Geschiedenis van de CFO en CNV Publieke Zaak 1975-2015 Jan Spijk
Opgedragen aan mijn vader die mij stimuleerde te kiezen voor de journalistiek en mij opvoedde met de christelijk-sociale idealen van het CNV
C O L O F O N
Met Hart & Ziel Geschiedenis van de CFO en CNV Publieke Zaak 1975-2015 Den Haag 2015 Auteur: Jan Spijk Fotografie: Pim Geerts (tenzij anders vermeld) Ontwerp en vormgeving: FIZZ marketing en communicatie, Meppel Druk: Ten Brink, Meppel ISBN: 9789077866320 © 2015 CNV Connectief Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, gekopieerd, gedigitaliseerd, elektronisch worden doorgegeven of op welke wijze dan ook vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van CNV Connectief. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan.
FOTO VOORPAGINA CNV-lid Michiel Koster kun je gerust een bezielde werknemer in de sociale werkvoorziening noemen. Hij werkt al meer dan dertig jaar in de groenvoorziening van de Mare Groep in Voorhout en weet heel veel van bomen, heesters en planten. Hij laat het CNV-gezelschap tijdens het werkbezoek op 21 juli 2014 de prachtige kleurige rotonde in Wassenaar zien die hij onderhoudt. Echt een werknemer met hart & ziel! 2
MET HART & ZIEL
Strategische partners van het
De volgende organisaties hebben de totstandkoming van dit boek mede mogelijk gemaakt: Achmea. De grootste verzekeraar van ons land maakt zich sterk voor een solidaire samenleving. Ruim tweehonderd jaar verzekeren leert namelijk dat je samen verder komt dan alleen. Achmea is al vele jaren strategisch partner van het CNV, onder andere vanwege het coöperatieve karakter van het bedrijf.
APG. Pensioenuitvoerder APG staat voor een sterk pensioenstelsel gebaseerd op collectiviteit en solidariteit. APG zet zich in voor een goed en betaalbaar pensioen voor huidige en komende generaties. De bedrijfsvoering is er mede op gericht een leefbare wereld voor huidige en toekomstige generaties te creëren. CNV draagt bestuursverantwoordelijkheid in pensioenfonds ABP en is daardoor al vele decennia strategisch partner van APG.
PGGM. De coöperatieve pensioenuitvoeringsorganisatie PGGM werkt voor verschillende pensioenfondsen, waaronder het Pensioenfonds Zorg en Welzijn (PFZW). PGGM heeft als missie om mensen te helpen bij het realiseren van een waardevolle toekomst en wil duurzame waarde toevoegen aan de domeinen pensioen, zorg, wonen en werk. CNV draagt bestuursverantwoordelijkheid in het coöperatiebestuur van PGGM en in het pensioenfondsbestuur van PFZW. Daardoor is het CNV al vele decennia strategisch partner van PGGM. 3
I N H O U D
........................................................................................................... 6
JAREN 86-90 INLEIDING ................................................................................................................ 44
PROLOOG ..................................................................................................................... 7
TOEN IN HET NIEUWS ................................................................................... 46
COLOFON
.................................................................................................................. 2
VOORWOORD
TIJDLIJN ................................................................................................................... 49
JAREN 75-80
DE WITTE WOEDE
INLEIDING ................................................................................................................... 8
“Wij zijn opgevoed tot zelfstandige mensen” ....................... 54
TOEN IN HET NIEUWS ................................................................................... 10
Mieke de Jong
TIJDLIJN ................................................................................................................... 13
BLIJVER
“Je moet je eigen leven leiden” ........................................................... 16
Hillebrandt Aardema
Dick Wieringa en Jannie Anneveld
VERTREKKER ....................................................................................................... 60
BLIJVER ..................................................................................................................... 22
Heleen van Soest
........................................................................................... 51
................................................................................................................... 58
Christiaan Scheen VERTREKKER ....................................................................................................... 24 Peter Cammaert
JAREN 91-95 INLEIDING ................................................................................................................ 62 TOEN IN HET NIEUWS ................................................................................... 64
JAREN 81-85 INLEIDING ................................................................................................................ 26
TIJDLIJN ................................................................................................................... 71
TOEN IN HET NIEUWS ................................................................................... 28
Michael van der Heijden en Heleen de Goed
TIJDLIJN ................................................................................................................... 33
Vechten voor het belang van beroepsinhoud ....................... 78
De emancipatie van de ambtenaar ................................................... 34
Dinie Eerland-van Vliet en Klara van de Luitgaren
Dammis de Geus
“Veel internationale invloed dankzij ciciams” ................. 84
VERTREKKER
Henk Bos
...................................................................................................... 40
“Ieder lid heeft recht op bijstand” ................................................... 73
Bep van den Broek
BLIJVER ...................................................................................................................... 86
BLIJVER .................................................................................................................... 42
Patrick Fey
André Bal
VERTREKKER ....................................................................................................... 88 Aart van den Brink Cfo-jongerengroep “kraamkamer van de bond” ............ 90
4
MET HART & ZIEL
JAREN 96-00 INLEIDING ............................................................................................................... 92
JAREN 06-10 INLEIDING ............................................................................................................ 152
TOEN IN HET NIEUWS .................................................................................. 94
TOEN IN HET NIEUWS ............................................................................... 154
‘Girl power’: cfo-vrouwengroep (1987-1998) ................ 100
TIJDLIJN
TIJDLIJN .................................................................................................................. 101
“Beroepsinhoud is vooral naar buiten treden” ................ 160
“Nooit verwacht dat cfo uit cnv zou stappen” .............. 102
Daniëlle van der Eerden en Mariska de Vos
Hans Brüning
Postbodes in de gordijnen ................................................................... 164
“Zo willen we niet verder in het cnv” ....................................... 106
Inge Bakker en Dinie Vredenburg
Loek Poell
VERTREKKER .................................................................................................... 168
“Laat leden zien wat je doet” ............................................................. 112
Alye Bagci
Paul Koeslag
Anders actieven “geen kneusjes” ................................................ 170
VERTREKKER ................................................................................................... 118
BLIJVER .................................................................................................................. 172
Susan van der Beek
Ron Reijsbergen
BLIJVER ................................................................................................................... 120
Slimmer werken dankzij de werkvloer ................................. 174
Lizelotte Smits
Leon Vincken
JAREN 01-05 INLEIDING ............................................................................................................ 122
JAREN 11-15 INLEIDING ............................................................................................................ 176
TOEN IN HET NIEUWS ................................................................................ 124
TOEN IN HET NIEUWS ............................................................................... 178
Van zuster Ria Dekkers tot Oikocredit ..................................... 128
TIJDLIJN ................................................................................................................ 185
Goede doelen
“Mensen helpen is zo verschrikkelijk leuk” ...................... 186
TIJDLIJN ................................................................................................................. 133
Ria Kneepkens en Pieter Bots
Nieuwe sector door privatiseringen
“Pas op dat vrijwilligers niet afhaken” ................................... 189
overheidsbedrijven
Nico Poort en Alie Jonker
................................................................................... 134
............................................................................................................... 159
Eldert Grootendorst en Paul Slagmolen
BLIJVER ................................................................................................................. 194
BLIJVER ................................................................................................................... 140
Anita Brugman
Piet Kamps
VERTREKKER
VERTREKKER ................................................................................................... 142
Karin Luursema
Frija Bleijerveld-ten Velde
De laatste werknemers van cnv publieke zaak ............ 198
Lobbyen in Brussel in belang van leden
............................... 144
.................................................................................................. 196
Senioren: inkomen, zorg, welzijn en wonen ...................... 200
Alfred Lohman
Van vakbond naar maatschappelijke beweging .............. 203
Wie doet het licht uit? ............................................................................... 147
Eric de Macker
Herman van der Wind en John Bergman EPILOOG ................................................................................................................. 208 BRONNEN ............................................................................................................... 209 5
V O O R W O O R D
W
ie als vakbondsbestuurder met de “voeten in de klei” staat, is voortdurend bezig een bijdrage te leveren aan verandering. Als CNV-bestuurder ben je bezig met het beantwoorden van de vraag wat er in het belang van ons allemaal moet veranderen. Niet met beantwoording van de vraag wat er zeker niet mag veranderen. Druk met het dagelijkse vakbondswerk kijk je niet om, naar hoe het was. Dit prachtige boek zet daartoe aan. De grote doelen van de vakbeweging uit het verleden lijken behaald, maar niets is minder waar. Ook vandaag is het werken aan de “emancipatie van de werknemer” onze kernopdracht. Het lezen van dit prachtige boek doet mij weer beseffen waar ik bijna dertig jaar met hart en ziel bij betrokken ben geweest. Het boek laat zien hoe de wereld waarin wij ons manifesteren zich ontwikkelt en hoe wij met onze vakbondsstructuren, waarin wij oneindige zekerheid zoeken, onze wereld tevergeefs trachten te beheersen. Alle beheersingsmodellen ten spijt is de kern van ons werk toch vooral reactief. We hebben ambitieuze voornemens in de structuur, fusies en samenwerking, maar vóór alles gaat de belangenbehartiging op de werkvloer, voor de groep en voor het individu. Daar zit onze passie en dat zal nooit anders worden. De geschiedenis van onze vakbond wordt gedreven door continuïteit en verandering. In dit boek wordt onze geschiedenis tot aan de fusie met CNV Onderwijs verteld door een aantal puzzelstukken bij elkaar te leggen. Het zijn lang niet alle puzzelstukken. Onze puzzel zal nooit compleet zijn omdat de wereld waarin wij werken in steeds hoger tempo nieuwe eisen stelt aan de invulling van onze structuur en onze passie. Onze geschiedenis voorspelt onze relevantie in de toekomst. Some things never change. Eric de Macker Voorzitter CNV Publieke Zaak 2009-2015
6
MET HART & ZIEL
P R O L O O G
I
n het najaar van 2014 werd duidelijk dat de fusie tussen CNV Publieke Zaak en CNV Onderwijs door zou gaan. Uiteindelijk was de fusiedatum van de nieuwe bond CNV Connectief 1 januari 2015. Een bond voor het gehele publieke domein met drie sectoren: Onderwijs, Overheid & Publieke Diensten en Zorg & Welzijn. De naam CNV Publieke Zaak verdween hiermee en dit historisch feit was voor het dagelijks bestuur van deze bond aanleiding opdracht te geven voor het schrijven van dit boek. Voor mij als auteur was dit een eervolle opdracht, maar ook onbekend terrein. Het maken van een ledenblad (vier keer per jaar) is wel wat anders dan het schrijven en produceren van een historisch boek over veertig jaar bewogen vakbondsgeschiedenis (1975-2015). Het archief van de bond is bijna oneindig en waar te beginnen en waar te eindigen? Wat bij de productie van het boek heel belangrijk is het geweest dat vormgever Jeroen Hobert van Ten Brink/FIZZ het boek voorzag van een rode draad en structuur. Op die manier ontstonden er acht hoofdstukken van steeds vijf jaar met dezelfde elementen: het nieuws van toen, knipsels uit de ledenbladen, interviews met mensen die de historie van de CFO en CNV Publieke Zaak meegemaakt hebben, de vaste rubriek Blijvers & Vertrekkers en een time-line van elke vijf jaar. Deze vaste structuur gaf mij als auteur houvast om dit boek tot stand te brengen. Voor mij stond meteen al vast dat ik dit boek wilde schrijven aan de hand van wat Britten ‘oral history’ noemen. Ik heb de geschiedenis van de CFO en CNV Publieke Zaak beschreven door gesprekken en interviews te houden met mensen uit de veertigjarige geschiedenis van de bond. Vakbondsbestuurders, medewerkers en kaderleden van CFO en CNV Publieke Zaak vertellen het verhaal. Het interview met de weduwen van Wabe Wieringa en Jan Anneveld – twee oud-voorzitters van de CFO - heb ik als het meest bijzonder ervaren. Over de titel van dit boek hoefde ik niet lang na te denken, omdat de geïnterviewden nog altijd met hart & ziel spreken over het vakbondswerk, ook al zijn ze soms al met pensioen. Met al deze hartverwarmende gesprekken kostte het mij als auteur geen enkele moeite mijn eigen ziel & zaligheid in dit boek te leggen. Ik wens u veel leesplezier! Jan Spijk auteur ‘Met Hart & Ziel’
7
8
MET HART & ZIEL
“Te lang zijn wij als christelijke organisaties gescheiden opgetrokken.” Aldus Wabe Wieringa, de eerste voorzitter van de nieuwe vakbond CFO in de CFO-Krant van 2 januari 1980. Al in november 1975 stemden de bondsraden van beide bonden in met de federatie. Dat het zo lang duurde, had niet alleen te maken met de toen bestaande gevoeligheden tussen rooms-katholieken en protestanten. De structuur van beide bonden was ook totaal verschillend. De ARKA had geen betaalde bestuurders en was niet aangesloten bij de vakcentrale CNV. Voor de NCBO gold precies het omgekeerde. De nieuwe vakbond CFO kreeg verder in de Nederlands Christelijke Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden (NCVVV) een nieuwe dimensie, de beroepsinhoud. De NCVV sloot zich per 1 januari 1980 eveneens aan bij de CFO. Eigenlijk moest de gehele christelijke vakbeweging zich vanaf 1975 opnieuw uitvinden. Veel energie was er in de voorgaande jaren gestoken in de totstandkoming van een federatie FNV (waarin de socialistische NVV, de rooms-katholieke NKV en het overwegend protestants-christelijke CNV zouden opgaan). Dit overleg mislukte onder andere omdat het CNV de christelijke identiteit niet wilde opgeven. De NVV wilde verder afbouw van de vakcentrales en een sterke positie van het nieuwe federatiebestuur waar de belangrijkste besluiten zouden vallen. Onaanvaardbaar voor het CNV. In januari 1974 werd de stekker uit de besprekingen getrokken. Niet alle katholieke bonden volgden de weg van het NKV naar FNV, maar sloten zich aan bij het CNV (waaronder de ARKA). En zo kreeg het CNV een veel meer oecumenisch karakter en een sterke groei (van 238.542 in 1970 tot 303.975 in 1980). De eerste scheurtjes en barstjes in het overleg tussen de ambtenarencentrales en opeenvolgende ministers van Binnenlandse Zaken werden steeds duidelijker. De ambtenaren misten de waardering voor hun belangrijke werk. CFO-voorzitter Lammert Post, hij volgde Wabe Wieringa per 19 september 1980 op, werd steeds bozer op het kabinet: “Ambtenaren zijn vogelvrij verklaard. Als ambtenaren extra worden gepakt, valt aan protest niet te ontkomen.” Profetische woorden.
Op vrijdag 28 september 1979 werd het hoofdkantoor van de federatie CFO aan de Zeekant 35 in Scheveningen geopend. Met het blazen op de net ontvangen scheepstoeter verrichtte CNV-voorzitter Harm van der Meulen in de Oude Kerk in Scheveningen de openingshandeling. Naast hem CFO-voorzitter Wabe Wieringa (foto Rob Hendriksen)
75 80 J ARE N
9
T O E N
I N
H E T
N I E U W S
Grote demonstratie in Utrecht op 12 mei 1979 (Dag van de Verpleging). De bonden – NCBO en NCVVV - willen geen verdere bezuinigingen op de zorg en pleiten voor extra personeel. “Gezondheidszorg kan geen nee verkopen.” V.l.n.r. K. Kruithof (bestuurder NCBO), Th Meyer (voorzitter NCVVV), W. Wieringa (voorzitter NCBO) en D. de Geus (persvoorlichter NCBO) (foto Bert Verhoeff)
Wijkverpleegsters en diëtisten verdienen te weinig
Zowel werknemers- als werkgeversorganisaties vinden dat bepaalde categorieën werknemers te weinig verdienen. Het gaat om personeel van kruisverenigingen, zoals wijkverpleegsters, diëtisten, hoofdwijkverpleegsters, leidsters van kraamcentra, districtsverpleegsters en kraamverzorgsters. Een uniek verschijnsel dat zowel vakbonden als werkgevers dit van mening zijn. Ze hebben zich in een ge zamenlijke brief tot de staatssecretaris van Volksgezondheid gericht. Hierin wijzen zij erop, dat de uitbouw van het kruiswerk nu al jaren wordt belemmerd doordat het salarisniveau voor een aantal groepen onvoldoende is. Welzijn (NCBO), 24 juni 1976
Eerste cao in de welzijnssector getekend
NCBO-bondsvoorzitter Wabe Wieringa tekende vorige donderdag – te midden van alle drukte – nog een CAO. Het was de eerste collectieve arbeidsovereenkomst in de welzijnssector (9.000 werknemers bij de openbare bibliotheken). Deze CAO – van kracht per 1 januari 1979 – is een mijlpaal in de geschiedenis van het vakbondswerk binnen het werkterrein van de openbare bibliotheken. De salarissen voor het bibliotheekpersoneel zijn gerelateerd aan die van de rijksambtenaar. Het Orgaan (NCBO), 13 december 1978
10
MET HART & ZIEL
RKCOP wijst korting trend door minister Wiegel af De Rooms-Katholieke Centrale van Overheids- en Semioverheidspersoneel (RKCOP) wijst – net als NCBO – de korting op de trend van 0,5 procent per half jaar af (automatische loonstijging, gekoppeld aan die van het bedrijfsleven). Dit heeft de RKCOP laten weten in een brief aan minister
Wiegel van Binnenlandse Zaken. In het kader van het arbeidsvoorwaardenbeleid 1979 is mede door ARKA in CNV-verband de bereidheid uitgesproken de lonen extra te matigen voor werkgelegenheid. ARKA-Weekblad, 5 maart 1979
Federatie CFO aan de slag Per 1 januari 1980 is de federatie CFO een feit. ARKA en NCBO zijn per die datum opgegaan in de nieuwe bond. Derde partij is de Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden (NCVVV). De bond krijgt hiermee een extra stevige zorgpoot (beroepsinhoud). Eerder al (in juni) verhuisde het werkapparaat naar het voormalige hotel Zeerust aan de Zeekant in Scheveningen. CFO-Krant 2 januari 1980
ARKA-NCBO door strafschoppen beslist: 5-6
In een sportieve ontmoeting van de voetbalteams van ARKA en NCBO bleken deze zo goed tegen elkaar opgewassen te zijn, dat na een 2-2 gelijkspel een serie strafschoppen moest volgen, om een beslissing te forceren. Want je kunt een wisselbeker nu eenmaal niet doorzagen! Het werd 5-6. De doelpunten werden gemaakt door: André Hagedoorn (NCBO), Paul Jacquard (ARKA), Rob van Dael (ARKA) en Evert Giphart (NCBO). NCBO-voorzitter Wabe Wieringa reikte na afloop met een vriendelijk woord de wisselbeker uit en hoopte van ganser harte, er het volgend jaar weer bij te zijn! ARKA-Weekblad 29 september 1978 11
T O E N
Opeenvolgende kabinetten besloten rijksdiensten, zoals de centrale directie van de PTT, te spreiden naar Groningen en Limburg. De bonden waren fel tegen en hielden vaak demonstraties in en rond het Binnenhof in Den Haag. NCBO, ARKA en later CFO noemden de verplichte overplaatsing van Den Haag naar de “nooddruftige provincies” asociaal.
12
MET HART & ZIEL
I N
H E T
N I E U W S
5 en 17 november 1975 Bondsraden NCBO en ARKA stemmen in met oprichting federatie CFO 14 mei 1975 Vijf centrales van overheidspersoneel, waar onder RKCOP en CCOOP verwerpen in een brief de aanpak van kabinet Den Uyl over de spreiding van de rijksdiensten 4 januari 1977 Kabinet Den Uyl dient wetssvoorstel in voor reorganisatie en vorming van 24 provincies nieuwe stijl 15 februari 1977 De algemene, protestants-christelijke en rooms-katholieke kruisverenigingen fuseren tot een landelijke Kruisvereniging Hindrik Klaas Spijk (1923-1997) – schrijver van ‘Principieel Getuigenis’- was actief kaderlid van de CFO en in het dagelijks leven postbode bij de PTT. Daarnaast was hij actief in het verenigingsleven in zijn woonplaats Roodeschool (Gr.). Veel van zijn gedichten en verhalen werden gepubliceerd in het dorpsblad Boetendiekster Bode, waarvan hij hoofdredacteur was.
Het Orgaan, 1 mei 1975
1 juli 1977 Oprichting federatie ARKA-NCBO tot CFO 1 januari 1978 Eerste CAO elektriciteitsbedrijven in NV-vorm. NCBO en ARKA tekenen de CAO, ABVA en KABO (FNV) niet 7 februari 1978 Christelijke ambtenarenvakbeweging bestaat 75 jaar 14 februari 1978 Minister Albeda (SZW) keurt verordeningen goed waardoor ondenemingsraden in bejaardenoorden en welzijnssector verplicht worden 3 maart 1978 Nederlandse Christelijke Vereniging van Verpleegkundigen en Verzorgenden (NCVVV) verzoekt om toetreding tot federatie CFO
Een nieuw jaar en een nieuwe krant Tot 1 januari 1980 hadden de beoogde fusiepartners een eigen blad en huisstijl. Voor de ARKA was dat het ARKA-Weekblad, voor de NCBO Het Orgaan en Welzijn. Per 1 januari 1980 veranderde alles bij de oprichting van de federatie CFO. De ‘oude’ bladen verdwenen en er kwam een geheel nieuwe uitgave van de CFO-Krant (verschijningsfrequentie tweewekelijks). Bedoeld voor de leden in de sectoren Overheid, Gezondheidszorg en Maatschappelijk Welzijn. Daarnaast bleef voor de leden in de gezondheidszorg en maatschappelijk welzijn het ledenblad Welzijn bestaan (elke twee weken). Door de toetreding van de NCVVV kreeg het onderwerp beroepsinhoud ook veel aandacht in Welzijn.
28 september 1979 Opening CFOkantoor aan Zeekant 35 in Scheveningen door CNV-voorzitter Harm van der Meulen 1 januari 1980 Invoering overbruggingsregeling (op 60-jarige leeftijd stoppen met werken) voor werknemers in welzijnssector, gezondheidszorg en bejaardentehuizen 1 januari 1980 ARKA, NCBO en NCVVV vormen de federatie CFO 1 oktober 1980 VUT-leeftijd rijksambtenaren naar 62 jaar
13
T O E N
I N
H E T
CFO per 1 juli 1977 een feit De op 18 november 1975 door de hoofdbesturen van ARKA en NCBO uitgegeven verklaring over een nauwere samenwerking, betekende het startsein voor de vorming van de Algemeen Christelijke Federatie van bonden van personeel, werkzaam bij de Overheid en in de sectoren Gezondheidszorg en Maatschappelijk Welzijn. Op 23 juni 1977 werd dit vastgelegd in een akte bij notaris J. Heerema in Den Haag. Hiermee was de CFO per 1 juli 1977 een feit. ARKA-voorzitter drs. A.M.J.C.
14
MET HART & ZIEL
N I E U W S
Aarts (links) en NCBO-voorzitter W. Wieringa geven elkaar op de foto vol overtuiging de hand. De nieuwe bond wil zich laten leiden door het Evangelie en op basis van christelijke beginselen de gemeenschappelijke belangen van de leden van ARKA en NCBO behartigen. De CFO sloot zich onmiddellijk aan bij het CNV. Dit was voor de ARKA ook historisch, omdat deze rooms-katholieke ambtenarenvereniging niet aangesloten was bij een vakcentrale.
Scholing en vorming hoge prioriteit
Elise Friebel was de allereerste vrouwelijke staffunctionaris bij de ARKA (vanaf 1 september 1975). Zij was afkomstig uit het onderwijs. Bij haar introductie in het ARKA-Weekblad zei ze: “Ik houd van mensen. Dat is mijn parool. En dat is dan ook de reden dat ik naar de pedagogische academie ging, mede op aanmoediging van mijn ouders. Na enkele jaren de nog zeer jonge mens ontmoet te hebben in de schoolsituatie breidde mijn interesse uit naar de volwassen mens.”
“De cursusdagen moeten er voor zorgen dat er binding ontstaat waardoor nieuwe leden actief worden in de bond” Kadervorming voor leden van de bond was een belangrijke activiteit. Ook in de nieuwe bond CFO had scholing en vorming een hoge prioriteit. Elise Friebel trok door het hele land om cursussen te geven aan leden en kaderleden. Bijvoorbeeld éénen meerdaagse cursussen voor leden van dienstcommissies (de voorlopers van de ondernemingsraden), kennismakingsdagen voor nieuwe leden of een cursus vergadertechniek. “De cursusdagen moeten er voor zorgen dat er een binding ontstaat waardoor nieuwe leden actief worden in de bond”, aldus Elise Friebel. Eén van de deelnemers zei na afloop van een kennismakingsdag. “Mijn inzicht is gegroeid; ik ben blij met deze dag.” Daarnaast gaf de vakcentrale CNV eveneens cursussen aan leden op het gebied van onder andere sociale zekerheid, maar ook assertiviteits- en sollicitatietrainingen. Elise vervulde ook een belangrijke rol in de latere Vrouwengroep CFO als kaderfunctionaris Vrouwenzaken. Zij verliet de bond in 2004.
ARKA-Weekblad 19 september 1975
15
16
MET HART & ZIEL
Er wordt veel gelachen tijdens het interview met Dick Wieringa (95) en Jannie Anneveld (72), weduwen van twee iconen van de christelijke vakbeweging. Veel anekdotes passeren de revue in het interview dat plaatsvindt in de woning van mevrouw Wieringa in Wageningen. Hoe was het om echtgenote te zijn van een man die veel van huis was en bij nacht en ontij de belangen van de leden behartigde?
W
“Je moet je eigen leven leiden”
e zitten nog maar net op de bank in de mooie, modern ingerichte huiskamer van Dick Wieringa of de echtgenote van de voormalige voorzitter van NCBO en CFO begint al te vertellen. Dat er een 95-jarige tegenover je zit, dat kwartje wil maar niet vallen. Met nog een uitstekend geheugen, goed formulerend en met humor komen de verhalen over Wabe Wieringa los. Allereerst hoe ze haar man leerde kennen. Allebei werkten ze eind jaren dertig op het gemeentehuis van Rijswijk (ZH) en daar sloeg de vonk over. En toen kwam de Tweede Wereldoorlog. Wabe Wieringa – hij was gemeenteambtenaar in Rijswijk – sloot zich net als Dick bij het verzet aan (LOPK Westland). Hij vervalste persoonsbewijzen, zodat mensen met een andere naam konden onderduiken. Hij werd echter verraden door een voormalige SS’er die tegen de lamp liep, Wieringa werd opgepakt en belandde in het Duitse kamp Siegburg. Hij overleefde het kamp maar net. Toen het kamp bevrijd werd, lag hij met vlektyphus in coma. De Amerikaanse medicijnen redden hem. De oorlogstijd heeft een groot stempel gezet op zijn verdere leven. Dick Wieringa in herinnering: “Ik wist niet waar hij zat. Ik heb vele brieven naar verschillende kampen gestuurd, maar die kwamen niet aan. Ik hoorde via de zoon van de bode van het gemeentehuis dat hij leefde. Uiteindelijk kwam Wabe 26 juni 1945 weer naar Rijswijk. Kort daarop, op 1 augustus zijn wij getrouwd.” Jan en Jannie Anneveld kwamen elkaar niet op het werk tegen, maar na een avondje stappen in Arnhem waar Anneveld opgroeide. Jan Anneveld werkte toen bij de Belastingdienst, Jannie had een kantoorbaan bij Hopax in Ede die in autobanden handelde. Lachend: “Ik kwam Jan
tegen toen we uit gingen. Hij is nooit meer weggegaan. We trouwden en verhuisden eerst naar Arnhem en later naar Leidschendam waar Jan een baan kreeg bij de Belastingdienst. We woonden er in een flat zes hoog achter. We hebben het drie jaar vol gehouden, langer wilde ik daar niet blijven. Toen kochten we een huis in Gouderak waar ik tot op de dag van vandaag nog woon.”
Rode draad
Twee verschillende levens in verschillende tijden. Toch is er ook een rode draad in de levens van Dick Wieringa en Jannie Anneveld als “de vrouw achter” te ontdekken. Beide mannen waren gedreven om vanuit een christelijke levensovertuiging op te komen voor de zwakkeren en te strijden 17
Jan Anneveld maakte snel carrière bij de bond. Hij kwam op 1 februari 1970 in dienst als assisitent-bestuurder, werd op 1 juni 1972 bestuurder en trad per 1 januari 1976 toe tot het dagelijks bestuur van de CFO. Op 9 oktober 1997 werd hij gekozen tot voorzitter
18
MET HART & ZIEL
voor sociale rechtvaardigheid. Allebei werden ze in hun tijd gezien als uitgelezen deskundigen en specialisten op het gebied van pensioenen (beiden zaten in het bestuur van zowel ABP als PGGM). Voor Dick Wieringa waren de druiven na 1 augustus 1945 heel zuur, omdat ze als getrouwde vrouw ontslagen werd. Zo ging dat in die tijd. “We kregen snel ons eerste kind. Ik weet nog wel dat ik met mijn baby huilend achter de tafel zat en dacht: dit is nu mijn leven, luiers wassen en een baby voeden.” De oorlogservaringen van Wieringa leidden min of meer tot zijn keuze voor de vakbeweging. Na de oorlog was het een kwestie van “poetsen en niet zeuren”. Je praatte niet over je trauma’s, al deed het echtpaar Wieringa dat heel veel, vaak ook ‘s nachts als de slaap niet wilde komen. “Hij liep tegen de muren op van angst door zijn trauma’s in de oorlog. Hij zag ook het onrecht in de maatschappij. Je hebt je leven in de oorlog bijna opgeofferd en dan zie je dat er eigenlijk niets is veranderd. Zo voelde hij dat.” Om de maatschappij te verbeteren koos Wieringa er voor in dienst te treden bij de protestants-christelijke ambtenarenbond NCBO (1950). Hiermee trad hij in de voetsporen van zijn vader die voorzitter was van de lokale afdeling Wageningen. Hij werd gevraagd door CNV-voorman Marinus Ruppert, de latere vice-president van de Raad van State. Hij maakte snel carrière en werd al in 1952 secretaris van de bond. Zowel Dick Wieringa als Jannie Anneveld waren getrouwd met een man die veel onderweg was en vaak laat thuis
kwam. Beiden kozen daarom voor een eigen weg. Dick Wieringa deed bestuurswerk in onder andere de kerk en probeerde moeilijk opvoedbare jongeren weer op weg te helpen. “Bij de gemeente dachten ze dat ik maatschappelijk werker was wat uiteraard niet zo was.” Daarnaast had ze haar handen vol aan de opvoeding van uiteindelijk zeven zonen. Als haar man dan ‘s avonds thuiskwam, werden wel de onderwerpen besproken die in het vakbondswerk speelden. Dick Wieringa was dan de uitlaatklep, een luisterend oor. “Als je in de top zit, kom je alleen maar in aanraking met andere topmensen, maar niet met het gewone volk. Dan zei ik wel eens: je moet ook aan die mensen denken. Ik vond het dan heel knap van hem dat hij die informatie verwerkte. Hij zorgde ook voor de mensen van de straat.” Vaak belde op zondagavond de minister van Binnenlandse Zaken als De Gaay Fortman en Wiegel. “Ze probeerden er achter te komen hoe ver de regering kon gaan met maatregelen, maar mijn man vroeg zich dan af: hoe ver kan de vakbeweging gaan? De regering hield toen rekening met de wensen van de vakbeweging. Dat is nu anders denk ik.”
CNV-gezin
Als Jan Anneveld zelf al niet bevangen was door het vakbondsvirus, dan kreeg hij dat wel van zijn schoonvader. Jannie Anneveld weet dat als geen ander. Ze komt uit een echte CNV-familie. Veel vakbondsmensen als Groen en
“Vaak belde op zondagavond de minister van Binnenlandse Zaken als De Gaay Fortman en Wiegel. Ze probeerden er achter te komen hoe ver de regering kon gaan met maatregelen”
Ten Heuvelhof kwamen in Ede langs om vakbondszaken te bespreken. Haar vader Peter Versteeg was maar liefst vijftig (!) jaar bestuurslid van het CNV in Ede. In de CFOKrant van 2 juni 1977 zei hij daarover: “Er is niets mooiers dan voor iemand wat te betekenen. De sociale kant van het leven heeft mij altijd sterk aangetrokken.” Toen er een vacature bij de NCBO ontstond, solliciteerde Jan Anneveld en werd hij assistent van de toenmalige bestuurder Buiter (Belastingdienst). “Ik weet nog goed dat hij in het eerste jaar met Buiter met de trein naar Winschoten moest. Dat werd dus een latertje”, weet Jannie nog. Het verschil met Dick Wieringa was dat Jannie Anneveld altijd is blijven werken. In Driel bij de gemeente en na de verhuizing naar Gouderak op de peuterspeelzaal. En dat Jan als vakbondsdier veel van huis was, was voor Jannie totaal geen punt. “Ik was niet anders gewend. Mijn vader was het gezicht van de bond in Ede. Hij maakte zich ook sterk voor mensen in financiële nood. Daarvoor was het fonds ‘Helpt elkanders lasten’. En voor mensen die uit de Molukken naar Nederland kwamen zonder dat ze iets in hun bezit hadden. Mijn vader was heel gedreven.” Ook Jannie was een klankbord voor haar man, maar had daarnaast haar eigen leven. “Daar heb ik nooit een probleem mee gehad.” Als het maar even kon, zocht ze werk om haar eigen plek in de samenleving te zoeken. Ook zij koos voor het verenigingsleven, zoals het bestuurslidmaatschap van de plaatselijke muziekvereniging. Dick Wieringa zegt eerlijk en oprecht dat het leven naast een vakbondsvoorzitter soms wel een opoffering was, maar: “Je moet als vrouw van een vakbondsman je eigen leven leiden. Je moet je man ook de ruimte geven. Dan moet je niet gaan zeuren dat hij nooit thuis is. Dan worden ze zenuwachtig en kunnen ze hun werk niet doen.”
Vaderschap
Hoe was het dan voor de kinderen om een vader te hebben die veel van huis was? Jannie, gniffelend: “Jan had weinig interesse in het opvoeden.“ Toch deed hij vooral in de weekenden heel veel met de beide zonen. “Dan ging hij
met ze tennissen of ondernam andere dingen met ze.” Voor de zeven zonen van Wabe Wieringa was het soms moeilijk, omdat ook op zondag stilte was geboden, want hun vader moest de stukken lezen voor de komende werkweek. En dan komt ze met een aandoenlijke anekdote bij de geboorte van de vierde. “De baby wilde niet komen en moest opgewekt worden. In die tijd ging dat met wonderolie en kanninepillen. Mijn man belde ‘s avonds en ik vertelde dat de huisarts vond dat de baby over twee dagen geboren moest worden. Dat kan niet hoor, zei mijn man, want de Algemene Vergadering is dan aan de gang en ik kan dan niet weg. Doe het maar op zaterdag.” Ze proest nog van het lachen bij deze herinnering. “Zo ging het, het vakbondswerk ging altijd voor”, aldus Jannie Anneveld in een aanvulling. Om het verhaal compleet te maken, zaterdagochtend – Wabe Wieringa was net thuis - gebeurde er nog niets. De huisarts ging onverrichterzake naar huis en hij had de deur nog niet dicht gegaan of de bevalling begon. “En Wabe nam toen ons kind als eerste in zijn handen. Dat was heel mooi en bijzonder.” En Jannie Anneveld herinnert zich bij de bevalling van haar tweede kind Alexander dat haar eerste zoon (Albert Jan) opgevangen werd door de echtgenote van ARKA-bestuurder Laurens Verspaandonk. “Zo goed was de samenwerking al tussen NCBO en ARKA. Mensen die met hart en ziel knokten voor hun leden.” Dat gold zeker voor “meneer schrijf”, zoals ze met een knipoog haar man Jan noemt. Vaak elke avond naar afdelingsvergaderingen en dan ‘s nachts lange stukken schrijven. Die dan op de fax werden gezet naar Dammis de Geus, de persvoorlichter van de bond. Midden in de nacht begon daar dan tot schrik van het echtpaar De Geus de fax te ratelen. Erg vond Anneveld’s echtgenote al dat nachtelijk werk niet. “Joh, dan zat ik te lezen of te puzzelen. Ook als hij ‘s avonds om half elf thuis kwam, gingen we gewoon nog even een paar uurtjes kletsen. Anders had je helemaal geen contact met elkaar. Dat speelde zich vaak af in de kleine uurtjes, want overdag was er geen tijd.” De span19
Hans Wiegel, minister van Binnenlandse Zaken in het kabinet Van Agt (1977-1981, CDAVVD), had groot respect voor CFO-voorzitter Wabe Wieringa. Hij had vaak overleg met de bonden in het Centraal Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken (CGOA). In de CFOKrant van 10 september 1980 noemt hij Wabe Wieringa bij zijn vertrek van de CFO “een markant vakbondsman”
ning die er ongetwijfeld was, tenniste hij er in het weekend van af of hij ging tussen de middag met collega’s fanatiek tafeltennissen op het hoofdkantoor aan de Zeekant in Scheveningen. “
Invloed
Uit het afscheidsinterview van Wabe Wieringa in de CFOKrant van 4 juni 1980 blijkt dat zijn echtgenote veel invloed op hem had. Diep in zijn hart had hij voorzitter willen blijven van toen de federatie CFO, maar hij zei toen in dat interview: “Met mijn vrouw heb ik hele indringende gesprekken gevoerd. Ik moet eerlijk zeggen dat ik aan de bond het grootste deel van mijn leven heb gegeven. Maar wat heeft mijn vrouw in wezen aan mij gehad? Ik heb haar op een groot aantal punten tekort gedaan.” En daarom besloot hij de functie van voorzitter van de Raad van Toezicht van het ABP te accepteren. Dat neemt niet weg dat hij in hetzelfde interview zei dat het afscheid van de christelijke vakbeweging voelde “alsof er iets van mijn vlees is weggesneden.” Dick Wieringa herinnert zich dit nog als de dag van gisteren. ”Dat kenmerkt hem zo goed. Altijd denken aan die ander. Het was een liefdevol gebaar. Wij hadden ook een heel goed huwelijk. Wabe was een integere man die ook aan mij dacht. Andersom dacht ik ook aan hem. Ik heb 20
MET HART & ZIEL
hem daarom aangeraden de baan bij het ABP te accepteren. Je kunt je nu losmaken van de bond, zei ik tegen hem. Ik wilde hem besparen dat hij verdriet kreeg dat hij na zijn pensionering het gevoel kreeg aan de kant te staan.” De ziekte (darmkanker) die Wabe Wieringa in de beginjaren ’80 kreeg, is volgens zijn echtgenote ook deels te wijten aan de tijd dat hij doorbracht in het kamp met slechte voeding en de zware levensomstandigheden. De eerste arts maakte bovendien een verkeerde diagnose. De eigen huisarts constateerde de ongeneeslijke ziekte, maar toen was het al te laat. “Die dingen gebeuren. Je weet toch niet hoe het anders was gelopen. Ik zei toen tegen Wabe: je hebt heel veel betekend voor mensen en daar kun je op terugkijken. Je opdracht is vervuld. Je leven is niet voor niets geweest en je hebt veel gedaan voor andere mensen. Op een gegeven moment moet je zeggen ‘het is genoeg’. Je kunt rustig sterven.” Eind december 1984 ging het echtpaar nog op vakantie naar Wenen en op 15 maart 1985 overleed Wieringa. De toenmalige CNV-voorzitter Harm van der Meulen noemde hem één van de allergrootste voorzitters uit de historie van het CNV. “Als hij het woord voerde, kon ik hem recht in de ogen kijken. Soms had ik wel eens het gevoel hem recht in het hart te zien. Dat kwam door zijn eerlijk taalgebruik en onbevangen blik in zijn vriendelijke ogen.”
Wabe Wieringa overleed op de relatief jonge leeftijd van 66 jaar. Jan Anneveld stierf abrupt op de leeftijd van slechts 54 jaar. Hij was ruim vier maanden CFO-voorzitter waarop hij apetrots was. Bij zijn aantreden op 9 oktober 1997 zei hij: “Het is een eer leiding te mogen geven aan een bond die vanuit de christelijke inspiratie vorm wil geven aan een solidaire en verantwoordelijke samenleving.” Met het hele gezin was Anneveld op 24 februari 1998 in het vliegtuig onderweg naar zijn geliefde Antillen. Even bijkomen van een drukke tijd. Zijn weduwe omschrijft het als volgt: “Als je dat kunt zeggen, is hij van geluk dood gegaan. Hij ging weer naar Curaçao, hij had alles bij zich, zijn gezin en een kleinkind.” Ze kan het nog steeds moeilijk omschrijven wat er in dat vliegtuig gebeurde. Jan Anneveld liep tijdens de vlucht door de gang, knoopte gesprekken aan met onder andere een vertegenwoordiger van het ABP, ging vervolgens naast zijn echtgenote zitten. Enkele seconden later overleed hij aan een hartstilstand. “We zijn zo goed opgevangen, eerst in het vliegtuig, maar ook door de mensen van de vakbond ABVO waamee Jan zo’n warme band had. Ze hebben ons echt geweldig behandeld.” Ook het afscheid in Nederland (in Gouderak) was indrukwekkend. De dagbladen roemden in de in memoriams Anneveld op vele wijzen. “Volbloed vakbondsmens” (Algemeen Dagblad), “ Onvermoeibare werker met een opdracht (Trouw) en “Rechtlijnig en solidair met de zwaksten” (Volkskrant).
Verwerking
Uiteraard was de tijd na de dood van hun beide mannen zwaar en moeilijk. Wat zeker geholpen heeft is dat zowel Dick Wieringa als Jannie Anneveld hun eigen leven al leidden en dit konden gebruiken als verwerking van de dood van hun mannen. Dick Wieringa: “Je gaat door een diep dal. In het eerste jaar was er veel aandacht, ook vanuit de bond. Langzaam maar zeker wen je aan de realiteit. Hij is er niet meer. Ik ben altijd actief gebleven. Zat in het bestuur van een verzorgingshuis, stuurde daar vrijwilligers aan en bezoek tot aan de dag van vandaag politieke vergaderingen. Ik besef dan ook: Wabe heeft mij ook gevormd. Ik ging vaak mee naar de bijeenkomsten waar hij sprak. Daar heb ik ook veel geleerd. En ik had mijn gezin, zeven zonen en schoondochters. Ook die hebben mij enorm gesteund. Ik heb ze opgevoed met de volgende gouden regel: weet wat je zegt, maar zeg niet alles wat je weet.” Jannie Anneveld omschrijft het gemis van haar echtgenoot als “een amputatie” en eigenlijk is dat gevoel voor haar nooit weggegaan. “Zo’n gebeurtenis in een vliegtuig is erg raar, eigenlijk ben je murw geslagen en toch worden er dingen gevraagd waarop je moet antwoorden. Terug in
Op 26 maart 1999 werd in het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel de Jan Anneveld-zaal geopend. Zijn weduwe onthult de nieuwe naam van de zaal. Links VVD-politicus Henk Vonhoff (foto familie Anneveld)
Nederland hebben Klaas Kruithof en Dammis de Geus ons geweldig bijgestaan in die dagen. Verder heb ik mijn weg gevonden door mijn eigen leven op te pakken door onder andere muziek te maken, te tennissen en van mijn kinderen te genieten. En ik ben heel graag oppasoma.” De zonen zijn niet in de voetsporen getreden van hun vaders. Ze kozen niet voor een baan bij de vakbeweging, maar Dick Wieringa zegt aan het eind van het gesprek wel heel stellig. “Al hebben ze dan geen vakbondscarrière gemaakt, ik zie in al mijn zonen mijn man terug.” Jannie Anneveld op haar beurt was bijzonder trots dat ze in 1999 de Jan Anneveld-zaal in het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) aan het Lange Voorhout in Den Haag mocht onthullen. “Een grote eer voor een gedreven vakbondsman. Soms hoor je mensen nog zeggen dat ze in de Jan Anneveld-zaal hebben vergaderd. Dat vind ik echt gaaf.” 21
“Mens & werk: daar draait alles om”
BLIJVER
Waarom solliciteerde je bij de CFO? “Mijn vader was lid van de ARKA en attendeerde mij op de functie in het ARKA-Weekblad. Na twee gesprekken werd ik aangenomen. Bij een etentje bij de chinees werd ik bijgepraat door secretaris Ton de Jong over zaken die allemaal bij de bond speelden. Ik was heel blij dat ik een baan had, want het waren toen economisch moeilijke tijden.” Waarom werd de Juridische Dienst gecentraliseerd? “Het was een professionaliseringsslag. Bij de ARKA deed Peter Cammaert alle juridische zaken, bij de NCBO lag dat in handen van de bestuurders in de regio. Samen met Paul Koeslag werd ik aangenomen als jurist om centraal alle juridische taken uit te voeren. Het ging ongeveer zo op de eerste werkdag: ‘ga daar maar zitten en dan bellen er vanzelf mensen om hulp’. Inwerken was er niet bij. Het liep zo hard dat per 1 oktober 1987 Bureau Dienstverlening werd opgericht met uitbreiding van het aantal juristen.”
B LI J V ER S & V ERTRE K K ER S
Je reisde door het hele land om leden juridisch bij te staan. Wat is je bijgebleven? “Ik heb echt alle rechtbanken in alle hoeken van het land gezien. Je probeert met verve de rechter te overtuigen. Het is net als met een beschadigde auto: je moet wat poetsen en bijverven. In de begintijd hadden we een leuke zaak via bestuurder Jaap van der Kooij bij Defensie. Een hondenbegeleider had schade in zijn auto gekregen doordat zijn hond de bekleding kapot had gemaakt. Hij kreeg niets vergoed, maar na een boze brief vanuit de Juridische Dienst kreeg dit lid de schade vergoed. Ik herinner me ook de zaak van een ambtenaar waarvan het ontslag kon worden teruggedraaid. Of neem de acties in de jaren ’90 in de zorg. Als CFO namen we toen het voortouw om de keuken van het Westeindeziekenhuis in Den Haag plat te leggen. Dat was nog nooit vertoond.” Is het niet frustrerend dat zaken soms jaren slepen? “Je moet geduld hebben. Zeker als er geld in het geding is, duren procedures soms heel lang. Dat komt ook doordat er steeds meer geprocedeerd wordt waardoor de dossiers bij de rechter tot aan het plafond liggen opgestapeld. De maatschappij is gewoon verhard en dat merk je in ons werk. Kijk maar naar de afschaffing van de speciale
22
MET HART & ZIEL
rechtspositie voor ambtenaren; dat was beginjaren tachtig ondenkbaar.” Je bent altijd bij CFO en CNV Publieke Zaak gebleven. Waarom? “De enorme afwisseling van deze baan heeft me bij de bond gehouden. Geen dag is hetzelfde. Je kunt ‘s morgens een planning maken, maar het loopt vaak anders. Soms heb je vijf rechtszaken in een week en dan werk je ook deels thuis, omdat je je goed wilt voorbereiden. Geen probleem overigens, dat hoort er bij.” En naast je werk? “Toen ik 40 werd, ben ik nog begonnen met een andere hobby, namelijk een studie theologie. Studeren naast een drukke baan vraagt veel van je, maar uiteindelijk is de studie met goed gevolg afgesloten. Mijn scriptie ging over mens & werk. Toch misschien niet zo verrassend als je bij een vakbond werkt. Altijd zal de mens in het zweet des aanschijns moeten werken. Ik ben verder nog twee termijnen lid van de ondernemingsraad geweest. Dat was op zich boeiend. Ook voor de vakbond is de medezeggenschap in eigen huis van betekenis. Je werkt immers met elkaar en voor elkaar.” Had je met even veel enthousiasme dit werk ook bij een rechtsbijstandsverzekeraar kunnen doen? “Zeker weten van niet. Werknemers hebben een zwakkere positie dan hun werkgever. Daarom heb je nog steeds de vakbond nodig. In deze baan kan ik mensen heel concreet helpen. Dat is ook het verschil bij een advocatenkantoor. Daar betaal je zo 300 euro per uur. Dat is niet voor iedereen weggelegd. Wij helpen heel laagdrempelig mensen die op hun werk in de problemen komen.” Hoe zie je de toekomst? “Voor mezelf positief. Ik ben wel op een leeftijd gekomen dat ik een goed evenwicht wil tussen werk en privé. Ik wil ook tijd hebben om te gaan fietsen met mijn echtgenote of om te zeilen. Ik ben erg voorstander van een ongedeeld CNV. Dat had er eigenlijk al moeten zijn. Dat is de enige oplossing wil je je hoofd als CNV boven het water houden. Het motto van de nieuwe vakbond CNV Connectief is wat mij betreft mens & werk. Daar draait het bij een vakbond per slot van rekening om.”
Naam: Christiaan Scheen Functie: Jurist In dienst: 1 januari 1980 Eerdere functie: Juridisch medewerker Centraal Bureau Katholiek Onderwijs, Den Haag (1979-1980)
23
Waarom koos je er voor om bij de ARKA te gaan werken? “In mijn jeugd was mijn vader zeer actief in allerlei verenigingen. Onder meer was hij plaatselijk bestuurslid van de ARKA. Ik maakte daarom al vroeg kennis met de vakbeweging. Tevens heb ik altijd een grote interesse gehad in staats- en bestuursrecht. Zoals ambtenarenzaken en politiek. Ik ben ook in het staats- en bestuursrecht afgestudeerd met als bijvak ambtenarenrecht. De ARKA was toen wel een plek waar heel veel van deze aspecten samen kwamen.” Hoe keek je aan tegen de fusie met het protestantse NCBO? “Het was een bouwsteen om het CNV dat er toen voor had gekozen om niet met NKV en NVV te fuseren, krachtiger te maken. Het bood de ARKA en de NCBO ook mogelijkheden om qua beleid en visie een bredere bedding te krijgen en zich te verdiepen. Natuurlijk bood ook de levensbeschouwelijke oriëntaties van ARKA en NCBO over en weer een bijzondere dimensie in de beleids- en visieontwikkeling.” Waar moest je aan wennen toen de fusie eenmaal een feit was? “De culturen waren erg verschillend. Vooral de mate waarin op allerlei terreinen levensbeschouwing een rol speelde. Vaak wordt dan wel verwezen naar het openen en sluiten van vergaderingen met gebed dat bij de ARKA nauwelijks meer voorkwam. Maar er was meer. Ook de vergadercultuur was bij de NCBO aanmerkelijk soberder. In de beleidsvorming nam de oriëntatie op het geloof een belangrijke plaats in. ARKA-mensen vonden dit wel eens wat teveel van het goede. Voor hen mocht het allemaal wel wat losser of pragmatischer. Ikzelf heb me er echter steeds erg thuis bij gevoeld.”
B LI J V ER S & V ERTRE K K ER S
VERTREKKER
“Fusie was bouwsteen om cnv krachtiger te maken”
24
Wat zijn je drijfveren in je leven en werk? “Ik vind het nemen van verantwoordelijkheid erg belangrijk. Niet kijken wat een ander doet of zou moeten doen, maar vooral zien wat jij op jouw plaats kunt doen. Verder is voor mij het uitgangspunt “wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook aan een ander niet” ook een leidmotief. Wat ik ook belangrijk vind is aandacht voor cultuur in de meest brede zin. Vandaar ook dat ik steeds heb geijverd dat een kunstenbond zich bij het CNV zou aansluiten. Uiteindelijk is dat ook gelukt. Maar cultuur omvat ook levenswijzen. Daarom ook is het goed geweest dat we ons hebben ingeMET HART & ZIEL
zet buitenlandse werknemers voor het CNV te interesseren en hen ook bij te staan. Zij hebben op hun eigen wijze ook kleur aan onze club gegeven.” Wat is je het beste bijgebleven in je werk? Misschien wel op de eerste plaats de strijdbaarheid van de vakbondsbestuurders. Hun gedrevenheid werkte zeer aanstekelijk. Op mijn vakgebied van het ambtenarenrecht is de introductie van het kort geding in ambtenarenzaken mij goed bijgebleven. Het was in de jaren 70 volstrekt ongebruikelijk om dit in het ambtenarenrecht toe te passen. Wij hebben met succes dat stoffig artikel in de Ambtenarenwet opgepoetst. Verder natuurlijk het moment dat we de CFO oprichtten. Ik zie me daar nog staan op het podium in de Jaarbeurs met al die leden in de zaal. Dolenthousiast dat het ons gelukt was. En de aandacht die aan levensbeschouwing werd gegeven. We namen het initiatief om na honderd jaar weer een Christelijk Sociaal Congres te houden. Later als burgemeester blijven toch de vele individuele aangelegenheden waar je mee te maken had het meeste hangen. Het overlijden van mensen onder bijzondere omstandigheden. Catastrofes. Kwesties rond asielzoekers en mensen die tussen de wal en het schip vallen. Daarnaast natuurlijk ook de ontmoetingen met de koning en de koningin.” Waarom ben je bij de CFO/ CNV vertrokken? “Ik kon algemeen secretaris worden bij de vakcentrale. Dat was een uitdaging die ik niet wilde laten lopen. Maar op enig moment had ik zo’n beetje alle voorkomende werkzaamheden binnen de bond en de centrale gedaan. Uiteindelijk was ik vice- voorzitter van de centrale geworden. Ik was toen nog betrekkelijk jong, namelijk 43. Wat daarbij steeds meer een rol ging spelen, was dat ik verder af kwam te staan van het contact met mensen in hun omgeving en hun individuele belangbehartiging. Ik was steeds meer actief in koepels. Ik zocht werk dichterbij mensen. Het burgemeesterschap bood dat allemaal wel.” Waar ben je trots op? “Op de vernieuwingen die ik in mijn juridische activiteiten heb mogen bereiken. Het Christelijk Sociaal Congres en het feit dat we de CFO hebben kunnen oprichten. Als burgemeester doet het me goed dat ik steeds in onafhankelijkheid heb kunnen opereren en toch een groot draagvlak onder zowel de politiek als onder de burgers heb kunnen behouden.”
Naam: Peter Cammaert Functies: Juridisch medewerker ARKA (19761977), Hoofd Juridische Zaken ARKA (1977-1980), Algemeen secretaris CFO (1983-1986) Daarna: Algemeen secretaris CNV (19861993), vice-voorzitter CNV (1989-1993), burgemeester in Simpelveld (1993-1997), Oldenzaal (1997-2003), Velsen (2003-2009), Stede Broec (waarnemend, 2010) en Roermond (waarnemend, 2013-2015)
25