213
GEMEENTERAADSZITTING 22 DECEMBER 2014
Aanwezig: Paul CARION
Voorzitter,
Hugo LEROY
Burgemeester,
Denis DIERICK, Tanja EECKHOUT, Peter DECLERCQ, Dirk MARTENS, Willy VAN HOVE Gilles VAN HENDE
Schepenen, OCMW-voorzitter-Schepen,
Marc VAN WITTENBERGE, Willy BENOOT, Karel HUBAU, Raadsleden, Aline DERVAUX, Nadine DE STERCKE, Mieke PETERS, Jef VERMAERE, Marnix VANDEKERCKHOVE, Jacques DEZUTTER, Dieter DE METS, Wim MALFROOT, Luc GOEMAERE, Ankie D’HOLLANDER, Nelly DE SCHAMPHELAERE, Eddy VAN HIJFTE en Bart PIENS Serge RONSSE
Gemeentesecretaris.
OPENBARE ZITTING De voorzitter opent de openbare zitting. 1. Goedkeuren notulen van 24 november 2014. DE GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 33; BESLUIT: eenparig Enig art.:
De notulen van de gemeenteraadszitting van 24 november 2014 goed te keuren.
AGENDAPUNTEN OP VOORSTEL VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN 2. Politie – gemeentelijke dotatie aan politiezone Schelde –Leie 2015 – vaststellen. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus en in het bijzonder op artikel 39, artikel 40 derde en zesde lid en artikel 71, eerste lid; Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2001 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de lokale politie en in het bijzonder op artikel 9; Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 2005 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentenpolitiezone; Gelet op de omzendbrief BA/2001/13 van 7 september 2001 betreffende de nieuwe politie, eengemeentezones en meergemeentenzones : administratief toezicht, specifiek toezicht en gewoon toezicht; Gelet op de omzendbrief PLP 29 van 7 januari 1993 betreffende de begroting van de politiezone en gemeentelijke dotaties aan de politiezone; Gelet op de beslissing van de politieraad van 9 december 2014 houdende de vaststelling van de politiebegroting 2015; op de politiebegroting dienstjaar 2015 in bijlage;
214 Overwegende dat elke gemeenteraad de dotatie dient vast te stellen die aan de politiezone zal worden toegekend; dat deze dotatie in het budget dient opgenomen te worden; dat het bedrag van de dotatie dient overeen te stemmen met het bedrag in de politiebegroting; Overwegende dat in het budget 2015 van de gemeente Gavere de dotatie aan de politiezone is vastgesteld op € 1.041.641,00 als werkingstoelage aan andere overheden en € 63.186,78 voor toegestane investeringssubsidies en bijdragen in werkkapitaal aan andere overheden; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, opmerkt dat er waarheidsgetrouw gebudgetteerd is voor 2015; dat in het verleden gebudgetteerd werd op basis van het organogram; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, meedeelt dat het bedrag van het verkeersboetefonds intussen doorgestort werd; dat er nog steeds 3 jaar achterstal is; BESLUIT: eenparig Art. 1:
De gewone dotatie van de gemeente Gavere aan de politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2015 wordt vastgesteld op een (naar boven) afgerond bedrag van € 1.041.641,00 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van het gemeentebudget 2015. De buitengewone dotatie van de gemeente Gavere aan de politiezone Schelde-Leie voor het dienstjaar 2015 wordt vastgesteld op het bedrag van € 63.186,78 en opgenomen op beleidsitem 0400-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van het gemeentebudget 2015.
Art. 2:
Een eensluidend afschrift van deze beslissing, overeenkomstig artikel 71 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst op twee niveaus, binnen de twintig dagen aangetekend te versturen naar de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen voor goedkeuring en naar de Federale directie politiezaken en wapens.
Art. 3:
Een eensluidend afschrift te bezorgen aan de voorzitter van het politiecollege met het oog op de kennisgeving aan de politieraad.
3. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn – kennisname budgetwijziging 1 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen en in het bijzonder op Titel IV Planning en financieel beheer; Gelet op het OCMW-decreet en in het bijzonder op de artikelen 150 en 270; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in het bijzonder op Titel 2. Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3, Afdeling 3; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 en latere wijzigingen van de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, mijnheer Geert Bourgeois, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 januari 2014 houdende kennisname van het OCMWbudget 2014; Gelet op het OCMW-raadsbesluit van 17 november 2014 houdende vaststelling van de budgetwijziging 2014; Gelet op de bijgevoegde budgetwijziging 2014; Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage voor het dienstjaar 2014 in het budget 2014 is vastgesteld op € 888.998,50;
215 Overwegende dat de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor dienstjaar 2014 in deze budgetwijziging ongewijzigd blijft; Overwegende dat de heer Gilles Van Hende, schepen-OCMW-voorzitter, opmerkt dat de meeste wijzigingen te maken hebben met opmerkingen van de hogere overheid; dat er daarnaast verschuivingen zijn tussen gesubsidieerde contractuelen en contractuelen; dat er uitvoering wordt gegeven aan de samenwerkingsovereenkomst met de gemeente, waardoor de gemeentelijke bijdrage in min werd bijgestuurd; dat er een toename is in exploitatiekosten voor ICT door nieuwe software voor de boekhouding; dat er verschuivingen zijn in het project Markt en bij enkel verkopen; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vindt dat de toelichting pover is; dat hij tevreden is dat het wegvallen van de gewestelijke ontvanger nu wel verrekend is; dat de synergiën tussen gemeente en OCMW onvoldoende meegenomen zijn; dat het overschot van het OCMW stelselmatig stijgt en dat dit bedrag in 2019 de jaarbijdrage overstijgt; dat hij het additioneel opbouwen van reserves niet gezond vindt; dat hij vraagt om dit in de toekomst te herbekijken; Overwegende dat de heer Gilles Van Hende, schepen-OCMW-voorzitter, vraagt om het mandaat van de OCMW-raad te respecteren; dat de samenwerkingsovereenkomst vergaand is en dat er mogelijkheden zijn tot bijsturing; dat er liquide middelen nodig zijn voor project Markt; dat de prefinanciering van de gemeente hierdoor niet nodig is; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, meent dat er op deze wijze tweemaal financiering voor het project wordt voorzien; Overwegende dat de heer Gilles Van Hende, schepen-OCMW-voorzitter, wijst op de nood aan een werkkapitaal van ca. € 300.000; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van de OCMW-budgetwijziging 2014, zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan het OCMW-bestuur.
Art. 3:
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (administratieve en financiële organisatie).
4. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn – kennisname meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen; Gelet op het OCMW-decreet en in het bijzonder op artikel 148; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in het bijzonder op Titel 2. Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2, Afdeling 1; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 en latere wijzigingen van de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, mijnheer Geert Bourgeois, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 27 januari 2014 houdende goedkeuren OCMWmeerjarenplan 2014-2019; Gelet op het OCMW-raadsbesluit van 17 november 2014 houdende vaststelling van de meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019;
216 Gelet op de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het OCMW die ingaat per 1 januari 2015; Gelet op de bijgevoegde OCMW-meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019; Overwegende dat de aanpassingen van het meerjarenplan van het OCMW enkel ter goedkeuring aan de gemeenteraad worden voorgelegd als de bijdrage van de gemeente gedurende het resterende gedeelte van de zesjaarlijkse periode van de financiële nota van het meerjarenplan wordt verhoogd of als de strategische nota van het meerjarenplan inhoudelijk wijzigt; dat indien er geen goedkeuring door de gemeente is vereist, de gemeenteraad enkel kennis neemt van de aanpassingen van het meerjarenplan; Overwegende dat de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage in de meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019 als volgt is vastgesteld: 2014 € 888.998,50
2015 € 873.231,66
2016 € 840.587,66
2017 € 858.290,06
2018 € 876.346,55
2019 € 894.764,81
Overwegende dat de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage daalt ten opzichte van het oorspronkelijk OCMW-meerjarenplan 2014-2019; dat de strategische nota inhoudelijk niet wordt gewijzigd; Overwegende dat de ingevolge artikel 148 van het OCMW-decreet enkel kennis dient te nemen van bijgevoegde OCMW-meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019; Overwegende dat in het schema TM1 Personeel geen aanpassing werd gedaan met betrekking tot de personeelsleden die bij toepassing van de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en het OCMW worden overgedragen van het OCMW aan de gemeente; BESLUIT: Art. 1:
Neemt kennis van de OCMW-meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019 zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan het OCMW en de afdeling interne zaken (diensten administratieve en financiële organisatie).
5. Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn – kennisname budget 2015. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen en in het bijzonder op Titel IV Planning en financieel beheer; Gelet op het OCMW-decreet en in het bijzonder op artikel 150; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in het bijzonder op Titel 2. Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3, Afdeling 1 en 2; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 en latere wijzigingen van de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, mijnheer Geert Bourgeois, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op de omzendbrief BB 2014/4 van 5 september 2014 ‘de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2015’; Gelet op het OCMW-raadsbesluit van 17 november 2014 houdende vaststelling van meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019;
217 Gelet op OCMW-raadsbesluit van 17 november 2014 houdende vaststelling budget 2015 ; Gelet op het bijgevoegd OCMW-budget 2015; Overwegende dat de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor het dienstjaar 2015 in de meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019 is vastgesteld op € 873.231,66; Overwegende dat de gebudgetteerde gemeentelijke bijdrage voor het dienstjaar 2015 is vastgelegd op € 873.231,66 en binnen de meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019 valt; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van het OCMW-budget 2015 zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
Een afschrift van deze beslissing samen met het OCMW-budget 2015 over te maken aan het OCMW-bestuur en aan de provinciegouverneur.
6. Brandweer – gemeentelijke dotatie aan brandweerzone Centrum 2015 – vaststellen. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 42 §1; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en in het bijzonder op de artikelen 67 en 68; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2013 betreffende goedkeuring van de financiële verdeelsleutel voor de gemeentelijke dotatie aan brandweerzone Centrum; Gelet op de beslissing van de prezoneraad van 12 november 2014, meer bepaald punt 3.2.2, houdende de vaststelling van de prebegroting 2015; op de toelichting bij de brandweerbegroting dienstjaar 2015 in bijlage; Gelet op de brief van prezone Centrum dd. 13 november 2014 betreffende storting gemeentelijke dotatie 2015 (exploitatie eerste kwartaal); Gelet op de nota van de financieel beheerder dd. 14 november 2014; Overwegende dat dit een voorlopig budget betreft in afwachting van goedkeuring door de zoneraad, die pas vanaf 1 januari 2015 beslissingen kan nemen, van het definitieve budget voor 2015; dat begin januari 2015 de brandweerzone haar eerste uitgaven moet betalen waaronder de wedden van het statutair personeel; dat het bijgevolg noodzakelijk is dat de gemeenteraad de dotaties aan brandweerzone Centrum goedkeurt zodat tegen 2 januari 2015 een eerste schijf van de exploitatiedotatie kan uitbetaald worden aan brandweerzone Centrum; Overwegende dat bij toepassing van de goedgekeurde financiële verdeelsleutel binnen de brandweerzone de herverdeling van de kosten wordt gespreid over een periode van 10 jaar; Overwegende dat elke gemeenteraad de dotatie dient vast te stellen die aan de brandweerzone zal worden toegekend; dat deze dotatie in het budget van de gemeente dient opgenomen te worden; dat het bedrag van de dotatie dient overeen te stemmen met het bedrag in de begroting van de brandweerzone; Overwegende dat in het budget 2015 van de gemeente Gavere de dotatie aan de brandweerzone Centrum is vastgesteld op € 365.911,72 als werkingstoelage aan andere overheden en € 7.813,70 voor toegestane investeringssubsidies en bijdragen in werkkapitaal aan andere overheden; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, opmerkt dat er 15 mensen overgaan van de stad Gent naar de zone en dat die kost begroot is; dat de verdere personeelsgroei effect zal hebben op de gemeentelijke dotatie; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, stelt dat het personeelskader volgens een
218 bepaald model werd uitgewerkt, maar dat er nog heel veel vraagtekens zijn rond de concrete invulling; dat ook de bijkomende aanwervingen mee verrekend werden in de budgettering; dat er maximaal gebudgetteerd werd; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vraagt hoeveel openstaande leningen we hebben op het brandweerpatrimonium; dat hij vraagt in welke mate het patrimonium is afgeschreven en wat de resterende boekhoudkundige en economische waarde is; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, stelt dat de economische waarde nog niet werd bepaald; Overwegende dat mevrouw Nadine De Stercke, raadslid, vraagt wat de impact is op de snelste adequate hulp; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, stelt dat de snelste adequate hulp nu pas echt actueel wordt; dat de dubbele uitruk nu vermeden zou moeten worden; BESLUIT: eenparig Art. 1:
De dotatie van de gemeente Gavere aan de brandweerzone Centrum voor het dienstjaar 2015 wordt vastgesteld op € 365.911,72 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 649300 “toelagen aan andere overheidsinstellingen” van het gemeentebudget 2015. De buitengewone dotatie van de gemeente Gavere aan de brandweerzone Centrum voor het dienstjaar 2015 wordt vastgesteld op het bedrag van € 7.813,70 en opgenomen op beleidsitem 0410-00 en algemene rekening 664300 “toegestane investeringssubsidies aan andere overheidsinstellingen” van het gemeentebudget 2015.
Art. 2:
Een eensluidend afschrift te bezorgen aan de voorzitter van brandweerzone Centrum, Daniël Termont, en de secretaris van brandweerzone Centrum, Didier De Wulf, met het oog op de kennisgeving aan de brandweerraad.
7. Financiën – retributie op de tussenkomsten van de gewestelijke brandweerdienst Gavere die buiten haar normale opdrachten vallen - opheffen. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op de artikelen 42 §3 en 43 §2 15°; Gelet op artikel 170 §4 van de Grondwet; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2003 houdende vestiging van een retributie op de tussenkomsten van de gewestelijke brandweerdienst Gavere die buiten haar normale opdracht vallen; Overwegende dat bovenvermelde retributie een termijn heeft van onbepaalde duur; Overwegende dat de brandweerdienst van Gavere vanaf 1 januari 2015 opgenomen wordt in brandweerzone Centrum; dat interventies door de brandweerzone vanaf 2015 worden aangerekend en gefactureerd door de brandweerzone; dat brandweerzone Centrum een eigen retributiereglement zal invoeren gestemd door de zoneraad; dat het bijgevolg aangewezen is het gemeentelijk retributiereglement op te heffen per 1 januari 2015; BESLUIT: eenparig Art. 1:
Het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2003 houdende vestiging van een retributie op de tussenkomsten van de gewestelijke brandweerdienst Gavere die buiten haar normale opdracht vallen wordt opgeheven per 1 januari 2015.
Art. 2:
Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de brandweerdienst Gavere, de dienst administratieve organisatie, de dienst financiële
219 organisatie en de financieel beheerder. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing wordt binnen de 20 dagen aangetekend verstuurd t.a.v. de provinciegouverneur, in uitvoerig van artikel 253 §1 3° van het gemeentedecreet. 8. Financiën – retributie op de verkoop van dranken en versnaperingen naar aanleiding van bijzondere gemeentelijke evenementen – vaststellen machtiging en voorwaarden (vervangen gemeenteraadsbesluit van 28 mei 2012). DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op artikel 170 § 4 van de grondwet; Gelet op artikel 6 § 3 11° WBTW; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 43 § 2 15° en artikel 57 § 3 3°; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 december 2007 houdende het retributiereglement invorderingskosten niet-fiscale ontvangsten; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 28 mei 2012 houdende de retributie op de verkoop van dranken en versnaperingen naar aanleiding van bijzondere gemeentelijke evenementen – vaststellen machtiging en voorwaarden; Overwegende dat de gemeenteraad het kader en de voorwaarden van de retributie bepaalt; dat betekent onder meer de aanduiding van degene die de retributie verschuldigd is, de vaststelling van vrijstellingen of verminderingen; Overwegende dat de gemeenteraad het vaststellen van het tarief en de bepaling van de wijze van inning kan delegeren aan het college van burgemeester en schepenen; dat bijgevolg op een vlottere manier kan worden ingespeeld op veranderende omstandigheden; Overwegende dat het gemeentebestuur Gavere aantreedt als organisator; dat het gemeentebestuur eveneens instaat voor het aanleveren van een assortiment dranken en versnaperingen; Overwegende dat deze tarieven democratisch gehouden worden voor de bezoeker, maar toch voldoende marge dienen op te leveren voor de organisator om de directe kosten te kunnen dragen; dat het bijgevolg aangewezen is om bovenop de nettokostprijs (excl.btw) van de aangekochte dranken en versnaperingen een geringe en billijke commissie in de vorm van een retributie te rekenen; dat deze commissie en de opbrengsten en kosten uit de verkoop van dranken zullen verrekend worden in de periodieke btw-aangiften van de gemeente; Overwegende dat het om organisatorische redenen aangewezen lijkt om een zeker minimum verkoopbedrag per verkocht product (drank of versnapering) te bepalen en om de verkoopbedragen af te ronden op 50 eurocent; Gelet op de financiële toestand van de gemeente Gavere; Overwegende dat ingeval weigering of nalatigheid in hoofde van de debiteur om het verschuldigd bedrag te betalen de invordering van de retributie ingeval van onbetwiste nietfiscale ontvangsten zal gebeuren bij dwangbevel, en ingeval betwiste niet-fiscale ontvangsten overeenkomstig de wetsbepalingen betreffende de burgerlijke rechtsprocedure; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vraagt wat het effect is op andere gebruikers en organisatoren; Gaat over tot de mondelinge stemming: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; Gelet op de uitkomst van de stemming: 13 ja-stemmen en 10 onthoudingen (KH, WB, WM, LG, AD, AD’H, NDS, BP, MP, JV);
220 BESLUIT: Art. 1:
Vanaf heden een retributie in te voeren op de verkoop van dranken en versnaperingen tijdens bijzondere gemeentelijke evenementen.
Art. 2:
De retributie is hoofdelijk verschuldigd door diegene die het product bestelt.
Art. 3:
Het bedrag van de retributie wordt door het college van burgemeester en schepenen bepaald. Het college van burgemeester en schepenen dient daarbij als verkoopprijs de kostende aankoopprijs van het product te rekenen (exclusief btw) en mag deze vermeerderen met een geringe commissie. Deze commissie mag in geen geval hoger zijn dan 100 % van de netto aankoopprijs (exclusief btw) van het product. Het minimale bedrag van de retributie wordt vastgesteld op € 1. Het bedrag van de retributie wordt steeds afgerond op € 0,50.
Art. 4:
Bij weigering of nalatigheid om het verschuldigd recht te betalen, geschiedt de invordering overeenkomstig de burgerlijke rechtspleging voor zover de schuld ten aanzien van de gemeente betwist wordt. Ingeval de verschuldigde retributie niet betwist wordt, zal de invordering gebeuren bij dwangbevel na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
Art. 5:
Het gemeenteraadsbesluit van 28 mei 2012 houdende de retributie op de verkoop van dranken en versnaperingen naar aanleiding van bijzondere gemeentelijke evenementen wordt opgeheven vanaf heden.
Art. 6:
Onderhavig reglement bekend te maken overeenkomstig artikel 186 en 187 van het gemeentedecreet. Een afschrift van deze beslissing wordt overgemaakt aan de afdeling vrijetijdszaken en de dienst financiële organisatie/financieel beheerder. Een afschrift van deze beslissing wordt overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet binnen de 20 dagen aangetekend verzonden naar de provinciegouverneur.
9. Financiën – opcentiemen op de Vlaamse heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen – vaststellen aanslagvoet 2015-2019. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 42 §3 en 43 §2 15°; Gelet op artikel 170 §4 van de Grondwet; Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, met in het bijzonder op artikel 464/1; Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Titel 2 Hoofdstuk 5 en artikel 3.1.0.0.4; Gelet op het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald Hoofdstuk VIII, afdeling 2 en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van de leegstand en de verkrotting van gebouwen en/of woningen en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
221 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 20 december 2013 houdende de uitvoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013; Gelet op de bijgevoegde brief van 14 april 2014 vanwege het Agentschap Vlaamse Belastingdienst betreffende de mogelijkheid tot het heffen van opcentiemen op de gewestelijke heffing op verwaarloosde en ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen en op de gewestelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat de verkrotting en verwaarlozing van gebouwen en woningen op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden; dat de gemeente opnieuw opcentiemen kan heffen op de gewestelijke heffing ter bestrijding van verkrotting van woningen en/of gebouwen; dat het heffen van opcentiemen op de gewestelijke heffing als voordeel oplevert dat de aspecten van invordering en bezwaren door het Vlaams Gewest gebeurt; BESLUIT: eenparig Art. 1:
Er worden vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 ten voordele van de gemeente 100 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen oorspronkelijk ingevoerd door het decreet van 22 december 1995 betreffende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, meer bepaald Hoofdstuk VIII, afdeling 2 en latere wijzigingen en overgenomen door het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13/12/2013.
Art. 2:
De gemeente doet voor de inning van deze opcentiemen een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Koning Albert II-laan 35 bus 62 te 1210 Brussel.
Art. 3:
Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de dienst milieu, de dienst administratieve organisatie, de dienst financiële organisatie en de financieel beheerder. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing uiterlijk vóór 1 maart 2015 per aangetekende brief over te maken aan mevrouw Els Slagmulder, Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Koning Albert II-laan 35 bus 62 te 1210 Brussel. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing wordt binnen de 20 dagen aangetekend verstuurd t.a.v. de provinciegouverneur, in uitvoerig van artikel 253 §1 3° van het gemeentedecreet.
Art. 4:
Dit reglement zal overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet afgekondigd en bekendgemaakt worden.
10. Financiën – opcentiemen op de Vlaamse heffing ter bestrijding van leegstaande bedrijfsruimten – vaststellen aanslagvoet 2015-2019. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 42 §3 en 43 §2 15°; Gelet op artikel 170 §4 van de Grondwet; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;
222 Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, inzonderheid artikel 15; Gelet op de omzendbrief BB/2011/01 van 10 juni 2011 betreffende de coördinatie van de onderrichtingen inzake gemeentelijke fiscaliteit; Overwegende dat het Vlaams Gewest instaat voor de heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; Overwegende dat leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten niet kunnen belast worden krachtens het gemeentelijk belastingreglement op de leegstand van gebouwen, woningen, kamers en overige woongelegenheden, vastgesteld in de zitting van 18 december 2013; Gelet op de bijgevoegde brief van 14 april 2014 vanwege het Agentschap Vlaamse Belastingdienst betreffende de mogelijkheid tot het heffen van opcentiemen op de gewestelijke heffing op verwaarloosde en ongeschikte en/of onbewoonbaar verklaarde woningen en gebouwen en op de gewestelijke heffing op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Overwegende dat de leegstand van bedrijfsruimten op het grondgebied van de gemeente voorkomen en bestreden moet worden; dat de gemeente opnieuw opcentiemen kan heffen op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstaande bedrijfsruimten; dat het heffen van opcentiemen op de gewestelijke heffing als voordeel oplevert dat de aspecten van invordering en bezwaren door het Vlaams Gewest gebeurt; BESLUIT: eenparig Art. 1:
Er worden vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2019 ten voordele van de gemeente 100 opcentiemen geheven op de gewestelijke heffing ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, ingesteld door het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten.
Art. 2:
De gemeente doet voor de inning van deze opcentiemen een beroep op de medewerking van het Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Koning Albert II-laan 35 bus 62 te 1210 Brussel.
Art. 3:
Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de dienst administratieve organisatie, de dienst financiële organisatie en de financieel beheerder. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing uiterlijk vóór 1 maart 2015 per aangetekende brief over te maken aan mevrouw Els Slagmulder, Agentschap Vlaamse Belastingdienst, Koning Albert II-laan 35 bus 62 te 1210 Brussel. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing wordt binnen de 20 dagen aangetekend verstuurd t.a.v. de provinciegouverneur, in uitvoerig van artikel 253 §1 3° van het gemeentedecreet.
Art. 4:
Dit reglement zal overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet afgekondigd en bekendgemaakt worden.
11. Financiën – meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019 – vaststellen. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen en in het bijzonder op de artikelen 146 en 147; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare
223 centra voor maatschappelijk welzijn en in het bijzonder op Titel 2. Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 2, Afdeling 1; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 en latere wijzigingen van de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, mijnheer Geert Bourgeois, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013 houdende de vaststelling van de beleidsdomeinen en de beleidsvelden; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013 houdende de vaststelling van het meerjarenplan 2014-2019; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013 houdende de vaststelling van het budget 2014; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 maart 2014 houdende kennisname van interne kredietaanpassing nummer 0.1 en 0.2 van 2014; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2014 houdende vaststelling van de jaarrekening 2013; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2014 houdende de vaststelling van budgetwijziging 1 2014; Gelet op de omzendbrief BB 2014/4 van 5 september 2014 ‘de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2015’; Gelet op het ontwerp meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019; op de verklarende nota in de toelichting; Overwegende dat de meerjarenplanaanpassing 2014-2019 financieel in evenwicht is; dat zowel het resultaat op kasbasis als de autofinancieringsmarge positief is; Overwegende dat de heer Peter Declercq, schepen, benadrukt dat er gewerkt is aan een gezond evenwicht tussen exploitatieontvangsten en –uitgaven; dat hij de schuld stabiel wil houden; dat hij het resultaat op kasbasis wil opbouwen naar € 3.000.000 om onverwachte situaties te bufferen; dat hij de autofinancieringsmarge wil opbouwen zodat er investeringen mogelijk blijven, ook in de volgende legislaturen; dat het objectief belastingsvermogen een stuk lager is in Gavere dan in de andere clustergemeenten; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, om de stemming verzoekt; dat hij vaststelt dat er heel wat zaken worden opgeschoven en zich afvraagt of de belastingsverhoging wel nodig was; dat het resultaat op kasbasis € 800.000 hoger is; dat het OCMW ook een reserve aanlegt; dat hij tevreden is dat de schuld gelijk blijft; Overwegende dat de heer Jef Vermaere, raadslid, de verkoop van de pastorijen betreurt; dat hij hoopt dat de verkoop van het OCMW-gebouw vordert; dat hij duidelijkheid vraagt over welke budgetten doorgeschoven werden voor het administratief centrum en welke budgetten meerwerken zijn; dat hij zich afvraagt of er zolang studiewerk nodig is voor de MolenstraatKasteeldreef; dat het budget voor fietspaden integraal op 2015 voorzien wordt en besteed zal worden aan Dorpsstraat-Leenstraat en dat er dus geen andere fietsprojecten meer te verwachten zijn; dat hij daarom hoopt dat er in de onderhoudswerken ook ruimte is voor fietspaden; dat er reeds uitvoering wordt gegeven aan een aantal elementen uit het mobiliteitsplan terwijl het mobiliteitsplan nog niet goedgekeurd is; dat de budgetten voor de recreatieve zones worden verhoogd en vervroegd, maar dat een concrete invulling ontbreekt; dat de studiekosten voor de sporthal worden doorgeschoven naar de recreatieve zones; dat hij veronderstelt dat de sporthal is afgevoerd; dat de budgetten voor gemeenschapsbevorderende projecten worden verdubbeld maar die verdubbeling niet wordt geduid; dat hij vraagt of de niet-bestede € 1.000 van 2014 voor noodhulp werd overgedragen naar 2015; Overwegende dat de heer Peter Declercq, schepen, stelt dat het budget voor noodhulp bij de budgetwijziging 2014 reeds in die zin werd aangepast;
224 Overwegende dat de heer Willy Van Hove, schepen, de besteding van 2014 verder detailleert; Overwegende dat mevrouw Tanja Eeckhout, schepen, meegeeft dat het project administratief centrum nog steeds binnen het budget zit; dat de jaarlijkse middelen voor fietspaden gebundeld werden voor één project, m.n. Dorpsstraat-Leenstraat; dat er bij de onderhoudswerken zeker ook rekening wordt gehouden met fietspaden maar dat dit met het beperkte budget moeilijk is; dat de onteigening in de Broeckstraat belangrijk is voor het vervolg van het project Brandweerstraat; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vraagt hoeveel de studie voor de fietspaden heeft gekost; dat hij vraagt wat de prioriteiten zijn; dat hij aandringt op een tweede gemeentelijke begeleidingscommissie voor het mobiliteitsplan; Overwegende dat mevrouw Tanja Eeckhout, schepen, meent dat de studie € 3.900 heeft gekost; dat naar aanleiding van de studie gekozen werd voor Dorpsstraat-Leenstraat en dat het document ook nuttig is voor de projecten in de toekomst; dat iedereen die deel uitmaakte van de participatieraad een antwoord zal krijgen op de opmerkingen, suggesties en vragen; Overwegende dat mevrouw Nadine De Stercke, raadslid, stelt dat het kruispunt PalmstraatDorpsstraat een zwart punt zal worden voor fietsers; Gaat over tot de mondelinge stemming: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; Gelet op de uitkomst van de stemming: 13 ja-stemmen en 10 neen-stemmen (KH, WB, WM, LG, AD, AD’H, NDS, BP, MP, JV); BESLUIT: Art. 1:
De meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019 vast te stellen, zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de gemeentesecretaris, de financieel beheerder en de dienst financiële organisatie. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing wordt binnen de 20 dagen aangetekend verstuurd ter attentie van de provinciegouverneur, in uitvoering van artikel 253 § 1 2 ° van het gemeentedecreet.
12. Financiën – budget 2015 – vaststellen. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen en in het bijzonder op Titel IV Planning en financieel beheer; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juni 2010, en latere wijzigingen, betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in het bijzonder op Titel 2. Hoofdstuk 1 en Hoofdstuk 3, Afdeling 1 en 2; Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 2010 en latere wijzigingen van de minister bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden, mijnheer Geert Bourgeois, tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten en de toelichting ervan, en van de rekeningstelsels van de gemeenten, de provincies en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013 houdende de vaststelling van de beleidsdomeinen en de beleidsvelden; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 23 juni 2014 houdende vaststelling van de jaarrekening 2013; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2014 houdende vaststelling van de budgetwijziging 1/2014;
225 Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2014 houdende de vaststelling van meerjarenplanaanpassing 1 2014-2019; Gelet op de omzendbrief BB 2014/4 van 5 september 2014 ‘de aanpassing van de meerjarenplannen 2014-2019 en de budgetten 2015’; Gelet op het ontwerp van budget 2015; Overwegende dat het budget 2015 past in de meerjarenplanaanpassing 1 2014 – 2019; dat het budget financieel in evenwicht is; dat het resultaat op kasbasis € 2.637.009,20 bedraagt en de autofinancieringsmarge € 526.597,34 bedraagt; Gaat over tot de mondelinge stemming: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; Gelet op de uitkomst van de stemming: 13 ja-stemmen en 10 neen-stemmen (KH, WB, WM, LG, AD, AD’H, NDS, BP, MP, JV); BESLUIT: Art. 1:
Het budget 2015 vast te stellen, zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan de gemeentesecretaris, de financieel beheerder en de dienst financiële organisatie. Een eensluidend afschrift van onderhavige beslissing wordt binnen de 20 dagen aangetekend verstuurd ter attentie van de provinciegouverneur, in uitvoering van artikel 253 §1 2° van het gemeentedecreet.
13. Ruimtelijke ordening – gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening – kennisname voorlopig verslag van 18 november 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 200 §3; Gelet op de vergadering van de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening op 18 november 2014; Gelet op het bijgevoegd voorlopig verslag van de vergadering; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van het voorlopig verslag van de vergadering van de gemeentelijke commissie ruimtelijke ordening van 18 november 2014.
14. Ruimtelijke ordening – aanvraag tot principieel akkoord m.b.t. het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied ‘Ommegang’ te Asper – advies. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, meer bepaald de artikels 5.6.4 t.e.m. 5.6.6, betreffende de ontwikkelingsmogelijkheden in woonuitbreidingsgebieden; Gelet op het schrijven van de deputatie dd. 17 oktober 2014, waarin de gemeenteraad om advies wordt gevraagd over de aanvraag van NV IMWO INVEST (Kapelanielaan 9 9140 Temse) tot principieel akkoord voor het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied ‘Ommegang’ te Asper, gelegen nabij Hulstraat-Haagstraat-Kerkhofstraat (kadastrale percelen Gavere, 6e afdeling, sectie B, nrs. 262C/deel, 265G/deel, 272/deel, 278/deel, 279B//deel, 285A/deel,
226 286A/deel, 294A/deel, 294C, 295C, 296B, 297, 298, 335G, 342A, 344A, 345B, 345C, 345D/deel, 347A, 348A, 348C, 349, 350A, 350B, 351B, 352A, 353, 354, 354A/2, 354C/2, 354D/2, 355, 357A, 385, 388A, 389B/deel, 389C, 390A, 390C, 390E, 390M, 391B, 406B/2, 406C, 408N/deel, 412/deel, 413C, 418A, 419F, 419S); Overwegende dat in een principieel akkoord de deputatie bevestigt dat de vooropgestelde ontwikkeling ingepast kan worden in het lokaal woonbeleid, zoals vormgegeven in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en desgevallend in andere openbare beleidsdocumenten; dat de deputatie daaromtrent het voorafgaand advies van de gemeenteraad inwint; Overwegende dat het advies van de gemeenteraad dient uitgebracht binnen een termijn van 90 dagen ingaande de dag na deze van de betekening van de adviesvraag en dat dit advies bindend is in zoverre het negatief is; Overwegende dat een principieel akkoord de gemeente ertoe verplicht om binnen het jaar een voorontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan of plan van aanleg op te maken; Overwegende dat de betrokken aanvraag tot principieel akkoord tot doel heeft een globale gebiedsontwikkeling te realiseren, waarbij aandacht zal besteed worden aan het doelgroepenbeleid van de gemeente, o.a. door het realiseren van sociale en bescheiden woningen; Overwegende dat de aanvraag wordt gemotiveerd met volgende strategische uitgangspunten: creëren van een goede samenhangende woon- en groenstructuur in het plangebied; ontwikkelen van het woonuitbreidingsgebied in functie van het doelgroepenbeleid van de gemeente en het bindend sociaal objectief; ruimte bieden voor nieuwe woontypologieën en woonvormen die tegemoet komen aan de woonnoden van diverse doelgroepen; voorzien van meerdere ontsluitingen voor gemotoriseerd verkeer, teneinde tot een maximale spreiding van de bijkomende vervoersbewegingen te komen; voorzien van afzonderlijke ‘groene wegen’ enkel bestemd voor voet- en fietsverkeer; voldoende open ruimte behouden, ruimte bieden voor de ontwikkeling van kwalitatieve groene vingers doorheen het plangebied, aanleg van openbaar groen en respect voor het omgevend landschap verzekeren; inspelen op de aanwezigheid van bouwkundig erfgoed in de omgeving en de aanwezigheid van het kerkhof; Gelet op de visie m.b.t. de ontwikkeling van de nederzettingsstructuur zoals vermeld in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (PRS), dat Gavere identificeert als een niet-stedelijk centrum dat het net van kleine steden aanvult en waarbij Gavere en Asper als hoofddorp worden geselecteerd; Gelet op de visie m.b.t. de ontwikkeling van de nederzettingsstructuur zoals vermeld in het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS) van Gavere dd. 9 februari 2006, waarbij volgende beleidselementen worden vooropgesteld welke kunnen bijdragen tot een woonbeleid gericht op kernversterking en ruimtelijke kwaliteit, met aandacht voor een verantwoorde inpassing in het bestaande weefsel: Woningdifferentiatie Stimuleren van geschikte woonvormen die zo weinig mogelijk beslag leggen op de ruimte Renovatie en vernieuwbouw van woningen met slechte woonkwaliteiten stimuleren Aandacht voor sociale huisvesting Een gecontroleerde woonuitbreiding afgestemd op de woonbehoeften Een specifiek beleid voor de bewoning buiten de kernen Behoud en indien nodig versterken van de bestaande recreatieve voorzieningen aansluitend bij de kernen; Gelet op de ligging van het woonuitbreidingsgebied (WUG) “Ommegang” in het oostelijk deel van het hoofddorp Asper, op gemiddeld 300m van de kerk; Overwegende dat dit WUG omgeven is met historische en recente lintbebouwing en dat de ontwikkeling van dit gebied inbreidingsgericht en kernversterkend is; Overwegende dat de aanvrager in de motiveringsnota aangeeft te willen inzetten op woningdifferentiatie, woontypologieën met zo weinig mogelijk ruimtebeslag, een belangrijk
227 aandeel sociale woningen, ruimtelijke kwaliteit, aandacht voor open (publieke) ruimte en mobiliteit; Overwegende dat de aanvraag in overeenstemming is met de visie op de lokale woonontwikkeling zoals bepaald in het richtinggevend deel van het GRS; Overwegende dat de gevraagde ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied echter strijdig is met het resultaat van de woonbehoeftenstudie geactualiseerd in 2013, waaruit blijkt dat de gemeente Gavere, op basis van de gesloten prognose, tot 2020 de lokale woonbehoefte kan opvangen binnen het juridisch aanbod (woongebied); Overwegende dat er een onderscheid moet gemaakt worden tussen de generieke woonbehoefte (zie woonbehoeftestudie-gesloten prognose) en de specifieke woonbehoefte(n) zoals bvb het bindend sociaal objectief; Overwegende dat ingevolge de invoering van het decreet grond- en pandenbeleid (1 september 2009) de deputatie aan de gemeente Gavere een bindend sociaal objectief (BSO) heeft opgelegd als volgt: te realiseren sociale huurwoningen: 80 tegen 2020, 95 tegen 2025 te realiseren sociale koopwoningen: 38 tegen 2020 te realiseren sociale kavels: 1 tegen 2020; Overwegende dat op basis van de huidige stand van zaken van het sociaal woonaanbod en de geplande projecten nu al blijkt dat onze gemeente dit BSO niet kan behalen zonder extra inspanningen; dat het niet evident is om de nog noodzakelijke 48 extra woningen (34 huur en 14 koop) te realiseren her en der verspreid in de gemeente binnen het juridisch aanbod (woongebied); Overwegende dat de sociale huisvestingsmaatschappijen zelf een woonuitbreidingsgebied kunnen aansnijden maar gelet op de doorlooptijd (verwerven gronden, opmaak plannen, subsidie-procedure, bouwaanvraag, aanbesteding, aanleg infrastructuur, bouwen woningen,…) de streefdatum (2020-2025) moeilijk haalbaar is; Overwegende dat in casu de aanvrager van het principieel akkoord quasi alle gronden heeft verworven (verkoopbeloftes) en bereid is om min. 40 sociale woningen te realiseren in fase 1 van de ontwikkeling van het WUG; Gelet op bijgevoegd verslag van de vergadering van de gecoro dd. 18/11/2014 waarbij de aanvraag tot principieel akkoord werd toegelicht en besproken; Gelet op bijgevoegd advies nr. 65 dd. 18/11/2014 van de gecoro; Overwegende dat onderhavige aanvraag een opportuniteit is om het bindend sociaal objectief te behalen en dat de geplande woonontwikkeling in overeenstemming is met de beleidsvisie rond woonuitbreiding zoals bepaald in het GRS, mits er voldoende garanties worden ingebouwd zoals bepaald in het advies nr. 65 van de gecoro; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vraagt aan de gemeenteraad om een aantal bemerkingen op te nemen in het dossier; dat er in het verleden reeds dergelijke vragen zijn gekomen en toen bij de minister op een “neen” zijn gestoten; dat de meerderheid dit als een opportuniteit ziet; dat Asper een hoofddorp is maar dat dit niet betekent dat Asper eerst volgebouwd moet worden; dat dit project geïsoleerd is bekeken; dat de opportuniteiten niet breder zijn bekeken; dat het gebied vandaag een relatief open ruimte is van 12 ha; dat de gevraagde densiteit ongeveer 150 tot 250 woningen zou betekenen; dat er 40 sociale woningen zouden kunnen komen op 2 ha; dat de aanvrager dan nog 10 ha kan aanwenden; dat er ongeveer 450 nieuwe inwoners bijkomen; dat de bevolkingsdichtheid van Asper daardoor het dubbele zou zijn van de gemiddelde dichtheid in Gavere; dat de aanvrager een groot deel van de gronden in handen heeft en dat hij rekent op een verkoopprijs van € 150/m²; dat het project impact zal hebben op de verkeersstroom in de Haagstraat en de Hulstraat en een ernstig mobiliteitsprobleem zal creëren; dat de promotor de winsten realiseert en de gemeente zich met kosten geconfronteerd zal zien; dat hij zich om voornoemde redenen zal onthouden, maar niet neen zal stemmen omwille van de nood aan sociale woningen; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, verduidelijkt dat het vorige project werd afgevoerd omdat er geen duidelijkheid was over de verdere ontwikkeling van het gehele
228 gebied; dat een densiteit van minstens 15 woningen/ha wettelijk is voorgeschreven; dat het project geen honderden woningen betreft omdat niet de volle 12 ha gebruikt kan worden; dat via stedenbouwkundige vergunningen nog altijd lasten opgelegd kunnen worden aan de projectontwikkelaar(s); dat er zal op toegezien worden dat er geen megaproject komt; dat de ontwikkelaar een alternatief heeft in groepswoningsbouw en dat de gemeente dan een pak minder inbreng heeft; dat er een mobiliteitsstudie als voorwaarde werd opgelegd in het advies; Overwegende dat mevrouw Nadine De Stercke, raadslid, informeert naar het standpunt van CD&V; dat ze vraagt of er garanties zijn rond de verkoopprijzen; Overwegende dat de heer Dirk Martens, schepen, antwoordt dat dit een mooie kans is voor de realisatie van het sociaal objectief; dat het project niet uitsluitend bestaat uit sociale woningen; dat het project ook kansen biedt voor jonge gezinnen uit Gavere; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, stelt dat het plan past binnen het ruimtelijk structuurplan; dat dit gebied steeds als prioritair te ontwikkelen werd bekeken; Overwegende dat de heer Wim Malfroot, raadslid, vragen stelt over de communicatie van het project naar de betrokken inwoners, over de kosten voor de ontsluiting van het projectgebied; dat de meerderheid de mobiliteitsimpact onderschat; dat het sociaal objectief niet ten koste van alles mag gaan; Overwegende dat de heer Jef Vermaere, raadslid, vraagt of de gronden die in aanmerking komen voor de realisatie van het sociaal objectief niet eerst bekeken kunnen worden voor inbreiding; dat hij vraagt om te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn binnen woongebied zodat de gemeente niet afhankelijk wordt van een projectontwikkelaar; Overwegende dat de heer Denis Dierick, schepen, stelt dat de opgelijste gronden ook nog onvoldoende zijn voor het sociaal objectief en dat er sowieso projecten nodig zullen zijn voor de realisatie van het sociaal objectief; dat de sociale huisvestingsmaatschappijen weinig interesse betonen voor kleinere projectgebieden; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vraagt om zijn neergeschreven opmerkingen op te nemen in het dossier en mee te sturen naar de deputatie; Gaat over tot de mondelinge stemming over het voorstel van raadslid Karel Hubau: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; Gelet op de uitkomst van de stemming: 10 ja-stemmen (KH, WB, WM, LG, AD, AD’H, NDS, BP, MP, JV) en 13 neen-stemmen; Gaat over tot de mondelinge stemming over het voorstel van het college van burgemeester en schepenen: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; Gelet op de uitkomst van de stemming: 13 ja-stemmen en 10 onthoudingen (KH, WB, WM, LG, AD, AD’H, NDS, BP, MP, JV); BESLUIT: Art. 1:
De aanvraag tot principieel akkoord voor het aansnijden van het woonuitbreidingsgebied ‘Ommegang’, zoals beschreven in de brief van de deputatie dd. 17 oktober 2014 en de bijgevoegde motiveringsnota, wordt GUNSTIG geadviseerd onder de volgende voorwaarden:
Art. 2:
bij de 1e verkavelingsaanvraag (fase 1) dienen schriftelijke garanties (ovv een overeenkomst met een sociale huisvestingsmaatschappij) gevoegd mbt de oprichting van minimum 40 sociale woningen in fase 1. tijdens het planproces wordt een mobiliteitseffectenstudie opgemaakt door en ten laste van de aanvrager. het gemeentebestuur en de gecoro worden actief betrokken bij het planproces.
Afschrift van dit besluit en het advies nr. 65 dd. 18/11/2014 van de gecoro over te maken aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen.
15. Wegenis - aankoop woning Broeckstraat 54 - goedkeuren ontwerpakte.
229 DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 43 §2 12°; Gelet op de beleidsdoelstelling 11, actieplan 50, actie 55 “realiseren circulatieplan Gavere – onteigenen woning”; Overwegende dat de eigenaar bereid is de woning te verkopen zodat een aankoop in der minne mogelijk is; Gelet op bijgevoegd schattingsverslag; Gelet op bijgaande ontwerpakte; Overwegende dat mevrouw Nadine De Stercke, raadslid, opmerkt dat de onteigening voorzien is in 2016 en de werken in 2017; dat ze zich afvraagt waarom er dan nu al onteigend moet worden; Overwegende dat de heer Willy Van Hove, schepen, stelt dat er een opportuniteit was om de onteigening vroeger te realiseren; dat de onteigening van de woning sowieso noodzakelijk zal worden; dat bij een eerste bezoek aan de eigenaar bleek dat die reeds van de plannen op de hoogte was; dat de eigenaar kon blijven wonen tot aan de afbraak en dat er voor haar rekening en op haar vraag zou onderhandeld worden voor een woning in een nabijgelegen project; dat de eigenaar zelf de schatter heeft kunnen kiezen; dat de eigenaar benaderd is door mensen uit de minderheid; dat de eigenaar niet de speelbal van de lokale politiek wilde worden; dat de eigenaar ondertussen verhuisd is; dat de onteigening door deze factoren vlotter is verlopen dan voorzien; Overwegende dat de heer Jef Vermaere, raadslid, het vreemd vindt dat er nog geen circulatieplan is en dat er in dit kader al verwervingen gebeuren; Overwegende dat de heer Karel Hubau, schepen, vaststelt dat de verkoper eigenlijk mee de verkoopprijs bepaalt door de aanduiding van de schatter; dat de werkwijze klinisch is; Gaat over tot de mondelinge stemming: er nemen 23 raadsleden deel aan de stemming; elk raadslid heeft 1 stem; Gelet op de uitkomst van de stemming: 13 ja-stemmen en 10 neen-stemmen (KH, WB, WM, LG, AD, AD’H, NDS, BP, MP, JV); BESLUIT: Art. 1:
Over te gaan tot de aankoop van de woning Broeckstraat 54 voor het realiseren van een nieuw circulatieplan, zoals opgenomen onder beleidsdoelstelling 11, actieplan 50, actie 55.
Art. 2:
Bijgaande ontwerpakte met betrekking tot de aankoop van de woning Broeckstraat 54, kadastraal gekend Gavere 1ste afdeling, sectie A, nummers 89 E en 90 F, om reden van openbaar nut, goed te keuren, zoals gezien in bijlage.
Art. 3:
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing.
Art. 4:
De voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris te machtigen om namens de gemeente de authentieke akte te ondertekenen.
16. Milieu – gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur – kennisname voorlopig verslag van 27 oktober 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 200 §3;
230 Gelet op de vergadering van de gemeentelijke milieu- en natuurraad op 27 oktober 2014; Gelet op bijgevoegd verslag van deze vergadering; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, vraagt om het pesticidenreductieplan te verspreiden onder de raadsleden aangezien die hierover worden aangesproken; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van het voorlopig verslag van de vergadering van de gemeentelijke milieu- en natuurraad van 27 oktober 2014.
17. Mobiliteit – gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit – kennisname voorlopig verslag van 1 oktober 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 200 § 3; Gelet op de vergadering van de gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit van 1 oktober 2014; Gelet op bijgevoegd voorlopig verslag van deze vergadering; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van het voorlopig verslag van de vergadering van de gemeentelijke overlegstructuur voor verkeer en mobiliteit van 1 oktober 2014.
18. Cultuur – trage wegen – definitief vaststellen straatnamen. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op het decreet van 28 januari 1977 tot bescherming van de namen van de openbare wegen en pleinen; Gelet op het bijgevoegde gemeenteplan met aanduiding van de 10 trage wegen; Gelet op de vraag van POLS betreffende het project “benoemen van trage wegen in de regio” en het plaatsen van naamborden gefinancierd door het provinciebestuur en de VLM, d.d. 16 juni 2014; Gelet op het advies van de milieuambtenaar om volgende trage wegen in aanmerking te nemen om een naam te geven, een selectie op basis van gebruik en/of natuurlandschappelijke relevantie: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Voetweg Perrikweg op grens naar Melsen: landschappelijk zeer mooi Voetweg Evenakkerstraat richting Schelderode (Bakkershof): intensief gebruik Voetweg Baaigemstraat-Wilgenstraat: landschappelijk zeer mooi Voetweg Wulvekeetlos-Peperstraat: in gebruik Voetweg Grenadierslaan-Louis De Meesterstraat: intensief gebruik Voetweg Warande-Molenstraat: intensief gebruik Buurtweg Sportdreef-wal-Halsberg: intensief gebruik Voetweg Donkstraat-Landdijk: zeer mooi Voetweg Nijverheidsstraat-Schoolstraat-Beekstraat: zeer mooi Voetweg Lierenbos (Lielareweg-Ten Edestraat): zeer mooi
231 Gelet op het advies van de gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed van 16 oktober 2014 waarbij wordt voorgesteld om de trage wegen volgende namen toe te kennen: 1 2 3 4 5
6 7 8 9 10
Voetweg Perrikweg op grens naar Melsen: Ter Venne (aldus verwijzend naar het ven gebied) Voetweg Evenakkerstraat richting Schelderode: Wassenewegel (aldus verwijzend naar de toponiem Wassene) Voetweg Baaigemstraat-Wilgenstraat: Dikvijverswegel (gelegen aan de Dikvijversbeek) Voetweg Wulvekeetlos-Peperstraat: Tertweg (gezien het gaat om een zeer smal paadje) Voetweg Grenadierslaan-Louis De Meesterstraat: Betje Trompetpad (met akkoord van weduwe Erna Willemyns, verwijzend naar het muziekstuk van de componist Louis De Meester). Voetweg Warande-Molenstraat: Warandeklim (omhoog naar de Warande) Buurtweg Sportdreef-wal-Halsberg: Hofmeerspad (ligt in het gebied met als toponiem Hofmeers) Voetweg Donkstraat-Landdijk: Peetjeswegel (Peetje Dhondt was de ‘geestelijke vader’ van de steenbakkerssite aldaar, hij maakte intensief gebruik van deze wegel) Voetweg Nijverheidsstraat-Schoolstraat-Beekstraat: d’Hekseketse (verwijzend naar de koosnaam van het café De Halve Maan) Voetweg Lierenbos (Lielareweg-Ten Edestraat): Lierenbospad (loopt door het Lierenbos)
Gelet op het gemeenteraadsbesluit d.d. 24 november 2014 “10 Trage wegen – voorlopig vaststellen van straatnamen”; Gelet op het onderzoek de commodo et incommodo van 21 november t.e.m. 22 december 2014 waarbij werd vastgesteld dat er 2 bezwaren werden ingediend: mondeling betreffende de voetweg aan de Perrikweg op de grens met Melsen, waarbij wordt voorgesteld om deze trage weg “Pickendaele” te noemen gezien deze zo is gekend bij de omwonenden; per email betreffende de buurtweg Sportdreef-wal-Halsberg. Volgens de indiener kan de voorgestelde naam Hofmeerspad leiden tot verwarring met Hofkouterstraat. De hulpdiensten zouden zich aldus naar een foutieve plaats kunnen begeven. De indiener stelt voor om enkel het gedeelte van Sportdreef tot Halsberg “Hofmeerspad” te noemen en het gedeelte Halsberg tot Rotsestraat de naam “Rotsepad” te geven. Overwegende dat de heer Dirk Martens, schepen, voorstelt om Ter Venne te vervangen door Pickendaele omdat documenten aantonen dat deze naam in het verleden inderdaad gebruikt werd; dat hij voorstelt om de naam Hofmeerspad te behouden omdat deze voldoende verschilt van Hofvijverstraat; BESLUIT: eenparig Art. 1:
De straatnamen voor de hierna opgenoemde 9 trage wegen definitief als volgt vast te stellen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Art. 2:
Voetweg Evenakkerstraat richting Schelderode: Wassenewegel Voetweg Baaigemstraat-Wilgenstraat: Dikvijverswegel Voetweg Wulvekeetlos-Peperstraat: Tertweg Voetweg Grenadierslaan-Louis De Meesterstraat: Betje Trompetpad Voetweg Warande-Molenstraat: Warandeklim Buurtweg Sportdreef-wal-Halsberg: Hofmeerspad Voetweg Donkstraat-Landdijk: Peetjeswegel Voetweg Nijverheidsstraat-Schoolstraat-Beekstraat: d’Hekseketse Voetweg Lierenbos (Lielareweg-Ten Edestraat): Lierenbospad
De straatnaam voor de trage weg aan de Perrikweg op grens met Melsen voorlopig als volgt vast te stellen: Pickendaele Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met het houden van een onderzoek de commodo en incommodo.
232 Art. 3:
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling vrijetijdszaken en de afdeling grondgebiedszaken.
Art. 4:
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de gemeentelijke adviesraad voor toerisme en erfgoed.
19. Cultuur – gemeentelijke adviesraad voor vrijetijdszaken – kennisname voorlopig verslag van 9 oktober 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 200 §3; Gelet op de vergadering van de gemeentelijke adviesraad voor vrijetijdszaken van 9 oktober 2014; Gelet op het verslag in bijlage; Overwegende dat het verslag van 9 oktober 2014 niet werd goedgekeurd; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van het voorlopig verslag van de vergadering van de gemeentelijke adviesraad voor vrijetijdszaken van 9 oktober 2014.
20. Jeugd – gemeentelijke adviesraad voor jeugd – kennisname verslag van 28 oktober 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 200 § 3; Gelet op de vergaderingen van de gemeentelijke adviesraad voor jeugd van 28 oktober 2014; Gelet op bijgevoegd verslag van deze vergadering; Overwegende dat de heer Karel Hubau, raadslid, verduidelijking vraagt over de financiering van de brochure; Ovewegende dat de heer Gilles Van Hende, schepen-OCMW-voorzitter, verduidelijkt dat er tot op heden onvoldoende respons was om de brochure te realiseren; BESLUIT: Art. 1:
Kennis te nemen van het verslag van de gemeentelijke adviesraad voor jeugd van 28 oktober 2014.
21. Ouderen – gemeentelijke adviesraad voor ouderen – kennisname voorlopig verslag van 17 oktober 2014. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 200 § 3; Gelet op de algemene vergadering van de gemeentelijke adviesraad voor ouderen van 17 oktober 2014; Gelet op het bijgevoegde verslag van deze vergadering; BESLUIT:
233 Art. 1:
Kennis te nemen van het voorlopig verslag van 17 oktober 2014 van de gemeentelijke adviesraad voor ouderen.
22. Personeel – vaststellen organogram, statutaire personeelsformatie en contractuele omkadering, samenstelling managementteam – vervangen gemeenteraadsbesluit van 25 november 2013. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 43 § 2 4°, 75, 87 § 4 1° en 2°, 96, 104 § 2 en 253 § 1; Gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en vakbonden van haar personeel en in het bijzonder op artikel 2; Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel, Personen die deelnemen aan de vakbondsactiviteit en in het bijzonder op artikel 6; Gelet op het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot aanwijzing van de grondregelingen in de zin van artikel 2 §1 1° van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en vakbonden van haar personeel en in het bijzonder op artikel 3 8°, Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en in het bijzonder titel II; Gelet op de omzendbrief BA 97/10 van 21 mei 1997 betreffende het toepassingsgebied van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en vakbonden van haar personeel en van het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van die wet; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006 houdende BVR 24.11.2006 betr. de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15.07.2005 en ter uitvoering van art. 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15.07.2005 en het bijzonder op punt 4.2.; Gelet op de omzendbrief BB 2009/2 van 5 juni 2009 houdende toelichting bij de wijzigingen aan het Gemeentedecreet ingevolge het decreet 23.01.2009 wijz. Gemeentedecreet en ingevolge het decreet 30.04.2009 houdende diverse wijzigingen van de wet 19.10.1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, de Gemeentekieswet gecoördineerd op 04.08.1932, het Gemeentedecreet van 15.07.2005 en het Provinciedecreet van 09.12.2005 wat de regeling van de procedure inzake verkiezingsbezwaren betreft en in het bijzonder op punt 2.1.; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2013 houdende vaststellen organogram, statutaire personeelsformatie en contractuele omkadering administratief personeel, samenstelling managementteam – vervangen gemeenteraadsbesluit van 26 november 2012; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2014 houdende openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn – goedkeuren samenwerkingsovereenkomst (vervangen gemeenteraadsbesluit van 20 oktober 2014); Gelet op het verslag van het hoog overlegcomité van 16 december 2014; Gelet op het gunstig advies van het hoog overlegcomité van 16 december 2014; Overwegende dat de gemeentesecretaris het voorontwerp van organogram heeft opgesteld;
234 Overwegende dat het managementteam zijn advies uitbracht op 6 november 2014; dat dit advies resulteerde in een ontwerp van organogram; Overwegende dat het organogram de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten weergeeft, de gezagsverhoudingen aangeeft en de functies aanduidt waaraan het lidmaatschap van het managementteam verbonden is; Overwegende dat de personeelsformatie het aantal betrekkingen per graad in voltijdse equivalenten vermeldt; dat de personeelsformatie een onderscheid maakt tussen de statutaire betrekkingen en de contractuele betrekkingen; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen een geïntegreerde vrijetijdswerking nastreeft; dat hiertoe in het verleden de diensten cultuur, sport en jeugd werden samengevoegd tot de afdeling vrijetijdszaken; dat ook de bibliotheek van deze afdeling deel uitmaakt, doch dat de bibliothecaris niet onder de leiding van het afdelingshoofd vrijetijdszaken staat, maar onder leiding van de gemeentesecretaris; dat het omwille van de geïntegreerde werking beter zou zijn om de bibliothecaris onder leiding van het afdelingshoofd vrijetijdszaken te plaatsen; dat deze wijziging geen budgettaire impact heeft; Overwegende dat bij de wijziging van 2013 enkele aanpassingen werden gedaan in functie van de brandweerhervorming; dat de brandweerzone vanaf 2015 rechtspersoonlijkheid verwerft; dat elke verwijzing naar de brandweer zowel in het organogram als in de formatie dient geschrapt te worden; dat de detachering van de administratief medewerker ophoudt op 1 januari 2015, doch dat de gemeente administratieve ondersteuning blijft bieden tot 30 juni 2015; dat de schoonmaak van de brandweerkazerne vervalt op 1 januari 2015, doch dat de gemeente logistieke ondersteuning blijft bieden tot 30 juni 2015; dat de voormalige conciërge-poetsvrouw ondertussen een nieuwe betrekking heeft als poetshulp; dat de theoretische budgettaire impact van deze wijzigingen reeds bij de wijziging van 2013 werd meegegeven en verrekend; Overwegende dat in het kader van het loopbaan- en diversiteitsplan een reorganisatietraject wordt gevolgd om te komen tot zelforganiserende teams binnen de technische dienst; dat dit traject voorlopig uitmondt in een organisatie rond 3 volwaardige teams; dat de teams geleid worden door een teamcoach; dat de reorganisatie impact heeft op de rol van de deskundige infrastructuur en van de technisch coördinator planning; dat de eerste voornamelijk zal ingeschakeld worden voor grotere infrastructuurwerken, terwijl de tweede lijnverantwoordelijkheid krijgt over de eigen uitvoeringsdienst; Overwegende dat er op heden in de formatie voor de technische dienst (containerpark en groendienst inbegrepen), 1 C1-C3, 19 D1-D3 en 16 E1-E3 voorzien zijn; dat het volume aan functies integraal behouden blijft, maar als volgt herschikt wordt: 3 D4-D5, 17 D1-D3, waarvan 2 voor het containerpark, en 16 E1-E3; dat hiervan op heden nog 9 functies statutair voorzien zijn; dat de geleverde prestaties evenwel in concurrentie zijn met de particuliere markt en het dus past deze betrekkingen integraal contractueel te voorzien, inclusief de leidinggevende functies; dat de theoretische budgettaire impact van deze wijzigingen geraamd kan worden op € -15,00 aangezien de schrapping van de functie van technisch coördinator en de verschuiving van statutaire arbeid naar contractuele arbeid de extra kosten voor de bevorderingsgraden neutraliseren; Overwegende dat de concrete toewijzing van het volume aan functies per team bij een volgende wijziging zal plaatsvinden, na implementatie en evaluatie van de teamwerking; dat op heden dus één functievolume voor de technische dienst wordt aangehouden; dat bij de implementatie van de teamwerking de functies gewogen kunnen worden, wat op een termijn een impact kan hebben op de verdeling tussen enerzijds functies op niveau D en functies op niveau E; Overwegende dat de samenwerkingsovereenkomst met het OCMW voorziet in de overdracht van het personeel van de personeelsdienst en de interne poetsdienst van het OCMW en in de terbeschikkingstelling van het personeel van de financiële dienst en de ICT-dienst; dat de samenwerkingsovereenkomst stelt dat deze personeelsleden bij uitdiensttreding vervangen dienen te worden door gemeentepersoneel; dat de functies bijgevolg dienen opgenomen te worden op de formatie van de gemeente en geschrapt te worden op de formatie van het OCMW; dat de functies evenwel geblokkeerd blijven voor de duur van de terbeschikkingstelling of overdracht;
235 Overwegende dat de personeelsdienst van het OCMW bestaat uit 1,00 VTE, weliswaar voor 0,50 VTE in verlof deeltijdse prestaties; dat een halftijdse overname op de formatie op heden volstaat aangezien de huidige formatie van de gemeente niet volledig is aangewend; dat er dus voldoende buffer is om het verlof deeltijdse prestaties op te vangen; dat deze VTE zullen worden ingezet op de dienst administratieve organisatie; dat de theoretische budgettaire impact van deze wijziging kan geraamd worden op € 1.560 aangezien de kostprijs van de overdracht gecompenseerd wordt op de toelage aan het OCMW maar de betrekking op de gemeentelijke formatie statutair i.p.v. contractueel is; Overwegende dat de interne poetsdienst van het OCMW bestaat uit 0,50 VTE; dat deze VTE zullen worden ingezet voor de schoonmaak van het administratief centrum; dat de theoretische budgettaire impact van deze wijziging kan geraamd worden op € 0,00 aangezien de kostprijs van de overdracht gecompenseerd wordt op de toelage aan het OCMW; Overwegende dat de financiële dienst van het OCMW bestaat uit 1,00 VTE; dat deze VTE zullen ingezet worden binnen de financiële dienst van de gemeente; dat de theoretische budgettaire impact van deze wijziging kan geraamd worden op € 0,00 aangezien de kostprijs van de terbeschikkingstelling gecompenseerd wordt op de toelage aan het OCMW; Overwegende dat de ICT-dienst van het OCMW bestaat uit 1,00 VTE, weliswaar voor 0,50 VTE in verlof deeltijdse prestaties; dat de formatie op heden voorziet in 0,60 VTE, te combineren met 0,40 VTE bij het OCMW; dat de ICT-dienst nu integraal wordt aangestuurd door de gemeente; dat de ICT-dienst bij de gemeente op heden niet intern is ingevuld; dat deze VTE zullen worden ingezet op de dienst administratieve organisatie; dat de theoretische budgettaire impact van deze wijziging op korte termijn kan geraamd worden op € 0,00 aangezien de kostprijs van de terbeschikkingstelling gecompenseerd wordt op de toelage aan het OCMW; dat de theoretische budgettaire impact van de wijziging op langere termijn kan geraamd worden € 28.360,00 aangezien het verlof deeltijdse prestaties op termijn (contractueel) dient opgevangen te worden; BESLUIT: eenparig Art. 1:
Het organogram vast te stellen, zoals gezien in bijlage. In het organogram de functies aan te duiden waaraan het stemgerechtigd lidmaatschap van het managementteam verbonden is. Het gaat in concrete om de volgende functies: -
de gemeentesecretaris;
-
de financieel beheerder;
-
het afdelingshoofd vrijetijdszaken;
-
het afdelingshoofd burgerzaken;
-
het afdelingshoofd grondgebiedszaken.
De burgemeester, of de schepen door hem aangewezen, maakt met raadgevende stem deel uit van het managementteam. Art. 2:
De statutaire personeelsformatie als volgt vast te stellen: -
-
Afdeling interne zaken in VTE’s: o
1,00
SEC
gemeentesecretaris
o
1,00
FINBEH
financieel beheerder
o
1,00
A1a-A3a
deskundige administratieve organisatie
o
2,00
B1-B3
deskundige financiële organisatie
o
3,50
C1-C3
administratief medewerker administratieve organisatie
o
3,00
C1-C3
administratief medewerker financiële organisatie
Afdeling vrijetijdszaken in VTE’s: o
(*)
B4-B5
afdelingshoofd vrijetijdszaken (*) uit te oefenen door een van de onderliggende deskundigen
236 o -
-
1,00
B4-B5
hoofdbibliothecaris
Afdeling burgerzaken in VTE’s: o
1,00
B1-B3
afdelingshoofd burgerzaken
o
4,00
C1-C3
administratief medewerker burgerzaken
Afdeling grondgebiedszaken in VTE’s: o
(*)
A4a-A4b
afdelingshoofd grondgebiedszaken (*) uit te oefenen door een van de onderliggende deskundigen
o
1,00
A1a-A3a
deskundige ruimtelijke ordening A
o
1,00
A1a-A3a
deskundige infrastructuur
o
1,00
B4-B5
deskundige milieu
o
1,00
B1-B3
deskundige ruimtelijke ordening B
o
2,50
C1-C3
administratief medewerker grondgebiedszaken
De volgende statutaire betrekkingen krijgen een uitdovend karakter: -
-
-
-
Afdeling interne zaken in VTE’s: o
0,13
D1-D3
technisch assistent poetsvrouw
o
1,00
E1-E3
technisch assistent poetshulp
Afdeling vrijetijdszaken in VTE’s: o
1,00
B1-B3
deskundige cultuur en toerisme
o
1,00
B1-B3
deskundige sport
o
1,00
B1-B3
bibliothecaris
Afdeling grondgebiedszaken in VTE’s: o
1,00
C1-C3
technisch coördinator infrastructuur
o
4,00
D1-D3
technisch medewerker technische dienst
o
4,00
E1-E3
technisch assistent technische dienst
D1-D3
technisch assistent poetshulp
Onderwijs: o
Art. 3:
0,87
De contractuele omkadering als volgt vast te stellen: -
-
Afdeling interne zaken in VTE’s: o
1,00
B1-B3
deskundige ICT
o
3,83
E1-E3
technisch assistent poetsvrouw, waarvan
2,00 VTE:
administratief centrum
1,10 VTE:
bibliotheek
0,53 VTE:
ontmoetingscentrum
0,13 VTE:
politie
0,07 VTE:
magazijn
Afdeling vrijetijdszaken in VTE’s: o
1,00
B1-B3
deskundige cultuur en toerisme
o
1,00
B1-B3
deskundige sport
o
1,00
B1-B3
deskundige jeugd
o
1,00
B1-B3
bibliothecaris
o
2,00
C1-C3
administratief medewerker vrijetijdszaken
237 o -
-
2,00
C1-C3
bibliotheekmedewerker
Afdeling grondgebiedszaken in VTE’s: o
1,00
B1-B3
deskundige technische dienst
o
1,50
C1-C3
administratief medewerker grondgebiedszaken
o
3,00
D4-D5
teamcoach technische dienst
o
15,00 D1-D3
technisch medewerker technische dienst
o
2,00
D1-D3
technisch medewerker containerpark
o
16,00 E1-E3
technisch assistent technische dienst
Onderwijs o
o
5,55
2,43
E1-E3
E1-E3
technisch assistent poetshulp, waarvan
3,58 VTE:
De Vierklaver BGV
1,97 VTE:
De Vierklaver A
assistent voor- en naschoolse opvang, waarvan
1,59 VTE:
De Vierklaver BGV
0,84 VTE:
De Vierklaver A
De volgende contractuele betrekkingen worden geblokkeerd: -
Afdeling interne zaken in VTE’s: o
-
0,13
E1-E3
technisch assistent poetsvrouw door dezelfde functie op niveau D in statutair verband (uitdovend)
Afdeling interne zaken in VTE’s: o
0,87
E1-E3
technisch assistent poetshulp door dezelfde functie op niveau D in statutair verband (uitdovend)
Art. 4:
Het college van burgemeester en schepenen te gelasten met de uitvoering van deze beslissing en in het bijzonder te machtigen de nieuwe graadbenamingen, vermeld in artikel 2 en 3, toe te passen in de gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling.
Art. 5:
Onderhavige beslissing treedt in werking op 1 januari 2015 en vervangt integraal: -
Art. 6:
het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2013 houdende vaststellen organogram, statutaire personeelsformatie en contractuele omkadering administratief personeel, samenstelling managementteam – vervangen gemeenteraadsbesluit van 26 november 2012;
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de gemeentelijke diensten. Een eensluidend afschrift wordt binnen de 20 dagen aangetekend verstuurd naar de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen in uitvoering van artikel 253 § 1 van het gemeentedecreet.
23. Personeel – rechtspositieregeling gemeentepersoneel – vervangen gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op de artikelen 43 §2 4°, 253 §1 1° en 270; Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten en in het bijzonder op artikel 31; Gelet op de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde;
238 Gelet op de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen en in het bijzonder op artikel 61; Gelet op het decreet van 17 januari 2014 tot opheffing van artikel 158 van de Nieuwe Gemeentewet; Gelet op het koninklijk besluit van 12 mei 2014 tot wijziging van de koninklijke besluiten van 2 januari 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen, van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen en van 12 augustus 1991 betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de personeelsleden van het onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en in het bijzonder op artikel 1; Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit van 17 oktober 1994 betreffende de omzetting van het moederschapsverlof in vaderschapsverlof bij overlijden of hospitalisatie van de moeder en in het bijzonder op artikel 1; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2008 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 september 2013 tot wijziging van het besluit van Vlaamse regering van 7 december 2008 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, wat betreft de definitieve ambtsneerlegging, en in het bijzonder op artikel 1; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18 december 2013 houdende rechtspositieregeling gemeentepersoneel – wijzigen gemeenteraadsbesluit van 27 december 2012; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 november 2014 houdende openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn – goedkeuren samenwerkingsovereenkomst; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 december 2014 houdende vaststellen organogram, statutaire personeelsformatie, contractuele omkadering en samenstellen managementteam – vervangen gemeenteraadsbesluit van 25 november 2013; Gelet op het schrijven het Agentschap Binnenlands Bestuur van 5 februari 2014 houdende algemeen bestuurlijk toezicht – akteneming; Gelet op het advies van de OCMW-raad van 15 december 2014. Gelet op het verslag van het bijzonder onderhandelingscomité van 16 december 2014; Gelet op het protocol van akkoord van 16 december 2014; Overwegende dat de gemeentesecretaris het voorontwerp van rechtspositieregeling heeft opgesteld; Overwegende dat het managementteam zijn advies uitbracht op 9 december 2014; Overwegende dat de belangrijkste wijzigingen betrekking hebben op: de proeftijd van contractanten; de aanpassingen in de formatie en organogram zoals goedgekeurd op 22 december 2014; de evaluatie tijdens de loopbaan;
239 -
de terbeschikkingstelling en overdracht van personeel gemeente-OCMW de definitieve ambtsneerlegging; de geldelijke anciënniteit voor diensten in de privé-sector; de omzetting van moederschapsverlof naar vaderschapsverlof bij overlijden/hospitalisatie van de moeder; de controlegeneeskunde ingevolge het eenheidsstatuut; het ziektekrediet opgebouwd bij andere publieke werkgevers; de definitie van zware beroepen in functie van de onderbreking van de loopbaan; de opmerkingen geformuleerd door het Agentschap Binnenlands Bestuur op 5 februari 2014 met betrekking de randvoorwaarden voor de dienstvrijstelling voor een bloed-, plasma of bloedplaatjesgift;
Overwegende dat het eenheidsstatuut de proeftijd voor contractanten heeft afgeschaft; dat het bestuur deze proeftijd nuttig vindt in het kader van haar onthaalbeleid/het socialisatieproces van de nieuwe werknemer; dat het bestuur daarom voorstelt om met dit doel de proeftijd te vervangen door een inlooptijd; Overwegende dat de formatie gewijzigd is; dat hierbij gebruik gemaakt wordt van nieuwe functiebenamingen; dat andere functiebenamingen verdwijnen; dat er een nieuwe bevorderingsgraad van rang Dx wordt ingevoerd in het kader van de herorganisatie van de technische dienst (actie 4 loopbaan- en diversiteitsplan); Overwegende dat uit de evaluatie van de evaluatieperiode 2011-2013 en de besprekingen daarrond in de werkgroep diversiteit (actie 1 en 2 van het loopbaan- en diversiteitsplan) diverse verbeterpunten werden aangereikt; dat de tekst in de rechtspositieregeling werd herschikt om de leesbaarheid te verhogen; dat een oplossing werd gezocht voor nieuwe leidinggevende die als evaluator dienen op te treden; dat een regeling werd uitgewerkt voor personeel dat ter beschikking wordt gesteld; dat een regeling werd uitgewerkt voor langdurige afwezigheid van het te evalueren personeelslid; dat de procedure vereenvoudigd werd; dat de tweede evaluator nauwer bij het evaluatieproces betrokken kan worden; dat de gevolgen van de evaluatie inzake blokkering van de periodieke salarisverhoging verduidelijkt werd; Overwegende dat de gemeente en het OCMW een samenwerkingsovereenkomst afsloten; dat deze samenwerkingsovereenkomst voorziet in de terbeschikkingstelling en de overdracht van OCMW-personeel naar de gemeente; dat de terbeschikkingstelling en de overdracht van deze personeelsleden slechts mogelijk is als deze mogelijkheden ook een verlengstuk krijgen in de rechtspositieregeling; dat hierbij de rechten van het betrokken personeel veilig dienen gesteld te worden; Overwegende dat artikel 158 NGW bij decreet geschrapt werd; dat dit artikel de pensioengerechtigde leeftijd voor het gemeentepersoneel vastlegde op 65 jaar; dat het bij besluit van de Vlaamse regering mogelijk gemaakt wordt om na de leeftijd van 65 jaar in dienst te blijven, in onderling overleg en telkens voor één jaar; Overwegende dat het personeel diensten uit de privé-sector kan bewijzen en deze geldelijk laten valoriseren; dat de verantwoordelijkheid voor het bewijzen van deze diensten bij het personeelslid ligt; dat het past om te verduidelijken dat de toekenning pas kan vanaf het ogenblik dat de bewijzen daartoe geleverd zijn, met uitzondering voor die personeelsleden die pas in dienst getreden zijn; dat deze laatste groep een redelijke termijn moet krijgen om zijn bewijsstukken te verzamelen en in te leveren; Overwegende dat de omzetting van moederschapsverlof naar vaderschapsverlof bij overlijden/hospitalisatie van de moeder nu ook mogelijk is voor co-ouders; Overwegende dat het eenheidsstatuut enkel wijzigingen aanbrengt in de arbeidsovereenkomstenwet inzake de controlegeneeskunde; Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 7 december 2008 besturen de mogelijkheid biedt om ziektekrediet opgebouwd bij andere publieke werkgevers te verrekenen, alsook de wijze te bepalen waarop die verrekening dient te gebeuren; dat het desbetreffende artikel in de rechtspositieregeling wordt verduidelijkt; Overwegende dat de definitie van zware beroepen in functie van de loopbaanonderbreking is gewijzigd;
240 Overwegende dat de dienstvrijstelling voor bloedgift sinds 1 februari 2013 beperkt is tot de noodzakelijke tijd; dat het Rode Kruis standaardtijden hanteert; dat hierbij nog de verplaatsingstijd dient gerekend te worden; dat het wenselijk is om de dienstvrijstellingstijd te standaardiseren voor alle medewerkers; dat het Agentschap Binnenlands Bestuur heeft opgemerkt dat de verplaatsingstijd niet beperkt kan worden; BESLUIT: eenparig Art. 1:
De rechtspositieregeling te wijzigen, zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
De wijzigingen treden in werking op 1 januari 2015.
Art. 3:
Het college van burgemeester en schepenen te machtigen om over te gaan tot de opmaak van een gecoördineerde versie van de rechtspositieregeling.
Art. 4:
Binnen de 20 dagen een eensluidend afschrift van deze beslissing aangetekend over te maken aan de provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen.
24. ICT – informatieveiligheid – goedkeuren beleidsverklaring. DE GEMEENTERAAD, Vergaderd in openbare zitting, met het vereiste quorum; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en in het bijzonder op artikel 42 §2; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; Gelet op het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer en in het bijzonder op artikel 9; Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronische bestuurlijke gegevensverkeer; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 betreffende veiligheidsconsulenten en in het bijzonder op artikel 3 §1; Gelet op de “referentiemaatregelen voor de beveiliging van elke verwerking van persoonsgegevens” van de Privacycommissie; Gelet op de “richtsnoeren met betrekking tot de informatiebeveiliging van persoonsgegevens in steden en gemeenten” van de Privacycommissie; Gelet op het advies 00022/GVR/03/SC van de informatieveiligheidsconsulent van 30 september 2014; Overwegende dat de Privacycommissie in zijn normen en richtlijnen stelt dat de gemeenten een geschreven document dient op te stellen waarin de strategieën en de weerhouden maatregelen voor gegevensbeveiliging worden omschreven; Overwegende dat de informatieveiligheidsconsulent een ontwerp van beleidsverklaring inzake informatieveiligheid heeft opgemaakt; dat dit ontwerp na bespreking op het managementteam werd aangepast; Gelet op het voorstel van beleidsverklaring informatieveiligheid; BESLUIT: eenparig Art. 1:
De beleidsverklaring informatieveiligheid goed te keuren, zoals gezien in bijlage.
Art. 2:
Een afschrift van deze beslissing over te maken aan de afdeling interne zaken (dienst administratieve organisatie) en aan de informatieveiligheidsconsulent.
241 MONDELINGE VRAGEN 25. Mondelinge vragen. De voorzitter sluit de openbare zitting. Aldus vastgesteld in bovenvermelde zitting, De gemeenstesecreataris
De voorzitter
Serge Ronsse
Paul Carion