Gaan en blijven werken in de jeugdzorg Werkbijeenkomst met leden van Abvakabo FNV en CNV Publieke Zaak
Datum: Tijdstip:
21 april 2009 13.00 tot 15.30
Plek:
Abvakabo FNV Kantoor Utrecht, Oudenoord 170 3513 EV Utrecht
Graag nodigen wij u namens Hans Wijers, bestuurder van Abvakabo FNV en Lizelotte Smits, bestuurder van CNV Publieke Zaak, uit voor een interactieve werkbijeenkomst met als thema:
Contactpersoon: Deanne Radema 06 - 12833032
‘tegengaan van het verloop in de jeugdzorg door impulsen op het gebied van inwerkprogramma’s en loopbaanperspectieven’. Dit thema staat centraal in het FCB-project ‘Gaan en blijven werken in de jeugdzorg’. Het project bestaat uit 3 deelprojecten. De werkbijeenkomst richt zich op de deelprojecten ‘inwerkprogramma’s voor startende professionals in de jeugdzorg’ en ‘onderzoek loopbanen in de jeugdzorg’. Voor meer informatie over de deelprojecten verwijzen we naar de bijlage. De eerste verkennende fase is afgerond en naar aanleiding van de resultaten willen de projectleiders Heleen Jumelet en Deanne Radema met u in gesprek om: • een inhoudelijke verdiepingsslag te maken; • bevindingen te toetsen en werknemers te raadplegen over gewenst vervolg; • aanbevelingen voor de Branche te formuleren. De volgende thema’s komen aan de orde: - essentiële bestanddelen van inwerkprogramma’s - mentorschap en gefaseerde caseload - model van junior-medior en seniorschap - oriëntatiemogelijkheden op eigen loopbaan - loopbaanbeleid We hopen u op 21 april te mogen begroeten! Met vriendelijke groet, Heleen Jumelet en Deanne Radema (projectleiders).
Bijlage
Project Gaan en blijven werken in de jeugdzorg: over opstarten, loopbanen en ethiek
Het personeelsverloop in de jeugdzorg is hoog. Dit heeft consequenties voor de kwaliteit van het aanbod en betekent een aanzienlijke kostenpost. Daarom hebben CAO-partijen FCB opdracht gegeven om instrumenten te ontwikkelen om de opstart- en doorstroom van medewerkers in de jeugdzorg te bevorderen en daarmee het personeelsverloop te reduceren. Drie deelprojecten worden onderscheiden: 1. start- en inwerkprogramma voor professionals die starten in de jeugdzorg 2. onderzoek naar loopbaanpaden en carrièremogelijkheden 3. aandacht binnen opleidingsbeleid voor ethiek. Om te garanderen dat de te ontwikkelen producten goed aansluiten bij de behoeften in het werkveld vormen interviews en expertmeetings een belangrijk onderdeel van de activiteiten in de deelprojecten. Ook de verspreiding van producten en good practices vormen onderdeel van het eindresultaat. Het project loopt tot eind 2009. In het deelproject I wordt een format voor start- en inwerkprogramma’s ontwikkeld en kunnen via de website good practices uitgewisseld worden. Deelproject II brengt in kaart welke loopbaanpaden het meest gebruikelijk en kansrijk zijn in de jeugdzorg. Daarbij geven we aan wat nodig is aan (bij)scholing en organisatorische randvoorwaarden om de loopbaanstappen te kunnen zetten. In aanvulling op deze deelprojecten krijgt het thema ethiek een plek in deelproject III: werkgevers en werknemers praktische handvatten aanreiken die ondersteuning bieden bij ethische vraagstukken en die betekenis geven aan visie en praktijk in de organisatie. We beogen bestaand materiaal te benutten en toegankelijk te maken voor de jeugdzorg.
Deelproject I: Start- en inwerkprogramma voor professionals die starten in de jeugdzorg
Een goed inwerkprogramma voor startende professionals (schoolverlaters en zijinstromers) in de jeugdzorg. Waar bestaat dat uit? Wat zijn werkzame factoren ? Wat hebben starters nodig en wat hebben zorgaanbieders en Bureaus Jeugdzorg nodig? Deze vragen staan centraal in dit deelproject. In de CAO is afgesproken dat na de looptijd van de CAO een aantal concrete en bruikbare producten hiervoor zijn ontwikkeld. Doel: • een bijdrage leveren aan het terugdringen van het personeelsverloop door toepasbare inwerkprogramma’s beschikbaar te stellen aan instellingen voor jeugdzorg; • uitwisselen van good practices op het gebied van inwerkprogramma’s; • voorstellen doen voor verbetering van inwerkprogramma’s, gekoppeld aan voorstellen voor begeleidingsactiviteiten. Wat gaan we doen? Dit deelproject richt zich op: 1. Achterhalen en ter beschikking stellen van good practices. 2. Ontwikkelen van criteria en een format voor het inwerken en begeleiden van startende medewerkers. Waar nodig differentiëren we voor de verschillende werkvelden. 3. Uitproberen van het format in een aantal proeftuinen en de resultaten hiervan ter beschikking stellen. 4. Aanleveren van een implementatieplan voor de verspreiding van de resultaten van het deelproject. Hoe gaan we dit doen? 1. We houden interviewrondes waarin we betrokkenen uit de praktijk bevragen op hun kennis van en ideeën over goede inwerk- en begeleidingsprogramma’s. 2. We verzamelen, analyseren en herordenen bestaand materiaal. 3. We geven aan wat de samenhang is met beroepenstructuur, competentieprofielen en opleidingen. 4. We houden expertmeetings voor ontwikkelen van praktisch toepasbare varianten. 5. We vragen een drietal organisaties om te experimenteren met mogelijke varianten. 6. We ontwikkelen definitieve producten. 7. We schrijven een implementatieplan. Wat heeft u hieraan? U heeft toegang tot beproefde programma’s voor het inwerken en begeleiden van startende medewerkers. Aan de hand van criteria kunt u zelf een standaard format aanpassen aan uw eigen situatie. U heeft inzicht in de samenhang van deze programma’s met de beroepenstructuur, competentieprofielen en opleidingen. Kortom: u kunt op een snelle manier gebruik maken van beproefd materiaal om binnen uw eigen organisatie een inwerk- en begeleidingsprogramma te ontwikkelen voor startende medewerkers.
Deelproject II: Onderzoek loopbaanpaden in de jeugdzorg
Expliciet werken aan loopbanen en carrièremogelijkheden binnen en tussen instellingen in de jeugdzorg is een manier om professionals te binden aan de sector. Medewerkers krijgen daarmee een kader om zich doelgericht te ontwikkelen in een voor hen motiverende richting. Hoe zien op dit moment loopbaanpaden in de jeugdzorg eruit? Vanuit welke sectoren stromen mensen de jeugdzorg in en uit? Welke knelpunten komt men tegen en welke minder gebruikelijke maar kansrijke loopbaanstappen ziet de sector? Na een eerste verkenning wordt op basis van de uitkomsten in februari 2009 bepaald welke vervolgstappen nodig zijn. We hebben op dit moment voor ogen om: • Stroomschema’s te ontwikkelen om loopbaanpaden en randvoorwaarden voor het realiseren daarvan in kaart te brengen; • Handvatten te ontwikkelen voor medewerkers om zich te oriënteren op een gewenste loopbaan.
Doel: • Informatie voor de branche over gangbare en kansrijke loopbaanpaden, met kansen en knelpunten en randvoorwaarden en mogelijkheden om beleid te ontwikkelen. • Handvatten aanreiken aan werkgevers en werknemers om sturing te geven aan loopbanen in de jeugdzorg.
Wat gaan we doen? 1. Verzamelen van informatie over: a. loopbaanpaden en -mogelijkheden in de jeugdzorg; b. ervaren kansen en knelpunten; 2. Randvoorwaarden en condities die nodig zijn voor loopbaanstappen; 3. Beschrijven van drie ‘good practices’; 4. Inzichtelijk maken van gangbare en kansrijke loopbaanpaden en randvoorwaarden en condities om loopbaanstappen binnen en tussen organisaties te kunnen zetten; 5. Ontwikkelen van stroomschema’s die loopbaanpaden in kaart brengen; 6. Ontwikkelen van een checklist voor beroepsbeoefenaren om zich te oriënteren op mogelijke loopbanen en zicht te krijgen op eigen wensen.
Hoe gaan we dit doen? 1. Literatuurverkenning en interviews met (ervarings)deskundigen op het gebied van loopbanen in de jeugdzorg; 2. Inventariseren en analyseren van (intern) opleidingsbeleid van organisaties als het gaat om voorwaarden voor bepaalde functies; voorbeelden van doorstroombeleid van organisaties en reeds ontwikkeld instrumentarium; 3. Workshops met p&o functionarissen; beroepskrachten die in meerdere settings hebben gewerkt; zij-instromers en managers; 4. Verzamelen en breder toegankelijk maken van bestaand materiaal over opleidingsaanbod en loopbaanbeleid in de jeugdzorg.
Wat heeft u hieraan? U kunt zich (met collega-instellingen in de jeugdzorg) oriënteren op loopbaanmogelijkheden binnen de jeugdzorg. U kunt nagaan op welke wijze u medewerkers loopbaankansen kan bieden en wat daarvoor nodig is in termen van organisatorische voorwaarden en ontwikkeling van professionaliteit. U krijgt toegang tot beproefd materiaal om loopbaanbeleid vorm te geven.
Deelproject III: Ethiek in de jeugdzorg
Waarop baseer je belangrijke beslissingen als professional in de jeugdzorg? Hoe ga je om met zaken die buiten jouw normen- en waardenpatroon liggen? Wat is goed handelen? Werknemers in de jeugdzorg krijgen te maken met complexe problematiek van cliënten op terreinen die diep ingrijpen in het leven van jeugdigen. Dat vergt aandacht voor zingevingvraagstukken van cliënten. Het vergt ook aandacht voor de eigen waarden van professionals. In dit deelproject staat ethiek in relatie tot scholing en inwerken centraal. Dit deelproject start in het voorjaar van 2009. Doel • Werkgevers en werknemers inspireren met ‘ethiek’ aan de slag te gaan: aantonen dat ondersteuning bij ethische vraagstukken betekenis geeft aan visie en praktijk in de organisatie • Praktische handvatten aanreiken, met als doel dit onderwerp in bestaande opleidingsen overlegstructuren in te passen. • Ethiek een structureel thema binnen opleidingsbeleid van organisaties te laten worden. Wat gaan we doen? 1. Inventariseren van beschikbaar materiaal en onderzoek op dit terrein, zoals de uitgaven van CNV Publieke Zaak 2. Inventariseren van good practices binnen de jeugdzorg door middel van literatuursearch en interviews 3. Bestaand materiaal benutten voor verdere invulling en ontwikkeling van praktische handvatten. Hoe gaan we dit doen? • Eerst willen we beter verkennen waar het werkveld behoefte aan heeft; • Vervolgens ontwikkelen we materiaal en maken we vertaalslagen van bestaand materiaal voor de praktijk van de jeugdzorg en de opleidingen, zodat implementatie van dit thema in organisaties optimaal kan verlopen. • We zullen hierbij actief organisaties opzoeken. Wat heeft u hieraan? U kunt gebruik maken van het materiaal in de eigen instelling en in de contacten die u heeft met opleidingen.