GEMEENTE HEUMEN
Raadsvergadering Agendanummer Onderwerp Wordt behandeld door
RAADSVOORSTEL
16 december 2010 10-06 [ Behandeld in de Bestemmingsplan "Buitengebiecj BQflSKfergadoring d.d. Wethouder H.A.M, van den Berg" Conform voorstel Aafiöfihoüdon
Malden, 12 oktober 2010 Aan de raad,
'
|TI ÜU'.'tl - h l in aiwijkir-g van hei voorstel is tiet volgende oeslüten
Voorstel Stemming ja Wij stellen u voor: l. gewijzigd vast te stellen het bestemmingsplan "Buitengebied 200? zoals veiVa'nn'R'ëFïïLM"" bestand NL.IMRO.0252.BUbpBuitengebied09-VA01 en het bijbehorende analoge plan inclusief de daarbij behorende bijlagen; 2. op de zienswijzen die zijn ingediend over het ontwerp-bestemmingsplan "Buitengebied 2009" te besluiten als aangegeven in het zienswijzenverslag; geen exploitatieplan vast te stellen conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening
Samenvatting Het ontwerp van het bestemmingsplan "Buitengebied 2009", het ontwerp-vaststellingsbesluit alsmede de onderliggende onderzoeken hebben op grond van artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening en afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vanaf donderdag 15 april 2010 tot en met woensdag 26 mei 2010 ter visie gelegen. Gedurende deze termijn zijn 76 zienswijzen tegen het ontwerpplan ingediend. Twee van deze zienswijzen zijn niet ontvankelijk omdat deze na de termijn van tervisielegging zijn ingediend. Naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen en tussentijds overleg met de provinciale diensten is het ontwerpbestemmingsplan op een aantal punten gewijzigd. Toelichting Historie: De uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan zijn tot stand gekomen nadat een interactief proces is gevolgd. Het proces startte op 7 februari 2007 met een discussiebijeenkomst waar aan de hand van een achttal thema's door deskundigen inleidingen zijn gepresenteerd en waarover met de aanwezigen van gedachten werd gewisseld. Na behandeling van de conclusies van de discussieavond in de commissie grondgebied werden in de raadsvergadering van 24 mei 2007 de uitgangspunten van het nieuwe bestemmingsplan vastgesteld. Uitgangspunten (zie bijlage 1 vastgesteld door raad op 24 mei 2007) De volgende uitgangspunten voor de herziening van het bestemmingsplan voor het buitengebied zijn door de raad vastgesteld: 1. Ook buiten de Ecologische Hoofdstructuur moet rekening worden gehouden met de aanwezige natuur- en landschappelijke waarden. 2. a. Buiten de EHS krijgt ieder grondgebonden agrarisch bedrijf meer uitbreidingsruimte dan nu, maar iedere bouwaanvraag wordt getoetst op de agrarische functie en de landschappelijke inpassing. b. Voor niet-grondgebonden agrarische bedrijven geldt het beleid zoals dat nu in het geldende bestemmingsplan is opgenomen. c. Het beleid ten aanzien van teeltondersteunende voorzieningen blijft ten opzichte van het geldende gemeentelijke beleid ongewijzigd. 3. a. Ten aanzien van de wijziging van de agrarische bestemming in de bestemming niet-agrarische bedrijven wordt het streekplanbeleid gevolgd (inclusief de sloopregeling).
DDS2010002291
GEMEENTE HEUMEN
4.
5.
6.
7. 8.
RAADSVOORSTEL
b. Voor de vestiging van aan huis gebonden beroepen wordt dezelfde regeling van toepassing als binnen de bebouwde kom wordt gehanteerd. a. Het aantal kampeereenheden dat op een agrarisch bouwvlak wordt toegestaan, wordt verhoogd tot 15. b. Binnen de ecologische hoofdstructuur worden er mogelijkheden gecreëerd voor wandelen en fietsen. Mantelzorg kan plaatsvinden bij zowel burgerwoningen als bij bedrijfswoningen en wordt middels een persoongebonden vrijstellingsregeling mogelijk gemaakt, waarbij de noodzaak moet zijn aangetoond door een indicatie deskundige, er geen belangen van omwonenden worden aangetast en plaatsvindt in max. 50 m2 en de afstand en opzichte van de woning maximaal 20 m bedraagt. Ten aanzien van de wijziging van de functie van een agrarisch bedrijf in de bestemming burgerwoning wordt het streekplanbeleid gevolgd en ten aanzien van de maxinmale inhoud van burgerwoningen en de splitsingsmogelijkheid voor woningen wordt het bestaande beleid gehandhaafd. In principe zal de gemeente zich conformeren aan de uitkomst van het overleg tussen het Waterschap en het ZLTO met betrekking tot de realisering van de noodzakelijke waterberging en de natte natuur. Uitgangspunt is het beleid voor landgoederen zoals dat eerder door de raad is vastgesteld, met dien verstande dat de minimum omvang van een landgoed 10 ha wordt.
Raadsmoties In de raadsvergaderingen van 24 mei 2007, 28 mei 2009 en 24 september 2009 zijn raadsbesluiten genomen die van invloed zijn geweest op de vastgestelde uitgangspunten van het bestemmingsplan. Wij verwijzen hierbij naar bijlage 2. Aanpassing oorspronkelijk vastgestelde uitgangspunten Genoemde raadsbesluiten hebben geresulteerd in de volgende wijzigingen van de uitgangspunten (refererend aan hiervoor genoemde uitgangspunten): Ad 2a/2b. In de raadsvergadering van 24 september 2009 hadden de besluiten betrekking op een drietal aspecten van de eerder vastgestelde uitgangspunten. De uitbreidingsruimte die nietgrondgebonden agrarische bedrijven krijgen, heeft in verband met dierwelzijn alleen betrekking op varkenshouderijen. Daarnaast wordt het onder voorwaarden mogelijk het agrarisch bouwvlak binnen de bestemming "Agrarisch met waarden - landschap" te vergroten tot 1,5 ha (wijzigingsbevoegdheid B&W). In het geldende bestemmingsplan was dit nog tot 1,25 ha. Hoewel dit in het raadsbesluit niet expliciet is gesteld, geldt deze wijzigingsbevoegdheid niet alleen voor niet-grondgebonden, maar ook voor grondgebonden agrarische bedrijven. In de vergadering is het volgende amendement aangenomen: Bij een toegekende vergroting van het bouwvlak, indien voorde bedrijfsvoering of ruimtelijke inpassing van belang, wordt de mogelijkheid geboden de vorm en richting van het bouwvlak te wijzigen, met dien verstande dat het toegekende oppervlak in zijn totaliteit hetzelfde blijft (of een ambtelijk aangeleverde tekst die op hetzelfde neerkomt). In de regels van het ontwerpplan is dit besluit uitgewerkt door het opnemen van de bevoegdheid van het college de vorm en situering van een agrarisch bouwvlak met gelijkblijvend oppervlak te wijzigen zonder dat daar de economische noodzaak van hoeft te worden aangetoond. Het gewijzigd bouwvlak dient wel landschappelijk te worden ingepast. Ad 5 De regeling voor mantelzorg is uit het bestemmingsplan geschrapt. Door verruiming van de inhoud van woningen in het buitengebied toe te staan tot 800 m3 kunnen binnen de woning voorzieningen ten behoeve van mantelzorg worden gecreëerd. In verband met deze verruiming wordt de minimum inhoud waarop woningen gesplitst mogen worden van 900 m3 gewijzigd in 1.200 m3 (raad 28 mei 2009). Daarnaast hebben enkele gewijzigde inzichten geleid tot aanpassing van de uitgangspunten. Ad 2c. Vanwege de grote landschappelijke consequenties en de afname van de aanwezige natuurwaarden worden beperkingen gesteld aan containerteelt. Teneinde bestaande rechten niet aan te tasten is de reeds aanwezige containerteelt positief bestemd.
DDS2010002291
GEMEENTE HEUMEN
RAADSVOORSTEL
Ad 8. De plannen voor het realiseren van landgoederen die de afgelopen jaren zijn ingediend, zijn geen van allen conform de regels betreffende de vestiging van landgoederen zoals opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Omdat ook de provincie in het kader van het vooroverleg een aantal aanmerkingen had op de in het voorontwerp van het bestemmingsplan opgenomen regeling is deze uit de regels van het bestemmingsplan gehaald. De vestiging van een nieuw landgoed wordt in het vervolg geregeld middels een partiële bestemmingsplanherziening. De regeling landgoederen zoals deze door de gemeenteraad is vastgesteld (incl. de minimummaat van 10 ha, raad 24 mei 2007) wordt bij de beoordeling als leidraad gebruikt. Procedure Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft van 11 juni 2009 tot 22 juli 2009 voor de inspraak ter visie gelegen. Tevens heeft over het voorontwerp vooroverleg met onder andere de provincie, de Inspectie RO en het waterschap plaatsgevonden. Zienswijze en reacties Gedurende de termijn van donderdag 15 april 2010 tot en met woensdag 26 mei 2010 heeft het ontwerpbestemmingsplan ter visie gelegen en konden zienswijzen tegen het plan worden ingediend. De ingekomen zienswijzen (78 zienswijzen ontvangen, waarvan 2 niet ontvankelijk) hebben aanleiding gegeven het plan op een aantal onderdelen te wijzigen. Naast de beoordeling van de ingekomen zienswijzen heeft nog met een aantal reclamanten mondeling overleg plaatsgevonden, die in een aantal gevallen aanleiding heeft gevormd het ontwerpplan aan te passen. In andere situaties konden de zienswijzen op basis van het provinciale beleid of op basis van de door de raad vastgestelde uitgangspunten niet worden ingewilligd. Naast individuele belangen, hadden de zienswijze vooral betrekking op de omvang van het gebied met de bestemming "waarde - Actiegebied Vennen", de consequenties van de aanduiding Milieuzone bodembeschermingsgebied" en de bestemming Archeologische verwachtingswaarde 1 en 2". Ook met de provincie en het Waterschap Rivierenland heeft nog bestuurlijk overleg plaatsgevonden. De provinciale diensten benadrukte in het overleg de goede vertaling van de door Provinciale Staten vastgestelde Ecologische Hoofdstructuur in het bestemmingsplan. Dit dient tot uiting te komen in de bescherming van ecologische waarden en in de verplichte verevening in de vorm van het leveren van een bijdrage aan het versterken van de ecologische waarden ter plaatse in het geval middels toepassing van een wijzigingsbevoegdheid functieverandering wordt toegestaan. Het Waterschap benadrukte het belang van een goede regeling voor de waterkeringen en de beschermingszones langs dijken. Als belangrijke wijzigingen in het vastte stellen bestemmingsplan kunnen worden genoemd: 1. Op grond van het streekplan wordt het behoud en ontwikkeling van de verschillende waarden en functies van de EHS (Natuur, Verweving en Verbinding) in het plan met aanduidingen geregeld. 2. De regeling voor vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing, bekend onder de naam VAB-regeling, wordt meer afgestemd op de regeling zoals deze door de Stadsregio is vastgesteld. Dit geldt in het bijzonder voor wijziging van kassenteelt naar de bestemming wonen. 3. Op basis van het zogenaamde Verdrag van Malta worden de archeologische en cultuurhistorische waarden, zoals aangegeven op de gemeentelijke archeologische kaart, in het bestemmingsplan beschermd. Het verdrag van Malta, ook wel de conventie van Malta of het verdrag van Valletta genoemd, beoogt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beter te beschermen. Het gaat om archeologische resten als nederzettingen, grafvelden en gebruiksvoorwerpen. Uitgangspunt van het verdrag is dat het archeologisch erfgoed integrale bescherming nodig heeft en krijgt. Het verdrag is in 1992 ondertekend door de lidstaten van de Raad van Europa. Op 1 september 2007 trad de Wet op de archeologische monumentenzorg (waarbij de Monumentenwet 1988 werd gewijzigd) in werking. De principes van het Verdrag van Malta zijn in deze wet doorgevoerd. 4. Naar aanleiding van een discussie in de commissie Grondgebied is de doeleindenomschrijving van de bestemming "Natuur" aangepast: a. het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de aanwezige natuurwaarden;
DDS2010002291
GEMEENTE HEUMEN
5.
6.
7. 8. 9.
RAADSVOORSTEL
b. het behoud van het aanwezige bos; wordt gewijzigd in: 1. het behoud en ontwikkeling van de ecologische waarden van de ecologische hoofdstructuur natuur ter plaatse, waaronder tevens bos wordt verstaan; Hierdoor wordt bos beschouwd als een van de onderdelen van de ecologische waarden van het gebied. Indien er bos gekapt wordt dan kan dat alleen door het verlenen van een aanlegvergunning. Bij het beoordelen van een aanvraag voor een aanlegvergunning voor het kappen van bomen dienen alle te beschermen en te ontwikkelen ecologische waarden (tegen elkaar) te worden afgewogen. Bij het wijzigen van het voorontwerpplan door het toevoegen van de wijzigingsbevoegd van het college de vorm en situering van een agrarisch bouwvlak te wijzigen met gelijkblijvend oppervlak, is abusievelijk de wijzigingsbevoegdheid om een agrarische bouwvlak te vergroten uit het plan geschrapt. Deze omissie wordt in het vast te stellen bestemmingsplan hersteld. Aanpassing op de verbeelding van de woonbestemmingen op basis van eigendomssituatie en bouwmogelijkheden. Bij het opstellen van de woonbestemmingen op de verbeelding was in het ontwerpplan geen rekening gehouden met de in de regels opgenomen bouwregels waarbij bijgebouwen alleen binnen het vlak van 15 meter naast en 25 meter achter de woning gerealiseerd mogen worden. Bovendien was de woonbestemming op veel situaties tot aan de weg gesitueerd terwijl vaak een zone langs de weg gemeentelijk of provinciaal eigendom is. Bewoning van het koetshuis op het landgoed "Elshof" wordt planologisch geregeld. In het verleden is het koetshuis gedurende langere perioden bewoond geweest. Ook wordt hiermee de cultuurhistorische eenheid van het landgoed benadrukt. Een aantal agrarische bouwvlakken wordt naar aanleiding van enkele zienswijzen vergroot. In een overeenkomst met de aanvragers is vastgelegd dat de uitbreiding landschappelijk wordt ingepast. Middels een overeenkomst met betrokkene is geregeld dat ter compensatie voor de vestiging van een te verplaatsen agrarisch bedrijf naar de Kasteelsestraat, de bestemming van ruim 30 ha agrarische gronden tussen de Parksesteeg en de A73 in de toekomst wordt gewijzigd in de bestemming "Natuur". Daarnaast wordt met toepassing van de zgn. VAB-regeling de agrarische activiteiten van een van zijn bedrijven, t.w. Vosseneindseweg 17, beëindigd. De overeenkomst wordt van harte door de provincie ondersteund en kan bovendien een bijdrage leveren aan het verminderen van de geluidshinder in het Vennengebied die mogelijk optreedt als gevolg van de voorgenomen boskap. Bovendien wordt milieuwinst bereikt door het stoppen van een agrarisch bedrijf aan de rand van het Vennengebied (Vosseneindseweg). Door het tijdelijk door de provincie besluiten tot een subsidiestop voor de ontwikkeling van natuurgebieden door particulieren is de overeenkomst die het gemeentebestuur en de ondernemer bereid waren te sluiten onder druk gezet. Van de zijde van de provincie wordt aangegeven dat het realiseren van de natuur in het gebied tussen het Vennengebied en de A73 een hoge prioriteit heeft en houdt en de verwachting wordt uitgesproken dat in december de subsidiekraan weer open wordt gezet. Door de subsidiestop is het voor de ondernemer financieel zeer nadelig als in het vast te stellen bestemmingsplan "Buitengebied 2009" aan de agrarische gronden tussen het Vennengebied en de A73 een natuurbestemming wordt gegeven. De aanwezige gronden zijn inmiddels getaxeerd naar hun agrarische waarde. Op grond van deze taxatie wordt de ondernemer financieel gecompenseerd voor het waardeverlies van de grond die optreedt door het wijzigen van de agrarische in de natuurbestemming. Genoemde taxatie is slechts enkele maanden geldig. In dit verband is het belangrijk op te merken dat de waarde van de grond geldt voor het moment dat vaststaat dat de ondernemer daadwerkelijk de natuurontwikkeling realiseert, waartoe hij pas bereid is als de subsidietoekenning gegarandeerd is. Als de gronden opnieuw moeten worden getaxeerd nadat de agrarische bestemming van de gronden is gewijzigd in de bestemming natuur, wordt de ondernemer onevenredig benadeeld omdat er dan geen waardeverlies plaatsvindt. Hierdoor wordt voor hem de beoogde natuurontwikkeling in het gebied financieel onuitvoerbaar. Omdat wij de realisering van het totale plan (VAB-regeling aan de Vosseneindseweg, nieuw bouwvlak aan de Kasteelsestraat en de natuurontwikkeling langs de A73) middels een overeenkomst hebben geborgd stellen wij u voor medewerking te verlenen aan het plan door: - de betreffende agrarische gronden tussen de A73 en het vennengebied de bestemming
DDS2010002291
GEMEENTE HEUMEN
RAADSVOORSTEL
"AW- LN" te geven met aan het college de wijzigingsbevoegdheid de agrarische bestemming te wijzigen in de bestemming "Natuurgebied"; - het agrarische bouwvlak van het perceel Vosseneindseweg te halen en te wijzigen in twee woonbestemmingen (bestaande en nieuwe woning); - op de verbeelding aan de Kasteelsestraat een nieuw agrarisch bouwvlak aan te geven. Wij realiseren ons daarbij dat de overeenkomst iets minder "waterdicht" is dan in het geval wij de gronden ten zuiden van de A73 reeds een natuurbestemming geven. Wij merken in dit verband wel op dat er als gevolg van de tijdelijke provinciale subsidiestop sprake is van overmacht die alle partijen treft. 10. In de regeling van de bestemming "Recreatie - Verblijfsrecreatie" (Recreatiecentrum Heumensbos) vervalt het onderscheid tussen stacaravans en recreatiewoningen. Daarnaast wordt het aantal toegestane recreatiewoningen/stacaravans afgestemd op de aan het recreatiebedrijf vergunde aantal jaarplaatsen. Op de verbeelding wordt bovendien een meer flexibele inrichting van het terrein toegestaan door de locatie waarop het kamperen dient plaats te vinden niet meer vast te leggen. 11. Het actiegebied Vennen dat op de verbeelding is aangegeven als "Waarde - Actiegebied vennen" was in het ontwerpbestemmingsplan overeenkomstig het Streekplan in een ruime zone rond het Vennengebied aangeduid. De zone heeft tot doel om te voorkomen dat door diverse maatregelen in de omgeving het Vennengebied verder verdroogt. In het "Gebiedsplan Hatertsche en Overasseltsche Vennen", waarin op basis van hydrologisch onderzoek voorstellen worden gedaan om het Vennengebied te vernatten, wordt evenwel geconstateerd dat in het vennengebied sprake is van een geheel eigen waterhuishouding. Werken en werkzaamheden buiten dit gebied hebben derhalve geen of nauwelijks invloed op de waterhuishouding in het Vennengebied. De bestemming "Waarde - Actiegebied vennen" wordt dan ook op de verbeelding gewijzigd overeenkomstig het (eigen) grondwatersysteem van het vennengebied. Participatie Zij die een zienswijze hebben ingediend zijn in de gelegenheid gesteld kennis te nemen van het conceptraadsvoorstel en -besluit. Hierdoor zijn zij beter voorbereid om, indien zij dat wensen, hun zienswijze mondeling toe te lichten ten overstaande van de commissie Grondgebied op 4 en/of 6 oktober. Uitkomsten vergaderingen commissie Grondgebied van 4 en 6 oktober 2009 In de vergaderingen van de commissie van 4 en 6 oktober zijn de tegen het ontwerpbestemmingsplan ingediende zienswijzen behandeld. De behandeling heeft geleid tot aanpassing van onderstaande gemeentelijke reacties in de zienswijzennotitie. 1. De regels ten aanzien van de uitzonderingssituatie wat betreft varkenshouderijen is onduidelijk in de regels van het bestemmingsplan opgenomen. In genoemde regels van het ontwerpplan is de volgende tekst opgenomen. "Een uitzondering geldt voor niet-grondgebonden agrarische bedrijven in de vorm van varkenshouderijen. In het kader van dierenwelzijn gelden binnen het bouwvlak voor deze bedrijfstak geen beperkingen." Deze tekst kan verschillend geïnterpreteerd worden. Teneinde de onduidelijkheid weg te nemen, zal de laatste zin worden gewijzigd in: "Binnen het bouwvlak gelden voor varkenshouderijen geen beperkingen wat betreft hun uitbreidingsmogelijkheden." en wordt het zienswijzenverslag overeenkomstig aangepast. Deze wijziging ligt in de lijn van het door de gemeenteraad aangenomen amendement van 24 september 2009 waarin in de overwegingen wordt gesproken over verhogen van dierwelzijn. 2. Op het perceel Sleeburgsestraat 3 is in het bestemmingsplan "Buitengebied 1997" abusievelijk een extra woonbestemming gelegd, (zienswijze 37). Deze fout is niet bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Buitengebied 1997, herz. 2003" hersteld. De huidige eigenaar beroept zich op het feit dat bij de koop van het pand Sleeburgsestraat 3 in 2002 ervan is uitgegaan dat op het perceel 2 woningen positief bestemd zijn. Indien nu wordt besloten de tweede woonbestemming van het perceel Sleeburgsestraat 3 te halen, bestaat er een gerede kans dat reclamant voor vergoeding van geleden planschade in aanmerking komt. De 2e woning wordt derhalve positief bestemd en het zienswijzenverslag wordt overeenkomstig aangepast. 3. Milieuzone - bodembeschermingsgebied. Deze zone dient ter bescherming van natuur die zich bevindt op voor verzuring gevoelige gronden. Op grond van jurisprudentie ligt deze zone rond 250
DDS2010002291
GEMEENTE HEUMEN
4.
5.
6.
7.
RAADSVOORSTEL
m van genoemde natuurgebieden. Binnen deze zone gelden binnen de milieuwetgeving beperkingen wat betreft de vestiging en uitbreiding van agrarische bedrijven met ammoniakemissie. Omdat dit al is geregeld in de milieuwetgeving wordt er door verschillende reclamanten op aangedrongen deze beschermingszones uit het bestemmingsplan te halen. Van de zijde van de provincie wordt gevraagd deze zone te handhaven als extra instrument voor de bescherming van de voor verzuring gevoelige natuur. Omdat de milieuwetgeving de bescherming van de voor verzuring gevoelige natuurgebieden reeds afdoende regelt, wordt de aanduiding milieuzone-bodembeschermingsgebied uit het plan geschrapt en wordt het zienswijzenverslag overeenkomstig aangepast. Kamperen bij de boer. Bij het vaststellen van de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan gaf de raad aan dat het aantal kampeerplaatsen bij het kamperen bij de boer maximaal 15 mag bedragen. Een aantal reclamanten vraagt dit aantal te vergroten omdat 15 plaatsen te weinig is om enig financieel rendement op te leveren. In verband met het versterken van financiële positie van de agrarische sector wordt ingestemd met het maximeren van het aantal kampeerplaatsen bij de boer tot 25 en worden de regels en het zienswijzenverslag overeenkomstig aangepast. Containervelden. Bij het vaststellen van de uitgangspunten voor het bestemmingsplan "Buitengebied 2009" heeft de gemeenteraad aangegeven dat wat betreft de teeltondersteunende voorzieningen (TOV) uitgegaan dient te worden van de regeling zoals die is opgenomen in het bestemmingsplan "Buitengebied 1997, herz. 2003". Omdat aan de omvang van containerteelt in het oude plan geen beperkingen zijn gesteld, is in het ontwerpbestemmingsplan "Buitengebied 2009" een uitzondering gemaakt voor containerteelt. Het streekplan 2005 geeft aan dat containerteelt, als een vorm van niet-grondgebonden agrarische activiteit, een bijzondere vorm van teeltondersteunende voorzieningen (TOV) is. Naast het gegeven dat het onvoldoende regelen van containerteelt in kwetsbare gebieden strijdig is met het streekplan, worden de ruimtelijke gevolgen en verschijningsvorm van containervelden in de gemeente ongewenst geacht. In dit verband wordt opgemerkt dat het grootste deel van de gemeente Heumen bestaat uit "Waardevol Landschap" en "EHS". De regeling zoals opgenomen in het ontwerpplan ten aanzien van containervelden wordt dan ook gehandhaafd. Op grond van het ontwerpbestemmingsplan dient containerteelt in principe plaats te vinden binnen het bouwvlak en alleen binnen de bestemming "A" en "AW-L" kan voor 750 m2 containerteelt in afwijking van de regels aansluitend aan het bouwvlak ontheffing worden verleend. De bestaande containervelden zijn overigens positief bestemd. Omvang bouwvlakken. Door verschillende reclamanten is er in de commissie grondgebied op aangedrongen de omvang van de bouwvlakken al in het vast te stellen bestemmingsplan te vergroten naar 1,5 ha (in de bestemmingen "A" en "AW-L") en naar 1 ha ("AW-LN") zonder dat hiervoor een concreet ontwikkelingsplan is ingediend. Deze vergroting wordt om de volgende redenen ontraden: De omvang van de bouwvlakken is bepaald na inventarisatie. Ieder bedrijf heeft op basis van het aan het bedrijf toegekende bouwvlak enige uitbreidingsmogelijkheden. Meerdere bouwvlakken zijn naar aanleiding van de inspraak en de ingekomen zienswijzen vergroot op basis van concrete uitbreidingsplannen van de betreffende agrarische bedrijven. Gezien de waarden van de bestemmingen "AW-LN" en "AW-L" is uitbreiding van agrarische bouwvlakken maatwerk, waarbij een zorgvuldige landschappelijke inpassing hoort. Alvorens uitbreiding van de bouwvlakken wordt toegestaan dient het bedrijf teneinde oneigenlijk gebruik te voorkomen een concreet plan te overleggen. Met het bovenstaande is de kwaliteit van het buitengebied gediend. De omvang van op de verbeelding van het ontwerpplan aangegeven bouwvlakken blijft gehandhaafd, met uitzondering van de bouwvlakken van bedrijven die hiervoor eerder een concreet plan hebben ingediend en waarbij de landschappelijke inpassing middels een overeenkomst is geborgd. Op grond van het streekplan geldt binnen de gehele EHS ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen het "nee, tenzij" principe. De provincie maakt hierbij geen onderscheid tussen de verschillende delen. Op de verbeelding zal middels gebiedsaanduidingen overeenkomstig de door Provinciale Staten vastgestelde Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de ligging van de drie onderdelen van de EHS worden aangegeven. In de regels wordt geregeld dat in het geval er voor gronden gelegen
DDS2010002291
GEMEENTE HEUMEN
RAADSVOORSTEL
binnen de op de verbeelding aangegeven aanduiding EHS gebiedsaanduidingen EHS natuur, EHS verweving dan wel EHS verbinding een verzoek om een omgevingsvergunning of om een bestemmingswijziging wordt ingediend hieraan slechts onder voorwaarden medewerking kan worden verleend. Hierbij zal eerst een toetsing plaatsvinden naar de invloed van de nieuwe ontwikkeling op de omgevingscondities en kernkwaliteiten van de EHS ter plaatse. Bekendmaking van het raadsbesluit Omdat het een gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan betreft, wordt het raadsbesluit zes weken na de vaststelling ter visie gelegd. Onverwijld dient het raadsbesluit na de vaststelling aan GS te worden toegezonden. Verder zullen ook alle indieners van een zienswijze een bericht ontvangen wat de raad op grond van hun ingebrachte reactie besloten heeft. Duurzaamheid Het bestemmingsplan bevordert, rekening houdend met de bestaande belangen en rechten, landschapsontwikkeling en de instandhouding en ontwikkeling van de ecologische hoofdstructuur. Ook de in de bodem aanwezige archeologische waarden worden door het bestemmingsplan beschermd. Risico Daar waar gerede kans op het optreden van planschade aanwezig is, is met betrokkene in een overeenkomst de vergoeding van vastgestelde planschade geregeld.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HEUMEN De secretaris, De burgemeester,
drs. J. Wijnia.
drs. J. van Zomeren.
Bijlage(n) ter informatie (bijgevoegd): A. Reactie op moties/ amendementen bestemmingsplan buitengebied Bijlage(n) 1. 2. 3. 4. 5. 6.
ter vaststelling (te vinden op www.heumen.nl > vergaderingen > Raad 16 december 2010): Uitgangspunten raad zoals vastgesteld op 24 mei 2007 Raadsmoties over buitengebied uit 2007 en 2009 Zienswijzennotitie met reacties conform het raadsvoorstel Bestemmingsplan buitengebied toelichting Vast te stellen regels Verbeeldingen/ kaarten
Voor nadere informatie: Naam: A. van de Leur Functie: Beleidsmedewerker ruimtelijke ordening Tel. nr.: 024-3588347 Email:
[email protected] Bereikbaar op: Maandag tot en met vrijdag
DDS2010002291