G e m e e n t e D r i m m e k m R e g . nr. K t e » . nr. 'ngefcofnen op V E I L I G H E I D S R E G I O M I D D E N - EN W E S T - B R A B A N T
MID
t 5 JULI 2011 PZ
ow
BftW
BMO
Divers* Gemeente Drimmelen •• ' T.a.v. het College van Burgemeesters & Wethouders Postbus 19 4920 AA Made
Datum Onze referentie
U juli 2011
VRu2011.084
Behandeld door Telefoon
Uw referentie
E-mail
Uw brief van
Onderwerp
Bijlage (n)
C.J.C. den Ouden 076-5282862
[email protected]
Besluitvorming Vergadering Algemeen Bestuur Veiligheidsregio 7 juli 2011 Integraal advies aan het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Begroting 2012
Geacht College van Burgemeester en Wethouders,
Het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant heeft op 7 juli 2011 de onderstaande stukken besluitvormend behandeld. Het betreft: • • •
Het Regionaal Risicoprofiel Het Brandrisicoprofiel, inclusief inspanningsverplichting opkomsttijden alsmede het dekkings- en spreidingsplan Het Beleidsplan 2011-2015 "verbinden en versterken"
Hierbij informeren wij u graag over het resultaat. Het Algemeen Bestuur heeft, met uitzondering van 1 stem tegen, unaniem ingestemd met alle stukken, zulks met inachtneming van overname van het integrale advies dat op basis van de zienswijzen en wensen van de 26 gemeenten tot stand is gekomen. Het betreffende onderliggende integrale advies treft u als bijlage bij deze brief aan. Na het zomerreces sturen wij u toe de ingebonden versie van de vastgestelde documenten waarin alle afspraken behorende bij de besluitvorming van 7 juli jl. zijn verwerkt. Het Algemeen Bestuur heeft in haar vergadering van 7 juli, rekening houdend met het vereiste aantal ontvangen positieve reacties van de deelnemende gemeenten, ook besloten om de ontwerpbegroting 2012 inclusief het financieel meerjarenperspectief vast te stellen. Het bestuur heeft hiermee het advies van de Financiële Commissie van de Veiligheidsregio, tevens het voorstel van het Dagelijks Bestuur, met betrekking tot de ingekomen zienswijzen van gemeenten ten aanzien van de begroting 2012, overgenomen. De inhoud van dit advies is toegevoegd aan het integrale advies wat opgenomen is in de bijlage. Bijgevoegd treft u tevens een exemplaar van de vastgestelde begroting 2012 aan.
Postbus 467
Tel.:013-5325750
www.veilighcidsregiomwb.nl
5000 AL Tilburg
Fax:013-5427680
info@ veiIigheidsregiomwb.nl
Gg
Conform artikel 30, lid 4 van de Gemeenschappelijke Regeling V R M W B biedt ons bestuur aan de Raad een exemplaar van de vastgestelde begroting 2012 aan. Wij verzoeken u deze brief door te geleiden naar uw Raad. De vastgestelde begroting Veiligheidsregio 2012 is inmiddels ook - binnen de daartoe geldende termijn - aangeboden aan Gedeputeerde Staten. Tot slot kunnen wij u toezeggen dat u, gelet op de specifieke betrokkenheid van gemeenten bij de besluitvorming, het verslag van de vergadering van het Algemeen Bestuur van 7 juli jl. ontvangt nadat dit is vastgesteld in de eerstvolgende vergadering. In dit verslag zijn de ingebrachte aandachtspunten en zorgpunten ten aanzien van de verschillende onderwerpen vastgelegd. Vertrouwende u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd, tekenen wij,
Hoogachtend, Namens het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant,
De voorzitter
De secretaris,
Dhr. mr. P.G.A. Noordanus
Mevr. C.J.C. den Ouden MCDM
Bijlage bij brief VRu2011.084 A D V I E S v a n het Dagelijks B e s t u u r aan het A l g e m e e n B e s t u u r v a n de V e i l i g h e i d s r e g i o M W B inzake het b e l e i d s p l a n , generiek risicoprofiel en brandrisicoprofiel c a . ten behoeve van de v e r g a d e r i n g van 7 j u l i 2011 Tilburg/Breda, 23 juni 2011 1. Inleiding Het Algemeen Bestuur (AB) heeft in zijn vergadering van 31 maart 2011 het beleidsplan 2011-2015, alsmede het generiek regionale risicoprofiel en het brandrisicoprofiel voorlopig vastgesteld. Het brandrisicoprofiel wordt ondersteund door enerzijds het plan opkomsttijden brandweer en anderzijds het zogenoemde spreidings- en dekkingsplan brandweerzorg. Voornoemde documenten zijn bij brief van 12 april 2011 aangeboden aan de 26 gemeenten. De gemeenten zijn in de gelegenheid gesteld om voor 11 juni 2011 hun wensen kenbaar te maken met betrekking tot het beleidsplan en hun zienswijze te geven ten aanzien van de beide risicoprofielen, inclusief de daarbij behorende bijlagen. Van de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen is door de gemeenten royaal gebruik gemaakt. De locale betrokkenheid bij de Veiligheidsregio wordt niet alleen gewaardeerd maar is ook gewenst uit een oogpunt van bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak. Een aantal gemeenten heeft, naast het indienen van een zienswijze, soms ook een aantal praktische suggesties gedaan voor de uitvoering van het beleidsplan en/of de risicoprofielen. Die suggesties worden op prijs gesteld en zullen bij de verdere uitwerking van de plannen worden betrokken, bij voorkeur in overleg met de (betreffende) gemeente(n). Op grond van de wet Veiligheidsregio's zijn de Waterschappen, de Politie en de aan onze regio aanpalende Veiligheidsregio's eveneens in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven. Tot slot, maar niet in de laatste plaats, heeft ook de Ondernemingsraad van de brandweer, in aanvulling op de zienswijze van maart 2011, thans een schriftelijke zienswijze aan het Algemeen Bestuur kenbaar gemaakt, met het oog op de definitieve besluitvorming op 7 juli a.s. 2. Ingekomen reacties met betrekking tot het beleidsplan De waterschappen Op 9 juni 2011 hebben de drie Waterschappen (Brabantse Delta, De Dommel en Rivierenland) een gezamenlijke reactie gegeven. In hun reactie met betrekking tot het beleidsplan, waarvan de uitgangspunten worden gedeeld, verzoeken de Waterschappen om intensivering van de samenwerking tussen de Waterschappen en de Veiligheidsregio, met name ten aanzien van de watergerelateerde risico's. Die intensivering van de samenwerking betreft in het bijzonder de volgende onderwerpen: informatiemanagement, incidentbestrijding, risicocommunicatie en opleiden/trainen/oefenen. Reactie en advies De ingekomen inhoudelijke reactie wordt op prijs gesteld en de naar voren gebrachte aandachts- en actiepunten zijn terecht. Het advies is in het beleidsplan in de inleiding van het beleidsplan expliciet aandacht te geven aan de bijzondere relatie met de Waterschappen en in de inhoudelijke hoofdstukken van het beleidsplan in de daarin opgenomen kaders "wat gaan we doen" de door de Waterschappen naar voren gebrachte punten als te bereiken doel c.q. resultaat op te nemen. Tevens wordt geadviseerd de algemeen directeur van de V R M W B op te dragen op korte termijn met de directies van de 3 Waterschappen concrete werkafspraken te maken over het uitwerken van de concrete doelen zoals opgenomen in het beleidsplan, en het bestuur van de V R voor 1 januari 2012 te rapporteren over de uitkomsten daarvan. Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2011
Pagina 1
Het bovenstaande advies geldt mutatis mutandis ook voor de zienswijze van de Waterschappen met betrekking tot het generieke risicoprofiel. Omliggende veiligheidsregio's De Veiligheidsregio's Zuid-Holland-Zuid en Noord-Brabant-Noord hebben een schriftelijke reactie gegeven op het beleidsplan. Beide regio's zijn positief over het beleidsplan. Reactie en advies De V R Z H Z stelt voor om samen met de V R M W B op een nader te bepalen tijdstip een gezamenlijke oefening te organiseren. Het advies is met deze suggestie in te stemmen en de beide directeuren van de V R ' s te verzoeken deze suggestie concreet uit te werken. De V R N B N stelt voor om de materieelspreidingsplannen en de daarop gebaseerde bijstandsafspraken van beide regio's zo veel als mogelijk op elkaar af te stemmen. Het advies is in te stemmen met deze suggestie en de regionaal commandanten van de brandweer van beide regio's te verzoeken de bestaande afspraken voor 1 januari 2013 te actualiseren en/of aan te vullen. Gemeente Oosterhout De gemeente Oosterhout merkt op dat het aantal beschikbare uren voor deelname van medewerkers van operationele diensten aan oefeningen voor G B T en R B T gering is. Deze gemeente stelt voor het aantal uren niet aan een maximum te binden. Reactie en advies Het advies is het voorstel van Oosterhout over te nemen en het gestelde maximum te laten vervallen. Gemeente
Steenbergen
De gemeente Steenbergen brengt naar voren dat de gemeente graag een aantal scenario's ten aanzien van de brandweerzorg had gezien, op basis waarvan de gemeente inhoudelijke keuzen had kunnen maken. Reactie en advies Hoezeer de wens te begrijpen valt is door het DB en A B gekozen voor een andere benadering, te weten om, tegen de achtergrond van de noodzakelijke bezuinigingen, een professioneel aanvaardbaar minimum voor de brandweerzorg op te stellen. Gemeente Waalwijk De gemeente Waalwijk vraagt wat onder de zogenoemde smalle variant met betrekking tot de advisering over evenementen wordt verstaan. Reactie en advies Onder smalle variant wordt verstaan: de Veiligheidsregio ontwikkelt een digitale evenementenkalender die voor alle gemeenten beschikbaar is en digitaal ontsloten wordt. Daarnaast zullen de drie operationele diensten in de toekomst een gezamenlijk (in plaats van ieder afzonderlijk) advies uitbrengen aan de gemeenten in het kader van de door de gemeenten te verlenen vergunningen voor evenementen. Het bovenstaande zal als zodanig worden opgenomen in het beleidsplan. Gemeente Woensdrecht De gemeente Woensdrecht brengt de wens c.q. noodzakelijkheid naar voren om als Veiligheidsregio M W B actief te investeren in de operationele samenwerking met Antwerpen, Belgische buurgemeenten en de Veiligheidsregio Zeeland. Dit geldt wat betreft de gemeente in het bijzonder ten aanzien van risicobeheersing en -communicatie. Reactie en advies Met de naar voren gebrachte wens wordt van harte ingestemd. De reeds bestaande samenwerking zal in de komende jaren door de brandweerorganisatie worden geïntensiveerd, onder andere via de werkzaamheden van de Commissie Grensoverschrijdende Samenwerking. Vastgesteld d o o r A l g e m e e n Bestuur d.d. 7 juli 2 0 1 1 Pagina 2
Gemeente Drimmelen De gemeente Drimmelen vraagt naar het bestaansrecht van de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) te Tilburg in de toekomst. Tevens verzoekt deze gemeente om over de onderwerpen veiligheid Biesbosch en ongevallen op het water als regio M W B tijdige en goede (werk)afspraken te maken met de V R Z H Z . Reactie en advies In het regeerakkoord is opgenomen dat er met ingang van 1 januari 2015 in Nederland één centrale meldkamerorganisatie zal zijn. Het aantal locaties voor intake en uitgifte is op dit moment onderwerp van nader onderzoek. De bandbreedte is van 3 tot 10 meldkamers in ons land. Eind 2011 zal de minister van V & J naar verwachting een voorstel presenteren. In dat voorstel zal nadrukkelijk een relatie worden gelegd met de herinrichting van de politieorganisatie. Het Dagelijks Bestuur zal het Algemeen Bestuur periodiek op de hoogte houden van de landelijke ontwikkelingen. Met het verzoek van de gemeente om de samenwerking met de veiligheidsregio Z H Z op de bovengenoemde punten te intensiveren wordt van harte ingestemd. Op korte termijn zullen terzake afspraken worden gemaakt tussen de beide veiligheidsregio's. Gemeenten Etten-Leur, Rucphen en Zundert Voornoemde gemeenten vragen om in het beleidsplan inzicht te geven in het voor de komende jaren nieuw beleid en nieuwe wettelijke taken voor de Veiligheidsregio. Reactie en advies Voor de komende jaren is geen nieuw beleid voorzien omdat daarvoor de geldmiddelen ontbreken. W e l is het zo dat een aantal nieuwe investeringen (6) met betrekking tot informatiemanagement/voorziening zal plaatsvinden; echter, dit zijn investeringen die direct of indirect voortvloeien uit wet- en/of regelgeving, zoals netcentrisch werken, B A G , Aristoteles. In het investeringsprogramma 2011 - 2015, dat overigens nagenoeg geheel gefinancierd is ten laste van de rijksinkomsten BDUR, is alleen ruimte voor het op orde brengen en houden van de basis.Nieuwe wettelijke taken die eventueel in de toekomst op de Veiligheidsregio afkomen zijn thans niet bekend. Gemeente Moerdijk De gemeente Moerdijk stelt voor om hoofdstuk 7 in het beleidsplan "De ontmoeting met de werkelijkheid" (een essay naar aanleiding van de zeergrote brand in Moerdijk op 5 januari 2011) te laten vervallen. Men vindt dit korte hoofdstuk minder passend in een beleidsplan voor de periode 2011 - 2015. Reactie en advies Er bestaat op zichzelf geen bezwaar om tegemoet te komen aan de wens van de gemeente.
3. Ingekomen reacties met betrekking tot het generieke regionale risicoprofiel Gemeente Werkendam Bij brief van 9 juni 2011 verzoekt de gemeenteraad van Werkendam in het risicoprofiel een correctie aan te brengen en wel in die zin, dat niet de gemeente Drimmelen maar de gemeente Werkendam het bevoegd gezag inzake de wet milieubeheer is ten aanzien van het waterwinbedrijf Evides. Reactie en advies Voorgesteld wordt met dit voorstel in te stemmen en het regionale risicoprofiel hierop aan te passen. Gemeente
Waalwijk
De gemeenteraad van Waalwijk heeft in zijn vergadering van 9 juni een motie aanvaard waarin uitgesproken wordt dat risicocommunicatie met burgers, in relatie tot hun eigen verantwoordelijkheid bij het voorkomen van en het handelen in geval van onveilige situaties, expliciet een plan van aanpak vereist van de Veiligheidsregio. In dat plan van aanpak dient ook opgenomen te zijn hoe en door wie bij calamiteiten gecommuniceerd wordt richting burgers. Reactie en advies Het belang van een effectieve risicocommunicatie wordt ten volle onderschreven.
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 3
Voorgesteld wordt om de door de gemeenteraad aanvaarde motie over te nemen en de directie van de V R te verzoeken voor 1 maart 2012 een concreet plan van aanpak risicocommunicatie op te stellen, dat vervolgens besproken en afgestemd wordt met de 26 gemeenten. Gemeente Halderberae De gemeente Halderberge vraagt aandacht voor een aantal specifieke punten met betrekking tot het basisnet spoor en de risicozone bij kerncentrales. Reactie en advies De naar voren gebrachte aandachtspunten zullen bij het uitwerken van het generieke risicoprofiel nadrukkelijk aan de orde zijn en zo nodig zullen nieuwe ontwikkelingen leiden tot het herijken van het risicoprofiel in 2013. Gemeente Woudrichem De gemeente Woudrichem stelt voor om in het regionaal risicoprofiel ook de rivieren Waal-BovenMerwede op te nemen in het overzicht van rivieren waarover industrieel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Reactie en advies Het advies is het voorstel van Woudrichem over te nemen.
4. Het brandrisicoprofiel, inclusief plan o p k o m s t t i i d e n a l s m e d e s p r e i d i n q s - en d e k k i n g s p l a n Voorbehoud van 5 gemeenten op 31 maart 2011 In de vergadering van het A B van 31 maart 2011 hebben 5 leden c.q. gemeenten een voorbehoud gemaakt ten aanzien van de inhoud van het brandrisicoprofiel. De betreffende gemeenten zijn: Dongen, Etten-Leur, Oisterwijk, Rucphen en Zundert. Conform de wens en uitspraak van het A B is met de voornoemde gemeenten door de leiding van de brandweer een gesprek gevoerd met de burgemeesters, waarin deze hun inhoudelijke vragen en/of opmerkingen naar voren hebben kunnen brengen. Van de gesprekken is een gespreksverslag gemaakt. Vervolgens zijn alle vragen en/of opmerkingen door de brandweer onderzocht en is een schriftelijke reactie opgesteld, die aan de betreffende burgemeesters is toegezonden. Met de burgemeester van Oisterwijk heeft naar aanleiding daarvan een vervolggesprek plaatsgevonden. Met uitzondering van Oisterwijk hebben de vier andere gemeenten een extern bureau, Falck A V D , in de arm genomen, om hen te adviseren over het brandrisicoprofiel alsmede het spreidings- en dekkingsplan van de veiligheidsregio M W B . Hieronder wordt nader ingegaan op het rapport van het externe bureau. Reactie en advies De gesprekken en het nadere interne onderzoek naar aanleiding van de vragen en opmerkingen van de 5 gemeenten geven de algemeen directeur en de korpsleiding van de brandweer geen aanleiding tot het inhoudelijk aanpassen van het op 31 maart 2011 voorlopig vastgestelde brandrisicoprofiel, plan opkomsttijden en spreidings- en dekkingsplan. De conclusies van het externe bureau, zoals onder meer opgenomen in het collegevoorstel van Dongen van 27 mei 2011, rechtvaardigen het eerder genomen standpunt van het A B op 31 maart 2011, namelijk dat de plannen van de regio M W B zowel inhoudelijk als wettelijk de toets der kritiek kunnen doorstaan. De samenvattende conclusie van het bureau Falck A V D luidt als volgt: "Gemaakte afwegingen in de regionale stukken zijn dus valide en de nu voorgestelde aanpassing daarin is slechts ter verdere completering. Er worden geen voorstellen gedaan tot aanpassing die leiden tot een behoefte aan meer repressieve slagkracht". Daarnaast stelt het bureau expliciet vast dat "de door de regio gehanteerde kaders en uitgangspunten correct zijn". Het bureau doet enkele aanbevelingen, waarop hieronder nader wordt ingegaan.
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 j u l i 2 0 1 1
Pagina 4
Het eerste punt betreft de zorg over de eventuele effecten bij cumulatie en/of escalatie van risico's bij het hanteren van een professioneel aanvaardbaar minimum aan brandweerzorg. De reactie van directie en korpsleiding is dat die zorg ook is en wordt onderkend, ergo beide aspecten, het effect van escalatie en cumulatie, is in de plannen van 30/31 maart 2011 meegenomen in zowel het "voorstel afwijkende opkomsttijden 1 basisbrandweereenheid als het afwegingskader geografische spreiding 2 basisbrandweereenheid. Het escalatiemodel heeft in de plannen van de regio geleid tot het opstellen van een vaste 2 basisbrandweereenheid op 8 brandweerposten in de regio. Bij het bepalen van het brandrisicoprofiel is de 2 basisbrandweereenheid opgenomen omdat die binnen 2 minuten kan uitrukken vanuit een andere post. e
e
e
e
Op basis van het bovenstaande is nogmaals gekeken naar het verzorgingsgebied Dongen en er zijn daarbij geen andere escalatierisico's en/of cumulaties gevonden anders dan waarmee reeds rekening is gehouden bij de eerder voorlopig vastgestelde documenten. De gemeenten Etten-Leur, Rucphen en Zundert merken op dat in het zuidwesten van dit brandweercluster de basisbrandweerzorg onvoldoende is en niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Het externe bureau concludeert terzake dat, met uitzondering van de post Rucphen, de eerstelijns brandweerzorg in het gehele cluster adequaat ingevuld kan worden. Het bureau spreekt zelfs van een stevig geraamte in dit verband. W e l is het zo dat het dekkingspercentage (alleen) in het gebied van de post Rucphen onvoldoende is. Dat wordt met name veroorzaakt door de grote spreiding van de objecten in het gebied en de geografische afstanden vanuit de brandweerpost. Het externe bureau merkt daarbij op dat de eventuele aanwezigheid van een tweede tankautospuit daarop overigens geen invloed heeft c.q. zou hebben. De korpsleiding wijst er op dat de onvoldoende dekking wordt veroorzaakt door het eerder genomen besluit van de gemeenteraad van Rucphen om het aantal kazernes van 3 naar 1 terug te brengen, terwijl destijds het nadrukkelijke advies van de brandweer is geweest om 2 kazernes te realiseren. Bovendien, de huidige kazerne is niet gunstig gelegen ten opzichte van het bedieningsgebied. De conclusie is dat enkel en alleen een herziene kazernering, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, kan leiden tot een verbetering in bereik en dekkingspercentage binnen het gebied van de post Rucphen. De brandweer zal in overleg met de gemeente Rucphen bezien welke mogelijkheden er zijn, om via intensivering van brandpreventieve maatregelen, de veiligheid van objecten in die gemeente verder te verbeteren. Het tweede punt van aandacht betreft de relatief korte afbouwperiode (3 jaren) van personeel en materieel voor repressieve zorg. De reactie van directie en korpsleiding brandweer is als volgt. In de aanvankelijke voorstellen op 30/31 maart 2011 is uitgegaan van een reductie van repressief personeel per brandweerpost. Daardoor is er op 7 brandweerposten sprake van een bovengemiddelde uitstroom. Nader overleg binnen de brandweerorganisatie heeft er toe geleid dat de micro benadering (per post) is vervangen door een macro benadering (een aanpak die betrekking op heeft op het geheel van de organisatie. In de jaren 2011 - 2 0 1 5 (minimaal 4 maximaal 5 jaren) gaat het personeelsbestand van 1500 naar 1344 (een vermindering van 156 waarvan er thans 90 vacatures zijn). Door een regiobrede aanpak, op basis van onderlinge solidariteit tussen alle posten, valt dit te realiseren omdat een aantal posten thans niet volledig bezet is en de aldaar thans bestaande vacatures niet vervuld zullen worden, tenzij dit om redenen van veiligheid geboden is. Hierdoor is het mogelijk om op macro niveau een aantal van 1344 vrijwilligers per 2015 te realiseren. Deze inzet is uitgewerkt in zowel een concernkader als plan van aanpak sociaal flankerend beleid voor repressieve brandweerzorg, dat de instemming heeft van de brandweerleiding en de Ondernemingsraad. Voor het beroepspersoneel geldt het thans vigerende sociaal statuut, dat overigens in overleg met het Georganiseerd Overleg zal worden herijkt. Door de hiervoor beschreven aanscherping en aanvulling van de plannen en voornemens van 30/31 maart 2010 wordt tegemoet gekomen aan zowel de zorgen van de gemeente Dongen (inclusief het externe bureau) als een deel van het personeel. Vastgesteld d o o r A l g e m e e n Bestuur d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 5
De vermindering van repressief brandweerpersoneel zal derhalve in 4 tot 5 jaar (in plaats van 3 jaren) worden gerealiseerd en kan door de macro benadering naar verwachting langs de weg van natuurlijke afvloeiing worden gerealiseerd. Hierdoor wordt in verregaande mate tegemoet gekomen aan de naar voren gebrachte zienswijze. Het derde aandachtspunt betreft de suggestie om de repressieve slagkracht af te bouwen als de preventie op orde is. De reactie van directie en korpsleiding is dat in de plannen en voorstellen van 30/31 maart 2011 uitgegaan is c.q. wordt van een aanvaarbaar evenwicht en balans tussen preventie en repressie. Daarmee is nadrukkelijk rekening gehouden bij het opstellen van het brandrisicoprofiel en het daarop gebaseerde spreidings- en dekkingsplan, in het bijzonder bij het bepalen van de locaties voor de tweede basisbrandweereenheid. Voor wat betreft de brandpreventie hebben de gemeenten overigens een bijzondere verantwoordelijkheid, met name als vergunningverlener. De laatste jaren heeft de brandweer op lokaal niveau actief geïnvesteerd in de kwaliteit van de advisering over brandveiligheid aan gemeenten. Deze lijn moet en zal worden gecontinueerd. Tevens wordt opgemerkt dat door de brandweer een zogenoemde toolbox is ontwikkeld, die een aantal instrumenten omvat in het bijzonder gericht op het versterken van preventieve maatregelen. Het A B heeft op 30/31 maart met die toolbox ingestemd. Het uitvoeren van de toolbox zal nog dit jaar, in overleg met de gemeenten, starten. Tevens wordt er op gewezen dat er in 2009 tussen Veiligheidsregio en alle gemeenten heldere afspraken zijn gemaakt over het niveau en de kwaliteit van de brandpreventie. De inzet was, is en blijft gericht op het op orde hebben van de basis ten aanzien van de brandpreventie met ingang van 2013; een aantal gemeenten betaalt hiervoor in de jaren 2010-2013 een aparte financiële bijdrage. Het vierde aandachtspunt betreft de voorbereiding op natuurbrandbestriiding. Een actueel aandachtspunt, dat na 30/31 maart 2011 bijzondere landelijke aandacht heeft gekregen, betreft de voorbereiding op natuurbrandbestrijding. Dit punt geldt alle gemeenten met natuur, bos en heide in onze regio. Op verzoek van de minister van V & J heeft de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid eind mei 2011 een rapportage over de kwaliteit, organisatie en slagkracht in natuurbrandbestrijding uitgebracht. Dit rapport is voorzien van een beleidsbrief van de minister aan de Tweede Kamer van 20 mei 2011. Ook onze regio is betrokken bij het onderzoek van de IOOV, hoewel in het rapport niet expliciet wordt ingegaan op onze regio. De reactie van directie en brandweerleiding is dat er in onze regio gewerkt wordt met een speciaal opgesteld brandbestrijdingsplan ten behoeve van natuurbranden. Ook in het brandrisicoprofiel en het spreidings- en dekkingsplan wordt nadrukkelijk aandacht gegeven aan natuurbranden en de inzet van menskracht en (gespecialiseerd) materieel. Ook in voorlichtende zin (aan burgers) is deze regio actief ten aanzien van preventie in het kader van natuur-, hei- en bosbranden. Desondanks zal de korpsleiding van de brandweer voor 1 januari 2012 alle voor onze regio geldende procedures en processen voor natuurbestrijding onderzoeken op de daaraan te stellen eisen, waarbij de adviezen van de IOOV en de minister van V & J expliciet de aandacht krijgen c.q. voor zo ver nodig (aanvullend) zullen worden geïmplementeerd binnen de brandweerorganisatie. Naast het implementeren van de aanbevelingen van de I O W zal ook nadrukkelijk aandacht worden gegeven aan recent uitgebrachte of binnenkort nog uit te brengen evaluaties, waaronder de brand op de Kalmthoutse heide. Oisterwijk Ten aanzien van de gemeente Oisterwijk wordt opgemerkt dat de brandweer M W B op zeer korte termijn aanvullende (sluitende) afspraken zal maken met de naastgelegen brandweren van Brabant-Noord en Brabant-Zuidoost over wederzijdse bijstand, met name over het gelijktijdig meerzijdig aanrijden, waardoor de bereikbaarheid van Oisterwijk duurzaam is ge(waar)borgd. De te maken en/of te hernieuwen afspraken zullen in het bijzonder betrekking hebben op natuurbrandbestrijding (zie ook hierboven).
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n Bestuur d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 6
Daarnaast zal de brandweer met de gemeente Oisterwijk nadere afspraken maken over de fysieke veiligheid op recreatieterreinen; dit geldt met name de aspecten preventie, toezicht en handhaving. In deze gemeente speelt op dit moment binnen de gemeenteraad nog de discussie over het al dan niet noodzakelijk zijn van een 2 tankautospuit. Zoals bekend is in de plannen voorzien in 1 T A S en naar de mening van directie en korpsleiding kan, gezien het risicoprofiel, hiermee worden volstaan. Brandweercluster Etten-Leur cs Ten aanzien van het brandweercluster Etten-leur, Rucphen en Zundert wordt opgemerkt dat, gezien de zienswijzen van deze gemeenten, in aanvulling op de voorstellen van 30/31 maart 2011 een reserve tankautospuit beschikbaar zal worden gesteld aan dit cluster. Dit naast het feit dat in Etten-Leur een tweede volwaardige basisbrandweereenheid blijft bestaan, in ieder geval tot en met 2013. Bij de volgende update van het brandrisicoprofiel in de loop van 2013 zal worden bezien of het continueren van de tweede volwaardige eenheid voor de post Etten-Leur, op grond van de dan te herijken analyse van risico's, ook voor de toekomst noodzakelijk c.q. gerechtvaardigd is. Samenvattende reactie en advies, naar aanleiding van het voorbehoud en de zienswijzen van de 5 gemeenten: Conform het bestuurlijke besluit van 31 maart 2011 is intensief overlegd met de 5 gemeenten over het brandrisicoprofiel. Directie en korpsleiding zien in het nader ingestelde onderzoek en de resultaten daarvan geen aanleiding tot het aanpassen van het brandrisicoprofiel ca. Het externe bureau Falck A V D onderschrijft de door de regio gehanteerde kaders en uitgangspunten en ziet geen aanleiding tot aanpassing van de plannen voor wat betreft de repressieve slagkracht van de brandweer. De dekkingsgraad ten aanzien van de post Rucphen voldoet, als gevolg van gemeentelijke besluitvorming met betrekking tot de kazernering, niet aan het door het bestuur bepaalde gemiddelde voor de regio (maar blijft overigens wel binnen de wettelijke normen). In overleg met de gemeente zal de brandweer onderzoeken op welke wijze door brandpreventieve maatregelen objecten in die gemeente meer of beter kunnen voldoen aan de gangbaar te stellen eisen van brandveiligheid in relatie tot bereikbaarheid en dekkingsgraad repressieve brandweerzorg. De brandpreventie, in relatie tot repressieve brandweerzorg, krijgt een stevige impuls door het inzetten van de zogenoemde toolbox, waardoor er een evenwicht is tussen preventie en repressie. Aan het cluster Etten-Leur zal (alsnog) een reserve tankautospuit beschikbaar worden gesteld. De vermindering van personeel in repressieve brandweerzorg zal in een aangepast tempo worden gerealiseerd (4 tot 5 jaren, in plaats van 3 jaren) en zal geschieden op basis van specifiek opgesteld sociaal flankerend beleid, waarvan vermindering op basis van natuurlijke afvloeiing de kern is. De procedures en processen voor natuurbrandbestrijding worden aangescherpt, waarbij de resultaten van het rapport IOOV en recente (eigen) evaluaties nadrukkelijk in de implementatie worden betrokken. Dit proces is reeds gestart en zal uiterlijk 1 januari 2012 zijn afgerond. Ten aanzien van de gemeente Oisterwijk, met name de natuur- en recreatiegebieden, zal de brandweer M W B op zo kort mogelijke termijn sluitende afspraken met de regio's Brabant-Noord en Brabant Zuidoost over wederzijdse bijstand, met name het gelijktijdig meerzijdig aanrijden van het grondgebied van de gemeente. Zienswijze gemeente Gilze en Rijen De gemeenteraad van Gilze en Rijen heeft door een unaniem aanvaarde motie tijdens de raadsvergadering uitgesproken vooralsnog niet in te stemmen met het brandrisicoprofiel ca. Ondanks een mondelinge toelichting door de directeur V R en het schriftelijk uitvoerig beantwoorden van raadsvragen is de gemeenteraad er niet van overtuigd dat het brandrisicoprofiel voor deze gemeente toereikend is. De gemeente heeft een extern bureau (hetzelfde bureau als van de hiervoor genoemde gemeenten) in de arm genomen, dat, op verzoek van de gemeenteraad, alle gestelde vragen en gemaakte opmerkingen voor de gemeenteraad van een reactie c.q. second opinion voorziet. Eind juni 2011 vergadert de gemeenteraad opnieuw over het brandrisicoprofiel ca, waarin dan mede aan de hand van het externe advies een standpunt wordt bepaald.
\
Vastgesteld d o o r Algemeen B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 7
Reactie en advies Het externe advies af te wachten en zodra dat is ingekomen van een reactie te voorzien van de brandweer M W B . Tevens de uitkomst van het nadere beraad van de gemeenteraad af te wachten. Wanneer dat mogelijk is, zal een aanvulling op dit advies voor wat betreft deze gemeente nog voor 7 juli aan het A B worden toegezonden. Zienswijze gemeenten Baarle-Nassau en Baarle-Hertog Beide gemeenteraden, verenigd in het Gemeenschappelijke Orgaan Baarle (GOB), hebben op 8 juni 2011 zich uitgesproken over de documenten van de V R M W B . Ten aanzien van het brandrisicoprofiel wordt een 4 tal zienswijzen naar voren gebracht, te weten: In het dekkingsplan alsmede op de kaarten die het dekkingsgebied van M W B weergeven dient ook de gemeente Baarle-Hertog opgenomen te worden, omdat beide gemeenten één aangesloten gebied zijn als het gaat om risicobenadering De V R M W B en de Hulpverleningszone Taxandria dienen voor 31 september 2011 afspraken te maken over het verlenen van bijstand in omliggende gemeenten. De totale sterkte van het (inmiddels) geïntegreerde korps is bepaald op 30 personen, waarmee door het B O G wordt ingestemd, mag niet op voorhand c.q. a piori worden samengesteld op basis van een vaste verdeling tussen "Nederlandse" en "Belgische" brandweermensen. De burgemeester van Baarle Nassau dient agendalid te zijn van de Hulpverleningsregio Taxandria en de burgemeester van Baarle Hertog agendalid van het A B van de V R M W B (conform de eerder bestuurlijk gemaakte afspraken). Daarnaast maakt het G B O nog een opmerking over het rechtvaardig kostenverdeelsysteem; hiervoor voor verwezen naar het (separate) advies van de Financiële Commissie, van 23 juni 2011. Reactie en advies Voorgesteld wordt om aan de vier hierboven genoemde zienswijzen tegemoet te komen, omdat de naar voren gebrachte punten passen binnen de destijds bestuurlijke gemaakte afspraken. Een aantal praktische zaken, dat betrekking heeft op de punten 2 en 3, zal zo spoedig mogelijk concreet inhoud en vorm krijgen in het plan "Brandweersamenwerking Baarle-Hertog-Nassau dat thans wordt opgesteld. Het brandrisicoprofiel in casu de daarbij behorende tekeningen zullen worden aangepaste en wel in die zin dat het grondgebied van Baarle Hertog daarop zichtbaar zal worden vermeld. Zienswijze gemeente Moerdijk In de op 30/31 maart 2011 voorlopig vastgestelde documenten wordt bijzondere aandacht gegeven aan het bedrijvenpark Moerdijk. Sinds 30/31 maart 2011 zijn op bestuurlijk niveau (gemeente, provincie, havenschap en veiligheidsregio MWB) een aantal nadere afspraken gemaakt die op korte termijn moeten bijdragen aan een het verbeteren en versterken van (de kwaliteit van) veiligheid en zorg. Tevens is het proces voor het, op grond van artikel 31 wet veiligheidsregio's, aanwijzen van bedrijfsbrandweren bij BRO-bedrijven thans volop in uitvoering. Op 30/31 maart 2011 is de directeur van de Veiligheidsregio opgedragen om voor 1 december 2011 een integraal plan van aanpak voor veiligheid bedrijvenpark Moerdijk gereed te hebben en ter bestuurlijke goedkeuring aan alle betrokken overheden voor te leggen. Aan dit plan van aanpak wordt thans voortvarend gewerkt. In het plan van aanpak zal nadrukkelijk worden ingegaan op de zienswijze van de gemeente Moerdijk. Die heeft betrekking op de volgende aspecten: veiligheid op het water, een kazerne op het haven- en industrieterrein, aanwezigheid beroepspersoneel en aandacht voor de volksgezondheid. Reactie en advies Vasthouden aan de bestuurlijke uitspraak van 31 maart 2011 dat er voor het einde van dit jaar een concreet plan van aanpak voor het industriegebied Moerdijk is opgesteld, waarin ook expliciet ingegaan wordt op de door de gemeente Moerdijk naar voren gebrachte aandachtspunten.
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2011
Pagina 8
5 Ingekomen zienswijze v a n de O n d e r n e m i n g s r a a d Brandweer M W B Bij schrijven van 22 juni 2011 geeft de B O R een uitgebreide zienswijze, in aanvulling op de eerder, in maart 2011 uitgebrachte zienswijze. De brief van 22 juni 2011 treft u aan bij de stukken voor 7 juli a.s. In de brief geeft de B O R een 5-tal adviezen en verzoekt het DB/AB die in haar beschouwing te betrekken. Reactie en advies Het DB waardeert de inhoudelijke betrokkenheid van de B O R , evenals de kwaliteit van de reactie. Met de adviezen 1, 2 en 4 stemt het DB in. Het DB verzoekt de korpsleiding van de brandweer die adviezen op te pakken en te integreren in bestaande bedrijfsprocessen. Met betrekking tot advies 3 het volgende: Het DB stemt niet in met de onderdelen A en B van advies 3. De motivering is dat gelet op de inhoud van de risicoprofielen in onze regio 1 duikteam (in plaats van 4) verantwoord is, op zichzelf al, maarzeker tegen de achtergrond van het feit dat ieder van de 10 clusters de beschikking krijgt over een water oppervlakte team (WOT). Met de overige punten van advies 3 (c-g) kan in beginsel worden ingestemd; het DB verzoekt de korpsleiding die punten binnen de operationele processen op nader te bepalen wijze inhoud en vorm te geven. Met betrekking tot advies 5 het volgende: De werkgever Veiligheidsregio is inmiddels in overleg met de vakbonden over een aangepast sociaal statuut, een sociaal statuut dat betrekking zal hebben op alle medewerkers van de Veiligheidsregio. De wens van de B O R dat er voor 1 oktober 2011 een definitief sociaal statuut is, is redelijk en billijk en alle inspanningen zijn daarop gericht. Wanneer er een nieuw sociaal statuut is, heeft dat betrekking op alle medewerkers in dienst van de Veiligheidsregio; hiermee vervalt de opmerking van de B O R onder punt b van advies 5. Het DB meent dat met het herijken van het aanvankelijk voorgenomen sociaal flankerend beleid voor repressieve brandweerzorg, zoals hiervoor in dit advies aangegeven, recht wordt gedaan aan zowel de inspanningsverplichting om gedwongen ontslagen te voorkomen als een vermindering van personeel zoveel als mogelijk op natuurlijke wijze daadwerkelijk te realiseren. Met inachtneming van deze enkele kanttekening stemt het DB in met de strekking alsmede suggesties en adviezen van de BOR.
Samenvattend advies aan het A l g e m e e n B e s t u u r Het Dagelijks Bestuur waardeert het zeer dat nagenoeg alle gemeenten op een zo gewetensvolle en betrokken wijze van de mogelijkheid van het indienen van een inhoudelijke zienswijze gebruik hebben gemaakt. Ook mag daaruit worden afgeleid dat de Veiligheidsregio op locaal niveau leeft en er toe doet. 1. Beleidsplan Nagenoeg alle gemeenten onderschrijven het beleidsplan 'Verbinden en versterken' voor de periode 2011 - 2015. Een groot aantal gemeenten maakt een compliment voor de helderheid van het beleidsplan. Zeven gemeenten doen een suggestie voor aanvulling en/of de nadere uitwerking; conform hetgeen hieromtrent onder punt 2 in dit advies is opgemerkt stelt het DB voor in te stemmen met de reactie/het advies van de directie en het beleidsplan terzake te wijzigen/aan te vullen. Dit geldt ook voor de suggesties/verzoeken van de waterschappen en de omliggende veiligheidsregio's. Het D B verzoekt na aanvaarding van het beleidsplan de directie de afspraken/verzoeken uit te werken. 2. Regionaal generiek risicoprofiel Nagenoeg alle gemeenten onderschrijven het regionaal generiek risicoprofiel. Vier gemeenten maken een opmerking of doen een suggestie in verband met het uitwerken van het risicoprofiel. Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 9
Het Dagelijks Bestuur stelt voor om in te stemmen met de reactie/advies van de directie, zoals hiervoor onder punt 3 in dit advies aangegeven en de directie te verzoeken dienovereenkomstig te handelen. 3. Brandrisicoprofiel, inclusief het spreidings- en dekkinqsplan brandweerzorg O p 31 maart 2011 hebben 5 leden van het A B c.q. gemeenten een voorbehoud gemaakt ten aanzien van het brandrisicoprofiel en het spreidings- en dekkingsplan. (De vijf gemeenten zijn: Dongen, Etten-Leur, Oisterwijk, Rucphen, Zundert). Door directie en korpsleiding is in overleg met de 5 gemeenten nader onderzoek gedaan naar een aantal aspecten ten aanzien van met name de repressieve brandweerzorg. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de inhoud van beide documenten geen wijziging c.q. aanpassing behoeft. Vier van de vijf gemeenten hebben het bureau Falck A V D om een second opinion gevraagd. Uit het advies komt naar voren dat door de Veiligheidsregio/Brandweer M W B opgestelde plannen - o o k en in het bijzonder met betrekking tot de vier gemeenten- de toets der kritiek kunnen doorstaan, ergo, dat de gemaakte afwegingen valide zijn. Het externe bureau brengt een viertal aandachtspunten en/of suggesties naar voren, die voor het uitwerken van de plannen, naar de mening van het DB, relevant waren en zijn. Het Dagelijks Bestuur stelt voor om in te stemmen met de reactie/advies van de directie (8 punten), zoals hiervoor onder punt 4 in dit advies verwoord en verzoekt de directie dienovereenkomstig te handelen. De vijfde gemeente, Oisterwijk, zal later deze maand nog een definitief standpunt innemen. Naast de bovengenoemde vijf gemeenten hebben nog 3 gemeenten een specifieke zienswijze ingediend, te weten Baarle-Nassau, Gilze en Rijen en Moerdijk. Het Dagelijks Bestuur stelt voor om in te stemmen met zienswijzen van de gemeenten Baarle-Nassau en Moerdijk, zoals hiervoor onder punt 4 van dit advies aangegeven en de nadere reactie van de gemeente Gilze en Rijen af te wachten in verband met definitieve besluitvorming door de gemeenteraad later deze maand. Ten aanzien van deze laatste gemeenten is een aanvullend advies opgemaakt. Het geheel overziende stelt het Dagelijks Bestuur, met inachtneming van de inhoud van dit advies zoals hiervoor verwoord, aan het Algemeen Bestuur voor op 7 juli 2011 onverkort en definitief in te stemmen met de op 31 maart 2011 genomen besluiten c.q. toen voorlopig vastgestelde plannen: 1. Het beleidsplan 2011 - 2 0 1 5 2. Het regionaal generieke risicoprofiel 3. Het brandrisicoprofiel 4. Het voorstel opkomsttijden brandweer 5. Het spreidings- en dekkingsplan brandweer
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 10
A d v i e s v a n de Financiële C o m m i s s i e van de V e i l i g h e i d s r e g i o M W B , tevens het standpunt / v o o r s t e l van het Dagelijks Bestuur, met betrekking tot de i n g e k o m e n zienswijzen v a n gemeenten ten aanzien van de jaarbegroting 2012 en overige financiële d o c u m e n t e n van de V e i l i g h e i d s r e g i o . Tilburg/Breda, 23 juni 2011 Inleiding In artikel 25 van de W G R staat dat het dagelijks bestuur van een G R de ontwerp-begroting z e s weken voordat zij aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden, onderscheidenlijk zes weken voordat zij door het gemeenschappelijk orgaan wordt vastgesteld, toezendt aan de raden van de deelnemende gemeenten. In de brief van het Dagelijks Bestuur van 12 april 2011 is de begroting 2012 aan de colleges van b en w toegezonden en zijn de 26 gemeenten in de gelegenheid gesteld hun zienswijze voor 1 juni 2011 kenbaar te maken. Het dagelijks bestuur heeft onderkend dat een aantal gemeenten niet in een positie is geweest om binnen de gestelde termijn te reageren gelet op de locale vergadercyclus van die gemeenten. Alle reacties van gemeenten, van college dan wel gemeenteraad(scommissie) die tot 30 juni 2011 inkomen worden in de reactie van het Dagelijks Bestuur betrokken. Naar de mening van het DB wordt hiermee zo veel en zo goed mogelijk recht gedaan aan het democratisch proces zoals dat inhoud en vorm krijgt op de locale schaal. De Veiligheidsregio dient de begroting voor 2012 voor 15 juli 2011 in te dienen bij het College van G S van de provincie Noord-Brabant. Daarom dient op 7 juli 2011 definitieve besluitvorming plaats te vinden.
A l g e h e l e introductie o p de begroting 2012 en de daarbij behorende financiële documenten Een groot aantal gemeenten heeft intensief van gedachten gewisseld over de financiële staat van gemeenten en gemeenschappelijke regelingen, waaronder de Veiligheidsregio. Zoals bekend maken de locale overheden een moeilijke financiële periode door, die ook de komende jaren weerslag zal hebben op de positie van de gemeenten. Het DB onderkent dit en heeft bij het opstellen van de inhoudelijke plannen voor de Veiligheidsregio bewust gestuurd op het beperkte financiële perspectief voor gemeenten. Het A B heeft deze lijn van het DB steeds krachtig ondersteund. De Veiligheidsdirectie is gevraagd zich maximaal in te spannen voor een structurele en aanzienlijke bezuiniging op het thans beschikbare budget voor de Veiligheidsregio.Ergo, het A B heeft opdracht gegeven de inhoudelijke plannen, met name in relatie tot de brandweerzorg, te baseren op een professioneel aanvaardbaar minimum. Een minimum dat overeenkomt met hetgeen in wet- en regelgeving als basisvereiste wordt gesteld. Nieuw beleid voor de periode 2011 - 2015 is niet aan de orde, tenzij het gaat om verplichtingen die direct of indirect voortvloeien uit wet- en regelgeving. Dit geldt dan in het bijzonder ten aanzien van informatievoorziening. Hierbij is als bestuurlijk uitgangspunt gekozen: de basis op orde, uiterlijk te bereiken op 1 januari 2015. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de noodzakelijke investeringen en onontkoombaar nieuw beleid, zoals hierboven aangegeven, in financiële zin grotendeels ten laste zal worden gebracht van de rijksinkomsten voor de Veiligheidsregio's in de komende jaren, de zogenoemde B D U R gelden. Het A B heeft op 31 maart 2011 unaniem vastgesteld dat aan de opdracht is voldaan en wel in die zin dat enerzijds een inhoudelijk aanvaardbaar minimum (op basis van de wettelijk en bestuurlijk bepaalde uitgangspunten) is geformuleerd en dat anderzijds door de Veiligheidsregio een maximale inspanning wordt gepleegd ten aanzien van realistische bezuinigingen. In de periode 2011- 2015 wordt bijna 10% op het jaarbudget van de Veiligheidsregio structureel bezuinigd, zijnde een bedrag van 6,3 miljoen euro op een jaarlijkse begroting van 67 miljoen euro. Naar de mening van het DB is er sprake van verantwoord evenwicht tussen inhoud en financiën, zij het dat het op dit moment nog onzeker is of de geldmiddelen uiteindelijk toereikend zullen zijn gezien de opgaven waarvoor de Veiligheidsregio's zich de komende jaren gesteld zien. Het DB acht het huidige evenwicht verantwoord met de kennis van nu. Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 11
De z i e n s w i j z e n met betrekking tot de begroting 2012 nader bezien De ingekomen zienswijzen richten zich in hoofdzaak op 3 punten, te weten: 1. Gemeenten zijn niet akkoord met indexering gemeentelijke bijdragen; 2. Gemeenten zijn niet akkoord met het niet volledig uitvoeren van de door gemeenten in 2010 vastgestelde korting van 3 x 3%; 3. Gemeenten zijn niet akkoord dan wel hebben moeite met het verhogen van de gemeentelijke bijdragen in verband met correcties ontvlechting budgetten (a), investeringen in informatievoorziening (b) en correctie budget kapitaallasten (c), in totaal een bedrag van bijna 3 miljoen euro. De Financiële Commissie en het Dagelijks Bestuur merken ten aanzien van de hiervoor genoemde zienswijzen liet volgende op. L o o n - en prijscompensatie De loon- en prijscompensatie is voor de Veiligheidsregio M W B vigerend beleid, op basis van een in voorgaande jaren genomen besluit van het Algemeen Bestuur van de V R . De loon- en prijscompensatie geschiedt op basis van de door het C B S vastgestelde percentages. Voor de Veiligheidsregio geldt daarenboven dat het Algemeen Bestuur heeft besloten om de compensatie met gemeenten achteraf af te rekenen op basis van de werkelijke en definitief door het C B S vastgestelde percentages over het voorafgaande jaar. Dit betekent dat een eventueel vooraf door de V R te hoog geraamd c.q. berekend percentage ten gunste van gemeenten met gemeenten wordt verrekend. De Financiële Commissie stelt voor de vigerende beleidslijn te handhaven. Het Dagelijks Bestuur neemt dit standpunt over en daarmee ook in. Het afwijken van de vigerende lijn is financieel gezien niet verantwoord, zeker niet tegen de achtergrond van de aanzienlijke bezuinigingen waarvoor de Veiligheidsregio zich gesteld ziet. De gemeente Oosterhout veronderstelt dat de prijsindex voor 2012 4,5% is. Dit is niet correct. Voor 2012 is de prijsindex 1,5% en de loonindex 1%. Omdat in de begroting 2011 (opgesteld in 2010) reeds een meerjarenperspectief met LPO-ontwikkeling opgenomen was (toen voor 2012 een prijsindex van 0% en loonindex van 2%) dient een correctie plaats te vinden over de jaren 2010, 2011 en 2012. Het loslaten van het thans vigerende beleid heeft een ernstig nadelig financieel gevolg voor de Veiligheidsregio; bijvoorbeeld: het hanteren van de zogenoemde 0-lijn betekent voor de V R een derving aan gemeentelijke bijdragen van rond de 0,7 miljoen euro in 2012. In de jaren daarna zal dit bedrag verder nadelig oplopen, omdat er sprake is van een zowel structureel als cumulatief effect. Afwijken van het vigerende beleid leidt tot een forse aanvullende bezuiniging die niet verantwoord wordt geacht in het licht van het borgen van de kwaliteit en het huidige niveau van de veiligheid en dienstverlening, in casu het op orde brengen en houden van het minimale niveau van de fysieke veiligheid in de regio. Ergo, het op 31 maart voorlopig vastgestelde professioneel aanvaardbaar minimum is inhoudelijk en financieel op geen enkele wijze houdbaar wanneer het vigerende beleid wordt verlaten. Korting v a n 3 x 3 % De Financiële Commissie is er mee bekend dat de Commissie Middelen van de West-Brabantse vergadering (18 gemeenten) dit uitgangspunt hanteert en dat het door een groot aantal gemeenten in West-Brabant is overgenomen. In zowel de retraite van 30 maart als de vergadering van 31 maart heeft het Algemeen Bestuur uitvoerig stilgestaan bij hetgeen door de West-Brabantse vergadering is gesteld. In de thans ingekomen zienswijzen zijn geen (nieuwe) inhoudelijke en/of aanvullende punten naar voren gekomen dan die reeds op 30/31 maart 2011 bekend en ook nadrukkelijk (af)gewogen zijn. Zoals bekend bezuinigt de V R in de periode 2011 - 2015 structureel een bedrag van 6,3 miljoen euro, bijna 10% op het geheel van de jaarbegroting. Dat is zelfs meer dan in de West-Brabantse vergadering in 2010 is gesteld (5,4 miljoen euro). Deze bezuiniging heeft betrekking op zowel de financiële taakstelling die door het Algemeen Bestuur is bepaald en vastgesteld in verband met de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2010, als de in 2010 door het Algemeen Bestuur gegeven opdracht voor een substantiële bezuiniging, naderhand nog
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 12
verhoogd met een te bezuinigen structureel bedrag als gevolg van minder rijksinkomsten voor de V R in de periode 2011 - 2015 (het gaat om resp. 1,9 miljoen euro, 4 miljoen euro en 0,4 miljoen euro). De Financiële Commissie is van mening dat met een structurele bezuiniging van bijna 10% in de komende jaren tot het maximum dat verantwoord moet worden geacht is gegaan. Te meer daar daarin ook betrokken is het uitstellen en/of vertragen van vervangingsinvesteringen. Ten aanzien van dit laatste geldt dat daarmee tot het uiterste is gegaan dat uit een oogpunt van veiligheid voor burgers en/of de eigen medewerkers van de Veiligheidsregio i.e. Brandweer verantwoord is. De Financiële Commissie acht het bovendien zowel inhoudelijk als financieel onjuist en ook niet verantwoord om de in 2009 gestelde bezuinigingsopdracht van ruim 1,9 miljoen euro - i n verband met de regionalisering van de brandweer per 2010- buiten beschouwing te laten. Deze opdracht verzwaart voor de Veiligheidsregio de in 2010 verstrekte opdracht aan alle gemeenschappelijke regelingen voor structurele bezuinigingen. Hierin onderscheidt de Veiligheidsregio zich van andere gemeenschappelijke regelingen, waarvoor in 2009 niet expliciet een bezuinigingstaakstelling is gesteld. Het Dagelijks Bestuur deelt de standpunten van de Financiële Commissie. V e r h o g e n gemeentelijke bijdragen In de retraite/vergadering van het A B op 30/31 maart is uitvoering en expliciet stilgestaan bij de noodzaak van het verhogen van de gemeentelijke bijdragen in verband met de correcties ontvlechting exploitatiebudgetten en activa/kapitaallasten brandweer alsmede investeringen in informatievoorziening. Overigens wordt -wellicht ten overvloede- hierbij expliciet opgemerkt dat er de facto geen sprake is van een verhoging van de inwonerbijdrage, omdat de verhoging wordt verrekend met de bijdragen die gemeenten vanaf 2013 terugontvangen van de V R als gevolg van de bezuinigingen. (In 2013 ontvangen de gemeenten een bedrag van afgerond 1,6 miljoen euro, in 2014 een bedrag van afgerond 3,0 miljoen euro en vanaf 2015 structureel een bedrag van 1,8 miljoen euro terug van de VR). In de ingekomen zienswijzen zijn inhoudelijk gezien geen nieuwe en/of aanvullende gezichtspunten naar voren gebracht ten opzichte van de besproken en (af)gewogen argumenten op 30/31 maart 2011. Gelet daarop is de Financiële Commissie van mening dat vastgehouden kan en moet worden aan de bestuurlijke uitspraken op 30/31 maart 2011. De Financiële Commissie brengt de argumenten hieronder nog eens kort over het voetlicht: 1. Het Algemeen Bestuur heeft de directie opgedragen inhoudelijke voorstellen te doen die gebaseerd zijn op een professioneel aanvaardbaar minimum ; naar de mening van het A B van 30/31 maart 2011 heeft de directie daaraan voldaan. 2. Het professioneel aanvaardbaar minimum voor fysieke veiligheid vereist een basisniveau gebaseerd op enerzijds de veiligheid voor burgers en medewerkers V R en anderzijds noodzakelijke bedrijfscontinuïteit. Het A B heeft het professioneel aanvaardbaar minimum op 30/31 maart 2011 op beide aspecten getoetst, op basis van de in december 2010 bepaalde bestuurlijke uitgangspunten. De kern daarvan is: de basis op orde brengen en houden. 3. De door de V R te plegen investeringen in de informatievoorziening zijn gebaseerd op en beperkt tot zaken die direct of indirect voortvloeien uit wet- en regelgeving.Indien de brandweer nog bij de gemeenten zou zijn ondergebracht, dan hadden de gemeenten (overigens) dezelfde financiële verplichting gehad voor investeringen in de informatievoorziening. 4. De beschikbare rijksmiddelen worden in hoofdzaak ingezet voor het op orde brengen en houden van noodzakelijke basisvoorzieningen. Gelet op de financiële taakstelling is nieuw beleid in de komende jaren niet aan orde, tenzij investeringen uit overwegingen van veiligheid of voortvloeiend uit wet- en regelgeving noodzakelijk in casu onontkoombaar zijn. 5. Door de investeringenstop in 2010 en 2011 is het mogelijk de per 2012 noodzakelijke verhoging van de gemeentelijke bijdragen voor activa/kapitaallasten uit te stellen van 2012 naar 2015. 6. De ontvlechting van de brandweer per 1 januari 2010 is gerealiseerd zonder enige vorm van vergoeding voor (noodzakelijke) transactie- en/of frictiekosten, zoals te doen gebruikelijk is bij fusies en/of samenvoeging van zelfstandige organisatie(s-onderdelen). De overdracht van gemeentelijke geldmiddelen per 2010 is gebaseerd (geweest) op de historische in de gemeentebegrotingen opgenomen geldmiddelen; met toekomstige ontwikkelingen is bij de overdracht geen dan wel nauwelijks rekening gehouden. Het Dagelijks Bestuur wijst er met nadruk op het eventueel met gemeenten niet verrekenen van de uitgaven voor ontvlechting, kapitaallasten en investeringen in informatievoorziening leidt tot een niet aanvaardbaar aantasten van de noodzakelijke bedrijfscontinuïteit van met name de brandweer alsook het Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2011
Pagina 13
niet langer c.q. meer kunnen voldoen aan de door het A B bestuurlijk gestelde uitgangspunten en normen ten aanzien van een professioneel aanvaardbaar minimum in brandweerzorg in onze regio. Ten aanzien van de informatievoorziening geldt dat in dat geval ook niet voldaan kan worden aan hetgeen uit wet- en regelgeving voor de V R voortvloeit. Het jaar 2010 was het eerste volledige jaar van de nieuwe brandweerorganisatie. In dit eerste jaar is een aantal zaken aan het licht gekomen, waarmee geen rekening is gehouden dan wel kon worden gehouden ten tijde van de besluitvorming over de ontvlechting (2008/2009). Dit geldt bijvoorbeeld ten aanzien van het noodzakelijkerwijze aankopen van licenties voor de iet-infrastructuur en de portefeuille verzekeringen. Omdat deze zaken grotendeels betrekking hebben op het geheel van de nieuwe organisatie vindt verrekening plaats op de schaal van de regio en niet per individuele gemeente. Daarenboven merkt de Financiële Commissie op dat uit de zogenoemde meicirculaire 2011 van de rijksoverheid blijkt dat gemeenten er in de jaren 2012 - 2016 in totaal 3,11 % financieel op vooruitgaan waar het gaat om het onderdeel O O V , dat betrekking heeft op de VR/Brandweer, voor wat betreft de uitkering uit het Gemeentefonds. Voor onze regio gaat het dan voor de 26 gemeenten om een bedrag van bijna 2 miljoen euro, die door de gemeenten niet wordt c.q. zal worden overgedragen aan de BrandweerA/eiligheidsregio. Alles overziende is zowel de Financiële Commissie als het Dagelijks Bestuur van oordeel dat de door het A B op 31 maart 2011 voorlopig genomen besluiten onverkort kunnen worden gehandhaafd en worden 'omgezet' in definitieve besluiten. E n k e l e s p e c i f i e k e o p m e r k i n g e n v a n gemeenten De gemeente Werkendam merkt op dat de gemeentelijke bijdrage voor 2012 hoger is dan die in 2011. Dat is macro, op het niveau van de 26 gemeenten, niet juist. De aanvankelijk geraamde verhoging van ruim 50 mille voor 2012 ten opzichte van 2011 gaat niet door als gevolg van het voorlopige besluit van het A B op 31 maart dat deze verhoging als extra incidentele bezuiniging voor 2012 door de V R voor haar rekening dient te worden genomen. Het voorstel van het Dagelijks Bestuur is dit voorlopige besluit van het A B van 31 maart om te zetten in een definitief besluit op 7 juli a.s. De gemeente Baarle-Nassau heeft meegedeeld niet in te stemmen met de begroting 2012 omdat door het A B van de V R nog geen definitief bestuurlijk besluit is genomen ten aanzien van een rechtvaardige kostenverdeling brandweerzorg tussen gemeenten. Op 31 maart 2011 heeft het A B besloten voor het zomerreces van 2012 op basis van een advies van een externe commissie te besluiten over een systeem van rechtvaardige kostenverdeling, op grond waarvan de begroting voor 2013 en volgende jaren kan worden opgesteld. De externe commissie zal in september 2011 met haar werkzaamheden starten, waardoor het mogelijk is op basis van het bestuurlijk besluit van 31 maart 2011 tijdig te besluiten overeen rechtvaardig kosten verdeelsysteem. Een aantal gemeenten (waaronder Alphen-Chaam, Breda en de Altena gemeenten) bepleit om het financieel meerjarenperspectief, met ingang van 2013, af te stemmen op de bestuurlijke besluitvorming in de loop van 2012 ten aanzien van een rechtvaardig kostenverdeelsysteem. Dit is naar de mening van het DB correct. Een aantal gemeenten (waaronder Etten-Leur, Rucphen en Zundert) brengt naar voren dat de begroting 2012 geen inzicht geeft in de financiën die gemoeid zijn met nieuw beleid en/of nieuwe wettelijke taken van de V R . Gewezen wordt op hetgeen hiervoor in deze notitie is gesteld over nieuw beleid; van nieuwe wettelijke taken is voor zover thans kan worden overzien in 2012 geen sprake. Voor informatievoorziening/-management (de uitvoering van 6 projecten) wordt een verhoogde gemeentelijke bijdrage gevraagd, oplopend van 0,40 tot 0,90 eurocent per inwoner in de jaren 2012 - 2015. Ook pleiten deze gemeenten voor een beter inzicht c.q. meer transparantie in de uitgaven per product, gerelateerd aan de beschikbare financiën. Waarbij men per product ook graag een relatie ziet met de inwonerbijdragen van gemeenten. De Financiële Commissie zal nadrukkelijk bezien of en zo ja op welke wijze in de begroting 2013 aan deze op zichzelf gerechtvaardigde wens tegemoet kan worden gekomen. De gemeenten Dongen, Goirle en Waalwijk merken ten aanzien van de jaarrekening 2010 op dat de (voorlopige) reservering van het netto batig financieel saldo over 2010 in verband met de zeer grote brand van Moerdijk op 5 januari 2011 op zichzelf akkoord dan wel begrijpelijk is, maar dat bij een Vastgesteld d o o r A l g e m e e n Bestuur d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 14
daadwerkelijk saldo als gevolg van een eventuele inkomst van de rijksoverheid, het resterende deel van de voorlopige reservering terug gegeven dient te worden aan de gemeenten. Het A B heeft op 31 maart 2011 in deze geest ook gesproken en besloten bij het vaststellen van de jaarrekening 2011 in 2012 daarover een bestuurlijk standpunt te bepalen en definitief besluit te nemen.
Samenvattend advies en voorstel De Financiële Commissie is van oordeel dat de ingekomen zienswijzen van gemeenten geen aanleiding zijn voor het wijzigen van de voorlopige besluiten van het A B op 31 maart 2011. Het Dagelijks Bestuur adviseert het Algemeen Bestuur in te stemmen met de inhoudelijke reactie van de Financiële Commissie, zoals verwoord in dit advies/voorstel. Het D B stelt voor de voorlopige besluiten van het A B van 31 maart 2011 ongewijzigd en definitief vast te stellen, omdat anders zowel de bedrijfscontinuïteit van met name de brandweer in het geding is, als, nog belangrijker, het huidige niveau en kwaliteit van de brandweerzorg in onze regio zakt onder het professioneel aanvaardbaar minimum in casu de basis(zorg) niet op orde is en komt. In c o n c r e t o stelt het Dagelijks B e s t u u r v o o r in te s t e m m e n met de begroting 2012, inclusief het daarin o p g e n o m e n financieel meerjarenperspectief. Hierbij wordt wel aangetekend dat het financieel meerjarenperspectief, vanaf 2013, voor gemeenten eventueel kan worden bijgesteld, enkel en alleen op grond van bestuurlijke besluitvorming met betrekking tot een rechtvaardig kostenverdeelsysteem brandweerzorg. Het gaat daarbij voor de Veiligheidsregio om een budgettair-neutraal proces; het rechtvaardig kostenverdeelsysteem heeft enkel betrekking op de onderlinge verhouding in de gemeentelijke bijdragen aan de Veiligheidsregio.
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 15
A a n v u l l e n d advies van het Dagelijks B e s t u u r aan het A l g e m e e n B e s t u u r V e i l i g h e i d s r e g i o M i d d e n en W e s t - B r a b a n t ten behoeve van de vergadering v a n 7 juli 2011
Tilburg/Breda, 30 juni 2011 Betreft: Z I E N S W I J Z E N G E M E E N T E N (4) ten aanzien van inhoudelijke en financiële voorstellen V R . 1.
Inleiding
Op dinsdag 28 juni 2011 hebt u als leden van het A B de vergaderstukken voor 7 juli 2011 ontvangen. Het betreft zowel het advies van de Financiële Commissie als de standpunten van het DB met betrekking tot de inhoudelijke en financiële voorstellen die op 7 juli in het A B aan de orde zijn. In de adviezen/voorstellen die u op 28 juni hebt ontvangen is u meegedeeld, dat op zienswijzen van gemeenten die op uiterlijk 30 juni 2011 zouden zijn c.q. worden ingediend u als A B nog een aanvullende reactie zou ontvangen. De afgelopen dagen zijn bij de V R zienswijzen ontvangen van de gemeenten Wijk en Aalburg, Loon op Zand, Oisterwijk alsmede Gilze en Rijen. Wat betreft Gilze en Rijen gaat het om een zienswijze van het college van b en w, de gemeenteraad spreekt zich daarover uit op maandag 4 juli 2011. Hieronder wordt ingegaan op de zienswijzen van de 4 bovengenoemde gemeenten, voor zo ver die zienswijzen aanvullend en/of afwijkend zijn ten aanzien van de zienswijzen van andere gemeenten, waarop het DB u als A B op 28 juni 2011 al een reactie/advies/voorstel heeft gegeven. 2. Zienswijze gemeente Wijk en Aalburg Deze gemeente betreurt het dat de bezuinigingen niet starten met ingang van 2012 en roept de V R op daarom daadwerkelijk te starten met ingang van 2013. Reactie en advies: Zie hieronder de reactie/het advies bij de gemeente Loon op Zand, onder punt 1. 3. Zienswijze gemeente Loon op Zand Deze gemeente brengt 2 zaken naar voren, te weten: 1. Men betreurt het feit dat in 2012 niet wordt bezuinigd en roept de V R op om vanaf 2013 een bezuiniging van 10% te realiseren; 2. Men verzoekt het batig saldo uit de jaarrekening 2010 terug te geven aan de gemeenten wanneer de rijksoverheid de gemaakte kosten in verband met de zeer grote brand in Moerdijk vergoed. Reactie en advies 1. Niet in te stemmen met het verzoek om in 2013 een bezuiniging van 10% te realiseren. De V R zal in de periode 2012 - 2015 in totaal bijna 10% structureel bezuinigen. Het gaat om een bedrag van 6,3 miljoen euro voor de V R . Deze structurele bezuiniging zal in een periode van 4 jaren worden gerealiseerd en zal fasegewijs plaatsvinden en overigens (wel) starten in 2012. Het voorstel van de Financiële Commissie en het DB is om vast te houden aan een gefaseerde uitvoering van de structurele bezuiniging zoals het DB op 31 maart 2011 voorlopig heeft besloten. 2. Het verzoek van de gemeente ten aanzien van de jaarrekening 2010 is in lijn met hetgeen andere gemeenten naar voren hebben gebracht. Kortheidshalve wordt verwezen naar het advies/voorstel van het DB van 28 juni 2011, in reactie op dezelfde suggestie als van de gemeente Waalwijk ea. De benadering van het D B komt overigens overeen met het verzoek van de betreffende gemeenten, echter bestuurlijke besluitvorming zal plaatsvinden bij het vaststellen van de jaarrekening 2011. 4. Zienswijze gemeente Gilze en Rijen Zoals onder 1 opgemerkt, het gaat hier om het voorstel van het college van b en w , waarover de gemeenteraad zich op maandag 4 juli 2011 zal uitspreken en besluiten. Het college van b en w brengt de volgende zaken -kort samengevat- bij de gemeenteraad onder de aandacht c.q. in bespreking (ter besluitvorming), te weten: 1. Bestemming batig jaarrekeningresultaat 201: hetzelfde verzoek als Loon op Zand en Waalwijk ea
Vastgesteld d o o r Algemeen Bestuur d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 16
2.
3. 4. 5. 6.
Niet instemmen met (de verrekening van) de verhoogde inwonerbijdrage ad 2,9 miljoen euro; voorgesteld wordt de in te stellen externe commissie onderzoek te laten doen naar de rechtmatigheid van deze voorgestelde verhoging In te stemmen met de suggesties (4) die het bureau Falck heeft gedaan in de second opinion Zorg ten aanzien van het op sterkte houden van het aantal vrijwilligers voor de post Dorst Aandacht en zorg ten aanzien van de instandhouding van brandweerzorg op de vliegbasis Gilze en Rijen in de toekomst.
Reactie en advies 1. Ten aanzien van de jaarrekening 2010 zie reactie/advies onder Loon op Zand 2. De Financiële Commissie ontraadt het voorstel van Gilze en Rijen. De belangrijkste redenen voor de F C zijn: a. nu een streep trekken onder het verleden en schoon schip maken; b. uitstel van besluitvorming brengt de bedrijfscontinuïteit van de brandweerorganisatie te veel) in gevaar; c. informatievoorziening dient op korte termijn te voldoen aan hetgeen in wet- en regelgeving wordt vereist. Terzake wordt verwezen naar de uitvoerige toelichting in het advies van de F C van 28 juni, dat door het DB wordt onderschreven 3. Het DB verwijst naar het algemene advies van het DB aan het A B van 28 juni, waarin uitvoerig wordt ingegaan op de 4 aandachtspunten, die ook door de gemeente Etten-Leur, Rucphen en Zundert naar voren zijn gebracht. Het DB komt met zijn inhoudelijke reactie tegemoet aan de suggesties en heeft die in het advies van 28 juni uitgewerkt 4. Het DB en A B hebben reeds eerder als bestuurlijk uitgangspunt gesteld dat de repressieve brandweerzorg in de gehele regio fijnmazig georganiseerd dient te zijn. Mocht (onverhoopt) blijken dat de post Dorst niet langer of meer kan voldoen aan de bestuurlijk gestelde normen dan zullen door de brandweer passende maatregelen worden genomen, waardoor de brandveiligheid ook in Dorst geborgd is en blijft 5. Het DB verzoekt de directie van de Brandweer terzake alert te zijn en blijven en wanneer nodig, gezien de ontwikkelingen bij Defensie, aan het bestuur voorstellen te doen op basis van artikel 31 van de wet veiligheidsregio's (aanwijzen bedrijfsbrandweerzorg). 5. Zienswijze gemeente Oisterwijk De gemeente Oisterwijk heeft raadsbreed een motie aangenomen in relatie tot het spreidings- en dekkingsplan. In de motie stelt de gemeenteraad een aantal randvoorwaarden, waaronder de gemeenteraad in beginsel bereid is in te stemmen het spreidings- en dekkingsplan. Het betreft 8 randvoorwaarden, waaraan, naar de mening van de gemeenteraad, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk op 1 januari 2014 voldaan dient te zijn. Reactie en advies Hieronder wordt ingegaan op de 8 randvoorwaarden, te weten: 1. Ingestemd wordt met de voorwaarde dat de vermindering van 2 tank auto spuiten naar 1 tank auto spuit eerst zal worden gerealiseerd nadat met de veiligheidsregio's Brabant Noord en Zuidoost definitieve afspraken zijn gemaakt over het meerzijdig aanrijden van de gemeente vanuit de naast gelegen regio's 2. De recreatieterreinen dienen naar de mening van de gemeenteraad te voldoen aan de kwaliteitseisen en richtlijnen van de N V B R . De wens van de gemeente is op zichzelf gerechtvaardigd, maar er wordt op gewezen dat de eerste verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de eigenaren van de betreffende terreinen en vervolgens ook bij de gemeente zelf, in het kader van handhaving en toezicht. Het risico kan slechts zeer ten dele worden afgedekt door repressieve brandweerzorg. De brandweer is bereid de gemeente in haar inspanningen met raad en daad bij te staan en wil daartoe actief de zogenoemde toolbox inzetten. 3. Nader onderzoek van de Inspectie O O V naar landelijke dekkings- en spreidingsplannen brandweerzorg af te wachten, alvorens de post Oisterwijk in te krimpen. De noodzaak daartoe is naar de mening van de directie en korpsleiding brandweer niet aanwezig. Het voor de regio M W B opgestelde spreidings- en dekkingsplan voldoet aan de daaraan in weten regelgeving gestelde eisen. 4. Het aantal vrijwilligers voor de post te bepalen op 24 in plaats van de voorgestelde 22.
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 17
5.
6.
7.
8.
Vooralsnog ziet de korpsleiding hiervoor geen noodzaak, omdat er niet zodanige omstandigheden en/of risico's zijn die daartoe aanleiding geven. Precedentwerking dient te worden voorkomen. Mocht de noodzaak in de toekomst daartoe wel aanwezig zijn dan is de korpsleiding bereid aan het verzoek tegemoet te komen. Het aantal zitplaatsen (i.e. vrijwilligers) in de tank auto spuit op 8 te houden. In Oisterwijk is het, in afwijking van de gehele regio, ergo het hele land zelfs, gebruikelijk om van 8 in plaats van de wettelijk voorgeschreven 6 personen uit te gaan. In heel Nederland is de personeelsbezetting 6, dat is de standaard. Er zijn geen omstandigheden en/of risico's die noodzaken tot een afwijking in casu verhoging van het aantal personen in Oisterwijk. Derhalve is het advies/voorstel hiermee niet in te stemmen. Er dient duidelijkheid te zijn over de wijze waarop het reservevoertuig is opgenomen in het dekkingsplan en kazernevolgordetabel. Die duidelijkheid is inmiddels aan de gemeente Oisterwijk verstrekt. Onder bepaalde condities is het mogelijk dat een reservevoertuig een rol kan spelen bij de kazernevolgorde tabel. Dat beleid geldt overigens voor de gehele regio. Preventieve voorzieningen van objecten waarvan de afwijkende opkomsttijd niet worden gehaald dienen te worden gerealiseerd. Hier ligt in de eerste plaats een verantwoordelijkheid voor de gemeente. De brandweer zal gemeentelijk beleid actief en krachtig ondersteunen door middel van het inzetten van de zogenoemde toolbox. Rekening houden met een geleidelijke afbouwperiode van personeel en materieel. Het DB heeft in het advies aan het A B op 28 juni 2011 (al) rekening gehouden met dit verzoek, dat, op instigatie van het externe bureau, door diverse gemeenten is gedaan. De afbouw zal in een periode van 4 tot 5 jaar (in plaats van 3 jaar) plaatsvinden. Tot zover de motie met de 8 randvoorwaarden zoals opgenomen in de motie van de gemeenteraad van Oisterwijk van 29 juni 2011.
6. Aanvulling op het DB-advies van 28 juni 2011 over de zienswijze gemeente Etten-Leur Uit een oogpunt van bedrijfszekerheid en -continuïteit voor organisatie en medewerkers wordt, in relatie tot het spreidings- en dekkingsplan zoals voorlopig vastgesteld op 31 maart 2011, nu voorgesteld het voorwaardelijke c.q. tijdelijke karakter van de 2e (volwaardige) tank auto spuit op te heffen. 7. Tot slot Voorgesteld wordt dit aanvullende advies, met een reactie op de zienswijzen van 4 gemeenten, integraal en gelijktijdig te betrekken bij de bespreking van de eerder op 28 juni door het DB aan het A B uitgebrachte adviezen en voorstellen. Naar de mening van zowel de Financiële Commissie als het Dagelijks Bestuur is ook met dit (aanvullende) advies recht gedaan aan de door gemeenten naar voren gebrachte zienswijzen. Ook de hiervoor vermelde zienswijzen (3) geven het DB geen aanleiding tot het wijzigen van de op 31 maart 2011 voorlopig vastgestelde documenten, uiteraard met inachtneming van een aantal aanvullingen zoals opgenomen in dit advies als dat van 28 juni 2011.
Vastgesteld d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d.d. 7 juli 2 0 1 1
Pagina 18
V E I L I G H E I D S R E G I O MIDDEN- EN WEST-BRABANT
BEGROTING 2012
V a s t g e s t e l d d o o r A l g e m e e n B e s t u u r d . d . 7 juli 2011
Inhoudsopgave 1
2
3
Algemeen Inleiding Leeswijzer Financieel meerjarenperspectief Loon- en prijsontwikkeling BDUR-ontwikkeling
2.1 2.2 2.3 2.4
Programma 1: Programma 2: Programma 3: Programma 4:
Programmabegroting
11 14 17 20
23
Verplichte paragrafen
27
Paragraaf I. Weerstandsvermogen Paragraaf II. Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf III. Financieringsparagraaf Paragraaf IV. Bedrijfsvoering Paragraaf V. Verbonden partijen
Financiële begroting Totaaloverzicht lasten en baten op programmaniveau Resultaatbepaling conform BBV-richtlijnen Opbouw lasten en baten 2012 per dienstonderdeel Investeringen Tarievenbesluit Brandweer 2012
Exploitatiebijdragen gemeenten en politie 6.1 6.2 6.3 6.4
7
11
23 23 25 25
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
6
6 6 7 8 9
Algemeen Risico's Brandweer Risico's G H O R Risico's G M K
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
5
strategie en Beleid Risicobeheersing Incidentbestrijding organisatie
Risico's 3.1 3.2 3.3 3.4
4
6
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Exploitatiebijdrage politie Exploitatiebijdrage gemeenten Detailinfo intekentaken gemeenten
Bijlagen 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Risicomatrix Ontwikkeling en besteding BDUR-gelden 2011-2015 Specificatie investeringen informatiseringsprojecten Financieel meerjarenperspectief 2011 -2015 Verdeling netto bezuiniging* per gemeente op basis van aantal inwoners Lijst van afkortingen
PROGRAMMABEGROTING 2012
27 29 29 31 33
34 34 35 36 38 39
41 41 41 41 46
49 49 56 57 58 59 60
4
1
Algemeen
1.1
Inleiding
Als veiligheidsregio willen we zorgen voor meer veiligheid van onze burgers. Het is onze taak om hen zoveel mogelijk te beschermen tegen risico's en hen hulp en nazorg te bieden in het geval van een ramp of crisis. De schaal waarop we als veiligheidsregio functioneren, de multidisciplinaire samenwerking en integrale aanpak op plan- en uitvoeringsniveau, onze netwerk- en platformfunctie én onze expertise en professionaliteit bieden ons de mogelijkheden om voor nog betere bescherming en hulp te zorgen. A a n de veiligheidsregio is in die zin een leidende rol toebedacht. Die rol willen wij duidelijk oppakken door verantwoordelijkheid te nemen en ook van anderen verantwoordelijkheid te vragen. Wij zien het als onze taak om zowel onze bestuurlijke als operationele slagkracht de komende jaren te versterken. Wij gaan de banden met onze externe partners verstevigen en verder verankeren. In de richting van de 26 gemeenten, die onze regio vormen en zowel onze eigenaren als onze opdrachtgevers zijn, zullen wij onze ondersteunende en faciiiterende rol versterken. Binnen de organisatie zullen we de samenwerking tussen de operationele diensten verder stimuleren en maken we door aanscherping van het beleid op het gebied van oefenen, trainen en opleiden extra werk van praktijkgerichte competenties, kennis en kunde. In het beleidsplan 2011 - 2015, dat recentelijk is opgesteld, willen we vooral onze plannen en ambities voor de komende jaren formuleren en daaraan concrete beleidsvoornemens verbinden. W e laten zien waar we momenteel staan als veiligheidsregio, wat we in 2015 bereikt willen hebben en wat we daarvoor ondernemen. In deze begroting wordt voor het jaar 2012 uitgewerkt wat de veiligheidsregio gaat uitvoeren om haar doelstellingen te bereiken en de financiële vertaling hiervan, onder andere uitgewerkt in de bijdrage per gemeente.
1.2 Leeswijzer Deze leeswijzer geeft inzicht in de verschillende onderdelen, waaruit deze begroting is opgebouwd. Er is naar gestreefd dit document qua omvang te beperken en qua inhoud af te stemmen op het Algemeen Bestuur, als besluitvormend gremium. Hoofdstuk 1 - Kaders begroting 2012 inclusief financieel meerjarenperspectief In dit hoofdstuk wordt beschreven, naast de inleiding en leeswijzer, met welke meerjarenperspectief, normen voor de loon- en prijsontwikkeling en met welke ontwikkelingen van de BDUR-gelden bij het opstellen van de programmabegroting rekening is gehouden. Hoofdstuk 2 - programmabegroting In dit hoofdstuk wordt weergegeven welke programma's de veiligheidsregio hanteert. Per programma is beschreven wat het is, wat we ermee willen bereiken, wat we daarvoor gaan doen en wat dit kost. Dit alles natuurlijk binnen de kaders van de begroting. Hoofdstuk 3 - Risico's Dit hoofdstuk geeft een korte toelichting op de belangrijkste risico's van de veiligheidsregio. Hoofdstuk 4 - Verplichte paragrafen Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) komen in dit hoofdstuk de verplichte paragrafen aan de orde.
PROGRAMMABEGROTING 2012
6
Hoofdstuk 5 - Financiële begroting Dit hoofdstuk vermeldt de financiële totalen per programma en de dekking van de kosten. Tevens komen de investeringen en het tarievenbesluit brandweer aan de orde. Hoofdstuk 6 - Exploitatiebijdragen gemeenten en politie In dit hoofdstuk wordt voor de periode 2012 t/m 2015 de bijdrage per gemeente aangegeven, zowel per dienstonderdeel als de bijdrage voor intekentaken. Daarnaast is de bijdrage van de politie weergegeven. Hoofdstuk 7 - Bijlagen In de bijlagen zijn opgenomen de risicomatrix, behorende bij hoofdstuk 3 waar de risico's beschreven zijn, en de lijst van veelgebruikte afkortingen.
1.3
Financieel meerjarenperspectief
Met het regionaliseren van de brandweerorganisatie per 1 januari 2010 is de veiligheidsregio een nieuwe levensfase ingetreden. De ontvlechting per 1 januari 2010 is na een intensief bestuurlijk proces in de jaren 2008 en 2009 tot stand gebracht. In 2009 zijn de exploitatiebegrotingen van gemeenten en brandweer ontvlochten. In 2010 zijn de gemeentelijke activa aan de veiligheidsregio overgedragen. In het jaar 2010 is voor het eerst ervaring opgedaan met de gevolgen van de ontvlechting en overdracht van activa. Op beide punten is gebleken dat correcties noodzakelijk zijn, teneinde de continuïteit in operationele prestaties te kunnen borgen. De ontvlechting gaat gepaard met twee financiële taakstellingen, in totaal voor een bedrag van 1.930.000 euro. Eén miljoen euro dient te worden bezuinigd op de brandweer teneinde (zich reëel aandienende) financiële overschrijdingen te voorkomen en 930.000 euro structureel op de bedrijfsvoering van de veiligheidsregio (dat is 15% van het budget voor bedrijfsvoering). Deze taakstelling dient met ingang van 2011 structureel verhoogd te worden als gevolg van een rijksbezuiniging op de BDUR-gelden; jaarlijks een bezuiniging van 1,5% in 2011 oplopend tot 6% in 2015, in totaal een bedrag van bijna 0,4 miljoen euro. In totaal heeft de veiligheidsregio derhalve te maken met een te bezuinigen bedrag van 2,3 miljoen euro, exclusief de structurele bezuiniging waartoe de gemeenten in 2010 hebben besloten. In opdracht van het algemeen bestuur van de veiligheidsregio zijn in 2010/2011 alle beschikbare budgetten expliciet onderzocht op de mogelijkheid daarop (maximaal) te bezuinigen. Na het kritisch doorlopen van alle uitgaven, in zowel de exploitatiebegroting als de investeringsprogramma's, is het mogelijk om - v i a een fasegewijze opbouw- voor een bedrag van in totaal 6,3 miljoen euro structureel te bezuinigen op de begroting van de veiligheidsregio. Dat is ruim 9% van het beschikbare budget. Naast de bovengenoemde taakstelling van 2,3 miljoen euro kan in de jaren 2012-2015 voor een bedrag van 4 miljoen euro structureel worden bezuinigd. In paragraaf 7.4 treft u de gespecificeerde bedragen aan. Voorwaarde voor het realiseren van een zo aanzienlijke en structurele bezuiniging is dat de financiële basis op orde dient te zijn. Thans is dat niet zo. De gevolgen van de ontvlechting zijn in financiële zin negatief en wel voor een bedrag van afgerond 2 miljoen euro; 1 miljoen euro daarvan heeft betrekking op de exploitatiebegroting en 1 miljoen euro houdt verband met een structureel tekort in de overdracht van activa. Daarnaast is bij de ontvlechting en overdracht geen rekening gehouden met voor de veiligheidsregio verplichte (toekomstige) uitgaven voor informatievoorziening; een aantal investeringen dient op grond van wet- en regelgeving in de komende jaren gerealiseerd te worden. In de investerings-programma's van destijds was daarmee geen rekening gehouden, ergo kon daarmee ook geen rekening worden gehouden omdat die toen nog niet voorzien konden worden. In paragraaf 7.3 zijn de gespecificeerde bedragen opgenomen.
PROGRAMMABEGROTING 2012
7
Het algemeen bestuur heeft op 31 maart uitgesproken en besloten de structurele bezuiniging van 6,3 miljoen euro door te zetten, maar dit te doen onder de erkenning dat de negatieve gevolgen van de ontvlechting en overdracht van activa nu definitief opgelost moeten worden, teneinde een bestuurlijk aanvaardbare financiële basis voor de veiligheidsregio te kunnen borgen. Het realiseren van de bezuinigingen, in combinatie met het definitief afwikkelen van de financiële perikelen zoals hiervoor genoemd, heeft tot gevolg dat de operationele prestaties van de hulpdiensten tot een professioneel aanvaardbaar minimum worden teruggebracht. Eventueel verdergaand bezuinigen en/of het afzien van noodzakelijke investeringen heeft als consequentie dat de primaire processen in brandweerzorg en operationele hulpverlening onder het bestuurlijk aanvaardbare minimum komen. Het algemeen bestuur heeft op 31 maart 2011 daarom gekozen voor een benadering en aanpak die leidt tot: 1. Een professioneel aanvaardbaar minimum in brandweerzorg en operationele dienstverlening 2. Structurele bezuinigingen in combinatie met het in financiële zin structureel en definitief afwikkelen van de gevolgen van de ontvlechting en overdracht activa voor de brandweer 3. Een sober en doelmatig investeringsprogramma, gebaseerd op het bestuurlijke uitgangspunt dat operationele (informatie)systemen (kwalitatief) op orde dienen te zijn. In paragraaf 7.5 zijn de gesaldeerde netto bezuinigingen per gemeenten opgenomen.
1.4
Loon-en prijsontwikkeling
De loon en prijsontwikkeling (LPO) wordt volgens de in 2007 bestuurlijk vastgestelde kaders berekend. In de begroting van 2008 zijn deze kaders voor de eerste maal geëffectueerd. In 2009 is aanvullend besloten steeds de CPB-cijfers (Centraal Plan Bureau) als vaste bron te gebruiken. Kernpunten LPO-methodiek: • De Loonontwikkeling is gebaseerd op de "Loonvoet sector overheid" • De prijsontwikkeling is gebaseerd op het Bruto Binnenlands Product (BBP) • Bij de jaarlijkse vaststelling wordt gebruik gemaakt van de meest recente publicatie, in casu de decembercirculaire 2010 van het C P B . • Vóór en nacalculatie van de geraamde loon- en prijsontwikkeling. In deze begroting 2012 is: - de LPO-raming van 2010 en 2011 bijgesteld • de LPO-raming voor het nieuwe jaar 2012 gehanteerd overeenkomstig de decembercirculaireVoor B D U R indexering wordt een gemiddelde voor lonen en prijzen geraamd: lonen 6 5 % / prijzen 35%; In de decembercirculaire zijn de volgende ramingen zijn in de decembercirculaire afgegeven:
Loonindex* Prijsindex**
2010 2,25% 1,50%
*bron Loonindex = CPB-publicatie bron Prijsindex = CPB-publicatie
2011 1,00% 1,50%
December December
PROGRAMMABEGROTING 2012
2012 1,00% 1,50%
2010 "loonvoet 2010 "prijsbruto
2013 1,00% 1,50% sector
2014 1,00% 1,50%
2014 1,00% 1,50%
overheid"
binnen lands product
(bbp)"
8
Bijstellingen 2010, 2011 en 2012 w o r d e n m e e g e n o m e n v o o r de begroting 2012 Afgezet tegen de geraamde loon- en prijsstijging zoals die vorig jaar bij de begroting 2011 is verwerkt l o o n - e n prijsindex Loonindex nieuw* Loondindex oud L o o n i n d e x bijstelling
2010 2,25% 2,00% 0,25%
2011 1,00% 2,00% -1,00%
2012 1,00% 2,00% -1,00%
2013 1,00% 2,00% -1,00%
2014 1,00% 2,00% -1,00%
2015 1,00% 0,00% 1,00%
Prijsindex nieuw* Prijsdindqx oud Prijsindex bijstelling
1,50% 0,00% 1,50%
1,50% 0,00% 1,50%
1,50% 0,00% 1,50%
1,50% 0,00% 1,50%
1,50% 0,00% 1,50%
1,50% 0,00% 1,50%
De bijstellingen over 2010 en 2011 worden samen met de geraamde index 2012 toegepast op de toelichting l o o n - e n prijsontwikkeling bijstelling raming 2010 bijstelling raming 2011 raming 2012 totaal effect begroting 2012 t.o.v. 2011
loonindex 0,25% -1,00% 1,00% 0,25%
prijsindex 1,50% 1,50% 1,50% 4,50%
Voor de begroting 2012 uitgegaan moeten worden van de volgende loon- en prijsontwikkeling 2012 2013 2014 2015 Loonindex 0,25% 1,00% 1,00% 1,00% Prijsindex 4,50% 1,50% 1,50% 1,50%
1.5
BDUR-ontwikkeling
Op basis van de decembercirculaire 2010 van het ministerie van Veiligheid en Justitie worden de volgende bedragen verwacht, exclusief compensatie voor loon- en prijsontwikke ingen: raming raming raming raming raming t o e g e k e n d toegekend 2011, e x c l . 2012, e x c l . 2013, e x c l . 2014, e x c l . 2015, e x c l . i 2009 2010 LPO LPO LPO LPO LPO BRW 2.278.024 2.510.410 2.525.063 2.486.772 2.449.471 2.412.729 2.376.538 GHOR 1.351.831 1.419.339 1.427.945 1.406.291 1.343.952 1.385.197 1.364.419 Beleidsplan 1.154.566 1.719.270 1.693.198 1.642.783 1.618.141 1.667.800 BTW 246.210 984.904 926.972 969.969 955.419 941.088 5.330.524 6.657.181 Totaal i 3.629.855 6.556.230 6.457.887 6.361.018 6.265.603 doelmatigheidskorting vanaf 2012 c u m u l a t i e v e doelmatigheidskorting 2012 t/m 2015 doelmatigheidskorting vanaf 2012 cumulatieve doelmatigheidskorting 2012 t/m 2015
-100.951 -100.951 1,5% 1,5%
-98.343 -199.294 1,5% 3,0%
-96.868 -296.163 1,5% 4,5%
-95.415 -391.578 1,5% 6,0%
In de meerjarenprognose is rekening gehouden met de, door het ministerie aangekondigde, structurele doelmatigheidskorting van 1,5 % per jaar, ingaande 2012 die oploopt tot 6% in 2015. Op dit moment ontvangen G M K en O G geen bijdrage uit BDUR-gelden.
PROGRAMMABEGROTING 2012
9
Het ministerie geeft deze ramingen af exclusief compensatie voor loon- en prijsontwikkeling. Hoewel het ministerie deze compensatie jaarlijks achteraf pas vaststelt is het geen vanzelfsprekendheid dat deze ook direct wordt toegekend. Ter illustratie: de loon- en prijscompensatie 2010 is pas vanaf 2011 van toepassing verklaard. O m risico te voorkomen wordt thans voorzichtig begroot zonder rekening te houden met een eventuele loon- en prijscompensatie 2011. Voor 2012 wordt uitgegaan van een loonen prijscompensatie conform de begrotingskaders (zie 1.3). O p basis daarvan ontstaan de volgende ramingen voor 2012 en volgende jaren: dienstraming
onder-
werkelijk
werkelijk
raming
raming
raming
raming
deel
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
BRW
€
2.278.024
€ 2.510.410
€
2.525.063
€ 2.554.306
€ 2.584.334
€ 2.614.729
€ 2.645.496
GHOR
€
1.351.831
€ 1.419.339
€
1.427.945
€ 1.444.482
€ 1.461.463
€ 1.478.652
€ 1.496.051
€ 1.638.165
€ 1.557.924
€ 1.478.241
€ 1.398.592
€
999.511
€ 1.014.504
€ 1.029.612
€ 1.045.042
€ 6.636.465
€ 6.618.224
€ 6.601.233
€ 6.585.181
Beleidsplan
€
BTW-comp.
€
totaal
€
250.000
3.879.855
€ 1.445.557
€
1.719.268
€
246.210
€
984.904
€ 5.621.515
€
6.657.179
De besteding van de aanvullende BDUR-gelden voor de uitvoering van het beleidsplan zijn gespecificeerd in bijlage 7.2
PROGRAMMABEGROTING 2012
10
2 Programmabegroting De werkzaamheden, die binnen de veiligheidsregio worden verricht, zijn onder te verdelen in een viertal aandachtsgebieden. De programmabegroting volgt deze indeling en is derhalve opgebouwd uit de vier programma's: 1. Strategie en Beleid - beleidsvorming voor de veiligheidsregio 2. Risicobeheersing - voorbereiding op alle taken op het gebied van rampenbestrijding, crisisbeheersing en basiszorg 3. Incidentbestrijding - uitvoering van alle taken op het gebied van rampenbestrijding, crisisbeheersing en basiszorg 4. Organisatie - bestuurs- en managementondersteuning en bedrijfsvoering In dit hoofdstuk wordt voor ieder van de vier programma's beschreven welke doelstellingen zijn geformuleerd, wat hiervoor moet gebeuren en wat de kosten hiervan zijn. Financiële overzichten Per programma wordt op hoofdlijnen de begrote exploitatie 2012 - 2015 weergegeven
2.1
Programma 1: strategie en Beleid . STRATEGIE EN BELEID
Programma Producten
1.1 Strategische ontwikkeling 1.2 Meerjarenbeleidsplan 1.3 Doorontwikkeling veiligheidsregio
Inhoud
In het programma strategie en beleid zijn de producten ondergebracht die rechtstreeks te maken hebben met de sturing van de organisatie vanuit beleidsmatig oogpunt en de voorbereiding van bestuurlijke keuzes met het oog op de toekomst. Het betreft een overkoepelend programma, waarin de gezamenlijke kaders voor de dienstonderdelen worden ontwikkeld. Kernthema is het multidisciplinaire beleidskader. Voor dit doel zijn specifieke projecten in uitvoering. Centraal hierbij staan het meerjarenbeleidsplan en alle kolomspecifieke projecten.
Bestaand beleid
Voor de veiligheidsregio is een visie 2008 - 2018 opgesteld. Deze visie geeft uitwerking aan de ontwikkelrichting van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. In tijd gezien valt het ontwikkelpad in drieën uiteen: rampenbestrijding op orde (2008-2010), crisisbeheersing op orde (2011-2012) en werken naar integrale veiligheid (tot 2018). De visie is een richtinggevend kaderstellend document. Ontwikkelingen van de organisatieonderdelen zijn daarvan afgeleid. De visie dient te worden geimplementeerd via het meerjarenbeleid van de veiligheidsregio. De Wet veiligheidsregio's schrijft voor dat veiligheidsregio's in een beleidsplan multidisciplinaire meerjarenbeleidkaders vastleggen. Het nieuwe meerjarenbeleidsplan is recentelijk opgesteld en heeft een looptijd van 2011-2015 De doelen van het beleidsplan 2011 tot en met 2015 zijn: • de plannen en ambities voor de komende jaren formuleren en daaraan concrete beleidsvoornemens verbinden. • laten zien waar we momenteel staan als veiligheidsregio, wat we in 2015 bereikt willen hebben en wat we daarvoor ondernemen. • laten zien dat we in de komende beleidsperiode aan alle wettelijke vereisten zullen voldoen.
PROGRAMMABEGROTING
2012
11
Alle organisatieonderdelen nemen via het Veiligheidsbureau aan dit programma deel: Brandweer,, G H O R , G M K en het Organisatieonderdeel Gemeenten. Ook de politie neemt actief deel aan de diverse werkzaamheden, door onder meer het participeren in projectgroepen en expertiseteams. Ook het Openbaar Ministerie maakt deel uit van de Veiligheidsdirectie. Trends en knelpunten
•
• •
Landelijke ontwikkelingen en uitvoering geven aan nieuwe wet- en regelgeving, zoals de Wet op de veiligheidsregio's, de Politiewet, de Wet ambulancevervoer, Wet Publieke Gezondheid Crisismanagement en risicobeheersing als onderdeel van multidisciplinaire samenwerking Doorontwikkeling veiligheidsregio, met name gericht op het realiseren van een gezamenlijke bedrijfsvoeringsfunctie, communicatie en Opleiden/ Trainen/Oefenen
Wat willen w e bereiken? Maatschappelijke effecten
Het hoofddoel is om binnen het gebied van de veiligheidsregio de fysieke veiligheid te vergroten en de kwaliteit van rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren, zodat binnen de regio alle inwoners een gelijkwaardig niveau van rampenbestrijding en crisisbeheersing krijgen.
Resultaten
Het resultaat moet zijn dat we kunnen beschikken over een uniform kader voor multidisciplinaire rampenbestrijdings- en crisisbeheersingsorganisatie welke haar taken in het geval van een crisis, ramp of een grootschalig incident op adequate wijze kan vervullen.
Communicatie
Er wordt een communicatiebeleid ontwikkeld en uitgevoerd, dat zich richt op medewerkers in de deelnemende kolommen, die vanuit hun functie bij rampenbestrijding en crisisbeheersing betrokken zijn. Samenwerking binnen de veiligheidsregio is een wezenlijke voorwaarde voor rampenbestrijding en crisisbeheersing.
Prestatiemeting
Er worden prestatie-indicatoren ontwikkeld, waarmee de resultaten van dit programma kunnen worden gemeten. In korte, overzichtelijke bestuursrapportages zal hier dan verslag over worden gedaan (project Aristoteles)
Wat g a a n w e d a a r v o o r d o e n ? Speerpunten
actief investeren in onze relatie met publieke en private partners. Onze platform- en netwerkfunctie zien we daarbij als een wezenlijk instrument om te inspireren en te stimuleren en daardoor ook zelf geïnspireerd en extra gestimuleerd te worden het accent verleggen van incidentbestrijding naar risicobeheersing door de kennis, vaardigheden en prestaties op het gebied van risicobeheersing, crisismanagement en herstel op een nog hoger plan te brengen. investeren in onze relatie met de gemeenteraden en colleges van B & W van de 26 gemeenten. In het Organisatieplan Gemeenten zullen we die samenwerking nader inhoud en vorm geven. De relatie met de waterschappen verder intensiveren. De taken van de waterschappen op het gebied van beheer van waterzuiveringsinstallaties brengen mee dat het partnership zich ook gaat uitstrekken tot de vitale infrastructuur. Intensief samenwerken op het gebied van risicobeheersing en incidentbestrijding met uiteenlopende partners in de volksgezondheids- en zorgsector De samenwerking versterken zowel met de aangrenzende veiligheidsregio's als met België. De samenwerking met de aangrenzende regio's is belangrijk met het oog op een goede afstemming op het gebied van zowel risicobeheersing als crisismanagement
PROGRAMMABEGROTING 2012
12
Wat kost het?
P r o g r a m m a 1. Strategie e n b e l e i d B2011
B2012
689.869
1.984.478
1.702.907
944.445
Gaten
1.736.423
79.323
79.522
80.317
Resultaat
1.046.553
R2010 Lasten
Programma
Strategie
1.905.154-
B2013
1.623.385-
B2015
B2014
567.856
584.56081.120
81.931
665.680
864.128-
485.925-
en beleid
Specificatie r a m i n g begrotingsjaar p e r product, o p g e b o u w d p e r dienstonderdeel LASTB4 product 1.1
| Strategische ontwikkeling
product 1.2
Tijdelijk product tbv BTW - uitname
product 1.3
Projecten doorontw ikkeling
TOTALE LASTEN BATEN
B2012
Strategische ontwikkeling
product 1.2
Tijdelijk product tbv BTW - uitname
product 1.3
Projecten doorontw ikkeling
TOTALE BATEN
1.702.907
221.000-
Strategische ontwikkeling
product 1.2
Tijdelijk product tbv BTW - uitname
product 1.3
Projecten doorontwikkeling
TOTAAL RESULTAAT
GMK
BRW
79.522
-
93.352
BRW-Int
GHOR 79.522
-
-
-
-
79.522
BRW-Int
GHOR 79.522
BRW
79.522
1.702.907-
221.000
1.623.385-
221.000
PROGRAMMABEGROTING 2012
Overhead
OG
-
-
-
-
1.830.555
93.352
79.522
B2012
product 11
GHOR
221.000-
I
RESULTAAT
BRW-Int
1.702.907
B2012
product 11
BRW
GMK
1.830.555 Overhead
OG
-
-
-
-
-
-
GMK
Overhead
OG
-
-
-
-
1.830.555-
93.352-
-
13.830-
1.830.555-
13
2.2
Programma 2: Risicobeheersing Risicobeheersing
Programma
2.
Producten
2.1 Pro-actie 2.2 Preventie
Inhoud
Onder pro-actie wordt het wegnemen van structurele oorzaken van onveiligheid verstaan. Het gaat er hierbij om beslissingen op het gebied van ruimtelijke ordening, infrastructuur, risicovolle gebeurtenissen en evenementen ook te beoordelen op aspecten van openbare veiligheid. Hoe meer risico's op deze wijze "aan de voorkant" worden afgedekt, hoe kleiner de kans dat daadwerkelijk repressief moet worden opgetreden. Pro-actie omvat advisering over: • beleidsontwikkeling met betrekking tot. veiligheidsvraagstukken • totstandkoming van ruimtelijke plannen en objecten • advisering met betrekking tot. bestemmingsplannen • advisering over grootschalige evenementen, beurzen, festivals etc • het uitvoeren van risico-inventarisaties • advisering over de externe veiligheid bij risicodragende inrichtingen • toetsen van inrichtingen op bijv. het besluit Risico's Zware Ongevallen • advisering over de routering van gevaarlijke stoffen Preventie is de volgende stap in het proces: het is een technisch traject met als doel het voorkomen van ongevallen en het beperken van schade en loopt van het ontwerp tot en met oplevering en ingebruikname van een object. Preventie omvat: • opstellen van voorschriften, verankerd in wet- en regelgeving • voorlichting (risicocommunicatie) • advisering over vergunningverlening • handhaving en toezicht De producten Pro-actie en Preventie zijn zo veel mogelijk onder één noemer, te weten Risicobeheersing gebracht. Dit resulteert in de volgende bundeling van producten die in onderstaand overzicht verwerkt zijn: • • • • •
Bestaand beleid
Beleidskaders Risicobeheersing Advisering Risicobeheersing Advisering Handhaving Toezicht houden Voorlichten
Het beleid omvat, in het licht van het voorkomen en beperken van risico's, de ontwikkeling en uitvoering van multidisciplinair beleid risicobeheersing. De nadruk ligt op het voorkomen van risico's en onderlinge afstemming van maatregelen. Vergunningenbeleid en integrale advisering met betrekking tot. infrastructuur, milieu en evenementen maken hier deel van uit. Het gaat erom dat de V R M W B bij ontwikkelingen met een veiligheidsrisico al in een vroeg stadium betrokken is zodat situaties van onveiligheid en onbeheersbaarheid kunnen worden beperkt. De organisatieonderdelen brandweer en G H O R leveren een bijdrage aan dit programma.
PROGRAMMABEGROTING 2012
14
Trends en knelpunten
Een belangrijk speerpunt is het bevorderen van de zelfredzaamheid in verband met enerzijds de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven en anderzijds de netwerkgedachte. De veiligheidsregio wordt steeds meer betrokken bij advisering met betrekking tot ruimtelijke ordening, evenementenadvisering en advisering gezondheidskundige aspecten gevaarlijke stoffen. Wat willen w e bereiken?
Maatschappelijke effecten
Multidisciplinaire inspanningen op het gebied van fysieke veiligheid en risicobeheersing, evenals het voorbereiden en opstellen van hierop betrekking hebbende beleidsadviezen dragen bij aan het verhogen van het veiligheidsniveau in de regio. Dit wordt gerealiseerd door een optimale onderlinge samenwerking waardoorsynergie optreedt. Binnen de regio wordt op multidisciplinaire wijze uitvoering gegeven aan alle activiteiten met betrekking tot Risicobeheersing, waarbij een sterke focus op coördinatie ligt. De samenwerking wordt in 2012 verder geïntensiveerd. Het doel is multidisciplinaire advisering, één integraal advies en één loket op het Veiligheidsbureau.
Resultaten
Integraal beleid advisering risicobeheersing (pro-actie en preventie). Frontoffice voor alle vragen op het terrein van advisering in de veiligheidsregio.
Communicatie
Het communiceren over de risico's die inwoners en bedrijven raken, is een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De veiligheidsregio zal de gemeenten daarin ondersteunen. Ongevallen en rampen beperken zich namelijk niet tot de gemeentegrenzen, hetgeen eenduidige en op elkaar afgestemde communicatie noodzakelijk maakt. Speciaal voor die bedrijven die onder de bepalingen van het besluit Risico's Zware Ongevallen vallen dient specifieke risicocommunicatie ontwikkeld te worden.
Kwaliteit
Er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van prestatie-indicatoren waarmee de resultaten van dit programma kunnen worden gemeten. In korte, overzichtelijke bestuursrapportages zal hier dan verslag over worden gedaan (landelijk project Aristoteles).
W a t gaan w e daarvoor d o e n ? Speerpunten
•
•
•
•
•
•
Het stimuleren van die eigen verantwoordelijkheid is de komende jaren een van onze speerpunten, onder andere door het ontwikkelen van methodieken voor zelfredzaamheid van kwetsbare groepen en burgers. W e ontwikkelen een plan van aanpak dat voorziet in concrete projecten en activiteiten op het gebied van risicocommunicatie en voorlichting, educatie en cursussen en opleiden en oefenen om eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van burgers te vergroten Een risicoanalyse alsmede continuïteitsplannen opstellen voor de hulpverleningsdiensten in een situatie dat er sprake is van uitval van de vitale infrastructuur. W e beginnen met het ontwikkelen van scenario's voor uitval van elektriciteit en ICT. Inventariseren welke (nieuwe) dreigingen zich op het gebied van de volksgezondheid en uitbraak van infectieziekten kunnen voordoen. Op grond van ervaringen met de Q koorts de uitvoeringsplannen voor een grootschalige aanpak volksgezondheid aanpassen en verbeteren. Investeren in kennis en kunde over gevaarlijke stoffen, met speciale aandacht voor preventieve en proactieve maatregelen waardoor risico's zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Zorgen voor integrale aanpak van adviesrol t.b.v. gemeenten en Provincie op het gebied van fysieke en externe veiligheid en de daarmee samenhangende vergunningen. Zorgen voor integrale aanpak met betrekking tot het de handhaving en het toezicht voor de zogeheten B R Z O bedrijven (Besluit Rampen en Zware Ongevallen) in de regio
PROGRAMMABEGROTING 2012
15
•
Wat kost het?
advisering aan gemeenten over vergunningen rond risicovolle evenementen multidisciplinair organiseren en integraal aanpakken. W e ontwikkelen een uniform toetsingskader om de veiligheidsrisico's van evenementen te kunnen beoordelen en vormen een multidisciplinaire evenementenadviescommissie, waardoor gemeenten integraal van advies gediend kunnen worden.
P r o g r a m m a 2. Pro-actie e n preventie R2010 Lasten
4.936.733
B2011
B2012
B2013
B2014
B2015
4.310.427
4.332.943
4.377.716
4.422.958
4.468.675
Baten
1.933.241
1.205.642
1.259.896
1.278.795
1.297.977
1.317.446
Resultaat
3.003.492-
3.104.784-
3.073.047-
3.098.921-
3.124.981-
3.151.228-
Programma Pro-actie en preventie Specificatie raming begrotingsjaar per product, o p g e b o u w d p e r dienstonderdeel LASTEN product 2.0 Risicobeheersing product 2.1 Rro-actie product 2.2 Preventie product 2.2A Intekentaak Preventie - Preparatie Fbol GSV TOTALE LASTEN
B2012 3.532.318 576.342 224.284
-
BRW 3.532.318 523.757 124.733
-
4.332.943
4.180.808
B2012 1.257.746
BRW 1.257.746
BATEN product 2.0 Risicobeheersing product 2.1 Pro-actie product 2.2 Preventie product 2.2A Intekentaak Preventie - Preparatie Fbol GSV TOTALE BATEN
1.259.896
1.259.896
RESULTAAT product 2.0 Risicobeheersing product 2.1 Pro-actie product 2.2 Preventie product 2.2A Intekentaak Preventie - FVeparatie Pool GSV TOTAAL RESULTAAT
B2012 2.274.572576.342222.1333.073.047-
BRW 2.274.572523.757122.5832.920.912-
PROGRAMMABEGROTING 2012
-
-
2.151
2.151
-
-
BRW-Int
GHOR
-
-
152.135 GHOR
-
-
-
GHOR 52.58499.550152.135-
Concern
OG
-
52.584 99.550
BRW-Int
BRW-Int -
GMK
OG
GMK
-
Concern
OG
GMK
-
-
-
-
-
Concern -
-
16
2.3
Programma 3: Incidentbestrijding
Programma
3. Incidentbestrijding
Producten
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Inhoud
Onder dit programma vallen de beleidsterreinen preparatie, rampenbestrijding (repressie), nazorg en alarmering.
Operationele voorbereiding en planvorming Opleiden en oefenen V O C en bedrijfshulpverlening Logistiek, materieel en verbindingen Repressie en nazorg Alarmering (GMK)
Onder preparatie verstaan wij alle voorbereiding welke nodig is om bij ongevallen en rampen op adequate wijze hulp te kunnen bieden. Het spectrum loopt hierbij van het opstellen van (aanvals-) plannen en procedures, het instellen van specifieke en operationele functies, opleidingen, paraatheid, geoefendheid en de aanschaf van materiaal en materieel. Rampenbestrijding (repressie) is het daadwerkelijk ingrijpen / bestrijden van een grootschalig incident of een crisis. Naast crisisbeheersing is dit de core-business van de veiligheidsregio: de ramp en of groot ongeval moet worden bestreden. In dit verband wordt niet alleen samengewerkt met de brandweer, G H O R , politie en gemeenten, maar spelen ook externe partners zoals Defensie, Waterschappen, Pro-rail, private ondernemingen en burgers een belangrijke rol. De rampenbestrijding start met alarmering. Het proces van alarmering zorgt voor het aannemen en doorgeleiden van meldingen en voor de eerste inschatting van het benodigde materiaal en menskracht. Nazorg is het sluitstuk van de veiligheidsketen en is er op gericht dat zo snel als mogelijk kan worden teruggekeerd naar de "normale" situatie. Enerzijds betreft het zorg voor slachtoffers en personeel van de diverse hulpverleningsdiensten, anderzijds ook noodopvang, schadeafhandeling, milieuzorg, bevolkingsonderzoek, monitoring en uiteindelijk ook het afleggen van verantwoording en het evalueren van de ramp en de rampenbestrijding. Bestaand
beleid
Zowel brandweer, G H O R , politie als gemeenten leveren een grote bijdrage aan dit programma vanuit de vastgestelde processen rampenbestrijding. In 2006 heeft de multidisciplinaire opschalingstructuur zijn beslag gekregen in de bestuurlijk verankerde GRIP-procedure. Wat willen we b e r e i k e n ?
Maatschappelijke effecten
Het hoofddoel is dat de burger zich veiliger voelt in de veiligheidsregio Midden- en WestBrabant.
Resultaten
Het resultaat moet zijn dat: -
W e beschikken over een vastgestelde alarmeringsprocedures, opkomstprocedures en plannen Alle medewerkers in sleutelfuncties voldoen aan competentie-eisen
PROGRAMMABEGROTING 2012
17
Communicatie
De interne communicatie (naar de medewerkers van de deelnemende kolommen) is erop gericht bij de onderscheiden doelgroepen te bevorderen dat samenwerking binnen en afstemming met de veiligheidsregio een wezenlijke voorwaarde is voor rampenbestrijding en crisisbeheersing. Wanneer zich daadwerkelijk een ramp of crisis voordoet, zal interne communicatie binnen het proces crisiscommunicatie een belangrijke plaats innemen. Communicatie richt zich zowel op het beperken van immateriële schade als op het beperken van materiële schade. Zo kunnen een open en snelle informatieoverdracht en een gedegen nazorg verschijnselen als onrust en paniek onder mensen beperken en kan materiële schade onder meer worden beperkt door adviezen te verstrekken naar inwoners en bedrijven hoe te handelen tijdens de bestrijding van een ramp en ook op de eventuele noodopvang na afloop.
Kwaliteit
Er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van prestatie-indicatoren waarmee de resultaten van dit programma kunnen worden gemeten. In korte, overzichtelijke bestuursrapportages zal hier dan verslag over worden gedaan (landelijk project Aristoteles). Wat gaan w e d a a r v o o r d o e n ?
Speerpunten
•
•
•
•
• •
• •
Wat k o s t het?
Investeren in kennis, kunde en ervaring van de medewerkers door uitvoering te geven aan het nieuwe Besluit personeel veiligheidsregio's. Dit betekent actief investeren in de kwalificatieprofielen van medewerkers. Een actief beleid ontwikkelen ten aanzien van opleiden, trainen en oefenen (OTO) van medewerkers, zowel mono- als multidisciplinair. Jaarlijks zullen op een planmatige manier de noodzakelijke kennis en vaardigheden praktisch worden geoefend. Het lerend vermogen van de operationele hulpdiensten vergroten, onder andere door het aanstellen van leeragenten en door jaarlijkse voortgangsrapportages over leerresultaten. Rampenbestrijdingsplannen opstellen en tijdig actualiseren. Op basis van deze plannen ook actief oefenen en trainen. Naast deze aan bedrijven of bedrijfstypen gerelateerde rampbestrijdingsplannen wordt er meer toegelegd op de totstandkoming van calamiteitenplannen die zijn afgestemd op verschillende rampscenario's en daaraan verbonden risico's. Met het opstellen van deze generieke calamiteitenplannen kunnen we zorgen voor meer uniformiteit en voor de juiste wisselwerking met het regionaal crisisplan. Het door het bestuur van de veiligheidsregio vastgestelde spreidings- en dekkingsplan brandweerzorg uitvoeren. Maatregelen nemen om te kunnen voldoen aan de wettelijke basisvereisten voor crisismanagement. Hiertoe behoren periodieke, grootschalige oefeningen door de meldkamer en het verbeteren van de bestuurlijke kennis en vaardigheden van de leden aan het regionaal operationeel team (ROT). Actie het instrument evalueren inzetten in geval van een grootschalig optreden van hulpdiensten. Het doel is om als organisatie(s) te leren van de ervaringen. Gemeenten adviseren en ondersteunen in hun verantwoordelijkheid voor het herstelproces na een ramp of crisis.
P r o g r a m m a 3. Preparatie e n o p e r a t i o n e e l optreden R2010
B2011
B2012
B2013
B2014
B201S
Lasten Baten
42.637.186 5.026.741
44.213.100 5.913.940
45.007.192 6.119.378
45.544.107 6.203.890
46.087.708 6.289.582
46.638.080 6.376.470
Resultaat
37.610.444-
38.299.160-
38.887.814-
39.340.218-
39.798.126-
40.261.609-
PROGRAMMABEGROTING 2012
18
Programma Preparatie en operationeel
optreden
Specificatie raming begrotingsjaar per product, o p g e b o u w d per dienstonderdeel LASTEN J product 3.0 Incidentbestrijding product 3.1 Operationele voorbereiding en planvorming product 3.1 A Intekentaak Schelde- Rijn Verbinding product 3.2 Opleiden en Oefenen product 3.3 Bedrijfsschool product 3.4 Bedrijfshulpverlening (vervallen) product 3.5 Oefenen (samengevoegd met 3.2) product 3.6 Logistiek, materieel en verbindingen product 3.6A randapp. C2000 (preparatie) product 3.7 Repressie en nazorg product 3.8 Alarmering TOTALELASTEN
B2012 6.529.049 1.717.908 167.494 3.252.174 2.436.198 9.433.685 1.114.073 16.786.268 3.570.342 45.007.192
BATEN product 3.0 Incidentbestrijding product 3.1 Operationele voorbereiding en planvorming product 3.1 A Intekentaak Schelde- Rijn Verbinding product 3.2 Opleiden en Oefenen product 3.3 Bedrijfsschool product 3.4 Bedrijfshulpverlening (vervallen) product 3.5 Oefenen (samengevoegd met 3.2) product 3.6 Logistiek, materieel en verbindingen product 3.6A randapp. C2000 (preparatie) product 3.7 Repressie en nazorg product 3.8 Alarmering TOTALE BATEN
B2012 37.439 167.494 203.801 2.623.731 542.191 72.953 2.471.769 6.119.378
3.459.480
RESULTAAT product 3.0 Incidentbestrijding product 3.1 Operationele voorbereiding en planvorming product 3.1 A Intekentaak Schelde- Rijn Verbinding product 3.2 Opleiden en Oefenen product 3.3 Bedrijfsschool product 3.4 Bedrijfshulpverlening (vervallen) product 3.5 Oefenen (samengevoegd met 3.2) product 3.6 Logistiek, materieel en verbindingen product 3.6A randapp. C2000 (preparatie) product 3.7 Repressie en nazorg product 3.8 Alarmering TOTAALRESULTAAT |
B2012 6.491.6101.717.908-
BRW 6.491.610597.230-
PROGRAMMABEGROTING 2012
3.048.374187.533
8.891.4941.114.07316.713.3151.098.57338.887.814-
BRW 6.529.049 597.230 2.868.236 2.436.198
8.938.093 1.114.073 16.765.497 1.098.573 40.346.950 BRW 37.439 203.801 2.623.731 -
-
BRW-Int 167.494 -
-
167.494
-
-
-
-
2.664.436187.533
8.395.9021.114.07316.713.1791.098.57336.887.470-
1.362.115 GHOR
52.317
-
-
167.494
-
-
-
-
-
-
2.471.768 2.471.768 GMK
-
-
20.636 20.636
-
GHOR
-
461.813-
383.938-
495.593-
136-
1.341.480-
Concern -
-
-
-
-
BRW-Int
-
-
-
-
658.865 OG
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
658.865 -
-
495.593 20.772
Concern
OG
-
461.813 383.938 -
167.494 -
GMK
-
BRW-Int
-
542.191
GHOR
2.471.769 2.471.769 GMK
-
-
-
Concern
OG
-
-
-
-
-
658.865-
0 0
658.865-
19
2.4
Programma 4: organisatie ORGANISATIE
Programma
4.
Producten
4.1 4.1 A 4.2 4.3
Inhoud
Het Programma Organisatie is gericht op de organisatie van bestuur en management. Het doel is het tijdig verstrekken van juiste en volledige informatie aan het bestuur van de veiligheidsregio en de Veiligheidsdirectie zodat een zorgvuldige besluitvorming kan plaatsvinden met betrekkint tot beleidsbeslissingen van strategische en tactische aard. Ook verstaan we onder dit product het voorzien van de directie van de organisatie van volledige, tijdige en betrouwbare informatie over de voortgang van de bedrijfsprocessen , waaronder het opstellen en uitbrengen van begroting, jaarrekening, bestuurs- en managementrapportages, werk- en afdelingsplannen De producten die in dit programma zijn ondergebracht zijn ondersteunend aan de overige programma's.
Bestuurlijke organisatie Organisatieonderdeel gemeenten Communicatie en Voorlichting Bedrijfsvoering
Communicatie beschouwen wij als een van de kritische succesfactoren voor het succes van het beleid van de veiligheidsregio en de effectiviteit van de operaties van de hulpverleningsdiensten. Zowel bij risicobeheersing als bij incidentbestrijding en crisismanagement en zelfs tot en met de herstelfase na een crisis is communicatie van vitaal belang Risicocommunicatie heeft tot doel om mensen te laten weten aan welke risico's zij en de samenleving kunnen blootstaan. Risicocommunicatie heeft ook tot doel om mensen te laten weten welke maatregelen al door wie getroffen zijn om die risico's te verminderen en wat zij zelf kunnen doen, wanneer zich ondanks die maatregelen onverhoopt toch een ramp of crisis voordoet. De kans dat men in het laatste geval in paniek raakt, wordt daardoor verkleind en de kans dat men zelf adequaat handelt, wordt groter. Risicocommunicatie kan op die manier een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen van incidenten en het beperken van eventuele schade in het geval van een incident. Crisiscommunicatie heeft tot doel om feitelijk (juist) te informeren over een ramp of incident en over oorzaak en gevolg. Behalve de technische en fysieke implicaties speelt daarbij ook de maatschappelijke context een belangrijke rol. In de communicatie moet er aandacht zijn voor die emoties. Dat stelt eisen aan strategie, timing en tone of voice. Crisiscommunicatie dient er als instrument van crisisbestrijding toe om een soort collectieve stress te managen. Bij het onderdeel bedrijfsvoering is sturing en beheersing van de organisatie het hoofddoel. De verdergaande samenwerking tussen de dienstonderdelen van de veiligheidsregio moet leiden tot doelmatige inzet van mensen en middelen (PIOFACH) en tot verbetering en borging van kwaliteitszorg. Kerntaken binnen dit programma zijn: • Beleidsvoorbereiding • Procesbewaking en programmamanagement • Kaderstelling, advisering en toetsing • Integrale afstemming in beleid en uitvoering • Bestuurlijk en ambtelijk secretariaat • Interne en externe communicatie • informatiemanagement
PROGRAMMABEGROTING 2012
20
Bestaand
beleid
Trends en knelpunten
Alle organisatieonderdelen nemen aan het Programma Organisatie deel. De inzet is zoveel mogelijk bedrijfsvoeringsfuncties onder te brengen in een shared service functie, waardoor kosten kunnen worden bespaard. Dat proces is inmiddels gestart. Een knelpunt is dat de financiën van de V R in de afgelopen jaren onder druk is komen te staan. Oorzaken die hieraan ten grondslag liggen zijn onder andere: nauwelijks een financiële buffer voor het opvangen van eventuele tegenvallers fusietrajecten leiden in eerste instantie tot kostenverhoging, waaronder transformatieen frictiekosten. Hiermee is bij de ontvlechting van de brandweer in 2010 geen rekening gehouden verplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving,die nagenoeg niet gecompenseerd door een hogere inwonerbijdrage; dit doet zich vooral voor bij informatievoorziening/-management
Wat willen we bereiken? Maatschappelijke effecten
Een doelmatige transparante organisatie met zichtbare meerwaarde voor de burger.
Resultaten
• • • • • • •
Kwaliteit
Een adequaat sturings- en beheersingssysteem op programma en productniveau Een transparante besluitvormings- en verantwoordingsprocedure Een organisatieverordening als basis voor een heldere taken en bevoegdhedenstructuur Prestatiecontracten per dienstonderdeel en monitoring Communicatie op maat Doelmatige inzet mensen en middelen E e n financieel sobere doch wel gezonde huishouding
De externe prestatiemeting is geborgd in de Planning & Controlcylcus, via de jaarlijkse bestuursrapportage en de jaarrekening. De interne prestatiemeting geschiedt via verschillende managementrapportages binnen de dienstonderdelen. Er wordt gewerkt aan het ontwikkelen van prestatie-indicatoren waarmee de resultaten van dit programma kunnen worden gemeten. In korte, overzichtelijke bestuursrapportages zal hier dan verslag over worden gedaan (landelijk project Aristoteles).
Wat gaan w e daarvoor d o e n ? Speerpunten
•
• •
•
•
Uitvoering geven aan in 2011 opgesteld Actieplan Risicocommunicatie, waarin de samenwerking en taakverdeling bij de voorbereiding en uitvoering van risicocommunicatie wordt vastgelegd. eigen expertise op het gebied van risicocommunicatie verder versterken, zodat we onze partners in adviserende zin goed van dienst kunnen zijn meewerken aan de uitvoering van communicatieactiviteiten en de totstandkoming van communicatiemiddelen voor de deelnemende partners, met het streven naar de inzet van de juiste instrumenten die leiden tot een eigentijdse en effectieve mediamix. professionaliseren van crisiscommunicatie door onder meer de kennis en ervaring te vergroten rond (eigentijdse) media en het managen van crises met een grote maatschappelijke impact. verdere implementatie en optimalisatie van netcentrisch werken. Netcentrisch werken betekent dat in het geval van een crisis alle operationele diensten en de gemeenten hetzelfde beeld hebben van die crisis en die informatie onderling kunnen delen. Onderdeel van deze verbeterslag vormt ook de invoering en implementatie van operationele informatiesystemen.
PROGRAMMABEGROTING 2012
21
•
•
•
Wat kost het?
investeren in de kwaliteit en faciliteiten van het regionaal crisis centrum ( R C C ) , zodat er digitaal beschikt kan worden over een gemeenschappelijke objectenhuishouding. Hierbij gaat om kaarten van wegen en andere infrastructuur, gegevens van gebouwen en andere objecten et cetera. Ontwikkelen van visie en opstellen van plan van aanpak voor modernisering van informatiemanagement. Hierdoor moet het mogelijk worden om als één virtuele publieke sector op te treden. Het ontwikkelen van kengetallen waarmee de prestaties voor alle producten kunnen worden gemeten en bijgehouden (implementatie resultaten project Aristoteles)
P r o g r a m m a 4. Organisatie R2010 Lasten
Programma
B2012
B2011
24.379.275
21.967.454
B2014
B2013
21.759.968
20.848.861
B2015 20.761.387
20.817.410
Baten
68.713.156
65.276.552
65.344.214
64.152.128
63.074.838
64.660.150
Resultaat
44.333.881
43.309.099
43.584.246
43.303.267
42.257.428
43.898.763
Organisatie
Specificatie raming begrotingsjaar per product opgebouwd per dienstonderdeel LASTEN product 4.1
B2012 Bestuurlijke organisatie
product 4.1 A voorbereiding O.G. product 4.2
Communicatie en voorlichting
product 4.3
Bedrijfsvoering
product 4.3A intekentaak FLO
BATEN product 4.1
71.784
655.251
746
16.975.379
9.024.364
2.920.907
-
52.619
-
21.759.968 B2012
product 4.1 A voorbereiding O.G. Communicatie en voorlichting
product 4.3
Bedrijfsvoering
product 4.3A intekentaak FLO
62.423.308
product 4.1
B2012 Bestuurlijke organisatie
1.084.028-
product 4.1 A voorbereiding O.G. product 4.2 product 4.3
Communicatie en voorlichting Bedrijfsvoering
48.684.275 BRW
655.25145.447.928
74639.659.912
52.61943.584.246
PROGRAMMABEGROTING 2012
2.920.907
2.920.907
2.920.907
2.920.907 BRW-Int
71.784-
product 4.3B Projecten TOTAAL RESULTAAT
48.684.275
71.784-
product 4.3A intekentaak FLO
-
BRW-Int
-
65.344.214
RESULTAAT
BRW
2.920.907
product 4.3B Projecten T O T A L E BATEN
9.096.894
-
Bestuurlijke organisatie
product 4.2
BRW-Int
-
71.784
product 4.3B Projecten TOTALE LASTEN
BRW
1.084.028
39.587.382
GHOR 258.143
GMK
261.611 803.632
GHOR
GMK
GHOR
-
261.6112.079.817
-
1.507.444
258.143-
-
52.619-
GMK
-
-
7.108.655
8.327.434 Overhead
658.865
38.728
392.894
OG
38.728
-
825.885
-
-
-
2.883.450
-
38.728
-
2.883.450
-
52.619 1.376.006
-
38.728
-
Overhead
OG
-
10.157.989
-
-
658.865
10.157.989
OG
Overhead
-
825.885-
392.8943.049.334
658.865
-
-
658.865
1.830.555
22
3
Risico's
De rapportage over risico's is gesplitst in twee formats, te weten een risicoparagraaf per dienstonderdeel en een risicomatrix. In de risicoparagraaf wordt 'uitgebreid' uitleg gegeven over het risico. In de risicomatrix, opgenomen in de bijlagen, worden de risico's kort beschreven, waarbij wordt aangegeven wanneer een risico is ontstaan, wat het inhoudt, wat de omvang van het risico is en wat de ontwikkeling ten opzichte van de vorige rapportage is. Daarnaast wordt een totaaltelling van de risico's opgenomen in een tabel. Een risico is een onzekere gebeurtenis waaruit financiële gevolgen kunnen vloeien, maar waarbij niet duidelijk is of de gebeurtenis gaat gebeuren en hoe groot de financiële gevolgen zullen zijn. O p het moment dat deze financiële gevolgen gedekt zijn (bv door het instellen van een reserve) is het geen risico meer en vervalt dus in deze rapportages. Ook op het moment dat het zeker is dat de gebeurtenis gaat gebeuren, vervalt het risico en dient het opgenomen te worden in de begroting. De risico's die genoemd zijn in de risicoparagraaf zijn in de risicomatrix in bijlage 1 opgenomen.
3.1
Algemeen
Brand Moerdijk Op 5 januari 2011 heeft in de gemeente Moerdijk een incident plaatsgevonden, waarbij een zeer grote brand is ontstaan bij het bedrijf ChemiePack, gevestigd in de gemeente Moerdijk. Daarbij is opgeschaald naar uiteindelijk G R I P 4, waarbij diverse hulpverleningsdiensten uit de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant (VRMWB) het incident met behulp van assistentie uit aangrenzende regio's hebben bestreden. Tijdens en na de brand zijn en nog steeds worden er door de veiligheidsregio kosten gernaakt op het gebied van personeel en materieel. Onduidelijk is op dit moment nog in welke mate dezè kosten gedekt worden door het Rijk. Indien dit slechts ten dele het geval is, kunnen de kosten, die all-in geraamd worden op een bedrag van circa 1,5 miljoen euro, niet binnen de begroting van de veiligheidsregio worden opgevangen.
3.2
Risico's Brandweer
Meerjaren investerinqsplanninq Door de brandweer wordt ieder jaar een meerjaren investeringsplan opgesteld op basis van de vervanging van het huidige materieel en materiaal. Hierbij is geen rekening gehouden met eventuele uitbreidingsinvesteringen. Indien deze noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld op basis van wettelijke voorschriften, zal dit niet binnen de huidige begroting gerealiseerd kunnen worden en eventueel een effect kunnen hebben op de inwonersbijdrage. Financiering rijksmaterieel Daarnaast beschikt de brandweer thans over een aantal voertuigen en materialen, die ter beschikking zijn gesteld door het ministerie van B Z K , het zogenaamde "rijksmaterieel". De vervanging daarvan moet blijkens huidige informatie van het ministerie tenminste deels worden gefinancierd door de brandweer, zij het dat thans niet duidelijk is in welke mate. Er wordt nu weliswaar teruggegaan van drie naar twee brandweer compagnieën ten behoeve van bijstand, waardoor het risico kleiner wordt, maar de kosten van de vervanging van het (resterende) materieel zijn niet opgenomen in deze begroting. Duiken In het afgelopen jaar zijn er onderzoeken gedaan door zowel de Arbeidsinspectie, als de IOOV naar het duiken door de brandweer. De onderzoeken zijn opgestart na een aantal ongevallen met fatale afloop. De resultaten van deze onderzoeken hebben aangegeven dat de vastgestelde regelgeving volledig moet worden nageleefd en dat er meer centrale coördinatie en toezicht op de duiktaken moet worden gevoerd. In het dekkings- en spreidingsplan wordt het aantal duikeenheden teruggebracht, waardoor het risico lager wordt.
PROGRAMMABEGROTING 2012
23
Gevaarlijke stoffen De Landelijke Adviesraad Gevaarlijke Stoffen, die de minister adviseert, en de IOOV hebben onderzoek uitgevoerd naar zowel het proactie beleid als het bestrijdingsbeleid van incidenten met gevaarlijke stoffen. Om aan de eisen te kunnen voldoen moet deze functie verder versterkt worden. De extra benodigde capaciteit is ten dele meegenomen in het nieuwe Beleidsplan. Risico kan daarom grotendeels vervallen bij de goedkeuring van het beleidsplan. Regionaal Dekkinqsplan Door het bestuur moet een nieuw regionaal dekkingsplan worden vastgesteld, inclusief een spreidingsplan voor specialistische taken en bijzonder materieel. De vaststelling van dit plan heeft invloed op het meerjaren beleidsplan, inclusief investeringsplan. Het nieuwe dekkings- en spreidingsplan wordt ter besluitvorming voorgelegd aan het A B op 30/31 maart 2011. Het risico kan vervallen bij goedkeuring van het nieuwe spreidings- en dekkingsplan. Duaal opleidingenstelsel Het brandweeronderwijs moet de komende jaren grondig worden gereorganiseerd, als gevolg van landelijke wet- en regelgeving. Het modulaire systeem van nu wordt vanaf het opleidingsseizoen 2010-2011 deels en vanaf het seizoen 2011-2012 volledig omgezet in een duaal opleidingsstelsel. Dit heeft zowel gevolgen voor de regionale opleidingstaak als de clusters. De gevolgen voor onze regio zijn in kaart gebracht. De kosten die deze nieuwe opleidingsstructuur met zich mee brengt, zijn landelijk berekend op 13,4 miljoen euro. Voorstellen voor dekking van deze kosten v o o r d e brandweer in onze regio zijn opgenomen in het beleidsplan en het daarbij behorende meerjareninvesteringsprogramma. Het risico kan vervallen bij goedkeuring beleidsplan Huisvesting Brandweer De huisvesting van de brandweerposten is op dit moment de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De zogenoemde BTW-problematiek in relatie tot de kazernes lijkt begin 2011 door het ministerie van Financiën opgelost, waardoor dit risico in beginsel kan vervallen. Technische infrastructuur Met de kosten als gevolg van investeringen en structurele lasten van printers, met name licenties bedrijfsapplicaties en wijzigingenbeheer is bij de ontvlechting onvoldoende rekening gehouden. Het overgedragen budget is verre van toereikend om aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Daarnaast is er ook een investering in een business layer nodig zodat het financieel pakket op het Siemensnetwerk kan draaien. De financiële consequenties van dit risico worden in maart 2011 aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Risico kan vervallen bij positieve besluitvorming ten aanzien van het noodzakelijkerwijs corrigeren van de bij de ontvlechting overgedragen middelen. Risico's P & O Bij de ontvlechting per 1 januari 2010 was een beperkte aantal rechtspositionele gevolgen nog niet duidelijk dan wel nog niet opgelost. Het betreft met name de zogenoemde inconveniëntenregeling voor beroepsmedewerkers in de repressieve dienst. Dit geschil is nog niet opgelost, omdat werkgever en werknemers (in het B G O ) met elkaar van mening (blijven) verschillen. Het proces loopt nog, maar kan in beginsel een risico vormen. QMS Mogelijk gaat de verplichting van een OMS-systeem vervallen, wat invloed kan hebben op de opbrengsten in de toekomst. Het is derhalve niet zeker dat we in de toekomst de geraamde opbrengsten behalen. FLO-overgangsrecht Breda Bij de ontvlechting van de brandweer per 1 januari 2010 is er door de gemeente Breda een koppeling gemaakt tussen enerzijds brandweerspecifieke budgetten en anderzijds de kosten voor F L O . Die koppeling blijkt niet juist te zijn. Met de gemeente Breda wordt overlegd ten aanzien van de noodzakelijke ontkoppeling, hetgeen zal leiden tot een herverdeling van middelen tussen gemeente en veiligheidsregio. Wanneer het Algemeen Bestuur op 30/31 maart 2012 het voorstel F L O aanvaard kan dit risico vervallen.
PROGRAMMABEGROTING 2012
24
3.3
Risico's GHOR
Consequenties Wet veiligheidsregio's De G H O R wijst op de financiële consequenties die verbonden zijn aan de in de Wet veiligheidsregio's en de Wet Publieke gezondheid genoemde territoriale congruentie van de G G D aan de V R . GNK Specifiek (financieel) aandachtspunt blijft de landelijke ontwikkelingen rondom de Geneeskundige Combinatie (GNK). De G H O R neemt deel aan de werkgroep en clusteroverleg Toekomst G e n e e s kundige Combinaties (GNK's). Dit betreft het overleg over het behoud en onderhoud van onderdelen van de G N K (menskracht en voertuigen). De discussie hierover vindt op landelijk niveau plaats. BTW Door de G H O R zijn naast de afspraken op VR-niveau met de belastinginspectie, separaat nog specifieke afspraken gemaakt over personele inzet vanuit de G G D tot 1 januari 2009. Verlenging tot 1 november2011 is noodzakelijk gebleken en verkregen.
3.4
Risico's GMK
Factuur V T S p N De G M K heeft in 2009 een verplichting van € 116.000 uit 2007 afgeboekt vanwege het feit dat er vanuit V T S p N signalen werden ontvangen waaruit bleek dat er geen facturen meer over 2007 zouden worden verstuurd. Nu klinken er echter andere geluiden waaruit afgeleid mag worden dat de kans bestaat dat die factuur toch nog verschijnt.. Fallback/uitwiik bij niet werkende techniek op G M K . Er is op dit moment een beperkte uitwijkmogelijkheid voor de meldkamer op de Ringbaan Zuid in Tilburg welke alleen in een uitwijkmogelijkheid voorziet als de technische systemen werkend zijn op de G M K M W B . De V R zal gezien de landelijke ontwikkelingen op meldkamergebied de afweging moeten maken we|ke investering op dit gebied nog noodzakelijk en verantwoord is. De G M K zal op een nader te bepalen moment plannen aandragen ter verbetering en optimalisatie uitwijk/fallback en deze ter besluitvorming voorleggen aan V D en bestuur. Nogmaals, de hiermee samenhangende kosten zijn niet opgenomen in de GMK-begroting. Indien aanvullende uitwijkmogelijkheden worden gewenst dan zal hiervoor dus dekking moeten worden gezocht. Bekostiging senior centralisten Voor de plaatsing van senior centralisten op de meldkamer is 50%, zijnde € 120.000 beschikbaar gesteld uit de verhoogde BDVR-uitkering. De overige 5 0 % zou opgebracht moeten worden uit het materieel budget van de G M K . Echter, de actualisatie van de GMK-begroting laat vanaf 2013 een sluitende begroting zien waarin dus geen budgetruimte overblijft om in te zetten voor de senior centralisten. Gelet op de bezuinigingsontwikkelingen wordt opnieuw bezien hoe de bezetting van de meldkamer in de toekomst efficiënter kan worden georganiseerd. Hierbij bestaat een moeilijk te kwantificeren risico waarbij thans wordt uitgegaan van maximaal € 120.000. Informatisering meldkamerdomein Met betrekking tot de veiligheidsregio's in het algemeen en het management rond het beheersen en voorkomen van rampen en crises in het bijzonder worden op landelijk niveau steeds meer eisen en kaders gesteld. Deze eisen en kaders gelden ook voor de informatisering van het meldkamerdomein. Z o worden steeds meer uniforme eisen gesteld aan communicatienetwerken en crisismanagementsystemen om een goede informatie-uitwisseling tijdens rampen en crises mogelijk te maken. Binnen de begroting is voor de automatisering binnen de G M K een standaardbedrag opgenomen. Hierbij is geen rekening gehouden met nieuwe en/of aangepaste systemen die vanuit het Ministerie van B Z K kunnen worden opgelegd.
PROGRAMMABEGROTING 2012
25
Datawarehouse De exploitatielasten a € 30.000 structureel ten behoeve van Datawarehouse kunnen niet gedekt worden binnen de begroting van het G M K . In de voorstellen voor A B 30/31 maart 2011 wordt een dekking van deze kosten aangegeven. Het risico kan vervallen bij positieve besluitvorming van het Algemeen Bestuur.
PROGRAMMABEGROTING 2012
4 4.1
Verplichte paragrafen Paragraaf I. Weerstandsvermogen
4.1.1 Algemeen Onder het begrip weerstandsvermogen wordt het vermogen verstaan om niet-structurele risico's op te kunnen vangen, zodat het afgesproken takenpakket toch onverkort kan worden uitgevoerd. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: • de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen waarover we beschikken of kunnen beschikken om niet begrote kosten te kunnen dekken en anderzijds; • alle risico's waarvoor nog geen voorzieningen zijn gevormd en die van materiële betekenis kunnen zijn. Voor het Algemeen Bestuur, maar in het verlengde daarvan ook voor de deelnemende gemeenten, is het weerstandsvermogen van belang, want een sluitende begroting impliceert weliswaar dat er evenwicht is tussen de uitgaven en inkomsten, maar ook dat er eigenlijk geen ruimte is voor tegenvallers. Een bescheiden c.q. beperkte buffer is daarom wenselijk. De weerstandscapaciteit van een veiligheidsregio is namelijk beperkter dan die van een gemeente en behoeft in theorie slechts uit de volgende elementen te bestaan: 1. de in de begroting opgenomen ruimte in de stelpost voor onvoorziene uitgaven; 2. de algemene reserve of -reserves van de afzonderlijke kolommen; 3. de zogenoemde stille reserve, zijnde die activa waarvan de boekwaarde lager is dan de werkelijke waarde en die direct verkoopbaar zijn. In de begroting van de veiligheidsregio is geen ruimteopgenomen voor onvoorziene uitgaven. Stille reserves doen zich ook niet voor. Zou in voorkomende gevallen van activa de boekwaarde lager zijn dan de werkelijke waarde, dan is er toch geen sprake van eventuele verkoop of afstoten daar de activa allen noodzakelijk zijn voor het garanderen van een adequaat veiligheidsniveau. Er resteert dan in feite alleen nog maar de algemene reserve. 4.1.2 R e s e r v e s en v o o r z i e n i n g e n De reserves van de veiligheidsregio bestaan uit de algemene reserve en de bestemmingsreserves. De bestemmingsreserves dienen een doel, er is in het verleden door het Algemeen Bestuur een bestemming aan toegekend. De reserves maken onderdeel uit van het eigen vermogen. Daarnaast zijn er ook voorzieningen, deze zijn getroffen voor nagenoeg zekere toekomstige kosten uit verplichtingen of financiële risico's. Voorzieningen worden elk jaar, bij het samenstellen van de jaarrekening beoordeeld en zo nodig op het noodzakelijke niveau gebracht. Voorzieningen zijn niet vrij aanwendbaar en behoren tot het vreemde vermogen. Op 28 juni 2006 is, met het vaststellen van de jaarstukken 2005, tevens het beleid met betrekking tot de reserves en voorzieningen bepaald. Kort samengevat komt dit op het volgende neer: Een algemene reserve van beperkte omvang wordt ingesteld ter egalisatie van voor- of nadelige exploitatieresultaten; Voor de omvang van de algemene reserve wordt een bandbreedte van 0 tot 6% van het gemiddelde meerjarige begrotingsvolume aangehouden; Bestemmingsreserve en voorzieningen worden pas aangehouden nadat het Algemeen Bestuur deze heeft ingesteld; A a n de reserves en voorzieningen wordt in principe geen rente toegevoegd; dit komt ten gunste van het exploitatieresultaat; Jaarlijks wordt bij de jaarrekening een gedetailleerd overzicht gegeven van de reserves en voorzieningen en worden noodzakelijke wijzigingen voorgesteld.
PROGRAMMABEGROTING 2012
27
Vanaf 2009 bestaat er nog maar één Algemene Reserve op het niveau van de V R (besluit Algemeen Bestuur 26 maart 2009). Hierna is een totaaloverzicht opgenomen van de geraamde stand van de reserves en voorzieningen.
€ 2.996.924 €
498.824
€1.134.318
€
1.230.326
€4.766.498
€1.267.774
€
reserve
Bestemmingsreserves Nog te bestemmen
stand per 31-12-2009
€ 6.826.324
Eigen vermogen Algemene
stand per 31-12-2010
resultaat
925.508
Voorzieningen
€
a. voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's b. voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten
overeen
€
459.157
€
426.136
€
343.097
€
33.021
€
8.330
351.427
aantal begrotingsjaren Totaal
€ 7.285.481
€ 3.348.351
In 2009 is door het Algemeen Bestuur tevens het besluit genomen om specifiek voor het Organisatieonderdeel Gemeenten (OG) een eigenstandige bestemmingsreserve in te stellen. Deze eigenstandige reserve is gericht op het voorkomen van te grote jaarlijkse schommelingen van de inwonerheffing; de middelen worden conform de inhoud van het organisatieplan daar waar nodig als aanvulling op de inwonerheffing ten behoeve van de opzet, uitbouw en borging van de gemeentelijke rampenbestrijding en crisisbeheersinginzet. In het Algemeen Bestuur van 30/31 maart 2011 wordt voorgesteld een geactualiseerde nota reserves en voorzieningen vast te stellen. Hierin is aangegeven wat onder andere het doel en risico van de aanwezige reserves en voorzieningen zijn. In het kader van de spelregels verbonden partijen vindt vanuit de gemeenten die deelnemen aan de West-Brabantse regiegroep onderzoek plaats naar de omvang en allocatie van de algemene reserves van gemeenschappelijke regelingen. Naar aanleiding van dit onderzoek is door de gemeenten aangegeven dat een gemeenschappelijk regeling niet zelf een algemene reserve dient te hebben, de gemeenten hebben zelf een reserve om de risico's te dragen. Voorgesteld wordt om de bestemming van de algemene reserve van de veiligheidsregio te betrekken bij de jaarrekening 2011. In 2011 kunnen de financiële gevolgen en consequenties van de regionalisering brandweer volledig en volwaardig in beeld gebracht worden en verrekend worden met de algemene reserve bij de jaarrekening 2011. 4.1.3 Flexibiliteit v a n d e begroting Hoe flexibel kunnen de budgetten worden ingezet, zonder dat sprake is van wijzigingen in het beleid? Hierbij speelt de vraag met betrekking tot doelmatigheid / doelgerichtheid. Hoe efficiënt gaan wij om met de middelen - hoe kan deze speelruimte worden bepaald / aangesproken. Dit onderwerp moet verder worden uitgezocht, waarbij duidelijk een relatie met onderhoudsprogramma's aanwezig is. Dit onderwerp krijgt in de komende jaren meer aandacht gelet op de financiële taakstellingen die het Algemeen Bestuur voor de veiligheidsregio heeft bepaald. 4.1.4 Risico's De risico's zijn opgenomen in hoofdstuk 3. Geconcludeerd kan worden dat nagenoeg alle risico's waar onze veiligheidsregio mee geconfronteerd kan worden te overzien zijn. De middelen om deze risico's op te kunnen vangen zijn voor de korte termijn in de algemene zin nog wel aanwezig maar op middellange termijn niet meer. Een uitzondering moet worden gemaakt voor risico's ta.v. kosten als gevolg van rampen en grootschalig optreden. Ook kan gedacht worden aan specifieke crisissituaties zoals bijvoorbeeld een grieppandemie. Er is beleid geformuleerd ten aanzien van het weerstandsvermogen van de V R . O p basis daarvan wordt een beperkte algemene reserve in stand gehouden als buffer voor de reguliere bedrijfsvoering, niet voor kosten als gevolg van rampen en grootschalig optreden.
PROGRAMMABEGROTING 2012
28
4.2
Paragraaf II. Onderhoud kapitaalgoederen
De kapitaalgoederen van de V R M W B zijn beperkt tot materieel en voertuigen; voor de huisvesting van het personeel wordt gebruik gemaakt van (kantoorruimten in) brandweerkazernes en het pand van de G G D , waarvan een gedeelte gehuurd wordt. Ook is een gedeelte van het personeel nog gehuisvest op gemeentehuizen. Het personeel van de G H O R is tevens gehuisvest in het pand van de G G D . Materieel en voertuigen, voor zover eigendom van de V R M W B , staan eveneens gestald in kazernes van de deelnemende gemeenten. De onderhoudskosten van deze panden zijn voor rekening van V R M W B voor wat betreft het huurders-gedeelte. De eigenaarskosten komen voor rekening van de desbetreffende gemeente. Het materieel en materiaal moeten uiteraard wel regelmatig c.q. jaarlijks onderhouden worden, daar zijn bedragen voor in de begroting opgenomen.
4.3
Paragraaf III. Financieringsparagraaf
4.3.1 Algemeen De financieringsparagraaf is sinds enige tijd een verplicht onderdeel van de programmabegroting en ook voorgeschreven voor gemeenschappelijke regelingen, zoals de veiligheidsregio. In de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO) worden regels gesteld voor het financieringsgedrag, wat binnen de veiligheidsregio is vertaald in een treasurystatuut. Daarnaast kan de financieringsparagraaf een belangrijk instrument zijn voor het transparant maken van de treasuryfunctie. De treasuryfunctie omvat het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De financieringsparagraaf dient idealiter in te gaan op de beleidsplannen en renterisico's voor het komend jaar. Aan het einde van het begrotingsjaar wordt in het jaarverslag teruggeblikt en aangegeven in hoeverre de voorgenomen plannen zijn gerealiseerd. 4.3.2 Financiële r i s i c o ' s Wij onderscheiden drie soorten risico's: Renterisico Renterisicobeheer omvat het beperken van de (negatieve) invloed van toekomstige rentewijzigingen op het resultaat van de organisatie en op de waarde van rentedragende activa en passiva. De inkomsten bestaan echter uit financiële bijdragen van de deelnemende gemeenten en een vaste Rijksbijdrage. Het renterisico is beperkt doordat in het treasurystatuut uitgangspunten geformuleerd staan waaraan de leningen dienen te voldoen. Liquiditeitsrisico Dit is het risico dat de veiligheidsregio op de korte termijn niet genoeg geld in kas heeft om aan zijn verplichtingen te voldoen. Om een goed inzicht te krijgen in de vraag hoeveel, wanneer en met welke looptijd moet worden geleend, zal de informatievoorziening moeten worden verbeterd. Het vaststellen van investeringsschema's voor de komende jaren en eventuele bijstellingen in reeds vastgestelde investeringsschema's met name gericht op uitbreidingsinvesteringen én op actualisering van vervangingsinvesteringsplanning - dragen bij aan het liquiditeitsbeheer. Debiteurenrisico Dit is het risico dat debiteuren hun rekeningen niet (op tijd) betalen. De belangrijkste debiteuren zijn de deelnemende gemeenten. Het risico van eventueel niet betalen is verwaarloosbaar: met uitzondering van het onderdeel commerciële opleidingen.
PROGRAMMABEGROTING
2012
29
4.3.3 Samenstelling vreemd vermogen Per 1 januari 2011 bedroeg de omvang van het vreemde vermogen (= het totaal aan aangetrokken langlopende geldleningen) € 28.947016. Per 1 januari 2012 wordt de stand van de geldleningen geraamd op € 25.946.249. Het betreft geldleningen, welke door de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) zijn verstrekt. Overzicht lopende leningen 1 Lening BNG 4,58%
nr82959
Bedrag
Looptijd
Bijzonderheden
Geraamde stand per 1-1-2012
€635.292 Aflossing in 30 jaarlijkse Vervroegde aflossing is niet mogelijk behalve bij termijnen volgens annuïteiten € 20.915,71 (in rentevoet aanpassing 2009) rentevoet is aangepast per 17 oktober 2004 (was 7,2%) volgende aanpassing per okt 1 maal17okt1995 2014
€412.604
e
aangegaan ter financiering VOC, BRW 2 Lening BNG 4,7%
€260.924 30 15jaar€ maal 17.395 17 okt 2024 e
nr86036
aflossing in 15 jaarlijkse termijnen
aangaan ter financiering investeringen
Vervroegde aflossing niet toegestaan rente herzien m.i.v. 14-12007 (van 5,7% naar 4,7%)
€ 17.395
1 maal 14jan 1997 e
15 maal 14jan2012 €1.250.000 10 jaar€ 125.000 e
3 Lening BNG 4,13% nr96174
aflossing in 10 jaarlijkse termijnen
aangaan ter financiering investeringen dekkingsplan
Vervroegde aflossing niet toegestaan
€125.000
Vervroegde aflossing niet toegestaan
€ 1.920.000
1 maal 16 dec 2003 e
10 maal 16dec2012 € 3.200.000 10 jaar €320.000 e
4 Lening BNG 4,34% nr102543
aflossing in 10 jaarlijkse termijnen aflossing per 9 feb
aangaan tbv overname activa GMK per 1-1-2007 5 Lening BNG 4,2%
laatste maal 2017 € 1.000.000 10jaar€ 100.000 aflossing in 10 jaarlijkse
nr 103431
Tussentijdse aflossing niet
€700.000
toegestaan
termijnen aangaan ter financiering investeringen
r m a a l 1 4 f e b 2009 10 maal 14feb2018 €1.060.000 8 jaar€ 132.500 e
6 Lening BNG 4,25 Nr 104223
Aflossing in 8 jaarlijkse
Tussentijdse aflossing niet toegestaan
€795.000
termijnen Aangegaan ter financiering van investeringen GMK
1"maal4 mrt2010 8 maal4mrt2017 e
7 Lening BNG 2,15
€ 3.500.000 aflossing € 700.000 per jaar
Nr105427
aflossing per jaar
Aangegaan ter financiering van overname activa brandweer
1e maal juli 2011
PROGRAMMABEGROTING 2012
Vervroegde aflossing niet toegestaan
€2.800.000
laatste maal 2015
30
Overzicht lopende leningen 8 Lening BNG 2,92
Bedrag
Looptijd
€7.250.000 aflossing €725.000 per jaar
Nr 105428
aflossing per kwartaal eerste maal oktober 2010
aflossing per kwartaal
Aangegaan ter financiering van overname activa brandweer
eerste maal oktober 2010
Nr 105430
aflossing per kwartaal eerste maal oktober 2010
4.4
€6.343.750
Vervroegde aflossing niet toegestaan
€8.951.250
Vervroegde aflossing niet toegestaan
€3.881.250
laatste maal 2025 €4.140.000 aflossing € 207.000 per jaar
Aangegaan ter financiering van overname activa brandweer Totaal
Vervroegde aflossing niet toegestaan
laatste maal 2020 €9.765.000 aflossing €651.000 per jaar
Nr15429
10 Lening BNG 3,68
Geraamde stand per 1-1-2012
Aangegaan ter financiering van overname activa brandweer g Lening BNG 3,41
Bijzonderheden
laatste maal 2030 €32.061.216
€ 2S.946.249
Paragraaf IV. Bedrijfsvoering
De paragraaf bedrijfsvoering behoort inzicht te geven in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Het gaat hierbij om taakvelden die niet alleen productoverstijgend zijn maar ook dwars door de programma's heen lopen. Meestal worden hier de taakvelden personeel, informatisering, organisatie, financiën, automatisering en facilitair beheer toegerekend. De ontwikkelingen binnen de hier genoemde taakvelden zijn van groot belang voor het realiseren van de te bereiken doelen en de speerpunten: zonder een adequate organisatie, opgeleide medewerkers, huisvesting en materieel kunnen de doelen van de veiligheidsregio niet gerealiseerd worden. Een gezamenlijk Shared Service Center voor G G D W H v B / R A V en V R M W B Bestuur en management van veiligheidsregio M W B en de directies van G G D West- en Hart van Brabant en het R A V hebben besloten intensief samen te gaan werken op het gebied van ICT, facilitaire zaken, financiën, inkoop en P&O. In de praktijk worden deze bedrijfsvoeringonderdelen, ook fysiek, ondergebracht in één Shared Service Center (SSC). De bedoeling is dat het S S C per 1 januari 2013 helemaal in bedrijf is. De G G D ' e n en het R A V hebben hun Faza-, ICT- en P&O-zaken al ondergebracht in een Service Center (HSC). Op dit moment verzorgt het H S C de salarisadministratie van veiligheidsregio M W B . Opererende in dezelfde branche is het niet meer dan logisch dat veiligheidsregio M W B en G G D / R A V deze krachten bundelen. In 2011 wordt gestart met een aantal concrete samenwerkingsprojecten op gebied van inkoop- en aanbestedingsbeleid en ICT. Dit zijn de zogenaamde quick wins en pilots die ons de gewenste besparingen opleveren. Er wordt een productencatalogus samengesteld en er worden prestatieafspraken gemaakt.
PROGRAMMABEGROTING 2012
31
4.4.1
Personeel
In onderstaande tabel is de formatie per dienstonderdeel aangegeven. De formatie begroting 2012 is gebaseerd op de formatie 1 januari 2011. In de cijfers is nog niet opgenomen een verlaging van de formatie als gevolg van het invullen van bezuinigingen. De formatiestaat zal worden aangepast nadat het Algemeen Bestuur op 7 juli 2011 definitief heeft besloten tot het doorvoeren van de voorgestelde bezuinigingen.
Staf V R en Onderdeel Gemeenten Dienstonderdeel Brandweer Dienstonderdeel GHOR -waarvan personeel
van derden
Dienstonderdeel GMK (nu nog niet in
Formatie per
Formatie per
formatie
1-1-2010
1-1-2011
begroting 2012
2,00
2,00
2,00
1.930,89
1.930,89'
1.930,89
18,68
18,68
18,68
1,24
7,24
7,24
105,22
106,82
106,82
23,26
23,36
23,36
57,3
57,1
57,1
dienst bij GMK) -waarvan GMK gedeelte
Brandweer
-waarvan GMK gedeelte
Politie
-waarvan GMK gedeelte
RA V
26,36
24,66
26,36
Totaal formatie Veiligheidsregio
2.054,79
2.056,39
2.056,39
* waarvan in dienst Veiligheidsregio
1.948,33
1.948,33
1.948,33
106,46
108,06
108,06
* waarvan in dienst bij derden
De verschillen kunnen op hoofdlijnen als volgt worden toegelicht: Staf V R e n Onderdeel G e m e e n t e n De formatie van de staf V R en onderdeel gemeenten is formeel nog onderdeel van de brandweer van waaruit de personele bezetting wordt ingeleend. In de loop van 2011 worden op basis van het bedrijfsplan definitieve besluiten genomen over de invulling inclusief de bekostiging daarvan. Daarnaast heeft Onderdeel Gemeenten 1 fte ingeleend vanuit de gemeente Roosendaal op basis van detachering ten behoeve van leiding van het Organisatieonderdeel gemeenten. Brandweer De brandweer is vanaf 1-1-2010 geregionaliseerd waardoor de medewerkers van de voormalige gemeentelijke brandweerkorpsen in dienst zijn gekomen van de veiligheidsregio. De brandweer heeft beroepspersoneel en vrijwilligers in dienst. De formatie in dienst bij B M W B , die werkzaam zijn bij staf V R , Onderdeel Gemeenten of dienstonderdeel G M K zijn in de tabel opgenomen bij desbetreffende onderdelen. In begroting 2011 stond een afwijkende formatie per 1-1-2010 opgenomen. Deze was echter niet juist en is aangepast. GHOR De G H O R zet vaste formatie in voor projectmatig werken. GMK Voor personeel zijn vooralsnog geen kosten in de GMK-begroting opgenomen, omdat gekozen is voor een model waarbij iedereen in dienst blijft van de oorspronkelijke werkgever (politie, brandweer en R A V / G G D ) . De keuze voor dit model geeft soms problemen met betrekking tot de bevoegdheden en verantwoordelijkheden ten aanzien van kosten die gerelateerd zijn aan de medewerkers. Bekeken wordt of dit model aanpassing behoeft. 4.4.2 Informatisering / automatisering In 2010 is het netwerk van B M W B geïmplementeerd, waardoor nu gebruik kan worden gemaakt van een eigen netwerk in gebruik Op dit netwerk zijn alle locaties van de B M W B en het veiligheidsbureau aan de Doornboslaan in Breda aangesloten, waardoor er efficiënt gebruik kan worden gemaakt van dit netwerk.
PROGRAMMABEGROTING 2012
32
GMK Netwerk Het computernetwerk van de G M K maakte deel uit van het politienetwerk. In de praktijk leverde die combinatie problemen op wanneer er systemen van brandweer of R A V gekoppeld moesten worden met de meldkamersystemen. In 2005 is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden tot ontvlechting. Het creëren van een apart meldkamerdomein dat gekoppeld is aan de domeinen van de OOV-partners is in lijn met landelijke ontwikkelingen. In 2008 is een firewall geplaatst. Hierdoor kunnen externe partijen makkelijker gekoppeld worden. Het eigen G M K netwerk is in 2010 opgebouwd en in gebruik genomen. In 2011 zal het netwerk verder uitgebreid en aangepast worden. De benodigde gelden komen uit eigen GMK-begroting. De G M K houdt zoveel mogelijk rekening met de trends en ontwikkelingen van de veiligheidsregio. 4.4.3 Organisatie Ten aanzien van de doorontwikkeling van de organisatie van de veiligheidsregio wordt verwezen naar het programma Strategie en Beleid. 4.4.4 Financiën Binnen de kolommen wordt tot nu toe nog verschillend omgegaan met de toerekening van de overheadkosten. Evenals voorgaande jaren is ervoor gekozen om de overheadkosten zoveel mogelijk binnen het Programma organisatie te verantwoorden.
4.5
Paragraaf V. Verbonden partijen
Er is sprake van verbonden partijen als er sprake is van zowel een bestuurlijk als een financieel belang voor de veiligheidsregio. De veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is een samenwerkingsverband op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan 26 gemeenten deelnemen. Vastgelegd is dat de deelnemende gemeenten er zorg voor dragen dat de V R M W B over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen waarmee de exploitatie en het afdekken van financiële risico's gewaarborgd is. Hierdoor is de veiligheidsregio een verbonden partij voor de 26 gemeenten. 4.5.1 Dienstverleningsovereenkomst veiligheidsregio/GROGZ De G H O R Midden- en West-Brabant maakt vanaf 1 januari 2005 deel uit van de G R veiligheidsregio Midden-en West-Brabant. Voor de bedrijfsvoering van de G H O R is een dienstverleningsovereenkomst afgesloten met de G R O G Z West-Brabant. De G R O G Z West-Brabant heeft samen met de G G D Hart voor Brabant een Shared Service Center (SSC) opgezet. Het achterliggende strategisch perspectief dat voor het S S C wordt gehanteerd, is gebaseerd op kwaliteitstoename, kostenefficiëntie, schaalvoordelen en aanpassing aan mogelijke toekomstige eisen van de regio. Bij de G R O G Z West-Brabant is de het Service Center verantwoordelijk voor kwaliteit, financiën, personeel en organisatie, automatisering, facilitaire zaken en huisvesting. Het personeel van de G H O R is in dienst van de GROGZ. 4.5.2 Inbesteding salarisadministratie Vanaf 1 januari 2010 is de salarisadministratie van de veiligheidsregio Midden en West Brabant ondergebracht bij het shared servicecentrum van de G G D . 4.5.3 Coöperatieve v e r e n i g i n g In 2010 is een coöperatieve vereniging opgericht met partijen van de G R O G Z om het beleid van het shared servicecentrum gezamenlijk te kunnen bepalen en te komen tot een centrale inkooporganisatie voor alle betrokken partijen.
PROGRAMMABEGROTING 2012
33
5
Financiële begroting
De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan de financiële begroting zijn opgenomen in hoo 1. Voor deze financiële begroting wordt uitgegaan van de sinds 2008 gehanteerde indeling: zie hoofdstuk 3.
5.1
Totaaloverzicht lasten en baten op programmaniveau
Per programma kunnen de lasten en baten na resultaatbepaling en mutaties in reserves en voorzieningen als volgt worden weergegeven: P r o g r a m m a 1. Strategie e n b e l e i d R2010
B2013
B2014
B2011
B2012
689.869
1.984.478
1.702.907
944.445
Baten
1.736.423
79.323
79.522
80.317
Resultaat
1.046.553
Lasten
1.905.154-
1.623.385-
864.128-
B2015
584.56081.120 665.680
567.856 81.931 485.925-
P r o g r a m m a 2. Pro-actie e n preventie R2010 Lasten
4.936.733
B2011
B2012
B2013
B2014
B2015
4.310.427
4.332.943
4.377.716
4.422.958
4.468.675
Baten
1.933.241
1.205.642
1.259.896
1.278.795
1.297.977
1.317.446
Resultaat
3.003.492-
3.104.784-
3.073.047-
3.098.921-
3.124.981-
3.151.228-
P r o g r a m m a 3. Preparatie e n o p e r a t i o n e e l optreden R2010 Lasten
42.637.186
Baten Resultaat
B2012
B2011 44.213.100
B2014
B2013
45.007.192
45.544.107
B2015
46.087.708
46.638.080
5.026.741
5.913.940
6.119.378
6.203.890
6.289.582
6.376.470
37.610.444-
38.299.160-
38.887.814-
39.340.218-
39.798.126-
40.261.609-
P r o g r a m m a 4. Organisatie R2010
B2011
B2012
B2015
B2014
B2013
Lasten
24.379.275
21.967.454
21.759.968
20.848.861
20.817.410
20.761.387
Baten
68.713.156
65.276.552
65.344.214
64.152.128
63.074.838
64.660.150
Resultaat
44.333.881
43.309.099
43.584.246
43.303.267
42.257.428
43.898.763
TOTAAL-GENERAAL R2010
B2011
B2013
B2012
B2014
B2015
Lasten
72.643.063
72.475.458
72.803.010
71.715.129
70.743.516
72.435.998
Baten
77.409.561
72.475.459
72.803.011
71.715.129
70.743.516
72.435.998
4.766.498
0
0
0
0
0
Resultaat
PROGRAMMABEGROTING 2012
5.2
Resultaatbepaling conform BBV-richtlijnen
Dit overzicht is op grond van de BBV-richtlijnen opgenomen in de begroting. Het geeft aan hoe het totale resultaat van de programma's gedekt wordt met bijdragen van Rijk en Gemeenten. Resultaatbepaling voor b e s t e m m i n g !
R2010
B2012
B2011
B2013
B2015
B2014
Resultaat programma's zonder opbrengsten uit bijdragen Rijk, Politie en Gemeenten: 1. strategie en beleid 2. pro-actie en preventie
372.833-
1.905.154-
1.623.385-
864.128-
3.239.894-
3.265.210-
3.240.692-
3.269.081-
3.297.694-
3.326.53143.339.060-
665.680
485.925-
3. preparatie en operationeel optreden
38.238.000-
41.115.445-
41.830.832-
42.327.381-
42.830.097-
4. organisatie
20.968.049-
21.008.712-
20.767.488-
19.844.083-
19.800.153-
19.731.468-
subtotaal programma's
62.818.776-
67.294.522-
67.462.397-
66.304.673-
65.262.264-
66.882.984-
4.11 Inkomensoverdrachten Rijk
4.293.509
5.861.257
6.636.465
6.618.224
6.601.233
6.585.181
4.11 Inkomensoverdrachten Politie
3.202.656
1.556.387
1.625.075
1.649.293
1.673.871
1.698.817
4.22 Gem. bijdrage, profijtbeginsel BRW
59.303.096
46.391.874
45.489.244
45.770.344
46.004.205
46.216.433
4.23 Gem. bijdrage, profijtbeginsel RAV
440.006
-
4.26 Gembijdrage, alg (bij GMK:BRW) 4.27 Gembijdrage, alg (bij GMK:RAV) 4.29 Overige inkomensoverdrachten
totaal bijdragen Rijk/Politie/Gemeenten/Ov< 67.239.267 Resultaat voor b e s t e m m i n g
4.420.491
57.513
60.101
61.002
61.917
62.846
12.347.843
12.523.447
11.060.844
9.758.917
11.140.175
364.946
381.200
386.898
392.682
398.552
716.248
748.479
759.706
771.101
782.668
67.296.067
67.464.011
66.306.311
65.263.927
66.884.672
1.545
1.614
1.638
1.663
1.688
Mutaties in de reserves a) onttrekkingen
649.000
-
-
-
-
-
b) stortingen
302.993
1.544
1.614
1.638
1.663
1.687
Totaal mutaties
346.007
1.544-
1.614-
1.638-
1.663-
1.687-
1.545
1.614
1.638
1.663
1.688
1.544-
1.614-
1.638-
1.663-
1.687-
Resultaatbepaling na b e s t e m m i n g Uit het voorgaande blijkt het volgende financiële resultaat: Resultaat voor bestemming Mutaties in reserves Resultaat na b e s t e m m i n g
4.420.491 346.007 4.766.498
0
0
0
0
0
Toelichting Onder de inkomensoverdrachten Rijk valt met name de BDUR-bijdrage van het ministerie van B Z K . Tevens zijn daaronder enkele specifieke uitkeringen van het Rijk opgenomen. De Inkomensoverdracht politie betreft de bijdrage door de politie aan de exploitatie van het dienstonderdeel G M K en de bijdrage aan de exploitatie van het veiligheidsbureau. De gemeentelijke bijdragen zijn gesplitst weergegeven. De algemene gemeentelijke bijdrage betreft de voor iedere gemeente gelijke bijdrage per inwoner, gebaseerd op het solidariteitsbeginsel.Onderde overige inkomensoverdrachten vallen onder andere bijdragen ten behoeve van brandweeropleidingen. De bijdrage op basis van het profijtbeginsel betreft de bijdrage van de brandweer-intekentaken F L O en Schelde-Rijn.
PROGRAMMABEGROTING 2012
35
5.3 Opbouw lasten en baten 2012 per dienstonderdeel LASTEN
B2012
BRW
BRW-Int
Strategie en beleid
1.702.907
Pro-actie en preventie
4.332.943
4.180.808
GHOR 93.352
221.000-
GMK
1.830.555
Preparatie en operationeel optreden
45.007.192
40.346.950
167.494
1.362.115
2.471.768
21.759.968
9.096.894
2.920.907
1.376.006
38.728
TOTAAL
72.803.010
53.403.652
3.088.401
2.983.607
2.510.497
B2012
BRW-Int
BRW
Overhead
152.135
Organisatie
BATEN Strategie en beleid
OG
GHOR 79.522
79.522
GMK
658.865 8.327.434 658.865
10.157.989
OG
Overhead
Pro-actie en preventie
1.259.896
1.259.896
Preparatie en operationeel optreden
6.119.378
3.459.480
167.494
20.636
Organisatie
65.344.214
48.684.275
2.920.907
2.883.450
38.728
658.865
10.157.989
TOTAAL
72.803.011
53.403.652
3.088.401
2.983.607
2.510.497
658.865
10.157.989
2.471.769
Toelichting: In bovenstaand overzicht zijn per dienstonderdeel de lasten en baten per programma weergegeven. Hierna is een grafische weergave opgenomen. LASTEN
€50.000 €45.000
BRW • Concern
S
€40.000
X
€35.000
LU
€30.000
n
o
LU
m
OOG
• GMK • GHOR O BRW-Int
€25.000 €20.000 €15.000 €10.000 €5.000 Strategieën beleid
PROGRAMMABEGROTING 2012
Pro-actie en preventie
Preparatie en operationeel optreden
Organisatie
TOTAAL
36
BATEN
€ 70.000 € 60.000 1 €50.000
i
€ 40.000 € 30.000
B B R W
• • • • •
Concern OG GMK GHOR BRW-Int
€ 20.000 € 10.000
Strategie en beleid
PROGRAMMABEGROTING 2012
Pro-actie en preventie
Preparatie en operationeel optreden
Organisatie
TOTAAL
5.4
Investeringen
Hieronder is per programma aangegeven hoeveel vervangings- en uitbreidingsinvesteringen verwacht worden voor 2012.
Totaal per programma Strategie en beleid
Vervangings-
Uitbreidings-
investeringen
investeringen
600.000
Totaal 0
Investeringen 600.000
Pro-actie en preventie
0
0
0
Prep. en operat. Optr.
7.078.507
0
7.078.507
0
0
0
7.678.507
0
7.678.507
Organisatie TOTAAL-GENERAAL
PROGRAMMABEGROTING 2012
38
5.5
Tarievenbesluit Brandweer 2012
Tarievenbesluit p e r s o n e e l Brandweer 2012 Ten behoeve van onder andere de verantwoording van personele inspanningen bij projecten is het noodzakelijk dat het dagelijks bestuur hiervoor een uurtarief vaststelt. Op basis van begroting, rekening houdend met een opslag van 20% voor bemiddeling, begeleiding, risico en administratieve verwerking e.d. zijn de volgende uurtarieven bepaald voor 2012: Laag ( schaal 5/6/7) Middel (schaal 8/9/10) Hoog (schaal 11/12/13)
€ 74 € 96 €133
(was € 73 in 2011) (was € 95 in 2011) (was € 131 in 2011)
Deze tarieven zijn met name bedoeld voor de verantwoording van projectmatige zaken. Ten behoeve van individuele afspraken wordt de mogelijkheid van maatwerk open gehouden. Voor dienstverlening binnen het werkingsgebied B M W B op een niveau boven schaal 13 worden op ad hoe basis maatwerkafspraken gemaakt. Zo nodig dienen deze tarieven nog te worden verhoogd met 19% B T W : In principe is het beschikbaar stellen van personeel belast met BTW. Alleen in gevallen waar sprake is van een individueel contract in het kader van 'arbeidsmobiliteit' ( = individueel opleidings- / ontwikkelingstraject) dan wel er expliciet vrijstelling is verleend door de inspecteur (in ons geval voor de brandweercentralisten bij de gmk) kan heffing van B T W buiten beschouwing blijven. De in rekening te brengen B T W is overigens voor gemeenten weer compensabel in het kader van het B T W compensatiefonds. In onderstaande tabel is de berekening 2012 weergegeven die ten grondslag ligt aan de tarievenstructuur. Uurtarief medewerker B M W B 2012 Omschrijving componenten Max schaalbedrag bruto Loonkosten vakantiegeld eindejaarsuitkering levensloop Opslag werkgeverslasten totale loonkosten Kledingkosten:
12 mnd 8% 6% 1,5% Subtotaal 23%
tarief laag 2.617 € € 31.403 2.512 € 1.884 € 471 € € 35.800 8.234 € € 44.034
gem. per jaar €
1.015
tarief € € € € € € € €
1.015
€
1.015
3.852 7.384 2.617 5.433 7.603 14.885
€ € € € € €
3.852 7.384 2.617 5.433 7.603 14.885
€ € € € € €
3.852 € 7.384 € 2.617 € 5.433 € 7.603 € 14.885 €
Totale personeelskosten
€
86.823
Kostprijs uurtarief Extra tbv bemiddeling Extern uurtarief vergelijk tarieven 2011
PROGRAMMABEGROTING 2012
tarief hoog 5.346 € € 64.152 € 5.132 3.849 € 962 € € 73.133 € 16.821 € 89.954
€
Personeelskosten Huisvestingkosten Bureaukosten Automatiseringkosten Directie Bedrijfsvoering
€
1.400
Productieve uren
middel 3.670 44.037 3.523 2.642 661 50.202 11.547 61.749
104.538
€ 132.743
1.300
1.200
€
62
€
80
€
111
€
74
€
96
€
133
€
73
€
95
€
131
20%
39
Tarieven O p e n b a a r m e l d s y s t e e m 2012 Op 30 maart 2007 is B M W B een concessieovereenkomst aangegaan met Siemens Nederland B.V. voor de levering van een Openbaar Meldsysteem voor een periode van 10 jaar. Siemens draagt zorg voor de migratie van alle abonnees in Midden- en West-Brabant volgens de concessieovereenkomst. In 2010 is besloten om het tarief van O M S 2010 vast te stellen op € 1.205. In het A B van 26 maart 2009 is besloten het tarief jaarlijks te verhogen met een loon/prijsindex. De prijsindex is voor 2012 vastgesteld op 4,50%, de loonindex op 0,25% inclusief correcties van 2010 en 2011 (basis: C P B , zie 1.3 loon- en prijsontwikkeling). Het tarief voor Openbaar Meldsysteem 2012 wordt vastgesteld voor alle abonnees op € 1.246 (2011: € 1.217).
Tarieven V O C / B H V 2012 De tarieven V O C en B H V 2 0 1 2 zijn nog niet opgenomen in deze begroting. Gedurende het jaar 2011 wordt de kostenopbouw van de tarieven bepaald in lijn met de nieuwe visie, waarna een apart voorstel wordt gedaan voor de tarieven 2012.
PROGRAMMABEGROTING 2012
40
6
Exploitatiebijdragen gemeenten en politie
6.1 Inleiding De instandhouding van de veiligheidsregio was tot 1 januari 2007 een verantwoordelijkheid van de aangesloten 26 gemeenten in de regio Midden- en West-Brabant. Met de overgang van de G M K naar de veiligheidsregio per 1 januari 2007 is de politie ook een belangrijke mede-exploitant van de veiligheidsregio geworden. Ook in 2011 blijft de politie overeenkomstig de bestaande kostenverdelingsafspraken 6 0 % bijdragen in de exploitatie van het dienstonderdeel G M K . Een beperkt aantal specifieke GMK-exploitatieonderdelen worden op basis van het profijtbeginsel doorberekend aan de kolom die de kosten veroorzaakt. Verder geldt momenteel de afspraak dat, naast brandweer, G H O R en G M K ook de politie voor 1/4 deel bijdraagt in de exploitatie van het dienstonderdeel veiligheidsbureau (VB). Voor 2012 bedraagt dit: € 1 5 4 . 9 1 2 : 4 = € 3 8 . 7 2 8 .
6.2 Exploitatiebijdrage politie De politiebijdrage in de exploitatie van de veiligheidsregio komen op basis van de voorliggende begroting in meerjarenperspectief uit op: Bijdrage Politie Bijdrage GMK
R2010 1.549.091
B2012
B2013
B2014
B2015
1.518.519
1.586.347
1.610.083
1.634.174
1.658.625
169.790
37.867
38.728
39.210
39.698
40.192
1.718.881
1.556.387
1.625.075
1.649.293
1.673.871
1.698.817
Bijdrage Veiligheidsbureau TOTAAL
B2011
6.3 Exploitatiebijdrage gemeenten Op basis van de in hoofdstuk 1 vermelde begrotingskaders zijn de gemeentelijke bijdragen 2012-2015 tot stand gekomen. Deze zijn in de volgende paragrafen opgenomen.
PROGRAMMABEGROTING 2012
41
6.3.1
Bijdragen per gemeente 2012
BEGROTING 2012 Veiligheids- Brandweer Inwoners regio MWB taken per 1 jan 2011 TOTAAL Overhead inwoner Bijdrage per inwoner 6,120 € 3,380 € Aalburg Alphen-Chaam Baarle-Nassau Breda Drimmelen Bten-Leur Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Zundert
12.684 9.466 6.697 174.544 26.476 41.808 21.315 54.080 26.350 14.419 21.150
Totaal Midden
408.989
Bergen op Zoom HakJerberge Roosendaal Rucphen Steenbergen Tholen Woensdrecht Moerdijk Totaal West
66.048 29.309 77.540 22.431 23.266 21.684 36.540 276.818
609.722 663.470 503.995 10.141.229 1.229.808 1.682.847 844.300 2.435.457 1.385.818 729.292 896.487 21.122.424
42.873 31.996 22.637 589.977 89.492 141.315 72.047 182.796 89.066 48.738 71.489 1.382.425
4.807.948 1.467.406 5.516.021 865.511 1.259.310 1.853 1.279.448 2.037.109 17.234.606
223.249 99.067 262.093 75.819 78.641
935.674 84.841 87.169 50.803 77.671 86.879 696.893 156.181 77.063 1.317.500 3.635.599
Dongen Gilze en Rijen Hlvarenbeek Loon op Zand Oisterw ijk Tilburg Waalw ijk Goirle
22.979 25.703 206.175 46.206 22.799
Totaal Oost
389.781
1.101.582 1.015.418 703.800 952.895 1.050.263 12.451.277 1.862.183 959.545 20.096.962
TOTAAL RB3I0 1.075.588
58.453.992
25.100 25.789 15.030
73.294 123.509
GHOR 1,177
GMK € 0,859
OG € 0,613
77.622 57.929 40.983 1.068.151 162.024 255.851 130.441 330.952 161.253
14.924 11.138 7.880 205.369 31.152 49.191 25.079 63.631 31.004
10.898 8.133 5.754 149.969
7.770 5.799 4.102 106.919 16.218 25.610 13.057 33.127 16.141
88.240 129.431 2.502.877
16.965 24.885 481.218
404.192
77.712 34.485 91.234 26.392 27.375
25.182 66.623 19.273 19.990
€
VR-staf €
8.833 12.956
351.405
250.531
-
15.397.915
756.052
56.749
40.459 17.954 47.498 13.740 14.252
_
3.344.719 1.100.673 3.803.973 584.840 966.474 1.008.125 1.585.908
660.869 10.683 770.080 8.176 10.198 1.853 7.904 7.307
12.394.712
1.477.069
22.748 35.922 18.314 46.466 22.640 12.389 18.172
-
-
-
25.513 42.993
18.631 31.395
13.283 22.383
325.705
237.843
169.568
-
21.566 22.158 12.914 19.744 22.084 177.146 39.700 19.589 334.902
15.375 15.797 9.207
2.385.331
29.533 30.343 17.684 27.037 30.242 242.586 54.366 26.825 458.618
14.076 15.745 126.295 28.304 13.966 238.765
6.582.242
1.265.541
924.150
658.865
132.699 223.613 1.694.034 153.604 157.820 91.979 140.624 157.294 1.261.723 282.765 139.522
455.635 548.476 422.638 7.264.791 908.174 1.174.958 585.363 1.778.485 1.065.714
-
-
179.361 474.519 137.270 142.380
Brandweer Brandweer Specifieke Intekentaken taken profit
-
554.128 639.554
796.663 702.129 521.214
-
673.743 738.019 9.247.703 1.300.866 682.579 14.662.916
-
42.455.543
V o e t n o o t 1: Met ingang van 2012 is de ontvlechting van de huur kazernes verwerkt. Alle kazernes worden voortaan om-niet beschikbaar gesteld. Hierop is de brandweerspecifieke bijdrage aangepast. V o e t n o o t 2: Op 31 maart 2011 heeft het A B een aantal budgetbijstellingen geaccordeerd. Hierbij is het uitgangspunt dat, met uitzondering van de ontvlechting kazernehuur en de mutaties op intekentaken, deze op basis van inwoneraantallen over de gemeenten worden verdeeld. Deze budgetbijstellingen zijn verwerkt binnen de desbetreffende kolommen waar de kosten per inwoners worden verdeeld*. Waar voorheen sprake was van de inwonerbijdrage voor regionale brandweertaken, spreken we nu over brandweertaken per inwoner. Daarnaast presenteren we separaat de, niet op inwonerbijdrage maar op historie gebaseerde, bijdrage voor brandweerspecifieke taken. * voorbeeld: budgetbijstelling landelijke wetgeving informatisering is verwerkt binnen kolom brandweer taken per inwoner, omdat de kosten o.b.v. het aantal inwoners over gemeenten wordt verdeeld.
PROGRAMMABEGROTING 2012
756.052
42
698.930
698.930 2.932.051
6.3.2
Bijdragen per gemeente 2013
BEGROTING 2013 Veiligheids- Brandweer Inwoners regio MWB taken per inwoner 1 jan 2011 TOTAAL € 2,790 Bijdrage pér inwoner
Overhead € 5,323
GHOR 1,192
GMK € 0,872
OG € 0,620
11.061 8.255 5.840 152.212 23.089 36.459 18.588 47.161 22.979 12.574 18.444 356.661
7.859 5.865 4.150 108.152 16.405 25.905 13.207 33.509 16.327 8.934 13.105 253.420
0-
455.684 544.514 456.550 7.377.118 911.029 1.182.765 591.790 1.815.767 1.074.670 553.886 643.616 15.607.387
78.712
57.598 25.559 67.619 19.561 20.289
40.925 18.161 48.046 13.899 14.416
00000-
3.422.839 1.112.275 3.892.820 617.366 974.695
000-
1.031.436 1.596.677
504.043 10.790 585.894 8.258 10.308 1.881 7.983 7.394
12.648.107
1.136.549
35.383 26.406 18.682 486.908 73.858 116.628 59.460 150.862 73.506 40.223 59.000 1.140.917
2.176.989
15.116 11.281 7.981 208.011 31.552 49.824 25.402 64.449 31.402 17.184 25.205 487.408
184.248 81.760 216.306 62.574 64.903
351.564 156.008 412.734 119.397 123.842
34.929 92.407 26.732 27.727
21.684 36.540 276.818
4.639.927 1.439.481 5.315.826 867.786 1.236.180 1.881 1.273.516 1.998.552 16.773.150
772.212
25.100 25.789 15.030 22.979 25.703
1.069.161 978.967 660.324 986.304 1.010.576
70.019 71.941 41.928 64.102 71.701
206.175 46.206 22.799 389.781
12.280.270 1.849.641 945.463 19.780.707
TOTAAL RB^IO 1.075.588
57.279.088
Aalburg Alphen-Chaam Baarle-Nassau Breda Drimmelen Etten-Leur Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem; Zundert Totaal Midden Bergen op Zoom Halderberge Roosendaal Rucphen Steenbergen Tholen Woensdrecht Moerdijk Totaal West Dongen Gilze en Rijen Hlvarenbeek Loon op Zand Oisterw ijk Tilburg Waalw ijk Goirle Totaal Oost
12.684 9.466 6.697 174.544 26.476 41.808 21.315 54.080 26.350 14.419 21.150 408.989 66.048 29.309 77.540 22.431 23.266
592.619 646.707 528.850 9.963.922 1.196.861 1.634.119 821.904 2.399.608 1.359.141 709.552 871.949 20.725.231
PROGRAMMABEGROTING 2012
-
67.515 50.386 35.647 929.073 140.928 222.538 113.457 287.860 140.257 76.750 112.578
€
-
-
-
13.436 22.641
115.421 194.497 1.473.462
25.842 43.546 329.895
18.910 31.865 241.401
171.524
29.913 30.734 17.912 27.385 30.631 245.707 55.065 27.170 464.517
21.889 22.489 13.107 20.039 22.414
15.553 15.980 9.313 14.238 15.926
575.146 128.896 63.600 1.087.334
133.604 137.271 80.003 122.314 136.813 1.097.440 245.948 121.356 2.074.748
179.796 40.294 19.882 339.911
127.751 28.630 14.127
3.000.464
5.725.200
1.281.820
937.972
60.490 101.932
Brandweer Brandweer intekenSpecifieke taken taken VR-staf profijt 0,00€ 00000000000-
-
798.185 700.552 498.062 738.226 733.089 9.360.842 1.350.807 699.328
702.448
702.448
241.519
000000000-
14.879.090
693.588
666.463
0-
43.134.584
2.532.585
43
693.588
6.3.3
Bijdragen per gemeente 2014
BEGROTING 2014 Velllghelds- Brandweer Inwoners regio MWB taken per 1 Jan 2011 TOTAAL inwoner Bijdrage per inwoner € 1,483 Aalburg Alphen-Chaam Baarle-Nassau Breda Drirrmelen Etten-Leur Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Zundert Totaal Midden Bergen op Zoom Halderberge Roosendaal Rucphen Steenbergen Tholen Woensdrecht Moerdijk
12.684 9.466 6.697 174.544 26.476 41.808 21.315 54.080 26.350 14.419 21.150 408.989
9.746.559 1.176.447 1.598.053 803.577 2.356.029 1.341.100 699.085 855.803 20.328.371
Totaal West
276.818
4.490.387 1.418.425 5.138.806 848.243 1.220.465 1.909 1.260.816 1.974.925 16.353.978
Dongen Gilze en Rijen Hlvarenbeek Loon op Zand Oisterw ijk Tilburg Waalw ijk Goirle
25.100 25.789 15.030 22.979 25.703 206.175 46.206 22.799 389.781
1.048.839 956.425 648.484 967.566 988.672 12.188.491 1.810.259 926.635 19.535.372
TOTAAL REGIO 1.075.588
56.217.721
Totaal Oost
66.048 29.309 77.540 22.431 23.266
582.950 642.011 526.757
21.684 36.540
PROGRAMMABEGROTING 2012
18.809 14.037 9.931 258.824 39.260 61.995 31.607 80.193 39.073
Overhead € 6,391 68.385 51.035 36.106 941.043 142.744 225.405 114.918 291.569 142.064
606.474
77.739 114.029 2.205.039
97.940
356.094
43.461 114.981 33.262 34.500
158.018 418.052 120.935 125.437
21.381 31.363
-
-
€
GHOR 1,207
GMK € 0,885
OG € 0,627
15.309 11.425 8.083 210.664 31.955 50.460 25.726 65.271 31.803 17.403 25.527
11.227
7.950 5.933 4.198 109.400 16.594 26.204 13.360 33.896 16.516 9.037 13.256 256.344
18.866 47.866 23.322 12.762 18.720
493.625
361.996
79.716 35.374 93.586 27.073 28.081
58.459 25.941 68.631
-
54.184
116.908 197.003
26.171 44.102
410.483
1.492.447
334.103
37.220 38.242 22.287 34.075 38.114 305.729 68.517 33.808
135.325 139.040 81.033 123.890 138.576 1.111.580 249.117 122.919
30.294 31.126 18.140 27.734 31.022 248.841 55.768 27.517
577.991
2.101.480
1.594.948
6.798.966
32.154
8.378 5.928 154.489 23.434 37.004
19.854 20.593
-
41.397 18.370 48.600 14.059 14.583
13.591 22.902
VR-staf
-
Brandweer Specifieke taken
Brandweer inte kontaken profijt
461.271 551.202 462.512 7.448.015 922.460 1.196.984 599.100 1.837.234 1.088.322 560.762 652.909 15.780.771
624.123
3.460.508 1.126.363 3.935.662
396.273 10.897 459.294
624.720 986.852
8.340 10.420 1.909 8.062
-
12.795.753 808.052 709.029 504.299 747.126 742.100 9.511.251 1.367.000 707.922
19.192 32.342 245.011
173.503 15.732 16.164 9.420 14.403 16.110 129.225 28.961 14.290 244.305
-
470.443
22.216 22.826 13.303 20.339 22.750 182.485 40.897 20.179 344.995
1.298.171
952.002
674.151
•
624.123
1.044.737 1.616.912
7.481 902.678
699.380
15.096.778
699.380
43.673.302
2.226.181
44
6.3.4
Bijdragen per gemeente 2015
2015 BEGROTING Veiligheids- Brandweer Inwoners regio MWB taken per inwoner 1 jan 2011 TOTAAL € 2,659 Bijdrage per inwoner
GMK € 0,898
OG € 0,634
VR-staf € 0,02-
11.395 8.504 6.016 156.799 23.784 37.558 19.148 48.582 23.671 12.953 19.000
8.042 6.002 4.246 110.662
78.890 115.717
15.739 11.746 8.310 216.578 32.852 51.876 26.448 67.104 32.696 17.891 26.243
2311721223.1754827603889844792623857.439-
466.930 557.977 468.554 7.519.518 934.039 1.211.382 606.504 1.858.965 1.102.154 567.727 662.338 15.956.087
41.875 18.582 49.161 14.221 14.751 13.748 23.167 175.505
1.2015331.410408423394665-
3.498.607 1.140.636 3.978.992
5.035-
12.945.193
4574692734184673.750840415-
818.047 717.612 510.618 756.137 751.227 9.663.558 1.383.395 716.626
7.089-
15.317.218
587.339
19.563-
44.218.498
1.891.643
69.397
€
604.996 661.015 541.452 10.060.698 1.222.232 1.666.465 838.520 2.447.630 1.388.976 724.679 892.557
33.725 25.169 17.806 464.089 70.396 111.162 56.674 143.791 70.061 38.338 56.235
408.989
21.049.220
1.087.446
2.237.676
507.483
367.410
66.048 29.309 77.540 22.431 23.266
4.503.398 1.470.673 5.152.604 884.752 1.262.951 1.938 1.302.390 2.042.724 16.621.430
175.613 77.929 206.168 59.641 61.861 -
361.364 160.357
59.333
424.240 122.725 127.294 -
81.954 36.367 96.213 27.833 28.869
57.655 97.155 736.021
118.638 199.919 1.514.537
26.906 45.340 343.482
66.737 68.569 39.963 61.098 68.341
137.328 141.098 82.233 125.724 140.627
206.175 46.206 22.799 389.781
1.091.262 998.327 674.220 1.006.266 1.031.006 12.495.129 1.886.351 964.795 20.147.356
548.191 122.855 60.619
1.128.033 252.804 124.739
31.145 32.000 18.650 28.513 31.893 255.827
1.036.375
2.132.585
483.649
20.481 350.155
15.914 16.350 9.529 14.569 16.296 130.717 29.295 14.455 247.125
TOTAAL REGIO 1.075.588
57.818.006
2.859.842
5.884.798
1.334.614
966.241
681.932
Alphen-Chaam Baarle-Nassau Breda Drimmelen Bten-Leur Geertruidenberg Oosterhout Werkendam Woudrichem Zundert Totaal Midden Bergen op Zoom Halderberge Roosendaal Rucphen Steenbergen Tholen Woensdrecht Moerdijk Totaal West
21.684 36.540 276.818
Dongen Gilze en Rijen Hlvarenbeek Loon op Zand Oisterw ijk
25.100 25.789 15.030 22.979 25.703
Tilburg Waalw ijk Goirle Totaal Oost
PROGRAMMABEGROTING 2012
Brandweer intekentaken
GHOR 1,241
Overhead € 5,471
12.684 9.466 6.697 174.544 26.476 41.808 21.315 54.080 26.350 14.419 21.150
Aalburg
Brandweer Specifieke taken
51.791 36.641 954.972 144.857 228.742 116.619 295.885 144.167
-
57.333 28.290
26.329 69.657 20.151 20.901 19.480 32.825 248.676 22.548 23.167 13.502 20.643 23.090 185.215 41.509
16.786 26.507 13.514 34.287 16.706 9.142 13.409 259.303
profjjt
632.166 999.166 1.058.215 1.637.412
45
641.254
641.254 285.853 11.006 329.583 8.424 10.533 1.938 8.143 7.570 663.050
587.339
product 3.1A
Intekentaak S c h e l d e - Rijn V e r b i n d i n g begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2011
2012
2013
2014
2015
kosten: inwoners:
10.665 150.957
11.145 150.957
11.312 150.957
11.481 150.957
11.654 150.957
0,071
0,074
0,075
0,076
0,077
25 103
4.666 2.581 1.644 1.773
4.876 2.698 1.718 1.853
4.949 2.738 1.743 1.881
5.023 2.779 1.770 1.909
5.099 2.821 1.796 1.938
150.957
10.665
11.145
11.312
11.481
11.654
per inwoner:
gemeente
inwoner aantal 01-jan-11
Bergen op Zoom Moerdijk Steenbergen Tholen Totaal
product 4.3A
66.048 36 540 23266
intekentaak F L O
voormalige regio G S V
kosten: inwoners: per inwoner:
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2011
2012
2013
2014
2015
130.000 252.925
91.958 252.925
92.188 252.925
93.110 252.925
94.041 252.925
94.981 252.925
0,000
0,364
0,364
0,368
0,372
0,376
24.014 10.656 4.598 28.192 8.155 8.459 7.884
24.074 10.683 4.610 28.262 8.176 8.480 7.904
24.314 10.790 4.656 28.545 8.258 8.565 7.983
24.557 10.897 4.702 28.830 8.340 8.651 8.062
24.803 11.006 4.749 29.119 8.424 8.737 8.143
91.958
92.188
93.110
94.041
94.981
753.020 883.980 926.961 896.474
631.919 741.818 756.052 698.930
474.779 557.349 702.448 693.588
366.692 430.464 624.123 699.380
255.951 300.464 641.254 587.339
3.460.435
2.828.719
2.428.164
2.120.659
1.785.008
777.034 10.656 4.598 912.172 8.155 8.459 7.884 926.961 896.474
655.993 10.683 4.610 770.080 8.176 8.480 7.904 756.052 698.930
499.093 10.790 4.656 585.894 8.258 8.565 7.983 702.448 693.588
391.249 10.897 4.702 459.294 8.340 8.651 8.062 624.123 699.380
280.754 11.006 4.749 329.583 8.424 8.737 8.143 641.254 587.339
3.552.393
2.920.907
2.521.274
2.214.700
1.879.989
inwoner aantal gemeente
01-jan-11
Bergen op Zoom Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Steenbergen Woensdrecht Totaal
66.048 29.309 12 647
77.540 22.431 23.266 21.684 252.925
regionalisering b r a n d w e e r gemeente
Bergen op Zoom Roosendaal Breda Tilburg Totaal Totaaloverzicht F L O per g e m e e n t e gemeente
Bergen op Zoom Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Steenbergen Woensdrecht Breda Tilburg Totaal-generaal F L O
PROGRAMMABEGROTING 2012
47
Intekentaak: V e r b i n d i n g s m i d d e l e n e n Lichtgewicht cylinders Breda In de voormalige regio Breda bestaat een gezamenlijke regeling op het gebied van lichtgewichtcylinders. Kostenverdeling: op basis van werkelijke aantallen bij 12 gemeenten.
totaal intekentaken
Bergen op Zoom Halderberge Moerdijk Roosendaal Rucphen Steenbergen Woensdrecht Breda Tilburg Tholen totaal intekentaken
PROGRAMMABEGROTING 2012
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2011
2012
2013
2014
2015
504.043 10.790 7.394 585.894 8.258 10.308 7.983 702.448 693.588 1.881
396.273 10.897 7.481 459.294 8.340 10.420 8.062 624.123 699.380 1.909
285.853 11.006 7.570 329.583 8.424 10.533 8.143 641.254 587.339 1.938
781.700 10.656 7.180 912.172 8.155 10.103 7.884 926.961 896.474 1.773 3.563.058
660.869 10.683 7.307 770.080 8.176 10.198 7.904 756.052 698.930 1.853 2.932.051
2.532.585
2.226.181
1.891.643
oo co
CM
O O O O O
O O O O O LO
OJ
0 ü
c ro 0
en ^—>
OJ
'c
to o o 'w
ra
ro < 0
OJ
o c ro
io
O O O
ö
1
O
ö
cr.
<*> c ro >
(JU
E O
O O ~*—>
O O O
c ro >
ö
nu
I
0J O) O O
o O O
CM
O
•*—'
I
ö"
O O O ö
O
c CM ro <*> > c ro >
o
OJ TJ C OJ _0)
0J Ü
O
ro 1 c 0)
c 0) •o •O
i
O
£
0J
"O 0J jO
CM
ra
2 m
32
> OJ
0J O!
.c c 0 O) e
O ü
i
8'8 öO
'l— CD
•o
O O OJ "O 0)
ro "c ro <
0
re C
O
J2
m
£ o w S
o
ra ra
co
c 0 0 ro 0 C D ë .O 2 c c
ro
co.
ro
OJ
OJ OJ
-o
c ro ro
"E OJ XI
c a> .a ra I-
x>
^—<
O
'55
0 _c
OJ
(0
O (/> E OJ
ro ro
0 c
•o O
0
C/3
JÉ
i
o o
E o o ü
CO
ro C D
c co 0 c ~ C L 0_ O p < < 0 Q. l— C L c b ^ CÉ co ro ro 0 3 3 \ 0 ro CO CO CO ca 0
-£
_
=
L-
O)
O
>
CM
, ö"
o O o CM <ju
c ro
0 c
F? ro
0
CN
o LO 1- <JV o o (jü üjj 3 -4—« O» •*-» O i ö -•-» o i i o o" o" O <4> O O O c O O ö ro ö ö O •a O O O i_ i - LO
o >
O
O LO
s§
0 •a c 0 co
ra '53 >
O
.rro o
E
•o '3
o O oO
..
o o 'co
c 0) c ro ro
J«:
> >
'L_
co c —
ro >
E o co
= = >>
O)
-o
XI
* o;
co
ra
N
I co c
ïco N
5 Rragj
c: O
c
O
c -o 0
x> 0
c 0 0
"O
0
x: 0 ' 0 :=> £2
0
TD
LD
0
c > ra T J
CD
O)
-o co
ro ro
O
O
0
~
c
C
CD
0 0
c
CL
O
O
.2
^ O
o
0
CD
•s, ^
0
If
-
0
n > o
c
o co o
co ^
c
0
*L
^
4-»
CO C C 0
0 >
0 ?
0 0
O
£
03
^ CL
O
0
"o
c
iff
0
3
T3 ^
c
>
ra
O
c
c
I §>
co 0 N 0
0
>
0
•£
—
J i
'
5 .
0
CL
0
co ra o}
O
c
N
0
m
£ ro
0 0) CO
.- ro 0
N
OJ
t: „ o CQ •E C N ro -Era< .E 2 c .55, £ -a o a, Ö3 .E c
^
c
0
0
co.E E "O 'c 'p
E
0
Jr
1
ro
°
0
CO 0
XI 0
0
Xi Sr,
TJ
3
81 X
ca >
>
*
N
CO
92 Ss ••5 5 0-.92
.3?
0 — 0 §
0
0
CO
ro .E
CO
ri.S
gl
co O
i
N
CO CO
g
raro
x i ' c ra CD . X c ü co i t W E CD O 1 s
CO
c É 0 XI > c 0 .2 a 0) x i ro 5fi CD O ö xi O * O
0 0
•e
O. S3. O 52 ra o 2 0
TS
0
3 xi o c: Z. co E -<=
1i
C 0
0
Q..0
u
0
0
co co
32
0
0
c "O " § ro c > CD > CO c C '55 c ro x i XI ^ E
t 2 E 5 D) O o $ ro 0 ra • x i r, en o g E ~r 0 o 0 -o o C M Z T O C CM 5? 0 ^ eO 2 c
o 0 T3
0
•*=
c
0 0
o
.co 1
-•-< 0 — Cö co a> E . Z- 0
0
0
;= OJ - -
CO
co
O O
0
o
o
0
co ro
c
C 0
«J
i- a .
ro£
.0
0
"E
l i
0
co
"O
O
O TJ
0
33
• -
ï "g .= •FT L0 M N -a
r-
CL CO
CM • =
c
0 0
2 ra 0 .ti "U ra |o XI = •o 0 -a 0 0 ^ 15 Q. w 0 CO 0 O o -Q0 c co "
Cu t : —
'55
o
L0
="
c
CO
g 'ra
0 > 0
^
CD
S3 •e SS d
h
z <
re > E o
I I
CU (0 (0
TJ SS
ra .SÉ CD I
ï
O
CO
0cT
O
co '55 »-
I I
ca
CO UJ
5
«
£
- é
o
co o o
CM
CM
O O O CM
ca
ca
ca
CO
CO
ca
m
co
ca
«
z
UI
z
UI O Q
O
5 UI
cc co
(0
.2
w
C
O O
T3
zt >
Q ÜJ I • üü >
0
i O
s
'55
O O co E
5
co c
X
s
ü z
"O c E
O
ca
O)
c
O
E o
co
0 O
c *c 0
co ro c
o 'co 0
et
'c c ro
0
K O UJ
.92
CL
CO CO
g 0
ro E co
O O
'Ë
a.
^—'
CO
0 >
c 'c 2
ro i • 0 0
CO
c
'C 0
'ü
c ro g
Ü-
c ro CO i -
= & I
>
0
£
-*0—'
>_ c ro >
c 0
ro
£
ro ro ro
ro c > T J ••«, c 0 < ' co /=\ O ro O — ^Ü » 0 —
E CO 52 J ro i_ co o 'c c c c 0 'E o" s roe? co H—* o i CL 0 -o ^ 0 0 ro 1 0 co o c "2 0 c n\ L 0 TJ 0P . 9 2 ro .Q) 5 -o 'c > o c c § 3ro Q 0 0 0 •j3 ro "O co 5 5 XI o o 0 c c c * ë 0 0 0 l i 0 ro > c CL 5 0 co 3 CO ' N .5, .c c "O 0 1 g 0 CO 'N co ro CO | l 0 "2 0 .92 Ja .2> o •E 2 co ^ 0 72 £ co 0 i_ Tï "ro cc —' C < i_ x i2 s S | s E ü CU m O 0 C L CD O CO 0 ) co ro c s E O ^ "O ro J 0 " ° 0 0 c ^ jD ~ ' g & 2 Q) X I o ± CO i E 4_i N =3 xi c i- "O E l 2 ö X0 O w 0 'E ca > 2 O 0 o c Ü . E — "O X E 0 x S l i N
88
CO
u
C -D S= i tO ro
3
TD .CD CD CO
CO C
o -? £ .E -o CÉ J3 CO TJ to .CD
ro cu c
E c gro
O .E TJ 55 £ CD 2 ~ CD O CD Q_ CÉ > CO "O CO
co o CD CÉ co > c o n ~
c -3 co co co
2
:=> CO _
5 i j s B
©
92
c
C
18 e8
c
o8
8.^
E
1
03
CQ
O
ü
cn o o
CQ
co
CQ
CQ
m
co
CO
CO
ca
CQ
CQ
CQ
O CM
CM
c ro CL CO
I 0
'3 O
1-
c
TS cf
OJ O O CN
c
S
-E, r- C c ro i5 92 ro 0 0 O TJ 'tj _ o> c o . . O f S > a g> 0 . ro "ft 0 ,- ro c 'co c co c ? 2 TJ ro .92 c: T I ro ro 0 'Si 0 2 0 2 c co 0 c C L 0 -o c 0 XL 0 o Xi o. co o 3 o to c ro N 0 X XI 0 'co o ^ m C0 o 0 9J > c TJ > 2 £2 0 "2 co o i_ 0 2 E iS 0) co© ro ^.92 O X P !=; > f x: c 0 ro c o 3 CD o = x §.!= ^ 0 0 «2 w 0 g I - ro TJ CO c c: •9] to "S3 0 ro = w i2 2 0 0 x o 0 ï 0 E Ü C
C CL - n CO 0 o 0 1o c C 0 J O 0 0 2 co ro 5 0 ro "O ro ro Ti "O 4-i 0 .£ I I ,„ ro o i X Q. o. F 0 0 32 Ü 0 w ro > CO-55 0 p o to o > •K <0 to "SS 0 J? 0 > 0 $ 0 0 .E ö 5ro 0co 92 0Ü Ü 0 Eco ro •T 2J -o C£ «= .! c •E ro 0N S> 0 o a> 0 0iE o ü 2 Sj «5 co 0 ° 10 0 2 L 0 c 0 ro o 7D C% ro ro 0 3 co o .E TJ •o o 0 2 § > o Q T J CO X X > c 42 £ *G X! c
c • ro c © E0 roc 0 0 o ro P |•—o .i 0 0 ^ 7 3 co x +-» — i 0 O c O O 0 £ e "2 o
CQ
0
TB ^
•= 55 2: TJ CD CD O CD CÉ > CO X I ~
ro ro > 0
co c
0 TJ
rö c O 'co 0 CÉ
0
u> 0 4-»
co co
co X TJ 0 O
ö rö ro , 3 O
co x c
c
x == ro £
0
ro £ co >
rö
CO
2
73
co
•g CJ)
co c c 0 I I C O 73 CO 0 Q E £ <= E c E co X CO 0 ™ £ > 0 -g a> ro co > O) ro co 73 c O) 0 o co X 2 ^ 2 E. fc L_ CO rö © ro ^ d) N = £ 0 _ 4-» CO 3 o X 45 .<=N L— ro ro N ca ro ro i_ co c > x cö ^ ro co > co > x •2 c ro it: ro .«o w co 7 3 X c co co c ro 5 xi x co E ro
g.N
O
CO
§
0)2 I 0 ro h; X ro cQ co -~ 2 = 0 ' 0 'ro x x > i_ co > > g-2 1 0
CO
X
ü
c
0 73
-g E
ï1 ro § o ca f §
0
0
cr
i>
C
2
*$
c ™ CÉ o coc co co 0 C 703
0
:
O) N
"§ S
„ co
co x
c
Si CO
.
0
ro m :— ro •§ -ö Q) M
§S
c o § CÉ ro| 0> 2 43 § 2 4W £1 0 X CO > X o ro o >
0 0
1
«
i_ E o 0 § co £ x
0
Z
X (u 0 co 0 •*= •E 0 o ai o x >
0
0 CO 0 0 CL 0 N co ? CO 7^3 T- £J 73 X c > m 2 o 5 3 X 0 g C 73 § 0 0 0 0 > 0 4D£ JS ro 0 CO 7 3 ro 7. 3 co o 4->
co
i = c ai r ro CO 3 7 3 0 —• CL C C O c p 0 > ^ 50 0 ^ co > 00 LIJ © 0 c co 0 0 0 x Q. o 0 ro CL C C 0 > 4-r co 73 c 2. .ffi co co 0 CL 0 ) CO 7 3 c c. •= 2 E S 2 . 0 0 00 2 co 0 3 •5=5 «> — 0 > LU g - S r o 7 5 o 703 g . 3 ? 4-» 7g>P 3 CO JS ^ O $ '73 CD 7 3 ^ > CO co 0 o — i co ro X .90:=, c CÉ co "2 c c = 5 ro 0 £ X o 0 < > 2 ^ ^ c 7O3 703 ro C L ro O t N o ro .9 0 CO
t
C
©
CO
_
o co 9 O-X <
2 73
S3 ro
ro c CO O co O ro s
0
—
CO
>
0 CO 0
_:
CO
I §
CL
CL
x ro
0 X O. O 4-> 0
co
0
X 4= c.8
0 c CO 0 •g* CO CO - X X
ro a co c
0 & 73
to Ig 9> 0 c -Q "~ co
Uy
0
.
0
0
.9> rö = ö aj c o ro ro -te > c C 0 co co ü E > •5 £ t - 0 . = 0 0 co <S S i_ -^g c0 4-J 0 O C D •is ro 0 0 > _ ro co| x to 0 ro » » 7 3 co x ?Z °. 0 ë w N 32 ^ 0 cox: ro .5? (O x o ro 7 3 > 0 3 '5S a> E o £ •° O ' N 4^ ro C 0 c ro L- _£ CD 4-d < o a 0 co CO $ 4—» >> O co c
§
c
8©
ro
•c O
CL
ca
ca
Oi
o
O O CM
O
CN
O CM
O
ca
ca
ca
ca
ca
ca
ca
ca
3
ca
ca
ca
CN
CN
J?
Ï'45'S 2 0 o ca co >
ca ^2 c? ~ 0 g ca co >
co z I-
0 0 73 0
I 73
C
ro
co c to § to '3 X
c ro c 0 co o 0
> 0
1 0
O LU
C
m <
73
Lt C9 O CC CL
73
2 Xt .co 0 X CO
73
X
o cc
c 2 i
CL
c ro <
o o
x. c
0
£ 0 >
u
O" t ">
CD
x 0 x g la
c CO 0 c £ c: 4—< C N O •- x
0 TJ
S 0 £Z ^ 0
rö
'rM
I co
co
O co O o CO 0 c co c
•=» O
£ ^ «
1
0
0 9 •a -E .g 0 0 c > ai O a> rö 0 'X E x 0 O) 3 0 0 C O X •° cö 0 0 ro CO •° ÖT g X TJ i ro x 0 T J "o) iaj co '5 co .g co o co ro x o ro 'ÖT
x ü
CO
0
O) § 0
co 0 0
x O
'co
O CL iQ X o 2
JS x ro ro
TJ
I > 0
TJ
rö Sr?
0
E ^
i
0
0 CL 0 X
' " R
ro aj"5 o ro 5 ai x- > c
X 0
0 >
=
0
co g 'x ro ro 0 E E (0 c x CÖ 0 O l_ 2 x 0 > ro 90 ro o ^ o x O) 05 w 02
^
0
ro
X >
0 TJ
O C
TJ 0
0
Xt XI 0 X X
L—
ro
0 TJ
i_
O O
0 >
TJ
i_
0 TJ
0 CO
4-»
ro ro
O O CM 'X
O)
I S ro
£
£
0
ro
TJ
0
X
©
0 0
= ,
2 rö
E E •o 0
JQ
E 0 co c 0
0
co
4-»
ro N
X
X 0
aj
TJ TJ
0 c 0 0 E S .92 co c . N X gj x ro ü! ro . > a; co 0 g.rö o © ~cp .E cö OJ rö !2 gT J 0 > i
CO ±£
.5. T J CQ ro .2,~ x 0 ro 'x x X
ro
%
ro is ë
0
O) o
'E
c
<
o
c
E O 02 rö O o LTD I ü C L
O 03 g 0 0 O) E l s as CL O 2 2 ë .92 0X >0) ' O0J 'x co 0 c" ^ O x il~
C L TXJ
E CQ ^ ca S c ro „, (0 0 0 j- aj N 4-» C c? § X T J 0 O 0 0 £ 0) 0 2 E E 0 0 0 co ro ro Si co
TJ
CO
>
±L
£« ro 0 0
CL
1 8 i £ 2 5
4-T
O
5 •-= = £ 'co co „, 0 o 0 ca
X
0
O) c 0
TJ «-
co
o ro
C .!=
0 q C x c j«: o x I S * E c Pc ^o 0> •— 2 «2 c O •CÜ Q3 S S -g 5 ü TJ CO O £ x 8 O » g) 8, co c "cö "O 0 .2 5 -so CD CD 0 o o: 1 2 'ScS E0 > (0 0O £ | £0 o "x O) TJ g 0 ~ co ^ T- J ^L> CO 3 io 0 0 c > > .gig ro O) co 0 E o Q TJ ^ .= < ai m 0) 1 O O gj -jg 0 X O <£ 0 x " e g 3- , 0 5 " ° X ro 0 rö ro 0 0 x ro Z TJ TJ 5 0 « TJ c 0 co E
TJ
co
x
co .92
co c
0 0
0 CO 0
^ 0
5 X 0 0 o o x >
ca
co CO
O O
CM
o CM
o CM
o CM
o CM
ca
ca
CQ
ca
CQ
L3 ^ aj
ca
ca
ca
CQ
l f § ca ca >
ca
ca
ca
CQ
0
ro
£
co 'x
TJ
£
co
< 5
o
CO O
2
?
co co X ro co
1
o
'fe
co co
0 >
O O
D-
O
LU CO
ca
2
"8
z p O o
a.
73 CO
73
ai
N
!
'N
f
3 0 z
co c O
10 CD CD '-+-« U-» c c c 0 0 0) 3 CL 0 i 3 0 co O) CT 0) c Ë co O c CJ g> 5 o CU 0 •C ^ ü 0 CO 0 ro 5 0 g) O 73 0 c .= 0) c O CO 0 ro H -> 0 c Cd ro co 0 0 «= c •o XI > 0 | 0 CO £ 0 X J ro c 0 CD "O* 1 ^ N CO O c 1 | 2 !2, c o £ ro $ co > CD rag," c 02 > 73 2 73 £ o: 0 o 2
CO
0 L_ 0 > O 0
:
0 1
j l S
o SJ •=
°§ C
CD CD0 N 0 ro 0 Q T 5 > co > O
3 ü
co
Cd >
0 0 CL CL 0 O o O x: .to c ro 73 0 O) 0 co N C C L g 73 Xi O > O CD CN O 0 2 <= > 't— c > 2 «s: ro O co 0 & •*-• 3 92 73 0 -t-> CO s i O 0 CO . CN ro 0 co co c S i x 2 ro co 0 s = CD 32 0 c 0 XL 0 "2 0 i_ ro ^O 53 0 0 5 0 73 0 0 y «« — •= 73 0 Ü <-> > •— V 7 C CL 0 01 O > O) c
D
O CN
co c O
c: 3 0 E CD O O N O _ CN 0 .= 3 •B O 0 49 8 co -C o 03 C co ro o co o 0 cl I g N
z
O X O
•g g Q..2 c Jr; 0 1-3 > 0 ^ 1
w
O x CD
8 "5
1
c
CQ
id CD
CM O CM
c 0 '0 ü
92 ro c la E o O 0 co 73 C 3
45 xc
o o CM z CL
CO
$
CO
0 0 c 0 CD
1
O CN
O
35 ! co co 'O .92 co c 2 0 co 3 "2 CT C D 0 SI C i?
c
:
CQ
o CN
CC O X CD
c
f-
CQ
Cd
r—
U
O)
c 2 c c SV 0 x: c 0 co 0 co Ü co Q) O 0 O 92 c ro > co 0 = co!£ Cl Q 0 73 ro D 45 2 • | c c HP 32 > i= 0 ro 0 E "c "E tr 73 o -E p 0 . ^ — > f=; 03 E c . 73 o 2 P co o ro c *^ c c 1 — .E, O 02 ff i* rö 0 g — ro N 0 O O B E i=. 0 73 (1) 73 ^ ü co c; c |= ro 9 3 03 ro n co E S 0 XL • ° N 0 0 ^ > i s - - co 73 O .E c l i c E C 03 c w 0 co *4 0 ^ 0 g CQ ro 0 z _? ro x. ro l i 0 73 CO (0 f" 0 •— 45 73 to E ro rö — £2 0 c o S co .a: ' l i CO 73 £ 0 CD CO o > £ 0 l ï ro 0 E TE ro 2 ro N ë - 3 J ~ ° E ro x 1 1 e ° o o .E 3 0 42 o o c 0 N > c É > ro 0 73 II
\
CQ
3 3 T> .ro
u ro
45 73 0 0 -Q
3 0
2 P O CC O LU
co <
O cc CL
co TJ O) N
c Ja ro c
0
W
^
0
£
5
"rö £
0
CO
c O
2
CO
C
ro o
I o,
CO c c
c co er c
E 2 s» TJ o t t- O) -Q p. E £ CO ro T J
0
"2
TJ CO C TJ co Ü CO O Q TJ c Cl
CO
ro ro
I 0
-
0
c -o 0 c
'M
0
O * O 0 > c > E 2 $ "E <= 2 r i f ë o 0 8 | co 0 > co o £ ë o co,o c o c o (0 O g £ ro .92 ro x
CO CM 0
c
"2 U)
S2
c
N
0
0 0
!u = o _
<jo "O _
c
0
0 0
c o 2 0
CL 0
TJ
O > £^
0 .
O
0
CL J 3
CQ <
co c
c
co > 30 0 TJ — i c O O C 0 ro c > > c 0 c la 0 4o co .9? o > c X
x. 0
0 co E i a 0c 0 ro l i ro co v o *^ g = O § g § 0 92 ^0 D c et '•s; ~ 0 c ro m 0 o ~ 0 0 3j c £ °>-£ -s . £ 5 2 co 3 CO corow E c 0CO 0 fj? S ,„ > E » co & -Q o E ü (U '5 0 c d co c co 0 .22 0 ro ro • J ? 5 co ™ ro E c 0 ro E 32 E E co 0 <= § § 0 c £ ^ o .52 £ O co o .£ o 5 0 .= N ' 0
c
0 0
fc
?!
0
CO 0 3 Si E co £ 0
0 TJ
ro | CD ° •JS.S ^ co a ro 9 Q TJ ro > <
CQ
O CM
O CN
o CM
CQ
CQ
CQ
o CM
ic: o
CD
c E o "2 0 E ro
' 0
c: co 1Ë * .—< c 0
O
0
"2 0 0
ö O s 2
TJ 0
CL
0
co co c 'co •'*—» co O 0 CO
0
0
co TJ 0 0 •Q
0
E
II 0
~
u z ho Lt CD LU m <
£
ro
Z ro
co 3 O sz 0
L.
ro
I ro D
E co c 0
CO
ro È
O O or CL
gas
8 8
8
8SK8IS
O ©
O) S; tO T-
oi
8 rp ID
in to ro r TO) Ifi
O
8
O
O O
O O
CM T -
CM
ro
o
T -
S eg s d to' co 8 =? 3
00
T — lO
c> o
o
ca1 o
o
uS d
tri
£^
8 8
q
o
q
8 8 o
o
8 8 q
o
S
in m o
in Tj- in C N
o
o
o
o
o
o
o
8 88 88 88 8 S 8 S 8 88
In
sssss
8
8 88 888
h-
T~ ro'
O
M f ) Ol
T — ^—
ur>
O
co T — T<sr io iri co' ro m
O O
Y-
Y-
O O
O O
S
Q
o
o
O
O O
o
o
o
§88888 8 8 8 5? 8 8 8 ee CM CM CN CM CM to
o
8 r-
o
O O
O
s 888 888 O O O O O SO m in in in CM
S 8 h-.
8 88 88 88
O
§
0 0 0 o0 cn 0 o0 in 0 o T- o « - C N v-
Q ai h,
ö ei ö ö ö ó
r -
in in in in in rs
e> fc»
CN If) CNI ro cn in I-
O o
O O T- o
O
O O O O O O LO LO LO LO LO CM V-
O N. r">
E S
8888888
88 88 88
S
'v-
as
o' oo" d x — C3> CM If)
o
to '
o CN
m o
r
in
fi
CN
in
88 88 8
O «0 CM f>
eri g cri s ^ to
O O
O O
O
o
iri d
tri
o
CN ^
CN
to
88 88 8
CM
oi
co in
88 88 8 8'SSSIS
CM $ 8
O) 05
5
O t£> O CM CO T-' CM
K
'
8 8
o
o
o
o
CN i - CM
to
m
O
Q co'
O O O O o CTJ o in T-
O O O O
O
8' é g 88i 8 8
S S
8888888 O
r~ in CM
in
O O
O O
m
O
C M S
o
8RÏ29IS
Xr-
T N r
s
O O
S 8
r
r(N
r-
<
CD O Q LU Li. O
r
r-
O p
O O
O
S
S S
S
8
S
x-
888888
O
85288885
p
p
p
p
p
p
p
<
CO O Q LU LL
8 8 8 8 8 °i
p
2
O
S O
S
ro r-
in o CM
to
8
8
ro
8 8 O co
to
3
O IN C ©
a> S) I D O
m
CÉ
c 45
8 S
CD .a c © D) c a
e È O
m ±
c O
CN
i
3 . |
2
m -o . Q
«3 i
cu
tn
£
E 8 g c
a> 2
CD LU CQ <
3* C '5
fi
CD O CL
1^-
s s
s s s
8 5 8 §' 8 S' CN CM
T-
TT-
CM
O O
(M i-
to co m
8
o
S
T-
O
O O
O O
§
i-- o t
q
§ co S
m O
O
h00
O O
m
i-
y-
8' 8 8
f0
CN
8 8
O
Li")
O
O
O
CN
O
O
<0
CN
tf 2 c
O CD 'o a co O)
(O flj
8 *
"O «
= O •o c
g i j= o i- **dl c
c
00
00
' w
O e -O O ' i+-
Q. cH O
O
8 8
£
.2. E t_ C
ra ™ .Lr
D. o O
O
.iz
O
8 8 in' 8 S öV TT-
8
8
ai
•I 3 •S e
CN
c
co a> > c
0) ca o "5 o a
2-5
s
.•o
I !
' .4 r
Financieel meerjarenperspectief 2011-2015 2012
2013
2014
2015
voorcalculatorische bezuiniging (in begroting 2011 verwerkt)
1.800.000
3.600.000
5.400.000
5.400.000
bezuiniging 3 keer 3 % berekend o.b.v. begroting 2011 taakstelling overhead (in begroting 2011 verwerkt) bezuining BDUR-gelden kostenoverschrijdingen
1.633.069 100.128 1.000.000
3.266.138 930.000 198.471 1.000.000
4.899.208 930.000 295.339 1.000.000
4.899.208 930.000 390.754 1.000.000
totaal opgelegde bezuiniging en taakstelling
2.733.197
5.394.609 7.124.547 '4196.138. «mm»
7.219.962
opgelegde bezuinigingen/taakstelling door Bestuur
Gerealiseerde bezuinigingen invulling bezuiniging 3 keer 3% dekkings/spreidingsplan verlagenformatieberoepspersoneel Openbaar Meldsysteem efficiciency clusters flexibele voertuigbezetting overige bezuinigingen (oa managementstructuur) totaal
250.000 166.667
1.000.000 250.000 500.000 333.333
166.667 1.083.333
bezuiniging overhead bezuiniging BDUR-gelden Oplossen kostenoverschrijding in begroting Extra bezuiniging 2012
100.128 1.000.000 52.594
totale gerealiseerde bezuiniging totaal totale gerealiseerde bezuiniging voor gemeenten*
2.236.055 1.135.927
500.000
333.333 2.416.667
1.500.000 500.000 500.000 500.000 500.000 500.000 4.000.000
1.500.000 500.000 500.000 500.000 500.000 500.000 4.000.000
930.000 198.471 1.000.000
930.000 295.339 1.000.000
930.000 390.754 1.000.000
4.545.138 3.346 367
6.225.339 4.930.000
6.320.754 4.930.000
* bezuiniging van 1 m'ljoen kostenoverschrijding en bezuiniging BDUR is opgelost binnen begroting en is derhalve een impliciete bezuiniging w elke niet leidt tot een teruggave aan gemeenten.
budgetaanpassing a.g.v. onvlechting (agendapunt 4.2.4.2)
2012
2013
2014
2015
noodzakelijke bijstellingen budget brandweerspecifiek
767.064
972.932
1.026.891
1.076.891
totaal
767.064
972.932
1.026.891
1.076.891
budgetaanpassing a.g.v. kazernesom niet (agendapunt 4.2.4.2) verlaging begroting a.g.v. teruggave budget t.b.v huur gemeenten (kazernes om niet)*
2012 -1.037.942
2013 -1.037.942
2014 -1.037.942
2015 -1.037.942
totaal -1.037.942 -1.037.942 -1.037.942 -1.037.942 * bedrag w ijkt af van notitie agendapunt 4.2.4.2. in notitie is opgenomen overgeheveld budget per 2010. bedragen in bovenstaande kolom zijn opgenomen in begroting 2011 w aar gerekend is met een prijscompensatie van -0,5% budgetaanpassing a.g.v. landelijke wetgeving informatisering (agenda: 4.2.4.3)
2012
2013
2014
2015
informatievoorziening a.g.v. landelijke wet- en regelgeving
368.863
772.904
860.856
920.784
totaal
368.863
772.904
860.856
920.784
budgetaanpassing a.g.v. kapitaallasten (agendapunt 4.2.4.5) budgetbijstelling kapitaallasten gedekt binnen Veiligheidsregio totaal budgetaanpassing intekentaken (agendapunt 4.2.4.7)
2012
2013
2014
2015
365.312 365.312
563.570 563.570
730.972 730.972
1.094.690
2012
2013
2014
1.094.690 2015
FLO-bijstellingen (FLO-overgangsrecht en FLO voormalige GSV-gemeenten)
-244.093
-654.520
-708.042
-1.043.694
totaal
-244.093
-654.520
-708.042
-1.043.694
budgetaanpassing loon-en prijscompensatie
2012
2013
2014
2015
Loon- en prijsbijstellingen conform kaders 2012
-25.297
-200.336
-311.795
419.525
totaal
-25.297
-200.336
-311.795
419.525
2012
2013
2014
2015
59.761.323 -1.135.927 58.625.396 767.064 -1.037.942 368.863
60.772.717 -3.346.667 57.426.050 972.932 -1.037.942 772.904
61.317.753 -4.930.000 56.387.753 1.026.891 -1.037.942 860.856
61.317.753 -4.930.000 56.387.753 1.076.891 -1.037.942 920.784 1.094.690 -1.043.694 419.525 57.818.007
Bijstelling raming gemeentelijke bijdrage Lb.v. Begroting 2012 Meerjarenraming Begroting 2011 excl bezuinigingen gerealiseerde bezuinigingen t.b.v. gemeenten Begroting na daadwerkelijke bezuiniging budgetaanpassing a.g.v. onvlechting budgetaanpassing a.g.v. kazernes om niet ter beschikking stellen budgetaanpassing a.g.v. landelijke wetgeving informatisering budgetaanpassing a.g.v. kapitaallasten budgetaanpassing intekentaken budqetaanpassinq loon- en prijscompensatie gemeentelijke bijdrage in Begroting 2012 PROGRAMMAREKENING 2012
-244.093 -25.297 58.453.992
•654.520 -200.336 57.279.089
-708.042 -311.795 56.217.721
58
7.5 Verdeling netto bezuiniging* per gemeente op basis van aantal inwoners verdeling p e r g e m e e n t e o p basis van inwonersbijdrage gemeentë
inwoners
2012
2013
2014
2015
Loon op Zand
22.979
-
34.200-
64.995-
39.259-
Moerdijk
36.540
-
54.384-
103.352-
62.428-
Oisterw ijk
25.703
72.700-
43.913-
Oosterhout Roosendaal
77.540
Rucphen
22.431
Steenbergen
23.266
-
38.255-
54.080
Aalburg
12.684
Alphen-Chaam
9.466
Baarle-Nassau
6.697
Bergen op Zoom Breda
66.048 174.544
Dongen
25.100
Drimmelen
26.476
Etten-Leur
41.808
Geertruidehberg
21.315
Gilze en Rijen
25.789
Goirle
22.799
Halderberge
29.309
Hilvarenbeëk
15.030
Tilburg
206.175
Waarw ijk
46.206
Werkendam
26.350
Woensdrecht
21.684
Woudrichem
14.419
Zundert
21.150
T O T A A L REGIO
1.075.588
18.878-
35.876-
21.671-
14.089-
26.774-
16.173-
9.967-
18.942-
11.442-
98.301-
186.814-
112.843-
259.779-
493.690-
298.207-
37.357-
70.994-
42.883-
39.405-
74.886-
45.234-
62.224-
118.252-
71.429-
31.724-
60.289-
36.417-
38.383-
72.943-
44.060-
33.932-
64.486-
38.952-
43.621-
82.899-
50.074-
22.370-
42.512-
25.679-
80.489-
152.963-
92.395-
115.405-
219.318-
132.47738.323-
33.385-
63.445-
34.628-
65.807-
39.750-
306.857-
583.157-
352.249-
68.770-
130.692-
78.943-
39.218-
74.530-
45.019-
32.273-
61.332-
37.047-
21.460-
40.784-
24.635-
31.478-
59.822-
36.135-
1.600.831-
3.042.253-
1.837.635-
* netto bezuiniging is opgebouwd uit bezuiniging brandweer en overhead, noodzakelijke budgetbijstelling a.g.v. ontvlechting, bijstelling kapitaallasten en informatievoorziening (excl. FLO, huurkazernes en LPO-bijstelling begroting 2012). Dit overzicht is informatief opgegeven. Omdat hierin niet alle bijstellingen zijn verwerkt dient de focus vooral gericht te worden op de meerjarenramingen zoals opgenomen in paragraaf 6.3. Daarin zijn wel alle bijstellingen verwerkt.
Opgemerkt wordt dat de kolom 2012 is leeggemaakt naar aanleiding van de besluitvorming op 31 maart 2011. Toen is besloten dat de effecten 2012 teniet zouden worden gedaan door het nadelige saldo daarvan ad € 52.594 binnen de begroting van de veiligheidsregio op te vangen.
PROGRAMMABEGROTING 2012
59
7.6
Lijst van afkortingen
AFKORTING AO/IC AED AVR BDUR BBP BBV BHV BMWB BNG BRZO BRW B&W Burap BZK DMS DVO FLO FP&C GGD GHOR GMK GNK GR GRIP GROGZ l&A MIV MWB MWN OG O&O P&C PIOFACH RAV RBOC RBR SHERPA SSC VB VD VOC VR VRMWB
BETEKENIS Administratieve organisatie / interne controle Automatische Externe Defibrillator Arbeidsvoorwaardenregeling Besluit Doeluitkering Rampenbestrijding Bruto binnenlands product Besluit Begroting en Verantwoording Bedrijfshulpverlening Brandweer Midden- en West-Brabant Bank Nederlandse Gemeenten Besluit Risico's Zware Ongevallen Brandweer Burgemeester en wethouders Bestuurlijke Rapportage Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Document managementsysteem Dienstverleningsovereenkomst Functioneel leeftijdsontslag Financiën Planning & Control Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijke Meldkamer Geneeskundige combinatie Gemeenschappelijke Regeling Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure Gemeenschappelijke regeling openbare gezondheidszorg Informatisering en Automatisering Multidisciplinaire informatievoorziening Midden- en West-Brabant Midden-, West-, NoordOrganisatieonderdeel Gemeenten Opleiden en Oefenen Planning en Control Personeel, Informatie, Organisatie, Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting Regionale Ambulance Voorziening Regionaal Brandweer Opleiding Centrum Regionaal Beheersplan Rampenbestrijding Systeem voor geografische informatievoorziening Openbare Orde en Veiligheidspartners Shared Service Center Veiligheidsbureau Veiligheidsdirectie Veiligheidsoefencentrum veiligheidsregio veiligheidsregio Midden- en West-Brabant
PROGRAMMABEGROTING 2012
60