Aan Provinciale Staten
Datum Briefnummer Zaaknummer Behandeld door Telefoonnummer E-mail Bijlagen :
: : : : : :
Onderwerp
: Stand van zaken en vervolgproces gemeentelijke herindeling
2014-20.110/21/A.9, PPM 518410 Pol, E.P. (050) 316 4549
[email protected] 5
Geachte dames en heren, In deze brief informeren wij u over de stand van zaken en het vervolgproces op weg naar gemeentelijke herindeling in de provincie Groningen na de jongste gemeenteraadsverkiezingen en de collegevorming in de Groninger gemeenten. 1. Inleiding Na de vaststelling van onze voordracht van 7 januari 2014 (3/2014) door uw Staten op 29 januari 2014, hebben wij de vorming van de nieuwe colleges in de Groninger gemeenten afgewacht om te kunnen bezien wat dat betekent voor het vervolgproces op weg naar een nieuwe bestuurlijke indeling van de provincie Groningen. Een proces, dat de gemeenten en de provincie samen zijn gestart om te komen tot de vorming van nieuwe, robuuste en bestuurskrachtige gemeenten die hun huidige en toekomstige taken beter aan kunnen, aangezien (cluster)samenwerking geen effectieve oplossing is gebleken. In de volgende paragraaf gaan wij in op achtergronden van het proces. De stand van zaken en het vervolgproces in de clusters Westerkwartier, Noord-Groningen en Groningen-Ten Boer-Haren komen daarna aan bod. In de daarop volgende paragraaf gaan wij in op de stand van zaken in en het vervolgproces voor het oostelijk deel van de provincie. 2. Achtergrond Vanaf 2006 zijn er in Groningen diverse onderzoeken verricht naar bestuurskracht van gemeenten en provincie, mogelijkheden tot verbeteren van bestuurskracht en effectiviteit van samenwerkingsverbanden. Hieruit bleek dat de bestuurskracht van een aantal gemeenten - zeker op termijn - onvoldoende was. Op basis van het rapport 'Steeds krachtiger besturen in Groningen' (Vereniging Groninger Gemeenten/BMC) hebben gemeenten in 2009 aangegeven te willen gaan samenwerken in clusters vanuit autonomie. Deze samenwerking moest niet vrijblijvend zijn. Om dat te borgen hebben de Groninger Gemeenten met elkaar afgesproken in 2010 en 2011 de clustervorming verder te ontwikkelen en in 2012 de balans op te maken en verantwoording af te leggen over de bereikte resultaten.
1
Uit de evaluatie hiervan door de gemeenten bleek dat deze samenwerking niet effectief was en vaak meer tijd en inspanning kostte dan dat het voordeel opleverde. In het proces werd duidelijk dat het van belang en ook heel wenselijk is om zo veel mogelijk in te zetten op goed partnerschap tussen gemeenten en provincie. Dat heeft geresulteerd in een vervolgproces dat door de Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG) en de provincie gezamenlijk is vormgegeven. Dit proces betrof het opstellen van een 'vlekkenkaart' en het ontwikkelen van een ontwerpvisie op bestuurlijk Groningen door de provincie. Parallel hieraan evalueerden de Groninger gemeenten hun clustersamenwerking. Beide sporen vormden input voor de visitatiecommissie 'Bestuurlijke Toekomst Groningen', die op 28 februari 2013 haar rapport 'Grenzeloos Gunnen' presenteerde. De visitatiecommissie heeft in haar advies onder meer op basis van de clusterevaluaties van gemeenten en een uitgebreide consultatie van alle gemeenten en maatschappelijke organisaties aangegeven dat herindeling van de gemeenten in deze provincie noodzakelijk is. De sociale en maatschappelijke opgaven in deze provincie vragen om nieuwe, robuuste en bestuurskrachtige gemeenten die hun huidige en toekomstige taken beter aan kunnen. Hiervoor bleek de ingeslagen weg van clustersamenwerking niet afdoende. De analyse en oplossingsrichting in het rapport 'Grenzeloos Gunnen' zijn door de provincie onderschreven en de gemeenten zijn met de uitwerking daarvan aan de slag gegaan. In onze Voordracht van 7 januari hebben wij uw Staten geïnformeerd over de ontwikkelingen tot aan het einde van 2013. Hieronder gaan wij in op de huidige stand van zaken. 3. Westerkwartier, Noord-Groningen en Groningen-Ten Boer-Haren Westerkwartier De inspanningen van de vier betrokken gemeenten zijn gericht op de vorming van een nieuwe gemeente in het Westerkwartier per 1 januari 2018. Wij hebben grote waardering voor de constructieve en daadkrachtige wijze waarop de vier gemeenten invulling geven aan het proces. Zij tonen aan verantwoordelijkheid te nemen richting hun inwoners en de regio. Tevens constateren wij dat de beoogde herindeling - zowel vóór als na de jongste gemeenteraadsverkiezingen - kan rekenen op een breed gedragen draagvlak bij de betrokken gemeenten. Wij gaan ervan uit dat de vier gemeenten voor het einde van dit jaar een definitief besluit nemen als volgende stap op weg naar hun gezamenlijke bestuurlijke toekomst. Dit tijdpad past binnen onze uitgangspunten en planning voor het verdere proces, gericht op de vorming van een nieuwe gemeente Westerkwartier per 1 januari 2018. Wij willen het proces, als de gemeenten dat wensen, faciliteren. Noord-Groningen De zeven betrokken gemeenten zijn volop bezig met de implementatie van de raadsbesluiten van december 2013. Het onderzoek naar de vorming van één gemeente in Noord Groningen is nog gaande en heeft betrekking op de financiële consequenties van de herindeling, op de zogeheten 'strategische agenda' voor de gebiedsopgaven van de gemeenten en op de wijze waarop naast opschaling invulling gegeven kan worden aan het organiseren van burgernabijheid en toegankelijkheid van bestuur. Inmiddels zijn in alle gemeenten in Noord-Groningen de nieuwe colleges gevormd. Op basis van de nieuwe collegeprogramma's constateren wij dat er uitzicht blijft bestaan op vorming van één gemeente in Noord-Groningen. Wij hebben daarnaast wel kennisgenomen van het feit dat in sommige gemeenten ook andere uitkomsten naar voren zijn gebracht. 2
Wij wachten de uitkomsten van het onderzoek met belangstelling af en gaan ervan uit dat de gemeenten ruim voor het einde van dit jaar een definitief besluit nemen over hun bestuurlijke toekomst. Ook dit tijdpad past binnen onze uitgangspunten en de planning voor het verdere proces gericht op herindeling per 1 januari 2018 zoals wij met de Vereniging Groninger Gemeenten (VGG) hebben afgestemd. Een proces dat wij reeds faciliteren en, als de gemeenten daaraan behoefte hebben, ook verder willen blijven ondersteunen. Groningen, Ten Boer en Haren De gemeente Groningen, zo geeft het nieuwe collegeprogramma aan, wacht vanuit een "open houding" het vervolgproces in Ten Boer en Haren af. De koers van deze gemeente blijft gericht op het realiseren van een "evenwichtig Meerstad, dat financieel en bestuurlijk onder dezelfde gemeente valt". De oplossing van de financiële problematiek van de gemeente Ten Boer is een belangrijk punt voor de gemeenteraad om zijn definitieve standpunt te bepalen over een herindeling met de gemeenten Groningen en Haren. De inzet van ons college is erop gericht om uiterlijk voor het einde van dit jaar een gezamenlijke oplossing te bereiken met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de gemeente Ten Boer. Op basis van het nieuwe collegeprogram voor de gemeente Haren is een ''proces bestuurlijke toekomst van Haren' - nader uitgewerkt, dat is gericht op dialoog met en initiatieven vanuit de Harense samenleving. Wij blijven van oordeel dat dit proces moet passen binnen de planning van het totaalproces, zoals wij die ook met de VGG hebben afgestemd. 4. Oostelijk deel van Groningen Aanvullend advies 'Grenzeloos Gunnen II' Nadat de gemeenten en in een later stadium ook de ingeschakelde makelaar was gebleken dat de gemeenten in het oostelijk deel niet tot een eenduidige indeling konden komen, stelde de makelaar voor de commissie Bestuurlijke Toekomst Groningen om een aanvullend advies te vragen. In onze voordracht van 7 januari 2014 hebben wij, evenals de gemeenten hiermee ingestemd. Zowel de gemeenten als wij hebben daarbij aangeven het aanvullend advies als zwaarwegend te beschouwen. De commissie Bestuurlijke Toekomst Groningen heeft op 6 februari 2014 haar aanvullend advies, getiteld 'Grenzeloos Gunnen II', uitgebracht. Wij hebben het advies ter kennisname aan uw Staten toegezonden (brief van 6 februari 2014, kenmerk 2014-06069/6A/2, PPM). In haar advies komt de commissie tot de aanbeveling om de gemeentelijke herindeling voor het oostelijk deel van de provincie Groningen gestalte te geven op basis van de zogeheten 'horizontale variant'. Dat wil zeggen de vorming van een nieuwe gemeente die ontstaat door samenvoeging van de gemeenten Slochteren, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Oldambt ('A7-gemeente') en een nieuwe gemeente die ontstaat door samenvoeging van de gemeenten Veendam, Pekela, Stadskanaal, Bellingwedde en Vlagtwedde (gemeente ‘Zuidoost-Groningen’). Na het verschijnen van het advies hebben wij een standpunt op hoofdlijnen gegeven over het advies (brief van 6 februari 2014, kenmerk 2014-05994/6/A.2, PPM). Tevens hebben wij de colleges en gemeenteraden van de negen betrokken gemeenten gevraagd om over het aanvullend advies een standpunt in te nemen en dit uiterlijk voor 1 maart 2014 aan ons kenbaar te maken. Enkele gemeenten hebben voldaan aan ons verzoek, maar een aantal gemeenten heeft aangegeven 3
voor 1 maart geen standpunt meer in te zullen te nemen met het oog op de gemeenteraadsverkiezingen en de collegevorming. Stand van zaken na collegevorming In acht van de negen gemeenten in het oostelijk deel van Groningen zijn inmiddels de nieuwe colleges gevormd. Wij hebben kennisgenomen van de relevante passages uit de collegeprogramma's 2014-2018, van de brief van het college van Stadskanaal en van de moties van de gemeenteraden van Pekela en Menterwolde (zie bijlagen) met betrekking tot gemeentelijke herindeling. Op grond van deze informatie komen wij tot de conclusie dat er bij meerdere gemeenten geen bestuurlijk draagvlak bestaat over het aanvullend advies 'Grenzeloos Gunnen II'. Hoewel wij de probleemanalyse en oplossingsrichting in het advies nog steeds - op hoofdlijnen - onderschrijven, hebben wij rekening te houden met de situatie zoals die nu is ontstaan, op basis van de voorkeuren van de nieuw gekozen gemeenteraden en gevormde colleges in de regio. Hieronder gaan wij nader in op wat dit, naar onze mening, betekent voor het vervolgproces. Vervolgproces In onze brief van 6 februari 2014 aan de negen betrokken gemeenten hebben wij gemarkeerd, dat het primair de verantwoordelijkheid van gemeenten zelf is om hun eigen bestuurskracht te versterken. Wij zijn van oordeel dat gemeentelijke herindelingen bij voorkeur van onderop gestalte krijgen, omdat gemeenten er op die manier blijk van geven verantwoordelijkheid te willen dragen voor hun bestuurlijke toekomst. In het proces is ruimte geboden aan de betrokken gemeenten om te komen met alternatieve herindelingsvarianten, mits deze voldoen aan de uitgangspunten en criteria zoals beschreven in de - door uw Staten vastgestelde - bijlage 1 van onze visie op de bestuurlijke organisatie van 2 juli 2013. Deze bijlage is bij deze brief bijgevoegd. De extra processtap, de adviesaanvraag aan de commissie, had als doel een inhoudelijke basis te bieden voor de betrokken gemeenten om - alsnog - te komen tot een eenduidig eindbeeld van de bestuurlijke organisatie in het oostelijk deel van onze provincie. Tot onze spijt, constateren wij dat de negen betrokken gemeenten daarin tot op heden niet zijn geslaagd. Wij hebben op basis van de nieuwe collegeprogramma's de indruk dat de 'eigen' positie van gemeenten leidend is geweest voor de eigen positiebepaling en dat daarbij regionale belangen en verhoudingen onderbelicht zijn gebleven. Verder constateren wij dat door sommige gemeenten de optie van intergemeentelijke samenwerking als alternatief voor herindeling wordt genoemd, terwijl (cluster)samenwerking in eerdere evaluaties door gemeenten zelf en door de commissie Bestuurlijke Toekomst Groningen als onvoldoende effectief is beoordeeld. Wij vinden het van groot belang,dat de gemeenten in dit stadium de dialoog met elkaar zoeken over de betekenis en consequenties van de afzonderlijke voorkeuren van de gemeenten voor elkaar en voor de regio als geheel. De urgentie om de majeure maatschappelijke opgaven in deze regio met kracht op te kunnen pakken, maakt het noodzakelijk dat er snel duidelijkheid ontstaat. Wij vinden het van belang dat de betrokken gemeenten op korte termijn voortvarend met elkaar aan de slag gaan om invulling te kunnen geven aan hun gezamenlijke bestuurlijke toekomst. Wij zien het, op grond van onze verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het openbaar bestuur, als taak van de provincie om de dialoog tussen de gemeenten te bevorderen en het gesprek met de gemeenten over het vervolg te voeren. 4
Tegen die achtergrond en refererend aan onze brief van 24 januari 2014 over de 'provinciale regierol bij gemeentelijke herindeling' (kenmerk 2014-04297/5, PPM), is naar ons oordeel het moment aangebroken om een volgende stap in het proces te zetten. Wij zijn derhalve voornemens om op korte termijn bestuurlijk overleg te gaan voeren met de betrokken gemeenten. Op basis van de uitkomsten daarvan, zullen wij een nader standpunt innemen over eventuele door ons te zetten vervolgstappen. De uitgangspunten en criteria, zoals genoemd in de bijgevoegde bijlage 1 van onze visie van 2 juli 2013 en in de voornoemde brief van 24 januari 2014, zijn voor ons leidend voor het verdere proces. Het lopende Arhi-proces van de gemeenten Bellingwedde en Vlagtwedde zullen wij beoordelen in het bredere kader van het bestuurlijk overleg en in relatie tot de uitgangspunten en criteria, zoals genoemd in bijlage 1 van onze visie van 2 juli 2013. Wij hebben gemeend uw Staten eerst door middel van deze brief te moeten informeren over deze vervolgstap voor het oostelijk deel van onze provincie en in dit stadium nog geen Voordracht aan u voor te leggen. De inzet van ons college is dat na het zomerreces duidelijkheid zal ontstaan over de uitkomsten van het bestuurlijk overleg. Vervolgens zullen wij ons standpunt bepalen en uw Staten daarover nader informeren. Wij gaan ervan uit u met bovenstaande voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Groningen:
, voorzitter.
, secretaris.
Bijlagen: Nr. 1
2 3 4 5
Titel Bijlage 1. 'Criteria/kwaliteitseisen', opgenomen in: Visie op de bestuurlijke organisatie provincie Groningen, 2 juli 2013. Brief college van de gemeente Stadskanaal d.d. 25 maart 2014. Motie van de gemeenteraad Menterwolde d.d. 22 april 2014. Motie van de gementeraad van Pekela d.d. 29 april 2014 Brief college van de gemeente Haren d.d. 21 mei 2014.
5
Soort bijlage notitie
brief motie motie brief