Bijlage Persberichten 1. Publicatie Energieraad, 9 februari 2009 (Bron New Energy TV, 5 februari 2009) Duurzame energie: ‘Publiek belangrijkste partner’ Bij zijn bezoek aan Nederland werd Hermann Scheer (de Duitse Al Gore) geïnterviewd door New Energy TV. ‘De allerbelangrijkste partner is het algemene publiek.’ New Energy TV, een internet zender, vroeg de SPD’er wat Nederland kan leren van het Duitse succes met de verduurzaming van de energievoorziening. Hermann Scheer: ‘Dat je een passend hernieuwbaar ‘energiespeelveld’nodig hebt dat speciaal ontwikkeld is voor hernieuwbare energie. En dat betekent dat het niet georganiseerd kan worden binnen dezelfde marktrelaties en marktstructuren als voor de conventionele energieën. Er moet een basisbeslissing genomen worden dat de gemeenschap voorrang geeft aan hernieuwbare energie want hernieuwbare energie heeft een hogere sociale waarde. En een hogere sociale waarde voor de hele economie, want het spaart en voorkomt energie import. Het vermijdt milieukosten, externe kosten, die niet betaald worden door de bestaande energie leveranciers. Het zorgt voor volksgezondheid en het helpt het klimaat te redden en het creeërt banen en stimuleert regionale en lokale economieën. En al deze voordelen zijn voordelen voor iedereen en dit maakt dat het voorrang verdient. En het brengt energiezekerheid, want met lokale energie heb je meer energiezekerheid. Vooral als het met een energiebron is die eeuwig bestaat. En om dit op hetzelfde energiespeelveld te brengen als conventionele energie is een verkeerde standaard. Want de bestaande energieleveranciers hebben hun rol, hun monopolistische rol, gekregen door tientallen jaren politieke steun. En ook door veel subsidie, direct of indirect. En nu hebben ze een rol als min of meer monopolistische aan bieder. En om dan te zeggen dat een nieuwe vorm, een hernieuwbare energiebron, moet concurreren met hun op de markt, dat is meten met twee maten. Ze proberen te zeggen, na het ontvangen van al die directe subsidies en politieke privileges. Dan zeggen ze dat alle promotionele acties voor hernieuwbare energie subsidie zijn. Daarom is dit niet acceptabel, daarom is het nodig dit uitgangspunt niet te accepteren. Dit basisuitgangspunt is fout. Iedereen die een verkeerd uitgangspunt accepteert is er het slachtoffer van. Want na een verkeerd uitgangspunt kunnen alle volgende argumenten heel logisch lijken. De basis is verkeerd.. En over het Duitse succes zei Scheer verder: ‘De belangrijkste succesfactor is dat we een beweging creëerden. De berlangrijkste partner , de allerbelangrijkste partner, is het algemeen publiek. Het algemeen publiek is voorstander van hernieuwbare energie. Want iedereen met een normaal menselijk verstand, moet wel voorstander zijn van hernieuwbare energie. Mensen hebben een basssympathie hiervoor, maar ze worden altijd geïrriteerd, steeds maar weer, door de misinformatie, door de desinformatie die van de traditionele energiesector komt over de hernieuwbare energie. Die altijd zeggen, hernieuwbare energie, OK het is goed, er is alleen niet genoeg potentieel, het kost teveel, er is tijd nodig. Ondertussen maken we kerncentrales of kolencentrales, of CO2-opslag. De vaart in de beweging ontstaat door het veranderen van de publieke opinie hiervoor en dat is een sterke kracht van een democratie. En toen kregen we de meerderheid in twee partijen, in de sociaal democratische partij en de groene partij. En dit was de laatste stap. Daarvoor hadden alle politieke instituten en partijen de positieve druk nodig. Allemaal. Anders werkt het niet. Daarom moeten ze gedreven worden door een actieve gemeenschap. Om de gemeenschap te activeren is het belangrijkste ding. Dat betekent, laat het energiedbat niet over aan de energiebedrijven, of de experts die betaald worden door deze bedrijven, en laat het ook niet alleen over aan de technocraten, want het is een vraag voor de hele gemeenschap. 2. Publicatie Energieraad, 29 november 2008 Oceanen ‘doodziek’ door CO2 De verzuring van de oceanen verloopt mogelijk tien keer zo snel als voorspeld, blijkt uit nieuw onderzoek van de universiteit van Chicago. ‘We hebben een drempel overschreden’. ‘We zien nu al dramatische veranderingen’, zegt Timothy Wootton, verbonden aan de Faculteit voor Ecologie en Evolutie, van de Universiteit van Chicago. Hij is hoofdauteur van de studie, die
aanstaande maandag in de gerenommeerde Proceedings of the National Academy of Sciences verschijnt. De studie laat zien dat het ‘andere grote gevaar van CO2’, verzuring van de oceanen, veel verder is gevorderd en veel sneller verloopt, dan tot nu toe aangenomen. ‘Het ziet er naar uit dat we een drempel hebben overschreden, waarbij de oceanen het effect van CO2 in de atmosfeer niet langer kunnen bufferen’, zegt Wootton. Miljoenen jaren was de CO2-concentratie van de oceanen en van de atmosfeer in balans, maar het grootschalig gebruik van fossiele brandstoffen en ontbossing heeft in de afgelopen 150 jaar ongekende hoeveelheden CO2 in de atmosfeer gebracht. De oceanen hebben ongeveer een derde deel van deze CO2-uitstoot geabsorbeerd – circa 130 gigaton – waardoor het zeewater dertig procent zuurder is geworden. CO2 lost op in water, waarbij koolzuur, H2CO3, wordt gevormd. Hoe meer CO2, hoe zuurder het water. En dat proces gaat in steeds hoger tempo door. Elke dag lost 30 miljoen ton CO2 op in het oceaanwater. Over het fenomeen bestaat geen enkele wetenschappelijke twijfel. Wel is er steeds meer discussie over de snelheid van de verzuring en de mogelijke ecologische schade. Feitelijk alle levensvormen die kalkskeletjes danwel schelpen maken, zijn niet bestand tegen zuur water, omdat de calciumcarbonaten er minder goed in groeien, of zelfs in oplossen. Tot de eerste slachtoffers behoren niet alleen mosselen, oesters en koraal, maar ook plankton. En waar plankton verdwijnt, stort de hele oceanische voedselketen in, waarschuwen mariene ecologen. En ook het leven boven water zou in dat geval direct worden bedreigd. Fytoplankton is de belangrijkste producent van atmosferische zuurstof. Bovendien zorgt plankton voor duurzame opslag van CO2, doordat het bij de vorming van carbonaten CO2 vastlegt, dat uiteindelijk in kalksteenpakketten op de oceaanbodem belandt. Hoe minder fytoplankton, hoe lager de CO2-opslag en hoe sterker het broeikaseffect. Timothy Wootton, die de pH-waarden van kustwateren onderzoekt zegt: ‘We hebben afgelopen zomer de snelste toename van zuurgraad gemeten. Ik begin me ernstig zorgen te maken’. ‘CO2 maakt de oceanen doodziek’, zegt Jackie Savitz, campagnedirecteur van Oceana’s Pollution Campaigns, een internationale organisatie die zich inzet voor de bescherming van zeeleven. ‘Tegen het midden van deze eeuw zal koraal massaal uitsterven’, zegt Savitz. Met de doelstellingen voor het nieuwe internationale klimaatverdrag, wat in december 2009 in Kopenhagen tot stand moet komen, zal dit niet worden voorkomen, stelt Savitz, omdat zelfs een succesvol verdrag nog steeds uitgaat van een verdere toename van CO2-concentratie. Zij steunt daarom 350.org, de nieuwe organisatie rondom de Amerikaanse topklimatoloog en NASAdirecteur James Hansen, die stelt dat de atmosferische CO2-concentratie moet worden teruggebracht tot 350 ppm: ‘450 ppm (het doel voor het nieuwe klimaatverdrag in Kopenhagen) zal de koraalriffen niet meer kunnen beschermen. We zullen het gebruik van fossiele brandstoffen volledig moeten stoppen. Koolstof in de diepe aardbodem moet blijven waar het zit. 3. De Volkskrant, 29 november 2008. ‘Er moet een moratorium op steenkoolcentrales komen’ De NASA-klimaatdeskundige James Hansen was in Nederland en De Volkskrant interviewde hem: ‘Ik pleit voor een wereldwijd moratorium op de bouw van nieuwe steenkoolcentrales’.Hansen nam deel aan een klimaatconferentie in Rotterdam en voerde ook gesprekken in politiek Den Haag. Hij herhaalde in Nederland zijn boodschap dat een wereldwijde klimaatcrisis alleen nog te voorkomen is met zeer doortastend optreden. En daar hoort wat hem betreft een onmiddellijk moratorium op de bouw van nieuwe steenkoolcentrales bij. En de bestaande steenkoolcentrales moeten ook zo snel mogelijk dicht. Hij signaleert dat de aarde door de CO2-uitstoot steeds verder uit balans raakt. ‘We naderen snel het moment dat het systeem doordendert, wat we ook proberen’. Maar Hansen zegt in het Volkskrant-interview ook dat het nog niet te laat is: ‘Nee, niet als we eindelijk de realiteit onder ogen zien. Als we een wereldwijd moratorium op nieuwe kolencentrales instellen en oude centrales gaan sluiten, kun je laten zien dat de CO2-concentratie in 2030 piekt rond 400 parts per million en daarna geleidelijk terugloopt naar iets van 350. Dat is ongeveer het getal waarbij de aarde in evenwicht is op een manier die we de laatste twaalfduizend jaar gewend zijn geweest’.
Hansen vreest anders de ineenstorting van de aarde. ‘Dat klinkt misschien dramatisch. Maar als we doorgaan op de huidige weg, maken we dat denk ik de komende eeuw nog mee’. Het moratorium waar Hansen voor pleit wil hij koppelen aan ‘een intensief onderzoeksprogramma dat nadrukkelijk met landen als India en China wordt uitgevoerd. Met het doel nieuwe technologie, met name voor het wegvangen en opslaan van CO2 maar ook veiliger vormen van kernenergie, te ontwikkelen en juist in die landen ingang te doen vinden. Zij zijn aan het bouwen, veel meer dan wij. Laten we ze helpen het meteen goed te doen. Hansen pleit ook voor een belasting op CO2-uitstoot. ‘Belast CO2-uitstoot, liefst oplopend in de tijd. Zodat burgers en ondernemers andere keuzes gaan maken (…). Als je de juiste keuzes beloont ontstaat er een nieuwe dynamiek. Wat je vooral nodig hebt, is politici die dat ook durven uit te leggen aan hun kiezers. We moeten de verleiding van die verdomde steenkool echt weerstaan. 4. De Standaard, 28 september 2008. ‘Westen moet met China praten over CO2-productie’ ‘De inspanningen van Europa om de emissie van broeikasgassen terug te dringen, zijn nutteloos als het Westen China niet kan overtuigen om ook maatregelen te nemen’. Dat zegt Karim Ahmed, directeur van het Internationale Programma van de National Council for Science and the Environment (NCSE) in Washington. Ahmed wijst er op dat de CO2-uitstoot in China jaarlijks met 9 tot 10 procent stijgt en inmiddels al hoger is dan de uitstoot van de Verenigde Staten. ‘China is verantwoordelijk voor tweederde van de CO2-toename op deze planeet sinds 2000. In het Westen kunnen we zoveel doen als we willen, maar ook in landen als China, India, Pakistan en andere opkomende economieën in ontwikkelingslanden zal er iets moeten gebeuren’, aldus Ahmed. ‘Gesprekken met landen als China kunnen alleen lukken als het westen zijn historische bijdrage tot de huidige opwarming en zijn nog steeds veel hogere CO2-uitstoot per inwoner erkent. Men moet ook oog hebben dat deze samenlevingen wegens de heersende armoede nood hebben aan ontwikkeling’, aldus Ahmed. Hij pleit er onder meer voor dat het Westen deze landen helpt via alternatieve technologieën de CO2-uitstoot terug te dringen en zelf het voorbeeld geeft met betrekking tot verandering van levensstijl. Ahmed waarschuwde dat uit tal van data blijkt dat de opwarming van de aarde nog altijd versnelt en voorspellingen steeds moeten worden bijgesteld. ‘De volgende twintig jaar moeten we echt drastische maatregelen nemen, anders weet ik niet in welke wereld we terecht zullen komen. 5. Cursor, TU Eindhoven, 27 juni 2008. ‘Steenkool en kernenergie zijn de enige opties’ Tot 2050 zijn kolen en kernenergie de enige opties om de wereld van voldoende energie te voorzien. Tot die conclusie kwam vrijdag hoogleraar Elektrische Energiesystemen Jan Blom van de Technische Universiteit Eindhoven in zijn afscheidsrede. Duurzame bronnen leveren niet voor 2050 een substantiële bijdrage aan de wereldwijde energiebehoefte, denkt Blom. ‘De voorraden gas en olie naderen hun uitputting. Kolen en uranium zijn nog zeker voor vele honderden jaren beschikbaar’. Blom spreekt over twee duivelse opties. Volgens hem moet de komende decennia alles in het werk worden gesteld om milieuvriendelijke bronnen verder te ontwikkelen. Gezien de huidige bijdrage van duurzame energiebronnen mag je niet verwachten dat die voor 2050 een substantiële bijdrage aan de wereldenergievoorziening kunnen leveren, denkt Blom. De enige opties zijn dan kolen en uranium, want die zijn voor vele honderden jaren beschikbaar. Tegelijk moet hard gewerkt worden aan de ontwikkeling en toepassing van duurzame bronnen, vindt Blom. Dan is het mogelijk om in 2050 ook daadwerkelijk een overwegend duurzame energievoorziening te hebben. De grootste uitdaging voor de komende tijd is volgens de hoogleraar kwantitatieve groei van de economie om te zetten in een kwalitatieve groei. Een groei waarbij de belasting van het milieu niet verder toeneemt.
6. Technisch weekblad, 9 januari 2009. Europese Commissie wil ‘supergrid’ voor groene stroom. De Europese Commissie wil elektriciteitsnetten aanleggen in de Noordzee, de Middellandse Zee en in het Baltische gebied om in de toekomst meer stroom uit waterkracht en wind op de markt te krijgen. Tot nu toe kunnen landen die veel windenergie opwekken hun overschot niet kwijt. Ieder land zet eigen noodcentrales in als de vraag naar stroom hoog is. De EC heeft nu blauwdrukken voor ‘Supergrids’ opgesteld om vraag en aanbod van duurzame elektriciteit beter aan elkaar te koppelen en neemt coördinatie op zich om haar lidstaten te bewegen tot investeringen en samenwerking. Dit blijkt uit een rapport van vorige maand. Volgens schattingen van de Duitse professor in elektrische overdrachtsystemen Gregor Czisch van de Universiteit van Kassel zou Europa bij de huidige stand van de techniek zelfs helemaal op duurzame energie over kunnen stappen, indien een net van ondergrondse gelijkspanningskabels het huidige net zou ondersteunen. Over zulke kabels onder hoge spanning, zogeheten HVDC-lijnen, kunnen grote hoeveelheden energie met beperkte verliezen getransporteerd worden. De Normed-HVDC-kabel van de Nederlandse en Noorse netbeheerders Tennet en Statnett heeft in het eerste half jaar van operatie inmiddels een omzet van honderd miljoen gehaald, het dubbele van wat verwacht werd. De 580 kilometer lange kabel kostte per kilometer ongeveer een miljoen euro, maar verdient zich sneller terug dan verwacht. Via de lijn wordt stroom van de Noorse waterkrachtcentrales in Nederland op de markt gebracht. Tennet besteedt de opbrengst geheel aan nieuwe investeringen in verbindingen met het buitenland. Maar vooralsnog verloopt de integratie en uitbreiding van het Europese elektriciteitsnet stroef. Een nieuwe HVDC-lijn door de Pyreneeën tussen Spanje en Frankrijk had vijftien jaar oponthoud. Dit jaar stuurde de Europese energiecommissaris Andris Pielbalgs Mario Monti als bemiddelaar naar de twee landen en deze zomer werd overeenstemming bereikt. Hierdoor zal Spanje, dat inmiddels de meeste capaciteit aan windenergie heeft opgesteld, meer duurzame energie op de Europese markt kunnen brengen. De volgende taak van Pielbags is besprekingen tussen de Duitsers, Zweden en Denen op gang te brengen over een gezamenlijke lijn bij Kriegers Flak. Daar plannen de drie landen allemaal windparken met een eigen lijn naar hun kust, terwijl Duitsland via een verbinding met Zweden zijn variabele windenergie zou kunnen bufferen met Zweedse waterkracht. Gedetailleerde modellen van Czisch, die onder andere rekening houden met de weersomstandigheden verspreid over Europa en met prijsontwikkelingen, tonen aan dat windenergie en waterkrachtcentrales Europa in principe van energie kunnen voorzien. Met de huidige generatie windturbines zou de stroomprijs volgens hem op 4,7 eurocent per kilowattuur komen te liggen. In zo’n duurzaam Europa zou zeventig procent van de elektriciteit uit windenergie komen, met waterkrachtcentrales in Scandinavië als buffer. Czisch wil bij de besprekingen van Kyoto II, die eind 2009 in Kopenhagen plaatsvinden, oproepen tot twee maatregelen: een terugleververgoeding voor duurzame energie om de sector te stimuleren en de opbouw van een Supergrid. De overgang op duurzame energie stimuleert volgens Czisch ook de werkgelegenheid, zoals is gebleken in Spanje, omdat windparken per opgewekte kilowattuur meer arbeidskrachten vergen dan centrales op fossiele brandstof. De Europese leiders, die vorige week in Brussel vanwege de economische recessie het emissierechtenbeleid afzwakten, bestemden daar tweehonderd miljard euro voor bestrijding van de werkloosheid. Een Supergrid in De Noordzee, waarmee de opgewekte windenergie kan uitgroeien tot 80 Gigawatt, kost ongeveer zes miljard euro, aldus een milieuadviesbureau in Brussel.
7. Technisch Weekblad, 6 december 2008. Leveringszekerheid elektriciteit in Europa neemt af In het Technisch Weekblad gaat Capgemini nader in op haar onlangs verschenen rapport over de leveringszekerheid voor energie in de EU: ‘Verontrustende tekenen’. Cap Gemini presenteerde op 24 november j.l. haar tiende editie van rapport “European Energy Markets Observatory (EEMO)’. Het rapport trok een pittige conclusie: ‘Zonder een omvangrijk en krachtig programma van investeringen in de elektriciteit- en gasinfrastructuur komt de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening in Europa in gevaar’. Cap Gemini schat voor die investeringen de komende 25 jaar minstens 1.000 miljard euro nodig zal zijn. Cap Gemini signaleert ‘verontrustende tekenen in de reële marge van de productiecapaciteit’. Uitgangspunt daarbij is het geïnstalleerd vermogen van de elektriciteitscentrales, waarbij rekening wordt gehouden met onbruikbare en niet beschikbare opwekkingscapaciteit door onder meer onderhoud van de centrales. Dat wordt vergeleken met de capaciteit die nodig is tijdens de piek in de vraag. In Frankrijk was de reële marge -5,7 procent. Berend Olde Rikkert, vice president Energy & Utilities van Cap Gemini Consulting Nederland tegen het Technisch Weekblad: ‘Frankrijk is een aardig voorbeeld. Deze negatieve margin betekent dat Frankrijk elektriciteit importeert tijdens piekbelasting. Frankrijk is een land dat zich met name op basisplaatscapaciteit richt, grotendeels ingevuld door kernenergie. De verminderde capaciteit in nucleair en gas veroorzaakt door onderhoud en stakingen, heeft in deze negatieve marge geresulteerd. In Groot-Brittannië daalde de marge van 7,9 procent in 2006 naar 2,2 procent in 2007 en in Duitsland van 4,4 procent naar 2,0 procent. Verschillende landen in Midden- en Oost-Europa hebben nog grotere negatieve marge dan Frankrijk: in Slovenië en Letland gaat het om bijna -25 procent. Bulgarije en Slowakije hebben net als Frankrijk, een negatieve marge omdat grote centrales langere tijd onderhoud nodig hadden en centrales buiten bedrijf zijn gesteld. Capgemini constateert dat sinds het dieptepunt in 2005 nutsbedrijven weer zijn begonnen te investeren, maar ze hebben daarbij keuzes in de energiemix gemaakt die geen bijdrage leveren aan de verlaging van de CO2-uitstoot, want het grootste deel (58 procent) van de geplande opwekkingscapaciteit is gebaseerd op fossiele brandstoffen. Ook is er geïnvesteerd in ‘duurzaam’ maar groene stroom heeft op zich geen positief effect op de betrouwbaarheid. Olde Rikkert: ‘Er zijn afgelopen jaren veel investeringen gedaan in duurzame opwekkingscapaciteit met wind als favoriet. In totaal beslaan de alternatieve energiebronnen nu negen procent van de Europese opwekkingscapaciteit. Er is twintigduizend megawatt aan nieuwe windcapaciteit geïnstalleerd in 2007. Dit heeft echter maar 8,3 GW opgeleverd aan reële capaciteit. Dit illustreert dat windenergie niet planbaar is en daadoor niet gegarandeerd beschikbaar tijdens de piekvraag. Daardoor is bijdrage aan de leveringszekerheid slechts beperkt. 8. Telegraaf, 17 juli 2008. ‘Megastroomnet op zee nodig’ In de zeeën rond Europa moet een netwerk van stroomkabels komen voor windmolenparken op zee en stroomimport uit zonnepanelen in Noord Afrika zegt PvdA-europarlementariër Dorette Corbey. Energiespecialiste Corbey overhandigt deze oproep woensdag met collega’s aan voorzitter Jose Manuel Barosso van de Europese Commissie. Een supernetwerk van stroomkabels in de zeeën tussen de Baltische Staten tot Noord-Afrika kost volgens Corbey zo’n 50 miljard euro. Volgens haar kan het project in 2015 klaar zijn. Corbey vindt het project geschikt voor de nieuwe Mediterrane Unie, die zondag in Parijs is gelanceerd door de Eu en Noord-Afrika. Voordeel is vooral dat de windmolens en zonnepanelen worden gekoppeld, verklaard het Europarlementslid. ‘Wind- en zonne-energie hebben als nadeel dat de energietoevoer niet constant is. Als het niet waait of bewolkt is, dan valt de productie stil’, redeneert Corbey. Maar door de windmolens en zonnepanelen in de EU en Afrika te koppelen, is er wel altijd stroom. Als het op de Oostzee hard waait en in Spanje niet, dan gaat het overschot naar Spanje. ‘Corbey meent dat groene stroom hierdoor flink kan toenemen.
9. Telegraaf, 13 januari 2009. Windmolens tegen olie en gas Met de bouw van vele duizenden windmolens in de Noordzee is Europa over veertig jaar niet meer afhankelijk van olie- en gasstaten. Nederland kan daarbij een centrale rol spelen als medeproducent van Noordzeewind, die op den duur net zoveel energie kan opleveren als door olie en gas nu. Voorwaarde is wel dat de zeven landen die grenzen aan de Noordzee gezamenlijk plannen maken en de windmolens bouwen. Wereldberoemd Dit staat in het masterplan Zeekracht van het Office for Metropolitan Architecture (OMA) het wereldberoemde architectenbureau van Rem Koolhaas. Het plan werd opgesteld in opdracht van de stichting Natuur en Milieu en gisteren in Den Haag gepresenteerd. De opstellers menen dat de Noordzeelanden als het ware een superring van windmolenparken moeten bouwen. Met zo’n structuur van leidingen kan de elektriciteit het beste naar het vaste land vervoerd worden. Het verhandelen van de energie wordt dan ook makkelijker en verschillen in windkracht en dus in elektriciteitsaanbod kunnen er ook mee worden opgevangen, want het waait altijd wel ergens. Door de windparken op een slimme manier te groeperen, kunnen nieuwe, grote natuurgebieden ontstaan, zoals kunstmatige riffen. Watertoerisme kan worden gestimuleerd door olieplatforms om te vormen tot hotels. Het kabinet wil in 2020 de elektriciteitsbehoefte voor 20 procent duurzaam opwekken. Windmolens op zee moeten dan 6000 megawatt elektriciteit opleveren. Dat komt neer op 1500 windturbines van elk 4 megawatt. Dat wordt waarschijnlijk lang niet gehaald, want er is deze kabinetsperiode slechts subsidie voor 450 megawatt en het kabinet weet nog steeds niet waar de windparken moeten komen. Dit betekent dat van de zeventig aanvragen om met de bouw te beginnen, er enkele gehonoreerd kunnen worden. Medeopsteller Aer Zaaijer zegt: ‘Windenergie speelt nog een marginale rol. Wil je komen tot een innovatieve exportindustrie, moeten overheid, burgers en bedrijfsleven de geldbuidel opentrekken. Op termijn verdienen de investeringen zich terug in duurzame energie. 10. Technisch Weekblad, 16 augustus 2008. Blue H Technologies plaatst windturbine op offshore platform Energie/Offshore Blue H Technologies uit Oosterhout ontwikkelt drijvende windturbines voor plekken op zee waar het te diep is om vaste windmolens te plaatsen Het eerste proto type ligt klaar om de Middellandse Zee te worden opgesleept. = De prijs voor een kilowatt elektriciteit uit een drijvende windturbine kan lager worden dan die van een vaste turbine in ondiep water. Er hoeft namelijk nauwelijks op zee gewerkt te worden. Het platform kan in de haven worden gebouwd en hoeft alleen nog maar naar de juiste plek te worden gesleept. De hoge kosten van het opbouwen van een windturbine op zee worden zo vermeden. De installatiekosten van onshore windturbines bedragen ongeveer 1 1/2 miljoen euro per megawatt; offshore is dat maar liefst 3,5 miljoen euro/megawatt. Prijs voor een drijvende windturbine is significant lager. = Voordat een 2,4 megawatt turbine naar zee gaat moet wel een belangrijke vraag worden beantwoord: wie gaat de kabel op de zeebodem naar het vaste land leggen?
11. Noordzee, uit Wikipedia, de vrije encyclopedie De Noordzee wordt aan drie zijden door land begrensd en opent zich trechtervormig naar de Noordoostelijke Atlantische Oceaan. De Zuidelijke Noordzee is, samen met het aangrenzende Kanaal, de drukst bevaren scheepvaartregio ter wereld. Milieuproblemen zijn ontstaan door de zeevaart en doordat de vervuilde rivieren van Europa uitmonden net onder de Oostzee. De belangrijkste rivieren die de Noordzee van water voorzien vanuit het vasteland zijn de Elbe, de Wezer, de Eems, de Rijn, de Maas en de Schelde. Vanuit Groot-Brittannië stromen de Theems en de Humber in de Noordzee uit. In de laatste anderhalve eeuw is de zeespiegelstijging ongeveer 20 tot 25 centimeter, wat er op duidt dat er niet alleen bodemdaling maar ook hernieuwde zeespiegelstijging is, t.g.v. opwarmende wereldklimaat. Het zoutgehalte van het zeewater is afhankelijk van de plaats en het jaargetijde en ligt tussen 15-25 promille in de buurt van de riviermondingen, tot 32-35 promille in de Noordelijke Noordzee (Blue Energy!). Het zoutwater stroomt de Noordzee binnen vanuit de Atlantische Oceaan, door Het Kanaal en langs de Schotse kusten. De direct in de Noordzee uitmondende rivieren leveren jaarlijks ongeveer 296 tot 354 km³ zoet water. Langs de Deense en Noorse kust stroomt het water via de Noorse stroom terug de Atlantische Oceaan in. Het brakwater van de Oostzee en het uit de fjorden voortkomende zoete water, zorgen hier voor een relatief laag zoutgehalte (minder dan 34,8 promille). De mondingen van de grote rivieren gaan slechts langzaam in het Noordzeewater op. Water uit de Rijn en Elbe laat zich bijvoorbeeld nog tot aan de Noordwest kust van Denemarken duidelijk van zeewater onderscheiden. De getijden komen voort uit de getijdegolf in de Noordelijke Atlantische oceaan; de Noordzee zelf is te klein en te vlak om een noemenswaardige invloed te hebben. Eb en vloed wisselen zich af in een ritme van 12,5 uur. De getijgolf loopt, op grond van het Corioliseffect, om Schotland heen tegen de klok in langs de Engelse kust. Ongeveer 12 uur later is de Duitse bocht bereikt. In de Noordzee ligt het grootste en soortenrijkste waddengebied ter wereld. Ook de bereiken van de grote riviermondingen, de estuaria, die zich onderscheiden door een doormenging van instromend zoetwater en het zoute water, vormen een eigen biotoop. De kusten van Nederland, België, Duitsland en Denemarken zijn zeer vatbaar voor stormvloeden. Deze kusten zijn relatief vlak en een geringe stijging in het waterpeil zal voldoende zijn om grote stukken land onder water te zetten. Daarnaast zijn westelijke stormen over de Noordzee vaak erg heftig, waarbij de zuidoostelijke kusten het meest gevaar lopen. Tot in de beginjaren van de Nieuwe Tijd lagen de slachtoffers aantallen tussen de tien- tot soms wel honderdduizend slachtoffers per vloed. De bekendste overstroming is de watersnood van 1953, waarbij door een combinatie van noordwester storm en springvloed grote stukken land in Zeeland, West-Vlaanderen en Zuid-Holland onder water kwamen te staan. Waar vroeger de kusten gekenmerkt werden door een moerasachtig leven met stroompjes, beken en rivieren die het land opdeelden in allerlei kleine eilandjes, begonnen e enkele Nederlandse notabelen eind 17 eeuw met het ontwerpen van onze hedendaagse dijken en het inpolderen van stukken land. Na de grote watersnoodramp van 1953 werden deze dijken nogmaals verhoogd. Eén van de meest omvangrijke projecten was de bouw van de Zuiderzeewerken, bedacht door Ingenieur Lely. De Noordzee is van groot belang voor de scheepvaart. Enkele van de drukst bevaren scheepvaartroutes lopen door de Noordzee. Ook liggen er veel havens van internationale allure rond de Noordzee, waarvan een deel tot de grootste havens ter wereld behoort. 12. www.verswater.nl/Nieuws, januari 2008. Zout en zoet water leveren stroom op Langs de Afsluitdijk komt een grote energiecentrale voor ‘blauwe’ elektriciteit. Dat meldde NRC Handelsblad op 15 januari 2008 in een reportage. In een grote centrale zou zoet en zout water langs een speciaal membraan moeten worden geleid, waardoor elektrische stroom ontstaat. De membranen zijn van polyethyleenfolie, beter bekend als boterhamzakjesplastic. Deze methode is goedkoper dan het gebruik van windenergie. Drie provincies Als alle plannen doorgaan, staat er over een jaar of tien een krachtcentrale die 200 megawatt aan ‘blauwe’ stroom uit het water haalt. Dat is genoeg om alle huishoudens uit de drie noordelijke
provincies van energie te voorzien. Eind vorig jaar tekenden Rijkswaterstaat, energiebedrijf Eneco, onderzoekinstituut Wetsus en het bedrijf REDstack (membranen) een verklaring waarin ze afspraken zo’n centrale te gaan bouwen. Omgekeerde elektrodialyse De centrale werkt op het elektrische verschil tussen zoet en zout water. Zout water bevat meer geladen deeltjes dan zoet water. Als je zoet en zout water vlak langs elkaar heen laat lopen, met een speciaal membraan ertussen, komt er een elektrische stroom op gang. Bij de Afsluitdijk zijn beide soorten water in ruime mate voorhanden. In de beoogde centrale zal een procedé worden toegepast dat bekend staat als ‘omgekeerde elektrodialyse’. Door minuscule gaatjes in twee typen membranen migreren de geladen deeltjes naar het erlangs stromende zoete water. Het ene type membraan laat de positief geladen deeltjes van het zoute water (de natriumionen) naar het zoete water verhuizen, in een ander type membraan gebeurt dat met de negatief geladen deeltjes (de chloride ionen). Daardoor komt een elektrische stroom op gang. Kostbaar Dat met het zoet en zout water elektriciteit valt te produceren is al langer bekend, maar de benodigde membranen waren lange tijd te kostbaar. Daarin lijkt nu verandering te komen. Onderzoekers van een consortium onder leiding van het bedrijf REDstack zijn er in geslaagd membranen te ontwikkelen van betrekkelijk goedkoop materiaal; polyethyleen. De kostprijs is nu onder de 5 euro per vierkante meter. Er bestaat uitzicht op een elektriciteitsproductie van 12,5 watt per vierkante meter. Daarmee komt volgens de initiatiefnemers een elektriciteitsprijs van 8 eurocent per kilowattuur binnen bereik, en dat is goedkoper dan de huidige windstroom. 13. Planet Internet, 7 februari 2007. Noordzeewater omgetoverd tot drinkwater Op de Maasvlakte staat een proefinstallatie die van september tot december 2006, dagelijks ruim tien kubieke meter zuiver water uit vuil Noordzeewater heeft geproduceerd. Het gedestilleerde water is zo schoon, dat het voor de levensmiddelenindustrie gebruikt kan worden, Energiezuinig De proefinstallatie op de Maasvlakte is een gezamenlijk project van TNO, Keppel Seghers, E-on, Evides industriewater, Watertechnology Holland, Heineken, Waternet en EMF, die allen hoge verwachtingen hebben van de gebruikte technologie. Het omzetten van zeewater naar zuiver drinkwater is normaal gesproken een omslachtig en kostbaar proces, maar de op de Maasvlakte gehanteerde ‘Memstill-technologie’ is relatief goedkoop en energiezuinig, zo benadrukt onderzoeksinstituut TNO. Memstill is een destillatietechniek die gebruik maakt van membranen, een soort ultrafijne filters waardoor het schone water naar buiten dampt en van het vuile zoute restvocht wordt gescheiden. Memstill gebruikt restwarmte voor het proces, een goedkope energiebron die in industriële landen volop aanwezig is. ‘Daardoor wordt bij dit proces twee tot drie keer minder energie verbruikt dan bij andere destillatietechnieken’, verteld persvoorlichter Maarten Lörtzer van TNO. ‘Daarnaast is de techniek zeer efficiënt. Het gedestilleerde water is zeer zuiver en schoner dan drinkwater. Dat maakt het geschikt voor industriële toepassingen voor bijvoorbeeld de voedingsindustrie. Zoet watervoorziening De Memstill-technologie bestaat al sinds eind jaren negentig maar is steeds verfijnd om het eindresultaat goedkoop te houden. TNO denkt dat bij grootschalige toepassing de prijs uitkomt op circa 40 cent per kubieke meter schoon water. Bij andere technieken ligt de prijs tussen 50 cent en 1,80 euro. TNO verwacht over twee tot drie jaar op grote schaal water te kunnen zuiveren. ‘We zijn al in overleg over een grote productiefaciliteit’, zei membraantechnoloog Bert Jansen. ‘We willen het systeem opschalen tot het niveau van een zeecontainer. Die zijn stapelbaar en gemakkelijk te vervoeren’.
Memstill kan een belangrijke rol spelen in de mondiale zoetwatervoorziening, verwacht TNO. Men voorspelt dat de zeewaterontzouting tussen 2005 en 2015 elk jaar met 15 procent groeit. Zeewater, meer dan 97 procent van de totale wereldwaterhoeveelheid, wordt voor veel gebeden een steeds belangrijker bron voor het verkrijgen van zoet water. 14. Technisch Weekblad, 17 mei 2008. Ontziltingsschip als mobiele drinkwatervoorziening Het Texaanse bedrijf Water Standard Co heeft een eerste investering opgehaald van tweehonderdvijftig miljoen dollar voor het bouwen van een aantal seawater desalination vessels, schepen met ontziltingsinstallaties aan boord. In eerste instantie zal een olietanker worden omgebouwd tot een schip dat met behulp van omgekeerde osmose maximaal 300.000 m³ zeewater per dag kan omzetten in drinkwater. Dit schip moet in 2009 gereed zijn om uit te varen. Water Standard Co heeft technologieën gepatenteerd voor het milieuvriendelijk ophalen van zeewater en het lozen van het pekelwater. Het pekelwater wordt weer vermengd met zeewater voor het wordt geloosd. De schepen zullen het gezuiverde water door pijpen naar de kust pompen. 15. Waterland Het Water informatie Netwerk, 21 december 2007. Evides Waterbedrijf start pilot ontzilting Evides waterbedrijf start een pilot om drinkwater te maken uit zeewater. De reden hiervoor is verdere verzilting van het Deltagebied door de klimaatverandering en stijgende zeespiegel. De proefinstallatie wordt vanaf februari 2008 gebouwd aan de Jacobahaven in Kamperland (Noord Beveland) en is in de zomer van 2008 operationeel. Evides is het eerste waterbedrijf in Nederland dat met een nieuwe techniek van zout water rechtstreeks drinkwater gaat maken en het ook daadwerkelijk gaat gebruiken. Zoet water wordt steeds schaarser, 97% van de watervoorraad op aarde is zout water. Door het uitvoeren van de pilot benut Evides de mogelijkheid om op de lange termijn zeewater te kunnen gebruiken als bron voor de bereiding van drinkwater. Kennis hebben van zowel het ontziltingsproces als het bouwen van een ontziltingsinstallatie zijn hiervoor belangrijke voorwaarden. De proefinstallatie kan 15 kuub drinkwater per uur leveren, wat neer komt op 75.000 kuub per jaar. Naar verwachting zal de kwaliteit van het drinkwater vrijwel direct goed zijn. Het drinkwater dat via het ontziltingsproces tot stand komt, wordt gemengd met het reguliere drinkwater in Noord-Beveland. Dit gebeurt zodra de kwaliteit van het drinkwater is getest en 100% betrouwbaar is. Evides is dit project gestart in samenwerking met de partners Norit Membrane Technology, Witteveen+Bos en Royal Haskoning via het samenwerkingsverband Nethwater. De pilot duurt ongeveer vijf jaar. Deze periode is nodig om de processen en de algehele bedrijfsvoering te optimaliseren. Als het in de toekomst nodig is, kan Evides de ontwikkelingstechniek direct inzetten omdat de kennis door dit project al beschikbaar is. Evides kan zo de leveringszekerheid van betrouwbar drinkwater ook in de verre toekomst blijven garanderen. Afhankelijk van de kansen die zich voordoen, zal Evides de ontziltingskennis ook mogelijk exporteren. Over Evides Evides is een veelzijdig en vooruitstrevend waterbedrijf, dat verschillende watersoorten levert uit een verscheidenheid aan bronnen. Dagelijks levert Evides drinkwater aan circa 2,5 miljoen consumenten en bedrijven in het zuidwesten van Zuid-Holland, Zeeland en de Brabantse Wal. Evides verzorgt de industriewatervoorziening voor grote industriële klanten in Nederland en Duitsland en bezit en beheerd verschillende afvalwaterzuiveringsinstallaties. Evides is door combinatie van de solide, robuuste drinkwaterpoot en de ondernemende, commerciële industriewaterpoot een sterk en aantrekkelijk bedrijf.
16. De Telegraaf, 21 januari 2009 e
Enkele onderdelen van Inaugurele speech van Barack Obama als 44 president van de USA (…) Dat we midden in een crisis zitten is nu goed duidelijk. Onze natie is in oorlog, tegen een verstrekkend netwerk van geweld en haat. Onze economie is sterk verzwakt: dit is een gevolg van hebzucht en gebrek aan verantwoordelijkheid van de kant van sommigen, maar is ook te wijten aan het feit dat wij met z’n allen niet in staat zijn geweest moeilijke keuzes te maken en het land voor te bereiden op een nieuw tijdperk. Mensen zijn hun huis kwijtgeraakt, hun baan verloren, hebben hun bedrijven moeten sluiten. Onze gezondheidszorg is te duur, en te veel mensen redden het niet in ons schoolsysteem. En elke dag brengt ons meer bewijzen dat de manier waarop wij energie verbruiken onze tegenstanders sterker maakt en een bedreiging vormt voor onze planeet. Dit zijn de indicatoren van de crisis, die onderhevig zijn aan gegevens en statistieken. Minder goed meetbaar maar minstens even diepgaand is een groeiend gebrek aan vertrouwen in ons hele land – de knagende angst dat de neergang van Amerika onontkoombaar is, en dat de volgende generatie haar verwachtingen zal moeten bijstellen. Vandaag zeg ik U dat de uitdagingen waarmee wij geconfronteerd worden reëel zijn. Ze zijn ernstig en talrijk. Ze zullen niet gemakkelijk of snel kunnen worden opgelost. Maar dit wil ik U zeggen, Amerika: ze zullen worden opgelost. (…) De toestand van de economie vraagt om actie, om snel en doeltreffend handelen, en we zullen ook handelen – niet alleen om nieuwe banen te scheppen maar ook om een nieuwe basis voor groei te leggen. We zullen de wegen en bruggen gaan bouwen, de elektrische netwerken en digitale verbindingen die onze handel bevoorraden en ons allen verbinden. We zullen de wetenschap weer haar rechtmatige plaats geven, en gebruik maken van de wonderen van de techniek om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verbeteren en de kosten daarvan te verlagen. We zullen de zon en de wind en de bodem temmen om brandstof te verschaffen voor onze auto’s en onze fabrieken te laten draaien. En we zullen onze scholen en universiteiten hervormen zodat ze beter voldoen aan de eisen van de nieuwe tijd. Dit alles kunnen wij doen – en dit alles zullen wij doen. Nu zijn er sommigen die onze ambities in twijfel trekken – die aangeven dat ons systeem niet al te veel grote plannen kan verdragen. Deze mensen zijn kort van memorie; want ze zijn vergeten wat dit land al heeft gepresteerd, en waartoe vrije mannen en vrouwen in staat zijn als hun verbeeldingsvermogen hand in hand gaat met een gemeenschappelijk doel, als nood hand in hand vraagt dan gaat het met moed. Wat de cynici niet begrijpen is dat er een aardverschuiving heeft plaatsgehad, en dat de afgezaagde politieke argumenten die zo lang gemeengoed zijn geweest nu niet meer van toepassing zijn. Vandaag de dag vragen wij ons niet meer af of onze regering te groot of te klein is, maar of hij functioneert; of de regering gezinnen helpt om banen te vinden tegen redelijke betaling, gezondheidszorg die ze zich kunnen veroorloven, een waardig pensioen. Waar het antwoord op deze vragen Ja luidt, zijn wij van plan door te gaan; waar het antwoord nee luidt worden de regelingen beëindigd. En de mensen die de publieke fondsen beheren zullen ter verantwoording worden geroepen: om verstandig geld uit te geven, slechte gewoontes te corrigeren, en zaken te doen in het volle daglicht – want dan pas kunnen wij het cruciale vertrouwen tussen het volk en zijn regering herstellen. Ook is de belangrijkste vraag niet of de markt een kracht ten goede of ten kwade is. Het vermogen van de markt om rijkdom te genereren en vrijheid te verhogen is ongeëvenaard, maar deze crisis heeft ons een signaal gegeven dat zonder waakzaamheid de markt onbeheersbaar kan worden – en dat een land geen welzijn kan kennen als het alleen de welvarenden begunstigd. Het succes van onze economie is altijd afhankelijk geweest niet alleen van de omvang van ons Bruto Binnenlands Product, maar ook van de reikwijdte van onze welvaart; van ons vermogen om kansen te verschaffen aan een ieder die daarvoor open staat – niet uit liefdadigheid, maar omdat dat de zekerste weg is naar ons gemeenschappelijk goed. Aan de volkeren van arme naties, zeg ik dat we met U zullen samenwerken om uw boerderijen te laten opbloeien en schoon water over uw land te laten stromen; om uitgehongerde lichamen en hongerige geesten te voeden. Aan naties zoals de onze die kunnen genieten van een relatieve
welvaart zeggen we dat we het ons niet meer kunnen veroorloven om onverschillig te zijn ten opzichte van leed buiten onze grenzen; noch kunnen we de bronnen in de wereld opmaken zonder aandacht voor de gevolgen. Want de wereld is veranderd en wij zullen moeten mee veranderen. Terwijl we nadenken over de weg die voor ons ligt, denken we met nederige dankbaarheid terug aan die dappere Amerikanen die, terwijl ik spreek, in verre woestijnen en berggebieden patrouilleren. (..) Onze uitdagingen kunnen dan nieuw zijn. De middelen waarmee we er tegen vechten kunnen nieuw zijn. Maar die waarden waarop ons welslagen berust – hard werken en eerlijkheid, moed en eerlijk spel, tolerantie en nieuwsgierigheid, loyaliteit en patriottisme – dat zijn oude waarden. Ze zijn de waarheid. Ze liggen aan de basis van de stille kracht van de vooruitgang door onze hele geschiedenis. (..) 17. De Standaard, 4 februari 2009 Peeters trekt aan alarmbel Brussel – Europese lidstaten vechten een moordende concurrentiestrijd uit om eigen bedrijven en jobs te redden, stelt de Vlaamse minister-president. Vlaanderen kan niet anders dan ook in te grijpen. (..) De CD&Vér vraagt zich af waar de Europese Unie blijft en haalt scherp uit naar het economische beleid van de nieuwe Amerikaanse president Barack Obama. ‘De overheidsinterventie en het protectionisme van de VS zijn ongezien. (..) Europa slaagt er echter niet in een tegenwicht te vormen. ‘Als de VS zo doorgaan, heeft de Europese Unie een groot probleem. Er heerst een nooit gezien concurrentie tussen de lidstaten. Duitsland maakt zich in eerste instantie zorgen over de Duitse merken, Frankrijk over de Franse (..) Meer nog er heerst een moordende concurrentie tussen de lidstaten om de werkgelegenheid in eigen land veilig te stellen. Europa mag deze zaak niet overlaten aan de lidstaten. Als de VS zo zwaar tussenbeide komen in de economie, moet ook Europa initiatieven nemen. Maar wat de EU tot nog toe gedaan heeft, is volgens Peeters heel magertjes. ‘Als het ieder voor zich is, ziet het er slecht uit voor ons. Het is een dodelijke strategie, waarbij we het slachtoffer dreigen te worden van een verdeel-en-heersstrategie die op enkele internationale hoofdkwartieren wordt uitgetekend. We zitten als ratten in de kooi. De Vlaamse overheid heeft zich de voorbije maanden op nieuw terrein gewaagd, zegt Peeters. Ze is bankier geworden, geeft waarborgen voor de automobielsector, … ‘De vraag is waar de limieten zijn en hoe we daarmee omgaan’. (..).