Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding: Croho: Varianten:
Docent Muziek; hbo-bachelor 39112 voltijd
Visitatiedatum:
11 mei 2009
© Netherlands Quality Agency (NQA) Utrecht, september 2009
2/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Inhoud Inhoud
3
Deel A: Onderwerpen 1.1 Voorwoord 1.2 Inleiding 1.3 Werkwijze 1.4 Oordeelsvorming 1.5 Oordelen per facet en onderwerp
5 7 7 8 9 10
Deel B: Facetten Onderwerp 1 Onderwerp 2 Onderwerp 3 Onderwerp 4 Onderwerp 5 Onderwerp 6
13 15 18 27 30 33 37
Deel C: Bijlagen Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5:
Doelstelling van de opleiding Programma Inzet van personeel Voorzieningen Interne kwaliteitszorg Resultaten
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden Deskundigheden panelleden Bezoekprogramma Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
39 40 45 49 51 55
3/55
4/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Deel A: Onderwerpen
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
5/55
6/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
1.1
Voorwoord
Dit rapport is het verslag van het panel dat in opdracht van NQA de opleidingen Muziek en Docent Muziek van Fontys Hogescholen heeft onderzocht. De opleiding Muziek is in een apart rapport beschreven. Dit rapport beschrijft de werkwijze, de bevindingen en de conclusies over de opleiding Docent Muziek. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in het kader van de accreditatie van hogere beroepsopleidingen. Het onderzoek is begonnen in maart 2009, toen het zelfevaluatierapport bij NQA is aangeleverd. Als onderdeel van het onderzoek heeft het panel de opleiding gevisiteerd op 11 mei 2009. Het panel bestond uit: De heer M. Verkuil (gespreksleider, domeinpanellid); De heer P.L. Maissan (domeinpanellid); De heer drs. A.W. Paarlberg (studentpanellid); Mevrouw drs. P. Göbel (NQA-auditor). Dit panel voldoet aan de eisen zoals gesteld in het document Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties van de NVAO (oktober 2007). Het panel beschikt over relevante werkvelddeskundigheid en over vakdeskundigheid. Onder vakdeskundigheid wordt verstaan dat panelleden vertrouwd zijn met de meest recente ontwikkelingen en vertrouwd zijn met lesgeven, beoordeling en toetsing minstens op het niveau/de oriëntatie van de te beoordelen opleiding. Daarnaast beschikt het panel over onderwijsdeskundigheid, studentgebonden deskundigheid en visitatiedeskundigheid (zie bijlage 2). Het rapport bestaat uit drie delen: • Deel A: een hoofdrapport, het Onderwerprapport, waarin de oordelen van het panel over de basiskwaliteit van de opleiding op onderwerpniveau worden uitgesproken met daarbij de overwegingen waarop die oordelen zijn gebaseerd. Het gaat hier om oordelen in de gradatie positief/negatief. Tevens wordt hier het eindoordeel geformuleerd. • Deel B: een Facetrapport waarin op facetniveau door het panel oordelen en argumenten ter onderbouwing van dat oordeel worden gegeven. De oordelen gaan uit van de vierpuntsschaal (onvoldoende, voldoende, goed en excellent) conform het voorschrift van de NVAO. Uitzondering hierop is facet 2.6, als gevolg van aanvullende instructies van de NVAO wordt hier het oordeel voldaan of niet voldaan gegeven. Dit Facetrapport vormt de basis van het Onderwerprapport. • Deel C: hierin zijn alle relevante bijlagen opgenomen. 1.2
Inleiding
De bacheloropleiding Docent Muziek (DoMu) wordt uitgevoerd door het Conservatorium van Fontys Hogescholen. Fontys Hogeschool voor de Kunsten bestaat uit zeven academies: de Academie voor Beeldende Vorming, de Academie voor Drama, de Dansacademie, het Conservatorium, de Rockacademie, de Academie voor Architectuur en Stedenbouw, en de internationale Academie voor Circus and Performance Arts. Alle academies zijn
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
7/55
ondergebracht in één gebouw in de binnenstad van Tilburg. Er studeren ruim 1500 studenten aan de FHvdK. Naast de bacheloropleiding kent de FHvdK masteropleidingen voor Muziek, Architectuur en Stedenbouw, Kunst en Educatie, en voortgezette opleidingen voor Muziek en Choreografie. De FHvdK werkt op het gebied van masteropleidingen en lectoraten samen met Hogeschool Zuyd. Het Conservatorium van FHvdK heeft twee bacheloropleidingen: - Muziek, met de differentiaties Instrumentaal/Vocaal (InVo) en Muziektheater (MuTh) - Docent Muziek (DoMu) De opleiding Muziek wordt in een apart rapport beschreven en beoordeeld. Bij het Conservatorium werken 133 docenten (41,07 fte), 20 van hen (3,7 fte) zijn werkzaam bij de opleiding Docent Muziek. Er staan in 2008 283 studenten ingeschreven, 42 bij Docent Muziek en 241 bij Muziek. 1.3
Werkwijze
De beoordeling van de opleiding door het panel verliep volgens de werkwijze zoals die is neergelegd in het Beoordelingsprotocol van NQA. Deze werkwijze wordt hieronder beschreven. Het onderzoek vond plaats op basis van het domeinspecifieke referentiekader dat voor de opleiding geldt (zie facet 1.1). NQA onderscheidt drie fasen in het visiteren: de voorbereidingsfase, het eigenlijke bezoek door het panel en de rapportagefase. Hieronder volgt een korte toelichting per fase. De voorbereidingsfase Allereerst heeft een NQA-auditor het zelfevaluatierapport gecontroleerd op kwaliteit en compleetheid (de validatie) en daarmee op bruikbaarheid voor de visitatie. Vervolgens bereidden de panelleden zich in de periode april en mei 2009 inhoudelijk voor op het bezoek op 11 en 12 mei 2009. Zij bestudeerden het zelfevaluatierapport (en bijlagen), formuleerden hun voorlopige oordelen op basis van argumenten en zij formuleerden vraagpunten. Zij gaven hun bevindingen door aan de NQA-auditor. Op basis van een overzicht van voorlopige oordelen inventariseerde de NQA-auditor tenslotte kernpunten en prioriteiten voor materialenonderzoek en gesprekken. Tijdens een voorbereidende vergadering is het bezoek door het panel voorbereid. De opleiding heeft in haar zelfevaluatierapport kenbaar gemaakt voor welk domeinspecifiek referentiekader zij kiest. De NQA-auditor heeft met de domeindeskundigen in het panel bekeken of sprake is van adequate domeinspecifieke doelstellingen, of dat nadere aanvulling dan wel nadere specificatie nodig is. In het facetrapport is aangegeven op welke landelijke beroeps- en opleidingsprofielen het domeinspecifieke kader (en het opleidingsprogramma) is gebaseerd.
8/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Het bezoek door het panel NQA heeft een bezoekprogramma ontwikkeld voor de (dag-)indeling van het bezoek door het panel dat is aangepast aan de specifieke situatie van de opleiding (bijlage 3). Er vonden gesprekken plaats met het opleidingsmanagement, docenten, studenten, afgestudeerden en met werkveldvertegenwoordigers. Aan het begin en tijdens het bezoek heeft het panel ter inzage gevraagd materiaal bestudeerd. Tussen de gesprekken door heeft het panel ruimte ingelast om de bevindingen uit te wisselen en te komen tot gezamenlijke en meer definitieve (tussen-)oordelen. De bevindingen zijn door de panelleden beargumenteerd. Aan het einde van het bezoek heeft de voorzitter een mondelinge terugkoppeling gegeven van enkele indrukken en ervaringen van het panel, zonder expliciete oordelen uit te spreken. De fase van rapporteren Door NQA is, op basis van de bevindingen van het panel, een tweeledige rapportage opgesteld, bestaande uit een facetrapport en een onderwerprapport, waarin de kwaliteit van de opleiding is beoordeeld. Met dit rapport kan de opleiding accreditatie aanvragen bij de NVAO. De opleiding heeft in juni 2009 een concept van het Facetrapport (deel B) voor een controle op feitelijke onjuistheden ontvangen. Naar aanleiding daarvan zijn enkele wijzigingen aangebracht. In het Onderwerprapport (deel A) wordt door NQA een oordeel op de onderwerpen en op de opleiding als geheel gegeven. Dit rapport is in augustus 2009 voor een controle op feitelijke onjuistheden aan de opleiding voorgelegd. Het definitieve rapport is door het panel vastgesteld in september 2009. Het visitatierapport is uiteindelijk in september 2009 ter beschikking gesteld aan de opleiding, die het samen met de accreditatieaanvraag kan indienen bij de NVAO. 1.4
Oordeelsvorming
In dit hoofdstuk wordt per onderwerp een oordeel uitgesproken op basis van weging van de facetten die van dat onderwerp deel uitmaken. Bij deze weging spelen de beslisregels zoals die door NQA in het Beoordelingsprotocol zijn geformuleerd en nader uitgewerkt in de notitie Handreiking voor oordeelsvorming een belangrijke rol. Tevens is bij de beoordeling rekening gehouden met accenten die de opleiding eventueel legt, het domeinspecifieke kader en een vergelijking met andere relevante opleidingen op een aantal aspecten. Het eindoordeel is voorzien van een aanvullende tekst als sprake is van: • weging van de oordelen op facetniveau; • benchmarking; • generieke bevindingen die het facetniveau overschrijden; • bepaalde accenten respectievelijk ‘best practices’. In de oordelen per onderwerp wordt steeds een herhaling gegeven van de oordelen op de facetten gevolgd door een weging die leidt tot het eindoordeel. De (uitgebreide) argumentatie is te vinden in het facetrapport.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
9/55
1.5
Oordelen per facet en onderwerp
Totaaloverzicht van oordelen op facet- en onderwerpniveau Onderwerp/Facet Onderwerp 1 Doelstelling van de opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen 1.2 Niveau bachelor 1.3 Oriëntatie HBO bachelor Totaaloordeel Onderwerp 2 Programma 2.1 Eisen HBO 2.2 Relatie doelstellingen en inhoud programma 2.3 Samenhang in opleidingsprogramma 2.4 Studielast 2.5 Instroom 2.6 Duur 2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8 Beoordeling en toetsing Totaaloordeel Onderwerp 3 Inzet van personeel 3.1 Eisen HBO 3.2 Kwantiteit personeel 3.3 Kwaliteit personeel Totaaloordeel Onderwerp 4 Voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding Totaaloordeel Onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten 5.2 Maatregelen tot verbetering 5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld Totaaloordeel Onderwerp 6 Resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau 6.2 Onderwijsrendement Totaaloordeel
10/55
Opleiding Docent Muziek Goed Goed Goed Positief Voldoende Voldoende Goed Goed Goed Voldaan Goed Voldoende Positief Goed Goed Goed Positief Goed Goed Positief Goed Goed Goed Positief Goed Voldoende Positief
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Doelstellingen opleiding Het panel heeft alle facetten met een ‘goed’ beoordeeld. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Docent Muziek derhalve positief. Programma Het panel heeft op vier facetten het oordeel ‘goed’ gegeven, op drie het oordeel ‘voldoende’ en op één het oordeel ‘voldaan’. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Docent Muziek derhalve positief. Inzet van personeel Het panel heeft de drie facetten met het oordeel ‘goed’ gewaardeerd. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Docent Muziek derhalve positief. Voorzieningen Het panel heeft beide facetten met het oordeel ‘goed’ gewaardeerd. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Docent Muziek derhalve positief. Interne kwaliteitszorg Het panel heeft de drie facetten met het oordeel ‘goed’ gewaardeerd. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Docent Muziek derhalve positief. Resultaten Het panel heeft één facet met een ‘goed’ beoordeeld en één met een ‘voldoende’. Het oordeel op het onderwerp is voor de opleiding Docent Muziek derhalve positief. Totaaloordeel Op grond van voorgaand schema en de inhoudelijke onderbouwing daarvan blijkt dat de opleiding op de zes onderwerpen positief scoort. De conclusie is dat het totaaloordeel over de opleiding Docent Muziek positief is.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
11/55
12/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Deel B: Facetten
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
13/55
14/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Onderwerp 1
Facet 1.1
Doelstelling van de opleiding
Domeinspecifieke eisen
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • In opdracht van het Netwerk Kunstvakdocentenopleidingen (KVDO) heeft een werkgroep in 2003 het opleidingsprofiel Docent Muziek (DoMu) vastgesteld en ter validering voorgelegd aan de beroepspraktijk. • Het Netwerk heeft een set van 10 competenties uitgewerkt waarbij de competenties van het Opleidingsprofiel Muziek 2002 van het Netwerk Muziek en de competenties van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL) leidend zijn geweest. De competenties zijn geclusterd in vier domeinen en als volgt uitgewerkt: competentiedomein competenties SBL Artistiek 1. Creërend vermogen 3 Vaktechnisch 2. Ambachtelijk vermogen 3 Kunstpedagogisch 3. Kunstpedagogisch vermogen 2, 3 4. Didactisch vermogen 1, 3, 4 5. Operationaliserend vermogen 4 Professioneel-maatschappelijk 6. Vermogen tot samenwerken 5, 6 7. Communicatief vermogen 1, 5, 6 8. Reflectief vermogen 7 9. Vermogen tot groei en vernieuwing 7 10. Omgevingsgerichtheid 6 • De bovengenoemde tien competenties zijn door de opleiding overgenomen en uitgewerkt in het curriculum. Het competentiegericht leren is met het Biloba-project in alle opleidingen Fontys-breed ingevoerd. Sinds het studiejaar 2005-2006 is in het eerste jaar bij alle programmaonderdelen, in het bijzonder bij de toetsing, gefocust op de te verwerven competenties. Sinds 2008-2009 geldt dit voor alle studiejaren. Studenten gaven tijdens gesprekken met het panel aan dat het competentiegericht onderwijs volledig is opgenomen in hun dagelijkse onderwijspraktijk. Het Conservatorium heeft het landelijk opleidingsprofiel uitgewerkt in het document ‘Beroepskenmerkende situaties, competentiebeschrijvingen en prestatie-indicatoren’ van het studiejaar 2008-2009, waarin iedere competentie staat beschreven met drie competentieniveaus en met bijbehorende prestatie-indicatoren. • De docenten die alle een deeltijdaanstelling bij het Conservatorium hebben, zijn nauw betrokken bij het concreet vertalen van de competenties vanuit hun eigen beroepspraktijk. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de docenten een rol spelen bij de inbreng en eigen uitwerking van het landelijke opleidingsprofiel.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
15/55
•
•
•
•
Uit de vergelijking tussen het landelijke beroepsprofiel en het opleidingsprofiel blijkt dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de eisen van vakgenoten, actueel zijn en afgestemd zijn op de eisen van het beroepenveld. Volgens de opleiding profileert zij zich door de aandacht voor de integrale persoonsvorming van de student op het gebied van de ontwikkeling van het muzikaal vermogen van de student, zijn kennis en inzichten in de theorie der kunsten en zijn pedagogisch-didactische bekwaamheden. De opleiding houdt de ontwikkelingen bij door in overleg te treden met de werkveldadviescommissie (WAC), met zusterinstellingen en door contacten met alumni te onderhouden. De opleiding evalueert de aansluiting op de beroepspraktijk via een startbekwaamhedenonderzoek onder afgestudeerden. De respons was tamelijk laag. De alumni vonden de domeinspecifieke startbekwaamheden relevant (Startbekwaamhedenonderzoek 2007 (SBO), n=19). De opleiding DoMu richt zich specifiek op de Nederlandse markt. De opleiding houdt steeds voeding met (inter)nationale ontwikkelingen op het gebied van (muziek- en cultuur)educatie en maakt voortdurend een vertaalslag naar het curriculum. Nederland is lid van de International Society of Music Education (ISME). Het netwerk van vertegenwoordigers van de opleidingen Docent Muziek in Nederland (O2DM) is vertegenwoordigd in de ISME-onderafdeling Music in Schools and Teacher Education en in het Music Education Network (meNet). Via O2DM zijn er contacten en vindt overleg plaats met vergelijkbare opleidingen in Nederland en het buitenland.
Facet 1.2
Niveau bachelor
Goed
Criterium - De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een bachelor. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de Dublin descriptoren voor het beschrijven van het bachelorniveau. Het netwerk KDVO heeft de 10 competenties opgedeeld in subcompetenties. Zowel de competenties als de subcompetenties zijn door de opleiding vergeleken met de Dublin-descriptoren. De opleiding presenteert dit in een tabel die in het zelfevaluatierapport is opgenomen (Relatie Dublin descriptoren-eindkwalificaties docent muziek). • Het hbo-bachelorniveau is herkenbaar in de eindkwalificaties van de opleiding, omdat de startbekwame student niet alleen een goed vakman in de muziek en een goed docent moet zijn, maar ook omdat hij zijn eigen professionaliteit moet kunnen ontwikkelen op basis van ontwikkelingen binnen de muziek en de maatschappelijke en culturele setting van het onderwijs en op basis van (nieuwe) inzichten en ontwikkelingen op pedagogischdidactisch terrein (kennis en inzicht, toepassen en zich ontwikkelen als professional). • Onder de descriptor kennis en inzicht vallen bijvoorbeeld de competenties ‘creërend vermogen’ en ‘kunstpedagogisch vermogen’. Onder de descriptor toepassen van kennis
16/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
•
•
en inzicht’ vallen onder andere de competenties ‘ambachtelijk vermogen’ en ‘omgevingsgerichtheid’. De opleiding heeft elke competentie opgedeeld in drie niveaus. Zo is de competentie ‘creërend vermogen’ in de volgende niveaus opgedeeld: (1) herscheppen van een bestaande compositie, (2) herscheppen van bestaande composities in multidisciplinaire context en (3) scheppen van nieuwe composities in een multidisciplinaire context. Per niveau heeft de opleiding prestatie-inidicatoren geformuleerd. Het panel is positief over deze uitwerking. In het SBO onder alumni die afgestudeerd zijn tussen 2004 en 2006, heeft de opleiding gevraagd naar de relevantie van de generieke kernkwalificaties. Zij vinden dat alle startbekwaamheden relevant zijn en dat de opleiding opleidt tot hbo-bachelorniveau.
Facet 1.3
Oriëntatie HBO bachelor
Goed
Criteria - De eindkwalificaties zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. - De eindkwalificaties weerspiegelen het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het opleidingsprofiel Docent Muziek 2004 van het netwerk KVDO is tot stand gekomen in een proces (beroepsprofiel tot opleidingscompetenties), waarvoor de algemene vergadering van de HBO-raad in 1997 het stramien heeft bepaald. De uiteindelijke opleidingsprofielen muziek zijn door de HBO-raad in afstemming met het sectoraal adviescollege vastgesteld. De HBO-raad heeft een convenant gesloten met de Federatie van Kunstenaarsverenigingen als vertegenwoordiger van de beroepspraktijk. In het convenant is afgesproken dat de beroeps- en opleidingsprofielen periodiek besproken zullen worden met het beroepenveld zodat de opleidingsprofielen blijven aansluiten bij de ontwikkelingen in de beroepspraktijk. • De opleiding DoMu heeft een werkveldadviescommissie (WAC) die minimaal twee maal per jaar bij elkaar komt. Op de agenda staan onder andere de competenties en het competentiegerichte curriculum. • Door contact met het beroepenveld heeft het Conservatorium een goed beeld van de beroepsrollen van haar afgestudeerden. Dat brede scala van beroepsrollen en werkvelden staat beschreven in de publicatie van de HBO-raad (Visie, Missie, Strategie van het Netwerk Opleiding Muziek). Voor de opleiding Docent Muziek gaat het om de beroepsrollen ‘muziekuitvoerende en toegepaste beroepsrollen’ en ‘muziek docerende beroepsrollen’. Primair zijn zij docent in het basis- en voortgezet onderwijs, daarnaast in het veld van de kunsteducatie en de amateurkunst. Afgestudeerden functioneren in een gemengde beroepspraktijk binnen de driehoek onderwijs – kunsteducatie – amateurkunst.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
17/55
•
Er bestaat een nauwe band tussen de opleiding en het beroepenveld waardoor afstemming en samenwerking mogelijk zijn.
Onderwerp 2
Facet 2.1
Programma
Eisen HBO
Voldoende
Criteria - Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. - Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied/de discipline. - Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Voor het verwerven van kennis en inzicht krijgen studenten DoMu de volgende programmaonderdelen aangeboden: muziektheorie, theorie der kunsten, muziekdidactiek en onderwijskunde. In de laatste twee jaar wordt gewerkt vanuit vragen van studenten naar aanleiding van stages en projecten. De opleiding maakt bij alle onderdelen gebruik van vakliteratuur. De literatuur is opgenomen in de lijst van verplichte en aanbevolen literatuur, die voor elk vak apart in de studiehandleiding is opgenomen. De opleiding ontwikkelt in samenwerking met de andere opleidingen van de FHvdK een body of knowledge. Tot deze is vastgesteld, blijft de lijst met literatuur leidend. Het panel is van mening dat de gebruikte literatuur enigszins gedateerd is, maar gaat er vanuit dat bij het creëren van de body of knowledge de literatuur geactualiseerd zal worden. • De opleiding heeft een onderzoekslijn ontwikkeld waarin de studenten kennis nemen van wetenschappelijke teksten en ze zich onderzoeksvaardigheden eigen maken. Het doel van de lijn is dat studenten beschikbare relevante inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten kunnen toepassen in de beroepsuitoefening. Onderzoek komt in de propedeuse, de hoofdfase en het afstudeerproject terug in een steeds complexere context. In het eerste jaar richt het onderzoek zich op het domein van het onderwijs in muziek. In de hoofdfase voert de student een beperkt onderzoek uit op het gebied van muziekonderwijs. In zijn afstudeerproject geeft de student een verhandeling over een vakdidactisch en onderwijskundig onderwerp. Het panel heeft vastgesteld dat deze onderzoekslijn nog verder ontwikkeld moet worden en ook het begrip onderzoek verdient nadere definiëring. • Enkele docenten zijn verbonden aan het lectoraat ‘Art and Society’ van Fontys Hogeschool voor de Kunsten als leden van de Kenniskring. Resultaten van studie en onderzoek binnen dit lectoraat komen ten goede aan het onderwijs van de opleiding in de vorm van lesinhouden voor met name de derde- en vierdejaars studenten. Daarnaast zijn
18/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
•
•
•
•
•
•
•
•
de studenten welkom bij symposia en discussiemiddagen die leden van het lectoraat organiseren rondom het thema: de musicus in het huidige artistieke landschap. Om de ontwikkelingen in het vakgebied te volgen, maakt de opleiding gebruik van haar docenten, die naast een aanstelling bij Fontys ook werkzaam zijn in de beroepspraktijk, en onderhoudt de opleiding contacten met het Netwerk Kunstvakdocentenopleidingen van de HBO-raad. De actualiteit in het programma wordt gewaarborgd doordat docenten hun ervaringen uit hun werkkring buiten Fontys benutten voor het actualiseren van het onderwijs. Zo zijn de beroepskenmerkende situaties (BKS) ingevoerd en is de minor ‘Kunst, cultuur en onderzoek’ ontwikkeld. Daarnaast werkt de opleiding intensief samen met de Centra voor Kunsteducatie en met scholen in de regio. Studenten ontwikkelen verschillende beroepsvaardigheden. In de eerste plaats dienen zij goede docenten te worden. Dit aspect staat centraal in de programmalijn Docentschap. Daarnaast moeten de studenten musicus worden. Naast vaardig op het eigen instrument of in zang ontwikkelt de student zich ook op het gebied van zang, piano, gitaar, basgitaar en slagwerk. Het panel heeft via gesprekken met studenten vastgesteld dat beide typen vaardigheden in voldoende mate worden ontwikkeld. In het tweede of derde jaar van de opleiding kiezen studenten een minor. Deze minor moet passen bij de competenties die de student nog verder moet ontwikkelen. Een veel gekozen minor is volgens studenten director (directing/conducting). De interactie met de beroepspraktijk vindt plaats door zowel stages in het reguliere onderwijs als in het kunsteducatieve veld. Studenten lopen in elke fase van de studie één ochtend per week stage. In de propedeuse staat het primair onderwijs centraal, in de hoofdfase het voortgezet onderwijs en in de afstudeerfase de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en het hoger beroepsonderwijs of een stage naar keuze. De stage vormt de kern van de opleiding DoMu. Voor de stage maken studenten een stageplan met daarin opgenomen een onderzoeksvraag. Het plan en de vraag moeten door de begeleidende docent worden goedgekeurd. In intervisiebijeenkomsten worden niet alleen de stage-ervaringen besproken maar ook de onderzoekvragen. Buitenschoolse educatie wordt als een blok in het vierde jaar aangeboden. Het panel constateert dat de opleiding met name kiest voor het primair, voortgezet en hoger beroepsonderwijs als toekomstig werkgebied voor de studenten, terwijl een flink deel van de studenten ook in de buitenschoolse educatie terecht komt. Tijdens de opleiding en de stages is geen aandacht voor community art of ontwikkelingen in wijken. Het panel heeft vastgesteld dat slechts op beperkte schaal wordt samengewerkt in de vorm van interdisciplinair en multidisciplinair onderwijs met andere kunstopleidingen van FHvdK (in de themaweek in het eerste jaar en in programmaonderdelen over CKV). Uit de FSE 2006 blijkt dat de studenten over het algemeen tevreden zijn over de aspecten van de studie, zoals de aansluiting van studiemateriaal bij de beroepspraktijk (4,0), de stageplaats bereidt goed voor op beroep (4,3) en de kwaliteit van het studiemateriaal (3,8). Het panel komt tot het oordeel voldoende, omdat de literatuur geactualiseerd kan worden en de opleiding zich meer kan richten op de buitenschoolse muziekeducatie.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
19/55
Facet 2.2
Relatie doelstellingen en inhoud programma
Voldoende
Criteria - Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties, qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. - De eindkwalificaties van de doelstellingen zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. - De inhoud van het programma biedt studenten de mogelijkheden om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding is opgedeeld in 3 fasen (3 niveaus). De propedeutische fase is niveau 1, de hoofdfase jaar 2 en 3 is niveau 2 en jaar 4 (eindfase) is niveau 3. In elke fase komen de 4 leerlijnen (beroepsoriëntatie, docentschap, musiceren en theoretische vakken) terug. In de eindfase komt daar het eindproject bij. De hoeveelheid SBU verschilt per lijn en per fase. De opleiding heeft een overzicht gepresenteerd in het zelfevaluatierapport. • De competenties van de opleiding zijn per beroepskenmerkende situatie uitgewerkt in prestatie-indicatoren en zijn gekoppeld aan de onderwijsactiviteiten binnen verschillende programmalijnen. De leerdoelen binnen de onderwijsactiviteiten zijn gerelateerd aan de prestatie-indicatoren, zoals die in samenhang met de BKS zijn geformuleerd. In het zelfevaluatierapport is een schema opgenomen, Relatie tussen Beroepskenmerkende situatie (BKS), opleidingscompetenties, en de onderwijsactiviteiten, dat in de studiehandleidingen is opgenomen. • Het panel vindt dat de opleiding de competenties, prestatie-indicatoren en leerdoelen goed heeft uitgewerkt. De onderlinge relaties kunnen nog wel duidelijker worden weergegeven. • Tijdens het bezoek heeft het panel vastgesteld dat competenties en prestatie-indicatoren voor met name jongerejaars studenten vertrouwde begrippen zijn. De invoering van het competentiegerichte curriculum mag daarmee als geslaagd worden beschouwd. • Het panel heeft vastgesteld dat het curriculum voor DoMu veelomvattend is en dat studenten hiermee de brede doelstellingen van de opleiding kunnen behalen. • Uit evaluaties is gebleken dat het voor studenten aan het begin van het studiejaar onduidelijk is welke eisen aan hen gesteld werden, sinds september 2008 besteden SLB’ers hier meer aandacht aan. • Het panel komt tot het oordeel voldoende, omdat de relatie tussen competenties en leerdoelen explicieter mag worden weergegeven, waardoor de concrete eisen aan studenten misschien ook helderder zullen zijn.
Facet 2.3
Samenhang in opleidingsprogramma
Goed
Criterium - Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend opleidingsprogramma.
20/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De programmalijnen kennen onderlinge samenhang waardoor een horizontale samenhang wordt gerealiseerd. Binnen de opleiding staat de programmalijn docentschap (met daarbinnen de stage) centraal. De andere programmalijnen zijn grotendeels ter ondersteuning van deze leerlijn. Zo wordt vanuit de algemeen theoretische lijn, de benodigde theoretische kennis aangeboden die op dat moment in de leerlijn docentschap benodigd is. De programmalijn musiceren maakt het studenten mogelijk om als docent voor te spelen en te zingen, leerlingen te leren zingen en spelen, en leerlingen bij zang en spel te begeleiden. Het 'just in time' aanbieden van onderwijsinhouden werkt ook bij andere onderdelen van de studie goed, bijvoorbeeld voor projecten, zoals het panel heeft vastgesteld. • De samenhang tussen de stage en het aanbod binnen de lijn docentschap wordt gecreëerd, doordat bij muziekdidactiek en onderwijskunde onderwerpen aan de orde komen die relevant zijn voor de beroepscontext van de stage. • Doordat de complexiteit van de niveaus (zie facet 1.2) toeneemt wordt de verticale samenhang binnen de opleiding gerealiseerd. Daarnaast is er verticale samenhang binnen programmalijnen en vakken, zoals de stage (uitbreiding van ervaring van de student) en musiceren (opbouw van een instrumentaal en vocaal repertoire voor verschillende doelgroepen en verschillende typen van onderwijs). • De toename van complexiteit komt ook tot uiting in de wijze waarop het onderwijs is vormgegeven van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd. Studenten krijgen daarmee steeds meer invloed op de inhoud van het onderwijs, doordat zij gerichte vragen kunnen neerleggen over specifieke onderwerpen. Uit de bewustwording die het panel bij studenten heeft aangetroffen, blijkt dat deze aanpak goed werkt. • Uit de FSE 2006 blijkt dat studenten de samenhang met een 4,1 waarderen. De aansluiting tussen theorie en praktijk waarderen de studenten met een 4,2. Het feit dat de vakinhouden weinig overlap vertonen waarderen studenten met een 3,4.
Facet 2.4
Studielast
Goed
Criterium - Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Binnen het kunstonderwijs is studielast een complex onderwerp, zoals de opleiding opmerkt. Naast de reële uren die de student besteedt aan technische en theoretische programmaonderdelen, is er sprake van studiebelasting van creatief-artistieke aard die zich moeilijk in uren uit laat drukken. De ervaren studielast ligt hiermee vaak hoog, hoewel het panel van studenten hierover geen klachten heeft vernomen. Uit de FSE van 2006 blijkt dat de waardering over de studielast matig is: ‘programma te doen binnen gestelde tijd’ (2,6) en ‘studielast over jaar goed verspreid’ (2,5). De opleiding heeft op dit
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
21/55
•
•
• •
• •
•
punt verbeteracties geformuleerd, onder andere beter communiceren over de studielast en aanpassen van de major. De opleiding streeft ernaar de studielast zo evenwichtig mogelijk te verdelen over de verschillende semesters. De opleiding heeft een overzicht gepresenteerd waarin de studielast (en contacturen) worden vermeld. De studielast (zonder minoren) is in de propedeuse 1680, in jaar 2, jaar 3 en in de eindfase 1400 uur. De contacturen per week zijn gemiddeld in het eerste jaar 14,25, in het tweede jaar 17,50, in het derde jaar 17 en in het vierde jaar 14,50. De opleiding geeft aan dat de spreiding van de studielast een voortdurend punt van zorg vormt (vergelijk ook de hiervoor vermelde uitkomsten uit evaluaties). De opleiding is, mede op basis van het advies van de visitatiecommissie 2002, flexibel ingericht. Studenten hebben keuzemogelijkheden ten aanzien van de minor, het keuze menu in jaar 1, de vrije stage en de inbreng bij de repertoirekeuze. In 2008-2009 is het minorbeleid aangepast: de student kan nu zelf plannen wanneer hij de minor volgt (jaar 2, 3 of 4) en kan zelf een minor samenstellen uit de aanwezige inhoud van andere minoren. In gesprekken bleken studenten deze vrijheid in keuzes te waarderen. Summatieve toetsen worden tweemaal per jaar aangeboden, zodat de student geen grote studievertraging hoeft op te lopen. Deze regeling is opgenomen in de OER. De opleiding heeft een studievolgsysteem met studievoortgangindicatoren (SVI). Studenten krijgen in de propedeuse vier en in de hoofdfase twee voortgangsindicaties. Deze indicaties hebben vier waarden: a. ligt op schema, b. beginnende studieachterstand, c. aanzienlijke studieachterstand, d. ernstige studieachterstand. Deze indicaties zijn gekoppeld aan gesprekken die adviserend van aard zijn. In de propedeuse is de indicatie van het tweede en vierde bericht gekoppeld aan de criteria van het voorlopig en bindend studieadvies. Deze informatie is voor de student opgenomen in de OER. Uit het gesprek met de studenten is niet gebleken dat de studie belemmerd wordt door bijvoorbeeld struikelvakken. De opleiding wil graag een veilig opleidingsklimaat creëren, zodat studenten hun talenten kunnen ontwikkelen. Van studenten heeft het panel vernomen dat de opleiding hierin slaagt. Studenten roemen de goede sfeer, het vertrouwen, de persoonlijke en informele banden met docenten. Uit de FSE blijkt dat studenten positief zijn over de contacturen (3,3), geringe overlap tussen vakinhouden (3,4), tijdige studieresultaten (3,6) en bereikbaarheid docenten (4,1).
Facet 2.5
Instroom
Goed
Criterium - Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek.
22/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert de wettelijke toelatingseisen voor het hbo. De student moet een diploma havo, vwo of mbo-4 bezitten. Alle studenten dienen een toelatingsexamen af te leggen. Het examen bestaat uit drie elementen: korte lespresentatie en schriftelijk interview over de motivatie, spreek- zang- en musiceerpresentatie en een theorietest (toetsing muzikaal gehoor en muziektheorie). Studenten worden in het kader van hun toekomstig docentschap getoetst op creërend vermogen, didactisch vermogen, vermogen tot samenwerken en communicatief vermogen, uitgewerkt in specifieke prestatie-indicatoren. Zijn muzikaal-artistieke competenties toont de student in zijn musiceerprestatie. • Studenten met talent die niet aan de wettelijke toelatingseisen voldoen, kunnen een toelatingsonderzoek doen. Doel van dit onderzoek is om te controleren of een hbo-studie binnen het bereik van de student ligt. De instroomeisen zijn opgenomen in de OER. • Studenten die al werkzaam zijn in het onderwijs krijgen een speciaal intakegesprek. Er wordt rekening gehouden met eerder verworven competenties (EVC), zodat er een verkorte route kan worden aangeboden. • De opleiding informeert de toekomstige studenten via de website, voorlichtingsbrochures, tijdens voorlichtingsbijeenkomsten op scholen voor voortgezet onderwijs, beurzen en open dagen. Tevens kunnen er lessen bijgewoond worden tijdens de jaarlijkse oriëntatiedag. • Het conservatorium verzorgt in vol- en deeltijd een Voorbereidende Klas, voor deelnemers die nog één of twee jaar nodig hebben om het toelatingsniveau te bereiken. Dit programma bestaat uit koor, ensemble, gehoortraining en algemene muziekleer. De algemeen didactische vakken worden aangeboden in de vorm van workshops, die door derdejaars studenten worden gegeven. • De propedeuse van de opleiding is zo ingericht dat de overgang van de vooropleiding naar hbo geleidelijk verloopt. In de propedeuse zijn veel contacturen en is er veel begeleiding, zodat er een goede aansluiting met de vooropleiding is. Studenten hebben dit in het gesprek met het panel bevestigd. • Fontys Hogescholen heeft de Code of Conduct getekend.
Facet 2.6
Duur
Voldaan
Criterium - De opleiding voldoet aan formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: hbo-bachelor: 240 studiepunten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft een omvang van 240 EC. In het opleidingsspecifieke gedeelte van de OER is dit beschreven.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
23/55
Facet 2.7
Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Goed
Criteria - Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. - De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding hanteert een constructivistisch onderwijsconcept, vastgelegd in het document Didactisch concept Opleiding Docent Muziek, mei 2009. Dat betekent dat: - het studieprogramma vanaf de propedeuse beroepspraktijkgericht is en de te behalen competenties richtinggevend zijn voor de inhoud van het programma en de toetsing van de student. De opleiding DoMu richt zich bij de artistiek-ambachtelijke ontwikkeling van de student op de landelijke competenties en voegt daar een aantal kernkwaliteiten aan toe, zoals enthousiasme, gedrevenheid, nieuwsgierigheid en openheid; - actief leren wordt gestimuleerd en gericht is op transfer: de student past verworven kennis en vaardigheden toe in een leersituatie die in een eerdere leersituatie zijn verworven; - er binnen de opleiding aandacht is voor de persoonlijke ontwikkeling van de studenten en voor een parallelle ontwikkeling van zijn pedagogisch-didactische en muzikale vermogens en van zijn theoretische uitrusting. • Deze uitgangspunten zijn herkenbaar in de organisatie van de onderwijsactiviteiten die zich vooral richten op: - Experimenteren in de beroepspraktijk: De opleiding DoMu vindt plaats in de vorm van praktijkgericht onderwijs. Dit komt vooral tot uiting in de beroepskenmerkende situaties (BKS), de stage en intervisie. - Demonstratie (meester-gezel model): In de programmalijn musiceren is de docent het model dat geïmiteerd wordt. Studenten leren door het ambacht af te kijken van de meester. Verder in de opleiding wordt de rol van de docent meer coachend. - samenwerkend leren: Samenwerking is inherent aan de muziekwereld. Er wordt dan ook veel aandacht besteed aan het musiceren in ensembles en het gezamenlijk werken aan projecten. - leren door feedback en reflectie: Van de student wordt een onderzoekende houding verwacht, niet alleen in de richting van nieuwe muzikale ontwikkelingen, maar vooral ook naar zijn eigen ontwikkeling. Hij gaat geregeld na waar hij staat in zijn groei naar een vakbekwaam musicus. De voortdurende aandacht voor feedback en reflectie draagt zorg voor het expliciteren van de leermomenten en het bewust sturen op de eigen ontwikkeling. Dit laatste vindt de opleiding van belang: zo kan de student zich als professional blijven ontwikkelen, ook na afloop van de studie. • De onderdelen binnen de programmalijnen kennen een opeenvolging van werkvormen. Veel programmaonderdelen kennen de opbouw van instrueren, demonstreren, voorspelen door de docent, gevolgd door het samenspelen met de begeleidende docent en met medestudenten. Daarna volgt de fase van presentatie en demonstratie van de
24/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
•
•
student individueel en/of samen met anderen. Deze fase wordt altijd gevolgd door feedback van de docent en eventueel ook van medestudenten. De zuiver op kennisoverdracht gerichte programmaonderdelen muziekgeschiedenis en cultuurgeschiedenis kennen naast hoorcolleges werkcolleges. Het panel heeft vastgesteld dat er een mix aan werkvormen wordt gehanteerd. Hoewel sommige vakken in traditionele vorm worden aangeboden, hebben de meeste onderdelen vormen die passen bij competentiegericht onderwijs. Studenten waarderen feedback als vorm om hun ontwikkelingsproces te stimuleren. Zoals al eerder genoemd blijken jongerejaars studenten het competentiegerichte onderwijs als heel natuurlijk te ervaren. In de FSE/ en Keuzegidsenquêtes tonen studenten zich tevreden over de gehanteerde werkvormen.
Facet 2.8
Beoordeling en toetsing
Voldoende
Criterium - Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het toetsbeleid van het Conservatorium staat beschreven in het Toetsbeleid 2008/2009. • De plaats van toetsing in het onderwijs is gebaseerd op permanente evaluatie. De student is zijn eigen studiemateriaal. Zijn eigen reflectie tijdens het leren is onontbeerlijk. Hij zal zichzelf voortdurend in verschillende beroepssituaties moeten evalueren en bijstellen. Daarnaast geeft de docent continu feedback op zijn ontwikkeling. • De opleiding hanteert een mix aan toetsvormen binnen het opleidingsprogramma en deze mix wordt aangevuld met een competentie-examen dat de overall groei en ontwikkeling van de student verifieert. Binnen de permanente evaluatie zorgt de opleiding voor voldoende pres(en)tatiemomenten. • Voor het toetsprogramma dat betrekking heeft op het opleidingsprogramma geldt over het algemeen dat: - theoretische vakken worden getoetst door middel van mondelinge en schriftelijke kennistoetsen; - de musiceervakken worden getoetst aan de hand van vaardigheidstoetsen in de vorm van presentaties, voorstellingen, concerten en dergelijke; - vakken die betrekking hebben op het docentschap worden getoetst aan de hand van door de student uit te werken opdrachten en observaties in praktijksituaties. • Er zijn drie competentie-examens: - niveau 1: afsluiting propedeuse/hoofdfasebekwaam, eind eerste jaar; - niveau 2: eindfasebekwaam, eind derde jaar; - niveau 3: startbekwaam, eind vierde jaar. Het competentie-examen bestaat conform de Fontys-voorschriften uit een portfoliodeel, een performancedeel en een criteriumgericht interview. Voorafgaand
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
25/55
•
•
•
•
•
•
•
aan de andere elementen van het competentie-examen wordt bekeken of de vulling van het portfolio overeenkomt met de eisen die dienaangaande in de assessmentmatrix geformuleerd zijn (in de matrix is opgenomen welke bewijzen voor welke competenties verzameld moeten worden). De getoetste en met een voldoende beoordeelde toetsen worden als bewijs voor de competentiebeheersing in het portfolio meegenomen. Deze bieden geen garantie dat een student ook voor het criteriumgerichte interview zal slagen, omdat daar juist de methodisch-reflectieve vaardigheden van de student getoetst worden. Het performancegedeelte wordt afgedekt door de bovengenoemde openbare presentaties, optredens, concerten en dergelijke tijdens een kenmerkende beroepssituatie voor een publiek van medestudenten en andere belangstellenden. In het derde onderdeel, het criteriumgericht interview, bevragen de assessoren de student op de aantoonbare ontwikkeling van zijn competenties binnen het professioneelmaatschappelijk domein. De assessoren hanteren hier de omschrijving en bijbehorende prestatie-indicatoren van de vier beroepskenmerkende situaties als referentiekader bij de beoordeling. In de OER is de formele gang van zaken beschreven rond tentamens en examens. Het leerplanoverzicht biedt per studiejaar een overzicht van de aangeboden onderwijsactiviteiten en de te verwerven competenties per niveau. In de studiehandleiding staat per onderwijsactiviteit beschreven waar de student op wordt getoetst. De beoordelingscriteria zijn ontleend aan de prestatie-indicatoren, zoals die voor iedere competentie en voor ieder competentieniveau zijn beschreven. Bij de beoordeling van de grotere en voor publiek georganiseerde presentaties en optredens is altijd een commissie van meer beoordelaars betrokken. In de commissie voor de laatste afrondende presentatie is niet alleen de opleiding maar veelal ook het werkveld vertegenwoordigd. De assessmentmatrix bevat een overzicht van de toetsen en de competentie-examens. Per competentie is beschreven waaraan de student moet voldoen om een positieve beoordeling te krijgen (prestatie-indicatoren per niveau). De examencommissie stelt het toetsbeleid en de kaders vast. De toetscommissie is een gemandateerde subcommissie van de examencommissie en legt aan haar verantwoording af. De toetscommissie bewaakt de kwaliteit van de toetsen volgens een vastgestelde procedure (Werkdocument toetscommissie Fontys Conservatorium, studiejaar 2008-2009). Zo wordt bijvoorbeeld elk jaar een derde van de toetsen bestudeerd door de commissie en worden toetsen die in evaluaties slecht scoren direct bekeken. Wanneer studenten een toets negatief evalueren wordt deze door de toetscommissie bekeken. Toetsen voor nieuwe onderdelen worden altijd vooraf door de toetscommissie beoordeeld. Het panel is positief over de toetsvormen. De toetsen van vakonderdelen zijn nog traditioneel van karakter, maar deze worden overkoepeld door een geïntegreerd competentie-examen op metaniveau dat past in een competentiegerichte werkwijze. De opleiding geeft zelf aan dat ze net de eerste ervaringen met deze vorm van examinering opdoet en dat de aanpak de komende jaren nog bijgesteld zal worden. De studenten die het panel heeft gesproken, waren positief over de reflectieve kant van het
26/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
•
•
• •
competentie/examen. Het panel vindt de aanpak met een competentie-examen een interessante aanpak, die echter nog wel verdere uitwerking behoeft. Het panel heeft toetsen en portfolio´s bekeken en is positief over de kwaliteit van de toetsen. Het niveau is volgens het panel goed en de toetsen sluiten aan bij de leerdoelen en vakinhouden. De schriftelijke feedback was naar de mening van het panel summier en globaal van aard. Hierbij werd bijvoorbeeld geen gebruik gemaakt van de Dublin descriptoren. Van studenten en docenten heeft het panel begrepen dat de mondelinge terugkoppeling veel uitgebreider is. Het panel denkt dat de beoordelingsformulieren veel explicieter gemaakt kunnen worden, waardoor studenten de relatie met de criteria en competenties gemakkelijker kunnen zien. Dat blijkt bij studenten nog een punt van kritiek te zijn. De feedback op de toetsformulieren moet door studenten in het portfolio worden opgenomen. Het panel heeft weinig feedback van docenten als bewijsmateriaal in de portfolio’s aangetroffen. Tijdens de stages krijgen studenten feedback op verschillende aspecten van de stage aan de hand van gestandaardiseerde beoordelingsformulieren. Deze feedback wordt zowel door begeleiders in de school als door medestudenten gegeven en wordt door studenten zeer gewaardeerd. Uit de FSE 2006 blijkt dat studenten de aansluiting van toetsen op de te bestuderen stof met een 3,7 waarderen. Hoewel het panel positief over de toetsing is, is het toch van mening dat de opleiding de schriftelijke feedback in relatie tot de competenties nog kan verbeteren en komt daarom tot het oordeel voldoende.
Onderwerp 3
Facet 3.1
Inzet van personeel
Eisen HBO
Goed
Criterium - Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Docenten dienen niet alleen over uitstekende muzikale kwaliteiten te beschikken, maar moeten ook verbindingen kunnen leggen met de beroepspraktijk. Dat betekent dat gewerkt wordt met docenten met relevante beroepservaring, die hun onderwijs regelmatig bijstellen op basis van ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Ook de gastdocenten uit binnen- en buitenland die regelmatig hun bijdrage leveren aan het onderwijs, dragen bij aan het intensieve contact tussen opleiding en werkveld en aan de continue reflectie op de internationale beroepsstandaard. • In beginsel neemt het Conservatorium alleen docenten aan in een betrekkingsomvang van maximaal 0,4 fte. Dit maakt een flexibeler personeelsbeleid mogelijk en creëert een
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
27/55
•
• • •
breed palet van artistieke, vaktechnische en vakdidactische competenties binnen het docentencorps. Bovendien krijgen de studenten les van meerdere hoofdvakdocenten. Uit de analyse van het portfolio van het personeel van het Conservatorium blijkt dat - nagenoeg alle docenten actief zijn in het werkveld of in een verwante beroepspraktijk, als uitvoerend musicus en/of als docent; - alle (vak)didactiekdocenten betrokken zijn bij het begeleiden van studenten in hun stages en zo intensieve contacten hebben met het werkveld; - een aantal docenten werkzaam is voor het CITO en zo geïnformeerd zijn over de ontwikkeling van eindtermen in het muziekonderwijs; - docenten een bijdrage leveren aan het culturele leven in de regio en ver daarbuiten via educatieve projecten, concerten en producties; Intensief contact met het werkveld is kenmerkend voor de opleiding, waarbij de opleiding niet alleen volgend is, maar ook actief bijdraagt aan het culturele leven in de regio. Studenten zijn blijkens evaluaties zeer tevreden over het docententeam, met name over de mate waarin de docenten op de hoogte zijn van ontwikkelingen in het werkveld. Het panel is positief over de docenten van de opleiding die zeker in staat zijn de relatie met de beroepspraktijk te leggen.
Facet 3.2
Kwantiteit personeel
Goed
Criterium - Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De muziekopleidingen krijgen naast de gewone hbo-bekostiging per student een extra bedrag, de zogenoemde ‘vaste voet’, vanwege het specifieke docentintensieve karakter van deze vorm van kunstonderwijs, de breedte van de opleiding en de omvangrijke praktijkcomponent. De docent-student ratio is 1:9 bij het Conservatorium en voldoet daarmee aan de beleidsuitgangspunten van de opleidingen. Bij die uitgangspunten is een afweging gemaakt tussen de beschikbare financiële middelen, de noodzakelijke materiële voorzieningen en voldoende onderwijzend personeel per student, rekening houdend met studentenaantallen en het onderwijsprogramma. • Bij DoMu zijn 20 docenten in deeltijd werkzaam voor 3,7 fte. • De directie van de Hogeschool voor de Kunsten heeft een vierjarig traject uitgezet waarin een beleid wordt geïmplementeerd dat afgestemd is op de behoeften van de organisatie en dat betaalbaar is. Om in de toekomst de betaalbaarheid te waarborgen zal onder meer de invulling van nieuwe vacatures plaats vinden in de functie van docent 2 en 3 en onderwijsassistent 1 of met een flexibel contract voor kortere tijd. • Met deze keuze wil Fontys Hogeschool voor de Kunsten: - vooral meer docenturen voor de uitvoering van het onderwijs realiseren; - daarnaast meer jonge mensen aantrekken zodat de aansluiting bij de belevingswereld van de studenten geborgd wordt;
28/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
-
•
•
•
aansluiten bij het streven om de studenten vooral ook een veilige leeromgeving te bieden (meer docenten met docentervaring vormen een belangrijke voorwaarde om hieraan te kunnen voldoen); - meer budgettaire ruimte overhouden voor het verzorgen van masterclasses door gastdocenten. Het Conservatorium overweegt om in de toekomst ook jonge medewerkers aan te stellen als onderzoeksassistent 1 (1 fte) die na enige jaren door kunnen stromen naar het docentschap. De opleidingen hebben als verdeelsleutel van de taakbelasting voor de totale opleiding gesteld dat 80 procent naar de onderwijsuitvoering gaat en 10 procent naar ontwikkeling; beheer krijgt 10 procent. Zij voldoen op dit moment aan dit streven. Tot onderwijsuitvoering behoren de onderwijsactiviteiten (voorbereiding-uitvoering-afronding), de studieloopbaanbegeleiding, het afnemen van toetsen/assessments en de stagebegeleiding. In het gesprek met het panel gaven studenten aan dat de sfeer binnen de opleiding en tussen docenten en studenten uitstekend is. Docenten zijn goed bereikbaar en altijd bereid een student te helpen.
Facet 3.3
Kwaliteit personeel
Goed
Criterium - Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het personeelsbeleid van het Conservatorium is afgestemd op het Strategisch Personeelsbeleidsplan van Fontys 2005-2010. • In het competentiemanagement ligt de nadruk op de ontwikkeling van het competentieprofiel van elke medewerker. Dat profiel bestaat uit maximaal 9 competenties en is als volgt opgebouwd: - een Fontysbrede competentie, het resultaatgericht handelen; - een Kunstenbreed bepaalde competentie, het samenwerken; - een Conservatoriumbreed bepaalde competentie, het leren; - de overige competenties hangen samen met de specifieke rollen die iemand vervult (studieloopbaanbegeleider, assessor, vakinhoudelijk begeleider, constructeur van leeromgevingen, onderzoeker en teamleider of coördinator). Meerdere docenten zijn actief betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van de onderwijstransformatie en de studieloopbaanbegeleiding. • Uit de analyse van het portfolio van het personeel blijkt dat zij voldoende deskundigheid bezitten om de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het onderwijsprogramma voor hun rekening te nemen. Van de twintig docenten hebben er achttien een hbo-opleiding gevolgd en twee een academische.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
29/55
•
•
•
•
•
• •
Het beroepsmatig functioneren wordt regelmatig besproken met iedere medewerker in minimaal twee gesprekken per jaar. Sinds 2006-2007 is een begin gemaakt met deze cyclus van een contracteringsgesprek en een beoordelingsgesprek. In het contracteringsgesprek komen competenties, ambities, scholingswensen en mogelijke knelpunten aan de orde. Er worden zowel resultaat- als ontwikkelafspraken gemaakt en vastgelegd (WAT ga je doen en HOE ga je dat doen?). Daarbij worden ook de uitkomsten van de onderwijsevaluaties betrokken. Tevens komt in deze gesprekken aan de orde welke competenties de medewerker (verder) wil ontwikkelen. In het beoordelingsgesprek stelt de leidinggevende vast wat het resultaat is van de vastgelegde afspraken en koppelt hij daar een beloning aan. Voor de uitvoering van het curriculum zijn alle vereiste disciplines en deskundigheden goed vertegenwoordigd. Enkele docenten (0,4 fte) zijn verbonden aan het lectoraat ‘Art & Society’ van Fontys Hogeschool voor de Kunsten als leden van de Kenniskring. De resultaten van studie en onderzoek binnen dit lectoraat vloeien terug naar het onderwijs van het Conservatorium, vooral in de vorm van vernieuwing van lesinhouden. Het Conservatorium stimuleert op meerdere manieren de vakinhoudelijke en onderwijskundige deskundigheidsbevordering van het team en de individuele docenten. Zo wordt er alle ruimte geboden voor verdere artistieke ontplooiing. Ten behoeve van de onderwijstransformatie volgen docenten individueel of collectief cursussen en trainingen op het gebied van studieloopbaanbegeleiding, competentie gestuurd onderwijs, assessment en ICT. In het kader van vakdidactische vernieuwing nemen docenten deel aan conferenties, studiedagen, symposia en dergelijke. Het panel heeft vastgesteld dat er voldoende scholingsmogelijkheden voor docenten zijn. De opleiding evalueert de kwaliteit van haar docenten door middel van gesprekken van de teamleiders met de docent zelf en analyses van enquêtes. Uit deze gesprekken en enquêtes en uit de bovengenoemde analyse van het portfolio blijkt dat de medewerkers voldoende gekwalificeerd zijn om het programma adequaat uit te voeren en te realiseren. Docenten toonden zich in het gesprek met het panel tevreden over het personeels- en scholingsbeleid bij de opleiding. Uit evaluaties blijkt dat studenten zeer tevreden zijn over de docenten. In het gesprek met studenten bleek dat studenten de docenten in het algemeen bekwaam vinden op hun vakgebied. Enkele docenten worden als grote voorbeelden gezien.
Onderwerp 4
Facet 4.1
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Goed
Criterium - De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren.
30/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het Conservatorium is gehuisvest in een door Jo Coenen voor de totale Hogeschool voor de Kunsten ontworpen complex in het centrum van Tilburg. Het Conservatorium beschikt over eigen specifieke ruimtes met instrumentarium en apparatuur ten behoeve van lessen en repetities. Het gebouw beschikt ondermeer over: - een muziekzaal met pijporgel en Steinway vleugel voor een publiek van 200 personen; - een kapel, vooral geschikt voor presentaties oude muziek, zang, gitaar enzovoorts; - een theater voorzien van alle benodigde technische voorzieningen; - een concertzaal voor een publiek van 800 personen. • Het gebouw beschikt ook over diverse goed geoutilleerde ruimtes en voorzieningen voor algemeen gebruik. Daaronder vallen onder andere de mediatheek, de lunchruimtes en enkele theaterzalen. De FHvdK heeft voor studenten en docenten een eigen gratis uitleen voor audiovisuele apparatuur. Specifieke ruimtes zoals collegezalen, projectieruimtes, oefenruimtes, vergaderruimtes en dergelijke kunnen door diverse opleidingen voor het onderwijs worden ingezet. Ook biedt de gezamenlijke huisvesting mogelijkheden voor gezamenlijke activiteiten. Voorbeelden daarvan zijn: een gezamenlijke kennismakingsdag van nieuwe studenten (‘handshake’), de projectweek van alle propedeusestudenten van de FHvdK en eigen initiatieven van studenten. • In de mediatheek van de FHvdK zijn de mediatheken van alle kunstenopleidingen samengevoegd tot een multidisciplinaire mediatheek. Deze vormt daardoor een uitzonderlijk hoogstaande en uitgebreide verzameling van muziekboeken, partituren, gekwalificeerde literatuur over alle praktische kunstvakken, kunst en cultuurgeschiedenis en pedagogische, psychologische, onderwijskundige en vakdidactische onderwerpen. De mediatheek biedt hiermee toegang tot relevante wetenschappelijke nationale en internationale publicaties en tijdschriften. • De mediatheek heeft een mediatheekcommissie waarin leden van de verschillende academies zitting hebben. Deze commissie zorgt voor aanvullingen waardoor de collectie up-to-date blijft. • De studenten kunnen gebruik maken van alle digitale werkplekken met wireless internetaansluiting in het gebouw van de Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Voor de docenten zijn flexibele digitale werkplekken (wireless internetaansluiting) beschikbaar. • Sinds voorjaar 2006 is binnen Fontys een zogenaamde ‘portal’ ter beschikking gekomen. De portalstructuur op het intranet zorgt ervoor dat iedere student die inlogt specifieke informatie kan vinden zoals jaarrooster, speciale projecten, studiehandleidingen, de Onderwijs- en Examenregeling en competentiekaarten. Daarnaast heeft iedere student en docent een eigen startpagina en persoonlijke pagina van waaruit webmail kan worden opgevraagd en de pagina’s van studenten en collega’s kunnen worden bezocht. De portalstructuur biedt tevens mogelijkheden om digitale werkruimten in te richten, bestanden uit te wisselen en portfolio’s toegankelijk te maken voor anderen. Ook wordt studenten ruimte geboden op N@Tschool (de elektronische leeromgeving van Fontys) om hun digitale portfolio te ontwerpen en verder te ontwikkelen. N@Tschool is ook toegankelijk voor de begeleidende docenten en assessoren. • Uit evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de materiële voorzieningen.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
31/55
• De studenten zijn in toenemende mate tevreden over de digitale leeromgeving; in het bijzonder het wireless systeem, waarbij de laptop overal kan functioneren met bereik van de Fontys portal, scoort hoog. In vergelijking met 2004 is het gebruik van het Fontysemailadres duidelijk gegroeid. • Het panel heeft een rondleiding door het gebouw gehad en is positief over de faciliteiten.
Facet 4.2
Studiebegeleiding
Goed
Criteria - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang. - De studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Studieloopbaanbegeleiding is de afgelopen jaren aangepast aan het competentiegericht onderwijs. De student leert binnen de SLB al zijn studieactiviteiten, stage- en werkervaringen in het grote kader van zijn leven en loopbaan te plaatsen. Doordat de opleiding werkt via beroepskenmerkende situaties (BKS) wordt de student zoveel mogelijk geprikkeld om vanuit die situaties de link te leggen tussen zijn opleiding, zijn loopbaan en zijn functioneren in die loopbaan. • De studieloopbaanbegeleider (SLB’er) stimuleert de student in het maken van keuzes in zijn loopbaanontwikkeling, maar helpt ook te leren reflecteren op de gemaakte keuzes. Hierdoor wordt de student geënthousiasmeerd om zelf sturing aan zijn loopbaan te geven. • Het eerste jaar staat voor de student vooral in het teken van inzicht krijgen in eigen studiemethode, beroepsbeeld en persoonlijke kwaliteiten. Daarna, in het tweede studiejaar, wordt er met name ingegaan op de mogelijkheden die het werkveld biedt. Vervolgens onderzoekt de student in het derde en vierde studiejaar waar zijn passie ligt en hoe hij zijn toekomst ziet en vorm wil geven. • De vormgeving van de SLB houdt in dat wordt gewerkt met groepsbijeenkomsten en individuele gesprekken. In het begin van de opleiding worden er relatief veel SLBgroepsbijeenkomsten gegeven. In de hogere studiejaren komt juist de individuele begeleiding centraal te staan. Binnen de groepsbijeenkomsten wordt gewerkt aan het creëren van een portfolio en de daarbij behorende opdrachten. Ook wordt de studenten in de groepsbijeenkomsten geleerd hoe ze zichzelf doelen kunnen stellen, hoe je een eigen Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) en een Persoonlijk Activiteitenplan (PAP) maakt en hoe je reflecteert en evalueert. Er komen zaken als minorkeuze, n@tschool en de voorbereiding op het competentie-examen aan de orde. Binnen de individuele gesprekken wordt aandacht besteed aan studievoortgang, studie- en beroepskeuze, studieproblemen, leerproblemen en de inhoud van het portfolio. • Studenten geven aan dat zij het werken via de portal als efficiënt ervaren: alle bewijsstukken voor hun portfolio en alle beoordelingen zijn snel traceerbaar.
32/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
•
•
•
Door een strakkere sturing door de SLB’er met als gevolg meer controle per student is de afgelopen jaren meer resultaat per student gerealiseerd. Zowel het opleidingsmanagement als de studenten hebben dit als positief ervaren. Informatie ten aanzien van het onderwijsprogramma, les- en lokalenroosters, stages en dergelijke wordt via de Fontys portal aan de studenten kenbaar gemaakt. Voor deze informatievoorziening alsmede de actualisering hiervan zijn verschillende portalbeheerders verantwoordelijk. De studieloopbaanbegeleiders maken daarnaast zelf afspraken met de studenten over hoe er over en weer gecommuniceerd gaat worden. (per mail, n@tschool, postvak etc.). De studiehandleidingen worden op de portal geplaatst evenals competentiekaarten met prestatie-indicatoren en informatie over SLB en competentie-examens. Mededelingen ten aanzien van begeleiding worden gedaan via de SLB’ers. Recente evaluaties laten zien dat studenten positief over de begeleiding zijn.
Onderwerp 5
Facet 5.1
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten
Goed
Criterium - De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het kwaliteitsbeleid is gericht op het voldoen aan vereisten van het werkveld waarvoor opgeleid wordt, aan de vereisten van interne belanghebbenden en aan de kwaliteitsdoelen die de opleiding zelf heeft vastgelegd, aldus de opleiding in het zelfevaluatierapport. • De kwaliteitszorg is uitgewerkt in het Handboek Kwaliteitszorg 2007-2011 en gaat uit van de pdca-cyclus. • Jaarlijks sluit de FHvdK met de Raad van Bestuur een managementcontract (MACON), waarin afspraken en streefdoelen staan voor het lopende kalenderjaar, uitgesplitst naar de resultaatsgebieden – onder andere kwaliteitszorg – van het Fontyslabel en waarin de hogeschool ook het verbeterbeleid concretiseert. De nagestreefde doelen worden daarbij exact benoemd met streefpercentages, termijnen en resultaten. Het MACON leidt vervolgens tot een viermaandelijkse rapportage over de gerealiseerde doelen aan de Raad van Bestuur door middel van de managementrapportage (MARAP). Het Conservatorium heeft, evenals de andere academies van de FHvdK, haar eigen inbreng in deze contracten en rapportages via zijn jaarlijkse Academieplan. Op deze wijze borgt het instituut de voortdurende monitoring van onder andere het aandachtsgebied kwaliteit.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
33/55
•
•
•
•
•
De opleiding stelt toetsbare streefdoelen op om de gewenste kwaliteit te bereiken. Enkele voorbeelden van toetsbare streefdoelen zijn: - in het Academieplan 2007: competentie-examen niveau 2 wordt ontwikkeld en uitgevoerd in 2008 en niveau 3 in 2009. Het panel heeft kunnen vaststellen dat de competentie-examens per niveau inmiddels zijn opgenomen. - in het Kwaliteitshandboek (Handboek kwaliteitszorg Conservatorium 2007-2011): er wordt gestreefd naar een score van minimaal 3,5 op een vijfpuntsschaal betreffende de mate van tevredenheid van de studenten over de studiebegeleiding. De opleiding gebruikt het Fontys referentiekader (Handleiding voor inrichting kwaliteitszorg Fontys Hogescholen, 2003) voor de inrichting van haar kwaliteitszorgsysteem. Dit kader komt overeen met de opzet van het NVAO-kader. Om de kwaliteit van het onderwijs te meten gebruikt de opleiding de volgende evaluatieinstrumenten: - Externe evaluaties: accreditatie NVAO, HBO-Monitor, Elsevier en Keuzegids Hogeronderwijs. - Fontys evaluaties: Fontys Studentenenquête (FSE), Fontys Personeelsenquête (FPE), Macon/Marap (planning en controle) en de interne audit. - Instituutsevaluaties: Portfolio-analyse (medewerkers), onderwijsevaluaties (studiejaar, periode, studieonderdeel (incidenteel), stage, startbekwaamheid (eens per 4 jaar), toetsanalyse, rendementsanalyse, exit onderzoek, klachtenregistratie, contracteren en beoordeling (docenten) en zelfevaluatie. De opleiding wordt periodiek geëvalueerd. Alle evaluaties waarvan gebruik wordt gemaakt, zijn in kaart gebracht, voorzien van het doel ervan, de frequentie en het jaar van afname, de uitvoerder, de doelgroep en de facetten uit het accreditatiekader. De studenten tonen zich zeer tevreden over de afgenomen onderwijsevaluaties. Dit blijkt uit de scores van 3,8 en 3,6 die de studenten aan het onderdeel onderwijsevaluaties toekennen in de Fontys Studentenenquêtes van 2004 en 2006.
Facet 5.2
Maatregelen tot verbetering
Goed
Criterium - De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De bevindingen van de in facet 5.1 genoemde evaluaties worden geanalyseerd. Bij tegenvallende resultaten wordt nader onderzoek gedaan naar de oorzaken van de gevonden kwaliteitsproblemen en wordt een realistisch verbeterbeleid opgesteld en uitgevoerd. Een voorbeeld van een uitgevoerde verbeteractie is het intensiveren van studiebegeleiding.
34/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
•
•
• •
Enkele voorbeelden van uitgevoerde verbeteracties zijn: 1. Studiebegeleiding, informeren van studenten over studievoortgang: invoering van het SVI-systeem waardoor de student in de propedeuse op vier momenten wordt geïnformeerd over zijn studievoortgang in de vorm van een studievoortgangsindicatie (SVI). In studiejaren 2, 3 en 4 vindt deze studievoortgangsindicatie twee maal per studiejaar plaats. 2. Invoering van het Docentschap Assessment in propedeuse, hoofd- en eindfase: Aan het einde van de propedeuse voeren de studenten gezamenlijk een stageproject in het primair onderwijs uit waarin alle competenties getoetst worden aan de hand van een beoordelingsformat en reflectieverslag. Hetzelfde gebeurt aan het einde van de hoofdfase in een werkveld naar keuze (bijvoorbeeld het ‘Nachtegaal-project’ dat derdejaar studenten in Brabant hebben uitgevoerd, in samenwerking met Het Brabants Orkest, gericht op de bovenbouw van het primair onderwijs. Naar schatting 4500 kinderen hebben geparticipeerd). Aan het einde van de afstudeerfase presenteert de student zijn hele stageloopbaan in de vorm van een dvd-presentatie. 3. Invoering digitaal portfolio: studenten leggen gedurende vier jaar een (digitaal) portfolio aan waarin zij alle competenties aantonen aan de hand van door hen verzamelde bewijzen. 4. Spreiding studielast: Uit het StAR-overleg (studentenadviesraad opleiding Docent Muziek) eind studiejaar ’07-’08 kwam naar voren dat de spreiding van studielast verbeterd kan worden. In het afgelopen studiejaar is dat gerealiseerd door met name in de hoofdfase onderwijsactiviteiten beter te spreiden over het studiejaar of in de eindfase te plaatsen. 5. Samenhang algemeen theoretische vakken-docentschap: Op het gebied van luisterrepertoire wordt zowel in de programmalijn Docentschap als in de Algemeen theoretische vakken (ATV) gebruik gemaakt van geschikte stukken voor het primair en voortgezet onderwijs. Het repertoire wordt geanalyseerd en verwerkt in lesprojecten. Met ingang van studiejaar 2008-2009 legt één van de docenten ATV regelmatig een stagebezoek af met als doel de inhoudelijkheid van zijn vakgebied met de beroepspraktijk van de docent muziek te optimaliseren. Naar aanleiding van het visitatierapport van 2002 heeft de opleiding onder andere de volgende onderdelen verbeterd: - Het hbo-niveau is aangescherpt. De opleiding heeft competenties ingevoerd en deze uitgewerkt met niveaus en prestatie-indicatoren. - De opleiding heeft de samenhang van de opleiding verbeterd, en dan met name de relatie tussen de theoretische vakken en het hoofdvak en de samenhang binnen de ondersteunende en theoretische vakken. - De toetsing is beter opgezet. De leerdoelen en toetscriteria zijn beter uitgewerkt voor studenten. Daarnaast is het aantal toetsen gereduceerd. Kwaliteitszorg is een verantwoordelijkheid van alle medewerkers, in het bijzonder van de directeur (eindverantwoordelijk), het managementteam en de coördinator kwaliteitszorg. Uit evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de wijze waarop de opleiding omgaat met klachten en inspraakmogelijkheden.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
35/55
Facet 5.3
Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en het beroepenveld
Goed
Criterium - Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het Handboek Kwaliteitszorg Conservatorium 2007-2011 laat zien dat alle belanghebbenden (studenten, docenten, alumni en werkveldvertegenwoordigers) worden betrokken bij de voor hen relevante kwaliteitsaspecten. Zij worden geïnformeerd over resultaten van de evaluaties en over verbetermaatregelen. • Het werkveld, in het bijzonder de werkveldcommissie, is betrokken bij de ontwikkeling van de kwaliteit van de opleiding. Het werkveld wordt bijvoorbeeld bevraagd bij het startbekwaamhedenonderzoek. • Studenten en medewerkers denken hierover mee in het kader van onderwijsevaluaties. Zij worden via diverse enquêtes (FSE en FPE) en evaluaties (onderwijs- en stageevaluaties) bevraagd. • Het Conservatorium heeft een opleidingscommissie voor de opleidingen Muziek en Docent Muziek waarin zowel docenten als studenten zitting hebben. Daarnaast heeft de opleiding DoMu een studentenadviesraad (StAR), waarin studenten uit de vier studiejaren vertegenwoordigd zijn. Tijdens bijeenkomsten van de StAR kunnen allerlei onderwerpen betreffende de opleiding met teamleider en docenten besproken worden (bijvoorbeeld minoren, docenten, studieloopbaanbegeleiding). Naar aanleiding van een dergelijk overleg belegt de opleiding wel eens een panelbijeenkomst om in overleg met de studenten tot verbeteringen te komen. Studenten gaven in het gesprek met het panel aan dat er met hun opmerkingen daadwerkelijk wat gedaan wordt. • Alumni zijn betrokken via de jaarlijkse Alumnidag en het startbekwaamhedenonderzoek. Zij vervangen ook wel docenten die langer afwezig zijn en begeleiden stages. • Het panel heeft tijdens het visitatiebezoek vastgesteld dat zowel alumni als het werkveld betrokken zijn bij de invulling en actualisering van het programma. • Uit evaluaties blijkt dat de terugkoppeling van evaluatieresultaten door studenten minder wordt gewaardeerd. Studenten zijn tevreden over inspraak, afhandeling van klachten en het omgaan met kritiek en suggesties voor verbetering. De opleiding ziet de terugkoppeling naar studenten als een verbeterpunt.
36/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Onderwerp 6
Facet 6.1
Resultaten
Gerealiseerd niveau
Goed
Criterium - De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • Het afstudeertraject bestaat uit verschillende onderdelen, te weten: de afronding van de stage in het vierde jaar, twee performance-assessments, het afstudeerproject, het portfolio-assessment en een criteriumgericht interview (op basis van het portfolio). • Ten behoeve van de blokstage neemt de student vier weken voor minimaal 40 uur de activiteiten van de docent over. De desbetreffende docent fungeert als coach/schoolpracticumdocent. De beheersing van de competenties (op startbekwaam niveau) wordt beoordeeld door de intervisiedocent, die daarbij het oordeel van de schoolpracticumdocent betrekt. • Omdat een aantal competenties ‘live’ moet worden aangetoond, dient de student een performance-assessment te ondergaan. Ten eerste worden de docerende vermogens beoordeeld aan de hand van een avondvullend concert. Studenten hebben met hun leerlingen muziekstukken ingestudeerd die zij presenteren. De musicerende vermogens worden beoordeeld in een afsluitende concertante presentatie van 30 minuten. De student laat zien dat hij de competenties beheerst door een artistiek verantwoord programma samen te stellen met werken uit verschillende stijlperioden. • Het afstudeerproject bestaat uit een schriftelijke verhandeling over een vakdidactisch en onderwijskundig onderwerp. De student gebruikt verworven kennis en inzicht, vaardigheden, literatuurstudie en veldonderzoek. • De student verzamelt tijdens de opleiding toetsen en opdrachten in een portfolio. Dit portfolio wordt beoordeeld door een commissie. Vervolgens wordt het portfolio beoordeeld door twee assessoren en wordt het examen afgerond met een criteriumgericht interview. Dit interview is te beschouwen als een meta-evaluatie van de complete competentieontwikkeling van de student. • De opleiding heeft de gehanteerde prestatie-indicatoren en de daarvan afgeleide beoordelingscriteria beschreven in de Handleiding Competentie-examen, niveau 3 en de studiehandleidingen. Met de indicatoren en criteria kan de opleiding de startbekwaamheden op hbo-niveau toetsen bij de student. • Het panel heeft tien afstudeerwerken en portfolio´s bekeken en heeft vastgesteld dat deze voldoen en een goed beeld geven van het afstudeerniveau van de studenten. Het panel heeft beoordelingsformulieren gezien met een aantal categorieën, maar gerichte kwalitatieve correcties en aanbevelingen op basis van die criteria heeft het panel niet aangetroffen (zie ook 2.8). Het panel vindt in het algemeen de beoordelingen aan de hoge kant. Het panel heeft tijdens het bezoek een aantal musiceerpresentaties van studenten bijgewoond die onderstrepen dat studenten voldoen aan het vereiste niveau.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
37/55
•
•
•
Het panel heeft in de gesprekken met studenten en afgestudeerden kunnen vaststellen dat studenten een goed beeld hebben van wat zij wel en niet kunnen, Zij hebben een reëel beeld van de beroepspraktijk. Afgestudeerden blijken in staat om waar nodig zichzelf bij te scholen. Een alumnus drukte dit uit als: `je wordt ontwikkelbaar afgeleverd`. De breedte van de opleiding DoMu maakt dat afgestudeerden in verschillende functies terecht komen in organisaties, projecten en beleid. Het werk in de buitenschoolse educatie blijkt steeds meer DoMu/studenten te trekken. De aansluiting met het vmbo/onderwijs blijkt moeilijker te zijn en wordt door weinig afgestudeerden geambieerd. Uit het startbekwaamhedenonderzoek (SBO, 2007) blijkt dat alumni alle domeinspecifieke startbekwaamheden en alle generieke kernkwalificaties in voldoende mate beheersen.
Facet 6.2
Onderwijsrendement
Voldoende
Criteria - Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. - Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Het oordeel wordt als volgt beargumenteerd: • De opleiding heeft streefdoelen met betrekking tot het onderwijsrendement geformuleerd. - Opleidingsrendement (diploma na 5 jaar behaald): 55%; - Propedeuserendement (na 2 jaar): 85%; - Gemiddelde studieduur geslaagden: < 5,0 jaar; - Gemiddelde studieduur studiestakers: < 1,5 jaar. • Bij de opleiding DoMu staan in 2008 50 studenten ingeschreven van wie er 18 nieuw zijn ingestroomd. Dit is een toename in vergelijking met de jaren daarvoor. • Uit de rendementscijfers blijkt dat 57 procent van cohort 2003 de opleiding in vijf jaar heeft afgerond. Cohort 2004 heeft na vier jaar een opleidingsrendement van 38 procent. • De studieduur van geslaagden is wisselend en ligt tussen vier en vijf jaar. De opleiding voldoet daarmee aan haar streefnorm. • De studieduur van studiestakers ligt boven de gestelde norm. Gemiddeld ligt deze op 1,9 met een uitschieter van 2,1 jaar in uitstroomcohort 2004. • De opleiding heeft verschillende acties ondernomen om het rendement te verbeteren. Zij heeft de toelatingseisen voor de propedeuse aangescherpt en het toelatingsassessment specifieker voor de opleiding DoMu gemaakt. Daarnaast krijgen studenten nu in alle jaren studiebegeleiding. Zij worden regelmatig geïnformeerd over hun studievoortgang. Om aan de eindfase te mogen beginnen moeten studenten alle eerdere fases hebben afgesloten. Tot slot wordt het studenten ontraden om al tijdens de opleiding een baan te accepteren. • Gezien het feit dat de opleiding niet in alle opzichten aan haar streefnormen voldoet, komt het panel tot het oordeel voldoende.
38/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Deel C: Bijlagen
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
39/55
Bijlage 1:
40/55
Onafhankelijkheidsverklaring panelleden
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
41/55
42/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
43/55
44/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Bijlage 2:
Deskundigheden panelleden
Panellid: De heer M. Verkuil
Panellid: De heer P.L. Maissan
Panellid student: De heer drs. J.A. Paarlberg BMus
Deskundigheid cf. Protocol VBI’s
Relevante werkvelddeskundigheid
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met meest recente ontwikkelingen
X
X
X
Vakdeskundigheid: Vertrouwd met lesgeven en beoordeling en toetsing minstens op niveau/oriëntatie te beoordelen opleiding
X
Onderwijsdeskundigheid
X
X
X X
Studentgebonden deskundigheid Visitatiedeskundigheid
Panellid NQA: Mevrouw drs. P. Göbel
Opleiding Docent Muziek, Fontys Hogescholen locatie Tilburg
X
X
X
X
De panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ondertekend. Nadere informatie over de achtergronden van de panelleden: De heer M. Verkuil De heer Verkuil is ingezet als panellid vanwege zijn onderwijsdeskundigheid, zijn domeindeskundigheid, zijn auditdeskundigheid en zijn internationale deskundigheid. Hij beschikt over onderwijsdeskundigheid door meer dan 25 jaar leservaring in het middelbaar onderwijs en daarna meer dan 9 jaar als hoofdvakdocent methodiek en didactiek aan het conservatorium. Sinds 6 jaar is hij ook hoofd van de afdeling Docent Muziek. Daarnaast is hij kerndocent aan de Masteropleiding Kunsteducatie en geeft hij gastlessen binnen zijn instituut. De heer Verkuil beschikt over auditdeskundigheid door zijn ervaring met twee audits als afdelingshoofd van zijn eigen opleiding. Zijn domeindeskundigheid bestaat uit deskundigheid op het gebied van de docentenopleiding muziek en curriculum- en onderwijsontwikkeling. Doordat de heer Verkuil een aantal jaren de internationalisering van het conservatorium in portefeuille had beschikt hij over een groot aantal internationale contacten en tevens over internationale deskundigheid. Verder was hij drie jaar geleden de initiator voor een driejarig internationaal project voor de afdeling Docent Muziek. Voor deze visitatie is de heer Verkuil aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA.
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
45/55
Opleiding: 1973 – 1977
1973 – 1974 1978 – 1983 1978 – 1985 2008 – 2009
Werkervaring: 1975 – 1978 1979 – 1980 1981 – 1983 1983 – 2003 2000 – heden 2002 – 2003 2003 – heden 2005 – 2007 2007 – heden 2007 – heden 2008 – heden
Lessen piano, muziektheorie en orkestdirectie bij Jan van ’t Hoff met als doel het staatsexamen piano. Alle bijvakken en methodisch/ didactische vakken met voldoende afgesloten Universitaire studie kunstgeschiedenis in Groningen (niet afgemaakt) Opleiding Schoolmuziek aan het Stedelijk Conservatorium in Groningen (diploma behaald in 1983) Opleiding Orkestdirectie aan het Stedelijk Conservatorium in Groningen bij Zsolt Deáky (diploma behaald 1985) Studie Master Kunst Educatie (diploma te behalen in juni 2009); deze studie dient ter voorbereiding van een mogelijk promotietraject
Pianodocent aan IVAK (muziekschool) te Delfzijl Docent muziek aan Mavo in Leeuwarden Consulent muziek op basisschool te Lauwerzijl Docent muziek aan het Lauwers College te Buitenpost: ontwikkeling bovenbouwafdeling muziek HAVO; invoering eindexamenvak muziek voor het VWO Hoofdvakdocent Didactiek en Methodiek aan het Noord Nederlands Conservatorium te Groningen Coördinator afdeling Docent Muziek Hoofd afdeling Docent Muziek en hoofd afdeling Instrumentale en Vocale Methodiek aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen: lid van het managementteam Portefeuillehouder Onderwijs, Jong Talent Beleid, Internationalisering Kerndocent Master Kunst Educatie Lid kenniskring Lectoraat “Lifelong Learning in Music” Senior Adviseur van de dean van het Prins Claus Conservatorium
Diversen: • Dirigent van het Noordelijk Bach Consort en van het Groninger Mozart Ensemble. Beide zijn amateurgezelschappen van een meer dan gemiddeld niveau. • In het verleden meerdere bestuursfuncties vervuld bij allerlei instellingen op het gebied van amateuristische kunstbeoefening. • In opdracht van het lectoraat een artikel geschreven over interdisciplinaire kunstdidactiek. Bezig om in dit educatieve gebied meer publicaties voor te bereiden. • Afdeling Docent Muziek werkt samen in een netwerk van kunstvakdocenten opleidingen, hierbij een belangrijke rol voor wat betreft visie- en programmaontwikkeling. • Een behoorlijk aantal buitenlandse instituten bezocht en zich naar aanleiding van een Intensive Project verdiept in de eigenheden en eigenaardigheden van een aantal buitenlandse curricula. Binnen het conservatorium een adviserende rol bij de voorbereiding van een Nucleus (een internationaal netwerk voor intensieve samenwerking op meerdere niveaus). • Vorig jaar op uitnodiging een voordracht verzorgd in Keulen en het jaar daarvoor in Würzburg
46/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
De heer P.L. Maissan De heer Maissan is ingezet als panellid vanwege zijn auditdeskundigheid, zijn domeindeskundigheid, zijn onderwijsdeskundigheid en zijn internationale deskundigheid. De heer Maissan heeft een aantal audits meegewerkt in het HBO onderwijs en de sector cultuureducatie en voor verschillende onderwijsinstellingen businessplanningen gemaakt en curricula geschreven. Hij is opgeleid als docent muziek. Als componist, dirigent, conceptontwikkelaar, interim manager en consultant / adviseur is hij werkzaam op het terrein van kunst, cultuur, onderwijs, ontwikkelingssamenwerking en zorg en welzijn. Zijn requiem voor de armoede, een compositie voor koor, percussie en solisten wordt sinds 2007 uitgevoerd op vele plekken in de wereld. Zelf dirigeerde hij uitvoeringen in Kenia, Amerika en Schotland. Peter Maissan opereert op het grensvlak van professionele en amateur-kunst in diverse rollen, manager, ontwikkelaar, componist, dirigent, coach, adviseur. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1969 – 1975 1974 – 1976 1980 – 1982 Werkervaring: 1976 – 1989 1989 – 1993 1993 – 1907 1998 – 2000 2000 – 2005 2005 – heden
Conservatorium Schoolmuziek Conservatorium Compositie Opleiding Mime
Adjunct directeur muziekcentrum Zuid-Kennemerland Directeur Muziek en Dansschool Utrecht Projectleider fusieproces Utrechts Centrum voor de Kunsten Directeur Utrechts Centrum voor de Kunsten Directeur bestuurder Kunstweb Amsterdam Directeur / Eigenaar PM Producties BV. Projecten op het gebied van interim management, advies, conceptontwikkeling in de sectoren kunst, cultuur, welzijn, onderwijs, ontwikkelingssamenwerking.
Panellid student: de heer drs. J.A. Paarlberg BMus De heer Paarlberg is ingezet als student panellid. Hij heeft een bachelordiploma Theorie der Muziek Jazz en is nu masterstudent Theorie der Muziek Jazz aan het conservatorium van Amsterdam. Daarnaast volgt hij de bacheloropleiding Componeren/Arrangeren Jazz, eveneens aan het conservatorium van Amsterdam. De heer Paarlberg beschikt over studentgebonden deskundigheid met betrekking tot studielast, onderwijsaanpak, voorzieningen en kwaliteitszorg bij muziekopleidingen. Daarnaast is hij representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding. De heer Paarlberg is individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2007 – heden Masteropleiding Conservatorium van Amsterdam, hoofdvak Theorie der Muziek Jazz 2005 – 2007 Bacheloropleiding Conservatorium van Amsterdam, hoofdvak Theorie der Muziek Jazz afstudeerdatum: 21 juni 2007 2003 – heden Bacheloropleiding Conservatorium van Amsterdam, hoofdvak Componeren/ Arrangeren Jazz 2001 – 2003 Farmacie (apothekersopleiding) aan de Universiteit Utrecht. Afstudeerdatum: 21 november 2003 1997 – 2001 Farmacie (doctoraalfase) aan de Universiteit Utrecht 1990 – 1997 Gymnasium aan het Coornhert Gymnasium te Gouda
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
47/55
Werkervaring: 2006 – heden Docent solfège en theorievakken aan het Conservatorium van Amsterdam (eigen klassen, invalwerk en bijles) 2004 – heden Diverse componeer/arrangeeropdrachten, o.a. voor het Amsterdam Jazz Orchestra 2005 – heden Dirigent/arrangeur Westside Bigband te Waddinxveen 2003 – heden Dirigent/arrangeur Dameskoor Remonte te Schoonhoven Nevenactiviteiten 2006 – heden Lid Centrale Medezeggenschapsraad Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten 2004 – heden Lid Facultaire Medezeggenschapsraad Conservatorium van Amsterdam (sinds 2005 vice-voorzitter)
Mevrouw drs. P. Göbel Mevrouw Göbel is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft ruime ervaring met visiteren in bijna alle sectoren van het hbo. Ze heeft bij Lloyd’s auditcursussen gevolgd. Verder heeft zij twintig jaar ervaring met ontwikkelen van onderwijsprogramma’s, lesgeven en beoordelen van studenten en met management in het hoger beroepsonderwijs in uiteenlopende sectoren. Opleiding: 1971 – 1976 1976 – 1979
Tweedegraads lerarenopleiding: Nederlands en Engels Rijksuniversiteit Utrecht, Nederlandse taal- en letterkunde
Werkervaring: 1980 – 1993 Docent taalbeheersing bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede 1987 – 1993 Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sector Economie Saxion Hogeschool Enschede 1993 – 1995 Studentendecaan en vertrouwenspersoon bij de sectoren Welzijn en Arbeid, Lerarenopleiding Basisonderwijs en Conservatorium 1994 – 1997 Directeur van het instituut Welzijn en Arbeid bij de Saxion Hogeschool Enschede 1997 – 2000 Projectleider bij de afdeling Onderwijszaken van de Saxion Hogeschool Enschede 2000 – 2004 Medewerker kwaliteitszorg bij de HBO-raad 2004 – heden Auditor NQA Overig: 2006 - heden
48/55
lid hoofdbestuur VVAO
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Bijlage 3:
Bezoekprogramma
Maandag 11 en dinsdag 12 mei 2009 11 mei 2009 Tijdstip 08.30 – 11.00
Programmaonderdeel Opleiding Muziek Ontvangst Materiaalbestudering
Programmaonderdeel Opleiding Docent Muziek Ontvangst Materiaalbestudering
11.00 – 11.45
Gesprek met management en kwaliteitszorg Conservatorium
11.45 – 12.30
Gesprek met 10 docenten Muziek
12.30 – 13.15
Deelnemers
Gesprek met 6 studenten Docent Muziek Lunch
13.15 – 14.00
Gesprek met 9 studenten Muziek
Gesprek met 6 docenten Docent Muziek
14.00 – 15.00
Gesprek met 6 alumni & 6 werkveldvertegenwoordigers
Gesprek met 4 alumni en 4 werkveldvertegenwoordigers
15.00 – 15.15
Pauze
15.15 – 16.00
Presentaties studenten Muziek (instrumentaal/vocaal & muziektheater) en Docent Muziek
16.00 – 17.30
Overleg panel
17.30 – 18.00
Terugkoppeling naar management inzake opleiding Docent Muziek (o.v.b.)
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
49/55
50/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Bijlage 4:
Overzichtslijst van door de opleiding ter inzage gelegd materiaal
-
Bijlage 01: Visiedocument Bijlage 02: Stand van zaken notitie 2005 en update verbeteracties Bijlage 03: Samenvatting van de gerealiseerde verbeteringen en ontwikkelingen sinds de vorige visitatie. Bijlage 04: Opleidingsprofiel Docent Muziek vastgesteld door het Netwerk KVDO in 2003. Bijlage 05: Beroepsprofiel Docent Muziek door het OpleidingsOverleg Docent Muziek Bijlage 06: Opleiding Docent Muziek: Beroepskenmerkende situaties, competentiebeschrijvingen en prestatie-indicatoren, versie 2008/2009. Bijlage 07: Competentiekaarten en bewijslast portfolio Docent Muziek Bijlage 08: Curriculumoverzicht opleiding Docent Muziek Bijlage 09: Relatie tussen Dublin descriptoren en de opleidingskwalificaties bachelor Docent Muziek. Bijlage 10: Notitie en planning Body of Knowledge in de kunsten, FHvdK concept 2008. Bijlage 11: Literatuurlijst Opleiding Docent Muziek Bijlage 12: Stagegidsen Opleiding Docent Muziek Bijlage 13: Relatieschema bij 2.2. en 2.8 DoMu Bijlage 14: OER Biloba Conservatorium 2008/2009. Ter inzage tijdens het visitatiebezoek: Nationale Keuzegids (SKI) 2005. Bijlage 15: Toetsbeleid Conservatorium 2008/2009. Bijlage 16, 17, 18: Handleidingen Competentie-examen Hoofdfasebekwaam (niveau 1), Eindfasebekwaam (niveau 2), Startbekwaam (niveau 3). Bijlage 19: Docentschap assessment niveau 1, 2, 3 Bijlage 20, 21, 22: Performance assessment niveau 1, 2, 3 Bijlage 23: Assessmentmatrix niveau 1, 2, 3 Bijlage 24: Overzicht portfolio Personeel Conservatorium Bijlage 25: Overzicht gastdocenten Opleiding Docent Muziek Bijlage 26: Handboek studieloopbaanbegeleiding Conservatorium 2008/2009. Bijlage 27: Handboek voor de docent als slb’er (Fontys) 2008 Bijlage 28: Handboek Kwaliteitszorg Conservatorium
-
Didactisch concept Studiehandleidingen Opleiding Docent Muziek, Visie, Missie, Strategie Netwerk Opleiding Muziek van de HBO-raad 2008 Hoger Muziekvakonderwijs in Beweging, Netwerk Opleiding Muziek van de HBO-raad 2008 Conservatorium Docent Muziek Startbekwaamhedenonderzoek (SBO) 2007. notulen overleg werkveldcommissies. Periode-, jaar-, stage-, studieonderdeel-evaluaties. Fontys Studentenenquête 2006. Enquete studieloopbaanbegeleiding Kunsten 2008 Nationale Keuzegids (SKI) 2005. Elsevier onderzoek 2006 HBO-Monitor 2005 Verbeterplan Recente evaluatierapporten Evaluatieresultaten en analyses
-
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
51/55
Beleidsnotities Fontys Hogescholen Idealism in learning communities – een kwaliteitsstrategie (2007) Strategisch Personeelsbeleidsplan van Fontys 2005-2010 Personeeldbeleidsplan Kunsten Mediatheekbeleid (2002) Alumnibeleid – Markt in Zicht (2003) Beleidsacties Kenniscirculatie (2004) Internationaliseringsbeleid (2003) Uitgangspunten Studentenbeleid 2004-2007 Huisvestingsbeleid 2005-2009 Kadernotitie Voortdurend Verbeteren (Fontys kwaliteitssysteem) (1999) Notitie Focus op kwaliteitszorg (2007) Voorstel Internationalisering Kunsten (2008) Coördinator Internationalisering (2008) Afspraken contacten buitenlandse partnerinstellingen (2008) Documenten n.a.v. studiedag Internationalisering (2008) Samenwerkingspartners FHvdKunsten (2008) Uitgangspunten ICT-beleid FHvd Kunsten (2009) Beleidsnotities Conservatorium onderwijsontwikkeling 2009-2010 algemeen keuzeprogramma educatie keuzeprogramma artististieke verdieping onderzoekslijn Muziek vernieuwd curriculum uitstroomprofiel Compositie algemeen theoretische vakken 2009-2010 ondernemerschap studiejaar 2 body of knowledge Kunsten personeelsbeleid Fontys Conservatorium
programma visitatie11 mei minorenbeleid Conservatorium FHvdK overzicht uitvoerende academies opleiding Muziek: Rockacademie en Conservatorium managementstructuur FC overlegstructuur FC projectorganisatie onderwijsontwikkeling organogram Fontys Hogeschool voor de Kunsten overzicht bijlagen Docent Muziek overzicht samenwerkingen en convenanten FC overzicht gesprekspanels gegevens gesprekspartners Docent Muziek Alumnibeleid FC - overzicht activiteiten en planning Overzicht van externe contacten en Brochure, voorlichtingsmateriaal, teksten website Toelatingsprocedure/instroombeleid
52/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Materiaal Readers/syllabi/overig studiemateriaal Stageverslagen Projectopdrachten en -verslagen Gemaakte toetsen met beoordeling Compilatie dvd's met presentaties/activiteiten Posters/programma's/recensies Portfolio’s en assessmentverslagen Diverse Beoordelingsformulieren Informatie over Young Musicians Academy Overzicht gecommiteerden Informatie over het Impresariaat Kunsten Jaarplanning, activiteitenrooster DoMu Informatie themaweek Kunsten Lijst met gecommitteerden Overzicht Netwerk Conservatorium Overzicht met instituten, scholen en organisaties waarmee wordt samengewerkt Convenanten Verslagen Examencommissie Toetscommissie Werkveldcommissie Studentenadviesraad StAR Teamoverleg DoMu IMR Opleidingscommissie Assessorenoverleg Overleg studieloopbaanbegeleiders Managementteamoverleg Koepeloverleg Muziek in Brabant Pilot interdisciplinair werken binnen de Kunsten
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
53/55
54/55
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
Bijlage 5:
Domeinspecifieke referentiekader en opleidingscompetenties
Het domeinspecifieke referentiekader is te vinden op de website van de HBO-raad: www.hbo-raad.nl
© NQA - visitatie Fontys Hogescholen, hbo-bacheloropleiding Docent Muziek (vt)
55/55