Gemeente Harenkarspel Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011
30 juli 2012
Boulevard Heuvelink 104 6828 KT Arnhem Postbus 1174 6801 BD Arnhem
Projectnr. 2632.103/PL
Telefoon Telefax
(026) 3512532 (026) 4458702
E-mail Internet
[email protected] www.companen.nl
Gemeente Harenkarspel Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2011
30 juli 2012
Inhoud 1.
Inleiding 1.1. Tevredenheidonderzoek in HSZ-verband 1.2. Methode van onderzoek 1.3. Responsverantwoording 1.4. Leeftijd respondenten 2. Waar denkt u aan bij de Wmo? 3. Aanvraag en –proces van voorzieningen 3.1. Voor aanvullende hulp richt men zich tot gemeente 3.2. Voorzieningen destijds vooral bij de gemeente aangevraagd 3.3. Voorziening merendeels door ander aangevraagd 3.4. Bekendheid met Wmo-adviesorgaan 3.5. Breed meedenken 3.6. Tevredenheid over procesaspecten 3.7. Gebruik PGB 4. Tevredenheid over kwaliteit voorzieningen 4.1. Tevredenheid over hulp bij het huishouden 4.2. Tevredenheid over WRV-voorziening 5. Dagelijks belemmeringen voor cliënten en het effect van voorzieningen 5.1. Belemmeringen in het dagelijks leven 5.2. Vergeetachtigheid: wat vroeg u ook alweer? 5.3. Het effect van voorzieningen 6. Vrijwilligers en mantelzorg 7. Samenvatting en aanbevelingen Bijlage: Benchmark gemeenten en regio
1 1 1 1 2 3 4 4 5 6 6 7 8 10 11 11 14 18 18 19 20 21 24 28
1. Inleiding De Wmo verplicht elke gemeente om jaarlijks een tevredenheidonderzoek te verrichten onder de cliënten van Wmo-voorzieningen. Hierin wordt de tevredenheid gemeten over de kwaliteit van voorzieningen, de aanvraagprocedures en het effect van de voorzieningen. Ook andere aspecten die relevant zijn voor het welbevinden van Wmodoelgroepen, kunnen hierin een plek krijgen.
1.1.
Tevredenheidonderzoek in HSZ-verband
Het Wmo-tevredenheidonderzoek is dit jaar in subregionaal verband uitgevoerd voor de regio Harenkarspel, Schagen en Zijpe (HSZ). In dit rapport over de gemeente Harenkarspel kan daarom bij elk onderdeel de vergelijking worden gemaakt met het gemiddelde in de regio HSZ. In de bijlage zijn alle resultaten van de drie gemeenten afzonderlijk en het regiototaal opgenomen. Te weinig ‘afwijzingsbeschikkingen’ voor betrouwbare uitspraken Het onderzoek was ook beoogd om de tevredenheid te meten van mensen die een afwijzingsbeschikking hebben ontvangen. Het aantal cliënten met een formele afwijzingsbeschikking was echter dermate laag (in de hele regio slechts 26) dat het niet mogelijk was hier een substantiële respons in te behalen. Daarom doet dit rapport geen uitspraken over mensen met een afwijzing.
1.2.
Methode van onderzoek
Om de tevredenheid van de Wmo-cliënten in beeld te krijgen, is gekozen voor een telefonische enquête. Het veldwerk is uitgevoerd in de weken 23 en 24 van het jaar 2012. In overleg met de drie gemeenten is de vragenlijst opgesteld. Deze is afgenomen met behulp van ons CATI-systeem (Computer Assisted Telephone Interviewing), waardoor middels routeringen de juiste vragen per doelgroep zijn gesteld. In de rapportage maken we onderscheid tussen hulp bij het huishouden (HH) en de WRV-voorzieningen (voormalige Wvg-voorzieningen). Deze bestaan uit woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen, vervoermiddelen (onder andere scootmobiels) en rolstoelen.
1.3.
Responsverantwoording
In de drie gemeenten zijn in totaal 252 cliënten bevraagd over de kwaliteit van de Wmovoorzieningen; in de onderstaande tabel zijn de behaalde aantallen per gemeente weergegeven. Op basis van deze aantallen kunnen we representatieve uitspraken doen over de totale Wmo-cliëntengroep per gemeente en voor de regio in z’n totaliteit. Bijna alle cliënten die wij benaderen, zijn bereid mee te werken aan het onderzoek. De gemeentelijke aankondigingsbrief, het gegeven dat het hun eigen voorziening betreft en de aard van de doelgroep, garanderen een bijna maximale respons.
-1-
Deze representativiteit is gebaseerd op een betrouwbaarheidspercentage van 95% en een nauwkeurigheidsmarge van 10%. Dit zijn in onderzoeken gebruikelijke en methodisch verantwoorde percentages. Uitspraken over de afzonderlijke typen voorzieningen zijn indicatief van aard. Respondenten die meer dan één Wmo-voorziening hebben, zijn over alle door hen gebruikte voorzieningen bevraagd. Iedere voorziening had een eigen deelvragenlijst binnen de totale vragenlijst. In de onderstaande tabel is het aantal afgenomen deelvragenlijsten weergegeven.
WRVvoorziening
Woonvoorziening
Vervoervoorziening
Vervoermiddel
Rolstoel
Harenkarspel
69
132
30
102
29
27
24
22
Schagen
93
157
59
98
34
20
26
18
Zijpe
90
148
58
90
22
26
20
22
252
437
147
290
85
73
70
62
Totaal HSZ
Totaal aantal voorzieningen
Hulp bij het huishouden
Aantal cliënten
Tabel 1.1: Respons per deelvoorziening
Voorbeeld: in de gemeente Harenkarspel hebben we bij 69 Wmo-cliënten een vragenlijst afgenomen. In totaal hebben zij 142 Wmo-voorzieningen. Van die 142 voorzieningen betreft het 30 keer hulp bij het huishouden en 112 keer een WRV-voorziening.
1.4.
Leeftijd respondenten
Om een beeld te krijgen van de Wmo-cliënten hebben we respondenten gevraagd naar hun leeftijd. Tabel 1.2: Leeftijdopbouw respondenten % Leeftijd
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio HSZ totaal
0-54 jaar
26%
9%
17%
16%
55-64 jaar
12%
16%
16%
15%
65-74 jaar
23%
20%
19%
21%
75-84 jaar
25%
40%
38%
35%
85+ jaar
14%
15%
11%
13%
Totaal
100%
100%
100%
100%
In de tabel is de verdeling van de Wmo-cliënten naar leeftijd in de regio HSZ te zien. De grootste groep cliënten is tussen de 75 en 84 jaar. De Wmo-cliënten in Harenkarspel zijn relatief jong vergeleken met Zijpe en vooral Schagen; Harenkarspel telt relatief veel cliënten onder de 55 jaar.
-2-
2. Waar denkt u aan bij de Wmo? We hebben respondenten gevraagd waar zij aan denken bij het begrip Wmo. Cliënten hebben deze vraag spontaan beantwoord en hun antwoorden zijn gerubriceerd in één of meer van de volgende categorieën: Tabel 2.1: Waar denkt u aan bij de Wmo? Waar denkt u aan bij Wmo? Wat is voor u belangrijk?
Absoluut
Meedenken met mijn situatie, met mijn behoefte aan ondersteuning Meedenken over mogelijkheden om mijn eigen sociale netwerk beter te ‘benutten’ (voor hulp, ondersteuning, gezelligheid, etc.) Hulp bij het huishouden Woningaanpassing
Relatief 7
10%
0
0%
16
23%
7
10%
Vervoervoorzieningen
14
20%
Rolstoelen/scootmobiel
13
19%
Anders (vooral: “Nou ja, dat je hulp kunt krijgen…”)
17
25%
Weet niet / geen mening
13
19%
Totaal aantal respondenten
69
Veel respondenten denken bij Wmo aan de (individuele) Wmo-voorzieningen die zij zelf hebben (gehad), zoals hun huishoudelijke hulp, aanpassingen van bijvoorbeeld toilet of badkamer, vervoersbudget, regiotaxi of rolstoel en/of scootmobiel. • Ook associeert een aantal mensen de Wmo met het ‘meedenken met mijn situatie, met mijn behoefte aan ondersteuning’. • De categorie ‘anders’ is voornamelijk gevuld met mensen die in allerlei vormen aan ondersteuning en zorg voor hulpbehoevenden denken; de Wmo is immers de wet / regeling waarop je een beroep doet als je hulp nodig hebt. Hoe, wat en wanneer dan precies weten ze veelal niet, maar er is wel een besef dat de Wmo er is voor individuele ondersteuning. De link met collectieve voorzieningen wordt nauwelijks gelegd. Toch zien we dat het beeld van de meeste cliënten over de Wmo zich beperkt zich tot de individuele voorzieningen van de Wmo. Op zich is dit heel logisch, aangezien de onderzoeksdoelgroep voor dit onderzoek louter gebruikers/cliënten van individuele Wmovoorzieningen zijn. Begrijpelijk dat hun eerste associatie hun voorziening betreft!
•
Benchmark met Regio HSZ In tabel 2.2. zijn de antwoorden van cliënten in Harenkarspel afgezet tegen het gemiddelde in de regio HSZ. We zien de verschillen in de verdeling van voorzieningen: in Harenkarspel hebben cliënten namelijk relatief veel WRV voorzieningen en weinig huishoudelijke hulp. Verder zijn er weinig verschillen waar te nemen. Tabel 2.2: Waar denkt u aan bij Wmo? Vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Waar denkt u aan bij Wmo? Wat is voor u belangrijk? Meedenken met mijn situatie, met mijn behoefte aan ondersteuning Meedenken over mogelijkheden om mijn eigen sociale netwerk beter te ‘benutten’ (voor hulp, ondersteuning, gezelligheid, etc.) Hulp bij het huishouden
Harenkarspel 10%
Regio HSZ 11%
0%
1%
23%
34%
Woningaanpassing
10%
13%
Vervoervoorzieningen
20%
15%
Rolstoelen/scootmobiel
19%
15%
Anders
25%
23%
Weet niet / geen mening
19%
16%
69
252
Totaal aantal respondenten
-3-
3. Aanvraag en –proces van voorzieningen In dit hoofdstuk bespreken we de ervaring van Wmo-cliënten omtrent hun aanvraag van de voorziening in de gemeente Harenkarspel. We vragen cliënten welke organisaties of personen zij aanspreken voor ondersteuning, wie de voorziening heeft aangevraagd (zijzelf of een ander), of ze gebruik maken van en tevreden zijn over het PGB, en in welke mate ze (on)tevreden zijn over verscheidene procesaspecten.
3.1.
Voor aanvullende hulp richt men zich tot gemeente
Tot wie richten Wmo-cliënten zich in eerste instantie als zij (nieuwe) hulp nodig hebben? Figuur 3.1: Indien u nu zou merken dat u aanvullende of nieuwe hulp nodig heeft, tot wie zou u zich dan in eerste instantie richten voor informatie en advies?
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Gemeente
Andere organisatie
Individuen (particulieren)
Weet niet / geen antwoord
Cliënten zouden zich vooral tot de gemeente richten wanneer zij hulp nodig hebben. Kennelijk is de gemeente daarvoor dan toch de eerste en meest logische organisatie. Een ruime helft (58%) zegt in eerste instantie bij de gemeente aan te kloppen, het betreft zowel het gemeentehuis als het en Wmo-loket. Slechts 14% richt zich tot andere organisaties (’Evean’, ‘Midgart’, het ziekenhuis of het zorgcentrum waar men woont). 7% wendt zich tot individuele hulpverleners of mensen uit de eigen omgeving (ergotherapeut, huisarts, maatschappelijk werker of kinderen). Benchmark met Regio HSZ Cliënten in Harenkarspel geven minder vaak aan in eerste instantie naar de gemeente te gaan dan gemiddeld in de regio HSZ. Waarschijnlijk daarmee samenhangend, is het aandeel ‘weet niet’ in Harenkarspel beduidend groter dan in de rest van regio HSZ. Tabel 3.1: Tot wie zou u zich richten? Vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Harenkarspel
Regio HSZ
Gemeente
58%
68%
Andere organisatie
13%
12%
Mensen (particulieren) Weet niet
-4-
9%
7%
20%
13%
3.2.
Voorzieningen destijds vooral bij de gemeente aangevraagd
In de onderstaande grafieken hebben we op gemeentelijk niveau weergegeven tot welke organisatie men zich destijds in eerste instantie heeft gericht om te komen tot de Wmovoorziening die men nu heeft. Figuur 3.2: Tot welke organisatie heeft u zich destijds in eerste instantie gericht om te komen tot de Wmovoorziening, die u nu heeft?
12% Gemeente 13% 41%
Wmo-loket van de gemeente Zorgleverancier
3% Anders Weet niet / geen antwoord 31%
• Cliënten vroegen de voorziening voornamelijk aan bij de gemeente. In totaal noemt 41% spontaan de gemeente en 31% spontaan het Wmo-loket. • Onder ‘anders’ wordt vaak genoemd dat de voorziening geregeld is door het revalidatiecentrum of het ziekenhuis. Ook worden de organisaties ‘Welzijn Ouderen’ en ‘Evean’ genoemd.
Benchmark met regio HSZ Blijkens tabel 3.2. hebben cliënten in Harenkarspel zich voor hun huidige voorziening relatief minder vaak gericht tot de gemeente dan gemiddeld in de regio HSZ (respectievelijk 41% en 48%). Tabel 3.2: Waar aangevraagd? Vergelijking Harenkarspel en regio HSZ %
Harenkarspel
Regio HSZ
Gemeente
41%
48%
Wmo-loket
31%
31%
3%
2%
Anders
13%
10%
Weet niet / geen antwoord
12%
9%
Zorgleverancier
-5-
3.3.
Voorziening merendeels door ander aangevraagd
Vragen cliënten zelf hun voorzienig aan, of zijn daarbij vaak anderen (vrienden, familie) betrokken? In Harenkarspel geeft 42% van de cliënten aan zelf de voorziening te hebben aangevraagd, 58% zegt dat een ander dat gedaan heeft. Van die 58% betrof dat bij tweederde van de gevallen een familielid, een kennis of een ander persoonlijk contact, en bij één derde de huisarts, het ziekenhuis of een ander zakelijk contact. Benchmark met regio HSZ In Harenkarspel wordt vaker dan gemiddeld in de regio HSZ de voorziening door een ander aangevraagd dan door de cliënt zelf. Die ander is in Harenkarspel ook vaker dan gemiddeld in de regio een persoonlijk contact. Tabel 3.3: Wie aangevraagd, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ %
Harenkarspel
Regio HSZ
Zelf aangevraagd
42%
48%
Ander aangevraagd:
58%
52%
Persoonlijk contact
67%
59%
Zakelijk contact 33% afwijking naar beneden (≥5%) t.o.v. regio HSZ afwijking naar boven (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die op deze vraag geen antwoord hebben gegeven, zijn ‘weggemiddeld’.
3.4.
41%
Bekendheid met Wmo-adviesorgaan
In Harenkarspel is men redelijk bekend met het Wmo-adviesorgaan: 42% van de cliënten heeft wel eens van het adviesorgaan gehoord, 58% niet. Benchmark met regio HSZ Men heeft in Harenkarspel significant vaker van het adviesorgaan gehoord dan gemiddeld in de regio. Tabel 3.4: Bekend met Wmo-adviesorgaan?, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Bekent met Wmo-adviesorgaan
Harenkarspel
Regio HSZ
Ja
42%
35%
Nee
58%
63%
Weet niet 3% 0% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die op deze vraag geen antwoord hebben gegeven, zijn ‘weggemiddeld’.
-6-
3.5.
Breed meedenken
We hebben cliënten gevraagd of degene van de gemeente die de cliënt begeleidde bij de aanvraag, ook breed heeft gekeken naar de situatie van de cliënt en heeft gezocht naar andere noodzakelijke en beschikbare mogelijkheden voor ondersteuning. Hierop antwoordde men heel divers. Figuur 3.3: is er breed gekeken naar uw situatie?
Figuur 3.3 laat zien dat grofweg de helft van alle cliënten aangeeft dat er wel breed is meegedacht met hun situatie (47%) en de andere helft geeft aan van niet (51%). Slechts 51% 2% geeft aan dat er enigszins is meegedacht. Als toelichting geeft de eerste groep vaak aan dat er iemand langs is geweest die gekeken heeft naar de situatie en geholpen heeft om 2% eventuele andere noodzakelijk voorzieningen Ja Enigszins te regelen. De tweede groep geeft vaak aan dat er niemand langs is geweest of dat de gemeente zich louter beperkt heeft tot de aangevraagde voorziening.
47%
Nee
Score ‘niet breed meegedacht’ kent diverse achtergronden Houd er bij de interpretatie van de gegevens rekening mee dat het niet ervaren van ‘breed meedenken’ een aantal verschillende achtergronden kent: • het gesprek is met de dochter of partner van de cliënt gevoerd; soms zit de cliënt daar nog wel bij, maar gaat het gesprek toch grotendeels langs de cliënt heen (minder alert, beginnend dementerend, zeer vermoeid, doof, etc.); • soms herinnert de cliënt zich nog maar weinig van het gesprek en is de beleving van in hoeverre er is meegedacht,simpelweg verdwenen; • er is geen gesprek geweest omdat het een voorziening betrof die geregeld werd, terwijl de cliënt nog in het ziekenhuis lag (bijvoorbeeld heup gebroken). Daarom is het ook zeker niet zo dat de groep die geen ‘breed meedenken’ heeft ervaren, daarover per definitie ontevreden is. De enkeling die daarover wel ontevreden is, is veelal de meer mondige en jongere gehandicapte. Breed meedenken neemt toe Enigszins voorzichtig laat zich binnen deze ‘fifty-fifty-verdeling’ toch een trend waarnemen: cliënten die hun voorziening(en) recenter hebben aangevraagd, hebben vaker het gevoel dat er breed is meegedacht over mogelijkheden voor ondersteuning. Tabel 3.5: Breed meegedacht over uw situatie, Harenkarspel Breed meegedacht
Ja
Enigszins
Nee
2008 of eerder
5
0
12
2009
1
0
0
2010
2
0
1
2011
9
0
6
Benchmark regio HSZ In Harenkarspel hebben cliënten iets minder vaak het gevoel dat er breed meegedacht is dan gemiddeld in de regio. Wel kunnen we constateren dat cliënten die hun aanvraag in -7-
2010 of 2011 deden (zowel in Harenkarspel als in de regio totaal), vaker ‘breed meedenken’ ervaren dan cliënten die hun aanvraag daarvoor deden. Tabel 3.6: Breed meegedacht over uw situatie, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Breed meegedacht
Harenkarspel
Regio HSZ
47%
56%
2%
3%
Ja Enigszins
Nee 41% 51% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die op deze vraag geen antwoord geven of het niet weten, zijn ‘weggemiddeld’.
3.6.
Tevredenheid over procesaspecten
De cliënten is gevraagd naar hun tevredenheid over procesaspecten tijdens aanvraag en afhandeling van de voorziening. Het gaat om aspecten als verloop van procedures, contacten met de gemeente en informatievoorziening. Tevredenheid procesaspecten groot in de gemeente Harenkarspel Onderstaande figuur geeft per aspect het aandeel (zeer) tevreden, neutrale en (zeer) ontevreden cliënten weer. Figuur 3.4: Tevredenheid procedures, contact en informatievoorziening Wachttijd tussen goedkeuring en levering Wachttijd tussen aanvraag en goedkeuring Deskundigheid medewerker bij kiezen Bejegening medewerker gemeente
Informatie afhandeling
0%
10%
20%
Zeer tevreden
30%
40%
Tevreden
50% Neutraal
60%
70%
Ontevreden
80%
90%
100%
Zeer ontevreden
• Wmo-cliënten in Harenkarspel zijn over het algemeen tevreden over de verschillende procesaspecten. Het meest tevreden is men over de informatie met betrekking tot de afhandeling van de aanvraag. Ook is men erg tevreden over het contact met de gemeente. • Het minst tevreden zijn cliënten over de tijd tussen aanvraag en goedkeuring, hier is 18% ontevreden over (het duurt te lang). Ook is 6% ontevreden over de tijd tussen goedkeuring en levering waarvan de helft zelfs zeer ontevreden (idem.).
-8-
Figuur 3.5: Uitleg over bezwaar WRV HH 0%
20% Tevreden
40%
60% Geen uitleg
80%
100%
Weet niet
We hebben mensen ook gevraagd wat zij vinden van de uitleg over de mogelijkheden om bezwaar in te dienen. Een grote groep cliënten weet niet (meer) of ze daarover uitleg hebben gehad. Op zich is dat niet vreemd: veel cliënten hebben dit waarschijnlijk niet onthouden, omdat ze in veel gevallen gewoon tevreden zijn omdat ze een voorziening hebben gekregen. Dus ‘bezwaar maken’ is dan helemaal niet aan de orde; pas als je een afwijzing krijgt, is dat mogelijk interessant. Dus dan houd je informatie daarover ook niet vast... Alleen onder de cliënten van WRV-voorzieningen zijn er mensen die expliciet aangeven geen uitleg te hebben gehad. De cliënten die wel zeggen uitleg te hebben gehad, zijn hierover allemaal tevreden. Benchmark met regio HSZ Op de meeste onderdelen scoort Harenkarspel conform het regiogemiddelde. Alleen over de wachttijd tussen aanvraag en goedkeuring is men in Harenkarspel beduidend minder tevreden dan gemiddeld in de regio.
Tabel 3.7: Tevredenheid procesaspecten, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ % Tevreden
Harenkarspel
Regio HSZ
Wachttijd tussen goedkeuring en levering
94%
96%
Wachttijd tussen aanvraag en goedkeuring
81%
90%
Deskundigheid medewerker
97%
97%
Bejegening door medewerker gemeente
97%
97%
100%
97%
Informatie afhandeling aanvraag
Tevreden over uitleg over bezwaar (indien gekregen) 100% 100% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
-9-
3.7.
PGB
In de volgende grafieken hebben we op gemeentelijk niveau weergegeven hoeveel men gebruik maakt van een PGB. Er is een onderscheid gemaakt tussen hulp bij het huishouden en WRV-voorzieningen. Figuur 3.6: Gebruik PGB en vooraf informatie PGB in Harenkarspel Gebruik PGB
Vooraf informatie
100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
20%
20%
0%
0% Ja
Nee HH
Ja
Weet niet
Nee HH
WRV
Weet niet
WRV
Voor zowel huishoudelijke hulp als WRV-voorzieningen wordt in 7% van de gevallen gebruik gemaakt van een PGB. De 7 cliënten die in Harenkarspel gebruik maken van een PGB (2 voor een HH-voorziening, 5 voor een WRV-voorziening) zijn in alle gevallen (zeer) tevreden over de mogelijkheden van hun PGB. Opvallend is dat slechts 8% van de cliënten aangeeft vooraf informatie te hebben ontvangen over het PGB. Harenkarspel geeft aan dat in beginsel elke cliënt wordt geïnformeerd over het PGB, maar daarbij wordt niet actief bevorderd dat een cliënt ook daadwerkelijk zou kiezen voor een PGB. Mogelijk dat daardoor veel cliënten dit onderdeel van het gesprek niet goed onthouden.
Benchmark regio HSZ Het gemiddelde percentage PGB-gebruik voor de regio HSZ ligt een fractie lager dan in Harenkarspel (5% van de cliënten HSZ hebben een PGB tegenover 7% Harenkarspel), maar dat valt binnen de statistische marges en is derhalve niet significant. Wat opvalt, is dat het aandeel cliënten dat aangeeft vooraf informatie te hebben gekregen over de mogelijkheid van een PGB, in de regio significant hoger ligt dan in Harenkarspel (respectievelijk 22% en 8%).
- 10 -
4. Tevredenheid over kwaliteit voorzieningen Uiteraard willen we ook weten of cliënten tevreden zijn over de voorziening zelf. Hoe beoordeelt men de kwaliteit van de geleverde hulp of voorziening? We hebben de tevredenheid over de voorziening in deze paragraaf gesplitst in de tevredenheid over de Hulp bij het huishouden en de WRV-voorzieningen.
4.1.
Tevredenheid over hulp bij het huishouden
We hebben cliënten met hulp bij het huishouden gevraagd welke organisatie de hulp uitvoert, of ze het aantal uren hulp krijgen dat is toegewezen en of ze tevreden zijn met het contact met de hulp en de kwaliteit van het schoonmaken. Figuur 4.1: Uitvoerende organisatie hulp bij het huishouden, Harenkarspel
4
Evean
13
Samen
Weet niet
12
Ten eerste hebben we cliënten gevraagd welke organisatie de hulp bij het huishouden uitvoert. In slechts 1 geval (van de 30) betreft dat een persoonlijk contact. De andere gevallen betreffen professionele organisaties. De onderverdeling tussen deze organisaties is in figuur 2.5 weergegeven. ‘Samen’ en ‘Evean’ voeren beiden circa de helft van de HH uit. Figuur 4.2: Tevredenheid Hulp bij het huishouden, Harenkarspel
Contact met de hulp Kwaliteit van het schoonmaken 0% Zeer tevreden
20% Tevreden
40% Neutraal
60% Ontevreden
80%
100%
Zeer ontevreden
Bovenstaande figuur geeft op gemeenteniveau de tevredenheid weer van de cliënten over de kwaliteit van de Hulp bij het huishouden. - 11 -
• Cliënten zijn zeer te spreken over zowel het contact met de hulp bij het schoonmaken als de kwaliteit van het schoonmaken. • In beiden gevallen is 33% zeer tevreden, 60% tevreden, 3% neutraal en 3% ontevreden. Tevredenheid per aanbieder Als we de scores verdelen over de grootste aanbieders, zien we de volgende verdeling:
Evean
Samen
Figuur 4.3: Tevredenheid procesaspecten per aanbieder, Harenkarspel
Contact met hulp Kwaliteit schoonmaken Contact met hulp Kwaliteit schoonmaken 0%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90%
Zeer tevreden
Tevreden
Neutraal
Ontevreden
100 %
Zeer ontevreden
Evean scoort 100% tevredenheid, waar samen op beide onderdelen ruim 90% tevredenheid scoort. Evean lijkt iets beter te presteren dan Samen. Figuur 4.4: Krijgt u het aantal uren dat is toegewezen? Harenkarspel
13%
Cliënten geven in 87% van de gevallen aan dat zij daadwerkelijk het aantal uren hulp krijgen dat hen is toegewezen. 13% ervaart dat zij te weinig uren krijgt. Die 13% zit voor ca. 1/3 deel bij Evean en voor ca. 2/3 deel bij Samen. Ook op dit onderdeel lijkt Evean dus iets beter te presteren dan Samen.
87% Ja
Nee, te weinig
Benchmark met Regio HSZ Het is opvallend dat het percentage cliënten dat aangeeft het aantal uren te krijgen dan hen is toegewezen, in Harenkarspel significant lager is dan in de regio HSZ in totaal. Wel is het percentage cliënten dat tevreden is over de kwaliteit van het schoonmaken in Harenkarspel iets hoger dan het gemiddelde in de regio, maar dit verschil is niet significant.
- 12 -
In Harenkarspel hebben ‘Samen’ en ‘Evean’ een relatief groot aandeel vergeleken met de regio in totaal. ‘Omring’ is in de regio een belangrijke aanbieder van hulp bij het huishouden, maar is niet actief in Harenkarspel. Tabel 4.1: Tevredenheid Hulp bij het huishouden, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Harenkarspel
Regio HSZ
Kwaliteit van het schoonmaken
97%
94%
Het contact met de hulp bij het huishouden
97%
97%
Krijgt u het aantal uren dat is toegewezen? 95% 87% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’. Tabel 4.2: Uitvoerende organisatie, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Uitvoerende organisatie hulp Harenkarspel
HSZ totaal
Omring
0
55
Evean
13
39
Samen
0
34
Anders
0
1
Weet niet
4
11
29
140
Totaal
Wisselen van hulp In veel Wmo-metingen in Nederland klinkt het geluid door, dat er nog al eens gewisseld zou worden van hulp. Hiermee wordt enerzijds bedoeld dat de vaste hulp vaak zou wegvallen, en anderzijds dat er dan ook steeds weer andere personen (‘gezichten’) ter vervanging zouden worden gestuurd. Ook kan het zijn dat er bij ziekte of vakantie geen vervanging geregeld is. Figuur 4.4. toont de mening van cliënten over deze 3 aspecten. Figuur 4.5: Wisselen van hulp, Harenkarspel 100% 80% 60% 40% 20% 0% Ja
Nee
Vervanging
Vaak gewisseld
Niet vaak gewisseld
Vaak gewisseld
Nieuwe gezichten
Altijd dezelfde vervangers
Nieuwe gezichten
• Tweederde van de cliënten geeft aan dat er bij ziekte of vakantie eigenlijk altijd voor vervanging wordt gezorgd; éénderde geeft echter aan dat dit niet gebeurt. Dat is nog best een fors aandeel. Van deze groep vindt overigens slechts ongeveer de helft dat erg; de andere helft kiest er namelijk zelf voor om geen vervanging te krijgen. Reden: “Dan moet ik iemand weer helemaal inwerken, en dat voor die paar weken, daar heb ik geen zin in.” Of: “Weer een vreemde over de vloer, ik moet er niet aan denken.” • Niet veel cliënten hebben last van regelmatige wisseling van hulp (buiten vakantie en ziekte om). Slechts 10% geeft aan regelmatig met wisselingen te maken te hebben.
- 13 -
• Deze 10% (totaal 3 respondenten) geeft aan dat het telkens om andere vervangers gaat (nieuwe gezichten); 2 van de 3 ervaren deze wisselingen als vervelend. • Cliënten die niet ervaren dat er vaak van hulp gewisseld wordt, geven in 85% van de gevallen aan dat ze het wel vervelend zouden vinden als dit wel gebeurde. 15% geeft aan hier neutraal tegenover te staan. Benchmark met regio HSZ In Harenkarspel geven cliënten significant vaker aan dat er niet altijd voor vervanging wordt gezorgd. Ook het percentage cliënten dat aangeeft dat het bij wisselingen altijd om nieuwe gezichten gaat, is in Harenkarspel groter dan gemiddeld in de regio, maar het betreft hier slechts 3 respondenten dus moeten deze resultaten voorzichtig geïnterpreteerd worden. Tabel 4.3: Wisselen van hulp, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Harenkarspel
Regio HSZ
Altijd vervanging? Nee
29%
21%
Vaak gewisseld? Ja
10%
13%
100%
89%
67%
69%
Nieuwe gezichten? Ja (Let op: N=3) Vaak gewisseld: is wisselen vervelend? Ja
Niet vaak gewisseld: zou wisselen vervelend zijn? Ja 89% 85% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
4.2.
Tevredenheid over WRV-voorziening
Ook zijn cliënten bevraagd naar hun tevredenheid over de voorziening zelf. In deze paragraaf betreft het de woonvoorzieningen, vervoervoorzieningen, vervoermiddelen (bijv. scootmobielen of aangepaste fietsen) en rolstoelen. Oftewel de zogenoemde WRVvoorzieningen (Woonvoorziening, Rolstoel, Vervoervoorziening). Figuur 4.6: Tevredenheid WRV-voorziening, Harenkarspel
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Woonvoorziening Vervoervoorziening Vervoersmiddel Rolstoel Zeer tevreden
Tevreden
Neutraal
Ontevreden
Zeer ontevreden
• Wat opvalt, is dat de waardering over de WRV-voorzieningen over het algemeen iets lager ligt dan de waardering over de hulp bij het huishouden. • Alle cliënten met een woonvoorziening zijn (zeer) tevreden. Dit is overigens een landelijke trend. • 96% is tevreden over zijn of haar vervoervoorziening (vervoersbudget en/of taxi gebruik of declaratie basis). • Vervoermiddelen en rolstoelen scoren minder goed; over beide is ongeveer driekwart tevreden en circa 20% (zeer) ontevreden. - 14 -
o
o
Genoemde redenen voor onvrede over het vervoermiddel: de scootmobiel mankeert vaak wat, de accu is te snel leeg, de scootmobiel trekt te snel op of doet pijn om in te zitten. Genoemde redenen voor onvrede over de rolstoel: de rolstoel zit niet lekker, is niet gebruiksvriendelijk, past niet in de auto, er zijn vaak wielen kapot (waardoor de rolstoel omvalt).
Benchmark met regio HSZ Er is weinig verschil tussen Harenkarspel en de regio HSZ in totaal betreffende de tevredenheid over WRV-voorzieningen. Het lijkt erop dat men in Harenkarspel misschien iets vaker tevreden is over de woonvoorziening dan gemiddeld in de regio en iets minder vaak over de rolstoel. Dit zijn echter geen significante verschillen. Tabel 4.4: Tevredenheid WRV-voorzieningen, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Harenkarspel
Regio HSZ
100%
96%
Vervoervoorzieningen
93%
91%
Vervoermiddelen
78%
80%
Woonvoorzieningen
Rolstoelen 85% 81% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
Leveranciers woonvoorzieningen In Harenkarspel geven de meeste cliënten aan, dat hun woonvoorziening door een aannemer is geplaatst. Maar bijna de helft van de cliënten weet niet wie hun voorziening heeft geleverd / geplaatst. Benchmark met regio HSZ Woonvoorzieningen zijn in Harenkarspel relatief vaak door aannemers geplaatst. Uiteraard is er regiobreed meer diversiteit in bedrijven die woonvoorzieningen plaatsen. Tabel 4.5: Leverancier woonvoorzieningen, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Leverancier woonvoorziening Harenkarspel Aannemer
Regio HSZ
28%
20%
Woningcorporatie
7%
10%
Handicare
0%
10%
Otto ooms (trapliften)
7%
4%
Thijssen
7%
4%
HMC
0%
2%
Welzorg
0%
2%
Anders
6%
12%
45%
37%
29
84
Weet niet Totaal aantal voorzieningen
Verdeling vervoervoorzieningen De meeste cliënten hebben een vervoersbudget of vergoeding in de vervoerskosten. Een aantal cliënten maakt gebruik van taxi’s op declaratie basis. Verder maken sommige cliënten gebruik van georganiseerd vervoer (bijvoorbeeld busje naar dagverblijf) en één cliënt geeft aan een autoaanpassing te hebben (stuurbekrachtiging).
- 15 -
De gebruikers van een vervoersbudget hebben we gevraagd welk vervoer zij gebruiken met behulp van hun budget. Genoemd werden: de eigen auto (12x), vervoer door vrienden/kennissen/familie (6x), een taxibedrijf, meestal ‘taxibedrijf 3000’ (3x). Het ‘gele boekje’ bevat informatie omtrent aanbieders van vervoer (zoals taxibedrijven), inclusief tarieven. Mensen kunnen dit gebruiken om zelf hun beste / goedkoopste methode van reizen uit te kiezen. Het blijkt dat 30% van de cliënten met een vervoervoorziening bekend is met het ‘ gele boekje’, 70% is er niet bekend mee, ondanks het feit dat Harenkarspel het meestuurt met de beschikking. Benchmark met regio HSZ De verdeling van vervoervoorzieningen In Harenkarspel is vergelijkbaar met de verdeling in de regio HSZ totaal. Wel wordt in Harenkarspel relatief vaak de eigen auto gebruikt in geval van een vervoersbudget. In Harenkarspel zijn meer mensen bekend met het gele boekje dan gemiddeld in de regio. Tabel 4.6: Vervoervoorzieningen, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Vervoervoorziening
Harenkarspel Regio HSZ 63% 63%
Vervoersbudget/tegemoetkoming in de vervoerskosten Op declaratiebasis taxi's gebruiken
19%
23%
Anders
22%
15%
Weet niet / geen antwoord
4%
4%
Totaal aantal respondenten
27
73
Servicedienst vervoermiddel en rolstoel Voor cliënten met een vervoermiddel (o.a. scootmobiel) of een rolstoel zijn er servicediensten beschikbaar voor reparaties. We hebben cliënten gevraagd of zij gebruik maken van de servicedienst en hoe tevreden ze daarover zijn. Van de servicedienst voor vervoermiddelen maakt 79% (17 respondenten) van de cliënten gebruik, van de servicedienst voor rolstoelen 67% (13 respondenten). Figuur 4.7: Tevredenheid servicedienst vervoermiddelen/rolstoelen, Harenkarspel
Servicedienst vervoermiddelen Servicedienst rolstoelen 0%
20%
Zeer tevreden
40%
Tevreden
Neutraal
60% Ontevreden
80%
100%
Zeer ontevreden
De tevredenheid over de servicediensten is matig. Over de servicedienst voor de vervoermiddelen is nog 71% (zeer) tevreden, maar over de rolstoelen slechts 46%. Belangrijkste reden voor onvrede bij beide groepen zijn de lange wachttijd voor reparaties. Cliënten met een rolstoel geven ook nog aan dat de kwaliteit van de reparatie vaak te wensen overlaat. Eén cliënt geeft aan dat de servicedienst niet erg klantvriendelijk is.
- 16 -
Benchmark met regio HSZ Tabel 4.7 geeft de tevredenheid over de servicedienst voor vervoermiddelen en rolstoelen weer voor Harenkarspel en de regio HSZ totaal. Het valt op dat de tevredenheid over de servicedienst voor de rolstoel echt beduidend lager is in Harenkarspel dan in de regio totaal. Overigens is ook dat regionale gemiddelde een lage score, als we die vergelijken met de scores van veel andere Nederlandse gemeenten.
Tabel 4.7: Tevredenheid servicedienst, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Tevredenheid Servicedienst vervoermiddelen
Harenkarspel
Regio HSZ
80%
81%
Servicedienst rolstoelen 75% 55% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
- 17 -
5. Dagelijks belemmeringen voor cliënten en het effect van voorzieningen Om een beeld te krijgen van de situatie en behoeften van Wmo-cliënten, hebben we hen gevraagd welke belemmeringen zij ervaren in het dagelijks leven en of zij wel eens last hebben van vergeetachtigheid.
5.1.
Belemmeringen in het dagelijks leven
We hebben cliënten gevraagd of ze in het dagelijks leven belemmeringen ervaren die niet direct te maken hebben met de beperking, waarvoor zij hun Wmo-voorziening(en) krijgen. Respondenten hebben spontaan geantwoord en deze antwoorden zijn gerubriceerd in één of meer van de volgende categorieën: eenzaamheid, afname van mobiliteit en afname van (gevoel van) sociale veiligheid. Figuur 5.1: Belemmeringen in het dagelijks leven, Harenkarspel 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10%
• •
•
• •
s, na m el ijk : A nd er
ei d ve ili gh so ci al e
A fn am e
E en za am he id
ei t m ob ilit A fn am e
G ee n
be le m m er in ge n
0%
Ruim een kwart geeft aan geen belemmeringen te ondervinden, anders dan waarvoor de Wmo-voorziening is bedoeld. Wmo-cliënten die wel andere belemmeringen ervaren, hebben het vaakst last van een afname van mobiliteit; 68% van de cliënten geeft aan in het dagelijks leven belemmerd te worden in zijn/haar mobiliteit. Bijna een kwart van de cliënten geeft aan last te hebben van eenzaamheid. Dat is best een fors percentage. Mogelijk maakt de anonimiteit van het onderzoek enerzijds, gekoppeld aan een begripvol gesprek anderzijds (want zo ervaren veel cliënten de enquête), het voor mensen laagdrempelig genoeg om toe te geven dat zij zich eenzaam voelen. Van een afname van sociale veiligheid heeft slechts 3% last. Overigen opmerkingen (‘anders’): iemand geeft aan zich vaak futloos te voelen, en iemand zegt op zijn leeftijd “... niet zo nodig meer te hoeven”.
- 18 -
Benchmark regio HSZ In de onderstaande tabel zijn de belemmeringen die cliënten in Harenkarspel ervaren, afgezet tegen de belemmeringen die in de regio HSZ ervaren worden. De verschillen zijn klein. Mogelijk zou men in Harenkarspel iets meer last hebben van afname van mobiliteit dan gemiddeld in de regio, en iets minder last van eenzaamheid en afname van sociale veiligheid. Deze verschillen zijn echter niet significant en er kan dus niet veel gewicht aan gehangen worden. Tabel 5.1: Dagelijkse belemmeringen voor cliënten, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Harenkarspel
Regio HSZ
Geen belemmeringen
26%
25%
Afname Mobiliteit
68%
67%
Eenzaamheid
23%
25%
Afname sociale veiligheid 7% 3% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
5.2.
Vergeetachtigheid: wat vroeg u ook alweer?
We hebben cliënten de vraag gesteld of zij merken dat ze meer moeite krijgen om dingen te onthouden of te begrijpen, en of ze soms (vaker dan vroeger) vergeetachtig zijn. Dit is gedaan, om de gemeente een beeld te geven van de omvang en ontwikkeling van deze doelgroep op dit onderdeel, in relatie tot (in de toekomst) mogelijk noodzakelijke voorzieningen. Figuur 5.2 Vergeetachtigheid, Harenkarspel
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Nee, nooit
Ja, minder dan een keer per maand
Ja, één of een paar keer per maand
Ja, één of twee keer per week
Ja, één of een paar keer per dag
In de bovenstaande figuur is te zien dat 38% geen last heeft van toenemende vergeetachtigheid. Ruim een kwart zegt echter elke dag te merken vergeetachtig(er) te zijn/worden. Benchmark met Regio HSZ Vergeleken met de regio HSZ hebben cliënten in Harenkarspel vaak last van vergeetachtigheid (regio 56% ‘nooit last’, in Harenkarspel 43% ‘nooit last’). Ook het percentage cliënten dat aangeeft elke dag last te hebben van vergeetachtigheid, is in Harenkarspel hoger dan regionaal gemiddeld (resp. 27% en 17%). Dit is heel opvallend - 19 -
aangezien de Wmo-cliënten in Harenkarspel jonger zijn dan gemiddeld in de regio. Vanuit het onderzoek valt dit niet goed te verklaren. Tabel 5.2: Vergeetachtigheid, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ
Nee, nooit
Harenkarspel
Regio HSZ
43%
56%
Ja, minder dan een keer per maand
7%
8%
Ja, één of een paar keer per maand
13%
12%
Ja, één of twee keer per week
10%
7%
Ja, één of een paar keer per dag 17% 27% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
5.3.
Het effect van voorzieningen
Helpen de voorzieningen de cliënten daadwerkelijk? Ressorteren zij het beoogde effect? Er is aan cliënten gevraagd naar de mate waarin voorzieningen de zelfstandigheid en de deelname aan de samenleving / participatie vergroten. Meer mobiliteit: vaker het huis uit 12%
15%
73%
Ja
Enigszins
Nee
Het merendeel van de cliënten (73%) geeft aan dat de voorziening helpt om vaker buitenshuis activiteiten te ontplooien, oftewel de dingen te blijven doen die men graag doet. Cliënten geven aan dat de voorzieningen helpen om bijvoorbeeld zelfstandig boodschappen te kunnen doen of bij kennissen op bezoek te gaan. Sommige cliënten ervaren minder effect (15%) of geen effect (11%) op mobiliteit, omdat zij toch al niet veel het huis uit komen vanwege bijvoorbeeld gezondheidsredenen.
Figuur 5.3: Effect op mobiliteit, Harenkarspel
Meer zelfstandigheid: langer zelfstandig wonen We hebben de cliënten ook gevraagd of 12% de voorziening het makkelijker maakt om zichzelf thuis zelfstandig te kunnen 8% redden, en dus om zelfstandig te kunnen blijven wonen. Het merendeel van de cliënten (88%) geeft aan dat de voorziening hieraan bijdraagt. Cliënten die dit niet ervaren (12%), geven aan dat zij toch al niet zelfstandig wonen en/of 80% dat zij een rolstoel hebben die alleen Ja Enigszins Nee buitenshuis wordt gebruikt c.q. alleen voor noodsituaties dient. Figuur 5.4 Effect op zelfstandigheid, Harenkarspel
- 20 -
Benchmark regio HSZ In de onderstaande tabel is eerst het effect van Wmo-voorzieningen op mobiliteit en zelfstandigheid weergegeven. Wat opvalt, is dat in Harenkarspel de voorziening beduidend meer bijdraagt dan regionaal gemiddeld aan de mobiliteit van cliënten. Tabel 5.3: Effect van voorzieningen, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ
Meer mobiliteit
Harenkarspel
Regio HSZ
73%
60%
Meer zelfstandigheid 80% 80% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
6. Vrijwilligers en mantelzorg Om een beeld te krijgen van de mogelijke ondersteuning die mensen naast de Wmovoorzieningen krijgen, hebben we Wmo-cliënten gevraagd of ze wel eens een beroep doen op vrijwilligers. 16 respondenten (24%) geven aan dat dit het geval is. In driekwart van de gevallen gaat dat (o.a.) om vrijwilligers die een uitje organiseren of op bezoek komen, bijvoorbeeld om te wandelen, te puzzelen of een praatje te maken. De vrijwilligers bieden daarmee de cliënten een activiteit en gezelschap. Ook geven zes van de zestien respondenten aan (ook) een beroep te doen op vrijwilligers voor klusjes in het huis of in de tuin en één cliënt geeft aan voor vervoer een beroep te doen op vrijwilligers. ‘De Zonnebloem’ is één van de meest genoemde vrijwilligersorganisaties waar cliënten een beroep op doen (7 keer genoemd). Ook wordt genoemd ‘Midgart’ (2 keer), “Graag Gedaan’, “Samen Vrijwilligers’, “Service Plus’, “Welzorg’ en ‘Humanitas’ (alle 1 keer). Aantal uren mantelzorg per week We hebben respondenten ook gevraagd of zij mantelzorg ontvangen en zo ja, hoeveel uur per week dat dan betreft. Ruim de helft van de respondenten geeft aan mantelzorg te ontvangen (55%). In tabel 6.1 is het gemiddeld aantal uren mantelzorg weergegeven. Tabel 6.1: Aantal uren mantelzorg per week, Harenkarspel Gemiddeld aantal uren per week
Absoluut
Relatief
0-3 uur
7
20%
4-8 uur
6
17%
9-14 uur
4
11%
15-20 uur
13
37%
21-40 uur
3
9%
41+ uur Totaal
•
•
2
6%
35
100%
Meer dan éénderde van de cliënten die mantelzorg ontvangt, krijgt tussen de 15 en 20 uur zorg per week. Ook de categorieën ‘0 tot 3 uur’ en ‘4 tot 8 uur’ per week scoren redelijk hoog. In de grotere aantallen uren per week, nemen de scores snel af. In totaal krijgt 37% relatief weinig mantelzorg (tot 8 uur), 15% relatief veel mantelzorg (meer dan 20 uur), en ca. 50% zit daar tussen in.
- 21 -
Wie geeft de mantelzorg? We hebben cliënten ook gevraagd, van wie zij de mantelzorg ontvangen. In onderstaande figuur is dat te zien (de percentages tellen op tot meer dan 100% omdat cliënten van meerdere mensen mantelzorg kunnen krijgen). Figuur 6.1 Mantelzorger, Harenkarspel
45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5%
s A nd er
vr ou w /b uu r
/k en ni s
B uu rm an
V rie nd
fa m ili el id
Zo on
A nd er
O ud er
D oc ht er
P ar tn er
0%
Veelal is de mantelzorger een partner (waarbij het begrip ‘gebruikelijke zorg’ natuurlijk wat vertroebelend werkt bij de interpretatie), ook bieden dochters of ouders vaak mantelzorg. Bij andere familieleden gaat het vaak om minder directe familie, zoals kleinzonen, kleindochters, oma’s of neven of nichten. Soorten mantelzorg Wat voor soorten zorg/hulp wordt vooral gegeven door de mantelzorgers? Tabel 6.2. geeft een overzicht. Tabel 6.2: Type mantelzorg, Harenkarspel Wat voor zorg en/of hulp ontvangt u?
Absoluut
Relatief
Huishoudelijke taken (schoonmaak/ boodschappen/was doen/koken/klusjes)
25
71%
Persoonlijke verzorging ( wassen/ aankleden/hulp bij het eten)
18
51%
Gezelschap houden, aanspraak, gezelligheid
17
49%
Administratieve hulp en regeltaken (zaken regelen, formulieren)
16
46%
Vervoer en begeleiding naar uitstapjes en bij bezoek ( ziekenhuis e.d.)
16
46%
Tuinonderhoud
10
29%
Geestelijke ondersteuning
8
23%
Anders
1
3%
Totaal aantal respondenten
35
In de meeste gevallen ontvangen mensen hulp bij huishoudelijke taken en klusjes. Ook betreft de mantelzorg vaak persoonlijke verzorging, gezelschap, administratieve hulp en vervoer en begeleiding bij uitstapjes.
- 22 -
Benchmark regio HSZ In Harenkarspel doet ongeveer eenzelfde percentage cliënten een beroep op vrijwilligers als gemiddeld in de regio HSZ; hetzelfde geldt voor mantelzorgers. Wel lijkt de mantelzorg in Harenkarspel vaak een wat breder karakter te hebben dan gemiddeld in de regio: cliënten ontvangen vaker persoonlijke verzorging, gezelschap, administratieve hulp, vervoer en begeleiding, tuinonderhoud en geestelijke ondersteuning. Tabel 6.3: Beroep op vrijwilligers en mantelzorg, vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Harenkarspel
Regio HSZ
24%
22%
Beroep op vrijwilligers
Ontvangt mantelzorg 55% 51% negatieve afwijking (≥5%) t.o.v. regio HSZ positieve afwijking (≥ 5%) t.o.v. regio HSZ (vrijwel) gelijk aan regio HSZ. Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
Tabel 6.4. Type mantelzorg , vergelijking Harenkarspel en regio HSZ Wat voor zorg en/of hulp ontvangt u? Huishoudelijke taken (schoonmaak/ boodschappen/was doen/koken/klusjes) Persoonlijke verzorging ( wassen/ aankleden/hulp bij het eten)
Harenkarspel Regio HSZ 71% 75% 51% 46%
Gezelschap houden, aanspraak, gezelligheid
49%
39%
Vervoer en begeleiding naar uitstapjes en bij bezoek ( ziekenhuis e.d.)
46%
37%
Administratieve hulp en regeltaken (zaken regelen, formulieren)
46%
34%
Tuinonderhoud
29%
18%
Geestelijke ondersteuning
23%
18%
3%
3%
35
119
Anders Totaal aantal respondenten
- 23 -
7. Samenvatting en aanbevelingen Over het algemeen zijn de meeste cliënten tevreden over hun Wmo-voorziening. Dit geldt voor zowel Hulp bij het huishouden als WRV-voorzieningen. Waar denkt u aan bij Wmo • Het merendeel van de cliënten denkt bij de Wmo aan de eigen voorzieningen. • Mensen die (ook) andere zaken noemen, hebben relatief vaak toch een associatie met individueel te verlenen hulp. Conclusie en aanbevelingen: op zich is deze uitkomst logisch, aangezien de onderzoeksdoelgroep louter bestaat uit gebruikers/cliënten van individuele Wmo-voorzieningen. Een onderzoek brede Wmo-doelgroepen die geen individuele voorziening hebben, zou ongetwijfeld een heel andere uitslag laten zien. Aanvraag voorzieningen • Cliënten richten zich (in eerste instantie) vooral tot de gemeente wanneer zij ondersteuning of hulp nodig hebben (58%). • Verreweg de meeste huidige voorzieningen zijn aangevraagd bij de gemeente (inclusief Wmo-loket). • Cliënten doen in 42% van de gevallen hun aanvraag zelf, in 58% van de gevallen doet een ander dat (met name persoonlijke relaties van de cliënt). • In Harenkarspel is men, zeker in verhouding tot de regio totaal, redelijk bekend met het Wmo-adviesorgaan. Conclusie en aanbevelingen: cliënten zien de gemeente vaak als eerste aanspreekpunt wanneer zij ondersteuning nodig hebben. Breed met u meedenken • Ca. de helft van de cliënten vindt dat de gemeente breed met hen meedenkt over hun situatie en mogelijkheden. Harenkarspel scoort hierin overigens lager dan het regiogemiddelde. • De afgelopen twee jaar (2011 en 2010) gaven cliënten vaker aan dat er breed werd meegedacht, dan in de jaren daarvoor. Conclusie en aanbevelingen: omdat de gemeente zo’n brede begeleiding / ondersteuning nastreeft, is de ingezette trend is positief. Omdat juist Harenkarspel in de regio het zwaarst op dit punt inzet, maar het laagst scoort, is het denkbaar hier enig nader onderzoek naar te verrichten. Vanuit dit onderzoek kon het verschil niet worden verklaard. Grote tevredenheid over procesaspecten • De tevredenheid over de verschillende procesaspecten is hoog. Bijna alle cliënten zijn hier erg over te spreken. Harenkarspel ligt echter nog iets onder het regiogemiddelde. • Het minst tevreden zijn cliënten over de tijd tussen aanvraag en goedkeuring. Zo’n 18% geeft hierover aan (zeer) ontevreden te zijn. Overigens is men hierover ook in regioverband het minst tevreden. Conclusie en aanbevelingen: de tevredenheid is hoog. Het enige echt punt van aandacht is de tijd tussen aanvraag en goedkeuring. Vanuit dit onderzoek zou een logische verklaring kunnen zijn, dat mogelijk de proceduretijden niet altijd worden gehandhaafd en/of dat uitleg hierover aan cliënten niet altijd optimaal duidelijk is.
- 24 -
Gebruik PGB • Betrekkelijk weinig cliënten maken gebruik van een PGB (7%). Toch wordt in Harenkarspel nog altijd wat vaker gebruik gemaakt van een PGB dan in de regio als totaal. • De tevredenheid over het PGB is vrijwel optimaal: van de kleine groep die gebruik maakt van een PGB, is iedereen tevreden. Conclusie en aanbevelingen: het PGB-gebruik is zeer beperkt (overigens een landelijke trend). De resultaten laten zich goed rijmen met het gegeven dat Harenkarspel het PGBgebruik niet actief bevordert (Schagen en Zijpe overigens ook niet). Reden daartoe is dat
het PGB lang niet voor elke situatie geschikt is, en voor een aantal cliënten blijkt het toch moeilijk om goed te voldoen aan de verantwoordingsplicht achteraf (waar is het geld aan besteed). Tevredenheid over hulp bij het huishouden • De cliënten met Hulp bij het huishouden zijn over het algemeen zeer tevreden over deze voorziening. Over zowel de kwaliteit van het schoonmaken en het contact met de hulp is meer dan 90% tevreden. Evean doet het iets beter dan Samen (resp. 100% versus 90% tevredenheid, op beide onderdelen). • Het aantal uren geleverde hulp klopt in 87% van de gevallen, dit ligt iets onder het regiogemiddelde. Ook op dit onderdeel lijkt Evean iets beter te presteren dan Samen. • Weinig cliënten geven aan dat er vaak gewisseld wordt van hulp. Cliënten zien dit echter wel als vervelend wanneer dit gebeurt. • Het merendeel van de cliënten geeft aan dat er altijd voor vervanging wordt gezorgd bij ziekte of vakantie. Toch geeft ruim een kwart aan dat dit niet het geval is. Dit aandeel ligt voor Harenkarspel hoger dan in de regio als totaal. Hiervan kiest overigens ongeveer de helft er zelf voor om geen vervanging te krijgen (“Geen zin om iemand in te werken voor die paar weken”, “weer een ander over de vloer”, etc.). • Harenkarspel en de regio wijken in resultaat niet sterk af. Wel geeft in Harenkarspel een significant kleiner deel van de cliënten aan daadwerkelijk het aantal uren te krijgen dat hen is toegewezen, dan in de regio HSZ als totaal. Conclusie en aanbevelingen: de tevredenheid over de hulp bij het huishouden is zeer groot. Het enige eventuele aandachtspunt is het relatief lage scoringspercentage bij ‘vervanging van de hulp bij ziekte of vakantie’. Mogelijk dat Harenkarspel hierover in gesprek zou kunnen gaan met de zorgaanbieders. Tevredenheid WRV-voorziening • Doorgaans zijn de cliënten tevreden over hun WRV-voorziening. De woonvoorziening scoort het best met maar liefst 100% (17% is zelfs zeer tevreden), en dan de vervoervoorzieningen met ca. 90%. • De tevredenheid over de vervoermiddelen (scootmobiels) en de rolstoelen is minder groot, resp. 75% en 77%. Bij scootmobiels noemt men als redenen voor onvrede vooral regelmatige defecten en gebrek aan zitcomfort; bij rolstoelen noemt men vooral gebrek aan zitcomfort, aan gebruiksvriendelijkheid en dat de stoel niet in de auto past. • Zo’n 70% van de cliënten is tevreden over de servicedienst van de vervoermiddelen. Over de servicedienst voor rolstoelen is minder dan de helft tevreden; dat is een opvallend lage score. In beide gevallen zit de oorzaak van de onvrede in de lange wachttijden voor reparaties. Voor de servicedienst voor rolstoelen vinden sommige cliënten daarnaast de kwaliteit ondermaats. Mogelijk ligt hier een relatie met het gegeven, dat er een nieuwe contractant werkzaam is in de gemeente en in de regio. - 25 -
• Slechts 30% van de cliënten met een vervoervoorziening is bekend met het gele boekje, dat zeer veel bruikbare informatie verschaft over het vervoer in de regio. • De tevredenheidscores over WRV-voorzieningen in Harenkarspel zijn in lijn met het regiogemiddelde. Conclusie en aanbevelingen: mogelijk is de servicedienst van de rolstoelen een aandachtspunt. Wellicht dat een gesprek met de leverancier hierin opheldering kan geven. Om de bekendheid met het gele boekje te vergroten, zou de gemeente bij de jaarlijkse kennisgeving van de vervoersverklaringen dit boekje nadrukkelijk onder de aandacht van cliënten kunnen brengen. Belemmeringen voor cliënten en het effect van voorzieningen • Wmo-cliënten ervaren vaak belemmeringen in het dagelijks leven, nog naast hun belemmeringen waarvoor de Wmo-voorziening hen compenseert. Vooral afname van mobiliteit belemmert hen (68%), maar ook eenzaamheid kan een probleem zijn (bijna een kwart). Een aanzienlijk deel geeft aan dat zij geen belemmeringen ervaart, anders dan waarvoor hun Wmo-voorziening hen compenseert (ruim een kwart). • Meer dan de helft van de cliënten geeft aan in toenemende mate vergeetachtig te zijn. Circa 30% is dat enkele keren paar maand tot enkele keren per week, en ruim een kwart geeft aan elke dag last te hebben van (toenemende) vergeetachtigheid. • De Wmo-voorzieningen hebben in veel gevallen een positief effect op de zelfstandigheid en de mobiliteit van de cliënten (respectievelijk 80% en 73%). Huishoudelijke hulp en woningaanpassingen bevorderen vooral de zelfstandigheid, terwijl vervoervoorzieningen, vervoermiddelen en rolstoelen vooral de mobiliteit bevorderen (in beiden gevallen 86%). Conclusie en aanbevelingen: - De forse mate waarin cliënten aangeven dat hun vergeetachtigheid toeneemt, laat zich grotendeels verklaren doordat het mensen op leeftijd betreft. Toch is dit naar de toekomst toe wel een aandachtspunt. Een deel van deze groep zal op een gegeven moment niet meer op zichzelf kunnen blijven wonen, en dat aandeel neemt toe. Voorliggende voorzieningen en activering zijn essentieel om dit moment uit te stellen. - De groep die belemmeringen ervaart door de afname van mobiliteit is relatief groot, maar ongetwijfeld wel veel beter in beeld dan de groep die aangeeft beperkingen te ervaren door eenzaamheid. Ook deze laatste groep is relatief groot (een kwart van de cliënten!), en moeilijk te bereiken met ondersteuning, activering en voorzieningen. - Dit alles vraagt individueel aandacht en maatwerk in benadering, waarbij de gekantelde werkwijze in beginsel goede aanknopingspunten biedt. Vrijwilligers en mantelzorg • Bijna een kwart van de cliënten doet wel eens een beroep op vrijwilligers. De Zonnebloem is één van de belangrijkste vrijwilligersorganisaties in dit verband. • Ruim de helft van de cliënten ontvangt een vorm van mantelzorg. Daarvan krijgt 37% relatief weinig mantelzorg (tot 8 uur), 15% relatief veel (meer dan 20 uur) en ca. 50% zit daar tussen in. • Deze mantelzorg wordt grotendeels geleverd door de partner (40%), maar ook vaak door de dochter of juist de ouders van de cliënt (beide ruim 25%). Zoons en andere familieleden volgen op afstand (ruim 10%). • De mantelzorg betreft in de meeste gevallen huishoudelijk taken. Ook persoonlijke verzorging, gezelschap, administratieve hulp en vervoer en begeleiding bij uitstapjes, worden vaak genoemd. - 26 -
Conclusie en aanbevelingen: mantelzorg is een zeer belangrijke (aanvullende of voorliggende) vorm van zorgverlening, waarvan meer dan de helft van alle cliënten gebruik maakt. Reden te meer om de ondersteuning van mantelzorgers optimaal vorm te geven. Een sterk mantelzorgbeleid en sterke –uitvoering, dragen veel bij aan het in stand houden van mantelzorg.
- 27 -
Bijlage: Benchmark gemeenten en regio
Tabel 1: Leeftijd % Leeftijd
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
0-54 jaar
26%
9%
17%
16%
55-64 jaar
12%
16%
16%
15%
65-74 jaar
23%
20%
19%
21%
75-84 jaar
25%
40%
38%
35%
85+ jaar
14%
15%
11%
13%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Man
48%
25%
28%
32%
Vrouw
52%
75%
72%
68%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
10%
10%
13%
11%
Tabel 2: Geslacht respondenten % Geslacht
Tabel 3: Waar denkt u aan bij Wmo, wat is voor u belangrijk? Meedenken met mijn situatie, met mijn behoefte aan ondersteuning Meedenken over mogelijkheden om mijn eigen sociale netwerk beter te ‘benutten’ (voor hulp, ondersteuning, gezelligheid, etc.) Hulp bij het huishouden
0%
1%
1%
1%
23%
38%
38%
34%
Woningaanpassing, namelijk:
10%
19%
9%
13%
Vervoervoorzieningen, namelijk:
20%
15%
11%
15%
Rolstoelen/scootmobiel, namelijk:
19%
17%
10%
15%
Anders, namelijk:
25%
20%
24%
23%
Weet niet / geen mening
19%
12%
19%
16%
69
93
90
252
Totaal aantal respondenten Tabel 4: Nieuwe hulp, tot wie zou u zich richten?
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Gemeente
58%
75%
67%
68%
Andere organisatie
13%
12%
11%
12%
Mensen (particulieren)
9%
2%
10%
7%
Weet niet / geen antwoord
20%
10%
11%
13%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Gemeente
41%
57%
42%
48%
Wmo-loket van de gemeente
31%
28%
34%
31%
Zorgverzekeraar
0%
0%
1%
0% (1 cliënt)
Indicatieorgaan
0%
0%
0%
0%
Zorgleverancier
3%
0%
6%
2%
Huisarts
0%
1%
0%
0%
Anders, namelijk
13%
7%
8%
10%
Weet niet / geen antwoord
12%
7%
8%
9%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Tabel 5: Bestaande hulp, tot welke organisatie heeft u zich gericht?
- 28 -
Tabel 6: Wie heeft de voorziening aangevraagd? Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Zelf aangevraagd
42%
53%
46%
48%
Ander aangevraagd:
58%
47%
54%
52%
Persoonlijk contact
67%
64%
53%
59%
Zakelijk contact
33%
36%
47%
41%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Ja
42%
33%
30%
35%
Nee
58%
65%
64%
63%
Weet niet
0%
2%
6%
3%
Tabel 7: Bekend met Wmo-adviesorgaan?
Tabel 8: Breed meegedacht over uw situatie Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Ja
47%
57%
62%
56%
Enigszins
2%
1%
5%
3%
Nee
51%
42%
33%
41%
Totaal
100%
100%
100%
100%
Tabel 9: Tevredenheid procesaspecten % Tevreden
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Wachttijd tussen goedkeuring en levering
94%
96%
97%
96%
Wachttijd tussen aanvraag en goedkeuring
81%
87%
97%
90%
Hulp bij het kiezen voorziening
97%
96%
98%
97%
Contact met de gemeente
97%
96%
98%
97%
Informatie afhandeling aanvraag 100% 96% 96% 97% *Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’. Tabel 10: Gebruik PGB? Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
HH
7%
5%
5%
5%
WRV
7%
5%
2%
5%
Totaal
7%
5%
3%
5%
Tabel 11: Vooraf informatie PGB? Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
HH
13%
30%
38%
31%
WRV
6%
12%
14%
11%
Totaal
8%
22%
28%
22%
Tabel 12: Tevredenheid kwaliteit Hulp bij Huishouden % Tevreden
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Kwaliteit van het schoonmaken
97%
91%
96%
94%
Contact met de hulp bij het huishouden
97%
98%
95%
97%
Krijgt u de uren die zijn toegewezen? 87% 98% 96% 95% *Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
- 29 -
Tabel 13: Wisselen van hulp Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Altijd vervanging bij ziekte / vakantie? Nee
29%
18%
21%
21%
Vaak gewisseld (buiten ziekte / vakantie)? Ja
10%
10%
16%
13%
100%*
83%**
89%
89%
67%
60%**
75%
69%
85%
90%
91%
89%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Nieuwe gezichten? Ja Vaak gewisseld: is wisselen vervelend? Ja Niet vaak gewisseld: zou wisselen vervelend zijn? Ja *3 respondenten **5 respondenten Tabel 14: Tevredenheid kwaliteit WRV % Tevreden WRV totaal
89%
85%
93%
89%
Woonvoorziening
100%
91%
100%
96%
Vervoervoorziening
95%
88%
89%
91%
Vervoermiddel
78%
70%
94%
80%
Rolstoel 81% 88% 86% 85% *Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’.
Tabel 15: Tevredenheid servicedienst % Tevreden Servicedienst vervoermiddel
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
80%
70%
100%
81%
Servicedienst rolstoel 55% 73% 93% 75% *Deze berekening betreft het aandeel mensen dat een mening heeft geventileerd. De mensen die neutraal zijn over dit onderwerp zijn ‘weggemiddeld’. Tabel 16: Belemmeringen in het dagelijks leven % belemmering
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Geen belemmeringen
26%
28%
22%
Regio totaal 25%
Afname mobiliteit
68%
66%
70%
67%
Eenzaamheid
23%
27%
27%
26%
Afname sociale veiligheid
3%
9%
8%
7%
Anders
3%
0%
3%
3%
Weet niet / geen antwoord
1%
2%
3%
2%
Totaal aantal respondenten
69
93
90
252
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Nee, nooit
43%
58%
63%
56%
Ja, minder dan een keer per maand
7%
8%
10%
8%
Ja, één of een paar keer per maand
13%
14%
8%
12%
Ja, één of twee keer per week
10%
7%
5%
7%
Ja, één of een paar keer per dag
27%
13%
14%
17%
60
91
86
237
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
73%
50%
61%
60%
Tabel 17: Vergeetachtigheid
Totaal aantal respondenten Tabel 19: Effect van de voorziening op mobiliteit % Effect Totaal
- 30 -
Tabel 18: Effect van de voorziening op zelfstandigheid % Effect
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
80%
73%
86%
80%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
Vrijwilligers
24%
22%
21%
22%
Mantelzorg
55%
46%
54%
51%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
0-3 uur
20%
27%
9%
18%
4-8 uur
17%
24%
28%
24%
9-14 uur
11%
22%
23%
19%
15-20 uur
37%
5%
23%
21%
21-40 uur
9%
12%
9%
10%
41+ uur
6%
10%
7%
8%
100%
100%
100%
100%
Harenkarspel
Schagen
Zijpe
Regio totaal
71%
73%
72%
75%
51%
37%
51%
46%
49%
41%
30%
39%
46%
32%
35%
37%
46%
34%
26%
34%
Totaal Tabel 20: Beroep op vrijwilligers & mantelzorg
Tabel 21: Aantal uren mantelzorg
Totaal Tabel 22: Type mantelzorg Huishoudelijke taken (schoonmaak/ boodschappen/was doen/koken/klusjes) Persoonlijke verzorging ( wassen/ aankleden/hulp bij het eten) Gezelschap houden, aanspraak, gezelligheid Vervoer en begeleiding naar uitstapjes en bij bezoek ( ziekenhuis e.d.) Administratieve hulp en regeltaken (zaken regelen, formulieren) Tuinonderhoud
29%
15%
12%
18%
Geestelijke ondersteuning
23%
20%
12%
18%
Anders
3%
2%
5%
3%
Totaal
35
41
43
119
- 31 -
- 32 -