i^smiamim^^wmmmimmsmi^m
ronmgen Aan Provinciale Staten
Martinikerkhof 12 p"trTlv V Postbus 610 * i 9700 AP Groningen J X / ü ï i a L ' f t e C i I i t-\ 050 316 49 11 'J y.'ull.'» 'tV'Oi»' 050 316 49 33
SE
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Antwoord op Bijlage Onderwerp
20l2-5Z7el749&.17, ECP 430601 Punter M. (050)316 4472
[email protected]
Subsidieaanvraag in het kader van de Versnellingsagenda 2.0 periode 2013-2014
Geachte dames en heren, 1. Aanleiding
yj
In 2009 startte het toenmalige kabinet met het 'Actieplan Jeugdwerkloosheid'. De manifestatie van de crisis was voor het Rijk aanleiding om landelijk 250 miljoen euro beschikbaar te stellen, om te voorkomen dat een generatie jongeren verioren zou gaan. De middelen waren bedoeld om: jongeren langer op school te houden, stageplekken te creëren en jongeren adequaat naar werk te begeleiden. In Groningen is daar door de drie arbeidsmarktregio's (Noord, Oost en Centraal) ruim op ingezet. Ook binnen de Provincie Groningen werd in datzelfde jaar de behoefte en noodzaak gevoeld om actie te ondernemen tegen de crisis. Naast een hier niet verder te behandelen 'infrastructurele Versnellingsagenda' (het versnellen van aanbestedingen e.d.) resulteerde dat in de Versnellingsagenda 1.0 specifiek voor de arbeidsmarkt. Beide initiatieven (het Actieplan Jeugdwerkloosheid en de Versnellingsagenda 1.0) zijn aan elkaar gekoppeld en hebben elkaar daardoor versterkt. Dit resulteerde in een unieke samenwerking tussen de arbeidsmarktregio's onderiing, waarin middelen en inspanningen werden gecombineerd, maar ook met het onderwijs en deels het bedrijfsleven. Tussen de regio's was sprake van kennisuitwisseling en gezamenlijk uitvoering van projecten. De opgezette structuur zorgde bovendien voor korte lijnen en een pragmatische aanpak, wat uiteindelijk leidde tot goede resultaten. Over deze resultaten bent u per brief geïnformeerd. In 2011 stopte het Rijk met het Actieplan Jeugdwerkloosheid en ook de Versnellingsagenda 1.0 loopt ten einde (31-12-2012). De crisis is echter nog altijd niet voorbij in (Noord) Nederiand. De effecten van deze economische moeilijke tijden zien wij op alleriei terreinen neerslaan. Zo blijven jongeren, gezien de oplopende jeugdwerkloosheid, kwetsbaar op de ruime arbeidsmarkt en blijft het behalen van een startkwalificatie een noodzaak. Daarnaast verdienen jongeren met een beperking (Wajong) of ouderen waarvan de opleiding niet aansluit bij de vraag op de markt consequent en consistente aandacht.
06-HB-SG-001
Daarom is blijvend investeren in deze doelgroepen noodzakelijk. Alle cijfers wijzen uit dat Nederiand, in de nabije toekomst, al het arbeidspotentieel hard nodig heeft. Door vergrijzing en ontgroening ontstaat er een krapte op de arbeidsmarkt. Om vraag en aanbod, in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin in balans te brengen is investeren en opleiden in de groep die nu langs de kant staat belangrijker dan ooit. In het Economisch Actieprogramma Groningen 2012- 2015 wordt al fors ingezet op arbeidsmarkt Gelet op bovenstaande en zoals aangegeven in recente Commissievergaderingen en in de eindevaluatie van het Programma Arbeidsmarkt 2008-2012, willen wij begin 2013 starten met: de Versnellingsagenda 2.0. Een agenda waarin overheden, onderwijs en bedrijfsleven de krachten blijven bundelen om samen jongeren en andere genoemde (kwetsbare) groepen te begeleiden naar de regionale arbeidsmarkt. Met de versnellingsagenda willen wij opnieuw een 'boost' geven aan gemeenten, ROC's en de sociale werkvoorzieningen. Daarmee zetten wij in op de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, ondersteuning van kwetsbare groepen uit bijvoorbeeld de sociale werkvoorzieningen en verdere structurering van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Op korte termijn moet dit ervoor zorgen dat de aanhoudende crisis minder hard neerdaalt op het kwetsbare deel van de arbeidsmarkt in onze provincie, die groep die wij op langere termijn heel hard nodig hebben. Wij willen dat meer dan 10.000 jongeren kennismaken met werken in de techniek (via het Seaports Xperience Center (SXC)), dat tientallen extra studenten die de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL'ers) volgen, instromen op banen in het bedrijfsleven en bij de overheid, dat er 500 werkervaringsplaatsen komen in Oost Groningen, extra stages voor HBO'ers, met werkloosheid bedreigden ondersteuning krijgen om ander werk te zoeken, dat ruim honderd verslaafden en jonge moeders weer richting werk worden gebracht, dat er nog minder jongeren voortijdig met hun opleiding stoppen etc. De Versnellingsagenda 2.0 is een logisch vervolg op de Versnellingsagenda 1.0. De succesvol gebleken bovenregionale samenwerking, overieg- en werkstructuur tussen de arbeidsmarktregio's Noord, Oost en Centraal Groningen willen wij verder versterken en uitbouwen. Daarmee willen wij tevens een vervolg bieden aan enkele goedlopende projecten. De cijfers, feiten en ontwikkelingen Economische ontwikkelingen. De economische ontwikkelingen zien er op korte termijn niet goed uit. De financiële Europese crisis blijft aanhouden en heeft mede geleid tot de gevreesde "dubbele dip", de zoektocht naar vele miljarden die bezuinigd moeten worden, zorgen bovendien voor een somber beeld. Het Centraal Plan Bureau (CPB) voorziet dat in 2012 het Bruto Binnenlands Product afneemt met /^ procent en hoopt op een licht herstel in de jaren daarna. De consumptieve bestedingen blijven daardoor onder druk staan. De Noordelijke economie heeft daar relatief meer last van, doordathet gemiddelde inkomen hier lager ligt dan in de rest van Nederiand. Werkgelegenheid De groei van de werkgelegenheid in het Noorden, uitgedrukt in het aantal banen van 12 uur of meer per week, is de laatste twee jaar weer tot stilstand gekomen, nadat ze vanaf 2006 met ruim 1% per jaar was gegroeid.
Uitkeringen In de provincie Groningen zijn, uitgedrukt als percentage van alle inwoners van 15-65 jaar, relatief veel mensen met een uitkering. Groningen heeft met ruim 4% relatief veel mensen in de Wet Werk en Bijstand (WWB'ers )(16.800) en met 2,5% ook veel Wajong'ers (10.400). In het aantal Niet Werkende Werkzoekenden (NWW'ers) is zowel landelijk als in Groningen de conjuncturele trend zichtbaar. De sterke daling is begin 2009 omgeslagen in een stijging. Van januari 2009 tot januari 2010 groeide het aantal NWW'ers in Noord-Nederiand met 16,5%. Na een dalende tendens vanaf voorjaar 2010 is het aantal NWW'ers recent weer gestegen tot bijna 8% van de beroepsbevolking, waarbij de stijging sterker is dan het landelijke beeld. De werkloosheid onder jongeren tot 27 jaar laat een grillig verioop zien in vergelijking met andere leeftijdsgroepen. Hoewel het aantal jongere NWW'ers sterker is afgenomen dan het totale NWW-bestand (14% om 9%), blijft het werkloosheidspercentage onder jongeren structureel hoger dan dat van de beroepsbevolking als geheel in Nederiand De Jeugdwerkloosheid (september 2008-september 2009) kenmerkt zich door een vrijwel onafgebroken stijging in heel Nederiand. De jeugdwerkloosheid in Groningen steeg in deze periode van 2.097 naar 3.043; een stijging van 45,1%. In heel Nederiand steeg de jeugdwerkloosheid in deze periode van 36.932 naar 57.759; een stijging van 56,4% (bron: UWV). Wet Werken naar Vermogen In juni 2012 is het wetsvoorstel Wet Werken naar Vermogen (WWnV) door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Gemeenten gaan desondanks voor het overgrote deel gewoon door met de transities in het sociale domein zoals ook gevraagd door de VNG en het ministerie van SZW. In Noord-Nederiand, en dan vooral in de provincie Groningen, is de doelgroep voor de WWnV relatief groot. Zowel de groep in de Sociale Werkvoorziening (WSW) als in de bijstand (WWB) is aanzienlijk groter dan het landelijke niveau. Daarbij zijn er wel grote verschillen op gemeenteniveau. Vooral in Oost-Groningen hebben wij te maken met specifieke problematiek. Het aantal personen in de WSW ligt vele malen hoger dan in de rest van de provincie en ook hoger dan het landelijke gemiddelde. Door de bestuurders in deze regio is onlangs, in samenwerking met de provincie Groningen, bij het Rijk aan de bel getrokken, omdat de financiële gevolgen ernstig zijn als de wet op de oorspronkelijke wijze zou worden ingevoerd. Het gehele participatie budget dat beschikbaar is bij invoering van de WWnV zou dan in de oude systematiek opgaan aan de loonkosten van de zittende SW populatie. Het is dan ook noodzakelijk, dat in dit gebied een nieuwe structuur wordt opgezet door de zeven gemeenten in nauwe samenwerking met de sociale werkvoorziening. Vooruitlopend op de controversieel verklaarde Wet Werken naar Vermogen, waarvan de verwachting is dat deze in de nieuwe kabinetsperiode alsnog op enige wijze zal worden ingevoerd, is er een Oost- Gronings initiatief ontstaan. In het gebied gaat men werken aan het tackelen van deze al vele jaren ongewenste situatie. Het opnieuw screenen en activeren (het liefst naar werk) van de groep aan de onderkant van de arbeidsmarkt zal met behulp van vijf Trainings-Diagnose Centra (TDC) en een nauwe samenwerking tussen gemeenten en SW bedrijven (Synergon en Wedeka) plaatsvinden.
2. Samenvatting De economische crisis is nog niet voorbij in (Noord) Nederiand. De effecten van deze economisch moeilijke tijden zien we op alleriei terreinen neerslaan. Zo blijven Jongeren, gezien de oplopende jeugdwerkloosheid, kwetsbaar op de ruime arbeidsmarkt en blijft het behalen van een startkwalificatie een noodzaak. Daarnaast verdienen jongeren met een beperking (Wajong) of ouderen waarvan de opleiding niet aansluit bij de vraag op de markt, consequent en consistente aandacht. In de Provincie Groningen zijn, met inachtneming van verschillen op gemeenteniveau, de populatie WWB, Wajong en WSW relatief groot te noemen ten opzichte van de landelijke gemiddelden. Daarom is blijvend investeren in deze doelgroepen noodzakelijk. Alle cijfers wijzen uit dat Nederiand, in de nabije toekomst, al het arbeidspotentieel hard nodig heeft. Door vergrijzing en ontgroening gaat er een krapte op de arbeidsmarkt ontstaan. Om vraag en aanbod, in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin in balans te brengen is investeren en opleiden in de groep die nu langs de kant staat belangrijker dan ooit. Deze ontwikkelingen maken dat wij willen starten met de Versnellingsagenda 2.0. Dit programma is des te meer nodig omdat het Rijk in 2011 stopte met het Actieplan Jeugdwerkloosheid en ook de provinciale Versnellingsagenda 1.0 ten einde (31-12-2012) loopt. In 2009 startte de Versnellingsagenda 1.0 specifiek gericht op de arbeidsmarkt. De Versnellingsagenda was een initiatief van de Provincie Groningen om antwoord te geven op de toen in alle hevigheid losgebarsten crisis en in samenwerking met sociale partners, kennisinstellingen en het bedrijfsleven te zorgen voor een goed functionerende arbeidsmarkt met specifieke aandacht voor de aansluiting tussen arbeidsmarkt en onderwijs. Landelijk werd vanuit het Rijk bovendien het Actieplan Jeugdwerkloosheid gestart om te voorkomen dat een hele generatie jongeren verioren zou gaan. Beide initiatieven werden binnen de Provincie Groningen aan elkaar gekoppeld. Wat leidde tot een unieke samenwerking tussen de arbeidsmarktregio's, onderwijs en deels het bedrijfsleven. De Versnellingsagenda 2.0 zien wij als een logisch vervolg op de Versnellingsagenda 1.0. De succesvol opgebouwde bovenregionale samenwerking, overieg- en werkstructuur tussen de arbeidsmarktregio's Noord, Oost en Centraal Groningen willen we niet verioren laten gaan, maar verder versterken en uitbouwen. Met de agenda bieden wij een vervolg aan enkele goedlopende projecten en geven op die manier opnieuw een 'boost' aan gemeenten, ROC's en de sociale werkvoorzieningen. Uiteindelijk doel is een goed functionerende arbeidsmarkt in de Provincie Groningen, waar vraag en aanbod zowel kwantitatief als kwalitatief in balans zijn. In de Versnellingsagenda 2.0. participeren de volgende partijen: Arbeidsmarktregio Noord Groningen Arbeidsmarktregio Oost Groningen Arbeidsmarktregio Centraal Groningen (incl. Haren en Westerkwartier) Sociale Werkvoorziening Oost Groningen (9 gemeenten plus Synergon en Wedeka) VSV; de gezamenlijke 3 Regionale Meld- en Coördinatiepunten Voortijdigschoolveriaters (inclusief Werkschool) Seaports Xperience Center (SXC)
Gemeenschappelijke Opleidings Activiteit voor de Publieke Sector (GOA Publiek) Deze partijen zijn opgenomen in de Versnellingsagenda omdat het de partijen zijn die een wezenlijke rol vervullen om de hierboven beschreven doelgroepen naar de arbeidsmarkt te leiden, dan wel te zorgen dat er voldoende gekwalificeerde mensen zijn die voldoen aan de gestelde vraag vanuit het bedrijfsleven. Het primaat bij de sociale zekerheid ligt bij de gemeenten, zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. De kennisinstellingen zijn verantwoordelijk voor de verbinding tussen onderwijs en vraag op de arbeidsmarkt. De provinciale rol ligt voornamelijk bij het verbinden van deze partijen waarbij we ook aandacht zullen besteden aan het bedrijfsleven. Met in achtneming van onze rol en in samenwerking met onze partners, willen wij met de Versnellingsagenda inzetten op een aantal concrete thema's die extra aandacht behoeven. Deze thema's sluiten goed aan bij de thema's verwoord in het Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015 en in de lokale gemeentelijke beleidsplannen. 1. Verkleinen discrepantie vraag-aanbod 2. Verhogen participatiegraad 3. Bestrijden jeugdwerkloosheid 4. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 5. Voorbereiding op krimp & krapte 6. Voortzetting en intensivering van samenwerking tussen Onderwijs/Overheid/Bedrijfsleven Op voorhand hebben wij een aantal voorwaarden opgesteld en de participerende partijen gevraagd om projectplannen in te dienen die voldoen aan deze voorwaarden: • • o » o
Partijen investeren in zowel regionale als bovenregionale samenwerking (= provinciale). De plannen zijn tot stand gekomen met partners in de regio. Er wordt geïnvesteerd in kwetsbare groepen, in het bijzonder jongeren. Er wordt geïnvesteerd in zowel korte termijn actie als in middenlange/lange termijn acties/oplossingen. Activiteiten zijn bij voorkeur een voortzetting van succesvolle bestaande activiteiten (ontwikkeld ten tijde van de Versnellingsagenda 1.0 /Actieplan Jeugdwerkloosheid) of bevatten innovatieve nieuwe elementen.
Alle partijen hebben plannen ingediend die voldoen aan boven.staande voorwaarden, zodat in 2013 met de Versnellingsagenda 2.0 kan worden gestart.
3. Inhoud Hierboven hebben wij de aanleiding en enkele cijfers en feiten weergegeven. Het is duidelijk dat er een extra impuls moet worden gegeven. De crisis bestrijden is een zaak van de lange adem geworden waarbij investeren om ons arbeidspotentieel arbeidsfit te maken en te houden essentieel is om straks de krapte die zal ontstaan door vergrijzing en ontgroening het hoofd te kunnen bieden. Krachtenveld en rolverdeling Binnen het arbeidsmarktterrein zijn er verschillende actieve spelers. Maar er zijn een aantal partijen die er echt toe doen. Deze partijen hebben wij bij elkaar gebracht in dit initiatief. De afstemming die nodig is om al die partijen bij elkaar te houden kost veel inspanning maar levert steeds meer op. De tijdens het Versnellingsagenda 1 .O/Actieplan Jeugdwerkloosheid opgezette bovenregionale samenwerkingsstructuur werpt nu zijn vruchten af. De uitdaging om tijdens de recente economische recessie slagvaardig en doortastend te zijn in het kader van het arbeidsmarktbeleid blijft echter onverminderd overeind, daarom is het van belang de opgebouwde structuur te blijven stimuleren en verder te ontwikkelen. Het primaat binnen de sociale zekerheid ligt bij de gemeenten, zij zijn verantwoordelijk voor de uitvoering (het daadwerkelijk begeleiden en toeleiden van werkzoekenden (WWB en WSW in samenwerking met de SW bedrijven) naar de arbeidsmarkt). Gemeenten zien zich echter geconfronteerd met steeds verdergaande bezuinigingen. In de Provincie Groningen kennen wij voortrekkersrollen die vervuld worden door de gemeenten Veendam, Delfzijl en Groningen voor respectievelijk de regio's Oost Groningen, Noord Groningen en de stad Groningen (en omgeving). De kennisinstellingen (o.a. VMBO, MBO, HBO) hebben een primaire rol als het gaat om het verzorgen van opleidingen die aansluiten bij de toekomstige vraag op de arbeidsmarkt Onze rol zien wij als verbindende partij. Op provinciaal niveau willen wij de partijen bij elkaar brengen, verbindingen leggen en waar nodig complementair zijn ten opzichte van bestaande of nieuwe initiatieven. Naast de gemeenten en de kennisinstellingen zijn ook het bedrijfsleven en het UWV WERKbedrijf betrokken partijen op de arbeidsmarkt. Partijen De volgende partijen participeren in de Versnellingsagenda 2.0: Arbeidsmarktregio Noord Groningen Arbeidsmarktregio Oost Groningen Arbeidsmarktregio Centraal Groningen (incl. Haren en Westerkwartier) Sociale Werkvoorziening Oost Groningen (7 gemeenten plus Synergon en Wedeka) VSV; de gezamenlijke 3 Regionale Meld- en Coördinatiepunten Voortijdigschoolveriaters (VSV) (inclusief Werkschool) Seaports Xperience Center (SXC) Gemeenschappelijke Opleidings Activiteit voor de Publieke Sector (GOA Publiek) Deze partijen zijn opgenomen in de Versnellingsagenda 2.0 omdat het de partijen zijn die een wezenlijke rol vervullen om de hierboven beschreven doelgroepen
naar de arbeidsmarkt te leiden, dan wel te zorgen dat de doelgroep een kwalificatie behaald die aansluit bij de vraag vanuit het bedrijfsleven. Thema's Met in achtneming van onze rol en in samenwerking met onze partners, willen wij met de Versnellingsagenda, inzetten op een aantal concrete thema's die een extra impuls behoeven. Deze thema's sluiten goed aan bij de thema's verwoord in het Economisch Actieprogramma Groningen 2012-2015 en in de lokale gemeentelijke beleidsplannen. 1. Verkleinen discrepantie vraag-aanbod 2. Verhogen participatiegraad 3. Bestrijden jeugdwerkloosheid 4. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt 5. Voorbereiding op krimp & krapte 6. Voortzetting en intensivering van samenwerking tussen Onderwijs/Overheid/Bedrijfsleven. Aanvullend Investeren in de arbeidsmarkt kan uiteraard niet zonder het bedrijfsleven. Daarom willen wij met de Versnellingsagenda 2.0 blijven investeren in onze relatie met het bedrijfsleven (waaronder de grote bedrijven in de Eemshaven). Dit moet leiden tot een stevige relatie tussen de lokale bedrijven, gemeenten en het onderwijs. De belangrijkste partners zijn daarnaast de Midden- en Klein Bedrijven (MKB). Het grootste deel van de Groningse werkgelegenheid zit bij deze bedrijven. Wij hebben het MKB dan ook nodig om kwetsbare jongeren op te leiden (BBL plaatsen) en te behouden voor de lokale arbeidsmarkt. Uit recente cijfers blijkt dat voor de groep BBL'ers het vinden van een opleidingsplaats door de aanhoudende crisis steeds moeilijker wordt. Dat overheden ook binnen hun eigen organisaties een verantwoordelijkheid nemen blijkt uit de deelname aan de Stichting GOA Publiek. Een initiatief waarin overheden aangemoedigd worden om zelf meer BBL leeriingen (4 dagen werken, een dag naar school) in dienst te nemen. Inmiddels zijn er in de afgelopen periode 80 jongeren geplaatst op een BBL plaats bij o.a. gemeenten, provincies, waterschappen en onderwijsinstellingen. De noodzaak is, zoals gezegd, groter dan ooit, daarom willen we hier met de agenda opnieuw een impuls aangeven. Zoals hierboven al aangegeven verwachten we door de vergrijzing en ontgroening een krapte op de arbeidsmarkt. In een aantal sectoren (o.a. techniek en zorg) zien we nu al tekorten ontstaan, de verwachting is dat dit tekort in de toekomst alleen maar zal stijgen. Het is dus belangrijk om al in een vroeg stadium (interesse bij leeriingen uit het basisonderwijs voor deze sectoren) op te pakken of door te zetten. Een goedlopend initiatief (vanuit Versnellingsagenda 1.0) is het Seaports Xperience Center (SXC). Bij het SXC maken in dit jaar alleen al 10.000 leeriingen (in het bijzonder uit de groepen 7 en 8 uit het basisonderwijs en voortgezet onderwijs) kennis met techniek (energie, logistiek, maritiem, bouw en chemie) en het werken in de Eemshaven of Delfzijl. Met de Versnellingsagenda 2.0 willen wij hier verder op inzetten. Tot slot zullen wij ook moeten blijven investeren in kleine maar tot op heden goed lopende samenwerkingsprojecten met onze Duitse buren waar, in tegenstelling tot Nederiand, sprake is van krapte op de arbeidsmarkt. Voor jongeren, maar ook ouderen liggen daar kansen op de arbeidsmarkt. Een succesvol project waarbij jongeren uit Nederiand zonnepanelen lamineren in Duitsland verdient navolging.
daarnaast start binnenkort een Duits- Nederiandse vacaturebank, de arbeidsmarkt houdt niet op bij provinciegrenzen. Randvoorwaarden Wij hebben de partijen gevraagd projectplannen in te dienen die in hoofdlijnen voldoen aan de volgende voorwaarden: 9 o o • 8
Partijen investeren in zowel regionale als bovenregionale samenwerking (= provinciale), De plannen zijn tot stand gekomen met partners in de regio. Er wordt geïnvesteerd in kwetsbare groepen, in het bijzonder jongeren. Er wordt geïnvesteerd in zowel korte termijn acties (crisismaatregelen) als in middenlange/lange termijn acties/oplossingen. Activiteiten zijn bij voorkeur een voortzetting van succesvolle bestaande activiteiten (ontwikkeld ten tijde van Versnellingsagenda 1.O/Actieplan Jeugdwerkloosheid) of bevatten innovatieve nieuwe elementen.
Inhoud van de Plannen De bovengenoemde partijen hebben plannen ingediend, die voldoen aan de gestelde criteria en passen in het Economisch Actieprogramma Groningen. We beschrijven hierna de inhoud van de afzonderiijke plannen op hoofdlijnen. De 3 subregio's houden de samenwerkingsstructuur, zoals opgezet tijdens de periode van de Versnellingsagenda 1.0 en het Actieplan jeugdwerkloosheid in stand; zowel bestuuriijk als op management- en operationeel niveau vindt afstemming en samenwerking plaats, ledere partij heeft in haar plannen concrete doelen opgesteld, waarop wij zullen monitoren. Aan het einde van de Versnellingsagenda 2.0 zullen de resultaten dan ook worden afgezet tegen deze gestelde doelen. Noord Groningen Arbeidsmarktregio Noord Groningen zet met haar plan 'Opstropen die mouwen' in op een aanpak in projecten langs 3 sporen; 1. Arbeidsmarkt en zorg. Het doel van dit spoor is om belemmeringen weg te nemen bij werkzoekenden om aan het werk te gaan. Dit kunnen belemmeringen zijn op één of meerdere leefgebieden, zoals: schulden, verslaving e.d. Succesvolle aanpakken uit de vorige periode worden voortgezet Voorbeelden zijn de projecten 'Jonge moeders' en 'Uit de zijlijn'. Naast deze projecten worden er, samen met projectpartners, ook nieuwe aanpakken ontwikkeld bijvoorbeeld rond de aanpak van verslaafde jongeren in samenwerking met Verslavingszorg Noord Nederiand (VNN) en de aanpak van de wachtlijst SW met de SW-bedrijven. 2. Arbeidsmarkt en onderwijs. Doel van dit spoor is om de sluitende keten rond jongeren, in samenwerking met partners in de regio, sluitend te houden en alle jongeren in beeld te houden. De diverse Sociale diensten, UWV, RMC en scholen werken binnen dit spoor nauw samen. De aanpak is voornamelijk bovenregionaal, omdat de meeste jongeren (75%) uit Noord Groningen in de stad naar schooi gaan. Voorbeeldprojecten: borging van het project 'leren en werken', extra begeleiding op school (voor jongeren die lang van school af zijn geweest, warme overdracht van Werkplein naar school en bredere intake op school voor jongeren.
3. Werk - werk - werk. Het doel van dit spoor is om ervoor te zorgen dat jongeren niet lang werkloos blijven en ouderen niet werkloos worden. Uit onderzoek is gebleken dat daar de knelpunten liggen. Op de langere termijn wil de regio werken aan het verhogen van de participatiegraad van de beroepsbevolking, om daarmee in te spelen op de vergrijzing en ontgroening. De aanpak bestaat deels uit bestaande en deels nieuwe aanpakken (bv. groepen werkzoekende plaatsen bij een werkgever, werkgeverscarrousel). Financiën Begroting: € 1.065.000,Bijdrage provincie; € 500.000,Oost Groningen De regio Oost Groningen zet in op scholing en activering binnen de SWinfrastructuur, dit vanwege het feit dat er voor een langere periode gebrek is aan groei van de werkgelegenheid. Na scholing en activering moet er aansluiting zijn op projecten die gericht zijn op werken en leren, met name provinciaal opgezet. De aanpak wordt vormgegeven door een aantal projecten, waaronder: Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent (AKA) onderwijs op TDC's. Doel van dit project is om ervoor te zorgen dat er voldoende scholingsaanbod is op MBO-niveau 1 (AKA) op de TDC's om het gat tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te dichten. Scholingsadvies. Doel van dit project is het ontwikkelen en bestendigen van een integrale aanpak op leren en werken, om zoveel mogelijk jongeren terug te leiden naar school en de juiste begeleiding daarbij te bieden. Back at school. Doel van dit project is om de terugkeer van jongeren in het onderwijs, zo succesvol mogelijk te laten veriopen en daarmee te werken aan zo min mogelijk uitval, door het bieden van begeleiding/coaching in de eerste periode op school. Verslavingszorg/psychische problematiek. Doel van dit project is om een sluitende aanpak te ontwikkelen rond verslaafde jongeren; dit project is zowel gericht op het ondersteunen/behandelen van verslaafde jongeren, zodat ze aan het werk kunnen, maar ook op deskundigheidsbevordering rond verslavingsproblematiek bij professionals die met de jongeren werken. BBL-trajecten. Doel van dit project is om jongeren te plaatsten op BBLtrajecten in de sectoren: groen, procestechniek en electro. Financiën Begroting; € 1.000.000,Bijdrage provincie; € 460.000,-. Centraal Groningen De arbeidsmarktregio Centraal Groningen zet met haar plan in op samenwerking en projecten langs de volgende 3 lijnen; 1. Werk. Dit zijn projecten gericht op het verkrijgen of behouden van werk. Het betreffen grote en kleine arrangementen met werkgevers (al dan niet in samenwerking met de regio's Noord en Oost. Daarbij wordt ook veel ingezet op de techniek, waaronder de procestechniek en installatietechniek. In de stad is het percentage hoog opgeleide werkzoekenden fors; hier wil men extra ondersteuning bieden om deze groep aan het werk te krijgen. Het betreft deels een voortzetting van bestaande projecten (bv. Niemand buitenspel met FC Groningen, Doorkoken, Groenproject met AOC Terra) en deels nieuwe projecten.
2.
Onderwijs. Projecten in deze lijn zijn gericht op het terugleiden van jongeren naar school of het op school houden van jongeren om ervoor te zorgen dat ze een startkwalificatie behalen. Projecten die daarbij horen zijn o.a. jongerenloket Hoogezand, doorontwikkeling succesvol project ZINN 2.0, Traject voor de toekomst (samenwerking ROC's en Werkpleinen t.b.v. voorkomen voortijdig schoolveriaten, Techwise (nieuw project samenwerking VMBO-MBO-leeriingen). 3. Flankerend beleid in de regio Centraal concentreert zich o.a. rond het Platform zij-instroom techniek, waarin onder andere het UWV, de Werkpleinen en de Opleiding en Ontwikkelingsfondsen (O&O-fondsen) zich inzetten om de vergrijzingsproblematiek in de techniek tegen te gaan (samen met regio's Noord en Oost). Financiën Begroting; €1.337.000,Bijdrage provincie; € 582.250,-. RMC - Voortijdig schoolverlaten De 3 RMC-regio's Noord, Oost en Centraal hebben in hun plan 'Lerend aan de slag' een ambitie geformuleerd om het voortijdig schoolveriaten binnen de provincie Groningen nog verder terug te dringen. De 3 RMC-regio's hebben daarover afzonderiijk convenanten met het Ministerie van OC&W afgesloten. In onze provincie werken de drie regio's echter veel samen. Van de provincie vragen de regio's extra ondersteuning om de bovenregionale samenwerking, die ondersteunend is aan het realiseren van de ambities, vorm te geven. Het plan beschrijft 3 actielijnen; 1. Overieg Actieplan VSV/monitoring en analyse a. De voortzetting van de provinciale samenwerking tussen de 3 RMCregio's, de 3 arbeidsmarktregio's Noord, Oost en Centraal, het onderwijs en andere betrokkenen. b. Ontwikkelen van een sturingsmodel met als doel het monitoren van de ontwikkelingen van wet- en regelgeving rond jeugd en in kaart brengen van de kwantitatieve en kwalitatieve gevolgen t.b.v. brede besluitvorming. c. Het borgen van ontwikkelde methodieken en instrumenten in reguliere werkprocessen van de RMC's. 2. De lerende regio's in de provincie Groningen a. Doel van deze aanpak is om van elkaar te leren, waardoor goedlopende pilots/projecten en partnerschappen versterkt, verdiept en over de regio's verspreid worden. Dit gebeurt door bij elkaar in de keuken te kijken, werkbijeenkomsten en uitwisseling van personeel. b. Daarnaast heeft iedere regio haar specifieke leer-/ontwikkelwens geformuleerd, waar ze mee aan de slag wil. Zo wil Noord Groningen een Waddenmodel Plus ontwikkelen (integraal samenwerken op de beide Werkpleinen (sociale dienst, UWV (sociaal medisch), RMC). In Oost Groningen wil men aan de slag met het positioneren van het RMC en leerplicht in de veranderende context van jeugd. In de regio Centraal Groningen gaat men aan de slag met het vormen van 'back to school' - VSV - teams, bestaande uit medewerkers van de sociale dienst, leerplichtambtenaren en RMC-trajectbegeleiders om gezamenlijk de VSV-problematiek te lijf te gaan in samenwerking met het onderwijs.
10
3.
Pilots Werkschool Groningen a. Voor de zomer heeft in de provincie Groningen een verkenning plaatsgevonden naar de behoefte aan een Groningse werkschool. Conclusie; er is draagvlak en men wil het verder verkennen. In deze pilots in 3 arbeidsmarktregio's wil men toewerken naar een virtuele netwerkorganisatie 'de werkschool Groningen' ten behoeve van de toeleiding van kwetsbare jongeren naar de arbeidsmarkt. Financiën Begroting; €600.000,Bijdrage provincie; € 300.000,-.
Seaport Xperience Center (SXC) SXC draagt bij aan de economische, sociale en duurzame ambities van NoordNederiand door de instroom in de technische en technologische opleidingen te bevorderen en te voorzien in voldoende gekwalificeerd personeel voor de korte en (middel)lange termijn. De werkzaamheden van SXC passen in het Topsectorenbeleid van het Rijk, in het Masterplan Bèta en Technologie en in het Economisch Actieprogramma van de provincie Groningen. SXC heeft een businessplan opgesteld voor de jaren 2013-2015, dat voorziet in toenemende opbrengsten en bedrijfsbijdragen en afnemende overheidsbijdragen. SXC verzoekt de provincie Groningen om een bijdrage aan voornamelijk de (inhoudelijke) productontwikkeling van SXC. Financiën Begroting; € 1.440.000,Bijdrage provincie; € 200.000,-. GOA-publiek GOA-publiek detacheert jongeren op leer-werkbanen (BBL-banen) in de publieke sector. Ze begeleidt daarnaast de jongeren intensief om uitval zo laag mogelijk te houden. In de afgelopen 2 jaar heeft GOA-Publiek bijna 80 jongeren op een dergelijke plek weten te plaatsen. Inmiddels wordt duidelijk dat een deel van die plekken structureel beschikbaar worden gesteld door de werkgevers. Op jaarbasis streeft men naar 60 nieuwe plekken. GOA-publiek vraagt een bijdrage van de provincie om de inleenvergoeding laag te houden die inlenende werkgevers moeten betalen voor een BBL-leeriing of HBOtrainee. Daardoor wordt de drempel voor publieke organisaties om (extra) BBLplekken beschikbaar te stellen veriaagd. Financiën Begroting; €3.410.000,Bijdrage provincie; € 150.000,-. TDC Oost-Groningen Oost Groningen (7 gemeenten, Borger-Odoorn en beide Wsw bedrijven) heeft de ambitie om de werkgeversdienstveriening en de diverse Trainings- en Diagnose Centra (TDC) initiatieven die er de afgelopen jaren zijn ontwikkeld, verder op elkaar af te stemmen. Het TDC kent verschillende lokale vestigingen, waarbinnen medewerkers van gemeenten, de SW-bedrijven, reguliere werkgevers en het Noorderpoort op een meer uniforme wijze samenwerken. Doel van het TDC is om werkzoekenden te diagnosticeren en te trainen als voorbereiding op een reguliere baan of werkervaringsplaats. Vanuit het TDC worden ook Wsw-ers gescreend en zo mogelijk gedetacheerd. De komende twee jaar stelt men zich ten doel;
11
o
2.500 werkzoekenden in de praktijk gescreend en gediagnosticeerd te hebben en ondergebracht in een voor alle samenwerkende partijen toegankelijk datasysteem; • Eind 2014 15% (is nu 10%) van alle vacatures in Oost- Groningen te vullen met werkzoekenden uit de WWB, Wajong en WSW. Het realiseren van 500 werkervaringsplaatsen binnen bedrijven; o Reguliere scholing en training (niveau 1 en 2) geïntegreerd te hebben in de TDC's, de werkinfrastructuur van bedrijven en de werk-/leerinfrastructuur van de WSW- bedrijven; • De methodiek (werkgeversbenadering/TDC) te beschrijven en daarmee overdraagbaar te hebben naar andere delen van de Provincie Groningen. Financiën Begroting; € 4.600.000,Bijdrage provincie; € 757.750,-. Financiële paragraaf Wij willen in de aankomende twee jaar maximaal drie miljoen euro besteden aan de Versnellingsagenda 2.0. Dit bedrag wordt gedekt uit het budget REP-ZZL (2 miljoen) en het krediet Arbeidsmarkt (1 miljoen). Uitgangspunt is dat onze partners ook hun (50% cofinancierings)verantwoordelijkheid tonen om uiteindelijk te komen tot een goede en gedragen Versnellingsagenda 2.0. Hieronder wordt een indicatie gegeven van de te verwachten provinciale uitgaven per thema voor een periode van 2 jaar 2013 en 2014 Partner
uitgave 2013
uitgave 2014
Totaal
1 Noord Groningen 2 Oost Groningen 3 Centraal Groningen 4 RMC 5 SXC 6 GOA Publiek 7 TDC-Oost 8 Projectmanagement
€ 250.000,€ 230.000,€291.125,€150.000,€100.000,€ 75.000,€378.875,€ 25.000,-
€ 250.000,€ 230.000,€291.125,€150.000,€100.000,€ 75.000,€378.875,€ 24.625,-
€ 500.000, € 460.000,€582.250,€300.000,€200.000,€150.000,€757.750,€ 49.625,-
Totaal:
€1.475.000,-
€1.475.000,-
€2.999.625,-
4. Afsluiting Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen;
voorzitter.
secretaris.
12