Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw
Afwisselen tegen Spint met Nissorun (pagina 4)
NIET TE SNAPPEN... De wet- en regelgeving wordt steeds strenger en ingewikkelder. Vooral dat laatste baart mij
Jaargang 6 - Nr. 16 - Oktober 2008
Bromeliateler blij met biologie (pagina 5)
Kweekzakjes geliefd bij muizen (pagina 6)
JET 5 STAAT NOG STEEDS GARANT VOOR EEN SCHONE START
zorgen. Wanneer ik in de huid van een teler kruip, wat niet zo moeilijk is voor een voormalige rozenteler, kan ik me best voorstellen dat sommige besluiten onlogisch overkomen. Neem nou Jet 5. Volgens de europese regelgeving mag u dit in kassen nog wel gebruiken tegen algen, maar niet meer tegen bacteriën, schimmels en virussen. Dat is opmerkelijk, omdat telers dit product al vele jaren juist daartegen met succes gebruiken. Het kromme van de gewijzigde toelating is dat Jet 5 nu wel de algen mag doden, maar de rest met rust moet laten. U en Jet 5 verdienen beter. Dat is één
van
de
boodschappen
in
deze
Glashelder. Uiteraard doet Certis er alles aan om dit probate ontsmettingsmiddel in ere te herstellen. Tot het zover is, kunt u algen effectief aanpakken en en passant profiteren van de ‘nevenwerking’ tegen schimmels, bacteriën en virussen. Ik wens u een succesvolle algenbestrijding toe!
Dennis Eekhoff, product manager
Jet 5 tegen algen biedt ook bescherming tegen bacteriën, schimmels en virussen.
Volgens de aangepaste Wet gewasbeschermingsmiddelen is Jet 5 uitsluitend toegelaten als biocide tegen algen. Hiermee is de bredere toelating als gewasbeschermingsmiddel tegen virussen, schimmels en bacteriën vervallen. De facto mag Jet 5 dus niet meer als zodanig worden aangeprezen en ingezet. Feit blijft dat het onder glastelers populaire middel ook als algendoder zeer effectief is en breed werkzaam blijft. Hierdoor staat Jet 5 nog steeds garant voor een schone start van de teelt. Door zijn brede werking en dito toelating is Jet 5 de afgelopen jaren uitgegroeid tot een van de meest toegepaste ontsmettingsmiddelen in de glastuinbouw. Nu het deze toelating formeel is kwijtgeraakt, staat de teler voor een dilemma. Moet hij kiezen voor goedkopere
Glashelder
middelen zonder toelatingsnummer (geen N-nummer), of moet hij zich tijdens de teeltwisseling richten op een algenbestrijding met Jet 5? Hij profiteert dan ook van de nevenwerking tegen bacteriën, schimmels en virussen. Deze laatste optie lijkt de meest logische. Temeer daar Jet 5 zich in proeven heeft onderscheiden als een uiterst effectieve algendoder. Speciale formulering Die effectiviteit is mede te danken aan de speciale formulering met stabilisator en uitvloeier. Hierdoor komt Jet 5 beter in contact met de algen die op harde en gladde materialen zitten (zoals glas en teelttafels) dan andere perazijnzuren en komt het ook in de kleinste kieren ver volg op pagina 2
1
ver volg van pagina 1
Algenbestrijding op glas (%) terecht. De gecombineerde kracht van perazijnzuur en actieve zuurstof (H2O2) zorgt er vervolgens voor dat de celmembranen van algen snel worden afgebroken. Dit resulteert in een zeer hoog percentage dode algen, zoals blijkt uit het diagram. Veilig voor gewas en milieu Jet 5 heeft geen nawerking op het gewas, wordt snel volledig afgebroken tot water, kooldioxide en zuurstof en is veilig voor het milieu. In combinatie met zijn brede (neven)werking tegen algen, bacteriën, schimmels en virussen maken deze eigenschappen Jet 5 tot het aangewezen middel voor een schone start van de nieuwe teelt. Hernieuwde aanvraag in voorbereiding Hoewel Jet 5 door de gewijzigde toelating niets van zijn effectiviteit heeft verloren, ziet
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Jet 5 Perazijnzuur zonder uitvloeier
na 7 dagen
Certis de vorige toelating als breed inzetbaar ontsmettingsmiddel graag in ere hersteld. De aanvraag voor deze hernieuwde toelating is al in voorbereiding. Het kost echter tijd om de benodigde aanvullende onderzoeken uit te
na 14 dagen
voeren en de vereiste procedures te doorlopen. Dit kan voortduren tot na de teeltwisseling van 2009. Tot de hernieuwde toelating een feit is, adviseert Certis telers om te kiezen voor een algenbestrijding met Jet 5. ■
SASKIA STRICKER, LTO GROEISERVICE:
GEBRUIKSADVIES VAN JET 5 VOOR EEN SCHONE START • Verwijderen eerst alle gewasresten • Kas, glas, fust, erf etc. schoon spuiten • Dosering: 1% Jet 5 met minimaal 1.000 l water/ha • Gebruik geen oppervlaktewater • Naspoelen overbodig • Veel dode algen: na 2 dagen afspuiten • Afdekken van gebruikte matten is niet nodig
“HET IS LASTIG, MAAR ER VALT MEE TE WERKEN” Saskia Stricker van LTO Groeiservice noemt de versmalling van het etiket van Jet 5 lastig, maar verwacht dat telers het middel als algenbestrijder zullen blijven gebruiken. “Voor de werking maakt het immers geen enkel verschil. Jet 5 pakt naast algen nu eenmaal ook bacteriën, schimmels en virussen aan. Het is alleen jammer dat dit formeel niet meer gecommuniceerd mag worden. Een lastige situatie dus, maar er valt mee te werken.” Geen vlucht in illegale middelen Stricker zegt blij te zijn dat Jet 5 een praktisch bruikbare toelating heeft behouden. “Daarmee wordt een vlucht in illegale middelen voorkomen”, meent zij. “In die zin is de versmalling van het etiket een geluk bij een ongeluk. Samen met Certis hebben we overwogen om een vrijstelling aan te vragen, maar daarvoor biedt de wet geen ruimte. De negatieve status van de werkzame stof voor gewasbescherming staat dat niet toe. Certis zal daarom via de gebruikelijke, lange route opnieuw een toelating als gewasbeschermingsmiddel moeten aanvragen. Wij achten de kans op die toelating groot, maar het kost uiteraard wel meer tijd.”
TOPSIN M VLOEIBAAR: STILL GOING STRONG Al meer dan 30 jaar onderscheidt Topsin M zich door zijn effectieve en uitzonderlijk brede werking tegen schimmels, waaronder Botrytis, Rhizoctonia, Chalara (Thielaviopsis), Fusarium, Verticillium, Sclerotinia en diverse bladvlekkenziekten. Nog steeds is dit middel bij tal van telers gewild. Temeer nu het door het wegvallen van carbendazim het enige toegelaten fungicide is uit de groep van benzimidazolen De werkzame stof van Topsin M is thiofanaatmethyl. 40% hiervan wordt omgezet in de actieve stof carbendazim, die een systemische
Glashelder
werking heeft in de plant. Overigens is niet alleen carbendazim effectief; ook het niet omgezette thiofanaat-methyl pakt vele schimmels hard aan. Wanneer u in het verleden carbendazim gebruikte, kunt u de volgende rekenregel hanteren voor Topsin M: 0,4% carbendazim komt overeen met 1% Topsin M. Aangieten of gewasbehandeling Topsin M heeft naast de toelating in de bloemisterij onder glas ook een toelating in tomaat, aubergine en meloen onder glas. Gaat het in de bloemisterij om een aangietbehan-
deling, in de genoemde groentegewassen is alleen een gewasbehandeling toegestaan. In aubergine en meloen werkt Topsin M prima tegen Botrytis en Sclerotinia. Voer na het waarnemen van een aantasting om de 10-14 dagen een bespuiting uit (140 ml / 100 liter water). Voor meloenen geldt een maximum van 2 toepassingen. In tomaat is Topsin M zeer effectief tegen Botrytis en bladvlekkenziekte (Gladosporium). Spuit na het waarnemen van een aantasting regelmatig in een dosering van 80ml per 100 liter water. Voor groentegewassen geldt een veiligheidstermijn van 3 dagen. ■
2
JONGE PHALAENOPSIS VAART WEL BIJ AANGIETEN MET TOPSIN M Veilig voor Hypoaspis John Valster stelt vast dat Topsin M een bewezen standaardmiddel is, dat diverse voordelen biedt. Het werkt uitzonderlijk breed, maar is veilig voor diverse biologische bestrijders, zoals Hypoaspis miles. Hoogenboom Select zet ook deze bodemroofmijt in om potwormen de baas te blijven. “Die combinatie van eigenschappen maakt Topsin M tot een ideaal product om jonge planten te beschermen”, aldus Valster. ■
Henk van der Zwaan (rechts) toont de doorworteling van zijn planten aan John Valster en Lianne van Wijk.
Vooral in de eerste maanden na het oppotten kunnen phalaenopsisplanten verzwakken en uitvallen door bodemschimmels. Teeltmanager Henk van der Zwaan van Hoogenboom Select in Amstelveen giet gevoelige cultivars daarom steevast aan met een lage concentratie Topsin M. Een jaar geleden verhuisde de opkweek van phalaenopsisplantjes van Hoogenboom Select naar het nieuwe bedrijf Hoogenboom Youngplants in Aalsmeer. Tijdens de omschakeling naar de pottenteelt werden alle planten op het 2,4 ha grote bedrijf na het oppotten
Via bloeiproeven leren de teeltmanager en directeur Antoine Hoogenboom de sterke en zwakke punten van nieuwe rassen en nummers kennen.
3
aangegoten met Topsin M. “We namen liever het zekere voor het onzekere”, zegt bedrijfsleider Henk van der Zwaan tot gewasbeschermingsadviseur John Valster van Brinkman en technisch adviseur Lianne van Wijk van Certis. “Sinds de omschakeling doen we dat alleen nog bij gevoelige soorten. Problemen met schimmels zijn er nog niet geweest.” Blijvend gezond Henk van der Zwaan merkt op dat je meestal al tijdens het oppotten van de plantjes kunt zien welke exemplaren zwakke wortels hebben en daardoor extra gevoelig zijn voor schimmelaantastingen. “Planten met goede wortels zijn meestal blijvend gezond. Rassen met een wat minder sterk wortelgestel gieten we aan met Topsin M, bij sterkere rassen is dat niet nodig. Komen we in die partijen zwakke plantjes tegen, dan worden ze simpelweg niet opgepot.” Goed verspreiden Van der Zwaan houdt een lage dosering aan van 150 ml per 100 liter water en voegt daaraan Rizolex en uitvloeier toe. “De middelen moeten zich goed door de pot verspreiden”, verklaart hij. “Bark is wat dat betreft een lastig teeltsubstraat. We zorgen daarom ook dat de pot voor het aangieten goed vochtig is, vooral de bovenste laag. Daarna ben ik terughoudend met water geven. Wij telen bewust vrij droog, omdat dat minder problemen geeft met potwormen. Dat is één van de belangrijkste plagen in de pottenteelt.”
Van der Zwaan heeft nu ruim een jaar pottenteelt achter de rug. “De omschakeling is prima verlopen.”
LANGE TEELTCYCLUS Een phalaenopsisteelt duurt vrij lang. De prille plantjes die uit het laboratorium komen, worden eerst gedurende 25 weken in trays opgekweekt. Doorgaans gebeurt dit op gespecialiseerde bedrijven, zoals Hoogenboom Youngplants. De feitelijke teelt verloopt bij twee temperatuurregimes. In de eerste, warme teeltfase staan de planten gedurende 22 tot 25 weken in zwaar gestookte afdelingen (28-30 °C), waarna ze wijder worden gezet en nog 6 tot 8 weken doorgroeien. Daarna verhuizen ze naar de gekoelde kas, waar de temperatuur met behulp van schermen, luchtbevochtiging en ventilatoren op 18-20 °C wordt gehouden. Deze teeltfase duurt, afhankelijk van het ras, nog eens 18 tot 20 weken. Van der Zwaan: “Bij snelle soorten duurt de teelt vanaf het oppotten een klein jaar, tragere cultivars staan vier tot zes weken langer op het bedrijf.”
Glashelder
NISSORUN: AFWISSELEN IS OOK BIJ GEÏNTEGREERDE SPINTBESTRIJDING NOODZAKELIJK De biologische bestrijding van spint verloopt dit jaar op veel bedrijven uitstekend. De omstandigheden voor o.a. Phytoseiulus persimilis waren zeer gunstig. Desondanks blijft het soms nodig om (plaatselijk) chemisch te corrigeren. Dit gebeurt in veel gevallen met Floramite. Om resistentieopbouw te voorkomen, is het afwisselen van middelen ook bij corrigerend ingrijpen noodzakelijk. Dat gaat uitstekend met Nissorun vloeibaar. De populariteit van Floramite is te danken aan zijn uitstekende werking op de spintmijt en veiligheid voor biologische bestrijders. Een waarschuwing tegen eenzijdige toepassing van Floramite in geïntegreerde gewasbescherming is echter op zijn plaats. Sommige telers denken ten onrechte dat in een geïntegreerde teelt, waar slechts sporadisch met chemische middelen wordt gewerkt, geen resistentieopbouw tegen die middelen kan plaatsvinden.
Niets is minder waar. Weliswaar houden biologische bestrijders de populatieopbouw van resistente plaaginsecten binnen de perken, maar zullen er altijd enkele resistente beestjes overleven en zich voortplanten.
baar wordt. Tijdig inzetten is daarom van belang. Dit heeft weer als voordeel dat er volwassen mijten beschikbaar blijven voor de biologische bestrijders. Mocht de spintdruk toch te hoog zijn geworden, combineer Nissorun dan met een middel tegen volwassen spint (een adulticide), bijvoorbeeld op basis van de werkzame stoffen fenbutatinoxide of milbemectine/abamectine.
Tegen eieren en larven Om ook de komende jaren profijt te kunnen trekken van Floramite, verdient het aanbeveling om dit middel in de groenteteelt maximaal 2 keer en in de sierteelt maximaal 4 keer per seizoen in te zetten. Is frequenter ingrijpen nodig, gebruik dan veilige middelen uit andere chemische groepen, zoals Nissorun vloeibaar. Dit beproefde acaricide is volkomen veilig voor biologische bestrijders. Daarentegen bestrijdt het de eieren en alle larvale stadia van spintmijten zeer effectief.
■
AANDACHTSPUNTEN Verspuit Nissorun altijd met veel water. In een volgroeid rozengewas is dat tenminste 2000 liter/ha. Houd een dosering aan van 0,02% Nissorun vloeibaar. Dat komt neer op 20 ml middel per 100 liter water.
Eventueel combineren Nissorun werkt niet tegen volwassen spintmijt, waardoor de werking pas na enige tijd merk-
NIEUW KWEEKSYSTEEM SWIRSKII PRESTEERT PRIMA Cumulatieve uitloop van Swirskii roofmijten in paprika in Spanje 350
Certis BCP Producent X Producent Y
350
300 Aantal roofmijten
300 Aantal roofmijten
Cumulatieve uitloop van Swirskii roofmijten in paprika in Nederland
250 200 150 100
250 200 150 100 50
50
0
0 1
2
3 4 Weken
Certis BCP heeft een nieuw productiesysteem ontwikkeld voor Amblyseius swirskii, waarbij gebruik wordt gemaakt van de nieuwe voermijt Suidasia. De resultaten in zowel productie als kweekzakjes zijn uitstekend. Proeven in Spanje en Nederland tonen een heel goede en gespreide uitloop aan gedurende meerdere weken (zie grafieken). Dit resulteerde in
Glashelder
Certis BCP Producent Y
5
6
1
2
3
4
Weken
alle proeven in een snelle en volledige bezetting van de planten (100%) met A. swirskii. Voor deze zeer effectieve kweekmethode is inmiddels patent aangevraagd. Teeltvoorlichter Bert Duyndam van adviesbureau Crop Proction deelt het enthousiasme over het nieuwe kweekzakje met swirskii: ''Een proef bij
een paprikateler liet een snelle bezetting zien en de zakjes zaten vol met roofmijten. In eerste instantie kon ik niet geloven dat het product zo goed was. Analyse van bladmonsters door WUR Glastuinbouw bevestigden mijn bevindingen echter volledig. Het nieuwe kweekzakje met swirskii van Certis werkt uitstekend en heeft veel potentie in de glastuinbouw." ■
4
BROMELIATELER DANIËL OTTENHOF: “DE BIOLOGIE FASCINEERT ME ENORM” BIOLOGISCHE BESTRIJDERS BIJ KWEKERIJ THIJS OTTENHOF Daniël Ottenhof gebruikt een breed scala van biologische bestrijders tegen diverse plagen. Afhankelijk van de plaagdruk en de voorkeur van predatoren voor specifieke bromeliasoorten zet hij ze pleksgewijs in:
Zowel spintsoorten als roofmijten hebben soms uitgesproken voorkeuren voor bepaalde bladvormen.
In de zes jaar dat bromeliateler Daniël Ottenhof biologische bestrijding toepast, is hij steeds minder chemie gaan gebruiken. “Ik heb al een jaar niets gespoten en hoop dat nog lang vol te houden”, zegt hij. “Mijn microscoop heeft zijn nut wel bewezen. Ik heb er veel van geleerd en raad iedereen aan om er een te kopen.”
voor het eerst roofmijten in tegen stromijt, die samen met de ananasmijt, de cyclamenmijt en trips de belangrijkste belagers zijn in de bromeliateelt. Omdat Hypoaspis aculeifer beperkte resultaten gaf tegen stromijt, paste hij daarnaast Hypoaspis miles toe. “Die is ook actief tegen trips”, vertelt de sierteler. “Het begin was er, maar chemisch ingrijpen bleef nodig.”
Zes jaar geleden zette Daniël Ottenhof van Bromeliakwekerij Thijs Ottenhof in Almere
Wie eet wie Onderzoek door PPO/WUR Glastuinbouw naar de toepassingsmogelijkheden van Amblyseius swirskii vergrootte zijn interesse. “Er werden ook andere nieuwe soorten beproefd, zoals cucumeris. Daardoor ben ik er echt opnieuw ingedoken. Ik kocht een microscoop om meer inzicht te krijgen in de verschillen tussen soorten – zowel plagen als bestrijders – en in het ecosysteem. Wie eet nu precies wie? Het is fascinerend om dat te ontdekken en komt me ook van pas bij het scouten en bij beslissingen over extra inzet van biologische bestrijders of chemische middelen. Ik heb nu een jaar lang niet gespoten, maar voorheen moest ik weleens een tripsbestrijding uitvoeren met Vertimec of Decis.”
NU OOK FUNGAFLOR® ROOKKAARSEN LEVERBAAR Het assortiment van Certis is uitgebreid met Fungaflor® rookkaarsen (werkzame stof: imazalil 15%). Deze zijn toegelaten voor schimmelbestrijding in de teelt van augurken, komkommers, meloenen en sierteeltgewassen onder glas, en in lege cellen en opslagplaatsen voor voedingsmiddelen. Fungaflor® rook werkt preventief en curatief tegen diverse schimmelziekten, waaronder Botrytis, meeldauw, Mycosphaerella, Penicillium, Cladosporium en Aspergillus. Veiligheidstermijnen Voor toepassingen in de teelt geldt een veiligheidstermijn van drie dagen. De wachttijd voor opslag van voedingsmiddelen na toepassing in lege cellen of opslagruimten bedraagt één dag.
5
• Amblyseius swirskii en A. barkeri tegen ananasmijt en trips • Phytosure tegen diverse spintmijten (o.a. stromijt) • Hypoaspis miles tegen trips • A. cucumeris tegen cyclamenmijt • Luis komt sporadisch voor en wordt bestreden door spontaan binnenvliegende sluipwespen
ken. De teeltduur varieert van 7 tot 12 maanden, maar achterblijvende planten staan soms wel twee jaar op het bedrijf.” Kennis vergaren en uitwisselen Volgens Ottenhof hebben bromeliatelers nu veel meer oog voor biologische bestrijding dan vijf jaar geleden. “Toen overheerste de scepsis, nu de overtuiging dat het kan. Er is nog steeds verbetering mogelijk. Daarvoor is het nodig om kennis op te bouwen en uit te wisselen. Je moet blijven doorvragen. Zelf heb ik veel geleerd van vertegenwoordigers van fabrikanten en toeleveranciers. De eerste jaren werkte ik met Koppert, maar de laatste jaren laat ik me adviseren door Gebroeders Eveleens en Certis. Ieder kan daarin zijn eigen keuze maken. Ik hoop dat de telers ook elkaar steeds beter weten te vinden. Biologie heeft de toekomst.” ■
Voorkeuren Ottenhof zegt dat hij door zijn toegenomen ervaring nu vooral pleksgewijs biologisch bijstuurt. “Je moet weten waarop je moet letten. Van nature zitten mijten op Bromelia vooral aan de rand van het blad. Onder druk van roofmijten trekken ze meer naar de bladoksels, waar ze beter beschut zijn. Je ziet ook dat zowel plagen als roofmijten voorkeuren hebben voor bepaalde bromeliasoorten of bladvormen. Ik teel op 13.000 m2 zo’n 22 soorten,
Daniël Ottenhof heeft veel geleerd van adviseurs.
dus ook op dat gebied viel er veel te ontdek-
Zijn devies is: ‘Blijf vragen’.
Glashelder
BESCHERM KWEEKZAKJES, BESTRIJD MUIZEN Nu de herfst zijn intrede doet en de winter nadert, zoeken muizen beschutting op. Kassen zijn gewilde overwinteringsplaatsen vanwege het ruime voedselaanbod. Kweekzakjes met de roofmijten Amblyseius cucumeris of A. swirskii zijn door de aanwezigheid van zemelen onweerstaanbare tussendoortjes. Certis biedt uitkomst met de meest effectieve muizen- en rattenbestrijder die verkrijgbaar is: Klerat. Telers die kweekzakjes met roofmijten gebruiken dienen extra alert te zijn op muizen. Temeer daar het kweeksysteem wordt doorbroken zodra een muis het zakje aanvreet. De luchtvochtigheid in het zakje verandert dan dermate, dat de aanwezige eitjes niet langer uitkomen. Effectief na eenmalige opname Klerat is een geperste rode korrel (pellet) op basis van graan, de werkzame stof brodifacum en de bitter smakende stof Bitrex, die de pellets voor mensen zeer onsmakelijk maakt. Muizen (en ratten) eten er daarentegen niet minder om. Wat Klerat zo bijzonder maakt ten opzichte van andere middelen, is zijn enorme
effectiviteit bij lage dosis. Een eenmalige opname van enkele pellets is al voldoende om de muis te doden. Van andere producten moeten muizen vaak meerdere keren eten voor zij het loodje leggen. In de tussentijd kunnen zij heel wat kweekzakjes aanvreten, schade toebrengen aan het gewas én zich voortplanten.
Productinformatie Het op de juiste wijze aanbieden van lokaas en regelmatig controleren van de voerplaatsen dragen bij aan een effectieve muizenbestrijding. U leest hier alles over in de Klerat folder. Vraag ernaar bij uw leverancier of bestel ze ■ rechtstreeks bij Certis.
BOTANIGARD: SHAKEN, NOT STIRRED! geschud. Er vormt zich dan opnieuw een homogene suspensie, die wel tot de laatste druppel uit de fles komt. Let daarom op de volgende aandachtspunten: 1: Hoe langer het product staat, hoe langer u moet schudden om opnieuw een homogene suspensie te verkrijgen. Schud de fles stevig gedurende 2 tot 5 minuten wanneer deze maandenlang heeft gestaan. 2: De stroperigheid neemt toe naarmate de oplossing kouder is. Laat de fles eerst op kastemperatuur komen of leg hem even in een bak met lauwwarm water voor u gaat schudden. Vanuit de praktijk horen we weleens dat BotaniGard tamelijk stroperig is en dat de laatste druppel maar moeizaam uit de fles komt. Door gebruik te maken van wat weetjes en tips kunnen telers dat een stuk eenvoudiger maken.
Glashelder
BotaniGard kan inderdaad wat stroperig worden. Dat komt doordat de deeltjes in de suspensie geleidelijk bezinken. Naarmate de fles langer staat, dikt het bezinksel in tot een stroperige substantie. Dit doet niets af aan de werking, mits de fles voor gebruik flink wordt
3: Schenk de fles na het schudden zover leeg totdat u de bodem van de fles kunt zien. Ziet u nog steeds bezinksel, schud dan nog even door. Zo niet, dan kunt u de fles direct leegschenken. ■
6
TELEN MET TOEKOMST KRIJGT VERVOLG MET PILOT IN WOUDSE DROOGMAKERIJ Er worden goede vorderingen gemaakt met het project Telen met Toekomst, dat ruim vier jaar geleden van de grond kwam. Dit jaar startte het tweede project, waarmee de focus werd verlegd van geïntegreerde bestrijding naar emissiebeheersing. In een pilot gaan telers in de Woudse Droogmakerij bij Delft de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen terugdringen. Telen met Toekomst komt voort uit het Convenant Gewasbescherming. Hierin zijn afspraken gemaakt om de uitstoot van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen door de land- en tuinbouw te verminderen. In het
eerste project (2004–2007) lag de nadruk op stimulering van de geïntegreerde teelt. “Dat is breed opgepakt en alle partijen werken eraan dit verder te ontwikkelen”, stelt projectcoördinator voor de glastuinbouw Ellen Beerling van Wageningen UR Glastuinbouw vast. “Dit vermindert de milieubelasting, maar lost niet alle knelpunten in de waterkwaliteit afdoende op. Nu willen we de emissie van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu concreet verminderen.” Pilotproject Jaap Bij de Vaate van DLV Plant vult aan: “Veel telers weten niet dat er ongewenste stoffen in het oppervlaktewater zitten. Dat geeft te den-
ken. Er is wel een grote bereidheid om de emissie terug te dringen. Vrijwel alle van de 20 bedrijven in de Woudse Droogmakerij – goed voor 45 ha glas – doen mee aan de pilot.” De resultaten worden breed verspreid, zodat alle telers hiervan kunnen profiteren. In andere gebieden wil Telen met Toekomst vergelijkbare initiatieven starten. Individuele aanpak De pilot is er op gericht om in samenwerking met de telers vast te stellen hoe en in hoeverre er vanuit de individuele bedrijven emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen plaatsvindt naar het watermilieu. Hierbij worden ook de adviseurs van de bedrijven betrokken. Het Hoogheemraadschap Delfland verricht desgewenst extra metingen. Op basis van de bevindingen kunnen de bedrijven gericht, soms al direct, maatregelen nemen om die emissie terug te dringen.
Ellen Beerling, Ruud Maaswinkel (beiden WUR Glastuinbouw) en Jaap Bij de Vaate (DLV Plant) trekken de pilot in de Woudse Droogmakerij.
PROJECTPARTNERS Telen met Toekomst wil samen met de partners van het Convenant Gewasbescherming werken aan praktische oplossingen om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen naar het watermilieu te verminderen. Naast de ministeries van LNV en VROM participeren LTO Nederland, de Unie van Waterschappen, Vewin, Nefyto, Agrodis (toeleveranciers) en Plantum. Bij de regionale projecten zijn ook lokale partners betrokken, zoals toeleveringsbedrijven en het desbetreffende waterschap. Certis is weliswaar geen partner in het project, maar onderschrijft het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen en schone teeltsystemen. Zij ondersteunt Telen met Toekomst daarom van harte.
7
Samenwerking Het pilotproject is opgezet door Telen met Toekomst, het Hoogheemraadschap van Delfland, LTO Glaskracht Nederland en Agrodis. “Samenwerking is het uitgangspunt”, benadrukt de DLV’er. “Dat geldt ook voor de andere projectpartners”, valt Beerling bij. “Alle partijen onderkennen dat gewasbeschermingsmiddelen in het water ongewenst zijn en de sector schaden. En iedereen is ervan overtuigd dat er diverse mogelijkheden zijn om de emissie te beperken. Bij de Vaate schrijft het enthousiasme mede toe aan de pragmatische en kleinschalige aanpak. “Telers vinden emissiebeperking echt belangrijk en benaderen het project positief”, zegt hij. “Dat vergroot de kans van slagen. De projecten moeten uiteindelijk leiden tot een meetbare verbetering van de waterkwaliteit en teeltmaatregelen die het rendement van de bedrijven niet extra onder druk zetten.” ■
Glashelder
SUCCES TEGEN TRIPS MET BOTANIGARD Trips is momenteel een van de lastigste plagen in de glastuinbouw. Het beschikbare middelenpakket is niet groot en wordt steeds kleiner. De werking van de producten die overblijven is ook niet meer wat het geweest is. Kortom, trips baart ons allemaal zorgen. Recent onderzoek naar BotaniGard en nieuwe producten kan wellicht iets van die zorg wegnemen. In 2007 is in Zwaagdijk een proef uitgevoerd in chrysant, waarin BotaniGard vergeleken is met andere tripsmiddelen. BotaniGard (0,125%) laat een goede werking zien op trips. Wanneer al bij een geringe aantasting wordt begonnen met spuiten, is de populatie goed in de hand te houden. Nieuwe formulering BotaniGard Dit jaar kreeg de proef een uitgebreid vervolg in paprika op de Demokwekerij van Metazet in Honselersdijk, waarin de Proeftuin Zwaagdijk onderzoeksruimte heeft gehuurd. BotaniGard is hierin vergeleken met zowel gevestigde als enkele nieuwe middelen tegen trips. Er is ook gewerkt met een nieuwe formulering van BotaniGard, die de oude in de nabije toekomst gaat vervangen. Uit de proef bleek dat de nieuwe formulering een duidelijk betere werking heeft. Ook de andere nieuwe middelen lieten goede bestrijdings-resultaten zien.
Aandachtige toehoorders bij de presentatie van Lianne van Wijk over de tripsproeven in Honselersdijk.
Positieve reacties In september zijn de proefresultaten gepresenteerd aan de tussenhandel en adviseurs. Ook zij erkennen dat het niet meevalt om met de huidige middelen een goede tripsbestrijding te realiseren. Op de ervaringen met de nieuwe middelen werd dan ook zeer positief gereageerd. Certis moet echter nog veel werk verzetten om de veelbelovende nieuwkomers over enkele jaren op de markt te kunnen zetten. ■
C o l o f o n Glashelder Nieuwsmagazine van Certis Europe B.V. voor ondernemers in de glastuinbouw
Redactie:
Dennis Eekhoff, Certis
Vormgeving:
Crown Communication, Zeist
Beeld:
Certis-BCP/Ward Stepman,
Jan van Staalduinen, Rotterdam
Marcel Bekken, Engel Lameijer, NFP, PPO Naaldwijk, Twan Wiermans, Fotostudio Gerard Vlekke, WUR, Jan van Staalduinen Geregistreerde handelsmerken: Vertimec® van Syngenta Crop Protection bv; Rizolex® en Decis® van Bayer CropScience bv.
Certis Europe B.V. biedt systeemoplossingen voor milieubewuste, geïntegreerde gewasbescherming. Certis levert de kennis en producten, zoals biologische en chemische middelen, natuurlijke vijanden, feromonen en vangtechnieken. Certis ondersteunt hiermee telers van specialistische, hoogwaardige gewassen bij de ontwikkeling van een gezonde en duurzame teelt. Postbus 1180 3600 BD Maarssen Safariweg 55 3605 MA Maarssen T +31(0)346 29 06 00 F +31(0)346 29 06 01 E
[email protected] www.certiseurope.nl Technisch adviseur: De verschillende veldjes worden beoordeeld.
Dennis Eekhoff: 06-513 551 86 Lianne van Wijk: 06-516 057 79
8
Glashelder