Wethouder Cultuur, Binnenstad en Internationaal
Marjolein de Jong
Gemeente Den Haag
Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag
De voorzitter van Commissie Samenleving en Ruimte
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk
DSO/2012.1289 – RIS 252380 Doorkiesnummer E-mailadres Aantal bijlagen
5
Datum
6 oktober 2012 Onderwerp
beantwoording technische raadsvragen bij rv Realisatie Spuiforum
Geachte voorzitters, Wij hebben u in de gelegenheid gesteld schriftelijk technische vragen te stellen over het rv Realisatie Spuiforum. Hiervan is gebruik gemaakt door VVD, HSP en D66. Bijgaand treft u de antwoorden aan. In een aantal van de antwoorden wordt gerefereerd aan de dekking voor het Spuiforum. Hierbij merken wij voor de volledigheid graag op dat een deel van de dekking pas beschikbaar is nadat de gemeenteraad de programmabegroting 2013-2016 heeft vastgesteld. Met vriendelijke groet, Marjolein de Jong Wethouder Cultuur, Binnenstad en Internationaal
Marnix Norder Wethouder Stedelijke ontwikkeling, Volkshuisvesting en Integratie
Inlichtingen bij
Carsten Hof Postadres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Internetadres: www.denhaag.nl
Telefoon: 070 - 353 2551 Fax: 070 - 353 2210
2
Vragen VVD 1. In het raadsvoorstel van 2011 is het volgende toegezegd:”Ten behoeve van de definitieve besluitvorming dienen de geprognosticeerde bezoekersaantallen en inkomsten op basis van de actuele marktsituatie voor cultuur, evenementen en popconcerten kritisch te worden getoetst. Ook wordt bij de verdere uitwerking onderzocht wat de financiële effecten zijn van een eventuele daling van de bezoekersaantallen”. Kan het college een nadere onderbouwing (gerelateerd aan de marktvraag – en ontwikkelingen) geven van de genoemde bezoekersaantallen (GP, KC, NDT, RO, Zakelijke verhuring) en de financiële risico’s in de exploitatie en maatschappelijke baten bij een eventuele daling (in een 3-tal scenario’s) Het college heeft opdracht gegeven tot nieuwe exploitatie-opzet en heeft de daaruit voortvloeiende nieuwe bezoekersaantallen (320.000) doorgerekend in de geactualiseerde MKBA. Daarmee is ten opzichte van de eerdere raming het bezoekersaantal met 80.000 per jaar naar beneden bijgesteld. Het nieuwe bezoekersaantal is in overleg met de directeuren van de instellingen vanaf de basis opgebouwd vanuit de meerjaren beleidsplannen 2013-2016 die de instellingen op dat moment hadden afgerond. Er zijn in de culturele programmering van Spuiforum niet meer voorstellingen opgenomen dan vanuit de beschikbare cultuursubsidies realistisch is. Op basis van de basisprogrammering is bezien welke ruimte, maar ook markt er is voor zakelijke evenementen. De bezoekersaantallen en inkomstenraming voor zakelijke evenementen zijn tot stand gekomen op basis van extern advies. Hiermee is naar de overtuiging van het college een realistische basis gelegd die ruimte biedt voor groei. Er zijn daarom geen scenario’s doorgerekend die rekening houden met lagere bezoekersaantallen. In termen van exploitatie zou dit, wanneer dit toch gewenst wordt, een aparte studie vergen, want dalende bezoekersaantallen leiden niet automatisch tot evenredig lagere netto-resultaten. Het effect op het exploitatieresultaat hangt af van de beïnvloedbaarheid van de huisvestings-, personeels- en activiteitenlasten. Een deel van de risico’s ligt overigens bij de instellingen, indien zij geen publiek zouden trekken. Het effect op de MKBA zou eveneens een aparte rekenopdracht aan de adviseur vergen. De kern van een MKBA ligt in onze optiek juist in het ondersteunen van de afweging op basis van realistische scenario’s (te weten het basisscenario van 320.000 bezoekers) en niet op basis van onverhoopt tegenvallende resultaten, waarvoor geen onderbouwing te geven is. Dat wel scenario’s voor hogere bezoekersaantallen in de MKBA zijn opgenomen, vloeit voort uit de verwachting die wij nu hebben met de huidige (o.a. cultuur)begroting en huidige marktinzichten het dieptepunt in de economische recessie wel zal zijn bereikt en dat er op enig moment (en liefst vóór 2018) weer een stijgende lijn in komt. 2. In het raadsvoorstel van 2011 is het volgende toegezegd: “Het College stelt voor uiterlijk medio 2012 een definitief besluit te nemen over de realisatie van het Dans- en Muziekcentrum. Dit dient te worden vastgelegd in een samenwerkingsconvenant tussen de gemeente, het Koninklijk Conservatorium en de betrokken culturele instellingen. Daarin moet zijn vastgelegd op welke wijze de definitieve financiering is georganiseerd en hoe de (financiële) verantwoordelijkheden tussen betrokken partijen verdeeld”. (5.4. Financiële dekking) Bij het huidige RV ontbreekt een (concept-) samenwerkingsovereenkomst waarin voornoemde zaken worden vastgelegd. a. Kan het college deze alsnog ter inzage leggen? b. Indien deze er niet is: kan het college inzage geven in de wijze waarop kosten, opbrengsten en risico’s van de bouw en exploitatie tussen de partijen wordt verdeeld? Er zijn nog geen samenwerkingsconvenanten afgesloten. De risico’s (en kansen) die behoren bij de bouw zijn voor rekening van de opdrachtgever, dus de gemeente. Overschrijdingen die ontstaan als gevolg van extra wensen ten opzichte van het functionele programma van eisen en ramingen theatertechniek, zijn voor rekening van de instellingen die deze wens indienen. Risico’s in de exploitatie van Spuiforum (positief en negatief) zijn en blijven voor de exploitatiestichting. Risico’s van de eigenaren-exploitatie door de
3
gemeente worden beheerst door professioneel vastgoedmanagement door de Centrale Vastgoedorganisatie en door langlopende huurcontracten met de instellingen aan te gaan. 3. Dictum punt VII stelt voor om de raad een voorstel voor te leggen indien er wordt afgeweken van de “in dit raadsvoorstel geschetste kaders”. Kan het college deze kaders expliciet en SMART formuleren, zodat deze in het dictum kunnen worden opgenomen? Binnen de termijn van beantwoording van deze technische vragen, lukt dat het college niet, maar desgewenst kunnen wij u enkele dagen vóór de commissievergadering de belangrijkste concrete kaderstellende elementen verstrekken. 4. Is onderzocht wat de effecten van de geplande detailhandel zijn op bestaande detailhandel in de omgeving? Zo ja, wat zijn de onderzoeksresultaten? Zo nee, waarom niet? Bij de bepaling van de metrages detailhandel in Spuiforum is conform advies van LAgroup en ambtelijk advies van de afdeling Economie bepaald dat de omvang van detailhandel beperkt moet blijven om kopersstromen van de belangrijke winkelgebieden in Den Haag niet om/af te leiden naar Spuiforum. Spuiforum zal enkele special interest-winkels huisvesten, waar mensen speciaal naartoe komen en die qua branchering aansluiten bij het concept/merk van Spuiforum. 5. Is het onderzoek van LAgroup dat genoemd wordt op pagina 4 openbaar? Graag zouden wij een kopie van het onderzoek ontvangen. Het advies kan openbaar gemaakt worden. 6. “de markt ziet goede kansen om de ruim 2 miljoen bezoekers aan bibliotheek/stadhuis, bioscopen en theaters langer vast te houden.” (. 4) Welke partijen worden bedoeld met ‘de markt’ in dit kader? Op welke cijfers en trends is deze verwachting gebaseerd? Eigenlijk iedereen die hierover meedacht geeft aan dat theaterbezoekers op dit moment te veel direct uit de parkeergarage een voorstelling bezoeken en na afloop, uitkijkend over een weinig levendig en donker plein besluiten toch maar naar huis te gaan, in plaats van ergens na te borrelen. Maar ook overdag ligt er een grote kansen in en rondom Spuiforum een dag(deel) door te brengen in een levendige omgeving. Dit is met name gebaseerd op hoe het plein en omliggende bebouwing nu functioneert. 7. Wat wordt bedoeld met: a. een “hoog afwerkingsniveau”? (p.7) Een duurzaam representatieve afwerking van vloer, plafonds en wanden van alle publieksruimten, met hoogwaardige materialen. Voorbeelden: natuursteen, hout. b. een “degelijke en sobere maar geen ‘lowbudget’- afwerking”? (p.7) Een meer standaard afwerking en kostenniveau van de leslokalen, oefenstudio’s en kantoorruimte, waarbij de uitstraling minder belangrijker is, maar meer gelet wordt op de onderhouds- en schoonmaakaspecten. Low budget wordt afgeraden omdat dit de exploitatie uiteindelijk nadelig zal beïnvloeden. 8. Hoe is de artistieke kwaliteit van de zalen in vergelijking met soortgelijke zalen in Nederland? Graag een onderbouwde vergelijking/toelichting. Deze vraag is zeer breed gesteld en laat ons veel ruimte voor interpretatie. Niet duidelijk is of gedoeld wordt op de vormgeving en aankleding van de zaal zelf, de mogelijkheden voor een breed assortiment van artistieke producties of op de inhoud/programmering zelf. Op alle drie de aspecten zou het antwoord overigens zijn dat de zalen in Spuiforum alle mogelijke vormen van artistieke producties aan zal kunnen en dat de zalen en de aangrenzende ruimte en faciliteiten de culturele, zakelijke of anderszins geïnteresseerde
4
bezoeker zullen aanspreken. De zalen zullen een hoge kwaliteit kennen, zowel op het gebied van (variabele) akoestiek, audiovisuele mogelijkheden en de maten van de podia en (in de danszaal) het zijtoneel bieden ruimte voor een groot aantal soorten producties. 9. Welke mate van zekerheid is er dat de ruimte in de Nieuwe Kerk gebruikt kan worden? Is het gebruik van de Nieuwe Kerk meegenomen als risico? Zo ja, hoe is dit gekwantificeerd? Het bestuur van de nieuwe kerk heeft de intentie de nieuwe kerk meer open te stellen voor culturele bespeling en publiek. Het gebruik van de Nieuwe kerk wordt opgevangen binnen de exploitatie van Spuiforum (in geval van uitwijk) en het Koninklijk Conservatorium. Het laatstgenoemde is (nog) niet gekwantificeerd, want dit hangt sterk af van de noodzakelijk te reserveren tijdsblokken op basis van een gedetailleerd examen- en programmeringsrooster van het KC en de exploitatiestichting. Ook zullen aan de hand van deze gegevens de nadere gesprekken met de Nieuwe Kerk moeten worden gevoerd. 10. Wat zijn de risico’s voor dit project als Wijnhaven 2 niet wordt ontwikkeld? Geen. 11. (p. 14) De uiteindelijke gemeentelijke kapitaallasten bedroegen in 2011 6,1 miljoen. Deze zijn gestegen naar 9,4 miljoen. Waaruit bestaat deze kostenstijging? De in 2011 becijferde kapitaallastenbudget betrof een gemeentelijke investering van € 94,3 mln, af te schrijven in 40 jaar. De verschillen met de huidige raming laten zich als volgt verklaren: - In 2011 was de aanname dat het KC geheel op eigen kracht haar deel (€ 81,5 mln) in de totale investering van Spuiforum zou dragen. Dat bleek niet houdbaar, zodat wij nu voorstellen dat de gemeente een deel van de investering op zich neemt. De gemeente draagt € 2,8 mln bij uit het onderwijshuisvestingsbudget en € 16,6 mln uit de algemene middelen (onderdeel besluitvorming meerjarenbegroting 2013-2016). Dit is minder dan 1/3 van de investering van € 66 miljoen in het deel van het conservatorium; - Verder werd in de berekening van de investering in 2011 uitgegaan van prijspeil eind 2010. In de huidige ramingen is rekening gehouden met prijspeil 2017. Indien de oorspronkelijke investering uit 2011 van € 94,3 mln wordt geïndexeerd naar prijspeil 2017 dan stijgt dit bedrag tot € 108,3 mln; - Tot slot is in het huidige voorstel op basis van meer gedetailleerde informatie een differentiatie aangebracht tussen investeringen in het gebouw (afschrijving in 40 jaar) en de installaties (15 jaar), waar in 2011 op alle investeringen nog een 40-jarige afschrijvingstermijn werd toegepast. Dit levert voor het installatiedeel in het eerste jaar dus hogere afschrijvingslasten op. 12. Is er een post onvoorzien opgenomen? Zo ja hoe groot is deze? Rekening is gehouden met een percentage onvoorzien van 5% van de directe kosten en een extra 5% van de stichtingskosten. 13. (p.16) Waar komt de 2,8 miljoen incidentele onderwijsbijdrage vandaan? De stichtingskosten van de leslokalen voor het primair/voortgezet onderwijs binnen het KC (School voor Jong Talent) wordt gealloceerd en bekostigd uit het programma onderwijshuisvesting. 14. (p.15) Waren het atrium en de foyers eerder wel aan het KC toegerekend? Zo ja, waarom is dat nu niet meer het geval? Ja, eerder deelde het KC naar rato van het aantal m2 mee in alle publieksruimtes. Het college vindt het echter niet reëel om de publieke ruimtes met de hoge afwerkingsniveaus, maar waarover het KC geen
5
zeggenschap heeft, toe te rekenen aan het KC. Dit valt ook niet onder de normale huisvesting van een HBO-school. 15. (p.15) Hoe is de inschatting van €5-12 miljoen sponsorinkomsten onderbouwd? Hoe verhoudt dit bedrag zich tot de €15 miljoen sponsorinkomsten/sparen KC/gem incidentele dekking op dezelfde pagina? Hoe worden tegenvallende sponsorinkomsten eventueel opgevangen? David Dixon schat de onderverdeling van de raming van € 5 à 12 mln grofweg als volgt in, overigens zonder dat dit voor de vervolgaanpak de werkelijke onderverdeling zal zijn: - founders (grote bedrijven): € 3 à 8 mln - partners (bedrijven, fondsen, particulieren: € 1 à 1,5 mln - vrienden van RO, NDT: € 2,5 à 3 mln - particuliere gevers € 0,75 mln - campagne theaterbezoekers € 0,5 mln Het streven is als gemeente en KC gezamenlijk € 15 mln aan sponsorbijdragen te genereren. Dit is inclusief het sparen door het KC. Mocht dit niet vóór het streefjaar 2018 gerealiseerd zijn, wordt hiervoor langer de tijd genomen, omdat het gebouw, eenmaal geopend nieuw enthousiasme zal kunnen opwekken. 16. (p.16) Wat heeft het KC ondernomen om fondsen van derden aan te trekken voor hun aandeel in de stichtingskosten? De fondsenwervingscampagne wordt na besluitvorming in de raad voorbereid en uitgevoerd. Oriënterend hebben zowel de gemeente als het KC weliswaar gesprekken gevoerd, maar het is pas zinvol serieus energie van gemeente-, KC- en potentiële sponsorzijde in een samenwerking te steken, wanneer het plan daadwerkelijk in uitvoering kan worden genomen. Pas dan is het voor potentiele sponsoren zinvol om tot afspraken te komen. 17. (p. 14-16) De huidige waarde van het KC pand is € 5.4 mln en de nieuwbouw is 12 keer duurder (€ 66 mln). De totale huisvestingslasten van het KC gaan van € 1.8 mln naar € 2.4 mln (+25%). a. Op welke wijze kan het college de stelling onderbouwen dat het KC 2/3 van de stichtingskosten (p.16 van het RV) op zich zal nemen? b. wat is de jaarlijkse bijdrage van het KC aan de exploitatie en hoe verhoudt dit zich tot de 1,9 miljoen euro huurpenningen van het KC (o.a. p.14). Het KC draagt 2/3 van de totale investering van € 66 miljoen in het nieuwe conservatorium, dat onderdeel uitmaakt van het Spuiforum. De € 1,9 mln die het KC bijdraagt als dekking in de kapitaallasten is afkomstig uit de huurpenningen die het betaalt. Deze € 1,9 mln betreft kapitaallasten van het eerste jaar van de vastgoedexploitatie, behorend bij een investering van € 31,2 mln. Daarnaast zet het KC als eigen bijdrage de verkoopopbrengst van het huidige eigen gebouw ad € 5,4 mln in voor afdekking van de investering. Tot slot zal het KC door middel van sparen en een gezamenlijke fondsenwerving zelf € 10 mln bijdragen in de investering. In totaal betreft het € 46,6 miljoen. Dat is meer dan 2/3. Het KC verhoogt zijn huisvestingslasten van € 1,8 mln naar € 2,4 mln huisvestingslasten, waarvan € 1,9 mln dekking kapitaallasten en € 0,5 overige huisvestingslasten. In de onderliggende kostenstructuur bij de vastgoedexploitatie die leidt tot de huur- en bijdrageberekeningen, verschuiven beide elementen in onderling gewicht. De € 1,9 mln kapitaallasten (afschrijving en rente) verminderen jaarlijks vanwege de toegepaste lineaire afschrijvingsmethodiek. De kapitaallasten in jaar 20 bedragen bijvoorbeeld € 1,4 mln en in jaar 40 (het laatste exploitatiejaar) € 0,8 mln, terwijl de overige kosten jaarlijks indexmatig stijgen. Dit betekent dat de bijdrage aan de exploitatie, uitgaande van de € 2,4 mln beschikbaar, in het eerste jaar € 0,5 mln bedraagt en in het laatste jaar € 1,6 mln (in constante prijzen t.b.v. de vergelijkbaarheid). In totaal is in de exploitatiebegroting (zowel gemeente als exploitatiestichting) vanaf 2018 een structurele bijdrage vanuit de gemeente voorzien van € 0,9 mln. Met deze bijdrage is zowel aan gemeentezijde als aan de zijde van de exploitatiestichting een kostendekkende vastgoed- resp. gebouwexploitatie mogelijk.
6
18. (p.17) Wat wordt bedoeld met de opmerking dat de kosten- en opbrengstenposten in de exploitatieopzet “reëel” zijn bepaald? Daarmee wordt bedoeld dat de ramingen naar het oordeel van de instellingen zelf (die gezamenlijk het Spuiforum tot een succes zullen maken) en van het college niet te rooskleurig zijn voorgesteld. 19. (p. 18) “Daarnaast is onderzocht of marktpartijen bereid zouden zijn om (delen van) de stichtingskosten voor eigen rekening en risico te realiseren. Dit is inderdaad mogelijk voor het horeca- en detailhandelvolume op de begane grond.” a. Hoe is deze stelling onderbouwd? Marktkenners geven aan dat de locatie aantrekkelijk is om een horeca-vestiging te exploiteren. Informeel wordt al interesse getoond. b.
Wat voor bedrag zouden deze marktpartijen voor hun rekening kunnen nemen?
Dit hangt af van het concept dat men wil aanbieden en de gewenste afwerking en inrichting van de binnenkant. Dit is niet uit te drukken in een deel van de investering. Deze investeringen staan ook buiten de stichtingskostenberekening in het raadsvoorstel. In de huidige heeft het betrekking op circa 800 m2 verhuurbaar vloeroppervlak. c.
Op welk deel van de stichtingskosten zou het eventueel betrekking hebben, het KC-deel of gemeentelijk deel?
In de stichtingskosten zijn de bouwkosten van het casco (met aansluitingen) en inrichting van de commerciële ruimtes niet meegenomen, omdat dit geen onrendabele investering betreft die in de gemeentebegroting wordt verwerkt. Wel is in de grondexploitatie rekening gehouden met gronduitgifte ten behoeve van commerciële functies op de begane grond c.q. verhuuropbrengsten. 20. (p. 24) Is er nagedacht over andere opzet van het SEM? Zo ja, welke veranderingen zijn gepasseerd? Zoals bekend wordt op dit moment toegewerkt naar integratie van de Stichtingen gastprogrammering en de Stichting Exploitatie Dans- en Muziekcentrum. Verder is in de voorbereiding gesproken over diverse varianten voor de exploitatie van het Spuiforum, mede in relatie tot de positie van de instellingen. Belangrijke afweging hierin is dat er een gezond evenwicht blijft tussen culturele, onderwijs- en commerciële doeleinden. Door alle instellingen wordt onderkend dat de kracht van het concept van Spuiforum gezamenlijk wordt bepaald en een goede samenwerking cruciaal is voor een artistiek en commercieel gezond product. Belangrijk is dat één exploitant verantwoordelijk voor de exploitatie van het gebouw. De stichtingsvorm biedt naar het oordeel van het college een goede verankering. Een volledig commerciële exploitatie is gelet op de functies in het gebouw niet voor de hand liggend. Een volledig commerciële exploitatie zou naar onze inschatting de theaters te veel outsourcen en dreigt het gevaar dat de bedrijfsbelangen (bijvoorbeeld in spannende tijden) de overhand krijgen. Ook kan het op gespannen voet staan met het publieke karakter van deze voorziening. De stichting kan voor onderdelen van de activiteiten overigens de markt inschakelen of delen van de exploitatie uitbesteden, maar altijd onder eigen regie. Concept-stedenbouwkundig plan 1.
(p. 17) Wat is de verwachte ontwikkeling van windhinder op de ‘Golden Mile’ vanaf het station?
In september 2009 is door DGMR een 'Windonderzoek Cultuurforum/Wijnhavenkwartier' verricht. Hier zijn o.a. de bestaande situatie en de toekomstige situatie vergeleken De toekomstige situatie heeft als
7
uitgangspunten een globale rechthoekige massa op de locatie van de huidige zalen met een maximale hoogte van 50 meter en nieuwbouw van Wijnhaven II conform het bestemmingsplan. In deze studie wordt geconcludeerd dat het windklimaat aan de Turfmarkt nabij het Stadhuis iets ongunstiger wordt. Er is geen sprake van windgevaar. Het huidige zeer gunstige windhinderklimaat wordt iets ongunstiger, maar het windklimaat is nog steeds uitstekend als doorloopgebied en slentergebied. Voor de terrassen geldt dat terrasschermen de horizontale wind voldoende kunnen breken. Windhinderonderzoek is kostbaar en dient bij voorkeur met zo min mogelijk varianten te worden uitgevoerd. Daarom is nog geen nieuw windonderzoek uitgevoerd. Er is in dit stadium geen reden om aan te nemen dat de gedraaide positie van het Spuiforum gelegen aan het Spui wat windhinder betreft per saldo ongelijkwaardig is dan wel aanleiding kan zijn voor het wijzigen van de positie van het gebouw. Het windhinderklimaat is daarom voor deze variant nu nog niet onderzocht. Dit zal in de volgende planfase ten bate van de juridisch-planologische procedures plaatsvinden. Indien het windklimaat slechter zou zijn dan nu verwacht is het mogelijk om een aanvullend maatregelenonderzoek te verrichten om te kijken met welke maatregelen het windklimaat gunstiger wordt. a. Is er een windhinderonderzoek gepland? Ja, direct na het voorlopige ontwerp b. Is er een bezonningsonderzoek gepland? Ja, direct na het voorlopige ontwerp 2.
(p. 39) “Vanwege de noodzaak zich hierop tijdig voor te bereiden (voorbereidingstijd minimaal 1,5 jaar), dienen de specificaties van de tijdelijke locaties rond 1 januari 2013 bekend te zijn en moeten ze – afhankelijk van de locatie – in de loop van 2014 daadwerkelijk geschikt (gemaakt) zijn.” Hoe ver is de zoektocht naar tijdelijke locaties gevorderd? Is de wens om de locaties rond 1 januari 2013 bekend te maken nog haalbaar?
Eerdere inventarisaties van eisen aan tijdelijke locaties worden momenteel geactualiseerd. Met name de specificaties van de podia dienen uiterlijk 1 januari 2013 bekend te zijn en er moet een duidelijke intentie van ontvangende partijen zijn om de instellingen tijdelijk te ontvangen als gastbespeler. Daarover worden momenteel verkennende gesprekken gevoerd. Deze geven het college vooralsnog geen indicatie dat deze mijlpaal niet gehaald zou kunnen worden. Voor de zoektocht naar alternatieve huisvesting voor de repetitieruimtes, oefenstudio’s en kantoorruimte is wat meer tijd, omdat het vinden van die locaties niet direct van invloed is op de voorbereiding van het nieuwe theaterseizoen. 3.
(p.39) Verwacht men de parkeergarages tijdens de bouw tijdelijk moeten worden afgesloten? Zo ja, hoe lang, hoeveel plekken zijn die periode niet beschikbaar en hoe is in compensatie voorzien?
Dat is een punt van nader onderzoek. Ambtelijk worden de voorbereidingen hiervoor in gang gezet. Nadere informatie daarover wordt eind 2012 verwacht. 4.
(p. 39) “Er is rekening gehouden met een aanpassing van de bestaande parkeerkelder en het optimaal benutten van bestaande of in de toekomst nieuw te realiseren parkeercapaciteit.” Hoe is hiermee rekening gehouden?
De parkeercapaciteit zal moeten voldoen aan de realistisch te stellen normen terzake, rekening houdend met de capaciteit en toegankelijkheid van omliggende parkeergarages. Uiteraard wordt bezien welke delen van de huidige parkeergarages behouden kunnen blijven, dan wel weer als parkeergarage kunnen worden ingezet. Een voorbeeld van het laatste is dat eind jaren ’80 de parkeergarage onder het Lucent danstheater vanwege een te krap ruimtelijk programma is omgevormd tot dansstudio en kleedruimte voor het NDT, maar in de basis een parkeergarage is die wellicht behouden kan blijven. In het kader van de
8
grondexploitatie zal de gewenste parkeeroplossing worden becijferd en financieel doorgerekend. U zult eind 2012 kennis kunnen nemen van deze exercitie. 5. Wat is de ontwikkeling van het aantal parkeerplekken in vergelijking tot: a. de huidige situatie? b. de plannen uit 2011? Ad a Op basis van voorlopige informatie zal de parkeercapaciteit van parking Spui met circa 120 parkeerplaatsen worden uitgebreid. Ad b In de plannen uit 2011 is geen rekening gehouden met een noodzakelijke uitbreiding van de parkeerbehoefte. In het toe nog prillere stadium van planvoorbereiding werd aangenomen dat onder het Spuiforum (dat toen nog niet gedraaid was) de volledige parkeergarage (incl. dansstudio’s en kleedruimten) behouden kon blijven en geen netto-uitbreiding noodzakelijk zou zijn. 6.
Hoe is het aantal benodigde parkeerplekken bepaald?
De voorlopige parkeercijfers zijn conform de vastgestelde parkeernormen bepaald op basis van de het oppervlak aan theater en onderwijs, rekening houdend met de aanwezigheidspercentages verdeeld over de dag en in beschouwing nemend de capaciteit en bezettingsgraad van omliggende parkeergarages. Echter, de parkeerbehoefte wordt nog nader geanalyseerd in de volgende fase van voorlopig ontwerp, de gelijktijdige voorbereiding van de grondexploitatie en het juridisch-planologische traject. Presentatieboek 1.
(p.7) Hoe lang gaat het duren om van de begane grond naar de hoge concertzaal te komen?
Maximaal 3 minuten. 2.
Zijn (brand)veiligheidsafwegingen reeds meegenomen in het ontwerp met gestapelde zalen? Graag een nadere uitleg over de risico’s en oplossingen.
Ja, het ontwerp is gemaakt door een vakkundig team van technische specialisten, binnen de eisen van de regelgeving voor ontvluchtingen, brandcompartimentering, rookventilatie, enzovoort. Een formele toetsing door de brandweer heeft nog niet plaats gevonden. De hoofdopzet van dit schetsontwerp is echter zodanig dat het in goede samenwerking met de brandweer uitgewerkt kan worden tot een veilig en vergunbaar gebouw. MKBA 1.
Klopt het dat dit de eerste MKBA van een ontwikkeling in de stad is, waarin de waardestijging van het omliggende vastgoed als maatschappelijke baat is meegenomen? Kan het college andere MKBA’s van binnen of buiten Den Haag overleggen, waarin deze methode wordt toegepast?
Nee, deze methode is gebruikelijk en is bijvoorbeeld in de MKBA Boulevard Scheveningen (uitgevoerd door SEO) ook toegepast. Vele andere MKBA’s in het land, uitgevoerd door verschillende onderzoeksinstellingen bevatten een becijfering van de vastgoedwaarde-effecten. Voorbeelden: de MKBA Zuidas (CPB), MKBA Stadionpark Rotterdam. Voor meer voorbeelden, zie http://www.pbl.nl/publicaties/2010/Evaluatie-beoordeling-Nota-Ruimte-projecten. 2.
De maatschappelijke baten van de waardestijging is bepaald op peildatum 2009. Is het correct te veronderstellen dat de waardedalingen tot op heden (en in de toekomst) van het vastgoed sindsdien niet zijn meegenomen in deze berekening?
9
Dat klopt, maar het effect hiervan is verwaarloosbaar, aangezien de algemene waardedaling zowel betrekking heeft op de nulsituatie als op de investeringsvarianten. Relevant is met name het percentuele effect van de investeringsbeslissing op de vastgoedwaardeontwikkeling. 3.
Kan het college het oorspronkelijke rapport van ABF Valuation overleggen?
Ja, deze wordt ter inzage gelegd bij de griffie. (Helaas staat hier ‘concept’ op, maar is de laatste versie die Decisio ervan heeft.) 4.
Is ABF geraadpleegd bij de nieuwe bepaling van het effect op de vastgoedwaarde?
Nee, maar Decisio heeft de rekenmethode, die in 2010 is gebruikt bij de bepaling van het effect op de vastgoedwaarde, opnieuw toegepast op de nieuwe situatie. Technische vragen VVD - Exploitatieopzet Spuiforum 1.
(p. 9) Waarin zit de huurdaling tussen 2010-2012 (verschil van €1.257.000 – €1.038.306)? De huur is opnieuw vastgesteld op basis van de geoptimaliseerde omvang en stichtingskosten van het gebouw. De lagere stichtingskosten veroorzaken de lagere huur dan in 2010, omdat de stichtingskosten bepalend zijn voor de benodigde jaarlijkse onderhoudsreservering,de brandverzekering en de OZB/eigenaren.
2. a. b. c. d.
(p. 13) De samenstelling van en aantallen bezoekers zijn grondig gewijzigd ten opzichte van de MKBA uit 2011, namelijk veel minder betalende bezoekers (-40%) en meer zakelijke verhuur (nieuw). Kan het college de maatschappelijke baten meer gedetailleerd (aantallen en bestedingen) onderbouwen naar: Betaalde voorstellingen (uitgesplitst naar GP, RO, NDT, KC) Gratis voorstellingen Zakelijke verhuringen Hierbij moet eerst worden opgemerkt dat de exploitatieopzet van Spuiforum iets anders is en anders is opgebouwd dan de MKBA, hoewel het deels dezelfde ingrediënten zijn. Het eerste is gericht op de bedrijfsvoering van de exploitatiestichting, het tweede is gericht is op de economische en maatschappelijke effecten van de investeringvoor de economie, waaronder de bestedingen. Het al dan niet betaald zijn van het bezoek aan voorstellingen en het onderscheid cultureel/commercieel bezoek is wel van invloed geweest op de exploitatieopzet, maar in mindere mate op de MKBA. Het enige onderscheid dat in de MKBA wordt gemaakt is hetzelfde als in 2010 is gehanteerd: de 27.000 bezoekers van (gratis) voorstellingen van het KC besteden beduidend minder dan de overige bezoekers. Een nog specifiekere onderverdeling is in de update niet gemaakt.
3.
Is er voor de maatschappelijke baten van de zakelijke verhuringen rekening gehouden met een kannibalisatie-effect op andere locaties in de stad Nee, de MKBA is geen marktonderzoek, maar een onderzoek naar de netto maatschappelijke (w.o. economische) effecten. Een onderzoek naar een eventueel kannibalisatie-effect op specifieke onderdelen of in specifieke branches zou op methodologische problemen stuiten of zeer hoge onderzoekskosten met zich meebrengen. Het zou bovendien een zeer grondige kennis van de vraag en het aanbod in alle deelmarkten van de zakelijke verhuringsmarkt vergen, een compleet beeld van de lokale aanbieders en van de trends en toekomstverwachtingen per marktsegment. Het college gaat ervan uit dat de extra zakelijke bezoekers die Spuiforum aantrekt hoofdzakelijk op deze locatie afkomen vanwege haar specifieke kenmerken en aantrekkingskracht. Andere locaties hebben weer
10
andere sterke punten en het is in de ogen van het college de uitdaging de Haagse taart te vergoten, in plaats van in kleinere porties te verdelen. Op het gebied van de zakelijke markt is deze potentie voor Den Haag zeker aanwezig en Spuiforum leent zich ook zeer goed voor arrangementen en combinatiebezoeken. 4.
De bestedingen door bezoekers zijn niet door Decisio bepaald maar aangereikt door de gemeente, die het op haar beurt weer heeft gebaseerd op een onderzoek van de Smart Agent Company in 2009. Kan het college het onderzoek van Smart Agent Company overleggen? De ramingen zijn niet aangereikt door de gemeente, maar inderdaad afkomstig van the Smart agent agency (om precies te zijn: Consumentensegmentatie Den Haag, The Smartagent Company.) Het betreffende rapport ligt ter inzage bij de griffie. Hieronder treft u ter vergelijking met andere onderzoeken nog andere kengetallen aan:
Bestedingen per stadsbezoek jaar Consumentensegmentatie Den Haag, 2009 Verdieping en verbreding bezoekersonderzoek binnenstad
Binnenstadsmonitor Den Haag 2009 Bezoekersonderzoek Den Haag, overall rapportage Bezoekersonderzoek Binnenstad Den Haag 2007
The Smart Agent Comapny Gemeente Den Haag/BRO
Bureau Binnenstad Den Haag/CityWorks Gemeente Den Haag/BRO Gemeente Den Haag/BRO
euro
2009
34
2008
39
2008
48
2008 2008 2008
42 48 66
2008
26
2008
50
2009
39
2008
41
2007
41
Gemiddelde uitgave bij cultuurbezoek in Den Haag Lokale bezoekers in het algemeen Regionale bezoeker in het algemeen Bovenregionale bezoeker in het algemeen Buitenlandse bezoeker Bezoekers met winkelmotief gemiddelde besteding alle bezoekers met cultuurmotief Gemiddelde besteding van alle besteders Gemiddelde besteding per bezoekeenheid Gemiddelde besteding per bezoeker Gemiddele besteding per bezoekeenheid
474 Gemiddelde van bovengenoemde bedragen
43
De vraag van de VVD en het contact met Decisio leidde overigens nog wel tot de constatering dat in de tekst (niet de berekening) van het MKBA een fout is geslopen. De gemiddelde besteding per bezoeker bedraagt geen € 44, maar € 41. Dit is hetzelfde bedrag als de eerder genoemnde € 34, maar dan (net als alle cijfers) geïndexeerd naar 2017. 5.
(p. 16) Kan het college het rapport van SKONK (vertrouwelijk) overleggen? Het rapport wordt onder strikte geheimhouding bij de griffie ter inzage gelegd, omdat dit concurrentiegevoelige informatie bevat. Ter verdere duiding: de quick scan van SKONK betreft een eerste inschatting van de mogelijke commerciële opbrengsten. De ramingen in deze quick scan zijn niet integraal overgenomen in de exploitatie-opzet. De geschatte opbrengsten van twee grote commerciële publieksfestivals zijn niet meegenomen in de netto-raming van de commerciële
11
opbrengsten (€ 621.000), maar de bijbehorende bezoekersaantallen (20.000) zijn wel in het bezoekersaantal van 320.000 bezoekers meegenomen (en daarbinnen de 50.000 bezoekers aan commerciële events). 6.
(p.17) De post horecaresultaat en commerciële verhuringen is ca. €650.000 waarvan €621.000 uit commerciële verhuringen. Klopt het dat de resterende €29.000 de volledige netto opbrengst uit publiekshoreca is? Ja, in de berekeningen zijn de netto horeca-opbrengsten behoedzaam geraamd, waarbij aangetekend wordt dat dit nog ruimte kan bieden voor optimalisering. Dit is een punt van uitwerking in het businessplan, waarbij goed bezien wordt op welke wijze de horeca bedrijfsmatig wordt geëxploiteerd en hoe zich dit verhoudt tot de horeca op de begane grond en de directe omgeving.
7.
Hoe en door wie wordt de horeca rondom evenementen überhaupt georganiseerd en geëxploiteerd? Hiervoor zijn meerdere opties denkbaar, maar hierover zijn nog geen beslissingen genomen. Dit vraagstuk zal de komende periode, gelijk opgaand met de volgende ontwerpstappen worden beantwoord, mede in het kader van een nader uitgewerkt businessplan.
8.
(p. 22) Exploitatieberekening: Volgt de daling van huuropbrengsten (3-5) alleen uit de daling van het aantal voorstellingen, of zijn ook andere factoren meegewogen? De berekeningen zijn gebaseerd op het verwachte aantal dagdelen dat de instellingen huren van de exploitatiestichting. Dit aantal is inderdaad terug te leiden tot het aantal voorstellingen. De ten opzichte van 2010 neerwaarts bijgestelde huuropbrengst vloeit dus voort uit een lager aantal voorstellingen dan in 2010 nog werd verwacht.
9.
(p. 22) Wie verstrekt de onderhoudssubsidie, huursubsidie en exploitatiesubsidie (12-14)? Dit doet de gemeente Den Haag conform de vigerende cultuursubsidiemethodiek en de subsidiebedragen zijn integraal overgenomen uit het meerjarenbeleidsplan 2013-2016 van de SEM.
============ Vragen HSP 1. Hoeveel meter omtrek heeft het gebouw Spuiforum op maaiveldniveau, en hoeveel publieks toegankelijke voordeuren krijgt het gebouw? In het schetsontwerp zijn de afmetingen van het gebouw inclusief de open gevelstructuur 57 meter breed (zicht vanaf Spui) en 105 meter lang (langs Turfmarkt). Omtrek dus 324 meter. Het gebouw exclusief de gevelstructuur is circa 47 meter breed en 95 meter lang. Omtrek dus 284 meter. In deze laatste omtrek bevinden zich de publieks toegankelijke deuren. Het aantal publiekstoegangen is nog niet definitief bepaald. In het schetsontwerp worden aan de atriumzijde drie publiekstoegangen voorzien: één grotere aan de Spuizijde, één aan de Turfmarktzijde en één aan de zijde van het hotel. Nog nader bepaald moet worden of de ingangen aan de Spui- en Turfmarktzijde gecombineerd worden tot één ingang op de hoek Spui/Turfmarkt. Uiteraard zijn daarnaast de horeca/winkelgelegenheden (circa 150 strekkende meter gevel) publiek toegankelijk. 2. Het Spuiplein wordt momenteel gebruikt voor buitenprogrammering voor evenementen en markten als Live i live, Todays Art, Plein Open, Bevrijdingsfestival, Uitmarkt etc. Hoeveel evenementen vinden jaarlijks plaats op het plein? In 2011 hebben in totaal 62 evenementen plaatsgevonden op het Spuiplein, in 2012, tot 1 oktober, zijn dit 21 evenementen. De evenementen variëren sterk qua kenmerken en het benodigde ruimtebeslag. De
12
stoffen- platen-, boekenbeurzen, street basketball, Divali-optocht, culturele festivals en grote publieksfestivals vinden plaats op het Spuiplein. 3. Op het verkleinde plein kunnen in de nieuwe situatie geen festivals en markten meer geprogrammeerd worden. Waar in de binnenstad kunnen dergelijke evenementen dan nog wel georganiseerd worden? Een groot deel van deze evenementen kan op het nieuwe plein georganiseerd worden, want de openbare ruimte rondom Spuiplein aan de Turfmarkt- en Spuizijde wordt niet kleiner. Wel wordt die anders van vorm, zodat in de volgende ontwerpstappen met name voor de grootste evenementen (jaarlijks circa 5) onderzocht zal worden of deze nog op het Spuiplein gehouden kunnen worden of moeten uitwijken naar andere locaties, zoals het Anna van Buerenplein of het Malieveld. 4. Idem m.b.t. de functie van ontmoetingsplek voor de skate- en andere sport- en sociale straatculturen? Het nieuwe plein zal voor skaters minder aantrekkelijk zijn, vanwege het ontbreken van obstakels en de aanpassing van de bestrating. Of en zo ja, welke nieuwe straat- en sportculturen zich rondom het Spuiforum zullen ontwikkelen is slechts ten dele te sturen, maar het college is ervan overtuigd dat er in de stad ruim zowel in de openbare ruimte als in georganiseerd verband voldoende voorzieningen aanwezig zijn. Zo zijn er grote skatevoorzieningen op het Malieveld, in het Zuiderpark en in stadsdeel Leidschenveen-Ypenburg. Kleinschalige voorzieningen binnen stadsdeel Centrum zijn er o.a. op het Huygenspark. 5. Wat zijn de consequenties van het verplaatsen en draaien van het gebouw voor de bezonning van de omgeving en van het nieuwe Spuiplein en het terras van de Ooievaar in het bijzonder? De effecten van beide posities van Spuiforum zijn globaal onderzocht. Spuiforum is een betrekkelijk groot bouwvolume, hetgeen voortvloeit uit de keuze om drie instellingen in dit gebouw te huisvesten. Dit heeft in beide gevallen nadelige gevolgen voor de bezonning van de Turfmarkt en met name voor de aan de Turfmarkt gelegen horeca met buitenterrassen. In de 'Spuiplein'-positie (conform prijsvraag) blijft de Turfmarkt ter plaatse van Spuiforum betrekkelijk smal, zodat hier de schaduwwerking het sterkst is. In de 'Spui'-positie (conform raadsvoorstel) is er meer schaduwwerking voor De Ooievaar, omdat de zon niet meer vrij over het Spuiplein valt. Door de draaiing wordt dit deel van de Turfmarkt verbreed tot een plein, hetgeen weer positief uitpakt voor de bezonning. Het onderzoek laat zien dat meer schaduwhinder voor De Ooievaar bij de gedraaide variant (Spuiforum aan het Spui) onvermijdelijk is. In de winterperiode verslechtert de bezonning - afhankelijk van het tijdstip van de dag - in geringe tot grote mate en meer dan in de Spuipleinvariant.. Gelet op het Hollandse klimaat is daarbij een beperkt nadeel voor het bedrijf te verwachten. In voor- en najaar verslechtert de bezonning tot circa 13:00 uur. Bij de Spuipleinvariant vangt de kop van de terrassenzone/De Ooievaar eerder zon. In de middag is de bezonning gelijk aan de huidige situatie. Gedurende de zomer heeft Spuiforum nauwelijks invloed op de bezonning van de terrassen. De Spuivariant is door de grotere afstand tot de terrassen in de ochtenduren iets gunstiger dan de Spuipleinvariant. De Spuivariant heeft effecten op de bezonning van de noordwestelijke gevel van het Mercure Hotel. In de winter heeft de Spuivariant geen invloed op de bezonning. In voor- en najaar valt schaduw vanaf de avonduren op deze gevel en in de zomer vanaf de namiddag. In de verdere planuitwerking is nog enige optimalisatie mogelijk. Met alle partijen die nadeel van Spuiforum menen te ondervinden zal gesproken worden over de afwegingen en gevolgen. De bezonning zal ten bate van de juridisch-planologische procedures en de laatste gegevens de komende periode onderzocht worden.
13
6. Wat zijn de wind-effecten van het gebouw op het klimaat van Turfmarkt en Spui? In september 2009 is door DGMR een 'Windonderzoek Cultuurforum/Wijnhavenkwartier' verricht. Hier zijn o.a. de bestaande situatie en de toekomstige situatie vergeleken De toekomstige situatie heeft als uitgangspunten een globale rechthoekige massa op de locatie van de huidige zalen met een maximale hoogte van 50 meter en nieuwbouw van Wijnhaven II conform het bestemmingsplan. In deze studie wordt geconcludeerd dat het windklimaat aan de Turfmarkt nabij het Stadhuis iets ongunstiger wordt. Er is geen sprake van windgevaar. Het huidige zeer gunstige windhinderklimaat wordt iets ongunstiger, maar het windklimaat is nog steeds uitstekend als doorloopgebied en slentergebied. Voor de terrassen geldt dat terrasschermen de horizontale wind voldoende kunnen breken. Windhinderonderzoek is kostbaar en dient bij voorkeur met zo min mogelijk varianten te worden uitgevoerd. Daarom is nog geen nieuw windonderzoek uitgevoerd. Er is in dit stadium geen reden om aan te nemen dat de gedraaide positie van het Spuiforum gelegen aan het Spui wat windhinder betreft per saldo ongelijkwaardig is dan wel aanleiding kan zijn voor het wijzigen van de positie van het gebouw. Het windhinderklimaat is daarom voor deze variant nu nog niet onderzocht. Dit zal in de volgende planfase ten bate van de juridisch-planologische procedures plaatsvinden. Indien het windklimaat slechter zou zijn dan nu verwacht is het mogelijk om een aanvullend maatregelenonderzoek te verrichten om te kijken met welke maatregelen het windklimaat gunstiger wordt. 7. Wat is het programma in de huidige 3 gebouwen (Philipszaal, Lucent Danstheater en Koninklijk Conservatorium), en wat is precies het programma van het Spuiforum (dus gaarne een vergelijk van aantal zalen, stoelen, oefenruimtes, dansstudios, muziekstudios, kleedkamers, foyerruimte, kantoorruimte, studieruimtes, werkruimtes, opnamestudios, commerciële ruimtes, archiefruimte, etc) In het presentatieboek van Neutelings Riedijk van juni 2012 kunt u op pagina 26 en 27 precies zien welke programmatische gegevens (aangescherpte programma van eisen, klol PROG. 2012) door Neutelings Riedijk in het schetsontwerp (PLAN 2012) zijn opgenomen. Het schetsontwerp wijkt op sommige punten af van het programma, omdat alle functies en metrages binnen één ontwerp ondergebracht moeten worden. In enkele gevallen is zijn vanwege het ontwerp bepaalde ruimtes die programmatisch geschrapt zijn, toch opgenomen. In de volgende ontwerpfase (Voorlopig Ontwerp) worden meer gedetailleerde sessies gehouden, waarbij de plussen en minnen elkaar zullen moeten opheffen. Een opgave van alle huidige aantallen en metrages is op het gevraagde detailniveau niet beschikbaar. Wij menen dat een vergelijking met de huidige situatie, die nu juist mede aanleiding is voor een nieuw plan, voor de afweging. Het is ook de vraag of dit relevant is voor de duiding van het huidige plan. Het oorspronkelijke programma van eisen, op basis waarvan de architectenselectie in 2010 heeft plaatsgevonden, is in overleg en na consultatie van de markt gewijzigd en dit heeft geleid tot het nieuwe schetsontwerp voor het uitgaanscentrum voor muziek, dans, evenementen en ontmoetingen. Daarbij werken alle instellingen in één gebouw samen, in plaats van in gescheiden gebouwen hun werk doen. Een demarcatie tussen de ene en andere instelling in de cijferopstelling is daardoor minder eenduidig als voorheen.Hieronder volgen de belangrijkste algemene gegevens oud-nieuw:
Totaal Uitvoeringszalen - Grote danszaal - Grote concertzaal - Kleine Concertzaal - Kleine Theaterzaal - studio 1
Spuiforum 2012 40.600
LDT
DAPZ
KC
9.100
6.000
20.900
1.150 1.500 500 n.v.t. 100
1.013 1.890 650 350
14
8. Waarom wordt er uitgegaan van minder voorstellingen van het RO ten opzichte van het huidige aantal? In de prognoses van de bezoekersaantallen wordt uitgegaan van het aantal voorstellingen dat is opgenomen in het Meerjarenbeleidsplan 2013-2016, waarvan er 40 in Spuiforum gehouden worden. Een aantal daarvan zal door het Rotterdams Philharmonisch Orkest worden verzorgd, waarmee het Residentie Orkest een intensieve samenwerking aangaat. Dit aantal past binnen de financiële kaders die het Residentie Orkest in de komende subsidieperiode heeft meegekregen en houdt rekening met het gewenste beleid dat het Residentie Orkest daarnaast ook elders in Den Haag en in het land optreedt en nieuw publiek aanboort. Voorts is het RO zeer actief in educatieve programma’s. 9. Waarop is gebaseerd dat het RO per voorstelling gemiddeld meer bezoekers gaat trekken dan momenteel het geval is? Niet alleen het RO, maar alle instellingen hebben dit als individuele en gezamenlijke taakstelling in het nieuwe Spuiforum neergelegd. Kwalitatief hoogstaande en een groot publiek aansprekende producties en programmering in een gebouw met een hoge wow-factor moeten daarvoor zorgen. Specifiek voor het RO is dit juist de kern van het veranderingsproces waarin het zich bevindt: aanspreken van nieuwe doelgroepen en een onderscheidend repertoire. Dit in samenwerking met het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat ook regelmatig te gast zal zijn in Spuiforum. 10. Waarop is gebaseerd dat de GP flink meer voorstellingen gaat programmeren dan in de huidige situatie het geval is? De aanname is onjuist. De cijfers van de gastprogrammering zijn gebaseerd op het Meerjarenbeleidsplan 2013-2016 in de huidige theaters en sluit aan bij de huidige financiële mogelijkheden. In de cijferopstellingen van het nieuw Spuiforum is (net als bij het RO en NDT) bewust geen rekening gehouden met een verdere groei, omdat er op dit moment geen aanwijzingen zijn dat vanaf 2017 de subsidies weer zullen stijgen. 11. Waarop is gebaseerd dat de GP gemiddeld flink meer bezoekers gaat trekken dan nu het geval is? Zie antwoord op vraag 9. 12. Is het juist dat het SpuiForum bij volle bezetting 4250 bezoekers kan trekken (1e verdieping 1150 bezoekers, 4e verdieping 500 bezoekers, 6e verdieping 100 bezoekers en 7e verdieping 2500)? Hoe vaak per jaar komt deze maximale bezetting in de exploitatie-opzet voor? Dat klopt, wanneer alle bezoek gelijktijdig ’s avonds zou komen. Het aantal bezoeken op een dag kan theoretisch nog hoger zijn, doordat overdag ook allerlei activiteiten plaatsvinden die bezocht kunnen worden: educatieve activiteiten, congres, afscheidsborrel, lunchconcerten of repetitie. Hoe vaak deze maximale bezetting voorkomt, is niet berekend. In de praktijk zullen piekavonden met in de twee grootste zalen voorstellingen (met verschillende aanvangstijden) regelmatig voorkomen, maar hoe vaak dit gebeurt hangt af van de agendaplanning die moet worden opgesteld. 13. Hoe hoog komt precies de ingang van de multifunctionele zaal? Hoeveel bezoekers en personeel kunnen daar maximaal in? Klopt het dat al die mensen om boven te komen 6 personenliften, 2 goederenliften, 2 roltrappen en 6 vluchttrappen ter beschikking hebben? Wat vind de brandweer hier van? •
De ingang van de multifunctionele koepelzaal ligt op 36.00 meter boven maaiveld.
15
•
De zaal heeft 1500 zitplaatsen. Bij een staand evenement (popconcert, feest, enz.) zijn dit maximaal 2000 personen.
•
De bezoekers gaan naar boven met de roltrap. Eén standaard roltrap kan 6000-8000 personen per uur vervoeren bij een snelheid van circa 0,5 m/s. Alle bezoekers kunnen dus binnen een tijdsbestek van circa twintig minuten boven in de zaal zijn, met een reistijd van maximaal 3 minuten.
•
Voor mindervalide bezoekers zijn 4 personenliften beschikbaar. Dit is voldoende voor circa 10% van de bezoekers.
•
Voor personeel, artiesten en goederen zijn er daarnaast nog twee aparte personenliften en twee goederenliften.
•
Er zijn in totaal zes vluchttrappenhuizen, die elk twee aparte trappen van circa 1.25 m. breedte bevatten (zogenaamde dubbele helix trap.) Dit geeft een totale doorgangsbreedte van circa 15 meter. Dit is voldoende voor de ontruiming van een dergelijk gebouw.
•
Het ontwerp is gemaakt door een vakkundig team van technische specialisten, binnen de eisen van de regelgeving voor ontvluchtingen, brandcompartimentering, rookventilatie, enzovoort. Een formele toetsing door de brandweer heeft nog niet plaats gevonden. De hoofdopzet van dit schetsontwerp is echter zodanig dat het in goede samenwerking met de brandweer uitgewerkt kan worden tot een veilig en vergunbaar gebouw,
•
Architectenbureau Neutelings Riedijk heeft al eerder publieke gebouwen gerealiseerd waarbij roltrappen de bezoekers tot grote hoogte brengen: Het MAS| Museum aan de Stroom in Antwerpen: roltrappen tot 54 m, 1 miljoen bezoekers per jaar en het Scheepvaart en Transport College in Rotterdam: roltrappen tot 50 meter, 3000 studenten op tijd in de les.
•
Internationale voorbeelden van publieke gebouwen met hoge roltrappen zijn o.a. het Centre Pompidou te Parijs: 6 verdiepingen, roltrappen tot 35 m, 6.000.000 bezoekers per jaar, het Kulturhuset te Stockholm: 7 verdiepingen, roltrappen tot 24 meter, 3.000.000 bezoekers per jaar / het Marriot Marquis Times Square te New York: congres en theaterzalen, 9 verdiepingen, capaciteit 3000 bezoekers, roltrappen tot 40 meter.
14. Wat is de meerwaarde van het licht wegnemende balkon boven de entree, en waarom ligt dat balkon op de artist-impressions (perspectieven) op 8 meter hoogte terwijl op de doorsneden het op 5 meter hoogte is gesitueerd? •
Het balkon is een publieke buitenruimte die grenst aan de foyer van de grote danszaal en direct uitkijkt over het Spuiplein.
•
Het balkon kan gebruikt worden als "champagnebalkon", een uitloop van de foyer bij voorstellingen, als plaats voor feestelijke bijeenkomsten in de open lucht of als deel van evenementen op het Spuiplein.
•
Het balkon functioneert tegelijk als toegangsluifel voor het gebouw, die het publiek bij de ingang beschutting geeft tegen regen en wind.
•
Op de "artist impression" is de luifel inderdaad enigszins hoger weergegeven dan op de doorsnede tekening. Het gaat dan ook alleen om een impressie die de intentie weergeeft van het schetsontwerp, een eerste aanzet die nadere verfijning en uitwerking moet krijgen in de volgende fase.
16
15. In de tekeningen van het schetsontwerp staan opvallend veel fouten, slordigheden en tegenstrijdigheden. Kennelijk moeten de echte tekeningen van het aangepaste ontwerp nog gemaakt worden en cruciale (constructieve) vraagstukken nog opgelost. Waarop is de kostenraming van de plannen gebaseerd? •
De tekeningen zijn wel degelijk aangepast aan de laatste stand van het geoptimaliseerde ontwerp. Natuurlijk is het nog een "schetsontwerp", dat in de volgende fase verder verfijnd zal worden.
•
De architect staat ter beschikking tijdens de inloopavond van 8 oktober om aan u persoonlijk de tekeningen uit te leggen en mogelijke onduidelijkheden weg te nemen.
•
In het ontwerpteam is gewerkt met gerenommeerde ingenieursbureaus uit binnen- en buitenland voor het ontwerp van constructie, installaties, bouwfysica, duurzaamheid, akoestiek en theatertechniek, die hun sporen verdiend hebben bij projecten van gelijkaardige complexiteit. Dit ontwerpteam heeft de technische hoofdprincipes van het gebouw ontwikkeld in nauwe samenwerking met de architect.
•
In het kader van de architectuurwedstrijd is het ontwerp beoordeeld door externe technische deskundigen. Het ontwerpteam van Neutelings Riedijk Architecten scoorde daarbij zeer hoog op technische realiseerbaarheid en helderheid van constructie, wat een belangrijk criterium was voor de architectenselectie.
•
Het niveau van de tekeningen en de technische uitwerking is gebruikelijk voor dit stadium. Het geeft de kostendeskundige voldoende inzicht in de opzet van het gebouw om binnen redelijke marges een raming van de bouwkosten te maken en de haalbaarheid van het project te toetsen.
•
Daarnaast heeft het ontwerpteam verschillende werksessies gehouden met de (onafhankelijke) kostendeskundige om het ontwerp waar nodig te verduidelijken, vragen te beantwoorden en uitgangspunten voor de raming vast te leggen.
•
Tijdens de verdere ontwerpfase zullen regelmatig kostenramingen gemaakt worden om de uitwerking van het ontwerp te toetsen aan het gestelde budget.
16. De eerdere kostenraming is door PRC (nu onderdeel van Arcadis) uitgevoerd, met een second opinion door BBN adviseurs. Waarom is er voor gekozen om de raming nu door een ander, veel kleiner bureau (VGG, geen lid van de NVBK) te laten berekenen? Is er een second opinion uitgevoerd, en zo ja door wie? Met het bureau VGG zijn door de ambtelijke organisatie goede ervaringen opgedaan en het bood de gelegenheid nog eens met een andere bril, onafhankelijk van eerdere adviezen naar de stichtingskosten te kijken. Er heeft hierop geen second opinion plaatsgevonden. 17. De gevel van het gebouw is door de detaillering en overhellende situering erg kostbaar in onderhoud. Wat zijn de geschatte onderhoudskosten, en zijn deze opgenomen in de kostenraming? •
Het onderhoud van een licht hellende gevel is in principe niet duurder dan dat van een vlakke gevel, het gaat alleen om de hoeveelheid m2 glasoppervlak.
•
Bij het ontwerp en de maatvoering is rekening gehouden met twee mogelijke opties voor gevelreiniging en onderhoud: ofwel middels een mobiele reikarm, die rond het gebouw kan rijden en tussen de open structuur door kan reiken, ofwel middels een vaste onderhoudsgondel die op een horizontale rails tussen het uitwendige skelet en de glasgevel rijdt.
17
•
Beide oplossingen zijn gebruikelijke, veilige en efficiënte methodes om de ramen te wassen.
Het adviesbureau BBN heeft alle uit het schetsontwerp af te leiden kenmerken verwerkt in de berekening van de schoonmaak- en onderhoudslasten. Deze lasten zijn door Overakker meegenomen in de berekening van de exploitatielasten. Daarmee zijn de onderhoudskosten meegenomen in de kostenraming. Dit betreft zowel schoonmaak als reparatiekosten als jaarlijkse reservering voor vervangingen. 18. Met welk risicopercentage is in de kostenraming rekening gehouden? Rekening is gehouden met een percentage onvoorzien van 5% van de directe kosten en een extra 5% van de stichtingskosten. 19. Hoe zijn de risico’s afgedekt? De risico’s kunnen variëren van zeer positief tot zeer negatief. Door in het nieuwe plan zo zorgvuldig mogelijk de raming op te stellen op basis van een schetsontwerp in plaats van een functioneel programma van eisen, in combinatie met een redelijke post onvoorzien, wordt verwacht dat de eventuele uitslagen in de risico’s minder groot zullen zijn. Belangrijkste beheersmaatregel is dat de nu geraamde realisatiekosten taakstellend zijn voor het vervolg van de ontwikkeling. Daarmee worden op dit moment geen extra risico’s ingecalculeerd. 20. Waarop is het geraamde maximum van 5 miljoen euro voor tijdelijke locaties RO, NDT en GP dubbele verhuizing op gebaseerd? Dit betreft de maximale gemeentelijke bijdrage aan de tijdelijke huisvesting elders. Grofweg is een interne berekening gemaakt op basis van 4 jaar huisvestingslasten (huur oefenruimte en podia) op (een) andere locatie(s), eventuele noodzakelijke bouwkundige aanpassingen ter plekke, minus de vrijval van huisvestingsbudgetten doordat de instellingen geen kosten meer hebben aan de theaters aan het Spuiplein. De komende periode zullen meerdere optie worden verkend en na besluitvorming worden de onderhandelingen met potentieel geschikte ‘ontvangende’ partijen ingezet. 21. Hoeveel is er tot nu toe aan voorbereidende kosten opgegaan, waaruit is dit gedekt, en waarom wordt er geen aanvulling op het voorbereidingsbudget voorgelegd? De voorbereidende kosten betreffen onderstaande kosten: DSO Voorbereidingskosten: € 223.974 Anticiperende grondexploitatie: € 259.771 Diverse onderzoeken: € 387.975 (berekening stichtingskosten, exploitatieopzet, MKBA, fondsenwerving, schetsontwerp) OCW Architectenselectie: € 1.400.000 Overige kosten: € 250.000 TOTAAL: € 2.521.720 Deze kosten zijn gedekt in de Reserve Grote Projecten, en voor het betreffende deel van € 259.771 in de anticiperende grondexploitatie. Door instemming met het nu voorliggende raadsvoorstel Realisatie Spuiforum, geeft u goedkeuring aan de verdere voorbereidingen van de investeringsbeslissing, onder meer door ons toestemming te geven de volgende ontwerpstappen te doorlopen en de voorbereidingen op de grondexploitatie te treffen. 22. Wat zijn precies de financiële consequenties voor het Mercure-hotel en de trappen, en waarom zijn die niet in de grondexploitatie opgenomen?
18
De aankoop van de trappen en bijkomende kosten zijn opgenomen in de grondexploitatie. Omdat de ‘zaaglijn’ van de trappen nog niet precies bepaald is, en de relevante gegevens nog niet zijn uitgewisseld tussen de gemeente en het Mercure-hotel, is in de indicatieve grondexploitatieberekening/haalbaarheidsstudie een stelpost opgenomen. De raming zal de komende maanden verder worden gepreciseerd en verwerkt in een grondexploitatie. 23. In eerdere stukken werd voor de herontwikkeling kavel Koninklijk Conservatorium uitgegaan van een grondopbrengst van 12 miljoen euro, thans wordt het resultaat bijna 12 miljoen lager ingeschat. Kan dit opvallende verschil verklaard worden? In de huidige markt kan een aankoop van het KC-gebouw voor een bedrag van € 12 mln zeer waarschijnlijk niet worden terugverdiend. Met name de grondopbrengsten zijn neerwaarts aangepast. De nieuwe grondwaarde is met de huidige marktkennis zodanig berekend dat de gemeente geen verlies hoeft te lijden op de grondexploitatie. 24. Wat zijn de uitkomsten van de aanbesteding van Wijnhavenkwartier fase2? Hierover ontvangt de raad zeer binnenkort een commissiebrief die, indien gewenst, betrokken kan worden bij de commissievergadering op 18 oktober. 25. Wat is naast de boekwaarde de werkelijke waarde van de theaters? De boekwaarde in 2017 is € 0, de werkelijke waarde met de huidige bestemming is eveneens € 0. 26. Hoeveel is uitgegeven aan de fonteinen op het Spuiplein de afgelopen jaren? (Ontwerp, aanleg, onderhoud, reparaties? De fonteinen zijn inmiddels technisch afgeschreven, maar worden uiteraard wel onderhouden en gerepareerd. In 2010 bedroegen de kosten: € 22.000 euro, in 2011 € 36.000 euro (hierin begrepen vervangingskosten watertoevoer etc.) en in 2012 tot 1 september € 15.000 euro. 27. Idem m.b.t. vloer van het plein met Belgisch hardsteen. In 2010: € 255.000, in 2011: € 385.000 en in 2012 tot 1 september € 300.000. 28. Idem m.b.t. de waterhuishouding van het Spuiplein. Is onderdeel van cijfers in beantwoording eerdere vraag over de fontein. 29. In hoeverre is de horeca in het Spuiforum en de commerciële verhuringen (bedrijfsborrels etc.) concurrentievervalsend t.o.v. bestaande horeca etc. in de stad? Niet, extra bezoekers trekken meer klandizie voor Spuiforum zelf, maar ook voor de omgeving. Dat wijst de MKBA ook uit. De verwachting is dat het Spuiforum een aantrekkelijk onderdeel wordt van een wat langer bezoek aan Den Haag dan op dit moment, waarbij bezoekers van een voorstelling vóór en na de voorstelling wat langer in Den Haag verblijven (diner vooraf, borrel na afloop en wellicht een overnachting). Er treedt hoe dan ook geen vervalsing op omdat voor commerciële evenementen geen gesubsidieerde ‘stuntprijzen’ of iets dergelijks worden gerekend. 30. Is sprake van toegevoegde waarde of van een verplaatsingseffect m.b.t. deze commerciële functies dat ten koste gaat van bestaande bedrijven? En hoe wordt dit berekend? In de afwegingen rond het gewenste concept van Spuiforum is hier nadrukkelijk bij stilgestaan. Bewust is daarom niet gekozen voor een groot horecaplein (los van de vraag of het Spuiplein zich hiervoor zou
19
lenen) en evenmin worden grote volumes aan detailhandel toegevoegd. De metrages in Spuiforum beschouwen wij als aanvullend en passend bij de ontwikkeling. Ook de congresfaciliteit is aanvullend op hetgeen in het World Forum en andere congreslocaties wordt geboden. 31. Is er rekening mee gehouden dat de eigenaar van het Mercure Hotel planschade kan claimen? Hierop zijn wettelijke bepaling van toepassing. 32. Waarom is er voor gekozen om de huurpenningen van het Koninklijk Conservatorium als dekking te gebruiken voor de kapitaallasten van de bouw en niet in te brengen in de exploitatie van het gebouw door DMC. De gemeente is volledig eigenaar van het pand. De huurpenningen worden deels gebruikt om de kapitaallasten te dekken. Het inzetten van huurpenningen ter dekking van kapitaallasten is een reguliere methode in de vastgoedexploitatie. De huurrelatie is mede verkozen boven een mede-eigendomsrelatie omdat dit enerzijds zeker stelt dat het beheer en onderhoud efficiënt en structureel geborgd is en anderzijds omdat dit voor het KC gelijkmatiger huisvestingslasten oplevert (namelijk huur met jaarlijkse indexatie), dan wanneer het KC een deel van Spuiforum zelf zou moeten financieren (met hogere aanvangslasten vanwege de lineaire afschrijvingsmethode en aflossing in maximaal 30 jaar). Overigens betaalt het KC naast een huur aan de eigenaar (gemeente Den Haag) ook een gebruikersbijdrage aan de gebouwexploitant. 33. De structurele dekking van 119,6 miljoen via kapitaallasten is geregeld tot 2016. Hoe gaat het in de jaren daarna geregeld worden en hoe groot is op dat moment het financiële gat? De dekking is structureel geregeld voor de komende 40 jaar (gebouwen) of 15 jaar (installaties) en benodigd vanaf 2018. Er is geen sprake van een gat. 34. Hoe is de financiering van het Koninklijk Conservatorium wettelijk geregeld? Moet de minister nog toestemming geven aan het KC voor dit plan? Het Koninklijk Conservatorium als HBO-instelling staat niet (meer) onder gezag van het rijk. Onderwijsinstellingen ontvangen van het rijk wel een jaarlijkse lump sum-bijdrage, maar daaraan zijn geen voorwaarden verbonden aan de wijze van huisvesting. Het KC is derhalve vrij hierin te handelen. 35. Als het KC 2/3 van de stichtingskosten van haar deel van het gebouw voor haar rekening neemt, hoeveel is dat dan en wat is dan het aandeel van de gemeente? En hoe staat dat in relatie tot de 66 miljoen uit het overzicht op pag. 14 van het raadsvoorstel? Het KC draagt 2/3 van de totale investering van € 66 miljoen in het nieuwe conservatorium, dat onderdeel uitmaakt van het Spuiforum. De € 1,9 mln die het KC bijdraagt als dekking in de kapitaallasten is afkomstig uit de huurpenningen die het betaalt. Deze € 1,9 mln betreft kapitaallasten van het eerste jaar van de vastgoedexploitatie, behorend bij een investering van € 31,2 mln. Daarnaast zet het KC als eigen bijdrage de verkoopopbrengst van het huidige eigen gebouw ad € 5,4 mln in voor afdekking van de investering. Tot slot zal het KC door middel van sparen en een gezamenlijke fondsenwerving zelf € 10 mln bijdragen in de investering. De gemeente draagt € 2,8 mln bij uit het onderwijshuisvestingsbudget en € 16,6 mln uit de algemene middelen (onderdeel besluitvorming meerjarenbegroting 2013-2016). In totaal draagt het KC € 46,6 miljoen bij. Dat is meer dan 2/3. 36. Van wie heeft het college het huidige KC-gebouw gekocht en waarop is de prijs van 5,4 miljoen gebaseerd? Het college heeft het gebouw nog niet gekocht, maar zal dit doen zodra het KC is verhuisd naar Spuiforum. Deze € 5,4 mln is residueel bepaald door middel van een haalbaarheidsstudie van een herontwikkeling. Dat houdt in dat alle kosten en opbrengsten van het mogelijke bouwprogramma op die
20
locatie worden doorgerekend, en van daaruit het te betalen aankoopbedrag van het pand wordt bepaald, zodat een grondexploitatiesaldo van € 0 ontstaat. De € 5,4 mln vormt in de t.z.t. te voeren grondexploitatie dus één van de kostenposten (verwervingskosten) die worden terugverdiend. =========== Vragen D66 1. Wat is de capaciteit van een 'grote concertzaal' in den lande, gemiddeld genomen; Is 2500 relatief groot of klein? Doorgaans wordt de capaciteit van podia uitgedrukt in zitplaatsen. De grote concertzaal van Spuiforum biedt ruimte aan 1.500 zitplaatsen. Als de stoelen verwijderd worden, zijn er 2.000 tot 2.500 staplaatsen mogelijk. 1.500 zitplaatsen is voor Nederlandse begrippen relatief veel, maar voor grootstedelijke podia gemiddeld. Lang niet alle podia bieden echter de mogelijkheid ‘in een handomdraai’ de stoelen te verwijderen om geheel of gedeeltelijk 2.500 staplaatsen te creëren. Het college heeft ten opzichte van eerdere programma’s van eisen hierin geen nieuwe inzichten opgedaan. Het voordeel van grote podia is dat zij grotere producties kunnen accommoderen en relatief hogere recettes kunnen genereren. Het nadeel van te grote zalen is dat zij, wanneer ze bijvoorbeeld half gevuld zijn een ongezellige indruk kunnen wekken. In het schetsontwerp wordt overigens rekening gehouden met balkons die bij onverhoopt onvoldoende belangstelling of bij kleinere evenementen afgesloten kunnen worden. Naast Spuiforum bevinden zich in Den Haag nog kleinere en grotere podia. De concertzaal in Spuiforum vormt een aanvulling op Het Paard voor wat betreft de capaciteit voor popconcerten. 2. Wat zijn de (geschatte) kosten van de glasvezelkabel vanuit het Filmhuis? € 50 per strekkende meter. 3. "Adviezen en marktinschattingen van horeca- /retailexperts geven aan dat hier zeker economisch draagvlak voor zal zijn" Kunt u hier meer inzicht in/achtergronden van geven De Turfmarktroute is en wordt een belangrijke traffic route. Ontwikkelaars onderstrepen het belang loopstromen vast te houden door aan de plint levendigheid toe te voegen en mensen uit te nodigen een. LA Group en diverse vastgoedexperts geven aan dat de locatie aan het Spui dermate gunstig is en al zulke natuurlijk hoge bezoekersaantallen de hele dag door kent (Pathé Spui, bibliotheek, Filmhuis/TAHS, dat de horeca en specifieke detailhandel het zeker goed zal doen. Op advies van marktpartijen is het metrage horeca/detailhandel op de begane grond daarom verdubbeld en zijn de meer logistieke en opslagfuncties geschrapt of verhuisd naar elders in het gebouw. Hierdoor ontstaat een levendige plint. 4. Ten aanzien van de FNO en de BVO wordt een verhoogde factor toegepast tov eerdere plan. Waarop is deze nieuwe factor gebaseerd? Waarom is de verhoogde factor nu wel toereikend? De nieuwe factor is gebaseerd op het werkelijke schetsontwerp en niet op standaardnormen vooraf. Deze standaard-normen bleken niet haalbaar om de redenen die in het raadsvoorstel zijn omschreven. Aangezien de fno/bvo-factor nu voortvloeit uit het schetsontwerp waarin het hele (geoptimaliseerde) functionele programma van eisen is verwerkt, is het risico op onverwachte bouwkostenoverschrijdingen verkleind. 5. Is de kapitaallasten opbouw op deze manier gebruikelijk? Doorgaans worden gemeentelijke investeringen via de lineaire afschrijvingsmethode in de begroting verwerkt. Binnen het gemeentelijke financiële beleid is het ook mogelijk (een deel van) de investering indcidenteel in de begroting te verwerken, indien er geen verplichting of intentie bestaat om de investering na 40 jaar te vervangen. Voor Spuiforum is die verplichting of intentie er zeker niet.
21
6. Onder de post "incidenteel - Sponsorinkomsten/sparen KC/gem 15,0 mln" staat dat 5-12 mln uit de markt gehaald moet worden. Waarop is deze bandbreedte precies gebaseerd en bedraagt het risico van de gemeente op deze post dus 5-12mln? De bandbreedte is door adviseurs David Dixon/Leenaers Verloop Associates aangegeven op grond van kennis van fondsenwerving en de kenmerken van het Spuiforum-plan. De adviseurs hebben een onderscheid gemaakt in type sponsoren, met de daarbij behorende schattingen en bandbreedtes. De bandbreedte is volgens de adviseurs groot omdat de economische situatie onzeker is. Het risico van onvoldoende sponsoring is een risico voor de gemeente en het KC en bedraagt theoretisch € 15 mln, indien er geen enkele poging tot fondsenwerving zou worden ondernomen. Het werkelijke risico is op dit moment niet in te schatten, maar wordt door een professionele fondsenwervingscampagne gereduceerd. Stap 1 is een positief besluit van de gemeenteraad, want potentiële sponsoren of gevers associëren zich het liefst met plannen die het stadsbestuur omarmt en die doorgang vinden. 7. Welke effecten heeft de draaiing van het gebouw voor de schaduwwerking zoals bedacht in het initiële ontwerp? Zie beantwoording vraag HSP 8. Is het aantal roltrappen, liften en vluchttrappen voldoende in relatie tot het aantal bezoekers van het hele pand/ op de hoogste verdieping? Ja, in de volgende ontwerpfase wordt hierover door het ontwerpteam nadere afstemming gepleegd met de brandweer. De hoofdopzet van dit schetsontwerp is zodanig dat het in goede samenwerking met de brandweer uitgewerkt kan worden tot een veilig en vergunbaar gebouw 9. Klopt het dat een van de balkonnen alleen per trap te bereiken is? • •
De balkons van alle publiekszalen (danszaal, concertzaal en ensemblezaal) zijn zowel per trap als per lift bereikbaar. Alleen één kleine hoog balkon in de concertzaal met slechts 81 van de 1500 zitplaatsen is in de huidige tekeningen niet per lift bereikbaar.
10. Op welke wijze is de toegankelijkheid voor minder validen in dit plan geregeld? • • • • • •
Mindervaliden kunnen hun auto parkeren onder het gebouw op een aantal voorbehouden parkeerplaatsen. Vanuit de parking kan men een lift nemen naar het atrium op straatniveau. In het atrium kan men één van de vier personenliften gebruiken die de verschillende niveaus van het gebouw verbinden. Zowel alle publieke niveaus (foyers, zalen, dakterras enzovoort), als alle niet-publieke niveaus (verdiepingen voor medewerkers en studenten) zijn per lift bereikbaar. Op alle verdiepingen zijn toiletten voor mindervaliden voorzien. In alle publiekszalen worden voldoende posities voor rolstoelen gereserveerd, zowel op parterre als op balkon. Bij de uitwerking van het ontwerp zullen de geldende ontwerprichtlijnen voor mindervaliden worden gehanteerd.
11. Waar kan ik de fietsenstalling vinden in dit plan? Hoe is het met de toegankelijkheid van die eventuele fietsenstalling (voor publiek, gebruikers, bezoekers)? In het schetsontwerp van Neutelings Riedijk Architecten is op laag -01 een fietsenstalling opgenomen. Deze is bedoeld voor medewerkers.
22
In hoofdstuk 4 'vervolg' van het Stedenbouwkundig Raamwerk staat dat verschillende planuitwerkingen zullen plaatsvinden. Het fietsparkeren is onderdeel van deze planuitwerking, waarbij er raakvlakken zijn met de bestaande en nieuwe parkeergarages en de inrichting van de openbare ruimte rond het Spuiforum en de Golden Mile / Turfmarktroute. Hierbij wordt gekeken naar zowel de vraag naar extra fietsparkeercapaciteit als de bestaande hinder van geparkeerde fietsen voor de loopstromen en voor het gebruik van de openbare ruimte.