A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Verslagnummer 5 Bladnummer 1 Aanwezig 45 leden 1 juni 2006
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 8 mei 2006, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 16:00 uur, einde 16:30 uur. Uitnodiging aan
drs. A.B. Sakkers E.M. Abbou mw. dr. mr. G.J.M. van den Biggelaar W.J. Burema E.J.H. Cols B.J.M. Gerard mw. R.C.E. van Helmond J.B. Helms mw. H.J.M.C. van Herk E.Isik J. Jansen mw. B.G.M.W. van Kaathoven B. van Kent K.T. Kocak mw. ir. J. Kuppens P.J. van Liempd J.L. van der Meer R.G.J. Reker ir. J. Rozendaal J.C. Schut Y. Torunoglu A.H.C. Vestjens dr ir. J. Vleeshouwers mw drs A.A. Zwierstra
Aanw.
voorzitter PvdA PvdA PvdA PvdA SP PvdA VVD CDA PvdA ChristenUnie SP SP CDA GL PvdA PvdA LPF VVD VVD PvdA CDA Stadspartij VVD
Uitnodiging aan
drs. J. Verheugt mw. M.H. Batenburg J.G.J.M. van den Biggelaar mw. drs. J.G.C.L. Breuers M.J.A.M. van Bussel F.J.A.G. Depla mw. N.G.E.C. Habets mw. J.W.H.M. HeesterbeekSenders M.J. Houben mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij mw M.T. Kamphorst mw P.J.F.van Kessel-Jansen mw M.S.H. Klerx-Luchtenberg mr. P.P.H.A. Leenders mw M.C.T.M. List-de Roos J.B.W.M. Peters A.J.A. Rennenberg mw. drs. M. Schreurs N.H. Stoevelaar mw W.C.F.M. Verhees mw M.T.W.G. Vissers C.H.B. Weijs J.F.A. van Zijl
Aanw.
griffier SP PvdA GL LE PvdA LE SP CDA VVD SP PvdA OAE CDA VVD LE OAE D66 CDA PvdA PvdA CDA GL
A
Verslagnummer 5
Wethouders:
drs. H-M. Don drs. H.J.A. van Merrienboer mw. mr. G. Kok-Mol
mw. drs. M.C.T. Fiers mw. drs. G.M. Mittendorff Loco gem.secr.
2
A
Verslagnummer 5
Verslag van het gesprokene
Bijzondere vergadering van de raad van de gemeente Eindhoven, 8 mei 2006 Afscheid van mevrouw ir. J. Kuppens, mevrouw drs. M. Schreurs en de heer J.C. Schut als wethouder Opening door burgemeester A. Sakkers Voorzitter: Dames en heren. Allemaal van harte welkom. Een belangwekkend moment: afscheid. Daar zit je dan met z’n drieën, in het midden van de democratie. Rond die schaal, symbolischer kan het haast niet. Allemaal van harte welkom. Erg leuk dat er ook op de publieke tribune veel belangstelling is voor het afscheid van drie wethouders. We hebben een programmaatje: we gaan jullie toespreken en we gaan straks allerlei gezelligheid beleven, want, heb ik begrepen, de oud-wethouders nemen afscheid élk in eigen stijl. Nu ga ik niet alle verrassingen weghalen, maar het is allemaal echt eigen stijl, dus als u allerlei soorten cultuur of muziek wilt meemaken, loopt u van de een naar de ander en dan beleeft u van alles en nog wat. Voorzitter: Beste mensen, het past bij deze gelegenheid om toch een paar woorden aan jullie te zeggen. Dat doe ik maar in een min of meer logische volgorde: ladies first en dan de heer. In eerste instantie maar een paar woorden gericht aan Jacqueline Kuppens. ‘Het contact met de stad was het leukst’ zegt Jacqueline als ze geïnterviewd wordt door het Eindhovens Dagblad. Dat is het belangrijkste wat zij in haar wethouderschap heeft beleefd. ‘Er zijn de afgelopen jaren zoveel mensen vol met ideeën naar me toegekomen. Die bevlogenheid; het feit dat mensen iets willen doen voor de stad en dat ik daar een rol heb kunnen spelen, dat vind ik geweldig.’ Dat citaat, zo kennen we Jacqueline ook. Als je vraagt om allerlei dingen over jou te zeggen dan zal ik straks staccato een paar dingen noemen, maar dan staat in mijn geheugen gegrift ook jouw enthousiasme, elke week in het college, je gemotiveerdheid op elk moment weer als we elkaar ontmoette. Of het nou makkelijke momenten waren of moeilijke, zeer bevlogen was jij altijd voor waar we met z’n allen voor waren gekozen of benoemd. Die verpersoonlijking met ‘Samen stad’, zoals ik het net ook bedoelde met het citaat, dat past heel goed bij jou. Jij hebt het als je taak gezien om mensen met elkaar in contact te brengen, juist ervoor te zorgen dat mensen elkaar gingen ontmoeten. Ik heb dat zelf ook meegemaakt, bijvoorbeeld in de ontmoetingen die we hadden in het kader van het minderhedenbeleid, als ik het zo mag noemen, op momenten dat het in de stad even spannend wordt: de bom in de Frankrijkstraat. Die herinneren wij met z’n drieën, Mary-Ann ook, want die had dienst toen en die alarmeerde mij in de nacht. Dat moment daarna, die ontmoetingen met mensen, de ring rond de school,
3
A
Verslagnummer 5
dat waren de momenten waarop jij ook echt liet zien hoe jij dat wethouderschap zag; tussen de mensen zijn, mét de mensen zijn en zo ben je steeds daarmee bezig geweest. Enthousiast, gedreven, steeds met een positieve grondhouding en met hart voor de zaak en voor de mensen; betrokken, of het nou ging over verslaafden, of over straatprostituees, of het ging over nieuwkomers of vrijwilligers of ouderen. Ik denk dat de portefeuille die jij gehad hebt ook echt op je lijf geschreven was en dat die ook helemaal paste bij jouw denken en bij datgene waarvan jij zei dat je zou willen en kunnen betekenen voor de stad. Mensen mogelijkheden bieden om hun leven in te richten op een manier die bij hen past. Die uitdaging vond jij een hele belangrijke. Maar niet betuttelen. En dat was weer een hele boeiende, zeker voor dit college, als je – met veel respect naar het verleden kijkend – die afgelopen vier jaar wat dat betreft beziet, dan is er in die periode, die z’n ups en downs heeft gekend, zoals we allemaal weten, heel veel samen met de stad geopereerd op allerlei gebied. Ik kom daar straks op een ander gebied nog op terug. Zeker waar het ging om jouw werk was dat ‘niet betuttelen’ ook een heel belangrijk adagium in de zin van ‘zelfredzaamheid van mensen; ze moeten zelf in het leven kunnen staan’. Wij zijn jou daar heel erg dankbaar voor. Ik weet dat jij ook hele moeilijke momenten hebt gehad. Het wethouderschap is niet altijd iets wat over asfalt lopen is. Het is vaak over eieren lopen en het is ook niet altijd leuk. Je moet je verantwoordelijkheid nemen en je beleeft ook spannende momenten, of het nou Loket W was of wat anders, wat jij zelf ook in je interview nog even noemt als een heel belangwekkend en spannend moment voor jou, ook in politieke zin. Iedereen van ons die langer of korter wethouder is geweest, of burgemeester, die beleeft ook dat type debatten in de politiek, waarbij je soms voor jezelf vragen stelt, en ook jezelf de vraag stelt: ‘hoe laad ik me weer opnieuw op om die volgende dag, of die volgende week er weer heel hard tegenaan te gaan’. Namens ons allemaal, namens de stad, bedank ik jou daar heel erg voor. We hebben een cadeau voor jou en dat ga ik je nu aanbieden. En dan moeten we even oppassen Jan, dat ik niet de verkeerde pak. [Overlegt met Griffier Jan Verheugt over cadeaus] Kom er even bij. Ja, dat is het cadeau dat gemaakt is door Kunst & Co, jou overbekend. Van harte en zeer veel dank! [Applaus] Dank je wel Jacqueline. Mary-Ann Schreurs. ‘Dat een bestuurder een idee heeft dat is shocking an sich’. Wie anders kan zoiets zeggen als onze Mary-Ann Schreurs, die met regelmaat mensen heeft verbaasd of verbijsterd als ze dan die houding zo ging aannemen hier in de raadszaal – Ja, Dré begint al te lachen – dan wist menig raadslid: ‘Oh, nu gaat ze er weer eens even voor’. Wij bedanken jou voor die spannende momenten, en dat parkeren we maar even vast onder het kopje ‘Mary-Ann Schreurs is een bevlogen politica die ook zichzelf in het nauw praatte om zich er vervolgens weer uit te vechten.’ Dat heb je dan ook nodig. Je hebt die kick nodig van die reactie, ook in het debat. En dat hebben we met z’n allen beleefd en dat was wel eens spannend. Dan zat het college aan die kant met gekromde tenen te kijken zich afvragend ‘hoe redt zij
4
A
Verslagnummer 5
zich hier weer uit?’ Aan de andere kant denk ik dat wij jou gewoon zeer dankbaar zijn voor dat boeiende debat dat we daardoor ook met veelheid met elkaar hebben meegemaakt. ‘We did it!’ tikte Schreurs in hoofdletters in haar afscheidsboodschap voor het ambtelijk personeel. ‘We hebben krankzinnig veel gedaan’ is haar oordeel over de afgelopen vier jaar. Er is heel veel gebeurd. Als ik kijk naar jouw portefeuilles. Niet het minst met respect. Ik noemde net een paar onderwerpen waar het Jacqueline aanging. Als ik kijk naar de hele stadsontwikkeling, als ik kijk naar de hele design om maar zo eens even twee dingen te pakken uit jouw omvangrijke portefeuille, dan liegt het er niet om wat er in die afgelopen paar jaren gebeurd is. Ook spannende momenten hebben wij meegemaakt - in jouw interview spreek je daar ook over - en ook momenten waarvan je zegt ‘die parkeer je maar liever snel’. Ik vind het dapper als je in je afscheidsinterview daar gewoon nog wat over zegt. Want het geeft aan dat je het voor jezelf ook een plaats geeft. Mary-Ann wij danken je zeer. Ik heb staccato wat dingen op een rij gekregen die, denk ik, heel erg goed passen bij jou. De passie voor de stad voorop en voor de mensen die er wonen. Snel denkend, nog sneller pratend soms, maar ook heel snel schakelend, daardoor soms misschien onnavolgbaar – een ander zou zeggen niet te volgen - maar ik houd het maar op dat eerste. Creatief, ad rem, in voor lachen en een geintje. ‘Alsjeblieft, kunnen we nog een keertje lachen vandaag?’ Kan sneren uitdelen maar kan het ook weer heel erg goed maken en maakt van haar hart vooral geen moordkuil. Dat helpt heel erg in de politiek trouwens. Dan ben je het ook maar kwijt. Een tomeloze energie. Ze kan héél slecht tegen intolerantie. Ze denkt graag buiten de kaders, waarvan ze zelf ook zegt: ‘Sorry, vele ambtenaren., ja, en nu heeft een bestuurder een idee!’. Het design heeft jou helemaal gepakt en ik vond het ook prachtig hoe het college op een flink aantal terreinen in de afgelopen jaren het prima vond dat sommige onderwerpen werden gedeeld, of je dan soms in elkaars portefeuille bezig was of niet. Design is een mooi voorbeeld van een portefeuillegrensoverschrijdend thema, waar je met heel veel energie, met heel veel elan tegenaan gegaan bent. Ik durf te stellen dat zonder jouw inbreng het zo niet geworden was. Wat dat betreft zeg jij ook met recht: als wij over honderd jaar dood zijn, dan zijn er in de stad nog steeds dingen aantoonbaar die er zijn gebeurd. Dat is, denk ik, überhaupt als je politiek bestuurder mag zijn, of bent geweest, het mooie: dat je voor de structuur van de samenleving wat hebt geleverd. Mary-Ann heel veel dank voor alle energie, voor al het werk dat je erin gestoken hebt. Ik weet, dat geldt ook voor Jacqueline, dat je het heel graag had gecontinueerd. Het zij zo, heet het dan ook. Veel dank en graag geven wij ook jou een cadeau. Daar gaat Jan mij weer bij helpen. [Mevrouw Schreurs neemt cadeau in ontvangst] Dat is van de ontwerpgroep Yksi. Mevrouw Schreurs: Ja, leuk!
5
A
Verslagnummer 5
Voorzitter: Dat zegt jou heel veel. In de afgelopen periode toen het ging om Brabantstad hebben zij zich zeer onderscheiden in de hele provincie, dus graag dit keramische ontwerp aan jou gegund. [Applaus] Je krijgt zo het woord. Mary-Ann gaat dus straks iets over Yksi zeggen. Ze wou het eigenlijk gelijk al natuurlijk, want zo is ze dan… [Gelach] Jan-Carel Schut. Jan-Carel is in de bres gesprongen op het moment dat het wezenlijk van betekenis was dat de stad bestuurbaar bleef. Wat wezenlijk van betekenis was, was dat - gezien de omstandigheden die er op het moment aan de orde waren - de politiek snel en adequaat tot een oplossing kwam zodat het dagelijks bestuur van de stad z’n voortgang kon blijven vinden. Het was opvallend en het was ook best wel moedig dat er toen de keus gemaakt is die er gemaakt is, waarbij op een gegeven moment de VVD heeft aangegeven: ‘wij stappen erin’ en Jan-Carel heeft gezegd: ‘ik ben bereid om in dat college toe te treden’, wetende - want je bent lang genoeg raadslid geweest (nog steeds) - wat dat inhoudt. Er zitten een paar nieuwe wethouders, die zijn zich aan het inlezen en ik heb al een enkele reactie. Die van jou kreeg ik ook toen je niet midden in het diepe sprong maar gekeild werd en ineens overvoerd werd met dossiers, informatie, vergaderen en ‘Wanneer moet ik lezen’? ‘Daar is geen tijd voor’, Door door door. In het diepe gegooid. En ik moet zeggen: ik heb er bewondering voor zoals jij dat hebt gedaan. Zo snel als je de zaken opgepakt hebt. En als je dan ziet wat er in zo’n periode nog gebeurt: petje af! Het was niet zo makkelijk zoals op dat moment het dossier personeelzaken lag, om maar wat te noemen. De goede afspraken die met het georganiseerd overleg gemaakt zijn toen, in een fors tempo over de voortgang van de functiewaardering, geeft aan hoe Jan-Carel in tempo en samen met mensen aan het werk ging. Wat ons is opgevallen in de club van B&W en wat anderen, die je al lang kennen, misschien allang van jou kenden, dat is dat jij heel snel de mensen opzocht waar het om ging en dat je ermee aan de slag ging om ervoor te zorgen dat dingen op een rijtje werden gezet: Citydynamiek. Of het ging om een boeiende stichting die in de stad vigeert onder het 18 Septemberplein. Een glimlach natuurlijk: een stichting die er nog steeds is, ondanks het dualisme, maar waarvan Jan-Carel zei: ‘het is gewoon nu afgelopen!’ Dat is het ook straks. Dat is nu op een rij gezet. Er is duidelijkheid ontstaan over de verhouding tussen de gemeente en Citydynamiek over de verhouding tussen de gemeente Eindhoven en NV REDE. Dat is allemaal in een periode van een half jaar ongeveer, dacht ik Jan-Carel, gebeurd. Er is heel veel gebeurd: vastgelopen onderwerpen werden vlotgetrokken, bijvoorbeeld waar het ging om de Marktadviescommissie, over het verhaal van de dagwinkeliers, waar ik net op doelde. Structurele financiering van het gemeentelijk monumentenbeleid, de dorpsraad Acht werd ook verblijd met de wethouder. Het ging daar om een interessant fenomeen van de laatste jaren, daar was zo’n hertenveldje en daar was de ambitie van een nieuwe supermarkt om het maar even staccato te benoemen. Ook daar dook jij regelrecht in. Je proefde er niet alleen van, je dronk het met volle teugen, dat
6
A
Verslagnummer 5
wethouderschap. En dan is het best wel jammer – ik denk dat ik je daarin toch ontmoet heb - dat je dat dan niet echt vervolgens verder kan gaan invullen, want dat had je toch wel graag gewild. Chapeau voor de manier waarop jij in het afgelopen half jaar ons hebt versterkt in het college en zeer veel dank ook voor de grote toegevoegde waarde die jij geleverd hebt, ook weer in de sfeer. Het was best leuk hoor de afgelopen vier jaar in het college maar op een gegeven moment was het niet zo leuk meer vorig jaar en wij hebben met z’n vieren het als heel plezierig ervaren dat jij bij de club kwam, Jan-Carel. De sfeer is steeds bijzonder plezierig geweest de afgelopen tijd, waarvoor heel veel dank. Heel veel dank voor jouw werk en ook voor Jan-Carel hebben we natuurlijk een present. De wereldbol. Een hele mooie. [Cadeau wordt onder applaus overhandigd.] Dank je wel. Dan geef ik graag het woord aan de heer Van den Biggelaar. Toespraak namens de raad De heer Van den Biggelaar: Geachte afscheidnemende wethouders. Het zal u wellicht bevreemden dat een van degenen die de afgelopen vier jaar oppositie voerde tegen het college, nu degene is die het woord mag voeren ter gelegenheid van het afscheid van die wethouders uit het vorige college. Troost je met de gedachte dat ook mij dit bevreemdt. Maar ik was niet alleen oppositieleider vanuit de PvdA, maar ook lid van het Presidium. Ik spreek nu dus namens de raad, namens de nieuwe maar ik denk – vooral ook – namens de oude raad. De PvdA heeft bij de laatste begrotingsbehandeling aangegeven het college, dat inmiddels niet meer steunde op een meerderheid in de raad, te gedogen. Ik stel voor dat u op uw beurt mij gedoogt als spreker op deze middag. Dan immers getuigen we van een volwassen instelling die de raad en het college hebben gekenmerkt op die momenten dat het in de vorige periode echt moeilijk was. 2002-2006 een periode die zowel voor de raad als het college begonnen is met een zoektocht naar een bestuursstijl die paste bij de status van een nieuwe tijd. De verhouding tussen raad en college in een tijdperk van dualisme, in het begin niet te verwarren met duellisme. Inmiddels verschoven de verhoudingen opnieuw en opnieuw waren de verschuivingen erg groot. De achtergebleven ex-collegeleden leveren hun ambities, die politiek maar vaak ook zeer persoonlijk zijn, in. Voor wie zich 2002 herinnert, ik weet hoe dat voelt. Thuis mag je even uithuilen maar niet te lang om vervolgens met een lach terug te keren in deze politieke arena. Alleen daarom verdient u meer waardering dan vier van uw voorgangers die dit huis vanuit de achterdeur verlieten. Het is niet aan mij de hele vorige periode te evalueren. Dat kost te veel tijd en dat deed u ook al in partijverband. Ik wil mij beperken tot wat beelden die ik van u heb als individuele collegeleden. Te beginnen met mevrouw Schreurs en voor deze gelegenheid mag ik gewoon Mary-Ann zeggen. Mary-Ann in haar eerste honderd dagen. Dagelijks constateerde zij knelpunten die bij voorbaat de volgende dag al moesten worden opgelost. Op de dienst lazen ze iedere
7
A
Verslagnummer 5
morgen met spanning de krant om te lezen wat de nieuwe wethouder nu weer beloofd had. Een veilige kruising op de Vestdijk, die moest er binnen een half jaar komen. Tot ook zij erachter kwam dat het collectieve probleembewustzijn van de gemeente soms een ander tempo voorschrijft dan het hare. Eerst beleid, dan keuzes, dan plannen van de uitvoering. Ja, en dat heeft zo zijn tijd nodig. Moeilijk te verteren voor een wethouder die als raadslid nog haar eigen zebrapaden schilderde. Moeilijk te verteren voor een wethouder met zoveel ambities. Van een stad met kegels naar een stad met ballen stond in haar verkiezingsprogramma. Die stad met ballen werd met verve en met spierballentaal gepredikt. Een taal waar veel mensen aan moesten wennen maar een taal die ook veel waardering heeft genoten in de stad, want Mary-Ann ging wel voor die stad. De liefde voor de stad Eindhoven van deze wethouder is zo mogelijk nog groter als die van de stadsprediker voor God, maar verder gaat die vergelijking niet op. Waar de stadsprediker bijna dagelijks hetzelfde liedje zingt, kwam Mary-Ann toch bijna wekelijks met nieuwe ideeën in een onnavolgbaar tempo met een af en toe wat theatraal taalgebruik. Wie herinnert zich niet deze wethouder met grootse gebaren achter dit katheder. Het is ook de wethouder, en dat wil ik haar graag nageven - die getuigde van haar geloof in potenties van deze stad. Die drive had ze al als raadslid en die drive heeft ze als wethouder gehouden, soms in de overdrive, maar zelden terend op vanzelfsprekendheden. Ze was geen verlengstuk van het ambtelijke apparaat in het college. Bewaker van bestaand beleid was niet haar grootste hobby. Dat, immers, is beleid van gisteren en de toekomst begint vandaag. Dat ze dit deed op een geheel eigen wijze is niemand in de stad ontgaan. Deze stad met haar grote toekomst heeft echter ook een verleden. Ook met de opgravingen op het Catharinaplein heeft deze wethouder zich actief bemoeid: snel en onorthodox geregeld, een budget voor de stadsarcheoloog. Mary-Ann, ik wil je van deze opgravingen een foto aanbieden. Het sluit aan bij jouw stad en jouw stad met een verleden maar vooral een stad met toekomst. [Foto wordt onder applaus overhandigd]
Mevrouw Kuppens. Jacqueline, een ander type dan Mary-Ann, een GroenLinkspolitica in een rechts college. Maar ook jij ging voor deze stad en vooral voor mensen in deze stad. Ik geloof niet dat er ooit een wethouder is geweest die zoveel gesprekken voerde in de stad met bewoners. Als stadsdeelwethouder was je regelmatig te zien in Woensel Noord. Stadsgesprekken over diversiteit, ook al werden ze door anderen geleid, je was er steeds bij. Je kwam op alle DIFTAR-maaltijden. Plaatsen, overigens, waar ik jou tegenkwam maar je kwam ongetwijfeld op veel meer plaatsen, steeds met belangstellende vragen naar het wel en wee van burgers in de stad. Ook jouw belangstelling voor jeugd en jongeren, voor activiteiten voor vrouwen, stak je als wethouder welzijn niet onder stoelen of banken, ook al vormden jeugd en deze vrouwen als moeders samen jeugd en gezin, maar daarom zijn ze toch niet exclusief voor het CDA en heb jij er ook veel naar gekeken. Toen je benaderd werd met de vraag wat jij uit de stad terug wilde zien bij jouw afscheid, vroeg jij om
8
A
Verslagnummer 5
een foto van jongeren op een gewone activiteit, bijvoorbeeld in de Uitwijk. Eigenwijs als deze raad is, zijn we wel met het idee meegegaan maar hebben we toch voor Dynamo gekozen. Een pareltje in de binnenstad en dat is ook een pareltje wat mevrouw Schreurs een warm hart toedraagt, dynamisch en stedenbouwkundig verrassend. Op die plaats, maar vooral passend bij deze wethouder is de interesse voor en door de mensen die in Dynamo komen. Ik wil je deze foto overhandigen. [Foto wordt onder applaus in ontvangst genomen.] Ja, mijnheer Schut, Jan-Carel, wereldberoemd in Eindhoven, staatkundig unicum, een oppositiewethouder. Oppositiewethouder werd je toen het college zijn meerderheid in de raad verloor, de PvdA gedoogsteun bood en de VVD jou heeft afgevaardigd om het college personeel te versterken. Die portefeuille economische zaken lag jou wel. Je kreeg er het grondbedrijf en personeelszaken bij. Wethouder van ontroerend goed. Daar waar de VVD eerder een begroting goedkeurde, was de oppositie meer tegen het beleidvoeren dan op de beleidsinhoud gericht en in dat opzicht, Jan-Carel, heb je het college versterkt, in je optreden, in je statuur en in een paar langslepende dossiers die je vlot hebt getrokken - daar heeft de burgemeester ook al het een en ander over gezegd - en dat allemaal in relatief korte tijd. Hoewel er veel kritische geluiden te horen waren over die stap - de eerlijkheid gebiedt mij ook dat te zeggen – is het wel een stap geweest waarmee je dienstbaar bent geweest voor de stad, dienstbaar bent geweest voor dit college en daarvoor heb ik alle waardering. Maar ook jij moet, ondanks de winst van de oppositie ten opzichte van de vorige coalitie, terugtreden uit een ambt waar je zichtbaar plezier in had. Een herinnering vind je in de foto die ik je nu ga overhandigen en dat was het uitzicht vanuit jouw kamer op de vistrap in de Dommel. [Gelach en applaus. De foto wordt overhandigd] Tot slot richt ik me nog even tot alle drie de scheidende wethouders. Alle drie komen namelijk terug in de raad. Van de uitvoerende macht terug in het hoogste orgaan van deze stad, de raad. Het siert u dat u zich na een periode in het college niet te groot voelt voor dit gezelschap. Ik heet u alle drie van harte welkom terug in ons midden. Dank u wel. [Applaus] Voorzitter: Dank je wel Jan. Dan is het woord aan wethouder Schreurs. Toespraken van mevrouw J. Kuppens, mevrouw M. Schreurs en de heer J.C. Schut Mevrouw Schreurs: [Gelach] Ja, er stond een andere volgorde. Moet ik zo gaan staan, begrijp ik? [Gaat strijdvaardig met armen in de zij staan.] Even over Yksi. Ik vind het erg leuk, niet alleen omdat ze prachtige dingen maken maar ook omdat ze zich zo ongelooflijk inzetten rond design voor dingen in de stad. Dus daar denk ik elke keer aan als ik iets van Yksi zie en nu dus gewoon in mijn eigen huiskamer. Ik wilde dat altijd al erg graag hebben, dus erg goed geschoten, dank u wel.
9
A
Verslagnummer 5
Ik zat dus een paar weken geleden in mijn kamer en ik verveelde me werkelijk te pletter en ik had dus echt helemaal niks meer te doen. Ik had wel van die afspraken, zelfs nog met een minister en een staatssecretaris, maar ja, daar kom je ook de dag niet mee door. [Gelach] Dus ik keek eens naar buiten en deze keer niet naar die vistrap want ik hoorde een ongelooflijk irritant geluid en wat zag ik nou opeens. Ze waren daar allemaal bomen aan het omzagen. Dus mijn eerste gedachte was: ‘is daar wel een vergunning voor?’ Ik dacht ‘nou dat zal wel in orde zijn’. In zekere zin is het een heel tragisch verhaal. We hadden daar een fantastische heemtuin die stond zelfs in de Guide Michelin vermeld, als enige vermelding over heel Eindhoven, en die hebben dus acuut gekapt en er een steenmoestuin aangelegd in het kader van de renovatie van het stadhuis en daarna dachten wij: dit is het niet, dus wij gaan er nu groen creëren. Maar ik zag dus die bomen die daar langzaam kleiner werden en dan hou je dus van die hele kleine sokkeltjes over. En toen dacht ik: ‘Ja, dat is openbare ruimte’ en ik heb de hele tijd verkondigd in deze stad dat die van ons is. Dus toen dacht ik ‘Nou, dan is ie ook van mij’. Ik vind dat iedereen vooral de ruimte moet krijgen in onze openbare ruimte om zijn en haar dingen ook te doen, in evenwicht. Er is één probleem: ik ben niet creatief. Dus belde ik Henck van Dijck op. En ik zei: ‘Henck, ik heb hele klein sokkeltjes. Volgens mij moet daar iets op.’ En Henk heeft er iets op gemaakt. Het is het symbool van ‘Samen stad’. Het is namelijk een stapeling. Het is een stapeling van schotels, van borden. En al die borden die staan eigenlijk voor ons, voor ons allemaal in de stad. Elk bord heeft diepgang - het is een diep bord en elk bord wil zijn eigen ruimte hebben. Het is dus een lukrake stapeling. Je ziet dus dat het een heel dynamisch geheel is, maar het valt niet om. Dat komt natuurlijk omdat er siliconenlijm tussenzit [gelach] en dat zijn wij. Wij zijn ervoor verantwoordelijk dat uiteindelijk het wel bij elkaar blijft. Dat uiteindelijk wij ervoor zorgen dat iedereen de ruimte krijgt om die stad te maken om z’n eigen leven te maken. Maar ook dat het niet ten koste gaat van anderen en dat wij één samenleving blijven vormen. En eigenlijk is het zó mooi dat je daar een rol in mag vervullen, het is zó mooi dat op het moment dat je dat wilt doen, er zoveel anderen zijn die dat samen met je willen doen, zowel in dit huis als erbuiten. Ik heb genoten. Ik hoop de meeste tijd de mensen met mij ook. Dank u wel. [Applaus] Voorzitter: Dank je wel Mary-Ann. Jacqueline Kuppens. Mevrouw Kuppens: Geachte raad, geachte mensen op de publieke tribune, geacht college, geachte voorzitter. Het werk als wethouder heb ik met enorm veel plezier gedaan, met groot enthousiasme en met veel inzet. Ik heb het echt als een cadeau ervaren om dit vier jaar te mogen doen. Ik heb dit gedaan, inderdaad, volgend op de bestuursfilosofie van ‘Samen stad’. Ik geloof in een stad en ik zie ook een stad die een netwerk is met een enorme vitaliteit. Het bruist, mensen willen van alles. Binnen dat netwerk heb ik als wethouder een specifieke rol gehad, specifieke mogelijkheden
10
A
Verslagnummer 5
gehad. Ik heb me daar met name gemanifesteerd als het gaat om minderheden en als het gaat om mensen met een beperking, in sociale, psychische of verstandelijke zin. Want ik vind het superbelangrijk dat er plek is voor iedereen. Dat is waar ik voor sta en dat is wat ik uitdraag en in die vier jaar veelvuldig uit heb mogen dragen. Ik wil vanaf deze plek iedereen bedanken waarmee ik heb mogen samenwerken. De medewerkers van de gemeente en van het SRE, de mensen in de stad, mijn collega’s in het college en u, raad, wil ik ook bedanken. Ik wil u bedanken voor het vertrouwen en de ondersteuning die ik van u gekregen heb. Ik ben van 1998 tot 2002 raadslid geweest, daarna ben ik wethouder geworden. Ik kom nu weer terug als raadslid en vanaf die plek zal ik me weer inzetten voor een beter milieu en voor een betere wereld en op dezelfde lijn doorgaan die ik als wethouder gehad heb: inhoudelijk, sterk, voor de stad, met mensen samen. Ik hoop met velen van u samen te werken zodat we nog een aantal leuke initiatieven kunnen ontwikkelen. Dank u wel. [Applaus] Voorzitter: Dank je wel Jacqueline. Jan-Carel Schut.
De heer Schut: Voorzitter, toch een wat vreemde gewaarwording. Vanmorgen om 10 uur kwam de VVD-fractie bij elkaar en hebben wij voor het eerst na de verkiezingen gewoon weer vergaderd, in fractieverband. En daar zat ik als fractievoorzitter en voelde ik mij toch iets anders dan ik mij vroeger op die stoel voelde. Heel typisch. Nou ja, such is life. Het gaat verder en ik kan alleen maar zeggen dat ik uitermate tevreden ben dat mijn fractie mij in elk geval weer het vertrouwen heeft gegeven om terug te komen op de thuisbasis. Oktober 2005, voorzitter, een probleem kwam op ons af. Wij realiseerden ons met ons allen in de raad dat er een oplossing nodig was en dan ga je – zoals we dat in Eindhoven ook in het verleden hebben gedaan – dan ga je gewoon even nuchter nadenken, redeneren, kijken hoe je dat op kunt lossen. Redelijk snel zijn wij tot ideeën gekomen. De VVD-fractie heeft toen besloten dat niet alleen gedogen genoeg zou zijn maar dat er meer nodig was en er is mij gevraagd of ik in elk geval wethouderskandidaat wou zijn en de raad heeft dat toen ook zo besloten. Een korte tijd. Ik dacht: je kunt in zo’n korte tijd niet echt iets doen want voordat je het weet ben je weg. Niets bleek minder waar. De problemen kwamen op tafel en men zei: ‘Hoe gaan we dat oplossen? Er moet iets gebeuren, nú’ En ja, zoals ik dat in mijn 36 jaar Philips heb gedaan, ik ben gewoon aan de slag gegaan en heb me eigenlijk niet zo gerealiseerd of het nou wel zus of zo kon. Ik herinner mij nog de tolerantie van het college, vele malen, als ik weer eens kwam met een lange lijst van rondvragen op het einde, waarvan alle zaken niet allemaal goed voorbereid kwamen, maar waarvan ik zei ‘Ja, maar het moet wel gebeuren want die staan te wachten, die willen dít, die willen dát.’ En dan zie je dat toch een aantal taken gewoon kúnnen, als je maar de energie erin stopt om het waar te maken. Ik heb die mogelijkheid gekregen. Overigens moet ik zeggen van het college heb ik die mogelijkheden gekregen. Mijn dank daarvoor dat jullie mij gewoon hebben laten werken en niet moeilijk deden
11
A
Verslagnummer 5
over of dat nou niet of wel in Samen stad stond of en er nou andere afspraken waren. Nee, gewoon: ‘Aan de slag. Je mag.’ Mijn dank. Ik moet ook zeggen: zeer, zeer dank je wel aan het hele ambtelijke apparaat. Fantastisch zoals ze je op weg helpen maar ook fantastisch hoe ze je in het proces helemaal meenemen, totdat er op een gegeven moment een stuk klaarligt wat je kunt verdedigen en waar je je ook niet voor hoeft te generen. Ik heb met veel plezier dit werk gedaan. Ik kan terugkijken op een hele leuke periode. Vol enthousiasme kwam ik ’s morgens hier binnenlopen en ik heb vol enthousiasme zelfs de laatste dag nog ’s morgens allerlei dossiers zitten doorwerken omdat ik dacht: ‘Dat moet toch nog weg van die tafel want dat staat zo slordig als daar allerlei dingen liggen en iemand anders komt hier in de kamer dat overnemen.’Ik wil zeer zeker ook nog de huishoudelijke dienst van de gemeente bedanken die vele malen liters koffie aansleepte en broodjes, om maar de gang in het geheel te houden. Ik wil zeker ook mijn thuisfront bedanken omdat ik veel weg was en weinig tijd had voor datgene wat ook noodzakelijk is. Zo gezien, moet ik zeggen, ben ik blij dat ik weer de vrijheid heb gekregen om gewoon het leven op te pakken en leuke dingen te gaan doen. Mijn dank aan iedereen. [Applaus]
Voorzitter: Goed, dames en heren. We zijn aan het einde gekomen van deze happening. Felicitaties zijn aan de orde. Het is allemaal keurig geregeld. In de Hal van Honderd gaat Jacqueline Kuppens afscheid nemen. Mary-Ann Schreurs is in de Burgerhal en in de Witte Kamer is Jan-Carel Schut. Er zijn allerlei soorten muziek. Loop lekker bij elkaar binnen. Dank je wel allemaal voor je komst. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 augustus 2006.
J. van den Biggelaar, waarnemend voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
glo/EE06017315
12