Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011 Onderzoek onder vrijwilligersorganisaties en vrijwilligers
J. Bosch, MA en drs. G. Eijkhout
Verantwoording & Analyse
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over 2011
VERANTWOORDING EN ANALYSE
Auteurs: J. Bosch, MA Drs. G. Eijkhout
Mei 2012
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Postbus 27 6560 AA Groesbeek Tel.: 024 - 642 45 62 E-mail:
[email protected] Website: www.wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
1
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1
ONDERZOEKSOPZET ...................................................................................................................... 4
1.1
Aanleiding van het onderzoek ................................................................................................................... 4
1.2
Onderzoeksvragen ..................................................................................................................................... 4
1.3
Onderzoeksgroepen ................................................................................................................................... 5
1.4
Gegevensverzameling ................................................................................................................................ 5
1.5
Gegevensverwerking en analyse................................................................................................................ 6
HOOFDSTUK 2
RESPONS ........................................................................................................................................7
HOOFDSTUK 3
ANALYSE DATA .............................................................................................................................. 8
3.1
Resultaten onderzoek onder besturen van vrijwilligersorganisaties .........................................................8 3.1.2
Over de eigen organisatie ............................................................................................................14
3.1.3
Financiële situatie ........................................................................................................................20
3.1.4
Contact met andere vrijwilligersorganisaties ..............................................................................21
3.1.5
Betrokkenheid specifieke doelgroepen .......................................................................................23
3.1.6
Sterke en zwakke punten .............................................................................................................26
3.1.7
Maatschappelijke stage ...............................................................................................................28
3.1.8
Steunpunt Vrijwilligerswerk .........................................................................................................30
3.1.9
Gemeente Best.............................................................................................................................34
3.2
Resultaten onderzoek onder individuele vrijwilligers..............................................................................37 3.2.1
Algemeen .....................................................................................................................................37
3.2.2
Samenwerking met andere vrijwilligers en bestuur ....................................................................40
3.2.3
Sterke en zwakke punten .............................................................................................................42
3.2.4
Het eigen functioneren als vrijwilliger .........................................................................................44
3.2.5
Steunpunt Vrijwilligerswerk .........................................................................................................57
3.2.6
Gemeente Best.............................................................................................................................65
3.3
Conclusies en aanbevelingen ...................................................................................................................70 3.3.1
Vrijwilligersorganisaties ...............................................................................................................70
3.3.2
Vrijwilligers ...................................................................................................................................73
BIJLAGE I
Vragenlijst voor besturen van vrijwilligersorganisaties .....................................................................76
BIJLAGE II
Vragenlijst voor vrijwilligers ...........................................................................................................92
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
2
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Leeswijzer Opmerkingen respondenten In dit rapport zijn bij enkele onderwerpen opmerkingen van respondenten vermeld. Deze opmerkingen stonden ofwel vermeld als toelichting bij een (open) vraag, ofwel vermeld aan het einde van de vragenlijst, waar plaats is voor opmerkingen, suggesties of vragen. Uit deze opmerkingen hebben we een relevante selectie gemaakt, die we steeds in een gekleurd kader bij de bijhorende onderwerpen hebben geplaatst. Het gaat hierbij steeds om één of meer reacties van individuele personen, dus de reacties zijn niet per definitie representatief voor de rest van de doelgroep. Sommige opmerkingen zijn geparafraseerd om de privacy van de respondenten te waarborgen. Afronding percentages Bij sommige tabellen komt het totale percentage niet precies uit op 100%. Dit wordt veroorzaakt door afrondingsverschillen en brengt de betrouwbaarheid van de percentages dus niet in het geding.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
3
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
HOOFDSTUK 1 ONDERZOEKSOPZET 1.1 Aanleiding van het onderzoek De gemeente Best heeft in 2012 een nieuw WMO-beleid vastgesteld. Een onderdeel van dit beleid vormt de begeleiding en ondersteuning van vrijwilligers (prestatieveld 4). De gemeente Best heeft zichzelf op het gebied van de ondersteuning van vrijwilligers een aantal doelen gesteld. Deze zijn gebaseerd op huidige cijfers uit de gemeente Best en landelijke cijfers. Dit onderzoek geeft belangrijke informatie over hoe de gemeente Best de gestelde doelen kan bereiken: waar staat het vrijwilligerswerk op dit moment en wat moet er veranderd worden zodat de doelen gehaald worden? Of, want dat kan ook: wat moet er juist niet veranderen? In dit onderzoek wordt gekeken naar de wijze waarop vrijwilligers functioneren binnen hun organisatie, wat hun beweegredenen zijn om vrijwilligerswerk te doen en welke ondersteuningsbehoefte er eventueel bestaat. Op organisatieniveau beschrijft het onderzoek de huidige situatie, hoe de toekomst eruit ziet en op welke wijze organisaties eventueel doelgericht ondersteund kunnen worden. De uitkomsten van dit onderzoek kunnen worden gebruikt als input voor het Steunpunt Vrijwilligers en voor de verdere invulling van het vrijwilligersbeleid van de gemeente Best. Daarnaast kunnen de uitkomsten van het onderzoek als introspectie gelden voor vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. 1.2 Onderzoeksvragen Het onderzoek moet inzicht geven in de volgende hoofdvragen: 1. Welke ondersteuningsbehoefte bestaat er onder vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties? 2. Wat speelt er onder vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties? Om deze twee hoofdvragen te kunnen beantwoorden moeten de volgende deelvragen beantwoord worden: Vrijwilligers: x Hoe beoordelen vrijwilligers hun eigen functioneren? x Hoe hoog is de belasting van vrijwilligers? x Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligers aan bij het uitvoeren van allerlei taken? o Welke knelpunten ervaren vrijwilligers? x Hoe kunnen vrijwilligers ondersteund worden? o Aan welke ondersteuning hebben vrijwilligers behoefte en aan welke niet? o Op welke wijze kan de ondersteuning aan vrijwilligers verbeterd worden? x Hoe zien vrijwilligers hun eigen toekomst als vrijwilliger? x Hoe kunnen vrijwilligers meer worden ingezet bij zaken als dagbesteding, zoals die vanuit de AWBZ naar gemeenten wordt overgeheveld? x Hoe beoordelen vrijwilligers het Steunpunt Vrijwilligerswerk? x Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld? Vrijwilligersorganisaties: x Hoe groot is het tekort aan vrijwilligers? o Hebben vrijwilligersorganisaties een tekort aan specifieke groepen vrijwilligers, bijvoorbeeld mannen of jongeren? x Hoe kunnen meer burgers gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te gaan doen? o Hoe kan vrijwilligerswerk aantrekkelijker worden gemaakt voor jongeren (12-18 jaar)? o Hoe kan vrijwilligerswerk aantrekkelijker worden gemaakt voor 65+’ers? o Hoe kan vrijwilligerswerk mogelijk en aantrekkelijker worden gemaakt voor specifieke doelgroepen, zoals mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking? x Hoe staan vrijwilligersorganisaties tegenover vrijwilligers met een beperking? o Welke ondersteuning hebben vrijwilligersorganisaties nodig wanneer vrijwilligers lichamelijke en/of geestelijke beperkingen hebben? Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
4
GEMEENTE BEST x x x x x x x x x x 1.3
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Op welke wijze kunnen meer uitkeringsgerechtigden betrokken worden bij vrijwilligerswerk? Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligersorganisaties aan bij het uitvoeren van allerlei taken? o Welke knelpunten ervaren vrijwilligersorganisaties? Hoe kunnen vrijwilligersorganisaties ondersteund worden? o Op welke wijze kan de ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties verbeterd worden? o Aan welke ondersteuning hebben vrijwilligersorganisaties behoefte en aan welke niet? In hoeverre bieden vrijwilligersorganisaties maatschappelijke stages aan? o Zijn vrijwilligersorganisaties bekend met de maatschappelijke stage? o Hoe beoordelen de organisaties het functioneren van de stagemakelaar? Hoe kunnen vrijwilligersorganisaties meer worden ingezet bij zaken als dagbesteding, zoals die vanuit de AWBZ naar gemeenten wordt overgeheveld? Welke ideeën leven bij vrijwilligersorganisaties om de onderlinge samenwerking te verbeteren? Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen functioneren? Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen toekomst? Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties het Steunpunt Vrijwilligerswerk? Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld? Onderzoeksgroepen
De gemeente Best kiest ervoor om de volgende doelgroepen te benaderen voor het Wmoklanttevredenheidsonderzoek: ¾ Alle vrijwilligersorganisaties binnen de gemeente Best, voor zover bekend bij de gemeente en/of Welzijn Best Oirschot. ¾ De individuele vrijwilligers voor zover die actief zijn bij de organisaties bij de voornoemde organisaties. 1.4
Gegevensverzameling
In februari 2012 hebben de besturen van de vrijwilligersorganisaties die bekend zijn bij de gemeente Best en bij Welzijn Best Oirschot een e-mail ontvangen. Met deze e-mail informeerde Welzijn Best Oirschot de besturen van de vrijwilligersorganisaties dat hun e-mailadressen werden doorgegeven aan het onderzoeksbureau Wmoklanttevredenheidsonderzoek.nl. De organisaties die hier geen prijs op stelden konden dit kenbaar maken. Vervolgens heeft Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl aan alle deelnemende organisaties twee e-mails gestuurd. In de eerste e-mail stond de link naar de vragenlijst die door het bestuur ingevuld moest worden. In de tweede mail stond een link voor de individuele vrijwilligers. Aan de besturen is verzocht deze e-mail door te sturen naar hun vrijwilligers. Na ongeveer twee weken ontvingen de besturen van vrijwilligersorganisaties die tot op dat moment de vragenlijst nog niet hadden ingevuld een herinnering. Zowel vrijwilligers als organisaties konden op de vragenlijst aangeven of zij het prijs stellen dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk met hen opneemt. Ook konden ze aangeven of de enquêteresultaten doorgegeven mochten worden aan het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Indien dit niet expliciet is aangegeven, is dit ook niet gebeurd. Bij het vaststellen van de uitkomsten zijn de vragen die niet beantwoord zijn ook niet meegerekend. Dit betekent dat de resultaten niet altijd betrekking hebben op de totale groep onderzoeksdeelnemers. Per onderwerp is aangegeven hoeveel respondenten hebben meegedaan. De volledige vragenlijsten zijn opgenomen in de bijlagen.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
5
GEMEENTE BEST 1.5
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Gegevensverwerking en analyse
De kwantitatieve gegevens van dit onderzoek zijn geanalyseerd met behulp van het statistische programma IBM SPSS Statistics versie 20.0. Andere programma’s die gebruikt zijn, zijn Word 2010 en Excel 2010. Het rapport beschrijft voor alle onderwerpen de uitkomsten en de achtergronden. De gegevens worden hierbij vaak in grafieken, tabellen of taartdiagrammen weergegeven. De gegevens zijn, waar relevant, verder uitgesplitst naar specifieke kenmerken van de doelgroepen.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
6
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
HOOFDSTUK 2 RESPONS In de onderstaande tabel is de respons per doelgroep weergegeven. Doelgroep
Aantal benaderde vrijwilligers en organisaties
Respons (%)
Vrijwilligers
Onbekend
326 (?%)
212
52 (25%)
Vrijwilligersorganisaties Tabel 1. Respons onderzoek
Zoals al eerder vermeld, zijn naar alle deelnemende vrijwilligersorganisaties twee e-mails gestuurd. De besturen van de vrijwilligersorganisaties konden met de link in de eerste e-mail de vragenlijst voor besturen invullen, terwijl de e-mail met de link voor het onderzoek naar individuele vrijwilligers kon worden doorgestuurd naar de vrijwilligers. Aangezien er geen gegevens beschikbaar zijn over het exacte aantal vrijwilligers binnen de gemeente Best en we ook geen beeld hebben van het aantal e-mails dat is doorgestuurd naar de vrijwilligers, is het niet mogelijk om iets te zeggen over de betrouwbaarheid of de representativiteit van het onderzoek onder de individuele vrijwilligers. Bij Welzijn Best Oirschot zijn de e-mailadressen van 212 vrijwilligersorganisaties bekend. Alle besturen van deze organisaties hebben van de gemeente Best een e-mail ontvangen. Van deze 212 organisaties hebben 52 besturen deelgenomen aan het online onderzoek. De respons komt daarmee op 25%. In de dataset lijkt het echter alsof 79 vrijwilligersorganisaties hebben deelgenomen aan het onderzoek. Hier zaten echter dubbel ingezonden enquêtes tussen (waarbij de invuller bijvoorbeeld twee maal op verzenden heeft gedrukt) en niet ingevulde enquêtes. Deze zijn niet meegenomen in het onderzoek.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
7
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
HOOFDSTUK 3 ANALYSE DATA In dit hoofdstuk worden de data geanalyseerd. Per onderdeel vindt er een kwantitatieve analyse plaats. De gegevens worden per vraag beschreven. Waar mogelijk en relevant worden de gegevens uitgesplitst naar verschillende groepen vrijwilligers(organisaties) en worden dwarsverbanden gelegd tussen data. Daarnaast vindt er een kwalitatieve analyse plaats. Aan de respondenten zijn ook open vragen gesteld. De antwoorden hiervan worden inhoudelijk geanalyseerd. Tevens worden de kwalitatieve resultaten gebruikt om de kwantitatieve uitkomsten verder te verdiepen.
In paragraaf 3.1 worden eerst de resultaten van het onderzoek onder de besturen van de vrijwilligersorganisaties uitgewerkt. In paragraaf 3.2 worden de resultaten van het onderzoek onder individuele vrijwilligers verder uitgewerkt. 3.1
Resultaten onderzoek onder besturen van vrijwilligersorganisaties
In deze subparagraaf worden eerst de achtergronden van de organisaties beschreven. De vragenlijst voor vrijwilligersorganisaties is door 52 organisaties ingevuld. Sport en recreatie Kunst en cultuur 4%
4%
10% 29%
11%
Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk Belangenbehartiging, informatie en advies
10%
15% 17%
Leefomgeving, verkeer en veiligheid Onderwijs en vorming Politiek en ideëel Overig
Grafiek 1: Verdeling vrijwilligersorganisaties naar sectoren (N=61) 29% van de organisaties valt onder de sector ‘Sport en recreatie’. 17% van de organisaties valt onder de sector ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en 15% valt onder de sector ‘Kunst en cultuur’. De overige organisaties maken 11% of minder van het geheel uit.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
8
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Aan de organisaties is gevraagd of zij onderdeel of lid zijn van een koepelorganisatie of belangenbehartiger. Er kan hierbij worden gedacht aan organisaties zoals De Zonnebloem, Scouting Nederland, KNVB of de Vereniging Kleine Kernen Gelderland.
44%
46%
Ja, landelijk niveau Ja, provinciaal niveau Ja, regionaal niveau
6%
4%
Nee
Grafiek 2: Verdeling vrijwilligersorganisaties naar aansluiting bij koepelorganisatie (N=52) De meeste vrijwilligersorganisaties (46%, 24 organisaties) zijn aangesloten bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger op landelijk niveau. Slechts een aantal organisaties is aangesloten bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger op regionaal niveau (6%, 3 organisaties) en bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger op provinciaal niveau (4%, 2 organisaties). 44% van de organisaties (23 organisaties) is helemaal niet aangesloten bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger.
9%
10%
33%
1 tot 10 11 tot 25
19%
26 tot 50 51 tot 100 29%
Meer dan 100
Grafiek 3: Verdeling organisaties naar aantal vrijwilligers (N=52) 33% van de vrijwilligersorganisaties zijn kleine organisaties: ze hebben 1 tot 10 vrijwilligers. 29% van de organisaties heeft 11 tot 25 vrijwilligers en 19% van de organisaties heeft 26 tot 50 vrijwilligers. 9% van de organisaties geeft aan dat er 51 tot 100 vrijwilligers vrijwilligerswerk doen voor hun organisatie en 10% geeft aan dat dit er meer dan 100 zijn. Wanneer het aantal vrijwilligers per organisatie worden afgezet naar het soort organisaties krijgen we de volgende resultaten te zien:
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
9
GEMEENTE BEST 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2% 9%
4%
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
2%
4% 4% 2%
2% 4%
6% 6%
13%
4%
9%
9%
6%
6%
2%
4%
Meer dan 100 51 tot 100 26 tot 50 11 tot 25 1 tot 10
Grafiek 4: Verdeling organisaties naar aantal vrijwilligers en sector (N=47) Uit bovenstaande grafiek valt af te lezen dat in de categorie ‘Sport en recreatie’ zowel grote als kleine organisaties vallen, evenals in de categorie ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’. De organisaties die in de sectoren ‘Kunst en cultuur’, ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’, ‘Onderwijs en vorming’ en ‘Politiek en ideëel’ zijn allemaal wat kleiner: zij hebben maximaal 50 vrijwilligers.
6%
4% 2% 2%
Geen 1 2 tot 5 86% 6 tot 9 10 of meer
Grafiek 5: Verdeling organisaties naar aantal beroepskrachten (N=52) Het grootste gedeelte van de organisaties (86%) heeft geen beroepskrachten in dienst. 6% van de organisaties heeft één beroepskracht in dienst, 4% van de organisaties heeft twee tot vijf beroepskrachten in dienst, 2% heeft zes tot negen beroepskrachten in dient en 2% heeft tien of meer beroepskrachten in dienst. Deze resultaten kunnen niet tegen andere segmentatievariabelen worden afgezet omdat het aantal organisaties met beroepskrachten daar te klein voor is.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
10
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
10%
0-4 jaar 13%
48%
5-9 jaar 10-24 jaar 29% 25 jaar of langer
Grafiek 6: Verdeling organisaties naar bestaansduur (N=52) In de grafiek valt af te lezen dat veel organisaties al lang bestaan: maar liefst 48% van de organisaties bestaat al 25 jaar of langer. 29% van de organisaties bestaat 10 tot 24 jaar en 13% van de organisaties bestaat 5 tot 9 jaar. 10% van de organisaties is onlangs opgericht en bestaat maximaal 4 jaar. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2% 9% 6%
6%
11%
2%
2%
2% 2%
2%
2%
9%
4% 2%
2%
2%
4% 2%
4%
25 jaar of langer 2%
10-24 jaar 5-9 jaar 0-4 jaar
Grafiek 7: Verdeling organisaties naar bestaansduur organisatie en sector (N=47) Uit bovenstaande grafiek valt af te lezen dat organisaties in de sectoren ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’, ‘Onderwijs en vorming’ en ‘Politiek en ideëel’ relatief jong zijn: deze organisaties bestaan allemaal maximaal 24 jaar. De organisaties in de sectoren ‘Sport en recreatie’, ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’, ‘Kunst en cultuur’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’ zijn redelijk gelijk verdeeld en de sectoren bevatten zowel ‘oude’ als ‘jonge’ organisaties.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
11
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
De organisaties is ook gevraagd naar de man/vrouwverdeling en de verdeling tussen oude en jonge vrijwilligers.
10%
8%
0% vrouwen, 100% mannen 1-25% vrouwen, 7699% mannen 26-75% vrouwen, 2675% mannen 76-99% vrouwen, 125% mannen 100% vrouwen, 0% mannen
19% 12%
51%
Grafiek 8: Verdeling man/vrouw in organisaties (N=51) Bij het grootste gedeelte van de organisaties (51%) zijn ongeveer evenveel vrouwen als mannen werkzaam. 19% van de organisaties bestaat voor 100% uit vrouwen en 8% van de organisaties bestaat voor 100% uit mannen. Verder werken bij 12% van de organisaties meer mannen dan vrouwen en is dat bij 10% van de organisaties juist andersom: daar werken meer vrouwen dan mannen. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2% 4%
2%
9% 17%
6% 6%
4%
2%
9% 4%
2% 9%
2%
6%
2%
9%
100% vrouwen, 0% mannen 2%
76-99% vrouwen, 1-25% mannen 26-75% vrouwen, 26-75% mannen 1-25% vrouwen, 76-99% mannen 0% vrouwen, 100% mannen
Grafiek 9: Verdeling organisaties naar man-vrouwverdeling en sector (N=47) Organisaties waar uitsluitend mannelijke vrijwilligers werken bevinden zich in de sectoren ‘Sport en recreatie’, ‘Kunst en cultuur’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’. Andersom bevinden organisaties waar uitsluitend vrouwelijke vrijwilligers werken zich in de sectoren ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
12
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Voornamelijk tot 30 jaar
8%
30%
Voornamelijk 31-50 jaar
31%
Voornamelijk 51-64 jaar
31%
Voornamelijk 65+
Grafiek 10: Verdeling organisaties naar leeftijdscategorieën (N=51) De verschillende organisaties zijn qua voornaamste leeftijdsgroepen redelijk gelijk verdeeld: de organisaties waarvan de vrijwilligers voornamelijk in de leeftijdscategorie 31-50 jaar vallen, evenals de organisaties waarvan de vrijwilligers voornamelijk in de leeftijdscategorie 51-64 jaar vallen én de organisaties waarvan de vrijwilligers voornamelijk ouder dan 65 jaar zijn maken allemaal ongeveer 30% van het geheel uit. De resterende 10% is voor de organisaties waarvan de vrijwilligers voornamelijk jonger dan 30 jaar zijn. 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
9%
2%
4%
2%
4% 6%
6%
2%
6%
6% 17% 100% vrouwen, 0% mannen 4% 6% 4%
2% 4%
4%
2%
Voornamelijk 65+
4% Voornamelijk 51-64 jaar Voornamelijk 31-50 jaar Voornamelijk tot 30 jaar
Grafiek 11: Verdeling organisaties naar leeftijdsverdeling en sector (N=47) Organisaties waar voornamelijk jonge vrijwilligers werken bevinden zich in de sectoren ‘Sport en recreatie’ en ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’. Oudere vrijwilligers zijn in alle sectoren terug te vinden (behalve in de sector ‘Sport en recreatie’, waar ruim 70% van de vrijwilligers niet ouder is dan 50 jaar) maar maken het grootste gedeelte van de vrijwilligers in de sector ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ uit.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
13
GEMEENTE BEST 3.1.2
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Over de eigen organisatie
In deze subparagraaf wordt ingegaan op de wijze waarop de vrijwilligersorganisaties georganiseerd zijn, hoe hun huidige situatie is en hoe naar verwachting hun toekomst eruit ziet. Aan de organisaties is gevraagd of zij beschikken over beleidsplannen, begrotingen en communicatiemiddelen. In de volgende tabel staan de reacties op deze vraag weergegeven. Tevens is per onderdeel aangegeven hoeveel organisaties (n-waarde) de vraag hebben beantwoord. Heeft uw organisatie een: 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
22%
12%
13% 38% 66%
78%
31%
35%
69%
65%
45%
53%
71% 88%
87% 62%
47% 34%
55% 29%
Nee Ja
Grafiek 12: Verdeling organisaties naar planning, administratie en organisatie. De onderdelen die meer dan 50% op het antwoord ‘Nee’ scoren worden hier onder verder uitgelicht. Uit het onderzoek blijkt dat vooral organisaties uit de sectoren ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’ hun zaakjes op orde hebben wat betreft een wervingsplan voor vrijwilligers. Het merendeel van de organisaties uit deze sector heeft zo’n wervingsplan liggen. Andersom heeft bijna geen enkele organisatie uit de sectoren ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ en ‘Kunst en cultuur’ een wervingsplan voor vrijwilligers liggen. Ook blijkt dat organisaties die lid zijn van een koepelorganisatie (zowel landelijk als provinciaal en regionaal) vaker een wervingsplan voor vrijwilligers hebben: 55,6% van de organisaties die wel lid is van een koepelorganisatie tegenover 35% van de organisaties die geen lid zijn van een koepelorganisatie. Wat een meerjarenbegroting betreft: in bijna alle sectoren hebben organisaties deze vaker niet dan wel. Een uitzondering hierop vormen organisaties uit de sectoren ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ en ‘Politiek en ideëel’. Zij hebben bijna allemaal een meerjarenbegroting opgesteld. In de bovenstaande grafiek valt ook af te lezen dat de meeste organisaties geen scholingsplan voor vrijwilligers hebben. Uit de analyse blijkt dat alleen organisaties uit de sector ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ vaker wel dan niet een scholingsplan voor vrijwilligers heeft. De organisaties uit andere sectoren hebben helemaal geen scholingsplan voor vrijwilligers (sectoren ‘Politiek en ideëel’ en ‘Kunst en cultuur’) of zelden (de
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
14
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
overige organisaties). Overigens hebben de organisaties die 6 of meer beroepskrachten in dienst hebben allemaal een scholingsplan voor vrijwilligers.
Worden vrijwilligers binnen uw organisatie begeleid?
38% 62%
Ja
Nee
Grafiek 13: Verdeling organisaties naar begeleiding van vrijwilligers (N=40) Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het grootste gedeelte van de organisaties haar vrijwilligers begeleidt (62%). De organisaties die hun vrijwilligers niet begeleiden zijn over het algemeen organisaties met weinig vrijwilligers. 41,7% van de organisaties die 1 tot 10 vrijwilligers hebben begeleiden hun vrijwilligers niet, evenals 46,2% van de organisaties die 11 tot 25 vrijwilligers hebben. Van de organisaties die meer dan 100 vrijwilligers hebben begeleidt 100%, dus alle organisaties, haar vrijwilligers. Voert u als bestuur evaluatiegesprekken met vrijwilligers?
41% 59%
Ja
Nee
Grafiek 14: Verdeling organisaties naar voeren van evaluatiegesprekken (N=41) Het merendeel van de organisaties (59%) voert evaluatiegesprekken met vrijwilligers. De organisaties die dit niet doen zijn de grote organisaties. 75% van de organisaties die meer dan 100 vrijwilligers hebben, voert geen evaluatiegesprekken met de vrijwilligers. Daarentegen voert 71,4% van de kleine organisaties (1 tot 10 vrijwilligers) wél evaluatiegesprekken met haar vrijwilligers, evenals 50% van de organisaties die 11 tot 25 vrijwilligers hebben.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
15
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Hoe beoordeelt u op dit moment uw organisaties ten aanzien van: In staat zijn om andere of extra activiteiten te organiseren (N=43) Uitvoering kernactiviteiten (N=39)
15%
Toekomstplannen / toekomstperspectief (N=45)
16%
Benodigde deskundigheid (N=45)
23% 2%
63%
12%
10%
74%
13% 7%
64%
9%
71%
20%
Financiële middelen (N=47) 2%
26% 2%
70%
Accommodatiebeheer (N=26)
12%
Beschikbare faciliteiten (N=40)
15%
12%4%
73%
23% 10%
53%
Groei nieuwe leden / deelnemers / 3% bezoekers (N=38) Groei nieuwe vrijwilligers (N=39)
8%
34%
55%
8%
38%
54%
Ruim Voldoende Voldoende Onvoldoende
Kennis van wet- en regelgeving 7% (N=41) Aantal deelnemers / leden / 8% bezoekers (N=38)
Aantal bestuursleden (N=47)
30%
61% 62%
21% 0%
20%
3% 6%
72%
19%
Totaal aantal vrijwilligers (N=44) 7%
11%
24%
56%
9%
40%
5%
22%
35%
43%
Ruim onvoldoende
19%
79%
Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) (N=23)
Aantal vrijwilligers van 65+ (N=36)
26%
61%
Vrijwilligers met specifieke 2% deskundigheid (N=42)
Aantal vrijwilligers tussen 18 - 65 jaar (N=45)
22%
71%
60%
2%
13%4% 80%
100%
Grafiek 15: Beoordeling organisaties op verschillende punten, over hedendaagse situatie. De aspecten die bij alle organisaties goed scoren (de aspecten krijgen van minimaal 80% van de organisaties een voldoende of ruim voldoende) zijn ‘Aantal bestuursleden’, ‘Aantal vrijwilligers van 65+’, ‘Vrijwilligers met een specifieke deskundigheid’, ‘Accommodatiebeheer’, ‘Benodigde deskundigheid’ en ‘Uitvoering kernactiviteiten’. De aspecten die het slechtst scoren (de aspecten krijgen van minimaal 40% van de organisaties een onvoldoende of een ruime onvoldoende) zijn ‘Aantal jonge vrijwilligers (jonger dan 18 jaar)’, ‘Groei van nieuwe vrijwilligers’ en de ‘Groei van nieuwe leden / deelnemers / bezoekers’. De slecht scorende aspecten worden hieronder verder uitgelicht.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
16
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Wat het ‘Aantal jonge vrijwilligers’ betreft geven vooral organisaties uit de sectoren ‘Sport en recreatie’, ‘Kunst en cultuur’, ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’ een (ruime) onvoldoende voor dit aspect. Verder geven vooral de kleinere organisaties (1-25 vrijwilligers) aan dat ze te weinig jonge vrijwilligers hebben. De ‘Groei van nieuwe vrijwilligers’ wordt ook voornamelijk door organisaties uit de sectoren ‘Sport en recreatie’, ‘Kunst en cultuur’, ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’ beoordeeld met een (ruime) onvoldoende. Verder beoordelen de organisaties die tot 100 vrijwilligers hebben dit aspect in minimaal 50% van de gevallen (ruim) onvoldoende. Alleen de grootste organisaties geven aan dat het goed gaat met de groei van vrijwilligers: 100% van de organisaties die 100 of meer vrijwilligers hebben beoordeelt de groei van het aantal nieuwe vrijwilligers als ‘voldoende’. De groei van nieuwe vrijwilligers wordt, tot slot, door jonge organisaties (maximaal 9 jaar geleden opgericht) overwegend positief beoordeeld. Van de oudere organisaties (organisaties die 10 jaar of langer bestaan) beoordeelt minimaal 52,4% van de organisaties de groei van nieuwe vrijwilligers met een (ruime) onvoldoende. Wat het aspect ‘Groei van nieuwe leden / deelnemers / bezoekers’ betreft geven vooral organisaties uit de sectoren ‘Kunst en cultuur’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’ dit onderdeel een (ruime) onvoldoende. Verder geldt ook voor dit aspect dat 100% van de organisaties die 100 of meer vrijwilligers hebben, dit aspect beoordeelt als ‘voldoende’. De organisaties die minder vrijwilligers hebben zijn minder positief en beoordelen de groei van nieuwe leden vaker als (ruim) onvoldoende.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
17
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Waar denkt u dat uw organisatie over drie jaar staat als organisatie, met betrekking tot: In staat zijn om andere of extra activiteiten te organiseren (N=39)
18%
Uitvoering kernactiviteiten (N=39)
18%
Toekomstplannen / toekomstperspectief (N=43) Benodigde deskundigheid (N=42)
12%5%
74%
9%
14%
69%
17%
21% 4%
67%
Beschikbare faciliteiten (N=36) 11%
19% 8%
61%
3%
39%
56%
Groei nieuwe vrijwilligers (N=41) 2%
7%
27%
66%
8%
Groei nieuwe leden / deelnemers / 3% bezoekers (N=36)
5%
77%
Financiële middelen (N=44) 0% Accommodatiebeheer (N=24)
21%
62%
Voldoende
37%
61%
Ruim Voldoende
Onvoldoende Kennis van wet- en regelgeving (N=39)
Aantal deelnemers / leden / 10% bezoekers (N=40)
60%
Vrijwilligers met specifieke 7% deskundigheid (N=41)
66%
Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) 5% (N=22)
5% 19%
31%
64%
Aantal bestuursleden (N=45) 11%
9% 33%
67%
Totaal aantal vrijwilligers (N=42) 5%
0%
27%
57%
14%
18%
71% 20%
40%
Ruim onvoldoende
28% 3%
50%
36%
Aantal vrijwilligers tussen 18 - 65 5% jaar (N=42) Aantal vrijwilligers van 65+ (N=36)
15%
72%
13%
60%
80%
100%
Grafiek 16: Beoordeling organisaties op verschillende punten, over toekomstige situatie. Over het algemeen zien de organisaties de toekomst gematigd positief in. De helft van de aspecten scoren in de toekomst beter, maar de andere helft van de aspecten scoren in de toekomst slechter. Zie voor een overzicht de tabel hieronder.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
18
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011] % voldoende nu 83,0 68,2 91,7 64,4 43,5 81,0 68,4 78,0 53,8 57,9 67,5 84,6 72,3 91,1 80,0 89,7
% voldoende toekomst 82,2 69,0 80,6 61,9 40,9 73,2 70,0 84,6 63,4 58,3 72,2 75,0 65,9 85,7 83,7 94,9
Aantal bestuursleden Totaal aantal vrijwilligers Aantal vrijwilligers van 65+ Aantal vrijwilligers tussen 18 - 65 jaar Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) Vrijwilligers met specifieke deskundigheid Aantal deelnemers / leden / bezoekers Kennis van wet- en regelgeving Groei nieuwe vrijwilligers Groei nieuwe leden / deelnemers / bezoekers Beschikbare faciliteiten Accommodatiebeheer Financiële middelen Benodigde deskundigheid Toekomstplannen / toekomstperspectief Uitvoering kernactiviteiten In staat zijn om andere of extra activiteiten te 74,4 79,5 organiseren Tabel 2: Overzicht score verschillende aspecten, zowel nu als in de toekomst
Verschil in % -0,8 +0,8 -11,1 -2,5 -2,6 -7,8 +1,6 +6,6 +9,6 +0,4 +4,7 -9,6 -6,4 -5,4 +3,7 +5,2 +5,1
Uit de bovenstaande tabel blijkt dat de organisaties het zonnig inzien wat betreft de groei van nieuwe vrijwilligers. 53,8% van de organisaties beoordeelt dit aspect momenteel met een (ruime) voldoende, terwijl 63,4% van de organisaties verwacht dat dit aspect in de toekomst (ruim) voldoende zal zijn. Dit is een stijging van 9,6%. De organisaties die verwachten dat de groei van nieuwe leden in de toekomst beter zal worden, zijn vaker wél koepellid (64% van de organisaties die de groei in de toekomst met een (ruime) voldoende beoordelen zijn lid van een overkoepelend orgaan) dan geen koepellid (52,6% van de organisaties die de groei ook met een (ruime) voldoende beoordelen zijn geen koepellid). Ook zien organisaties die een plan voor het werven van vrijwilligers hebben liggen de toekomst positiever in (70% geeft aan dat de groei van nieuwe vrijwilligers (ruim) voldoende zal zijn) dan organisaties die dat niet hebben (55% geeft aan dat de groei van nieuwe vrijwilligers (ruim) voldoende zal zijn). Een ander aspect dat volgens de organisaties in de toekomst beter zal scoren is ‘Kennis van wet- en regelgeving’. De organisaties beoordelen dit aspect in de toekomst 6,6% vaker (ruim) voldoende dan tegenwoordig. Ook bij dit aspect zien de organisaties die lid zijn van een overkoepelende organisatie de toekomst beter in dan organisaties die geen lid van een overkoepelende organisatie: 80% van de koepelleden verwacht dat de kennis van wet- en regelgeving in de toekomst een (ruime) voldoende zal scoren, tegenover 68,4% van de organisaties die geen koepellid is. Verder speelt het wel of niet hebben van een beleidsplan een rol: 89,7% van de organisaties die een beleidsplan hebben verwachten in de toekomst beter te scoren op het gebied van wet- en regelgeving tegenover 66,7% van de organisaties die geen beleidsplan hebben. Aspecten die volgens de organisaties in de toekomst slechter zullen worden en in de toekomst minder hoog zullen scoren dan tegenwoordig, zijn het ‘Aantal vrijwilligers van 65 jaar en ouder’ en het ‘Accommodatiebeheer’. De organisaties die verwachten dat het aantal vrijwilligers van 65+ in de toekomst zal afnemen (oftewel, dat de beoordeling van voldoende naar onvoldoende gaat) zijn voornamelijk organisaties uit de sectoren ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’. Ook zijn het veelal de kleine organisaties (tot 25 vrijwilligers). Van alle organisaties die het niet al te zonnig inzien op het gebied van vrijwilligers die 65 jaar of ouder zijn valt 71,4% in de categorieën ‘1-10 vrijwilligers’ en ’11-25 Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
19
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
vrijwilligers’. Over de achtergrond van de organisaties die verwachten dat het accommodatiebeheer slechter beoordeeld zal worden in de toekomst is niets te zeggen. 3.1.3
Financiële situatie Financiële situatie is en blijft gezond 7%
22% Financiële situatie is gezond, tekorten kunnen worden opgevangen 18%
53%
Financiële situatie is nu gezond, maar toekomst is onzeker Nu al een financieel tekort, toekomst wordt zwaar
Grafiek 17: Verdeling organisaties naar verwachting financiële situatie (N=45) Aan de vrijwilligersorganisaties is gevraagd naar hun verwachting met betrekking tot de ontwikkeling van hun financiële situatie voor de komende drie jaar. Uit de enquête blijkt dat veel organisaties de financiële toekomst niet al te zonnig inzien. Maar liefst 53% van de organisaties geeft aan dat ze op dit moment genoeg middelen hebben, maar dat ze niet weten of dit de komende drie jaar ook zo blijft. Ook geeft 7% van de organisaties aan dat ze nu al een financieel tekort hebben waardoor ze niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Kort gezegd is 40% van de organisaties dus financieel gezond en heeft 60% van de organisaties het financieel zwaar. De organisaties die het financieel zwaar hebben zijn vaker organisaties zónder een plan voor het werven van financiële middelen dan organisaties mét. 68,8% van de organisaties zonder plan voor het werven van financiële middelen ziet de toekomst somber in, tegenover 53,8% van de organisaties met een dergelijk plan. Enkele opmerkingen die de organisaties bij de onderdelen ’eigen vrijwilligersorganisaties’ en ‘financiële situatie’ hebben gegeven staan hieronder weergegeven. x x x
Gemeentelijke lasten kunnen leiden tot hogere contributies en afname ledenaantal. Een negatieve spiraal dreigt. De groei van het aantal leden is onvoldoende om het financieel nog jaren vol te kunnen houden. Daarnaast is de gemiddelde leeftijd hoog, dus naar verwachting zal het aantal leden alleen maar afnemen. Wij beschikken niet over structurele bronnen van inkomsten en de subsidies nemen af of zijn erg laag. De waarderingssubsidie die wij van de gemeente ontvangen is een schamel bedrag. De gemeente laat op deze manier haar waardering voor vrijwilligersorganisaties niet echt blijken.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
20
GEMEENTE BEST 3.1.4
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Contact met andere vrijwilligersorganisaties
30 25
24
24
20 15 15 11 10 5 0 Vrijwilligersorganisaties Vrijwilligersorganisaties Vrijwilligersorganisaties uit dezelfde sector uit andere sector uit een andere sector binnen Best binnen Best binnen Best
Bedrijven
Grafiek 18: Contact dat vrijwilligersorganisaties met andere organisaties hebben. De getallen in de tabel, bijvoorbeeld het getal 11 bij het onderdeel ‘Bedrijven’, staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo hebben 11 vrijwilligersorganisaties contact met bedrijven. De meeste organisaties hebben contact met andere organisaties uit de gemeente Best. Dit zijn zowel organisaties binnen dezelfde sector als uit een andere sector. De organisaties die vooral contact hebben met organisaties uit dezelfde sector binnen de gemeente Best zijn organisaties uit de sectoren ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’ en ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’. 66,7% tot 100% van de organisaties uit deze sectoren geeft aan dat zij contact hebben met organisaties uit dezelfde sector uit Best. Organisaties die vooral contact hebben met organisaties uit een andere sector binnen de gemeente Best zijn organisaties uit de sectoren ‘Kunst en cultuur’ en ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’. 60% tot 75% van de organisaties uit deze sector heeft contact met een organisatie uit een andere sector binnen de gemeente Best. Verder hebben kleine organisaties vaker contact met andere organisaties dan de grote organisaties. Dit geldt zowel voor het contact met vrijwilligersorganisaties binnen dezelfde sector als het contact met vrijwilligersorganisaties in een andere sector. De organisaties die contact hebben met andere vrijwilligersorganisaties zoeken over het algemeen niet al te vaak contact. (Vrijwel) elke week 25%
8% 31%
36%
Ongeveer één keer per maand Ongeveer één keer per kwartaal Minder dan één keer per kwartaal
Grafiek 19: Verdeling organisaties naar contact met andere vrijwilligersorganisaties (N=36) Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
21
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Het grootste gedeelte van de organisaties die wel eens contact hebben met andere organisaties, spreken elkaar niet al te vaak: 61% van de organisaties heeft eens per kwartaal of minder contact met andere organisaties. 31% van de organisaties zoekt ongeveer eens per maand contact en 8% van de organisaties heeft vrijwel iedere week contact. Er zijn meerdere redenen waarom organisaties contact met elkaar hebben. Het meeste contact is informeel: de bestuursleden zoeken elkaar op om elkaar even bij te praten over van alles en nog wat. 29 organisaties gaven aan dat hun organisatie contact zoekt met andere organisaties voor informeel contact. Daarnaast zoeken 15 organisaties contact voor bestuurlijk overleg, 15 organisaties voor netwerkbijeenkomsten en 13 organisaties organiseren gezamenlijk activiteiten. 35 30
29
25 20 15 15
13
15
10 5
2
0
Grafiek 20: Wijze waarop de contacten tussen organisaties plaatsvinden. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo geven 15 organisaties aan dat zij bestuurlijk overleg hebben met een andere organisatie.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
22
GEMEENTE BEST 3.1.5
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Betrokkenheid specifieke doelgroepen
Van alle organisaties betrekken 14 organisaties specifieke groepen als vrijwilligers bij hun organisatie. Dit zijn bijvoorbeeld mensen met een beperking, jongeren of juist ouderen, allochtonen of langdurig werklozen. Een organisatie merkte zelfs ‘vrouwen’ als een specifieke groep aan. 6 5
5
5
5 4 3
3
3 2 1
1
1
1 0
Grafiek 21: Verschillenden specifieke groepen vrijwilligers. De getallen in de tabel, bijvoorbeeld het getal ‘1’ bij het onderdeel ‘Allochtonen’, staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo betrekt 1 organisatie de specifieke groep ‘allochtonen’ bij het vrijwilligerswerk. Uit de bovenstaande tabel is af te lezen dat organisaties het vaakst ‘mensen met een verstandelijke beperking’, ’65-plussers’ en ‘jongeren tot 18 jaar’ als specifieke groep betrekken bij het vrijwilligerswerk. Deze categorieën werden elk door 5 organisaties aangekruist. Van de 14 organisaties die werken met specifieke groepen vrijwilligers geven 12 organisaties aan dat zij geen ondersteuning ontvangen bij het begeleiden van deze vrijwilligers. Van die 12 organisaties vinden 11 organisaties dat ook niet nodig. De ene organisatie die begeleiding wel wenselijk vindt geeft aan dat “het betrekken van bewoners door de gemeente ondersteund zou moeten worden”. Er is één organisatie die wel ondersteuning ontvangt. Deze organisatie krijgt dit van hun koepelorganisatie. Als laatste heeft een van de 14 organisaties deze vraag niet ingevuld. In grafiek 22 staan al deze gegevens overzichtelijk weergegeven.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
23
GEMEENTE BEST
8%
8%
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Ja, en hierbij krijgen we ook ondersteuning Nee, maar dit is wel wenselijk
84% Nee, maar dat is ook niet nodig
Grafiek 22: Verdeling organisaties naar ondersteuning van specifieke groepen vrijwilligers (N=13) Er zijn 30 organisaties die geen specifieke groepen betrekken bij hun vrijwilligerswerk. Als redenen geven zij hiervoor: x x x
Iedereen kan en mag ons vrijwilligerswerk doen; wij denken niet in specifieke groepen. Wij zoeken per activiteit naar vrijwilligers en wij hebben dus een wisselende groep vrijwilligers. Hierbij letten wij niet op een specifieke achtergrond. Vrijwilligers in de thuiszorg worden opgeleid voor het werk dat zij doen. Privacy is erg belangrijk binnen de thuiszorg en de vrijwilligers moeten daar goed mee om kunnen gaan. Niet iedereen is geschikt om bij ons vrijwilligerswerk te doen.
Het niet betrekken van vrijwilligers uit specifieke doelgroepen is voor veel organisaties geen bewuste keuze. Dit blijkt ook uit de vraag ‘Bent u als organisatie bereid om (meer) vrijwilligers uit specifieke groepen aan te trekken?’. Van de 43 organisaties die deze vraag hebben ingevuld geeft het merendeel (25 organisaties, 58,1%) aan dat ze (meer) vrijwilligers uit specifieke organisaties aan zouden willen trekken. De overige 18 organisaties (41,9%) lichten het besluit om niet meer vrijwilligers uit specifieke groepen aan te trekken met de volgende redenen toe: x x x
Ons werk is vrij specialistisch. Affiniteit met het werk is het belangrijkste en daar kijken we naar, niet naar achtergrondkenmerken. Onze cliënten hebben vaak begeleiding en specifieke aandacht nodig. Niet iedereen is geschikt om met de cliënten te werken. Wij hebben vrijwilligers genoeg.
Aan de organisaties die wél (meer) vrijwilligers uit specifieke groepen aan willen trekken is gevraagd welke specifieke doelgroepen ze graag bij hun organisatie zouden willen betrekken. Dit leverde de volgende resultaten op:
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
24
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
14
13
12 10 10
9
10 9
8 6
5 4
4 2 2
1
0
Grafiek 23: Verschillenden specifieke groepen vrijwilligers die organisaties graag in zouden zetten. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel Zo zouden 9 organisaties graag 65-plussers inzetten bij het vrijwilligerswerk. Uit de grafiek blijkt dat de meeste organisaties het liefst jongeren van 18 tot en met 23 jaar binnen zouden halen. 13 organisaties hebben deze optie aangekruist. Andere populaire specifieke groepen zijn allochtonen, langdurig werklozen, mensen met een bijstandsuitkering en 65-plussers. Op de vraag of de organisaties bereid zouden zijn om (extra) activiteiten te organiseren voor specifieke groepen, antwoorden de meeste organisaties negatief. 69% zegt die ambitie niet te hebben. 31% is hiertoe wel bereid.
10% 21%
Ja, maar we willen hierbij graag ondersteuning ontvangen Ja, maar we hebben hierbij geen ondersteuning nodig
69% Nee, die ambitie hebben we niet
Grafiek 24: Verdeling organisaties naar wens activiteiten te organiseren voor specifieke groepen (N=42)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
25
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
De organisaties die graag ondersteuning zouden ontvangen, gaven de volgende toelichting: x x x
3.1.6
Ondersteuning zou in de toekomst wel van toepassing kunnen zijn. Wij zouden graag ondersteuning ontvangen van de gemeente Best en Welzijn Best-Oirschot Wij vragen nu een vergoeding van de verstandelijke gehandicapten voor de activiteit die wij voor hen organiseren. Als we financiële ondersteuning zouden ontvangen hoefden we dit niet te doen. Sterke en zwakke punten
Aan alle organisaties is gevraagd waar hun organisatie volgens hen het beste in is (het sterke punt) en waar hun organisatie niet zo goed in is (het zwakke punt). Dit leverde de volgende antwoorden op: Categorie Aantal Percentage Activiteiten die georganiseerd worden 14 37,8 Ondersteunen van leden / vrijwilligers 6 16,2 Sfeer en gezelligheid 4 10,8 Samenwerking met leden en andere organisaties 4 10,8 Overig 4 10,8 Unieke karakter van de organisatie 3 8,1 Belangenbehartiging 2 5,4 Totaal 37 100 Tabel 3: De sterke punten van de vrijwilligersorganisaties, volgens de organisaties (N=37) 37,8% van de organisaties vindt dat de activiteiten die zij organiseren hun sterkste punt zijn. Verder vindt 16,2% dat zij goed zijn in het ondersteunen van hun leden en vrijwilligers. Andere genoemde antwoorden vallen in de categorieën ‘sfeer en gezelligheid’, ‘samenwerking met leden en andere organisaties’, het ‘unieke karakter van de organisatie’ en ‘belangenbehartiging’. Onder de categorie ‘Overig’ vallen de antwoorden die niet in te delen waren bij andere categorieën omdat ze bijvoorbeeld te specifiek zijn. De minder sterke punten van de organisaties vallen in de volgende categorieën: Categorie Aantal Percentage Het werven van vrijwilligers 8 30,8 Overig 5 19,2 Structuur en beleid 5 19,2 Het uitvoeren van ideeën 3 11,5 Geduld hebben 2 7,7 Financiën 2 7,7 Communicatie 1 3,8 Totaal 26 100,0 Tabel 4: De zwakke punten van de vrijwilligersorganisaties, volgens de organisaties (N=26) 30,8% van de organisaties geeft aan dat het werven van nieuwe vrijwilligers hun zwakste punt is. Ook kan het op het gebied van structuur en het beleid kan het wel wat beter, vindt 19,2% van de organisaties. Andere antwoorden vallen in de categorieën ‘het uitvoeren van ideeën’, ‘geduld hebben’, de ‘financiën’ en ‘communicatie’. Ook hier vallen onder de categorie ‘Overig’ de antwoorden die niet in te delen waren bij andere categorieën omdat ze bijvoorbeeld te specifiek zijn.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
26
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Voorziet u problemen voor uw organisatie voor de komende drie jaar met betrekking tot:
De tijd die vrijwilligers willen 5% besteden aan hun taken (N=40) Samenwerking met andere vrijwilligersorganisaties (N=34)
Samenwerking met bedrijven 5% (N=20)
Huisvesting (N=29)
74%
Het voortbestaan van de organisatie (N=40)
53%
Werven van nieuwe leden / 3% deelnemers (N=32) Werven van nieuwe bestuursleden 3% (N=39) Behoud van voldoende vrijwilligers 5% (N=38)
Vergrijzing organisatie (N=40) 0%
20%
40%
8% 15%
20%
50%
15%
23%
26%
59%
60%
Zeker een probleem
19%
26%
61%
Werven van nieuwe vrijwilligers (N=39)
15%
21%
54%
Waarschijnlijk een probleem
10%
23%
38%
41%
6%
16%
38%
41%
Waarschijnlijk geen probleem
8%
18%
63%
15%
9%
35%
53%
11%
Zeker geen probleem
14% 7%
72%
7%
6%
11%
74%
16%
Ontwikkelen van nieuwe 3% activiteiten (N=31)
Behoud van voldoende leden / deelnemers (N=34)
15%
80%
Werven van financiële middelen 3% (N=34) Sluitende begroting (N=38)
9%
82%
9%
Deskundigheid van de leiding / bestuur (N=38)
5%
35%
55%
15%
80%
100%
Grafiek 25: Voorziene problemen voor de organisaties voor de komende drie jaar. De problemen die veel organisaties voorzien (40% of meer van de organisaties geeft aan dat het waarschijnlijk of zeker een probleem zal vormen) zijn ‘het werven van nieuwe vrijwilligers’, ‘werven van nieuwe bestuursleden’, ‘werven van nieuwe leden / deelnemers’, ‘behoud van voldoende deelnemers / leden’, het ‘werven van financiële middelen’ en ‘de tijd die vrijwilligers willen besteden aan hun taken’. Veel organisaties zien dus het werven en het behoud van hun vrijwilligers en leden als een groot probleem. De organisaties die bovenstaande problemen zien zijn voornamelijk de kleine organisaties die 1 tot 10 vrijwilligers hebben. Alleen de onderdelen ‘werven van nieuwe bestuursleden’ en ‘werven van nieuwe vrijwilligers’ wijken hier van af; hierbij voorzien juist middelgrote organisaties (26-50 vrijwilligers) problemen. Ook zijn de organisaties die de problemen voorzien vaker geen lid van een overkoepelende organisatie dan wel. De organisaties die geen koepellid zijn kruisten bij de bovenstaande vraag over de voorziene problemen vaker Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
27
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
‘waarschijnlijk een probleem’ en ‘zeker een probleem’ aan dan organisaties die wel koepellid zijn. Een uitzondering hierop vormt het voorziene probleem ‘werven van nieuwe leden / deelnemers’. De organisaties konden aangeven welke problemen ze nog meer verwachten. Enkele antwoorden staan hieronder weergegeven. x x x
De belangstelling voor ons werk neemt af (door toenemend computergebruik). We moeten een betaalbare accommodatie vinden en dat valt niet mee. Het is moeilijk om hetzelfde werk te blijven doen in deze zware financiële tijden.
Ook konden de organisaties aangeven hoe ze denken de voorziene problemen op te gaan lossen.
17%
25%
We lossen dit zelfstandig op als organisatie We hebben voor het oplossen ondersteuning / coaching nodig
58%
Het probleem is niet oplosbaar
Grafiek 26: Verdeling organisaties naar oplossen voorziene problemen (N=12) Een kwart van de organisaties (25%) denkt de problemen zelf op te kunnen lossen. Het grootste gedeelte van de organisaties (58%) denkt echter dat ze ondersteuning of coaching nodig hebben om de problemen op te lossen. De overige 17% geeft aan dat het probleem niet oplosbaar is. Uit de bijgevoegde opmerkingen blijkt dat de ondersteuning vooral financiële ondersteuning moet zijn. Enkele organisaties vinden dat de gemeente Best financieel bij zou moeten springen. De organisaties verwachten hun werkzaamheden te moeten stoppen of de eigen bijdrage te moeten opschroeven zonder financiële hulp. 3.1.7
Maatschappelijke stage
In de vragenlijst is ook het onderwerp ‘maatschappelijke stages’ aan bod gekomen. We vroegen de verschillende organisaties of zij bekend zijn met maatschappelijke stages, wat de voor- en nadelen zijn van maatschappelijke stagiaires binnen een organisatie, of de organisatie al contact heeft gehad met een stagemakelaar en zo ja, hoe zij het contact ervaren hebben. Van de 52 organisaties hebben 39 organisaties de vraag ‘Bent u als bestuur al bekend met maatschappelijke stages?’ beantwoord. Hiervan geeft 84,6% aan dat ze als bestuur bekend zijn met maatschappelijke stages. De overige 15,4% is niet bekend met maatschappelijke stages. De organisaties die niet bekend zijn met de maatschappelijke stages vallen allemaal onder de sectoren ‘Sport en Recreatie’ en ‘Kunst en Cultuur’.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
28
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011] Ja, we bieden al stageplaatsen aan
6%
33%
Nog niet, maar we willen wel stageplaatsen gaan aanbieden
49% Nee, wij zien geen mogelijkheden voor maatschappelijke stageplekken
12%
Overig
Grafiek 27: Verdeling organisaties naar ervaring met maatschappelijke stages (N=33) De vraag ‘Heeft uw organisatie ervaring met maatschappelijke stages’ is door 33 organisaties ingevuld. Van deze organisaties biedt 33% al stageplaatsen aan. 12% biedt nog geen stageplaatsen aan, maar wil dit wel gaan doen. 49% geeft aan dat ze geen stageplaatsen aanbieden en dat ook niet van plan zijn. De overige 6% heeft de optie ‘Overig’ aangekruist. Het inzetten van maatschappelijke stagiaires heeft volgens de organisaties zowel voordelen als nadelen. De meest genoemde voor- en nadelen staan hieronder opgesomd.
De stagiaires vormen een aanvulling op de capaciteit. Door middel van maatschappelijke stages vergroten we de bekendheid van onze organisatie onder de jongeren. Wij kunnen van de jonge stagiaires leren. De maatschappelijke stages kunnen ervoor zorgen dat jongeren besluiten vrijwilliger te worden (nu of later). Het begeleiden van de stagiaires is een extra belasting voor onze vrijwilligers De privacy van onze cliënten is in het geding wanneer we jeugdige stagiaires aannemen. De motivatie van de maatschappelijke stagiaires is minimaal. Veel van onze activiteiten vinden ’s avonds plaats, en dan
De stagemakelaar bemiddelt tussen vrijwilligersorganisaties en stagiaires. Van de organisaties heeft 28,2% contact gehad met de stagemakelaar. Zij hebben de ervaringen met de stagemakelaar met een cijfer beoordeeld. 9% 0%
36% 10%
20%
30%
27% 40% 5
50% 6
7
60% 8
18% 70%
80%
9% 90%
100%
10
Grafiek 28: Waardering van vrijwilligersorganisatie voor stagemakelaar (N=11) De stagemakelaar krijgt gemiddeld een 6,9 van de vrijwilligersorganisaties. Enkele opmerkingen die bij de ervaringen met de stagemakelaar zijn geplaatst zijn: x x x x
We hebben niet veel contact met de stagemakelaar, maar het contact is goed De stagemakelaar is enthousiast en probeert alle mogelijkheden om maatschappelijke stagiaires in te zetten, te belichten. Alles omtrent de stagemakelaar is duidelijk en goed geregeld. De stagemakelaar heeft weinig meerwaarde.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
29
GEMEENTE BEST 3.1.8
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Steunpunt Vrijwilligerswerk
Om erachter te komen waar organisaties voor informatie en ondersteuning aankloppen, is in de enquête de vraag ‘Als u advies, informatie of ondersteuning nodig hebt, waar klopt u dan meestal als eerste aan?’ opgenomen. Bij leden of vrijwilligers binnen eigen organisatie 13%
5% 40%
5%
Bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger Bij vrijwilligersorganisaties in dezelfde sector
13%
Bij de gemeente Best 24% Bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk Anders
Grafiek 29: Verdeling vrijwilligersorganisaties naar informatie- / ondersteuningspunten (N=38) Uit het onderzoek blijkt dat veel organisaties (40%) eerst bij hun eigen leden of vrijwilligers te rade gaan. Ook klopt ongeveer een kwart van de organisaties (24%) bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger aan. 13% benadert vrijwilligersorganisaties in dezelfde sector, terwijl nog eens 13% het Steunpunt Vrijwilligerswerk raadpleegt. Een kleine groep, 5%, wendt zich tot de gemeente Best en nog eens 5% zoekt elders hulp. Een groot gedeelte van de vrijwilligersorganisaties (89,7%, N=39) is bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Van deze organisaties heeft 40% (N=35) ook wel eens gebruikt gemaakt van Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij deden dit vooral om vacatures te plaatsen. Ook heeft het Steunpunt aan één van de organisaties die de toelichting heeft ingevuld een paar vrijwilligers ‘geleverd’. Verder heeft één organisatie het Steunpunt ingeschakeld voor hulp bij het opstarten van hun organisatie. De organisaties die gebruik maken van het Steunpunt Vrijwilligerswerk zijn over het algemeen kleine vrijwilligersorganisaties die geen lid van een overkoepelende organisaties zijn. Daarnaast horen deze organisaties veelal thuis in de sectoren ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en ‘Belangenbehartiging, informatie en advies’.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
30
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Vrijwilligerspool (N=2)
50%
50%
Het inzetten van sociale media (N=3)
100%
Informatie over (nieuwe) wet- en regelgeving (N=1)
100%
Advies op maat (N=1)
100%
Ontwikkeling nieuwe initiatieven, projecten / activiteiten (N=4)
100%
Bevorderen samenwerking met andere organisaties / bedrijven (N=4)
100%
Zeer tevreden
Ontevreden
Scholing (N=3)
33%
Werving vrijwilligers / bestuursleden / leden / deelnemers (N=9) Promotie van vrijwilligerswerk (N=8)
67%
13%
75%
11%
78%
11% 29%
71% 0%
13%
75%
25%
Vacaturebank (N=7)
Zeer ontevreden
33%
67%
Informatie en advies aan vrijwilligers (N=4) Informatie en advies aan vrijwilligersorganisaties (N=9)
Tevreden
50%
100%
Grafiek 30: Beoordeling ervaringen met verschillende aspecten van Steunpunt Vrijwilligerswerk. Omdat niet veel organisaties hun ervaringen met het Steunpunt Vrijwilligerswerk hebben beoordeeld, simpelweg omdat weinig organisaties gebruik hebben gemaakt van het Steunpunt, kunnen de resultaten niet worden afgezet tegen verschillende achtergrondkenmerken van de organisaties. Ook zijn de resultaten niet representatief voor de gehele groep vrijwilligersorganisaties. Op de vraag of hun organisatie nu of in de toekomst ondersteuning of advies nodig heeft, antwoordt 21,2% van de organisaties negatief. 68,4% van de organisaties zegt misschien ondersteuning of advies nodig te hebben, en 10,5% geeft aan sowieso ondersteuning of advies nodig te hebben. De organisaties die misschien of sowieso ondersteuning of advies nodig hebben, zouden dat graag op de volgende gebieden ontvangen:
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
31
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Het inzetten van sociale media
6
Informatie over (nieuwe) wet- en regelgeving
5
Advies op maat
2
Ontwikkeling van nieuwe initiatieven, projecten of activiteiten
5
Bevorderen van samenwerking met andere organisaties of bedrijven
7
Het financieel gezond houden van de organisatie
4
Opstellen van beleidsplan
3
Begeleiding of coaching van het bestuur
6
Scholing
4
Het werven van vrijwilligers, bestuursleden, leden of deelnemers
22
Promotionele activiteiten
10
Informatie en advies aan vrijwilligers
3
Informatie en advies aan vrijwilligersorganisaties
4
Anders
1 0
5
10
15
20
25
Grafiek 31: Onderwerpen of activiteiten waar vrijwilligersorganisaties ondersteuning of advies bij zouden kunnen gebruiken. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo zouden 6 organisaties graag ondersteuning ontvangen op het gebied van het inzetten van social media. Wederom kunnen de resultaten niet worden afgezet tegen verschillende achtergrondkenmerken van de organisaties, omdat weinig organisaties de vragen over het Steunpunt Vrijwilligerswerk hebben ingevuld. Ook zijn de resultaten niet representatief voor de gehele groep vrijwilligersorganisaties. Wel valt op dat veel organisaties (22 in totaal) ondersteuning of advies willen bij het werven van vrijwilligers, bestuursleden, leden of deelnemers. Wat de organisaties betreft zou het Steunpunt Vrijwilligerswerk zich de komende jaren vooral moeten richten op het ondersteunen van de organisaties bij het werven van leden, bestuursleden en vrijwilligers. Verder is ondersteuning bij het verwerven van financiële middelen ook welkom. Op de vraag ‘Wat verwacht u van het Steunpunt Vrijwilligerswerk voor de individuele vrijwilligers van uw organisatie?’ konden de organisaties meerdere antwoorden geven. Er zijn wederom zo weinig antwoorden Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
32
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
gegeven dat niets over de resultaten gezegd kan worden. De resultaten zijn dan ook niet verder uitgesplitst naar achtergrondkenmerken. De grafiek staat hieronder weergegeven. 30 25 25 20 15 10 6
6
5
4
3
4
0
Grafiek 32: Ondersteuning van individuele vrijwilligers door Steunpunt Vrijwilligerswerk. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo geven 25 organisaties aan geen behoefte te hebben aan ondersteuning. Aan de organisaties is ook gevraagd of ze bij behoefte aan ondersteuning en / of advies aan zouden kloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk.
13%
26% 61%
Ja Nee Misschien
Grafiek 33: Verdeling organisaties naar behoefte Steunpunt Vrijwilligerswerk (N=38) Ongeveer een kwart van de organisaties (26%) geeft aan dat zij niet aan zouden kloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Als redenen geven zij hiervoor: Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
33
GEMEENTE BEST
x x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Wij hebben specifieke informatie nodig, waardoor wij ons altijd tot de koepelorganisatie richten. Wij weten niet goed hoe we het Steunpunt Vrijwilligerswerk bereiken en hoe zij ons zouden kunnen helpen. Het Steunpunt Vrijwilligerswerk kan onze organisatie toch niet helpen.
x
De overige 74% zou het Steunpunt Vrijwilligerswerk misschien of zeker benaderen voor advies en ondersteuning. Als redenen geven zij hiervoor: x x
Wij hebben vertrouwen in het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk is een concentratie van kennis en faciliteiten aanwezig.
3.1.9
Gemeente Best
In de enquête is de organisaties naar hun bekendheid met enkele voorzieningen gevraagd. 73,7% van de organisaties (N=38) weet dat de gemeente een verzekering voor alle vrijwilligers in de gemeente Best heeft afgesloten. De overige 26,3% is daar niet van op de hoogte. Deze onwetende organisaties bevinden zich voornamelijk in de sector ‘Sport en recreatie’: 58,3% van de organisaties uit deze sector (N=12) weet niet dat de gemeente een collectieve verzekering voor vrijwilligers heeft afgesloten. Ook is het grootste gedeelte van de organisaties (89,2%, N=37) op de hoogte van het feit dat de gemeente subsidies verstrekt aan vrijwilligersorganisaties in Best. Aan de organisaties is ook gevraagd of zij wel eens een vergunning of subsidie hebben aangevraagd en of zij wel eens deel hebben genomen aan het tweejaarlijkse feest. De uitkomsten staan hieronder weergegeven. 100% 16% 80%
43%
50%
60%
20%
Nee
84%
40% 51%
50%
Ja
0% Vergunning aangevraagd (N=37)
Subsidie aangevraagd (N=37)
Deelgenomen aan feest (N=36)
Grafiek 34: Overzicht ondernomen acties van vrijwilligersorganisaties. Van de vrijwilligersorganisaties heeft ruim 80% wel eens een subsidie aangevraagd bij de gemeente. Een kleiner gedeelte, 51,4%, heeft wel eens een vergunning aangevraagd. Verder heeft de helft van de organisaties (50%) wel eens deelgenomen aan het tweejaarlijkse feest en de andere helft niet.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
34
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Tweejaarlijks feest (N=23)
6,4
Nakomen afspraken door gemeente (N=29)
6,7
Communicatie tussen gemeente en organisatie (N=31)
6,6
Waardering van gemeente voor vrijwilligers (N=34)
6,5
6,2
6,3
6,4
6,5
6,6
6,7
6,8
Grafiek 35: Waardering organisaties voor verschillende aspecten gemeente Best De organisaties konden cijfers geven voor verschillende aspecten die met de gemeente Best te maken hebben. Zo werden onder andere de communicatie tussen de gemeente en de organisaties beoordeeld. Dit onderdeel scoorde het hoogst en kreeg gemiddeld een 6,7. Het tweejaarlijkse feest kreeg met een 6,4 de laagste waardering. Verder werd aan de organisaties gevraagd of hun mening wilden geven over verschillende aspecten die met het aanvragen van subsidies en vergunningen te maken hebben. Aanvragen subsidie kostte weinig 7% tijd (N=29) Aanvragen vergunning kostte weinig tijd (N=16)
45%
19%
38%
45%
3%
38%
6%
Volledig mee eens Mee eens
Aanvragen subsidie was 7% gemakkelijk (N=29) Aanvragen vergunning was gemakkelijk (N=17)
10%
Niet mee eens Volledig mee oneens
29%
53%
18%
0%
24%
59%
20%
40%
60%
80%
100%
Grafiek 36: Meningen organisaties over aanvragen vergunning en subsidie. Een groot gedeelte van de organisaties vond het gemakkelijk om een vergunning aan te vragen (70,6% van de organisaties antwoordt ‘(volledig) mee eens’) en om een subsidie aan te vragen (65,5% van de organisaties antwoordt ‘(volledig) mee eens’). Het aanvragen kost wel veel tijd, vindt 43,8% van de organisaties die een vergunning hebben aangevraagd en 48,3% van de organisaties die een subsidie hebben aangevraagd. Zij antwoordden op de betreffende stellingen ‘niet mee eens’ of ‘volledig mee oneens’.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
35
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Wanneer de vrijwilligersorganisaties wordt gevraagd naar wat het belangrijkste focuspunt is voor de gemeente Best met het oog op het vrijwilligerswerk, geven zij onder andere de volgende antwoorden: x x x x
Het waarderen van vrijwilligers Het behouden van de subsidies en daar niet (verder) op bezuinigen Voorzien in scholing en advies, eventueel via het Steunpunt Vrijwilligers Een duidelijk, consequent vrijwilligersbeleid voeren
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
36
GEMEENTE BEST 3.2
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Resultaten onderzoek onder individuele vrijwilligers
Aan dit deel van het onderzoek hebben 326 vrijwilligers uit de gemeente Best meegedaan. Aangezien niet bekend is hoeveel vrijwilligers actief zijn in de gemeente Best, wat de samenstelling is van de totale populatie vrijwilligers en ook niet bekend is hoeveel vrijwilligers voor dit onderzoek zijn benaderd, kunnen we geen uitspraak doen over de mate van betrouwbaarheid van de resultaten. 3.2.1 In
Algemeen deze
subparagraaf
worden
eerst
de
achtergronden
van
de
vrijwilligers
beschreven.
39% Man
61%
Vrouw
Grafiek 37: Verdeling van het geslacht van de respondenten (N=309) Een meerderheid (61%) van de vrijwilligers die aan dit onderzoek hebben meegedaan is man. 39% is vrouw. 17 respondenten hebben de vraag onbeantwoord gelaten. 2% 2% 5%
Jonger dan 18 jaar
6%
29%
19%
18-30 jaar 31-40 jaar 41-50 jaar
37%
51-64 jaar 65-74 jaar 75 jaar of ouder
Grafiek 38: Verdeling van de leeftijdscategorieën van de respondenten (N=308) De grootste groep respondenten (37%) valt binnen de leeftijdscategorie 51-64 jaar. 29% van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar en 19% van de respondenten is tussen de 41 en 50 jaar. Verder valt 6% binnen de leeftijdscategorie ’31-40 jaar’ en 5% binnen de leeftijdscategorie ’75 jaar of ouder’. 4% van de respondenten is jonger dan 30 jaar. 18 respondenten hebben deze vraag niet beantwoord.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
37
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
3% 3% 9%
Lager onderwijs 18%
MAVO, LBO of VMBO
4%
HAVO
2%
VWO
41%
20%
MBO HBO Universiteit Overig
Grafiek 39: Verdeling van de opleidingen van de respondenten (N=305) De respondenten zijn over het algemeen hoog opgeleid: 41% van de respondenten heeft een HBO-studie afgerond en 9% heeft een opleiding aan de universiteit afgerond. Verder heeft 20% een MBO-diploma en heeft 18% de MAVO, het LBO of het VMBO afgerond. De overige respondenten hebben alleen lager onderwijs genoten (3%), heeft een HAVO-diploma (4%) of een VWO-diploma (2%). 3% van de respondenten heeft de optie ‘Overig’ aangekruist. 21 respondenten hebben deze vraag niet ingevuld. 168
180 160 140 120 100
102
105
82
80 60
46
44
40 20
25 4
14
14
0
Grafiek 40: Verdeling van de dagbesteding van de respondenten. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo hebben 82 respondenten een betaalde fulltime baan. Veel respondenten, maar liefst 168, gaven aan dat hun belangrijkste dagbesteding ‘vrijwilliger zijn’ is. Ook zorgen veel respondenten voor het huishouden (105 respondenten) en zijn veel respondenten ‘bezig met hobby’s’ (102 respondenten). Bij ‘Anders’ gaven 44 respondenten aan wat zij nog meer met hun tijd doen: een gedeelte is ZZP’er, anderen zijn werkloos (maar niet werkzoekend), weer anderen zijn gepensioneerd.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
38
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
De verdeling van de respondenten naar aantal organisaties waarbij zij vrijwilliger zijn is als volgt: 50%
43% 1
40%
32%
2
30%
3 20%
15%
4
10%
5%
5%
5
0%
Grafiek 41: Verdeling van de respondenten naar aantal organisaties waarbij zij vrijwilliger zijn (N=303) De grootste groep respondenten (43,2%) is vrijwilliger bij één organisatie. 32% doet vrijwilligerswerk voor twee organisaties en 14,9% is bij drie organisaties vrijwilliger. 4,6% doet vrijwilligerswerk voor maar liefst vier organisaties en 5,3% zit echt nooit stil: zij doen vrijwilligerswerk voor vijf verschillende organisaties. 23 respondenten hebben deze vraag niet ingevuld. Sport en recreatie Kunst en cultuur 17%
3%
3%
32%
3% 2% 6% 6%
5% 23%
Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk Belangenbehartiging, informatie en advies Leefomgeving, verkeer en veiligheid Natuur en milieu Onderwijs en vorming Levensbeschouwing Politiek en ideëel Overig
Grafiek 42: Verdeling van respondenten naar vrijwilligersorganisaties (N=300) De grootste groep vrijwilligers wordt gevormd door de vrijwilligers die werken bij een organisatie uit de sector ‘Sport en recreatie’. 34% van de respondenten doet vrijwilligerswerk in deze sector. 23% van de respondenten doet vrijwilligerswerk in de sector ‘Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk’ en 6% werkt in de sector ‘Kunst en cultuur’. Nog eens 6% werkt in de sector ‘Leefomgeving, verkeer en veiligheid’. De sectoren ‘Onderwijs en vorming’, ‘Levensbeschouwing’ en ‘Politiek en ideëel’ nemen elk 3% van de respondenten voor hun rekening. 2% van de respondenten doet vrijwilligerswerk in de sector ‘Natuur en milieu’. De overige 17% heeft de categorie ‘Overig’ aangekruist. Hier vulden de respondenten o.a. de organisaties VVV en FNV in. Ook werd bijvoorbeeld ‘de Speel-o-theek’, ‘administratief werk’, ‘maaltijdservice’ en ‘werken voor de wereldwinkel’ ingevuld.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
39
GEMEENTE BEST 3.2.2
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Samenwerking met andere vrijwilligers en bestuur
In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over het bestuur met betrekking tot: Het waarderen van vrijwilligers (N=256)
35%
57%
5% 3%
Het informeren van vrijwilligers over ontwikkelingen binnen de organisatie (N=256)
22%
66%
9% 3%
Het nakomen van gemaakte afspraken met vrijwilligers (N=259)
21%
70%
7% 2%
Het begeleiden van vrijwilligers (N=242)
16%
72%
11%2% Zeer tevreden
Het verdelen van taken onder vrijwilligers (N=255)
18%
71%
10%1%
Tevreden Ontevreden
Inspraak binnen de organisatie (N=253)
24%
Het openstaan voor nieuwe vrijwilligers (N=251)
66%
32%
7% 3%
63%
3%2%
Het openstaan voor ideeën van vrijwilligers (N=256)
26%
70%
2%2%
Het zorgen voor een goede sfeer onder de vrijwilligers (N=263)
28%
69%
2%1%
0%
20%
40%
60%
Zeer ontevreden
80%
100%
Grafiek 43: Tevredenheid van de respondenten over het bestuur Alle onderdelen zijn door een groot gedeelte van de respondenten beoordeeld. Sommige respondenten hebben de onderdelen echter niet beoordeeld (de vraag niet ingevuld) of gaven aan geen ervaring met een onderdeel te hebben. Deze respondenten hebben we verder buiten de beschouwing gelaten. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over het bestuur van hun vrijwilligersorganisatie. ‘Het zorgen voor een goede sfeer onder de vrijwilligers’ is door 263 respondenten beoordeeld. Van deze 263 respondenten zijn 255 respondenten (97%) (zeer) tevreden en 8 respondenten (3%) (zeer) ontevreden. Het aantal (zeer) ontevreden respondenten is zo laag dat er niets over hun achtergrond gezegd kan worden. Het onderdeel ‘het openstaan voor ideeën van vrijwilligers’ is door 256 respondenten beoordeeld. Van deze 256 respondenten zijn 245 respondenten (95,7%) (zeer) tevreden en 11 respondenten (4,3%) (zeer) ontevreden. Het aantal (zeer) ontevreden respondenten is zo laag dat er niets over hun achtergrond gezegd kan worden. 251 respondenten beoordeelden ‘het openstaan voor nieuwe vrijwilligers’. Van deze 251 respondenten zijn 240 respondenten (95,6%) (zeer) tevreden en 11 respondenten (4,4%) (zeer) ontevreden. Het aantal (zeer) ontevreden respondenten is zo laag dat er niets over hun achtergrond gezegd kan worden. Het onderdeel ‘inspraak binnen de organisatie’ is door 253 respondenten beoordeeld. Van deze 253 respondenten zijn 228 respondenten (90,1%) (zeer) tevreden en 25 respondenten (9,9%) (zeer) ontevreden. Het grootste gedeelte van de (zeer) ontevreden vrijwilligers bevindt zich onder de sport en recreatie-vrijwilligers. Van deze groep (N=88) zijn 10 respondenten (zeer) ontevreden (11,4%). Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
40
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
‘Het verdelen van taken onder vrijwilligers’ is door 255 respondenten beoordeeld. Van deze 255 respondenten zijn 226 respondenten (88,6%) (zeer) tevreden en 29 respondenten (11,4%) (zeer) ontevreden. Het grootste gedeelte van de (zeer) ontevreden vrijwilligers bevindt zich onder de sport en recreatievrijwilligers. Van deze groep (N=88) zijn 13 respondenten (zeer) ontevreden (14,8%). Ook een andere groep bevat veel ontevreden vrijwilligers: van de 15 vrijwilligers die tot de groep ‘belangenbehartiging, informatie en advies’ behoren geven 4 vrijwilligers aan ontevreden te zijn over de taakverdeling. Dit is 26,7% van de respondenten uit deze groep die deze vraag heeft ingevuld. Deze groep is echter zo klein dat deze resultaten niet representatief zijn voor de gehele groep. 242 respondenten beoordeelden ‘het begeleiden van vrijwilligers’. Van deze 242 respondenten zijn 212 respondenten (87,6%) (zeer) tevreden en 30 respondenten (12,4%) (zeer) ontevreden. Het grootste gedeelte van de (zeer) ontevreden vrijwilligers bevindt zich opnieuw onder de sport en recreatie-vrijwilligers. Van deze groep (N=88) zijn 14 respondenten (zeer) ontevreden (15,9%). Het onderdeel ‘het nakomen van gemaakte afspraken met vrijwilligers’ is door 259 respondenten beoordeeld. Van deze 259 respondenten zijn 235 respondenten (90,7%) (zeer) tevreden en 24 respondenten (9,3%) (zeer) ontevreden. Wederom bevindt het grootste gedeelte van de (zeer) ontevreden vrijwilligers zich onder de sport en recreatie-vrijwilligers. Van deze groep (N=88) zijn 11 respondenten (zeer) ontevreden (12,5%). ‘Het informeren van vrijwilligers over ontwikkelingen binnen de organisatie’ is door 256 respondenten beoordeeld. Van deze 256 respondenten zijn 226 respondenten (88,3%) (zeer) tevreden en 30 respondenten (11,7%) (zeer) ontevreden. Opnieuw bevindt het grootste gedeelte van de (zeer) ontevreden vrijwilligers zich onder de sport en recreatie-vrijwilligers. Van deze groep (N=88) zijn 14 respondenten (zeer) ontevreden (15,9%). Het laatste onderdeel, ‘het waarderen van vrijwilligers’, is door 256 respondenten beoordeeld. Van deze 256 respondenten zijn 235 respondenten (91,8%) (zeer) tevreden en 21 respondenten (8,2%) (zeer) ontevreden. De respondenten die aangaven geen ervaring met waardering te hebben zijn verdeeld over de verschillende soorten vrijwilligersorganisaties. Er is dus geen groep vrijwilligersorganisaties aan te wijzen die aan haar vrijwilligers geen of niet genoeg waardering toont. De meeste respondenten geven een positieve toelichting op de vraag of zij tevreden zijn over het bestuur van hun vrijwilligersorganisatie. Enkele opmerkingen staan hieronder weergegeven. x x x
We krijgen jaarlijks een presentje bij de ALV en ook regelmatig een schouderklop. Deze waardering vind ik erg prettig. De begeleiding van de vrijwilligers is goed. Ik weet precies wat er van me verwacht wordt. Ik vind het jammer dat vrijwilligers niet altijd evenveel betrokken worden bij beslissingen van het bestuur. Daarnaast worden sommige vrijwilligers meer betrokken dan anderen. Ik zou dit graag anders zien.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
41
GEMEENTE BEST 3.2.3
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Sterke en zwakke punten
Aan de vrijwilligers is gevraagd wat volgens hen de sterkste en de zwakste punten zijn van de organisatie waar zij actief zijn. Tevens is aan de vrijwilligers gevraagd of zij suggesties hebben om het vrijwilligerswerk aantrekkelijker te maken. Categorie Aantal Percentage Het gevoel van saamhorigheid 41 21% Er wordt veel aandacht besteden aan activiteiten/opleiding 31 15,9% We helpen (eenzame) mensen (bezoeken, vervoeren, luisterend oor bieden) 28 14,4% Instelling van organisatie is goed 19 9,7% De vrijwilligers zelf zijn het grote pluspunt 15 7,7% Overig 10 5,1% Alles is goed geregeld 9 4,6% De begeleiding van de vrijwilligers is goed 8 4,1% Geen antwoord 7 3,6% Het feit dat we de belangen van anderen behartigen 6 3,1% Iedereen is welkom 3 1,5% Er zijn goede voorzieningen 3 1,5% Afspraken worden nagekomen 3 1,5% De betrokkenheid bij de samenleving 3 1,5% De waardering van de vrijwilligers 3 1,5% Het aantal vrijwilligers dat onze organisatie heeft 3 1,5% De openheid van de organisatie 3 1,5% Totaal 195 Tabel 5: De sterke punten van de vrijwilligersorganisaties, volgens de vrijwilligers (N=195) De meeste respondenten (21%) geven aan dat ze het saamhorigheidsgevoel het belangrijkste vinden binnen de vrijwilligersorganisatie. Een ander, positief punt vinden veel respondenten (15,9%) dat hun organisatie veel aandacht aan activiteiten en/of de (jeugd)opleiding besteedt. Verder vinden veel vrijwilligers (14,4%) het erg goed dat hun organisatie zich inzet om (eenzame) mensen uit hun sociale isolement te halen. Categorie Aantal Percentage ‘Dat weet ik niet, kan zo geen negatieve punten bedenken’ 35 20,7% Er zijn te weinig (jonge) vrijwilligers 27 16% Het contact en communicatie met eigen vrijwilligers kan beter 21 12,4% Het functioneren van het bestuur kan beter 18 10,7% Financieel gaat het niet goed 15 8,9% Onze vereniging leeft niet echt onder bevolking 10 5,9% Overig 9 5,3% Plannen blijven liggen vanwege tijds- en vrijwilligersgebrek 9 5,3% De samenspraak met de (plaatselijke) politiek gaat niet goed 8 4,7% Naamsbekendheid en publiciteit 5 3% Er is een oneerlijke verdeling van aandacht en taken 4 2,4% De vereniging komt afspraken niet altijd na 3 1,8% De begeleiding van de vrijwilligers kan beter 3 1,8% De motivatie van de vrijwilligers en het bestuur kan beter 2 1,2% Totaal 169 100% Tabel 6: De zwakke punten van de vrijwilligersorganisaties, volgens de vrijwilligers (N=169)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
42
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Veel respondenten die deze vraag hebben ingevuld (20,7%) geven aan geen negatieve punten over hun vrijwilligersorganisatie op papier te kunnen zetten. Het punt dat volgens 16% van de respondenten een probleem vormt voor hun organisatie is het tekort aan vrijwilligers. Ook de interne communicatie vormt volgens sommige vrijwilligers (12,4%) een probleem. Te vaak wordt er slecht gecommuniceerd over beslissingen of afspraken. Vrijwilligers geven de volgende tips (aan hun organisaties) om het vrijwilligerswerk attractiever te maken: Categorie Aantal Percentage Geen verbeterpunten, het is goed zo 71 49,7% Werven van meer vrijwilligers 16 11,2% Duidelijke doelstellingen en regels opstellen 12 8,4% Meer naamsbekendheid genereren 10 7% Verbeteren van de communicatie 9 6,3% Meer waardering van de vrijwilligers 8 5,6% Meer inkomsten genereren 4 2,8% Vrijwilligers serieuzer nemen 4 2,8% Werkzaamheden van vrijwilligers aanpassen (vrijblijvender) 3 2,1% Accommodatie verbeteren 2 1,4% Onderlinge sfeer verbeteren 2 1,4% Vrijwilligers beter opleiden 1 0,7% Overig 1 0,7% Totaal 143 100% Tabel 7: Verbeterpunten van de vrijwilligersorganisaties, volgens de vrijwilligers (N=143) Bijna de helft van de respondenten (49,7%) geeft aan dat hun organisatie niets hoeft te veranderen aan het huidige beleid en de gang van zaken. Zij zijn tevreden met hoe het op dit moment is. Andere respondenten (11,2%) geven aan dat hun vereniging meer vrijwilligers zou moeten werven, zodat de werkdruk voor andere respondenten lager is en het dus aantrekkelijker is om vrijwilliger te zijn. Geen contributie, af en toe een kopje koffie. Ook hebben enkele respondenten (8,4%) behoefte aan een duidelijk beleid. Zij vinden dat hun vereniging regels op moet stellen en aan de hand van doelstellingen moet werken. Verder zouden verenigingen ook aan hun naamsbekendheid en imago moeten werken, vindt 7% van de respondenten. Hieronder staan enkele opmerkingen weergegeven die respondenten bij de verbeterpunten plaatsten: x x
Verenigingen zouden potentiële vrijwilligers gewoon aan moeten spreken. Ik ken genoeg mensen die iets zouden willen doen maar die niet gevraagd worden. Vrijwilligers zouden geen contributie moeten betalen. Verder is een gratis kopje koffie op z’n tijd ook wel gepast.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
43
GEMEENTE BEST 3.2.4
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Het eigen functioneren als vrijwilliger
Om een profiel te maken van de vrijwilligers, hebben we een aantal achtergrondvragen gesteld. Deze vragen hebben betrekking op de tijd die zij besteden aan hun vrijwilligerswerk, wat voor soort werkzaamheden zij uitvoeren en wat de belangrijkste redenen zijn om vrijwilligerswerk te gaan doen.
6%
12%
37%
Korter dan 1 jaar 1-2 jaar
21%
3-4 jaar 5-9 jaar 24%
10 jaar of langer
Grafiek 44: Verdeling respondenten naar aantal jaren vrijwilligerschap (N=263) Uit het onderzoek blijkt dat 37% van de respondenten al tien jaar of langer vrijwilliger is. De groep ‘5-9 jaar vrijwilliger’ is iets kleiner (24%), net als de groep ‘3-4 jaar vrijwilliger’ (21%). 12% van de respondenten gaf aan 1 tot 2 jaar vrijwilliger te zijn en 6% is korter dan een jaar vrijwilliger. 3% 8%
Projectbasis
20%
Vast aantal uren per week 4%
37%
Vast aantal uren per maand Vaste taken
23% 5%
Terugkerende vaste periode(n) Flexibel inzetbaar Overig
Grafiek 45: Verdeling respondenten naar ‘dienstverband’ (N=264) De grootste groep respondenten (37%) is flexibel inzetbaar bij het vrijwilligerswerk. Ook hebben veel respondenten vaste taken (23%). 20% van de respondenten doet vrijwilligerswerk op basis van een vast aantal uren per week, terwijl 4% vrijwilligerswerk doet op basis van een vast aantal uren per maand. Verder doet 5% van de respondenten vrijwilligerswerk in terugkerende vaste periode(n) en doet 3% vrijwilligerswerk op basis van projecten.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
44
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
De respondenten die aangeven een vast aantal uren per week of een vast aantal uren per maand vrijwilligerswerk te doen besteden het volgende aantal uren aan vrijwilligerswerk:
4%
8%
1 uur
2%
2%
2 uur
4% 15%
3 uur 6%
19%
4 uur 5 uur 6 uur
15% 7 uur
4%
8 uur 11%
10%
10 uur 12 uur 25 uur 30 uur
Grafiek 46: Verdeling respondenten naar aantal uren vrijwilligerswerk per week (N=52) De meeste respondenten (19%) die het ‘dienstverband’ vast aantal uren per week hebben, verrichten per week 8 uur vrijwilligerswerk. Ook verrichten veel respondenten 4 uur vrijwilligerswerk per week (15%) of 2 uur vrijwilligerswerk per week (15%).
8%
9%
8%
3 uur
8%
5 uur 34%
8%
6 uur 10 uur 15 uur
8%
16 uur 17%
20 uur 35 uur
Grafiek 47: Verdeling respondenten naar aantal uren vrijwilligerswerk per maand (N=12) De meeste respondenten (34%) die het ‘dienstverband’ vast aantal uren per maand hebben, verrichten per maand 5 uur vrijwilligerswerk. Ook verrichten veel respondenten 6 uur vrijwilligerswerk per maand (17%) of 3 uur vrijwilligerswerk per maand (9%). Wanneer de resultaten van hierboven worden gecombineerd, zien we de volgende resultaten verschijnen:
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
45
GEMEENTE BEST 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
1%
7%
1%
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
1%
9%
5%
1%
2%
14%
3%
5%
2%
9%
1%
7% 3% 5%
1%
5-9 jaar
3%
1% 2%
10 > jaar
1%
2% 1%
2%
6%
3-4 jaar 1%
2%
1-2 jaar < 1 jaar
Grafiek 48: Verdeling respondenten naar ‘dienstverband’ en duur vrijwilligerschap (N=264) Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat groep respondenten die korter dan een jaar vrijwilliger zijn het vaakst (40%) hebben gekozen voor het ‘dienstverband’ flexibel inzetbaar. Dit geldt ook voor de groep respondenten die 1-2 jaar vrijwilliger zijn (54,8%) en de groep respondenten die 3-4 jaar vrijwilliger zijn (45,5%). De groep respondenten die 5-9 jaar vrijwilliger zijn hebben het vaakst gekozen voor vrijwilligerswerk op basis van vaste taken (28,6%) en de groep respondenten die langer dan 10 jaar vrijwilliger zijn hebben het vaakst gekozen voor flexibele inzetbaarheid (37,8%). 113
120 100 80
84 71
70
60 40
43 34 21
20
45
43 26
33 24 14
0
Grafiek 49: Overzicht werkzaamheden vrijwilligers. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo verzorgen 71 respondenten de administratie van hun vrijwilligersorganisatie.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
46
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
In bovenstaande grafiek is af te lezen dat de respondenten samen 626 vrijwilligerstaken op zich nemen. Dit houdt in dat de respondenten gemiddeld bijna twee taken op zich nemen. Dit kan bij verschillende vrijwilligersorganisaties, maar ook bij een organisatie. We hebben de resultaten van de bovenstaande vraag afgezet naar de leeftijd van de respondenten. Hieruit blijkt het volgende: 18-30 31-40 41-50 51-64 65-74 75 > jaar jaar jaar jaar jaar jaar 0% 4% 6% 20% 42% 25% 3% Administratie 3% 0% 3% 18% 53% 24% 0% Bar / catering 5% 10% 0% 14% 48% 19% 5% Beheren accommodatie 0% 0% 8% 19% 42% 27% 4% Bestuurlijke taken 0% 4% 4% 23% 43% 23% 3% Coördinerende werkzaamheden 2% 0% 0% 12% 42% 35% 9% Hulpverlening 0% 7% 9% 26% 37% 19% 2% Leidinggeven 2% 2% 4% 19% 45% 26% 3% Uitvoeren van activiteiten 4% 0% 8% 42% 35% 12% 0% Verzorgen cursussen / trainingen 0% 0% 9% 24% 48% 15% 3% Verzorgen promotie / publiciteit 0% 5% 11% 26% 47% 11% 0% Webmaster 0% 0% 8% 33% 29% 29% 0% Werven fondsen / sponsoren 9% 4% 4% 11% 24% 31% 16% Anders Tabel 8: Werkzaamheden van de respondenten naar leeftijdscategorieën, in percentages uitgedrukt. < 18 jaar
Uitleg kleurgebruik: Deze leeftijdscategorie doet deze werkzaamheden het minst vaak Deze leeftijdscategorie doet deze werkzaamheden niet zo vaak Deze leeftijdscategorie zit er qua werkzaamheden tussenin: niet het minst vaak, niet het vaakst Deze leeftijdscategorie doet deze werkzaamheden redelijk vaak Deze leeftijdscategorie doet deze werkzaamheden het vaakst Uit de tabel hierboven blijkt dat de administratie het vaakst gedaan wordt door vrijwilligers die tussen de 51 en 64 jaar zijn (42%). Ook nemen de vrijwilligers uit deze leeftijdscategorie het vaakst de bar- en cateringswerkzaamheden op zich (53%), evenals beheer-activiteiten (48%), de bestuurlijke taken (42%), de coördinerende werkzaamheden (43%), hulpverlening (42%), leidinggeven (37%) en het uitvoeren van activiteiten (45%). Daarnaast zijn de vrijwilligers die in de leeftijdscategorie 51-64 jaar vallen vaak betrokken bij het verzorgen van de promotie (48% van de vrijwilligers die deze werkzaamheden uitvoert is tussen de 51 en 64 jaar) en is 47% van de webmasters tussen de 51-64 jaar oud. Het verzorgen van trainingen en cursussen wordt het vaakst (42%) gedaan door vrijwilligers die in de leeftijdscategorie 41-50 jaar oud. De vrijwilligers uit deze leeftijdsgroep nemen ook het vaakst het werven van fondsen en sponsoren op zich (33%). Uit de tabel is af te lezen dat de vrijwilligers uit de leeftijdscategorie 51-64 jaar de meeste werkzaamheden op zich nemen binnen hun organisatie. Ook de vrijwilligers die tussen de 41 en 50 jaar oud zijn, en de vrijwilligers die tussen de 65 en 74 jaar zijn, zijn behoorlijk actief.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
47
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hieronder staan de resultaten uit de vorige tabel weergegeven in een overzichtelijke grafiek. 100% 90% 80%
3%
5%
4%
3%
9%
19%
24% 19% 23% 25% 27%
3%
3%
12%
14%
15%
16% 29%
26%
35%
70%
35%
31%
64% 37%
60% 50%
2%
42% 53% 48% 42%
43%
48%
29%
45% 24%
40% 42%
30% 14%
20%
20%
10%
18% 6% 3% 10% 4% 3% 5% 8%
0%
19% 23% 9% 4% 12% 4% 2% 7%
65-74 jaar
42%
26%
19% 4% 2% 8% 2% 4%
75 > jaar
36%
33% 11% 4% 4% 14% 9% 7% 8% 9%
24%
51-64 jaar 41-50 jaar 31-40 jaar 18-30 jaar < 18 jaar
Grafiek 50: Verdeling werkzaamheden respondenten naar leeftijdscategorieën
Gevraagd door bestuur 1% 8%
Gevraagd door andere vrijwilligers
23%
'Verplichte' bijdrage als lid 37% 16%
Zichzelf aangemeld n.a.v. vacature Zichzelf spontaan aangemeld
14%
1%
Gevraagd door medewerker Steunpunt Vrijwilligerswerk Overig
Grafiek 51: Verdeling respondenten naar aanmeldwijze (N=261) Uit het onderzoek blijkt dat de optie ‘ik heb mijzelf spontaan aangemeld als vrijwilliger’ het vaakst is aangekruist: 37% van de respondenten koos voor deze optie. Ook zijn vrijwilligers vaak gevraagd door het bestuur (23%) of door andere vrijwilligers (16%). 14% van de vrijwilligers heeft zich aangemeld naar aanleiding van een persbericht of vacature. Slechts 2% van de vrijwilligers doet vrijwilligerswerk omdat dat van hen
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
48
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
verwacht wordt binnen hun vereniging (1%) of omdat ze gevraagd zijn door een medewerker van het Steunpunt Vrijwilligerswerk. 141 140
127
125
120
111 103
101 100
90 80
80
68
60 40
34
40 20
9
5
3
4
10
0
Grafiek 52: Redenen waarom respondenten vrijwilligerswerk doen. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo doen 125 respondenten vrijwilligerswerk omdat zij graag andere mensen helpen of ondersteunen. De meeste vrijwilligers geven aan dat ze vrijwilligerswerk doen omdat ze iets voor de samenleving willen betekenen. Maar liefst 141 vrijwilligers geven dit als reden op. Ook doen veel vrijwilligers vrijwilligerswerk omdat ze het werk gewoon leuk en interessant vinden (127 keer genoemd). Verder is een veelgenoemde reden ‘ik help of ondersteun graag andere mensen’ (125 keer genoemd).
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
49
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Hoeveel voldoening geeft het verrichten van vrijwilligerstaken u?
0,4% 3% 4%
0%
19%
10%
50%
20%
30%
40% 4
16%
50%
5
6
60%
7
8
70%
9
80%
7%
90%
100%
10
Grafiek 53: Waardering van respondenten voor de voldoening die het verrichten van vrijwilligerstaken geeft (N=255) Gemiddeld geven de respondenten een 7,9 voor de voldoening die het verrichten van vrijwilligerstaken geeft. Het cijfer ‘8’ is het vaakst gegeven (50%), gevolgd door de 7 (19%) en de 9 (16%). In totaal geeft 97% van de respondent dit aspect een voldoende (een 6 of hoger). Hoeveel werkdruk ervaart u bij het verrichten van vrijwilligerstaken?
14%
0%
10%
14%
20%
14%
30% 1
6%
40% 2
3
14%
50% 4
5
14%
60% 6
7
15%
70% 8
9
80%
6% 2% 1%
90%
100%
10
Grafiek 54: Cijfer voor de werkdruk die vrijwilligers ervaren tijdens het verrichten van vrijwilligerstaken (N=253) Gemiddeld geven de respondenten een 4,4 voor de werkdruk die zij ervaart u bij het verrichten van vrijwilligerstaken. Het cijfer ‘7’ is het vaakst gegeven (15%), gevolgd door de 1, 2, 3, 5 en 6 (ieder 14%). In totaal geeft 62% van de respondent dit aspect een voldoende (een 5 of lager).
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
50
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hoeveel waardering ontvangt u van het bestuur voor uw werk?
1% 1%6%
0%
6%
10%
23%
20%
41%
30% 1
40% 2
3
50% 4
5
14%
60% 6
7
70% 8
9
80%
8%
90%
100%
10
Grafiek 55: Cijfer dat respondenten geven voor de waardering die zij van het bestuur ontvangen (N=251) Gemiddeld geven de respondenten een 7,6 voor de waardering die zij van het bestuur ontvangen. Het cijfer ‘8’ is het vaakst gegeven (41%), gevolgd door de 7 (23%) en de 9 (14%). In totaal geeft 91% van de respondent dit aspect een voldoende (een 6 of hoger). Hoeveel waardering ontvangt u van collega-vrijwilligers?
1% 1% 2% 6% 1% 1%
0%
10%
24%
20%
42%
30% 1
40% 2
3
50% 4
5
15%
60% 6
7
70% 8
9
80%
90%
7%
100%
10
Grafiek 56: Cijfer dat respondenten geven voor de waardering die zij van collega-vrijwilligers ontvangen (N=237) Gemiddeld geven de respondenten een 7,6 voor de waardering die zij van hun collega-vrijwilligers ontvangen. Het cijfer ‘8’ is het vaakst gegeven (42%), gevolgd door de 7 (24%) en de 9 (15%). In totaal geeft 94% van de respondent dit aspect een voldoende (een 6 of hoger).
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
51
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hoeveel waardering ontvangt u van leden / deelnemers?
1% 1% 1%6% 1%
0%
6%
10%
24%
20%
39%
30% 1
40% 2
3
50% 4
5
15%
60% 6
7
70% 8
9
80%
90%
6%
100%
10
Grafiek 57: Cijfer dat respondenten geven voor de waardering die zij van leden / deelnemers ontvangen (N=232) Gemiddeld geven de respondenten een 7,5 voor de waardering die zij van hun leden of deelnemers ontvangen. Het cijfer ‘8’ is het vaakst gegeven (39%), gevolgd door de 7 (24%) en de 9 (15%). In totaal geeft 90% van de respondent dit aspect een voldoende (een 6 of hoger). De vrijwilligers konden ook nog een toelichting geven op de cijfers die zij voor alle onderdelen hebben gegeven. Enkele opmerkingen staan hieronder weergegeven. x x x
Ik hecht niet zoveel waarde aan cijfers. De voldoening van het vrijwilligerswerk is het belangrijkste voor mij. Ik voel mij verplicht iets van mijn kennis uit te dragen en daar een ander een plezier mee te doen. Daar geniet ik zelf van, zo lang ik kan. Ik heb altijd het gevoel dat ik welkom ben wanneer ik vrijwilligerswerk doe. Het is gewoon heel dankbaar werk.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
52
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Aan de vrijwilligers is gevraagd welke invloed het vrijwilligerswerk tot nu toe heeft gehad op hun persoonlijke ontwikkeling. In de volgende grafiek staan de resultaten hiervan weergegeven. De respondenten konden meerdere antwoorden aankruisen. 180 159 160 140
123
120 100 80 54
60 40 20
37
46 37
35 3
5
0
Grafiek 58: Invloed dat vrijwilligerswerk heeft gehad op persoonlijke ontwikkeling. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo gaven 123 respondenten aan dat zij hun kennis en vaardigheden hebben kunnen uitbreiden. Bijna de helft van de respondenten (159; 48,8%) geeft aan dat vrijwilligerswerk ervoor gezorgd heeft dat ze hun sociale contacten hebben kunnen uitbreiden. Ook heeft vrijwilligerswerk er bij 123 respondenten (37,7%) voor gezorgd dat ze hun kennis en vaardigheden hebben kunnen uitbreiden. De minst gekozen optie is ‘ik heb er een baan door kunnen vinden’; slechts 3 respondenten (0,9%) kruisten deze optie aan. Bij de optie ‘anders’ gaven 37 respondenten een ander antwoord. Enkele reacties staan hieronder weergegeven. x x x
Vrijwilligerswerk geeft mij voldoening en verrijkt mijn leven. Mijn visie op mensen die afhankelijk zijn van anderen is veranderd. Vrijwilligerswerk maakt mijn wereld ‘groter’.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
53
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Welzijn is het welbevinden van iemand, zowel lichamelijk als geestelijk. Welzijn is iets wat iemand persoonlijk beleeft en beoordeelt. Aan de vrijwilligers is de vraag gesteld hoe zij zich voelden tijdens het uitvoeren van hun vrijwilligerstaken. Zij konden een van onderstaande smileys aankruisen.
Heel erg goed
Heel goed
Goed
Niet goed, Niet zo niet slecht goed
Niet goed
Helemaal niet goed
254 respondenten hebben een smiley aangekruist. De resultaten staan hieronder weergegeven.
29%
0%
10%
52%
20%
30%
Heel erg goed
40%
Heel goed
50% Goed
16%
60%
70%
80%
Niet goed, niet slecht
90%
2% 1%
100%
Niet zo goed
Grafiek 59: Gevoel van de respondenten tijdens het vrijwilligerswerk (N= 254) Het overgrote gedeelte van de respondenten (245 respondenten, 97%) voelde zich (heel erg) goed tijdens het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Slechts 9 respondenten (3%) voelde zich minder goed of niet zo goed tijdens het vrijwilligerswerk. Aangezien dit slechts 9 respondenten betreft kan er niets over hun achtergrond worden gezegd. Tot slot is aan de vrijwilligers gevraagd of zij voornemens zijn om het vrijwilligerswerk voort te zetten of juist te willen stoppen. Aan de vrijwilligers die (mogelijk) willen gaan stoppen is gevraagd wat de reden of redenen zijn om te stoppen.
4% 4%
Ja, ik ben nog niet van plan om te stoppen
16%
Ja, maar ik ben van plan om binnen drie jaar te stoppen 76%
Nee, ik wil er binnenkort mee gaan stoppen Weet ik (nog) niet
Grafiek 60: Verdeling respondenten naar voortzetten vrijwilligerswerk (N=254)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
54
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
De meeste vrijwilligers (194, 76%) zijn van plan om het vrijwilligerswerk gewoon door te zetten. 16% (41 respondenten) geeft aan binnen 3 jaar te willen stoppen en 4% (9 respondenten) wil er binnenkort mee stoppen. De overige 4% (10 respondenten) weet nog niet wat ze op het gebied van vrijwilligerswerk gaan doen. De meeste respondenten die aangeven binnen drie jaar met vrijwilligerswerk te willen stoppen zijn al wat ouder: 14 respondenten (34,1%) zijn tussen de 51 en 60 jaar. Van de overige respondenten die hebben aangegeven binnen drie jaar met vrijwilligerswerk te willen stoppen zijn er 2 jonger dan 18 jaar (4,9%), 2 (4,9%) tussen de 31 en 40 jaar, 12 tussen de 41 en 50 jaar (29,2%), 10 tussen de 65 en 74 jaar (24,4%) en 1 ouder dan 75 jaar (2,4%). Wat de duur van hun ’vrijwilligers-dienstverband’ betreft zijn deze respondenten over het algemeen al lang vrijwilliger: 15 respondenten (36,6%) zijn al langer dan 10 jaar vrijwilliger en 11 respondenten zijn 5 tot 9 jaar vrijwilliger (26,8%). De overige 36,6% is korter dan 5 jaar vrijwilliger. Bij de silex-vraag gaven slechts 2 respondenten (4,9%) aan dat ze zich minder goed of niet zo goed voelden tijdens het vrijwilligerswerk. De overige 39 respondenten (95,1%) gaven aan dat ze zich (heel erg) goed voelden tijdens het uitvoeren van het vrijwilligerswerk. Van de respondenten die aangeven binnenkort met vrijwilligerswerk te willen stoppen zijn 3 respondenten (33%) tussen de 41 en 50 jaar, 2 (22,2%) respondenten zijn tussen de 51 en 60 jaar, en 4 respondenten (44,4%) zijn tussen de 65 en 74 jaar. Van deze respondenten zijn 6 respondenten (66,7%) al 5 tot 9 jaar vrijwilliger, en zijn 3 respondenten (33,3%) al langer dan 10 jaar vrijwilliger. Bij de smiley-vraag gaven deze respondenten aan dat ze zich goed voelden tijdens het vrijwilligerswerk; 6 respondenten (66,7%) gaven aan dat ze zich heel goed voelden en 3 respondenten (33,3%) dat ze zich goed voelden. Op de vraag ‘Als u van plan bent te stoppen, wat is hier dan de belangrijkste reden voor?’ werden de volgende antwoorden gegeven: 25 20 20 16
15
15
15
12
11
10 5
4 1
1
1
0
Grafiek 61: Redenen waarom respondenten met vrijwilligerswerk willen stoppen. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo geven 16 respondenten aan dat ‘persoonlijke omstandigheden’ een belangrijke reden zouden zijn om met vrijwilligerswerk te stoppen.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
55
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Afgaand op de resultaten zijn ‘persoonlijke omstandigheden’, ‘tijdgebrek’, ‘plaats maken voor nieuwe vrijwilligers’ en ‘zin om ander vrijwilligerswerk te gaan doen’ de belangrijkste redenen om met vrijwilligerswerk te stoppen.
19% Ja 81%
Nee
Grafiek 62: Verdeling respondenten naar wel of niet meer vrijwilligerswerk doen (N=254) 48 respondenten (19%) geven aan dat ze meer of ander vrijwilligerswerk zouden willen doen. Het grootste gedeelte van de respondenten vindt het echter wel goed zo en wil niet meer of ander vrijwilligerswerk doen. Enkele opmerkingen die hierbij werden gegeven zijn: x x x
Ik heb gewoon geen tijd om meer vrijwilligerswerk te doen. Ik doe al genoeg. Ik ben helaas al wat ouder, en ouderdom komt met gebreken. Het gaat allemaal niet meer zo gemakkelijk.
Wat zou het voor u (nog) aantrekkelijker maken om vrijwilligerswerk te (blijven) doen? Op deze vraag gaven 117 respondenten een antwoord. De meeste antwoorden kwamen redelijk overeen, vandaar dat we de belangrijkste opmerkingen hieronder hebben opgesomd. x x x x x
Het zou fijn zijn wanneer er meer vrijwilligers bij zouden komen, dan zou de werkdruk wat afnemen. Vrijwilligerswerk moet vrijblijvend zijn en blijven; ik werk niet graag in een vast patroon. De financiële bijdrage zou niet belast moeten worden en er zou geen maximum aan het bedrag mogen worden gesteld. De gemeente zou de vrijwilligersorganisaties serieuzer moeten nemen. Ik zou het fijn vinden om meer waardering te krijgen, en eventueel ook een financiële bijdrage ontvangen.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
56
GEMEENTE BEST 3.2.5
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Steunpunt Vrijwilligerswerk
Aan de vrijwilligers is onder andere gevraagd of zij bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk en wat hun eventuele ondersteuningsbehoefte is.
38% Ja
62%
Nee
Grafiek 63: Verdeling respondenten naar bekendheid met Steunpunt Vrijwilligerswerk (N=254) Uit de resultaten blijkt dat 62% van de respondenten bekend is met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. 38%, ruim een derde van de respondenten, is dit echter niet. Wanneer we naar de organisaties waar de respondenten kijken en deze linken aan de bekendheid met het Steunpunt Vrijwilligerswerk, krijgen we de volgende resultaten: 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
6% 2%
1% 4%
1%
24% 2% 24% 5%
3%
2%
4% 5%
1%
14% Nee Ja
Grafiek 64: Verdeling respondenten naar bekendheid met Steunpunt Vrijwilligerswerk, naar organisatie (N=212) Het aantal respondenten in de bovenstaande grafiek (212) wijkt af van het aantal respondenten dat de vraag naar de bekendheid met Steunpunt Vrijwilligerswerk heeft ingevuld, omdat we alleen de antwoorden van de
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
57
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
respondenten hebben meegenomen die zowel op de vraag ‘Voor wat voor soort organisatie doet u vrijwilligerswerk?’ als ‘Was u al bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk?’ hebben geantwoord. Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen bij een politieke/ideële organisatie, een organisatie in de zorg of hulpverlening of sociaal-cultureel werk, een organisatie op natuur- of milieugebied of een organisatie op onderwijsgebied goed bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Van de respondenten die voor deze organisaties vrijwilligerswerk doen geeft een groot gedeelte (80,6% - 100%) aan bekend te zijn met het Steunpunt. Andere vrijwilligers zijn minder bekend: zo is van de sport- en recreatievrijwilligers slechts 37,5% bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Ook de kunst- en cultuurvrijwilligers, vrijwilligers van organisaties op gebied van leefomgeving, verkeer en veiligheid en vrijwilligers van levensbeschouwingsorganisaties scoren minder goed. Van de respondenten die voor deze organisaties vrijwilligerswerk doen is 50% tot 66,7% bekend met het Steunpunt.
Groeiend Best
8% 36%
Internet
34%
Gemeente Best 10%
Via een bekende
12%
Via mijn organisatie 0%
Anders
Grafiek 65: Verdeling respondenten naar kennismaking met Steunpunt Vrijwilligerswerk (N=157) Uit de grafiek blijkt dat de meeste vrijwilligers bekend zijn met Steunpunt Vrijwilligerswerk dankzij ‘Groeiend Best’ (36%) en via de vrijwilligersorganisatie zelf (34%). Geen van de respondenten gaf aan dat ze via het internet bekend zijn geraakt met het Steunpunt.
28% Ja 4% 68%
Nee, maar wel in toekomst Nee, vooralsnog niet
Grafiek 66: Verdeling respondenten naar gebruikmaken van Steunpunt Vrijwilligerswerk (N=157) Uit de bovenstaande grafiek blijkt dat ruim twee derde van de respondenten (68%) geen gebruik maken van het Steunpunt Vrijwilligerswerk en dat ook niet in de toekomst van plan zijn. 4% geeft aan tot op heden nog geen gebruik te hebben gemaakt van het Steunpunt, maar dat ik de toekomst wel van plan is. De overige 28% heeft al wel eens gebruik gemaakt van het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij gebruikten het Steunpunt met de volgende redenen:
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
58
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
30 25
24 20
20 15 10 5 5
3 1
0 Voor het doorgeven Door te reageren op van vacatures vacatures
Scholing
Informatie en advies
Anders
Grafiek 67: Redenen om het Steunpunt Vrijwilligerswerk in te schakelen. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo hebben 24 respondenten het Steunpunt Vrijwilligerswerk ingeschakeld voor het doorgeven van vacatures. De respondenten geven aan dat ze het Steunpunt Vrijwilligerswerk het vaakst gebruiken om vacatures door te geven (24 keer aangekruist) en voor informatie en advies (20 keer aangekruist). Het Steunpunt wordt minder gebruikt voor het reageren op vacatures (5 keer aangekruist) en scholing (1 keer aangekruist). De respondenten is ook naar hun bekendheid met de vacaturebank gevraagd.
10% 53%
Ja, ook gebruik van gemaakt 37%
Ja, maar geen gebruik van gemaakt Nee
Grafiek 68: Verdeling respondenten naar bekendheid met vacaturebank (N=253) Het grootste gedeelte van de respondenten, 53%, is niet bekend met de vacaturebank voor vrijwilligerswerk. De overige 47% kent de vacaturebank voor vrijwilligerswerk wel. In totaal heeft 10% van de respondenten wel eens gebruik gemaakt van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk, en heeft 37% van de respondenten wel eens van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk gehoord, maar zij hebben er nog nooit gebruik van gemaakt. Wanneer we de resultaten weer afzetten tegen de verschillende organisaties waarvoor de respondenten vrijwilligerswerk uitvoeren, krijgen we de volgende resultaten:
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
59
GEMEENTE BEST 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
1% 3%
12%
1% 4%
1% 2%
29%
2% 1%
14%
4%
4%
2% 1%
6% 3%
1%
2% 3%
1%
Nee Ja, maar geen gebruik van gemaakt Ja, ook gebruik van gemaakt
Grafiek 69: Verdeling respondenten naar bekendheid met vacaturebank, naar organisatie (N=211) Het aantal respondenten in de bovenstaande grafiek (211) wijkt af van het aantal respondenten dat de vraag naar de bekendheid met de vacaturebank heeft ingevuld, omdat we alleen de antwoorden van de respondenten hebben meegenomen die zowel op de vraag ‘Voor wat voor soort organisatie doet u vrijwilligerswerk?’ als ‘Kent u de vacaturebank voor vrijwilligerswerk?’ hebben geantwoord. Uit de grafiek blijkt dat de vacaturebank voor vrijwilligerswerk het bekendst is onder vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen voor politieke/ideële organisaties, organisaties op onderwijsgebied en organisaties op het gebied van belangenbehartiging, informatie en advies (71,4% - 100% van de vrijwilligers is bekend met de vacaturebank voor vrijwilligers). Vrijwilligers van andere organisaties scoren minder op het gebied van bekendheid met de vacaturebank voor vrijwilligerswerk. Van de sport- en recreatievrijwilligers is slechts 23,8% bekend met de vacaturebank. Ook de kunst- en cultuurvrijwilligers, vrijwilligers in de zorg of hulpverlening of sociaal-cultureel werk, vrijwilligers van organisaties op gebied van leefomgeving, verkeer en veiligheid en vrijwilligers van levensbeschouwingsorganisaties scoren minder goed (33,3% - 59,7% van de vrijwilligers is bekend met de vacaturebank voor vrijwilligers). Voor de meeste vrijwilligers geldt dat er geen omstandigheden zijn die het uitvoeren van vrijwilligerstaken moeilijker maken.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
60
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
34% Ja 66%
Nee
Grafiek 70: Verdeling respondenten naar verzwarende omstandigheden tijdens vrijwilligerswerk (N=253) Uit de grafiek blijkt dat 66% van de respondenten het vrijwilligerswerk zonder problemen uit kan voeren. 34% geeft echter aan dat er omstandigheden zijn die het uitvoeren van vrijwilligerstaken moeilijker maken. Deze omstandigheden zijn:
45 39
40 35 30 25
24
22
20
15
14
15
17
11
10 5
3
3
4
0
Grafiek 71: Omstandigheden die het uitvoeren van vrijwilligerswerk moeilijker maakt. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo geven 22 vrijwilligers aan dat zij lichamelijk beperkt zijn bij het uitvoeren van vrijwilligerswerk. ‘Tijdgebrek’ is de belangrijkste belemmering bij het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Ook de ‘thuissituatie’ en ‘lichamelijke beperkingen’ zijn belangrijke belemmeringen. Bij de optie ‘Anders’ werden 17 antwoorden gegeven. Enkele antwoorden staan hieronder weergegeven. x x x x x
Het gebrek aan andere vrijwilligers Geen ondersteuning bij taken die ik op de computer moet uitvoeren Geen eigen werkplek De werkruimte is niet rookvrij Zelf voor vervanging moeten zorgen bij ziekte en vakantie Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
61
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Aan de vrijwilligers is gevraagd wat zij eventueel nodig hebben om hun taken (nog) beter uit te kunnen voeren. De respondenten konden meerdere antwoorden geven. 200 180
176
160 140 120 100 80 60 40 20
33 13
21
16
9
5
12
0
Grafiek 72: Benodigdheden om het vrijwilligerswerk beter uit te kunnen voeren. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo geven 21 respondenten aan dat zij graag meer informatie of voorlichting zouden krijgen. De meeste respondenten kruisten bij deze vraag het antwoord ‘Ik heb niets nodig, het gaat prima zo’ aan. Slechts een aantal respondenten geven aan dat ze graag wat meer ondersteuning zouden ontvangen, in de vorm van een cursus, informatie, deskundig advies of op een andere manier. De meest gekozen hulpvorm is ‘Cursussen, workshops, trainingen’ (33 keer aangekruist). Ook de optie ‘Informatie / voorlichting’ werd redelijk vaak aangekruist: 21 respondenten gaven aan deze vorm van ondersteuning te wensen. Alle andere opties werden 16 keer of minder aangekruist. De respondenten konden een aanvulling geven bij de vragen ‘Zijn er omstandigheden die het uitvoeren van uw vrijwilligerstaken moeilijker maken?’ en ‘Wat hebt u nodig om uw vrijwilligerstaken (nog) beter te kunnen uitvoeren?’. Hier maakten 17 respondenten gebruik van. Enkele opmerkingen staan hieronder weergegeven. x x x
Als trainer heb ik soms te maken met ‘speciale gevallen’, zoals kinderen met ADHD of een andere aandoening. Ik weet niet goed hoe ik hier mee om moet gaan. Voorlichting zou erg welkom zijn. Soms heb je ook ondersteuning uit een andere hoek nodig. Ik ga regelmatig met een groep kinderen op pad. Wanneer we een drukke weg moeten oversteken zou ik graag een beroep willen doen op verkeersregelaars. Ook hier geldt weer: vele handen maken licht werk. Het zou ontzettend veel schelen wanneer onze vereniging meer vrijwilligers zou hebben. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
62
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
Als vrijwilligers ondersteuning nodig zouden hebben, kloppen ze dan bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk aan voor ondersteuning of advies?
13% Ja
53%
34%
Nee Weet ik niet
Grafiek 73: Verdeling respondenten naar aankloppen bij Steunpunt Vrijwilligerswerk (N=251) 13% van de respondenten zou aankloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk indien zij behoefte aan ondersteuning en / of advies zouden hebben. 34% van de respondenten geeft aan dat ze dit niet zou doen. De overige 53% geeft aan dat ze dit niet zou weten. De respondenten die ‘ja’ hebben geantwoord gaven onder andere de volgende toelichtingen: x x x
Deskundigheid moet je altijd benutten! Ik weet dat de mensen van het Steunpunt Vrijwilligerswerk je graag willen helpen als dat nodig is Het Steunpunt Vrijwilligerswerk weet de weg naar diverse instanties en dat is voor mij als vrijwilliger erg fijn. De mensen van het Steunpunt hebben me al een aantal keer goed geholpen
x
De respondenten die ‘nee’ hebben geantwoord gaven onder andere de volgende toelichtingen: x x
Ik zou eerst hulp en ondersteuning zoeken en vragen bij mijn eigen organisatie Het Steunpunt Vrijwilligerswerk staat toch teveel van de organisaties en vrijwilligers af om te kunnen begrijpen wat er echt speelt. Sommige problemen zijn ook echt organisatiegebonden. Ik ken het Steunpunt Vrijwilligerswerk niet en zou niet weten wat het mij te bieden heeft. Mijn eigen organisatie heeft genoeg kennis en kunde in huis.
x x
De waardering van het Steunpunt Vrijwilligerswerk is als volgt:
2% 3%
0%
18%
10%
50%
20%
30%
40% 3
5
21%
50% 6
7
60% 8
9
70%
80%
5%1%
90%
100%
10
Grafiek 74: Rapportcijfer dat respondenten aan het Steunpunt Vrijwilligerswerk geven (N=109)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
63
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
77% van de respondenten geeft het Steunpunt Vrijwilligerswerk het cijfer 7 of hoger. 18% van de vrijwilligers geeft het Steunpunt een magere voldoende, namelijk een 6. 5% van de respondenten geeft het Steunpunt Vrijwilligerswerk een onvoldoende (een 5 of lager). Het aantal respondenten dat een onvoldoende aan het Steunpunt heeft gegeven is te laag om nader te kunnen analyseren. Wat wilt u graag dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk voor u of de organisatie waar u vrijwilliger bent zou doen? Op deze vraag hebben 57 respondenten een antwoord gegeven. De meeste antwoorden kwamen redelijk met elkaar overeen, vandaar dat de belangrijkste (meest genoemde) antwoorden hieronder staan weergegeven. x x x x x x x
Thematische informatiebijeenkomsten organiseren voor bijvoorbeeld verschillende bestuursfuncties. Adviseren in aanvraagmogelijkheden van subsidies en advies op het gebied van fondsenwerving. Meehelpen met het werven van vrijwilligers voor alle organisaties. Helpen bij bemiddeling en huisvesting. Voorlichting geven bij de verschillende verenigingen over het Steunpunt zelf en wat het doet, zodat de bekendheid vergroot. Bijeenkomsten voor vrijwilligers van verschillende organisaties organiseren, zodat zij elkaar kunnen ontmoeten en ideeën kunnen uitwisselen. Misschien kan het Steunpunt ‘reclame maken’ voor de activiteiten die alle organisaties organiseren. Wat extra publiciteit is nooit mis.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
64
GEMEENTE BEST 3.2.6
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Gemeente Best
Vindt u dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert?
32% Ja
50%
Nee 18%
Weet ik niet
Grafiek 75: Mening respondenten op de vraag ‘Vindt u dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert?’ (N=204) De helft van de respondenten, 50%, geeft aan dat ze het antwoord op deze vraag niet weet. 32% van de respondenten vindt dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert en 18% van de respondenten vindt dat de gemeente Best dat niet doet. De waardering van de respondenten is afgezet tegen verschillende segmentatievariabelen, zoals ‘bekendheid met het Steunpunt Vrijwilligerswerk’. Dit leverde de volgende resultaten op:
37%
45%
Ja Nee 18%
Weet ik niet
Grafiek 76: Mening van respondenten die wel bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk op de vraag ‘Vindt u dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert?’ (N=157) Van de vrijwilligers die bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk is 37% van de respondenten tevreden over de waardering die vrijwilligers van de gemeente Best ontvangen. 18% is ontevreden en 45% geeft aan geen antwoord te weten op deze vraag.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
65
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
22% Ja 19%
59%
Nee Weet ik niet
Grafiek 77: Mening van respondenten die niet bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk op de vraag ‘Vindt u dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert?’ (N=97) Van de vrijwilligers die niet bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk is 22% van de respondenten tevreden over de waardering die vrijwilligers van de gemeente Best ontvangen. 19% is ontevreden en 59% geeft aan geen antwoord te weten op deze vraag. Uit de grafieken blijkt dat respondenten die bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk vaker van mening zijn dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert dan respondenten die niet bekend zijn met het Steunpunt: van de eerste groep antwoordde 37% met ‘ja’ en van de tweede groep 22%. Wanneer het Steunpunt bekender zou zijn, zouden mogelijk meer vrijwilligers positief over de gemeente Best denken. Welk rapportcijfer geeft u als totaaloordeel voor dingen die de gemeente Best doet voor vrijwilligers(organisaties)? Deze vraag is door 163 respondenten beantwoord. Nog eens 163 respondenten hebben deze vraag niet ingevuld. De respondenten waardeerden de gemeente Best (met het oog op vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties) als volgt:
1% 2% 7%
18%
0%
20%
10%
27%
30%
30%
40% 1
2
4
50% 5
6
60% 7
8
70% 9
10%
80%
90%
4% 1%
100%
10
Grafiek 78: Waardering van de respondenten voor de gemeente Best op het gebied van vrijwilligers(organisaties) (N=163) 45% (73 respondenten) geeft de gemeente Best (ruime) voldoende, namelijk een 7 of hoger, voor de dingen die zij doet voor vrijwilligers(organisaties). 27% (44 respondenten) geeft de gemeente Best een magere voldoende, namelijk een 6, en 28% (46 respondenten) geeft de gemeente Best een onvoldoende (een 5 of lager). Het gemiddelde cijfer is een 6,1. Zoals uit bovenstaande resultaten af valt te lezen scoort de gemeente Best niet zeer hoog op het onderdeel ‘dingen die zij voor vrijwilligers(organisaties) doet’, aangezien 55% van de respondenten de gemeente een 6 of Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
66
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
lager geeft. De waardering van de respondenten is afgezet tegen verschillende segmentatievariabelen, zoals ‘bekendheid met het Steunpunt Vrijwilligerswerk’. Dit leverde de volgende resultaten op:
1% 4%
2%
0%
12%
4%
10%
20%
22%
6%
20%
7%
30%
40% 1
2
4
8%
50% 5
7%
6
60% 7
8
70% 9
3%
80%
90%
2%
1%
100%
10
Grafiek 79: Waardering van de respondenten voor de gemeente Best op het gebied van vrijwilligers(organisaties) (N=163). De bovenste staaf staat voor de waardering die de respondenten die niet bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk, hebben gegeven. De onderste staaf staat voor de waardering die de respondenten die wel bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk, hebben gegeven (N=163). Zoals in het bovenstaande staafdiagram valt af te lezen, geven de respondenten die niet bekend zijn met het Steunpunt Vrijwilligerswerk een lagere waardering aan de gemeente Best (gemiddeld een 5,9) dan de respondenten die wel bekend zijn met het Steunpunt (gemiddeld een 6,3). Dit is echter een klein verschil. Wanneer het Steunpunt Vrijwilligerswerk meer bekendheid zou krijgen en meer voor vrijwilligers(organisaties) kunnen betekenen, heeft dit wellicht ook effect op de waardering van de respondenten voor de gemeente Best.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
67
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Op de vraag ‘Hoe zou de gemeente Best kunnen bereiken dat nog meer burgers vrijwilligerswerk gaan doen?’ kruisten de respondenten de volgende onderdelen aan: 140
129
120 100
92 82
80 60
71
77 57
40 20 20 0
Grafiek 80: Manieren waarop gemeente Best meer vrijwilligers zou kunnen werven. De getallen in de tabel staan voor het aantal antwoorden dat is gegeven voor dat onderdeel. Zo vinden 71 respondenten dat de gemeente Best burgers actief zou moeten benaderen voor vrijwilligerswerk. Wanneer de gemeente Best meer vrijwilligers wil werven, zouden ze dit volgens de huidige vrijwilligers kunnen bereiken door vrijwilligerswerk meer onder de aandacht te brengen. Deze optie werd het vaakst aangekruist. Ook zou de gemeente meer aandacht moeten besteden aan het waarderen van vrijwilligers. Verder zou het helpen wanneer er kortingsregelingen voor vrijwilligers worden ingesteld. Bij de optie ‘Anders’ werden onder andere de volgende suggesties gegeven: x x
De gemeente zou meer betrokkenheid mogen tonen bij de vrijwilligersorganisaties. Wanneer organisaties serieus worden genomen wordt het voor niet-vrijwilligers wellicht interessanter om vrijwilligerswerk te doen. Verschillende organisaties zouden samen moeten werken zodat er gezamenlijk meer bekendheid wordt verworven en meer vrijwilligers worden aangetrokken.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
68
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Een aantal respondenten heeft de moeite genomen om de gemeente Best van tips te voorzien. Een groot gedeelte van deze tips (een aantal tips kwam erg overeen) staat hieronder weergegeven. x x x x x x x x x
De gemeente zou een actievere houding moeten hebben wat het vrijwilligersbeleid betreft. Ze zijn nu te onzichtbaar, of houden zich, wanneer ze wel zichtbaar zijn, teveel vast aan regeltjes, wat de vrijwilligersorganisaties niet ten goede komt. Het zou veel schelen wanneer het vrijwilligerswerk meer onder de aandacht wordt gebracht. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat vrijwilligersorganisaties meer vrijwilligers krijgen. Misschien is het een idee om wekelijks een interview met een vrijwilligersorganisatie of een achtergrondartikel te plaatsen in Groeiend Best. Zo wordt er meer aandacht aan vrijwilligerswerk besteed. Vrijwilligers zouden een kortingspas moeten krijgen waarmee ze bij winkels, bioscopen e.d. korting krijgen. De gemeente zou het beleid wat vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties hoog op de agenda moeten hebben staan. Juist in tijden van bezuinigingen zijn vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties erg belangrijk. Het behouden van vrijwilligers is erg belangrijk! De gemeente zou het Steunpunt Vrijwilligerswerk beter moeten controleren op het resultaat dat hun werk heeft. Misschien zou er maandelijks een vrijwilliger in het zonnetje kunnen worden gezet, bijvoorbeeld met een interview in de krant. Hoewel vrijwilligerswerk gebeurt op vrijwillige basis, vinden veel vrijwilligers waardering prettig. Al is het maar een kop koffie, een bloemetje of een feestavond. Hier zou meer aandacht aan besteed mogen worden. Ik heb geen tips, ga zo door gemeente Best!
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
69
GEMEENTE BEST 3.3
Conclusies en aanbevelingen
3.3.1
Vrijwilligersorganisaties
x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hoe groot is het tekort aan vrijwilligers?
31,8% van de organisaties geeft het totale aantal vrijwilligers dat zij op dit moment hebben een onvoldoende of een ruime onvoldoende. Precieze aantallen worden niet genoemd, maar veel organisaties (vooral de organisaties met maximaal 25 vrijwilligers) geven aan dat ze handen tekort komen. Deze organisaties zien door de vergrijzing hun vrijwilligersaantal dalen en er komen geen nieuwe vrijwilligers bij. In bijna alle sectoren is dan ook een dringende behoefte aan jonge vrijwilligers (zowel jonger dan 18 jaar als tussen de 18 en 23 jaar ). Opvallend is dat de meeste organisaties de toekomst toch zonnig inzien qua vrijwilligersaantal: zij denken dat ze in de toekomst voldoende vrijwilligers zullen hebben, ook al weet 55% van de organisaties nog niet precies hoe zij dat gaan bereiken aangezien zij geen plan voor het werven van vrijwilligers hebben liggen. x
Hoe kunnen meer burgers gestimuleerd worden om vrijwilligerswerk te gaan doen?
Organisaties hebben weinig ideeën over hoe zij meer vrijwilligers in kunnen zetten. Zij geven aan een tekort aan vrijwilligers te hebben maar weten vaak niet hoe ze dat tekort op kunnen lossen. De maatschappelijke stage wordt soms als oplossing gezien, omdat jonge stagiaires via de maatschappelijke stage mogelijk enthousiast worden gemaakt als vrijwilliger. In de vrije schrijfruimte bij de enquête wordt meerdere malen genoemd dat organisaties graag hulp willen bij het werven van vrijwilligers. Organisaties zouden vaker specifieke groepen als vrijwilligers in kunnen zetten. Op dit moment zetten 14 van de 52 organisaties specifieke groepen als werklozen, allochtonen en mensen met een lichamelijke of verstandelijke handicap in. Hierbij betrekken zij het vaakst ‘mensen met een verstandelijke beperking’, ’65plussers’ en ‘jongeren tot 18 jaar’ als specifieke groep bij het vrijwilligerswerk. x
Hoe staan vrijwilligersorganisaties tegenover vrijwilligers met een beperking?
De meeste organisaties geven aan dat zij denken in mogelijkheden en niet in beperkingen. Zij kijken naar de kwaliteiten van mensen en zetten de mensen aan de hand van die kwaliteiten in. Hierbij speelt een speciale achtergrond, zoals een beperking, vaak geen rol. Er zijn 30 organisaties die geen specifieke groepen betrekken bij hun vrijwilligerswerk. Als redenen geven zij hiervoor dat hun vrijwilligers opgeleid moeten zijn of dat privacy een te grote rol speelt bij hun vrijwilligerswerk. Mensen met een beperking zouden dat vrijwilligerswerk, volgens die organisaties, niet kunnen doen. x
Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligersorganisaties aan bij het uitvoeren van allerlei taken?
Met stip op een staat het aantal vrijwilligers. Het uitvoeren van taken en activiteiten verloopt soms moeizaam omdat er te weinig vrijwilligers zijn. Ook zijn er regelmatig financiële problemen. Verder willen enkele vrijwilligersorganisaties graag een eenduidiger beleid binnen hun eigen vereniging en zouden ze graag zien dat hun bestuur daadkrachtiger zou functioneren. x
Hoe kunnen vrijwilligersorganisaties ondersteund worden?
De vrijwilligersorganisaties geven aan dat ze aan een paar zaken dringend behoefte hebben: subsidies (en dus het behoud daarvan), scholing en advies (via het Steunpunt Vrijwilligerswerk) en een duidelijk, consequent vrijwilligersbeleid. Veel organisaties zijn nu niet op de hoogte van bepaalde voorzieningen of regelingen. Daarnaast worden de gemeente en het Steunpunt Vrijwilligerswerk af en toe als ‘onzichtbaar’ en ‘bureaucratisch’ aangemerkt. De vrijwilligersorganisaties hebben een ruimdenkende, meegaande gemeente nodig die hen ondersteunt in de nu al niet al te makkelijke tijden. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
70
GEMEENTE BEST x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
In hoeverre bieden vrijwilligersorganisaties maatschappelijke stages aan?
84,6% van de organisaties geeft aan dat ze als bestuur bekend zijn met maatschappelijke stages. De overige 15,4% is niet bekend met maatschappelijke stages. Van de organisaties die bekend zijn met maatschappelijke stages biedt 33% al stageplaatsen aan. 12% biedt nog geen stageplaatsen aan, maar wil dit wel gaan doen. 49% geeft aan dat ze geen stageplaatsen aanbieden en dat ook niet van plan zijn. De overige 6% ging voor de optie ‘overig’. Van de organisaties heeft 28,2% contact gehad met de stagemakelaar. De stagemakelaar krijgt gemiddeld een 6,9 van de vrijwilligersorganisaties. Veel organisaties hebben al wel met de stagemakelaar over stageplaatsen gepraat, maar zijn nog niet tot actie overgegaan omdat ze vinden dat hun organisatie niet geschikt is voor maatschappelijke stageplaatsen of omdat ze het oriënteren en regelen teveel werk vinden. Zij hebben ook de capaciteit niet om de stagiaires te begeleiden. x
Welke ideeën leven bij vrijwilligersorganisaties om de onderlinge samenwerking te verbeteren?
De meeste organisaties hebben contact met andere organisaties uit de gemeente Best. Dit zijn zowel organisaties binnen dezelfde sector (24 organisaties) als uit een andere sector (ook 24 organisaties). De organisaties die contact hebben met andere vrijwilligersorganisaties zoeken over het algemeen niet al te vaak contact. Er zijn meerdere redenen waarom organisaties contact met elkaar hebben. Het meeste contact is informeel. Daarnaast zoeken 15 organisaties contact voor bestuurlijk overleg, 15 organisaties voor netwerkbijeenkomsten en 13 organisaties organiseren gezamenlijk activiteiten. Er worden geen suggesties genoemd voor het verbeteren van de onderlinge samenwerking. x
Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen functioneren?
Over het algemeen beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen functioneren met een (ruime) voldoende). De aspecten die bij alle organisaties goed scoren (de aspecten krijgen van minimaal 80% van de organisaties een voldoende of ruim voldoende) zijn ‘Aantal bestuursleden’, ‘Aantal vrijwilligers van 65+’, ‘Vrijwilligers met een specifieke deskundigheid’, ‘Accommodatiebeheer’, ‘Benodigde deskundigheid’ en ‘Uitvoering kernactiviteiten’. De groei van nieuwe (jonge) vrijwilligers en nieuwe leden / deelnemers / bezoekers worden echter slechter beoordeeld. Deze aspecten krijgen van minimaal 40% van de organisaties een onvoldoende of een ruime onvoldoende. x
Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties hun eigen toekomst?
Uit de enquête blijkt dat veel organisaties de financiële toekomst niet al te zonnig inzien. Maar liefst 53% van de organisaties geeft aan dat ze op dit moment genoeg middelen hebben, maar dat ze niet weten of dit de komende drie jaar ook zo blijft. Ook geeft 7% van de organisaties aan dat ze nu al een financieel tekort hebben waardoor ze niet meer aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Kort gezegd is 40% van de organisaties dus financieel gezond en heeft 40% van de organisaties het financieel zwaar. Verder zien de organisaties het somber in wat betreft het werven en behouden van voldoende leden en deelnemers, evenals het werven van nieuwe leden en deelnemers en het werven van nieuwe vrijwilligers. 40% of meer van de organisaties geeft aan dat dit waarschijnlijk of zeker een probleem zal vormen in de nabije toekomst. x
Hoe beoordelen vrijwilligersorganisaties het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
Een groot gedeelte van de vrijwilligersorganisaties (89,7%) is bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Van deze organisaties heeft 40% ook wel eens gebruikt gemaakt van Steunpunt Vrijwilligerswerk. Zij deden dit vooral om vacatures te plaatsen.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
71
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
74% van de vrijwilligersorganisaties zou het Steunpunt Vrijwilligerswerk misschien of zeker benaderen voor advies en ondersteuning. De rest van de organisaties (26%) geeft aan dat zij niet aan zouden kloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Een van de redenen die hiervoor gegeven is, is ‘Wij weten niet goed hoe we het Steunpunt Vrijwilligerswerk bereiken en hoe zij ons zouden kunnen helpen’. x
Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld?
In de enquête konden de organisaties verschillende onderdelen van het vrijwilligersbeleid beoordelen. Zij gaven de waardering van de gemeente voor vrijwilligers gemiddeld een 6,5, de communicatie tussen gemeenten en organisaties gemiddeld een 6,6, het nakomen van de gemaakte afspraken door de gemeente een 6,7 en het tweejaarlijkse vrijwilligersfeest een 6,4. Aanbevelingen: x De gemeente Best en het Welzijn Best Oirschot zou de organisaties te hulp kunnen schieten bij het werven van nieuwe vrijwilligers. Denk hierbij aan een training of voorlichting over bijvoorbeeld wervingstechnieken, social media, Photoshop (zodat organisaties aantrekkelijke posters en websites kunnen maken) et cetera. x Veel organisaties kunnen we wat steun op financieel gebied gebruiken. Het is zaak dat zij ondersteuning krijgen bij het opstellen van een (meerjaren)begroting en hulp bij het werven van fondsen. De gemeente zal ook moeten blijven bijdragen aan het bestaan van deze organisaties. x Het Steunpunt Vrijwilligerswerk zou zichzelf meer mogen promoten zodat alle vrijwilligersorganisaties weten wat het Steunpunt inhoudt en wat het voor de organisaties kan betekenen. x Wellicht kan de gemeente bemiddelen bij het samenwerken tussen verschillende organisaties. Door gezamenlijk activiteiten te organiseren of maatschappelijke stagiaires te begeleiden kunnen kosten en tijd worden gedeeld. x Over de groep ‘vrijwilligers met specifieke kenmerken’, zoals werklozen, mensen met een beperking, allochtonen en jongeren zou meer voorlichting gegeven kunnen worden. Sommige organisaties betrekken deze groepen nu nog niet bij het vrijwilligerswerk omdat zij denken dat het werk niet geschikt voor hen is of omdat begeleiding veel tijd zou kosten. x In de vragenlijst hebben enkele organisaties aangegeven dat zij graag in contact zouden komen met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. Ook willen enkele organisaties meer informatie over maatschappelijke stages. We adviseren de gemeente en/of het Steunpunt Vrijwilligerswerk om contact op te nemen met deze organisaties. x Wij adviseren de gemeente Best een bijeenkomst te organiseren met vrijwilligersorganisaties waarin verder wordt gesproken over de volgende onderwerpen: ¾ Werving nieuwe vrijwilligers en/of leden ¾ Behoud van huidige vrijwilligers en/of leden ¾ Motivatie van huidige vrijwilligers zodat zij meer tijd willen besteden aan het vrijwilligerswerk ¾ Opstellen van een sluitende begroting en werven van financiële middelen ¾ Huisvesting. Uit het onderzoek is gebleken dat dit de onderwerpen zijn waarbij de meeste knelpunten worden ervaren door de vrijwilligersorganisaties. Door hierover een aantal groepsbijeenkomsten met de vrijwilligersorganisaties te houden kan worden achterhaald waardoor de knelpunten exact worden veroorzaakt en hoe de organisaties het beste kunnen worden ondersteund bij het (zoveel mogelijk) oplossen van de knelpunten. Tevens kunnen de bijeenkomsten dienen als brainstormsessies om nieuwe ideeën op te doen om bijvoorbeeld nieuwe vrijwilligers of leden te werven. Verschillende organisaties hebben aangegeven om te willen meewerken aan het vervolgonderzoek. De gegevens van deze organisaties zijn bij de gemeente bekend.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
72
GEMEENTE BEST 3.3.2 x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Vrijwilligers
Hoe beoordelen vrijwilligers hun eigen functioneren?
De meeste vrijwilligers doen vrijwilligerswerk omdat ze iets voor de samenleving willen doen. Ook doen veel vrijwilligers vrijwilligerswerk omdat ze het werk gewoon leuk en interessant vinden. Verder is een veelgenoemde reden ‘ik help of ondersteun graag andere mensen’. Vrijwilligerswerk geeft de vrijwilligers veel voldoening (‘voldoening’ scoort het rapportcijfer 7,9). Het vrijwilligerswerk heeft ervoor gezorgd dat de vrijwilligers (48,8%) hun sociale contacten hebben kunnen uitbreiden. Ook hebben veel vrijwilligers (37,7%) hun kennis en vaardigheden kunnen uitbreiden dankzij het vrijwilligerswerk. x
Hoe hoog is de belasting van vrijwilligers?
Uit het onderzoek blijkt dat 37% van de respondenten al tien jaar of langer vrijwilliger is. De groep ‘5-9 jaar vrijwilliger’ is iets kleiner (24%), net als de groep ‘3-4 jaar vrijwilliger’ (21%). 12% van de respondenten gaf aan 1 tot 2 jaar vrijwilliger te zijn en 6% is korter dan een jaar vrijwilliger. De respondenten nemen samen 626 vrijwilligerstaken op zich. Dit houdt in dat de respondenten gemiddeld bijna twee taken op zich nemen. Dit kan bij verschillende vrijwilligersorganisaties zijn, maar ook bij een organisatie. Uit de enquête blijkt dat de vrijwilligers uit de leeftijdscategorie 51-64 jaar de meeste werkzaamheden op zich nemen binnen hun organisatie. Ook de vrijwilligers die tussen de 41 en 50 jaar oud zijn, en de vrijwilligers die tussen de 65 en 74 jaar zijn, zijn behoorlijk actief. Het overgrote gedeelte van de respondenten (96,5%) voelde zich (heel erg) goed tijdens het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Toch geeft een aantal respondenten aan dat de werkdruk te hoog is. In veel sectoren is een tekort aan vrijwilligers en daardoor maken veel vrijwilligers eigenlijk meer uren dan ze zouden willen maken. x
Tegen welke belemmeringen lopen vrijwilligers aan bij het uitvoeren van allerlei taken?
Voor de meeste vrijwilligers geldt dat er geen omstandigheden zijn die het uitvoeren van vrijwilligerstaken moeilijker maken. Uit het onderzoek blijkt dat 66% van de respondenten het vrijwilligerswerk zonder problemen uit kan voeren. 34% geeft echter aan dat er omstandigheden zijn die het uitvoeren van vrijwilligerstaken moeilijker maken. ‘Tijdgebrek’ is de belangrijkste belemmering bij het uitvoeren van vrijwilligerswerk. Ook de ‘thuissituatie’ en ‘lichamelijke beperkingen’ zijn belangrijke belemmeringen. x
Hoe kunnen vrijwilligers ondersteund worden?
Een aantal respondenten geeft aan dat ze graag wat meer ondersteuning zouden ontvangen in de vorm van een cursus, informatie, deskundig advies of op een andere manier. De meest gekozen hulpvorm (33 keer) is ‘Cursussen, workshops, trainingen’. Ook de optie ‘Informatie / voorlichting’ werd redelijk vaak aangekruist (21 keer). Sommige vrijwilligers willen op een andere manier ondersteund worden. Genoemd wordt ‘voorlichting over aandoeningen zoals ADHD’ en ‘ondersteuning bij het oversteken van een drukke weg’. Vrijwilligers geven aan dat ze graag ondersteund willen worden bij het werven van vrijwilligers, bij het vinden van huisvesting en een accommodatie en bij het aanvragen van subsidies en fondsen. Ook willen vrijwilligers graag in contact worden gebracht met vrijwilligers van andere organisaties. In de opmerkingenvelden kwam regelmatig voorbij dat de vrijwilligers graag financieel ondersteund willen worden. Ook zou de vergoeding belastingvrij moeten zijn, volgens enkele vrijwilligers. Verder zouden sommige vrijwilligers ook graag wat meer waardering ontvangen. Een kop koffie is vaak al voldoende. x
Hoe zien vrijwilligers hun eigen toekomst als vrijwilliger? Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
73
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
De meeste vrijwilligers (76%) zijn van plan om het vrijwilligerswerk gewoon door te zetten. 16% geeft aan binnen 3 jaar te willen stoppen en 4% wil er binnenkort mee stoppen. De overige 4% weet nog niet wat ze op het gebied van vrijwilligerswerk gaan doen. Afgaand op de resultaten zijn ‘persoonlijke omstandigheden’, ‘tijdgebrek’, ‘plaats maken voor nieuwe vrijwilligers’ en ‘zin om ander vrijwilligerswerk te gaan doen’ de belangrijkste redenen om met vrijwilligerswerk te stoppen. x
Hoe beoordelen vrijwilligers het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
Uit de resultaten blijkt dat 62% van de respondenten bekend is met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. 38%, ruim een derde van de respondenten, is dit echter niet. De respondenten geven aan dat ze het Steunpunt Vrijwilligerswerk het vaakst gebruiken om vacatures door te geven en voor informatie en advies. Het Steunpunt wordt minder gebruikt voor het reageren op vacatures en scholing. 13% van de respondenten zou aankloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk indien zij behoefte aan ondersteuning en / of advies zouden hebben. 34% van de respondenten geeft aan dat ze dit niet zou doen. De overige 53% geeft aan dat ze dit niet zou weten. De respondenten is ook naar hun bekendheid met de vacaturebank gevraagd. Het grootste gedeelte van de respondenten, 53%, is niet bekend met de vacaturebank voor vrijwilligerswerk. De overige 47% kent de vacaturebank voor vrijwilligerswerk wel. In totaal heeft 10% van de respondenten wel eens gebruik gemaakt van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk, en heeft 37% van de respondenten wel eens van de vacaturebank voor vrijwilligerswerk gehoord, maar zij hebben er nog nooit gebruik van gemaakt. 77,1% van de respondenten geeft het Steunpunt Vrijwilligerswerk het cijfer 7 of hoger. 18,3% van de vrijwilligers geeft het Steunpunt een magere voldoende, namelijk een 6. 4,6% van de respondenten geeft het Steunpunt Vrijwilligerswerk een onvoldoende (een 5 of lager) x
Hoe wordt het (vrijwilligers)beleid van de gemeente Best beoordeeld?
32% van de respondenten vindt dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert. 18% van de respondenten vindt dat de gemeente Best dat niet doet en 50% van de respondenten geeft aan dat ze het antwoord op deze vraag niet weten. De respondenten waardeerden de gemeente Best (met het oog op vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties) gemiddeld met een 6,1. Wanneer de gemeente Best meer vrijwilligers wil werven, zouden ze dit volgens de huidige vrijwilligers kunnen bereiken door vrijwilligerswerk meer onder de aandacht te brengen. Aanbevelingen: x Vrijwilligerswerk mag meer onder de aandacht worden gebracht. Wanneer de bekendheid toeneemt, voelen wellicht meer mensen de neiging om vrijwilligerswerk te gaan doen. Vrijwilligers geven aan dat ze in hun omgeving vaak ‘Ik weet niet waar ik me zou moeten melden en wat ik dan moet doen’ horen als reden om zich niet te oriënteren op vrijwilligerswerk. Ook zou volgens vrijwilligers een persoonlijke aanpak (potentiële vrijwilligers gewoon aanspreken) helpen. x De organisaties zouden meer aandacht kunnen besteden aan het waarderen van vrijwilligers. Veel vrijwilligers voelen zich te weinig gewaardeerd. Waardering door middel van vriendelijke woorden of een gratis kop koffie is al genoeg. Wellicht is het een idee om een kortingspas te ontwikkelen waarmee vrijwilligers korting bij verschillende winkels krijgen, of bijvoorbeeld bij de bioscoop. x Enkele vrijwilligers aan dat ze graag een financiële vergoeding zouden ontvangen. Anderen geven aan dat ze al een vergoeding ontvangen, maar dat deze nu belast is. Zij zouden graag zien dat de vergoeding belastingvrij zou zijn. x Vrijwilligerswerk zou nog flexibeler moeten worden. Veel vrijwilligers geven aan graag op projectbasis te willen werken, zodat ze weten hoeveel uur ze aan het vrijwilligerswerk kwijt zijn en over welke periode. x Wellicht kan het cursusaanbod worden uitgebreid. Waar behoefte aan is verschilt natuurlijk per Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
74
GEMEENTE BEST
x x
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
vereniging. Het Steunpunt Vrijwilligerswerk ende gemeente Best verdienen meer bekendheid. Wanneer bij iedere organisatie duidelijk is wat een van de organisaties voor hen kan betekenen zou dit wellicht al veel ongemakken wegnemen. In de vragenlijst hebben enkele vrijwilligers aangegeven dat zij graag in contact zouden komen met het Steunpunt Vrijwilligerswerk. We adviseren het Steunpunt Vrijwilligerswerk om mogelijk contact op te nemen met deze vrijwilligers.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
75
GEMEENTE BEST BIJLAGE I
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Vragenlijst voor besturen van vrijwilligersorganisaties
DEEL I Vrijwilligerswerk 1. In welke sector hoort uw organisatie het meest thuis?
o Sport en recreatie (voetbalvereniging, volleybalvereniging, handbalvereniging, dartclub, kaartclub etc.) o Kunst & cultuur (toneelvereniging, muziekgezelschap, historisch genootschap etc.) o Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk (Zonnebloem, Rode Kruis, ouderenondersteuning, club- of buurthuis, jeugd- en jongerenwerk, slachtofferhulp, stervensbegeleiding, vrijwillige thuiszorg, EHBO etc.)
o Belangenbehartiging, informatie en advies (ouderenadviseur, voorlichting geven over Wmo, ouderenbond, patiëntenvereniging, gehandicaptenorganisatie etc.) o Leefomgeving, verkeer en veiligheid (wijk- of dorpsraad, speeltuinvereniging, etc.) o Natuur en milieu (dierenambulance, dierenopvang, natuur- en milieubescherming, dierenbescherming etc.) o Onderwijs en vorming (overblijfouder, leeshulp, ouderraad, Nederlandse les aan anderstaligen etc.) o Levensbeschouwing (vrijwilligerswerk vanuit kerken, moskeeën etc.) o Politiek en ideëel (politieke partij, Amnesty International, anti racisme, ontwikkelingssamenwerking etc.)
o Anders, namelijk: __________________________________________________________ 2. Is uw organisatie onderdeel of lid van een koepelorganisatie of belangenbehartiger (Zonnebloem, Rode Kruis, Scouting Nederland, KNVB enzovoort)?
o Ja, onze organisatie is aangesloten bij een (koepel)organisatie op landelijk niveau o Ja, onze organisatie is aangesloten bij een (koepel)organisatie op provinciaal niveau o Ja, onze organisatie is aangesloten bij een (koepel)organisatie op regionaal niveau o Nee, onze organisatie is niet aangesloten bij een koepelorganisatie
3. Uit hoeveel vrijwilligers bestaat uw organisatie?
o 1 – 10 o 11 – 25 o 26 – 50 o 51 – 100 o Meer dan 100
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
76
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
4. Hoeveel beroepskrachten werken voor uw organisatie?
o Geen o1 o 2–5 o 6–9 o 10 of meer
5. Hoe lang bestaat uw organisatie?
o 0 – 4 jaar o 5 – 9 jaar o 10 – 24 jaar o 25 jaar of langer
6.
a. Wat is ongeveer de verdeling qua leeftijd van vrijwilligers in uw organisatie? x
Jonger dan 18 jaar
___%
x
18 – 30 jaar
___%
x
31 – 50 jaar
___%
x
51 – 64 jaar
___%
x
65 jaar en ouder
___% ----------- + 100%
b.
Wat is ongeveer de verdeling man / vrouw van vrijwilligers in uw organisatie? x
Vrouwen
___%
x
Mannen
___% ----------- + 100%
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
77
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Over uw eigen organisatie 7. Heeft uw organisatie een:
Plan voor het werven van vrijwilligers Beleidsplan Begroting Meerjarenbegroting Plan voor het werven van financiële middelen Website Verenigingsblad of nieuwsbrief Scholingsplan voor vrijwilligers Beloningsbeleid voor vrijwilligers (jaarlijks uitje of iets dergelijks) Onkostenregeling
Ja
Nee
Niet van toepassing
Niet mee bekend
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
8. Worden vrijwilligers binnen uw organisaties begeleid? Ja Nee Niet van toepassing
Ο
Ο
Niet mee bekend
Ο
Ο
9. Voert u als bestuur evaluatiegesprekken met vrijwilligers? Ja
Nee
Niet van toepassing
Niet mee bekend
Ο
Ο
Ο
Ο
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
78
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
10. Nu: Hoe beoordeelt u op dit moment uw organisatie ten aanzien van: Ruim Voldoende Onvoldoende voldoende Aantal bestuursleden Totaal aantal vrijwilligers (met uitzondering van bestuursleden) Aantal vrijwilligers van 65 jaar en ouder Aantal vrijwilligers tussen 18 jaar en 65 jaar Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) (met uitzondering van de maatschappelijke stagiaires) Vrijwilligers met een specifieke deskundigheid Aantal deelnemers / leden / bezoekers Kennis van wet- en regelgeving Groei van het aantal nieuwe vrijwilligers Groei van het aantal nieuwe leden / deelnemers / bezoekers Beschikbare faciliteiten (gebouwen, velden, vergaderruimten, et cetera) Accommodatiebeheer Financiële middelen Benodigde deskundigheid Toekomstplannen / toekomstperspectief Uitvoering kernactiviteiten (bijvoorbeeld voor sportvereniging: trainen en wedstrijden spelen) In staat zijn om andere of extra activiteiten te organiseren
Ruim onvoldoende
Niet van toepassing
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
79
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
11. Toekomst: Waar denkt u dat uw organisatie over drie jaar staat als organisatie, met betrekking tot: Ruim Voldoende Onvoldoende voldoende Aantal bestuursleden Totaal aantal vrijwilligers (met uitzondering van bestuursleden) Aantal vrijwilligers van 65 jaar en ouder Aantal vrijwilligers tussen 18 jaar en 65 jaar Aantal jonge vrijwilligers (< 18 jaar) (met uitzondering van de maatschappelijke stagiaires) Vrijwilligers met een specifieke deskundigheid Aantal deelnemers / leden / bezoekers Kennis van wet- en regelgeving Groei van het aantal nieuwe vrijwilligers Groei van het aantal nieuwe leden / deelnemers / bezoekers Beschikbare faciliteiten (gebouwen, velden, vergaderruimten, et cetera) Accommodatiebeheer Financiële middelen Benodigde deskundigheid Toekomstplannen / toekomstperspectief Uitvoering kernactiviteiten (bijvoorbeeld voor sportvereniging: trainen en wedstrijden spelen) In staat zijn om andere of extra activiteiten te organiseren
Ruim onvoldoende
Niet van toepassing
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
80
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
12. Wat zijn uw verwachtingen met betrekking tot de financiële situatie van uw organisatie voor de komende drie jaar?
o De financiële situatie is en blijft de komende drie jaar gezond o De financiële is gezond. Eventuele tekorten kunnen we opvangen door middel van het binnenhalen van extra inkomsten of het aanspreken van reserves
o Nu hebben we voldoende middelen, maar we weten niet of dit de komende drie jaar zo blijft. Ook niet door het binnenhalen van extra inkomsten of het aanspreken van reserves
o We hebben nu al een financieel tekort waardoor we niet meer aan onze verplichtingen kunnen voldoen.
13. Als u een toelichting wilt geven bij de vragen 7, 8, 9, 10, 11 of 12 kunt u dat hieronder doen: Vermeld alstublieft duidelijk het vraagnummer bij uw toelichting(en)
14. Heeft uw organisatie wel eens contact met andere vrijwilligersorganisaties of bedrijven?
o Ja (Æ vraag 15) o Nee (Æ vraag 18)
15. Met wat voor type organisaties heeft u als organisatie contact? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ □ □ □
Met vrijwilligersorganisaties uit dezelfde sector binnen de gemeente Best Met vrijwilligersorganisaties uit een andere sector binnen de gemeente Best Met vrijwilligersorganisaties buiten de gemeente Best Met bedrijven
16. Hoe vaak heeft uw organisatie gemiddeld contact met andere vrijwilligersorganisaties?
o (Vrijwel) elke week o Ongeveer één keer per maand o Ongeveer één keer per kwartaal o Minder dan één keer per kwartaal
17. Op welke wijze vinden die contacten plaats? Meerdere antwoorden mogelijk. F Informele contacten F Bestuurlijk overleg F Door gezamenlijk activiteiten te organiseren F Netwerkbijeenkomsten F Anders, namelijk:_______________________________________________
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
81
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
18. Zo nee: kunt u uw antwoord toelichten?
19. Betrekt u specifieke groepen als vrijwilligers bij uw organisatie?
o Ja (Æ vraag 20) o Nee (Æ vraag 22)
20. Welke specifieke doelgroep(en) betrekt u op dit moment als vrijwilligers bij uw organisatie? Meerdere antwoorden mogelijk. F Mensen met een lichamelijke beperking F Mensen met een verstandelijke beperking F Mensen met een psychiatrische beperking F 65-plussers F Jongeren tot 18 jaar F Jongeren van 18 tot en met 23 jaar F Allochtonen F Langdurig werklozen F Mensen met een bijstandsuitkering F Anders, namelijk:___________________________________________________ 21. Zo ja: krijgt u hierbij dan ook ondersteuning?
o Ja, en hierbij krijgen we ook ondersteuning, namelijk van: ___________________________ o Nee, maar dit is wel wenselijk, namelijk: ________________________________________ o Nee, maar dat is ook niet nodig
22. Zo nee: kunt u uw antwoord toelichten?
23. Bent u als organisatie bereid om (meer) vrijwilligers uit specifieke groepen aan te trekken?
o Ja, (Æ vraag 24) o Nee (Æ vraag 25)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
82
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
24. Welke specifieke doelgroep(en) zou u graag bij uw organisatie willen betrekken? Meerdere antwoorden mogelijk. F Mensen met een lichamelijke beperking F Mensen met een verstandelijke beperking F Mensen met een psychiatrische beperking F 65-plussers F Jongeren tot 18 jaar F Jongeren van 18 tot en met 23 jaar F Allochtonen F Langdurig werklozen F Mensen met een bijstandsuitkering F Anders, namelijk:________________________________________________ 25. Zo nee: kunt u uw antwoord toelichten?
26. Bent u als organisatie bereid om (extra) activiteiten te organiseren voor specifieke groepen? Zo ja: krijgt u hierbij dan ook ondersteuning? Er kan hierbij worden gedacht aan vrijetijdsactiviteiten / dagbesteding voor specifieke groepen, maar ook meewerken aan buurtprojecten.
o Ja, maar we willen hierbij graag ondersteuning ontvangen, namelijk: ______________________
o Ja, maar we hebben hierbij geen ondersteuning nodig o Nee, die ambitie hebben we niet 27. Waar is uw organisatie volgens u het beste in? Wat is, met andere woorden, het sterkste punt van uw organisatie?
28. Waar is uw organisatie volgens u niet zo goed in? Wat is, met andere woorden, het zwakste punt van uw organisatie?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
83
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
29. Voorziet u problemen voor uw organisatie voor de komende drie jaar met betrekking tot: Zeker geen probleem
Waarschijnlijk geen probleem
Waarschijnlijk een probleem
Zeker een probleem
Niet van toepassing
Samenwerking met andere vrijwilligersorganisaties
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
De tijd die vrijwilligers willen besteden aan hun taken
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Vergrijzing organisatie Werven van nieuwe vrijwilligers Behoud van voldoende vrijwilligers Werven van nieuwe bestuursleden Werven van nieuwe leden / deelnemers Behoud van voldoende leden / deelnemers Het voortbestaan van de organisatie Ontwikkelen van nieuwe activiteiten Sluitende begroting Werven van financiële middelen Huisvesting Deskundigheid van de leiding / bestuur Samenwerking met bedrijven
30. Voorziet u de komende drie jaar eventueel met betrekking tot een ander onderwerp een probleem?
o Ja, namelijk: ______________________________________________________ o Nee
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
84
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
31. Als u bij vraag 29 of 30 hebt aangegeven dat u voor de komende drie jaar (zeker) een probleem voorziet, hoe verwacht u dit dan op te lossen?
o We lossen dit zelfstandig op als organisatie o We hebben voor het oplossen ondersteuning / coaching nodig o Het probleem is niet oplosbaar
Geef hieronder een toelichting:
Maatschappelijke stage Met maatschappelijke stage leveren leerlingen in het voortgezet onderwijs een onbetaalde bijdrage aan de samenleving. Zij doen dus vrijwilligerswerk. 32. Bent u als bestuur al bekend met maatschappelijke stages?
o o
Ja Nee
33. Heeft uw organisatie ervaring met maatschappelijke stages?
o o o o
Ja, we bieden al stageplaatsen aan Nog niet, maar we willen wel stageplaatsen gaan aanbieden Nee, wij zien geen mogelijkheden voor maatschappelijke stageplekken Anders, namelijk:______________________________________________
De gemeente Best heeft sinds 2009 via Welzijn Best Oirschot een stagemakelaar aangesteld. De stagemakelaar heeft de taak om organisaties/werkplekken te werven, te bemiddelen tussen de leerlingen en de organisaties en te zorgen voor deskundigheidsbevordering van de organisaties. De volgende twee vragen gaan over de stagemakelaar. 34. Hebt u contact gehad met de stagemakelaar?
o o
Ja (Æ vraag 35.) Nee (Æ vraag 36.)
35. Welk rapportcijfer geeft het beste uw ervaringen met de stagemakelaar weer? Geef eventueel een toelichting. 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο 36. Wat zijn volgens u de mogelijke voordelen om maatschappelijke stagiaires actief te laten zijn binnen uw organisatie?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
85
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
37. Wat zijn volgens u de mogelijke nadelen om maatschappelijke stagiaires actief te laten zijn binnen uw organisatie?
38. Wilt u meer informatie ontvangen over maatschappelijke stage?
o Ja o Nee
DEEL II Steunpunt Vrijwilligerswerk Het Steunpunt Vrijwilligerswerk Best biedt de mogelijkheid te helpen met het toekomstbestendig maken van uw organisatie. 39. Als u advies, informatie of ondersteuning nodig hebt, waar klopt u dan meestal als eerste aan?
o Bij leden of vrijwilligers binnen onze eigen organisatie o Bij een koepelorganisatie of belangenbehartiger waarmee wij verbonden zijn o Bij vrijwilligersorganisaties in dezelfde sector als waar wij actief in zijn o Bij vrijwilligersorganisaties in andere sectoren dan waar wij actief in zijn o Bij een commercieel adviesbureau o Bij de gemeente Best o Bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk o Anders, namelijk: ____________________________________________________
40. Bent u als bestuur al bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o Ja (Æ vraag 41.) o Nee (Æ vraag 43.)
41. Hebt u wel eens gebruik gemaakt van het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o o
Ja Nee (Æ vraag 43.)
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
86
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
42. Wat zijn uw ervaringen met de ondersteuning die het Steunpunt Vrijwilligerswerk biedt?
Vacaturebank Informatie en advies aan vrijwilligersorganisaties Informatie en advies aan vrijwilligers Promotie van vrijwilligerswerk Werving van vrijwilligers, bestuursleden, leden of deelnemers Scholing (workshops sociale media, organisatie jongerenproof maken, instructie verantwoord alcoholgebruik) Begeleiding of coaching van het bestuur Opstellen van een beleidsplan Het financieel gezond houden van de organisatie (bijvoorbeeld opstellen meerjarenbegroting, fondsenwerving, sponsoring) Ledenadministratie Bevorderen van samenwerking met andere organisaties of bedrijven Ontwikkeling van nieuwe initiatieven, projecten of activiteiten Advies op maat Informatie over (nieuwe) weten regelgeving Het inzetten van sociale media (Facebook, Twitter of Hyves) Vrijwilligerspool
Ontevreden
Zeer ontevreden
Niet mee bekend
Geen ervaring mee
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Zeer tevreden
Tevreden
Ο Ο Ο Ο
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
87
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
43. Heeft uw organisatie nu of in de toekomst ondersteuning of advies nodig?
o o o
Ja Misschien Nee (Æ vraag 46.)
44. Bij welke onderwerpen of activiteiten zou uw organisatie mogelijk ondersteuning of advies kunnen gebruiken? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ □ □ □ □ □ □ □
□ □ □ □ □ □ □
Informatie en advies aan vrijwilligersorganisaties Informatie en advies aan vrijwilligers Promotionele activiteiten Het werven van vrijwilligers, bestuursleden, leden of deelnemers Scholing (workshops sociale media, organisatie jongerenproof maken, instructie verantwoord alcoholgebruik) Begeleiding of coaching van het bestuur Opstellen van beleidsplan Het financieel gezond houden van de organisatie (bijvoorbeeld opstellen meerjarenbegroting, fondsenwerving, sponsoring) Ledenadministratie Bevorderen van samenwerking met andere organisaties of bedrijven Ontwikkeling van nieuwe initiatieven, projecten of activiteiten Advies op maat Informatie over (nieuwe) wet- en regelgeving Het inzetten van sociale media (Facebook, Twitter of Hyves) Anders, namelijk:____________________________________________________
45. Op welke – eventueel andere – vorm(en) van ondersteuning moet het Steunpunt zich de komende jaren het meest gaan inzetten?
46. Wat verwacht u van het Steunpunt Vrijwilligerswerk voor de individuele vrijwilligers van uw organisatie? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ □ □ □ □ □ □
Wij hebben de indruk dat geen enkele vrijwilliger op dit moment ondersteuning nodig heeft (Deskundig) advies voor het uitvoeren van taken Cursussen, workshops, trainingen Informatie / voorlichting Belangenbehartiging Advies of hulp in verband met persoonlijke situatie Anders, namelijk: ____________________________________________ Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
88
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
47. ls uw organisatie behoefte heeft aan ondersteuning en / of advies, klopt u dan aan bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o Ja, omdat: _________________________________________________________
o Nee, omdat: ________________________________________________________ o Weet ik niet Gemeente Best De gemeente Best subsidieert het Steunpunt Vrijwilligerswerk en doet daarnaast ook een aantal dingen speciaal voor vrijwilligers. 48. Weet u dat… Ja
Nee
… de gemeente een verzekering voor alle vrijwilligers in de gemeente Best heeft afgesloten?
Ο
Ο
… de gemeente (structurele en incidentele) subsidies verstrekt aan vrijwilligersorganisaties in Best?
Ο
Ο
49. Heeft uw organisatie wel eens…
… een vergunning aangevraagd? … een subsidie aangevraagd? … deelgenomen aan het tweejaarlijkse feest?
Ja
Nee
Niet mee bekend
Ο Ο Ο
Ο Ο Ο
Ο Ο Ο
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
89
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
GEMEENTE BEST
50. Kunt u met een rapportcijfer uitdrukken wat u vindt van: 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
n.v.t.
De waardering van de gemeente Best voor vrijwilligers
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο
Communicatie tussen gemeente Best en uw organisatie
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο
Wijze waarop gemeente Best haar gemaakte afspraken aan uw organisatie nakomt
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο
Het tweejaarlijkse feest voor vrijwilligers
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο
51. Reageer alstublieft op de volgende stellingen: Volledig mee eens
Mee eens
Niet mee eens
Volledig mee oneens
Niet van toepassing
Het aanvragen van een vergunning voor mijn organisatie was gemakkelijk
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Het aanvragen van een subsidie voor mijn organisatie was gemakkelijk
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Het aanvragen van een vergunning kostte weinig tijd
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Het aanvragen van een subsidie kostte weinig tijd
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
52. Welk rapportcijfer geeft u als totaaloordeel voor dingen die de gemeente Best doet voor vrijwilligers(organisaties)? 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Weet ik niet
Ο
53. Waar moet de gemeente Best de komende jaren het meest op gaan inzetten met betrekking tot het vrijwilligerswerk? Dit kan ook een andere vorm van ondersteuning zijn dan eerder genoemd.
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
90
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Tot slot 54. Hebt u naar aanleiding van deze vragenlijst nog vragen of opmerkingen?
Gegevens organisatie De gegevens uit deze enquête worden anoniem verwerkt door het onderzoeksbureau. Als u wilt dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk (naar aanleiding van deze enquête) contact opneemt om een afspraak te maken met uw organisatie, dan kunt u daar hieronder toestemming voor geven. Daarnaast wordt er mogelijk een vervolgonderzoek georganiseerd voor een verdere verdieping van de onderzoeksresultaten. Hiervoor zoeken we acht tot tien bestuursleden. Bent u bereid om hieraan mee te doen? Kruis alstublieft uw gewenste keuze(s) aan en vul daaronder de contactgegevens van uw organisatie in. Wij willen dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk contact met ons opneemt We willen graag meedoen aan het eventuele vervolgonderzoek Naam organisatie: Contactpersoon: Adres: E-mailadres: Telefoonnummer: Hartelijk dank voor uw medewerking!
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
91
GEMEENTE BEST BIJLAGE II
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Vragenlijst voor vrijwilligers
DEEL I Algemeen 1. Bent u een man of vrouw?
o Man o Vrouw
2. Tot welke leeftijdscategorie behoort u?
o Jonger dan 18 jaar o 18 tot en met 30 jaar o 31 tot en met 40 jaar o 41 tot en met 50 jaar o 51 tot en met 64 jaar o 65 tot en met 74 jaar o 75 jaar of ouder
3. Wat de hoogst afgeronde opleiding die u hebt genoten?
o Lager onderwijs o MAVO, LBO of VMBO o HAVO o VWO o MBO o HBO o Universiteit
4.
Hoe ziet gemiddeld uw dagbesteding eruit? Meerdere antwoorden mogelijk. □ Ik heb een betaalde fulltime baan (36 uur per week of meer) □ Ik heb een betaalde parttime baan (minder dan 36 uur per week) □ Ik zoek werk □ Ik werk als vrijwilliger □ Ik zorg voor iemand □ Ik ben bezig met mijn hobby(‘s) □ Ik zorg voor het huishouden □ Ik studeer / ga naar school □ Ik kan niet zoveel doen, in verband met mijn gezondheid
□
Anders, namelijk: ______________________________________________________ Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
92
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Vrijwilligerswerk Een vrijwilliger is iemand die werkzaamheden verricht voor een organisatie (vereniging, club of los verband van vrijwilligers), zonder dat hij/zij hiervoor betaald krijgt. Een vrijwilliger maait dus bijvoorbeeld het gras voor de plaatselijke voetbalorganisatie, maar kan ook langs de deuren gaan voor een goed doel of in de schoolpauzes passen op overblijvende kinderen of de jaarlijkse rommelmarkt organiseren. 5. Voor hoeveel organisaties bent u als vrijwilliger actief?
o 1 organisatie o 2 organisaties o 3 organisaties o 4 organisaties o 5 of meer organisaties
6. Voor wat voor soort organisatie doet u vrijwilligerswerk? Ga, in het geval u voor meerdere organisaties vrijwilligerswerk verricht, uit van de organisatie waar u deze vragenlijst van hebt ontvangen.
o Sport en recreatie (voetbalvereniging, volleybalvereniging, handbalvereniging, dartclub, kaartclub etc.) o Kunst & cultuur (toneelvereniging, muziekgezelschap, historisch genootschap etc.) o Zorg- of hulpverlening en sociaal-cultureel werk (Zonnebloem, Rode Kruis, ouderenondersteuning, club- of buurthuis, jeugd- en jongerenwerk, slachtofferhulp, stervensbegeleiding, vrijwillige thuiszorg, EHBO etc.)
o Belangenbehartiging, informatie en advies (ouderenadviseur, voorlichting geven over Wmo, ouderenbond, patiëntenvereniging, gehandicaptenorganisatie etc.) o Leefomgeving, verkeer en veiligheid (wijk- of dorpsraad, speeltuinvereniging, etc.) o Natuur en milieu (dierenambulance, dierenopvang, natuur- en milieubescherming, dierenbescherming etc.) o Onderwijs en vorming (overblijfouder, leeshulp, ouderraad, Nederlandse les aan anderstaligen etc.) o Levensbeschouwing (vrijwilligerswerk vanuit kerken, moskeeën etc.) o Politiek en ideëel (politieke partij, Amnesty International, anti racisme, ontwikkelingssamenwerking etc.)
o Anders, namelijk: __________________________________________________________
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
93
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Samenwerking met het bestuur 7. In hoeverre bent u tevreden of ontevreden over het bestuur met betrekking tot: Zeer tevreden
Tevreden
Ontevreden
Zeer ontevreden
Geen ervaring mee
Het nakomen van gemaakte afspraken met vrijwilligers
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Het informeren van vrijwilligers over ontwikkelingen binnen de organisatie
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Het waarderen van vrijwilligers door middel van bijvoorbeeld een schouderklopje, jaarlijks presentje of een uitje
Ο
Ο
Ο
Ο
Ο
Het zorgen voor een goede sfeer onder de vrijwilligers Het openstaan voor ideeën van vrijwilligers Het openstaan voor nieuwe vrijwilligers Inspraak binnen de organisatie Het verdelen van taken onder vrijwilligers Het begeleiden van vrijwilligers
8.
Wilt u naar aanleiding van vraag 7 een toelichting geven? Bijvoorbeeld waarom u (on)tevreden bent over één of meerdere onderdelen?
9.
Waar is uw organisatie volgens u het beste in? Wat is met andere woorden het sterkste punt van uw organisatie?
10.
Waar is uw organisatie volgens u niet zo goed in? Wat is met andere woorden het zwakste punt van uw organisatie?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
94
GEMEENTE BEST 11.
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hebt u tips voor uw organisatie waardoor het aantrekkelijker wordt om als vrijwilliger aan de slag te gaan?
Uw eigen functioneren als vrijwilliger 12. Hoe lang bent u al vrijwilliger bij uw huidige organisatie?
o Korter dan één jaar o 1 - 2 jaar o 3 - 4 jaar o 5 - 9 jaar o 10 jaar of langer
13. Op basis van welke afspraak verricht u vrijwilligerswerk?
o Op projectbasis: uitvoeren van activiteiten waar een bepaalde tijd voor staat o Vast aantal uren per week, namelijk _____ uur o Vast aantal uren per maand, namelijk _____ uur o Vaste taken, waarbij ik zelf bepaal wanneer ik werk o Terugkerende vaste periode(n) in het jaar o Flexibel inzetbaar: hangt af van mijn beschikbaarheid en de behoefte vanuit de organisatie o Anders, namelijk: _____________________________________________________________
14. Welke werkzaamheden voert u uit voor uw organisatie? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Administratie Barwerkzaamheden, koffie schenken, catering, koken Beheer van de accommodatie (bijvoorbeeld schoonmaken) Bestuurlijke taken Coördinerende werkzaamheden (zoals de coördinatie van vrijwilligers, activiteiten en trainingen) Hulpverlening (bijvoorbeeld vrijwillige thuishulp, bezoekjes of Besthulp) Leidinggeven aan leden of deelnemers (bijvoorbeeld trainingen geven) Uitvoeren van activiteiten Verzorgen van cursussen / trainingen Verzorgen van promotie / publiciteit / voorlichting Webmaster Werven van fondsen of sponsoren Anders, namelijk: ____________________________________________________
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
95
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
15. Hoe bent u op het idee gekomen om vrijwilligerswerk te gaan doen?
o Ik ben gevraagd door het bestuur o Ik ben gevraagd door andere vrijwilligers o Er wordt van mij als lid een vrijwillige bijdrage verwacht (bardienst draaien, vervoer verzorgen of bijvoorbeeld notuleren)
o Ik heb mijzelf aangemeld als vrijwilliger naar aanleiding van een persbericht / vacature o Ik heb mijzelf spontaan aangemeld als vrijwilliger o Ik ben gevraagd door een medewerker van het Steunpunt Vrijwilligerswerk o Anders, namelijk: _____________________________________________________ 16. Wat is voor u de belangrijkste reden om vrijwilligerswerk te doen? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ Het is belangrijk voor de plaats waar ik woon □ Het is binnen onze organisatie verplicht of vanzelfsprekend; het hoort erbij □ Het staat goed op mijn CV □ Het vrijwilligerswerk geeft me (dag/week)ritme □ Ik heb op dit moment geen werk □ Ik help of ondersteun graag andere mensen □ Ik kan op deze manier mijn sociale contacten onderhouden en opbouwen □ Ik vind het werk leuk en interessant □ Ik voel me erg verbonden met de doelstelling(en) van mijn organisatie □ Ik wil graag iets voor de samenleving doen □ Ik wil graag nieuwe kennis of vaardigheden opdoen □ Ik wil graag werkervaring opdoen □ Ik wil meer voor mijn organisatie betekenen dan alleen lid zijn □ Ik wil mijn deskundigheid / ervaring in dienst stellen van de organisatie □ Ik wil mijn tijd op een zinvolle wijze besteden □ Anders, namelijk: _______________________________________________________
Instructie: Wilt u bij onderstaande vragen steeds uw ervaring door middel van een cijfer aangeven? De betekenis van de cijfers worden bij elke vraag apart uitgelegd. 17.
Hoeveel voldoening geeft het verrichten van vrijwilligerstaken u? Hierbij staat 1 voor ‘geen voldoening’ en 10 voor ‘zeer veel voldoening’.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο 18.
Hoeveel werkdruk ervaart u bij het verrichten van vrijwilligerstaken? Hierbij staat 1 voor ‘geen werkdruk’ en 10 voor ‘zeer veel werkdruk’.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
96
GEMEENTE BEST 19.
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
Hoeveel waardering ontvangt u van het bestuur voor uw werk? Hierbij staat 1 voor ‘geen waardering’ en 10 voor ‘zeer veel waardering’.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο 20.
Hoeveel waardering ontvangt u van collega-vrijwilligers? Hierbij staat 1 voor ‘geen waardering’ en 10 voor ‘zeer veel waardering’.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο 21.
Hoeveel waardering ontvangt u van leden / deelnemers? Hierbij staat 1 voor ‘geen waardering’ en 10 voor ‘zeer veel waardering’.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο 22.
Als u naar aanleiding van vraag 17 t/m 21 een toelichting wilt geven, kunt u dat hieronder doen:
23.
Welke invloed heeft het vrijwilligerswerk tot nu toe op uw persoonlijke ontwikkeling? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ □ □ □ □ □ □ □ □
24.
Ik heb mijn kennis en vaardigheden kunnen uitbreiden Ik heb scholing / cursussen kunnen volgen Ik heb meer zelfvertrouwen gekregen Ik heb meer uitdaging gekregen Ik heb mijn sociale contacten kunnen uitbreiden Ik heb er een baan door kunnen vinden Ik denk dat het me kan helpen om een baan te vinden Het geeft mij (dag-/week-) ritme Anders, namelijk:_____________________________________________________________
Hieronder zijn zeven gezichtjes afgebeeld die gevoelens uitdrukken. Hoe voelde u zich meestal tijdens uw vrijwilligerswerk de afgelopen 12 maanden? Wilt u het hokje aankruisen onder het gezichtje dat uw gevoel het beste omschrijft?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
97
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
25. Bent u van plan om het vrijwilligerswerk bij uw huidige organisatie voort te zetten?
o Ja, ik ben nog niet van plan om te stoppen (ga verder met vraag 26.) o Ja, maar ik ben van plan om binnen drie jaar te stoppen o Nee, ik wil er binnenkort mee gaan stoppen o Weet ik (nog) niet
26. Als u van plan bent te stoppen, wat is hier dan de belangrijkste reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk.
□ □ □ □ □ □ □ □ □ □
Persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld verhuizing, leeftijd of ziekte) Ik heb niet genoeg tijd meer, want:________________________________________________ Het werk / de taken bevallen me niet meer Ik heb niet meer voldoende uitdaging Ik vind de sfeer niet meer prettig Ik krijg te weinig begeleiding / ondersteuning Ik krijg te weinig waardering Ik maak plaats voor nieuwe vrijwilligers Ik heb zin om ander vrijwilligerswerk te gaan doen Anders, namelijk:__________________________________________________________
27. Zou u meer of ander vrijwilligerswerk willen doen?
o Ja, namelijk:
__________________________________________________________________
o Nee
28. Wat zou het voor u (nog) aantrekkelijker maken om vrijwilligerswerk te (blijven) doen?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
98
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
DEEL II Steunpunt Vrijwilligerswerk Het Steunpunt Vrijwilligerswerk Best biedt aan vrijwilligers hulp met advies en ondersteuning. 29. Was u al bekend met het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o Ja o Nee (Æ vraag 32.)
30. Hoe bent u bekend geraakt met het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o Groeiend Best o Internet o Gemeente Best o Via een bekende o Via mijn organisatie o Anders, namelijk: ___________________________________________________________
31. Hebt u wel eens gebruikgemaakt van het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o Ja, namelijk: a. b. c. d. e.
Voor het doorgeven van vacatures Door te reageren op vacatures Scholing Informatie en advies Anders, namelijk:__________________________________________________________
o Nee, maar ik ben wel van plan om er in de toekomst gebruik van te maken o Nee, vooralsnog niet 32. Kent u de vacaturebank voor vrijwilligers?
o Ja, ik heb ook gebruikgemaakt van de vacaturebank o Ja, maar ik heb nog geen gebruikgemaakt van de vacaturebank o Nee
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
99
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
33. Zijn er omstandigheden die het uitvoeren van uw vrijwilligerstaken moeilijker maken? Meerdere antwoorden mogelijk
o
o
Ja, namelijk:
□ Lichamelijke beperkingen □ Psychische problemen □ Taalproblemen □ Kosten □ Leeftijd □ Thuissituatie □ Tijdgebrek □ Vervoer □ Wet- en regelgeving □ Anders, namelijk: ________________________________________________ Nee
34. Wat hebt u nodig om uw vrijwilligerstaken (nog) beter te kunnen uitvoeren? Meerdere antwoorden mogelijk
□ □ □ □ □ □ □ □
Ik heb niets nodig; het gaat prima zo Cursussen, workshops, trainingen (Deskundig) advies voor het uitvoeren van taken Informatie / voorlichting Meer ondersteuning door collega-vrijwilligers Meer ondersteuning vanuit bestuur Advies of hulp in verband met persoonlijke situatie Anders, namelijk: __________________________________________________
Als u behoefte hebt om uw antwoord(en) bij 33 en/of 34 toe te lichten, dan kunt u dat hieronder doen:
35.
Zou u, als u als vrijwilliger behoefte hebt aan ondersteuning en / of advies, aankloppen bij het Steunpunt Vrijwilligerswerk?
o Ja, omdat: _______________________________________________________________
o Nee, omdat: ______________________________________________________________ o Weet ik niet Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
100
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
36. Welk rapportcijfer geeft u als totaaloordeel voor het Steunpunt Vrijwilligerswerk? 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Weet ik niet
Ο
37. Wat wilt u graag dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk voor u of de organisatie waar u vrijwilliger bent zou doen?
Gemeente Best De gemeente subsidieert het Steunpunt Vrijwilligerswerk en doet daarnaast ook een aantal dingen speciaal voor vrijwilligers, zoals het afsluiten van een collectieve verzekering voor alle vrijwilligers. 38. Vindt u dat de gemeente Best vrijwilligers voldoende waardeert?
o Ja o Nee o Weet ik niet
39. Welk rapportcijfer geeft u als totaaloordeel voor dingen die de gemeente Best doet voor vrijwilligers(organisaties)? 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο Ο
Weet ik niet
Ο
40. Hoe zou de gemeente Best kunnen bereiken dat nog meer burgers vrijwilligerswerk gaan doen?
□ □ □ □ □ □ □
Vrijwilligerswerk beter onder de aandacht brengen Burgers actief gaan benaderen Kortingsregelingen voor vrijwilligers instellen Organisaties ondersteunen bij het werven van vrijwilligers Buurtbewoners aanmoedigen om elkaar te helpen Inzetten op het waarderen van vrijwilligers Anders, namelijk:_______________________________________________________________
41. Hebt u nog tips voor de gemeente Best met betrekking tot vrijwilligersbeleid?
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
101
GEMEENTE BEST
[WMO-KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK OVER 2011]
42. Hebt u tot slot nog algemene opmerkingen of suggesties over deze vragenlijst?
Uw persoonlijke gegevens De gegevens uit deze enquête worden anoniem verwerkt door het onderzoeksbureau en dus ook niet doorgestuurd naar de organisatie waar u actief bent. Als u wilt dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk (naar aanleiding van deze enquête) contact met u opneemt om een afspraak te maken, dan kunt u daar hieronder toestemming voor geven. Kruis alstublieft uw gewenste keuze(s) aan en vul daaronder uw contactgegevens in. Ik wil graag dat het Steunpunt Vrijwilligerswerk contact met mij opneemt De door mij ingevulde vragenlijst mag doorgegeven worden aan het Steunpunt Vrijwilligerswerk Naam: Adres: E-mailadres: Telefoonnummer: Bedankt voor uw medewerking!
Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl | © Wmo-klanttevredenheidsonderzoek.nl
102