RIS131050_18-OKT-2005
Gemeente Den Haag
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN van de raadsleden S. Dekker en M. Bolle sv 2005.267 RIS 131050 Regnr. BSD/2005.2943
Den Haag, 18 oktober 2005
Inzake: bomaanslagen Londen De gemeenteraad De raadsleden de heer S. Dekker en mevrouw M. Bolle hebben op 7 september 2005 een brief met daarin acht vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Ingevolge het bepaalde in artikel 35, lid 4, van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, antwoorden wij als volgt. 1. Wat kan Den Haag volgens het college leren naar aanleiding van de gebeurtenissen in Londen? In verband met de toegenomen dreiging van terrorisme heeft politie Haaglanden reeds voorafgaand aan de terroristische aanslagen van deze zomer in Londen de contacten met de Metropolitan Police Service in Londen geïntensiveerd, teneinde kennis en informatie uit te wisselen. In dat kader hebben medewerkers van politie Haaglanden o.m. eerder dit jaar een werkbezoek aan Londen gebracht. Tijdens dit bezoek is kennis en informatie uitgewisseld met verscheidene specialistische afdelingen die zijn ondergebracht bij New Scotland Yard, zoals de “Anti-terrorist branch”, die o.a. gebruikte explosieven en (bom)aanslagen analyseert en de “Diplomatic Protection Group”, die zich bezig houdt met de diplomatieke beveiliging en bewaking in Londen. Op korte termijn wordt een tegenbezoek aan Den Haag gepland van een medewerker van New Scotland Yard. In de gesprekken met vertegenwoordigers van de gemeente en Politie Haaglanden zal o.m. de communicatie tijdens en direct na aanslagen, zoals die in Londen hebben plaatsgevonden, aan de orde komen. Daarbij gaat het zowel om de communicatie tussen de operationele diensten onderling, de communicatie tussen de politie en het stadsbestuur als de communicatie in de richting van de pers en de burger. Uit de contacten die de Haagse brandweercommandant heeft gehad met zijn collegae in Londen is onder meer als belangrijk leerpunt naar voren gekomen, dat de snelheid en kwaliteit van de geboden hulpverlening in hoge mate is bepaald door de jarenlange en omvangrijke investeringen in de voorbereiding op dergelijke grote en gelijktijdig plaatsvindende rampen.
BSD/2005.2943
2
Voorts is gebleken dat in vooraf niet planbare omstandigheden, zoals in het onderhavige geval, een gezamenlijke bijeenkomst van diverse belangrijke hoofdrolspelers bij de hulpverlening op het moment van de aanslagen, in sterke mate heeft bijgedragen aan het spoedig op gang komen van een gecoördineerde aanpak op straat. Tenslotte is eveneens duidelijk geworden dat desondanks ook in de Londense situatie er onvermijdelijk grenzen zijn gebleken aan hetgeen de hulpverlening bij dergelijke rampen kan bieden. 2. Kan het college een overzicht geven van de rampen- en terrorismeoefeningen die gehouden zijn in 2004, met daarbij specifieke vermelding van betrokken organisaties en bestuursniveaus (bijv. uitgesplitst naar collegeleden, diensthoofden, (hulp)diensten, etc.). Bij deze brief is een overzicht van de gehouden oefeningen gevoegd. Daarnaast wordt geleerd van ernstige incidenten uit de praktijk, waarvan het college de explosie in de Herman Costerstraat en de arrestatie van terreurverdachten in de Antheunisstraat als voorbeelden noemt. Dergelijk incidenten leiden tot een verdere optimalisering van de crisisorganisatie. 3. Is het college van plan om vaker en uitgebreider te oefenen? Overweegt het college daarbij ook burgers te betrekken om een zo realistisch mogelijke situatie na te bootsen en daarmee ieders weerbaarheid te vergroten? Het overzicht dat bij deze br ief is gevoegd, laat zien dat er in Den Haag door alle betrokkenen regelmatig is geoefend. Het college gaat door op de ingeslagen weg. Voor het jaar 2006 is het college voornemens om naast de interne oefeningen ook een live oefening te houden. 4. In haar beantwoording van eerdere vragen over terrorisme (RIS 123150) gaf het college aan rampenplannen en rampenbestrijdingsplannen daar waar nodig aan te scherpen op aspecten van terroristische dreiging. Is dit proces inmiddels voltooid? Begin 2006 zal dit proces zijn afgerond. 5. Kan het college aangeven of de coördinatie van hulpdiensten en gemeentelijke diensten in Den Haag en de veiligheidsregio Haaglanden adequaat is? Den Haag is een stad waar veel grootschalige gebeurtenissen plaatsen vinden, waar de hulpdie nsten zich telkens multidisciplinair op voorbereiden. Terreuraspecten spelen bij de voorbereiding op deze gebeurtenissen een rol. Een aantal voorbeelden: Koninginnedag, politieke toppen in het kader van het Nederlands voorzitterschap van de EU, staatsbegrafenissen, Prinsjesdag. Hierdoor en als gevolg van de bij vraag 2 gememoreerde oefeningen zijn de hulpdiensten gewend om multidisciplinair op te treden.
BSD/2005.2943
3
6. Wat is het oordeel van het college omtrent invoering dan wel uitbreiding van cameratoezicht rond zogeheten soft spots? Het huidige cameratoezicht spitst zich toe op plaatsen en gebieden waar zich in de regel veel mensen bevinden: winkelstraten, uitgaansgebieden, stations en de logische verbindingen met de loopassen naar de stations. Wij zijn daarom van mening dat de belangrijkste soft spots reeds van cameratoezicht zijn voorzien en zien vooralsnog geen aanleiding het cameratoezicht om deze reden uit te breiden. 7. Heeft het college overwogen om op de gemeentelijke website een paragraaf op te nemen met betrekking tot terreur en handelswijzen daaromtrent? Het college hecht aan eenheid in publiekscommunicatie. Ten aanzien van de voorlichting aan het publiek sluit het college zich aan bij de ophanden zijnde landelijke publiekscampagne. Nu reeds wordt in specif ieke situaties in Den Haag de medewerking van burgers gevraagd via de media, website en bewonersbrieven. Indien de situatie daarom vraagt zullen de bedoelde aspecten rond terrorisme daarin meer expliciet worden meegenomen. Uiteraard zal hierbij aansluiting worden gezocht bij de bestaande communicatie bij rampen e.d. en de te starten landelijke publiekscampagne. 8. Heeft het college zicht op groepen jongeren in Den Haag die verharden en daarmee neigen naar radicalisering en welke maatregelen staat het college voor om dit proces van radicalisering de kop in te drukken? Zoals eerder reeds in de beantwoording van schriftelijke vragen van de raadsleden De Jong en Brink is aangegeven, heeft het college besloten de interne informatievoorziening uit te breiden. Daartoe wordt een ‘vertrouwenspersoon interculturele vraagstukken’ aangesteld, die een belangrijke bijdrage kan leveren aan de informatiepositie van het college over multiculturele ontwikkelingen in de stad en samenleving. Deze vertrouwenspersoon zal rechtstreeks rapporteren aan de burgemeester en de wetouder OSWI. Daarnaast voert het college periodiek overleg met scholen, sociaal-culturele instellingen en veldwerkers. Met de moskeebesturen en imams in de stad worden op zowel bestuurlijk als ambtelijk niveau regelmatig gesprekken gehouden. In al die contacten en gesprekken is (mogelijke) radicalisering binnen de lokale samenleving een vast gesprekspunt. Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, N. van Mourik, lo.
B.J. Bruins, lo.
BSD/2005.2943
4
Bijlage - Inventarisatie oefeningen en opleidingen Rampenbestrijding en Crisisbeheersing gemeente Den Haag Periode Oktober 2001 December 2001 Mei 2002 September 2002
Mei 2003
Oktober 2003
23 november 2003
Juli 2004
September 2004 Oktober 2004
Oktober 2004 December 2004 Mei 2005
Augustus 2005 September 2005
Type Oefening Korte omschrijving Bestuurlijke Oefening “Sous Bestuur van Den Haag; Brw, sol” Pol, GHOR en gemeentelijke diensten Bestuurlijke oefening Regionaal Desktop-oefening Beleidsteam van Den Haag Oefening gemeentelijke Actiecentra CRIB van diensten Burgerzaken en Opvang en Verzorging van Sociale Zaken Oefening gemeentelijke Actiecentrum Stadsbeheer; diensten Stedelijke ontwikkeling en Voorlichting Alarmeringsoefening Alarmering van Bestuur Brw, Pol, GHOR en gemeentelijke diensten Bestuurlijke oefening Meerdaagse oefening Bestuur van Den Haag inclusief wethouders, Brw, Pol, GHOR en gem. diensten Project Bommenruiming A12 Realistische oefening tevens ruiming WO II bommen volgens structuren rampenbestrijding Bestuurlijke Oefening Bestuur van Den Haag; Brw, “Softblow” Pol, GHOR en Gem. Diensten. Oefening inzake terroristische dreiging Oefening tramtunnel Uitruimingsoefening (met inzet studenten Haagse Hogeschool) Bestuurlijke Oefening Meerdaagse oefening Bestuur “Klapstuk” van Den Haag inclusief wethouders, Brw, Pol, GHOR en gem. diensten Oefening “Scoop” Oefening Afdeling VEB; Voorlichting van Den Haag Ploeg A Oefening “Soft blow II” Bestuur van Den Haag; Brw, Oefening inzake terroristische Pol, GHOR en Gem. Diensten. dreiging Basis Cursus Workshop en training Rampenbestrijding. ambtelijke coördinatoren gemeentelijke diensten Den Haag Alarmeringsoefening Alarmering van Bestuur Brw, Pol, GHOR en gemeentelijke diensten Vier Oefeningen Regionaal Oefening op tactisch niveau Operationeel Team met: Brw; Pol; GHOR; HRH; Gem Den Haag; LOCC
Oefeningen en cursussen die voor Den Haag gepland staan:
BSD/2005.2943
5
Oktober 2005 Oktober 2005
Basiscursus rampenbestrijding Bestuurlijke oefening “Weerslag”
Eind van 2005
Alarmeringsoefening
Januari 2006
Oefening gemeentelijke diensten “Voorzorg”
Begin 2006
Live-oefening met publiek
Voor GBT-leden en GCT-leden Meerdaagse oefening Bestuur van Den Haag inclusief wethouders, Brw, Pol, GHOR en gem. diensten Bereikbaarheidstest van de gemeentelijke functionarissen in de crisisbeheersingsorganisatie. Actiecentra CRIB van Burgerzaken; Opvang en Verzorging van Sociale Zaken en Voorlichting van VEB Scenario: Na een incident in een discotheek wordt deze ontruimd. De figuranten (+/300) worden opgevangen in één van de gemeentelijke opvanglocaties, alwaar ze geregistreerd, (psycho-sociaal) verzorgd en opgevangen moeten worden.