Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw
Re-entry Frupica opgelost (pagina 2)
Jaargang 7 - Nr. 17 - Juni 2009
BotaniGard beter dan chemie (pagina 5)
ER II draagt bij aan een residuvrij product (pagina 6)
FRUPICA, JAAAAA
Roofmijten zetten zwavelpot buitenspel
De tuinbouw zat al jaren te wachten op een
“FRUPICA PAST PERFECT IN HET SCHEMA”
nieuw meeldauwmiddel en ja, dit voorjaar kreeg Frupica zijn toelating. Bij een nieuw middel zijn de verwachtingen vaak hoog gespannen en dat geldt uiteraard ook voor ons. Hebben wij ons huiswerk goed gedaan en krijgt de praktijk wat wij beloven? Zo’n introductie is altijd spannend. Wat Frupica uniek maakt is zijn werking tegen meeldauw én Botrytis. De eerste resultaten zijn veelbelovend. Veel telers kijken de kat uit de boom, maar nu de goede ervaringen binnenstromen groeit het vertrouwen met de dag. Wij bij Certis zeggen daarom: Frupica, jaaaaa! Naast Frupica besteden we in deze Glashelder aandacht aan de bestrijding van tripspoppen met BotaniGard. Want ook trips vormt een steeds groter knelpunt in tal van teelten. Certis biedt concrete oplossingen. Naast BotaniGard, roofmijten en enkele chemische middelen is ER II effectief tegen deze plaag. Ik zou zeggen: verdiep u in de meegezonden folder,
lees
de ervaringen in deze Glashelder en trek uw plan…
Dennis Eekhoff, Product manager glastuinbouw
Frans van Heyningen en technisch adviseur Lianne van Wijk.
Sinds roofmijten de rozen van Frans van Heyningen vrijhouden van spint en trips, vervangen chemische middelen de traditionele zwavelpot in de strijd tegen echte meeldauw. Vorig jaar beproefde hij Frupica, dat nu een vaste plaats heeft in het preventieve spuitschema. “Het is een mooie aanvulling op de reeds beschikbare middelen en past perfect in het schema”, zegt hij. Van Heyningen teelt op zijn bedrijf in Roelofarendsveen diverse grootbloemige rozen, waaronder de oranje Eldorado, de roze Heaven en de lichtroze Audio. “Heaven en Audio zijn aquatypen, die bekend staan om hun gevoeligheid voor meeldauw”, licht de teler toe. “Eldorado is duidelijk minder gevoelig en vertoont meestal plaatselijk wat lichte aantasting.”
Glashelder
Interval varieert Ondanks de rasverschillen hanteert de rozenteler een tamelijk strak preventief spuitschema. Hij laat de spuitinterval afhangen van de infectiedruk. Bij grote druk zit er zo’n vijf dagen tussen de spuitbeurten, bij lage druk kan dat het dubbele zijn. “Wanneer de druk laag is en er slechts hier en daar wat spatjes de kop op steken sla ik weleens een beurt over, maar per saldo komt de spuitboom minimaal veertig keer per jaar in actie om meeldauw te voorkomen. Dat is toch bijna jaarrond.” Twee bespuitingen in blok Vorig jaar deed Certis op het bedrijf proeven met Frupica. Conform het advies voor de rozenteelt gebeurde dat in combinatie met de uitv ervolg op pag in a 2
1
v er v o l g v a n p agi na 1
vloeier Silwet Gold. Van Heyningen: “Het middel is eerst beproefd in Heaven, omdat dit ras naar mijn idee het meest gevoelig is. De infectiedruk was eveneens hoog. Als het middel niet goed zou werken hadden we dat onherroepelijk gemerkt. Twee bespuitingen in blok hielden de schimmel er gelukkig goed onder.” Duurwerking De rozenteler geeft Frupica dit jaar een vaste plaats in zijn bestrijdingsschema. “Ik pas het twee keer achter elkaar toe om van de duurwerking te kunnen profiteren. Vaker mag je het middel helaas niet inzetten, om de ontwikkeling van resistente meeldauwstammen te voorkomen. Ik hoop dat iedereen dat consequent doet. Dan kunnen we nog lang plezier hebben van dit nieuwe fungicide.”
Frupica is in aardbei al vijf jaar toegelaten. In deze teelt is het de eerste keus in de strijd tegen meeldauw en Botrytis.
RE-ENTRY FRUPICA OPGELOST Tot voor kort was het verplicht na de toepassing van Frupica bij werkzaamheden in het gewas handschoenen en beschermende kleding te dragen. De veiligheidsaanbevelingen voor herbetreding zijn gewijzigd. Vanaf nu kunt u na de toepassing zonder handschoenen en beschermende kleding (oogst)werkzaamheden in het gewas uitvoeren na opdrogen van de spuitvloeistof en minimaal 2 uur ventileren. n
FRUPICA® VOORKOMT ECHTE MEELDAUW EN BOTRYTIS Sinds dit jaar is Frupica niet alleen toegelaten in bedekte en onbedekte teelten van bloemisterijgewassen, maar ook in vaste planten en boomkwekerijgewassen. De actieve stof mepanipyrim is zeer effectief tegen echte meeldauw en Botrytis. Frupica is zacht voor het gewas en snel regenvast. Echte meeldauw of ’t wit vormt in veel gewassen een groeiend probleem. In kasteelten staat de toenemende biologische bestrijding het gebruik van zwavel in de weg. Daarnaast is het middelenpakket voor alle teelten smaller geworden, waardoor resistentie op de loer ligt. Afwisselen is daarom het parool. Botrytis maakt een opleving door in teelten waar door de gestegen energiekosten minder wordt gestookt en een hogere vochtigheid heerst. Frupica weert beide ziekten door zijn brede, preventieve werking en zachtheid voor het gewas. Meervoudige werking De actieve stof mepanipyrim (440 g/l) pakt schimmels op diverse plaatsen in het infectieproces aan. Het voorkomt zowel
Glashelder
de groei van de kiembuis als de vorming van een appressorium en het binnendringen in het blad. Daarnaast remt het de ontwikkeling van mycelium in het blad. Frupica wordt vlug in de plant opgenomen (lokaal systemisch) en is snel regenvast. Het residu geeft een goede nawerking. Frupica werkt vooral preventief. Mepanipyrim behoort tot de groep van de anilino-pyrimidinen en heeft een zeer specifieke werking. Pas Frupica daarom maximaal twee keer per jaar toe en wissel af met middelen uit andere chemische groepen. Infectieproces van Botrytis en meeldauw
aangrijpmomenten van Frupica®
Echte meeldauw en Botrytis Tot het brede werkingsspectrum van Frupica behoren echte meeldauwsoorten zoals Erisyphe (o.a. in Aster en Helianthus), Sphaerotheca (roos) en Microsphaera (o.a. eik,
beuk en Crataegus). Pas Frupica toe zodra de eerste meeldauw zichtbaar is. Botrytis steekt vooral onder vochtige omstandigheden de kop op. Ook na de oogst kan de schimmel zich snel vestigen in bloemen en bladeren. Een preventief schema met Frupica voorkomt dat de schimmel aanslaat. Niet met insecticiden In enkele gevallen is in snijbloemen een lichte gewasschade waargenomen na de gecombineerde inzet van Frupica met insecticiden. Certis raadt dergelijke combinaties af. Combinaties met andere fungiciden zijn wel veilig voor het gewas. n
SAMENVATTEND ADVIES ✓ Zet Frupica preventief in ✓ Spuit in een concentratie van 0,09% (90 ml per 100 liter water, max. 0,9 l/ha), bij rozen altijd in combinatie met 0,02% Silwet Gold uitvloeier (maximaal 200 ml/ha) ✓ Herhaal de bespuiting (blokbespuiting) ✓ Niet combineren met insecticiden ✓ Gebruik Frupica max. 2 keer per jaar
2
ROCKET MAG TOT 30 MAART 2010 EN KOMT TERUG Rocket mag nog tot 30 maart 2010 gebruikt worden in de glastuinbouw. Certis is echter volop bezig om het product snel terug te krijgen. Het aanvullende dossier is ingediend en beoordeeld op EU-niveau. De verwachting is dat het dossier spoedig wordt afgehandeld. Dit moet leiden tot een snelle annex 1 plaatsing. Hoewel alles op schema ligt, valt er waarschijnlijk wel een gat tussen 30 maart 2010 en de nieuwe registratie. Certis is in overleg met LTO Groeiservice om te kijken hoe deze periode n overbrugd kan worden.
MEELDAUW BLIJFT EEN GEVAAR VOOR DE ROZENTEELT Ondanks de toelating van Frupica is Mathijs Beelen, gewasmanager roos bij LTO Groeiservice, bezorgd over de meeldauwproblematiek in zijn gewas. “Het is gissen naar mogelijke oorzaken, maar de infectiedruk is dit jaar opnieuw erg hoog”, zegt hij. “Telers moeten regelmatig spuiten met een beperkt aantal middelen, waardoor het risico van resistentie op de loer ligt. Frupica is een welkome aanvulling.”
Zwavelverdampers Gevraagd naar zijn visie op de afnemende rol van zwavel in verband met geïntegreerde bestrijding zegt Mathijs: “Ik verwacht een verschuiving van de zwavelpot naar de mobiele zwavelverdamper. Daarmee kun je een kas binnen twee uur behandelen, dus veel sneller dan met zwavelpotten. Natuurlijke vijanden zijn daardoor minder lang aan zwavel blootgesteld en lijken daar volgens geluiden uit de praktijk minder last van te hebben.”
Proefbespuiting Toch blijft regelmatig spuiten noodzakelijk. Beelen noemt het jammer dat Frupica kort na introductie door onjuiste toepassing in opspraak raakte. “Bij verkeerd gebruik kan elk middel gewasschade veroorzaken. Daarnaast verschilt de gevoeligheid van rassen. Werk daarom altijd volgens het etiket en voer met nieuwe middelen eerst een proefbespuiting uit. Voor zover mij bekend is toepassing in rozen volkomen verantwoord, mits er ook uitvloeier wordt gebruikt. Het lijkt me de moeite van het proberen waard, want meeldauw is en blijft een gevaar voor de rozenteelt.” n
Beelen constateert dat rozentelers door de uitdunning van het middelenpakket feitelijk alleen nog kunnen afwisselen met de curatieve middelen Meltatox, Collis en het wat oudere middel Nimrod. “Met Nimrod schijnt Frupica, dat hoofdzakelijk preventief werkt, een goede combinatie te vormen. Dat heb ik me door een teler laten vertellen.” Focus op meeldauw De gewasmanager ziet de beperkte curatieve werking van Frupica als een beperking, maar noemt zijn effectiviteit tegen Botrytis mooi meegenomen. “Vanuit de praktijk heb ik daarover nog geen geluiden gehoord, maar als Frupica zijn belofte waarmaakt is dat een pré. De focus ligt nu echter duidelijk op de meeldauwbestrijding.” Mathijs Beelen
3
Glashelder
DELPHINIUM: FRUPICA IS HET BESTE MEELDAUWMIDDEL IN DE BUITENTEELT Nico Wichert en zijn medewerkers zijn druk doende met het aanleggen van kunststof teeltgoten. “Ik heb er in de kas goede ervaringen mee en leg ze nu ook buiten aan”, verklaart de ondernemer. “Het land ligt mooi vlak en omdat het zandgrond is, blijft het egaal. Dat is natuurlijk een voorwaarde om over een flinke lengte met een eb/vloedsysteem te kunnen werken.”
Nico Wichert: “Vergeleken met Baycor was de duurwerking van Frupica beter.”
Bij delphiniumteler Nico Wichert in Noordwijkerhout is Frupica in een praktijkproef getest. De sierteler is enthousiast: “Het is in mijn ogen het enige effectieve middel tegen meeldauw voor buitenteelten. Bovendien is het snel regenvast. Dat is in ons klimaat zeker een pluspunt.”
Meerdere teeltsystemen Wichert combineert 0,5 ha glasteelt met 2,5 ha buitenteelt in diverse systemen, zodat hij van april tot ver in september vrijwel continu aan de markt is. In de kas staan de eerste knoppen begin april al op springen. In de vaste, overjarige buitenteelt zijn de vroegste rassen begin juni oogstrijp, waarna er tot 10 juli wordt gesneden. “Na de eerste snee hakselen we het gewas tot de grond toe af om de hergroei te stimuleren”, legt de delphiniumspecialist uit. “In september volgt de tweede snee.” De teeltgoten zijn bestemd voor gestekte Delphiniums in potten. Medio juli komen daarvan de eerste takken voor de klok. Gevoelig gewas Delphinium is evenals Aster en Helianthus gevoelig voor echte meeldauw. Om die reden hanteert Wichert vanaf eind mei een preventief spuitschema voor de buitenteelt.
“In de kas pas ik altijd zwavel toe”, licht hij toe. “Buiten moet ik het hebben van de spuitboom en fungiciden. Daar zijn er niet veel meer van toegelaten, dus ik was zeer geïnteresseerd in de komst van Frupica.” Goede duurwerking In overleg met Certis besloot de zomerbloementeler om het nieuwe middel in een praktijkproef te beproeven. Wichert: “Ik heb het eerst getest op de bloemen, om te zien of er schade optrad. Dat was niet het geval. Daarna heb ik het op kleine schaal drie keer verspoten, parallel aan het schema voor de rest van de teelt. Vergeleken met Baycor, dat daarin een vaste plaats had, vond ik de duurwerking van Frupica beter. Het is in mijn ogen het enige effectieve middel tegen meeldauw voor buitenteelten.” Technisch adviseur Lianne van Wijk merkt op dat Baycor nu niet meer is toegelaten in buitenteelten en dat Frupica in de praktijk maximaal twee keer per seizoen inzetbaar is. “We willen graag voorkomen dat meeldauwstammen resistent worden tegen het middel”, benadrukt zij. “De extra toepassing in de proef gaf wel een goed beeld van de duurwerking.” Nevenwerking tegen Botrytis Wichert zegt desgevraagd nooit apart te spuiten tegen Botrytis, hoewel sommige rassen daar in het najaar toch last van hebben. “Daarom overweeg ik om één bespuiting met Frupica te reserveren voor de nazomer, vanwege zijn goede werking tegen Botrytis.” n
Jan Brouwer (Proeftuin Noordbroek) over Frupica:
“HET IS EEN VAN DE BESTE MIDDELEN TEGEN MEELDAUW”
Op de proeftuin voor de boomkwekerij in het Groningse Noordbroek werd Frupica in 2006 en 2007 getest op eerste- en tweedejaars eiken. Ook rozen(onderstammen) en tal van andere boomkwekerij- en siergewassen ondervinden schade van verschillende soorten echte meeldauw. “Op eik is Frupica één van de beste preventieve middelen tegen meeldauw”, concludeert Jan Brouwer van Wageningen UR - PPO. In 2006 werden op Proeftuin Noordbroek diverse meeldauwmiddelen getest in zowel verplante als gezaaide eiken. Een jaar later gebeurde dit in zaailingen. Om de objectiviteit van de waarnemingen te waarborgen, waren de verschillende middelen niet bij naam bekend en alleen gecodeerd. “Gaande het seizoen wist ik niet welke middelen er precies werden verspoten”, licht Jan
Glashelder
4
Effectieve tripsbestrijding met nevenwerking tegen spint
RONNY PIELS: “BOTANIGARD MET AALTJES WERKT BETER DAN CHEMIE” Rozenteler Ronny Piels startte in september 2008 met geïntegreerde gewasbescherming. BotaniGard nam al snel een belangrijke plaats in als tripsbestrijder. “In combinatie met aaltjes werkt dat perfect. We zien nu zelfs beschimmelde spint. Ik zet nu wat minder roofmijten uit en hoef nauwelijks chemisch te corrigeren. Het duurt een maand voor het aanslaat, maar dan staat er wèl een robuust systeem.” Zijn overstap was uit nood geboren. “Trips is steeds moelijker in toom te houden met de beschikbare chemische middelen”, stelt Piels. “In overleg met voorlichter Eric Kerklaan besloot ik het roer om te gooien. We begonnen met het uitzetten van cucumeris tegen spint en een wekelijkse bespuiting met BotaniGard tegen trips. Omdat de tripspopulatie aanvankelijk opliep, zijn we ook aaltjes gaan inzetten. Die combinatie had al snel het gewenste effect. We zagen duidelijk minder trips op de vangplaten.”
Ronny Piels (links) en voorlichter Eric Kerklaan.
Brouwer toe. “Voor onafhankelijk onderzoek is dat ook noodzakelijk. Zo worden de waarnemingen – in dit geval die van mij en de mensen van Certis – niet vertroebeld door heersende meningen of vooroordelen. Pas na beëindiging van de proef werden de namen achter de codes bekend gemaakt. Frupica bleek één van de meest effectieve middelen te zijn en gaf bovendien geen gewasschade. Wat mij betreft is het een aanwinst voor de boomkwekerij.” Preventieve strategie Echte meeldauw, met name de soort Microsphera, kan in eik flinke schade en opbrengstderving veroorzaken. Brouwer: “Afhankelijk van het gebruiksdoel duurt de eikenteelt twee tot zes jaar. De lengte van het boompje is het belangrijkste opbrengstcriterium. Een flinke aantasting in één jaar kan al een maat schelen. Dat kost veel geld.
5
en een populatie opbouwen. Dat geldt misschien minder voor het schimmelpreparaat BotaniGard, maar ook dat heeft tijd nodig om een tripspopulatie te decimeren.” Precisiespuiten Het effect hangt nauw samen met de spuittechniek, hebben Piels en Kerklaan ervaren. “Aanvankelijk spoot ik vooral op het gewas, nu spuiten we onderlangs”, zegt de teler. Kerklaan: “De populatieopbouw vindt vlak boven de mat plaats. Daar zie je ook de meeste poppen. BotaniGard tast zowel larven als poppen aan. Precisiespuiten op de onderste halve meter, met een grove druppel en weinig drift, heeft volgens mij het beste effect.” Ook het microklimaat draagt daaraan bij; onderin het gewas blijft het na een bespuiting langer nat en daar voelen zowel de schimmelsporen als de aaltjes zich prettig bij.
Niet laten ontmoedigen Eric Kerklaan vult aan: “Het is normaal dat biologie in eerste instantie niet lijkt te werken. Daar moet men zich niet door laten ontmoedigen. Bij de start zit er nog veel residu op het gewas en daar knappen die beestjes niet van op. Ze moeten zich vestigen in het gewas
Wekelijks spuiten Piels spuit nu wekelijks 3 liter BotaniGard per ha met 3.000 liter spuitvloeistof. Aan vocht is dus geen gebrek. Dankzij de combinatie van roofmijten (cucumeris en swirskii), vocht én BotaniGard heeft hij spint en trips goed onder controle. “Ik wist niet dat BotaniGard ook spint parasiteert, maar dat doet het wel degelijk”, merkt de rozenteler op. “We zien bij het scouten regelmatig een beschimmeld exemplaar. Ik heb de ingezette aantallen cucumeris en swirskii kort geleden gehalveerd. Hopelijk kunnen ze de spint ook in de zomer bijhouden. We willen zo min mogelijk chemisch werken.” n
Preventie is daarom essentieel.” Echte meeldauw gedijt bij aanhoudend droog en warm weer. De onderzoeker adviseert telers om niet op de eerste symptomen te wachten, maar op basis van weersverwachtingen, gewaswaarnemingen en meldingen in de omgeving op tijd te starten met meeldauwbestrijding. “Schade door meeldauw begint meestal in het zuiden, waarna het zich vrij snel naar het noorden verplaatst. Luister dus naar de tamtam. Een eerste bespuiting met zwavel is eigenlijk standaard. Kenbyo doet het preventief ook goed, maar zodra er vlekken in het blad zitten is het te laat. Pak in dat geval liever een ander middel, zoals Frupica. En blijf vooral goed afwisselen om resistentieopbouw te voorkomen. Ook wat dat betreft is de toelating van Frupica gunstig, want het komt uit een nieuwe chemische groep.” n
Jan Brouwer: “Wacht niet op de eerste symptomen, begin op tijd”.
Glashelder
GROEN LICHT VOOR PRAKTIJKPROEF TRIPSPOPPENBESTRIJDING MET BOTANIGARD Verkennend onderzoek bij Wageningen UR Glastuinbouw heeft uitgewezen dat BotaniGard naast de larven ook poppen van trips bestrijdt. Als vervolg hierop start in mei in samenwerking met LTO Groeiservice een praktijkonderzoek in roos en chrysant, dat financieel wordt ondersteund vanuit het Productschap Tuinbouw.
De proef van Wageningen UR Glastuinbouw, uitgevoerd op verzoek van Certis, heeft aangetoond dat BotaniGard ook tripspoppen bestrijdt. Bakjes met gestoomd veenmos werden 2 cm ingeregend met spuitvloeistof, waarna er in elk bakje zes verse chrysantenbladeren met 100 tripslarven zijn geplaatst. De geperforeerde deksels waren voorzien van vangplaten. Resultaten Na drie weken zijn de volwassen exemplaren op de vangplaten geteld. In de tussenliggende periode waren de larven in de grond gekropen om te verpoppen. De larven en poppen werden door de schimmel geïnfecteerd en gedood of ontwikkelden zich tot volwassen insecten. Bovengronds kwamen zij vroeg of laat terecht op een vangplaat. Onderzoekster Ellen Beerling van Wageningen UR Glastuinbouw spreekt van een duidelijk merkbaar effect, maar plaatst wel een kanttekening: “In de bakken was het eigenlijk te nat. Dat zagen we terug in een hoog sterftecijfer in de controlebakken zonder schimmelpreparaat.” Praktijkonderzoek Omdat de resultaten desondanks veelbelovend waren, komt er nu met medewerking van het PT een praktijkonderzoek bij chrysantenen rozenbedrijven. Dit moet meer duidelijkheid bieden over de vraag hoe en in welke mate tripspoppen effectief te bestrijden zijn met BotaniGard. Wordt vervolgd… n
Toelating eindigt, voorlopig laatste seizoen
VOORKOM RESISTENTIE, GEBRUIK NU APPLAUD Het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden heeft de toelating van Applaud beëindigd. Na 30 maart 2010 mag het niet meer worden toegepast in de teelt van vruchtgroenten en bloemisterijgewassen onder glas. Om tot die tijd zoveel mogelijk te profiteren van de goede werking tegen larven van wittevlieg, is het raadzaam om Applaud nu nog geregeld te gebruiken. Dit verkleint tevens de kans dat wittevlieg resistentie ontwikkelt tegen middelen die vanaf 1 april 2010 nog wel zijn toegelaten. Applaud behoort tot de groep van IGR’s. Houd hier rekening mee in relatie tot het afwisselschema. Hoewel Certis opnieuw een toelatingsaanvraag heeft ingediend, zal het nog geruime tijd vergen voordat eventuele goedkeuring wordt verleend. Hierdoor zult u het volgend jaar in elk geval zonder Applaud moeten stellen. n
Glashelder
6
Certis en GO-Partners voorzien een groeiende vraag naar ER II. V.l.n.r. John Verstraaten (Certis), Wim Voogt (Klep), Dennis Eekhoff en Chantal Huisman (GO-Partners).
ER II – VEELZIJDIG BIOLOGISCH INSECTICIDE ZONDER MRL Het gewasbeschermingsmiddel van natuurlijke oorsprong ER II kent geen beperkingen ten aanzien van wachttijden, residuniveaus en re-entry. Volgens onderzoek van de GO-Partners, het samenwerkingsverband van de toeleveranciers Joh. Vos Capelle, Handelsonderneming CJ Klep en Mertens, werkt het goed tegen tal van plagen, waaronder wittevlieg en spint. “Pas het wel op de juiste manier toe, zodat het beste resultaat wordt bereikt”, benadrukt Wim Voogt, teeltspecialist bij Klep.
ER II is in het Verenigd Koninkrijk al jaren bekend en valt in Nederland sinds 2006 onder de Regeling Uitzonderingen Bestrijdingsmiddelen. Nu zich ook bij wittevlieg en spint problemen voordoen door resistentieopbouw tegen chemische middelen groeit de belangstelling voor ER II. De GO-partners pakten de handschoen vorig jaar op en beproefden het middel in onder andere roos, tomaat en aardbeien onder glas. Rond de middag spuiten “Wij zien het voor veel teelten als een mooie aanvulling op het pakket mits je het vooral bij geïntegreerde of biologische bestrijding op de juiste manier toedient”, zegt Wim Voogt. ”Onze ervaring is dat je het beste midden op de dag kunt spuiten, bij voorkeur door de kop van het gewas. Zo wordt de onderkant van het blad goed geraakt en vormt de coating zich sneller door de korte droogtijd. Bovendien houden natuurlijke vijanden zich rond de middag onderin het gewas relatief rustig, terwijl plaaginsecten zoals spint en wittevlieg dan hoger in het gewas zeer actief zijn. Onze ervaringen zijn dermate positief dat wij ER II dit jaar meenemen in onze advisering.”
v ervolg op pag in a 8
7
Glashelder
v er v o l g v a n p agi na 7
Wittevlieg, spint en wolluis Voogt baseert zijn uitspraken op meerdere praktijkproeven. Naast de volle dosering van 2,5 l/ 100 liter water is gekeken naar de werking als hulpstof bij chemische bestrijding. Daarvoor werd ER II in een lage concentratie van 250 ml/ 100 liter water aan de spuitvloeistof toegevoegd. “Beide strategieën bieden perspectief”, aldus de teeltspecialist. “Een wolluisaantasting in roos is tot staan gebracht, terwijl populaties van wittevlieg en spint fors zijn teruggedrongen.” Bovendien is ER II een mooie afwisselpartner voor chemie en helpt het om resistentieopbouw bij plaaginsecten te voorkomen.
Geen re-entry en afzetbeperkingen Wanneer ER II zonder chemische middelen, dus in volle dosering, wordt verspoten, biedt dat naast effectieve bestrijding nog andere voordelen. Zo geldt er geen re-entry beperking en kunnen alle gewaswerkzaamheden ongehinderd doorgaan. Daarnaast kent ER II geen veiligheidstermijn of MRL, wat prettig is voor de afzetpositie. Voogt: “ER II wordt in Engeland al jaren met succes toegepast en is door Engelse supermarkten volledig geaccepteerd. Dat is een duidelijk pluspunt. Voor ons staan de werking en de betrouwbaarheid echter voorop. De effectiviteit en veiligheid zijn aangetoond. Dat is nodig om op de RUB-lijst te komen. Veel van de toegelaten chemische middelen kampen juist met verminderde effectiviteit. Ook dat gegeven pleit voor ER II.”
VERSTIKKEND JASJE ER II is een vloeibare formulering op basis van het zetmeel maltodextrine. Wanneer de spuitvloeistof opdroogt, vormt maltodextrine een verstikkende coating om het geraakte insect (zie de detailfoto). Dit kan hierdoor niet meer goed ademen en gaat dood. Tot het brede werkingsspectrum behoren voor de glastuinbouw belangrijke plaaginsecten zoals wittevlieg, spint, trips en luizen. Veel natuurlijke vijanden zijn in principe ook gevoelig, maar hebben er bij de juiste toepassingswijze nauwelijks last van. Dien ER II daarom zorgvuldig toe: midden op de dag en alleen door de kop van het gewas, zodat de bladeren aan de onderkant geraakt worden. Proeven en praktijkervaringen wijzen uit dat biologische bestrijders dan nauwelijks hinder ondervinden. ER II is veilig voor hommels, toepasser en consument. n
VERNIEUWDE SITE
De site van Certis (www.certiseurope.nl) is vernieuwd. De site biedt ondersteuning bij het maken van verantwoorde gewasbeschermingskeuzes. Onder meer zijn er brochures en technische informatie te downloaden.
C o l o f o n Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw
Redactie:
Dennis Eekhoff, Certis
Jan van Staalduinen, Rotterdam
Vormgeving: Crown Communication, Zeist Beeld:
Certis-BCP/Ward Stepman,
Marcel Bekken, Engel Lameijer,
NFP, PPO Naaldwijk, Twan Wiermans,
Fotostudio Gerard Vlekke, WUR,
Jan van Staalduinen
Geregistreerde handelsmerken: Baycor® van Bayer CropScience bv; Kenbyo®, Collis® en Meltatox® van BASF Agro; Nimrod® van Makhteshim Agan Benelux & Nordic B.V. Macrofoto’s van door ER II gedode wittevlieg en spint.
VOOR EN NA
Certis Europe B.V. biedt systeemoplossingen voor milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming. Certis levert de kennis en producten, zoals biologische en chemische middelen, natuurlijke vijanden, feromonen en vangtechnieken. Certis ondersteunt hiermee telers van specialistische, hoogwaardige gewassen bij de ontwikkeling van een gezonde en duurzame teelt. Postbus 1180 3600 BD Maarssen Safariweg 55 3605 MA Maarssen T +31(0)346 29 06 00 F +31(0)346 29 06 01 E
[email protected] www.certiseurope.nl Technisch adviseurs:
Na een bespuiting met ER II vormt zich coating over het insect, die ook de tracheeën of ademopeningen bedekt.
Lianne van Wijk: 06-516 057 79 Dennis Eekhoff: 06-513 551 86
8
Glashelder