A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Bladnummer 1 Aanwezig 43 leden 19 februari 2013
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 18 december 2012, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 19:00 uur, einde 20:45 uur. Uitnodiging aan
R. van Gijzel drs. W.G.F. Aarts mw. A.M.J. van den Berkvan Bragt dr. B. Bonsen M. Bouassria H. Bouteibi F. van den Broek F.J.A.G. Depla M. van Dorst J.A.A.M. van Erp mw. J.W.H.M. HeesterbeekSenders Mw. H.J.M.C. van Herk-de Zeeuw E. Isik mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij J.J.M. de Jong mw. B.G.M.W. van Kaathoven mr. P.P.H.A. Leenders ing. J.R. Legrom mw L.H. Lioe-Anjie E.R. Maas A. Meulensteen ing. P.A. Mulder ing. T.J.H. van den Nieuwenhuijzen
Aanw.
Uitnodiging aan
voorzitter D66 TROTS
X X X
drs. J. Verheugt F.A.M. Noldus M.F. Oosterveer
griffier OAE VVD
X X X
D66 GL PvdA VVD PvdA D66 SP SP
X X X X X X X X
VVD D66 PvdA LPF OAE GL LE D66
X X X X X X X X
CDA
X
drs. M.G. Punte mw. drs. E. Quanten A.W.C.M. Raaijmakers R.G.J. Reker A.J.A. Rennenberg mw. drs. R.J.A. Richters K.M. Rijnders mw. M.J.S. de RooijDriessen ir. J. Rozendaal
VVD
X
PvdA VVD
X X
Mw. A.J.M. Schoots mw. P. Sodenkamp
PvdA FPS
X X
VVD SP CDA VVD PvdA SP PvdA OAE GL
X
N.H. Stoevelaar C.M. Stroek ir. E. Thewissen Y. Torunoglu MA mw drs. W.C.F.M. Verhees R. Verkroost mw. drs. K. Wagt C.H.B. Weijs A.J.O. Wijbenga
CDA LPF VVD PvdA PvdA D66 CDA CDA CDA
X X X X X X X
J.F.A. van Zijl
GL
X X X X X X X
Aanw.
X
A Wethouders: ir. G.C.S.M. Depla
X
mw. drs. M.C.T. Fiers ir. J.B. Helms
X X
mw. drs. P. Pistor
gem.secr.
mw drs. M.C.T.M. List-de Roos mw. drs. H.T.M. Scholten mw. drs. M.-A. Schreurs
X
Afwezig met kennisgeving: dhr. C.H.B. Weijs (CDA) en dhr. J.F.A. van Zijl (GroenLinks).
2
X X X
A Verslag van het gesprokene 1 Opening en mededelingen [Veel jongeren in de raadszaal. Een van hen neemt plaats achter het spreekgestoelte] De heer Cyrano: Goedenavond dames en heren. Ik ben Cyrano en ik ga een gedicht voor jullie voorlezen. Het gedicht heet Masker. Jullie hebben er volgens mij allemaal eentje voor je? Haal het masker van je gezicht Want je masker schreeuwt Laat me vrij Laat vrij wat er vanbinnen zit Het is of je bent ondergedoken Een onderkomen en stiekem de leugens gelovend En de stemmen in je hoofd die beloven jou een beter leven Want met het masker voor je Wordt je stem niet vrijgelaten Geen vrijheid en geen eigenwaarde Stressend omdat je niet kan zeggen wat je eigenlijk wil vertellen Je verbeelding gecreëerd door beelden die je overal ziet Wat wordt verboden om te zeggen om te denken Als je regels wilt verleggen verander je gedachten Vertel me, ja vertel me, wat is prachtig? Wat is mooi? Je kan mooi weer spelen, mooi weer delen Maar begin zelf eens te ontleden Blijf je hersenen verkennen Je grenzen verleggen en Nee, ga niet met de meute mee Doe niet of je iemand bent die je niet blijkt te zijn Want daar ligt je grootste probleem Liefde komt niet uit het hart Het zit tussen je oren Je hersenen bedenken een gevoel dat je voelt […] pompt het bloed dat door je aders vloeit Niks meer en niks minder […] je ziel maar kan ook je gedachten weer veranderen Maar ga jezelf niet veranderen voor anderen Voel de klanken en akkoorden Breng jezelf naar buiten via geluiden Je moet ze uiten en ruik het geluk
3
A
Zie de leegte als een fel wit licht Wat is jouw gedachte erbij? Niet die van hem en niet die van mij Maakt die gedachte je blij? Voel je je vrij? Ja, nogmaals: voel je je vrij Als je voelt wat ik voel, ziet wat ik zie als geluk Ga je anders denken want geluk is iets anders Als het sprookje dat ze je als kind vertelden Ik zie geluk als een verandering brengen Iets […] dan het beeld dat het leven me heeft gegeven Ik wil de gegevens met je delen Want we zijn cellen in cellen Ik zeg het nog een keer: We zijn cellen in cellen Die het goede vertellen En het slechte achterlaten Het slechte begraven Dravend als wilde paarden Zo gaan de gedachten door je hoofd heen De dag dat je je bloot geeft zal je goed doen Dus verander Be the change [Applaus]
De heer Korving: Goedenavond burgemeester, wethouders en raadsleden. Wij hier zijn vandaag zo brutaal geweest om een overval te plegen op de laatste raadsvergadering van het jaar. Ik zal me even voorstellen. Ik sta hier als Sven Korving, jeugdvisionair in deze stad. Ik spreek vandaag namens alle jongeren en zeker die hier aanwezig zijn. Wij komen hier niet om te protesteren, maar wij komen hier om te reageren op besluiten die genomen zijn. En wij komen hier om te laten zien dat wij er zijn. En dat wij er zijn voor jullie, als het gaat om de jeugd in deze stad. We willen graag dat met ons gepraat wordt in plaats van dat er alleen maar over ons gepraat wordt. Het thema van de Week van de Jeugd, die vorige week werd gehouden, was Be the Change. Wij zijn begonnen die verandering zelf in te zetten. We hebben afgelopen week zelf initiatieven in de hele stad opgezet; van het koken voor ouderen, het opknappen van een slaapkamer, tot het [geluid valt weg] en een […] in de nachtsessie. Wij roepen jullie allen op om in de toekomst met ons in contact te treden via social media zoals Twitter en Facebook, maar ook natuurlijk live, zoals wij hier nu staan. Wij zijn zeker blij met de voorzieningen die de stad nu al heeft. En dat zeker
4
A
mede dankzij de belangrijke personen uit de politiek Freek de Leeuw en Nico van der Spek, hebben wij een goede plek in deze stad gekregen. Jullie zijn de volgende generatie die er samen met ons voor kan zorgen dat Eindhoven op het gebied van de jeugd echt voorop blijft lopen. Daarom wil ik graag zeggen: ‘Be the change’! Verder hebben wij nog een kleine vraag voor de avond: zou het talent dat vanavond wordt gekozen ambassadeur willen zijn voor de Week van de Jeugd in 2013? Graag een applaus voor alle jongeren die hier zijn en nog een keer de reactie: Be the Change! [Applaus]
1.1.
In memoriam de heer F. de Leeuw voormalig raadslid / wethouder fractie PvdA.
1.2.
In memoriam de heer N.M. van der Spek voormalig raadslid / wethouder fractie PvdA.
Voorzitter: Ik vind het helemaal geweldig dat jullie hier staan in de Week van de Jeugd, Be the Change en de manier waarop jullie je gepresenteerd hebben. Je hebt er al aan gerefereerd, ik denk dat Freek en Nico geweldig trots zouden zijn op jullie als ze dit hadden kunnen meemaken. Zij hebben mede aan de wieg gestaan van Dynamo en De Effenaar, van alles waar jullie gebruik van maken. Ik denk dat het ook heel bijzonder is dat dit hier vanavond bij elkaar komt. Ik wil jullie heel hartelijk danken voor wat jullie hebben laten zien en laten horen en ons hebben verteld. Ik ben ervan overtuigd dat degene die vanavond het Talent van de Raad wordt, zeker jullie ambassadeur zal willen worden; ik denk nog veel meer dan die ene persoon. Heel erg bedankt voor jullie optreden en blijf rustig even aanwezig, want we gaan iets belangrijks doen hier, ook met betrekking tot het overlijden van Freek en Nico. Ik wil u verzoeken te gaan staan. [Allen gaan staan] Ik zei net al dat Freek en Nico tevreden zouden zijn geweest en met heel veel vreugde hiernaar zouden hebben gekeken. Ze hebben zich hun hele leven ingezet om zich te verbinden met mensen in wijken, met jongeren op scholen en jongeren in de stad. Dat hebben ze allebei ook als bestuurders gedaan. Ze hebben allebei op een bepaald moment jeugdzaken in hun portefeuille (zoals dat heet) gehad en ze hadden heel veel met jongeren. Dames en heren, in de heel korte termijn van een paar weken zijn twee voormalig wethouders van de gemeente Eindhoven overleden, beiden na een betrekkelijk kort ziekbed, zowel Freek als Nico. Twee heel verschillende personen, maar beiden voortreffelijke bestuurders die zich als gemeentebestuurder langdurig, echt langdurig, voor de stad hebben ingezet. Om aan beiden recht te doen, zal ik afzonderlijk stilstaan bij hun persoon en hun verdiensten voor onze stad.
5
A
Allereerst Freek de Leeuw. Hij overleed op 82-jarige leeftijd op donderdag 6 december. Freek was van 1978 tot 1994 raadslid en in die periode was hij vanaf 1986 tot 1994 ook nog wethouder sociale zaken, onderwijs, gezondheidszorg en financiën. Hij was raadslid en wethouder tegelijkertijd. Dat kon toen nog, omdat er we toen nog een monistisch bestuursstelsel hadden tot 2002. Freek was niet alleen hier bekend, maar hij was ook een bekend docent op vele instituten. Hij was docent Nederlands. Hij had veel belangstelling voor cultuur en kunst. Zij die afgelopen week bij zijn crematie zijn geweest, weten hoe breed zijn belangstelling was voor de literatuur. Hij toverde soms met woorden. Hij kon zaken fijnzinnig verwoorden. Bijzonder indruk maakte hij als raadslid voor het pleidooi van de Steentjeskerk, een kerk die er nog steeds staat. Zij die dat meegemaakt hebben, weten hoe heftig die discussie toen was. Via een interpellatie met veel kennis van zaken, wist hij de raad ervan te overtuigen dat dit markante gebouw niet gesloopt mocht worden maar voor Eindhoven behouden moest blijven. En zo geschiedde. In zijn tijd als wethouder kon hij er daarna meer energie insteken en dat heeft hij met volle overtuiging gedaan. Mensen die Freek gekend hebben, kennen hem als een verbinder, bedachtzaam, overwogen, maar heel erg ‘van de mensen’, een bruggenbouwer tussen mensen en tussen meningen, zoekend naar draagvlak. Eigenlijk een bestuurder pur sang. Hij maakte veel indruk op mensen die in de stad om hem heen allerlei activiteiten probeerden te organiseren. Door zijn consequente optreden en zijn heldere opvatting, had hij een breed draagvlak. Hij was er vooral voor de inwoners van de stad, eerlijk, transparant en toegankelijk. Door zijn vriendelijke en vertrouwenwekkende opstelling was hij ook erg benaderbaar. De portefeuille sociale zaken was daarom ook bij hem echt op zijn lijf geschreven. Binnen de portefeuille gezondheidszorg had hij veel aandacht voor de zelfredzaamheid van mensen. Vanzelfsprekend ging zijn aandacht daarom uit naar zelfzorggroepen en we hebben hier anderhalf jaar geleden Joke de Haas, voorvechtster van de zelfhulp, het ereteken overhandigd. Als er één iemand was die heel veel respect voor Freek had, was het Joke wel. Joke had een maatje aan Freek in al het werk wat ze deed. Freek had tot het laatst toe interesse in de stad, bezocht nog talrijke bijeenkomsten en we zullen zijn aanwezigheid en zijn aandacht heel erg missen. Wij wensen zijn beide dochters en de rest van de familie, vrienden en kennissen heel veel sterkte toe in deze ongetwijfeld moeilijke tijd. Ook het verlies van Nico komt buitengewoon hard aan. Nico van der Spek overleed op 11 december op de veel te jonge leeftijd van 64 jaar. Nico was – dat moet u zich even realiseren – tussen 1978 en 2002 bestuurlijk actief in onze stad; eerst als raadslid en daarna als wethouder. Dat is 24 jaar je inzetten op een manier zoals jullie dat allemaal hier doen. Als raadslid van 1978 tot 1987 en als wethouder van 1987 tot 2002. Nico was opbouwwerker van beroep. Dat deed hij in de wijken in Eindhoven, maar hij deed dat hier ook; hij was eigenlijk ook als bestuurder opbouwwerker. In de
6
A
jaren zeventig was hij actief in de Geestenberg en vooral in ’t Karregat. Als geen ander kon hij met zijn scherpe analytische vermogen aangeven hoe een woonwijk in elkaar moest zitten en was hij in staat om probleemoplossende maatregelen te bedenken. Het verbaast dan ook niet dat hij als wethouder de grondlegger werd van integraal buurtbeheer, zoals we dat met elkaar vanaf die tijd tot stand gebracht hebben. Dat stond voor een brede en gerichte aanpak van problemen in wijken en vooral met het oog op de sociale structuur daarvan. Nico was de man van (toch) de maakbare samenleving. Nico was ervan overtuigd dat we samen de samenleving beter konden maken. Daarbij gebruikte hij woorden als ‘strategie’, ‘structuur’, […] en ‘visie’. Bij die woorden ging zijn hart sneller kloppen. Hij had de overtuiging dat hij in dialoog met de raad, de stad een betere structuur, een betere inhoud en een betere samenleving kon geven. Als raadslid en wethouder dwong hij respect af voor zijn heldere politieke keuzes. Nico was strategisch, altijd, en zeer ontwikkeld op dat gebied. Hij was altijd gericht op resultaat en heel handig in het debat. Sommigen van u weten dat nog wel. En als hij het nodig vond, kon hij zijn tegenstanders inhoudelijk hard aanpakken. Zijn bestuurlijke kwaliteiten kwamen bijvoorbeeld tot uiting bij de samenvoeging van allerlei kleine welzijnsorganisaties. Dat weet niet iedereen, maar in de tijd van Nico werden al die losse welzijnsinstellinkjes ondergebracht in Loket W, wat wij nu Lumens noemen. Die kwaliteiten kwamen ook tot uitdrukking bij de bouwplannen van het Van Abbemuseum. Hij stond bekend als een conceptueel denker, zo was hij de geestelijk vader van het spilconcept, het op één plaats in de wijk samenbrengen van activiteiten als onderwijs, voorschoolse opvang, opvoedingsondersteuning en buurtontmoeting. Hij was ook de bestuurder die in grote ruimtelijke lijnen dacht. U weet: voor het stadhuis loopt nog het rode tapijt. Niet iedereen ziet dat altijd, maar als je dadelijk het stadhuis uitloopt, ziet u daar de rode loper van de stad Eindhoven. Dat heeft Nico bedacht. En ook de Eindhovense Westcorridor. Het zijn zaken waar wij nu nog over praten. Hij zette zich in voor het behoud van de Witte Dame. Daar moeten we wel ontzettend dankbaar voor zijn als we zien wat daar nu staat: de Witte Dame met de bestemming van informatie, design en kunst. Door zijn inzet en politiek optreden konden De Effenaar en Dynamo hun nieuwe huisvesting tegemoet zien. Kortom: Nico heeft grote verdiensten in de stad die ook op heel veel plekken in de stad fysiek zichtbaar en voelbaar zijn. Na zijn bestuurlijke periode verhuisde hij naar Dordrecht. Ik heb het er met hem over gehad. Hij wilde mensen niet tot last zijn. Hij wilde ze niet voor de voeten lopen. We zullen ons Nico herinneren als een bevlogen mens, een bevlogen politicus met een links hart en een groot sociaal hart. Wij wensen Nel en de rest van de familie, vrienden en kennissen veel sterkte de komende tijd. Ik zou graag enige momenten stilte willen vragen om beide bestuurders te herdenken en het belang van het raadswerk te overdenken.
7
A [Stilte] Ik dank u wel. [Richt zich tot de jongeren in de zaal.] Ik denk dat Nico en Freek het heel leuk gevonden zouden hebben als jullie zouden blijven. Ik kan me ook voorstellen dat jullie de zaal uit willen. In het eerste geval zijn jullie van harte welkom. Als dat laatste het geval is, dan doen we dat nu even. En heel erg bedankt, jongens en meisjes. [Applaus. Enkele jongens gaan op acrobatische wijze de zaal uit – nauwelijks of niet zichtbaar voor de camera. Wethouder Fiers lacht.] En wethouder Fiers heeft ook weleens gezegd dat ze dat kon, maar ik geloof er helemaal niets van. Mevrouw Fiers: Ik oefen nog even, ja? Na de vakantie. [Gelach] De heer Van den Broek: Is dat een toezegging? Mevrouw Fiers: Dit is een toezegging. Mevrouw Van Kaathoven: Voorzitter, ik zou dit de wethouder willen ontraden… [Gelach] Voorzitter: Ja, u heeft ervaring, geloof ik? Mevrouw Van Kaathoven: [Loopt vanwege een blessure op krukken] Ja, ik heb al ervaring! Voorzitter: Welkom aan de mensen op de publieke tribune en ook de mensen thuis die via internet de vergadering volgen. Er zijn berichten van verhindering binnengekomen van de heer Weijs wegens ziekte en de heer Van Zijl. En van bijna de voltallige PvdA-fractie. De heer F. Depla: Ik heb twee berichten van verlaat komen: de heer Torunoglu en de heer Bouteibi. Mevrouw Lioe, komt er ook nog aan. Voorzitter: Oké, dus mevrouw Lioe komt later.
2 Vaststellen van de volgorde van de agenda
8
A
Voorzitter: Bij het presidium zijn geen voorstellen aan de orde geweest tot aanpassing van de agenda, met uitzondering van het vragenuurtje en de actuele motie. Ik weet niet wat daar uiteindelijk na overleg tussen de fractie van LPF en OuderenAppèl is uitgekomen. Kan iemand daar iets over zeggen? De heer Rennenberg: Ja, voorzitter, er is eigenlijk de tijd niet voor, maar wij willen toch ons verhaal doen. Voorzitter: En dat betekent? De heer Rennenberg: Dat we aan het vragenhalfuurtje deelnemen. Voorzitter: En voor u betekent dat? De heer Reker: Dat wij onze actuele motie indienen, voorzitter. Voorzitter: Oké. We hebben een korte agenda, als het goed is. Dat komt goed uit, want vanavond hebben we natuurlijk de bekendmaking van het Raadslid van 2012 in café Meneer Frits. U bent daar allen voor uitgenodigd. De heer Oosterveer: Voorzitter, mag ik u wat vragen? Ik heb het vorige stuk niet gevolgd over die actuele moties. Kunt u zeggen wat de stand van zaken is? Voorzitter: Er is in het presidium over gesproken en het leek een beetje ingewikkeld, omdat het Franz Leharplein in de commissie geagendeerd staat. Hij is hier geagendeerd voor het vragenhalfuur en hij is geagendeerd voor de actuele moties. Het presidium heeft overwogen om de fracties die daarbij betrokken zijn (OuderenAppèl Eindhoven en LPF) te verzoeken in nader overleg te kijken of dat in één geheel behandeld zou kunnen worden. Dat heeft ertoe geleid dat ze dat dus niet gaan doen. Het komt hier nu aan de orde volgens de volgorde van de agenda. Dan heb ik nog een mededeling met betrekking tot het punt dat betrekking heeft op de Kaderverordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Die staat voor 7.2 op de agenda, maar dit wordt 6.11. Ik kijk naar de SP-fractie. Is dat correct?
De heer Maas: Dank u wel, voorzitter. We gaan er geen amendement voor indienen, maar ik heb er wel een stemverklaring voor.
9
A
Voorzitter: Ja, dat is geregeld. Dat kan ook. Een stemverklaring kan bij alle zes punten worden afgelegd. U heeft een verrassende stemverklaring beloofd, heb ik begrepen. Daar gaan we naar uit kijken.
3.
Aanbieding Rekenkamerrapport.
Voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Janssen als voorzitter van de rekenkamercommissie. De heer Janssen: Geacht college, leden van de raad. Pieter van Woensel zei het in 1796 als volgt: ‘Zeker is het dat de regering meer bezorgd moet zijn voor de opvoeding van den geringen burgerstand als voor die der zogenaamde fatsoenlijke luyden die het voordeel genieten geboren te zijn van ouders genoeg bemiddeld om voor hun kroost te zorgen’. Toen al. Niets nieuws onder de zon, zo op het eerste gezicht. Het is nog steeds zo dat steden verschillen, maar ook dat stadsdelen verschillen, buurten en wijken verschillen. We kennen allemaal namen van wijken, ook uit andere steden. Lombok in Utrecht, Oosterpark in Groningen, Diamantbuurt in Amsterdam, Schilderswijk, Spijkerkwartier, Waterkwartier… en we kunnen daaraan toevoegen: De Bennekel, de Kruidenbuurt. Wijken, die we in de literatuur aanduiden (en dan ben ik niet uitputtend) als: volksbuurt, achterbuurt, achterstandswijk, arbeiderswijk, stadsvernieuwingsgebied, actiegebied, randzone, sociale vernieuwingsgebied, onderwijsvormingsgebied, PCG-wijk, impulswijk, krachtwijk en de laatste: IWV-wijk. Dames en heren, leden van de raad, het is niet alleen fysiek, maar vooral sociaal. Niet alleen slechte en verouderde woningen, maar ook onderwijsachterstanden, slechtere gezondheid, hogere werkloosheid, et cetera. Hoe doorbreek je zoiets? In Eindhoven hebben gemeente en woningcorporaties gekozen voor een integrale wijkvernieuwing, met maatregelen op de terreinen fysiek, sociaal en economisch. In 2000 is men daarmee gestart en dat was precies het onderwerp van ons onderzoek. Waren het beleid en de uitvoering doelmatig en effectief? En wat heeft het gekost? Kijkend naar de resultaten zijn er minder woningen afgebroken dan aanvankelijk de bedoeling was. Men was van plan er 4.000 af te breken. We kunnen stellen dat er veel bereikt is, maar dat het financiële inzicht en de beheersing over meerdere jaren verbeterd kan worden. Bovendien zouden met name de sociale programma’s beter aan de doelen gelinkt moeten worden, zodat ook beter gevolgd kan worden wat de effecten zijn en welke aanpak goed werkt. Eindhoven is erop vooruit gegaan met de nieuwe Kruidenbuurt, met […], met de Barrier. Een aantal wijken is pas recent in ontwikkeling gegaan: Philipsdorp. Drents Dorp en… mag het een onsje meer zijn? Er ligt nog een restant opgaven. U treft het aan in ons rapport en u heeft daar ook vanuit het college informatie over ontvangen.
10
A Ging dan alles goed in die twaalf jaar? Mmm… dat brengt ons bij enkele aanbevelingen. De huidige druk op de middelen vraagt om een heroriëntatie op de ambities en prioritering in de opgaven met name op het sociale domein. Hanteer een opgavengestuurde organisatie, om de verkokering in de gemeentelijke organisatie tegen te gaan bij dit type majeure operaties, die langer duren. Zie ook onze handreiking onderwijshuisvesting 2012, waarin de verschillende expertises gebundeld resultaatgericht werken aan integrale wijkvernieuwing. Dit rekenkameronderzoek is uitgevoerd door een nieuw bemenste rekenkamercommissie. Een woord van dank gaat uit naar de raadsleden Mieke Verhees, Karin Wagt, Jillis Legrom, William Aarts als vervanger voor Bram Bonsen. En niet in de laatste plaats dank voor Tineke van den Biggelaar, onze secretaris, die ook nu weer in moeilijke situaties veel en doortastend werk heeft verzet. Mag ik dan nu het rapport digitaal aanbieden aan de voorzitter van uw raad. En dat is ingewikkeld, denk ik… Voorzitter: Ja. We hebben geen usb-stick. De heer Janssen: Daar wordt nu voor gezorgd. Met een druk op de knop kunnen de raadsleden het ontvangen. Op de voorkant ziet u nog de toren van de kerk op de Heezerweg. Wethouder Van der Spek heeft ervoor gezorgd dat die school daar in 1998-1999 één van de eerste brede scholen werd in Eindhoven. Dit is wel nog een voorzieningencluster dat eigenlijk bij de Kruidenbuurt hoort en dat nog steeds niet af is. Daar kun je vragen bij stellen. Zo ook in Drents Dorp; dat is ook een situatie met integrale wijkvernieuwing. Het is er nog niet. Voorzitter: Ik wil u heel hartelijk danken voor het opstellen van dit rapport en het aanbieden aan de raad. Overigens zie ik dat nu ook de raad zelf onderdeel gaat uitmaken van de integrale wijkvernieuwing. Mevrouw Fiers: Daar beginnen we mee! Voorzitter: Ik wil u, voorzitter en vicevoorzitter van de rekenkamercommissie, de heer Van Osch, alsmede de raadsleden die net al zijn genoemd (mevrouw Verhees, mevrouw Wagt en de heer Aarts, net aantreden als lid als opvolger van de heer Bonsen, en de heer Legrom) hartelijk danken voor hun werkzaamheden. Ik wil u danken en het voorstel is om een en ander te behandelen in de commissie Ruimte en Vastgoed. Is dat akkoord? Dat is het geval.
11
A 4.
Verslag dienstreis wethouder.
4.1.
Verslag wethouder mw. drs. M. Schreurs over de dienstreis naar Taipei en Shenzhen.
Voorzitter: Het verslag van de dienstreis van wethouder Schreurs naar Azië. Mevrouw Schreurs: Dank u wel, voorzitter. Even een korte inleiding. Zoals u heeft kunnen zien bij de road map rond licht, gaan we naar totaal geïntegreerde systemen. Dat komt omdat breedband en de informatietechnologie dat mogelijk maken. Op zich is dat een geweldige ontwikkeling, omdat je daarmee recht kunt doen aan mensen. Maar in wezen zijn wij daarmee als stad erg gezegend, want uiteindelijk moeten die dingen allemaal ergens gemaakt worden. En dat is dan vooral hier. Wat ervoor nodig is, is niet alleen open innovatie, zoals dat al vaak onder de aandacht is gebracht door onze burgemeester, maar tegenwoordig gaat het om netwerkinnovatie. Dat betekent dat je allemaal puzzelstukjes hebt die je bij elkaar moet brengen. Gedeeltelijk zijn dat puzzelstukjes die anders zijn dan in het verleden. Rond zorg heb je bijvoorbeeld de woningbouwcorporaties heel erg nodig. Je hebt vooral mensen nodig die even iets extra’s kunnen regelen ten opzichte van wat je al had. Vandaar dat we bijvoorbeeld zo blij zijn met het verschijnsel dat CISCO in deze stad een aantal dingen gaat doen. Het gaat dus om bedrijven. Op zich zoeken wij deze aansluiting ook in contacten met andere steden, dus ik ben in het kader van design naar Helsinki gegaan en daar hebben we ook overleg gehad over innovatie. Helsinki is voor ons ontzettend interessant omdat zij vreselijk goed zijn in open platforms en open standaards (daarin kun je dingen echt met elkaar combineren). Wij zijn dan weer erg goed op het gebied van innovatie en zorg, dus dat willen ze graag met ons in orde brengen. Toen ik daar was, heb ik afspraken gemaakt met Taipei om te zorgen dat wij echt konden samenwerken. Het eerste stuk van mijn dienstreis naar Taipei ging erom te zorgen dat we gezamenlijk stappen zouden maken. Waarom is Taipei nou erg interessant? Nou, Taipei is, net als wij en net als Helsinki een echte maakstad, maar zij zijn natuurlijk ook een stad die sterke verbindingen heeft met China. Als je dus samen met Taipei dingen gaat ontwikkelen, creëer je meteen dingen die je kunt uitrollen in China. Daar zijn we het ook over eens. We hebben al de eerste stappen gezet op het gebied van innovatie en zorg omdat zij meedoen aan een Europees programma waarin wij meedoen en, los daarvan, hebben we in het kader van design ook gerealiseerd dat onze designers ook gebruik kunnen maken van allerlei productiefaciliteiten die er zijn. De echte maakindustrie die te maken heeft met arts en crafts, is in Taipei erg goed ontwikkeld. Ik zal nog even heel snel het laatste stukje van mijn reis verslaan. Dat ging naar China en naar Shenzhen. Shenzhen heeft 16 miljoen inwoners en gaat in 2020 samen met
12
A
Hong Kong en Macau en is dan gewoon de belangrijkste plek op de wereld. De eerste dienstreis van de nieuwe premier van China was daar ook naartoe. [Reageert op opmerking uit de zaal] Nee, wij zijn center of the universe. Bij toeval kwam de kans voorbij om te kijken of wij met Shenzhen zouden kunnen samenwerken. Het goede nieuws is dat wij dat kunnen gaan doen. Vanuit dezelfde optiek was Shenzhen, net als wij, vooral een maakstad, die zich aan het doorontwikkelen was tot kennisstad. Wij zetten in om samen zaken te ontwikkelen en dan vooral om dat gezamenlijk elders in de wereld te vermarkten. Om te beginnen zullen wij bewegingen maken op het gebied van energie. Dit is even in een notendop. Al die dingen moeten tot heel concrete resultaten leiden, zowel hier in de stad, als in de stad daar, zowel op maatschappelijk als op economisch gebied. Voorzitter: Dank u wel. Ik denk dat het buitengewoon interessant is. Er komt nog een schriftelijk verslag, neem ik aan? Ik denk dat het wel goed zal zijn dat we ons in de commissie ook verstaan over wat dat oplevert en hoe we daarmee omgaan. Dat doen we wel vaker en ik denk dat het heel goed is dat we, ook in het presidium, proberen te agenderen hoe we met elkaar de resultaten van die internationale reis delen.
4.
Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad.
V1.
Franz Leharplein (OAE).
Voorzitter: De vragen van OuderenAppèl Eindhoven. De heer Rennenberg: Voorzitter, dank u wel. Over een goede week zullen we met z’n allen weer zingen ‘aan de mensen een welbehagen’, maar we zingen niet over het steeds weer terugkerende onbehagen dat mensen voelen. Het afgelopen weekend werd het Franz Leharplein weer opgeschrikt door de zoveelste criminele daad. Hardwerkende mensen, die al moeite genoeg hebben om in deze barre tijd het hoofd boven water te houden, dienen met respect behandeld te worden en niet op een laffe manier door overvallers en door middel van grof geweld van hun geld of van het geld van hun werkgever te worden beroofd, waarbij vaak lichamelijk letsel als toegift wordt meegegeven. Op het Franz Leharplein ging het de laatste tien dagen wel erg mis. Drie keer diefstal in de Albert Heijn, waarvan twee met geweld, inbraak in een shoarmazaak met een stoeptegel – kassa meegenomen, een tachtigjarige man beroofd van zijn geld na het pinnen; drie pogingen tot inbraak in winkels (met beschadiging, maar niet binnengekomen). Zaterdag was er een overval op de bedrijfsleider van de Etos. De dagopbrengst is helemaal meegenomen en de man is behoorlijk letsel toegebracht. Vanmorgen nog, was er een overval bij een pinautomaat.
13
A Wat het OuderenAppèl betreft, voorzitter, is de maat vol! In afwachting van de structurele maatregelen voor het Franz Leharplein en in door ons voorgestelde commissiebehandeling hierover, vraagt het OuderenAppèl de burgemeester om zo spoedig mogelijk in te grijpen. We hoeven hier niet in herhaling te vallen, want de aard en omvang van de problematiek is genoegzaam bekend. Winkeliers, winkelend publiek en omwonenden verdienen rust, zeker in de laatste dagen van het jaar, waarin de winkelier een omzet moet realiseren om dit jaar nog enigszins goed te kunnen afsluiten. Ook moeten mensen die boodschappengeld nodig hebben veilig kunnen pinnen. Onze vraag aan de burgemeester is dan ook of hij bereid is vanaf morgen extra maatregelen te treffen voor de komende weken. Het OuderenAppèl denkt hierbij aan extra politietoezicht, door middel van een bemande post, die voorlopig permanent en prominent op het plein aanwezig is, een opjaagbeleid jegens de overlastgevers, een voorlopige zero tolerance bij overlast, voorkomen van escalatie, omdat het niet denkbeeldig is dat mensen het opnemen voor het slachtoffer bij […afwezigheid] van zichtbaar en handelend blauw. Zo kan het dus niet doorgaan, burgemeester! Dit is de reden waarom wij u verzoeken en dringend vragen morgen met een duidelijke aanpak te komen en, indien u het nodig acht, een noodverordening uit te vaardigen. Burgemeester, wij vragen u: maak gebruik van uw bevoegdheid! Ik ben daar zelf de afgelopen tijd heel veel mee bezig geweest. Afgelopen zomer was ik bij een mevrouw van 81 die men € 100,- had afgepikt. Niemand was erbij om die mevrouw te compenseren. Een week later was ik bij een mevrouw van 95 jaar, die was bedreigd met een schaar. Een week daarna heb ik rondgelopen op het plein. Ja, je ziet van alles. Eindhoven (dat staat vandaag weer in het Eindhovens Dagblad) begint weer een beetje crimineel te worden. Het is mijn stad, het is uw stad, het is onze stad. Wij zouden dat niet moeten willen en wij moeten daaraan denken en op korte termijn tot actie overgaan. En nogmaals, vanuit de gedachte van ‘aan de mensen een welbehagen’. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Rennenberg. Het woord is aan de burgemeester. De heer Van Gijzel: Voorzitter, ik wil het OuderenAppèl graag danken voor de vragen die gesteld zijn. Ik denk dat we ons met z’n allen wel zorgen maken over de wijken in de stad Eindhoven, niet alleen rond het Franz Leharplein. We hebben er in het afgelopen jaar ook wel voor gezorgd dat de veiligheid en leefbaarheid op een groot aantal plekken aanzienlijk verbeterd is door interventies. Dat moet bij het Franz Leharplein ook gebeuren. U bent daar geweest en bijna alle vertegenwoordigers van alle fracties; we hebben daar het actieplan afgesproken.
14
A
Misschien moeten we wel een paar dingen uit elkaar houden. Er is sprake van een leefbaarheidsprobleem. U meldt dat mensen daar dronken of onder invloed van drugs verblijven. Ik hecht er wel aan om een onderscheid te maken in datgene wat we nu constateren en datgene dat de mensen eventueel zouden aanrichten. Ik heb het expliciet nagevraagd bij de politie: er is geen enkele relatie als het gaat om de delicten die gepleegd zijn en de mensen die zich daar ophouden. Dat wil niet zeggen dat we niet voor beide kanten een beleid zouden moeten hebben. Voor allebei de groepen doen we iets. Het actieplan gaat over overlast. We hebben al een aantal dingen gedaan rondom de Blokker en de sluisjes. We zijn ook bij de Rabobank bezig. Daarnaast hebben we de winkeliers aangeboden om hen te ondersteunen als 50% van de winkeliers samen maatregelen willen treffen (zoals we dat ook met de Kruisstraat met succes gedaan hebben en ook op andere plekken in de stad, en zoals we dat binnenkort bij Blixembosch gaan doen). We gaan dat niet winkelier voor winkelier doen. Dan moet 50% van de winkeliers de urgentie zo hoog voelen dat ze daadwerkelijk mee willen doen. We hebben een interventie met betrekking tot de begeleiding, opvang en verdere toeleiding naar werk of anderszins, geregeld. Ik denk dat we dus moeten oppassen dat we deze groep stigmatiseren als de groep die de criminaliteit veroorzaakt. U heeft terecht een lijstje gegeven over de criminaliteit (dat zal ik niet allemaal herhalen). Ik heb laten uitzoeken hoe zich dat verhoudt tot 2010, 2011 en 2012. Ik moet constateren dat 2011 eigenlijk het beroerdste jaar was (2012 is nog niet afgelopen) en dat er niet een significante afwijking is in aantallen ten opzichte van 2012. Desalniettemin gaan we wel het volgende doen, en dat wil ik u graag toezeggen: ik vind dat wat er de afgelopen veertien dagen gebeurd is, wel vraagt om een signaal. Hierover heb ik mij verstaan met de politie en vanaf morgen wordt er extra gesurveilleerd. Vanaf morgen zal er ook rondom sluitingstijd van de winkels door de stadswacht extra toezicht worden gehouden. We zullen dat blijven doen tot in de loop van januari en daarna kijken we wat er nodig is. Ik wil wel het beeld wegnemen dat het één met het ander is verbonden; dat vind ik ook niet netjes naar de mensen die daar verblijven. Ik denk dat we een heel pakket aan maatregelen hebben; die treffen we met elkaar, zowel voor leefbaarheid als voor veiligheid. Met betrekking tot een noodverordening zal er waarschijnlijk een misverstand zijn, want de burgemeester mag geen noodverordening uitvaardigen, behalve in heel specifieke omstandigheden. Dan moet er echt iets aan de hand zijn. De laatste noodverordening die ik ken, is de bultrug, de walvis bij Texel. Daarvoor was het Haren. Je moet dus wel een excessieve situatie hebben, wil je een noodverordening mogen uitvaardigen en dan moet daarin staan dat mensen ergens niet meer mogen komen. Dat is dus niet aan de orde. We gaan het op een ordentelijke manier met de omgeving bespreken en oplossen. We hebben ook een overlegstructuur waarin we
15
A
met bewoners en winkeliers ideeën, uitwerkingen en aanpak regelen. Wanneer het gaat om diefstal, overval, inbraak, heb ik daar geen noodverordening voor nodig, want het is al bij wet geregeld dat dit een delict is en die kunnen aangepakt worden en moeten ook aangepakt worden. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Rennenberg, is uw vraag hiermee naar genoegen beantwoord? De heer Rennenberg: Ja, de burgemeester geeft duidelijk aan waar hij naartoe wil, maar het duurt allemaal zo lang! Als je bij die mensen komt…
Waarnemend voorzitter: Maar heeft u nog een aanvullende vraag? Doet u dat dan even kort en bondig, graag. De heer Rennenberg: Ja, […] ik ben zacht als een ei maar zou toch wel graag een beetje hardere maatregelen willen zien. En dat het voor mensen zichtbaar is dat er iets gebeurt. Het is niet zichtbaar. Waarnemend voorzitter: Oké. Zijn er overigen in de raad die nog aanvullende vragen hebben? Nee. Dan kan de burgemeester nog kort ingaan op de noodkreet van mijnheer Rennenberg? De heer Van Gijzel: Over zichtbaarheid gesproken: u bent er zelf geweest, wij zijn er geweest, we hebben een wijkcoördinator, we hebben goed overleg met de mensen daar en vanaf morgen gaat ook de politie meer surveilleren en zullen we de stadswacht meer inzetten. Dat is niet omdat ik paniek wil maken, want we moeten het ook wel een beetje in verhouding zien, maar het is wel zo dat we de buurt een signaal willen geven dat we het erg serieus nemen en dat wat de afgelopen weken is gebeurd, echt vraagt om extra inzet van de politie. Waarnemend voorzitter: Sorry, mijnheer Rennenberg, maar de procedure is simpel… Nog even heel kort dan. De heer Rennenberg: Heel kort. Bij de bijeenkomst waar we allemaal waren, daar was ik erg van verschoten, stond een man op, twee keer zo groot als u, ik overdrijf, maar in elk geval twee keer zo breed als u… De heer Van Gijzel: Daar zou ik ook van verschieten! De heer Rennenberg: …en hij zei: ‘Als het bij mijn vrouw gebeurt, sla ik de tegenstander de kop van zijn romp af’. Dat moment moeten we niet afwachten. We moeten eerder ingrijpen!
16
A
De heer Van Gijzel: Ik wil daar wel antwoord op geven. Dan gaat het om berovingen of inbraak. We zitten er bovenop. Er is geen garantie te geven en de politie probeert echt haar best te doen om het voor elkaar te krijgen. Als het om inbraak en berovingen gaat, hebben we een hoog percentage van aanhoudingen en vervolging. Met de extra inzet rond het Franz Leharplein moet dat hier ook kunnen lukken. Met het opjagen naar de andere kant, hangt die groep vervolgens ergens anders, weer met valse suggesties. Volgens mij hebben we hier een uitgebalanceerde en een voortvarende aanpak - eentje die volgens mij op korte termijn ook succes moet kunnen opleveren. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Dan sluiten wij hiermee het punt van de actuele vragen af en gaan we door naar het volgende punt op de agenda.
6.
Onderwerpen waarover geen amendementen en/of moties zijn aangekondigd.
Voorzitter: U moet even opletten hoe we dit gaan doen, want ik probeer wat tijd voor u te winnen. We hebben bij agendapunt 6, elf voorstellen: 6.1 tot en met 6.11. De SPfractie heeft aangegeven dat ze bij 6.11 een stemverklaring willen. Daar gaan we dus over stemmen (anders hoef je dat niet te doen). Vervolgens wil ik aan u vragen of er bij de andere punten (6.1 tot en met 6.10) fracties zijn die daar een stemverklaring over willen afleggen. Mevrouw Wagt. Mevrouw Wagt: Ik wil graag een stemverklaring bij 6.7. Voorzitter: Dan doen we dat. Zijn er nog anderen? Mijnheer Van Erp. De heer Van Erp: Ja, ook voor 6.7 alstublieft.
6.1A. Raadsvoorstel Liquidatieplan en opheffing Gemeenschappelijke regeling CURE. 6.1B. Raadsvoorstel Oprichten van een nieuwe gemeenschappelijke regeling voor afvalbeheer. 6.2.
Raadsvoorstel met nadere toelichting en herzien ontwerp raadsbesluit OZBtarieven 2013 en termijnen van betaling.
6.3.
Raadsvoorstel Opheffing Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Ekkersrijt.
17
A 6.4.
Raadsvoorstel tot het vaststellen van de verordening lening opstartkosten CPO-projecten.
6.5. Raadsvoorstel Verklaringen van geen bedenkingen voor: 1. de bouw van 21 wooneenheden voor mensen met schizofrenie aan de Fakkellaan 2. de bouw van 30 woningen die deels zijn bestemd voor mensen met autisme aan de Europalaan. 6.6.
Raadsvoorstel vaststellen begrotingswijzigingen 2012 en 2013 diverse besluiten B&W (Verzamelwijziging).
6.8. 6.9.
Raadsvoorstel Bestemming lening voor innovatie door de bibliotheek. Raadsvoorstel tot het vaststellen van de reserveringen 2012 en overige wijzigingen reserves en voorzieningen.
Voorzitter: Oké. Zijn er nog andere punten? Dat is niet het geval. Dan ga ik u vervolgens vragen of u over de punten 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.8, 6.9 en 6.10 stemming wenst? Dat is niet het geval. Dan mag ik aannemen dat al die punten nu in één keer uw instemming hebben gekregen.
6.7.
Raadsvoorstel uitwerking fase 3 onderwijshuisvesting ten behoeve van Spilcentrum Blixembosch West.
Voorzitter: Ik wil graag het CDA de gelegenheid geven een stemverklaring af te leggen. Mevrouw Wagt: In de commissievergadering hebben we al aangegeven dat wij ernstige bezwaren hebben dat het IHP, ondanks toezeggingen van inmiddels al twee wethouders, nog steeds niet aan het eind van het jaar beschikbaar is. Wij zien de noodzaak dat dit voorstel voor 1 januari geregeld moet zijn, vandaar dat wij gaan instemmen. We willen wel meegeven dat het IHP ons eind december al was toegezegd en dat dit de laatste keer is dat wij met iets op onderwijsgebied instemmen voordat wij het integraal huisvestingsplan krijgen. Het is ons zo vaak toegezegd, het gaat er al zo vaak over. We zijn niet blij dat het niet voor het eind van het jaar beschikbaar is. Voorzitter: Oké. Ik wil de heer Van den Nieuwenhuijzen beterschap wensen. Ik zal er dadelijk in de procedure nog wel wat over zeggen. De heer Van Erp. De heer Van Erp: Dank u wel, voorzitter. Onze bezwaren tegen het voorstel zijn tweeledig. Op de eerste plaats heeft het college ons niet kunnen overtuigen dat
18
A
aankoop en renovatie van schoolwoningen zoveel goedkoper en doelmatiger is dan uitbreiding bij het hoofdgebouw aan de Kiplinglaan. Het tweede is dat de SP graag een afweging had willen maken binnen een het integraal huisvestingsplan voor het onderwijs. De SP wil, mede gelet op de tijdsdruk waarmee het voorstel is voorgelegd, toch voorstemmen. Dat ook het schoolbestuur van De Boschuil achter het voorstel staat en ook op spoed heeft aangedrongen, heeft voor ons uiteindelijk de doorslag gegeven. Dank u wel. Voorzitter: Oké. Dan gaan we nu over tot stemming. Het was een stemverklaring en geen debat meer… Mevrouw Schreurs: Nee, maar er wordt een vraag opgeroepen over het IHP, dus ik denk dat het wel interessant is om informatie te verschaffen over het IHP. U heeft inmiddels een raadsinformatiebrief ontvangen over de stand van het IHP, een gezamenlijk bericht van de schoolbesturen en mij over wat precies de planning is. Daarin kunt u lezen dat door te zorgen dat de passende onderwijsopgave en de opgave rond de doorontwikkeling van Spil goed gaan landen er een zekere vertraging is opgetreden, maar er worden allerlei dingen voortvarend aangepakt. Voor de zomervakantie ligt het er. Het andere is dat u aangeeft dat u geen afweging kunt maken… Voorzitter: Nee, maar nou wordt het toch een debat. Mevrouw Schreurs: Nee, het gaat om feitelijke informatie. U geeft aan dat dit er niet kan liggen omdat het IHP er nog niet is, maar dit zijn de losse eindjes en met u is afgesproken dat die, voorafgaand aan het IHP omdat ze al zo lang op realisatie wachten, afgewikkeld zal worden. Voorzitter: Ja, en dan wil mevrouw Wagt daar natuurlijk op reageren! Ja. Dat snap ik, mevrouw Wagt. En dan hebben we toch weer een debat! Mevrouw Wagt: Nou ja, precies, en daar hebben we het vorige week in de commissievergadering over gehad: ons punt is dat de toezegging was dat het IHP er eind van het jaar zal komen en dat wij er heel vaak om gevraagd hebben en nu, op de laatste raadsvergadering, pas iets meer te horen krijgen. Die manier stellen wij gewoon niet op prijs. Als iets wordt toegezegd, willen wij ruim op tijd horen of het niet lukt, ondanks dat de reden daarvoor goed kan zijn. Voorzitter: Waarvan akte. We gaan nu over tot stemming. Wie is vóór dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is het voorstel met algemene stemmen aangenomen.
19
A De heer Van den Nieuwenhuijzen heeft, neem ik aan, mevrouw Richters, ziek de zaal verlaten en daarmee is hij nu afgemeld voor de vergadering. Mevrouw Richters: Dat is correct. Tom is grieperig en wilde toch heel graag deze vergadering bijwonen, maar door de warmte hier binnen en het feit dat hij niets gegeten heeft, werd hij duizelig. Voorzitter: Dank voor de mededeling.
6.11. Raadsvoorstel met nadere toelichting Kaderverordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven (2013). Voorzitter: De SP heeft aangegeven daarover vooraf een stemverklaring te willen afgeven. De heer Maas. De heer Maas: Dank u wel, voorzitter. De SP heeft al eerder haar zorgen geuit tegen de inzet van eigen kracht en zelfredzaamheid in het raadsvoorstel. De zorgen van de SP gaan vooral uit naar mensen die beide niet bezitten. De SP is dan ook blij met de toezeggingen van de wethouder om tweemaal een klantenpanel te organiseren in 2013, om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek uit te voeren en om die binnengekomen klachten te verzamelen en deze aan de raad terug te koppelen. Ondanks onze grote zorgen, zien wij in het achterliggende beleid van het raadsvoorstel en de toezeggingen van de wethouder genoeg reden om voor nu voor het voorstel te stemmen. Het college mag van de SP verwachten dat wij het verdere verloop zeer kritisch zullen volgen en bij de eerste negatieve signalen hard aan de bel zullen trekken. Voorzitter: Dank u wel voor uw stemverklaring. In uw stemverklaring zegt u dat u voor zult stemmen, dan kijk ik even of er nog iemand nog stemming wenst. Dat is niet het geval. Dan is het voorstel unaniem aangenomen.
7.
Onderwerpen waarover wel amendementen en/of moties zijn aangekondigd.
7.1.
Raadsvoorstel Prioritering participatiebudget 2013.
Voorzitter: Ik geef mevrouw Verhees, voorzitter van de commissie Economie en Mobiliteit, het woord voor een korte inhoudelijke inleiding. Mevrouw Verhees: Ja, voorzitter, dank u wel. Vindt u het goed dat ik het vanaf hier doe? Het zijn maar een paar regels.
20
A Voorzitter: Dat is goed. Mevrouw Verhees: In het kader van de Wet participatiebudget wordt jaarlijks aan de raad de prioriteringsnota voorgelegd rondom de budgetten van het komende jaar. Vanwege de ruimere middelen voor 2013, stelt het college onder andere voor de feitelijke prioritering te laten vervallen voor het werkdeel. De commissie heeft zich positief uitgesproken over het voorstel van het college. Wel vraagt een aantal fracties naar de concrete plannen voor het creëren van werkgelegenheid voor personen van 27-min en 45-plus. De fractie ‘leefbaar eindhoven’ heeft een motie aangekondigd en daar zal de discussie zich in deze raad op moeten toespitsen. Dank u wel. Voorzitter: De heer Rijnders. De heer Rijnders: Dank u wel, voorzitter. Ja, wij hebben de commissie gevolgd en hebben dat allemaal aangehoord en bij ons bleef er toch één vraag over. Dat was de werkwijzer voor de inzet van vrijwilligers en de zogeheten snuffelstages. Wij hebben daarom gemeend een motie te moeten indienen om de volgende redenen: het worden steeds zwaardere tijden voor iedereen en er zijn bezuinigingen alom. Het wordt dus moeilijker om aan werk te komen. We hebben tevens gedacht, omdat het mes aan twee kanten moet snijden, om te zorgen dat werkgevers een laagdrempelige inzet van medewerkers zou mogen verwachten vanuit de gemeente. De grote bak met WZI-cliënten is er… [geluid valt weg] aangepakt te worden, in de zin dat men mensen weer terug in het maatschappelijk welzijn wil brengen. Dat kan men alleen maar doen door te helpen naar werk. De planmatige insteek van het WZI zelf is vrij abstract en biedt te weinig kansen voor de mensen om zich breed te kunnen oriënteren. Daarom komen wij met deze motie, die voor de rest voor zich zal spreken. Ik hoop dat iedereen hem zal ondersteunen. Dank u wel. Voorzitter: De heer Torunoglu. De heer Torunoglu: Ik heb een vraag aan de heer Rijnders. In eerste instantie klonk uw motie best wel sympathiek, alleen als je dan verder kijkt naar de implicatie van deze motie, betekent het dat het voor verdringing op de arbeidsmarkt kan zorgen. Daarnaast is er het feit dat het goedkope krachten zijn voor werkgevers. Hoe kijkt u daar tegenaan? En welke besparing levert het op? Want uiteindelijk betalen we toch die uitkeringen. De heer Rijnders: Een terechte vraag. Daar hebben wij ook mee geworsteld, maar wij zien de positiviteit in het feit dat het voor werkgevers er al een behoorlijke last ligt om aan personeel te komen. Ook vanuit het WZI of het UWV liggen er een hoop regels aan ten grondslag. [Onze insteek] was dermate eenvoudig om de mensen in eerste instantie minimaal in beweging te krijgen, zich te laten oriënteren op de
21
A
arbeidsmarkt, zodat we een goede keuze kunnen maken, waarbij ze gemotiveerd zijn. Een gemotiveerd mens telt voor twee. Vanuit die insteek hebben wij deze motie geschreven. Natuurlijk begrijp ik dat u zegt dat het aan de ene kant (arbeids)concurrentievervalsing zou zijn, maar ik ga ervan uit dat bedrijven nu niet staan te springen om opnieuw mensen aan te nemen en zij kunnen zich zo oriënteren om, met de inzet van opleidingen, mensen naar zich toe te trekken. Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp.
Mevrouw Sodenkamp: Denkt u niet als een bedrijf werk heeft voor vrijwilligers, dat zij dan blijkbaar ook opdrachten heeft, anders heb je immers geen werk? En dat zij dan die mensen ook een fatsoenlijk salaris zouden kunnen bieden? De heer Rijnders: Ja, daar ben ik van overtuigd dat dit gaat gebeuren en het staat in onze motivatie beschreven. Door opleidingen te creëren kunnen mensen worden aangetrokken. Op een gegeven moment heb je daar dus in geïnvesteerd en dat kost ook wel wat. Je kunt dan niet zeggen dat het helemaal om niets is maar het kan een kans bieden. Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp. Mevrouw Sodenkamp: Maar verplicht u dan ook die werkgevers om de vrijwilligers een opleiding te bieden? De heer Rijnders: Ja, dat hebben wij in onze motivatie wel geschreven. Daarom hebben wij gevraagd of het college de mogelijkheden wil onderzoeken en daar enkele randvoorwaarden aan te hangen. Voorzitter: De heer Rennenberg. De heer Rennenberg: Een ding is mij niet duidelijk. Constateren we dat de mogelijkheid voor vrijwilligerswerk niet is opgenomen als een van de mogelijkheden binnen de afdeling WZI? Ik lees het nu pas, anders had ik het meteen gevraagd. De heer Rijnders: Wij hebben inderdaad geconstateerd dat indien je aan vrijwilligerswerk wilt beginnen, je vanuit de afdeling een tegenwerking krijgt. Dat zou toch nooit de bedoeling moeten zijn? De heer Rennenberg: Nu ik dat hoor, moet ik dat ontkennen. Ik zit bij diverse verenigingen die vrijwilligerswerk mogen doen, dus ik snap die zin niet.
22
A
De heer Rijnders: Er zijn er inderdaad die het dan wel kunnen of mogen, maar de algemene trend is dat vanuit de afdeling min of meer wordt afgedwongen hoe het wordt gedaan: ‘zo en niet anders’. Dat wil ik er eigenlijk uit halen.
Voorzitter: Oké. Ik kijk of nog anderen het woord willen voeren over dit onderwerp. De heer Torunoglu. De heer Torunoglu: Ja, voorzitter, ik ga specifiek op deze motie in, omdat de discussie zich daarop toespitst. Wat ons betreft komt die motie een beetje uit de lucht vallen omdat we dit in de commissie niet hebben kunnen bediscussiëren. Daarom was het al lastig om het goed af te wegen. Als we op de tekst moeten oordelen, vinden wij die te ver gaan om hier nu voor te stemmen, sowieso omdat wij bang zijn dat der verdringing gaat plaatsvinden. Wij zijn niet overtuigd van het feit dat dit een besparing gaat opleveren. Daarnaast is het een feit dat de mogelijkheid er al wel is en wij bovendien niet overtuigd zijn van het probleem dat u met deze motie wilt oplossen en wat dit dan zou moeten zijn. Vandaar dat wij tegen deze motie zullen stemmen. Voorzitter: Oké. Mevrouw Van Herk. Mevrouw Van Herk: Dank u wel, voorzitter. Laat ik voorop stellen dat het CDA voorstander is van zowel snuffelstages als vrijwilligerswerk, maar dan wel vrijwillig vrijwilligerswerk. Zoals we nu de motie van ‘leefbaar eindhoven’ doorlezen, komen we ook woorden tegen als ‘werken voor je uitkering’. Vervolgens krijgen we een vrij lijvig rapport [geluid valt uit]… Op pagina 11 van dat rapport heb ik gelezen dat er een vriendelijke, juridisch getoetste, dwingende brief naar de mensen toe gaat. Dat dwingende haalt bij ons het vrijwillige eraf. Dat gaat ons toch wel wat te ver. Dan zijn wij het dus ook eens met de Partij van de Arbeid, want ook op pagina 25 van dat rapport staat: ‘als tegenprestatie wordt na een werkstage een betaalde werkgarantie gevraagd van minimaal twaalf maanden’. Ook wij zijn er bang voor dat dat […] arbeidsplaatsen zal verdringen. De motie gaat ons ook te ver en wij zullen dus ook tegen de motie stemmen. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Ja, ik wilde toch nog even reageren op de motie. We hebben namelijk in de commissie gesproken over vrijwilligers en ik wil even duidelijk maken dat de manier waarop wij over vrijwilligers hebben gesproken toch een heel ander kader is dan het kader waar ‘leefbaar eindhoven’ nu over spreekt. Wij hebben aangegeven dat het belangrijk is te kijken of mensen die nog niet in staat zijn tot werken, gemotiveerd kunnen worden om zaken te doen waar zij zelf achter staan. Dat betekent geen verplicht vrijwilligerswerk. In die zin zullen wij de motie niet steunen.
23
A Ik wil toch mijn treurnis uitspreken over het feit dat de bijlage pas heel laat is verstuurd. Ik zou die bijlage graag nog eens met ‘leefbaar eindhoven’ willen bediscussiëren in de commissie, want daar staan toch een hoop zaken in waar wij ons als SP absoluut niet in kunnen vinden. Dank u wel. Voorzitter: Oké. Is er iemand anders die nog het woord wenst te voeren? Dat is niet het geval. Dan kunnen we overgaan tot stemming. Allereerst het voorstel en daarna de motie. O, de wethouder. Ja, dat lijkt me goed. Ik heb te veel haast hè? Ik ben heel nieuwsgierig wie het vanavond gaat worden. Ik heb al gevraagd of ze zenuwachtig zijn. De heer Van Dorst was heel zenuwachtig. De rest noem ik zo meteen nog wel even. De wethouder. Mevrouw List: Fijn, dank u wel dat ik even mag reageren. De discussie in de commissie over de prioritering van het participatiebudget was heel constructief. We bereikten ook met elkaar de conclusie dat dit participatiebudget voor 2013 veel mogelijkheden geeft […] het gelijkblijvend budget van 2012 en 2013 voor de brede aanpak voor verschillende groepen daarin zodat we toch nog wat kunnen doen aan sociale activering en dat we ook nog een meeneemregeling hebben. Over de groepen 27-min en 45-plus die u noemde, mijnheer Rijnders, hebben we net een toelichting gegeven over de inzet van BUIG-middelen, waarmee we ook extra aandacht aan deze groepen willen geven. Deze presentatie vond zojuist voor de commissie Economie en Mobiliteit plaats. Daarin hebben we duidelijk aangegeven dat die groepen zowel binnen het P-budget maar ook binnen de besteding van de BUIG-middelen extra aandacht krijgen. Ik ga even terug naar de motie: ik denk dat er wat verwarring is want binnen de WWB hebben we verschillende mogelijkheden, ook om ‘snuffelstages’ te organiseren (denk maar aan de werkstage), maar ook om participatieplaatsen binnen Ergon Buurtbedrijven, en ook Robin Hood, Cruydenhuisch of Etalage. Daar zijn vijftien plaatsen en in Ergon Buurtbedrijven meen ik veertig. We kijken of we dat aantal kunnen uitbreiden, ook naar andere branches dan alleen de horeca en de bouw. Dat zijn dus mogelijkheden tot snuffelstages, nog los van het feit of de oude tegenprestatie in uw ogen een snuffelstage is of anderszins (maar die discussie wil ik hier niet opwerpen). In de commissie heb ik gezegd dat we daarop terugkomen als we weten wat het nieuwe regeerakkoord hierover gaat zeggen. De conclusie is eigenlijk: we benutten binnen de WWB eigenlijk alle mogelijkheden die we daarin hebben, maar nogmaals: we gaan natuurlijk wel kijken of we de participatieplaatsen kunnen uitbreiden, waar mensen met behoud van uitkering ook een stuk begeleiding krijgen.
24
A
Ten slotte de koppeling met het algemene vrijwilligerswerk. Van collega Scholten begreep ik dat is toegezegd dat het in het eerste kwartaal van 2013 wordt besproken. De conclusie is ons inziens dat de motie eigenlijk, gezien wat we aan activiteiten doen en de toezegging voor eerste kwartaal, overbodig is. Voorzitter: Oké. Ik kijk of er behoefte is aan een tweede termijn. Mijnheer Rijnders? De heer Rijnders: Een hele kleine, voorzitter. Bij ons was de insteek dat er heel veel wordt ingezet op de lagere niveaus, dus met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, en dat daar de prioriteit lag. Wij proberen met deze motie meer het algemene beeld naar voren te krijgen, dus ook voor anderen die noodgedwongen in deze situatie terecht zijn gekomen. Dat is dus een klein stukje dat ik mis, maar het kan zijn dat dit in het eerste kwartaal zal kunnen veranderen. Als dat een toezegging is, dan hoef ik de motie niet in te dienen en blijkt hij inderdaad overbodig. Mevrouw List: De toezegging is al door mevrouw Scholten gedaan naar de commissie. Ik weet dat het onderwerp vrijwilligersbeleid op de agenda komt in het eerste kwartaal, dus ik zou daarnaar willen refereren. Nogmaals: binnen werkgelegenheidsprojecten wordt het instrument werkstage toegepast, waar in elk geval de eerste twee maanden met behoud van uitkering toch een vorm van ‘snuffelwerk’ kan plaatsvinden. Voorzitter: De heer Torunoglu heeft nog een vraag. De heer Torunoglu: Ik zou toch wel even scherper willen krijgen wat de toezegging is en hoe deze wordt geïnterpreteerd, anders wil ik die motie toch graag ingediend hebben en dan tegenstemmen. Ik bedoel: ik ben het hier niet mee eens en als er een toezegging is zoals die door u geïnterpreteerd wordt, wil ik die wel even scherp hebben. De heer Rijnders: Ik hoor het zo dat er met het WWB en de participatieplaatsen uitbreiding komt, afhankelijk van wat de kabinetsplannen zijn en hoe die geïnterpreteerd kunnen worden. Daar zit een mogelijkheid in. Daarnaast hebben we de toezegging van de wethouders over vrijwilligerswerk. Dan komt zeker aan de orde hoe dit geïmplementeerd kan worden, in zijn totaliteit.
Voorzitter: Maar als er geen motie wordt ingediend, is er ook geen exegese voor nodig. De heer Torunoglu: Maar als er een toezegging wordt gedaan… Voorzitter: Dan is niet de uitleg van de heer Rijnders van toepassing, maar de uitleg van de wethouder.
25
A De heer Torunoglu: Prima, maar dan wil ik wel even de discussie scherp hebben met mijnheer Rijnders over hoe hij hem interpreteert. Daar is niets mis mee, denk ik? Voorzitter: Maar er valt niets te interpreteren als er geen motie is. Wat de wethouder hier gezegd heeft, heeft betrekking op het voorstel zoals het er ligt. Er is geen sprake meer van een motie, want die is ingetrokken. We gaan over tot stemming, als u het goed vindt. Mevrouw Scholten. Mevrouw Scholten: We hebben eerder gesproken over het vrijwilligersbeleid in het kader van de Wmo, dus met een welzijnsinsteek. Die nota vrijwilligersbeleid komt in het eerste kwartaal 2013. Even ter toelichting. Maar, voor de duidelijkheid: dit staat dus los van arbeidsparticipatie. De heer Torunoglu: Precies. En mijn interpretatie van mijnheer Rijnders is dat hij dan zijn punt nog een keer maakt en dat hij die motie nu terugtrekt. Voorzitter: Maar dat heeft hij al gedaan. U maakt het nu ingewikkeld voor orde. Ik stel dat we overgaan tot stemming. Is dat akkoord? Aan de orde is het voorstel zoals het er ligt, Raadsvoorstel Prioritering participatiebudget 2013. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is het voorstel met algemene stemmen aangenomen.
8.
Actuele moties.
AcM1. Technisch financieel onderzoek multifunctioneel station Genneper Parken Voorzitter: De heer Oosterveer heeft te kennen gegeven niet aan de beraadslagingen en stemming te zullen meedoen, in verband met zijn voorzitterschap van EMHC. Hij dient zich op grond van de Gemeentewet te onthouden van stemming om dat hij bij deze aangelegenheid als belanghebbende (hier staat: vertegenwoordiger) betrokken is. Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Ja, dank u wel, voorzitter. Als het spreekgestoelte van de burgemeester technisch omlaag en omhoog kan [verwijst naar eerdere aanpassing van katheder voor de burgemeester aan het begin van de vergadering], dan moet het ook in deze stad mogelijk zijn om te onderzoeken of er een topaccommodatie voetbal en hockey in elkaar geschoven kan worden. Daar gaat nu eigenlijk gewoon om. We zijn inmiddels op de hoogte van alle onmogelijkheden, inclusief die vanmiddag in de brief van de hockeyverenigingen genoemd zijn. In deze motie gaat
26
A
het om wat de mogelijkheden zijn, oftewel: is het toch mogelijk om een tophockeystadion of een topaccommodatie hockey in te schuiven in een topvoetbalaccommodatie aan de Aalsterweg? Niet meer en niet minder. Meer hoef ik er eigenlijk niet over te zeggen. Dat is het enige waar het toe oproept. Voorzitter: Oké. Zijn er nog anderen die het woord over deze actuele motie willen voeren? De heer Thewissen. De heer Thewissen: Ik heb een aantal vragen aan de heer Depla. Voorzitter: Vragen, oké. De heer Thewissen: In de commissievergadering van vorige week hebben wij allen besloten dat wij niet meer met een utopische bril, maar met een realistische bril moeten kijken naar de ontwikkelingen in de Genneper Parken. Nu krijgen wij vandaag een brief en daarin wordt aangegeven dat er heel veel realistische en praktische oogpunten zijn waarom dit onderzoek eigenlijk al vanaf het begin gedoemd is om te mislukken. Er wordt inderdaad al samengewerkt, maar tussen hockeyverenigingen en niet tussen voetbalverenigingen. Hoe plaatst u dit dan in het licht van een realistische blik op de Genneper Parken? De heer F. Depla: Ten eerste bekijk ik het niet utopisch, maar innovatief. Ten tweede gaat deze brief van de hockeyverenigingen uit van de onmogelijkheden en wij gaan uit van de mogelijkheden. Dat willen we nu op tafel krijgen. Het argument dat het gras hoger is bij het voetbal en lager bij het hockey wisten we al een poosje geleden. Daar is niets nieuws onder de zon. Dat is nou juist de reden waarom we willen bekijken of er wel iets nieuws onder de zon is - niet meer en niet minder – of er zowel op het gebied van techniek als financieel, op die manier haalbaar is. De heer Thewissen: In navolging daarop: in deze brief staat ook dat er inderdaad al door deskundigen is gekeken naar de mogelijkheden tot het toepassen van één grassoort of één mat, die zowel voor tophockey als topvoetbal mogelijk zou zijn. Dat is niet mogelijk. Dan gaan we dus al toe naar technische oplossingen die veel kosten… Voorzitter: Dat is bijna geen interruptie meer. De heer Thewissen: … en waarvan ik me afvraag hoeveel u zou willen uitgeven aan een onderzoek als dit, want wij zien er eigenlijk weinig heil in. Hoeveel wilt u dan uitgeven? De heer F. Depla: Het is duidelijk dat u er weinig heil in ziet. Ik wil daar twee dingen over zeggen. U loopt nu vooruit op hetgeen wij onderzocht willen hebben, namelijk
27
A
dat dit heel veel geld gaat kosten. Dat weet ik toch niet? Dat weet u ook niet! Dat kunt u toch niet zeggen? Dat is nog niet onderzocht. Dat is mijn eerste punt. Ten tweede: gaat het onderzoek zelf nu wel zoveel geld kosten? We hebben contact gehad met Fontys en dat is nou juist het mooie, ook van het feit dat we in deze stad een sporthogeschool hebben gekregen. Je ziet meteen een synergie en meteen een soort samenwerking ontstaan tussen FC Eindhoven en de sporthogeschool. De sporthogeschool heeft tegen ons gezegd dat zij dat wel willen onderzoeken met hun studenten. Volgens mij hoeft dat niet zoveel te kosten.
Voorzitter: Ik kijk even of er nog meer mensen zijn die het woord willen voeren voor een interruptie. De heer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Ik heb die brief op het laatste moment kunnen lezen. Wat ik uit de brief interpreteer is dat er een tendens is waarin de hockeyverenigingen zeggen dat zij er eigenlijk niet op zitten te wachten en het eigenlijk helemaal niet willen. Zij noemen een aantal argumenten waarom het allemaal zinloos is. Ik weet niet of u dat ook een beetje proeft? Met onwillige honden is het slecht hazen vangen. Dat weten we inmiddels wel. Als we dan eventueel ook nog een onderzoek gaan doen (wat natuurlijk de nodige centen kost) en de verenigingen willen het toch niet… hoe kijkt u daar tegenaan? De heer F. Depla: De onwillige honden kunnen straks mogelijk hele mooie worsten worden voorgehangen, zo van: wat u krijgt is mogelijk nog veel mooier dan wat u nu heeft. Misschien gaan die honden dan toch anders lopen. Dus nou loopt u alweer vooruit op een mogelijke eindconclusie. Natuurlijk… ik ben ook wel realistisch en zie ook wel dat ze er nu niet om staan te trappelen. Dat zou ik ook in eerste instantie denken (we zijn nu in een bepaalde richting aan het doormarcheren en nu komt er ineens iets op ons pad). Maar nogmaals: als het iets mooiers kan zijn, ben ik ervan overtuigd dat die honden mogelijk ook wel een andere koers kunnen inslaan. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Depla, in de brief van de hockeyverenigingen steun ik u. Dat vind ik op dit moment niet zo relevant. Ik heb een ander probleem. Op zich is er niets op tegen, maar waarom wilt u uw motie nu indienen? Ik heb vorige week begrepen dat wij, vooral ingegeven door geldgebrek, op dit moment pas op de plaats maken. Als we het dan toch over honden hebben… misschien moeten we geen slapende honden wakker maken. Dat is misschien niet helemaal een goede opmerking, maar toch een beetje. Op dit moment doen wij gewoon even helemaal niets. Waarom zouden wij dan nu de boel gaan opschudden door onderzoeken te doen waar dingen uitkomen die we voorlopig niet kunnen en misschien wel niet willen betalen? Dat is meer mijn zorg.
28
A
Voorzitter: De heer Depla. De heer F. Depla: Ik ben het met u eens, maar op het moment dat die ontwikkeling eraan komt, hebben we daarin als gemeente toch een rol. Dat hebben we vorige week ook besproken. Daar gaan we dan toch geld aan uitgeven. Dat maakt dat je daar toch uiteindelijk iets van moet gaan vinden of iets van vindt. Daarom vinden wij dat je nu moet kijken of we dan iets anders kunnen gaan doen. Ten tweede: mogelijk kan dat andere er ook nog toe leiden dat we een veel innovatiever en misschien ook wel groener plan kunnen krijgen in de Genneper Parken. Wie weet komen er nog veel meer subsidies binnen bereik. Als u wist dat er bij de provincie op dit moment € 240 miljoen innovatiesubsidie klaarligt, zou ik zeggen: als dit een innovatief karakter heeft, wat past bij onze stad, dat ook aansluit bij de wensen van de gebruikers (laten we daar geen misverstand over hebben, maar nogmaals: daar kan ik niet op vooruit lopen). Dan is er wat ons betreft een nieuwe situatie, net als uw beginvraag, die rechtvaardigt om dit te onderzoeken. Voorzitter: De heer Mulder.
De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. Collega Depla zal zich ongetwijfeld herinneren dat deze discussie zich heeft voorgedaan in 2008. Toentertijd heeft het OuderenAppèl de suggestie gedaan om een multifunctioneel stadion te creëren. Dat was toen technisch niet mogelijk. Waarom was dat verder niet mogelijk? Omdat hiervoor uitschuifbare velden zouden moeten aangeschaft. Dat kost natuurlijk ontzettend veel geld, maar dat is ook niet meer mogelijk, omdat Essink daarachter ligt. Als dat […] was, dan was dat een mogelijkheid geweest. Collega Thewissen wijst ook op onafhankelijk onderzoek. Dat kost natuurlijk weer het nodige en wellicht kunt u een indicatie geven van wat het kost?... Voorzitter: U heeft een interruptie, hè? Geen termijn. De heer Mulder: … Wat voor ons doorslaggevend is, is de verklaring van de beide hockeyclubs dat zij daar absoluut niet mee in zee willen gaan. Bovendien, moeten er twee partijen ‘ja’ zeggen en er is één partij die ‘nee’ zegt. In ieder geval zullen wij niet voor deze actuele motie stemmen. Voorzitter: Dat was geen interruptie maar een stemverklaring. Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Ik weet niet wat de vraag nu precies is. Voorzitter: Nee, nee, nee! Het is goed zo.[Gelach] U hebt uw punten binnengehaald, voor vanavond, denk ik. Maar het is te laat. Dat is volgens mij al besloten door de jury. De heer Verheugt: [buiten microfoon] Alle lijnen zijn gesloten… [Gelach]
29
A Voorzitter: Ja, de lijnen zijn gesloten. De heer F. Depla: Maar de motie lag er voor vrijdag, hè? Voorzitter: Ah, vandaar. De hondenshow was wel mooi hoor. Dat was goed gevonden, ik kan niet anders zeggen. De wethouder. De heer Helms: Ja, dank u wel voorzitter. We kennen mijnheer Depla inmiddels als een creatief denker met een open mind als het gaat om innovatieve oplossingen. Dat past natuurlijk wel hier bij deze regio. Ik wil er toch een paar kanttekeningen bij zetten. In de eerste plaats: u gaf aan dat er geld is van de provincie, maar tegenwoordig is zo ongeveer al dat geld geen subsidie meer, maar revolverend. Dat is het toverwoord en dat betekent dat het ook weer terug moet. Dit geldt overigens niet voor die twee miljoen die klaarligt als de hockeyaccommodatie gerealiseerd wordt, maar dat was zo’n beetje de laatste trap die nog subsidie was, in plaats van revolverend. Die moeten we vooral niet laten schieten. Als u gaat kijken naar waar u om vraagt (we hebben dit in de commissie inderdaad al even gedeeld en er is inderdaad in 2008 ook al over gesproken) zien we een brief van de hockeyvereniging. Overigens heb ik vandaag contact gehad met het bestuur van FC Eindhoven. Zij gaven aan dat zij op zich op dezelfde lijn zitten als de hockeyvereniging. Niet omdat zij niet willen samenwerken. Sterker nog: zij willen optimaal samenwerken en FC Eindhoven is al samen met Fontys bezig om te kijken hoe zij het stadion zo multifunctioneel mogelijk kunnen gebruiken. Als je dan gaat kijken naar het gebruik, dan heb je aan de ene kant de business club, de kleedkamers, de kantoren et cetera. Daar zitten natuurlijk hele makkelijke mogelijkheden, denk ik. Aan de andere kant heb je de echte sportvoorzieningen. Als het dan gaat om voetbal of het hockey van oranje-zwart, dient het aan hoge eisen te voldoen om door de bonden te worden goedgekeurd. Daar stuit je op een aantal praktische problemen. De ondergrond is niet voor twee sporten te gebruiken. Betekent dit dat je dan helemaal niets kunt? Nee, technisch, zeker in deze regio, mijnheer Depla, is alles mogelijk. We hebben inmiddels wat navraag gedaan, maar op hetzelfde veld kan het echt niet. Rolbare hockey- of voetbalondergrond is er ook niet. Als je het veld in zijn geheel wilt schuiven á la Gelredome (mijnheer Mulder gaf dat al aan) dan kom je aan alle vier de kanten iets tegen wat we of niet kwijt willen of net gebouwd hebben. Dat moeten we dus vooral niet doen. Maar je zou natuurlijk, om met u mee te denken, het veld kunnen indelen of hydraulisch over elkaar heen schuiven, voor mijn part het hele veld de lucht in – dan heb je gelijk een dak. Technisch kan het. Ik denk wel dat het duur wordt, maar daar kom ik zo nog even op.
30
A
Als het gaat om het draagvlak gaat het er niet zozeer om dat de verenigingen niet zouden willen samenwerken - nogmaals: dat willen ze graag – maar tegelijkertijd hebben ze voor hun accommodatie en hun faciliteiten wel een programma van eisen. Dat is ook nodig om een gezonde exploitatie als club te hebben. Dat is iets waar wij als raad niet alleen in de sport, maar ook in cultuur veel waarde aan hechten. We hebben een investering aan de voorkant, maar vervolgens moeten de gebruikers wel een gezonde exploitatie kunnen gebruiken. Er worden een aantal dingen in genoemd. We kunnen daar heel lang over discussiëren, maar dat moeten we, denk ik, op dit moment nog even niet doen. Wat nog wel een belangrijk praktisch punt is, wat mij betreft, is het feit dat de hockeyverenigingen op eigen initiatief heel ver zijn met allerlei plannen en uitwerkingen en het vergaren van middelen en dat de voetbalclub echt nog aan het begin staat. Die plannen lopen dus niet synchroon. Op het moment van het totaalplaatje in uw gedachte, als het technisch haalbaar is en het wordt duurder (die verwachting heb ik wel) dan komen we mogelijk wel in de knel, omdat we dus voorlopig nog geen geld hebben als het gaat om een bijdrage vanuit het voetbal. Als ik dan bij de tekst van uw motie kom, zie ik in uw ‘van mening zijnde’ staan dat we de mogelijkheden toch minimaal serieus moeten hebben onderzocht voordat we besluiten. Ik denk dat als wij tot een besluit komen, wij ons serieus moeten hebben afgevraagd of we alle mogelijkheden en alle alternatieven afdoende hebben gewogen. Daar ben ik het met u eens. Mijn persoonlijke mening (die deel ik toch met u) is dat daar geen heel erg realistisch perspectief gaat uitkomen, maar goed, ik ben geen expert en het is bijna kerst, dus ik wil u zeker een handreiking doen. Als ik even de punten afloop die u aangeeft: om op korte termijn met een aantal partijen aan tafel te gaan en even te inventariseren over wat we wel of niet zouden kunnen hebben, heb ik geen probleem. De term ‘onafhankelijk onderzoek’… dan moeten we wel opletten. Wanneer vindt u mijn mening afdoende? Als ik met een aantal partijen aan tafel zit en met al onze mankracht – een stukje van onze mankracht – de punten op een rij zet, neemt u daar dan genoegen mee of wilt u echt een onafhankelijk bureau zonder onze bemoeienis, onderzoek laten uitvoeren? Dat is toch wel iets wat je je kunt afvragen. Ook het ondersteunen en faciliteren… tot hoever moeten we gaan? Het vierde punt dat u aangeeft is om nu nog geen onomkeerbaar besluit te nemen zolang het onderzoek niet is afgerond. Daar kan ik op zich in meegaan, met dien verstande dat wij het lopende proces niet stopzetten. Dat zijn die verenigingen vooral zelf aan het doen. Maar als die verenigingen naar ons toekomen en zeggen: luister, wij hebben een reëel verhaal, kunt u daar als college en met de raad over in gesprek gaan, kan hier een voorstel van gemaakt worden? Ik denk dat ik dan even het net omhoog moet halen, van: we hebben links en rechts wat informatie vergaard – en in dat voorstel zullen wij dus de plussen en minnen gewoon op een rijtje moeten
31
A
zetten. Dat is misschien niet helemaal het ‘onafhankelijk onderzoek’ (als we het heel groot uitleggen), maar volgens mij voldoen wij dan wel aan de behoefte die u heeft, namelijk: kijk er eens naar en ga niet bij voorbaat al zeggen dat het niet kan. Gebruik de tijd die we nu toch hebben, om met zowel intern als externe partners even te kijken wat de plussen en minnen zijn en of er nu een realistisch verhaal uit komt of niet.
Voorzitter: Oké. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de beraadslagingen. Het kan alleen nog maar over de orde gaan, of een interruptie. Bij het actuele vragenuurtje hebben wij geen interrupties en ook geen termijnen meer, dat is nou eenmaal zo in de procedures. U kunt nog voor de orde iets zeggen? Maar dan houdt het ook op. [Diverse reacties buiten het bereik van de microfoon en de camera] De heer Depla krijgt steun vanuit de CDA-flank. Wat stelt u voor? Oké. Hoe lang heeft u nodig? Vijf minuten. [Schorsing] Voorzitter: Ik heropen de vergadering en het woord is aan de heer Depla van de Partij van de Arbeid-fractie. De heer F. Depla: Ja, dank u wel. Ik heb nog even de wethouder gesproken. Wat hij hier net zei, zijn eigenlijk de vier dingen die bij ons in de motie staan. Hij heeft toegezegd dat hij technisch wil onderzoeken wat de mogelijkheden zijn en wat dat betekent voor de financiën – natuurlijk binnen de randvoorwaarden van de sporten; er zijn eisen die hockey stelt en er zijn eisen die het voetballen stelt… Voorzitter: Ik ben zeer coulant, maar u moet het nu echt kort maken! De heer F. Depla: Dus dat heb ik hem horen zeggen. Alleen wat ik hem nog niet heb horen zeggen, maar waar ik vanuit ga dat hij dat ook toezegt of heeft bedoeld, is dat hij daarvoor de samenwerkingspartners Fontys Hogeschool en bijvoorbeeld een …. Voorzitter: Nee, nee. Doe maar, want anders is het onduidelijk. Het is kerstmis zei hij net. De heer Helms: O, het is kerst, ja. Ja, maar we houden het wel compact. We gaan er gewoon een paar externe partners bij betrekken om er even samen over na te denken zodat we de orde van grootte op een rijtje hebben en u straks … Voorzitter: Maar we houden het wel compact. Dus ook in de beantwoording. Dit is het! De heer F. Depla: En daarover rapporteert u dus.
32
A Voorzitter: Jongens! Ja, dan zal hij ook nog wel rapporteren. We gaan over tot stemming van de motie. O, u trekt hem in? De heer F. Depla: Ik trek hem niet in. Ik houd hem nog even in de lucht, maar met deze toezegging kunnen wij op dit moment vooruit. Voorzitter: Dan kijken we wat die honden vervolgens doen…
33
A AcM2. Veiligheid Franz Leharplein en omgeving (LPF, Trots op Nederland). Voorzitter: De heer Reker. De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. Toen ik een aantal jaren geleden naar Aalst wilde rijden, had ik twee mogelijkheden: via de Aalsterweg of via de Hoogstraat. Dat wil zeggen: bij Bal van Gennip op de Hoogstraat linksaf de Bennekelstraat in en over het smalle bruggetje bij de Genneper Watermolen, kwam ik zo in Aalst uit. Voorzitter, u zult deze situatie ongetwijfeld nog wel herkennen. In de zestiger jaren heeft Bal van Gennip deze locatie, waar nu een Blokker op het Franz Leharplein is gevestigd, verlaten en heeft de gemeente Eindhoven ten behoeve van een groot woongebied de grens door de Gender en de Dommel het winkelcentrum Franz Leharplein gebouwd met een wijkverzorgend karakter. Het winkelcentrum herbergde een groenteboer, een bakker, een melkboer, een slager en kruidenier, een café en meerdere banken. Het Franz Leharplein was een feit en Gestel was er trots op. Gestel kon toen nog trots zijn op het Franz Leharplein, op het winkelcentrum. Jarenlang is dat goed gegaan. Ondernemers hebben veel geld geïnvesteerd, konden de kost verdienen en de wijkbewoners deden daar in volle tevredenheid in een veilige omgeving hun dagelijkse boodschappen. Een aantal jaren geleden, ik denk tussen de tien en twintig jaar, begon het Franz Leharplein een ander karakter te krijgen. Zwervers, junks, alcoholisten namen langzamerhand bezit van het plein en niet te vergeten: ook van de omliggende straten, tot in het natuurgebied, de Genneper Parken toe. Dit alles ging gepaard met vervuiling, winkeldiefstallen, inbraken, bedreigingen, overvallen (waarbij lichamelijk geweld niet werd geschuwd) en een onveilig gevoel bij het winkelend publiek. En niet in de laatste plaats bij de mensen die er werken. Ook de bewoners voelen zich niet altijd veilig in hun eigen krachtwijk of Vogelaarwijk, zoals dit gebied inmiddels de geschiedenis in zal gaan. In deze lange periode keek de gemeente Eindhoven ernaar, maar zag niets verontrustends, althans: zo lees ik in de stukken en dus kan ik dat ook zo stellen. De gemeente Eindhoven wilde te lang niets zien, met uiteindelijk als resultaat dat de Lijst Pim Fortuyn vandaag een actuele motie indient, samen met Trots op Nederland om nu drastisch in te grijpen en letterlijk het plein en de omgeving schoon te vegen. Laten we daarbij niet schromen om de randen van de wet op te zoeken om dit doel te bereiken. De ondernemers en bewoners mogen niet langer voor de gek gehouden worden. Het is tijd… Nee, voorzitter, het is de hoogste tijd om in te grijpen! Voorzitter, ik heb de misdaadkaart geraadpleegd van het postcodegebied Franz Leharplein en kom tot de volgende verontrustende cijfers: dit jaar zijn er al 9 misdaden van het type overval en beroving gepleegd op het Franz Leharplein. Dit
34
A
jaar zijn er al 31 misdrijven, als ik de overige excessen bij elkaar optel, op het Franz Leharplein gepleegd en tot slot: vanaf oktober 2005 is er een schrikbarend aantal van 325 misdaden in en rondom het Franz Leharplein. Voorzitter, dan heb ik het alleen nog over de geregistreerde misdaden. Dan zal ik de voorvallen van de laatste elf dagen even opsommen. Telt u mee? Een trottoirtegel door de etalageruit van de shoarmazaak, maar dat hebt u zelf ook al gehoord. De kassa is daarbij meegenomen. Twee pogingen tot inbraak bij winkels op het plein. Behalve de beschadigingen zijn ze niet binnengeweest. Drie winkeldiefstallen, waarbij één poging tot diefstal bij de AH. Vorige week werd een bejaarde man van 81 jaar beroofd bij de pinautomaat. Vanmorgen werd een 37-jarige dame bij de pinautomaat op het Franz Leharplein overvallen en daarbij is haar pinpas en wat geld afgenomen. Nadere details ontbreken mij nog. Als wij vandaag niet besluiten in te grijpen, voorzitter, is het wachten op het volgende slachtoffer. Het zou zomaar anders kunnen aflopen. Dat mogen wij als gemeenteraad van Eindhoven niet laten gebeuren! In het jaarverslag van 2008 schrijft de Eindhovense politie al dat het Franz Leharplein last heeft van zwervers en verslaafden en MOE-landers. Dat toont duidelijk aan dat de overlast niet van gisteren is. Erger nog: juist vandaag kwam het bericht binnen dat Eindhoven de onveiligste stad is in onze provincie en landelijk staat onze stad op de zesde plaats. Al met al geen reden voor een feestje, maar wel voor actie, voor daden die het gewenste effect tot stand kunnen brengen. Voorzitter, wij hebben deze actuele motie ingediend omdat onze fractie samen met ondernemers en bewoners ons ernstig zorgen maken over de alsmaar voortdurende onveiligheid op en rond het Franz Leharplein alsook in de wijk in dat deel van Gestel. Toch vind ik het bedroevend om te moeten constateren dat tot op de dag van vandaag meerdere Eindhovense colleges, gemeenteraden, hulpinstanties, de politie en alle ambtenaren van de gemeente Eindhoven geen […] oplossing hebben kunnen bedenken, laat staan op het Franz Leharplein de broodnodige rust te brengen en de noodzakelijke veiligheid te garanderen. Dan nu de actuele motie: ‘Stelt de raad voor het college op te roepen: 1. met ingang van morgen, 19 december 2012, adequaat toezicht en handhaving op het Franz Leharplein en omgeving in te stellen en dit tijdens de openingstijden van de winkels en tot enkele uren na de sluiting van de winkels. Dit door eventueel een externe organisatie in te huren en dit te bekostigen van de Vogelaar-gelden; 2. de overlastgevende veelal psychisch gestoorde junks, alcoholverslaafden en andere criminelen te arresteren en tijdens of na hun straf verplicht te laten afkicken.’ Dat is mogelijk.
35
A
Voorzitter, tot slot: de leden van deze gemeenteraad zijn gekozen door de burgers van deze stad. Dat wekt verwachtingen. Met andere woorden: als de leden van deze gemeenteraad de ondernemers, de gebruikers en bezoekers van het Franz Leharplein, maar ook de burgers tussen de Gender en de Dommel serieus nemen, kunnen zij vandaag niets anders doen dan de actuele motie in positieve zin te steunen. Voorzitter, genoeg is genoeg! De mensen zijn het zat. Voorzitter: Zijn er anderen die hierover het woord wensen te voeren? De heer Bouassria: Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraagje aan de heer Reker. Hij zegt: criminelen oppakken en opsluiten, verplicht afkicken. Hij zegt: ‘dat is mogelijk’. Kunt u juridisch onderbouwen waarin dat mogelijk is? De heer Reker: Ja. Ik weet niet of u van Novadic gehoord hebt. Dat is een afkickcentrum in Zutphen. Ik heb daar met hulpverleners gesproken, samen met de heer Stroek, en zij zeggen: 90% van de mensen die wij in behandeling krijgen, kicken af, voorgoed. De hulpverlener was naar eigen zeggen de grootste crimineel die er rond heeft gelopen, kwam daar twintig jaar geleden terecht en hij is daar als hulpverlener blijven hangen. Het is alleen een heel apart systeem; het is niet ‘pappen en nathouden’, maar gewoon: ‘afkicken, klaar uit!’. Die mogelijkheid bestaat dus. Waarnemend voorzitter: Zijn er geen vragen meer? Dan is het woord nu aan de burgemeester. De heer Van Gijzel: Ik dank de heer Reker voor zijn vragen. Ik heb op de vragen van de heer Rennenberg al heel veel antwoorden gegeven. Die ga ik allemaal niet herhalen. Misschien is er nog wel iets, want daar is de laatste vraag over gesteld en daar wil ik helderheid over geven. Verplicht afkicken is niet aan de raad noch aan de burgemeester voorbehouden. Het is onmogelijk om dat te doen en dat moet in strafrecht gebeuren. Je kunt wel maatschappelijke trajecten doen, maar ik wens er echt nog een keer op te wijzen dat wij mensen die geen strafrechtelijk feit gepleegd hebben niet in het strafrechtelijk kader gaan plaatsen met de vingerwijzing. We hebben een adequaat programma opgezet met de mensen daar als het gaat om leefbaarheid. Dat voeren we uit. Ik heb antwoorden gegeven met betrekking tot de inzet van politie en stadswacht. Ik heb dus ook geen behoefte aan deze motie. Waarnemend voorzitter: Zijn er nog mensen die hier kort een opmerking over willen maken? De heer Reker: Mag ik daar nog op reageren, voorzitter?
Waarnemend voorzitter: Nee, want bij de behandeling van een actuele motie is er één termijn. Ik wou dus overgaan tot stemming en verzoek eenieder die voor deze
36
A
motie is, zijn hand op te steken. [Stemmen bij handopsteken] En degenen die tegen zijn? [Stemmen bij handopsteken] Dan is met de stemmen van LPF en Trots op Nederland voor, deze motie verworpen. Ik dank u.
AcM3. VVE motie overgangsregeling twee jaar (PvdA, VVD). Voorzitter: Wie mag ik daar het woord over geven? De heer Torunoglu: Voorzitter, die motie houden wij aan, omdat we technisch nog wat antwoorden gaan krijgen. Op basis daarvan zullen wij hem al dan niet indienen. Voorzitter: De motie wordt aangehouden en maakt geen deel meer uit van de beraadslagingen.
9.
Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Voorzitter: Ik stel voor de brieven ter kennisgeving aan te nemen. Mocht u één van deze brieven willen agenderen voor de raadscommissie, dan kunt u daartoe een verzoek indienen bij het presidium. U kunt dat melden bij de griffie.
10.
Ingekomen stukken.
Voorzitter: Voorgesteld wordt om de ingekomen stukken onder A, B en C af te handelen conform de voorstellen zoals u die in de agenda heeft ontvangen. Kunt u daarmee instemmen? Ja, dat is het geval.
11.
Sluiting.
Voorzitter: Dan zijn we nu aan het einde van de vergadering gekomen. Meestal houd ik dan even een overzicht van hoe het jaar eruit heeft gezien. Ik moet overigens zeggen dat het wel een stevig jaar was, met elkaar. Ik vind wel dat we buitengewoon adequaat en succesvol de problemen die op ons afkwamen samen hebben kunnen oplossen, ook met de partijen in de stad. Daarvoor iedereen heel veel dank, maar misschien is het wel leuk, voordat ik u een definitieve kerst en oud- en nieuwjaarswens toewens, om even naar een filmpje te kijken. Er komt een kort filmpje van de filmploeg Woensel West met een kerstboodschap waarin wordt ingegaan op de situatie van de krachtwijken in Eindhoven.
37
A
[Film met nieuwe wederwaardigheden van Baron Roderick van Zijtaart de Godbethere wordt op het grote scherm getoond, gevolgd door applaus.] Goed, daarmee is een einde gekomen aan deze vergadering. Ik wens u een buitengewoon plezierig kerstfeest en een goed oud en nieuw. Mevrouw Van Kaathoven, de heer Depla, de heer Van den Broek en de heer Van Dorst wens ik een heel succesvolle avond. Wie vergeet ik? De heer Bouteibi! Dat is nog een runner-up. We zien elkaar zo meteen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 maart 2013.
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
rhu/HA13003701
38
A
gemeente Eindhoven
Inboeknummer Bladnummer 1 Aanwezig 43 leden 19 februari 2013
Verslag voor de raad van de gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 18 december 2012, locatie Raadzaal, Stadhuisplein 1, aanvang 19:00 uur, einde 20:45 uur. Uitnodiging aan
R. van Gijzel drs. W.G.F. Aarts mw. A.M.J. van den Berkvan Bragt dr. B. Bonsen M. Bouassria H. Bouteibi F. van den Broek F.J.A.G. Depla M. van Dorst J.A.A.M. van Erp mw. J.W.H.M. HeesterbeekSenders Mw. H.J.M.C. van Herk-de Zeeuw E. Isik mw. H.M.E. Jacobs-van Nisselrooij J.J.M. de Jong mw. B.G.M.W. van Kaathoven mr. P.P.H.A. Leenders ing. J.R. Legrom mw L.H. Lioe-Anjie E.R. Maas A. Meulensteen ing. P.A. Mulder ing. T.J.H. van den Nieuwenhuijzen
Aanw.
Uitnodiging aan
voorzitter D66 TROTS
X X X
drs. J. Verheugt F.A.M. Noldus M.F. Oosterveer
griffier OAE VVD
X X X
D66 GL PvdA VVD PvdA D66 SP SP
X X X X X X X X
VVD D66 PvdA LPF OAE GL LE D66
X X X X X X X X
CDA
X
drs. M.G. Punte mw. drs. E. Quanten A.W.C.M. Raaijmakers R.G.J. Reker A.J.A. Rennenberg mw. drs. R.J.A. Richters K.M. Rijnders mw. M.J.S. de RooijDriessen ir. J. Rozendaal
VVD
X
PvdA VVD
X X
Mw. A.J.M. Schoots mw. P. Sodenkamp
PvdA FPS
X X
VVD SP CDA VVD PvdA SP PvdA OAE GL
X
N.H. Stoevelaar C.M. Stroek ir. E. Thewissen Y. Torunoglu MA mw drs. W.C.F.M. Verhees R. Verkroost mw. drs. K. Wagt C.H.B. Weijs A.J.O. Wijbenga
CDA LPF VVD PvdA PvdA D66 CDA CDA CDA
X X X X X X X
J.F.A. van Zijl
GL
X X X X X X X
Aanw.
X
A Wethouders: ir. G.C.S.M. Depla
X
mw. drs. M.C.T. Fiers ir. J.B. Helms
X X
mw. drs. P. Pistor
gem.secr.
mw drs. M.C.T.M. List-de Roos mw. drs. H.T.M. Scholten mw. drs. M.-A. Schreurs
X
Afwezig met kennisgeving: dhr. C.H.B. Weijs (CDA) en dhr. J.F.A. van Zijl (GroenLinks).
2
X X X
A Verslag van het gesprokene 1 Opening en mededelingen [Veel jongeren in de raadszaal. Een van hen neemt plaats achter het spreekgestoelte] De heer Cyrano: Goedenavond dames en heren. Ik ben Cyrano en ik ga een gedicht voor jullie voorlezen. Het gedicht heet Masker. Jullie hebben er volgens mij allemaal eentje voor je? Haal het masker van je gezicht Want je masker schreeuwt Laat me vrij Laat vrij wat er vanbinnen zit Het is of je bent ondergedoken Een onderkomen en stiekem de leugens gelovend En de stemmen in je hoofd die beloven jou een beter leven Want met het masker voor je Wordt je stem niet vrijgelaten Geen vrijheid en geen eigenwaarde Stressend omdat je niet kan zeggen wat je eigenlijk wil vertellen Je verbeelding gecreëerd door beelden die je overal ziet Wat wordt verboden om te zeggen om te denken Als je regels wilt verleggen verander je gedachten Vertel me, ja vertel me, wat is prachtig? Wat is mooi? Je kan mooi weer spelen, mooi weer delen Maar begin zelf eens te ontleden Blijf je hersenen verkennen Je grenzen verleggen en Nee, ga niet met de meute mee Doe niet of je iemand bent die je niet blijkt te zijn Want daar ligt je grootste probleem Liefde komt niet uit het hart Het zit tussen je oren Je hersenen bedenken een gevoel dat je voelt […] pompt het bloed dat door je aders vloeit Niks meer en niks minder […] je ziel maar kan ook je gedachten weer veranderen Maar ga jezelf niet veranderen voor anderen Voel de klanken en akkoorden Breng jezelf naar buiten via geluiden Je moet ze uiten en ruik het geluk
3
A
Zie de leegte als een fel wit licht Wat is jouw gedachte erbij? Niet die van hem en niet die van mij Maakt die gedachte je blij? Voel je je vrij? Ja, nogmaals: voel je je vrij Als je voelt wat ik voel, ziet wat ik zie als geluk Ga je anders denken want geluk is iets anders Als het sprookje dat ze je als kind vertelden Ik zie geluk als een verandering brengen Iets […] dan het beeld dat het leven me heeft gegeven Ik wil de gegevens met je delen Want we zijn cellen in cellen Ik zeg het nog een keer: We zijn cellen in cellen Die het goede vertellen En het slechte achterlaten Het slechte begraven Dravend als wilde paarden Zo gaan de gedachten door je hoofd heen De dag dat je je bloot geeft zal je goed doen Dus verander Be the change [Applaus]
De heer Korving: Goedenavond burgemeester, wethouders en raadsleden. Wij hier zijn vandaag zo brutaal geweest om een overval te plegen op de laatste raadsvergadering van het jaar. Ik zal me even voorstellen. Ik sta hier als Sven Korving, jeugdvisionair in deze stad. Ik spreek vandaag namens alle jongeren en zeker die hier aanwezig zijn. Wij komen hier niet om te protesteren, maar wij komen hier om te reageren op besluiten die genomen zijn. En wij komen hier om te laten zien dat wij er zijn. En dat wij er zijn voor jullie, als het gaat om de jeugd in deze stad. We willen graag dat met ons gepraat wordt in plaats van dat er alleen maar over ons gepraat wordt. Het thema van de Week van de Jeugd, die vorige week werd gehouden, was Be the Change. Wij zijn begonnen die verandering zelf in te zetten. We hebben afgelopen week zelf initiatieven in de hele stad opgezet; van het koken voor ouderen, het opknappen van een slaapkamer, tot het [geluid valt weg] en een […] in de nachtsessie. Wij roepen jullie allen op om in de toekomst met ons in contact te treden via social media zoals Twitter en Facebook, maar ook natuurlijk live, zoals wij hier nu staan. Wij zijn zeker blij met de voorzieningen die de stad nu al heeft. En dat zeker
4
A
mede dankzij de belangrijke personen uit de politiek Freek de Leeuw en Nico van der Spek, hebben wij een goede plek in deze stad gekregen. Jullie zijn de volgende generatie die er samen met ons voor kan zorgen dat Eindhoven op het gebied van de jeugd echt voorop blijft lopen. Daarom wil ik graag zeggen: ‘Be the change’! Verder hebben wij nog een kleine vraag voor de avond: zou het talent dat vanavond wordt gekozen ambassadeur willen zijn voor de Week van de Jeugd in 2013? Graag een applaus voor alle jongeren die hier zijn en nog een keer de reactie: Be the Change! [Applaus]
1.1.
In memoriam de heer F. de Leeuw voormalig raadslid / wethouder fractie PvdA.
1.2.
In memoriam de heer N.M. van der Spek voormalig raadslid / wethouder fractie PvdA.
Voorzitter: Ik vind het helemaal geweldig dat jullie hier staan in de Week van de Jeugd, Be the Change en de manier waarop jullie je gepresenteerd hebben. Je hebt er al aan gerefereerd, ik denk dat Freek en Nico geweldig trots zouden zijn op jullie als ze dit hadden kunnen meemaken. Zij hebben mede aan de wieg gestaan van Dynamo en De Effenaar, van alles waar jullie gebruik van maken. Ik denk dat het ook heel bijzonder is dat dit hier vanavond bij elkaar komt. Ik wil jullie heel hartelijk danken voor wat jullie hebben laten zien en laten horen en ons hebben verteld. Ik ben ervan overtuigd dat degene die vanavond het Talent van de Raad wordt, zeker jullie ambassadeur zal willen worden; ik denk nog veel meer dan die ene persoon. Heel erg bedankt voor jullie optreden en blijf rustig even aanwezig, want we gaan iets belangrijks doen hier, ook met betrekking tot het overlijden van Freek en Nico. Ik wil u verzoeken te gaan staan. [Allen gaan staan] Ik zei net al dat Freek en Nico tevreden zouden zijn geweest en met heel veel vreugde hiernaar zouden hebben gekeken. Ze hebben zich hun hele leven ingezet om zich te verbinden met mensen in wijken, met jongeren op scholen en jongeren in de stad. Dat hebben ze allebei ook als bestuurders gedaan. Ze hebben allebei op een bepaald moment jeugdzaken in hun portefeuille (zoals dat heet) gehad en ze hadden heel veel met jongeren. Dames en heren, in de heel korte termijn van een paar weken zijn twee voormalig wethouders van de gemeente Eindhoven overleden, beiden na een betrekkelijk kort ziekbed, zowel Freek als Nico. Twee heel verschillende personen, maar beiden voortreffelijke bestuurders die zich als gemeentebestuurder langdurig, echt langdurig, voor de stad hebben ingezet. Om aan beiden recht te doen, zal ik afzonderlijk stilstaan bij hun persoon en hun verdiensten voor onze stad.
5
A
Allereerst Freek de Leeuw. Hij overleed op 82-jarige leeftijd op donderdag 6 december. Freek was van 1978 tot 1994 raadslid en in die periode was hij vanaf 1986 tot 1994 ook nog wethouder sociale zaken, onderwijs, gezondheidszorg en financiën. Hij was raadslid en wethouder tegelijkertijd. Dat kon toen nog, omdat er we toen nog een monistisch bestuursstelsel hadden tot 2002. Freek was niet alleen hier bekend, maar hij was ook een bekend docent op vele instituten. Hij was docent Nederlands. Hij had veel belangstelling voor cultuur en kunst. Zij die afgelopen week bij zijn crematie zijn geweest, weten hoe breed zijn belangstelling was voor de literatuur. Hij toverde soms met woorden. Hij kon zaken fijnzinnig verwoorden. Bijzonder indruk maakte hij als raadslid voor het pleidooi van de Steentjeskerk, een kerk die er nog steeds staat. Zij die dat meegemaakt hebben, weten hoe heftig die discussie toen was. Via een interpellatie met veel kennis van zaken, wist hij de raad ervan te overtuigen dat dit markante gebouw niet gesloopt mocht worden maar voor Eindhoven behouden moest blijven. En zo geschiedde. In zijn tijd als wethouder kon hij er daarna meer energie insteken en dat heeft hij met volle overtuiging gedaan. Mensen die Freek gekend hebben, kennen hem als een verbinder, bedachtzaam, overwogen, maar heel erg ‘van de mensen’, een bruggenbouwer tussen mensen en tussen meningen, zoekend naar draagvlak. Eigenlijk een bestuurder pur sang. Hij maakte veel indruk op mensen die in de stad om hem heen allerlei activiteiten probeerden te organiseren. Door zijn consequente optreden en zijn heldere opvatting, had hij een breed draagvlak. Hij was er vooral voor de inwoners van de stad, eerlijk, transparant en toegankelijk. Door zijn vriendelijke en vertrouwenwekkende opstelling was hij ook erg benaderbaar. De portefeuille sociale zaken was daarom ook bij hem echt op zijn lijf geschreven. Binnen de portefeuille gezondheidszorg had hij veel aandacht voor de zelfredzaamheid van mensen. Vanzelfsprekend ging zijn aandacht daarom uit naar zelfzorggroepen en we hebben hier anderhalf jaar geleden Joke de Haas, voorvechtster van de zelfhulp, het ereteken overhandigd. Als er één iemand was die heel veel respect voor Freek had, was het Joke wel. Joke had een maatje aan Freek in al het werk wat ze deed. Freek had tot het laatst toe interesse in de stad, bezocht nog talrijke bijeenkomsten en we zullen zijn aanwezigheid en zijn aandacht heel erg missen. Wij wensen zijn beide dochters en de rest van de familie, vrienden en kennissen heel veel sterkte toe in deze ongetwijfeld moeilijke tijd. Ook het verlies van Nico komt buitengewoon hard aan. Nico van der Spek overleed op 11 december op de veel te jonge leeftijd van 64 jaar. Nico was – dat moet u zich even realiseren – tussen 1978 en 2002 bestuurlijk actief in onze stad; eerst als raadslid en daarna als wethouder. Dat is 24 jaar je inzetten op een manier zoals jullie dat allemaal hier doen. Als raadslid van 1978 tot 1987 en als wethouder van 1987 tot 2002. Nico was opbouwwerker van beroep. Dat deed hij in de wijken in Eindhoven, maar hij deed dat hier ook; hij was eigenlijk ook als bestuurder opbouwwerker. In de
6
A
jaren zeventig was hij actief in de Geestenberg en vooral in ’t Karregat. Als geen ander kon hij met zijn scherpe analytische vermogen aangeven hoe een woonwijk in elkaar moest zitten en was hij in staat om probleemoplossende maatregelen te bedenken. Het verbaast dan ook niet dat hij als wethouder de grondlegger werd van integraal buurtbeheer, zoals we dat met elkaar vanaf die tijd tot stand gebracht hebben. Dat stond voor een brede en gerichte aanpak van problemen in wijken en vooral met het oog op de sociale structuur daarvan. Nico was de man van (toch) de maakbare samenleving. Nico was ervan overtuigd dat we samen de samenleving beter konden maken. Daarbij gebruikte hij woorden als ‘strategie’, ‘structuur’, […] en ‘visie’. Bij die woorden ging zijn hart sneller kloppen. Hij had de overtuiging dat hij in dialoog met de raad, de stad een betere structuur, een betere inhoud en een betere samenleving kon geven. Als raadslid en wethouder dwong hij respect af voor zijn heldere politieke keuzes. Nico was strategisch, altijd, en zeer ontwikkeld op dat gebied. Hij was altijd gericht op resultaat en heel handig in het debat. Sommigen van u weten dat nog wel. En als hij het nodig vond, kon hij zijn tegenstanders inhoudelijk hard aanpakken. Zijn bestuurlijke kwaliteiten kwamen bijvoorbeeld tot uiting bij de samenvoeging van allerlei kleine welzijnsorganisaties. Dat weet niet iedereen, maar in de tijd van Nico werden al die losse welzijnsinstellinkjes ondergebracht in Loket W, wat wij nu Lumens noemen. Die kwaliteiten kwamen ook tot uitdrukking bij de bouwplannen van het Van Abbemuseum. Hij stond bekend als een conceptueel denker, zo was hij de geestelijk vader van het spilconcept, het op één plaats in de wijk samenbrengen van activiteiten als onderwijs, voorschoolse opvang, opvoedingsondersteuning en buurtontmoeting. Hij was ook de bestuurder die in grote ruimtelijke lijnen dacht. U weet: voor het stadhuis loopt nog het rode tapijt. Niet iedereen ziet dat altijd, maar als je dadelijk het stadhuis uitloopt, ziet u daar de rode loper van de stad Eindhoven. Dat heeft Nico bedacht. En ook de Eindhovense Westcorridor. Het zijn zaken waar wij nu nog over praten. Hij zette zich in voor het behoud van de Witte Dame. Daar moeten we wel ontzettend dankbaar voor zijn als we zien wat daar nu staat: de Witte Dame met de bestemming van informatie, design en kunst. Door zijn inzet en politiek optreden konden De Effenaar en Dynamo hun nieuwe huisvesting tegemoet zien. Kortom: Nico heeft grote verdiensten in de stad die ook op heel veel plekken in de stad fysiek zichtbaar en voelbaar zijn. Na zijn bestuurlijke periode verhuisde hij naar Dordrecht. Ik heb het er met hem over gehad. Hij wilde mensen niet tot last zijn. Hij wilde ze niet voor de voeten lopen. We zullen ons Nico herinneren als een bevlogen mens, een bevlogen politicus met een links hart en een groot sociaal hart. Wij wensen Nel en de rest van de familie, vrienden en kennissen veel sterkte de komende tijd. Ik zou graag enige momenten stilte willen vragen om beide bestuurders te herdenken en het belang van het raadswerk te overdenken.
7
A [Stilte] Ik dank u wel. [Richt zich tot de jongeren in de zaal.] Ik denk dat Nico en Freek het heel leuk gevonden zouden hebben als jullie zouden blijven. Ik kan me ook voorstellen dat jullie de zaal uit willen. In het eerste geval zijn jullie van harte welkom. Als dat laatste het geval is, dan doen we dat nu even. En heel erg bedankt, jongens en meisjes. [Applaus. Enkele jongens gaan op acrobatische wijze de zaal uit – nauwelijks of niet zichtbaar voor de camera. Wethouder Fiers lacht.] En wethouder Fiers heeft ook weleens gezegd dat ze dat kon, maar ik geloof er helemaal niets van. Mevrouw Fiers: Ik oefen nog even, ja? Na de vakantie. [Gelach] De heer Van den Broek: Is dat een toezegging? Mevrouw Fiers: Dit is een toezegging. Mevrouw Van Kaathoven: Voorzitter, ik zou dit de wethouder willen ontraden… [Gelach] Voorzitter: Ja, u heeft ervaring, geloof ik? Mevrouw Van Kaathoven: [Loopt vanwege een blessure op krukken] Ja, ik heb al ervaring! Voorzitter: Welkom aan de mensen op de publieke tribune en ook de mensen thuis die via internet de vergadering volgen. Er zijn berichten van verhindering binnengekomen van de heer Weijs wegens ziekte en de heer Van Zijl. En van bijna de voltallige PvdA-fractie. De heer F. Depla: Ik heb twee berichten van verlaat komen: de heer Torunoglu en de heer Bouteibi. Mevrouw Lioe, komt er ook nog aan. Voorzitter: Oké, dus mevrouw Lioe komt later.
2 Vaststellen van de volgorde van de agenda
8
A
Voorzitter: Bij het presidium zijn geen voorstellen aan de orde geweest tot aanpassing van de agenda, met uitzondering van het vragenuurtje en de actuele motie. Ik weet niet wat daar uiteindelijk na overleg tussen de fractie van LPF en OuderenAppèl is uitgekomen. Kan iemand daar iets over zeggen? De heer Rennenberg: Ja, voorzitter, er is eigenlijk de tijd niet voor, maar wij willen toch ons verhaal doen. Voorzitter: En dat betekent? De heer Rennenberg: Dat we aan het vragenhalfuurtje deelnemen. Voorzitter: En voor u betekent dat? De heer Reker: Dat wij onze actuele motie indienen, voorzitter. Voorzitter: Oké. We hebben een korte agenda, als het goed is. Dat komt goed uit, want vanavond hebben we natuurlijk de bekendmaking van het Raadslid van 2012 in café Meneer Frits. U bent daar allen voor uitgenodigd. De heer Oosterveer: Voorzitter, mag ik u wat vragen? Ik heb het vorige stuk niet gevolgd over die actuele moties. Kunt u zeggen wat de stand van zaken is? Voorzitter: Er is in het presidium over gesproken en het leek een beetje ingewikkeld, omdat het Franz Leharplein in de commissie geagendeerd staat. Hij is hier geagendeerd voor het vragenhalfuur en hij is geagendeerd voor de actuele moties. Het presidium heeft overwogen om de fracties die daarbij betrokken zijn (OuderenAppèl Eindhoven en LPF) te verzoeken in nader overleg te kijken of dat in één geheel behandeld zou kunnen worden. Dat heeft ertoe geleid dat ze dat dus niet gaan doen. Het komt hier nu aan de orde volgens de volgorde van de agenda. Dan heb ik nog een mededeling met betrekking tot het punt dat betrekking heeft op de Kaderverordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Die staat voor 7.2 op de agenda, maar dit wordt 6.11. Ik kijk naar de SP-fractie. Is dat correct?
De heer Maas: Dank u wel, voorzitter. We gaan er geen amendement voor indienen, maar ik heb er wel een stemverklaring voor.
9
A
Voorzitter: Ja, dat is geregeld. Dat kan ook. Een stemverklaring kan bij alle zes punten worden afgelegd. U heeft een verrassende stemverklaring beloofd, heb ik begrepen. Daar gaan we naar uit kijken.
3.
Aanbieding Rekenkamerrapport.
Voorzitter: Ik geef het woord aan de heer Janssen als voorzitter van de rekenkamercommissie. De heer Janssen: Geacht college, leden van de raad. Pieter van Woensel zei het in 1796 als volgt: ‘Zeker is het dat de regering meer bezorgd moet zijn voor de opvoeding van den geringen burgerstand als voor die der zogenaamde fatsoenlijke luyden die het voordeel genieten geboren te zijn van ouders genoeg bemiddeld om voor hun kroost te zorgen’. Toen al. Niets nieuws onder de zon, zo op het eerste gezicht. Het is nog steeds zo dat steden verschillen, maar ook dat stadsdelen verschillen, buurten en wijken verschillen. We kennen allemaal namen van wijken, ook uit andere steden. Lombok in Utrecht, Oosterpark in Groningen, Diamantbuurt in Amsterdam, Schilderswijk, Spijkerkwartier, Waterkwartier… en we kunnen daaraan toevoegen: De Bennekel, de Kruidenbuurt. Wijken, die we in de literatuur aanduiden (en dan ben ik niet uitputtend) als: volksbuurt, achterbuurt, achterstandswijk, arbeiderswijk, stadsvernieuwingsgebied, actiegebied, randzone, sociale vernieuwingsgebied, onderwijsvormingsgebied, PCG-wijk, impulswijk, krachtwijk en de laatste: IWV-wijk. Dames en heren, leden van de raad, het is niet alleen fysiek, maar vooral sociaal. Niet alleen slechte en verouderde woningen, maar ook onderwijsachterstanden, slechtere gezondheid, hogere werkloosheid, et cetera. Hoe doorbreek je zoiets? In Eindhoven hebben gemeente en woningcorporaties gekozen voor een integrale wijkvernieuwing, met maatregelen op de terreinen fysiek, sociaal en economisch. In 2000 is men daarmee gestart en dat was precies het onderwerp van ons onderzoek. Waren het beleid en de uitvoering doelmatig en effectief? En wat heeft het gekost? Kijkend naar de resultaten zijn er minder woningen afgebroken dan aanvankelijk de bedoeling was. Men was van plan er 4.000 af te breken. We kunnen stellen dat er veel bereikt is, maar dat het financiële inzicht en de beheersing over meerdere jaren verbeterd kan worden. Bovendien zouden met name de sociale programma’s beter aan de doelen gelinkt moeten worden, zodat ook beter gevolgd kan worden wat de effecten zijn en welke aanpak goed werkt. Eindhoven is erop vooruit gegaan met de nieuwe Kruidenbuurt, met […], met de Barrier. Een aantal wijken is pas recent in ontwikkeling gegaan: Philipsdorp. Drents Dorp en… mag het een onsje meer zijn? Er ligt nog een restant opgaven. U treft het aan in ons rapport en u heeft daar ook vanuit het college informatie over ontvangen.
10
A Ging dan alles goed in die twaalf jaar? Mmm… dat brengt ons bij enkele aanbevelingen. De huidige druk op de middelen vraagt om een heroriëntatie op de ambities en prioritering in de opgaven met name op het sociale domein. Hanteer een opgavengestuurde organisatie, om de verkokering in de gemeentelijke organisatie tegen te gaan bij dit type majeure operaties, die langer duren. Zie ook onze handreiking onderwijshuisvesting 2012, waarin de verschillende expertises gebundeld resultaatgericht werken aan integrale wijkvernieuwing. Dit rekenkameronderzoek is uitgevoerd door een nieuw bemenste rekenkamercommissie. Een woord van dank gaat uit naar de raadsleden Mieke Verhees, Karin Wagt, Jillis Legrom, William Aarts als vervanger voor Bram Bonsen. En niet in de laatste plaats dank voor Tineke van den Biggelaar, onze secretaris, die ook nu weer in moeilijke situaties veel en doortastend werk heeft verzet. Mag ik dan nu het rapport digitaal aanbieden aan de voorzitter van uw raad. En dat is ingewikkeld, denk ik… Voorzitter: Ja. We hebben geen usb-stick. De heer Janssen: Daar wordt nu voor gezorgd. Met een druk op de knop kunnen de raadsleden het ontvangen. Op de voorkant ziet u nog de toren van de kerk op de Heezerweg. Wethouder Van der Spek heeft ervoor gezorgd dat die school daar in 1998-1999 één van de eerste brede scholen werd in Eindhoven. Dit is wel nog een voorzieningencluster dat eigenlijk bij de Kruidenbuurt hoort en dat nog steeds niet af is. Daar kun je vragen bij stellen. Zo ook in Drents Dorp; dat is ook een situatie met integrale wijkvernieuwing. Het is er nog niet. Voorzitter: Ik wil u heel hartelijk danken voor het opstellen van dit rapport en het aanbieden aan de raad. Overigens zie ik dat nu ook de raad zelf onderdeel gaat uitmaken van de integrale wijkvernieuwing. Mevrouw Fiers: Daar beginnen we mee! Voorzitter: Ik wil u, voorzitter en vicevoorzitter van de rekenkamercommissie, de heer Van Osch, alsmede de raadsleden die net al zijn genoemd (mevrouw Verhees, mevrouw Wagt en de heer Aarts, net aantreden als lid als opvolger van de heer Bonsen, en de heer Legrom) hartelijk danken voor hun werkzaamheden. Ik wil u danken en het voorstel is om een en ander te behandelen in de commissie Ruimte en Vastgoed. Is dat akkoord? Dat is het geval.
11
A 4.
Verslag dienstreis wethouder.
4.1.
Verslag wethouder mw. drs. M. Schreurs over de dienstreis naar Taipei en Shenzhen.
Voorzitter: Het verslag van de dienstreis van wethouder Schreurs naar Azië. Mevrouw Schreurs: Dank u wel, voorzitter. Even een korte inleiding. Zoals u heeft kunnen zien bij de road map rond licht, gaan we naar totaal geïntegreerde systemen. Dat komt omdat breedband en de informatietechnologie dat mogelijk maken. Op zich is dat een geweldige ontwikkeling, omdat je daarmee recht kunt doen aan mensen. Maar in wezen zijn wij daarmee als stad erg gezegend, want uiteindelijk moeten die dingen allemaal ergens gemaakt worden. En dat is dan vooral hier. Wat ervoor nodig is, is niet alleen open innovatie, zoals dat al vaak onder de aandacht is gebracht door onze burgemeester, maar tegenwoordig gaat het om netwerkinnovatie. Dat betekent dat je allemaal puzzelstukjes hebt die je bij elkaar moet brengen. Gedeeltelijk zijn dat puzzelstukjes die anders zijn dan in het verleden. Rond zorg heb je bijvoorbeeld de woningbouwcorporaties heel erg nodig. Je hebt vooral mensen nodig die even iets extra’s kunnen regelen ten opzichte van wat je al had. Vandaar dat we bijvoorbeeld zo blij zijn met het verschijnsel dat CISCO in deze stad een aantal dingen gaat doen. Het gaat dus om bedrijven. Op zich zoeken wij deze aansluiting ook in contacten met andere steden, dus ik ben in het kader van design naar Helsinki gegaan en daar hebben we ook overleg gehad over innovatie. Helsinki is voor ons ontzettend interessant omdat zij vreselijk goed zijn in open platforms en open standaards (daarin kun je dingen echt met elkaar combineren). Wij zijn dan weer erg goed op het gebied van innovatie en zorg, dus dat willen ze graag met ons in orde brengen. Toen ik daar was, heb ik afspraken gemaakt met Taipei om te zorgen dat wij echt konden samenwerken. Het eerste stuk van mijn dienstreis naar Taipei ging erom te zorgen dat we gezamenlijk stappen zouden maken. Waarom is Taipei nou erg interessant? Nou, Taipei is, net als wij en net als Helsinki een echte maakstad, maar zij zijn natuurlijk ook een stad die sterke verbindingen heeft met China. Als je dus samen met Taipei dingen gaat ontwikkelen, creëer je meteen dingen die je kunt uitrollen in China. Daar zijn we het ook over eens. We hebben al de eerste stappen gezet op het gebied van innovatie en zorg omdat zij meedoen aan een Europees programma waarin wij meedoen en, los daarvan, hebben we in het kader van design ook gerealiseerd dat onze designers ook gebruik kunnen maken van allerlei productiefaciliteiten die er zijn. De echte maakindustrie die te maken heeft met arts en crafts, is in Taipei erg goed ontwikkeld. Ik zal nog even heel snel het laatste stukje van mijn reis verslaan. Dat ging naar China en naar Shenzhen. Shenzhen heeft 16 miljoen inwoners en gaat in 2020 samen met
12
A
Hong Kong en Macau en is dan gewoon de belangrijkste plek op de wereld. De eerste dienstreis van de nieuwe premier van China was daar ook naartoe. [Reageert op opmerking uit de zaal] Nee, wij zijn center of the universe. Bij toeval kwam de kans voorbij om te kijken of wij met Shenzhen zouden kunnen samenwerken. Het goede nieuws is dat wij dat kunnen gaan doen. Vanuit dezelfde optiek was Shenzhen, net als wij, vooral een maakstad, die zich aan het doorontwikkelen was tot kennisstad. Wij zetten in om samen zaken te ontwikkelen en dan vooral om dat gezamenlijk elders in de wereld te vermarkten. Om te beginnen zullen wij bewegingen maken op het gebied van energie. Dit is even in een notendop. Al die dingen moeten tot heel concrete resultaten leiden, zowel hier in de stad, als in de stad daar, zowel op maatschappelijk als op economisch gebied. Voorzitter: Dank u wel. Ik denk dat het buitengewoon interessant is. Er komt nog een schriftelijk verslag, neem ik aan? Ik denk dat het wel goed zal zijn dat we ons in de commissie ook verstaan over wat dat oplevert en hoe we daarmee omgaan. Dat doen we wel vaker en ik denk dat het heel goed is dat we, ook in het presidium, proberen te agenderen hoe we met elkaar de resultaten van die internationale reis delen.
4.
Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad.
V1.
Franz Leharplein (OAE).
Voorzitter: De vragen van OuderenAppèl Eindhoven. De heer Rennenberg: Voorzitter, dank u wel. Over een goede week zullen we met z’n allen weer zingen ‘aan de mensen een welbehagen’, maar we zingen niet over het steeds weer terugkerende onbehagen dat mensen voelen. Het afgelopen weekend werd het Franz Leharplein weer opgeschrikt door de zoveelste criminele daad. Hardwerkende mensen, die al moeite genoeg hebben om in deze barre tijd het hoofd boven water te houden, dienen met respect behandeld te worden en niet op een laffe manier door overvallers en door middel van grof geweld van hun geld of van het geld van hun werkgever te worden beroofd, waarbij vaak lichamelijk letsel als toegift wordt meegegeven. Op het Franz Leharplein ging het de laatste tien dagen wel erg mis. Drie keer diefstal in de Albert Heijn, waarvan twee met geweld, inbraak in een shoarmazaak met een stoeptegel – kassa meegenomen, een tachtigjarige man beroofd van zijn geld na het pinnen; drie pogingen tot inbraak in winkels (met beschadiging, maar niet binnengekomen). Zaterdag was er een overval op de bedrijfsleider van de Etos. De dagopbrengst is helemaal meegenomen en de man is behoorlijk letsel toegebracht. Vanmorgen nog, was er een overval bij een pinautomaat.
13
A Wat het OuderenAppèl betreft, voorzitter, is de maat vol! In afwachting van de structurele maatregelen voor het Franz Leharplein en in door ons voorgestelde commissiebehandeling hierover, vraagt het OuderenAppèl de burgemeester om zo spoedig mogelijk in te grijpen. We hoeven hier niet in herhaling te vallen, want de aard en omvang van de problematiek is genoegzaam bekend. Winkeliers, winkelend publiek en omwonenden verdienen rust, zeker in de laatste dagen van het jaar, waarin de winkelier een omzet moet realiseren om dit jaar nog enigszins goed te kunnen afsluiten. Ook moeten mensen die boodschappengeld nodig hebben veilig kunnen pinnen. Onze vraag aan de burgemeester is dan ook of hij bereid is vanaf morgen extra maatregelen te treffen voor de komende weken. Het OuderenAppèl denkt hierbij aan extra politietoezicht, door middel van een bemande post, die voorlopig permanent en prominent op het plein aanwezig is, een opjaagbeleid jegens de overlastgevers, een voorlopige zero tolerance bij overlast, voorkomen van escalatie, omdat het niet denkbeeldig is dat mensen het opnemen voor het slachtoffer bij […afwezigheid] van zichtbaar en handelend blauw. Zo kan het dus niet doorgaan, burgemeester! Dit is de reden waarom wij u verzoeken en dringend vragen morgen met een duidelijke aanpak te komen en, indien u het nodig acht, een noodverordening uit te vaardigen. Burgemeester, wij vragen u: maak gebruik van uw bevoegdheid! Ik ben daar zelf de afgelopen tijd heel veel mee bezig geweest. Afgelopen zomer was ik bij een mevrouw van 81 die men € 100,- had afgepikt. Niemand was erbij om die mevrouw te compenseren. Een week later was ik bij een mevrouw van 95 jaar, die was bedreigd met een schaar. Een week daarna heb ik rondgelopen op het plein. Ja, je ziet van alles. Eindhoven (dat staat vandaag weer in het Eindhovens Dagblad) begint weer een beetje crimineel te worden. Het is mijn stad, het is uw stad, het is onze stad. Wij zouden dat niet moeten willen en wij moeten daaraan denken en op korte termijn tot actie overgaan. En nogmaals, vanuit de gedachte van ‘aan de mensen een welbehagen’. Waarnemend voorzitter: Dank u wel, mijnheer Rennenberg. Het woord is aan de burgemeester. De heer Van Gijzel: Voorzitter, ik wil het OuderenAppèl graag danken voor de vragen die gesteld zijn. Ik denk dat we ons met z’n allen wel zorgen maken over de wijken in de stad Eindhoven, niet alleen rond het Franz Leharplein. We hebben er in het afgelopen jaar ook wel voor gezorgd dat de veiligheid en leefbaarheid op een groot aantal plekken aanzienlijk verbeterd is door interventies. Dat moet bij het Franz Leharplein ook gebeuren. U bent daar geweest en bijna alle vertegenwoordigers van alle fracties; we hebben daar het actieplan afgesproken.
14
A
Misschien moeten we wel een paar dingen uit elkaar houden. Er is sprake van een leefbaarheidsprobleem. U meldt dat mensen daar dronken of onder invloed van drugs verblijven. Ik hecht er wel aan om een onderscheid te maken in datgene wat we nu constateren en datgene dat de mensen eventueel zouden aanrichten. Ik heb het expliciet nagevraagd bij de politie: er is geen enkele relatie als het gaat om de delicten die gepleegd zijn en de mensen die zich daar ophouden. Dat wil niet zeggen dat we niet voor beide kanten een beleid zouden moeten hebben. Voor allebei de groepen doen we iets. Het actieplan gaat over overlast. We hebben al een aantal dingen gedaan rondom de Blokker en de sluisjes. We zijn ook bij de Rabobank bezig. Daarnaast hebben we de winkeliers aangeboden om hen te ondersteunen als 50% van de winkeliers samen maatregelen willen treffen (zoals we dat ook met de Kruisstraat met succes gedaan hebben en ook op andere plekken in de stad, en zoals we dat binnenkort bij Blixembosch gaan doen). We gaan dat niet winkelier voor winkelier doen. Dan moet 50% van de winkeliers de urgentie zo hoog voelen dat ze daadwerkelijk mee willen doen. We hebben een interventie met betrekking tot de begeleiding, opvang en verdere toeleiding naar werk of anderszins, geregeld. Ik denk dat we dus moeten oppassen dat we deze groep stigmatiseren als de groep die de criminaliteit veroorzaakt. U heeft terecht een lijstje gegeven over de criminaliteit (dat zal ik niet allemaal herhalen). Ik heb laten uitzoeken hoe zich dat verhoudt tot 2010, 2011 en 2012. Ik moet constateren dat 2011 eigenlijk het beroerdste jaar was (2012 is nog niet afgelopen) en dat er niet een significante afwijking is in aantallen ten opzichte van 2012. Desalniettemin gaan we wel het volgende doen, en dat wil ik u graag toezeggen: ik vind dat wat er de afgelopen veertien dagen gebeurd is, wel vraagt om een signaal. Hierover heb ik mij verstaan met de politie en vanaf morgen wordt er extra gesurveilleerd. Vanaf morgen zal er ook rondom sluitingstijd van de winkels door de stadswacht extra toezicht worden gehouden. We zullen dat blijven doen tot in de loop van januari en daarna kijken we wat er nodig is. Ik wil wel het beeld wegnemen dat het één met het ander is verbonden; dat vind ik ook niet netjes naar de mensen die daar verblijven. Ik denk dat we een heel pakket aan maatregelen hebben; die treffen we met elkaar, zowel voor leefbaarheid als voor veiligheid. Met betrekking tot een noodverordening zal er waarschijnlijk een misverstand zijn, want de burgemeester mag geen noodverordening uitvaardigen, behalve in heel specifieke omstandigheden. Dan moet er echt iets aan de hand zijn. De laatste noodverordening die ik ken, is de bultrug, de walvis bij Texel. Daarvoor was het Haren. Je moet dus wel een excessieve situatie hebben, wil je een noodverordening mogen uitvaardigen en dan moet daarin staan dat mensen ergens niet meer mogen komen. Dat is dus niet aan de orde. We gaan het op een ordentelijke manier met de omgeving bespreken en oplossen. We hebben ook een overlegstructuur waarin we
15
A
met bewoners en winkeliers ideeën, uitwerkingen en aanpak regelen. Wanneer het gaat om diefstal, overval, inbraak, heb ik daar geen noodverordening voor nodig, want het is al bij wet geregeld dat dit een delict is en die kunnen aangepakt worden en moeten ook aangepakt worden. Waarnemend voorzitter: Mijnheer Rennenberg, is uw vraag hiermee naar genoegen beantwoord? De heer Rennenberg: Ja, de burgemeester geeft duidelijk aan waar hij naartoe wil, maar het duurt allemaal zo lang! Als je bij die mensen komt…
Waarnemend voorzitter: Maar heeft u nog een aanvullende vraag? Doet u dat dan even kort en bondig, graag. De heer Rennenberg: Ja, […] ik ben zacht als een ei maar zou toch wel graag een beetje hardere maatregelen willen zien. En dat het voor mensen zichtbaar is dat er iets gebeurt. Het is niet zichtbaar. Waarnemend voorzitter: Oké. Zijn er overigen in de raad die nog aanvullende vragen hebben? Nee. Dan kan de burgemeester nog kort ingaan op de noodkreet van mijnheer Rennenberg? De heer Van Gijzel: Over zichtbaarheid gesproken: u bent er zelf geweest, wij zijn er geweest, we hebben een wijkcoördinator, we hebben goed overleg met de mensen daar en vanaf morgen gaat ook de politie meer surveilleren en zullen we de stadswacht meer inzetten. Dat is niet omdat ik paniek wil maken, want we moeten het ook wel een beetje in verhouding zien, maar het is wel zo dat we de buurt een signaal willen geven dat we het erg serieus nemen en dat wat de afgelopen weken is gebeurd, echt vraagt om extra inzet van de politie. Waarnemend voorzitter: Sorry, mijnheer Rennenberg, maar de procedure is simpel… Nog even heel kort dan. De heer Rennenberg: Heel kort. Bij de bijeenkomst waar we allemaal waren, daar was ik erg van verschoten, stond een man op, twee keer zo groot als u, ik overdrijf, maar in elk geval twee keer zo breed als u… De heer Van Gijzel: Daar zou ik ook van verschieten! De heer Rennenberg: …en hij zei: ‘Als het bij mijn vrouw gebeurt, sla ik de tegenstander de kop van zijn romp af’. Dat moment moeten we niet afwachten. We moeten eerder ingrijpen!
16
A
De heer Van Gijzel: Ik wil daar wel antwoord op geven. Dan gaat het om berovingen of inbraak. We zitten er bovenop. Er is geen garantie te geven en de politie probeert echt haar best te doen om het voor elkaar te krijgen. Als het om inbraak en berovingen gaat, hebben we een hoog percentage van aanhoudingen en vervolging. Met de extra inzet rond het Franz Leharplein moet dat hier ook kunnen lukken. Met het opjagen naar de andere kant, hangt die groep vervolgens ergens anders, weer met valse suggesties. Volgens mij hebben we hier een uitgebalanceerde en een voortvarende aanpak - eentje die volgens mij op korte termijn ook succes moet kunnen opleveren. Waarnemend voorzitter: Dank u wel. Dan sluiten wij hiermee het punt van de actuele vragen af en gaan we door naar het volgende punt op de agenda.
6.
Onderwerpen waarover geen amendementen en/of moties zijn aangekondigd.
Voorzitter: U moet even opletten hoe we dit gaan doen, want ik probeer wat tijd voor u te winnen. We hebben bij agendapunt 6, elf voorstellen: 6.1 tot en met 6.11. De SPfractie heeft aangegeven dat ze bij 6.11 een stemverklaring willen. Daar gaan we dus over stemmen (anders hoef je dat niet te doen). Vervolgens wil ik aan u vragen of er bij de andere punten (6.1 tot en met 6.10) fracties zijn die daar een stemverklaring over willen afleggen. Mevrouw Wagt. Mevrouw Wagt: Ik wil graag een stemverklaring bij 6.7. Voorzitter: Dan doen we dat. Zijn er nog anderen? Mijnheer Van Erp. De heer Van Erp: Ja, ook voor 6.7 alstublieft.
6.1A. Raadsvoorstel Liquidatieplan en opheffing Gemeenschappelijke regeling CURE. 6.1B. Raadsvoorstel Oprichten van een nieuwe gemeenschappelijke regeling voor afvalbeheer. 6.2.
Raadsvoorstel met nadere toelichting en herzien ontwerp raadsbesluit OZBtarieven 2013 en termijnen van betaling.
6.3.
Raadsvoorstel Opheffing Gemeenschappelijke Regeling Industrieschap Ekkersrijt.
17
A 6.4.
Raadsvoorstel tot het vaststellen van de verordening lening opstartkosten CPO-projecten.
6.5. Raadsvoorstel Verklaringen van geen bedenkingen voor: 1. de bouw van 21 wooneenheden voor mensen met schizofrenie aan de Fakkellaan 2. de bouw van 30 woningen die deels zijn bestemd voor mensen met autisme aan de Europalaan. 6.6.
Raadsvoorstel vaststellen begrotingswijzigingen 2012 en 2013 diverse besluiten B&W (Verzamelwijziging).
6.8. 6.9.
Raadsvoorstel Bestemming lening voor innovatie door de bibliotheek. Raadsvoorstel tot het vaststellen van de reserveringen 2012 en overige wijzigingen reserves en voorzieningen.
Voorzitter: Oké. Zijn er nog andere punten? Dat is niet het geval. Dan ga ik u vervolgens vragen of u over de punten 6.1, 6.2, 6.3, 6.4, 6.5, 6.6, 6.8, 6.9 en 6.10 stemming wenst? Dat is niet het geval. Dan mag ik aannemen dat al die punten nu in één keer uw instemming hebben gekregen.
6.7.
Raadsvoorstel uitwerking fase 3 onderwijshuisvesting ten behoeve van Spilcentrum Blixembosch West.
Voorzitter: Ik wil graag het CDA de gelegenheid geven een stemverklaring af te leggen. Mevrouw Wagt: In de commissievergadering hebben we al aangegeven dat wij ernstige bezwaren hebben dat het IHP, ondanks toezeggingen van inmiddels al twee wethouders, nog steeds niet aan het eind van het jaar beschikbaar is. Wij zien de noodzaak dat dit voorstel voor 1 januari geregeld moet zijn, vandaar dat wij gaan instemmen. We willen wel meegeven dat het IHP ons eind december al was toegezegd en dat dit de laatste keer is dat wij met iets op onderwijsgebied instemmen voordat wij het integraal huisvestingsplan krijgen. Het is ons zo vaak toegezegd, het gaat er al zo vaak over. We zijn niet blij dat het niet voor het eind van het jaar beschikbaar is. Voorzitter: Oké. Ik wil de heer Van den Nieuwenhuijzen beterschap wensen. Ik zal er dadelijk in de procedure nog wel wat over zeggen. De heer Van Erp. De heer Van Erp: Dank u wel, voorzitter. Onze bezwaren tegen het voorstel zijn tweeledig. Op de eerste plaats heeft het college ons niet kunnen overtuigen dat
18
A
aankoop en renovatie van schoolwoningen zoveel goedkoper en doelmatiger is dan uitbreiding bij het hoofdgebouw aan de Kiplinglaan. Het tweede is dat de SP graag een afweging had willen maken binnen een het integraal huisvestingsplan voor het onderwijs. De SP wil, mede gelet op de tijdsdruk waarmee het voorstel is voorgelegd, toch voorstemmen. Dat ook het schoolbestuur van De Boschuil achter het voorstel staat en ook op spoed heeft aangedrongen, heeft voor ons uiteindelijk de doorslag gegeven. Dank u wel. Voorzitter: Oké. Dan gaan we nu over tot stemming. Het was een stemverklaring en geen debat meer… Mevrouw Schreurs: Nee, maar er wordt een vraag opgeroepen over het IHP, dus ik denk dat het wel interessant is om informatie te verschaffen over het IHP. U heeft inmiddels een raadsinformatiebrief ontvangen over de stand van het IHP, een gezamenlijk bericht van de schoolbesturen en mij over wat precies de planning is. Daarin kunt u lezen dat door te zorgen dat de passende onderwijsopgave en de opgave rond de doorontwikkeling van Spil goed gaan landen er een zekere vertraging is opgetreden, maar er worden allerlei dingen voortvarend aangepakt. Voor de zomervakantie ligt het er. Het andere is dat u aangeeft dat u geen afweging kunt maken… Voorzitter: Nee, maar nou wordt het toch een debat. Mevrouw Schreurs: Nee, het gaat om feitelijke informatie. U geeft aan dat dit er niet kan liggen omdat het IHP er nog niet is, maar dit zijn de losse eindjes en met u is afgesproken dat die, voorafgaand aan het IHP omdat ze al zo lang op realisatie wachten, afgewikkeld zal worden. Voorzitter: Ja, en dan wil mevrouw Wagt daar natuurlijk op reageren! Ja. Dat snap ik, mevrouw Wagt. En dan hebben we toch weer een debat! Mevrouw Wagt: Nou ja, precies, en daar hebben we het vorige week in de commissievergadering over gehad: ons punt is dat de toezegging was dat het IHP er eind van het jaar zal komen en dat wij er heel vaak om gevraagd hebben en nu, op de laatste raadsvergadering, pas iets meer te horen krijgen. Die manier stellen wij gewoon niet op prijs. Als iets wordt toegezegd, willen wij ruim op tijd horen of het niet lukt, ondanks dat de reden daarvoor goed kan zijn. Voorzitter: Waarvan akte. We gaan nu over tot stemming. Wie is vóór dit voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is ertegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is het voorstel met algemene stemmen aangenomen.
19
A De heer Van den Nieuwenhuijzen heeft, neem ik aan, mevrouw Richters, ziek de zaal verlaten en daarmee is hij nu afgemeld voor de vergadering. Mevrouw Richters: Dat is correct. Tom is grieperig en wilde toch heel graag deze vergadering bijwonen, maar door de warmte hier binnen en het feit dat hij niets gegeten heeft, werd hij duizelig. Voorzitter: Dank voor de mededeling.
6.11. Raadsvoorstel met nadere toelichting Kaderverordening individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning gemeente Eindhoven (2013). Voorzitter: De SP heeft aangegeven daarover vooraf een stemverklaring te willen afgeven. De heer Maas. De heer Maas: Dank u wel, voorzitter. De SP heeft al eerder haar zorgen geuit tegen de inzet van eigen kracht en zelfredzaamheid in het raadsvoorstel. De zorgen van de SP gaan vooral uit naar mensen die beide niet bezitten. De SP is dan ook blij met de toezeggingen van de wethouder om tweemaal een klantenpanel te organiseren in 2013, om jaarlijks een tevredenheidsonderzoek uit te voeren en om die binnengekomen klachten te verzamelen en deze aan de raad terug te koppelen. Ondanks onze grote zorgen, zien wij in het achterliggende beleid van het raadsvoorstel en de toezeggingen van de wethouder genoeg reden om voor nu voor het voorstel te stemmen. Het college mag van de SP verwachten dat wij het verdere verloop zeer kritisch zullen volgen en bij de eerste negatieve signalen hard aan de bel zullen trekken. Voorzitter: Dank u wel voor uw stemverklaring. In uw stemverklaring zegt u dat u voor zult stemmen, dan kijk ik even of er nog iemand nog stemming wenst. Dat is niet het geval. Dan is het voorstel unaniem aangenomen.
7.
Onderwerpen waarover wel amendementen en/of moties zijn aangekondigd.
7.1.
Raadsvoorstel Prioritering participatiebudget 2013.
Voorzitter: Ik geef mevrouw Verhees, voorzitter van de commissie Economie en Mobiliteit, het woord voor een korte inhoudelijke inleiding. Mevrouw Verhees: Ja, voorzitter, dank u wel. Vindt u het goed dat ik het vanaf hier doe? Het zijn maar een paar regels.
20
A Voorzitter: Dat is goed. Mevrouw Verhees: In het kader van de Wet participatiebudget wordt jaarlijks aan de raad de prioriteringsnota voorgelegd rondom de budgetten van het komende jaar. Vanwege de ruimere middelen voor 2013, stelt het college onder andere voor de feitelijke prioritering te laten vervallen voor het werkdeel. De commissie heeft zich positief uitgesproken over het voorstel van het college. Wel vraagt een aantal fracties naar de concrete plannen voor het creëren van werkgelegenheid voor personen van 27-min en 45-plus. De fractie ‘leefbaar eindhoven’ heeft een motie aangekondigd en daar zal de discussie zich in deze raad op moeten toespitsen. Dank u wel. Voorzitter: De heer Rijnders. De heer Rijnders: Dank u wel, voorzitter. Ja, wij hebben de commissie gevolgd en hebben dat allemaal aangehoord en bij ons bleef er toch één vraag over. Dat was de werkwijzer voor de inzet van vrijwilligers en de zogeheten snuffelstages. Wij hebben daarom gemeend een motie te moeten indienen om de volgende redenen: het worden steeds zwaardere tijden voor iedereen en er zijn bezuinigingen alom. Het wordt dus moeilijker om aan werk te komen. We hebben tevens gedacht, omdat het mes aan twee kanten moet snijden, om te zorgen dat werkgevers een laagdrempelige inzet van medewerkers zou mogen verwachten vanuit de gemeente. De grote bak met WZI-cliënten is er… [geluid valt weg] aangepakt te worden, in de zin dat men mensen weer terug in het maatschappelijk welzijn wil brengen. Dat kan men alleen maar doen door te helpen naar werk. De planmatige insteek van het WZI zelf is vrij abstract en biedt te weinig kansen voor de mensen om zich breed te kunnen oriënteren. Daarom komen wij met deze motie, die voor de rest voor zich zal spreken. Ik hoop dat iedereen hem zal ondersteunen. Dank u wel. Voorzitter: De heer Torunoglu. De heer Torunoglu: Ik heb een vraag aan de heer Rijnders. In eerste instantie klonk uw motie best wel sympathiek, alleen als je dan verder kijkt naar de implicatie van deze motie, betekent het dat het voor verdringing op de arbeidsmarkt kan zorgen. Daarnaast is er het feit dat het goedkope krachten zijn voor werkgevers. Hoe kijkt u daar tegenaan? En welke besparing levert het op? Want uiteindelijk betalen we toch die uitkeringen. De heer Rijnders: Een terechte vraag. Daar hebben wij ook mee geworsteld, maar wij zien de positiviteit in het feit dat het voor werkgevers er al een behoorlijke last ligt om aan personeel te komen. Ook vanuit het WZI of het UWV liggen er een hoop regels aan ten grondslag. [Onze insteek] was dermate eenvoudig om de mensen in eerste instantie minimaal in beweging te krijgen, zich te laten oriënteren op de
21
A
arbeidsmarkt, zodat we een goede keuze kunnen maken, waarbij ze gemotiveerd zijn. Een gemotiveerd mens telt voor twee. Vanuit die insteek hebben wij deze motie geschreven. Natuurlijk begrijp ik dat u zegt dat het aan de ene kant (arbeids)concurrentievervalsing zou zijn, maar ik ga ervan uit dat bedrijven nu niet staan te springen om opnieuw mensen aan te nemen en zij kunnen zich zo oriënteren om, met de inzet van opleidingen, mensen naar zich toe te trekken. Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp.
Mevrouw Sodenkamp: Denkt u niet als een bedrijf werk heeft voor vrijwilligers, dat zij dan blijkbaar ook opdrachten heeft, anders heb je immers geen werk? En dat zij dan die mensen ook een fatsoenlijk salaris zouden kunnen bieden? De heer Rijnders: Ja, daar ben ik van overtuigd dat dit gaat gebeuren en het staat in onze motivatie beschreven. Door opleidingen te creëren kunnen mensen worden aangetrokken. Op een gegeven moment heb je daar dus in geïnvesteerd en dat kost ook wel wat. Je kunt dan niet zeggen dat het helemaal om niets is maar het kan een kans bieden. Voorzitter: Mevrouw Sodenkamp. Mevrouw Sodenkamp: Maar verplicht u dan ook die werkgevers om de vrijwilligers een opleiding te bieden? De heer Rijnders: Ja, dat hebben wij in onze motivatie wel geschreven. Daarom hebben wij gevraagd of het college de mogelijkheden wil onderzoeken en daar enkele randvoorwaarden aan te hangen. Voorzitter: De heer Rennenberg. De heer Rennenberg: Een ding is mij niet duidelijk. Constateren we dat de mogelijkheid voor vrijwilligerswerk niet is opgenomen als een van de mogelijkheden binnen de afdeling WZI? Ik lees het nu pas, anders had ik het meteen gevraagd. De heer Rijnders: Wij hebben inderdaad geconstateerd dat indien je aan vrijwilligerswerk wilt beginnen, je vanuit de afdeling een tegenwerking krijgt. Dat zou toch nooit de bedoeling moeten zijn? De heer Rennenberg: Nu ik dat hoor, moet ik dat ontkennen. Ik zit bij diverse verenigingen die vrijwilligerswerk mogen doen, dus ik snap die zin niet.
22
A
De heer Rijnders: Er zijn er inderdaad die het dan wel kunnen of mogen, maar de algemene trend is dat vanuit de afdeling min of meer wordt afgedwongen hoe het wordt gedaan: ‘zo en niet anders’. Dat wil ik er eigenlijk uit halen.
Voorzitter: Oké. Ik kijk of nog anderen het woord willen voeren over dit onderwerp. De heer Torunoglu. De heer Torunoglu: Ja, voorzitter, ik ga specifiek op deze motie in, omdat de discussie zich daarop toespitst. Wat ons betreft komt die motie een beetje uit de lucht vallen omdat we dit in de commissie niet hebben kunnen bediscussiëren. Daarom was het al lastig om het goed af te wegen. Als we op de tekst moeten oordelen, vinden wij die te ver gaan om hier nu voor te stemmen, sowieso omdat wij bang zijn dat der verdringing gaat plaatsvinden. Wij zijn niet overtuigd van het feit dat dit een besparing gaat opleveren. Daarnaast is het een feit dat de mogelijkheid er al wel is en wij bovendien niet overtuigd zijn van het probleem dat u met deze motie wilt oplossen en wat dit dan zou moeten zijn. Vandaar dat wij tegen deze motie zullen stemmen. Voorzitter: Oké. Mevrouw Van Herk. Mevrouw Van Herk: Dank u wel, voorzitter. Laat ik voorop stellen dat het CDA voorstander is van zowel snuffelstages als vrijwilligerswerk, maar dan wel vrijwillig vrijwilligerswerk. Zoals we nu de motie van ‘leefbaar eindhoven’ doorlezen, komen we ook woorden tegen als ‘werken voor je uitkering’. Vervolgens krijgen we een vrij lijvig rapport [geluid valt uit]… Op pagina 11 van dat rapport heb ik gelezen dat er een vriendelijke, juridisch getoetste, dwingende brief naar de mensen toe gaat. Dat dwingende haalt bij ons het vrijwillige eraf. Dat gaat ons toch wel wat te ver. Dan zijn wij het dus ook eens met de Partij van de Arbeid, want ook op pagina 25 van dat rapport staat: ‘als tegenprestatie wordt na een werkstage een betaalde werkgarantie gevraagd van minimaal twaalf maanden’. Ook wij zijn er bang voor dat dat […] arbeidsplaatsen zal verdringen. De motie gaat ons ook te ver en wij zullen dus ook tegen de motie stemmen. Voorzitter: Dank u wel. Mevrouw Van Kaathoven. Mevrouw Van Kaathoven: Dank u wel, voorzitter. Ja, ik wilde toch nog even reageren op de motie. We hebben namelijk in de commissie gesproken over vrijwilligers en ik wil even duidelijk maken dat de manier waarop wij over vrijwilligers hebben gesproken toch een heel ander kader is dan het kader waar ‘leefbaar eindhoven’ nu over spreekt. Wij hebben aangegeven dat het belangrijk is te kijken of mensen die nog niet in staat zijn tot werken, gemotiveerd kunnen worden om zaken te doen waar zij zelf achter staan. Dat betekent geen verplicht vrijwilligerswerk. In die zin zullen wij de motie niet steunen.
23
A Ik wil toch mijn treurnis uitspreken over het feit dat de bijlage pas heel laat is verstuurd. Ik zou die bijlage graag nog eens met ‘leefbaar eindhoven’ willen bediscussiëren in de commissie, want daar staan toch een hoop zaken in waar wij ons als SP absoluut niet in kunnen vinden. Dank u wel. Voorzitter: Oké. Is er iemand anders die nog het woord wenst te voeren? Dat is niet het geval. Dan kunnen we overgaan tot stemming. Allereerst het voorstel en daarna de motie. O, de wethouder. Ja, dat lijkt me goed. Ik heb te veel haast hè? Ik ben heel nieuwsgierig wie het vanavond gaat worden. Ik heb al gevraagd of ze zenuwachtig zijn. De heer Van Dorst was heel zenuwachtig. De rest noem ik zo meteen nog wel even. De wethouder. Mevrouw List: Fijn, dank u wel dat ik even mag reageren. De discussie in de commissie over de prioritering van het participatiebudget was heel constructief. We bereikten ook met elkaar de conclusie dat dit participatiebudget voor 2013 veel mogelijkheden geeft […] het gelijkblijvend budget van 2012 en 2013 voor de brede aanpak voor verschillende groepen daarin zodat we toch nog wat kunnen doen aan sociale activering en dat we ook nog een meeneemregeling hebben. Over de groepen 27-min en 45-plus die u noemde, mijnheer Rijnders, hebben we net een toelichting gegeven over de inzet van BUIG-middelen, waarmee we ook extra aandacht aan deze groepen willen geven. Deze presentatie vond zojuist voor de commissie Economie en Mobiliteit plaats. Daarin hebben we duidelijk aangegeven dat die groepen zowel binnen het P-budget maar ook binnen de besteding van de BUIG-middelen extra aandacht krijgen. Ik ga even terug naar de motie: ik denk dat er wat verwarring is want binnen de WWB hebben we verschillende mogelijkheden, ook om ‘snuffelstages’ te organiseren (denk maar aan de werkstage), maar ook om participatieplaatsen binnen Ergon Buurtbedrijven, en ook Robin Hood, Cruydenhuisch of Etalage. Daar zijn vijftien plaatsen en in Ergon Buurtbedrijven meen ik veertig. We kijken of we dat aantal kunnen uitbreiden, ook naar andere branches dan alleen de horeca en de bouw. Dat zijn dus mogelijkheden tot snuffelstages, nog los van het feit of de oude tegenprestatie in uw ogen een snuffelstage is of anderszins (maar die discussie wil ik hier niet opwerpen). In de commissie heb ik gezegd dat we daarop terugkomen als we weten wat het nieuwe regeerakkoord hierover gaat zeggen. De conclusie is eigenlijk: we benutten binnen de WWB eigenlijk alle mogelijkheden die we daarin hebben, maar nogmaals: we gaan natuurlijk wel kijken of we de participatieplaatsen kunnen uitbreiden, waar mensen met behoud van uitkering ook een stuk begeleiding krijgen.
24
A
Ten slotte de koppeling met het algemene vrijwilligerswerk. Van collega Scholten begreep ik dat is toegezegd dat het in het eerste kwartaal van 2013 wordt besproken. De conclusie is ons inziens dat de motie eigenlijk, gezien wat we aan activiteiten doen en de toezegging voor eerste kwartaal, overbodig is. Voorzitter: Oké. Ik kijk of er behoefte is aan een tweede termijn. Mijnheer Rijnders? De heer Rijnders: Een hele kleine, voorzitter. Bij ons was de insteek dat er heel veel wordt ingezet op de lagere niveaus, dus met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt, en dat daar de prioriteit lag. Wij proberen met deze motie meer het algemene beeld naar voren te krijgen, dus ook voor anderen die noodgedwongen in deze situatie terecht zijn gekomen. Dat is dus een klein stukje dat ik mis, maar het kan zijn dat dit in het eerste kwartaal zal kunnen veranderen. Als dat een toezegging is, dan hoef ik de motie niet in te dienen en blijkt hij inderdaad overbodig. Mevrouw List: De toezegging is al door mevrouw Scholten gedaan naar de commissie. Ik weet dat het onderwerp vrijwilligersbeleid op de agenda komt in het eerste kwartaal, dus ik zou daarnaar willen refereren. Nogmaals: binnen werkgelegenheidsprojecten wordt het instrument werkstage toegepast, waar in elk geval de eerste twee maanden met behoud van uitkering toch een vorm van ‘snuffelwerk’ kan plaatsvinden. Voorzitter: De heer Torunoglu heeft nog een vraag. De heer Torunoglu: Ik zou toch wel even scherper willen krijgen wat de toezegging is en hoe deze wordt geïnterpreteerd, anders wil ik die motie toch graag ingediend hebben en dan tegenstemmen. Ik bedoel: ik ben het hier niet mee eens en als er een toezegging is zoals die door u geïnterpreteerd wordt, wil ik die wel even scherp hebben. De heer Rijnders: Ik hoor het zo dat er met het WWB en de participatieplaatsen uitbreiding komt, afhankelijk van wat de kabinetsplannen zijn en hoe die geïnterpreteerd kunnen worden. Daar zit een mogelijkheid in. Daarnaast hebben we de toezegging van de wethouders over vrijwilligerswerk. Dan komt zeker aan de orde hoe dit geïmplementeerd kan worden, in zijn totaliteit.
Voorzitter: Maar als er geen motie wordt ingediend, is er ook geen exegese voor nodig. De heer Torunoglu: Maar als er een toezegging wordt gedaan… Voorzitter: Dan is niet de uitleg van de heer Rijnders van toepassing, maar de uitleg van de wethouder.
25
A De heer Torunoglu: Prima, maar dan wil ik wel even de discussie scherp hebben met mijnheer Rijnders over hoe hij hem interpreteert. Daar is niets mis mee, denk ik? Voorzitter: Maar er valt niets te interpreteren als er geen motie is. Wat de wethouder hier gezegd heeft, heeft betrekking op het voorstel zoals het er ligt. Er is geen sprake meer van een motie, want die is ingetrokken. We gaan over tot stemming, als u het goed vindt. Mevrouw Scholten. Mevrouw Scholten: We hebben eerder gesproken over het vrijwilligersbeleid in het kader van de Wmo, dus met een welzijnsinsteek. Die nota vrijwilligersbeleid komt in het eerste kwartaal 2013. Even ter toelichting. Maar, voor de duidelijkheid: dit staat dus los van arbeidsparticipatie. De heer Torunoglu: Precies. En mijn interpretatie van mijnheer Rijnders is dat hij dan zijn punt nog een keer maakt en dat hij die motie nu terugtrekt. Voorzitter: Maar dat heeft hij al gedaan. U maakt het nu ingewikkeld voor orde. Ik stel dat we overgaan tot stemming. Is dat akkoord? Aan de orde is het voorstel zoals het er ligt, Raadsvoorstel Prioritering participatiebudget 2013. Wie is voor dat voorstel? [Stemmen bij handopsteken] Wie is daartegen? [Stemmen bij handopsteken] Dan is het voorstel met algemene stemmen aangenomen.
8.
Actuele moties.
AcM1. Technisch financieel onderzoek multifunctioneel station Genneper Parken Voorzitter: De heer Oosterveer heeft te kennen gegeven niet aan de beraadslagingen en stemming te zullen meedoen, in verband met zijn voorzitterschap van EMHC. Hij dient zich op grond van de Gemeentewet te onthouden van stemming om dat hij bij deze aangelegenheid als belanghebbende (hier staat: vertegenwoordiger) betrokken is. Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Ja, dank u wel, voorzitter. Als het spreekgestoelte van de burgemeester technisch omlaag en omhoog kan [verwijst naar eerdere aanpassing van katheder voor de burgemeester aan het begin van de vergadering], dan moet het ook in deze stad mogelijk zijn om te onderzoeken of er een topaccommodatie voetbal en hockey in elkaar geschoven kan worden. Daar gaat nu eigenlijk gewoon om. We zijn inmiddels op de hoogte van alle onmogelijkheden, inclusief die vanmiddag in de brief van de hockeyverenigingen genoemd zijn. In deze motie gaat
26
A
het om wat de mogelijkheden zijn, oftewel: is het toch mogelijk om een tophockeystadion of een topaccommodatie hockey in te schuiven in een topvoetbalaccommodatie aan de Aalsterweg? Niet meer en niet minder. Meer hoef ik er eigenlijk niet over te zeggen. Dat is het enige waar het toe oproept. Voorzitter: Oké. Zijn er nog anderen die het woord over deze actuele motie willen voeren? De heer Thewissen. De heer Thewissen: Ik heb een aantal vragen aan de heer Depla. Voorzitter: Vragen, oké. De heer Thewissen: In de commissievergadering van vorige week hebben wij allen besloten dat wij niet meer met een utopische bril, maar met een realistische bril moeten kijken naar de ontwikkelingen in de Genneper Parken. Nu krijgen wij vandaag een brief en daarin wordt aangegeven dat er heel veel realistische en praktische oogpunten zijn waarom dit onderzoek eigenlijk al vanaf het begin gedoemd is om te mislukken. Er wordt inderdaad al samengewerkt, maar tussen hockeyverenigingen en niet tussen voetbalverenigingen. Hoe plaatst u dit dan in het licht van een realistische blik op de Genneper Parken? De heer F. Depla: Ten eerste bekijk ik het niet utopisch, maar innovatief. Ten tweede gaat deze brief van de hockeyverenigingen uit van de onmogelijkheden en wij gaan uit van de mogelijkheden. Dat willen we nu op tafel krijgen. Het argument dat het gras hoger is bij het voetbal en lager bij het hockey wisten we al een poosje geleden. Daar is niets nieuws onder de zon. Dat is nou juist de reden waarom we willen bekijken of er wel iets nieuws onder de zon is - niet meer en niet minder – of er zowel op het gebied van techniek als financieel, op die manier haalbaar is. De heer Thewissen: In navolging daarop: in deze brief staat ook dat er inderdaad al door deskundigen is gekeken naar de mogelijkheden tot het toepassen van één grassoort of één mat, die zowel voor tophockey als topvoetbal mogelijk zou zijn. Dat is niet mogelijk. Dan gaan we dus al toe naar technische oplossingen die veel kosten… Voorzitter: Dat is bijna geen interruptie meer. De heer Thewissen: … en waarvan ik me afvraag hoeveel u zou willen uitgeven aan een onderzoek als dit, want wij zien er eigenlijk weinig heil in. Hoeveel wilt u dan uitgeven? De heer F. Depla: Het is duidelijk dat u er weinig heil in ziet. Ik wil daar twee dingen over zeggen. U loopt nu vooruit op hetgeen wij onderzocht willen hebben, namelijk
27
A
dat dit heel veel geld gaat kosten. Dat weet ik toch niet? Dat weet u ook niet! Dat kunt u toch niet zeggen? Dat is nog niet onderzocht. Dat is mijn eerste punt. Ten tweede: gaat het onderzoek zelf nu wel zoveel geld kosten? We hebben contact gehad met Fontys en dat is nou juist het mooie, ook van het feit dat we in deze stad een sporthogeschool hebben gekregen. Je ziet meteen een synergie en meteen een soort samenwerking ontstaan tussen FC Eindhoven en de sporthogeschool. De sporthogeschool heeft tegen ons gezegd dat zij dat wel willen onderzoeken met hun studenten. Volgens mij hoeft dat niet zoveel te kosten.
Voorzitter: Ik kijk even of er nog meer mensen zijn die het woord willen voeren voor een interruptie. De heer Stoevelaar. De heer Stoevelaar: Ik heb die brief op het laatste moment kunnen lezen. Wat ik uit de brief interpreteer is dat er een tendens is waarin de hockeyverenigingen zeggen dat zij er eigenlijk niet op zitten te wachten en het eigenlijk helemaal niet willen. Zij noemen een aantal argumenten waarom het allemaal zinloos is. Ik weet niet of u dat ook een beetje proeft? Met onwillige honden is het slecht hazen vangen. Dat weten we inmiddels wel. Als we dan eventueel ook nog een onderzoek gaan doen (wat natuurlijk de nodige centen kost) en de verenigingen willen het toch niet… hoe kijkt u daar tegenaan? De heer F. Depla: De onwillige honden kunnen straks mogelijk hele mooie worsten worden voorgehangen, zo van: wat u krijgt is mogelijk nog veel mooier dan wat u nu heeft. Misschien gaan die honden dan toch anders lopen. Dus nou loopt u alweer vooruit op een mogelijke eindconclusie. Natuurlijk… ik ben ook wel realistisch en zie ook wel dat ze er nu niet om staan te trappelen. Dat zou ik ook in eerste instantie denken (we zijn nu in een bepaalde richting aan het doormarcheren en nu komt er ineens iets op ons pad). Maar nogmaals: als het iets mooiers kan zijn, ben ik ervan overtuigd dat die honden mogelijk ook wel een andere koers kunnen inslaan. Voorzitter: Mevrouw Heesterbeek. Mevrouw Heesterbeek: Dank u wel, voorzitter. Mijnheer Depla, in de brief van de hockeyverenigingen steun ik u. Dat vind ik op dit moment niet zo relevant. Ik heb een ander probleem. Op zich is er niets op tegen, maar waarom wilt u uw motie nu indienen? Ik heb vorige week begrepen dat wij, vooral ingegeven door geldgebrek, op dit moment pas op de plaats maken. Als we het dan toch over honden hebben… misschien moeten we geen slapende honden wakker maken. Dat is misschien niet helemaal een goede opmerking, maar toch een beetje. Op dit moment doen wij gewoon even helemaal niets. Waarom zouden wij dan nu de boel gaan opschudden door onderzoeken te doen waar dingen uitkomen die we voorlopig niet kunnen en misschien wel niet willen betalen? Dat is meer mijn zorg.
28
A
Voorzitter: De heer Depla. De heer F. Depla: Ik ben het met u eens, maar op het moment dat die ontwikkeling eraan komt, hebben we daarin als gemeente toch een rol. Dat hebben we vorige week ook besproken. Daar gaan we dan toch geld aan uitgeven. Dat maakt dat je daar toch uiteindelijk iets van moet gaan vinden of iets van vindt. Daarom vinden wij dat je nu moet kijken of we dan iets anders kunnen gaan doen. Ten tweede: mogelijk kan dat andere er ook nog toe leiden dat we een veel innovatiever en misschien ook wel groener plan kunnen krijgen in de Genneper Parken. Wie weet komen er nog veel meer subsidies binnen bereik. Als u wist dat er bij de provincie op dit moment € 240 miljoen innovatiesubsidie klaarligt, zou ik zeggen: als dit een innovatief karakter heeft, wat past bij onze stad, dat ook aansluit bij de wensen van de gebruikers (laten we daar geen misverstand over hebben, maar nogmaals: daar kan ik niet op vooruit lopen). Dan is er wat ons betreft een nieuwe situatie, net als uw beginvraag, die rechtvaardigt om dit te onderzoeken. Voorzitter: De heer Mulder.
De heer Mulder: Dank u wel, voorzitter. Collega Depla zal zich ongetwijfeld herinneren dat deze discussie zich heeft voorgedaan in 2008. Toentertijd heeft het OuderenAppèl de suggestie gedaan om een multifunctioneel stadion te creëren. Dat was toen technisch niet mogelijk. Waarom was dat verder niet mogelijk? Omdat hiervoor uitschuifbare velden zouden moeten aangeschaft. Dat kost natuurlijk ontzettend veel geld, maar dat is ook niet meer mogelijk, omdat Essink daarachter ligt. Als dat […] was, dan was dat een mogelijkheid geweest. Collega Thewissen wijst ook op onafhankelijk onderzoek. Dat kost natuurlijk weer het nodige en wellicht kunt u een indicatie geven van wat het kost?... Voorzitter: U heeft een interruptie, hè? Geen termijn. De heer Mulder: … Wat voor ons doorslaggevend is, is de verklaring van de beide hockeyclubs dat zij daar absoluut niet mee in zee willen gaan. Bovendien, moeten er twee partijen ‘ja’ zeggen en er is één partij die ‘nee’ zegt. In ieder geval zullen wij niet voor deze actuele motie stemmen. Voorzitter: Dat was geen interruptie maar een stemverklaring. Mijnheer Depla. De heer F. Depla: Ik weet niet wat de vraag nu precies is. Voorzitter: Nee, nee, nee! Het is goed zo.[Gelach] U hebt uw punten binnengehaald, voor vanavond, denk ik. Maar het is te laat. Dat is volgens mij al besloten door de jury. De heer Verheugt: [buiten microfoon] Alle lijnen zijn gesloten… [Gelach]
29
A Voorzitter: Ja, de lijnen zijn gesloten. De heer F. Depla: Maar de motie lag er voor vrijdag, hè? Voorzitter: Ah, vandaar. De hondenshow was wel mooi hoor. Dat was goed gevonden, ik kan niet anders zeggen. De wethouder. De heer Helms: Ja, dank u wel voorzitter. We kennen mijnheer Depla inmiddels als een creatief denker met een open mind als het gaat om innovatieve oplossingen. Dat past natuurlijk wel hier bij deze regio. Ik wil er toch een paar kanttekeningen bij zetten. In de eerste plaats: u gaf aan dat er geld is van de provincie, maar tegenwoordig is zo ongeveer al dat geld geen subsidie meer, maar revolverend. Dat is het toverwoord en dat betekent dat het ook weer terug moet. Dit geldt overigens niet voor die twee miljoen die klaarligt als de hockeyaccommodatie gerealiseerd wordt, maar dat was zo’n beetje de laatste trap die nog subsidie was, in plaats van revolverend. Die moeten we vooral niet laten schieten. Als u gaat kijken naar waar u om vraagt (we hebben dit in de commissie inderdaad al even gedeeld en er is inderdaad in 2008 ook al over gesproken) zien we een brief van de hockeyvereniging. Overigens heb ik vandaag contact gehad met het bestuur van FC Eindhoven. Zij gaven aan dat zij op zich op dezelfde lijn zitten als de hockeyvereniging. Niet omdat zij niet willen samenwerken. Sterker nog: zij willen optimaal samenwerken en FC Eindhoven is al samen met Fontys bezig om te kijken hoe zij het stadion zo multifunctioneel mogelijk kunnen gebruiken. Als je dan gaat kijken naar het gebruik, dan heb je aan de ene kant de business club, de kleedkamers, de kantoren et cetera. Daar zitten natuurlijk hele makkelijke mogelijkheden, denk ik. Aan de andere kant heb je de echte sportvoorzieningen. Als het dan gaat om voetbal of het hockey van oranje-zwart, dient het aan hoge eisen te voldoen om door de bonden te worden goedgekeurd. Daar stuit je op een aantal praktische problemen. De ondergrond is niet voor twee sporten te gebruiken. Betekent dit dat je dan helemaal niets kunt? Nee, technisch, zeker in deze regio, mijnheer Depla, is alles mogelijk. We hebben inmiddels wat navraag gedaan, maar op hetzelfde veld kan het echt niet. Rolbare hockey- of voetbalondergrond is er ook niet. Als je het veld in zijn geheel wilt schuiven á la Gelredome (mijnheer Mulder gaf dat al aan) dan kom je aan alle vier de kanten iets tegen wat we of niet kwijt willen of net gebouwd hebben. Dat moeten we dus vooral niet doen. Maar je zou natuurlijk, om met u mee te denken, het veld kunnen indelen of hydraulisch over elkaar heen schuiven, voor mijn part het hele veld de lucht in – dan heb je gelijk een dak. Technisch kan het. Ik denk wel dat het duur wordt, maar daar kom ik zo nog even op.
30
A
Als het gaat om het draagvlak gaat het er niet zozeer om dat de verenigingen niet zouden willen samenwerken - nogmaals: dat willen ze graag – maar tegelijkertijd hebben ze voor hun accommodatie en hun faciliteiten wel een programma van eisen. Dat is ook nodig om een gezonde exploitatie als club te hebben. Dat is iets waar wij als raad niet alleen in de sport, maar ook in cultuur veel waarde aan hechten. We hebben een investering aan de voorkant, maar vervolgens moeten de gebruikers wel een gezonde exploitatie kunnen gebruiken. Er worden een aantal dingen in genoemd. We kunnen daar heel lang over discussiëren, maar dat moeten we, denk ik, op dit moment nog even niet doen. Wat nog wel een belangrijk praktisch punt is, wat mij betreft, is het feit dat de hockeyverenigingen op eigen initiatief heel ver zijn met allerlei plannen en uitwerkingen en het vergaren van middelen en dat de voetbalclub echt nog aan het begin staat. Die plannen lopen dus niet synchroon. Op het moment van het totaalplaatje in uw gedachte, als het technisch haalbaar is en het wordt duurder (die verwachting heb ik wel) dan komen we mogelijk wel in de knel, omdat we dus voorlopig nog geen geld hebben als het gaat om een bijdrage vanuit het voetbal. Als ik dan bij de tekst van uw motie kom, zie ik in uw ‘van mening zijnde’ staan dat we de mogelijkheden toch minimaal serieus moeten hebben onderzocht voordat we besluiten. Ik denk dat als wij tot een besluit komen, wij ons serieus moeten hebben afgevraagd of we alle mogelijkheden en alle alternatieven afdoende hebben gewogen. Daar ben ik het met u eens. Mijn persoonlijke mening (die deel ik toch met u) is dat daar geen heel erg realistisch perspectief gaat uitkomen, maar goed, ik ben geen expert en het is bijna kerst, dus ik wil u zeker een handreiking doen. Als ik even de punten afloop die u aangeeft: om op korte termijn met een aantal partijen aan tafel te gaan en even te inventariseren over wat we wel of niet zouden kunnen hebben, heb ik geen probleem. De term ‘onafhankelijk onderzoek’… dan moeten we wel opletten. Wanneer vindt u mijn mening afdoende? Als ik met een aantal partijen aan tafel zit en met al onze mankracht – een stukje van onze mankracht – de punten op een rij zet, neemt u daar dan genoegen mee of wilt u echt een onafhankelijk bureau zonder onze bemoeienis, onderzoek laten uitvoeren? Dat is toch wel iets wat je je kunt afvragen. Ook het ondersteunen en faciliteren… tot hoever moeten we gaan? Het vierde punt dat u aangeeft is om nu nog geen onomkeerbaar besluit te nemen zolang het onderzoek niet is afgerond. Daar kan ik op zich in meegaan, met dien verstande dat wij het lopende proces niet stopzetten. Dat zijn die verenigingen vooral zelf aan het doen. Maar als die verenigingen naar ons toekomen en zeggen: luister, wij hebben een reëel verhaal, kunt u daar als college en met de raad over in gesprek gaan, kan hier een voorstel van gemaakt worden? Ik denk dat ik dan even het net omhoog moet halen, van: we hebben links en rechts wat informatie vergaard – en in dat voorstel zullen wij dus de plussen en minnen gewoon op een rijtje moeten
31
A
zetten. Dat is misschien niet helemaal het ‘onafhankelijk onderzoek’ (als we het heel groot uitleggen), maar volgens mij voldoen wij dan wel aan de behoefte die u heeft, namelijk: kijk er eens naar en ga niet bij voorbaat al zeggen dat het niet kan. Gebruik de tijd die we nu toch hebben, om met zowel intern als externe partners even te kijken wat de plussen en minnen zijn en of er nu een realistisch verhaal uit komt of niet.
Voorzitter: Oké. Daarmee zijn we gekomen aan het einde van de beraadslagingen. Het kan alleen nog maar over de orde gaan, of een interruptie. Bij het actuele vragenuurtje hebben wij geen interrupties en ook geen termijnen meer, dat is nou eenmaal zo in de procedures. U kunt nog voor de orde iets zeggen? Maar dan houdt het ook op. [Diverse reacties buiten het bereik van de microfoon en de camera] De heer Depla krijgt steun vanuit de CDA-flank. Wat stelt u voor? Oké. Hoe lang heeft u nodig? Vijf minuten. [Schorsing] Voorzitter: Ik heropen de vergadering en het woord is aan de heer Depla van de Partij van de Arbeid-fractie. De heer F. Depla: Ja, dank u wel. Ik heb nog even de wethouder gesproken. Wat hij hier net zei, zijn eigenlijk de vier dingen die bij ons in de motie staan. Hij heeft toegezegd dat hij technisch wil onderzoeken wat de mogelijkheden zijn en wat dat betekent voor de financiën – natuurlijk binnen de randvoorwaarden van de sporten; er zijn eisen die hockey stelt en er zijn eisen die het voetballen stelt… Voorzitter: Ik ben zeer coulant, maar u moet het nu echt kort maken! De heer F. Depla: Dus dat heb ik hem horen zeggen. Alleen wat ik hem nog niet heb horen zeggen, maar waar ik vanuit ga dat hij dat ook toezegt of heeft bedoeld, is dat hij daarvoor de samenwerkingspartners Fontys Hogeschool en bijvoorbeeld een …. Voorzitter: Nee, nee. Doe maar, want anders is het onduidelijk. Het is kerstmis zei hij net. De heer Helms: O, het is kerst, ja. Ja, maar we houden het wel compact. We gaan er gewoon een paar externe partners bij betrekken om er even samen over na te denken zodat we de orde van grootte op een rijtje hebben en u straks … Voorzitter: Maar we houden het wel compact. Dus ook in de beantwoording. Dit is het! De heer F. Depla: En daarover rapporteert u dus.
32
A Voorzitter: Jongens! Ja, dan zal hij ook nog wel rapporteren. We gaan over tot stemming van de motie. O, u trekt hem in? De heer F. Depla: Ik trek hem niet in. Ik houd hem nog even in de lucht, maar met deze toezegging kunnen wij op dit moment vooruit. Voorzitter: Dan kijken we wat die honden vervolgens doen…
33
A AcM2. Veiligheid Franz Leharplein en omgeving (LPF, Trots op Nederland). Voorzitter: De heer Reker. De heer Reker: Voorzitter, dank u wel. Toen ik een aantal jaren geleden naar Aalst wilde rijden, had ik twee mogelijkheden: via de Aalsterweg of via de Hoogstraat. Dat wil zeggen: bij Bal van Gennip op de Hoogstraat linksaf de Bennekelstraat in en over het smalle bruggetje bij de Genneper Watermolen, kwam ik zo in Aalst uit. Voorzitter, u zult deze situatie ongetwijfeld nog wel herkennen. In de zestiger jaren heeft Bal van Gennip deze locatie, waar nu een Blokker op het Franz Leharplein is gevestigd, verlaten en heeft de gemeente Eindhoven ten behoeve van een groot woongebied de grens door de Gender en de Dommel het winkelcentrum Franz Leharplein gebouwd met een wijkverzorgend karakter. Het winkelcentrum herbergde een groenteboer, een bakker, een melkboer, een slager en kruidenier, een café en meerdere banken. Het Franz Leharplein was een feit en Gestel was er trots op. Gestel kon toen nog trots zijn op het Franz Leharplein, op het winkelcentrum. Jarenlang is dat goed gegaan. Ondernemers hebben veel geld geïnvesteerd, konden de kost verdienen en de wijkbewoners deden daar in volle tevredenheid in een veilige omgeving hun dagelijkse boodschappen. Een aantal jaren geleden, ik denk tussen de tien en twintig jaar, begon het Franz Leharplein een ander karakter te krijgen. Zwervers, junks, alcoholisten namen langzamerhand bezit van het plein en niet te vergeten: ook van de omliggende straten, tot in het natuurgebied, de Genneper Parken toe. Dit alles ging gepaard met vervuiling, winkeldiefstallen, inbraken, bedreigingen, overvallen (waarbij lichamelijk geweld niet werd geschuwd) en een onveilig gevoel bij het winkelend publiek. En niet in de laatste plaats bij de mensen die er werken. Ook de bewoners voelen zich niet altijd veilig in hun eigen krachtwijk of Vogelaarwijk, zoals dit gebied inmiddels de geschiedenis in zal gaan. In deze lange periode keek de gemeente Eindhoven ernaar, maar zag niets verontrustends, althans: zo lees ik in de stukken en dus kan ik dat ook zo stellen. De gemeente Eindhoven wilde te lang niets zien, met uiteindelijk als resultaat dat de Lijst Pim Fortuyn vandaag een actuele motie indient, samen met Trots op Nederland om nu drastisch in te grijpen en letterlijk het plein en de omgeving schoon te vegen. Laten we daarbij niet schromen om de randen van de wet op te zoeken om dit doel te bereiken. De ondernemers en bewoners mogen niet langer voor de gek gehouden worden. Het is tijd… Nee, voorzitter, het is de hoogste tijd om in te grijpen! Voorzitter, ik heb de misdaadkaart geraadpleegd van het postcodegebied Franz Leharplein en kom tot de volgende verontrustende cijfers: dit jaar zijn er al 9 misdaden van het type overval en beroving gepleegd op het Franz Leharplein. Dit
34
A
jaar zijn er al 31 misdrijven, als ik de overige excessen bij elkaar optel, op het Franz Leharplein gepleegd en tot slot: vanaf oktober 2005 is er een schrikbarend aantal van 325 misdaden in en rondom het Franz Leharplein. Voorzitter, dan heb ik het alleen nog over de geregistreerde misdaden. Dan zal ik de voorvallen van de laatste elf dagen even opsommen. Telt u mee? Een trottoirtegel door de etalageruit van de shoarmazaak, maar dat hebt u zelf ook al gehoord. De kassa is daarbij meegenomen. Twee pogingen tot inbraak bij winkels op het plein. Behalve de beschadigingen zijn ze niet binnengeweest. Drie winkeldiefstallen, waarbij één poging tot diefstal bij de AH. Vorige week werd een bejaarde man van 81 jaar beroofd bij de pinautomaat. Vanmorgen werd een 37-jarige dame bij de pinautomaat op het Franz Leharplein overvallen en daarbij is haar pinpas en wat geld afgenomen. Nadere details ontbreken mij nog. Als wij vandaag niet besluiten in te grijpen, voorzitter, is het wachten op het volgende slachtoffer. Het zou zomaar anders kunnen aflopen. Dat mogen wij als gemeenteraad van Eindhoven niet laten gebeuren! In het jaarverslag van 2008 schrijft de Eindhovense politie al dat het Franz Leharplein last heeft van zwervers en verslaafden en MOE-landers. Dat toont duidelijk aan dat de overlast niet van gisteren is. Erger nog: juist vandaag kwam het bericht binnen dat Eindhoven de onveiligste stad is in onze provincie en landelijk staat onze stad op de zesde plaats. Al met al geen reden voor een feestje, maar wel voor actie, voor daden die het gewenste effect tot stand kunnen brengen. Voorzitter, wij hebben deze actuele motie ingediend omdat onze fractie samen met ondernemers en bewoners ons ernstig zorgen maken over de alsmaar voortdurende onveiligheid op en rond het Franz Leharplein alsook in de wijk in dat deel van Gestel. Toch vind ik het bedroevend om te moeten constateren dat tot op de dag van vandaag meerdere Eindhovense colleges, gemeenteraden, hulpinstanties, de politie en alle ambtenaren van de gemeente Eindhoven geen […] oplossing hebben kunnen bedenken, laat staan op het Franz Leharplein de broodnodige rust te brengen en de noodzakelijke veiligheid te garanderen. Dan nu de actuele motie: ‘Stelt de raad voor het college op te roepen: 1. met ingang van morgen, 19 december 2012, adequaat toezicht en handhaving op het Franz Leharplein en omgeving in te stellen en dit tijdens de openingstijden van de winkels en tot enkele uren na de sluiting van de winkels. Dit door eventueel een externe organisatie in te huren en dit te bekostigen van de Vogelaar-gelden; 2. de overlastgevende veelal psychisch gestoorde junks, alcoholverslaafden en andere criminelen te arresteren en tijdens of na hun straf verplicht te laten afkicken.’ Dat is mogelijk.
35
A
Voorzitter, tot slot: de leden van deze gemeenteraad zijn gekozen door de burgers van deze stad. Dat wekt verwachtingen. Met andere woorden: als de leden van deze gemeenteraad de ondernemers, de gebruikers en bezoekers van het Franz Leharplein, maar ook de burgers tussen de Gender en de Dommel serieus nemen, kunnen zij vandaag niets anders doen dan de actuele motie in positieve zin te steunen. Voorzitter, genoeg is genoeg! De mensen zijn het zat. Voorzitter: Zijn er anderen die hierover het woord wensen te voeren? De heer Bouassria: Dank u wel, voorzitter. Ik heb een vraagje aan de heer Reker. Hij zegt: criminelen oppakken en opsluiten, verplicht afkicken. Hij zegt: ‘dat is mogelijk’. Kunt u juridisch onderbouwen waarin dat mogelijk is? De heer Reker: Ja. Ik weet niet of u van Novadic gehoord hebt. Dat is een afkickcentrum in Zutphen. Ik heb daar met hulpverleners gesproken, samen met de heer Stroek, en zij zeggen: 90% van de mensen die wij in behandeling krijgen, kicken af, voorgoed. De hulpverlener was naar eigen zeggen de grootste crimineel die er rond heeft gelopen, kwam daar twintig jaar geleden terecht en hij is daar als hulpverlener blijven hangen. Het is alleen een heel apart systeem; het is niet ‘pappen en nathouden’, maar gewoon: ‘afkicken, klaar uit!’. Die mogelijkheid bestaat dus. Waarnemend voorzitter: Zijn er geen vragen meer? Dan is het woord nu aan de burgemeester. De heer Van Gijzel: Ik dank de heer Reker voor zijn vragen. Ik heb op de vragen van de heer Rennenberg al heel veel antwoorden gegeven. Die ga ik allemaal niet herhalen. Misschien is er nog wel iets, want daar is de laatste vraag over gesteld en daar wil ik helderheid over geven. Verplicht afkicken is niet aan de raad noch aan de burgemeester voorbehouden. Het is onmogelijk om dat te doen en dat moet in strafrecht gebeuren. Je kunt wel maatschappelijke trajecten doen, maar ik wens er echt nog een keer op te wijzen dat wij mensen die geen strafrechtelijk feit gepleegd hebben niet in het strafrechtelijk kader gaan plaatsen met de vingerwijzing. We hebben een adequaat programma opgezet met de mensen daar als het gaat om leefbaarheid. Dat voeren we uit. Ik heb antwoorden gegeven met betrekking tot de inzet van politie en stadswacht. Ik heb dus ook geen behoefte aan deze motie. Waarnemend voorzitter: Zijn er nog mensen die hier kort een opmerking over willen maken? De heer Reker: Mag ik daar nog op reageren, voorzitter?
Waarnemend voorzitter: Nee, want bij de behandeling van een actuele motie is er één termijn. Ik wou dus overgaan tot stemming en verzoek eenieder die voor deze
36
A
motie is, zijn hand op te steken. [Stemmen bij handopsteken] En degenen die tegen zijn? [Stemmen bij handopsteken] Dan is met de stemmen van LPF en Trots op Nederland voor, deze motie verworpen. Ik dank u.
AcM3. VVE motie overgangsregeling twee jaar (PvdA, VVD). Voorzitter: Wie mag ik daar het woord over geven? De heer Torunoglu: Voorzitter, die motie houden wij aan, omdat we technisch nog wat antwoorden gaan krijgen. Op basis daarvan zullen wij hem al dan niet indienen. Voorzitter: De motie wordt aangehouden en maakt geen deel meer uit van de beraadslagingen.
9.
Raadsinformatiebrieven ter kennisname.
Voorzitter: Ik stel voor de brieven ter kennisgeving aan te nemen. Mocht u één van deze brieven willen agenderen voor de raadscommissie, dan kunt u daartoe een verzoek indienen bij het presidium. U kunt dat melden bij de griffie.
10.
Ingekomen stukken.
Voorzitter: Voorgesteld wordt om de ingekomen stukken onder A, B en C af te handelen conform de voorstellen zoals u die in de agenda heeft ontvangen. Kunt u daarmee instemmen? Ja, dat is het geval.
11.
Sluiting.
Voorzitter: Dan zijn we nu aan het einde van de vergadering gekomen. Meestal houd ik dan even een overzicht van hoe het jaar eruit heeft gezien. Ik moet overigens zeggen dat het wel een stevig jaar was, met elkaar. Ik vind wel dat we buitengewoon adequaat en succesvol de problemen die op ons afkwamen samen hebben kunnen oplossen, ook met de partijen in de stad. Daarvoor iedereen heel veel dank, maar misschien is het wel leuk, voordat ik u een definitieve kerst en oud- en nieuwjaarswens toewens, om even naar een filmpje te kijken. Er komt een kort filmpje van de filmploeg Woensel West met een kerstboodschap waarin wordt ingegaan op de situatie van de krachtwijken in Eindhoven.
37
A
[Film met nieuwe wederwaardigheden van Baron Roderick van Zijtaart de Godbethere wordt op het grote scherm getoond, gevolgd door applaus.] Goed, daarmee is een einde gekomen aan deze vergadering. Ik wens u een buitengewoon plezierig kerstfeest en een goed oud en nieuw. Mevrouw Van Kaathoven, de heer Depla, de heer Van den Broek en de heer Van Dorst wens ik een heel succesvolle avond. Wie vergeet ik? De heer Bouteibi! Dat is nog een runner-up. We zien elkaar zo meteen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 maart 2013.
R. van Gijzel, voorzitter.
J. Verheugt, griffier.
rhu/HA13003701
38