Jaarverslag 2014
1. Voorwoord 1.1 Verslag van de Directeur-bestuurder
1
2. Volkshuisvestingsverslag 2014 2.1 Inleiding 2.2 Kwaliteit en beschikbaarheid van de woongelegenheden 2.3 Kwaliteit 2.4 Onderhoudskosten 2.5 Reparatieverzoeken 2.6 Milieu en milieubeleid 2.7 Wonen en Zorg 2.8 Maatschappelijk vastgoed 2.9 Verhuurmutaties 2.10 Toewijzen, verhuren en vervreemden van woningen 2.11 Huurverhoging 2.12 Huurachterstanden 2.13 Criminaliteitspreventie
4
3. Leefbaarheid 3.1 Woonomgeving
13
4. Betrokkenheid huurders 4.1 Betrokkenheid huurders 4.2 Klachtencommissie 4.3 Infoverstrekking 4.4 Jaarvergadering 4.5 Huurdersoverleg
14
5. Financieel Beleid 5.1 Vermogenspositie 5.2 Beleggingen 5.3 Reserves en voorzieningen 5.4 Nieuwbouw 5.5 Huurbeleid 5.6 Verbindingen
15
6. Verslag van de Raad van Toezicht 6.1 Algemeen 6.2 Taken en verantwoordelijkheden 6.3 Werkwijze 6.4 Rapportage toezichthouder 6.5 Overige onderwerpen 6.6 Besluiten 2014 6.7 Rapportage werkgever 6.8 Taken en verantwoordelijkheden 6.9 Samenstelling en deskundigheid van de raad 6.10 Onafhankelijkheid 6.11 Honorering 6.12 Externe accountant 6.13 Tot besluit 7.
17
Governanceverslag 7.1 Organisatieschema 7.2 Algemene Ledenvergadering 7.3 Raad van Toezicht 7.4 Het bestuur 7.5 Directiebestuur 7.6 Tegenstrijdige belangen 7.7 Doelstellingen, strategieën en randvoorwaarden 7.8 Horizontale dialoog 7.9 Risicobeheersing 7.10 Controlesysteem 7.11 Externe accountant 7.12 Visitatie
24
8. Jaarrekening 2014 8.1 Balans 8.2 Enkelvoudige winst- en verliesrekening 8.3 Kasstroomoverzicht 8.4 Grondslagen 8.5 Grondslagen voor waardering van activa en passiva 8.6 Grondslagen voor bepaling van resultaat 8.7 Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling 8.8 Toelichting op de enkelvoudige balans 8.9 Toelichting Enkelvoudige winst- en verliesrekening
30
1.
VOORWOORD
1.1 Verslag van de Directeur-bestuurder Inleiding Het jaar 2014 is het laatste jaar in de reeks van vijf waarin gevolg is gegeven aan het omzetten van het Beleidsplan 2009 – 2013 naar concrete haalbare doelen. In 2014 is het Beleidsplan 2015 – 2018 vastgesteld. Doelen uit het Beleidsplan worden jaarlijks beschreven in een jaarplan. Het jaarplan is de leidraad voor de organisatie, het bestuur en de Raad van Toezicht om hun taken op de juiste wijze uit te kunnen uitvoeren. Ieder jaarplan moet door de Raad van Toezicht worden goedgekeurd voordat het tot uitvoering wordt gebracht. Gedurende het jaar worden vier stuks kwartaalrapportages gemaakt. Hierin wordt aangegeven hoe de stand van zaken is v.w.b. de gemaakte afspraken in het jaarplan. Na ieder jaar wordt een jaarverslag gemaakt. In het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het afgelopen jaar. Landelijke ontwikkelingen De sociale volkshuisvesting is het afgelopen jaar vol op in de belangstelling geweest. De parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties heeft onderzoek gedaan en verslag uitgebracht naar de opzet en het functioneren van het stelsel van woningcorporaties. De enquête is ingesteld naar aanleiding van de financiële problemen bij Vestia, die voorafgegaan waren door meerdere incidenten bij andere woningcorporaties. De uitkomsten van dit onderzoek zijn deels verwerkt in de Herzieningswet Woningcorporaties welke in het voorjaar van 2015 is aangenomen. Het geldende huurprijsbeleid staat ter discussie. De betaalbaarheid van woningen voor de doelgroep is een actueel onderwerp. Lokaal en regionaal Het aantal sociale huurwoningen in de regio Utrecht loopt terug. Er worden sociale huurwoningen verkocht en de bouw van nieuwe sociale huurwoningen is met de helft teruggelopen. De instroom van nieuwe huurders uit de gemeente Utrecht is merkbaar groter geworden. Woningbouwvereniging “Lopik” heeft dit jaar besloten ook een deel van haar woningvoorraad te verkopen. Met de verkoop opbrengst zal, in tegenstelling tot de regio, een gelijk aantal nieuwe huurwoningen worden terug gebouwd en zal een deel van de woningvoorraad energetisch worden opgewaardeerd. Gemeentelijk overleg Met de gemeente Lopik zijn afspraken gemaakt om te komen tot de aanleg van glasvezel bekabeling in de kernen Jaarsveld, Uitweg en Lopikerkapel. In 2013 is gestart met de werkzaamheden. In 2015 zal de aanleg van de glasvezel bekabeling gereed zijn. Gesproken is met de beide wethouders en de directeur van WBV Goed Wonen over de huisvesting van statushouders, het maken van prestatieafspraken, bouwplannen en over Wonen en Zorg. Buurtbemiddeling De gemeente Lopik, Woningbouwvereniging “Lopik”, Woningbouwvereniging Goed Wonen, Stuurgroep Buurtbemiddeling IJsselstein en de stichting Pulse zijn het convenant Buurtbemiddeling in Lopik overeengekomen. Buurtbemiddeling is jaarverslag 2014
1
structureel ingezet voor het oplossen van relatief eenvoudige conflicten en overlastklachten tussen buren. Overleg De bestuurders van WBV Lopik, WBV Oudewater, WBV Goed Wonen en Provides hebben driemaandelijks overleg over samenwerking, woonruimte verdeling en (regionale) ontwikkelingen. Met de bestuurders van WBV Oudewater en WBV Lopik is structureel overleg gevoerd over samenwerking. Dit overleg wordt in 2015 geïntensiveerd. Met de regio corporaties, verenigd in de stichting RWU(Regioplatform Woningcorporaties Utrecht), zijn een viertal overleggen gevoerd. Aan de orde zijn gekomen: de ontwikkelingen in de volkshuisvesting, samenwerking tussen de corporaties en de herziene Woningwet. Woonruimte WBV Lopik heeft 100% van haar verhuringen aan de doelgroep met een inkomen tot € 34.229 verhuurd. Het aantal mutaties is in 2014 ten opzichte van het voorgaande jaar licht afgenomen. In 2014 waren dat er 51. Hierbij betrof het in twee gevallen alleen een contractwijziging, waarbij de woning niet werd aangeboden ( bv in geval van scheiding). Projecten Opgeleverd is de nieuwbouw in de kern Uitweg. Het betreft hier de realisatie van acht sociale huurwoningen en vijf goedkope koopwoningen op het voormalig industrieterrein. Het weghalen van industrie en het hiervoor in de plaats bouwen van woningen is een goede impuls om de leefbaarheid van de kern Uitweg te verbeteren. De vijf koopwoningen zijn verkocht. Voor de renovatie van de twaalf seniorenwoningen aan de Nobelaerweg in Cabauw is een plan ontwikkeld voor het toepassen van energetische maatregelen. De uitvoering is gepland in 2015. Financieel Het treasurystatuut is geactualiseerd. In het statuut zijn de hoofdlijnen van het financierings- , beleggings-, cashmanagement- en renterisicobeleid beschreven. Het is van belang dat risicomanagement verdere inbedding krijgt. In navolging op het treasurystatuut is het investeringsstatuut ontwikkeld. Dit statuut is in 2014 goedgekeurd. De huurachterstand is in 2014 terug gelopen t.o.v. 2013. De inspanningen die door de werkorganisatie geleverd zijn om huurders met betalingsproblemen te ondersteunen en het strakker uitvoeren van het incassobeleid heeft geresulteerd in een huurachterstand van 1,29% t.o.v. 1,47% in 2013. Woningbouwvereniging “Lopik” heeft in 2014 een positief resultaat geboekt van € 5.960.055. De woningbouwvereniging heeft niet de primaire doelstelling het maken van winst. Maar niettemin is het maken van winst van belang met het oog op de ambitie die de woningbouwvereniging heeft. Voor de komende jaren staan o.a. de volgende plannen op stapel die aanzienlijke investeringen vergen: • Renovatie en uitbreiding van 12 appartementen De Nobelaerweg in Cabauw. jaarverslag 2014
2
• Nieuwbouw van 30 appartementen Lentehof in Lopik. • Renovatie van 15 appartementen Juliana van Stolberglaan. Daarnaast zal met ingang van 2015 de invloed van de gemeente en de huurders, door wettelijke maatregelen verder toenemen. Dan is het van belang dat woningbouwvereniging “Lopik” in staat is om waar nodig en mogelijk aan gerechtvaardigde investeringen tegemoet te kunnen komen. Beleid en ontwikkelingen Strategisch voorraadbeleid: In 2013 is het strategisch voorraadbeleid 2014-2018 vastgesteld. Hiermee beschikt WBV Lopik over doelstellingen om beschikbaarheid, woonkwaliteit en woonkansen te realiseren binnen de kaders van het treasurystatuut en het investeringsstatuut. Beleidsplan 2015 -2019: Voorafgaande aan het ontwikkelen van het nieuwe beleidsplan is samen met de Raad van Toezicht meerdere dagen van gedachte gewisseld en gediscussieerd over de missie, de visie en de strategie van de WBV Lopik. Vervolgens zijn de onderwerpen van het beleidsplan zoals woningmarkt, klant, maatschappij, vastgoed, financiën en governance uitgewerkt. Het beleidsplan is dit verslagjaar goedgekeurd. WBV Lopik maakt zich de komende jaren, samen met de belanghouders, sterk voor het zorgen van passende en betaalbare huisvesting voor mensen die daar niet zelf in kunnen voorzien. Dat is de primaire taak. Voorop staat dat WBV Lopik de komende jaren lokaal, klantgericht en betrouwbaar zal blijven. Voornemen voor 2015 In 2015 zal het toepassen van energiebesparende maatregelen voortgezet worden. Zo zal o.a. van 51 woningen in de wijk Het Veld de daken vervangen worden. Hiermee zullen deze woningen energetisch opgewaardeerd worden naar energielabel B. WBV Lopik is een financieel gezonde corporatie en kan zich daardoor blijven inzetten voor kwaliteit van wonen en leven in Lopik en huisvesting bieden aan mensen in een kwetsbare positie. Zij continueert de inzet wat betreft haar kerntaak: het bouwen en beheren van sociale huurwoningen. Komende jaren blijft de woningbouwvereniging de woningen goed onderhouden en zullen deze energiezuiniger gemaakt worden. Visie 2015 WBV Lopik is een woningcorporatie die verankerd is in de gemeente Lopik. Zij weet precies wat er leeft en speelt in het werkgebied. De woningbouwvereniging is laagdrempelig benaderbaar voor de klanten en belanghouders en heeft korte communicatielijnen. De financiële middelen worden sober en doelmatig ingezet en zo wordt er een optimaal resultaat gerealiseerd. WBV Lopik zal primair de belangen van de mensen behartigen die niet - of onvoldoende in staat zijn om in eigen huisvesting te voorzien. Zij streeft ernaar deze doelgroep kwalitatief goede, betaalbare en toekomst bestendige woningen aan te bieden.
H.W. van Heuven directeur
jaarverslag 2014
3
2.
VOLKSHUISVESTINGSVERSLAG 2014 2.1 Inleiding Bij het opstellen van dit volkshuisvestingsverslag is uitgegaan van de in het BBSH genoemde prestatievelden. Tevens verwijzen wij naar het bijgevoegde overzicht “Kengetallen”, de Jaarrekening en de Meerjarenraming. 2.2. Kwaliteit en beschikbaarheid van de woongelegenheden Kwaliteit woningvoorraad Er zijn in het jaar 2014 acht nieuwbouwhuurwoningen opgeleverd (Uitweg). Er zijn 14 woningen verkocht. Ons woningbezit komt hiermee op 646 woningen.
Aanpasbaar bouwen Een gedeelte van de woningen welke gerealiseerd worden in de nieuwbouw worden zodanig ontworpen dat zij op relatief eenvoudige wijze aan te passen zijn voor bewoning door rolstoelgebruikers of anderszins minder validen. Met name de seniorenwoningen worden volgens de eisen en richtlijnen van het WoonKeur ontwikkeld. Overzicht aangepaste woningen in bezit van de woningbouwvereniging Begripsbepalingen: Aangepaste woning: Woning (vaak vanaf nieuwbouw) geschikt gemaakt voor bewoning door een mindervalide. Aanpasbare woning: Woning die op eenvoudige wijze geschikt te maken is voor bewoning door een mindervalide. Aangepaste woningen: Beatrixplantsoen 42 Nicolaas van Catsweg 22 Juliana van Stolberglaan 73 Wilgestraat 11 Pieter de Hooghplein 6 Hooiland 18. Aanpasbare woningen: Pieter de Hooghplein 7 t/m 12 (6 woningen) Jan de Braylaan 1 t/m 5 (5 woningen) Houtwal 1 t/m 8, Zomerkade 1 en Schaardijk 1 (10 woningen) Mandenmaker 5 t/m 17 (13 appartementen). Woningen welke door hun aard geschikt zijn voor bewoning door mindervalide mensen: Juliana van Stolberglaan (lift) Rolafweg Noord annex van 24 (voormalig postkantoor) Wilgestraat, complex 23 (begane grond) Mondriaanlaan, complex 25 (begane grond) Mondriaanlaan, complex 26 (begane grond) jaarverslag 2014
4
Nobelaerweg 1 t/m 6 senioren woningen Ferdinand Bollaan 1 en 12 (begane grond) Rietkraag 15 en 17 (12 stuks zorgeenheden) Kooiker 2 t/m 5 Mandenmaker 1 t/m 3 Pottenbakker 3 t/m 8 Mandenmaker 5 t/m 10 (begane grond). 2.3 Kwaliteit Het kwaliteitsniveau van het totale woningbezit is zonder meer goed te noemen. De in voorgaande jaren uitgevoerde grootonderhoud projecten en de kwaliteitsverbetering van het mutatie- en het serviceonderhoud hebben er inmiddels toe geleid dat er van achterstallig onderhoud nagenoeg geen sprake is. WBV Lopik gaat zich wat betreft het onderhoud aan ons bezit meer toeleggen op de binnenzijde van de woningen. Te denken valt aan planmatig uitvoeren van doucherenovaties, keukenverbetering en het verbeteren van ventilatiemogelijkheden. 2.4 Onderhoudskosten In 2014 is aan onderhoud totaal € 718.818 uitgegeven. Dit bedrag laat zich als volgt uitsplitsen: Per woning: 2014 2013 Niet planmatig onderhoud € 376 € 618 Planmatig onderhoud € 735 € 1.408
Totaal: 2014 € 242.955 € 475.863
€ €
Totaal
€ 718.818
€ 1.322.855
€ 1.111 € 2.026
2 013 403.521 919.334
1600
kosten x1000
1400 1200 1000 NPO
800
PO
600 400 200 0 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
jaren Overzicht kosten onderhoud vanaf 2006 t/m 2014
jaarverslag 2014
5
Uitgevoerde onderhoudsprojecten Gedurende het boekjaar zijn de onderstaande planmatige onderhoudsprojecten uitgevoerd: Vervangen van centrale verwarmingsketels, ouder dan 15 jaar, door HR combiketels: Totaal 12 stuks. Houtwerk vervanging en schilderwerkzaamheden: Rolafweg Nrd. 24 t/m 34 Graafdijk 60 a, b en c Cabauwsekade 80 a, b en c Cabauwsekade 80 d, e, f, g en k Nic. Van Catsweg 12 t/m 30 Jan van Aemstelstraat 38 t/m 56 Landscheijding 2 t/m 24 De Waard 10 t/m 16 Rembrandtlaan 9 t/m 17 Hooiland 4 t/m 18
Badkamer-, keuken- en toiletrenovatie: woningen in diverse complexen. Onderhoud aan CV, en zonnecollectoren : woningen in diverse complexen. Mechanische ventilatie: aan 180 woningen is onderhoud verricht. Bij acht woningen is de mechanische ventilatie vernieuwd. Herstel rioleringen: bij 27 woningen is de riolering vervangen.
Geplande onderhoudsprojecten In voorbereiding en gepland voor uitvoering in 2015 zijn onderstaande werkzaamheden. Daken vervanging: Het Veld, 51 woningen Schilderwerk en houtwerk vervanging aan de woningen: SL. van Alterenlaan 6 t/m 24 Het Veld 51 woningen Beatrixplantsoen 2 t/m 28 Mondriaanlaan 1 t/m 31 Ferd. Bollaan 1 t/m 13 Rietkraag 19 t/m 57 Houtwal, Zomerkade en Schaardijk, 10 woningen Hooiland 4 - 18 Vervanging van cv ketels: Beatrixplantsoen 2 t/m 28, 14 woningen. Oranje Nassauhof, 25 woningen. Beatrixplantsoen 30 t/m 46, 9 woningen. Overige woningen, 25 cv ketels.
jaarverslag 2014
6
Vervanging zonneboilers: Hooiland 4 – 18, 8 woningen. Houtwal, Zolerkade en Schaardijk, 10 woningen. Realisatie kwaliteit- en onderhoudsbeleid De doelstelling van WBV Lopik is het bezit van de woningbouwvereniging in een goede en nette conditie te houden en zo nodig te verbeteren en aan te passen aan de huidige eisen en gewenste kwaliteit. Uitgangspunt bij het gevoerde beleid is: • Het handhaven en garanderen van een goede kwaliteit van de woningen, nu en in de toekomst. De goede verhuurbaarheid alsmede de verbetering van het wooncomfort en het reduceren van het energiegebruik dienen hierbij de basis te zijn. • De leidraad bij het gevoerde beleid is het Strategisch Voorraadbeleid 2014 t/m 2018, de diverse gangbare keurmerken zoals het Politie Keurmerk Veilig Wonen en het WoonKeur label. 2.5 Reparatieverzoeken Reparatieverzoeken kunnen op werkdagen telefonisch, per mail of via de website van WBV Lopik worden doorgegeven aan de woningbouwvereniging. Buiten de kantooruren en in het weekend kunnen spoedeisende reparatieverzoeken rechtstreeks doorgegeven worden aan bedrijven die het onderhoud verzorgen aan onze woningen. De telefoonnummers van deze bedrijven staan vermeld in de Verhuurdersmap, ons Infobulletin, onze internetsite en op het antwoordapparaat. Het doorgeven van serviceverzoeken via onze website komt steeds meer voor. De afhandeling van serviceverzoeken wordt gemonitoord en is onderdeel van de kwartaalrapportage. De procedure Het merendeel van de serviceverzoeken worden telefonisch in ontvangst genomen. De registratie en beheersing van het klachtenonderhoud gaat middels een geautomatiseerd beheersysteem. De eigen onderhoudsdienst dan wel derden verhelpen storingen. Woningbouwvereniging “Lopik” hecht veel waarde aan het tijdig verhelpen van service verzoeken. De tijd waarin het serviceonderhoud wordt uitgevoerd bedraagt gemiddeld 8 werkdagen. Verzoeken met een spoedeisend karakter worden zo nodig dezelfde dag afgewerkt. Het aantal geregistreerde verzoeken, gevolgd door opdrachten tijdens het boekjaar bedroeg 898 stuks. 2.6 Milieu en milieubeleid Er zijn in het verslagjaar geen nieuwbouwwoningen gerealiseerd volgens het pakket duurzaam bouwen. Wel worden in de nieuwbouw en renovatie onderdelen van dit pakket toegepast. Te noemen valt: het toepassen van duurzame (gemodificeerde) naaldhoutsoorten in het geveltimmerwerk en waar mogelijk hout met FSC milieukeurmerk. Om een bijdrage te leveren voor beperking van het energiegebruik door onze huurders, gaan wij tot vervanging van de cv-ketels over wanneer deze de leeftijd hebben bereikt van 15 jaar. De bestaande ketel wordt dan vervangen door een
jaarverslag 2014
7
energiezuinige hoogrendement combiketel. Hierdoor kan de elektrische boiler komen te vervallen. Bij de uitvoering van planmatig onderhoud en renovaties is het uitgangspunt het energieverbruik van de woningen terug te dringen door de juiste keuze van de te gebruiken materialen en detaillering. Alle woningen zijn voorzien van het energieprestatiecertificaat. De mutatiewoningen worden zo nodig voorzien van na-isolatie. Te denken valt aan isolerende beglazing (HR++) en dakisolatie. Op verzoek kunnen zittende huurders de woning door ons laten na-isoleren. Hier staat een huurverhoging tegenover. Het doel is dat de maatregelen in 2020 resulteren in een E-label dat gemiddeld uitkomt op niveau B voor de gehele voorraad woningen. De acties die nodig zijn om dit te bereiken, zijn opgenomen in het strategisch voorraadbeleid.
300
200
E 100 50
B
F
B G
A
A D
C
CD
150
B E
F
A
D
B
E
C
C
C
A
E F
A
B C
D
D
B
E E
A
F
G
G
aantal woningen
D
250
F G
F
G
G
0 2007
2011
2012
2013
2014
jaren Overzicht gelabelde woningen vanaf 2007 t/m 2014
2.7 Wonen en Zorg Stichting Philadelpia Zorg huurt aan de Rietkraag 15 -17 een appartementengebouw met huisvesting voor 12 bewoners in de vorm van begeleid wonen. Dit gebouw is volgens de wensen van Philadelphia tot stand gekomen. Tevens zijn door Philadelphia 10 appartementen gehuurd voor bewoners welke beperkte zorg en toezicht nodig hebben. De Stichting Philadelphia Zorg heeft de huur van de locatie Rietkraag per 2015 opgezegd. Thomashuis is een mogelijk nieuwe huurder.
2.8 Maatschappelijk vastgoed In 2012 is door Woningbouwvereniging “Lopik” ontwikkelde Medisch Centrum Lopik in gebruik genomen. Het centrum biedt ruimte aan een drietal huisartsen, een psycholoog, logopedie, apotheek, fysiotherapie, tandartsenpraktijk en Vitras. jaarverslag 2014
8
Door realisatie van het centrum is de kwaliteit en het aanbod van de medische zorg in de kern Lopik gewaarborgd. 2.9 Verhuurmutaties Het aantal verhuurmutaties gedurende 2014 bedroeg 51. Hiervan heeft er in twee gevallen wel een contractwijziging plaatsgevonden, maar is de woning niet opnieuw aangeboden. Dit komt veelal voor in het geval van een scheiding. De totale leegstandsgraad van de woningen bedroeg; € 24.576 = 45 maanden, 544 terwijl de gemiddelde mutatieleegstand 27 dagen was. De gemiddelde kosten hiervan zijn € 24.576 = € 482 per mutatie. 51 Het beleid is erop gericht bij mutatie, indien nodig, de woning volledig aan te passen aan de eisen van deze tijd. Te denken valt hierbij aan de installatie van centrale verwarming, de aanpassing van sanitair en keuken en het optimaliseren van de isolatie en ventilatiemogelijkheden. 70
aantal mutaties
60 50 40 30 20 10 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
jaren Overzicht aantal mutaties 2006 – 2014
2.10 Toewijzen, verhuren en vervreemden van woningen
De huurwoningen van Woningbouwvereniging “Lopik” worden net als de meeste woningcorporaties in de provincie Utrecht aangeboden via WoningNet. Woningzoekenden die voldoen aan de voorwaarden voor
jaarverslag 2014
9
het verkrijgen van een huisvestingsvergunning voor de gemeente Lopik (huisvestingsverordening gemeente Lopik), kunnen na inschrijving zelf reageren op het vrijgekomen woningaanbod. De gemeente Lopik en Woningbouwvereniging “Lopik” hebben een overeenkomst aangaande de toepassing van Lokaal Maatwerk. Ook voor 2014 geldt dat maximaal 30% van het vrijkomende aanbod van woonruimte volgens Lokaal Maatwerk kan worden aangeboden. Woningbouwvereniging “Lopik” heeft in totaal 12 woningen aangeboden volgens Lokaal Maatwerk. Er zijn zeven woningen aangeboden volgens Lokaal Maatwerk in de kleine kernen Cabauw, Lopikerkapel en Jaarsveld. De resterende woningen zijn aangeboden volgens Lokaal Maatwerk aan in Lopik-Dorp. Het aantal woningen die met voorrang aangeboden zijn (urgentie) bedraagt vier. Er is één woning aangeboden aan statushouders. Hiermee is een gezin bestaande uit 7 personen gehuisvest. En er zijn geen woningen verhuurd aan woningzoekenden met een inkomen hoger dan € 34.229,-. Huisvesting van de doelgroep Kerntaak van Woningbouwvereniging “Lopik” is het huisvesten van diegene die niet op eigen kracht in huisvesting kunnen voorzien. Het gedeelte van de woningen dat voor deze doelgroep bereikbaar moet zijn, wordt de goedkope en betaalbare woningvoorraad genoemd. De grenzen van deze huurprijzen worden jaarlijks door de overheid bepaald. Tot de goedkope woningvoorraad behoren alle woningen met een huurprijs tot € 389,05 ( peildatum 1 januari 2014 ) Het aantal bedraagt 94 woningen, en is 15% van de woningvoorraad. Tot de betaalbare woningvoorraad wordt een huurprijs gehanteerd van minimaal € 389,05 tot € 596,75. Onder deze categorie vallen 484 woningen, en is 75% van de woningvoorraad. Tot de dure woningvoorraad tot huurtoeslaggrens vallen woningen met een huurprijs van minimaal € 596,75 tot € 699,48. In deze categorie vallen 66 woningen, en is 10% van de woningvoorraad. Tot de dure woningvoorraad boven hoogste grens behoren woningen met een grens boven € 699,48. In deze categorie vallen 2 woningen, dit is minder dan 1% van de woningvoorraad.
jaarverslag 2014
10
600
aantal woningen
500 400 300 200 100 0 goedkoop
betaalbaar
duur
huurprijs
boven huurtoeslag grens
tabel 2: woningvoorraad in 2014 (in aantallen)
Huisvesting specifieke doelgroepen Op basis van het convenant huisvesting statushouders worden per taakstellingsperiode van een half jaar werkafspraken gemaakt met de gemeente Lopik omtrent de invulling van de taakstelling. Dit jaar hebben wij een woning aangeboden aan zeven statushouders. Woningbouwvereniging “Lopik” heeft in 2014 haar taakstelling op twee personen na niet gerealiseerd. Vervreemding In het goedgekeurde Strategisch Voorraadbeleid zijn woningen benoemd welke in de periode 2014 - 2030 verkocht gaan worden. In het afgelopen boekjaar zijn 74 woningen aan de huidige huurders aangeboden om tot koop over te gaan. 14 bewoners hebben besloten daadwerkelijk de woning te kopen. 2.11 Huurverhoging Woningbouwvereniging “Lopik” heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de huren inkomensafhankelijk te verhogen. Uitgangspunt is hierbij dat de maximale huurprijs wordt afgetopt op de huurtoeslaggrens. De huurstijging als gevolg van de inkomens van de huishoudens is als volgt toegepast: Klasse 1: Huishoudens met een inkomen tot € 34.085,- (huishoudinkomen 2012) gaan totaal maximaal 4 procent aan huurverhoging betalen. Klasse 2: Huishoudens met een inkomen tussen € 34.085,- en €43.602,- betalen totaal maximaal 4,5 procent aan huurverhoging. Klasse 3: jaarverslag 2014
11
Huishoudens met een inkomen boven € 43.602,- betalen maximaal 6,5% aan huurverhoging.
2.12 Huurachterstanden De woningbouwvereniging voert een actief incassobeleid. Door een actief beleid ten aanzien van huurachterstanden te voeren, probeert de administratie probleemgevallen zo spoedig mogelijk te lokaliseren. Cliënten met huurachterstand worden zo snel mogelijk uitgenodigd voor een gesprek omtrent de gerezen problemen. Daar waar mogelijk stelt de administratie voor een betalingsregeling met betrokkene te treffen. In het afgelopen jaar heeft dit geresulteerd in een stabilisering van de huurachterstand. Als gevolg van de economische crisis bedraagt de huurachterstand per 31 december 2014 nu 1,30%. Dit percentage wordt mede veroorzaakt door een aantal lopende deurwaarderszaken.
1,8 1,6
1,57
1,55
percentage
1,4
1,47
1,3
1,35
1,3
2010
2011
2012
1,3
1,2 1 0,72
0,8
0,8
0,6 0,4 0,2 0 2006
2007
2008
2009
2013
2014
Huurachterstand in % jaarhuur 2006- 2014.
2.13 Criminaliteitspreventie Bij nieuwbouwprojecten heeft de woningbouwvereniging enige jaren ervaring met het toepassen van inbraakwerend hang- en sluitwerk. Vanaf 2010 is WBV Lopik gestart met het complexmatig aanbieden van de mogelijkheid tot verkrijgen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen.(PKVW) Ook bij het ontwikkelen van woningen speelt het keurmerk een belangrijke rol. Vooral de situering van ramen op de kopgevels, het niet doorlopen van de achterpaden evenals het aanbrengen van verlichtingspunten heeft de aandacht van de woningbouwvereniging. Planmatige onderhoudswerkzaamheden zijn WBV Lopik aanleiding tot het opwaarderen van het hang- en sluitwerk. In 2014 zijn 33 woningen voorzien van het Politie Keurmerk Veilig Wonen.
jaarverslag 2014
12
3.
LEEFBAARHEID 3.1 Woonomgeving In het dorp Lopik onderhoudt de woningbouwvereniging onderstaande openbare terreinen welke in eigendom zijn. • De Nobelaerweg 1 t/m 12; • Juliana van Stolberglaan 69 t/m 97; • Pieter de Hooghplein 7 t/m 12; • Beatrixplantsoen 2 t/m 28; • Mandenmaker 5 t/m 17. • Mondriaanlaan 1 t/m 31. Verder is er regelmatig onderhoud uitgevoerd aan achterpaden en riolering. In samenwerking met de gemeente Lopik is onderzocht of glasvezelbekabeling in de kernen Jaarveld, Uitweg en Lopikerkapel mogelijk is. In 2013 zijn de woningen in Jaarsveld voorzien van glasvezelbekabeling. In 2015 gaan de kernen Uitweg en Lopikerkapel de mogelijkheid krijgen om gebruik te maken van een snellere internetverbinding. Woningbouwvereniging “Lopik” steunt de buurtbus van Axion Continu die ingezet wordt voor het vervoer van inwoners van Lopik welke zorg nodig hebben of een beroep doen op dagopvang.
Er worden geen bedragen uitgegeven aan sponsoring.
jaarverslag 2014
13
4.
BETROKKENHEID HUURDERS 4.1 Betrokkenheid huurders Woningbouwvereniging “Lopik” wil de huurders meer betrekken bij belangrijke beslissingen. Daarom heeft zij geprobeerd in 2013 een huurdersraad op te richten. Het was teleurstellend dat op de informatieavond, slechts vijf huurders aanwezig waren. De bezoekers van deze infoavond kwamen uit belangstelling en niet om daadwerkelijk zitting te nemen in de huurdersraad. Aan de deelnemers van de informatieavond is gevraagd waarom zij geen zitting wilde nemen in de huurdersraad. De meeste van hen noemde tijdgebrek de belangrijkste reden. Ook werd aangegeven geen noodzaak te zien, omdat de woningbouwvereniging haar taken naar tevredenheid uitvoert. Het opzetten van de huurdersraad is mislukt. WBV Lopik gaat de huurders meer en in een vroeg stadium betrekken bij plannen en ideeën. Vanaf 2015 zal gestart worden met een reeks groot onderhoud en renovatie projecten. Door middel van het houden van een informatieavond (per project) gaan we de huurders op de hoogte brengen van onze plannen. Bij deze plannen zal de inbreng van de huurders zo veel mogelijk meegenomen worden bij de uiteindelijke realisatie van de projecten. 4.2 Klachtencommissie De klachtencommissie bestaat uit vier leden te weten: twee huurders, één lid afkomstig uit de Raad van Toezicht en één inwoner uit de gemeente Lopik. De commissie heeft in het verslagjaar geen klacht ontvangen en is de klachtencommissie niet bijeen gekomen. De klachtencommissie bestaat uit: Dhr. A. Molenaar, inwoner uit Lopik Dhr. J. Tukker, huurder Dhr. J. Spier, huurder Mevr. M.A. Sijbrandij, lid van de Raad van Toezicht. 4.3 Informatieverstrekking
De woningbouwvereniging heeft de huurders via de website en door het verzenden van een nieuwsflits op de hoogte gehouden van belangrijk nieuws. Het gaat hierbij om het verstrekken van informatie over het gevoerde beleid, ontwikkelingen van de nieuwbouw en planmatig onderhoud projecten. 4.4 Jaarvergadering De leden van de woningbouwvereniging ontvangen een uitnodiging voor de Jaarvergadering waarbij de Directeur-bestuurder en de Raad van Toezicht zich jaarverslag 2014
14
verantwoorden voor het gevoerde beleid. De Jaarvergadering werd gehouden op 26 juni 2014. Aan de orde is gekomen. • Notulen van de ledenvergadering van 6 juni 2013. • Volkshuisvestingsverslag 2013 • Contributie 2015. • Verantwoording van de Raad van Toezicht over het gevoerde beleid. • Goedkeuring van de leden aangaande het gevoerde beleid. • Aftreden van de heer R. Pasman als lid van de Raad van Toezicht. • Herbenoeming van de heer M.A. van Batenburg • Benoeming van de nieuwe leden van de Raad van Toezicht mevrouw I. de Korte en de heer L. de Graaf.
4.5 Huurdersoverleg Om de huurders deelgenoot te maken van het beleid organiseren we sinds een aantal jaren een Huurdersoverleg. Het Huurdersoverleg heeft plaats gevonden op 26 juni 2014. Aan de orde is gekomen. • Verslag huurdersoverleg 6 juni 2013 • Huurdersparticipatie • Huurbeleid 2014 • Onderhoud 2014. • Nieuwbouwprojecten, plannen.
5.
FINANCIEEL BELEID 5.1 Vermogenspositie Het financiële beleid van de woningbouwvereniging is gericht op het verkrijgen en behouden van voldoende eigen vermogen om daarmee de continuïteit te waarborgen en de ruimte te scheppen voor het doen van onrendabele uitgaven ten behoeve van het eigen woningbezit. Tevens worden er maatregelen genomen om renterisico’s zoveel mogelijk af te dekken en te spreiden. Hierbij wordt de ontwikkeling van de rentestand en de opbouw van de leningportefeuille periodiek kritisch beoordeeld. Indien noodzakelijk worden renteconversies doorgevoerd of leningen vervroegd afgelost en geherfinancierd. 5.2 Beleggingen In het boekjaar 2014 heeft de woningbouwvereniging geen beleggingsactiviteiten verricht. 5.3 Reserves en voorziening Het eigen vermogen bedroeg op 31december 2014 € 12.0 miljoen. In 2013 is een voorziening onrendabele top nieuwbouw gevormd. In het boekjaar zijn 8 huurwoningen in plan Uitweg opgeleverd. De voorziening is vrijgevallen en komt ten gunste van het jaarresultaat 2014. 5.4 Nieuwbouw Per 31 december 2014 zijn er geen woningen in aanbouw. Als toekomstige nieuwbouwplannen zijn (deels) uitgewerkt: jaarverslag 2014
15
30 appartementen locatie Lentehof in Lopik dorp. 5.5 Huurbeleid Ten aanzien van het huurbeleid is een tweetal belangrijke uitgangspunten te onderkennen. Een uitgangspunt is dat het huurbeleid zodanig dient te zijn, dat de investeringsopgaven gerealiseerd kunnen worden en dat de financiële continuïteit is gewaarborgd. Bij huuropzegging past de vereniging huurharmonisatie toe. Dit betekent dat de nieuwe huurprijs wordt vastgesteld op een bedrag van 75% van het maximaal toelaatbare volgens het woningwaarderingssysteem. Het andere uitgangspunt is dat een huurprijsontwikkeling niet ten koste van de verhuurbaarheid van de woningen mag gaan. De huren vormen een belangrijk deel van de lasten van de bewoners; de zogenoemde woonlastenontwikkeling moet daarom aanvaardbaar blijven. De huurprijzen zijn per 1 juli 2014 met gemiddeld 4,41% verhoogd. De huurprijs is in 2014 afgetopt op de liberalisatiegrens. 5.6 Verbindingen De Vereniging van Eigenaren “Binnenhof” De vereniging bestaat uit 17 participanten. Het aandeel van de woningbouwvereniging bedraagt 4%. Jaarlijks wordt een ledenvergadering gehouden. Bij huuropzegging zal het laatste in eigendom zijnde appartement verkocht worden, waarna de participatie in de VvE zal eindigen. WoningNet In 2003 is Woningbouwvereniging “Lopik” een verbinding aangegaan met WoningNet. Deze organisatie verzorgt de inschrijving van woningzoekenden in de regio. Het financieel belang van Woningbouwvereniging “Lopik” bedraagt € 1.327,- waarvan een bedrag van 75% (= € 995,-) is volgestort. De woningbouwvereniging bezit een percentage van 0,02% van de aandelen, waardoor zeggenschap en risico’s tot een minimum zijn beperkt. Woningbouwvereniging “Lopik” Holding B.V. Per 30 december 2005 is Woningbouwvereniging “Lopik” Holding B.V. opgericht. Het statutair vermogen van Woningbouwvereniging “Lopik” Holding B.V. bedraagt einde boekjaar € 18.000,-. Er zijn in het boekjaar geen activiteiten door deze Holding uitgevoerd. Dit betreft een 100% deelneming.
jaarverslag 2014
16
6.
VERSLAG VAN DE RAAD VAN TOEZICHT 2014
Het jaar 2014 werd sterk bepaald door het kabinet met haar voornemens: de Herzieningswet (concept novelle) of te wel herziening van de Woningwet, Huisvestingswet, Huurprijsbeleid, Saneringheffing, nieuwe Woningwaarderingsstelsel (WWS) en de Passendheidsnorm. De lokaal politieke ontwikkelingen speelden ook een rol van betekenis met de woonruimteverdeling in de regio Utrecht en daarmee gemeente Lopik en de aanpassing van de huisvestingsverordening (juli 2015). Ook in 2014 richtte de aandacht zich op de herijking van de taken, de sturing van de organisatie, de efficiëntere bedrijfsvoering en de betaalbaarheid van het huurbeleid. De corporatiesector verlangt naar ‘rust’ qua beleid, wetgeving, voorschriften en voorwaarden. Woningbouwvereniging “Lopik” (verder: de woningbouwvereniging) richtte zich niettemin op vooraanstaande onderwerpen zoals het beleidsplan 2014 – 2018, het treasuryplan 2014, het Investeringsstatuut en het verkoopbeleid. Dit jaar was een jaar van coaching en ondersteuning van de directeur-bestuurder. Met het oog op de voornemens van het kabinet, de ontwikkelingen in de corporatiesector en de lokaal politieke ontwikkelingen wordt verwacht dat hij acteert zodat het voortbestaan van de woningbouwvereniging niet in gevaar komt. Hier houdt de Raad van Toezicht (verder: de raad) toezicht op en de uitoefening van haar primaire taak: zorgen voor betaalbaar wonen in Cabauw, Jaarsveld, Lopik, Lopikerkapel en Uitweg niet in gevaar komt. De woningbouwvereniging stemt haar ondernemingsplannen en begrotingen aan de veranderende omstandigheden af. De raad levert hieraan vanuit zijn statutaire en wettelijke taak een bijdrage. Dit gebeurt in de vorm van toezicht op de Directeurbestuurder (verder: de bestuurder) en de organisatie, de werkgeversrol en de klankbordfunctie voor de bestuurder. Ook andere thema’s hebben onze volle aandacht. Met het vertrek van de heer R.Pasman bereidde de raad zich voor op een wisseling in de bezetting. Met de komst van de nieuwe raadsleden, mevrouw I. de Korte en de heer L. de Graaf zijn wij zeer verheugd. Dit verslag is een gedetailleerd overzicht van de zaken waar de raad zich in het verslagjaar mee heeft beziggehouden. De raad bedankt de bestuurder en de medewerkers van de woningbouwvereniging voor de bereikte resultaten. Lopik, 27 april 2015
Ing. J.J. Overeem MRE Voorzitter Raad van Toezicht
jaarverslag 2014
17
Algemeen In het verslag legt de raad, als onderdeel van een maatschappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken en bevoegdheden in het afgelopen jaar. 6.1
6.2 Taken en verantwoordelijkheden De taken en verantwoordelijkheden van de raad staan vermeld in artikel 27 van de statuten van de woningbouwvereniging. Eén en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de raad. De raad van Toezicht houdt toezicht op de bestuurder, de woningbouwvereniging en de met haar verbonden ondernemingen (¹, treedt op als werkgever naar de bestuurder en staat de bestuurder met raad te zijde. De raad ziet toe op: • algemeen beleid • integriteit • financiële beleid en continuïteit • strategie en risico’s • volkshuisvestelijke doelstellingen • ontwikkeling van de organisatie • maatschappelijke bijdrage aan de • functioneren van de directeurvolkshuisvesting bestuurder ¹) Woningbouwvereniging “Lopik” participeert met 100 aandelen in WoningNet 6.3 Werkwijze Als toezichtkader voor het uitoefenen van zijn taken hanteert de raad: • BBSH • Strategische Voorraadbeleid • Beleidsplan 2014 – 2018 • Treasuryplan 2014 • Jaarplan en Begroting 2014 • Investeringsstatuut • Kwartaalrapportage(s) • Overige (beleids)documenten en statuten • Balanced Score Card De raad is in 2014 acht maal bijeengekomen voor een reguliere vergadering. In mei woonde de externe accountant de vergadering bij waarin de Jaarrekening 2013 werd besproken en goedgekeurd. Het functioneren van de raad en de beoordeling van de bestuurder is in de vergadering van april aan de orde geweest. De raad heeft op 26 juni van dit jaar een Algemene Ledenvergadering en een Huurdersoverleg gehouden. In een extra bijeenkomst is vergaderd met de Raad van Commissarissen en het bestuur van Woningbouwvereniging Goed Wonen. 6.4 Rapportage toezichthouder De kwartaalrapportage is één van de belangrijkste documenten voor de raad bij de uitoefening van zijn taak. In deze rapportage komt het financiële beleid en continuïteit, de volkshuisvestelijke doelstellingen en ontwikkelingen, de maatschappelijke bijdrage, integriteit, strategie en risico’s ter sprake. De vaste onderwerpen in de kwartaalrapportage zijn: • Communicatie • Cash flow • Incassobeleid • Planmatig en niet planmatig onderhoud • Woonruimteverdeling • Strategisch Voorraadbeleid • Service • Winst- en verliesrekening • Belanghouders • Liquiditeitsoverzicht • Leefbaarheid projecten jaarverslag 2014
18
Aan de hand van de Balanced Score Card met kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren heeft de raad (toe)zicht gehouden op het reilen en zeilen van de woningbouwvereniging. 6.5 Overige onderwerpen De raad sprak in 2014 over de volgende belangrijke onderwerpen: • • • • • • • • • • • •
Accountant Beleidsplan 2014 – 2018 Coaching en ondersteuning directeurbestuurder Cursussen RvT leden Financiering Functioneren Raad van Toezicht/Bestuur Integriteit Jaarplan plus begroting 2015 Jaarverslag en -rekening 2013 Huurbeleid 2014 Huurdersplatform/participatie Kwartaalrapportages
• • • • • • • • • • •
Nieuwbouwprojecten o.a. Rietkraag en Lentehof Regelgeving en Governance Reglement Raad van Toezicht; actualisatie Risicoanalyse begroting 2014 - 2018 Strategisch Voorraadbeleid Treasurystatuut; actualisatie Investeringsstatuut WNT 2 en de overgangstermijn Woningbouwvereniging Goed Wonen Vacature(s) RvT Verkoopbeleid
6.6 Besluiten 2014 De raad nam in het afgelopen boekjaar de volgende besluiten. • • • • • • • •
Coaching en ondersteuning directeurbestuurder Beleidsplan 2014 – 2018 Treasuryplan 2014 Investeringsstatuut Verkoopbeleid (72 woningen) Vacature(s) RvT Plan van Aanpak (jaarplan plus begroting) Huurbeleid 2014
• • • • • •
Herbenoeming RvT lid de heer R. van Batenburg Benoeming RvT lid mevrouw I. de Korte Benoeming RvT lid de heer L. de Graaf Financiële behoefte en (af)dekking Vacature secretaresse RvT Jaarplan plus begroting 2015
6.7 Rapportage werkgever De raad is de werkgever van de bestuurder. In 2014 is de samenstelling van het bestuur niet gewijzigd. In dit verslagjaar voerde de raad een functionerings- en beoordelingsgesprek met de bestuurder, de heer M.A. Schrijver. In deze gesprekken is de raad vertegenwoordigd door de voorzitter, de heer J.J. Overeem en de secretaris, mevrouw M Sijbrandij. De raad heeft gemeend met de ophanden zijnde nationale, regionale en lokale ontwikkelingen de directeur-bestuurder te moeten coachen en ondersteunen. Daartoe heeft de raad – na selectie – mevrouw K. Rosielle aangesteld. Als coach en ondersteuner is zij voor tweemaal een half jaar (2014) aangesteld.
jaarverslag 2014
19
Naam
Functie
Leeftijd In dienst
Benoeming
M.A. Schrijver
directeur-bestuurder
54 jaar
01-08-2008___________
1991
Beloning De beloning van de Directeur-bestuurder is conform de verplichtende beloningscode “Sectorbrede beloningscode Bestuurders Woningcorporaties” van de Vereniging van Woningcorporaties Aedes. De bestuurder ontvangt een vast jaarinkomen. Over 2014 heeft de directeur-bestuurder de volgende beloning ontvangen: Totaal inkomen 2014 Pensioenlasten voor werkgever (pf, ovp, wia) Bijtelling auto Totaal
€ € € €
84.696 18.996 4.669 108.361
6.8 Taken en verantwoordelijkheden De taken en verantwoordelijkheden van de bestuurder staan vermeld in de artikelen 20 tot en met 26 van de statuten van de woningbouwvereniging. Eén en ander is verder uitgewerkt in het directiereglement. Daarnaast zijn de uitgangspunten van de Governance- en Aedescode van belang voor het handelen van de bestuurder. De bestuurder is belast met het besturen van de woningbouwvereniging, het leiden van de organisatie en het beheren van de woningvoorraad, hetgeen onder meer inhoudt dat de bestuurder verantwoordelijk is voor het volgende van de vereniging: • Visie • Missie • Strategie • Beleid • Financiën • Ondernemerschap • Management De bestuurder legt hierover verantwoording af aan de raad. Daartoe verschaft hij de raad tijdig de actuele informatie die nodig is bij de uitoefening van de taak van de raad. Bij de invulling van zijn taak houdt de bestuurder enerzijds rekening met het belang van de woningbouwvereniging en haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstellingen en anderzijds met die van belanghouders van de woningbouwvereniging. 6.9 Samenstelling en deskundigheid van de raad De raad bestond in 2014 uit statutair vier respectievelijk vijf personen met elk een passend profiel. De raad is samengesteld op basis van profielschetsen. Met elkaar beantwoorden de leden aan de profielschets van de raad als geheel. Elk lid van de raad heeft zo zijn specifieke deskundigheid. De samenstelling en profielschetsen zijn per 31 december 2014 als volgt: Naam
Functie
Deskundigheid
Ing. J.J. Overeem MRE
Voorzitter
Vastgoed en Projectontwikkeling
jaarverslag 2014
20
Mevr. Mr. M.A. Sijbrandij – Endert
Secretaris
Maatschappij en volkshuisvesting
Drs. M.A. van Batenburg MMO
Algemeen lid
Financieel-economisch
Mevr. I. de Korte – de With
Algemeen lid
Zorg en Welzijn
Dr. L. de Graaf
Algemeen lid
Volkshuisvesting
Tijdens de algemene ledenvergadering in juni trad de heer R. Pasman af. In de algemene ledenvergadering is mevrouw de Korte – de With en de heer de Graaf door de leden gekozen tot lid van de Raad van Toezicht. De heer Van Batenburg is benoemd voor de tweede en tevens laatste termijn van vier jaar. Naam
Benoeming
Rooster van aftreden
Ing. J.J. Overeem MRE
2012
2016; herbenoeming mogelijk
Drs. M.A. van Batenburg MMO
2014
2018; herbenoeming niet mogelijk
Mevr. Mr. M.A. Sijbrandij – Endert 2013
2017; herbenoeming mogelijk
Mevr. I. de Korte – de With
2014
2018; herbenoeming mogelijk
Dr. L. de Graaf
2014
2018; herbenoeming mogelijk
Bij werving- en selectieprocedure voor nieuwe leden van de raad hanteert de woningbouwvereniging de volgende uitgangspunten: • externe werving van kandidaten; bij voorkeur locale gegadigden; • selectie op grond van een profielschets; • externe als deskundige ondersteuning bij de werving- en selectie. 6.10 Onafhankelijkheid De raad ziet toe dat zijn leden onafhankelijk zijn in de zin van de in de Governancecode Woningcorporaties vermelde bepaling III 2.2 aangeduide criteria. In 2014 is er geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen waarbij de leden van de raad en/of de bestuurder betrokken waren. Tevens vervult geen van de leden van de raad en/of de bestuurder een nevenfunctie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de raad of het bestuur. Naam
Hoofdfunctie
Nevenfunctie(s)
Ing. J.J. Overeem MRE
directeur-bestuurder directeur/eigenaar Vitaville Sti0chting VACpunt Wonen
Drs. M.A. van Batenburg MMO
Mr. M.A. Sijbrandij - Endert
directeur finance &
voorzitter Ondernemersvereniging
control
Oude Dorp Houten
jurist
lid Raad van Toezicht Pulse en eigenaar Uw Wetswinkel Buitengewoon ambtenaar burgerlijke
Mevr. I. de Korte – de With
Relatiebeheerder HU. stand gemeente Lopik
Dr. L. de Graaf
universitair docent
jaarverslag 2014
Rekenkamercommissie, gemeente Gorichem
21
6.11 Honorering De honorering van vier leden van de Raad van Toezicht benoemt en herbenoemt in de algemene ledenvergadering van 2013 en 2014 is conform de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). De honorering van de overige twee leden van de Raad van Toezicht is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de raad van toezicht en houdt rekening met maatschappelijke waarden en normen. De honorering is niet gekoppeld aan de prestatie van Woningbouwvereniging “Lopik”. Naam
Functie
Honorering
Ing. J.J. Overeem MRE
Voorzitter
€
9.000,-
R. Pasman
Vicevoorzitter
€
6.000,-
Mr. M.A. Sijbrandij
Secretaris
€
4.105,-
Drs. M.A. van Batenburg MMO
Algemeen lid
€
5.053,-
Mevr. I. de Korte - de With
Algemeen lid
€
2.052,-
Dr. L. de Graaf
Algemeen lid
€
2.052,-
Totaal
€ 28.262,-
De bedragen zijn exclusief btw.
6.12 Externe accountant De bestuurder is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de volledigheid van de financiële jaarstukken. De raad ziet hierop toe. De bestuurder en de raad maken elke vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant. In 2012 heeft de raad besloten om te kiezen voor een nieuwe externe accountant. 6.13 Tot besluit In dit verslagjaar treft u een het volkshuisvestingsverslag en de jaarrekening 2014 aan zoals vastgesteld op door het bestuur en gecontroleerd door BDO Accountants. In de bijeenkomst van de raad van 13 mei 2015 heeft de raad kennisgenomen van de bevindingen van accountant en de jaarstukken goedgekeurd. Deze goedkeuring strekt tot decharge van het bestuur voor het gevoerde beleid. De raad verklaart hierbij dat zijn leden onafhankelijk hebben gehandeld. De raad heeft de prestaties van de organisatie en de uitkomsten beoordeeld aan de hand van de door de raad goedgekeurde kaders en doelstellingen. De raad is niet ontevreden over de bereikte resultaten, gelet op de doelstellingen uit het jaarplan 2014. Inmiddels heeft de bestuurder het initiatief voor plan van aanpak genomen om te komen tot de formulering van ‘nieuw’ beleid voor de komende jaren. Daarmee bereidt de woningbouwvereniging zich voor om ook in de toekomst doelgericht een relevante rol als ‘huisvester’ die zorg draagt voor betaalbaar wonen, in de samenleving te blijven vervullen. De basis hiervoor zijn de inzet en loyaliteit van de bestuurder en de medewerkers in de organisatie van de woningbouwvereniging. Namens de raad dank ik allen voor de plezierige samenwerking. Voor 2015 rekent de raad er op dat de beoogde resultaten ook worden behaald! Lopik, 27 april 2015
jaarverslag 2014
22
Ing. J.J. Overeem MRE Voorzitter Raad van Toezicht
jaarverslag 2014
23
7.
GOVERNANCEVERSLAG
Woningbouwvereniging “Lopik” onderschrijft de in de Aedescode en de Governancecode Woningcorporaties vastgelegde beginselen. De Governancecode Woningcorporaties wordt gehanteerd voor het inrichten van de bestuurlijke organisatie. In dit hoofdstuk verantwoorden wij ons over de inrichting van de governancestructuur binnen Woningbouwvereniging “Lopik”. Woningbouwvereniging “Lopik” heeft de principes en uitwerkingen zoals opgenomen in de Governancecode Woningcorporaties in 2010 opgevolgd, met uitzondering van onderstaand punt. • De aanstelling van de Directeur-bestuurder is voor onbepaalde tijd dit in tegenstelling tot de in de Governancecode genoemde termijn van vier jaar. Het waarborgen van de continuïteit alsmede de schaalgrootte van de woningbouwvereniging heeft ons doen besluiten over te gaan tot aanstelling voor onbepaalde tijd. 7.1
Organisatieschema ALV Raad van Toezicht Directeur-bestuurder Projectontwikkeling
Financieel Financieel manager 36/36 tevens MT-lid Medewerker financiële administratie 24/36
Beheer
Opzichter 36/36
Woonruimte
Woonconsulent 24/36
Algemeen Medewerker frontoffice 32/36
Allround medewerker 36/36
Technisch – administratief medewerker 36/36
jaarverslag 2014
24
7.2 Algemene Ledenvergadering De Algemene Ledenvergadering wordt gevormd door de leden van de Woningbouwvereniging “Lopik”. De voorzitter van de Raad van Toezicht treedt op als voorzitter bij de Algemene Ledenvergadering. De directeur-bestuurder brengt op deze vergadering verslag uit en legt verantwoording af over zijn in het afgelopen jaar gevoerd bestuur. Dit doet hij onder overlegging van de benodigde bescheiden. De Raad van Toezicht brengt op deze vergadering verslag uit van haar bevindingen ten aanzien van het door de directeur-bestuurder gevoerde beleid. Aan de Algemene Ledenvergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten van de vereniging aan andere organen zijn overgedragen. De Ledenvergadering wordt gehouden op 25 juni 2015. De leden zullen over de volgende onderwerpen een besluit nemen: * Vaststelling van de jaarrekening en volkshuisvestingsverslag 2014; * Resultaatbestemming € 5.960.055,* Vaststelling van de contributie 2016 7.3. Raad van Toezicht De Raad van Toezicht bestaat uit vijf personen. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op de directeur-bestuurder en op de algemene gang van zaken in de woningbouwvereniging en de met haar verbonden ondernemingen en staat tevens de directeur-bestuurder met raad ter zijde. Tevens stelt de Raad van Toezicht de strategie- en beleidskaders vast. In het verslag van de Raad van Toezicht in dit jaarverslag zijn de taak en werkwijze van de Raad van Toezicht nader beschreven, evenals de wijze waarop de Raad van Toezicht hieraan in 2014 invulling heeft gegeven. 7.4. Het bestuur Taak en werkwijze De directeur-bestuurder is belast met het besturen van de woningcorporatie, hetgeen onder meer inhoudt dat het bestuur verantwoordelijk is voor: • De realisatie van de doelstellingen van de woningcorporatie; • De strategie; • De financiering; • Het beleid; • De resultatenontwikkeling; • Het beleid ten aanzien van deelnemingen van de corporatie. De directeur-bestuurder legt hierover verantwoording af aan de Raad van Toezicht. De directeur-bestuurder richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de woningcorporatie in het licht van haar volkshuisvestelijke en maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de in aanmerking komende belangen van bij de woningcorporatie betrokkenen af. De directeur-bestuurder verschaft de Raad van Toezicht tijdig de informatie die nodig is voor de uitoefening van de taak van de Raad van Toezicht. De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor de naleving van alle relevante weten regelgeving en voor het beheersen van de risico’s verbonden aan de activiteiten van de woningbouwvereniging.
jaarverslag 2014
25
De directeur-bestuurder rapporteert hierover aan en bespreekt de interne risicobeheersings- en controlesystemen met de Raad van Toezicht. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de directeur-bestuurder zijn in artikel 20 van de statuten van Woningbouwvereniging “Lopik” omschreven. 7.5 Directiebestuur De directeur-bestuurder van Woningbouwvereniging “Lopik” is de heer M.A. Schrijver. De directeur-bestuurder is voor bepaalde tijd benoemd. Per 1 april 2015 is de heer H.W. van Heuven door de Raad van Toezicht benoemd als directeur-bestuurder. 7.6 Tegenstrijdige belangen Elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen Woningbouwvereniging “Lopik” en de directeur-bestuurder wordt vermeden. In 2014 is geen sprake geweest van tegenstrijdige belangen met betrekking tot de Directeur-bestuurder zoals bedoeld is in II.3 van de Governancecode Woningcorporaties. 7.7 Doelstellingen, strategie en randvoorwaarden De directeur-bestuurder heeft na goedkeurig van de Raad van Toezicht de volgende doelstelling gehanteerd welke verwoord is in het Beleidsplan 2009 - 2013. Vanuit een grote maatschappelijke betrokkenheid het huisvesten van doelgroepen die aangewezen zijn op het huursegment (vrije keuze) rekening houdend met een leefbaar woonmilieu. Eind 2014 is het Beleidsplan 2015 – 2018 vastgesteld. Woningbouwvereniging “Lopik” heeft de volgende strategische doelstellingen vastgesteld: • Op de hoogte blijven van lokale ontwikkelingen op de woningmarkt. Hiervoor onderzoeken wij wat de woonwensen zijn van in de gemeente Lopik wonende doelgroepen. Het nieuwbouwbeleid wordt hier vervolgens op afgestemd en de bestaande woningen waarnodig aangepast. Alleen dan kan de woningbouwvereniging inspelen op de veranderende omgeving en de wijzigende wensen van klanten. • Het realiseren van deze strategische doelstellingen in samenspraak met bewoners van de gemeente Lopik. • Het volgen van maatschappelijke ontwikkelingen op de woningmarkt en waar wenselijk het ontwikkelen van nieuwe woonconcepten. • Het realiseren van 30 procent van de nieuwbouwplannen in alle kernen van haar huidige werkgebied van de gemeente Lopik. • Het realiseren van bijzondere woonvormen voor derden. Ook willen wij in de gemeente Lopik maatschappelijk gebonden voorzieningen ontwikkelen en realiseren. • Flexibel woonbezit tot stand brengen door het in gang zetten van strategische beleidskeuzen. • Voor zover mogelijk en wenselijk, het formuleren van prestatieafspraken met lokale belanghebbenden, waaronder de gemeente Lopik. • Het vasthouden aan het duurzaamheidprincipe bij de uitvoering van huurprojecten.
jaarverslag 2014
26
• • •
Het voeren van een gezond financieel beleid om de maatschappelijke doelstellingen te waarborgen. Het aanvullen en concretiseren van het Beleidsplan en ieder jaar het uitwerken ervan in een operationeel Jaarplan. Fiscalisering: wij moeten met de consequenties van de belastingplicht rekening houden en voor de toekomst duidelijke keuzes in activiteiten maken.
7.8 Horizontale dialoog Woningbouwvereniging “Lopik” heeft de volgende belanghebbenden met betrekking tot de maatschappelijke en volkshuisvestelijke missie en doelstellingen benoemd: • Huurders; • Zorg gerelateerde instanties zoals Stichting Philadelphia Zorg, Vitras en Axioncontinue; • Gemeente Lopik, De communicatie met de huurders en potentiële huurders heeft in 2014 plaatsgevonden door middel van de Algemene Ledenvergadering, het Huurdersoverleg, de nieuwsflits en de website. Met de gemeente Lopik is er op bestuurlijk niveau regelmatig overleg. Aan de orde zijn gekomen: • De ontwikkeling van sociale woningbouw in de kern Cabauw en Lopik; • De taakstelling huisvesting van statushouders; • Het maken van prestatieafspraken. Met de gemeente zijn de volgende overeenkomsten afgesloten: • Taakstelling huisvesting statushouders; • Convenant Buurtbemiddeling Lopik; Overleg met de huurders van het Medisch Centrum Lopik heeft frequent plaats gevonden. De twee Directeur-bestuurders van de locale woningbouwverenigingen hebben regelmatig overleg over locale opgaven en beleid. 7.9 Risicobeheersing De directeur-bestuurder van Woningbouwvereniging “Lopik” is verantwoordelijk voor de interne risicobeheersing- en controlesystemen, voor het actief managen van de strategische, financiële en operationele risico’s, en voor het beperken van de impact van mogelijke incidenten. Hieronder zijn enkele voorbeelden van risico’s waar wij mee te maken hebben beschreven.
Strategische risico’s De Europese regelgeving op het gebied van de toewijzing van woningen heeft tot gevolg gehad dat veel huishoudens met een inkomen boven € 34.678,- geen huurwoning meer kunnen krijgen of kunnen kopen. Hierdoor wordt de sociale
jaarverslag 2014
27
huisvesting beperkt en veroorzaakt onzekerheid voor investeringsplannen. Het strategisch voorraadbeleid is in 2013 vastgesteld ( Besluit 2013-116). Financiële risico’s De vennootschapsbelasting, de saneringsheffing en de verhuurdersheffing en de stijging van lasten zorgen er voor dat er minder ruimte is om met name onrendabel te investeren. In 2014 is door een extern adviseur, te weten BDO Consultants, een analyse opgesteld. De uitkomsten van de analyse is uitvoerig besproken met de Raad van Toezicht. Dit boekjaar is het Treasurystatuut geactualiseerd en door de Raad van Toezicht goedgekeurd. Deze zal regelmatig (éénmaal per 2 jaar) geauditeerd worden. In 2014 is het investeringsstatuut vastgesteld. Gekoppeld aan het jaarplan 2015 zal tevens het treasuryjaarplan 2015 vastgesteld. Operationele risico’s De laatste koopwoning van totaal 29 nieuwbouw koopwoningen in Cabauw is verkocht. In 2014 is de bouw van acht huur- en vijf koopwoningen gerealiseerd. Alle vijf de koopwoningen zijn verkocht. De voormalige bedrijfswoning Batuwseweg 15 is nog niet verkocht. 7.10 Controlesystemen De directeur-bestuurder is verantwoordelijk voor het ontwerp, de implementatie en de werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen. Deze omvatten beleidsvorming, processen, taken, het beïnvloeden van gedrag en andere aspecten van de organisatie die het mogelijk maken de doelstellingen te realiseren en potentieel wezenlijke fouten, verliezen of fraude of de overtreding van wetten en regelgeving te voorkomen, dan wel vroegtijdig te signaleren. Ook adequate en effectieve risicobeheersing- en controlesystemen bieden echter nooit een absolute garantie voor het realiseren van de ondernemingsdoelstellingen, noch kunnen zij wezenlijke fouten, verliezen, fraude of de overtreding van wetten en regelgeving volledig voorkomen. In 2014 is gedurende het verslagjaar de controleomgeving geauditeerd, geanalyseerd en geëvalueerd, evenals risico’s waaraan Woningbouwvereniging “Lopik” is blootgesteld. De belangrijkste componenten van onze interne risicobeheersing- en controlesystemen in het verslagjaar waren: • Regelmatige risicoanalyses van de operationele en financiële doelstellingen van de woningcorporatie; • Er is een integriteitcode die op de website van de woningcorporatie is geplaatst; • Kwaliteitszorg en zelfevaluatie met het oog op visitatie; • Implementeren van een klachten- en klokkenluidersregeling; • Een uitgebreide Kwartaalrapportage aan de Raad van Toezicht. In voorgaande verslagjaren zijn de interne systemen, met name de systemen gericht op de administratieve organisatie en interne controle, geïnventariseerd en geëvalueerd. Er is een voor 2014 gedetailleerd
jaarverslag 2014
28
Jaarplan met bijbehorende Kwartaalrapportages opgesteld ter monitoring, verantwoording en interne controle. 7.11 Externe accountant De externe accountant wordt benoemd door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht verstrekt de opdracht aan de externe accountant. Het accountantskantoor BDO is voor de periode van 1 jaar benoemd tot extern accountant van Woningbouwvereniging “Lopik”. De externe accountant woont in elk geval het gedeelte van de vergadering van de Raad van Toezicht bij waarin het verslag van de externe accountant over het onderzoek van de Jaarrekening wordt besproken en waarin wordt besloten over de goedkeuring van de Jaarrekening. 7.12 Visitatie WBV Lopik heeft zich in 2011 laten visiteren door een onafhankelijke visitatiecommissie. De gemiddelde score is 7,0. De commissie komt tot de conclusie dat Woningbouwvereniging “Lopik” ruim voldoende presteert. In 2015 zal WBV Lopik opnieuw gevisiteerd worden.
jaarverslag 2014
29
8 JAARREKENING 2014
jaarverslag 2014
30
8.1 Balans Enkelvoudige balans per 31 december 2014 Balans na resultaatbestemming in euro's
ACTIVA
referentie
31-12-2014
31-12-2013
Vaste activa Materiele vaste activa
1
Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
20.343.282 26.915 597.905
19.566.528 24.268 654.041
20.968.102
20.244.837
375.896 -
355.532 -
375.896
355.532
Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
Financiële vaste activa
2
Deelnemingen in groepsmaatschappijen Andere deelnemingen Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen Latente belastingverplichtingen Te vorderen BWS-subsidies Overige vorderingen
14.302
14.302
1.780.000 -
476.939 1.794.302
491.241
23.138.300
21.091.610
300.538
228.215
15.735
13.822
316.273
242.037
Vlottende activa Voorraden
3
Vastgoed bestemd voor verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor verkoop Overige voorraden
Vorderingen
4
Huurdebiteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
Liquide middelen
Totaal
jaarverslag 2014
44.102 5.753 171.944 -
5
43.088 2.181 22.068 4.308 221.799
71.645
2.512.036
1.157.867
2.733.835
1.229.512
26.188.408
22.563.159
31
PASSIVA
referentie
31-12-2014
31-12-2013
Eigen Vermogen Wettelijke en statutaire reserves Overige reserves
Voorzieningen
6
7.366 11.992.416
7.125 6.032.602
7
Voorziening latente belastingen Voorziening jubileumverplichting Voorziening loopbaanbudget Voorziening onrendabel top nieuwbouw
72.516 21.817 9.573 -
631.989 18.854 8.836 238.455 103.906
Langlopende schulden
8
Schulden/leningen overheid Schulden/Leningen kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden
Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva
Totaal
jaarverslag 2014
898.134
12.995.130
13.470.799
12.995.130
13.470.799
25.098.818
20.408.660
9 470.236 11.304 101.591 53.906 452.553
436.831 370.086 91.118 822.956 433.508 1.089.590
2.154.499
26.188.408
22.563.159
32
8.2 Winst- en verliesrekening Enkelvoudige winst- en verliesrekening over 2014 in euro's referentie 2014
2013
4.190.139 93.709 2.328.259 2.880
3.949.517 79.018 153.651 3.160
6.614.987
4.185.346
749.005 1.207.559386.848 72.203 77.647 718.818 22.583 87.147 1.085.357
719.031 32.683 390.331 67.598 81.663 1.322.855 31.063 83.993 800.990
Som der bedrijfslasten
1.992.049
3.530.207
Bedrijfsresultaat
4.622.938
655.139
5.954 531.371-
18.625 600.303-
525.417-
581.678-
Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Overheidsbijdragen Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Overige bedrijfsopbrengsten
10 11 12 13 14
Som der bedrijfsopbrengsten
Bedrijfslasten Afschrijvingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoudslasten Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten
15 16 17 18 19 20 21 22 23
Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten Opbrengst van vorderingen die tot de vaste activa behoren e Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
23 24 25
Saldo financiële baten en lasten
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat deelnemingen Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen Buitengewone baten Buitengewone lasten Belastingen buitengewoon resultaat Buitengewoon resultaat na belastingen Resultaat na belastingen
jaarverslag 2014
26 27
4.097.521
73.461
1.862.534 -
88.799-
5.960.055
15.338-
5.960.055
15.338-
33
8.3 Kasstromen
Kasstroomoverzicht x € 1.000
2014
2013
Kasstroom uit operationele activiteiten Jaarresultaat
4.623
655
-458 -794 150 2 -72 -1.065
752 214 125 1 706 -2.136
2.386
317
6 -513
19 -600
1.879
-264
Investeringen in materiele vaste activa Desinvesteringen van materiele vaste activa Investeringen in overige financiele vaste activa
-83
933
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-83
1.047
Mutatie rekening courantschuld kredietinstellingen Ontvangen uit langlopende schulden Aflossing van langlopende schulden
-442
2000 -1991
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-442
9
Netto kasstroom
1.354
792
Start liquide middelen per 01-01-2014 Start liquide middelen per 31-12-2014
1158 2512
366 1158
Mutatie geldmiddelen
1354
792
Aanpassingen voor: Afschrijvingen ( en overige waardeveranderingen ) Mutatie voorzieningen Mutatie operationele vorderingen Mutatie voorraden Mutatie voorraad woningen Mutatie operationele schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Winstbelasting m.b.t. operationele activiteiten Kasstroom uit operationele activiteiten
114
8.4 Grondslagen
8.4.1 Algemeen Wbv "Lopik" is een vereniging met de status van "toegelaten instelling volkshuisvesting". Zij heeft specifieke toelating in de Gemeente Lopik en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woonwet en het Besluit Beheer. De vestigingsplaats is Lopik. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen.
8.4.2 Grondslagen voor consolidatie In de consolidatie dient te worden opgenomen de financiële gegevens van Wbv "Lopik" en haar groepsmaatschappijen. Dit betreft alle maatschappijen waarmee zij een organisatorische en economische eenheid vormt. Integraal in de consolidatie worden opgenomen deelnemingen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat worden afzonderlijk vermeld. De in de mogelijke consolidatie op te nemen rechtspersonen en vennootschappen zijn: 1. Wbv "Lopik Holding BV (100%) De deelneming in WBV Lopik Holding BV is van te verwaarlozen betekenis. Op grond van artikel 2:407 lid 1a BW, is van consolidatie in de jaarrekening afgezien.
jaarverslag 2014
34
8.4.3 Schattingen Bij toepassingen van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt de directie van Wbv "Lopik" zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:2362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de jaarrekeningposten.
8.5 Grondslagen voor waardering van activa en passiva
8.5.1 Regelgeving De jaarverslaggeving door toegelaten instellingen volkshuisvesting dient te voldoen aan de eisen zoals deze zijn geformuleerd in het Besluit Beheer Sociale Huursector. In dit besluit wordt Titel 9 Boek 2 BW voorgeschreven behoudens enkele uitzonderingen van specifieke aard. Voor verslagjaren vanaf 2012 is door de Raad voor de Jaarverslaggeving de herziene Richtlijn 645 Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting uitgegeven. In deze richtlijn zijn ondermeer specifieke modellen voor de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen en zijn voor de sector specifieke presentaties, waarderings- en verslaggevingsvoorschriften geformuleerd. Wbv "Lopik" past deze herziene Richtlijn vanaf verslagjaar 2012 toe. De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vind waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winsten verliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst- en verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. 8.5.2 Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als "intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd". Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunningen heeft plaatsgevonden 8.5.3 Materiële vaste activa 8.5.3.1 Sociaal vastgoed in exploitatie Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat jaarlijks per 1 juli door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Het beleid van Wbv "Lopik" is er opgericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Wbv "Lopik" zich als sociaal vastgoed beheerder, De historsche kostprijs (RJ212) is de basis voor invulling van de waardering van het vastgoed. Het sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, danwel lagere bedrijfswaarde (gevormd door de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering). De realiseerbare waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van pmc's of clustering op wijkniveau's. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden. Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of vergroten van de oorspronkelijke capaciteit. De lasten van onderhoud, waaronder renovatie, onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Een bijzonder waardeverminderingsverlies is het bedrag waarmee de boekwaarde de realiseerbare waarde duurzaam overschrijdt. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2014 intern geformaliseerde meerjaren begroting en bestrijken een periode van 5 jaar behoudens de verwachte kosten van groot onderhoud, erfpacht en overige contracten met een werkingsduur van meer dan 5 jaar. De kosten van planmatig onderhoud worden gebaseerd op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per component. Voor latere jaren wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus.
jaarverslag 2014
35
Bij de bedrijfswaarde gelden de volgende uitgangspunten: * Jaarlijkse huurverhogingen in 2015 van 4,0%, daarna 2 %. * Jaarlijkse huurderving van 1,00% (voorgaand jaar:1,00%) * Mutatiegraad van 7% en huurharmonisatie tot maximaal 75% van de maximaal redelijke huur (voorgaand jaar: idem) * Jaarlijkse stijging van de vastgoed gerelateerde variabele lasten van 3,0%, vanaf 2014: * De werkelijke variabele lasten (OZB, verzekering en algemeen beheer) gebaseerd op de begroting per verhuureenheid (voorgaand jaar: idem), voor een bedrag van € 1.730,- (in 2013: € 1.703,-). * Dagelijks- en planmatige onderhoudskosten zijn op basis van MJOB (in 2014: € 1.280,- ). * De restwaarde van de grond is meegenomen in de bedrijfswaarde. * een rekenrente van 5.25 % (voorgaand jaar: 5.25 voor WSW-geborgde woningen * een rekenrente van 5.25% (voorgaand jaar: 5.25%) voor niet WSW-geborgde woningen, bedrijfsmatige en overige onroerende zaken * de periode waarover contant gemaakt wordt loopt parallel met de geschatte resterende minimale levensduur van de complexen (variërend van 15 tot 49 jaar) (voorgaand jaar: idem), de minimale levensduur is gesteld op 15 jaar, kortere tenzij vanuit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is * De verhuurdersheffing (heffing van belastingdienst) is in de berekening van de bedrijfwaarde opgenomen.
Bij de bepaling van de bedrijfswaarde wordt niet langer rekening gehouden met de rentabiliteitswaardecorrectie van de bestaande leningenportefeuille en beleggingen. De rentabiliteitswaardecorrectie betrof het verschil tussen de contante waarde van de verwachte kasstromen uit hoofde van leningen en beleggingen en de waardering van deze posten op de balans. De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. Gegeven het feit dat verkopen hoofdzakelijk worden verricht in het kader van de financiering van onrendabele investeringen in nieuwbouw worden deze verkopen voor een periode van 5 jaar in de waardering betrokken. Daarmee wordt recht gedaan aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden plaats op basis van de huidige vergelijkbare kavel of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met de verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijke dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan die consequenties hebben voor de bestemming van de grond dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden. Indien sprake is van een afwaardering naar de lagere realiseerbare waarde dan geldt deze realiseerbare waarde als basis voor de afschrijving. Een lagere realiseerbare waarde wordt in zijn geheel toegerekend aan de opstal en overige componenten (op basis van het relatieve aandeel in de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs). Dit impliceert dat over de oorspronkelijke verkrijgingsprijs van de grond geen afschrijving plaatsvindt. Zo nodig wordt de verkrijgingsprijs van de grond zelfstandig op basis van impairment (af)gewaardeerd naar lagere sociale marktwaarde. Afschrijving tot aan de restwaarde niet expliciet toegelicht. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met eventuele residuewaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven. 8.5.3.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Dit betreffen complexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgavenprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Er wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen aanschafprijs en bijkomende kosten dan wel lagere verwachte opbrengstwaarde. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen.
jaarverslag 2014
36
8.5.3.3 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Jaarlijks wordt beoordeeld of er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbare activa worden gewaardeerd tegen verwachte direct opbrengstwaarde.
8.5.4 Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als vastgoedbeleggingen in exploitatie indien ze beschikbaar zijn voor verhuur.
8.5.4.1 Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Commercieel vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen historische kostprijs. Afschrijving tot aan de restwaarde niet expliciet toegelicht. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met eventuele residuewaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op grond wordt niet afgeschreven. 8.5.4.2. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Dit betreffen complexen in aanbouw die worden gewaardeerd tegen uitgavenprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering onder aftrek van een bijzondere waardevermindering uit hoofde van te dekken stichtingskosten. Er wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Indien de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van de onroerende zaken in ontwikkeling, dan wordt de onroerende zaak op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Ingenomen grondposities worden onder deze post verwerkt tegen aanschafprijs en bijkomende kosten. Rentetoerekening vindt eerst plaats nadat ontwikkelactiviteiten zijn gestart. Indien van toepassing worden de kosten verminderd met bijzondere waardeverminderingen. Hiertoe wordt de waarde van de gronden periodiek getoetst aan marktwaarde en de ontwikkelmethode. 8.5.5 Financiële vaste activa 8.5.5.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de nettovermogenswaarde methode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening; voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Wbv "Lopik" in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarde bij eerste waardering. 8.5.5.2 Vorderingen op groepsmaatschappijen De opgenomen vorderingen worden gewaardeerd tegen de realiseerbare waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijke geachte voorzieningen.
jaarverslag 2014
37
8.5.5.3 Andere deelnemingen Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of, indien hiertoe aanleiding bestaat, een lagere waarde. 8.5.5.4 Latente belastingvorderingen Onder de financiele vaste activa zijn actieve belastinglatenties opgenomen, indien en voor zover het waarschijnlijk is dat de realisatie van de belastingclaim te zijner tijd zal kunnen plaatsvinden. Deze actieve latenties zijn gewaardeerd tegen contante waarde. De actieve latentie heeft betrekking op tijdelijke verschillen tussen waardering in de jaarrekening, de fiscale waardering, en op de aanwezige compensabele verliezen. Bij de materiele vaste activa in exploitatie is sprake van een latente belastingvordering wegens een fiscaal hogere dan commerciele boekwaarde. De latente vordering stigt elk jaar aangezien commercieel wel en fiscaal niet (in verband met de bodemwaarde) kan worden afgeschreven. Gezien het langlopende karakter tendeert de latentie op basis van contante waarde naar nihil. De latentie is derhalve niet in de jaarrekening verwerkt.
8.5.5.5 Te vorderen BWS-subsidies De vordering uit hoofde van binnen het Besluit Woninggebonden Subsidies toegezegde bedragen (contante waarde van de uitbetalingen) wordt jaarlijks verminderd met de door de budgethouders beschikbaar gestelde bedragen. De uitbetalingstermijn is afhankelijk gesteld aan de disconteringsvoet en heeft vanaf de vaststelling van de subsidie een looptijd van maximaal 30 jaar. Het kortlopende deel van deze post is opgenomen onder de vlottende activa. 8.5.5.6 Overige vorderingen De onder financiële vast activa opgenomen overige vorderingen omvatten verstrekte leningen en overige vorderingen, die tot het einde van de looptijd zullen worden aangehouden. Deze vorderingen worden initieel gewaardeerd tegen reële waarde. Vervolgens worden deze leningen gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien er bij de verstrekking van leningen sprake is van disagio of agio, wordt dit gedurende de looptijd ten gunste respectievelijk ten laste van het resultaat gebracht als onderdeel van de effectieve rente. Ook transactiekosten worden verwerkt in de eerste waardering en als onderdeel van de effectieve rente ten laste van het resultaat gebracht. Bijzondere waardeverminderingen worden in mindering gebracht op de geamortiseerde kostprijs en direct verantwoord in de winst- en verliesrekening.
8.5.6 Voorraden 8.5.6.1 Vastgoed bestemd voor de verkoop De voorraden halffabricaten en gereed product worden gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek alsmede toegerekende rente. 8.5.6.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop De voorraden onderhanden werk (onverkochte woningen uit projectontwikkeling) worden gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, waaronder de kosten van het bedrijfsbureau, onderhoudsafdeling en interne logistiek alsmede toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van de direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. 8.5.6.3 Overige voorraden De voorraden grond- en hulpstoffen worden gewaardeerd op verkrijgingsprijzen onder toepassing van de FIFO-methode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde.
8.5.7 Onderhanden projecten Richtlijn 221 "Onderhanden projecten" benadrukt dat onderhanden projecten geen onderdeel zijn van de voorraden, maar in de balans worden verwerkt als uitkomst van de verwerking van de projectopbrengsten en de projectkosten uit hoofde van de onderhanden projecten in de winst- en verliesrekening. Dit gebeurt naar rato van de prestaties die per balansdatum verricht zijn (Percentage of Completion-methode). Onderhanden projecten in opdracht van derden wordt gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst. Zie hiervoor de grondslag in paragraaf 0). Indien van toepassing, worden hierop de verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Uitgaven voor projectkosten voor nog niet verrichte prestaties worden opgenomen onder de voorraden.
jaarverslag 2014
38
8.5.8 Vorderingen Vorderingen worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. 8.5.8.1 Huurdebiteuren Een voorziening voor oninbaarheid wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. 8.5.8.2 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courant schulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstelling onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
8.5.9 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. Voorzieningen worden tegen nominale waarde opgenomen met uitzondering van een voorziening voor pensioenen die wordt bepaald op basis van contante waarde volgens actuariële grondslagen. Met verplichtingen van samenwerkingscombinaties in de vorm van een vennootschap onder firma wordt als gevolg van de hoofdelijke aansprakelijkheid slechts rekening gehouden indien en voor zover de financiële positie van één of meerdere partners daartoe aanleiding geeft. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen.
8.5.9.1 Voorziening onrendabele investeringen nieuwbouw Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwaagde verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. 8.5.9.2 Latente belastingvorderingen en -verplichtingen Voor in de toekomst te betalen belastingbedragen uit hoofde van verschillen tussen commerciele en fiscale balanswaarderingen is een voorziening getroffen ter grootte van de som van deze verschillen vermenigvuldigd met het geldende belastingtarief. De latentie is gewaardeerd tegen contante waarde. De opgenomen latentie heeft betrekking op het verschil tussen de commerciele en fiscale waardering van de opgenomen leningen. Viir de fiscale voorziening onderhoud wordt geen latentie meer opgenomen. De inschatting op balansdatum is dat gezien het langlopend karakter van deze voorziening, de latentie op basis van contante waade tendeert naar nihil. 8.5.10 Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij de eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de looptijd van de schulden in de winst- en verliesrekening als interestlast verwerkt. De aflossingsverplichting (€ 436.831) voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden.
jaarverslag 2014
39
8.6 Grondslagen voor bepaling van het resultaat 8.6.1 Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde: - Vastgoedbeleggingen zijnde commercieel vastgoed in exploitatie - Vastgoedbeleggingen zijnde sociaal vastgoed in exploitatie gekwalificeerd 8.6.1.1 Opbrengstverantwoording Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico's met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Projectopbrengsten en projectkosten Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst- en verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de "Percentage of Completion'-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de winst- en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald; de projectkosten worden dan verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het verschil wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten.
8.6.2 Bedrijfsopbrengsten 8.6.2.1 Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2013 bestaat de mogelijkheid de huurverhoging afhankelijk van het inkomen vast te stellen. Woningbouwvereniging Lopik heeft besloten hiervan geen gebruik te maken en de huurverhoging voor alle huishoudens vast te stellen op 4%. 8.6.2.2 Opbrengst servicecontracten Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten.
8.6.2.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille De post netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengsten minus de boekwaarde (bestaand bezit) dan wel de vervaardigingsprijs (projecten voor derden). Winsten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn.
8.6.2.4 Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille Dit betreffen waardeveranderingen voor zover deze niet de terugneming van eerder verantwoorde waardeveranderingen betreffen. Deze terugneming wordt in de regel onder de lasten verantwoord. 8.6.2.5 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toe te rekenen interne directe kosten en rente in het kader van voorfinanciering ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hieronder verantwoord.
jaarverslag 2014
40
8.6.3 Bedrijfslasten 8.6.3.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt geen rekening gehouden. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties en inventaris onderkend. Van een afzonderlijke component is spraken indien deze component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. 8.6.3.2. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa De overige waardeveranderingen worden gebaseerd op de waardering van de betreffende activaposten. De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op een afboeking dan wel terugneming van een bijzondere waardevermindering. Deze bijzondere waardevermindering ontstaat door een jaarlijkse toets van de reële waarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op de boekwaarde. 8.6.3.3 Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. 8.6.3.4 Pensioenlasten Voor de pensioenregelingen betaalt de corporatie op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan Pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de Groep geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De Groep heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelkosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze tot een terugstorting leiden of tot een vermindering van toekomstige betalingen. 8.6.3.5. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. 8.6.3.6 Leefbaarheid De hieronder verantwoorde kosten betreffen kosten van fysieke ingrepen niet zijnde investeringen die de leefbaarheid in buurten en wijken ten goede moeten komen. Tevens worden hieronder kosten van personeel verantwoord die zicht specifiek met leefbaarheid bezig houden. 8.6.3.7 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 8.6.3.8 Belastingen Vanaf 1 januari 2008 is Wbv "Lopik" integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO) In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Deze last is in de resultatenrekening opgenomen.
jaarverslag 2014
41
8.6.3.9 Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente wordt meegenomen. 8.6.3.10 Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van het actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. 8.6.3.11 Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasury beleid van Wbv "Lopik" dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente (rente-, looptijden- en markt-) risico's. Op grond van het vigerende interne treasury statuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met het gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing er van tot een positie van de totale leningenportefeuille leidt welke vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten. In 2013 en voorgaande jaren heeft Wbv "Lopik" geen gebruik gemaakt van deze instrumenten. Marktrisico Wbv "Lopik" loopt risico's ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder financiële vaste activa en effecten, opgenomen onder vlottende activa. De onderneming beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille, en limieten te stellen. Valutarisico Wbv Lopik is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. Renterisico Wbv Lopik loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder de financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt de Groep risico ten aanzien toekomstige kasstromen; met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt de Groep risico's over de marktwaarde. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd. Kredietrisico Wbv Lopik heeft geen significante concentraties van kredietrisico. De Groep maakt gebruik van meerdere banken teneinde over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten.
Liquiditeitsrisico Wbv "Lopik" maakt gebruik van meerdere banken om over meerdere kredietfaciliteiten te kunnen beschikken. Voor zover noodzakelijk, worden nadere zekerheden gesteld voor beschikbare kredietfaciliteiten. De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde. De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. Indien niet direct een betrouwbare reële waarde is aan te wijzen wordt de reële waarde benaderd door deze af te leiden uit de reële waarde van bestanddelen of van soortgelijk financieel instrument of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken. Van de DCF-Methode (contante waarde van kasstromen), rekening houdend met specifieke omstandigheden.
8.7 Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling De jaarrekening wordt overeenkomstig BW2 Titel 9 opgesteld. Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en inschattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen.
jaarverslag 2014
42
8.7.1.1 Materiële vaste activa, realiseerbare waarde Het sociaal vastgoed in exploitatie wordt gewaardeerd tegen de realiseerbare waarde gebaseerd op bedrijfswaarde. Deze wordt gevormd door de contante waarde van de kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De realiseerbare waarde wordt afhankelijk gesteld van de voorgenomen bestemming van complexen. De onroerende zaken kunnen voor langere of kortere termijn voor verhuur worden aangehouden De uitgangspunten van de realiseerbare waarde zijn deels afhankelijk van de interne beleidsvoornemens van Wbv "Lopik". Deze beleidsvoornemens komen ondermeer tot uitdrukking in het strategisch voorraadbeheer waarbij eigen keuzes worden gemaakt ten aanzien van verhuur of verkoop, levensduur, kwaliteits- en huurniveaus. Voor zover mogelijk hanteert Wbv "Lopik" binnen de sector gangbare uitgangspunten. 8.7.1.2 Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als "intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd". Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitieve ontwerpfase en afgeleid het aanvragen van de omgevingsvergunning heeft plaatsgevonden De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan ondermeer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie.
8.7.2 Verwerking fiscaliteit Ten aanzien van de acute belastinglast en belasting latenties in de jaarrekening heeft Wbv "Lopik" een aantal standpunten ingenomen die pas bij afwerking van de aangifte over de verslagjaren 2012 en 2013 door de fiscus zullen worden getoetst. De belangrijkste standpunten betreffen: • De waardebepaling van de ontwikkelrechten • Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen • De verwerking van projectontwikkelingresultaten • Het treffen van een onderhoudsvoorziening • Het vormen van een herbestedingsreserve
Dientengevolge kan de fiscale last over 2012 en 2013 nog wijzigingen ondergaan en belasting latenties een andere waarde kennen. 8.7.3 Wet normering topinkomens (WNT) Voor de uitvoering van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen in de (semi)publieke sector (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de Beleidsregels toepassing WNT. De instelling heeft de Beleidsregels toepassing WNT, waaronder het wetsvoorstel Aanpassingswet WNT, als normenkader bij het opmaken van deze jaarrekening gehanteerd. Eerder genoemd wetsvoorstel mag op grond van de mededeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 12 februari 2014 worden toegepast als ware de wettekst reeds in werking getreden.
8.3 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij deze methode wordt het nettoresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar, mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorend tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht wordt onderscheid gemaakt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. De verkrijgingspijs van de verworven groepsmaatschappij is opgenomen onder de kasstroom uit investeringsactiviteiten, voor zover betaling in geld heeft plaatsgevonden. De geldmiddelen die in de verworven groepsmaatschappij aanwezig zijn, zijn van de aankoopprijs in aftrek gebracht.
jaarverslag 2014
43
8.8 Toelichting op de geconsolideerde balans (x € 1000,-) 8.8.1 Materiële vaste activa De mutaties in de materiele vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat:
Onroerende en roerende zaken in exploitatie Het verloop en de samenstelling is als volgt: Sociaal Vastgoed in exploitatie
31 december 2013 Verkrijgingsprijs Herwaarderingen Af: Cumulatieve waardeverminderingen Af: Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde Effecten stelselwijziging Boekwaarde per 1 januari 2014 Mutaties in 2014 Investeringen Desinvesteringen Herwaarderingen Afschrijvingen Subsidies Waardevermindering Terugneming van waardevermindering Overboekingen Saldo mutaties Saldo per 31 december Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie
24.724.552 908.975 -6.066.999 19.566.528 19.566.528
750.898 -726.630 24.268 24.268
471.690 -131.218
2.647
-683.480 -87.797 1.207.559 -
Onroerende en roerende zaken tdv exploitatie
1.060.287 -406.246 654.041 654.041
Totaal
26.535.737 182.345 -6.473.245 20.244.837 20.244.837
-
474.337 -131.218 -739.616 -87.797 1.207.559 -
-56.136
-
776.754
2.647
-56.136
723.265
25.065.024 2.028.737 -6.750.479
753.545 -726.630 -
1.060.287 -462.382
26.878.856 1.302.107 -7.212.861
20.343.282
26.915
597.905
20.968.102
De afschrijvingstermijnen en gevolgde systematiek luiden als volgt: * Grond geen afschrijvingen *Stichtingskosten lineair 50 jaar * C.V. Installaties lineair 15 jaar * Liften lineair 25 jaar * Keukens lineair 15 jaar * Bedrijfsruimten lineair 40 jaar * Sanitair lineair 25 jaar In de post materiele vaste activa ten dienste van de exploitatie zijn geen posten begrepen die worden gefinancierd door middel van financial lease. Alle overige vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de vereniging. In het boekjaar werd ter zake van onroerende zaken in ontwikkeling een bedrag ad euro 0,- aan bouwrente geactiveerd. Bij niet specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten werd een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 4,5%. In de post onroerende zaken zijn 646 woningen opgenomen. De geschatte waarde WOZgebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen bedraagt euro 103,5 miljoen. Dit betreft alle woningen. WOZ-waarde DAEB woningen is € 102,2 miljoen (WOZ van niet-DAEB is € 1,2 miljoen) De activa zijn verzekerd tegen aanschaf c.q. voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. De verzekerde som op basis van herbouwwaarde op balansdatum bedraagt euro 68 miljoen. Het onroerend goed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie. Er zijn geen hypothecaire zekerheden afgegeven. Per balansdatum waren er geen verplichtingen aangegaan met betrekking tot materiele vaste activa. De bedrijfswaarde van de onroerende en roerende zaken in exploitatie gebaseerd op historische kostprijs bedraagt euro 35,5 miljoen. Door de corporatie is een verkoopplan opgesteld ( SVB-beleid )waarin onroerende zaken voor verkoop zijn geoormerkt.
jaarverslag 2014
44
8.8.2 Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiele vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Commercieel Vastgoed in exploitatie
31 december 2013 Verkrijgingsprijs Herwaarderingen Af: Cumulatieve waardeverminderingen Af: Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde Effecten stelselwijziging Boekwaarde per 1 januari 2014 Mutaties in 2014 Investeringen Desinvesteringen Herwaarderingen Afschrijvingen Subsidies Waardevermindering Terugneming van waardevermindering Overboekingen Saldo mutaties Saldo per 31 december Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde per 31 december
Onroerende zaken Verkocht onder Voorwaarden
608.015
Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie
Totaal
-
-
608.015 -230.562 -21.921 355.532 355.532
-
-
26.400 3.354 -9.390 -
20.364
-
-
20.364
634.415 3.354 -230.562 -31.311
-
-
634.415 3.354 -230.562 -31.311
375.896
-
-
375.896
-230.562 -21.921 355.532 355.532
26.400 3.354 -9.390 -
-
De bedrijfswaarde bedraagt 1,5 miljoen en de WOZ waarde 1,3 miljoen. 2. Financiële vaste activa. Te vorderen BWS-subsidies Deelnemingen Latente belastingverplichtingen
14.302 1.780.000
14.302 476.939
1.794.302
491.241
Saldo per 1 januari Saldo mutaties in het boekjaar afkoop rente ontvangen bijdrage
0
2.937
Saldo per 31 december
0
0
Deelnemingen Deelneming in Woningnet Deelneming in Wbv "Lopik" Holding BV
995 13.307
995 13.307
Saldo per 31 december
14.302
14.302
Te vorderen BWS-subsidie Het verloop is als volgt weer te geven:
jaarverslag 2014
1.885 -4.822
45
In 2003 heeft de Wbv "Lopik" een deelneming verworven in WoningNet NV van 1.000 gewone aandelen voor een bedrag van € 1.328. Hiervan is 75% volgestort (€ 995). Het belang is 0,02% van de aandelen. Het totaal aantal uitgegeven aandelen bedraagt 475.850. Wbv Lopik Holding B.V. is voor 100% eigendom van Wbv "Lopik" en is op 30 december 2005 opgericht. Het maatschappelijk kapitaal bedraagt € 90.000 en het gestort en geplaatst kapitaal bedraagt € 18.000. De samenstelling van het bestuur is gelijk aan de bestuurssamenstelling van de Wbv "Lopik".
Latente belastingverplichtingen Saldo 1 januari Mutaties in het boekjaar
476.939 1.303.061
588.394 -111.455
Saldo per 31 december
1.780.000
476.939
300.538
228.215
15.735
13.822
316.273
242.037
44.102 171.944
43.088 22.068 4.308
216.046
69.464
Huurachterstand Af: voorziening wegens oninbaarheid
54.102 10.000
58.088 15.000
Saldo
44.102
43.088
8.8.3 Voorraden Woningen in aanbouw of afgebouwd voor derden die per balansdatum niet zijn verkocht af:projectresultaat Voorraad materialen technische dienst
De waarderingsgrondslag van de voorraad is de historische kostprijs. Jaarlijks wordt een voorraadinventarisatie uitgevoerd.
8.8.5 Vorderingen De vorderingen zijn als volgt samengesteld: Huurdebiteuren Overige vorderingen Overlopende activa
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar.
8.8.5.1 Huurdebiteuren
De huurachterstand bedraagt 1,29% van de te ontvangen jaarhuren (2013: 1,47%).
Achterstand 0 -1 maand 1 - 2 maanden 2 - 3 maanden 3 - 4 maanden 4 > maanden Totaal
Aantal 2014 35 13 4 2 7 61
Aantal 2013 46 10 2 1 9 68
Bedrag 2014 17.947 11.045 6.856 3.619 14.635 54.102
Bedrag 2013 18.750 8.656 2.514 2.295 25.873 58.088
8.8.5.3 Belastingen en premies sociale verzekeringen BTW Teruggaaf wao/wia Pro rata 2012 Saldo
jaarverslag 2014
2.181 5.753 5.753
2.181
46
8.8.5.4 Overige vorderingen Renteverrekening Overige debiteuren
171.944
Saldo
171.944
22.068 22.068
Post bestaat uit: Rente Rabobankl ad € 7.262 Vordering op groepsmaatschappijen ad € 2.000 Vordering Stema ad €160.440 Vordering Luciene BV ad € 1.146 Afrekening Loyalis ad € 1.008 Nog te ontvangen kosten afgesloten huurcontracten 90 8.8.5.5 Overlopende activa Niet vervallen exploitatiebijdragen Saldo
4.308 0
4.308
Direct opvraagbaar. Kas Bank Postbank
366 2.479.357 32.313
796 1.148.248 8.824
Saldo
2.512.036
1.157.868
11.992.416 7.366
6.032.602 7.125
11.999.782
6.039.727
6.032.602 5.959.814 0 11.992.416
6.048.068 -15.466 0 0 6.032.602
7.125
6.997
241
128
7.366
7.125
8.8.5.6 Liquide middelen
8.8.6.1 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt:
Overige reserves wettelijke- en statutaire reserves
Het verloop van de overige reserves is als volgt: Stand per 1 januari Uit resultaatbestemming Overige mutaties Waardeverandering door stelselwijziging RJ645 Stand per 31 december
Het verloop van de wettelijke- en statutaire reserves is als volgt:
Stand per 1 januari Toegerekend jaarresultaat Uit resultaatbestemming Overige mutaties Stand per 31 december
Overeenkomstig artikel 3 van de statuten van Wbv "Lopik", heeft Wbv "Lopik" als doel uitsluitend werkzaam te zijn op het gebied van de volkshuisvesting; met andere woorden dient het gehele vermogen binnen de kaders van de woningwet en afgeleid van het BBSH te worden besteed.
jaarverslag 2014
47
8.8.7.1 Voorzieningen
Voorziening latente belastingen Voorziening jubileumverplichting Voorziening loopbaanbudget Voorziening onrendabele top nieuwbouw
72.516 21.817 9.573 0 103.906
631.989 18.854 8.836 238.455 898.134
631.989
654.645
-5.606 -553.867
-6.733 -15.923
72.516
631.989
18.854
18.561
2.963
293
0
0
21.817
18.854
Voorziening latente belastingen Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Af: onttrekking latentie leningen Af: onttrekking fiscale voorziening onderhoud Saldo mutaties in het boekjaar Saldo per 31 december
Voorziening jubileumverplichting Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari Bij: dotatie Af: onttrekking Saldo mutaties in het boekjaar Saldo per 31 december
jaarverslag 2014
48
Voorziening loopbaanbudget Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari Storting Af: onttrekking Saldo per 31 december
8.836
11.162
2.201 -1.464
-2.326
9.573
8.836
238.455
0
Voorziening onrendabele top nieuwbouw Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari Storting Af: onttrekking Saldo per 31 december
jaarverslag 2014
238.455 -238.455 0
238.455
49
8.8.9 Langlopende schulden 8.8.9.1 Leningen kredietinstellingen
12.995.130
13.470.799
12.995.130
13.470.799
13.470.799 436.831 13.907.630
11.774.297 2.124.664 13.898.961
Leningen kredietinstellingen Het verloop is als volgt: Saldo per 1 januari, exclusief kortlopende deel Bij:aflossingbedrag kortlopend Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Nieuwe leningen Vervroegd afgelost Aflossingen Aflossingen binnen 1 jaar
-442.264 -470.236
-1.991.331 -436.831
Saldo mutaties
-912.500
-428.162
12.995.130
13.470.799
470.236 11.304 101.591 53.906 452.553
436.831 370.086 91.118 822.956 433.508
1.089.590
2.154.499
Verplichtingen aan banken
470.236
436.831
Saldo per 31 december
470.236
436.831
11.304
370.086
19.408 82.183 101.591
20.442 7.842 62.834 91.118
Wbv "Lopik Holding BV Overige schulden
12.771 41.135
12.771 810.185
Saldo per 31 december
53.906
822.956
Saldo per 31 december
2.000.000
Voor de leningen gelden rentevoeten welke variërend van 1,20% - 4,86%. De gemiddelde rentevoet van de uitstaande leningen bedraagt 3,88% (2013: 3,76%). Van de uitstaande schuldrest heeft € 7.477.056 (2013: € 7.907.534,-) een looptijd van langer dan 5 jaar. De binnen een jaar vervallende aflossing bedraagt € 470.236 (2013: € 436.831). De marktwaarde van alle leningen per 31 december 2014 bedraagt € 16.513.000. 8.8.10 Kortlopende schulden De kortlopende schulden betreffen : Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan leveranciers Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige schulden Overlopende passiva Saldo per 31 december Schulden aan kredietinstellingen
Schulden aan leveranciers Crediteuren
Belastingen en premies sociale verzekering Loonheffing Premies sociale verzekeringen/pensioenfonds Belastingen Saldo per 31 december
Overige schulden
jaarverslag 2014
50
De Overige schulden bestaan uit: Nog te ontvangen afrekening BDO 16.942 Nog te ontvangen facturen diversen 24.193 Overlopende passiva Niet vervallen rente leningen Vooruitontvangen huur Servicekosten Reservering vakantiegelden en vakantieverplichtingen
354.932 60.931 13.371 23.319
357.760 48.805 3.209 23.734
Saldo per 31 december
452.553
433.508
8.8.11 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Deelneming in de Stichting Waarborgfonds Woningbouw (WSW) Ingevolge artikel 20 van het reglement van deelneming neemt iedere deelnemer deel in het risico waartoe de stichting WSW zich voor de deelnemers heeft borg gesteld. Deze bijdrage is maximaal 3,85% van het nominale bedrag van de door de deelnemer aangegane lening waarvoor de stichting WSW zich heeft borg gesteld. Per 31 december 2014 bedraagt deze verplichting € 466.000 (2013: € 516.000) . WSW-volmacht NUBBV (Niet uit de balans blijkende verplichtingen) Als onderpand voor de WSW-geborgde leningen is in de dVi 2013 € 107,8 miljoen aan WOZ-waarde als onderpand ingezet (peildatum WOZ waarde 1-1-2013). In 2013 is op verzoek van het WSW een volmacht afgegeven aan het WSW om hypotheekrecht te vestigen op het onderpand, in lijn met artikel 30 van het WSW reglement. Hierdoor kan het WSW bij eventuele niet-nakoming van betalingsverplichtingen door de corporatie direct hypotheekrecht vestigen zonder dat hiertoe vooraf de formele bevestiging benodigd is van bestuur en commissarissen. Deelname pensioenfonds SPW De dekkingsgraad van het betrokken bedrijfspensioenfonds bedraagt per 31 december 2014 volgens opgave van het fonds 114%. Op basis van het uitvoeringsreglement heeft de groep bij een tekort in het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan door hogere toekomstige premies.
8.8.12 Financiële instrumenten In 2012 heeft "Wbv Lopik" een zogenaamde Collar-transactie afgesloten welke niet in de balans is opgenomen. De onderstaande contractvariabelen zijn overeengekomen: Nominaal bedrag: 2.000.000,Collar Cap Niveau: 4,50% Collar Floor niveau: 1,95% Ter zake deze Collar-transactie is geen sprake van marktwaardeverrekening/bijstortverplichtingen.
8.8.14 Niet in de balans opgenomen activa en verplichtingen Aansprakelijkheid bij een fiscale eenheid Wbv "Lopik" vormt met Wbv Lopik Holding B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de vereniging en de met haar gevoegde dochteronderneming ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de verschuldigde belasting.
jaarverslag 2014
51
8.9 Toelichting op de enkelvoudige winst- en verliesrekening 8.9 .1 Huuropbrengsten Te ontvangen nettohuur Woningen en woongebouwen Af: Huurderving ( leegstand 30.847+ oninbaar 4.549 ) Per saldo
4.214.715
4.012.147
24.576
62.630
4.190.139
3.949.517
220.535 27.234 -28.727 -3.711 25.291
168.792 -7.397 -1.723 0 0
240.622
159.672
93.670
82.884
39 93.709
-3.866 79.018
De huuropbrengst nam met ± € 240.000 toe als gevolg van: - Algemene huurverhogingen - Meer/ minder huurderving - Verkopen - Slooppercelen - Nieuwbouw/aankopen
Per 1 juli 2014 zijn de huren gemiddeld verhoogd met 4,41% (2013: 4,0%). De jaarlijkse huurverhoging is gedifferentieerd toegepast.
8.9.2 Opbrengsten servicecontracten Ontvangen vergoedingen Te verrekenen met huurders Af: derving wegens leegstand
Deze vergoedingen worden aan de huurders doorberekend ter dekking van gemaakte kosten voor verwarming, verlichting, waterlevering, schoonmaken, glasschade, geiserhuur, dakgoten, rioolontstopping en tuinonderhoud.
8.9.4 Overheidsbijdragen Toerekening op basis van: - Bijdrage BWS
0 0
0
1.868.334 459.925 2.328.259
181.132 -27.481 153.651
2.260 0 620 2.880
2.540 0 620 3.160
692.869 0
651.823 0
56.136
67.208
749.005
719.031
8.9.5 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Opbrengst verkopen bestaand bezit Opbrengst verkopen koopwoningen Verkoopresultaat totaal
8.9.8 Overige bedrijfsopbrengsten Doorberekende kosten aan huurders Vergoeding WMO / huisvestingsverordening Overige bedrijfsopbrengsten
8.9.9 Afschrijvingen op materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Woningen en woongebouwen Onroerende en roerende zaken niet zijnde woningen Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie
jaarverslag 2014
52
8.9.10 Overige waardeveranderingen materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Waardeverandering onroerend goed in exploitatie Waardeverandering onroerend goed in ontwikkeling
1.207.559 1.207.559
-732.402 765.085 32.683
386.848
390.331
386.848
390.331
7,22
7,18
72.203 77.647
67.598 81.663
149.850
149.261
Dagelijks en mutatie- en klachtenonderhoud
242.955
403.521
Planmatig onderhoud
475.863
919.334
718.818
1.322.855
Leefbaarheid
22.583
31.063
Totaal
22.583
31.063
87.147
83.993
33.607 41.475 49.773 388.969 132.108 73.740 30.150 1.601 0 37.998 5.779 0 157.277 25.621 107.259 0 1.085.357
60.790 43.096 81.052 15.335 147.150 90.120 22.521 5.350 0 38.099 6.783 0 158.561 34.823 97.310 0 800.990
18. Lonen en salarissen Salarissen inclusief vakantiegeld
Formatieplaatsen (omgerekend naar fulltime) Gemiddeld Voor de bezoldiging van het bestuur wordt verwezen naar hoofdstuk 6.7 Rapportage werkgever. 19. Sociale lasten Sociale lasten Pensioenpremies
8.9.11 Onderhoudslasten De werkelijke kosten voor dagelijks, mutatie + klachten en planmatig onderhoud zijn direct ten laste van de winst- en verliesrekening verantwoord.
8.9.12 Leefbaarheid
8.9.3 Lasten servicecontracten Levering overige zaken en diensten
8.9.13 Overige bedrijfslasten Huisvestingskosten Kosten Raad van Toezicht Algemene kosten Verhuurdersheffing Saneringsheffing Automatiseringskosten Accountantskosten Kosten woonruimte verdeling Kosten uitzendkrachten Overige personeelskosten Contributie landelijke/regionale federaties Heffing Centraal Fonds Belastingen Verzekeringen Advieskosten en strategisch voorraadbeleid Afboeking projectkosten
Bezoldiging Raad van Toezicht Voor de bezoldiging van de raad van toezicht wordt verwezen naar hoofdstuk 6.11 Honorering
jaarverslag 2014
53
8.9.16 Accountantshonoraria Controle van de jaarrekening, BDO Fiscale advisering, BDO Fiscale advisering, Deloitte 2012 Andere niet controle diensten
30.150 9.506 39.656
22.521 9.580 5.884 37.985
5.954
16.740
0
1.885
5.954
18.625
0 0
0 0
8.9.19 Rentelasten en rentebaten Bankinstellingen Geactiveerde rente vaste activa Rente te vorderen BWS-subsidies
8.9.23. Opbrengsten financiële vaste activa Resultaat deelneming
jaarverslag 2014
54
8.9.24. Rentelasten Rente en kosten rekening-courantkrediet Leningen kredietinstellingen Disagio borgstelling WSW en kosten (her)financiering Overige rentelasten
0 531.371
0 600.302
531.371
600.302
1.862.534
-88.799
1.862.534
-88.799
8.9.20 Belastingen Acute belastingen Latente belastingen boekjaar Mutatie latente belastingen boekjaar
De acute belastinglast is als volgt bepaald:
Voorlopig resultaat voor belastingen volgens de geconsolideerde jaarrekening
Bij/; Fiscale lagere afschrijving m.v.a. Fiscaal geen project resultaat vrijval (dis)ageo op leningen kreditinstellingen Beperkt aftrekbare kosten Bijdrage saneringsheffing
4.097.520
726.684 -558.595 22.420 4.400 132.108 -880.542
Af; Dotatie onderhoudsvoorziening Fiscaal hogere lasten onderhoud Fiscaal lagere boekwinst/vorming herinvesteringsreserve Fiscaal geen vrijval voorziening loopbaanbudget
212.204 2.009.934 -737 2.221.401
Belastbare winst 2014
995.577
Af: Te verrekenen verlies
-995.577
Belasbaar bedrag 2014 1e schijf = > tot € 200.000 2e schijf = > vanaf € 200.000 Te betalen vennootschapsbelasting
0 Tarief 20% 25%
Belastbaar 0 0
0 0 0
Winst na belasting 2014
0
Toekenning jaarresultaat Het jaarresultaat is, vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de ALV reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat is in mindering gebracht van de overige reserves zoals hieronder gespecificeerd. Overige reserve
jaarverslag 2014
5.960.055
-15.338
5.960.055
-15.338
55
Overige gegevens: Statutaire resultaatbestemming Het resultaat is verwerkt conform de statutaire resultaatbestemming. Per 1 januari 2014 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (verder: WNT) in werking getreden. De directeur-bestuurder wordt op grond van deze wet gezien als topfunctionaris. In het kader van de WNT worden de volgende gegevens gemeld.
jaarverslag 2014
56
Naam: Functie of functies Bruto-salaris (inclusief fiscale bijtelling auto)
Directeurbestuurder
€ 89.365
Door de werkgever betaalde vrijwillige sociale-verzekeringspremies
€0
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
€0
Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn (pensioenpremies) Totale uit publieke middelen gefinancierde bezoldiging en relevant voor de toepassing van de WNT
€ 18.996 € 108.361
Duur van het dienstverband in het boekjaar (in maanden)
12 36
Omvang van het dienstverband in het boekjaar Einde dienstverband
n.v.t.
Jaar waarin het dienstverband is geëindigd
Niet van toepassing
In het boekjaar verrichte uitkeringen wegens beëindiging van het dienstverband
Niet van toepassing
jaarverslag 2014
57
De directeur-bestuurder valt in de overgangsregeling van de WNT, nu de met hem gemaakte bezoldigingsafspraak (ruim) voor 1 januari 2013 is overeengekomen. Dat betekent dat de bezoldiging overeenkomstig de wettelijke regeling in zeven jaar zal worden aangepast. Bezoldiging raad van commissarissen
De WNT geeft ten aanzien van de bezoldiging van commissarissen aan dat deze per 1 januari 2013 maximaal 5% (lid) of 7,5% (voorzitter) mag bedragen van de voor de organisatie geldende maximale bezoldiging van de bestuurder. Een commissaris die voor 1 januari 2013 is benoemd en wiens vergoeding hoger is dan de WNT aangeeft, kan deze hogere vergoeding blijven ontvangen tot het moment van herbenoeming op basis van overgangsrecht. Bezoldiging commissarissen in 2014 De bezoldiging van de commissarissen in 2014 commissaris is als volgt:
jaarverslag 2014
58
Naam
Functie
Honorering
Ing. J.J. Overeem MRE
Voorzitter
€
9.000,-
R. Pasman
Vicevoorzitter
€
6.000,-
Mr. M.A. Sijbrandij
Algemeen lid
€
4.105,-_______________
Drs. M.A. van Batenburg MMO
Algemeen lid
€
5.053,-
Dhr. L.J. de Graaf
Algemeen lid
€
2.052,-_______________
Mevr. I. de Korte
Algemeen lid
€
2.052,-_______________
Totaal
______
____________
€ 28.262,-
De bedragen zijn exclusief btw.
jaarverslag 2014
59
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan waarvan de financiële impact niet is verwerkt in deze jaarrekening.
jaarverslag 2014
60