Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-diensten Participe
Rapport Participe, Alphen aan den Rijn
BMC Onderzoek november 2011 ing. V. Atalay, drs. A.E. Britt, L. Salomé MsC Projectnummer: 107280 Correspondentienummer: DH-2312-2608
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
INLEIDING
1
1.1
Doelstellingen
1
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers
1
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject
2
1.4
Leeswijzer
2
SAMENVATTING
3
2.1
Achtergrond
3
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers
3
2.3
Het huiskamerproject
4
ACHTERGRONDKENMERKEN VRIJWILLIGERS
6
3.1
Respons
6
3.2
Inzet als vrijwilliger
7
3.3
Motivatie van de vrijwilliger
9
ONDERSTEUNING AAN VRIJWILLIGERS
12
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning
12
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding
13
4.3
Waardering medewerkers Participe
14
4.4
Successen en aandachtspunten
17
HET HUISKAMERPROJECT
18
5.1
De accommodatie
19
5.2
De openingstijden
19
5.3
De jongerenwerkers
20
5.4
Activiteiten
21
5.5
Belang voor JOP voor jongeren
22
5.6
Successen en verbeterpunten
23
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 1 Inleiding Participe wil inzicht in de tevredenheid van klanten en gebruikers van haar collectieve Wmo-diensten en -voorzieningen. Deze informatie kan Participe gebruiken bij het verder ontwikkelen en zo mogelijk verbeteren van haar dienstverlening. Tevens wil Participe deze informatie verwerken in haar jaarverslag over het jaar 2011. Participe heeft BMC Onderzoek opdracht gegeven de beleving van twee diensten/doelgroepen te peilen: • •
de tevredenheid van vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe; de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in de Edelstenenbuurt.
De vrijwilligers zijn actief in het welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, actief in een aantal accommodaties in verschillende wijken, en vanuit het opbouwwerk.
1.1
Doelstellingen De kernvragen luiden als volgt: 1. Hoe tevreden of ontevreden zijn de vrijwilligers die dit jaar actief zijn in ouderenen buurtcentra over de door Participe geleverde ondersteuning? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter? 2. Hoe tevreden zijn de jongeren – overwegend afkomstig uit de Edelstenen- en Planetenbuurt – die dit jaar deelnemen aan het huiskamerproject over de individuele begeleiding, de accommodatie, de bereikbaarheid en openstelling van de accommodatie, de bejegening en de professionaliteit van de begeleiding? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter?
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers Voor de twee verschillende doelgroepen zijn verschillende methoden gehanteerd. De ruim honderd vrijwilligers die zich inzetten voor bepaalde activiteiten van Participe zijn per brief aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. De vrijwilligers konden de vragenlijst of via internet of op papier invullen. Papieren vragenlijsten konden in een antwoordenvelop naar BMC Onderzoek worden opgestuurd. Vrijwilligers die de vragenlijst online wilden invullen, konden dit doen door middel van een bijgevoegde inlognaam en een wachtwoord.
1/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject Voor het onderzoek naar de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in het Jongeren Ontmoetingspunt (JOP), is voor een kwalitatieve insteek gekozen omdat deze het meest passend is voor de vraagstelling. Tijdens twee groepsgesprekken met kleine groepen jongeren is ingegaan op diverse aspecten van het huiskamerproject en de begeleiding van de jongerenwerkers van Participe. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep!
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bestaat uit de samenvatting. Hoofdstuk 3 gaat in op de achtergrondgegevens van de vrijwilligers en hun motivatie om vrijwilligerswerk te doen. De verwachtingen en belevingen van ondersteuning komen in hoofdstuk 4 aan de orde, alsmede de waardering voor de medewerkers van Participe. Het onderzoek naar de ervaringen van de jongeren die deelnemen aan het huiskamerproject in het JOP komen in hoofdstuk 5 aan bod. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de door de jongeren aangedragen succes- en verbeterpunten opgesomd. De rechte tellingen en de open antwoorden van de vrijwilligers staan in de bijlage.
2/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 2 Samenvatting 2.1
Achtergrond Participe is de Wmo uitvoeringsorganisatie voor de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een groot aantal taken op de prestatievelden 1 t/m 6 van de Wmo. Eén van die taken is het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. De resultaten van dit onderzoek moeten tegen het licht gezien worden van twee zaken: Participe opereert in een bepaald spanningsveld tussen vrijwilliger en gemeente. Enerzijds hebben zij een rol als uitvoeringsorganisatie voor gemeentelijk beleid. Anderzijds zien sommige vrijwilligers hun als belangenbehartiger van vrijwilligers. Deze rollen kunnen botsen. Daarnaast speelt het onderzoek zich af tegen een periode van onzekerheid over de toekomst van een aantal accommodaties. Er bestaan al enkele jaren plannen om de accommodaties Westerhaven, Wielewaal en Westerhove te sluiten. Ook voor Castor & Pollux zijn sloopplannen. De verwachting is dat de onrust rond sommige accommodaties ook terugkomen in de antwoorden van respondenten werkzaam in de betreffende accommodaties.
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers 47 vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe hebben hun mening gegeven over deze ondersteuning en diverse andere aspecten van hun vrijwilligerswerk. Dit was een respons van 44%. De meeste respondenten verrichten tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de respondenten doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk. De meeste respondenten zetten zich in op het gebied van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. De meeste vrijwilligers zijn aan hun huidig vrijwilligerswerk gekomen via familie, vrienden en bekenden (23%) of via vrijwilligers van de activiteit waar zij nu vrijwilligerswerk doen (21%). Belangrijkste motivatie om vrijwilligerswerk te doen is volgens de respondenten omdat: - het leuk is om te doen (100% (heel) belangrijk); - het leuk is om andere mensen te ontmoeten (96% (heel) belangrijk); - het voldoening geeft (94% (heel) belangrijk).
3/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het overgrote deel van de respondenten (96%) zegt zich volgend jaar ook te willen inzetten als vrijwilliger. Eén van de twee respondenten die zegt zich volgend jaar niet meer te willen inzetten, geeft als reden aan dat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk als lichamelijk zwaar. Bijna een derde ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% vaak als geestelijk zwaar. De meerderheid (60%) zegt geen steun te verwachten bij het doen van hun vrijwilligerswerk. 40% geeft aan wel steun te verwachten. De meerderheid van deze groep verwacht die steun in de eerste plaats van Participe. Het meest tevreden zijn vrijwilligers over: - de waardering die zij krijgen (78% is (zeer) tevreden); - de begeleiding (66% is (zeer) tevreden); - de aansturing (62% is (zeer) tevreden). Het is echter opvallend dat relatief veel vrijwilligers bij ‘begeleiding’ (22%) en ‘aansturing’ (23%) antwoorden met ‘niet van toepassing’. Zij ervaren blijkbaar niet dat zij begeleiding en aansturing ontvangen. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over de medewerker van Participe die hen ondersteunt. 77% is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de medewerker en 73% is (zeer) tevreden over de toegankelijkheid van de medewerker. Ook zijn vrijwilligers het vaak eens met de stelling dat de medewerker betrokken is bij de vrijwilliger als persoon (80% (helemaal) mee eens). Aandachtspunt is wellicht het geven van feedback. Net iets meer dan de helft (53%) is het (helemaal) eens met de stelling dat de medewerker voldoende feedback geeft. Als eindoordeel voor de ondersteuning als geheel geven respondenten een 6,9. Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt-, en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Ook lijkt er verschil in tevredenheid te zijn tussen de verschillende accommodaties.
2.3
Het huiskamerproject Er zijn twee groepsgesprekken gevoerd met in totaal 14 jongeren. De gesprekken gingen over de ervaringen van de jongeren met: de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers, de accommodatie, de openingstijden, de activiteiten en verbeterpunten.
4/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Alle geïnterviewden (jongeren en jongvolwassenen) komen naar eigen zeggen al jaren naar het JOP. De accommodatie voldoet qua grootte meestal wel, behalve op zaterdag als het heel druk is. Alle jongeren vinden de openingstijden onvoldoende. Er is vooral behoefte aan een open ontmoetingspunt op zondag. Ook vinden sommigen dat het JOP doordeweeks iets langer open zou moeten zijn, zodat ook de jongeren met een baan of studie er langer kunnen rondhangen. Gevraagd naar activiteiten en de mogelijkheden rond eigen inbreng noemen zij vooral de wens voor meer activiteiten buiten het JOP. Ze zeggen dat deze er vroeger vaker waren maar dat de mogelijkheden nu beperkt zijn door ‘gebrek aan geld’. Hierdoor hebben zij het gevoel niet heel veel echte invloed uit te kunnen oefenen op het aanbod aan activiteiten. Wel zijn zij positief over bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van muziek (bijvoorbeeld rap-lessen) en de kans om de ruimte zelf te versieren met graffiti. De relatie met de jongerenwerkers wordt als goed ervaren. Jongeren geven aan de jongerenwerkers als ‘één van hen’ te zien. Ook is er een gevoel van wederzijds vertrouwen. Dit mede doordat veel jongeren de jongerenwerkers al kenden voordat zij jongerenwerker werden. Zij komen uit dezelfde wijk en veel jongeren kijken naar hen op en voelen zich door hen begrepen. De jongeren geven aan het gevoel te hebben altijd bij de jongerenwerkers terecht te kunnen. Ook met persoonlijke vragen of problemen. De jongeren komen vooral naar het JOP om zich te ontspannen. Het spreekt jongeren aan dat ‘al hun vrienden’ er ook komen. Het houdt ze naar eigen zeggen ‘van de straat’. Als het JOP er niet zou zijn dan zouden veel van de jongeren simpelweg ‘weer op straat gaan hangen’.
5/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken vrijwilligers 3.1
Respons In totaal heeft Participe 108 vrijwilligers aangeschreven. 47 vrijwilligers hebben de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (31) op papier. De rest (16) via internet. Het responspercentage komt hiermee op 44%. Dit is een goede respons voor dit soort onderzoeken onder vrijwilligers. Achtergrond Het merendeel van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar oud. Vrouwen zijn – zoals in de meeste onderzoeken – oververtegenwoordigd (62%).
Figuur 1
6/37
Leeftijdsverdeling vrijwilligers
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Meer dan de helft (55%) van de respondenten omschrijft hun situatie als (vervroegd) gepensioneerd. Dit is in overeenstemming met de grote groep oudere respondenten. Slechts 2% verricht 32 uur per week of meer betaalde arbeid. Bijna 16% is arbeidsongeschikt. Tabel 1
Situatie, dagbesteding
Situatie
Percentage
Betaald werk voor minder dan 24 uur per week Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week Betaald werk voor 32 uur of meer per week (Vervroegd) gepensioneerd Vrijwillig thuis Werkloos Arbeidsongeschikt Lerend/studerend
7% 9% 2% 55% 9% 2% 16% 0%
Aan de vrijwilligers die actief zijn in één van de accommodaties van Participe is gevraagd in welke dat is. De meeste respondenten die in een accommodatie van Participe werken, doen dit in de Westerhove (37%). Ook werkt ongeveer één op de vijf (21%) bij de Wielewaal. De ‘anders, namelijk’-categorie is terug te lezen in de bijlage. Tabel 2
3.2
Accommodaties
Accommodatie
Percentage
De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders, namelijk…
2% 16% 2% 21% 37% 21%
Inzet als vrijwilliger Aan vrijwilligers is gevraagd hoeveel uur zij het afgelopen jaar gemiddeld per week vrijwilligerswerk hebben gedaan en hoe lang zij al vrijwilligerswerk verrichten. De meeste respondenten verrichten gemiddeld tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de vrijwilligers doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk (zie de volgende figuren).
7/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 2
Gemiddeld aantal uur per week
Figuur 3
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
De meeste respondenten zetten zich momenteel in voor één activiteit. Ruim 40% van de respondenten zet zich in voor meerdere activiteiten. De meerderheid van de respondenten doet vrijwilligerswerk op het terrein van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. Eén op de vijf zet zich in voor wijk-, buurt- en bewonerszaken (zie volgende tabel).
8/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Tabel 3
Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u?
Terrein Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
Percentage 20% 59% 11% 11%
Hoe zijn deze vrijwilligers aan hun huidige vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers komen aan hun vrijwilligerswerk via familie, vrienden en bekenden (23%). Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. Ook is een groot deel aan het huidige vrijwilligerswerk gekomen via vrijwilligers van de activiteit waar de respondent nu vrijwilligerswerk voor verricht (21%). Zie de volgende tabel voor het volledige overzicht: Tabel 4
Hoe aan huidige vrijwilligerswerk gekomen?
Kanaal Via familie, vrienden en bekenden Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift Via medewerkers van Participe Anders
Percentage 23% 2% 21% 13% 13% 28%
Het is om meerdere redenen belangrijk dat het huidige bestand van vrijwilligers tevreden is over hun vrijwilligerswerk en de ondersteuning die zij daarbij krijgen/nodig hebben. Niet alleen om het huidige bestand te binden, maar ook door de rol die vrijwilligers spelen in het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De meeste mensen komen immers aan hun vrijwilligers via familie, vrienden, bekenden of via andere vrijwilligers. Door de vergrijzing zal de groep burgers dat vrijwilligerswerk doet, kunnen slinken. De rol van ambassadeur die de huidige vrijwilligers op zich kunnen nemen, wordt dan des te belangrijker. Dat vrijwilligers voornamelijk worden geworven door mensen in hun netwerk, of de bestaande vrijwilligers, is niet alleen een kracht. Er bestaat ook het gevaar dat het vrijwilligersbestand hierdoor redelijk homogeen blijft. Mensen die ‘niet in de groep passen’ kunnen hierdoor soms moeilijker aansluiting vinden.
3.3
Motivatie van de vrijwilliger Wat is de motivatie van mensen om zich in te zetten via vrijwilligerswerk? Voor heel veel mensen is het simpelweg omdat zij het leuk vinden om te doen. Ook geeft het voor vrijwilligers voldoening. Het ontmoeten van andere mensen door het doen van vrijwilligerswerk speelt ook een hele grote rol. In de volgende figuren is terug te lezen hoe belangrijk bepaalde redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor de respondenten.
9/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 4
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (1 van 2)
Figuur 5
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (2 van 2)
10/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid Hoe betrokken zijn vrijwilligers naar eigen zeggen bij de activiteit(en) waar zij zich voor inzetten? En welke mate van betrokkenheid voelen vrijwilligers voor Participe als organisatie? Het blijkt dat vrijwilligers zich vooral betrokken voelen bij hun activiteit en in mindere mate bij Participe als organisatie. Bijna 96% van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij de activiteit waar zij zich voor inzetten. Iets meer dan de helft van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij Participe als organisatie. Eén op de tien respondenten voelt zich niet betrokken bij Participe. Continuïteit vrijwilligerswerk In hoeverre zijn vrijwilligers van plan volgend jaar door te gaan met het doen van vrijwilligerswerk? En zo niet, waar ligt dit dan aan? Het overgrote deel van de respondenten (96%) geeft aan volgend jaar ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Twee respondenten geven aan dit niet van plan te zijn. Eén daarvan omdat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning, de ander heeft de antwoordcategorie ‘anders’ aangekruist. De redenering is daarom niet te achterhalen. Belasting vrijwilligers Het doen van vrijwilligerswerk kan beslag leggen op een vrijwilliger (zowel lichamelijk als geestelijk). Aan vrijwilligers is gevraagd in hoeverre zij het vrijwilligerswerk als (geestelijk of lichamelijk) zwaar ervaren. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk soms als lichamelijk zwaar (24%). Bijna een derde van de vrijwilligers ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% ervaart het vrijwilligerswerk vaak als geestelijk zwaar. Ondersteuning kan ertoe bijdragen dat vrijwilligers hun vrijwilligerswerk goed kunnen (blijven) doen. In het volgend hoofdstuk komen de ervaringen van vrijwilligers met die ondersteuning en de verwachtingen van ondersteuning aan bod.
11/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 4 Ondersteuning aan vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in veel onderdelen van de samenleving. Binnen de kaders van de Wmo heeft de ondersteuning aan vrijwilligers daarom een eigen plek gekregen binnen prestatieveld 4. Medewerkers van Participe ondersteunen vrijwilligers bijvoorbeeld bij het maken van activiteitenplannen en indien nodig bij het uitvoeren van activiteiten zelf. Ook zetten zij zich in voor het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Doel is dat vrijwilligers en hun organisaties in staat zijn om zelfstandig en professioneel hun activiteiten uit te voeren en dat er in de wijken een goed aanbod aan activiteiten is.
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning Ondersteuning verwacht? Aan vrijwilligers is gevraagd of zij steun verwachten bij hun taak als vrijwilliger. De respondenten die ‘ja’ antwoordden, konden vervolgens aangeven in welke vorm zij deze steun verwachten. De meerderheid van de respondenten zegt geen steun te verwachten bij hun taak als vrijwilliger (60%). 40% zegt wel steun te verwachten. 18 respondenten hebben het open antwoordveld ingevuld. De open antwoorden over de vorm van de steun zijn divers. Een paar gaan in op de wens ergens terecht te kunnen bij problemen. Drie respondenten noemen expliciet ‘waardering’ voor hun werk als vrijwilliger. Het compleet overzicht van de open antwoorden is terug te lezen in de bijlage. Het blijkt dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken vaker ondersteuning verwachten bij hun taak als vrijwilliger dan de vrijwilligers die werkzaam zijn in de andere sectoren.
Ondersteuning van wie? Van wie verwachten vrijwilligers in de eerste plaats ondersteuning? Respondenten die aangaven steun te verwachten bij hun taak konden kiezen uit drie antwoordmogelijkheden: ‘van mijn medevrijwilligers’, ‘van Participe’ en ‘anders’. Iets meer dan de helft van de respondenten (56%) verwacht deze steun in de eerste plaats van Participe. De overige respondenten van hun mede vrijwilligers. Niemand vulde ‘anders’ in.
12/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding Aan vrijwilligers is gevraagd hoe tevreden of ontevreden zij zijn over diverse aspecten van het vrijwilligerswerk, zoals de begeleiding, aansturing, waardering en informatievoorziening. In de volgende figuur is de tevredenheid per aspect terug te lezen.
Figuur 6
Tevredenheid vrijwilligers over…
Het meest tevreden zijn respondenten over de waardering van vrijwilligers. In totaal is 78% van de vrijwilligers hier (zeer) tevreden over. De tevredenheid over de begeleiding van vrijwilligers staat met 66% (zeer) tevreden op de tweede plek. Ook zijn de meeste respondenten (zeer) tevreden over de aansturing die zij krijgen (63% (zeer) tevreden). Desalniettemin is 16% ontevreden over de aansturing. De informatie die de vrijwilligers krijgen wordt minder positief beoordeeld. Eén op de vijf respondenten is hier (zeer) ontevreden over. Verder geven veel respondenten aan dat de ‘opleidings- en scholingsmogelijkheden’ en de ‘onkostenvergoeding’ niet op hen van toepassing is. Opvallender is echter het aandeel vrijwilligers dat aangeeft dat ‘begeleiding’ en ‘aansturing’ niet op hen van toepassing is (22% en 23%). Het lijkt erop dat ze vinden dat er geen begeleiding en aansturing is. Hierbij plaatsen wij de volgende kanttekening. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht van een vrijwilliger. Een professioneel functionerende vrijwilliger kan de ondersteuning ook als contact zien en niet, of minder, als begeleiding of aansturing.
13/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Lacunes in ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd of zij nog iets missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Ook hier konden de respondenten aangeven wat zij missen in een open schrijfvak. Eén op de vijf respondenten geeft aan nog iets te missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Deze negen respondenten hebben geprobeerd aan te geven wat zij missen. Eén respondent geeft aan betrokkenheid te missen. Twee noemen goed contact of communicatie. Het overzicht van alle open antwoorden is terug te lezen in de bijlage.
4.3
Waardering medewerkers Participe Bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid Hoe tevreden zijn de vrijwilligers over de bereikbaarheid van Participe als organisatie. De bereikbaarheid van de medewerker die hen ondersteunt? De toegankelijkheid en deskundigheid van de medewerkers?
Figuur 7
Tevredenheid bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid
Het meest tevreden zijn respondenten over de bereikbaarheid van de medewerker van Participe die hen ondersteunt. Relatief het minst tevreden zijn de respondenten over de deskundigheid van de medewerkers.
14/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid, terughoudendheid Voor Participe is het belangrijk dat vrijwilligers ervaren dat de medewerker betrokken is bij hun werk en bij hen als persoon. Dit zonder het eigen initiatief en ontwikkeling van de vrijwilliger in kwestie te beknotten. De ondersteuning is immers gericht op het versterken van de eigen kracht van zowel de vrijwilliger als de organisatie. Hier zijn in verschillende stadia verschillende inzet nodig. De medewerker doet waar mogelijk een stap naar achteren, en waar nodig een stap naar voren. Vrijwilligers is een aantal stellingen voorgelegd over de betrokkenheid van de medewerkers. De resultaten zijn in de volgende figuur terug te lezen.
Figuur 8
Betrokkenheid, ruimte, feedback
De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden over de betrokkenheid van de medewerkers van Participe, zowel bij hun vrijwilligerswerk als bij hen persoonlijk. De antwoorden op de stelling ‘de medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren’ laten een diverser beeld zien. Het aandeel vrijwilligers dat het hier helemaal mee eens is, is groter dan bij de andere stellingen. In verhouding tot de andere stellingen lijkt het geven van voldoende feedback nog een aandachtspunt voor de medewerkers. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit niet op hen van toepassing is. Daarnaast geeft bijna één op de vijf respondenten aan dat zij het (helemaal) oneens zijn met deze stelling.
Eindoordeel ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd om een eindoordeel te geven over de ondersteuning door de medewerker van Participe door middel van een rapportcijfer. Gemiddeld
15/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
geven de respondenten een 6,9 voor de ondersteuning. De verdeling van gegeven rapportcijfers is in de volgende figuur terug te lezen. Het meest gegeven cijfer is een 8. Ongeveer één op de tien respondenten geeft een onvoldoende. Figuur 9
Spreiding rapportcijfers eindoordeel ondersteuning
Bestaan er verschillen in de tevredenheid van vrijwilligers in verhouding tot welk soort vrijwilligerswerk zij doen? Of bijvoorbeeld de accommodatie waarvoor zij werken? De verschillen zijn klein. Bovendien geven deze verschillen door het lage aantal respondenten bij sommige soorten vrijwilligerswerk en accommodaties slechts een indicatie van de tevredenheid per groep. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij het lezen van deze cijfers. Tabel 5
Rapportcijfer ondersteuning naar soort vrijwilligerswerk
Soort vrijwilligerswerk Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
16/37
Gemiddeld rapportcijfer 7.6 6.7 6.4 7.6
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Tabel 6
Rapportcijfer ondersteuning naar accommodatie
Accommodatie De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
Gemiddeld rapportcijfer 8 6.9 8 6.1 6.8 7.8
Per accommodatie blijken de rapportcijfers niet sterk te verschillen. Vrijwilligers werkzaam in Westerhaven geven gemiddeld het hoogste cijfer. Gelet op het kleine aandeel vrijwilligers dat werkzaam is in sommige accommodaties, zijn deze cijfers slechts indicatief.
4.4
Successen en aandachtspunten Positieve punten: • Bijna alle respondenten (96%) geven aan zich volgend jaar weer in te willen zetten. • 78% van de vrijwilligers is (zeer) tevreden over de waardering die zij krijgen. • 80% van de respondenten vindt dat de medewerker van Participe betrokken is bij de vrijwilliger als persoon. • Vrijwilligers vervullen zelf een belangrijke rol in het werven van nieuwe vrijwilligers. Aandachtspunten: • Door de grote rol die bestaande vrijwilligers vervullen bij het werven van nieuwe vrijwilligers bestaat gevaar van het buitensluiten van ‘buitenbeentjes’ / sterke homogeniteit van het vrijwilligersbestand. • Iets meer dan de helft (53%) van de vrijwilligers vindt dat hij/zij voldoende feedback krijgt. Het geven van feedback is belangrijk voor de eigen kracht van vrijwilligers en hun organisaties. • Relatie tussen Participe als organisatie en vrijwilligers. Vrijwilligers voelen zich erg betrokken bij hun activiteiten en ervaren een grote betrokkenheid vanuit de medewerkers van Participe. Hoe kan de betrokkenheid van de vrijwilligers bij Participe als organisatie worden vergroot?
17/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 5 Het Huiskamerproject Sinds 2008 is er in het Pluspunt aan de Briljantstraat een Jongerenontmoetingsplaats gevestigd. Participe heeft hier een huiskamerproject opgezet. Deze activiteit wordt volgens het productenboek van Participe als volgt omschreven: ‘Creëren en begeleiden van een huiskamer voor jongeren in de Edelstenen- en Planetenbuurt. Binnen de huiskamer individueel begeleiden van jongeren op verschillende terreinen.’ Het beoogd resultaat is: ‘Jongeren kunnen op een veilige en op een voor hen prettige wijze samenkomen en ze kunnen op een constructieve wijze aan hun persoonlijke situatie werken en leren hun eigen keuzes te maken en hun zelfredzaamheid vergroten.’ Participe wil graag weten hoe de jongeren die gebruikmaken van de huiskamer een aantal zaken ervaren. Het gaat dan met name om: - Hoe wordt de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers door de jongeren ervaren? - Voldoet de ruimte? (Zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik?) - In hoeverre voldoen de openingstijden aan de behoefte? - Is de huiskamer voor de jongeren een vertrouwde omgeving? - Wat vinden de jongeren van de activiteiten die worden georganiseerd? (Kunnen jongeren zelf voldoende input leveren bij het opzetten van activiteiten?) Om op deze vragen antwoorden te krijgen, zijn er twee groepsgesprekken gehouden met zeven jongeren per groep.
De jongeren, achtergrond De geïnterviewden zijn allemaal jongeren en jongvolwassenen. De oudste is 27 jaar. Veel van de jongeren zitten nog op school. Sommigen volgen een stage. Enkele werken (zowel fulltime als bijbaantjes). Enkelen zijn werkloos en volgen geen vorm van onderwijs. Alle jongens zeggen uit de Edelstenenbuurt te komen. Praktisch alle jongeren geven aan het JOP te bezoeken sinds het open is.
18/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.1
De accommodatie Doordeweeks is het volgens de jongeren niet te druk. Op zaterdagavond wel. Dan is de ruimte volgens jongeren wat aan de krappe kant. ‘Dan zitten we allemaal bij elkaar op schoot!’ Ook geven jongeren aan de pooltafel weinig te gebruiken. ‘Hij neemt teveel ruimte in beslag’. Verder vinden de jongeren de computers ‘best oud’. ‘En dan zitten ze nog vast aan een ketting ook, alsof iemand zo’n groot, oud ding gaat meenemen!’ Ook zouden de jongeren graag een nieuwere en/of tweede Playstation willen. Nu is er vaak een wachtlijst om te kunnen spelen. De jongeren zijn positief over het feit dat binnenkort de muren allemaal versierd worden met graffiti. De jongeren hebben dit zelf aangedragen.
5.2
De openingstijden Een punt dat tijdens het voorstelrondje al aan bod komt en waar jongeren vaak tijdens de gesprekken op terugkomen zijn de openingstijden. “Deze moeten ruimer”, stelt iemand. Alle andere jongeren zijn het met hem eens. Vooral op zondag is er behoefte aan het JOP. Er is volgens de meeste jongeren dan namelijk niks te doen. Meerdere jongeren zouden graag zien dat het JOP wat later op zaterdagavond open bleef. Bijvoorbeeld even laat als ‘de stad’. Dat hoeft volgens één van de jongeren niet elke week, incidenteel zou ook al goed zijn. Sommigen vinden dat de openingstijden doordeweeks juist nadelig zijn voor de jongeren die naar school gaan of een baan hebben. Het JOP is vooral ’s middags open en vroeg in de avond, waardoor je als je elders op school zit nog maar heel weinig tijd hebt om ‘te chillen’. De jongeren geven allemaal aan zelf niet echt te weten waarom het JOP niet vaker open kan of mag zijn. Sommige denken dat het komt omdat er ‘te weinig jongerenwerkers’ zijn. Of omdat er voor hun ‘te weinig uren’ beschikbaar zijn. Zij denken dat het in ieder geval niet aan de buurtbewoners ligt. De buurtbewoners willen volgens hen eerder dat er juist ruimere openingstijden komen zodat zij (de jongeren) minder op straat rondhangen. Een paar jongeren vertellen trots dat er zelfs één keer ruim 70 handtekeningen onder buurtbewoners zijn opgehaald voor ruimere openingstijden van het JOP. Enkele zeggen dat zij zelf wel bereid zouden zijn om zich in te zetten als vrijwilliger om het JOP vaker open te krijgen. Op de rondvraag aan het eind van beide gesprekken waarbij jongeren antwoord konden geven op de vraag wat voor hen het belangrijkste is om te verbeteren, noemen alle jongeren de openingstijden. Zowel doordeweeks als op zondag. Eén jongere zegt ‘als ik maar één ding mag kiezen, dan zeg ik de zondag!’
19/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Vertrouwde omgeving Voelt de huiskamer als een vertrouwde en laagdrempelige plek? De jongeren reageren allemaal positief op deze vraag. Het voelt vertrouwd omdat ‘al je vrienden’ er ook zitten. Als er iets persoonlijks besproken moet worden met bijvoorbeeld de jongerenwerker dan kunnen zij uitwijken naar een lege kamer of gang.
5.3
De jongerenwerkers Hoe ervaren de jongeren de aanwezigheid en ondersteuning van de jongerenwerkers? De jongeren geven allemaal aan dat zij met hun vragen en persoonlijke problemen bij de jongerenwerkers terechtkunnen. De problemen en vragen waar jongeren mee aankloppen bij de jongerenwerkers zijn divers: persoonlijke problemen (‘even je hartje luchten’), ‘straatproblemen’, huiswerk, het vinden van een stageplek, het vinden van werk, schuldenproblematiek, het invullen van formulieren, et cetera. Uit de gesprekken komt ook naar voren dat niet alleen de jongerenwerkers de jongeren helpen maar de jongeren ook elkaar helpen. Het is erg duidelijk dat het voor de jongeren allemaal om vertrouwen draait en dat is er. Zowel tussen de jongerenwerkers en jongeren, als tussen de jongeren onderling. Veel van de jongeren en de jongerenwerkers kennen elkaar al lang waardoor dit vertrouwen er is. De jongeren vinden het heel positief dat zij de jongerenwerkers in kwestie al kenden voordat zij jongerenwerkers werden. Zij ervaren de jongerenwerkers als ‘één van hen’. Ervaren de jongeren dat zij worden geholpen omdat dit bij de functie van jongerenwerker hoort, of door de persoonlijke band die zij hebben met de jongerenwerker? De meeste vinden dat het een soort mix is. ‘Als je niet graag mensen helpt, dan word je ook geen jongerenwerker’ is het idee. Het is erg belangrijk voor de jongeren dat zij zich kunnen herkennen in de jongerenwerkers. Het is belangrijk dat de jongerenwerkers uit dezelfde wijk komen als de jongeren zelf. Voor sommige van hen vervullen de jongerenwerkers (hierdoor) een voorbeeldfunctie. De jongeren hebben het gevoel dat de huidige jongerenwerkers (doordat zij uit dezelfde wijk komen) goed weten hoe ze met de jongeren om moeten gaan. Bijvoorbeeld dat zij iemand niet in het bijzijn van de hele groep aanspreken op ongewenst gedrag, maar iemand apart nemen. Een voormalig jongerenwerker bij het JOP werd aangehaald als voorbeeld van hoe het volgens de jongeren niet moet: alles volgens het boekje zonder enige aansluiting ‘bij hun werkelijkheid’.
20/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.4
Activiteiten Volgens de jongeren is er elke week zaalvoetbal in één van de andere centra van 17:30 tot 19:00 uur. Zij zijn hier over het algemeen wel blij mee, maar er wordt wel door veel jongeren opgemerkt dat de zaal wel erg klein is voor het aantal mensen dat mee wil doen. Ook is het tijdstip waarop het zaalvoetbal wordt gehouden ‘onhandig’ voor jongeren die werken of op school zitten. Volgens meerdere jongeren waren er vroeger meer – en leukere – activiteiten. Er werden vaker uitjes georganiseerd, bijvoorbeeld naar Walibi. ‘Maar nu krijg je te horen dat het geld op is’. Er bestaat een behoefte aan meer activiteiten buiten het buurthuis. Eigen inbreng rond activiteiten Volgens de jongeren worden de activiteiten in de regel eerst door Participe/de gemeente geïnventariseerd, dan mogen de jongeren hier een keuze uit maken. Als er bij speciale gelegenheden een activiteit wordt georganiseerd, mogen de jongeren naar eigen zeggen wel meedenken over de inhoud. ‘We kunnen wel veel suggesties aandragen maar vaak kunnen dingen niet. Meestal om het geld.’ Een paar jongeren kaarten de eigen bijdrage aan voor de deelname aan bepaalde activiteiten. Volgens de jongeren is dit voor sommigen te hoog waardoor zij niet mee kunnen. Eén van de jongeren geeft aan dat er veel animo is voor meer muzikale activiteiten. (Hij geeft op dit moment rap-lessen aan kinderen). Hij wil hier ook meer mee doen. Ze zoeken momenteel naar een andere ruimte van Participe in de stad waar er meer mogelijkheden zijn. Huisraad Twee van de aanwezige jongeren zitten in de huisraad. Hier kunnen zij ideeën aandragen, een oogje in het zeil houden, activiteiten helpen organiseren, et cetera. Hiermee krijgen zij het gevoel dat ze een bijdrage leveren.
21/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.5
Belang voor JOP voor jongeren Waarom komen de jongeren naar eigen zeggen naar het JOP? De jongeren komen vooral om te ontspannen. Dit lukt niet in de portieken en gangen waar ze naar eigen zeggen anders hangen. Daar moeten ze ‘steeds opletten’ of er niet iemand aankomt die ze wegstuurt. Veel jongeren geven aan naar het JOP te komen omdat ‘al hun vrienden’ daar komen. ‘Voor de gezelligheid’ is een vaak genoemde reden om naar het JOP te komen. Bij het JOP is ‘altijd een luisterend oor’. Eén noemt nog het feit dat het binnen warm is in tegenstelling tot buiten of in de portieken. Het is voor sommigen vooral een plek waar je naar toe gaat ‘als je niks te doen hebt’. Tot slot houdt het ze naar eigen zeggen van de straat. Wie komen er niet meer naar het JOP en waarom niet? De jongeren benadrukken dat ‘iedereen’ hier welkom is. Zij geven wel aan dat hun vrienden die trouwen en kinderen krijgen op een gegeven ogenblik niet meer komen. Het JOP vervult dus vooral een belangrijke rol voor (jonge) tieners en twintigers in een bepaalde levensfase. Wat is er minder leuk aan het JOP? Een paar vinden dat het drinken te duur is. Ook zegt iemand dat hij steeds minder komt omdat het saai is. ‘Alles is steeds hetzelfde’. Wat zou er gebeuren als het JOP er niet meer was? De jongeren geven aan dat als het JOP er niet zou zijn, zij weer veel meer op straat zouden zijn en dat dit voor meer overlast in de buurt zou zorgen. Meerdere jongeren zijn van mening dat het ook wel beter met de buurt gaat sinds het JOP er is. Een paar jongeren opperen zelfs dat wij (de onderzoekers) dit bij de politie na moeten vragen, zodat we de meerwaarde van het JOP van twee kanten kunnen belichten. ‘Vroeger was het code rood in de wijk. Politieauto’s werden bekogeld als ze langsreden. Zonder JOP zou het hier “code zwart” zijn’. De jongeren kaarten hier een paradox aan die één van de jongeren ook expliciet benoemt: Hij heeft het gevoel dat ‘hoe meer je gaat kloten’ hoe meer je krijgt. Doordat het nu in de wijk redelijk rustig is, krijgen ze ook minder/wordt er minder naar hen geluisterd’.
22/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.6
Successen en verbeterpunten Verbeterpunten (door jongeren aangedragen) • Het allerbelangrijkste verbeterpunt volgens alle geïnterviewden zijn de openingstijden. Er is vooral behoefte aan een zondagsopening van het JOP. • Verouderde apparatuur, te weinig verschillende spullen/spelletjes. • Meer activiteiten buiten het JOP. • ‘We kunnen wel ideeën aandragen, maar er is meestal toch geen geld voor’. • Op zaterdag is de ruimte vaak te klein.
Positieve punten (door jongeren aangedragen) • Laagdrempeligheid van de ruimte. • Goede band met jongerenwerkers: Jongerenwerkers worden bijna beschouwd als ‘één van hen’. Jongerenwerkers kunnen zich goed inleven in de jongeren. • Jongerenwerkers vervullen een voorbeeldfunctie voor veel jongeren. • JOP voelt echt als een gezellige en vertrouwde omgeving. Vooral door het vertrouwen tussen zowel jongeren onderling, als tussen jongeren en jongerenwerkers.
Reflectie van jongerenwerkers Uit gesprekken met de jongerenwerkers voor en na de sessies blijkt, dat de jongerenwerkers de jongeren vaak ook helpen met dingen die buiten hun takenpakket vallen. Doordat zij elkaar allemaal langer kennen is er een grijs gebied waar niet duidelijk is of de jongerenwerker iets doet voor iemand omdat hij jongerenwerker is, of dat hij iets – soms buiten zijn takenpakket – doet uit persoonlijke betrokkenheid. Een luisterend oor bieden of iemand met bepaalde problemen doorverwijzen is één ding. Iemand met kans op schulden leren hoe je een ‘huishoudboekje’ maakt of helpen bij het vinden van een baan of stageplek is heel iets anders. Maar ook dit zijn de vragen waarmee jongeren bij elkaar en de jongerenwerkers aankloppen. Dat de jongerenwerkers dit soort ondersteuning zouden kunnen bieden als onderdeel van hun officiële takenpakket en niet naast hun werk zou volgens hen positief zijn. De jongerenwerkers kunnen zo als een voorliggende voorziening voor de jeugdhulpverlening fungeren. Zij kunnen door de vertrouwensband “een stuk meegaan” met de jongeren met problemen richting de hulpverlening.
23/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Bijlage 1 Rechte tellingen 1. Gemiddeld hoeveel uur per week heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Incidenteel Tot 2 uur in de week 2 tot 4 uur in de week 4 tot 8 uur in de week 8 tot 12 uur in de week 12 uur of meer in de week
6.38% 25.53% 29.79% 23.4% 6.38% 8.51%
2. Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
12.77% 25.53% 17.02% 44.68%
3. Doet u voor één of voor meerdere activiteiten / organisaties vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Eén Meerdere
58.7% 41.3%
4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 46) Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
24/37
19.57% 58.7% 10.87% 10.87%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5. Hoe bent u aan dit vrijwilligerswerk gekomen? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 47) Via familie, vrienden en bekenden 23.4% Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) 2.13% Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe 21.28% Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift 12.77% Via medewerkers van Participe 12.77% Anders 27.66% 6. Ik vind het leuk om vrijwilligerswerk te doen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26.67% 73.33% 0% 0% 0%
7. Het geeft voldoening (NTotaal = 47) (NValid = 47) Heel belangrijk 25.53% Belangrijk 68.09% Niet belangrijk 6.38% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 0% 8. Ik vind het leuk om andere mensen te ontmoeten (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
25/37
28.89% 66.67% 4.44% 0% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
9. Ik vind dat het erbij hoort (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk 17.78% Belangrijk 60% Niet belangrijk 17.78% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 4.44% 10. Ik wil leren en nieuwe (werk)ervaring opdoen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.89% 22.22% 31.11% 4.44% 33.33%
11. Het geeft structuur in mijn tijdsbesteding (NTotaal = 47) (NValid = 46) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.7% 47.83% 19.57% 6.52% 17.39%
12. Ik ben maatschappelijke stagiair (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26/37
0% 2.22% 2.22% 0% 95.56%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
13. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
2.22% 4.44% 4.44% 2.22% 86.67%
14. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
0% 0% 2.22% 0% 97.78%
15. Lichamelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 45) Vaak 0% Soms 24.44% Niet 75.56% 16. Geestelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 44) Vaak Soms Niet
2.27% 31.82% 65.91%
17. Verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
27/37
40% 60%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
18. Van wie verwacht u in de eerste plaats die steun? (NTotaal = 47) (NValid = 18) Van mijn mede vrijwilligers Van Participe Anders 19. de begeleiding van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
6.52% 58.7% 13.04% 0% 21.74%
20. de aansturing van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.55% 56.82% 15.91% 0% 22.73%
21. de waardering van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
28/37
13.04% 65.22% 10.87% 2.17% 8.7%
44.44% 55.56% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
22. de opleiding- en scholingsmogelijkheden? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 10.87% 2.17% 0% 86.96%
23. de (onkosten)vergoeding? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 17.39% 8.7% 0% 73.91%
24. de informatie die u krijgt? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.35% 52.17% 13.04% 6.52% 23.91%
25. Mist u nog iets in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Ja Nee
29/37
19.57% 80.43%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
26. de bereikbaarheid van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 55.56% 13.33% 2.22% 15.56%
27. de bereikbaarheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 64.44% 13.33% 2.22% 6.67%
28. de toegankelijkheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
15.91% 56.82% 11.36% 2.27% 13.64%
29. de deskundigheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
30/37
11.36% 56.82% 13.64% 2.27% 15.91%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
30. de activiteit waar u zich voor inzet? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
48.89% 46.67% 4.44% 0% 0%
31. Participe als organisatie? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
4.44% 46.67% 33.33% 11.11% 4.44%
32. De medewerker is betrokken bij mijn vrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
15.56% 62.22% 8.89% 4.44% 8.89%
33. De medewerker is betrokken bij mij als persoon (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
31/37
15.56% 64.44% 4.44% 6.67% 8.89%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
34. De medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
22.22% 51.11% 8.89% 4.44% 13.33%
35. De medewerker geeft mij voldoende feedback (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
11.11% 42.22% 11.11% 6.67% 28.89%
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) (NValid = 44) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.27% 0% 2.27% 2.27% 4.55% 18.18% 27.27% 38.64% 2.27% 2.27%
37. Verwacht u volgend jaar vrijwilligerswerk te doen? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
32/37
95.56% 4.44%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
38. Wat is hier de reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 2) Geen interesse of behoefte Tijdsgebrek Problemen met kinderopvang Gezondheid (Reis)kosten Ontevreden over de ondersteuning Anders 39. Wat is uw geslacht? (NTotaal = 47) (NValid = 42) Man 38.1% Vrouw 61.9% 40. Wat is uw leeftijd? (NTotaal = 47) (NValid = 45) 17 of jonger 18 t/m 26 27 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75+
33/37
0% 2.22% 6.67% 4.44% 11.11% 17.78% 40% 17.78%
0% 0% 0% 0% 0% 50% 50%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
41. Hoe kunt u uw situatie het best typeren? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Betaald werk voor minder dan 24 uur per week 6.82% Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week 9.09% Betaald werk voor 32 uur of meer per week 2.27% (Vervroegd) gepensioneerd 54.55% Vrijwillig thuis 9.09% Werkloos 2.27% Arbeidsongeschikt 15.91% Lerend / Studerend 0% 42. Als u als vrijwilliger actief bent in één van de accommodaties van Participe, welke accommodatie betreft dat dan? (NTotaal = 47) (NValid = 43) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
2.33% 16.28% 2.33% 20.93% 37.21% 20.93%
Kruistabellen Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in percentages 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 71.43%
33.33%
40%
40%
uw taak als vrijwilliger?
Nee 28.57%
66.67%
60%
60%
34/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in absolute aantallen 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 5
9
2
2
uw taak als vrijwilliger?
Nee 2
18
3
3
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) Wijk-, buurt- en bewonerszaken 7.63 Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) 6.68 Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen 6.4 Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd) 7.6 36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
35/37
8 6.86 8 6.13 6.75 7.78
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Open antwoorden 17a. In welke vorm verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 18) 1 Dat je met je problemen op dat vlak terecht kan bij de Participe-medewerker 2 Goede werkomstandigheden en materiaal 3 Op tijd inspelen op de actuele situatie 4 Waardering en een goed luisterend oor voor de werkzaamheden 5 Raad en daad door een professional, in mijn geval opbouwwerk van Participe 6
Dat alle bewoners zoveel mogelijk meeparticiperen. Iedereen kan worden ingezet, ook de kinderen.
7
Medewerking van de wijk waar ik het voor doe. Ondersteuning i.v.m. mogelijkheden van de gemeente Alphen aan den Rijn in de vorm van o.a. Participe e.d.
8
Advies over gemeente, wat kunnen we waar vinden en hoe werkt het en wat kunnen we er dan mee. Ondersteuning bij activiteiten, in mankracht of materialen.
9
In de vorm van een achterwacht. Iemand van de achterban om op terug te kunnen vallen als zich een situatie voordoet.
10 waardering 11 soms 12 alleen waardering 13
Medewerking van Participe en geen dwarsliggen van Participe. Helaas mijn ervaring, ook van vele anderen.
14 meer faciliteiten in een lokaal te kunnen werken en activiteiten te doen. 15 waar nodig is 16 samenwerking 17 Saskia (hebben we al) 18 gesprek bij eventuele problemen
36/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
25a. Wat mist u nog in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 9) Opbouwwerk stopt en dat is voor mij reden om te stoppen met mijn vrijwilligerswerk, 1 zonder hun steun (in mijn geval met name die van martine pretorius) is het in onze wijk niet te doen 2 Contact 3 Roosters worden slecht opgesteld en aangeleverd 4 Ik heb (krijg) geen ondersteuning. Wie of wat is Participe voor mij? 5 Het open houden van de Wielewaal 6
Het zelfstandig zijn in het organiseren is niet eenvoudig. Er zijn te veel regeltjes dat mag niet, dat wel.
7
Als ik hen nodig heb verschuilen ze zich achter elkander. Als zij je dwars kunnen zitten staan zij op een rij welke functie ze ook hebben tot directie aan toe.
8 geen goede communicatie om dingen te regelen 9 Meer betrokkenheid dat zaken goed geregeld worden.
{42}* In welke accommodatie van Participe bent u werkzaam. Anders, namelijk… (NTotaal = 47) (NValid = 10) 1
Het is niet Westerhoven maar Westerhove
2
restaurant schuif aan
3
van eigen huis uit
4
pluspunt aanplein 1 blij met je wijk
5
Blij met je wijk Lage Zijde
6
pluspunt Marsdiep 231
7
werkplein
8
Pluspunt Marsdiep 231
9
Vrijwilliger bij de voedselbank
10
Herculesstraat
37/37
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-diensten Participe
Rapport Participe, Alphen aan den Rijn
BMC Onderzoek november 2011 ing. V. Atalay, drs. A.E. Britt, L. Salomé MsC Projectnummer: 107280 Correspondentienummer: DH-2312-2608
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
INLEIDING
1
1.1
Doelstellingen
1
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers
1
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject
2
1.4
Leeswijzer
2
SAMENVATTING
3
2.1
Achtergrond
3
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers
3
2.3
Het huiskamerproject
4
ACHTERGRONDKENMERKEN VRIJWILLIGERS
6
3.1
Respons
6
3.2
Inzet als vrijwilliger
7
3.3
Motivatie van de vrijwilliger
9
ONDERSTEUNING AAN VRIJWILLIGERS
12
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning
12
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding
13
4.3
Waardering medewerkers Participe
14
4.4
Successen en aandachtspunten
17
HET HUISKAMERPROJECT
18
5.1
De accommodatie
19
5.2
De openingstijden
19
5.3
De jongerenwerkers
20
5.4
Activiteiten
21
5.5
Belang voor JOP voor jongeren
22
5.6
Successen en verbeterpunten
23
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 1 Inleiding Participe wil inzicht in de tevredenheid van klanten en gebruikers van haar collectieve Wmo-diensten en -voorzieningen. Deze informatie kan Participe gebruiken bij het verder ontwikkelen en zo mogelijk verbeteren van haar dienstverlening. Tevens wil Participe deze informatie verwerken in haar jaarverslag over het jaar 2011. Participe heeft BMC Onderzoek opdracht gegeven de beleving van twee diensten/doelgroepen te peilen: • •
de tevredenheid van vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe; de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in de Edelstenenbuurt.
De vrijwilligers zijn actief in het welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, actief in een aantal accommodaties in verschillende wijken, en vanuit het opbouwwerk.
1.1
Doelstellingen De kernvragen luiden als volgt: 1. Hoe tevreden of ontevreden zijn de vrijwilligers die dit jaar actief zijn in ouderenen buurtcentra over de door Participe geleverde ondersteuning? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter? 2. Hoe tevreden zijn de jongeren – overwegend afkomstig uit de Edelstenen- en Planetenbuurt – die dit jaar deelnemen aan het huiskamerproject over de individuele begeleiding, de accommodatie, de bereikbaarheid en openstelling van de accommodatie, de bejegening en de professionaliteit van de begeleiding? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter?
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers Voor de twee verschillende doelgroepen zijn verschillende methoden gehanteerd. De ruim honderd vrijwilligers die zich inzetten voor bepaalde activiteiten van Participe zijn per brief aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. De vrijwilligers konden de vragenlijst of via internet of op papier invullen. Papieren vragenlijsten konden in een antwoordenvelop naar BMC Onderzoek worden opgestuurd. Vrijwilligers die de vragenlijst online wilden invullen, konden dit doen door middel van een bijgevoegde inlognaam en een wachtwoord.
1/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject Voor het onderzoek naar de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in het Jongeren Ontmoetingspunt (JOP), is voor een kwalitatieve insteek gekozen omdat deze het meest passend is voor de vraagstelling. Tijdens twee groepsgesprekken met kleine groepen jongeren is ingegaan op diverse aspecten van het huiskamerproject en de begeleiding van de jongerenwerkers van Participe. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep!
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bestaat uit de samenvatting. Hoofdstuk 3 gaat in op de achtergrondgegevens van de vrijwilligers en hun motivatie om vrijwilligerswerk te doen. De verwachtingen en belevingen van ondersteuning komen in hoofdstuk 4 aan de orde, alsmede de waardering voor de medewerkers van Participe. Het onderzoek naar de ervaringen van de jongeren die deelnemen aan het huiskamerproject in het JOP komen in hoofdstuk 5 aan bod. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de door de jongeren aangedragen succes- en verbeterpunten opgesomd. De rechte tellingen en de open antwoorden van de vrijwilligers staan in de bijlage.
2/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 2 Samenvatting 2.1
Achtergrond Participe is de Wmo uitvoeringsorganisatie voor de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een groot aantal taken op de prestatievelden 1 t/m 6 van de Wmo. Eén van die taken is het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. De resultaten van dit onderzoek moeten tegen het licht gezien worden van twee zaken: Participe opereert in een bepaald spanningsveld tussen vrijwilliger en gemeente. Enerzijds hebben zij een rol als uitvoeringsorganisatie voor gemeentelijk beleid. Anderzijds zien sommige vrijwilligers hun als belangenbehartiger van vrijwilligers. Deze rollen kunnen botsen. Daarnaast speelt het onderzoek zich af tegen een periode van onzekerheid over de toekomst van een aantal accommodaties. Er bestaan al enkele jaren plannen om de accommodaties Westerhaven, Wielewaal en Westerhove te sluiten. Ook voor Castor & Pollux zijn sloopplannen. De verwachting is dat de onrust rond sommige accommodaties ook terugkomen in de antwoorden van respondenten werkzaam in de betreffende accommodaties.
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers 47 vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe hebben hun mening gegeven over deze ondersteuning en diverse andere aspecten van hun vrijwilligerswerk. Dit was een respons van 44%. De meeste respondenten verrichten tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de respondenten doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk. De meeste respondenten zetten zich in op het gebied van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. De meeste vrijwilligers zijn aan hun huidig vrijwilligerswerk gekomen via familie, vrienden en bekenden (23%) of via vrijwilligers van de activiteit waar zij nu vrijwilligerswerk doen (21%). Belangrijkste motivatie om vrijwilligerswerk te doen is volgens de respondenten omdat: - het leuk is om te doen (100% (heel) belangrijk); - het leuk is om andere mensen te ontmoeten (96% (heel) belangrijk); - het voldoening geeft (94% (heel) belangrijk).
3/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het overgrote deel van de respondenten (96%) zegt zich volgend jaar ook te willen inzetten als vrijwilliger. Eén van de twee respondenten die zegt zich volgend jaar niet meer te willen inzetten, geeft als reden aan dat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk als lichamelijk zwaar. Bijna een derde ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% vaak als geestelijk zwaar. De meerderheid (60%) zegt geen steun te verwachten bij het doen van hun vrijwilligerswerk. 40% geeft aan wel steun te verwachten. De meerderheid van deze groep verwacht die steun in de eerste plaats van Participe. Het meest tevreden zijn vrijwilligers over: - de waardering die zij krijgen (78% is (zeer) tevreden); - de begeleiding (66% is (zeer) tevreden); - de aansturing (62% is (zeer) tevreden). Het is echter opvallend dat relatief veel vrijwilligers bij ‘begeleiding’ (22%) en ‘aansturing’ (23%) antwoorden met ‘niet van toepassing’. Zij ervaren blijkbaar niet dat zij begeleiding en aansturing ontvangen. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over de medewerker van Participe die hen ondersteunt. 77% is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de medewerker en 73% is (zeer) tevreden over de toegankelijkheid van de medewerker. Ook zijn vrijwilligers het vaak eens met de stelling dat de medewerker betrokken is bij de vrijwilliger als persoon (80% (helemaal) mee eens). Aandachtspunt is wellicht het geven van feedback. Net iets meer dan de helft (53%) is het (helemaal) eens met de stelling dat de medewerker voldoende feedback geeft. Als eindoordeel voor de ondersteuning als geheel geven respondenten een 6,9. Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt-, en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Ook lijkt er verschil in tevredenheid te zijn tussen de verschillende accommodaties.
2.3
Het huiskamerproject Er zijn twee groepsgesprekken gevoerd met in totaal 14 jongeren. De gesprekken gingen over de ervaringen van de jongeren met: de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers, de accommodatie, de openingstijden, de activiteiten en verbeterpunten.
4/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Alle geïnterviewden (jongeren en jongvolwassenen) komen naar eigen zeggen al jaren naar het JOP. De accommodatie voldoet qua grootte meestal wel, behalve op zaterdag als het heel druk is. Alle jongeren vinden de openingstijden onvoldoende. Er is vooral behoefte aan een open ontmoetingspunt op zondag. Ook vinden sommigen dat het JOP doordeweeks iets langer open zou moeten zijn, zodat ook de jongeren met een baan of studie er langer kunnen rondhangen. Gevraagd naar activiteiten en de mogelijkheden rond eigen inbreng noemen zij vooral de wens voor meer activiteiten buiten het JOP. Ze zeggen dat deze er vroeger vaker waren maar dat de mogelijkheden nu beperkt zijn door ‘gebrek aan geld’. Hierdoor hebben zij het gevoel niet heel veel echte invloed uit te kunnen oefenen op het aanbod aan activiteiten. Wel zijn zij positief over bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van muziek (bijvoorbeeld rap-lessen) en de kans om de ruimte zelf te versieren met graffiti. De relatie met de jongerenwerkers wordt als goed ervaren. Jongeren geven aan de jongerenwerkers als ‘één van hen’ te zien. Ook is er een gevoel van wederzijds vertrouwen. Dit mede doordat veel jongeren de jongerenwerkers al kenden voordat zij jongerenwerker werden. Zij komen uit dezelfde wijk en veel jongeren kijken naar hen op en voelen zich door hen begrepen. De jongeren geven aan het gevoel te hebben altijd bij de jongerenwerkers terecht te kunnen. Ook met persoonlijke vragen of problemen. De jongeren komen vooral naar het JOP om zich te ontspannen. Het spreekt jongeren aan dat ‘al hun vrienden’ er ook komen. Het houdt ze naar eigen zeggen ‘van de straat’. Als het JOP er niet zou zijn dan zouden veel van de jongeren simpelweg ‘weer op straat gaan hangen’.
5/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken vrijwilligers 3.1
Respons In totaal heeft Participe 108 vrijwilligers aangeschreven. 47 vrijwilligers hebben de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (31) op papier. De rest (16) via internet. Het responspercentage komt hiermee op 44%. Dit is een goede respons voor dit soort onderzoeken onder vrijwilligers. Achtergrond Het merendeel van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar oud. Vrouwen zijn – zoals in de meeste onderzoeken – oververtegenwoordigd (62%).
Figuur 1
6/37
Leeftijdsverdeling vrijwilligers
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Meer dan de helft (55%) van de respondenten omschrijft hun situatie als (vervroegd) gepensioneerd. Dit is in overeenstemming met de grote groep oudere respondenten. Slechts 2% verricht 32 uur per week of meer betaalde arbeid. Bijna 16% is arbeidsongeschikt. Tabel 1
Situatie, dagbesteding
Situatie
Percentage
Betaald werk voor minder dan 24 uur per week Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week Betaald werk voor 32 uur of meer per week (Vervroegd) gepensioneerd Vrijwillig thuis Werkloos Arbeidsongeschikt Lerend/studerend
7% 9% 2% 55% 9% 2% 16% 0%
Aan de vrijwilligers die actief zijn in één van de accommodaties van Participe is gevraagd in welke dat is. De meeste respondenten die in een accommodatie van Participe werken, doen dit in de Westerhove (37%). Ook werkt ongeveer één op de vijf (21%) bij de Wielewaal. De ‘anders, namelijk’-categorie is terug te lezen in de bijlage. Tabel 2
3.2
Accommodaties
Accommodatie
Percentage
De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders, namelijk…
2% 16% 2% 21% 37% 21%
Inzet als vrijwilliger Aan vrijwilligers is gevraagd hoeveel uur zij het afgelopen jaar gemiddeld per week vrijwilligerswerk hebben gedaan en hoe lang zij al vrijwilligerswerk verrichten. De meeste respondenten verrichten gemiddeld tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de vrijwilligers doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk (zie de volgende figuren).
7/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 2
Gemiddeld aantal uur per week
Figuur 3
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
De meeste respondenten zetten zich momenteel in voor één activiteit. Ruim 40% van de respondenten zet zich in voor meerdere activiteiten. De meerderheid van de respondenten doet vrijwilligerswerk op het terrein van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. Eén op de vijf zet zich in voor wijk-, buurt- en bewonerszaken (zie volgende tabel).
8/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Tabel 3
Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u?
Terrein Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
Percentage 20% 59% 11% 11%
Hoe zijn deze vrijwilligers aan hun huidige vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers komen aan hun vrijwilligerswerk via familie, vrienden en bekenden (23%). Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. Ook is een groot deel aan het huidige vrijwilligerswerk gekomen via vrijwilligers van de activiteit waar de respondent nu vrijwilligerswerk voor verricht (21%). Zie de volgende tabel voor het volledige overzicht: Tabel 4
Hoe aan huidige vrijwilligerswerk gekomen?
Kanaal Via familie, vrienden en bekenden Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift Via medewerkers van Participe Anders
Percentage 23% 2% 21% 13% 13% 28%
Het is om meerdere redenen belangrijk dat het huidige bestand van vrijwilligers tevreden is over hun vrijwilligerswerk en de ondersteuning die zij daarbij krijgen/nodig hebben. Niet alleen om het huidige bestand te binden, maar ook door de rol die vrijwilligers spelen in het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De meeste mensen komen immers aan hun vrijwilligers via familie, vrienden, bekenden of via andere vrijwilligers. Door de vergrijzing zal de groep burgers dat vrijwilligerswerk doet, kunnen slinken. De rol van ambassadeur die de huidige vrijwilligers op zich kunnen nemen, wordt dan des te belangrijker. Dat vrijwilligers voornamelijk worden geworven door mensen in hun netwerk, of de bestaande vrijwilligers, is niet alleen een kracht. Er bestaat ook het gevaar dat het vrijwilligersbestand hierdoor redelijk homogeen blijft. Mensen die ‘niet in de groep passen’ kunnen hierdoor soms moeilijker aansluiting vinden.
3.3
Motivatie van de vrijwilliger Wat is de motivatie van mensen om zich in te zetten via vrijwilligerswerk? Voor heel veel mensen is het simpelweg omdat zij het leuk vinden om te doen. Ook geeft het voor vrijwilligers voldoening. Het ontmoeten van andere mensen door het doen van vrijwilligerswerk speelt ook een hele grote rol. In de volgende figuren is terug te lezen hoe belangrijk bepaalde redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor de respondenten.
9/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 4
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (1 van 2)
Figuur 5
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (2 van 2)
10/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid Hoe betrokken zijn vrijwilligers naar eigen zeggen bij de activiteit(en) waar zij zich voor inzetten? En welke mate van betrokkenheid voelen vrijwilligers voor Participe als organisatie? Het blijkt dat vrijwilligers zich vooral betrokken voelen bij hun activiteit en in mindere mate bij Participe als organisatie. Bijna 96% van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij de activiteit waar zij zich voor inzetten. Iets meer dan de helft van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij Participe als organisatie. Eén op de tien respondenten voelt zich niet betrokken bij Participe. Continuïteit vrijwilligerswerk In hoeverre zijn vrijwilligers van plan volgend jaar door te gaan met het doen van vrijwilligerswerk? En zo niet, waar ligt dit dan aan? Het overgrote deel van de respondenten (96%) geeft aan volgend jaar ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Twee respondenten geven aan dit niet van plan te zijn. Eén daarvan omdat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning, de ander heeft de antwoordcategorie ‘anders’ aangekruist. De redenering is daarom niet te achterhalen. Belasting vrijwilligers Het doen van vrijwilligerswerk kan beslag leggen op een vrijwilliger (zowel lichamelijk als geestelijk). Aan vrijwilligers is gevraagd in hoeverre zij het vrijwilligerswerk als (geestelijk of lichamelijk) zwaar ervaren. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk soms als lichamelijk zwaar (24%). Bijna een derde van de vrijwilligers ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% ervaart het vrijwilligerswerk vaak als geestelijk zwaar. Ondersteuning kan ertoe bijdragen dat vrijwilligers hun vrijwilligerswerk goed kunnen (blijven) doen. In het volgend hoofdstuk komen de ervaringen van vrijwilligers met die ondersteuning en de verwachtingen van ondersteuning aan bod.
11/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 4 Ondersteuning aan vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in veel onderdelen van de samenleving. Binnen de kaders van de Wmo heeft de ondersteuning aan vrijwilligers daarom een eigen plek gekregen binnen prestatieveld 4. Medewerkers van Participe ondersteunen vrijwilligers bijvoorbeeld bij het maken van activiteitenplannen en indien nodig bij het uitvoeren van activiteiten zelf. Ook zetten zij zich in voor het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Doel is dat vrijwilligers en hun organisaties in staat zijn om zelfstandig en professioneel hun activiteiten uit te voeren en dat er in de wijken een goed aanbod aan activiteiten is.
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning Ondersteuning verwacht? Aan vrijwilligers is gevraagd of zij steun verwachten bij hun taak als vrijwilliger. De respondenten die ‘ja’ antwoordden, konden vervolgens aangeven in welke vorm zij deze steun verwachten. De meerderheid van de respondenten zegt geen steun te verwachten bij hun taak als vrijwilliger (60%). 40% zegt wel steun te verwachten. 18 respondenten hebben het open antwoordveld ingevuld. De open antwoorden over de vorm van de steun zijn divers. Een paar gaan in op de wens ergens terecht te kunnen bij problemen. Drie respondenten noemen expliciet ‘waardering’ voor hun werk als vrijwilliger. Het compleet overzicht van de open antwoorden is terug te lezen in de bijlage. Het blijkt dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken vaker ondersteuning verwachten bij hun taak als vrijwilliger dan de vrijwilligers die werkzaam zijn in de andere sectoren.
Ondersteuning van wie? Van wie verwachten vrijwilligers in de eerste plaats ondersteuning? Respondenten die aangaven steun te verwachten bij hun taak konden kiezen uit drie antwoordmogelijkheden: ‘van mijn medevrijwilligers’, ‘van Participe’ en ‘anders’. Iets meer dan de helft van de respondenten (56%) verwacht deze steun in de eerste plaats van Participe. De overige respondenten van hun mede vrijwilligers. Niemand vulde ‘anders’ in.
12/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding Aan vrijwilligers is gevraagd hoe tevreden of ontevreden zij zijn over diverse aspecten van het vrijwilligerswerk, zoals de begeleiding, aansturing, waardering en informatievoorziening. In de volgende figuur is de tevredenheid per aspect terug te lezen.
Figuur 6
Tevredenheid vrijwilligers over…
Het meest tevreden zijn respondenten over de waardering van vrijwilligers. In totaal is 78% van de vrijwilligers hier (zeer) tevreden over. De tevredenheid over de begeleiding van vrijwilligers staat met 66% (zeer) tevreden op de tweede plek. Ook zijn de meeste respondenten (zeer) tevreden over de aansturing die zij krijgen (63% (zeer) tevreden). Desalniettemin is 16% ontevreden over de aansturing. De informatie die de vrijwilligers krijgen wordt minder positief beoordeeld. Eén op de vijf respondenten is hier (zeer) ontevreden over. Verder geven veel respondenten aan dat de ‘opleidings- en scholingsmogelijkheden’ en de ‘onkostenvergoeding’ niet op hen van toepassing is. Opvallender is echter het aandeel vrijwilligers dat aangeeft dat ‘begeleiding’ en ‘aansturing’ niet op hen van toepassing is (22% en 23%). Het lijkt erop dat ze vinden dat er geen begeleiding en aansturing is. Hierbij plaatsen wij de volgende kanttekening. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht van een vrijwilliger. Een professioneel functionerende vrijwilliger kan de ondersteuning ook als contact zien en niet, of minder, als begeleiding of aansturing.
13/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Lacunes in ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd of zij nog iets missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Ook hier konden de respondenten aangeven wat zij missen in een open schrijfvak. Eén op de vijf respondenten geeft aan nog iets te missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Deze negen respondenten hebben geprobeerd aan te geven wat zij missen. Eén respondent geeft aan betrokkenheid te missen. Twee noemen goed contact of communicatie. Het overzicht van alle open antwoorden is terug te lezen in de bijlage.
4.3
Waardering medewerkers Participe Bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid Hoe tevreden zijn de vrijwilligers over de bereikbaarheid van Participe als organisatie. De bereikbaarheid van de medewerker die hen ondersteunt? De toegankelijkheid en deskundigheid van de medewerkers?
Figuur 7
Tevredenheid bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid
Het meest tevreden zijn respondenten over de bereikbaarheid van de medewerker van Participe die hen ondersteunt. Relatief het minst tevreden zijn de respondenten over de deskundigheid van de medewerkers.
14/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid, terughoudendheid Voor Participe is het belangrijk dat vrijwilligers ervaren dat de medewerker betrokken is bij hun werk en bij hen als persoon. Dit zonder het eigen initiatief en ontwikkeling van de vrijwilliger in kwestie te beknotten. De ondersteuning is immers gericht op het versterken van de eigen kracht van zowel de vrijwilliger als de organisatie. Hier zijn in verschillende stadia verschillende inzet nodig. De medewerker doet waar mogelijk een stap naar achteren, en waar nodig een stap naar voren. Vrijwilligers is een aantal stellingen voorgelegd over de betrokkenheid van de medewerkers. De resultaten zijn in de volgende figuur terug te lezen.
Figuur 8
Betrokkenheid, ruimte, feedback
De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden over de betrokkenheid van de medewerkers van Participe, zowel bij hun vrijwilligerswerk als bij hen persoonlijk. De antwoorden op de stelling ‘de medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren’ laten een diverser beeld zien. Het aandeel vrijwilligers dat het hier helemaal mee eens is, is groter dan bij de andere stellingen. In verhouding tot de andere stellingen lijkt het geven van voldoende feedback nog een aandachtspunt voor de medewerkers. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit niet op hen van toepassing is. Daarnaast geeft bijna één op de vijf respondenten aan dat zij het (helemaal) oneens zijn met deze stelling.
Eindoordeel ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd om een eindoordeel te geven over de ondersteuning door de medewerker van Participe door middel van een rapportcijfer. Gemiddeld
15/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
geven de respondenten een 6,9 voor de ondersteuning. De verdeling van gegeven rapportcijfers is in de volgende figuur terug te lezen. Het meest gegeven cijfer is een 8. Ongeveer één op de tien respondenten geeft een onvoldoende. Figuur 9
Spreiding rapportcijfers eindoordeel ondersteuning
Bestaan er verschillen in de tevredenheid van vrijwilligers in verhouding tot welk soort vrijwilligerswerk zij doen? Of bijvoorbeeld de accommodatie waarvoor zij werken? De verschillen zijn klein. Bovendien geven deze verschillen door het lage aantal respondenten bij sommige soorten vrijwilligerswerk en accommodaties slechts een indicatie van de tevredenheid per groep. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij het lezen van deze cijfers. Tabel 5
Rapportcijfer ondersteuning naar soort vrijwilligerswerk
Soort vrijwilligerswerk Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
16/37
Gemiddeld rapportcijfer 7.6 6.7 6.4 7.6
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Tabel 6
Rapportcijfer ondersteuning naar accommodatie
Accommodatie De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
Gemiddeld rapportcijfer 8 6.9 8 6.1 6.8 7.8
Per accommodatie blijken de rapportcijfers niet sterk te verschillen. Vrijwilligers werkzaam in Westerhaven geven gemiddeld het hoogste cijfer. Gelet op het kleine aandeel vrijwilligers dat werkzaam is in sommige accommodaties, zijn deze cijfers slechts indicatief.
4.4
Successen en aandachtspunten Positieve punten: • Bijna alle respondenten (96%) geven aan zich volgend jaar weer in te willen zetten. • 78% van de vrijwilligers is (zeer) tevreden over de waardering die zij krijgen. • 80% van de respondenten vindt dat de medewerker van Participe betrokken is bij de vrijwilliger als persoon. • Vrijwilligers vervullen zelf een belangrijke rol in het werven van nieuwe vrijwilligers. Aandachtspunten: • Door de grote rol die bestaande vrijwilligers vervullen bij het werven van nieuwe vrijwilligers bestaat gevaar van het buitensluiten van ‘buitenbeentjes’ / sterke homogeniteit van het vrijwilligersbestand. • Iets meer dan de helft (53%) van de vrijwilligers vindt dat hij/zij voldoende feedback krijgt. Het geven van feedback is belangrijk voor de eigen kracht van vrijwilligers en hun organisaties. • Relatie tussen Participe als organisatie en vrijwilligers. Vrijwilligers voelen zich erg betrokken bij hun activiteiten en ervaren een grote betrokkenheid vanuit de medewerkers van Participe. Hoe kan de betrokkenheid van de vrijwilligers bij Participe als organisatie worden vergroot?
17/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 5 Het Huiskamerproject Sinds 2008 is er in het Pluspunt aan de Briljantstraat een Jongerenontmoetingsplaats gevestigd. Participe heeft hier een huiskamerproject opgezet. Deze activiteit wordt volgens het productenboek van Participe als volgt omschreven: ‘Creëren en begeleiden van een huiskamer voor jongeren in de Edelstenen- en Planetenbuurt. Binnen de huiskamer individueel begeleiden van jongeren op verschillende terreinen.’ Het beoogd resultaat is: ‘Jongeren kunnen op een veilige en op een voor hen prettige wijze samenkomen en ze kunnen op een constructieve wijze aan hun persoonlijke situatie werken en leren hun eigen keuzes te maken en hun zelfredzaamheid vergroten.’ Participe wil graag weten hoe de jongeren die gebruikmaken van de huiskamer een aantal zaken ervaren. Het gaat dan met name om: - Hoe wordt de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers door de jongeren ervaren? - Voldoet de ruimte? (Zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik?) - In hoeverre voldoen de openingstijden aan de behoefte? - Is de huiskamer voor de jongeren een vertrouwde omgeving? - Wat vinden de jongeren van de activiteiten die worden georganiseerd? (Kunnen jongeren zelf voldoende input leveren bij het opzetten van activiteiten?) Om op deze vragen antwoorden te krijgen, zijn er twee groepsgesprekken gehouden met zeven jongeren per groep.
De jongeren, achtergrond De geïnterviewden zijn allemaal jongeren en jongvolwassenen. De oudste is 27 jaar. Veel van de jongeren zitten nog op school. Sommigen volgen een stage. Enkele werken (zowel fulltime als bijbaantjes). Enkelen zijn werkloos en volgen geen vorm van onderwijs. Alle jongens zeggen uit de Edelstenenbuurt te komen. Praktisch alle jongeren geven aan het JOP te bezoeken sinds het open is.
18/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.1
De accommodatie Doordeweeks is het volgens de jongeren niet te druk. Op zaterdagavond wel. Dan is de ruimte volgens jongeren wat aan de krappe kant. ‘Dan zitten we allemaal bij elkaar op schoot!’ Ook geven jongeren aan de pooltafel weinig te gebruiken. ‘Hij neemt teveel ruimte in beslag’. Verder vinden de jongeren de computers ‘best oud’. ‘En dan zitten ze nog vast aan een ketting ook, alsof iemand zo’n groot, oud ding gaat meenemen!’ Ook zouden de jongeren graag een nieuwere en/of tweede Playstation willen. Nu is er vaak een wachtlijst om te kunnen spelen. De jongeren zijn positief over het feit dat binnenkort de muren allemaal versierd worden met graffiti. De jongeren hebben dit zelf aangedragen.
5.2
De openingstijden Een punt dat tijdens het voorstelrondje al aan bod komt en waar jongeren vaak tijdens de gesprekken op terugkomen zijn de openingstijden. “Deze moeten ruimer”, stelt iemand. Alle andere jongeren zijn het met hem eens. Vooral op zondag is er behoefte aan het JOP. Er is volgens de meeste jongeren dan namelijk niks te doen. Meerdere jongeren zouden graag zien dat het JOP wat later op zaterdagavond open bleef. Bijvoorbeeld even laat als ‘de stad’. Dat hoeft volgens één van de jongeren niet elke week, incidenteel zou ook al goed zijn. Sommigen vinden dat de openingstijden doordeweeks juist nadelig zijn voor de jongeren die naar school gaan of een baan hebben. Het JOP is vooral ’s middags open en vroeg in de avond, waardoor je als je elders op school zit nog maar heel weinig tijd hebt om ‘te chillen’. De jongeren geven allemaal aan zelf niet echt te weten waarom het JOP niet vaker open kan of mag zijn. Sommige denken dat het komt omdat er ‘te weinig jongerenwerkers’ zijn. Of omdat er voor hun ‘te weinig uren’ beschikbaar zijn. Zij denken dat het in ieder geval niet aan de buurtbewoners ligt. De buurtbewoners willen volgens hen eerder dat er juist ruimere openingstijden komen zodat zij (de jongeren) minder op straat rondhangen. Een paar jongeren vertellen trots dat er zelfs één keer ruim 70 handtekeningen onder buurtbewoners zijn opgehaald voor ruimere openingstijden van het JOP. Enkele zeggen dat zij zelf wel bereid zouden zijn om zich in te zetten als vrijwilliger om het JOP vaker open te krijgen. Op de rondvraag aan het eind van beide gesprekken waarbij jongeren antwoord konden geven op de vraag wat voor hen het belangrijkste is om te verbeteren, noemen alle jongeren de openingstijden. Zowel doordeweeks als op zondag. Eén jongere zegt ‘als ik maar één ding mag kiezen, dan zeg ik de zondag!’
19/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Vertrouwde omgeving Voelt de huiskamer als een vertrouwde en laagdrempelige plek? De jongeren reageren allemaal positief op deze vraag. Het voelt vertrouwd omdat ‘al je vrienden’ er ook zitten. Als er iets persoonlijks besproken moet worden met bijvoorbeeld de jongerenwerker dan kunnen zij uitwijken naar een lege kamer of gang.
5.3
De jongerenwerkers Hoe ervaren de jongeren de aanwezigheid en ondersteuning van de jongerenwerkers? De jongeren geven allemaal aan dat zij met hun vragen en persoonlijke problemen bij de jongerenwerkers terechtkunnen. De problemen en vragen waar jongeren mee aankloppen bij de jongerenwerkers zijn divers: persoonlijke problemen (‘even je hartje luchten’), ‘straatproblemen’, huiswerk, het vinden van een stageplek, het vinden van werk, schuldenproblematiek, het invullen van formulieren, et cetera. Uit de gesprekken komt ook naar voren dat niet alleen de jongerenwerkers de jongeren helpen maar de jongeren ook elkaar helpen. Het is erg duidelijk dat het voor de jongeren allemaal om vertrouwen draait en dat is er. Zowel tussen de jongerenwerkers en jongeren, als tussen de jongeren onderling. Veel van de jongeren en de jongerenwerkers kennen elkaar al lang waardoor dit vertrouwen er is. De jongeren vinden het heel positief dat zij de jongerenwerkers in kwestie al kenden voordat zij jongerenwerkers werden. Zij ervaren de jongerenwerkers als ‘één van hen’. Ervaren de jongeren dat zij worden geholpen omdat dit bij de functie van jongerenwerker hoort, of door de persoonlijke band die zij hebben met de jongerenwerker? De meeste vinden dat het een soort mix is. ‘Als je niet graag mensen helpt, dan word je ook geen jongerenwerker’ is het idee. Het is erg belangrijk voor de jongeren dat zij zich kunnen herkennen in de jongerenwerkers. Het is belangrijk dat de jongerenwerkers uit dezelfde wijk komen als de jongeren zelf. Voor sommige van hen vervullen de jongerenwerkers (hierdoor) een voorbeeldfunctie. De jongeren hebben het gevoel dat de huidige jongerenwerkers (doordat zij uit dezelfde wijk komen) goed weten hoe ze met de jongeren om moeten gaan. Bijvoorbeeld dat zij iemand niet in het bijzijn van de hele groep aanspreken op ongewenst gedrag, maar iemand apart nemen. Een voormalig jongerenwerker bij het JOP werd aangehaald als voorbeeld van hoe het volgens de jongeren niet moet: alles volgens het boekje zonder enige aansluiting ‘bij hun werkelijkheid’.
20/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.4
Activiteiten Volgens de jongeren is er elke week zaalvoetbal in één van de andere centra van 17:30 tot 19:00 uur. Zij zijn hier over het algemeen wel blij mee, maar er wordt wel door veel jongeren opgemerkt dat de zaal wel erg klein is voor het aantal mensen dat mee wil doen. Ook is het tijdstip waarop het zaalvoetbal wordt gehouden ‘onhandig’ voor jongeren die werken of op school zitten. Volgens meerdere jongeren waren er vroeger meer – en leukere – activiteiten. Er werden vaker uitjes georganiseerd, bijvoorbeeld naar Walibi. ‘Maar nu krijg je te horen dat het geld op is’. Er bestaat een behoefte aan meer activiteiten buiten het buurthuis. Eigen inbreng rond activiteiten Volgens de jongeren worden de activiteiten in de regel eerst door Participe/de gemeente geïnventariseerd, dan mogen de jongeren hier een keuze uit maken. Als er bij speciale gelegenheden een activiteit wordt georganiseerd, mogen de jongeren naar eigen zeggen wel meedenken over de inhoud. ‘We kunnen wel veel suggesties aandragen maar vaak kunnen dingen niet. Meestal om het geld.’ Een paar jongeren kaarten de eigen bijdrage aan voor de deelname aan bepaalde activiteiten. Volgens de jongeren is dit voor sommigen te hoog waardoor zij niet mee kunnen. Eén van de jongeren geeft aan dat er veel animo is voor meer muzikale activiteiten. (Hij geeft op dit moment rap-lessen aan kinderen). Hij wil hier ook meer mee doen. Ze zoeken momenteel naar een andere ruimte van Participe in de stad waar er meer mogelijkheden zijn. Huisraad Twee van de aanwezige jongeren zitten in de huisraad. Hier kunnen zij ideeën aandragen, een oogje in het zeil houden, activiteiten helpen organiseren, et cetera. Hiermee krijgen zij het gevoel dat ze een bijdrage leveren.
21/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.5
Belang voor JOP voor jongeren Waarom komen de jongeren naar eigen zeggen naar het JOP? De jongeren komen vooral om te ontspannen. Dit lukt niet in de portieken en gangen waar ze naar eigen zeggen anders hangen. Daar moeten ze ‘steeds opletten’ of er niet iemand aankomt die ze wegstuurt. Veel jongeren geven aan naar het JOP te komen omdat ‘al hun vrienden’ daar komen. ‘Voor de gezelligheid’ is een vaak genoemde reden om naar het JOP te komen. Bij het JOP is ‘altijd een luisterend oor’. Eén noemt nog het feit dat het binnen warm is in tegenstelling tot buiten of in de portieken. Het is voor sommigen vooral een plek waar je naar toe gaat ‘als je niks te doen hebt’. Tot slot houdt het ze naar eigen zeggen van de straat. Wie komen er niet meer naar het JOP en waarom niet? De jongeren benadrukken dat ‘iedereen’ hier welkom is. Zij geven wel aan dat hun vrienden die trouwen en kinderen krijgen op een gegeven ogenblik niet meer komen. Het JOP vervult dus vooral een belangrijke rol voor (jonge) tieners en twintigers in een bepaalde levensfase. Wat is er minder leuk aan het JOP? Een paar vinden dat het drinken te duur is. Ook zegt iemand dat hij steeds minder komt omdat het saai is. ‘Alles is steeds hetzelfde’. Wat zou er gebeuren als het JOP er niet meer was? De jongeren geven aan dat als het JOP er niet zou zijn, zij weer veel meer op straat zouden zijn en dat dit voor meer overlast in de buurt zou zorgen. Meerdere jongeren zijn van mening dat het ook wel beter met de buurt gaat sinds het JOP er is. Een paar jongeren opperen zelfs dat wij (de onderzoekers) dit bij de politie na moeten vragen, zodat we de meerwaarde van het JOP van twee kanten kunnen belichten. ‘Vroeger was het code rood in de wijk. Politieauto’s werden bekogeld als ze langsreden. Zonder JOP zou het hier “code zwart” zijn’. De jongeren kaarten hier een paradox aan die één van de jongeren ook expliciet benoemt: Hij heeft het gevoel dat ‘hoe meer je gaat kloten’ hoe meer je krijgt. Doordat het nu in de wijk redelijk rustig is, krijgen ze ook minder/wordt er minder naar hen geluisterd’.
22/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.6
Successen en verbeterpunten Verbeterpunten (door jongeren aangedragen) • Het allerbelangrijkste verbeterpunt volgens alle geïnterviewden zijn de openingstijden. Er is vooral behoefte aan een zondagsopening van het JOP. • Verouderde apparatuur, te weinig verschillende spullen/spelletjes. • Meer activiteiten buiten het JOP. • ‘We kunnen wel ideeën aandragen, maar er is meestal toch geen geld voor’. • Op zaterdag is de ruimte vaak te klein.
Positieve punten (door jongeren aangedragen) • Laagdrempeligheid van de ruimte. • Goede band met jongerenwerkers: Jongerenwerkers worden bijna beschouwd als ‘één van hen’. Jongerenwerkers kunnen zich goed inleven in de jongeren. • Jongerenwerkers vervullen een voorbeeldfunctie voor veel jongeren. • JOP voelt echt als een gezellige en vertrouwde omgeving. Vooral door het vertrouwen tussen zowel jongeren onderling, als tussen jongeren en jongerenwerkers.
Reflectie van jongerenwerkers Uit gesprekken met de jongerenwerkers voor en na de sessies blijkt, dat de jongerenwerkers de jongeren vaak ook helpen met dingen die buiten hun takenpakket vallen. Doordat zij elkaar allemaal langer kennen is er een grijs gebied waar niet duidelijk is of de jongerenwerker iets doet voor iemand omdat hij jongerenwerker is, of dat hij iets – soms buiten zijn takenpakket – doet uit persoonlijke betrokkenheid. Een luisterend oor bieden of iemand met bepaalde problemen doorverwijzen is één ding. Iemand met kans op schulden leren hoe je een ‘huishoudboekje’ maakt of helpen bij het vinden van een baan of stageplek is heel iets anders. Maar ook dit zijn de vragen waarmee jongeren bij elkaar en de jongerenwerkers aankloppen. Dat de jongerenwerkers dit soort ondersteuning zouden kunnen bieden als onderdeel van hun officiële takenpakket en niet naast hun werk zou volgens hen positief zijn. De jongerenwerkers kunnen zo als een voorliggende voorziening voor de jeugdhulpverlening fungeren. Zij kunnen door de vertrouwensband “een stuk meegaan” met de jongeren met problemen richting de hulpverlening.
23/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Bijlage 1 Rechte tellingen 1. Gemiddeld hoeveel uur per week heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Incidenteel Tot 2 uur in de week 2 tot 4 uur in de week 4 tot 8 uur in de week 8 tot 12 uur in de week 12 uur of meer in de week
6.38% 25.53% 29.79% 23.4% 6.38% 8.51%
2. Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
12.77% 25.53% 17.02% 44.68%
3. Doet u voor één of voor meerdere activiteiten / organisaties vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Eén Meerdere
58.7% 41.3%
4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 46) Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
24/37
19.57% 58.7% 10.87% 10.87%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5. Hoe bent u aan dit vrijwilligerswerk gekomen? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 47) Via familie, vrienden en bekenden 23.4% Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) 2.13% Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe 21.28% Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift 12.77% Via medewerkers van Participe 12.77% Anders 27.66% 6. Ik vind het leuk om vrijwilligerswerk te doen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26.67% 73.33% 0% 0% 0%
7. Het geeft voldoening (NTotaal = 47) (NValid = 47) Heel belangrijk 25.53% Belangrijk 68.09% Niet belangrijk 6.38% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 0% 8. Ik vind het leuk om andere mensen te ontmoeten (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
25/37
28.89% 66.67% 4.44% 0% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
9. Ik vind dat het erbij hoort (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk 17.78% Belangrijk 60% Niet belangrijk 17.78% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 4.44% 10. Ik wil leren en nieuwe (werk)ervaring opdoen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.89% 22.22% 31.11% 4.44% 33.33%
11. Het geeft structuur in mijn tijdsbesteding (NTotaal = 47) (NValid = 46) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.7% 47.83% 19.57% 6.52% 17.39%
12. Ik ben maatschappelijke stagiair (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26/37
0% 2.22% 2.22% 0% 95.56%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
13. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
2.22% 4.44% 4.44% 2.22% 86.67%
14. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
0% 0% 2.22% 0% 97.78%
15. Lichamelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 45) Vaak 0% Soms 24.44% Niet 75.56% 16. Geestelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 44) Vaak Soms Niet
2.27% 31.82% 65.91%
17. Verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
27/37
40% 60%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
18. Van wie verwacht u in de eerste plaats die steun? (NTotaal = 47) (NValid = 18) Van mijn mede vrijwilligers Van Participe Anders 19. de begeleiding van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
6.52% 58.7% 13.04% 0% 21.74%
20. de aansturing van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.55% 56.82% 15.91% 0% 22.73%
21. de waardering van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
28/37
13.04% 65.22% 10.87% 2.17% 8.7%
44.44% 55.56% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
22. de opleiding- en scholingsmogelijkheden? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 10.87% 2.17% 0% 86.96%
23. de (onkosten)vergoeding? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 17.39% 8.7% 0% 73.91%
24. de informatie die u krijgt? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.35% 52.17% 13.04% 6.52% 23.91%
25. Mist u nog iets in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Ja Nee
29/37
19.57% 80.43%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
26. de bereikbaarheid van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 55.56% 13.33% 2.22% 15.56%
27. de bereikbaarheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 64.44% 13.33% 2.22% 6.67%
28. de toegankelijkheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
15.91% 56.82% 11.36% 2.27% 13.64%
29. de deskundigheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
30/37
11.36% 56.82% 13.64% 2.27% 15.91%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
30. de activiteit waar u zich voor inzet? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
48.89% 46.67% 4.44% 0% 0%
31. Participe als organisatie? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
4.44% 46.67% 33.33% 11.11% 4.44%
32. De medewerker is betrokken bij mijn vrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
15.56% 62.22% 8.89% 4.44% 8.89%
33. De medewerker is betrokken bij mij als persoon (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
31/37
15.56% 64.44% 4.44% 6.67% 8.89%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
34. De medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
22.22% 51.11% 8.89% 4.44% 13.33%
35. De medewerker geeft mij voldoende feedback (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
11.11% 42.22% 11.11% 6.67% 28.89%
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) (NValid = 44) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.27% 0% 2.27% 2.27% 4.55% 18.18% 27.27% 38.64% 2.27% 2.27%
37. Verwacht u volgend jaar vrijwilligerswerk te doen? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
32/37
95.56% 4.44%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
38. Wat is hier de reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 2) Geen interesse of behoefte Tijdsgebrek Problemen met kinderopvang Gezondheid (Reis)kosten Ontevreden over de ondersteuning Anders 39. Wat is uw geslacht? (NTotaal = 47) (NValid = 42) Man 38.1% Vrouw 61.9% 40. Wat is uw leeftijd? (NTotaal = 47) (NValid = 45) 17 of jonger 18 t/m 26 27 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75+
33/37
0% 2.22% 6.67% 4.44% 11.11% 17.78% 40% 17.78%
0% 0% 0% 0% 0% 50% 50%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
41. Hoe kunt u uw situatie het best typeren? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Betaald werk voor minder dan 24 uur per week 6.82% Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week 9.09% Betaald werk voor 32 uur of meer per week 2.27% (Vervroegd) gepensioneerd 54.55% Vrijwillig thuis 9.09% Werkloos 2.27% Arbeidsongeschikt 15.91% Lerend / Studerend 0% 42. Als u als vrijwilliger actief bent in één van de accommodaties van Participe, welke accommodatie betreft dat dan? (NTotaal = 47) (NValid = 43) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
2.33% 16.28% 2.33% 20.93% 37.21% 20.93%
Kruistabellen Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in percentages 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 71.43%
33.33%
40%
40%
uw taak als vrijwilliger?
Nee 28.57%
66.67%
60%
60%
34/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in absolute aantallen 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 5
9
2
2
uw taak als vrijwilliger?
Nee 2
18
3
3
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) Wijk-, buurt- en bewonerszaken 7.63 Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) 6.68 Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen 6.4 Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd) 7.6 36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
35/37
8 6.86 8 6.13 6.75 7.78
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Open antwoorden 17a. In welke vorm verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 18) 1 Dat je met je problemen op dat vlak terecht kan bij de Participe-medewerker 2 Goede werkomstandigheden en materiaal 3 Op tijd inspelen op de actuele situatie 4 Waardering en een goed luisterend oor voor de werkzaamheden 5 Raad en daad door een professional, in mijn geval opbouwwerk van Participe 6
Dat alle bewoners zoveel mogelijk meeparticiperen. Iedereen kan worden ingezet, ook de kinderen.
7
Medewerking van de wijk waar ik het voor doe. Ondersteuning i.v.m. mogelijkheden van de gemeente Alphen aan den Rijn in de vorm van o.a. Participe e.d.
8
Advies over gemeente, wat kunnen we waar vinden en hoe werkt het en wat kunnen we er dan mee. Ondersteuning bij activiteiten, in mankracht of materialen.
9
In de vorm van een achterwacht. Iemand van de achterban om op terug te kunnen vallen als zich een situatie voordoet.
10 waardering 11 soms 12 alleen waardering 13
Medewerking van Participe en geen dwarsliggen van Participe. Helaas mijn ervaring, ook van vele anderen.
14 meer faciliteiten in een lokaal te kunnen werken en activiteiten te doen. 15 waar nodig is 16 samenwerking 17 Saskia (hebben we al) 18 gesprek bij eventuele problemen
36/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
25a. Wat mist u nog in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 9) Opbouwwerk stopt en dat is voor mij reden om te stoppen met mijn vrijwilligerswerk, 1 zonder hun steun (in mijn geval met name die van martine pretorius) is het in onze wijk niet te doen 2 Contact 3 Roosters worden slecht opgesteld en aangeleverd 4 Ik heb (krijg) geen ondersteuning. Wie of wat is Participe voor mij? 5 Het open houden van de Wielewaal 6
Het zelfstandig zijn in het organiseren is niet eenvoudig. Er zijn te veel regeltjes dat mag niet, dat wel.
7
Als ik hen nodig heb verschuilen ze zich achter elkander. Als zij je dwars kunnen zitten staan zij op een rij welke functie ze ook hebben tot directie aan toe.
8 geen goede communicatie om dingen te regelen 9 Meer betrokkenheid dat zaken goed geregeld worden.
{42}* In welke accommodatie van Participe bent u werkzaam. Anders, namelijk… (NTotaal = 47) (NValid = 10) 1
Het is niet Westerhoven maar Westerhove
2
restaurant schuif aan
3
van eigen huis uit
4
pluspunt aanplein 1 blij met je wijk
5
Blij met je wijk Lage Zijde
6
pluspunt Marsdiep 231
7
werkplein
8
Pluspunt Marsdiep 231
9
Vrijwilliger bij de voedselbank
10
Herculesstraat
37/37
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-diensten Participe
Rapport Participe, Alphen aan den Rijn
BMC Onderzoek november 2011 ing. V. Atalay, drs. A.E. Britt, L. Salomé MsC Projectnummer: 107280 Correspondentienummer: DH-2312-2608
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
INLEIDING
1
1.1
Doelstellingen
1
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers
1
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject
2
1.4
Leeswijzer
2
SAMENVATTING
3
2.1
Achtergrond
3
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers
3
2.3
Het huiskamerproject
4
ACHTERGRONDKENMERKEN VRIJWILLIGERS
6
3.1
Respons
6
3.2
Inzet als vrijwilliger
7
3.3
Motivatie van de vrijwilliger
9
ONDERSTEUNING AAN VRIJWILLIGERS
12
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning
12
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding
13
4.3
Waardering medewerkers Participe
14
4.4
Successen en aandachtspunten
17
HET HUISKAMERPROJECT
18
5.1
De accommodatie
19
5.2
De openingstijden
19
5.3
De jongerenwerkers
20
5.4
Activiteiten
21
5.5
Belang voor JOP voor jongeren
22
5.6
Successen en verbeterpunten
23
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 1 Inleiding Participe wil inzicht in de tevredenheid van klanten en gebruikers van haar collectieve Wmo-diensten en -voorzieningen. Deze informatie kan Participe gebruiken bij het verder ontwikkelen en zo mogelijk verbeteren van haar dienstverlening. Tevens wil Participe deze informatie verwerken in haar jaarverslag over het jaar 2011. Participe heeft BMC Onderzoek opdracht gegeven de beleving van twee diensten/doelgroepen te peilen: • •
de tevredenheid van vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe; de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in de Edelstenenbuurt.
De vrijwilligers zijn actief in het welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, actief in een aantal accommodaties in verschillende wijken, en vanuit het opbouwwerk.
1.1
Doelstellingen De kernvragen luiden als volgt: 1. Hoe tevreden of ontevreden zijn de vrijwilligers die dit jaar actief zijn in ouderenen buurtcentra over de door Participe geleverde ondersteuning? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter? 2. Hoe tevreden zijn de jongeren – overwegend afkomstig uit de Edelstenen- en Planetenbuurt – die dit jaar deelnemen aan het huiskamerproject over de individuele begeleiding, de accommodatie, de bereikbaarheid en openstelling van de accommodatie, de bejegening en de professionaliteit van de begeleiding? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter?
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers Voor de twee verschillende doelgroepen zijn verschillende methoden gehanteerd. De ruim honderd vrijwilligers die zich inzetten voor bepaalde activiteiten van Participe zijn per brief aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. De vrijwilligers konden de vragenlijst of via internet of op papier invullen. Papieren vragenlijsten konden in een antwoordenvelop naar BMC Onderzoek worden opgestuurd. Vrijwilligers die de vragenlijst online wilden invullen, konden dit doen door middel van een bijgevoegde inlognaam en een wachtwoord.
1/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject Voor het onderzoek naar de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in het Jongeren Ontmoetingspunt (JOP), is voor een kwalitatieve insteek gekozen omdat deze het meest passend is voor de vraagstelling. Tijdens twee groepsgesprekken met kleine groepen jongeren is ingegaan op diverse aspecten van het huiskamerproject en de begeleiding van de jongerenwerkers van Participe. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep!
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bestaat uit de samenvatting. Hoofdstuk 3 gaat in op de achtergrondgegevens van de vrijwilligers en hun motivatie om vrijwilligerswerk te doen. De verwachtingen en belevingen van ondersteuning komen in hoofdstuk 4 aan de orde, alsmede de waardering voor de medewerkers van Participe. Het onderzoek naar de ervaringen van de jongeren die deelnemen aan het huiskamerproject in het JOP komen in hoofdstuk 5 aan bod. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de door de jongeren aangedragen succes- en verbeterpunten opgesomd. De rechte tellingen en de open antwoorden van de vrijwilligers staan in de bijlage.
2/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 2 Samenvatting 2.1
Achtergrond Participe is de Wmo uitvoeringsorganisatie voor de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een groot aantal taken op de prestatievelden 1 t/m 6 van de Wmo. Eén van die taken is het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. De resultaten van dit onderzoek moeten tegen het licht gezien worden van twee zaken: Participe opereert in een bepaald spanningsveld tussen vrijwilliger en gemeente. Enerzijds hebben zij een rol als uitvoeringsorganisatie voor gemeentelijk beleid. Anderzijds zien sommige vrijwilligers hun als belangenbehartiger van vrijwilligers. Deze rollen kunnen botsen. Daarnaast speelt het onderzoek zich af tegen een periode van onzekerheid over de toekomst van een aantal accommodaties. Er bestaan al enkele jaren plannen om de accommodaties Westerhaven, Wielewaal en Westerhove te sluiten. Ook voor Castor & Pollux zijn sloopplannen. De verwachting is dat de onrust rond sommige accommodaties ook terugkomen in de antwoorden van respondenten werkzaam in de betreffende accommodaties.
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers 47 vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe hebben hun mening gegeven over deze ondersteuning en diverse andere aspecten van hun vrijwilligerswerk. Dit was een respons van 44%. De meeste respondenten verrichten tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de respondenten doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk. De meeste respondenten zetten zich in op het gebied van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. De meeste vrijwilligers zijn aan hun huidig vrijwilligerswerk gekomen via familie, vrienden en bekenden (23%) of via vrijwilligers van de activiteit waar zij nu vrijwilligerswerk doen (21%). Belangrijkste motivatie om vrijwilligerswerk te doen is volgens de respondenten omdat: - het leuk is om te doen (100% (heel) belangrijk); - het leuk is om andere mensen te ontmoeten (96% (heel) belangrijk); - het voldoening geeft (94% (heel) belangrijk).
3/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het overgrote deel van de respondenten (96%) zegt zich volgend jaar ook te willen inzetten als vrijwilliger. Eén van de twee respondenten die zegt zich volgend jaar niet meer te willen inzetten, geeft als reden aan dat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk als lichamelijk zwaar. Bijna een derde ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% vaak als geestelijk zwaar. De meerderheid (60%) zegt geen steun te verwachten bij het doen van hun vrijwilligerswerk. 40% geeft aan wel steun te verwachten. De meerderheid van deze groep verwacht die steun in de eerste plaats van Participe. Het meest tevreden zijn vrijwilligers over: - de waardering die zij krijgen (78% is (zeer) tevreden); - de begeleiding (66% is (zeer) tevreden); - de aansturing (62% is (zeer) tevreden). Het is echter opvallend dat relatief veel vrijwilligers bij ‘begeleiding’ (22%) en ‘aansturing’ (23%) antwoorden met ‘niet van toepassing’. Zij ervaren blijkbaar niet dat zij begeleiding en aansturing ontvangen. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over de medewerker van Participe die hen ondersteunt. 77% is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de medewerker en 73% is (zeer) tevreden over de toegankelijkheid van de medewerker. Ook zijn vrijwilligers het vaak eens met de stelling dat de medewerker betrokken is bij de vrijwilliger als persoon (80% (helemaal) mee eens). Aandachtspunt is wellicht het geven van feedback. Net iets meer dan de helft (53%) is het (helemaal) eens met de stelling dat de medewerker voldoende feedback geeft. Als eindoordeel voor de ondersteuning als geheel geven respondenten een 6,9. Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt-, en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Ook lijkt er verschil in tevredenheid te zijn tussen de verschillende accommodaties.
2.3
Het huiskamerproject Er zijn twee groepsgesprekken gevoerd met in totaal 14 jongeren. De gesprekken gingen over de ervaringen van de jongeren met: de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers, de accommodatie, de openingstijden, de activiteiten en verbeterpunten.
4/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Alle geïnterviewden (jongeren en jongvolwassenen) komen naar eigen zeggen al jaren naar het JOP. De accommodatie voldoet qua grootte meestal wel, behalve op zaterdag als het heel druk is. Alle jongeren vinden de openingstijden onvoldoende. Er is vooral behoefte aan een open ontmoetingspunt op zondag. Ook vinden sommigen dat het JOP doordeweeks iets langer open zou moeten zijn, zodat ook de jongeren met een baan of studie er langer kunnen rondhangen. Gevraagd naar activiteiten en de mogelijkheden rond eigen inbreng noemen zij vooral de wens voor meer activiteiten buiten het JOP. Ze zeggen dat deze er vroeger vaker waren maar dat de mogelijkheden nu beperkt zijn door ‘gebrek aan geld’. Hierdoor hebben zij het gevoel niet heel veel echte invloed uit te kunnen oefenen op het aanbod aan activiteiten. Wel zijn zij positief over bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van muziek (bijvoorbeeld rap-lessen) en de kans om de ruimte zelf te versieren met graffiti. De relatie met de jongerenwerkers wordt als goed ervaren. Jongeren geven aan de jongerenwerkers als ‘één van hen’ te zien. Ook is er een gevoel van wederzijds vertrouwen. Dit mede doordat veel jongeren de jongerenwerkers al kenden voordat zij jongerenwerker werden. Zij komen uit dezelfde wijk en veel jongeren kijken naar hen op en voelen zich door hen begrepen. De jongeren geven aan het gevoel te hebben altijd bij de jongerenwerkers terecht te kunnen. Ook met persoonlijke vragen of problemen. De jongeren komen vooral naar het JOP om zich te ontspannen. Het spreekt jongeren aan dat ‘al hun vrienden’ er ook komen. Het houdt ze naar eigen zeggen ‘van de straat’. Als het JOP er niet zou zijn dan zouden veel van de jongeren simpelweg ‘weer op straat gaan hangen’.
5/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken vrijwilligers 3.1
Respons In totaal heeft Participe 108 vrijwilligers aangeschreven. 47 vrijwilligers hebben de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (31) op papier. De rest (16) via internet. Het responspercentage komt hiermee op 44%. Dit is een goede respons voor dit soort onderzoeken onder vrijwilligers. Achtergrond Het merendeel van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar oud. Vrouwen zijn – zoals in de meeste onderzoeken – oververtegenwoordigd (62%).
Figuur 1
6/37
Leeftijdsverdeling vrijwilligers
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Meer dan de helft (55%) van de respondenten omschrijft hun situatie als (vervroegd) gepensioneerd. Dit is in overeenstemming met de grote groep oudere respondenten. Slechts 2% verricht 32 uur per week of meer betaalde arbeid. Bijna 16% is arbeidsongeschikt. Tabel 1
Situatie, dagbesteding
Situatie
Percentage
Betaald werk voor minder dan 24 uur per week Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week Betaald werk voor 32 uur of meer per week (Vervroegd) gepensioneerd Vrijwillig thuis Werkloos Arbeidsongeschikt Lerend/studerend
7% 9% 2% 55% 9% 2% 16% 0%
Aan de vrijwilligers die actief zijn in één van de accommodaties van Participe is gevraagd in welke dat is. De meeste respondenten die in een accommodatie van Participe werken, doen dit in de Westerhove (37%). Ook werkt ongeveer één op de vijf (21%) bij de Wielewaal. De ‘anders, namelijk’-categorie is terug te lezen in de bijlage. Tabel 2
3.2
Accommodaties
Accommodatie
Percentage
De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders, namelijk…
2% 16% 2% 21% 37% 21%
Inzet als vrijwilliger Aan vrijwilligers is gevraagd hoeveel uur zij het afgelopen jaar gemiddeld per week vrijwilligerswerk hebben gedaan en hoe lang zij al vrijwilligerswerk verrichten. De meeste respondenten verrichten gemiddeld tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de vrijwilligers doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk (zie de volgende figuren).
7/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 2
Gemiddeld aantal uur per week
Figuur 3
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
De meeste respondenten zetten zich momenteel in voor één activiteit. Ruim 40% van de respondenten zet zich in voor meerdere activiteiten. De meerderheid van de respondenten doet vrijwilligerswerk op het terrein van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. Eén op de vijf zet zich in voor wijk-, buurt- en bewonerszaken (zie volgende tabel).
8/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Tabel 3
Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u?
Terrein Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
Percentage 20% 59% 11% 11%
Hoe zijn deze vrijwilligers aan hun huidige vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers komen aan hun vrijwilligerswerk via familie, vrienden en bekenden (23%). Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. Ook is een groot deel aan het huidige vrijwilligerswerk gekomen via vrijwilligers van de activiteit waar de respondent nu vrijwilligerswerk voor verricht (21%). Zie de volgende tabel voor het volledige overzicht: Tabel 4
Hoe aan huidige vrijwilligerswerk gekomen?
Kanaal Via familie, vrienden en bekenden Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift Via medewerkers van Participe Anders
Percentage 23% 2% 21% 13% 13% 28%
Het is om meerdere redenen belangrijk dat het huidige bestand van vrijwilligers tevreden is over hun vrijwilligerswerk en de ondersteuning die zij daarbij krijgen/nodig hebben. Niet alleen om het huidige bestand te binden, maar ook door de rol die vrijwilligers spelen in het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De meeste mensen komen immers aan hun vrijwilligers via familie, vrienden, bekenden of via andere vrijwilligers. Door de vergrijzing zal de groep burgers dat vrijwilligerswerk doet, kunnen slinken. De rol van ambassadeur die de huidige vrijwilligers op zich kunnen nemen, wordt dan des te belangrijker. Dat vrijwilligers voornamelijk worden geworven door mensen in hun netwerk, of de bestaande vrijwilligers, is niet alleen een kracht. Er bestaat ook het gevaar dat het vrijwilligersbestand hierdoor redelijk homogeen blijft. Mensen die ‘niet in de groep passen’ kunnen hierdoor soms moeilijker aansluiting vinden.
3.3
Motivatie van de vrijwilliger Wat is de motivatie van mensen om zich in te zetten via vrijwilligerswerk? Voor heel veel mensen is het simpelweg omdat zij het leuk vinden om te doen. Ook geeft het voor vrijwilligers voldoening. Het ontmoeten van andere mensen door het doen van vrijwilligerswerk speelt ook een hele grote rol. In de volgende figuren is terug te lezen hoe belangrijk bepaalde redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor de respondenten.
9/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 4
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (1 van 2)
Figuur 5
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (2 van 2)
10/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid Hoe betrokken zijn vrijwilligers naar eigen zeggen bij de activiteit(en) waar zij zich voor inzetten? En welke mate van betrokkenheid voelen vrijwilligers voor Participe als organisatie? Het blijkt dat vrijwilligers zich vooral betrokken voelen bij hun activiteit en in mindere mate bij Participe als organisatie. Bijna 96% van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij de activiteit waar zij zich voor inzetten. Iets meer dan de helft van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij Participe als organisatie. Eén op de tien respondenten voelt zich niet betrokken bij Participe. Continuïteit vrijwilligerswerk In hoeverre zijn vrijwilligers van plan volgend jaar door te gaan met het doen van vrijwilligerswerk? En zo niet, waar ligt dit dan aan? Het overgrote deel van de respondenten (96%) geeft aan volgend jaar ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Twee respondenten geven aan dit niet van plan te zijn. Eén daarvan omdat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning, de ander heeft de antwoordcategorie ‘anders’ aangekruist. De redenering is daarom niet te achterhalen. Belasting vrijwilligers Het doen van vrijwilligerswerk kan beslag leggen op een vrijwilliger (zowel lichamelijk als geestelijk). Aan vrijwilligers is gevraagd in hoeverre zij het vrijwilligerswerk als (geestelijk of lichamelijk) zwaar ervaren. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk soms als lichamelijk zwaar (24%). Bijna een derde van de vrijwilligers ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% ervaart het vrijwilligerswerk vaak als geestelijk zwaar. Ondersteuning kan ertoe bijdragen dat vrijwilligers hun vrijwilligerswerk goed kunnen (blijven) doen. In het volgend hoofdstuk komen de ervaringen van vrijwilligers met die ondersteuning en de verwachtingen van ondersteuning aan bod.
11/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 4 Ondersteuning aan vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in veel onderdelen van de samenleving. Binnen de kaders van de Wmo heeft de ondersteuning aan vrijwilligers daarom een eigen plek gekregen binnen prestatieveld 4. Medewerkers van Participe ondersteunen vrijwilligers bijvoorbeeld bij het maken van activiteitenplannen en indien nodig bij het uitvoeren van activiteiten zelf. Ook zetten zij zich in voor het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Doel is dat vrijwilligers en hun organisaties in staat zijn om zelfstandig en professioneel hun activiteiten uit te voeren en dat er in de wijken een goed aanbod aan activiteiten is.
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning Ondersteuning verwacht? Aan vrijwilligers is gevraagd of zij steun verwachten bij hun taak als vrijwilliger. De respondenten die ‘ja’ antwoordden, konden vervolgens aangeven in welke vorm zij deze steun verwachten. De meerderheid van de respondenten zegt geen steun te verwachten bij hun taak als vrijwilliger (60%). 40% zegt wel steun te verwachten. 18 respondenten hebben het open antwoordveld ingevuld. De open antwoorden over de vorm van de steun zijn divers. Een paar gaan in op de wens ergens terecht te kunnen bij problemen. Drie respondenten noemen expliciet ‘waardering’ voor hun werk als vrijwilliger. Het compleet overzicht van de open antwoorden is terug te lezen in de bijlage. Het blijkt dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken vaker ondersteuning verwachten bij hun taak als vrijwilliger dan de vrijwilligers die werkzaam zijn in de andere sectoren.
Ondersteuning van wie? Van wie verwachten vrijwilligers in de eerste plaats ondersteuning? Respondenten die aangaven steun te verwachten bij hun taak konden kiezen uit drie antwoordmogelijkheden: ‘van mijn medevrijwilligers’, ‘van Participe’ en ‘anders’. Iets meer dan de helft van de respondenten (56%) verwacht deze steun in de eerste plaats van Participe. De overige respondenten van hun mede vrijwilligers. Niemand vulde ‘anders’ in.
12/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding Aan vrijwilligers is gevraagd hoe tevreden of ontevreden zij zijn over diverse aspecten van het vrijwilligerswerk, zoals de begeleiding, aansturing, waardering en informatievoorziening. In de volgende figuur is de tevredenheid per aspect terug te lezen.
Figuur 6
Tevredenheid vrijwilligers over…
Het meest tevreden zijn respondenten over de waardering van vrijwilligers. In totaal is 78% van de vrijwilligers hier (zeer) tevreden over. De tevredenheid over de begeleiding van vrijwilligers staat met 66% (zeer) tevreden op de tweede plek. Ook zijn de meeste respondenten (zeer) tevreden over de aansturing die zij krijgen (63% (zeer) tevreden). Desalniettemin is 16% ontevreden over de aansturing. De informatie die de vrijwilligers krijgen wordt minder positief beoordeeld. Eén op de vijf respondenten is hier (zeer) ontevreden over. Verder geven veel respondenten aan dat de ‘opleidings- en scholingsmogelijkheden’ en de ‘onkostenvergoeding’ niet op hen van toepassing is. Opvallender is echter het aandeel vrijwilligers dat aangeeft dat ‘begeleiding’ en ‘aansturing’ niet op hen van toepassing is (22% en 23%). Het lijkt erop dat ze vinden dat er geen begeleiding en aansturing is. Hierbij plaatsen wij de volgende kanttekening. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht van een vrijwilliger. Een professioneel functionerende vrijwilliger kan de ondersteuning ook als contact zien en niet, of minder, als begeleiding of aansturing.
13/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Lacunes in ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd of zij nog iets missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Ook hier konden de respondenten aangeven wat zij missen in een open schrijfvak. Eén op de vijf respondenten geeft aan nog iets te missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Deze negen respondenten hebben geprobeerd aan te geven wat zij missen. Eén respondent geeft aan betrokkenheid te missen. Twee noemen goed contact of communicatie. Het overzicht van alle open antwoorden is terug te lezen in de bijlage.
4.3
Waardering medewerkers Participe Bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid Hoe tevreden zijn de vrijwilligers over de bereikbaarheid van Participe als organisatie. De bereikbaarheid van de medewerker die hen ondersteunt? De toegankelijkheid en deskundigheid van de medewerkers?
Figuur 7
Tevredenheid bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid
Het meest tevreden zijn respondenten over de bereikbaarheid van de medewerker van Participe die hen ondersteunt. Relatief het minst tevreden zijn de respondenten over de deskundigheid van de medewerkers.
14/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid, terughoudendheid Voor Participe is het belangrijk dat vrijwilligers ervaren dat de medewerker betrokken is bij hun werk en bij hen als persoon. Dit zonder het eigen initiatief en ontwikkeling van de vrijwilliger in kwestie te beknotten. De ondersteuning is immers gericht op het versterken van de eigen kracht van zowel de vrijwilliger als de organisatie. Hier zijn in verschillende stadia verschillende inzet nodig. De medewerker doet waar mogelijk een stap naar achteren, en waar nodig een stap naar voren. Vrijwilligers is een aantal stellingen voorgelegd over de betrokkenheid van de medewerkers. De resultaten zijn in de volgende figuur terug te lezen.
Figuur 8
Betrokkenheid, ruimte, feedback
De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden over de betrokkenheid van de medewerkers van Participe, zowel bij hun vrijwilligerswerk als bij hen persoonlijk. De antwoorden op de stelling ‘de medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren’ laten een diverser beeld zien. Het aandeel vrijwilligers dat het hier helemaal mee eens is, is groter dan bij de andere stellingen. In verhouding tot de andere stellingen lijkt het geven van voldoende feedback nog een aandachtspunt voor de medewerkers. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit niet op hen van toepassing is. Daarnaast geeft bijna één op de vijf respondenten aan dat zij het (helemaal) oneens zijn met deze stelling.
Eindoordeel ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd om een eindoordeel te geven over de ondersteuning door de medewerker van Participe door middel van een rapportcijfer. Gemiddeld
15/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
geven de respondenten een 6,9 voor de ondersteuning. De verdeling van gegeven rapportcijfers is in de volgende figuur terug te lezen. Het meest gegeven cijfer is een 8. Ongeveer één op de tien respondenten geeft een onvoldoende. Figuur 9
Spreiding rapportcijfers eindoordeel ondersteuning
Bestaan er verschillen in de tevredenheid van vrijwilligers in verhouding tot welk soort vrijwilligerswerk zij doen? Of bijvoorbeeld de accommodatie waarvoor zij werken? De verschillen zijn klein. Bovendien geven deze verschillen door het lage aantal respondenten bij sommige soorten vrijwilligerswerk en accommodaties slechts een indicatie van de tevredenheid per groep. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij het lezen van deze cijfers. Tabel 5
Rapportcijfer ondersteuning naar soort vrijwilligerswerk
Soort vrijwilligerswerk Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
16/37
Gemiddeld rapportcijfer 7.6 6.7 6.4 7.6
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Tabel 6
Rapportcijfer ondersteuning naar accommodatie
Accommodatie De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
Gemiddeld rapportcijfer 8 6.9 8 6.1 6.8 7.8
Per accommodatie blijken de rapportcijfers niet sterk te verschillen. Vrijwilligers werkzaam in Westerhaven geven gemiddeld het hoogste cijfer. Gelet op het kleine aandeel vrijwilligers dat werkzaam is in sommige accommodaties, zijn deze cijfers slechts indicatief.
4.4
Successen en aandachtspunten Positieve punten: • Bijna alle respondenten (96%) geven aan zich volgend jaar weer in te willen zetten. • 78% van de vrijwilligers is (zeer) tevreden over de waardering die zij krijgen. • 80% van de respondenten vindt dat de medewerker van Participe betrokken is bij de vrijwilliger als persoon. • Vrijwilligers vervullen zelf een belangrijke rol in het werven van nieuwe vrijwilligers. Aandachtspunten: • Door de grote rol die bestaande vrijwilligers vervullen bij het werven van nieuwe vrijwilligers bestaat gevaar van het buitensluiten van ‘buitenbeentjes’ / sterke homogeniteit van het vrijwilligersbestand. • Iets meer dan de helft (53%) van de vrijwilligers vindt dat hij/zij voldoende feedback krijgt. Het geven van feedback is belangrijk voor de eigen kracht van vrijwilligers en hun organisaties. • Relatie tussen Participe als organisatie en vrijwilligers. Vrijwilligers voelen zich erg betrokken bij hun activiteiten en ervaren een grote betrokkenheid vanuit de medewerkers van Participe. Hoe kan de betrokkenheid van de vrijwilligers bij Participe als organisatie worden vergroot?
17/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 5 Het Huiskamerproject Sinds 2008 is er in het Pluspunt aan de Briljantstraat een Jongerenontmoetingsplaats gevestigd. Participe heeft hier een huiskamerproject opgezet. Deze activiteit wordt volgens het productenboek van Participe als volgt omschreven: ‘Creëren en begeleiden van een huiskamer voor jongeren in de Edelstenen- en Planetenbuurt. Binnen de huiskamer individueel begeleiden van jongeren op verschillende terreinen.’ Het beoogd resultaat is: ‘Jongeren kunnen op een veilige en op een voor hen prettige wijze samenkomen en ze kunnen op een constructieve wijze aan hun persoonlijke situatie werken en leren hun eigen keuzes te maken en hun zelfredzaamheid vergroten.’ Participe wil graag weten hoe de jongeren die gebruikmaken van de huiskamer een aantal zaken ervaren. Het gaat dan met name om: - Hoe wordt de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers door de jongeren ervaren? - Voldoet de ruimte? (Zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik?) - In hoeverre voldoen de openingstijden aan de behoefte? - Is de huiskamer voor de jongeren een vertrouwde omgeving? - Wat vinden de jongeren van de activiteiten die worden georganiseerd? (Kunnen jongeren zelf voldoende input leveren bij het opzetten van activiteiten?) Om op deze vragen antwoorden te krijgen, zijn er twee groepsgesprekken gehouden met zeven jongeren per groep.
De jongeren, achtergrond De geïnterviewden zijn allemaal jongeren en jongvolwassenen. De oudste is 27 jaar. Veel van de jongeren zitten nog op school. Sommigen volgen een stage. Enkele werken (zowel fulltime als bijbaantjes). Enkelen zijn werkloos en volgen geen vorm van onderwijs. Alle jongens zeggen uit de Edelstenenbuurt te komen. Praktisch alle jongeren geven aan het JOP te bezoeken sinds het open is.
18/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.1
De accommodatie Doordeweeks is het volgens de jongeren niet te druk. Op zaterdagavond wel. Dan is de ruimte volgens jongeren wat aan de krappe kant. ‘Dan zitten we allemaal bij elkaar op schoot!’ Ook geven jongeren aan de pooltafel weinig te gebruiken. ‘Hij neemt teveel ruimte in beslag’. Verder vinden de jongeren de computers ‘best oud’. ‘En dan zitten ze nog vast aan een ketting ook, alsof iemand zo’n groot, oud ding gaat meenemen!’ Ook zouden de jongeren graag een nieuwere en/of tweede Playstation willen. Nu is er vaak een wachtlijst om te kunnen spelen. De jongeren zijn positief over het feit dat binnenkort de muren allemaal versierd worden met graffiti. De jongeren hebben dit zelf aangedragen.
5.2
De openingstijden Een punt dat tijdens het voorstelrondje al aan bod komt en waar jongeren vaak tijdens de gesprekken op terugkomen zijn de openingstijden. “Deze moeten ruimer”, stelt iemand. Alle andere jongeren zijn het met hem eens. Vooral op zondag is er behoefte aan het JOP. Er is volgens de meeste jongeren dan namelijk niks te doen. Meerdere jongeren zouden graag zien dat het JOP wat later op zaterdagavond open bleef. Bijvoorbeeld even laat als ‘de stad’. Dat hoeft volgens één van de jongeren niet elke week, incidenteel zou ook al goed zijn. Sommigen vinden dat de openingstijden doordeweeks juist nadelig zijn voor de jongeren die naar school gaan of een baan hebben. Het JOP is vooral ’s middags open en vroeg in de avond, waardoor je als je elders op school zit nog maar heel weinig tijd hebt om ‘te chillen’. De jongeren geven allemaal aan zelf niet echt te weten waarom het JOP niet vaker open kan of mag zijn. Sommige denken dat het komt omdat er ‘te weinig jongerenwerkers’ zijn. Of omdat er voor hun ‘te weinig uren’ beschikbaar zijn. Zij denken dat het in ieder geval niet aan de buurtbewoners ligt. De buurtbewoners willen volgens hen eerder dat er juist ruimere openingstijden komen zodat zij (de jongeren) minder op straat rondhangen. Een paar jongeren vertellen trots dat er zelfs één keer ruim 70 handtekeningen onder buurtbewoners zijn opgehaald voor ruimere openingstijden van het JOP. Enkele zeggen dat zij zelf wel bereid zouden zijn om zich in te zetten als vrijwilliger om het JOP vaker open te krijgen. Op de rondvraag aan het eind van beide gesprekken waarbij jongeren antwoord konden geven op de vraag wat voor hen het belangrijkste is om te verbeteren, noemen alle jongeren de openingstijden. Zowel doordeweeks als op zondag. Eén jongere zegt ‘als ik maar één ding mag kiezen, dan zeg ik de zondag!’
19/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Vertrouwde omgeving Voelt de huiskamer als een vertrouwde en laagdrempelige plek? De jongeren reageren allemaal positief op deze vraag. Het voelt vertrouwd omdat ‘al je vrienden’ er ook zitten. Als er iets persoonlijks besproken moet worden met bijvoorbeeld de jongerenwerker dan kunnen zij uitwijken naar een lege kamer of gang.
5.3
De jongerenwerkers Hoe ervaren de jongeren de aanwezigheid en ondersteuning van de jongerenwerkers? De jongeren geven allemaal aan dat zij met hun vragen en persoonlijke problemen bij de jongerenwerkers terechtkunnen. De problemen en vragen waar jongeren mee aankloppen bij de jongerenwerkers zijn divers: persoonlijke problemen (‘even je hartje luchten’), ‘straatproblemen’, huiswerk, het vinden van een stageplek, het vinden van werk, schuldenproblematiek, het invullen van formulieren, et cetera. Uit de gesprekken komt ook naar voren dat niet alleen de jongerenwerkers de jongeren helpen maar de jongeren ook elkaar helpen. Het is erg duidelijk dat het voor de jongeren allemaal om vertrouwen draait en dat is er. Zowel tussen de jongerenwerkers en jongeren, als tussen de jongeren onderling. Veel van de jongeren en de jongerenwerkers kennen elkaar al lang waardoor dit vertrouwen er is. De jongeren vinden het heel positief dat zij de jongerenwerkers in kwestie al kenden voordat zij jongerenwerkers werden. Zij ervaren de jongerenwerkers als ‘één van hen’. Ervaren de jongeren dat zij worden geholpen omdat dit bij de functie van jongerenwerker hoort, of door de persoonlijke band die zij hebben met de jongerenwerker? De meeste vinden dat het een soort mix is. ‘Als je niet graag mensen helpt, dan word je ook geen jongerenwerker’ is het idee. Het is erg belangrijk voor de jongeren dat zij zich kunnen herkennen in de jongerenwerkers. Het is belangrijk dat de jongerenwerkers uit dezelfde wijk komen als de jongeren zelf. Voor sommige van hen vervullen de jongerenwerkers (hierdoor) een voorbeeldfunctie. De jongeren hebben het gevoel dat de huidige jongerenwerkers (doordat zij uit dezelfde wijk komen) goed weten hoe ze met de jongeren om moeten gaan. Bijvoorbeeld dat zij iemand niet in het bijzijn van de hele groep aanspreken op ongewenst gedrag, maar iemand apart nemen. Een voormalig jongerenwerker bij het JOP werd aangehaald als voorbeeld van hoe het volgens de jongeren niet moet: alles volgens het boekje zonder enige aansluiting ‘bij hun werkelijkheid’.
20/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.4
Activiteiten Volgens de jongeren is er elke week zaalvoetbal in één van de andere centra van 17:30 tot 19:00 uur. Zij zijn hier over het algemeen wel blij mee, maar er wordt wel door veel jongeren opgemerkt dat de zaal wel erg klein is voor het aantal mensen dat mee wil doen. Ook is het tijdstip waarop het zaalvoetbal wordt gehouden ‘onhandig’ voor jongeren die werken of op school zitten. Volgens meerdere jongeren waren er vroeger meer – en leukere – activiteiten. Er werden vaker uitjes georganiseerd, bijvoorbeeld naar Walibi. ‘Maar nu krijg je te horen dat het geld op is’. Er bestaat een behoefte aan meer activiteiten buiten het buurthuis. Eigen inbreng rond activiteiten Volgens de jongeren worden de activiteiten in de regel eerst door Participe/de gemeente geïnventariseerd, dan mogen de jongeren hier een keuze uit maken. Als er bij speciale gelegenheden een activiteit wordt georganiseerd, mogen de jongeren naar eigen zeggen wel meedenken over de inhoud. ‘We kunnen wel veel suggesties aandragen maar vaak kunnen dingen niet. Meestal om het geld.’ Een paar jongeren kaarten de eigen bijdrage aan voor de deelname aan bepaalde activiteiten. Volgens de jongeren is dit voor sommigen te hoog waardoor zij niet mee kunnen. Eén van de jongeren geeft aan dat er veel animo is voor meer muzikale activiteiten. (Hij geeft op dit moment rap-lessen aan kinderen). Hij wil hier ook meer mee doen. Ze zoeken momenteel naar een andere ruimte van Participe in de stad waar er meer mogelijkheden zijn. Huisraad Twee van de aanwezige jongeren zitten in de huisraad. Hier kunnen zij ideeën aandragen, een oogje in het zeil houden, activiteiten helpen organiseren, et cetera. Hiermee krijgen zij het gevoel dat ze een bijdrage leveren.
21/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.5
Belang voor JOP voor jongeren Waarom komen de jongeren naar eigen zeggen naar het JOP? De jongeren komen vooral om te ontspannen. Dit lukt niet in de portieken en gangen waar ze naar eigen zeggen anders hangen. Daar moeten ze ‘steeds opletten’ of er niet iemand aankomt die ze wegstuurt. Veel jongeren geven aan naar het JOP te komen omdat ‘al hun vrienden’ daar komen. ‘Voor de gezelligheid’ is een vaak genoemde reden om naar het JOP te komen. Bij het JOP is ‘altijd een luisterend oor’. Eén noemt nog het feit dat het binnen warm is in tegenstelling tot buiten of in de portieken. Het is voor sommigen vooral een plek waar je naar toe gaat ‘als je niks te doen hebt’. Tot slot houdt het ze naar eigen zeggen van de straat. Wie komen er niet meer naar het JOP en waarom niet? De jongeren benadrukken dat ‘iedereen’ hier welkom is. Zij geven wel aan dat hun vrienden die trouwen en kinderen krijgen op een gegeven ogenblik niet meer komen. Het JOP vervult dus vooral een belangrijke rol voor (jonge) tieners en twintigers in een bepaalde levensfase. Wat is er minder leuk aan het JOP? Een paar vinden dat het drinken te duur is. Ook zegt iemand dat hij steeds minder komt omdat het saai is. ‘Alles is steeds hetzelfde’. Wat zou er gebeuren als het JOP er niet meer was? De jongeren geven aan dat als het JOP er niet zou zijn, zij weer veel meer op straat zouden zijn en dat dit voor meer overlast in de buurt zou zorgen. Meerdere jongeren zijn van mening dat het ook wel beter met de buurt gaat sinds het JOP er is. Een paar jongeren opperen zelfs dat wij (de onderzoekers) dit bij de politie na moeten vragen, zodat we de meerwaarde van het JOP van twee kanten kunnen belichten. ‘Vroeger was het code rood in de wijk. Politieauto’s werden bekogeld als ze langsreden. Zonder JOP zou het hier “code zwart” zijn’. De jongeren kaarten hier een paradox aan die één van de jongeren ook expliciet benoemt: Hij heeft het gevoel dat ‘hoe meer je gaat kloten’ hoe meer je krijgt. Doordat het nu in de wijk redelijk rustig is, krijgen ze ook minder/wordt er minder naar hen geluisterd’.
22/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.6
Successen en verbeterpunten Verbeterpunten (door jongeren aangedragen) • Het allerbelangrijkste verbeterpunt volgens alle geïnterviewden zijn de openingstijden. Er is vooral behoefte aan een zondagsopening van het JOP. • Verouderde apparatuur, te weinig verschillende spullen/spelletjes. • Meer activiteiten buiten het JOP. • ‘We kunnen wel ideeën aandragen, maar er is meestal toch geen geld voor’. • Op zaterdag is de ruimte vaak te klein.
Positieve punten (door jongeren aangedragen) • Laagdrempeligheid van de ruimte. • Goede band met jongerenwerkers: Jongerenwerkers worden bijna beschouwd als ‘één van hen’. Jongerenwerkers kunnen zich goed inleven in de jongeren. • Jongerenwerkers vervullen een voorbeeldfunctie voor veel jongeren. • JOP voelt echt als een gezellige en vertrouwde omgeving. Vooral door het vertrouwen tussen zowel jongeren onderling, als tussen jongeren en jongerenwerkers.
Reflectie van jongerenwerkers Uit gesprekken met de jongerenwerkers voor en na de sessies blijkt, dat de jongerenwerkers de jongeren vaak ook helpen met dingen die buiten hun takenpakket vallen. Doordat zij elkaar allemaal langer kennen is er een grijs gebied waar niet duidelijk is of de jongerenwerker iets doet voor iemand omdat hij jongerenwerker is, of dat hij iets – soms buiten zijn takenpakket – doet uit persoonlijke betrokkenheid. Een luisterend oor bieden of iemand met bepaalde problemen doorverwijzen is één ding. Iemand met kans op schulden leren hoe je een ‘huishoudboekje’ maakt of helpen bij het vinden van een baan of stageplek is heel iets anders. Maar ook dit zijn de vragen waarmee jongeren bij elkaar en de jongerenwerkers aankloppen. Dat de jongerenwerkers dit soort ondersteuning zouden kunnen bieden als onderdeel van hun officiële takenpakket en niet naast hun werk zou volgens hen positief zijn. De jongerenwerkers kunnen zo als een voorliggende voorziening voor de jeugdhulpverlening fungeren. Zij kunnen door de vertrouwensband “een stuk meegaan” met de jongeren met problemen richting de hulpverlening.
23/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Bijlage 1 Rechte tellingen 1. Gemiddeld hoeveel uur per week heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Incidenteel Tot 2 uur in de week 2 tot 4 uur in de week 4 tot 8 uur in de week 8 tot 12 uur in de week 12 uur of meer in de week
6.38% 25.53% 29.79% 23.4% 6.38% 8.51%
2. Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
12.77% 25.53% 17.02% 44.68%
3. Doet u voor één of voor meerdere activiteiten / organisaties vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Eén Meerdere
58.7% 41.3%
4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 46) Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
24/37
19.57% 58.7% 10.87% 10.87%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5. Hoe bent u aan dit vrijwilligerswerk gekomen? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 47) Via familie, vrienden en bekenden 23.4% Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) 2.13% Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe 21.28% Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift 12.77% Via medewerkers van Participe 12.77% Anders 27.66% 6. Ik vind het leuk om vrijwilligerswerk te doen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26.67% 73.33% 0% 0% 0%
7. Het geeft voldoening (NTotaal = 47) (NValid = 47) Heel belangrijk 25.53% Belangrijk 68.09% Niet belangrijk 6.38% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 0% 8. Ik vind het leuk om andere mensen te ontmoeten (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
25/37
28.89% 66.67% 4.44% 0% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
9. Ik vind dat het erbij hoort (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk 17.78% Belangrijk 60% Niet belangrijk 17.78% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 4.44% 10. Ik wil leren en nieuwe (werk)ervaring opdoen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.89% 22.22% 31.11% 4.44% 33.33%
11. Het geeft structuur in mijn tijdsbesteding (NTotaal = 47) (NValid = 46) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.7% 47.83% 19.57% 6.52% 17.39%
12. Ik ben maatschappelijke stagiair (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26/37
0% 2.22% 2.22% 0% 95.56%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
13. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
2.22% 4.44% 4.44% 2.22% 86.67%
14. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
0% 0% 2.22% 0% 97.78%
15. Lichamelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 45) Vaak 0% Soms 24.44% Niet 75.56% 16. Geestelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 44) Vaak Soms Niet
2.27% 31.82% 65.91%
17. Verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
27/37
40% 60%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
18. Van wie verwacht u in de eerste plaats die steun? (NTotaal = 47) (NValid = 18) Van mijn mede vrijwilligers Van Participe Anders 19. de begeleiding van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
6.52% 58.7% 13.04% 0% 21.74%
20. de aansturing van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.55% 56.82% 15.91% 0% 22.73%
21. de waardering van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
28/37
13.04% 65.22% 10.87% 2.17% 8.7%
44.44% 55.56% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
22. de opleiding- en scholingsmogelijkheden? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 10.87% 2.17% 0% 86.96%
23. de (onkosten)vergoeding? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 17.39% 8.7% 0% 73.91%
24. de informatie die u krijgt? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.35% 52.17% 13.04% 6.52% 23.91%
25. Mist u nog iets in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Ja Nee
29/37
19.57% 80.43%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
26. de bereikbaarheid van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 55.56% 13.33% 2.22% 15.56%
27. de bereikbaarheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 64.44% 13.33% 2.22% 6.67%
28. de toegankelijkheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
15.91% 56.82% 11.36% 2.27% 13.64%
29. de deskundigheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
30/37
11.36% 56.82% 13.64% 2.27% 15.91%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
30. de activiteit waar u zich voor inzet? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
48.89% 46.67% 4.44% 0% 0%
31. Participe als organisatie? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
4.44% 46.67% 33.33% 11.11% 4.44%
32. De medewerker is betrokken bij mijn vrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
15.56% 62.22% 8.89% 4.44% 8.89%
33. De medewerker is betrokken bij mij als persoon (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
31/37
15.56% 64.44% 4.44% 6.67% 8.89%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
34. De medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
22.22% 51.11% 8.89% 4.44% 13.33%
35. De medewerker geeft mij voldoende feedback (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
11.11% 42.22% 11.11% 6.67% 28.89%
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) (NValid = 44) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.27% 0% 2.27% 2.27% 4.55% 18.18% 27.27% 38.64% 2.27% 2.27%
37. Verwacht u volgend jaar vrijwilligerswerk te doen? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
32/37
95.56% 4.44%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
38. Wat is hier de reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 2) Geen interesse of behoefte Tijdsgebrek Problemen met kinderopvang Gezondheid (Reis)kosten Ontevreden over de ondersteuning Anders 39. Wat is uw geslacht? (NTotaal = 47) (NValid = 42) Man 38.1% Vrouw 61.9% 40. Wat is uw leeftijd? (NTotaal = 47) (NValid = 45) 17 of jonger 18 t/m 26 27 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75+
33/37
0% 2.22% 6.67% 4.44% 11.11% 17.78% 40% 17.78%
0% 0% 0% 0% 0% 50% 50%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
41. Hoe kunt u uw situatie het best typeren? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Betaald werk voor minder dan 24 uur per week 6.82% Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week 9.09% Betaald werk voor 32 uur of meer per week 2.27% (Vervroegd) gepensioneerd 54.55% Vrijwillig thuis 9.09% Werkloos 2.27% Arbeidsongeschikt 15.91% Lerend / Studerend 0% 42. Als u als vrijwilliger actief bent in één van de accommodaties van Participe, welke accommodatie betreft dat dan? (NTotaal = 47) (NValid = 43) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
2.33% 16.28% 2.33% 20.93% 37.21% 20.93%
Kruistabellen Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in percentages 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 71.43%
33.33%
40%
40%
uw taak als vrijwilliger?
Nee 28.57%
66.67%
60%
60%
34/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in absolute aantallen 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 5
9
2
2
uw taak als vrijwilliger?
Nee 2
18
3
3
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) Wijk-, buurt- en bewonerszaken 7.63 Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) 6.68 Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen 6.4 Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd) 7.6 36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
35/37
8 6.86 8 6.13 6.75 7.78
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Open antwoorden 17a. In welke vorm verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 18) 1 Dat je met je problemen op dat vlak terecht kan bij de Participe-medewerker 2 Goede werkomstandigheden en materiaal 3 Op tijd inspelen op de actuele situatie 4 Waardering en een goed luisterend oor voor de werkzaamheden 5 Raad en daad door een professional, in mijn geval opbouwwerk van Participe 6
Dat alle bewoners zoveel mogelijk meeparticiperen. Iedereen kan worden ingezet, ook de kinderen.
7
Medewerking van de wijk waar ik het voor doe. Ondersteuning i.v.m. mogelijkheden van de gemeente Alphen aan den Rijn in de vorm van o.a. Participe e.d.
8
Advies over gemeente, wat kunnen we waar vinden en hoe werkt het en wat kunnen we er dan mee. Ondersteuning bij activiteiten, in mankracht of materialen.
9
In de vorm van een achterwacht. Iemand van de achterban om op terug te kunnen vallen als zich een situatie voordoet.
10 waardering 11 soms 12 alleen waardering 13
Medewerking van Participe en geen dwarsliggen van Participe. Helaas mijn ervaring, ook van vele anderen.
14 meer faciliteiten in een lokaal te kunnen werken en activiteiten te doen. 15 waar nodig is 16 samenwerking 17 Saskia (hebben we al) 18 gesprek bij eventuele problemen
36/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
25a. Wat mist u nog in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 9) Opbouwwerk stopt en dat is voor mij reden om te stoppen met mijn vrijwilligerswerk, 1 zonder hun steun (in mijn geval met name die van martine pretorius) is het in onze wijk niet te doen 2 Contact 3 Roosters worden slecht opgesteld en aangeleverd 4 Ik heb (krijg) geen ondersteuning. Wie of wat is Participe voor mij? 5 Het open houden van de Wielewaal 6
Het zelfstandig zijn in het organiseren is niet eenvoudig. Er zijn te veel regeltjes dat mag niet, dat wel.
7
Als ik hen nodig heb verschuilen ze zich achter elkander. Als zij je dwars kunnen zitten staan zij op een rij welke functie ze ook hebben tot directie aan toe.
8 geen goede communicatie om dingen te regelen 9 Meer betrokkenheid dat zaken goed geregeld worden.
{42}* In welke accommodatie van Participe bent u werkzaam. Anders, namelijk… (NTotaal = 47) (NValid = 10) 1
Het is niet Westerhoven maar Westerhove
2
restaurant schuif aan
3
van eigen huis uit
4
pluspunt aanplein 1 blij met je wijk
5
Blij met je wijk Lage Zijde
6
pluspunt Marsdiep 231
7
werkplein
8
Pluspunt Marsdiep 231
9
Vrijwilliger bij de voedselbank
10
Herculesstraat
37/37
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-diensten Participe
Rapport Participe, Alphen aan den Rijn
BMC Onderzoek november 2011 ing. V. Atalay, drs. A.E. Britt, L. Salomé MsC Projectnummer: 107280 Correspondentienummer: DH-2312-2608
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
INLEIDING
1
1.1
Doelstellingen
1
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers
1
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject
2
1.4
Leeswijzer
2
SAMENVATTING
3
2.1
Achtergrond
3
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers
3
2.3
Het huiskamerproject
4
ACHTERGRONDKENMERKEN VRIJWILLIGERS
6
3.1
Respons
6
3.2
Inzet als vrijwilliger
7
3.3
Motivatie van de vrijwilliger
9
ONDERSTEUNING AAN VRIJWILLIGERS
12
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning
12
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding
13
4.3
Waardering medewerkers Participe
14
4.4
Successen en aandachtspunten
17
HET HUISKAMERPROJECT
18
5.1
De accommodatie
19
5.2
De openingstijden
19
5.3
De jongerenwerkers
20
5.4
Activiteiten
21
5.5
Belang voor JOP voor jongeren
22
5.6
Successen en verbeterpunten
23
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 1 Inleiding Participe wil inzicht in de tevredenheid van klanten en gebruikers van haar collectieve Wmo-diensten en -voorzieningen. Deze informatie kan Participe gebruiken bij het verder ontwikkelen en zo mogelijk verbeteren van haar dienstverlening. Tevens wil Participe deze informatie verwerken in haar jaarverslag over het jaar 2011. Participe heeft BMC Onderzoek opdracht gegeven de beleving van twee diensten/doelgroepen te peilen: • •
de tevredenheid van vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe; de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in de Edelstenenbuurt.
De vrijwilligers zijn actief in het welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, actief in een aantal accommodaties in verschillende wijken, en vanuit het opbouwwerk.
1.1
Doelstellingen De kernvragen luiden als volgt: 1. Hoe tevreden of ontevreden zijn de vrijwilligers die dit jaar actief zijn in ouderenen buurtcentra over de door Participe geleverde ondersteuning? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter? 2. Hoe tevreden zijn de jongeren – overwegend afkomstig uit de Edelstenen- en Planetenbuurt – die dit jaar deelnemen aan het huiskamerproject over de individuele begeleiding, de accommodatie, de bereikbaarheid en openstelling van de accommodatie, de bejegening en de professionaliteit van de begeleiding? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter?
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers Voor de twee verschillende doelgroepen zijn verschillende methoden gehanteerd. De ruim honderd vrijwilligers die zich inzetten voor bepaalde activiteiten van Participe zijn per brief aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. De vrijwilligers konden de vragenlijst of via internet of op papier invullen. Papieren vragenlijsten konden in een antwoordenvelop naar BMC Onderzoek worden opgestuurd. Vrijwilligers die de vragenlijst online wilden invullen, konden dit doen door middel van een bijgevoegde inlognaam en een wachtwoord.
1/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject Voor het onderzoek naar de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in het Jongeren Ontmoetingspunt (JOP), is voor een kwalitatieve insteek gekozen omdat deze het meest passend is voor de vraagstelling. Tijdens twee groepsgesprekken met kleine groepen jongeren is ingegaan op diverse aspecten van het huiskamerproject en de begeleiding van de jongerenwerkers van Participe. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep!
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bestaat uit de samenvatting. Hoofdstuk 3 gaat in op de achtergrondgegevens van de vrijwilligers en hun motivatie om vrijwilligerswerk te doen. De verwachtingen en belevingen van ondersteuning komen in hoofdstuk 4 aan de orde, alsmede de waardering voor de medewerkers van Participe. Het onderzoek naar de ervaringen van de jongeren die deelnemen aan het huiskamerproject in het JOP komen in hoofdstuk 5 aan bod. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de door de jongeren aangedragen succes- en verbeterpunten opgesomd. De rechte tellingen en de open antwoorden van de vrijwilligers staan in de bijlage.
2/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 2 Samenvatting 2.1
Achtergrond Participe is de Wmo uitvoeringsorganisatie voor de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een groot aantal taken op de prestatievelden 1 t/m 6 van de Wmo. Eén van die taken is het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. De resultaten van dit onderzoek moeten tegen het licht gezien worden van twee zaken: Participe opereert in een bepaald spanningsveld tussen vrijwilliger en gemeente. Enerzijds hebben zij een rol als uitvoeringsorganisatie voor gemeentelijk beleid. Anderzijds zien sommige vrijwilligers hun als belangenbehartiger van vrijwilligers. Deze rollen kunnen botsen. Daarnaast speelt het onderzoek zich af tegen een periode van onzekerheid over de toekomst van een aantal accommodaties. Er bestaan al enkele jaren plannen om de accommodaties Westerhaven, Wielewaal en Westerhove te sluiten. Ook voor Castor & Pollux zijn sloopplannen. De verwachting is dat de onrust rond sommige accommodaties ook terugkomen in de antwoorden van respondenten werkzaam in de betreffende accommodaties.
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers 47 vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe hebben hun mening gegeven over deze ondersteuning en diverse andere aspecten van hun vrijwilligerswerk. Dit was een respons van 44%. De meeste respondenten verrichten tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de respondenten doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk. De meeste respondenten zetten zich in op het gebied van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. De meeste vrijwilligers zijn aan hun huidig vrijwilligerswerk gekomen via familie, vrienden en bekenden (23%) of via vrijwilligers van de activiteit waar zij nu vrijwilligerswerk doen (21%). Belangrijkste motivatie om vrijwilligerswerk te doen is volgens de respondenten omdat: - het leuk is om te doen (100% (heel) belangrijk); - het leuk is om andere mensen te ontmoeten (96% (heel) belangrijk); - het voldoening geeft (94% (heel) belangrijk).
3/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het overgrote deel van de respondenten (96%) zegt zich volgend jaar ook te willen inzetten als vrijwilliger. Eén van de twee respondenten die zegt zich volgend jaar niet meer te willen inzetten, geeft als reden aan dat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk als lichamelijk zwaar. Bijna een derde ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% vaak als geestelijk zwaar. De meerderheid (60%) zegt geen steun te verwachten bij het doen van hun vrijwilligerswerk. 40% geeft aan wel steun te verwachten. De meerderheid van deze groep verwacht die steun in de eerste plaats van Participe. Het meest tevreden zijn vrijwilligers over: - de waardering die zij krijgen (78% is (zeer) tevreden); - de begeleiding (66% is (zeer) tevreden); - de aansturing (62% is (zeer) tevreden). Het is echter opvallend dat relatief veel vrijwilligers bij ‘begeleiding’ (22%) en ‘aansturing’ (23%) antwoorden met ‘niet van toepassing’. Zij ervaren blijkbaar niet dat zij begeleiding en aansturing ontvangen. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over de medewerker van Participe die hen ondersteunt. 77% is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de medewerker en 73% is (zeer) tevreden over de toegankelijkheid van de medewerker. Ook zijn vrijwilligers het vaak eens met de stelling dat de medewerker betrokken is bij de vrijwilliger als persoon (80% (helemaal) mee eens). Aandachtspunt is wellicht het geven van feedback. Net iets meer dan de helft (53%) is het (helemaal) eens met de stelling dat de medewerker voldoende feedback geeft. Als eindoordeel voor de ondersteuning als geheel geven respondenten een 6,9. Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt-, en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Ook lijkt er verschil in tevredenheid te zijn tussen de verschillende accommodaties.
2.3
Het huiskamerproject Er zijn twee groepsgesprekken gevoerd met in totaal 14 jongeren. De gesprekken gingen over de ervaringen van de jongeren met: de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers, de accommodatie, de openingstijden, de activiteiten en verbeterpunten.
4/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Alle geïnterviewden (jongeren en jongvolwassenen) komen naar eigen zeggen al jaren naar het JOP. De accommodatie voldoet qua grootte meestal wel, behalve op zaterdag als het heel druk is. Alle jongeren vinden de openingstijden onvoldoende. Er is vooral behoefte aan een open ontmoetingspunt op zondag. Ook vinden sommigen dat het JOP doordeweeks iets langer open zou moeten zijn, zodat ook de jongeren met een baan of studie er langer kunnen rondhangen. Gevraagd naar activiteiten en de mogelijkheden rond eigen inbreng noemen zij vooral de wens voor meer activiteiten buiten het JOP. Ze zeggen dat deze er vroeger vaker waren maar dat de mogelijkheden nu beperkt zijn door ‘gebrek aan geld’. Hierdoor hebben zij het gevoel niet heel veel echte invloed uit te kunnen oefenen op het aanbod aan activiteiten. Wel zijn zij positief over bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van muziek (bijvoorbeeld rap-lessen) en de kans om de ruimte zelf te versieren met graffiti. De relatie met de jongerenwerkers wordt als goed ervaren. Jongeren geven aan de jongerenwerkers als ‘één van hen’ te zien. Ook is er een gevoel van wederzijds vertrouwen. Dit mede doordat veel jongeren de jongerenwerkers al kenden voordat zij jongerenwerker werden. Zij komen uit dezelfde wijk en veel jongeren kijken naar hen op en voelen zich door hen begrepen. De jongeren geven aan het gevoel te hebben altijd bij de jongerenwerkers terecht te kunnen. Ook met persoonlijke vragen of problemen. De jongeren komen vooral naar het JOP om zich te ontspannen. Het spreekt jongeren aan dat ‘al hun vrienden’ er ook komen. Het houdt ze naar eigen zeggen ‘van de straat’. Als het JOP er niet zou zijn dan zouden veel van de jongeren simpelweg ‘weer op straat gaan hangen’.
5/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken vrijwilligers 3.1
Respons In totaal heeft Participe 108 vrijwilligers aangeschreven. 47 vrijwilligers hebben de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (31) op papier. De rest (16) via internet. Het responspercentage komt hiermee op 44%. Dit is een goede respons voor dit soort onderzoeken onder vrijwilligers. Achtergrond Het merendeel van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar oud. Vrouwen zijn – zoals in de meeste onderzoeken – oververtegenwoordigd (62%).
Figuur 1
6/37
Leeftijdsverdeling vrijwilligers
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Meer dan de helft (55%) van de respondenten omschrijft hun situatie als (vervroegd) gepensioneerd. Dit is in overeenstemming met de grote groep oudere respondenten. Slechts 2% verricht 32 uur per week of meer betaalde arbeid. Bijna 16% is arbeidsongeschikt. Tabel 1
Situatie, dagbesteding
Situatie
Percentage
Betaald werk voor minder dan 24 uur per week Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week Betaald werk voor 32 uur of meer per week (Vervroegd) gepensioneerd Vrijwillig thuis Werkloos Arbeidsongeschikt Lerend/studerend
7% 9% 2% 55% 9% 2% 16% 0%
Aan de vrijwilligers die actief zijn in één van de accommodaties van Participe is gevraagd in welke dat is. De meeste respondenten die in een accommodatie van Participe werken, doen dit in de Westerhove (37%). Ook werkt ongeveer één op de vijf (21%) bij de Wielewaal. De ‘anders, namelijk’-categorie is terug te lezen in de bijlage. Tabel 2
3.2
Accommodaties
Accommodatie
Percentage
De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders, namelijk…
2% 16% 2% 21% 37% 21%
Inzet als vrijwilliger Aan vrijwilligers is gevraagd hoeveel uur zij het afgelopen jaar gemiddeld per week vrijwilligerswerk hebben gedaan en hoe lang zij al vrijwilligerswerk verrichten. De meeste respondenten verrichten gemiddeld tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de vrijwilligers doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk (zie de volgende figuren).
7/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 2
Gemiddeld aantal uur per week
Figuur 3
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
De meeste respondenten zetten zich momenteel in voor één activiteit. Ruim 40% van de respondenten zet zich in voor meerdere activiteiten. De meerderheid van de respondenten doet vrijwilligerswerk op het terrein van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. Eén op de vijf zet zich in voor wijk-, buurt- en bewonerszaken (zie volgende tabel).
8/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Tabel 3
Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u?
Terrein Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
Percentage 20% 59% 11% 11%
Hoe zijn deze vrijwilligers aan hun huidige vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers komen aan hun vrijwilligerswerk via familie, vrienden en bekenden (23%). Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. Ook is een groot deel aan het huidige vrijwilligerswerk gekomen via vrijwilligers van de activiteit waar de respondent nu vrijwilligerswerk voor verricht (21%). Zie de volgende tabel voor het volledige overzicht: Tabel 4
Hoe aan huidige vrijwilligerswerk gekomen?
Kanaal Via familie, vrienden en bekenden Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift Via medewerkers van Participe Anders
Percentage 23% 2% 21% 13% 13% 28%
Het is om meerdere redenen belangrijk dat het huidige bestand van vrijwilligers tevreden is over hun vrijwilligerswerk en de ondersteuning die zij daarbij krijgen/nodig hebben. Niet alleen om het huidige bestand te binden, maar ook door de rol die vrijwilligers spelen in het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De meeste mensen komen immers aan hun vrijwilligers via familie, vrienden, bekenden of via andere vrijwilligers. Door de vergrijzing zal de groep burgers dat vrijwilligerswerk doet, kunnen slinken. De rol van ambassadeur die de huidige vrijwilligers op zich kunnen nemen, wordt dan des te belangrijker. Dat vrijwilligers voornamelijk worden geworven door mensen in hun netwerk, of de bestaande vrijwilligers, is niet alleen een kracht. Er bestaat ook het gevaar dat het vrijwilligersbestand hierdoor redelijk homogeen blijft. Mensen die ‘niet in de groep passen’ kunnen hierdoor soms moeilijker aansluiting vinden.
3.3
Motivatie van de vrijwilliger Wat is de motivatie van mensen om zich in te zetten via vrijwilligerswerk? Voor heel veel mensen is het simpelweg omdat zij het leuk vinden om te doen. Ook geeft het voor vrijwilligers voldoening. Het ontmoeten van andere mensen door het doen van vrijwilligerswerk speelt ook een hele grote rol. In de volgende figuren is terug te lezen hoe belangrijk bepaalde redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor de respondenten.
9/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 4
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (1 van 2)
Figuur 5
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (2 van 2)
10/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid Hoe betrokken zijn vrijwilligers naar eigen zeggen bij de activiteit(en) waar zij zich voor inzetten? En welke mate van betrokkenheid voelen vrijwilligers voor Participe als organisatie? Het blijkt dat vrijwilligers zich vooral betrokken voelen bij hun activiteit en in mindere mate bij Participe als organisatie. Bijna 96% van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij de activiteit waar zij zich voor inzetten. Iets meer dan de helft van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij Participe als organisatie. Eén op de tien respondenten voelt zich niet betrokken bij Participe. Continuïteit vrijwilligerswerk In hoeverre zijn vrijwilligers van plan volgend jaar door te gaan met het doen van vrijwilligerswerk? En zo niet, waar ligt dit dan aan? Het overgrote deel van de respondenten (96%) geeft aan volgend jaar ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Twee respondenten geven aan dit niet van plan te zijn. Eén daarvan omdat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning, de ander heeft de antwoordcategorie ‘anders’ aangekruist. De redenering is daarom niet te achterhalen. Belasting vrijwilligers Het doen van vrijwilligerswerk kan beslag leggen op een vrijwilliger (zowel lichamelijk als geestelijk). Aan vrijwilligers is gevraagd in hoeverre zij het vrijwilligerswerk als (geestelijk of lichamelijk) zwaar ervaren. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk soms als lichamelijk zwaar (24%). Bijna een derde van de vrijwilligers ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% ervaart het vrijwilligerswerk vaak als geestelijk zwaar. Ondersteuning kan ertoe bijdragen dat vrijwilligers hun vrijwilligerswerk goed kunnen (blijven) doen. In het volgend hoofdstuk komen de ervaringen van vrijwilligers met die ondersteuning en de verwachtingen van ondersteuning aan bod.
11/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 4 Ondersteuning aan vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in veel onderdelen van de samenleving. Binnen de kaders van de Wmo heeft de ondersteuning aan vrijwilligers daarom een eigen plek gekregen binnen prestatieveld 4. Medewerkers van Participe ondersteunen vrijwilligers bijvoorbeeld bij het maken van activiteitenplannen en indien nodig bij het uitvoeren van activiteiten zelf. Ook zetten zij zich in voor het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Doel is dat vrijwilligers en hun organisaties in staat zijn om zelfstandig en professioneel hun activiteiten uit te voeren en dat er in de wijken een goed aanbod aan activiteiten is.
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning Ondersteuning verwacht? Aan vrijwilligers is gevraagd of zij steun verwachten bij hun taak als vrijwilliger. De respondenten die ‘ja’ antwoordden, konden vervolgens aangeven in welke vorm zij deze steun verwachten. De meerderheid van de respondenten zegt geen steun te verwachten bij hun taak als vrijwilliger (60%). 40% zegt wel steun te verwachten. 18 respondenten hebben het open antwoordveld ingevuld. De open antwoorden over de vorm van de steun zijn divers. Een paar gaan in op de wens ergens terecht te kunnen bij problemen. Drie respondenten noemen expliciet ‘waardering’ voor hun werk als vrijwilliger. Het compleet overzicht van de open antwoorden is terug te lezen in de bijlage. Het blijkt dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken vaker ondersteuning verwachten bij hun taak als vrijwilliger dan de vrijwilligers die werkzaam zijn in de andere sectoren.
Ondersteuning van wie? Van wie verwachten vrijwilligers in de eerste plaats ondersteuning? Respondenten die aangaven steun te verwachten bij hun taak konden kiezen uit drie antwoordmogelijkheden: ‘van mijn medevrijwilligers’, ‘van Participe’ en ‘anders’. Iets meer dan de helft van de respondenten (56%) verwacht deze steun in de eerste plaats van Participe. De overige respondenten van hun mede vrijwilligers. Niemand vulde ‘anders’ in.
12/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding Aan vrijwilligers is gevraagd hoe tevreden of ontevreden zij zijn over diverse aspecten van het vrijwilligerswerk, zoals de begeleiding, aansturing, waardering en informatievoorziening. In de volgende figuur is de tevredenheid per aspect terug te lezen.
Figuur 6
Tevredenheid vrijwilligers over…
Het meest tevreden zijn respondenten over de waardering van vrijwilligers. In totaal is 78% van de vrijwilligers hier (zeer) tevreden over. De tevredenheid over de begeleiding van vrijwilligers staat met 66% (zeer) tevreden op de tweede plek. Ook zijn de meeste respondenten (zeer) tevreden over de aansturing die zij krijgen (63% (zeer) tevreden). Desalniettemin is 16% ontevreden over de aansturing. De informatie die de vrijwilligers krijgen wordt minder positief beoordeeld. Eén op de vijf respondenten is hier (zeer) ontevreden over. Verder geven veel respondenten aan dat de ‘opleidings- en scholingsmogelijkheden’ en de ‘onkostenvergoeding’ niet op hen van toepassing is. Opvallender is echter het aandeel vrijwilligers dat aangeeft dat ‘begeleiding’ en ‘aansturing’ niet op hen van toepassing is (22% en 23%). Het lijkt erop dat ze vinden dat er geen begeleiding en aansturing is. Hierbij plaatsen wij de volgende kanttekening. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht van een vrijwilliger. Een professioneel functionerende vrijwilliger kan de ondersteuning ook als contact zien en niet, of minder, als begeleiding of aansturing.
13/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Lacunes in ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd of zij nog iets missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Ook hier konden de respondenten aangeven wat zij missen in een open schrijfvak. Eén op de vijf respondenten geeft aan nog iets te missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Deze negen respondenten hebben geprobeerd aan te geven wat zij missen. Eén respondent geeft aan betrokkenheid te missen. Twee noemen goed contact of communicatie. Het overzicht van alle open antwoorden is terug te lezen in de bijlage.
4.3
Waardering medewerkers Participe Bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid Hoe tevreden zijn de vrijwilligers over de bereikbaarheid van Participe als organisatie. De bereikbaarheid van de medewerker die hen ondersteunt? De toegankelijkheid en deskundigheid van de medewerkers?
Figuur 7
Tevredenheid bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid
Het meest tevreden zijn respondenten over de bereikbaarheid van de medewerker van Participe die hen ondersteunt. Relatief het minst tevreden zijn de respondenten over de deskundigheid van de medewerkers.
14/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid, terughoudendheid Voor Participe is het belangrijk dat vrijwilligers ervaren dat de medewerker betrokken is bij hun werk en bij hen als persoon. Dit zonder het eigen initiatief en ontwikkeling van de vrijwilliger in kwestie te beknotten. De ondersteuning is immers gericht op het versterken van de eigen kracht van zowel de vrijwilliger als de organisatie. Hier zijn in verschillende stadia verschillende inzet nodig. De medewerker doet waar mogelijk een stap naar achteren, en waar nodig een stap naar voren. Vrijwilligers is een aantal stellingen voorgelegd over de betrokkenheid van de medewerkers. De resultaten zijn in de volgende figuur terug te lezen.
Figuur 8
Betrokkenheid, ruimte, feedback
De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden over de betrokkenheid van de medewerkers van Participe, zowel bij hun vrijwilligerswerk als bij hen persoonlijk. De antwoorden op de stelling ‘de medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren’ laten een diverser beeld zien. Het aandeel vrijwilligers dat het hier helemaal mee eens is, is groter dan bij de andere stellingen. In verhouding tot de andere stellingen lijkt het geven van voldoende feedback nog een aandachtspunt voor de medewerkers. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit niet op hen van toepassing is. Daarnaast geeft bijna één op de vijf respondenten aan dat zij het (helemaal) oneens zijn met deze stelling.
Eindoordeel ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd om een eindoordeel te geven over de ondersteuning door de medewerker van Participe door middel van een rapportcijfer. Gemiddeld
15/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
geven de respondenten een 6,9 voor de ondersteuning. De verdeling van gegeven rapportcijfers is in de volgende figuur terug te lezen. Het meest gegeven cijfer is een 8. Ongeveer één op de tien respondenten geeft een onvoldoende. Figuur 9
Spreiding rapportcijfers eindoordeel ondersteuning
Bestaan er verschillen in de tevredenheid van vrijwilligers in verhouding tot welk soort vrijwilligerswerk zij doen? Of bijvoorbeeld de accommodatie waarvoor zij werken? De verschillen zijn klein. Bovendien geven deze verschillen door het lage aantal respondenten bij sommige soorten vrijwilligerswerk en accommodaties slechts een indicatie van de tevredenheid per groep. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij het lezen van deze cijfers. Tabel 5
Rapportcijfer ondersteuning naar soort vrijwilligerswerk
Soort vrijwilligerswerk Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
16/37
Gemiddeld rapportcijfer 7.6 6.7 6.4 7.6
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Tabel 6
Rapportcijfer ondersteuning naar accommodatie
Accommodatie De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
Gemiddeld rapportcijfer 8 6.9 8 6.1 6.8 7.8
Per accommodatie blijken de rapportcijfers niet sterk te verschillen. Vrijwilligers werkzaam in Westerhaven geven gemiddeld het hoogste cijfer. Gelet op het kleine aandeel vrijwilligers dat werkzaam is in sommige accommodaties, zijn deze cijfers slechts indicatief.
4.4
Successen en aandachtspunten Positieve punten: • Bijna alle respondenten (96%) geven aan zich volgend jaar weer in te willen zetten. • 78% van de vrijwilligers is (zeer) tevreden over de waardering die zij krijgen. • 80% van de respondenten vindt dat de medewerker van Participe betrokken is bij de vrijwilliger als persoon. • Vrijwilligers vervullen zelf een belangrijke rol in het werven van nieuwe vrijwilligers. Aandachtspunten: • Door de grote rol die bestaande vrijwilligers vervullen bij het werven van nieuwe vrijwilligers bestaat gevaar van het buitensluiten van ‘buitenbeentjes’ / sterke homogeniteit van het vrijwilligersbestand. • Iets meer dan de helft (53%) van de vrijwilligers vindt dat hij/zij voldoende feedback krijgt. Het geven van feedback is belangrijk voor de eigen kracht van vrijwilligers en hun organisaties. • Relatie tussen Participe als organisatie en vrijwilligers. Vrijwilligers voelen zich erg betrokken bij hun activiteiten en ervaren een grote betrokkenheid vanuit de medewerkers van Participe. Hoe kan de betrokkenheid van de vrijwilligers bij Participe als organisatie worden vergroot?
17/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 5 Het Huiskamerproject Sinds 2008 is er in het Pluspunt aan de Briljantstraat een Jongerenontmoetingsplaats gevestigd. Participe heeft hier een huiskamerproject opgezet. Deze activiteit wordt volgens het productenboek van Participe als volgt omschreven: ‘Creëren en begeleiden van een huiskamer voor jongeren in de Edelstenen- en Planetenbuurt. Binnen de huiskamer individueel begeleiden van jongeren op verschillende terreinen.’ Het beoogd resultaat is: ‘Jongeren kunnen op een veilige en op een voor hen prettige wijze samenkomen en ze kunnen op een constructieve wijze aan hun persoonlijke situatie werken en leren hun eigen keuzes te maken en hun zelfredzaamheid vergroten.’ Participe wil graag weten hoe de jongeren die gebruikmaken van de huiskamer een aantal zaken ervaren. Het gaat dan met name om: - Hoe wordt de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers door de jongeren ervaren? - Voldoet de ruimte? (Zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik?) - In hoeverre voldoen de openingstijden aan de behoefte? - Is de huiskamer voor de jongeren een vertrouwde omgeving? - Wat vinden de jongeren van de activiteiten die worden georganiseerd? (Kunnen jongeren zelf voldoende input leveren bij het opzetten van activiteiten?) Om op deze vragen antwoorden te krijgen, zijn er twee groepsgesprekken gehouden met zeven jongeren per groep.
De jongeren, achtergrond De geïnterviewden zijn allemaal jongeren en jongvolwassenen. De oudste is 27 jaar. Veel van de jongeren zitten nog op school. Sommigen volgen een stage. Enkele werken (zowel fulltime als bijbaantjes). Enkelen zijn werkloos en volgen geen vorm van onderwijs. Alle jongens zeggen uit de Edelstenenbuurt te komen. Praktisch alle jongeren geven aan het JOP te bezoeken sinds het open is.
18/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.1
De accommodatie Doordeweeks is het volgens de jongeren niet te druk. Op zaterdagavond wel. Dan is de ruimte volgens jongeren wat aan de krappe kant. ‘Dan zitten we allemaal bij elkaar op schoot!’ Ook geven jongeren aan de pooltafel weinig te gebruiken. ‘Hij neemt teveel ruimte in beslag’. Verder vinden de jongeren de computers ‘best oud’. ‘En dan zitten ze nog vast aan een ketting ook, alsof iemand zo’n groot, oud ding gaat meenemen!’ Ook zouden de jongeren graag een nieuwere en/of tweede Playstation willen. Nu is er vaak een wachtlijst om te kunnen spelen. De jongeren zijn positief over het feit dat binnenkort de muren allemaal versierd worden met graffiti. De jongeren hebben dit zelf aangedragen.
5.2
De openingstijden Een punt dat tijdens het voorstelrondje al aan bod komt en waar jongeren vaak tijdens de gesprekken op terugkomen zijn de openingstijden. “Deze moeten ruimer”, stelt iemand. Alle andere jongeren zijn het met hem eens. Vooral op zondag is er behoefte aan het JOP. Er is volgens de meeste jongeren dan namelijk niks te doen. Meerdere jongeren zouden graag zien dat het JOP wat later op zaterdagavond open bleef. Bijvoorbeeld even laat als ‘de stad’. Dat hoeft volgens één van de jongeren niet elke week, incidenteel zou ook al goed zijn. Sommigen vinden dat de openingstijden doordeweeks juist nadelig zijn voor de jongeren die naar school gaan of een baan hebben. Het JOP is vooral ’s middags open en vroeg in de avond, waardoor je als je elders op school zit nog maar heel weinig tijd hebt om ‘te chillen’. De jongeren geven allemaal aan zelf niet echt te weten waarom het JOP niet vaker open kan of mag zijn. Sommige denken dat het komt omdat er ‘te weinig jongerenwerkers’ zijn. Of omdat er voor hun ‘te weinig uren’ beschikbaar zijn. Zij denken dat het in ieder geval niet aan de buurtbewoners ligt. De buurtbewoners willen volgens hen eerder dat er juist ruimere openingstijden komen zodat zij (de jongeren) minder op straat rondhangen. Een paar jongeren vertellen trots dat er zelfs één keer ruim 70 handtekeningen onder buurtbewoners zijn opgehaald voor ruimere openingstijden van het JOP. Enkele zeggen dat zij zelf wel bereid zouden zijn om zich in te zetten als vrijwilliger om het JOP vaker open te krijgen. Op de rondvraag aan het eind van beide gesprekken waarbij jongeren antwoord konden geven op de vraag wat voor hen het belangrijkste is om te verbeteren, noemen alle jongeren de openingstijden. Zowel doordeweeks als op zondag. Eén jongere zegt ‘als ik maar één ding mag kiezen, dan zeg ik de zondag!’
19/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Vertrouwde omgeving Voelt de huiskamer als een vertrouwde en laagdrempelige plek? De jongeren reageren allemaal positief op deze vraag. Het voelt vertrouwd omdat ‘al je vrienden’ er ook zitten. Als er iets persoonlijks besproken moet worden met bijvoorbeeld de jongerenwerker dan kunnen zij uitwijken naar een lege kamer of gang.
5.3
De jongerenwerkers Hoe ervaren de jongeren de aanwezigheid en ondersteuning van de jongerenwerkers? De jongeren geven allemaal aan dat zij met hun vragen en persoonlijke problemen bij de jongerenwerkers terechtkunnen. De problemen en vragen waar jongeren mee aankloppen bij de jongerenwerkers zijn divers: persoonlijke problemen (‘even je hartje luchten’), ‘straatproblemen’, huiswerk, het vinden van een stageplek, het vinden van werk, schuldenproblematiek, het invullen van formulieren, et cetera. Uit de gesprekken komt ook naar voren dat niet alleen de jongerenwerkers de jongeren helpen maar de jongeren ook elkaar helpen. Het is erg duidelijk dat het voor de jongeren allemaal om vertrouwen draait en dat is er. Zowel tussen de jongerenwerkers en jongeren, als tussen de jongeren onderling. Veel van de jongeren en de jongerenwerkers kennen elkaar al lang waardoor dit vertrouwen er is. De jongeren vinden het heel positief dat zij de jongerenwerkers in kwestie al kenden voordat zij jongerenwerkers werden. Zij ervaren de jongerenwerkers als ‘één van hen’. Ervaren de jongeren dat zij worden geholpen omdat dit bij de functie van jongerenwerker hoort, of door de persoonlijke band die zij hebben met de jongerenwerker? De meeste vinden dat het een soort mix is. ‘Als je niet graag mensen helpt, dan word je ook geen jongerenwerker’ is het idee. Het is erg belangrijk voor de jongeren dat zij zich kunnen herkennen in de jongerenwerkers. Het is belangrijk dat de jongerenwerkers uit dezelfde wijk komen als de jongeren zelf. Voor sommige van hen vervullen de jongerenwerkers (hierdoor) een voorbeeldfunctie. De jongeren hebben het gevoel dat de huidige jongerenwerkers (doordat zij uit dezelfde wijk komen) goed weten hoe ze met de jongeren om moeten gaan. Bijvoorbeeld dat zij iemand niet in het bijzijn van de hele groep aanspreken op ongewenst gedrag, maar iemand apart nemen. Een voormalig jongerenwerker bij het JOP werd aangehaald als voorbeeld van hoe het volgens de jongeren niet moet: alles volgens het boekje zonder enige aansluiting ‘bij hun werkelijkheid’.
20/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.4
Activiteiten Volgens de jongeren is er elke week zaalvoetbal in één van de andere centra van 17:30 tot 19:00 uur. Zij zijn hier over het algemeen wel blij mee, maar er wordt wel door veel jongeren opgemerkt dat de zaal wel erg klein is voor het aantal mensen dat mee wil doen. Ook is het tijdstip waarop het zaalvoetbal wordt gehouden ‘onhandig’ voor jongeren die werken of op school zitten. Volgens meerdere jongeren waren er vroeger meer – en leukere – activiteiten. Er werden vaker uitjes georganiseerd, bijvoorbeeld naar Walibi. ‘Maar nu krijg je te horen dat het geld op is’. Er bestaat een behoefte aan meer activiteiten buiten het buurthuis. Eigen inbreng rond activiteiten Volgens de jongeren worden de activiteiten in de regel eerst door Participe/de gemeente geïnventariseerd, dan mogen de jongeren hier een keuze uit maken. Als er bij speciale gelegenheden een activiteit wordt georganiseerd, mogen de jongeren naar eigen zeggen wel meedenken over de inhoud. ‘We kunnen wel veel suggesties aandragen maar vaak kunnen dingen niet. Meestal om het geld.’ Een paar jongeren kaarten de eigen bijdrage aan voor de deelname aan bepaalde activiteiten. Volgens de jongeren is dit voor sommigen te hoog waardoor zij niet mee kunnen. Eén van de jongeren geeft aan dat er veel animo is voor meer muzikale activiteiten. (Hij geeft op dit moment rap-lessen aan kinderen). Hij wil hier ook meer mee doen. Ze zoeken momenteel naar een andere ruimte van Participe in de stad waar er meer mogelijkheden zijn. Huisraad Twee van de aanwezige jongeren zitten in de huisraad. Hier kunnen zij ideeën aandragen, een oogje in het zeil houden, activiteiten helpen organiseren, et cetera. Hiermee krijgen zij het gevoel dat ze een bijdrage leveren.
21/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.5
Belang voor JOP voor jongeren Waarom komen de jongeren naar eigen zeggen naar het JOP? De jongeren komen vooral om te ontspannen. Dit lukt niet in de portieken en gangen waar ze naar eigen zeggen anders hangen. Daar moeten ze ‘steeds opletten’ of er niet iemand aankomt die ze wegstuurt. Veel jongeren geven aan naar het JOP te komen omdat ‘al hun vrienden’ daar komen. ‘Voor de gezelligheid’ is een vaak genoemde reden om naar het JOP te komen. Bij het JOP is ‘altijd een luisterend oor’. Eén noemt nog het feit dat het binnen warm is in tegenstelling tot buiten of in de portieken. Het is voor sommigen vooral een plek waar je naar toe gaat ‘als je niks te doen hebt’. Tot slot houdt het ze naar eigen zeggen van de straat. Wie komen er niet meer naar het JOP en waarom niet? De jongeren benadrukken dat ‘iedereen’ hier welkom is. Zij geven wel aan dat hun vrienden die trouwen en kinderen krijgen op een gegeven ogenblik niet meer komen. Het JOP vervult dus vooral een belangrijke rol voor (jonge) tieners en twintigers in een bepaalde levensfase. Wat is er minder leuk aan het JOP? Een paar vinden dat het drinken te duur is. Ook zegt iemand dat hij steeds minder komt omdat het saai is. ‘Alles is steeds hetzelfde’. Wat zou er gebeuren als het JOP er niet meer was? De jongeren geven aan dat als het JOP er niet zou zijn, zij weer veel meer op straat zouden zijn en dat dit voor meer overlast in de buurt zou zorgen. Meerdere jongeren zijn van mening dat het ook wel beter met de buurt gaat sinds het JOP er is. Een paar jongeren opperen zelfs dat wij (de onderzoekers) dit bij de politie na moeten vragen, zodat we de meerwaarde van het JOP van twee kanten kunnen belichten. ‘Vroeger was het code rood in de wijk. Politieauto’s werden bekogeld als ze langsreden. Zonder JOP zou het hier “code zwart” zijn’. De jongeren kaarten hier een paradox aan die één van de jongeren ook expliciet benoemt: Hij heeft het gevoel dat ‘hoe meer je gaat kloten’ hoe meer je krijgt. Doordat het nu in de wijk redelijk rustig is, krijgen ze ook minder/wordt er minder naar hen geluisterd’.
22/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.6
Successen en verbeterpunten Verbeterpunten (door jongeren aangedragen) • Het allerbelangrijkste verbeterpunt volgens alle geïnterviewden zijn de openingstijden. Er is vooral behoefte aan een zondagsopening van het JOP. • Verouderde apparatuur, te weinig verschillende spullen/spelletjes. • Meer activiteiten buiten het JOP. • ‘We kunnen wel ideeën aandragen, maar er is meestal toch geen geld voor’. • Op zaterdag is de ruimte vaak te klein.
Positieve punten (door jongeren aangedragen) • Laagdrempeligheid van de ruimte. • Goede band met jongerenwerkers: Jongerenwerkers worden bijna beschouwd als ‘één van hen’. Jongerenwerkers kunnen zich goed inleven in de jongeren. • Jongerenwerkers vervullen een voorbeeldfunctie voor veel jongeren. • JOP voelt echt als een gezellige en vertrouwde omgeving. Vooral door het vertrouwen tussen zowel jongeren onderling, als tussen jongeren en jongerenwerkers.
Reflectie van jongerenwerkers Uit gesprekken met de jongerenwerkers voor en na de sessies blijkt, dat de jongerenwerkers de jongeren vaak ook helpen met dingen die buiten hun takenpakket vallen. Doordat zij elkaar allemaal langer kennen is er een grijs gebied waar niet duidelijk is of de jongerenwerker iets doet voor iemand omdat hij jongerenwerker is, of dat hij iets – soms buiten zijn takenpakket – doet uit persoonlijke betrokkenheid. Een luisterend oor bieden of iemand met bepaalde problemen doorverwijzen is één ding. Iemand met kans op schulden leren hoe je een ‘huishoudboekje’ maakt of helpen bij het vinden van een baan of stageplek is heel iets anders. Maar ook dit zijn de vragen waarmee jongeren bij elkaar en de jongerenwerkers aankloppen. Dat de jongerenwerkers dit soort ondersteuning zouden kunnen bieden als onderdeel van hun officiële takenpakket en niet naast hun werk zou volgens hen positief zijn. De jongerenwerkers kunnen zo als een voorliggende voorziening voor de jeugdhulpverlening fungeren. Zij kunnen door de vertrouwensband “een stuk meegaan” met de jongeren met problemen richting de hulpverlening.
23/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Bijlage 1 Rechte tellingen 1. Gemiddeld hoeveel uur per week heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Incidenteel Tot 2 uur in de week 2 tot 4 uur in de week 4 tot 8 uur in de week 8 tot 12 uur in de week 12 uur of meer in de week
6.38% 25.53% 29.79% 23.4% 6.38% 8.51%
2. Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
12.77% 25.53% 17.02% 44.68%
3. Doet u voor één of voor meerdere activiteiten / organisaties vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Eén Meerdere
58.7% 41.3%
4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 46) Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
24/37
19.57% 58.7% 10.87% 10.87%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5. Hoe bent u aan dit vrijwilligerswerk gekomen? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 47) Via familie, vrienden en bekenden 23.4% Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) 2.13% Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe 21.28% Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift 12.77% Via medewerkers van Participe 12.77% Anders 27.66% 6. Ik vind het leuk om vrijwilligerswerk te doen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26.67% 73.33% 0% 0% 0%
7. Het geeft voldoening (NTotaal = 47) (NValid = 47) Heel belangrijk 25.53% Belangrijk 68.09% Niet belangrijk 6.38% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 0% 8. Ik vind het leuk om andere mensen te ontmoeten (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
25/37
28.89% 66.67% 4.44% 0% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
9. Ik vind dat het erbij hoort (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk 17.78% Belangrijk 60% Niet belangrijk 17.78% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 4.44% 10. Ik wil leren en nieuwe (werk)ervaring opdoen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.89% 22.22% 31.11% 4.44% 33.33%
11. Het geeft structuur in mijn tijdsbesteding (NTotaal = 47) (NValid = 46) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.7% 47.83% 19.57% 6.52% 17.39%
12. Ik ben maatschappelijke stagiair (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26/37
0% 2.22% 2.22% 0% 95.56%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
13. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
2.22% 4.44% 4.44% 2.22% 86.67%
14. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
0% 0% 2.22% 0% 97.78%
15. Lichamelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 45) Vaak 0% Soms 24.44% Niet 75.56% 16. Geestelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 44) Vaak Soms Niet
2.27% 31.82% 65.91%
17. Verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
27/37
40% 60%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
18. Van wie verwacht u in de eerste plaats die steun? (NTotaal = 47) (NValid = 18) Van mijn mede vrijwilligers Van Participe Anders 19. de begeleiding van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
6.52% 58.7% 13.04% 0% 21.74%
20. de aansturing van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.55% 56.82% 15.91% 0% 22.73%
21. de waardering van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
28/37
13.04% 65.22% 10.87% 2.17% 8.7%
44.44% 55.56% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
22. de opleiding- en scholingsmogelijkheden? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 10.87% 2.17% 0% 86.96%
23. de (onkosten)vergoeding? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 17.39% 8.7% 0% 73.91%
24. de informatie die u krijgt? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.35% 52.17% 13.04% 6.52% 23.91%
25. Mist u nog iets in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Ja Nee
29/37
19.57% 80.43%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
26. de bereikbaarheid van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 55.56% 13.33% 2.22% 15.56%
27. de bereikbaarheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 64.44% 13.33% 2.22% 6.67%
28. de toegankelijkheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
15.91% 56.82% 11.36% 2.27% 13.64%
29. de deskundigheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
30/37
11.36% 56.82% 13.64% 2.27% 15.91%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
30. de activiteit waar u zich voor inzet? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
48.89% 46.67% 4.44% 0% 0%
31. Participe als organisatie? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
4.44% 46.67% 33.33% 11.11% 4.44%
32. De medewerker is betrokken bij mijn vrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
15.56% 62.22% 8.89% 4.44% 8.89%
33. De medewerker is betrokken bij mij als persoon (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
31/37
15.56% 64.44% 4.44% 6.67% 8.89%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
34. De medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
22.22% 51.11% 8.89% 4.44% 13.33%
35. De medewerker geeft mij voldoende feedback (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
11.11% 42.22% 11.11% 6.67% 28.89%
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) (NValid = 44) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.27% 0% 2.27% 2.27% 4.55% 18.18% 27.27% 38.64% 2.27% 2.27%
37. Verwacht u volgend jaar vrijwilligerswerk te doen? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
32/37
95.56% 4.44%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
38. Wat is hier de reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 2) Geen interesse of behoefte Tijdsgebrek Problemen met kinderopvang Gezondheid (Reis)kosten Ontevreden over de ondersteuning Anders 39. Wat is uw geslacht? (NTotaal = 47) (NValid = 42) Man 38.1% Vrouw 61.9% 40. Wat is uw leeftijd? (NTotaal = 47) (NValid = 45) 17 of jonger 18 t/m 26 27 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75+
33/37
0% 2.22% 6.67% 4.44% 11.11% 17.78% 40% 17.78%
0% 0% 0% 0% 0% 50% 50%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
41. Hoe kunt u uw situatie het best typeren? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Betaald werk voor minder dan 24 uur per week 6.82% Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week 9.09% Betaald werk voor 32 uur of meer per week 2.27% (Vervroegd) gepensioneerd 54.55% Vrijwillig thuis 9.09% Werkloos 2.27% Arbeidsongeschikt 15.91% Lerend / Studerend 0% 42. Als u als vrijwilliger actief bent in één van de accommodaties van Participe, welke accommodatie betreft dat dan? (NTotaal = 47) (NValid = 43) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
2.33% 16.28% 2.33% 20.93% 37.21% 20.93%
Kruistabellen Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in percentages 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 71.43%
33.33%
40%
40%
uw taak als vrijwilliger?
Nee 28.57%
66.67%
60%
60%
34/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in absolute aantallen 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 5
9
2
2
uw taak als vrijwilliger?
Nee 2
18
3
3
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) Wijk-, buurt- en bewonerszaken 7.63 Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) 6.68 Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen 6.4 Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd) 7.6 36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
35/37
8 6.86 8 6.13 6.75 7.78
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Open antwoorden 17a. In welke vorm verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 18) 1 Dat je met je problemen op dat vlak terecht kan bij de Participe-medewerker 2 Goede werkomstandigheden en materiaal 3 Op tijd inspelen op de actuele situatie 4 Waardering en een goed luisterend oor voor de werkzaamheden 5 Raad en daad door een professional, in mijn geval opbouwwerk van Participe 6
Dat alle bewoners zoveel mogelijk meeparticiperen. Iedereen kan worden ingezet, ook de kinderen.
7
Medewerking van de wijk waar ik het voor doe. Ondersteuning i.v.m. mogelijkheden van de gemeente Alphen aan den Rijn in de vorm van o.a. Participe e.d.
8
Advies over gemeente, wat kunnen we waar vinden en hoe werkt het en wat kunnen we er dan mee. Ondersteuning bij activiteiten, in mankracht of materialen.
9
In de vorm van een achterwacht. Iemand van de achterban om op terug te kunnen vallen als zich een situatie voordoet.
10 waardering 11 soms 12 alleen waardering 13
Medewerking van Participe en geen dwarsliggen van Participe. Helaas mijn ervaring, ook van vele anderen.
14 meer faciliteiten in een lokaal te kunnen werken en activiteiten te doen. 15 waar nodig is 16 samenwerking 17 Saskia (hebben we al) 18 gesprek bij eventuele problemen
36/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
25a. Wat mist u nog in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 9) Opbouwwerk stopt en dat is voor mij reden om te stoppen met mijn vrijwilligerswerk, 1 zonder hun steun (in mijn geval met name die van martine pretorius) is het in onze wijk niet te doen 2 Contact 3 Roosters worden slecht opgesteld en aangeleverd 4 Ik heb (krijg) geen ondersteuning. Wie of wat is Participe voor mij? 5 Het open houden van de Wielewaal 6
Het zelfstandig zijn in het organiseren is niet eenvoudig. Er zijn te veel regeltjes dat mag niet, dat wel.
7
Als ik hen nodig heb verschuilen ze zich achter elkander. Als zij je dwars kunnen zitten staan zij op een rij welke functie ze ook hebben tot directie aan toe.
8 geen goede communicatie om dingen te regelen 9 Meer betrokkenheid dat zaken goed geregeld worden.
{42}* In welke accommodatie van Participe bent u werkzaam. Anders, namelijk… (NTotaal = 47) (NValid = 10) 1
Het is niet Westerhoven maar Westerhove
2
restaurant schuif aan
3
van eigen huis uit
4
pluspunt aanplein 1 blij met je wijk
5
Blij met je wijk Lage Zijde
6
pluspunt Marsdiep 231
7
werkplein
8
Pluspunt Marsdiep 231
9
Vrijwilliger bij de voedselbank
10
Herculesstraat
37/37
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-diensten Participe
Rapport Participe, Alphen aan den Rijn
BMC Onderzoek november 2011 ing. V. Atalay, drs. A.E. Britt, L. Salomé MsC Projectnummer: 107280 Correspondentienummer: DH-2312-2608
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
INLEIDING
1
1.1
Doelstellingen
1
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers
1
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject
2
1.4
Leeswijzer
2
SAMENVATTING
3
2.1
Achtergrond
3
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers
3
2.3
Het huiskamerproject
4
ACHTERGRONDKENMERKEN VRIJWILLIGERS
6
3.1
Respons
6
3.2
Inzet als vrijwilliger
7
3.3
Motivatie van de vrijwilliger
9
ONDERSTEUNING AAN VRIJWILLIGERS
12
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning
12
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding
13
4.3
Waardering medewerkers Participe
14
4.4
Successen en aandachtspunten
17
HET HUISKAMERPROJECT
18
5.1
De accommodatie
19
5.2
De openingstijden
19
5.3
De jongerenwerkers
20
5.4
Activiteiten
21
5.5
Belang voor JOP voor jongeren
22
5.6
Successen en verbeterpunten
23
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 1 Inleiding Participe wil inzicht in de tevredenheid van klanten en gebruikers van haar collectieve Wmo-diensten en -voorzieningen. Deze informatie kan Participe gebruiken bij het verder ontwikkelen en zo mogelijk verbeteren van haar dienstverlening. Tevens wil Participe deze informatie verwerken in haar jaarverslag over het jaar 2011. Participe heeft BMC Onderzoek opdracht gegeven de beleving van twee diensten/doelgroepen te peilen: • •
de tevredenheid van vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe; de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in de Edelstenenbuurt.
De vrijwilligers zijn actief in het welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, actief in een aantal accommodaties in verschillende wijken, en vanuit het opbouwwerk.
1.1
Doelstellingen De kernvragen luiden als volgt: 1. Hoe tevreden of ontevreden zijn de vrijwilligers die dit jaar actief zijn in ouderenen buurtcentra over de door Participe geleverde ondersteuning? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter? 2. Hoe tevreden zijn de jongeren – overwegend afkomstig uit de Edelstenen- en Planetenbuurt – die dit jaar deelnemen aan het huiskamerproject over de individuele begeleiding, de accommodatie, de bereikbaarheid en openstelling van de accommodatie, de bejegening en de professionaliteit van de begeleiding? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter?
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers Voor de twee verschillende doelgroepen zijn verschillende methoden gehanteerd. De ruim honderd vrijwilligers die zich inzetten voor bepaalde activiteiten van Participe zijn per brief aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. De vrijwilligers konden de vragenlijst of via internet of op papier invullen. Papieren vragenlijsten konden in een antwoordenvelop naar BMC Onderzoek worden opgestuurd. Vrijwilligers die de vragenlijst online wilden invullen, konden dit doen door middel van een bijgevoegde inlognaam en een wachtwoord.
1/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject Voor het onderzoek naar de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in het Jongeren Ontmoetingspunt (JOP), is voor een kwalitatieve insteek gekozen omdat deze het meest passend is voor de vraagstelling. Tijdens twee groepsgesprekken met kleine groepen jongeren is ingegaan op diverse aspecten van het huiskamerproject en de begeleiding van de jongerenwerkers van Participe. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep!
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bestaat uit de samenvatting. Hoofdstuk 3 gaat in op de achtergrondgegevens van de vrijwilligers en hun motivatie om vrijwilligerswerk te doen. De verwachtingen en belevingen van ondersteuning komen in hoofdstuk 4 aan de orde, alsmede de waardering voor de medewerkers van Participe. Het onderzoek naar de ervaringen van de jongeren die deelnemen aan het huiskamerproject in het JOP komen in hoofdstuk 5 aan bod. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de door de jongeren aangedragen succes- en verbeterpunten opgesomd. De rechte tellingen en de open antwoorden van de vrijwilligers staan in de bijlage.
2/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 2 Samenvatting 2.1
Achtergrond Participe is de Wmo uitvoeringsorganisatie voor de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een groot aantal taken op de prestatievelden 1 t/m 6 van de Wmo. Eén van die taken is het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. De resultaten van dit onderzoek moeten tegen het licht gezien worden van twee zaken: Participe opereert in een bepaald spanningsveld tussen vrijwilliger en gemeente. Enerzijds hebben zij een rol als uitvoeringsorganisatie voor gemeentelijk beleid. Anderzijds zien sommige vrijwilligers hun als belangenbehartiger van vrijwilligers. Deze rollen kunnen botsen. Daarnaast speelt het onderzoek zich af tegen een periode van onzekerheid over de toekomst van een aantal accommodaties. Er bestaan al enkele jaren plannen om de accommodaties Westerhaven, Wielewaal en Westerhove te sluiten. Ook voor Castor & Pollux zijn sloopplannen. De verwachting is dat de onrust rond sommige accommodaties ook terugkomen in de antwoorden van respondenten werkzaam in de betreffende accommodaties.
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers 47 vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe hebben hun mening gegeven over deze ondersteuning en diverse andere aspecten van hun vrijwilligerswerk. Dit was een respons van 44%. De meeste respondenten verrichten tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de respondenten doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk. De meeste respondenten zetten zich in op het gebied van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. De meeste vrijwilligers zijn aan hun huidig vrijwilligerswerk gekomen via familie, vrienden en bekenden (23%) of via vrijwilligers van de activiteit waar zij nu vrijwilligerswerk doen (21%). Belangrijkste motivatie om vrijwilligerswerk te doen is volgens de respondenten omdat: - het leuk is om te doen (100% (heel) belangrijk); - het leuk is om andere mensen te ontmoeten (96% (heel) belangrijk); - het voldoening geeft (94% (heel) belangrijk).
3/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het overgrote deel van de respondenten (96%) zegt zich volgend jaar ook te willen inzetten als vrijwilliger. Eén van de twee respondenten die zegt zich volgend jaar niet meer te willen inzetten, geeft als reden aan dat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk als lichamelijk zwaar. Bijna een derde ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% vaak als geestelijk zwaar. De meerderheid (60%) zegt geen steun te verwachten bij het doen van hun vrijwilligerswerk. 40% geeft aan wel steun te verwachten. De meerderheid van deze groep verwacht die steun in de eerste plaats van Participe. Het meest tevreden zijn vrijwilligers over: - de waardering die zij krijgen (78% is (zeer) tevreden); - de begeleiding (66% is (zeer) tevreden); - de aansturing (62% is (zeer) tevreden). Het is echter opvallend dat relatief veel vrijwilligers bij ‘begeleiding’ (22%) en ‘aansturing’ (23%) antwoorden met ‘niet van toepassing’. Zij ervaren blijkbaar niet dat zij begeleiding en aansturing ontvangen. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over de medewerker van Participe die hen ondersteunt. 77% is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de medewerker en 73% is (zeer) tevreden over de toegankelijkheid van de medewerker. Ook zijn vrijwilligers het vaak eens met de stelling dat de medewerker betrokken is bij de vrijwilliger als persoon (80% (helemaal) mee eens). Aandachtspunt is wellicht het geven van feedback. Net iets meer dan de helft (53%) is het (helemaal) eens met de stelling dat de medewerker voldoende feedback geeft. Als eindoordeel voor de ondersteuning als geheel geven respondenten een 6,9. Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt-, en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Ook lijkt er verschil in tevredenheid te zijn tussen de verschillende accommodaties.
2.3
Het huiskamerproject Er zijn twee groepsgesprekken gevoerd met in totaal 14 jongeren. De gesprekken gingen over de ervaringen van de jongeren met: de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers, de accommodatie, de openingstijden, de activiteiten en verbeterpunten.
4/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Alle geïnterviewden (jongeren en jongvolwassenen) komen naar eigen zeggen al jaren naar het JOP. De accommodatie voldoet qua grootte meestal wel, behalve op zaterdag als het heel druk is. Alle jongeren vinden de openingstijden onvoldoende. Er is vooral behoefte aan een open ontmoetingspunt op zondag. Ook vinden sommigen dat het JOP doordeweeks iets langer open zou moeten zijn, zodat ook de jongeren met een baan of studie er langer kunnen rondhangen. Gevraagd naar activiteiten en de mogelijkheden rond eigen inbreng noemen zij vooral de wens voor meer activiteiten buiten het JOP. Ze zeggen dat deze er vroeger vaker waren maar dat de mogelijkheden nu beperkt zijn door ‘gebrek aan geld’. Hierdoor hebben zij het gevoel niet heel veel echte invloed uit te kunnen oefenen op het aanbod aan activiteiten. Wel zijn zij positief over bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van muziek (bijvoorbeeld rap-lessen) en de kans om de ruimte zelf te versieren met graffiti. De relatie met de jongerenwerkers wordt als goed ervaren. Jongeren geven aan de jongerenwerkers als ‘één van hen’ te zien. Ook is er een gevoel van wederzijds vertrouwen. Dit mede doordat veel jongeren de jongerenwerkers al kenden voordat zij jongerenwerker werden. Zij komen uit dezelfde wijk en veel jongeren kijken naar hen op en voelen zich door hen begrepen. De jongeren geven aan het gevoel te hebben altijd bij de jongerenwerkers terecht te kunnen. Ook met persoonlijke vragen of problemen. De jongeren komen vooral naar het JOP om zich te ontspannen. Het spreekt jongeren aan dat ‘al hun vrienden’ er ook komen. Het houdt ze naar eigen zeggen ‘van de straat’. Als het JOP er niet zou zijn dan zouden veel van de jongeren simpelweg ‘weer op straat gaan hangen’.
5/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken vrijwilligers 3.1
Respons In totaal heeft Participe 108 vrijwilligers aangeschreven. 47 vrijwilligers hebben de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (31) op papier. De rest (16) via internet. Het responspercentage komt hiermee op 44%. Dit is een goede respons voor dit soort onderzoeken onder vrijwilligers. Achtergrond Het merendeel van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar oud. Vrouwen zijn – zoals in de meeste onderzoeken – oververtegenwoordigd (62%).
Figuur 1
6/37
Leeftijdsverdeling vrijwilligers
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Meer dan de helft (55%) van de respondenten omschrijft hun situatie als (vervroegd) gepensioneerd. Dit is in overeenstemming met de grote groep oudere respondenten. Slechts 2% verricht 32 uur per week of meer betaalde arbeid. Bijna 16% is arbeidsongeschikt. Tabel 1
Situatie, dagbesteding
Situatie
Percentage
Betaald werk voor minder dan 24 uur per week Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week Betaald werk voor 32 uur of meer per week (Vervroegd) gepensioneerd Vrijwillig thuis Werkloos Arbeidsongeschikt Lerend/studerend
7% 9% 2% 55% 9% 2% 16% 0%
Aan de vrijwilligers die actief zijn in één van de accommodaties van Participe is gevraagd in welke dat is. De meeste respondenten die in een accommodatie van Participe werken, doen dit in de Westerhove (37%). Ook werkt ongeveer één op de vijf (21%) bij de Wielewaal. De ‘anders, namelijk’-categorie is terug te lezen in de bijlage. Tabel 2
3.2
Accommodaties
Accommodatie
Percentage
De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders, namelijk…
2% 16% 2% 21% 37% 21%
Inzet als vrijwilliger Aan vrijwilligers is gevraagd hoeveel uur zij het afgelopen jaar gemiddeld per week vrijwilligerswerk hebben gedaan en hoe lang zij al vrijwilligerswerk verrichten. De meeste respondenten verrichten gemiddeld tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de vrijwilligers doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk (zie de volgende figuren).
7/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 2
Gemiddeld aantal uur per week
Figuur 3
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
De meeste respondenten zetten zich momenteel in voor één activiteit. Ruim 40% van de respondenten zet zich in voor meerdere activiteiten. De meerderheid van de respondenten doet vrijwilligerswerk op het terrein van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. Eén op de vijf zet zich in voor wijk-, buurt- en bewonerszaken (zie volgende tabel).
8/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Tabel 3
Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u?
Terrein Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
Percentage 20% 59% 11% 11%
Hoe zijn deze vrijwilligers aan hun huidige vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers komen aan hun vrijwilligerswerk via familie, vrienden en bekenden (23%). Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. Ook is een groot deel aan het huidige vrijwilligerswerk gekomen via vrijwilligers van de activiteit waar de respondent nu vrijwilligerswerk voor verricht (21%). Zie de volgende tabel voor het volledige overzicht: Tabel 4
Hoe aan huidige vrijwilligerswerk gekomen?
Kanaal Via familie, vrienden en bekenden Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift Via medewerkers van Participe Anders
Percentage 23% 2% 21% 13% 13% 28%
Het is om meerdere redenen belangrijk dat het huidige bestand van vrijwilligers tevreden is over hun vrijwilligerswerk en de ondersteuning die zij daarbij krijgen/nodig hebben. Niet alleen om het huidige bestand te binden, maar ook door de rol die vrijwilligers spelen in het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De meeste mensen komen immers aan hun vrijwilligers via familie, vrienden, bekenden of via andere vrijwilligers. Door de vergrijzing zal de groep burgers dat vrijwilligerswerk doet, kunnen slinken. De rol van ambassadeur die de huidige vrijwilligers op zich kunnen nemen, wordt dan des te belangrijker. Dat vrijwilligers voornamelijk worden geworven door mensen in hun netwerk, of de bestaande vrijwilligers, is niet alleen een kracht. Er bestaat ook het gevaar dat het vrijwilligersbestand hierdoor redelijk homogeen blijft. Mensen die ‘niet in de groep passen’ kunnen hierdoor soms moeilijker aansluiting vinden.
3.3
Motivatie van de vrijwilliger Wat is de motivatie van mensen om zich in te zetten via vrijwilligerswerk? Voor heel veel mensen is het simpelweg omdat zij het leuk vinden om te doen. Ook geeft het voor vrijwilligers voldoening. Het ontmoeten van andere mensen door het doen van vrijwilligerswerk speelt ook een hele grote rol. In de volgende figuren is terug te lezen hoe belangrijk bepaalde redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor de respondenten.
9/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 4
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (1 van 2)
Figuur 5
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (2 van 2)
10/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid Hoe betrokken zijn vrijwilligers naar eigen zeggen bij de activiteit(en) waar zij zich voor inzetten? En welke mate van betrokkenheid voelen vrijwilligers voor Participe als organisatie? Het blijkt dat vrijwilligers zich vooral betrokken voelen bij hun activiteit en in mindere mate bij Participe als organisatie. Bijna 96% van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij de activiteit waar zij zich voor inzetten. Iets meer dan de helft van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij Participe als organisatie. Eén op de tien respondenten voelt zich niet betrokken bij Participe. Continuïteit vrijwilligerswerk In hoeverre zijn vrijwilligers van plan volgend jaar door te gaan met het doen van vrijwilligerswerk? En zo niet, waar ligt dit dan aan? Het overgrote deel van de respondenten (96%) geeft aan volgend jaar ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Twee respondenten geven aan dit niet van plan te zijn. Eén daarvan omdat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning, de ander heeft de antwoordcategorie ‘anders’ aangekruist. De redenering is daarom niet te achterhalen. Belasting vrijwilligers Het doen van vrijwilligerswerk kan beslag leggen op een vrijwilliger (zowel lichamelijk als geestelijk). Aan vrijwilligers is gevraagd in hoeverre zij het vrijwilligerswerk als (geestelijk of lichamelijk) zwaar ervaren. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk soms als lichamelijk zwaar (24%). Bijna een derde van de vrijwilligers ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% ervaart het vrijwilligerswerk vaak als geestelijk zwaar. Ondersteuning kan ertoe bijdragen dat vrijwilligers hun vrijwilligerswerk goed kunnen (blijven) doen. In het volgend hoofdstuk komen de ervaringen van vrijwilligers met die ondersteuning en de verwachtingen van ondersteuning aan bod.
11/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 4 Ondersteuning aan vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in veel onderdelen van de samenleving. Binnen de kaders van de Wmo heeft de ondersteuning aan vrijwilligers daarom een eigen plek gekregen binnen prestatieveld 4. Medewerkers van Participe ondersteunen vrijwilligers bijvoorbeeld bij het maken van activiteitenplannen en indien nodig bij het uitvoeren van activiteiten zelf. Ook zetten zij zich in voor het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Doel is dat vrijwilligers en hun organisaties in staat zijn om zelfstandig en professioneel hun activiteiten uit te voeren en dat er in de wijken een goed aanbod aan activiteiten is.
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning Ondersteuning verwacht? Aan vrijwilligers is gevraagd of zij steun verwachten bij hun taak als vrijwilliger. De respondenten die ‘ja’ antwoordden, konden vervolgens aangeven in welke vorm zij deze steun verwachten. De meerderheid van de respondenten zegt geen steun te verwachten bij hun taak als vrijwilliger (60%). 40% zegt wel steun te verwachten. 18 respondenten hebben het open antwoordveld ingevuld. De open antwoorden over de vorm van de steun zijn divers. Een paar gaan in op de wens ergens terecht te kunnen bij problemen. Drie respondenten noemen expliciet ‘waardering’ voor hun werk als vrijwilliger. Het compleet overzicht van de open antwoorden is terug te lezen in de bijlage. Het blijkt dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken vaker ondersteuning verwachten bij hun taak als vrijwilliger dan de vrijwilligers die werkzaam zijn in de andere sectoren.
Ondersteuning van wie? Van wie verwachten vrijwilligers in de eerste plaats ondersteuning? Respondenten die aangaven steun te verwachten bij hun taak konden kiezen uit drie antwoordmogelijkheden: ‘van mijn medevrijwilligers’, ‘van Participe’ en ‘anders’. Iets meer dan de helft van de respondenten (56%) verwacht deze steun in de eerste plaats van Participe. De overige respondenten van hun mede vrijwilligers. Niemand vulde ‘anders’ in.
12/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding Aan vrijwilligers is gevraagd hoe tevreden of ontevreden zij zijn over diverse aspecten van het vrijwilligerswerk, zoals de begeleiding, aansturing, waardering en informatievoorziening. In de volgende figuur is de tevredenheid per aspect terug te lezen.
Figuur 6
Tevredenheid vrijwilligers over…
Het meest tevreden zijn respondenten over de waardering van vrijwilligers. In totaal is 78% van de vrijwilligers hier (zeer) tevreden over. De tevredenheid over de begeleiding van vrijwilligers staat met 66% (zeer) tevreden op de tweede plek. Ook zijn de meeste respondenten (zeer) tevreden over de aansturing die zij krijgen (63% (zeer) tevreden). Desalniettemin is 16% ontevreden over de aansturing. De informatie die de vrijwilligers krijgen wordt minder positief beoordeeld. Eén op de vijf respondenten is hier (zeer) ontevreden over. Verder geven veel respondenten aan dat de ‘opleidings- en scholingsmogelijkheden’ en de ‘onkostenvergoeding’ niet op hen van toepassing is. Opvallender is echter het aandeel vrijwilligers dat aangeeft dat ‘begeleiding’ en ‘aansturing’ niet op hen van toepassing is (22% en 23%). Het lijkt erop dat ze vinden dat er geen begeleiding en aansturing is. Hierbij plaatsen wij de volgende kanttekening. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht van een vrijwilliger. Een professioneel functionerende vrijwilliger kan de ondersteuning ook als contact zien en niet, of minder, als begeleiding of aansturing.
13/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Lacunes in ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd of zij nog iets missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Ook hier konden de respondenten aangeven wat zij missen in een open schrijfvak. Eén op de vijf respondenten geeft aan nog iets te missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Deze negen respondenten hebben geprobeerd aan te geven wat zij missen. Eén respondent geeft aan betrokkenheid te missen. Twee noemen goed contact of communicatie. Het overzicht van alle open antwoorden is terug te lezen in de bijlage.
4.3
Waardering medewerkers Participe Bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid Hoe tevreden zijn de vrijwilligers over de bereikbaarheid van Participe als organisatie. De bereikbaarheid van de medewerker die hen ondersteunt? De toegankelijkheid en deskundigheid van de medewerkers?
Figuur 7
Tevredenheid bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid
Het meest tevreden zijn respondenten over de bereikbaarheid van de medewerker van Participe die hen ondersteunt. Relatief het minst tevreden zijn de respondenten over de deskundigheid van de medewerkers.
14/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid, terughoudendheid Voor Participe is het belangrijk dat vrijwilligers ervaren dat de medewerker betrokken is bij hun werk en bij hen als persoon. Dit zonder het eigen initiatief en ontwikkeling van de vrijwilliger in kwestie te beknotten. De ondersteuning is immers gericht op het versterken van de eigen kracht van zowel de vrijwilliger als de organisatie. Hier zijn in verschillende stadia verschillende inzet nodig. De medewerker doet waar mogelijk een stap naar achteren, en waar nodig een stap naar voren. Vrijwilligers is een aantal stellingen voorgelegd over de betrokkenheid van de medewerkers. De resultaten zijn in de volgende figuur terug te lezen.
Figuur 8
Betrokkenheid, ruimte, feedback
De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden over de betrokkenheid van de medewerkers van Participe, zowel bij hun vrijwilligerswerk als bij hen persoonlijk. De antwoorden op de stelling ‘de medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren’ laten een diverser beeld zien. Het aandeel vrijwilligers dat het hier helemaal mee eens is, is groter dan bij de andere stellingen. In verhouding tot de andere stellingen lijkt het geven van voldoende feedback nog een aandachtspunt voor de medewerkers. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit niet op hen van toepassing is. Daarnaast geeft bijna één op de vijf respondenten aan dat zij het (helemaal) oneens zijn met deze stelling.
Eindoordeel ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd om een eindoordeel te geven over de ondersteuning door de medewerker van Participe door middel van een rapportcijfer. Gemiddeld
15/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
geven de respondenten een 6,9 voor de ondersteuning. De verdeling van gegeven rapportcijfers is in de volgende figuur terug te lezen. Het meest gegeven cijfer is een 8. Ongeveer één op de tien respondenten geeft een onvoldoende. Figuur 9
Spreiding rapportcijfers eindoordeel ondersteuning
Bestaan er verschillen in de tevredenheid van vrijwilligers in verhouding tot welk soort vrijwilligerswerk zij doen? Of bijvoorbeeld de accommodatie waarvoor zij werken? De verschillen zijn klein. Bovendien geven deze verschillen door het lage aantal respondenten bij sommige soorten vrijwilligerswerk en accommodaties slechts een indicatie van de tevredenheid per groep. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij het lezen van deze cijfers. Tabel 5
Rapportcijfer ondersteuning naar soort vrijwilligerswerk
Soort vrijwilligerswerk Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
16/37
Gemiddeld rapportcijfer 7.6 6.7 6.4 7.6
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Tabel 6
Rapportcijfer ondersteuning naar accommodatie
Accommodatie De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
Gemiddeld rapportcijfer 8 6.9 8 6.1 6.8 7.8
Per accommodatie blijken de rapportcijfers niet sterk te verschillen. Vrijwilligers werkzaam in Westerhaven geven gemiddeld het hoogste cijfer. Gelet op het kleine aandeel vrijwilligers dat werkzaam is in sommige accommodaties, zijn deze cijfers slechts indicatief.
4.4
Successen en aandachtspunten Positieve punten: • Bijna alle respondenten (96%) geven aan zich volgend jaar weer in te willen zetten. • 78% van de vrijwilligers is (zeer) tevreden over de waardering die zij krijgen. • 80% van de respondenten vindt dat de medewerker van Participe betrokken is bij de vrijwilliger als persoon. • Vrijwilligers vervullen zelf een belangrijke rol in het werven van nieuwe vrijwilligers. Aandachtspunten: • Door de grote rol die bestaande vrijwilligers vervullen bij het werven van nieuwe vrijwilligers bestaat gevaar van het buitensluiten van ‘buitenbeentjes’ / sterke homogeniteit van het vrijwilligersbestand. • Iets meer dan de helft (53%) van de vrijwilligers vindt dat hij/zij voldoende feedback krijgt. Het geven van feedback is belangrijk voor de eigen kracht van vrijwilligers en hun organisaties. • Relatie tussen Participe als organisatie en vrijwilligers. Vrijwilligers voelen zich erg betrokken bij hun activiteiten en ervaren een grote betrokkenheid vanuit de medewerkers van Participe. Hoe kan de betrokkenheid van de vrijwilligers bij Participe als organisatie worden vergroot?
17/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 5 Het Huiskamerproject Sinds 2008 is er in het Pluspunt aan de Briljantstraat een Jongerenontmoetingsplaats gevestigd. Participe heeft hier een huiskamerproject opgezet. Deze activiteit wordt volgens het productenboek van Participe als volgt omschreven: ‘Creëren en begeleiden van een huiskamer voor jongeren in de Edelstenen- en Planetenbuurt. Binnen de huiskamer individueel begeleiden van jongeren op verschillende terreinen.’ Het beoogd resultaat is: ‘Jongeren kunnen op een veilige en op een voor hen prettige wijze samenkomen en ze kunnen op een constructieve wijze aan hun persoonlijke situatie werken en leren hun eigen keuzes te maken en hun zelfredzaamheid vergroten.’ Participe wil graag weten hoe de jongeren die gebruikmaken van de huiskamer een aantal zaken ervaren. Het gaat dan met name om: - Hoe wordt de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers door de jongeren ervaren? - Voldoet de ruimte? (Zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik?) - In hoeverre voldoen de openingstijden aan de behoefte? - Is de huiskamer voor de jongeren een vertrouwde omgeving? - Wat vinden de jongeren van de activiteiten die worden georganiseerd? (Kunnen jongeren zelf voldoende input leveren bij het opzetten van activiteiten?) Om op deze vragen antwoorden te krijgen, zijn er twee groepsgesprekken gehouden met zeven jongeren per groep.
De jongeren, achtergrond De geïnterviewden zijn allemaal jongeren en jongvolwassenen. De oudste is 27 jaar. Veel van de jongeren zitten nog op school. Sommigen volgen een stage. Enkele werken (zowel fulltime als bijbaantjes). Enkelen zijn werkloos en volgen geen vorm van onderwijs. Alle jongens zeggen uit de Edelstenenbuurt te komen. Praktisch alle jongeren geven aan het JOP te bezoeken sinds het open is.
18/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.1
De accommodatie Doordeweeks is het volgens de jongeren niet te druk. Op zaterdagavond wel. Dan is de ruimte volgens jongeren wat aan de krappe kant. ‘Dan zitten we allemaal bij elkaar op schoot!’ Ook geven jongeren aan de pooltafel weinig te gebruiken. ‘Hij neemt teveel ruimte in beslag’. Verder vinden de jongeren de computers ‘best oud’. ‘En dan zitten ze nog vast aan een ketting ook, alsof iemand zo’n groot, oud ding gaat meenemen!’ Ook zouden de jongeren graag een nieuwere en/of tweede Playstation willen. Nu is er vaak een wachtlijst om te kunnen spelen. De jongeren zijn positief over het feit dat binnenkort de muren allemaal versierd worden met graffiti. De jongeren hebben dit zelf aangedragen.
5.2
De openingstijden Een punt dat tijdens het voorstelrondje al aan bod komt en waar jongeren vaak tijdens de gesprekken op terugkomen zijn de openingstijden. “Deze moeten ruimer”, stelt iemand. Alle andere jongeren zijn het met hem eens. Vooral op zondag is er behoefte aan het JOP. Er is volgens de meeste jongeren dan namelijk niks te doen. Meerdere jongeren zouden graag zien dat het JOP wat later op zaterdagavond open bleef. Bijvoorbeeld even laat als ‘de stad’. Dat hoeft volgens één van de jongeren niet elke week, incidenteel zou ook al goed zijn. Sommigen vinden dat de openingstijden doordeweeks juist nadelig zijn voor de jongeren die naar school gaan of een baan hebben. Het JOP is vooral ’s middags open en vroeg in de avond, waardoor je als je elders op school zit nog maar heel weinig tijd hebt om ‘te chillen’. De jongeren geven allemaal aan zelf niet echt te weten waarom het JOP niet vaker open kan of mag zijn. Sommige denken dat het komt omdat er ‘te weinig jongerenwerkers’ zijn. Of omdat er voor hun ‘te weinig uren’ beschikbaar zijn. Zij denken dat het in ieder geval niet aan de buurtbewoners ligt. De buurtbewoners willen volgens hen eerder dat er juist ruimere openingstijden komen zodat zij (de jongeren) minder op straat rondhangen. Een paar jongeren vertellen trots dat er zelfs één keer ruim 70 handtekeningen onder buurtbewoners zijn opgehaald voor ruimere openingstijden van het JOP. Enkele zeggen dat zij zelf wel bereid zouden zijn om zich in te zetten als vrijwilliger om het JOP vaker open te krijgen. Op de rondvraag aan het eind van beide gesprekken waarbij jongeren antwoord konden geven op de vraag wat voor hen het belangrijkste is om te verbeteren, noemen alle jongeren de openingstijden. Zowel doordeweeks als op zondag. Eén jongere zegt ‘als ik maar één ding mag kiezen, dan zeg ik de zondag!’
19/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Vertrouwde omgeving Voelt de huiskamer als een vertrouwde en laagdrempelige plek? De jongeren reageren allemaal positief op deze vraag. Het voelt vertrouwd omdat ‘al je vrienden’ er ook zitten. Als er iets persoonlijks besproken moet worden met bijvoorbeeld de jongerenwerker dan kunnen zij uitwijken naar een lege kamer of gang.
5.3
De jongerenwerkers Hoe ervaren de jongeren de aanwezigheid en ondersteuning van de jongerenwerkers? De jongeren geven allemaal aan dat zij met hun vragen en persoonlijke problemen bij de jongerenwerkers terechtkunnen. De problemen en vragen waar jongeren mee aankloppen bij de jongerenwerkers zijn divers: persoonlijke problemen (‘even je hartje luchten’), ‘straatproblemen’, huiswerk, het vinden van een stageplek, het vinden van werk, schuldenproblematiek, het invullen van formulieren, et cetera. Uit de gesprekken komt ook naar voren dat niet alleen de jongerenwerkers de jongeren helpen maar de jongeren ook elkaar helpen. Het is erg duidelijk dat het voor de jongeren allemaal om vertrouwen draait en dat is er. Zowel tussen de jongerenwerkers en jongeren, als tussen de jongeren onderling. Veel van de jongeren en de jongerenwerkers kennen elkaar al lang waardoor dit vertrouwen er is. De jongeren vinden het heel positief dat zij de jongerenwerkers in kwestie al kenden voordat zij jongerenwerkers werden. Zij ervaren de jongerenwerkers als ‘één van hen’. Ervaren de jongeren dat zij worden geholpen omdat dit bij de functie van jongerenwerker hoort, of door de persoonlijke band die zij hebben met de jongerenwerker? De meeste vinden dat het een soort mix is. ‘Als je niet graag mensen helpt, dan word je ook geen jongerenwerker’ is het idee. Het is erg belangrijk voor de jongeren dat zij zich kunnen herkennen in de jongerenwerkers. Het is belangrijk dat de jongerenwerkers uit dezelfde wijk komen als de jongeren zelf. Voor sommige van hen vervullen de jongerenwerkers (hierdoor) een voorbeeldfunctie. De jongeren hebben het gevoel dat de huidige jongerenwerkers (doordat zij uit dezelfde wijk komen) goed weten hoe ze met de jongeren om moeten gaan. Bijvoorbeeld dat zij iemand niet in het bijzijn van de hele groep aanspreken op ongewenst gedrag, maar iemand apart nemen. Een voormalig jongerenwerker bij het JOP werd aangehaald als voorbeeld van hoe het volgens de jongeren niet moet: alles volgens het boekje zonder enige aansluiting ‘bij hun werkelijkheid’.
20/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.4
Activiteiten Volgens de jongeren is er elke week zaalvoetbal in één van de andere centra van 17:30 tot 19:00 uur. Zij zijn hier over het algemeen wel blij mee, maar er wordt wel door veel jongeren opgemerkt dat de zaal wel erg klein is voor het aantal mensen dat mee wil doen. Ook is het tijdstip waarop het zaalvoetbal wordt gehouden ‘onhandig’ voor jongeren die werken of op school zitten. Volgens meerdere jongeren waren er vroeger meer – en leukere – activiteiten. Er werden vaker uitjes georganiseerd, bijvoorbeeld naar Walibi. ‘Maar nu krijg je te horen dat het geld op is’. Er bestaat een behoefte aan meer activiteiten buiten het buurthuis. Eigen inbreng rond activiteiten Volgens de jongeren worden de activiteiten in de regel eerst door Participe/de gemeente geïnventariseerd, dan mogen de jongeren hier een keuze uit maken. Als er bij speciale gelegenheden een activiteit wordt georganiseerd, mogen de jongeren naar eigen zeggen wel meedenken over de inhoud. ‘We kunnen wel veel suggesties aandragen maar vaak kunnen dingen niet. Meestal om het geld.’ Een paar jongeren kaarten de eigen bijdrage aan voor de deelname aan bepaalde activiteiten. Volgens de jongeren is dit voor sommigen te hoog waardoor zij niet mee kunnen. Eén van de jongeren geeft aan dat er veel animo is voor meer muzikale activiteiten. (Hij geeft op dit moment rap-lessen aan kinderen). Hij wil hier ook meer mee doen. Ze zoeken momenteel naar een andere ruimte van Participe in de stad waar er meer mogelijkheden zijn. Huisraad Twee van de aanwezige jongeren zitten in de huisraad. Hier kunnen zij ideeën aandragen, een oogje in het zeil houden, activiteiten helpen organiseren, et cetera. Hiermee krijgen zij het gevoel dat ze een bijdrage leveren.
21/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.5
Belang voor JOP voor jongeren Waarom komen de jongeren naar eigen zeggen naar het JOP? De jongeren komen vooral om te ontspannen. Dit lukt niet in de portieken en gangen waar ze naar eigen zeggen anders hangen. Daar moeten ze ‘steeds opletten’ of er niet iemand aankomt die ze wegstuurt. Veel jongeren geven aan naar het JOP te komen omdat ‘al hun vrienden’ daar komen. ‘Voor de gezelligheid’ is een vaak genoemde reden om naar het JOP te komen. Bij het JOP is ‘altijd een luisterend oor’. Eén noemt nog het feit dat het binnen warm is in tegenstelling tot buiten of in de portieken. Het is voor sommigen vooral een plek waar je naar toe gaat ‘als je niks te doen hebt’. Tot slot houdt het ze naar eigen zeggen van de straat. Wie komen er niet meer naar het JOP en waarom niet? De jongeren benadrukken dat ‘iedereen’ hier welkom is. Zij geven wel aan dat hun vrienden die trouwen en kinderen krijgen op een gegeven ogenblik niet meer komen. Het JOP vervult dus vooral een belangrijke rol voor (jonge) tieners en twintigers in een bepaalde levensfase. Wat is er minder leuk aan het JOP? Een paar vinden dat het drinken te duur is. Ook zegt iemand dat hij steeds minder komt omdat het saai is. ‘Alles is steeds hetzelfde’. Wat zou er gebeuren als het JOP er niet meer was? De jongeren geven aan dat als het JOP er niet zou zijn, zij weer veel meer op straat zouden zijn en dat dit voor meer overlast in de buurt zou zorgen. Meerdere jongeren zijn van mening dat het ook wel beter met de buurt gaat sinds het JOP er is. Een paar jongeren opperen zelfs dat wij (de onderzoekers) dit bij de politie na moeten vragen, zodat we de meerwaarde van het JOP van twee kanten kunnen belichten. ‘Vroeger was het code rood in de wijk. Politieauto’s werden bekogeld als ze langsreden. Zonder JOP zou het hier “code zwart” zijn’. De jongeren kaarten hier een paradox aan die één van de jongeren ook expliciet benoemt: Hij heeft het gevoel dat ‘hoe meer je gaat kloten’ hoe meer je krijgt. Doordat het nu in de wijk redelijk rustig is, krijgen ze ook minder/wordt er minder naar hen geluisterd’.
22/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.6
Successen en verbeterpunten Verbeterpunten (door jongeren aangedragen) • Het allerbelangrijkste verbeterpunt volgens alle geïnterviewden zijn de openingstijden. Er is vooral behoefte aan een zondagsopening van het JOP. • Verouderde apparatuur, te weinig verschillende spullen/spelletjes. • Meer activiteiten buiten het JOP. • ‘We kunnen wel ideeën aandragen, maar er is meestal toch geen geld voor’. • Op zaterdag is de ruimte vaak te klein.
Positieve punten (door jongeren aangedragen) • Laagdrempeligheid van de ruimte. • Goede band met jongerenwerkers: Jongerenwerkers worden bijna beschouwd als ‘één van hen’. Jongerenwerkers kunnen zich goed inleven in de jongeren. • Jongerenwerkers vervullen een voorbeeldfunctie voor veel jongeren. • JOP voelt echt als een gezellige en vertrouwde omgeving. Vooral door het vertrouwen tussen zowel jongeren onderling, als tussen jongeren en jongerenwerkers.
Reflectie van jongerenwerkers Uit gesprekken met de jongerenwerkers voor en na de sessies blijkt, dat de jongerenwerkers de jongeren vaak ook helpen met dingen die buiten hun takenpakket vallen. Doordat zij elkaar allemaal langer kennen is er een grijs gebied waar niet duidelijk is of de jongerenwerker iets doet voor iemand omdat hij jongerenwerker is, of dat hij iets – soms buiten zijn takenpakket – doet uit persoonlijke betrokkenheid. Een luisterend oor bieden of iemand met bepaalde problemen doorverwijzen is één ding. Iemand met kans op schulden leren hoe je een ‘huishoudboekje’ maakt of helpen bij het vinden van een baan of stageplek is heel iets anders. Maar ook dit zijn de vragen waarmee jongeren bij elkaar en de jongerenwerkers aankloppen. Dat de jongerenwerkers dit soort ondersteuning zouden kunnen bieden als onderdeel van hun officiële takenpakket en niet naast hun werk zou volgens hen positief zijn. De jongerenwerkers kunnen zo als een voorliggende voorziening voor de jeugdhulpverlening fungeren. Zij kunnen door de vertrouwensband “een stuk meegaan” met de jongeren met problemen richting de hulpverlening.
23/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Bijlage 1 Rechte tellingen 1. Gemiddeld hoeveel uur per week heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Incidenteel Tot 2 uur in de week 2 tot 4 uur in de week 4 tot 8 uur in de week 8 tot 12 uur in de week 12 uur of meer in de week
6.38% 25.53% 29.79% 23.4% 6.38% 8.51%
2. Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
12.77% 25.53% 17.02% 44.68%
3. Doet u voor één of voor meerdere activiteiten / organisaties vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Eén Meerdere
58.7% 41.3%
4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 46) Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
24/37
19.57% 58.7% 10.87% 10.87%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5. Hoe bent u aan dit vrijwilligerswerk gekomen? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 47) Via familie, vrienden en bekenden 23.4% Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) 2.13% Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe 21.28% Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift 12.77% Via medewerkers van Participe 12.77% Anders 27.66% 6. Ik vind het leuk om vrijwilligerswerk te doen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26.67% 73.33% 0% 0% 0%
7. Het geeft voldoening (NTotaal = 47) (NValid = 47) Heel belangrijk 25.53% Belangrijk 68.09% Niet belangrijk 6.38% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 0% 8. Ik vind het leuk om andere mensen te ontmoeten (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
25/37
28.89% 66.67% 4.44% 0% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
9. Ik vind dat het erbij hoort (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk 17.78% Belangrijk 60% Niet belangrijk 17.78% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 4.44% 10. Ik wil leren en nieuwe (werk)ervaring opdoen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.89% 22.22% 31.11% 4.44% 33.33%
11. Het geeft structuur in mijn tijdsbesteding (NTotaal = 47) (NValid = 46) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.7% 47.83% 19.57% 6.52% 17.39%
12. Ik ben maatschappelijke stagiair (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26/37
0% 2.22% 2.22% 0% 95.56%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
13. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
2.22% 4.44% 4.44% 2.22% 86.67%
14. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
0% 0% 2.22% 0% 97.78%
15. Lichamelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 45) Vaak 0% Soms 24.44% Niet 75.56% 16. Geestelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 44) Vaak Soms Niet
2.27% 31.82% 65.91%
17. Verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
27/37
40% 60%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
18. Van wie verwacht u in de eerste plaats die steun? (NTotaal = 47) (NValid = 18) Van mijn mede vrijwilligers Van Participe Anders 19. de begeleiding van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
6.52% 58.7% 13.04% 0% 21.74%
20. de aansturing van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.55% 56.82% 15.91% 0% 22.73%
21. de waardering van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
28/37
13.04% 65.22% 10.87% 2.17% 8.7%
44.44% 55.56% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
22. de opleiding- en scholingsmogelijkheden? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 10.87% 2.17% 0% 86.96%
23. de (onkosten)vergoeding? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 17.39% 8.7% 0% 73.91%
24. de informatie die u krijgt? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.35% 52.17% 13.04% 6.52% 23.91%
25. Mist u nog iets in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Ja Nee
29/37
19.57% 80.43%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
26. de bereikbaarheid van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 55.56% 13.33% 2.22% 15.56%
27. de bereikbaarheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 64.44% 13.33% 2.22% 6.67%
28. de toegankelijkheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
15.91% 56.82% 11.36% 2.27% 13.64%
29. de deskundigheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
30/37
11.36% 56.82% 13.64% 2.27% 15.91%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
30. de activiteit waar u zich voor inzet? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
48.89% 46.67% 4.44% 0% 0%
31. Participe als organisatie? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
4.44% 46.67% 33.33% 11.11% 4.44%
32. De medewerker is betrokken bij mijn vrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
15.56% 62.22% 8.89% 4.44% 8.89%
33. De medewerker is betrokken bij mij als persoon (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
31/37
15.56% 64.44% 4.44% 6.67% 8.89%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
34. De medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
22.22% 51.11% 8.89% 4.44% 13.33%
35. De medewerker geeft mij voldoende feedback (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
11.11% 42.22% 11.11% 6.67% 28.89%
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) (NValid = 44) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.27% 0% 2.27% 2.27% 4.55% 18.18% 27.27% 38.64% 2.27% 2.27%
37. Verwacht u volgend jaar vrijwilligerswerk te doen? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
32/37
95.56% 4.44%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
38. Wat is hier de reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 2) Geen interesse of behoefte Tijdsgebrek Problemen met kinderopvang Gezondheid (Reis)kosten Ontevreden over de ondersteuning Anders 39. Wat is uw geslacht? (NTotaal = 47) (NValid = 42) Man 38.1% Vrouw 61.9% 40. Wat is uw leeftijd? (NTotaal = 47) (NValid = 45) 17 of jonger 18 t/m 26 27 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75+
33/37
0% 2.22% 6.67% 4.44% 11.11% 17.78% 40% 17.78%
0% 0% 0% 0% 0% 50% 50%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
41. Hoe kunt u uw situatie het best typeren? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Betaald werk voor minder dan 24 uur per week 6.82% Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week 9.09% Betaald werk voor 32 uur of meer per week 2.27% (Vervroegd) gepensioneerd 54.55% Vrijwillig thuis 9.09% Werkloos 2.27% Arbeidsongeschikt 15.91% Lerend / Studerend 0% 42. Als u als vrijwilliger actief bent in één van de accommodaties van Participe, welke accommodatie betreft dat dan? (NTotaal = 47) (NValid = 43) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
2.33% 16.28% 2.33% 20.93% 37.21% 20.93%
Kruistabellen Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in percentages 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 71.43%
33.33%
40%
40%
uw taak als vrijwilliger?
Nee 28.57%
66.67%
60%
60%
34/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in absolute aantallen 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 5
9
2
2
uw taak als vrijwilliger?
Nee 2
18
3
3
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) Wijk-, buurt- en bewonerszaken 7.63 Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) 6.68 Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen 6.4 Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd) 7.6 36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
35/37
8 6.86 8 6.13 6.75 7.78
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Open antwoorden 17a. In welke vorm verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 18) 1 Dat je met je problemen op dat vlak terecht kan bij de Participe-medewerker 2 Goede werkomstandigheden en materiaal 3 Op tijd inspelen op de actuele situatie 4 Waardering en een goed luisterend oor voor de werkzaamheden 5 Raad en daad door een professional, in mijn geval opbouwwerk van Participe 6
Dat alle bewoners zoveel mogelijk meeparticiperen. Iedereen kan worden ingezet, ook de kinderen.
7
Medewerking van de wijk waar ik het voor doe. Ondersteuning i.v.m. mogelijkheden van de gemeente Alphen aan den Rijn in de vorm van o.a. Participe e.d.
8
Advies over gemeente, wat kunnen we waar vinden en hoe werkt het en wat kunnen we er dan mee. Ondersteuning bij activiteiten, in mankracht of materialen.
9
In de vorm van een achterwacht. Iemand van de achterban om op terug te kunnen vallen als zich een situatie voordoet.
10 waardering 11 soms 12 alleen waardering 13
Medewerking van Participe en geen dwarsliggen van Participe. Helaas mijn ervaring, ook van vele anderen.
14 meer faciliteiten in een lokaal te kunnen werken en activiteiten te doen. 15 waar nodig is 16 samenwerking 17 Saskia (hebben we al) 18 gesprek bij eventuele problemen
36/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
25a. Wat mist u nog in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 9) Opbouwwerk stopt en dat is voor mij reden om te stoppen met mijn vrijwilligerswerk, 1 zonder hun steun (in mijn geval met name die van martine pretorius) is het in onze wijk niet te doen 2 Contact 3 Roosters worden slecht opgesteld en aangeleverd 4 Ik heb (krijg) geen ondersteuning. Wie of wat is Participe voor mij? 5 Het open houden van de Wielewaal 6
Het zelfstandig zijn in het organiseren is niet eenvoudig. Er zijn te veel regeltjes dat mag niet, dat wel.
7
Als ik hen nodig heb verschuilen ze zich achter elkander. Als zij je dwars kunnen zitten staan zij op een rij welke functie ze ook hebben tot directie aan toe.
8 geen goede communicatie om dingen te regelen 9 Meer betrokkenheid dat zaken goed geregeld worden.
{42}* In welke accommodatie van Participe bent u werkzaam. Anders, namelijk… (NTotaal = 47) (NValid = 10) 1
Het is niet Westerhoven maar Westerhove
2
restaurant schuif aan
3
van eigen huis uit
4
pluspunt aanplein 1 blij met je wijk
5
Blij met je wijk Lage Zijde
6
pluspunt Marsdiep 231
7
werkplein
8
Pluspunt Marsdiep 231
9
Vrijwilliger bij de voedselbank
10
Herculesstraat
37/37
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo-diensten Participe
Rapport Participe, Alphen aan den Rijn
BMC Onderzoek november 2011 ing. V. Atalay, drs. A.E. Britt, L. Salomé MsC Projectnummer: 107280 Correspondentienummer: DH-2312-2608
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
INHOUD HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 2
HOOFDSTUK 3
HOOFDSTUK 4
HOOFDSTUK 5
INLEIDING
1
1.1
Doelstellingen
1
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers
1
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject
2
1.4
Leeswijzer
2
SAMENVATTING
3
2.1
Achtergrond
3
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers
3
2.3
Het huiskamerproject
4
ACHTERGRONDKENMERKEN VRIJWILLIGERS
6
3.1
Respons
6
3.2
Inzet als vrijwilliger
7
3.3
Motivatie van de vrijwilliger
9
ONDERSTEUNING AAN VRIJWILLIGERS
12
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning
12
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding
13
4.3
Waardering medewerkers Participe
14
4.4
Successen en aandachtspunten
17
HET HUISKAMERPROJECT
18
5.1
De accommodatie
19
5.2
De openingstijden
19
5.3
De jongerenwerkers
20
5.4
Activiteiten
21
5.5
Belang voor JOP voor jongeren
22
5.6
Successen en verbeterpunten
23
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 1 Inleiding Participe wil inzicht in de tevredenheid van klanten en gebruikers van haar collectieve Wmo-diensten en -voorzieningen. Deze informatie kan Participe gebruiken bij het verder ontwikkelen en zo mogelijk verbeteren van haar dienstverlening. Tevens wil Participe deze informatie verwerken in haar jaarverslag over het jaar 2011. Participe heeft BMC Onderzoek opdracht gegeven de beleving van twee diensten/doelgroepen te peilen: • •
de tevredenheid van vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe; de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in de Edelstenenbuurt.
De vrijwilligers zijn actief in het welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, actief in een aantal accommodaties in verschillende wijken, en vanuit het opbouwwerk.
1.1
Doelstellingen De kernvragen luiden als volgt: 1. Hoe tevreden of ontevreden zijn de vrijwilligers die dit jaar actief zijn in ouderenen buurtcentra over de door Participe geleverde ondersteuning? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter? 2. Hoe tevreden zijn de jongeren – overwegend afkomstig uit de Edelstenen- en Planetenbuurt – die dit jaar deelnemen aan het huiskamerproject over de individuele begeleiding, de accommodatie, de bereikbaarheid en openstelling van de accommodatie, de bejegening en de professionaliteit van de begeleiding? Wat hebben zij in het bijzonder gewaardeerd, wat hebben zij gemist en wat kan beter?
1.2
Opzet van het onderzoek onder vrijwilligers Voor de twee verschillende doelgroepen zijn verschillende methoden gehanteerd. De ruim honderd vrijwilligers die zich inzetten voor bepaalde activiteiten van Participe zijn per brief aangeschreven met het verzoek deel te nemen aan het onderzoek door middel van het invullen van een vragenlijst. De vrijwilligers konden de vragenlijst of via internet of op papier invullen. Papieren vragenlijsten konden in een antwoordenvelop naar BMC Onderzoek worden opgestuurd. Vrijwilligers die de vragenlijst online wilden invullen, konden dit doen door middel van een bijgevoegde inlognaam en een wachtwoord.
1/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
1.3
Opzet van het onderzoek onder deelnemers aan het huiskamerproject Voor het onderzoek naar de beleving van jongeren die gebruikmaken van het huiskamerproject in het Jongeren Ontmoetingspunt (JOP), is voor een kwalitatieve insteek gekozen omdat deze het meest passend is voor de vraagstelling. Tijdens twee groepsgesprekken met kleine groepen jongeren is ingegaan op diverse aspecten van het huiskamerproject en de begeleiding van de jongerenwerkers van Participe. Bij kwalitatief onderzoek is de informatieverzameling vaak open en flexibel, zodat er ruimte is voor onvoorziene gebeurtenissen. Dit betekent dat er geen sterke voorstructurering is, zoals in een enquête, waarbij kwantitatieve analyses gedaan worden op de verkregen data. Kwalitatief onderzoek is vooral handig voor explorerend, dat wil zeggen verkennend of verdiepend onderzoek. Met kwalitatief onderzoek kunnen betekenissen die mensen toedelen aan alledaagse gebeurtenissen goed worden onderzocht. Het gaat hier dus niet om het valideren van de uitspraken van mensen, of deze waar zijn of niet, maar wat ze voor hen betekenen. Het is dan ook goed om te realiseren dat in dit rapport uitspraken gedaan kunnen worden door respondenten die niet aansluiten bij de werkelijkheid. Het gaat er in dit onderzoek echter niet om wat waar is of niet, maar hoe de doelgroep bepaalde gebeurtenissen ervaart. Generaliseren De gegevens uit kwalitatieve onderzoeken zijn lastig generaliseerbaar naar de gehele groep of andere groepen, door de geringe steekproef. Wel kan er sprake zijn van theoretische of inhoudelijke generalisatie, wat iets anders is dan statistische generaliseerbaarheid. De resultaten van dit onderzoek kunnen dus niet worden doorgetrokken naar de gehele doelgroep!
1.4
Leeswijzer Hoofdstuk 2 bestaat uit de samenvatting. Hoofdstuk 3 gaat in op de achtergrondgegevens van de vrijwilligers en hun motivatie om vrijwilligerswerk te doen. De verwachtingen en belevingen van ondersteuning komen in hoofdstuk 4 aan de orde, alsmede de waardering voor de medewerkers van Participe. Het onderzoek naar de ervaringen van de jongeren die deelnemen aan het huiskamerproject in het JOP komen in hoofdstuk 5 aan bod. Tot slot worden in hoofdstuk 6 de door de jongeren aangedragen succes- en verbeterpunten opgesomd. De rechte tellingen en de open antwoorden van de vrijwilligers staan in de bijlage.
2/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 2 Samenvatting 2.1
Achtergrond Participe is de Wmo uitvoeringsorganisatie voor de gemeente Alphen aan den Rijn. Zij zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van een groot aantal taken op de prestatievelden 1 t/m 6 van de Wmo. Eén van die taken is het ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. De resultaten van dit onderzoek moeten tegen het licht gezien worden van twee zaken: Participe opereert in een bepaald spanningsveld tussen vrijwilliger en gemeente. Enerzijds hebben zij een rol als uitvoeringsorganisatie voor gemeentelijk beleid. Anderzijds zien sommige vrijwilligers hun als belangenbehartiger van vrijwilligers. Deze rollen kunnen botsen. Daarnaast speelt het onderzoek zich af tegen een periode van onzekerheid over de toekomst van een aantal accommodaties. Er bestaan al enkele jaren plannen om de accommodaties Westerhaven, Wielewaal en Westerhove te sluiten. Ook voor Castor & Pollux zijn sloopplannen. De verwachting is dat de onrust rond sommige accommodaties ook terugkomen in de antwoorden van respondenten werkzaam in de betreffende accommodaties.
2.2
Beleving ondersteuning vrijwilligers 47 vrijwilligers die ondersteuning krijgen van medewerkers van Participe hebben hun mening gegeven over deze ondersteuning en diverse andere aspecten van hun vrijwilligerswerk. Dit was een respons van 44%. De meeste respondenten verrichten tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de respondenten doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk. De meeste respondenten zetten zich in op het gebied van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. De meeste vrijwilligers zijn aan hun huidig vrijwilligerswerk gekomen via familie, vrienden en bekenden (23%) of via vrijwilligers van de activiteit waar zij nu vrijwilligerswerk doen (21%). Belangrijkste motivatie om vrijwilligerswerk te doen is volgens de respondenten omdat: - het leuk is om te doen (100% (heel) belangrijk); - het leuk is om andere mensen te ontmoeten (96% (heel) belangrijk); - het voldoening geeft (94% (heel) belangrijk).
3/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het overgrote deel van de respondenten (96%) zegt zich volgend jaar ook te willen inzetten als vrijwilliger. Eén van de twee respondenten die zegt zich volgend jaar niet meer te willen inzetten, geeft als reden aan dat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk als lichamelijk zwaar. Bijna een derde ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% vaak als geestelijk zwaar. De meerderheid (60%) zegt geen steun te verwachten bij het doen van hun vrijwilligerswerk. 40% geeft aan wel steun te verwachten. De meerderheid van deze groep verwacht die steun in de eerste plaats van Participe. Het meest tevreden zijn vrijwilligers over: - de waardering die zij krijgen (78% is (zeer) tevreden); - de begeleiding (66% is (zeer) tevreden); - de aansturing (62% is (zeer) tevreden). Het is echter opvallend dat relatief veel vrijwilligers bij ‘begeleiding’ (22%) en ‘aansturing’ (23%) antwoorden met ‘niet van toepassing’. Zij ervaren blijkbaar niet dat zij begeleiding en aansturing ontvangen. Over het algemeen zijn de vrijwilligers (zeer) tevreden over de medewerker van Participe die hen ondersteunt. 77% is (zeer) tevreden over de bereikbaarheid van de medewerker en 73% is (zeer) tevreden over de toegankelijkheid van de medewerker. Ook zijn vrijwilligers het vaak eens met de stelling dat de medewerker betrokken is bij de vrijwilliger als persoon (80% (helemaal) mee eens). Aandachtspunt is wellicht het geven van feedback. Net iets meer dan de helft (53%) is het (helemaal) eens met de stelling dat de medewerker voldoende feedback geeft. Als eindoordeel voor de ondersteuning als geheel geven respondenten een 6,9. Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt-, en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Ook lijkt er verschil in tevredenheid te zijn tussen de verschillende accommodaties.
2.3
Het huiskamerproject Er zijn twee groepsgesprekken gevoerd met in totaal 14 jongeren. De gesprekken gingen over de ervaringen van de jongeren met: de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers, de accommodatie, de openingstijden, de activiteiten en verbeterpunten.
4/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Alle geïnterviewden (jongeren en jongvolwassenen) komen naar eigen zeggen al jaren naar het JOP. De accommodatie voldoet qua grootte meestal wel, behalve op zaterdag als het heel druk is. Alle jongeren vinden de openingstijden onvoldoende. Er is vooral behoefte aan een open ontmoetingspunt op zondag. Ook vinden sommigen dat het JOP doordeweeks iets langer open zou moeten zijn, zodat ook de jongeren met een baan of studie er langer kunnen rondhangen. Gevraagd naar activiteiten en de mogelijkheden rond eigen inbreng noemen zij vooral de wens voor meer activiteiten buiten het JOP. Ze zeggen dat deze er vroeger vaker waren maar dat de mogelijkheden nu beperkt zijn door ‘gebrek aan geld’. Hierdoor hebben zij het gevoel niet heel veel echte invloed uit te kunnen oefenen op het aanbod aan activiteiten. Wel zijn zij positief over bijvoorbeeld initiatieven op het gebied van muziek (bijvoorbeeld rap-lessen) en de kans om de ruimte zelf te versieren met graffiti. De relatie met de jongerenwerkers wordt als goed ervaren. Jongeren geven aan de jongerenwerkers als ‘één van hen’ te zien. Ook is er een gevoel van wederzijds vertrouwen. Dit mede doordat veel jongeren de jongerenwerkers al kenden voordat zij jongerenwerker werden. Zij komen uit dezelfde wijk en veel jongeren kijken naar hen op en voelen zich door hen begrepen. De jongeren geven aan het gevoel te hebben altijd bij de jongerenwerkers terecht te kunnen. Ook met persoonlijke vragen of problemen. De jongeren komen vooral naar het JOP om zich te ontspannen. Het spreekt jongeren aan dat ‘al hun vrienden’ er ook komen. Het houdt ze naar eigen zeggen ‘van de straat’. Als het JOP er niet zou zijn dan zouden veel van de jongeren simpelweg ‘weer op straat gaan hangen’.
5/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 3 Achtergrondkenmerken vrijwilligers 3.1
Respons In totaal heeft Participe 108 vrijwilligers aangeschreven. 47 vrijwilligers hebben de vragenlijst ingevuld. Het merendeel (31) op papier. De rest (16) via internet. Het responspercentage komt hiermee op 44%. Dit is een goede respons voor dit soort onderzoeken onder vrijwilligers. Achtergrond Het merendeel van de respondenten is tussen de 65 en 74 jaar oud. Vrouwen zijn – zoals in de meeste onderzoeken – oververtegenwoordigd (62%).
Figuur 1
6/37
Leeftijdsverdeling vrijwilligers
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Meer dan de helft (55%) van de respondenten omschrijft hun situatie als (vervroegd) gepensioneerd. Dit is in overeenstemming met de grote groep oudere respondenten. Slechts 2% verricht 32 uur per week of meer betaalde arbeid. Bijna 16% is arbeidsongeschikt. Tabel 1
Situatie, dagbesteding
Situatie
Percentage
Betaald werk voor minder dan 24 uur per week Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week Betaald werk voor 32 uur of meer per week (Vervroegd) gepensioneerd Vrijwillig thuis Werkloos Arbeidsongeschikt Lerend/studerend
7% 9% 2% 55% 9% 2% 16% 0%
Aan de vrijwilligers die actief zijn in één van de accommodaties van Participe is gevraagd in welke dat is. De meeste respondenten die in een accommodatie van Participe werken, doen dit in de Westerhove (37%). Ook werkt ongeveer één op de vijf (21%) bij de Wielewaal. De ‘anders, namelijk’-categorie is terug te lezen in de bijlage. Tabel 2
3.2
Accommodaties
Accommodatie
Percentage
De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders, namelijk…
2% 16% 2% 21% 37% 21%
Inzet als vrijwilliger Aan vrijwilligers is gevraagd hoeveel uur zij het afgelopen jaar gemiddeld per week vrijwilligerswerk hebben gedaan en hoe lang zij al vrijwilligerswerk verrichten. De meeste respondenten verrichten gemiddeld tussen de 2 en 8 uur per week vrijwilligerswerk. Bijna de helft van de vrijwilligers doet al meer dan 10 jaar vrijwilligerswerk (zie de volgende figuren).
7/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 2
Gemiddeld aantal uur per week
Figuur 3
Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk?
De meeste respondenten zetten zich momenteel in voor één activiteit. Ruim 40% van de respondenten zet zich in voor meerdere activiteiten. De meerderheid van de respondenten doet vrijwilligerswerk op het terrein van welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen. Eén op de vijf zet zich in voor wijk-, buurt- en bewonerszaken (zie volgende tabel).
8/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Tabel 3
Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u?
Terrein Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
Percentage 20% 59% 11% 11%
Hoe zijn deze vrijwilligers aan hun huidige vrijwilligerswerk gekomen? De meeste vrijwilligers komen aan hun vrijwilligerswerk via familie, vrienden en bekenden (23%). Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. Ook is een groot deel aan het huidige vrijwilligerswerk gekomen via vrijwilligers van de activiteit waar de respondent nu vrijwilligerswerk voor verricht (21%). Zie de volgende tabel voor het volledige overzicht: Tabel 4
Hoe aan huidige vrijwilligerswerk gekomen?
Kanaal Via familie, vrienden en bekenden Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift Via medewerkers van Participe Anders
Percentage 23% 2% 21% 13% 13% 28%
Het is om meerdere redenen belangrijk dat het huidige bestand van vrijwilligers tevreden is over hun vrijwilligerswerk en de ondersteuning die zij daarbij krijgen/nodig hebben. Niet alleen om het huidige bestand te binden, maar ook door de rol die vrijwilligers spelen in het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De meeste mensen komen immers aan hun vrijwilligers via familie, vrienden, bekenden of via andere vrijwilligers. Door de vergrijzing zal de groep burgers dat vrijwilligerswerk doet, kunnen slinken. De rol van ambassadeur die de huidige vrijwilligers op zich kunnen nemen, wordt dan des te belangrijker. Dat vrijwilligers voornamelijk worden geworven door mensen in hun netwerk, of de bestaande vrijwilligers, is niet alleen een kracht. Er bestaat ook het gevaar dat het vrijwilligersbestand hierdoor redelijk homogeen blijft. Mensen die ‘niet in de groep passen’ kunnen hierdoor soms moeilijker aansluiting vinden.
3.3
Motivatie van de vrijwilliger Wat is de motivatie van mensen om zich in te zetten via vrijwilligerswerk? Voor heel veel mensen is het simpelweg omdat zij het leuk vinden om te doen. Ook geeft het voor vrijwilligers voldoening. Het ontmoeten van andere mensen door het doen van vrijwilligerswerk speelt ook een hele grote rol. In de volgende figuren is terug te lezen hoe belangrijk bepaalde redenen om vrijwilligerswerk te doen zijn voor de respondenten.
9/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Figuur 4
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (1 van 2)
Figuur 5
Redenen om vrijwilligerswerk te doen (2 van 2)
10/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid Hoe betrokken zijn vrijwilligers naar eigen zeggen bij de activiteit(en) waar zij zich voor inzetten? En welke mate van betrokkenheid voelen vrijwilligers voor Participe als organisatie? Het blijkt dat vrijwilligers zich vooral betrokken voelen bij hun activiteit en in mindere mate bij Participe als organisatie. Bijna 96% van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij de activiteit waar zij zich voor inzetten. Iets meer dan de helft van de respondenten voelt zich (zeer) betrokken bij Participe als organisatie. Eén op de tien respondenten voelt zich niet betrokken bij Participe. Continuïteit vrijwilligerswerk In hoeverre zijn vrijwilligers van plan volgend jaar door te gaan met het doen van vrijwilligerswerk? En zo niet, waar ligt dit dan aan? Het overgrote deel van de respondenten (96%) geeft aan volgend jaar ook vrijwilligerswerk te gaan doen. Twee respondenten geven aan dit niet van plan te zijn. Eén daarvan omdat hij/zij ontevreden is over de ondersteuning, de ander heeft de antwoordcategorie ‘anders’ aangekruist. De redenering is daarom niet te achterhalen. Belasting vrijwilligers Het doen van vrijwilligerswerk kan beslag leggen op een vrijwilliger (zowel lichamelijk als geestelijk). Aan vrijwilligers is gevraagd in hoeverre zij het vrijwilligerswerk als (geestelijk of lichamelijk) zwaar ervaren. Bijna een kwart van de ondervraagde vrijwilligers ervaart het vrijwilligerswerk soms als lichamelijk zwaar (24%). Bijna een derde van de vrijwilligers ervaart het soms als geestelijk zwaar (32%) en 2% ervaart het vrijwilligerswerk vaak als geestelijk zwaar. Ondersteuning kan ertoe bijdragen dat vrijwilligers hun vrijwilligerswerk goed kunnen (blijven) doen. In het volgend hoofdstuk komen de ervaringen van vrijwilligers met die ondersteuning en de verwachtingen van ondersteuning aan bod.
11/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 4 Ondersteuning aan vrijwilligers De inzet van vrijwilligers is onmisbaar in veel onderdelen van de samenleving. Binnen de kaders van de Wmo heeft de ondersteuning aan vrijwilligers daarom een eigen plek gekregen binnen prestatieveld 4. Medewerkers van Participe ondersteunen vrijwilligers bijvoorbeeld bij het maken van activiteitenplannen en indien nodig bij het uitvoeren van activiteiten zelf. Ook zetten zij zich in voor het bevorderen van de deskundigheid van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Doel is dat vrijwilligers en hun organisaties in staat zijn om zelfstandig en professioneel hun activiteiten uit te voeren en dat er in de wijken een goed aanbod aan activiteiten is.
4.1
Verwachtingen rond ondersteuning Ondersteuning verwacht? Aan vrijwilligers is gevraagd of zij steun verwachten bij hun taak als vrijwilliger. De respondenten die ‘ja’ antwoordden, konden vervolgens aangeven in welke vorm zij deze steun verwachten. De meerderheid van de respondenten zegt geen steun te verwachten bij hun taak als vrijwilliger (60%). 40% zegt wel steun te verwachten. 18 respondenten hebben het open antwoordveld ingevuld. De open antwoorden over de vorm van de steun zijn divers. Een paar gaan in op de wens ergens terecht te kunnen bij problemen. Drie respondenten noemen expliciet ‘waardering’ voor hun werk als vrijwilliger. Het compleet overzicht van de open antwoorden is terug te lezen in de bijlage. Het blijkt dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken vaker ondersteuning verwachten bij hun taak als vrijwilliger dan de vrijwilligers die werkzaam zijn in de andere sectoren.
Ondersteuning van wie? Van wie verwachten vrijwilligers in de eerste plaats ondersteuning? Respondenten die aangaven steun te verwachten bij hun taak konden kiezen uit drie antwoordmogelijkheden: ‘van mijn medevrijwilligers’, ‘van Participe’ en ‘anders’. Iets meer dan de helft van de respondenten (56%) verwacht deze steun in de eerste plaats van Participe. De overige respondenten van hun mede vrijwilligers. Niemand vulde ‘anders’ in.
12/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
4.2
Tevredenheid diverse aspecten van vrijwilligerswerk/begeleiding Aan vrijwilligers is gevraagd hoe tevreden of ontevreden zij zijn over diverse aspecten van het vrijwilligerswerk, zoals de begeleiding, aansturing, waardering en informatievoorziening. In de volgende figuur is de tevredenheid per aspect terug te lezen.
Figuur 6
Tevredenheid vrijwilligers over…
Het meest tevreden zijn respondenten over de waardering van vrijwilligers. In totaal is 78% van de vrijwilligers hier (zeer) tevreden over. De tevredenheid over de begeleiding van vrijwilligers staat met 66% (zeer) tevreden op de tweede plek. Ook zijn de meeste respondenten (zeer) tevreden over de aansturing die zij krijgen (63% (zeer) tevreden). Desalniettemin is 16% ontevreden over de aansturing. De informatie die de vrijwilligers krijgen wordt minder positief beoordeeld. Eén op de vijf respondenten is hier (zeer) ontevreden over. Verder geven veel respondenten aan dat de ‘opleidings- en scholingsmogelijkheden’ en de ‘onkostenvergoeding’ niet op hen van toepassing is. Opvallender is echter het aandeel vrijwilligers dat aangeeft dat ‘begeleiding’ en ‘aansturing’ niet op hen van toepassing is (22% en 23%). Het lijkt erop dat ze vinden dat er geen begeleiding en aansturing is. Hierbij plaatsen wij de volgende kanttekening. De ondersteuning is gericht op het versterken van de eigen kracht van een vrijwilliger. Een professioneel functionerende vrijwilliger kan de ondersteuning ook als contact zien en niet, of minder, als begeleiding of aansturing.
13/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Lacunes in ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd of zij nog iets missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Ook hier konden de respondenten aangeven wat zij missen in een open schrijfvak. Eén op de vijf respondenten geeft aan nog iets te missen in de ondersteuning van de medewerker van Participe. Deze negen respondenten hebben geprobeerd aan te geven wat zij missen. Eén respondent geeft aan betrokkenheid te missen. Twee noemen goed contact of communicatie. Het overzicht van alle open antwoorden is terug te lezen in de bijlage.
4.3
Waardering medewerkers Participe Bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid Hoe tevreden zijn de vrijwilligers over de bereikbaarheid van Participe als organisatie. De bereikbaarheid van de medewerker die hen ondersteunt? De toegankelijkheid en deskundigheid van de medewerkers?
Figuur 7
Tevredenheid bereikbaarheid, toegankelijkheid, deskundigheid
Het meest tevreden zijn respondenten over de bereikbaarheid van de medewerker van Participe die hen ondersteunt. Relatief het minst tevreden zijn de respondenten over de deskundigheid van de medewerkers.
14/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Betrokkenheid, terughoudendheid Voor Participe is het belangrijk dat vrijwilligers ervaren dat de medewerker betrokken is bij hun werk en bij hen als persoon. Dit zonder het eigen initiatief en ontwikkeling van de vrijwilliger in kwestie te beknotten. De ondersteuning is immers gericht op het versterken van de eigen kracht van zowel de vrijwilliger als de organisatie. Hier zijn in verschillende stadia verschillende inzet nodig. De medewerker doet waar mogelijk een stap naar achteren, en waar nodig een stap naar voren. Vrijwilligers is een aantal stellingen voorgelegd over de betrokkenheid van de medewerkers. De resultaten zijn in de volgende figuur terug te lezen.
Figuur 8
Betrokkenheid, ruimte, feedback
De respondenten zijn over het algemeen erg tevreden over de betrokkenheid van de medewerkers van Participe, zowel bij hun vrijwilligerswerk als bij hen persoonlijk. De antwoorden op de stelling ‘de medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren’ laten een diverser beeld zien. Het aandeel vrijwilligers dat het hier helemaal mee eens is, is groter dan bij de andere stellingen. In verhouding tot de andere stellingen lijkt het geven van voldoende feedback nog een aandachtspunt voor de medewerkers. Een groot deel van de respondenten geeft aan dat dit niet op hen van toepassing is. Daarnaast geeft bijna één op de vijf respondenten aan dat zij het (helemaal) oneens zijn met deze stelling.
Eindoordeel ondersteuning Aan vrijwilligers is gevraagd om een eindoordeel te geven over de ondersteuning door de medewerker van Participe door middel van een rapportcijfer. Gemiddeld
15/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
geven de respondenten een 6,9 voor de ondersteuning. De verdeling van gegeven rapportcijfers is in de volgende figuur terug te lezen. Het meest gegeven cijfer is een 8. Ongeveer één op de tien respondenten geeft een onvoldoende. Figuur 9
Spreiding rapportcijfers eindoordeel ondersteuning
Bestaan er verschillen in de tevredenheid van vrijwilligers in verhouding tot welk soort vrijwilligerswerk zij doen? Of bijvoorbeeld de accommodatie waarvoor zij werken? De verschillen zijn klein. Bovendien geven deze verschillen door het lage aantal respondenten bij sommige soorten vrijwilligerswerk en accommodaties slechts een indicatie van de tevredenheid per groep. Hier dient rekening mee te worden gehouden bij het lezen van deze cijfers. Tabel 5
Rapportcijfer ondersteuning naar soort vrijwilligerswerk
Soort vrijwilligerswerk Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
16/37
Gemiddeld rapportcijfer 7.6 6.7 6.4 7.6
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Het lijkt erop dat vrijwilligers die zich inzetten voor wijk-, buurt- en bewonerszaken en welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen, iets meer tevreden zijn over de ondersteuning dan de vrijwilligers van andere soorten vrijwilligerswerk. Tabel 6
Rapportcijfer ondersteuning naar accommodatie
Accommodatie De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
Gemiddeld rapportcijfer 8 6.9 8 6.1 6.8 7.8
Per accommodatie blijken de rapportcijfers niet sterk te verschillen. Vrijwilligers werkzaam in Westerhaven geven gemiddeld het hoogste cijfer. Gelet op het kleine aandeel vrijwilligers dat werkzaam is in sommige accommodaties, zijn deze cijfers slechts indicatief.
4.4
Successen en aandachtspunten Positieve punten: • Bijna alle respondenten (96%) geven aan zich volgend jaar weer in te willen zetten. • 78% van de vrijwilligers is (zeer) tevreden over de waardering die zij krijgen. • 80% van de respondenten vindt dat de medewerker van Participe betrokken is bij de vrijwilliger als persoon. • Vrijwilligers vervullen zelf een belangrijke rol in het werven van nieuwe vrijwilligers. Aandachtspunten: • Door de grote rol die bestaande vrijwilligers vervullen bij het werven van nieuwe vrijwilligers bestaat gevaar van het buitensluiten van ‘buitenbeentjes’ / sterke homogeniteit van het vrijwilligersbestand. • Iets meer dan de helft (53%) van de vrijwilligers vindt dat hij/zij voldoende feedback krijgt. Het geven van feedback is belangrijk voor de eigen kracht van vrijwilligers en hun organisaties. • Relatie tussen Participe als organisatie en vrijwilligers. Vrijwilligers voelen zich erg betrokken bij hun activiteiten en ervaren een grote betrokkenheid vanuit de medewerkers van Participe. Hoe kan de betrokkenheid van de vrijwilligers bij Participe als organisatie worden vergroot?
17/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Hoofdstuk 5 Het Huiskamerproject Sinds 2008 is er in het Pluspunt aan de Briljantstraat een Jongerenontmoetingsplaats gevestigd. Participe heeft hier een huiskamerproject opgezet. Deze activiteit wordt volgens het productenboek van Participe als volgt omschreven: ‘Creëren en begeleiden van een huiskamer voor jongeren in de Edelstenen- en Planetenbuurt. Binnen de huiskamer individueel begeleiden van jongeren op verschillende terreinen.’ Het beoogd resultaat is: ‘Jongeren kunnen op een veilige en op een voor hen prettige wijze samenkomen en ze kunnen op een constructieve wijze aan hun persoonlijke situatie werken en leren hun eigen keuzes te maken en hun zelfredzaamheid vergroten.’ Participe wil graag weten hoe de jongeren die gebruikmaken van de huiskamer een aantal zaken ervaren. Het gaat dan met name om: - Hoe wordt de ondersteuning en begeleiding door de jongerenwerkers door de jongeren ervaren? - Voldoet de ruimte? (Zijn er voldoende mogelijkheden voor gebruik?) - In hoeverre voldoen de openingstijden aan de behoefte? - Is de huiskamer voor de jongeren een vertrouwde omgeving? - Wat vinden de jongeren van de activiteiten die worden georganiseerd? (Kunnen jongeren zelf voldoende input leveren bij het opzetten van activiteiten?) Om op deze vragen antwoorden te krijgen, zijn er twee groepsgesprekken gehouden met zeven jongeren per groep.
De jongeren, achtergrond De geïnterviewden zijn allemaal jongeren en jongvolwassenen. De oudste is 27 jaar. Veel van de jongeren zitten nog op school. Sommigen volgen een stage. Enkele werken (zowel fulltime als bijbaantjes). Enkelen zijn werkloos en volgen geen vorm van onderwijs. Alle jongens zeggen uit de Edelstenenbuurt te komen. Praktisch alle jongeren geven aan het JOP te bezoeken sinds het open is.
18/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.1
De accommodatie Doordeweeks is het volgens de jongeren niet te druk. Op zaterdagavond wel. Dan is de ruimte volgens jongeren wat aan de krappe kant. ‘Dan zitten we allemaal bij elkaar op schoot!’ Ook geven jongeren aan de pooltafel weinig te gebruiken. ‘Hij neemt teveel ruimte in beslag’. Verder vinden de jongeren de computers ‘best oud’. ‘En dan zitten ze nog vast aan een ketting ook, alsof iemand zo’n groot, oud ding gaat meenemen!’ Ook zouden de jongeren graag een nieuwere en/of tweede Playstation willen. Nu is er vaak een wachtlijst om te kunnen spelen. De jongeren zijn positief over het feit dat binnenkort de muren allemaal versierd worden met graffiti. De jongeren hebben dit zelf aangedragen.
5.2
De openingstijden Een punt dat tijdens het voorstelrondje al aan bod komt en waar jongeren vaak tijdens de gesprekken op terugkomen zijn de openingstijden. “Deze moeten ruimer”, stelt iemand. Alle andere jongeren zijn het met hem eens. Vooral op zondag is er behoefte aan het JOP. Er is volgens de meeste jongeren dan namelijk niks te doen. Meerdere jongeren zouden graag zien dat het JOP wat later op zaterdagavond open bleef. Bijvoorbeeld even laat als ‘de stad’. Dat hoeft volgens één van de jongeren niet elke week, incidenteel zou ook al goed zijn. Sommigen vinden dat de openingstijden doordeweeks juist nadelig zijn voor de jongeren die naar school gaan of een baan hebben. Het JOP is vooral ’s middags open en vroeg in de avond, waardoor je als je elders op school zit nog maar heel weinig tijd hebt om ‘te chillen’. De jongeren geven allemaal aan zelf niet echt te weten waarom het JOP niet vaker open kan of mag zijn. Sommige denken dat het komt omdat er ‘te weinig jongerenwerkers’ zijn. Of omdat er voor hun ‘te weinig uren’ beschikbaar zijn. Zij denken dat het in ieder geval niet aan de buurtbewoners ligt. De buurtbewoners willen volgens hen eerder dat er juist ruimere openingstijden komen zodat zij (de jongeren) minder op straat rondhangen. Een paar jongeren vertellen trots dat er zelfs één keer ruim 70 handtekeningen onder buurtbewoners zijn opgehaald voor ruimere openingstijden van het JOP. Enkele zeggen dat zij zelf wel bereid zouden zijn om zich in te zetten als vrijwilliger om het JOP vaker open te krijgen. Op de rondvraag aan het eind van beide gesprekken waarbij jongeren antwoord konden geven op de vraag wat voor hen het belangrijkste is om te verbeteren, noemen alle jongeren de openingstijden. Zowel doordeweeks als op zondag. Eén jongere zegt ‘als ik maar één ding mag kiezen, dan zeg ik de zondag!’
19/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Vertrouwde omgeving Voelt de huiskamer als een vertrouwde en laagdrempelige plek? De jongeren reageren allemaal positief op deze vraag. Het voelt vertrouwd omdat ‘al je vrienden’ er ook zitten. Als er iets persoonlijks besproken moet worden met bijvoorbeeld de jongerenwerker dan kunnen zij uitwijken naar een lege kamer of gang.
5.3
De jongerenwerkers Hoe ervaren de jongeren de aanwezigheid en ondersteuning van de jongerenwerkers? De jongeren geven allemaal aan dat zij met hun vragen en persoonlijke problemen bij de jongerenwerkers terechtkunnen. De problemen en vragen waar jongeren mee aankloppen bij de jongerenwerkers zijn divers: persoonlijke problemen (‘even je hartje luchten’), ‘straatproblemen’, huiswerk, het vinden van een stageplek, het vinden van werk, schuldenproblematiek, het invullen van formulieren, et cetera. Uit de gesprekken komt ook naar voren dat niet alleen de jongerenwerkers de jongeren helpen maar de jongeren ook elkaar helpen. Het is erg duidelijk dat het voor de jongeren allemaal om vertrouwen draait en dat is er. Zowel tussen de jongerenwerkers en jongeren, als tussen de jongeren onderling. Veel van de jongeren en de jongerenwerkers kennen elkaar al lang waardoor dit vertrouwen er is. De jongeren vinden het heel positief dat zij de jongerenwerkers in kwestie al kenden voordat zij jongerenwerkers werden. Zij ervaren de jongerenwerkers als ‘één van hen’. Ervaren de jongeren dat zij worden geholpen omdat dit bij de functie van jongerenwerker hoort, of door de persoonlijke band die zij hebben met de jongerenwerker? De meeste vinden dat het een soort mix is. ‘Als je niet graag mensen helpt, dan word je ook geen jongerenwerker’ is het idee. Het is erg belangrijk voor de jongeren dat zij zich kunnen herkennen in de jongerenwerkers. Het is belangrijk dat de jongerenwerkers uit dezelfde wijk komen als de jongeren zelf. Voor sommige van hen vervullen de jongerenwerkers (hierdoor) een voorbeeldfunctie. De jongeren hebben het gevoel dat de huidige jongerenwerkers (doordat zij uit dezelfde wijk komen) goed weten hoe ze met de jongeren om moeten gaan. Bijvoorbeeld dat zij iemand niet in het bijzijn van de hele groep aanspreken op ongewenst gedrag, maar iemand apart nemen. Een voormalig jongerenwerker bij het JOP werd aangehaald als voorbeeld van hoe het volgens de jongeren niet moet: alles volgens het boekje zonder enige aansluiting ‘bij hun werkelijkheid’.
20/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.4
Activiteiten Volgens de jongeren is er elke week zaalvoetbal in één van de andere centra van 17:30 tot 19:00 uur. Zij zijn hier over het algemeen wel blij mee, maar er wordt wel door veel jongeren opgemerkt dat de zaal wel erg klein is voor het aantal mensen dat mee wil doen. Ook is het tijdstip waarop het zaalvoetbal wordt gehouden ‘onhandig’ voor jongeren die werken of op school zitten. Volgens meerdere jongeren waren er vroeger meer – en leukere – activiteiten. Er werden vaker uitjes georganiseerd, bijvoorbeeld naar Walibi. ‘Maar nu krijg je te horen dat het geld op is’. Er bestaat een behoefte aan meer activiteiten buiten het buurthuis. Eigen inbreng rond activiteiten Volgens de jongeren worden de activiteiten in de regel eerst door Participe/de gemeente geïnventariseerd, dan mogen de jongeren hier een keuze uit maken. Als er bij speciale gelegenheden een activiteit wordt georganiseerd, mogen de jongeren naar eigen zeggen wel meedenken over de inhoud. ‘We kunnen wel veel suggesties aandragen maar vaak kunnen dingen niet. Meestal om het geld.’ Een paar jongeren kaarten de eigen bijdrage aan voor de deelname aan bepaalde activiteiten. Volgens de jongeren is dit voor sommigen te hoog waardoor zij niet mee kunnen. Eén van de jongeren geeft aan dat er veel animo is voor meer muzikale activiteiten. (Hij geeft op dit moment rap-lessen aan kinderen). Hij wil hier ook meer mee doen. Ze zoeken momenteel naar een andere ruimte van Participe in de stad waar er meer mogelijkheden zijn. Huisraad Twee van de aanwezige jongeren zitten in de huisraad. Hier kunnen zij ideeën aandragen, een oogje in het zeil houden, activiteiten helpen organiseren, et cetera. Hiermee krijgen zij het gevoel dat ze een bijdrage leveren.
21/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.5
Belang voor JOP voor jongeren Waarom komen de jongeren naar eigen zeggen naar het JOP? De jongeren komen vooral om te ontspannen. Dit lukt niet in de portieken en gangen waar ze naar eigen zeggen anders hangen. Daar moeten ze ‘steeds opletten’ of er niet iemand aankomt die ze wegstuurt. Veel jongeren geven aan naar het JOP te komen omdat ‘al hun vrienden’ daar komen. ‘Voor de gezelligheid’ is een vaak genoemde reden om naar het JOP te komen. Bij het JOP is ‘altijd een luisterend oor’. Eén noemt nog het feit dat het binnen warm is in tegenstelling tot buiten of in de portieken. Het is voor sommigen vooral een plek waar je naar toe gaat ‘als je niks te doen hebt’. Tot slot houdt het ze naar eigen zeggen van de straat. Wie komen er niet meer naar het JOP en waarom niet? De jongeren benadrukken dat ‘iedereen’ hier welkom is. Zij geven wel aan dat hun vrienden die trouwen en kinderen krijgen op een gegeven ogenblik niet meer komen. Het JOP vervult dus vooral een belangrijke rol voor (jonge) tieners en twintigers in een bepaalde levensfase. Wat is er minder leuk aan het JOP? Een paar vinden dat het drinken te duur is. Ook zegt iemand dat hij steeds minder komt omdat het saai is. ‘Alles is steeds hetzelfde’. Wat zou er gebeuren als het JOP er niet meer was? De jongeren geven aan dat als het JOP er niet zou zijn, zij weer veel meer op straat zouden zijn en dat dit voor meer overlast in de buurt zou zorgen. Meerdere jongeren zijn van mening dat het ook wel beter met de buurt gaat sinds het JOP er is. Een paar jongeren opperen zelfs dat wij (de onderzoekers) dit bij de politie na moeten vragen, zodat we de meerwaarde van het JOP van twee kanten kunnen belichten. ‘Vroeger was het code rood in de wijk. Politieauto’s werden bekogeld als ze langsreden. Zonder JOP zou het hier “code zwart” zijn’. De jongeren kaarten hier een paradox aan die één van de jongeren ook expliciet benoemt: Hij heeft het gevoel dat ‘hoe meer je gaat kloten’ hoe meer je krijgt. Doordat het nu in de wijk redelijk rustig is, krijgen ze ook minder/wordt er minder naar hen geluisterd’.
22/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5.6
Successen en verbeterpunten Verbeterpunten (door jongeren aangedragen) • Het allerbelangrijkste verbeterpunt volgens alle geïnterviewden zijn de openingstijden. Er is vooral behoefte aan een zondagsopening van het JOP. • Verouderde apparatuur, te weinig verschillende spullen/spelletjes. • Meer activiteiten buiten het JOP. • ‘We kunnen wel ideeën aandragen, maar er is meestal toch geen geld voor’. • Op zaterdag is de ruimte vaak te klein.
Positieve punten (door jongeren aangedragen) • Laagdrempeligheid van de ruimte. • Goede band met jongerenwerkers: Jongerenwerkers worden bijna beschouwd als ‘één van hen’. Jongerenwerkers kunnen zich goed inleven in de jongeren. • Jongerenwerkers vervullen een voorbeeldfunctie voor veel jongeren. • JOP voelt echt als een gezellige en vertrouwde omgeving. Vooral door het vertrouwen tussen zowel jongeren onderling, als tussen jongeren en jongerenwerkers.
Reflectie van jongerenwerkers Uit gesprekken met de jongerenwerkers voor en na de sessies blijkt, dat de jongerenwerkers de jongeren vaak ook helpen met dingen die buiten hun takenpakket vallen. Doordat zij elkaar allemaal langer kennen is er een grijs gebied waar niet duidelijk is of de jongerenwerker iets doet voor iemand omdat hij jongerenwerker is, of dat hij iets – soms buiten zijn takenpakket – doet uit persoonlijke betrokkenheid. Een luisterend oor bieden of iemand met bepaalde problemen doorverwijzen is één ding. Iemand met kans op schulden leren hoe je een ‘huishoudboekje’ maakt of helpen bij het vinden van een baan of stageplek is heel iets anders. Maar ook dit zijn de vragen waarmee jongeren bij elkaar en de jongerenwerkers aankloppen. Dat de jongerenwerkers dit soort ondersteuning zouden kunnen bieden als onderdeel van hun officiële takenpakket en niet naast hun werk zou volgens hen positief zijn. De jongerenwerkers kunnen zo als een voorliggende voorziening voor de jeugdhulpverlening fungeren. Zij kunnen door de vertrouwensband “een stuk meegaan” met de jongeren met problemen richting de hulpverlening.
23/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Bijlage 1 Rechte tellingen 1. Gemiddeld hoeveel uur per week heeft u het afgelopen jaar vrijwilligerswerk gedaan? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Incidenteel Tot 2 uur in de week 2 tot 4 uur in de week 4 tot 8 uur in de week 8 tot 12 uur in de week 12 uur of meer in de week
6.38% 25.53% 29.79% 23.4% 6.38% 8.51%
2. Hoe lang doet u al vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 47) Minder dan een jaar Tussen de 1 en 5 jaar Tussen de 5 en 10 jaar Langer dan 10 jaar
12.77% 25.53% 17.02% 44.68%
3. Doet u voor één of voor meerdere activiteiten / organisaties vrijwilligerswerk? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Eén Meerdere
58.7% 41.3%
4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 46) Wijk-, buurt- en bewonerszaken Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
24/37
19.57% 58.7% 10.87% 10.87%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
5. Hoe bent u aan dit vrijwilligerswerk gekomen? Eén keuze mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 47) Via familie, vrienden en bekenden 23.4% Via de vacaturebank van de vrijwilligerscentrale (Participe Vrijwilligersnet) 2.13% Via vrijwilligers van de activiteit waar ik vrijwilligerswerk doe 21.28% Via een advertentie in blad/krant/tijdschrift 12.77% Via medewerkers van Participe 12.77% Anders 27.66% 6. Ik vind het leuk om vrijwilligerswerk te doen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26.67% 73.33% 0% 0% 0%
7. Het geeft voldoening (NTotaal = 47) (NValid = 47) Heel belangrijk 25.53% Belangrijk 68.09% Niet belangrijk 6.38% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 0% 8. Ik vind het leuk om andere mensen te ontmoeten (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
25/37
28.89% 66.67% 4.44% 0% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
9. Ik vind dat het erbij hoort (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk 17.78% Belangrijk 60% Niet belangrijk 17.78% Helemaal niet belangrijk 0% N.v.t. 4.44% 10. Ik wil leren en nieuwe (werk)ervaring opdoen (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.89% 22.22% 31.11% 4.44% 33.33%
11. Het geeft structuur in mijn tijdsbesteding (NTotaal = 47) (NValid = 46) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
8.7% 47.83% 19.57% 6.52% 17.39%
12. Ik ben maatschappelijke stagiair (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
26/37
0% 2.22% 2.22% 0% 95.56%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
13. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van werknemersvrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
2.22% 4.44% 4.44% 2.22% 86.67%
14. Ik doe vrijwilligerswerk in het kader van mijn studie (NTotaal = 47) (NValid = 45) Heel belangrijk Belangrijk Niet belangrijk Helemaal niet belangrijk N.v.t.
0% 0% 2.22% 0% 97.78%
15. Lichamelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 45) Vaak 0% Soms 24.44% Niet 75.56% 16. Geestelijk zwaar (NTotaal = 47) (NValid = 44) Vaak Soms Niet
2.27% 31.82% 65.91%
17. Verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
27/37
40% 60%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
18. Van wie verwacht u in de eerste plaats die steun? (NTotaal = 47) (NValid = 18) Van mijn mede vrijwilligers Van Participe Anders 19. de begeleiding van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
6.52% 58.7% 13.04% 0% 21.74%
20. de aansturing van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.55% 56.82% 15.91% 0% 22.73%
21. de waardering van vrijwilligers? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
28/37
13.04% 65.22% 10.87% 2.17% 8.7%
44.44% 55.56% 0%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
22. de opleiding- en scholingsmogelijkheden? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 10.87% 2.17% 0% 86.96%
23. de (onkosten)vergoeding? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
0% 17.39% 8.7% 0% 73.91%
24. de informatie die u krijgt? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
4.35% 52.17% 13.04% 6.52% 23.91%
25. Mist u nog iets in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 46) Ja Nee
29/37
19.57% 80.43%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
26. de bereikbaarheid van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 55.56% 13.33% 2.22% 15.56%
27. de bereikbaarheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
13.33% 64.44% 13.33% 2.22% 6.67%
28. de toegankelijkheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
15.91% 56.82% 11.36% 2.27% 13.64%
29. de deskundigheid van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Zeer tevreden Tevreden Ontevreden Zeer ontevreden N.v.t.
30/37
11.36% 56.82% 13.64% 2.27% 15.91%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
30. de activiteit waar u zich voor inzet? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
48.89% 46.67% 4.44% 0% 0%
31. Participe als organisatie? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Zeer betrokken Betrokken Nauwelijks betrokken Niet betrokken N.v.t.
4.44% 46.67% 33.33% 11.11% 4.44%
32. De medewerker is betrokken bij mijn vrijwilligerswerk (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
15.56% 62.22% 8.89% 4.44% 8.89%
33. De medewerker is betrokken bij mij als persoon (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
31/37
15.56% 64.44% 4.44% 6.67% 8.89%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
34. De medewerker geeft mij voldoende ruimte om mijn activiteiten uit te voeren (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
22.22% 51.11% 8.89% 4.44% 13.33%
35. De medewerker geeft mij voldoende feedback (NTotaal = 47) (NValid = 45) Helemaal mee eens Mee eens Mee oneens Helemaal oneens N.v.t.
11.11% 42.22% 11.11% 6.67% 28.89%
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) (NValid = 44) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
2.27% 0% 2.27% 2.27% 4.55% 18.18% 27.27% 38.64% 2.27% 2.27%
37. Verwacht u volgend jaar vrijwilligerswerk te doen? (NTotaal = 47) (NValid = 45) Ja Nee
32/37
95.56% 4.44%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
38. Wat is hier de reden voor? Meerdere antwoorden mogelijk. (NTotaal = 47) (NValid = 2) Geen interesse of behoefte Tijdsgebrek Problemen met kinderopvang Gezondheid (Reis)kosten Ontevreden over de ondersteuning Anders 39. Wat is uw geslacht? (NTotaal = 47) (NValid = 42) Man 38.1% Vrouw 61.9% 40. Wat is uw leeftijd? (NTotaal = 47) (NValid = 45) 17 of jonger 18 t/m 26 27 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75+
33/37
0% 2.22% 6.67% 4.44% 11.11% 17.78% 40% 17.78%
0% 0% 0% 0% 0% 50% 50%
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
41. Hoe kunt u uw situatie het best typeren? (NTotaal = 47) (NValid = 44) Betaald werk voor minder dan 24 uur per week 6.82% Betaald werk tussen de 24 en 32 uur per week 9.09% Betaald werk voor 32 uur of meer per week 2.27% (Vervroegd) gepensioneerd 54.55% Vrijwillig thuis 9.09% Werkloos 2.27% Arbeidsongeschikt 15.91% Lerend / Studerend 0% 42. Als u als vrijwilliger actief bent in één van de accommodaties van Participe, welke accommodatie betreft dat dan? (NTotaal = 47) (NValid = 43) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
2.33% 16.28% 2.33% 20.93% 37.21% 20.93%
Kruistabellen Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in percentages 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 71.43%
33.33%
40%
40%
uw taak als vrijwilliger?
Nee 28.57%
66.67%
60%
60%
34/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Verwachte steun in verhouding tot soort vrijwilligerswerk in absolute aantallen 4. Wat voor soort vrijwilligerswerk doet u? Eén keuze mogelijk. Welzijn en Wijk-, buurt- en bewonerszaken
sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren)
Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen
Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd)
17. Verwacht u steun bij
Ja 5
9
2
2
uw taak als vrijwilliger?
Nee 2
18
3
3
36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) Wijk-, buurt- en bewonerszaken 7.63 Welzijn en sociaal cultureel werk voor ouderen (senioren) 6.68 Welzijn en sociaal cultureel werk voor volwassenen 6.4 Welzijn en sociaal cultureel werk voor kinderen (jeugd) 7.6 36. Rapportcijfer ondersteuning (NTotaal = 47) De Oude Wereld Castor & Pollux Westerhaven Wielewaal Westerhove Anders*
35/37
8 6.86 8 6.13 6.75 7.78
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
Open antwoorden 17a. In welke vorm verwacht u steun bij uw taak als vrijwilliger? (NTotaal = 47) (NValid = 18) 1 Dat je met je problemen op dat vlak terecht kan bij de Participe-medewerker 2 Goede werkomstandigheden en materiaal 3 Op tijd inspelen op de actuele situatie 4 Waardering en een goed luisterend oor voor de werkzaamheden 5 Raad en daad door een professional, in mijn geval opbouwwerk van Participe 6
Dat alle bewoners zoveel mogelijk meeparticiperen. Iedereen kan worden ingezet, ook de kinderen.
7
Medewerking van de wijk waar ik het voor doe. Ondersteuning i.v.m. mogelijkheden van de gemeente Alphen aan den Rijn in de vorm van o.a. Participe e.d.
8
Advies over gemeente, wat kunnen we waar vinden en hoe werkt het en wat kunnen we er dan mee. Ondersteuning bij activiteiten, in mankracht of materialen.
9
In de vorm van een achterwacht. Iemand van de achterban om op terug te kunnen vallen als zich een situatie voordoet.
10 waardering 11 soms 12 alleen waardering 13
Medewerking van Participe en geen dwarsliggen van Participe. Helaas mijn ervaring, ook van vele anderen.
14 meer faciliteiten in een lokaal te kunnen werken en activiteiten te doen. 15 waar nodig is 16 samenwerking 17 Saskia (hebben we al) 18 gesprek bij eventuele problemen
36/37
RAPPORT KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK WMO-DIENSTEN PARTICIPE
25a. Wat mist u nog in de ondersteuning van de medewerker van Participe? (NTotaal = 47) (NValid = 9) Opbouwwerk stopt en dat is voor mij reden om te stoppen met mijn vrijwilligerswerk, 1 zonder hun steun (in mijn geval met name die van martine pretorius) is het in onze wijk niet te doen 2 Contact 3 Roosters worden slecht opgesteld en aangeleverd 4 Ik heb (krijg) geen ondersteuning. Wie of wat is Participe voor mij? 5 Het open houden van de Wielewaal 6
Het zelfstandig zijn in het organiseren is niet eenvoudig. Er zijn te veel regeltjes dat mag niet, dat wel.
7
Als ik hen nodig heb verschuilen ze zich achter elkander. Als zij je dwars kunnen zitten staan zij op een rij welke functie ze ook hebben tot directie aan toe.
8 geen goede communicatie om dingen te regelen 9 Meer betrokkenheid dat zaken goed geregeld worden.
{42}* In welke accommodatie van Participe bent u werkzaam. Anders, namelijk… (NTotaal = 47) (NValid = 10) 1
Het is niet Westerhoven maar Westerhove
2
restaurant schuif aan
3
van eigen huis uit
4
pluspunt aanplein 1 blij met je wijk
5
Blij met je wijk Lage Zijde
6
pluspunt Marsdiep 231
7
werkplein
8
Pluspunt Marsdiep 231
9
Vrijwilliger bij de voedselbank
10
Herculesstraat
37/37