Gereviseerd jaarverslag per 31 december 2010
PRICOS Pensioenspaarfonds naar Belgisch recht Openbaar Gemeenschappelijk Beleggingsfonds naar Belgisch recht met een veranderlijk aantal rechten van deelneming opterend voor Beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de Richtlijn 85/611/EEG ICB
Geen enkele inschrijving mag worden aanvaard op basis van dit verslag. Inschrijvingen zijn slechts geldig als ze worden uitgevoerd na kosteloze overlegging van het vereenvoudigd prospectus of het prospectus.
INHOUDSOPGAVE
1.
Organisatie van het gemeenschappelijk beleggingsfonds Pricos
2.
Beheerverslag 2.1. Lanceringsdatum en inschrijvingsprijs 2.2. Beursnotering 2.3. Informatie aan de aandeelhouders 2.4. Algemeen overzicht van de markten 2.5. Doel en krachtlijnen van het beleggingsbeleid 2.6. Index en benchmark 2.7. Tijdens het boekjaar gevoerd beleid 2.8. Toekomstig beleid 2.9. Risicoklasse
3.
Balans
4.
Resultatenrekening
5.
Samenvatting van de boekings- en waarderingsregels 5.1. Samenvatting van de regels 5.2. Wisselkoersen
6.
Samenstelling van de activa en kerncijfers 6.1. Samenstelling van de activa 6.2. Wijziging in de samenstelling van de activa 6.3. Bedrag van de verplichtingen inzake financiële derivatenposities 6.4. Evolutie van het aantal inschrijvingen, terugbetalingen en van de netto-inventariswaarde 6.5. Rendementscijfers 6.6. Kosten 6.7. Toelichting bij de financiële staten en andere gegevens
7.
Verslag van de commissaris
1.
ORGANISATIE VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK BELEGGINGSFONDS PRICOS
NAAM
Pricos
OPRICHTINGSDATUM 30 januari 1987
BESTAANSDUUR Onbeperkte duur. STATUUT
Pensioenspaarfonds dat geopteerd heeft voor beleggingen die niet voldoen aan de voorwaarden van de richtlijn 85/611/EEG en die, wat haar werking en beleggingen betreft, wordt beheerst door de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.
BEHEERVENNOOTSCHAP KBC Asset Management N.V. Havenlaan 2 1080 Brussel België OPRICHTINGSDATUM VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP
30 december 1999. NAAM VAN DE BESTUURDERS VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP
Voorzitter: D. De Raymaeker Bestuurders: A. Termote, Voorzitter van het Directiecomité J. Aerts, Onafhankelijk bestuurder P. Buelens, Gedelegeerd Bestuurder J. Daemen, Niet-uitvoerend Bestuurder M. Debaillie, Onafhankelijk bestuurder J. Dewolfs, Gedelegeerd Bestuurder K. Heyndrickx, Gedelegeerd Bestuurder J. Thijs, Niet-uitvoerend Bestuurder B. Van Bauwel, Onafhankelijk bestuurder W. Vanden Eynde, Gedelegeerd Bestuurder C. Sterckx, Gedelegeerd Bestuurder P. Marchand, Gedelegeerd Bestuurder NAAM EN FUNCTIE VAN DE NATUURLIJKE PERSONEN AAN WIE DE EFFECTIEVE LEIDING VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP IS TOEVERTROUWD:
A. Termote, Voorzitter van het Directiecomité P. Buelens, Gedelegeerd Bestuurder J. Dewolfs, Gedelegeerd Bestuurder K. Heyndrickx, Gedelegeerd Bestuurder W. Vanden Eynde, Gedelegeerd Bestuurder C. Sterckx, Gedelegeerd Bestuurder P. Marchand, Gedelegeerd Bestuurder; Deze personen kunnen tevens bestuurder zijn in diverse beveks.
COMMISSARIS VAN DE BEHEERVENNOOTSCHAP
Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, met als vertegenwoordigend vennoot Marc Van Steenvoort, bedrijfsrevisor en revisor erkend door de Commissie voor het Bank- Financieen Assurantiewezen, Marcel Thirylaan 204, B-1200 Brussel. FINANCIEEL PORTEFEUILLEBEHEER
Het intellectueel beheer van de obligatieportefeuille wordt door de beheervennootschap gedelegeerd aan KBC Asset Management SA, 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg, Luxemburg.
COMMISSARIS, ERKENDE REVISOR VAN HET BELEGGINGSFONDS Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA, met als vertegenwoordigend vennoot de heer Frank Verhaegen, bedrijfsrevisor en revisor erkend door de Commissie voor het Bank- Financie- en Assurantiewezen, Lange Lozanastraat 270, B-2018 Antwerpen. FINANCIËLE DIENST
De financiële dienst zal in België verzekerd worden door: Centea NV, Mechelsesteenweg 180, B-2018 Antwerpen KBC Bank NV, Havenlaan 2, B-1080 Brussel CBC Banque NV, Grote Markt 5, B-1000 Brussel BEWAARDER
KBC Bank N.V., Havenlaan 2, B-1080 Brussel. ADMINISTRATIEF EN BOEKHOUDKUNDIG BEHEER
KBC Asset Management N.V., Havenlaan 2 , B-1080 Brussel. DISTRIBUTEUR
KBC Asset Management S.A., 5, Place de la Gare, L-1616 Luxembourg.
PROMOTOR KBC De officiële tekst van het Beheerreglement is neergelegd bij de CBFA. In geval van afwijkingen tussen de Nederlandstalige en anderstalige uitgaven van het (half)jaarverslag, heeft de Nederlandse tekst de voorrang.
2
BEHEERVERSLAG VAN PRICOS
2.1
LANCERINGSDATUM EN INSCHRIJVINGSPRIJS
Lanceringsdatum: 30 januari 1987 Initiële inschrijvingsprijs: 2000 BEF Uitdrukkingsmunt: EUR
2.2
BEURSNOTERING
Niet van toepassing.
2.3
INFORMATIE AAN DE AANDEELHOUDERS
Overeenkomstig artikel 96 van het wetboek van vennootschappen worden volgende elementen meegedeeld: De balans en de resultatenrekening geven een getrouw overzicht van de ontwikkeling en de resultaten van de instelling voor collectieve belegging. Het deel “Algemeen overzicht van de markten” geeft een beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de instelling voor collectieve belegging geconfronteerd wordt. Er hebben geen belangrijke gebeurtenissen plaatsgevonden na het einde van het boekjaar. Voor omstandigheden die de ontwikkeling van de instelling voor collectieve belegging aanmerkelijk kunnen beïnvloeden, wordt verwezen naar de paragraaf “Vooruitzichten” in het deel “Algemeen overzicht van de markten” van dit verslag. In de instelling voor collectieve belegging zijn er geen werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. De instelling voor collectieve belegging heeft geen bijkantoren. Bij de vaststelling en toepassing van de waarderingsregels, wordt er steeds van uitgegaan dat de instelling voor collectieve belegging haar activiteiten zal voortzetten, zelfs wanneer een verlies blijkt uit de resultatenrekening gedurende twee opeenvolgende boekjaren. Alle gegevens, die noodzakelijk zijn volgens het wetboek van vennootschappen, werden opgenomen in dit verslag. Het risicoprofiel van de instelling voor collectieve belegging, vermeld in de prospectus, geeft een overzicht inzake de beheersing van de risico’s.
2.4
ALGEMEEN OVERZICHT VAN DE MARKTEN
De wereldeconomie dreigde in een negatieve spiraal verzeild te geraken als gevolg van de kredietcrisis van 2008–2009. Enorme budgettaire stimuli en een agressieve monetaire politiek waren nodig om dat negatieve sentiment te doorbreken. Midden 2009 keerde het tij, maar het herstel bleef erg afhankelijk van de stimuli. De Amerikaanse auto- en huizenverkopen verzwakten weer zodra de budgetten voor de schrootpremies uitgeput raakten en de belastingverminderingen voor de aankoop van een eerste woning ophielden. De vrees voor een ‘double dip’ bleek onterecht. In 2010 werden in de VS meer banen gecreëerd dan geschrapt, maar het tempo van de werkgelegenheidsgroei bleef ondermaats. Weinig werkgelegenheidsgroei en nauwelijks loonstijgingen: de toename van de koopkracht van de gezinnen kwam grotendeels op het conto van de fiscale stimuli. Die ondersteunden de consumptie maar matig en werden vooral aangewend om schulden af te bouwen. In de VS werd de groei (+2,8% in 2010) verder afgeremd door de sanering van de financiën van de staten en lokale besturen en door het verder groeiende invoerlek. In Europa bleef de groei (+1,6%) bescheiden, maar vooral ongelijkmatig. In Duitsland, Oostenrijk en Scandinavië was de groei behoorlijk sterk (+3,5 à 4%). De binnenlandse vraag (daling van de werkloosheid, daling van de spaarquote, herneming van de bedrijfsinvesteringen, inhaalbeweging van de bouw) vulde de uitvoer aan als motor van de groei. Griekenland, Ierland en Spanje zijn landen met een vrij bescheiden uitvoersector. Zij kregen te weinig zuurstof om de gevolgen van een restrictief begrotingsbeleid te verzachten. Negatieve groeicijfers konden niet uitblijven. België (+2%) sloot eerder aan bij de sterke kern van de eurozone dan bij de zwakke periferie.
De voorbije recessie en de eerste fase van het herstel hebben ons veel geleerd over de rol van de groeilanden in de wereldconjunctuur. Ze blijven afhankelijk van de uitvoer. De uiteindelijke motor van de economische groei van de regio ligt nog altijd in het Westen (en dat is de Amerikaanse consument), maar de interregionale handel in Azië neemt hand over hand toe. Al even scherp als de inzinking was het economisch herstel sinds het tweede kwartaal van 2009. Dat herstel vond een vervolg in 2010. In vergelijking met het verleden is Azië meer bestand tegen financiële crises. De overheidsfinanciën zijn gezond, de betalingsbalans is meestal in evenwicht (de Chinese vertoont zelfs een astronomisch overschot), de binnenlandse spaarbuffer is hoog. De balansen van de banken zijn minder besmet door toxische activa dan in het Westen. Azië is voor zijn economische ontwikkeling niet langer afhankelijk van het vluchtige buitenlandse kapitaal. Azië is uitgegroeid tot de onbetwistbare groeipool van de wereld. Uitvoer, investeringen in infrastructuur en consumptie vullen elkaar aan in het groeiverhaal. In 2010 is China de VS voorbij gestoken als belangrijkste automarkt in de wereld. In Hongkong, Zuid-Korea en Taiwan lagen de kleinhandelsverkopen eind 2010 respectievelijk 18%, 9% en 7% hoger dan een jaar geleden. De eurocrisis, een nieuwe fase in de kredietcrisis Rond de jaarwisseling 2009–’10 was er grote bezorgdheid dat de kredietcrisis in 2010 in een tweede, en voor de echte doemdenkers dodelijke, fase zou belanden. Dat scenario bleef uit. De Amerikaanse huizenmarkt gleed niet verder af, maar van een herstel is nog geen sprake. De huizenverkopen blijven hangen op het lage activiteitsniveau dat in 2009 werd bereikt, het vertrouwen van promotoren en aannemers blijft onder het vriespunt, huizenprijzen schommelen sinds het voorjaar van 2009 rond een zijwaartse trend die toch ongeveer een kwart lager ligt dan de recordprijzen van september 2005. De hoge schuldgraad van de Amerikaanse gezinnen had een gevaarlijk punt bereikt, waarna instabiliteit dreigde. Ze was zo hoog opgelopen dat een rentestijging al vlug een rentesneeuwbal op gang bracht: elk jaar zou een steeds grotere hap uit het gezinsbudget voor aflossingen en rentebetalingen gereserveerd moeten worden. In 2010 werd de dreiging afgewend. De Amerikaanse consument heeft van de verbetering van zijn inkomenssituatie, hoe zwak die ook was, en de fiscale tegemoetkomingen gebruik gemaakt om zijn excessieve schuldgraad af te bouwen. De lont is uit het kruitvat, tenminste als de rente niet dramatisch begint te stijgen. Belangrijke faillissementen in de bedrijvensector bleven uit. Zelden waren de solvabiliteit en de liquiditeit van de bedrijven zo sterk als vandaag. De vrees voor kredietschaarste is geweken. De banken rapporteerden dat hun kredietvoorwaarden doorheen het voorbije jaar minder streng zijn geworden. Vandaag kunnen ze als ’normaal’ (dus noch strak, noch soepel) bestempeld worden. De vraag naar krediet blijft evenwel zwak. Nieuw was dat aan overheidspapier, vroeger als volkomen risicoloos beschouwd, ook een dimensie van kredietrisico begon te kleven. Wat begon als een geïsoleerd probleem in de periferie van de eurozone groeide uit tot een geloofwaardigheidsprobleem van de muntunie en zijn instellingen. In het najaar van 2009 werd het duidelijk dat de Griekse begrotingssituatie dramatisch slechter was dan de officiële statistieken hadden doen uitschijnen. De vertrouwensbreuk met de geldschieters was compleet en het land stevende af op een bankroet. Na veel gekibbel kwam Europa samen met het Internationaal Monetair Fonds (IMF) op 23 april 2010 over de brug met een reddingsplan van 110 miljard euro. Dat plan moest de financiering van de Griekse overheidsschuld voor de periode tot 2013 veiligstellen. Een precedent was echter geschapen. Na Griekenland kwamen Portugal, Ierland, Spanje en uiteindelijk ook België in het vizier. De oprichting van een European Financial Stability Facility (EFSF), dat over 750 miljard euro beschikt als vangnet voor de schuldfinanciering van andere EMU-lidstaten, kon de gemoederen niet bedaren. De Ierse dominosteen viel in het laatste weekend van november. Een excessieve schuldgraad bij een aantal landen is niet het enige probleem van de EMU. Even belangrijk zijn een almaar wijder wordende kloof in de looncompetitiviteit (Italië, Spanje, Portugal en Griekenland hebben in de loop der tijd een handicap van 30 à 35% opgebouwd tegenover Duitsland) en de chronische tekorten op de betalingsbalans (voornamelijk in Griekenland, Portugal, Spanje, Italië en zelfs Frankrijk).
De economische crisis en de noodzakelijke overheidsinterventies om de financiële sector overeind te houden hebben zowat overal in de westerse wereld de overheidsfinanciën ontwricht. De manier waarop de verschillende overheden met dat probleem omgaan is sterk verschillend. In de VS is (nog) geen sprake van sanering. Het expansieve beleid wordt verder gezet. Het VK, Ierland en Griekenland voeren vrijwillig (VK) of onder druk draconische besparingen door. Duitsland en Nederland saneren ook, maar de saneringen zijn er minder dwingend en minder verstrekkend. Japan, Portugal en Spanje doen inspanningen, maar vooralsnog te weinig om de schuldgraad te stabiliseren. Frankrijk, Italië en België ten slotte moeten nog concrete plannen voorleggen. Het V-vormig herstel van de bedrijfswinsten Even spectaculair als de winstval tijdens de recessie was het herstel van de bedrijfswinsten vanaf het vierde kwartaal van 2009. Het conjunctuurherstel in het Westen mag dan mager uitvallen, bij de bedrijfswinsten was dat zeker niet het geval. Na een omslag van verlies naar winst in het laatste kwartaal van 2009 steeg de winst per aandeel met +99% in het eerste, met +57% in het tweede en met +38% in het derde kwartaal van 2010 (voor het geheel van de ondernemingen uit de Amerikaanse S&P 500). Dat krachtige herstel was niet toe te schrijven aan uitzonderlijke of eenmalige gebeurtenissen, maar deed zich voor in zowat alle sectoren. De laagconjunctuur in het Westen stond een sterke omzetstijging niet in de weg. De opkomende economieën, in hoogconjunctuur, worden almaar belangrijker als afzetmarkt voor westerse bedrijven. Maar meer dan aan de omzetstijging was de winststijging te danken aan een scherpe daling van de (loon)kostendruk. Stijgende grondstofprijzen: meer dan graadmeter van het economische herstel De olieprijs schommelde lange tijd tussen 70 en 80 USD per vat, maar zette in de laatste maanden van 2010 een steil opwaartse beweging in. Eind december werd een prijs van 93 USD betaald, 20% meer dan eind 2009. Ook andere grondstoffen zetten in het voorbije jaar de hausse van 2009 door: goud (+26%), nikkel (+23%), koper (+15%), graan (+13%). Die prijsstijgingen lijken door verschillende factoren te worden aangedreven. Sommige daarvan zijn fundamenteel, andere speculatief. Dankzij de sterke wereldconjunctuur is de vraag, voornamelijk vanuit China, hoog. Dat land lijkt bewust een politiek te voeren om grote reserves industriële metalen aan te leggen en zijn bevoorrading veilig te stellen. Het aanbod hapert door een gebrek aan investeringen in nieuwe mijnen door de onderschatting van de structureel sterke vraag. Meer speculatief is de sterke interesse van beleggers, opgezweept door de recente prijsstijgingen en aangemoedigd door de lage rente en een stuk wantrouwen tegenover ‘papieren’ activa. Toch was er in 2010 nauwelijks of geen opwaartse druk op de inflatie, althans niet in het Westen. In november bedroeg de jaarstijging van de consumptieprijzenindex 1,2% in de VS en 1,9% in de EMU. De kerninflatie, d.i. de stijging van de prijzenindex gezuiverd van de effecten van voedings- en olieprijzen, brokkelde in de loop van het jaar verder af. In de VS daalde de kerninflatie van 1,6% in december 2009 naar 0,7%, in de EMU van 1,3% naar 1,1%. Tegen een achtergrond van een hoog blijvende werkloosheidsgraad, overtollige capaciteiten, loonmatiging en kostenbeheersing kon men moeilijk anders verwachten. Lange tijd was de markt bevreesd voor een nieuwe conjunctuurinzinking die de desinflatoire trend zou ombuigen in een ware deflatie. Dat heeft zich niet voltrokken. De economische groei bleef op peil en begon aan het eind van het jaar zelfs wat te versnellen. Een beleid van (bijna) gratis geld en andere niet-conventionele maatregelen De Fed heeft haar beleidsrente al heel vroeg in de crisis verlaagd. Ze begon daarmee in september 2007, toen de beleidsrente nog 5,25% bedroeg. In december 2008 was die gedaald tot een symbolische 0,25%. De ECB wachtte veel langer en verlaagde haar beleidsrente pas voor het eerst in september 2008. Tussen september 2008 en mei 2009 werd de rente verlaagd van 4,25% tot 1,00%. Het officiële rentetarief bleef sindsdien ongewijzigd. Een vuistregel stelt dat het ongeveer zes maanden duurt voor een renteverlaging een positief effect op de reële economie heeft en dat de effecten uitgewerkt zijn na ongeveer achttien maanden. Niet te verwonderen dat de Amerikaanse centrale bank zich midden 2010 zorgen begon te maken over de effectiviteit van haar monetaire beleid. In juli kondigde zij aan eventueel op grote schaal overheidsobligaties op te kopen. Dat tweede programma van ‘Quantitative Easing’ (vaak aangeduid door QE2) werd op 2 november 2010 effectief opgestart. Het betreft het opkopen van overheidsobligaties voor 600 miljard USD (het equivalent van 5% van de Amerikaanse staatsschuld) in een poging de lange rente ook te beïnvloeden en laag te houden. Dat laatste is misschien niet echt gelukt, maar de actie heeft wel de vrees voor deflatie definitief doen wijken.
Onrustige obligatiemarkten In 2010 daalde de obligatierente lange tijd. Conjunctuurpessimisme en de vlucht naar (Duitse) kwaliteit wegens de eurocrisis voerde de Duitse tienjaarsrente van 3,38% eind 2009 naar een dieptepunt van 2,10% eind augustus 2010. Nadien keerde het beeld. In de voorbije vier maanden steeg de Duitse obligatierente met zo’n 80 basispunten, voornamelijk geïnspireerd door de betere conjunctuurcijfers. In de VS tekende de obligatierente eenzelfde patroon op. De maatregelen van de Fed om op grote schaal staatsobligaties op te kopen, met het uitdrukkelijke doel de lange rente laag te houden of verder te doen dalen, lijken hun doel te missen. Eind 2010 beliep de Amerikaanse tienjaarsrente 3,30%. Op grote schaal werden obligatieportefeuilles herschikt. Schuldpapier van in opspraak geraakte Europese overheden werd gedumpt, internationale garanties ten spijt en gearbitreerd voor Duits papier. Het Belgisch-Duitse renteverschil leed ook onder de spanningen binnen de eurozone. Op een bepaald ogenblik lag de Belgische tienjaarsrente 105 basispunten hoger dan de Duitse. De tijd dat de Belgische overheid nauwelijks een risicopremie betaalde (gemiddeld 5 basispunten in de periode 2002-2007), lijkt wel definitief voorbij. De rentepremie voor Europese bedrijven van goede kwaliteit bedraagt nog altijd ongeveer 195 basispunten. In de loop van 2010 heeft de daling van de creditspreads – die in 2009 heel uitgesproken was geweest – aan kracht ingeboet. Ze werden soms meegesleurd in een negatieve spiraal waarbij de schuldproblemen van een aantal europartners alles wat met kredietrisico te maken had, verdacht maakte. Binnen het segment van bedrijfsobligaties is die opflakkering van risicoafkeer elke keer van korte duur gebleken. Hoe dan ook weerspiegelt een premie van 195 basispunten de verwachting dat over een tijdspanne van vijf jaar meer dan 10% van de debiteuren met ‘investment grade’ failliet zou gaan. Zoiets heeft zich in de voorbije dertig jaar nooit voorgedaan. In de voorbije drie jaar, toch gekenmerkt door een diepe recessie, zijn de verliezen op bedrijfskredieten zelfs opmerkelijk laag gebleven. Aandelen: wel koersstijging, geen opwaardering Een sterk beursjaar werd afgesloten, al zullen myopische Europese beleggers daar weinig van genoten hebben. Traditioneel zijn de aandelenmarkten over hun dieptepunt heen op een ogenblik dat de markt nog overspoeld wordt door barslecht economisch nieuws en het banvloeken van onheilsprofeten regent. Dat was in deze cyclus niet anders. De S&P 500 bereikte een dieptepunt op 9 maart 2009. De beurs keerde dus ongeveer vier maanden voor het dieptepunt van de recessie. Vooruitlopend op het herstel van de bedrijfswinsten maakt de beurs dan een mooie rally. Dat ’normale’ cyclische patroon tilde eind april 2010 de S&P 500 75% hoger dan zijn dieptepunt van 9 maart 2009. Nadien kregen de aandelenmarkten het moeilijk om een tweede adem te vinden. Mooie conjunctuuren winstcijfers verrasten allang niet meer. De schuldcrisis in Griekenland bracht het algemene probleem van de zieke overheidsfinanciën voor het voetlicht, niet alleen in een aantal periferielanden van de eurozone, maar ook in kernlanden als de VS en het VK. De markt raakte beducht voor de negatieve effecten op de groei, als overal in de wereld simultaan draconische besparingsmaatregelen zouden worden genomen. Die vrees voor een double dip werd ook ingegeven door het uitblijven van enig herstel op de Amerikaanse huizenmarkt, de vrees dat het economisch de kracht miste om genoeg werkgelegenheid voort te brengen en een niet-aflatende vrees voor kredietschaarste. Pas tegen het jaareinde werd de teneur opnieuw positief, niet toevallig rond de tijd dat de Fed. haar plannen voor QE2 concretiseerde en daarmee alle vrees voor deflatie week. Al bij al bedroeg de return in euro van de MSCI All Countries (de ruimste wereldindex) in 2010 meer dan 20%. Uiteraard speelde de wisselkoersontwikkeling (zowel USD/EUR als JPY/EUR) een belangrijke rol. De Aziatische opkomende markten bleven profiteren van de economische heropleving in de regio, dat niet uitsluitend afhankelijk bleek van de ontwikkelingen in het Westen, maar ook een eigen dynamiek vertoonde. De returnindex in euro van de MSCI Emerging Asia steeg met 27,8%. Als er ergens sprake is van hoogconjunctuur is het wel hier, want de inflatie begint al wat op te lopen en de centrale banken voeren een strakker monetair beleid. De waardering blijft gunstig, zeker tegen de achtergrond van de hoge groeivooruitzichten, het gezonde macro-economische evenwicht en een banksector die nauwelijks of niet werd getroffen door de kredietcrisis.
Centraal-Europa (+24,6%) bleef worstelen met de gevaarlijke nevenwerkingen van de internationale kredietcrisis. Nu eens kwam de bedreiging uit de Baltische regio of uit Griekenland, dan weer gooiden politici roet in het eten (Hongarije). De Poolse beurs was de meest dynamische en mocht meer dan 80 nieuwe noteringen verwelkomen. Voor Latijns-Amerika (+23,0%) was de link met de grondstofmarkten nooit ver weg. Mexico leed onder het moeizame economische herstel in de VS. Brazilië wist zich geen raad met de toevloed van buitenlands kapitaal en kon de appreciatie van zijn munt onvoldoende afremmen. Onder de klassieke markten was West-Europa (+12,8%), met name de eurozone, een achterblijver. Niet te verwonderen: hier is het risico van een double dip het grootst, hier zijn de zwaarste budgettaire ingrepen te verwachten, en een dreigend faillissement van Griekenland of een andere EMU-partner kan niet zonder zware gevolgen blijven voor de Europese banksector. Onder meer door het overwicht van de bankaandelen bleef de Belgische beurs (koersstijging van de BEL 20: +2;7%) ter plaatse trappelen. Uitschieter was vooral Bekaert, dat kon profiteren van zijn sterke aanwezigheid op de Chinese markt. Verder zetten ook Umicore, Telenet, Ackermans & Van Haaren, AB Inbev en Colruyt sterke prestaties neer. Het positieve beleggingsresultaat van de Japanse beurs (+23,6%) was alleen te danken aan de forse versteviging van de yen. In lokale munt (+1,3%) stelde Japan andermaal teleur. Binnenlandse beleggers zijn sceptisch over de economische en politieke stabiliteit van het land. Buitenlandse beleggers, die vroeger via de beurs van Tokio inspeelden op het Aziatische groeiverhaal, hebben nu betere (en rechtstreekse) alternatieven. Stijlfactoren konden het verschil maken, vooral in de periode april-september, toen de markt zijdelings bewoog. Over de voorbije verslagperiode deden smallcaps het gemiddeld 9,6% beter dan blue chips. De factor groei overtroefde de factor waarde met ongeveer 6%. Tot de best presterende sectoren behoorden de Basismaterialen, de Industriële sectoren en de Cyclische consumentensectoren. Onder de achterblijvers vermelden we de Financiële sectoren, Gezondheidszorg en andermaal de Nutsbedrijven. Mijnbouwers waren de evidente winnaars van de prijshausse in de grondstofmarkten. De producenten van kapitaalgoederen hebben in de recessie sterk in hun kosten gesnoeid. Dat verschafte hen een uitstekende uitgangspositie in de eerste fase van het economische herstel. Een prille heropleving van de omzet bracht een sterke stijging van de winstmarges mee. De autosector floreerde met dank aan de schrootpremies in het Westen en bloeiende verkopen in Azië. Op 18 november werd het nieuwe GM op de beurs ge(her)introduceerd. De bankensector is erg verzwakt uit de kredietcrisis gekomen. De kapitaalbasis was smal geworden, wat haar kwetsbaarheid voor elk accident heeft verhoogd. Vandaar de scherpe reactie van de bankaandelen op iedere opstoot van het kredietrisico. Gelukkig bleef de rentecurve steil waardoor de sector veel zuurstof kreeg. Farmabedrijven leden onder de onzekerheid over de hervorming van het Amerikaans gezondheidsbeleid en de lage visibiliteit van hun resultaten in een jaar, waarin de heropstanding van de bedrijfswinst zo sterk de aandacht trok. Het defensieve karakter speelde ook de Nutsbedrijven parten. Electriciteitsproducenten hebben in toenemende mate last van overcapaciteit. Vastgoed (+29,7%) ging door op zijn elan van 2009. De financiële turbulenties waren zwaar aangekomen in dit segment, waar schuldfinanciering traditioneel een grote rol speelt. Uitzonderlijk was dan weer dat de recessie het commerciële vastgoed en de kantorenmarkt in Europa minder hard heeft getroffen dan in voorgaande recessies was gebeurd en op grond van de ernst van de recessie gevreesd werd. De leegstand is niet abnormaal hoog opgelopen en de huurinkomsten bleven min of meer intact. Dat segment was dan ook een outperformer tijdens het herstel van de beurzen vanaf maart 2009. Daardoor is de korting, waartegen de sector noteerde tegenover zijn intrinsieke waarde, weggewerkt. Van een premie is evenwel nog geen sprake. Al bij al bleef de beursstijging achter op de winststijging van de genoteerde ondernemingen. De waardering is in 2010 dus niet opgelopen.
Vooruitzichten De Amerikaanse ISM, de vertrouwensbarometer voor de verwerkende nijverheid, staat al een aantal maanden op een niveau (57,0 in december) dat voor de komende zes maanden een bbp-groei van 4 tot 4,5% suggereert. Dat is allicht moeilijk haalbaar, gezien het gebrek aan nieuwe banen, de neerwaartse druk op de loonstijgingen en het uitblijven van een herstel in de huizenmarkt. Maar de graadmeter geeft wel aan dat conjunctuurpessimisme evenmin gewettigd is. In 2010 werd namelijk de basis gelegd voor een meer duurzame groei in 2011. De Amerikaanse gezinnen hebben hun schuldgraad sterk afgebouwd, de spaarquote is al fors gestegen en de financiële dienstenlast, (aflossingen en rentebetalingen samen) slorpen nog maar 17% (komt van 19,5%) van het gezinsbudget op. Stilaan ontstaat ademruimte om een groter deel van de koopkracht aan consumptie te besteden. De explosieve winsten in 2010 dikten de al ruime cashposities van de bedrijven verder aan. Tijdens de crisis waren de investeringen sterk teruggeschroefd. De fundamenten worden gelegd om een inhaalbeweging op gang te brengen. Het kerstprogramma van Obama veranderde het Amerikaanse begrotingsbeleid voor 2011 van restrictief naar stimulerend. Op 18 december stemde het Congres in met een nieuw stimuleringspakket van 850 miljard USD (6% van het bbp). De belastingverlagingen van de vorige president Bush worden verlengd tot eind 2012. Die verlenging werd gekoppeld aan een verlaging van de sociale lasten op het loon, een verlenging in de tijd van de werkloosheidsuitkeringen, een aantal consumptieondersteunende maatregelen en, niet onbelangrijk, belastingvoordelen aan bedrijven (versnelde afschrijvingen van investeringen, vrijstelling van dividendbelastingen, … voor 150 miljard USD of 7,5% van de totale winstmassa van de bedrijven). Het programma verlengt de bestaande stimuli en voegt nieuwe toe. Het programma zou in 2011 voor 0,5 procentpunt meer groei kunnen zorgen. Keerzijde van de medaille: het begrotingstekort zal in 2011 maar lichtjes dalen (tot ongeveer 9% van het bbp). Ten slotte plant de Amerikaanse centrale bank (Fed) met zijn aankoopprogramma van staatsobligaties nooit geziene liquiditeitsinjecties. Die zullen ofwel hun weg vinden naar de reële economie, ofwel inflatieverwachtingen creëren. In ieder geval zullen ze de lange rente laag houden en alle vrees voor deflatie wegnemen. Traditioneel stralen de conjunctuurontwikkelingen in de VS af op Europa. De economische groei (+1,5 à 2%) zal in 2011 lager uitvallen dan in de VS (+2,5 à 3%). In Europa is er een grotere noodzaak voor budgettaire sanering en is de monetaire politiek minder agressief. Daar staat wel tegenover dat de reële loonstijgingen, hoe beperkt ook, in Europa toch groter zijn dan in de VS. De wereld van vandaag is er één met twee snelheden. De klassieke, geïndustrialiseerde economieën (VS, Europa, Japan) blijven in een omgeving van laagconjunctuur, zonder inflatie, een aanhoudend lage rente en ontwrichte overheidsfinanciën. Een geheel ander beeld is het in de Nieuwe Wereld. De sterke economische groei heeft in Azië al inflatoire spanningen gekweekt. In China bedroeg de jaarstijging van de consumptieprijzenindex in november 4,4%. Toegegeven, de sterk gestegen voedingsprijzen (+10,4%) verklaren een groot deel van die stijging. Onderliggend is er evenwel meer aan de hand. De lonen stijgen heel snel (met 12 tot 16%). Dat deed de kerninflatie – die begin 2009 nog negatief was – al opveren tot 1,6%. Die ontwikkelingen doen zich ook elders in Azië voor. Het monetaire beleid heeft heel alert op die ontwikkelingen gereageerd. Onder meer in China werd de beleidsrente al verhoogd, reserveverplichtingen opgetrokken, kredietrestricties aangescherpt, enz. De verkrapping van het monetaire beleid lijkt al vruchten af te werpen. Zo is in China het stijgingstempo van de huizenprijzen gedaald van nog 13% op jaarbasis eind 2009 tot 8,5% nu. Het risico op oververhitting lijkt dus onder controle. Wel beperkt de dollarbinding van de Aziatische munten de manoeuvreerruimte van het monetaire beleid van hun centrale banken. Een van de grote uitdagingen voor het nieuwe decennium is het verder ontwikkelen van de consumptie in Azië en in China. Dat kan een bijdrage leveren tot een meer evenwichtige economische wereldorde. Het vermindert niet alleen de uitvoerafhankelijkheid van de regio, maar minstens even belangrijk is de weerslag op de internationale kapitaalstromen. Meer consumptie in China betekent minder besparingen en meer invoer, ook uit de VS. Dat helpt het Westen uit zijn schuldproblemen te ‘groeien’.
Voor de eurozone dringt de tijd. Iedereen weet dat de EMU geen optimale muntunie is. In de twaalf jaar van zijn bestaan werd er weinig ondernomen om de interne werking te versterken. De vesting ‘nationale autonomie’ was niet te slopen. De crisis heeft het besef doen rijpen dat er dringend werk moet worden gemaakt van ‘economic governance’, zoals het nu heet in eurojargon. Concreet gaat het onder meer om een op supranationaal niveau georganiseerd toezicht op de banken, een strikte bewaking en sanctionering van het begrotingsbeleid, bewaking van het loonbeleid en het uitbouwen van een Europese fiscaliteit. In 2011 moet ook de blauwdruk van een nieuwe architectuur voor de euro-obligatiemarkt uitgetekend worden. Het EFSF is goed gespijsd en kan, indien nodig, nog aangedikt worden. Er is een politiek akkoord om het fonds ook na 2013 veilig te stellen. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) kan een grotere rol gaan spelen en op ruimere schaal overheidsobligaties van bedreigde lidstaten opkopen. Daarmee wordt tijd gekocht. Een periode van drie jaar is kort om een ambitieus programma te realiseren. Om de stabiliteit van het financieel systeem te garanderen, moet de kapitaalbasis van de banken verder worden verstevigd, zodat voldoende buffers aanwezig zijn om provisies en onverwachte afschrijvingen op te vangen. Dat blijft in 2011 even belangrijk als in 2010 en allicht ook nog in de jaren daarna. Daartoe worden inderdaad alle noodzakelijke maatregelen genomen, zoals de oprichting van het EFSF met de garantie dat de overheidsobligaties van alle EMU-partners correct hun verplichtingen honoreren, de goedkeuring van een nieuwe bankenwet in de VS, het organiseren van stresstests om na te gaan of de banken over voldoende kapitaal beschikken om een nieuwe ernstige crisis het hoofd te bieden en het geleidelijk invoeren van strengere kapitaalnormen in het kader van Basel III. Het handhaven van een (quasi-) nultarief voor de geldmarktrente past ook in dat kader. Zolang de laagconjunctuur in het Westen aanhoudt en er geen inflatoire spanningen optreden, zijn er overigens macro-economisch geen dwingende redenen om een restrictiever beleid te voeren. Toch een nuance. De ECB is altijd wat wereldvreemd en zou wel eens kunnen verrassen. Als de sterke conjunctuurcijfers in Duitsland blijven aanhouden, is het niet uitgesloten dat de harde vleugel van het directiecomité het pleit wint en dat vroeger dan verwacht de rente wordt ‘genormaliseerd’ om zo ‘vroegtijdig’ een inflatieprobleem te voorkomen. Allicht heeft de obligatierente de bocht genomen. De obligatierente kan verder stijgen, gevoed door een betere economische omgeving (of toch het verder afschrijven van neerwaartse groeirisico’s). Daardoor zal de markt al in de loop van het jaar kunnen anticiperen op een strakker monetair beleid. Eerst zullen een aantal ’onconventionele maatregelen’ worden teruggeschroefd, pas daarna kan de markt anticiperen op een normalisering van de beleidsrente. De vrees voor een complete budgettaire ontsporing in de VS en/of inflatievrees door het onorthodoxe beleid in het recente verleden kunnen de risicopremie opvoeren. Die rentestijging hoeft niet heel sterk te zijn. De steilheid van de rentecurve is uitzonderlijk en de beweging van de voorbije vier maanden heeft al op die ontwikkelingen vooruit gelopen. De markt zal volatiel blijven. Op korte termijn is een neerwaartse correctie heel waarschijnlijk. De Fed zal dat zeker proberen te forceren. De premie voor het debiteurenrisico in de markt van de bedrijfsobligaties is zeer hoog, zowel in een historisch perspectief als tegen de achtergrond van de gezonde financiële structuur van de meeste ondernemingen. Er is dus nog veel potentieel voor spreadvernauwing. De renteverschillen binnen de EMU zullen allicht nog lang hoog blijven en zeker volatiel, gegeven de veelheid aan knelpunten die de muntunie het hoofd moet bieden. Dankzij de groei in de opkomende markten kan de groei van de wereldeconomie in 2011 op 4,5 à 5% uitkomen. Dat groeicijfer is sterk vergelijkbaar met dat van 2010 en meer dan het gemiddelde van de afgelopen veertig jaar. Het is een van de redenen om te verwachten dat in 2011 de bedrijfswinsten alweer sterk kunnen stijgen.
Het lijkt een paradox: de bedrijven zijn als overwinnaars uit de crisis van 2008–2009 gekomen. Ze hebben tijdens de recessie zwaar geherstructureerd en plukken daar nu de vruchten van. De kostenbeheersing gaat verder dan (eenmalige en soms spectaculaire) herstructureringsoperaties en is ingebed geraakt in de bedrijfscultuur. De recessie van 2008–2009 heeft bedrijven aangezet nog bewuster met risico’s (geld en dus kosten) om te springen. Investeringsprojecten worden aan een grondigere rendabiliteitsstudie onderworpen. Een combinatie van schuldafbouw en de lage rente doet de financiële kosten scherp dalen. De globalisering (druk van delokalisatie) en de hoog blijvende werkloosheidsgraad ontnemen werknemers alle macht om scherpe looneisen te stellen. Veel meer dan koopkrachtbehoud valt er niet te rapen. Van reële loonstijging is geen sprake. Kortom, elke eurocent bijkomende omzet vloeit (bijna) volledig als vergoeding naar de factor ‘Kapitaal’ af. Voor kalenderjaar 2011 wordt op het niveau van de S&P 500 een winststijging met 13,5% verwacht. Voor de MSCI Europe-index bedraagt de verwachte winststijging 15%. Tegen de achtergrond van een behoorlijke groei op wereldvlak (+4,5 à 5%), zal prijsstijging (ca. +2%) en verdere margeverruiming gemakkelijk haalbaar zijn. In die verwachtingen voor de VS zijn de effecten van Obama’s kerstprogramma bovendien nog niet verwerkt, waardoor de winststijging in 2011 met 5 à 7 procentpunt kan worden opgekrikt. Als die verwachtingen werkelijkheid worden – en niets wijst op het tegendeel – zou de gezamenlijke winstmassa van de bedrijven uit de S&P 500 al in het eerste kwartaal van 2011 het niveau van het tweede kwartaal van 2007 (het hoogste niveau ooit) overstijgen. De geldmarktrente zal niet snel stijgen, de obligatierente bevindt zich dichtbij historische dieptepunten. Het lijkt wel of alles naar aandelen wijst als meest interessante beleggingsalternatief voor de komende maanden. Maar sinds de dieptepunten van maart 2009 staat de Euro Stoxx 50 54%, de BEL 20 69%, de Dow Jones zelfs 77% hoger. Zit al het goede nieuws dan al niet in de koersen verrekend? Wellicht niet. De bovenvermelde indices staan nog altijd 18% (Dow Jones), 39% (Euro Stoxx 50) en 46% (BEL 20) onder hun historische piek van oktober 2007. Zowel de wereldeconomie als de bedrijfswinsten zullen de niveaus van voor de crisis tegen het einde van dit jaar al opnieuw overschrijden. Aandelen zijn op dit ogenblik dus veeleer goedkoop. Op basis van de verwachte winst voor 2011 bedraagt de koerswinstverhouding (K/W) 14,2 voor de S&P 500 en 10,9 voor de MSCI Europe. Dat is respectievelijk 20% en 30% lager dan het historische gemiddelde. In vergelijking met obligaties zijn aandelen zeker goedkoop. Het winstrendement, d.i. het omgekeerde van de K/W, bedraagt voor de MSCI Europe nu 9,20%, een nooit geziene premie van 640 basispunten boven de Duitse obligatierente. Redactie beëindigd op 4 januari 2011.
2.5
DOEL EN KRACHTLIJNEN VAN HET BELEGGINGSBELEID
DOEL VAN HET FONDS : Het voornaamste doel van het Fonds bestaat erin de houders van rechten van deelneming een zo hoog mogelijk rendement te bieden d.m.v. rechtstreekse of onrechtstreekse beleggingen in verhandelbare effecten. Dit komt tot uiting in een streven naar meerwaarden en inkomsten. Daartoe worden de activa, rechtstreeks of onrechtstreeks via financiële instrumenten met een gelijklopende evolutie, hoofdzakelijk belegd in aandelen en obligaties.
BELEGGINGSBELEID VAN HET FONDS : CATEGORIEËN VAN TOEGELATEN ACTIVA : De beleggingen van het Fonds kunnen bestaan uit effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, deposito’s, financiële derivaten, liquide middelen en alle andere instrumenten voor zover en in de mate dit toegelaten is door de toepasselijke regelgeving en kadert binnen het hierboven vermelde doel.
TOEGELATEN DERIVATENTRANSACTIES : Het gebruik van derivaten dient ter risicodekking dan wel ter verwezenlijking van beleggingsdoelstellingen. De beleggingen worden op geregelde tijdstippen aangepast aan de beleggingsstrategie van het Fonds. Bovendien kan met al dan niet genoteerde derivaten worden gewerkt om de doelstellingen te verwezenlijken: het kan gaan om termijncontracten, opties of swaps m.b.t. effecten, indexen, munten of rente of om andere transacties met derivaten. Niet genoteerde derivatentransacties worden enkel afgesloten met financiële instellingen van eerste rang die gespecialiseerd zijn in dit type van transacties. Dergelijke derivaten kunnen ook worden gebruikt om de activa te beschermen tegen wisselkoersschommelingen. Het Fonds streeft ernaar om, binnen de toepasselijke regelgeving en het beheerreglement, steeds de meest doelgerichte transacties af te sluiten. Het Fonds kan contracten afsluiten die betrekking hebben op een kredietrisico op emittenten van schuldinstrumenten. Het kredietrisico is het risico dat de emittent van het schuldinstrument in gebreke blijft. Dit kredietrisico heeft betrekking op partijen, waarvan de kredietwaardigheid op het moment van het sluiten van het contract evenwaardig is aan die van de emittenten van wie het fonds rechtstreeks schuldinstrumenten aanhoudt. Het fonds kan gebruik maken van kredietderivaten zodra het activiteitenprogramma door de CBFA is goedgekeurd.
Bepaalde strategie: Het pensioenspaarfonds is in hoofdzaak gericht op kapitaalaangroei op lange termijn onder verantwoordelijkheid van de beheersvennootschap. In uitvoering van de voorschriften van artikel 145 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 moeten de activa van het fonds en de inkomsten van die activa, na aftrek van de kosten, uitsluitend worden belegd in de investeringen vermeld en binnen de grenzen vastgelegd in 1° tot 4° hierna 1° ten hoogste 20 % van de in bezit zijnde investeringen die hierna zijn omschreven in 2° tot 4°, mogen in een andere munt dan de euro uitgedrukt zijn; 2° ten hoogste 75 % van de in bezit zijnde activa mogen worden geïnvesteerd in obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, in hypothecaire leningen en in gelddeposito's binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende modaliteiten : - in obligaties en andere schuldinstrumenten in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven of onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, door een van zijn politieke onderafdelingen, door andere openbare lichamen of instellingen van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte of door een supranationale organisatie waarvan een of meer leden van de Europese Economische Ruimte deel uitmaken of in hypothecaire leningen in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte;
- maximum 40 % van het totaal van die obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die hypothecaire leningen en van die gelddeposito's mag bestaan uit activa, in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven door publiek- of privaatrechtelijke vennootschappen uit een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, of uit gelddeposito's, in euro of in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, met een looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van deze Lidstaat; - maximum 40 % van het totaal van die obligaties en andere schuldinstrumenten die op de kapitaalmarkt verhandelbaar zijn, van die hypothecaire leningen en van die gelddeposito's mag bestaan uit activa, in de munt van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, uitgegeven of onvoorwaardelijk gewaarborgd, in hoofdsom en in interest, door een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, door andere openbare lichamen of instellingen van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, of door een supranationale organisatie waarvan geen enkel lid van de Europese Economische Ruimte deel uitmaakt, of uit activa in de munt van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, met een looptijd van meer dan één jaar, uitgegeven door publiek- of privaatrechtelijke vennootschappen uit diezelfde Staat, of uit gelddeposito's, in de munt van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, met een looptijd van meer dan één jaar bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van deze Staat; 3° ten hoogste 75 % van de in bezit zijnde activa mogen rechtstreeks worden geïnvesteerd in de volgende aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden binnen de volgende grenzen en overeenkomstig de volgende modaliteiten: - maximum 70 % van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte waarvan de beurskapitalisatie meer bedraagt dan 1.000.000.000 EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt; - maximum 30 % van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en waarvan de beurskapitalisatie minder bedraagt dan 1.000.000.000 EUR of de tegenwaarde daarvan uitgedrukt in de munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte en die genoteerd zijn op een gereglementeerde markt; - maximum 20 % van het totaal van die aandelen en waarden mag rechtstreeks bestaan uit aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waarden van vennootschappen naar het recht van een Staat die geen lid is van de Europese Economische Ruimte, die niet in euro of in een munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte zijn uitgedrukt, en die genoteerd zijn op een regelmatig werkende markt, waarop wordt toegezien door overheden die erkend zijn door de publieke overheid van een Lidstaat van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling; 4° ten hoogste 10 % van de tegoeden mogen worden geïnvesteerd in contanten op een rekening in euro of in een munt van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte, bij een kredietinstelling die is erkend en wordt gecontroleerd door een toezichthoudende overheid van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte. De netto inventariswaarde van het Fonds wordt uitgedrukt in euro. Aan de hand van deze beleggingen hoopt het Fonds zijn aandeelhouders het volgende te bieden: een rendement dat overeenstemt met dat van de referentievaluta, met name de euro mogelijke meerwaarden.
Kenmerken van de obligaties en schuldinstrumenten: De activa worden geheel of gedeeltelijk belegd in obligaties en schuldbewijzen, zowel uitgegeven door bedrijven als door overheidsinstanties. De gemiddelde rating van de beleggingen is AA Standard&Poors of een equivalente rating van Moody’s of Fitch. Bij de selectie van de obligaties en schuldinstrumenten worden alle looptijden in aanmerking genomen.
Europese spaarfiscaliteit: De inkomsten van deze ICB zijn niet onderworpen aan de Europese spaarfiscaliteit zoals zij in België geldt overeenkomstig de Wet van 17 mei 2004 – Wet tot omzetting in het Belgisch recht van de richtlijn 2003/48/EG van 3 juni 2003 van de Raad van de Europese Unie betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling en tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 inzake de roerende voorheffing. Heffing op het rendement bekomen naar aanleiding van de inkoop van eigen rechten van deelneming in collectieve beleggingsinstellingen in effecten: De inkomsten uit deze ICB zijn niet onderworpen aan de heffing op het rendement bekomen naar aanleiding van de inkoop van eigen rechten van deelneming in collectieve beleggingsinstellingen zoals ingevoerd door de Programmawet van 27 december 2005.
2.6
INDEX EN BENCHMARK
Niet van toepassing
2.7
TIJDENS HET BOEKJAAR GEVOERD BELEID
De vrees voor een dubbele dip in 2010 bleek onterecht. Massieve budgettaire stimuli en een agressieve monetaire politiek konden het tij doen keren. Maar het herstel bleef erg afhankelijk van die stimuli. De koopkracht van de gezinnen werd er positief door beïnvloed maar de werkgelegenheidsgroei bleef ondermaats en van loonstijgingen was er nauwelijks sprake. In Europa bleef de groei bescheiden maar vooral ongelijkmatig: behoorlijk sterk in Duitsland, Oostenrijk en Scandinavië en negatieve groeicijfers in Griekenland, Ierland en Spanje. Binnen de eurozone kon men onderscheid maken tussen de sterke kern en de zwakke periferie. In de groeilanden bleef het herstel zich verderzetten. Ofschoon ze afhankelijk blijven van de uitvoer is Azië uitgegroeid tot de onbetwistbare groeipool van de wereld. In 2010 daalde de obligatierente lange tijd. Wat begon als een geïsoleerd probleem in de periferie van de eurozone groeide uit tot een geloofwaardigheidsprobleem van de muntunie en zijn instellingen. Overheidspapier bleek niet meer zonder risico en het gebrek aan vertrouwen in een krachtdadige aanpak van de problemen leidde tot een vlucht uit de perifere markten (Griekenland, Ierland, Spanje, Portugal) naar kwaliteit (Duits overheidspapier). In de bedrijvensector bleven belangrijke faillissementen uit. Solvabiliteit en liquiditeit van de bedrijven waren bijzonder sterk. Bedrijfsobligaties presteerden dan ook erg goed. De spectaculaire val van de bedrijfswinsten tijdens de recessie werd gevolgd door een even fors herstel ervan. Deze omslag stond in schril contrast met het mager conjunctuurherstel in het Westen. Deze sterke winststijgingen waren dan ook vooral te wijten aan een scherpe daling van de kostendruk en de hoogconjunctuur in de groeilanden. In een scenario van lage rendementen op de geld- en kapitaalmarkten en een economisch herstel met goede vooruitzichten voor de winstontwikkeling van de bedrijven werden in Pricos aandelen overwogen ten nadele van obligaties. Aandelen werden tijdens het boekjaar ca. 2% tot 3% overwogen ten opzichte van hun benchmarkgewicht (65%) in de portefeuille. Het obligatieluik van Pricos bestond uit overheidsobligaties. De duratie van de portefeuille werd heel het jaar door kort gehouden. De sterke concentratie in Belgisch overheidspapier werd afgebouwd en er werd meer gediversifieerd binnen de EMU-zone, alsook naar andere munten en landen (VS, Zweden, Noorwegen) buiten de EMU-zone om de diversificatie van de obligatieportefeuille te vergroten en het muntrisico meer te spreiden. Binnen het aandelenluik van Pricos ligt de regionale klemtoon van de beleggingen op de eurozone. Binnen deze regio wordt er nog een onderscheid gemaakt tussen zogenaamde ‘large caps’ en ‘small caps’, en dit op basis van de betreffende bepalingen die voor pensioenspaarfondsen gelden voor beide categorieën van aandelen. Binnen het blok van ‘large caps’ van de eurozone bleven de sectorale accenten eerder beperkt. Voor de small caps van de eurozone werden er geen sectorale accenten gelegd. Behoudens de eurozone wordt er tevens belegd in regio’s buiten de eurozone met inachtname van de wettelijke beperkingen die gelden voor dit soort van fondsen. Rekening gehouden met de gunstige vooruitzichten voor een aantal regio’s buiten de eurozone, met name Noord-Amerika en een aantal groeilanden vooral in de regio Zuidoost Azië, werden de mogelijkheden om hier te beleggen maximaal benut in de portefeuille. Per saldo behaalde Pricos over het afgelopen boekjaar 2010 een beleggingsresultaat van 4%.
2.8
TOEKOMSTIG BELEID
De wereld van vandaag is er één met twee snelheden met elk hun specifieke uitdagingen. De klassiek geïndustrialiseerde economieën (VS, Europa, Japan) blijven in een omgeving van laagconjunctuur, zonder inflatie, een aanhoudend lage rente en ontwrichte overheidsfinanciën. De Nieuwe Wereld is er één met een sterke economische groei met daaraan gekoppeld het risico van inflatoire inspanningen. In de VS werd in 2010 de basis gelegd voor een meer duurzame groei in 2011. Traditioneel stralen de conjunctuurontwikkelingen in de VS af op Europa. De economische groei zal in 2011 lager uitvallen dan in de VS. Voor de eurozone zal de interne werking van de EMU als muntunie versterkt dienen te worden. Onder externe druk groeit het besef dat economische eenmaking een onvoldoende voorwaarde is om een muntunie optimaal te laten functioneren. Het politiek besef, de wil en noodzaak om supra-nationaal een aantal dingen te organiseren is meer dan ooit aan de orde ! De ambities zijn groot en de realisaties ervan zullen niet rimpelloos verlopen, noch voor de eurozone en haar muntunie, noch voor de financiële markten ! Rekening gehouden met de laagconjunctuur in het Westen, en het ontbreken van inflatoire spanningen zijn er macro-economisch geen dwingende redenen tot een restrictief monetair beleid. Een betere economisch klimaat en/of het wegvallen van neerwaartse groeirisico’s kan de obligatierente doen stijgen. Maar de steilheid van de rentecurve en de beweging van de voorbije maanden heeft hierop reeds goeddeels geanticipeerd. De renteverschillen binnen de EMU zullen allicht nog hoog blijven en vooral een volatiel karakter hebben, gegeven de problemen waarmee de muntunie wordt geconfronteerd. Met een groei van de wereldeconomie in 2011 op 4.5 à 5%, een cijfer dat sterk vergelijkbaar is met dat van 2010 en meer dan het gemiddelde van de afgelopen veertig jaar, mag men in 2011 opnieuw rekenen op relatief sterke bedrijfswinststijgingen. Gegeven hierboven geschetst scenario zullen in de globale allocatie van Pricos, aandelen vooralsnog overwogen blijven ten nadele van obligaties. Binnen het aandelenluik blijven de gewichten van de groeilanden maximaal benut. Voor wat betreft de eurozone, en meer in het bijzonder voor de waarden met een grote marktkapitalisatie, zal de sectorallocatie vrij neutraal getint blijven. Voor het obligatieluik van Pricos wordt het afwachten of het economisch herstel zich doorzet, of dat de markt reeds te sterk op dit herstel heeft geanticipeerd. Het is niet uitgesloten dat we een negatieve weerslag krijgen van een te groot optimisme ergens in het voorjaar. De duratie van de portefeuille blijft vooralsnog ongewijzigd met nadruk op diversificatie van de risico’s.
2.9
RISICOKLASSE
Huidige risicoklasse: 3 Risicoklasse bij lancering: 4 Op een schaal van 0 tot 6. De synthetische risico-indicator geeft een aanduiding van het risico dat is verbonden aan de belegging in een instelling voor collectieve belegging, compartiment of fonds. Die aanduiding geeft een risico aan op een schaal tussen nul (kleinste risico) en zes (grootste risico). Wijziging in de risicoklasse: De (her)berekening van de risicoklasse gebeurt volgens de circulaire ICB 3/2007 van de CBFA van 8 juni 2007. Een risicoklasse kan in de loop van de tijd evolueren. Wijziging van de marktvolatiliteit, bijvoorbeeld, zal het risicoprofiel beïnvloeden. De risicoklasse dient aangepast indien een fonds gedurende twee opeenvolgende semestriële berekeningen in een andere risicoklasse scoort dan de oorspronkelijk toegekende. De aangepaste risicoklasse wordt opgenomen in de (half)jaarverslagen, samen met de risicoklasse bij lancering.
3
BALANS Balansschema TOTAAL NETTO ACTIEF
31/12/2010
31/12/2009
(in de valuta van het fonds)
(in de valuta van het fonds)
3.076.368.395,74
2.937.835.314,88
771.088.649,17 81.067.117,43
696.567.334,93 207.995.022,13
2.077.045.387,81 74.090.461,84
2.018.758.533,92 197.894.274,35
2.206.784,05
2.291.670,12
14.536,61
113.927,78
3.127.039,80
2.917.722,95
-5.969.469,78 -81.067.117,43
-4.564.815,92 -207.995.022,13
230.825.271,58
222.542.224,00
-0,49 962.430,91 -2.932.233,92
-0,49 1.943.739,43 -2.735.021,84
TOTAAL EIGEN VERMOGEN
3.076.368.395,74
2.937.835.314,88
A.
Kapitaal
2.426.607.109,73
2.405.816.554,73
B.
Deelneming in het resultaat
173.215,13
2.847.454,20
C.
Overgedragen resultaat
532.018.760,10
D.
Resultaat van het boekjaar
117.569.310,78
529.171.305,95
I.A.A Effecten/geldmarktinstrumenten
81.067.117,43
207.995.022,13
IX
74.090.461,84
197.894.274,35
II.
Effecten, geldmarktinstrumenten, ICB's en financiële derivaten
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties a} Ontvangen collateral in obligaties C. Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen Waarvan uitgeleende aandelen b) ICB's met een vast aantal rechten van deelneming D. Andere effecten IV. Vorderingen en schulden op ten hoogste één jaar
A. B.
Vorderingen a) Te ontvangen bedragen Schulden a) Te betalen bedragen (-) d) Collateral (-)
V.
Deposito's en liquide middelen
A.
Banktegoeden op zicht
VI. Overlopende rekeningen
A. Over te dragen kosten B. Verkregen opbrengsten C. Toe te rekenen kosten (-)
Posten buiten-balanstelling I
Zakelijke zekerheden (+/-)
I.A
Collateral (+/-)
Uitgeleende financiële instrumenten
4
RESULTATENREKENING Resultatenrekening
I.
Waardeverminderingen, minderwaarden en meerwaarden
A.
Obligaties en andere schuldinstrumenten a) Obligaties Geldmarktinstrumenten Aandelen en andere met aandelen gelijk te stellen waardepapieren a) Aandelen b) ICB's met een vast aantal rechten van deelneming Andere effecten ICB's met een veranderlijk aantal rechten van deelneming Vorderingen, deposito's, liquide middelen en schulden Wisselposities en -verrichtingen b) Andere wisselposities en verrichtingen
B. C.
D. E. G. H.
II.
31/12/2009 (in de valuta van het fonds)
-18.014.402,88 -333.762,10
5.319.685,79 -578.250,00
70.128.540,48
481.461.619,19
236.651,40
800.598,61
-228.748,03
-496.911,83 -1.071.555,35
14.508,68
-14.509,12
30.023.380,33
-5.166.480,12
42.022.367,40
46.594.207,18
31.571.797,17 625.992,05 -15.303,67
34.302.728,95 872.373,84 -22.806,02
Opbrengsten en kosten van de beleggingen
A. B.
Dividenden Interesten a) Effecten en geldmarkt instrumenten b) Deposito's en liquide middelen C. Interesten in gevolge ontleningen (-) III.
Andere opbrengsten
A.
Vergoeding tot dekking van de kosten van verwerving en realisatie van de activa, tot ontmoediging van uittredingen en tot dekking van leveringskosten Andere
B.
31/12/2010 (in de valuta van het fonds)
-0,99 48.400,37
IV. Exploitatiekosten
A.
Verhandelings- en leveringskosten betreffende beleggingen (-) B. Financiële kosten (-) C. Vergoeding van de bewaarder (-) D. Vergoeding van de beheerder (-) a) Financieel beheer b) Administratief- en boekhoudkundig beheer E. Administratiekosten (-) F. Oprichtings- en organisatiekosten (-) H. Diensten en diverse goederen (-) J. Taksen K. Andere kosten (-)
-2.553.804,25
-2.237.933,09
-1.264,40 -2.164.537,22
-485,04 -1.680.641,85
-25.060.996,22 -4.484.532,37 -13.515,56 -8.805,73 -2.461.252,48 -1.761.402,19
-21.356.701,69 -3.899.202,43 2,43 -2.629,14 -18.883,41 -2.351.270,49 -1.281.649,47
35.743.142,90
48.917.108,78
117.569.310,78
529.171.305,95
117.569.310,78
529.171.305,95
Opbrengsten en kosten van het boekjaar (halfjaar)
Subtotaal II + III + IV vóór belasting op het resultaat V.
Winst (verlies) uit gewone bedrijfsuitoefening
VII. Resultaat van het boekjaar
Bestemming van de resultaten I.
Te bestemmen winst (te verwerken verlies)
Overgedragen winst (overgedragen verlies) van het vorige boekjaar Te bestemmen winst (te verwerken verlies) van het boekjaar Ontvangen deelnemingen in het resultaat (uitgekeerde deelnemingen in het resultaat) III.
Over te dragen winst (over te dragen verlies)
31/12/2010
31/12/2009
(in de valuta van het fonds)
(in de valuta van het fonds)
649.761.286,01
532.018.760,15
532.018.760,10 117.569.310,78
529.171.305,95
173.215,13
2.847.454,20
649.761.286,01
532.018.760,15
5
SAMENVATTING VAN DE BOEKINGS- EN WAARDERINGSREGELS
5.1
SAMENVATTING VAN DE REGELS
Samenvatting van de waarderingsregels overeenkomstig het KB van 10/11/2006 op de boekhouding, de jaarrekening en de periodieke verslagen van bepaalde openbare instellingen voor collectieve belegging met een veranderlijk aantal rechten van deelneming. De waardering van de activa gebeurt op de volgende manier: De effecten, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en financiële derivaten worden bij aankoop en verkoop in de boekhouding opgenomen tegen hun aankoopprijs, respectievelijk verkoopprijs. De bijkomende kosten zoals verhandelings- en leveringskosten worden onmiddellijk ten laste gebracht van de resultatenrekening. De effecten, geldmarktinstrumenten en financiële derivaten worden na de eerste opname gewaardeerd tegen hun reële waarde op basis van volgende regels: o Voor de waarden die op een actieve markt worden verhandeld zonder toedoen van derde financiële instellingen wordt de slotkoers weerhouden voor de waardering aan reële waarde; o Voor vermogensbestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat die functioneert door toedoen van derde financiële instellingen die een doorlopende notering waarborgen van bied- en laatkoersen , wordt de op die markt gevormde actuele biedkoers weerhouden voor de waardering van de activa. Gezien evenwel de meeste internationale benchmarks midprijzen gebruiken, en de dataproviders geen biedprijzen kunnen aanleveren (vb. JP Morgan, iBoxx, MSCI, …) worden voor de waardering van schuldinstrumenten aan reële waarde de midprijzen weerhouden, zoals voorzien in de toelichting bij voornoemd KB. De methode om deze midprijzen te corrigeren ten einde te komen tot de biedkoers wordt niet weerhouden wegens onvoldoende betrouwbaarheid en mogelijke grote schommelingen. o Voor de waarden waarvan de laatst gekende koers niet representatief is, en voor de waarden die niet toegelaten zijn tot een officiële notering of een andere georganiseerde markt, gebeurt de waardering als volgt: Voor de waardering aan reële waarde wordt de actuele reële waarde van soortgelijke vermogens-bestanddelen waarvoor een actieve markt bestaat weerhouden, mits deze reële waarde wordt aangepast rekening houdend met de verschillen tussen de gelijkaardige vermogensbestanddelen. Indien geen reële waarde van soortgelijke vermogensbestanddelen bestaat, wordt de reële waarde bepaald aan de hand van andere waarderingstechnieken die maximaal gebruik maken van marktgegevens, die consistent zijn met de algemeen aanvaarde economische methodes, en die op regelmatige basis worden geijkt en getest. Indien er voor vermogensbestanddelen geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat, wordt bij de waardering bovendien rekening gehouden met hun onzeker karakter op grond van het risico dat de betrokken tegenpartijen hun verplichtingen niet zouden nakomen. o Aandelen waarvoor geen georganiseerde of onderhandse markt bestaat, en waarvan de reële waarde niet betrouwbaar kan worden bepaald zoals hierboven vermeld, worden gewaardeerd aan kostprijs. Op deze aandelen worden bijzondere waardeverminderingen toegepast zo er hiervoor objectieve aanwijzingen zijn. o Voor de rechten van deelneming in instellingen voor collectieve beleggingen (waarvoor geen georganiseerde markt bestaat) gebeurt de waardering aan reële waarde tegen hun laatste netto-inventariswaarde.
De liquiditeiten, met inbegrip van tegoeden op zicht bij kredietinstellingen, de verbintenissen in rekening-courant ten aanzien van kredietinstellingen, op korte termijn te betalen en te ontvangen bedragen die niet belichaamd zijn in verhandelbare effecten of geldmarktinstrumenten (andere dan ten aanzien van kredietinstellingen), fiscale tegoeden en schulden worden gewaardeerd tegen hun nominale waarde. Andere vorderingen op termijn die niet belichaamd zijn in verhandelbare effecten of geldmarktinstrumenten worden gewaardeerd tegen hun reële waarde. Op tegoeden, te ontvangen bedragen en vorderingen worden waardeverminderingen toegepast zo er voor het geheel of een gedeelte ervan onzekerheid bestaat over de betaling hiervan op de vervaldag of zo de realisatiewaarde van deze activa lager is dan de aanschaffingswaarde. Er worden aanvullende waardeverminderingen geboekt op de in de vorige alinea bedoelde tegoeden, bedragen en vorderingen om rekening te houden met hetzij de evolutie van hun waarde, hetzij met de risico's inherent aan de aard van de betrokken activa. De opbrengsten die voortvloeien uit effectenleningen worden verwerkt als leningrente. Deze opbrengsten worden prorata temporis voor de looptijd van de verrichting in de resultatenrekening opgenomen. De waarden uitgedrukt in een andere munt dan die van het desbetreffende compartiment worden omgezet in de munt van het compartiment tegen een wisselkoers op basis van de laatst gekende middenkoers.
VERSCHILLEN Soms kan er een licht verschil voorkomen tussen de netto-inventariswaarde zoals gepubliceerd in de pers en deze in onderhavig verslag. Dan betreft dit minimale afwijkingen in de berekening van de netto-activa, die na de publicatie in de pers werden opgemerkt. Indien een dergelijke afwijking een bepaalde tolerantiegrens bereikt of overschrijdt, wordt het verschil vergoed. Deze tolerantiegrens wordt voor de toe- en uittreders en de bevek bepaald als een bepaald percentage van de inventariswaarde respectievelijk de netto-activa. Deze tolerantiegrens bedraagt: o geldmarktfondsen: 0,25% o obligatiefondsen, gemengde fondsen en kapitaalbeschermde fondsen: 0,50% o aandelenfondsen: 1% o andere fondsen (vastgoedfondsen,…): 0,50% Aangezien onderstaande effectenbeurzen gesloten waren op 31/12/2010 en het fonds voor 20 % of meer belegd was in effecten genoteerd op deze gesloten effectenbeurzen, gebeurt de waardering van de financiële staten van het fonds op 30/12/2010 in plaats van op 31/12/2010. Gesloten effectenbeurzen: Buenos Aires, Wenen, Sao Paolo, Zurich, Santiago, Bogota, Tsjechoslowakije, Frankfurt, Optiebeurs Duitsland, Copenhagen, Madrid, Talin, Helsinki, Jakarta, Milaan, Rome, Jasdaq, Osaka, Tokyo, Seoel, Kosdaq, Kuala Lumpur, Oslo, Manila, Boekarest, Sofia, Stockholm, Bangkok
5.2
WISSELKOERSEN 30.12.2010 5,281300 1,312200 2,210200 1,327900 1,244300 8,767200 25,177000 7,454800 0,862950 10,334900 279,580000 11947,160000 59,709300 255,000000 108,570000 1507,374146 1 EUR = 16,447700 4,095500 7,822000 1,729600 3,731600 58,188400 3,967500 40,603100 1,711300 239,640000 40,038600 2,062900 38,683800 1,328200 8,853900
ARS AUD BRL CAD CHF CNY CZK DKK GBP HKD HUF IDR INR ISK JPY KRW MXN MYR NOK NZD PEN PHP PLN RUB SGD SIT THB TRY TWD USD ZAR
31.12.2010 5,328700 1,308800 2,227000 1,333000 1,250500 8,840400 25,09000 7,452100 0,856850 10,428800 278,350000 12087,370000 59,987400 242,500000 108,810000 1522,525146 16,546700 4,136700 7,797800 1,717300 3,7765100 58,773300 3,963600 40,953500 1,718600 239,640000 40,441100 2,064700 39,114900 1,341600 8,875400
ARS AUD BRL CAD CHF CNY CZK DKK GBP HKD HUF IDR INR ISK JPY KRW MXN MYR NOK NZD PEN PHP PLN RUB SGD SIT THB TRY TWD USD ZAR
30.12.2009 5,457950 1,600750 2,499550 1,503050 1,488700 9,760850 26,409500 7,441550 0,893250 11,090900 272,700000 13490,850000 66,850000 285,000000 132,541700 1665,315796 18,636000 4,899500 8,308650 1,987050 4,133700 66,113550 4,133450 43,367800 2,009400 239,640000 47,679550 2,163150 46,017050 1,430100 10,567200
ARS AUD BRL CAD CHF CNY CZK DKK GBP HKD HUF IDR INR ISK JPY KRW MXN MYR NOK NZD PEN PHP PLN RUB SGD SIT THB TRY TWD USD ZAR
31.12.2009 5,453500 1,595300 2,501050 1,504100 1,483150 9,795050 26,405000 7,440950 0,888450 11,125100 270,230000 13479,48000 66,766050 287,500000 133,568100 1670,730591 18,731250 4,912600 8,288250 1,971750 4,145000 66,328500 4,105850 43,492300 2,014300 239,640000 47,834550 2,150650 45,890500 1,434750 10,565100
ARS AUD BRL CAD CHF CNY CZK DKK GBP HKD HUF IDR INR ISK JPY KRW MXN MYR NOK NZD PEN PHP PLN RUB SGD SIT THB TRY TWD USD ZAR
6.
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA EN KERNCIJFERS
6.1
SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRICOS
Benaming
Hoeveelheid op 31/12/2010
Valuta
Koers in valuta
Evaluatie (in de valuta van het fonds)
% in het bezit van de ICB
% Portefeuille
% Nettoactief
NETTOACTIVA EFFECTENPORTEFEUILLE Beleggingsfondsen Gesloten fondsen Genoteerde gesloten beleggingsfondsen België QUEST FOR GROWTH -
412.483,00
EUR
5,350
2.206.784,05 2.206.784,05
0,08 0,08
0,07 0,07
BELGIUM 03/13 4.25% 28/09
19.000.000,00
EUR
104,833
20.124.005,36
0,71
0,65
BELGIUM 04/35 5% 28/03
10.000.000,00
EUR
109,906
11.370.052,05
0,40
0,37
0,26
EUR
111,411
0,29
Totaal beleggingsfondsen Obligaties Obligaties van staten België
BELGIUM 92/12 8% 24/12 OLO12 FLEMISH COMMUNITY 09/14 3.75% 31/03
30.000.000,00
EUR
104,098
32.073.920,52
1,13
1,04
FLEMISH COMMUNITY 09/16 3.875% 20/07
10.000.000,00
EUR
103,993
10.572.307,94
0,37
0,34
GERMANY 03/34 4.75% 04/07
34.000.000,00
EUR
119,570
41.445.814,02
1,45
1,35
GERMANY 10/15 2.25 % 10/04
60.100.000,00
EUR
102,341
62.485.006,72
2,19
2,03
GERMANY 10/20 2.25% 04/09
45.000.000,00
EUR
94,626
42.947.864,37
1,51
1,40
Duitsland
Frankrijk FRANCE 02/13 4 % 25/04
12.000.000,00
EUR
106,448
13.101.212,05
0,46
0,43
FRANCE 03/19 4.25% 25/04
40.000.000,00
EUR
108,266
44.466.122,40
1,56
1,45
FRANCE 97/29 5.5% 25/04
90.000.000,00
EUR
122,068
113.238.049,23
3,97
3,68
71.000.000,00
EUR
101,348
72.066.538,22
2,53
2,34
40.500.000,00
EUR
111,473
45.985.361,23
1,61
1,50
NORWAY 02/13 6.5% 15/05
80.000.000,00
NOK
109,252
11.590.905,87
0,41
0,38
NORWAY 04/15 5% 15/05
80.000.000,00
NOK
108,421
11.409.663,65
0,40
0,37
NORWAY 06/17 4.25% 19/05
80.000.000,00
NOK
105,238
11.031.231,19
0,39
0,36
65.000.000,00
EUR
105,555
69.657.837,54
2,44
2,26
UNITED STATES OF AMERICA 08/18 4.00 15/02-08
38.500.000,00
USD
107,906
31.713.547,37
1,11
1,03
UNITED STATES OF AMERICA 10/13 1.75% 15/04-10
40.000.000,00
USD
102,184
30.883.293,93
1,08
1,00
UNITED STATES OF AMERICA 10/15 2.5% 31/03
38.000.000,00
USD
103,285
29.728.360,62
1,04
0,97
Italië ITALY 08/13 3.75% 15/06-12
Nederland NETHERLANDS 07/17 4.50% 15/07
Noorwegen
Oostenrijk AUSTRIA 04/15 3.5% 15/07
V.S.A.
Zweden SWEDEN 01/12 5.5% 8/10
100.000.000,00
SEK
106,277
11.969.327,53
0,42
0,39
SWEDEN 04/15 4.50 % 12/08
100.000.000,00
SEK
107,743
12.185.071,78
0,43
0,40
85.000.000,00
SEK
104,223
9.997.010,76
0,35
0,33
17.125.000,00
EUR
100,022
17.150.491,13
0,60
0,56
13.875.000,00
EUR
100,022
13.895.653,40
0,49
0,45
771.088.649,17
27,05
25,07
0,03
0,03
Obligaties krediet instellingen Zweden SWEDEN 06/17 3.75% 12/08
Obligaties private bedrijven Ierland ARCADE FINANCE PLC R17 MEZ 3E+50BP 28/0531/08 1.197% D-STAR FINANCE PLC MEZ 3E+50BP 28/05-31/08 1.197%
Totaal obligaties Aandelen Aandelen genoteerd op beurs België ABLYNX -
115.750,00
EUR
7,990
924.842,50
ABLYNX STRIP-VVPR
145.000,00
EUR
0,001
145,00
9.652.764,00
EUR
0,020
193.055,28
0,01
0,01
49.536,00
EUR
61,780
3.060.334,08
0,11
0,10
ACCENTIS NV (BRU) ACKERMANS VH NV AGEAS NV -
3.659.071,00
EUR
1,708
6.249.693,27
0,22
0,20
AGFA GEVAERT -
626.666,00
EUR
3,240
2.030.397,84
0,07
0,07
AGFA GEVAERT STRIP VVPR
156.666,00
EUR
0,002
313,33
ANHEUSER-BUSCH INBEV NV -
586.176,00
EUR
43,100
25.264.185,60
0,89
0,82
ANHEUSER-BUSCH INBEV NV STRIP-VVPR
360.464,00
EUR
0,004
1.441,86
ARSEUS NV -
0,11
0,10
283.329,00
EUR
11,320
3.207.284,28
ARSEUS NV STRIP VVPR
57.526,00
EUR
0,049
2.818,77
BARCO NV NEW
40.000,00
EUR
48,270
1.930.800,00
0,07
0,06
BEFIMMO -
42.000,00
EUR
61,000
2.562.000,00
0,09
0,08
BREDERODE -
54.266,00
EUR
17,920
972.446,72
0,03
0,03
C.F.E. (BRU)
54.912,00
EUR
53,290
2.926.260,48
0,10
0,10
101.383,00
EUR
22,980
2.329.781,34
0,08
0,08
C.M.B. COLRUYT -
160.856,00
EUR
38,380
6.173.653,28
0,22
0,20
D'IETEREN -
351.960,00
EUR
46,210
16.264.071,60
0,57
0,53
0,02
0,01
DEVGEN -
88.197,00
EUR
4,830
425.991,51
DEVGEN STRIP-VVPR
98.800,00
EUR
0,000
9,88
ECONOCOM GROUP -
43.585,00
EUR
9,970
434.542,45
0,02
0,01
EURONAV SA -
24.476,00
EUR
12,550
307.173,80
0,01
0,01
0,11
0,10 0,04
EVS BROADCAST EQUIPMENT (BRU)
66.925,00
EUR
47,130
3.154.175,25
G.B.L. (BRU) STRIP-VVPR
30.766,00
EUR
0,008
246,13
GALAPAGOS GENOMICS NV -
109.009,00
EUR
11,970
1.304.837,73
0,05
HAMON & CIE INTER. (BRU)
17.021,00
EUR
27,120
461.609,52
0,02
0,02
IBA ION BEAM -
80.033,00
EUR
8,300
664.273,90
0,02
0,02
180.041,00
EUR
10,650
1.917.436,65
0,07
0,06 0,20
JENSEN-GROUP NV (BRU) KBC GROUP (BRU) STRIP-VVPR
43.170,00
EUR
0,027
1.165,59
245.000,00
EUR
25,555
6.260.975,00
0,22
KINEPOLIS GROUP (BRU)
57.886,00
EUR
50,560
2.926.716,16
0,10
0,10
LAMIFIL OP NAAM
11.031,00
EUR
3,933
43.379,41
0,00
0,00
MDXHEALTH -
78.889,00
EUR
1,460
115.177,94
0,00
0,00
MIKO -
24.934,00
EUR
50,990
1.271.384,66
0,05
0,04
648.000,00
EUR
11,110
7.199.280,00
0,25
0,23
77.386,00
EUR
35,920
2.779.705,12
0,10
0,09
0,04
0,04
KBC GROUP -
NYRSTAR OMEGA PHARMA REALDOLMEN STRIP VVPR BONUS 01/04/09 RECTICEL -
87.200,00
EUR
0,010
872,00
137.375,00
EUR
7,940
1.090.757,50
SIPEF (BRU)
9.490,00
EUR
71,300
676.637,00
SPECTOR (BRU) STRIP-VVPR
469.840,00
EUR
0,001
469,84
TELENET -
0,02
0,02 0,17
177.000,00
EUR
28,900
5.115.300,00
0,18
TER BEKE (BRU)
20.515,00
EUR
59,200
1.214.488,00
0,04
0,04
THROMBOGENICS NV -
74.145,00
EUR
22,980
1.703.852,10
0,06
0,06
0,34
0,32
THROMBOGENICS NV STRIP-VVPR
154.600,00
EUR
0,009
1.391,40
VAN DE VELDE -
247.153,00
EUR
39,400
9.737.828,20
Duitsland AAREAL BANK AG ALLIANZ AG REG
83.498,00
EUR
22,800
1.903.754,40
0,07
0,06
287.404,00
EUR
88,930
25.558.837,72
0,90
0,83
ASCLEPION-MEDITEC AG -
67.535,00
EUR
14,285
964.737,48
0,03
0,03
ASIAN BAMBOO AG -
17.000,00
EUR
39,450
670.650,00
0,02
0,02
510.860,00
EUR
59,700
30.498.342,00
1,07
0,99
BAUER AG -
29.905,00
EUR
35,300
1.055.646,50
0,04
0,03
BAYER AG -
478.036,00
EUR
55,300
26.435.390,80
0,93
0,86
BAYERISCHE MOTOREN WERKE AG -
218.000,00
EUR
58,850
12.829.300,00
0,45
0,42
BASF SE -
BAYWA AG -
65.531,00
EUR
35,040
2.296.206,24
0,08
0,08
BECHTLE AG -
63.912,00
EUR
28,990
1.852.808,88
0,07
0,06
187.144,00
EUR
41,525
7.771.154,60
0,27
0,25
BIOTEST (BEV)
23.173,00
EUR
46,340
1.073.836,82
0,04
0,04
CAT OIL AG -
73.005,00
EUR
7,570
552.647,85
0,02
0,02
BEIERSDORF AG -
CENTROTEC SUSTAINABLE AG -
25.100,00
EUR
16,000
401.600,00
0,01
0,01
CENTROTHERM PHOTOVOLTAICS AG -
23.567,00
EUR
26,940
634.894,98
0,02
0,02
CEWE COLOR HOLDING AG -
16.500,00
EUR
33,350
550.275,00
0,02
0,02
COLONIA REAL ESTATE AG -
6.150,00
EUR
5,575
34.286,25
0,00
0,00
670.327,00
EUR
0,497
333.152,52
0,01
0,01
CONTINENTAL AG -
87.500,00
EUR
59,140
5.174.750,00
0,18
0,17
CTS EVENTIM AG -
20.500,00
EUR
46,215
947.407,50
0,03
0,03
DAIMLER AG -
472.754,00
EUR
50,730
23.982.810,42
0,84
0,78
DELTICOM AG -
44.000,00
EUR
66,500
2.926.000,00
0,10
0,10
DEMAG CRANES AG -
75.000,00
EUR
36,280
2.721.000,00
0,10
0,09
485.248,00
EUR
39,100
18.973.196,80
0,67
0,62
CONERGY AG -
DEUTSCHE BANK AG REG DEUTSCHE BETEILIGUNGS AG -
51.375,00
EUR
21,000
1.078.875,00
0,04
0,04
DEUTSCHE BOERSE AG -
159.479,00
EUR
51,800
8.261.012,20
0,29
0,27
DEUTSCHE LUFTHANSA AG REG
700.814,00
EUR
16,355
11.461.812,97
0,40
0,37
DEUTSCHE TELEKOM INT FIN REG
381.415,00
EUR
9,655
3.682.561,83
0,13
0,12
DEUTSCHE WOHNEN AG -
128.310,00
EUR
10,500
1.347.255,00
0,05
0,04
DEUTZ AG (FRA)
255.307,00
EUR
6,250
1.595.668,75
0,06
0,05
DIC ASSET AG -
18.468,00
EUR
8,340
154.023,12
0,01
0,01
DRAEGERWERK AG PREF
38.809,00
EUR
61,400
2.382.872,60
0,08
0,08
1.740,00
EUR
50,000
87.000,00
0,00
0,00
E.ON AG -
974.820,00
EUR
22,935
22.357.496,70
0,78
0,73
ELRINGKLINGER AG -
390.974,00
EUR
26,500
10.360.811,00
0,36
0,34
EVOTEC OAI AG -
235.311,00
EUR
2,920
687.108,12
0,02
0,02
FREENET AG FRA
400.000,00
EUR
7,897
3.158.800,00
0,11
0,10
DRAEGERWERK AG UITGIFTE 2010
FRESENIUS AG PREF
103.000,00
EUR
64,070
6.599.210,00
0,23
0,22
FRESENIUS MEDICAL CARE AG & CO -
155.052,00
EUR
43,230
6.702.897,96
0,24
0,22
FUCHS PETROCLUB AG -
15.404,00
EUR
98,700
1.520.374,80
0,05
0,05
FUCHS PETROCLUB AG PREF
11.021,00
EUR
110,900
1.222.228,90
0,04
0,04
144.210,00
EUR
21,630
3.119.262,30
0,11
0,10
GEA AG GERRESHEIMER AG -
68.919,00
EUR
32,990
2.273.637,81
0,08
0,07
GERRY WEBER INTL AG -
55.000,00
EUR
36,750
2.021.250,00
0,07
0,07
GILDEMEISTER AG -
62.206,00
EUR
16,600
1.032.619,60
0,04
0,03
H&R WASA AG -
60.000,00
EUR
21,050
1.263.000,00
0,04
0,04
HEIDELBERGCEMENT AG -
222.963,00
EUR
46,900
10.456.964,70
0,37
0,34
HENKEL KGAA PREF
315.208,00
EUR
46,535
14.668.204,28
0,52
0,48
INDUS HOLDING AG -
53.000,00
EUR
21,875
1.159.375,00
0,04
0,04
IVG IMMOBILIEN AG -
248.914,00
EUR
6,453
1.606.242,04
0,06
0,05
JENOPTIK AG (FRA)
187.292,00
EUR
5,399
1.011.189,51
0,04
0,03
60.000,00
EUR
29,580
1.774.800,00
0,06
0,06
246.170,00
EUR
7,990
1.966.898,30
0,07
0,06
94.000,00
EUR
16,600
1.560.400,00
0,06
0,05
JUNGHEINRICH AG PREF KONTRON AG KUKA AG KWS SAAT AG -
6.000,00
EUR
145,350
872.100,00
0,03
0,03
LEONI AG -
67.080,00
EUR
32,950
2.210.286,00
0,08
0,07
LINDE AG -
80.739,00
EUR
113,550
9.167.913,45
0,32
0,30
MAN AG -
90.264,00
EUR
88,990
8.032.593,36
0,28
0,26
MANZ AUTOMATION AG -
27.291,00
EUR
50,350
1.374.101,85
0,05
0,05
MERCK KGAA -
90.000,00
EUR
59,850
5.386.500,00
0,19
0,18
METRO AG -
277.885,00
EUR
53,880
14.972.443,80
0,53
0,49
MLP AG (FRA)
442.097,00
EUR
7,600
3.359.937,20
0,12
0,11
MORPHOSYS AG (FRA)
56.531,00
EUR
18,530
1.047.519,43
0,04
0,03
MUNCHENER RUCKVERSICHERUNG AG REG
98.966,00
EUR
113,450
11.227.692,70
0,39
0,37
NORDEX AG PFEIFFER CACUUM TECHNOLOGY AG -
172.000,00
EUR
5,505
946.860,00
0,03
0,03
54.000,00
EUR
88,000
4.752.000,00
0,17
0,15
PRATIKER BAU UND HEIMWERKERMAERKTE -
240.688,00
EUR
7,960
1.915.876,48
0,07
0,06
Q-CELLS AG -
338.505,00
EUR
2,510
849.647,55
0,03
0,03
QS COMMUNICATIONS AG (FRA)
734.883,00
EUR
3,300
2.425.113,90
0,09
0,08
37.220,00
EUR
12,290
457.433,80
0,02
0,02 0,29
ROTH & RAU RWE AG -
177.839,00
EUR
49,890
8.872.387,71
0,31
SAP AG -
572.017,00
EUR
38,100
21.793.847,70
0,77
0,71
SIEMENS AG REG
449.661,00
EUR
92,700
41.683.574,70
1,46
1,36
SIXT AG (FRA)
40.000,00
EUR
37,985
1.519.400,00
0,05
0,05
320.000,00
EUR
7,465
2.388.800,00
0,08
0,08
SOLON AG -
11.430,00
EUR
2,187
24.997,41
0,00
0,00
STRATEC BIOMEDICAL SYSTEMS -
29.976,00
EUR
31,910
956.534,16
0,03
0,03
SYMRISE AG -
575.000,00
EUR
20,525
11.801.875,00
0,41
0,38
TELEGATE AG (FRA)
105.000,00
EUR
7,065
741.825,00
0,03
0,02
VOLKSWAGEN AG -
66.410,00
EUR
105,900
7.032.819,00
0,25
0,23
VOLKSWAGEN AG PREF
57.808,00
EUR
121,400
7.017.891,20
0,25
0,23
VTG AG -
40.900,00
EUR
14,995
613.295,50
0,02
0,02
SOLARWORLD AG -
WIRECARD AG XING AG -
204.688,00
EUR
10,250
2.098.052,00
0,07
0,07
20.699,00
EUR
36,350
752.408,65
0,03
0,02
20.000,00
EUR
8,280
165.600,00
0,01
0,01 0,14
Finland ALMA MEDIA CORP AMER SPORTS CORP (HEL)
401.000,00
EUR
10,430
4.182.430,00
0,15
CITYCON OYJ (HEL)
887.934,00
EUR
3,080
2.734.836,72
0,10
0,09
92.000,00
EUR
19,080
1.755.360,00
0,06
0,06
F-SECURE CORP (HELS)
425.000,00
EUR
2,000
850.000,00
0,03
0,03
FORTUM CORPORATION -
624.188,00
EUR
22,530
14.062.955,64
0,49
0,46
HKSCAN OYJ -
144.492,00
EUR
7,150
1.033.117,80
0,04
0,03
HUHTAMAKI OYJ -
375.000,00
EUR
10,350
3.881.250,00
0,14
0,13
M-REAL OYJ B-SHARES
660.000,00
EUR
2,540
1.676.400,00
0,06
0,05
2.138.316,00
EUR
7,740
16.550.565,84
0,58
0,54
503.462,00
EUR
3,190
1.606.043,78
0,06
0,05
OUTOKUMPU A -
65.000,00
EUR
46,240
3.005.600,00
0,11
0,10
OUTOKUMPU A -
825.188,00
EUR
13,880
11.453.609,44
0,40
0,37
POYRY OYJ -
195.000,00
EUR
9,150
1.784.250,00
0,06
0,06
RAISIO GROUP (HEL) 'V'
270.000,00
EUR
2,810
758.700,00
0,03
0,03
RAMIRENT OYJ -
244.879,00
EUR
9,850
2.412.058,15
0,09
0,08
RUUKKI GROUP OYJ -
333.724,00
EUR
1,700
567.330,80
0,02
0,02
SAMPO OYJ "A"
325.000,00
EUR
20,050
6.516.250,00
0,23
0,21
SPONDA OYJ (HEL)
945.317,00
EUR
3,880
3.667.829,96
0,13
0,12
SRV GROUP PLC -
208.813,00
EUR
6,630
1.384.430,19
0,05
0,05
UPM-KYMMENE CORP -
829.790,00
EUR
13,220
10.969.823,80
0,39
0,36
CRAMO OYI -B- -
NOKIA "A" ORIOLA-KD OYJ -B-
UPONOR OYJ -
243.000,00
EUR
13,840
3.363.120,00
0,12
0,11
34.000,00
EUR
39,000
1.326.000,00
0,05
0,04
ABC ARBITRAGE -
127.188,00
EUR
7,260
923.384,88
0,03
0,03
ACANTHE DEVELOPPEMENT SA -
223.362,00
EUR
1,130
252.399,06
0,01
0,01
120.000,00
EUR
95,700
11.484.000,00
0,40
0,37
1.212.038,00
EUR
2,190
2.654.363,22
0,09
0,09
VACON OYJ -
Frankrijk
AIR LIQUIDE (L') ALCATEL-LUCENT ALTAMIR AMBOISE ALTEN ALTRAN TECHNOLOGIES APRIL GROUP ASSYSTEM -
113.950,00
EUR
6,450
734.977,50
0,03
0,02
80.175,00
EUR
24,400
1.956.270,00
0,07
0,06
307.000,00
EUR
3,271
1.004.197,00
0,04
0,03
55.382,00
EUR
21,195
1.173.821,49
0,04
0,04
60.000,00
EUR
13,460
807.600,00
0,03
0,03
AVENIR TELECOM (PAR)
232.850,00
EUR
0,780
181.623,00
0,01
0,01
AXA -
972.926,00
EUR
12,585
12.244.273,71
0,43
0,40
66.813,00
EUR
15,850
1.058.986,05
0,04
0,03
BNP PARIBAS -
632.882,00
EUR
48,425
30.647.310,85
1,08
1,00
BONDUELLE -
23.291,00
EUR
71,400
1.662.977,40
0,06
0,05
BENETEAU -
BOURSORAMA -
113.051,00
EUR
7,910
894.233,41
0,03
0,03
99.000,00
EUR
32,370
3.204.630,00
0,11
0,10
207.150,00
EUR
3,400
704.310,00
0,03
0,02
98.652,00
EUR
56,120
5.536.350,24
0,19
0,18
CANAL PLUS (PAR)
207.000,00
EUR
5,020
1.039.140,00
0,04
0,03
CAP GEMINI SOGETI -
168.717,00
EUR
35,630
6.011.386,71
0,21
0,20
BOUYGUES BULL BUREAU VERITAS SA -
CREDIT AGRICOLE -
500.000,00
EUR
9,601
4.800.500,00
0,17
0,16
DANONE -
171.774,00
EUR
47,760
8.203.926,24
0,29
0,27
DEVOTEAM SA ELECTRICITE DE FRANCE -
35.735,00
EUR
19,740
705.408,90
0,03
0,02
137.933,00
EUR
31,025
4.279.371,33
0,15
0,14
EURO DISNEY S.C.A. -
75.069,00
EUR
4,070
305.530,83
0,01
0,01
EUROFINS SCIENTIFIC -
38.268,00
EUR
53,800
2.058.818,40
0,07
0,07
197.536,00
EUR
27,255
5.383.843,68
0,19
0,18
28.610,00
EUR
62,100
1.776.681,00
0,06
0,06
1.148.405,00
EUR
15,700
18.029.958,50
0,63
0,59
GDF SUEZ -
907.027,00
EUR
27,240
24.707.415,48
0,87
0,80
GDF SUEZ STRIP VVPR
433.214,00
EUR
0,001
433,21
GLOBAL GRAPHICS -
EUTELSAT FAIVELEY TRANSPORT SA FRANCE TELECOM -
214.318,00
EUR
1,300
278.613,40
0,01
0,01
GROUPE CRIT -
18.340,00
EUR
20,400
374.136,00
0,01
0,01
GROUPE STERIA SCA -
79.963,00
EUR
19,340
1.546.484,42
0,05
0,05
187.521,00
EUR
3,540
663.824,34
0,02
0,02
61.355,00
EUR
27,150
1.665.788,25
0,06
0,05
138.905,00
EUR
123,350
17.133.931,75
0,60
0,56
10.500,00
EUR
16,500
173.250,00
0,01
0,01
HI-MEDIA (PAR) INGENICO LVMH-MOET H.L.VUIT. MEETIC METABOLIC EXPLORER SA -
73.383,00
EUR
6,390
468.917,37
0,02
0,02
M6 - METROPOLE TELEVISION (PAR)
77.000,00
EUR
17,945
1.381.765,00
0,05
0,05
255.510,00
EUR
2,210
564.677,10
0,02
0,02
13.621,00
EUR
60,360
822.163,56
0,03
0,03 0,44
NICOX SA PIERRE & VACANCES PINAULT-PRINTEMPS-REDOUTE -
111.500,00
EUR
119,900
13.368.850,00
0,47
PLASTIC OMNIUM (PAR)
33.000,00
EUR
52,440
1.730.520,00
0,06
0,06
PUBLICIS GROUPE SA -
452.000,00
EUR
38,910
17.587.320,00
0,62
0,57
RECYLEX SA -
99.454,00
EUR
6,540
650.429,16
0,02
0,02
REMY COINTREAU SA -
285.062,00
EUR
53,010
15.111.136,62
0,53
0,49
RODRIGUEZ GROUP -
15.700,00
EUR
4,880
76.616,00
0,00
0,00
SAFT GROUPE SA -
92.817,00
EUR
27,210
2.525.550,57
0,09
0,08
SAINT GOBAIN -
369.026,00
EUR
38,960
14.377.252,96
0,50
0,47
SANOFI-AVENTIS -
683.630,00
EUR
48,650
33.258.599,50
1,17
1,08
16.000,00
EUR
37,330
597.280,00
0,02
0,02
152.000,00
EUR
113,700
17.282.400,00
0,61
0,56
15.000,00
EUR
58,950
884.250,00
0,03
0,03
SARTORIUS STEDIM BIOTECH SCHNEIDER ELECTRIC SA SECHE ENVIRONNEMENT SA -
SECHILIENNE SA SELOGER.COM SOCIETE DE LA TOUR DE EIFFEL -
70.838,00
EUR
18,975
1.344.151,05
0,05
0,04
4.500,00
EUR
35,060
157.770,00
0,01
0,01
10.762,00
EUR
57,950
623.657,90
0,02
0,02
SOCIETE GENERALE -
465.270,00
EUR
40,865
19.013.258,55
0,67
0,62
SOITEC -
192.825,00
EUR
8,070
1.556.097,75
0,06
0,05
SOPRA (PAR)
16.628,00
EUR
57,800
961.098,40
0,03
0,03
STALLERGENES (PAR)
31.651,00
EUR
58,950
1.865.826,45
0,07
0,06
200.000,00
EUR
15,595
3.119.000,00
0,11
0,10
SUEZ ENVIRONNEMENT SA TECHNICOLOR (PAR)
284.000,00
EUR
3,700
1.050.800,00
0,04
0,03
1.378.503,00
EUR
40,120
55.305.540,36
1,94
1,80
TRANSGENE SA -
114.284,00
EUR
14,000
1.599.976,00
0,06
0,05
UBI SOFT ENTERTAINMENT -
255.000,00
EUR
8,010
2.042.550,00
0,07
0,07
VALEO -
160.500,00
EUR
42,200
6.773.100,00
0,24
0,22
TOTAL -
VALLOUREC SA -
132.802,00
EUR
79,960
10.618.847,92
0,37
0,35
VINCI S.A. -
412.589,00
EUR
41,120
16.965.659,68
0,60
0,55
VIRBAC SA VIVENDI WORMS CIE (PAR)
11.350,00
EUR
127,770
1.450.189,50
0,05
0,05
485.513,00
EUR
20,515
9.960.299,20
0,35
0,32
90.000,00
EUR
11,665
1.049.850,00
0,04
0,03
Griekenland ALAPIS HOLDING INDSTRIAL -
488.993,00
EUR
0,530
259.166,29
0,01
0,01
ANEK LINES SA -
110.000,00
EUR
0,210
23.100,00
0,00
0,00
BABIS VOVOS INTERNATIONAL -
36.330,00
EUR
1,620
58.854,60
0,00
0,00
598.003,00
EUR
3,350
2.003.310,05
0,07
0,07
60.044,00
EUR
6,090
365.667,96
0,01
0,01
FOLLI-FOLLIE ABEE REG
110.930,00
EUR
18,390
2.040.002,70
0,07
0,07
FOURLIS S.A. REG
173.000,00
EUR
5,590
967.070,00
0,03
0,03
FRIGOGLASS SA -
30.870,00
EUR
10,200
314.874,00
0,01
0,01
GEK TERNA SA -
247.445,00
EUR
3,200
791.824,00
0,03
0,03
HELLENIC EXCHANGES SA -
325.426,00
EUR
5,010
1.630.384,26
0,06
0,05
INTRALOT SA INTEGRATED LOTTE -
448.348,00
EUR
2,510
1.125.353,48
0,04
0,04
JUMBO SA -
271.000,00
EUR
4,760
1.289.960,00
0,05
0,04
ELLAKTOR SA EUROBANK PROPERTIES REAL ESTATE -
MARFIN INVESTMENT GROUP SA -
2.750.000,00
EUR
0,670
1.842.500,00
0,07
0,06
86.786,00
EUR
9,500
824.467,00
0,03
0,03
MICHANIKI SA -
452.477,00
EUR
0,330
149.317,41
0,01
0,01
MOTOR OIL (HELLAS) CORINTH REF. -
163.000,00
EUR
7,450
1.214.350,00
0,04
0,04
MYTILINEOS HOLDINGS SA -
384.380,00
EUR
4,370
1.679.740,60
0,06
0,06
NAT. BK GREECE -
574.711,00
EUR
6,210
3.568.955,31
0,13
0,12
SARANTIS SA -
94.700,00
EUR
3,150
298.305,00
0,01
0,01
SIDENOR S.A. -
108.000,00
EUR
2,440
263.520,00
0,01
0,01
SPRIDER STORES SA -
217.000,00
EUR
0,280
60.760,00
0,00
0,00
TT HELLENIC POSTBANK SA -
490.000,00
EUR
2,970
1.455.300,00
0,05
0,05
4.972.600,00
HKD
21,850
10.513.048,99
0,37
0,34
AER LINGUS GROUP PLC -
120.000,00
EUR
1,110
133.200,00
0,01
0,00
ELAN CORPORATION PLC -
280.504,00
EUR
4,261
1.195.227,54
0,04
0,04
METKA SA -
Hong Kong ISHARES ASIA TRUST MSCI CHINA TRACKER
Ierland
FBD HOLDINGS PLC FYFFES PLC -
96.500,00
EUR
6,380
615.670,00
0,02
0,02
997.847,00
EUR
0,375
374.192,63
0,01
0,01
GLANBIA PLC -
496.000,00
EUR
3,650
1.810.400,00
0,06
0,06
GRAFTON GROUP PLC -
401.321,00
EUR
3,380
1.356.464,98
0,05
0,04 0,03
GREENCORE GROUP PLC (DUB)
680.206,00
EUR
1,270
863.861,62
0,03
1.385.000,00
EUR
0,498
689.730,00
0,02
0,02
IRISH LIFE PERMANENT PLC -
513.196,00
EUR
1,001
513.709,20
0,02
0,02
KERRY GROUP PLC -
342.415,00
EUR
25,100
8.594.616,50
0,30
0,28
1.165.024,00
EUR
0,380
442.709,12
0,02
0,01
INDEPENDENT NEWS (DUB)
TOTAL PRODUCE PLC -
Italië ACOTEL GROUP SPA -
7.702,00
EUR
44,310
341.275,62
0,01
ALERION CLEANPOWER SPA -
800.000,00
EUR
0,530
424.000,00
0,02
0,01
AMPLIFON SPA -
533.000,00
EUR
3,735
1.990.755,00
0,07
0,07
89.611,00
EUR
4,923
441.110,15
0,02
0,01
ASTALDI SPA -
0,01
AUTOSTRADA TORINO-MILANO SPA -
169.088,00
EUR
10,050
1.699.334,40
0,06
0,06
AZIMUT HOLDING SPA -
600.000,00
EUR
6,780
4.068.000,00
0,14
0,13 0,06
BANCA GENERALI SPA -
211.000,00
EUR
9,065
1.912.715,00
0,07
BANCA PROFILO SPA -
868.320,00
EUR
0,448
388.573,20
0,01
0,01
93.836,00
EUR
5,435
509.998,66
0,02
0,02 0,01
BIESSE SPA BONIFICA FERRARESI E IMPRESE A BRIOSCHI SVILUPPO IMMOBILIARE CARRARO SPA -
9.333,00
EUR
29,420
274.576,86
0,01
1.613.912,00
EUR
0,143
229.982,46
0,01
0,01
13.000,00
EUR
3,895
50.635,00
0,00
0,00
CEMENTIR SPA (MIL)
137.150,00
EUR
2,115
290.072,25
0,01
0,01
COFIDE SPA -
705.993,00
EUR
0,659
465.249,39
0,02
0,02
EDITORIALE L'ESPRESSO (MIL)
740.291,00
EUR
1,696
1.255.533,54
0,04
0,04
25.876,00
EUR
21,140
547.018,64
0,02
0,02
788.389,00
EUR
16,340
12.882.276,26
0,45
0,42
90.950,00
EUR
5,530
502.953,50
0,02
0,02
FALK RENEWABLES SPA -
120.241,00
EUR
2,178
261.824,78
0,01
0,01
FONDIARIA-SAI SPA SPA (MIL)
212.000,00
EUR
6,265
1.328.180,00
0,05
0,04
GRUPPO COIN SPA -
189.782,00
EUR
7,795
1.479.350,69
0,05
0,05
63.500,00
EUR
14,640
929.640,00
0,03
0,03 0,01
ENGINEERING INGEGNERIA INFORMA ENI ESPRINET SPA -
IMA SPA IMMOBILIARE GRANDE DISTRIBUZIO IMPREGILO SPA (MIL) INTERPUMP GROUP SPA INTESA SANPAOLO SPA ITALCEMENTI ITALMOBILIARE SPA -
274.524,00
EUR
1,457
399.981,47
0,01
1.000.000,00
EUR
2,118
2.117.500,00
0,07
0,07
398.596,00
EUR
5,695
2.270.004,22
0,08
0,07
4.388.849,00
EUR
2,030
8.909.363,47
0,31
0,29
251.000,00
EUR
3,480
873.480,00
0,03
0,03
31.000,00
EUR
25,100
778.100,00
0,03
0,03
ITALMOBILIARE SPA RNC
25.275,00
EUR
17,730
448.125,75
0,02
0,02
LUXOTTICA GROUP SPA -
366.353,00
EUR
22,800
8.352.848,40
0,29
0,27
MAIRE TECNIMONT SPA -
221.849,00
EUR
3,293
730.437,83
0,03
0,02
5.750,00
EUR
2,523
14.504,38
0,00
MARR SPA -
190.000,00
EUR
8,675
1.648.250,00
0,06
MILANO ASSICURAZIONI SPA -
770.000,00
EUR
1,183
910.910,00
0,03
0,03
MONDADORI (MIL)
650.000,00
EUR
2,650
1.722.500,00
0,06
0,06
50.000,00
EUR
12,920
646.000,00
0,02
0,02
MARIELLA BURANI SPA -
OFFICINE MECCANISHE DANIELI E.C. -
0,05
PIAGGIO & C SPA -
441.945,00
EUR
2,353
1.039.675,61
0,04
0,03
PICCOLO CREDITO VALTELLINESE S -
785.000,00
EUR
3,295
2.586.575,00
0,09
0,08
PRELIOS SPA -
1.006.743,00
EUR
0,446
449.007,38
0,02
0,02
SAES GETTERS SPA -
27.255,00
EUR
6,940
189.149,70
0,01
0,01
SAES GETTERS SPA -
70.085,00
EUR
5,000
350.425,00
0,01
0,01
SARAS SPA -
3.804.404,00
EUR
1,575
5.991.936,30
0,21
0,20
SNAM RETE GAS S.P.A. -
2.380.900,00
EUR
3,720
8.856.948,00
0,31
0,29
89.535,00
EUR
2,470
221.151,45
0,01
0,01 0,07
SOGEFI SPA SORIN SPA -
1.300.000,00
EUR
1,720
2.236.000,00
0,08
TERNA SPA -
2.642.196,00
EUR
3,160
8.349.339,36
0,29
0,27
91.000,00
EUR
10,780
980.980,00
0,03
0,03
TREVIGROUP (MIL) UNICREDIT SPA -
6.030.983,00
EUR
1,548
9.335.961,68
0,33
0,30
UNIPOL SPA -
2.628.571,00
EUR
0,360
944.971,27
0,03
0,03
VITTORIA ASSICURAZIONI SPA YOOXSPA -
233.920,00
EUR
3,550
830.416,00
0,03
0,03
17.026,00
EUR
9,620
163.790,12
0,01
0,01
601.948,00
EUR
28,510
17.161.537,48
0,60
0,56
Luxemburg ARCELORMITTAL BGL INVESTMENT PARTNERS LEFOYER SA -
42.239,00
EUR
57,400
2.424.518,60
0,09
0,08
5.501,00
EUR
43,000
236.543,00
0,01
0,01
LEFOYER SA -
94.006,00
EUR
41,000
3.854.246,00
0,14
0,13
TENARIS SA -
630.000,00
EUR
18,350
11.560.500,00
0,41
0,38
ACCELL GROUP -
32.970,00
EUR
37,790
1.245.936,30
0,04
0,04
ADVANCED METALLURGICAL GROUP -
65.729,00
EUR
9,030
593.532,87
0,02
0,02
AEGON -
931.977,00
EUR
4,613
4.299.209,90
0,15
0,14
ARCADIS N.V. (AMS)
155.000,00
EUR
17,405
2.697.775,00
0,10
0,09
ASM INTERNATIONAL -
160.000,00
EUR
26,475
4.236.000,00
0,15
0,14
ASML HOLDING NV -
220.449,00
EUR
29,005
6.394.123,25
0,22
0,21
Nederland
BETER BED (AMS)
135.000,00
EUR
21,450
2.895.750,00
0,10
0,09
BINCK NV -
351.000,00
EUR
11,585
4.066.335,00
0,14
0,13
BRUNEL INTERNATIONAL NV -
83.848,00
EUR
29,285
2.455.488,68
0,09
0,08
EXACT HOLDING NV (AMS)
33.000,00
EUR
20,825
687.225,00
0,02
0,02
FUGRO NV CVA
76.962,00
EUR
61,910
4.764.717,42
0,17
0,16
ING GROEP NV -
2.855.672,00
EUR
7,265
20.746.457,08
0,73
0,67
KON. AHOLD -
701.877,00
EUR
9,912
6.957.004,82
0,24
0,23
KONINKLIJKE D.S.M. NV (AMS)
294.500,00
EUR
42,620
12.551.590,00
0,44
0,41
1.687.069,00
EUR
11,000
18.557.759,00
0,65
0,60
KONINKLIJKE KPN NV KONINKLIJKE PHILIPS ELECTRONICS N.V. -
786.149,00
EUR
22,960
18.049.981,04
0,63
0,59
MEDIQ NV -
119.547,00
EUR
13,995
1.673.060,27
0,06
0,05
REED ELSEVIER NV -
670.301,00
EUR
9,288
6.225.755,69
0,22
0,20
SBM OFFSHORE NV (AMS)
432.570,00
EUR
16,795
7.265.013,15
0,26
0,24
SLIGRO FOOD GROUP NV -
102.744,00
EUR
23,200
2.383.660,80
0,08
0,08
SNS REAAL -
950.000,00
EUR
3,166
3.007.700,00
0,11
0,10
TEN CATE NV -
69.002,00
EUR
28,000
1.932.056,00
0,07
0,06
UNILEVER CVA
584.026,00
EUR
23,670
13.823.895,42
0,49
0,45
UNIT4 -
127.740,00
EUR
24,355
3.111.107,70
0,11
0,10
VASTNED OFFICES /INDUSTR. N.V. -
92.694,00
EUR
12,820
1.188.337,08
0,04
0,04
VASTNED-RETAIL -
120.068,00
EUR
51,990
6.242.335,32
0,22
0,20
WAVIN BV -
220.750,00
EUR
11,325
2.499.993,75
0,09
0,08
0,01
Oostenrijk A-TEC INDUSTRIES AG -
75.000,00
EUR
3,721
279.075,00
0,01
CA IMMOBILIEN ANLAGEN AG -
180.000,00
EUR
11,910
2.143.800,00
0,08
0,07
CONWERT IMMOBILIEN INV AG -
528.640,00
EUR
10,755
5.685.523,20
0,20
0,19
ERSTE OEST. SPAR. (WIEN)
274.527,00
EUR
35,140
9.646.878,78
0,34
0,31
57.091,00
EUR
51,230
2.924.771,93
0,10
0,10
127.000,00
EUR
11,600
1.473.200,00
0,05
0,05
25.000,00
EUR
72,000
1.800.000,00
0,06
0,06
FLUGHAFEN WIEN (WIEN) INTERCELL AG KAPSCH TRAFFICCOM AG OESTERREICHISCHE POST AG -
384.577,00
EUR
24,725
9.508.666,33
0,33
0,31
OMV AG (WIEN)
195.000,00
EUR
31,100
6.064.500,00
0,21
0,20
RHI AG (WIEN)
69.733,00
EUR
29,475
2.055.380,18
0,07
0,07
SCHOELLER-BLECKMAN OILFIELD -
50.030,00
EUR
64,500
3.226.935,00
0,11
0,11
SEMPERIT AG HOLDING -
71.131,00
EUR
39,590
2.816.076,29
0,10
0,09
VERBUND AG -
273.957,00
EUR
27,880
7.637.921,16
0,27
0,25
ZUMTOBEL AG -
150.954,00
EUR
20,895
3.154.183,83
0,11
0,10
Portugal GALP ENERGIA SGPS SA -
324.591,00
EUR
14,510
4.709.815,41
0,17
0,15
MOTA ENGIL SGPS SA -
501.639,00
EUR
1,730
867.835,47
0,03
0,03
PORTUGAL TELECOM INT FIN -
357.237,00
EUR
8,560
3.057.948,72
0,11
0,10
SEMAPA-SOCIEDADE DE INV. -
244.704,00
EUR
8,430
2.062.854,72
0,07
0,07
ZON MULTIMEDIA SERVICOS DE TELECOM (LIS)
550.000,00
EUR
3,379
1.858.450,00
0,07
0,06
Spanje AMADEUS IT HOLDING SA -
200.000,00
EUR
15,680
3.136.000,00
0,11
0,10
AMPER SA -
110.326,00
EUR
2,900
319.945,40
0,01
0,01
1.959.475,00
EUR
7,560
14.813.631,00
0,52
0,48
BANCO BILBAO VIZCAYA ARGENTARIA -
BANCO SANTANDER CENTRAL HISPANO SA CAJA DE AHORROS DEL MEDITERRAN CEMENTOS PORTLAND VALDERRIVAS SA -
4.802.486,00
EUR
7,928
38.074.109,01
1,34
1,24
160.000,00
EUR
6,990
1.118.400,00
0,04
0,04
36.000,00
EUR
12,150
437.400,00
0,02
0,01
CODERE SA -
143.729,00
EUR
8,660
1.244.693,14
0,04
0,04
DURO FELGUERA SA -
453.521,00
EUR
5,280
2.394.590,88
0,08
0,08
ENAGAS -
334.069,00
EUR
14,915
4.982.639,14
0,18
0,16
GRUPO EZENTIS SA -
828.668,00
EUR
0,456
377.872,61
0,01
0,01
IBERDROLA SA -
1.369.543,00
EUR
5,768
7.899.524,02
0,28
0,26
LA SEDA DE BARCELONA (MAD) 'B'
4.849.803,00
EUR
0,063
305.537,59
0,01
0,01
96.640,00
EUR
4,800
463.872,00
0,02
0,02
1.129.588,00
EUR
0,336
379.541,57
0,01
0,01
77.055,00
EUR
24,600
1.895.553,00
0,07
0,06
1.084.674,00
EUR
0,088
95.451,31
0,00
0,00
16.358,00
EUR
1,240
20.283,92
0,00
0,00
370.672,00
EUR
20,850
7.728.511,20
0,27
0,25
LABORATORIOS FARMACEUTICOS ROV NATRACEUTICAL SA PESCANOVA SA QUABIT INMOBILIARIO SA RENTA CORP REAL ESTATE SA REPSOL INTL FINANCE SERVICE POINT SOLUTIONS SA -
651.600,00
EUR
0,420
273.672,00
0,01
0,01
SNIACE SA -
310.448,00
EUR
1,135
352.358,48
0,01
0,01
SOLARIA ENERGIA Y MEDIO AMBIENTE SA -
185.785,00
EUR
1,450
269.388,25
0,01
0,01
2.792.250,00
EUR
16,965
47.370.521,25
1,66
1,54
TUBOS REUNIDOS SA -
484.675,00
EUR
1,830
886.955,25
0,03
0,03
VISCOFAN IND.NAVARRA DE ENV.CEL.S.A. (MAD)
155.000,00
EUR
28,360
4.395.800,00
0,15
0,14
ZELTIA SA (MAD)
574.062,00
EUR
2,765
1.587.281,43
0,06
0,05
TELEFONICA SA -
V.K. DIALOG SEMICONDUCTOR PLC. (FRA)
114.408,00
EUR
17,030
1.948.368,24
0,07
0,06
JAZZTEL PLC -
745.000,00
EUR
3,550
2.644.750,00
0,09
0,09
924.246,00
USD
24,920
17.340.920,28
0,61
0,56
28.592,00
USD
76,980
1.657.139,11
0,06
0,05
4.863.285,00
USD
10,870
39.801.165,45
1,40
1,29
ISHARES INC MSCI MALAYSIA INDEX F.
591.228,00
USD
14,260
6.347.621,80
0,22
0,21
ISHARES INC MSCI SINGAPORE FREE
729.630,00
USD
13,780
7.569.870,05
0,27
0,25
ISHARES INC MSCI SOUTH KOREA INDEX F.
296.377,00
USD
60,830
13.573.718,50
0,48
0,44
ISHARES INC MSCI TAIWAN INDEX F.
974.847,00
USD
15,460
11.347.037,06
0,40
0,37
ISHARES INC MSCI UK ISHARES SOUTH EAST ASIA TRUST MSCI INDIA FUND ISHARES TRUST -
3.330.573,00
USD
17,200
43.130.443,91
1,51
1,40
812.900,00
USD
8,090
4.951.333,38
0,17
0,16
356.616,00
USD
53,500
14.364.520,40
0,50
0,47
ISHARES TRUST CDN S&P/TSX 60
1.726.287,00
CAD
19,270
25.051.246,70
0,88
0,81
MARKET VECTORS RUSSIA_ETF -
129.125,00
USD
38,040
3.698.174,22
0,13
0,12
SSGA FUNDS MANAGEMENT INC -
2.062.271,00
USD
125,720
195.203.064,39
6,86
6,35
1.560,00
CHF
2.270,000
2.845.937,46 2.077.045.387,81
0,10 72,87
0,09 67,52
33.839,00
EUR
0,002
67,68
V.S.A. ISHARES INC ISHARES INC MSCI BRAZIL INDEX FD ISHARES INC MSCI JAPAN INDEX F
Zwitserland ZEHNDER GROUP AG -
Totaal aandelen Warrants België ARSEUS NV CALL 28/01/11
Italië MEDIOBANCA 18/03/11 UNIPOL GRUPPO FINANZIARIO CALL 0.48 31/12/13 PREF UNIPOL GRUPPO FINANZIARIO CALL 0.72 31/12/13
Totaal warrants
228.956,00
EUR
0,000
2,29
1.388.571,00
EUR
0,000
0,00
857.142,00
EUR
0,000
0,00 69,97
Rechten België ACCENTIS NV CP02/12/2010
9.652.764,00
EUR
0,001
9.652,76
225.670,00
EUR
0,000
0,00
11.430,00
EUR
0,420
4.800,60
12,00
EUR
0,650
7,80
1,00
EUR
1,343
1,34
BANCO BILBAO VIZCAYA ARGENTARIA CP 05/11/10
1,00
EUR
0,301
0,30
DURO FELGUERA SA CP 15/09/2010
1,00
EUR
3,745
3,75
LA SEDA DE BARCELONA CP 19/07/10
9,00
EUR
0,010
0,09 14.466,64
0,00
2.850.355.357,64
100,00
Duitsland Q-CELLS AG CP 29/09/10 SOLON AG CP 18/06/10
Frankrijk REMY COINTREAU SA CP 02/08/10
Nederland ACCELL GROUP NV CP 26/04/10
Spanje
Totaal rechten
TOTAAL EFFECTENPORTEFEUILLE
92,65
ONTVANGEN COLLATERAL België KBC GROUP COLLATERAL EUR
81.067.117,43
EUR
1,000
TOTAAL ONTVANGEN COLLATERAL
81.067.117,43
2,64
81.067.117,43
2,64
LIQUIDE MIDDELEN Zichtrekeningen België KBC GROUP CAD
39.985,03
CAD
1,000
30.111,46
0,00
KBC GROUP CHF
211.750,60
CHF
1,000
170.176,48
0,01 7,40
KBC GROUP EURO
227.573.993,86
EUR
1,000
227.573.993,86
KBC GROUP GBP
5.717,27
GBP
1,000
6.625,26
KBC GROUP HKD
2.039.372,26
HKD
1,000
197.328,69
KBC GROUP NOK
5.643,84
NOK
1,000
721,53
KBC GROUP SEK
2.458,34
SEK
1,000
273,64
KBC GROUP USD
3.780.111,20
USD
1,000
2.846.040,66 230.825.271,58
0,09 7,50
230.825.271,58
7,50
Totaal zichtrekeningen
TOTAAL LIQUIDE MIDDELEN
0,01
OVERIGE VORDERINGEN EN SCHULDEN Vorderingen België KBC GROUP EUR TE ONTVANGEN
3.127.039,80
EUR
1,000
3.127.039,80 3.127.039,80
0,10 0,10
-4.162.513,00
EUR
1,000
-4.162.513,00
-0,14
-81.067.117,43
EUR
1,000
-81.067.117,43
-2,64
-2.400.000,00
USD
1,000
-1.806.956,78 -87.036.587,21
-0,06 -2,83
-83.909.547,41
-2,73
Totaal vorderingen Schulden België KBC GROUP EUR TE BETALEN KBC GROUP TEGENPOST COLLATERAL EUR KBC GROUP USD TE BETALEN
Totaal schulden
TOTAAL VORDERINGEN EN SCHULDEN
ANDERE Te ontvangen interesten
EUR
962.430,91
0,03
Te betalen kosten
EUR
-2.932.233,92
-0,10
Over te dragen kosten
EUR
-0,49
TOTAAL ANDERE TOTAAL VAN DE NETTOACTIVA
-1.969.803,50
-0,06
3.076.368.395,74
100,00
Geografische spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Oostenrijk België Zwitserland Duitsland Spanje Finland Frankrijk V.K. Griekenland Hong Kong Ierland Italië Jersey Kanaaleilanden Japan Luxemburg Nederland Noorwegen Portugal Zweden V.S.A. Totaal
30/06/2009 3,60 23,78 0,05 12,75 5,81 2,41 16,11 0,00 5,33 0,26 2,11 10,04 0,07 1,74 0,95 6,27 0,00 0,45 0,00 8,27 100,00
31/12/2009 3,33 18,95 0,07 13,77 7,25 2,21 19,59 0,03 3,55 0,28 1,82 9,95 0,00 1,67 1,12 6,24 0,00 0,55 0,00 9,62 100,00
30/06/2010 3,90 18,93 0,08 15,06 5,17 1,82 18,25 0,12 0,79 0,33 2,23 8,56 0,00 1,34 0,87 7,39 0,00 0,72 0,00 14,44 100,00
31/12/2010 4,48 6,97 0,10 21,78 4,96 3,37 21,09 0,16 0,78 0,37 1,68 6,22 0,00 1,40 1,24 7,25 1,16 0,44 1,19 15,36 100,00
31/12/2009 18,65 6,55 4,92 3,47 30,58 3,19 5,40 5,02 1,51 20,53 0,08 0,10 100,00
30/06/2010 17,67 8,02 6,42 3,07 28,59 3,38 4,21 3,34 0,79 24,23 0,07 0,21 100,00
31/12/2010 18,08 8,53 5,60 3,51 25,84 3,23 4,00 4,16 1,08 25,64 0,08 0,25 100,00
31/12/2009 0,00 0,06 89,24 0,07 0,26 0,00 0,00 10,37 100,00
30/06/2010 0,65 0,08 84,71 0,04 0,31 0,00 0,00 14,21 100,00
31/12/2010 0,82 0,10 81,82 0,00 0,35 1,08 1,10 14,73 100,00
Sectorale spreiding (in % van de effectenportefeuille)
Cyclische Sectoren Consumenten(Cyclisch) Consumenten(Niet cyclisch) Farma Financiële sectoren Technologie Telecommunicatie Nutsbedrijven Vastgoed Overheid Beleggingsfondsen Diversen Totaal
30/06/2009 15,22 6,46 5,26 3,29 28,76 2,69 5,30 5,62 1,04 26,21 0,08 0,07 100,00
Muntspreiding (in % van de nettoactiva)
CAD CHF EUR GBP HKD NOK SEK USD Totaal
30/06/2009 0,00 0,05 90,03 1,31 0,25 0,00 0,00 8,36 100,00
6.2
WIJZIGING IN DE SAMENSTELLING VAN DE ACTIVA VAN PRICOS (in de valuta van het compartiment) ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale activa Omloopsnelheid
1 halfjaar 1.062.718.734,74 961.541.374,61 2.024.260.109,34 109.057.565,90 106.111.975,88 215.169.541,78 2.938.996.245,84
de
halfjaar 960.820.914,67 991.677.076,41 1.952.497.991,08 123.619.244,43 105.779.449,25 229.398.693,68 2.966.146.117,17
Jaar 2.023.539.649,40 1.953.218.451,02 3.976.758.100,42 232.676.810,33 211.891.425,13 444.568.235,46 2.952.788.380,47
58,09 %
119,62 %
halfjaar 960.820.914,67 991.677.076,41 1.952.497.991,08 123.619.244,43 105.779.449,25 229.398.693,68 2.721.642.838,36
Jaar 2.023.539.649,40 1.953.218.451,02 3.976.758.100,42 232.676.810,33 211.891.425,13 444.568.235,46 2.710.792.599,41
63,31 %
130,30 %
61,55 %
ste
Aankopen Verkopen Totaal 1 Inschrijvingen Terugbetalingen Totaal 2 Gemiddelde van de totale gecorrigeerde activa Gecorrigeerde Omloopsnelheid
2
1 halfjaar 1.062.718.734,74 961.541.374,61 2.024.260.109,34 109.057.565,90 106.111.975,88 215.169.541,78 2.747.039.856,00
65,86 %
2
de
De tabel hierboven toont het kapitaalvolume van de in de portefeuille uitgevoerde transacties. Dit volume (verbeterd voor de som van de inschrijvingen en de terugbetalingen) wordt ook vergeleken met het gemiddelde netto-actief aan het begin en het einde van de periode. Een cijfer dat de 0% benadert, impliceert dat de transacties met betrekking tot de effecten, respectievelijk met betrekking tot de activa met uitzondering van deposito’s en liquide middelen tijdens een bepaalde periode uitsluitend in functie van de inschrijvingen en de terugbetalingen zijn uitgevoerd. Een negatief percentage toont aan dat de inschrijvingen en de terugbetalingen slechts weinig of, in voorkomend geval, helemaal geen transacties in de portefeuille teweeg hebben gebracht. Een actief beheer van het vermogen kan resulteren in hoge omloopsnelheidpercentages (maandelijks percentage > 50%). De gedetailleerde lijst van de transacties kan gratis worden ingekeken op de zetel van de Bevek of het Fonds, Havenlaan 2, 1080 Brussel.
6.3
BEDRAG VAN DE VERPLICHTINGEN INZAKE FINANCIËLE DERIVATENPOSITIES
In effecten
Valuta
In valuta
EUR
81.067.117,43
KBC COLLATERAL EUR
6.4
Lotsize
81.067.117,43
Verrichtingsdatum
n.v.t
30.12.2010
EVOLUTIE VAN HET AANTAL INSCHRIJVINGEN, TERUGBETALINGEN EN VAN DE NETTO-INVENTARISWAARDE
Periode Jaar
In valuta van het fonds
Evolutie van het aantal rechten van deelneming in omloop Inschrijvingen Kap.
Einde periode
Terugbetalingen
Dis.
Kap.
Dis.
Kap.
Dis.
Totaal
2008 - 12
895.638,66
532.930,93
10.398.713,56
10.398.713,56
2009 - 12
993.445,30
356.618,38
11.035.540,47
11.035.540,47
2010 - 12
878.175,24
802.386,16
11.111.329,55
11.111.329,55
Bedragen ontvangen en betaald door de ICB (in de valuta van het fonds)
Periode Jaar
Inschrijvingen
Terugbetalingen
Kapitalisatie
Distributie
Kapitalisatie
2008 - 12
224.449.910,81
2009 - 12
233.862.389,82
83.202.276,77
2010 - 12
235.204.789,11
214.241.019,03
Periode Jaar
Distributie
136.472.365,38
Netto-inventariswaarde Einde periode (in de valuta van het fonds) van het compartiment
van één recht van deelneming Kapitalisatie
2008 - 12
2.258.003.895,88
217,14
2009 - 12
2.937.835.314,88
266,22
2010 - 12
3.076.368.395,74
276,87
Distributie
6.5
RENDEMENTSCIJFERS
1 Jaar
Kap Div
ISIN code
KAP
BE0026535543
3 Jaar*
5 Jaar*
10 Jaar*
Sinds start*
Munt Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench Aandelen Bench klassen mark klassen mark klassen mark klassen mark EUR
4.00%
-2.46%
0.85%
3.25%
Startdatum
Aandelen klassen
08/01/1990
7.13%
* De rendementscijfers zijn op jaarbasis. Rendementen uit het verleden bieden geen enkele garantie voor de toekomst.
Het staafdiagram geeft de performance weer van volledige boekjaren. Deze cijfers houden geen rekening met eventuele herstructureringen. Berekend in EUR (ex BEF). Het rendement wordt berekend als de wijziging van de inventariswaarde tussen twee tijdstippen uitgedrukt in procent. Berekeningsmethode voor datum D waarbij NIW staat voor inventariswaarde: Kapitalisatie deelbewijzen (KAP) Return op datum D over een periode van X jaar: [NIW(D) / NIW(Y)] ^ [1 / X] - 1 met Y = D-X Return op datum D sinds de startdatum S van het deelbewijs: [NIW(D) / NIW(S)] ^ [1 / F] - 1 met F = 1 indien het deelbewijs minder dan één jaar bestaat op datum D met F = (D-S) / 365.25 indien het deelbewijs langer dan één jaar bestaat op datum D Indien de periode tussen de twee tijdstippen groter is dan één jaar, dan wordt de gewone rendementsberekening omgezet in een rendement op jaarbasis door de n-de machtswortel te nemen van 1 plus het totale rendement van het deelbewijs. De hierboven voorgestelde rendementscijfers houden geen rekening met de provisies en kosten verbonden aan de uitgiften en terugkopen van de rechten van deelneming. Het gaat om de rendementscijfers van kapitalisatie rechten van deelneming.
6.6
KOSTEN
Totale-kostenpercentage: * 1.216% * De volgende kosten zijn niet in de TKP opgenomen: - transactiekosten - rentebetalingen op aangegane leningen - betalingen uit hoofde van financiële derivaten - provisies en kosten die rechtstreeks door de belegger worden betaald - eventuele soft commissions
SOFT COMMISSIONS De beheervennootschap of, naargelang het geval, de gedelegeerde beheerder is begunstigde van soft commissions. De begunstigde heeft een intern beleid bepaald met betrekking tot de aanvaarding van soft commissions en het vermijden van mogelijke belangenconflicten terzake, en heeft een passende interne controle met betrekking tot de eerbiediging van dit beleid georganiseerd. De Beheerder heeft een ‘Commission Sharing Agreement’ afgesloten met één of meerdere tussenpersonen van transacties in aandelen voor rekening van het fonds. De Commission Sharing Agreement heeft meer bepaald betrekking op de uitvoering van orders en het opleveren van onderzoeksrapporten. Wat houdt zo’n ‘Commission Sharing Agreement’-overeenkomst in? De Beheerder kan de tussenpersoon vragen om in zijn plaats facturen te betalen voor een aantal van de geleverde goederen en diensten. De tussenpersoon betaalt die facturen dan tegen een bepaald percentage van de brutocommissie die hij van het fonds ontvangt om de transacties uit te voeren (hieronder vermeld onder ‘CSA Credits’). Let op: alleen goederen en diensten die de beheerder helpen om het fonds te beheren in het belang van het fonds komen voor een ‘Commission Sharing Agreement’ in aanmerking. Goederen en diensten die in aanmerking komen voor ‘Commission Sharing Agreement’: - Research and advisory services, - Portfolio valuation and analysis, - Performance measurement, - Market price services, - Computer hardware associated with specialised computer software or research services, - Dedicated telephone lines, - Seminar fees, where the subject matter is of relevance to the provision of investment services, - Publications, where the subject matter is of relevance to the provision of investment services.
Bruto Commissie CSA Credits in EUR in EUR betaald tijdens de periode: opgebouwd tijdens de 1-01-10 1-01-10 Tussenpersoon 31-12-10 31-12-10 CITI 168,583 CSFBSAS 575,229 DEUTSCHE 411,285 JP MORGAN 148,501 MERRILL 23,360 MORGAN STANLEY 263,522 NOMURA 301,919 SOCGEN 73,538 UBSWDR 33,499
periode:
116,065 355,021 262,160 92,819 14,470 173,223 187,704 38,502 20,937
Percentage 68.85% 61.72% 63.74% 62.50% 61.94% 65.73% 62.17% 52.36% 62.50%
BESTAAN VAN FEE SHARING AGREEMENTS EN REBATES: De beheervennootschap kan haar vergoeding delen met de Distributeur, institutionele en/of professionele partijen. Fee sharing heeft geen invloed op de hoogte van de beheercommissie die het fonds betaalt aan de beheervennootschap. Deze beheercommissie is onderworpen aan de beperkingen bepaald in het beheerreglement. Deze beperkingen kunnen enkel gewijzigd worden na goedkeuring van de algemene vergadering. De beheervennootschap heeft een distributieovereenkomst afgesloten met de Distributeur om een ruimere verspreiding van de rechten van deelneming van het fonds mogelijk te maken, door gebruik te maken van meerdere distributiekanalen. Het is in het belang van de deelnemers, van het fonds en van de Distributeur dat een zo groot mogelijk aantal rechten van deelneming wordt verkocht, en dat de activa van het fonds dus zo hoog mogelijk zijn. In dit opzicht is er dus geen sprake van tegenstrijdige belangen.
6.7
TOELICHTING BIJ DE FINANCIËLE STATEN EN ANDERE GEGEVENS
Vergoeding voor het beheer van de beleggingsportefeuille: 0.85% per jaar berekend op basis van de gemiddelde totale netto activa van het Fonds, behalve op de activa die belegd zijn in beleggingsinstellingen beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. KBC Asset Management SA ontvangt van de beheervennootschap een vergoeding van max. 0.85% berekend op het deel van de door haar beheerde portefeuille, zonder dat het totale beheerloon dat de beheervennootschap ontvangt zal worden overschreden. De vergoeding voor administratief agent is betaalbaar op het einde van elk trimester en is gebaseerd op de toestand van het laatst gekende vermogen bij het einde van het betreffende trimester. Vergoeding van de commissaris: 2.837 EUR per jaar. Deze vergoeding is exclusief BTW en wordt jaarlijks geïndexeerd. Het bewaarloon is berekend op de waarde van de stukken die de bewaarder in depot heeft op de laatste bankwerkdag van het voorafgaande kalenderjaar, behalve op de activa die belegd zijn in beleggingsinstellingen beheerd door een financiële instelling van de KBC Groep. Het bewaarloon wordt betaald in het begin van het kalenderjaar en is gebaseerd op het vermogen in bewaring, toestand laatste bankwerkdag van het vorig kalenderjaar. Sociale, ethische en milieuaspecten : Alle producenten van controversiële wapens, waarvan de voorbije vijf decennia bij internationale consensus is vastgesteld dat het gebruik ervan onevenredig veel menselijk leed veroorzaakt aan de burgerbevolking, zijn uitgesloten van opname. Het betreft de producenten van antipersoonsmijnen, clusterbommen en -munitie en wapens met verarmd uranium. Op deze wijze streeft het fonds ernaar niet alleen een louter financiële realiteit weer te geven, maar ook een sociale realiteit van de sector of regio. Uitoefenen van stemrechten: Indien nodig, relevant en in het belang van de aandeelhouders zal de beheervennootschap de stemrechten uitoefenen die verbonden zijn aan de aandelen in de portefeuille van de beleggingsvennootschap. De beheervennootschap hanteert de volgende criteria bij het bepalen van haar houding m.b.t. de agendapunten die ter stemming worden voorgelegd: - De waarde voor de aandeelhouders mag niet negatief beïnvloed worden. - De regels inzake corporate governance, inzonderheid deze met betrekking tot de rechten van de minderheidsaandeelhouders, moeten gerespecteerd worden. - Er moet aan de minimumnormen inzake duurzaam en maatschappelijk ondernemen voldaan worden. De lijst van ondernemingen waarvoor het stemrecht werd uitgeoefend, is verkrijgbaar op de maatschappelijke zetel van de beleggingsvennootschap. Effect Pricos
Maximale beheerloon 0,85
Effectenleningen Overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 7 maart 2006 met betrekking tot effectenleningen, heeft de instelling voor collectieve belegging effectenleningen afgesloten met een Principaal, aan wie de eigendom van de uitgeleende effecten werd overgedragen, zonder dat deze eigendomsoverdracht boekhoudkundig werd uitgedrukt. Voor de periode van 01/01/2010 tot 31/12/2010 bedraagt de vergoeding voor uitgeleende effecten 3.426.893,93 EUR. KBC Asset Management NV ontvangt 40% van de ontvangen netto vergoeding voor uitgeleende effecten. De gedetailleerde lijst van de uitgevoerde transacties met betrekking tot effectenleningen, is verkrijgbaar op de zetel van de instelling voor collectieve belegging, Havenlaan 2, 1080 Brussel. Overzicht van de uitgeleende effecten per 30/12/2010 Naam
Munt
AMADEUS IT HOLDING SA -A-
EUR
Aantal 180.000
Koers 15,680
Waarde in munt portefeuille 2.822.400,00
DEUTSCHE TELEKOM OP NAAM
EUR
381.414
9,655
3.682.552,17
ENAGAS
EUR
334.068
14,915
4.982.624,22
GALP ENERGIA SGPS SA
EUR
324.590
14,510
4.709.800,90
HENKEL - BEV
EUR
315.207
46,535
14.668.157,74
LUXOTTICA GROUP SPA
EUR
360.000
22,800
8.208.000,00
LVMH-MOET HENNESSY CR SICOVAM
EUR
47.000
123,350
5.797.450,00
OUTOKUMPU
-A-
EUR
825.187
13,880
11.453.595,56
PORTUGAL TELECOM SGPS -REGISTERED-
EUR
357.236
8,560
3.057.940,16
PUBLICIS GROUPE
EUR
377.999
38,910
14.707.941,09
Totaal
74.090.461,84
Detail van de ontvangen collateral voor uitgeleende effecten Benaming
Munt
Nominaal
Munt fonds
Waarde in munt fonds
BUNDESREPUB.DTL. AN 2004 4% 04/01/37
EUR
446.000
EUR
480.119,00
KFW 2015 EURIBORFLOAT 08/12/15
EUR
29.475.000
EUR
29.533.950,00
FRANCE 2023 4,25% 25/10/23
EUR
5.976.000
EUR
6.431.371,20
TREASURY STOCK 1.25% 22/11/27
GBP
17.752.000
EUR
26.262.205,00
UK TREASURY BILL 3.75 07/09/20
GBP
13.015.000
EUR
15.548.623,34
KREDIT.WIEDRAUF. 2001 5 3/4% 07/06/32
GBP
2.000.000
EUR Totaal
Voor de waardering van de ontvangen collateral op deze detaillijst werden indicatieve koersen gebruikt vanuit de afdeling Collateral Management van KBC Bank.
2.810.848,89 81.067.117,43
7.
VERSLAG VAN DE COMMISSARIS PRICOS VERSLAG VAN DE COMMISSARIS OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2010 GERICHT TOT DE ALGEMENE VERGADERING VAN HOUDERS VAN RECHTEN VAN DEELNEMING
Aan de aandeelhouders Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen brengen wij u verslag uit in het kader van het mandaat van commissaris dat ons werd toevertrouwd. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen. Verklaring over de jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening van het gemeenschappelijk beleggingsfonds PRICOS over het boekjaar afgesloten op 31 december 2010, opgesteld op basis van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een eigen vermogen van 3.076.368.395,74 EUR en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van 117.569.310,78 EUR. Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening zodat deze geen afwijkingen van materieel belang, als gevolg van fraude of van fouten, bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut der Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Overeenkomstig deze controlenormen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controle-informatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De selectie van deze controlewerkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling welke een inschatting omvat van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van onze risicoinschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de vennootschap met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen maar niet om een oordeel over de effectiviteit van de interne controle van de vennootschap te geven. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de boekhoudkundige ramingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de jaarrekening als geheel beoordeeld.
Ten slotte, hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2010 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Bijkomende vermeldingen Het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, alsook het naleven door de vennootschap van het Wetboek van Vennootschappen en van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de jaarrekening te wijzigen:
Het jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.
Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften.
Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen. De verwerking van het resultaat die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Diegem, 7 maart 2011 De commissaris
________________________________ DELOITTE Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Frank Verhaegen