Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011 Onderzoek onder vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers
J. Bosch, MA en drs. G. Eijkhout
Samenvatting
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011
SAMENVATTING
Auteurs: J. Bosch, MA Drs. G. Eijkhout
Mei 2012
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Postbus 27 6560 AA Groesbeek Tel.: 024 - 642 45 62 E-mail:
[email protected] Website: www.wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
1
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1
ONDERZOEKSOPZET ................................................................................................... 4
HOOFDSTUK 2
RESPONS ..................................................................................................................... 5
HOOFDSTUK 3
RESULTATEN EN CONCLUSIES .................................................................................... 6
3.1
3.2
3.3
Resultaten van het onderzoek onder besturen van vrijwilligersorganisaties......................... 6 3.1.1
Algemeen .................................................................................................................... 6
3.1.2
Huidige en toekomstige situatie vrijwilligersorganisaties .......................................... 7
3.1.3
Betrokkenheid specifieke doelgroepen bij het vrijwilligerswerk .............................. 12
3.1.4
Maatschappelijke stage ............................................................................................ 12
3.1.5
Steunpunt Vrijwilligerswerk ...................................................................................... 13
3.1.6
Gemeente Best.......................................................................................................... 13
Resultaten onderzoek onder individuele vrijwilligers........................................................... 14 3.2.1
Algemeen .................................................................................................................. 14
3.2.2
Samenwerking met andere vrijwilligers en bestuur ................................................. 16
3.2.3
Het eigen functioneren als vrijwilliger ...................................................................... 17
3.2.4
Steunpunt Vrijwilligerswerk ...................................................................................... 17
3.2.5
Gemeente Best.......................................................................................................... 18
Conclusies en aanbevelingen ................................................................................................ 19 3.3.1
Vrijwilligersorganisaties ............................................................................................ 19
3.3.2
Vrijwilligers ................................................................................................................ 22
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
2
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Leeswijzer samenvatting Relatie tot verantwoording en analyse In deze samenvatting zijn de hoofdlijnen en belangrijkste onderzoeksresultaten op korte en heldere wijze beschreven, zodat de lezer een snel inzicht krijgt in de uitkomsten van het onderzoek. In de verantwoording en analyse worden alle data en resultaten volledig uitgewerkt en toegelicht. Tabellen en grafieken Bij sommige tabellen en grafieken komt het totale percentage niet precies uit op 100%. Dit wordt veroorzaakt door afrondingsverschillen en brengt de betrouwbaarheid van de percentages dus niet in het geding.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
3
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET De gemeente Best heeft in 2012 een nieuw WMO-beleid vastgesteld. Een onderdeel van dit beleid vormt de begeleiding en ondersteuning van vrijwilligers (prestatieveld 4). De gemeente Best heeft zichzelf op het gebied van de ondersteuning van vrijwilligers een aantal doelen gesteld. Deze zijn gebaseerd op huidige cijfers uit de gemeente Best en landelijke cijfers. Dit onderzoek geeft belangrijke informatie over hoe de gemeente Best de gestelde doelen kan bereiken: waar staat het vrijwilligerswerk op dit moment en wat moet er veranderd worden zodat de doelen gehaald worden? Of, want dat kan ook: wat moet er juist niet veranderen? Het onderzoek moet inzicht geven in de volgende hoofdvragen: 1. Welke ondersteuningsbehoefte bestaat er onder vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties? 2. Wat speelt er onder vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties? Om deze twee hoofdvragen te kunnen beantwoorden moeten de volgende deelvragen beantwoord worden: Vrijwilligers: x Hoe beoordelen vrijwilligers hun eigen functioneren? x Hoe hoog is de belasting van vrijwilligers? x Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligers aan bij het uitvoeren van allerlei taken? x Hoe kunnen vrijwilligers ondersteund worden? x Hoe zien vrijwilligers hun eigen toekomst als vrijwilliger? x Hoe kunnen vrijwilligers meer worden ingezet bij zaken als dagbesteding, zoals die vanuit de AWBZ naar gemeenten wordt overgeheveld? x Hoe beoordelen vrijwilligers het Steunpunt Vrijwilligerswerk? x Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld? Vrijwilligersorganisaties: x Hoe groot is het tekort aan vrijwilligers? x Hoe kunnen meer burgers gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te gaan doen? x Hoe staan vrijwilligersorganisaties tegenover vrijwilligers met een beperking? x Op welke wijze kunnen meer uitkeringsgerechtigden betrokken worden bij vrijwilligerswerk? x Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligersorganisaties aan bij het uitvoeren van allerlei taken? x Hoe kunnen vrijwilligersorganisaties ondersteund worden? x In hoeverre bieden vrijwilligersorganisaties maatschappelijke stages aan? x Hoe kunnen vrijwilligersorganisaties meer worden ingezet bij zaken als dagbesteding, zoals die vanuit de AWBZ naar gemeenten wordt overgeheveld? x Welke ideeën leven bij vrijwilligersorganisaties om de onderlinge samenwerking te verbeteren? x Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen functioneren? x Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen toekomst? x Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties het Steunpunt Vrijwilligerswerk? x Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
4
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
HOOFDSTUK 2 RESPONS In de onderstaande tabel is de respons per doelgroep weergegeven. Doelgroep
Aantal benaderde vrijwilligers en organisaties
Respons (%)
Vrijwilligers
Onbekend
326 (?%)
212
52 (25%)
Vrijwilligersorganisaties Tabel 1. Respons onderzoek
Naar alle deelnemende vrijwilligersorganisaties zijn twee e-mails gestuurd. De besturen van de vrijwilligersorganisaties konden met de link in de eerste e-mail de vragenlijst voor besturen invullen, terwijl de e-mail met de link voor het onderzoek naar individuele vrijwilligers kon worden doorgestuurd naar de vrijwilligers. Aangezien er geen gegevens beschikbaar zijn over het exacte aantal vrijwilligers binnen de gemeente Best en we ook geen beeld hebben van het aantal e-mails dat is doorgestuurd naar de vrijwilligers, is het niet mogelijk om iets te zeggen over de betrouwbaarheid of de representativiteit van het onderzoek onder de individuele vrijwilligers. Bij Welzijn Best Oirschot zijn de e-mailadressen van 212 vrijwilligersorganisaties bekend. Alle besturen van deze organisaties hebben van de gemeente Best een e-mail ontvangen. Van deze 212 organisaties hebben 52 besturen deelgenomen aan het online onderzoek. De respons komt daarmee op 25%.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
5
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST HOOFDSTUK 3 RESULTATEN EN CONCLUSIES 3.1
Resultaten van het onderzoek onder besturen van vrijwilligersorganisaties
3.1.1
Algemeen
In deze subparagraaf worden eerst de achtergronden van de organisaties beschreven. De vragenlijst voor vrijwilligersorganisaties is door 52 organisaties ingevuld. Sport en recreatie Kunst en cultuur 4%
4%
10% 29%
11%
Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk Belangenbehartiging, informatie en advies
10%
15% 17%
Leefomgeving, verkeer en veiligheid Onderwijs en vorming Politiek en ideëel Overig
Grafiek 1: Verdeling vrijwilligersorganisaties naar sectoren (N=52) Van de 52 organisaties die aan dit onderzoek hebben meegedaan valt 29% in de sector ‘Sport en recreatie’. 17% van de organisaties valt in de sector ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en 15% valt in de sector ‘Kunst en cultuur’. De overige organisaties maken 11% of minder van het geheel uit. Aan de organisaties is gevraagd of zij onderdeel of lid zijn van een koepelorganisatie of belangenbehartiger. Er kan hierbij worden gedacht aan organisaties zoals De Zonnebloem, Scouting Nederland, KNVB of de Vereniging Kleine Kernen Gelderland.
44%
46%
Ja, landelijk niveau Ja, provinciaal niveau Ja, regionaal niveau
6%
4%
Nee
Grafiek 2: Verdeling vrijwilligersorganisaties naar aansluiting bij koepelorganisatie (N=52)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
6
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
De meeste vrijwilligersorganisaties (46%, 24 organisaties) zijn aangesloten bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger op landelijk niveau. Slechts een aantal organisaties is aangesloten bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger op regionaal niveau (6%, 3 organisaties) en bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger op provinciaal niveau (4%, 2 organisaties). 44% van de organisaties (23 organisaties) is helemaal niet aangesloten bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger. 3.1.2
Huidige en toekomstige situatie vrijwilligersorganisaties
Aan de besturen zijn vragen gesteld over de wijze waarop de vrijwilligersorganisaties georganiseerd zijn, hoe hun huidige situatie is en hoe naar verwachting hun toekomst eruit ziet. Hoe beoordeelt u op dit moment uw organisaties ten aanzien van: In staat zijn om andere of extra activiteiten te organiseren (N=43) Uitvoering kernactiviteiten (N=39)
15%
Toekomstplannen / toekomstperspectief (N=45)
16%
Benodigde deskundigheid (N=45)
23% 2%
63%
12%
10%
74%
13% 7%
64%
9%
71%
20%
Financiële middelen (N=47) 2%
26% 2%
70%
Accommodatiebeheer (N=26)
12%
Beschikbare faciliteiten (N=40)
15%
12%4%
73%
Groei nieuwe leden / deelnemers / 3% bezoekers (N=38)
8%
34%
55%
Groei nieuwe vrijwilligers (N=39)
10%
23%
53%
8%
38%
54%
Ruim Voldoende Voldoende Onvoldoende
Kennis van wet- en regelgeving (N=41) 7% Aantal deelnemers / leden / bezoekers (N=38)
Totaal aantal vrijwilligers (N=44) 7%
30%
61% 62%
21% 0%
3% 6%
72%
19%
Aantal bestuursleden (N=47)
11%
24%
56%
9%
20%
40%
5%
22%
35%
43%
Ruim onvoldoende
19%
79%
Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) (N=23)
Aantal vrijwilligers van 65+ (N=36)
26%
61%
8%
Vrijwilligers met specifieke 2% deskundigheid (N=42)
Aantal vrijwilligers tussen 18 - 65 jaar (N=45)
22%
71%
60%
2%
13%4% 80%
100%
Grafiek 3: Beoordeling organisaties op verschillende punten, over hedendaagse situatie
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
7
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
De aspecten die bij alle organisaties goed scoren (de aspecten krijgen van minimaal 80% van de organisaties een voldoende of ruim voldoende) zijn ‘Aantal bestuursleden’, ‘Aantal vrijwilligers van 65+’, ‘Vrijwilligers met een specifieke deskundigheid’, ‘Accommodatiebeheer’, ‘Benodigde deskundigheid’ en ‘Uitvoering kernactiviteiten’. De aspecten die het slechtst scoren (de aspecten krijgen van minimaal 40% van de organisaties een onvoldoende of een ruime onvoldoende) zijn ‘Aantal jonge vrijwilligers (jonger dan 18 jaar)’, ‘Groei van nieuwe vrijwilligers’ en de ‘Groei van nieuwe leden / deelnemers / bezoekers’. Waar denkt u dat uw organisatie over drie jaar staat als organisatie, met betrekking tot: In staat zijn om andere of extra activiteiten te organiseren (N=39)
18%
Uitvoering kernactiviteiten (N=39)
18%
Toekomstplannen / toekomstperspectief (N=43) Benodigde deskundigheid (N=42)
12%5%
74%
9%
14%
69%
17%
21% 4%
67%
Beschikbare faciliteiten (N=36) 11%
19% 8%
61%
3%
39%
56%
Groei nieuwe vrijwilligers (N=41) 2%
7%
27%
66%
8%
Groei nieuwe leden / deelnemers / 3% bezoekers (N=36)
5%
77%
Financiële middelen (N=44) 0% Accommodatiebeheer (N=24)
21%
62%
Voldoende
37%
61%
Ruim Voldoende
Onvoldoende Kennis van wet- en regelgeving (N=39)
Aantal deelnemers / leden / 10% bezoekers (N=40)
60%
Vrijwilligers met specifieke 7% deskundigheid (N=41)
66%
Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) 5% (N=22)
5% 19%
31%
64%
Aantal bestuursleden (N=45) 11%
9% 33%
67%
Totaal aantal vrijwilligers (N=42) 5%
0%
27%
57%
14%
18%
71% 20%
40%
Ruim onvoldoende
28% 3%
50%
36%
Aantal vrijwilligers tussen 18 - 65 5% jaar (N=42) Aantal vrijwilligers van 65+ (N=36)
15%
72%
13%
60%
80%
100%
Grafiek 4: Beoordeling organisaties op verschillende punten, over toekomstige situatie
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
8
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Over het algemeen zien de organisaties de toekomst gematigd positief in. De helft van de aspecten scoren in de toekomst beter, maar de andere helft van de aspecten scoren in de toekomst slechter. Zie voor een overzicht volgende tabel. % voldoende % voldoende Verschil in % nu toekomst -0,8 83,0 82,2 +0,8 68,2 69,0 91,7 80,6 -11,1 64,4 61,9 -2,5 43,5 40,9 -2,6 81,0 73,2 -7,8 68,4 70,0 +1,6 78,0 84,6 +6,6 53,8 63,4 +9,6 57,9 58,3 +0,4 67,5 72,2 +4,7 84,6 75,0 -9,6 72,3 65,9 -6,4 91,1 85,7 -5,4 80,0 83,7 +3,7 89,7 94,9 +5,2
Aantal bestuursleden Totaal aantal vrijwilligers Aantal vrijwilligers van 65+ Aantal vrijwilligers tussen 18 - 65 jaar Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) Vrijwilligers met specifieke deskundigheid Aantal deelnemers / leden / bezoekers Kennis van wet- en regelgeving Groei nieuwe vrijwilligers Groei nieuwe leden / deelnemers / bezoekers Beschikbare faciliteiten Accommodatiebeheer Financiële middelen Benodigde deskundigheid Toekomstplannen / toekomstperspectief Uitvoering kernactiviteiten In staat zijn om andere of extra activiteiten te 74,4 79,5 organiseren Tabel 2: Overzicht score verschillende aspecten, zowel nu als in de toekomst
+5,1
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de organisaties het zonnig inzien wat betreft de groei van nieuwe vrijwilligers. 53,8% van de organisaties beoordeelt dit aspect momenteel met een (ruime) voldoende, terwijl 63,4% van de organisaties verwacht dat dit aspect in de toekomst (ruim) voldoende zal zijn. Dit is een stijging van 9,6%. Een ander aspect dat volgens de organisaties in de toekomst beter zal scoren is ‘Kennis van wet- en regelgeving’. De organisaties beoordelen dit aspect in de toekomst 6,6% vaker (ruim) voldoende dan tegenwoordig. Aspecten die volgens de organisaties in de toekomst slechter zullen worden en in de toekomst minder hoog zullen scoren dan tegenwoordig, zijn het ‘Aantal vrijwilligers van 65 jaar en ouder’ en het ‘Accommodatiebeheer’.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
9
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
10
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Voorziet u problemen voor uw organisatie voor de komende drie jaar met betrekking tot: De tijd die vrijwilligers willen 5% besteden aan hun taken (N=40) Samenwerking met andere 9% vrijwilligersorganisaties (N=34) Samenwerking met bedrijven 5% (N=20) Deskundigheid van de leiding / 16% bestuur (N=38) Huisvesting (N=29)
55%
Ontwikkelen van nieuwe activiteiten (N=31) Het voortbestaan van de organisatie (N=40) Behoud van voldoende leden / deelnemers (N=34) Werven van nieuwe leden / deelnemers (N=32) Werven van nieuwe bestuursleden (N=39) Behoud van voldoende vrijwilligers (N=38) Werven van nieuwe vrijwilligers (N=39)
15%
74%
11%
72% 35% 63%
3%
18%
41%
0%
26% 50%
20%
23% 26%
59%
40%
20% 60%
Zeker een probleem
19%
21%
61%
15%
15%
38%
54%
Waarschijnlijk een probleem
10%
38%
41%
5%
23%
Waarschijnlijk geen probleem
8%
16% 6%
53%
3%
Vergrijzing organisatie (N=40)
9%
74%
15%
Zeker geen probleem
14% 7%
53%
11%
3%
9%
80%
7%
6%
5%
82%
Werven van financiële middelen 3% (N=34) Sluitende begroting (N=38)
35%
80%
8% 15% 15% 100%
Grafiek 5: Voorziene problemen voor de organisaties voor de komende drie jaar De problemen die veel organisaties voorzien (40% of meer van de organisaties geeft aan dat het waarschijnlijk of zeker een probleem zal vormen) zijn ‘het werven van nieuwe vrijwilligers’, ‘werven van nieuwe bestuursleden’, ‘werven van nieuwe leden / deelnemers’, ‘behoud van voldoende deelnemers / leden’, het ‘werven van financiële middelen’ en ‘de tijd die vrijwilligers willen besteden aan hun taken’. Veel organisaties zien dus het werven en het behoud van hun vrijwilligers en leden als een groot probleem. Een kwart van de organisaties (25%) denkt eventuele problemen zelf op te kunnen lossen. Het grootste gedeelte van de organisaties (58%) denkt echter dat ze ondersteuning of coaching nodig hebben om de problemen op te lossen. De overige 17% geeft aan dat hun problemen niet oplosbaar zijn.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
11
GEMEENTE BEST 3.1.3
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Betrokkenheid specifieke doelgroepen bij het vrijwilligerswerk
Van alle organisaties betrekken 14 organisaties specifieke groepen als vrijwilligers bij hun organisatie. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met een beperking, jongeren of juist ouderen, allochtonen of langdurig werklozen. Organisaties betrekken het vaakst ‘mensen met een verstandelijke beperking’, ’65-plussers’ en ‘jongeren tot 18 jaar’ als specifieke groep bij het vrijwilligerswerk. Van de 14 organisaties die werken met specifieke groepen vrijwilligers geven 12 organisaties aan dat zij geen ondersteuning ontvangen bij het begeleiden van deze vrijwilligers. Van die 12 organisaties vinden 11 organisaties dat ook niet nodig. De ene organisatie die begeleiding wel wenselijk vindt geeft aan dat “het betrekken van bewoners door de gemeente ondersteund zou moeten worden”.
8%
8%
Ja, en hierbij krijgen we ook ondersteuning Nee, maar dit is wel wenselijk
84% Nee, maar dat is ook niet nodig
Grafiek 6: Verdeling organisaties naar ondersteuning van specifieke groepen vrijwilligers (N=13) Op de vraag of de organisaties bereid zouden zijn om (extra) activiteiten te organiseren voor specifieke groepen, antwoorden de meeste organisaties negatief. 69% zegt die ambitie niet te hebben. 31% is hiertoe wel bereid. 3.1.4
Maatschappelijke stage
In de vragenlijst is ook het onderwerp ‘maatschappelijke stages’ aan bod gekomen. We vroegen de verschillende organisaties of zij bekend zijn met maatschappelijke stages, wat de voor- en nadelen zijn van maatschappelijke stagiaires binnen een organisatie, of de organisatie al contact heeft gehad met een stagemakelaar en zo ja, hoe zij het contact ervaren hebben. 84,6% van de vrijwilligersorganisaties geeft aan dat ze als bestuur bekend zijn met maatschappelijke stages. De overige 15,4% is niet bekend met maatschappelijke stages. De organisaties die niet bekend zijn met de maatschappelijke stages vallen allemaal onder de sectoren ‘Sport en Recreatie’ en ‘Kunst en Cultuur’. Van deze organisaties die aangaven bekend te zijn met maatschappelijke stages biedt 33% al stageplaatsen aan. 12% biedt nog geen stageplaatsen aan, maar wil dit wel gaan doen. 49% geeft aan dat ze geen stageplaatsen aanbieden en dat ook niet van plan zijn.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
12
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011] Ja, we bieden al stageplaatsen aan
6%
33%
Nog niet, maar we willen wel stageplaatsen gaan aanbieden
49% 12%
Nee, wij zien geen mogelijkheden voor maatschappelijke stageplekken Overig
Grafiek 7: Verdeling organisaties naar ervaring met maatschappelijke stages (N=33) 3.1.5
Steunpunt Vrijwilligerswerk
Een groot gedeelte van de vrijwilligersorganisaties (89,7%) is bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Van deze organisaties heeft 40% ook wel eens gebruikgemaakt van Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij deden dit vooral om vacatures te plaatsen. Ook heeft het Steunpunt aan één van de organisaties die de toelichting heeft ingevuld een paar vrijwilligers ‘geleverd’. Verder heeft één organisatie het Steunpunt ingeschakeld voor hulp bij het opstarten van hun organisatie. De organisaties die gebruikmaken van het Steunpunt Vrijwilligerswerk zijn over het algemeen kleine vrijwilligersorganisaties die geen lid van een overkoepelende organisaties zijn. Daarnaast horen deze organisaties veelal thuis in de sectoren ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’. Wat de organisaties betreft zou het Steunpunt Vrijwilligerswerk zich de komende jaren vooral moeten richten op het ondersteunen van de organisaties bij het werven van leden, bestuursleden en vrijwilligers. Verder is ondersteuning bij het verwerven van financiële middelen ook welkom. 3.1.6
Gemeente Best
In de enquête is de organisaties naar hun bekendheid met enkele voorzieningen gevraagd. 73,7% van de organisaties weet dat de gemeente een verzekering voor alle vrijwilligers in de gemeente Best heeft afgesloten. De overige 26,3% is daar niet van op de hoogte. Ook is het grootste gedeelte van de organisaties (89,2%) op de hoogte van het feit dat de gemeente subsidies verstrekt aan vrijwilligersorganisaties in Best. De organisaties konden cijfers geven voor verschillende aspecten die met de gemeente Best te maken hebben. Zo werden onder andere de communicatie tussen de gemeente en de organisaties beoordeeld. Dit onderdeel scoorde het hoogst en kreeg gemiddeld een 6,7. Het tweejaarlijkse feest kreeg met een 6,4 de laagste waardering. Wanneer de vrijwilligersorganisaties wordt gevraagd naar wat het belangrijkste focuspunt is voor de gemeente Best met het oog op het vrijwilligerswerk, worden de antwoorden ‘het waarderen van vrijwilligers’, ‘het behouden van subsidies’, ‘voorzien in scholing en advies’ en ‘een duidelijk, consequent vrijwilligersbeleid voeren’ genoemd.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
13
GEMEENTE BEST 3.2
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Resultaten onderzoek onder individuele vrijwilligers
Aan dit deel van het onderzoek hebben 326 vrijwilligers uit de gemeente Best meegedaan. Aangezien niet bekend is hoeveel vrijwilligers actief zijn in de gemeente Best, wat de samenstelling is van de totale populatie vrijwilligers en ook niet bekend is hoeveel vrijwilligers voor dit onderzoek zijn benaderd, kunnen we geen uitspraak doen over de mate van betrouwbaarheid van de resultaten. 3.2.1
Algemeen
39% Man
61%
Vrouw
Grafiek
8:
Verdeling van het geslacht van de respondenten (N=309) Een meerderheid (61%) van de vrijwilligers die aan dit onderzoek hebben meegedaan is man. 39% is vrouw. 2% 2% 5%
Jonger dan 18 jaar
6%
29%
19%
18-30 jaar 31-40 jaar 41-50 jaar
37%
51-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar of ouder
Grafiek 9: Verdeling van de leeftijdscategorieën van de respondenten (N=308) De grootste groep respondenten (37%) valt binnen de leeftijdscategorie 51-64 jaar. 29% van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar en 19% van de respondenten is tussen de 41 en 50 jaar. Verder valt 6% binnen de leeftijdscategorie ’31-40 jaar’ en 5% binnen de leeftijdscategorie ’75 jaar of ouder’. 4% van de respondenten is jonger dan 30 jaar. 18 respondenten hebben deze vraag niet beantwoord.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
14
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011] Sport en recreatie Kunst en cultuur
17%
3%
3%
32%
3% 2% 6% 6%
5% 23%
Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk Belangenbehartiging, informatie en advies Leefomgeving, verkeer en veiligheid Natuur en milieu Onderwijs en vorming Levensbeschouwing Politiek en ideëel Overig
Grafiek 10: Verdeling van respondenten naar vrijwilligersorganisaties (N=300) De grootste groep vrijwilligers wordt gevormd door de vrijwilligers die werken bij een organisatie uit de sector ‘Sport en recreatie’. 34% van de respondenten doet vrijwilligerswerk in deze sector. 23% van de respondenten doet vrijwilligerswerk in de sector ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en 6% werkt in de sector ‘Kunst en cultuur’. Nog eens 6% werkt in de sector ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’. De sectoren ‘Onderwijs en vorming’, ‘Levensbeschouwing’ en ‘Politiek en ideëel’ nemen elk 3% van de respondenten voor hun rekening. 2% van de respondenten doet vrijwilligerswerk in de sector ‘Natuur en milieu’. De overige 17% heeft de categorie ‘Overig’ aangekruist. Hier vulden de respondenten o.a. de organisaties VVV en FNV in. Ook werd bijvoorbeeld ‘de Speel-o-theek’, ‘administratief werk’, ‘maaltijdservice’ en ‘werken voor de wereldwinkel’ ingevuld.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
15
GEMEENTE BEST 3.2.2
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Samenwerking met andere vrijwilligers en bestuur
Aan de vrijwilligers is gevraagd hoe zij de samenwerking met hun collega-vrijwilligers en het bestuur van hun organisatie ervaren. Op deze wijze komen we erachter hoe vrijwilligers zich voelen binnen hun organisatie.
In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over het bestuur met betrekking tot: Het waarderen van vrijwilligers (N=256)
35%
57%
5% 3%
Het informeren van vrijwilligers over ontwikkelingen binnen de organisatie (N=256)
22%
66%
9% 3%
Het nakomen van gemaakte afspraken met vrijwilligers (N=259)
21%
70%
7% 2%
Het begeleiden van vrijwilligers (N=242)
16%
72%
11% 2% Zeer tevreden
Het verdelen van taken onder vrijwilligers (N=255)
18%
71%
10%1%
Tevreden Ontevreden
Inspraak binnen de organisatie (N=253)
24%
Het openstaan voor nieuwe vrijwilligers (N=251)
66%
32%
7% 3%
63%
3%2%
Het openstaan voor ideeën van vrijwilligers (N=256)
26%
70%
2%2%
Het zorgen voor een goede sfeer onder de vrijwilligers (N=263)
28%
69%
2%1%
0%
20%
40%
60%
Zeer ontevreden
80%
100%
Grafiek 11: Tevredenheid van de respondenten over het bestuur Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over het bestuur van hun vrijwilligersorganisatie. Ook geven de meeste respondenten een positieve toelichting op de vraag of zij tevreden zijn over het bestuur van hun vrijwilligersorganisatie. Toch wordt er ook een minder positieve noot geplaatst. Deze betreft de betrekking van vrijwilligers binnen de organisatie. Sommige vrijwilligers worden meer betrokken dan anderen, wat er toe leidt dat de minder betrokken vrijwilligers zich buitengesloten voelen. Communicatie blijkt nog wel eens een heikel punt.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
16
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST 3.2.3
Het eigen functioneren als vrijwilliger
Uit het onderzoek blijkt dat 37% van de respondenten al tien jaar of langer vrijwilliger is. De groep ‘5-9 jaar vrijwilliger’ is iets kleiner (24%), net als de groep ‘3-4 jaar vrijwilliger’ (21%). 12% van de respondenten gaf aan 1 tot 2 jaar vrijwilliger te zijn en 6% is korter dan een jaar vrijwilliger. Uit de resultaten blijkt dat de vrijwilligers uit de leeftijdscategorie 51-64 jaar de meeste werkzaamheden op zich nemen binnen hun organisatie. Ook de vrijwilligers die tussen de 41 en 50 jaar oud zijn, en de vrijwilligers die tussen de 65 en 74 jaar zijn, zijn behoorlijk actief. De meeste vrijwilligers geven aan dat ze vrijwilligerswerk doen omdat ze iets voor de samenleving willen betekenen. Maar liefst 141 vrijwilligers geven dit als reden op. Ook doen veel vrijwilligers vrijwilligerswerk omdat ze het werk gewoon leuk en interessant vinden (127 keer genoemd). Verder is een veelgenoemde reden ‘ik help of ondersteun graag andere mensen’ (125 keer genoemd).
14%
0%
10%
14%
20%
14%
30% 1
6%
40% 2
3
14%
50% 4
5
14%
60% 6
7
15%
70% 8
9
80%
6% 2% 1%
90%
100%
10
Grafiek 12: Cijfer voor de werkdruk die vrijwilligers ervaren tijdens het verrichten van vrijwilligerstaken (N=253) Het verrichten van vrijwilligerstaken levert veel voldoening op bij de vrijwilligers. Wel moet de belasting van de vrijwilligers in de gaten gehouden worden. 38% van de vrijwilligers ervaart een matige tot sterke werkdruk (het cijfer 6 of hoger) bij het uitvoeren van haar taken. Gemiddeld geven de respondenten een 7,6 voor de waardering die zij van het bestuur en hun collegavrijwilligers ontvangen, en een 7,5 voor de waardering die zij van hun leden of deelnemers ontvangen. Het overgrote gedeelte van de respondenten (97%) voelde zich (heel erg) goed tijdens het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Ruim drie kwart van de respondenten (76%) is niet van plan om binnenkort te stoppen met het vrijwilligerswerk. 16% geeft aan binnen 3 jaar te willen stoppen en 4% wil er binnenkort mee stoppen. Afgaand op de resultaten zijn ‘persoonlijke omstandigheden’, ‘tijdgebrek’, ‘plaats maken voor nieuwe vrijwilligers’ en ‘zin om ander vrijwilligerswerk te gaan doen’ de belangrijkste redenen om met vrijwilligerswerk te stoppen. 3.2.4
Steunpunt Vrijwilligerswerk
Aan de vrijwilligers is onder andere gevraagd of zij bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk en wat hun eventuele ondersteuningsbehoefte is. Uit de resultaten blijkt dat 62% van de respondenten bekend is met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. 38%, ruim een derde van de respondenten, is dit echter niet. De meeste vrijwilligers bekend zijn met Steunpunt Vrijwilligerswerk dankzij ‘Groeiend Best’ (36%) en via de vrijwilligersorganisatie zelf (34%). Geen van de respondenten gaf aan dat ze via het internet bekend zijn geraakt met het Steunpunt. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
17
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Uit de enquête blijkt dat ruim twee derde van de respondenten (68%) geen gebruik maken van het Steunpunt Vrijwilligerswerk en dat ook niet in de toekomst van plan zijn. 4% geeft aan tot op heden nog geen gebruik te hebben gemaakt van het Steunpunt, maar dat ik de toekomst wel van plan is. De overige 28% heeft al wel eens gebruik gemaakt van het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij gebruikten het Steunpunt voor het doorgeven van vacatures en voor informatie en advies. De respondenten is ook naar hun bekendheid met de vacaturebank gevraagd.
10% 53%
Ja, ook gebruik van gemaakt 37%
Ja, maar geen gebruik van gemaakt Nee
Grafiek 13: Verdeling respondenten naar bekendheid met vacaturebank (N=253) Het grootste gedeelte van de respondenten, 53%, is niet bekend met de vacaturebank voor vrijwilligerswerk. De overige 47% kent de vacaturebank voor vrijwilligerswerk wel. In totaal heeft 10% van de respondenten wel eens gebruik gemaakt van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk, en heeft 37% van de respondenten wel eens van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk gehoord, maar zij hebben er nog nooit gebruik van gemaakt. Bij vragen of een ondersteuningswens zou 13% van de respondenten aankloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk. 34% van de respondenten geeft aan dat ze dit niet zou doen. De overige 53% geeft aan dat ze dit niet zou weten. 3.2.5
Gemeente Best
32% Ja
50%
Nee 18%
Weet ik niet
Grafiek 14: Mening respondenten op de vraag ‘Vindt u dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert?’ (N=204) 32% van de respondenten vindt dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert. 18% van de respondenten vindt dat de gemeente Best dat niet doet en de helft van de respondenten, 50%, geeft aan dat ze het antwoord op deze vraag niet weet. 45% geeft de gemeente Best (ruime) voldoende, namelijk een 7 of hoger, voor de dingen die zij doet voor vrijwilligers(organisaties). Het gemiddelde cijfer is een 6,1.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
18
GEMEENTE BEST 3.3
Conclusies en aanbevelingen
3.3.1
Vrijwilligersorganisaties
x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hoe groot is het tekort aan vrijwilligers?
31,8% van de organisaties geeft het totale aantal vrijwilligers dat zij op dit moment hebben een onvoldoende of een ruime onvoldoende. Precieze aantallen worden niet genoemd, maar veel organisaties (vooral de organisaties met maximaal 25 vrijwilligers) geven aan dat ze handen tekort komen. Deze organisaties zien door de vergrijzing hun vrijwilligersaantal dalen en er komen geen nieuwe vrijwilligers bij. In bijna alle sectoren is dan ook een dringende behoefte aan jonge vrijwilligers (zowel jonger dan 18 jaar als tussen de 18 en 23 jaar ). Opvallend is dat de meeste organisaties de toekomst toch zonnig inzien qua vrijwilligersaantal: zij denken dat ze in de toekomst voldoende vrijwilligers zullen hebben, ook al weet 55% van de organisaties nog niet precies hoe zij dat gaan bereiken aangezien zij geen plan voor het werven van vrijwilligers hebben liggen. x
Hoe kunnen meer burgers gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te gaan doen?
Organisaties hebben weinig ideeën over hoe zij meer vrijwilligers in kunnen zetten. Zij geven aan een tekort aan vrijwilligers te hebben maar weten vaak niet hoe ze dat tekort op kunnen lossen. De maatschappelijke stage wordt soms als oplossing gezien, omdat jonge stagiaires via de maatschappelijke stage mogelijk enthousiast worden gemaakt als vrijwilliger. In de vrije schrijfruimte bij de enquête wordt meerdere malen genoemd dat organisaties graag hulp willen bij het werven van vrijwilligers. Organisaties zouden vaker specifieke groepen als vrijwilligers in kunnen zetten. Op dit moment zetten 14 van de 52 organisaties specifieke groepen als werklozen, allochtonen en mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap in. Hierbij betrekken zij het vaakst ‘mensen met een verstandelijke beperking’, ’65plussers’ en ‘jongeren tot 18 jaar’ als specifieke groep bij het vrijwilligerswerk. x
Hoe staan vrijwilligersorganisaties tegenover vrijwilligers met een beperking?
De meeste organisaties geven aan dat zij denken in mogelijkheden en niet in beperkingen. Zij kijken naar de kwaliteiten van mensen en zetten de mensen aan de hand van die kwaliteiten in. Hierbij speelt een speciale achtergrond, zoals een beperking, vaak geen rol. Er zijn 30 organisaties die geen specifieke groepen betrekken bij hun vrijwilligerswerk. Als redenen geven zij hiervoor dat hun vrijwilligers opgeleid moeten zijn of dat privacy een te grote rol speelt bij hun vrijwilligerswerk. Mensen met een beperking zouden dat vrijwilligerswerk, volgens die organisaties, niet kunnen doen. x
Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligersorganisaties aan bij het uitvoeren van allerlei taken?
Met stip op een staat het aantal vrijwilligers. Het uitvoeren van taken en activiteiten verloopt soms moeizaam omdat er te weinig vrijwilligers zijn. Ook zijn er regelmatig financiële problemen. Verder willen enkele vrijwilligersorganisaties graag een eenduidiger beleid binnen hun eigen vereniging en zouden ze graag zien dat hun bestuur daadkrachtiger zou functioneren. x
Hoe kunnen vrijwilligersorganisaties ondersteund worden?
De vrijwilligersorganisaties geven aan dat ze aan een paar zaken dringend behoefte hebben: subsidies (en dus het behoud daarvan), scholing en advies (via het Steunpunt Vrijwilligerswerk) en een duidelijk, consequent vrijwilligersbeleid. Veel organisaties zijn nu niet op de hoogte van bepaalde voorzieningen of regelingen. Daarnaast worden de gemeente en het Steunpunt Vrijwilligerswerk af en toe als ‘onzichtbaar’ en ‘bureaucratisch’ aangemerkt. De vrijwilligersorganisaties hebben een ruimdenkende, meegaande gemeente nodig die hen ondersteunt in de nu al niet al te makkelijke tijden. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
19
GEMEENTE BEST
x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
In hoeverre bieden vrijwilligersorganisaties maatschappelijke stages aan?
84,6% van de organisaties geeft aan dat ze als bestuur bekend zijn met maatschappelijke stages. De overige 15,4% is niet bekend met maatschappelijke stages. Van de organisaties die bekend zijn met maatschappelijke stages biedt 33% al stageplaatsen aan. 12% biedt nog geen stageplaatsen aan, maar wil dit wel gaan doen. 49% geeft aan dat ze geen stageplaatsen aanbieden en dat ook niet van plan zijn. De overige 6% ging voor de optie ‘overig’. Van de organisaties heeft 28% contact gehad met de stagemakelaar. De stagemakelaar krijgt gemiddeld een 6,9 van de vrijwilligersorganisaties. Veel organisaties hebben al wel met de stagemakelaar over stageplaatsen gepraat, maar zijn nog niet tot actie overgegaan omdat ze vinden dat hun organisatie niet geschikt is voor maatschappelijke stageplaatsen of omdat ze het oriënteren en regelen teveel werk vinden. Zij hebben ook de capaciteit niet om de stagiaires te begeleiden. x
Welke ideeën leven bij vrijwilligersorganisaties om de onderlinge samenwerking te verbeteren?
De meeste organisaties hebben contact met andere organisaties uit de gemeente Best. Dit zijn zowel organisaties binnen dezelfde sector (24 organisaties) als uit een andere sector (ook 24 organisaties). De organisaties die contact hebben met andere vrijwilligersorganisaties zoeken over het algemeen niet al te vaak contact. Er zijn meerdere redenen waarom organisaties contact met elkaar hebben. Het meeste contact is informeel. Daarnaast zoeken 15 organisaties contact voor bestuurlijk overleg, 15 organisaties voor netwerkbijeenkomsten en 13 organisaties organiseren gezamenlijk activiteiten. Er worden geen suggesties genoemd voor het verbeteren van de onderlinge samenwerking. x
Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen functioneren?
Over het algemeen beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen functioneren met een (ruime) voldoende). De aspecten die bij alle organisaties goed scoren (de aspecten krijgen van minimaal 80% van de organisaties een voldoende of ruim voldoende) zijn ‘Aantal bestuursleden’, ‘Aantal vrijwilligers van 65+’, ‘Vrijwilligers met een specifieke deskundigheid’, ‘Accommodatiebeheer’, ‘Benodigde deskundigheid’ en ‘Uitvoering kernactiviteiten’. De groei van nieuwe (jonge) vrijwilligers en nieuwe leden / deelnemers / bezoekers worden echter slechter beoordeeld. Deze aspecten krijgen van minimaal 40% van de organisaties een onvoldoende of een ruime onvoldoende. x
Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen toekomst?
Uit de enquête blijkt dat veel organisaties de financiële toekomst niet al te zonnig inzien. Maar liefst 53% van de organisaties geeft aan dat ze op dit moment genoeg middelen hebben, maar dat ze niet weten of dit de komende drie jaar ook zo blijft. Ook geeft 7% van de organisaties aan dat ze nu al een financieel tekort hebben waardoor ze niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Kort gezegd is 40% van de organisaties dus financieel gezond en heeft 40% van de organisaties het financieel zwaar. Verder zien de organisaties het somber in wat betreft het werven en behouden van voldoende leden en deelnemers, evenals het werven van nieuwe leden en deelnemers en het werven van nieuwe vrijwilligers. 40% of meer van de organisaties geeft aan dat dit waarschijnlijk of zeker een probleem zal vormen in de nabije toekomst. x Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties het Steunpunt Vrijwilligerswerk? Een groot gedeelte van de vrijwilligersorganisaties (90%) is bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Van deze organisaties heeft 40% ook wel eens gebruikt gemaakt van Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij deden dit vooral om vacatures te plaatsen.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
20
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
74% van de vrijwilligersorganisaties zou het Steunpunt Vrijwilligerswerk misschien of zeker benaderen voor advies en ondersteuning. De rest van de organisaties (26%) geeft aan dat zij niet aan zouden kloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Een van de redenen die hiervoor gegeven is, is ‘Wij weten niet goed hoe we het Steunpunt Vrijwilligerswerk bereiken en hoe zij ons zouden kunnen helpen’. x
Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld?
In de enquete konden de organisaties verschillende onderdelen van het vrijwilligersbeleid beoordelen. Zij gaven de waardering van de gemeente voor vrijwilligers gemiddeld een 6,5, de communicatie tussen gemeenten en organisaties gemiddeld een 6,6, het nakomen van de gemaakte afspraken door de gemeente een 6,7 en het tweejaarlijkse vrijwilligersfeest een 6,4. Aanbevelingen: x De gemeente Best en het Welzijn Best Oirschot zou de organisaties te hulp kunnen schieten bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Denk hierbij aan een training of voorlichting over bijvoorbeeld wervingstechnieken, social media, Photoshop (zodat organisaties aantrekkelijke posters en websites kunnen maken) et cetera. x Veel organisaties kunnen we wat steun op financieel gebied gebruiken. Het is zaak dat zij ondersteuning krijgen bij het opstellen van een (meerjaren)begroting en hulp bij het werven van fondsen. De gemeente zal ook moeten blijven bijdragen aan het bestaan van deze organisaties. x Het Steunpunt Vrijwilligerswerk zou zichzelf meer mogen promoten zodat alle vrijwilligersorganisaties weten wat het Steunpunt inhoudt en wat het voor de organisaties kan betekenen. x Wellicht kan de gemeente bemiddelen bij het samenwerken tussen verschillende organisaties. Door gezamenlijk activiteiten te organiseren of maatschappelijke stagiaires te begeleiden kunnen kosten en tijd worden gedeeld. x Over de groep ‘vrijwilligers met specifieke kenmerken’, zoals werklozen, mensen met een beperking, allochtonen en jongeren zou meer voorlichting gegeven kunnen worden. Sommige organisaties betrekken deze groepen nu nog niet bij het vrijwilligerswerk omdat zij denken dat het werk niet geschikt voor hen is of omdat begeleiding veel tijd zou kosten. x In de vragenlijst hebben enkele organisaties aangegeven dat zij graag in contact zouden komen met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Ook willen enkele organisaties meer informatie over maatschappelijke stages. We adviseren de gemeente en/of het Steunpunt Vrijwilligerswerk om contact op te nemen met deze organisaties. x Wij adviseren de gemeente Best een bijeenkomst te organiseren met vrijwilligersorganisaties waarin verder wordt gesproken over de volgende onderwerpen: ¾ Werving nieuwe vrijwilligers en/of leden ¾ Behoud van huidige vrijwilligers en/of leden ¾ Motivatie van huidige vrijwilligers zodat zij meer tijd willen besteden aan het vrijwilligerswerk ¾ Opstellen van een sluitende begroting en werven van financiële middelen ¾ Huisvesting. Uit het onderzoek is gebleken dat dit de onderwerpen zijn waarbij de meeste knelpunten worden ervaren door de vrijwilligersorganisaties. Door hierover een aantal groepsbijeenkomsten met de vrijwilligersorganisaties te houden kan worden achterhaald waardoor de knelpunten exact worden veroorzaakt en hoe de organisaties het beste kunnen worden ondersteund bij het (zoveel mogelijk) oplossen van de knelpunten. Tevens kunnen de bijeenkomsten dienen als brainstormsessies om nieuwe ideeën op te doen om bijvoorbeeld nieuwe vrijwilligers of leden te werven. Verschillende organisaties hebben aangegeven om te willen meewerken aan het vervolgonderzoek. De gegevens van deze organisaties zijn bij de gemeente bekend.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
21
GEMEENTE BEST 3.3.2 x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Vrijwilligers
Hoe beoordelen vrijwilligers hun eigen functioneren?
De meeste vrijwilligers doen vrijwilligerswerk omdat ze iets voor de samenleving willen doen. Ook doen veel vrijwilligers vrijwilligerswerk omdat ze het werk gewoon leuk en interessant vinden. Verder is een veelgenoemde reden ‘ik help of ondersteun graag andere mensen’. Vrijwilligerswerk geeft de vrijwilligers veel voldoening (‘voldoening’ scoort het rapportcijfer 7,9). Het vrijwilligerswerk heeft ervoor gezorgd dat de vrijwilligers (48,8%) hun sociale contacten hebben kunnen uitbreiden. Ook hebben veel vrijwilligers (37,7%) hun kennis en vaardigheden kunnen uitbreiden dankzij het vrijwilligerswerk. x
Hoe hoog is de belasting van vrijwilligers?
Uit het onderzoek blijkt dat 37% van de respondenten al tien jaar of langer vrijwilliger is. De groep ‘5-9 jaar vrijwilliger’ is iets kleiner (24%), net als de groep ‘3-4 jaar vrijwilliger’ (21%). 12% van de respondenten gaf aan 1 tot 2 jaar vrijwilliger te zijn en 6% is korter dan een jaar vrijwilliger. De respondenten nemen samen 626 vrijwilligerstaken op zich. Dit houdt in dat de respondenten gemiddeld bijna twee taken op zich nemen. Dit kan bij verschillende vrijwilligersorganisaties zijn, maar ook bij een organisatie. Uit de enquête blijkt dat de vrijwilligers uit de leeftijdscategorie 51-64 jaar de meeste werkzaamheden op zich nemen binnen hun organisatie. Ook de vrijwilligers die tussen de 41 en 50 jaar oud zijn, en de vrijwilligers die tussen de 65 en 74 jaar zijn, zijn behoorlijk actief. Het overgrote gedeelte van de respondenten (96,5%) voelde zich (heel erg) goed tijdens het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Toch geeft een aantal respondenten aan dat de werkdruk te hoog is. In veel sectoren is een tekort aan vrijwilligers en daardoor maken veel vrijwilligers eigenlijk meer uren dan ze zouden willen maken.
x
Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligers aan bij het uitvoeren van allerlei taken?
Voor de meeste vrijwilligers geldt dat er geen omstandigheden zijn die het uitvoeren van vrijwilligerstaken moeilijker maken. Uit het onderzoek blijkt dat 66% van de respondenten het vrijwilligerswerk zonder problemen uit kan voeren. 34% geeft echter aan dat er omstandigheden zijn die het uitvoeren van vrijwilligerstaken moeilijker maken. ‘Tijdgebrek’ is de belangrijkste belemmering bij het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Ook de ‘thuissituatie’ en ‘lichamelijke beperkingen’ zijn belangrijke belemmeringen. x
Hoe kunnen vrijwilligers ondersteund worden?
Een aantal respondenten geeft aan dat ze graag wat meer ondersteuning zouden ontvangen in de vorm van een cursus, informatie, deskundig advies of op een andere manier. De meest gekozen hulpvorm (33 keer) is ‘Cursussen, workshops, trainingen’. Ook de optie ‘Informatie / voorlichting’ werd redelijk vaak aangekruist (21 keer). Sommige vrijwilligers willen op een andere manier ondersteund worden. Genoemd wordt ‘voorlichting over aandoeningen zoals ADHD’ en ‘ondersteuning bij het oversteken van een drukke weg’. Vrijwilligers geven aan dat ze graag ondersteund willen worden bij het werven van vrijwilligers, bij het vinden van huisvesting en een accommodatie en bij het aanvragen van subsidies en fondsen. Ook willen vrijwilligers graag in contact worden gebracht met vrijwilligers van andere organisaties. In de opmerkingenvelden kwam regelmatig voorbij dat de vrijwilligers graag financieel ondersteund willen worden. Ook zou de vergoeding belastingvrij moeten zijn, volgens enkele vrijwilligers. Verder zouden sommige vrijwilligers ook graag wat meer waardering ontvangen. Een kop koffie is vaak al voldoende.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
22
GEMEENTE BEST x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hoe zien vrijwilligers hun eigen toekomst als vrijwilliger?
De meeste vrijwilligers (76%) zijn van plan om het vrijwilligerswerk gewoon door te zetten. 16% geeft aan binnen 3 jaar te willen stoppen en 4% wil er binnenkort mee stoppen. De overige 4% weet nog niet wat ze op het gebied van vrijwilligerswerk gaan doen. Afgaand op de resultaten zijn ‘persoonlijke omstandigheden’, ‘tijdgebrek’, ‘plaats maken voor nieuwe vrijwilligers’ en ‘zin om ander vrijwilligerswerk te gaan doen’ de belangrijkste redenen om met vrijwilligerswerk te stoppen. x
Hoe beoordelen vrijwilligers het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
Uit de resultaten blijkt dat 62% van de respondenten bekend is met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. 38%, ruim een derde van de respondenten, is dit echter niet. De respondenten geven aan dat ze het Steunpunt Vrijwilligerswerk het vaakst gebruiken om vacatures door te geven en voor informatie en advies. Het Steunpunt wordt minder gebruikt voor het reageren op vacatures en scholing. 13% van de respondenten zou aankloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk indien zij behoefte aan ondersteuning en / of advies zouden hebben. 34% van de respondenten geeft aan dat ze dit niet zou doen. De overige 53% geeft aan dat ze dit niet zou weten. De respondenten is ook naar hun bekendheid met de vacaturebank gevraagd. Het grootste gedeelte van de respondenten, 53%, is niet bekend met de vacaturebank voor vrijwilligerswerk. De overige 47% kent de vacaturebank voor vrijwilligerswerk wel. In totaal heeft 10% van de respondenten wel eens gebruik gemaakt van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk, en heeft 37% van de respondenten wel eens van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk gehoord, maar zij hebben er nog nooit gebruik van gemaakt. 77,1% van de respondenten geeft het Steunpunt Vrijwilligerswerk het cijfer 7 of hoger. 18,3% van de vrijwilligers geeft het Steunpunt een magere voldoende, namelijk een 6. 4,6% van de respondenten geeft het Steunpunt Vrijwilligerswerk een onvoldoende (een 5 of lager) x
Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld?
32% van de respondenten vindt dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert. 18% van de respondenten vindt dat de gemeente Best dat niet doet en 50% van de respondenten geeft aan dat ze het antwoord op deze vraag niet weten. De respondenten waardeerden de gemeente Best (met het oog op vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties) gemiddeld met een 6,1. Wanneer de gemeente Best meer vrijwilligers wil werven, zouden ze dit volgens de huidige vrijwilligers kunnen bereiken door vrijwilligerswerk meer onder de aandacht te brengen. Aanbevelingen: x Vrijwilligerswerk mag meer onder de aandacht worden gebracht. Wanneer de bekendheid toeneemt, voelen wellicht meer mensen de neiging om vrijwilligerswerk te gaan doen. Vrijwilligers geven aan dat ze in hun omgeving vaak ‘Ik weet niet waar ik me zou moeten melden en wat ik dan moet doen’ horen als reden om zich niet te oriënteren op vrijwilligerswerk. Ook zou volgens vrijwilligers een persoonlijke aanpak (potentiële vrijwilligers gewoon aanspreken) helpen. x De organisaties zouden meer aandacht kunnen besteden aan het waarderen van vrijwilligers. Veel vrijwilligers voelen zich te weinig gewaardeerd. Waardering door middel van vriendelijke woorden of een gratis kop koffie is al genoeg. Wellicht is het een idee om een kortingspas te ontwikkelen waarmee vrijwilligers korting bij verschillende winkels krijgen, of bijvoorbeeld bij de bioscoop. x Enkele vrijwilligers aan dat ze graag een financiële vergoeding zouden ontvangen. Anderen geven aan dat ze al een vergoeding ontvangen, maar dat deze nu belast is. Zij zouden graag zien dat de vergoeding belastingvrij zou zijn. x Vrijwilligerswerk zou nog flexibeler moeten worden. Veel vrijwilligers geven aan graag op projectbasis te willen werken, zodat ze weten hoeveel uur ze aan het vrijwilligerswerk kwijt zijn en over welke periode. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
23
GEMEENTE BEST x x x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Wellicht kan het cursusaanbod worden uitgebreid. Waar behoefte aan is verschilt natuurlijk per vereniging. Het Steunpunt Vrijwilligerswerk ende gemeente Best verdienen meer bekendheid. Wanneer bij iedere organisatie duidelijk is wat een van de organisaties voor hen kan betekenen zou dit wellicht al veel ongemakken wegnemen. In de vragenlijst hebben enkele vrijwilligers aangegeven dat zij graag in contact zouden komen met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. We adviseren het Steunpunt Vrijwilligerswerk om mogelijk contact op te nemen met deze vrijwilligers.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
24