Cingel College Jaarverslag 2012
Jaarverslag 2012 1. Voorwoord van directeur Voor u ligt het jaarverslag 2012 van het Cingel College. Daarin wordt kort teruggeblikt naar de activiteiten die vorig jaar hebben plaatsgevonden in het kader van de Cingel-strategie, de kwaliteitsverbetering en het behalen van de Cingel-doelen die gerelateerd zijn aan de 7 Focuspunten van het ROC West-Brabant. Daarnaast geeft het een goed beeld van de onderwijsinrichting, de vernieuwingen, de verbeterde begeleiding van de studenten en het steeds beter in lijn komen met de inspectiestandaarden en de cyclische kwaliteitszorg. Tot slot wordt beknopt weergegeven welke plannen er klaar liggen voor 2013. Er is weer veel gebeurd in 2012 en ook al hebben niet alle inspanningen de gewenste effecten gehad en zijn verschillende doelen vanwege een langere termijnplanning nog niet in al 2012 behaald, we mogen samen trots zijn op de inzet en het enthousiasme van een betrokken Cingel-team.
2. Directieverslag 2.a
Strategie
Vanaf de start van het Cingel College is een meerjaren-streven in het leven geroepen, dat de volgende doelen omvat: Een bijzondere profilering waar studenten bewust voor kiezen vanwege kwaliteit en eigenheid; een profilering die intern en extern gekend, herkend en gevoeld wordt. Groei op verschillende gebieden: o onderwijskwaliteit o organisatiekwaliteit o kwaliteitsborging o professionaliteit van het team o rendementen, waardoor in het verlengde daarvan de belangstelling voor het Cingel College vanuit studenten en de arbeidsmarkt toeneemt, zodat de continuïteit van dit specialistische MBOcollege binnen de ROC West-Brabant-familie blijft gewaarborgd. Vanaf 2010 is daar een nieuw element aan toegevoegd: de Cingel-eigenheid en –doelen blijven belangrijk, maar meer en meer zal de komende jaren ook gefocust worden op het zoeken naar en vinden van de familiekracht van ROC West-Brabant. Binnen die kaders kreeg het jaarplan 2012 vorm, dat werd opgebouwd rond de in paragraaf 2.b vermelde 7 Focuspunten. 2.b
Cingel-speerpunten versus resultaten
2.b.1 Ontwikkeling personeel en management Het is onze opzet jaarlijks alle Cingel-collega’s verder te laten groeien in hun professionaliteit. Dat kan bijvoorbeeld zijn op vakterrein, didactische vaardigheden, nieuwe onderwijskundige inzichten, teamen individuele talentontwikkeling. Op dat gebied hebben we in 2012 het volgende gerealiseerd: De teamvoorzitters zijn (grotendeels samen met het management) geschoold in samenwerking, timemanagement, de PDCA-cyclus, prioriteiten stellen bij het plannen en het ontdekken van leiderschapsstijlen versus eigen mogelijkheden. Twee van hen hebben de mogelijkheid gekregen zich te laten testen op leiderschapskwaliteiten als aanzet tot een managementontwikkeltraject. Het management volgde daarnaast een cursus op financieel terrein.
-
Het Facilitaire kernteam volgde een reeks didactische werkateliers ter optimalisering van de kwaliteit van hun lessen. Het gehele Cingel-team liet zich op de hoogte brengen van de laatste social-media ontwikkelingen en –mogelijkheden. In 2012 brachten we het aantal Studieloopbanbegeleiders terug tot een vast team van 10 mensen, die door structurele samenkomsten hun kennis delen en samen werken aan een verbeterde begeleiding van studenten. Cursussen op het eigen vakterrein werden gevolgd door alle administratieve collega’s (Edictis), verschillende stafmedewerkers (Edictis en Timemanagement), de zorgcoördinator (o.a. Passend onderwijs, Zorgbeleid, Begeleidingsmodule in Edictis), de operationeel planner (Untis) 3 Individuele docenten maakten gebruik van de Lerarenbeurs om hun persoonlijk niveau te verhogen. 5 Instructeurs/opleiders startten/vervolgden hun opleiding tot docent en 1 ervan behaalde medio 2012 zijn diploma. Een 15-tal collega’s namen vrijwillig deel aan een reken- en taaltest als aanloop naar een gerichte bijscholing op dat terrein in 2013, een pilot die straks ROC-breed wordt uitgezet. Alle collega’s zijn getraind in de in 2012 geïnstalleerde nieuwe programma’s onder Windows 2010. Er zijn verschillende vakcursussen gevolgd en bijeenkomsten met vakcollega’s belegd door de docenten die vorm gaven aan de nieuwe opleidingen (CSA en Patissier). Het BHV-team en de EHBO-gediplomeerden namen deel aan de jaarlijkse opfriscursussen. Deze opsomming is niet volledig; heel wat collega’s woonden weer 1- of meerdaagse symposia/conferenties bij om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen op hun vakterrein. De belangstelling voor het lopen van docentenstages was in 2012 helaas niet groot; ongetwijfeld door de vele andere projecten en verbeterslagen die in het afgelopen jaar op het programma stonden. 2.b.2 Versterking beroepskolom Ondanks het feit dat ROC West-Brabant zowel VMBO als MBO onder zijn dak heeft en je dus eigenlijk mag verwachten, dat er op dit terrein een intensieve kennisdeling en samenwerking gestalte krijgt, werd in 2012 nog niet de geplande structurele samenwerking gerealiseerd. Gelukkig kunnen we wel tevreden terugkijken op: Het VMBO-on-stage-project, waarbij een 30-tal VMBO’ers binnen onze school kennis konden maken met een mogelijk toekomstig beroep. Het project “Een opleiding nader bekeken” waarbij zo’n 100 VMBO’ers te gast waren binnen het Cingel om kennis te maken met onze verschillende opleidingen. Samenwerking tussen VMBO en MBO op het gebied van betere begeleiding bij keuzeprocessen. Er vond een grootscheepse decanendag plaats voor alle decanen van toeleverende scholen in Zeeland en West-Brabant, waarop allerlei nieuwe ontwikkelingen en een verbetering van de samenwerking op het programma stonden. Samenwerking tussen het Kompas en het Cingel (bij Horeca en Brood&Banket) om een goede overstap te realiseren van VMBO naar MBO. Het kritisch bekijken en actualiseren van onze voorlichtingsactiviteiten aan VMBO en HAVO. Teleurstellend was dat de in gang gezette samenwerking tussen de Vacansoleil Leisure Academy waar het Cingel College deel van uitmaakt en Fontys-HBO door de laatste niet werd voortgezet. In 2013 zullen onderhandelingen worden gestart met andere HBO’s. Evenmin kwam de beoogde samenwerking met het NHTV in 2012 van de grond, maar de plannen voor 2013 liggen klaar.
2.b.3 Implementeren van innovaties In 2012 Zijn binnen het Cingel College twee opleidingen vernieuwd en twee geheel nieuwe opleidingen ontwikkeld: De opleiding tot Facilitair manager is gescreend, ingekort van 4 naar 3 jaar en heeft een metamorfose ondergaan met veel nadruk op gastvrijheid, serviceverlening, praktijkonderwijs en intensieve samenwerking met het bedrijfsleven. De niveau 4 opleiding Leidinggevende in de bakkerij is vooruitlopend op Focus op Vakmanschap met een geheel nieuw programma en kwalificatiedossier eveneens teruggebracht van 4 naar 3 jaar. In augustus 2012 is de Cas Spijkers Academie binnen het Cingel met succes van start gegaan. Het programma voor een niveau 4 opleiding tot Patissier lag in augustus klaar op de plank, maar ondanks een uitgebreide wervingscampagne lukte het niet voldoende niveau 3 Bakkers hiervoor te interesseren. Wel bleek de interesse vanuit VMBO’ers voor deze opleiding enorm groot te zijn, hetgeen resulteerde in extra aanmeldingen voor de betaande banketopleidingen op niveau 2/3. De komende tijd zal onderzocht worden hoe we zinvol een traject voor patisserie kunnen starten direct vanuit het VMBO. 2.b.4 Voldoen aan inspectiestandaarden Helaas hebben we in 2011 moeten constateren, vanuit enquêtes en panelgesprekken met studenten, dat de oude opleiding tot Facilitair Manager gebaseerd op het oude kwalificatiedossier niet bood, waar het Cingel graag voor staat. Dat betekent dat we vanuit onszelf, geholpen door aangedragen verbeterpunten vanuit externe en interne audits en een landelijk geheel nieuwe kwalificatiedossier, in 2012 hard hebben gewerkt aan de verbetering van die opleiding op verschillenden terreinen. Vanaf augustus 2012 staat er een geheel nieuwe 3-jarige BOL-opleiding Facilitair waar we weliswaar nog aan hebben te sleutelen, maar waar we weer trots op kunnen zijn. Een aantal geconstateerde verbeterpunten die betrekking hadden op het gebied van didactisch klimaat, de studentenbegeleiding en een meer cyclisch kwaliteitsproces hebben we niet alleen opgepakt voor deze opleiding, maar Cingel-breed toegepast (zie daarvoor hoofdstuk 4). Andere actiepunten die we hebben gerealiseerd in 2012 zijn: Een studiemiddag voor alle onderwijscollega’s en andere geïnteresseerden m.b.t. het nieuwe Toezichtkader van de inspectie ter voorbereiding op verbeterde zelfevaluaties in Yucan. Het aanstellen van een kwaliteitszorgmedewerker ter ondersteuning van de teams op het terrein van het werken met Yucan (zelfevaluaties in 2012 en verbeterplannen in 2013). Het actief meedoen met de pilotexamens taal en rekenen. Het organiseren van interne professionaliseringsbijeenkomsten voor bedrijfsfunctionarissen die onze studenten mee beoordelen. We zijn een structurele samenwerking met geselecteerde bedrijven gestart op het terrein van examinering en zijn daarmee begonnen bij de opleiding Facilitair Manager. Dat bevalt echter zo goed dat het systeem uitgerold gaat worden naar Toerisme. Verbetering van onze procedure inzake verzuimmeldingen vanuit PARS. 2.b.5 Cingel-profilering De afgelopen jaren heeft het Cingel College standvastig gewerkt aan de na de fusie gekozen positionering (een combinatie van geel-rood - resulterend in oranje - binnen het SJMeK-model), die ook in 2012 weer verder werd uitgebouwd. Missie (door het creëren van waardevolle ontmoetingen met elkaar, de praktijk, kennis en vakmanschap studenten uit laten groeien tot authentieke professionals die heerlijke herinneringen achterlaten) en kernwaarden (klantvriendelijkheid, passie, plezier, vernieuwing, authenticiteit) hebben
we geprobeerd op verschillende manieren steeds meer eigen te laten worden aan het Cingel College. Studenten en bedrijven en niet in het minst wijzelf, moeten die herkennen in ons gedrag, de onderwijsprogramma’s, het personeelsbeleid, de activiteiten, uitstraling en strategische stappen. Een proces van meerdere jaren…. Op dat terrein hebben we in 2012 de resultaten geboekt: - Nieuwe onderwijsprogramma’s, zoals de opleidingen tot Facilitair Manager, CSA en Patissier versterkten niet alleen het Cingel-profiel, maar zijn ook vormgegeven volgens de in 2011 afgesproken Cingel-onderwijsvisie. - In 2012 zijn de Cingel-kernwaarden niet alleen onderwerp van functionerings- en beoordelingsgeprekken geworden, maar zijn ook zwart-op-wit deel uit gaan maken van de personeelsevaluatieformulieren voor het onderwijspersoneel (een aanvulling op de wet BIOitems) en de teamvoorzitters. - In 2012 is eindelijk de discussie met de centrale dienst Marketing, PR en Communicatie afgerond m.b.t. de meetbare merkpijlers. Uiteindelijk zijn drie pijlers als uitgangspunt gebruikt in de merkprofielenquête die in 2012 is uitgezet onder bedrijven en decanen van toeleverende scholen: beleving, vakpassie en ontmoetingen. Het onderzoek naar welke opleidingen het best passen in het Cingel-profiel is in 2012 nog niet afgerond en zal in 2013 worden voortgezet binnen de kaders van Focus op Vakmanschap en het nationale doelmatigheidsbeleid. Een onvoorziene en vervelende streep door de rekening van het profiel van het Cingel College is het nieuwe beleid van de regering om de opleidingskosten zodanig strak aan banden te leggen, dat er weinig ruimte overblijft voor een uitgebreid en wervelend excursie/ontmoetingenbeleid. De afgelopen jaren is er heel kritisch en creatief nagedacht over zeer gevarieerde en zinvolle vakontmoetingen in binnen- en buitenland en net nu nagenoeg voor iedere studierichting een doortimmerd ontmoetingenplan goed vorm begon te krijgen, werden we gedwongen die plannen weer drastisch in te perken. Hetgeen niet wegneemt, dat we naar waardevolle ontmoetingen zullen blijven zoeken, zij het meet veel beperktere middelen. 2.b.6 Onderwijsprofessional versus dienend leiderschap In 2011 is een stafmedewerker Onderwijs & Innovatie aangesteld, die de teams ondersteunt met goed werkbare formats op vele terreinen (taalportfolio, opleidingswijzer, verantwoordingsdocumenten) en het management helpt bij het vastleggen van centrale onderwijskaders, waarbinnen de teams de vrijheid hebben om zelf het onderwijs in te richten. Het jaar 2012 is gebruikt om de formats toe te passen, te evalueren en bij te stellen. Dat bleek bijvoorbeeld nodig bij het format voor de Opleidingswijzer en de lessen Burgerschap. De teamvoorzitters zijn geschoold om hen en dus ook de teams sterker te maken en na drie jaar werken met teamvoorzitters, hebben we met succes ook systeem ontwikkeld voor een eerlijk beoordelings-/evaluatieprocedure voor teamvoorzitters Plan was ook in 2012 de teambudgetten verder vorm te geven, maar gezien de vele andere prioriteiten die er lagen en het lastige van het scheiden van centrale en decentrale door teams te beïnvloeden financiële stromen, is dit gebleven bij wat vingeroefeningen. Vorderingen op het gebied van investeringsruimte en controle daarop door de teams zijn wel gemaakt. Verder zal in het kader van “van ik naar wij” de komende jaren binnen ROC West-Brabant beslist verder aandacht besteed gaan worden aan wat we nu precies mogen verwachten van de onderwijsleiders en hun meer faciliterende rol.
2.b.7 Inclusief denken en handelen Het inclusief denken en handelen zit Cingelaars in het bloed: wij laten studenten niet in de kou staan. We hebben de afgelopen jaren echter wel geleerd, dat we kritischer zullen moeten zijn in ons aannamebeleid en sommige studenten moeten beschermen tegen hun eigen te hoge wensen. In 2012 is daarom opnieuw het voorlichtings- en selectiebeleid tegen het licht gehouden en energie gestopt in het onderzoeken van de mogelijkheden van het werken met de AMN-test. Om studenten met Cingel-diplomapotentie ook goed naar dat doel te brengen en hen inclusief te houden, zijn de volgende acties uitgevoerd: - Het evalueren en verbeteren van het Cingel-zorgsysteem + actualisering van het Handboek Studentenbegeleiding. - In 2012 zijn op verzoek van de onderwijsprofessionals ook de klassenhosts “geboren”. - Specialisering en betere begeleiding van het Studieloopbaanbegeleiders (SLB)-team - Extra aandacht voor het terugdringen van VSV (betere analyses en meer aandacht voor onderwijskwaliteit) Evaluatie en bijstelling van de lessen Breinleren. 2.c
Teamplannen versus resultaten
2.c.1
Brood & Banket
2.c.1.1
Lesuitval verminderen
De lesuitval in 2012 is tot een minimum beperkt door vervanging van alle praktijklessen door de praktijkdocenten. Bij alle OP’ers zijn 25 uur vervanging in de jaartaak opgenomen. Door de verdere integratie van de vakken economie, Nederlands en MVT kan de vervanging in de toekomst steeds beter uitgevoerd gaan worden door de docenten van de branchevakken. Hier is nog wel winst te behalen. Bovendien is er binnen het team een betere verdeling gemaakt van taken en lessen. Zo is de BPV verdeeld over meerdere personen, zodat we flexibeler zijn bij vervanging van zieke collega’s. De studieloopbaanbegeleiding van studenten hebben we bij 1 persoon neergelegd, waardoor de begeleiding intensiever werd. Dit heeft ook een positieve bijdrage geleverd. 2.c.1.2 Kwaliteitsverbetering Bij de kwaliteitsverbetering onderwijs heeft de bakkerijafdeling haar doelstellingen behaald. De valideringscommissie heeft de nieuwe examenproducten goedgekeurd en door meer afwisseling in werkvorm en inzet van leermiddelen is het didactisch klimaat bij alle bakkerijopleidingen duidelijk verbeterd. Dat wordt niet alleen door de studenten zo ervaren, maar ook door de ROBO. Overlegmomenten met de stafmedewerker O&I worden tweemaandelijks gevoerd om de kwaliteitsverbeteringen te borgen. Dit is in 2012 o.a. gebeurd door: • Trainingen gevolgd door betrokkenen( Valideren CGO-examens en Construeren CGOexamens) • Toetsplan is duidelijker vastgelegd en de kaders zijn helder. • Praktijkprogramma en theorie zijn aangepast n.a.v. het veranderde KD. • Het programma voor Kerntaak 2 en 3 zijn verder ontwikkeld (lesmateriaal en proeves) • BPV-instrumenten zijn ontwikkeld en uitgesplitst naar niveau en fase (basis gevorderd en competent). • Diagnostische toetsen zijn verder uitgewerkt, voor verschillende vakken in digitale vorm.
•
Er is een verbeterslag gemaakt bij het studentenvolgsysteem (Excel).Er is nu op elk moment van het jaar een goed overzicht van de volledige voortgang. Wel moet er nu nog in het overzicht helder worden aangegeven hoever een student moet zijn na elke periode, zodat voor student en SLB’er duidelijk is, wanneer iemand achterstand heeft in zijn voortgang
Een probleem vormt wel de verandering in het KD: de studenten moeten voortaan een keuze maken tussen brood of banket. Dit heeft grote gevolgen voor de inrichting van ons onderwijs en de plaatsing van de studenten. Doordat veruit de meeste studenten kiezen voor banket, kan dit tot problemen leiden bij het aantal beschikbare BPV- plaatsen. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor het team. 2.c.1.3 Leerlingen actiever inzetten Het team wenste 40 studenten in 2012 voor allerlei onderwijsactiviteiten in te zetten en dat aantal is ruim gehaald. 20 Studenten gaven presentaties tijdens de Open Dag, 15 studenten deden dat bij de Open Avonden en veel studenten assisteerden bij een aantal voorlichtingen op VMBO-scholen. Daarnaast hebben we de inzet van studenten verder weten uit te bouwen door: - De verzorging van het EOBB-project (VMBO-meeloopdagen), die volledig in handen lag van de leidinggevende bakkerijstudenten - Een pilot met 3e jaars CGO-leidinggeven, dat inmiddels heeft plaatsgevonden. 2.c.1.4 BPV-bedrijven benaderen om CGO goed uit te leggen Er is nog geen BPV-evaluatie geweest, zodat we dit nog niet hebben kunnen meten. Uit de contacten die we hebben met de bedrijven, blijkt wel dat het contact met de BPV-bedrijven is verbeterd en dat het begrip CGO en wat dit voor de bakkerijopleidingen betekent is gegroeid, door het organiseren van: •
• • •
3 Bijeenkomsten voor BPV-bedrijven waarbij informatie is gegeven over de veranderingen binnen het KD en over de werkwijze rond het BPV-instrument. Tijdens deze bijeenkomsten waar leermeesters en studenten aanwezig waren, zijn de POK’s getekend. Met een opkomst van meer dan 50% van de leerbedrijven mogen we spreken van een geslaagde opzet. Om dit voor komende jaren zo te behouden, zullen er wel steeds nieuwe thema’s ontwikkeld moeten worden (samen met de ROBO) Drie ROBO-bijeenkomsten georganiseerd Themabijeenkomsten via NBC In januari is een workshop CGO georganiseerd voor alle BPV-bedrijven.
2.c.1.5 Betere borging gesprekken met leerlingen Het nieuwe portfolio wordt steeds beter gebruikt en blijkt heel geschikt te zijn om inzicht te verkrijgen. Wel hebben we geconstateerd tijden evaluaties, dat de inhoud van het portfolio beter niet in één keer voor de volledige opleiding beschikbaar moet zijn, maar dat de informatie beter per leerjaar kan worden uitgereikt, zodat er een beter overzicht blijft bestaan. Daarnaast wordt het Excelcijferregistratiesysteem nu ook voor alle vakken ingezet en geeft daarmee ook een veel beter inzicht ter voorbereiding op de SLB-gesprekken. Dit heeft ook een positieve bijdrage geleverd doordat er nu een uniforme manier is van registreren. 2.c.1.6 Integratie van de vakken Economie, ICT, LLB, Talen Met de vakgroep economie is gebrainstormd over de integratie van deze lessen in de BPV en de praktijklessen. Er zijn hiervoor al mini-proeves ontwikkeld. In 2013 zal verder bekeken worden wat mogelijk is. De integratie van de vakken Nederlands, Engels, rekenen en economie moet nog verder in de projecten worden uitgewerkt. Er hebben al pilots gedraaid bij de opleidingen leidinggevende bakkerij, zelfstandig werkend banketbakker en zelfstandig werkend broodbakker in combinatie met
taal, economie en rekenen. Zo hebben we pilots gehad met de integratie van KT1 “Produceren bakkerijproducten”, waarbij leidinggevenden in de praktijklessen daadwerkelijk leiding geven. Ook zijn er pilots geweest bij de integratie van taal in KT2-gesprekken. De pilots waren veelbelovend en geven duidelijk de waarde van integratie aan. Vanaf schooljaar 2013/2014 zal de integratie ingevoerd gaan worden en verder uitgebouwd worden naar KT 3 “Productontwikkeling” (taal-presentatie en rekenen-kostprijsberekeningen, marktanalyse enz.). Gedurende het schooljaar zal dit verder geëvalueerd en bijgesteld worden. 2.c.1.7 Nieuwe producten en een nieuwe markt aanboren In 2011 is onderzocht of er een markt is voor een BBL TOP-Patisserie niveau 4-opleiding en de uitkomst was positief. Daarna is in 2012 een prachtig programma ontwikkeld, maar dit heeft er helaas nog niet in geresulteerd, dat we er daadwerkelijk een start mee konden maken. Gerealiseerd zijn al wel: • Mogelijkheden voor de BBL TOP-Patisserie niveau 4 opleiding zijn onderzocht • Er is ontwikkelcapaciteit vrijgemaakt, de opleiding is ontwikkeld en er is een klankbordgroep geformeerd met top bedrijven uit de regio. • Verschillende overlegmomenten met ROC van Amsterdam betreffende de Patisserie opleiding zijn constructief verlopen. • In schooljaar 2012-2013 zijn we gestart met en onderzoek naar samenwerking tussen de Patisserie-opleiding en CSA. Dit kan resulteren in een uniek aanbod waarbij er een transfer van kennis en vaardigheden plaatsvindt tussen beide opleidingen. Daarnaast zijn in 2012 samen met P3 trainingen/opleidingen voor het midden- en grootbedrijven verzorgd. 2.c.2
Facilitair
2.c.2.1 Verbeteren van de opleiding In 2012 zijn we gestart met het ontwikkelen van een 3-jarige opleiding tot Facilitair Leidinggevende niveau 4 vanuit het nieuwe kwalificatiedossier, waarmee we vooruitlopen op “Focus op vakmanschap”. Het is duidelijk dat dit grote gevolgen heeft gehad voor de inrichting van ons onderwijs. Verbeteringen die we hebben aangebracht in 2012, zijn o.a.: - Het team is anders geformeerd om deze ontwikkeling goed vorm te geven. De teamvoorzitter is gewisseld en het kernteam is uitgebreid van 5 naar 10 personen. - De opleiding is veel praktijkgerichter geworden. - Het kernteam heeft zich didactisch bijgeschoold om het onderwijs aantrekkelijker te kunnen maken. - De vakken Nederlands, Engels, rekenen en economie hebben een duidelijke rol gekregen in de integrale opdrachten. - In overleg met het werkveld is de nadruk meer komen te liggen op hospitality.
2.c.2.2 Optimaliseren BPV en praktijkexaminering Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de Beroepspraktijkvorming binnen de stage, maar we hebben dat ervaringsleren nog uitgebreid door het element binnenschoolse praktijk (naar voorbeeld van Horeca) toe te voegen. Bovendien hebben we er uiteindelijk voor gekozen, delen van de BPV kwalificerend te maken. Eerder is geprobeerd om de kwalificerende toetsen zoveel mogelijk “in huis”,af te nemen om onderwijs en examinering goed op elkaar aan te laten sluiten. Dit bleek echter enorm lastig te zijn; een school is niet voldoende toegerust om alle kerntaken goed te examineren. Vanaf schooljaar 2011/2012 hebben we in dat kader de volgende activiteiten ondernomen:
-
De BPV bedrijven worden grondig voorbereid op het beoordelen van onze studenten in de praktijk Als pilot heeft de Stichting Groenhuizen hierbij een leidende rol gekregen We hebben geïnventariseerd welke hoofden Facilitair binnen de verschillende Groenhuizenvestigingen voldoen aan de eisen om te examineren. In 2012 zijn we gestart met het bieden van gratis scholing en instructie aan assessoren en praktijkbegeleiders om de kwaliteit van de examinering te waarborgen.
Het gegeven dat de kwalificerende praktijkopdrachten in de praktijk afgenomen gaan worden heeft tot gevolg, dat wij als FD-team meer dan voorheen de blik naar buiten dienen te richten. De diverse colleges binnen het ROC West-Brabant vallen daar wat ons betreft ook onder. De nieuwe teamvoorzitter FD heeft met de afdelingsmanager en de hoofden facilitair van alle colleges de BPV bij deze colleges in gang gezet, om de student in de ontwikkelingsfase optimaal te laten kennis maken met het facilitaire proces. Het resultaat van deze samenwerking wordt structureel gevolgd, geëvalueerd en bijgesteld wanneer de situatie daar om vraagt. 2.c.2.3 Van OER naar Opleidingswijzer (OLW) De nieuwe OLW’s zijn tijdens een studiedag met het team ontwikkeld volgens de nieuwe standaarden. Deze methode heeft een duidelijk waarneembaar effect. Iedereen weet nu wat een opleidingswijzer is en wat erin staat. 2.c.2.4 Bekendheid opleiding Facilitair vergroten In de eerste onderwijsperiode van de nieuwe facilitaire opleiding speelt oriëntatie op de beroepsmogelijkheden een grote rol. Gedurende die eerste 6 weken wordt de studenten door middel van bedrijfsbezoeken en opdrachten een duidelijk beeld gegeven van de branche. We hebben dat uitgeprobeerd in augustus 2012 en het bleek een succes te zijn. De voorlichting hebben we aangepast aan de nieuwe gegevens en de intake hebben we aangescherpt. De vormgeving van de meeloopdagen daarbinnen verdient nog verbetering; het zal in 2012/2013 uitgebreid op de agenda staan van het overleg met de BPV bedrijven in de klankbordgroep.
2.c.2.5 Verbetering doorstroom naar het HBO Een aanzienlijk deel van onze studenten weet na diplomering de weg naar het HBO te vinden. Een traject op maat voor Havisten moet nog gemaakt worden en als vast onderdeel aangeboden worden. De vele andere verbeteringen binnen de opleiding hebben prioriteit gekregen. In overleg met studenten zal in 2013 de mogelijkheid om te versnellen besproken worden, waarna we een voorstel zullen aanbieden aan de examencommissie ter beoordeling. Na goedkeuring zal in de nieuwe OLW een paragraaf betreffende dit onderdeel beschreven worden. 2.c.2.6 Didactisch model Vanuit het verbeterplan is gestart met het verbeteren van de didactische aanpak. De lessen zijn daardoor interactiever en afwisselender geworden. Panelgesprekken met de meerderejaars studenten in het najaar van 2012 wezen uit dat er verbeteringen merkbaar zijn. Ook wat betreft het aanspreken van studenten op gemaakte afspraken en studievoortgang. De docenten van de vakken Nederlands, Engels, rekenen en economie maken nu constructief deel uit van de teamvergaderingen en dat heeft voor het didactisch klimaat voor de studenten een positief effect. Verbetering op dit gebied moet nog echt zichtbaar worden, de PDCA-cyclus dient hier gevolgd te worden.
2.c.3
Horeca
2.c.3.1 Lesuitval verminderen De lesuitval in 2012 is tot een minimum beperkt door vervanging van alle praktijklessen door de praktijkdocenten. De geplande vervangingsuren van 10 uur voor alle OP’ers heeft in 2011 niet het gewenste resultaat opgeleverd. Versnippering van “uurtjes” in het vaste lesrooster werd als extra werkdruk ervaren. Dit is aangepast in overleg met het team tot 1 vervangingsdocent voor het gehele team die in overleg en in combinatie met de teamvoorzitter de vervangingen regelt en uitvoert. Dit heeft duidelijk tot rust geleid bij het team. De communicatie met het roosterbureau verloopt door deze wijziging ook aanzienlijk beter. 2.c.3.2 Kwaliteitsverbetering Het didactisch klimaat bij alle opleidingen Horeca is duidelijk verbeterd. Dat wordt niet alleen door de studenten zo ervaren, maar ook door de klankbordgroep Horeca. Vanuit de branche is een duidelijk verbetering zichtbaar van het niveau van de afgestudeerde studenten en van de studenten die stage komen lopen. Dit is een geweldige constatering die het team extra motiveert om alert te blijven op de kwaliteit van het horeca-onderwijs. De integratie van de vakken Nederlands, Engels, rekenen en economie moet nog verder in de projecten worden uitgewerkt, maar er hebben in 2012 pilots gedraaid bij de opleidingen ondernemer manager, zelfstandig werkend kok en zelfstandig werkend gastvrouw/-heer in combinatie met taal en economie. De pilots waren veelbelovend en geven duidelijk de waarde van integratie aan. Vanaf schooljaar 2013/2014 zal de integratie breed in het team ingevoerd gaan worden en gedurende het schooljaar geëvalueerd en bijgesteld worden tot een volwaardig didactisch model. Andere uitgevoerde activiteiten ter verbetering van de onderwijskwaliteit zijn: - Tweemaandelijkse overlegmomenten met de stafmedewerker O&I om de kwaliteitsverbeteringen door te spreken, te evalueren en te borgen. - Het duidelijker vastleggen van het Toetsplan en het verhelderen van de kaders. Vanaf het nieuwe schooljaar zullen Breinleeruren en Burgerschap hierin nog moeten worden opgenomen. - Het inzetten van een beperkt aantal SLB’ers, die allemaal dezelfde, goed doordachte werkwijze hanteren - Het beleggen van ontwikkeltaken in het team. 2.c.3.3 Ontwikkeling CGO CGO is bij alle Horeca-opleidingen ingevoerd door middel van zelf ontwikkeld lesmateriaal op basis van de kwalificatiedossiers. Dit lesmateriaal is uitgegeven door Microweb Edu en heeft hierdoor nu ook een professionele uitstraling, waar ook andere scholen gebruik van kunnen maken. Het bedrijfsleven, vertegenwoordigd in de klankbordgroep, is heel gelukkig met deze methode, omdat het goed aansluit op de beroepspraktijk. We hebben hen betrokken bij het totstandkomen ervan. De Cas Spijkers Academie is in schooljaar 2012/2013 gestart en die loopt volgens verwachting. 2.c.3.4 BPV-bedrijven benaderen om CGO goed uit te leggen In de enquête die onder bedrijven is gehouden in 2011/2012 heeft het bedrijfsleven geuit, dat wij hen te weinig op de hoogte hielden van de ontwikkelingen binnen het CGO. Dat gebeurde alleen in de klankbordgroep Horeca. Daarom hebben we tijdens twee leermeesterbijeenkomsten in 2012 het nieuwe lesmateriaal en de nieuwe methode gepresenteerd. De leermeesters zijn daarbij goed geïnformeerd over de nieuwe rol die zij moeten vervullen binnen het CGO-onderwijs.
Daarnaast zijn er diverse leermeesters niveau 3 uitgenodigd om praktijklessen bij te wonen, waarbij kerntaak 4 van de niveau 3 opleidingen werd behandeld en in de praktijk uitgevoerd. De betrokkenheid van leermeesters moet nog verder worden geïntensiveerd; dit is een belangrijk doel voor de komende schooljaren. Het landelijk ingevoerde praktijkwerkboek is door de klankbordgroep en door de leermeesters niet als goed werkbaar ervaren. Dit staat dus haaks op wat er landelijk is nagestreefd. Deze methode als controlemiddel moet worden onderzocht en in overleg met de landelijke werkgroepen Horeca en de klankbordgroep worden verbeterd, waarna we een nieuwe werkwijze als pilot zouden kunnen uitzetten. 2.c.3.5 Invoering OER’s/ OLW’s nieuwe stijl De nieuwe OLW’s zijn tijdens een studiedag met het team ontwikkeld volgens de nieuwe standaarden. Deze methode heeft duidelijk waarneembaar effect. Iedereen weet nu wat een Opleidingswijzer is en wat erin staat. 2.c.3.6 Van studiepuntensysteem CGO naar het diagnostisch portfolio Het diagnostisch portfolio wordt gebruikt binnen de horeca en als een prettig middel ervaren om de voortgang van de studenten te volgen. Verbeterpunt is het consequent invullen door alle betrokken docenten. 2.c.3.7 Integratie van de vakken Economie, Nederlands en MVT Zie punt 2.c.3.2 2.c.3.8. Vorm geven van nieuwe opleidingen De opleiding Barista staat in het rooster van de opleidingen gastheer/-vrouw en ondernemer manager. Die lessen hebben bij internationale wedstrijden al 2 Europees kampioenen opgeleverd. Dat zegt genoeg over de kwaliteit van dit onderdeel. De Cas Spijkers Academie is in 2012 succesvol gestart en met de jarenlange ervaring die het team heeft met de opleiding gespecialiseerd restaurantkok, is die nu vormgegeven tot een opleiding met meer landelijke uitstraling. De overlegmomenten met ROC Twente en ROC Nijmegen verlopen constructief. De “topchefs” die zich hebben verbonden aan de opleiding, verzorgen kwalitatief hoogstaande workshops, waardoor innovatie een van de sterke punten is binnen de CSA. 2.c.4 2.c.4.1
Toerisme Ontwikkeling personeel
In 2012 is er een start gemaakt om de competenties van ieder teamlid in kaart te brengen, zodat de juiste vrouw/man op de juiste plaats terecht zou kunnen komen. Tijdens teamoverleg en door middel van wensenformulieren zijn de sterke punten van de leden van het team verwerkt en dat was de basis voor het plan van inzet In 2013 zal bij de vormgeving van de verkorte opleidingen hier nog meer de nadruk opgelegd worden. De wens bestaat om een vast docententeam op de niveau 2 klassen te zetten. 2.c.4.2 Samenwerking met bedrijven In 2011 is er een start gemaakt met de structurele samenwerking met recreatieparken van De Roompot op het gebied van BPV en examinering. Tijdens verschillende bijeenkomsten zijn de mogelijkheden onderzocht om de praktijkopdrachten optimaal uit te kunnen voeren. Het traject heeft vertraging opgelopen door de wisselingen bij het management, maar tijdens het schooljaar 2012-
2013 wordt dit verder opgepakt. We zoeken dan ook naar een dergelijke structurele samenwerking met hotelketens en de reisbranche. 2.c.4.3 Implementeren van innovaties De afgelopen jaren is veel energie gestoken in het vergroten van de aantrekkelijkheid van de opleidingen door meer praktijkmomenten in de lessentabel te verwerken (o.a. via het evenementenbureau) en meer variatie aan te brengen in de werkvormen. Dit zal verder uitgewerkt worden met de ontwikkeling van de verkorte opleidingen in 2013. We hebben namelijk in 2012 onderzocht of het verstandig is de opleidingsduur van niveau 4 te verkorten naar 3 jaar. Als een opstap naar Focus op vakmanschapen en om kwaliteitsverbetering aan te brengen. Daarbij hebben we ook de mogelijkheid bekeken om de opleidingen Frontoffice en Verkoper Reizen in het eerste jaar van de opleiding te combineren, zodat studenten pas later een keuze hoeven te maken. Deze combinatieklas gaat van start in 2013. In 2012 is ook ervaring opgedaan met het werken met een 1-jarige niveau 2-opleiding Leisure. Tijdens evaluatiemomenten bleek dat die voor de op hun plaats zittende studenten goed haalbaar was. De studenten werden meer gestimuleerd flink door te werken en de “aandachtstermijn” van 1 jaar was voor de doelgroep precies goed. Wel is geconstateerd dat bepaalde studenten “oneigenlijk” deze opleiding volgden. Zij waren niet zozeer geïnteresseerd in de branche, maar wensten alleen een niveau 2-diploma te bemachtigen binnen 1 jaar. Dat gaf wel eens problemen tijdens BPV-periodes. Tijdens de intake voor de start van de opleiding in augustus 2012 is daarom strakker geselecteerd. 2.c.4.4 Voldoen aan de inspectiestandaarden In 2012 is er een start gemaakt met niveaugroepen voor de vreemde talen. Dit zal in 2013 uitgebreid worden met niveaugroepen voor rekenen. In 2012 zijn we gestart met het bieden van gratis scholing en instructie aan assessoren en praktijkbegeleiders om de kwaliteit van de examinering te waarborgen. De nieuwe Opleidingswijzers zijn tijdens een studiedag met het team ontwikkeld volgens de nieuwe standaarden. Deze methode heeft een duidelijk waarneembaar effect. Iedereen weet nu wat een opleidingswijzer is en wat erin staat. Vanaf 2012 is het aantal studieloopbaanbegeleiders teruggebracht naar een gespecialiseerd klein team. Dit heeft een positief effect op de begeleiding van de studenten. Bij de studieloopbaanbegeleiders is wel de wens gerezen om ook les te geven aan de te begeleiden studenten. 2 x Per maand wordt overleg gevoerd met de stafmedewerker O&I om de kwaliteitsverbeteringen te borgen en met haar en de afdelingsmanager zal ook het algehele verbeterplan Toerisme in 2013 vorm gaan krijgen. De uitkomsten uit de interne audit, de enquêtes en de panelgesprekken zullen daarvoor uitgangspunten zijn. 2.c.4.7 Inclusief denken en handelen Om VSV van studenten die meer zorg nodig hebben te voorkomen, is in 2012 gestart met het begeleiden van de LGF-studenten door één studieloopbaanbegeleider. Dit bevordert de communicatie met de LGF-begeleider. Vanaf 2012 is het aantal studieloopbaanbegeleiders teruggebracht naar een gespecialiseerd klein team. Dit heeft een positief effect op de begeleiding van de studenten. Er is meer eenduidigheid in de
aanpak, er zijn duidelijker afspraken en er is onderling meer overleg om problemen het hoofd te bieden. 3. Prestaties 2012 3.a
Wettelijke vereisten
Het Cingel College opereert binnen de wettelijke kaders van het MBO-onderwijs, die liggen op het terrein van : Informatievoorziening Tijdig ondertekenen van de Onderwijsovereenkomst (OOK) Tijdig ondertekenen van de Praktijkovereenkomst (POK) VSV-meldingen Klachtenregelingen en vertrouwenszaken Wet BIO MBO-urennorm Vrijwillige bijdragen Toegankelijkheid. 3.a.1 Informatievoorziening In schooljaar 2011-2012 is de Onderwijs- en Examenregeling binnen het Cingel College helemaal gescreend en studentvriendelijker gemaakt qua taal en overzichtelijkheid. Om die reden zijn we ook de term Opleidingswijzer (OLW) gaan hanteren. Om het iedereen gemakkelijker te maken is er een vast Cingel-format ontwikkeld, dat in 2012 geëvalueerd en bijgesteld is. Alle OLW’s zijn voor studenten en collega’s beschikbaar via de portal; eventuele addenda worden daarop altijd direct gepubliceerd. 3.a.2 Onderwijsovereenkomst (OOK) Binnen alle instituten van ROC West-Brabant wordt dezelfde Onderwijsovereenkomst gehanteerd die is gecontroleerd door de juridische dienst en wordt getekend bij de start van de opleiding. Via interne controles zien we erop toe, dat op 1 oktober alles op orde is. 3.a.3 Praktijkovereenkomst (POK) Binnen alle instituten van ROC West-Brabant wordt eveneens dezelfde Praktijkovereenkomst gehanteerd die is gecontroleerd door de juridische dienst en wordt getekend bij de start van de beroepspraktijkvormingsperiode. Via interne dossiercontroles zien we erop toe, dat vóór 31 december alles op orde is. 3.a.4 VSV- en verzuimmeldingen Het Cingel College hanteert de wettelijke regelingen inzake het registreren van het verzuim en het melden van ongeoorloofd verzuim van studenten bij het Verzuimloket en de Leerplichtambtenaar. Daartoe gebruiken we het digitale PARS-systeem, waarbij studenten hun aanwezigheid per uur aantonen door het scannen van hun studentenpas. PARS genereert lijsten van studenten die langer ongeoorloofd afwezig dreigen te gaan zijn dan wettelijk is toegestaan. Die suggestiemeldingen worden 2 x per week gecontroleerd door de SLB’ers. Blijkt een student de grens bereikt te hebben (16 uur ongeoorloofde afwezigheid in 4 weken), dan melden we de ongeoorloofde afwezigheid bij het Verzuimloket binnen de wettelijke termijn van 1 week. We hebben hiertoe een Pars-procedure in het leven geroepen die in 2012 meerdere keren op aanraden van de inspectie is aangepast.
Als een student zijn studie wenst te beëindigen, brengt hij eerst zijn SLB’er daarvan op de hoogte, die dit meldt bij de zorgcoördinator. Er vindt dan een gesprek plaats met de afdelingsmanager of de zorgcoördinator zelf, waar nodig in aanwezigheid van de ouders. Samen bekijken zij dan of dit wel de juiste stap is, of dat er misschien andere oplossingen denkbaar zijn. Besluit een student toch te stoppen, dan worden altijd de verplichte 3 redenen geregistreerd volgens het voorgeschreven protocol. In het kader van VSV wordt er ook maandelijks gevraagd wat er voor acties zijn ondernomen bij betrokken studenten. We vinden dat belangrijk in het kader van analyses en verbetermogelijkheden. Is de student leer- of kwalificatieplichtig, dan wordt contact gezocht met het servicecentrum, Transit of Matchpoint, om hem te helpen met een andere studieweg. De leerplichtambtenaar wordt per mail of telefonisch geïnformeerd en is zo mogelijk aanwezig bij de exit-gesprekken. Ook een medewerker van Transit is soms bij deze gesprekken aanwezig. Bij iedere uitschrijving vindt automatisch de melding naar DUO plaats via BRON, terwijl de RMCcoördinator via toegang tot de portal van ROC West-Brabant de in- en uitschrijvingen dagelijks kan bijhouden. 3.a.5 Klachtenregelingen en vertrouwenszaken Het Cingel College kent samen met ander instituten van West-Brabant klachten- en bezwaarregelingen die staan vermeld op www.rocwb.nl. Hiernaar wordt ook verwezen in de Cingelagenda die iedere Cingelaar krijgt aan het begin van een nieuw schooljaar en in het Deelnemersstatuut dat is gepubliceerd op de Cingel-website. Het Cingel College heeft een vrouwelijke vertrouwenspersoon, bij wie zowel studenten als collega’s met hun vragen en ervaringen terecht kunnen. Spreken zij toch liever iemand die wat verder weg van hen staat, dan kunnen zij terecht bij de vertrouwenspersoon van de arbodienst of de vertrouwenspersoon van een collega-instituut. 3.a.6 Wet BIO De wet BIO speelt een belangrijke rol bij het voeren van de tweejaarlijkse functioneringsgesprekken voor docenten. Voorafgaand aan het gesprek vult de betrokkene de ROC-breed vastgestelde Checklist (zelfevaluatie) in en die vormt vervolgens een leidraad tijdens de gesprekken. De checklist speelt ook een rol bij het voeren van promotiegesprekken. 3.a.7 MBO-urennorm Cingel BOL-opleidingen bevatten minimaal 850-IIVO-uren en voor BBL-opleidingen zijn dat er 300. Deze uren zijn gepland in de onderwijsprogramma’s en per onderwijsperiode wordt door onze controller in beeld gebracht of deze uren ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. 3.a.8 Vrijwillige bijdragen Onder invloed van de landelijke aanscherping van het zuiver houden van de opleidingskosten zijn in 2012 ook de opleidingskosten van het Cingel College tegen het licht gehouden. Bepaalde onkosten die voorheen als vanzelfsprekend in rekening werden gebracht aan studenten en eventueel hun ouders (excursies, kluishuur, studentenpas, workshops, jaarafsluitingen, diploma-uitreikingen) zijn daardoor in schooljaar 2012-2013 overgeheveld naar de categorie “vrijwillig”. Aan het begin van het schooljaar en daarvoor al via Open dagen, voorlichtingsbijeenkomsten en bij de intake maken we belangstellenden duidelijk hoe de opleidingskosten zijn opgebouwd: vaste en vrijwillige opleidingskosten. Via het digitaal systeem PayWorkz waarmee we in november 2012 zijn gestart, kunnen studenten vervolgens heel eenvoudig aangeven, van welke vrijwillige opleidingskosten zij wel/geen gebruik van willen maken en daar wordt hun rekening gebaseerd.
We betreuren deze aanscherping op het vlak van excursies overigens wel, aangezien het zorgvuldig en harmonieus opgebouwde vakexcursiehuis van het Cingel College hierdoor aan het wankelen is gegaan. Mooie excursies die een waardevolle aanvulling zijn op het “opleidings-cv” van een student, gaan nu soms niet door, omdat er te weinig belangstellendenzijn. 3.a.9 Toegankelijkheid De opleidingen van het Cingel College zijn bereikbaar voor iedere student die serieuze belangstelling voor en goede kansen heeft op het behalen van een diploma binnen een van onze branches. Iedere aangemelde student start met een individueel intakegesprek en een geselecteerd team van intakers bekijkt welke opleiding voor een student geschikt is. Elementen die in wisselende samenstellingen, afhankelijk van de soort opleiding, daarbij een rol kunnen spelen, zijn: creativiteit zelfstandigheid verantwoordelijkheid teamwork gastgerichtheid punctualiteit presentatie de juiste beroepshouding lichamelijke validiteit benodigd voor het uitoefenen van het betreffende beroep. Op die manier proberen we ervoor te zorgen, dat studenten geen studietijd verliezen en direct binnen de voor hen juiste studie en op het juiste niveau starten. Dat voorkomt voortijdige uitval of een onnodig lange studieloopbaan. De toegankelijkheid vergroten we nog door belangstellende VMBO’ ers en HAVO-leerlingen uit te nodigen voor een meeloopdag en mee te werken aan “Een opleiding nader bekeken” en “VMBO-onstage”. Voor de potentiële student werkt het drempelverlagend. Deze openheid (toegankelijkheid) spreekt aan en past in onze filosofie van waardevolle ontmoetingen. 3.b.
Opbrengsten
Ieder schooljaar wordt een balans opgemaakt van het rendement van de opleidingen van het Cingel College en die wordt met de Inspectie besproken. Zoals vorig jaar vindt aanlevering van de rendementsgegevens aan de Inspectie rechtstreeks plaats via BRON en zal beoordeling van het rendement op instellingsniveau (ROCWB) geschieden. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens worden behandeld: -
diplomaresultaat: het percentage, dat tot stand komt door de gediplomeerde uitstroom, te delen door de totale uitstroom Ofwel:
de gediplomeerde uitstroom de totale uitstroom (met òf zonder diploma)
x 100%
ongeacht wanneer het diploma is behaald uitstroom uit Cingel College en tevens uit ROCWB in meetperiode 1-10-11 tot 1-10-12
-
jaarresultaat: het percentage, dat tot stand komt door het aantal Cingel-gediplomeerden (instituutsverlaters + doorstromers) te delen door dit zelfde aantal gediplomeerden + de ongediplomeerde uitstroom
Ofwel: het aantal CC-gediplomeerden x 100% het aant. CC-gedipl. + het aant. ongedipl. CC-verlaters, die ook ROCWB verlaten hoogste diploma behaald in meetperiode 1-10-11 tot 1-10-12, ongeacht schoolverlaten of doorstromen school verlaten in meetperiode 1-10-11 tot 1-10-12
-
VSV.
3.b.1. Diploma- en jaarresultaat Bij het diplomaresultaat is het uitgangspunt dat alleen het diploma, waarmee de student het Cingel College en tevens het ROC West-Brabant verlaat, telt. Een student die bijvoorbeeld een niveau 2diploma behaalt en doorgaat met een niveau 3-opleiding en gediplomeerd op niveau 3 de school verlaat, wordt als positief rendement beschouwd voor niveau 3 (wat bij doorstroom natuurlijk nadelig werkt voor het rendement op niveau 2). Bij het jaarresultaat daarentegen worden de diploma’s van de doorstromers wel meegerekend. In de berekeningen worden zowel bekostigde als niet-bekostigde studenten en examendeelnemers meegenomen. De normen van de Inspectie voor 2011-2012, nog steeds gelijk aan die van 2008-2009, luiden als volgt:
Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4
Jaarresultaat 60,7% 56,5% 65,3% 64,2%
Diplomaresultaat 45,1% 45,2% 67,3% 67,3%
In tabel 1 Jaarresultaat en Diplomaresultaat is het oordeel opgenomen volgens de inspectienorm. Tabel 1 Jaarresultaat en diplomaresultaat Periode 1-10-2011 tot 1-10-2012
Niveau
totaal
Rendementen inclusief Rendementen exclusief Bedrijfsgroepen Bedrijfsgroepen Jaar- DiplomaInspectieJaar- DiplomaInspectieresultaat resultaat oordeel resultaat resultaat oordeel 1
100,0%
100,0%
voldoende
100,0%
100,0%
voldoende
2
66,1%
64,0%
voldoende
58,9%
55,2%
voldoende
3
60,2%
71,2%
voldoende
60,2%
71,2%
voldoende
4
55,7%
56,8% onvoldoende
55,7%
56,8% onvoldoende
62,2%
63,6%
58,6%
59,7%
Ten opzichte van 2011 is er een verbetering zichtbaar: niveau 3 is van een onvoldoende oordeel (bij zowel in- als exclusief bedrijfsgroepen) naar een voldoende oordeel gegaan. Niveau 4 blijft echter nog steeds onvoldoende scoren en het rendement is zelfs lager dan dat van vorig jaar. Het rendement van niveau 2 inclusief bedrijfsgroepen is in tegenstelling tot voorgaande jaren hoger dan het rendement exclusief bedrijfsgroepen. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat alle opleidingen, die in 2012 gevolgd werden met een diploma afgesloten konden worden. In 2011 en eerder, waren het vooral opleidingen, waarbij alleen een certificaat behaald kon worden, wat niet meetelt in het rendement.
Het inspectieoordeel van niveau 3 is per saldo voldoende. Het diplomaresultaat ligt boven de norm, het jaarresultaat ligt echter onder de norm. Er zijn drie afdelingen binnen het Cingel College die niveau 3-opleidingen aanbieden. Zij scoren alle drie met het jaarresultaat onder de norm. Zie de nadere toelichting bij Tabel 2b. Jaarresultaat. Bij de niveau 4-opleidingen zijn zowel de afdeling Horeca als de afdeling Brood & Banket debet aan het onvoldoende oordeel. Zij scoren allebei onvoldoende op het jaarresultaat en het diplomaresultaat. De jaar- en diplomaresultaten per afdeling en niveau zijn opgenomen in de tabellen 2a en 2b. Tabel 2a. Diplomaresultaat naar afdeling en niveau Diplomaresultaat incl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling Brood & Banket
met IV dipl 2
result
2 100,0%
Facilitair
Periode 1-10-2011 tot 1-10-2012 niveau 2
niveau 3
met IV dipl
result
IV
met dipl
result
22
59,1% 23
18
78,3%
13
1
1 100,0%
niveau 4 IV
totaal
met dipl
result
IV
met dipl
result
9
3
33,3%
56
36 64,3%
20
15
75,0%
21
16 76,2%
Horeca
1
1 100,0%
64
29
45,3% 16
14
87,5%
43
18
41,9% 124
62 50,0%
Toerisme
4
4 100,0%
56
36
64,3% 20
10
50,0%
39
27
69,2% 119
77 64,7%
54
47
87,0%
54
47 87,0%
7 100,0% 197
126
56,8% 374
238 63,6%
Bedrijfsgroepen Resultaten 1112
7
Norm inspectie
45,1%
Afwijking Resultaten 1011
42
45,2%
54,9% 7
64,0% 59
78
63
67,3%
18,8%
7 100,0% 155
71,2% 111
67,3%
3,9%
50,3% 71
47
-10,5%
66,2% 112
62
55,4% 345
Norm inspectie
45,1%
45,2%
67,3%
67,3%
Afwijking
54,9%
5,1%
-1,1%
-11,9%
194 56,2%
Laten we de bedrijfsgroepen buiten beschouwing, dan ziet het diplomaresultaat er als volgt uit: Diplomaresultaat excl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling Brood & Banket
met IV dipl 2
result
2 100,0%
Facilitair
Periode 1-10-2011 tot 1-10-2012
niveau 2
niveau 3
niveau 4
totaal
met IV dipl
result
IV
met dipl
result
IV
met dipl
result
IV
22
59,1% 23
18
78,3%
9
3
33,3%
56
36 64,3%
20
15
75,0%
21
16 76,2%
1
13
1 100,0%
met dipl
result
Horeca
1
1 100,0%
64
29
45,3% 16
14
87,5%
43
18
41,9% 124
62 50,0%
Toerisme
4
4 100,0%
56
36
64,3% 20
10
50,0%
39
27
69,2% 119
77 64,7%
Resultaten 1112
7
7 100,0% 143
79
55,2% 59
42
71,2% 111
63
56,8% 320
191 59,7%
Norm inspectie
45,1%
45,2%
67,3%
67,3%
Afwijking
54,9%
10,0%
3,9%
-10,5%
Resultaten 1011
7
7 100,0% 114
60
52,6% 71
47
66,2%
93
62
66,7% 285
Norm inspectie
45,1%
45,2%
67,3%
67,3%
Afwijking
54,9%
7,4%
-1,1%
-0,6%
“IV” “met dipl” “result”
176 61,8%
= Instellingsverlaters; het totaal aantal studenten dat het CC en ROCWB hebben verlaten (met en zonder diploma) = het aantal studenten dat met een diploma van dat niveau/die afdeling het CC en ROCWB heeft verlaten = het uiteindelijke rendement: het percentage gediplomeerde schoolverlaters van het totale aantal schoolverlaters
Het totale diplomaresultaat inclusief bedrijfsgroepen van het Cingel College is met 7,4% toegenomen ten opzichte van vorig jaar. Er is een verbetering op alle niveaus zichtbaar, met uitzondering van niveau 1, waar het diplomaresultaat sinds een aantal jaren 100% bedraagt, omdat dit niveau alleen nog wordt aangeboden als uitstroomniveau, indien een diploma op niveau 2 niet haalbaar blijkt. Het totale resultaat exclusief de bedrijfsgroepen laat een daling ten opzichte van 2011 zien van 2,1%, met name veroorzaakt door niveau 2, het niveau van de bedrijfsgroepen en niveau 4. Brood & Banket en Horeca laten in zijn totaal een daling zien, Facilitair en Toerisme een stijging. Het rendement op niveau 2 is per saldo licht gestegen, dank zij de afdeling Toerisme (+13%). Het verkorten van de opleidingsduur van de niveau 2-opleiding Leisure Assistant van 2 naar 1 jaar, heeft gezorgd voor een toename van het aantal studenten en een toename van het aantal studenten dat een diploma behaalt. Daarnaast is de doorstroom van niveau 2 naar niveau 3 altijd van invloed op het diplomaresultaat van niveau 2. Een hogere doorstroom heeft een negatief effect op dit resultaat, omdat de gediplomeerden op niveau 2, die doorstromen naar niveau 3, niet mee tellen in het diplomaresultaat van niveau 2. Ten opzichte van vorig jaar is de doorstroom licht gedaald (zie 3.c.3.d.). Het diplomaresultaat van niveau 3 is wederom gestegen en ligt nu bijna 4% boven de norm. Hier heeft de afdeling Toerisme juist een negatieve invloed uitgeoefend. Met een rendement van 50% ligt zij 27,3% onder de norm. Dit is echter wel een verbetering van bijna 8% ten opzichte van vorig jaar. Het resultaat wordt ook hier negatief beïnvloed door de gediplomeerde doorstroom, nu van niveau 3 naar 4. Deze doorstroom is, fors hoger dan die van vorig jaar, met name bij de afdeling Toerisme (zie 3.c.d.3.). De voornaamste reden, die de student aangeeft als reden van doorstroom, is dat het, gezien de situatie op de arbeidsmarkt, beter is een jaar langer te studeren om een hoger niveau te bereiken en meer kans op een baan te hebben. De redenen van uitval hebben vooral te maken met gedrag, motivatie en “niet kunnen” (psychische of fysieke beperkingen). Het rendement van de niveau 4-opleidingen blijft jaar op jaar schommelen. Na een stijging in 2011 is er nu wederom een daling. De afdeling Facilitair laat evenals vorig jaar een stijging zien van ongeveer 20%, en scoort nu ruim boven de norm van de inspectie! Ook de afdeling Toerisme zit in een stijgende lijn en scoort boven de norm. De afdelingen Brood & Banket en Horeca echter, blijven met hun resultaat achter. Bij beiden is het aantal gediplomeerden ongeveer gelijk gebleven, maar is het aantal studenten, dat hun studie zonder diploma heeft beëindigd fors toegenomen. Vooral gedurende en na het 1e en 2e leerjaar is de uitval hoog. Ook hier zijn de voornaamste redenen van uitval te herleiden naar gedrag en motivatie. Tabel 2b. Jaarresultaat naar afdeling en niveau van het Cingel College Jaarresultaat incl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling Brood & Banket
Tot 2
met dipl
niveau 2
result Tot
2 100,0%
Periode 1-10-2011 tot 1-10-2012
28
met dipl
niveau 3
result Tot
18 64,3%
32
met dipl 20
niveau 4
result Tot 62,5%
Facilitair
met dipl
result
totaal T ot
4
40,0% 72
44 61,1%
22
16
16 72,7%
49 87,5%
70
34 48,6%
27
15
55,6%
48
21
Toerisme
70
47 67,1%
39
24
61,5%
42
27
Bedrijfsgroepen
56
49 87,5%
3 100,0% 224
148 66,1%
68
56 44 55,7% 7
Resultaten 1112
1
3
1 100,0%
98
59
60,2% 122
Norm inspectie
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
9,6%
-5,1%
-8,5%
Resultaten 1011
5
5 100,0% 213
131 61,5%
92
52
result
10
72,7% 22 14 43,8% 6 15 64,3% 1
Horeca
met dipl
56,5% 128
66
51,6%
Norm inspectie
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
5,0%
-8,8%
-12,6%
43 8
71 48,6% 98 64,9%
278 62,2%
254 58,0%
Het totaal jaarresultaat is met ruim 4% toegenomen ten opzichte van de vorige meetperiode. Ook hier hebben de bedrijfsgroepen dit jaar een positieve invloed op het rendement van niveau 2 en daarmee op het totaalrendement. De resultaten exclusief de bedrijfsgroepen zijn: Jaarresultaat excl. bedrijfsgroepen niveau 1 Afdeling Brood & Banket
Tot 2
met dipl
niveau 2
result Tot
2 100,0%
Periode 1-10-2011 tot 1-10-2012
28
met dipl
niveau 3
result Tot
18 64,3%
32
met dipl 20
result Tot 62,5%
Facilitair Horeca
1
1 100,0%
3
Norm inspectie
4 40,0%
72
44 61,1%
22
16 72,7%
22
16 72,7%
15
55,6%
48
21 43,8% 146
71 48,6%
70
47 67,1%
39
24
61,5%
42
27 64,3% 151
98 64,9%
3 100,0% 168
99 58,9%
98
59
60,2% 122
68 55,7% 391
229 58,6%
5 100,0% 157
56,5%
65,3%
2,4% 98 62,4%
-5,1% 92
52
56,5% 109
64,2% -8,5% 66 60,6% 363
60,7%
56,5%
65,3%
64,2%
Afwijking
39,3%
5,9%
-8,8%
-3,6%
“met dipl” “result”
result
10
Norm inspectie
“tot”
met dipl
27
39,3% 5
result Tot
34 48,6%
60,7%
Afwijking Resultaten 1011
met dipl
totaal
70
Toerisme Resultaten 1112
niveau 4
221 60,9%
= het totaal aantal gediplomeerde CC-studenten in de meetperiode + het aantal ongediplomeerden dat het CC en daarmee het ROCWB hebben verlaten = het totaal aantal gediplomeerde CC-studenten in de meetperiode = het rendement: het percentage gediplomeerden tov het totaal
Het totaal jaarresultaat exclusief de bedrijfsgroepen is met ruim 2% gedaald ten opzichte van het vorige jaar. De jaarresultaten van niveau 1 en 2 liggen boven de norm van de Inspectie. Die van niveau 3 en 4 liggen respectievelijk 5% en bijna 9% onder de norm. Ten opzichte van de vorige meetperiode zijn de resultaten van niveau 3 gestegen, maar die van niveau 4 gedaald. Bij niveau 2 scoort de afdeling Horeca als enige met zijn twee opleidingen onder de norm (kok met 56% en medewerker bediening met 25%). De uitval is het hoogst onder de 1e jaars studenten en onder de BBL-studenten. Het merendeel van de studenten geeft aan gestopt te zijn bij gebrek aan motivatie: zij geven de voorkeur aan andere activiteiten. Dit leidde dus niet tot een onvoldoende voor het gehele Cingel College, dankzij de positieve resultaten van de overige afdelingen. Het jaarresultaat van niveau 2 en 3 ligt bij de afdeling Toerisme een stuk hoger dan het diplomaresultaat. Dit komt doordat in het jaarresultaat de gediplomeerde doorstroom wel meetelt. De afdeling Toerisme biedt vier niveau 3-opleidingen aan. Twee hiervan zijn onvoldoende: de 3-jarige opleiding Leisure & Hospitality Host (crebo 94120, niet de Vacansoleil-variant) en de 3jarige opleiding Verkoper reizen (crebo 94090). De eerstgenoemde opleiding behaalde een rendement van 50%. De opleiding Verkoper reizen is een kleine opleiding: 15 inschrijvingen waaronder 1 eindexamenkandidaat (diploma behaald) en 4 studenten die voortijdig de opleiding hebben beëindigd. Hierdoor komt het rendement uit op slechts 20%. Bij beide studies blijkt de uitval vooral voort te komen uit gebrek aan motivatie en gedragsproblemen. De afdeling Horeca heeft twee niveau 3-opleidingen: voortgezet gastheer/-vrouw en voortgezet kok. Ook hier zijn de uitvalredenen samen te vatten onder de gedragsaspecten en motivatieaspecten. In het eerste leerjaar heeft een derde van de koks hun opleiding beëindigd en bij de gastheren/-vrouwen is zelfs bijna twee derde niet met het tweede leerjaar gestart. Het merendeel heeft aangegeven dat ze geen andere opleiding gaat volgen, maar nog niet weet wat ze wel gaat doen. Bij de afdeling Brood & Banket stonden er op 1-10-2011 op vier niveau 3-opleidingen studenten ingeschreven. Het betreft hier de “allround”-opleidingen. De uitvalredenen zijn wederom in het bijzonder te scharen onder gedragsaspecten en motivatieaspecten. Een kleinere rol speelde hier
onvoldoende capaciteit. Na 1 oktober 2012 heeft een aantal studenten gelukkig alsnog het diploma behaald. Tot slot niveau 4. Net als bij het diplomaresultaat scoren de afdelingen Brood & Banket en Horeca onder de norm van de Inspectie. Zie de toelichting bij het diplomaresultaat Tabel 2a.. We betreuren het dat het rendement met name op niveau 4 niet naar behoren scoort. We blijven met de gehele school de feiten analyseren en waar we niet machteloos staan door redenen van buitenaf, zullen we er alles aan doen om gericht actie te blijven ondernemen. Bij de afdeling Facilitair heeft dit al duidelijk zijn vruchten afgeworpen. Er is het Cingel College namelijk enorm veel aan gelegen om het rendement te verbeteren, de programma’s nog aantrekkelijker te maken, de betrokkenheid van de studenten bij hun studie en de school verder te vergroten en de begeleiding te blijven optimaliseren. 3.b.2. Voortijdig schoolverlaters Werkelijk Doelstelling Maximum aantal Werkelijk in % reductie VSV'ers VSV'ers VSV 05/06 2011/2012 (40%) 2011/2012 2011/2012 van maximum 73 29 44 74 168%
Analyse: 1. 2.
geen specificatie oorzaak bij student
70
(a)
3 9 0 38 6 14
- gezondheid - onvoldoende capaciteit - bereikbaarheid - motivatie (b) - omgeving - gedrag
3.
oorzaak bij school
4
- instelling - opleidingsniveau (c) - administratieve redenen a. b. c.
1 3
Onder het aspect gezondheid zijn begrepen: ziekte en het “niet-kunnen” vanwege psychische dan wel fysieke beperkingen. Tot het aspect omgeving wordt gerekend: geen leerbedrijf/ontslag. Onder administratieve redenen wordt verstaan, dat op het moment van registreren het resultaat nog niet bekend was.
In paragraaf 2.b.4. en 2.b.7 staat uitgelegd wat we zoal aan activiteiten hebben ontplooid op het terrein van het terugdringen van voortijdige schooluitval. Dat ondanks deze maatregelen niet het gewenste effect is gesorteerd, is zondermeer teleurstellend en maakt duidelijk dat blijvende aandacht voor dit probleem nodig is en klaarblijkelijk niet alleen op de niveaus 2. 3.c.
Onderwijsproces
3.c.1
Programma
3.c.1.a. Samenhang De samenhang in de onderwijsprogrammering vindt zijn basis in de z.g. opleidingskaart, zoals die is opgenomen in ons visiedocument “Ontmoeten en groeien”, dat in december 2011 het licht zag. De opleidingskaart toont in één blik het opleidingsmodel van het Cingel College. Hierin worden
ondersteunende leerlijnen (vakkennis, vakvaardigheden, Nederlands, rekenen, economie) zoveel mogelijk geïntegreerd in een centrale leerlijn. Vanaf 2012 wordt de kaart concreet gebruikt bij de vormgeving van nieuwe onderwijsprogramma’s (Facilitair, Patissier, CSA) en het ontwikkelen van programma’s richting Focus op Vakmanschap en de nieuwe kwalificatiedossiers. Ook de leerlijnen Breinleren en Burgerschap en de begeleiding in de vorm van SLB-gesprekken zijn terug te vinden in de opleidingskaart. 3.c.1.b. Maatwerk Het Cingel College kiest bewust niet voor volledige zelfsturing door studenten op basis van hun individuele leerbehoeften m.b.t. volgorde, tempo en specifieke belangstelling. Wel houden we waar mogelijk rekening met verschillen tussen studenten. Voorbeelden daarvan zijn: • Bij de afdeling Toerisme zijn, als pilot voor het hele Cingel College, niveaugroepen Nederlands en Engels ingevoerd. • Bij het ontwikkelen van de nieuwe opleiding Facilitair is er rekening mee gehouden dat na het 1e opleidingsjaar de projectgroepen herschikt kunnen worden om niveau- en tempodifferentiatie mogelijk te gaan maken. • Bij Nederlands en rekenen houden we ons aan de richtlijnen uit het Handboek COE m.b.t. vrijstellingen en onderhoudsplicht. • De opleidingen Leisure niveau 3 en 4 kennen een regulier en een versneld Vacansoleil-traject; de studenten kunnen daarvoor zelf een keuze maken. • Studenten die beschikken over uitzonderlijke talenten en een enorme vakpassie kunnen binnen de afdeling Horeca kiezen voor de Cas Spijkersacademie. • Door de combinatie van instructielessen, individuele training via de computer, simulatie via de computer, vaardigheidstrainingen, binnenschoolse praktijk en BPV, spreken we studenten met verscheidene leerstijlen (Kolb) aan. De centrale leerlijn uit ons onderwijsmodel moet deze leerstijlen vervolgens samenbrengen. • Het Cingel College werkt structureel nog steeds met 1 instroommoment per schooljaar, maar zoekt samen met individuele spijtoptanten en “overschakelaars” altijd naar mogelijkheden om later in te stromen en per individu een passend programma te bieden. • Er wordt binnen de opleidingen veel gewerkt met projecten en (groeps)opdrachten waarin studenten eigen voorkeuren en belangstelling kunnen laten meespreken. 3.c.2
Leren in de onderwijsinstelling
3.c.2.a. Didactisch handelen Volgens de (jonge) traditie van het Cingel College ligt een mix van didactische werkvormen plus een goede harmonie tussen binnen- en buitenschools leren voor de hand. In de onderwijsvisie van het Cingel College (“Ontmoeten en groeien”, dec. 2011) hebben we dit aangescherpt door expliciet de leerpyramide van Sousa als uitgangspunt te nemen. Didactisch handelen is dan gebaseerd op een programmering met daarbinnen veel aandacht voor interactie tussen studenten, het opdoen en uitwisselen van ervaringen, het stimuleren van ieders talenten en realistische vakintegratie die studenten nieuwsgierig maakt . De leerlijn Breinleren heeft de onderwijscollega’s bewuster gemaakt van de recente wetenschappelijke inzichten rondom breinontwikkeling van jonge mensen, hetgeen helpt bij de aanpak van de lessen. Tenslotte hebben we ons georiënteerd op de rol van social media bij de didactische vormgeving. In de nabije toekomst kent onze didactiek daarom drie pijlers: • Anticiperen op breinontwikkelingen van jonge mensen • Een goede balans creëren tussen verschillende werkvormen, waarbij ontmoetingen en ervaringen voorop staan • Activeren van studenten (80% student- 20% docent i.p.v. andersom).
3.c.2.b. Leertijd De didactische verbeteringen moeten tot gevolg gaan krijgen, dat de studenten met meer plezier naar de lessen gaan komen. Het verzuimsysteem PARS is verder ingevoerd binnen het Cingel College om verzuim in een vroeg stadium in het vizier te krijgen. Startersfouten zijn daarbij hersteld, taken en verantwoordelijkheden zijn verder gespecificeerd, processen zijn aangepast (waaronder de meldingstermijn bij het Verzuimloket) in nieuwe versies van de PARS-notitie en gecommuniceerd met alle belanghebbenden. SLB’ers buigen zich met regelmaat over de beste aanpak van het monitoren en signaleren van schoolverzuim, waarna zij hun studenten ter verantwoording roepen. Het is ook onderwerp van gesprek tijdens de studentenbesprekingen met het hele team. Uit panelgesprekken in 2012 bleek, dat de studenten de strengere aanpak waarderen. Docenten zijn zich bewust geworden van de impact van uitval van lessen op de realisatiecijfers van het Cingel College en dus meer gericht op inhalen van gemiste lessen en /of het verplicht aanbieden van vervangende schoolopdrachten bij verzuim. 3.c.2.c. Leeromgeving Het Cingel College heeft als kernwaarden Klantgericht, Gepassioneerd, Plezier, Vernieuwend en Authentiek. Vanuit deze kernwaarden is het vanzelfsprekend dat we streven naar een leeromgeving die zoveel mogelijk aansluit op de praktijk. Voorbeelden hiervan zijn onze eigen brasserie en restaurant met praktijkkeukens, maar ook een eigen Brood & Banketwinkel , Evenementenbureau en in 2013 de binnenschoolse praktijk voor Facilitaire studenten. Om diverse didactische werkvormen te kunnen toepassen maken we gebruik van verschillende leeromgevingen. Zo beschikken de studenten over een Open Leercentrum (OLC), kennen we een 5tal leerpleinen (Toerisme, Facilitair / Horeca, Brood & Banket, Talen en Economie), zijn nagenoeg alle lokalen voorzien van een Smartboard of beamer met scherm en hebben we overal in onze gebouwen een WIFI-verbinding. Met z’n allen – gestimuleerd door onze Arbocommissie (zie 5.d) – zorgen we voor een respectvolle en veilige omgeving om te leren en werken, zoals je dat mag verwachten van opleidingen, die jonge mensen klaarstomen voor de gastvrijheidswereld. 3.c.3
Begeleiding
3.c.3.a. Intake & plaatsing Het Cingel College heeft ook in 2012 weer dankbaar gebruik gemaakt van de verschillende mogelijkheden om voorlichting te geven op VMBO’s in groepssessies en via informatiemarkten in de regio Breda en de Drechtsteden. Om de VMBO-/HAVO-leerling een zo eerlijk mogelijk beeld te geven van het Cingel College en hem optimaal voor te bereiden op zijn toekomstige studie, kent het Cingel ook nog andere activiteiten: De afdelingen Brood & Banket, Facilitair en Horeca hebben samen met het bedrijfsleven georganiseerd, dat een belangstellende VMBO’er voorafgaand aan plaatsing een aantal dagdelen stage gaat lopen in het bedrijfsleven, zodat een goed beeld ontstaat van het werkveld. Verder kent het Cingel College de zogenaamde meeloopdagen. VMBO’ers of HAVOleerlingen maken binnen een reguliere situatie dan een dagprogramma mee en worden gekoppeld aan een Cingel-student van de studierichting van hun keuze. Die begeleidt hen en beantwoordt hun vragen. In schooljaar 2011/2012 hebben we een 44-tal “mee-lopers” in huis gehad, die we daarna voor een groot deel hebben teruggezien als beginnende Cingel-student.
-
En om VMBO’ers al in een heel vroeg stadium zo goed mogelijk op de hoogte te brengen van de inhoud van de Cingel-opleidingen en bijbehorende beroepen levert het Cingel College een actieve bijdrage aan het Bredase project “Een opleiding nader bekeken”.
De intake geschiedt altijd op individuele basis. Potentiële studenten worden z.s.m. na aanmelding uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek van 30 minuten, waarbij ook het met het VMBO ontwikkelde doorstroomdossier wordt gehanteerd. Mits voorhanden, want niet iedere VMBO-school gebruikt dit. Bij dit gesprek zijn de ouders altijd welkom. Het intakegesprek vindt standaard plaats met een vakdocent, terwijl de zorgcoördinator op de achtergrond aanwezig is voor specifieke vragen. Direct na het intakegesprek hoort de student of hij geplaatst is. Zijn aanname wordt bevestigd via een brief. Bij twijfel of een aankomend student een bepaald niveau of een bepaalde branche aankan, schakelen we het Servicecentrum voor Studie en Beroep (SS&B) in. In 2012 hebben wij 4 potentiële studenten doorgestuurd voor verschillende testen. Als na een test bleek, dat er een redelijke kans bestond op het goed doorlopen van een van onze opleidingen, werd de student geplaatst. Was een plaatsing binnen het Cingel College niet zinvol, dan werd via het Servicecentrum gezocht naar een andere passende opleiding binnen het ROC West-Brabant. 3.c.3.b. Studieloopbaanbegeleiding Een goede begeleiding is in het MBO van enorm groot belang. Het Cingel College hecht daaraan en probeert door een persoonlijke benadering iedere student zich hier thuis te laten voelen. De begeleiding van de Cingel-studenten gebeurt door de studieloopbaanbegeleiders (iedere student heeft een eigen SLB’er die de studievoortgang en loopbaan van hem monitort en stimuleert), onderwijscollega’s, de BPV-begeleiders, klassenhost (die zorgt voor klassenbinding en een goede klassensfeer) en de zorgcoördinator. Daarnaast kunnen zij in precaire situaties terugvallen op een vertrouwenspersoon en een schoolmaatschappelijk werker. De SLB’er voert met elke student persoonlijk gesprekken en hij spreekt met een groepje studenten algemene zaken door. Als handvat wordt hierbij een zelf ontwikkeld Cingel-portfolio gebruikt. De werkwijze rond het portfolio stimuleert de student kritisch te kijken naar zijn eigen leerontwikkelingen. Op basis van de evaluaties binnen het SLB-team vindt jaarlijks verbetering van de portfolioformulieren plaats. Door de intensivering van de contacten met de studenten, kan de SLB’er sneller problemen signaleren en zo proberen te voorkomen dat een student vroegtijdig uitstroomt. Omdat niet alle studenten hetzelfde aantal uren begeleiding nodig hebben, hanteren we het principe van afnemende sturing van de docent en toenemende zelfsturing door de student gedurende zijn studieloopbaan. Dat houdt in dat het aantal SLB-uren afneemt naarmate een student een hoger niveau opleiding volgt en/ of in een latere studiefase terecht is gekomen. We doen dit overigens onafhankelijk van de leerweg, waardoor er geen verschil is in uren voor BOL– en BBL- studenten. Ureninzet individuele SLB Niveau opleiding → Leerjaar → Leerjaar 1 Leerjaar 2 Leerjaar 3 Leerjaar 4
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
7 4
6 4 2
6 4 2 2
Minimum aantal SLB-gesprekken Aantal gesprekken→ Alle Leerjaar → opleidingen Leerjaar 1 4 Leerjaar 2 3 Leerjaar 3 2 Leerjaar 4 2
Het Cingel College heeft het principe dat elke docent SLB’er moet (kunnen) zijn m.i.v. het schooljaar 2012-2013 gewijzigd. Om optimale begeleiding voor studenten te realiseren vervullen nu 10 ervaren, gemotiveerde en enthousiaste collega’s deze SLB-rol. Zij opereren als team, maken samen afspraken, evalueren werkwijzen en stellen die waar nodig bij. Aangezien zij allemaal op dezelfde manier te werk gaan, hebben zij niet alleen veel steun aan elkaar, maar is ook de continuïteit gewaarborgd. In 2013 zullen we deze keuze evalueren. 3.c.3.c. Zorg In het jaar 2012 hebben 20 LGF-studenten hun opleiding gevolgd binnen het Cingel College, van wie de problematiek sterk verschilde, maar die niet zodanig was dat een opleiding binnen ons college onmogelijk was. De meesten van hen hadden gedragsbeperkingen zoals ADHD, ADD, vormen van autisme of combinaties hiervan. Steeds meer studenten blijken in meer of mindere mate last van dyslexie of dyscalculie te hebben en ook het fenomeen borderline neemt toe. Naast de reguliere begeleidingsuren die iedere Cingel-student ontvangt, zijn zij extra begeleid door de docent die hiervoor uren had. De mate waarin en de wijze waarop is steeds afhankelijk geweest van de adviezen van het REC, die waren vastgelegd in het handelingsplan. Vanzelfsprekend werd er wekelijks gecommuniceerd met de ambulante begeleider van het REC over de studievoortgang van individuele studenten en werd de wijze van begeleiding waar nodig bijgesteld. In 2008 is binnen ROC West-Brabant een zorgnotitie gelanceerd, waarnaar ook het Cingel College zich richt. Die moet ervoor zorgen, dat er optimaal aandacht is voor iedere belangstellende student die zich meldt aan de poorten van ons ROC.
3.c.3.d. Doorstroom (MBO, HBO, arbeidsmarkt)
Doorstroomoverzicht 2012 aantal doorstroom gediplonaar meerden schooljaar 2009/2010 2010/2011
%
aantal doorstroom gediplonaar meerden schooljaar 2010/2011 2011/2012
Brood&Bank et niv. 1 niv. 2 niv. 3 niv. 4 naar HBO
2 17 10
1 12 5
50% 71% 50%
20 6
11 1
Horeca niv. 1 niv. 2 niv. 3 niv. 4 naar HBO
14 44 21
2 28 3
14% 64% 14%
49 25
Toerisme niv. 2 niv. 3 niv. 4 naar HBO
21 18
7 2
33% 11%
27 17
%
147
Totalen per niveau niv. 1 16 niv. 2 82 niv. 3 49
60
3 47 10
%
55% 17%
2 18 20 4
1 12 2 2
50% 67% 10% 50%
29 1
59% 4%
1 33 15 22
16 1 6
0% 48% 7% 27%
8 5
30% 29%
47 24 27
16 14 19
34% 58% 70%
16
10
63%
160 69
62 37
39% 54%
3 98 59
1 44 17
33% 45% 29%
Facilitair niv. 4 naar HBO Totaal niv.1-3 Tot. niv.4 HBO
aantal doorstroom gediplonaar meerden schooljaar 2011/2012 2012/2013
41%
144
55
57% 20%
0 96 48
0 48 7
38%
50% 15%
ob v voorlopige foto nov 2012 en alumnigegevens
De neiging door te stromen naar een hoger niveau binnen het MBO is in 2012 ten opzichte van 2011 in zijn totaal nagenoeg hetzelfde gebleven. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat 39% van de gediplomeerde niveau 1, 2 en 3-studenten doorstroomt naar een hoger niveau. Dit houdt in dat 61% is uitgestroomd en dus tot de arbeidsmarkt is toegetreden (of probeert toe te treden), buiten het ROC West-Brabant een studie is gaan volgen of een tussenjaar heeft genomen (vakantie/werken). De doorstroom van niveau 2 naar niveau 3 is per saldo afgenomen, veroorzaakt door de afdeling Horeca. Hiervoor is bij het jaar- en diplomaresultaat, zie paragraaf 3b. Opbrengsten, al toegelicht dat er dit jaar in verhouding tot andere jaren een hoge uitval onder de niveau 2-studenten Horeca was. Van degenen die wel de opleiding hebben afgerond zijn er bijna 50% doorgestroomd. Het percentage studenten dat is doorgestroomd van niveau 3 naar niveau 4 is gestegen. Dit is vooral waar te nemen bij de afdelingen Horeca en Toerisme. Het percentage Brood & Banket-studenten die doorstromen van niveau 3 naar 4 is verder gedaald. Een verklaring daarvoor zou kunnen zijn, dat studenten die belangstelling hadden voor een leidinggevende functie, deze keuze al in het begin van studie maakten. We hebben namelijk een toename gezien van studenten die startten met niveau 4. De oorzaak zou echter ook kunnen liggen in de economisch situatie waarin we verkeren. Er moet hard gewerkt worden in de branche om het hoofd boven water te houden en ondernemers zijn dan niet altijd genegen hun personeel nog de mogelijkheid tot een vervolgopleiding te bieden. Eenzelfde situatie zien we namelijk bij Horeca, waar de doorstroom van niveau 3 naar 4 (gespecialiseerd kok)
nog steeds heel laag is. In die branche kan dat bovendien te maken hebben met de hoge kosten van een niveau 4-opleiding. Bij Toerisme zien we een omgekeerde beweging: daar neemt de doorstroom van niveau 3 naar 4 wederom toe. Wellicht ligt daar ook de economische situatie aan ten grondslag, maar dan omgekeerd. Het is niet altijd eenvoudig in bijvoorbeeld de reisbranche een baan te vinden, waardoor studenten op het eind van hun opleiding ervoor kiezen om nog maar een niveau hoger te gaan in plaats van te gaan werken. Van de gediplomeerden op niveau 4 heeft 54% te kennen gegeven een HBO-studie te gaan volgen. Het zijn vooral de studenten Toerisme en Facilitair die verder willen studeren. 3.c.4. Leren in de beroepspraktijk Leren in de beroepspraktijk is een wellicht vanzelfsprekend, maar o zo belangrijk element binnen de Cingel-opleidingen. In deze zin maakt de BeroepsPraktijkVorming (BPV) een onlosmakelijk deel uit van de onderwijsprogramma’s. Door het beschrijven van de onderwijsvisie en het samenstellen van een opleidingskaart (dec.2011) is duidelijk geworden, dat school en BPV geen twee op zichzelf staande opleidingselementen zijn, maar dat er een continue transfer dient plaats te vinden tussen binnen- en buitenschools leren. Dit is in 2012 duidelijk geworden bij het herijken van het diagnostische portfolio waarin de ontwikkelingsgerichte BPV nu nadrukkelijk is opgenomen. In 2012 is opnieuw nagedacht over de vormgeving en planning van de BPV. Dat doet het Cingel College in nadrukkelijk overleg met de BPV-partners. Zo wordt binnen de afdeling Horeca gebruik gemaakt van blokstages, bij Brood & Banket van lintstages (een aantal vaste dagen per week school en BPV) en bij de nieuwe opleiding Facilitair van een combinatie (1e jaar een lintstage, verdere jaren blokstage). De afdeling Toerisme kent wat dit betreft de meest bedrijfsgerichte stageperiodes. Omdat de hele toerismebranche seizoensgebonden is, zijn onze stageperiodes dat ook. Elke afdeling heeft één of twee docenten die belast zijn met de BPV-begeleiding. Dit houdt in dat zij de studenten in de BPV bezoeken, voortgangsgesprekken voeren, leermeesters en praktijkopleiders informeren en met hen de studenten beoordelen. Ook voor studenten zijn zij contactpersoon voor alle BPV-zaken. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in de spreekuren die zij voor studenten houden. Leren in de beroepspraktijk betekent in het nieuwe onderwijs ook steeds meer examineren in die beroepspraktijk. Daar kan de student het best aantonen, dat hij een competente beginnend beroepsuitoefenaar is geworden. Bij de afdeling Facilitair heeft de examinering op school voor een groot deel plaatsgemaakt voor examinering in de praktijk, in dit geval bij de locaties van Stichting Groenhuijsen in Roosendaal e.o. Bij de afdeling toerisme zijn er contacten gelegd met De Roompot om tot een soortgelijke examenafstemming te komen. Het inspectiekader maakt duidelijk dat het Cingel College verantwoordelijk is voor de begeleidings- en examenprofessionaliteit van de BPV-begeleiders en beoordelaars. Daarom hebben we het initiatief genomen om hen te trainen in beoordelingsvaardigheden. In 2012 hebben 38 praktijkopleiders en leermeesters deelgenomen aan onze training “Beoordelen doe je zo!” De evaluatie leerde ons dat de deelnemers erg tevreden zijn over dit aanbod, dus in het voorjaar van 2013 is een tweede sessie gepland. Uit het Bedrijfsonderzoek dat in 2012 is gehouden, dat bedrijven graag nog beter op de hoogte gehouden wensten te worden van de onderwijsontwikkelingen. Daarom hebben we in 2012 naar voorbeeld van de afdeling Horeca ook een leermeesteroverleg georganiseerd voor de afdelingen Toerisme en Facilitair. Het team Brood& Banket heeft in dat kader bij de start van het schooljaar twee heel speciale bijeenkomst georganiseerd voor leermeesters en hun studenten, waarbij meteen ook alle praktijkovereenkomsten in orde konden worden gemaakt.
3.d.
Examinering
3.d.1. Exameninstrumentarium Binnen het Cingel College vindt in een continue proces een aantal activiteiten plaats op basis waarvan steeds verbeteringen worden doorgevoerd op het gebied van examinering: Sinds 2010 koopt het Cingel College voor al haar opleidingen de examens in bij Examenwerk. Op die manier borgen we kwaliteit en werken we ook mee aan een vorm van gezonde, landelijke standaardisering. De periodieke product-examenenquêtes onder studenten die binnen iedere examenperiode worden afgenomen, hebben geleid tot de constatering dat de examens goed afgestemd waren op de stof, goed van lengte waren en helder waren opgesteld en geformuleerd. Dat geldt ook voor de instructie bij de opgaven. Wat betreft de talen hanteren we zowel door de inspectie goedgekeurde TOA-examens als eveneens goedgekeurde examens van De Vries. Voor de rekentoetsen maken we gebruik van de goedgekeurde toetsen van Rekenblokken (Malmberg). Daarnaast nemen we deel aan de pilotexamens van het CITO, zodat we ervaring opdoen met zowel die examens zelf, alsook met de logistieke organisatie rond die centrale examinering. In 2012 zijn we een onderzoek gestart naar het mogelijk werken met een digitaal systeem om inschrijving voor centrale examens goed te laten verlopen. We willen dit ROC-breed uitzetten. 3.d.2. Examenprocessen -
-
-
-
-
-
-
-
Het Cingel College neemt 1 x per 2 jaar de JOB-enquête af. Deze afname vindt plaats in de even jaren. In 2012 zijn geen onvoldoendes gescoord op vragen m.b.t. examinering. Alle scores bij alle vier de teams lagen tussen de 3,0 en 4,0. De Cingel-enquête onder studenten zal voortaan 1 x per 2 jaar in de oneven jaren plaatsvinden en dan speciaal gericht zijn op tevredenheid van examinering. Op die manier proberen we enquêtemoeheid te voorkomen en toch jaarlijks inzicht te krijgen in de mening van onze studenten. Deze staat dus gepland voor 2013. De enquête voor het onderwijspersoneel op het gebied van examenprocessen heeft plaats gevonden in december 2012. Daarbij zijn geen zaken naar voren gekomen, die om specifieke acties vroegen. De evaluatie op het bestaande Kwaliteitshandboek examinering heeft geleid tot een nieuwe versie voor schooljaar 2012/2013. Dit handboek voldoet op het terrein van competentiegerichte opleidingen en is al zo veel mogelijk geënt op de Examenprofielen. Ieder opleidingsteam maakt een examenzelfevaluatie volgens de inspectiestandaarden via het kwaliteitszorgsysteem Yucan. In Yucan wordt tegelijkertijd de onderwijskwaliteit geëvalueerd en het is de bedoeling van daaruit ook te gaan werken met de Yucanverbeterplannen. Een van de ROC-auditteams (daartoe opgeleide mensen vanuit andere instituten) onder leiding van Phasis heeft in 2012 een onderzoek uitgevoerd onder andere op de examens van de opleiding Facilitair. Het resultaat was onvoldoende met betrekking tot de borging van de proeve in de praktijksituatie. In de examencommissie is besloten dat commissieleden in het schooljaar 2013 steekproefsgewijs bij het afnemen van de proeve in de praktijk aanwezig zullen zijn. In schooljaar 2012/2013 hebben wij met alle studenten die dat gezien de bepalingen mochten, meegedaan aan de pilot van het CITO op het gebied van Nederlands en rekenen. Samen met de andere colleges van ROC West-Brabant heeft het Cingel College een Commissie van Beroep voor de Examens.
Een aantal voorbeelden van in 2012 doorgevoerde verbeteracties op het terrein van examinering zijn: Uitgebreide uitleg over het Toezichtkader 2012 aan alle Cingel-collega’s in een plenaire studiebijeenkomst. Het op de agenda plaatsen van examinering bij de 4 verschillende klankbordgroepen (vertegenwoordiging vanuit het bedrijfsleven) en bij de afdelingsteams. Controle op de uitvoering van de afname van de examens vond plaats door het hoofd van het examenbureau die na iedere examenperiode verslag hierover uitbracht aan de examencommissie. Het werken met een gecommitteerde en observatielijsten bij mondelinge examens. Het bedrijfsleven betrekken bij praktijkexamens en examens ondernemersplan. Binnen de Facilitair opleiding hebben we in 2012 met succes gewerkt met een geselcteerd aantal vestigingen van Groenhuizen voor het afnemen van de examens. Het is ons plan deze werkwijze ook binnen de Toerisme-opleidingen toe te gaan passen. Vanuit het examenbureau werden de opleidingsteams bijgepraat over de gang van zaken m.b.t. surveilleren tijdens de afname van examens. Het professionaliseren van BPV-bedrijfsfunctionarissen in het beoordelen van studenten d..m.v. een op het Cingel aangeboden cursus. Deelnemers daaraan worden opgenomen in een Cingel-register. Verder hebben we, op basis van bevindingen uit een interne audit, in 2012 een extra controle uitgevoerd op het aanwezig zijn van correct getekende examenformulieren en examenverslagen. Op het gebied van examinering hebben ons in 2012 geen klachten bereikt. De proces-verbalen uit de verschillende examenperiodes bleken na analyse ėėn zaak te bevatten, die om nadere actie vroeg. Tijdens de afname van het examen gebouwenbeheer (opleiding Facilitair) hebben vier studenten een onregelmatigheid gepleegd tijdens het examen. De examencommissie heeft toen de volgende sanctie opgelegd: een officiële waarschuwing en bij een volgend vergrijp verwijdering van de opleiding Facilitair. Daarnaast hebben de studenten het examen gebouwenbeheer in de vierde examenperiode van 2012 in kunnen halen. 3.d.3. Diplomering In 2012 heeft de diplomering plaats gevonden in januari voor de opleiding Brood & Banket, in juli voor alle opleidingen van het Cingel College en in oktober voor de opleiding Vacansoleil. Gedurende het schooljaar zijn diploma`s uitgereikt aan Mission Food en Burger King m.b.t. de samen met P3 georganiseerde bedrijfsgroepen. Het Cingel College heeft het onderwijs- en examenprogramma van iedere opleiding per cohort vastgelegd in een Opleidingswijzer en de procedures rond examinering in een Examenhandboek, dat jaarlijks wordt geactualiseerd en steeds in overeenstemming wordt gebracht met de landelijke Examenprofielen en het landelijke Examenhandboek Taal/rekenen. Een commissie van 3 personen stelt de kwaliteit van de ingekochte examens nogmaals vast, waarna ze officieel ter goedkeuring worden voorgelegd aan de Cingel-Examencommissie, waarin ieder team vertegenwoordigd is. Alle activiteiten rond examinering (van ontwikkeling en planning tot en met afname en archivering) zijn Cingel-centraal weggelegd bij het Examenbureau. Diplomering vindt pas plaats, als het Examenbureau het dossier per student heeft gecontroleerd; extra controle vindt plaats door de voorzitter van de Examencommissie, die uiteindelijk de diploma’s tekent. Daarbij tekent zich wel steeds meer de ingewikkelde controle op de taal- en rekeneisen af, die per cohort en per uitstroommoment variëren. We zijn hier extra alert op, aangezien we inzien dat vergissingen op de loer liggen.
4. Kwaliteit 4.a.
Kwaliteitszorg
Het Cingel College groeit langzaam toe naar het zich bewuster worden van het belang van de PDCAcyclus en dat strookt met het belang dat de inspectie hecht aan goede kwaliteitszorg binnen scholen. In 2012 hebben de volgende acties plaatsgehad op het terrein van kwaliteitszorg: Controles op: o de 1 oktober-presentie o de aanwezigheid van OOK’s en POK’s o de volledigheid van de studentendossiers (conform de bekostigingsvoorwaarden) o de aanwezigheid van de juiste diploma’s (conform de bekostigingsvoorwaarden) o de geplande en gerealiseerde onderwijstijd uitgaand van de 850- en 300-urennorm o de balansreview o het rendement (jaar- en diplomaresultaat) o het ziekteverzuim o de uitvalgegevens o extra controle op de examendossiers. Het Cingel-beleidsplan Kwaliteitszorg is in 2012 bijgesteld op basis van nieuwe inzichten, goedgekeurd door teamvoorzitters, staf, management en Onderdeelcommissie en zal in 2013 breed aandacht krijgen op een studiemiddag. Aanvullend aan het plan zal in 2013 een jaarschema gemaakt worden, waarop alle activiteiten rondom controles en kwaliteitszorg in de tijd worden gepland. Op die manier willen we de verschillende acties die nu allemaal al plaatsvinden (zoals enquêtes, panelgesprekken, resultaatbesprekingen in teams, invullen zelfevaluaties en verbeterplannen met teams, team-en jaarplannen gebaseerd op de resultaten uit audits , enquêtes en panelgesprekken, jaarverslag, audits) structureel een vaste plaats geven in het jaarrooster. Dat geeft iedereen rust en overzicht. In de periode 2010-2012 hebben alle vier de teams inmiddels verschillende zelfevaluaties ingevuld via Yucan. Eerst waren die te negatief aldus audits, vervolgens te positief en in derde instantie waren ze te beknopt. Het heeft ons heel wat inspanningen gekost om de goede modus daarin te vinden. We denken die nu te hebben, zodat we in 2013 vanuit een solide basis de stap naar de verbeterplannen via Yucan kunnen maken. We zien allemaal namelijk het belang van zo’n systeem in, het is redelijk gebruiksvriendelijk, maar nog niet flexibel genoeg en het kost allen heel veel tijd om het naar behoren in te vullen. In 2012 hebben we een van de onderwijscollega’s voor 0,2 FTE vrijgemaakt om de teams te assisteren bij de kwaliteitscyclus via Yucan en we krijgen goede ondersteuning vanuit de centrale dienst Audit&Control. Voor het team Facilitair heeft 2012 helemaal in het teken gestaan van het realiseren van het verbeterplan waarin heldere doelen stonden geformuleerd. Wij hadden dat zelf eind 2011 al ingezet en n.a.v. de inspectieaudit werd het plan uitgebreid. In 2013 zal het verbeterplan dat opgesteld is geweest volgens inspectieformat worden overgebracht naar Yucan, zodat we over 1 goed verbeterplan beschikken. Naar voorbeeld van het verbeterplan Facilitair is ook een start gemaakt met het verbeterplan Toerisme eind 2012, dat in 2013 zijn beslag gaat krijgen. Gegevens om de kwaliteit te kunnen verbeteren, hebben we verkregen via: o vergadering van de examencommissie ( maandelijks) o overleg tussen SLB’ers ( 6 x per jaar) o teambesprekingen (maandelijks) o 2-wekelijkse gesprekken tussen teamvoorzitters en management over de samenwerking, de sfeer, onderwijs- en beleidsaangelegenheden o 2-wekelijkse gesprekken tussen teamvoorzitters, afdelingsmanager en stafmedewerker O&I over onderwijszaken o periodiek overleg tussen individuele stafmedewerkers en directeur (3-wekelijks)
o o o o o o 4.b.
periodiek overleg tussen teamvoorzitters en afdelingsmanager (maandelijks) overleg stafmedewerkers (4x per jaar) functionerings- en beoordelingsgesprekken (resp. 2- en 3-jaarlijks), waar voor onderwijspersoneel lesbezoek aan vooraf gaat evaluatiegesprekken met nieuwe medewerkers (na een half jaar) MARAP (4 x per jaar) interne en externe audits.
Beoordeling
Natuurlijk zal eenieder met hart voor de zaak kritisch kijken naar de eigen behaalde resultaten, maar vanwege de objectiviteit is het van belang de eigen mening met regelmaat te toetsen aan de mening van andere betrokkenen: de stakeholders (studenten, collega’s en bedrijven) en onafhankelijke instanties (auditteams en inspectie). Binnen het Cingel College hanteren we daarvoor de volgende middelen: o De algemene landelijke studenten-enquête (JOB-enquête) die tweejaarlijks plaatsvindt en is afgenomen in de periode december 2011-maart 2012. De resultaten waren in september definitief, en zijn in de maanden daarna besproken in panelgesprekken met studenten. Gegevens daaruit zullen begin 2013 in de teams worden besproken. De in september bekend zijnde verbeterpunten zijn meegenomen in het jaarplan voor 2013. Er waren gelukkig heel wat goede beoordelingen, maar ook een aantal nog te verbeteren zaken, zoals: Verbetering van het rooster (er is een nieuwe roostermaker aangesteld) en het doorgeven van roosterveranderingen (er zijn telefoonlijsten ontwikkeld en digitale schermen op kritische locaties opgehangen, waarop roosterwijzigingen worden gepubliceerd). Gebruik boeken en lesmaterialen( hieraan zal in 2013 extra aandacht worden besteed bij het samenstellen van de boekenlijst). Stagevoorbereiding (met name bij Facilitair en Toerisme; dit zal deel uit gaan maken van verbeteracties). Begeleiding vanuit school tijdens de stage (in schooljaar 2012/2013 zal het BVP-overleg weer worden ingevoerd en dit zal dan een agendapunt zijn). o Het 3-jaarlijkse Personeelsonderzoek, dat plaatsvond in 2011 en in 2014 een vervolg zal krijgen. o Het 3-jaarlijkse Bedrijvenonderzoek, dat is afgenomen in 2012. Resultaten daaruit zijn besproken in elk van onze 4 klankbordgroepen. Belangrijkste verbeterpunt betrof het verbeteren van het contact met het bedrijfsleven en hen op de hoogte houden van onderwijsvernieuwingen. Daarop is in 2012 al direct actie ondernomen door verschillende leermeestersbijeenkomsten te organiseren en trainingen voor hen te verzorgen op het gebied van beoordelen. o Periodieke enquêtes onder studenten m.b.t. gemaakte examens (zie 3.d. Examinering). o 2 x Per schooljaar panelgesprekken met een vertegenwoordiging van studenten over organisatie en onderwijs. o Gesprekken van de directeur met groepen collega’s over de kwaliteit van de Cingelorganisatie o Gesprekken met de vier klankbordgroepen (3 à 4x per schooljaar). o Halfjaarlijkse audits die worden afgenomen door daartoe opgeleide auditteams vanuit andere instituten binnen ROC West-Brabant o.l.v. Bureau Phasis; deze resulteren in gedetailleerde auditrapporten en een managementreview en de gegevens daaruit vormen weer actiepunten voor verbeterplannen en het jaarplan. o Inspectieonderzoeken die zijn gebaseerd op het Toezichtkader en die resulteren in transparante rapporten.
5. Bedrijfsvoering 5.a
Financiën
5.a.1 Realisatie versus begroting De begroting voor 2012 liet een tekort zien van € 376.000. Vanzelfsprekend was niemand daar trots op, maar het werd vanuit de Raad van Bestuur geaccepteerd. Door allerlei omstandigheden kon uiteindelijk het boekjaar 2012 afgesloten worden met een tekort van € 215.000. Een verschil in gunstige richting van zo’n € 161.000. We hadden dit enerzijds te danken aan het heel bewust omgaan met onze uitgaven, maar er waren ook belangrijke meevallers. Een beknopt overzicht van de verschillende afwijkingen ten opzichte van de begroting: De uiteindelijke rijksbijdrage bleek € 69.000 hoger te zijn door verhoging i.v.m. loon- en prijsindex. De geoormerkte OC&W-subsidies waren ca. € 57.000 lager dan begroot. Enerzijds vielen de kosten gemaakt binnen de stagebox lager uit dan begroot (ca. € 29.000). Anderzijds waren de kosten voor School Maatschappelijk Werk ( ca. € 33.000) lager dan begroot. De niet-geoormerkte subsidies waren ca. € 104.000 lager dan begroot. Dit komt enerzijds doordat vanwege tegenvallende wachtgeldverplichtingen, het wachtgeldbudget (ca. € 70.000) weer ingetrokken is. Anderzijds is de voorfinanciering ca. € 36.000 lager dan begroot. Dit komt ten eerste door de lagere kosten (ca. € 20.000) voor CSA, omdat de jaarlijkse fee pas vanaf 1 augustus betaald hoefde te worden i.p.v. over een geheel jaar. Ten tweede door de lagere kosten (ca. € 12.000) voor Patissier, omdat de opleiding uiteindelijk niet gestart is per 1 augustus i.v.m. te weinig aanmeldingen. De loonkosten waren € 110.000 lager dan begroot. Dit komt doordat sommige ziektevervangingen via personeel derden zijn gelopen. Daarnaast is de vacature voor Patissier nog niet ingevuld, omdat de opleiding niet is gestart vanwege te weinig aanmeldingen. De post personeel derden was ca. € 139.000 hoger dan begroot. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door inhuur van een interim afdelingsmanager en door vervanging van de zieke roostermaker door een collega via detachering vanuit het mobiliteitsbureau. De kosten voor scholing bleven met ca. € 80.000 achter op de begroting. Dit komt door lagere kosten voor het project Intensivering Taal en Rekenen ROC breed, het doorschuiven van een deel van de didactische scholing naar 2013 en het achterwege laten van niet heel noodzakelijke uitgaven in het kader van de bezuinigingen. De beheer- en administratiekosten zijn ca. € 57.000 lager dan begroot. Dit komt door lagere advieskosten voor CSA (ca. € 26.000) vanwege de verlate ingangsdatum. Verder bleken de kopieerkosten ca.€ 25.000 lager uit te vallen. De oorzaken daarvan zijn Europese aanbesteding en minder doorbelasting vanuit Radius. De kosten leerlingen laten een onderschrijding zien van ca. € 164.000. Dit komt door € 81.000 lagere examenkosten. In de begroting gingen we er nog van uit, dat de taal- en rekenexamens extern zouden plaatsvinden. Bovendien hebben we door het landelijk veranderde beleid inzake opleidingskosten lagere excursiekosten gehad (ca. € 45.000) en lagere overige vieringen/activiteiten van € 26.000. Studenten nemen immers voortaan deel aan dergelijke vakactiviteiten op vrijwillige basis. 5.a.2 Innovatiebox Vanuit de Innovatieboxgelden heeft het Cingel College in 2012 gebruik kunnen maken van € 60.409,-- extra gelden. Daar hebben we 4 “projecten” mee gerealiseerd; experimenten met een mogelijk nieuwe aanpak van lessen en werkwijzen: Het verder uitbouwen van de werkwijze van het evenementenbureau. Een instructeur vertaalt daarbij onder leiding van een docent interne en soms externe opdrachten op het terrein van
-
-
het organiseren van evenementen, excursies en workshops naar praktijksituaties voor toerisme- en recreatiestudenten. De werkzaamheden bestonden uit: o Evaluatie en doorontwikkeling van het concept, de programma’s en het overleg zowel met het Toerisme- en Managementteam, als het overleg met de andere teams waarvoor opdrachten werden uitgevoerd door de studenten. o Marketingactiviteiten om de werkzaamheden onder de aandacht te brengen van mogelijke opdrachtgevers. o Het instrueren en begeleiden/beoordelen van de studenten. Het project Internationalisering, waarbij we de volgende werkzaamheden hebben verricht: Het uitbouwen van internationale contacten met directies van vergelijkbare Hotelscholen via de EUHOFA, waar o.a. mogelijkheden ter sprake kwamen voor uitwisseling van stagebegeleiding en doorstroom van MBO naar HBOinstituten in het buitenland. Deelname aan een internationale conferentie, waarbij onderwijsinrichtingen werden uitgewisseld en actuele inzichten m.b.t. de nieuwe generaties en hun leerwijzen werden gepresenteerd. Internationale uitwisseling van studenten en hun begeleiders via de AEHTwedstrijden en de voorbereidingen daarop, waaraan studenten van drie van de vier Cingel-afdelingen hebben deelgenomen in 2012. Het organiseren van speciale spreekuren voor studenten op het gebied van internationale stages. De lessen Breinleren, waarmee we zijn gestart in schooljaar 2011-2012 en die geëvalueerd en bijgesteld zijn in de eerste helft van 2012 voor het schooljaar erna. Dit betreft een lessencyclus, waarbij docenten rekening houdend met de nieuwste inzichten rond het puberbrein, de studenten bewust maken van hun eigen leerproces en hen zo helpen dit te optimaliseren. Verschillende activiteiten ter voorkoming van het Voortijdig School Verlaten (VSV): Het gehele Facilitaire kernteam heeft een 6-tal didactische werkateliers gevolgd om de lessen sprankelender te maken en meer te laten aansluiten bij de hedendaagse jeugd. Deze zijn afgesloten met lesobservaties, nabesprekingen en gezamenlijke evaluatiebijeenkomsten. Er zijn structureel intervisie- en kennisdelingsmiddagen georganiseerd voor het SLBteam (in totaal 27 collega’s), voorbereid en begeleid door de stafmedewerker Onderwijs & Innovatie, de Manager Onderwijs en tegen het eind van het jaar door de Zorgcoördinator. De bevindingen en ideeën die daaruit voortkwamen zijn vervolgens toegepast binnen de begeleidingsgesprekken met de studenten en in de vernieuwing van de SLB-aanpak. In zijn totaliteit is aan deze professionalisering 950 uur besteed.
5.a.3. Stagebox In het kader van algehele kwaliteitsverbetering van het Cingel-onderwijs, goede stageplaatsen (ook voor moeilijk plaatsbare studenten) en de strijd tegen voortijdige uitval door het voorkomen van stageteleurstellingen, zijn in 2011 de volgende activiteiten ondernomen: In de niveau 2-groepen Toerisme is standaard in het rooster 1 uur Stagevoorbereiding opgevoerd, waarin veel aandacht is besteed aan bedrijfscultuur, beroepsmatig gedrag, persoonlijke presentatie en sollicitatie. Om de begeleiding (werving en voorbereiding) zo servicegericht mogelijk te maken zijn voor alle Horeca-, Toerisme en Facilitaire studenten speciale BPV-spreekuren ingevoerd. Het onderwerp BPV-begeleiding en BPV-mogelijkheden- en wensen is uitgebreid onderwerp van bespreking geweest in de volgende vormen van overleg: o In de vier Klankbordgroepen (vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven-onderwijs per branche) o Cingel-breed BPV-overleg (BPV-coördinatoren-Managementteam)
BPV-overleg ROC West-Brabant (BPV-coördinatoren) Landelijk overleg georganiseerd vanuit de MBO-raad binnen de werkgroepen voor directeuren en de werkgroepen onderwijs o Leermeesteroverleg binnen de 4 afdelingen. Daarbij zijn 17 collega’s betrokken geweest (die samen 1273 uur hieraan besteedden) en vele bedrijfsfunctionarissen met hart voor goed onderwijs. o o
5.a.4 Intensivering taal/rekenen Onderdeel 1: Ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte deelnemers en personeelsleden
Activiteit(en)
Betreft Nederlandse taal (T) en /of rekenen (R)
Hieraan bestede middelen in euro’s
Aantal Aantal bereikte bereikte personeelsdeelnemers leden
A Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1.Nieuwe methode Alle 1e jaars Nederlands T 485 n.v.t. 2.Remedial Teaching T/R Alle 3.Beroepsgerichte deelnemers rekenopdrachten toerisme R € 992 Toerisme n.v.t. (290) B Toetsing van deelnemers 1.TOA-toetsen + Allen voorbereidingen T/R (866) n.v.t. 2.Deelname aan 2F en 3F pilotexamens Nederlands Inclusief examenorganisatie alle toetsen/opdrachten (van instap tot examinering) T € 32.210 82 n.v.t. C Extra onderwijstijd 1.Inzet van niveaugroepen taal 2. Remedial Teaching
T T/R
€ 27.979
Allen (866)
n.v.t.
D Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1.Computerprogramma’s / methodes en materialen T/R 2. Coördinatie T/R T/R
€ 2.481 € 57.350
Allen (866)
11
E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen E.1 Professionalisering van docenten 1. Scholing docenten tot Assessor Nederlands T n.v.t. 2.Training vakdidactiek rekenen R n.v.t. 3.Bijwonen landelijke bijeenkomsten T&R T/R € 782 n.v.t. E.2 Professionalisering van overige functionarissen
3 1 10
Activiteit(en) 1.Bijwonen (landelijke) bijeenkomsten T&R door directeur / staf
Betreft Nederlandse taal (T) en /of rekenen (R)
T/R
Hieraan bestede middelen in euro’s
Aantal Aantal bereikte bereikte personeelsdeelnemers leden
n.v.t.
2
Onderdeel 2: Reflectie op behaalde resultaten Gedurende 2012 heeft het Cingel College de lijn van 2011 inzake de ontwikkeling van de z.g. drieslag doorgetrokken. De drieslag betreft het op drie fronten werken aan taal en rekenen: 1. Goede vaklessen 2. Ondersteuning voor zwakke studenten 3. Integratie met beroepsgerichte kerntaken en werkprocessen. Nederlands Het docententeam Nederlands heeft zich, om te kunnen voldoen aan een goed aanbod van lessen, weer met een docent uitgebreid. Er zijn vijf docenten Nederlands, waarvan er één speciaal belast is met RT. Van het team volgen er twee docenten de 2e graads docentenopleiding Nederlands. Drie docenten Nederlands hebben afgelopen jaar hun certificaat Assessor Nederlands t.b.v instellingsexamens behaald via een training en examen bij het I.T.T.A (Universiteit van Amsterdam). Om een betere kwaliteit lessen Nederlands te bereiken, is voor een andere methode gekozen. Na een goede voorbereiding en afweging werken we nu Cingel-breed met de methode NuNederlands. Voor zover het past binnen onze jaarplanning, stageperiodes, de examenperiodes van het COE en de opleidingsduur van onze studenten, neemt het Cingel College zoveel mogelijk deel aan de pilots rondom centrale examinering. In januari 2012 hebben we deelgenomen aan zowel het 2F als het 3F centraal pilot examen. Zonder te veel waarde toe te kennen aan de uitslagen (ook vanuit COE en Cito wordt uitdrukkelijk gewezen op de experimenteerstatus van de examens) zien we, dat de 2F examens iets boven het landelijk gemiddelde lagen en de 3F examens er net onder. In juni 2012 werden alleen 3F examens afgenomen. Ook toen lag het Cingel College net onder het landelijk gemiddelde. Om te oefenen met de instellingsexamens spreken, gesprekken voeren en taalverzorging (incl. schrijven) maken we gebruik van de door de inspectie goedgekeurde TOA-toetsen van bureau ICE. Om een verdere integratie te bereiken met de beroepsgerichte opleidingen worden docenten Nederlands meer en meer gekoppeld aan een team. Zo verkrijgen we wederzijdse communicatie, afstemming, informatie en begrip voor elkaar tussen docenten van de beroepsgerichte vakken en de docenten van de generieke onderdelen. We zien bijvoorbeeld dat instellingsexamens Nederlands bij de afdeling Horeca worden afgenomen tijdens de uitvoering van praktijkonderdelen. Rekenen De vaklessen rekenen worden op het Cingel College overwegend verzorgd door docenten Economie die de training vakdidactiek rekenen hebben gevolgd binnen het ROCWB. Er wordt gewerkt met de methode Rekenblokken. We blijven daarbij zoeken naar een juiste balans tussen online en offline rekenen, waarbij het digitale programma in staat is om elke student op elke rekendomein individueel te monitoren en diagnostisch te toetsen. Voor het proefexamen maken we naast het Cito-examen gebruik van een examen rekenblokken, dat ook alle huidige exameneisen op 2F en 3F niveau dekt. In januari 2012 heeft het Cingel College deelgenomen aan de landelijke pilotexamens rekenen. Onder dezelfde restrictie als beschreven bij Nederlands, kunnen we concluderen dat de 2F examens ruim boven het landelijk gemiddelde lagen en de 3F examens er iets onder. Hierbij dient echter aangetekend te worden, dat de landelijke resultaten over de hele linie zwaar onvoldoende waren. In juni 2012 waren er alleen 3F examens. Opnieuw een laag landelijk gemiddelde, maar een Cingelscore die daar ruim boven lag.
Onder aansturing van de rekencoach van het Cingel College is in 2012 bij het team toerisme gestart met het ontwikkelen van beroepsgerichte rekenopdrachten, die passen binnen de opleidingskaart van het Cingel College en daarmee binnen de visie op integraal leren van het Cingel College. Bij het ontwikkelen van de nieuwe opleiding Facilitair, worden rekentaken expliciet opgenomen in de z.g. integrale opdrachten. Naast een verdere ontwikkeling hiervan in 2013, zal er ingezet gaan worden op een verbeterde afstemming tussen rekendocenten en vakdocenten om een gezamenlijke bewustwording van integraal leren te verkrijgen. De docenten rekenen zijn actief in het bijwonen van de (sub)netwerken rekenen en landelijke rekenconferenties. Remedial Teaching De RT-notitie van het Cingel College is in 2012 geëvalueerd en bijgesteld, m.n. in de procedurele afspraken. In 2012 is het Protocol Ernstige Reken en Wiskunde-problemen en Dyscalculie voor het MBO verschenen. De rekendocenten hebben landelijke informatiebijeenkomsten hierover bijgewoond en trachten de richtlijnen ervan te integreren in het rekenonderwijs op het Cingel College. De RTdocent van het Cingel College is drie dagen per week beschikbaar voor individuele ondersteuning t.b.v. alle taal- of rekenzwakke studenten. 5.b.
Personeel
Het personeel van het Cingel College is de belangrijkste schakel voor het realiseren van ons hoofddoel: jonge mensen een waardevol diploma bezorgen. We willen dan ook een goede werkgever zijn en prettige arbeidsomstandigheden creëren, zodat een gepassioneerd team ontstaat, dat de kernwaarden van het Cingel College en ons centrale thema uitdraagt. Dat straalt af op de student, waardoor we hem een plezierige en succesvolle studie bieden. Een professioneel Arbobeleid is voor de gehele Cingel-gemeenschap van belang. Welke activiteiten in dat kader in 2012 zijn gerealiseerd staat vermeld in 5.d. Omgang en veiligheid. 5.b.1. Personeelssamenstelling Het Cingel-team heeft een goede man-vrouw-mix ( 35 dames naast 37 heren) en is de afgelopen jaren verjongd, dankzij het op natuurlijke plaatsmaken door gepensioneerde collega’s voor jonge arbeidskrachten. In 2012 was het leeftijdsgemiddelde 46,8 jaar. In onderstaand schema wordt duidelijk wat de verhouding vast en tijdelijk personeel is en in welke categorieën onze collega’s zijn in te delen: Onderwijspersoneel (OP), Onderwijsondersteunend personeel (OOP) en management (DIR).
Formatie overzicht Cingel College FTE Dienstbetrekkin g DIR Totaal DIR OP
Dienstverband Functie omschrijving
Bepaalde tijd
Directeur Unitdirecteur Instructeur Docent Docent LC Stafdocent Opleider
Totaal OP OOP Conciërge A Conciërge B Controller A Directiesecretaresse Financieel administratief medewerker Informatieverstrekkend telefonist/receptionist Medewerker deelnemersadministratie Medewerker studievoortgang Operationeel planner Operationeel planner ( via detachering ziektevervanging) Stafmedewerker facilitair bedrijf Stafmedewerker instituutsadministratie Stafmedewerker Onderwijs en Innovatie Stafmedewerker P&O Stafmedewerker PR en communicatie Teamleider deelnemersadministratie (via detachering) Zorgcoördinator Totaal OOP+DIR Totaal OP Eindtotaal
2,85
2,15 5,00
Onbepaalde tijd 1,00 1,00 2,00 3,40 6,54 21,36 1,66 32,96 1,00
0,40 0,50 0,60 0,85 1,00 1,30 0,62 0,50
1,00 1,00 2,00 3,40 9,39 21,36 1,66 2,15 37,96 1,00 0,40 0,50 0,60 0,85 1,00 1,30 0,62 0,50
0,50 0,50 0,50 0,60 0,50
0,50 0,50 0,50 0,60 0,50 0,40
0,50 0,90
0,50 0,90
12,37 32,96 44,43
13,17 37,96 51,13
0,40
0,80 5,00 5,80
Eindtotaa l
5.b.2. Ziekteverzuim Het verzuimpercentage over 2012 voor het Cingel College komt uit op 3,31 %. Het normpercentage van het ROC WB is 4 %. Het frequent verzuim is 1,00. Norm frequentie ROC WB is 1,30 Sinds een paar jaar voert het Cingel College de zogenaamde “Welkom Terug “ gesprekken. Deze gesprekken worden gevoerd door de Afdelingsmanager en de Stafmedewerker P&O en hebben als doel in gesprek te raken met personeelsleden die drie keer of meer zich ziek gemeld hebben in een jaar. Ook personeel dat een bezoek gebracht heeft aan de bedrijfsarts, wordt opgeroepen voor een gesprek. Op deze wijze kunnen we in alle openheid het verzuim bespreken en samen naar oplossingen zoeken om het terug te brengen.
Verzuim percentage 2011 Cingel College 3,89% Verzuimpercentage 2012 Cingel College 3,31%
Streefpercentage ROC WB 4% Streefpercentage ROCWB 4 %
Verzuimfrequentie 2011 Cingel College 1,16 Verzuimfrequentie 2012 Cingel College 1,00
Norm Frequentie ROC WB 1,30 Norm Frequentie ROC WB 1,30
5.b.3. Professionele ontwikkeling personeel Ook in 2012 was weer aandacht voor het toegroeien naar resultaatverantwoordelijke teams: De teamvoorzitters zijn geschoold en hebben ervaring opgedaan met intervisie. We werkten voor de 2e keer met het F5-model, hetgeen nog niet in alle teams feilloos verliep; in 2013 zal daarin een verbeterslag worden gemaakt. We hebben in 2012 een evaluatiesysteem ontwikkeld voor de teamvoorzitters, die daarmee door het team en het management zijn beoordeeld. 2 Van de 4 teamvoorzitters zijn een tweede periode van 3 jaar ingegaan en 1 teamvoorzitter heeft de rol met een jaar verlengd, waarna weer evaluatie plaatsvindt. Het werken met teambudgetten verloopt nog niet naar wens: het is moeilijk onderscheid maken tussen waar het team direct invloed op uit kan oefenen en wat meer centraal wordt bepaald. Bovendien lukt het ons nog niet maandelijks rapportages op teamniveau te realiseren, waardoor het moeilijk is voor de teams ergens op te sturen. Qua investeringen lukt dat wel, omdat dat een veel overzichtelijker item is. Voor 2012 waren weer functionerings- en beoordelingsgesprekken gepland, waarbij voor het onderwijzend personeel de Wet Bio leidraad is en de beoordelingen altijd geschieden op basis van lesbezoek met bijbehorende feedback . Uit enquêtes en controles is echter gebleken, dat er achterstand is opgelopen, die in 2013 zal worden ingelopen. Samen met de ROC Academie zijn diverse trainingen in gang gezet en verzorgd; bijv. klassenmanagement en coachingsvaardigheden voor docenten, timemanagement voor stafmedewerkers, financiële training voor managers (zie ook 2.b.1.). Daarnaast hebben we zelf ook verschillende studie(mid)dagen georganiseerd om onze onderwijscollega’s te professionaliseren op bijv. het terrein van didactiek en het gebruik van social media. Het scholings-/ontwikkelingsoverzicht is ook in 2012 weer geactualiseerd. Daarin zijn opgenomen: workshops, seminars, symposia, trainingen, cursussen, team-ontwikkelingsbijeenkomsten, studiedagen de docentenstages (bij bedrijven en/of collegascholen) de aangevraagde carreerscans. Verder maakten drie docenten gebruik van de Lerarenbeurs ter verdere professionalisering van zichzelf en indirect daardoor de kwaliteit van het Cingel-team en het Cingel-onderwijs. Dit gebeurde op het terrein van economie, begeleiding van studenten en psychologie. Daarnaast zijn in 2012 6 opleiders/instructeurs druk doende geweest zich te professionaliseren richting het docentschap. Een van hen heeft medio 2012 zijn akte behaald; de anderen zullen ook in 2013 nog druk met hun studie bezig zijn. 5.c.
Huisvesting
In 2011 leek een groot verlangen om de afdeling Brood & Banket en de andere afdelingen van het Cingel College samen te voegen, werkelijkheid te gaan worden. Vooral met het oog op de twee specialistische opleidingen – de Cas Spijkers Academie en de Patisserie-opleiding – geniet dat grote voorkeur. Teams kunnen elkaar dan stimuleren en uitdagen, het voorkomt dubbele investeringen en bevordert de eenheid. Bovendien is bekend dat de locatie aan de Terheijdenseweg hoogst eindig is. In 2012 bleek echter, dat de mogelijkheid de bakkers aan de Karnemelkstraat te vestigen vooralsnog niet gerealiseerd kon worden. Maar….over twee jaar zijn er wellicht nieuwe mogelijkheden. We geven de moed niet op!
Een doekje voor dit bloeden waren in 2012 de lang verwachte nieuwe ovens, die het werk voor studenten en docenten behoorlijk hebben veraangenaamd. Het Horeca-team is blij met de praktischer stoelen, schitterend digitaal scherm en moderner restaurantinrichting, die in de zomer van 2012 BAROC een geheel nieuwe uitstraling heeft bezorgd. De in 2011 voor het jaar 2012 aangevraagde investeringen hebben we allemaal kunnen realiseren. In 2013 zal, naast te vervangen apparatuur en het verbeteren van het animatielokaal, nog wel nog verder bekeken moeten worden hoe we, qua accommodatie, het best de centrale examineringen kunnen inrichten. In 2012 zijn ook weer een aantal ruimtes in overeenstemming gebracht met de huisstijl en er zijn digitale schermen, dan wel beamers met schermen, aangebracht in lokalen waar die nog niet waren voorzien. Lokaal 004 is op orde gebracht voor de CSA en lokaal 301 is omgetoverd tot SLB-ruimte. Wat betreft de huisvesting is het Cingel College dus aardig op orde. Een doorn in het oog blijft echter nog altijd het ontbreken van een goede aula als ontmoetingsplaats voor de studenten en de moeilijke beheersbaarheid van de locatie Markendaalseweg 54. We hebben echter niet te mopperen en krijgen alle medewerking van de Raad van Bestuur om ons gebouw binnen redelijke termen te optimaliseren. 5.d.
Omgang en veiligheid
Bij het Cingel College zijn we graag gastvrij, klantgericht en gaan we respectvol met elkaar om. In de Cingel-agenda en het Deelnemersinstituut staan de gedragsregels voor de omgang met elkaar duidelijk vermeld. Ieder jaar worden deze opnieuw getoetst en aangepast waar dat nodig is. Aan het begin van het schooljaar (introductieprogramma) wijst de SLB’er op dit belangrijke hoofdstuk in de schoolagenda. Daarnaast vinden we bij het Cingel College een veilig leer- en leefklimaat heel belangrijk. In dat kader is het Schoolveiligheidsplan tot stand gekomen met als doel alle vormen van agressie, geweld, seksuele intimidatie, discriminatie en pesten binnen, of in de directe omgeving van de school zoveel mogelijk te voorkomen. Aandachtspunten daarin zijn ook het zorgdragen voor technische veiligheid van les- en werkruimtes ter voorkoming van incidenten naast het treffen van maatregelen als die incidenten zich wel voordeden. In het Schoolveiligheidsplan worden preventieve maatregelen beschreven en hoe er omgegaan wordt met incidenten en calamiteiten. De verantwoordelijkheid voor een veilig leer- en leefklimaat wordt in eerste instantie gedragen door de directie, maar ook studenten en medewerkers hebben op dit gebied hun verantwoordelijkheid, o.a. door het signaleren van ongewenste situaties en het invullen van de incidentenmonitor. In 2012 heeft de Arbo-commissie veel onderwerpen nader uitgewerkt op het gebied van een veilig leer- en leefklimaat. Deelname aan het centrale Arbo-netwerk en regelmatig overleg met de Arbocommissie vormden daarvoor een belangrijke basis. De volgende onderwerpen en/of werkzaamheden zijn aan de orde geweest en/of uitgevoerd: • • • •
Het Arbo-beleidsplan van het Cingel College is in 2012 goedgekeurd door de directie en Onderdeelcommissie (OC) en vormde daarmee de basis voor het onderwerp omgang en veiligheid. De Arbo-commissie heeft een Arbo-studiemiddag georganiseerd voor het gehele personeel met als thema ‘Gebruik van Social Media in het onderwijs’. Er is in 2012 een nieuwe RI&E gemaakt voor zowel MW 35 als voor MW 54. Beide RI&E’s zijn goedgekeurd door directie en OC. Verbeterpunten zijn ook al in 2012 opgepakt en afgewerkt. Met ingang van het nieuwe schooljaar is er ROC-breed gestart met een andere incidentenmonitor, die toegankelijker is voor de gebruikers. Ook in 2012 zijn er incidenten en calamiteiten gemeld via de incidentenmonitor: 9 in totaal. Dat waren: o 2 ernstige valincidenten met letsel
• • • • • •
• • • • •
o 1 ernstig snij-incident o 4 kleine brandwondsituaties o 1 kleine hoofdwond o 1 onwel worden vanwege niet-eten. De gemelde incidenten en calamiteiten zijn besproken met de directie en hebben vanwege het niet structurele of terugkerende karakter verder geen aanleiding gegeven tot aanpassing van beleid, het Schoolveiligheidsplan of van de accommodatie/organisatie. Conform de Arbo-begroting voor 2012 zijn een aantal zaken aangeschaft zoals ergonomische hulpmiddelen en aanvullingen van EHBO-dozen. Bij de start van het schooljaar is beknopte informatie verstrekt over Veiligheid en Arbo aan medewerkers en studenten via de Cingel-agenda in de rubriek ‘Goed te weten om…..’ en de flyer ‘Wat te doen bij calamiteiten’. Alle BHV’ers zullen in maart 2013 de herhalingscursus BHV volgen. Vanwege de drukte rondom de eindejaarsactiviteiten, met name voor de Horeca-BHV’ers, is vroegtijdig besloten de herhalingscursussen op te schorten van medio november naar maart 2012. De nieuwe Hoofdconciërge heeft de basiscursus Ploegleider gevolgd en het certificaat behaald. Hij kan daarmee het Hoofd BHV vervangen. Er hebben 2 onaangekondigde ontruimingsoefeningen plaatsgevonden. Beide zijn goed verlopen; de aandachtspunten zijn opgenomen in een evaluatieverslag en de actiepunten zijn uitgevoerd. Een en ander is voor iedere inzichtelijk op de Portal. Met de brandweer is in 2012 een inspectieronde door de gebouwen gelopen. De bevindingen waren positief: de panden zijn goed op orde. De enkele actiepunten die hieruit voortgekomen zijn, hebben we opgepakt en uitgevoerd in 2012. Bij de wijkpolitie was in 2012 sprake van een wisseling van contactpersoon; met hem is kennisgemaakt en informatie uitgewisseld. Er zijn lockercontroles uitgevoerd, zowel op de MW 35 als op THW 414 (afdeling Brood & Banket). Hierbij zijn geen onrechtmatigheden gevonden. De voortgangsrapportage over de stand van zaken op het gebied van Arbo zijn vastgelegd in notulen. Deze worden op de portal geplaatst en regelmatig aangevuld. Ook andere belangrijke notities inzake Arbo zijn gepubliceerd op de portal. Er is een Arbo-jaarverslag 2012 gemaakt. Actualisatie van het Calamiteitenplan is opgepakt, afgerond en ligt ter goedkeuring bij de directie. Het Calamiteitenplan Internationalisering is opgesteld in 2012; definitieve vaststelling zal door de directie worden opgepakt begin 2013.
6. Vooruitblik naar 2013 Vanuit ontwikkelingen, nog niet afgeronde acties en geconstateerde te verbeteren punten (vanuit panelgesprekken, enquêtes, audits) in 2012 vloeien actiepunten voort voor het jaar 2013. In deze paragraaf hebben we die kort samengevat en – net als in het jaarplan 2013 – gegroepeerd rondom de 7 focuspunten van het ROC-brede beleidsplan “Onderwijs met passie 2 (2010-2015) ”, de drie belangrijkste focuspunten voorop. Bij het onderdeel Innovaties wordt ook kort aangestipt welke activiteiten we in het kader van “Focus op Vakmanschap” zullen ontplooien. 6.a. Het op orde brengen van de basiskwaliteit • • •
Alle activiteiten m.b.t. kwaliteitszorg die er nu al zijn samenbrengen tot een voor iedereen heldere kwaliteitscyclus, o.a. samen met de andere instituten van ROC West-Brabant, zodat er één goed systeem binnen onze organisatie van toepassing is. Voorzetting van de verbetering m.b.t. het werken met Yucan (zelfevaluatie en verbeterplannen) hoort daarbij. Het opzetten van een actuele examenorganisatie geënt op nieuwe voorschriften volgens de sectorale Examenprofielen, waarbij er aandacht zal zijn voor:
Deelname aan de pilots centrale examinering taal en rekenen Deelname aan een pilot op het terrein van digitale inschrijving voor centrale examens taal/rekenen o Screening examendossiers o Het voorlichten en professionaliseren van bedrijfsfunctionarissen m.b.t. het beoordelen van studenten (via Klankbordgroepen, Leermeesterbijeenkomsten en -trainingen en instructie door docenten op de werkvloer) o Examensamenwerking met een selectie van geschikte bedrijven per branche). Terugdringen van VSV door: o Het verder professionaliseren van de SLB’ers en Breinleren-docenten o Deelname aan de pilot m.b.t. ziektecontrole van studenten o Deelname aan het MBO-Project Keuzeprocessen o Met teams ontwikkelen van strakkere maatregelen om het verzuim tegen te gaan. Voortzetten van de stappen uit het Verbeterplan Facilitair Ontwikkelen en uitvoeren Kwaliteitsimpuls Toerisme in navolging van het verbeterplan Facilitair Verdere verbetering van de intake, die is ingezet in 2012 De achterstand wegwerken m.b.t. functionerings- en beoordelingsgesprekken o o
•
• • • •
6.b. Het vergroten van de professionaliteit van alle medewerkers • •
• • • •
Groei van de resultaatverantwoordelijke teams door te focussen op een goede begeleiding van de teamvoorzitters bij de samenwerking binnen de teams + ervaring opdoen met teambudgetten en de PDCA-cyclus vanuit teamplannen. Scholing van docenten op het terrein van: • Didactiek; eigentijdse wijze van lesgeven, passende bij de huidige jeugd (Facilitair is in 2012 aan de beurt geweest; dit traject wordt voortgezet naar de andere teams) • Verdieping van het begeleiden van studenten vanuit de Breinleren-systematiek • Professionalisering van de studieloopbaanbegeleiders • Edictis-begeleidingsmodule in combinatie met het werken met de Edictislerarenagenda. • Klassenmanagement, signalering- en coachingsvaardigheden (i.s.m. de ROC Academie). Scholing van teamvoorzitters richting management (i.s.m. centraal). Scholing van het management op het gebied van onderwijskundig leiderschap. Scholing van examenfunctionarissen i.s.m. de ROC Academie Verder zal er ruimte zijn voor OP en OBP om: • Zich verder te professionaliseren binnen hun werkterrein d.m.v. het bezoeken van conferenties en werkbijeenkomsten • Via een interne ROC-cursus hun taal- en rekenvaardigheid te verhogen.
6.c. Doorlopende leerlijnen • • • •
Deelname aan VMBO on stage Samenwerking zoeken met het HBO binnen het Vacansoleiltraject en de Facilitaire opleiding Evalueren en verbeteren van voorlichtingen aan VMBO- en HAVO-studenten richting Mbo en van MBO richting HBO (o.a. met de NHTV) Deelname aan de Heemdagen van de KSE (MAVO, HAVO en VWO: 4 groepen Horeca-oriëntatie)
6.d. Innovaties/Activiteiten in het kader van Focus op Vakmanschap 6.d.1. Innovaties/Implementeren van innovaties • • • •
Onderzoek naar de mogelijkheid om de opleiding Patisserie onder te brengen bij de Cas Spijkers Academie + een wervingsplan maken voor de Patisserie-opleiding Het 2e leerjaar uitvoeren van de Cas Spijkers Academie en werven van nieuwe studenten voor leerjaar 1 Deelname aan de Bredase Cultuurnacht met weer een geheel nieuw thema/andere opzet Onderzoeken hoe we het Binnenschools praktijkproject Horeca (bediening, koken, OM) door kunnen zetten naar Facilitair en Front Office.
6.d.2. Focus op Vakmanschap • • • • •
•
Samen met de ander ROC WB-instituten een bijdrage leveren aan Taskforce Focus op Vakmanschap Voorbereiden van alle opleidingen binnen het Cingel College op het werken met nieuwe kwalificatiedossiers. Keuzedelen ontwikkelen voor alle opleidingen, zo mogelijk samen met de andere ROC WB-instituten De consequenties in kaart brengen van de nieuwe bekostiging en daarop actie ondernemen. Het verkorten van de 4-jarige opleidingen: - de opleiding Frontoffice - de opleiding Leisure - de opleiding Reizen. De mogelijkheid onderzoeken van een combinatie van Frontoffice en Reizen.
6.e. Intensiveren profilering Cingel College • • •
Onderzoeken welke acties nodig zijn op basis van het in 2012 uitgevoerde merkpijleronderzoek en die uitvoeren. PR-activiteiten die het profiel versterken ( reclame-uitingen + free publicity genereren + extra campagnes Patissier en Cas Spijkers Academie). Samen met de Raad van Bestuur onderzoeken welke opleidingen het beste in het Cingel-opleidingsportfolio passen.
6.f. Versterkte rol professional in combinatie met een faciliterende rol van het management • •
Diverse vormen van scholing (zie hiervoor 6.a). Voortzetting en verdere uitbouw van resultaatverantwoordelijke teams.
6.g. “Inclusief” handelen en denken: • • •
Terugdringen VSV (zie 6.a.). Samen met de andere instituten zoeken naar passende mogelijkheden voor studenten zonder VMBO-diploma, die straks niet meer toelaatbaar zullen zijn tot de niveau 2opleidingen. Samen met de andere instituten binnen ROC West-Brabant onderzoeken welke heroriënteringsmogelijkheden er zijn, voor studenten die onverhoopt dreigen uit te vallen.