Terugblik 2009
Groei Voorwoord Hanny Jansen, directeur ‘Het is fijn als de verpakking mooi is, maar het gaat om de inhoud.’ Dat zegt Herman, één van onze cliënten. Hij woont in de Rozet in Westervoort, een splinternieuw gebouw dat er prachtig uitziet en één van onze nieuwe locaties is. Groei is het thema van deze Terugblik. De groei van 2008 heeft zich in 2009 flink doorgezet. We hebben zo veel nieuwe locaties geopend dat er nagenoeg geen sprake meer is van wachtlijsten. We groeiden van 431 plaatsen op 1 januari 2009 naar 512 plaatsen op 1 januari 2010. Het medewerkersbestand is gegroeid naar 406 medewerkers. 2009 was ook een jaar met reuring in het land. De regelgeving, uitgevoerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg, is aangescherpt en de AWBZ staat onder druk. Alle groei, gecombineerd met de maatschappelijke reuring, heeft ons nog meer doen beseffen dat we moeten doen waar we voor staan, de missie van de RIBW. Hét uitgangspunt in het werk van de RIBW is dat mensen met een psychiatrische problematiek recht hebben op een volwaardige plaats in de samenleving. Het is ontzettend fijn dat we steeds betere locaties hebben en woningen die voldoen aan de eisen van deze tijd. We zijn niet gegroeid om de groei, we zijn gegroeid omdat dat onze cliënten met hun zorgvraag ten goede komt. We kunnen wel roepen dat we zo cliëntgericht zijn, in een fijne omgeving ervaren onze cliënten dat ook. Daar zijn we erg blij mee. Roerig jaar We hebben hard gewerkt in 2009, nieuwe locaties open je immers niet zomaar. ‘We’ zijn niet alleen de medewerkers van de RIBW, ik bedoel hier ook onze cliënten
die verhuisden van de ene locatie naar de andere of voor het eerst in één van onze locaties kwamen wonen. Verhuizen betekent nogal wat en al helemaal voor onze cliënten. Hun beperkingen als gevolg van hun psychiatrische problematiek maakt verhuizen extra spannend. Maar na een periode van wennen, extra begeleiding, betekent een nieuwe plek groei. Een stap vooruit, trots zijn wanneer het allemaal goed gelukt is en op weg naar verdere ontwikkeling óf bestendiging op een nieuwe, fijne plek. Het Centraal Bureau is verhuisd naar de Velperweg in Arnhem, een fijn gebouw waar het goed werken is én waar de mooiste kamers zijn toebedeeld aan het team dat cliënten ontvangt. Het is heel prettig om meer ruimte te hebben. Omdat we doen en blijven doen waar we voor staan, anders gezegd, als ‘schoen maker bij onze leest blijven’, organiseren we in eenvoud. Onze organisatie is gebaseerd op de kleinschaligheid van tien regiokantoren en zodanig ingericht dat de groei prima is opgevangen. We hebben een hectisch jaar gehad in een roerige samenleving. Ik ben er trots op dat we met z’n allen zoveel ballen tegelijkertijd in de lucht hebben gehouden. Samenwerken in ketenzorg Onze cliënten worden ouder. Dan kun je wel zelf ‘verzorger gaan spelen’, maar dat is niet de kernkwaliteit van de RIBW. Opella in Ede, Huis en Haard en Pleyade in Arnhem hebben deze kwaliteit wel. Dus zijn we gaan samenwerken met die organisaties en realiseerden we voor oudere cliënten drie beschermde woon vormen. De medewerkers van de woonzorginstellingen en onze medewerkers
3
4
werken daar samen aan de zorg en begeleiding van deze oudere cliënten. Daardoor leren ze veel van elkaar en dat verstevigt onze samenwerking. Een goed voorbeeld van ketenzorg waarin we samenwerken op basis van kernkwaliteiten. Een ander voorbeeld is de samenwerking met de woningcorporaties. We hebben ook in 2009 verschillende projecten gerealiseerd waar de corporatie de huisvesting bouwde en de RIBW in de zorg voorzag. Bijzonder is het project Anders Wonen in Arnhem Zuid. Vijf cliënten met forse (leef-)problemen wonen daar in woonunits die Volkshuisvesting plaatste. Overlastveroorzakers die niemand graag als buren zag. Nu hebben ze een eigen plek en voelen ze zich weer mens. Het project is zo’n succes dat het de landelijke pers haalde, waarin vervolgens de buurtbewoners zich als ambassadeurs van onze cliënten lieten horen en zien. Op onze nieuwe locatie aan de Waterstraat wonen 25 mensen met een aandoening in het autistisch spectrum. Een belangrijke uitbreiding van ons aanbod. Portaal bouwde het complex, de RIBW begeleidt de cliënten én we werken er nauw samen met het dr. Leo Kannerhuis vanwege de specifieke zorg voor deze cliënten. We hebben geïnvesteerd in de huisvesting voor jongeren die doorstromen van een instelling naar begeleid zelfstandig wonen. In 2009 startte daarom de verbouw van Dennenheuvel aan de Velperweg in Arnhem. In de begeleiding van deze jongeren werken we nauw samen met Karakter, instelling voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Cliënten van Karakter kunnen straks naar Dennenheuvel doorstromen, een prachtig voorbeeld van ketenzorg. We hebben nog veel meer ketenpartners waarmee we samenwerken in de zorg en begeleiding van onze cliënten en waar we in 2009 samen een stap vooruit
hebben gezet. Teveel om op te noemen in dit voorwoord. In de bijlage van deze Terugblik leest u er meer over. Zorgpaden Onze cliënten hebben met verschillende instellingen, disciplines, afdelingen en behandelaars te maken. Na elkaar, bijvoorbeeld wanneer een cliënt verhuist van huis naar een instelling en dan naar beschermd wonen. Maar ook tegelijkertijd hebben cliënten te maken met verschillende vormen van hulp: behandelaars, begeleiders en verzorgers. In 2009 zijn we gestart met de ontwikkeling van zorgpaden. Een model dat borg staat voor de zorg op geleide van wat de cliënt vraagt. Een model dat bij uitstek past bij ons uitgangspunt dat de cliënt centraal staat en wat ons helpt de scharniermomenten, de spannende momenten in het pad dat de cliënt volgt, inzichtelijk te maken. In 2010 bezien we of de tijd al rijp is om het werken met zorgpaden uit te breiden. De boel is op orde We blijven ontwikkelen en leren op basis van een goed fundament waarbij onder andere ons HKZ-certificaat de kwaliteit waarborgt. We zijn gegroeid en de wachtlijsten zijn nagenoeg weggewerkt. Nog een paar projecten er bij en dan hebben we genoeg volume. De boel is op orde. Ik haal tot slot weer graag Herman aan: ‘Het is fijn als de verpakking mooi is, maar het gaat om de inhoud.’ Hij verwoordt daarmee onze levensfilosofie en die is en blijft onveranderd.
5
6
7
sta·bi·li·teit <de~(v.)> 0.1 vastheid van evenwicht 0.2 vastheid van toestand of grootte 0.3 “Er zijn en staan voor wat je doet. Hier helder over communiceren.” Wilma van der West, regiohoofd Arnhem Zuid
Leren is ook groeien 8
Anne-Marie Kranendonk, regiohoofd Rheden en Bianca Scholten, begeleider Waterstraat Aan de Waterstraat in Velp staat een splinternieuw gebouw met tien woningen voor 26 cliënten met een stoornis in het autistisch spectrum. Een groei van 17 plekken die hard nodig waren voor deze doelgroep. Bovendien nam de diversiteit van de woonvormen toe, waardoor cliënten meer mogelijkheden hebben. Bianca zocht de nieuwe inrichting uit: ‘Een flinke klus! De cliënten konden zelf kiezen uit verschillende meubelen, vloerbedekking en gordijnen. Soms hielpen we een handje: ‘Joh, zou je nu wel alles paars doen of toch beter wat variatie?’ De buurt is heel betrokken geweest bij de plannen voor en de bouw van dit nieuwe complex. Op een gegeven moment vroegen buurtbewoners of we allemaal dezelfde gordijnen wilden ophangen. Want dat geeft een rustig beeld. Maar in een gewoon appartementengebouw hebben de bewoners ook niet allemaal dezelfde raambekleding. Waarom zouden onze bewoners dat dan wel doen? We zijn de buurt tegemoet gekomen door op de begane grond eenzelfde soort gordijnen op te hangen.’ Anne-Marie: ‘Voor de buurt was het best spannend, een complex waar 26 ‘autisten’ zouden komen wonen. We hebben veel informatie gegeven en de buurt laten kennismaken met onze cliënten. Nu is het allemaal gewoon, want niet meer vreemd. Voor de cliënten was het verhuizen heel enerverend. Negen cliënten
verhuisden uit Dieren, anderen kwamen van het dr. Leo Kannerhuis, de Gelderse Roos of vanuit huis.’ Bianca vult aan: ‘Voor allemaal is het een totaal nieuwe omgeving en veranderingen zijn sowieso spannend. We zijn een jaar bezig geweest met het voorbereiden van de cliënten op de verhuizing. Een militaire operatie! De verhuizing verliep vlekkeloos. Ik ben hartstikke trots op alle 26 cliënten. Ze hebben allemaal veel geleerd en daardoor zijn ze gegroeid. Ook als team zijn we gegroeid, alleen al door samen de schouders onder de verhuizing te zetten.’ Eén cliënt had het extra moeilijk. Anne-Marie: ‘Hij woonde zelfstandig, raakte in een crisis en kwam terecht op de crisisopvang van de Gelderse Roos. Voor iemand met autisme is dat een hele onrustige omgeving en deze cliënt woonde er maar liefst een jaar voordat hij naar hier kon verhuizen. Hij is twee keer weggelopen. Hij had nooit afscheid genomen van z’n oude huis, daardoor kon hij de stap naar z’n nieuwe huis niet maken. De samenwerking met het dr. Leo Kannerhuis en de Gelderse Roos is verstevigd in 2009. Ook bij deze cliënt hebben we samengewerkt. Heel praktisch: de begeleiding van de Gelderse Roos leerde de cliënt dat daar zijn plek niet meer was, samen hielpen we hem afscheid te nemen van z’n oude huis en zo kon de cliënt wel de stap naar zijn nieuwe huis maken. Toen ging het meteen beter en nu gaat het zelfs heel erg goed, hij heeft een flinke stap vooruit gemaakt, is echt gegroeid. En hij lacht!’
9
0.4 “De verhuizing was een militaire operatie.”
‘Zonder vakantie kan, maar liever niet’ 10
Lowie Zuuring, cliënt en Ineke Kwint, begeleider Lowie woont in Wolfheze, op het terrein van de Gelderse Roos in een woning van de RIBW. Hij gaat graag op vakantie. Ineke en Lowie vertellen hoe dat dan gaat, met z’n allen er op uit. ‘We gaan weer naar zee. En ik vind de zee prachtig hoor, maar ik zou graag nog eens naar de Ardennen gaan. Vroeger, in militaire dienst, was ik ook in de Ardennen. Prachtig die bossen en bergen.’ Lowie gaat samen met 18 andere cliënten en vijf begeleiders naar Zeeland. Ze vertrekken op 21 juni. Lowie: ‘Dat is de langste dag, dan begint de zomer. Vorig jaar vertrokken we ook op 21 juni. Tijdens die vakantie heb ik op een tweedehands markt een videoband van ‘Ja zuster, nee zuster’ gekocht. Voor 50 cent! Ach, waar waren we toen, we zijn nog gaan kijken bij een man die vis aan het roken was.’ Ineke helpt Lowie de herinnering ophalen aan de vakantie van 2009: ‘We zijn toen naar Texel geweest en daar bezochten we het Juttersmuseum. Weet je nog? Dat was erg leuk, we zagen de meest wonderlijke dingen die ze op het strand gevonden hadden.’ Vakantie is even uit de dagelijkse sleur, een heel andere omgeving en samen leuke dingen doen. Ineke: ‘Als we hier op de kamers van cliënten komen, dan moeten ze altijd iets. Hun kamer opruimen, medicijnen nemen. Op vakantie is dat anders, moet er veel minder. Dan is er ook minder verschil tussen cliënt en begeleider.’
Daar is Lowie het mee eens: ‘Het contact met de verpleging, ja, zo noem ik ze gewoon hoor, is tijdens de vakantie anders. We hebben meer tijd met elkaar. ’t Is niet ‘even zus’ of ‘even zo’.’ Vakantie betekent ook groei. Ineke: ‘We groeien als team, we zijn immers een week lang dag en nacht bij elkaar. En ik heb leren rijden in een bus. Dat was spannend en heel erg leuk. De cliënten overwonnen zichzelf ook. We hebben een vuurtoren bezocht, moesten flink klimmen langs een hele hoge en enge wentel trap. Sommige cliënten vonden dat echt moeilijk, maar ze deden het wel!’ Lowie herinnert zich de reis met de boot: ‘We moesten met de veerboot. Dat vond ook niet iedereen prettig. Maar ze waren trots toen de overtocht gelukt was. Ik vond het niet spannend, want ik heb vroeger gevaren, ben zeeman geweest. Dat was trouwens geen succes, want als de golven hoog waren, hop, daar ging Lowietje, zeeziek over de reling.’ Ineke: ‘Sommige mensen wonen hier al heel lang, meer dan 40 jaar. Dan is het lastig om zelf een vakantie te regelen, is de stap net te groot. Daarom organiseren wij de vakantie. Onze cliënten gaan dan met hun vertrouwde begeleiders en medebewoners op vakantie. Organiseren we niets, dan komen sommige mensen nooit van het terrein af. Hoe spannend soms ook, iedereen geniet volop van de vakantie. En daar gaat het om.’
0.6 “We hebben meer tijd met elkaar.” 11
12
13
sa·men1
0.1 bij elkaar 0.2 met elkaar 0.3 onderling 0.4 bij elkaar gerekend. 0.5 “Verbonden voelen met elkaar.” Bertil Bomers, begeleider Wolfheze
‘Muziek is goed luisteren en je hersens trainen’ 14
Jobi van den Adel, René Bokhove, cliënten, José Bosman, begeleider, Coby Meurkes en Hannes Uneputty, cliënten Opstap in Bemmel is een kleinschalig inloopcentrum van STUW, Stichting Welzijn & Maatschappelijke Ondersteuning. Iedere dinsdagmiddag musiceert het ‘muziekgroepje’ in het centrum. Samen muziek maken geeft veel plezier en je leert er ook een hoop van. ‘José kan heel goed gitaar spelen. Tijdens onze vakantie, twee jaar geleden, speelde ze precies wat ik graag wilde horen. Veel meer mensen genoten van haar muziek. Tjitse en Willem, twee andere begeleiders maakten ook vaak muziek. En zo kwam het idee van een muziekgroepje.’ Coby is er blij mee. Ze groeit door het bezig zijn met muziek: ‘Ik haal heel veel uit de teksten. Vroeger zong ik maar wat. Nu besef ik wat ik zing. Zoals ‘Let it be’ van The Beatles, dat deed me beseffen dat het goed is zoals je bent, de rest is niet belangrijk. Al met al zit ik, sinds ik meedoe met het muziekgroepje, minder snel in een dip. En is er een dip, dan kom ik er veel sneller en vooral zelf uit. Ik woon in de Molenkamp en daar hebben we de radio veel aan. Hoor ik een bekend nummer? Dan pak ik er de tekst bij en zing lekker mee!’
Hannes speelt tamboerijn: ‘Muziek is voor mij uitleven, enthousiasme. Ik vind vooral nummers leuk waar kreten in voorkomen: ‘Yeah!!’. Maar naar muziek moet je ook goed luisteren en dat traint je hersens.’ Behalve Coby en Hannes doen ook Jobi en René mee met het muziekgroepje. Jobi: ‘Wat ik zo leuk vind aan muziek maken, is dat je er een beetje blij van wordt. Je gaat vrolijker weg dan dat je gekomen bent. Muziek maken ontspant en is mooier dan naar te luisteren.’ René vult aan: ‘Muziek is mijn hele leven. Zingen vind ik fijn. Laatst hebben we geoefend met de djembé. Dat deed me zo goed, dat bracht me echt in balans.’ Of het groepje ook gaat optreden? In koor: ‘Nee, dat gaan we niet doen, dat is niet onze ambitie!’ José vertelt: ‘Het muziekgroepje is voor cliënten een creatieve manier om zich te uiten. Het brengt veel gezelligheid. We zijn vaak met zo’n 10 tot 12 mensen, iedere dinsdagmiddag weer. We zijn nu een jaar bezig en we spelen onder andere bekende nummers uit de jaren ’70. Iedereen brengt nummers in. Ik vind het heel mooi om te zien dat de muzikanten er zoveel plezier aan beleven. Even niet aan problemen denken.’ Coby vult aan: ‘Het brengt ons ook dichter bij elkaar. Dat is fijn.’
15
0.6 “Van muziek word je blij.”
‘’t Is fijn als de verpakking mooi is, maar het gaat om de inhoud’ 16
Herman Morsink, cliënt en Rudi Veldhuis, begeleider De Rozet in Westervoort huisvest een gezondheidscentrum met onder meer huisartsen en apotheek. Verder zijn er huur- en koopappartementen. De RIBW heeft er haar regiokantoor voor Westervoort en Huissen en de Rozet biedt huisvesting aan 13 cliënten. Zes cliënten met het syndroom van Korsakov wonen samen in een groep. Herman is één van die cliënten en Rudi werkt sinds januari 2009 in en vanuit de Rozet. Hoe is het wonen, leven en werken in dit splinternieuwe complex? ‘Ik kom van Wolfheze en daar had ik alleen een kamer. Hier heb ik meer ruimte, een grote badkamer en een eigen balkon. ’t Is fijn, deze mooie ruimte. Maar daar gaat het niet om. ’t Gaat om de inhoud. Ik ben met een flinke borrel op van de trap gevallen en heb negen maanden in coma gelegen. Net zolang als een zwangerschap duurt. Zo ervaar ik die periode, als opnieuw geboren worden.’ Herman raakt geëmotioneerd als hij praat over zijn ervaringen en zijn gevoel daarbij. Verdrietig is hij niet: ‘Het is zo bijzonder. Tijdens de periode in Wolfheze heb ik alle dagelijkse dingen opnieuw moeten leren. Ieder mens heeft z’n koffer, z’n bagage, met ervaringen en herinneringen. Die heb ik ook. Maar ik ben opnieuw begonnen. Eerst ‘op de basisschool’ in Wolfheze, zoals ik dat noem, en toen naar ‘de middelbare school’ in de Rozet. Hier wonen is weer een stap vooruit richting de boze buitenwereld. Zoals ik al zei, daar gaat het om, om verder te groeien.’
Boven de woningen van de cliënten zijn koopappartementen. Rudi: ‘Er is een open communicatie met de mensen die hier boven wonen. Als er iets is, dan komen ze langs.’ Herman: ‘Gisteravond nog, ik was bezig met mijn muziek en dat gaf net teveel geluid. Kwam een bovenbuur er wat van zeggen. Nou ja, daar had ik chagrijnig van kunnen worden, maar ik snap het wel. Dus ben ik opgehouden met de muziek.’ Rudi vult aan: ‘Het mooie van dit complex is dat voorzieningen binnen handbereik zijn. Even de trap af en je bent bij de huisarts. Onze cliënten doen een flink beroep op de apotheek. We hebben afspraken gemaakt over de levering van medicijnen. Zodat de mensen van de apotheek het werk goed gedaan krijgen en wij geen uren in de rij hoeven te staan. Heel prettig!’ De eerste maanden moesten cliënten en begeleiders hun draai vinden. Rudi: ‘We moesten elkaar leren kennen. En de cliënten moesten hun nieuwe omgeving leren kennen. Eerst gingen we mee boodschappen doen, maar nu doet iedereen dat zelf want alles is inmiddels vertrouwd. Toen Herman hier kwam wonen, ging hij er meteen op uit om de omgeving te verkennen. Op de fiets. Hij verdwaalde, maar dat ontmoedigde hem niet. Herman: ‘Ik ga graag op onderzoek uit. En ach, dan fiets je eens verkeerd. Gewoon weer opstappen en opnieuw beginnen!’
17
0.7 “Hier wonen is een stap vooruit.”
18
‘Je wilt het beste voor de mensen die aan je zorg zijn toevertrouwd’ Marjon Euverman, manager Zorg en Wonen Pleyade Multifunctioneel centrum Malburgstaete, in Arnhem, is één van de nieuwe locaties en vorig jaar feestelijk geopend door Koningin Beatrix. De RIBW heeft er een woonvoorziening met begeleiding voor oudere cliënten: ‘Beschermd Wonen-Plus’. Het gaat om een groep van dertig psychisch kwetsbare ouderen vanaf vijftig jaar. In dit project werkt de RIBW samen met Pleyade. De RIBW biedt begeleiding en Pleyade biedt zorg. Marjon vertelt er meer over. ‘De samenwerking tussen Pleyade en de RIBW is begonnen in Laurentius, één van onze woonzorgcentra. Wij hadden daar ruimte over en de RIBW was op zoek naar plekken voor haar oudere cliënten. In Laurentius liepen begeleiding en verzorging wat door elkaar heen. Cliënten vroegen hulp aan iedereen die voorbij kwam, of het nu een verzorgende was of een begeleider. En die kregen ze dan ook. Hier in Malburgstaete zijn de taken gescheiden. Dat is voor de cliënten ook veel duidelijker. Wij werken met zorgroutes en de cliënten van de RIBW zijn opgenomen in die zorgroutes. We hebben afgesproken wie wanneer welke zorg nodig heeft en die bieden we dan op de afgesproken tijden. Wassen, helpen met aankleden, verband verwisselen, steunkousen aandoen. Net wat de cliënten zelf niet meer kunnen. Toen we startten in Laurentius hebben onze medewerkers een uitgebreide scholing gekregen in het omgaan en verzorgen van cliënten van de RIBW.
Maar wat vooral belangrijk is, is dat we de mensen, de cliënten, hebben leren kennen. Dan weet je wat je juist wel of niet moet doen. Bovendien kunnen we altijd terecht bij de begeleiders als we vragen of opmerkingen hebben. De verschillen tussen de cliënten van de RIBW en onze cliënten zijn niet altijd zo groot. In Malburgstaete woont ook een aantal mensen met een psychiatrisch verleden, die dakloos zijn geweest of alcoholverslaafd. Mensen met een levensverhaal. Malburgstaete is een fijn gebouw en alles is bij de hand: huisartsen, apotheek, de kapel en aan de overkant het winkelcentrum. We hebben een prachtig restaurant. Onze cliënten, van het woonzorgcentrum, eten daar iedere dag. En verder is iedereen welkom om voor een klein prijsje lekker te komen eten. Buurtbewoners en natuurlijk ook de cliënten van de RIBW. Sommigen eten graag in het restaurant. We zijn nu een jaar bezig en in dat jaar hebben we gezocht naar de beste manier van samenwerken. De medewerkers van Pleyade hebben veel geleerd en kennis opgedaan over de cliënten van de RIBW. Maar ook andersom: begeleiders van de RIBW leren wat het betekent om oudere cliënten te begeleiden. Ieder heeft z’n eigen vak: begeleiden van mensen met een psychiatrische achtergrond of het verzorgen van ouderen. We leren van elkaar. Als ik terugkijk, hebben we samen hard gewerkt en vooruitgang geboekt. Maar, het kan altijd beter, want we willen nu eenmaal het beste voor de mensen die aan onze zorg zijn toevertrouwd.’
0.8 “We leren van elkaar.”
19
20
21
ont·wik·ke·ling <de~(v.);~en> 0.1 geleidelijke verandering in een bepaalde, vaak gunstige richting 0.2 het ontwerpen en uitvoeren op basis van onderzoek 0.3 het ontwikkelen van fotografische films 0.4 het kundig zijn 0.5 gebeurtenis. 0.6 “Openstaan en mogelijkheden onderzoeken waarbij je gebruik maakt van ieders kracht. Bereid om te leren van je fouten.” Wilma van der West, regiohoofd Arnhem Zuid
‘Eén van onze bewoners komt hier ook regelmatig buurten’ 22
Joke Francissen, woonbegeleider en José Nijenkamp, zorgondernemer Rustenburg Rustenburg is één van de woonzorgcentra van Opella (stichting voor wonen, zorg en welzijn) in Wageningen. In Rustenburg stonden enkele appartementen leeg en de RIBW was op zoek naar ruimte voor oudere cliënten met een verzorgingsbehoefte. Zowel ruimte als verzorging zijn gevonden in Rustenburg. Sinds begin 2010 wonen zeven oudere cliënten, van 55 tot 77 jaar, in Rustenburg. Zes van de zeven cliënten verhuisden van het terrein van de Gelderse Roos in Wolfheze naar Wageningen. Joke verruilde haar werkplek van Wolfheze naar Wageningen en verhuisde mee: ‘In november kregen we de ruimtes toegewezen en zijn we gaan verbouwen. De woonkamer is vergroot, alle kamers zijn geschilderd. Cliënten hebben hier een eigen douche, toilet en keukenblokje. Dat hadden ze niet in Wolfheze. ’t Zijn weliswaar kleine ruimtes, maar ze zijn er allemaal blij mee. Al is het wel wennen! De meeste cliënten hebben lang in Wolfheze gewoond, één zelfs 52 jaar. Wolfheze was dus zó vertrouwd en daardoor veilig. Hier loop je zo de straat op en het centrum in. Dat is spannend en best eng. Wat helpt bij het wennen, is de rust in dit gebouw en het feit dat de cliënten elkaar al goed kennen. Het is hier een ideale plek. Alles is dichtbij, er is een kapper in huis, winkels om de hoek en een mooi parkje op loopafstand. Wat ook fijn is, is dat alles gelijkvloers is. Onze cliënten hoeven geen trap meer op. En we werken goed samen, begeleiders en verzorgers.’ José beaamt dat: ‘Ja, we pakken samen dingen op, we vullen elkaar prima aan. Bij de start hebben we casussen uitgewisseld. Wat zijn ouderen, wat hebben die nodig, wat kun je tegen komen? En precies hetzelfde met cliënten;
wat voor psychiatrische achtergrond hebben ze en wat betekent dat? We namen een kijkje in elkaars keuken zodat we allemaal voorbereid waren op de nieuwe situatie.’ Er zijn duidelijke verschillen tussen de bewoners van Rustenburg en de cliënten van de RIBW. José: ‘Alleen al hoe we hen aanspreken. Onze bewoners noemen we mijnheer of mevrouw, de cliënten spreken we bij hun voornaam aan. Veel cliënten hebben hun hele volwassen leven in Wolfheze gewoond en bouwden daardoor geen gezinsleven op. Onze medewerkers vonden het best spannend, om zo’n nieuwe groep mensen te gaan verzorgen. Maar dat was zo over. Nu gaat het gewoon hartstikke goed. Onze medewerkers hebben geleerd dat ze meer kunnen dan ze dachten.’ Sommige bewoners van Rustenburg komen regelmatig even binnen wandelen in de woonkamer van de RIBW. Sommige cliënten maken al graag gebruik van de activiteiten die voor de bewoners van Rustenburg georganiseerd worden. Joke: ‘Cliënten zijn al naar een filmmiddag geweest, de bingo of hebben meegedaan aan een creatieve bijeenkomst. Of ze gaan naar de kerkdienst. Zo integreren de cliënten vanzelf.’ Rustenburg is een ouder woonzorgcentrum. José: ‘Het gebouw is niet meer van deze tijd. Als de planning gehaald wordt, start in 2011 de nieuwbouw. Op de plek van het politiebureau, hier heel vlakbij, komen nieuwe woningen voor onze bewoners. Het duurt allemaal nog even, maar we gaan verhuizen naar een mooi nieuw gebouw. Met z’n allen, want deze groep cliënten verhuist natuurlijk mee!’
0.7 “We vullen elkaar goed aan.” 23
‘Hier mag je zijn wie je bent’ 24
Annamaria Beekman, medewerker begeleiding, Inger van Hattum, werkcoördinator dagbesteding en Egbert IJkema, vrijwilliger De Oude Doelen ligt middenin het centrum van Arnhem. In het complex wonen cliënten, er is een kunstatelier en kunstwinkel De Vrije Blik. Ontmoetingsruimte de Doelenzaal lag er wat stilletjes bij. Een jaar geleden werd die ruimte omgetoverd tot een bruisende ontmoetingsplek: Koffiehuis de Oude Doelen. Annamaria werkt sinds begin 2009 in het koffiehuis. Zij houdt zich bezig met het opzetten van allerlei activiteiten. ‘Ik werkte eerst in de woonbegeleiding en toen deed ik de activiteiten er tussendoor. Even koffie neerzetten voor het koffie-uurtje, maar daar kon ik dan niet bij zijn. Nu zíjn de activiteiten mijn werk. Dat levert veel op, de mensen kwamen meteen. Je moet er gewoon zijn!’ Inger vult aan: ‘De kunstwinkel, het atelier en het koffiehuis zijn gelijktijdig open. Laatst hadden we een expositie met het thema bloemen. Annamaria sloot daarop aan en organiseerde een bloemenweek, met workshops, een bloemlezing en liet Karin Bloemen zien en horen op tv.’ Egbert is één van de vrijwilligers. Hij wilde eerst weinig te maken hebben met de cliënten van de RIBW: ‘Ik was erg terughoudend en nam afstand. Maar ik heb ook zo mijn gebreken. Die heb ik erkend en nu gaat het veel beter. Ik ben gegroeid het afgelopen jaar. Ik kan veel beter contact maken. Hier mag je zijn wie je bent.’ ‘En als we een klusje hebben, kunnen we Egbert altijd bellen!’ zegt Annamaria. Egbert zorgt ook voor de muziek: ‘Maar wat ik het leukste vind? Dat is het omgaan met andere mensen. Dat levert mij vreugde op.’
Niet alleen de vrijwilligers en cliënten hebben baat bij alle activiteiten. Ook het team is gegroeid. Inger: ‘We zijn als team het avontuur aangegaan om hier een levendig inloopcentrum op te zetten. Spannend, maar het is ons samen gelukt. Het is hier kleinschalig en dat houden we ook zo. Want daardoor is het intiem en veilig. Dit is echt een plek waar mensen elkaar ontmoeten, waar verbinding door kunst, activiteiten en gewoon een kopje koffie ontstaat.’ Annamaria: ‘Mensen moeten aanbellen om binnen te komen. Maar ondanks dat de deur dicht is, is de drempel heel laag. Steeds meer collega’s weten de weg ook te vinden, komen met cliënten kijken wat er allemaal mogelijk is. Leuk is dat!’ Het Koffiehuis wordt ook gebruikt door andere instellingen: Stichting Welzijn Ouderen Arnhem (SWOA), MEE Gelderse Poort en Revalidatiecentrum Groot Klimmendaal. Zo maken cliënten van de RIBW en ouderen van de SWOA samen gebruik van het kunstatelier of eetcafé en is er maandelijks een ontmoetingsmiddag voor mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). Als Inger terugkijkt op het afgelopen jaar, is ze nog steeds een beetje verbaasd: ‘Deze ruimte leidde een zieltogend bestaan. Zonde van de ruimte! Aart Koopmans, ons regiohoofd, vroeg mij en een medewerker van SWOA een plan te schrijven om de Doelenzaal weer levendig te maken. Annamaria is toen als spil ingezet en Koffiehuis De Oude Doelen was geboren. Het is ongelofelijk hoe dit in één jaar zo is gaan leven!’
25
0.8 “Een plek waar mensen elkaar ontmoeten.”
‘Ik moet er voor knokken, maar het is mogelijk’ 26
Jeroen Zwaal, begeleider en Machiel Stap, ex-cliënt 10 oktober 2006. Die datum vergeet Machiel nooit meer. Het was de laatste dag waarop hij harddrugs gebruikte. ‘Ik ben lang verslaafd geweest. Dan raak je alles kwijt. In 2005 kon ik niet meer werken en klopte ik voor de duizendste keer bij m’n familie aan om hulp. Nog steeds ben ik blij dat ze me wéér geholpen hebben, want ik had al zo vaak beloofd niet meer te gebruiken. Ik kwam in een kliniek en kickte af. Maar het ging mis, ze vonden een kraslot op m’n kamer en ik werd op straat gezet. Geen dak boven m’n hoofd en daar ging ik weer. Opnieuw aan de drugs. Ik moest kiezen: of op straat blijven leven of naar de Boei, de drugsboot. Ik ben naar de Boei gegaan. De eerste dag dat ik daar kwam dacht ik: ‘Dit wordt m’n dood, dieper kun je niet zakken.’ Op de drugsboot kun je gewoon gebruiken, dat was geen goede omgeving voor me. Ik heb er 2,5 maand gezeten en kon toen terecht in Nijmegen. Daar ben ik echt afgekickt. Ik ben teruggegaan naar Arnhem en ging naar Opstap, een begeleidwonen project van Iriszorg. Drie dagen werken en twee dagen om het huishouden te doen. Dat beviel me wel, ik kwam vooruit.’ Machiel houdt van werken: ‘Ik ben gaan werken op een zorgboerderij in Kootwijkerbroek. Daar werk ik nog steeds, in de meubelmakerij en ik heb er een vaste baan. Ik ben met de opleiding meubelmaker begonnen en ben daar bijna mee klaar, alleen nog praktijkexamen doen. Mijn werk heeft me heel goed geholpen, ik voel me lekker als ik aan het werk ben.’ Na Opstap volgde een ander huis waar Machiel weer minder begeleiding kreeg. ‘Weer een stap vooruit, ik kreeg alleen op donderdag een paar uurtjes begeleiding en verder deed ik alles zelf. In februari 2008 kreeg ik de sleutel van dit appartement.
De voorwaarde om hier te kunnen wonen was een jaar lang begeleiding van de RIBW.’ Jeroen werd de begeleider van Machiel. Of hij al eerder ex-verslaafden had begeleid? ‘Nee. Maar dat maakt toch ook niets uit? Het gaat om de cliënt, niet om z’n verslaving. Voor mij is vertrouwen de basis om m’n werk goed te doen. En met Machiel klikte het meteen. Machiel was, en is nog steeds, zo gemotiveerd om zijn leven goed op de rit te hebben. Ik heb hem een jaar lang gecoacht. Ik ben wel een paar keer echt geraakt hoor, Machiel is zo keigoed bezig.’ Sinds februari 2009 leeft, woont en werkt Machiel helemaal zelfstandig. ‘Verslaafden zijn en blijven zwak. Ik moet er voor knokken, maar het is mogelijk. Ik woon niets voor niets al een jaar zelfstandig!’ Jeroen schreef een gedicht over zijn werk en Machiel: Ontwikkelboom In het donker onder de grond nestelt zich een droom Lichte beelden willen met wortels dwarrelen In de nog kleine kruin koekeloeren daden die vrijuit met groene blaadjes scharrelen Een fijn vertakte doelstelling laat haar visie vloeien en haar missie stoeien, in weer in wind De boom vraagt zich voorzichtig af of ik er iets van vind Terloops doe ik een gooi Ik vind je nu al mooi
0.9 “Ik voel me lekker als ik aan het werk ben.”
27
28
29
zelf 1 de diepste, onderbewuste werkelijkheid van de ziel. zelf 2 0.1 in eigen persoon 0.2 in tegenstelling met iets anders. 0.3 “Leren om mezelf te mogen zijn.” Jimmy Nienhuis, cliënt/jongere
‘Dit is ook mijn huis’ 30
Mariska Beijneveld, gastvrouw Graaf Lodewijkstraat Arnhem ‘Ik werk nu twee jaar als gastvrouw bij de RIBW. Dit is echt mijn baan, hier ben ik voor geboren. Ik doe dezelfde dingen als thuis, zorg voor de mensen. Alleen zijn de cliënten vaak vriendelijker dan die twee pubers van mij.’ Mariska lacht, ze is overduidelijk blij met haar werk. ‘Er zijn hier 11 appartementen. De cliënten hebben hun eigen keuken, toilet en douche. Ze wonen zelfstandig en toch een beetje beschermd. Als gastvrouw ben je met drie dingen bezig: stimuleren, motiveren en ondersteunen. Zo help ik met de was en dan zo dat ze zoveel mogelijk zelf doen. Sommigen help ik met het opruimen en schoonmaken van hun kamer, anderen geef ik alleen wat aanwijzingen. De cliënten zijn heel verschillend. Ik weet niet wat hun psychiatrische achtergronden zijn, dat hoeft ook niet. Ik ben geen begeleider tenslotte. Vandaag was één cliënt even de weg kwijt en lawaai aan het maken. Die heb ik gevraagd een boodschapje te doen en toen was hij meteen rustig en het was weer goed. Zulke dingen geef ik door aan de begeleiders die dat dan weer oppakken. We hebben een hecht team, ik kan goed terecht met mijn vragen en opmerkingen bij de begeleiders.’ De locatie aan de Graaf Lodewijkstraat in Arnhem is nieuw en dankzij de samen werking met woningcorporatie Portaal tot stand gekomen. ‘In mei 2009 zijn we
open gegaan, verhuisden de cliënten naar hier. ’t Is een fijn huis. Eerst werkte ik in een sociaal pension. Dat was ook erg leuk, maar dit is meer van mezelf omdat ik hier vier dagen per week de enige gastvrouw ben. Twee keer per week eet ik ’s avonds mee met de cliënten. Dat is zo gezellig. Natuurlijk is er wel eens wat, maar dat is overal. Het is één grote familie hier aan tafel.’ Mariska heeft veel geleerd in de afgelopen twee jaar. ‘Ik ben best rap van tong en sommige cliënten kunnen dat heel goed hebben, anderen niet. De begeleiders wijzen me daar wel op, dat ik beter iets minder direct kan zijn bij die of die. Dat ben ik dan ook. Ik leer nog steeds, heb altijd vragen aan de begeleiders. Omdat ik het werk zo fijn vind, neem ik het wel eens mee naar huis. Heb ik alles wel gedaan, wat moet er morgen gebeuren? Dat probeer ik nu af te leren, werk is werk en thuis is thuis. Maar ja, werken met deze cliënten is en blijft heel fijn. Laatst ging ik met één van hen de stad in, nieuwe kleren kopen. Toen dachten ze dat we vriendinnen waren. Dat hebben we mooi zo gelaten! Heel soms heb ik een rotdag, bijvoorbeeld omdat ik slecht geslapen heb. Eén van de cliënten zei op zo’n dag: ‘Ga lekker zitten jij, je hebt je werk thuis en hier werk je hard, ik help je vandaag wel.’ Mooi hè. Je geeft hier liefde en je krijgt hier liefde.’
31
0.4 “Het is hier één grote familie.”
Hoe overlastveroorzakers prima buren werden 32
Ien Kiggen, beleidsadviseur gemeente Arnhem en Ad van Arkel, manager Huren en Kopen Volkshuisvesting Anders Wonen is een woonvorm voor Arnhemmers met grote leefproblemen. Mensen, vaak mannen, die moeilijk met anderen kunnen samenwonen en al snel de naam hebben overlast te veroorzaken. Die heb je niet graag als buren. Toch kregen alle bewoners van Anders Wonen afgelopen kerst een aardigheidje van de buurtbewoners. In Arnhem Zuid, vlakbij de Rijnhal, staan sinds begin 2009 de vijf woonunits van Anders Wonen. Een project van de gemeente Arnhem, Volkhuisvesting en de RIBW. Ad: ‘Een paar jaar geleden hoorde ik over Anders Wonen tijdens een bijeenkomst van de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV). Gevraagd werd welke partijen daaraan wilden meewerken. Ik was meteen enthousiast. Er zijn mensen die echt aan de onderkant van de samenleving leven, bijna creperen durf ik te zeggen. Die niet passen in opvanghuizen, laat staan in een gewone woning. Maar wie dan ook, niemand kun je op straat laten verkommeren. Dat is onwaardig. Staande de bijeenkomst heb ik gezegd: ‘Wij werken mee, als de gemeente de kar wil trekken.’ Er was een beleidsmedewerker van de gemeente en die zei meteen ‘Ja, dat doen we!’. De gemeente trok de kar, wij zorgden voor de woonunits en de RIBW zorgde voor de bewoners. Het was nog knap lastig een goede plek te vinden. Niemand wil deze mensen in z’n achtertuin. We hadden zo’n 20 plekken bedacht. Toen fietste de burgemeester langs de Rijnhal en zei:
‘Dát is een mooie plek!’ Natuurlijk was er weerstand vanuit de buurt. Maar ik ben zo trots op de buurtbewoners. Zij hebben hun nieuwe buren helemaal geaccepteerd. Daardoor worden de bewoners van de woonunits weer mens.’ Ien is sinds eind 2008 bij het project betrokken: ‘De locatie van Anders Wonen is tijdelijk, in 2014 moeten we een andere plek hebben. Als gemeente hebben we de verantwoordelijkheid die plek te vinden en dat is nog knap ingewikkeld. Ik ben het helemaal met Ad eens: niemand zou onvrijwillig op straat moeten leven. Dus doen we er alles aan een vaste plek te vinden waar deze mensen kunnen wonen en leven. De bewoners van Anders Wonen veroorzaken geen enkele overlast. Maar dat deden ze eerst wel. Ze hebben nu een eigen plek en dat brengt veel goeds. Dus we zetten alles op alles om een goede nieuwe locatie te vinden.’ Ad vult aan: ‘Er wonen vijf mensen. We hebben met z’n allen een hoop energie en geld gestoken in ‘slechts’ vijf mensen, zou je kunnen zeggen. De aantallen zijn echter niet belangrijk. De kwaliteit van leven wel. We zitten met de RIBW op één lijn, we hebben dezelfde overtuiging: het gaat om de mens. Bewoners of cliënten, hoe je ze ook noemt. Daarom werken we ook zo prettig samen.’ Dat vindt Ien ook, het is prettig samen werken met de RIBW: ‘Ik vind het een buitengewoon prettige club om mee te werken. Altijd bereid om over eigen grenzen heen te kijken. Of … die grenzen zijn er helemaal niet, omdat het belang van de cliënten voorop staat.’
0.5 “De aantallen zijn niet belangrijk.”
33
‘Door een slechte conditie kun je veel dingen niet doen’ 34
Gerda Bielderman, medewerker dagbesteding Gelderse Roos, Gerda van den Hurk, cliënt en Tina van Sloten, medewerker begeleider Veel cliënten, van de RIBW of de Gelderse Roos of welke andere instelling dan ook, hebben een slechte conditie. In Ede wordt daar wat aan gedaan. ‘Gerda B. zei tegen me: ‘Ga sporten, doe dat nou. Kom naar Physical, dan ben ik er ook!’ Het was een hele grote stap voor me om te gaan sporten. Ik vind het al niet zo fijn om allemaal nieuwe mensen te ontmoeten en dan ook nog in een sportschool. Maar ik ben gegaan. En nu vind ik het helemaal niet meer spannend.’ Gerda merkt dat haar conditie verbeterd is: ‘Eerder liet mijn buurvrouw vaak m’n hondje Daisy uit. Omdat ik gewoon niet zo ver kon lopen. Vandaag heb ik al drie keer met Daisy gewandeld! Ik heb een hele lieve buurvrouw die me goed helpt, maar dat is steeds minder nodig. Want deed zij eerst vaak boodschappen voor me, nu doe ik ze eens per week zelf. Op de fiets of lopend. Ik ben er een stuk op vooruit gegaan sinds ik sport en ben al twintig kilo afgevallen. Nu durf ik weer in de spiegel te kijken. Ik volg nu ook de cursus Health for You, daar leer ik meer over gezond eten.’ Gerda heeft haar sportkleren al aan en gaat gauw op weg naar de sportschool. Het is immers maandag en wat er ook gebeurt, dan moet er worden gesport: ‘Ik vind het echt leuk! Laatst kon ik niet sporten want toen was het Pasen. Nou, daar zat ik dan thuis, ik vond er niets aan.’
Tina en Gerda B. delen dezelfde passie voor sport en zijn het gloeiend eens: sporten is zó belangrijk voor cliënten. Tina: ‘Van cliënten wordt verwacht dat ze iets gaan doen, vrijwilligerswerk of ander werk. Maar veel cliënten kunnen niet eens een half uur staan of lopen, omdat hun fysieke conditie zo slecht is. Sport legt dus een hele belangrijke basis, het verbeteren van de conditie is hard nodig om aan de slag te kunnen gaan.’ Gerda vult aan: ‘Ik heb lang op sportscholen les gegeven. Waar mensen vooral sporten om er mooi uit te zien. Hier gaat het om de inhoud. Dat cliënten trots zijn, zich beter en krachtiger gaan voelen. Die insteek bevalt me veel beter! Trouwens, dagbesteding is altijd belangrijk voor cliënten. Want alle activiteiten, sport of iets anders, geven structuur en houvast, cliënten leren op tijd te komen en zich aan afspraken te houden. Het kost wel moeite om cliënten zover te krijgen dat ze gaan sporten. Zijn ze eenmaal de drempel over, dan komen ze met plezier. Ik zou willen dat ik meer kon doen om cliënten naar hier te halen.’ ‘Ja, dat we gewoon met een bus langs de cliënten kunnen rijden om ze allemaal mee te nemen!’ zegt Tina en vervolgt: ‘We hebben al veel bereikt, met twee groepen van zo’n acht tot twaalf cliënten. Maar we zijn er nog niet, dus we blijven ons inzetten om meer cliënten aan het sporten te krijgen!’
0.6 “Ik durf weer in de spiegel te kijken.” 35
Op weg naar 2010 36
Bijlage Wat hebben we in 2009 gerealiseerd? In het meerjaren beleidsplan 2005-2010 formuleerden we onze beleidsvoor nemens (inclusief de SMART geformuleerde eindresultaten in 2010). Op basis daarvan staat de RIBW er eind 2009 als volgt voor: Strategie en Beleid 1. RIBW ontwikkelt een plan om te komen tot een breder aanbod op het gebied van (vrijwilligers-)werk, dagbesteding en vrije tijd. Om het dagbestedings- en (vrijwilligers)werkaanbod in de regio te verbreden, is de RIBW samen met De Gelderse Roos een regiobreed onderzoek begonnen naar de wensen van cliënten. De aanstelling van een activiteitenbegeleider in de regio Wolfheze en een coördinator Dagbesteding bij het Centraal Bureau dragen bij aan de professionalisering van de dagbesteding. Sinds 2008 is er een digitale kaartenbak waarin alle dagbestedingsactiviteiten, waar onze cliënten aan deel kunnen nemen, in kaart zijn gebracht. De kaartenbak wordt actueel gehouden en uitgebreid. De pilot vrijwilligerswerk in samenwerking met de Vrijwilligerscentrale Arnhem is succesvol afgerond en ook in de andere regio’s is de samenwerking opgepakt. In 2009 is in Arnhem Centrum Koffiehuis De Oude Doelen uitgebreid met een flink aantal dagbestedingsactiviteiten. Ook is een aantal nieuwe initiatieven in ontwikkeling genomen, zoals het Kunstportaal, het internetcafé aan de Paul Krugerstraat en het onderzoek naar een horeca-werkproject aan de Weerdjesstraat.
2. De RIBW heeft een specifiek zorgaanbod gerealiseerd voor Beschermd Wonen en Begeleid Zelfstandig Wonen voor jongeren van 14 tot en met 18 jaar en voor jong volwassenen met stoornissen in het autismespectrum. Dit zorgaanbod is inmiddels gerealiseerd. In 2008 vond enige uitbreiding plaats in de Bethaan in Presikhaaf. De samenwerking met Karakter (kinderen jeugdpsychiatrie) en woningcorporatie Volkshuisvesting mondde uit in de aankoop door Volkshuisvesting van een groot pand aan de Oude Velperweg. De verbouwing startte in 2009 en in 2010 zijn er 12 plaatsen BW gerealiseerd. Er zijn plannen ontwikkeld om aan de Scheldestraat in Arnhem samen met woningstichting Portaal een Centraal Wonen-project te realiseren. Dit krijgt in 2010 zijn beslag.
Vanaf 2008 is er hard gewerkt aan het zogenaamde Locus-project. Een project in Alliantieverband met als doel financiering te vinden voor aanvullende activiteiten in de zorg voor jongeren, zoals ouderbegeleiding. Het gaat hier om activiteiten die de AWBZ niet dekt en daarom zijn aangewezen op zorgverzekerings/DBC-financiering. Eind 2009 lijken de verzekeraars een voorzichtige start te willen maken, door in het ontwikkelde Locusprogramma zorg te gaan inkopen.
In 2009 kwamen twee uitbreidingsmogelijkheden in beeld mocht de wachtlijst voor deze doelgroep blijven groeien: aan de Twikkelstraat in Presikhaaf en een project aan de rand/oostkant van Presikhaaf onder de titel “Plaats2b”.
37
3. De RIBW heeft in 2006 het aantal Beschermd Wonen-plaatsen voor cliënten met het syndroom van Korsakov met minimaal drie uitgebreid. Dit is inmiddels gerealiseerd. Bovendien zijn, vanwege de groeiende vraag, in Westervoort 13 plaatsen voor deze cliëntgroep gerealiseerd. 4. De RIBW heeft op minimaal drie locaties, waarvan één initiatief in het Vallei gebied, een Beschermd Wonen-plusaanbod gerealiseerd volgens het concept van woon-zorgzones en wijkservices. In Arnhem Zuid, in Wageningen en in Arnhem West is het aanbod gerealiseerd. Alle drie projecten zijn bedoeld voor RIBW-cliënten die vanwege hun verzor gingsbehoefte aangewezen zijn op deze RIBW-plusvarianten. Het eerstgenoemde project is gebaseerd op het woon-zorgzone concept. De andere twee projecten zijn meer te typeren als keten-projecten waarin de RIBW samenwerkt met een ouderenzorginstelling. 5. De RIBW heeft in minimaal twee regio’s een samenwerkingsverband gerealiseerd in een wijkservicepunt dan wel een zorgzone. In Arnhem Centrum was al langere tijd in samenwerking met de Stichting Welzijn Ouderen Arnhem (SWOA) een wijkservicepunt gerealiseerd. In 2009 is daar het initiatief in Arnhem Zuid (Malburgstaete) bij gekomen. Of het gaat lukken nog meer integratie van zorgvormen te realiseren voor de wijkbewoners in Malburgen, blijkt de komende jaren. In Westervoort is in 2009 De Rozet opgeleverd met huisartsen, apotheek en andere zorgaanbieders.
6. De RIBW heeft in 2008 haar Beschermd Wonen-plaatsen met een bed-, bad- en broodvoorziening – het Sociaal Pensionconcept - met minimaal veertig plaatsen uitgebreid, waarvan minimaal twintig plaatsen in het Valleigebied. De RIBW heeft inmiddels 57 plaatsen gerealiseerd in deze ‘Pensionvariant’. In Wageningen en Ede zijn plannen in ontwikkeling, die in 2009 meer perspectief lijken te bieden. Gelet op de wachtlijst in Arnhem zijn eind 2009 twee locaties in onderzoek genomen. Eén voor het realiseren van een kleinschalige woonvorm specifiek voor verslaafden en één locatie voor Pension-wonen voor de bredere doelgroep uit het dak- en thuislozencircuit. 7. De RIBW heeft in 2007 op minimaal twee locaties een adequaat zorgaanbod voor cliënten uit het forensisch circuit met een capaciteit van minimaal vier plaatsen per locatie. Zowel in Arnhem Centrum als in Wageningen zijn deze plaatsen inmiddels voorhanden. In 2009 waren dit drie BW- en vijf BZW-plaatsen. 8. De RIBW heeft in 2008 in samenwerking met partijen uit de sector lichamelijk gehandicapten een zorgaanbod gerealiseerd voor mensen met psychische problematiek. In 2007 besloten we de samenwerking met de SIZA Dorpgroep in deze voorlopig stop te zetten, omdat een en ander niet volgens de oorspronkelijke doelstelling verliep. In 2009 zochten we opnieuw de samenwerking met
38
(onder andere) Siza Dorpgroep, ditmaal meer specifiek t.a.v. ketenvorming rond de doelgroep mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH). 9. In het kader van het realiseren van Maatschappelijk Steun Systemen (MSS) heeft de RIBW het aantal samenwerkingsverbanden met minimaal vier ketenpartners uitgebreid, één uit de sector werk, dagbesteding en vrije tijd, één uit de jeugdzorg en één uit de ouderenzorg. Dit op basis van de filosofie samenwerken op basis van kerncompetenties. Er zijn meer dan vier samenwerkingsverbanden gerealiseerd. • Werk en dagbesteding: onder andere de Vrijwilligerscentrale, diverse zorgboerderijen in de regio, Mode met een Missie, Stichting Rijnstad (sociaal cultureel werk en opbouwwerk) en de Aanpakcentrale van Vivare. • Jeugdzorg: Stichting Lindenhout en Karakter (Kinder- en Jeugdpsychiatrie). • Ouderenzorg: stichting SWOA, Pleyade en diverse thuiszorginstellingen, waaronder Opella (Ede), Vilente (Wageningen/Renkum) en STMG (onder andere Arnhem). Ook werkt de RIBW inmiddels met veel plaatselijke thuiszorgorganisaties samen volgens het onderaannemerschapsmodel. In 2009 is een zestal van deze projecten “omgevormd” tot meer formele Ketenzorg-projecten conform het ketenzorg-format van Menzis zorgkantoor.
Waardering door klanten 10. In 2008 scoort de RIBW in het cliënttevredenheidsonderzoek hoger op de betrokkenheid van de cliënt bij zijn begeleidingsplan. In 2008 is een cliëntwaarderingsonderzoek gehouden. De score op de vraag ‘Heeft u ingestemd met uw behandel- of begeleidingsplan?’ valt positief op. Met een score van 84,87% is deze 5,37% hoger dan de score in 2005. 11. In 2008 scoort de RIBW in het cliënttevredenheidsonderzoek hoger op het aanbod voor werk, dagbesteding en vrije tijd. De tevredenheid over dagbesteding bedraagt 70%. Voldoende, maar lager dan in 2005. De aanstelling van de coördinator Dagbesteding in 2008 geeft een impuls aan het beleid wat uiteindelijk moet leiden tot een hogere waardering in 2011. 12. De RIBW heeft uiterlijk in 2006 haar zorgaanbod vertaald in helder en duidelijk beschreven zorgarrangementen. Aan ons folder- en informatiemateriaal is de afgelopen jaren veel aandacht besteed. Besloten is vooralsnog geen ‘zorgarrangementen’ te beschrijven omdat een dergelijke folder niet veel toevoegt. Mocht de invoering van de ZZP-systematiek daar aanleiding toe geven, dan zullen we dat alsnog doen.
39
13. De RIBW heeft, mede als gevolg van bovenstaande, in 2008 een hogere waardering gekregen voor het informatiemateriaal voor cliënten. De score in het cliëntwaarderingsonderzoek van 2008 voor het cluster informatie geeft een lichte stijging weer: van 79,02% in 2005 naar 79,37% in 2008. Waardering door medewerkers 14. Uiterlijk in 2007 realiseert de RIBW een beleidsnotitie waarin staat aangegeven wat de specifieke middelen zijn om medewerkers aan zich te binden. Uit het medewerkerswaarderingsonderzoek van 2006 en 2009 kwam naar voren dat medewerkers zich verbonden voelen met de RIBW; de betrokkenheid is groot. Specifieke middelen om te blijven binden en boeien zijn bijvoorbeeld het verbeteren van de arbeidsomstandigheden en het opleidingsaanbod dat we afstemmen op de behoeften van medewerkers. Een ander middel is het levensfasebeleid dat we in 2008 ontwikkelden. Binden en boeien is een terug kerend gespreksonderwerp en komt in de jaargesprekken met medewerkers aan de orde. Waardering door de maatschappij 15. In deze beleidsperiode onderzoekt de RIBW onder externe partijen in de samen leving de mate van tevredenheid over het werk van de RIBW. In elk geval worden hier de volgende sectoren bij betrokken: woningcorporaties, gemeenten,
welzijnsinstellingen, GGZ, verslavingszorg, jeugdwerk, ouderenzorg en buren. Eind 2009 startte de afdeling PR & Communicatie een vrij uitgebreid imagoonderzoek. Dit onderzoek loopt door tot medio 2010.
16. Uiterlijk in 2008 heeft er een evaluatie plaatsgevonden van het familiebeleid van de RIBW. Minimaal 25% van alle contactpersonen van cliënten van de RIBW wordt hierbij betrokken. Deze evaluatie is begin 2009 afgerond. Het familiebeleid is inhoudelijk opnieuw vastgesteld en in de kwaliteitshandboeken opgenomen. Als verbeterpunt in de communicatie met familie is een specifieke folder ontwikkeld die regiohoofden uitreiken bij het kennismakingsgesprek. In het eerder genoemde imago-onderzoek vindt een steekproef plaats onder contactpersonen. De uitkomsten die begin 2010 bekend zijn, worden meegenomen in het nieuwe strategische beleidsplan. Management van Processen 17. In 2007 ontvangt de RIBW haar HKZ-certificaat. In 2006 haalde de RIBW het HKZ-cerfiticaat en voor het nieuwe onderdeel Beschermd en Begeleid Wonen voor de jeugd hebben we in de 1e helft van 2008 het certificaat ontvangen. In 2009 zijn we opnieuw gecertificeerd voor een periode van drie jaar; tot 2012.
40
Management van Medewerkers 18. De RIBW scoort in het medewerkerswaarderingsonderzoek (MWO) van 2009 een 8 op algemene tevredenheid. Dat is een lichte stijging ten opzichte van 2006 toen er een 7,9 gescoord werd. Op nagenoeg alle onderwerpen scoort de RIBW gelijk of hoger te opzichte van de scores van 2006. Met name op de onderwerpen ‘werkzaamheden’, ‘organisatie’ en ‘collega’s’ scoort de RIBW hoog (respectievelijk 7,9, een 8 en een 7,8). Er is een RIBW benchmark uitgevoerd. De RIBW Arnhem & Veluwe Vallei behaalde een tweede plek van alle RIBW’s waar dezelfde meting is toegepast. 19. In 2005 wordt het beleid inzake jaargesprekken vastgesteld. Dit is gerealiseerd in 2005 en wordt sindsdien uitgevoerd. 20. In 2006 vindt een onderzoek plaats naar de wenselijkheid van het invoeren van een beoordelingssystematiek. In 2009 is het competentiemanagement geïmplementeerd. In het verlengde hiervan doen we in 2010/2011 onderzoek naar de wenselijkheid van het invoeren van een beoordelingssystematiek. 21. In 2006 wordt het RIBW-beleid inzake competentiemanagement vastgesteld. In 2007 startten we met competentiemanagement met onder meer de
RIBW-conferentie ‘Worden wie je bent’ voor alle medewerkers. Daarin stonden we stil bij de belangrijkste klant- en kernwaarden van de organisatie. In 2008 en 2009 zijn we verder gegaan met de ontwikkeling van competentie management en zijn er competentieprofielen opgesteld. De input voor deze profielen kwam uit workshops met alle teams. Eind 2009 zijn de laatste stappen gezet en is het competentiemanagement geïmplementeerd. Er wordt nu gewerkt met competenties in onder andere werving en selectie, coaching en ontwikkeling van medewerkers.
Management van Middelen 22. In 2005 realiseert de RIBW de beschrijving van het administratieve proces in relatie tot de kaderregeling, inclusief een systeem van interne controle. Dit is in 2006 gerealiseerd. 23. Uiterlijk in 2006 heeft er een evaluatie en een eventuele bijstelling plaatsgevonden van de planning- en controlcyclus. Resultaat: Geoptimaliseerd Management Informatie Systeem. Ook dit onderdeel is gerealiseerd en er vindt jaarlijks een evaluatie plaats. Op grond van onder andere die evaluatie is eind 2009 een plan gemaakt om de management-informatiesystematiek opnieuw te verbeteren en aan te passen aan hetgeen deze tijd van ons vraagt.
41
24. In 2005 wordt de definitieve versie van het Handboek Huisvesting vastgesteld. En aansluitend daarop wordt een plan ontwikkeld om te komen tot verbetering van de huisvesting voor cliënten en kantoorruimte voor de teams. Het handboek is vastgesteld. Iedere regio werkt aan een regionaal (her-) huisvestingsplan, als gevolg van de hogere eisen die we inmiddels stellen en ook kunnen stellen omdat de kapitaalslastennorm (van overheidswege) is bijgesteld. 25. In 2006 ligt er inzake alle te kleine kamers in de beschermende woonvormen een plan ter verbetering van de situatie conform de dan vigerende oppervlaktenorm. Dit is gerealiseerd in samenhang met voorgaand item. 26. In 2008 zijn alle teams van de RIBW buiten de woonvormen/woongroepen gehuisvest. In 2008 is ook het team van de regio Arnhem West verhuisd naar een eigen kantoor. Hiermee heeft dit beleidsvoornemen nu in alle regio’s zijn beslag gekregen. 27. In 2005 vindt een evaluatie plaats van het ICT-beleidsplan. Indien aan de orde vindt uiterlijk in 2006 bijstelling van het beleid plaats. Dit is in 2006 gerealiseerd. De ontwikkelingen in de ICT gaan snel waardoor in 2010 een nieuwe en bijgestelde versie zal verschijnen.
28. In 2008 kent het logeerhuisproject een structurele financiering. Dit is gerealiseerd. 29. In 2008 kent het project Buro Metgezel een structurele financiering. In 2007 zijn we hiermee aan de slag gegaan. De RIBW’s in Nijmegen en Apeldoorn doen mee met het project. In 2008 is een format ontwikkeld ten behoeve van subsidieaanvragen in het kader van de WMO, omdat gaandeweg duidelijk lijkt te worden dat de structurele financiering uiteindelijk uit de WMO-hoek moet komen. Of dit ook gaat lukken, wordt in 2010 duidelijk.