgende leerarrangementen, waarin voor iedere dag een activiteit gepland staat met vier contacturen. Het programma kent geen piekbelasting. Door de scherpe afbakening is het de student duidelijk wat de
pagina 18
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
verdeling is tussen contacturen en zelfstudie. Ook de stages worden als blok geroosterd. Naast de leerarrangementen lopen de opdrachten van de Lifestyle Factory waarover de opleiding zelf de regie heeft. Het panel heeft de eerste weekprogramma’s gezien. Studenten krijgen binnen vijftien werkdagen feedback op de door hen voor beoordeling aangeboden producten. Wekelijks wordt met de studenten stilgestaan bij de vordering van de werkzaamheden binnen een leerarrangement, zodat de student en de begeleidende docenten tijdig weten wanneer er onverhoopt een kink in de studievoortgang komt. De student mag twee jaar over zijn propedeuse doen, maar krijgt een negatief bindend studieadvies wanneer na het eerste jaar minder dan vier van de zes competenties op niveau 1 gehaald zijn. Hiervan moeten in elk geval signaleren, creëren en resultaatgericht handelen deel uitmaken. Overwegingen Volgens het panel is de opleiding zodanig gestructureerd dat er van een goede studeerbaarheid sprake is. Dit is belangrijk omdat er van de studenten een behoorlijke eigen inzet gevraagd wordt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 ‘studielast’ als voldoende.
4.2.5
Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: VWO, HAVO middenkader of specialistenopleiding (WEB). Bevindingen Fontys wil in het eerste jaar starten met 60 studenten. Daarna zou de opleiding kunnen uitgroeien naar een instroom van 100 studenten. In de begroting is sprake van een instroom van 100 studenten per jaar. Volgens de aanvraag kent de opleiding geen bijzondere instroomeisen. De inhoud van het programma sluit aan bij de profielen van economie, maatschappij en cultuur in het vo. Vooral havisten met een economisch profiel zouden volgens onderzoek belangstelling hebben voor de opleiding. Voor de start van het cursusjaar worden tijdens een intakedag de motivatie, beroepshouding en ervaring van de student in kaart gebracht. De opleiding hecht er waarde aan dat er geen verkeerd verwachtingspatroon bestaat bij de student. In het startjaar vindt er nog geen toekenning van elders verworven competenties plaats. In volgende jaren wil de opleiding dat baseren op een assessment. Overwegingen Het panel ondersteunt de opleiding in haar voornemen intakegesprekken te houden. Het panel heeft het voorlichtingsmateriaal bestudeerd en constateert dat de opleiding de studenten in de voorlichtingsbrochure ook aandacht heeft voor de ontwikkeling van concepten die gericht zijn op maatschappelijkheid en duurzaamheid. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 ‘instroom’ als voldoende.
4.2.6
pagina 19
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: hbo-bachelor met minimaal 60 studiepunten.
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Bevindingenen overwegingen De totale studielast van het bachelorprogramma bedraagt volgens de aanvraag 240 studiepunten. De nominale duur van het voltijdse programma bedraagt 4 jaar. Hiermee voldoet de opleiding aan de formele eisen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.6 ‘duur’ als voldoende.
4.2.7
Samenvattend oordeel onderwerp 2 Programma Het panel beoordeelt de facetten 2.1 ‘eisen hbo’, 2.2 ‘relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’, 2.3 ‘samenhang programma’, 2.4 ‘studielast’, 2.5 ‘instroom’ en 2.6 ‘duur’ als voldoende. Het onderwerp als geheel is daarmee voldoende.
4.3 4.3.1
Inzet personeel Eisen hbo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een hboopleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen en Overwegingen De opleiding werkt met een kernteam dat aan de Hogeschool is verbonden. De betreffende docenten hebben ervaring in alle sectoren van lifestyle en in de beroepspraktijk en kunnen daardoor de relatie leggen tussen opleiding en de beroepspraktijk. Ook nieuw te werven personeel moet ervaren zijn in het werkveld en daarin een netwerk hebben. Naast het kernteam met vaste docenten werkt de opleiding met professionals uit het bedrijfsleven en kennisinstellingen. Ook zij behoren actief te zijn in de lifestyledomeinen. De planning is dat een kernteam met een vaste aanstelling 50% van het totale aantal fte’s zal gaan uitmaken en dat 50% van de docenten vanuit het beroepenveld op contractbasis zal worden aangetrokken. De opleiding heeft een lijst van internationale gastdocenten en onder meer contacten in China en Zuid-Amerika. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 ‘eisen hbo’ als voldoende.
4.3.2
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren. Bevindingen en overwegingen De opleiding maakt volgens het aanvraagdossier voldoende capaciteit vrij om de continuïteit van de opleiding te waarborgen. Het totaal aantal fte wordt tijdens het eerste uitvoeringsjaar bij een instroom van 60 studenten geschat op 4.7 fte, waarvan 3.3. voor het primair proces, 0.4 fte voor coördinatie en 1.0 fte voor managementassistentie. Dat betekent dat de leden van het kernteam vooralsnog op parttime basis (detacheringsbasis) worden ingezet bij de
pagina 20
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
bacheloropleiding Lifestyle. De formatieomvang voor deze docenten zal geleidelijk gaan groeien, zodat zij uiteindelijk fulltime bij de opleiding betrokken zijn. Uitgangspunt voor de uitvoering van het onderwijsprogramma is een docent-studentratio van maximaal 1:20. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.2 ‘kwantiteit personeel’ als voldoende.
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma Bevindingen De leden van het kernteam zijn ervaren hogeschooldocenten. De docenten zullen deel gaan uitmaken van de kenniskring van de lector. In het aanvraagdossier is per lifestylesector de opleiding van de docenten weergegeven. Voor de kerntaken van lifestyle heeft een professionaliseringslag plaatsgevonden via externe adviseurs. De flexibele inzet van gastdocenten garandeert volgens Fontys de deskundigheid en kwaliteit van de docenten. Tot slot zij nog vermeld dat alle begeleidende docenten als coach zijn opgeleid of alsnog opgeleid zullen worden in het daartoe bestemde professionaliseringsprogramma van Fontys Hogescholen. Overwegingen Tijdens de visitatie heeft het panel gesproken met de docenten en de inmiddels aangestelde lector die het boegbeeld wordt van de opleiding. Het panel is van mening dat het kernteam voldoende gekwalificeerd is voor de opleiding en dat de lector een goede keuze is. De lector heeft naam gemaakt als gedegen lifestyleonderzoeker die in staat kan worden geacht concepten om te zetten in concrete producten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.3 ‘kwaliteit personeel’ als voldoende.
4.3.4
Samenvattend oordeel onderwerp 3 Inzet personeel Uit het aanvraagdossier, de gesprekken tijdens de visitatie en de cv’s van de docenten blijkt dat het onderwijs voor 70% verzorgd zal worden door tijdelijke docenten die tevens werkzaam zullen zijn in de beroepspraktijk en voor 30% uit een kern van vaste docenten die ruime ervaring met bepaalde sectoren van het beroepenveld heeft. Er zal voldoende personeel worden ingezet. Het personeel met wie het panel heeft gesproken is voldoende gekwalificeerd voor de realisatie van het programma. Het panel beoordeelt de facetten ‘Inzet personeel’, ‘kwantiteit personeel’ en ‘kwaliteit personeel’ als voldoende. Daarmee is ook het onderwerp ‘inzet personeel’ voldoende.
4.4 4.4.1
pagina 21
Voorzieningen Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Bevindingen Uit het aanvraagdossier blijkt dat Fontys Hogescholen de benodigde huisvesting en materiele voorzieningen inkoopt bij het Fontys facilitair bedrijf. In de begroting is ook een reserve opgenomen voor de behoeften van de opleiding. De opleiding start op de locatie Tilburg en wil later uitbreiden naar de locatie Eindhoven. Fontys wil de studenten een inspirerende omgeving bieden, waarin ontmoeten en creëren centraal staan. De leeromgeving moet een maakbaar gebouw zijn, een atelierachtige ruimte, waaraan studenten zelf een en ander kunnen toevoegen. Docenten en studenten weken samen in deze ruimte. De mediatheek van Fontys Hogescholen is voor de studenten toegankelijk. De student kan verder gebruik maken van de ICT-voorzieningen waaronder N@tschool waarmee bronnen en studiemateriaal toegankelijk zullen zijn. Overwegingen Tijdens de site visit is het panel ontvangen in de villa waarin de opleiding verzorgd gaat worden. Bovendien heeft het panel een bezoek gebracht aan de faciliteiten die grenzen aan dit beoogde gebouw en een demonstratie gekregen van N@tschool. Het panel heeft een uitstekende indruk gekregen van de faciliteiten die naar de mening van het panel ruim voldoende en stimulerend zijn voor de opleiding Lifestyle. De locatie heeft voldoende uitstraling en de opleiding krijgt een eigen, herkenbare plek. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.1 ‘materiële voorzieningen’ als voldoende.
4.4.2
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen en overwegingen Studieloopbaanbegeleiding is een integraal onderdeel van ieder leerarrangement. Hierin wordt wekelijks tijd ingeruimd voor het stil staan bij vorderingen van de studenten met betrekking tot de beheersing van de (kern)taken. De begeleidingsvormen zijn onder meer intervisie en collegiale consultatie. De Studie Loopbaanbegeleider (SLB’er) helpt de student zijn portfolio op een inzichtelijke en gestructureerde wijze te vullen met de bewijzen voor zijn competentie-examen, zodat de assessoren bij het competentie-examen snel inzicht hebben in het portfolio van de student. De SLB’ er begeleidt de student tevens bij zijn minorkeuze in de hoofdfase en later bij de keuze van de sectoren, mede aan de hand van de informatie van alle bij de begeleiding betrokken docenten. Verder is er begeleiding op de stageplaats door de praktijkbegeleider in het bedrijf en is er een vertegenwoordiger uit het werkveld die als ‘meester’ optreedt in de begeleiding van de student in het meester-gezel-programma. Deze ‘meester’ speelt een belangrijke rol in de begeleiding van de persoonlijke ontwikkeling van de student naar een startbekwame beroepsbeoefenaar. De begeleidende docenten houden de ontwikkeling van de studenten bij door periodiek overleg onder leiding van één van de studieloopbaanbegeleiders. De opleiding verstrekt voldoende informatie om de studievoortgang van de student te bevorderen via het studievoortgangsysteem (Peoplesoft) waarin de student zijn behaalde resultaten continu kan inzien. Alle overige informatie is beschikbaar via de website van Fontys.
pagina 22
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.2 ‘studiebegeleiding’ als voldoende
4.4.3
Samenvattend oordeel onderwerp 4 Voorzieningen De voorzieningen die Fontys Tilburg aan de toekomstige studenten wil aanbieden zijn ruim voldoende voor het realiseren van het programma. De studiebegeleiding is op maat gemaakt voor de opleiding. De facetten 4.1 ‘materiële voorzieningen’ en 4.2 ‘studiebegeleiding’ zijn voldoende en daarmee het onderwerp ‘voorzieningen’.
4.5 4.5.1
Interne kwaliteitszorg Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen De bachelor Lifestyle krijgt een PDCA-cyclus op de zes onderwerpen van het NVAObeoordelingskader. De taken en verantwoordelijkheden voor de ontwikkeling en uitvoering van beleid zijn beschreven. Er is een overzicht opgesteld van welke kwaliteitsdoelen, wanneer en door wie geëvalueerd zullen worden. Voor de realisatie van de kwaliteitsdoelen die geëvalueerd worden met behulp van een kwantitatief meetinstrument is doorgaans de volgende norm is geformuleerd: voor evaluatie-instrumenten met een score op een vijfpuntsschaal. De kwaliteitsnorm is dan: de gemiddelde score en 75% van alle scores liggen op of boven de 3,0. Bij een soms voorkomende tienpuntsschaal geldt hetzelfde maar gaat het om de score 6,0 in plaats van 3,0. Bij externe, landelijke instrumenten is ook een vergelijking met de landelijke norm aan de orde. Bij Fontysbreed ingezette instrumenten (de Fontys Studentenenquête, de Personeelsenquête) is een vergelijking met de Fontys-norm aan de orde. De kwalitatieve doelstellingen hebben doorgaans betrekking op de mate van betrokkenheid van de stakeholders bij de ontwikkeling, uitvoering en/of evaluatie van de kwaliteitsdoelen, de communicatie en informatie tussen hogeschool en stakeholders. Conform de Fontys-systematiek worden er resultaatverplichtingen afgesproken in een jaarlijks managementcontract tussen college van bestuur en de directeur van de Hogeschool Journalistiek, waaronder de opleiding is gesitueerd. Er worden resultaatverplichtingen afgesproken ten aanzien van de resultaten van: kwaliteit, financiën, personeel, marketing, samenwerking, ontwikkeling, studierendementen en onderwijs. Vergelijkbare afspraken worden gemaakt tussen de directeur en de coördinator van de opleiding. De evaluatieresultaten worden geanalyseerd door de commissie kwaliteitszorg van de opleiding Lifestyle. De analyse is een onderdeel van de driemaandelijkse managementrapportage. In overleg met de directeur maakt de opleidingscoördinator afspraken of en welke verbeteracties op korte en middellange termijn moeten worden geïnitieerd. Overwegingen De kwaliteitssystematiek van Fontys Hogescholen met betrekking tot de opleiding Lifestyle laat niets te wensen over.
pagina 23
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.1 ‘systematische aanpak’ als voldoende.
4.5.2
Betrokkenheid (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen Voor alle accreditatieonderwerpen is afgesproken welke stakeholders op welke wijze en hoe vaak zullen worden betrokken bij de borging van de kwaliteit van de opleiding. In de tabel op pagina 48 van het aanvraagdossier is samengevat wie, hoe en wanneer bij welk onderwerp wordt betrokken. Betrokken zijn de Raad van advies, de Werkveldcommissie, de werkveldbegeleiders, de medewerkers, het lectoraat en de studenten. Overwegingen Het panel is van mening dat de betrokkenheid voldoende gewaarborgd is en heeft ook tijdens de visitatie kennis gemaakt met werkveldvertegenwoordigers die in hoge mate betrokken zijn bij de opleiding. Het panel zou wel graag zien dat de Raad van Advies, die de klankbordgroep zal gaan vervangen, breder van samenstelling wordt. Het panel zou de opleiding als advies willen meegeven in de Raad van Advies een persoon op te nemen die als boegbeeld kan fungeren voor het ontwikkelen van maatschappelijk verantwoorde en duurzame concepten van lifestyle. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.2 ‘betrokkenheid’ als voldoende.
4.5.3
Samenvattend oordeel onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is systematisch en goed uitgewerkt. Het panel adviseert wel de toekomstige werkveldcommissie breder samen te stellen. Het panel beoordeelt alle facetten van dit onderwerp als voldoenden en daarmee ook het onderwerp 5 ‘interne kwaliteitszorg’ als voldoende.
4.6 4.6.1
Continuïteit Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen en overwegingen De opleiding geeft aan de studenten de garantie dat hij het programma volledig kan doorlopen. Fontys geeft aan dat het een economisch gezonde organisatie is met voldoende middelen om iedere student een afstudeergarantie te kunnen geven. Het panel heeft daarover geen twijfels.
pagina 24
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.1 ‘afstudeergarantie’ als voldoende.
4.6.2
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen Door de Afdeling Planning & Control is op basis van reële uitgangspunten een investeringsplan voor de ontwikkeling en aanloopkosten van de opleiding gemaakt. In deze begroting wordt gespecificeerd welke externe en interne deskundigheid tegen welke prijs voor de ontwikkelfase wordt ingezet. Ook worden de kosten van het marketingplan gespecificeerd. De begroting laat zien dat de lasten de baten niet te boven gaan. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.2 ‘investeringen’ als voldoende.
4.6.3
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen Er is een sluitende exploitatiebegroting gemaakt voor de opleiding. De Fontys Hogeschool Journalistiek waarin de opleiding is ondergebracht, heeft voldoende financiële draagkracht om een onverwacht negatief resultaat te kunnen opvangen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.3 ‘financiële voorzieningen’ als voldoende
4.6.4
pagina 25
Samenvattend oordeel onderwerp 6 Continuïteit De facetten ‘afstudeergarantie’, ‘investeringen’ en ‘financiële voorzieningen’ zijn alle met een voldoende beoordeeld. Het panel beoordeelt het onderwerp Continuïteit dan ook als voldoende.
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
5 Overzicht advies De onderstaande tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van het panel uit hoofdstuk 4 weer.
Onderwerp 1 Doelstellingen
2 Programma
3 Inzet personeel
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
6 Continuïteit
Oordeel V
V
V
V
V
V
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen
V
1.2 Bachelor
V
1.3 Oriëntatie hbo
V
2.1 Eisen hbo
V
2.2 Relatie doelstellingen - programma
V
2.3 Samenhang programma
V
2.4 Studielast
V
2.5 Instroom
V
2.6 Duur
V
3.1 Eisen hbo
V
3.2 Kwantiteit
V
3.3 Kwaliteit
V
4.1 Materiële voorzieningen
V
4.2 Studiebegeleiding
V
5.1 Systematische aanpak
V
5.2 Betrokkenheid
V
6.1 Afstudeergarantie
V
6.2 Investeringen
V
6.3 Financiële voorzieningen
V
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 26
Oordeel
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Bijlage 1: Samenstelling panel Voorzitter De heer. J.P.D. Riegen R.M. Paul Riegen is Manager Content Management van Pro Education/Hogeschool Amsterdam. Hij is sinds 1977 Register Marketeer. Na zijn studie HEAO-CE studeerde hij International Marketing Management aan de University of Boston. In 1982-1983 studeerde hij Bedrijfseconomie, met specialisatie Marketing aan de EUR. Hij was van 1972-1977 Hoofd Administratie van Polygram, was van 1977-1989 werkzaam bij de Association for Advertisement and Marketing Education (SRM) werkzaam als Coördinator NIMA A, B and C programma s (Marketingonderwijs), manager In-company projecten en van 19892003 Directeur Internationale Programma’s. Van 1989-2003 was hij verbonden aan de Baak, ondermeer als directeur In-Company Programma's, in 2003 als Manager Content Management bij Pro Education/Hogeschool van Amsterdam. Vanaf 2004 is hij zelfstandig adviseur strategisch (verander) management en onderwijsvernieuwing, trainer, o.a. in associatie met de Baak en parttime docent bachelor- en masterprogramma's. Paul Riegen is sinds 1977 Register Marketeer. Hij was lid van de hbovisitatiecommissie Commerciële Economie in 2002 en heeft onder andere deelgenomen aan de visitatie van de opleiding Commerciële Economie van Avans Hogeschool in Den Bosch in 2007. Panellid De heer lic. C. Baelus Chris Baelus (1958) is docent aan de Hogeschool Antwerpen; coördinator van het D-sciencelab (de onderzoekscel van het studiegebied) en vakgroepvoorzitter Methodologie van het ontwerpen en TEW. Hij behaalde zijn diploma Industrieel ontwerper (’81) en het Licentiaat in productontwikkeling (’04). Hij nam deel aan: het KMO-innovatieprogramma (’03), het Vlaams overlegplatform productontwikkeling en industrieel ontwerpen (’04), de Selectiecommissie Design Vlaanderen (’05) en de Commissie Architectuur en vormgeving – Vlaamse Gemeenschap / Cultuur (’04). Hij was betrokken bij het opstellen van het beroeps- en opleidingsprofiel van het studiegebied productontwikkeling: Licentiaat PO (‘96) en het opstellen van de eindtermen en het curriculum van de bachelor en master productontwikkeling van de Hogeschool Antwerpen (’02). Hij neemt sinds ’96 deel aan onderzoeksprojecten i.v.m. human interaction en ontwerpmethodologie van het IWT HOBU Fonds. Hij heeft dienstverleningsprojecten uitgevoerd i.v.m. HCI, usability testing met eyetracking: Digitaal thuisplatform e-VRT. Hij heeft ruime internationale ervaring. In het kader van Erasmus nam hij deel aan docentenuitwisselingsprogramma en het screenen en selecteren van Europese uitwisselingspartners. Panellid De heer O. Franse Onno Franse is Program Director Healthy Living & Climate Action bij Ahold. Hij is sinds 2004 verantwoordelijk voor het Gezond Leven-programma binnen Ahold. In 2007 werd hij tevens de nieuwe Program Director Climate Action. Als directeur van deze programma’s ontwikkelt hij inzichten en strategieën. Tevens bevordert hij samenwerking en het delen van kennis tussen Ahold-bedrijven op deze gebieden. Onno heeft meer dan 25 jaar ervaring in de internationale levensmiddelenproductie en -marketing, met name in nieuwe bedrijfsontwikkeling en opkomende trends. Vóór zijn huidige functies was Onno Program Director Corporate Brands bij Ahold. Hij heeft ook voor specialisten in de levensmiddelenindustrie gewerkt, zoals Gammaster Food Irradiation, International Flavors & Fragrances (IFF) en Bush Boake Allen.
pagina 27
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
extern secretaris Drs. M. Dohle Max Dohle studeerde opvoedkunde in Leiden en deed onderzoek naar het moreel besef van kinderen. Vervolgens maakte hij enige jaren lesmateriaal voor het basisonderwijs op diverse vakgebieden voor verschillende educatieve uitgeverijen en onderwijsorganisaties. Sinds 1999 is hij algemeen tekstschrijver bij communicatiebureau H. van der Spek in Bussum. Hij was eerder secretaris voor de NVAO voor een toets nieuwe opleiding van andere opleidingen. Naast zijn werk publiceert Dohle regelmatig artikelen en boeken op het gebied van sportgeschiedenis.
pagina 28
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Bijlage 2: Programma site visit Het panel heeft een bezoek gebracht aan de locatie op 13 mei 2008 voor de toetsing van de nieuwe opleiding hbo-bachelor Lifestyle van de Fontys Hogescholen.
Programma Locatie: Fontys Hogeschool voor de Kunsten Bisschop Zwijssenstraat 5 5033 TZ Tilburg Telefoon: 0877 878100 (algemeen secretariaat) Parkeren: Parkeergarage Koningsplein (uitrijkaarten zijn beschikbaar) Tijd
Wat
9.00 – 9.30
Aankomst Panel NVAO Inzage relevante documenten Besloten vergadering kamer E 0.02 en E 0.01
9.30 – 10.15
10.15 – 11.00
Lokalen: Ruimte voor voorbespreking:kamer F 1.0.1 Ruimte visitatie = kamer E 0.02 Ruimte inzage materialen / lunch panel= kamer E 0.01
Gesprek met vertegenwoordiger Fontys (RvB) kamer E 0.02
Gesprek met management en toekomstig lector Lifestyle kamer E 0.02
11.00 – 11.45
Wie betrokken?
Ontvangst
• • •
Anja Sparidaans Kirsten Vieweger
RvB deelnemer
• • • •
Norbert Verbraak Ingrid van der Pluym Fred Greve
Management deelnemers
• • • •
Wiel Schmetz Carl Rohde Anja Sparidaans
Gesprek met werkveld Werkveld deelnemers
kamer E 0.02
pagina 29
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
• • • • • • • •
Sabien Duetz Jenny Elissen Anet van Haaster Yvonne van Mierlo Hans Robertus Maarten Stiggelbout Olaf Vugts
11.45 – 12.30
Intern overleg en besloten lunch Panel NVAO
NVAO
kamer E 0.01
• 12.30 – 13.00
13.00 – 14.00
Rondleiding panel
Villa, mediatheek (10-15 minuten demo) minuten),Muzentuin, relevante lesruimtes. ‘t Cenakel Gesprek met onderwijsontwikkelaars/ onderwijsuitvoerders en extern adviseur
kamer E 0.02
Deelnemers • NVAO-panel • Annemarie Pijnappel • John van Riemsdijk • Jelke van der Velden • Anja Sparidaans Ontwikkelaars-deelnemers • Hans Smits • John Matthijs • Edith van Leer • Monica Veeger • Christianne Heselmans • Roy Grunewald
• 14.00 – 15.00
15.00 – 15.30
Besloten panelvergadering (voorlopige oordeelsvorming) kamer E 0.02 en E 0.01 Tweede gesprek met management kamer E 0.02
15.30 - 16.00
pagina 30
Paneloverleg (besloten) (definitieve oordeelsvorming per facet en per onderwerp) kamer E 0.01 en kamer E 0.02
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
NVAO
Management deelnemers • Anja Sparidaans • Wiel Schmetz • Carl Rohde NVAO
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Aanvraagdossier opleiding/instelling Aanvullende informatie april 2008 – Verslagen van de besprekingen met de klankbordgroep – Opleidingsgids – Bijlagen 1 en 2 bij het onderzoeksrapport ‘Kwantitatief instroomonderzoek Fontys Hogescholen’ Aanvullende informatie oktober 2008 – Studiegids Lifestyle – Wervingsbrochure Lifestyle – Leerarrangementen Ondernemerschap – Samenstelling en bevraging Raad van Advies Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek – Fontys Strategie 2007 – Reglement IMR – Reglement OC – Jaarverslag 2007 Fontys Hogescholen – Inventarisatie (Internationaal) Aanverwante opleidingen – Verslagen gesprekken met beroepenveld / landelijke beroepsverenigingen, werkveldcommissies – Plus schema quotes – Marktonderzoek (instroom) uitgebreid – Verslagen gesprekken ROC’s, universiteiten, havo/vwo – Plus schema quotes – Marktonderzoek (werkveld) uitgebreid – Lijst van arbeidsorganisaties tbv uitstroomonderzoek – Biloba kadernotitie – Biloba 2: Op weg naar assessments – Biloba 3: Naar een gemeenschappelijke visie op studieloopbaanbegeleiding – Biloba 4: Vraagsturing en de student: ‘U vraagt, wij draaien?’ – Biloba 5: Focus op kwaliteitszorg – Lijst stage-adressen (toegezegde stageplaatsen per mei 2008) – Toetswijzer; competentiegericht begeleiden en beoordelen in het hoger onderwijs – Informatiegids propedeusestudent – Oer, inclusief matrix voor competentie-examen – Notitie QoL en Lifestyle – Notitie techniek en Lifestyle – De onderwijstransformatie Biloba en de uitgangspunten voor het opleidingsprogramma lifestyle – Minor-catalogus Fontys – Strategisch Personeelsbeleid Fontys 2005 – 2010 – Personeelsbeleidsplan Fontys Hogeschool voor Journalistiek – Aanvullende CV’s – Marketing en Communicatieplan Lifestyle
pagina 31
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
– – – – – – – – – – – –
pagina 32
ICT-beleidsplan: Idealisme in learning communities 2004 – 2007 Idealisme in learning communities, uitgangspunten studentenbeleid Notitie mediatheekbeleid Literatuurlijst benodigde literatuur mediatheek Lifestyle Overzicht Facilitair Bedrijf Fontys Hogescholen Notitie huisvestingsbeleid Uitgangspunten huisvesting Lifestyle Kwaliteitszorghandboek van Fontys Hogeschool voor Journalistiek (lange en korte versie) Voorbeelden van Evaluatieformulieren Evaluatie-instrument toetsing Management Contract (Macon) format Begrotingsrichtlijnen
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe voltijdse opleiding hbo-bachelor Lifestyle van Fontys Hogescholen, locatie Tilburg. Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 00 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 33
#3166
NVAO | hbo-bachelor Lifestyle Fontys Hogescholen Tilburg | 6 maart 2009 |