1
NIEUWSMAGAZINE Nr. 53 oktober 2009
INHOUD Pag. 2
Voorwoord
Pag. 3
Programma
Pag. 8
De economische omgeving
Pag. 10 Geen reden tot euforie Pag. 13 Zelf fundamenteel beleggen met behulp van de SSG methode Pag. 15 FA verslaat TA Pag. 16 TA verslaat FA Pag. 19 Grote mogelijkheden met CFD’s Pag. 24 Minder trades meer resultaat Pag. 27 Interessegroep Vestics Noord, voor theorie en praktijk op beleggingsgebied Pag. 28 Activiteiten Computerbeleggingsgroep ZH Pag. 29 Belgische aandeelhouders NBB zoeken
steun bij Nederlandse beleggers Pag. 31 Waarom de melkcrisis permanent is Pag. 32 Goud kopen? Pag. 34 Winstpotentieel platina en palladium vele malen groter dan van goud Pag. 35 HCC Beleggen
Dit Nieuwsmagazine is een publicatie van de HCC Gebruikersgroep Beleggen. Raadpleeg onze internetsite http://www.beleggersonline.nl/ voor adressen en informatie over het lidmaatschap
2
Voorwoord – Frans Schreiber Beleggen, uitbesteden of zelf doen De organisatoren van ons 53e HCC Beleggen Symposium voelen de tijdgeest weer haarscherp aan: veel beleggers hebben vorig jaar aanzienlijke verliezen geleden en vragen zich af of ze nog wel moeten beleggen of dat ze misschien alles beter aan een “professional” kunnen uitbesteden. Nou daar heb ik een haarscherp antwoord op: als lid van de HCC beleggersclub kunt u beter beleggen dan 90% van de managers van beleggingsfondsen! Yes, you can! Uit wetenschappelijk onderzoek, uitgevoerd door Burton Malkiel (de auteur van ‘A random walk down Wall Street’ dat vast in uw boekenkast staat) blijkt dat het niet best gesteld is met de prestaties van beleggingsfondsen. Hij onderzocht hoe deze fondsen het doen over een langere tijd. Het bleek dat er in 1970 in de USA 355 beleggingsfondsen waren. Van deze 355 instellingen bleken er in 2006 nog maar 132 oftewel 24% over. De fondsen die niet meer bestonden waren gestopt of overgenomen. Stoppen of overgenomen worden gebeurt niet uit luxe! Waarschijnlijk waren de prestaties van deze fondsen zo slecht dat ze of al hun kapitaal verloren of beleggers er geen gat meer in zagen en hun geld terugtrokken. Echter dan zijn we er nog niet. Van de overlevende fondsen bleek dat maar 18% (24) het beter had gedaan dan de index, dus nog géén een vijfde deel van de fondsen had de index verslagen. En het wordt helemaal erg als we bedenken dat dus vanaf de start in 1970 met 355 beleggingsinstellingen er maar 24 zijn die meer rendement hebben gemaakt dan de index over langere tijd. Dat is nog geen 10%….
Een ander punt zijn de kosten. Uw financiële adviseur rijdt niet voor niets in een duurdere auto dan u. De kosten voor koopsompolissen en lijfrenteproducten zijn hoog. En dat weten we sinds de val van de DSB maar al te goed (maar niet alleen de DSB verkoopt deze producten, alle banken en verzekeringsinstellingen doen dit ook). Maar ook de kosten van lijfrentepolissen lopen al snel op naar 3% per jaar. En telt u daar eens bij op dat de (beleggings)fondsen - waarin het geld wordt gestopt - meestal ook nog slechter presteren dan de marktindex, dan zal uw polis al snel 5% minder per jaar opbrengen dan een tracker op bijvoorbeeld de AEX index. Het is dan ook veel verstandiger om zelf uw geld te beheren en de 30% belasting op het fictieve (4%) rendement voor lief te nemen, want “kosten” zijn een stuk lager dan de verzekeraars kosten. De sprekers in Culemborg zullen u daarbij helpen en u op het goede spoor zetten. Elk zal van zijn/haar eigen standpunt belichten wat nu de juiste strategie is. En daarmee kunt u weer uw voordeel doen. Ondertussen kunt u overleggen met uw medebeleggers hoe zij er over denken en welke instrumenten ze daarbij gebruiken. Ik wens u dan ook weer een zeer leerzame en erg gezellige symposiumdag toe
Met vriendelijke groet,
Frans Schreiber Voorzitter HCC groep Beleggen
3
Programma 53ste HCC Beleggen Symposium “Beleggen,, uitbesteden of zelf doen?” Sinds maart is de AEX al meer dan 50% gestegen, maar lang niet iedereen heeft hiervan kunnen profiteren. Beleggers worden heen en weer geslingerd tussen “Greed and Fear”. Professionele hulp is voor velen een uitkomst, maar hoe zit het dan met het rendement en risico? Wat is voor mijn situatie het beste: uitbesteden of zelf doen? Op dit
53ste HCC Beleggen Symposium “Beleggen, uitbesteden of zelf doen” worden beide kanten belicht. Met zicht op het einde van de crisis hebben we weer veel gerenommeerde sprekers bereid hebben gevonden om ons deelgenoot te maken van hun visie op de markt.
Presentaties van het 53-ste HCC Beleggen Symposium:
tijd
aula Nyse Euronext
zaal 1.04 V.S. Goudzoeker
10.00 tot De invloed van corporate 10.50 uur actions op de derivatenmarkt
De mogelijkheden van basetrading met NinjaTrader
10.50 tot pauze 11.05 uur
pauze
Martine Hafkamp 11.05 tot 11.55 uur Gelijk hebben of gelijk krijgen? 11.55 tot pauze 12.10 uur Martien van Winden
zaal 0.02
Gerard Jager
pauze Roelof Foppen
Alternatieven voor sparen, obligaties en vastgoedbonds
Handelen op indices 24/24u met gegarandeerde stops
pauze
pauze
Ronald Kok
Ton Winter
12.10 tot Nederlandse rente en 13.00 uur aandelen in historisch perspectief
Het failliet van de technische analyse
Beursonafhankelijk beleggen
13.00 tot pauze 13.30 uur
pauze
pauze
Eppo Kooi Femke Bos 13.30 tot 14.20 uur Beleggen in Microfinanciering 14.20 tot pauze 14.35 uur
14.35 tot 15.25 uur
Jean-Paul van Oudheusden Wat is de Marketindex?
De NAIC-methode met gebruikmaking van de beschikbare bedrijfsgegevens
Hendrik Oude Nijhuis en Björn Kijl Value beleggen ‘meet & greet’
pauze
pauze
Femke Bos
Willem van Heemskerck Düker
Workshop over Beleggen in Het maken van een recovery Microfinanciering CD en een geslipstreamde installatie-CD
4
Martine Hafkamp geeft een presentatie met de titel Gelijk hebben of gelijk krijgen? Martine Hafkamp is oprichter, algemeen directeur en mede-eigenaar van Fintessa Vermogensbeheer. Zij zit inmiddels ruim 15 jaar in het beleggingsvak. Na haar studie bedrijfseconomie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam rondde zij de postdoctorale opleiding tot beleggingsanalist eveneens met goed gevolg af. Na een carrière bij Aegon Beleggingen en de beleggingsafdeling van Stad Rotterdam koos zij negen jaar geleden voor particulier vermogensbeheer. Juist de combinatie van het kennen van je klanten en het zo goed mogelijk beheren van hun vermogen maakt het zo interessant. Als belegger maakt zij voornamelijk gebruik van fundamentele analyse en belegt ze zo veel mogelijk in individuele aandelen en obligaties en zo min mogelijk in beleggingsfondsen. Zij staat voor actief, gedegen, transparant en consistent vermogensbeheer waarbij de klant centraal staat. Namens Fintessa Vermogensbeheer verzorgt zij wekelijks columns voor www.belegger.nl en www.nu.nl en op regelmatige basis ook voor Beursplaza en Cashtoday. Daarnaast geeft zij haar visie op de beleggingswereld en de kansen die er zijn in de tv-programma's Business Class op RTL7 en Beursbriefing en Beurstips van FTV. Ook geeft zij lezingen voor studie- en beleggingsclubs. In 2008 won zij De Gouden Stier als Beursvrouw van het jaar. Dit jaar is zij wederom genomineerd voor een gouden stier, deze keer in de categorie ‘Beursidool’. Martien van Winden (1957) is ruim 25 jaar actief als belegger en bekleedde op dat terrein directiefuncties bij o.m. Robeco en Theodoor Gilissen Bankiers. Sinds 2006 is hij beheerder van Beleggingsfonds Hoofbosch. In 2000 publiceerde hij ‘Rijk Blijven’, over de Nederlandse economische geschiedenis. In 2001 volgde ‘Nederland De schatkist van Europa’, over het wel en wee van de Europese eenwording en de gevolgen voor financiële markten. In 2003 publiceerde hij een studie over scenarioplanning: ‘Slag om de toekomst’ en was hij in 2008 mede-auteur van ‘Bubbles, Market Crashes Throughout History’. Van Winden is gastdocent strategisch Management aan de Vrije Universiteit. De titel van de presentatie van Martien van Winden luidt: (ederlandse rente en aandelen in historisch perspectief, het wel en wee van de Europese eenwording en hoe nu verder met uw beleggingen Roelof Foppen van WH Selfinvest geeft een presentatie genaamd Handelen op indices klok 24/24u met gegarandeerde stops. Was uw rendement het afgelopen half jaar 50%? De actieve belegger en met name de korte termijn swing trader heeft de afgelopen periode uitstekende rendementen kunnen behalen. Voorwaarde is een stabiel en snel handelsplatform met realtime koersen en natuurlijk een betrouwbare broker, die u ieder moment met raad en daad van dienst kan zijn. Het analyse- en handelsplatform ProStation van WH Selfinvest geeft u die unieke mogelijkheden. Belangrijk is om zowel long als short te gaan en te profiteren van zowel korte stijgingen ‘bear market rallies’, als short voor de snelle dalingen. CFD´s, Contracts for Difference, geven ongekende mogelijkheden om op aandelen, indices, grondstoffen en valuta met een lage inleg en minimaal risico te kunnen handelen.Tijdens de presentatie zal het handels- en trading platform ProStation uitgebreid worden getoond. Het kiezen van het juiste instapmoment, bepalen van indicatoren, opzetten van strategieën voor automatisch handelen en backtesten. Samen met de WHS Techscan heeft u een waardevol instrument om snel interessante fondsen te vinden voor succesvolle trades. CFD´s zijn een succesvol alternatief voor Turbo’s, Speeders en Sprinters!
5
Value beleggen ‘meet & greet’ Deze sessie betreft geen presentatie maar biedt de mogelijkheid andere (value-) beleggers te ontmoeten, beleggingsstrategieën te bespreken en ervaringen uit te wisselen. Aanwezig zijn onder meer drs. Hendrik Oude (ijhuis en ir. Björn Kijl, de auteurs van het boek ‘Leer beleggen als Warren Buffett’, de analisten achter de gewaardeerde beleggingsservice ValueSelections en de personen achter de veelgelezen Warren Buffett nieuwsbrief die wekelijks aangeboden wordt. In geval u een persoonlijke kennismaking waardeert, andere gelijkgestemde beleggers wilt ontmoeten of indien u specifieke beleggingsvragen graag eens wilt voorleggen zorg er dan voor dat u deze value-beleggen ‘meet & greet’ zeker niet misloopt! Wat is de Marketindex? Met de bewezen kwaliteit van mensen maar nu onder de vlag van Royal Bank of Scotland (RBS) gaat hetzelfde team dat vijf jaar geleden de Turbo introduceerde, onverminderd voor u op zoek naar wereldwijde rendementskansen. Met ons assortiment kunt u altijd inspelen op actuele thema’s en bieden wij u de mogelijkheid om te beleggen in moeilijk toegankelijke markten. Onze producten vallen in de categorie van ‘gestructureerde’ producten waardoor mogelijkheden bestaan als versneld profiteren van koersbewegingen (hefboom), de aanwezigheid van bepaalde garanties (hoofdsomgarantie) of een periodieke coupon uitkering. Ook spelen wij in op de behoeften van de doe-het-zelf-belegger. Eén duidelijke behoefte is het tegen lage kosten kunnen uitvoeren van transacties op wereldwijde financiële markten. Dat is mogelijk via ‘Direct Beleggen’- of ‘Zelf-beleggen’rekeningen bij banken of brokers. Dit terrein biedt ruimte voor innovatie, vandaar dat RBS Marketindex introduceert. Een handelsplatform waar de doorgewinterde belegger ruim 24 uur per dag, vijf dagen per week zonder transactiekosten kan handelen. JeanPaul van Oudheusden, sinds mei 2007 verantwoordelijk voor de retailactiviteiten van RBS in ondermeer Nederland, verzorgt een presentatie over dit innovatieve on-line platform. Jean-Paul demonstreert de werking van Marketindex en biedt u volop de gelegenheid om vragen te stellen. Ook kunt u onze stand bezoeken om het platform zelf te bedienen en informatiemateriaal mee te nemen. Femke Bos is sinds januari 2009 fondsmanger van Triodos Microfinance Fund, een van de vier gespecialiseerde microfinancieringsfondsen van Triodos Bank. De fondsen investeren in microfinancieringsinstellingen in ontwikkelingslanden en in Oost Europa via leningen en participaties in het aandelenkapitaal. Triodos Microfinance Funds is in maart 2009 gelanceerd en richt zich met name op institutionele investeerders. Een van de andere vier fondsen, te weten Triodos Fair Share Fund, is een beleggingsfonds dat openstaat voor particuliere beleggers in Nederland. Daarnaast is Femke verantwoordelijk voor een aantal participaties in microfinancieringsbanken in Azië. Zij zit in de raad van commissarissen van ACLEDA Bank in Cambodja en ACLEDA Bank Lao in Laos. Femke Bos is in 2002 bij Triodos Bank begonnen als Senior Investment Officer Asia. Daarvoor heeft ze verschillende functies bekleed binnen ABN AMRO Bank Nederland. In 1994 heeft ze haar studie rechten aan de Universiteit van Amsterdam afgerond. Triodos Bank financiert bedrijven, instellingen en projecten met een meerwaarde op sociaal, milieu en cultureel gebied, daartoe in staat gesteld door spaarder en beleggers die kiezen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en een duurzame samenleving. Femke geeft een presentatie over Beleggen in Microfinanciering.
6
Workshop Beleggen in Microfinanciering Microfinanciering is een verzamelnaam voor leningen, spaardiensten, verzekeringen en andere financiële producten voor mensen met een laag inkomen. In deze workshop zal Femke Bos, fondsmanger bij Triodos Bank, ingaan op de vele facetten van microfinanciering in ontwikkelingslanden. Over het belang om als kleine ondernemer toegang te hebben tot krediet om een bedrijfje te starten of uit te breiden. Maar ook hoe belangrijk het is voor mensen om spaargeld veilig weg te kunnen zetten. Bijvoorbeeld te sparen voor het schoolgeld van hun kinderen of om een buffer te creëren voor tegenslagen, zoals ziekte of misoogst. Femke Bos reist met grote regelmaat naar Azië en zal in haar presentatie ingaan op haar ontmoetingen met ondernemende mensen in dit continent en het belang van een goed ontwikkelde microfinancieringssector. Daarnaast gaat ze in op de mogelijkheden om te beleggen in microfinanciering. Gerard Jager geeft een presentatie over Alternatieven voor sparen, obligaties en vastgoedbonds De rente op spaarrekeningen en staatsleningen is dramatisch gedaald de laatste maanden. De recente hype in bedrijfsobligaties heeft ertoe geleid dat ook op dit soort beleggingen thans een rente wordt vergoed van niet meer dan 3 à 4%. Een halfjaar geleden nog 6 tot 8%. Voor het defensieve deel van een beleggingsportefeuille is het dus raadzaam te gaan zoeken naar alternatieve spaar- en beleggingsvormen. Hedgefunds lijken een optie. Echter, deze bevatten geen hoofdsomgarantie van een grootbank en zijn daarom buiten beschouwing gelaten. Vastgoedobligaties blijken in de praktijk grote risico's te bevatten. Of de aanbieder is niet te vertrouwen of de belegger zit met een kater omdat het onderliggende vastgoed in waarde is gedaald. Uitsluitend de hypotheekbank blijkt er dan nog zonder kleerscheuren uit te kunnen stappen. Jager laat u zien wat zijn zoektocht aan alternatieven heeft opgeleverd... Gerard Jager is eigenaar van Advance Beleggen en vermogensbeheerder bij OVG. Onlangs is de website volledig vernieuwd met tal van bruikbare menu's voor zelfstandige beleggers. Ronald Kok geeft een presentatie met de pakkende titel Het failliet van de technische analyse. Nog steeds zijn er beleggers die geloven in causale verbanden tussen historische en toekomstige koersen. Dit is het grondvest van de failliete technische analyse. Vele onderzoekers bestrijden een rechtvaardig bestaansrecht van de technische analyse. Ronald Kok zal de belangrijkste zeepbellen van de technische analyse doorprikken en uitleggen waarom technische analyse failliet is.
7
Ton Winter, directeur en eigenaar GoodLife Trader geeft een presentatie over Beursonafhankelijk beleggen. De fondsen uit de selectie van GoodLife Trader(GLT) zijn beursonafhankelijk en het resultaat van een intensief en voortdurend onderzoek naar de beste beleggingsfondsen ter wereld. Beste ook in die zin dat bescherming dient te worden geboden in slechte beursjaren. De (meestal buitenlandse) fondsen die aan de criteria voldoen zijn normaliter niet toegankelijk voor particuliere beleggers. Zij zijn bestemd voor professionals en vergen over het algemeen een hoog startkapitaal; vaak een miljoen of meer. Omdat de door GLT geselecteerde fondsen echt topprestaties leveren heeft De Veste, op initiatief van GLT, deze beursonafhankelijke fondsen omgevormd tot Nederlandse beleggingsfondsen. Sinds 2008 kan ook vanaf €10.000 worden gestart. Het gemiddeld rendement van deze fondsen (sinds oprichting) is ca. 22% per jaar. Daar zitten flinke variaties in. In 2007 was het gemiddeld rendement 36% en in het jaar van de kredietcrisis 2008 nog altijd 0,3%. Willem van Heemskerck Düker zal ingaan op het maken van een recovery CD en een geslipstreamde installatie-CD. Tegenwoordig bevatten nog maar weinig PC’s een diskettestation, de opstartbare diskette zal dus in veel gevallen vervangen moeten worden door een opstartbare CD. Het maken van een recovery CD kan uitkomst bieden voor dit probleem. Maar hoe maak je een recovery CD? Waar moet je op letten? En wat moet je juist niet doen bij het maken van zo'n CD? Dat en andere wetenswaardigheden over het maken van een recovery CD behandelt Willem in zijn presentatie. Daarnaast gaat Willem in op het maken van een geslipstreamde installatie CD. Met deze CD is het namelijk mogelijk extra onderdelen en instellingen in de Windows installatiebestanden te integreren waardoor het aantal noodzakelijke handelingen tijdens én na de installatieprocedure aanzienlijk wordt beperkt. Nadat het slipstreamen is afgerond, kunnen de nieuwe installatiebestanden op CD worden gebrand. Deze CD kan vervolgens als vervanging voor de originele Windows installatie CD worden gebruikt. HCC Beleggen-lid Eppo Kooi heeft in voorgaande jaren meerdere presentaties verzorgd over fundamentele analyse met behulp van de (AIC methode. Voor leden van HCC Beleggen is het onderwerp deze keer extra interessant, omdat zij gebruik kunnen gaan maken van een verzameling van zogenaamde SSG-bestanden met financiële bedrijfsgegevens die benodigd zijn voor fundamentele analyse. Sinds het voorgaande HCC Beleggen Symposium is er namelijk een samenwerking tussen leden van HCC Beleggen en de NCVB tot stand gekomen in de vorm van een werkgroep die o.a. tot taak heeft de verzameling met SSG-bestanden actueel te houden en uit te breiden. Enkele tientallen leden van HCC Beleggen hebben reeds toegang tot de verzameling, maar dat aantal zeker toenemen. Eppo zal daarom voor geïnteresseerden een presentatie geven over de NAIC-methode en hoe gebruik te maken van de beschikbare bedrijfsgegevens.
8
V.S.Goudzoeker geeft voor daytraders een voortgezette presentatie van (injatrader. Het gaat deze keer over de mogelijkheden van BASETRADING ofwel handelen op grond van minstens 3 voorwaarden uit een set van ongeveer 10, alle op 1-minuutbasis. Op de site stonden de laatste weken enkele trades uitgewerkt. Veel bijzonderheden ervan zijn in bijlagen op het forum te vinden, bij de presentatie worden er nog enkele onthuld. Niet alleen vanwege privacy heeft de presentator voor een pseudoniem gekozen, ook wordt er mee aangegeven op welk terrein met geduld en oplettendheid rendement te behalen is: de VS-futuremarkten. Hopelijk zijn er onder de deelnemers velen die al enigszins met Ninjatrader bekend zijn. Medewerkers van het Corperate Actions Team van %YSE Euronext geven een presentatie over De invloed van corporate actions op de derivatenmarkt Het Corporate Actions Team van NYSE Liffe geeft een presentatie over Corporate Actions en de invloed van deze bedrijfseconomische gebeurtenissen op de derivatenmarkt. Wat gebeurt er met derivaten? Welke methoden hanteert het Corporate Actions Team om derivaten aan te passen? Wat betekent dit voor een derivatenpositie? Wat is het risico? Vraagstukken die belangrijk zijn voor zowel professionals als particulieren met een derivatenpositie.
De economische omgeving – KBC Asset Management (V Spectaculaire ommekeer Vanuit de hele wereld kwamen de voorbije maanden overtuigende signalen van economisch herstel. De globale recessie had veel te maken met de noodzakelijke correctie van bepaalde eerdere excessen maar de terugval in de laatste maanden van vorig jaar werd extra in de verf gezet door de panieksfeer op de financiële markten en door een erg forse voorraadafbouw. Het klimaat op de financiële markten klaarde sinds maart al duidelijk op terwijl de voorraadafbouw perspectieven opent voor een duidelijke kentering in de voorraadcyclus. Bovendien bereikten de eerder besliste stimulusmaatregelen de voorbije maanden in toenemende mate de reële economie. Zo wierpen in heel wat landen de schrootpremies snel vruchten af. De industrie neemt de leiding in de globale conjunctuuromslag. Vooral landen met een belangrijke, exportgerichte industriële sector, zoals heel wat Aziatische economieën en Duitsland, profiteerden de jongste maanden. De meeste van die landen lieten al in het tweede kwartaal de recessie achter zich. Andere industrielanden volgden zo goed als zeker de voorbije zomer. Voorlopende indicatoren in zowat
alle industrielanden klommen de voorbije maanden snel hoger. De wereldeconomie is mooi op schema om een fantastische tweede jaarhelft neer te zetten. De belangrijkste factoren achter het huidige herstel, de overheidsstimuli en de voorraadcyclus zijn evenwel geen duurzame groeifactoren. Het blijft afwachten wat er volgt wanneer de tijdelijke groeifactoren opnieuw uitdoven. Het is mogelijk dat die tijdelijke factoren het vertrouwen bij gezinnen en ondernemers voldoende opkrikken om de onderliggende groeidynamiek terug op gang te krijgen. De bedrijfswereld die structureel gezond de voorbije crisis binnen stapte (met uitzondering van de bouw- en de financiële sector), zou in dat geval snel opnieuw kunnen gaan investeren en aanwerven, daarbij geholpen door de erg gunstige financieringsvoorwaarden (en voorbijgaand aan de historisch lage capaciteitsbezetting). Het verbeterende klimaat kan in combinatie met het expansieve monetaire beleid tegelijkertijd de financiële sector er toe aanzetten om de kredietmotor opnieuw in vijfde versnelling te gooien. In zo’n scenario zou de
9
wereldeconomie vrij snel terug op toerental geraken met een belangrijke rol voor de opkomende economieën, vooral in Azië. Dat zou een vlotte terugkeer naar een situatie die veel lijkt op de periode net voor de crisis impliceren. Een minder rooskleurig scenario is evenwel realistischer. Zowat alle analyses van uiteenspattende zeepbellen geven aan dat het lang duurt om daarvan te herstellen. Voor landen als de VS en het VK zit een snelle terugkeer naar business-as-usual er niet meteen in. Dat kan niet zonder gevolgen blijven voor de rest van de wereldeconomie. De Amerikaanse consument was de voorbije jaren een belangrijke motor voor de wereldeconomie. Die motor werd aangedreven
door dalende rentes, excessieve kredietverlening en stijgende huizenprijzen en zit nu zonder brandstof. De Amerikaanse consument zal zonder twijfel blijven consumeren, maar het noodzakelijke herstel van de financiële positie van de gezinnen zal geruime tijd op de bestedingen drukken. De hoop dat China de rol van de Amerikaanse consument kan overnemen is allicht ‘wishful thinking’. In zo’n scenario, dat vandaag het meest waarschijnlijke lijkt, zou het herstel na de initiële opstoot opnieuw een versnelling terugschakelen en kan het lang duren voor een aantal gevolgen van de crisis, zoals hogere werkloosheid en hogere overheidsschuld, weer weggewerkt worden.
Overdreven inflatievrees De ongebruikelijke, verregaande ingrepen, vooral van monetaire overheden, voedden de voorbije maanden de ongerustheid over inflatie. Het (tijdelijk) krachtige herstel kan die vrees nog aanwakkeren. Bovendien zal de inflatie in heel wat landen de komende maanden snel oplopen. Dat zou de inflatievrees kunnen valideren en de roep om een snelle ommekeer van het monetaire beleid, met bijhorende gevolgen voor de obligatiemarkt, kracht bijzetten. De toename van de inflatie in de komende maanden in de meeste industrielanden is evenwel niets meer dan een louter gevolg van de olieprijsontwikkelingen van het voorbije jaar. Tegen de achtergrond van een moeilijke arbeidsmarktsituatie, een mager economisch herstel en een nog altijd belangrijke overcapaciteit zal de onderliggende inflatie de komende maanden alleen maar verder afkoelen. Een snelle verkrapping van het monetaire beleid is dan ook niet meteen aan de orde. Een
gelijkaardige redenering geldt trouwens voor het budgettaire beleid. De wereldeconomie is vandaag
10
niet sterk genoeg om de budgettaire gaten die de voorbije crisis geslagen heeft snel dicht te rijden. Zowel het monetaire als het budgettaire beleid zitten vandaag evenwel op een onhoudbaar pad dat zonder ingrepen binnen enkele jaren voor grote problemen zal zorgen. Het kan dan ook geen kwaad om nu al een monetaire en een budgettaire exit-strategie uit te werken. Voor de implementatie van die strategieën is het evenwel nog te vroeg.
economie plaats zal moeten ruimen voor het vermijden van nieuwe ongelukken. Het geloof dat monetaire overheden de economie überhaupt kunnen fine tunen mag sowieso terug opgeborgen worden, samen met het vertrouwen in de Great Moderation en/of het einde van de conjunctuurcyclus. Het wegvallen van bepaalde onhoudbare groeifactoren en de opkuis van de gevolgen van deze crisis zullen de komende jaren allicht resulteren in een weer meer volatiele conjunctuurcyclus.
Hoe dan ook staan de beleidsmakers voor moeilijke jaren waarbij het fine tunen van de
Geen reden tot euforie – Dexia Bank Kan het wereldbeeld op zes maanden tijd volledig wijzigen? Zijn alle economische problemen van de baan? Als we naar de prestaties van de beurzen van de afgelopen maanden kijken lijkt het er wel op. Sinds het dieptepunt in maart gaan de aandelenkoersen immers gezwind hoger. Merkwaardig is wel dat de daling van de langetermijnrente niet gestopt is en dat het goud – toch een vluchtwaarde bij uitstek – aan een opmars bezig is. Economie aan de beterhand De twee grootste spookbeelden – een ineenstorting van het financiële systeem en het volledig stilvallen van de wereldhandel – lijken inderdaad definitief afgewend. Er komen meer en meer signalen dat de recessie achter ons ligt. Ook de voorzitter van de Amerikaanse Centrale Bank deelt deze mening hoewel hij onmiddellijk nuanceerde door te stellen dat het herstel van de Amerikaanse economie waarschijnlijk te zwak zal
zijn om de werkgelegenheid snel aan te zwengelen. In augustus stegen de Amerikaanse kleinhandelsverkopen met 2,7% op maandbasis. Toegegeven: een groot gedeelte van de stijging was te danken aan de gestegen autoverkoop. Amerikanen die hun oude wagen deze zomer voor een nieuwe inruilden, kregen immers een premie van 3.500 à 4.500 dollar. Die subsidies gaven de autosector een boost. Zo speelden ze een belangrijke rol in de heropleving van de kleinhandelsverkopen en de industriële productie in augustus. Toch kon de consumptie ook zonder de autoverkoop voor het eerst sinds lang weer aantrekken. Nochtans blijven er dreigende onweerswolken boven de Amerikaanse consument hangen: de werkloosheid is al opgelopen tot 9,7% en het wordt steeds moeilijker om krediet te krijgen. Daarnaast is de vraag naar consumentenkredieten
11
ook fors afgenomen. De Amerikaanse gezinnen sparen namelijk weer! Het zou wel eens lang kunnen duren vooraleer ‘Joe Sixpack’ de wereldeconomie weer op sleeptouw neemt. De Amerikaanse vastgoedmarkt toont al een aantal maanden bescheiden tekenen van herstel of stabilisatie. Zo zijn de vastgoedprijzen niet langer in vrije val en neemt de verkoop van zowel bestaande als nieuwe woningen opnieuw toe.
Chinese overheid stuurt het kredietbeleid van de banken via quota. In de eerste zes maanden van 2009 werd al dubbel zoveel krediet verleend als tijdens heel 2008. Een gedeelte van deze kredietverlening wordt echter niet geïnvesteerd maar belegd in de lokale beurzen die weliswaar moeilijk toegankelijk zijn voor buitenlandse investeerders. De vrees dat de kredietverlening wel eens aan banden zou kunnen worden gelegd zorgde voor een ware crash op de lokale beurzen. In augustus werd een verlies van 25% opgetekend. In september werd echter al een deel van dat verlies goedgemaakt omdat de Chinese premier verklaarde dat de stimuleringsmaatregelen zolang als nodig van kracht blijven om het herstel van de economie te verzekeren. Wie aandelenfondsen bezit die uitsluitend in China beleggen, raden we toch aan te kiezen voor een meer gespreid fonds dat belegt in alle groeilanden.
Onrustwekkend is wel dat het aantal wanbetalingen bij woonkredieten nog steeds toeneemt. In Europa werd de autoverkoop eveneens positief beïnvloed door de schrootpremie die in verschillende landen – waaronder Duitsland en Frankrijk – werd ingevoerd. Onweerswolken van dienst zijn ook hier de oplopende werkloosheid (gemiddeld 9,5%) en de verminderde kredietverlening. Positief is wel dat de activiteit van de uitvoersector opnieuw toeneemt. Waarschijnlijk zit de vraag vanuit het verre oosten hier achter. In het derde kwartaal zou de economie van de eurozone opnieuw moeten groeien en daarmee de recessie achter zich laten. Chinese beurzen fors lager Door het snelle ingrijpen van de Chinese overheid en de enorme bedragen die ze spendeert, draait de Chinese economie bijna weer op volle toeren. De exportmotor blijft weliswaar sputteren maar de binnenlandse consumptie kende geen terugval. In augustus stegen de Chinese kleinhandelsverkopen met iets meer dan 15% op jaarbasis. Ook de investeringen in vastgoed groeiden dit jaar al met bijna 15%. Het economische herstel wordt ook aangedreven door de sterke stijging van de kredietverlening. De
Geen correctie op westerse beurzen De crash van de Chinese beurzen had geen gevolgen voor de westerse, wat toch wijst op een vrij duurzame stijging. Beleggers reageren nog altijd enthousiast op de betere of minder slechte economische data. Ook het feit dat de centrale bankiers wereldwijd nog geen intentie hebben om de rente te verhogen, kan hen bekoren. Het modewoord ‘TINA’ of ‘there is no alternative’ lijkt terug van weggeweest. Cash brengt maar weinig op en ook obligaties met een langere looptijd bieden slechts een bescheiden rentevergoeding. Veel beleggers worden dan ook bang om de beursrally te missen ... Op 22 september noteert de Belgische rente op tien jaar aan 3,7%, slechts een fractie hoger dan het dieptepunt van 3,20% in september 2005. Normaal leiden economisch herstel en
12
toegenomen interesse voor aandelenbeleggingen tot een rentestijging. Dit is nu echter niet het geval. Enerzijds omdat de centrale bankiers de financiële markten met liquiditeiten overspoelen, anderzijds misschien ook omdat de obligatiemarkten het economische herstel somberder inschatten. Blijkbaar zochten pessimistische beleggers op zoek naar een veilige haven hun heil in goud. Sinds de crisis spurtte goud 30% hoger. Dexia Research ziet de drempel van 1.000 dollar eerder als een plafond dan als een start voor een verdere opleving. Goud wordt immers vaak gekocht als indekking tegen een forse opstoot van de inflatie. Een scenario dat de centrale bankiers absoluut willen vermijden. Daarnaast wordt ook vaak naar de dalende dollar verwezen om de hogere goudprijs te verklaren.
Strategie Euforie lijkt ons uit den boze. Ondanks het beursherstel met meer dan 50% noteren de beurzen immers nog een pak lager dan de piek bereikt in het najaar van 2007. Bovendien wordt het huidige economische herstel voornamelijk gedragen door de enorme sommen die de overheden wereldwijd in de economieën pompen. De hamvraag is wie de rol van de overheid als ‘spender of last resort’ in 2010 zal overnemen. Binnen de modelportefeuilles blijven we de aandelen een neutraal gewicht toekennen. Enerzijds blijven we surfen op de golven van het positieve sentiment, maar anderzijds worden we toch iets voorzichtiger. We geven een voorkeur aan defensievere sectoren en het gewicht van de financiële sector wordt afgebouwd. Het zwakke economische herstel zal het aantal wanbetalingen bij kredieten doen toenemen en door een striktere regulering zal de sector de resultaten van het verleden niet meer kunnen verwezenlijken. Het lijkt ons voorzichtiger de stijgingen van de voorbije maanden veilig te stellen. Voor nieuwe aandelenbeleggingen geven we de voorkeur aan gestructureerde beleggingen met een beperkte kapitaalbescherming
besluit of de beursrally op zijn laatste benen loopt, valt moeilijk te voorspellen. zolang de centrale bankiers de rente laag houden en de nodige liquiditeiten verschaffen, kan de positieve tendens nog wat aanhouden.
13
.
Zelf fundamenteel beleggen met behulp van de SSG methode - Eppo R. Kooi, vz. SSG werkgroep
De SSG werkgroep van HCC Beleggen en NCVB/VEB poogt het zelf fundamenteel beleggen te bevorderen op een wijze zoals reeds meer dan vijftig jaar succesvol wordt toegepast met de in Amerika door George A. Nicholson ontwikkelde Stock Selection Guide, SSG. Wij noemen het hier de SSG methode; tot nu toe werd het echter de
NAIC-methode* genoemd. De SSG-methode gebruikt voor de fundamentele analyse maximaal 70 financiële basisgegevens van een bedrijf om te beoordelen of aandelen van het bedrijf geschikt zijn om aan te schaffen en gedurende meerdere jaren in portefeuille te houden.
Geselecteerd wordt o.a. op groeiaandelen, de stabiliteit van het bedrijf en de kwaliteit van het management. De doelstelling van de SSGmethode is om ruwweg een verdubbeling van het ingezette vermogen in vijf jaren te bereiken door koerswinst en dividenduitkeringen. Het is dus kopen van aandelen en vervolgens houden zolang dat zinvol is en het bedrijf blijft voldoen aan de SSG-criteria.
De methode gebruikt de in bovenstaande tabel getoonde kerncijfers en koersen van een bedrijf. Deze cijfers zijn te vinden in de financiële jaarverslagen van bedrijven. De SSG werkgroep heeft een verzameling van ruim 150 SSG’s van Nederlandse, Amerikaanse en Belgische bedrijven opgebouwd. Deze verzameling is op aanvraag toegankelijk voor leden van HCC Beleggen en NCVB/VEB.
De methode is heel geschikt voor particuliere beleggers mits die bereid zijn zich in de SSG methode te verdiepen en is bedoeld om eigen vermogen op te bouwen voor de wat langere termijn, zoals (aanvullend) pensioen.
Een deel van deze cijfers wordt afgebeeld in een semilogaritmische grafiek, zoals hieronder getoond.
* Aangezien de Amerikaanse NAIC inmiddels van naam is veranderd is het beter om het neutrale SSG te gebruiken.
14
Als de gemiddelde jaarlijkse procentuele groei van het bedrijf redelijk stabiel is, komen de omzetten en winsten per aandeel in de grafiek in de buurt van een rechte lijn te staan. De helling van die rechte lijn is een maat voor de gemiddelde procentuele groei. De stabiliteit van een bedrijf is af te lezen aan het dicht in de buurt van de betreffende groeilijnen liggen van de jaarlijkse omzetten en de winsten per aandeel. De hellingen van de groeilijnen dienen redelijk met elkaar overeen te komen, d.w.z. de beide groeilijnen moeten min of meer evenwijdig lopen. Als aan deze voorwaarden wordt voldaan wordt aangenomen dat zulks voor de komende jaren ook het geval zal zijn zolang de financiële jaar- en kwartaalverslagen daar geen reden tot wijziging in brengen. De prognose van de koersgroei in de voorliggende jaren is gebaseerd op de aanname dat de gemiddelde koers/winstverhouding van de laatste boekjaren geldig blijft in de komende jaren. Zonder hier verder in details te treden, dat gebeurt in de presentatie, kunnen uit de 70 cijfers
conclusies getrokken worden over de koop- of verkoopwaardigheid van een aandeel dan wel het aanhouden van het aandeel indien reeds in bezit. Voor het analyseren en grafisch weergeven van de bedrijfsgegevens zijn gratis programma’s beschikbaar op de webpagina’s van CoSA, http://www.ncvb.nl/CoSA. De verzameling van SSG bestanden wordt door de SSG werkgroep in stand gehouden en geactualiseerd. Die verzameling is op verzoek toegankelijk voor leden van HCC Beleggen en NCVB/VEB. Stuur een bericht naar
[email protected] met daarin uw lidnummer, naam met voornaam of voorletters en uw emailadres. Aan de hand van voorbeelden wordt in de presentatie getoond hoe je een bedrijf kunt beoordelen en tot een handelsbesluit/transactie kunt komen. Degenen die nu reeds meer informatie over de NAIC- of SSG-methode willen weten, kunnen die o.a. vinden via de web-pagina http://www.ncvb.nl/CoSA.
15
FA verslaat TA – Ronald Kok Dat er al openlijk getwijfeld wordt aan de relevantie van technische analyse voor het nemen van beleggingsbeslissingen is al jaren bekend. Het feit dat technische analyse een bekend fenomeen is heeft weinig met haar relevantie van doen. Binnen de academische wereld worden modellen die gebaseerd zijn op technische analyse steevast van tafel geworpen. Momentum alleen bij small caps Wanneer historische aandelenkoersen geanalyseerd worden dan valt op dat er weinig verbanden te ontdekken zijn. Zo zeggen historische koersen weinig over toekomstige koersen. Het is daarom onjuist om toch beleggingsbeslissingen op basis van sec historische koersen te nemen. Wel is er bij small caps een momentum-effect waarneembaar. Dit betekent dat bij deze kleine aandelen trends uit het verleden zich af en toe voortzetten. Het momentum-effect wordt echter niet bij de mid en large caps waargenomen. Is het dan verstandig om vol in small caps te gaan die in het verleden goed performden? Zeker niet. De hoge rendementen van deze aandelen zijn vooral te wijten aan de hogere risico’s die aan deze aandelen kleven. Zo is er over small caps minder informatie beschikbaar en komt de informatie die dan naar buiten komt vaak met schokken tot stand. Beursaap failliet Het is voor mij en vele collega-analisten een groot raadsel waarom een beursaap al jaren zeer populair is. Mijns inziens heeft populariteit sec te maken met een sterke marketingstrategie en niets met enig verstand van beleggen. Wanneer u heel simpel alle aandelenkoersen met hun rendementen in een spreadsheet zet en er veel willekeurige trekkingen uit doet, dan wijkt het uiteindelijke rendement niet significant af van het gemiddelde
(het rendement van de index). Het door een beursaap laten beleggen is simpelweg dus een extreem dure variant van een index tracker. Mijns inziens moet de beursaap dus niet gaan beleggen maar kan hij beter weer de rimboe ingaan. Fundamentele analyse is de enige manier Is het beleggen volgens fundamentele analyse dan zaligmakend? Dat ook zeker niet. Vooral op de korte termijn is de beurs 100% een casino: totaal onvoorspelbaar. Ook al zou u vandaag alle bedrijven kopen die er fundamenteel sterk voorstaan dan kunnen de koersen toch nog alle kanten op zwiepen. Wel is het zo dat er op de langere termijn een bepaalde voorspelbaarheid bestaat. De twee belangrijkste variabelen zijn het dividendrendement en de koers/winstverhouding. Fundamentele analyse is de enige relevante manierm aandelen te gaan selecteren. Een recent onderzoek van de UVA naar de rendementen van de analistenadviezen uit de www.analist.nl database toonde aan dat er wel degelijk een significante alfa (een beter resultaat dan de benchmark) behaald werd indien beleggers de aandelen met de hoogste consensus kochten. Beleggers raad ik dan ook sterk aan om de beurs op de korte termijn als een echt casino te beschouwen. Voor de langere termijn is er zeker geld te verdienen maar dan moet u niet achter trends aanlopen want dan zult u de benchmark niet verslaan. Voor beleggen in aandelen zijn daarom een lange beleggingshorizon en een gezond verstand om de juiste aandelen op basis van hun intrinsieke waarden te selecteren essentieel.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op www.analist.nl (d.d. 28-7-2009)
16
TA verslaat FA – Bob Emanuels De voorspelbaarheid van koersen De mening van academici over de voorspelbaarheid van beurskoersen wordt voornamelijk gedomineerd door de Efficiënte Markt Theorie (EMT). In een notendop stelt deze theorie dat beurskoersen niet voorspelbaar zijn omdat marktpartijen beschikbare informatie direct doorverwerken in prijzen en daarmee het gebruik van diezelfde informatie nutteloos maken voor andere marktpartijen. Buy & Hold moeilijk te verslaan ..., Een logisch gevolg van deze theorie - die een hoge mate van rationaliteit veronderstelt onder het beleggend publiek - is dat een buy & hold strategie in de effectenhandel de meest verstandige keuze is. In meerdere academische onderzoeken (met name volgend op de methodieken zoals die zijn neergezet door Sharpe [1966] en Jensen [1968]) is aangetoond dat het overgrote deel van professionele actieve beleggers niet in staat is om het beter te doen dan de benchmark – een soort van financiële meetlat waartegen de prestaties van een aandelenbelegging of een gehele portefeuille kunnen worden afgezet. …maar passieve houding loont niet Dit wordt over het algemeen gezien als bewijs voor de stelling dat actief beleggen geen nut heeft en dat beleggers veel meer gebaat zijn bij het voeren van een passieve beleggingsstrategie. Maar niets is minder waar. De afgelopen twintig jaar hebben wetenschappers steeds meer voorbeelden gevonden van winstgevende systemen die niet passen binnen het raamwerk van de EMT. Zo zijn er inmiddels vele academische bevindingen die dit constateren op het gebied van technische analyse, één van deze anomalieën. Bestaand empirisch onderzoek naar het nut van technische handelsregels is grofweg op te splitsen in twee onderzoeksgebieden: • De voorspellende waarde van prijspatronen en trendvolgende technieken • De toegevoegde waarde van relatieve sterkte-analyses Simpele, consequente methoden Brock, Lakonishok & Lebaron [1994] toonden met hun onderzoek aan dat simpele technische handelsregels (voortschrijdende gemiddelden en ‘channel breakouts’) in staat bleken te zijn om
veel betere resultaten te behalen dan de Dow Jones Index in de periode 1897-1986. Dit onderzoek was het startsein van een reeks van publicaties waarin werd aangetoond dat soortgelijke fenomenen konden worden waargenomen in andere markten en andere perioden. Voldoende bewijs Daarnaast toonde o.a. het onderzoek van Blume, Easley & O’Hara [1994] aan dat volumestatistieken belangrijke informatie herbergen over het toekomstig verloop van aandelenprijzen en toonden Lo, Mamaysky & Wang [2000] aan dat prijspatronen voorspellende waarde hadden op effectenmarkten. Hierbij dient overigens wel opgemerkt te worden dat de conclusies die in dit laatste onderzoek worden getrokken nog steeds onderwerp van debat zijn. Er zijn immers tevens onderzoeken bekend die deze conclusies ontkrachten. Het bewijs voor het nut van technische analyse is echter breed en is daarom reden voor nader onderzoek in de academische wereld. Relatieve sterkte Een tweede onderzoeksgebied waaraan inmiddels vele pagina’s zijn gewijd is momentum. Momentum is de academische benaming voor wat analisten relatieve sterkte noemen. Sinds de publicatie van het onderzoek van De Bondt en Thaler [1985] waarin zij vaststellen dat beleggers de neiging hebben te overreageren op ontwikkelingen, hebben meerdere onderzoekers wereldwijd dit fenomeen waargenomen. Relatieve Sterkte werkt op korte termijn. Doorgaans worden twee conclusies getrokken: • De winnaars van het verleden worden op lange termijn de verliezers van de toekomst. • De winnaars van het verleden zijn op korte termijn de winnaars van de toekomst. Dus: goede aandelen – de outperformers - zullen het naar alle waarschijnlijkheid voorlopig ook beter blijven doen dan de aandelen die toch al minder presteerden – de underperformers. Hardlopers zijn géén doodlopers Een leuke studie die dit aantoont staat in het boek van James P. O'Shaughnessy [1997]. O’Shaughnessy publiceerde in 1997 ‘What Works
17
On Wall Street’, een boek dat onder vele beleggers insloeg als een bom. Het was vooral hoofdstuk 15 uit zijn boek dat de beleggers tot verbazing bracht. In deze studie heeft hij het beleggen in een portefeuille gesimuleerd over de periode 1 januari 1952 tot en met 31 december 1996. Deze studie geeft een voortreffelijke onderbouwing van de beleggingssystematiek waarbij de hardlopers juist worden gekocht en de achterblijvers gemeden worden. En dat dit geld heeft opgeleverd mag duidelijk zijn. Maar hoeveel? Winnaars blijven winnaars O’Shaughnessy begon met een portefeuille van $10.000 en deze portefeuille belegde hij fictief gespreid over alle aandelen. Dit zou in 1996 $2.677.556 hebben opgeleverd. Teruggerekend betekent dat een jaarlijks rendement van 13,23%. Voorwaar een mooi resultaat. Maar wanneer we alleen de vijftig aandelen zouden hebben gekocht die het voorafgaande jaar het best hadden gepresteerd en wanneer we dit proces elk jaar opnieuw zouden hebben herhaald zou ons vermogen zijn gestegen tot $4.113.706 hetgeen neerkomt op een jaarlijks rendement van 14,31%. En dat is absoluut dus bijna 54% meer over de totale periode! Achterblijvers kopen loont niet Het opmerkelijkste is echter dat wanneer we besloten zouden hebben om alleen te beleggen in fondsen die in het afgelopen jaar waren achtergebleven en wanneer we elk jaar opnieuw gekozen zouden hebben voor de vijftig fondsen die het minst hard vooruit waren gelopen, dan was ons kapitaal van $10.000 in 1952 aangegroeid tot slechts $43.039 in 1996. Dat komt neer op een rendement van 3,30% per jaar. En daarmee eindigt de totaalteller van ons kapitaal op slechts één schamele procent van wat we had gehad wanneer we de outperformers zouden hebben gekozen.
‘Grote’ aandelen beter dan ‘kleine’ Overigens zouden we nog meer verdiend hebben met deze methode wanneer we de selectie van de vijftig beste fondsen niet uit alle aandelen maar slechts uit de ‘Large Stocks’ zou hebben gemaakt. Dan was onze $10.000 aangegroeid tot $4.429.185, oftewel 14,50% in 1996. Outperformers met lager risico Ook de Sharpe-ratio en de volatility uitkomsten van dit onderzoek - twee belangrijke maatstaven om risico te bepalen - laten zien dat een keuze voor outperformers leidt tot een lagere risicofactor. Momentum effect algemeen geaccepteerd Onderzoekers vinden dan ook steun voor contraire en relatieve sterkte strategieën op aandelenmarkten. Ook hier zijn de conclusies die getrokken worden niet in alle gevallen eender maar over het algemeen wordt geconcludeerd dat momentum strategieën in staat zijn om excess returns te genereren. Aangezien de hoeveelheid onderzoek die dit concludeert ook erg groot is geniet het ‘momentum effect’ in academische kringen meer aanhang dan ‘het trend effect’ dat in de vorige alinea is beschreven. Overigens worden de hierboven aangehaalde onderzoeksresultaten van James P. O'Shaughnessy ook gestaafd door de resultaten over dezelfde periode tot en met 2003 (3e editie) en door de resultaten uit onze eigen research over de recente periode 1992 tot en met 2006. Het hierboven aangehaald onderzoek is voor ons een belangrijke stimulans geweest om te komen tot de ontwikkeling van ons kwantitatieve selectie model, Nereus™. Sinds 2003 vormt dit in combinatie met ons Money Management model, Tyche™, de basis van onze advisering aan onze professionele relaties
Dit artikel is eerder verschenen op onze eigen website: http://www.beleggersonline.nl/index.php?option=com_content&task=view&id=379&Itemid=1 zie ook http://www.researchunlimited.nl
18
19
Grote mogelijkheden met CFD’s Forse hefboom maakt goed risicomanagement noodzakelijk - Johan Wiering Na opties en turbo's kunnen actieve Nederlandse particuliere beleggers een volgende stap zetten met CFD's. De vanuit Nederland opererende aanbieders bieden ongekende handelsmogelijkheden tegen lage kosten, maar hameren terecht op het belang van risicobeheersing. Contracts for Difference, kortheidshalve CFD's genoemd, bestaan al meer dan tien jaar. In tegenstelling tot opties, turbo's, speeders en sprinters genieten deze derivaten evenwel nauwelijks bekendheid onder Nederlandse particuliere beleggers. De laatste maanden komt daar langzaam maar zeker echter verandering in, aangevoerd door Royal Bank of Scotland dat zijn platform marketindex (zonder hoofdletter geschreven) groots in de Nederlandse markt probeert te zetten.
Maar ook het al twee jaar actieve Luxemburgse WH Selfinvest en – sinds een maand – de Deense Saxo Bank proberen vanuit kantoren in Amsterdam de bekendheid van CFD's te vergroten. Het product Een CFD is een overeenkomst tussen de belegger en de bank waarbij het verschil tussen de aankoop- en verkoopprijs van een onderliggende waarde in geld wordt verrekend. Het innemen van een positie vergt dus geen investering maar daar staat wel een margin verplichting tegenover. Zeker voor wat betreft goed verhandelbare onderliggende waarden als aandelenindices is deze echter zeer bescheiden. Wie bijvoorbeeld voor €1.000 short wil gaan in de AEX hoeft slecht €20 op de rekening aan te houden indien de margin op 2% zou liggen. In zekere zin hebben CFD’s wel wat weg van de vijf jaar geleden door ABN Amro (inmiddels Royal Bank of Scotland, RBS) gelanceerde turbo's en daarmee ook van de speeders van Citibank en Commerzbank en de sprinters van ING. Met deze producten kan via een hefboom eveneens volledig worden ingespeeld op een verandering in de onderliggende waarden. Tevens ontbreekt een expiratiedatum, anders dus dan bij opties het geval
20
is. Er zijn echter ook grote verschillen. Zo zijn CFD's niet beursgenoteerd waardoor ze alleen op het platform van de desbetreffende bank verhandeld kunnen worden. CFD's zijn ook veel meer maatwerk, met bijvoorbeeld een volledige vrijheid in het vaststellen van het stoplossniveau. CFD's op aandelenindices, grondstoffen en valuta's kunnen bovendien buiten de reguliere handelstijden om verhandeld worden.
Kostenvoordelen Zeker voor actieve beleggers is het bovendien een groot voordeel dat aan de handel in CFD's lagere kosten verbonden zijn. Zo brengen RBS en Saxo Bank voor CFD's op aandelenindices en grondstoffen zelfs geheel geen transactiekosten in rekening, terwijl dit bij WH Selfinvest tot €3 beperkt blijft. Bij turbo's betaal je voor een order gewoonlijk minimaal een tientje. En hoewel de Vereniging van Effectenbezitters onlangs terecht opmerkte dat bewaarloon niet meer van deze tijd is, brengen de meeste brokers deze bij turbo's nog altijd in rekening. De handelsplatforms in CFD’s bieden bovendien niet alleen streaming koersen en real-time nieuws,
maar in tegenstelling tot veel internetbrokers ook geavanceerde technische analyse tools gratis aan. Zowel bestuursvoorzitter Pieter Jan Datema van Saxo Bank Nederland als WH Selfinvestvertegenwoordiger Roelof Foppen wijst voorts op de betere spreads voor CFD's. De voor marketindex verantwoordelijke Erik Mauritz kan zich minder vinden in de kritiek dat het verschil in de bied- en laatkoers van turbo's aan de hoge kant zou zijn. Hij wijst erop dat dit bij AEX-turbo's slechts een cent is, ofwel vertaald naar de index 0,1 punt. En dat komt exact overeen met de spread voor de AEX bij marketindex die als laagste in de markt geldt. Maar hoe zit het dan met de spreads op andere onderliggende waarden? Bovenstaande tabel laat zien dat deze voor CFD's over het algemeen wel degelijk wat kleiner zijn. Onderlinge vergelijking RBS heeft er bij marketindex bewust voor gekozen het aanbod beperkt te houden tot CFD’s waarnaar de meeste vraag is, namelijk op aandelenindices, valuta's, grondstoffen en obligatie futures. ‘Klanten vinden CFD's op aandelen nog niet belangrijk’, aldus Mauritz. Dit draagt bij aan een hoge efficiency van het handelsplatform, wat RBS in staat stelt geen transactiekosten in rekening te brengen en scherpe spreads af te geven. Het platform is gebruiksvriendelijk, maar biedt niettemin voor de meeste beleggers ruim voldoende mogelijkheden. Mauritz wijst er ook op dat het systeem zeer robuust is: vorig jaar kon op marketindex in Duitsland in totaliteit slechts twee uur niet gehandeld worden. Het aanbod van Saxo Bank en WH Selfinvest is met rond 6.500 respectievelijk 7.500 onderliggende waarden, waaronder individuele aandelen, veel ruimer. De spreads bij Saxo Bank zijn gelijk aan die van het onderliggende aandeel, maar wat voor wat betreft indices en grondstoffen hoger dan bij marketindex en WH Selfinvest. ‘Wij hanteren marktconforme spreads en willen kwaliteit uitstralen in plaats van ons als prijsvechter te profileren’, aldus Datema. ‘Beleggers kunnen van 8.00 tot 18.00 uur met onze medewerkers in Nederland bellen, chatten of e-mailen en op andere tijden is ons kantoor in Kopenhagen of Singapore bereikbaar. Ons systeem is state-of-the-art en dat geldt zeker ook voor ons aanbod in Forex-valutaopties. En onze grafieken gaan tot tien jaar terug (tegen vijf jaar bij WH Selfinvest en één jaar bij marketindex; red).’
21
Saxo Bank verlangt in beginsel een minimale eerste storting van €10.000, om alleen serieuze klanten te bereiken. Bij WH Selfinvest ligt het bedrag op slechts €2.500, terwijl RBS ook hier het laagdrempeligst is door slechts €100 als de eerste storting te verlangen. Saxo Bank biedt daarnaast wel MiniTrader aan waarvoor een minimuminleg van slechts $2.000 geldt: dit platform is volledig in het Nederlands en biedt dezelfde mogelijkheden als SaxoWebTrader, met dien verstande dat alleen handel in grondstoffen en indices mogelijk is. ‘Bij WH Selfinvest zijn de prijzen van CFD's altijd identiek aan de koersen van de
onderliggende aandelen, terwijl bij veel andere brokers de spread nogal eens wordt opgerekt’, aldus Foppen. Bij controle vonden wij alleen voor wat betreft de AEX-index een scherpere spread bij een andere partij, te weten marketindex. Foppen meldt tevens dat de mogelijkheden op het vlak van technische analyse omvangrijk zijn. Hieronder valt evenals bij Saxo Bank een technische scan waarbij fondsen op basis van bepaalde parameters geselecteerd kunnen worden. Het is zelfs mogelijk automatisch te handelen.
Financieringsrente Evenals bijvoorbeeld turbo’s zijn CFD’s onderworpen aan financieringsrente. In beginsel moet een belegger bij een longpositie rente betalen, terwijl bij een shortpositie rente wordt ontvangen. Vanwege de huidige zeer lage dagrente betaalt een belegger nu echter een – relatief bescheiden – rente op zowel een long als een shortpositie. Deze bevindt zich bij Saxo Bank op respectievelijk 3,3% (3% plus libor, de interbancaire rente in Engeland) en 2,3% (2,5% min libid, de biedprijs voor interbancaire rente). Bij WH Selfinvest gaat het om respectievelijk 3,3% en 2,7% (3% plus of min libor). Evenals bij turbo's hanteert RBS een differentiatie naar onderliggende waarden, met over het algemeen een zeer concurrerende rente. Deze bedraagt momenteel 2,3% op een longpositie en 1,7% op een shortpositie op de AEX (2% plus of
min libor). Specifiek voor daghandelaren is het wel negatief dat RBS de rente per seconde doorberekent. Daar staat tegenover dat de bank als enige rente – van 1% – op het rekeningsaldo uitkeert. Risicomanagement Met CFD's kan een grote hefboom gecreëerd worden. Bij een minimaal verlangde margin van 0,5% bij daghandel in onder meer aandelenindices kan deze zelfs oplopen tot 200, bij WH Selfinvest. Dat betekent dat je met een zeer bescheiden inleg enorme winsten kunt maken, maar ook enorme verliezen kunt lijden. CFD's zijn dan ook alleen geschikt voor ervaren beleggers. Hoewel posities in CFD's veelal voor hooguit enkele weken worden aangegaan, is er zeker bij shortposities – maar gegeven de huidige lage rente ook bij longposities – echter weinig op
22
tegen deze langer aan te houden. Wel wordt het dan nog belangrijker slechts een deel van de maximaal beschikbare margin te gebruiken. Alle aanbieders wijzen ook op het belang van stoplossniveaus, om te voorkomen dat posities onaanvaardbaar hoge verliezen opleveren. Verder
kennen RBS en WH Selfinvest zogenoemde airbags en noodstops die in werking treden als het netto saldo op de rekening tot onder de 50% respectievelijk 25% van de margin verplichting daalt. Alle openstaande posities worden dan automatisch gesloten.
Mocht er voor de klant een negatief saldo resteren, dan neemt RBS zelfs de schade voor zijn rekening. WH Selfinvest beperkt voorts het risico door 24 uur per dag handel in onder meer de AEX index aan te bieden, omdat zo bij bijvoorbeeld koersschokken in Azië sneller de stoploss wordt geraakt. Alle banken bieden gratis demoversies aan voor het essentiële droogzwemmen en besteden voorts veel aandacht aan educatie. Deze richt zich enerzijds op de werking van CFD’s en de platforms. Anderzijds krijgen beleggers inzage in strategieën en risicomanagement. RBS is onlangs begonnen met het geven van gratis seminars en workshops, waarvoor volgens Mauritz veel belangstelling bestaat. WH Selfinvest is eveneens zeer actief, met zowel seminars als webinars (via internet). Datema wijst erop dat medewerkers van Saxo Bank veel tijd investeren in kennisoverdracht aan klanten en dat het pas geopende Nederlandse kantoor eind dit jaar eveneens seminars zal aanbieden.
Potentieel Wij hebben bewust alleen aanbieders met een Nederlands kantoor de revue laten passeren, vanwege voordelen als een Nederlands platform en Nederlandse medewerkers. Bovendien zijn ze sowieso zeer concurrerend. Zoals de partijen zelf aangeven, kan het alleen al uit het oogpunt van risicospreiding aantrekkelijk zijn om een CFD rekening te hebben naast een rekening bij een internetbroker als Binckbank. Over het aantal potentiële Nederlandse beleggers in CFD’s lopen de meningen uiteen van maximaal enkele tienduizenden (Mauritz) tot meer dan 50.000 (Datema). Zelf denken wij dat CFD's in ieder geval het potentieel hebben om in Nederland populairder te worden dan turbo's, dankzij de lagere kosten, de extra handelsmogelijkheden en de geavanceerde platforms. Als beleggers de risico's in de hand weten te houden, komen CFD's het beleggingsrendement bovendien ten goede. En daar draait het uiteindelijk toch allemaal om.
Dit artikel is eerder verschenen in Beleggers Belangen van 9 oktober 2009
23
24
Minder trades meer resultaat. Trading systeem op de EUR/USD met een DMI en Moving Average - Rombout Kerstens In een wereld waarin we worden overspoeld met informatie is het voor de belegger feitelijk onmogelijk om juist die informatie te selecteren die van belang is om richting te kiezen op de beurs. Een trading systeem gebaseerd op technische analyse gaat er van uit dat alle informatie is verwerkt in de koershistorie. Aan de hand van deze informatie neemt het systeem zijn beslissingen. Over technische analyse en systeem trading zijn boekenkasten vol geschreven. Het kiezen van een techniek die bij u past kan dan ook uitmonden in een lange zoektocht. Mijn advies: begin eenvoudig, het wordt vanzelf ingewikkeld. Voor- en nadelen systeem trading Het hap snap gebruik van technische analyse technieken door beleggers leidt vaak tot teleurstellingen. De belegger maakt dikwijls een willekeurige keuze uit het ruime indicatoraanbod en wisselt te vaak van indicator, soms zelfs tijdens een positie. Tijd dus voor een meer gedisciplineerde en systematische aanpak. Een goede technische analyse strategie geeft objectieve instapmomenten, het denkwerk is vooraf gedaan. Tijdens een positie kunnen de emoties worden uitgeschakeld. Voorwaarde voor het succesvol toepassen van trading systemen is wel dat er voldoende vertrouwen is opgebouwd bij de belegger. Gebaseerd op voldoende basiskennis van de theorie, alsmede de trading simulaties (backtests) op het verleden. Systeem trading kent ook nadelen. Soms neemt het systeem onlogische posities in die indruisen tegen het beursgevoel van dat moment. Ook voor doorgewinterde systeem traders is het dan soms moeilijk om niet in te grijpen. Ook kan het moreel worden ondermijnd door ‘losing streaks’. Vijf achtereenvolgende verlies trades doen pijn. Niet alleen in de portemonnee maar ook in de bovenkamer. Het is op deze momenten dat een zeer sterke discipline is vereist om het systeem te blijven volhouden. Weinig beleggers zullen nog beleggen in slechts enkele fondsen. De noodzaak van risicospreiding wordt door iedereen wel onderkend. Dit geldt echter net zo goed voor systeem trading. Alle eieren in één mandje leggen is niet verstandig.
Dus gebruik ook meerdere systemen. Niet alleen zal de winst van het ene systeem het verlies van het andere compenseren, het verhindert ook het spijt krijgen van verkeerde keuzes. Houd het simpel Een tradingmodel moet liefst zo simpel mogelijk zijn. Toevoegen van hogere orde termen (tradingregels) verhogen de fit met de koersgrafiek. Nuances in de koers worden weliswaar beter gevolgd, maar de kans dat eenzelfde structuur vaker voorkomt wordt steeds kleiner! M.a.w. de kans dat het model past bij een toekomstig koersverloop wordt ook kleiner. Het toevoegen van tradingregels zal bij de eerste regels de trading performance verhogen. Bij meerdere regels zal de performance uiteindelijk omlaag gaan. Trendvolgende Indicatoren Trendvolgende indicatoren zijn ontworpen om te gebruiken in trending markten. Een belangrijke eigenschap is dat ze achterlopen op de koers (lagging). Trendvolgende systemen hebben vaak als karakteristiek dat ze een relatief lage hitrate hebben (± 30-50%), gecombineerd met een hoge gemiddelde winst/gemiddeld verlies (avgP/avgL) waarde (± 2-4). De winst wordt behaald in een relatief klein aantal lucratieve trades. Het nadeel van relatief lage hitrates is dat er vaak losing streaks ontstaan. Door de indicator lag kunnen bovendien winstgevende posities binnen een trade weer verdampen. Deze nadelen kunnen een trader uiteindelijk behoorlijk frustreren. Er wordt van een trendvolgende trader dan ook een behoorlijke dosis doorzettingsvermogen gevraagd. Een andere eigenschap is dat trendvolgende indicatoren altijd achter de trend aanlopen. Het zou natuurlijk mooi zijn als ze een signaal precies op de koerstop of het koersdal zouden geven, maar een indicator heeft een aantal koersen nodig om te berekenen dat de draai is gemaakt. Deze lag geldt voor alle trendvolgende indicatoren in meer of mindere mate. Hieronder bespreken we twee bekende trendvolgende indicatoren: de Moving Average en de Directional Movement Index.
25
Moving Average Een Moving Average (MA) middelt het koersverloop over de opgegeven periode. Deze indicator wordt in de standaardvorm berekend door de slotkoersen van bijvoorbeeld de afgelopen dertig dagen bij elkaar op te tellen en te delen door dertig. Bij de gewogen variant tellen de laatste koersen relatief zwaarder mee in de berekening. De Moving Average zal nu meer met de koerslijn meelopen. Bij een Exponentieel gewogen Moving Average (EMA) vindt de middeling plaats met een zogenoemd dempingspercentage. De Moving Average geeft de trend van het koersverloop in een vloeiende lijn weer doordat kortstondige koersfluctuaties worden uitgefilterd.
De DMI wordt gebruikt om het begin en het einde van een trend te signaleren. Indien de positieve marktkrachten de negatieve marktkrachten snijden en de positieve lijn (+DIx) stijgt boven de negatieve (-DIx) lijn uit, dan wordt dit gezien als een aankoopsignaal. Indien de positieve lijn onder de negatieve lijn uitkomt, dan wordt dit als een verkoopsignaal beschouwd. De DMI is een echte trendvolgende indicator. Alleen in een trendmarkt is dit een bruikbaar instrument. Gedurende een lange tradingmarkt periode kunnen er veel false moves achter elkaar voorkomen.
De meest gebruikte interpretatie is als volgt: zolang de koersen boven de MA staan is een aandeel koopwaardig; als de koersen beneden de MA bewegen dan is een aandeel verkoopwaardig. De kruisingen van de MA met de koerslijn zijn de aan- en verkooppunten.
Eerst worden berekend: +DM = hoogste vandaag minus hoogste gisteren -DM = laagste vandaag minus laagste gisteren
Nadeel van de MA is dat deze, afhankelijk van de gekozen periode, achterloopt op de actuele koers. Het is dus een lagging indicator. De Moving Average is een typisch trendvolgende indicator. In een tradingmarkt is de MA slecht bruikbaar en geeft veel valse signalen. Berekening Simple Moving Average
Berekening:
Dan wordt de True Range (TR) berekend die de grootste is van de volgende getallen: • Hoogste vandaag minus laagste vandaag • Hoogste vandaag minus slot gisteren • Slot gisteren minus laagste vandaag Afhankelijk van welke groter is, +DM of -DM, wordt de +DI of -DI berekend. +DI = +DM/TR of -DI = -DM/TR
MA[i] = 1 / MAperiode * ∑ Koers[j] De niet berekende wordt gesteld op 0. waarbij j = (i - MAperiode + 1) .. i DMI DMI staat voor Directional Movement Index en is door J. Wellis Wilder Jr. ontwikkeld met als doel belangrijke trends te ontdekken. Met behulp van deze indicator is het mogelijk om de belangrijkste gedeelten van trends mee te pakken. Dit systeem is trendvolgend van karakter, zodat, net als bij de methode met de kruisingen van Moving Averages, dit een lagging indicator is en dus achter de markt aan loopt. De Directional Movement Indicator (DMI) geeft de positieve marktkrachten (+DIx) en de negatieve marktkrachten (-DIx) in twee afzondelijke lijnen weer. Dikwijls hebben deze lijnen de kleuren groen (positieve marktkrachten) en rood (negatieve marktkrachten).
De +DI en -DI worden gemiddeld over een periode van veertien dagen (parameter) d.m.v. een exponentieel gewogen moving average en dit resulteert dan in de +DIx en -DIx lijnen van de DMI-indicator. Combinatie Moving Average en DMI De Moving Average (MA) en de Directional Movement Indicator (DMI) zijn beide trendvolgende indicatoren. De Moving Average wordt berekend over de slotkoersen. De DMI heeft ook betrekking op zowel de opening, hoogste, laagste als slotkoers. Beide indicatoren kennen vaak perioden waarin diverse valse signalen achter elkaar worden gegeven. Het idee om de MA met de DMI te combineren is in eerste instantie bedoeld om het aantal valse signalen te verminderen. Vaak komen de signalen van de MA(30) en de DMI(14) - tussen de haakjes staan
26
de parameters - op hetzelfde moment (zie Figuur 1 signaal d) of in ieder geval binnen enkele dagen (signaal a, b en c). Dit zijn vaak bruikbare trendvolgende signalen. Het systeem met beide indicatoren kent de volgende regels: Koop: Verkoop:
Beide indicatoren hebben als laatste signaal een Koopsignaal Beide indicatoren hebben als laatste signaal een Verkoopsignaal
Parameter MA = Parameter DMI * 2 + 2
Toepassing op de EUR/USD Laten we eens in de praktijk gaan kijken hoe bovenstaande theorie uitwerkt op dagkoersen van de crossrate EUR/USD. Eerst gaan we de MA(30) en de DMI(14) backtesten en vervolgens de combinatie van beide. Het systeem zit altijd in de markt, zowel long als short. Tabel 1: Backtest op dagkoersen EUR/USD
Aantal trades Hitrate avgP/avgL* avgP/all trades* Max losing streak *
MA 430 27% 3,96 27,83 14
DMI 472 28% 3,10 13,86 11
MA+DMI 312 31% 3,06 30,16 8
avgP/avgL = average Profit/average Loss avgP/all trades = average Profit/all trades (trading 1* $10.000 unit)
backtest EUR/USD dagkoersen 14/12/1989 27/3/2009
Figuur 1: Signalen Moving Average + DMI In Figuur 1 zijn beide indicatoren getekend inclusief de individuele aan- en verkoopsignalen. In de onderste sectie ‘rhk_MA_DMI(30,14)’ staan de signalen van de indicatorcombinatie. De signalen a, b, c en d zijn de samengestelde signalen volgens bovenstaande regels. De overige signaalpijltjes zijn dus false moves van een enkele indicator die niet worden bevestigd door de andere. In maart 2008 waren er acht MA signalen (Figuur 1) die niet werden bevestigd door de DMI. Deze worden volgens bovenstaande handelsregels dus genegeerd. Pas het negende koopsignaal werd op 20 maart 2008 door de DMI bevestigd (signaal c). Ook de laatste twee MA verkoopsignalen in mei 2008 werden niet door de DMI bevestigd. Dit systeem is dus een voorbeeld waar het aantal trades kan worden teruggebracht door de toevoeging van een extra indicator. De match van de twee indicatoren is dat ze beide trendvolgend van aard zijn. De schaduwzijde is dat uiteraard soms signalen worden vertraagd. Afgewogen moet worden of dit nadeel opweegt tegen het voordeel van het terugbrengen van het aantal trades.
Als we naar de resultaten kijken van de backtest dan valt gelijk op dat het aantal trades door de combinatie van de twee indicatoren fors wordt teruggebracht. Tevens is de winst per trade beduidend hoger. De hitrate van 31% is niet hoog maar wordt gecompenseerd door de avgP/avgL waarde van ruim 3. Zeer belangrijk is dat de maximale losing streak “slechts” acht opeenvolgende trades bevat. Dit is een aanzienlijke verbetering t.o.v. het enkele gebruik van de MA en de DMI. Samenvatting De combinatie van de MA en de DMI levert een trendvolgend systeem op. Het voordeel van de combinatie is dat het aantal trades wordt beperkt terwijl er per trade meer resultaat wordt geboekt. Zoals gezegd is dit systeem trendvolgend. De winst wordt dus behaald in een relatief klein aantal lucratieve trades. De nadelen van soms lange losing streaks en behaalde winsten die binnen een trade weer verdampen door de indicator lag gelden dus ook voor deze indicatorcombinatie. Uiteraard is dit systeem uit te breiden met bijv. een trendfilter. Maar bedenk goed: meer regels betekent lang niet altijd een beter systeem.
27
TA-script code U kunt de Wall Street Professional en Alex Pro code voor bovenstaand systeem vinden op de site www.ta-script.com (zoek naar ‘MA and DMI’). Dit artikel is eerder verschenen in het Amerikaanse blad Technical Analysis of Stocks & Commodities, augustus 2009
Figuur 2: Equity curve DMI(14) + MA(30) op de EUR/USD Backtest EUR/USD 14/12/1989 - 27/3/2009 1 unit $10.000,- margin $1.000
Aanbevolen literatuur: • Harry Geels, Beleggen met technische analyse (Keyword, 2003) • Rombout Kerstens, Praktijkgids Indicatoren (Keyword, 2008) • Perry J. Kaufman, Trading Systems and Methods (Wiley, 1987 - herzien 1998) • Charles Le Beau & David Lucas, Computer Analysis of the Futures Market (Mc Graw Hill, 1992) • Welles Wilder, New Concepts in Technical Trading Systems (nog verkrijgbaar bij Amazon.com)
Interessegroep Vestics (oord, voor theorie en praktijk op beleggingsgebied - Ben Rietveld Op 8 maart 2006 is in Noord Nederland een groep gebruikers van het beleggingsprogramma Vestics van start gegaan om zich individueel en collectief verder te verdiepen in de boeiende wereld van het beleggen. In eerste instantie was het doel om elkaar te ondersteunen bij het leren kennen en gebruik van Vestics beleggingssoftware. Vandaag is ons interesse gebied breder en ondersteunen en informeren we elkaar op meerdere terreinen uit de beleggingswereld. Hoewel we als experiment op papier gezamenlijk een portefeuille samenstellen, doen we onze echte beleggingen op individuele basis. De groep bestaat momenteel uit zo’n tien leden (van enigszins gevorderd tot behoorlijk gevorderd op beleggingsgebied) en we komen zo’n vijf keer per jaar bijeen. Het zijn ‘interactieve’ bijeenkomsten waarin nieuwtjes en ervaringen onder het genot van een kopje koffie worden uitgewisseld.
periodiek verslag van. Anderen werken met zelf ontwikkelde handelsindicatoren en sommige leden passen geavanceerde handelsstrategieën toe. Op elke bijeenkomst wordt door één of meerdere van de leden een voordracht gehouden; dit kan gaan over de eigen activiteiten maar ook meer algemene onderwerpen op beleggingsgebied komen aan de orde. En natuurlijk wordt er ook uitvoerig gesproken over diverse praktische zaken: andere beleggingsprogramma’s, de diverse koersenaanbieders, de gang van zaken op de beurzen, enz. Benieuwd geworden naar deze groep beleggers en de informele sfeer die de groep kenmerkt? Kom gerust eens een bijeenkomst bijwonen en kijk of het iets voor je is. Ben Rietveld, voorzitter
[email protected]
Een aantal van de leden is een eigen handelssysteem aan het ontwikkelen en doet daar
28
Activiteiten Computerbeleggersgroep ZH – Jan van der Meulen Het afgelopen seizoen mogen we zonder meer een succes noemen. Boeiende en leerzame bijeenkomsten zorgden voor een gestage groei van het aantal leden die als belegger zeker hun (financieel) voordeel konden doen met de onderwerpen die aan bod kwamen. Van enkele nieuwe leden kregen we wel de opmerking dat “het niveau nogal hoog is”. We zullen daarom tijdens het komende seizoen zorgen voor inleidingen en besprekingen die er mede op gericht zijn om beginners zich verder te laten ontwikkelen tot een deskundig belegger zonder overigens afbreuk te doen aan de aantrekkelijkheid voor de leden die beschouwd kunnen worden als professioneel belegger. In een recent artikel werd gesteld dat de achterstand van de particuliere belegger ten opzichte van de professionele vermogensbeheerders (veel) kleiner is geworden dankzij de computer. Deze stelt ook de particulier in staat om snel over informatie te beschikken en om analyses van mogelijke beleggingsinstrumenten te maken. Wij onderschrijven deze stelling. Met behulp van de computer kun je op een groot universum van assets analyses toepassen naar keuze op basis van fundamentele, technische, statistische of kwantitatieve analyse. Daarbij is het uiteraard essentieel dat het beleggingsproces uit gaat van een gestructureerde aanpak. Onze groep stelt zich ten doel om de deskundigheid van onze leden op
deze gebieden te vergroten. Tijdens de bijeenkomsten worden inleidingen gehouden, meestal door eigen leden die hun deskundigheid overdragen aan de anderen. Daarbij hebben we gekozen voor een werkwijze waarbij gedurende het seizoen een thema centraal staat. Het vorige seizoen was dit Money Management. Het thema voor dit seizoen is Handelssystemen. Zonder nadere invulling zou dit onderwerp veel te breed zijn. Het is bovendien essentieel dat een handelssysteem aansluit bij je persoonlijke omstandigheden: met een drukke baan kun je geen daytrader zijn en zelfs een Endof-Day-systeem vraagt dan wellicht teveel tijd. We hebben daarom geïnventariseerd bij de leden aan welke soorten systemen en markten we prioriteit moeten geven. We hebben nog plaats voor nieuwe leden. Dus als uw interesse gewekt is bent u welkom om eens vrijblijvend deel te nemen aan een bijeenkomst om te bezien of het lidmaatschap iets voor u is. Datum en plaats van onze maandelijkse bijeenkomsten worden gepubliceerd op de site van de HCC Beleggersgroep. U kunt voor nadere informatie natuurlijk ook contact opnemen met ondergetekende. Jan van der Meulen, voorzitter
[email protected]
29
Belgische aandeelhouders (BB zoeken steun bij (ederlandse beleggers – Edgard Paredis De Nationale Bank van België is de Centrale Bank van België en lid van de Europese Centrale Bank (ECB). Ik ben lid van een actiegroep NBB4EVER die ijvert voor een betere financiële positie van de aandeelhouders van de Nationale Bank van België door druk uit te oefenen op de Algemene Vergadering en via de rechtbanken. Die verbetering kan bestaan uit de uitbetaling van een substantieel hoger dividend of een uitkoop die de waarde van het aandeel zou blootleggen. Betreffende de intrinsieke waarde krijgt U verder in dit verslag de nodige toelichting. Ik wil U in kennis stellen van de ongelijke behandeling van de aandeelhouders van de Nationale Bank. In het verleden werden de wetten herhaaldelijk door het Belgisch Parlement gewijzigd zodat de Belgische Staat zich het merendeel van de winsten kon toe-eigenen. Onlangs werd in de Kamer van Volksvertegenwoordigers wetsontwerp 1793 bij hoogdringendheid goedgekeurd ondanks afkeurend advies van de Raad van State. Deze wet geeft weliswaar uitzicht op een hoger dividend maar kent ook een groter deel van de winst aan de Belgische Staat toe. De privé aandeelhouders die oorspronkelijk het volledige bedrijfskapitaal hebben aangeleverd en nog steeds 50% van de aandelen bezitten, worden hiervoor niet gecompenseerd en werden niet eens geraadpleegd. Dit is de jongste decennia reeds meermaals gebeurd. Bij de uitkering van de reserves werden de Statuten van de NBB niet nageleefd en de rechten van de aandeelhouders op een onaanvaardbare wijze geschonden. Dit is een aanfluiting van de democratie en van het eigendomsrecht. Ook de Raad van State bracht reeds een negatief advies uit. De NBB werd opgericht met privé kapitaal en de Staat heeft nooit één cent geïnvesteerd. Toch heeft de Staat 50% van de aandelen en krijgt de Staat ongeveer 80% van de opbrengsten. In strijd met de Statuten en de Wet heeft men de Staat onterecht meer dan €50.000 per aandeel
geschonken zonder de rechten van de privé aandeelhouders te eerbiedigen. Weinige Belgische politici hebben maar enige kennis wat er zich in dit dossier afspeelt. Daarom zoeken wij contact met kleine en grote beleggers die bereid zijn om een positie in de Nationale Bank van België te nemen. Het aandeel “Nationale Bank van België” wordt voortdurend door de Belgische financiële analisten omschreven als “het value-aandeel bij uitstek”. Bekijk even de intrinsieke waarde !!!!!!!!! Een onbetwistbare minimumwaarde van €11.000, namelijk een boekwaarde van €7.000, voorzieningen €2.000, BIS-aandelen €1.500 en vastgoed €500. We houden dan nog geen rekening met de meerwaarde op het goud waarvan het eigendom voor de rechtbank wordt betwist. De beurskoers noteert momenteel €2.985. Zoals U merkt is het stijgingspotentieel zeer groot. Het aandeel Nationale Bank van België noteert op Euronext Brussel onder ISIN-code BE0003008019, stockcode BNB. Voor bijkomende inlichtingen kunt U altijd bij ons terecht. Om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen in dit dossier, kunt U uw emailadres doorsturen naar
[email protected] of
[email protected]. De e-mailadressen worden confidentieel behandeld en in geen enkel geval aan anderen doorgegeven. We hebben reeds het genoegen verscheidene Nederlandse vrienden te hebben kunnen opnemen in onze database. Samen staan we sterk om ons doel te bereiken. In de hoop op een positieve reactie, dank ik U bij voorbaat. Met de meeste hoogachting, Namens de actiegroep NBB4EVER, Edgard Paredis
30
31
Waarom de melkcrisis permanent is - Hendrik Oude (ijhuis
Het zal u niet ontgaan zijn: boze boeren die distributiecentra van supermarkten blokkeren, boeren die in Brussel bij de Europese Commissie actie voeren en de miljoenen liters melk die demonstratief over de akkers werden uitgereden... Nederlandse boeren stellen zo'n 40 cent per liter melk nodig te hebben om kostendekkend te zijn. Op moment van schrijven ontvangen zij echter slechts de helft. Velen teren momenteel dan ook in op hun eigen vermogen. En dat kan uiteraard niet tot in het oneindige blijven doorgaan. Al jarenlang wijzen we in onze wekelijkse berichten met enige regelmaat op de luchtvaart- en de automobielindustrie. Als voorbeeld van twee zogeheten ‘commodity’ industrieën. Als belegger mijdt u dergelijke industrieën het beste geheel. Ook de melkveehouderij kan aan dit rijtje worden toegevoegd. Bij de genoemde industrieën is het voor individuele bedrijven vrijwel onmogelijk zich van concurrenten te onderscheiden. Om het meer concreet te maken: wie zin heeft in een lang weekend Barcelona zoekt nogal eens op een van de bekende prijsvergelijkingsites naar een goedkope vluchtaanbieder. Welke maatschappij dat dan uiteindelijk blijkt te zijn is voor velen van ondergeschikt belang. In dergelijke gevallen neigt het prijsniveau naar het niveau van de marginale kosten. Dit zijn de kosten die, om bij ons voorbeeld te blijven, gemaakt moeten worden om het vliegtuig simpelweg eenmalig naar Barcelona te laten vliegen. De kosten van het vliegtuig zelf en die van de benodigde infrastructuur worden daarbij 'als aanwezig' verondersteld. En daarmee worden
deze kostencomponenten eigenlijk gewoonweg vergeten in de prijs mee te nemen. Het echte kostenniveau voor een vlucht naar Barcelona bestaat namelijk naast de variabele kosten (denk aan de kerosine en kosten van de bemanning) ook uit een aantal vaste kosten bijvoorbeeld de afschrijving op het vliegtuig. De hoogte van deze laatste categorie is mede afhankelijk van het aantal uitgevoerde vluchten. Deze laatstgenoemde kostencomponent wordt in het theoretische prijsevenwicht in een commodity markt niet gedekt. In de praktijk zien we dan ook dat vrijwel continu sprake is van verliezen bij luchtvaartmaatschappijen... En luchtvaartmaatschappijen die meer realistische prijzen rekenen? Die krijgen maar amper klanten... Als belegger blijft u daar dan ook het beste ver uit de buurt. Bij automobielfabrikanten speelt hetzelfde. General Motors, lange tijd door ons genoemd als typisch voorbeeld van een economisch beschouwd 'slecht bedrijf' is inmiddels failliet. De Amerikaanse overheid probeert dit bedrijf middels subsidies nu nog nieuw leven in te blazen. Maar terug naar onze Nederlandse boeren... Niet alleen geldt dat zij zich zoals gezegd op een commodity markt begeven, maar tevens geldt dat zij op de wereldmarkt voor melk te kampen hebben met een vrij slechte uitgangspositie: de kosten voor levensonderhoud en dierenartsen bijvoorbeeld zijn in Nederland simpelweg hoger dan in Polen, Brazilië of Argentinië. Eén van de door boerenorganisaties verzochte - en inmiddels reeds doorgevoerde - maatregelen is het stimuleren van de vraag: in Europees verband wordt momenteel een marketingcampagne voor melk opgezet en tevens is in opdracht van de Europese Commissie reeds veel melk op de Europese markt opgekocht. Desalniettemin is dit geen echte oplossing. Denkt u simpelweg eens aan de zeer sterk gestegen vraag naar vervoer per vliegtuig sinds de Tweede Wereldoorlog. In een commodity markt wordt een hogere vraag simpelweg beantwoord met een groter aanbod. Niet door hogere prijzen zoals sommige boeren wel lijken te denken.
32
Een andere maatregel die voorgesteld wordt is het toekennen van (extra) subsidies. Economisch bezien is er echter weinig aanleiding melkveehouders wel subsidies toe te kennen en andere industrieën in zwaar weer niet. Ook wordt als 'oplossing' voor het probleem van te lage melkprijzen voor West-Europese boeren geopperd tot een verhoging van de importtarieven van melk van buiten Europa en het opleggen van Europese importquota's.
Voor de Nederlandse boeren ligt de echte oplossing in het benutten van de competitieve voordelen die zij wel degelijk hebben maar nu nog vaak onbenut laten. Denk aan de uitgestrekte ruimte en de unieke, prachtige locaties waarover nogal wat boeren beschikken. Juist deze geografische voordelen dienen beter benut te worden; buitenlandse boeren maken dan geen schijn van kans aangezien zij simpelweg op een andere locatie gehuisvest zijn.
Subsidies - waar gewone burgers feitelijk de rekening voor betalen - zorgen ervoor dat noodzakelijke hervormingen uitblijven en leiden tot het ontstaan van boterbergen en melkplassen. Overschotten die vervolgens buiten Europa weer 'gedumpt' worden hetgeen leidt tot prijsverstoringen op de wereldmarkt. De grootste slachtoffers daarvan zijn met name de arme boeren in ontwikkelingslanden. Hen dan vervolgens ook maar subsidies toekennen - zoals door sommigen reeds geopperd - zou wederom op rekening van de belastingbetaler komen, terwijl dit geenszins een structurele oplossing is.
Activiteiten waarmee concreet op dergelijke geografische voordelen kan worden ingespeeld zijn zorgboerderijen, vergaderaccommodaties voor bedrijven, activiteiten gericht op toerisme of bijvoorbeeld de opslag van caravans in schuren en stallen. En met een beetje creativiteit valt deze lijst nog aanmerkelijk langer te maken. Nederlandse boeren steken hun energie beter in de echte kansen die zij wel degelijk hebben. Anders is de kans groot dat hen op termijn eenzelfde lot te wachten staat als dat van de Nederlandse katoenindustrie... En beleggers? Die doen er verstandig aan investeringen in commodity bedrijven bij voorbaat al te mijden.
Goud kopen? – Hendrik Oude (ijhuis Opmerkelijk, enerzijds vanwege de opvallend grote aantallen beleggers die toch wel enigszins van goud gecharmeerd zijn, anderzijds omdat de rendementen van goud over de langere termijn bezien eigenlijk helemaal niet zo fantastisch zijn. In dit bericht leest u waarom het misschien wel helemaal niet zo verstandig is achterin uw boekenkast wat goudstaven te verstoppen...
Het meest opmerkelijke type beleggers zijn misschien nog wel de liefhebbers van goud. Soms ook wel liefkozend ‘gold bugs’ genoemd. Recent zijn ze weer volop in het nieuws aangezien de goudprijs afgelopen week - in dollars gemeten nieuwe recordhoogtes bereikte.
Goud zelf creëert geen enkele waarde. Wanneer u bijvoorbeeld gouden munten of goudstaven koopt ontvangt u geen rente. Noch dividenden. En waar bij aandelen de ingehouden winsten op langere termijn bezien een stijging van de beurs rechtvaardigen, is ook dat bij goud niet het geval. Begin 1800 kocht u voor een ounce goud een mooi maatpak. Dat is nu nog zo. Van goud wordt gesteld dat het op termijn de inflatie volgt. Dat lijkt positief. Maar vergist u zich niet: het feit dat een belegging op termijn de inflatie volgt betekent
33
simpelweg dat u er qua koopkracht helemaal niets mee opschiet. Sterker nog, aangezien de economie op wat langere termijn beschouwend sterker groeit dan de inflatie (vooral vanwege een steeds hogere arbeidsproductiviteit), neemt het relatieve belang van goud in onze economie steeds verder af - zelfs al volgt het de inflatie volledig. Van goud wordt soms gesteld dat het een ‘veilige’ belegging is. Dat ligt er echter maar aan hoe u veilig definieert: zo geldt dat de goudprijs op enkele maanden tijd soms tientallen procenten stijgt, om vervolgens even zo snel die koersstijging weer kwijt te spelen. Wat maar weinigen weten is dat de goudprijs sterker fluctueert dan de aandelenmarkt en dat goud zelfs een van de meest volatiele beleggingen is die er bestaat. Hoezo veilig? Goud beweegt in weinig samenhang met de aandelenmarkt. Daardoor kan het dat wanneer u aan een aandelenportefeuille wat goud toevoegt wat zelf dus nog meer volatiel is dan aandelen uw totale volatiliteit (lees: beweeglijkheid van uw portefeuille) afneemt. Een soort alchemie zeg maar. Maar dit wil niet zeggen dat goud en aandelen nooit parallel aan elkaar bewegen: toen vorig jaar oktober het financiële systeem bijna uit haar voegen barstte daalde goud bijvoorbeeld zelf ook 17% in waarde. Stel, een verre voorouder van u besloot in het jaar 1800 voor 100 gulden goud te kopen. In dat jaar was de goudprijs $19,39. Momenteel is dat iets meer dan $1.000. Een niet onaardige belegging zo op het eerste gezicht. Per jaar is dit echter slechts 1,9%, en daarmee is maar amper de inflatie goedgemaakt. Gelukkig voor u... een andere voorouder van u was zo slim om in 1800 eveneens 100 gulden in een goed gespreide aandelenmix te investeren. Daarmee zou voor inflatie gemiddeld zo'n 8% per
jaar mee verdiend zijn. Dit ondanks alle rampspoed die zich de afgelopen 200 jaar heeft voorgedaan. En daarmee zou de 100 GULDEN van toen over de afgelopen 210 jaar vandaag de dag zijn uitgegroeid tot ruim 474 miljoen EURO...
Bovenstaande is maar weer eens een voorbeeld van het haast onvoorstelbaar krachtige effect van compounding (rente-op-rente), waar we in onze berichten wel vaker op wijzen. Omdat goud zelf geen waarde creëert is het voor het behalen van rendement met beleggingen in goud cruciaal dat uw timing goed is. En dat is uiterst lastig: zelfs grote zakenbanken met grote aantallen goedbetaalde professionals zitten er regelmatig faliekant naast... De afgelopen jaren - eigenlijk al sinds de eeuwwisseling - hebben aandelen een slecht, en goud een goed rendement opgeleverd. Vandaar de sterk toenemende interesse van particuliere beleggers in goud. Dat is goed te begrijpen maar de vraag is hierbij wel hoe verstandig dat op termijn zal blijken. Voor de wat langere termijn bezien zitten wij zelf in ieder geval vele malen liever in ondergewaardeerde kwaliteitsaandelen dan dat we gouden munten achter in de boekenkast verstoppen. Het aanhouden van een klein belang (enkele procenten) van uw portefeuille in goud kan weinig kwaad en levert wat diversificatievoordeel op. Maar tenzij u het einde der tijden voorziet lijkt ons dat meer dan voldoende. En verwacht u het einde der tijden wel dan zijn een paar extra blikken bonen voor in de kelderkast misschien ook nog niet zo'n gek idee...
Meer artikelen van de hand van Hendrik Oude Nijhuis: zie www.warrenbuffet.nl
34
Winstpotentieel platina en palladium vele malen groter dan van goud – Gerard Jager (AdvanceBeleggen.nl) Vorige maand is de goudprijs door de $1.000 grens gebroken. Voor een deel het gevolg van een fors lagere dollar. Sinds de $1.000 barrière is genomen stappen nieuwe groepen beleggers in waardoor een verdere prijsstijging met 10 à 20% tot de mogelijkheden behoort.
goedkoop witgoud. De platinaprijs is nog 42% verwijderd van de oude top in 2008. Palladium heeft nog 46% te gaan. Stel dat als gevolg van structurele vraag naar grondstoffen in China de oude topkoersen worden bereikt dan kan er een koerswinst worden behaald van 72% voor platina en 83% voor palladium gerekend vanaf de huidige prijzen.
Naast goud zijn er andere edele metalen als zilver, platina en palladium. Met name de laatste twee bieden naar mijn mening aanzienlijk meer winstpotentieel dan goud. De zilverprijs biedt wellicht wat minder kansen, nu deze in het kielzog van goud op een niveau is aangekomen dat 17% verwijderd is van de vorige top in 2008.
Conclusie: Platina en palladium bieden aanzienlijk meer winstpotentieel dan goud met als motor de groeiende vraag vanuit de opkomende landen als China, India en Brazilië. Herstelt de Amerikaanse economie zich in eind 2009 dan mag worden verwacht dat de prijzen van platina en palladium versneld de weg omhoog zullen vinden. In de jaren tachtig noteerden goud en platina lange tijd dezelfde prijs. In de periode 2007 en 2008 is de platinaprijs verdubbeld ten opzichte van de goudprijs. Zowel platina, palladium als zilver worden voor industriële doeleinden gebruikt met name in de ICT sector. De eerste twee vindt men ook in katalysatoren in uitlaten van auto’s. In Azië wordt palladium tevens in sierraden verwerkt als
Hoe te beleggen in platina en palladium? Bijvoorbeeld d.m.v. de ABN-AMRO/RBS platinacertificaten (ISINcode NL0000451870/fondscode 45187; koers beurs A’dam: €9,06 per stuk) en de ABN-AMRO/RBS palladiumcertificaten (ISINcode NL0000451896/fondscode 45189; koers beurs A’dam: €2,23 per stuk).
Gerard Jager is eigenaar van www.AdvanceBeleggen.nl en werkzaam als vermogensbeheerder bij Onafhankelijk Vermogensbeheer ’s-Gravenhage B.V.(www.ovgbeheer.nl). De informatie in deze column is niet bedoeld als persoonlijk beleggingsadvies of als aanbeveling aan de lezer tot het doen van bepaalde beleggingen. Beheerrelaties van Jager hebben in beginsel een longpositie in beleggingen die hij aanbeveelt.
35
HCC Beleggen Uitgangspunt voor de HCC Beleggen is dat haar leden ‘betere’ beleggers willen worden. Beleggen kan een lucratieve en fascinerende hobby zijn. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes. De HCC Beleggen (voluit: Hobby Computer Club Gebruikersgroep Beleggen) wil haar leden behulpzaam zijn bij het verwerven van die kennis en vaardigheid. Als onderdeel van de HCC (met ruim 182.000 leden de grootste computerclub in West Europa) is de HCC Beleggen een vereniging ‘van, voor en door’ leden. Er is een democratisch gekozen bestuur, een kascommissie, kernleden en leden die veelal bereid zijn om hulp te bieden bij het verwezenlijken van onze doelstellingen. Doelstellingen van de HCC Beleggen Uitgangspunt voor de Gebruikersgroepen is dat haar leden ‘betere’ beleggers willen worden. Dit uitgangspunt leidt tot de volgende meer specifieke doelstellingen: - Het vergroten van de kennis en vaardigheid van onze leden op het gebied van beleggen met de computer; - Het bevorderen van onderlinge contactmogelijkheden voor de uitbouw van persoonlijke ‘netwerken’; - Het werven van nieuwe, actief bijdragende leden. De kennis en vaardigheid betreft een breed terrein: van efficiënt computergebruik tot verwerving van koersinformatie, van beleggingsfondsen tot optieconstructies en van beleggingsstijlen tot toetsingsmethodieken. Bovendien is het streven erop gericht zowel beginners als gevorderden te ondersteunen. Daartoe worden lezingen, cursussen en workshops georganiseerd; veelal door en voor leden. Ook ‘beroepsmatig’ bij beleggen betrokken sprekers
worden dikwijls uitgenodigd. Heeft u een idee voor een ‘bijdrage’ aan onze doelstellingen? Het bestuur hoort dit graag van u. Daarnaast hebben veel beleggers behoefte aan het gezamenlijk met anderen uitwerken van praktische beleggingsideeën. Maar waar vind je beleggers met min of meer dezelfde ideeën die jij hebt? De HCC Beleggen wil de mogelijkheden creëren voor haar leden om die contacten te leggen Bestuur van de Gebruikersgroep Beleggen
[email protected] Frans Schreiber (voorzitter) 036-5309739 Jan Anco ten Wolde (secretaris) 0522-263368 Michel Hupkens (penningmeester) 0320-707127 Voor berichtgeving en verstrekking van allerlei informatie op beleggingsgebied wordt een website in stand gehouden. Op onze website wordt ook het programma van het komende HCC Beleggen Symposium toegelicht. Leden die een bijdrage aan onze website willen leveren zijn meer dan welkom. Webmaster www.beleggersonline.nl
[email protected] Leo Rasch 030-2625739 na 20:00 uur Regelmatig wordt een Symposium georganiseerd op een centrale plaats in Nederland. Voorafgaand aan het HCC Beleggen Symposium wordt aan alle leden een digitaal Nieuwsmagazine toegezonden. Daarin staan originele artikelen op beleggingsgebied veelal van de sprekers van die dag. Bijdragen van leden worden zeer op prijs gesteld. Neem daartoe contact op met de redactie: Redactie Website en het (ieuwsmagazine
[email protected] Michel Hupkens 0320-707127 Hans Verschoor Leo Rasch 030-2625739 na 20:00 uur Bart Lenselink (eindredactie Nieuwsmagazine) 015-3698858 na 20:00 uur
Dit Nieuwsmagazine is een publicatie van de HCC Gebruikersgroep Beleggen. Raadpleeg onze internetsite http://www.beleggersonline.nl/ voor adressen en informatie over het lidmaatschap