Gezonde scepsis Persberichten en opinieonderzoek
Colofon Auteur Sandra van Nuland DTP Ellen Wiggemansen februari 2010 Gezonde scepsis heeft de grootst mogelijke zorg besteed aan deze uitgave. Aan de inhoud hiervan kunnen echter geen rechten worden ontleend. Gezonde scepsis is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die het gevolg is van het gebruik van de informatie die door middel van deze uitgave is verkregen. Niets uit deze uitgave mag gebruikt worden zonder vooraf verkregen toestemming. Gezonde scepsis is een initiatief van het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik, IGZ, ministerie van VWS en NZa. Gezonde scepsis is organisatorisch ondergebracht bij het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik. Postbus 3089 3502 GB Utrecht
[email protected] www.gezondescepsis.nl
Gezonde scepsis
Inhoud
Persberichten en opinieonderzoek 4
Press-releases by drug companies
6
Samenvatting
9
1
Inleiding
11 11 14
2 2.1 2.2
Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen
16 18 18 19 20
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Persberichten van farmaceutische bedrijven Verspreiding van de persberichten Informatie over geneesmiddelen Citaten van artsen Niet geregistreerde geneesmiddelen
22
4
Marktonderzoeksbureaus
24
5
Marketingbureaus
26
6
Publieke media en persberichten
29 29 29 29 30 30 31 31 32
7 7.1 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4 7.3.5
Wet- en regelgeving Geneesmiddelenwet Gedragscode geneesmiddelenreclame Uitspraken Codecommissie Publieksreclame Ongeregistreerd geneesmiddel Registratie nieuw geneesmiddel Buitenlandse moedermaatschappij of vestigingen Vergelijkingen en bronvermelding
33
8
Verantwoording en methoden
35 40 73 88
Bijlagen 1 Overzicht persberichten farmaceutische industrie 2 Geanalyseerde persberichten farmaceutische industrie 3 Persberichten TNS NIPO 4 Brief IGZ aan redacties over geneesmiddelenreclame
Persberichten en opinieonderzoek
3
Press-releases by drug companies
This report evaluates press releases about diseases and drugs issued by or on behalf of the pharmaceutical industry. This report has been commissioned by the Dutch Public Health Care Inspectorate (IGZ). The aim is to show how information about drugs and diseases reaches the general public through these press releases and public media. We have also compared the current situation with jurisprudence, laws and regulations. The pharmaceutical industry is not unique in using press releases to create attention for their products. It is possible for pharmaceutical companies to issue press releases, even if they contain information about diseases and medicines. Besides the news distributed by the companies themselves, the pharmaceutical industry uses market research firms for press releases. The regulations on press releases are dependent on the method of distribution and accessibility to the general public. The Dutch Medicines Act explicitly prohibits advertising prescription drugs to the general public. Ten pharmaceutical companies together put 141 press releases on health and/or drugs on their websites over the last five years, accessible to the general public. Of these, 33 - issued in 2007, 2008 and 2009 – were further analyzed in this research. Twenty-eight of these were on drugs, of which four on unregistered drugs. These press releases contain not only factual information about prescription, using adjectives like 'new', 'spectacular' and 'effective' drugs they are more like advertisements. In addition, in at least half of the press releases, quotes from medical opinion leaders are used. Only one press release referred to the SPC text, other sources are occasionally mentioned. Market research firms are commissioned to work for pharmaceutical companies. They use press releases to distribute the results. In this way they create a lot of public attention for illnesses and drugs. This research has analysed the press releases of a market research firm that pharmaceutical companies work with a lot: TNS NIPO. Eleven press releases on health complaints have been published by this firm (from 2007 till 2009). The footnotes of these press releases usually indicate TNS NIPO as the source to be referred to. In addition the pharmaceutical industry uses marketing companies for public campaigns and to generate media coverage. Again, press releases are deployed. By issuing press releases through an agency without indicating the client, the reader can not properly see the sender of the message.
4
Persberichten en opinieonderzoek
The purpose of a press release is to generate media coverage. Editors are responsible for the use and interpretation of these press releases. We have followed the coverage in general media of five press releases. We noticed that many press releases were adopted completely by the public media even when they were about (unregistered) drugs. Market research firms, marketing companies and media (like television, radio, e-zines and papers) have to obey drug legislation as well. Therefore they are not allowed to make public advertisements for prescription drugs. When this is violated and commissioned by a pharmaceutical company, both are (legally) responsible. Neither the Dutch Medicines Act, nor the Code of Conduct for Pharmaceutical Advertising explicitly mentions press releases. But the Code of Conduct Comittee has ruled that press releases are subject to the Dutch Medicines Act and the Code of Conduct. The Dutch Medicines Act explicitly prohibits advertisement of 'prescription only drugs' to the general public. Between 2002 and 2006 the Code of Conduct Comittee has done five rulings about press releases. In all rulings the Code of Conduct Comittee pointed out that the press release was addressing the general public because of the way it was published and disseminated. The content, the superlatives and quotes of doctors clearly made it an advertisement. Furthermore it is stated that press releases in the Netherlands by the main company of an international firm are also the responsibility of the Dutch subsidiary company of that firm. Our recommendations to prevent DTCA using press releases are: ◗ Any company that makes, distributes or publishes a press release should have a review process and / or policy and internal board for quality assessment. ◗ Strengthening the Advertising of Medicinal Products Code Foundation (CGR) guidelines to create more clarity on public advertising and press releases. ◗ Intensify monitoring by the Dutch Public Health Care Inspectorate (IGZ). ◗ Preventive monitoring and review by the Advertising of Medicinal Products Code Foundation (CGR) and The Inspection Board for the Public Promotion of Medicines (KOAG). ◗ Quotes from doctors with positive recommendations on drugs need explicit attention from the doctors' professional organisations. ◗ Using jurisprudence of the Advertising of Medicinal Products Code Foundation (CGR) to improve procedures on press releases and DTCA. ◗ Re-evaluating the use of press releases and DTCA in 2011.
Persberichten en opinieonderzoek
5
Samenvatting
Dit rapport geeft inzicht in persberichten over ziekten en geneesmiddelen uitgegeven door of in opdracht van de farmaceutische industrie. Het is geschreven in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Doel is te laten zien op welke wijze informatie over ziekten en geneesmiddelen het publiek bereikt in en via persberichten en de publieke media. Hierbij is ook gekeken hoe dit alles zich verhoudt tot de bestaande jurisprudentie en in hoeverre dit past binnen de huidige wet- en regelgeving. Daarnaast wordt het effect besproken van persberichten in de media. Tot slot biedt het rapport aanwijzingen om, waar nodig of wenselijk, ongewenste vormen van publieksreclame te voorkomen. De farmaceutische industrie onderscheidt zich in het uitbrengen van persberichten niet van andere sectoren. Het is voor farmaceutische bedrijven mogelijk persberichten uit te geven, ook als deze informatie bevatten over ziekten en geneesmiddelen. Naast het zelf uitbrengen van persberichten wordt gebruikgemaakt van marktonderzoeks- en marketingbureaus. De toelaatbaarheid van de inhoud van een persbericht is afhankelijk van de wijze van verspreiding en toegankelijkheid voor het algemene publiek. De Geneesmiddelenwet kent namelijk een expliciet verbod op het maken van publieksreclame voor receptgeneesmiddelen. Tien farmaceutische bedrijven plaatsten in de laatste vijf jaar gezamenlijk 141 persberichten over gezondheid en/of geneesmiddelen op hun websites die toegankelijk zijn voor het brede publiek. Hiervan zijn er 33 uitgegeven in 2007, 2008 en 2009 - nader geanalyseerd. Van deze persberichten, geplaatst na de laatste uitspraak over persberichten van de Codecommissie die dateert van 2006, gaan er 28 over een geneesmiddel. Deze persberichten bevatten niet uitsluitend feitelijke informatie over receptgeneesmiddelen. Door het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden als 'nieuwe', 'spectaculaire' en 'effectieve' worden geneesmiddelen aangeprezen. Daarnaast worden in zeker de helft van de persberichten citaten gebruikt van gezaghebbende personen, zoals artsen. Enkel één persbericht verwijst naar de SPC-tekst. Bronvermeldingen worden in enkele gevallen genoemd. Persberichten die toegankelijk zijn voor het brede publiek en een receptgeneesmiddel aanprijzen en/of citaten bevatten van gezaghebbende personen zijn volgens de huidige jurisprudentie op te vatten als publieksreclame. Daarmee kunnen deze persberichten als strijdig gezien worden met de Geneesmiddelenwet. Wanneer een persbericht is verspreid door een in het buitenland gevestigde moedermaatschappij, is de Nederlandse vestiging hiervoor verantwoordelijk.
6
Persberichten en opinieonderzoek
Marktonderzoeksbureaus verrichten in opdracht van de farmaceutische industrie marktonderzoek. De resultaten verwerken ze vervolgens in een persbericht en verspreiden dit. Hiermee brengen ze een ziekte of aandoening en het betreffende geneesmiddel onder de aandacht van het publiek en de media. Als casus zijn de persberichten geanalyseerd van een door de farmaceutische industrie veel gebuikt bureau: TNS NIPO. Dit bureau publiceerde in opdracht van registratiehouders elf persberichten die een ziekte of aandoening onder de aandacht brengen. In een voetnoot bij de persberichten wordt steeds verzocht als bron TNS NIPO te vermelden. Het uiteindelijke artikel noemt doorgaans als afzender TNS NIPO. Daarnaast maakt de farmaceutische industrie gebruik van marketingbureaus voor publiekscampagnes en het genereren van media aandacht. Ook hierbij worden persberichten ingezet. Door het uitgeven van persberichten via een bureau zonder hierin de opdrachtgever te vermelden, is een registratiehouder als bron niet zichtbaar als afzender voor de lezer. Het doel van een persbericht is het genereren van media aandacht. Redacties zijn zelf verantwoordelijk voor het wel of niet overnemen van een persbericht of het gebruik hiervan als aanleiding voor een artikel. Voor vijf persberichten is gekeken hoe deze zijn overgenomen door de publieke media. Hieruit blijkt dat persberichten letterlijk worden overgenomen in de pers, ook als deze een geneesmiddel aanprijzen of gaan over een ongeregistreerd geneesmiddel.
Persberichten en opinieonderzoek
7
Ook marktonderzoeks-, marketingbureaus en media hebben zich aan de Geneesmiddelenwet te houden en mogen geen publieksreclame maken voor UR-geneesmiddelen. Wanneer dit toch gebeurt in opdracht van een farmaceutisch bedrijf, zijn alle betrokken partijen verantwoordelijk. Zowel de Geneesmiddelenwet als de gedragscode van de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) zegt niets over persberichten. Wel heeft de Codecommissie van de CGR uitspraken gedaan over persberichten waaruit duidelijk wordt dat een persbericht valt onder de Geneesmiddelenwet en CGR-code over geneesmiddelenreclame. De Geneesmiddelenwet verbiedt het maken van reclame voor UR-geneesmiddelen gericht op het publiek. Binnen de Gedragscode Geneesmiddelenreclame zijn de CGR-richtlijnen 'Internet' en 'Nadere invulling van het onderscheid tussen reclame en informatie voor geneesmiddelen' opgesteld. Deze richtlijnen zijn ook van toepassing op persberichten. Tussen 2002 en 2006 heeft de Codecommissie van de CGR vijf uitspraken gedaan over persberichten. De Codecommissie oordeelt in alle uitspraken dat het persbericht gericht is op het publiek door de wijze van publicatie en verspreiding. De inhoud met aanprijzende teksten en citaten van artsen maakt dat het, volgens de Codecommissie, reclame is. Voor verspreiding van een persbericht in Nederland door de internationale moedermaatschappij blijft de Nederlandse dochtermaatschappij verantwoordelijk, zo oordeelt de Codecommissie. De belangrijkste aanbevelingen om publieksreclame in en via persberichten te voorkomen zijn: ◗ Het opstellen van een interne toetsingsprocedure en/of beleid door het bedrijf dat een persbericht uitgeeft, verspreidt en publiceert. ◗ Het aanscherpen van de CGR-richtlijnen om meer helderheid te scheppen over publieksreclame in en door persberichten. ◗ Het houden van strikter toezicht door de IGZ. ◗ Preventieve toetsing en monitoring door de CGR en de KOAG. ◗ Citaten van artsen, zoals lovende uitlatingen over geneesmiddelen, in persberichten verdienen expliciet aandacht bijvoorbeeld vanuit de beroepsgroep. ◗ De CGR-uitspraken bieden een solide basis voor alle partijen voor het uitwerken van een interne procedure en van de CGR-richtlijnen. ◗ Toetsing van de praktijk in 2011 om te beoordelen in hoeverre de CGRrichtlijnen zijn aangevuld en de praktijk zich hieraan houdt.
8
Persberichten en opinieonderzoek
1 Inleiding
Dit rapport geeft inzicht in persberichten over ziekten en geneesmiddelen uitgegeven door of in opdracht van de farmaceutische industrie. Het is geschreven in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Doel is te laten zien op welke wijze informatie over ziekten en geneesmiddelen het publiek bereikt in en via persberichten en de publieke media. Hierbij is ook gekeken hoe dit alles zich verhoudt tot de bestaande jurisprudentie en in hoeverre dit past binnen de huidige wet- en regelgeving. Daarnaast wordt het effect besproken van persberichten in de media. Hierbij is ook gekeken naar de inzet van marktonderzoeks- en marketingbureaus. Daarnaast biedt het rapport aanwijzingen om, waar nodig of wenselijk, ongewenste vormen van publieksreclame te voorkomen. Bedrijven in alle sectoren brengen persberichten uit, met uiteenlopende aanleidingen. Van een bedrijfsverhuizing, directiewisseling tot een nieuwe ontwikkeling of innovatief product. De farmaceutische industrie onderscheidt zich hierin niet van andere sectoren. In 'het algemeen overleg van De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 25 juni 2009' vroeg de heer Zijlstra (VVD) aandacht voor de geringe ruimte die farmaceutische bedrijven hebben om zich te verweren tegen aantijgingen in de media over hun producten. Volgens hem zit de farmaceutische industrie met gebonden handen. Minister Klink antwoordde hierop dat het over het algemeen voor farmaceutische bedrijven mogelijk is om informatie over hun geneesmiddelen te verstrekken aan het algemeen publiek cq. patiënten. Maar dat de Geneesmiddelenwet echter wel een expliciet verbod op het maken van publieksreclame voor receptgeneesmiddelen kent. "Onder reclame wordt verstaan elke vorm van beïnvloeding met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen, dan wel het geven van een opdracht daartoe." Verder zegt de minister in zijn antwoord: "Bij het reageren op berichten in de media of het uitbrengen van persberichten zullen derhalve de regels van de Geneesmiddelenwet in acht genomen moeten worden. Berichten moeten feitelijk, niet promotioneel en beperkt tot de specifieke kwestie zijn. Ik wijs in dit verband op de 'nadere invulling van het onderscheid tussen reclame en informatie voor geneesmiddelen' van de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR). Het is in mijn ogen zeker mogelijk om te reageren op aantijgingen in de pers zonder daarmee reclame te maken. Helaas hebben diverse farmaceutische bedrijven in het verleden getracht via persberichten publieksreclame te maken. De Codecommissie van de CGR heeft de afgelopen jaren diverse bedrijven daarvoor terecht op de vingers getikt."
Persberichten en opinieonderzoek
9
In dit rapport hebben we gekeken naar persberichten over geneesmiddelen en ziekten. Waar komen deze persberichten vandaan, hoe verspreiden ze zich in de media en in hoeverre zijn persberichten te beschouwen als informatie of (publieks)reclame? De inhoud van het persbericht en de toegankelijkheid voor het algemene publiek staan hierbij centraal. Daarnaast is gekeken naar de bestaande jurisprudentie en wet- en regelgeving. Belangrijke vraag is of de huidige wet- en regelgeving voldoet. En of de bestaande jurisprudentie invloed heeft gehad op de huidige praktijk. Marktonderzoeks- en marketingbureaus worden door de farmaceutische industrie ingezet om aandacht in de publieke media te krijgen. Onder andere door het laten verrichten van marktonderzoek en het uitbrengen van persberichten. Via de media bereiken vele berichten over gezondheid en ziekten het publiek. Redacties kiezen eigen onderwerpen en worden daarnaast in hun berichtgeving gestuurd door persberichten. Bij persberichten die (in)direct afkomstig zijn van de farmaceutische industrie, bestaat bij het overnemen hiervan het risico dat media zelf berichten plaatsen die niet passen binnen de wet- en regelgeving. Voor beantwoording van de onderzoeksvragen is gekeken naar op internet toegankelijke persberichten van farmaceutische bedrijven. Hiervan zijn er 33, uitgebracht na de laatste uitspraak van de Codecommissie, geanalyseerd op inhoud en wijze van verspreiding. De resultaten worden in hoofdstuk 3 beschreven. Deze zijn vervolgens vergeleken met de bestaande uitspraken van de Codecommissie. Daarna wordt in hoofdstuk 4 en 5 besproken hoe persberichten in opdracht van de farmaceutische industrie door derden worden uitgebracht. Hoofdstuk 6 laat zien hoe persberichten hun weg in de media vinden. In hoofdstuk 7 wordt ingegaan op de bestaande wet- en regelgeving en is de bestaande jurisprudentie over persberichten op een rij gezet.
10
Persberichten en opinieonderzoek
2 Conclusies en aanbevelingen
2.1 Conclusies De farmaceutische industrie onderscheidt zich in het uitbrengen van persberichten niet van andere sectoren. Het is voor farmaceutische bedrijven mogelijk persberichten uit te geven, ook als deze informatie bevatten over ziekten en geneesmiddelen. Persberichten worden uitgegeven met diverse aanleidingen zoals organisatorische wijzigingen, reacties op actualiteiten, marktonderzoek, het introduceren van een (ongeregistreerd) geneesmiddel, een onderzoek of een (inter)nationale publicatie. Naast het zelf uitbrengen van persberichten wordt gebruikgemaakt van marktonderzoeks- en marketingbureaus. De toelaatbaarheid van de inhoud van een persbericht is afhankelijk van de wijze van verspreiding en toegankelijkheid voor het algemene publiek. In de praktijk lijkt de grens van publieksreclame door alle betrokken partijen meer dan eens te zijn overschreden. Zowel de Geneesmiddelenwet als de CGR-richtlijnen zeggen niets over persberichten. De Geneesmiddelenwet kent echter wel een expliciet verbod op het maken van publieksreclame voor UR-geneesmiddelen.1 Voor zelfzorggeneesmiddelen mag reclame worden gemaakt binnen de gestelde regels. Persberichten geplaatst op internet en verspreid via persdiensten voor publieke media zijn door de wijze van publicatie en verspreiding toegankelijk voor het brede publiek. Uit vijf door de CGR gedane uitspraken wordt een en ander duidelijk over wat wel en niet is toegestaan. In alle zaken oordeelde de CGR dat de persberichten te beschouwen zijn als publieksreclame. De CGR-uitspraken lijken echter geen invloed op de praktijk te hebben.2 De huidige praktijk Tien farmaceutische bedrijven plaatsten in de laatste vijf jaar gezamenlijk 141 persberichten over gezondheid en/of geneesmiddelen op de website van het betreffende bedrijf die toegankelijk zijn voor het brede publiek. Uit de 141 door farmaceuten uitgegeven persberichten zijn er 33 nader geanalyseerd. Van deze 33 persberichten, geplaatst vanaf 2007, gaan er 28 over een geneesmiddel. Hiervan lijken er door de toegankelijkheid en verspreiding, aanprijzen van een geneesmiddel, citaten van gezaghebbende personen en/of ongeregistreerde geneesmiddelen 19 niet te passen binnen de wet- en regelgeving zoals aangegeven in figuur 2. Algemeen publiek Een persbericht geplaatst en verspreid op internet, bedrijfswebsites en/of verspreid via publieke persdiensten zijn voor het brede publiek toegankelijk. Deze ersberichten behoren dan ook aan de hiervoor geldende Geneesmiddelenwet en CGR-richtlijnen te voldoen. 1 2
Artikel 1 lid 1 onder xx van de Geneesmiddelenwet Bijlage 1 overzicht persberichten farmaceutische industrie
Persberichten en opinieonderzoek
11
Verantwoordelijkheid voor verspreiding Wanneer een persbericht is verspreid door een in het buitenland gevestigde moedermaatschappij, is de Nederlandse vestiging verantwoordelijk voor de verspreiding in Nederland. De Codecommissie heeft hierover in 2003 en 2004 een uitspraak gedaan (K02.012 en K03.022). Van de Nederlandse vestiging van een internationaal bedrijf mag verwacht worden dat zij voldoende maatregelen neemt, zoals interne procedures, om te voorkomen dat internationale reclame-uitingen die in strijd zijn met de Nederlandse wet ons land bereiken. Bronvermelding en 1B- of bijsluitertekst In de onderzochte persberichten blijken bijsluiter- of 1B-teksten te ontbreken, slechts één persbericht verwijst naar de SPC-tekst. Bronvermeldingen worden in enkele gevallen genoemd. Door het ontbreken van deze gegevens in persberichten zijn deze in strijd met artikel 91.3 en 4 van de Geneesmiddelenwet en artikel 5.3, 5.7 en 8.1 van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.3 Informatie gericht op het publiek hoort een bijsluitertekst of 1B-tekst te bevatten of hiernaar te verwijzen. Geneesmiddeleninformatie en reclame De uitgebrachte persberichten bevatten niet uitsluitend een weergave van feitelijke informatie over receptgeneesmiddelen. Door het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en kwalificaties als 'nieuwe', 'spectaculaire', 'meest innovatieve', 'hoopvol' en 'effectieve' die niet door feiten worden ondersteund, schetsen persberichten een ongenuanceerd positief beeld. De aanwezigheid van gezaghebbende personen, zoals artsen, is verboden in publieksreclame voor zelfzorggeneesmiddelen.4 In de praktijk blijkt dat in zeker de helft van de persberichten over receptgeneesmiddelen, gericht op het publiek, gebruik wordt gemaakt van citaten. In negen van de 33 persberichten worden citaten van artsen gebruikt en negen keer gaat het om citaten van andere personen of commissies. Informatie over een geneesmiddel is toegestaan als het gaat om "informatie van algemene en technische aard die relevant is voor het gebruik van het betreffende middel, waarbij de (merk)naam van het betreffende middel genoemd kan worden".5 Bijsluiters, samenvattingen van productkenmerken (SPC's), openbare beoordelingsrapporten (PAR's) en 1B-teksten bieden informatie die toegestaan is voor het brede publiek. Elke vorm van beïnvloeding met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen, dan wel het geven van de opdracht daartoe, is reclame.6 Hierbij passen geen aanvullende bijvoeglijke naamwoorden en lovende citaten van gezaghebbende personen. Door deze te gebruiken is een persbericht te kernschetsen als aanprijzend.
3
K02.012 6 februari 2003 Geneesmiddelwet hoofdstuk 9 artikel 89.b 5 CGR-richtlijnen 'Onderscheid reclame en informatie', artikel 2.c 6 Geneesmiddelenwet hoofdstuk 1, artikel 1.xx 4
12
Persberichten en opinieonderzoek
Claims en ongeregistreerde geneesmiddelen Van de 33 persberichten gaan er, naast enkele toekomstgerichte mededelingen over indicaties, zes over een ongeregistreerd geneesmiddel. De onderzochte persberichten maken gebruik van gezondheidsclaims en vergelijkingen met andere geneesmiddelen. Voorbeelden zijn vergelijkingen en teksten als 'spectaculaire resultaten voor reumapatiënten', 'nieuw innamenschema', 'kwaliteit van leven blijvend verbeterd door Enbrel' en 'nieuwe effectieve behandeling'. Uit de uitspraken van de Codecommissie blijkt dat dit niet is toegestaan.7 Toekomstgerichte mededelingen over ongeregistreerde geneesmiddelen of indicaties, passen op geen enkele wijze binnen de wet- en regelgeving. Hiervoor mag ook geen reclame worden gemaakt richting beroepsbeoefenaars.8 Toch verschijnen hierover tot op heden persberichten. Marktonderzoeksbureaus Bij persberichten over opinieonderzoek is de opdrachtgever doorgaans niet zichtbaar voor de lezer. Farmaceuten gebruiken onderzoeken van marktonderzoeksbureaus, zoals TNS NIPO, om aandacht te creëren voor hun producten in de media. Ook marktonderzoeksbureaus hebben zich aan de Geneesmiddelenwet te houden en mogen geen publieksreclame maken voor UR-geneesmiddelen. Wanneer dit toch gebeurt in opdracht van een farmaceutisch bedrijf, zijn beide partijen verantwoordelijk. Marketingbureaus De farmaceutische industrie gebruikt marketing-, PR- en mediabureaus (hierna te noemen marketingbureaus) voor het uitgeven van persberichten. Als de opdrachtgever niet wordt vermeld, is een registratiehouder als bron niet zichtbaar als afzender voor de lezer. Ook voor marketingbureaus geldt de Geneesmiddelenwet. Wanneer zij publieksreclame maken in opdracht van een farmaceutisch bedrijf, zijn beide partijen verantwoordelijk. Media Persberichten over ziekte en geneesmiddelen die (in)direct verspreid zijn door farmaceutische bedrijven komen terecht in publieke media. Vaak worden de teksten letterlijk overgenomen in de geschreven pers. Ook als ze specifiek over een receptgeneesmiddel gaan en deze aanprijzen. Een overgenomen persbericht in publieke media waarin een receptgeneesmiddel wordt aangeprezen, is volgens de huidige jurisprudentie op te vatten als publieksreclame. Dit roept de vraag op of dit niet in strijd is met de Geneesmiddelenwet. Publieksreclame voor receptgeneesmiddelen is bij wet verboden. Ook media dienen zich aan de Geneesmiddelenwet te houden.
7 8
Uitspraken codecommissie hoofdstuk 7 Geneesmiddelenwet hoofdstuk 9, artikel 84.1
Persberichten en opinieonderzoek
13
2.2 Aanbevelingen Verdere uitwerking CGR- richtlijnen Het maken van publieksreclame voor receptgeneesmiddelen is bij wet verboden. Persberichten waarin een receptgeneesmiddel wordt aangeprezen, die toegankelijk zijn voor het publiek of worden overgenomen door publieke media, moeten worden beschouwd als publieksreclame. Dergelijke persberichten kunnen als strijdig met de Geneesmiddelenwet worden opgevat. Om te voorkomen dat dit door partijen verschillend wordt geïnterpreteerd, is het aan te bevelen de CGRrichtlijnen aan te scherpen om meer helderheid te scheppen voor farmaceutische bedrijven, marketingbureaus, marktonderzoeksbureaus en publieke media. De duidelijkheid die de CGR-uitspraken over persberichten op een aantal punten geven, biedt hiervoor een goed uitgangspunt. Interne toetsingsprocedures Aan de hand van een interne toetsingsprocedure door het bedrijf dat het persbericht uitgeeft - bijvoorbeeld op basis van de CGR-uitspraken - kan het deze vorm van publieksreclame voorkomen. Ook van een Nederlandse vestiging van een internationaal vertakt bedrijf mag worden verwacht dat zij waarborgen aanbrengt, bijvoorbeeld in de vorm van een interne toetsingsprocedure. Dit om te voorkomen dat 'internationale' reclame-uitingen binnen de Nederlandse rechtssfeer in strijd kunnen raken met de geldende regelgeving. Toezicht Strikt toezicht door de IGZ is nodig om deze vorm van publieksreclame te voorkomen. De in dit rapport geanalyseerde persberichten bieden hiervoor een basis. Aan te bevelen is een vervolg onderzoek van de praktijk in 2011. Zelfregulering Een grotere rol voor de bestaande zelfregulering zoals de CGR en de KOAG is aan te bevelen voor preventieve toetsing en monitoring. Of de huidige werkafspraken tussen de IGZ en CGR/KOAG hiervoor voldoende zijn moet opnieuw beoordeeld worden door betrokken partijen. Marktonderzoeks- en marketingbureaus Marktonderzoeks- en marketingbureaus mogen geen publieksreclame maken voor receptgeneesmiddelen. Een interne code zou hiertoe kunnen bijdragen. Daarin zou ook kunnen worden vastgelegd dat de opdrachtgever altijd duidelijk wordt vermeld in de eerste alinea van een persbericht dat over een ziekte en/of een geneesmiddel gaat. Media Het overnemen van persberichten door redacties van websites en gedrukte media mag niet kritiekloos gebeuren. Ook zij dienen zich aan de wet te houden en mogen geen reclame maken voor UR-geneesmiddelen. Publieke media horen zich hiervan bewust te zijn en maatregelen te nemen om deze vorm van publieksreclame te voorkomen. Daarnaast zou de farmaceutische industrie als bron altijd vermeld moeten worden in het bericht.
14
Persberichten en opinieonderzoek
De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in juni 2009 overigens diverse redacties van kranten, tijdschriften en actualiteitenrubrieken geattendeerd op de regels omtrent publieksreclame voor (recept)geneesmiddelen. Beroepsbeoefenaren Artsen doen veelvuldig lovende uitlatingen over geneesmiddelen in persberichten van de industrie. Ook beroepsbeoefenaren zijn echter gehouden aan de Geneesmiddelenwet en mogen geen publieksreclame maken voor receptgeneesmiddelen. Het is aan te bevelen hieraan expliciet aandacht te besteden binnen de beroepsgroep.
Persberichten en opinieonderzoek
15
3 Persberichten van farmaceutische bedrijven De farmaceutische industrie onderscheidt zich bij het uitbrengen van persberichten niet van andere sectoren. Naast algemene onderwerpen worden persberichten uitgebracht over ziekten, gezondheid en geneesmiddelen. De wijze van verspreiding, of beter gezegd de doelgroep, is bepalend voor wat de inhoud van een persbericht met informatie over een receptgeneesmiddel kan zijn. Wanneer het persbericht uitsluitend gericht is op en toegankelijk is voor beroepsbeoefenaars en hun vakbladen kan deze reclame - passend binnen de wet en CGR-code - bevatten voor receptgeneesmiddelen. Wanneer een persbericht met informatie over een receptgeneesmiddel geplaatst/verspreid wordt en toegankelijk is voor of gericht is op het algemene publiek, gelden andere regels. Publieksreclame voor receptgeneesmiddelen is tenslotte verboden. De laatste vijf jaar zijn door tien farmaceutische bedrijven gezamenlijk 141 persberichten geplaatst met als onderwerp gezondheid en/of geneesmiddelen. Per bedrijf verschilt het jaartal tot waar het archief teruggaat. Bij de meeste is dit tot 2006 en een enkele keer is dit 2008. Een overzicht hiervan staat in figuur 1 en 2. Hiervan zijn er 33 inhoudelijk geanalyseerd, zie figuur 2. In 28 persberichten wordt tussen de één en veertien keer het geneesmiddel genoemd. In vijftien persberichten gaat de aandacht uit naar een nieuw receptgeneesmiddel, waaronder een aantal nog niet geregistreerde. Uit het onderzoek blijkt dat persberichten, gericht op het brede publiek, niet uitsluitend feitelijke informatie bevatten over receptgeneesmiddelen maar deze ook aanprijzen.
Figuur 1 Aantal uitgegeven persberichten per bedrijf en jaar Uitgever
2009
2008
2007
2006
2005
AstraZeneca
2
3
6
4
2
Bayer
2
1
Janssen-Cilag
4
Lilly
3
MSD
4
Novartis
1
5
2
Pfizer
4
8
7
6
17
7
5
2
Shering-Plough
1
2
3
Wyeth
3
14
17
Totaal
41
45
Sanofi-Aventis
16
Persberichten en opinieonderzoek
2004
Totaal 17 3
4
8
5
8 9
33
2
15 8
14
5
1
31 31
7
1
141
Figuur 2 Geanalyseerde persberichten Uitgever
Publicatiedatum
Titel persbericht
1
AstraZeneca
7-apr-09
Reactie op berichtgeving over Seroquel (Trouw, Telegraaf, 07 april 2009)
2
AstraZeneca*
11-nov-08
Aantal hart- en vaataandoeningen kan met helft omlaag
3
AstraZeneca*
5-nov-07
Nieuw onderzoek naar het effect van een statine
4
AstraZeneca*
19-feb-07
AstraZeneca introduceert een eenvoudige astma behandeling
5
Bayer*
2-jun-09
Nieuwe anticonceptiepil Qlaira vanaf 2 juni beschikbaar in Nederland
6
Bayer*
1-sep-08
Nieuw innameschema voor de anticonceptiepil
7
Janssen-Cilag*
22-sep-09
Stelara (ustekinumab) beschikbaar en volledig vergoed
8
Janssen-Cilag*
1-nov-07
Met genoegen delen wij u mede dat Janssen-Cilag vandaag een nieuw middel in de behandeling van schizofrenie introduceert: Invega
9
Lilly
4-jun-09
"Erectiestoornis, Praat erover'' - Trucktour rijdt door Nederland- Ruim 800.000 Nederlandse mannen kampen met erectieproblemen
10 Lilly
26-nov-08
Geen volledige vergoeding voor adhd geneesmiddel strattera
11 Lilly*
3-okt-08
Positieve opinie over een langwerkende depot-vorm van Zyprexa door Europese Commissie voor Geneesmiddelen
12 MSD
25-jun-09
MSD en vergeten tropische ziektes
13 MSD
15-okt-07
Januvia en Gardasil winnen hoogste onderscheiding bij de Prix
14 MSD*
29-jan-07
Positieve opinie voor nieuwe behandeling type 2 diabetes
15 Novartis
1-jul-09
CML Earth verbindt leukemie patiënten wereldwijd
16 Novartis
5-nov-08
Donaties voor diabetes tijdens huisartsbezoek verdubbeld
17 Novartis*
14-mrt-08
Femara (letrozol) laat opnieuw het risico op terugkeer van borstkanker dalen
18 Novartis*
18-sep-07
Galvus nieuwe behandeling voor type-2-diabetes, biedt meer perspectief voor patiënt
19 Pfizer
10-jun-09
Celsentri wint Galenusprijs voor meest innovatieve en betekenisvolle geneesmiddel
20 Pfizer*
20-nov-08
Pfizer trekt aanvraag voor Viagra u/a in Europa in
21 Pfizer*
3-mrt-08
Eerste nieuwe orale klasse HIV medicatie sinds 10 jaar vandaag geïntroduceerd
22 Pfizer
20-dec-07
Goede voornemens 2008: Meer romantiek én vaker seks in het nieuwe jaar
23 Pfizer
6-mrt-07
Verklaring van Pfizer bv. naar aanleiding van TROS-Radar uitzending
24 Sanofi-Aventis
30-sep-09
ClikSTAR: nieuwe herbruikbare insulinepen
25 Sanofi-Aventis* 11-feb-09
ATHENA publicatie in NEJM
26 Sanofi-Aventis
5-nov-08
Sanofi-aventis kondigt vandaag haar besluit aan om te stoppen met de lopende klinische studies met rimonabant
27 Sanofi-Aventis
3-mrt-08
Sanofi-aventis gaat samenwerking aan voor het ontwikkelen van een semi-synthetische variant van artemisinine (anti-malaria)
28 Sanofi-Aventis* 18-sep-07
ACOMPLIA vanaf eind september met doktersrecept te koop bij de apotheek
29 Shering-Plough* 2-jun-09
Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor Sycrest (asenapine) voor de behandeling van schizofrenie en voor de behandeling van een manische episode bij een bipolaire stoornis
30 Shering-Plough* 31-dec-08
Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor een nieuw vruchtbaarheidsgeneesmiddel corifollitropine alfa
31 Wyeth*
12-jun-09
Onderzoeksresultaten bevestigen aanhoudende effectiviteit en veiligheid Enbrel
32 Wyeth
11-dec-08
Persoonlijke begeleiding reuma- en psoriasispatiënten door verpleegkundigen Mondial Assistance
33 Wyeth*
21-jan-08
Overlevingsduur bij ernstige niercelkanker verlengd door nieuwe behandelmogelijkheid Torisel
* Persbericht voor ongeregistreerd geneesmiddel en/of dat, door het aanprijzen van het geneesmiddel, citaat van gezaghebbende persoon, elementen van publieksreclame bevat.
Persberichten en opinieonderzoek
17
In 4.1 - 4.5 wordt de inhoud en wijze van verspreiding besproken met een aantal voorbeelden uit de geanalyseerde persberichten. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven met de titels van de 141 persberichten. In bijlage 2 staan de volledige teksten van de 33 onderzochte persberichten. 3.1 Verspreiding van de persberichten De wijze waarop persberichten op internet geplaatst worden en voor iedereen toegankelijk zijn, maakt dat deze gericht zijn op het brede publiek. Daarnaast blijkt nergens uit dat ze expliciet gericht zijn op beroepsbeoefenaars. Dat ze gericht zijn op het brede publiek wordt benadrukt doordat ze ook verspreid zijn via een persbureau zoals het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) of Novum, met het kennelijke doel het brede publiek te bereiken via de publieke media. 3.2 Informatie over geneesmiddelen In 28 van de 33 persberichten wordt een of meerdere keren een geneesmiddel genoemd. Hierbij kan het gaan om een nieuwe (aanvraag voor) registratie van een geneesmiddel, nieuwe ontwikkelingen, internationale ervaringen, een opiniepeiling, een wetenschappelijk onderzoek of een reactie op berichten uit de media. Bijsluiter of 1B-teksten ontbreken. Eén keer wordt verwezen naar de SPC-tekst. De informatie over een geneesmiddel wordt behalve door feiten veelvuldig ondersteund door niet op feiten gebaseerde bijvoeglijke naamwoorden en kwalificaties als 'nieuwe', 'spectaculair', 'meest innovatieve', 'hoop' en 'effectief'.
"Bayer: Nieuw innamenschema voor de anticonceptiepil 1 september 2008 - In Amerika is de nieuwe pil een enorm succes. YAZ 24+4 is daar nu al de meest voorgeschreven anticonceptiepil. Vooral het feit dat zij minder klachten rondom de menstruatie hebben, spreekt vrouwen aan. Het nieuwe "24+4" schema met de korte pilpauze zorgt ervoor dat vrouwen minder hormoonschommelingen ervaren. Vrouwen houden significant minder vocht vast, en hebben minder last van klachten als hoofdpijn, stemmingswisselingen, gespannen borsten en een opgeblazen gevoel."
"Janssen-Cilag: Met genoegen delen wij u mede dat Janssen-Cilag vandaag een nieuw middel in de behandeling van schizofrenie introduceert: Invega 1 november 2007 - Met genoegen delen wij u mede dat Janssen-Cilag vandaag een nieuw middel in de behandeling van schizofrenie introduceert: Invega (paliperidon tabletten met verlengde afgifte). Invega combineert de werkzame stof paliperidon met het vertraagde afgiftemechanisme van de OROS-technologie. De introductie van Invega, een atypisch antipsychoticum, is uitstekend nieuws voor patiënten met schizofrenie die een effectief antipsychoticum verdienen, zoals patiënten die opnieuw last krijgen van symptomen van schizofrenie én nieuw gediagnosticeerde patiënten. Recent onderzoek toont aan dat 60 procent van de patiënten met schizofrenie binnen 1 jaar van medicatie verandert wegens onvoldoende effectiviteit (24%), bijwerkingen (15%) of om andere redenen (21%) (CATIE studie New Engl J Med 09/2005). Invega kan tegemoet komen aan de behoefte van patiënten aan nieuwe medicatie om schizofrenie te behandelen. Invega is de doorontwikkeling van de actieve metaboliet van risperidon. Gecombineerd met het bijzondere werkingsmechanisme van de OROS-technologie zorgt Invega voor een continue gereguleerde afgifte en vlakke plasmaspiegels.1 Hierdoor biedt Invega een bijzondere combinatie: effectiviteit gekoppeld aan een mild bijwerkingprofiel, waardoor het uitstekend wordt verdragen."
"AstraZeneca introduceert een eenvoudige astma behandeling De behandeling van astma is verbeterd én vereenvoudigd door een innovatief nieuw gebruik van Symbicort, Symbicort SMART. De nieuwe aanpak, met één inhalator voor de aanpak van benauwdheid én de chronische ontsteking van de longen, leidt tot 50% minder aanvallen [1]. Dit kondigde fabrikant AstraZeneca gisteren aan tijdens een internationale persconferentie in Kopenhagen."
18
Persberichten en opinieonderzoek
"Novartis: Donaties voor diabetes tijdens huisartsbezoek verdubbeld (…) Initiatiefnemer van deze actie is Novartis dat de gulle giften verdubbelt. Het Diabetes Fonds is blij met deze actie: "Als er mensen zijn die tijdens de Diabetes maand een van onze 30.000 collectanten missen, dan kunnen ze bij de huisarts alsnog een donatie doen. En dat niet alleen, want dankzij Novartis wordt hun schenking twee keer zo veel waard!'' (….) Vorig jaar heeft Novartis vildagliptine, een medicijn in de nieuwe klasse van DPP-4-remmers, geïntroduceerd voor de behandeling van type-2-diabetespatiënten."
"Sanofi-aventis: ACOMPLIA vanaf eind september met doktersrecept te koop bij de apotheek Vanaf eind september kunnen patiënten met een doktersrecept ACOMPLIA (rimonabant) bij de apotheek kopen. Het geneesmiddel wordt niet vergoed via het basispakket. ACOMPLIA is een nieuw geneesmiddel dat tegelijkertijd meerdere oorzaken van diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten aanpakt bij patiënten met overgewicht."(..) " ACOMPLIA remt dit overactieve endocannabinoïd of EC-systeem. Hierdoor verbeteren tegelijkertijd de middelomtrek, het gewicht en de suikeren vethuishouding. ACOMPLIA is ontdekt en ontwikkeld door sanofi-aventis en is de eerste in zijn klasse van selectieve CB1-receptorblokkers."
"Wyeth: Persoonlijke begeleiding reuma- en psoriasispatiënten door verpleegkundigen Mondial Assistance (…) Voor reuma-, psoriasis-, Bechterew-, en artritis psoriaticapatiënten die behandeld worden met het geneesmiddel etanercept (Enbrel), heeft Wyeth Pharmaceuticals een speciaal programma ontwikkeld: het ‘Enbrel PatientSupport Programma’. Door de overeenkomst met Mondial Assistance kunnen de patiënten die aan dit programma deelnemen, nu ook rekenen op ondersteuning van verpleegkundigen op de alarmcentrale. Met de overeenkomst beoogt Wyeth Pharmaceuticals de gezondheid van individuele patiënten en de therapietrouw te verbeteren. Het is de eerste keer dat een alarmcentrale in Nederland patiënten op een dergelijke wijze begeleidt."
3.3 Citaten van artsen In vijftien persberichten worden citaten van onder andere artsen gebruikt, waarin positieve effecten van het betreffende geneesmiddel worden benoemd of de ernst van een ziekte benadrukt. Bijvoorbeeld bij persberichten over een medicijn tegen HIV, hoog cholesterol, anticonceptie, reuma en diabetes.
"Pfizer: Eerste nieuwe orale klasse HIV medicatie sinds 10 jaar vandaag geïntroduceerd Celsentri van Pfizer is vanaf vandaag beschikbaar voor eerder behandelde HIV patiënten Dr. Jonathan Briers, medisch directeur van Pfizer bv: ''Maraviroc is de baanbrekende bijdrage van Pfizer in de strijd tegen HIV/AIDS. Het vertegenwoordigt zeer geavanceerde wetenschap en is een significante innovatie in de behandeling van HIV infectie. We zijn trots dit bereikt te hebben en zullen steeds doorgaan met het ontwikkelen en ontdekken van andere geneesmiddelen voor moeilijk te behandelen ziektes.'' Professor Andy Hoepelman, onafhankelijk deskundige en Hoofd van de afdeling Interne Geneeskunde en Infectie ziekten, van het UMC Utrecht, vult aan: ''De introductie van maraviroc is ontzettend belangrijk voor de HIV gemeenschap. HIV staat erom bekend snel te muteren en sommige patiënten worden daardoor resistent voor de beschikbare behandelingen. Nieuwe geneesmiddelen, en nieuwe klassen in het bijzonder, zijn fundamenteel voor een aanhoudende goede gezondheid".''
"AstraZeneca: Aantal hart- en vaataandoeningen kan met helft omlaag "We weten dat patiënten met een verhoogd cholesterol baat kunnen hebben bij een cholesterolverlagende behandeling", licht hoogleraar cardiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum prof. dr. Wouter Jukema toe. "Door het Jupiter-onderzoek weten we nu dat cholesterolverlagende behandeling ook uitermate nuttig is bij mensen met een relatief normaal cholesterol. Ook bij een relatief normaal cholesterol, kunnen aderen namelijk al enigszins dichtslibben. Als de vaatwand gaat ontsteken, neemt de hoeveelheid CRP in het bloed toe. Omdat we die waarde kunnen gemeten kan worden, kunnen we beter gaan voorspellen wie baat kan hebben bij cholesterolverlagers. Overigens is nu ook onomstotelijk aangetoond dat dit zowel voor mannen als voor vrouwen geldt"."
Persberichten en opinieonderzoek
19
"Bayer: Nieuw innamenschema voor de anticonceptiepil Het merendeel van de vrouwen heeft tijdens de stopweek en rond de menstruatie veel klachten. Bayer slaagde erin een pil te ontwikkelen, waarbij dergelijke klachten minder voorkomen. Bij dit nieuwe piltype wordt de inname van 24 actieve pillen gevolgd door 4 niet-actieve pillen. "Door de kortere pilpauze treden niet alleen minder klachten op maar bovendien wordt door de drie extra pillen de eisprong langer onderdrukt. Daarnaast is er minder kans dat vrouwen vergeten aan hun nieuwe strip te beginnen,"aldus Dr. Arne van Heusden, gynaecoloog en opleider in het Maasstad ziekenhuis in Rotterdam. "Onderzoek wijst uit dat 26,3%1) van de vrouwen haar pil wel eens te laat inneemt. Dat is te veel," aldus Van Heusden. Hij promoveerde in 2003 op het onderwerp 'pilvrije periode'."
"Novartis: Galvus nieuwe behandeling voor type-2-diabetes, biedt meer perspectief voor patiënt Prof. Dr. J.B.L Hoekstra, als internist verbonden aan het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam: ''Deze nieuwe data bevestigen dat vildagliptine een belangrijke nieuwe behandelingsmogelijkheid is voor het onder controle houden van type-2-diabetes, omdat het zorgt voor relevante verlagingen van de bloedsuiker zonder de bijwerkingen die bij andere diabetesmedicatie optreden. Dit is belangrijk omdat veel mensen met type-2-diabetes meer dan één geneesmiddel nodig hebben om hun bloedsuikerspiegels onder controle te krijgen. Zoals bij elk nieuw geneesmiddel is ook bij vildagliptine de verdraagbaarheid op lange termijn nog niet vastgesteld. Dat neemt niet weg dat de huidige gegevens over vildagliptine goed nieuws zijn voor mensen met type-2-diabetes".''
"Wyeth: Onderzoeksresultaten bevestigen aanhoudende effectiviteit en veiligheid Enbrel Vroegtijdig behandelen met biologicals vermindert ziektelast reumatische ontstekingsziekten. Volgens studieleider Paul Emery, Professor Reumatologie Universiteit van Leeds, geven de nieuwe onderzoeksresultaten aan dat bij het behandelen van matige tot ernstige reumatoïde artritis met Enbrel remissie (het afnemen of verdwijnen van de ziekteverschijnselen) mogelijk wordt. Daarmee zou remissie volgens hem een primair behandeldoel moeten zijn en benadrukken de uitkomsten volgens hem het belang van het vroegtijdig behandelen met Enbrel, om de kwaliteit van leven te kunnen behouden zoals het kunnen blijven werken"."
3.4 Niet geregistreerde geneesmiddelen In verschillende persberichten gaat de informatie over een niet geregistreerd geneesmiddel of een niet geregistreerde indicatie. In het persbericht wordt bijvoorbeeld bekendgemaakt dat Europese registratie is aangevraagd of dat een positieve opinie is gegeven over het geneesmiddel. Zoals bij een anticonceptiepil en een geneesmiddel tegen diabetes, bipolaire stoornis en schizofrenie.
"Bayer: Nieuwe anticonceptiepil Qlaira vanaf 2 juni beschikbaar in Nederland Naar verwachting zal Qlaira, behalve als anticonceptivum, in de toekomst ook als eerste anticonceptiepil worden geregistreerd voor de indicatie 'hevige of langdurige menstruatie'."
"Lilly: Positieve opinie over een langwerkende depot-vorm van Zyprexa door Europese Commissie voor Geneesmiddelen Jongstleden 25 september heeft de Europese Commissie voor Geneesmiddelen het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) een positieve opinie uitgebracht over een langwerkende depot-vorm van Zyprexa (olanzapine), waarbij de Commissie de marketing autorisatie voor ZypAdhera (de merknaam van het depot) aanbeveelt."
20
Persberichten en opinieonderzoek
"MSD: Positieve opinie voor nieuwe behandeling type 2-diabetes Sitagliptine (merknaam Januvia), het geneesmiddel van Merck Sharp & Dohme voor patiënten met type 2-diabetes, heeft gisteravond een positieve opinie gekregen van de Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) van de European Medicines Evaluation Agency (EMEA). In de CHMP-opinie wordt sitagliptine aanbevolen voor goedkeuring in de Europese Unie voor de behandeling van type 2-diabetes. Na afloop van de beoordeling door de CHMP wordt de opinie doorgestuurd naar de Europese Commissie (EC). Als de EC dit advies overneemt, is sitagliptine het eerste receptgeneesmiddel in een nieuwe klasse geneesmiddelen, die DPP-4 remmers1 genoemd worden. DPP-4 remmers versterken het eigen vermogen van het lichaam om een verhoogd bloedsuiker (glucose) te verlagen. Het besluit zal van kracht zijn voor de 27 landen die deel uitmaken van de Europese Unie, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje. Sitagliptine is momenteel in 11 landen goedgekeurd, waaronder de Verenigde Staten en Mexico. Na aanvaarding van de opinie zal de Europese Commissie naar verwachting begin april een handelsvergunning afgeven. De CHMP, waarin wetgevers uit alle EU-lidstaten zitting hebben, gaf de positieve opinie na beoordeling van uitgebreide gegevens die de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid van sitagliptine ondersteunen."
"Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor SYCREST (asenapine) voor de behandeling van schizofrenie en voor de behandeling van een manische episode bij een bipolaire stoornis Schering-Plough heeft vandaag aangekondigd dat de European Medicines Agency (EMEA) het registratiedossier van SYCREST (asenapine) voor beoordeling heeft geaccepteerd. (Dat betekent dat de Europese gezondheidsautoriteit EMEA het ingediende dossier voor dit nieuwe geneesmiddel nu zal gaan beoordelen.) SYCREST is een sublinguale tablet (d.w.z. een tablet voor onder de tong) voor de behandeling van schizofrenie en voor de behandeling van een manische episode bij een bipolaire stoornis."
Persberichten en opinieonderzoek
21
4 Marktonderzoeksbureaus
Farmaceutische bedrijven geven ook indirect persberichten uit via marktonderzoeksbureaus. Deze verrichten in opdracht van de farmaceutische industrie marktonderzoek, waarna ze de resultaten verwerken in een persbericht. Hiermee brengen ze een ziekte of aandoening en het betreffende geneesmiddel onder de aandacht van het publiek en de media. Als het persbericht vervolgens in de media verschijnt, met als bron bijvoorbeeld alleen het onderzoeksbureau, is de opdrachtgever niet zichtbaar voor het publiek. Meer dan tweehonderd bureaus in Nederland doen marktonderzoek en opiniepeilingen rond uiteenlopende onderwerpen in opdracht van bedrijven, instellingen en overheden. Ook de farmaceutische industrie maakt gebruik van marktonderzoek. De resultaten van deze onderzoeken worden onder andere benut om aandacht in de media te genereren voor ziekten en geneesmiddelen. Dit gebeurt door het uitgeven van persberichten over de uitkomst van het marktonderzoek. De uitgever van het persbericht kan het marktonderzoeksbureau zijn of de opdrachtgever (farmaceutische industrie) zelf. Een bureau waar registratiehouders veel gebruik van maken is TNS NIPO. Van dit bureau hebben we de persberichten nader geanalyseerd. TNS NIPO publiceerde tussen april 2004 en juni 2007 veertien persberichten over gezondheid en medicatie, zie figuur 3. In 2008 zijn geen publicaties uitgebracht door TNS NIPO, maar zien we dat opdrachtgevers zelf de persberichten uitgeven op basis van het marktonderzoek. De reden hiervan is niet bekend. Marktonderzoek wordt vaak als onderdeel van een campagne gebruikt. Hier gaan we nu niet verder op in. Op de website van TNS NIPO staan veertien persberichten die een ziekte of aandoening onder de aandacht brengen en/of de boodschap dat het gebruik van medicatie een positief effect heeft op het leven en de gezondheid. Ook wordt in een aantal gevallen direct verwezen naar een geneesmiddel. Elf van de veertien onderzoeken zijn in opdracht van de farmaceutische industrie gedaan. De berichten communiciceren positief over het geneesmiddel van de opdrachtgever. Of het wordt vergeleken met een concurrerend middel, zoals bij het persbericht van 5 juni 2007 over Cialis. "Viagra krijgt stevige concurrentie van een minder bekende erectiepil Cialis. (…) Een in het oog springend verschil tussen beide merken is de werkingsduur. Cialis werkt ongeveer 36 uur, terwijl Viagra vier tot vijf uur werkzaam is."
22
Persberichten en opinieonderzoek
De publicaties gaan over de volgende aandoeningen en geneesmiddelen: ◗ Anticonceptie ◗ Baarmoederhalskanker ◗ Erectiepillen ◗ Pijnstillers ◗ Antidepressiva In de voetnoot van de persberichten wordt steeds verzocht als bron TNS NIPO te vermelden. Niet altijd staat in de publicatie zelf de opdrachtgever vermeld. In een persbericht van TNS NIPO staat als voetnoot voor redacties wel vermeld wie de opdrachtgever is. Maar in het uiteindelijke artikel wordt doorgaans als afzender TNS NIPO genoemd. In bijlage 3 staan de volledige teksten van de persberichten. Figuur 3 Uitgegeven persberichten door TNS NIPO Titel persbericht onderzoek
In opdracht van
Gepubliceerd
Huisartsen geven voorkeur aan erectiepil Cialis boven Viagra
Eli Lilly
05-06-2007
Grootschalig onderzoek seks en de pil
Schering Nederland
07-12-2006
Nederlandse vrouw onbekend met oorzaak baarmoederhalskanker
Sanofi Pasteur MSD
02-11-2006
Verantwoorde en tevreden gebruikers zelfzorgpijnstillers
Neprofarm
02-10-2006
Patiënten vinden pijnstilling vaak onvoldoende
MSD
18-05-2006
Europese mannen maken zich zorgen over anticonceptie
Organon*
17-11-2005
50 procent van de pilgebruiksters heeft seks ondanks falende anticonceptie
Organon*
27-10-2005
Pilgebruiksters hebben meer zorgen over ongewenste zwangerschap
Organon*
29-09-2005
Meerderheid Nederlanders wenst seksleven te verbeteren
Pfizer
22-06-2005
Forse daling ziekteverzuim door antidepressiva
Wyeth Pharmaceuticals bv
08-04-2005
ADHD-kinderen op de basisschool
stichting "O jee ADHD"
25-01-2005
Helft kankerpatiënten niet op de hoogte van risico's van ongewenst gewichtsverlies
Abbott
14-12-2004
Nederlanders onbekend met fatale gevolgen gebruik pijnstillers
MSD
03-06-2004
Vrouwen vertrouwen partner anticonceptiepil niet toe
TNS NIPO
19-04-2004
*Organon maakt sinds november 2007 deel uit van Schering-Plough
Persberichten en opinieonderzoek
23
5 Marketingbureaus
Farmaceutische bedrijven geven indirect ook persberichten uit via marketing- en PR-bureaus. Deze bureaus ontwikkelen reclame en publiekscampagnes en genereren media-aandacht. Een van hun activiteiten is het opsporen van redactionele kansen, zoals het creëren van nieuwswaarde om free publicity te genereren. Er zijn marketingbureaus die zich hebben gespecialiseerd in marketing voor de farmaceutische industrie. Omdat de wetgeving het verbiedt reclame te maken voor URgeneesmiddelen, gebruiken ze verschillende en steeds nieuwe manieren om consumenten te benaderen. In dit onderzoek is alleen gekeken naar de persberichten. Ook blijkt uit dit onderzoek dat wanneer een marketingbureau in opdracht van een farmaceutisch bedrijf onderzoek laat doen door TNS NIPO, het marketingbureau als zodanig als opdrachtgever staat vermeld in het persbericht van TNS NIPO en daarnaast ook zelf persberichten hierover verspreidt. Een voorbeeld hiervan is 'Grootschalig onderzoek seks en de pil'. In hoofdstuk 6 wordt dit uitgebreid beschreven. Door het uitgeven van persberichten via een bureau zonder hierin de opdrachtgever te vermelden, is een registratiehouder niet zichtbaar als afzender voor de lezer. Een voorbeeld van een marketingbureau dat persberichten uitgeeft in opdracht van farmaceutische bedrijven is Kodyo.
24
Persberichten en opinieonderzoek
Figuur 4 Persberichten door Kodyo op internet geplaatst Datum
Titel persbericht
02-04-2008
Minister besluit tot vergoeding enige medicijn leverkanker
14-12-2007
Menzis vergoedt revolutionaire spataderbehandeling Refaja ziekenhuis
20-11-2007
Nieuw onderzoek naar speciale vorm van spataderen
31-10-2007
Keuze anticonceptiemiddel ligt bij vrouw
11-09-2007
Niet dikker door anticonceptiepil
04-09-2007
Helft Nederlandse jongeren gebruikt pil bij 'de eerste keer'
31-08-2007
Nieuwe methode maakt bloedafname in ziekenhuislaboratorium overbodig
29-08-2007
Moderne anticonceptiepil verhoogt libido gebruiksters
22-08-2007
Nederlandse vrouwen meer ex-partners dan mannen
03-08-2007
Vroege behandeling multiple sclerose vertraagt ziekteprogressie
24-07-2007
Net zoveel zin in seks met hormoonspiraal
17-07-2007
Hormoonspiraal uitkomst voor vrouwen in de overgang
10-07-2007
Minder bloedverlies met hormoonspiraal
04-07-2007
Vruchtbaarheid blijft behouden na gebruik hormoonspiraal
26-06-2007
Geen gewichtstoename met spiraal
20-06-2007
Niet meer ongesteld nu al mogelijk
18-06-2007
Van spataderen af zonder pijn of blauwe plekken
12-06-2007
Vrouwen kiezen alternatief voor de pil
05-06-2007
Eerste medicijn met gunstig effect op overleving bij leverkanker
21-05-2007
Doorslikken van de pil heeft veel voordelen
08-05-2007
Multipele sclerose krijgt een gezicht
01-05-2007
Drospirenon baanbrekend voor anticonceptiemarkt
25-04-2007
Doorspoelbaar stomazakje maakt leven patiënten een stuk aangenamer
12-03-2007
Vrouwen gebruiken 12 jaar anticonceptie vóór eerste kind
01-03-2007
Aandeel hormoonspiraal binnen anticonceptiemarkt groeit
19-12-2006
Nederlandse vrouwen trouw aan de pil
7-12-2006
Pilgebruiksters hebben meer plezier in bed
13-10-2006
Huisartsen willen lichtere pil voorschrijven
30-06-2006
Medicijn rusteloze benen verhoogt kwaliteit van leven
14-06-2006
MS medicijn geregistreerd voor vroege behandeling
Persberichten en opinieonderzoek
25
6 Publieke media en persberichten
Ook media mogen geen reclame maken voor receptgeneesmiddelen
Persberichten vinden hun weg in de media, ze worden vaak letterlijk overgenomen in de geschreven pers. Ook als ze specifiek over een receptgeneesmiddel gaan of dit aanprijzen. Een overgenomen persbericht in publieke media waarin een receptgeneesmiddel wordt aangeprezen, past niet binnen de wet. Publieksreclame voor receptgeneesmiddelen is verboden. Publieke media en daarmee de geschreven pers horen zich hiervan bewust te zijn en maatregelen te nemen om te voorkomen dat ze deze vorm van publieksreclame maken. Het doel van een persbericht is het genereren van media aandacht. Dit kan gericht zijn op een bepaalde doelgroep, zoals beroepsbeoefenaars of het brede publiek. Redacties van media zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor het wel of niet overnemen van een persbericht of het gebruik hiervan als aanleiding voor een artikel. Gezonde scepsis heeft gekeken hoe persberichten (in)direct uitgegeven door farmaceutische bedrijven over ziekten en geneesmiddelen in de geschreven pers zijn opgepikt. Om een beeld te geven van de praktijk wordt hier van drie persberichten direct uitgegeven door een farmaceutisch bedrijf en van twee persberichten uitgegeven in opdracht van een farmaceutisch bedrijf, getoond hoe ze hun weg in de media hebben gevonden. Internationale onderzoeksresultaten Het persbericht 'Onderzoeksresultaten bevestigen aanhoudende effectiviteit en veiligheid Enbrel', uitgegeven door Wyeth op 12 juni 2009, wordt door diverse online media letterlijk overgenomen zoals gezonderworden.nl, medicalfacts.nl, startlog.nl en blogcatalog.com. Nieuwe anticonceptiepil Op 2 juni 2009 brengt Bayer het persbericht 'Nieuwe anticonceptiepil Qlaira vanaf 2 juni beschikbaar in Nederland. Eerste anticonceptiepil met natuurlijk vrouwelijk hormoon' uit. Het wordt geplaatst op de website van Bayer en verspreid via de persdienst allepersberichten.nl. Ook wordt het op diverse RSS feed websites zoals webindex.nl, article.feeds4all.nl, rssheadlines.nl geplaatst waardoor het een nog verdere verspreiding krijgt op internet. Het bericht is vervolgens letterlijk overgenomen op de websites medicalfacts.nl, mijnmedicijnvergoeding.nl, mens-engezondheid.infonu.nl, sexwoordenboek.nl, vrouw.blog.nl, linkotheek.nl en farmaactueel.nl. Het radioprogramma AVRO De Praktijk besteedt er ook aandacht aan. Prof. dr. F.M. Helmerhorst van het LUMC wordt geïnterviewd, nuanceert het verhaal en verwijst naar de pil in de behandelstandaard. Op de vraag waarom er dan zoveel tamtam is om de nieuwe pil, zegt hij: "Dat is marketing, zou jij ook doen als je fabrikant was".
26
Persberichten en opinieonderzoek
Ongeregistreerd geneesmiddel Op 26 januari 2007 brengt MSD het persbericht 'Positieve opinie voor nieuwe behandeling type 2-diabetes Sitagliptine, eerste in een nieuwe klasse orale behandelingen, DPP-4-remmers, aanbevolen voor goedkeuring voor de behandeling van type 2-diabetes in de Europese Unie' uit. Het geneesmiddel is op dat moment nog niet geregistreerd in Europa. Het bericht wordt op de eigen website geplaatst. Daarnaast wordt het geplaatst en verspreid via nieuwsbank.nl en vervolgens overgenomen door onder andere medicalfacts.nl en euroinvestor.nl. Media aandacht anticonceptiepil In opdracht van Schering Nederland brengt TNS NIPO na een onderzoek het persbericht 'Grootschalig onderzoek seks en de pil' uit op 7 december 2006. Contactpersoon voor de media is het marketingbureau Kodyo. Dit brengt op dezelfde dag ook een persbericht uit met de onderzoeksgegevens van TNS NIPO. En vervolgens op 19 december nóg een, op basis van dezelfde TNS NIPO gegevens maar nu met de titel 'Nederlandse vrouwen trouw aan de pil'. In deze persberichten wordt nergens Schering genoemd. In 2007 worden persberichten uitgebracht over de anticonceptiepil op basis van 'De Yasmin Opinion Poll', een initiatief van Bayer Schering Pharma. Kort na elkaar worden diverse persberichten uitgegeven. Zo zijn er meerdere momenten waarop berichten in de media verschijnen. Op 4 september 2007 wordt het persbericht 'Helft Nederlandse jongeren gebruikt pil bij "de eerste keer", Grootschalig onderzoek seks en anticonceptie' geplaatst op ANP pers support door marketingbureau Kodyo. Hierbij wordt als opdrachtgever Bayer Schering Pharma vermeld. Aanleiding voor het persbericht is de 'Yasmin Opinion Poll', een Europees onderzoek over seks en anticonceptie. Het publiekstijdschrift Margriet, online nieuwswebsites als nu.nl, nujij.nl en vrouwonline.nl én kranten als Metro en Spits nemen het bericht over. Op 16 oktober volgt een nieuw persbericht over de 'Yasmin Opinion Poll': 'Tweederde verbreekt relatie bij affaire'. Margiet en Santé brengen als kop: 'Nederlandse vrouwen meer ex-partners dan mannen'. Krant Spits schijft: "Seks onbelangrijk, Nederlanders gaan weinig vreemd, laat onderzoek zien". Op 24 oktober wordt het persbericht '40% heeft direct onveilige seks met nieuwe partner' verspreid over de 'Yasmin Opinion Poll'. Gezonderworden.nl, nu.nl en Spits besteden er aandacht aan. Op 31 oktober verspreidt Kodyo opnieuw een persbericht over hetzelfde onderzoek, nu met de titel 'Keuze anticonceptiemiddel ligt bij vrouw'. Ook dit wordt door diverse media overgenomen. Op 6 november 2006 brengt Kodyo nog een persbericht uit over de 'Yasmin Opinion Poll'. Dit keer met de titel 'Nederlanders eerlijkst over vreemdgaan'. Het bericht wordt overgenomen door Spits. In alle media wordt steeds anticonceptiepil Yasmin genoemd. Media nemen de teksten letterlijk over, zoals: "Dit blijkt uit de Yasmin Opinion poll, een recent Europees onderzoek over seks en anticonceptie onder 2400 respondenten in 12 verschillende landen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Bayer Schering Pharma, fabrikant van onder andere de anticonceptiepil Yasmin." Persberichten en opinieonderzoek
27
Figuur 5 Collage van de campagne voor een anticonceptiepil
! Media aandacht erectiepil Op 5 juni 2007 brengt TNS NIPO het persbericht 'Huisartsen geven voorkeur aan erectiepil Cialis boven Viagra' uit in opdracht van Lilly. Vervolgens wordt dit bericht overgenomen door diverse media. In deze berichtgeving wordt niet gemeld dat Lilly de opdrachtgever is en wordt uitsluitend TNS NIPO genoemd als afzender. In het oorspronkelijke persbericht van TNS NIPO staat Lilly wel vermeld. De ondertitel 'Artsen schrijven liefst langdurige erectie voor' en de tekst van het persbericht 'Huisartsen geven voorkeur aan erectiepil Cialis boven Viagra' wordt verspreid via persbureau Novum. Diverse media nemen het over, onder andere nieuws.nl, nujij.nl en dagblad De Pers. In geen van de berichten in de media wordt Lilly genoemd, maar enkel TNS NIPO. Dagblad De Pers schrijft: "Artsen schrijven liefst langdurige erectie voor Huisartsen schrijven het liefst een erectiepil aan patiënten voor die een langdurige werking heeft. Onderzoeksbureau TNS Nipo vroeg aan tweehonderd huisartsen wat ze belangrijk vinden aan een erectiepil. De effectiviteit en de duur van de werking waren volgens de artsen de belangrijkste redenen om te kiezen voor een bepaald type pil. Zesendertig procent van de ondervraagden gaf aan voor effectiviteit te kiezen. Het kunnen ontplooien van seksuele activiteiten zonder tijdsdruk was voor eenendertig procent van de artsen het meest belangrijk. Drie op de vijf artsen gaf aan mannen met erectieproblemen niet lichamelijk te onderzoeken. Bijna een derde van de doktoren geeft aan een voorkeur te geven aan de meest bekende erectiepil, die van het merk Viagra. Veertig procent van de ondervraagden schreef liever een pil voor van het merk Cialis. Die pil werkt volgens de onderzoekers anderhalve dag lang en Viagra vier tot vijf uur." 28
Persberichten en opinieonderzoek
7 Wet- en regelgeving
Zowel de Geneesmiddelenwet als de gedragscode van de stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) hebben het niet expliciet over persberichten. Dit neemt niet weg dat ook via persberichten geen publieksreclame voor receptgeneesmiddelen mag worden gemaakt. Dit is volgens de Geneesmiddelenwet verboden. De uitspraken van de CGR over persberichten maken duidelijk dat een persbericht valt onder de CGR-code. Daarnaast oordeelt de Codecommissie in alle uitspraken dat het persbericht gericht is op het publiek. 7.1 Geneesmiddelenwet De Geneesmiddelenwet verbiedt het maken van reclame voor URgeneesmiddelen gericht op het publiek. Onder reclame wordt volgens de wetgeving verstaan: elke vorm van beïnvloeding met het kennelijke doel het voorschrijven, ter hand stellen of gebruiken van een geneesmiddel te bevorderen, dan wel het geven van de opdracht daartoe.9 Met publieksreclame wordt bedoeld: reclame voor een geneesmiddel die, gezien haar inhoud en de wijze waarop zij wordt geuit, kennelijk ook voor anderen dan beroepsbeoefenaren is bestemd.10 Reclame maken voor URgeneesmiddelen is uitsluitend toegestaan richting beroepsbeoefenaren. Het geven van informatie, communiceren over gezondheid of ziekten bij de mens valt volgens de Geneesmiddelenwet niet onder reclame, zolang niet (in)direct naar een geneesmiddel wordt verwezen. 7.2 Gedragscode geneesmiddelenreclame De stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) heeft een gedragscode opgesteld over reclame voor geneesmiddelen in de ruimste zin van het woord. Daarnaast stelt deze normen voor een aantal activiteiten die te maken hebben met een verantwoorde gang van zaken bij de omgang tussen vergunninghouders en beroepsbeoefenaars en informatie richting het publiek. Binnen de Gedragscode Geneesmiddelenreclame zijn de CGRrichtlijnen 'Internet' en 'Nadere invulling van het onderscheid tussen reclame en informatie voor geneesmiddelen' opgesteld. Deze richtlijnen zijn ook van toepassing op persberichten. Persberichten worden verspreid via internet en zijn door hun toegankelijkheid gericht op het publiek. 7.3 Uitspraken Codecommissie In alle zaken oordeelt de Codecommissie dat de persberichten te beschouwen zijn als publieksreclame. De wijze van publicatie en verspreiding maakt dat ze gericht zijn op het publiek. De inhoud met aanprijzende teksten en citaten van artsen maakt dat het, volgens de Codecommissie, reclame is. Voor verspreiding van een persbericht in Nederland door de internationale moedermaatschappij blijft de Nederlandse dochtermaatschappij verantwoordelijk, zo oordeelt de Codecommissie. 9 10
Geneesmiddelenwet hoofdstuk 1 artikel 1 xx Geneesmiddelenwet hoofdstuk 1 artikel 1 ijij
Persberichten en opinieonderzoek
29
Tussen 2002 en 2006 zijn een vijftal uitspraken gedaan door de Codecommissie van de CGR over persberichten. In 8.3.1 t/m 8.3.7 geven we een korte samenvatting van de uitspraken. De uitspraken van de CGR geven voornamelijk duidelijkheid over: ◗ De toegankelijkheid en wijze van verspreiding ◗ De titel van het persbericht ◗ Het veelvuldig noemen van het geneesmiddel of de stofnaam ◗ Lovende teksten, citaten over de resultaten van het gebruik van een geneesmiddel ◗ Onjuiste vergelijkende reclame met concurrerende geneesmiddelen. Ontbreken van 1B-teksten en overige bronvermelding CGR uitspraken over persberichten ◗ K05.006/010 (Novartis- Sanofi- BMS) 13 januari 2006 ◗ K03.022 (Janssen-Cilag-Eli Lilly) 21 januari 2004 ◗ K02.012 (Eli Lilly-Janssen-Cilag) 6 februari 2003 ◗ K02.004 (Schering-Plough-Roche Nederland) 19 juni 2002 ◗ K02.008 (Schering-Plough-Roche Nederland) 3 oktober 2002 7.3.1 Publieksreclame De zaak K05.006/010 13 januari 2006 betreft het persbericht 'Effectieve behandeling van hoge bloeddruk verlaagt sterfte: behandeling met valsartan vermindert de kans op diabetes en hartfalen bij patiënten met hoge bloeddruk en wordt beter verdragen.' Uitgegeven door Novartis op 14 juni 2002 over de producten Diovan en Co-Diovan. De Codecommissie oordeelt dat het persbericht publieksreclame is. Het veelvuldig noemen van de term 'valsartan', de kop van het persbericht en de lovende citaten over de resultaten van het gebruik van Diovan, maken dat Diovan nadrukkelijk onder de aandacht van voorschrijvers wordt gebracht en het persbericht een aanprijzend karakter heeft. Dit is volgens de Codecommisie nog te meer het geval doordat in het persbericht ook de merknaam wordt genoemd waaronder het geneesmiddel op de markt is gebracht. De Codecommissie kwalificeert het als publieksreclame in de zin van artikel 3 onder b van de Gedragscode juncto artikel 1b van de Code voor de Publieksreclame voor geneesmiddelen. 7.3.2 Ongeregistreerd geneesmiddel De zaak K02.004 (Schering-Plough-Roche Nederland) van 19 juni 2002 betreft het door Roche op haar website geplaatste persbericht over een ongeregistreerd geneesmiddel: 'Hoop op genezing voor hepatitis C patiënten'. Hierin wordt veelvuldig de merknaam Pegasys genoemd. De kop en de tekst van het persbericht bevatten termen als "uniek door het nieuwe ontwerp", "hoop op genezing" en "door het bieden van significant klinisch voordeel". De Codecommissie oordeelt dat het persbericht, vanwege de herhaaldelijke vermelding van de merknaam Pegasys en de overige aanprijzende elementen, als reclame moet worden beschouwd. Omdat het hier een ongeregistreerd geneesmiddel betreft, is dit verboden op grond van het bepaalde in artikel 3 lid 4 onder a van de Wet op de Geneesmiddelenvoorziening en daarom in strijd met artikel 3 van Hoofdstuk V (Reclame) van de Gedragscode Geneesmiddelenreclame.
30
Persberichten en opinieonderzoek
7.3.3 Registratie nieuw geneesmiddel De zaak K02.008 (Schering-Plough-Roche Nederland) van 3 oktober 2002 betreft een persbericht dat Roche Nederland op 28 juni 2002 op haar website heeft geplaatst. Dit naar aanleiding van de kort daarvoor verkregen registratie voor het UR-geneesmiddel Pegasys, in Nederland en andere Europese landen. Er wordt naar Pegasys verwezen, bovendien wordt daarvan gezegd dat het behoort tot een "nieuwe generatie gepegyleerd interferon" en dat het patiënten toegang geeft "tot een nieuwe behandeling met een bewezen grotere werkzaamheid dan de conventionele therapie". Verder wordt gesproken over "de superieure effectiviteit van Pegasys". De Codecommissie oordeelt dat de uitingen van Roche Nederland als reclame voor een receptgeneesmiddel moeten worden beschouwd. Deze zijn op eenvoudige wijze toegankelijk gemaakt voor het grote publiek, wat in strijd is met de wet en de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. De commissie stelt dat het persbericht over de verkregen registratie voor het UR-geneesmiddel Pegasys publieksreclame, onjuist en misleidend is. Vooral door de vergelijking van de effectiviteit en de suggestie dat het geneesmiddel een nieuwe generatie betekent ten opzichte van het concurrerende geneesmiddel. Beide claims zijn niet wetenschappelijk onderbouwd en in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Daarnaast staat voor de Codecommissie vast dat deze tekst voor het grote publiek toegankelijk is door het aanklikken van de homepage van Roche Nederland. Verder vindt de commissie de volgende bepaling uit de 'Nadere invulling van het onderscheid tussen reclame en informatie voor geneesmiddelen' niet van toepassing: "(…) wordt onder informatie in elk geval verstaan: informatie betreffende de volksgezondheid, therapeutische klasse, indicatiegebied of menselijke ziekten, voor zover die geen verwijzing, zelfs niet indirect, naar een geneesmiddel bevat". In het persbericht wordt immers prominent en herhaaldelijk naar het geneesmiddel van Roche Nederland verwezen. De tekst van het persbericht is bovendien in zodanige bewoordingen gesteld dat deze niet anders kan worden opgevat dan als een aanprijzing van Pegasys. 7.3.4 Buitenlandse moedermaatschappij of vestigingen In het kort geding K02.012 van 6 februari 2003 (Eli Lilly-Janssen-Cilag) wordt bepaald dat publieksreclame wordt gemaakt via een persbericht over Risperdal. Het persbericht over het UR-geneesmiddel Risperdal 'Certain atypical antipsychotics increase diabetes risk' is verspreid via de Nederlandse website perssupport.nl van ANP door de moedervennootschap van Janssen-Cilag. De CGR houdt de Nederlandse dochtermaatschappij verantwoordelijk voor het in Nederland verspreide persbericht, ook al is dit in casu naar buiten gebracht door de internationale moedervennootschap. De Codecommissie (K03.022 en K02.012 ) acht het niet goed voorstelbaar dat binnen een internationaal concern voor een dochtermaatschappij in het geheel geen mogelijkheid zou bestaan om, bij het opstellen en verspreiden van een persbericht als het onderhavige, invloed uit te oefenen op de inhoud ervan. In die zin dat - indien het betreffende bericht ook binnen het land van vestiging van die dochtermaatschappij wordt verspreid - rekening wordt gehouden met de (lokale) regelgeving waaraan die dochteronderneming gebonden is.
Persberichten en opinieonderzoek
31
In de procedure K03.022 (Janssen-Cilag-Eli Lilly) van 21 januari 2004 wordt de verantwoordelijkheid van de Nederlandse vestiging, voor een persbericht uitgebracht door de in het buitenland gevestigde moedermaatschappij, duidelijk. De in de Verenigde Staten gevestigde moedermaatschappij van het farmaceutische concern Janssen-Cilag heeft in oktober 2002 een persbericht voor het UR-geneesmiddel Risperdal, getiteld 'Certain atypical antipsychotics increase diabetes risk', aangeboden aan PR Newswire te Londen. PR Newswire heeft dit persbericht in zijn originele vorm op haar website geplaatst en het tevens, conform de afspraken tussen haar en haar opdrachtgever, tegen (extra) betaling doorgezonden naar andere persdiensten, onder andere het ANP. ANP heeft medio oktober 2002 het persbericht - voorzien van een in het Nederlands gestelde kopregel "Dit is een origineel persbericht" en de voetregel "ANP Pers Support, het ANP is niet verantwoordelijk voor de inhoud van bovenstaand bericht" - op haar website perssupport.nl geplaatst. De Codecommissie is van oordeel dat sprake is van publieksreclame en onvoldoende onderbouwde vergelijkende reclame. Daarmee is gehandeld in strijd met de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. 7.3.5 Vergelijkingen en bronvermelding In het persbericht (K02.012 van 6 februari 2003) wordt volgens de CGR prominent en herhaaldelijk naar het geneesmiddel verwezen. De tekst is in zodanige bewoordingen opgesteld dat deze wordt gezien als een aanprijzing van Risperdal, waardoor Risperdal nadrukkelijk onder de aandacht van voorschrijvers en het algemeen publiek gebracht wordt. De Codecommissie oordeelt dat het persbericht (vergelijkende) reclame maakt, maar het niet voldoet aan de twee studiecriteria. Het persbericht is op eenvoudige wijze toegankelijk voor het algemeen publiek, wat in strijd is met de wet en de Gedragscode Geneesmiddelenreclame. Het persbericht verwijst naar niet nader aangeduide bronnen. De Codecommissie oordeelt dat de reclame-uiting in relatie tot de totaliteit van de reclame voor het betreffende geneesmiddel accuraat, actueel, waarheidsgetrouw en in zijn onderdelen juist en controleerbaar dient te zijn en dat alle citaten van publicaties juist en met bronvermelding moeten zijn weergegeven. Hieraan voldoet dit persbericht niet. Ook ontbreekt de 1B-tekst. Vermeldingen als "data published this week" en "data published in medical journal" zijn onvoldoende om de juistheid van de uiting te controleren. Het persbericht is in strijd met het bepaalde in de artikelen 5.3 en 5.7 van de Gedragscode geneesmiddelenreclame.
32
Persberichten en opinieonderzoek
8 Verantwoording en methoden
Het onderzoek is een deskresearch naar persberichten direct uitgegeven door farmaceutische bedrijven of indirect in opdracht van farmaceutische bedrijven door marketingbureaus en marktonderzoeksbureaus. Daarnaast is de uitwerking hiervan in de media kort besproken. Voor dit onderzoek zijn drie soorten publieksvoorlichting uitgelicht die via free publicity in de pers hun weg vinden: ◗ Rechtstreekse persberichten van een aantal farmaceutische bedrijven. ◗ Persberichten van marktonderzoeksbureaus, waarbij als casus gekozen is voor een bureau dat zeer actief is in de sector namelijk TNS NIPO. ◗ Persberichten van marketingbureaus waarbij als casus gekozen is voor het marketingbureau Kodyo. Persberichten van farmaceutische bedrijven Voor dit onderzoek is gekozen voor farmaceutische bedrijven die persberichten op hun website hebben staan en die toegankelijk zijn voor het publiek, Hieruit zijn tien bedrijven gekomen waarvan we een overzicht hebben gemaakt van alle persberichten uitgegeven van 2004 tot september 2009. We hebben gekeken op de bedrijfswebsites en daar gezocht bij nieuws, persberichten en in het nieuwsarchief. Er is niet gezocht naar persberichten die expliciet gericht zijn op beroepsbeoefenaars. Er is alleen gekeken naar persberichten die op internet, voor het publiek, vindbaar zijn. Per bedrijf is verschillend tot welk jaartal het persberichtenarchief teruggaat. In de ontbrekende jaren kunnen dus ook persberichten zijn uitgegeven. Uit de verzamelde resultaten zijn vervolgens alle persberichten geselecteerd die over geneesmiddelen en ziekte gaan. Dit resulteerde in een lijst van 141 persberichten. Vervolgens is een selectie uit deze 141 persberichten nader geanalyseerd. Hierbij is gekozen voor persberichten die uitgegeven zijn na de laatste relevante uitspraak van de Codecommissie, die dateert van 2006. De selectie van de persberichten per bedrijf is als volgt gedaan: Figuur 6 Selectie persberichten per bedrijf Steeds
Bij meer dan 5 in dat jaar
2007
laatste
eerste
2008
laatste
tweede
2009
laatste (tot afronden resultaten)
eerste
Hieruit zijn 33 persberichten gekomen. Deze zijn inhoudelijk beoordeeld en er is gelet op welke manier ze toegankelijk zijn. Voor de beoordeling van de persberichten is aan de ene kant gekeken naar de aanwezigheid van Persberichten en opinieonderzoek
33
feitelijke informatie, het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden en kwalificaties die niet op feiten zijn gebaseerd, het herhaaldijk noemen van een receptgeneesmiddel en het gebruik van gezaghebbende personen. Daarnaast is de wijze van verspreiding en toegankelijkheid onderzocht. Hierbij is gekozen voor de punten die besproken zijn in de uitspraken van de Codecommissie. Marktonderzoekbureaus Voor de rol van marktonderzoek en het uitgeven van persberichten in opdracht van farmaceutische bedrijven is TNS NIPO als voorbeeld genomen. TNS NIPO is een veel voorkomende naam als het gaat om marktonderzoek naar gezondheid, aandoeningen en geneesmiddelen. De veertien persberichten die gepubliceerd zijn op internet zijn inhoudelijk bekeken. Marketingbureaus Omdat er vele marketingbureaus zijn, is gekozen voor een willekeurig bureau dat zich bezighoud met marketing voor de farmaceutische industrie en ook de persberichten op haar website heeft geplaatst. De aanwezige persberichten over ziekten en geneesmiddelen zijn geïnventariseerd. Er is hierbij gekeken naar de inhoud en zichtbaarheid van de farmaceutische industrie als oorspronkelijke afzender. De media Aan de hand van drie persberichten direct uitgegeven door een farmaceutisch bedrijf en twee persberichten uitgegeven in opdracht van een farmaceutisch bedrijf, is geïllustreerd hoe een persbericht zich kan verspreiden in de media. Ook is gelet op de herkenbaarheid van de farmaceutische industrie als afzender. Er is alleen gekeken naar berichten in de geschreven pers die te vinden zijn op internet, zoals nieuwspagina's. Hiervoor is gebruikgemaakt van de zoekpagina Google, door te zoeken op de titel van het persbericht. Wet en CGR- richtlijnen In de huidige Geneesmiddelenwet en CGR-richtlijnen is gekeken naar wat is vastgelegd over persberichten. Er is een korte beschrijving gegeven van onderdelen die van toepassing zijn op persberichten toegankelijk voor het publiek. CGR-uitspraken Op de website van de CGR zijn alle uitspraken verzameld over persberichten. De punten waarover de uitspraken van de Codecommissie duidelijkheid geven, zijn samengevat per onderwerp. Zoals het gebruik van citaten van gezaghebbende personen, de verantwoordelijkheid voor een persbericht, wijze van verspreiding, gebruik van bronvermelding en bijsluiter- of 1B-tekst, ongeregistreerde geneesmiddelen of indicaties en aanprijzende teksten. Praktijk naast de CGR-uitspraken Er is getoetst of de uitspraken over persberichten van de Codecommissie invloed hebben gehad op de praktijk. Hiervoor is gekeken in hoeverre persberichten uitgegeven na de laatste uitspraak van 2006 nog elementen bevatten waarover de uitspraken duidelijk zijn. Dit is besproken in de conclusie. 34
Persberichten en opinieonderzoek
Bijlage 1
Overzicht persberichten farmaceutische industrie
Figuur 7 Overzicht persberichten farmaceutische industrie Uitgever
Publicatiedatum
Titel persbericht
AstraZeneca
7-apr-09
Reactie op berichtgeving over Seroquel (Trouw, Telegraaf, 07 april 2009)
AstraZeneca
5-jan-09
Informatie voor patiënten over Crestor (rosuvastatine) en Diabetes
AstraZeneca
11-nov-08
Aantal hart- en vaataandoeningen kan met helft omlaag
AstraZeneca
15-sep-08
Campagne Maagzuur.nl van start
AstraZeneca
4-jul-08
Vergoeding cholesterolverlagers - stand van zaken
AstraZeneca
5-nov-07
Nieuw onderzoek naar het effect van een statine
AstraZeneca
1-okt-07
Seroquel XR volledig vergoed
AstraZeneca
14-aug-07
Informatie over het veiligheidsprofiel van Losec (omeprazol) en Nexium
AstraZeneca
8-jun-07
AstraZeneca overhandigt een cheque van € 2950 aan Stichting "De Luchtballon"
AstraZeneca
25-apr-07
Recent onderzoek bevestigt de nieuwe aanpak van astma management!
AstraZeneca
19-feb-07
AstraZeneca introduceert een eenvoudige astma behandeling
AstraZeneca
21-dec-06
Onderzoek: Nieuwe behandeling voor manisch-depressieve patiënten
AstraZeneca
25-aug-06
Eenvoudige aanpak astma leidt tot minder aanvallen
AstraZeneca
20-apr-06
Onnodig leed door astma
AstraZeneca
30-mrt-06
Start belevingscampagne over astma
AstraZeneca
30-sep-05
Onderzoek: krachtige verlaging cholesterol redt nog meer levens
AstraZeneca
5-aug-05
Onderzoek: veranderen van medicijn verkleint kans terugkeer borstkanker
Bayer
2-jun-09
Nieuwe anticonceptiepil Qlaira vanaf 2 juni beschikbaar in Nederland
Bayer
6-mrt-09
Aspirine wordt 110 jaar!
Bayer
1-sep-08
Nieuw innameschema voor de anticonceptiepil
Jansse-Cilag
22-sep-09
Stelara (ustekinumab) beschikbaar en volledig vergoed
Janssen-Cilag
17-mrt-09
Doorhaling en terugtrekking Semap tabletten 20 mg
Janssen Cilag
19-jan-09
Tibotec introduceert INTELENCE voor HIV combinatie therapie
Janssen Cilag
19-jan-09
Introductie Doribax: nieuw voor de behandeling van ernstige (ziekenhuis)infecties
Janssen Cilag
1-nov-07
Met genoegen delen wij u mede dat Janssen-Cilag vandaag een nieuw middel in de behandeling van schizofrenie introduceert: Invega
Janssen Cilag
15-okt-07
Leveringsproblemen met Pancrease capsules met gereguleerde afgifte (RVG 09591)
Janssen Cilag
2-jul-07
Invega, antipsychoticum ontvangt Europese registratie
Janssen Cilag
1-apr-07
Artsenverklaring/machtiging voor Reminyl is vervallen per 1 april 2007
Lilly
4-jun-09
"Erectiestoornis, Praat erover” - Trucktour rijdt door Nederland- Ruim 800.000 Nederlandse mannen kampen met erectieproblemen
Lilly
23-apr-09
Vergoeding diabetes medicijn BYETTAvanaf 1 mei 2009
Lilly
27-feb-09
Efient goedgekeurd door de Europese Commissie voor patiënten met acuut coronair syndroom die behandeld worden met dotter-behandeling mét stent-plaatsing
Persberichten en opinieonderzoek
35
BIJLAGE 1 OVERZICHT PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Figuur 7 Overzicht persberichten farmaceutische industrie vervolg
36
Uitgever
Publicatiedatum
Lilly
26-nov-08
Geen volledige vergoeding voor adhd geneesmiddel strattera
Lilly
13-nov-08
Nieuwe behandeling geeft mannen het gevoel niet langer te lijden aan erectiestoornis.
Lilly
7-nov-08
Voorlichtingscampagne erectiestoornissen
Lilly
3-okt-08
Positieve opinie over een langwerkende depot-vorm van Zyprexa door Europese Commissie voor Geneesmiddelen
Lilly
12-sep-08
Eerste vergelijkende studie toont sterkere afname van post-prandiale glucosespiegels door Byetta
MSD
25-jun-09
MSD en vergeten tropische ziektes
MSD
14-jun-09
MSD rent massaal voor KiKa
MSD
24-mrt-09
MSD schenkt experimenteel malariamedicijn aan malaria venture
MSD
15-okt-07
Januvia en Gardasil winnen hoogste onderscheiding bij de Prix
MSD
11-sep-07
Nieuwe behandeling voor diabetes type 2 in Nederland
MSD
6-aug-07
Effectieve pijnstilling voor vrouwen met menstruele migraine
MSD
2-mei-07
Meer hoop voor mensen met astma en hooikoorts
MSD
2-apr-07
Sitagliptine (Januvia) goedgekeurd in de Europese unie voor behandeling van type 2 diabetes
MSD
19-feb-07
MSD verlaagt opnieuw prijs medicijn voor HIV/Aids patiënten met 14%
MSD
5-feb-07
Behandeling van kinderen met astma verre van optimaal
MSD
30-jan-07
Artsen: veel patiënten bereiken gewenste cholesteroldaling niet
MSD
29-jan-07
Positieve opinie voor nieuwe behandeling type 2 diabetes
MSD
12-sep-06
Misselijkheid bij chemotherapie grote zorg bij patiënten
MSD
12-sep-06
Nieuwe effectieve behandeling voor kinderen met lichte astma
Novartis
1-jul-09
CML Earth verbindt leukemie patiënten wereldwijd.
Novartis
5-nov-08
Donaties voor diabetes tijdens huisartsbezoek verdubbeld
Novartis
1-sep-08
Tasigna (nilotinib) biedt uitkomst bij specifieke groep leukemiepatiënten
Novartis
23-jun-08
Eucreas: Nieuwe combinatiepil biedt meer kans op controle bloedsuiker bij
Novartis
14-mrt-08
Femara (letrozol) laat opnieuw het risico op terugkeer van borstkanker dalen
Novartis
26-feb-08
Rasilez: nieuw veelbelovend wapen in de strijd tegen hoge bloeddruk verkrijgbaar
Novartis
18-sep-07
Patiënten met type-2-diabetes krijgen met de komst van Galvus (vildagliptine) meer kans op betere controle van hun bloedsuikerwaarden.
Novartis
6-jun-07
Lucentis (ranibizumab) nu vergoed in ziekenhuis:enige geregistreerde geneesmiddel met verbetering van het gezichtsvermogen leidt tot kostenbesparingen
Pfizer
10-jun-09
Celsentri wint Galenusprijs voor meest innovatieve en betekenisvolle geneesmiddel
Pfizer
17-feb-09
Pfizer heeft geen privégegevens ontvangen
Pfizer
13-jan-09
“Goedkoop als het kan, duurder als het moet”
Pfizer
9-jan-09
Informatie over de door Pfizer verstuurde brief aan artsen en apothekers naar aanleiding van de wijziging van de vergoedingsvoorwaarden van cholesterolverlagende medicatie
Pfizer
20-nov-08
Pfizer trekt aanvraag voor Viagra u/a in Europa in
Pfizer
3-nov-08
Erectieproblemen voor het eerst in Nederland onderwerp van live-web-tv-uitzending
Pfizer
16-okt-08
Lipitor blijft volledig vergoed!
Pfizer
7-okt-08
Opname Ecalta (anidulafungine) in de beleidsregel dure geneesmiddelen vanaf 1 januari 2008
Persberichten en opinieonderzoek
Titel persbericht
BIJLAGE 1 OVERZICHT PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Figuur 7 Overzicht persberichten farmaceutische industrie vervolg Uitgever
Publicatiedatum
Titel persbericht
Pfizer
16-jun-08
Opname VFEND (voriconazol) in de beleidsregel dure geneesmiddelen vanaf 1 januari 2008
Pfizer
10-mrt-08
Cholesterolverlagers in het NOS Journaal
Pfizer
3-mrt-08
Eerste nieuwe orale klasse HIV medicatie sinds 10 jaar vandaag geïntroduceerd
Pfizer
17-jan-08
Pfizer ondersteunt Medisch Contact TV-internetuitzending rond nieuwe Richtlijn Pijn bij patiënten met kanker
Pfizer
20-dec-07
Goede voornemens 2008: Meer romantiek én vaker seks in het nieuwe jaar
Pfizer
27-sep-07
Integraal Kankercentrum West winnaar van de Pfizer Zorg voor Morgen Prijs 2007
Pfizer
26-sep-07
Pfizer overweegt beroep tegen uitspraak Champix
Pfizer
18-sep-07
Pfizer en Spam
Pfizer
22-mei-07
Stoppen met roken platform www.ikkanstoppen.nl officieel van start gegaan
Pfizer
14-mrt-07
Oproep aan alle gebruikers van cholesterolverlagers (statines)
Pfizer
6-mrt-07
Verklaring van Pfizer bv. naar aanleiding van TROS-Radar uitzending
Pfizer
1-dec-06
Pfizer wil expanded access program voor Maraviroc (HIV-onderzoeksgeneesmiddel) opstarten
Pfizer
14-nov-06
Nijmeegs zorgnetwerk voor Parkinson patiënten wint ‘Pfizer Zorg voor Morgen Prijs 2006’
Pfizer
4-aug-06
Lipitor in de media
Pfizer
3-mei-06
Pfizer informeert gebruikers lipitor
Pfizer
1-mrt-06
Pfizer Completes Acquisition of Worldwide Rights to Exubera from Sanofi-Aventis.
Pfizer
27-jan-06
Pfizer Receives FDA Approval for Exubera, the First Inhalable Form of Insulin for Controlling Type 1 and Type 2 Diabetes in Adults.
Pfizer
7-okt-05
RIVM waarschuwt voor risico's vervalste erectiepillen
Pfizer
30-sep-05
Spam over erectiepillen wekt grote ergernis. Pfizer, producent van Viagra, pakt naast erectieprobleem ook spamprobleem aan
Pfizer
19-sep-05
Pfizer bv mededeling over Viagra
Pfizer
8-sep-05
Mogelijk uitstel van dementie door aanpak risicofactoren voor hart- en vaatziekten
Pfizer
8-apr-05
Verkoop Bextra (valdecoxib) voorlopig gestaakt
Pfizer
13-mei-04
Risico van hoog cholesterol door de Nederlander onderschat
Sanofi-aventis
30-sep-09
ClikSTAR: nieuwe herbruikbare insulinepen
Sanofi-aventis
30-sep-09
Nieuwe meta-analyses vergelijking Lantus vs NPH
Sanofi-aventis
24-sep-09
Positief advies voor Multaq (dronedarone)
Sanofi-aventis
30-aug-09
Positieve resultaten na behandeling met otamixaban van patiënten met acuut coronair syndroom
Sanofi-aventis
30-aug-09
Grote internationale studie toont belangrijke informatie voor patiënten met acuut coronair syndroom na een percutane coronaire interventie (PCI)
Sanofi-aventis
28-jul-09
Multaq (dronedarone) beschikbaar in de Verenigde Staten
Sanofi-aventis
17-jul-09
BSI-201 Enters Phase III in Metastatic Triple Negative Breast Cancer
Sanofi-aventis
16-jul-09
Deskundigenrapport over Lantus gepubliceerd na recente publicaties in Diabetologia
Sanofi-Aventis
26-jun-09
Sanofi-aventis staat achter de veiligheid van Lantus
Sanofi-Aventis
31-mei-09
Positieve resultaten voor patiënten met triple negatieve borstkanker
Sanofi-Aventis
18-mei-09
Samenwerking voor ontwikkeling nieuw geneesmiddel tegen slaapziekte
Sanofi-Aventis
14-mei-09
Sanofi-aventis en Kyowa Hakko Kirin tekenen samenwerking- en licentieovereenkomst over de Anti LIGHT humaan monoklonaal antilichaam
Persberichten en opinieonderzoek
37
BIJLAGE 1 OVERZICHT PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Figuur 7 Overzicht persberichten farmaceutische industrie vervolg
38
Uitgever
Publicatiedatum
Sanofi-Aventis
22-apr-09
Sanofi-aventis doneert medicijnen en medische apparatuur voor wederopbouw ziekenhuis in China
Sanofi-Aventis
31-mrt-09
Plavix effectief bij voorkomen van ernstige hart- en vaatproblemen bij patiënten met hartritmestoornissen
Sanofi-Aventis
18-mrt-09
Adviescommissie FDA geeft positief advies voor Multaq (dronedarone)
Sanofi-Aventis
18-mrt-09
GRIP op je diabetes!
Sanofi-Aventis
11-feb-09
ATHENA publicatie in NEJM
Sanofi-Aventis
5-nov-08
Sanofi-aventis kondigt vandaag haar besluit aan om te stoppen met de lopende klinische studies met rimonabant
Sanofi-Aventis
23-okt-08
Sanofi-aventis volgt EMEA aanbeveling om tijdelijk de handelsvergunning van Acomplia op te schorten
Sanofi-Aventis
2-jun-08
Nierkanker – Veelbelovende onderzoeksresultaten met Trovax
Sanofi-Aventis
26-mrt-08
NICE adviseert opname van Acomplia in de NHS richtlijnen in Engeland en Wales
Sanofi-Aventis
5-mrt-08
Positief advies voor nieuwe 300mg dosering Plavix
Sanofi-Aventis
3-mrt-08
Sanofi-aventis gaat samenwerking aan voor het ontwikkelen van een semi-synthetische variant van artemisinine (anti-malaria)
Sanofi-Aventis
18-feb-08
Insulinepen van sanofi-aventis wint prestigieuze GOOD DESIGN Award
Sanofi-Aventis
18-sep-07
ACOMPLIA vanaf eind september met doktersrecept te koop bij de apotheek
Sanofi-Aventis
19-jul-07
CHMP keurt wijzigingen in de bijsluiter van Acomplia (rimonabant) in Europa goed
Sanofi-Aventis
19-jun-07
Nieuws over Plavix patent USA
Sanofi-Aventis
4-jun-07
Sanofi-aventis in strijd tegen kanker bij kinderen in ontwikkelingslanden
Sanofi-Aventis
7-mei-07
Netwerk neppillen Acomplia opgerold
Sanofi-Aventis
2-okt-06
Kanker bij kinderen in ontwikkelingslanden. – tweede oproep voor projecten in kader van ‘My Child Matters’
Sanofi-Aventis
21-jun-06
Acomplia (rimonabant) voorlopig niet verkrijgbaar – Nieuw geneesmiddel geregistreerd
Shering-Plough
2-jun-09
Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor SYCREST (asenapine) voor de behandeling van schizofrenie en voor de behandeling van een manische episode bij een bipolaire stoornis
Shering-Plough
31-dec-08
Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor een nieuw vruchtbaarheidsgeneesmiddel corifollitropine alfa
Shering-Plough
29-jul-08
BRIDION (sugammadex) injectie – eerste en enige selective relaxant binding agent (SRBA) – goedgekeurd in Europese Unie
Wyeth
12-jun-09
Onderzoeksresultaten bevestigen aanhoudende effectiviteit en veiligheid Enbrel
Wyeth
11-jun-09
Bredere bescherming tegen pneumokokkenziekten mogelijk met nieuw vaccin
Wyeth
26-mrt-09
Voortgaand onderzoek versterkt leidende rol van Enbrel in effectieve behandeling
Wyeth
11-dec-08
Persoonlijke begeleiding reuma- en psoriasispatiënten door verpleegkundigen Mondial Assistance
Wyeth
11-dec-08
Wyeth dient aanvraag in Europese registratie nieuw pneumokokkenvaccin
Wyeth
1-dec-08
Middel dat voor doorbraak zorgde in de palliatieve zorg nu volledig vergoed
Wyeth
23-sep-08
Grootschalig vaccinonderzoek naar preventie van longontsteking bij volwassenen van start
Wyeth
18-sep-08
Kwaliteit van leven psoriasispatiënt blijvend verbeterd door Enbrel
Wyeth
18-sep-08
Nijmeegse psoriasis onderzoeker Schalkwijk ontvangt internationale prijs
Persberichten en opinieonderzoek
Titel persbericht
BIJLAGE 1 OVERZICHT PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Figuur 7 Overzicht persberichten farmaceutische industrie vervolg Uitgever
Publicatiedatum
Titel persbericht
Wyeth
29-jul-08
Nieuwe onderzoeksresultaten bapineuzumab in strijd tegen Alzheimer
Wyeth
22-jul-08
Grootste vaccinatieonderzoek in Nederland start najaar 2008
Wyeth
16-jul-08
Spectaculaire resultaten voor reumapatienten
Wyeth
3-jul-08
Nieuw medicijn Relistor goedgekeurd door Europese registratie autoriteit (EMEA).
Wyeth
6-jun-08
Commissie BOM bepaalt plaats van Torisel bij niercelkanker (niercelcarcinoom)
Wyeth
20-mei-08
Prevenar effectief in Rijksvaccinatieprogramma
Wyeth
21-jan-08
Overlevingsduur bij ernstige niercelkanker verlengd door nieuwe behandelmogelijkheid Torisel
Wyeth
17-jan-08
Significante verbetering door Enbrel (etanercept) bij kinderen met matige tot ernstige plaque psoriasis
Persberichten en opinieonderzoek
39
Bijlage 2
Geanalyseerde persberichten farmaceutische industrie
AstraZeneca: Reactie op berichtgeving over Seroquel (Trouw, Telegraaf, 07 april 2009) 7-apr-2009 - Helaas is de berichtgeving in onder meer Trouw (dd. 7 april 2009) onvolledig of zelfs onjuist. De bewering dat AstraZeneca heeft getracht onderzoek over diabetesrisico dat gebruikers lopen, buiten het dossier te houden van de Nederlandse geneesmiddelenautoriteit (CBG), is niet waar. AstraZeneca heeft altijd alle relevante informatie over de werking en de bijwerkingen van Seroquel (quetiapine) gedeeld met de registratie-autoriteiten. In een verklaring op de website van Trouw (http://www.trouw.nl/nieuws/zorg) meldt de Nederlandse registratieautoriteit, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen: ''Het CBG ontkent met klem dat informatie over bijwerkingen uit het dossier van Seroquel is verwijderd. In een uitzending van EO-Netwerk van vanavond wordt beweerd dat het CBG informatie over bijwerkingen uit het beoordelingsdossier van Seroquel heeft verwijderd op verzoek van AstraZeneca. Het CBG bevestigt dat het document niet meer in het dossier aanwezig is, maar ontkent de aantijgingen van moedwillige verwijdering van gegevens. Het CBG heeft het bedoelde document nauwgezet bestudeerd en sindsdien meegenomen in de balans werkzaamheid en risico's van Seroquel. Dit document is in 2001 mede aanleiding geweest de bijsluiter aan te passen.'' Seroquel (quetiapine) zorgt ervoor dat mensen met een ernstige psychiatrische aandoening geholpen kunnen worden om hun aandoening beter onder controle te krijgen en te houden. Zoals ieder geneesmiddel heeft ook quetiapine bijwerkingen. Deze bijwerkingen staan vermeld in de bijsluiter, in de SmPC (Summary of Product Characteristics) en in de beoordelingsrapporten van de registratieautoriteiten. De bijsluiter van Seroquel is vanaf de introductie opgesteld op basis van de beschikbare wetenschappelijke gegevens over de werking en bijwerkingen van quetiapine en op basis van de inzichten die voortkomen uit het wereldwijde gebruik van quetiapine. De balans tussen de werking van quetiapine en de bijwerkingen is vanzelfsprekend van groot belang en wordt dan ook continu gevolgd en beoordeeld door de registratie-autoriteiten. AstraZeneca heeft quetiapine conform alle geldende richtlijnen zeer uitvoerig onderzocht en heeft daarbij altijd álle relevante informatie gedeeld met de registratie-autoriteiten. In de Verenigde Staten lopen op dit moment rechtszaken tegen AstraZeneca waarbij wordt geclaimd dat quetiapine en / of andere atypische antipsychotica bij individuele patiënten diabetes of andere gerelateerde aandoeningen zouden hebben veroorzaakt. De rechtbank heeft de eerste zaken afgewezen, omdat in deze gevallen geen bewijs kon worden gevonden dat quetiapine verantwoordelijk was voor de aandoeningen die de eisers beweren te hebben. Vele andere zaken zijn inmiddels vervallen en / of niet ontvankelijk verklaard. De strijd van de Amerikaanse advocaten wordt daarom harder en zij zoeken de media op om het verloop van de nog lopende zaken te beïnvloeden. De advocaten suggereren dat AstraZeneca informatie zou hebben achtergehouden voor registratie-autoriteiten. Dit is onjuist. Nogmaals, AstraZeneca heeft altijd álle relevante informatie gedeeld met de registratie-autoriteiten. Indien patiënten vragen hebben over hun medicatie, hierbij de dringende oproep om met de behandelend arts contact op te nemen en nooit zomaar te stoppen met medicatie.
40
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
AstraZeneca: Aantal hart- en vaataandoeningen kan met helft omlaag Ook patiënten met normaal cholesterol baat bij cholesterolverlagers 9 november 2008 - Het aantal hart- en vaataandoeningen kan met de helft omlaag. Onderzoekers hebben ontdekt dat ook mensen met een normaal cholesterol maar met een verhoogde waarde van het ontstekingseiwit CRP baat hebben bij cholesterolverlagende medicijnen. Tot nu toe was bekend dat vooral een hoog cholesterol het risico op hart- en vaataandoeningen vergroot. Toch komt een groot deel van deze aandoeningen voor bij mensen zonder verhoogd cholesterol. Voor het eerst is nu onderzoek gedaan onder patiënten die niet in de traditionele risicogroep vallen. Het volgens wetenschappers baanbrekende Jupiter-onderzoek is zondag gepresenteerd tijdens het wetenschappelijke congres van de American Heart Association in New Orleans. Niet eerder werd met een zeer groot opgezet onderzoek een vermindering van de kans op hart- en vaataandoeningen van vijftig procent behaald. Reden voor de enorme risicoreductie, ook bij patiënten met een relatief normaal cholesterol, is verlaging van het 'slechte' LDL-cholesterol. Bij personen die werden behandeld met het cholesterolverlagende rosuvastatine (Crestor J), daalde het 'slechte' cholesterol met de helft. Het risico op hart- en vaataandoeningen nam daardoor met de helft af. "We weten dat patiënten met een verhoogd cholesterol baat kunnen hebben bij een cholesterolverlagende behandeling", licht hoogleraar cardiologie van het Leids Universitair Medisch Centrum prof. dr. Wouter Jukema toe. "Door het Jupiter-onderzoek weten we nu dat cholesterolverlagende behandeling ook uitermate nuttig is bij mensen met een relatief normaal cholesterol. Ook bij een relatief normaal cholesterol, kunnen aderen namelijk al enigszins dichtslibben. Als de vaatwand gaat ontsteken, neemt de hoeveelheid CRP in het bloed toe. Omdat we die waarde kunnen gemeten kan worden, kunnen we beter gaan voorspellen wie baat kan hebben bij cholesterolverlagers. Overigens is nu ook onomstotelijk aangetoond dat dit zowel voor mannen als voor vrouwen geldt." Hart- en vaataandoeningen zijn in het westen doodsoorzaak nummer één. Jupiter het meest omvangrijke onderzoek naar de preventie van hart- en vaataandoeningen en is gefinancierd door AstraZeneca. Wereldwijd namen meer dan 17.000 mensen deel, waaronder bijna 1000 Nederlanders. Bijzonder is dat de personen geen verhoogd cholesterol hadden en daardoor buiten het traditionele risicoprofiel voor hart en vaataandoeningen vielen. De helft kreeg 20 milligram van de cholesterolverlagende stof rosuvastatine, de andere helft kreeg een placebo. Bij de groep die de cholesterolverlager kreeg, deden zich de helft minder hart- en vaataandoeningen voor dan bij de placebogroep.
Persberichten en opinieonderzoek
41
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
AstraZeneca: Nieuw onderzoek naar het effect van een statine, toegevoegd aan geoptimaliseerde behandeling voor patiënten met gevorderd hartfalen 5-nov-2007- ORLANDO, Florida, VS – Nieuwe gegevens uit het CORONA-onderzoek die vandaag zijn gepresenteerd tijdens de 2007 Scientific Sessions van de American Heart Association tonen aan dat toevoeging van een statine aan een geoptimaliseerde behandeling van hartfalen de prognose voor patiënten met gevorderd hartfalen niet significant verbetert, omdat het de achteruitgang van het falende hart niet kan omkeren of voorkomen. Patiënten die Crestor® (rosuvastatine) 10 mg van AstraZeneca gebruiken, ondervonden een daling van 8 procent (p = 0,12) in het gecombineerde primaire eindpunt cardiovasculaire dood of myocardinfarct of CVA. Dit was niet statistisch significant. Deze daling kwam primair door een afname van het aantal atherosclerotische voorvallen, dat wil zeggen CVA en myocardinfarcten (post-hocanalyse p = 0,05). Het is bewezen dat statines op dit punt een gunstig effect hebben. In dit onderzoek waren de meeste sterfgevallen het gevolg van plotse hartdood of nietischemische oorzaken. Deze leken niet te worden beïnvloed door behandeling met statines. Daarnaast deden zich significant minder ziekenhuisopnamen voor bij patiënten die rosuvastatine gebruikten, vergeleken met patiënten die placebo kregen. Dit gold zowel voor gevallen die voortkwamen uit een willekeurige oorzaak (p = 0,007), uit cardiovasculaire oorzaken (p < 0,001) als voor gevallen die werden veroorzaakt door een verslechtering van het hartfalen (p = 0,01). ''De CORONA-resultaten betekenen een grote stap vooruit in het medisch onderzoek van patiënten met gevorderd hartfalen en voor het begrip van hun gezondheidssituatie. Deze patiënten verschillen duidelijk van patiënten zonder hartfalen in hun respons op behandeling met statines'', aldus hoofdonderzoeker prof. John Kjekshus, afdeling Cardiologie, Academisch Ziekenhuis Rikshospitalet, Oslo, Noorwegen. ''We hebben een zeer effectieve statine toegevoegd aan een optimale therapie. Onze bevindingen wijzen erop dat de belangrijkste doodsoorzaak bij deze patiënten waarschijnlijk niets te maken heeft met atherosclerotische voorvallen. Want hiervoor is aangetoond dat patiënten zonder hartfalen baat hebben bij statines. In plaats daarvan kan de oorzaak van het overlijden liggen in de verslechtering van een falende hartspier die zodanig is beschadigd dat deze niet meer kan worden hersteld. CORONA benadrukt de noodzaak van vroeg ingrijpen bij het ontstaan van atherosclerose om een van de ernstigste gevolgen, hartfalen, te voorkomen.'' ''Het CORONA-onderzoek was een baanbrekend en uitdagend onderzoek en demonstreert ons streven om de medische kennis vooruit te helpen door de effecten van rosuvastatine te onderzoeken onder lastige patiëntenpopulaties met medische behoeften die niet volledig behandelbaar zijn'', zegt Elisabeth Bjork, Global Medical Science Director voor rosuvastatine. CORONA (COntrolled ROsuvastatin MultiNAtional-onderzoek naar hartfalen) was een langlopend, gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek onder meer dan 5.000 patiënten met chronisch, symptomatisch, systolisch hartfalen (NYHA II-IV) met ischemische oorzaak. Het doel van het onderzoek was om te beoordelen wat de effecten zijn op cardiovasculaire sterfte en morbiditeit en op de overlevingskansen van patiënten voor wie geen statine geïndiceerd was, wanneer rosuvastatine 10 mg werd toegevoegd aan optimale therapie (inclusief meerdere geneesmiddelen). CRESTOR 10 mg werd gedurende het onderzoek goed verdragen door meer dan 2.500 patiënten: een veiligheidsprofiel dat vergelijkbaar is met dat van een placebo. Het type en de frequentie van ongewenste voorvallen waren vergelijkbaar bij alle behandelingsgroepen in het gehele onderzoek. CORONA werd uitgevoerd in 21 landen. CORONA maakt deel uit van AstraZeneca's uitgebreide GALAXY-programma voor klinisch onderzoek, dat erop is gericht antwoord te vinden op belangrijke onbeantwoorde vragen in onderzoek naar statines. Momenteel zijn meer dan 69.000 patiënten uit 55 landen over de hele wereld geworven om deel te nemen aan het GALAXYprogramma. CRESTOR is nu officieel goedgekeurd in meer dan 90 landen. Wereldwijd is CRESTOR aan meer dan 11 miljoen patiënten voorgeschreven. Gegevens van klinisch onderzoek en over gebruik uit de praktijk laten zien dat het veiligheidsprofiel voor CRESTOR in overeenstemming is met dat van andere statines op de markt. 42
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
AstraZeneca introduceert een eenvoudige astma behandeling 15 februari 2006 - De behandeling van astma is verbeterd én vereenvoudigd door een innovatief nieuw gebruik van Symbicort, Symbicort SMART. De nieuwe aanpak, met één inhalator voor de aanpak van benauwdheid én de chronische ontsteking van de longen, leidt tot 50% minder aanvallen [1]. Dit kondigde fabrikant AstraZeneca gisteren aan tijdens een internationale persconferentie in Kopenhagen. Het geneesmiddel combineert een ontstekingsremmer met een luchtwegverwijder. Dit zogenaamde combinatiepreparaat wordt gebruikt als onderhoudsmedicijn voor mensen met astma. Daarnaast gebruiken patiënten aparte noodmedicatie bij benauwdheidklachten. Dat is nu niet meer nodig, want dit astmamedicijn kan nu óók worden ingezet bij klachten naast de onderhoudsbehandeling. Mensen met astma leunen doorgaans sterk op de werking van een luchtwegverwijder die onmiddellijke verlichting geeft bij benauwdheidklachten. Zij onderschatten daarmee de oorzaak van hun klachten: de chronische ontsteking van hun longen. Met deze nieuwe aanpak wordt niet alleen de benauwdheid, maar ook de onderliggende ontsteking behandeld. Een bijkomend voordeel is het gemak voor patiënten: Momenteel hebben patiënten minimaal twee inhalatoren nodig om hun ziekte te controleren: dagelijks een ontstekingsremmer als preventieve behandeling en een aparte luchtwegverwijder voor verlichting bij toename van benauwdheidklachten. Zij hoeven nu nog maar één inhalator op zak te hebben, die dient voor zowel de onderhoudsbehandeling als 'zonodig' als respons op klachten. Uit onderzoek is gebleken dat bij circa 300.000 [2] mensen met astma de ziekte niet goed gecontroleerd is. Deze mensen hebben daardoor meer ongemak dan nodig is en ze hebben vaker astma verslechteringen. Met deze nieuwe aanpak kan het aantal aanvallen sterk verminderd worden. Het grote voordeel is dat bij toename van benauwdheidklachten naast een luchtwegverwijder ook op het juiste moment een ontstekingsremmer wordt geïnhaleerd. Hierdoor kan de behandelend arts er bovendien op rekenen dat de patiënt bij elke inhalatie een ontstekingsremmer binnen krijgt.
Persberichten en opinieonderzoek
43
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Bayer: Nieuwe anticonceptiepil Qlaira vanaf 2 juni beschikbaar in Nederland Eerste anticonceptiepil met natuurlijk vrouwelijk hormoon 2 juni 2009 - Bayer Schering Pharma brengt vandaag de nieuwe anticonceptiepil Qlaira op de Nederlandse markt. Qlaira is de eerste anticonceptiepil die exact hetzelfde hormoon afgeeft als het vrouwelijke lichaam zelf produceert: estradiol. Door dit nieuwe lichaamseigen oestrogeen behoort Qlaira tot een nieuwe klasse anticonceptiepillen. Qlaira is een laaggedoseerde pil met het lichaamseigen estradiol. Anticonceptiepillen (combinatiepillen) bevatten een oestrogeen en een progestageen. Sinds de komst van de combinatiepil in de jaren zestig, zijn verschillende progestagenen ontwikkeld en is de dosering progestageen steeds verder verlaagd. Het oestrogeen was in alle anticonceptiepillen echter altijd dezelfde– ethinylestradiol. Met de komst van Qlaira kunnen vrouwen voor het eerst kiezen voor een pil die een lichaamseigen oestrogeen afgeeft. "We zijn er trots op Qlaira te kunnen introduceren," zegt Phil Smits, M.D, hoofd Women's Health van Bayer Schering Pharma. "Bayer Schering Pharma is wereldwijd marktleider op het gebied van de anticonceptiepil. We voelen ons verantwoordelijk voor, en zijn zeer vooruitstrevend in onderzoek naar nieuwe vormen van anticonceptie. Het voorkómen van bijwerkingen speelt in toenemende mate een rol bij de ontwikkeling van nieuwe pillen. Vrouwen willen een pil die betrouwbaar is, maar ze willen geen last hebben van hoofdpijn, gewichtstoename, libidoverlies of vocht vasthouden. Daarnaast is een groeiende groep vrouwen geinteresseerd in een anticonceptiemiddel dat de natuurlijke hormoon-huishouding respecteert. Qlaira is een goede optie voor deze vrouwen." Qlaira bevat een combinatie van estradiolvaleraat en het progestageen dienogest. Estradiolvaleraat wordt in het lichaam omgezet in estradiol, hetzelfde hormoon als het oestrogeen dat in de eierstokken wordt ontwikkeld. Qlaira heeft bovendien een dynamisch doseringsschema. Het doseringsschema is zo ontwikkeld dat de pil gedurende de gehele cyclus exact de juiste hoeveelheid hormonen op het juiste moment afgeeft. Een strip bevat 26 hormoonbevattende pillen en 2 pillen zonder werkzame stof. Daardoor is de kans dat vrouwen de pil vergeten in te nemen zeer klein. De betrouwbaarheid van Qlaira is hierdoor hoog. Al langer proberen farmacologen estradiol als oestrogeencomponent in de anticonceptiepil te gebruiken. Tot op heden gaf estradiol echter vaak aanleiding tot tussentijds bloedverlies. Het dynamische doseringsschema van Qlaira zorgt voor een optimaal bloedingspatroon. Bij gebruik van Qlaira wordt de ontrekkingsbloeding in de meeste gevallen korter en lichter. Naar verwachting zal Qlaira, behalve als anticonceptivum, in de toekomst ook als eerste anticonceptiepil worden geregistreerd voor de indicatie 'hevige of langdurige menstruatie'. Meer info: www.Qlaira.nl.
44
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Bayer: Nieuw innamenschema voor de anticonceptiepil 24+4: kortere pilpauze geeft minder klachten 1 september 2008. Het bekende "21 dagen innemen, 7 dagen stoppen-schema" van de anticonceptiepil is binnenkort verleden tijd. Op 1 september* introduceert Bayer Schering Pharma een geheel nieuw type anticonceptiepil. De anticonceptiepil YAZ 24+4 heeft een innameschema met 24 pillen, gevolgd door een pilpauze van 4 dagen. Naar de nieuwe pil is jarenlang onderzoek gedaan. Door het nieuwe innameschema wordt de eisprong langer onderdrukt, hebben de gebruiksters minder last van hormoonschommelingen en ervaren ze minder klachten rond de menstruatie. 24+4 Het merendeel van de vrouwen heeft tijdens de stopweek en rond de menstruatie veel klachten. Bayer slaagde erin een pil te ontwikkelen, waarbij dergelijke klachten minder voorkomen. Bij dit nieuwe piltype wordt de inname van 24 actieve pillen gevolgd door 4 niet-actieve pillen. " Door de kortere pilpauze treden niet alleen minder klachten op maar bovendien wordt door de drie extra pillen de eisprong langer onderdrukt. Daarnaast is er minder kans dat vrouwen vergeten aan hun nieuwe strip te beginnen,"aldus Dr. Arne van Heusden, gynaecoloog en opleider in het Maasstad ziekenhuis in Rotterdam. "Onderzoek wijst uit dat 26,3%1) van de vrouwen haar pil wel eens te laat inneemt. Dat is te veel," aldus Van Heusden. Hij promoveerde in 2003 op het onderwerp 'pilvrije periode'. Minder hormonen, minder schommelingen In Amerika is de nieuwe pil een enorm succes. YAZ 24+4 is daar nu al de meest voorgeschreven anticonceptiepil. Vooral het feit dat zij minder klachten rondom de menstruatie hebben, spreekt vrouwen aan. Het nieuwe "24+4" schema met de korte pilpauze zorgt ervoor dat vrouwen minder hormoonschommelingen ervaren. Vrouwen houden significant minder vocht vast, en hebben minder last van klachten als hoofdpijn, stemmingswisselingen, gespannen borsten en een opgeblazen gevoel. Vrouwen kunnen op www.24plus4.nl* meer informatie over dit nieuwe innameschema vinden of hun arts of apotheker raadplegen.
1
Bron: Seksuele Gezondheid in Nederland 2006, Rutgers Nisso groep.
Persberichten en opinieonderzoek
45
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Janssen-Cilag: Stelara® (ustekinumab) beschikbaar en volledig vergoed 22 september 2009 - Het is ons een genoegen u te kunnen meedelen dat Stelara® (ustekinumab) per 1 augustus 2009 in Nederland beschikbaar is en volledig vergoed wordt binnen het Geneesmiddelenvergoedingensysteem (GVS). Stelara is een nieuw geneesmiddel voor de behandeling van matige tot ernstige plaque psoriasis bij volwassenen. De werkzame stof, ustekinumab, wordt een 'biological' genoemd. Biologicals zijn nagemaakte lichaamseigen stoffen, die worden gemaakt via biotechnologische processen. Stelara is een humaan monoklonaal antilichaam en werkt door het effect van interleukine-12 en interleukine-23 te blokkeren. Dit zijn de cytokines die bij psoriasis in verhoogde mate voorkomen en die mede de ontsteking veroorzaken. Zo kan Stelara een bestaande ontsteking verminderen en een nieuwe ontsteking voorkomen. Stelara is geregistreerd voor de behandeling van matige tot ernstige plaque psoriasis bij volwassenen (patiënten ouder dan 18 jaar) met onvoldoende respons op, of een contra-indicatie of intolerantie voor andere systemische therapieën waaronder ciclosporine, methotrexaat en PUVA. Stelara wordt geleverd als vloeistof voor injectie. In één verpakking zit één flacon die 45 mg Stelara bevat in 0,5 ml. Het middel wordt toegediend via een subcutane injectie volgens het volgende schema: ◗ Aanvangsdosis van 45 mg in week 0, gevolgd door een inductiedosis van 45 mg in week 4. ◗ Na de tweede dosis dienen volgende doses elke 12 weken te worden toegediend (dus in week 16, 28, 40, enz.). Eind oktober zal voor Stelara ook een Thuisservice van start gaan. Via deze service kunnen patiënten, in plaats van in het ziekenhuis, elke 12 weken thuis –of op een andere locatie naar keuze- hun medicatie krijgen toegediend door een getraind verpleegkundige. Deze Thuisservice is een samenwerkingsverband tussen Janssen-Cilag BV, Alliance Healthcare, Kring-apotheek De Dommel en Verpleegkundige-organisatie PreventCare.
46
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Janssen-Cilag: Met genoegen delen wij u mede dat Janssen-Cilag vandaag een nieuw middel in de behandeling van schizofrenie introduceert: Invega 1 november 2007 - Met genoegen delen wij u mede dat Janssen-Cilag vandaag een nieuw middel in de behandeling van schizofrenie introduceert: Invega (paliperidon tabletten met verlengde afgifte). Invega combineert de werkzame stof paliperidon met het vertraagde afgiftemechanisme van de OROS-technologie. De introductie van Invega, een atypisch antipsychoticum, is uitstekend nieuws voor patiënten met schizofrenie die een effectief antipsychoticum verdienen, zoals patiënten die opnieuw last krijgen van symptomen van schizofrenie én nieuw gediagnosticeerde patiënten. Recent onderzoek toont aan dat 60 procent van de patiënten met schizofrenie binnen 1 jaar van medicatie verandert wegens onvoldoende effectiviteit (24%), bijwerkingen (15%) of om andere redenen (21%) (CATIE studie New Engl J Med 09/2005). Invega kan tegemoet komen aan de behoefte van patiënten aan nieuwe medicatie om schizofrenie te behandelen. Invega is de doorontwikkeling van de actieve metaboliet van risperidon. Gecombineerd met het bijzondere werkingsmechanisme van de OROStechnologie zorgt Invega voor een continue gereguleerde afgifte en vlakke plasmaspiegels.1 Hierdoor biedt Invega een bijzondere combinatie: effectiviteit gekoppeld aan een mild bijwerkingprofiel, waardoor het uitstekend wordt verdragen. In de registratiestudies bereikte Invega voor elke onderzochte dosering een significante verbetering op de Positieve en Negatieve Syndroom Schaal (PANSS), een schaal die vaak gebruikt wordt om de ernst van positieve, negatieve en psychopathologische symptomen te meten.1,2,3 Reeds na 4 dagen werd een significant effect gemeten op de positieve symptomen.3 Het percentage patiënten dat in de registratiestudies binnen een periode van 6 weken stopte als gevolg van productgerelateerde bijwerkingen was laag en vergelijkbaar met placebo.1,2,3 Deze ontwikkeling onderstreept de continue betrokkenheid van Janssen-Cilag B.V. en haar commitment om te blijven innoveren, op weg naar nieuwe mogelijkheden om schizofrenie te behandelen.
1
Kane J. et al. treatment of schizophrenia with paliperidone extended-release tablets: a 6-week placebo-controlled trial. Schizophrenia research (2006). Davidson M. et al. Efficacy, safety and early response of paliperidone extended-release tablets (paliperidone er): results of a 6-week, randomized, placebocontrolled study. schizophrenia research 2007;93:117-30. 3 Meltzer H et al. Efficacy and Tolerability of Oral Paliperidone Extended-Release Tablets in the Treatment of Acute Schizophrenia: Pooled Data from Three 6-Week Placebo-Controlled Studies. Poster presented at USP & MHC 2006, 16-19 November 2006 , New Orleans, NY, USA 4 IB1-tekst Invega. 2
Persberichten en opinieonderzoek
47
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Lilly: Trucktour rijdt door Nederland Ruim 800.000 Nederlandse mannen kampen met erectieproblemen 4 juni 2009 - Vanaf 9 tot en met 16 juni aanstaande rijdt er, in het kader van de Europese voorlichtingscampagne ''Gezondheid in beweging: Erectiestoornis? Praat erover!'', een grote truck door Nederland. Deze voorlichtingscampagne beoogt taboes rondom erectiestoornissen te doorbreken en algemene informatie/voorlichting te verschaffen aan bezoekers van de truck. De 'Erectiestoornis? Praat erover' tour wordt door farmaceut Lilly in samenwerking met de Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuele Disfuncties (http://www.wvsd.net/) georganiseerd. De bus is gedurende de tour achtereenvolgens te bezoeken in Amsterdam, Den Haag, Maastricht, Utrecht en Rotterdam. Door middel van deze laagdrempelige voorlichtingscampagne ('de uroloog komt naar u toe deze zomer') wordt getracht het taboe rond erectiestoornissen te doorbreken. Daarnaast probeert de campagne te bewerkstelligen dat mannen die een erectiestoornis hebben uiteindelijk naar hun eigen dokter gaan en hun probleem bespreken, in plaats van ermee te blijven zitten of wellicht zelf te dokteren via internet met mogelijke gezondheidsrisico's van ongeschikte behandelingen. Dr. Cobi Reisman, uroloog te Amstelveen ''Het is belangrijk dat mannen met een erectieprobleem nu zelf kunnen ervaren dat de drempel naar de arts echt niet zo hoog is. Wij zorgen ervoor dat zij goede voorlichting krijgen over de diverse oorzaken, gevolgen en mogelijke behandelingen van een erectiestoornis, zodat zij weer in staat zijn te genieten van romantiek en seksualiteit en niet terecht komen in het circuit van namaakpillen''. De 'Erectiestoornis? Praat erover!' tour is een pan-Europese voorlichtingscampagne, die vanwege het grote taboe dat er heerst rondom erectiestoornissen is geïnitieerd in samenwerking met diverse Europese beroepsgroepen van urologen,. De tour is op 1 juni jl. gestart in Portugal en zal via Nederland, Polen en Roemenie uiteindelijk eindigen in Spanje. In Nederland zal de truck op de volgende locaties voor consulten bereikbaar zijn: 9 en 10 juni : Amsterdam/ Nieuwmarkt 11 juni : Den Haag/ Voldersgracht 12 juni : Maastricht/ Stationsplein 13 en 14 juni : Utrecht/ Neude 15 en 16 juni : Rotterdam/ Alexandrium Tijdens deze voorlichtingscampagne is de truck geopend van 10.00 - 18.00 uur. In de truck zijn twee spreekkamers en een wachtruimte. Mannen en hun partners hebben de mogelijkheid om anoniem hun problemen te bespreken. Naast een uroloog / seksuoloog zal er ook een verpleegkundige aanwezig zijn, die onder meer de bloeddruk van de aanwezige mensen zal meten. Er wordt alleen algemene informatie en voorlichting gegeven over erectiestoornissen. Indien men nadere informatie of behandeling wenst wordt geadviseerd met de eigen huisarts hierover contact op te nemen. Lilly Nederland, samen met de Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuele Disfuncties de initiatief nemer van de trucktour, heeft de voorlichtingscampagne financieel mogelijk gemaakt.
48
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Lilly: Geen volledige vergoeding voor ADHD geneesmiddel Strattera 26 november 2008 – Farmaceutisch bedrijf Lilly is zeer teleurgesteld dat de rechter vandaag in de bodemprocedure 'Lilly- Staat der Nederlanden' heeft beslist dat het ADHD-geneesmiddel Strattera (atomoxetine) niet volledig in het basispakket wordt vergoed. Lilly is sinds de introductie van atomoxetine in 2004 in conflict met de Staat der Nederlanden in verband met de vergoeding van dit geneesmiddel. Lilly is namelijk van mening dat atomoxetine ten onrechte is geclusterd met methylfenidaat. Atomoxetine werkt aantoonbaar anders dan methylfenidaat. Bij kinderen, waarbij methylfenidaat niet werkt of niet gegeven mag worden, kan atomoxetine wel effectief zijn. In tegenstelling tot methylfenidaat, een stimulerend middel, valt atomoxetine niet onder de Opiumwet, heeft atomoxetine een eenmaal daagse dosering en werkt het middel 24 uur. In de bodemprocedure tegen de Staat der Nederlanden voelde Lilly zich in haar mening gesteund door een onafhankelijk panel van Nederlandse ADHD experts. Deze experts waren door de- 2 - rechtbank aangesteld om te beoordelen of er relevante verschillen in eigenschappen tussen atomoxetine en methylfenidaat bestaan. In de eindconclusie van haar rapport stelde het expert panel: "Gezien de verschillen in het bijwerkingenprofiel, alsmede het gegeven dat methylfenidaat gecontra-indiceerd is bij het vóórkomen van diverse co-morbide stoornissen, waar van atomoxetine is aangetoond dat het effectief en veilig kan worden toegepast bij deze zelfde comorbide stoornissen, komt de commissie tot de conclusie dat er klinisch relevante verschillen in eigenschappen tussen atomoxetine en methylfenidaat bestaan". De deskundigen hebben mede, naar mening van Lilly, in hun eindconclusie een duidelijke meerwaarde voor atomoxetine aangegeven. De Rechtbank heeft vandaag de eindconclusie uit het rapport van dit expertpanel niet overtuigend genoeg geacht, en geoordeeld dat de meerwaarde van atomoxetine onvoldoende is onderbouwd en dat niet is komen vast te staan dat de beslissing van de minister ondeugdelijk is. Voor de behandeling van ADHD blijft nu slechts één volledig vergoed medicijn voorhanden. Hierdoor blijven veel kinderen met ADHD verstoken van een passende behandeling, vanwege de eigen bijbetaling voor Strattera van gemiddeld € 100 per maand. Lilly blijft ook in de toekomst alles in staat stellen om Strattera voor kinderen met ADHD beschikbaar te maken. ADHD en atomoxetine In Nederland hebben naar schatting zo'n 180.000 kinderen ADHD. Ongeveer de helft van hen wordt behandeld met medicijnen, omdat de juiste medicatie deze kinderen helpt beter om te gaan met de symptomen van ADHD. Atomoxetine is een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van ADHD, wanneer gedragstherapie alleen onvoldoende is. Het dient door een medisch specialist op dit gebied te worden voorgeschreven. Atomoxetine behoort tot de groep van centraal werkende sympathicomimetica (een bepaalde klasse van geneesmiddelen). Het verhoogt de activiteit van bepaalde gebieden in de hersenen met verminderde activiteit. Kinderen met ADHD zijn vaak rusteloos of overactief en hebben moeite zich te concentreren. - 3 - Atomoxetine wordt vaak gebruikt in combinatie met andere vormen van behandeling van ADHD zoals psychologische, educatieve en sociale maatregelen. Doordat atomoxetine echter niet volledig wordt vergoed, krijgen veel kinderen dit medicijn niet, omdat hun ouders de eigen bijdrage van gemiddeld € 100 per maand niet kunnen betalen. Hierdoor krijgen zij dus ook geen passende behandeling. Door het besluit van de Rechtbank blijft deze situatie nu gehandhaafd. Het niet of onjuist behandelen van ADHD heeft een negatief effect op de persoonlijke en sociale ontwikkeling van de kinderen. Maar ook voor ouders, broers, zussen en klasgenootjes heeft het niet of onjuist behandelen veel negatieve gevolgen. Kinderen met ADHD die niet of niet juist worden behandeld en begeleid, moeten aanzienlijk vaker terugvallen op zorgverlening, hulpverlenende en juridische instanties.
Persberichten en opinieonderzoek
49
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Lilly: Positieve opinie over een langwerkende depot-vorm van Zyprexa door Europese Commissie voor Geneesmiddelen 3 oktober 2008 - Jongstleden 25 september heeft de Europese Commissie voor Geneesmiddelen het Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) een positieve opinie uitgebracht over een langwerkende depotvorm van Zyprexa (olanzapine), waarbij de Commissie de marketing autorisatie voor ZypAdhera (de merknaam van het depot) aanbeveelt. De indicatie voor ZypAdhera is de onderhoudsbehandeling van mensen met schizofrenie na stabilisatie op Zyprexa tabletten. Deze positieve opinie van de CHMP is verzonden aan de Europese Commissie, die marketing autorisatie kan verlenen voor de Europese Unie. Een beslissing van de Europese Commissie wordt eind november verwacht. Zyprexa (olanzapine) is een atypisch antipsychoticum, dat geproduceerd wordt door Eli Lilly & Co en dat sinds 1996 wereldwijd aan meer dan 23 miljoen mensen is voorgeschreven.
50
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
MSD en het Drugs for Neglected Diseases initiative zoeken samen naar behandelingen tegen vergeten tropische ziektes 25 juni 2009 -Merck Sharp & Dohme (MSD) en het Drugs for Neglected Diseases initiative (DNDi) gaan samenwerken op het gebied van het ontdekken en ontwikkelen van betere behandelingen voor vergeten tropische ziektes. Dat hebben de beide organisaties aangekondigd op een internationale bijeenkomst van 200 Afrikaanse onderzoekers in Nairobi (Kenia) over de voortgang van het onderzoek naar vergeten tropische ziektes ('neglected tropical diseases' (NTDs)). De samenwerking tussen MSD en DNDi richt zich op een scala van vergeten tropische ziektes, waaronder parasitaire infectieziektes als viscerale leishmaniase en de ziekte van Chagas. Deze treffen miljoenen, veelal arme, mensen voor wie - net als bij andere vergeten tropische ziektes - geen goede behandelingen beschikbaar zijn. De huidige behandelingen zijn soms giftig, te duur, of moeilijk toe te dienen, vooral in gebieden waar geen voorzieningen zijn. In genoemde samenwerking zal MSD onder een niet-exclusieve, royalty-vrije licentie zogenoemde 'small molecule assets' en verwante intellectuele eigendommen aan DNDi verstrekken om de eerste onderzoeken te doen naar geschikte geneesmiddelen voor de behandeling van vergeten tropische ziektes als viscerale leishmaniase en de ziekte van Chagas. Daarnaast kunnen er ook andere projecten worden opgezet die voor vergeten tropische ziektes relevant zijn. MSD en DNDi delen de rechten op intellectueel eigendom van geschikte geneesmiddelen die uit deze eerste ontwikkelingsfase naar voren komen. MSD heeft dan de optie om op eigen kosten of in samenwerkingsverband de volgende fase van klinische ontwikkeling en registratie van de geschikte geneesmiddelen in te gaan. "We zijn erg blij met deze overeenkomst. Het is een voorbeeld van een duurzame samenwerking voor de lange termijn waarmee we de gaten in de ontwikkeling van middelen tegen vergeten ziektes kunnen dichten", zegt dr. Shing Chang, hoofd onderzoek en ontwikkeling van DNDi. Door samen te werken met bedrijven als MSD wordt wetenschappelijke kennis optimaal ingezet voor de behoeften van de meest vergeten patiënten." ''MSD heeft een rijke geschiedenis in de ontwikkeling van geneesmiddelen voor vergeten ziektes, zoals rivierblindheid (onchocerciasis) en we zijn trots op deze samenwerking met DNDi in dit belangrijke initiatief," zegt Mervyn Turner, Chief Strategy Officer van moeder-maatschappij Merck & Co., Inc. "Door dit unieke partnership hopen we sneller genees- middelen te ontdekken en ontwikkelen waar mensen in de armste landen bij gebaat zijn." Vergeten ziektes Ziektes als viscerale leishmaniase, ziekte van Chagas, humane Afrikaanse trypanosomiase en andere zijn besmettelijke ziektes waarvoor in de ontwikkelde landen geen markt is maar die onder de armsten in de wereld juist vaak voorkomen. Deze ziektes, gezamenlijk "neglected diseases" of vergeten ziektes genoemd, blijven wereldwijd voor aanzienlijke ziektelast en sterfte zorgen waarvoor nog steeds een oplossing gevonden moet worden. Medicijnen voor deze ziektes zijn vaak tientallen jaren oud, moeilijk toe te dienen, sterk giftig en door resistentie steeds minder effectief. Van de 1556 nieuwe geneesmiddelen die tussen 1975 en 2004 geregistreerd werden, zijn er maar 21 (1,3%) specifiek ontwikkeld voor vergeten ziektes, hoewel deze ziektes 11,4% van alle ziektes wereldwijd vertegenwoordigen.
Persberichten en opinieonderzoek
51
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
MSD's Januvia en Gardasil winnen hoogste onderscheiding bij de Prix Galien USA Haarlem/ New York City, 15 oktober 2007 -Twee recente nieuwe producten van MSD, Januvia® (sitagliptine) en Gardasil®* (vaccin tegen baarmoederhalskanker veroorzaakt door HPV type 6,11,16,18) hebben in de Verenigde Staten belangrijke prijzen gewonnen bij de uitreiking van de de Prix Galien USA 2007. De Prix Galien, die wordt beschouwd als de Nobelprijs voor het bedrijfsleven, is de hoogste onderscheiding voor onderzoek en ontwikkeling op farmaceutisch gebied. Sitagliptine is een nieuw medicijn voor de orale behandeling van diabetes type 2 en is de eerste in een nieuwe klasse geneesmiddelen, de zgn. DPP-4 remmers. DPP-4 remmers versterken het eigen vermogen van het lichaam om een verhoogd bloedsuiker (glucose) te verlagen en werken alleen als de bloedsuikerspiegel te hoog is. Sitagliptine heeft de prijs voor het Beste Farmaceutische Middel van 2007 ontvangen. Het eerste vaccin voor de preventie van baarmoederhalskanker (veroorzaakt door HPV type 6,11,16,18), heeft de Prix Galien USA 2007 Award voor het Beste Biotechnologische product ontvangen. In Nederland wordt dit vaccin op de markt gebracht door SanofiPasteurMSD (SPMSD). Het is het eerste vaccinatiemiddel dat vrijwel geheel is opgebouwd uit nietinfectieuze virusachtige deeltjes die via recombinant-DNA-techniek zijn geproduceerd door schimmels. Eerder dit jaar won dit vaccin al de Nederlandse variant van de Prix Galien, de Galenusprijs. Daarnaast werd Merck/ MSD's voormalige CEO, P. Roy Vagelos, M.D., op de bijeenkomst onderscheiden met de prestigieuze Pro Bono Humanum Award als erkenning voor zijn inspanningen om de wereldgezondheid te verbeteren door een campagne tegen rivierblindheid (onchocerciasis) op te zetten waarbij MSD al sinds 1987 het medicijn Mectizan® (ivermectine) gratis doneert aan de World Health Organization. Het programma loopt nu 20 jaar en momenteel worden er jaarlijks meer dan 60 miljoen mensen behandeld tegen rivierblindheid. In Afrika heeft het programma een flinke bijdrage geleverd aan het terugdringen van huidziekten en gezichtsverlies. Naar schatting jaarlijks 40.000 gevallen van blindheid worden voorkomen. Dankzij het programma kon ook circa 25.000.000 ha verlaten akkerland opnieuw in gebruik worden genomen.
* Gardasil®, human papillomavirus vaccine [types 6,11,16,18] (recombinant, adsorbed). Gardasil® wordt in Nederland door SanofiPasteurMSD op de markt gebracht. De Prix Galien USA De Prix Galien is de erkenning voor uitmuntende prestaties van de farmaceutische industrie met betrekking tot de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. De Prix Galien is een internationaal erkende onderscheiding, die in Frankrijk in 1969 door de Franse farmaceut Roland Mehl werd ingevoerd; de bijeenkomst in 2007 was tevens de eerste keer dat de Prix Galien in de V.S werd uitgereikt. De Prix Galien, die vaak wordt beschouwd als de Nobelprijs voor het bedrijfsleven, is de hoogste onderscheiding voor onderzoek en ontwikkeling op farmaceutisch gebied (www.prix-galien-usa.com).
52
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
MSD: Positieve opinie voor nieuwe behandeling type 2-diabetes Sitagliptine, eerste in een nieuwe klasse orale behandelingen, DPP-4-remmers, aanbevolen voor goedkeuring voor de behandeling van type 2-diabetes in de Europese Unie 26 januari 2007 -Sitagliptine (merknaam Januvia), het geneesmiddel van Merck Sharp & Dohme voor patiënten met type 2-diabetes, heeft gisteravond een positieve opinie gekregen van de Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) van de European Medicines Evaluation Agency (EMEA). In de CHMP-opinie wordt sitagliptine aanbevolen voor goedkeuring in de Europese Unie voor de behandeling van type 2-diabetes. Na afloop van de beoordeling door de CHMP wordt de opinie doorgestuurd naar de Europese Commissie (EC). Als de EC dit advies overneemt, is sitagliptine het eerste receptgeneesmiddel in een nieuwe klasse geneesmiddelen, de DPP-4 remmers1 genoemd worden. DPP-4 remmers versterken het eigen vermogen van het lichaam om een verhoogd bloedsuiker (glucose) te verlagen. Het besluit zal van kracht zijn voor de 27 landen die deel uitmaken van de Europese Unie, waaronder het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje. Sitagliptine is momenteel in 11 landen goedgekeurd, waaronder de Verenigde Staten en Mexico. Na aanvaarding van de opinie zal de Europese Commissie naar verwachting begin april een handelsvergunning afgeven. De CHMP, waarin wetgevers uit alle EU-lidstaten zitting hebben, gaf de positieve opinie na beoordeling van uitgebreide gegevens die de werkzaamheid, veiligheid en verdraagbaarheid van sitagliptine ondersteunen. Het pakket omvatte studies bij ongeveer 4.000 patiënten met type 2-diabetes die met sitagliptine waren behandeld. Gepubliceerde onderzoeken met sitagliptine Sitagliptine is o.a. in combinatie met metformine onderzocht bij patiënten met type 2-diabetes voor verbetering van de bloedsuikercontrole, in het geval dat dieet en lichaamsbeweging, plus metformine, geen afdoende bloedsuikercontrole geven. Sitagliptine is ook onderzocht als toevoeging bij behandeling met PPARγ-agonisten bij patiënten met type 2-diabetes mellitus bij wie gebruik van een PPARγ-agonist (bijv. thiazolidinedion) passend is. Daarnaast is sitagliptine met metformine onderzocht in vergelijking met de behandeling van een SU, glipizide, plus metformine. 1 DPP-4: dipeptidyl-peptidase 4, is een enzym dat zorgt voor een snelle afbraak van incretines (zoals GLP-1 en GIP), die een belangrijke rol spelen bij het handhaven van de glucosebalans. 2 Over sitagliptine Sitagliptine (Januvia) is een orale, eenmaaldaagse, krachtige en zeer selectieve DPP-4- remmer. DPP-4-remmers werken door een natuurlijk lichaamsproces dat het bloedsuiker verlaagt, het incretinesysteem, te versterken. Als het bloedsuiker verhoogd is, helpen incretines het lichaam op twee manieren dit te verlagen: ze laten de pancreas insuline uitscheiden en geven een signaal aan de lever af om de productie van glucose te verminderen. DPP-4remmers versterken het lichaamseigen vermogen om het bloedsuiker te reguleren door de concentraties van actieve incretinehormonen in het lichaam te verhogen, waardoor het bloedsuiker van patiënten met type 2diabetes omlaag gaat. Het werkingsmechanisme van DPP-4-remmers is anders dan dat van metformine en andere momenteel beschikbare glucoseverlagende middelen Toekomstig klinisch onderzoek met sitagliptine Het klinische ontwikkelingsprogramma van MSD voor sitagliptine is omvangrijk met 43 studies die voltooid zijn of nog lopen, en nog eens vier studies die dit jaar van start gaan. Er nemen ongeveer 6.700 patiënten deel aan de klinische onderzoeken van MSD, waarvan er ongeveer 4.700 met sitagliptine worden behandeld. Daarnaast zijn ongeveer 1.100 patiënten langer dan een jaar met sitagliptine behandeld.
Persberichten en opinieonderzoek
53
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Novartis:CML Earth verbindt leukemie patiënten wereldwijd Novartis Oncology introduceert een nieuw sociaal netwerk 1 juli 2009 - CMLEarth is een interactief sociaal netwerk waar patiënten met Chronische Myeloïde leukemie (CML) en medische beroepsbeoefenaren wereldwijd met elkaar worden verbonden. Op deze dynamische site kunnen ze ervaringen en interesses delen en elkaar steunen met inspirerende verhalen of elkaar een digitale knuffel geven. Vanaf vandaag gaan ook de Nederlandse pagina's live. Waarom dit initiatief? Onderzoek wijst uit dat sociale netwerken een steeds grotere rol spelen in ons dagelijkse leven. Het succes van Hyves, Twitter en Facebook is daar een goed voorbeeld van. Novartis Oncology heeft daarom vorig jaar besloten om via CML Earth, Facebook en Google Earth aan elkaar te koppelen. Op deze manier is er een digitale plek waar leden van de wereldwijde CML gemeenschap ondersteuning kunnen krijgen en bieden, waardevolle contacten kunnen leggen en persoonlijke ervaringen met elkaar kunnen delen. Voor wie bedoeld? CML Earth is bedoeld voor iedereen die met CML te maken heeft; patiënten, hun familieleden, patiëntenverenigingen en de medische beroepsbeoefenaren zoals artsen en verpleegkundigen. CML Earth is begin 2009 gestart in 9 talen en vanaf 1 juli jl. is alle informatie ook in het Nederlands te lezen op www.cmlearth.com. CML Earth wordt gesponsord door Novartis Oncology en is opgedragen aan de vele levens over de hele wereld die zijn geraakt door CML. Novartis Oncology is verheugd dat de eerste reacties zo positief zijn en is daarom gestart met de voorbereidingen om ook GIST Earth te ontwikkelen. Een netwerk speciaal bedoeld voor iedereen die met Gastro Intestinale Stromale Tumoren (GIST) te maken heeft. Waarschijnlijk gaat die eind 2009 live.
54
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Novartis: Donaties voor diabetes tijdens huisartsbezoek verdubbeld Arnhem, 5 november 2008- Wie in 'diabetesmaand' november een doktersbezoek brengt, krijgt de kans niet alleen zijn eigen gezondheid te bevorderen maar ook die van een ander. Bij 1500 huisartsen komt een collectebus te staan voor diabetes. Iedere euro in deze collectebussen zal door het farmaceutische bedrijf Novartis worden verdubbeld. Het geld gaat naar het Diabetes Fonds dat de opbrengst gebruikt voor onderzoek naar de preventie van diabetes type 2. Dat is hard nodig want in ons land zijn er 1 miljoen mensen die diabetes hebben, waarvan 85 tot 90 procent diabetes type 2.1 Het is voor het eerst in Nederland dat deze nieuwe manier van collecteren wordt toegepast. Het aantal mensen met diabetes neemt als gevolg van overgewicht, gebrek aan lichaamsbeweging en vergrijzing nog verder toe. Jaarlijks komen er ongeveer 70.000 mensen met diabetes bij 2, dat is 200 mensen per dag. Er is dan ook veel geld nodig voor preventie. Ondanks onder andere de enorme inzet van vrijwilligers die geld inzamelen voor het Diabetes Fonds, is er nog steeds een tekort aan middelen. Om nog meer mensen te bereiken en daarmee het vrijwilligers team te ondersteunen, worden nu voor het eerst ook collectebussen geplaatst bij huisartsen. Initiatiefnemer van deze actie is Novartis dat de gulle giften verdubbelt. Extra hulp voor 30.000 collectanten Het Diabetes Fonds is blij met deze actie: "Als er mensen zijn die tijdens de Diabetes maand een van onze 30.000 collectanten missen, dan kunnen ze bij de huisarts alsnog een donatie doen. En dat niet alleen, want dankzij Novartis wordt hun schenking twee keer zo veel waard!'' Over Novartis Novartis is een wereldleider op het gebied van geneesmiddelen ter bescherming van de gezondheid, genezing van ziekte en verbetering van het welzijn. Naast een bijdrage aan preventie van diabetes middels deze actie, werkt Novartis continue aan onderzoek en ontwikkeling van nieuwe medicijnen ook op gebied van bestrijding van diabetes type 2. Vorig jaar heeft Novartis vildagliptine, een medicijn in de nieuwe klasse van DPP-4-remmers, geïntroduceerd voor de behandeling van type-2-diabetespatiënten.
Persberichten en opinieonderzoek
55
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Novartis: Femara® (letrozol) laat opnieuw het risico op terugkeer van borstkanker dalen 14 maart 2008, Een nieuwe analyse van resultaten van de MA17 studie toont aan dat het risico op terugkeer van borstkanker kan afnemen bij gebruik van Femara® (letrozol) zelfs wanneer deze medicatie pas enkele jaren ná beëindiging van de behandeling met tamoxifen wordt gestart1. De MA17 studie is een internationaal Fase III onderzoek bij 5.187 patiënten om te beoordelen wat de meerwaarde is van behandeling met éénmaal daags 2,5 mg letrozol versus placebo voor de duur van 5 jaar, bij postmenopauzale borstkankerpatiënten die al 5 jaar tamoxifen hebben gekregen. Dit onderzoek is gestart in 1998 en wordt geleid door de Canada Clinical Trials Group van het National Cancer Institute aan de Queens Universiteit in Kingston, Ontario. Het onderzoek was in 2003 al opengebroken na de eerste geplande tussentijdse analyse en toonde toen al een opvallende afname van de terugkeer van borstkanker in de groep patiënten die letrozol kreeg. Patiënten in de placebogroep kregen daarom destijds het aanbod om te starten met letrozol of door te gaan zonder extra behandeling. De huidige bevindingen behelzen de analyse van 2.383 patiënten die destijds in de placebogroep zaten en nog geen terugkeer van borstkanker hadden. Van deze groep kozen 1.579 vrouwen voor een verdere behandeling met letrozol, terwijl 804 vrouwen hiervan afzagen. De vrouwen die toen met letrozol zijn gestart, hadden een daling van het risico op terugkeer van borstkanker van 63%. Dit betekent dat waar bij behandeling met tamoxifen bij 1 op de 20 vrouwen een recidief optreedt, dat bij gebruik van Femara dit slechts bij 1 op de 50 het geval is. Het risico op uitzaaiingen was verlaagd met 61% dat wil zeggen dat in de onbehandelde groep ruim 2 op de 100 patiënten terugkeer lieten zien ten opzichte van 1 in de met letrozol behandelde groep. Volgens professor Cock van de Velde, chirurg in het Leids Universitair Medisch Centrum te Leiden bevestigt deze analyse nogmaals dat doorbehandelen met een aromataseremmer na tamoxifen een positief effect heeft op het verdere verloop van borstkanker. ''De grote vraag is nu hoevéél langer we moeten doorbehandelen. We hopen dat de resultaten van de Nederlandse IDEALstudie, die onderzoekt of vrouwen tweeënhalf jaar of juist vijf jaar behandeld moeten worden, ons dit inzicht zal geven zodat we een nieuwe Nederlandse richtlijn voor de behandeling van borstkanker kunnen opstellen.'' Bij meer dan 50% van de vrouwen treedt terugkeer van borstkanker en/of overlijden ná het afronden van de tamoxifen behandeling op. Letrozol is op dit moment de enige aromataseremmer die heeft aangetoond dat het risico op terugkeer afneemt, zelfs wanneer de behandeling hiermee pas enkele jaren na de beëindiging van de tamoxifen behandeling gestart wordt. In Nederland komen er elk jaar ongeveer 11.000 vrouwen met borstkanker bij. Het risico voor vrouwen om borstkanker te ontwikkelen is elf procent. Dit betekent dat één op de 9 vrouwen ooit in haar leven borstkanker krijgt en meestal ontstaat die na de overgang (menopauze). ''Te vaak nog zie je dat borstkanker na enkele jaren toch weer terugkomt of dat er onverwachts en snel uitzaaiingen ontstaan bij vrouwen die eerder succesvol zijn behandeld'' zegt Riet van de Heide, voorzitter van de Borstkanker Vereniging Nederland (BVN). Zij denkt dat deze resultaten nogmaals aangeven dat het een gunstige ontwikkeling is om langer door te gaan met een aromataseremmer. Bovendien geeft deze nieuwe analyse aan dat ook later starten met een aromataseremmer zeker nog zinvol is.
1 Paul.E.Goss et all. Late Extended Adjuvant Treatment With Letrozole Improves Outcome In Women With Early Stage Breastcancer who complete 5 years of Tamoxifen. JCO Early release, published online ahead of print 2M0a0r8 1. 0jo urnal of Clinical Oncology, 10.1200/JCO2007.11.6798)
56
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Novartis: Galvus® nieuwe behandeling voor type-2-diabetes, biedt meer perspectief voor patiënt 18 september – Patiënten met type-2-diabetes krijgen met de komst van Galvus® (vildagliptine) meer kans op betere controle van hun bloedsuikerwaarden. Met vildagliptine heeft men een vier maal grotere kans op controle van de bloedglucosespiegel als dit wordt toegevoegd aan de behandeling met het meest gangbare geneesmiddel metformine, indien geen goede bloedglucosewaarden worden bereikt.1 Dit blijkt uit studieresultaten die op 18 september zijn gepresenteerd tijdens een Europees congres over Diabetes, 43rd Annual Meeting of the European Association for the Study of Diabetes, in Amsterdam. Tevens bevestigen nieuwe gegevens dat vildagliptine een effectief en goed verdraagbaar geneesmiddel is voor ouderen2, de snelst groeiende groep met type-2-diabetes.3 Vildagliptine helpt het lichaam te werken zoals het zou moeten doen, namelijk door het vermogen te verbeteren van de α-cellen en de β-cellen in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier om op een juiste manier te reageren op de hoeveelheid glucose (suiker) in het bloed.4,5 Vildagliptine verhoogt de productie van insuline en vermindert de productie van glucagon alleen als de glucose spiegels te hoog zijn, waardoor de kans op een te lage bloedsuikerspiegel (hypoglykemie) vermindert. Ondanks de beschikbaarheid van verschillende soorten orale diabetesmedicijnen blijkt het voor meer dan de helft van de mensen die nu behandeld worden voor hun diabetes moeilijk goede bloedglucosewaarden te bereiken (data VS).8 Dit heeft onder andere te maken met het optreden van bijwerkingen zoals gewichtstoename, misselijkheid en oedeem.9 Onbehandelde of ontregelde type-2-diabetes kan tot hart- en nierziekte, blindheid en vasculaire of neurologische problemen leiden.4 Daarom is er behoefte aan nieuwe geneesmiddelen zoals vildagliptine met een ander werkingsmechanisme. Prof. Dr. J.B.L Hoekstra, als internist verbonden aan het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam '' Deze nieuwe data bevestigen dat vildagliptine een belangrijke nieuwe behandelingsmogelijkheid is voor het onder controle houden van type-2-diabetes, omdat het zorgt voor relevante verlagingen van de bloedsuiker zonder de bijwerkingen die bij andere diabetesmedicatie optreden. Dit is belangrijk omdat veel mensen met type-2-diabetes meer dan één geneesmiddel nodig hebben om hun bloedsuikerspiegels onder controle te krijgen. Zoals bij elk nieuw geneesmiddel is ook bij vildagliptine de verdraagbaarheid op lange termijn nog niet vastgesteld. Dat neemt niet weg dat de huidige gegevens over vildagliptine goed nieuws zijn voor mensen met type-2-diabetes. '' Als vertegenwoordiger van een nieuwe klasse, de zogenoemde DPP-4-remmers, zorgt vildagliptine voor substantiële verlaging van de bloedsuikerspiegel in combinatie met goede verdraagbaarheid bij een groot aantal patiënten met type-2-diabetes.4,5,6 De Commissie van de Europese registratie autoriteiten (CHMP) hebben een positieve opinie 2/2 afgegeven voor vildagliptine voor gebruik in combinatie met de meest voorkomende orale diabetesmedicijnen - metformine, een thiazolidinedione (TZD) of een sulfonylureum (SU)- als monotherapie niet voldoende controle geeft.7 Registratie van dit middel wordt deze maand verwacht.
1
Dejager S et al. Presented at EASD 17-21 September 2007 (Abstract A-07-899) Pratley R, et al. Presented at EASD 17-21 September 2007 (Abstract A-07-917) 3 International Diabetes Fderation. Diabetes Atlas Third Edition.2006 http://www.eatlas.idf.org/webdata/docs/background_opening_pc.pdf 4 Ahrén B. Diabetes Care (2005) 28: 1936-1940. 5 Rosenstock J. et al. Diabetes, obesity & metabolism 2007; 9(2):175-85 6 Ahrén B. Expert Opin Invest Drugs (2006) 15 : 431-442 7 http://www.emea.europa.eu/pdfs/human/opinion/Galvus_30278707en.pdf 8 Saydah S. et al. JAMA 2004: 291(3): 335-342. 9 Rosenstock J et al, Diabetes Care (2007) ) 30: 217-223 2
Persberichten en opinieonderzoek
57
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Pfizer: Celsentri wint Galenusprijs voor meest innovatieve en betekenisvolle geneesmiddel juni 2009 – Celsentri (maraviroc) heeft de Galenus Geneesmiddelenprijs 2009 ontvangen voor het meest innovatieve en betekenisvolle geneesmiddel. De prijs is op 10 juni uitgereikt door prof. dr. G. van der Wal, Inspecteur-Generaal voor de Gezondheidszorg. Celsentri biedt nieuw levensperspectief voor mensen met hiv bij wie andere hiv-medicijnen niet meer werken. De winnaar van de Galenusprijs wordt aangewezen door een onafhankelijke jury van farmacologen en internisten met een academische achtergrond. In de jury van de Galenusprijs 2009 zaten o.a. drs. J.S.M. Hansen (hoofdinspecteur medische producten bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg), prof. Dr. H.G.M. Leufkens (voorzitter van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen) en juryvoorzitter prof. dr. H. Timmerman (emeritus hoogleraar Farmacochemie Vrije Universiteit Amsterdam). Celsentri dingt nu ook mee voor de Internationale Galenusprijs die in 2010 in New York zal worden uitgereikt. Volgens de jury; "voldoet Celsentri het beste van alle kandidaatsproducten aan de twee criteria: innovatief en betekenisvol. Het nieuwe geneesmiddel betekent een verbetering van de bestaande therapie tegen hiv-infecties; het werkingsmechanisme berust op de beïnvloeding van een nieuw target. Er is een groeiende behoefte aan hivmedicatie die effectief, veilig én gemakkelijk te gebruiken is. Daarbij zoekt men naar middelen die een hoge barrière tot resistentie en geen kruisresistentie met andere hiv-medicatie hebben. Celsentri voldoet aan deze eisen en heeft zodoende de hiv-behandelmogelijkheden uitgebreid".
58
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Pfizer: Pfizer trekt aanvraag voor Viagra u/a in Europa in NEW YORK, 20 november 2008 - Pfizer heeft vandaag bekend gemaakt dat zij de aanvraag tot registratieaanpassing om Viagra 50 mg zonder recept via de apotheek te kunnen verstrekken in de Europese Unie intrekt. Viagra is een betrouwbare orale therapie voor de behandeling van erectiele disfunctie (ED). Alle huidige doseringen van Viagra (25, 50 en 100 mg) zullen op recept van een arts beschikbaar blijven. Pfizer is van mening dat Viagra 50 mg geschikt is voor verstrekking via de apotheek in de EU zonder recept en dat Viagra voldoet aan de daarvoor gestelde voorwaarden van de EU commissie richtlijn voor een dergelijke registratieaanpassing. Toch heeft Pfizer in een brief aan de European Medicines Agency (EMEA)aangegeven dat zij heeft besloten om de aanvraag tot registratieaanpassing in te trekken om verschillende argumenten van het EMEA Committe for Medicanl Products for Human Use (CHMP)nader te overwegen. Niettemin heeft de EMEA aangegeven dat, indien gebruikt in overeenstemming met de huidige goedgekeurde voorschriftinformatie, het veiligheidsprofiel van Viagra gunstig is. Het intrekken van de aanvraag zal het mogelijk maken dat voortschrijdende toekomstige informatie en aanvullende data worden verkregen om mogelijke nieuwe onderzoeken in een nieuwe aanvraag te betrekken. Pfizer is ervan overtuigd dat het zonder recept verkrijgbaar zijn van Viagra 50 mg via de apotheek toegevoegde waarde zou hebben voor mannen met ED. Miljoenen mannen in Europa maken op dit moment geen gebruik van het reguliere gezonheidscircuit ter verkrijging van ED-medicatie. Zij stellen zich daardoor bloot aan onnodige risico's door het gebruik van medicijnen uit het illegale, ongecontroleerde circuit en missen ook nog eens de kans belangrijke informatie over hun gezondheid te krijgen van een medische professional. Sinds de introductie van Viagra, tien jaar geleden, is Viagra wereldwijd gebruikt door meer dan 35 miljoen mannen. 'Viagra heeft een bewezen veiligheidsprofiel dat is aangetoond in uitgebreide wetenschappelijke studies en in meer dan 120 klinische onderzoeken' zegt Rory O'Connor, Pfizer's vice president of Medical and Regulatory Affairs. 'Wij zullen samen met de wetgevende autoriteiten in Europa blijven werken aan het verbeteren van de beschikbaarheid van medicijnen voor patiënten en artsen en de gezondheidswinst die kan worden behaald door het volgen van onze behandelmethoden.`
Persberichten en opinieonderzoek
59
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Pfizer: Eerste nieuwe orale klasse HIV medicatie sinds 10 jaar vandaag geïntroduceerd Celsentri ® van Pfizer is vanaf vandaag beschikbaar voor eerder behandelde HIV patiënten 3 maart 2008 – Celsentri® (maraviroc) van Pfizer, een belangrijk nieuw HIV geneesmiddel en de eerste in een nieuwe orale klasse van HIV medicatie in meer dan 10 jaar, is vanaf vandaag (3 maart 2008) beschikbaar voor de behandeling van eerder behandelde patiënten in Nederland. Celsentri is ontdekt en ontwikkeld door Pfizer wetenschappers in Sandwich, Kent (Groot-Brittannië). Het is een significante innovatie in de behandeling van HIV infecties. De handelsvergunning van de Europese registratieautoriteit, de European Agency for the Evaluation of Medicinal Products (EMEA), is in september 2007 verleend. Maraviroc werkt op een geheel nieuwe wijze. Het is de eerste van een nieuwe klasse HIV medicatie genaamd CCR5 antagonisten en is geregistreerd voor de behandeling van voor- behandelde volwassen patiënten die aantoonbaar geïnfecteerd zijn met alleen CCR5-troop HIV-1 (in combinatie met andere retrovirale geneesmiddelen). Het is de eerste HIV behandeling die op het lichaam werkt in plaats van op het virus. Maraviroc werkt door het binnendringen van het virus in de humane immuun (CD4) cellen te blokkeren zodat voorkomen wordt dat het HIV virus kan binnendringen en zich kan vermenigvuldigen. Alle andere op dit moment beschikbare orale HIV medicatie grijpen aan op het HIV virus zodra het eenmaal in de immuun cel is binnengedrongen. Deze ontwikkeling zorgt er nu voor dat behandelaren een behandelstrategie kunnen beginnen die tegelijkertijd op het lichaam en op het virus aangrijpt en HIV zowel in als buiten de cel bestrijdt. Dr. Jonathan Briers, medisch directeur van Pfizer bv; ''Maraviroc is de baanbrekende bijdrage van Pfizer in de strijd tegen HIV/AIDS. Het vertegenwoordigt zeer geavanceerde wetenschap en is een significante innovatie in de behandeling van HIV infectie. We zijn trots dit bereikt te hebben en zullen steeds doorgaan met het ontwikkelen en ontdekken van andere geneesmiddelen voor moeilijk te behandelen ziektes.'' Professor Andy Hoepelman, onafhankelijk deskundige en Hoofd van de afdeling Interne Geneeskunde en Infectie ziekten, van het UMC Utrecht, vult aan: '' De introductie van maraviroc is ontzettend belangrijk voor de HIV gemeenschap. HIV staat erom bekend snel te muteren en sommige patiënten worden daardoor resistent voor de beschikbare behandelingen. Nieuwe geneesmiddelen, en nieuwe klassen in het bijzonder, zijn fundamenteel voor een aanhoudende goede gezondheid''. In grote klinische onderzoeken is aangetoond dat het toevoegen van maraviroc aan de standaard optimale behandeling, significant effectief was. Deze effectiviteit was voor zowel de reductie van de spiegels van het circulerende virus in het bloed tot ondetecteerbare niveaus, als voor het toenemen van het aantal immuun (CD4) cellen. Bovendien is aangetoond dat maraviroc een acceptabel verdraagbaarheidsprofiel heeft. De meest frequent gemelde bijwerkingen zijn diarree, misselijkheid en hoofdpijn.
60
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Pfizer: Goede voornemens 2008: Meer romantiek én vaker seks in het nieuwe jaar. Man steekt meer energie in seksuele relatie dan vrouw 20 december 2007 – Meer dan de helft van de Nederlanders wil in 2008 vaker seks en meer romantiek. Een kwart van de ondervraagden geeft tevens aan in het nieuwe jaar meer variatie aan te willen brengen in hun seksleven. Dit blijkt uit een online onderzoek gehouden onder ruim 2500 Nederlanders voor de feestdagen. Dit onderzoek over het seksleven van de Nederlander is uitgevoerd door Ithaka, in opdracht van Erectieplein.nl. Van de ondervraagden geeft ruim driekwart aan tijdens de feestdagen minstens even vaak of vaker seks te hebben en meer aandacht te besteden aan hun partner dan de rest van het jaar. En afgaande op de goede voornemens zal er in 2008 nóg meer geïnvesteerd gaan worden in seks en romantiek! Mannen steken meer energie in seksuele relatie Een etentje, een weekendje weg, een goed gesprek, maar vooral extra aandacht; de Nederlander steekt wel degelijk energie in het verleiden van hun partner. Maar liefst 46 procent van de mannen zegt zelfs meer energie in hun seksleven te steken dan hun partner. Meer dan de helft van de vrouwen geeft daarentegen aan een gelijkwaardige hoeveelheid energie in hun seksleven te steken als hun partner. Praten over seks Wanneer gevraagd wordt naar het huidige seksleven, geeft de Nederlandse man gemiddeld een 5,9 en beloont de vrouw haar seksleven gemiddeld met een 6,7. De Nederlander werkt er echter wel aan het seksleven gezond te houden. Tijd vrijmaken voor elkaar en het uitproberen van nieuwe dingen en praten over seks kwamen daarbij naar voren. Het gebruiken van seksuele hulpmiddelen scoort over het algemeen laag. Hoewel praten over seks wordt genoemd als belangrijk onderdeel voor een gezond seksleven, bespreekt slechts de helft van de Nederlanders hun seksleven met hun partner. Bespreken van hun seksleven met vrienden of vriendinnen, werd door een kwart genoemd, waarbij blijkt dat vrouwen dit nog altijd vaker doen dan mannen. Maar liefst 1 op de drie ondervraagden geeft aan hun seksleven met helemaal niemand te bespreken. Erectieplein is een initiatief van Pfizer bv. Naast het bespreekbaar maken van erectieproblemen en zoeken naar een oplossing, biedt Erectieplein.nl achtergrondinformatie en vele tips over een gezond en gelukkig seksleven. De volledige uitslag van de feestdagen enquête en verwentips voor hem en haar zijn te vinden op www.erectieplein.nl.
Persberichten en opinieonderzoek
61
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Verklaring van Pfizer bv. naar aanleiding van de TROS-Radar uitzending van 5 maart 2007 over cholesterolverlagende geneesmiddelen Vrijwel iedere patiënt met (een verhoogde kans op) hart- en vaatziekten dient te worden behandeld met een cholesterolverlager. Op basis van jarenlange ervaring met deze geneesmiddelen is dit een van de conclusies van de meest recente behandelrichtlijn voor artsen in Nederland. Pfizer is zich er terdege van bewust dat het gebruik van geneesmiddelen bijwerkingen met zich mee kan brengen. De mogelijke bijwerkingen staan dan ook vermeld in de bijsluiters voor arts en patiënt. Bijwerkingen die aan Pfizer worden gemeld worden met grootst mogelijke zorgvuldigheid verwerkt en gerapporteerd aan nationale autoriteiten. Pfizer adviseert gebruikers van geneesmiddelen om contact op te nemen met hun behandelaar wanneer zij vragen hebben over de behandeling. Zelfstandig veranderen of stoppen van de medicatie raadt Pfizer met nadruk af. Bij vragen over geneesmiddelen van Pfizer kunt u contact opnemen met de medische afdeling via het gratis telefoonnummer 0800 – MEDINFO (0800 - 6334636).
62
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Sanofi-aventis: ClikSTAR®: nieuwe herbruikbare insulinepen voor gebruik met Lantus® en Apidra® 30 september 2009 - Sanofi-aventis heeft tijdens het EASD-congres in Wenen bekend gemaakt dat de ClikSTAR®, een nieuwe herbruikbare insulinepen voor de toediening van Lantus® en / of Apidra® vanaf heden in Europa en Canada op de markt wordt gebracht. ClikSTAR® is ontworpen om de geavanceerde prestaties van de SoloSTAR® pen te bieden in een herbruikbare vorm. ClikSTAR® is ontworpen met de hulp van bijna 2000 patiënten en 500 zorgverleners en is verkrijgbaar in twee kleuren. Het ClikSTAR® toedieningssysteem is nauwkeurig, eenvoudig in gebruik en betrouwbaar. Het verwisselen van de vullingen is eenvoudig en er is weinig injectiekracht nodig. Lees voor meer informatie het volledige Engelstalige persbericht.
Persberichten en opinieonderzoek
63
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Sanofi-aventis: ATHENA publicatie in NEJM 11 februari 2009- zijn de resultaten van het ATHENA-onderzoek gepubliceerd in New England Journal of Medicine. Uit dit onderzoek blijkt dat Multaq® (dronedarone), in aanvulling op de standaard therapie, cardiovasculaire hospitalisaties en sterfte significant vermindert met 24% bij patiënten met hartritmestoornissen. Bovendien blijkt dat dronedarone goed wordt verdragen. Het ATHENA-onderzoek is het grootste onderzoek dat ooit bij patiënten met hartritmestoornissen heeft plaatsgevonden. Lees voor meer informatie het volledige Engelstalige persbericht.
64
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Sanofi-aventis stopt alle klinische studies met rimonabant Parijs, 5 november 2008 - Sanofi-aventis kondigt vandaag haar besluit aan om te stoppen met de lopende klinische studies met rimonabant. Het besluit van vandaag is genomen in het licht van het recente verlangen van een aantal nationale gezondheidszorgautoriteiten. Hierdoor is de haalbaarheid van het wereldwijde klinische ontwikkelingsprogramma niet langer gewaarborgd. Sanofi-aventis zal de betrokken artsen en apothekers vanaf vandaag informeren. Patiënten die nu deelnemen aan de klinische studies met rimonabant kunnen contact opnemen met hun behandelend arts. Deze aankondiging zal geen invloed hebben op de verwachte resultaten voor 2008.
Persberichten en opinieonderzoek
65
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Sanofi-aventis: Sanofi-aventis gaat samenwerking aan voor het ontwikkelen van een semi-synthetische variant van artemisinine (anti-malaria) OneWorld Health, Amyris Biotechnologies and Sanofi-aventis Announce Development Agreement for Semisynthetic Artemisinin Partnership could help boost Artemisinin supply and treat up to 200 million malaria patients each year – San Francisco, CA, Emeryville, CA & Paris, France, March 3, 2008 – The Institute for OneWorld Health (iOWH), the US-based nonprofit pharmaceutical company, together with synthetic biology innovator Amyris Biotechnologies, and leading pharmaceutical company sanofi-aventis today announced they have entered into an agreement for the development of semisynthetic artemisinin, a key ingredient in first-line malaria treatments. This partnership will build on technology originated by Professor Jay Keasling at the University of California, Berkeley. This collaboration aims to create a complementary source of non-seasonal, high-quality and affordable artemisinin to supplement the current botanical supply, thereby enabling millions of people infected with malaria to gain consistent access to lower-cost, life-saving artemisinin-based combination therapies (ACTs). Under the terms of the agreement, OneWorld Health, Amyris and sanofi-aventis will work jointly to develop and design pilot and commercial scale manufacturing processes, with the goal of introducing lowcost, semisynthetic artemisinin into the supply chain and ACTs in 2010. ''We are delighted to expand this partnership to build on the ground-breaking innovations of the University of California, Berkeley and Amyris Biotechnologies,'' said Nina E. Grove, OneWorld Health's Vice President for Commercial Planning & Strategy. ''Sanofi-aventis' historic commitment to the fight against malaria, its technical capabilities and the track record of its Access to Medicines program make them an ideal partner for this next phase of product development.'' OneWorld Health, UC Berkeley, and Amyris have been working together as the Artemisinin Project since late 2004 to develop a new, low-cost technology platform to produce artemisinin – a project funded by the Bill & Melinda Gates Foundation. UC Berkeley professor Jay Keasling, the originator of the technology, initially identified the genetic pathway and developed a microbial system that produces artemisinin via fermentation. After successfully completing its scientific responsibilities in the Artemesinin Project, U.C. Berkeley continues to license the technology to OneWorld Health and Amyris for further product development and ultimate use in ACTs for the treatment of malaria. Sanofi-aventis, which has extensive experience in the field of malaria drugs, will be the newest partner in this collaboration to increase global access to ACTs. ''Sanofi-aventis and Amyris are among the most advanced companies in synthetic biology,'' said Paul Baduel, Director, Process Development Biotechnology of sanofi-aventis. ''Sanofi-aventis Process Development teams in biotechnology and chemistry are proud to be involved in the design of an industrial process for the production of artemisinin.'' Amyris will provide strain engineering expertise using the novel tools of synthetic biology. Sanofiaventis will provide fermentation and chemistry process development expertise, and OneWorld Health will focus on the achievement of public policy and global access goals. If technical benchmarks are achieved, sanofi-aventis will commercialize the semisynthetic artemisinin. ''This collaboration enables us to reach a goal that some scientists only dream of,'' said Jack Newman, founder and Senior Vice President of Amyris. ''What started as breakthrough in the lab can now evolve into a real solution that will truly make a difference in the world.'' If it reaches commercial-scale, this alternative source of artemisinin would supplement the supply that is currently extracted from the botanical source Sweet Wormwood plant (Artemisia annua) and produce enough artemisinin for ACTs to treat up to 200 million of the more than 500 million estimated individuals who contract malaria each year. This complementary source of supply would improve the availability of high-quality artemisinin derivatives to drug manufacturers and contribute to stabilizing the price of artemisinincontaining antimalarials to benefit patients and payers. The World Health Organization recommends using ACTs as a first-line treatment for malaria in regions where the usual first-line treatments for malaria are no longer effective because of increasing drug resistance. Malaria is responsible for more than one million deaths annually. The Bill & Melinda Gates Foundation awarded OneWorld Health a five-year grant of $42.6 million in December 2004 to manage a research and development collaboration with Amyris and Dr. Jay Keasling of UC Berkeley to utilize the techniques of synthetic biology to develop a new technology platform for producing artemisinin and its derivatives. 66
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Sanofi-aventis: ACOMPLIA® vanaf eind september met doktersrecept te koop bij de apotheek 18 september 2007 -Vanaf eind september kunnen patiënten met een doktersrecept ACOMPLIA® (rimonabant) bij de apotheek kopen. Het geneesmiddel wordt niet vergoed via het basispakket. ACOMPLIA® is een nieuw geneesmiddel dat tegelijkertijd meerdere oorzaken van diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten aanpakt bij patiënten met overgewicht. ACOMPLIA® is sinds juni 2006 geregistreerd en is inmiddels in 12 Europese landen verkrijgbaar. Hoewel het in Nederland nog niet op de markt is, schrijft een toenemend aantal Nederlandse huisartsen en medisch specialisten het geneesmiddel voor. Patiënten moeten in dat geval naar een apotheek in het buitenland. Daarnaast bestelt een snel groeiend aantal mensen het middel via het internet. Daaraan kleven risico's. Het is van belang dat patiënten bij de behandeling deskundig worden begeleid door hun eigen arts en apotheker. Beschikbaar op Nederlandse markt Om een zorgvuldige vergoedingsprocedure te waarborgen, heeft sanofi-aventis in juni 2006 besloten om gedurende de officiële vergoedingsaanvraag het geneesmiddel in Nederland niet op de markt te brengen. Nu duidelijk is dat het middel op dit moment niet wordt opgenomen in het basispakket, is de vergoedingsaanvraag stopgezet. Gezien de bovengeschetste ontwikkelingen is het onwenselijk om de verkrijgbaarheid via Nederlandse apotheken langer uit te stellen. Sanofi-aventis heeft daarom besloten ACOMPLIA® vanaf eind september beschikbaar te stellen op de Nederlandse markt. ACOMPLIA® zal uitsluitend met een doktersrecept bij de apotheek te koop zijn. De prijs voor een verpakking (voor 28 stuks, één tablet per dag) bedraagt € 82,45 inclusief BTW, exclusief receptregelvergoeding. Sanofi-aventis blijft zich inspannen om ervoor te zorgen dat patiënten die het geneesmiddel nodig hebben, het op termijn vergoed krijgen. Over ACOMPLIA® (rimonabant) ACOMPLIA® is een nieuw geneesmiddel dat tegelijkertijd meerdere oorzaken van diabetes mellitus type 2 en hart- en vaatziekten aanpakt bij patiënten met overgewicht. Bij mensen met diabetes type 2 met een grote middelomtrek of ernstig overgewicht is het systeem dat de stofwisseling aanstuurt overactief. ACOMPLIA® remt dit overactieve endocannabinoïd of EC-systeem. Hierdoor verbeteren tegelijkertijd de middelomtrek, het gewicht en de suiker- en vethuishouding. ACOMPLIA® is ontdekt en ontwikkeld door sanofi-aventis en is de eerste in zijn klasse van selectieve CB1-receptorblokkers. Het geneesmiddel is op dit moment goedgekeurd in 42 landen en op de markt in 20 landen. In Europa is het verkrijgbaar in het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Duitsland, Ierland, Finland, Noorwegen, Oostenrijk, Zweden, Griekenland, Cyprus, Frankrijk en Zwitserland.
Persberichten en opinieonderzoek
67
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor SYCREST® (asenapine) voor de behandeling van schizofrenie en voor de behandeling van een manische episode bij een bipolaire stoornis 2 juni 2009 -Kenilworth, USA - Vertaling en enige nadere uitleg Engelstalige Schering-Plough persbericht 2 juni (de Engelse tekst van het persbericht is leidend). Kenilworth, N.J. 2 juni 2009 - Schering-Plough heeft vandaag aangekondigd dat de European Medicines Agency (EMEA) het registratiedossier van SYCREST® (asenapine) voor beoordeling heeft geaccepteerd. (Dat betekent dat de Europese gezondheidsautoriteit EMEA het ingediende dossier voor dit nieuwe geneesmiddel nu zal gaan beoordelen) SYCREST® is een sublinguale tablet (d.w.z. een tablet voor onder de tong) voor de behandeling van schizofrenie en voor de behandeling van een manische episode bij een bipolaire stoornis. Deze aanvraag volgt de Centrale Procedure (waarin een goedkeuring voor een geneesmiddel voor de gehele Europese Unie wordt aangevraagd. Een geneesmiddel krijgt dan één handelsvergunning die geldig is in alle lidstaten van de Europese Unie. Deze handelsvergunning wordt afgegeven door de Europese Commissie. Wanneer EMEA met een beslissing komt is niet bekend.) De aanvraag voor SYCREST® bevat gegevens van een onderzoeksprogramma met klinische studies in schizofrenie en manische depressiviteit met meer dan 3.000 patiënten. ''Tijdens onze R&D Update bijeenkomst in november 2008 hebben we asenapine gepresenteerd als één van de Five Stars in ons laatste fase onderzoeksprogramma. We zeiden destijds dat we het registratiedossier voor asenapine in 2009 wilden indienen in Europa'', zegt dr. Thomas P. Koestler, executive vice president en president van Schering-Plough Research Institute. ''Ik ben erg verheugd dat we deze belangrijke mijlpaal voor asenapine in de eerste helft van 2009 bereikt hebben.'' In de Verenigde Staten is de registratie-aanvraag (New Drug Application - NDA) voor asenapine (onder de merknaam SAPHRIS®) in behandeling bij de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) voor de acute behandeling van schizofrenie bij volwassenen en voor acute behandeling van een manische of gemengde episode bij een bipolaire stoornis bij volwassenen als een enkelvoudige behandeling. Schering-Plough verkreeg asenapine in november 2007 door de overname van Organon BioSciences dat het geneesmiddel ontwikkelde.
68
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Schering-Plough kondigt aan Europese registratie te hebben aangevraagd voor een nieuw vruchtbaarheids-geneesmiddel corifollitropine alfa 31 december 2008- Kenilworth, USA -Vertaling en enige nadere uitleg persbericht 31 december (de Engelse tekst van het persbericht is leidend). Corifollitropine alfa, een langwerkend vruchtbaarheidshormoon, vergroot de keuzemogelijkheden voor patienten en onderstreept Schering-Plough's leiderschap in vruchtbaarheidsbehandelingen. Corfillitropine alfa is door Organon ontwikkeld. In november 2007 werd Organon overgenomen door Schering-Plough. Schering-Plough heeft vandaag bekendgemaakt dat de aanvraag voor goedkeuring van corifollitropine alfa geaccepteerd is door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMEA). (Dat betekent dat de Europese gezondheidsautoriteit EMEA het nieuwe geneesmiddel nu zal gaan evalueren.) Deze aanvraag volgt de Centrale Procedure (waarin een goedkeuring voor een geneesmiddel voor de gehele Europese Unie wordt aangevraagd. Een geneesmiddel krijgt dan één handelsvergunning die geldig is in alle lidstaten van de Europese Unie. Deze handelsvergunning wordt afgegeven door de Europese Commissie. Wanneer EMEA met een beslissing komt is niet bekend.) Corifollitropine alfa is een nieuwe biologische stof die wordt ontwikkeld voor gecontroleerde eierstokstimulatie om de ontwikkeling van meerdere follikels op gang te brengen bij patiënten die deelnemen aan een programma voor geassisteerde voortplanting (ART: assisted reproduction technology). Corifollitropine alfa is ontwikkeld als een langwerkend vruchtbaarheidshormoon, een zogenaamd 'Sustained Follicle Stimulant' (SFS) dat hetzelfde farmacodynamische profiel (betreffende de werking van een geneesmiddel) heeft als een (recombinant) follikel stimulerend hormoon (FSH) maar een beduidend langere werkingsduur heeft. Door deze langere werkingsduur hoeft slechts één injectie met corifollitropine alfa te worden toegediend per behandelcyclus voor gecontroleerde eierstolsimulatie in plaats van de 7 dagelijkse injecties met bestaande (recombinant) FSH. Indien corifollitropin alfa goedgekeurd wordt, wordt dit toegevoegd aan Schering-Plough's portfolio voor fertiliteit, waar PUREGON ook deel van uitmaakt. SCHERING-PLOUGH ANNOUNCES EUROPEAN SUBMISSION OF FERTILITY MEDICINE CORIFOLLITROPIN ALFA Corifollitropin alfa, a sustained follicle stimulant, extends options for patients and Schering-Plough's leadership in fertility KENILWORTH, N.J., Dec. 31, 2008 -- Schering-Plough Corp., (NYSE: SGP), a leading provider of fertility treatments, announced today that the European Medicines Agency (EMEA) has validated (accepted for review) its Marketing Authorization Application (MAA) for corifollitropin alfa, the company's experimental, sustained follicle stimulant (SFS). This application will follow the Centralized Procedure. Corifollitropin alfa is being developed as a potential treatment in Controlled Ovarian Stimulation (COS) for the development of multiple follicles and pregnancy in women participating in an Assisted Reproductive Technology (ART) program. Corifollitropin alfa is designed as a sustained follicle stimulant with the same pharmacodynamic profile as (recombinant)Follicle Stimulating Hormone (FSH), but with a markedly prolonged duration of FSH activity. Due to its ability to initiate and sustain multiple follicular growth for an entire week, a single subcutaneous injection of the recommended dose of corifollitropin alfa may replace the first seven injections of (recombinant)FSH preparation in a COS treatment cycle. If approved, corifollitropin alfa would extend Schering-Plough's leading fertility portfolio, which also includes PUREGON®.
Persberichten en opinieonderzoek
69
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Wyeth: Onderzoeksresultaten bevestigen aanhoudende effectiviteit en veiligheid Enbrel® Vroegtijdig behandelen met biologicals vermindert ziektelast reumatische ontstekingsziekten 12 juni 2009 - Vroegtijdige behandeling van reumatische ontstekingsziekten met een biological zoals Enbrel (stofnaam etanercept) helpt patiënten hun kwaliteit van leven te behouden of zelfs te verbeteren. Dat blijkt uit drie belangrijke onderzoeken, waarvan wetenschappers deze week de nieuwe resultaten bekend maakten tijdens het jaarlijkse EULAR congres. EULAR (European League Against Rheumatism) is het Europese uitwisselingsplatform voor topwetenschappers in reumatologie en toonaangevende patiëntenorganisaties voor reumatische aandoeningen. Hieronder de belangrijkste bevindingen van de drie studies: de COMET-studie (reumatoïde artritis), de ASCEND-studie (ziekte van Bechterew) en de PRESTA-studie (artritis psoriatica). COMET De schade die reumatische ontstekingsziekten toebrengen aan de gezondheid zijn onomkeerbaar. Reumatoïde artritis beïnvloedt de levenskwaliteit van de patiënt en kan aanleiding zijn om te moeten stoppen met werken. De studie laat zien dat patiënten met matige tot ernstige reumatoïde artritis behandeld met Enbrel snel en duidelijk pas-op-de-plaats van de ziekteprogressie hebben ervaren gedurende de meetperiode van twee jaar. Dit heeft zich doorvertaald in het vermogen om het dagelijks functioneren ongewijzigd voort te zetten. De studie vergelijkt de klinische effectiviteit en veiligheid van een gecombineerde behandeling met Enbrel en methotrexaat ten opzichte van alleen methotrexaat, in het vroege stadium van actieve reumatoïde artritis. Volgens studieleider Paul Emery, Professor Reumatologie Universiteit van Leeds, geven de nieuwe onderzoeksresultaten aan dat bij het behandelen van matige tot ernstige reumatoïde artritis met Enbrel remissie (het afnemen of verdwijnen van de ziekteverschijnselen) mogelijk wordt. Daarmee zou remissie volgens hem een primair behandeldoel moeten zijn en benadrukken de uitkomsten volgens hem het belang van het vroegtijdig behandelen met Enbrel, om de kwaliteit van leven te kunnen behouden zoals het kunnen blijven werken. ASCEND De ziekte van Bechterew veroorzaakt ontsteking van en pijn aan de wervelkolom en soms bij gewrichten. Door de pijn is de kans voor patiënten om te moeten stoppen met werken driemaal groter dan normaal. De studie gaf aan dat bij patiënten met de Ziekte van Bechterew Enbrel effectief was in het behandelen van de wervelkolom en dat zich daarnaast significante verbetering voordeed in de perifere gewrichten, ten opzichte van behandeling met sulfasalazine. Maxime Dougados, professor reumatologie Universiteit van Parijs, wijst op het directe verband tussen de geconstateerde klinische vooruitgang bij patiënten behandeld met Enbrel en de verbetering van de levenskwaliteit van de patiënt. Dit benadrukt volgens hem het belang van het inzetten van Enbrel bij de behandeling van de ziekte van Bechterew, zodat patiënten een zo normaal mogelijk leven kunnen leiden. PRESTA Ongeveer 30 tot 40% van de psoriasispatiënten ontwikkelt artritis psoriatica. Dit betekent dat naast de huidafwijking bij de patiënt ook gewrichtsklachten ontstaan. De studie wijst uit dat Enbrel (in afgebouwde en normale dosering) patiënten met actieve artritis psoriatica significante verbetering bood in de gewrichtsymptomen, naast het snel en effectief klaren van de huidafwijking.
70
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Wyeth: Persoonlijke begeleiding reuma- en psoriasispatiënten door verpleegkundigen Mondial Assistance Door betere informatie betere therapietrouw en betere zorg! 11 december 2008 – Mondial Assistance Nederland en Wyeth Pharmaceuticals bv ondertekenden op 9 december een overeenkomst. Patiënten die behandeld worden met het geneesmiddel etanercept (Enbrel), worden voortaan nog intensiever begeleid. Zij kunnen een beroep doen op de verpleegkundigen van de alarmcentrale van Mondial Assistance. Het is de eerste keer in Nederland dat een alarmcentrale en een farmaceutisch bedrijf op deze wijze samenwerken in het verbeteren van patiëntenzorg. Het juiste gebruik van geneesmiddelen luistert soms heel nauw en heeft een belangrijke invloed op de kwaliteit van de behandeling. Daarom is het belangrijk dat patiënten goed worden begeleid. Voor reuma-, psoriasis-, Bechterew-, en artritis psoriaticapatiënten die behandeld worden met het geneesmiddel etanercept (Enbrel), heeft Wyeth Pharmaceuticals een speciaal programma ontwikkeld: het 'Enbrel PatientSupport Programma'. Door de overeenkomst met Mondial Assistance kunnen de patiënten die aan dit programma deelnemen, nu ook rekenen op ondersteuning van verpleegkundigen op de alarmcentrale. Met de overeenkomst beoogt Wyeth Pharmaceuticals de gezondheid van individuele patiënten en de therapietrouw te verbeteren. Het is de eerste keer dat een alarmcentrale in Nederland patiënten op een dergelijke wijze begeleidt. De overeenkomst tussen Wyeth Pharmaceuticals en Mondial Assistance krijgt vooral vorm in persoonlijke telefonische begeleiding van de deelnemende patiënt door een getrainde verpleegkundige van Mondial Assistance. Wanneer de patiënt dat wil, kan hij of zij via een gratis telefoonnummer ook zelf contact opnemen met de alarmcentrale van Mondial Assistance in Amsterdam. Daar staan verpleegkundigen klaar om vragen te beantwoorden. De gegevens die Wyeth Pharmaceuticals en Mondial Assistance uitwisselen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid behandeld conform de wet bescherming persoonsgegevens. Het Enbrel PatientSupport Programma is inmiddels van start gegaan. Het wordt geheel bekostigd door Wyeth Pharmaceuticals. Wyeth Pharmaceuticals vindt professionele ondersteuning van patiënten belangrijk. Daarom zoekt zij voortdurend naar partners die kunnen bijdragen aan een grotere tevredenheid van de gebruikers van haar geneesmiddelen. Mondial Assistance is zo'n partner. Deze organisatie ontwikkelt sinds 1999 patiëntondersteuningsprogramma's voor de farmaceutische industrie. Daarbij zorgen de verpleegkundigen op de alarmcentrale voor de begeleiding van individuele patiënten en de verbetering van therapietrouw bij geneesmiddelengebruik in het algemeen. ''Met de ondertekening van deze overeenkomst kunnen Enbrel patiënten nu ook rekenen op steun van de professionals van Mondial Assistance. Dat is uniek in Nederland'', zegt Edward Lysen, General Manager bij Wyeth Pharmaceuticals. Over Mondial Assistance Mondial Assistance Group is de grootste reisverzekeraar en hulpverlener ter wereld. Mondial Assistance opereert met ruim 9.300 medewerkers op vijf continenten, in 28 landen. 250 miljoen klanten maken gebruik van de diensten van de groep. Kijk voor meer informatie op www.mondial-assistance-nederland.nl.
Persberichten en opinieonderzoek
71
BIJLAGE 2 GEANALYSEERDE PERSBERICHTEN FARMACEUTISCHE INDUSTRIE
Wyeth: Overlevingsduur bij ernstige niercelkanker verlengd door nieuwe behandelmogelijkheid Torisel 21 januari 2008 - Overlevingsduur significant verlengd voor niercelkanker patiënt met uitzaaiingen en slechte prognose In Nederland komen jaarlijks ruim 1500 nieuwe gevallen van niercelkanker voor. In de meeste gevallen is de ziekte uiteindelijk dodelijk. Behandeling richt zich op levensverlenging plus het verhogen van de levenskwaliteit en is zowel fysiek als mentaal zwaar. Daar komt bij dat voor geen van de tot nu toe beschikbare behandelopties verlenging van de overlevingsduur is bewezen. Voor niercelkanker werkt Torisel als eerste middel via het zogenaamde mTOR-pathway. Dat wil zeggen dat Torisel zich direct richt op het eiwit in de cel met een centrale rol bij processen zoals de celdeling (celproliferatie) en de nieuwe bloedvatvorming onder andere in tumoren (angiogenese). Torisel remt deze processen. De behandeling met Torisel heeft voor het eerst een verlenging op de overlevingsduur bij niercelkanker aangetoond. Voor niercelkanker patiënten met uitzaaiingen en een slechte prognose, is bewezen dat met Torisel zowel de levensduur (overall survival) als de termijn dat de ziekte niet verergert (progression-free survival) significant toenemen. Overleving met maanden verlengd Onderzoek in vergelijking met een bestaand middel (interferon-alfa) heeft aangetoond dat de gemiddelde overlevingsduur (overall survival) van patiënten met uitgezaaide niercelkanker en een slechte prognose door Torisel met bijna de helft toeneemt (10,9 maanden versus 7,3 maanden bij interferon-alfa). Daarnaast wordt bij deze patiënten de termijn dat de ziekte niet verergert (progression-free survival) significant verlengd (5,6 maanden versus 3,2 maanden bij interferon-alfa). "Torisel is een belangrijke aanwinst voor de behandeling van patiënten met uitgezaaide niercelkanker. De verlenging van de overleving met Torisel is van groot belang. Het nieuwe werkingsmechanisme spreekt mij in het bijzonder aan", aldus Bob Pinedo. Als gedreven behandelaar van patiënten, staat de wetenschappelijke carrière van Prof. dr. Pinedo in het teken van het werkingsmechanisme van anti-kankermiddelen. Pinedo is tevens initiatiefnemer van het Cancer Center Amsterdam. Zijn werk is met verschillende internationaal toonaangevende prijzen onderscheiden. Toepassingen en verder onderzoek In Nederland vormen patiënten met uitgezaaide niercelkanker en een slechte prognose ongeveer éénderde deel van het totaal aantal patiënten met niercelkanker. Als eerste zijn voor Torisel specifieke onderzoeksdata beschikbaar in een grote groep patiënten met niercelkanker en een slechte prognose. De Europese Commissie heeft Torisel in november 2007 goedgekeurd als eerste aangewezen behandeling (eerstelijns) voor uitgezaaide niercelkanker met een slechte prognose. Voor niercelkankerpatiënten met uitzaaiingen en een gemiddelde of goede prognose zal Torisel als tweedelijns behandeling of in combinatie met een bestaande behandelmogelijkheid worden onderzocht. Verder is de positieve werking van het mTOR-mechanisme van Torisel ook op andere vormen van kanker in onderzoek. Torisel en Wyeth Torisel (stofnaam temsirolimus) wordt op de markt gebracht door Wyeth Pharmaceuticals bv te Hoofddorp. Momenteel worden de professionals geïnformeerd die bij de behandeling van niercelkanker betrokken zijn zoals urologen en oncologen. Wyeth Pharmaceuticals bv is onderdeel van Wyeth, één van de meest vooraanstaande ontwikkelaars en makers van receptgeneesmiddelen, vaccins, vrij verkrijgbare geneesmiddelen en veterinaire preparaten. Bijlagen 1) Newsrelease Wyeth: 'Wyeth's Torisel receives European Commission approval for the treatment of advanced kidney cancer' 2) Graphic Wyeth (vrij van rechten): De werking van het mTOR inhibitor Torisel
72
Persberichten en opinieonderzoek
Bijlage 3
Persberichten TNS NIPO
Huisartsen geven voorkeur aan erectiepil Cialis boven Viagra 5 juni 2007 - Viagra krijgt stevige concurrentie van een minder bekende erectiepil Cialis. Nederlandse huisartsen zijn wel iets bekender met Viagra dan met Cialis (100% versus 98%), maar wanneer Nederlandse huisartsen ervaring hebben met het voorschrijven van verschillende merken erectiepillen, dan prefereert veertig procent van de huisartsen toch Cialis. Dit terwijl 29 procent van hen de voorkeur geeft aan Viagra. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO, in opdracht van Eli Lilly, producent van Cialis. Hiervoor werden tweehonderd Nederlandse huisartsen ondervraagd. Een in het oog springend verschil tussen beide merken is de werkingsduur. Cialis werkt ongeveer 36 uur, terwijl Viagra vier tot vijf uur werkzaam is. Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat de ondervraagde mannelijke artsen, indien ze zelf last van erectiestoornissen zouden hebben, Cialis zouden verkiezen boven Viagra. Van deze artsen geeft 46 procent de voorkeur aan Cialis, terwijl 32 procent Viagra prefereert. De belangrijkste redenen voor huisartsen om een bepaald type erectiepil voor te schrijven, zijn de effectiviteit (36%) en het spontaan kunnen ontplooien van seksuele activiteiten (31%), zonder tijdsdruk. Opvallend is verder dat drie op de vijf artsen (59%) niet alle patiënten met erectieproblemen aan een lichamelijk onderzoek onderwerpt. E7114 | TNS NIPObase CAWI | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 9 t/m 18 mei 2007. In het onderzoek zijn 200 Nederlandse huisartsen ondervraagd (n=200). Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden.
Persberichten en opinieonderzoek
73
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Grootschalig onderzoek seks en de pil 7 december 2006 - Van de Nederlandse vrouwen geeft 38 procent aan dat zij meer plezier tijdens het vrijen ervaren sinds zij de pil gebruiken. Dit blijkt uit een grootschalig anticonceptieonderzoek van TNS NIPO. Bijna tweederde van de respondenten gebruikte al de pil toen ze voor de eerste keer seks had, in de helft van de gevallen in combinatie met een condoom. Een groot deel van de pilgebruiksters heeft een duidelijke voorkeur voor een lichtere pil, met minder hormonen en minder bijwerkingen (76%). Pil en seks Het onderzoek van TNS NIPO is gehouden in oktober 2006 onder 566 Nederlandse vrouwen tussen 16 en 35 jaar. Gevraagd werd naar het pilgebruik en seksuele activiteit. Opvallende resultaten van het onderzoek zijn onder meer dat ruim de helft van de Nederlandse vrouwen tussen 16 en 35 jaar 'de pil' gebruikt. Van deze jonge vrouwen gebruikt 23 procent helemaal geen anticonceptiemiddel. Tweederde van de vrouwen (64%) van de vrouwen gebruikte de pil al toen ze voor de eerste keer seks had, in de helft van de gevallen in combinatie met een condoom. Bijna vier op de tien vrouwen (38%) heeft meer plezier tijdens het vrijen, sinds zij de pil gebruikt. Voorkeur lichte pil Driekwart van de jonge pilgebruiksters (76%) geeft de voorkeur aan een lichtere pil, met minder hormonen. Afgelopen zomer is in Nederland al een lichte pil (Microgynon 20) op de markt gekomen, een lichtere variant van de meest voorgeschreven pil Microgynon 30 (1,2). Zeven op de tien vrouwen (69%) slikt de pil wel eens door, om de menstruatie te reguleren. Van hen voelt 43 procent zich ook beter als ze dat doet. Informatie over het doorslikken van 'de pil' is te vinden op alle bijsluiters van de anticonceptiepil, en wordt door sommige artsen ook geadviseerd. E5900 | TNS NIPObase CASI | Het veldwerk heeft plaatsgevonden in oktober 2006. Hierbij zijn 566 vrouwen van 16-35 jaar ondervraagd (n=566). Bij publicatie of verspreiding de bron Schering Nederland vermelden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mevrouw J.W.M. van der Meer (tel: 0355420750/0642245994) van Kodyo. http://www.tns-nipo.com/pages/nieuws-pers-vnipo.asp?file=persvannipo\sekspil06.htm.
74
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Nederlandse vrouw onbekend met oorzaak baarmoederhalskanker 2 november 2006 - De Nederlandse vrouw is niet goed op de hoogte van de oorzaken van baarmoederhalskanker en weet daardoor meestal niet hoe ze deze ziekte kan voorkomen. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO, in opdracht van Sanofi Pasteur MSD naar aanleiding van de introductie van een vaccin tegen baarmoederhalskanker. Slechts zeven procent van de Nederlandse vrouwen weet dat Humaan Papilloma Virus (HPV) de belangrijkste oorzaak van de ziekte is. Dit virus is echter in 99,7 procent van de gevallen de veroorzaker van de ziekte. Zeven op de tien vrouwen denkt ten onrechte dat de ziekte erfelijk is. Een kwart is van mening dat roken het risico op de ziekte vergroot. Ongeveer een kwart van de vrouwen (27%) denkt dat de kans op baarmoederhalskanker kleiner wordt door een gezonde levensstijl. Voorkomen is beter dan genezen De Nederlandse vrouw is over het algemeen niet erg bekend met de mogelijkheden om baarmoederhalskanker te voorkomen. Gemiddeld kan ze 1,3 maatregelen noemen. Ruim driekwart van de Nederlandse vrouwen (77%) weet dat de ziekte in een vroeg stadium ontdekt kan worden door regelmatig een uitstrijkje te laten maken. Door dit regelmatig te laten doen kunnen artsen de ziekte sneller ontdekken en tijdig actie ondernemen. Nederlandse vrouwen positief ten opzichte van vaccin Sinds vandaag bestaat de mogelijkheid om je te laten vaccineren om de kans op baarmoederhalskanker verkleinen. Wat vinden vrouwen hiervan? Bijna acht op de tien vrouwen (79%) zijn positief ten opzichte van de mogelijkheid tot vaccinatie. Van de vrouwen die geen vijfjaarlijks uitstrijkje laten maken, zegt 78 procent wel gehoor te zullen geven aan een oproep voor een vaccin. Voor de vrouwen die eens per jaar een uitstrijkje laten maken, zou het krijgen van een vaccin echter geen reden zijn om het vijfjaarlijkse uitstrijkje achterwege te laten (97%). Ook zou 84 procent van de vrouwen die een dochter hebben van twaalf jaar of jonger, haar kind laten inenten als ze voor de keuze gesteld zou worden. Controle Ter controle van het al dan niet hebben van baarmoederhalskanker of een voorstadium daarvan, worden vrouwen vanaf hun dertigste om de vijf jaar opgeroepen om een uitstrijkje te laten maken. Van de Nederlandse vrouwen zegt 84 procent dit regelmatig te laten doen, echter twee op de drie vrouwen (66%) geeft werkelijk gehoor aan deze oproep. E3188 | TNS NIPObase CASI | Het veldwerk vond plaats gedurende de maand maart in 2006. In totaal werden 522 rspondenten ondervraagd (n=522). Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden.
Persberichten en opinieonderzoek
75
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Patiënten vinden pijnstilling vaak onvoldoende Verhouding ratio/emotie bij voorschrijven pijnstillers niet in balans 18 mei 2006 - Sinds de recente, negatieve berichtgeving over Coxibs, een nieuwe klasse pijnstillers, zijn veel patiënten in ons land overgezet op andere vormen van pijnbestrijding. Dit zijn vooral traditionele pijnstillers, zoals NSAIDs (bijvoorbeeld Ibuprofen en Diclofenac) en paracetamol. Eén op de drie patiënten die zijn overgestapt, wordt nu echter met méér pijnklachten geconfronteerd dan voorheen. Dit blijkt uit een representatieve enquête van TNS NIPO onder ruim 500 patiënten die nu Coxibs gebruiken, of dit in het verleden hebben gedaan. Daarnaast zijn 340 artsen (huisartsen, reumatologen en gastro- enterologen) gevraagd naar hun mening over Coxibs en NSAIDs. NSAIDs en Coxibs zijn pijnstillers die vaak worden voorgeschreven aan patiënten met chronische pijnklachten, als gevolg van bijvoorbeeld artrose of reumatoïde artritis. Deze patiënten functioneren meestal slecht zonder de genoemde medicijnen. Coxibs kwamen enige tijd geleden negatief in het nieuws, als gevolg van vermeende cardiovasculaire bijwerkingen. Daarop stapten veel patiënten over op een andere vorm van pijnbestrijding (NSAIDs en paracetamol). Meestal op initiatief van de arts, maar ook uit eigen beweging. Coxib-gebruikers beoordelen vaker dan NSAID-gebruikers hun medicatie als effectief (74 procent versus 66 procent). Als het gaat om bijwerkingen, vindt 33 procent van de huisartsen coxibs veiliger dan NSAIDs. Deze mening vertaalt zich echter niet in het voorschrijfgedrag: Coxibs worden relatief weinig voorgeschreven. Bijna driekwart (71%) van de huisartsen schrijft dit toe aan de niet-gebalanceerde berichtgeving over de Coxibs. Wel vindt de meerderheid van de artsen dat de discussie hieromtrent teveel is opgeblazen. Ook de meeste reumatologen (92 procent) vinden dat patiënten onnodig bang zijn gemaakt door de media-aandacht. Mevrouw Lether, hoofd van de afdeling Wetenschappelijk Onderzoek van het Reumafonds, geeft in een reactie aan dat het bekend is dat pijn door veel patiënten geaccepteerd wordt als iets dat er nu eenmaal bij hoort. 'Chronisch zieke patiënten zijn vaak zeer goed op de hoogte van de ins & outs van de medicatie die zij gebruiken en - terecht ook zeer kritisch op wat zij slikken. Zij gebruiken de medicatie vaak langdurig, teneinde de kwaliteit van hun leven te kunnen verbeteren. Het is echter ook heel moeilijk voor patiënten om uit de brei van informatie die zij onder andere op internet kunnen vinden, juiste en objectieve informatie te filteren. In samenspraak met de arts kan bekeken worden welke pijnstiller het meest geschikt is om voldoende pijnstilling te bereiken. Artsen zullen uiteraard hun mening alleen op objectieve gronden moeten vormen en zich niet door emotionele argumenten moeten laten leiden. De resultaten van het TNS NIPO-onderzoek kunnen artsen daarbij helpen', aldus mevrouw Lether. E3240 | TNS NIPObase CASI | Het veldwerk vond plaats gedurende februari 2006 | Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van MSD | Ondervraagd zijn 509 gebruikers en ex-gebruikers van Coxibs en 215 huisartsen, 65 gastroenterologen en 60 reumatologen. Bij publicatie of verspreiding de bron TNS NIPO vermelden. Voor meer informatie over het onderzoek en de uitkomsten kunt u contact opnemen met sectordirecteur TNS NIPO Healthcare. Over de medische implicaties kunt u contact opnemen met prof. dr. G.P. van Berge Henegouwen MD, PhD, maag-lever-darmarts.
76
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Forse daling ziekteverzuim door antidepressiva 8 april 2005 - Circa 850.000 Nederlanders gebruiken antidepressiva. Onder de werkende daarvan loopt het ziekteverzuim daardoor terug van 31 tot acht dagen per jaar. Deze forse reductie resulteert (gerelateerd aan een modaal inkomen) in een besparing op ziektekosten van 1,25 miljard euro. Dit blijkt uit een onderzoek onder psychiaters, huisartsen, patiënten en hun levenspartners. De Utrechtse hoogleraar en psychiater René Kahn: "Dit onderzoek toont aan dat in de dagelijkse praktijk antidepressiva van grote waarde zijn voor zowel patiënt als behandelaar. Het gebruik van antidepressiva leidt tot aanzienlijk beter functioneren van depressieve patiënten in de samenleving. Huisartsen en psychiaters zien dat in hun praktijk. Partners vinden dat de patiënt zienderogen opknapt. En hoewel er bijwerkingen worden ervaren, zouden patiënt en arts deze middelen niet kunnen en willen missen." Uit het onderzoek blijkt verder dat huisartsen terughoudend zijn bij het voorschrijven van antidepressiva. Dit geldt ook voor psychiaters. Tien procent van de psychiaters vindt echter wel dat andere artsen deze middelen vaak lichtvaardig voorschrijven. Bijna de helft van de psychiaters vindt dat alleen zij antidepressiva zouden mogen voorschrijven. Huisartsen zijn het daarmee absoluut niet eens, omdat zij deze middelen onmisbaar achten voor hun dagelijkse praktijk. Verschillende media suggereerden recentelijk dat artsen antidepressiva als 'aspirientjes' voorschrijven. Artsen werpen deze aantijging verre van zich. Hun terughoudendheid wordt geïllustreerd door het feit dat artsen niet snel toegeven aan de wens van patiënten om voor lichte klachten antidepressiva voor te schrijven. Integendeel, patiënten deinzen er vaak zelf voor terug om antidepressiva te gebruiken. Gebruikers van de middelen bevestigen dit: slechts 30 procent was opgelucht toen men hoorde dat men antidepressiva kreeg. Het is niet de patiënt die om de middelen vraagt, maar de arts die ze adviseert (78%), in verreweg de meeste gevallen in combinatie met een andere therapie (zoals psychotherapie). Volgens de artsen hebben verreweg de meeste gebruikers baat bij de middelen (72% volgens huisartsen, 63% volgens psychiaters). Gebruikers (en partners) geven aan dat ze tevreden over de middelen zijn: meer dan 90 procent vindt de middelen effectief en 85 procent vindt dat de kwaliteit van leven verbeterd is. In meer dan de helft van de gevallen is de relatie met de partner door het gebruik van de middelen verbeterd. 92 procent van de patiënten met kinderen vindt zichzelf een betere vader of moeder geworden. Wanneer de middelen er niet zouden zijn, zou het leven van patiënt en partner vaak veel moeilijker zijn, ondanks het feit dat het merendeel van de patiënten bijwerkingen heeft ondervonden, die niet zelden als tamelijk ernstig worden omschreven. Het ziekteverzuim onder de patiënten daalt spectaculair nadat men de middelen is gaan gebruiken (van circa 31 dagen naar acht dagen per jaar). Psychiaters en huisartsen worden als gevolg van de negatieve berichtgeving rond antidepressiva regelmatig geconfronteerd met patiënten die bezorgd zijn geraakt over hun eigen gebruik van antidepressiva. Een grote meerderheid van de behandelaren (77%) verwijt deze nieuwsbronnen dan ook dat zij veel ongerustheid veroorzaken bij een groep patiënten die toch al kwetsbaar en onzeker is. Bovendien zegt vier procent van de patiënten vanwege de berichtgeving te zijn gestopt met het nemen van antidepressiva. Het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NVVP) vindt dit een zeer verontrustende ontwikkeling. Dr Christina van der Feltz, psychiater en bestuurslid van de NVVP: " Door deze negatieve berichtgeving ontzegt een groep kwetsbare, ernstig zieke mensen zichzelf een effectieve behandeling." Het onderzoek heeft plaatsgevonden in opdracht van Wyeth Pharmaceuticals bv. B9694 | Methode: schriftelijke vragenlijst, voorgelegd aan een representatieve steekproef onder psychiaters, en elektronische vragenlijst, voorgelegd aan huisartsenpanel en personen geselecteerd uit TNS NIPObase | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 21 maart tot 2 april 2005. Hierbij zijn 273 psychiaters, 154 huisartsen, 301 gebruikers van antidepressiva en 316 levenspartners van gebruikers van antidepressiva ondervraagd. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO, of met Christina van der Feltz van de NVVP.
Persberichten en opinieonderzoek
77
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Europese mannen maken zich zorgen over anticonceptie 17 november 2005 - Meer dan de helft van de mannen maakt zich zorgen om de anticonceptie van hun partner. Ze zijn bang dat hun partner de pil vergeet en herinneren haar er dan ook aan om deze in te nemen. Dit blijkt uit een internationaal onderzoek, door TNS NIPO1 uitgevoerd onder 4.000 mannen. De Spaanse mannen (80%) zijn het meest bezorgd, gevolgd door de Franse en Duitse mannen (beiden 60%). De Nederlandse mannen (41%) maken zich, net als zowel de Deense als de Zweedse mannen (beiden 36%) zich het minst druk. Deze bevindingen zijn naar voren gekomen uit de Contraceptive Confidence and Consequences Survey, waarin gekeken is naar het vertrouwen en de consequenties van anticonceptiegebruik onder 8500 vrouwen en mannen in de leeftijd van 16 tot 40 jaar uit veertien verschillende landen: Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, België, Zwitserland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Finland, Hongarije, Oekraïne en Rusland2. De nieuwe bevindingen geven aan dat de meeste mannen zich niet bewust zijn van de nieuwe en moderne anticonceptiemethoden die tegenwoordig verkrijgbaar zijn. Ze zijn veelal wel bekend met de pil. Van de nieuwe anticonceptiemethoden kent 29 procent van de mannen de anticonceptiering, een methode waarbij vrouwen nog maar één keer per maand aan anticonceptie hoeven te denken. Verder denken mannen dat zij de meeste invloed op hun partner hebben als het gaat om de juiste anticonceptiekeuze. Deze invloed hebben ze helaas niet. Tot nu toe bepaalt de vrouw de keuze van anticonceptie en zij geeft aan het meest te worden beïnvloed door de arts, vriendin, of moeder, zo blijkt uit een eerder gepubliceerd onderzoek3. Hoe denken mannen over anticonceptie? Ze willen niet aan anticonceptie denken tijdens seks (zoals een condoom om doen). Dat hun partner hen het vertelt als ze de pil vergeten is. Ruim 65 procent van de mannen denkt dat de vrouw dit doet, terwijl 35 procent dit daadwerkelijk doet. In Nederland geeft 57 procent van de vrouwen aan dat ze de pil is vergeten. De helft van de mannen heeft toch seks met hun partner, ook al weten ze dat de betrouwbaarheid van de pil is afgenomen; 76 procent van deze mannen en vrouwen zegt lang niet altijd een aanvullende voorzorgsmaatregel te nemen. Van de mannen van wie de vrouw de pil gebruikt, heeft 40 procent ervaringen met de angst voor een zwangerschap. In de meeste gevallen is dit het gevolg van een vergeten, of te laat ingenomen pil. Ruim 85 procent van de mannen neemt zijn verantwoordelijkheid voor een eventuele kans op een zwangerschap, terwijl veertien procent zegt dat die verantwoordelijkheid uitsluitend bij hun partner ligt. Ongeveer 59 procent van de mannen die ervaring heeft met een mogelijke kans op een zwangerschap, vindt dat dit een negatieve impact heeft op zijn emotionele leven. 1
Gebaseerd op: alle mannen die ervaring hebben met partners die vijf jaar lang de pil gebruiken.
% mannen die bezorgd zijn dat hun partner de pil vergeet Totaal 51 Spanje 80 Frankrijk 60 Duitsland 60 Zwitserland 57 Italië 56 Oekraïne 56 België 52 Oostenrijk 53 Finland 48 Hongarije 48 Rusland 43 Nederland 41 Zweden 36 Denemarken 36
% mannen die hun partner helpen herinneren om de pil in te nemen 54 75 55 62 66 41 63 62 59 51 18 47 59 51 45
Download hieronder de resultaten en de achtergronden van het onderzoek: TNS NIPO contraception study 2005 - Survey results TNS NIPO Contraceptive Confidence and Consequences Survey 2005 - Survey results TNS NIPO contraception study 2005 - Background information TNS NIPO Contraceptive Confidence and Consequences Survey 2005 - Background information 2 In het onderzoek werden aan 8531 heteroseksuele mannen en vrouwen tussen 16 en 40 jaar in 14 landen (n > 600 in elk land) vragen gesteld over hun anticonceptiegebruik en ervaringen. Het onderzoek is uitgevoerd gedurende maart en april 2005 met gebruik van computer-assisted web-interviews door TNS NIPO in opdracht van Organon. 3 Huisman D, Meagher N. Poor awareness of newly available contraceptive Options limits Women’s choices. SKIM Group, Rotterdam, the Netherlands.
78
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Dit loopt op tot 67 procent van de mannen die zegt dat hun carrière belangrijk voor hem is. Mannen die bezorgd zijn over het feit dat hun partner regelmatig de pil vergeet, zouden samen met hun partner op zoek moeten gaan naar een niet-dagelijkse anticonceptiemethode. Een mogelijkheid is de anticonceptiering, waarbij vrouwen nog maar éénmaal per maand aan hun anticonceptie hoeven te denken. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen TNS NIPO, of met Product PR Manager, NV Organon.
Persberichten en opinieonderzoek
79
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
50 procent van de pilgebruikers heeft seks ondanks falende anticonceptie 27 oktober 2005 - Meer dan de helft van de pilgebruiksters heeft seks terwijl zij weten dat de beschermende werking van de pil is afgenomen en daarmee de kans op een zwangerschap is toegenomen. Bijna 80 procent van deze groep neemt vervolgens geen aanvullende anticonceptiemaatregel, zo blijkt uit een internationaal onderzoek dat is uitgevoerd door het TNS NIPO1. De meeste vrouwen en mannen zijn zich niet bewust van de situaties waarin de kans op een zwangerschap toeneemt. Terwijl een zwangerschap grote impact heeft op het leven van deze vrouwen en mannen. Daarom is er behoefte aan nieuwe methoden van anticonceptie (eenmaal per maand, eenmaal per drie of vijf jaar) die de kans op fouten of falen van de anticonceptie vermindert. Het onderzoek laat zien dat vrouwen en mannen zich te weinig bewust zijn, of niet precies weten wat de gevolgen kunnen zijn, wanneer de pil minder betrouwbaar wordt. Terwijl 93 procent van de pilgebruiksters weet dat bij het vergeten van een pil de kans op een zwangerschap toeneemt, weet minder dan 50 procent dat het te laat innemen van de pil (44%), overgeven (77%), en het gebruik van antibiotica (37%) in relatie tot de pil de kans op een eventuele zwangerschap vergroot. Ruim 82 procent van de vrouwen heeft ervaringen met dit soort situaties. Opvallend is dat de helft van de pilgebruiksters en hun partners toch seks hebben, terwijl ze weten dat de beschermende werking van de pil niet voldoende is. Ondanks de toegenomen kans op een zwangerschap besluit 76 procent van deze mannen en vrouwen geen aanvullende anticonceptie te gebruiken, terwijl de angst voor een zwangerschap negatieve impact heeft op het emotionele leven van zowel vrouwen (67%) als mannen (59%). De impact is nog groter wanneer carrière maken voor deze vrouwen en mannen belangrijk is (resp. 72% en 67%). Deze bevindingen geven aan dat er behoefte is aan nieuwe methoden van anticonceptie die vrouwen niet kunnen vergeten of waar ze niet meer elke dag aan hoeven te denken. Vrouwen die geregeld een pil vergeten of antibiotica krijgen zouden voor een moderne, niet-dagelijkse methode zoals de anticonceptiering kunnen kiezen. Deze moderne anticonceptiemethoden waar je nog maar eenmaal per week (pleister), eenmaal per maand (ring), eenmaal per drie jaar (staafje), of eenmaal per vijf jaar (spiraal) aan hoeft te denken, hebben als voordeel dat: Vrouwen niet meer elke dag aan hun anticonceptie hoeven te denken. De toediening van hormonen constanter en veelal lager is. Braken en diarree geen invloed hebben op de effectiviteit. Gebruik van (sommige) antibiotica geen invloed heeft op de betrouwbaarheid. Voor elke vrouw is er een anticonceptiemethode die het beste bij haar past. Om er achter te komen welke methode dat is kan zij de anticonceptietest doen op: anticonceptie.nl. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen TNS NIPO, of met Product PR Manager, NV Organon.
1
TNS NIPO is de Nederlandse partner van TNS, de op drie na grootste marketinginformatiegroep in de wereld. TNS NIPO en haar partners voorzien nationale en internationale organisaties van marktinformatie en analyses, inzicht en advies in meer dan 110 landen wereldwijd. Met een ervaren team en creatieve marketinginformatiespecialisten, brengt TNS NIPO hoge standaard marketingoplossingen voor profit- en non-profitorganisaties in de consumenten business-to-business sector. Download hieronder de resultaten en de achtergronden van het onderzoek: TNS NIPO Contraceptive Confidence and Consequences Survey 2005 - Survey results (.pps) TNS NIPO Contraceptive Confidence and Consequences Survey 2005 - Background information (.pdf) In het onderzoek werden aan 8531 heteroseksuele mannen en vrouwen tussen 16 en 40 jaar in 14 landen (n > 600 in elk land) vragen gesteld over hun anticonceptiegebruik en ervaringen. Het onderzoek is uitgevoerd gedurende maart en april 2005 met gebruik van computer-assisted web-interviews door TNS NIPO in opdracht van Organon. The European Women on Contraception Survey is uitgevoerd in november 2003 door TNS NIPO en heeft 2250 vrouwen in de leeftijd van 18 tot 40 jaar in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje ondervraagd over anticonceptiegebruik.
80
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Pilgebruiksters hebben meer zorgen over ongewenste zwangerschap Vrouwen die de anticonceptiering of een spiraal gebruiken zijn 't minst bezorgd 29 september 2005 - Eén op de zeven vrouwen mist het vertrouwen in de pil. Het niet op tijd innemen of het vergeten van de pil is de belangrijkste reden waarom vrouwen minder vertrouwen hebben in deze methode. Meer dan 50 procent van de pilgebruiksters geeft dan ook aan opgelucht te zijn wanneer hun menstruatie begint. Condoomgebruiksters hebben het minste vertrouwen in hun vorm van anticonceptie, terwijl vrouwen die de anticonceptiering (eenmaal per maand) of een spiraal (eenmaal in de vijf jaar) gebruiken, zich het minst zorgen maken over de kans op een eventuele zwangerschap. Deze bevindingen zijn naar voren gekomen uit een nieuw Internationaal TNS NIPO-onderzoek waarin gekeken is naar het vertrouwen en de consequenties van anticonceptiegebruik onder 8500 vrouwen en mannen in de leeftijd van 16 tot 40 jaar uit veertien verschillende landen: Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, België, Zwitserland, Oostenrijk, Denemarken, Zweden, Finland, Hongarije, Oekraïne en Rusland1,2. Uit het anticonceptieonderzoek blijkt dat vrouwen voor de pil kiezen vanwege de betrouwbaarheid en het feit dat zij tijdens seks niet meer aan anticonceptie hoeven te denken, zoals bij condoomgebruik wel het geval is. Ook blijkt dat meer dan 50 procent van de vrouwen die de pil gebruiken toch denkt dat ze zwanger kunnen raken. De belangrijkste reden waarom vrouwen dit denken is dat zij zelf regelmatig de pil vergeten. Uit eerder TNS NIPOonderzoek is ook naar voren gekomen dat door het vergeten van de pil (ruim 80 procent van de Nederlandse vrouwen vergeet regelmatig een pil3 het vertrouwen om beschermd te zijn tegen een zwangerschap vermindert. Betrouwbaarheid is voor veel vrouwen het belangrijkste kenmerk waar de ideale anticonceptie aan moet voldoen. Daarnaast willen jonge vrouwen tussen de 20-34 jaar het liefst een anticonceptiemethode met zo min mogelijk bijwerkingen en hun anticonceptie moet gemakkelijk in gebruik zijn, waardoor de kans op vergeten klein is. Met de nieuwe anticonceptiemethoden hoeven vrouwen nog maar eenmaal per week, eenmaal per maand of eens in de drie tot vijf jaar aan anticonceptie te denken. Hoe minder vaak zij aan hun anticonceptie hoeven te denken, des te groter hun vertrouwen in anticonceptie is. Vrouwen die een spiraal of de ring gebruiken, zijn daarom het minst bezorgd over een eventuele zwangerschap.Mannen vinden ook dat anticonceptie betrouwbaar en gemakkelijk moet zijn. Ze geven ook aan dat ze tijdens seks niet aan anticonceptie willen denken. Met name Italiaanse (48%), Spaanse (39%) en Duitse (39%) mannen willen het liefst geen onderbreking van de vrijpartij en kiezen daarom minder vaak voor een condoom. Van de Nederlandse mannen wil 28 procent tijdens seks niet aan anticonceptie denken. Voor elke vrouw is er een anticonceptiemethode die het beste bij haar past. Om erachter te komen welke methode dat is kan zij de anticonceptietest doen op anticonceptie.nl. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO, of Product PR Manager, NV Organon.
1
TNS NIPO is de Nederlandse partner van TNS, de op drie na grootste marketinginformatiegroep in de wereld. TNS NIPO en haar partners voorzien nationale en internationale organisaties van marktinformatie en analyses, inzicht en advies in meer dan 110 landen wereldwijd. Met een ervaren team en creatieve marketinginformatiespecialisten, brengt TNS NIPO hoge standaard marketingoplossingen voor profit- en non-profitorganisaties in de consumenten business-to-business sector. Download hieronder de resultaten en de achtergronden van het onderzoek: TNS NIPO contraception study 2005 - Survey results (.pps) TNS NIPO contraception study 2005 - Background information (.pdf)
2
In het onderzoek werden aan 8531 heteroseksuele mannen en vrouwen tussen 16 en 40 jaar in 14 landen (n > 600 in elk land) vragen gesteld over hun anticonceptiegebruik en ervaringen. Het onderzoek is uitgevoerd gedurende maart en april 2005 met gebruik van computer-assisted web-interviews door TNS NIPO in opdracht van Organon. 3 The European Women on Contraception Survey is uitgevoerd in november 2003 door TNS NIPO en heeft 2250 vrouwen in de leeftijd van 18 tot 40 jaar in Nederland, Duitsland, Frankrijk, Italië en Spanje ondervraagd over anticonceptiegebruik.
Persberichten en opinieonderzoek
81
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Meerderheid Nederlanders wenst seksleven te verbeteren Tweederde denkt dat praten over seksleven een positieve invloed heeft 22 juni 2005 - TNS NIPO heeft in opdracht van Pfizer, producent van Viagra, onderzocht of Nederlanders tevreden zijn met hun seksleven, en naar wat zij zullen doen om de kwaliteit ervan te verbeteren. Hiervoor is samengewerkt met seksuoloog Vera Steenhart. Zij is de mede-initiator van het Seksuele Quotiënt op www.erectieplein.nl, een test om de tevredenheid met het seksleven te meten en de bespreekbaarheid te vergroten. Het blijkt dat één op de zes Nederlanders ontevreden is met zijn of haar seksleven. 91 procent van de ontevreden mensen, en opvallend genoeg bijna 40 procent van de tevreden mensen, wil hun seksleven verbeteren. Vooral mannen klagen en willen vaker verbetering. Het merendeel van de respondenten vindt 'praten over hun seksleven' een goede oplossing om verbetering aan te brengen en denkt dat het een positieve invloed heeft op hun seksleven. Slechts vier op de tien Nederlanders zouden dit ook daadwerkelijk bespreken met hun partner en slechts zes procent met een professionele hulpverlener. Van alle respondenten heeft vier procent (of hun partner) een erectiepil gebruikt. De ondervraagden vinden een goed seksleven belangrijk en geven afgerond een zeven voor de mate van belangrijkheid. Het belang van een bevredigend seksleven is voor mannen (7,2) groter dan voor vrouwen (6,7). Jongeren hechten meer waarde aan een bevredigend seksleven dan 55 plussers (7,5 versus 6,2). Positieve invloed van praten op kwaliteit seksleven Vooral 'praten met een partner' en 'meer tijd voor elkaar vrij maken' zijn acties die mensen zouden ondernemen om hun seksleven te verbeteren. Slechts één op de vijf geeft aan niets te doen. Hoewel tweederde van de respondenten denkt dat praten over hun seksleven met hun partner een (zeer) positieve invloed kan hebben op de kwaliteit ervan, geven slechts vier op de tien mensen de vraag 'wat zou je ondernemen om je seksleven te verbeteren' aan dit ook daadwerkelijk te doen. Opvallend genoeg zijn het vooral de respondenten die al tevreden zijn met hun seksleven die van mening zijn dat praten een positieve invloed heeft op het seksleven. Vera Steenhart: 'Samen praten over je seksleven kan harmonie in je relatie brengen en een nieuwe impuls geven aan je seksleven. Om het partners makkelijker te maken over hun seksleven te praten, heb ik in samenwerking met Pfizer de oorspronkelijk Braziliaanse Seksuele Quotiënt (SQ)vertaald voor Nederland en een test voor partners toegevoegd. De SQ-test geeft inzicht in de tevredenheid met je seksleven. Partners kunnen de test afzonderlijk van elkaar anoniem invullen op de website erectieplein.nl. Daarna kunnen zij de resultaten, en vooral de verschillen, eerst met elkaar en eventueel later met hun huisarts of seksuoloog bespreken.' Seksleven met professionele hulpverlener bespreken is moeilijk Van alle ondervraagden die van mening zijn dat hun seksleven positief wordt beïnvloed door erover te praten, zou 92 procent dit met hun eigen partner bespreken, vijftien procent met een vriend(in) en slechts twaalf procent met hun huisarts. Het blijkt namelijk dat ruim de helft van alle respondenten het moeilijk vindt om met een professionele hulpverlener (huisarts, psycholoog, of seksuoloog) over hun seksleven te praten. Eenderde geeft zelfs aan dat ze met niemand makkelijk over seks kunnen praten. Ouderen (één op de drie) kiezen in vergelijking met jongere groepen (minder dan één op de tien) vaker voor een gesprek met de huisarts om het seksleven te bespreken. Ouderen vinden het dan ook relatief gemakkelijker om dergelijke problemen met een hulpverlener te bespreken. Vera Steenhart: 'Dat lijkt samen te hangen met de mate waarin men verwacht dat een gesprek een positief effect zal hebben. Ik ben verbaasd over het geringe aantal mensen dat hun seksuele problemen bespreekbaar maakt met hun huisarts. Seksuele problemen zijn heel normaal, vooral als men ouder wordt, of langer bij elkaar is. De manier waarop je ermee omgaat, bepaalt of de relatie verdiept, ontwikkelt, stagneert of verslechtert. Met een goed gesprek over seks valt veel te winnen!' Tevredenheid met erectie en gebruik van erectiepillen Een ruime meerheid van de Nederlanders (81%) is tevreden over de erectie (van hun partner); 60 procent is vrijwel altijd tevreden over de erectie. Opmerkelijk is dat vrouwen minder tevreden zijn over de erectie van hun partner (77%) dan mannen zelf (85%). 62 procent van de 55-plussers geeft aan tevreden te zijn over de erectie (van hun partner). Van alle Nederlanders heeft vier procent (of hun partner) een erectiepil gebruikt. Meer informatie over het Seksuele Quotiënt die Pfizer in samenwerking met Vera Steenhart heeft ontwikkeld, is te vinden op www.erectieplein.nl. B9678 | Methode: TNS NIPObase (CASI) | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 14 tot en met 21 april 2005. Hierbij zijn 572 personen van achttien jaar of ouder ondervraagd. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. 82
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Forse daling ziekteverzuim door antidepressiva 8 april 2005 - Circa 850.000 Nederlanders gebruiken antidepressiva. Onder de werkenden daarvan loopt het ziekteverzuim daardoor terug van 31 tot acht dagen per jaar. Deze forse reductie resulteert (gerelateerd aan een modaal inkomen) in een besparing op ziektekosten van 1,25 miljard euro. Dit blijkt uit een onderzoek onder psychiaters, huisartsen, patiënten en hun levenspartners. De Utrechtse hoogleraar en psychiater René Kahn: "Dit onderzoek toont aan dat in de dagelijkse praktijk antidepressiva van grote waarde zijn voor zowel patiënt als behandelaar. Het gebruik van antidepressiva leidt tot aanzienlijk beter functioneren van depressieve patiënten in de samenleving. Huisartsen en psychiaters zien dat in hun praktijk. Partners vinden dat de patiënt zienderogen opknapt. En hoewel er bijwerkingen worden ervaren, zouden patiënt en arts deze middelen niet kunnen en willen missen." Uit het onderzoek blijkt verder dat huisartsen terughoudend zijn bij het voorschrijven van antidepressiva. Dit geldt ook voor psychiaters. Tien procent van de psychiaters vindt echter wel dat andere artsen deze middelen vaak lichtvaardig voorschrijven. Bijna de helft van de psychiaters vindt dat alleen zij antidepressiva zouden mogen voorschrijven. Huisartsen zijn het daarmee absoluut niet eens, omdat zij deze middelen onmisbaar achten voor hun dagelijkse praktijk. Verschillende media suggereerden recentelijk dat artsen antidepressiva als 'aspirientjes' voorschrijven. Artsen werpen deze aantijging verre van zich. Hun terughoudendheid wordt geïllustreerd door het feit dat artsen niet snel toegeven aan de wens van patiënten om voor lichte klachten antidepressiva voor te schrijven. Integendeel, patiënten deinzen er vaak zelf voor terug om antidepressiva te gebruiken. Gebruikers van de middelen bevestigen dit: slechts 30 procent was opgelucht toen men hoorde dat men antidepressiva kreeg. Het is niet de patiënt die om de middelen vraagt, maar de arts die ze adviseert (78%), in verreweg de meeste gevallen in combinatie met een andere therapie (zoals psychotherapie). Volgens de artsen hebben verreweg de meeste gebruikers baat bij de middelen (72% volgens huisartsen, 63% volgens psychiaters). Gebruikers (en partners) geven aan dat ze tevreden over de middelen zijn: meer dan 90 procent vindt de middelen effectief en 85 procent vindt dat de kwaliteit van leven verbeterd is. In meer dan de helft van de gevallen is de relatie met de partner door het gebruik van de middelen verbeterd. 92 procent van de patiënten met kinderen vindt zichzelf een betere vader of moeder geworden..Wanneer de middelen er niet zouden zijn, zou het leven van patiënt en partner vaak veel moeilijker zijn, ondanks het feit dat het merendeel van de patiënten bijwerkingen heeft ondervonden, die niet zelden als tamelijk ernstig worden omschreven. Het ziekteverzuim onder de patiënten daalt spectaculair nadat men de middelen is gaan gebruiken (van circa 31 dagen naar acht dagen per jaar). Psychiaters en huisartsen worden als gevolg van de negatieve berichtgeving rond antidepressiva regelmatig geconfronteerd met patiënten die bezorgd zijn geraakt over hun eigen gebruik van antidepressiva. Een grote meerderheid van de behandelaren (77%) verwijt deze nieuwsbronnen dan ook dat zij veel ongerustheid veroorzaken bij een groep patiënten die toch al kwetsbaar en onzeker is. Bovendien zegt vier procent van de patiënten vanwege de berichtgeving te zijn gestopt met het nemen van antidepressiva. Het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NVVP) vindt dit een zeer verontrustende ontwikkeling. Dr Christina van der Feltz, psychiater en bestuurslid van de NVVP: " Door deze negatieve berichtgeving ontzegt een groep kwetsbare, ernstig zieke mensen zichzelf een effectieve behandeling." Download het rapport: Nederland over antidepressiva (422 Kb) Het onderzoek heeft plaatsgevonden in opdracht van Wyeth Pharmaceuticals bv. B9694 | Methode: schriftelijke vragenlijst, voorgelegd aan een representatieve steekproef onder psychiaters, en elektronische vragenlijst, voorgelegd aan huisartsenpanel en personen geselecteerd uit TNS NIPObase | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 21 maart tot 2 april 2005. Hierbij zijn 273 psychiaters, 154 huisartsen, 301 gebruikers van antidepressiva en 316 levenspartners van gebruikers van antidepressiva ondervraagd. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO, of met Christina van der Feltz van de NVVP.
Persberichten en opinieonderzoek
83
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
ADHD-kinderen op de basisschool 25 januari 2005 - In november en december van 2004 heeft TNS NIPO, in opdracht van de stichting "O jee ADHD", een onderzoek onder leerkrachten van basisscholen uitgevoerd, om hun ervaringen met ADHD-kinderen in kaart te brengen. De resultaten van dit onderzoek zijn middels onderstaande pdf-bestand te downloaden. ADHD-kinderen op de basisschool B8133 | Methode: TNS NIPObase | Het veldwerk heeft plaatsgevonden in november en december 2004. In totaal werden 534 leerkrachten ondervraagd (n=534). Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO.
84
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Helft kankerpatiënten niet op de hoogte van risico's van ongewenst gewichtsverlies 14 december 2004 - Uit een onlangs door TNS NIPO uitgevoerd onderzoek onder 214 kankerpatiënten blijkt dat meer dan de helft (54%) van de patiënten niet op de hoogte is van de risico's van mogelijke ondervoeding en gewichtsverlies bij kanker. Tweederde van de patiënten verwacht informatie te krijgen van de specialist of huisarts (resp. 78% en 70%), maar nog niet eens de helft van de patiënten heeft deze informatie daadwerkelijk gekregen. Gewichtsverlies verkleint de kans op een succesvolle behandeling en heeft gevolgen zoals vermoeidheid, verminderde eetlust, verslechterde conditie, minder weerstand en lusteloosheid. Dat voeding met betrekking tot kanker een rol speelt, beaamt driekwart van de patiënten (79%). De helft daarvan schrijft zelfs een (zeer) belangrijke rol aan voeding toe (50%). Een kwart (26%) van de kankerpatiënten in dit onderzoek zegt gewicht verloren te hebben sinds er kanker is gediagnosticeerd; gemiddeld zijn zij tien kilo afgevallen. Over de oorzaak van het gewichtsverlies weet men weinig; de helft van degenen met gewichtsverlies wijten het aan de behandeling, terwijl vanuit de medische wetenschap bekend is dat met name de veranderde stofwisseling als gevolg van de kanker de boosdoener is. Bovendien kunnen misselijkheid en moeite met slikken voor verminderde voedselinname zorgen. Vier van de tien patiënten, die zelf gewichtsverlies ondervonden, hebben vlak na de behandeling actie ondernomen om het gewichtsverlies tegen te gaan, eenderde ondernam actie tijdens de behandeling. Uit eerder onderzoek door QUO communications blijkt dat de helft van de patiënten met gewichtsverlies behoefte heeft aan informatie over oplossingen, maar niet weet waar men deze kan vinden. De patiënten die met hun behandelend specialist, de huisarts, diëtist of oncologieverpleegkundige hebben gesproken over het tegengaan van ondervoeding of gewichtsverlies, geven aan dat zij voldoende zijn geholpen met het voorkomen van verdere gewichtsafname. Van de patiënten die te maken hebben gehad met gewichtsverlies heeft 38 procent extra voeding gebruikt om aan te sterken tijdens het ziekteproces. "De overige 62 procent van de patiënten doet zichzelf te kort, of heeft andere oplossingen gezocht. Ongewenst gewichtsverlies bij kanker moet je niet zomaar voor lief nemen. Praat over voeding in de brede zin van het woord met je behandelend arts of diëtist", stelt oncologisch chirurg Prof. dr. M.F. Von Meyenfeldt naar aanleiding van deze resultaten. B6602 | Methode: TNS NIPObase (CASI) | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 19 april tot en met 2 mei 2004. Hierbij zijn 214 kankerpatiënten ondervraagd. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO. Voor achtergrond informatie over voeding bij kanker, verwijzen we naar kankerenvoeding.nl. Ook kunt u contact opnemen met Abbott.
Persberichten en opinieonderzoek
85
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Nederlanders onbekend met fatale gevolgen gebruik pijnstillers 3 juni 2004 - Tegenwoordig wordt veel aandacht besteed aan de bestrijding van drugsgebruik. Het gebruik van drugs kost jaarlijks circa 75 levens. 400 mensen overlijden per jaar echter als gevolg van ernstige maag- of darmaandoeningen door het gebruik van traditionele pijnstillers (NSAIDs), zoals ibuprofen en diclofenac, en hier wordt niet of nauwelijks aandacht aan besteed. Zowel jongere als oudere Nederlanders zijn niet op de hoogte van de fatale gevolgen van deze onschuldig lijkende pijnstillers. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van MSD, waarin ouderen aangaven voor welke gevaren zij jongeren in deze maatschappij willen waarschuwen. In hetzelfde onderzoek werd aan jongeren gevraagd uitspraken te doen over ouderdomsziektes. Waarschuwingen Jongeren lopen dagelijks allerlei risico's die de dood tot gevolg kunnen hebben. Ouderen (55-plussers) zouden jongeren (18-35 jaar) met name willen waarschuwen voor het gevaar van overmatig drugsgebruik met overlijden als gevolg (41%) en voor de fatale gevolgen die het verkeer met zich kan meebrengen (31%). Duidelijk is dat niemand jongeren waarschuwt voor het gebruik van pijnstillers (0%), terwijl hier veel meer mensen aan overlijden dan aan drugs. Grote angst Jongeren maken zich het meeste zorgen dat hun ouders een hart- en vaatziekte krijgen (34%). Ook voor dementie blijkt grote angst te bestaan (31%). Wordt er gekeken naar het feitelijk voorkomen van deze ziektes onder de ouders van de gevraagde jongeren, dan komen met name hart- en vaatziekten en gewrichtsproblemen (reuma, artrose) vaak voor. In het algemeen maken jongeren zich vooral zorgen om de geestelijke gezondheid van hun ouders bij het ouder worden, terwijl er feitelijk een grotere kans bestaat op gewrichtsproblemen zoals artrose (die vooral met de traditionele pijnstillers worden behandeld). Wel weten jongeren dat hun ouders regelmatig pijnstillers slikken om de kwaliteit van het leven te verbeteren (40% van de 55-plussers), maar zowel ouderen als jongeren zijn niet op de hoogte van de gevaren van het gebruik van traditionele NSAIDs. Deze gevaren ontstaan als gevolg van ernstige maag- en darmaandoeningen, terwijl er momenteel pijnstillers bestaan die juist op dit gebied veiliger zijn. Dat ouderen en jongeren elkaar niet waarschuwen voor het gebruik van NSAIDs wordt mogelijk veroorzaakt door de grote onbekendheid met deze gevaren van het veelvuldig innemen van NSAIDs. Aan overlijden ten gevolge van drugs wordt veel aandacht besteed, terwijl overlijden door NSAIDs nauwelijks aandacht krijgt. Hierdoor hebben ouderen en jongeren geen duidelijk beeld van de risico's bij gebruik van traditionele pijnstillers tegen pijn en van het aantal doden dat er mee gemoeid is. B6931 | Methode: TNS NIPObase | Het veldwerk heeft eind april 2004 plaatsgevonden. Hierbij zijn 260 jongeren (18-35 jaar) en 290 ouderen (55-plussers) ondervraagd. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO.
86
Persberichten en opinieonderzoek
BIJLAGE 3 PERSBERICHTEN TNS NIPO
Vrouwen vertrouwen partner anticonceptiepil niet toe 19 april 2004 - Vier op de vijf Nederlanders van 18 jaar en ouder vinden een anticonceptiepil voor mannen een goede zaak, maar de bereidheid om gebruik te maken van deze mannenpil is laag. Vrouwen zijn hierin terughoudender dan mannen. Zij geven de regie niet graag uit handen, omdat zij uiteindelijk de consequentie moeten dragen als de pil niet juist wordt ingenomen. Dit blijkt uit een recent onderzoek van TNS NIPO naar de mening van Nederlanders over de mannenpil en de bereidheid om deze te gebruiken. Het onderzoek, dat is gehouden onder een representatieve groep van 1032 Nederlanders van 18 jaar en ouder, laat zien dat ruim een derde (36%) van de volwassen Nederlanders gebruik maakt van geboortebeperkende middelen, zoals het condoom en de (vrouwen)pil. Met name Nederlanders tussen de 18 en 34 jaar maken gebruik van een geboortebeperkend middel (70%). In het onderzoek zijn de meningen over de mannenpil getoetst. Dit is een anticonceptiepil voor mannen, die naar alle waarschijnlijkheid over enige jaren op de Nederlandse markt zal worden geïntroduceerd. Mannen zouden deze pil dagelijks moeten innemen, om op die manier zwangerschap van de vrouw te voorkomen. Hoger opgeleiden blijken vaker van deze mannenpil te hebben gehoord dan lager opgeleiden. 80 procent van de Nederlanders blijkt deze mannenpil een goede zaak te vinden. Twaalf procent vindt het geen goede zaak en negen procent heeft er geen mening over. Mannen en vrouwen denken hier ongeveer hetzelfde over. Hoewel de meerderheid positief staat tegenover het idee van een mannenpil, betekent het niet automatisch dat ook een meerderheid overweegt de mannenpil daadwerkelijk te gaan gebruiken. Aan de mensen die op dit moment gebruik maken van een anticonceptiemiddel (zelf of hun partner) is gevraagd of ze de mannenpil zelf zouden willen gebruiken. Slechts negentien procent van de mannen die van mening zijn dat de mannenpil een goede zaak is, geeft aan de mannenpil zeker te gaan gebruiken, terwijl de rest hier nog over twijfelt, of er (waarschijnlijk) niet toe bereid is. De vrouwen zijn nog terughoudender over het gebruik van de mannenpil dan de mannen: slechts vijftien procent van de vrouwen die aangeven positief te staan tegenover de mannenpil, zegt zeker over te stappen op deze nieuwe vorm van anticonceptie. In onderstaande grafiek waarin alleen de respondenten die anticonceptie toepassen en de mannenpil een goede zaak vinden zijn opgenomen (n=287), staan deze uitkomsten weergegeven. Percentage bereidheid gebruik mannenpil
Bron: TNS NIPO, 2004
Bedenkingen die vrouwen bij de mannenpil hebben, zijn veelal onder de volgende noemer te vatten: "Als ik nu de pil vergeet, ben ik (wellicht) zwanger. Als mijn partner hem vergeet, is hij niet degene met een ronde buik, maar nog steeds ik". C0521 | Methode: Homebus (TNS NIPObase) | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 26 februari tot en met 8 maart 2004. Hierbij zijn 1.032 Nederlanders van 18 jaar en ouder ondervraagd (n=1.032). Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met TNS NIPO. Persberichten en opinieonderzoek
87
Bijlage 4
88
Persberichten en opinieonderzoek
Brief IGZ aan redacties over geneesmiddelenreclame
BIJLAGE 4 BRIEF IGZ AAN REDACTIES OVER GENEESMIDDELENRECLAME
Persberichten en opinieonderzoek
89
BIJLAGE 4 BRIEF IGZ AAN REDACTIES OVER GENEESMIDDELENRECLAME
90
Persberichten en opinieonderzoek
Gezonde scepsis Postbus 3089 3502 GB Utrecht
[email protected] www.gezondescepsis.nl