5 E JAARGANG, NR. 6, oktober 2010
Eerste balans OK-vangnetten van MediRisk Het kan best Even zitten bij operaties Effectief Maden op een wond Nuttig Feedback met CanMEDS OK-brand Instructiefilm confronteert
Collega: Silvia van Wijk en Wim Backhaus delen een passie voor elkaar en voor de OK OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 1
1
10/4/10 5:04 PM
The EndoGrab, minder poorten, minder gedoe. De EndoGrab is een “handsfree” retractie systeem dat men al kan gebruiken na een minimale training. Deze eenvoudige driestaps techniek zorgt ervoor dat u de handen vrij heeft voor een ander instrument. De EndoGrab is geschikt voor een 5 millimeter poort. Poorten verminderen - kosten verminderen Het EndoGrab laparoscopisch op-span/retractie systeem reduceert het aantal poorten, doordat er geen poort meer nodig is voor de traditionele paktang die nodig is om het weefsel of orgaan op te spannen. Deze eenvoudige oplossing, stelt de chirurg in staat een beter overzicht te krijgen op het operatieveld, door een betere presentatie van het weefsel zonder extra personeelskosten.
Verhoogd patiënten voordeel De EndoGrab heeft natuurlijk ook een belangrijk voordeel voor de patiënt, aangezien er sprake is van minder poorten, hierdoor zijn er minder incisies nodig, is er minder postoperatieve pijn en minder kans op infecties en andere complicaties.
Veelzijdig in alle minimaal invasieve chirurgische disciplines Dit eenvoudige, maar innovatieve systeem stelt de specialist in staat om een flexibele vorm van retractie en presentatie te bewerkstelligen in de vele disciplines. De EndoGrab kan na plaatsing eenvoudig ontspannen worden en weer opnieuw geplaatst worden. De EndoGrab is reeds succesvol gebruikt in de algemene-, bariatrische-, gynaecologische- en de robotchirurgie.
Van Beek Medical BV Zeilmakersstraat 31J 8601 WT Sneek
Postbus 240 8600 AE Sneek
T: 0515-431965 F: 0515-439461 E:
[email protected]
M: 06-51201339 W: www.vanbeekmedical.nl
OKO6_2010 - Nicolet.indd 2
10/4/10 5:04 PM
Een uitdaging die je met beide handen aanpakt? Ben jij die zorgprofessional die wel van aanpakken weet? Die niet te beroerd is om elke dag weer de handen uit de mouwen te steken en het beste van zichzelf te geven? Dan ben je helemaal klaar voor TMI, dé detacheerder in de Zorg. Want daar kun je met een vast dienstverband op verschillende plekken in de zorg aan de slag. Dus pak aan, investeer in jezelf en kom eens praten. TMI is altijd op zoek naar de meest gemotiveerde mensen in de zorg, dus meld je nu aan op www.tmi-interim.nl voor Eerste Hulp bij Overstappen. Je kunt ons ook mailen op
[email protected] of bellen op 020 717 35 27.
Eerste Hulp Bij Overstappen?
Praktijk- en werkbegeleidersdag
Ga dan snel naar www.tmi-interim.nl
moeders
Donderdag 18 november 2010
“Op de OK je kunnen ontwikkelen en leren is een kwestie van slim en strategisch opereren” Wat zijn je mogelijkheden om je doel als begeleider en/ of coach te bereiken in een tijd waarin o.a. problemen als personeels tekorten en wisselende medewerkers en management een belangrijke rol spelen.
zijn sterk zorgen geven delen
In een gevarieerd en luchtig progamma proberen we dit centraal te stellen.
Locatie: Stöpler Instrumenten & Apparaten B.V. te Utrecht Inschrijven via de website: www.lvo.nl
simavi
Kosten: LVO leden € 30 Niet leden € 60
helpt leert werkt aan gezondheid
drinkwater, hygiëne, wc's veilige zwangerschappen ziektes voorkomen opkomen voor belangen
www.simavi.nl
opper_A6.indd 1
OKO6_2010 - Nicolet.indd 3
2/26/09 11:28:52 AM
10/4/10 5:04 PM
Liefde en andere ‘gruwelijke’ dingen Op de OK worden veel emoties gedeeld: de euforie als een operatie succesvol wordt afgesloten, maar soms ook de enorme teleurstelling als een patiënt het ondanks veel toewijding toch niet redt. Vriendschappen worden gesloten, en soms schiet Cupido succesvol een pijl af. OK-collega’s Silvia van Wijk en Wim Backhaus kunnen daarover meepraten. Zij hebben elkaar ontmoet in ziekenhuis Gooi Noord (nu Tergooiziekenhuizen) in Blaricum. Silvia is operatieassistent en Wim anesthesiemedewerker. Beiden werken ze op de OK … Dat roept meteen de vraag op of ze in privétijd altijd over hun werk praten. Silvia: ‘Nee hoor, dat valt wel mee. Het is fijn dat de ander aan een half woord genoeg heeft als je wat kwijt wilt over je werk. En we kunnen het gewoon hebben over onderwerpen waarvan een partner met heel ander werk misschien zou gruwen.’ Over gruwen gesproken: Gwendolyn Cazander, chirurg in opleiding, promoveerde onlangs op onderzoek naar de onderliggende werkingsmechanismen van een bijzondere wondbehandelmethode: madentherapie. De meeste mensen denken bij maden aan walgelijke insecten die bij warm weer uit de biobak omhoogkruipen, maar de witte krioelende beestjes blijken in staat te zijn tot effectief debridement, veel beter dan menig chirurg. Dat is al eeuwen bekend: Mayastammen in Midden-Amerika en Aboriginals in Australië wisten al dat larven wondgenezing bevorderen. En in de Eerste en de Tweede Wereldoorlog beschreven chirurgen dat door maden gekoloniseerde wonden van soldaten er zeer schoon en goed doorbloed uitzagen. Zeker in deze tijd van groeiende antibioticaresistentie, waardoor geïnfecteerde wonden moeilijker behandelbaar zijn, zou madentherapie wel eens een uitkomst kunnen zijn. Gwendolyn Cazander schreef voor ons een artikel met de belangrijkste conclusies van haar onderzoek. Verder in dit nummer een onderzoek van TNO in opdracht van de LVO naar mogelijkheden voor operatieassistenten om te zitten of steunen tijdens werk en pauzemomenten. Ook kun je lezen over CanMEDS: een methode om (medisch) studenten een overzichtelijke en complete beoordeling te geven. Ed Schoemaker, inspecteur van de IGZ, vertelt over de toetsing van de voorwaarden voor verantwoorde operatieve zorg in het follow-uponderzoek Toezicht Operatief Proces. Verder is er aandacht voor de instructiefilm Brand in de OK en voor de eerste balans die MediRisk heeft opgemaakt van zijn OK-project ‘Op elke plek een check!’. Ik wens je veel leesplezier!
Evaluatie van de OK-vangnetten Medisch aansprakelijkheidsverzekeraar MediRisk heeft de eerste balans opgemaakt van zijn OK-project ‘Op elke plek een check!’.
14
26 Beoordelen met CanMEDS-methode ‘Het liep lekker vandaag’ is geen nuttige opmerking voor studenten. Met de CanMEDSmethode is gerichtere feedback mogelijk.
Menno Goosen Bladmanager OK Operationeel
[email protected] 020-520 60 77 4
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 4
10/4/10 5:05 PM
Zitten op de OK: Het geheim van wanneer en waarop? madentherapie Operatieassistenten zouden vaker moeten
Larven van de groene vleesvlieg - of preciezer:
gaan zitten tijdens het werk of tussendoor.
hun uitwerpselen - kunnen wonden genezen.
TNO onderzocht de mogelijkheden.
Waarom werkt madentherapie zo goed?
16
22
30
35
Instructiefilm ‘Brand in de OK’
KNO-Didact
Verder in dit nummer: 4 Redactioneel
Eind vorig jaar kwam KNO-Didact uit. Een uitgebreid boek in eenvoudige taal
6 Nieuws
In een indrukwekkende instructiefilm vertellen
over de negentien meest voorkomende
10 LVO-nieuws
chirurgen eerlijk dat ook zíj het hebben
KNO-klachten.
12 Collega’s
meegemaakt: brand in de OK.
25 Column Ed Schoemaker 36 Boeken 34 Column Paul Meijsen 38 Agenda en colofon
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 5
5
10/4/10 5:05 PM
Tekst: Menno Goosen
Meer aandacht desinfectie scopen noodzakelijk De Inspectie voor de Gezondheidszorg roept raden van bestuur van ziekenhuizen op om blijvend aandacht te besteden aan het kritische en risicovolle proces van reinigen en desinfecteren van endoscopen. Zij doet dit naar aanleiding van onderzoek in 2008 en 2009 in 22 op risico geselecteerde ziekenhuizen. Hieruit kwam naar voren dat twintig van deze ziekenhuizen niet voldeden aan de geldende protocollen en richtlijnen voor het reinigen en desinfecteren van endoscopen, ondanks eerder door de inspectie gedane aanbevelingen op dit gebied. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie direct handhavende maatregelen opgelegd aan de ziekenhuizen, waarop zij de tekortkomingen hebben opgelost. In de helft van de ziekenhuizen bleek het beleid rond dit proces onvoldoende tot matig en voldeden de gebruikte materialen en middelen niet aan de meest recente veiligheidsnormen. De reiniging en desinfectie van TEE-transducers (instrumenten voor het maken van een hartfilmpje via de slokdarm) en scopen op de afdeling KNO was in vrijwel alle ziekenhuizen onvoldoende. De resultaten van dit onderzoek zeggen alleen iets over de situatie in de geselecteerde groep onderzochte ziekenhuizen. De inspectie gaat ervan uit dat ieder ziekenhuis in Nederland zich spiegelt aan dit rapport, dat het zijn eigen infectiepreventiebeleid hieraan toetst en indien nodig een plan van aanpak maakt om zaken te verbeteren. Dit plan van aanpak moet zijn goedgekeurd door de medische staf en de raad van bestuur en een tijdspad bevatten waarbinnen de noodzakelijke veranderingen zullen worden doorgevoerd. Om te controleren of dit ook daadwerkelijk gebeurt, zal de inspectie in 2011 een serie onaangekondigde inspectiebezoeken afleggen bij een steekproef van ziekenhuizen in Nederland. 6
Urologen dringen aan op betrouwbare voorlichting prostaatkanker
Frank Froeling, uroloog bij het Hagaziekenhuis, gaf op de Dam in Amsterdam voorlichting over prostaatkanker. Bijna vier op de tien mannen van vijftig jaar en ouder hebben ervaring met plasklachten, blijkt uit nieuw onderzoek van TNS NIPO in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Urologie en de European Association of Urology. Terwijl miljoenen mannen last hebben van prostaatklachten, zoeken velen geen medische hulp. Opvallend is dat vrijwel alle ondervraagde mannen het wel belangrijk vinden om vanaf hun vijftigste jaarlijks gecontroleerd te worden op prostaatkanker. De hiertoe noodzakelijke
PSA-meting is bij een ruime meerderheid van de mannen onbekend. Hieruit concluderen de Nederlandse en Europese beroepsverenigingen voor urologen dat betrouwbare voorlichting dringend gewenst is. Ze sloegen dit jaar de handen ineen op De Dag van de Prostaat (15 september) om mensen te informeren tijdens een publieksmanifestatie in Amsterdam. Op de Dam stond een megaprostaat, waarin mensen konden rondlopen. Verder waren er urologen ter plaatse die vragen beantwoordden van het publiek.
2007-2009: 74.000 ziekenhuisinfecties De prevalentie van ziekenhuisinfecties in Nederland bedroeg gemiddeld 6,6 procent in de periode 2007-2009. Omgerekend gaat het om ongeveer 74.000 mensen per jaar. Daarmee is de prevalentie vergelijkbaar met die van andere Europese landen. Dat schrijven onderzoekers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO in het Infectieziekten Bulletin. Van de 95 Nederlandse ziekenhuizen deden 53 ziekenhuizen mee aan het onderzoek. De vier meest voorkomende
ziekenhuisinfecties waren: symptomatische urineweginfecties, postoperatieve wondinfecties, pneumonie en primaire sepsis (totaal 71 procent van het totale aantal infecties). De prevalentie varieerde van 1,4 procent tot 16,5 procent per ziekenhuis. Een ziekenhuisinfectie leidt tot gemiddeld vier extra ligdagen. Zo waren er in 2007 als gevolg van een ziekenhuisinfectie 296.000 extra verpleegdagen. De extra kosten worden geschat tussen de 210 en 337 miljoen euro, overeenkomend met 1 tot 1,7 procent van de totale ziekenhuiskosten.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 6
10/4/10 5:05 PM
VU medisch centrum zet speurhond in tegen ziekenhuisbacterie In het VU medisch centrum wordt een speurhond getraind om de ziekenhuisbacterie Clostridium difficile op te sporen. De tweejarige beagle Cliff blijkt uitstekend in staat om deze te herkennen. Het is essentieel om de bacterie snel te herkennen, want een infectie met de Clostridium-bacterie kan bij verzwakte mensen ernstige diarree veroorzaken. Patiënten met deze besmettelijke ziekteverwekker moeten daarom worden geisoleerd en artsen en verpleegkundigen moeten aanvullende hygiënemaatregelen treffen. De inzet van een speurhond voor dit doel is uniek. Het idee om een hond te trainen is afkomstig van Yvo Smulders, hoogleraar interne geneeskunde. ‘Tijdens een grote visite vroegen we ons af of een patiënt Clostridium had, en een verpleegkundige merkte op dat het wel zo rook.’ Als mensen het al kunnen ruiken, dan moeten honden dat veel beter en vooral eerder kunnen, bedacht hij. De afgelopen maanden hebben internist Marije Bomers en Hotsche Luik, trainer, gedragswetenschapper en geurdetectie-
Mail naar okoperationeel @y-publicaties.nl
OK NIEUWS Het actueelste OK-nieuws vindt u op www.oknieuws.nl onderzoeker, hard met Cliff getraind. Inmiddels is de hond al een paar keer bij de zorgeenheid Interne Geneeskunde op bezoek geweest. ‘We gaan alle kamers af en het is de bedoeling dat Cliff rustig bij het bed gaat zitten van patiënten die besmet zijn’, aldus Bomers. De resultaten zijn opvallend. Tot nu toe heeft Cliff in ieder geval 90 procent van de zieke patiënten opgespoord. Twee keer gaf hij aan dat hij de bacterie rook, terwijl de laboratoriumtest negatief was. ‘Maar wie weet heeft de hond gelijk, want de laboratoriumtest is niet 100 procent betrouwbaar’, legt Bomers uit. Het is de verwachting dat Cliff binnen een paar maanden een volleerde Clostridium-speurder zal zijn.
UMC Utrecht schaft nieuwe operatierobot aan Het UMC Utrecht heeft een nieuwe operatierobot in gebruik genomen. Het is de derde generatie van de Da Vinci-robot. Met de nieuwe versie kunnen twee operateurs tegelijk de instrumenten bedienen. Daarnaast kan de arts tijdens de operatie röntgen- of CT-beelden van het operatiegebied bekijken. De robot maakt opereren intuïtief doordat de computer de handelingen vertaalt naar bewegingen van de robotarmen. De robotarmen hebben mechanische polsgewrichten met dezelfde vrijheidsgraden als menselijke polsen. Via de besturingsconsole
HEEFT U NIEUWS?
Kauwgom na buik- of heupoperaties Ziekenhuis Gelderse Vallei biedt als proef zijn patiënten na een buik- of heupoperatie kauwgom aan. Tijdens de proef wordt bekeken of patiënten hier baat bij hebben. Dit wordt onderzocht in samenwerking met de universiteit van Wageningen. Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat het kauwen van kauwgom goed is. Het verhoogt de afscheiding van speeksel en maagen darmhormonen, wat de spijsvertering bevordert. De darmen komen beter op gang en eventuele misselijkheid wordt minder, waardoor patiënten waarschijnlijk eerder trek krijgen en zich sneller beter voelen. Als de proef positief uitpakt, krijgen alle patiënten na een operatie kauwgom aangeboden.
(‘cockpit’) beschikt de chirurg bovendien over een beeld dat tienmaal is vergroot, terwijl de computer spiertrillingen corrigeert. Het UMC Utrecht was in 2000 het eerste centrum in Nederland met een DaVinci-operatierobot. In Nederland beschikken nu negen ziekenhuizen over een Da Vinci-operatierobot. OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 7
7
10/4/10 5:05 PM
FOTO: CATHERINA-ZIEKENHUIS
Kijkoperaties veiliger door training met virtual reality Sonja Buzink van de TU Delft onderzocht voor haar promotieonderzoek het gebruik van virtualrealitysimulatoren voor de training van chirurgen die kijkoperaties uitvoeren. Ze richtte zich op de laparoscopie en de colonoscopie. Hoofdconclusie van Buzink is dat de simulatoren chirurgen inderdaad helpen om hun vaardigheden op het gewenste peil te krijgen en de prestaties van een chirurg in verschillende taken objectief te beoordelen. Daarbij is wel van groot belang dat de simulatie de juiste interactieeigenschappen bevat. Voor laparoscopisch hechten blijkt het bijvoorbeeld noodzakelijk dat de trainende chirurg correcte haptische feedback krijgt, zodat hij onder andere een realistische representatie van de tegendruk van het weefsel ervaart
tijdens het hechten. Een andere belangrijke conclusie van Buzink is dat de prestaties van chirurgen in verschillende handelingen niet noodzakelijk samenhangen. Met andere woorden: als een chirurg een complexe handeling tijdens een kijkoperatie goed uitvoert, hoeft dat voor een ander type handeling helemaal niet te gelden, ook al betreft het een taak op een zeer basaal niveau. ‘De training en beoordeling van vaardigheden zou zich daarom op elk soort taak apart moeten richten’, stelt de Delftse promovenda. ‘Verder zou in de operatiekamer de patiëntveiligheid ook door relatief kleine aanpassingen in de omgang met het instrumentarium en de apparatuur verbeterd kunnen worden’, zegt Buzink. De digitale procedurele checklist, die Buzink
“Ik vond vooral het gesprek op de achterbank verhelderend”
Geïntegreerde OK voor kijkoperaties. tijdens haar promotie ontwikkelde, draagt bij aan het verminderen van incidenten met het instrumentarium en de apparatuur en aan het verbeteren van de communicatie binnen het chirurgisch team tijdens laparoscopische operaties. Het promotieonderzoek van Buzink valt gedeeltelijk binnen het project Surgeon’s Cockpit, waarin de TU Delft een belangrijke rol speelt. Hierin werken onderzoekers met medische, ergonomische, psychologische en technologische achtergronden samen met ontwerpers aan een nieuwe visie op operaties.
Het Maasstad Ziekenhuis groeit. Als vernieuwend ziekenhuis breiden wij steeds uit. Wij investeren in mensen en hightech medische apparatuur. Klantgerichtheid is een vanzelfsprekendheid en per 1 maart 2011 bieden we optimale zorg in ons gloednieuwe ziekenhuis bij NS station Rotterdam Lombardijen.
Wegens interne personeelswisseling zijn we op zoek naar een
Jij − bent een ervaren en gediplomeerde operatieassistent − draagt zorg voor de volledige opleiding van de operatieassistenten − ontwikkelt het opleidingsbeleid en draagt zorg voor de deskundigheidsbevordering − hebt een diploma praktijkopleider of bent bereid dit diploma te behalen − blijft ook werkzaam als operatieassistent − beschikt over uitstekende contactuele en communicatieve eigenschappen
Wij − zijn een breed georiënteerd team en werken met de nieuwste apparatuur en innovatieve technieken − bieden een collegiale werkomgeving in een dynamisch werkveld waar men gewend is hard te werken − stellen professionaliteit en klantgerichtheid centraal in al ons handelen − kunnen je een dienstverband bieden van 18 uur gemiddeld per week Arbeidsvoorwaarden conform de CAO Ziekenhuizen.
Meer weten? Bel met Cees Merks of Hedi Passchier, teamleiders chirurgie telefoon 010 – 291 2733 en 010 – 291 2447. Jouw sollicitatie ontvangen we graag via www.maasstadziekenhuis.nl/Overige_vacatures
Maasstad Ziekenhuis. Van ons allemaal.
8
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 8
10/4/10 5:05 PM
Groot tekort aan handchirurgen
De kwaliteit van de behandeling van hand- en polsletsel op de Spoedeisende Hulp laat ernstig te wensen over. Dat stellen de Nederlandse Vereniging voor Handchirurgie en de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie. Aanleiding is een analyse van de letselschades aan de hand en pols van schadeverzekeraar MediRisk. Daar werden in vijftien jaar 743 claims geregistreerd, meestal naar aanleiding van een gemiste diagnose of onzorgvuldige behandeling: 65 procent van de claims die waren ingediend als gevolg van handen polsletsel betreft behandelingen op de SEH. De top drie van ingediende claims betreft klachten over de behandeling van polsbreuken (22 procent),
snijwonden aan hand en pols (19 procent) en gebroken vingers (14 procent). De meeste klachten gaan over onzorgvuldige behandeling (35 procent) en een gemiste diagnose (34 procent). In veel ziekenhuizen staan onervaren artsen op de SEH. Het is dan ook niet verwonderlijk dat 60 procent van de patiënten die een claim indienden door een arts in opleiding op de SEH werd gezien. Van de gemiste zenuw- of peesdoorsnijdingen werd 75 procent beoordeeld door een arts in opleiding. Momenteel zijn er in Nederland slechts 40 handchirurgen. De meesten hebben als basisspecialisme de plastische chirurgie. Er is een tekort aan medisch specialisten die zich na hun opleiding verder specialiseren tot handchirurg. Vanuit de plastische chirurgie is er een opleiding opgezet waar plastisch chirurgen, orthopedisch chirurgen en algemeen chirurgen zich na hun opleiding verder kunnen specialiseren in de handchirurgie. De schatting is dat er circa 130 handchirurgen nodig zijn om adequate zorg te kunnen leveren.
Covermodellen gezocht! Lijkt het je leuk om geïnterviewd te worden voor je vakblad? Heb je er altijd al van gedroomd om door een van onze fotografen vereeuwigd te worden? Dit is je kans! Voor het nieuwe jaar zijn we weer op zoek naar
operatieassistenten (m/v) die wat bijzonders te vertellen hebben. Uiteraard kun je ook collega’s aanmelden of samen geportretteerd worden. Mail ons:
[email protected].
5 E JAARGANG,
GAN
1, Febru G, NR.
Nieuw: Opleiding hbov-technische stroom
ari 2010
teit Kwali ren op Schitte
5E JAARG
2, Maart ANG, NR.
2010
ngres LVO-co og Hoe ho lat? Ligt de
rk je we In beeld erd Hond le scrota peno ngen afwijki nhuis zieke Kinder OK’s Nieuwe d sta in Kaap hrift Proefsc pendicitis ap Acute in beeld
In opleiding: Vier aankomende OA’s over studie en werk
es eidsrond Veiligh St In UMC Radboud
Competentiegericht onderwijs Erasmus Mc herziet leerplan
ren Botfractu lijf Laat het en do het zelf
llega:
Co Vries Jitse de der erker uitvin edew esiem tent en Anesth eratieassis op is ook
Laparoscopie: Bijblijven is noodzakelijk
Venster van Canon kunde de genees
12. '+&+ 0)5 52'% +#.
Nigeria Hulp voor Nomapatiëntj es Haïti AMC improviseert na aardbeving
5 E JAARGANG, NR. 4, Juni 2010
Obesitas Risico’s voor de anesthesie
Afghanistan Uitgezonden door Defensie
Donoroperatie Zelfstandig Uitnameteam
Nieuw-Zeelan d Maori-cultuur ook op de OK
Discussie Waar opereren we kinderen?
Saskia Gooren
:
met gevoel Opleidingscoördinator Martin Veldhoen: ‘Meer tijd en geld nodig Ruptuur Zeldzaam voor goede opleidingen’ aneurysma
Collega:
ging terug naar het verleden in Keniase OK
Intelligent
Collega
2010
Ghana OLVG wisselt expertise uit
Collega:Instrumenten Baars: Brenda werker met z’n siemede werk je Anesthe en’ kliniek ‘In deze allen sam
NR. 5, SEPTEMBER
Duitsland Gezamenlijke OK-opleiding?
5 E JAARGANG, NR. 3, Mei 2010
5E JAAR
Collega: Hein Pannekoek ziet patiënten bij de preoperatieve screening én op de recovery
Invoering VMS vordert snel Ziekenhuizen maken vaart met het verbeteren van de veiligheid en het invoeren van het veiligheidsmanagementsysteem (VMS). Ze zijn echter nog onvoldoende gericht op een systematische beheersing van risico’s. De Inspectie voor de Gezondheidszorg verwacht dat de ziekenhuizen de vereiste certificering of accreditatie voor hun VMS in 2012 zullen halen. Dat blijkt uit een onderzoek van de IGZ naar de voortgang van de implementatie van het VMS. Alle onderzochte ziekenhuizen hadden de implementatie hoog op de agenda staan. Zij hebben tot nu toe onderdelen van het VMS gekozen die gemakkelijk zijn in te voeren en voornamelijk bestaan uit ‘instrumenten’. Het veilig melden, meestal ondersteund door een faciliteit op het intranet, is uitgebreider ingevoerd dan volgens de verplichting nodig was. Dat geldt ook voor de aanpak van hoogrisicothema’s. De moeilijker onderdelen van het VMS lopen echter achter. Dat geldt bijvoorbeeld voor prospectieve risicoanalyses en het omzetten van gevonden tekortkomingen in verbeteringen. De IGZ ziet geen noodzaak om nu speciale maatregelen te vragen van de ziekenhuizen. Toch adviseert de inspectie alle ziekenhuizen om zich te spiegelen aan de bevindingen van het onderzoek om hiermee hun aanpak zo nodig aan te passen. In 2011 doet de inspectie weer onderzoek naar de voortgang bij de invoering van het VMS.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 9
9
10/4/10 5:05 PM
11 + 12 november: Traumadagen 2010 Nogmaals een gezamenlijk traumacongres! Na de succesvolle traumadagen van vorig jaar zal ook dit jaar een gezamenlijke dag georganiseerd worden voor LVO-leden tijdens de jaarlijkse Traumadagen. Deze worden georganiseerd door de Nederlandse Vereniging voor Traumatologie (NVT) en de Nederlandse Vereniging voor Orthopedische Traumatologie (NVOT). Op 11 en 12 november komen traumachirurgen, orthopedisch chirurgen en operatieassistenten bijeen om nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de traumatologie te presenteren. Daarnaast wordt gediscussieerd over optimale behandeling van een breed scala van traumagerelateerde aandoeningen. Het sociale aspect van deze dagen is ook belangrijk; in het informele circuit worden veel ervaringen uitgewisseld. Wij hopen op een grote opkomst van LVO-leden, want voor het derde opeenvolgende jaar wordt een interessant parallelprogramma voor operatieassistenten georganiseerd in samenwerking met de LVO. Gekozen is voor dezelfde locatie als vorig jaar: het bekende congrescentrum RAI in Amsterdam, centraal gelegen en makkelijk bereikbaar. Het spreekt voor zich dat voor donderdagavond een spetterende locatie wordt uitgezocht om te dineren en daarna te dansen. Op donderdagochtend 11 november wordt het congres traditioneel geopend met minibattles, waarbij twee sprekers een stelling moeten verdedigen. De gemoederen kunnen hierbij hoog oplopen, zeker omdat de zaal steeds mag stemmen wie zijn of haar stelling het best verdedigd heeft! Hierna beginnen de twee parallelle programma’s: een voor chirurgen en een voor operatieassistenten. De chirurgen zullen ook een actieve inbreng in het programma van de operatieassistenten hebben. Tijdens het parallelprogramma voor operatieassistenten op donderdag zal het gaan over luchtbeheersing op de operatiekamer tijdens traumatologische operaties en het spoelen van wonden. Eén sessie zal gaan over de aflopende missie in Afghanistan. De middagsessie zal voor een groot gedeelte bestaan uit een paneldiscussie over de optimale behandeling van een traumapatiënt: wanneer moet worden geopereerd, wat moet er dan gebeuren, wat kan er misgaan en vooral: hoe gaan deze zaken in uw bedrijf? Uiteraard is een actieve inbreng vanuit de zaal bij deze sessie onontbeerlijk. Als LVO-lid krijgt u een aantrekkelijke korting op het diner op donderdagavond! Schrijf je nu in op www.trauma.nl! E.J.M.M. Verleisdonk, chirurg Diakonessenhuis Utrecht
10
Denk mee over naaldentelling We begrijpen allemaal dat naaldentelling de patiëntveiligheid vergroot. Maar ja, hoe pak je dat aan in de praktijk? We merken aan reacties van onze leden dat er veel knelpunten zijn. Daarmee willen we natuurlijk iets doen. We hebben de hulp ingeroepen van een medisch ontwikkelaar om te kijken of er iets ontwikkeld kan worden om het naalden tellen te vereenvoudigen. Voormalig operatieassistent en medisch productontwikkelaar Paola ter Braak wil graag de uitdaging aangaan om samen met de beroepsgroep operatieassistenten tot een goed product te komen voor naaldentelling. Geen extra gedoe, maar een product dat prettig werkt en zo min mogelijk extra handelingen vergt. De focus moet namelijk bij de operatie blijven. We willen jullie als operatieassistenten graag uitnodigen om mee te denken in een brainstormwerkgroep over naaldentelling. Veel zal via de mail worden gecommuniceerd. Als er behoefte aan is zal een bijeenkomst worden gehouden. Losse ideeën zijn uiteraard ook welkom per e-mail. Reageren kan via
[email protected] met als onderwerp: ‘naaldentelling’. Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen en voorzitter richtlijn ‘Onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal’ Paola ter Braak, medisch productontwikkelaar
LVO-informatie Charmaine Betzema, voorzitter en bestuurslid PR&V,
[email protected] Hennie Mulder, penningmeester en bestuurslid Media Tel.: 040-253 89 21,
[email protected] Jeanine Stuart, secretaris
[email protected] Nicole Dreessen, bestuurslid Beroepsbelangen
[email protected] Monique de Kort, bestuurslid Congres,
[email protected] Jacques Henkelman, bestuurslid Onderwijs
[email protected]
LVO TELEFOONNUMMER: 024-645 47 71 van maandag t/m zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur Adres: LVO, Postbus 552, 9700 AN Groningen Lid worden van de LVO? Surf naar www.lvo.nl of bel met 024-645 47 71. Opzegging van lidmaatschap dient voor 1 oktober schriftelijk te gebeuren – het lidmaatschap wordt dan per 1 januari van het jaar daarop beëindigd. E-mailadressen
[email protected] [email protected] [email protected] Internet: www.lvo.nl Lidmaatschap opzeggen: Secretariaat LVO Postbus 552, 9700 AN Groningen
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 10
10/4/10 5:10 PM
Nicole Dreessen: ‘De werkdruk zal steeds stijgen’ Tekst: Astrid van Pelt
Het nieuwe bestuurslid Beroepsbelangen is Nicole Dreessen (43). Als voormalig commissielid was ze de projectleider van de richtlijn ‘Onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal’. In april is ze gekozen als bestuurslid. Samenwerking met andere beroepsverenigingen, veiligheid en kwaliteit zijn haar speerpunten. ‘Sinds april dit jaar ben ik bestuurslid Beroepsbelangen. Normaliter kunnen nieuwe bestuursleden het eerste halfjaar een beetje rondkijken en langzaam wennen aan hun nieuwe taken. Ik heb die inwerktermijn niet gehad, omdat het voormalige bestuurslid Beroepsbelangen al niet meer in functie was. Daardoor werd ik meteen verantwoordelijk voor veel taken. Desondanks loopt het redelijk op rolletjes; ik ben niet voor grote problemen komen te staan. Misschien is dat wel te danken aan mijn jarenlange ervaring als commissielid. In die functie heb ik de LVO goed leren kennen en daarnaast ben ik ook gewend geraakt aan de werkdruk die een functie bij de LVO met zich meebrengt. Mijn takenpakket is divers: ik houd me bezig met cao-kwesties en de individuele belangen van de leden, en ik voer veel overleg met schadeverzekeraar MediRisk en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dagelijks ben ik zeker wel een uur met LVO-gerelateerde zaken bezig. De LVO vergadert in Utrecht. Omdat ik in België woon, is dat voor mij altijd een hele reis. Verder probeer ik zo veel mogelijk via de mail en telefoon te overleggen. Drie dagen per week werk ik als operatieassistent in het Orbis Medisch Centrum in Sittard. Ik ben daar 25 jaar geleden als operatieassistent begonnen. Na verloop van tijd werd ik afdelingsassistent en daarna leidinggevende. Toen ik kinderen kreeg, ben ik gestopt als leidinggevende en heb ik de functie van operatieassistent weer opgepakt. Ik ben mijn enthousiasme voor extra taken echter nooit kwijtgeraakt. Binnen het ziekenhuis ben ik altijd betrokken geweest bij het ontwikkelen van protocollen en veiligheidsvoorschriften. Toen mijn kinde-
ren ouder werden en naar school gingen, greep ik de kans om actief te worden in de LVO als commissielid. De LVO heeft zich als vereniging in de loop der jaren steeds meer op de kaart weten te zetten. Ik ben er trots op dat externe partijen ons zien als een volwaardige partner. Toch is er nog veel werk aan de winkel. De werkdruk in ons beroep zal steeds stijgen, en we moeten ervoor waken dat we niet overruled worden. Ik denk dat het geen goed idee is als iemand van 67 straks spoedklussen moet doen. De LVO is de aangewezen partij om dit soort zaken aan te kaarten. Als wij ons niet hard maken voor een verlaging van de werkdruk, wie doet het dan wel? Ik denk dat we als LVO veel kunnen bereiken door bij tijd en wijle samen te werken met andere organisaties, bijvoorbeeld de NVAM. Zo staan we sterker en kunnen we vechten voor dezelfde issues. De erkenning als volwaardig beroep bijvoorbeeld. Ik vind het onbegrijpelijk dat vandaag de dag iedereen zich kan afficheren als operatieassistent.’
Tellen met IGDH Eind 2010 start voor de tweede maal de cursus Tellen van IGDH. Deelnemers van de eerste cursus zijn inmiddels enthousiast aan de slag met het verbeteren van telprocedures en verbetering van de instrumentenlogistiek. De cursus ondersteunt ziekenhuizen om aan de vangnetcriteria van MediRisk en de LVO richtlijn compleetheidscontroles te kunnen voldoen. Inschrijven kan nog tot 1 november. Voor meer informatie:
[email protected].
Deelnemers aan de cursus Tellen. OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 11
11
10/4/10 5:10 PM
12
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 12
10/4/10 5:10 PM
Silvia van Wijk en Wim Backhaus: reislustig OK-stel Silvia van Wijk (42) werkt als operatieassistent in Ziekenhuis Amstelland in Amstelveen. Haar partner Wim Backhaus (51) heeft een baan als anesthesiemedewerker in het Nederlands Kanker Instituut Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis in Amsterdam. Silvia en Wim delen vier passies: elkaar, hun zoon Steef (4), werken op de OK en reizen.
Laten we maar eens beginnen met de vraag hoe jullie een stel zijn geworden. Wim: ‘Een ziekenhuis is een goede ontmoetingsplaats, heb ik gemerkt. Mijn eerste vrouw leerde ik ook kennen in het ziekenhuis. Ik ben een recidivist.’ Silvia: ‘Ik leerde Wim kennen tijdens het laatste jaar van mijn opleiding tot operatieassistent. Ik werkte in ziekenhuis Gooi Noord, nu Tergooiziekenhuizen, in Blaricum. Hij werkte er als anesthesiemedewerker. Gooi Noord had een kleine OK-afdeling; we werkten regelmatig samen. Ik geloof dat Wim eerst verliefd op mij werd. Ik vond hem in eerste instantie gewoon wel leuk. We bleken een enorme klik te hebben. Zo is het een beetje gegroeid.’ Jullie hebben als stel nog een aantal jaren samengewerkt. Is dat niet lastig? Wim: ‘Een van de redenen dat het zo goed tussen ons klikte, was dat we dezelfde visie hebben op het werken in de OK: de patiënt komt op de eerste plaats. Samenwerken ging dus heel goed. Het kwam natuurlijk wel eens voor dat we samen aan het werk moesten terwijl we net bonje hadden gehad. Maar we zijn professioneel genoeg om dat in de OK van ons af te zetten.’
Hebben jullie het thuis niet voortdurend over jullie werk? Silvia: ‘Nee hoor, dat valt wel mee. Het is fijn dat de ander aan een half woord genoeg heeft als je wat kwijt wilt over je werk. En we kunnen het gewoon hebben over onderwerpen waarvan een partner met heel ander werk misschien zou gruwen.’ Inmiddels werken jullie in verschillende ziekenhuizen. Is dat ook leuk? Wim: ‘Ik vind het geweldig om in het Antoni van Leeuwenhoek te werken. Hoewel onze patiënten allemaal ernstig ziek zijn, is de werksfeer erg prettig en relaxed. Het is een stimulerende werkomgeving waarin we elkaar regelmatig complimenten geven. En dat schept weer ruimte voor puntjes van kritiek.’ Silvia: ‘Het Ziekenhuis Amstelland is een kleiner ziekenhuis, waardoor we met een klein, hecht team werken. Je weet precies wat je aan elkaar hebt. Dat geldt ook voor de specialisten. En Wim en ik hebben gelukkig allebei collega’s en leidinggevenden die onze passie voor reizen begrijpen. Daardoor kunnen we allebei onze overuren en vrije en compensatiedagen opsparen, waardoor we de afgelopen jaren wel zeven tot twaalf weken per jaar op reis konden gaan.’
Tekst: Marieke Los
| Foto’s (incl. cover): Jos Heijnen
Vertel eens over die reispassie. Wim: ‘Toen ik Silvia leerde kennen, had zij al een aantal verre reizen gemaakt. Zij heeft mij met het reisvirus aangestoken. We willen lang achter elkaar op reis, omdat we dan een land echt kunnen leren kennen, de atmosfeer in ons kunnen opnemen. We willen niet, zoals Japanners, in één week heel Europa doen.’ Silvia: ‘We zoeken altijd contact met de lokale bevolking, want we willen ervaren hoe het leven elders is. En we bezoeken altijd een ziekenhuis. We vinden het erg interessant om te zien hoe onze collega’s in het buitenland werken.’ Waar gaat de reis dit jaar naartoe? Wim: ‘In december vertrekken we voor acht weken naar Nieuw-Zeeland. We maken eerst een tussenstop in Zuid-Korea.’ Silvia: ‘Dit is de laatste keer dat we zonder gedoe zo lang weg kunnen gaan. Onze zoon Steef wordt volgend jaar vijf en is dan leerplichtig. We hebben ervaren hoe leerzaam zo’n reis voor een kind is, maar de kans is groot dat we het vanaf volgend jaar anders moeten aanpakken.’ OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 13
13
10/4/10 5:10 PM
MediRisk heeft de eerste balans opgemaakt van het OK-project ‘Op elke plek een check!’. Onder dit motto hebben de medisch aansprakelijkheidsverzekeraar en de erbij aangesloten ziekenhuizen concrete maatregelen getroffen om de operatieafdelingen veiliger te maken. TEKST: MARE BERGSMA, MEDIRISK
| CARTOON: LOET MOLL
MediRisk:
Vangnetten verkleinen operatierisico’s Casus: verkeerde knie Bij een artroscopie wordt de verkeerde knie afgedekt, bloedleeg gemaakt en geopereerd. Toch was de te operen knie juist gemarkeerd en geldt op de OK een protocol ter voorkoming van links-rechtsverwisselingen. Daarin zijn markering, meerdere verificaties en een time-out opgenomen. Volgens de betrokken orthopedisch chirurg van het ziekenhuis was de te opereren linkerknie voorafgaand aan de artroscopie – zoals gebruikelijk – gemarkeerd met een pijl: ‘De patiënte kreeg een spinale anesthesie toegediend. Op het moment dat ze de operatiekamer werd binnengereden, waren een operatieassistent en ikzelf aanwezig. Ik had op dat moment een telefoongesprek in verband met een urgente patiënt die op het einde van het operatieprogramma nog toegevoegd zou moeten worden. In de tussentijd heeft de operatieassistent de bloedleegteband om de rechterknie aangebracht. Daarna is het linkerbeen met een laken vastgemaakt, zodat het niet van de tafel kon vallen. De aangebrachte markering op het linkerbeen was hierdoor niet meer zichtbaar. De operatieassistent vroeg hulp aan de chirurg om het onderbeen bloedleeg te maken en dit is ook gebeurd. Er was geen time-out. Tijdens de operatie zijn wat kleine scheurtjes in het kraakbeen gevonden. Pas bij het aanbrengen van het verband is geconstateerd dat de verkeerde knie was geopereerd.’ De patiënte is hierover ingelicht. Haar is voorgesteld alsnog de linkerknie te opereren, wat ook is gebeurd. Het incident is onmiddellijk besproken met het operatieteam en binnen het stafbestuur. Daarop is het bestaande protocol aangescherpt: de instrumenterende overhandigt het mes pas aan de operateur als álle verantwoordelijke leden van het operatieteam simultaan de time-outprocedure volgens afspraak hebben uitgevoerd.
Preventie Deze casus leverde voor het betrokken ziekenhuis een case report van MediRisk op. Een preventiemedewerker van de verzekeraar onderzocht samen met de OK-manager hoe de OK-vangnetten in de toekomst beter kunnen worden nageleefd. Door meer aandacht te besteden aan naleving, bijvoorbeeld via een steekproef of interne audit, kan een ziekenhuis nagaan of iedereen de procedures ook daadwerkelijk toepast. In dit geval werd juist gemarkeerd, maar ontbrak een gezamenlijk controlemoment. Ook had de operatieassistent voor het aanbrengen van de bloedleegteband zelf een controlemoment kunnen inlassen door de juiste zijde aan de hand van het dossier te checken. De operateur had aan de hand van het dossier nogmaals moeten verifiëren of de juiste zijde was afgedekt.
14
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 14
10/4/10 5:10 PM
Casus: automatische brandstand Bij een sterilisatieoperatie middels een kijkoperatie wordt de coagulatietang via de hulptrocart in de buikholte gebracht. Onmiddellijk gaat het diathermieapparaat branden, zonder dat het voetpedaal wordt ingetrapt. Het apparaat blijkt in de automatische brandstand te staan. De gynaecoloog kent het bestaan van deze optie niet. Na zorgvuldige inspectie wordt op het eerste gezicht geen darmletsel gevonden. De automatische brandstand wordt uitgezet. De ingreep wordt vervolgd en beide tubae worden gecoaguleerd door het intrappen van het voetpedaal. Het postoperatieve herstel verloopt echter gecompliceerd. Na vier dagen wordt bij een proeflaparotomie een perforatiegaatje gevonden met een coagulatieaspect. Dit wordt gehecht. Na de heroperatie ontwikkelt de patiënt een peritonitis en wordt opnieuw een laparotomie verricht. De buik wordt gespoeld en er worden geen andere perforaties gevonden. De patiënt knapt maar moeizaam op en intraveneuze voeding is nodig omdat de darmfunctie verstoord is. Na ruim twee weken ziekenhuisopname kan de patiënt het ziekenhuis verlaten. Na onderzoek door het ziekenhuis blijkt dat het diathermietoestel bij de sterilisatieoperatie in de verkeerde stand stond. Zowel de gynaecoloog als de operatieassistent hebben de instelling voorafgaand aan de ingreep niet gecontroleerd. Het was ook niet bij alle medewerkers bekend dat het toestel bij het inschakelen standaard in de automatische stand komt te staan. Indien de operatiemedewerker voor de ingreep de instellingen van het diathermietoestel wel had gecontroleerd, was deze automatische stand opgevallen en bijgesteld. MediRisk heeft daarom aansprakelijkheid erkend. Aan de patiënt is € 17.500,betaald voor de extra ziekenhuisopname, het ontsierende litteken en psychische klachten.
Preventie Als gevolg van deze calamiteit zijn alle diathermieapparaten anders ingesteld. Voortaan moet de verantwoordelijke medewerker drie aparte handelingen verrichten als de automatische stand nodig is. Op alle operatiekamers is een ‘checklist chirurgie preoperatieve controle apparatuur’ ingevoerd. Daarin is het diathermietoestel een vast onderdeel van de controle. Deze structurele controle van de apparatuur voorafgaand aan een ingreep, kan fouten in dagelijkse en soms routinematige handelingen voorkomen.
T
en de ziekenhuizen motiveren om de afspraken na te leven. Dit zal onder andere gebeuren door case reports, waarbij we de werking van de vangnetten onderzoeken als er een claim wordt ingediend. Daarnaast koppelen we in persoonlijk contact met de ziekenhuizen onze inzichten in de risico’s en schadecijfers terug, ook als het gaat over de operatieafdelingen. Vanuit onze bezoeken aan de ziekenhuizen hebben we inmiddels veel bruikbare praktijkvoorbeelden zien voorbijkomen. Diverse protocollen, werkwijzen en tips zijn verzameld in een digitale kennisbank op onze website.’ Ook kunnen ziekenhuizen een databank gebruiken met analyses van de schadeclaims die de afgelopen achttien jaar zijn ingediend. Deze databank helpt ziekenhuizen om claims te analyseren en meer inzicht te krijgen in risicogebieden. Ze kunnen zo gemakkelijker prioriteiten stellen en maatregelen nemen om de
kwaliteit en veiligheid te verbeteren. De OK-vangnetten zijn inmiddels opgenomen in verschillende richtlijnen, zoals de Kwaliteitsnorm Zorginstellingen van het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ). Daarnaast heeft MediRisk een bijdrage geleverd aan de richtlijn ter voorkoming van onbewust achtergebleven materialen van de Landelijke Vereniging van Operatieassistenten (LVO). Ook is het vangnet voor verwisselingen van MediRisk gebruikt voor de VMS praktijkgids. De voorlopige resultaten van het OKproject van MediRisk zijn samengevat in een handig naslagwerk en verspreid in de ziekenhuizen. Hierin staan ook tips om de vangnetten nog beter in te voeren en op de agenda te houden. ▼
ussen 2007 en 2010 zijn 63 ziekenhuizen aan de slag gegaan met de OK-vangnetten van schadeverzekeraar MediRisk. De vangnetten, sets beschermende maatregelen, beslaan vijf schadecategorieën: medicatie, positionering, verwisselingen, achtergebleven materialen en apparatuur en materiaal. Inmiddels zijn de vangnetten overal ingevoerd. Van de OK-medewerkers is 87 procent zich bewuster van de risico’s en van de noodzaak van risicoreductie op hun afdeling. Doordat claims vaak jaren na een incident worden gemeld, verwacht MediRisk in 2012 een reëel beeld te kunnen geven van de impact van het OK-project op de schadelast. De aangesloten ziekenhuizen zijn met MediRisk overeengekomen de OK-vangnetten verplicht te stellen. Bart Jongbloed, één van de riskmanagers betrokken bij het OK-project: ‘In de toekomst blijft MediRisk de vangnetten monitoren
Kijk voor meer informatie over het OK-project en de vangnetten op www.medirisk.nl. OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 15
15
10/4/10 5:10 PM
Zitten en steunen in de OK Het zou goed zijn als operatieassistenten vaker gingen zitten tijdens het werk of tijdens rustmomenten tussendoor. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan, blijkt uit onderzoek van TNO, dat in opdracht van de LVO werd uitgevoerd. TEKST: R. KÖNEMANN EN S.M. EIKHOUT, TNO ARBEID
D
e fysieke belasting van werknemers op de operatiekamer is hoog. In het Arboconvenant ziekenhuizen (2001) is vastgelegd dat medewerkers niet meer dan vier uur op een dag en niet langer dan één uur onafgebroken mogen staan. Deze normen worden door operatieassistenten twee van de drie werkdagen overschreden en genegeerd, toonde Paul Meijsen in 2004 aan.1 In 2005 werden enkele kansrijke ideeën geformuleerd om de fysieke belasting van de operatieassistent te verminderen.2 Een daarvan was het introduceren van mogelijkheden om te gaan zitten tijdens staand uitgevoerde operaties of tijdens korte pauzemomenten op de OK. De Arbeidsinspectie ondersteunt dit idee.3 De vraag is echter welke mogelijkheden er tijdens het werk en tussendoor zijn om te gaan zitten of ergens op te steunen zonder de operatie te verstoren. Tijdens welke taken, handelingen of rustmomenten kan de operatieassistent gaan zitten of tegen een stasteun steunen? En welke typen zitmeubilair zijn geschikt? TNO heeft dit onderzocht, in opdracht van de LVO. Daarvoor zijn werkbezoeken gebracht aan operatieassistenten in vier verschillende zieken16
| FOTO’S: HENNIE MULDER
huizen: het Sint Franciscus in Roosendaal, het AMC in Amsterdam, het Catherina in Eindhoven en het Sint Lucas Andreas in Amsterdam. Deze ziekenhuizen zijn gekozen omdat ze verschillen in logistiek, opleiding en werkwijze van de chirurg. De verschillen tussen de OKcomplexen blijken echter niet te leiden tot een wezenlijk verschil in zit- of steunmogelijkheden. Tijdens de werkbezoeken zijn op de OK observaties uitgevoerd en zijn interviews gehouden met circa vier operatieassistenten per locatie. De interviews duurden ongeveer vijftien minuten.
het type operatie nauwelijks hoe hij of zij het werk uitvoert. Een omloop hoeft niet lang achterelkaar te staan. Er zijn tijdens het werk mogelijkheden om te zitten en te lopen, vooral tijdens korte rustmomenten die ontstaan als er geen direct werk is. Deze momenten komen vaker voor bij lange dan bij korte operaties. Het meeste werk voert de omloop staand en lopend uit. Het gaat dan voornamelijk om het aan- en afvoeren van materiaal en instrumenten. Mogelijkheden om zittend te werken heeft de omloop bijvoorbeeld tijdens het bijvullen van karren of het klaarmaken van de instrumententafel.
Wanneer zitten of steunen?
Instrumenterende
Op welke momenten operatieassistenten kunnen gaan zitten, hangt af van hun functie: omloop, instrumenterende of assisterende. Wel hebben ze een beperkende factor gemeen: elke operatieassistent vindt het belangrijk om zicht te hebben op het operatievlak, zodat hij of zij kan anticiperen. Die verkleint de zitmogelijkheden enorm.
Het werk van de instrumenterende is zeer plaatsgebonden, met als gevolg vaak lange aaneengesloten staperioden. Bij de keuze tussen staan, zitten en steunen speelt een aantal factoren een rol: de specialist, het type operatie, de duur van de operatie, de ervaring van de operatieassistent, steriliteit, de operatietafel, de OK-indeling, de instrumenten en de cultuur.
Omloop
Specialist Als de specialist een operatie zittend uitvoert, kunnen de instrumenterenden
Het werk van de omloop is niet gebonden aan de operatietafel. Daarom beïnvloedt
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 16
10/4/10 5:10 PM
ook zitten. Bij buik- en borstoperaties staan de specialisten bijna continu. Operaties aan meer extreem gelegen delen van het lichaam (armen, handen, benen, voeten en hoofd) worden regelmatig zittend uitgevoerd. Ook de werkhoogte wordt aangepast aan de specialist. Specialisten ((tot nu toe) vaker mannen) zijn gemiddeld genomen langer dan operatieassistenten (van wie 80 à 90 procent vrouw is), met als gevolg dat deze veel op stapodiums werken. Dit beperkt de ruimte voor zit- of steunmeubilair.
Duur operatie Een korte operatie betekent veel actie. Tijdens langere operaties zijn er meer momenten waarop de operatieassistent geen werk te doen heeft. De operatieassistent kan dan een rustmoment nemen in de vorm van steunen of zitten, ook tijdens operaties waarbij de specialist staat. Deze rustmomenten vinden vanwege de steriliteit altijd plaats aan de operatietafel. Alleen als een operatie langer dan vier uur duurt, wordt, met het hele team, buiten de steriele zone gepauzeerd.
Type operatie Het lichaamsdeel dat wordt geopereerd, bepaalt het zicht van de operatieassistenten op het operatievlak en bepaalt de grootte van het werkvlak, van instrumenteertafel tot operatievlak. Vooral operaties diep in de buik en borst hebben een groot werkvlak, omdat instrumenten tot diep in de wond moeten worden aangegeven. Een groter werkvlak vraagt om meer reikwijdte. Bij staan is het reikbereik groter dan bij zitten.
Ervaring Hoe ervarener de operatieassistent, hoe meer zit- en steunmogelijkheden. Een ervaren operatieassistent heeft meer kennis over operaties en kan daardoor beter inschatten wanneer actief meekijken nodig is en wanneer een rustmoment mogelijk is, zeker bij hooggestandaardiseerde operaties. Van operatieassistenten in opleiding wordt verwacht dat ze zo veel mogelijk actief meekijken om te leren.
Steriliteit Hoe hoger de graad van steriliteit, hoe minder zitmogelijkheden. De zone tussen knie- en schouderhoogte behoort steriel te zijn en te blijven tijdens operaties. Het zit- of steunmeubilair van de instrumenterende moet steriel zijn, ook als iemand niet de hele operatie zit. Bij orthopedische operaties zijn de eisen aan steriliteit strenger dan gemiddeld. Zitten of steunen maakt de steriele zone kleiner. Onsteriele delen van iemand die zit, kunnen in de buurt komen van steriele delen van iemand die staat en van het operatievlak. Ook kunnen steriele delen van de zittende persoon in aanraking komen met onsteriele delen van bijvoorbeeld de tafel. Operatietafel De hoogte van de operatietafel hangt af van de omvang van de patiënt, de hoogte van de instrumenten, het bereik van de tafel en de voorkeur van de specialist. Zittend kunnen de benen niet altijd onder de operatietafel door de ingestelde hoogte of door de zuil onder de operatietafel. Het gevolg is werken op afstand van de tafel. Daarnaast is het hoogteverschil tussen de onderkant van de tafel en het operatievlak (dikte operatietafel en patiënt) vaak groot. Hierdoor is werken met de benen onder de operatietafel met de armen onder schouderhoogte moeilijk haalbaar. OK-indeling De grootte van de OK en de benodigde losse apparatuur bepalen of er plaats is voor zit- of steunmeubilair. De instrumententafel kan door ruimtegebrek ongunstig zijn opgesteld ten opzichte van het operatievlak, waardoor de operatieassistent niet altijd kan gaan zitten. De snoeren en stapodiums vormen ook een beperking voor de positionering en mobiliteit van het meubilair. Instrumenten Als bij een operatie veel instrumenten nodig zijn, zijn er ook meer instrumentenOK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 17
17
10/4/10 5:10 PM
assistenten in opleiding. Specialisten willen graag op één hoogte communiceren. OK-medewerkers zijn zich niet volledig bewust van de belasting die staan met zich meebrengt. Operatieassistenten zonder klachten zijn daarom weinig alert op de mogelijkheden in de huidige werkomgeving om te zitten of steunen. Het is een gewoonte die voor velen vanuit de opleiding is vastgeroest. Het ontbreken van een zitcultuur maakt dat medewerkers (specialisten en operatieassistenten) op de OK minder openstaan voor zit- en steunmogelijkheden. De praktijk In de praktijk benut de instrumenterende de mogelijkheden om te zitten, tijdens het werk en tijdens rustmomenten, voornamelijk wanneer de specialist heeft gekozen voor een zittende operatie. Bij staande operaties staan instrumenterenden meestal, zonder zit- of stasteun voor korte rustmomenten. Ze kiezen er liever voor om op het operatievlak te kijken en te volgen wat er gebeurt. Aanbevelingen Anticiperen vraagt bij buik- en borstoperaties om een staande houding. Bij dergelijke operaties zou ook een opstelling kunnen worden gecreëerd die gebruikelijk is bij scopische ingrepen. Daar wordt het operatievlak weergegeven op een scherm. Een van de schermen zou zo kunnen worden opgesteld, dat de opetafels nodig. Dit vergroot het werkvlak van ratieassistenten de operatie zittend (met de operatieassistent, wat de zitmogelijkhe- een neutrale nekhouding) kunnen volden verkleint. De werkhoogte van instrugen. Voor buik- en borstoperaties kan mententafels is door de vaak vaste hoogte gedacht worden aan een losse camera of moeilijk aan te passen, wat de mogelijkhe- een camera in de operatielamp. den om te zitten verder verkleint. Het is mogelijk om zittend op een hoge kruk een staande specialist te instrumenCultuur teren, al zal de operatieassistent altijd de Op de meeste OK’s heerst geen zitcultuur. mogelijkheid moeten hebben om te gaan Operatieassistenten kunnen meestal zelf staan en zo het reikbereik te vergroten. bepalen of ze gaan zitten. Zitten wordt Om de totale stabelasting te beperken is wel als lui, ongeïnteresseerd en traag het van groot belang dat de instrumenreagerend ervaren, zeker bij operatieterende en de omloop genoeg rouleren 18
over de dag, omdat de omloop meer mogelijkheden heeft om de benen te ontlasten door te zitten of te lopen.
Assisterende De assisterende operatieassistent – een functie die meestal wordt ingevuld door coassistenten of specialisten in opleiding – werkt in hetzelfde vlak als de specialist. De werkhouding wordt daardoor, nog meer dan bij de instrumenterende operatieassistenten, bepaald door de werkhouding van de specialist. Korte rustmomenten kunnen ingevuld worden met zitten.
Type zitmeubilair Tijdens observaties bleek de zwarte ronde kruk veruit het meest te worden gebruikt als zitmeubilair voor de operatieassistenten. In sommige gevallen gebruikte de omloop een bureaustoel. Er waren meestal wel andere types zit- of steunmeubilair aanwezig op de OK’s, maar deze werden zelden gebruikt. Een aantal operatieassistenten met klachten gebruikte wel afwijkende types zit- of steunmeubilair.
Omloop Tijdens de rustmomenten zou een bureaustoel voor de omloop zeer geschikt zijn. Bij korte rustmomenten voldoet ook een kruk. Werkzaamheden als bijvoorbeeld het bijvullen van karren of tafels kunnen het best plaatsvinden op zitmeubilair dat is aan te passen aan de werkhoogte van de kar of tafel. Dit kan een kruk of een bureaustoel zijn, mits de hoogte goed kan worden ingesteld. Bij een hoge instelling is een kruk met voetensteun het meest geschikt.
Instrumenterende en assisterende Voor operaties die zittend worden uitgevoerd, vinden de instrumenterende en assisterende operatieassistenten die meededen aan het onderzoek een mobiele kruk het beste zitmeubilair. Die voldoet voor het uitvoeren van het werk en de rustmomenten.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 18
10/4/10 5:10 PM
momenten aan de operatietafel zullen met hetzelfde meubilair moeten worden ingevuld.
Conclusie Deze verkenning maakt duidelijk dat er wel degelijk zit- en steunmogelijkheden zijn voor operatieassistenten tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden, ook al wordt er weinig zittend gewerkt. Veel hangt echter af van het type operatie, de inrichting, de cultuur op de OK, de ervaring van de operatieassistent, eigen initiatief en de beschikbaarheid van goede voorzieningen. TNO adviseert de zit- en steunmogelijkheden nader te onderzoeken. Gedacht kan worden aan experimenten waarin het ervaren van de ondersteunende/zittende werkhouding centraal staat, voor zowel specialist als operatieassistent. Meer aan-
dacht voor de noodzaak van zitten en steunen in de opleiding en bij de huidige specialisten en operatieassistenten zou de acceptatie van andere werkhoudingen kunnen vergroten. Daarnaast zijn er op diverse terreinen nieuwe producten nodig: van goed zit- en steunmeubilair tot gebruiksvriendelijke, steriele afdekmaterialen. Ook kan gedacht worden aan een internationale vergelijking. ▼
Het zit- of steunmeubilair waarmee de operatieassistenten ervaring hebben, voldoet niet aan hun eisen voor zittend of steunend instrumenteren tijdens staande operaties. Met beter zit- of steunmeubilair zien de meesten wel mogelijkheden om tijdens staande operaties deels zittend of steunend te instrumenteren en om rustmomenten zittend of steunend in te vullen. Zit- en steunmeubilair voor staande operaties moet volgens de operatieassistenten aan de volgende eisen voldoen: – de werkhoogte moet overeenkomen met het operatievlak en die van de specialist; – op de zitting moet gedraaid kunnen worden en vanuit de zit- of steunpositie moet snel gewisseld kunnen worden naar een staande positie of naar de juiste hoogte om het werkbereik te vergroten; – de instrumenterende operatieassistent moet zelf steriel de hoogte en positie kunnen instellen, eventueel kan de omloop helpen bij het positioneren van het meubilair; – het zitoppervlak moet stroef zijn; – het meubilair mag niet kunnen wiebelen en niet kunnen wegrijden; – het meubilair moet goed steriel zijn af te dekken en schoon te maken.
Literatuur 1. Meijsen P. De fysieke belasting van operatieassistenten (dissertatie). Eindhoven: Fontys Ho gescholen, 2004. 2. Leegwater A. & M. Miedema. Workshop ‘Slim werken in de OK’. TNO KvL-Arbeid, 11oktober 2005. 3. Pols J van der. Projectverslag inspectieproject academische en algemene ziekenhuizen. Den Haag: Arbeidsinspectie, 2007.
De ideale kruk TNO inventariseerde tijdens het onderzoek naar zit- en steunmogelijkheden op de OK de wensen van operatieassistenten. Wat blijkt? Een goede kruk: • heeft een onderstel dat niet wijder is dan het zitvlak, • kan niet wegrollen of afglijden, • kan draaien, • heeft wielen, en die niet mogen vollopen met rotzooi (draad etc.), • heeft een rem met voetbediening,
Als zit- of steunmeubilair steriel moet worden afgedekt, gebeurt dit vaak met tafellakens. Er zijn immers geen steriele zakken die speciaal voor zit- of steunmeubilair zijn gemaakt. Dit beperkt de mogelijkheden tot zitten of steunen in de OK. Rug- en armleuningen zouden de operatieassistent tijdens rustmomenten beter ondersteunen dan een kruk, maar dergelijk meubilair is bijna niet af te dekken met de huidige steriele lakens. Een zit-stakruk lijkt het best te passen bij de eisen die operatieassistenten stellen aan ondersteuning tijdens staand uitgevoerde operaties. De rust-
• is in hoogte verstelbaar met voetbediening, • heeft een zitting die goed hoog en laag kan (groot instelbereik), • is goed vast te zetten, • heeft een rem die je zelf kunt instellen, • gaat vanzelf op de rem als je gaat zitten, • is van tevoren goed in te stellen en niet per ongeluk te veranderen, • heeft voetbediening die geen ballast kan worden, • is handzaam, niet te zwaar, • is goed schoon te maken, • kan geremd rijden, • heeft een steriele hoes die speciaal voor de kruk bedoeld is, • heeft een stroeve zitting, ook met de hoes erover, • heeft een lendensteun, • heeft een voetensteun die eraan vastzit, handig bij hoger werken, • heeft een niet te groot zitvlak, want dat neemt bij draaien te veel ruimte in.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 19
19
10/4/10 5:10 PM
8PSEU IFUKBBSWBOFFO OJFVXFCBBO 4UPQNFUTPMMJDJUFSFOXJKEPFOIFUXFMWPPSKF
20
-FVOBDIUFSPWFSUFSXJKMXJK KPVXOJFVXFWBTUFCBBOJO CJOOFOPGCVJUFOMBOESFHFMFO 7PPSKPVJTIFULPTUFMPPT &OBBOIFUFJOELSJKHKFPPLOPH EFPWFSTUBQQSFNJFWBO% )PFXFEBUEPFO LJKLPQXXXJOUFSDIBOHFOM PGCFM
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 20
10/4/10 5:10 PM
TRAUMADAGEN
10
DO 11 & VR 12 NOVEMBER programma / inschrijven:
www.trauma.nl
DE RAI
AMSTERDAM
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 21
21
10/4/10 5:10 PM
Een oeroude vorm van wondbehandeling is terug van weggeweest: madentherapie. Chirurg in opleiding Gwendolyn Cazander onderzocht voor haar promotieonderzoek waarom maden soms effectiever zijn dan antibiotica. TEKST: DR. G. CAZANDER, CHIRURG IN OPLEIDING, BRONOVO, DEN HAAG
| FOTO’S: ISTOCKPHOTO
Wondbehandeling met maden
M
adentherapie is een van de oudst bekende wondbehandelmethoden. Mayastammen in Midden-Amerika en Aboriginals in Australië ontdekten lang geleden al dat larven van de groene vleesvlieg (Lucilia sericata) wonden kunnen genezen. En in de Eerste en Tweede Wereldoorlog beschre-
22
ven chirurgen dat door maden gekoloniseerde wonden van soldaten er zeer schoon en goed doorbloed uitzagen. In de jaren dertig van de vorige eeuw werden maden in vele ziekenhuizen in Amerika als therapie gebruikt om osteomyelitis te behandelen. De larven boekten succes, maar niemand wist nog hoe ze dat deden.
Door de ontdekking van de penicilline en de officiële introductie ervan in 1944 raakten de maden in de vergetelheid. Bacteriële infecties konden lange tijd succesvol door antibiotica worden bestreden. Totdat in de jaren tachtig en negentig een onverwacht probleem bij de behandeling van (wond)infecties de
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 22
10/4/10 5:10 PM
kop opstak: bacteriën werden resistent tegen de antibiotica. Hierdoor kwam madentherapie terug in de kliniek, als alternatieve behandelwijze voor geïnfecteerde wonden. Grote studies naar de effecten van madentherapie waren er niet, maar vele individuele casussen beschreven dat behandeling met de larven tot uitstekende resultaten leidde. Op basis van de diverse casussen en de bestaande (doch beknopte hoeveelheid) literatuur werd madentherapie in 2004 als officiële wondbehandelmethode geregistreerd door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). Deze erkenning was heel belangrijk: de larven waren niet langer een alternatieve therapie, maar een officiële geneeskundige behandeling. Het is wellicht een onsmakelijke gedachte, die maden. Toch lijkt de drempel van artsen en verpleegkundigen meestal hoger dan die van de patiënt. Na tijden van getob en onbehandelbare wonden met soms uitzicht op een amputatie, is een patiënt doorgaans opgelucht dat er nog een kans is op genezing.
Indicaties Madentherapie kan worden ingezet bij zowel acute als chronische wondinfecties en heeft een succespercentage van ongeveer 80 procent. De FDA beschrijft de indicatie voor de larven als volgt: ‘Voor het schoonmaken van niet genezende huid- en wekedelenwonden met aanwezigheid van dood weefsel, bijvoorbeeld doorligplekken, wonden bij slechte bloedtoevoer (al dan niet door suikerziekte) en traumatische of postoperatieve wonden.’ Specifiekere indicaties zijn diabetische ulcera, veneuze of arteriële ulcera, osteomyelitis, brandwonden of preventie van (verdere) amputaties bij bijvoorbeeld vaatgecompromitteerde patiënten. Contraindicaties zijn wonden in de buikholte of dicht bij grote vaten. De therapie kent geen ernstige bijwerkingen, maar de maden kunnen soms een kriebelend of licht pijnlijk gevoel geven.
Behandeling Tegenwoordig worden de maden verpakt in speciale zakjes met permeabele membranen, die op de wond worden gelegd. De larven lopen dus niet vrij over het oppervlak. Door de zakjes migreren de madenuitwerpselen naar de wond, waar ze de genezing bevorderen. Twee- tot driemaal daags hebben ze enkele milliliters NaCl 0,9% nodig om te overleven. Te veel is niet goed omdat ze dan verdrinken. Poliklinisch is de therapie prima te vervolgen. Tweemaal per week kan een afspraak worden gemaakt om de volgroeide maden door nieuwe te vervangen. Verder is paracetamol bij pijn meestal voldoende.
Het geheim Een van de belangrijkste veronderstellingen over madentherapie is dat maden antibacteriële eigenschappen zouden bezitten. ‘Die maden eten toch de bacteriën op?’, vraagt men vaak. Maar nee, maden eten geen bacteriën. Over de hele wereld zijn experimenten naar de antibacteriële activiteit van vliegenlarven uitgevoerd, maar de studies toonden inconsistente resultaten en geen overtuigend bewijs voor de aanwezigheid van een nieuw antibioticum. Om nogmaals grondig te onderzoeken of
levende maden of madenexcreten bacteriën doden of bacteriegroei remmen, zijn alle testen herhaald en nieuwe toegevoegd. De bacteriën bleven echter gewoon leven en na vele experimenten kon slechts worden geconstateerd dat er geen directe antibacteriële activiteit van maden of hun excreten is. Hoe bevorderen de larven dan toch genezing in de wonden? Uit recent onderzoek blijkt dat de larven van invloed zijn op een proces dat bacteriën resistent maakt tegen antibiotica: biofilmvorming. Biofilm is een slijmlaag die een bacterie rondom zich kan produceren waardoor hij niet meer vatbaar is voor antibiotica of onze eigen afweer. Deze slijmlaag, die onderdeel is van het débris op een geïnfecteerde wond, wordt door de madenuitwerpselen afgebroken. Daardoor kan de wondgenezing worden gestimuleerd. Biofilmbacteriën veroorzaken behalve sommige wondinfecties ook alle infecties rondom prothesematerialen. In het onderzoek werd bewezen dat madenexcreten de biofilm op prothesemateriaal kunnen afbreken en zo zouden de excreten dus een nieuwe behandelmethode kunnen bieden voor geïnfecteerd prothesemateriaal.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 23
23
10/4/10 5:10 PM
Immuunsysteem Er lijkt nog een reden te zijn waarom maden wondgenezing bevorderen. Die heeft te maken met de invloed op ons immuunsysteem. Vreemd materiaal, zoals een houten splinter of een besmette teek, activeert het afweersysteem, waardoor mensen een ontsteking krijgen en ziek worden. Met name het aangeboren afweersysteem is hierbij
ren ze mogelijk het proces van wondgenezing.
De toekomst Maden eten dus geen bacteriën, maar madenexcreten reduceren de antibioticaresistente biofilms die sommige bacteriën produceren en ze remmen het aangeboren immuunsysteem. Langzaam zijn we iets meer te weten gekomen over de manier waarop levende maden geïnfecteerde wonden genezen. Het gebruik van alleen de excreten van de larven zou echter simpeler en patiëntvriendelijker zijn. Er wordt nog bestudeerd of hiervoor in de nabije toekomst mogelijkheden zijn. De gevonden antibiofilm- en afweerremmende stoffen in madenexcreten kunnen bovendien tot een nieuwe behandeling leiden voor infectie- en immuunziekten. Toekomstig onderzoek is gericht op verdere identificatie en ontwikkeling van een nieuw, effectief farmacologisch substraat geïsoleerd uit de madenexcreten van de Lucilia sericata. ▼
24
actief. Het is dus bijzonder dat mensen maden zo goed kunnen verdragen. Daarom is het waarschijnlijk dat er gedurende madentherapie iets gebeurt met het immuunsysteem. In experimenten, die voor dit proefschrift werden uitgevoerd, werden in het laboratorium madenexcreten toegevoegd aan bloed van gezonde mensen en pas geopereerde patiënten (bij wie de afweer actief is). Vervolgens werd de mate van afweeractivatie getest. In dit onderzoek werd een sterke afweerremmende stof ontdekt. Dit verklaart waarom mensen maden niet afstoten. Maar wat doet dit voor de wondgenezing? In een gezond wondgenezingsproces is de eerste vijf dagen altijd sprake van een ontsteking, die nodig is voor weefselherstel. In chronische wonden kan de ontsteking echter veel langer voortduren. Te langdurige ontsteking leidt tot weefselschade in plaats van -herstel. Wetende dat deze ontsteking wordt veroorzaakt door een overactief aangeboren afweersysteem, wordt het aannemelijk dat remming van de afweer voor minder ontsteking en dus minder weefselschade zorgt. Doordat madenexcreten de afweer remmen, bevorde-
Bron: Cazander G. How do maggots operate? The underlying mechanisms of action of maggot debridement therapy (proefschrift). Amsterdam: VUmc, 2010.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 24
10/4/10 5:10 PM
De inspectie komt bij u langs … FOTO: VALENTIJN BRANDT
In september 2010 is de Inspectie voor de Gezondheidszorg begonnen met het follow-uponderzoek Toezicht Operatief Proces. Hiervoor onderzoekt zij of ziekenhuizen voldoen aan de voorwaarden voor verantwoorde operatieve zorg. TEKST: ED SCHOEMAKER, INSPECTEUR EN PROJECTLEIDER TOEZICHT OPERATIEF PROCES
De afgelopen jaren heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg in algemene en academische ziekenhuizen het preoperatieve, peroperatieve en postoperatieve proces onderzocht. Voor deze drie onderzoeken zijn meer dan zestig ziekenhuizen bezocht. De uitkomsten en de te nemen maatregelen zijn in afzonderlijke rapporten gepubliceerd (www.igz.nl). In het follow-uponderzoek Toezicht Operatief Proces wordt onderzocht of ziekenhuizen de in de rapporten genoemde maatregelen hebben uitgevoerd. Voor dit onderzoek zijn dertig willekeurige ziekenhuizen geselecteerd. De kans is dus bijna één op drie dat uw ziekenhuis wordt bezocht. Of uw ziekenhuis erbij zit, wordt de middag voorafgaand aan het bezoek duidelijk; pas dan wordt de raad van bestuur telefonisch ingelicht. Alle ziekenhuizen hebben een brief van de inspectie ontvangen waarin het onderzoek wordt aangekondigd. Tijdens het bezoek zal de inspectie patiëntendossiers inzien, observaties uitvoeren op het OK-complex, de operatiekamer en verkoeverafdeling, en een verpleegafdeling bezoeken. Ook zullen korte verificatiegesprekken met aanwezige beroepsbeoefenaren worden gevoerd. De bevindingen en conclusies zullen per ziekenhuis in een rapport worden vastgelegd. Elk rapport wordt actief openbaar gemaakt. Dat wil zeggen dat elk rapport op de website van de inspectie zal worden gepubliceerd.
Wat gaat de inspectie toetsen? De onderwerpen die de inspectie zal bekijken, staan vermeld in het toetsingskader. Dit is inmiddels bekendgemaakt aan de raden van bestuur en te downloaden via www.igz.nl. Het is in een tweetal bijeenkomsten met koepelorganisaties en wetenschappelijke en beroepsverenigingen besproken en vastgesteld. De LVO heeft ook aan deze besprekingen deelgenomen. De normen voor de te toetsen onderwerpen zijn ontleend aan verschillende standpunten en richtlijnen, zoals de richtlijnen van de Stichting Werkgroep Infectie Preventie (WIP), de CBO-
richtlijnen ‘Onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal’, die de LVO heeft opgesteld, en ‘Het preoperatieve traject’. In het toetsingskader is een aantal onderwerpen grijs gemaakt, waaronder de time-outprocedure en het tellen van operatiemateriaal. Die beschouwt de inspectie als absolute voorwaarden voor de patiëntveiligheid, en ze dienen zonder voorbehoud te worden uitgevoerd. Deze twee onderwerpen zijn met name voor u als operatieassistent van groot belang.
Handhaving De inspectie verwacht dat alle ziekenhuizen de richtlijnen op de juiste wijze uitvoeren en de eerder door de inspectie genoemde maatregelen ter harte hebben genomen. Als zij na het bezoek tot de conclusie komt dat deze onvoldoende uitgevoerd worden, dan zullen nadere maatregelen worden genomen. In ernstige gevallen kan dit leiden tot Verscherpt Toezicht door de inspectie met vermelding op de website of het stilleggen van activiteiten.
Oproep Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat in het operatieve proces relatief veel vermijdbare schade en overlijden optreedt. De afgelopen jaren hebben de diverse verenigingen en koepels daarom veel energie gestoken in de verbetering van processen. De LVO heeft daaraan een belangrijke bijdrage geleverd. Maar veiligheid valt of staat natuurlijk bij een goede uitvoering van procedures. De inspectie roept u daarom op om u zonder voorbehoud te houden aan de maatregelen die op uw afdeling worden genomen, voor zover u dat nog niet heeft gedaan. Als uw afdeling nog geen maatregelen heeft genomen, roept de inspectie u op om in woord en gedrag te stimuleren dat dit alsnog gebeurt. Niet alleen tijdens de bezoekperiode van de inspectie, niet voor uw ziekenhuis of voor uzelf, maar voor de veiligheid van uw patiënten! OK OK OPERATIONEEL OPERATIONEEL OKTOBER OKTOBER 2010 2010 25 25
OKO6_2010 - Nicolet.indd 25
10/4/10 5:10 PM
Waarop kan een begeleider studenten het best beoordelen? En hoe kan een student gericht om feedback vragen? Met CanMEDS krijgen studenten een overzichtelijke en complete beoordeling. TEKST EN FOTO’S: WILLEMIEN FLIKWEERT EN MARLOES KIEVITS, TWEEDEJAARSSTUDENTEN OPERATIEASSISTENT, WERKZAAM IN HET TWEESTEDEN ZIEKENHUIS IN TILBURG EN WAALWIJK. ZIJ SCHREVEN DIT ARTIKEL VOOR HET VAK ORGANISEREN EN PROFESSIONALISEREN VAN DE OPLEIDING TOT OA/AM (FONTYS HOGESCHOOL EINDHOVEN).
Marloes Kievits en Willemien Flikweert zijn bezig met een anatomieles: het opensnijden van een koeienoog.
Studenten beoordelen met CanMEDS
Meer dan ‘goed gewerkt en ga zo door’
W
erkbegeleiders weten soms niet hoe ze precies feedback moeten geven. ‘Goed gewerkt.’, ‘Gezellig met jou op de kamer’, ‘Het liep lekker vandaag’, ‘Waarop moet ik evalueren?’, ‘Wat zijn je leerdoelen?’. Zulke vragen en opmerkingen klinken iedereen bekend in de oren, maar zijn er niet op gericht het functioneren van studenten te verbeteren. Die kunnen pas iets met feedback als deze concreet is. Studenten moeten van tevoren wel zelf hun leerdoelen aangeven, anders is gerichte feedback niet mogelijk. Na de feedback kunnen ze hun leerdoelen eventueel aanpassen. Het TweeSteden Ziekenhuis gebruikt CanMEDS om studenten te beoordelen. Met deze methode kan een complete checklist worden opgesteld die te gebruiken is bij evaluatiemomenten met studenten. Dit maakt het leerproces van de student overzichtelijker voor zowel de student als de werkbegeleiders.
26
CanMEDS staat voor ‘Canadian Medical Education Directions for Specialists’ en is ontwikkeld door het Royal College of Physicians and Surgeons of Canada. De originele Canadese versie benoemt zeven rollen: ‘expert’, ‘communicator’, ‘collaborator’, ‘scholar’, ‘health advocate’, ‘manager’ en ‘professional’. Deze rollen zijn door het Centraal College Medische Specialismen omgezet naar zeven competentiegebieden, waardoor de methode geschikt is voor verschillende zorgopleidingen. Het gaat om: ‘vakinhoudelijk handelen’, ‘communicatie’, ‘samenwerking’, ‘kennis en wetenschap’, ‘maatschappelijk handelen’, ‘organisatielidmaatschap’ en ‘professionaliteit’. In Nederland zijn de CanMEDS-competenties inmiddels standaard in opleidingen voor medisch specialisten. Ook het College Ziekenhuis Opleidingen heeft de eindtermen gerangschikt volgens de competenties van CanMEDS,
zodat deze in de opleiding voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers gebruikt kunnen worden.
Van theorie naar praktijk Elk van deze zeven CanMEDS-competenties kan verder worden gespecificeerd (zie tabel 1). Deze specificaties kunnen op hun beurt ook weer worden uitgewerkt (zie het kader voor een voorbeeld). Om CanMEDS compleet te maken, gebruikt men de piramide van Miller. Deze piramide beschrijft vier niveaus: ‘knows’, ‘knows how’, ‘shows how’ en ‘does’. De CanMEDS-competenties moeten allemaal op het hoogste niveau, does, worden behaald en getoetst. Alles begint met vakkennis (knows). Het begin van de opleiding bestaat altijd uit een schoolperiode. Met hoorcolleges en anatomielessen wordt hier vakkennis opgebouwd. De volgende stap is werkcolleges, zodat de student het ‘hoe’ en
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 26
10/4/10 5:10 PM
Tabel 1 Uitwerking van de CanMEDS-competenties, gebaseerd op de praktijkbeoordelingsmatrix van Fontys Hogeschool Eindhoven.
Competenties CanMEDS Waarop gelet kan worden: Vakinhoudelijk handelen
• verzamelen en interpreteren van gegevens; • plannen van zorg; • uitvoeren van zorg en bewaking; • evalueren en rapporteren over de verleende zorg.
Communicatie
• zorgvuldig, systematisch en patiëntgericht communiceren en relevante informatie geven over de ingreep en het operatieve proces; • respectvolle en tactvolle omgang met anderen; • assertiviteit en opkomen voor eigen mening; • begeleiden van de patiënt en diens naasten met respect voor culturele, maatschappelijke en religieuze normen en waarden en ziektebeleving.
Samenwerking
• creativiteit en meedenken in oplossingen; • stellen van prioriteiten op eigen vakgebied; • effectieve samenwerking binnen multidisciplinair team; • respectvolle communicatie met andere zorgverleners binnen en buiten het team.
Kennis en wetenschap
• op peil houden van eigen deskundigheid; • bijdrage leveren aan de verbetering van kwaliteit van de zorg; • toepassen van EBP in de dagelijkse beroepspraktijk; • eventueel begeleiden en coachen van stagiaires en medestudenten bij hun beroepsontwikkeling.
Maatschappelijk handelen
• handelen volgens relevante wettelijke bepalingen; • adequaat optreden bij incidenten in de operatieve zorg en werkprocessen; • kennen en herkennen van factoren, symptomen en/of ziektebeelden; hierop adequaat weten te handelen indien ze een bedreiging vormen voor patiënt en/of diens omgeving; • nemen van voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van infecties; speciaal aandachtspunt hierbij is resistentieproblematiek.
Organisatielidmaatschap
• zich houden aan de rechten en plichten als werknemer en professional; • effectief en doelmatig werken binnen de hele organisatie en keten van de zorgverlening; • bijdragen aan continuïteit en effectiviteit van een ziekenhuisorganisatie.
Professionaliteit
• leveren van patiëntenzorg en hierbij betrokken, integer, oprecht en professioneel zijn; • bekend zijn met beroepsethiek en beroepscode; • reflecteren op eigen functioneren met als doel kwaliteitsverbetering van de verleende zorg en eigen functioneren in de individuele zorg en samenwerkingsverbanden; • bijdrage leveren aan actuele beroepsontwikkelingen binnen het vakgebied op afdelings-, organisatie- en landelijk niveau.
‘waarom’ leert begrijpen (knows how). Nu is de student eraan toe te laten zien hoe hij de handeling moet uitvoeren. Dit gebeurt op school in een praktijklokaal. Hiervoor
worden bijvoorbeeld modellen gebruikt waarop gekatheteriseerd kan worden en waarop een bloedleegteband kan worden aangelegd (shows how). De student heeft nu
de benodigde theorie en kennis opgedaan en kan deze in praktijk gaan uitvoeren. Hij kan de handeling onder begeleiding uitvoeren en eventueel aanvullen met perOK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 27
27
10/4/10 5:10 PM
Wordt dit jouw baan? Orthopedium is een nieuwe en innovatieve kliniek, gericht op hoogwaardige orthopedische behandelingen. Wij richten ons speciaal op mensen met gewrichtsproblemen aan knie, heup of schouder. Alle orthopeden hebben ruime ervaring en specialisatie op hun vakgebied. Bovendien werken wij met moderne en vooruitstrevende technieken.
Vanwege de snelle groei is Orthopedium op zoek naar
operatie assistenten (27 tot 36 uur) • De werkzaamheden worden in dagdienst verricht van maandag t/m vrijdag, volgens een rooster van 9 uur per dag; • Er is op de OK een actief bij- en nascholingsbeleid. Daardoor word je als medewerker op de OK actief betrokken bij de ontwikkeling van je vak; • Wij bieden een salaris volgens CAO+ met prestatiebonus en reiskostenvergoeding; • Geen avond- en nachtdiensten. Heb jij een uitgesproken affiniteit op het gebied van innoverende orthopedische chirurgie? Wil jij graag in een klein gezellig team werken waarbij het gehele team verantwoordelijk is voor de OK? Dan hebben wij de ideale baan voor je! Voor meer informatie over deze vacature mail je Mark Booms (operatie assistent):
[email protected]. Sollicitaties stuur je naar Petra Tetteroo (floor manager):
[email protected]
Voor meer informatie: www.orthopedium.nl/vacatures Olof Palmestraat 20 • 2616 LS Delft •
[email protected] • Telefoon 088-0088444
Kliniek voor oogheelkunde
Eye Centre De IJssel
Eye Centre de IJssel is een jong en dynamisch bedrijf en is op zoek naar een:
OK-assistent (M/V) 12-16u per week
www.eyecentredeijssel.nl
Functie Je ondersteunt de oogarts door het assisteren, instrumenteren en omlopen bij alle voorkomende operaties, zoals cataractchirurgie, ooglaserbehandelingen en ooglidcorrecties. Daarnaast verzorg, verpleeg en begeleid je patiënten voor, tijdens en na de operatie.
28
“Dat zo’n eenvoudig ritje je zover kan brengen”
Profiel Je beschikt over een diploma OK-assistent en enige jaren werkervaring is een pre. Verder ben je een echte teamplayer en is een groot verantwoordelijkheidsgevoel, punctualiteit, stressbestendigheid vanzelfsprekend voor je.
Neem voor meer informatie contact op met
Eye Centre De IJssel Hoofdstraat 67 7213 CS Gorssel Telefoon 0575 494900 www.eyecentredeijssel.nl
Aanbod Wij bieden je een plek in een jong en dynamisch team, bij een sterk groeiend en uitdagend bedrijf in de oogheelkunde. De primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden zijn in overeenstemming met de functie. Reageren Voor meer informatie over de organisatie of over de functie kunt u kijken op www.eyecentredeijssel.nl. Heb je interesse? Stuur dan je sollicitatie met CV en pasfoto binnen 14 dagen naar de heer J. de Valck, algemeen directeur:
[email protected]
Scherp zien zonder lenzen of bril!
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 28
10/4/10 5:10 PM
Willemien Flikweert en Maurice Aukes evalueren aan de hand van CanMEDS. soonlijke leerdoelen. Als hij uiteindelijk een handeling zelfstandig kan uitvoeren, is het does-niveau bereikt.
Overzicht leertraject Met de CanMEDS-methode worden studenten gestimuleerd zelf hun leerdoelen aan te geven en om feedback te vragen. Dit eigen initiatief is belangrijk. Ze zijn immers zelf verantwoordelijk voor hun leerproces.
Marloes Kievits doet vakkennis op aan de hand van een torso.
Door aan het begin van de dag duidelijk de leerdoelen aan te geven, staat een leerling niet ‘verloren’ op de operatiekamer. En de werkbegeleider(s) van die dag w(e)et(en) waaraan de student wil werken. Zonder gestructureerde methode zouden werkbegeleiders niet allemaal weten hoever een student in zijn leertraject is. Eén student krijgt immers te maken met verschillende werkbegeleiders omdat er wordt gewerkt met
▼
Wat is precies ‘uitvoeren van zorg’?
parttimers, fulltimers en diensten. Aan het eind van de dag kan gericht feedback worden gevraagd en gegeven. Hierbij kan eventueel de evaluatiemap worden gebruikt. In deze map kan de student alle feedback en leerdoelen noteren, zodat hij meteen een overzicht krijgt van zijn leertraject. Werkbegeleiders kunnen de evaluatiemap makkelijk doorlezen en zo snel het leertraject overzien. Zo komen ze te weten waar eventuele problemen van de student liggen en waaraan zo nodig extra aandacht besteed dient te worden.
Onderdeel van de CanMEDS-competentie ‘vakinhoudelijk handelen’ is ‘uitvoeren van
De eerste stap
zorg’. Deze deelcompetentie kan worden opgesplitst, tot op het niveau van concrete
Hoe introduceer je CanMEDS in het team? Wij adviseren studenten een presentatie over de methode te geven. Het gaat uiteindelijk om je eigen leertraject! Door een presentatie – zelf al een stap op weg naar professionalisering – is CanMEDS meteen voor iedereen duidelijk. En wie wil nu niet meewerken aan een methode om studenten goed te evalueren en hen te helpen professional te worden?
leerdoelen. Enkele voorbeelden bij het omlopen, instrumenteren en assisteren zie je hieronder. Er zijn naar behoefte veel meer leerdoelen te bedenken. • Voert medisch ondersteunende werkzaamheden uit: o omlopen - de operatiekamer gebruiksklaar maken; - meedenken tijdens de operatie; o instrumenteren - op de juiste wijze instrumenten aangeven; - het hoe en waarom van de operatie begrijpen zodat je kunt anticiperen; o assisteren - het de operateur makkelijk maken;
Literatuur
- zorgen voor voldoende zicht tijdens de operatie.
• Cleton L. Evaluatieformulier TweeSteden Zie-
• Anticipeert op het operatieve proces en veranderingen. • Draagt zorg voor ruimte, apparatuur, materialen en middelen, rekening houdend met: o operatietechniek, o veiligheid van de patiënt, o snijdend specialist, o werkafspraken en protocollen, o infectiepreventie, o veiligheid operatiemedewerkers. • Voert werkzaamheden uit op basis van protocollen en legt eventueel verantwoording af voor werkzaamheden die afwijken van protocollen.
kenhuis 2010; 2. • CZO. Regeling CZO ziekenhuisopleidingen Deskundigheidsgebieden en eindtermen 2007;124. • Goudsmits K, Meijsen P, Versantvoort M. Handleiding praktijkleren op de operatieafdeling Fontys Hogeschool 2010; 5. • Miller, G. ‘The assessment of clinical Skills/ Competence/Performance’. Academic Medicine 1990; 9:63-67. • Katholieke Universiteit Leuven, medische
(Bron: praktijkbeoordelingsmatrix van Fontys Hogeschool Eindhoven)
faculteit. ‘Niveaus’. Beschikbaar via www.med.kuleuven.be.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 29
29
10/4/10 5:11 PM
Instructiefilm ‘Brand in de OK’ Brand in de OK is niet de titel van een nieuwe KRO-detective, maar van een instructiefilm over manieren om brand te voorkomen. De film is een initiatief van het UMC Utrecht en Operationele Oplossingen in de Zorg (OOZ), en wordt kosteloos verspreid. Harry Eggens legt uit waarom de film belangrijk is. TEKST: LEONORE PULLEMAN
D
oor de brand die uitbrak in een OK in het Almelose ziekenhuis Twenteborg, waarbij een patiënt om het leven kwam, is veel onrust ontstaan in OK-land. Het dieptrieste voorval lijkt tot meer openheid te hebben geleid. Wat indruk maakt tijdens het kijken naar de instructiefilm Brand in de OK, is hoe eerlijk diverse chirurgen
30
vertellen dat ook zíj het hebben meegemaakt. Ze beschrijven hoe snel en sluipenderwijs brand kan ontstaan en hoe deze risico’s in de toekomst te vermijden zijn. Incidenten komen overal voor, maar veel incidenten bereiken het grote publiek niet. Vaak halen ze niet eens de interne MIP-commissies als de patiënt
geen schade heeft ondervonden. Maar als je wilt leren van je fouten, is het essentieel om ze te evalueren. Dit blijkt uit beleidsmaatregelen rondom Veilig Melden en vergelijkbare initiatieven die ondersteund worden door de Inspectie voor de Gezondheidszorg omdat ze de gezondheidszorg patiëntveiliger maken.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 30
10/4/10 5:11 PM
Brand in scène gezet De film Brand in de OK ontwikkelde Eggens met de divisie Perioperatieve Zorg & Spoedeisende Hulp van het UMC Utrecht, samen met het Kenniscentrum Patiëntveiligheid, de bedrijfsbrandweer en het cluster Medische Technologie en Klinische Fysica van dit ziekenhuis. Als voormalig clustermanager Veiligheid van het UMC, betrok Eggens deze werkgever en de benodigde deskundigen op het gebied van brandveiligheid bij het maken van de film. Hij schreef het scenario en een anesthesioloog keek mee. ‘De film is zo opgezet dat alles echt lijkt te gebeuren. Het is confronterend en dat is ook de bedoeling. Maar uiteraard zijn alle situaties in scène gezet.’ Toen het filmproces was afgerond, besloot prof. dr. Cor Kalkman (hoofd van het kenniscentrum Patiëntveiligheid) dat het zonde was om dit project alleen voor het UMC Utrecht te gebruiken. Kalkman stelde de film gratis beschikbaar voor alle geïnteresseerde collega-ziekenhuizen, waardoor het UMC Utrecht de functie van kennispartner en sponsor kreeg. Alle leden van de NVZ ontvingen een brief met de aanvraagmogelijkheid, maar slechts 20 van de 95 ziekenhuizen vroegen de film daadwerkelijk op. Een belronde vergrootte het aantal belangstellenden tot 40. Nog steeds te weinig, volgens Eggens. ‘Sommige ziekenhuizen hebben een eigen protocol en werken bijvoorbeeld met persoonsgebonden rollen bij crisissituaties. Ze willen dit ook blijven doen. Maar het maakt de procedure té persoonsafhankelijk. In mijn visie
Oproep Harry Eggens roept op om gesignaleerde problemen te melden, zodat er een project voor opgestart kan worden. Dit kan per e-mail: harry.
[email protected] of telefonisch via 06 415 028 92.
je goed mee omgaan, wil je risico’s vermijden. Bij de gesprekken rond de film is mij opgevallen dat veel OK-personeel zich (nog) niet – of in ieder geval niet voldoenEen vonkje dat overslaat de – bewust is van de risico’s van vonkjes Elke leidinggevende op de OK kan de film en dergelijke. Ik hoop met deze film die opvragen en met het team bekijken en bewustwording te vergroten. Je kunt nog bespreken. Na een inleidend woord van zo veel lezen over de risico’s van brand, prof. dr. Kalkman, brengt de film de oormaar visualisatie via een film werkt veel zaken van brand uitgebreid in beeld. Met intenser. Je kunt een urgentieopbouw achtergrondinformatie als: wat heeft een aanbrengen, die de kijker alarmeert: het brand nodig om zich te voeden en hoe kan kan jou ook gebeuren!’ Toch benadrukt brand zo sluipenderwijs ontstaan? Aan de Eggens dat niet alles kommer en kwel is, hand van praktijkverhalen van diverse hij schetst in de film dan ook nadrukkelijk chirurgen, gaat de film dieper in op brand een positief beeld, zodat iedereen die de aan apparatuur, diathermie en brand in film heeft gezien zich nog steeds durft te een (laser)tube. Steeds weer blijkt het BAlaten opereren. BE-protocol de oplossing te bieden: BasisInitiatatiefnemer zorg, Alarmeer, Beperk en Evacueer. Termen die voorafgaand aan het bekijken van Harry Eggens begon zijn loopbaan als officier bij de Koninklijke Landmacht, om de instructiefilm al veelzeggend zijn. na 23 jaar deze werkomgeving in te wisseEggens: ‘Neem bijvoorbeeld een diathermiemes dat elektrisch snijdt en de haarva- len voor het UMC Utrecht. Als clusterten coaguleert. Zo’n mes werkt met vonk- manager Veiligheid maakte hij zich sterk voor een veilige werkomgeving. Uniek aan jes en wordt gebruikt in een omgeving met alcohol en zuurstoftoevoer. Daar moet het UMC is de inpandige bedrijfsbrand-
– en volgens ons protocol – moet één leidinggevende verantwoordelijk zijn bij een crisissituatie.’
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 31
31
10/4/10 5:11 PM
Een kijkje nemen in ons operatiecentrum wordt zo wel heel makkelijk Vrijblijvend praten met een ervaren vakgenoot over jouw loopbaan als operatieassistent, anesthesiemedewerker, recovery-verpleegkundige of IC-verpleegkundige? Over vernieuwing en ontwikkelingsmogelijkheden? En meteen een kijkje komen nemen in het operatiecentrum van het UMC Utrecht? Bijvoorbeeld om onze geheel nieuwe Da Vinci-SI operatierobot eens in actie te zien? Of de mogelijkheden van onze nieuwe OK voor endoscopische kinderchirurgie te ontdekken? Dat kan! En nog mooier: dat kan wanneer het jou schikt. Reserveer nú online de Loopbaantaxi voor een rit naar ons operatiecentrum. Daar breng je je loopbaan sowieso verder mee. Stap in op loopbaantaxi.nl
Tip: Kom ook op 25 november 2010 naar ons OK-symposium ’Vernieuwing = vooruitgang!?’ in het UMC Utrecht.
32
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
Taxiloopbaan 215x285 nieuwe tekst indd 2 OKO6_2010 - Nicolet.indd 32
08-09-10 15:59 10/4/10 5:11 PM
Gebruikers vertellen: Johan Foliant, veiligheidsdeskundige Radboud ‘Brand in de OK is een heel goede instructiefilm. Voor mij als veiligheidsdeskundige is de informatie niet nieuw, maar door de ervaringsverhalen wordt het wel heel indringend gebracht. Vooral dat eerste stuk, die introductie waarin prof. dr. Kalkman het belang van brandpreventie uitlegt, maakt indruk. Wij gebruiken dat eerste deel in onze instructies aan OK- en IC-personeel. De bewustwording neemt enorm toe omdat het zo visueel gebracht wordt. Een van onze leidinggevenden keek ernaar en werd er helemaal stil van. Daarna wilde hij erg graag iets met de informatie gaan doen. Zelf hebben wij overigens ook een incident gehad dat het nieuws heeft gehaald. Een uitbrandende gascilinder verbrandde de bedachterwand, gelukkig zonder schade aan patiënt en personeel. Zoiets zet je wel op scherp. Wij blijven bij ons eigen protocol, maar gaan een nieuwe training opzetten voor het OK-personeel waarbij we deze instructiefilm gaan gebruiken. Ik heb hogere veiligheidskunde gestudeerd en heb in mijn scriptie uit de film geciteerd.’ Patrick Oostrik, projectleider brandveiligheid Ziekenhuisgroep Twente ‘Ik vond de film erg indrukwekkend. De film laat de risico’s van een OK-brand duidelijk zien en het is bijzonder dat de specialisten het verhaal zelf vertellen. Ze vertellen ook wat zo’n incident met ze doet. Ik denk zeker dat de film voor meer bewustwording kan zorgen. Bij ons OK-personeel is de instructiefilm goed ontvangen. Al zijn de risico’s bekend, ze worden concreter gemaakt in het proces. Ik heb al contact gehad met onze afdeling Communicatie om zelf een instructie te produceren. Goed voorbeeld doet goed volgen!’
weer, die instructies aan onder andere het OK-personeel verzorgt. Hierdoor onstond het idee voor de film. ‘Inmiddels ben ik vertrokken bij het UMC en startte ik Operationele Oplossingen in de Zorg als freelancer. Ik zet me in voor projecten die me aan het hart liggen, al verdien ik er nog niets mee. Voor de financiering zoek ik sponsors. Ik steek er veel tijd in om de juiste partners te vinden. Graag wil ik mijn instructies ook breder trekken dan de operatiekamer. Ik wil me richten op een goede attitude en het inhalen van kennisachterstand. Daarbij wil ik zo veel mogelijk ziekenhuizen betrekken, want het is zonde als ze allemaal zelf het wiel proberen uit te vinden.’
Toekomstmuziek
men. Bij brand is er vaak nog een directe aanleiding, maar dat is bij infecties niet het geval. De juiste preventieve hygiënemaatregelen, maar ook maatregelen om het aantal bewegingen van de OK-deuren te beperken, kunnen veel verschil maken. Het kanaal met schone luchttoevoer wordt vaak belemmerd door een enorme operatielamp, waardoor de niet-schone lucht met stofjes toch weer bij de patiënt terechtkomt. Dat soort dingen brengt de film in beeld.’ De film over brand in de OK kan worden vervolgd door een bijbehorende e-learning, die overigens niet kosteloos zal zijn. Daarnaast denkt Eggens na over toevoegende workshops en ‘serious gaming’. Op de website is te lezen dat Eggens momenteel werkt aan onderwerpen als ‘veilig melden’ en ‘overdracht’, maar bijvoorbeeld ook ‘herkenning van kindermishandeling’. ▼
Eggens ziet zichzelf als een makelaar tussen problemen en oplossingen. Met zijn
films probeert hij noodzakelijke regelgeving te visualiseren. Hij heeft ook een film gemaakt over hygiëne op de OK. De film wordt door het UMC Utrecht (afdeling Infectiepreventie) rechtstreeks naar de functionarissen infectiepreventie van alle ziekenhuizen in Nederland gestuurd. Als OK-complexen zelf ook een kopie van de film willen hebben, kunnen ze contact opnemen met instructiefilm.nl. ‘De gedachte die ik via deze film wil overbrengen aan het OK-personeel, is: het zal je moeder maar zijn die hier op de operatietafel ligt. Het is geen object wat daar ligt, maar een mens met wie je uiterst zorgvuldig moet omgaan. Alsof het je moeder is. Infecties liggen op de loer bij operaties en het personeel moet de regelgeving daaromtrent niet beschouwen als last, als extra werk. Men kan de preventieve maatregelen niet serieus genoeg ne-
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
59
OKO6_2010 - Nicolet.indd 33
33
10/4/10 5:11 PM
Foute traktaties raktaties Traktatie I: In een hoekje van de koffiekamer, waar ze normaal nooit zitten, smikkelen de orthopediezusters van een klein, duur uitziend taartje. Er moet boor- en zaagapparatuur aan de man worden gebracht, dus de betreffende accountmanager heeft alle verkooptrucs uit de kast gehaald. Hoewel het tafereel er vrolijk uitziet, voelen de zusters zich niet helemaal op hun gemak. De rest – het gewone volk in de koffiekamer, zal ik maar zeggen – wordt niet koud of warm van de traktatie. ‘We zijn best omkoopbaar, maar dan moet er wel echt uitgepakt worden en niet dit zielige gedoe. Wij moeten toch ook naar de gierende herrie van die boren luisteren.’ Traktatie II: Tijdens het overtillen sneuvelt een redondrain bij een patiënt. De dader voelt de bui al hangen. Er klinken geen vloeken, krachttermen of verwijten, maar iedereen blijft vrolijk en roept: ‘Bossche bollen.’ Traktatie III: Onze kaakchirurg trakteert voor de tweede keer dit jaar op Chocotoffs en Quality Street. Is hij alweer jarig of zijn deze lekkernijen bedoeld als investering die zichzelf terugverdient? Traktatie IV: Een jarige is in meerdere opzichten niet te flauw geweest. Hij komt aanzetten met de nieuwste traktatiehype: heerlijke, overvloedig gevulde pizzapunten met paprika, uien, knoflook, gorgonzola en pittige salami. Die gaan er wel in om een uurtje of elf. Maar ook hier gaat het fout. Als je na deze traktatie een uurtje of drie, vier aan tafel moet staan, gist het deeg nog vrolijk door in je darmen en doen de Italiaanse kruiden de explosieve rest. Eerst redt de musculus sfincter ani internus het nog wel in zijn eentje, maar al snel moet ook de externus hulp bieden. Vervolgens is de hele bekkenbodem aan de beurt. Met een megacolon hoopt iedereen op een spoedig verloop van de operatie. Zo moet het voelen als je wordt geïnsuffleerd voor een laparoscopie. De chirurg houdt het al voor gezien en laat tot onze schrik ook nog eens de jongste assistent sluiten. Als op de radio ‘Vluchten kan niet meer’ klinkt, hopen we maar dat niemand de aandacht in de eindfase ook maar één momentje laat verslappen. Paul Meijsen, operatieassistent in het Catharina-Ziekenhuis en docent operatieve zorg en technieken aan de Fontys Hogeschool. 34
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 34
10/4/10 5:11 PM
KNO-Didact
Achtergronden bij KNO-problemen Eind vorig jaar kwam KNO-Didact uit. Een uitgebreid boek in eenvoudige taal over de negentien meest voorkomende KNO-klachten. Redacteur van het boek en KNO-arts Nies Mateijsen, werkzaam in het Catharina-Ziekenhuis in Eindhoven, legt uit hoe het boek tot stand kwam. TEKST: ASTRID VAN PELT
‘KNO-Didact gaat over KNO-problemen waarmee mensen bij de huisarts komen en de manier waarop de KNO-arts hiermee omgaat. Ook operatieassistenten zijn enthousiast over het boek, omdat ze erin kunnen lezen wat er allemaal achter een KNO-operatie schuilgaat: van de reden waarom iemand geopereerd moet worden en een opsomming van de problemen waarmee de patiënt maanden- of jarenlang te maken heeft gehad, bijvoorbeeld chronisch snurken, tot en met de nazorg. Patiënten die een bezoek brengen aan de huisarts hebben in 10 procent van de gevallen KNO-gerelateerde klachten. De meeste huisartsen worden op KNO-gebied gestuurd door de standaarden van het NHG [Nederlands Huisartsen Genootschap]. Deze richtlijnen zijn een grove leidraad bij de problemen die de huisarts in zijn praktijk tegen het lijf kan lopen. Ze geven informatie over anamnese, diagnose en behandeling. Toch is het KNO-onderwijs voor huisartsen vaak te beperkt, en de KNO-coschappen komen steeds meer in het gedrang. Natuurlijk is het wel belangrijk dat de eerstelijns KNO-zorg op peil blijft. Met dat idee in het achterhoofd is KNO-Didact ontstaan. Het boek is eigenlijk de uitgebreide en
geüpdatete versie van een aantal KNOgerelateerde tijdschriften die we drie jaar lang elke drie maanden hebben uitgegeven. In elk nummer stond een andere KNO-klacht centraal. Na drie jaar spraken coredacteur Bas van den Borne en ik de wens uit om de content van de tijdschriften in een boek uit te brengen. Samen hebben we er nog een aantal hoofdstukken bij geschreven. Daardoor is het een compleet overzicht geworden van klachten op KNO-gebied. De al eerder uitgebrachte artikelen moesten vaak wel herschreven worden. Soms vanwege nieuwe inzichten, maar ook vaak omdat we aan de stijl moesten sleutelen. De hoofdstukken zijn namelijk door zo’n vijftien verschillende KNO-artsen geschreven. De onderlinge schrijfstijlen varieerden enorm. Bas van der Borne en ik hebben de verschillende bijdragen als eindredacteurs tot een coherent geheel gemaakt. Met ons boek richten we ons in eerste instantie op huisartsen. Het spreekt de meesten van hen erg aan dat de KNOproblemen in de huisartspraktijk klachtsgewijs worden behandeld, omdat dat zo concreet en praktijkgericht is. Dat is een nieuwe benadering. In de negentien hoofdstukken behandelen we zaken als
de bloedneus, oorpijn, oorsuizen, duizeligheid, snurken en heesheid. We hebben gestreefd naar een duidelijke stijl. Moeilijke termen en ingewikkelde frasen hebben we zo veel mogelijk vermeden. Je kunt spreken over “epistaxis”, maar wij noemen dat in het boek gewoon “bloedneus”, net zo duidelijk en effectief. Toch is het heel moeilijk om iets waarmee je zelf zo vertrouwd bent, makkelijk op te schrijven. Gelukkig konden we enkele huisartsen wat hoofdstukken laten lezen, zodat we directe feedback van de doelgroep ontvingen. Operatieassistenten, KNO-artsen, huisartsen, coassistenten, studenten geneeskunde en consultatiebureauartsen hebben veel belangstelling voor het boek getoond. Het komt uiteraard de patiëntenzorg enorm ten goede wanneer de verschillende disciplines goed geïnformeerd zijn op het gebied van KNO-heelkunde.’ KNO-Didact. Handboek voor de huisarts Redactie: dr. S.C.F. van den Borne en dr. D.J.M. Mateijsen € 48,50 (excl. verzendkosten). KNO-artsen en huisartsen in Nederland kunnen het boek kosteloos verkrijgen. Bestellen via www.vanzuidencommunications.nl.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 35
35
10/4/10 5:11 PM
Tekst: Menno Goosen
Sociale vaardigheden op de OK
Obstetrische interventies
Auteurs: Marga Hop en Irene Muller-Schoof Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg ISBN: 9789035230873 Prijs: € 39,75
Auteurs: P. Joep Dörr Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg ISBN: 9789035230996 Prijs: € 89,50
Sociale vaardigheden op de OK bestaat uit vier delen, waarin de onderwerpen persoonlijk functioneren, samenwerken, effectiviteit en efficiëntie en veranderingsprocessen uitvoerig aan bod komen. Het leerboek is verrijkt met uitgebreide casuïstiek en opdrachten. In deze herziene tweede druk is hierop nog meer de nadruk gelegd. Ook is er meer aandacht voor zelfreflectie. Voor het vak sociale vaardigheden bestond nog geen vakliteratuur specifiek gericht op de operatieassistent en de anesthesiemedewerker. Met dit boek wordt deze lacune gevuld.
Obstetrische interventies beschrijft de anatomie van het geboortekanaal, de mechanismen van de normale baring en de obstetrische interventies op de verloskamer en operatiekamer. Dit gebeurt met zowel tekst als 3D-tekeningen en animaties. Met bijdragen van dertig auteurs uit Nederland en Vlaanderen geeft het inzicht in de keuzes die artsen vóór, tijdens en na bevallingen elke dag en nacht weer moeten maken. De keuzes zijn zo veel mogelijk evidence-based. Via www.studeren2punt0.nl is het boek met een persoonlijke code ook online beschikbaar en kunnen de tientallen animaties worden bekeken.
Witte jassen en bruinhemden Nederlandse artsen in de Tweede Wereldoorlog Auteurs: Joost Visser, Ben Crul, Ingrid Lutke Schipholt en Eva Nyst Uitgeverij: Reality Bites Publishing ISBN: 9789085105909 Prijs: € 19,95 Witte jassen en bruinhemden beschrijft op indrukwekkende wijze de dilemma’s waarvoor artsen tijdens de Tweede Wereldoorlog stonden. Journalisten van Medisch Contact interviewden medici die al in de oorlogsjaren arts of geneeskundestudent waren. Ook stuurden lezers herinneringen in aan artsen en de geneeskunde tijdens de bezetting. Het boek is een echte aanrader voor iedereen die interesse heeft in de Tweede Wereldoorlog in Nederland en met name in de medische geschiedenis. De verhalen zijn vaak zeer aangrijpend en schokkend, maar laten de lezer toch achter met het goede gevoel dat de meeste artsen ‘goed’ waren en alles deden om hun medemens te helpen. Op www.medischcontact.nl/geschiedenis is nog veel meer informatie te vinden.
De geschiedenis van de oncologie Auteur: prof. dr. D.J.Th. Wagener Uitgeverij: Bohn Stafleu van Loghum ISBN: 9789031380077 Prijs: € 59,50 De auteur, emeritus hoogleraar medische oncologie, beschrijft in deze uitgave alle aspecten van het probleem kanker vanuit een geschiedkundig perspectief: van de oudheid tot de laatste ontd di i h wikkelingen in onze tijd. Voor iiedereen die zich met de behandeling van kanker bezighoudt, is het interessant om te lezen hoe men tot de huidige behandelmethoden is gekomen. Daarnaast kan De geschiedenis van de oncologie iedereen die bezig is met kankeronderzoek inspiratie bieden.
‘Boeken!’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie en daarmee samenhangende vakgebieden en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar: OK Operationeel, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam. 36
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 36
10/4/10 5:11 PM
I am your man
Experiment NL
Auteurs: Marjan Brandenburg Uitgeverij: Aspekt ISBN: 9789059119215 Prijs: € 19,95
Wetenschap in Nederland
I am your man besteedt aandacht aan genderdysforie. ‘Max’ is een vrouw die zich al haar hele leven man voelt. In het boek volgen we het hele traject dat deze vrouw-mantransseksueel aflegt, inclusief de aan het VU medisch centrum (Zorgcentrum voor genderdysforie) uitgevoerde geslachtsveranderende operatie. Het boek is met name interessant omdat in de literatuur tot nu toe weinig aandacht is besteed aan vrouw-mantransseksuelen.
Handleiding medischwetenschappelijk onderzoek Auteurs: G.A. Zielhuis, P.H.J.M Heydendael, J.C. Maltha, P.L.C.M van Riel Uitgeverij: Elsevier Gezondheidszorg ISBN: 9789035231900 Prijs: € 48,25 De moderne geneeskunde is in belangrijke mate gebaseerd op resultaten van medisch-wetenschappelijk onderzoek. Nieuwe inzichten in preventie, diagnose en prognose van ziekten kunnen alleen tot stand komen door degelijk uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek. Ook kan de effectiviteit van een behandeling alleen door middel van goed onderzoek worden geëvalueerd. Deze zesde druk is geheel geactualiseerd. Er ligt nu meer nadruk op het motief voor het onderzoek en daarmee op de vraag naar de maatschappelijke impact. Het aantal vormen van onderzoek is uitgebreid en de rol van toeval bij fundamenteel mechanistisch onderzoek wordt behandeld.
Auteurs: redactie Quest Uitgeverij: G+J Publishing ISBN: 9789460440144 Prijs: € 17,95 In samenwerking met de redactie van het populairwetenschappelijke tijdschrift Quest heeft de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) het derde NWOpublieksboek Experiment NL uitgegeven. Het boek beschrijft in begrijpelijke taal de meest opmerkelijke, briljante, leuke en spannende onderzoeksprojecten van het afgelopen jaar. Ook veel medische onderwerpen komen aan de orde, zoals neurobiologisch onderzoek naar ziektes als alzheimer en parkinson, deep brain simulation, ADHD, slaapproblemen, astma, borstkanker, huidziekten, bevolkingsonderzoeken en psychiatrische ziektebeelden.
Diagnose 2025 Over de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg Auteurs: Philip Idenburg en Michel van Schaik Uitgeverij: Scriptum ISBN: 9789055947355 Prijs: € 32,50 De Nederlandse gezondheidszorg ondergaat grote veranderingen. Sommige ontwikkelingen zijn op de middellange termijn relatief goed voorspelbaar, zoals de vergrijzing en de groeiende zorgbehoefte. Op andere vlakken is sprake van grote onzekerheid, zoals bijvoorbeeld bij de invoering van de marktwerking. Diagnose 2025 is een verkenning van de toekomst van de Nederlandse gezondheidszorg. Een onderwerp dat hoog op de agenda staat van zorginstellingen, de 1,2 miljoen professionals in de zorg en de lokale en landelijke politiek. Het boek schetst een compleet beeld van alle trends en ontwikkelingen die zich nu voordoen in de gezondheidszorg en een beeld van de zorg in 2025. Beelden die een basis vormen voor een dialoog over de toekomst van de zorg, investeringsbeslissingen en beleidsvorming.
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 37
37
10/4/10 5:11 PM
COLOFON OK Operationeel, Magazine voor operatieassistenten en anesthesiemedewerkers, is de gezamenlijke voortzetting van de vakbladen OK Magazine en Operationeel. Het blad wordt gemaakt door Uitgeverij Y-Publicaties in samenwerking met de LVO. OK Operationeel verschijnt acht keer per jaar. De oplage is 7.000 exemplaren. Het blad wordt verspreid onder alle 2.000 LVO-leden, verdere verspreiding vindt plaats onder alle OK-afdelingen in Nederlandse ziekenhuizen en opleidingscentra.
Redactiesecretariaat Redactiecoördinator LVO: Hennie Mulder. Telefoon: 040-253 89 21. E-mail:
[email protected] [email protected] Kopij voor OK Operationeel kunt u sturen naar beide e-mailadressen. Foto’s uitsluitend aanleveren in hoge resolutie (300 dpi). Neem bij vragen contact op met redactiecoördinator LVO Hennie Mulder of bladmanager Menno Goosen (Zie onder uitgeverij). Bij het gebruik van illustraties van derden is toestemming voor publicatie nodig en vermelding van de bron.
Uitgeverij: Y-Publicaties, postbus 10208, 1001 EE Amsterdam Telefoon: 020-520 60 77. E-mail:
[email protected] Uitgever: Ralf Beekveldt Bladmanager: Menno Goosen:
[email protected] Medewerkers: Jennie Lipperts, Paul Meijsen, Cindy Lammers, Marieke Los, Astrid van Pelt, Linda van Pelt, Stan Verhaag. Eindredactie: Marloes van Hoorn Fotografen: Johannes Abeling, Valentijn Brandt, Jos Heijnen, Eric van Nieuwland Stockxpert.com, Edwin Wiekens, Ivonne Zijp. Tekstcorrectie: Marijn Mostart Lay-out: Thomson Digital Traffic: Hans Jansens Druk: BalMedia
Advertenties: Cross Advertising: Nick Konings & Arlan van der Velden Telefoon: 010- 742 10 20
[email protected]
Abonnementen: Voor abonnementen, vragen over het abonnement of adreswijzigingen: SP Abonneeservice Postbus 105 2400 AC Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172-476085 E-mail:
[email protected] Toezending van OK Operationeel is voor LVO-leden onderdeel van hun lidmaatschap. Voor niet leden gelden de volgende abonnementsprijzen per 2010: Jaarabonnement: € 59,50 Losse nummers: € 8,50 Abonnementen buiten Nederland: € 95 Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2010 OK Operationeel Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden auteur(s), redactie en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich aanbevolen.
LVO-activiteiten 18 november LVO-praktijkbegeleidersdag www.lvo.nl Covidien Trainingsdagen Wound closure. Data: 11/11 en 14/12 Laparoscopy & Stapling. Data: 17/11 Energy based devices. Data: 21/10 Zaltbommel, carine.vanhorssen@covidien. com ,
[email protected] Biomet-LVO-studiedagen 18 november Spine Dordrecht, www.biomet.nl of 078-629 29 29, Linda Oomsen Leids Universitair Medisch Centrum 25-26 november Bijscholing kaakchirurgie voor operatieassistenten Leiden,
[email protected], www. boerhaavenet.nl ERBE Elektrochirurgie – praktijk en applicaties Kennis = veiligheid (2 dagen). Data: 23/11 & 30/11 Werkendam,
[email protected] of 0183-50 97 55 Gynco Consultants i.s.m. Skills Lab ZRT Ontwikkelingen gynaecologie op POK en OK. Tweedaagse workshop. De dagen kunnen ook afzonderlijk gevolgd worden. Dag 1 POK, dag 2 OK. Data: 11/11 & 12/11 Tiel,
[email protected], 06-204 458 10 of 0344-67 45 33 Strykerschool 16 november Fracturen van onderbeen en voet: ‘op je tenen lopen’ Waardenburg,
[email protected] of 0418-56 97 00
Leids Universitair Medisch Centrum 6e Leidse KNO-bijscholingscursus voor operatieassistenten Data: 14/10 & 15/10 Leiden, www.boerhaavenet.nl of 071-526 24 56, M. Philippo Universitair Medisch Centrum Utrecht 25 november Symposium Vernieuwing = vooruitgang!? Utrecht, www.operatiecentrum.nl Traumadagen 2010 11 & 12 november NVT i.s.m. LVO Apart programma voor operatieassistenten Amsterdam, www.trauma.nl
2011 LVO-congres 17 & 18 februari 2011 Het heft in handen Maastricht, www.lvo.nl Wilhelmina Kinderziekenhuis Utrecht 26 maart 2011 4e Kinderchirurgie symposium Utrecht, www.kinder-chirurgie.org AO Nederland 12 en 13 september 2011 AO-basiscursus voor operatieassistenten Oisterwijk,
[email protected] SynthesStudyStation Fractures around the knee 6 januari Amersfoort 10 februari Amsterdam 10 maart Rotterdam 7 april Den Haag 12 mei Nijmegen 9 juni Tilburg www.syntheseducatie.nl
SynthesStudyStation: On Spine 18 november Eindhoven www.syntheseducatie.nl SynthesStudyStation Fractures around the knee 10 november Groningen 9 december Almelo www.syntheseducatie.nl
Activiteiten die u via deze rubriek wilt aankondigen, kunt u per e-mail sturen naar Paul Meijsen:
[email protected].
ISSN 1872-6712
38
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 38
10/4/10 5:11 PM
PALAMIX
® mengsystee üm
m
Vac u
Optimaal mengen van botcement: Eenvoudig – veilig – efƂciënt*
S
U VAN HERAE
en
t
voo
r b o tc e m
PALAMIX® – eenvoudig gebruik voor alle toepassingen * eenvoudig in slechts een paar stappen naar een homogeen en gebruiksklaar botcement * veilig betrouwbare vacuümcontrole door vacuümindicator aan het luchtslangetje * efƂciënt een systeem voor alle toepassingen in de gecementeerde prothesiologie door een keur aan patronen met verschillende afmetingen en speciale accessoires Heraeus Kulzer Benelux BV · Postbus 986 · 2003 RZ Haarlem · Nederland · Tel.: +31 (0)23 543 42 56 · www.heraeus-medical.com
OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 39
39
10/4/10 5:11 PM
+I^SGLXµI\MFIPI TVSJIWWMSREPW ZSSVQSFMIPI STIVEXMIXIEQW /[EPMXIMXWFYVIEY ,MKL'EVI(IXEGLIVMRKMWIIRLSSK[EEVHMKFYVIEYHEXZIIPEERHEGLXLIIJXZSSVO[EPMXIMX;MNFIWXEER WMRHWIR^MNREPXMIRNEEVXSSREERKIZIRHEER[I^MKMRHI2IHIVPERHWIKI^SRHLIMHW^SVK:SSVSR^I STHVEGLXKIZIVWMWIROIPINEVIRKIPIHIRIIRMRRSZEXMIZIJSVQYPIFIHEGLX¨HIQSFMIPISTIVEXMIXIEQW©)IR XIEQFIWXEEXYMXX[IIIVZEVIRSTIVEXMIEWWMWXIRXIRIRIIRERIWXLIWMIQIHI[IVOIV1IXHISTHVEGLXKIZIV [SVHX SZIVIIRKIOSQIR HEX ZSSV IIR FITEEPHI TIVMSHI FMNZSSVFIIPH HVMI QEERHIR IIR XIEQ [SVHX MRKI^IXHEXZIVVMGLXMRKIRTIVEERHSIRMRKMRWIVMIWYMXZSIVX&MNZSSVFIIPHIIR\EERXEPLIYTSTIVEXMIW3T HI^I[MN^I TVSHYGXMIWXVEEX OERIVIJ´GMtRXIV[SVHIRKI[IVOX[EEVHSSV[EGLXPMNWXTVSFPIQEXMIOSJI\XVE TVSHYGXMIWRIPIREHIUYEEXOER[SVHIR¨[IKKI[IVOX©3R^IJSVQYPIMW^IIVWYGGIWZSPIRZIIP RMIY[I STHVEGLXKIZIVWQEOIRKIFVYMOZERHI^IQIXLSHI:ER[IKIXSIRIQIRHIZVEEK[MPPIR[MNSR^IXIEQWQIX WTSIHYMXFVIMHIRQIX^S[IPSTIVEXMIEWWMWXIRXIREPWERIWXLIWMIQIHI[IVOIVW,MKL'EVI[IVOXPERHIPMNO ;MNLIFFIRLIXPERHMRZMIVVE]SRWMRKIHIIPH3QHIVIMWXMNHXIFITIVOIRMWLIXHIFIHSIPMRKHEXHIXIEQW ^SZIIPQSKIPMNO[SVHIRMRKI^IXFMRRIRMIHIVWIMKIR[SSRKIFMIHSJEGXMIVEHMYW;MNTVEXIRKVEEKIIRW ZVMNFPMNZIRHQIXNIHSSVSZIVSR^IQSKIPMNOLIHIR >MI[[[LMKLGEVIHIXEGLIVMRKRPZSSVQIIVMRJSVQEXMISJFIPQIX
;MNZVEKIR 8IEQWTIPIVQIXIIRVIWYPXEEXKIVMGLXIIRµI\MFIPI[IVOLSYHMRK &IWGLMOFEEVLIMHZEREJYYVTIV[IIO PSWWIHMIRWXIRSSOFIWTVIIOFEEV &IVIMHLIMHSQXIVIM^IR VIMWXMNHFSZIRqqRYYVIROIPIVIMW[SVHXZIVKSIH
;MNFMIHIR )IRLSSKWEPEVMWQIXIIR¨QSFMIPIXIEQXSIWPEK© WGLEEP EERKIZYPHQIXSZIVMKI
YMXWXIOIRHIEVFIMHWZSSV[EEVHIR +IIRFIVIMOFEEVLIMHWSJ[IIOIRHHMIRWXIR )IRPIEWIEYXSFILSSVXXSXHIQSKIPMNOLIHIR )IRFIXVSY[FEEVHMIRWXZIVFERHFMNLIXFIWXIHIXEGLIVMRKWFYVIEYZER2IHIVPERH
,SSJHOERXSSV6SXXIVHEQ-4SWXFYW-,%6SXXIVHEQ-;IWXIVWMRKIP-0(6SXXIVHEQ 40
8IZIRWZIWXMKMRKIRMR%QWXIVHEQ)MRHLSZIRIR>[SPPI OK OPERATIONEEL OKTOBER 2010
OKO6_2010 - Nicolet.indd 40
10/4/10 5:11 PM