Beantwoording vragen van de raad
Datum collegevergadering
31-3-2015
Registratienummer
Rs15.00330
Naam raadslid
Beryl Dreijer
Fractie
BD
Portefeuillehouder(s)
F.M. Weerwind
Onderwerp: Bezoldiging topfunctionarissen en andere medewerkers, inclusief inhuur Toelichting bij de vragen:
Mensen met een topfunctie in de (semi)publieke sector mogen vanaf 1 januari 2015 niet meer verdienen dan 100 procent van het salaris van een minister. Dit is geregeld in de Wet Normering Topinkomens (WNT-2). Al op 24 maart 2011 droeg de raad van Velsen het college op om geen subsidieverordeningen meer voor te leggen zonder dat daarin -als uitsluitingsgrond voor subsidie- een bepaling over toepassing van de (toenmalige) Balkenendenorm was opgenomen. Nu, vier jaar later, wil ik weten wat de huidige stand van zaken is ten aanzien van topinkomens in (semi)publieke organisaties waarmee de gemeente Velsen samenwerkt of contracten mee heeft afgesloten. Naast de vragen over de WNT wil ik graag van het college weten of zij bereid zijn om in de algemene subsidieverordening de voorwaarde op te nemen dat organisaties alleen subsidie kunnen ontvangen als zij geen bezoldiging aan medewerkers uitbetalen die hoger is dan wat de meest verdienende ambtenaren in gemeentelijke dienst verdienen. Graag ontvang ik de antwoorden binnen 15 werkdagen via de mail door tussenkomst van de Griffie. Inleiding bij de vragen:
De eerste Wet normering topinkomens is per 1 januari 2013 ingevoerd en maximeerde topinkomens op 130 procent van een ministersalaris. De tweede Wet normering topinkomens (WNT-2), waardoor het maximum van 130 naar 100 procent werd teruggebracht, is per 1 januari 2015 ingegaan. De norm in de WNT-2 is 178.000 euro. Naast het maximum-inkomen regelt de wet een maximale ontslagvergoeding en een verbod op bonussen, winstdelingen en andere vormen van variabele beloning. Al op 24 maart 2011 nam de gemeenteraad van Velsen unaniem een motie ‘vreemd aan de orde van de dag’ aan inzake toepassing van de Balkenendenorm in de gemeente Velsen. 1
Concreet werd hierin –onder meer- verzocht: in alle vanaf heden aan u voor te leggen subsidieverordeningen op te nemen dat organisaties en rechtspersonen die volledig of in aanzienlijke mate uit publieke middelen worden gefinancierd, worden uitgesloten van subsidie indien sprake is van salarissen aan (directie)personeel en bestuurders boven de Balkenendenorm. Landelijk bestaat een overgangsregeling waardoor bestuurders vanaf 2016 alsnog boven de WNT-2 kunnen verdienen. In de beantwoording van Kamervragen over de situatie in Tilburg heeft minister van Binnenlandse Zaken echter nogmaals bevestigd dat decentrale overheden eigen initiatieven mogen ontplooien om de topinkomens terug te dringen. De Minister van Binnenlandse zaken benadrukt in de beantwoording van deze vragen juist dat gemeenten geen rekening hoeven te houden met dit overgangsrecht: 'Het is denkbaar dat de bezoldigingen van topfunctionarissen bij een zorginstelling voldoen aan de WNT, maar dat die zorginstelling toch niet in aanmerking komt voor een gemeentelijke subsidie omdat de subsidieverordening van die gemeente (met de decentrale inkomensnorm) geen rekening houdt met het overgangsrecht van de WNT. Een gemeente die topinkomens bij een gesubsidieerde instelling wil normeren, dient zich rekenschap te geven van dergelijke situaties en de mogelijke consequenties hiervan, ook voor het te bereiken subsidiedoel.' Naar aanleiding hiervan wil ik ingevolge artt 169 van de Gemeentewet en 46 van het RvO graag van het college het volgende weten: Vraag 1
Kan het college de lijst verstrekken van organisaties1 die -onder (indirecte) verantwoordelijkheid van de gemeente Velsen- gehouden zijn de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (hierna: WNT-2) na te leven2, en is het college bereid deze lijst voortaan ieder jaar ongevraagd aan de raad te verstrekken? Antwoord vraag 1
In de WNT is aangegeven welke organisaties vallen onder de WNT. Dit geldt onder meer voor de rijksoverheid, provincies, gemeenten, zorg- en onderwijsinstellingen en woningcorporaties. De WNT is daarnaast ook van toepassing op gemeenschappelijke regelingen, en in Nederland gevestigde gesubsidieerde rechtspersonen waaraan voor een periode van tenminste 3 achtereenvolgende kalenderjaren één of meer subsidies zijn verleend die samen per kalenderjaar ten minste € 500.000 1
Sinds 19 maart 2013 zijn mij de volgende organisaties bekend: · Veiligheidsregio Kennemerland; · Stichting Openbaar Primair Onderwijs IJmond · Stichting Dunamare · De Meergroep · Milieudienst IJmond · GR ReinUnie · Afvalschap IJmond-Zaanstreek · Centraal Nautisch Beheer Noordzeekanaalgebied · Winkelstichting Plein 1945 · Recreatieschap Spaarnwoude · Central Administratie RMC en leerplicht · Noord-Hollands Archief · Stichting Halt Kennemerland · Rechtspersonen die een of meer subsidies ontvangen als bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, die tezamen meer bedragen dan 50% van de jaarlijkse inkomsten van de rechtspersoon.” 2
Volgens de normering van de geldende WNT-2, ongeacht overgangsrecht. 2
bedragen en tenminste voor 50% deel uitmaken van de inkomsten van de rechtspersoon in dat kalenderjaar. Het gaat om de organisaties zoals vermeld in de voetnoot van uw vraag, met de kanttekening dat de naam van ‘De Meergroep’ is gewijzigd in ‘IJmond werkt!’, de naam van ‘Milieudienst IJmond’ is gewijzigd in ‘Omgevingsdienst IJmond’ en de naam van ‘Centrale Administratie RMC en leerplicht’ is gewijzigd is in ‘Gemeenschappelijke regeling Schoolverzuim en Voortijdig schoolverlaten regio West Kennemerland’. Deze organisaties zijn terug te vinden in paragraaf F, Verbonden Partijen in de jaarlijkse gemeentebegroting en jaarrekening. Organisaties die onder de WNT vallen dienen de bezoldigingsgegevens van topfunctionarissen en interne toezichthouders in hun jaarverslag op te nemen en deze vóór 1 juli van het daarop volgende jaar te melden bij het ministerie van BZK. De verantwoordelijkheid voor juiste en tijdige melding berust volledig bij de organisaties zelf. Wij zijn daarom geen voorstander van het jaarlijks separaat verstrekken van deze lijst. Vraag 2
In de verstrekte lijst d.d. 19 maart 2013 staat: “Rechtspersonen die een of meer subsidies ontvangen als bedoeld in artikel 4.21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, die tezamen meer bedragen dan 50% van de jaarlijkse inkomsten van de rechtspersoon.” Dit is –met alle respect- nogal een “containerantwoord”. Kan het college in de nieuw te verstrekken lijst aangeven om welke rechtspersonen het specifiek gaat, en wat de tenaamstelling van deze rechtspersonen is? Antwoord vraag 2
Deze organisaties zijn terug te vinden in paragraaf H van de gemeentelijke jaarrekening en in het subsidieregister dat jaarlijks op de website wordt gepubliceerd. Vraag 3
Naast de lijst van organisaties die onder (indirecte) verantwoordelijkheid van de gemeente Velsen moeten voldoen aan de WNT-2, ben ik benieuwd naar eventuele semipublieke/privaatrechtelijke organisaties die wellicht niet onder (indirecte) verantwoordelijkheid van de gemeente Velsen vallen, maar waarmee de gemeente Velsen wel (financieel) samenwerkt en/of waarmee de gemeente Velsen een contract heeft gesloten. Ik ben met name geïnteresseerd in contracten of samenwerkingsverbanden op het gebied van de transities, i.c. de WMO, WLZ, Jeugdhulp, woningbouwcorporaties en scholen, maar ik wil ook graag geïnformeerd worden over eventuele andere samenwerkingsverbanden/contracten waar bij de andere (deelnemende) partij(en) een publieke financieringscomponent aan de orde3 is, terwijl die organisatie niet al op grond van vraag 1 genoemd hoeft te worden. Kan het college aangeven of de gemeente Velsen contracten of samenwerkingsovereenkomsten heeft gesloten met organisaties als boven bedoelt, die bij de uitvoering van dit contract of samenwerkingsverband bezoldigingen (van topfunctionarissen, medewerkers en/of inhuur externen) betalen, die thans niet voldoen aan de WNT-2 en om welke organisaties gaat het? Antwoord vraag 3
Dit is niet mogelijk. De WNT-2 is per 1 januari 2015 in werking getreden. Organisaties die onder de WNT-2 vallen hoeven hierover voor het eerst in hun jaarverslag over 2015 aan het ministerie van Binnenlandse Zaken te rapporteren. Deze gegevens zijn daarom nu nog niet bekend.
3
Dus bijvoorbeeld inclusief organisaties die minder inkomsten uit subsidie krijgen dan de 50% die genoemd staat in vraag 2. 3
Vraag 4
Welke organisaties op de in vraag 1 gevraagde lijst kennen momenteel bezoldigingen (van topfunctionarissen, medewerkers en/of inhuur externen) die thans niet voldoen aan de WNT-24 en om hoeveel topinkomens/functionarissen/medewerkers/externen per organisatie gaat het? Antwoord vraag 4
Zie het antwoord op vraag 3. Overigens hebben deze organisaties in 2013 al aangegeven dat zij voldeden aan de WNT-1. Vraag 5
Is het college bereid om de namen en functies van deze functionarissen en/of medewerkers, inclusief inhuur derden, openbaar te maken, en zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 5
Zie het antwoord op vraag 3. Deze gegevens zijn pas bekend in de 2e helft van 2016. Het is de verantwoordelijkheid van de betreffende organisaties om de bezoldigingsgegevens van topfunctionarissen en interne toezichthouders in hun jaarverslag op te nemen en deze vóór 1 juli van het daarop volgende jaar te melden bij het ministerie van BZK. Derhalve is het geen verantwoordelijkheid voor ons college. Vraag 6
Op 24 maart 2011 heeft de gemeenteraad van Velsen in een raadsbreed aangenomen motie uw college verzocht om:
Hieronder volgt een passage uit antwoorden op mijn raadsvragen d.d. 19 maart 2013, dus 2 jaar later, naar aanleiding van het uitblijven van de aanpassing van de Algemene Subsidieverordening Velsen : Vraag 5: “Bent u het met mij eens dat het een uitstekend idee is om de norm uit de WNT in de Subsidieverordening Velsen of in beleidsregels omtrent subsidieverstrekking op te nemen als algemene voorwaarde voor het verstrekken van subsidies door de gemeente Velsen, met dien verstande dat geen subsidie meer zal worden verstrekt als de organisatie bij de bezoldiging van inhuurkrachten of medewerkers niet voldoet aan de WNT? Antwoord vraag 5 Wij onderschrijven het idee om de norm uit de WNT in de Subsidieverordening Velsen of in beleidsregels hieromtrent op te nemen als algemene voorwaarde voor het verstrekken van subsidies door de gemeente.” Uit allerlei andere stukken blijkt de wens van de raad om te komen tot een dwingende uitsluitingsgrond voor subsidie, te weten: zonder discretionaire bevoegdheid van het college. In uw beantwoording d.d. 19 maart 2013 bevestigt het college deze dwingende uitsluitingsgrond. Op 28 maart 2013 is de Algemene Subsidieverordening Velsen (ASV) vastgesteld. Artikel 1.6 van de weigeringsgronden luidt als volgt: “Weigeringsgronden De subsidieverlening kan, naast de in artikel 4:25 en artikel 4:35 van de Awb genoemde gevallen, geweigerd worden, indien gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat: (….) 4
Inclusief organisaties waarvan het college van mening is dat zij zich kunnen beroepen op overgangsrecht. Indien het college stelt dat sprake is van overgangsrecht, zou ik het college willen verzoeken dit voor de desbetreffende instelling expliciet aan te geven. 4
8. binnen de organisatie van de aanvrager een medewerker of bestuurder, een beloning ontvangt die hoger is dan de wettelijke normen voor topinkomens in de (semi) publieke sector.” Waarom is de dwingende uitsluitingsgrond voor subsidie, zoals de raad van de gemeente Velsen beoogt in de raadsbreed aangenomen motie van 24 maart 2011 –op 10 maart 2015, dus bijna 4 jaar na dato- nog steeds niet in de ASV geregeld5? Ik neem dat artikel 1.6. onder 8 van onze Algemene Subsidieverordening Velsen (ASV) in ieder geval zo uitgelegd moet worden, dat per 1 januari 2016 geen subsidie zal worden verstrekt aan organisaties die -onder (indirecte) verantwoordelijkheid van de gemeente Velsen- een medewerker of bestuurder een beloning laten ontvangen die hoger is dan de wettelijke normering voor topinkomens, terwijl de desbetreffende organisatie wettelijk gehouden is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (hierna: WNT-2) na te leven. Antwoord vraag 6
Bij het opstellen van de ASV in 2013 is de motie van 24 maart 2011 betrokken. Bij een dwingende uitsluitingsgrond is echter het risico dat er geen organisaties in de gemeente of regio aanwezig zijn die de betreffende activiteiten kunnen uitvoeren. Daarom is er voor gekozen om het niet voldoen aan de wettelijke normen voor topinkomens op te nemen in de weigeringsgronden. Bij de behandeling van de ASV op 28 maart 2013 in de gemeenteraad is amendement 6-2013 om strengere normeringen dan vastgelegd in de WNT en een dwingende uitsluitingsgrond toe te passen verworpen. Vraag 7
Heeft het college de organisaties op de in vraag 1 gevraagde lijst, die nu nog salaris(sen) boven de norm uit de WNT-2 uitbetalen, ervan op de hoogte gesteld dat zij per 1 januari 2016 uitgesloten worden van subsidiëring door de gemeente Velsen? Antwoord vraag 7
Nee, voor uitsluiting van subsidiëring ontbreekt in de ASV 2013 de rechtsgrond. In de jaarverslagen van 2015 moeten genoemde organisaties aangeven of zij voldoen aan de WNT-2 en of er sprake is van overgangsrecht. Op het moment dat zij hier niet aan voldoen kan de subsidie worden geweigerd conform artikel 1.6, lid 8 van de ASV 2013. Vraag 8
Kennen de gemeenten Beverwijk en Heemskerk eveneens een dergelijke beperkende bepaling in hun respectievelijke subsidieverordeningen en zo nee, zou het college –indien u het met mij eens bent dat een eensluidende subsidieregeling (inclusief de norm WNT-2 en zonder discretionaire bevoegdheid voor de respectievelijke colleges) ook in IJmondiaal verband aanbeveling verdient- dit dan onder de aandacht van de colleges van B&W van de desbetreffende gemeenten willen brengen? Antwoord vraag 8
De algemene subsidieverordeningen van de gemeenten Beverwijk en Heemskerk dateren uit 2012 en 2011 en bevatten geen verwijzingen naar de WNT. Wij zijn van mening dat onze huidige Algemene Subsidieverordening Velsen 2013 (ASV) goed werkbaar is. Door de verwijzing naar de vigerende wettelijke regelgeving op het gebied van topinkomens bij de weigeringsgronden, sluit onze ASV aan bij de wetgeving op dit gebied. Beverwijk en Heemskerk hebben hierin hun eigen verantwoordelijkheid. Gezien de verdergaande samenwerking op een aantal terreinen kan het zinvol zijn om op termijn tot één Algemene Subsidieverordening voor de IJmond te komen. Op dit moment ervaren wij echter geen belemmeringen in de uitvoering.
5
Artikel 1.6 van de ASV bevat een zogenaamde “kan-bepaling”. Dit betekent dat het college gebruik kan maken van zijn discretionaire bevoegdheid. Dit is niet wat de raad van Velsen al in 2011 –en bij voortduring daarna- beoogde, en al evenmin in overeenstemming met de antwoorden van het college zelf, op raadsvragen d.d. 19 maart 2013. 5
Vraag 9
Bij de beantwoording van vraag 9 van antwoorden op mijn vragen d.d. 18 december 2012 stelt u dat HVC volgens uw eerste oordeel niet onder de WNT valt. Vervolgens merkt u daarover het volgende op: “Omdat HVC geheel in bezit is van gemeenten en waterschappen is er wel een aanleiding de wet informeel op HVC toe te passen.“ Bij het antwoord op vraag 12 van de antwoorden op mijn vragen d.d. 18 december 2012 schrijft u het volgende: “Wij zijn voornemens om als aandeelhouder van HVC via AIJZ, aan te dringen op vrijwillige toepassing van de wet.” In vraag 3 heb ik reeds geïnformeerd naar eventuele andere verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen/contracten waaraan de gemeente Velsen deelneemt en waarvoor bovenstaande overweging, maar nu met betrekking tot informele toepassing WNT-2, nog meer zou kunnen gelden. Is het college het met mij eens dat eenzelfde redenering (informele toepassing WNT-2) ook zou moeten gelden voor eventuele organisaties die bij vraag 3 genoemd kunnen worden (ook al heet de publieke financiering misschien formeel geen “subsidie”, of is de subsidie minder dan 50%) en zo ja, wat gaat het college eraan doen om dit te bewerkstelligen? Hoe staat het met de normering van het topinkomen dat bij HVC verdiend wordt, nu meer en meer deelnemende gemeenten aangeven dat zij de mening van uw en mijn mening inzake de toepassing van de WNT t.a.v. het verstrekte topinkomen bij HVC delen - en dat zij toepassing van de wet WNT een wenselijke zaak vinden? Antwoord vraag 9
Voor wat betreft subsidies zijn wij van mening dat de huidige ASV voldoende handvatten geeft om subsidie te weigeren indien een organisatie zich niet houdt aan de WNT. Voor organisaties waarmee de gemeente een inkooprelatie heeft overwegen wij de toepassing van de WNT op te nemen in het bestek op basis waarvan organisaties een aanbieding kunnen doen. Wij delen de mening dat de WNT zou moeten worden toegepast bij de HVC. Onze zeggenschap als één van de vele aandeelhouders is echter beperkt. Via het Afvalschap IJmond Zaanstreek is de WNT wel aangekaart bij HVC en is besproken in de Aandeelhoudersvergadering. Wij hebben u daarover geïnformeerd met een collegebericht op 8 oktober 2013 en de jaarstukken 2013 van AIJZ op 13 mei 2014. Daarin was onderstaande passage opgenomen die tot op heden van toepassing is en naar verwachting zal blijven.
Vraag 10
Zorg is een verantwoordelijk van de overheid. Deze zorg is uitbesteed aan (grotendeels) private organisaties, die echter wél grotendeels met publiek geld worden gefinancierd. Het is van het grootste belang dat publiek geld zoveel mogelijk bij de ‘handen aan het bed’ terechtkomt, en niet gebruikt wordt voor het subsidiëren van topinkomens. Nu gaan er stemmen op om de bezoldiging van functionarissen van overwegend door de gemeente gesubsidieerde (zorg)instellingen het salaris van de bestbetaalde gemeentelijke ambtenaren –naar verluidt ruim tienduizend euro per maand- niet te laten overschrijden. Welke organisaties zoals is bedoeld in vraag 1 en 3, kennen bezoldigingen van topfunctionarissen en medewerkers, inclusief inhuur derden, die uitgaan boven de hoogste schaal en de hoogste anciënniteit van een medewerker in gemeentelijke dienst? 6
Vindt het college het een goed idee om de in de Algemene Subsidieverordening van de gemeente Velsen een toekomstige weigeringsgrond op te nemen dat geen subsidie zal worden verstrekt als binnen de organisatie van de aanvrager een medewerker of bestuurder, inclusief inhuur van derden, een beloning ontvangt die hoger is dan de hoogste schaal/anciënniteit voor een medewerker in gemeentelijke dienst (desnoods hier wél als discretionaire bevoegdheid), en zo nee, waarom niet? Antwoord vraag 10
Aangezien sinds 1 januari 2013 een wettelijk vastgesteld kader bestaat, is uit oogpunt van standaardisering gekozen voor aansluiting bij de normering van de WNT. Verdere aanscherping heeft plaatsgevonden in de WNT-2. Alternatieve normeringen leveren extra administratieve lasten op, omdat we te maken hebben met gesubsidieerde organisaties die onder diverse CAO’s en branches vallen. Dit moet dan separaat worden bijgehouden en getoetst. Wij zijn hier daarom geen voorstander van. Vraag 11
Onderaan mijn vragen noem ik altijd de artikelen uit de Gemeentewet, op basis waarvan ik gebruik maak van het democratische recht van een gemeenteraadslid: “Naar aanleiding hiervan wil ik ingevolge artt 169 van de Gemeentewet en 46 van het RvO graag van het college het volgende weten.” Kan het college aangeven waarom het college bij voortduring deze verwijzing naar deze artikelen uit de Gemeentewet in de beantwoording van mijn raadsvragen verwijderd? Antwoord vraag 11
De verwijzing naar de wetsartikelen is niet bewust weggelaten. We hebben er aandacht voor dat de volledige tekst van de toelichting, inleiding en raadsvragen (inclusief de voetnoten) in het vervolg worden vermeld in de beantwoording van de raadsvragen.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen
7