GEMEENTERAAD - VOORSTEL
OPSCHRIFT Vergadering van maart 2013 Besluit nummer: 2013_Raad_00010 Onderwerp: (Regionale) Ontwikkelingen Centrum Jeugd en Gezin en gevolgen voor Teylingen - Besluitvormend
Beknopte samenvatting: Het CJG moet klaar zijn voor de transitie jeugdzorg per 2015. De raad en het college worden geïnformeerd over belangrijke regionale en lokale ontwikkelingen en de daarbij horende (financiële) gevolgen. Om het CJG en daarmee de ondersteuning aan ouders en jeugd door te kunnen ontwikkelen, wordt de regionale CJG-visie aangescherpt, worden de CJG- kwaliteitseisen vastgesteld en wordt het virtuele CJG gecontinueerd. Bestemd voor: Commissie Welzijn
DE GEMEENTERAAD AANHEF Ingewonnen advies/adviezen: Team FIN (AO) Bijgevoegde bijlage(n): Regionaal bedrijfsplan CJG's Actieplan Kwaliteitsverbetering CJG's Holland Rijnland Notitie Centrum voor Jeugd en Gezin Teylingen Begrotingswijziging extra contactmoment CJG
MOTIVERING Aanleiding en context: Sinds 2008 is elke gemeente verantwoordelijk voor een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Een CJG biedt laagdrempelig advies, ondersteuning en hulp op maat aan ouders en jeugdigen. Binnen een CJG werken de jeugdverpleegkundigen, de jeugdarts en het maatschappelijk werk nauw met
p 1 van 121
elkaar samen. Bureau Jeugdzorg en het onderwijs zijn verplichte partners. Naast de regie op dit preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning worden gemeenten met de transitie jeugdzorg vanaf 2015 ook verantwoordelijk voor de geïndiceerde jeugdzorg. De gemeenten binnen Holland Rijnland zetten in op het verder ontwikkelen van het CJG zodat deze basis sterk staat wanneer de transitie jeugdzorg van het CJG een nieuwe rol vraagt als brede toegang tot de jeugdzorg. Ter verbetering van de kwaliteit en ter voorbereiding op de transitie, heeft de regio de CJG visie herzien en de koers voor het CJG voor de komende jaren uitgezet. In 2009 heeft de raad de regionale CJG-visie van Holland Rijnland onderschreven en kaders vastgesteld voor de realisatie van het CJG in Teylingen. Beoogd resultaat: Doorontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zodanig dat het CJG klaar is voor haar rol binnen de transitie jeugdzorg vanaf 2015. Argumentatie: 1.1. De raad wordt zo geïnformeerd over het CJG en voor Teylingen belangrijke regionale en lokale ontwikkelingen. 2.1 De regio en Teylingen willen het CJG doorontwikkelen zodat deze basis sterk staat wanneer de transitie jeugdzorg na 2015 van het CJG een nieuwe rol vraagt als brede toegang tot de jeugdzorg. In 2008 heeft de raad de regionale CJG visie vastgesteld. Deze visie is nu aangescherpt en op onderdelen gewijzigd. De gemeenten binnen Holland Rijnland en dus ook Teylingen, zetten in op het verder ontwikkelen van het CJG in het verzorgen van goed afgestemde vroegtijdige zorg, zodat deze basis sterk staat wanneer de transitie van de jeugdzorg na 2015 van het CJG een nieuwe rol vraagt als brede toegang naar de jeugdzorg. De regio heeft daarom de CJG visie herzien en de koers voor het CJG voor de komende jaren (2012-2015) uitgezet ter verbetering van de kwaliteit en ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. Het PHO Sociale Agenda heeft ingestemd met het bedrijfsplan en het actieplan. 2.2. Het beleidsplan heeft consequenties voor het benodigde aantal uren voor de CJG-coördinator Helderheid over de functie en de rollen tussen de CJG- coördinator en de organisaties die samenwerken in het CJG is de basis zijn voor het maken van afspraken. Deze hebben ook gevolgen voor gemeenten. In de CJG-praktijk in de regio begint bij de meest betrokken partners consensus te vormen over een minimumnorm van circa 16 uur coördinatie-uren per week. Niet alle gemeenten (inclusief Teylingen) voldoen hieraan. In het actieplan is opgenomen dat gemeenten uiterlijk begin 2015 voldoen aan de norm van minimaal 16 uur. Het is echter belangrijk om, vooruitlopend op de transitie jeugdzorg, de CJG’s goed op orde te brengen. Derhalve heeft het de voorkeur om dit al eind 2013 gerealiseerd te hebben. Ambtelijk wordt gekeken of er samenwerkingsmogelijkheden zijn om zo efficiënt met beschikbare uren en middelen om te gaan waardoor het niet perse noodzakelijk is om 16 uur in te zetten en 12 uur voldoende kan zijn. 3.1 Het Rijk heeft dit extra budget (voor Teylingen € 34.000,-) beschikbaar gesteld met als doel het bevorderen van een gezonde leefstijl van de jeugd. Het Rijk voegt vanaf 2013 structureel € 15 miljoen toe aan de decentralisatie-uitkering CJG. Dit geld (voor Teylingen € 34.000,-) is bedoeld voor de invoering van een extra contactmoment Jeugdgezondheidszorg jeugd ouder dan 14 jaar. De contactmomenten worden uitgevoerd door het
p 2 van 121
CJG. Het contactmoment is gericht op een gezond gewicht (tegengaan van over- en ondergewicht), het bevorderen van seksueel gezond gedrag, de aanpak van sociaal-emotionele problematiek en het bevorderen van weerbaarheid en preventie van middelengebruik (waaronder alcohol). Regionaal worden voorstellen ontwikkeld voor de inzet van deze extra middelen. Kanttekening: Regionale CJG bedrijfsplan en actieplan. Het actieplan kent financiële gevolgen. Voor 2013 wordt vanuit Holland Rijnland niet voorzien in extra financiële middelen (anders dan begroot). Vooralsnog is niet aan te geven wat de actiepunten voor Teylingen betekenen. Wel is duidelijk dat als Teylingen wil voldoen aan de minimumnorm van 16 uur CJG-coördinator, dit een verdubbeling is van de huidige uren en dus extra middelen vraagt of een verschuiving van budgetten. Zodra in de loop van 2013 meer duidelijkheid is over de financiële aspecten, wordt hierover informatie verstrekt om hier bij de opstelling van de begroting 2014 rekening mee te kunnen houden. Kosten voor de organisaties zullen in de exploitatie van de organisaties moeten worden opgevangen.
Participatie niveau: Samenwerkingspartner Duiding participatie niveau: Het CJG is een netwerkorganisatie van de gemeente, de GGD, Kwadraad (maatschappelijk werk) en Bureau Jeudzorg. Om goede zorg voor ouders en jeugd te realiseren moet samengewerkt worden met partners in het veld.
Deze beslissing wordt genomen rekening houdend met volgende adviezen: Team FIN (AO) Het advies is gunstig.
Op voorstel van het college van burgemeester en wethouders Beslist het volgende: VOORSTEL Besluitpunt 1: Kennisnemen en vaststellen van de notitie Centrum voor Jeugd en Gezin Teylingen 2013. Besluitpunt 2:
p 3 van 121
Het regionale CJG-bedrijfsplan en actieplan vaststellen Besluitpunt 3: De aanvullende Rijksmiddelen (€ 34.000,-) voor het extra contactmoment jeugd vanaf 2013 structureel toevoegen aan het CJG-budget en de bijbehorende begrotingswijziging vaststellen.
BIJKOMENDE INFO BIJ HET BESLUIT Maatschappelijke Ontwikkeling — Zorg Financile consequenties: Regionale CJG bedrijfsplan en actieplan. Het actieplan kent financiële gevolgen. Deze zullen budgettair neutraal (moeten) plaatsvinden. Vooralsnog zijn er in 2013 geen financiële gevolgen. Over de financiële gevolgen voor 2014 wordt in 2013 de besluitvorming voorbereid zodat deze in de begroting 2014 meegenomen kunnen worden. Door in te stemmen met het nieuwe bedrijfsplan CJG, de herziene visie en het daaraan gekoppelde actieplan, stemt de raad in met de kwaliteitseisen voor het Teylings CJG. Dit betekent voor Teylingen financiële gevolgen omdat bijvoorbeeld als kwaliteitseis een minimale inzet van een CJGcoördinator van 16 uur wordt gesteld. Teylingen heeft nu 8 uur inzet. Dit kan een verdubbeling van de kosten betekenen. De kosten voor de coördinator bedragen nu € 24.000,- op jaarbasis. Ambtelijk wordt gezocht naar samenwerkingsmogelijkheden om hiermee de kosten te verlagen. Als meer duidelijk is over de financiële consequenties leggen we dit opnieuw voor. Structurele toevoeging extra budget voor extra contactmoment jongeren ouder dan 14 jaar. Het ministerie voegt met ingang van 1 januari 2013 een budget van €34.000,- toe aan de algemene middelen voor een extra contactmoment voor adolescenten. Het voorstel is om deze gelden vanaf 2013 structureel toe te voegen aan het budget CJG en hiervoor de bijgevoegde begrotingswijziging vast te stellen.
STEMMING Ontwerpbesluit door de gemeenteraad in vergadering van 21 maart 2013 BIJLAGEN DIE INTEGRAAL DEEL UITMAKEN VAN HET BESLUIT Regionaal bedrijfsplan CJG's Actieplan Kwaliteitsverbetering CJG's Holland Rijnland Notitie Centrum voor Jeugd en Gezin Teylingen Aldus besloten in de raad van 21 maart 2013 de raad voornoemd, de griffier,
de voorzitter,
R. van Dijk
M.J.P. van Kampen p 4 van 121
Bedrijfsplan CJG Behoort bij besluit van de Raad van de gemeente Teylingen, dd.
BEDRIJFSPLAN
21 maart 2013
nr. 00010 Mij bekend, De griffier van Teylingen
CJG’S HOLLAND RIJNLAND
p 5 van 121
2 p 6 van 121
VOORWOORD DE CENTRA VOOR JEUGD EN GEZIN EN DE TRANSITIE VAN DE JEUGDZORG De begeleidingsgroep, betrokken bij het opstellen van het voorliggende bedrijfsplan, heeft mij verzocht een voorwoord te schrijven en hierin de context van dit plan te schetsen. Het bedrijfsplan is gericht op het versterken van de huidige CJG’s. Het plan beschrijft zowel een aangescherpte visie, als ook de stappen die nodig zijn om het CJG verder te ontwikkelen. Aanleiding voor het versterken van de CJG’s is de transitie van de jeugdzorg naar gemeenten, die een belangrijke taak bij de CJG’s legt waar het gaat om toegang tot alle zorg. In dit bedrijfsplan staat dan ook een aantal punten die van groot belang zijn bij de transitie. In de concept visie op de transitie van de wethouders van Holland Rijnland staat dat we van meet af aan integraal willen kijken naar wat een kind, jongere of gezin nodig heeft. Daarbij versterken we zoveel mogelijk de eigen kracht van mensen en betrekken we het sociale netwerk. Waar nodig wordt specialistische deskundigheid erbij gehaald (van bijvoorbeeld de jeugdhulpverlening of de GGZ of LVB sector), maar altijd als onderdeel van 1 plan dat is opgesteld met en door de cliënt. Doorverwijzen en indiceren maakt plaats voor erbij halen en arrangeren van dat wat nodig is om mensen te ondersteunen. Daarbij kijken we altijd naar de brede context waarin mensen leven. Voor de versterking van de CJG’s betekent dit vanuit het perspectief van de transitie het volgende:
Waar we nu nog werken met 1Gezin1Plan bij gezinnen waar meerdere hulpverleners bij betrokken zijn, wordt straks 1Gezin1Plan en de uitgangspunten daarvan de basis van al ons handelen, dus vanaf het moment vanaf de eerste intake. Het versterken van het werken met 1 integraal plan wordt de belangrijkste opgave voor de komende tijd. De CJG’s spelen daarbij een belangrijke rol. Het versterken van de eigen kracht en het betrekken van het sociale netwerk staat ook bij de transitie centraal en is een tweede belangrijk uitgangspunt dat verder gestalte moet krijgen Ook de zwaardere zorg moet naar de bestuurlijke visie onderdeel uitmaken van 1 plan. Dat geldt ook voor die gevallen waarin door de rechter een maatregel is opgelegd voor jeugdbescherming of jeugdreclassering. Het onderwijs en voorschoolse voorzieningen vormen voor de jeugd het tweede leefmilieu. Samenwerking tussen onderwijs, voorschoolse voorzieningen en de CJG’s moet optimaal zijn, mede in het licht van de invoering van passend onderwijs. Casuïstiek overleg is nu nog vaak per domein georganiseerd. Dat geldt voor onderwijs, veiligheid en zorg zelf. Daarbij vindt nog veel te weinig uitwisseling en afstemming plaats. De transitie is mede aanleiding om kritisch te kijken naar overlegstructuren. Een jeugdige zou maar in 1 casuïstiek overleg besproken moeten worden. Om de schakelfunctie van de CJG’s als toegang naar zorg zal het casuïstiek overleg in het CJG versterkt moeten worden en moeten er duidelijke lijnen worden gelegd tussen CJG, veiligheid, onderwijs (zie ook hierboven), WMO loket en loketten Werk en Inkomen. Om bovenstaande te kunnen realiseren moet er voldoende geïnvesteerd zijn in de toegankelijkheid, deskundigheid en coördinatie van de CJG’s. Dat vraagt inzet van de zorginstellingen en van gemeenten.
Aan dit plan is met volle inzet meegewerkt door instellingen en gemeenten. December 2012 Marion Goedhart Ambtelijk trekker transitie jeugdzorg Holland Rijnland en programmamanager Jeugd Alphen aan den Rijn 3 p 7 van 121
4 p 8 van 121
INHOUDSOPGAVE
Voorwoord .............................................................................................................................................................. 3 Inleiding................................................................................................................................................................... 7 1.
Wat is het CJG: Visie en kwaliteitseisen .......................................................................................................... 8 Met ouders en jeugd maken wij het verschil ...................................................................................................... 8 Inleiding ........................................................................................................................................................... 8 Onze kijk op opvoeding ................................................................................................................................... 8 Onze missie ..................................................................................................................................................... 8 Wat is het CJG in Holland Rijnland? ................................................................................................................ 9 Kenmerken van het CJG .................................................................................................................................. 9 De kernboodschappen van het CJG zijn: ....................................................................................................... 10 Kwaliteitseisen .................................................................................................................................................. 11
2.
Het CJG en haar partners .............................................................................................................................. 14 2.1 Organisatiestructuur en verantwoordelijkheden .................................................................................... 14 2.2 Medewerkers CJG ................................................................................................................................... 16 2.3
3.
Netwerkpartners ................................................................................................................................. 21
Dienstverlening van het CJG ......................................................................................................................... 26 3.1 Laagdrempelige toegang tot het CJG .......................................................................................................... 26 3.1.1.
Fysiek loket ...................................................................................................................................... 26
3.1.2.
Telefonische bereikbaarheid-CJG Advies ........................................................................................ 27
3.1.3.
Virtueel CJG ..................................................................................................................................... 27
3.2 Aanbod opgroei en opvoedondersteuning in het CJG ................................................................................ 29 3.2.1. Versterken van informele steun .......................................................................................................... 29 3.2.2. Aanbod voor 12-23 jarigen .................................................................................................................. 30 3.3 Werkprocessen (Hoe doen we dat) ............................................................................................................. 31 3.4 Klachten in het CJG...................................................................................................................................... 32 3.5 Privacy ......................................................................................................................................................... 32 4.
Participatie in het CJG ................................................................................................................................... 33 5 p 9 van 121
5.
Registratie (Wat leggen we vast) .................................................................................................................. 34 5.1 Sturingsinformatie....................................................................................................................................... 34 5.2 Procesinformatie ......................................................................................................................................... 37 5.3 Klant inzicht in dossier ................................................................................................................................ 37
6.
Communicatie (Hoe vergroten we de bekendheid van het CJG) .................................................................. 38 De kernboodschappen van het CJG zijn: ....................................................................................................... 38
7.
Resultaten (Wanneer doen we het goed?) ................................................................................................... 38 7.1 Bekendheid van het CJG .............................................................................................................................. 40 7.2 Resultaten van het CJG................................................................................................................................ 40
8.
Middelen ....................................................................................................................................................... 42
Definities en afkortingen ....................................................................................................................................... 44 Bijlage 1: Netwerkpartners ................................................................................................................................... 46 Bijlage 2: Uitwerking indicatoren .......................................................................................................................... 47 Colofon .................................................................................................................................................................. 49
6 p 10 van 121
INLEIDING Sinds 2008 is elke gemeente in Nederland verantwoordelijk voor het realiseren van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Het CJG is een herkenbaar inlooppunt in de buurt, waar ouders en jongeren terechtkunnen met hun vragen over gezondheid, opgroeien en opvoeden. Een CJG biedt advies, ondersteuning en hulp op maat. Naast de regie op dit preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning zullen gemeenten in de nabije toekomst ook verantwoordelijk worden voor de geïndiceerde jeugdzorg. Opdracht voor de gemeente is om het preventieve aanbod zo te regisseren, dat jeugdigen vroegtijdig goed afgestemde zorg ontvangen, zodat problemen voorkomen kunnen worden. Te verwachten is dat de druk op de gespecialiseerde zorg ten gevolge van die inzet zal afnemen. In de regio Holland Rijnland hebben vijftien gemeenten gezamenlijk gewerkt aan de CJG ontwikkeling, maar ook de transitie van de jeugdzorg wordt regionaal opgepakt binnen de Ketenaanpak Jeugd. De CJG’s zijn ontwikkeld op basis van de regionale visie die in 2008 is vastgesteld. Een lange lijst van gezamenlijke ontwikkelingen als de invoering van JeugdMATCH, 1Gezin1Plan, Positief Opvoeden en het virtueel CJG hebben bijgedragen aan een CJG dat staat in de regio. De gemeenten zetten in op het verder ontwikkelen van het CJG in het verzorgen van goed afgestemde vroegtijdige zorg, zodat deze basis sterk staat wanneer de transitie van de jeugdzorg een nieuw rol vraagt van het CJG als brede toegang naar de jeugdzorg. De regio heeft daarom de visie op het CJG aangescherpt en herzien. De herziene versie benadrukt de rol van de opvoeders en jeugdigen als regisseur van het ondersteuningsproces. Dit betekent dat er meer met gezinnen dan over gezinnen gepraat moet worden en dat CJG medewerkers als ondersteuner en begeleider gezinnen in hun eigen kracht versterken Bij deze visie zijn er expliciet kwaliteitseisen opgesteld waar de CJG’s in de regio aan willen voldoen en naar streven. Vervolgens zijn in focusgroepen per gemeente met betrokkenen van het CJG (beleidsmedewerker gemeente, managers kernpartners, medewerkers CJG) enkele uitgangspunten van de visie concreet gemaakt voor de lokale praktijk. Dit heeft input gegeven aan dit bedrijfsplan. De koers voor het CJG voor de komende jaren (2012-2015) is daarmee uitgezet ter verbetering van de kwaliteit van de CJG’s en ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. In het eerste hoofdstuk van dit bedrijfsplan vindt u de visie en de kwaliteitseisen. Dit bedrijfsplan geeft verder handen en voeten aan de visie. Doel van dit bedrijfsplan is het concretiseren van de aanscherping van de visie op het CJG. Over concrete organisatorische consequenties worden niet vrijblijvende en eenduidige werkafspraken gemaakt met alle partners om te voldoen aan de kwaliteitseisen. Hoofdstuk 2 gaat over ‘wie is het CJG’. Wie vormen het CJG, welke expertise is aanwezig, personeelsformatie en met wie werkt het CJG samen. Vervolgens is in hoofdstuk 3 beschreven ‘wat het CJG doet’: de laagdrempelige toegang tot het CJG, het aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning, werkprocessen, maar ook hoe er wordt omgegaan met klachten en privacy. De hoofdstukken 4, 5 en 6 gaan respectievelijk over participatie van doelgroepen in het CJG, registratie en communicatie. Hoofdstuk 7 gaat in op het monitoren en meten van de resultaten van het CJG. Tot slot gaat hoofdstuk 8 over de benodigde middelen voor het realiseren van het CJG. De blauwe kaders geven aan wat er in de regionale visie (zie hoofdstuk 1) wordt gezegd over het betreffende onderwerp. In de paarse kaders worden voorstellen voor verbeteringen gegeven.
7 p 11 van 121
1. WAT IS HET CJG: VISIE EN KWALITEITSEISEN MET OUDERS EN JEUGD MAKEN WIJ HET VERSCHIL Hoe het Centrum voor Jeugd en Gezin in Zuid- Holland Noord gezinnen en jeugdigen ondersteunt in het kader van de zorg voor jeugd
INLEIDING Sinds 2012 heeft elke gemeente in de regio Holland Rijnland een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Dat is mogelijk gemaakt dankzij de samenwerking tussen de gemeenten, Kwadraad, de GGD en Bureau Jeugdzorg. 1 Met de opgedane ervaring en de decentralisatie van de jeugdzorg in het vooruitzicht is het van belang een aangescherpte koers te varen. Onze missie blijft echter onveranderd: het ondersteunen van jeugdigen (tot 23 jaar) en ouders.
ONZE KIJK OP OPVOEDING We zijn ervan overtuigd dat een goede opvoeding rekening houdt met de behoeften van een jeugdige. We benaderen jeugdigen op een positieve manier. Opvoeden berust op drie pijlers: stimuleren, steunen en sturen. 1. 2. 3.
Stimuleren: Bied jeugdigen de ruimte voor zelfontplooiing. Laat ze zich ontwikkelen conform hun capaciteiten, laat ze uitdagingen aangaan en leer ze omgaan met tegenslag. Steunen: Neem de tijd, geef liefde, schenk aandacht en toon betrokkenheid. Sturen: Geef jeugdigen structuur en houvast. Stel regels op en stel grenzen. Dit draagt bij aan sociale aanpassing en democratisch burgerschap.
Iedere jeugdige heeft basisbehoeften. Eten, kleding, huisvesting, onderwijs en toegang tot de gezondheidszorg, zorgen ervoor dat een jeugdige zich kan ontwikkelen. Zowel lichamelijk als geestelijk; zowel maatschappelijk als intellectueel. Wanneer er geen zorgen zijn over eten of onderdak, is er ruimte voor ontplooiing. Dat is goed voor de jeugdige, die daar uiteindelijk als volwassene baat bij heeft en dat is goed voor een gezonde samenleving. Nu en later. Opvoeden en opgroeien is een natuurlijk en dynamisch proces waarbij ouders en jeugdigen elkaar beïnvloeden op basis van wederzijds begrip en respect. Het respecteren van de rechten van jeugdige is vastgelegd in het verdrag van de Verenigde Naties, Rechten van het Kind. De veiligheid van jeugdigen staat voorop; het leven van een jeugdige dient vrij te zijn van geweld binnen het gezin, in de straat en de wijk . Wij vinden dat ouders eerstverantwoordelijk zijn voor de opvoeding en het overdragen van waarden en normen. Maar niemand leeft in volledig isolement. Betrokkenheid van het sociaal netwerk - familie, vrienden, buren, vrijwilligers – is essentieel bij de opvoeding. Ook buitenshuis worden jeugdigen beïnvloed. Onderwijs is een belangrijke leefomgeving van jeugdigen. Leraren spelen ook een belangrijke rol. In breder verband zijn er de mensen in de buurt, de wijk en is er de samenleving als geheel. De samenleving heeft de plicht om ouders te steunen bij het opvoeden, omdat het opvoeden een opdracht voor de samenleving als geheel is. Eén van de vormen van waaruit ondersteuning bij opvoeden en opgroeien wordt geboden is het Centrum voor Jeugd en Gezin.
ONZE MISSIE De ambitie van de gemeenten in Zuid-Holland Noord is dat iedere jeugdige gezond en veilig kan opgroeien, zich kan ontwikkelen en naar vermogen kan meedoen in de samenleving. Daarbij goed gesteund, gestuurd en gestimuleerd door ouders en het omringende netwerk. De missie van het CJG is het helpen van jeugdigen en 1
Er wordt een aparte visie geformuleerd op de transitie van de jeugdzorg. Het is nu nog niet bekend wat de transitie van de jeugdzorg voor veranderingen met zich meebrengt ten aanzien van het CJG. Zowel de ontwikkelingen van het CJG als de ontwikkelingen van de transitie binnen de regio worden zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.
8 p 12 van 121
ouders bij de opvoeding en het opgroeien. We leveren ondersteuning op maat, doen dat snel en bekwaam. Onze hulp is erop gericht ouders de regie te laten houden of weer de regie te laten krijgen op het opvoeden en opgroeien. ste
We staan klaar voor jeugdigen vanaf hun geboorte tot hun 23 jaar. We zijn er voor hun ouders en opvoeders en voor het sociale netwerk van het betreffende gezin. We zijn er ook voor de professionals en vrijwilligers die met ouders of jeugdigen werken, zoals leerkrachten, pedagogisch medewerkers kinderopvang of sportleiders.
WAT IS HET CJG IN HOLLAND RIJNLAND? In onze CJG’s werken instellingen op het gebied van informatie, advies en ondersteuning aan ouders en jeugdigen nauw samen. Dat doen ze onder de regie van de gemeente. We zijn een echte netwerkorganisatie en beschikken daardoor over alle wenselijke expertise om onze ambitie te realiseren. Het is van belang dat de verschillende diensten van het netwerk op elkaar aansluiten en afgestemd zijn, en dat daar waar nodig samengewerkt wordt om jeugdigen en ouders voldoende ondersteuning te bieden. Al onze CJG’s bieden dienstverlening op grond van de zes taken uit het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg, de vijf Wmo-taken van opvoedingsondersteuning en twee aansluitingstaken. Onze taken zijn: -
informatie en voorlichting; signalering; het inschatten en inschakelen van de juiste hulp; coördinatie van zorg volgens 1Gezin1Plan; vaccinatie en screening; toezicht op groei en ontwikkeling; advies, instructie en begeleiding; het wegnemen of voorkomen van (externe) gezondheidsbedreigingen; zorg dragen voor een passend zorgsysteem
De taken van het CJG worden op dit moment uitgevoerd door jeugdgezondheidszorg, het (school)maatschappelijk werk en aanbieders van opvoedhulp en jeugdzorg. Lokaal kunnen andere partners zijn toegevoegd. Het CJG bevindt zich in een dynamisch veld dat volop in ontwikkeling is, zoals mag blijken uit de recente brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer (28 april 2012). Met de transitie van de jeugdzorg in het vooruitzicht wordt de gemeente verantwoordelijk voor al het aanbod jeugdhulp en daarmee over de inzet van de aangewezen vorm jeugdhulp als gespecialiseerde jeugdzorg, jeugd-LVB en jeugd-GGZ. Hiermee zullen op termijn de taken, de expertise en het netwerk van het CJG mogelijk uitgebreid worden. Ook nu al hebben onze CJG’s een breed netwerk in de gemeenten en de regio door de samenwerking met o.a. vrijwillige projecten, het welzijnswerk, Wmo-loket, scholen, kinderopvang, sportclubs, jongerenwerk, verloskundigen, huisartsen, leerplicht, veiligheidsketen, GGZ-jeugd, thuiszorg, thuisbegeleiding, kinderartsen- en specialisten, jeugd-LVB en jeugdzorg. Hoewel de missie en de taken hetzelfde zijn, kunnen de CJG’s onderling verschillen. Dit komt omdat elk centrum zo goed mogelijk moet aansluiten op de vragen van jeugdigen en ouders uit de eigen buurt. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de locatie, gebouw, loket, openingstijden, budget, taakverdeling, aansturing en de samenwerkingsrelaties met voorzieningen in de wijk, en het aanbod.
KENMERKEN VAN HET CJG Het CJG biedt ondersteuning bij het opvoeden en opgroeien. Ouders en jeugdigen kunnen erop rekenen dat de medewerkers van de CJG’s werken vanuit de volgende kenmerken: -
Een positieve kijk op opvoeding; Laagdrempelig: Onze hulp moet geen drempel kennen. Vrije, onbelemmerde toegang is ons devies.
9 p 13 van 121
-
-
-
-
-
-
-
-
Normaliseren: Wij willen gewone, dagelijkse vragen over opvoeden normaal houden en het problematiseren van de opvoeding tegengaan. Ondersteuning bij de opvoeding is vanzelfsprekend. Integrale aanpak: Onze aanpak is integraal omdat we geloven dat alles met elkaar samenhangt. Gezondheid, welzijn, opvoeding en opgroeien, kunnen niet los van elkaar gezien worden. Waar nodig wordt specialistisch advies en ondersteuning ingezet (vanuit alle leefwerelden van jeugdigen en ouders) volgens de werkwijze 1Gezin1Plan. Klant is regisseur: Onze klanten zijn jeugdigen tot 23 jaar, ouders, professionals van basisvoorzieningen, vrijwilligers of mensen uit het sociaal netwerk, zij zijn zoveel mogelijk regisseur. Onze ondersteuning is gericht op herstel van het gewone leven, dat doen we door oplossingsgericht te werken en de eigen kracht van onze klanten te versterken. Vraaggericht: Onze dienstverlening moet voldoen aan de vraag die er is; voorzien in een behoefte. We bieden ondersteuning op maat, zo licht als mogelijk en zo zwaar als noodzakelijk. We beoordelen de vragen van ouders en jeugdigen op aard en ernst en samen met hen beslissen we welke ondersteuning het beste past. Systeemgericht: De aanpak moet gericht zijn op het netwerk rondom de jeugdige of gezin. Goede sociale netwerken voor gezinnen dragen bij aan informele steun. De ondersteuning draagt bij aan een sterker netwerk rondom het gezin en heeft daardoor meer effect. Wij zorgen voor een doorlopend proces als er verschillende vormen van (gespecialiseerde) hulp- en dienstverlening zijn ingeschakeld, om de doelen van het gezin te realiseren. We laten het gezin ‘pas los’ als hulp gewaarborgd is. Planmatig en doelgericht: We werken volgens een plan dat met het betreffende gezin is opgesteld en gaan daarbij doelgericht aan de slag. Dit om transparantie, duidelijkheid en richting te geven. Wij werken outreachend om zicht te krijgen op (de veiligheid van) de jeugdige en de omgeving én om ondersteuning en hulp in de eigen omgeving van jeugdigen en hun ouders uit te voeren. Indien nodig doen we dat door een vorm van bemoeizorg. Wij bevorderen de veiligheid van jeugdigen en bestrijden kindermishandeling. Dat doen we door positief ouderschap aan te moedigen en in te grijpen als we vermoeden dat een jeugdige mishandeld wordt. CJG medewerkers zijn deskundig en bekwaam, maken gebruik van kennis van wat werkt, nemen deel aan intervisie en, indien noodzakelijk, supervisie en leren van feedback van jeugdigen en ouders.
DE KERNBOODSCHAPPEN VAN HET CJG ZIJN: 1.
2.
3.
4.
5.
Wij luisteren naar je vragen over opvoeden en opgroeien, gezondheid en ontwikkeling, omdat we weten dat vragen bij opvoeden en opgroeien normaal zijn. We voorzien jou van een goed antwoord, zodat je zelf weer verder kunt. Dat kan in een persoonlijk gesprek, telefonisch, schriftelijk met b.v. een brochure met tips en adviezen, per mail of op een andere digitale wijze. Wij verstaan onder een goed antwoord dat als je met een vraag, zorg of probleem bij ons komt, wij samen proberen te ontdekken wat jij als kind of jongere of als ouder en jouw kind nodig hebben voor een gezonde en veilige ontwikkeling. Om daarna samen met jou de beste aanpak of hulp te zoeken. En soms is het al voldoende als je iemand hebt gesproken met wie je je zorgen hebt kunnen delen. Ook als (meer of andere) hulp nodig is, blijf jij de baas over wat er gaat gebeuren. In andere woorden: je bent en blijft de regisseur over de oplossing van je eigen vraag of probleem. We registreren alleen wat nodig is en zijn transparant over datgene wat en waarom we registreren en voor wie deze informatie toegankelijk is, zowel aan het begin van het contact als gaandeweg. Opvoeden doen we met z’n allen. Als jij als ouder wilt, ondersteunen we je bij het inschakelen van jouw vrienden, familie, buren of nog anderen (leerkracht, etc) om samen er voor te zorgen dat jouw kind beter kan opgroeien en jij het opvoeden beter aan kunt. Als we ons ernstige zorgen maken over kinderen– ondanks al jouw goede bedoelingen – dan nemen we de regie over, om samen met jou de ontwikkeling van de jeugdige veilig te stellen. Maar ook dat laten we jou vooraf weten. Hierbij hanteren we de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. 10 p 14 van 121
KWALITEITSEISEN Deze visie heeft in combinatie met de missie van het CJG consequenties voor de dienstverlening, de organisatie en haar partners, de medewerkers en de gemeenten. Om deze visie waar te maken stellen we daarom de volgende kwaliteitseisen aan onze CJG’s:
CJG en haar kern- en netwerkpartners Gemeenten en kernpartners onderschrijven de voorliggende regionale visie en verwerken dit in het beleid van de eigen organisatie en zorgen ervoor dat hun medewerkers in een CJG handelen naar deze visie. Zij geven hun medewerkers op basis van vertrouwen in hun professionaliteit de ruimte en de verantwoordelijkheid om te doen wat in afstemming op de vraag van ouders en jeugdigen nodig is in een praktijksituatie. Alle CJG’s en betrokken partners werken volgens de afspraken uit het convenant ketenaanpak Jeugd ZHN, gebruiken JeugdMATCH en werken volgens 1Gezin1Plan en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Er is sprake van borging van deze afspraken en instrumenten. Het CJG heeft samenwerkingsafspraken met relevante netwerkpartners (in het bijzonder met het onderwijs, de gespecialiseerde zorg en de veiligheidsketen).
Dienstverlening van het CJG Er zijn verschillende laagdrempelige ingangen naar het CJG, zodat iedereen gemakkelijk contact kan zoeken. Het CJG zorgt voor een passend aanbod informatie, advies en opgroeihulp voor jongeren van -9 maanden tot 23 jaar. De doelgroep 12-23 jaar vraagt specifieke aandacht. Medewerkers hebben een klantvriendelijke houding. De cliënt is regisseur over zijn of haar oplossing en daarmee over hetgeen aan hulp en ondersteuning geboden wordt. CJG’s maken eerst gebruik van de eigen kracht en het netwerk van het gezin en de jeugdige. In tweede instantie kan (kortdurende) professionele hulp worden ingezet, gericht op het herstel van het gewone leven. Het CJG werkt vraaggericht, oplossingsgericht en systeemgericht. De vraag van de klant staat centraal, samen met de klant worden de doelen gesteld met een aanpak van het hele systeem om een jeugdige heen. Medewerkers raadplegen indien nodig hun CJG collega’s of andere experts. Klanten worden niet verwezen, maar hulp wordt op maat ingeschakeld. Medewerkers zorgen voor een persoonlijke overdracht naar andere vormen van hulp. Ze treden pas terug wanneer deze hulp gestart is. Alle multiprobleemgezinnen zijn in beeld. Hulp wordt ingezet volgens 1Gezin 1Plan. De zorgcoördinatie over al deze multiprobleem gezinnen is gewaarborgd. Medewerkers van het CJG zijn opgeleid voor hun taken. Het CJG werkt met passende en zoveel mogelijk met bewezen effectieve werkmethoden. Er is een CJG klachtenprotocol voor jeugdigen, ouders en netwerkpartners.
Betrokkenheid van ouders en jeugdigen We overleggen in principe altijd in aanwezigheid van het gezin/de ouder(s), de jeugdige zelf of in ieder geval met hun uitdrukkelijke goedkeuring. We wijken daar alleen in zeer bijzondere omstandigheden vanaf en alleen als het echt nodig is. Ook het informeren van derden, bijvoorbeeld school en andere betrokken zorgverleners, doen we in principe altijd in samenspraak met ouders(s) en jeugdige(n). Waar mogelijk informeren ouders of jeugdigen zelf. We betrekken jeugdigen en ouders bij het vormgeven van de dienstverlening van het CJG. Ook professionals van de basisvoorzieningen betrekken we daarbij.
11 p 15 van 121
Communicatie We geven informatie aan ouders en jeugdigen over wat ze kunnen verwachten van een CJG. Dat doen we ook naar professionals van de basisvoorzieningen. Medewerkers die samen het CJG vormen treden met één gezicht naar buiten. We gebruiken het landelijke logo, uit het oogpunt van herkenbaarheid voor de CJG-klanten. Dat logo wordt gebruikt voor alle activiteiten, trainingen of folders van de deelnemende instellingen die met het CJG te maken hebben.
Registratie We gebruiken de verwijsindex. Die is bedoeld om de samenwerking tussen de betrokken hulpverleners te verbeteren. De jeugdgezondheidszorg gebruikt het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg met als belangrijkste doel om de groei en ontwikkeling van individuele jeugdigen te volgen en daarnaast hulpvragen te monitoren. Kernpartners verzorgen uniforme CJG-managementinformatie. Vragen die binnenkomen bij het CJG (balie, telefonisch, e-consult, reguliere contacten (spreekuur, huisbezoeken etc)) worden vastgelegd naar het type vraag, leeftijd van de jeugdige en de vier cijfers van de postcode/woonplaats. In het CJG worden (type) vragen en de wijze van afhandeling geregistreerd. Alle kernpartners binnen het CJG voeren een verrichtingenregistratie. De registratie- en volgsystemen, zijn dusdanig geüniformeerd dat eenduidige en eenmalige registratie mogelijk is om zorgplannen uit te voeren en vragen en signalen te registreren.
Privacy Jongeren en ouders worden altijd geïnformeerd en/of om toestemming gevraagd bij het uitwisselen van informatie. Bij het digitaal dossier JGZ en de Verwijsindex werken we uiteraard conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens en we realiseren ons dat er inzagerecht bestaat voor de ouders resp. jeugdigen. Medewerkers hanteren het privacyreglement van de eigen instelling en deze wordt duidelijk gecommuniceerd naar ouders en jeugdigen. Wanneer zij informatie met andere medewerkers willen uitwisselen wegen zij de noodzaak hiervan altijd af 2 3 en vragen ouders en/of jongeren hiervoor toestemming. Hierbij hanteren zij de privacytool.
2
Bij jeugdigen onder de 12 jaar is toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers van de jeugdige noodzakelijk. Bij jeugdigen van 12-16 jaar oud is toestemming van de jongere en de wettelijke vertegenwoordigers noodzakelijk. Bij jongeren boven de 16 jaar is instemming van de jongere zelf van belang bij informatie uitwisseling. 3 Samenwerken in de jeugdketen: Een instrument voor gegevensuitwisseling (Ministerie VWS, 2011)
12 p 16 van 121
Resultaat Naamsbekendheid CJG: Het CJG is bekend bij ten minste 90% van de ouders (kinderen tussen 0 -23jr) 80% van de jeugdigen (12-23 jaar) en 100% van de professionals van lokale basisvoorzieningen De doelen en hoofdproducten van het CJG zijn bekend bij: 90% van de ouders (kinderen tussen 0 -23jr) 80% van de jeugdigen (12-23 jaar) en 100% van de professionals van lokale basisvoorzieningen Er is bereidheid bij ouders en jeugdigen om gebruik te maken van de diensten van CJG. Het gaat dan om: 90% van de ouders (kinderen tussen 0 -23jr) 90% van de jeugdigen (12-23 jaar) en 100% van de professionals van lokale basisvoorzieningen Snelheid van opvolging het fysieke loket, telefoon of e-consult: tenminste 60% ontvangen meteen een inhoudelijk antwoord tenminste 40% worden binnen 2 werkdagen teruggebeld door de juiste medewerker of heeft een afspraak Tevredenheid klanten : Ouders en jeugdigen zijn voor ten minste 95% tevreden over de dienstverlening Ouders en jeugdigen zijn voor ten minste 95% tevreden over de bejegening Effectiviteit informatie en advies: Tenminste 80 % van de ouders en jeugdigen geeft aan antwoord op hun vraag te hebben gekregen Tenminste 80% van de ouders en jeugdigen geeft aan vermindering van de opvoed- of opgroeiproblematiek te ervaren Effectiviteit lichte vormen van hulp en zorg: Tenminste 70 % van de ouders en/of jeugdigen vindt dat het grootste deel van de doelstellingen van het plan is gerealiseerd Tenminste 80% van de betrokken professionals vindt dat het grootste deel van de doelstellingen van het plan is gerealiseerd Ten minste 98% van de jeugdigen en ouders van de afgeronde cases zijn van mening dat zij zelf de regie hadden over de verkregen hulp Ten minste 90% van de jeugdigen en ouders vinden dat de instellingen in hun geval goed samenwerkten, indien van toepassing Tenminste 70% van de ouders en jeugdigen die (lichte) hulp en zorg ontvangen geeft aan dat het CJG heeft bijgedragen aan de versterking van het netwerk rondom hun gezin Effectiviteit (afgeronde) trajecten 1Gezin1Plan: Tenminste 80 % van de ouders en/of jeugdigen vindt dat het grootste deel van de doelstellingen van het plan is gerealiseerd Tenminste 90 % van de betrokken professionals vindt dat het grootste deel van de doelstellingen van het plan is gerealiseerd Effectiviteit preventie kindermishandeling: Signalen van kindermishandeling worden voor 100% opgepakt en beoordeeld op noodzaak van interventie, conform de Meldcode Kindermishandeling. Medewerkerstevredenheid: Tenminste 80 % van de medewerkers binnen het CJG geeft aan dat zij de ruimte en de verantwoordelijkheid krijgen om te doen wat nodig is in de praktijksituaties waar zij mee te maken hebben Tenminste 90 % van de medewerkers vinden dat de instellingen goed samenwerken
Gemeenten zijn zich bewust van het hoge ambitieniveau voor de komende jaren. Gemeenten gaan een inspanningsverplichting aan en streven daarmee deze resultaten te behalen. Ondanks deze inspanningsverplichting kunnen gemeenten niet garanderen dat deze beoogde resultaten geheel worden behaald.
13 p 17 van 121
2. HET CJG EN HAAR PARTNERS Regionale Visie In onze CJG’s werken instellingen op het gebied van informatie, advies en ondersteuning aan ouders en jeugdigen nauw samen. Dat doen ze onder de regie van de gemeente. We zijn een echte netwerkorganisatie en beschikken daardoor over alle wenselijke expertise om onze ambitie te realiseren. Het is van belang dat de verschillende diensten van het netwerk op elkaar aansluiten en afgestemd zijn, en dat daar waar nodig samengewerkt wordt om jeugdigen en ouders voldoende ondersteuning te bieden.
Dit hoofdstuk gaat in op de vragen wie het CJG is en met wie zij samenwerkt. We beschrijven de organisatiestructuur en verantwoordelijkheden op verschillende niveaus. Vervolgens gaan we in op de competenties, taken en formatie van de verschillende CJG medewerkers Als laatste bespreken we de netwerkpartners met wie het CJG samen behoort te werken.
2.1 ORGANISATIESTRUCTUUR EN VERANTWOORDELIJKHEDEN Regionale Visie Gemeenten en kernpartners onderschrijven de voorliggende visie en verwerken dit in het beleid van de eigen organisatie en zorgen ervoor dat hun medewerkers in een CJG handelen naar deze visie.
Het CJG is een netwerkorganisatie, bestaande uit tenminste de gemeente, GGD, Kwadraad en Bureau Jeugdzorg. De expertise van de verschillende kernpartners is van belang om de ambitie van het CJG te behalen en haar taken uit te kunnen voeren. Hieronder zijn de verantwoordelijkheden beschreven van de verschillende geledingen binnen de organisatie van het CJG: de gemeente, de kernpartners, de lokale stuurgroep CJG en de regionale ketenaanpak Jeugd. De ontwikkeling van het CJG als netwerkorganisatie gebeurt onder de regie van de gemeente. De wethouder en de beleidsmedewerker(s) zijn dicht betrokken bij de regie op het CJG, als onderdeel van het lokale preventieve jeugdbeleid. Zij zijn regisseur van de invulling van het CJG op lokaal niveau en borgen de doorvoering van de regionale visie, evenals de afstemming op de lokale vraag. In de beleidscyclus is op de korte en lange termijn beleid gevormd voor het CJG. Input voor de beleidsvorming zijn adviezen van de stuurgroep CJG, ervaringen, gemaakte afspraken in de regionale werkgroep CJG en sturingsinformatie van het CJG. Uit dit beleid vloeien structurele subsidierelaties met de kern- en ketenpartners en incidentele subsidies, evenals opdrachten voor de CJG-coördinator en de stuurgroep CJG. De kernpartners onderschrijven de ambitie, visie en doelstellingen van het CJG en zetten zich in om deze te realiseren. Daarbij is het van belang dat de verschillende diensten van de verschillende organisaties samenhangen, goed op elkaar afgestemd zijn en dat daar waar nodig samengewerkt wordt om jeugdigen en ouders goed afgestemde ondersteuning te bieden. Naast het ontwikkelen en hanteren van duidelijke werkprocessen omtrent deze samenwerking, vraagt dit inzet en het doorvoeren van de visie in verschillende onderdelen van de eigen organisatie, ook binnen de afdelingen communicatie, registratie, kwaliteitsbewaking, facilitaire en ICT diensten. 4
Lokaal heeft elk CJG een stuurgroep CJG bestaande uit de beleidsmedewerker van de gemeente, CJG – coördinator en de betreffende (regio)managers en/of teamleiders van de kernpartners. Taak van de stuurgroep is te komen tot een optimale afstemming van de inzet van de kernpartners in het lokale CJG. In de stuurgroep wordt de voortgang, nieuwe ontwikkelingen en knelpunten besproken. Alle betrokken partijen kunnen onderwerpen op de agenda plaatsen. Tevens is de stuurgroep CJG verantwoordelijk voor het jaarplan en verslag. De stuurgroep wordt voorgezeten door de gemeente.
4
Ook wel het managementoverleg of projectgroep genoemd.
14 p 18 van 121
Ook regionaal wordt samengewerkt bij de ontwikkeling van het CJG tussen gemeenten, kern- en ketenpartners. Deze regionale samenwerking leidt tot inhoudelijke verdieping en meer samenhang in het aanbod. In de eerste plaats vind besluitvorming rond het CJG plaats in het Portefeuillehouders Overleg Sociale Agenda (PHO) bestaande uit de wethouders die verantwoordelijk zijn voor het jeugdbeleid. Onder het PHO valt de Ketenaanpak Jeugd, bestaande uit de stuurgroep en de projectgroep. Het doel van de Ketenaanpak Jeugd is om de zorg aan jeugdigen en hun gezinnen te verbeteren, door instrumenten, methodieken en randvoorwaarden te ontwikkelen. De stuurgroep Ketenaanpak Jeugd, bestaande uit de portefeuillehouders van Alphen aan den Rijn, Leiden, Katwijk, Oegstgeest en Teylingen vormt de schakel tussen de ketenaanpak en het portefeuillehouderoverleg Sociale Agenda. Agendering in het PHO heeft enerzijds tot doel om de nodige besluitvorming te realiseren. Anderzijds worden plannen en voornemens voorgelegd ter vergroting van het draagvlak voor stappen in de ketenaanpak. De projectgroep ketenaanpak heeft, hoewel niet geformaliseerd, de functie van “dagelijks bestuur” van alles dat plaatsvindt in de projectorganisatie. Zij bestaat uit de bestuurders/managers van de (regionale) zorgpartners, een drietal samenwerkingsverbanden in het onderwijs en vertegenwoordigers van de gemeenten. De ketenaanpak jeugd werkt met drie trajecten: doorontwikkeling CJG, implementatie & borging en “naar een vraag gestuurde zorg voor jeugd (transitie)”. In werkgroepen worden op deze trajecten voorstellen gedaan voor besluitvorming in de projectgroep. Zo was er een regionale werkgroep CJG, bestaande uit beleidsmedewerkers van de gemeenten, enkele managers van kernpartners en de CJG coördinatoren, die op de doorontwikkeling van het CJG op regionaal niveau zorgt voor de uitwerking van de regionale visie in samenhang met de transitie Jeugdzorg. Daarnaast zijn er enkele subwerkgroepen, vallend onder de werkgroep CJG, bestaande uit beleidsmedewerkers van gemeenten en experts en managers van kernpartners. Sinds kort is deze overlegstructuur gewijzigd en is de werkgroep CJG nu het AO CJG dat rechtstreeks adviseert aan het PHO. Het oorspronkelijke Ambtelijk Overleg Jeugd (AO) waar (bijna) alle besluitvorming over jeugd werd voorbereid, na consultatie vanuit de projectgroep ketenaanpak wordt nu het AO jeugd/transitie. Het AO transitie jeugd bestaat uit de beleidsmedewerkers Jeugd van de gemeenten. De beide ambtelijke overleggen (AO’s) brengen nu rechtstreeks advies uit aan het PHO. Voor de organisatiestructuur rond de regionale samenwerking in het jeugdbeleid, zie figuur 1. Figuur 1: Organisatiestructuur regionale samenwerking Jeugdbeleid
AO Jeugd Transitie/strategie
Trekkers overleg
Werkgroep/AO CJG, beleid in uitvoering
PHO Sociale Agenda
Advies en voorbereiding
Stuurgroep en Projectgroep
PHO Sociale Agenda
Advies en voorbereiding
15 p 19 van 121
2.2 MEDEWERKERS CJG -
Regionale visie CJG Medewerkers zijn deskundig en bekwaam, maken gebruik van kennis van wat werkt, nemen deel aan intervisie en, indien noodzakelijk, supervisie en leren van feedback van jeugdigen en ouders. - Medewerkers zijn opgeleid voor hun taken - Medewerkers hebben een klantvriendelijke houding. - Medewerkers die samen het CJG vormen treden met één gezicht naar buiten
De medewerkers van het CJG zijn in dienst van de kernpartners of de gemeente. Zij geven uitvoering aan de taken van het CJG. Het werken in het CJG vraagt van medewerkers een aantal algemene competenties die van toepassing zijn op alle medewerkers (§ 2.2.1). In § 2.2.2 gaat we in op de deskundigheidsbevordering van medewerkers in het CJG. Tot slot zijn in § 2.2.3 de specifieke CJG functies beschreven, namelijk die van CJG coördinator en CJG assistent, aangezien dit nieuwe CJG functies zijn.
2.2.1
A LGEMENE COMPETENTIES 5
Naast de eigen vakinhoudelijke competenties zijn de volgende CJG-competenties van belang: -
-
-
-
-
Bejegening: medewerkers hebben een klantvriendelijke houding, waaronder wij verstaan: o een dienstverlenende instelling o de klant vriendelijk te woord staan o de klant op zijn of haar gemak stellen o een luisterend oor bieden o de klant positief bevestigen in de stap om het CJG te bellen of om langs te komen o ouders en jeugdigen in hun waarde laten o uit te stralen dat iedere vraag een goede vraag is Medewerkers werken vraaggericht, hieronder verstaan we: o Treedt jeugdigen en ouders op een toegankelijke en authentieke manier tegemoet, zodat zij zich uitgenodigd voelen hun vragen te verwoorden en weten waar ze terecht kunnen met hun vragen. o Beschikt over voldoende communicatie vaardigheden o Hanteert verschillende gesprektechnieken, zoals motiverende en activerende gesprekstechnieken o Kan samen met jeugdigen en ouders de behoeften, wensen, mogelijkheden en beperkingen van de jeugdige, opvoeders of het systeem samenhangend in kaart brengen en kan aansluiten bij de verwachtingen. Medewerkers werken eigen kracht versterkend, hieronder verstaan wij: o Ouders en jeugdigen betrekken CJG medewerkers bij hun probleem en niet andersom. o Stelt de eigen deskundigheid van jeugdigen en ouders centraal o Kan jeugdigen en ouders activeren zelf oplossingen te zoeken voor hun problemen o Sluit aan bij dat wat goed gaat . Medewerkers werken systeemgericht, hieronder verstaan wij: o Kan het netwerk van het gezin in kaart brengen o Kan het netwerk van gezinnen activeren o Heeft een brede kennis van de sociale kaart en kan deze toepassen 6 Medewerkers werken samenwerkingsgericht , hieronder verstaan wij:
5
Lees ook: Ministerie Jeugd en Gezin (2009). Professionals in het Centrum voor Jeugd en Gezin: Samenwerken in het belang van jeugdigen en opvoeders. 6 Zie ook de notitie: ‘Interne Samenwerking in het CJG Leiden’
16 p 20 van 121
o
-
-
-
Is in staat duidelijk contact te leggen en onderhouden met professionals van andere disciplines en organisaties over werkzaamheden voor een goede afstemming. o Respecteert de expertise van andere professionals en schat hun expertise op waarde o Rapporteert op een transparante wijze aan collega’s en samenwerkingspartners omtrent de situatie van jeugdigen. o Is in staat effectief intercollegiaal te consulteren en kennis te delen met professionals van andere disciplines Transparantie o Communiceert duidelijk wat vastgelegd wordt van de ondersteuning en waarom o Overlegt met ouders wanneer informatie met andere disciplines wordt uitgewisseld o Vraagt ouders en jeugdigen structureel feedback en sluit hierop aan Werkt planmatig en doelgericht Heeft kennis van jeugdigen, ouders en de opvoeding Intercultureel vakmanschap. o Heeft kennis van de specifieke achtergrond en situatie van veel migranten: migratiegeschiedenis, (taal)achterstanden, cultuurverschillen en ‘diverse’ communicatiestijlen o Doorgrondt dimensies van culturen, hanteert geen stereotiepe beelden van bepaalde groepen o Heeft inzicht in machtsverschillen en uitsluitingsmechanismen o Beschikt over een open, onbevooroordeelde houding o Is vaardig in interculturele communicatie Is in staat de verwijsindex te hanteren en bespreekbaar te maken in contact met de jeugdige en/of ouders. In staat om in gesprek te gaan over mogelijke kindermishandeling en huiselijk geweld Kan de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling hanteren.
Voorstel voor verbetering: Leidinggevenden nemen deze algemene competenties mee in het personeelsbeleid van hun organisatie.
2.2.2. D ESKUNDIGHEIDSBEVORDERING Om de kwaliteit van het CJG te waarborgen is de deskundigheid van medewerkers van belang. Scholing kan hieraan bijdragen. Daarin is zowel scholing binnen de eigen disciplines van belang als multidisciplinaire scholing. Laatst genoemde kan CJG breed worden ingezet. Multidisciplinaire scholing bevordert de samenwerking tussen medewerkers en de eenheid van taal. (Nieuwe) medewerkers worden ten minste getraind in: -
-
Positief Opvoeden: De volgende medewerkers worden getraind in niveau 2 en/of 3: o Jeugdverpleegkundigen o Jeugdartsen o (Jeugd)maatschappelijk werkers o Medewerkers Opvoedbureau/Opvoedadviespunt o CJG assistent Tevens zijn medewerkers van Jeugd & Opvoedhulp, GGZ-jeugd en thuisbegeleiders getraind in niveau 4 en 5 van Positief Opvoeden. 1Gezin1Plan: De volgende medewerkers worden getraind in het werken met 1Gezin1Plan: o Jeugdverpleegkundigen o Maatschappelijk werkers (jeugd, school en algemeen maatschappelijk werk 17 p 21 van 121
o o o o o
Jeugdartsen Medewerkers Bureau Jeugdzorg CJG opvoedadviseurs Zorg coördinator BKK Gezinscoach Meldpunt Zorg & Overlast Tevens zijn medewerkers van Jeugd & Opvoedhulp (Cardea en Horizon), GGZ Kinderen en Jeugd Rivierduinen, GGZ Rijnstreek, GGZ Leiden e.o., GGZ Duin en Bollenstreek, Kristal Centrum voor Autisme, Ipse de Bruggen, MEE Zuid Holland Noord getraind in 1Gezin1Plan.
Voorstel voor verbetering: Kernpartners (gemeenten, GGD, Kwadraad en BJZ) komen met een gezamenlijk regionaal meerjaren scholingsplan op basis van bovenstaande competenties. Dit plan wordt voorgelegd aan de projectgroep ketenaanpak. Medewerkers krijgen 2 tot 4 dagdelen per jaar voor gezamenlijke scholing. Tevens kunnen CJG-coördinatoren scholing krijgen ter versterking van competenties: versterken informele steun (zie 3.2.2) netwerkcompetenties Tevens dient er ruimte te zijn voor scholing op lokaal niveau, in aansluiting op de lokale vraag.
2.2.2
P ERSONEEL FORMATIE
De CJG’s beschikken minimaal over de volgende medewerkers. o o o o o o o o o o
Doktersassistenten JGZ JGZ verpleegkundigen Stevig Ouderschap verpleegkundigen JGZ artsen BKK coördinator (regionaal, backoffice) CJG Opvoedadviseurs 7 Maatschappelijk werkers Medewerker BJZ CJG coördinator Medewerkers Meldpunt Zorg & Overlast (regionaal, backoffice)
De CJG’s beschikken eventueel over de volgende medewerkers: o
CJG assistent
Omdat de CJG coördinator en CJG assistent nieuwe functies zijn worden deze hier verder uitgewerkt.
CJG COÖRDINATOR Om het CJG als netwerk goed te laten functioneren kiezen gemeenten voor het aanstellen van een CJG coördinator. Hieronder worden de taken van de coördinator beschreven. Daarnaast heeft de CJG coördinator een belangrijke functie in de verdere inhoudelijke ontwikkeling van het CJG. Afhankelijk van de grootte van de gemeente en het aantal locaties heeft een CJG coördinator 16 tot 30 uur per week nodig voor deze taken. Taken kunnen ook bij anderen neergelegd worden, waaronder de beleidsmedewerker Jeugd of managers van kernpartners. Van belang is dat onderstaande taken worden uitgevoerd en dat helder is vastgelegd wie deze uitvoert.
7
Het gaat zowel om het algemeen-, jeugd-, en school maatschappelijk werk, JPP, JPT en gezinscoaching.
18 p 22 van 121
Taken CJG-coördinator De CJG coördinator draagt zorg voor de positionering van het CJG als het opvoed- en opgroeisteunpunt voor (aanstaande) ouders, jeugdigen, vrijwilligers en professionals. Dit doet zij/hij door de volgende taken: 1.
Verantwoordelijk voor een goede organisatie en afstemming van het fysiek loket en de CJG werkprocessen
2.
Verantwoordelijk voor een goede afstemming en samenwerking met de gebruikers van de CJG ruimten
3.
Teamvorming en voorwaardenscheppend voor interne samenwerking binnen het CJG *Organiseren van teambuildingsbijeenkomsten en themabijeenkomsten *Oplossingen aandragen en organiseren voor een effectieve en efficiënte samenwerking
4.
Voorzitten en faciliteren CJG overleg
5.
Voorzitten en faciliteren CJG casusoverleg
6.
Draagt, in afstemming met kernpartners, zorg voor een aantrekkelijk activiteitenaanbod binnen en buiten het CJG, waaronder cursussen, lezingen en ouderbijeenkomsten
7.
Promoot het CJG en zijn producten en diensten op actieve wijze onder doelgroepen *Ontwikkelen van promotiemateriaal ism communicatiemedewerker gemeente *Zorgen voor berichtgeving in lokale media
8.
Onderhoud contacten met netwerkpartners, waaronder basisvoorzieningen als onderwijs, WSNS coördinator, kraamzorg, voorzitter veiligheidsoverleg en tweedelijns voorzieningen als GGZ etc.
9.
Organiseren participatie in het CJG
8 9
10. Organiseren versterken informele steun (zie 3.2.2) 11. Monitoren van ontwikkelingen binnen het CJG 12. Deelname aan de stuurgroep CJG 13. Legt verantwoording af naar de gemeente, onder andere middels een jaarplan en –verslag ism de stuurgroep CJG 14. Aansturen CJG assistent 15. Verantwoordelijk voor de lokale inhoud van de CJG-website 16. Deelname regionale werkgroep CJG 17. Intervisie CJG coördinatoren (regionaal) TOTAAL Competenties/kennis -
Relevante opleiding op minimaal Hbo-niveau Aantoonbare kennis, ervaring en affiniteit in het veld van jeugd(gezondheids)zorg, maatschappelijk werk of welzijnswerk Ervaring met het coördineren en aansturen van professionals Resultaatgerichtheid Oplossingsgericht Initiatiefrijk Samenwerkingsgericht Klantvriendelijk
8
Dit is een overleg voor medewerkers van het CJG, voorgezeten door de coördinator, over het functioneren van het CJG. Hierin worden zowel huishoudelijke zaken als inhoudelijke zaken, zoals de onderlinge samenwerking of informatie van andere zorgaanbieders, besproken. 9 Multidisciplinaire casuïstiek bespreking binnen het CJG.
19 p 23 van 121
-
Teamplayer en bruggenbouwer Netwerkcompetenties: o Verantwoordelijkheid nemen voor de doelen van het netwerk; o Legitimatie van het netwerk bewerkstelligen bij doelgroepen, kernpartners en netwerkpartners o Conflicten kunnen hanteren o Kunnen kiezen van de juiste verantwoordingsstructuur o Draagvlak verwerven bij doelgroepen, kernpartners en netwerkpartners
Voorstel voor verbetering: Een coördinator heeft minimaal 16 uur per week per gemeente nodig om de taken in enige samenhang uit te voeren. De taken kunnen niet te versnipperd worden uitgevoerd en de aanwezigheid van de coördinator geeft een eigen dynamiek aan het organisatieproces van het CJG als netwerkorganisatie. Gemeenten stellen een coördinator aan voor tenminste 16 uur per week, op basis van bovenstaande taken. Over het precieze aantal coördinatie-uren dat een CJG behoeft zal nog een voorstel worden gemaakt. Het huidige opdrachtgeverschap en de aansturing van de CJG coördinatoren wordt geëvalueerd en verbeterd.
CJG ASSISTENT Een van de taken van het CJG is het bieden van informatie en advies. Veel CJG’s in Holland Rijnland hebben een balie ingericht in het fysieke CJG om een laagdrempelig loket voor doelgroepen te creëren. De CJG assistent bemant de balie gedurende openingstijden. De openingstijden van de meeste CJG’s zijn echter smaller dan de tijden waarin doelgroepen naar het CJG komen met een afspraak bij een CJG medewerker. Ook dan is de ontvangst van belang zodat doelgroepen het CJG als laagdrempelig punt ervaren, waar de ontvangst hartelijk is, ook als ze even moeten wachten voor hun afspraak. Deze goede ontvangst is niet alleen de taak van de CJG assistent, maar ook van de CJG medewerkers. Hieronder worden de taken van de CJG assistent beschreven evenals de benodigde competenties. De taken van de CJG assistent zijn zowel het ontvangen van bezoekers tijdens de openingstijden zie taak 1 t/m 8, maar ook de praktische ondersteuning in het CJG, taak 9-14. Taken CJG assistent 1.
Gastvrouw/heer: bezoekers die zich aan de balie of telefonisch melden adequaat te woord staan
2.
Informatie verstrekken over diensten van het CJG
3.
Luisteren naar de vraag van cliënten, zodat zij zich serieus genomen voelen en, indien nodig, doorvragen om de vraag helder te krijgen
4.
Eenvoudige vragen beantwoorden, passende informatie en advies verstrekken
5.
Zorgen dat de vraag bij de juiste CJG-medewerker terecht komt
6.
Binnenkomende vragen registreren
7.
Bezoeker inplannen voor dienstverlening bij kernpartners
8.
Beheer over telefooncentrale
9.
Informatie in folderrekken voldoende up-to-date houden
10. Sociale kaart bijhouden 11. Voorraadbeheer en huishoudelijk activiteiten 12. Organisatie praktische zaken als afspraken beheer, inschrijvingen van groepsactiviteiten, uitwerken verslagen, agenda van ruimtes 13. Bijhouden van lokale pagina’s CJG website 14. Bijeen roepen van betrokken hulpverleners voor 1Gezin1Plan, ter ondersteuning van de CJG medewerkers.
20 p 24 van 121
Om deze taken uit te voeren zijn de volgende competenties van belang: - Pedagogisch geschoold op MBO niveau - Kennis van en ervaring met zorg en welzijn - Kennis van sociale kaart - Klantvriendelijk - Representatief - Goede beheersing Nederlandse taal - Vaardigheid in het werken met informatiesystemen - Zelfstandig - Proactief Voorstel voor verbetering: Medewerkers kunnen een drempel ervaren om 1Gezin1Plan in te zetten, omdat er een grote tijdsinvestering nodig is om alle betrokken hulpverleners en andere betrokkenen bij elkaar te roepen voor een overleg met het gezin. De assistent kan de hulpverlener hierin ondersteunen. Wanneer de balie niet bemenst is kan het voorkomen dat ouders of jeugdigen het fysieke CJG binnenlopen om een vraag te stellen. Er worden in elk CJG afspraken gemaakt over de ontvangst van bezoekers, met en zonder afspraak. Medewerkers werken, indien mogelijk, met de deur open, en verwelkomen deze ouders of jeugdigen. Zij vragen kort naar de vraag, en zorgen dat deze mensen binnen twee werkdagen gebeld worden door een medewerker die de vraag verder kan beantwoorden.
2.3 NETWERKPARTNERS Regionale Visie Onze CJG’s hebben een breed netwerk in de gemeenten en de regio door de samenwerking met o.a. vrijwillige projecten, het welzijnswerk, Wmo-loket, scholen, kinderopvang, sportclubs, jongerenwerk, verloskundigen, huisartsen, leerplicht, veiligheidsketen, GGZ-jeugd, thuiszorg, thuisbegeleiding, kinderartsen- en specialisten, jeugd-LVB en jeugdzorg. Het CJG heeft samenwerkingsafspraken met relevante netwerkpartners (in het bijzonder met het onderwijs, de gespecialiseerde zorg en de veiligheidsketen).
CJG’s hebben een breed netwerk met partners die contact hebben of werken met kinderen en gezinnen. Dit netwerk is gericht op versterken van gezinnen en pedagogische basisvoorzieningen en waar nodig het organiseren van hulp met korte lijnen. In deze paragraaf beschrijven we de relatie met het onderwijs en andere pedagogische basisvoorzieningen, de gespecialiseerde zorg, de veiligheidsketen en de OGGZ. De verbinding met het veiligheidsoverleg staat nog in de kinderschoenen, terwijl er al veel is ingezet in de relatie met het onderwijs. Het bewerkstelligen van deze verbindingen verdient blijvende aandacht. Van belang is dat er in elk CJG duidelijke samenwerkingsafspraken zijn gemaakt met deze netwerkpartners, in het bijzonder met het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen. In de volgende paragrafen worden deze verbindingen verder uitgewerkt.
2.3.1 V ERBINDING MET ONDERWIJS Regionale Visie Wij vinden dat ouders eerstverantwoordelijk zijn voor de opvoeding en het overdragen van waarden en normen. Maar niemand leeft in volledig isolement. Betrokkenheid van het sociaal netwerk - familie, vrienden, buren, vrijwilligers – is essentieel bij de opvoeding. Ook buitenshuis worden jeugdigen beïnvloed. Onderwijs is een belangrijke leefomgeving van jeugdigen. Leraren spelen ook een belangrijke rol.
De school is een belangrijke leefomgeving van jeugdigen naast het gezin en de school is ook een belangrijke signaleerder van problemen bij ouders en kinderen. In de interne zorgstructuur van de school wordt al heel veel gedaan aan het begeleiden van kinderen bij hun problemen. De verbinding met leerkrachten, docenten en het onderwijs is daarmee van belang voor het CJG. Scholen hebben bij effectuering van de Wet op Passend 21 p 25 van 121
Onderwijs de zorgplicht om voor elk kind een passend onderwijsaanbod te realiseren. Daarnaast hebben zij een belangrijke signalerende rol wanneer de ontwikkeling van het kind bedreigd wordt. Van belang is zorg samen met het onderwijs in samenhang en afstemming aan te bieden. De verbinding met het onderwijs wordt gelegd via de volgende wegen: -
-
-
-
Casuïstiekoverleg waar school en CJG (JGZ of maatschappelijk werk) aan deelnemen (Zorg Team). Jeugdarts of jeugdverpleegkundige heeft overleg met intern begeleiders en verricht de Periodieke Gezondheidsonderzoeken (PGO) op school. Zij opereert zichtbaar als CJG en is contactpersoon van het CJG die beschikbaar is voor de school. Zij schakelt, indien nodig, snel andere CJG-medewerkers in. Maatschappelijk werker biedt ondersteuning op school. Zij opereert zichtbaar als CJG en is contactpersoon van het CJG die beschikbaar is voor de school. Zij schakelt, indien nodig, snel andere CJG-medewerkers in. Korte lijnen tussen CJG coördinator en WSNS coördinator/directeur Intern begeleiders en docenten kunnen ingeschakeld worden bij 1Gezin1Plan, de regionale methodiek voor zorgcoördinatie bedoeld voor gezinnen waarbij meerdere hulpverleners betrokken zijn en ouders ondersteuning willen bij het coördineren van de zorg. Betrokken hulpverleners komen samen met ouders, jongere en relevante mensen uit het netwerk van het gezin bij elkaar om een plan op te stellen en zaken af te stemmen. Binnen 1Gezin1Plan kunnen zowel partners uit het onderwijs als het CJG deelnemen. De terugkoppeling naar de leerkracht en/of de IB-er is van belang wanneer zij zorgen of problemen signaleren. De ouders of jeugdige doen dit bij voorkeur zelf, als regisseur van de oplossing van hun eigen probleem én in het kader van praten met gezinnen ipv praten over gezinnen.
Het CJG kan meer zichtbaar zijn op school door meer outreachend te werken. Dit betekent dat het CJG zich inzet om : -
Maatschappelijk werk op school uit te voeren. Dit kan fungeren als laagdrempelig contact voor ouders op school. Cursussen en informatieavonden op scholen te houden, bijvoorbeeld een lezing tijdens een ouderavond. De CJG coördinator draagt hier zorg voor in afstemming met de school en het CJG opvoedcursusaanbod. Hiervoor worden zoveel mogelijk CJG medewerkers uit het lokale CJG ingezet, zodat scholen en ouders zoveel mogelijk bekende gezichten zien.
2.3.2 V ERBINDING MET P EDAGOGISCHE BASISVOORZIENINGEN Pedagogische basisvoorzieningen zijn voorzieningen waar jeugdigen en ouders gebruik van maken. Het gaat dan om scholen, voor-, na- en tussen schoolse voorzieningen, peuterspeelzalen, welzijnswerk, jongerenwerk maar ook sportverenigingen of vrijwilligersprojecten. Hoewel huisartsen en verloskundigen niet onder de pedagogische basisvoorzieningen gerangschikt kunnen worden zijn zij hierbij wel van belang. De verbinding met basisvoorzieningen is bijzonder waardevol. In de eerste plaats komen professionals werkzaam bij basisvoorzieningen in aanraking met vele ouders en jeugdigen, bij vragen kunnen zij ouders en jeugdigen wijzen op het CJG. Daarnaast kunnen professionals die met ouders en jeugdigen werken zelf vragen hebben, of zorgen of problemen signaleren. Het CJG voorziet dan in een consultatie functie. Als laatste kan het CJG ook ouders en jeugdigen stimuleren om gebruik te maken van het aanbod van basisvoorzieningen als welzijnswerk, vroeg- en voorschoolse educatie en sportvoorzieningen om het netwerk en de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. In de CJG’s wordt op verschillende manier verbinding gelegd met basisvoorzieningen, zoals: -
Folder en poster verspreiding bij basisvoorzieningen,
22 p 26 van 121
-
-
Netwerkbeheer door de CJG-coördinator en CJG medewerkers. In bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van relevante netwerkpartners. Informatie/netwerk bijeenkomsten professionals van basisvoorzieningen. Zij worden geïnformeerd over het CJG en behandelen een relevant inhoudelijk thema. 10 ZAT 0-4 : In het ZAT 0-4 bespreken verloskundigen, kraamverzorgers, JGZ 0-4 en professionals van voorschoolse voorzieningen casuïstiek. CJG medewerkers van de JGZ nemen deel aan het ZAT 0-4 overleg. Het ZAT kan door het CJG worden gefaciliteerd, bijvoorbeeld met een voorzitter, huisvesting etc. Momenteel wordt de structuur voor de ZAT’s 0-4 herzien. Het virtueel CJG (zie § 3.1.3) voor professionals kan verder ontwikkeld worden, en als platform dienen voor informatievoorziening naar professionals van (pedagogische) basisvoorzieningen.
Voorstel voor verbetering: CJG medewerkers en professionals van basisvoorzieningen vinden elkaar op casusniveau voor consultatie en samenwerking rondom een gezin. Dit dient uitgewerkt te worden in een regionaal werkproces voor ‘Samenwerking met basisvoorzieningen’. Het werkproces beschrijft hoe CJG medewerkers vragen of signalen van de professionals oppakken. Het CJG maakt duidelijke samenwerkingsafspraken met het onderwijs en de voorschoolse voorzieningen.
Als laatste zijn er veel verschillende vormen van samenwerking die op lokaal niveau geïnitieerd kunnen worden. Er zijn al enkele voorbeelden te noemen. De CJG coördinator kan in het netwerkbeheer hier de aandacht aan geven: -
Verloskundige houdt spreekuur in het CJG Jeugd Maatschappelijk Werk is verbonden en heeft gesprekken op scholen en peuterspeelzalen Een welzijnsorganisatie geeft in het CJG een cursus ‘Moeders in de buurt’ voor migranten moeders CJG medewerker houdt spreekuur bij de inloop van het jongerenwerk
2.3.3. V ERBINDING MET GESPECIALISEERDE JEUGDZORG Het CJG heeft aansluiting bij de gespecialiseerde jeugdzorg, waaronder Bureau Jeugdzorg (BJZ), Jeugd & Opvoedhulp, jeugd-GGZ en jeugd-LVB. De toegang tot deze zorg is in het huidige stelsel georganiseerd via BJZ, de huisarts en de jeugdarts. BJZ en de jeugdarts zijn kernpartners van het CJG, de huisarts een samenwerkingspartner. Doel is om te zorgen voor continuïteit van zorg en een integrale aanpak. In de huidige structuur is Bureau Jeugdzorg bij alle CJG’s op de volgende manieren verbonden aan het CJG: -
Op management niveau neemt BJZ deel aan de stuurgroep CJG Medewerker toegang is contactpersoon voor het CJG en beschikbaar voor consultatie en advies Medewerker toegang neemt deel aan het CJG casusoverleg en het veiligheidsoverleg Medewerkers Bureau Jeugdzorg nemen deel aan 1Gezin1Plan wanneer zij betrokken zijn in het gezin Aanmeldingen van Bureau Jeugdzorg komen automatisch in de verwijsindex (JeugdMATCH)
In sommige CJG’s kan de medewerker toegang gesprekken voeren met gezinnen op de CJG locatie of de medewerker toegang is een of meerdere dagdelen aanwezig op de CJG locatie. Voorstel voor verbetering: De verbinding met de gespecialiseerde jeugdzorg zal op de korte termijn veranderen bij de transitie van de jeugdzorg (zie hoofdstuk 9). Op dit moment zijn er pilots in voorbereiding in de regio, waar 1Gezin1Plan de basis is voor het inschakelen van gespecialiseerde hulp voor jeugdigen en hun gezinnen. Er dient een CJG werkproces beschreven te worden voor CJG medewerkers rondom het inschakelen van de verschillende vormen van hulp (waaronder gespecialiseerde jeugdzorg). Deze bevat een richtlijn over de terugkoppeling van ingezette hulp naar het CJG, de nazorg en/of de afsluiting van een traject 10
Alphen aan den Rijn heeft geen ZAT 0-4
23 p 27 van 121
(vinger aan de pols houden). Hierover dienen afspraken gemaakt te worden met de verschillende voorzieningen Maar ook over het doorgeven van informatie, zodat ouders en jeugdigen hun verhaal niet meerdere keren hoeven te geven en er sprake is van een persoonlijke overdracht.
2.3.4. V ERBINDING MET DE VEILIGHEIDSKETEN 11
Het Veiligheidshuis heeft de opdracht om overlast en criminaliteit terug te dringen. De focus is dadergericht, gebiedsgericht, probleemgericht. Veiligheidshuizen hebben een regionale insteek en bevinden zich hoofdzakelijk in centrumgemeenten. In de (grote) gemeenten in Holland Rijnland krijgt samenwerking vorm met de veiligheidsketen middels diverse casuïstiek overleggen, zoals het signaleringsoverleg, het overleg jeugd en veiligheid en “Het Overleg” (Alphen aan den Rijn). Zowel zorgpartners als partners uit de veiligheidsketen zitten hierbij aan tafel. Nadruk ligt op de procesmatige afstemming, waarin deskundigen vanuit verschillende disciplines gezamenlijk vaststellen welke type acties door welke hulpverleners in welke termijn ingezet moeten worden in een bepaalde probleemsituatie. Vervolgens werken betrokken hulpverleners samen met het cliëntsysteem aan de oplossing van problemen, op basis van 1Gezin1Plan. De veiligheidsoverleggen/signaleringsnetwerken richten zich op de volgende groepen: Meerderjarige veelplegers Jeugdige veelplegers Daders van huiselijk geweld Ex-gedetineerden Overlast gevende personen Deelnemers zijn de politie, AMW, BJZ, GGD, Jeugd reclassering, MEE, GGZ, OM Raad voor de Kinderbescherming, jongerenwerk en verslavingszorg. Verbinding tussen het CJG en het veiligheidsoverleg vindt plaats doordat: Medewerkers van het CJG kunnen ingezet worden in de hulpverlening aan het cliëntsysteem, volgens 1Gezin1Plan. Afstemming tussen de CJG coördinator en voorzitter van het veiligheidsoverleg Via het meldpunt Zorg en Overlast
Voorstel voor verbetering: Er wordt een regionale visie op jeugd en veiligheid geformuleerd en de verbinding tussen het domein veiligheid en het CJG wordt nader uitgewerkt in een voorstel tot de praktische organisatie hiervan. Hiertoe is reeds een opdracht verstrekt aan expertisecentrum JSO.
2.3.3. V ERBINDING MET DE OGGZ OGGZ staat voor Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. De OGGZ richt zich op een zeer diverse doelgroep van sociaal kwetsbare mensen in de marge van de samenleving die zelf nauwelijks een beroep doen op de bestaande hulpverlening. Het gaat bijvoorbeeld om multiprobleemgezinnen of zorgmijders. Het doel van de OGGZ is het voorkomen en verminderen van sociale uitsluiting en dakloosheid van de doelgroep en het realiseren van een aanvaardbare kwaliteit van leven voor kwetsbare mensen. De gemeenten zijn
11
Ketenregie Jeugd: Zorg en veiligheid: succesfactoren en aandachtspunten bij samenwerking tussen zorg (CJG) en veiligheid (Veiligheidshuis). (JSO)
24 p 28 van 121
verantwoordelijk voor de uitvoering van de OGGZ. De uitvoering vraagt samenwerking met verschillende zorgpartners. In de CJG’s wordt op verschillende manier verbinding gelegd met de OGGZ: CJG medewerkers (maar ook andere betrokkenen uit het professionele en informele netwerk) kunnen gezinnen melden bij het Meldpunt Zorg & Overlast van de GGD, bijvoorbeeld wanneer: o een cliënt niet bij een hulpverleningsinstelling behandeld wordt, maar wel hulp nodig heeft o iemand meer en/of andere zorg nodig heeft en deze niet goed te realiseren is o de hulpverlening aan een cliënt vastloopt o de cliënt zich aan de zorg onttrekt of intensieve zorgcoördinatie nodig is o een cliënt deel uitmaakt van een (gezins-) situatie waarbij meerdere problemen tegelijkertijd spelen CJG partners kunnen deelnemen aan overleg voor multiprobleemgezinnen in Katwijk, Leiden en Alphen aan de Rijn.
25 p 29 van 121
3. DIENSTVERLENING VAN HET CJG Dit hoofdstuk beschrijft de dienstverlening van het CJG. In 3.1 zijn de verschillende toegangen tot het CJG beschreven, vervolgens het aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning van het CJG. Gevolgd door de werkprocessen in het CJG. Als laatste wordt ingegaan op de omgang met klachten en privacy.
3.1 LAAGDREMPELIGE TOEGANG TOT HET CJG Regionale Visie Laagdrempelig: Onze hulp moet geen drempel kennen. Vrije, onbelemmerde toegang is ons devies. Snelheid van opvolging het fysieke loket, telefoon of e-consult: tenminste 60 % ontvangen meteen een inhoudelijk antwoord tenminste 40% worden binnen 2 werkdagen teruggebeld door de juiste medewerker of een afspraak
De front-offices van de CJG’s krijgen vorm door het fysieke loket, het virtueel CJG en het regionale telefoonnummer.
3.1.1. FYSIEK LOKET 12
Een van de toegangen tot het CJG zijn de fysieke loketten . Niet alleen zijn de professionals van de kernpartners in het fysieke loket gehuisvest. Het fysiek loket is primair gericht op het verzorgen van laagdrempelige activiteiten, die onder meer gericht zijn op informatie, voorlichting en preventie. Uitgaande van de regionale visie geeft dit als volgt richting aan het fysieke loket van de gemeente: a. De voorziening is herkenbaar en uitnodigend voor ouders en jeugdigen, waar zij individueel of in groepsverband (cursussen, workshops) informatie, advies en hulp kunnen verkrijgen en/of vaardigheden kunnen aanleren. b. De PR en huisstijl van het CJG moeten zeer herkenbaar zijn: één logo en één telefoonnummer. c. De front-office moet de uitstraling hebben dat het vragen en bieden van ondersteuning bij opgroeien en opvoeden vanzelfsprekend is en niet de associatie hebben met problemen en ouderlijke onmacht. d. In de front-office zal de ouder of het kind moeten merken dat de samenwerking tussen de zorginstellingen en andere maatschappelijke organisaties goed verloopt en dat de klant naar de juiste deskundige wordt geleid. e. Laagdrempeligheid zegt enerzijds iets over het gemak waarmee men ergens binnenloopt en anderzijds de mate van bereikbaarheid, op welke manier dan ook, van een voorziening. f. Het gaat hierbij niet alleen om kennis overdragen, maar ook om gevoel en inspiratie, interesseren en overtuigen. g. Er is een gezamenlijke ontvangst- en wachtruimte, die uitnodigend is. h. De baliefunctie, indien aanwezig, gaat om de ontvangst van ouders en jongeren, het afhandelen van vragen en het verstrekken van informatiemateriaal, het maken van afspraken en het gericht inschakelen van CJG medewerkers. Veel CJG’s in Holland Rijnland hebben een balie ingericht in het fysieke CJG om een laagdrempelig loket voor doelgroepen te creëren. De CJG assistent of een gastvrouw bemant de balie gedurende openingstijden (zie ook § 2.2.2.). Naast het fysiek loket in het “CJG gebouw” hebben netwerkpartners zoals peuterspeelzalen,
12
Meer informatie: ‘Mogelijkheden baliefunctie CJG in regio Zuid-Holland Noord’ (JSO), februari 2010)
26 p 30 van 121
kinderopvang, jongerenwerk e.d. ook een soort loketfunctie waar ouders en jongeren hun vragen kunnen stellen. Voorstel voor verbetering: Er komt een werkproces voor de CJG assistent, om in te schatten welke vragen zij zelf kan beantwoorden volgens Positief Opvoeden en welke vragen toe te leiden naar de juist CJG medewerker. Deze wordt door de CJG-coördinatoren beschreven. Er zijn enkele lokale voorbeelden, zie ook de notitie van JSO over de baliefunctie.
3.1.2. TELEFONISCHE BEREIKBAARHEID-CJG ADVIES Er is een regionaal telefoonnummer voor het CJG. De werkgroep CJG heeft een subwerkgroep telefonische bereikbaarheid die voorstellen doet om de bereikbaarheid van het CJG te optimaliseren. De telefoontjes komen terecht bij het Klanten Contact Centrum (KCC) van de GGD. De vraag wordt direct beantwoord of men wordt teruggebeld door de medewerker van het eigen lokale CJG. -
Indien de medewerker van het KCC de vraag niet direct kan beantwoorden en niet direct kan doorverbinden met een CJG medewerker wordt de beller binnen twee werkdagen teruggebeld. Een klant wordt zo snel mogelijk doorgeschakeld naar de juiste professional. Het CJG adviesnummer is ten minste tijdens kantoortijden bereikbaar Alleen buiten kantoortijden wordt een bandje afgedraaid.
Voorstel voor verbetering: Bij het doorverbinden naar het lokale CJG of de CJG medewerker gaat ging tot voor kort vaak nog iets verkeerd. Klanten werden geregeld meerdere keren doorverbonden voordat ze de juiste medewerker te pakken kregen. Het systeem is nu op deze punten aangepast en de aanpassingen lijken tot verbetering te leiden. Begin 2013 wordt gecheckt of dit werkelijk zo is. KCC verbeterd kennis van welke vraag bij welke medewerker terecht moet komen. Duidelijke afspraken/werkprocessen met de kernpartners over doorgeleiding zijn hierbij van belang. - Facilitaire diensten moeten een goede en snelle doorschakeling en bereikbaarheid ondersteunen en stimuleren.
3.1.3. VIRTUEEL CJG Regionaal is het virtueel CJG gerealiseerd. Doel is het bieden van laagdrempelige informatie en advies aan opvoeders en jeugdigen. De werkgroep CJG heeft een subwerkgroep Virtueel CJG. De subwerkgroep bestaat uit de eindredacteur van het virtueel CJG en enkele beleidsmedewerkers van gemeenten. Zij draagt zorg voor de verdere ontwikkeling van het CJG, het functioneren en de kwaliteit van het virtueel CJG, tevens is de werkgroep een klankbord voor de regionale vCJG redacteur. De regionale eindredacteur werkt in opdracht van het Portefeuille Overleg aan het Virtueel CJG en is werkzaam bij de GGD, zij is verantwoordelijk voor het functioneren van de website en de werkprocessen van het e-consult en de chat. De eindredacteur werkt samen in de redactieraad bestaande uit medewerkers van de kernpartners. Het regionale virtueel CJG is aangesloten bij Stichting vCJG. Tachtig procent van de website bestaat uit landelijk gevalideerde informatie van Stichting Opvoeden, vijftien procent van de inhoud van de website is regionaal, zoals het aanbod van trainingen en cursussen, nieuws en vijf procent is lokaal. Dit bevat informatie over openingstijden, specifiek aanbod etc. De coördinator van het CJG, vaak in samenwerking met de CJG assistent, is verantwoordelijk voor de lokale informatie (5 %) van de website. CJG-coördinatoren en beleidsmedewerkers van de gemeenten worden regelmatig geïnformeerd over bezoekersaantallen en ontwikkelingen omtrent de website.
27 p 31 van 121
Aanbod website voor opvoeders Naast informatie over de opvoeding kunnen opvoeders via de website vragen stellen (e-consult). Door een coördinator van de GGD worden vragen geselecteerd. Jeugdverpleegkundigen die getraind zijn in het digitaal bieden van informatie en advies beantwoorden de vragen. Binnen het E-consult worden enkele gegevens van vragenstellers geregistreerd. Vraagstellers krijgen binnen twee werkdagen een reactie. Aanbod website voor jongeren: Hoezitdat.info Op de website hoezitdat.info kunnen jongeren uit de regio informatie vinden over diverse thema’s als relaties, wonen, werk, alcohol en drugs. Ook zij kunnen een vraag stellen per e-consult. Daarnaast is recentelijk een chatfunctie ontwikkeld. Dit is gerealiseerd in samenwerking met Kwadraad, aangezien zij al een chatfunctie hadden. De werkprocessen zijn op elkaar afgestemd. Jongeren zijn betrokken bij de ontwikkeling van hoezitdat.info. Bij een nieuwe look voor de website mochten jongeren diverse logo’s en stijlen beoordelen. Daarnaast hebben jongeren uit Katwijk teksten voor de website beoordeeld. Aanbod website voor professionals Op de website is een gedeelte voor professionals ingericht. Professionals vinden hier informatie over de samenwerkingspartners, het E-consult, Positief Opvoeden en JeugdMATCH. Tevens worden relevante onderwerpen uitgelicht en is er een link naar de lokale CJG websites. Verder vinden zij via de professionalsite banners, sociale kaarten en cursusoverzichten. Het overgrote deel van de informatie is direct toegankelijk. Een inlognaam en wachtwoord zijn niet meer nodig. Op de onderdelen van de site, waar inloggen noodzakelijk is, kan door middel van registratie direct een inlogcode worden opgevraagd. Hier staat onder andere de Meldcode Kindermishandeling en de handleiding 1Gezin1Plan Voorstel voor verbetering: Het onderdeel voor professionals op de CJG website wordt verder ontwikkeld ter bevordering van de samenwerking tussen CJG medewerkers onderling en de samenwerking met professionals van basisvoorzieningen. In januari zijn de resultaten bekend van het evaluatieonderzoek van het vCJG. Hier komen nog verbeterpunten uit voort.
28 p 32 van 121
3.2 AANBOD OPGROEI EN OPVOEDONDERSTEUNING IN HET CJG Regionale Visie Al onze CJG’s bieden dienstverlening op grond van de zes taken uit het Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg, de vijf Wmo-taken van opvoedingsondersteuning en twee aansluitingstaken. Onze taken zijn: informatie en voorlichting; signalering; het inschatten en inschakelen van de juiste hulp; coördinatie van zorg volgens 1Gezin1Plan; vaccinatie en screening; toezicht op groei en ontwikkeling; advies, instructie en begeleiding; het wegnemen of voorkomen van (externe) gezondheidsbedreigingen; zorg dragen voor een passend zorgsysteem Het CJG werkt met passende en zoveel mogelijk met bewezen effectieve werkmethoden
Het aanbod opgroei en opvoedondersteuning in het CJG is gebaseerd op de taken van het CJG, zoals in de visie geformuleerd. De gemeenten willen een aanbod met interventies waarvan is aangetoond dat zij daadwerkelijk werken of die veelbelovend zijn. Het regionale aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning is geïnventariseerd 13 door JSO . Hieruit blijkt dat een deel van het aanbod als veelbelovende effectieve interventies zijn opgenomen in de Databank Effectieve Interventies van het Nji. Daarnaast is het van belang dat er zicht is op de mate waarin het aanbod aansluit bij de vraag van de doelgroepen van het CJG. In de volgende paragrafen bespreken we twee onderdelen van het aanbod die specifiek aandacht vragen. Het gaat dan om het versterken van informele steun en het aanbod voor jongeren en jongvolwassenen van 12-23 jaar.
3.2.1. VERSTERKEN VAN INFORMELE STEUN Regionale Visie Wij vinden dat ouders eerstverantwoordelijk zijn voor de opvoeding en het overdragen van waarden en normen. Maar niemand leeft in volledig isolement. Betrokkenheid van het sociaal netwerk - familie, vrienden, buren, vrijwilligers – is essentieel bij de opvoeding. Ook buitenshuis worden jeugdigen beïnvloed. De samenleving heeft de plicht om ouders te steunen bij het opvoeden, omdat het opvoeden een opdracht voor de samenleving als geheel is.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) kan het netwerk rond gezinnen zelf niet direct beïnvloeden, maar het kan wel omstandigheden creëren die ruimte geven voor sociale verbanden en het versterken van de pedagogische civil society. Daarbij zijn vier aspecten van belang: -
-
-
13
Competenties van de professional. In de eerste plaats moeten CJG-professionals in individuele contacten met een gezin oog hebben voor het sociale netwerk rondom dat gezin. Professionals moeten eigen kracht versterkend, vraaggericht en omgevingsgericht kunnen werken. Dit houdt ook in dat professionals los kunnen laten wanneer het netwerk in actie komt. Deskundigheidsbevordering gericht op deze competenties kan hieraan bijdragen. Aansluiten bij vragen en behoeften in de wijk. Het CJG kan zicht krijgen op informele netwerken door outreachend te werken en bijvoorbeeld wijkconsulenten in te zetten. Zij zijn de oren en ogen van de wijk en kunnen initiatieven van burgers uitlokken of ondersteunen. Het gaat dan om kansen voor ontmoeting, gezamenlijke activiteiten van jeugd, ouders en medeopvoeders. Dit vraagt van professionals om werkelijk ruimte te geven aan wensen en initiatieven van burgers. Daarbij is samenwerking met andere beroepskrachten, (wijk)organisaties en vrijwilligers van belang. Informele ontmoetingen voor opvoeders organiseren. CJG’s kunnen de aanzet geven voor informele ontmoetingen tussen opvoeders, wanneer er binnen de gemeente behoefte is aan die ontmoeting maar er tegelijkertijd geen initiatief wordt genomen. Inloopochtenden of opvoedparty’s organiseren is dan een geschikte aanpak. Van belang is dat de locatie laagdrempelig is, zodat opvoeders geen
Zie ook: Van der Meer, J. (2009). Regionaal aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning Zuid-Holland Noord. JSO: Gouda.
29 p 33 van 121
-
drempel ervaren om te komen. Het CJG mag niet teveel bepalen. Het moet een ontmoeting tussen opvoeders blijven, daarom beslissen opvoeders mee over de vorm en inhoud. Het CJG kan bijvoorbeeld ondersteunen bij oudernetwerken of ouderkamers op scholen. Het stimuleren van oudernetwerken voor puberouders (zie hieronder) is een voorbeeld. Aansluiten bij vrijwilligersinitiatieven. Daarnaast zijn er ook vrijwilligersinitiatieven of -programma’s die bij kunnen dragen aan het opvoedklimaat in een wijk. Voorbeelden zijn Home-Start, workshops voor en door ouders van de Family Factory of de speeltuinvereniging. Het CJG kan een verbinding leggen met deze projecten. Het CJG kan ook een ondersteunende rol hebben, bijvoorbeeld door een locatie aan te bieden voor activiteiten of door advies te geven aan vrijwilligers.
De CJG’s in Holland Rijnland dienen zichtbaar te investeren in het versterken van informele steun op bovenstaande wijze. Hier ligt een taak voor de CJG medewerkers in de (individuele) contacten met doelgroepen, maar ook voor de CJG-coördinator in het aansluiten bij behoeften in de gemeente of de wijk en vrijwilligersinitiatieven en het organiseren en stimuleren van informele ontmoetingen tussen doelgroepen. De CJG’s Holland Rijnland kennen nu slechts enkele initiatieven die bijdragen aan het versterken van informele steun. -
-
-
Eigen Kracht conferentie: Een Eigen Kracht-conferentie (EK-c) is een bijeenkomst waar jeugdigen en ouders samen met familie, vrienden, buren en kennissen een plan maken als oplossing voor vragen of problemen. Bij een deel van de conferentie kunnen ook hulpverleners uitgenodigd worden. De bijeenkomst wordt voorbereid door een onafhankelijke coördinator. Zo’n Eigen Kracht-coördinator is een persoon die niet in dienst is van een hulpverlenende instantie. De Eigen Kracht-coördinator nodigt mensen uit en bespreekt alles met de ouder of jeugdige. CJG medewerkers kunnen een EKC inschakelen bij ouders en jeugdigen waar zij mee in aanraking komen. Zij nemen hiervoor contact op met de EKC-coördinator. Oudernetwerken voor puberouders. Enkele CJG’s hebben een cursus gestart voor ouders van pubers tot 12 jaar, bestaande uit zes avonden. Hierop voortbordurend kunnen ouders een netwerk starten met de andere ouders. Deze netwerken dragen bij aan de informele steun van puberouders onder elkaar. Home-Start wordt in de regio aangeboden. Vrijwilligers van Home-Start ondersteunen gezinnen met jonge kinderen. De CJG medewerkers kunnen gezinnen toeleiden naar Home-Start. Bureau Jeugdzorg werkt met het familienetwerkberaad Bij Kwadraad worden medewerkers geschoold op Sociale Netwerk Strategieën (SNS)
Voorstel voor verbetering: Er komt deskundigheidsbevordering van CJG coördinatoren in het organiseren en stimuleren van informele steun vanuit het CJG. Er komt deskundigheidsbevordering van CJG medewerkers in het inschakelen en activeren van informele steun in individuele contacten met jeugdigen en ouders. Elk CJG geeft zichtbaar vorm aan het stimuleren van eigen kracht en informele netwerken.
3.2.2. AANBOD VOOR 12-23 JARIGEN Als we kijken naar het huidige aanbod voor jongeren en jongvolwassenen van 12 tot 23 jaar, zien we dat er regionaal een mooie website is ontwikkeld voor jongeren, maar lokaal zien we grote verschillen in het aanbod opgroeiondersteuning vanuit het CJG. In de eerste plaats is regionaal het Virtueel CJG voor Jongeren gerealiseerd. De website www.hoezitdat.info (zie ook §3.1.3) is gericht op jongeren, en biedt informatie en advies, maar ook ondersteuning via het e-consult en de chat. Op elke school voor voortgezet onderwijs geven de jeugdarts en sociaal verpleegkundige advies, bieden begeleiding bij problemen van jongeren en kijken samen met de leerling of eventuele verwijzing nodig is. Voor het verdere aanbod voor jongeren vanuit het CJG, zien we grote verschillen tussen gemeenten. In de CJG’s in de Duin- en Bollen Streek wordt het JPP (Jongeren 30 p 34 van 121
Preventie Plan) uitgevoerd door maatschappelijk werkers. Zij bieden ondersteuning aan 12 tot 23 jarigen. Daarnaast zijn er enkele CJG’s die het project ‘jongerenparticipatie in het CJG’ uitvoeren (zie ook hoofdstuk 4). Ook zijn er enkele CJG’s die samenwerkingsafspraken hebben met het jongerenwerk. Zo biedt een CJG medewerker een spreekuur bij de inloop van het jongerenwerk, en is bij een ander CJG samen met het jongerenwerk een aparte inloop voor jongeren gerealiseerd waar zij terecht kunnen met hun vragen of problemen. Jongeren worden in de huidige vormgeving van veel CJG’s onvoldoende bereikt. Zij hebben aanbod specifiek gericht op hen nodig, en zullen niet snel het CJG binnen lopen. Deze ontwikkeling behoeft verdere ontwikkeling. Voorstel voor verbetering: Lokale gemeenten inventariseren de behoeften van jongeren naar informatie, advies en ondersteuning. Op basis van deze behoeften wordt aanbod specifiek voor jongeren ingezet of ontwikkeld.
3.3 WERKPROCESSEN (HOE DOEN WE DAT) Regionale Visie Onze hulp is erop gericht ouders de regie te laten houden of weer de regie te laten krijgen op het opvoeden en opgroeien. De cliënt is regisseur over zijn of haar oplossing en daarmee over hetgeen aan hulp en ondersteuning geboden wordt CJG’s maken eerst gebruik van de eigen kracht en het netwerk van het gezin en de jeugdige. In tweede instantie kan (kortdurende) professionele hulp worden ingezet, gericht op het herstel van het gewone leven Het CJG werkt vraaggericht, oplossingsgericht en systeemgericht. De vraag van de klant staat centraal, samen met de klant worden de doelen gesteld met een aanpak van het hele systeem om een jeugdige heen. Medewerkers raadplegen indien nodig hun CJG collega’s of andere experts. Klanten worden niet verwezen, maar hulp wordt op maat ingeschakeld. Medewerkers zorgen voor een persoonlijke overdracht naar andere vormen van hulp. Ze treden pas terug wanneer deze hulp gestart is. Alle CJG’s en betrokken partners werken volgens de afspraken uit het convenant ketenaanpak Jeugd ZHN, gebruiken JeugdMATCH en werken volgens 1Gezin1Plan en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Er is sprake van borging van deze afspraken en instrumenten.
Om bovenstaande kenmerken te borgen in de dienstverlening van het CJG, dienen zij verwerkt te worden in de werkprocessen en werkinstructies van de medewerkers. Medewerkers dienen dit zich eigen te maken. Deze kenmerken als het vraaggericht werken, eigen kracht versterken, oplossingsgericht werken en de klant als regisseur van de hulpverlening vraagt een concrete vertaling in de werkwijze van de CJG medewerkers. Daarbij kan het onderscheid gemaakt worden tussen specifieke CJG werkprocessen in de eerste plaats, werkprocessen die met de komst van het CJG nieuw zijn, en werkprocessen van medewerkers van kernpartners in de tweede plaats. Deze laatst genoemde werkprocessen dienen CJG-proof te zijn en voort te vloeien uit de visie. De volgende CJG werkprocessen dienen beschreven te worden met daarin een vertaling van de visie. Enkele van deze werkprocessen zijn al voor lokale CJG’s beschreven, regionaal is dit nog niet afgestemd. Deze reeds beschreven werkprocessen kunnen als input dienen voor deze werkproces beschrijvingen. -
-
Informatie en advies in het fysiek loket, telefonisch consult en E-consult (werkprocessen telefonisch consult en E-consult zijn al reeds beschreven) CJG casusoverleg Samenwerking met basisvoorzieningen Samenwerking op casusniveau met basisvoorzieningen (zie §2.3.2.) Zorg coördinatie volgens 1Gezin1Plan (reeds beschreven in de Handleiding 1Gezin1Plan). Opschalen is onderdeel van het werkproces zorgcoördinatie (zie samenwerkingsconvenant: zorgcoördinatie en het werken met 1Gezin1Plan). Er is echter nog schroom van eenieder om stagnerende samenwerking of gezinsplannen op te schalen. Inschakelen van hulp en organiseren integrale hulp
31 p 35 van 121
-
Hanteren verwijsindex (reeds beschreven in het convenant Verwijsindex Risicojongeren) 14
Opschaling is een van de werkprocessen die reeds beschreven is . Er is echter nog schroom van CJG medewerkers om daadwerkelijk op te schalen wanneer de voortgang wordt belemmerd. Voorstel voor verbetering: Beschrijven specifieke CJG werkprocessen Werkprocessen van CJG aanbod bij kernpartners CJG-proof maken volgens de regionale visie Het werkproces opschalen wordt onder de aandacht gebracht, om de schroom om op te schalen bij CJG medewerkers en andere betrokkenen te verminderen.
3.4 KLACHTEN IN HET CJG Het CJG heeft als doel dat gebruikers niet alleen antwoord op vragen en oplossingen voor problemen krijgen, maar dat zij daarover ook tevreden zijn. Mocht een klant niet tevreden zijn over de dienstverlening van het CJG of gemaakte keuzes voor de inzet van passende ondersteuning dan kan de klant een klacht indienen. Van belang is dat voor klanten duidelijk is waar zij een klacht kunnen indienen en wat hiermee gedaan wordt. Voorstel voor verbetering: Beschrijven van een regionale klachtenprocedure in het CJG.
3.5 PRIVACY Medewerkers hanteren het privacyreglement van de eigen instelling en deze wordt duidelijk gecommuniceerd naar ouders en jeugdigen. Jongeren en ouders worden altijd geïnformeerd en/of om toestemming gevraagd bij het uitwisselen van informatie. Wanneer CJG medewerkers informatie met andere medewerkers willen uitwisselen wegen zij de noodzaak hiervan af en vragen ouders en/of jongeren hiervoor toestemming. Hierbij 15 hanteren zij de privacytool. Bij jeugdigen onder de 16 jaar is toestemming van de wettelijke vertegenwoordigers van de jeugdige noodzakelijk. Bij jeugdigen van 12 jaar en ouder is toestemming van de jongere en de wettelijke vertegenwoordigers noodzakelijk. Bij jongeren boven de 16 jaar is instemming van de jongere zelf van belang bij informatie uitwisseling tussen CJG medewerkers. Voorstel voor verbetering: Ontwikkelen regionaal toestemmingsformulier voor informatie-uitwisseling (o.a. in CJG casusoverleg). Duidelijke afspraken en richtlijnen rondom privacy wanneer er sprake is van echtscheiding. Medewerkers trainen in het bespreken van zorgen met ouders en jeugdigen en het willen bespreken van de situatie met andere CJG medewerkers. Zij gebruiken het instrument gegevensuitwisseling van “Samenwerken in de Jeugdketen: een instrument voor gegevensuitwisseling”.
14 15
Zie: Samenwerkingsconvenant: Model zorg coördinatie en het werken met 1gezin1plan. Samenwerken in de jeugdketen: Een instrument voor gegevensuitwisseling (Ministerie VWS, 2011)
32 p 36 van 121
4. PARTICIPATIE IN HET CJG Regionale Visie Klant is regisseur: Onze klanten zijn jeugdigen tot 23 jaar, ouders, professionals van basisvoorzieningen, vrijwilligers of mensen uit het sociaal netwerk, zij zijn zoveel mogelijk regisseur. Onze ondersteuning is gericht op herstel van het gewone leven, dat doen we door oplossingsgericht te werken en de eigen kracht van onze klanten te versterken. Vraaggericht: Onze dienstverlening moet voldoen aan de vraag die er is; voorzien in een behoefte. We betrekken jeugdigen en ouders bij het vormgeven van de dienstverlening van het CJG. Ook professionals van de basisvoorzieningen betrekken we daarbij.
Ieder CJG in Holland Rijnland geeft aantoonbaar uitvoering aan het betrekken van de doelgroep en netwerkpartners in de vormgeving van de dienstverlening van het CJG. Er zijn verschillende mogelijkheden om die participatie in te vullen, afhankelijk van de wensen binnen de gemeente: Participatie ouders -
Gebruikersraad Ouderpanel: 3 interactieve bijeenkomsten per jaar, waar zowel ouders, medewerkers, beleidsmakers en managers bij aanwezig zijn om ervaringen en ideeën voor het CJG uit te wisselen Informatiebijeenkomsten voor ouders Jaarlijks doelgroeponderzoek onder ouders. Verschillende vragen kunnen beantwoord worden door middel van het raadplegen van ouders, bijvoorbeeld: Hoe wil jij regisseur van onze dienstverlening zijn? Wat is je eigen kracht, en hoe kunnen we die vergroten? Dit biedt input voor de ontwikkeling van het CJG.
Participatie van jeugdigen: -
-
Jongerenraad. Van belang is dat het heel concreet moet zijn voor jongeren wat zij eraan hebben en hoe groot hun invloed is als zij deelnemen aan een jongerenraad. Hier zijn in het land verschillende ervaringen mee. Het is moeilijk om blijvend geïnteresseerde jongeren te werven. De tijdsinvestering om dit goed op te zetten en in stand te houden moet niet worden onderschat. Jongerenparticipatie in het CJG. Een vorm van peer-to-peer voorlichting voor en door jongeren. Doelgroeponderzoek onder jongeren. Binnen dit onderzoek kan onderzocht worden welke wensen, drijfveren, maar ook belemmeringen jongeren ervaren bij gebruik maken van het CJG of het informatie en advies vragen over onderwerpen waar zij mee bezig zijn. In een volgende stap kunnen jongeren betrokken worden bij het vormgeven van de dienstverlening, bijvoorbeeld het schrijven van teksten, maken van filmpjes, ontwerpen van de website, inrichten van een CJG voor jongeren etc.
Participatie professionals van netwerkpartners: -
-
Klankbordgroep bestaande uit netwerkpartners, waaronder (samenwerkingsverbanden van) scholen, huisartsen, verloskundigen, vrijwilligersorganisaties, jeugd- en jongerenwerk etc. Zij geven tweejaarlijks gevraagd en ongevraagd advies aan het CJG. Informatie/netwerk bijeenkomsten voor professionals van pedagogische basisvoorzieningen, waar zij op de hoogte worden gebracht van het CJG en een inhoudelijk thema behandelen (zie § 2.3.2)
Voorstel voor verbetering: Ieder CJG in Holland Rijnland geeft aantoonbaar uitvoering aan het betrekken van de doelgroep en netwerkpartners in de vormgeving van de dienstverlening van het CJG.
33 p 37 van 121
5. REGISTRATIE (WAT LEGGEN WE VAST ) Regionale Visie De jeugdgezondheidszorg gebruikt het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg met als belangrijkste doel om de groei en ontwikkeling van individuele jeugdigen te volgen en daarnaast hulpvragen te monitoren. Kernpartners verzorgen uniforme CJG-managementinformatie. Vragen die binnenkomen bij het CJG (balie, telefonisch, econsult, reguliere contacten (spreekuur, huisbezoeken etc)) worden vastgelegd naar het type vraag, leeftijd van de jeugdige en de vier cijfers van de postcode/woonplaats. In het CJG worden (type) vragen en de wijze van afhandeling geregistreerd. Alle kernpartners binnen het CJG voeren een verrichtingenregistratie. De registratie- en volgsystemen, zijn dusdanig geüniformeerd dat eenduidige en eenmalige registratie mogelijk is om zorgplannen uit te voeren en vragen en signalen te registreren.
Om een succesvol CJG te realiseren is integrale informatievoorziening nodig. De werkgroep CJG heeft een subwerkgroep registratie en informatie die voorstellen doet over de wijze waarop er in de CJG’s wordt geregistreerd ten behoeve van vergemakkelijking van het primaire werkproces en voor het genereren van management- en sturingsinformatie. In de eerste plaats is registratie van belang om sturingsinformatie te verkrijgen om het CJG aan- en bij te sturen. In de tweede plaats is procesinformatie van belang voor medewerkers om hen te ondersteunen bij het hulpverleningsproces. Als laatste is het goed te bekijken hoe de klant regisseur kan zijn, ook over de registratie en toegang kan krijgen tot zijn eigen gegevens. Op dit moment wordt er geregistreerd in de eigen registratiesystemen van de kernpartners zelf. Voor vragen die via het Econsult, CJG-advies (telefoon) en aan de balie wordt gesteld, zijn registratieformulieren of kleine systemen opgezet om de vragen te registreren. In dit hoofdstuk wordt het vraagstuk hoe registratie in het CJG eruit kan zien verder verkend. De verschillende aspecten van registratie komen aan bod. Alvorens deze verkenning worden in de eerste plaats enkele uitgangspunten genoemd. Ter afsluiting van dit hoofdstuk wordt advies gegeven hoe het vraagstuk rondom registratie in het CJG verder op te pakken in de regio. Uitgangspunten: -
-
Zo weinig mogelijk registratie en geen dubbele registratie Sturingsinformatie moet gegevens bieden aan gemeente en managers om daadwerkelijk te sturen en de diensten van het CJG te versterken Er spelen interne processen binnen de organisaties, bijvoorbeeld de invoering van het DD JGZ. Hier dient aandacht voor te zijn, alvorens grote veranderingen in te brengen. Autorisatie in dossiers: alleen voor hulpverleners die betrokken zijn in het gezin Aansluiting bij de transitie van de jeugdzorg: een eventueel nieuw registratiesysteem moet aansluiten bij de rol van het CJG na de transitie. Op dit moment worden pilots gestart voor de transitie. Bij de evaluatie dient onderzocht te worden welke eisen deze nieuwe rol van het CJG, stelt aan de registratie binnen het CJG. Transparantie naar ouders en jeugdigen over dat wat geregistreerd wordt, waarom en voor wie dit inzichtelijk is.
5.1 STURINGSINFORMATIE Sturingsinformatie is de informatie die nodig is om het CJG kwalitatief te beoordelen, aan-en bij te sturen enfinancieel te verantwoorden. De individuele gemeenten, als regisseur van het CJG, worden idealiter halfjaarlijks geïnformeerd over deze sturingsinformatie. Deze sturingsinformatie dient verkregen te worden uit de huidige registratiesystemen van de kernpartners. Deze dienen hiervoor geüniformeerd te worden, daar waar nodig. Op 16 basis van de door de subwerkgroep registratie geformuleerde indicatoren kan uniforme sturingsinformatie 16
Op dit moment doet het Nji onderzoek naar een verdere ontwikkeling van de prestatie-indicatoren. In afwachting van dit traject dienen de indicatoren voor het CJG in Holland Rijnland hierop aangepast te worden.
34 p 38 van 121
worden verkregen over het CJG. Indicatoren brengen de outcome of de succesbepalende factoren vaak slechts 17 bij benadering in beeld . Er worden vier verschillende soorten prestatie-indicatoren onderscheiden:
Input- of structuurindicatoren. Hier gaat het om indicatoren die betrekking hebben op de voorwaarden om processen in de organisatie goed te laten werken en om output en outcome te realiseren. Anders gezegd, met deze indicatoren brengt men in beeld of het realiseren van de randvoorwaarden voldoende is gelukt. Voorbeelden van dit soort indicatoren zijn de mate waarin de organisatie zich via de lokale media presenteert om klanten te trekken, de mate waarin opvoeders en jongeren de weg naar het CJG weten te vinden, de mate van toegankelijkheid zoals de openingstijden, en het opleidingsniveau van medewerkers; zijn ze voldoende opgeleid om opvoedvragen volgens de huidige inzichten te beantwoorden? Procesindicatoren. Deze hebben betrekking op de vraag langs welke weg de organisatie de output en outcome realiseert. Een voorbeeld is het meten van hoe snel na een aanmelding voor een adviesgesprek met een opvoedondersteuner het gesprek daadwerkelijk plaatsvindt. Output-indicatoren. Dit zijn indicatoren die de productie aangeven, zoals het aantal hits op de webpagina’s met opvoedtips, het aantal telefonisch beantwoorde opvoedvragen, het aantal ouders waar men voor een opvoedadvies face-to-face contact mee heeft gehad. Outcome-indicatoren. Dit worden ook wel uitkomst-, effect- of resultaat-indicatoren genoemd. Ze geven een indicatie van de mate waarin de organisatie haar missie of kerndoelen daadwerkelijk bereikt. Welk percentage van de ouders geeft aan dat ze met het opvoedadvies zelf goed verder kunnen? Zien we bij een stijging van dat percentage ook een daling van het aantal noodzakelijke doorverwijzingen naar intensievere hulp?
In tabel 1 worden indicatoren genoemd die gemeenten en kernpartners sturingsinformatie bieden over het functioneren van het CJG. In de tabel hieronder staat per functie aangegeven welke indicatoren gemeten kunnen worden. Het betreft met name output-indicatoren, een beschrijving van de indicatoren vindt u in bijlage 2. In de werkgroep CJG is de wens uitgesproken om juist te sturen op outcome in plaats van output. Bij de resultaten van het CJG die zijn beschreven in de kwaliteitseisen zien we dit terug. Hier draait het om de tevredenheid en effectiviteit van de ondersteuning. Outcome indicatoren bieden belangrijke informatie voor de sturing in het CJG. In hoofdstuk 7 wordt beschreven hoe deze resultaten gemeten kunnen worden. Hierin wordt gepleit om deze outcome voorlopig door periodiek onderzoek, steekproefsgewijs te onderzoeken. Dit onderzoek kan weer input leveren voor eventuele registratie op outcome indicatoren.
17
Van Yperen, T., Van der Steenhoven, P. (2011). Toets basisset CJG-indicatoren. Utrecht, Nederlands Jeugdinstituut.
35 p 39 van 121
Tabel 1: Registratie per functie van het CJG. Gearceerde cellen geven aan welke indicator per functie van het CJG inzichtelijk gemaakt dient te worden. Indicatoren
Aantal vragen /casussen
Type vraag
Type bezoeker
Type afhandeling
Inschakelen hulpvormen
Samenwerking
1Gezin1Plan
Aantal casussen waarbij EKC is ingezet?
Aantal registraties in JeugdMATCH
Aantal matches JeugdMATCH
CJG functie E-consult Chat CJG-advies Balie Inloopspreekuur JGZ: reguliere contacten JGZ 3 a 4 extra contactmomenten Positief Opvoeden niveau 3 Stevig Ouderschap Opvoedbureau/Opvoedadviespunt Maatschappelijk Werk
18
Hulp Online BKK
18
Het gaat zowel om het algemeen-, jeugd-, en school maatschappelijk werk, JPP en gezinscoaching, daar waar het gezinnen met problematiek rondom de opvoeding of jeugdigen in het gezin betreft.
36 p 40 van 121
5.2 PROCESINFORMATIE Procesinformatie is die informatie die de professionals nodig hebben om hun werk goed te kunnen uitvoeren. De volgende opsomming geeft weer waar registratie zoveel mogelijk aan moet voldoen om CJG medewerkers 19 te ondersteunen in het hulpverleningsproces . De volgende zaken moeten geregistreerd en/of gedeeld worden: -
Professionals die betrokken zijn bij een gezin (contactgegevens) Gemaakte afspraken tijdens overleggen delen en 1 keer registreren in plaats van in ieders eigen dossier Gezinsplan delen met betrokken hulpverleners De verantwoordelijke casusregisseur Agenda’s delen. Om afspraken te maken in elkaars agenda, dit is van belang voor een snelle doorgeleiding van vragen, maar ook het plannen van een overleg, bijvoorbeeld bij 1Gezin1Plan. Documenten delen
5.3 KLANT INZICHT IN DOSSIER Bij registratie in het CJG moet het niet alleen de vraag zijn hoe registratie sturingsinformatie kan opleveren voor gemeenten en het de hulpverlener kan ondersteunen in het hulpverleningsproces, maar ook hoe de klant eigenaar van de gegevens kan zijn. Toegang tot een eigen dossier kan de cliënt verder inzicht bieden in de oplossing en de doelen en de te nemen acties om de doelen te behalen. Er zijn veel verschillende varianten mogelijk waarbij de klant inzicht krijgt in het dossier: -
Inzagerecht voor de klant Thuis bekijken van dossier Zelf schrijven van plan en dossier Zelf bepalen wie in zijn of haar dossier mag Eigen beheer over het dossier
Voorstel voor verbetering: De subwerkgroep kan de volgende stappen ondernemen om regionaal de registratie in het CJG te ontwikkelen Indicatoren voor de sturingsinformatie uitwerken. Daar waar nodig dienen kernpartners hun registratiesystemen hierop aan te passen. Outcome indicatoren uitwerken voor registratie in het CJG Inventariseren verschillende scenario’s voor de registratie in het CJG. Hierboven wordt beschreven aan welke eisen een registratiesysteem moet voldoen ten behoeve van de sturingsinformatie, procesinformatie en de klant zelf. Voorleggen van een registratievoorstel in de regionale werkgroep CJG
19
Zie ook: Waling, L., Kroon, R. en Bak, T. (2010). Samen werken, samen delen: Onderzoek naar informatievoorziening binnen de CJG’s in de regio Zuid-Holland Noord. Alares: Den Haag.
37 p 41 van 121
6. COMMUNICATIE (HOE VERGROTEN WE DE BEKENDHEID VAN HET CJG) Regionale Visie DE KERNBOODSCHAPPEN VAN HET CJG ZIJN: 1. Wij luisteren naar je vragen over opvoeden en opgroeien, gezondheid en ontwikkeling, omdat we weten dat vragen bij opvoeden en opgroeien normaal zijn. We voorzien jou van een goed antwoord, zodat je zelf weer verder kunt. Dat kan in een persoonlijk gesprek, telefonisch, schriftelijk met b.v. een brochure met tips en adviezen, per mail of op een andere digitale wijze. 2. Wij verstaan onder een goed antwoord dat als je met een vraag, zorg of probleem bij ons komt, wij samen proberen te ontdekken wat jij als kind of jongere of als ouder en jouw kind nodig hebben voor een gezonde en veilige ontwikkeling. Om daarna samen met jou de beste aanpak of hulp te zoeken. En soms is het al voldoende als je iemand hebt gesproken met wie je je zorgen hebt kunnen delen. 3. Ook als (meer of andere) hulp nodig is, blijf jij de baas over wat er gaat gebeuren. In andere woorden: je bent en blijft de regisseur over de oplossing van je eigen vraag of probleem. We registreren alleen wat nodig is en zijn transparant over datgene wat en waarom we registreren en voor wie deze informatie toegankelijk is, zowel aan het begin van het contact als gaandeweg. 4. Opvoeden doen we met z’n allen. Als jij als ouder wilt, ondersteunen we je bij het inschakelen van jouw vrienden, familie, buren of nog anderen (leerkracht, etc) om samen er voor te zorgen dat jouw kind beter kan opgroeien en jij het opvoeden beter aan kunt. 5. Als we ons ernstige zorgen maken over kinderen– ondanks al jouw goede bedoelingen – dan nemen we de regie over, om samen met jou de ontwikkeling van de jeugdige veilig te stellen. Maar ook dat laten we jou vooraf weten. Hierbij hanteren we de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. We geven informatie aan ouders en jeugdigen over wat ze kunnen verwachten van een CJG. Dat doen we ook naar professionals van de basisvoorzieningen. Medewerkers die samen het CJG vormen treden met één gezicht naar buiten. We gebruiken het landelijke logo, uit het oogpunt van herkenbaarheid voor de CJG-klanten. Dat logo wordt gebruikt voor alle activiteiten, trainingen of folders van de kernpartners die met het CJG te maken hebben.
Hoofdstuk 6. Communicatie Nu alle gemeenten een CJG hebben, is er behoefte het regionaal communicatieplan CJG (voorjaar 2010) door te ontwikkelen en te concretiseren. Dit kan zowel regionaal worden opgepakt (vanuit efficiency en kostenbesparing) als lokaal. Daarnaast is er behoefte aan meer structuur en regie met betrekking tot de communicatie rondom de CJG’s. Om deze vraagstukken nader uit te werken, heeft de subwerkgroep communicatie CJG op verzoek van de werkgroep CJG een doorstart gemaakt. Zij adviseren de werkgroep over de eenduidigheid, de ontwikkeling en de kwaliteit van de communicatie vanuit het CJG. Daarnaast hebben zij als klankbord een faciliterende en ondersteunende rol ten behoeve van de CJG-partners en de lokale CJG’s. Tevens heeft de GGD heeft intern een communicatiemedewerker aangetrokken om de CJG coördinatoren te ondersteunen in hun taken betreffende communicatie en PR.
Voorstel voor verbetering: De subwerkgroep communicatie CJG ontwikkelt het Regionaal Communicatieplan CJG verder door en probeert hierbij zoveel mogelijk gezamenlijk te realiseren in verband met efficiency en kostenbesparing. Op basis van het plan wordt een eenduidige (gezamenlijke) communicatie vanuit het perspectief van het CJG geëntameerd. De structuur en regie met betrekking tot de communicatie rondom de CJG’s is nog te onduidelijk en dient de komende periode verhelderd te worden. Ter bevordering van de afstemming met de lokale CJG’s wordt voorgesteld een CJG-coördinator toe te voegen aan de subwerkgroep communicatie CJG.
De kernboodschappen van het CJG vormen de kern van de communicatie van het CJG. De naamsbekendheid van het CJG kan vergroot worden door de communicatie zowel naar buiten als naar binnen te richten.
38 p 42 van 121
Externe communicatie: vergroten naamsbekendheid CJG bij grote publiek en potentiële klanten De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de algemene communicatie over het CJG als concept: Het Regionaal Communicatieplan CJG biedt hiervoor de kaders, handvatten en minimumkwaliteitsvereisten. Aan de hand van dit regionale communicatieplan kunnen gemeenten ervoor kiezen een vertaling te maken in een lokaal communicatieplan. De participerende instellingen binnen het CJG zijn verantwoordelijk voor de communicatie vanuit hun organisatie binnen het CJG. Dit mede omdat het CJG geen rechtspersoon is en als zodanig dus geen brieven kan versturen om bijvoorbeeld een afspraak te verzetten. Wanneer het gaat over werkprocessen van de eigen discipline kunnen communicatie-uitingen van de eigen instelling dus de CJG-communicatie ondersteunen. In alle gevallen geldt – conform de regionale CJG-visie – dat rondom CJG-communicatie het gebruik van het landelijke CJG-logo leidend is en deze duidelijk zichtbaar dient te zijn. Kernpartners kunnen desgewenst hun eigen logo onderaan vermelden. Voorstel voor verbetering: Ten behoeve van de externe communicatie ontwikkelt de subwerkgroep communicatie CJG een toolkit waarmee de door veel partijen gebruikte of gewenste communicatiemiddelen makkelijk en snel te vervaardigen zijn. Daarnaast doet de subwerkgroep een voorstel voor het toegankelijk maken van de reeds beschikbare communicatiemiddelen voor alle betrokkenen. Een regionale adviesfunctie betreffende het communiceren vanuit de kernboodschappen van het CJG moet worden belegd.
Interne communicatie: versterking van het CJG-gevoel bij kernpartners Het CJG is een netwerkorganisatie waarin diverse instellingen en disciplines met elkaar samenwerken. Optimale communicatie tussen kernpartners onderling en tussen kernpartners en andere professionals is dan ook onontbeerlijk om het CJG als sterk merk in de markt te zetten. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: De CJG professional als ambassadeur van het CJG. De beste reclame voor het CJG is een enthousiaste CJG medewerker die de CJG gedachte uitdraagt. Conform de regionale CJG-visie dienen medewerkers van het CJG aan de hand van bovengenoemde kernboodschappen van het CJG met één gezicht naar buiten te treden, ongeacht de organisatie waarvoor zij werkzaam zijn. De kernpartners binnen het CJG zijn ervoor verantwoordelijk om de medewerkers op dit gebied te scholen en de kennis over het CJG en de CJG-gedachte mee te geven. Voorstel voor verbetering: Ten behoeve van de interne communicatie wordt de betrokkenheid van professionals binnen het CJG vergroot ter versteviging van de samenhang, wij-gevoel, en de CJG-identiteit, door middel van gezamenlijke scholing en deskundigheidsbevordering. CJG medewerkers worden vanuit hun eigen organisatie gefaciliteerd om de werkwijze en gedachte van het CJG op enthousiaste wijze uit te dragen. Regionaal worden er enkele producten aangeschaft die de professional kan gebruiken bij het uitdragen van de CJG gedachte. De kernpartners van het CJG maken gezamenlijk een plan, in afstemming met de subwerkgroep communicatie, om de regionale CJG visie eenduidig te implementeren, met daarin o.a. aandacht voor: Een gezamenlijk scholingsplan (zie pagina 18) Een gestandaardiseerde (schriftelijke )verwijzing naar CJG disciplines voor CJG medewerkers 20 Afstemming van werkprocessen tussen de kernpartners van het CJG (zie pagina 32) Verbetering toegankelijkheid en gebruik vCJG door professionals (denk hierbij ook aan separate omgevingen voor 21 professionals met agenda beheer, documenten etc) (zie pagina 28)
20 21
Tevens in afstemming met de subwerkgroepen registratie en telefonie Dit punt wordt opgepakt door de subwerkgroep vCJG, in samenwerking met de subwerkgroep registratie
39 p 43 van 121
7. RESULTATEN (WANNEER DOEN WE HET GOED?) In de kwaliteitseisen staan de resultaten beschreven voor het CJG. Deze resultaten verwoorden het streven waar de CJG’s in Holland Rijnland op koersen. De inzet en ontwikkeling van het CJG is gericht op het behalen van deze doelstellingen. Dit vraagt echter een vertaling in een meetplan voor een CJG monitor. Middels de meting(en) wordt inzicht verkregen in de resultaten van het CJG. Om dit meetplan uit te voeren is een onderzoeksteam nodig. Die de monitor uitzet onder de doelgroepen, gebruikers, medewerkers en netwerkpartners van het CJG. In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de resultaten rondom de bekendheid van het CJG, hiervoor dienen de beoogde doelgroepen bevraagd te worden. Vervolgens worden de resultaten van het aanbod van het CJG besproken, hiervoor dienen gebruikers, CJG medewerkers en samenwerkingspartners van het CJG geraadpleegd te worden.
7.1 BEKENDHEID VAN HET CJG Regionale Visie Naamsbekendheid CJG: Het CJG is bekend bij ten minste 90% van de ouders (kinderen tussen 0 -23jr) 80% van de jeugdigen (12-23 jaar) en 100% van de professionals van lokale basisvoorzieningen De doelen en hoofdproducten van het CJG zijn bekend bij: 90% van de ouders (kinderen tussen 0 -23jr) 80% van de jeugdigen (12-23 jaar) en 100% van de professionals van lokale basisvoorzieningen Er is bereidheid bij ouders en jeugdigen om gebruik te maken van de diensten van CJG. Het gaat dan om: 90% van de ouders (kinderen tussen 0 -23jr) 90% van de jeugdigen (12-23 jaar) en 100% van de professionals van lokale basisvoorzieningen
Bovenstaande resultaten dienen onder beoogde doelgroepen gemeten te worden. Dit kan door een burgerpanel of burgerraadpleeging.
7.2 RESULTATEN VAN HET CJG In onderstaande tabel staan voor de het aanbod van het CJG beschreven welke resultaten gemeten kunnen worden. Dit dient afgestemd te worden met de huidige tevredenheidsonderzoeken van kernpartners. Idealiter is het onderdeel van het werkproces dat CJG medewerkers de tevredenheid van klanten en de effectiviteit van de ondersteuning tijdens de gesprekken in kaart te brengen. Hierdoor kan de medewerker de ondersteuning aan laten sluiten bij de wensen van de klant. Daarnaast hebben de gemeenten de wens uitgesproken om meer naar een outcome gefinancierde zorg te gaan. De eerste stap is om die outcome in beeld te krijgen middels een periodieke steekproef. Bronnen:
Ouders en jeugdigen die gebruik maken van het CJG aanbod Medewerkers Professionals van netwerkpartners
Voor elk aanbod kan een formulier gemaakt worden met een aantal (max. 10) vragen over de ondersteuning van het CJG en de ervaren tevredenheid en effectiviteit. CJG medewerkers kunnen na afronding van de ondersteuning het formulier aan ouders en professionals van netwerkpartners overhandigen. Zij moeten dit formulier anoniem kunnen toesturen aan het onderzoeksteam, die de resultaten verwerken.
40 p 44 van 121
Tabel 2: Resultaten per functie van het CJG. De gearceerde cellen geven aan welk resultaat bij welke functie gemeten dient te worden. Resultaten
Snelheid van opvolging vraag
CJG functie
Bron
Registratie
Tevredenhei d klanten over bejegening en dienstverleni ng
Effectiviteit informatie en advies: antwoord op vraag
Effectiviteit informatie en advies: verminderin g van opvoed of opgroeiprobl ematiek
Effectiviteit:
Effectiviteit:
Effectiviteit:
Effectiviteit:
Doelstellinge n plan gerealiseerd
Zelf de regie over de verkregen hulp
Instellingen werkten goed samen, indien van toepassing
Versterking netwerk
Klant
Klant
Klant
Klant en professionals
Klant
Klant
Klant
Signalen van Kindermisha ndeling worden opgepakt volgens de meldcode
Medewerker stevredenhei d:
Medewerker stevredenhei d:
Ruimte en verantwoord elijkheid
Instellingen werken goed samen
Medewerker
Medewerker
Medewerker
E-consult Chat CJG-advies Balie Inloopspreekuur JGZ: reguliere contacten JGZ 3 a 4 extra contactmomenten Positief Opvoeden niveau 3 Stevig Ouderschap Opvoedbureau/Opvoedadviespunt Maatschappelijk Werk
22
Hulp Online BKK 1Gezin1Plan
22
Het gaat zowel om het algemeen-, jeugd-, en school maatschappelijk werk, JPP en gezinscoaching, daar waar het gezinnen met problematiek rondom de opvoeding of jeugdigen in het gezin betreft.
41 p 45 van 121
8. MIDDELEN In de hoofdstuk worden de kosten voor het CJG overzichtelijk gemaakt in tabel 3. Doel van de tabel is om gemeenten verder inzicht te bieden in de verschillende kosten voor alle taken van het CJG. In de vorige hoofdstukken zijn de verschillende onderdelen van het CJG en de activiteiten beschreven. Een groot deel van deze activiteiten worden gefinancierd uit al bestaande structurele of tijdelijke middelen, zoals het basistakenpakket voor de jeugdgezondheidszorg en de RAS-middelen. Er kan gekozen worden om de meerkosten van het CJG weer te geven of alle kosten van de CJG’s. Hier is gekozen voor het laatste, om een totaalbeeld te schetsen voor de kosten van het CJG. Omdat de kosten zullen verschillen per gemeente worden de definitieve kosten niet weergegeven. Het kader is een handreiking en een voorbeeld dat door gemeenten gebruikt kan worden om gemakkelijker inzicht te verkrijgen in de kosten die het CJG betreft. Gemeenten kunnen de financiële gegevens voor de komende jaren toevoegen voor hun gemeente in het overzicht. 23 Onderstaande kader biedt inzicht in de verschillende posten en is gebaseerd op de CJG referentiebegroting .
23
Santen, van, W. en Jong, de, W. (2011). Referentiebegroting CJG. De JeugdZaak: Baambrugge.
42 p 46 van 121
Tabel 3: Financieel kader voor het CJG
Kosten Leiding CJG (CJG coördinator) Deskundigheidsbevordering, scholing, training Communicatie, reclame, drukwerk, communicatieplan etc Huisvesting Huur Verbouwingskosten Onderhoud en beheer Inrichtingskosten ICT en telefonie Overige kantoorkosten Automatiseringskosten DD JGZ Verwijsindex Registratie Virtueel CJG en Hoezitdat.info Telefonische informatie en advies –CJG Advies Zorg gerelateerde activiteiten JGZ 0-4 Uniform deel Maatwerkdeel Projecten JGZ 4-19 Uniform deel Maatwerkdeel Projecten CJG opvoedcursusbureau Opvoedbureau/OpvoedAdviespunt Reguliere voorzieningen van Kwadraad Maatschappelijk Werk Hulp Online Zorg coördinatie volgens 1Gezin1Plan Positief Opvoeden (materiaal, intervisie) Logopedie Nieuwe publieksfuncties CJG Assistent Interdisciplinair Overleg CJG Overleg CJG Casusoverleg ZAT 0-4 Teambuilding, netwerkbijeenkomsten Monitoring en onderzoek Overige kosten Onvoorzien
2012
2013
2014
43 p 47 van 121
DEFINITIES EN AFKORTINGEN 1Gezin1Plan
BKK
CJG Advies DD JGZ
EKC
Home-Start
Jeugdbescherming
Jeugd-GGZ Jeugd-LVB
Jeugdreclassering
JPP Pedagogische Basisvoorzieningen
Pedagogische civil
1Gezin1Plan is een regionale methodiek voor zorgcoördinatie en is bedoeld voor gezinnen waar meerdere hulpverleners betrokken zijn en ouders ondersteuning willen bij het coördineren van de zorg. Betrokken hulpverleners komen samen met ouders, jongere en relevante mensen uit het netwerk van het gezin bij elkaar om een plan op te stellen en zaken af te stemmen. Basiszorg Kwetsbare Kinderen. De doelstelling van de afdeling Basiszorgcoördinatie kwetsbare kinderen (Bkk) van de GGD Hollands Midden is het voorkomen van ernstige problemen bij kinderen van ouders met psychiatrische problemen en/ of verslavingsproblematiek. BKK biedt specialistische zorgcoordinatie door het inschakelen van de juiste hulp of het vlot trekken van de reeds gestarte hulp. CJG Advies is het nummer voor het CJG voor heel Holland Rijnland: 088-2542384 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg. In het DD JGZ worden gegevens over de ontwikkeling en gezondheid van kinderen digitaal vastgelegd. Jeugdartsen, jeugdverpleegkundigen en assistenten van de jeugdgezondheidszorg. Eigen Kracht Conferentie. Tijdens een Eigen Kracht-conferentie maakt een gezin samen met familie en bekenden een plan voor de toekomst. Dit gebeurt deels onder begeleiding door een onafhankelijk coördinator. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en vriendschap aan ouders met ten minste één kind tot zeven jaar. Home-Start wordt in Holland Rijnland door Humanitas aangeboden. onvrijwillige hulpverlening op grond van een door de kinderrechter uitgesproken maatregel, waardoor het ouderlijk gezag wordt beperkt of ontnomen omdat er sprake is van een ernstige bedreiging voor het kind vanwege mishandeling of verwaarlozing, van een ernstige wetsovertreding door minderjarigen of als het ouderlijk gezag ontbreekt. Jeugdbescherming wordt uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg en Landelijk Werkende Instellingen. Geestelijke Gezondheidszorg voor jeugdigen. Zorg voor kinderen en jongeren met een Licht Verstandelijke Beperking (LVB). Zij hebben niet alleen een lagere intelligentie met een IQ-score tussen de 50 en 85, maar er is ook sprake van bijkomende problematiek, zoals leerproblemen, een psychiatrische stoornis, en problemen in het gezin en de sociale context. Orthopedagogische Behandel Centra (OBC’s) en Multifunctionele Centra (MFC’s) bieden zorg voor deze jeugdigen en hun ouders. Centraal doel van de jeugdreclassering is terugdringen van recidive (of ernstig schoolverzuim) door beïnvloeding van delict-gerelateerde en criminogene factoren. Belangrijk nevendoel is het veranderen van gedrag waardoor deelname en integratie van de jongere in de samenleving worden bevorderd. De Jeugdreclasserings begeleider bespreekt met de minderjarige en eventuele betrokkenen samen een plan van aanpak waarin staat beschreven hoe de situatie nu is en wat er moet gaan veranderen. Op basis van dit plan worden afspraken gemaakt met de minderjarige, dit worden ‘aanwijzingen’ genoemd. De minderjarige moet zich aan deze aanwijzingen houden, dit wordt gecontroleerd door de begeleider. Soms worden mensen in de omgeving ingezet om de minderjarige te helpen bij de uitvoer van dit plan. Aan het eind van de begeleiding wordt een rapport geschreven door de begeleider. Dit rapport speelt een belangrijke rol bij de kinderrechter. Jeugdreclassering wordt uitgevoerd door Bureau Jeugdzorg en Landelijk Werkende Instellingen. Jongeren Preventie Plan is ondersteuning voor jeugdigen van 12-23 jaar van het maatschappelijk werk van Kwadraad. Pedagogische basisvoorzieningen zijn voorzieningen waar jeugdigen en ouders gebruik van maken. Het gaat dan om scholen, voor-, na- en tussen schoolse voorzieningen, peuterspeelzalen, huisartsen, verloskundigen, welzijnswerk, jongerenwerk maar ook sportverenigingen of vrijwilligersprojecten. Onder de 'pedagogische civil society' wordt verstaan: gemeenschappelijke activiteiten 44 p 48 van 121
society
WSNS verband
ZAT
van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. In een goed functionerende pedagogische civil society bestaat er bij burgers de bereidheid om in de eigen sociale netwerken en in het publieke domein de verantwoordelijkheid rond het opgroeien en opvoeden van kinderen te delen. Ouders, jongeren en buurtbewoners, maar ook familieleden, leraren, sportcoaches, kortom: burgers, zijn op zo'n manier onderling betrokken dat het bevorderend is voor het opvoeden en opgroeien van kinderen en jeugdigen. Weer Samen Naar School; samenwerking tussen basisscholen waarbij men ernaar streeft om kinderen met (leer)problemen in het regulier onderwijs te laten blijven en niet te verwijzen naar speciale scholen voor basisonderwijs (sbo); geregeld in de wet op het primair onderwijs (wpo) zorg- en adviesteams; multidisciplinaire teams in het (speciaal) voortgezet onderwijs en mbo en bovenschoolse teams in het (speciaal) basisonderwijs die de zorg voor leerlingen (met complexe(re) problemen) binnen en buiten de school op elkaar afstemmen; vaak zijn vaste partners de jeugdgezondheidszorg en bureau jeugdzorg, (school)maatschappelijk werk, politie en leerplichtambtenaren; zat's bieden adviezen aan de school over de zorg voor leerlingen en activeren externe zorg of bieden deze gedeeltelijk zelf
45 p 49 van 121
BIJLAGE 1: NETWERKPARTNERS In dit overzicht worden de verschillende netwerkpartners van het CJG genoemd. Voor elk CJG kan ingevuld worden wie verantwoordelijk is voor relatiebeheer /accounthouderschap met de betreffende partner. Verloskundigen Huisartsen Peuterspeelzalen Kinderopvang Voor-, tussen- of naschoolse opvang Voortgezet Onderwijs MBO Thuiszorg Thuisbegeleiding Sportverenigingen Vrijwilligersorganisaties Welzijnsorganisatie Jeugd- en Jongerenwerk Politie Regionaal Bureau Leerplicht WMO-loket Sociale Dienst Woningbouwverenigingen Stichting MEE Jeugd-GGZ Bureau Jeugdzorg Jeugd & Opvoedhulp – Cardea Verslavingszorg Jeugd-LVB Vrijgevestigde psycholoog/psychiater/orthopedagoog
46 p 50 van 121
BIJLAGE 2: UITWERKING INDICATOREN De indicatoren voor sturingsinformatie in het CJG (zie 5.1) kunnen uitgewerkt worden in de volgende 24 deelvragen en categorieën . De subwerkgroep registratie dient in afstemming met de kernpartners af te stemmen hoe deze indicatoren te operationaliseren en waar nodig de huidige registratie op aan te passen. Type vraag: De vragen of problematiek waarmee gezinnen naar de diensten kunnen ingedeeld worden in de ernst van de vraag en de aard van de vraag. Ernst vraag o Gewone opvoedingssituatie o Opvoedingsspanning o Opvoedingscrisis o Opvoedingsnood o Anders, nl: -
Aard van de vraag: o Psychosociaal functioneren van de jeugdige (Gedrag, emoties, o Lichamelijke gezondheid van de jeugdige (gezondheid en verzorging, gewicht/voeding, beweging) o Vaardigheden en cognitieve ontwikkeling jeugdige (leren, concentratie, sociale vaardigheden) o Gezin en Opvoeding (opvoedingsvaardigheden ouders, ouderrelatie, omstandigheden gezin) o Jeugdige en omgeving (peuterspeelzaal, kinderopvang, onderwijs, werk, vrije tijd, vrienden of omstandigheden van de jeugdige) o Sociale kaart/opvoedcursussen
Type bezoekers: Ouder Jeugdige Familie Kennis/netwerk Professional, nl: Anders, nl: Type afhandeling: zelf informatie en advies gegeven doorverwezen naar website/folder binnen twee werkdagen teruggebeld door: na meer dan twee werkdagen teruggebeld door: o JGZ verpleegkundige o JGZ arts o CJG opvoedadviseur o Maatschappelijk werker o Medewerker Toegang Bureau Jeugdzorg o Anders, nl: Inschakelen hulpvormen: Welke hulp is ingeschakeld? Maatschappelijk werk, Jeugdgezondheidszorg Bureau Jeugdzorg Groepstrainingen voor jeugdigen zoals een sociale vaardigheidstraining 24
Op dit moment doet het Nji onderzoek naar een verdere ontwikkeling van de prestatie-indicatoren. In afwachting van dit traject dienen de indicatoren voor het CJG in Holland Rijnland hierop aangepast te worden.
47 p 51 van 121
-
Opvoedcursussen Logopedie Meldpunt Zorg en Overlast Basiszorg Kwetsbare Kinderen Voor- en Vroegschoolse educatie Schuldhulpverlening Sociale dienst Thuiszorg Thuisbegeleiding Geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen Zorg voor jeugdigen met een Licht Verstandelijke Beperking Stichting MEE Verslavingszorg Vrijgevestigde psycholoog/psychiater/orthopedagoog Specialistische arts Vrijwillige projecten Jongerenwerk Anders, nl… Hoe lang voordat de hulp daadwerkelijk is gestart? Is de juiste hulp ingeschakeld?
Samenwerking De samenwerking tussen de verschillende disciplines is een meerwaarde van het CJG. Medewerkers werken samen binnen het CJG om elkaar te raadplegen/consulteren wanneer zij zorgen of signalen hebben die buiten hun eigen expertise vallen. Te meten valt: o Aantal keer dat medewerkers gebruik maken van elkaar ter consultering en toetsing Consultatie binnen de organisatie Consultatie tussen de organisaties o Aantal besproken casussen binnen het multidisciplinair overleg in het CJG. 1Gezin1Plan: Aantal casussen waarbij medewerkers 1 Gezin1Plan heeft opgestart? Op dit moment wordt de inzet van 1Gezin1Plan door een regionale monitor gemeten. Dit dient niet dubbelop te gebeuren. Afstemming met de monitor 1Gezin1Plan is van belang. Eigen Kracht Conferentie: Aantal casussen waarbij een Eigen Kracht Conferentie is ingezet? Aantal registraties in Jeugd Match? Aantal matches in JeugdMatch? Aantal jeugdigen waarbij er sprake is van een match in JeugdMATCH. Op dit moment wordt de inzet van JeugdMATCH door een regionale monitor gemeten. Dit dient niet dubbelop te gebeuren. Afstemming met de monitor JeugdMATCH is van belang.
48 p 52 van 121
COLOFON Auteurs: Zefanja van der Kolk-Brouwer Marian van Leeuwen Beide werkzaam bij de JeugdZaak Dit bedrijfsplan CJG is geschreven in opdracht van Holland Rijnland. Met dank aan: Bronja Nijk, Bureau Nijk Annette Cools, GGD Hollands Midden Sanne Tolman, Kwadraad Marion Goedhart, Gemeente Alphen aan den Rijn Peter Jehee, Gemeente Katwijk Anne-Marie van Ginkel, Gemeente Nieuwkoop Jeannette van der Meer, JSO Oktober 2012
49 p 53 van 121
Behoort bij besluit van de Raad van de gemeente Teylingen,
actieplan kwaliteitsverbetering CJG december definitief.pdf
dd.
21 maart 2013
nr.
kwaliteitseisen en verbeterpunten jeugdzaak
00010
Mij bekend, De griffier van Teylingen
kort en krachtig
Visie op CJG Gemeenten en kernpartners Handelen naar de onderschrijven de voorliggende visie regionale visie , verwerken dit in het en beleid van de eigen organisatie en professionele ruimte zorgen ervoor dat hun medewerkers in een CJG handelen naar deze visie. Zij geven hun medewerkers op basis van vertrouwen in hun professionaliteit de ruimte en de verantwoordelijkheid om te doen wat in afstemming op de vraag van ouders en jeugdigen nodig is in een praktijksituatie. Competenties Opname van
algemene competenties in het interne kwaliteits‐ en personeelsbeleid.
Dienstverlening van het CJG
Taak en uitgangs‐ punten
uitgewerkt
acties van instellingen
acties van gemeenten
acties coördinatoren
CJG Medewerkers zijn deskundig en bekwaam, maken gebruik van kennis van wat werkt, nemen deel aan intervisie en, indien noodzakelijk, supervisie en leren van feedback van jeugdigen en ouders. Medewerkers zijn opgeleid voor hun taken. Medewerkers hebben een klantvriendelijke houding. Medewerkers, die samen het CJG vormen treden met één gezicht naar buiten.
Het management van instellingen stuurt hierop. Het heeft consequenties voor medewerkers wanneer hier niet naar wordt gehandeld. Algemene competenties, intervisie en supervisie zijn onderdeel van het interne kwaliteits‐ en personeelsbeleid. Instellingen maken de visie intern kenbaar en herkenbaar. Medewerkers presenteren zich als onderdeel van het CJG. Er is afstemming over een scholingsplan van de CJG‐partners in december.
Het handelen naar de visie wordt als *Concretiseren van de visie voorwaarde opgenomen bij het verlenen van samen met instellingen en CJG‐ subsidie. medewerkers; * Signaleren waar dat Gemeenten nemen dit op in de knelpunten oplevert en subsidiebeschikkingen. organiseren van expertise‐ uitwisseling. * Coachen van medewerkers op het hanteren en uitdragen van de visie.
Naast de eigen vakinhoudelijke competenties wordt de kwaliteit van de dienstverlening gegarandeerd door de volgende CJG‐competenties: klantvriendelijke houding vraaggericht eigen kracht versterkend systeemgericht samenwerkingsgericht transparant werken planmatig en doelgericht gericht op normaliseren integraal, op maat outreachend kennis van jeugdigen, ouders en de opvoeding Intercultureel vakmanschap verwijsindex kunnen hanteren in gesprek kunnen gaan over mogelijke kindermishandeling en huiselijk geweld Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling kunnen hanteren.
*algemene competenties zijn onderdeel van het interne kwaliteits‐ en personeelsbeleid. *Er wordt periodiek getoetst op de toepassing van werkwijzen en methodieken in de praktijk van het werk. *Er worden consequenties aan verbonden wanneer deze competenties niet aanwezig zijn dan wel niet gebruikt worden. * Medewerkers worden getraind in het bespreken van zorgen met ouders en jeugdigen en het bespreken van cases met andere CJG medewerkers. Zij gebruiken het instrument gegevensuitwisseling van “Samenwerken voor de jeugd". Een regionaal privacy‐ en klachten protocol wordt ontwikkeld.
Gemeenten nemen deze acties op in de subsidiebeschikkingen.
opmerkingen
Het afstemmen van de competentie met elkaar.
Afspraken en resultaatverplichtingen worden opgenomen in subsidiebeschikkingen.
Instellingen maken deze zaken SMART in hun Het handelen naar genoemde Het CJG zorgt voor een passend aanbod informatie, advies en opgroeihulp voor jeugdigen van ‐9 maanden tot 23 jaar en hun ouders. De doelgroep 12‐23 jaar vraagt vraaggerichte aanbod . Klantvriendelijkheid uitgangspunten is een randvoorwaarde bij wordt nader gedefinieerd. specifieke aandacht. het verlenen van subsidie. Instellingen sturen hun professionals op Medewerkers hebben een klantvriendelijke houding. Gemeenten nemen deze op in de De cliënt is regisseur over zijn of haar oplossing en daarmee over hetgeen aan hulp maximale regie van de client. subsidiebeschikkingen. en ondersteuning geboden wordt. CJG’s maken eerst gebruik van de eigen kracht en het netwerk van het gezin en de Gemeenten bevorderen dat de "mpg"‐ jeugdige. In tweede instantie kan (kortdurende) professionele hulp worden ingezet, gezinnen getraceerd worden en hulp wordt gericht op het herstel van het gewone leven. aangereikt. In feite gaat het hierbij niet Het CJG werkt vraaggericht, oplossingsgericht en systeemgericht. De vraag van de alleen om MPG‐gezinnen maar om de 20% klant staat centraal, samen met de klant worden de doelen gesteld met een aanpak doelgroep die in de "zware zorg"zit. van het hele systeem om een jeugdige heen. Gemeenten werken niet met een lijst maar Medewerkers raadplegen indien nodig hun CJG collega’s of andere experts. Klanten vragen een periodieke (jaarlijkse) inspanning worden niet verwezen, maar worden ondersteund in het realiseren van hulp (op om te bezien of deze categorie in beeld is. maat). Medewerkers zorgen voor een persoonlijke overdracht naar andere vormen van hulp. Ze treden pas terug wanneer deze hulp gestart is. Alle multiprobleemgezinnen zijn in beeld. Hulp wordt ingezet volgens 1Gezin 1Plan. D Het CJG werkt met passende en zoveel mogelijk met bewezen effectieve werkmethod Er is een CJG klachtenprotocol voor jeugdigen, ouders en netwerkpartners.
CJG‐coordinatoren stimuleren het CJG‐gevoel van CJG medewerkers: " hier sta ik voor, zo werk ik, zo zijn onze manieren". Uitbouwen en onderhouden netwerkcontacten. Medewerkers stimuleren vanuit eigen kracht, 1gezin1plan, JeugdMatch te werken. Zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig.
p 54 van 121 Pagina 1 van 5
kwaliteitseisen en verbeterpunten jeugdzaak
kort en krachtig
uitgewerkt
Alle CJG’s en betrokken partners Borging 1G1P werken volgens de afspraken uit het Borging verwijsindex convenant ketenaanpak Jeugd ZHN, Borging meldcode gebruiken JeugdMATCH en werken volgens 1Gezin1Plan en de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. Er is sprake van borging van deze afspraken en instrumenten in het beleid van instellingen en gemeenten.
Een coördinator heeft minimaal 16 Minimaal 16 uur uur per week per gemeente nodig coordinatie CJG om de taken in enige samenhang uit te voeren. De taken kunnen niet versnipperd worden uitgevoerd en de aanwezigheid van de coördinator geeft een eigen dynamiek aan het organisatieproces van het CJG als netwerkorganisatie.
acties van instellingen
acties van gemeenten
acties coördinatoren
opmerkingen
1) training / scholing in Borging 1G1P, verwijsindex en meldcode Het leveren van input voor en mogelijk gedeeltelijke uitvoering door JSO * Positief Opvoeden, wordt meegegeven als randvoorwaarde bij organiseren van CJG‐brede * Het betrekken van en het opbouwen van het verlenen van subsidie. scholing op lokaal niveau in een sociaal netwerk, Afspraken en resultaatverplichtingen worden afstemming met het regionale * Het stimuleren van eigen kracht, opgenomen in subsidiebeschikkingen. scholingsplan van de * 1Gezin1Plan. instellingen. 2) Kernpartners (gemeenten, GGD, De verantwoordingen worden hierop Kwadraad en BJZ) maken een gezamenlijk gecontroleerd. Coaching medewerkers op inzet regionaal scholingsplan dat wordt van CJG instrumenten. voorgelegd aan de projectgroep Gemeentelijke diensten kunnen onderdeel ketenaanpak. zjn van 1 gezin 1plan en zijn hierop 3) Medewerkers krijgen 2 tot 4 dagdelen per toegerust. Elke gemeente heeft een jaar voor gezamenlijke scholing. contactpersoon voor 1 gezin 1 plan 4) CJG‐coordinatoren krijgen scholing in versterken informele steun (zie 3.2.2) en netwerkcompetenties 5) Er is toetsing van het gebruik en er zijn resultaatverplichtingen vastgelegd.
Taken van de coordinator: Teamvorming en voorwaardenscheppend voor interne samenwerking binnen het CJG Voorzitten en faciliteren CJG overleg Voorzitten en faciliteren CJG casusoverleg Draagt, in afstemming met kernpartners, zorg voor een aantrekkelijk activiteitenaanbod binnen en buiten het CJG, waaronder cursussen, lezingen en ouderbijeenkomsten Promoot het CJG en zijn producten en diensten op actieve wijze onder doelgroepen Onderhoud contacten met netwerkpartners, waaronder basisvoorzieningen als onderwijs, WSNS coördinator, kraamzorg, voorzitter veiligheidsoverleg en tweedelijns voorzieningen als GGZ etc. Organiseren participatie in het CJG Organiseren versterken informele steun Monitoren van ontwikkelingen binnen het CJG Deelname aan de stuurgroep CJG Legt verantwoording af naar de gemeente, onder andere middels een jaarplan en –verslag ism de stuurgroep CJG Aansturen CJG assistent Verantwoordelijk voor de lokale inhoud van de CJG‐website Deelname regionale werkgroep CJG Intervisie CJG coördinatoren (regionaal).
*De organisatie waar de coördinator * Gemeenten stellen een coördinator aan werkzaam is, stuurt de coördinator aan op voor tenminste 16 uur per week, op basis van functioneren en faciliteert hem of haar. hiernaast staande taken. Over het precieze *Nagaan welke acties/werkzaamheden nu aantal coördinatie‐uren dat een CJG behoeft liggen bij managers/personeel welke zo wordt een voorstel gemaakt. mogelijk straks door de coordinator opgepakt (kunnen) worden. * Er is sprake van een groeimodel. *Duidelijke afspraken over rollen, Gemeenten zullen naar dit minimum van 16 verantwoordelijkheden en taken van uur kunnen groeien, met als einddatum management en CJG‐coordinator worden 2015. Elke gemeente legt de fasering van vastgelegd. deze groei vast. * Afstemming van de aansturing van Bij aanstelling van coordinator (tijdelijk) processen en inzet personeel in CJG en de onder de norm wordt het takenpakket eigen organisatie is geregeld. aangepast in afstemming met instellingen en *Medio 2013 ligt er een gezamenlijk gemeente. document van instellingen en coordinatoren. * Gemeenten sturen de coördinator aan op inhoud.
De coordinator wordt per individuele gemeente bekostigd. Gemeenten verbinden zich aan een inspanningsverplichting.
* gemeenten nemen initiatief vanuit de klankbordgroep om de relatie tussen de lijnorganisatie (instellingen) en het CJG helder vast te leggen.
Medewerkers mogen geen drempel geen drempel voor 1 1G1P wordt van aanvang af ingezet. Het organiseren hiervan is meer dan ervaren om 1Gezin1Plan in te gezin 1 plan administratief handelen omdat er ook sprake is van een probleeminventarisatie. Het zetten, omdat er een grote gaat om overleggen wie betrokkenen zijn, wat besproken moet worden, wat het tijdsinvestering nodig is om alle doel is van de bijeenkomst en of het dossier op orde is. betrokken hulpverleners en andere Het organiseren hiervan kost de medewerkers heel veel tijd temeer daar ouders in betrokkenen bij elkaar te roepen het proces een prominente rol vervullen. Hierbij kan "assistentie" worden verleend. voor een overleg met het gezin.
De invulling van de baliefunctie verschilt per gemeente. Niet elk CJG heeft een baliemedewerker / CJG assistent om die functie te bekleden.
Het aansturen van de CJG‐ Niet iedere gemeente heeft een CJG assistant of assistent. Bij het ontbreken van baliemedewerker een CJG‐assistant ontbreekt deze inzet en moet de coordinator dat zelf doen. Hierdoor blijft veel werk liggen.
*Nagaan hoe andere regio's hiermee omgaan. Is er iets te ontwikkelen waardoor het makkelijker wordt?
Het verbreden van de taken van de functie baliemedewerker naar algemeen CJG‐ assistent kan hierin helpen. 1) De assistent ondersteunt de professionals bij het maken van afspraken (1G1P). 2) Er komt duidelijkheid over welke vragen door de CJG assistent beantwoord kunnen worden volgens Positief Opvoeden en welke vragen toegeleid worden naar de juiste CJG medewerker. Deze instructie wordt door de CJG‐coördinatoren beschreven.
p 55 van 121 Pagina 2 van 5
kwaliteitseisen en verbeterpunten jeugdzaak
kort en krachtig
uitgewerkt
Laagdrempelig: Onze hulp moet geen drempel kennen. Vrije, onbelemmerde toegang is ons devies.
Bemensing van de balie is lokatieafhankelijk; moet wel geregeld worden.
Het komt voor dat ouders of jeugdigen het fysieke CJG binnenlopen met een vraag en de balie niet bemensd is. Er worden in elk CJG afspraken gemaakt over de ontvangst van bezoekers, met en zonder afspraak. Medewerkers werken, indien mogelijk, met de deur open, en verwelkomen deze ouders of jeugdigen. Zij zorgen dat klanten binnen twee werkdagen gebeld worden door een medewerker die de vraag verder kan beantwoorden.
Het is aan gemeenten om afspraken te Het signaleren van knelpunten maken over de invulling van de baliefunctie. en bespreken hiervan met Instellingen werken aan de hand van deze gemeente en instellingen. afspraken met elkaar samen incl. de CJG Oplossingen bespreken. coördinator om aan deze " vraag" te kunnen Beschrijven van het werkproces voldoen. FrontOffice en vaststellen van aanwezigheidsschema Gemeenten nemen deze inzet op in de medewerkers. coordinatoren subsidiebeschikkingen. maken een plan wat laagdrempelig inhoudt. Medewerkers coachen op klantgerichtheid (competenties).
Laagdrempelig: Onze hulp moet Telefonische geen drempel kennen. bereikbaar Vrije, onbelemmerde toegang is het devies.
1) Snelheid van opvolging bij het fysieke loket, telefoon of e‐consult: Monitoren en zonodig doorpakken! • tenminste 60 % ontvangt meteen een inhoudelijk antwoord • tenminste 40% wordt binnen 2 werkdagen teruggebeld door de juiste medewerker Monitoring (telefonisch) werkproces. of heeft een afspraak Periodieke aanlevering actuele 2) Het doorverbinden naar het lokale CJG of de CJG medewerker moet goed en snel bereikbaarheidslijsten CJG. Aanlevering verlopen. Klanten moeten zo weinig mogelijk worden doorverbonden en snel de vakantierooster. juiste medewerker te pakken krijgen. KCC (klant contact centrum) verbetert kennis van welke vraag bij welke medewerker terecht moet komen. Er worden duidelijke afspraken/werkprocessen met de kernpartners over adequate doorgeleiding gemaakt. Facilitaire diensten zorgen voor een goede en snelle doorschakeling en bereikbaarheid. Er worden termijnen gesteld aan het starten van daadwerkelijke hulp. De werkgroep CJG heeft een subwerkgroep telefonische bereikbaarheid.
Monitoren en zonodig doorpakken!
Laagdrempelig virtueel CJG
Het regionaal virtueel CJG is gerealiseerd. Doel is het Instellingen zorgen dat nieuws wordt bieden van laagdrempelige informatie en advies aan opvoeders en jeugdigen. aangeleverd en informatie op de sites Opvoeders kunnen via de website vragen stellen (e‐consult). actueel en correct is. Op de website hoezitdat.info kunnen jongeren uit de regio informatie vinden over diverse thema’s als relaties, wonen, werk, alcohol en Professionals wijzen jeugdigen en gezinnen drugs. Ook zij kunnen een vraag stellen per e‐consult. op het bestaan van de site. Er is een onderdeel op de website voor professionals in ontwikkeling, dit onderdeel is nog niet geheel gereed en gebruiksklaar. Hierbij moet een onderscheid worden gemaakt in professionals van het CJG zelf en die van de "aanpalende" voorzieningen. De mogelijkheid tot het gebruik van social media t.b.v. het bereik van ouders en jongeren wordt onderzocht. De werkgroep CJG heeft een subwerkgroep Virtueel CJG die zorg draagt voor de verdere ontwikkeling, het functioneren en de kwaliteit van het virtueel CJG.
1) Op basis van de resultaten van het evaluatieonderzoek dat door BMC wordt uitegevoerd wordt besloten over voortzetting en onderbrenging van het virtueel CJG. Resultaten van het onderzoek zijn gereed in december 2012 2) Het onderdeel voor professionals op de CJG website wordt verder ontwikkeld ter bevordering van de samenwerking tussen CJG medewerkers onderling en de samenwerking met professionals van basisvoorzieningen.
Het aanleveren van lokale JSO kan voor gemeenten een inventarisatie informatie voor de CJG website. doen naar de behoefte van jongeren.
vCJG voor jeugdigen
vCJG ook voor professionals
acties van instellingen
acties van gemeenten
acties coördinatoren
opmerkingen
p 56 van 121 Pagina 3 van 5
kwaliteitseisen en verbeterpunten jeugdzaak
kort en krachtig
uitgewerkt
acties van instellingen
acties van gemeenten
acties coördinatoren
opmerkingen
Instellingen maken afspraken hoe de Het leggen van relaties met de werkgroep Het bijdragen aan onder 2 en 3 1) in jan / febr/ mrt worden voorstellen gedaan. verbinding tussen CJG met externe partners toegang en de gestarte pilots met het genoemde uitwerkingspunten. 1 en 4) Op dit moment zijn er pilots in de regio, geregeld wordt, stellen functieprofielen op onderwijs Goede contacten tussen waar 1Gezin1Plan de basis is voor het inschakelen van gespecialiseerde hulp voor jeugdigen en hun 1) Er zijn verschillende laagdrempelige ingangen (aanvliegroutes) naar het CJG, zodat van medewerkers die de verbinding basisvoorzieningen en CJG Gemeenten maken deel uit van het OOGO coordinatoren ontwikkelen en gezinnen. iedereen gemakkelijk contact kan zoeken. In een bredere context kan het gaan om onderhouden. netwerken (op overeenstemming gericht overleg) dat onderhouden. Maken van 1 en 2) Aan deze opdracht wordt momenteel in toegankelijkkheid van de lokatie zelf. voorschoolse " Actief de school ingaan en elkaars taal gaan wettelijk verplicht is vanuit de Wet Passend samenwerkingsafspraken, overleg met gemeenten 2) De verbinding van het CJG met het onderwijs en de voorzieningen en de samenwerkingsverbanden in het onderwijs Onderwijs en de Jeugdwet. In dit OOGO voorschoolse voorzieningen wordt zo georganiseerd dat signalering van (dreigende) spreken" . gebruik maken van elkaars Primair onderwijs gewerkt door expertisecentrum JSO. Een advies wordt afstemming gezocht ten aanzien van krachten en mogelijkheden. problemen op school en in de voorschoolse voorzieningen snel leidt tot een Organiseren van verbindingsactiviteiten met de inzet van zorg in en om school en Passend Voortgezet onderwijs ondersteuningsaanbod (licht of zwaar) met zo min mogelijk overleg en zo groot om de relatie tussen het CJG en het onderwijs en pspz/onderwijs etc. van voorlichting / MBO voorschoolse voorzieningen te bepalen zal begin Onderwijs. mogelijke betrokkenheid van ouder en jeugdige. curussen tot terugkoppeling van acties. januari 2013 gereed zijn. 3) CJG medewerkers en professionals van basisvoorzieningen vinden elkaar op veiligheidshuis 3. JSO kan het werkproces beschrijven. In het eerste kwartaal komt er een notitie casusniveau voor consultatie en samenwerking rondom een gezin. Dit dient 5) Er wordt een regionale visie op jeugd en over de verbinding van het CJG met uitgewerkt te worden in een regionaal werkproces voor ‘Samenwerking met huisartsen veiligheid geformuleerd en de verbinding tussen onderwijs en veiligheid. basisvoorzieningen’. Het werkproces beschrijft hoe CJG medewerkers vragen of het domein veiligheid en het CJG wordt nader signalen van de professionals oppakken. uitgewerkt in een voorstel tot de praktische 4) Er wordt een CJG werkproces beschreven voor CJG medewerkers rondom het organisatie hiervan. Hiertoe is reeds een opdracht inschakelen van de verschillende vormen van hulp (waaronder gespecialiseerde jeugd 5) Verbinding met de veiligheidsketen verstrekt aan expertisecentrum JSO. Een advies is gereed in het eerste kwartaal van 2013. Het CJG is een netwerk‐organisatie
De netwerkorganisatie bestaat uit zelfstandige instellingen zoals de Jeugdgezondheidszorg en Maatschappelijk werk (AMW, SMW, JMW).
Werkprocessen
De werkprocessen die de instellingsgrenzen overschrijden moeten worden beschreven.
Betrokkenheid van ouders en jeugdigen
* We overleggen in principe altijd in aanwezigheid van het gezin/de ouder(s), de jeugdige zelf of in ieder geval met hun uitdrukkelijke goedkeuring. We wijken daar alleen in zeer bijzondere omstandigheden vanaf en motiveren dat goed. * Ook het informeren van derden, bijvoorbeeld school en andere betrokken zorgverleners, doen we in principe altijd in samenspraak met ouders(s) en jeugdige(n). Bij voorkeur informeren ouders of jeugdigen zelf. * We betrekken jeugdigen en ouders bij het vormgeven van de dienstverlening van het CJG. Ook professionals van de basisvoorzieningen betrekken we daarbij.
monitoren en coachen
* We geven informatie aan ouders en jeugdigen over wat ze kunnen verwachten van * De subwerkgroep communicatie CJG Besluitvorming over bekostiging regionaal een CJG. Dat doen we ook naar professionals van de basisvoorzieningen. ontwikkelt het Regionaal communicatieplan communicatie adviseur. * Medewerkers die samen het CJG vormen treden met één gezicht naar buiten. verder en realiseert hierin efficiency en Wanneer de noodzaak van deze functie is * We gebruiken het landelijke logo, uit het oogpunt van herkenbaarheid voor de CJG‐ kostenbesparing. aangetoond! . Gemeenten nemen deel in de klanten. Dat logo wordt gebruikt voor alle activiteiten, trainingen of folders van de * In het plan wordt een eenduidige subwerkgroep communicatie. deelnemende instellingen die met het CJG te maken hebben. (gezamenlijke) communicatie vanuit het Communicatiemedewerkers van gemeenten perspectief van het CJG geëntameerd. worden op de hoogte gesteld van de visie en * een regionale communicatie adviseur CJG de missie van het CJG. is gewenst. De regie met betrekking tot de communicatie rondom de CJG’s dient sterker te worden gevoerd. Voorgesteld wordt het opdrachtgeverschap voor de regionale communicatie adviseur CJG analoog te regelen aan die van de eindredacteur vCJG (opdrachtverlening vanuit het PHO). * Ter bevordering van de afstemming met de lokale CJG’s wordt voorgesteld een CJG‐ coördinator toe te voegen aan de subwerkgroep communicatie CJG.
Verbindende rol tussen CJG, Eerst zal een principe besluit over een regionale basisvoorzieningen , 1e lijnszorg communicatie‐adviseur moeten worden en andere lokale genomen. Niet alle gemeenten zijn hier samenwerkingspartners. vooralsnog van overtuigd. Participeren in werkgroep communicatie. Bedenken en organiseren van activiteiten. Bedenken communicatie uitingen.
Communicatie
* Het selecteren van de werkprocessen die relevant zijn voor het CJG en het beschrijven daarvan. * Werkprocessen van CJG aanbod bij kernpartners CJG‐proof maken volgens de regionale visie. * Zorgdragen voor tijdige en adekwate opschaling volgens de vastgestelde procedure bij zorgcoordinatie/1g1p.
Rol in ontwikkeling CJG werkprocessen, evalueren en doorontwikkelen
Het gaat om veel werkprocessen. Niet alle werkprocessen hoeven te worden vastgelegd. Dat geldt wel voor een aantal afspraken. Het kan handig zijn te werken met een stroomschema. Welke processen zijn nu typisch voor het CJG en waar is behoefte aan?
Geen verplichte participatie voor gemeenten: geen jongerenraad of ouderraad. Het organiseren van participeren, het hoe, dat is aan de organisaties.
p 57 van 121 Pagina 4 van 5
kwaliteitseisen en verbeterpunten jeugdzaak
kort en krachtig
Registratie
*T.b.v. * We gebruiken de verwijsindex. Die is bedoeld om de * inventariseren van verschillende scenario’s * Indicatoren voor de sturingsinformatie vergemakkelijking samenwerking tussen de betrokken hulpverleners te verbeteren. voor de registratie in het CJG. Dit conform de uitwerken. Daar waar nodig dienen van het primaire * De jeugdgezondheidszorg gebruikt het digitaal dossier jeugdgezondheidszorg met eisen waaraan een registratiesysteem moet kernpartners hun registratiesystemen hierop werkproces en als belangrijkste doel om de groei en ontwikkeling van individuele jeugdigen te voldoen ten behoeve van de aan te passen. *T.b.v. het genereren volgen en daarnaast hulpvragen te monitoren. sturingsinformatie, procesinformatie en de * Outcome indicatoren uitwerken voor van management‐ en * Kernpartners verzorgen uniforme CJG‐managementinformatie. Vragen die klant zelf registratie in het CJG. sturingsinformatie binnenkomen bij het CJG (balie, telefonisch, e‐consult, reguliere contacten (spreekuur, huisbezoeken etc)) worden vastgelegd naar het type vraag, leeftijd van * Voorleggen van een registratievoorstel in Gericht op een de jeugdige en de vier cijfers van de postcode/woonplaats. In het CJG worden (type) de regionale werkgroep CJG, projectgroep en systeen waarmee de vragen en de wijze van afhandeling geregistreerd. PHO. cliënt zelf zijn dossier * Alle kernpartners binnen het CJG voeren een verrichtingenregistratie. De kan inzien en registratie‐ en volgsystemen, zijn dusdanig geüniformeerd dat eenduidige en Gemeenten geven de opdracht dat er bijhouden eenmalige registratie mogelijk is om zorgplannen uit te voeren en vragen en signalen geregistreerd moet worden en wat. Het hoe te registreren. is aan de organisaties. Er komt een registratiesysteem voor aanmeldingen en registratie dat toegankelijk is voor het gezin en andere CJG‐partners met toestemming van de ouders.
Privacy
uitgewerkt
acties van instellingen
* Jongeren en ouders worden altijd geïnformeerd en/of om toestemming gevraagd * Ontwikkelen regionaal bij het uitwisselen van informatie. toestemmingsformulier voor informatie‐ * Bij het digitaal dossier JGZ en de Verwijsindex werken we uiteraard conform de uitwisseling (o.a. in CJG casusoverleg). Wet Bescherming Persoonsgegevens en we realiseren ons dat er inzagerecht bestaat voor de ouders resp. jeugdigen. * Medewerkers hanteren het privacyreglement van de eigen instelling en deze wordt duidelijk gecommuniceerd naar ouders en jeugdigen. * Wanneer zij informatie met andere medewerkers willen uitwisselen wegen zij de noodzaak hiervan altijd af en vragen ouders en/of jongeren[1] hiervoor toestemming. Hierbij hanteren zij de privacytool.[2]
acties van gemeenten
Regionale klachtencommissie regelen.
acties coördinatoren
opmerkingen Gemeenten bepalen welke informatie noodzakelijk is. Overbodige registratie moet worden vermeden. Instellingen hebben hierin een eigen ruimte.
Monitoren
Eerst moet de vraag moet beantwoord worden of de gemeenten dit zelf moeten regelen of dat de organisatie van een klachtencommissie een taak van de instellingen is.
p 58 van 121 Pagina 5 van 5
Notitie Centrum voor Jeugd en Gezin Teylingen 2013.doc
Mij bekend, De griffier van Teylingen De griffier van Teylingen Mij bekend,
Behoort bij besluit van de Raad van de gemeente Teylingen, De griffier dd. nr.
Notitie Centrum voor jeugd en gezin Teylingen
van Teylingen
21 maart 2013
00010
Mij bekend, De griffier van Teylingen
Inleiding Sinds 2008 is elke gemeente in Nederland verantwoordelijk voor een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Vanuit de visie om het voor ouders en jeugd makkelijker te maken dichtbij huis een vraag over gezondheid, opgroeien en opvoeden te kunnen stellen, zijn CJG’s gevormd. Een CJG biedt laagdrempelig advies, ondersteuning en hulp op maat. Binnen een CJG werken de jeugdverpleegkundigen, de jeugdarts en het maatschappelijk werk nauw met elkaar samen. Bureau Jeugdzorg is een verplichte partner. Omdat de vindplaats van de jeugd vooral binnen het onderwijs ligt, is een nauwe samenwerking met de scholen een must. Naast de regie op dit preventieve aanbod opvoed- en opgroeiondersteuning worden gemeenten in de nabije toekomst ook verantwoordelijk voor de geïndiceerde jeugdzorg. Opdracht voor de gemeente is het preventieve aanbod, en daarmee het CJG, zo te positioneren, dat jeugdigen vroegtijdig goed afgestemde zorg ontvangen zodat zwaardere problematiek voorkomen kan worden. Beoogd wordt dat zo de druk op de gespecialiseerde zorg ten gevolge van die inzet afneemt. In 2009 heeft de raad de regionale CJG-visie van Holland Rijnland onderschreven en enkele kaders vastgesteld voor de realisatie van het CJG in Teylingen: het CJG opstarten in een groeimodel; - in alle kernen een CJG-locatie vestigen; - urenuitbreiding voor het opvoedadviespunt waar ouders laagdrempelig terecht kunnen voor opvoedvragen en –ondersteuning. In deze notitie wordt u geïnformeerd over de huidige regionale en lokale stand van zaken en over relevante ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op het CJG in Teylingen en hebben zowel beleidsmatige als financiële consequenties. 1. Stand van zaken 1.1. Regionaal In de regio Holland Rijnland hebben de gemeenten de afgelopen jaren gezamenlijk gewerkt aan de CJG ontwikkeling. De CJG’s zijn ontwikkeld op basis van de regionale visie uit 2008. Een lange lijst van resultaten zoals de invoering van JeugdMATCH1, de methodiek 1Gezin1Plan, de methodiek Positief Opvoeden en de virtuele CJG’s voor ouders en jeugd (www.cjgteylingen.nl en www.hoezitdat.info) hebben bijgedragen aan een CJG dat staat in de regio. De gemeenten binnen Holland Rijnland zetten in op het verder ontwikkelen van het CJG in het verzorgen van goed afgestemde vroegtijdige zorg, zodat deze basis sterk staat wanneer de transitie van de jeugdzorg met ingang van 2015 van het CJG een nieuwe rol vraagt als ingang tot de jeugdzorg. De regio heeft daarom de CJG visie aangescherpt en herzien. De koers voor het CJG voor de komende jaren (2012-2015) is daarmee uitgezet ter verbetering van de kwaliteit en ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. Zie verder onder 2.2.4. Deze visie en de koers worden apart ter besluitvorming aan u voorgelegd in het eerste kwartaal 2013. 1.2. Lokaal Na de officiële opening van het CJG in 2010 en de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst is hard gewerkt in Teylingen. Er zijn veel bedrijfsmatige aspecten verbeterd waardoor de hulp- en dienstverlening aan de Teylingse burger aan kwaliteit heeft gewonnen. Werkers vertellen bijvoorbeeld dat doordat de medewerkers van de betrokken organisaties fysiek in één pand werken, zij merken dat de lijnen korter worden voor consultatie waardoor ouders en jeugd eenvoudiger en sneller doorverwezen of begeleid worden naar een collega zorgaanbieder. Ouders geven aan dat zij het fijn vinden dat diensten onder een dak verzameld zijn. Dit voorkomt dat zij moeten zoeken. Er is aandacht besteed aan het inzichtelijk maken van het aanbod waardoor ouders ook directe (zonder een omweg) terecht komt bij de organisatie die kan helpen. Ouders worden hierbij niet meer verwezen, maar actief meegenomen naar de organisatie. Hiermee wordt voorkomen dat ouders uit zicht verdwijnen of zelf moeten zoeken. 1
Signaleringssysteem waarbij inzichtelijk wordt wanneer meer dan 1 hulpverlener betrokken is bij een jeugdige en verplicht moeten samenwerken),
p 59 van 121
De raad heeft in 2008 extra uren ter beschikking gesteld voor het Opvoedadviespunt. Ouders kunnen bij deze CJG-medewerkers op eenvoudige wijze advies krijgen bij opvoed- en opgroeivragen. Deze urenuitbreiding is gerealiseerd, het opvoedadviespunt, waar ouders op afspraak terecht kunnen, wordt druk bezocht en draagt daarmee bij aan het beantwoorden van de vraag van ouders. De spontane inloop (dus zonder afspraak binnenlopen) gebeurt niet in Teylingen. De praktijk laat zien dat ouders kiezen voor de andere manieren om in contact te komen met het CJG. Er is fors geïnvesteerd in de netwerkontwikkeling. Er zijn contacten gelegd met het onderwijs, verloskundigen, logopedie, de bibliotheek, het jongerenwerk en andere partners. In gezamenlijkheid zijn activiteiten georganiseerd, relaties gelegd en mogelijkheden gecreëerd voor de ouders om gebruik te maken van een vraaggestuurd aanbod. Hiermee is het CJG als eenduidige, laagdrempelige plek meer zichtbaar geworden. Zo kan aan ouders een doorgaande lijn van zorg aangeboden worden op die plekken waar zij ook daadwerkelijk aanwezig zijn. Ook de professionals van deze organisaties hebben meer inzicht gekregen in de (meer)waarde van het CJG en de mogelijkheden die er zijn. De vraag van de doelgroep staat meer en meer centraal: wat heeft de ouder nodig om zelf de verantwoordelijkheid van de opvoeding te nemen en uit te voeren. Hierbij wordt zo min mogelijk gedacht vanuit de (on)mogelijkheden van de bedrijfsvoering maar uit het perspectief van de ouder. Het praten met ouders en jeugd in plaats van over ouders en jeugd heen krijgt in de overleggen steeds meer vorm en is norm geworden. Ouders zijn daardoor betrokken, worden aangesproken op hun eigen kracht en verantwoordelijkheid en hebben zelf de regie over de hulpverlening. In de Teylingse visie is bepaald dat de doelgroep op verschillende manieren een vraag moet kunnen stellen en informatie moet kunnen krijgen. Dit is de afgelopen jaren gerealiseerd. Ouders gebruiken de CJG- website (www.cjgteylingen.nl om informatie op te halen en vragen te stellen. Deze website is regionaal voor alle gemeenten hetzelfde met daarbij ook een lokale content welke de activiteiten en informatie uit Teylingen bevat. Ouders kunnen hier (anoniem) een vraag stellen die binnen 2 dagen wordt beantwoord. Omdat veel ouders het stellen van opvoedvragen nog best spannend vinden, is dit een prima alternatief. Zo nodig kan in een later stadium ook een fysieke afspraak gemaakt worden in de eigen gemeente. De jeugd bezoekt de website www.hoezitdat.info veelvuldig. Ook hier kunnen zij op eenvoudige, anonieme wijze een vraag stellen aan een hulpverlener, chatten tijdens de chatspreekuren en informatie ophalen. Regionaal kan het algemene CJG nummer gebeld worden voor alle vragen over de dienstverlening van het CJG. Tot slot zijn CJG-medewerkers meer op locatie aanwezig: op de scholen, binnen de jongerencentra, bij activiteiten zoals ouderavonden etc. Ouders komen de medewerkers in hun eigen omgeving tegen: het is niet meer noodzakelijk om naar het CJG toe te gaan. Door al deze mogelijkheden is het voor de ouders en de jeugd eenvoudiger geworden om hulp en advies in te winnen voor opvoed- en opgroeivragen. Zoals al eerder vermeld zijn met name bedrijfsmatige zaken opgepakt met daarbij een positief resultaat voor de doelgroep. De komende jaren moet meer onderzocht worden hoe de doelgroep denkt over het CJG, wat zij nog mist of wat verbeterd moet worden. Dit gesprek moet meer plaatsvinden. Voor de komende periode zijn door de CJG-medewerkers de volgende aandachtspunten benoemd: Het verder verhogen van de naamsbekendheid en de bereikbaarheid van het CJG, beter aansluiten bij de vraag van doelgroepen, nog meer outreachend werken (naar de doelgroep toe), de verbinding met het onderwijs verder vormgeven, en een groter bereik van de doelgroep 12-23 realiseren. 2. Ontwikkelingen 2.1. Lokaal 2.1.2. Meer naar de doelgroep toe: Ambulant werken. Het CJG kan vanuit een locatie werken, maar doet dat wel naar buiten gericht en ambulant. Steeds meer realiseren we ons dat de medewerkers naar de doelgroep toe moeten gaan: op school, bij kindercentra, in de wijk of op huisbezoek. Zo krijgen de medewerkers zicht op (de veiligheid van) de jeugdige en de omgeving én om ondersteuning en hulp in de eigen (veilige en bekende) omgeving van jeugdigen en hun ouders te kunnen organiseren. Daarnaast is landelijk de
p 60 van 121
ervaring dat ouders niet zomaar binnenlopen. Dat maakt dat de CJG-medewerkers steeds meer binnen andere voorzieningen aanwezig zijn (naar de doelgroep toe). Ook in Teylingen wordt dit steeds meer zichtbaar: De klantcontacten van het consulatiebureau en de GGD-jeugdarts blijven binnen de locaties plaatsvinden. Echter, de klantcontacten van de maatschappelijk werkers en het opvoedadviespunt vinden steeds meer op school, binnen het jongerencentrum of bij de peuterspeelzaal plaats. 2.1.3. Huisvesting Op dit moment gebruikt het CJG twee locaties: het CJG in Voorhout aan het Oosthoutplein en het CJG aan de Hoofdstraat in Sassenheim. In verband met een oud huurcontract is in Voorhout het maatschappelijk werk nog gevestigd aan de Ravellaan. Voor wat betreft Warmond zal het CJG in de toekomst een flexibele plek vinden binnen Het Kloppend Hart. Voor het inloopspreekuur in Warmond maakt het maatschappelijk werk gebruik van ’t Trefpunt. Er is geen consultatiebureau in Warmond. Enige tijd is sprake geweest van een gezamenlijke huisvesting in Voorhout aan de Jacoba van Beierenlaan. Echter, doordat de GGD en Kwadraad steeds meer samenwerken, werkplekken nu flexibel gebruikt worden door de netwerkpartners en het CJG de doelgroep steeds meer opzoekt en meer outreachend werkt, bleek grotere huisvesting niet meer noodzakelijk. Daarnaast bleek de gevraagde financiële investering te hoog. Daarom is besloten geen nieuwe huisvesting te betrekken en de huidige locaties (voorlopig) in stand te houden. De locatie in Sassenheim is een tussenoplossing tot meer geschiktere huisvesting beschikbaar was. Momenteel wordt hard gewerkt aan de realisatie van het nieuwe woon-servicecentrum Sassembourg. Sassembourg wordt een compleet servicecentrum waar iedereen uit Sassenheim terecht kan voor welzijn en zorg. Het CJG past hier goed in: alle (preventieve) zorg voor ouders en jeugd op 1 herkenbare, laagdrempelige plek. Er ligt nu een huurcontract voor ter ondertekening ter realisatie van het CJG in Sassenheim in Sassembourg. De huurkosten zijn marktconform. Zodra het CJG naar Sassembourg gaat, vervalt het huurcontract van de Hoofdstraat. 2.1.4. Ontwikkeling locatie Voorhout De praktijk laat zien dat CJG-medewerkers meer samen werken sinds zij in CJG verband op één locatie werken. In het bovenstaande zijn hier de resultaten en de meerwaarde voor ouders en jeugd voor aangegeven. Tussen de verschillende locaties wordt echter minder intensief met elkaar samen gewerkt. Het blijven twee verschillende teams met verschillende netwerkcontacten. De aansturing en doorontwikkeling van beide teams en locaties is niet haalbaar met de huidige inzet van de CJG- coördinator. Er worden ambtelijk en door de netwerkpartners steeds meer vragen gesteld bij wat de gevolgen voor ouders en jeugd zullen zijn, als de locatie in Voorhout wordt opgeheven. Nu de doelgroep steeds meer op locatie (op school, op de peuterspeelzaal, binnen de kinderdagverblijven) wordt geholpen, de CJG-medewerker outreachend werkt, de ervaring is dat ouders niet zomaar binnenlopen met een vraag én ouders mobieler zijn, ontstaat de vraag of het eerder vastgestelde kader passend is. De instandhouding van het consultatiebureau in Voorhout zou wenselijk zijn om zo ouders de gelegenheid te bieden dichtbij het kind te laten wegen en meten. Echter, in andere gemeenten zijn de consulatiebureau’s ook niet altijd dichtbij en ook daar komen ouders voor de controles. Waarom in Teylingen twee locaties terwijl één centrale locatie binnen 10 minuten dichtbij is? Staat één locatie een goede zorg voor ouders en jeugd in de weg als we meer naar de ouders toegaan? Een andere overweging voor het mogelijk opheffen van de locatie-Voorhout is het gebruik van de huurkosten (€38.000,- euro op jaarbasis, exclusief gas/water/licht) van deze locatie als dekking voor de hogere huurkosten van de centrale CJG-locatie in Sassembourg (ten opzichte van de huidige huurkosten). Wij willen graag de mogelijkheid krijgen te onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn (voor ouders, jeugd en de CJG-medewerkers) van het werken vanuit één locatie voor geheel Teylingen. Dit betekent dat het eerder vastgestelde kader van een CJG-locatie in elke kern anders wordt vormgegeven. 2. 2. Regionaal 2.2.1. CJG en het onderwijs. Met de komst van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 hebben scholen de plicht een passende onderwijsplek aan de jeugdige te bieden. Als scholen dat zelf niet kunnen, moeten ze zorgen dat
p 61 van 121
een kind elders een onderwijsplek krijgt. De huidige regelingen over de toegang tot speciaal onderwijs via indicatiestelling en begeleiding via een rugzakje komen te vervallen. De samenwerkingsverbanden van de scholen (primair en voortgezet onderwijs) worden zelf verantwoordelijk voor de inzet van zorg en bepalen zelf de grondslagen voor plaatsing in het speciaal onderwijs. Onderwijs is het tweede milieu van de jeugd. Het is belangrijk dat thuis en school met elkaar verbonden zijn. Bij problemen op school, kan het zijn dat er ook problemen thuis zijn en andersom. Daarom is het belangrijk dat ondersteuning en onderwijs in die gevallen goed op elkaar aansluiten. Gemeenten, onderwijs en het CJG trekken samen op om de zorg in en om school te verbeteren. Binnen de Regionale Educatie Agenda (REA) zijn afspraken gemaakt om de komende jaren de school en zorg nog dichter bij elkaar te brengen en intensiever samen te werken. De scholen als expert van onderwijs, het CJG als expert op het gebied van zorg. Ouders zijn daarbij eerst verantwoordelijk en bepalen wat er gebeurt. De ZAT-teams binnen de scholen zijn opgeheven: deze overlegvormen waren te weinig productief en ouders werden niet betrokken. Het CJG is altijd al op de school aanwezig geweest in de vorm van de GGD-arts of als school maatschappelijk werker. Deze contacten worden geïntensiveerd: alle scholen leggen direct contact met deze “eigen” CJG-medewerker” waardoor de lijnen kort zijn en direct afspraken gemaakt kunnen worden. Er hoeft niet meer gewacht te worden op een overleg en ouders zijn direct betrokken. Indien noodzakelijk kan de CJG-medewerker binnen het eigen netwerk collega’s erbij halen om zo het gehele systeem rondom het kind te ondersteunen of te adviseren. 2.2.2. CJG in relatie tot de transitie jeugdzorg De gemeenten binnen Holland Rijnland zetten in op het verder ontwikkelen van het CJG. De regio heeft daarom de CJG visie aangescherpt en herzien. De koers voor het CJG is daarmee uitgezet ter verbetering van de kwaliteit en ter voorbereiding op de transitie van de jeugdzorg. De transitie van de gehele jeugdzorg naar gemeenten met ingang van 1 januari 2015 moet een antwoord bieden op verschillende knelpunten die worden ervaren binnen de zorg voor jeugd: bijvoorbeeld de grote instroom in de jeugdzorg, de hoge kosten voor de zware geïndiceerde jeugdzorg, een versnippert aanbod, veel administratieve rompslomp, weinig effectieve zorg en het uitblijven van een integrale aanpak van het gehele systeem rondom een jeugdige. De gemeente wordt gezien als de overheid die het dichts bij de burger staat en die, waar nodig, dwarsverbanden kan leggen. Er komt een nieuwe jeugdwet die deze taken moet regelen. Gemeenten zijn verplicht op regionaal niveau samen te werken, in het bijzonder op het gebied van de jeugdbescherming en jeugdreclassering en de jeugdzorg plus. Ook voor de zeer specialistische vormen van jeugdzorg is regionale samenwerking nodig. Gemeenten in Holland Rijnland werken al jaren samen om de zorg voor jeugd te verbeteren binnen het traject Ketenaanpak jeugd. Hierbij wordt door de 15 gemeenten op ambtelijk en bestuurlijk niveau samengewerkt, waarbij de zorginstellingen nauw betrokken zijn. Het was dan ook niet meer dan logisch om de transitie ook op dit regionale niveau op te pakken. De CJG’s nemen een belangrijke plaats in bij en na de transitie. Ze moeten hun tentakels hebben in gemeenten, wijken, onderwijs, voorschoolse voorzieningen en andere plekken die belangrijk zijn voor ouders en jeugd. Om het CJG te kunnen positioneren binnen deze voorzieningen, gaan de CJG-medewerkers steeds meer outreachend werken op deze genoemde plaatsen. De noodzaak van het werken binnen de eigen kern kan dan losgelaten worden. Het CJG gaat naar de doelgroep toe. De CJG’s zijn opgezet als netwerkorganisaties. Hun taak zal veranderen, omdat de CJG’s ook een rol zullen spelen bij de inzet van meer specialistische zorg en het werken met 1 Gezin 1 Plan. Daarbij willen we de laagdrempeligheid niet verliezen. 2013 is een cruciaal jaar voor de voorbereiding op de transitie jeugd. Eind 2013 moeten regionale kaders vastgelegd zijn, waarna in 2014 deze kaders kunnen worden uitgewerkt om eind 2014 een Beleidskader 2014-2019 vast te kunnen stellen. Regionaal is een werkplan gemaakt om deze voorbereiding vorm te geven. 2.2.3. Regionale agenda samenleving (RAS) Het aanbod binnen de CJG’s wordt momenteel aangevuld met hulp- en dienstverlening op de scholen, bij ouders thuis of in samenwerkingsinitiatieven. De provincie heeft Holland Rijnland altijd gesubsidieerd om deze preventieve jeugdzorg vorm te geven. De regio gebruikte deze subsidie
p 62 van 121
voor het inkopen van bijvoorbeeld maatschappelijk werk op de scholen en de financiering van de Ketenaanpak jeugd. De provincie heeft aangegeven het RAS-budget na 1 januari 2013 niet meer beschikbaar te stellen. Dit betekent dat er een financieel gat ontstaat van € 537.852,-. Bestuurlijk is men in gesprek met de provincie om mogelijkheden te onderzoeken om dit te voorkomen. De vooruitzichten zien er goed uit. Het huidige tekort is teruggebracht naar € 90.585,-. Waarschijnlijk wordt dit gedekt vanuit een positief resultaat 2012. Wel betekent dit voor gemeenten dat zij op de begroting van Holland Rijnland, bij instandhouding van het huidige preventieve aanbod voor ouders en jeugd, vanaf 2014 zelf geld beschikbaar moeten stellen. Teylingen heeft (nog) geen budget voor dit doel vrijgemaakt. Regionaal zal een discussie plaatsvinden over welk gezamenlijk aanbod wij willen behouden na 2013. De verwachting is dat de gemeenten niet de financiële ruimte hebben het huidige aanbod te blijven financieren en dat daarom keuzes in het aanbod gemaakt moeten worden. 2.2.4. Visie, bedrijfsplan en actieplan CJG Met de transitie van de jeugdzorg in het vooruitzicht wordt de gemeente verantwoordelijk voor al het aanbod aan jeugdhulp en daarmee, naast het preventieve aanbod, ook voor de inzet van jeugdhulp in de vorm van gespecialiseerde jeugdzorg, jeugd-LVB en jeugd-GGZ. Hiermee zullen op termijn de taken, de expertise en het netwerk van het CJG uitgebreid worden. Dit betekent dat de positionering van het CJG nog belangrijker wordt. Om de basis van het CJG sterker te maken, is binnen Holland Rijnland een bedrijfsplan opgesteld dat op basis van een herziene en geactualiseerde visie en uitgangspunten en hieruit afgeleide uniforme kwaliteitseisen heeft geleid tot een aantal verbeter- actiepunten. Deze kwaliteitseisen liggen op het vlak van CJG en haar kern- en netwerkpartners, dienstverlening, betrokkenheid van ouders en jeugd, communicatie, registratie, privacy en resultaat. Belangrijke onderwerpen zijn bijvoorbeeld: Versterking en uitbreiding van de coördinatie en baliefunctie Verdergaande samenwerking tussen de kernpartners (GGD, Kwadraad en Bureau Jeugdzorg) Versterken van het werken met 1 gezin 1 plan Intensiveren van de samenwerking met onderwijs, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, huisartsen en het veiligheidshuis etc. Naar buiten treden als één organisatie. Een deel van de aanbevelingen moet lokaal worden ingevuld, een deel regionaal. Ter realisatie van dit bedrijfsplan is een actieplan gemaakt waarin staat wat van elke partij (inclusief de gemeente) de komende jaren wordt verwacht om de CJG’s klaar te maken voor de transitie jeugdzorg en de nieuwe taken die het CJG daarbij krijgt. In 2008 heeft de raad de (oude) regionale visie onderschreven. Het CJG is hiermee aan de slag gegaan. Omdat elke gemeente vanaf 2009 op de eigen manier het CJG lokaal kleur heeft gegeven, verschillen per gemeente de gevolgen van dit bedrijfsplan en actieplan. In het bedrijfsplan worden minimale eisen gesteld waaraan een CJG moet voldoen om klaar te zijn voor de nieuwe taken. Een van de kwaliteitseisen waar Teylingen (nog) niet aan voldoet betreft de ureninzet van de CJGcoördinator. In het bedrijfsplan staat dat hiervoor minimaal 16 uur beschikbaar moet zijn. Teylingen heeft echter een CJG- coördinator voor 8 uur in de week. Dit conflicteert met de gestelde regionale uitgangspunten. Als Teylingen wil voldoen aan de regionaal vastgestelde kwaliteitseisen, met als doel dat het CJG klaar is voor de transitie, moeten de uren van de CJG- coördinator worden uitgebreid. Dit heeft financiële gevolgen. 2.2.5. Virtueel Centrum voor Jeugd en Gezin. Om ouders de mogelijkheid te geven op zoveel mogelijk manieren een vraag te kunnen stellen en advies te vragen, is in 2010, naast het kunnen binnenlopen en een centraal CJG-telefoonnummer, een CJG-website gelanceerd. Elke gemeente heeft zijn eigen virtuele CJG: naast een algemeen landelijke content is er ruimte voor de lokale berichtgeving. Dit vCJG wordt beheerd en van informatie voorzien door de GGD. Omdat de vCJG-s voorzien in een behoefte bij ouders en jeugd, willen de gemeenten regionaal verder met de vCJG’s. Uit een evaluatie zijn enkele aandachtspunten ter verbetering gekomen en daar gaat men de komende jaren mee aan de slag. De eerste twee jaar van het bestaan van de vCJG’s is vooral gewerkt aan de landelijke content en het uiterlijk van de sites. De aanbevelingen richten zich op meer (lokale) informatie en op interactie via bv een forumfunctie.
p 63 van 121
De voortzetting van de Teylingse website ligt ter besluitvorming voor aan het college op 15 januari 2013. 2.2.6. Extra Rijksmiddelen voor de jeugdgezondheidszorg Het Rijk voegt vanaf 2013 structureel € 15 miljoen toe aan de decentralisatie-uitkering CJG. Dit geld is bedoeld voor de invoering van een extra contactmoment Jeugdgezondheidszorg voor “adolescenten” ofwel leerlingen op voortgezet en middelbaar onderwijs ouder dan 14 jaar. De wettelijke contactmomenten met de jeugd worden nu uitgevoerd door het CJG. Deze extra middelen vragen daarmee een aanpassing van het CJG-aanbod. Het contactmoment is gericht op een gezond gewicht (tegengaan van over- en ondergewicht), het bevorderen van seksueel gezond gedrag, de aanpak van sociaal-emotionele problematiek en het bevorderen van weerbaarheid en preventie van middelengebruik (waaronder alcohol). Met dit bedrag moet er voor alle kinderen tussen de 14 en de 16 jaar een aanbod beschikbaar komen. Gemeenten kunnen ervoor kiezen bestaande initiatieven voort te zetten of een nieuwe aanpak te ontwikkelen. Op dit moment werken GGD Nederland, ActiZ en het NCJ aan een landelijk dekkend aanbod vanaf de start van het schooljaar 2013 – 2014. Ook de VNG is hier nauw bij betrokken. Voor Teylingen betreft dit een bedrag van ongeveer 30.000,- euro. Dit bedrag dient gereserveerd te worden en structureel toegevoegd te worden aan het CJG budget. 3. Conclusie In voorliggende notitie is de stand van zaken rondom het CJG in Teylingen beschreven. Het CJG in Teylingen werkt: door ouders worden op allerlei manieren opvoed- en opgroeivragen gesteld. Er zijn met name bedrijfsmatige zaken opgepakt met daarbij een positief resultaat voor de doelgroep. Voor 2013 zijn de enkele aandachtspunten benoemd zoals het verder verhogen van de naamsbekendheid en de bereikbaarheid van het CJG, beter aansluiten bij de vraag van doelgroepen, nog meer outreachend werken (naar de doelgroep toe), de verbinding met het onderwijs verder vormgeven en een groter bereik van de doelgroep 12-23 realiseren. Regionale en landelijke ontwikkelingen spelen een rol die een inhoudelijke en financiële herbezinning van elke gemeente vragen. Een aantal zaken is al duidelijk: de nieuwe taken voor de gemeente, enkele financiële gevolgen en een herbezinning op de eerder geformuleerde visie op het CJG. Het CJG moet met de transitie jeugdzorg per 2015 een nieuwe positie innemen om ouders en jeugd goede jeugdhulp aan te bieden. Regionaal is hiervoor een aangescherpte visie op het CJG geformuleerd waarbij een bedrijfsplan en actieplan horen. Hiermee zijn minimale kwaliteitseisen gesteld waar een CJG aan moet voldoen om een goede basis te hebben voor de toekomstige taken. De kwaliteitseisen en de nieuwe manieren van werken vragen een aanpassing van een gesteld kader in 2009. U heeft toen besloten dat in elke kern een CJG-vestiging moet zijn om zo de zorg aan ouders en jeugd dichtbij te kunnen organiseren. De praktijk laat zien dat CJG-medewerkers de doelgroep binnen de voorzieningen, zoals de school, het kinderdagverblijf of de peuterspeelzaal opzoekt om zo de zorg aan te bieden. Wij willen graag de mogelijkheid krijgen te onderzoeken wat de voor- en nadelen zijn (voor ouders, jeugd en de CJG-medewerkers) van het werken vanuit één locatie voor geheel Teylingen. Dit betekent dat het eerder vastgestelde kader van een CJG-locatie in elke kern anders wordt vormgegeven. Verschillende zaken zijn nog niet helder, deze zullen in de loop aan 2013 aan u voorgelegd worden.
p 64 van 121