nummer 135 / drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
2 Colofon
Midden-Delfkrant nr. 135 Uitgave van de Midden-Delfland Vereniging Verschijnt viermaal per jaar. Losse nummers € 3,00 Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. Redactie Arie van der Kooij Ankie Maessen (eindredacteur) Pia van Oord (hoofdredacteur) Frits van Ooststroom Joke Rodenburg-van der Ende
Redactie-adres Midden-Delfkrant, Keenenburgweg 3, 2636 GK Schipluiden,
[email protected] Basis lay-out Frits van Ooststroom, Stad en Streek Cultuurhistorie
Productie en druk Drukgroep Maasland, Maasdijk-Coldenhove
Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kopij zijn van harte welkom bij de redactie.
Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de Midden-Delfland Vereniging weergeven.
Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt € 15,- per jaar.
Aanmelding door storting op 3928463 (Postbank) of 14.37.75.367 (RABO) ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Maassluis, onder vermelding van ‘nieuw lid’. U kunt ook bellen: (010) 591 90 93 of schrijven: ledenadministratie Midden-Delfland Vereniging, Albert Schweitzerdreef 305, 3146 AP Maassluis. Opzegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan de ledenadministratie. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken.
Redactioneel
Een kleurrijk nummer, passend bij het fleurige zomerseizoen. Daar past het rijk geïllustreerde artikel over vlinders van Leo Poot goed bij. Op pagina 3 neemt de nieuwe voorzitter Ben van der Velde het stokje over en schrijft hij hoe hij dat wil doen. In het portret van een Midden-Delflander vertelt Kees Ammerlaan, hoe hij in Maasland een tuinderij begon op het land van de boerderij van zijn vader. Frits van Ooststroom beschrijft twee ongebruikelijke boerenschuren aan de Lierhand. Verder een zeer informatief artikel over het verschil tussen mist en mest, een zoektocht langs grote en kleine hectometerpalen, een verhaal over (het behoud van) de Zeven Gaten, een tentoonstelling over Zouteveen en de Zouteveense Meer in Schipluiden, een terugblik op de opening van het recreatieseizoen en de bekende rubrieken: een boekbespreking, over boerenhekken en de gevelsteen.
U leest over de feestelijke ledenvergadering, waar de Midden-Delflandprijs 2009 werd uitgereikt aan Nico van Paassen en waar na zeven jaar afscheid werd genomen van voorzitter Govert van Oord.
En in dit nummer al weer de laatste column van Bas Verkerk, burgemeester van Delft, die Midden-Delfland nodig heeft om zijn dromen te verwezenlijken. De redactie dankt hem hartelijk voor de vier persoonlijke bijdragen. Tenslotte heeft u in de envelop ook het programmaboekje van de MiddenDelfland Dag kunnen vinden zoals u intussen van ons gewend bent. Een mooie zomer en een mooie Midden-Delfland Dag gewenst!
Inhoud
Redactioneel / 2 Dat zal niet meevallen / Ben van der Velde / 3 Tuinder in Maasland Portret van een Midden-Delflander: Kees Ammerlaan / Gemma van Winden / 4 Twee schuren in de Lierhand Bouwhistorische verkenning / Frits van Ooststroom / 6 Gevelsteen / FvO / 8 Een manier van leven 20 juni Midden-Delfland Dag / 8 Mist in de polder Mist rijden, varen en tanken / Kees Moerman / 10 Midden-Delfland in hectometers Palen en paaltjes langs ’s heren (water)wegen / Pia van Oord / 12 Genieten van dagvlinders / Leo Poot / 14 Toekomst Zeven Gaten onzeker / Pia van Oord /16 De Wokkel / FvO 17 Boerenhekken / FvO / 17 De Zouteveense Meer / Jacques Moerman / 18 Scheurplicht / C.J. van der Sar / 19 Beste redactie Stage in de natuur / Tim van der Hoeven / 19 Uit onze winkel / 20 Boeren kleuren Midden-Delfland Een dag genieten in de polder / Joke Rodenburg / 21 Expositie Zouteveen / 21 Verenigingsnieuws / 22 Karin Kievit Nieuw bestuurslid / 23 Agenda 2009 / 23 Het buitenleven / Bas Verkerk / 24 Midden-Delflandprijs 2009 voor Nico van Paassen / MdK / 24
Website www.middendelflandvereniging.nl
Foto voorzijde: Gemma van Winden, Vlaardingsekade van de spoorbrug af gezien. drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
3
Dat zal niet meevallen Op de algemene ledenvergadering van 23 april heb ik de voorzittershamer van Govert van Oord overgenomen. Een ALV waarin naast allerlei niet onbelangrijke huishoudelijke zaken ook gelegenheid was, om naar aanleiding van zijn aftreden als voorzitter, Govert in het zonnetje te zetten. Alom waardering voor het vele werk wat Govert voor de Midden-Delfland Vereniging heeft verzet. Waardering werd geuit door het bestuur inclusief uw nieuwe voorzitter, maar ook de grote opkomst van zo’n 60 leden, was op zich een eerbetoon aan Govert. En dat Govert veel voor de vereniging en het gebied betekend heeft, bewijst ook wel het feit dat het gemeentebestuur van Midden-Delfland dat niet is ontgaan en hem de Erespeld van de gemeente Midden-Delfland heeft toegekend. Ook staatssecretaris Van Bijsterveldt prees de inzet en het werk van Govert. Kortom veel respect en veel lovende woorden, veel bloemen, een mooi cadeau (een historische kaart van het gebied) en een prestigieuze onderscheiding. Govert heeft dat allemaal verdiend en het was een waardig afscheid van een markante voorzitter van de MiddenDelfland Vereniging. En ja, als er een voorzitter afscheid neemt ligt het voor de hand dat er een nieuwe voorzitter wordt verwelkomd. Dat welkom tijdens de ALV viel mij ten deel en dat ervoer ik als hartverwarmend. Je zult het vertrouwen maar krijgen om een vereniging van zo’n 2500 leden te mogen leiden. Natuurlijk doe ik dat niet alleen. Ik heb me het afgelopen jaar kunnen inwerken in een enthousiast team. Ik kan me ook voorstellen dat het
Boerderij aan de Harreweg tijdens Midden-Delfland Open! Foto Joke Rodenburg.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
voor veel leden een vreemde ervaring is; een Vlaardinger die de hegemonie van Schipluiden (sorry, Midden-Delfland) doorbreekt. Een reden te meer voor mij om me extra in te zetten voor de vereniging en natuurlijk voor het prachtige Midden-Delfland.
De verleiding is groot om in de voetsporen van Govert te treden. Maar dat zal ik niet doen, daar ben ik te eigengereid voor. Ik heb zo mijn eigen stijl en daarbij ontbreekt mij nu nog de kennis van het gebied, de kennis van mensen die in het gebied wonen en de verhoudingen binnen het gebied voor. Natuurlijk ga ik me dat allemaal eigen maken, maar ik besef ook, dat ik daarin nog een weg af te leggen heb. Een weg die ik gaan wil met de andere leden van het bestuur en de vrijwilligers. Maar ook met de andere verenigingen en organisaties en overheden in het gebied. Wat me wel heel duidelijk is geworden, is dat de liefde voor het gebied en daarom ook de zorg voor het gebied ons bindt. Het besef dat we met elkaar iets moois en iets waardevols te verdedigen hebben geeft me energie. Energie die ik aan wil wenden om in samenwerking met al die anderen, de bijzondere waarde van MiddenDelfland te verdedigen. Het zal niet meevallen, maar met veel trots en ook in alle bescheidenheid zal ik de voorzittershamer van de Midden-Delfland Vereniging hanteren.
Ben van der Velde
Voorzitter Midden-Delfland Vereniging
4 priesteropleiding kreeg hij een bijzondere Ausweis. Omdat er steeds razzia’s gehouden werden, had vader Ammerlaan op de boerderij een paar schuilplaatsen gemaakt. Eén daarvan was in de stal, daar konden wel vier mannen in kruipen in geval van nood. Gelukkig hebben ze er weinig gebruik van gemaakt. Het Wapen van Maeslant was ook gevorderd door Duitsers, die wacht moesten lopen bij de zoeklichten van Oudkamp en in de Hoenderparklaan. “Ook op de boerderij hebben we inkwartiering gehad, maar dat waren eigenlijk wel goede soldaten.” Kees verliet de boerderij zo weinig mogelijk om vooral niet op te vallen. Het beviel hem eigenlijk wel goed zo en hij wilde niet meer terug naar de priesteropleiding.
Kees Ammerlaan anno 2009. Foto Gemma van Winden
Portret van een Midden-Delflander: Kees Ammerlaan
Tuinder in Maasland
Natuurlijk ging het hem aan het hart dat hij de tuin moest verlaten, maar nu woont Kees Ammerlaan (84) uitstekend naar zijn zin in de Singelhof. En af en toe, als hij weer even terug wil in de tijd, dan pakt hij het fotoalbum dat zoon Hans heeft samengesteld met daarin allemaal herinneringen aan de tuinderij. Kees werd geboren als zoon van Nicolaas Petrus Ammerlaan uit Maasland en Cornelia Maria van den Ende uit Den Hoorn. Hij was de oudste zoon van een gezin van zes kinderen. Zijn vader had een boerderij die al generaties lang in de familie was. Kees ging naar het kleinseminarie Hageveld in Heem-
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
stede omdat hij aangegeven had priester te willen worden. Moeder Ammerlaan vond het prachtig. Zijn jongere broer zou vader opvolgen in het bedrijf. Het was oorlog en het seminarie werd gevorderd door de Duitsers. Kees moest dus weer naar huis, waar hij dadelijk de handen uit de mouwen stak. Vanwege zijn
Tuinder Na de oorlog ging hij werken op een tuinbouwbedrijf van de oude Koos van der Hoeven aan de Westgaag, want hij wilde tuinder worden. Op de fiets dwars door de polder over het Dijkpolderpad. Er was wel een beetje durf voor nodig om over de smalle plankjes te rijden die over de slootjes lagen. Na een paar jaar veranderde Kees van tuinder om zo ook andere gewassen te leren kennen. “Daarna kon ik een stuk grond pachten van mijn vader. Het moest echter nog wel geëgaliseerd en gedraineerd worden. Dat hebben we toen via de Werkverschaffing laten doen. Je kon dat aanvragen bij het Districtbureau van Delfland en daar kreeg je dan subsidie voor.”
Huwelijk Intussen had hij Bep Groenewegen, de Maaslandse handarbeidjuf, leren kennen en toen hij een huisje kon huren, stapten zij in de huwelijksboot. Natuurlijk was Kees, net als alle andere tuinders, met plat glas begonnen. Later kocht hij de onderbouw van een kas en van lieverlee werd zijn werkgebied letterlijk en figuurlijk steeds groter. Op maandag, woensdag en vrijdag ging hij met de schuit naar de veiling in Maasland. “Ik herinner me nog heel goed mijn allereerste veilingdag. Ik had 100 bakken spinazie en ze draaiden allemaal door. Maar ik gaf de moed niet op, de sla, de bloemkool en de andijvie die ik ook bij me had, kon ik wel verkopen.” De prijzen waren uiteraard mede afhankelijk van het aanbod. De schuiten die bij de veiling aankwamen hadden zich aan een speciale regel te houden, zodat je de ene keer vroeg en de andere keer laat onder de klok van de veiling verscheen. “Ik moest
5
De oude boerderij met de draaibrug aan de Kluiskade
twee veilingbrieven invullen, eentje ging met de schuit mee en de andere was voor de afslager. Later kon je de brief weer ophalen en werd je geld overgemaakt.” Juist vanwege de veiling lag er voor de boerderij een draaibrug die dus drie keer per week moest worden opengemaakt. Meestal ging Kees zelf naar de veiling. “Soms was het wel tobben, bij harde tegenwind bij de Trekkade, het was een hele toer om in de vaargeul bij de veiling te komen. In 1960 stopte de veiling en moesten we met de vrachtwagen naar Westerlee. Daar werd iedere dag geveild, dat was een voordeel.”
Kolen bijvullen Toen de tuinderij van Kees verwarmd werd door een kolenkachel moest hij in de winter wel een paar keer per nacht het bed uit om kolen bij te vullen, zodat het vuur bleef branden. Dan trok hij een dikke jas aan over zijn pyjama en ging de donkere nacht in. Bep werd wakker als die koude man weer het bed in stapte. Maar het voordeel was wel, dat hij nu vroege gewassen kon telen. Als de tomaten weer uit de kas waren, moest de grond gestoomd worden met grote zeilen. “In het begin liet ik dat doen, maar toen ik een betere ketel had, deed ik het zelf, samen met de knecht die ik 27 jaar gehad heb.” Bep zorgde voor de acht kinderen en hielp mee waar dat mogelijk was. Ook de jeugd stak al vroeg de handen uit de mouwen, dan konden ze een mooi zakcentje verdienen. Kees stapte over op bloemen en dat was een succes.
Platgooien Net zoals toentertijd de ouderlijke boerderij moest wijken voor woningbouw, zo verging het nu ook de tuinderij van Kees Ammerlaan. “In 1990 kwam de nieuwe brug en drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
moest ik tuingrond inleveren voor de bouw van huizen. Er kwam ontzettend veel verkeer langs ons huis. De drempel die ze in het wegdek gelegd hadden, was heel instabiel. We lagen te schudden in bed. Zo ontstonden er scheuren in het huis. We hebben de hele boel platgegooid en nu komen er twee huizen op. Bep en ik zijn verhuisd naar de Singelhof. Toen we de tuin moesten inleveren, werd duidelijk dat de grond vervuild was. In de jaren ’60 is de sloot tussen ons en de buurman opgevuld met bleekaarde. Bleekaarde is een filterproduct van olie van Shell. Niemand wist toen dat dit spul niet deugde. Alles moest afgegraven worden. Verdwenen En zo verdween er weer een stukje tuinbouw uit Maasland. De oude veiling is nog één van de laatste overblijfselen van die economische pijler. Als die straks ook verdwenen is, herinnert niets in deze omgeving meer aan de noeste arbeid die de tuinders van de regio hier hebben verricht. Kees ligt daar nu niet meer van wakker. Hij heeft het druk in de Singelhof met allerlei bezigheden. Hij hoopt daar samen met zijn vrouw nog vele jaren door te kunnen brengen.
Trots op de nieuwe ketel
Kees met de melkteems (melkzeef)
Dak krijten
Gemma van Winden-Tetteroo
Kees Ammerlaan aan het werk op de tuinderij
6 kelder aan de niet-erfzijde, zonder vergroting van de opkamer. Bij de grondige restauratie in de jaren zeventig van de vorige eeuw, door de huidige eigenaar, zijn diverse vroegere verbouwingen teruggebracht naar de oorspronkelijke situatie. In een later stadium is ook de stal tot woning verbouwd.
J. Verheul Dzn. maakte in 1927 een aquarel van de boerderij vanuit het noorden. Tegen de kelder staat een melkhuisje. Op de voorgrond is een van de twee (inmiddels verdwenen) hooibergen te zien. Collectie Gemeentearchief Rotterdam.
Bouwhistorische verkenningen
Twee schuren in de Lierhand
De boerderij Woudzicht 1 ligt wat verscholen in het groen aan een weinig gebruikt zijweggetje van de Noordlierweg, in buurtschap de Lierhand. De boerderij is een rijks-monument. Helaas gold de monumentenbescherming niet voor de bijgebouwen. Toen er een sloopvergunning werd aangevraagd voor een houten schuur, kon deze niet geweigerd worden. Vóór de afbraak van de schuur vond wel een bouwhistorisch onderzoek plaats. Hoewel bouwvallig, bleek de schuur bijzonder interessant. Ook een tweede schuur op het erf bleek een nadere beschouwing waard. De boerderij Woudzicht 1 is in 1761 gebouwd voor Gabriël Jacobsz. van der Kooij, maar de boerderijplaats is veel ouder. Al op een kaart uit het begin van de zestiende eeuw wordt op deze plaats een boerderij afgebeeld, evenals op de kaart van Nicolaes Kruikius uit 1712. De laatste boer op deze boerderij was Leen Ammerlaan. Rond de boerderij lag 46 ha weidegrond, die nu grotendeels een tuinbouwbestemming heeft gekregen. Bij de grenswijziging van 1 januari 2004 is de boerderij overgegaan van Schipluiden naar de gemeente Westland (De Lier). Het hoofdgebouw De boerderij Woudzicht 1 heeft een Z-vormige plattegrond en ligt ge-
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
oriënteerd op het (noord)oosten. De opkamer/melkkelder is aan de noordzijde uitgebouwd, de stal aan de zuidkant. Het type van de boerderij is afgeleid van een driebeukig hallenhuis. Woudzicht 1 is een goed voorbeeld van de achttiende-eeuwse boerderijontwikkeling waarbij direct al bij de bouw een zijbeuk (aan de erfzijde) werd weggelaten, o.a. om een betere lichttoetreding in voor- en achterhuis te verkrijgen. Vooral in de oorspronkelijke voorgevel van de boerderij zijn diverse bouwsporen zichtbaar, ondermeer van het vroegere aangebouwde melkhuisje met doorgeefluik en van de oorspronkelijke voordeur aan deze zijde. Er zit daar ook een stichtingssteen (zie kader op bladzijde 8). Opvallend is de verlenging van de
Stenen schuur Ten noorden van de opkamer staat een kleine stenen, rietgedekte wagenschuur. Het metselverband, met klezoortjes (kwartsteentjes) op de hoeken en drieklezoren (driekwartstenen) bij de gevelopeningen, doet vermoeden dat de schuur gelijktijdig met het hoofdgebouw is gebouwd (dus omstreeks 1761). In het muurwerk zitten dichtgezette smalle openingen (het lijken wel de schietgaten van een kasteel). Vermoedelijk waren het de oorspronkelijke gevelopeningen waardoor licht en lucht in de schuur konden toetreden. In de literatuur wordt gemeld dat in het verleden stallen geen ramen hadden, maar slechts kleine ventilatieopeningen. Nergens in de regio zijn ooit sporen van dergelijke oude openingen in stalmuren aangetroffen. Wellicht herkennen we in de ‘schietgaten’ in deze schuur een zeer late vorm van deze ventilatieopeningen. Het maakt deze schuur zeer bijzonder. Later zijn in de gevel gietijzeren stalramen aangebracht. Recent is de achtergevel vernieuwd. Het dak heeft aan de voorzijde een schild, achter is het een zadeldak. Achttiende-eeuwse, rietgedekte schuren zijn uniek in de regio.
Houten schuur De tweede, inmiddels afgebroken, schuur was een grote houten schuur
Kadastrale minuutkaart uit 1824. Tussen het hoofdgebouw en de stenen schuur staan twee vijfroedige hooibergen. De houten schuur is nog niet aanwezig. Tekening K.E. Machen. Bron: watwaswaar.nl
7
Hoekoplossing metselwerk met klezoortjes in de koppenlaag.
met een formaat van 15 bij 8,30 meter en een hoogte van ca. 6,70 meter. De gevels waren bekleed met brede vurenhouten, gepotdekselde en geteerde planken. De inrijdeur was een dubbele schuifdeur van diagonaal aangebrachte rabatdelen (groen met wit geschilderd). Deze deuren waren waarschijnlijk niet uit de bouwtijd, maar meer recent aangebracht. Boven de inrijdeur bevonden zich twee gevelopeningen, kennelijk zaten daar vroeger raampjes. Ook in de zijgevels zaten (getoogde) gevelopeningen. Daar hebben stalramen gezeten, waarschijnlijk van gietijzer. Het zadeldak was belegd met rode Hollandse pannen. Langs de schuine kanten van het dak liepen waarschijnlijk windveren. Onder de horizontale dakranden bevonden zich enkele restanten van klossen waarop dakgoten hebben gelegen.
De draagconstructie was opgebouwd uit grenen- en vurenhouten balken. De verticale stijlen en staanders bestonden uit ongeveer vierkante balken. Veel andere balken hadden een ‘moderne’ doorsnede en waren veel hoger dan breed. De plattegrond van de schuur was driebeukig met ongeveer even brede zijbeuken en middenbeuk. De stijlen rustten op gemetselde poeren, afgedekt met een tegel. De gebinten waren zogenoemde tussenbalkgebinten. De tussenbalk werd op de stijlen in de breedterichting afgeschoord door een ijzeren korbeel (schuine schoor). Op de stijlen rustten gordingen, waarop het dakbeschot was aangebracht. Midden op de horizontale zijbeukbalken stonden zijbeukkapstijlen die eveneens gordingen ondersteunden. Op de hoge tussenbalk stond een zogenoemde nokbalkgordingschoor. Vanuit het middelste gebint liepen twee schuine schoren naar de naastgelegen gebinten voor drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Dichtgezette ventilatieopening in de muur van de stenen schuur.
Stenen wagenschuur.
schoring van de constructie in de lengterichting. Het dakbeschot bestond uit staande gepotdekselde delen.
Koeienstal De gebintconstructie was afgeleid van het traditionele ankerbalkgebint, maar de tussenbalk lag vanwege de smalle middenbeuk veel hoger dan gebruikelijk. Door deze opbouw kon in de schuur geen zolder gemaakt worden, waardoor de kapruimte ongebruikt is gebleven. De schuur was ingericht als koeienstal. De middenbeuk was de voergang. Hier lagen ook restanten van drinkgoten en kniebomen (verhoogde rand tussen goot en de plaats waar de koeien staan). In de zijbeuken lagen de koestanden waarvan het voorgedeelte van aarde was (comfortabeler voor de koeien) en het achtergedeelte van cement. Daarachter lagen brede, zeer ondiepe mestgoten. Het is heel bijzonder dat er geen kruipaden waren achter de mestgoten; dat is al sinds de zeventiende eeuw gebruikelijk. De mestgoten liepen tot de gemetselde zijmuurtjes (onder de houten zijgevels). In de achtergevel zaten dan ook niet de twee traditionele mestdeuren ter weerszijden (om de mest naar buiten te kruien) en een hooideur in het midden. Wel waren er in de onderwand links en recht gaten waardoor de mest naar buiten geschoven en geveegd kon worden naar een betonnen mestopvang. Gezien de balkmaten zal de schuur omstreeks 1900 zijn gebouwd. Al met al een bijzonder interessante stal, zowel wat constructie, materiaalgebruik als indeling betreft. Houten stallen uit die periode zijn zeer zeldzaam in de regio. Een constructie met vergelijkbare gebinten is hier vooralsnog slechts aangetroffen in een stal van de buitenplaats/boerderij Hodenpijl aan de
Westgevel en voorgevel van de houten schuur. Rechts op de achtergrond is nog juist de stenen schuur zichtbaar.
Doorsnede met gebintconstructie van de houten schuur. Tekening ir. B.J. Hendriks b.i.
Interieur van de houten schuur met gebintconstructie en voergang
8 Tramkade in Schipluiden. Hier zijn echter ankerbalkgebinten toegepast en ligt het accent van de schoring op de breedterichting (door overhoekse schoren onder de ankerbalken). Een grupstal zonder kruipad is in de regio verder ook niet aangetroffen. Erg jammer dat de schuur is afgebroken.
Frits van Ooststroom
Bron: Ooststroom, F.W. van, ‘Schuur van de boerderij Woudzicht 1, De Lier’. Stad en streek cultuurhistorie, Vlaardingen 2007 (in opdracht van Gemeente Westland). Foto’s: Frits van Ooststroom
Gevelsteen
20 juni Midden-Delfland Dag
Een manier van leven Dit jaar staat het buitenleven centraal en zijn de deelnemers uitgenodigd activiteiten te organiseren die verbonden zijn met het platteland en het buitenleven. Iedereen is enthousiast aan de slag gegaan en dat heeft vele leuke activiteiten opgeleverd. Een willekeurige greep uit het gevarieerde programma: Fiets-, wandel- , vaar- en skatetochten. Muziek, toneel en exposities. Slootje springen en vissen, picknicken in het gras, huifkarren rijden rond, streekproducten zijn te proeven en te kopen. Diverse boerderijen zetten de staldeuren open, er worden schapen geschoren en kunstkoeien gemolken. Op veel plaatsen is informatie te vinden over het gebied, het natuurbeheer en de (weide)vogels.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
De Midden-Delfland Vereniging verzorgt samen met het Boerolfestival een knallende opening van de dag aan de Woudseweg 180.
Het programmaboekje is als losse bijlage toegevoegd aan deze Midden-Delfkrant. Op de website www.middendelflandvereniging.nl vindt u het programma met de laatste wijzigingen en aanvullingen. Het belooft, net als andere jaren, weer een drukke dag te worden. We adviseren alle bezoekers zoveel mogelijk per fiets of te voet te komen en de auto als het enigszins kan achter te laten op de grotere parkeerterreinen aan de randen van het gebied. Alle deelnemers wensen de bezoekers en bewoners een fijne dag.
De boerderij Woudzicht 1 in buurtschap de Lierhand heeft een hardstenen gevelsteen, ingemetseld in de voorgevel, naast de plaats waar vroeger de voordeur zat. De tekst op de steen luidt: ‘Deze eerste steen geleyt door Elisabet Gabrielse van der Kooy out 2 jaar 5 m(aanden) 20 d(agen) 1761’. Elisabeth (geboren in 1759) was de oudste dochter van Gabriël Jacobsz. van der Kooij (1731-1803) en Hester Jacobsdr. van der Kooij (een achternicht, 1729-1815). Gabriël op zijn beurt was een zoon van Jacob Gabriëlsz. van der Kooij (1701-1764) en Elisabeth Jansdr. van Dijck (1707-1738) die op de Hofwoning in ’t Woudt woonden. De jonge Elisabeth was naar haar jong overleden grootmoeder genoemd.
De boerderij aan de Lierhand bleef slechts enkele jaren in gebruik bij Gabriël Jacobszoon. In die periode was Gabriël schepen van Hoog- en Woudharnasch. In 1765 keerde hij terug naar de Hofwoning om het bedrijf van zijn vader over te nemen. Hij werd daar schepen van Hof van Delft en was als welgeboren man van Delfland lid van de Hoge Vierschaar (waar de hoge rechtspraak plaatsvond). Ook in de Hervormde Gemeente speelde hij een belangrijke rol: als diaken, als kerkmeester en als ouderling. Als kerkmeester was hij verantwoordelijk voor de bouw van het schoolhuis in ’t Woudt in 1772. In 1769 liet hij een dubbele familiebank plaatsen in de kerk. Zijn dochter Elisabeth werd op 25 maart 1759 in de kerk van ’t Woudt gedoopt en deed daar op 29 maart 1779 belijdenis. Zij trouwde op 21 mei 1780 met de veertien jaar oudere Jacob Paulusz. van der Kooij (een achterneef van haar vader). Jacob was boer aan de Schie onder Hof van Delft. Ook hij bekleedde diverse hoge functies. Hij overleed op 17 oktober 1790. Elisabeth hertrouwde drie jaar later met Jan Jacobsz. van Leeuwen. Zij overleed in 1816 op 57-jarige leeftijd. (FvO)
9 Mist rijden, varen en tanken
Mist in de polder
Een mistige morgen in de polder waar het zonnetje doorheen probeert te breken of van die laaghangende mist waar alleen de koeienkoppen en koeienlijven bovenuit komen. Dat levert uiteraard prachtige beelden op maar hoewel de titel anders doet vermoeden, gaat het in dit geval niet over het weer. Je kunt het meteorologische verschijnsel mist niet vervoeren, je kunt er wel doorheen rijden of varen maar mist tanken wordt al weer heel lastig. In Midden-Delfland spreekt men van mist als het over mest gaat.
Koeien in de mist. Foto Paul Meuldijk.
Mist is dus de aanduiding voor mest maar volgens streektaaldeskundige Henk Tetteroo wordt ook vaak de ‘t’ nog weggelaten bij het uitspreken. Dan wordt het dus mistank en miskar.
Er zijn verschillende soorten mest: drijfmest, die gier en vaste mest bevat en ruige mest wat mest is vermengd met stro. De ruige mest moet eerst rijpen op de misthoop en wordt als rotte mist uitgereden over het land. De drijfmest werd vroeger verzameld in de miststaal op het land. Woorden als poep, uitwerpselen en drek zijn in Midden-Delfland niet gebruikelijk, ook het woord ‘koeienvlaai’ wordt hier nauwelijks gebruikt. Als een koe diarree heeft zegt men: ‘Hij is an de schijt’. Met die ‘hij’ wordt dan de koe bedoeld!
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Onmisbaar Mest is al eeuwenlang de onmisbare schakel in de kringloop van gras, melk en mest. Sommige mensen vinden koeienmest stinken maar de echte liefhebbers vinden het geen onaangename lucht. Het hoort bij het land net als de geur van versgemaaid gras. Dierlijke mest is onmisbaar voor een gezond bodemleven en voor de groei van de gewassen. Planten hebben o.a. voedingsstoffen nodig die door begrazing en maaien juist van het land verdwijnen. Via de mest worden deze stoffen weer teruggebracht naar het land en wordt de kringloop gesloten. Zonder mest groeit er minder gras en zou het weiland verschralen met als gevolg dat het gras minder voedzaam en smakelijk wordt.
Mestwetgeving De mest die koeien in de wintermaanden produceren wordt verzameld in grote mestkelders en silo’s. Sinds 1991 is het uitrijden van mest gebonden aan steeds strengere regels. Tot 1998 mocht de mest nog gewoon bovengronds worden uitgereden. Tegenwoordig wordt de mest met behulp van mesttanks met mestinjecteurs in de bodem geïnjecteerd. Op minder draagkrachtige grond zoals veengrond en onder natte omstandigheden wordt ook wel gewerkt met een minder zware sleepslangbemester waarbij de mest via een slang naar de rijdende tractor met mestinjecteur wordt gepompt.
Mest en weidevogels Als er geen mest wordt gebruikt neemt het bodemleven af en vermindert de hoeveelheid insecten en wormen. Dit heeft weer direct gevolgen voor de weidevogels die juist gebaat zijn bij veel wormen en insecten omdat dit hun voedselbron is. In Midden-Delfland worden de nesten door de weidevogelwachters en boeren opgespoord en gemarkeerd zodat er bij het werk op het land rekening mee kan worden gehouden.
Mest in de grup Tegenwoordig zijn veel zaken gemechaniseerd maar vroeger was het afvoeren van de mest voornamelijk handwerk. De mest verdween achter de koeien in de grup (goot) die aan het einde van de stal uitmondde in de mestput. De mest werd met een houten blok of plankje aan een steel de mestput ingeschoven. Deze put was meestal niet zo groot waardoor men de hele stalperiode bezig was met het afvoeren van de mest. De mestput mondde vaak uit in een mestgoot die naar de sloot liep. Hier lag de mestschouw klaar om de mest naar het land te varen. Door het bedienen van een paar schuiven aan het begin en eind van de mestgoot, kon men de schouw vol laten lopen. Het was wel zaak deze schuiven op tijd te sluiten, anders kon het gebeuren dat de schouw overliep en zonk. Soms moest de mest eerst in kruiwagens geschept worden omdat de schouw niet bij de stal kon komen. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de nog aanwezige mestgoot in de berm van de Woudweg.
Mestschouw Als de schouw vol was ging men via de Voersloot, Slinksloot en Zweth naar de verschillende percelen waar de mest moest worden
10 Boerderijen langs de Vaart Langs de Vlaardingervaart ter hoogte van de Willemoordseweg was vroeger een concentratie van boerderijen. Een ideale plek in verband met de aan- en afvoer van melk, mest en voer, zoals bieten en de spoeling van de jeneverbranderijen in Schiedam. De meeste boerderijen hier lagen ingeklemd tussen de Vaart en de teensloot onderaan de kade. Het land lag allemaal op afstand en was vaak alleen over het water goed bereikbaar door de verkaveling die zich hier, evenwijdig aan de Vaart, aan weerszijden van de Zweth uitstrekte. De Zonnehoeve vormde in dit rijtje een uitzondering omdat die gelegen was onderaan de kade voorbij de teensloot. Over een lengte van ongeveer één kilometer bevonden zich 11 boerenbedrijven. Op de plaats waar nu de Reigerhof staat, heeft daarvoor een boerderijtje gestaan en het vroegere Café Halfweg had ooit ook een stalletje aan de achterkant waar een paar koeien gehouden werden. De veestapels waren hier bij de meeste boeren niet zo groot. Zo tussen de 10 en 20 koeien werden er gehouden. Sommige boeren hadden echter wel rond de 40 koeien. Het meeste land was gelegen aan weerszijden van de Zweth en de Willemoordseweg maar ook op de Vlietlanden had men vaak nog land. Bij iedere boer ging er ’s winters regelmatig een vracht mest naar de tuinders in het Westland. Een vracht mest van 17-20 ton leverde rond 1975 ongeveer 70 gulden op. Sommige boeren langs de Vlaardingervaart hadden heel weinig land, het vee stond hierdoor bijna altijd op stal. De meeste mest ging dan naar de tuinders in het Westland en het voer zoals hooi, spoeling en schillen, werd allemaal per schip aangevoerd.
Mist tanken.
Betonnen mestsilo.
gelost. Op de bodem, tussen de ribben van de schouw, lagen planken om een vlakke vloer te creëren. Hierdoor was het makkelijker om de schouw leeg te scheppen. Dat leegmaken gebeurde met een schepemmer en voor de laatste resten werd een houten mestschep gebruikt. Het varen met zo’n volgeladen schouw verliep niet altijd voorspoedig. Het gebeurde weleens dat, door de diepgang, de schouw vastliep op een boomwortel of ondiepte onder water. De ‘schipper’ moest dan voorin zien te komen om de boel vlot te trekken maar dat viel niet mee bij een volgeladen schouw. Een misstap betekende onherroepelijk een nat pak en dan kon je uiter-
Deels met grond bedekte mestgoot bij de Zonnehoeve die onder het gras nog doorloopt tot de mestput op de achtergrond.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
aard beter overboord vallen dan in een volgeladen mestschouw. In het voorjaar als het vee weer buiten liep en alle mest naar het land was gebracht moest de schouw worden klaargemaakt voor de volgende winter. Met vereende krachten en met behulp van takels, touwen en palen werd hij op de kant getrokken. Eerst moest de schouw worden schoongemaakt waarna hij in de bruine koolteer werd gezet. Als dat klaar was moest de schouw worden gekeerd en werd de buitenkant in de koolteer gezet. Rustend op een paar balken bleef hij zo de hele zomer liggen tot de stalperiode weer aanbrak. Langs de Zweth ligt nog nauwelijks
Schouw in Zweth.
zichtbaar een oude mestschouw. Ongeveer 20 jaar geleden is deze schouw door Leed Kester daar ‘geparkeerd’ en al jaren ligt hij daar vast in de kant gevuld met grond en begroeid met gras. Deze schouw fungeert nu als beschoeiing en maakt bijna onzichtbaar deel uit van het weiland. Miststaal Op de kop van de percelen werd altijd een miststaal aangelegd. Ieder jaar werd er een greppel uitgegraven en met de grond maakte men een dijkje van 50-60 cm hoog waarbinnen de mest werd opgeslagen die met de schouw werd aangevoerd. In het voorjaar moest de
11
Goed onderhouden mestkar compleet met mestsproeier van Arnold van Adrichem.
mest worden uitgereden over het land. Met de schepemmer en de mestschep schepte men de mest in een mestkar. Als de miststaal in het voorjaar was geleegd, werd de grond van het dijkje weer in de greppel geschept zodat ook hier gedurende de zomer het gras kon groeien.
Mestkar Een mestkar werd oorspronkelijk voortbewogen door één of twee paarden. Via een luikje in de bodem van de houten bak, liep de mest op een mestsproeier. Dit is een karretje met een ronddraaiende plaat voorzien van schoepen die onder de mestkar werd vastgehaakt. Een mestsproeier was volledig van metaal gemaakt. De metalen wielen van dit karretje dreven de plaat aan en waren voorzien van dwarsribbels om het doorslippen tegen te gaan. De mest werd met behulp van de mestsproeier zo goed mogelijk over het gras verdeeld.
In het gat aan de achterkant van de mestsproeier kon je een stok steken zodat je zonder de mestsproeier aan te raken deze weer achter de mestkar kon hangen. Bij stilstand viel de mestsproeier van de haak waarmee de sproeier aan de kar was bevestigd, het was dus zaak om te blijven rijden. Ook bij greppels of putten in het land kon je de mestsproeier verliezen. Goed opletten was daarom noodzakelijk om te voorkomen dat de mest in een dikke streep in
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
plaats van netjes verdeeld op het gras terecht kwam.
De familie Zonneveld van de Zonnehoeve kocht rond 1960 bij wagenmakerij van Beurden in Maasland een mestkar. Deze mestkar was gemaakt om getrokken te worden door 2 paarden. Later is de kar geschikt gemaakt voor gebruik achter een trekker. Het was ook mogelijk om de mestbak te verwijderen en het onderstel te gebruiken tijdens de hooibouw. Midden-Delfland is geen museum. De silo en mesttank horen bij het hedendaagse Midden-Delfland
zoals de miststaal en mistkar bij het verleden horen. Het verleden is nog steeds zichtbaar door de verschillende bewaard gebleven mestputten, mestkarren en mestgoten. Mest is onlosmakelijk verbonden met dit gebied. De gelukkig nog steeds aanwezige agrarische bedrijvigheid en de cultuurhistorie bepalen voor een belangrijk deel de onschatbare waarde van Midden-Delfland.
Kees Moerman
Met dank aan: Familie A. Zonneveld Henk Tetteroo (streektaalinformatie) Foto’s: Auteur, tenzij anders vermeld.
Miststaal leegmaken met schepemmer en mestkar in 1966. Foto Fam. A. Zonneveld.
12
Houten paal in de Vlaardingervaart.
Palen en paaltjes langs ‘s heren (water)wegen
Midden-Delfland in hectometers
Waar vandaag de dag de GPS of de tom-tom wordt gebruikt om trefzeker de weg te vinden, was dat vroeger heel anders. Mensen verplaatsten zich met andere vervoermiddelen en vaak te voet. De reizigers oriënteerden zich toen op een andere manier op hun route dan tegenwoordig. Her en der in Midden-Delfland staan nog palen en paaltjes, die herinneren aan dat andere tempo.
Afstanden werden vroeger uitgedrukt in uren gaans, wat voor voetgangers een adequate maatstaf is. Mensen volgden de juiste route aan de hand van kerktorens en molens, die als bakens aan de horizon stonden. Om dan te weten hoe ver het nog was, waren er praktische hulpmiddelen. Langs de trekvaarten en de straatwegen stond een keur aan palen en paaltjes.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
In heel Midden-Delfland stonden langs de trekpaden op de boezemkades hectometerpaaltjes. Dat zijn vierkante betonnen paaltjes van ca. 40 tot 50 cm hoogte met een afgeschuinde bovenkant waarop een blauw nummerbordje; het nummer 23 bijvoorbeeld betekende dan een afstand van 2300 meter vanaf het beginpunt; meestal een brug in de kern van een dorp of stad. (Dat
punt kreeg nummer 0). Zo wist een reiziger - of het nu een marskramer was of een kind op weg naar school - hoeveel hij nog te lopen had tot zijn bestemming. En een hedendaagse wandelaar kon zo aflezen wanneer het tijd wordt om rechtsomkeer te maken en weer huiswaarts te gaan. Een praktisch systeem en schoon in zijn eenvoud.
Slachting Uit eigen ervaring weet ik, dat in de zeventiger jaren de serie paaltjes langs de hele oostelijke boezemkade tussen Vlaardingen en Schipluiden nog compleet was. Soms ontbrak het blauwe bordje, maar de tel kon je niet gauw kwijt raken. Ze stonden ook langs de trekkade van de Noordvliet, langs de Duifpolder en op de Commandeurskade. Maar de laatste 15 jaar heeft er o.a. door onzorgvuldig onderhoud en ingrijpende kadeversterkingswerkzaamheden een ware slachting onder deze paaltjes plaatsgevonden. Nu staan er langs de Vlaardingsekade alleen nog een paar paaltjes in
13
Oude straatwegaanduiding langs de Gaagweg. Het huis is in de loop van de tijd flink lager dan de weg komen te liggen. Paaltje in de kade langs de Vlaardingervaart aan de Duifpolderzijde; in het water is ook een paal te zien.
Paaltje nummer 0 op de hoek van de Noordlierweg en Groeneveld, opvolgende nummers zijn er in de omgeving niet meer te vinden.
privé-tuinen; de andere zijn geheel verdwenen, soms na een jarenlange slijtageslag met maaimachines of in één klap bij een kadeverhoging. Op verschillende andere plaatsen zijn ze ook nog te vinden. Er staat nu nog zo’n paaltje aan het eind van de Kwakelweg, vlak bij de overzetboot en er staat een enkele langs de Vlaardingervaart aan de kant van de Duifpolder.
Witte kop Een vergelijkbaar fenomeen zijn de hardhouten palen in de boezemvaarten; in mijn herinnering vroeger met een witte kop en ook hier een nummer op een blauw bord. De afstand tussen deze palen is soms groter, maar er worden ook hier afstanden van honderd meter geteld. We vinden ze nog in de Vlaardingervaart tussen Schipluiden en de Vlietlanden. Ze staan ook in de boezem tussen Maasland en de Maaslandse Dam, maar ik heb de indruk, dat die serie niet meer compleet is. Bij het lopende project van de kadeverbetering drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Paaltje 68.
in de Commandeurspolder zijn ze aangewezen als cultuurhistorisch waardevolle objecten, die de moeite van het in stand houden waard zijn.
Basaltpalen Een derde voorbeeld zijn de basaltpalen; mooie zwarte onregelmatig gevormde zeshoekige palen. Ze hadden een witte kop, het nummer van de rijks- of provinciale straatweg en ook een hectometer-nummer. Zulke palen stonden tot in de jaren zestig nog langs de provinciale weg tussen Maasland en Schipluiden langs de Gaag. Ze werden toen vervangen door kleinere metalen hectometerpaaltjes, mogelijk vanwege een wegverbreding of omnummering van het wegenstelsel of omdat ze niet meer bestand waren tegen het steeds zwaarder wordende verkeer (nu zien we slechts kleine aluminiumbordjes). Er staat aan de Gaagweg nog één basaltpaal vlakbij een voorgevel, ‘omdat hij op eigen terrein en niet in de weg stond’. Soms duikt zo’n paal nog ergens op, verscholen in
Paaltje 23.
een bosje of letterlijk bij het uitbaggeren van een sloot.
Wij zijn benieuwd of lezers meer plaatsen weten waar dit soort palen en paaltjes nu nog staan. Ook foto’s van verloren gegane paaltjes zijn welkom, wel graag met vermelding van de locatie.
Pia van Oord Foto’s: Auteur.
Gesneuveld paaltje nr 23, onder aan de Vlaardingsekade.
14
De verschillende stadia van de Dagpauwoog: eitje – larf – pop – imago.
Genieten van dagvlinders
Kent u de uitdrukking ‘vlinders in je buik’? Het is een vaak gebruikte term, meestal bij een hevige verliefdheid. Maar vanwaar die associatie met vlinders? Is het de onrustige vlucht van deze insecten of dat zomerse gevoel van vrijheid, bloemrijke weilanden en blauwe luchten. U begrijpt het natuurlijk al, waren in de vorige editie van deze krant de juweeltjes van de nacht de sterren, dit keer hoop ik u te interesseren voor een andere boeiende groep uit de orde der lepidoptera ofwel de dagvlinders. Ook in Midden-Delfland zijn nog prachtige soorten dagvlinders te zien. Al wordt het wel minder en dat geldt niet alleen voor MiddenDelfland. Volgens de gegevens van het Landelijk Meetnet Dagvlinders is het helaas een landelijk gegeven. Het kost te veel ruimte om alle soor-
ten die u in Midden-Delfland tegen kunt komen hier te behandelen en daarom beperk ik mij tot een paar soorten die wel wat extra aandacht kunnen gebruiken. Wist u trouwens dat er in Nederland 53 soorten dagvlinders voorkomen en dat 14 soorten ernstig worden bedreigd, 9 be-
Koninginnepage, door opwarming mogelijk in de toekomst in Midden-Delfland te vinden.
dreigd en 3 soorten kwetsbaar zijn? In Midden-Delfland kunnen we op zonnige dagen (vlinders zijn koudbloedig en moeten zich opwarmen om actief te worden, net als ik trouwens) 20 soorten dagvlinders tegenkomen, niet allemaal tegelijk natuurlijk want dat is per soort afhankelijk van de vliegtijd (bepaalde periode in het jaar) en de locatie waar u zich bevindt.
Metamorfose De ontwikkeling van een vlinder kent een aantal stadia en is één van de wonderlijkste processen in de natuur, via eitje (slechts enkele mm) - een aantal larvale stadia (de rupsen vervellen een aantal keren om te kunnen groeien, ze barsten zo te zeggen letterlijk uit hun jasje) - een popstadium (hierin vindt de metamorfose tot vlinder plaatst) - en ten slotte het volwassen imago (vlinder). De verschijningsvormen van deze stadia zijn te zien op de foto’s van de Dagpauwoog een overwinteren-
Kleine vos.
Bruin zandoogje.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
15 de soort die u al vroeg in het jaar kunt zien, vaak zonnend op een kaal plekje.
Witjes De meest geziene soorten zijn de witjes die we allemaal wel kennen en waarvan de rupsen fanatiek worden bestreden door oa volkstuinbezitters die hun zorgvuldig gekweekte kooltjes natuurlijk niet willen offeren aan deze vreetmachientjes. Een goede tweede is tegenwoordig de Bruine zandoog die we overal tegen komen en een fanatieke bezoeker is van (bij voorkeur) bloeiende distels. Maar kent u ook de Argusvlinder, dit is een echte grasvlinder die we vroeger vaak tegen kwamen op (vooral) braakliggende stukjes grond langs de randen van het weiland. Nu komen we ze vooral tegen in aangelegde parken met ruigtes waar ze langs voetpaden in kuiltjes en greppels met graspollen hun eieren afzetten. Op het pad zelf of op kale stukjes of stenen kunnen we ze zien zonnen en zijn de mannetjes druk met territoriumgedrag. Een andere algemene soort is de Kleine vos ook zo’n soort die we overal tegen kunnen komen in Midden-Delfland en ook deze erg decoratieve vlinder zien we minder de laatste jaren. In de jaren negentig telde ik op een zomerse dag wel meer dan 100 exemplaren op distels, nu ben ik al een gelukkig mens als ik er een tiental kan noteren. Vooral ongelukkig gekozen maaitijdstippen zijn een aanslag op de populaties; brandnetels, de waard-
plant van deze soort (de plant waar de rups op leeft), krijgen geen kans meer om te groeien waardoor de vlinder ook verdwijnt. Ook distels een belangrijke nectarplant voor de voedselvoorziening van de vlinder zien we daarom veel minder. Langs de randen van de parken tussen de bossages enz. waar deze planten wel kunnen groeien, komen we de soort gelukkig nog wel tegen. Het landkaartje is een echte bewoner van de parken, de soort houdt van plekken waar veel struiken/ heesters en bomen staan en ook voor deze soort is de brandnetel de waardplant. Deze vlinder kent twee verschijningsvormen, de voorjaarsvorm en de zomervorm, een bijzonder gegeven. Dat zou mij ook wel wat lijken, dan hoeven we ook niet meer te zonnebaden voor een zomers tintje!
Waar we ons ook zorgen om maken is de achteruitgang van de Citroenvlinder, u zult ook deze tamelijke grote gele vlinder (mannetje) of het vaak groenige (vrouwtje) in vroegere jaren vaak hebben gezien, deze soort heeft als belangrijke waardplant de Vuilboom ook wel Sporkehout (Frangula alnus) genaamd maar ook Wegedoorn (Rhamnus catharticus). Opmars Toch is er ook goed nieuws, de laatste jaren is de Bonte zandoog aan een opmerkelijke opmars bezig en ook in Midden-Delfland komt de soort, die vroeger alleen in bosge-
Voorjaarsvorm van het Landkaartje
Zomervorm van het Landkaartje
Argusvlinder.
Bont zandoogje.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
bieden werd gezien, in behoorlijke aantallen voor. Er is nogal eens wat te doen (voor en tegens) over de aanleg van de zogenoemde nieuwe natuur en vooral de inrichting hiervan in ons mooie Midden-Delfland, toch is dit vaak de enige manier om, mits ook beheer en onderhoudsregimes erop aangepast zijn, de vlinders een kans te geven en condities te creëren voor de vestiging van nieuwe populaties. Woont u aan de randen van Midden-Delfland en heeft u een ruime tuin denk dan eens aan deze mooie schepseltjes en richt uw tuin vlindervriendelijk in. Laat een hoek ongemoeid waar brandnetels en andere wilde kruidachtigen staan, plant eens een Sleedoorn of Sporkehout en Buddleja, u zult er zoveel voor terug ontvangen. Voor inrichting en plantenkeuze kunt u de website van de KNNV raadplegen en kijk ook eens op de website van de Vlinderstichting voor meer informatie. Wat zou het niet mooi zijn dat op zeker moment als gevolg van de opwarming van de aarde, waardoor areaalgrenzen van de soorten uit het zuiden naar het noorden opschuiven, we de schitterende Koninginnepage op een veldje met wilde peen kunnen spotten? We houden de moed erin toch?
Leo Poot
[email protected]
Citroenvlinder.
16
Toekomst Zeven Gaten onzeker
De Zeven Gaten is de naam van een buitendijks gelegen natuurgebied in de Zwethboezem, ten noord-oosten van De Lier. Het hoorde oorspronkelijk bij Hofzicht en verandert binnenkort van eigenaar.
Eén van de Zeven Gaten. Foto Pia van Oord..
Het in de gemeente Westland gelegen natuurgebied heeft een omvang van 6,4 ha (7,5 ha inclusief water) en ligt aan het boezemkanaal van de Zweth in het Hoogheemraadschap van Delfland, vlakbij de calamiteitenberging de Wollebrand. Het vlietland telt zes weidepercelen en dus zeven sloten, die dwars op de Zweth staan en oorspronkelijk dienden als recreatiewater van het buiten Hofzicht. Deze grotendeels verdwenen buitenplaats dateerde uit de zeventiende en achttiende eeuw. De naam verwijst naar de Hof van Honselersdijk, een voormalig paleis gebouwd door stadhouder Frederik Hendrik. Op de kaart van Kruikius is het rechthoekige huis goed te zien. In het water van de Zeven Gaten konden de bewoners vissen en spelevaren. De Zeven Gaten worden in het bestemmingsplan Buitengebied
De zeven gaten in vogelvlucht, foto Henk Racké.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Noord (Schipluiden, 2000) aangeduid als natuurgebied evenals in het Streekplan Zuid-Holland West (2003). De gemeente Westland is bezig met het opstellen van een nieuw bestemmingsplan. Aankoop en beheer door een natuurbeschermingsorganisatie biedt op de lange termijn echter de beste bescherming. Die kans doet zich nu voor, omdat ongeveer driekwart van het gebied (4.5 ha) te koop wordt aangeboden. Op de kaart van Kruikius is dat het bestippelde deel, dat van oudsher bij Hofzicht hoort. Waardevol De KNNV heeft in 1993 de natuurwaarden van de Zeven Gaten geïnventariseerd; deze waarden zijn beschreven in de uitgave van het Hoogheemraadschap van Delfland ‘Hydrobiologisch onderzoek in de Zeven Gaten’. Ton en Kees van Schie noemen dit gebied in hun
De kaart van Kruikius uit 1712.
onderzoek de parel van de Zwethzone. De waarden van de Zeven Gaten bestaan o.a. uit: - Cultuurhistorische waarde: het gebied vormt een ensemble met de voormalige buitenplaatsen Hofzicht en de Zwethburch - Natuurhistorische waarde: dotterbloem, grote ratelaar, amfibieën, vispaaiplaats - Landschappelijke waarde: de buitendijkse weilanden zijn uniek in de wijde omgeving - Waterstaatkundige waarde: de natuurvriendelijke oevers bevorderen de waterkwaliteit en visstand van de Zwethboezem (Kaderrichtlijn Water-opgave) - Recreatieve waarde: het complex is goed zichtbaar door zijn ligging langs een fietspad. Voor de toekomst van het gebied zijn ook de volgende drie punten van belang: Ten eerste behoren de Zeven Gaten behoren tot het boezemgebied van Delfland. Dit betekent dat Delfland er vanuit gaat dat de omvang van het wateroppervlak behouden blijft: dempen is verboden, vernatten is geen enkel probleem. Ten tweede maken de Zeven Gaten deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur die vanaf de Nieuwe Waterweg langs het Oranjekanaal en de Zweth doorloopt richting Rijswijk. Tenslotte zijn de Zeven Gaten tezamen met de Wollebrand een knooppunt in de ZO-NW verbinding tussen Midden-Delfland en de kust, die start bij het Kraaiennest en doorloopt richting het Westerhonk NO van Monster.
Het is te hopen dat nu de kans kan worden benut om het bijzondere en voor het Westland unieke natuurgebied door verwerving blijvend veilig te stellen.
Pia van Oord
Met dank aan KNNV afdeling Delfland en Midden-Delfkrant nr 114. Google Maps uit 2009.
17
De Wokkel
De Vlaardingervaart vormt een barrière in Midden-Delfland. Er is een brug in Schipluiden en een paar kilometer zuidelijker een pontje. Pas in de Holywijk in Vlaardingen is er een houten fietsbrug naar de Broekpolder. Deze Vlaardingse brug heeft nu een ijzeren concurrent gekregen. Nog iets zuidelijker, nabij het vroegere Holyziekenhuis, is
Boerenhekken
Het fotoboek ‘Noord-Hollandse Boerenhekken’ vestigt de aandacht op de min of meer traditionele houten landhekken waaraan we meestal achteloos voorbijgaan. Maar na dit boek ga je beter kijken. Dan blijkt dat er in Midden-Delfland vrijwel geen houten landhekken meer te vinden zijn. Overal staan moderne ijzeren hekken. Dat is jammer. De maker van het boek, de fotograaf Cor van Sliedrecht, laat ons zien hoe mooi een door paarden afgeknabbeld houten hek is, gefotografeerd op een mistige herfstdag.
‘Knabbelhekken’ noemt Van Sliedrecht ze. Zo maakt hij onderscheid in diverse typen die enerzijds met de vormgeving te maken hebben (ruitjesmodel, stolpmodel, V-model, model hoge diagonaal, etc.). Anderzijds met de hoedanigheid (lammerenhekken, knabbelhekken). Dan zijn er nog dubbele hekken, drijf- of kraalhekken en er
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
onlangs een nieuwe verbinding gemaakt tussen beide oevers van de vaart. In de vormgeving van de brug hebben de ontwerpers het verschil in karakter van de beide oevers tot uitdrukking gebracht. Aan de kant van de woonwijk is de brug strak en vierkant, aan de kant van de ‘natuur’ staat de brugtoegang overhoeks. Dit wordt veroorzaakt doordat de ijzeren brugconstructie over de hele lengte is getordeerd. Die gedraaide vorm leverde
zijn hoofdstukken gewijd aan de vleugels van het hek (de zijstukken) en aan de diverse versieringen, scharnieren en sluitingen, benamingen en hekmaten.
Toch is het voornamelijk een prachtig fotoboek. En dat de meeste (zwartwit) foto’s in Noord-Holland zijn gemaakt doet eigenlijk niet ter zake. Cor van Sliedrecht heeft een passie voor hekken. ‘Hekken zijn de deuren in het landschap’, schrijft hij in zijn inleiding. ‘Die houten boerenhekken tonen zich met hun duidelijk lijnenspel markante tekens in het vlakke landschap. Hekken verdwijnen omdat ze een tijdelijke opstelling hebben, maar vooral vanwege de vervanging door nieuwe hekken. Iele metalen exemplaren, die praktische voordelen zullen hebben en een uitstraling van onpersoonlijke doelmatigheid, tekenen zich dunnetjes af in het landschap. Zijn de houten boerenhekken restanten van een nostalgisch beeld uit het recente verleden? Deze hekken zijn in elk geval een belangrijk stuk
de brug al snel de bijnaam ‘Wokkel’ op; de officiële naam is ‘De Twist’. De brug is ontworpen door Architectenbureau West 8. Het initiatief voor de brug is indertijd genomen door de toenmalig wethouder van Vlaardingen, Ben van der Velde (nu voorzitter van de vereniging). Zaterdag 18 april opende hij, samen met de huidige wethouders Hans Versluijs en Jan Robberegt, het 42 meter lange staketsel (tien meter hoog en tien meter breed). Omdat een dergelijk gevaarte niet over de weg vervoerd kon worden is het in een nabijgelegen hal gemonteerd en vandaar naar de Vlaardingervaart vervoerd. De enorme hal was speciaal voor deze gelegenheid gebouwd van zeecontainers. Hoewel wel erg groot, is de vormgeving van de brug elegant. In Vlaardingen is daarover veel discussie geweest. Een brug in de natuur zou van hout moeten zijn! En als die dan toch van ijzer wordt dan toch niet fel rood geschilderd, maar in het meer gedekte groen! Afin, de brug ligt er. De tegenstanders zullen er aan moeten wennen. Het contrast met de natuurlijke omgeving maakt de brug juist tot een attractie van allure en een bijzondere uitnodiging om de natuur in te trekken. (FvO)
agrarisch erfgoed en een verrijking van het landschap’. Een boek dat je aan het denken zet. (FvO)
Cor van Sliedrecht, Noord-Hollandse boerenhekken. Traditionele houten hekken in het landschap. Stichting Uitgeverij Noord-Holland, Wormer 2008. ISBN 978 90 78381 21 1
18
De Zouteveense Meer Midden-Delfland telde tot de negentiende eeuw twee kleine meren. Het Bommeer, dat in 1258 Boummare werd genoemd, is er nog steeds. De Boonervliet loopt er doorheen. Het andere meer lag in de Zouteveense Polder nabij de Slinksloot en de Zouteveenseweg; het is in de loop van de negentiende eeuw verland. Beide meren lagen in een resthoek van een verkavelingsblok. Het zuidelijke deel van de Zouteveense Polder is vanuit Vlaardingen ontgonnen; het noordelijke deel vanuit Schipluiden. De Zouteveense Meer (altijd aangeduid met ‘de’ in plaats van ‘het’) ligt in een driehoekige verkavelingstrook ten noorden van de Slinksloot, tussen de Vlaardingse en de Schipluidense ontginning.
Vanaf de Zouteveenseweg in (noord) westelijke richting genomen. Foto: Henk Groenendaal
Zouteveensemeer begin jaren ’80 na zware regenbuien. Foto: Jacques Moerman
Luchtfoto 1 juni 1980 in zuidwestelijke richting genomen. Links op de voorgrond de Zouteveenseweg, de waterloop van middenlinks naar middenboven is de Slinksloot. De vroegere meer beslaat het middengedeelte van de foto met de onregelmatige verkaveling. Foto Frits van Ooststroom. drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Oorspronkelijk behoorde al het onontgonnen land met de jacht- en visrechten aan de landsheer. Toen Zouteveen (met De Lier) in 1282 werd losgemaakt van het grafelijke bezit, verkreeg de ambachtsheer het eigendom van het stukje wildernis aan de Slinksloot. Tot in de achttiende eeuw verpachtten de heren en vrouwen van Zouteveen “die visscerye van de Meer ende de meertuyntgens” (dat zijn de akkertjes met rijshout rond het meer). Het tot nu toe oudst bekende huurcontract dateert uit 1561. Joris Claesz. en Dirck Heyndricxz., twee bewoners van Zouteveen, pachtten de visserij toen samen van Agatha van Alckemade, vrouwe van Opmeer en ambachtsvrouwe van De Lier en Zouteveen. In 1588 blijkt het visrecht uitgebreid te zijn tot en met de Slinksloot. Margaretha van Culemburch, douarière van Mocheau en ambachtsvrouwe van De Lier en Zouteveen, verpachtte in dat jaar de visrechten aan Borger Pietersz. en Heijnrick Riddersz. De huurprijs was toen 20 gulden per jaar. De jacht op eenden werd alleen aan Borger Pietersz. verpacht. Samen kregen ze “de aenwassen” rond het meer in gebruik. Ze moesten erop toezien dat hier geen andere personen met bogen schoten of eieren zochten. In 1677 verpachtte Theophilus Swaerdecroon, de rentmeester van de goederen van de heer Van Matenesse, de Zouteveense Meer met het land, het rietveld, de elzenakkers en de visserij in het meer en de toesloten aan Claes Jansz. van Rijt, bode van Zouteveen. Het contract werd voor zeven jaar aangegaan. De pachter moest elk jaar op de dag van de verpachting “een goede zoode visch” bij de ambachtsheer bezorgen. Dit was een oud middeleeuws
gebruik. Van Rijt moest ervoor zorgen dat de rietvelden en de elzenakkers goed onderhouden werden. In het huurcontract worden als werkzaamheden genoemd: het baggeren, het inboeten van elzen, het poten van rijshout en het verhogen van de grienden. In het rechthuis van Zouteveen, dat nog altijd aan de Vlaardingsekade staat, werd het grondwerk aan de laagste inschrijver gegund. Er waren altijd wel landlieden die hiervoor belangstelling hadden, omdat er in de wintermaanden weinig werk op de boerderij was.
Door het onderhoud bleef de Zouteveense Meer eeuwen gehandhaafd. Toen de Franse tijd een einde maakte aan de ambachtsheerlijkheden vervielen feitelijk ook de heerlijke rechten. Het onderhoud werd verwaarloosd en het meer verlandde. Door het kappen van het griendhout en de verbetering van de waterhuishouding kon het ruim 4 ha grote gebied na 1850 grotendeels als weiland gebruikt worden. Eigenaar was in 1858 Mr. Samuel Hartogh Heys, die vanwege dit bezit de toevoeging “van Zouteveen” achter zijn naam mocht vermelden. Een nakomeling van hem, Hendrik François Hartogh Heys van Zouteveen, verkocht het land in 1938 aan veehouder Willem Doelman in Vlaardinger-Ambacht. Door vererving is het nu in bezit van Wim Moerman, die op het aangrenzende erf het agrarisch bedrijf uitoefent. In de afgelopen decennia keerde het meer van Zouteveen in perioden van hevige regenval weer enige malen terug. Dit was bijvoorbeeld het geval in september 1998 en in de winter van 1980-´81. Op de plaats van de knotwilgen, in de hoek van de Slinksloot en de Zouteveenseweg, heeft tot in de negentiende eeuw een boerderij gestaan. Van deze woning is momenteel vondstmateriaal te zien in museum Het Tramstation in Schipluiden, waar een tentoonstelling aan Zouteveen is gewijd (zie pag. 21).
Jacques Moerman
Dit artikel verscheen eerder dit jaar in de serie Twee gezichten… in De Schakel.
19 Beste redactie,
Erwtenruiters trekken bekijks tijdens excursie (1961).
Scheurplicht
In ons klimaat kent ieder jaar een zomer- of groeiseizoen en een winterperiode. In de winter is er wel een beperkt aanbod aan veldproducten zoals bijvoorbeeld koolsoorten, maar met vorst is er niet te oogsten en vriest het een keer harder dan tien graden dan vriest alles kapot. Voorraden aanleggen is daarom een noodzaak. Vroeger werden o.a. aardappelen opgeslagen in langwerpige dakvormige kuilen die - om inregenen te voorkomen afgedekt werden met stro en aarde waarin luchtkokertjes werden gezet voor de ventilatie. Als het ging vriezen werden deze verder afgedekt. Tegenwoordig zijn er computergestuurde bewaarplaatsen voor aardappelen. Andere producten worden ingevroren, in koelhuizen bewaard of op een andere wijze geconserveerd. En hebben we een tekort aan voedsel, of is het ergens anders goedkoper, dan worden de producten geïmporteerd. Tijdens de tweede wereldoorlog waren de omstandigheden echter anders. Er was van alles tekort.
De bezetter stelde in die periode daarom ‘scheurplicht’ in om de voedseltekorten zoveel mogelijk te beperken. Er waren te weinig meststoffen om bouwland te bemesten. Daarom moest grasland worden geploegd ofwel ‘gescheurd’, waardoor met het verteren van de graszoden meststoffen vrijkwamen. Op het gescheurde land werden eerst aardappelen geteeld. De opbrengst daarvan is vele malen groter aan kilogrammen dan van melk en aardappels zijn gemakkelijker te bewaren, als ze maar koel en vorstvrij liggen. Melk is bederfelijk en aardappelen niet. Het jaar erop werd tarwe of erwten geteeld. Was de hoeveelheid stikstof in de grond al te ver gezakt dan hadden erwten de voorkeur. De stikstof die nodig is voor de eiwitvorming in de erwt haalt de plant met behulp van wortelknolbacteriën zelf uit de lucht. Erwten zijn voedzaam, denk maar aan erwtensnert, en passen goed in ons voedselpatroon. Mensje Oudijn-van Woerden vertelde in het decembernummer van de Midden-Delfkrant ook over de verplichte teelt. In haar geval ging het over tarwe. Erwten en tarwe zijn producten die gemakkelijk te bewaren zijn. Ze zijn vorstongevoelig, als ze maar droog en luchtig worden opgeslagen. Scheurplicht is in wezen roofbouw, het gaat enkele jaren goed tot de grond uitgeput is. Maar het draagt bij om een moeilijke periode van een paar jaar te overleven.
C.J. van der Sar
Aardappelkuil in de maak.
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Stage in de natuur Dit jaar moet ik een maatschappelijke stage afronden. Ik zit op 4 VWO van het CLD. Een maatschappelijke stage houdt in, dat je 40 uur vrijwilligerswerk doet. Je krijgt er dus geen vergoeding voor. Ik heb er voor gekozen om mijn maatschappelijke stage te houden bij de KNNV en bij Vockestaert. De KNNV is een vereniging, die actief in en met de natuur bezig is. Als je bij de KNNV zit ben je bezig met het beleven, bestuderen en het beschermen van de natuur. Vockestaert is een vereniging die zich bezig houdt met natuur- en landschapsbeheer in MiddenDelfland en omstreken. Via de KNNV ben ik een paar keer meegegaan met boomknotten; dit doen we dan in het Tanthof. Ik heb de KNNV leren kennen via Huub van ‘t Hart en ik heb het er erg naar mijn zin. We gaan dan op zaterdagochtend van 10:00 tot 12:30 boomknotten.
Op donderdag 12 februari ging ik met John Kleijweg, een lid van Vockestaert, uilenkasten verschonen. Terwijl John de kasten aan het verschonen was, mocht ik de uilen even vasthouden. Nadat de kasten waren opgeruimd en er nieuw molm in was gestopt, gingen de uilen weer terug de kast in. Dit proces hebben we meerdere malen herhaald en aan het eind van de dag heb ik tien uilen gezien waarvan ik er acht in mijn handen heb gehad. Ook heb ik nog een ijsvogel gezien, wat een prachtig einde van de dag was.
Tim van der Hoeven, 15 jaar
20
Uit onze winkel
Al deze artikelen zijn ook zeer geschikt om cadeau te doen.
Bestellen?
Speciale uitgaven van de Midden-Delfkrant
Als u in het bezit wilt komen van een van deze producten, maakt u het bedrag incl. verzendkosten (de prijs tussen de haakjes) over op giro 3928463 t.n.v. MiddenDelfland Vereniging te Maassluis, onder vermelding van ‘aantal en omschrijving publicatie’. Verzeker u ervan dat uw naam en adres staan vermeld. U ontvangt de bestelling dan per post.
Planten & Dieren
52 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties.
Mapjes met 6 handzame wandelkaarten
Prijs € 3,00 (5,00)
Met beschrijvingen van de bezienswaardigheden no 1, 2 of 3
Prijs leden per mapje € 4,00 (5,80) / niet leden € 5,00 (6,80)
Water & Waterwegen
52 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties.
Prijs € 5,00 (7,00)
Fietskaart Cultuur & Historie Prijs € 2,00 (3,00)
Markant Midden-Delfland, een wereld apart
Fotoboek door Gemma M.M. van WindenTetteroo Prijs € 22,00 (25,00)
Waterkaart Water & Oevers Prijs € 2,50 (3,50)
In combinatie met de special ‘Water & Waterwegen’ kost de kaart € 1,50. U kunt de kaart samen met de special bestellen voor € 8,50 inclusief verzendkosten.
Cultureel erfgoed Midden-Delfland
Inspiratiebron voor beheer en ontwikkeling van het agrarische cultuurlandschap en streekeigen boerenerven.
Een uitgave van Midden-Delfland is Mensenwerk en Vockestaert. Prijs € 5,00 (7,25)
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Diversen
Set van 6 dubbele wenskaarten
Foto’s van schilderachtige locaties in Midden-Delfland. Prijs € 1,00 (2,80)
Bouwplaat van de authentieke boerderij ‘In ’t Rietveld’ Prijs € 2,00 (3,00)
T-shirts L en XL geel of groen, € 7,50 (10,10) Kinder T-shirts maat 128 en 152 wit met opdruk koe of boer € 7,50 (10,10) Vlag Mooi Dichtbij (150 x 225 cm) € 10,00 (14,90)
Boeken over de streektaal van Delfland door Henk Tetteroo ‘Kreen en Gruizig’ Prijs € 12,00 (14,00) ‘Wonen in Woorden’ Prijs € 14,50 (16,50)
21 Een dag genieten in de polder
Boeren kleuren Midden-Delfland Zaterdag 18 april was een prachtige dag waarop de bezoekers van Midden-Delfland: Open! hun hart hebben kunnen ophalen in de natuur vlak om de hoek bij Schiedam-Noord.
Na een woord van de voorzitter over het feestelijke feit dat de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert 10 jaar bestaat, was het tijd voor de opening. Daarvoor was een goed koppel gevraagd namelijk: ‘Boer Bertus’ en wethouder Christiaan van der Kamp. De kennis van de wethouders Christina Daskalakis (Schiedam) en Ageeth van den Heuvel (Midden-Delfland) over Vockestaert en het MiddenDelflandgebied werd getest en daarbij kregen zij hulp van de achterban. De slogan ‘Boeren kleuren Midden-Delfland’ werd samengesteld als antwoord op de vragen. Daarna maakten de wethouders een ritje langs de deelnemende bedrijven in de huifkar met paard Lieke. Mevrouw Verkade zat op de bok. De tocht begon bij de Hoeve Vrijlust van de familie Rodenburg, die nog het laatste bedrijf aan de Woudweg hebben waar koeien gemolken worden. Op het erf was het een gezellige drukte van de streekmarkt georganiseerd door stichting h’Eerlijk Delfland. Het volgende bedrijf dat in zicht kwam was de boerderij van de familie Verkade aan de Harreweg. Daar hadden ze een prachtige uitstalling van oude werktuigen, landbouwmaterialen en een tentoonstelling met oude schoolplaten van Jetses. Van menigeen werd een foto gemaakt, zittend op de oude jeep of tractor. Aan de Oostveenseweg werd het wat verder in de polder gelegen bedrijf van de familie Van der Ende bezocht. Een mooie plek om de weidevogels te bekijken en daarover informatie te krijgen door iemand van de weidevogelwacht. Landschapsbeheer Zuid-Holland verzorgde een interessante lezing met veel beeldmateriaal over de boerenerven van Midden-Delfland. Bij het veulenopfokbedrijf van de familie Verboon werd iedereen opgewacht voor een rondleiding over het bedrijf. De hoefsmid kreeg veel aandacht bij de demonstraties over hoefverzorging en het beslaan van de paarden. Vervolgens kwam men langs de Imkerij de Bijzaak van
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
de familie Koole. De kinderen konden een broodje bakken. Tot slot: het laatste bedrijf, de Nellyhoeve van de familie Hooijmans waar ‘Kunst in de Stal’ bekeken kon worden. De kinderen van basisschool het Galjoen uit Den Hoorn hadden schilderijen gemaakt voor ‘Het lint door Midden-Delfland’. Deze hingen aan de voerhekken in de stal. In een sliert, op het landelijke weggetje met links en rechts de knotbomen, gingen de hele dag wandeKunst in de stal
laars en fietsers genietend van het prachtige weer en de rust en ruimte van locatie naar locatie. De reacties van de bezoekers logen er niet om: “Is het elke week hier zo’n feestje?”, “Na een week werken kom je hier weer tot rust”, “Wat is het hier mooi!”. En de kinderen kwamen tot de ontdekking dat de boerin niet op klompen loopt. Vanuit de Boshoek was er een wandeling over boerenland. Afsluitend was er ook de wandeling onder begeleiding van een vogelwachter. Midden in het weiland, op een brug over het water de Zweth, stond een grote kijker waarmee men de kieviten, grutto’s en tureluurs goed kon observeren. De Agrarische Natuurvereniging Vockestaert kan terugkijken op een geslaagde dag bij haar 10-jarig bestaan met een geweldige promotie van het Midden-Delflandgebied.
Joke Rodenburg
Expositie Zouteveen
In Museum Het Tramstation is tot in het najaar een tentoonstelling te zien over de buurtschap Zouteveen: ‘Van de Zouteveense Brug tot de Zouteveense Tol’. Er wordt aandacht besteed aan een groot aantal thema’s, waaronder het kruispunt De Kapel, het rechthuis van Zouteveen, de boerderijen, de bewoners, de eendenkooien, de kievieten, de Zouteveense enclave nabij Vlaardingen en de Zouteveense Meer. Museum Het Tramstation te Schipluiden, open: woensdag en zaterdag van 14.00-16.00 uur. Afbeelding: Jan Pietersz. Dou, 1625.
22
Verenigingsnieuws
Bestuur Tijdens de Algemene Ledenvergadering in april jl. is Govert van Oord afgetreden als voorzitter van de vereniging. Het bestuur is Govert bijzonder dankbaar voor het vele werk dat hij op zeer deskundige wijze en met niet aflatende energie gedurende acht jaren heeft verricht. Als nieuwe voorzitter is Ben van der Velde gekozen. Ben was al bestuurslid van de vereniging en bij velen ook bekend vanwege zijn jarenlange wethouderschap in de gemeente Vlaardingen. Het bestuur wenst Ben veel succes in zijn nieuwe functie en ziet uit naar een langdurige en prettige samenwerking. Tijdens de ALV kon het bestuur ook worden uitgebreid. Karin Kievit die al enige maanden ‘meeliep’ in het bestuur werd nu officieel benoemd. Wij zijn bijzonder blij dat Karin met haar expertise op het gebied van cultuur en educatie een deel van de bestuurstaken op zich wil nemen. Het bestuur dat statutair negen leden hoort te hebben kent nu nog één vacature. Geïnteresseerden of zij die personen kennen die wellicht voor een bestuursfunctie in aanmerking komen, kunnen contact met ons opnemen.
ALV Op 23 april hield de vereniging haar Algemene Ledenvergadering in Schipluiden. Voor de pauze werden de gebruikelijke onderwerpen behandeld als het Bestuursjaarverslag, het Financieel verslag en de Begroting. Op voorstel van de kascommissie werd door de vergadering aan de penningmeester déchar-
ge verleend en werd hij hartelijk bedankt voor het gevoerde beleid. Ook kreeg het bestuur de ruimte om indien nodig in 2010 de contributie met 3 euro te verhogen. Karin Kievit uit Delft werd daarna door de aanwezigen gekozen als nieuw bestuurslid (zie haar cv op blz 23). De Midden-Delflandprijs 2009 werd uitgereikt aan Nico van Paassen. U leest de overwegingen van de jury op de achterpagina. Daarna werd het de hoogste tijd om aandacht te schenken aan het afscheid van Govert van Oord als voorzitter van onze vereniging. Na een kleine toelichting waarom hij na zeven jaar terugtrad gaf hij de microfoon aan Ben van der Velde die door het bestuur al eerder aan de leden als nieuwe voorzitter was aanbevolen. Tegen de kandidatuur van Ben waren geen bezwaren binnengekomen. Hij werd door de vergadering unaniem tot de nieuwe voorzitter van de Midden-Delfland Vereniging gekozen. Ben zag het als zijn eerste taak om zijn voorganger veel lof toe te zwaaien en legde in zijn toespraak de nadruk op de enorme energie en deskundigheid van Govert die niet alleen tijdens zijn voorzitterschap maar ook daarvoor, opkwam voor het Midden-Delfland gebied. Tijdens het voorzitterschap van Govert heeft niet alleen Midden-Delfland veel aan bekendheid als schitterend maar kwetsbaar landschap gewonnen, maar is ook de vereniging bijzonder hard gegroeid van 500 tot 2500 leden. Ben overhandigde Govert als dank een waardevol aandenken. Tot veler verrassing kwam daarna Midden-Delfland burgemeester
Govert van Oord krijgt van Burgemeester Roodenburg de zilveren Midden-Delfland speld. Foto: Henk Groenendaal. drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Rodenburg naar voren. Hij prees Govert om zijn enorme inzet voor Midden-Delfland en als blijk van grote waardering reikte hij aan Govert de zilveren erespeld van de gemeente uit. Daarna vroeg staatssecretaris Marja van Bijsterveldt het woord. Als oud-burgemeester van Schipluiden en erelid van de Midden-Delfland Vereniging prees ook zij Govert om zijn vele verdiensten voor Midden-Delfland zowel op bestuurlijk vlak als waar het gaat om de praktische uitvoering van de vele sterk uiteenlopende onderwerpen. Ook namens minister Ronald Plasterk overhandigde zij Govert een mooi geschenk. Na de pauze gaf Stijn Koole, landschapsarchitect bij het bureau Bosch Slabbers een geslaagde presentatie van het LOP (Landschapsontwikkelingsplan voor Midden-Delfland). De aanwezigen waren enthousiast over deze lezing omtrent de mogelijkheden van het bestemmingsplan en de (nieuwe) inrichting van de 19 polders die Midden-Delfland rijk is. Het bestuur van de vereniging overweegt om deze presentatie op meerdere plaatsen bij de leden onder de aandacht te brengen.
Samenwerking in Groen Goud De Midden-Delfland Vereniging gaat nauwer samenwerken met de Agrarische Natuur Vereniging Vockestaert. Eerder is uitgelegd waarom het bestuur dit wenselijk vindt: met een nauwere samenwerking wordt een optimale afstemming van elkaars activiteiten bereikt, wordt de bereikbaarheid van de vereniging vergroot en gaan de bureaukosten omlaag. De kantoorfuncties worden in een zg. back office ondergebracht waarin ook andere Groen Goud organisaties kunnen participeren. Vooralsnog betekent dit dat het kantoor van de vereniging zal verhuizen naar het gebouw van Vockestaert. Maar dit zal pas na de zomer zijn beslag krijgen. Tevens is het de bedoeling dat de vereniging nieuwe projecten zal laten uitvoeren door een projectenbureau dat ook samen met Vockestaert wordt opgezet. Hiervan kunnen ook andere Groen Goud partners en Groen Goud zelf gebruik maken.
Streekmanager Groen Goud, de stichting voor samenwerking en stimulering van ondernemersinitiatieven binnen de Gebiedsvisie, heeft na een sollicitatieronde Hein van der Zande uit Maasland tot streekmanager benoemd. Als interim-manager was Hein al werkzaam voor Groen Goud. Hij kan zijn activiteiten nu
23 voortzetten bijvoorbeeld op het vlak van de gebiedsmarketing, plannen met betrekking tot logiesaccommodatie en de ontwikkeling van de Maaslandse Dam.
A4 met vaart De vereniging is er een groot voorstander van om de optie ‘A4 met vaart’ heel serieus te onderzoeken. In deze optie wordt de A4 aangelegd in een tunnel waarop een vaart wordt aangelegd. Een keuze die lijkt te passen in de beschikbare budgetten en verreweg de beste oplossing is om landschap en milieu te sparen. Om deze reden participeert de vereniging in de organisatie van een conferentie over ‘landschapstunnels’ die in oktober in Rotterdam zal plaatsvinden. Doel van deze conferentie is de technische haalbaarheid van de landschapstunnels en bijbehorende innovaties bij grotere groepen bekend te maken en beleidsvoorbereiders en politici zo mogelijk te beïnvloeden om zulke wegenaanleg de aandacht te geven die het toekomt.
Maaslandse Dam Stichting Groen Goud waar de MDV in deelneemt, heeft een belangrijke rol in het proces om de Maaslandse Dam, een woon- en kassengebied tussen Schipluiden en Maasland opnieuw in te richten. Groen Goud richt zich vooral op de begeleiding van ondernemers die in dit unieke gebied een bedrijf willen starten dat past binnen de kaders van de Gebiedsvisie 2025. Met ca. 10 ondernemers zijn gevorderde besprekingen gaande over de beeldkwaliteit van de inrichting, het concept van de voorgenomen activiteiten (authentiek - cittaslow of meer verrassend en innovatief) en de samenwerkingsvorm die vereist is om gezamenlijk iets unieks op te starten en voor lange tijd voort te laten bestaan. Ook zal Groen Goud zich bezig houden met de financiële haalbaarheid van de ondernemersplannen. De uitkomsten wil Groen Goud tijdig aan de gemeente en (eventuele) ontwikkelaars presenteren. De gemeente werkt zelf aan een nieuw bestemmingsplan dat dit jaar definitief moet worden. De MDV onderhoudt de contacten met de huidige bewoners op en rond de Maaslandse Dam en fungeert als waakhond. Acceptatie door de huidige bewoners van de Maaslandse Dam en nakoming van de voorwaarden van de Gebiedsvisie zijn immers voor onze vereniging essentieel om dit project tot een succes te maken. (AvdK)
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Bestuur Midden-Delfland Vereniging Ben van der Velde, voorzitter Telefoon (010) 460 02 93
Kees van der Sar, penningmeester Telefoon (010) 591 90 93 Wil Boonstra, secretaris Telefoon (010) 474 76 86
Werkgroep Ruimtelijke Ontwikkeling Midden-Delfland p/a Dirk Post Telefoon (015) 380 83 25
Harry Arkesteijn Telefoon (015) 380 91 51
Hanneke Blokdijk E-mail
[email protected]
Werkgroep Historie en Landschap Midden-Delfland p/a Frits van Ooststroom Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 474 25 98
Karin Kievit Telefoon (015) 213 38 99 Arie van der Kooij Telefoon (010) 880 40 73
Dirk Post Telefoon (015) 380 83 25
Website www.middendelflandvereniging.nl
Nieuw bestuurslid
Karin Kievit
Mijn naam is Karin Kievit, ik ben 43 jaar en ik woon aan de rand van Delft. Regelmatig genieten wij als gezin van de rust en ruimte in Midden-Delfland: zo dichtbij en zo anders. Na een opleiding aan de Pedagogische Academie studeerde ik geschiedenis aan de Erasmus Universiteit. Ik heb als onderwijscoördinator en tentoonstellingsprojectleider in het Historisch Museum Rotterdam gewerkt en daarna bij
Agenda 2009
20 juni 12 en 13 september
12 en 13 september 10 oktober
Midden-Delfland Vereniging Secretariaat: Keenenburgweg 3 2636 GK Schipluiden Telefoon 06 42 10 54 07 (overdag)
[email protected] Rabobank 14.37.75.367 Postbank 3928463 (Midden-Delfland Vereniging te Maassluis) Verenigingenregister Haaglanden V 40397143
Werkgroep Paden Midden-Delfland p/a Hein van Bohemen Holierhoek 36, 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40
Erfgoed Actueel, een adviesbureau voor erfgoededucatie van het Ministerie van OCW. Bij het Erfgoedhuis Zuid-Holland heb ik een provinciaal erfgoededucatieproject opgezet. Sinds twee jaar heb ik een eigen bureau, gericht op projecten, adviezen en cursussen op het gebied van cultuureducatie. In mijn werk ben ik vaak bezig met geschiedenis, cultuur en onderwijs en ik vind het interessant om bij de Midden-Delfland Vereniging de koppeling te maken met natuur en ruimtelijke ordening. Graag zet ik me in om bewoners en bezoekers van het Midden-Delflandgebied zich bewust te laten worden van het authentieke, maar ook kwetsbare van Midden-Delfland!
Midden-Delfland Dag: Het buitenleven Nationale Monumentendag: Leven met het verleden De Delflandrace Schipluiden-Maasland: Leven met de wind De Tuin van de Randstad: Het natuurlijke leven
24 Het buitenleven
Ik had een heerlijke droom. De wekker ging. Ik stond op en liep naar buiten, naar het kippenhok. Onze erfhond begroette mij kwispelstaartend en danste voor me uit. Een waterig ochtendzonnetje leek met zijn ogen te knipperen om de laatste stukjes nacht weg te poetsen. In het kippenhek sprongen de kippen in het rond, terwijl ik wat eieren raapte voor het ontbijt. Ik keek nog een keer op, genoot even van het weidse landschap, het weidelandschap. Ik dacht, wat een rust, wat een harmonie, wat een stilte. De wind leek mijn gedachten te aaien.
In de verte kon ik de contouren van de stad zien. Met betonnen kolossen die de wolken lek probeerden te steken, zo leek het. Met zijn straatgeluiden, sirenes, claxons - of nee, het was de wekker. Mijn vrouw stootte me aan: ‘Eruit jij! Het wordt een drukke dag. Hup, opstaan!’ Ik knipperde met mijn ogen om de laatste stukjes droom eruit te poetsen. Stond op en liep naar de keuken. Hond keek op, en ging weer verder met waar ie mee bezig was - slapen. In de keuken sprongen mijn kinderen in het rond, kakelden dat het een lust was. Maakte ontbijt klaar. Wierp blik op agenda, voelde lichte hoofdpijn opkomen en dacht, koffie, sloot koffie. Geluid van 3FM overstemde gedachten welhaast. Benauwd, teveel leven, te weinig plek. Frisse lucht nodig. Deed raam open. Al wat naar binnen kwam, waren startende en toeterende auto’s, claxons, sirene in de verte, brommers in de buurt.
Maar mijn droom bestaat. Sommigen noemen het het buitenleven. Ik noem het Midden-Delfland. Maar da’s gewoon hetzelfde. En dat ik niet de enige ben die blij is dat het buitenleven zo vlak bij Delft ligt, blijkt wel uit de Midden-Delflanddag. Daar kwamen vorig jaar maar liefst vijftigduizend mensen op af. Mensen die hun droom wel eens in het echt wilden beleven. Want dat doet Midden-Delfland – regelmatig maak ik er mijn dromen waar.
Midden-Delflandprijs 2009 voor Nico van Paassen De Midden-Delflandprijs voor het jaar 2009 is toegekend aan Nico van Paassen voor zijn jarenlange en niet aflatende inzet voor het behoud van de weidevogels in de polders van Midden-Delfland. Van Paassen ontving het bijbehorende beeldje van een kievit tijdens de algemene ledenvergadering.
Nederland Gruttoland in de Klaas Engelbrechtspolder. Op de boerderij van Nico en Ria worden groepen ontvangen en wordt verteld over de biologische bedrijfsvoering en over het agrarische natuurbeheer. Nico geeft lezingen en staat altijd klaar om de belangen van de agrariërs, de natuur en het landschap te verdedigen.
Nico van Paasen (L) en Frits van Ooststroom. Foto Henk Groenendaal
In 1982 stond Nico van Paassen aan de wieg van de Weidevogelwacht Schipluiden en omstreken. Tien jaar geleden was hij een van de drijvende krachten bij de oprichting van de Agrarische Natuurvereniging Vockestaert, waarvan hij vele jaren voorzitter was. Nu nog is hij lid van de werkgroep Agrarisch Natuurbeheer. Nico heeft ook een belangrijke rol gespeeld bij het project
De tweejaarlijkse MiddenDelflandprijs, ook wel F.W. van Ooststroom-prijs - de prijs werd bij diens afscheid als bestuurslid in 1977 ingesteld – wordt door het bestuur van de Midden-Delfland Vereniging toegekend op voordracht van een jury, bestaande uit Frits van Ooststroom, de voorzitter van de Midden-Delfland Vereniging, i.c. Ben van der Velde, en een wisselend lid van de vereniging, dit jaar was dat Kees van der Sar. De prijs bestaat uit de toekenning en een kunstwerkje, in de vorm van een kievit, gemaakt door de beeldhouwster Britt Wickström, waarvan het bronzen origineel in 1997 aan Van Ooststroom werd uitgereikt. (MDK)
Bas Verkerk Burgemeester Delft
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009
Diezelfde avond droeg Govert van Oord de voorzittershamer over aan Ben van der Velde, die zijn voorganger als dank een historische kaart van een deel van Midden-Delfland overhandigde. Foto: Henk Groenendaal.
25
Veilingbrief
Dak krijten
Het warenhuis
Kees Ammerlaan anno 2009, zit nu naar zijn zin in de Singelhof????????
drieëndertigste jaargang nr. 2, juni 2009