h gi'oningen Aan Provinciale Staten
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage
UJ
Onderwerp
3 O JULI 2013 2013-27.422/27/A.37, RS 467220 Smidt A.J. de
(050)316 4844
[email protected]
1 Onderzoeksagenda 2013-2014 Sociaal Planbureau Groningen (CMO)
Geachte dames en heren,
(/)
Hierbij ontvangt u ter informatie de onderzoeksagenda van het Sociaal Planbureau Groningen (onderdeel van CMO Groningen) 2013-2014, conform de mondelinge toezegging in de commissie WCWL van 3 april j.l. De onderzoeksagenda is opgesteld door CMO en komt voort uit ons programma van eisen en de daarop volgende nota 'Planbureaufunctie CMO Groningen per 2013', welke door u is vastgesteld (briefnr. 2012-25.556/25/A.19, CW). Achtergrond en opzet De agenda is samengesteld op basis van de planning van (landelijke) onderzoeksinstituten en recent verschenen (landelijke) rapportages. Vervolgens is bij gemeenten (en via de VGG) geïnventariseerd welke onderzoeksvragen er leven bij gemeenten. Immers, doel van het Sociaal Planbureau Groningen (SPG) is dat ook gemeenten zoveel mogelijk profijt hebben van de gegevens die het planbureau levert. Zij kunnen de gegevens gebruiken bij de eigen beleidsvorming en daarbij middelen zo effectief en efficiënt mogelijk inzetten. De onderzoeksagenda is derhalve gebaseerd op vragen die bij gemeenten leven. Uiteraard gaat het planbureau vóórdat een onderzoek start, nogmaals samen met gemeenten na of de onderzoeksvraag nog opportuun is of wellicht aangepast moet worden op basis van actuele ontwikkelingen. Daar waar onderwerpen raakvlakken hebben met provinciaal beleid (krimp, zorg, sport, jeugd) vindt afstemming plaats.
O 06-HB-SG-001
Onderzoeksagenda in relatie tot andere activiteiten van het SPG Zoals vastgelegd in de nota 'Planbureaufunctie CMO Groningen per 2013', verzamelt het SPG gegevens over: bevolking (demografie), arbeid en inkomen, gezondheid, maatschappelijke participatie, onderwijs, criminaliteit en veiligheid, wonen/leefbaarheid en zorg en welzijn. Deze gegevens zijn grotendeels afkomstig van landelijke bronnen, maar ook is informatie opgenomen van lokale of regionale instellingen zoals GGD Groningen, Bureau Jeugdzorg, et cetera. In de openbare online database zijn deze data terug te vinden. Daarnaast biedt het SPG informatie op drie hoofdthema's: (a) gezondheid, zorg en kwetsbare groepen; (b) jeugd en; (c) krimp & leefbaarheid.
Lj-ir- provisïcJe u.^oniï'igen WÖ.'KÏ voigens aorms: t dïö z-Ut Viii^rgefcüd in eer. iiandvüst voor dïenstverienmg. Dit handvest vindt u op o m ^ website of kunt i opvragen hl] de afdeüng Communicatie en Kabinet, Fubfieksvoorlichtinfi: 050 316.4160
De activiteiten die zijn opgenomen in de onderzoeksagenda sluiten aan bij deze thema's. De gegevens die voortkomen uit de agenda, worden eveneens ontsloten via de website, factsheets en/of nieuwsbrieven. Flexibiliteit in de onderzoeksagenda De onderzoeksagenda is niet statisch. Zo kan bijvoorbeeld voorgenomen onderzoek worden aangepast of heroverwogen op basis van ontwikkelingen binnen beleidsvelden. Daarom wordt vóór de start ervan opnieuw met de partners/gemeenten bekeken of een activiteit nog opportuun is of dat er wellicht een aanpassing nodig is. De onderzoeksagenda is daarnaast flexibel door een 'vrije' ruimte voor extra onderzoeksvragen. Deze ruimte kan door ons ingevuld worden op basis van bijvoorbeeld actuele ontwikkelingen. Tenslotte willen wij u attenderen op de website van het SPG: wvvw.sociaalplanbureauqroninqen.nl. U vindt hier de meest recente informatie, onderzoeksnieuws en publicaties. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
rvóorzitter.
Bijlagen: Nr.
Titel
1
Onderzoeksagenda 2013-2014 Sociaal Planbureau Groningen
Bijgevoegd ja
Ter inzage in de Statenkast nee
Onderzoeksagenda 2013/2014 Sociaal Planbureau Groningen
1. Achtergrond en doel van een onderzoeksagenda Deze notitie Ibevat de onderzoeksagenda van het Sociaal Planbureau Groningen voor 2013 tot medio 2014. We sluiten hierbij aan bij het door de provincie opgestelde Programma van Eisen [november 2011) en het daarop geschreven Plan van Aanpak [4 juni 2012). In het Programma van Eisen staat dat er een meerjarige onderzoeksagenda moet komen. De notitie wordt besproken met gemeenten en provincie en in de loop van 2013 verder uitgewerkt tot een meerjarige onderzoeksagenda, waarbij verschillende landelijke onderzoeken gebruikt worden voor de verankering van verschillende thematische verdiepingen. Daarbij wordt ook gekeken naar de mate waarin onderzoeksvoorstellen [nog) aansluiten bij de actualiteit. Immers, na de eerste inventarisatie (zie 2) kunnen actuele ontwikkelingen van invloed zijn geweest op de onderwerpkeuze. I
De onderzoeksagenda wordt jaarlijks geactualiseerd in het 2e kwartaal. Daarbij willen we inputvan de op te richten adviesraad meenemen, informatie van gemeenten en wensen van de provincie
2. Eerste aanzet onderzoeksagenda 2013 - 2014 Deze notitie is gebaseerd op een door de provincie uitgevoerde inventarisatie onder gemeenten in 2011 en een aantal gesprekken die de kwartiermaker van het Sociaal Planbureau in november 2012 heeft gevoerd met diverse functionarissen van Groninger gemeenten. Daarmee hebben we goed zicht gekregen op de thema's waarvoor gemeenten zich gesteld zien. Om een goede invulling te kunnen geven aan de taken van het Planbureau is nauw contact met de verscbillende Groninger gemeenten en de provincie van belang, daartoe zijn intensieve contacten met de Vereniging Groninger Gemeenten ingezet. Daarnaast hebben we gekeken naar een aantal werkprogramma's van landelijke opererende organisaties. Sociaal en Cultureel Planbureau, Verwey-jonker Instituut, RIVM, MOvisie, Oberon e.d. en regionale kennisinstituten zoals de RUG, Hanzehogeschool en KKNN om te kijken hoe we die onderzoeken kunnen vertalen naar de Groningse praktijk. Alle producten en diensten die worden opgenomen in deze onderzoeksagenda zijn gratis beschikbaar v^oor gemeenten en provincie, maar ook voor maatschappelijke instellingen, bedrijfsleven en burgers. Via publicaties, factsheets en nieuwsbrieven komen de resultaten van de onderzoeken beschikbaar.
3. De beleidsvelden HetSociaal Planbureau Groningen onderscheidt acht onderzoeks- of beleidsvelden: a) b) c) d) e) f) g) h)
Bevolking Arbeid en Inkomen Gezondheid Maatschappelijke participatie Onderwijs Criminaliteit en Veiligheid Wonen en Leefbaarheid Zorgen Welzijn
Het merendeel van de informatie voor de verschillende beleidsvelden is afkomstig uit landelijk bronnen. Ook is er informatie opgenomen van lokale of regionale instellingen zoals GGD Groningen, Bureau Jeugdzorg, enz. In de online database starten we voor ieder beleidsveld met een beperkte set indicatoren die in de loop van de tijd zal worden uitgebreid. Uitgangspunten daarbij zijn: niet de kwantiteit maar de kwaliteit, en beleidsrelevantie van de geselecteerde indicatoren. a) Bevolking: het gaat hier om de aantallen inwoners en huishoudens, het aandeel jongeren en ouderen en de opbouw van de beroepsbevolking en verhuisbewegingen. Voor prognoses werken we samen met de afdeling Ruimte en Samenleving van de Provincie Groningen. b) Arbeid en inkomen: het gaat hier om inzicht in de inkomenspositie van Groningers. Hoe is het gesteld met het aantal werkenden en niet-werkenden? En hoeveel uitkeringsgerechtigden zijn er voor de diverse uitkeringstypen? Ook het gemiddeld huishoudinkomen is hierbij opgenomen. Daarnaast gaat het om Qeugd)werkeloosheid. c) Gezondheid: in samenwerking met de GGD Groningen presenteren we de resultaten van de vierjaarlijkse gezondheidsenquêtes onder inwoners van de provincie Groningen Daarnaast worden in de databank de belangrijkste indicatoren uit Kinderen in Tel van hetVerwey Jonker Instituut opgenomen. d) Maatschappelijke participatie: in dit beleidsveld gaat het over omvang en soort vrijwilligerswerk, lidmaatschap van [sport)verenigingen, eenzaamheid en vrijetijdsbesteding. Deze cijfers komen deels beschikbaar uit de GGD Gezondheidsenquêtes. Voor het overige deel zullen de data zelf verzameld worden door het Planbureau. e) Onderwijs: binnen het thema jeugd blijven wij de ontwikkelingen en trends binnen het onderwijs in de provincie Groningen monitoren In de databank van het Planbureau worden gegevens over leerlingenaantallen, de onderwijsloopbaan van jongeren, deelname aan diverse typen van onderwijs en slaagresultaten jaarlijks geactualiseerd. f)
Veiligheid: bij het beleidsdomein veiligheid gaan we in op onveiligheidsgevoelens, slachtofferschap en verschillende soorten buurtproblemen. De data komen van de deelnemende gemeenten uitde Veiligheidsmonitor. Daarnaastwil het Sociaal Planbureau Groningen ook de criminaliteit- en slachtoffercijfers uit de politieregistratie en registraties van het OM in de databank opnemen.
g) Woneii en Leefbaarheid: dit betreft wonen en woonmilieu, het voorzieningenniveau, de ervaren leefbaarheid en sociale binding. Deze gegevens zijn deels afkomstig uit nationale registraties, maar ook van lokale of regionale instellingen. h) Zorg en Welzijn: het gaat hier onder meer over kwetsbare groepen zoals ouderen en mensen met beperkingen, de omvang van huiselijk geweld, verslavingszorg en schuldnulpverlening. Maar ook over zorggebruik meten zonder verblijf en het aantal zorgvoorzieningen per regio. Deze gegevens zijn voor een deel afkomstig uit nationale registraties, maar ook van lokale of regionale instellingen.
4. De Provinciale hoofdthema's: Het Sociaal Planbureau Groningen gaat van start met drie centrale onderzoeksthema's: [a) gezondheid. zorg en kwetsbare groepen; [b) jeugd en; [c) krimp & leefbaarheid. A.
Gezondheid, zorg en kwetsbare groepen
De transitie AWBZ en de Participatiewet vallen onder dit thema, evenals de kanteling van de Wmo. } 1.
Een onderzoek op basis van de koppeling van bestanden wordt in verschillende gemeenten met node gemist. Net als bij de Stapelingsmonitor van Ecorys en Platform 31 gaaniwe relevante beleidsinformatie genereren door verschillende registra tiebestanden te koppelen. Zijn er bepaalde typen huishoudens die extra in de problenien komen omdat zich bij hen een stapeling van negatieve effecten voordoet ten gevolge van wijzigingen in en bezuinigingen op de Wmo, de AWBZ, de Wwb en de Wsw.
2.
Er is behoefte aan betere informatie over vrijwilligerswerk en mantelzorg. Een instrument om beter zicht te krijgen op vrijwilligerswerk en mantelzorg is de Monitor Sociale Participatie, die is ontwikkeld door PON in Noord-Brabant. Deze monitor geeft trends en ontwikkelingen weer in vrijwilligerswerk en mantelzorg. Ook worden buurtbetrokkenheid, sociale netwerken en lidmaatschappen van verenigingen in beeld gebracht. Dit onderzoek zal begin 2014 in aangepaste vorm worden uitgevoerd in het Groninger Panel.
3.
Sociale uitsluiting en eenzaamheid zijn onderwerpen die breed leven. Het is de tegenhanger van sociale participatie, maar omvat meer dan alleen dat. Het SCP doet sinds 2004 onderzoek naar sociale uitsluiting en heeft in 2010 een nieuw, kort meetinstrument voor sociale uitsluiting ontwikkeld.
4.
Het vervoer is een hoge kostenpost binnen het totale AWBZ budget, waar gemeenten grote besparingen zullen moeten realiseren. Hun verantwoordelijkheid op vervoersgebied zal door de transitie AWBZ sterk worden uitgebreid. Via bestanden of publicaties van Centrum indicatiestelling zorg [CIZ), gemeenten en/of Kennisplatform Verkeer én Vervoer [KpVV) proberen we zicht krijgen op deze problematiek.
B. Jeugd Naast het actualiseren van de Jeugdmonitor verdient de transitie Jeugdzorg de nodige aandacht, waarbij de verantwoordelijkheid van provincie naar gemeenten worden overgedragen. Groninger gemeenten zijn op dit moment erg geïnteresseerd in jeugdzorgcijfers liefst op laag schaalniveau, wijken en buurten. Gegevens komen van Bureau Jeugdzorg, Eiker, Accare, Lentis en andere provinciale en landelijke jeugdzorg-instellingen. Bijzondere aandacht verdienen de cijfers van Bureau Jeugdzorg, omdat dit bureau de 'toegangspoort' is tot de jeugdzorg, en de cijfers van Menzis, het zorgkantoor waar de financiële afhandeling van zorgaanspraken wordt geregistreerd. Bij de onderzoeksactiviteiten rond het onderwerp jeugd, wordt waar mogelijk aangesloten bij het routekaarttraject dat behoort bij de transitie Jeugdzorg. Bij de eerste inventarisatieronde hebben gemeenten aangegeven behoefte te hebben aan onderstaande onderzoeken. Aangezien het beleidsterrein jeugd (transitie Jeugdzorg) volop in beweging is, kunnen onderzoeksvoorstellen inmiddels minder opportuun zijn of is het zaak deze aan te passen aan bijvoorbeeld het routekaarttraject Onderstaande voorstellen worden daarom opnieuw getoetst bij gemeenten en zijn derhalve onder voorbehoud opgenomen in de onderzoeksagenda. 1.
Het verzamelen en analyseren van bestaande data uit registraties van jeugdzorginstellingen en waar mogelijk koppelen van deze gegevens zodat een optimaal beeld ontstaat van het gebruik van jeugdzorg in de provincie Groningen. Ook willen we de mogelijkheden verkennen om relaties te analyseren tussen jeugdzorgcijfers en onderwijscijfers in het kader van de wet Passend onderwijs. We zoeken hierbij samenwerking met andere onderzoeksbureaus die zich bezighouden met jeugdzorgcijfers in de provincie Groningen.
2.
Dit jaar komt een gegevensbestand van het SCP beschikbaar omtrent problemen bij jeugdigen en hun opvoeders, en hun jeugdzorggebruik. De in dit bestand aanwezige Groninger data willen we nader analyseren en spiegelen aan de uitkomsten van het landelijke SCP onderzoek en eventueel ander regionaal onderzoek, bijvoorbeeld van PON in Noord-Brabant, zodat een beter zicht ontstaat op de problemen van jeugdigen in samenhang met het zorggebruik. Welk zorgaanbod past nu eigenlijk het best bij de wensen en behoeften van de jongeren?
3.
Sinds 2009 bestaan er Centra voor Jeugd en Gezin [CJG) in Groningen. De CJG's verschillen nogal van elkaar. Daartoe willen we een evaluatieonderzoek uitvoeren waarbij de CJG's worden geëvalueerd volgens een landelijke basisset van 12 prestatieindicatoren die zijn opgesteld/benoemd door Tom van Yperen en Paolo van der Steenhoven [Nederlands Jeugd Instituut). Dit zou een nulmeting kunnen zijn, waarna over twee jaar een vervolgmeting wordt uitgevoerd. Voorwaarde is dat gemeenten bereid zijn hun medewerking te geven aan deze nulmeting. Dit wordt in 2013 uitgezocht en voorbereid zodat de nulmeting in 2014 kan worden uitgevoerd.
4.
Waar worden de persoonsgebonden budgetten [PGB's) [in de jeugdzorg) aan besteed? En hoe worden deze bestedingen verantwoord? Via een kwalitatief onderzoek kunnen we inventariseren wat er zoal wordt ingekocht. Als er een duidelijk beeld ontstaat waar de PGB's nu aan worden besteed kan overwogen worden om in een kwantitatieve follow-up te kijken wat een en ander betekent in termen van effectiviteit en efficiëntie binnen de jeugdzorg.
C. Krimp &\Leefbaarheid Het Kennisnetwerk Krimp Noord Nederland [KKNN) heeft een uitgebreide kennisagenda Krimp opgesteld. In samenspraak met KKNN willen we kijken hoe we aan enkele van deze vragen verder vorm kunnen geven. Wij denken daarbij aan: 1. Welke gebieden [o.a. gemeenten, dorpen, buurten) ontgroenen of vergrijzen het snelst? 2. Welke dorpen en gemeenten kennen de grootste uitstroom van jongeren? 3. In hoeverre voelen de bewoners van deze krimpgebieden zich betrokken bij hun dorp of regio? 4. Hoe zienjze hun toekomst? 5. Van welke voorzieningen maken de bewoners daadwerkelijk gebruik en welk belang hechten ze aan de verschillende voorzieningen. Bijzondere aandacht zullen we besteden aan mobiliteit en [ervaren) bereikbaarheid van voorzieningen. 6. We starten in 2013 een onderzoek dat zich specifiek richt op de sociale vitaliteit van dorpen in Groningen. 7. Op het gebied van Sportdeelname en Cultuurparticipatie zijn er het afgelopen jaar enkele nieuwe ontwikkelingen ingezet door het SCP wat heeft geresulteerd in een nieuw onderzoeksinstrument 'de VrijeTijdsOmnibus'. De lange vragenlijst en de uitvoering van het veldvverk maakt lokale deelname erg duur. In overleg met het Huis voor de Sport, zal het Sociaal Planbureau Groningen een aangepaste vragenlijst opstellen. Sportdeelname van de Groninger bevolking zal hierin centraal staan.
5. Flexibiliteit en vrije ruimte De onderzoeksagenda is niet statisch. Zo kan bijvoorbeeld voorgenomen onderzoek worden aangepast of|heroverwogen op basis van ontwikkelingen binnen beleidsvelden. Tevens is er een 'vrije' ruimte beschikbaar voor extra onderzoeksvragen. Deze ruimte beslaat maximaal 10 procent van het onderzoeksbudget en kan door de provincie worden ingevuld op basis van bijvoorbeeld actuele ontwikkelingen.
6. Het Grcininger Panel Momenteel is het Groninger Panel in ontwikkeling. Dit panel bestaat uit een representatieve groep inwoners van de provincie Groningen die hebben aangegeven regelmatig te willen meewerken aan een internetonderzoek van het Sociaal Planbureau Groningen. Door de grootte en het representatieve karakter van het panel kunnen ad-hoc vragen van de provincie en gemeenten op korte termijn worden behandeld. Het streven is om in 2013 te komen tot een representatief panel van circa 1.500 inwoners van 18 jaar en ouder, dat circa 4 tot 6 keer per jaar middels een enquête wordt ondervraagd via het internet. Via email worden de panelleden uitgenodigd om deel te nemen aan online onderzoeken. Via nieuwsbrieven, twitter en de website van het Sociaal Planbureau zullen de resultaten van de enquêtes worden gepresenteerd.
In totaal willen we op jaarbasis maximaal 6 onderzoeken middels het Groninger Panel uitvoeren. De reeds beschreven panelonderzoeken zijn: a. Onderzoek naar de ervaringen met wonen en leven in een krimpgebied [thema Krimp en Leefbaarheid); b. Onderzoek naar sociale uitsluiting en eenzaamheid [thema Gezondheid, zorg en kwetsbare groepen); c. Onderzoek naar vrijwilligers en mantelzorgers [thema Gezondheid, zorg en kwetsbare groepen); d. Onderzoek naar sportdeelname [thema Krimp en Leefbaarheid).