FOCUS HAAGLANDEN Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
Regionale woonvisie Haaglanden 6 Gemma Smid over oude wijken, leefbaarheid en 60.00 nieuwe woningen
Zwethzone 18 Verademing in stedelijk gebied
Vrijwilliger ben je niet voor niets 30 Brandweer en Rode Kruis zoeken mensen die van aanpakken weten
Extra ogen en oren in Haagse wijken 36 Bewoners formeren nachtpreventieteams
MAART 2004 Stadsgewest Haaglanden, Hulpverleningsregio Haaglanden en Politie Haaglanden
2
FOCUS HAAGLANDEN
TMOP detacheert uitvoerende medewerkers, beleidsmedewerkers en leidinggevenden op middenkaderniveau binnen nagenoeg alle werkterreinen van het openbaar bestuur en bij non-profitorganisaties. Onze adviseurs zijn niet
Colofon
alleen werkzaam bij de lokale overheid, maar ook bij onder andere ministeries, provincies, waterschappen, politie en brandweer. Vakkennis en ervaring van
In dit nummer
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van Hulpverleningsregio Haaglanden, Politie Haaglanden en stadsgewest Haaglanden en komt tot stand dankzij een groot aantal partners uit de overheid en het bedrijfsleven in de regio Haaglanden.
deze tijdelijke medewerkers waarborgen de hoge kwaliteit van onze dienstverlening. Dankzij de regiogerichte aanpak van TMOP werken onze adviseurs meestal in het gebied waar zij wonen. Vanzelfsprekend houden zij rekening met de werkwijze van de organisatie waar zij worden gedetacheerd.
Soms is extra slagkracht nodig om nieuwe visies vaart te geven!
Redactieadres p/a Actorion Communicatie Adviseurs Rozendaalselaan 14 6881 LC Velp tel.: 026 - 443 82 87 fax: 026 - 389 25 48 e-mail:
[email protected]
Gemma Smid
5
Regionale woonvisie 2000 – 2015
6 10
Samenwerking tussen politie en voetbalclub 12
6
10
Teksten Hulpverleningsregio Haaglanden Politie Haaglanden Stadsgewest Haaglanden Actorion Communicatie Adviseurs Fotografie Ed Blok, Cetera, Rob ’t Hart, H+N+S Landschapsarchitecten, Judith Jongejan, Paul Lagro, Luuk van der Lee, Paul Lunenburg, MCW-Studio’s, Øresundbro Konsortiet, Politie Haaglanden, Govert Verberg, Eric de Vries, Erik van ‘t Woud
Voorwoord
RandstadRail: betrokkenheid vereist
Concept en uitgave Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
2
pag.
Renzema en Heijers
‘Burgemeester in beeld’
13
Vrijwilliger bij Politie Haaglanden
14
Column ‘Leefbaarheid en betrokkenheid’
15
De Scandinavische Øresund
17
Zwethzone verademing in stedelijk gebied
18
Jeugdzorg en onderwijs onder één dak
22
Column directeur Thuiszorg
23
‘Kort’
24
3
Gemeente, politie en bewoners werken samen 26
Harm Benthem
22
Vormgeving Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
Maart
Druk DeltaHage grafische dienstverlening Oplage 5.000 exemplaren
Commerciële exploitatie Bertil van der Molen, tel. 026 - 443 82 87
26
De school in het hart van de samenleving
27
Column ‘Een eigen bedrijf’
28
Vrijwilliger bij Brandweer en Rode Kruis
29
Besturen met Burgers
33
MKB Adviseurs
34
Nachtpreventieteams in Haagse wijken
36
Frits de Kousemaeker
37
Ambtenaren krijgen ‘Permanente Educatie’
38
Marlou de Leeuw
Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie. Uitgave Maart 2004
Medewerkers van TMOP zijn in vaste dienst en beschikken over een relevante opleiding, gedegen kennis en ervaring. Daarnaast kenmerken zij zich door sterk
houding zijn TMOP-ers uitstekend in staat zelfstandig taken uit te voeren en
Focus Haaglanden komt tot stand dankzij: Actorion Communicatie Adviseurs, Velp BMC, Den Haag Deltahage grafische dienstverlening, Den Haag Esloo Onderwijsgroep, Den Haag Grontmij Advies & Techniek B.V. HTM, Den Haag Kamer van Koophandel Haaglanden, Den Haag MKB Advies TMOP, Den Haag Tredin, Lelystad Wilkens C.S., Leiderdorp
Op de voorpagina: Gemma Smid (pag. 6) Fotografie: Eric de Vries
projectmatig te werken. Daarom maken al vele overheidsinstellingen naar volle tevredenheid gebruik van de tijdelijke inzet en flexibiliteit van medewerkers van
vast en zeker in tijdelijk werk
TMOP -Korte Houtstraat 20 a/b -2511 CD Den Haag -tel.: (070) 345 70 01 -fax: (070) 312 30 59 e-mail:
[email protected] -internet: www.tmop.nl TMOP maakt deel uit van de
(TMOP heeft ook vestigingen in Amersfoort, Drachten, Maastricht, Velp en Waalre)
30
Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt in juni 2004
ontwikkelde communicatieve vaardigheden. Dankzij hun klantgerichte, pro-actieve
TMOP.Voor extra slagkracht belt u dus met TMOP in Amersfoort (033) 450 70 70.
Cees van Romburgh
34
Daan Zeldenrijk
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN Ieder communicatievraagstuk vereist een eigen aanpak. Gaat het de ene keer om het ontwikkelen van een strategisch communicatieplan, een volgende keer is een brochure het doeltreffende middel. Als full service communicatieadviesbureau biedt Actorion alle ingrediënten voor een oplossing op maat.
4
PROJECTMANAGEMENT PROJECTMANAGEMENT
STRATEGISCH STRATEGISCH ONDERZOEK ONDERZOEK
DETACHERING DETACHERING
INTERACTIEVE INTERACTIEVE MEDIA MEDIA
COMMUNICATIECONCEPTEN COMMUNICATIECONCEPTEN
PRODUCTIEREGIE PRODUCTIEREGIE
REGIOMARKETING REGIOMARKETING
INTERIMMANAGEMENT INTERIMMANAGEMENT
STRATEGISCH STRATEGISCH ADVIES ADVIES
Slagvaardig en daadkrachtig, dat zijn de kernwoorden in de activiteiten van Actorion. Een team van deskundige en ervaren adviseurs staat hier garant voor. Met specialisten op het gebied van overheid, onderwijs, non-profitorganisaties en bedrijfsleven. We koppelen een heldere visie op communicatie aan concrete oplossingen op maat. En zorgen voor de organisatie en uitvoering van deze oplossingen. We komen met creatieve en vernieuwende
concepten, die aansluiten bij actuele ontwikkelingen in de markt. Nieuwe internettoepassingen bijvoorbeeld, initiatieven op het gebied van interactieve beleidsontwikkeling of visie- en missietrajecten. Zo zetten we onze verschillende specialismen niet alleen afzonderlijk in, maar versterken ze elkaar ook. En daar vaart u wel bij. Want communicatie is geen doel op zich, maar een effectief middel om úw doelstellingen te bereiken.
Benieuwd naar de juiste ingrediënten voor uw communicatieoplossing? Bel voor een afspraak: 026-4438287.
Rozendaalselaan 14, 6881 LC Velp telefoon (026) 443 82 87 telefax (026) 389 25 48 e-mail
[email protected] www.actorion.nl
Vertalingen Wilkens c.s. vertaalt en vertolkt, sinds 1987, veel werk in opdracht van diverse overheden – waaronder de EU – en het bedrijfsleven. En of het nu gaat om een wetenschappelijk rapport, een speech van een van onze ministers of een wettekst: van groot belang blijft altijd: ‘verstaat gij wat gij leest’. Als geen ander weten wij dat louter kennis onvoldoende is. Een consistente, creatieve en terminologisch doordachte aanpak is minstens even belangrijk!
waaruit het karakter sterk spreekt • Vertalingen van en naar vrijwel elke taal • Beëdigde vertalingen • Revisie van door de cliënt zelf geproduceerde teksten • Schriftelijke of mondelinge samenvatting van teksten
Communicerende vaten Deze editie van Focus Haaglanden staat in het teken van de thema’s ‘leefbaarheid’ en ‘betrokkenheid’. Twee begrippen die als communicerende vaten met elkaar verbonden zijn. Leefbaarheid is een voorwaarde voor betrokkenheid, betrokkenheid is een voorwaarde voor leefbaarheid. De laatste jaren wordt het steeds duidelijker dat dit geen abstracte, vrijblijvende begrippen zijn, maar voorwaarden die de kwaliteit van onze samenleving in belangrijke mate bepalen. In dit nummer van Focus vertelt een aantal betrokkenen hoe zij zich in hun dagelijks leven inzetten om de leefbaarheid in Haaglanden verder te verbeteren. Het werk van de mensen van politie en hulpverleningsregio is zeker niet abstract. Zij zijn immers dagelijks bezig met het voorkomen van levensbedreigende zaken en met het daadwerkelijk redden van levens. De uit professionals bestaande kern van deze hulpverleners werkt daarbij nauw samen met vrijwilligers. Zij vormen niet alleen een welkome versterking van bijvoorbeeld politie en brandweer, maar zorgen er ook voor dat het draagvlak en de betrokkenheid van deze organisaties hecht verankerd blijven in de maatschappij. Ook bestuurders en ambtenaren van het stadsgewest houden zich heel concreet bezig met leefbaarheid en betrokkenheid. Neem bijvoorbeeld de sector Wonen. Duidelijk is dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de kwantiteit en kwaliteit van woningen enerzijds en de leefbaarheid van wijken anderzijds. Belangrijkste doel van de stadsgewestelijke Regionale Woonvisie is een versterking van de leefbaarheid in de buurten en ervoor zorgen dat iedereen met plezier in Haaglanden kan wonen. Het overleg met woningcorporaties en gemeenten heeft ervoor gezorgd dat het regionale woonbeleid breed maatschappelijk gedragen wordt. Het artikel over Jeugdzorg onderstreept dat niet alleen materiële, maar ook immateriële bestanddelen de leefbaarheid van onze samenleving bepalen. Datzelfde kan overigens worden opgemerkt over het project Zwethzone, dat als groene schakel de leefbaarheid in een verstedelijkende omgeving in conditie moet houden.
• Tolken (consecutief en simultaan) • Versiebeheer • Detachering van vertalers • Drukproef lezen
Als deze Focus Haaglanden één ding duidelijk maakt, is het wel dat enthousiasme, inzet, noeste arbeid en samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven, organisaties en – zeker niet in de laatste plaats – burgers onmisbare voorwaarden zijn om leefbaarheid en betrokkenheid tot stand te brengen.
T F E
Postbus 302 2350 AH Leiderdorp 071 581 12 11 071 589 11 49
[email protected] www.wilkens.nl
5
Drs. W.J. Deetman voorzitter stadsgewest Haaglanden voorzitter Hulpverleningsregio Haaglanden korpsbeheerder Politie Haaglanden
Voorwoord
Alle ingrediënten voor slagvaardig communiceren
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
In een weloverwogen actie heeft Gemma Smid onlangs al haar visitekaartjes met de tekst portefeuillehouder Volkshuisvesting van het stadsgewest Haaglanden verscheurd.
Regionale Woonvisie Haaglanden
“De vlag dekte de lading niet meer,” legt ze uit. “Volkshuisvesting betekent volgens de dikke
In het najaar van 2003 heeft het dagelijks bestuur van stadsgewest Haaglanden de Regionale Woonvisie 2000 – 2015 goedgekeurd. De Woonvisie anticipeert op zowel de huidige als de toekomstige behoefte van de woonconsument in de regio.
‘Van Dale’: het verschaffen van voldoende en goede woningen aan het volk. Dat is niet langer de juiste benaming. De moderne woonconsumenten weten heel goed wat voor soort woning ze wensen en in welke omgeving ze willen wonen. Het stadsgewest probeert hieraan met zijn
Periode: 2000-2015. • Vastgesteld door: stadsgewest Haaglanden in overleg met diverse overheden, de Sociale Verhuurders Haaglanden en diverse marktpartijen. • Status: de Regionale Woonvisie is de basis voor de lokale woonvisies. • Uitgangspunt: 30% van de nieuwbouw is bestemd voor de sociale sector; dit zijn in totaal 28.000 woningen, waarvan 10.000 sociale koopwoningen. • Kwantitatieve ambitie: in 2015 zijn 60.000 woningen aan de bestaande voorraad van 425.000 woningen toegevoegd. Daarnaast omvat de ‘transformatie’ (lees sloop en vervanging, vergaande aanpassing of samenvoeging) van nog eens 30.000 woningen. Het totale programma levert dus 90.000 woningen op. • Gewenst bouwtempo: 6.000 woningen per jaar. • Kwalitatieve ambitie: de bestaande variatie in woonmilieus en woningen aanscherpen. De verschillen in woonwensen en -identiteiten komen tot uitdrukking in negen verschillende woonmilieus, acht gebiedsprofielen en in een verruiming en verbetering van het woningaanbod. Uitwerking met betrokken partijen aan de hand van drie thema’s: ‘naar meer gevarieerde woonvormen’, ‘naar een toegankelijke koopsector’ en ‘naar een samenhangend woonzorgaanbod’. • Monitoring: jaarlijkse meting of de kwalitatieve en kwantitatieve ambities op schema liggen.
woonbeleid tegemoet te komen. Ik heb daarom inmiddels kaartjes met het predikaat portefeuillehouder Wonen.”
6
Tekst: Anne Geert Bosma Fotografie: Eric de Vries, Rob ’t Hart
Regionale Woonvisie biedt nieuwe kansen voor woningmarkt
D
at woonbeleid heeft het stadsgewest eind vorig jaar vastgelegd in de Regionale Woonvisie 2000-2015. Gemma Smid is ervan overtuigd dat dit beleidsdocument een belangrijk instrument is om de leefbaarheid in Haaglanden te verhogen. “In een aantal buurten in Haaglanden komen veel problemen samen, zoals een eenzijdige samenstelling van de woningen en een
oude woningvoorraad. We moeten de komende periode in die wijken investeren. Dat kan alleen als je naast het renoveren en herstructureren van de wijken ook een forse nieuwbouwproductie hebt. Het gaat om een kwalitatieve en kwantitatieve verhoging van het woningbestand. Je moet dus zowel nieuwbouw op uitleglocaties realiseren als investeren in de bestaande stad. In
Portefeuillehouder Gemma Smid: “Tempo nieuwbouw hoog houden…”
totaal willen we in de periode tot 2015 netto 60.000 woningen toevoegen aan de bestaande woningvoorraad van ongeveer 425.000 woningen.” Herstructurering Ze benadrukt daarbij dat herstructurering van oude wijken niet per definitie sloop hoeft te betekenen. “Herstructurering kan ook het verkopen van woningen inhouden of bijvoorbeeld het samenvoegen van woningen die vervolgens worden opgeknapt. En soms is sloop gewoon de beste oplossing. Dat is op zich ook niet verkeerd, want zo ontstaat er ruimte om een ander type woning – en daarmee ook een andere groep bewoners – de wijk in te brengen.” De portefeuillehouder legt een direct verband tussen het tempo van de nieuwbouw en dat van de voorgenomen herstructurering. “Willen we snel herstructureren, dan moeten we het
tempo van de nieuwbouw hoog houden. Als er vertraging optreedt in de nieuwbouw, loopt de motor vast. Aan de hand van regelmatige monitoring zullen we nagaan of deze twee met elkaar in evenwicht blijven. Als het tempo van de nieuwbouw om welke reden dan ook niet volgens planning verloopt, zullen we de snelheid van de herstructurering aanpassen.” Wooncarrière De regio wil volgens Smid met de Woonvisie, die het uit 1997 stammende Volkshuisvestingsplan vervangt, meer ambities realiseren dan ‘alleen’ het verbeteren van de leefbaarheid in oude wijken. “Voor de leefbaarheid en de betrokkenheid is het belangrijk dat we aantrekkelijk bouwen voor iedereen. Daarmee voorkom je dat bepaalde groepen de regio verlaten, wat in het verleden wel gebeurd is. Mensen moeten het gevoel hebben dat hier hun thuis is. En
‘thuis’ is zowel binnen als buiten; het betekent niet alleen de eigen woning of straat, maar ook de wijkvereniging, de sportclub, de kerk. Al die voorzieningen staan of vallen met bewoners die denken: ‘dit is mijn plek’. Daarbij is het ook belangrijk dat mensen het idee hebben dat ze in Haaglanden hun hele wooncarrière kunnen maken. Veel senioren zijn bijvoorbeeld sterk gehecht aan hun buurt. Ze willen op een gegeven moment best hun eengezinswoning verruilen voor een kleiner onderkomen, als ze maar in hun buurt kunnen blijven wonen. Juist die doorstroming is belangrijk om de kansen voor starters op de woningmarkt te verruimen.” Doorstroming De portefeuillehouder noemt de huidige stagnatie in de doorstroming het grootste probleem van de Haaglandse woningmarkt. “Veel mensen wonen in een huis waarvan wij vinden dat dat niet meer bij
7
hen past. Pas als je deze groep kunt verleiden tot een nieuw product, een nieuwe woning, kun je deze stilstand in de markt opheffen. Ook daarvoor hebben we mooie, goede woningen nodig, én prettige leefmilieus. In Zoetermeer, waar nog nieuwbouw wordt gerealiseerd, zie je dat die keten werkt. Goedkope woningen worden daar vaak gekocht door mensen uit sociale huurwoningen. Hun plaats wordt ingenomen door jongeren die nog bij hun ouders wonen of mensen die veel kleiner wonen. Het is belangrijk dat er betaalbare koopwoningen komen. Er wordt vaak gezegd dat het slecht gaat met de koopmarkt. Maar als je in Haaglanden een woning voor 180.000 euro in de verkoop doet, staan de gegadigden drie rijen dik te wachten.” Naast het bouwen van betaalbare koopwoningen gaat het stadsgewest Haaglanden in 2005 de manier veranderen waarop sociale woningen worden
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Natuurlijke bondgenoten bij versterking leefbaarheid toegewezen. Die wijziging moet eveneens de doorstroming stimuleren. Smid: “Gegadigden voor een andere huurwoning zijn nu hun ‘woonduur’ kwijt op het moment dat ze verhuizen. Dat maakt nogal wat mensen huiverig om te verhuizen. Immers, als de nieuwe woning niet bevalt, hebben ze een groot probleem. Dat moet dus anders.”
8
Bouwen in relatief hoge dichtheid De Woonvisie besteedt ook de nodige aandacht aan de spanning tussen enerzijds het voornemen om 60.000 extra woningen te bouwen en de wens van veel consumenten om een huis met een tuin te hebben, en anderzijds het verlangen om groen en ruimte zoveel mogelijk te sparen. Smid ziet een uitweg uit dit dilemma door te bouwen in relatief hoge dichtheid. Dat kan volgens haar ook tot grotere betrokkenheid tussen bewoners onderling leiden. “In Duitsland hebben veel huizen een gemeenschappelijke binnentuin. Dat hadden we vroeger ook in ons land in de vorm van hofjes. Een andere mogelijkheid is woningen voorzien van een fraai dakterras. Met dergelijke voorzieningen kun je mensen ertoe verleiden in de binnenstad van Den Haag, Delft of Zoetermeer te (blijven) wonen en tegelijkertijd de druk op de groene ruimte te ontlasten.” Uniek woonmilieu Het staat voor de portefeuillehouder vast dat alleen een regionaal gedragen woonvisie de vraagstukken op het gebied van wonen kan oplossen. “Regionale samenwerking voorkomt dat gemeenten met elkaar gaan concurreren, wat uiteindelijk alleen maar verliezers oplevert. Bovendien biedt de regio zelf voldoende variatie. Wassenaar kan een woonmilieu bieden dat Zoetermeer niet heeft. Pijnacker-Nootdorp is voor sommigen aantrekkelijker dan Delft. Den Haag beschikt weer over voorzieningen die andere gemeenten niet in huis hebben. Haaglanden heeft een uniek woonmilieu: we hebben groen, de zee, een heel stedelijk gebied met alle voorzieningen die daarbij horen, dorpen met rust en ruimte. Dat unieke karakter, waar we met ons allen naar mijn mening wel eens te weinig trots op zijn, willen we graag in stand houden. Niet een grote eenheidsmassa, maar variatie. Dat is medebepalend voor de leefbaarheid.” ■
Renovatieproject Hof Loevesteijn past in Woonvisie
“De Regionale Woonvisie is een belangrijke
De omtovering van het complex Enschede-
en unieke investering in de leefbaarheid van
laan tot Hof Loevesteijn past goed in de
de wijken en daarmee van de regio. Het is
Regionale Woonvisie van het stadsgewest
goed dat alle gemeenten en woning-
Haaglanden. De Provincie Zuid-Holland heeft
corporaties gezamenlijk een visie
het project van Woningcorporatie Vestia Den
ontwikkelen op de vraag hoe we de kwaliteit
Haag Zuid-West onlangs bekroond met de
van het wonen in onze regio kunnen
prijs voor Stedelijke Vernieuwing 2003.
verbeteren.”
H
Overheid en corporaties stemmen vraag en aanbod op elkaar af
D
at vindt Christa Begemann, voorzitter van de vereniging Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH) waarbij alle woningcorporaties in de regio zijn aangesloten. Deze organisatie is nauw betrokken geweest bij de opstelling van de Regionale Woonvisie Haaglanden. Volgens haar zijn de regionale overheid en de woningcorporaties natuurlijke bondgenoten bij het versterken van de leefbaarheid in de regio. Elke wijk maakt immers deel uit van de regio. “Daarom is het belangrijk regionale afspraken te maken over bouwprogramma’s of het bijsturen daarvan, zodat we de kwaliteit van het regionale woningaanbod goed kunnen laten aansluiten op de toekomstige vraag. Die samenwerking hebben we al acht jaar in de vorm van prestatieafspraken en is uniek in Nederland,” zegt Begemann. De Woonvisie laat volgens haar zien dat er niet alleen maar méér woningen nodig zijn, maar dat er ook vraag is naar andere kwaliteiten en woningen, bijvoorbeeld minder portiekwoningen en meer typen
woningen voor ouderen. Woningzoekenden kiezen bovendien niet alleen voor de woning, maar ook voor een woonmilieu. Sommigen wonen liever in het centrum, anderen juist in een groene buitenwijk van een stad. De Woonvisie brengt ook die zeer gevarieerde behoefte voor de hele regio in beeld. “Wanneer je deze kwaliteit met elkaar kunt realiseren, meer keuzes kunt bieden binnen de regio, ontstaat er ook ruimte om de leefbaarheid in gesegregeerde wijken te verbeteren.”
onderwijzers enzovoorts. Want deze willen we voor de leefbaarheid juist graag vasthouden. Daarover zijn we het alvast met elkaar eens en de corporaties willen daar ook voor gaan. Om de slaagkansen voor woningzoekenden te vergroten, zal het tempo van herstructurering nog onderwerp van overleg zijn. Wij hebben een voorkeur voor het ‘voorzichtigheidsprincipe’ en schakelen liever over op een tandje hoger als blijkt dat het gewenste tempo van de nieuwbouw gehaald wordt,” aldus Begemann.
Prestatieafspraken Bij de in 2005 te sluiten nieuwe prestatieafspraken tussen stadsgewest, gemeenten en woningcorporaties speelt de Woonvisie een grote rol. “We gaan daarin afspraken maken over nieuwbouw- en herstructureringsprogramma’s. In elk geval staat vast dat we ten minste 30% van de nieuwbouw per gemeente realiseren in de sociale sector! En ook dat er in de wijk zelf meer in de goedkope koopsector gebouwd moet worden voor middeninkomens, zoals agenten,
Welzijn Begemann benadrukt overigens dat de afspraken tussen corporaties en gemeenten op lokaal niveau in de toekomst niet meer alleen gaan over de kwaliteit van de woningen. “Leefbaarheid hangt van veel meer factoren af . Ik voorzie daarom in de nabije toekomst nog meer lokale afspraken over veiligheid, jeugdbeleid, sociaal beheer in en rond woningen en openbare ruimte, welzijnsvoorzieningen et cetera.” ■
of Loevesteijn maakt deel uit van de renovatie die Vestia Den Haag Zuid-West sinds het begin van de jaren negentig in Morgenstond uitvoert. De bewoners waarderen de ruime opzet, het vele groen, de winkels en het Zuiderpark in de wijk. Er is echter een tekort aan koopwoningen, seniorenwoningen en huizen voor grote gezinnen. In het nieuwe Hof Loevesteijn biedt de woningcorporatie al deze woningtypes aan. Betrokkenheid bewoners In de eerste plannen zou een heel nieuwbouwplan worden ontwikkeld. De bewoners zagen echter meer heil in renovatie van de flatgebouwen en in goed overleg is daarom gekozen voor een ander plan. De galerijflats waren in de vijftiger jaren trendsettend wat betreft moderniteit, maar bleken inmiddels bouwtechnisch gezien sterk verouderd. De identieke kleine flats sloten ook niet meer aan op de uiteenlopende woonwensen van deze tijd. Er is veel discussie geweest over het behoud van een deel van de woningen, met als resultaat dat Vestia de betere bestaande naoorlogse complexen heeft gerenoveerd. De kritische blik van de woningcorporatie bij de afweging tussen sloop en renovatie is één van de onder-
Hof Loevesteijn langsgezicht Loevesteijnlaan
delen die de jury prees bij het toekennen van de LEVEnDESTAD Projecten Prijs. Renovatie galerijwoningen Het project voorziet in renovatie van de helft van de oorspronkelijke 239 naoorlogse galerijwoningen. Door horizontale en verticale samenvoegingen en het bijplaatsen van liften zijn 79 ruime huurwoningen gerealiseerd. De twee gerenoveerde galerijblokken hebben afzonderlijke trappen naar de entrees van de benedenwoningen, waardoor het saaie uiterlijk van de galerijen is doorbroken. De galerijen van de bovenste twee woonlagen zijn gebleven en hebben een lift gekregen. Glaspanelen in de galerij zorgen voor een chic uiterlijk. Nieuwbouw De andere helft van de 239 naoorlogse galerijwoningen is gesloopt en vervangen door nieuwe koopwoningen: 42 appartementen en 42 eengezinswoningen. Verder komt er een tienlaagse woontoren – daar is het nieuwe kantoor van Vestia Den Haag Zuid-West – en een parkeergarage. Naast de renovatie en nieuwbouw zijn er ook twee zorgvuldig ontworpen binnentuinen aangelegd. Zij maken dit gebied tot een oase in de stad. ■
2
FOCUS HAAGLANDEN Waarom RandstadRail? Het gebied tussen Den Haag, Rotterdam en Zoetermeer verstedelijkt in hoog tempo. Op een groot aantal plekken verrijzen Vinex-locaties en bedrijvenlocaties. Steeds meer mensen hebben behoefte aan comfortabel openbaar vervoer. RandstadRail biedt het openbaar vervoer waar reizigers behoefte aan hebben: frequent, stipt, comfortabel en betrouwbaar. RandstadRail maakt voor het grootste gedeelte gebruik van bestaand spoor: de Zoetermeer Stadslijn en de Hofpleinlijn. Deze bestaande verbindingen worden omgebouwd en gekoppeld aan het lokale tram- of metronet.
De organisatie van het project RandstadRail is op vele vlakken bijzonder te noemen: bijzonder in de samenwerking tussen stadsgewest en gemeenten en bijzonder in de communicatie met burgers en lokale overheden. RandstadRail werkt met deze aanpak aan de betrokkenheid van overheid en burgers in de regio.
Werkzaamheden hoek Waldeck Pyrmontkade - Laan van Meerdervoort
10
Tekst: Erik van ‘t Woud Fotografie: Erik van ‘t Woud, MCW-Studio’s, Paul Lunenburg
Visualisatie van de toekomstige RandstadRail
Overheden werken samen aan verbetering personenvervoer
RandstadRail: betrokkenheid vereist
”E
en concreet voorbeeld van de goede samenwerking met het stadsgewest Haaglanden is dat hier nog dagelijks collega’s van het stadsgewest te vinden zijn”, weet Eduard Heijers, algemeen projectmanager van RandstadRail. Hij geeft leiding aan een speciaal opgerichte projectorganisatie. “Voorheen lag het initiatief bij het stadsgewest als opdrachtgever van dit project, maar nu ligt de uitvoering bij de gemeente Den Haag. De medewerkers van het stadsgewest houden echter nog
steeds voeling met de ontwikkelingen van het project en dat geeft een goed beeld van deze samenwerking. Daarnaast betrekken we de gemeenten Leidschendam-Voorburg, PijnackerNootdorp en Zoetermeer bij het project via lokale stuurgroepen.” Het stadsgewest Haaglanden werkt nauw samen met de projectorganisatie RandstadRail. Simon Renzema, directeur Openbaar Vervoer bij het stadsgewest vindt dit een logische zaak. “Gelet op de
rollen en de verantwoordelijkheden van het stadsgewest voor het openbaar vervoer, kunnen we in feite ook niet zonder elkaar. Wij letten er bijvoorbeeld op dat er geen zaken worden gebouwd die goedkoop zijn, maar erg duur in onderhoud. Die beheer- en onderhoudskosten komen namelijk jaarlijks terug in ons budget voor het openbaar vervoer.” Communicatie Ook op het gebied van de communicatie ontstond snel een goede samenwerking. Stadsgewest en gemeente hebben de handen ineen geslagen om de communicatie met burgers en overheid zo efficiënt mogelijk te laten verlopen. “We hebben allebei een taak in de communicatie en die taken hebben we samengevoegd”, legt Renzema uit. “Enerzijds heb je de communicatie over het systeem van RandstadRail, want we praten hier wel over het grootste lightrail-project van Nederland. Dit komt voor rekening van het stadsgewest Haaglanden. Anderzijds heb je de omgevingscommunicatie. Die
Simon Renzema (links) directeur openbaar vervoer stadsgewest Haaglanden en Eduard Heijers, algemeen projectmanager RandstadRail. Beide organisaties werken samen bij de realisatie van RandstadRail
ligt bij Den Haag. Dat is logisch, omdat zij de infrastructuur aanleggen. We hebben van meet af aan gezegd dat we niet ieder afzonderlijk een eigen PR-afdeling aan het werk gaan zetten. We hebben dit samengevoegd omdat deze verschillende vormen van communicatie met elkaar te maken hebben en in de praktijk moet dat natuurlijk wel met dezelfde toon gebeuren.” Omgeving leefbaar houden Inmiddels is het project zo ver dat de spade de grond in gaat. Op welke manier wordt de burger betrokken bij de plannen voor de bouw? Heijers: “We hebben diverse middelen ontwikkeld, van folders en websites tot en met deelname aan het Verkeersjournaal van TV West. Er zijn begeleidingscommissies onder onafhankelijk voorzitterschap opgericht, waarbij bewoners en bewonersorganisaties geïnformeerd worden over het bouwproces. En ook als de bouw straks daadwerkelijk gaat beginnen, houden we de omgeving zo leefbaar mogelijk. Door een goed toezicht en goede organisatie op de bouw, door bouwplaatsen schoon te houden, zandhopen af te dekken en geen gevaarlijke in- en uitrijroutes te gebruiken.”
Volkstuinen “De volkstuinen in het gebied ‘t Oor bij NS-station Laan van Nieuw Oost-Indië zijn een mooi voorbeeld waar overleg met de burger goed heeft gewerkt. Deze tuinen bestaan al veertig jaar en vormen een wereld op zich. Er lopen zelfs paarden en varkens in dat gebied en dan mag je niet eisen dat iemand binnen twee maanden weg moet zijn”, aldus de projectmanager. “We hebben containers gekocht om de mensen een paar jaar uitstel te bieden zodat ze hun dieren geleidelijk aan kunnen verplaatsen. We zijn dik een jaar bezig geweest om steeds een stapje verder te komen en dit zorgvuldig uit te voeren. De mensen zullen nooit blij zijn dat ze hun vaste plek moeten verlaten, maar door de getoonde betrokkenheid krijg je wel een beter draagvlak voor de plannen.” Inrichting en uitstraling Een andere vorm van het creëren van draagvlak voor het project speelde zich af op politiek niveau. Het stadsgewest en de gemeente Den Haag organiseerden in augustus 2003 een studiereis voor gemeenteraadsleden. Heijers: “Je kunt natuurlijk wel over de aanleg van RandstadRail praten, maar wat betekent dat concreet voor de steden? Met vijfentwintig raadsleden uit de regio zijn we
Van aanbesteding tot tram De aanbestedingsprocedure voor het rollend materiaal van RandstadRail wordt voor het stadsgewest gedaan door HTM. De procedure berust op Europese richtlijnen en kent strenge eisen. De aanbesteding is medio 2003 gestart en in oktober van het afgelopen jaar is het bestek aangeleverd bij de potentiële kandidaten. Dit waren Bombardier, GEC Alsthom, CAF en Siemens. Na een voorselectie wordt met twee kandidaten verder onderhandeld en aan de hand van een lijst met
gaan kijken in Kassel, Montpellier en Amsterdam. Na deze reis waren de raadsleden veel beter in staat zich voor te stellen hoe dit project moet worden aangepakt en welke problemen je daarbij ondervindt. Vijfentwintig raadsleden, die na de reis hun collega’s in de vier raden hebben geïnformeerd over wat er gaande is.”
11
De betrokkenheid houdt niet op bij de raadsleden uit de regio. Zo krijgen de inwoners binnenkort de kans om het materiaal te bezichtigen. “Je hebt twee verschillende doelgroepen. De mensen die langs het traject wonen en het materieel zien rijden, en de reizigers die met Randstadrail gaan reizen. We hebben er bewust voor gekozen om beide groepen informatie over het materieel te verschaffen en ze te laten meedenken”, vertelt Renzema. “Binnenkort krijgt iedereen de kans om het materieel te bekijken. Zo willen we de burger om advies vragen over een deel van de inrichting en de uitstraling van het voertuig. Het gaat hierbij om de kop van het voertuig, de stoelen en het design van het interieur.” ■
Kijk voor meer informatie over RandstadRail op www.randstadrail.nl
criteria, wegingsfactoren en het prijsniveau wordt de uiteindelijke leverancier geselecteerd. In april wordt het materieel van de gekozen leverancier als model getoond aan pers en publiek, waarbij zij kunnen adviseren over een deel van de inrichting en de uitstraling van het voertuig. Daarna moet snel gebouwd worden: al in juli 2005 moeten de eerste nieuwe trams van de lopende band rollen om op 1 juli 2006 de eerste betalende passagiers te vervoeren.
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN Politie Haaglanden heeft al vele jaren een
Focus Haaglanden brengt in elke uitgave een
zogeheten supportersdetachement. De leden
‘Burgemeester in beeld’. In deze rubriek maakt u
van dit detachement wonen alle ADO Den
nader kennis met de eerste burger van een
Haag wedstrijden bij, zowel thuis als uit.
gemeente in Haaglanden. De burgemeester
‘Kennen en gekend worden’ is hun motto en
wordt geportretteerd op zijn of haar favoriete
het werkt; de incidenten zijn de laatste jaren
plek in de gemeente. In deze uitgave is het de
beperkt gebleven.
beurt aan burgemeester Michiel van Haersma
Tekst: Eva Smit Fotografie: Politie Haaglanden
Buma (52), sinds 2002 burgemeester van Nauwe samenwerking tussen politie en voetbalclub
12
ADO-supportersdetachement scoort goed op veiligheid Gezichtscans Zo heeft het bestuur van ADO een manager veiligheidszaken aangesteld, fouilleren stewards alle supporters van ADO-Den Haag en controleren medewerkers van een beveiligingsbedrijf de toegangskaarten en de stadionverboden. Binnenkort begint zelfs een pilot met gezichtscans. Politie Haaglanden participeert met een eigen supportersdetachement. Dit detachement van twintig politiemensen begeleidt de supportersgroep om problemen voor, tijdens en na de wedstrijd te signaleren en minimaliseren.
Het supportersdetachement staat onder leiding van de voetbalcoördinatoren Hans Nering Bögel en Ton van Hoogdalem.
D
e wedstrijden van ADO Den Haag brachten in het verleden regelmatig ongeregeldheden met zich mee. Landelijk wordt de laatste jaren veel aandacht besteed aan de bestrijding van het voetbalvandalisme. Met behulp van een uitgebreid voortraject met de veiligheidspartners (de veiligheidscoördinator van ADO, de supportersvereniging, het Openbaar Ministerie en de gemeente Den Haag) zocht Politie Haaglanden naar een effectieve aanpak. Dit heeft geresulteerd in een aanpak met meerdere partners.
Vroegtijdig inspelen Voorafgaand aan iedere wedstrijd hebben de leden van het supportersdetachement contact met de vaste groep supporters. Hierdoor kunnen ze vroegtijdig inspelen op mogelijke problemen. Ze begeleiden en spotten de supporters op weg naar de uitwedstrijden tot in het stadionvak. Ook tijdens de wedstrijden zijn ze aanwezig en houden precies in de gaten wie welk gedrag vertoont. Gesteund door camera’s die alles vastleggen wat er in het vak gebeurt, gaat daar een preventieve werking van uit. Het helpt dat de leden van het supportersdetachement gewoon burgerkleding dragen. Supporters stappen daardoor makkelijker op ze af. Ondanks dat ze in burger gekleed zijn, weten de supporters goed wie de leden van het supportersdetachement zijn. Het detachement bestaat namelijk uit een vaste groep mensen, die langzamerhand vertrouwde gezichten worden. ‘Kennen en gekend worden’ is hun motto.
Redelijk tevreden Over het verloop van de wedstrijden van de eerste competitiehelft is het supportersdetachement redelijk tevreden, een enkel incident daargelaten. Helaas moest na afloop van de wedstrijd ADO Den Haag - AJAX de Mobiele Eenheid korte tijd in actie komen. De politie hoopt dat dit een uitzondering is en dat de rest van de wedstrijden zonder problemen zullen verlopen. Maar alertheid is altijd geboden. Als gekeken wordt naar het aantal aanhoudingen, zijn de resultaten goed te noemen. Voor en tijdens de eerste tien wedstrijden zijn in totaal twaalf personen aangehouden voor diverse strafbare feiten. Na de wedstrijd ADO Den Haag - AJAX zijn direct voor en na de wedstrijd negentien personen aangehouden. Een onderzoek volgde en de politie heeft nog twintig aanhoudingen verricht. Momenteel hebben 69 personen een stadionverbod. ‘We zijn er nog niet’ Inmiddels kan Politie Haaglanden spreken van een geslaagde aanpak die vruchten afwerpt. Maar, zo zeggen ze zelf: ‘We zijn er nog niet.’ Vooral de spreekkoren op de tribunes baren nog zorgen. Nu ADO in de eredivisie speelt, zijn er – afhankelijk van de tegenstander – vaker wedstrijden met een hoger risico. De inzet van de politie wordt op de inschatting van dit risico afgestemd. Dat geldt voor zowel thuis- als uitwedstrijden. Speelt de club een wedstrijd met een hoog risico, dan wordt het volledige detachement van twintig leden ingezet.■
Leidschendam-Voorburg.
13
Michiel van Haersma Buma Tekst en fotografie: Gemeente Leidschendam-Voorburg
“Sijtwende is een project dat door vier partijen is gerealiseerd. Het kunstwerk van de beeldend kunstenaar Frans Roymans symboliseert de samenwerking tussen deze partijen.”
Wat is uw favoriete plek in Leidschendam-Voorburg? Bovenop het tunneldak van Sijtwende deelgebied 2. Hier op het dak tussen de Mgr. Van Steelaan, de Heuvelweg en de Prins Bernhardlaan/Noordsingel vind je één van de origineelste en creatiefste stedelijke ontwikkelingen. Een weg in een holle dijk met woningen en een appartementengebouw er tegenaan gebouwd. De brandweerkazerne en het politiebureau staan als bewakers van onze veiligheid op de kruising. En op het tunneldak is er gemeenschappelijk groen om te recreëren. Dit gebied staat symbool voor meervoudig grondgebruik met een zeer hoge kwaliteit.
zoeken beëindigd. Sijtwende ligt op de grens van de twee voormalige gemeenten Leidschendam en Voorburg en heeft er decennia lang voor gezorgd dat de gemeenten met de rug naar elkaar stonden. Voorburg wilde geen tweede ruwe doorsnijding van haar gemeente en Leidschendam wilde verlost worden van de enorme overlast van het sluipverkeer. Sijtwende is de oplossing geworden voor deze twee bestuurlijke invalshoeken. De weg heeft de twee voormalige gemeenten verenigd. Een nieuw stedenbouwkundig hart is zo als het ware ontstaan op de voormalige grens van beide gemeenten.
Welke eerdere functies heeft u gehad? Voordat ik in 1986 burgemeester van Markelo werd, heb ik diverse functies bekleed bij de Universiteit van Utrecht. In december 1996 werd ik benoemd tot burgemeester van de voormalige gemeente Voorburg.
En uw dieptepunt? Gelukkig heb ik nog niet echt een dieptepunt meegemaakt. Ik merk wel dat ik vaak geconfronteerd wordt met zaken waarvan ik mij afvraag welke rol de overheid daarin kan spelen. Een voorbeeld: als burgemeester bezoek ik vaak oudere inwoners in de gemeente en ik merk dat er een kentering heeft plaatsgevonden in ons zorgsysteem. Voorafgaande aan het overlijden van mijn vader ben ik ook nadrukkelijk geconfronteerd met het feit dat ouderen afhankelijk zijn van goede zorg. Ik vraag mij dikwijls af hoe ik daar als bestuurder verbetering in kan aanbrengen.
Wat is uw hoogtepunt als burgemeester van LeidschendamVoorburg? De opening van het Sijtwendetunneltracé op 18 november 2003. Daarmee werd op geslaagde wijze een historie van zestig jaar praten, twisten en oplossingen
Wat maakt Leidschendam-Voorburg aantrekkelijk? Het is een verstedelijkte gemeente met vrijwel alle voorzieningen: van goed openbaar vervoer (vijf treinstations!) tot een brede keuze aan onderwijs. Een gemeente met een prettig woonklimaat.
Wat wilde u als kind worden? Van jongsaf aan wilde ik al burgemeester worden. In 1958, tijdens een vakantie bij mijn neef, die burgemeester was van de toenmalige gemeente Workum in Friesland, werd deze voorkeur versterkt.
Welke actuele zaken spelen in uw gemeente? Na twee jaar fusie hebben we onze doelen gehaald. Nu moeten we ons richten op de midden- en lange termijnontwikkeling van de gemeente. Waar gaat de gemeente naar toe en wat is het profiel van de gemeente? De discussie over een grote onderwijsoperatie is gestart; niet alleen over de huisvesting maar ook inhoudelijk. Versterking van uitbouw van het wijkgerichte werken is een andere prioriteit. Veiligheid en kwaliteit van dienstverlening staan daarnaast hoog op de agenda. En dit laatste onder het motto ‘geen burgers geen brood’. Wat vindt u van de dualisering? Een goede ontwikkeling die na een instrumentele fase op schema ligt en stap voor stap verdiept wordt. Meer aandacht voor de cultuur is daarbij noodzakelijk. Wij zijn ook vaak te ongeduldig bij het bereiken van de resultaten. Wat doet u in uw vrije tijd? Hobby’s? Veel lezen. Literatuur, hedendaagse politieke ontwikkelingen en boeken over de Eerste Wereldoorlog. Verder lees ik graag boeken over de geschiedenis, bijvoorbeeld over de Spaanse burgeroorlog en president Theodoor Roosevelt. Kortom, gevarieerd en breed. Andere hobby’s van mij zijn in mijn huis klussen en in de tuin werken. Wat wilt u graag bereiken? Een bijdrage leveren aan het herstel van het vertrouwen van de burgers in de overheid. ■
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN Bij Politie Haaglanden werken zo’n 230
Leefbaarheid en Betrokkenheid
vrijwilligers. Zij zijn lang niet altijd even zichtbaar voor de burger, maar de politie kan niet zonder hen. Zij assisteren bij de surveillance op straat en bij evenementen of werken in de slachtofferhulp. Politie Haaglanden wil vrijwilligers in de toekomst nog effectiever gaan inzetten, bijvoorbeeld bij arrestantenzorg en de publieksservice.
14
Tekst: Eva van Dijk Fotografie: Politie Haaglanden
Korps benut ervaring en expertise
Vrijwilliger Politie Haaglanden:
een baan voor het leven
V
eiligheid is een zaak van ons allemaal. Daarom wil de politie graag burgers als vrijwilliger betrekken bij het werken aan veiligheid. Vrijwilligerswerk biedt toegang tot het politiewerk en dat is vooral voor groepen die bij de politie ondervertegenwoordigd zijn, zoals vrouwen, jongeren en allochtonen, interessant. Hoe diverser het personeelsbestand, des te beter mensen zich immers kunnen identificeren met de politie. Dat maakt het werk op straat gemakkelijker. Vrijwilligerswerk is ook een kweekvijver voor regulier personeel: het korps leert de capaciteiten van de vrijwilliger kennen en de vrijwilliger kan ruiken aan het politiewerk. En het korps benut de ervaring en expertise van de vrijwilliger. Slachtofferhulp en herstelrecht Bij Politie Haaglanden werken in totaal zo’n 230 opgeleide vrijwilligers. Ongeveer een derde van hen werkt in uniform mee in de surveillance op straat en tijdens evenementen. De anderen werken in de slachtofferhulp of bij het nieuwe project ‘herstelrecht’. Daarbij wordt bemiddeld tussen slachtoffer en dader van een delict via een confrontatie. Het kan een slachtoffer helpen het gebeurde te verwerken en de dader krijgt
een kans te herstellen wat hij heeft gedaan. Is de dader een jongere, dan worden ook de ouders en de school erbij betrokken. Deze aanpak heet ook wel ‘echtrecht’. “Bij slachtofferhulp”, legt bureauchef Frans de Ruiter uit, “ligt de nadruk op de emotionele hulp aan slachtoffers. Binnenkort wordt een spreekuur op het Paleis van Justitie geopend. Daar geven we praktische en juridische hulp bij bijvoorbeeld het invullen van schadeformulieren en begeleiden we slachtoffers die naar de rechtbank gaan.” Wie is die vrijwilliger? De verschillen tussen vrijwilligers bij Politie Haaglanden zijn enorm. “We zien allerlei type mensen binnenkomen, van huisvrouw tot psycholoog”, zegt Frans de Ruiter. “Maar één ding bindt ze: ze willen iets betekenen voor een ander, ‘de politie helpen’.” Je vraagt je af waarom deze mensen geen reguliere baan bij de politie zoeken. Ze krijgen een onkostenof uurvergoeding en goede secundaire arbeidsvoorwaarden, maar geen salaris. “Ze doen het vooral uit idealistische overwegingen. Veel vrijwilligers vinden het werken hier machtig mooi, maar willen het niet fulltime doen. Of ze hebben
in het verleden tevergeefs geprobeerd bij de politie te komen en zien vrijwilligerswerk als een tweede kans”, aldus de bureauchef. Opleiding De vrijwilligers in uniform hebben een opleiding gehad van drie jaar: een flinke investering voor het korps èn voor de vrijwilligers. Maar er blijken steeds moeilijker vrijwilligers te vinden die die investering willen of kunnen doen. Frans: “We willen vaker met de vrijwilligers kijken wat ze graag willen doen en waar hun kwaliteiten liggen, om ze vervolgens specifiek op die vlakken op te leiden én in te zetten.” Bij een peiling onder de politiebureaus bleek dat er behoefte is aan bijstand in onder meer de arrestantenzorg, de surveillance en de publieksservice. Daar werkt men nu gericht aan. Wat de vrijwilliger terugkrijgt “Het ‘iets kunnen betekenen voor de maatschappij’ is een wens die voor de vrijwilligers in het korps inderdaad in vervulling gaat”, zegt Frans. “Dat bleek uit een tevredenheidsonderzoek onder de vrijwilligers. We zien mensen ook heel lang blijven; sommige politievrijwilligers hebben we al dertig jaar in ons
Waarmee krijg je de mensen nog uit hun stoel voor een levendig debat over het wel en wee van de wereld? Mijn tip is: zoek het dicht bij huis. In de top 10 van ergernissen staat een aantal uit de directe leefomgeving hoog genoteerd. Hondenpoep, sociale veiligheid, overlast van hangjongeren, scooters op de stoep, te weinig speelgelegenheid; ze staan allemaal ver vóór het aanpakken van wereldleed of het realiseren van hooggestemde idealen. Horden sociologen bogen zich al over de vraag waarom de maatschappelijke betrokkenheid afneemt, terwijl de kritiek op de maatschappij / overheid juist toeneemt. Het lijkt wel alsof de burger zich in zijn bastion verschanst met een verrekijker in de hand om zijn omgeving te bespieden op zoek naar misstanden, veroorzaakt door anderen en natuurlijk de overheid. Ik herinner me iemand die belde dat hij ‘de hele dag uitkeek op ambtenaren die op hun schoffel stonden te leunen. En dat van zijn belastingcenten…’ Ik zei: “U heeft blijkbaar best veel tijd om het werk van anderen te beoordelen. Laat ik u vertellen dat het fysiek onmogelijk is om acht uur achter elkaar flink door te schoffelen. Als u nou eens een dagje mee komt helpen, dan slaan we twee vliegen in een klap. Er wordt meer opgeruimd en u krijgt een idee van het werk!” De man stemde hiermee in. Op de betreffende dag dat hij mee uitrukte, belde hij me om half elf op met de mededeling dat hij ermee wilde stoppen. Hij was overtuigd! Maar ja, ik kan natuurlijk niet met 14 miljoen klagers
midden. Dat is een goed teken. De sociale contacten en het bij een organisatie horen worden erg belangrijk gevonden; die brengen waardering met zich mee. En vergeet de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de vrijwilligers niet.” Hier en daar is gebleken dat de politievrijwilliger wat meer gekoesterd zou mogen worden. Een nieuw Bureau Vrijwilligers moet gaan zorgen voor meer persoonlijke aandacht en betere doorstroommogelijkheden naar andere taken. “Daardoor moet het vrijwilligerswerk bij Politie Haaglanden een baan voor het leven worden”, zegt Frans. Verder staan bindingsactiviteiten, meer vakinhoudelijke begeleiding en een frontoffice voor advies hoog op de verlanglijst. Het nieuwe bureau wordt een uitzendbureau voor vrijwilligers en stagiairs. De wijkbureaus melden daar straks hun behoeften, waarna het bureau er een kandidaat bij zoekt.” ■
Interesse in vrijwilligerswerk (of een stageplaats) bij de politie? Bel gratis 0800 02 33 222.
de openbare ruimte te lijf. Toch is het goed om bovenstaande in het achterhoofd te houden. Je kunt het namelijk ook positief benaderen. De betrokkenheid bij de directe leefomgeving is heel groot. Met de dualisering zouden raadsleden meer ‘de wijk in kunnen’, meer hun oren te luisteren leggen naar de noden en behoeften van de burgers. En die raadsleden kunnen en mogen dan ook wat terug zeggen. Over de handen uit de mouwen en zelfredzaamheid en over het einde van de overheid die alle ellende maar moet opknappen voor al die mensen die wel kritiek hebben, maar niet de bezem willen pakken om hun eigen straatje schoon te vegen. Betrokkenheid kan zo uitgroeien tot samenwerking. Er zijn al verenigingen van wijkeigenaren. Zij bepalen zelf de prioriteiten en stellen het niveau van onderhoud vast, maar werken ook zelf mee aan de eigen leefomgeving. En door die betrokkenheid ontstaan weer nieuwe sociale verbanden. De overheid zou daar creatief op in moeten spelen. In plaats van zich te beklagen over het gebrek aan betrokkenheid moeten we zoeken naar nieuwe vormen. Dat verhoogt de leefbaarheid, want een straat die brandschoon is, is nog niet leefbaar. Leefbaar is een buurt als er buiten ook weer een domein ontstaat dat van de bewoners is. Van alle bewoners.
15
Cees Oosterwijk Partner BMC
Tolerantie: reflecties op de praktijk Twaalf hogere functionarissen van de politie en het openbaar ministerie bogen zich over de tolerantie in onze maatschappij. Hoe verdraagzaam zijn wij in dit land, en wat zijn de sociologische, culturele, juridische en psychologische gevolgen van die houding? De twaalf, waaronder de chef van politiebureau Delft Theo van der Plas, onderzochten hun eigen beroepspraktijk aan de hand van deze vragen. De zoektocht bracht hen op thema’s als samenleving en veiligheid, religie, recht en politieleiderschap. Hun reflecties zijn als essays verza-
meld in het boekje ‘Tolerantie; reflecties op de beroepspraktijk van politie en openbaar ministerie’. Onder de schrijvers zijn leidinggevenden bij de politie, een officier van justitie en een advocaatgeneraal. Het onderzoek maakte deel uit van hun leergang Politieleiderschap 3 van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur. ‘Tolerantie; reflecties op de beroepspraktijk van politie en openbaar ministerie’ is te bestellen bij In-pact, per post: Postbus 444, 3990 GE Houten, of via
[email protected]. ■
MAART 2004
2
Het Europa van de Regio’s is tevens het Europa van de
FOCUS HAAGLANDEN
Concurrenten. Steeds meer regio’s realiseren zich dat ze met andere gebieden strijden om de gunst van bedrijven, bewoners en bezoekers. Om deze groepen te trekken en te behouden, maken regio’s in toenemende mate gebruik van regiomarketing. Het succes van de Scandinavische Øresund laat zien dat zo’n strategie goed kan werken.
16
IK MOET AB-SO-LUUT IETS WETEN OVER EEN ZAKENRELATIE. KAN DAT NÚ?
Tekst: Gert-Jan Hospers Fotografie: Øresundsbro Konsortiet
Een sterk merk: De Scandinavische Øresund
N
et zoals de Haaglanden is de Øresund een samenwerkingsverband van regionale partijen die elkaar op verschillende terreinen aanvullen. Met het doel hun gebied op de Europese kaart te zetten, besloten 14 gemeenten en lokale instanties uit het Deense Sjælland (Kopenhagen en omgeving) en het Zweedse Skåne (een landelijk gebied rond Malmö) halverwege de jaren negentig tot samenwerking. Sindsdien doen de partners vrijwel niets meer alleen; over de grens heen werken ze nauw samen en treden ze gezamenlijk naar buiten.
VOOR U IS DIE VRAAG MISSCHIEN NIEUW. VOOR ONS NIET. Ondernemen is geen zaak van 9 tot 5. Het houdt je doorlopend bezig. Zeker als je ergens over twijfelt. Je wilt weten hoe het nu precies met die zakenrelatie zit. Maar piekeren hoeft nu niet meer. Want via www.kvk.nl kunt u direct van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat het handelsregister (incl. concernstructuren en jaarrekeningen) raadplegen. Zo krijgt u alle essentiële informatie van 1,3 miljoen bedrijven, verenigingen en stichtingen in Nederland op uw beeldscherm. Vraag een gebruikersprofiel aan, log in en binnen de kortste keren weet u alles. Tegen de laagste kosten. Print de gegevens uit of sla ze op. En slaap lekker.
WWW.KVK.NL
EERST EVEN LANGS JE KAMER VAN KOOPHANDEL.
Health Valley En die samenwerking heeft resultaat opgeleverd: de Øresund is binnen korte tijd uitgegroeid tot een broedplaats van bedrijvigheid in ‘health’. De Scandinavische regio blinkt uit in hoogwaardige gezondheidszorg, zoals medische technologie, innovatieve zorgconcepten en bewegingswetenschappen. Intussen wordt de Øresund naast Londen en Parijs al gerekend tot de top drie van Europese Health Valleys. De werkgelegenheid in de zorgsector in de Øresund maakt een enorme groei door, onder meer omdat de regio een groot aantal kennisintensieve buitenlandse bedrijven heeft weten aan te trekken. Voor het Nederlandse bedrijfsleven is de Øresund mogelijk ook een plek met interessante samenwerkings- en investeringsperspectieven. Dat geldt eveneens voor bedrijven
uit de regio Haaglanden, een gebied dat ook alle ingrediënten voor een Health Valley in huis heeft. De mens centraal Iedereen is het erover eens dat de Øresund haar succes te danken heeft aan daadkrachtige bestuurlijke samenwerking in combinatie met heldere en gerichte regiomarketing. Het Øresundcomité, waarin vertegenwoordigers uit alle regionale samenwerkingspartners zitting hebben, heeft gekozen voor het thema ‘de mens centraal’ als overkoepelend speerpunt voor het gebied. Onder deze vlag heeft het comité volop geïnvesteerd in voorzieningen die te maken hebben met de mens en zijn behoeften, zoals gezondheid (medische technologie), contact met anderen (de Øresund-brug) en ontspanning (gevarieerd cultureel aanbod). Øresund: The Human Capital De regionale partijen realiseerden zich echter terdege dat de aanwezigheid van deze elementen niet voldoende was om het gebied ècht op de kaart te kunnen zetten. Daarom hebben ze ook gewerkt aan de naamsbekendheid van de Øresund in Europa, onder meer door een goed verzorgde internetpagina, talloze magazines en allerlei regionale evenementen (bijvoorbeeld de Øresunddagen). In de (inter)nationale media wordt het gebied bovendien actief gepromoot als ‘The Human Capital’ – let op de
17
dubbelzinnigheid – waar het voor de moderne mens goed wonen, werken en recreëren is. Het teken Ø vormt daarbij het onderscheidende beeldmerk: niet alleen vanwege de Scandinavische touch, maar ook omdat het de brug symboliseert die Kopenhagen en Malmö met elkaar verbindt. In de concurrentiestrijd tussen Europese regio’s heeft deze regiospecifieke aanpak de Øresund geen windeieren gelegd. De Øresund, kortom, is een sterk merk, en een inspiratiebron voor de Haaglanden. Gert-Jan Hospers is lector Strategisch Management bij Saxion Hogescholen en universitair docent Economie en Strategie aan de Universiteit Twente. ■
I-AM Instituut voor Area Marketing In navolging van andere landen krijgt Nederland een Instituut voor stads- en regiomarketing en -branding: I-AM Instituut voor Area Marketing. Actorion Communicatie Adviseurs in Velp en specialist Gert-Jan Hospers zetten dit kennisinstituut samen op. I-AM doet onderzoek, publiceert hierover en organiseert seminars en congressen. Daarnaast adviseert I-AM over regiomarketing en -branding. Nadere informatie: projectleider drs. Paulus J. Blom, 026-443 82 87.
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Geschiedenis als inspiratiebron bij de herinrichting
‘Zwethzone’ wordt een verademing
ideeën van de Zwethzone. Directielid John van der Valk: “Het wordt een mengeling van een ecologische invulling, waaronder een moerasachtig deel met één of meer eilanden, en een stuk dat meer een commercieel karakter krijgt.”
18
Tekst: Anne Geert Bosma Fotografie: H+N+S landschapsarchitecten, Erik van ’t Woud
Oerbeeld van de polder Niels van der Drift, van het gelijknamige hoveniersbedrijf, vult hem aan. “We willen onder andere demonstratietuinen aanleggen. Dan moet je denken aan landschapstuinen waarin we verschillende tuinstijlen verwerken die passen in de natuurlijke omgeving. De tuinen zullen toegankelijk zijn voor het publiek; ook voor mensen die geen klant zijn. Wij laten ons inspireren door het verleden. We denken bijvoorbeeld aan de aanleg van plas-/ of draszones – moerasachtige grond met knotwilgen, het oerbeeld dat bij een polder hoort – als kenmerk van het Oudhollandse landschap. En bij beschoeiing gebruiken we natuurlijk materiaal zoals wilgentenen.”
Sabine Geerlings: ”Historische elementen vormen een deel van het netwerk.”
Ontwerp voor de Zwethstrook: het stuk tussen de Veilingroute en de Zweth
Groene verbindingen in het landschap zijn belangrijke instrumenten om de leefbaarheid in een verstedelijkt gebied op peil te houden of te
19
versterken. Het stadsgewest Haaglanden heeft daarom in het Regionaal Structuurplan (2002) een aantal zogenaamde Groene Schakels opgenomen. Deze moeten de bestaande waardevolle groen- en natuurgebieden en een reeks kleinschalige parken met elkaar verbinden en ruimte bieden voor recreatie, water, natuur, landbouw en cultuurhistorie.
A
ls de vergevorderde plannen werkelijkheid worden, zal de Zwethzone in de toekomst een gezichtsbepalende groene schakel zijn die het landschap ‘open’ houdt temidden van de verstedelijking. “Zo’n groene ader is heel waardevol voor dit verstedelijkte gebied”, zegt Sabine Geerlings. Zij is verbonden aan H+N+S Landschapsarchitecten. Dit bureau heeft in opdracht van het stadsgewest Haaglanden een ontwerp gemaakt voor de Zwethzone, onder meer voor de Zwethstrook: het stuk tussen de Veilingroute en de Zweth. “Het bestaan ervan geeft het prettige gevoel dat je gemakkelijk de wijk uit kunt. Het gebied langs de Zweth is nu al waardevol. Het drukke gebruik door wandelaars, fietsers, kanovaarders en skeelers bewijst dat.”
Die intensieve benutting is volgens Geerlings een belangrijke voorwaarde om het gebied open te houden. “De mensen moeten zich verbonden voelen met het gebied.” Een tweede voorwaarde is dat het terrein ook een kwaliteit op zichzelf moet hebben. Het mag niet alleen een ‘restruimte’ zijn die toevallig open blijft. “Aan de ruimtelijke kwaliteit van de Zwethzone moet wel het nodige gedaan worden. Het gebied is nu op een aantal punt sterk ‘verrommeld’, zeker het stuk tussen de Veilingroute en de Zweth. Daar willen we een grotere samenhang tot stand brengen. Dat oogt fraaier en voorkomt dat er gemakkelijk stukjes van worden afgesnoept,” aldus de landschapsarchitect.
Geschiedenis als inspiratiebron De geschiedenis is een belangrijke inspiratiebron bij het inrichten van de Zwethzone, vervolgt Geerlings: “Uit oude kaarten van de polderstructuur blijkt dat er in het verleden mooie, grote verbanden waren. Die zijn verschrompeld tot kleine snippers. Uit die oude kaart kun je inspiratie halen hoe je weer grote lijnen in het landschap terug kunt krijgen. Dat kan een soort verademing teweeg brengen in een verstedelijkt gebied. Wij grijpen overigens alleen terug op de geschiedenis als dat functioneel is. We haken aan op restanten die nog zichtbaar zijn. Laat ik Sion als voorbeeld noemen. De geschiedenis als tuinengebied en de ligging van de oude Zweth zijn de leidraad bij de toekomstige inrichting van dat deel van de zone.
De vroeger zo heldere rasterstructuur brengen we terug in de vorm van een waternetwerk. Historische elementen vormen een deel van het netwerk: de oude Zwethloop die deels nog aanwezig is en de gracht van het vroegere klooster die ook nog bestaat. We gaan echter geen museumlandschap maken, het landschap moet in deze tijd ‘werken’.” Hoveniersbedrijf aan de Zwethkade De plannen van hoveniersbedrijf Van der Drift in Wateringen zijn op dezelfde leest geschoeid. Maak gebruik van de geschie-
denis, maar doe het op een functionele manier. Het vijftien medewerkers tellende bedrijf is gevestigd aan de Zwethkade, pal aan de rivier. Het wil in samenwerking met het stadsgewest en het Hoogheemraadschap Delfland de inrichting van zijn 25.000 m2 grote terrein opknappen en aanpassen aan de plannen van de Zwethzone. Als de gemeente Westland akkoord gaat, komt er een ontvangstruimte voor klanten, een opslagloods en een informatiepaviljoen. De rest van de grond, nu nog weiland en enkele kassen, kan worden ingericht volgens de
Een wereld van verschil Hoewel de afstand hemelsbreed slechts een paar honderd meter bedraagt, zal er straks een enorm contrast zijn tussen het verstedelijkte gebied van Wateringse Veld en het ecologisch opgezette deel van de Zwethzone op het terrein van de hoveniers. Van der Drift: “Dat wordt straks een wereld van verschil, ook in de beleving van onze bezoekers. Zo krijgt het project tegelijk een educatieve waarde en verhoogt het misschien de betrokkenheid van de mensen bij hun directe omgeving. Veel bewoners van Wateringse
Dwarsdoorsnede van de Zwethstrook
1:3
Veilingweg
1:4
1:5
30 m/var. begroeide wal met fietspad
1:4
100 m/var. water
10 m plas-/draszone
8m
8m 10 m kwelsloot
3m
20 m Zweth + kades met weg
MAART 2004
2
!
FOCUS HAAGLANDEN
Zwethzone in het kort
E
!
ON
!
ZW
!
20
H ET
Z
! !
!
!
!
Veld hebben er geen idee van hoe hun natuurlijke woonomgeving in elkaar steekt. Ze merken wel dat hun omgeving nat is, maar leggen geen verband met het feit dat ze op bijna het laagste punt van de polder wonen.” Verantwoorde waterafvoer Het is dan ook geen toeval dat waterafvoer – en vooral de milieuvriendelijke mogelijkheden daartoe – een belangrijk onderdeel uitmaken van de plannen van de hoveniers. Van der Drift: “We laten straks verschillende manieren zien van ecologisch verantwoord waterbeheer.
!
Belangrijk onderdeel daarvan is de afvoer van hemelwater. Dat moet niet langer richting riool worden afgevoerd, maar naar de natuurlijke watergangen. Dus naar de sloot of gedraineerd in de grond. Bij dat laatste moet je denken aan verhardingen met een open structuur waardoor het water in de grond kan zakken, in plaats van dat het via de put ! wordt afgevoerd naar het riool. Of afvoer !van hemelwater naar een sloot via een ! begroeide oever, waardoor een natuurlijke filtering plaatsvindt. Een ander voorbeeld van ecologisch waterbeheer dat we laten zien zijn met planten begroeide daken die het hemelwater filtreren.” Samenwerking De gemeente Westland en het Hoogheemraadschap zijn volgens de hoveniers enthousiast over de voorgenomen plannen. Zowel de inhoud als de voorgenomen aanpak tonen dat samenwerking tussen overheid en particuliere organisaties tot mooie, harmonieuze resultaten kan leiden als het gaat om de invulling van de Zwethzone. ■
’Ik hoop dat mijn kinderen hier nog lang van kunnen genieten’ “Fietsen langs De Zweth naar ’t Woud. Heerlijk, dat deed ik al toen ik twaalf was en dat doe ik nu weer met mijn eigen kleine kinderen.” Anne Barendse, die een deel van haar jeugd in Kwintsheul doorbracht en
tegenwoordig in de Haagse Vinex-wijk Wateringse Veld woont, kent het gebied van de Zwethzone als haar broekzak. “Ik ken de plannen niet tot in detail, maar ik weet wel wat de bedoeling is van de groene schakels als onderdeel van het Regionaal Structuurplan. Zo bekeken juich ik het plan voor de Zwethzone alleen maar toe. Ik ga er vanuit dat de recreatieve functie van de Zweth wordt versterkt. En ik hoop dat het gebied open blijft en geen andere functies aantrekt, zodat mijn kinderen daar ook nog lang van kunnen genieten.” Ze heeft nog een tip voor de gemeente Den Haag: plaats voor fietsers in het Wateringse Veld wegwijzers richting de Zweth. “Het gebied ligt er slechts een paar kilometer vandaan, maar je moet het wel weten te vinden.” ■
Project De Zwethzone gaat een verbinding vormen tussen de stedelijke gebieden van Den Haag, Rijswijk en Delft-Noord, uitlopend naar het buitengebied van MiddenDelfland. Via de Zwethzone komt het Westland direct in verbinding te staan met de groene route langs de Vliet, die doorloopt naar Leiden. Er staat een afslag gepland via de Westlandse Zoom naar Kijkduin.
De ’Oude Zweth’ in het Wilheminapark De Zweth ter hoogte van de Bonte Haas
21
De waarden van de Zwethzone • Het water is belangrijk voor zowel de recreatie als voor waterberging. • Het vormt een recreatieve verbinding tussen verstedelijkt en landelijk gebied. • Het is de ecologische verbindingszone tussen het stadslandschap van Rijswijk en Naaldwijk. • Het heeft cultuurhistorische waarde. De Zweth breekt door de oudste strandwal heen en drukt daarmee een stempel op het gebied. Al ver voor de christelijke jaartelling is de bewoningsgeschiedenis begonnen, zo blijkt uit tal van waardevolle archeologische opgravingen. Het bestaande tuinbouwgebied vindt in het middeleeuwse klooster Sion zijn voorloper. Betrokken partijen • Het stadsgewest Haaglanden; gemeenten Den Haag, Midden-Delfland, Rijswijk, Westland. • Hoogheemraadschap Delfland. • Provincie Zuid-Holland. • De gemeente Delft is zijdelings betrokken. • Het ministerie van LNV is cofinancier. • Met Recreatieschap Midden-Delfland is een gesprek gaande over mogelijk beheer. Fase planvorming 2002: Stadsgewest Haaglanden neemt initiatief tot inrichtingsvoorstel en brengt partijen bij elkaar. 2003: Voorlopig ontwerp Zwethzone gereed; partijen verklaren Uitvoeringsconvenant vóór april 2004 te ondertekenen. Uitvoering Geleidelijk; sommige delen worden direct gerealiseerd, andere later. In 2010 moet de Zwethzone klaar zijn. ■
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Onlangs is de voorziening ‘De Parachute’ geopend in Zoetermeer. Dit samenwerkingsverband
22
tussen de stichting Jeugdformaat en de Prof. Dr. Leo Kannerschool biedt onderwijs en
De redactie nodigt voor iedere uitgave iemand uit een mening te geven over een
dagbehandeling aan jonge kinderen tot twaalf jaar. Een vernieuwende aanpak met meer
onderwerp dat hem of haar na aan het hart ligt. In dit nummer is dat Frank Vijg,
aandacht voor de cliënt. Leidinggevende Harm Benthem van het Medisch Kleuter Dagverblijf
directeur Thuiszorg Den Haag.
(MKD) legt uit waarom.
Marktwerking in de Thuiszorg
Jeugdzorg en bijzonder onderwijs onder één dak
De twee thema’s van deze editie van Focus, leefbaarheid en betrokkenheid, passen moeiteloos op het visitekaartje van Thuiszorg Den Haag. Met onze 3.500 medewerkers helpen we elke dag weer duizenden mensen in (en om) Den Haag om zelfstandig te kunnen blijven wonen. 14.000 mensen per jaar ontvangen hulp in huis, verzorging, verpleging, dieetadvies, personenalarmering en nog veel meer. Bovendien volgen we op onze consultatiebureaus jaarlijks 22.000 kinderen in hun groei en ontwikkeling. Sinds vorig jaar werken we op een zogenaamde ‘open markt’. Als u morgen een Thuiszorgorganisatie wilt beginnen: komt u maar binnen met uw knecht. En u wordt nog een handje geholpen ook, want die échte marktwerking maakt het voor nieuwe ondernemers in de branche blijkbaar niet interessant genoeg. Eerlijk is eerlijk, daar zijn we nóg een stapje harder van gaan lopen. We worden onmiskenbaar gestimuleerd doordat de klant niet meer ‘vanzelf’ voor Thuiszorg Den Haag kiest en doordat kleine, wendbare bedrijfjes soms slagvaardiger zijn dan wij.
Tekst en fotografie: Erik van ‘t Woud
D
e Parachute huisvest zowel de Stichting Jeugdformaat als de Prof. Dr. Leo Kannerschool. De eerste is een stichting voor jeugdhulpverlening. De tweede een schoolvoorziening waar ZMOK-onderwijs wordt gegeven (zeer moeilijk opvoedbare kinderen). “Deze samenwerking onder één dak heeft een aantal unieke kenmerken”, legt Benthem uit. “Alle professionals op het gebied van jeugdhulpverlening zitten nu bij elkaar, wat goede samenwerking en overleg bevordert. De kinderen en hun ouders worden hierdoor zo optimaal mogelijk ondersteund. Een van de bijkomende voordelen is dat de kinderen slechts een enkel dossier hebben. Op deze manier ontloop je een hoop bureaucratische rompslomp. Normaal gesproken moest je steeds opnieuw een aanvraag indienen als je een dossier
Stichting Jeugdformaat De Stichting Jeugdformaat is een jeugdhulpverleningsinstelling voor de inwoners van het stadsgewest Haaglanden. Het stadsgewest subsidieert de Stichting en maakt jaarlijks afspraken over de jeugdhulpverlening die verricht moet worden in de regio. Het stadsgewest heeft de uitbreiding van de hulpverlening van Jeugdformaat in Zoetermeer en de samenwerking met het speciaal onderwijs actief ondersteund. Dit initiatief sloot aan bij de wens van de gemeente Zoetermeer om deze vorm van hulpverlening binnen de gemeentegrenzen te hebben. Voor een Medisch Kleuter Dagverblijf hoeven ouders en kinderen uit Zoetermeer nu niet meer naar Voorburg, Den Haag of Naaldwijk te reizen.
wilde inzien. Dan kreeg je te maken met wachttijden en bovendien ging er veel tijd overheen als we een kind aanmeldden voor de school. Door alle gegevens in een enkel dossier te bewaren zijn we van deze problemen af. Als een kind eenmaal geschikt is voor het kleuteronderwijs, willen we dat het kind zo snel mogelijk naar school gaat en dat is nu mogelijk door het werken met een enkel dossier en door de samenwerking met de ZMOK-school.” Vernieuwende aanpak Niet alleen de samenwerking tussen Jeugdformaat en de Prof. Dr. Leo Kannerschool is uniek. Een nieuwe benadering van de jeugdhulpverlening gaat de cliënt beter bij het proces betrekken. Harm Benthem: “Deze vernieuwende aanpak van Jeugdformaat schuilt in het feit dat we luisteren naar wat de cliënt eigenlijk wil. Met de cliënt bedoelen we zowel de kinderen als het gezin. We gaan vraaggericht aan het werk en kijken niet meer naar wat we zelf aan diensten kunnen aanbieden. In goed overleg bepalen we met de ouders wat zij nodig hebben en dan organiseren we als jeugdhulpverleningsinstantie de hulp zodanig, dat we aan die vraag kunnen voldoen.”
Ervaringsdeskundigen “Een paar voorbeelden laat zien wat ik bedoel”, zegt Benthem. “We kunnen een kind met een taalachterstand wel naar onze logopedist sturen, maar als een ouder goed kan voorlezen, dan is dat een positieve factor en dat moeten we stimuleren. We betrekken de ouders dan meer in het proces, bijvoorbeeld door ze te vragen in plaats van twee maal nu viermaal per week te gaan voorlezen en het kind mee te laten lezen.” “Een ander voorbeeld: het kind is nog niet helemaal goed in evenwicht of heeft moeite met het vasthouden van materiaal. Dat kunnen we hier stimuleren, maar we bekijken ook samen met de ouders of zij hier een rol in kunnen spelen. Bijvoorbeeld door wat vaker een balspel te doen of samen wat meer met klei en zand te knutselen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat we gezamenlijk met de ouders optreden. Wij hebben hier de
Nieuw initiatief in Zoetermeer
vakdeskundigen rondlopen en de ouders zijn de ervaringsdeskundigen. Beide groepen weten natuurlijk een heleboel over de kinderen en dat moet tot betere samenwerking leiden.” ■
Medisch Kleuter Dagverblijf (MKD) en Boddaert In het MKD in ‘De Parachute’ worden kleuters opgenomen die te maken hebben met allerlei ontwikkelingsachterstanden. Dit kunnen taalontwikkelingsachterstanden zijn, achterstanden in de motorische ontwikkeling, of cognitieve ontwikkelingsachterstanden. Sommige vormen van achterstanden komen voort uit opvoedingsproblematiek, andere hebben een medische oorzaak, want kinderen kunnen ook een achterstand oplopen doordat ze ziek zijn. Ten slotte kunnen kinderen ook een cognitief disfunctioneren hebben; zoals vormen van autisme. Al deze oorzaken leiden tot achterstanden. De Parachute huisvest ook het Boddaertcentrum, een andere voorziening van de Stichting Jeugdformaat. Het Boddaertcentrum helpt oudere kinderen (basisschoolkinderen) tussen de zes
23
Pizzakoeriers Dat komt ook omdat ze een andere kijk hebben op leefbaarheid en betrokkenheid. Elke avond en nacht gaan verpleegkundigen van Thuiszorg Den Haag klanten helpen in Haagse wijken, daar waar pizzakoeriers op die tijd niet meer durven rijden. Soms moeten we ze met de taxi laten afzetten, soms gaan ze met z’n tweeën. Commercieel gezien is dat niet handig, zo leren we van onze concurrenten die hier écht niet aan gaan beginnen. Zoals ze ook voorbij gaan aan de vraag naar kortdurende zorg, omdat de reistijd tussen verschillende klanten nou eenmaal niet declarabel is. En toch gaan wíj er mee door. Omdat we onze verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid in onze regio willen blijven nemen. Omdat we vinden dat de beschikbare zorg eerlijk verdeeld moet worden. En omdat onze mensen houden van hun klanten. Dáár zit wat mij betreft nou net het snijpunt tussen marktwerking en leefbaarheid. Zoals gezegd, op zich doet die marktwerking haar werk wel, ook in onze organisatie. Het ziekteverzuim daalt enorm, mede door onze samenwerking met een slagvaardige Arbo-dienst (Tredin), de productiviteit stijgt, de opbrengsten stijgen, enzovoort. Daardoor houden we het voorlopig nog even vol om ook mensen te blijven helpen aan wie we geen geld verdienen. Maar zoals het nu gaat, zal de wal het schip tóch gaan keren. Uiteindelijk moeten we dan keuzes gaan maken. Tenzij u het met z’n allen zó belangrijk vindt dat u ondubbelzinnig voor de leefbaarheid kiest. En voor de betrokkenheid bij mensen, die zonder ons de regie over hun eigen leven verliezen. Politiek, bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld: we nodigen u van harte uit aan te sluiten bij onze 3.500 ambassadeurs, die elke dag weer het verschil kunnen maken in deze regio. U kunt erop rekenen dat we zuinig met de centen omspringen; we doen vooral ons uiterste best en u mag ons op de resultaten afrekenen. Maar we rekenen ook op u! Hartelijk dank alvast! ■
en twaalf jaar. Dit zijn veelal kinderen met gedragsproblematiek. Aan dit gedrag kunnen andere oorzaken ten grondslag liggen dan bij kleuters. Bij deze kinderen is het vooral de bedoeling dat ze vaardigheden leren opbouwen en leren omgaan met gezag van ouders, leerkrachten of een begeleider.
Frank Vijg Directeur Thuiszorg Den Haag
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Lappendeken van netwerkjes behoort met C2000 tot het verleden C2000 haalt van tijd tot tijd het landelijke nieuws. 2004 is het jaar van de voorbereiding. Aan het einde van dit jaar gaan de hulpdiensten geleidelijk over van het huidige naar het nieuwe systeem.
24
De verschillende hulpdiensten, zoals brandweer, politie en ambulancevervoer, communiceren via eigen radionetwerken die elk maar een beperkt geografisch gebied beslaan. Dat betekent dat de kaart van Nederland een lappendeken is van wel honderd verschillende radionetwerkjes van politie, brandweer en ambulancevervoer. In de praktijk leidt dit er bijvoorbeeld toe, dat wanneer een motoragent een ambulance begeleidt door het verkeer, beide niet rechtstreeks met elkaar kunnen communiceren via portofoon of mobilofoon, omdat zij allebei op en ander radionetwerk zitten. Zij ‘praten’ nu met elkaar via handgebaren. En door het beperkte bereik van de huidige net-
werken kan een ambulance geen contact meer maken met zijn meldkamer via de mobilofoon op het moment dat hij het eigen radiogebied uitrijdt. In de regel stapt de ambulance dan over op een ander communicatiemiddel, bijvoorbeeld een mobiele telefoon. Met de komst van C2000 verdwijnt deze lappendeken van netwerkjes. C2000 is een landelijk dekkend radionetwerk, gebaseerd op digitale techniek, voor de drie hulpdiensten (politie, brandweer en ambulancevervoer) en de Koninklijke Marechaussee. Dit maakt ook radiocommunicatie tussen deze verschillende hulpdiensten mogelijk. C2000 zorgt voor kortere communicatielijnen tussen de
Invoering IMI van start Er gaat nogal eens wat mis bij de rampenbestrijding. Dat bleek laatst weer tijdens enkele recente grote incidenten. Vooral de informatievoorziening van de rampbestrijdingsorganisatie blijkt keer op keer een zwak punt. De vier regio’s in ZuidHolland besloten daarop actie te ondernemen Zij staken de koppen bij elkaar en ontwikkelden een beslissingsondersteunend informatiesysteem voor de rampenbestrijding: kortweg het Informatiesysteem Multi-disciplinaire Incidentenbestrijding (IMI). In de regio Rotterdam-Rijnmond is een succesvolle pilot gehouden. Binnenkort start de regio Haaglanden met de invoering van IMI. Er zijn twee modules van IMI beschikbaar. • IMI-ROS is een database waarin alle gegevens voor een goede rampenbestrijding worden verzameld en beschikbaar gemaakt voor gebruik. Denk daarbij aan rampenplannen, rampbestrijdingsplannen, telefoonnummers van instanties, maar ook aan bevolkingsgegevens en overzichten van risicovolle objecten. IMI-ROS is webbased. Dat wil zeggen dat een ‘leek’ er mee kan werken. Handig voor
functionarissen die er enkel onder rampomstandigheden mee werken. • IMI-EBUS is een intelligente mail- en chatfaciliteit. Speciaal voor de onderlinge gegevensuitwisseling tijdens incidenten. Iedereen die weet hoe e-mail werkt, kan ook met EBUS omgaan. Een ondersteunend systeem bij rampenbestrijding moet gegarandeerd beschikbaar zijn ten tijde van rampen. Daarom worden de servers waarop IMI draait extern gehost en zijn back-up servers geregeld. IMI is via Internet te raadplegen, maar ook via separate lijnen die een rechtstreekse verbinding met de servers garanderen. In het werkgebied zelf kunnen de commandovoerders IMI via de mobiele telefoon en via satelietverbindingen raadplegen. De aanleg van de technische infrastructuur is in volle gang en binnenkort wordt een eerste begin gemaakt met het in gebruik nemen van het systeem. Dat betekent het vaststellen en verzamelen van allerlei gegevens, gebruiksafspraken maken en de toekomstige gebruikers opleiden en trainen. Volgens planning is IMI tegen de zomer beschikbaar in het regionaal coördinatiecentrum. Aan het eind van het jaar is het beschikbaar in het veld. Dan worden ook de gemeentelijke staven aangesloten op IMI. ■
verschillende hulpdiensten en draagt zo bij aan adequatere hulpverlening voor de burger. Voor een goed werkend radiocommunicatiesysteem dat dagelijks gebruikt kan worden, is een uitgebreide voorbereiding nodig. Een scala aan partijen is daarbij betrokken. Zo is het Ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor realisatie en operationele beheer van het netwerk, terwijl de verschillende regio’s, waaronder de regio Haaglanden, verantwoordelijk zijn voor het invoeren van C2000 in hun regio. 2004 is het jaar waarin het nieuwe systeem wordt voorbereid. Dit betekent onder andere dat de radiobediensystemen op de Gezamenlijke Meldkamer geïnstalleerd worden, het netwerk en de portofoons/mobilofoons/pagers getest en aangeschaft en gebruikers opgeleid. Volgens de planning start de regio Haaglanden eind 2004 met het gefaseerd overgaan van de oude systemen naar het nieuwe systeem C2000. ■
Reacties Vliet/A12-zone In het Regionaal Structuurplan Haaglanden is de Vliet/A12-zone aangewezen als uitwerkingsgebied. Dit gebied wordt nu nader ingevuld met diverse functies waarbij wordt ingezet op versterking van groene en recreatieve kwaliteiten. Op 22 oktober vorig jaar heeft het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden het voorontwerp uitwerkingsplan Vliet/A12-zone vastgesteld en vrijgegeven voor de inspraak. In de periode van 30 oktober tot 25 december kon iedereen schriftelijk reageren op dit voorontwerp. In januari en februari 2004 zijn de reacties op het plan verwerkt in een Nota van Beantwoording. In maart zal het dagelijks bestuur deze Nota van Beantwoording en de naar aanleiding daarvan herziene versie van het uitwerkingsplan vaststellen. Daarna start een zienswijzeprocedure. Uiteindelijk zal het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden het definitieve uitwerkingsplan dit jaar vaststellen. Meer informatie over het Uitwerkingsplan Vliet/A12-zone vindt u op de website van het stadsgewest: www.haaglanden.nl ■
Hulpdiensten in één meldkamer Verhuizing Het stadsgewest Haaglanden is een samenwerkingsverband van de gemeenten Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, PijnackerNootdorp, Rijswijk, Wassenaar, Zoetermeer en de per 1 januari gefuseerde gemeente Westland (De Lier, ‘s-Gravenzande, Monster, Naaldwijk, Wateringen) en MiddenDelfland (Maasland, Schipluiden).
In het hoofdbureau van Politie Haaglanden werken de ambulancedienst, de brandweer en de politie sinds eind januari samen in één meldkamer. In één systeem, het geïntegreerd meldkamersysteem (GMS), handelen de hulpdiensten hun wijkzorg- en noodhulpincidenten af. Hierdoor kunnen ze gegevens over incidenten uitwisselen. Dit maakt de hulpverlening door de collega’s op straat efficiënter en het vergroot hun veiligheid, omdat de diensten voortaan precies op
de hoogte zijn van elkaars inzet. Met het operationeel worden van GMS kwam er een einde aan een lange periode van ontwikkelen en testen. De laatste uitgebreide functionele testen hebben geen tekortkomingen aan het licht gebracht. Gaandeweg zal het systeem verder worden aangepast en zullen de werkprocessen van de diensten verder op elkaar worden afgestemd. Over het algemeen zijn de gebruikers tot dusver tevreden over het systeem. ■
Stadsgewest Haaglanden is onlangs verhuisd naar een nieuwe locatie: Stadsgewest Haaglanden Grote Marktstraat 43 Postbus 66, 2501 CB Den Haag Telefoon: 070 - 7501 500 Fax: 070 - 7501 501 e-mail:
[email protected] website: www.haaglanden.nl ■
25
Steenworp sluit 2003 met succes af Het Steenworpteam hielp vorig jaar 52 bedrijven aan passende huisvesting. Foto: Steenworp.
De basis voor het werk van Steenworp is het Bedrijfspanden Informatie Systeem (BIS). Gemeenten raadplegen dit systeem via de website en plaatsen zoekopdrachten. Dat BIS goed is ingeburgerd, blijkt uit de ruim 6000 zoekopdrachten die door de gemeenten zijn uitgevoerd. Ook makelaars informeren met regelmaat bij Steenworp over de beschikbaarheid van specifiek aanbod.
Afgelopen jaar heeft Steenworp vestigingsadviseurs Haaglanden 52 bedrijven aan een passende huisvesting geholpen. De bedrijven bestaan uit 26 bestaande bedrijven, 21 starters en 5 doorstarters. In totaal zijn deze bedrijven goed voor minstens 264 banen. Met dit resultaat heeft Steenworp haar onafhankelijke rol binnen de bedrijfsonroerendgoedmarkt verder verstevigd.
In 2003 heeft Steenworp in samenwerking met de Kamer van Koophandel de bedrijfsonroerendgoedmarkt gestimuleerd met de organisatie van de eerste vastgoedbeurs in Haaglanden en de uitgave van een locatiegids voor bedrijventerreinen. Hiermee wordt vraag en aanbod beter op elkaar afgestemd. In 2004 blijft Steenworp zich verder inspannen om het vestigingsklimaat in de regio Haaglanden voor bedrijven nu en in de toekomst verder te verbeteren. Daarnaast fungeert zij als thermometer voor de economie van Haaglanden door de waardevolle informatie die zij aanlevert. Deze wordt ingezet voor verdere economische beleidsontwikkeling. ■
VCC vermindert autogebruik In november 2000 sloten verschillende bedrijven en ministeries in het Bezuidenhout een convenant. Daarin spraken zij met elkaar af het autogebruik voor woon-werkverkeer te verminderen. Dat lijkt zijn vruchten af te werpen. Uit de laatste meting blijkt het aantal auto’s in het Bezuidenhout met bijna 6,5% gedaald. De betrokken partijen, waaronder stadsgewest Haaglanden zetten de pilot van drie jaar dan ook zeker voort. Die terugdringing van het autoverkeer wordt mede gerealiseerd door het opzetten van een Vervoercoördinatiecentrum (VCC). Doel van dit centrum is onnodig autogebruik te voorkomen, files te reduceren en de bereikbaarheid te vergroten. Nu een gebiedsgerichte aanpak van het vervoer succesvol blijkt te zijn, hoopt stadsgewest Haaglanden dat het VCC Bezuidenhout doorgroeit naar een VCC voor heel Den Haag. En misschien dat in de nabije toekomst iets vergelijkbaars opgezet kan worden voor andere bedrijvengebieden in de regio. Meer info? Bureau Communicatie van het stadsgewest Haaglanden, 070 750 1638.
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Marlou de Leeuw, wijkagent in het Haagse
FOCUS HAAGLANDEN Wat hebben de recente griepepidemie en een wereldwijd NASA-onderzoek naar
Regentessekwartier, weet wat nodig is voor klimaatverandering met elkaar gemeen? Leerlingen van de Esloo Onderwijsgroep een leefbare omgeving. “Bewoners die zich zijn bij beide betrokken. Tijdens de griepepidemie onderzochten leerlingen verantwoordelijk voelen voor hun eigen nauwgezet hoeveel mensen griep hadden, wat de verschijnselen waren en hoe lang buurt. Dat maakt de wijk beter en ons werk men ziek was. Voor het klimaatproject worden dagelijks gegevens als de pH van makkelijker.” water, de windsnelheid, regen en andere weersomstandigheden via Internet doorgegeven aan NASA in de USA. Tekst: Eva van Dijk Fotografie: Politie Haaglanden Tekst: Joan van Dijk Fotografie: Esloo College
‘Je moet er bovenop blijven zitten’ 26
Gemeente, politie en bewoners werken nauw samen
D
e betrokkenheid van bewoners bij elkaar en hun buurt heeft Marlou in haar wijk zien afnemen. “We hebben hier bijvoorbeeld veel studenten en mensen die illegaal in Nederland zijn. Zij lijken niet veel binding met hun omgeving te hebben. Dat uit zich soms in geluidsoverlast en vervuiling.” Als bij de Dienst Stedelijke Ontwikkeling van de gemeente Den Haag over een pand veel klachten van buren binnenkomen, gaat de dienst er op bezoek. Marlou gaat dan mee. Dat doet ze voor de veiligheid, maar ook om contact te maken met bewoners en omwonenden.
ook van onze kant.” Daarom reisde ze naar het Berbergebied, de streek waar veel Marokkaanse Hagenaren vandaan komen. Deze reis werd georganiseerd door een Marokkaanse bewonersorganisatie. “Ik heb veel geleerd. Politiemensen krijgen daar veel meer ontzag, omdat ze strenger optreden. We liepen daar over een markt en opeens begon iedereen hard weg te rennen. Omdat er een poli-
Nachtpreventieteam Mede door de contacten met bewoners ontstond een bijzonder wapen in de strijd tegen de verloedering. Het begon bewoners op te vallen, dat de politie het in het Regentessekwartier erg druk had. Werd op één plek veel gecontroleerd, dan verplaatsten problemen zich naar elders. Dat frustreerde de bewoners. Marlou: “Ze vroegen of ze ons niet konden helpen. We hebben er samen over nagedacht, met als resultaat het nachtpreventieteam. Bewoners gaan in groepen ’s nachts de straat op om overlast, vervuiling en criminaliteit te signaleren en aan ons te melden. Wij treden vervolgens op.” (Lees elders in dit nummer van Focus meer over nachtpreventieteams en andere initiatieven van bewoners) Marlou weet dat de liefde van twee kanten moet komen. “Het oplossen van problemen in de wijk vraagt betrokkenheid,
Ministerie van Onderwijs geeft ruimte om te experimenteren
De school hoort in het hart van de samenleving
tieagent rondliep, zo bleek later. Zo werken we hier natuurlijk niet. Maar volgens mij betekent het wel, dat te veel waarschuwen en overleggen niet werkt. Een lik-op-stuk-beleid is wel zo duidelijk.”
“M
iddelbare scholieren worden mede-onderzoeker. Dat zien wij graag. Het past namelijk goed in onze visie op onderwijs.” Jaap Westbroek, voorzitter van de Centrale Directie, windt er geen doekjes om. Wat hem betreft gaat het huidige onderwijs rigoureus op de schop. ”De positie van het onderwijs in onze samenleving is aan het veranderen. Vroeger ging je naar school, die sloot je af met een papiertje en daarna ging je aan het werk. En als je geluk had, kon je in je werk nog iets van je schoolkennis gebruiken. Nu gaan we langzaam maar zeker toe naar een situatie van ‘een leven lang leren’. Dat heeft onvermijdelijk gevolgen voor de wijze waarop we de leerperiode op de middelbare school inrichten. Leerlingen moeten zich namelijk op een heel andere situatie voorbereiden dan voorheen. Het leren
“Dag agent, hoe is het met u?” Marlou viel in Marokko nog meer op. “Het leven speelt zich er buiten af. Geen wonder dat je hier op straat zo veel groepjes Marokkaanse jongeren ziet. Nederlanders vinden dat al snel bedreigend. Ik snap best dat het voor zo’n groepje vervelend is als er drie keer een politiewagen langzaam voorbij rijdt. Als wij ons afstandelijk opstellen, kunnen we van hen niet anders verwachten. Ik stap er liever op af, geef ze een hand en maak een praatje. ‘Dag agent, hoe is het met u?’, zeggen ze dan.” Van veel mensen die Marlou op straat ziet, weet ze inmiddels hoe ze heten, waar ze wonen en wie hun ouders, broers en zussen zijn. Dat maakt het aanspreken op overlast veel gemakkelijker. “Maar je moet er bovenop blijven zitten. Als ik op straat een jongere aanspreek, en die antwoordt met ‘hè?’, dan zeg ik: ‘Nee, het is ‘wat zegt u, mevrouw?’” Na verloop van tijd gaan ze elkaar corrigeren. Mooi is dat. Het is ook al een paar keer gebeurd dat bewoners ingrepen als een onbekende agressief tegen me werd. Prachtig. Die contacten zijn zó belangrijk; zonder betrokken bewoners kunnen wij ons werk niet doen.” ■
Het werken aan bedrijfsopdrachten vraagt een andere wijze van leren binnen de school.
De samenleving is nu ingedeeld volgens de bovenste lijn. Je wordt geboren, gaat na een paar jaar naar school, ontvangt na 12 – 14 jaar een diploma en gaat vervolgens aan het werk. In de nieuwe situatie leer en werk je je hele leven lang. Dat móét consequenties hebben voor de inrichting van het onderwijs. geboorte
geboorte
leren
werken
leven lang leren leven lang werken
“Een lik-op-stuk-beleid is wel zo duidelijk.”
moet daarom meer in contact met de samenleving gaan plaatsvinden. Binnen de school zoeken we naar werkvormen die aansluiten bij de situatie in de ‘echte wereld’. Bedrijven kunnen daar een grote rol bij spelen. Nu al krijgen we incidenteel opdrachten uit het bedrijfsleven om te participeren in onderzoek en dat gaan we verder uitbouwen.” Legio samenwerkingsmogelijkheden De Esloo Onderwijsgroep heeft inmiddels contact gelegd met het VNO NCW en de Kamer van Koophandel om bedrijven te enthousiasmeren en dat ziet er positief uit. “Wij hebben als school het nodige te bieden; het is zeker geen eenrichtingsverkeer”, stelt Elisabeth van Elsen, Coördinator Onderwijs. “Naast opdrachten die de bedrijven bij ons kunnen neerleggen zijn er legio andere samenwerkingsmogelijkheden. Zo kunnen onze docenten stage gaan lopen binnen een bedrijf. Zij nemen hun kennis mee en beoordelen tegelijk wat leerlingen binnen het bedrijf kunnen betekenen. Maar het omgekeerde is ook mogelijk. Waarom zou het bedrijfsleven bijvoorbeeld niet een deel van het onderwijs kunnen verzorgen op school?” Onderwijsbrede transformatie De Esloo Onderwijsgroep werkt hard aan een onderwijsbrede transformatie. Het ministerie van OCW geeft de groep daarvoor de nodige experimenteerruimte. Van VMBO tot aan het gymnasium wor-
27
den nieuwe onderwijsdoelen geformuleerd, leermiddelen ontworpen, docentprofielen beschreven, leerlingcompetenties ontwikkeld en een alternatief uitgewerkt voor de huidige examensystematiek. “En dat is niet het enige”, vertelt Elisabeth van Elsen. “De huidige schoolgebouwen voldoen niet aan de nieuwe wijze van leren. Die zullen van lieverlee dus stuk voor stuk aangepast moeten worden of door nieuwbouw vervangen. Maar dat gaat allemaal lukken. Vanaf 2008, uiterlijk 2010, draaien alle scholen van de Esloo Onderwijsgroep volgens de nieuwe formule. Vanaf dat moment ziet het onderwijs er echt heel anders uit.” ■ De Esloo Onderwijsgroep maakt deel uit van het Netwerk Innovatieve Scholen van Nederland. De Onderwijsgroep is ontstaan door de fusie van een aantal scholen in Voorburg, Pijnacker en Den Haag. De Onderwijsgroep biedt onderwijs op praktijkonderwijs-, vmbo-, havo-, atheneum- en gymnasiumniveau. Aan de groep zijn ook Internationale Schakelklassen verbonden. De scholen van de Esloo Onderwijsgroep: Internationaal College Edith Stein Den Haag, Montaigne Lyceum Nootdorp, Corbulo College Voorburg, College St. Paul Den Haag, Overbosch College Den Haag en Esloo Pro Den Haag. De groep valt onder het bestuur van S.C.O. Lucas.
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
UIT HET BEDRIJFSLEVEN
28
kwalitatief hoogstaande producten of dienstverlening moet ook hogere
Een eigen bedrijf
prijzen rekenen. Het is daarom zo opmerkelijk dat sommigen bij de
Veel mensen snappen nog steeds niet dat je een bedrijf in de eerste plaats begint omdat je daar zin in hebt. Je wilt binnen je vak de top bereiken. ‘Het gaat toch alleen maar om de centen’ en ‘Jullie kunnen alles afschrijven’ zijn veel gehoorde reacties.
ouderwets bekende dubbeltje op de eerste rang te kunnen zitten.
Op de vraag waar in eerste instantie die centen vandaan moeten komen
380!! talencombinaties specialistisch werk geleverd worden (en dat kost
en waarvan je dan moet afschrijven, komt nooit een antwoord. De
u – als Europees burger – een hoop geld). Dus ook van en naar het
meesten onder ons beginnen met het eigen spaargeld aan te spreken en
Maltees. Nergens zijn de kwaliteitseisen zo hoog als bij instellingen van
daar ben je meestal zuinig op. In ieder geval is het raadzaam niet meteen
de EU. Er moeten specialisten worden ingehuurd en die werken, terecht,
met een grote auto voor de deur te beginnen. Zelf had ik midden jaren
niet voor het minimumloon. Voor een lage prijs is het niet mogelijk
tachtig een contract afgesloten met een Fiatdealer. Die gaf trouwens
blijvende kwaliteit leveren.
uitstekende service. Maar het was in de tijd dat ze de Ritmo’s, dankzij de
Gelukkig weten veel ministeries, gemeenten, andere overheden en
0% renteregeling, bijna moesten weggeven na inruil. Net zoals de prima
bedrijven heel goed wat kwaliteit is. Je wordt uitstekend geïnformeerd,
rijdende Lancia Prisma’s. Alle buitendienstmedewerkers hadden er een.
je krijgt achtergrondmateriaal en men
En hun buren maar zeggen: nou, nou, alweer een nieuwe? Welnee, ze
is bereid, als jij je afspraken maar
gingen nog wel eens stuk, maar dat zeiden we uiteraard niet. Inleveren
nakomt, voor een juiste
en gewoon een andere meenemen. Dat waren nog eens tijden.
prijs/kwaliteitsverhouding te betalen.
Er zijn goeroes die vinden dat je een bedrijf moet blijven sturen alsof je
Voor de mensen die daar werken ga je
net bent begonnen. Maar als je alleen in het goedkoopste investeert,
als bedrijf door het vuur en doe je alles
blijft de kwaliteit van wat je levert ook ‘goedkoop’. Mercedes Benz en
om de top te halen. Want daarvoor
Audi zijn zeer kapitaalkrachtige bedrijven, maar het zijn ook kwalitatief
ben je ooit met je eigen bedrijf
goed bekend staande merken. En zeker niet goedkoop. Kwaliteit en een
begonnen!
hogere prijs gaan namelijk samen. Een goed georganiseerd bedrijf met
Jaap Wilkens
inkoop van producten en diensten telkens verwachten voor het Als vertaalbedrijf merken wij dat onder andere in Europees verband. Het
Interactieve beleidsontwikkeling kan zich verheugen op een brede belangstelling. Het verbeteren van de relatie tussen overheid en burger staat al jaren op de agenda van menige politieke partij. Overheden willen hun burgers betrekken bij allerlei beleids-
vertaalwerk mag binnen de EU weinig kosten. Op zichzelf is dat begrijpelijk, want sinds de komst van de nieuwe lidstaten moet er in
advertentie
en planvormingsprocessen en zijn op zoek naar praktische methodes.
Tekst: Marlies Burlet Fotografie: Paul Lagro
“Een instrument dat kennismanagement in praktijk brengt”
‘Besturen met Burgers’
H
et ene beleidsplan is het andere niet. Interactieve beleidsvorming staat op dit moment hoog op het verlanglijstje van menige gemeente, maar dat is niet iets wat je er ‘zo maar even bij doet’. Het doorsnijdt namelijk de gehele organisatie. Niet alleen de communicatiespecialisten, maar ook de vakinhoudelijke beleidsmakers zijn nauw bij het proces betrokken. Meer en meer wordt van hen verwacht dat zij oog hebben voor de communicatieaspecten van hun ‘plannen’. Want of het nu gaat om het opknappen van een stadspark, het herstructureren van een wijk of de aanleg van een skateplek, er komt een moment dat je moet gaan communiceren met buurtbewoners, gebruikers en omwonenden. Een goed hulpmiddel is de interactieve module ‘Besturen met Burgers’. Gemeenten als Maassluis en Haarlemmermeer zijn er recent mee aan de slag gegaan. ‘Alle neuzen dezelfde kant op …’ “De gemeente Maassluis wilde aan de hand van een concrete case zien of de module ook werkte. Nou, dat hebben we geweten,” vertelt Sjoukje van der Loo, communicatieadviseur bij de gemeente Maassluis. “Ons jeugd- en jongerenbeleid moest geactualiseerd worden. We hebben een dag lang aan de hand van Besturen met Burgers gewerkt aan een plan van aanpak. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we niet goed wisten of dit de methode was. We merkten wel dat we na deze sessie veel duidelijker in beeld hadden hoe we het jeugdbeleid zouden gaan aanpakken. Alle neuzen dezelfde kant op, zo gezegd. Op basis hiervan is het plan van aanpak tot stand gekomen.
29
We hadden er zelf een goed gevoel over en de raadscommissie was erg enthousiast: over vorm, structuur en de inhoud van het plan.” Communicatiekennis delen in Haarlemmermeer De afdeling Communicatie van de gemeente Haarlemmermeer wil het communicatief bewustzijn van de organisatie verder uitbouwen. Daartoe is al een aantal stappen gezet. Zo is het verplicht een communicatieparagraaf in iedere nota op te nemen. Katja Grevers, afdeling Communicatie: ”Je kunt als communicatieadviseur niet verwachten dat vakafdelingen ineens net zoveel zicht op communicatie en interactie hebben als wij. Wij moeten onze collega’s faciliteren, zodat ze op een goede manier met communicatie bezig zijn. We zochten dan ook naar een manier waarop de vakafdelingen op een gestructureerde manier met communicatie aan de slag konden gaan.” De gemeente Haarlemmermeer heeft samen met Actorion Besturen met Burgers vertaald naar een op maat gesneden intranetmodule. Gebruikers van de module worden aan de hand van een aantal vragen meegenomen in het schrijven van een communicatieparagraaf of plan. Eigen voorbeelden en keuzemenu’s maken het voor de gebruiker gemakkelijk om de vragen te beantwoorden. Katja Grevers: ”Het voordeel is dat de communicatieadviseur meer de consulentenrol krijgt. We hoeven niet steeds per onderwerp dezelfde vragen te stel-
len. Die worden door de projectverantwoordelijke zelf al ingevuld. Met deze module kan de afdeling, ook bij afwezigheid van een communicatiedeskundige, een heel eind komen.” Wat is Besturen met Burgers? Thijs Kolster, adviseur bij Actorion en bedenker van Besturen met Burgers: “Met Besturen met Burgers kunt u interactieve trajecten beter vormgeven. Al vroeg in het beleidsproces wordt afgewogen of, en zo ja hoe, interactie plaats moet vinden. Ook kan deze module gebruikt worden om beleids- en communicatieadviseurs te trainen en te zorgen voor een goede verankering in de eigen organisatie. Besturen met Burgers heeft een eigen beheersysteem. Daardoor kan de module volledig op maat van de opdrachtgever worden ingericht. Eindelijk is er een instrument dat kennismanagement in de praktijk brengt!” ■
MAART 2004
2
Een vrijwilliger moet beschikbaar, bereidwillig en gemotiveerd zijn
FOCUS HAAGLANDEN Haagse Rode Kruis zijn dat er al 135. Vrijwilligers zijn er van alle leeftijden, van 18 tot 65, komen uit alle lagen van de samenleving en variëren in opleiding van VMBO tot universitair. Je ziet wel een duidelijke dip van mensen tussen de 25 en 35 jaar. En daarin zit nu juist een knelpunt voor het NRK: hoe bind je jongeren en motiveer je hen om vrijwilliger te blijven of te worden?” Hoe werven jullie vrijwilligers? Cees: “De meeste vrijwilligers komen binnen via de Eerste Hulp-opleidingen. Mensen volgen een EH-opleiding en raken uiteindelijk enthousiast om als vrijwilliger aan de slag te gaan. Je wordt dan bijvoorbeeld ingezet bij grote evenementen, zoals Parkpop. Bij vrijwilligers van de SIGMA is naast enthousiasme ook sociale betrokkenheid een belangrijke motivatie. Deze groep vrijwilligers vormen de helpende handjes van de professionele hulpverleners; zij verlenen onder andere medische assistentie en dat betekent een grote eigen verantwoordelijkheid.”
30
Vrijwilligers moet je koesteren. Zoals de brandweer en de hulpverlening in Nederland op dit moment opgezet zijn, kun je niet zonder. Het lijkt echter steeds moeilijker om voldoende vrijwilligers te vinden en te binden. Het Rode Kruis wil 365 dagen per jaar en 24 uur per dag beschikken over vrijwilligers en daar moet zij hard aan werken. En wellicht heeft de vrijwillige brandweer die dagelijks paraat staat de langste tijd gehad. Er gaan stemmen op om overdag beroepsmensen op een brandweerpost te zetten. De vrijwilligers komen dan buiten de kantoortijden in beeld. En de brandweer staat mogelijk nog meer veranderingen te wachten. Er wordt gesproken over het beheer van de gemeentelijke korpsen. Zou dit niet beter thuishoren bij de regio?
Tekst: Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Govert Verberg, Judith Jongejan en Ed Blok
C
ees van Romburgh en Rob Gussekloo zijn twee van die mensen die vrijwilligers begeleiden. Cees is zelf vrijwilliger bij het Nederlandse Rode Kruis (NRK) en opgeklommen tot Regionaal Coördinator Rampenhulpverlening. Binnen de regio Haaglanden verzorgt hij de coördinatie van drie onderdelen: de SIGMA (Snel Inzetbare
Groep ter Medische Assistentie), de opvang en verzorging van slachtoffers en de zogeheten verwanteninformatie. Bovendien zorgt hij voor het opleiden, oefenen en inzetten van vrijwilligers. Rob Gussekloo is commandant van de brandweer Wassenaar. Ooit begonnen als vrijwilliger in de rang van brandwacht is hij inmiddels opgeklommen tot commandant van het korps. Dit bestaat uit 15 beroeps- en 35 vrijwillige brandweermensen. Beiden proberen ‘de vrijwilliger’ in woorden te vatten en te doorgronden.
Parkpop 2003. Vrijwilligers van het Rode Kruis begeleiden dit jaarlijks terugkerende evenement.
Hoe zou je het profiel van een vrijwilliger willen omschrijven? Rob Gussekloo: “De term vrijwilliger klopt eigenlijk niet helemaal. Je meldt je vrijwillig aan, maar de rest moet je toch zien als een verplichting. De beschikbaarheid en de motivatie is erg belangrijk. Alleen mensen die van aanpakken weten en graag in teamverband werken komen voor dit beroep in aanmerking. Je moet je van tevoren goed realiseren dat vooral het op wacht staan – in vakjargon ‘geconsigneerd’ zijn – een grote invloed heeft op je privé-leven. Je kunt niet altijd zomaar een weekendje weg of in een opwelling gaan zeilen. De brandweer Wassenaar wijkt af van een volledig vrijwilligerskorps. Overdag zijn er beroepsmensen waardoor er hoofdzakelijk na kantoortijd vrijwilligers nodig zijn. Ik merk wel dat jonge mensen steeds meer individualist zijn; zij hebben veel begeleiding nodig om goed in teamverband te kunnen werken. Een vrijwilliger kan zich al op zijn achttiende jaar aanmelden om aan de opleiding voor brandwacht te beginnen.’’ Cees van Romburgh: “In de regio zijn ongeveer 350 vrijwilligers actief in de medische sociale hulpverlening. Bij het
Rob: ‘’De vrijwilligers komen uit een straal van ongeveer 1500 meter rond de kazerne. Dat heeft zo zijn beperkingen. Alle 18-jarigen in de buurt benader ik zelf. Er zijn speciale folders en posters voor de werving, we houden open dagen en geïnteresseerden kunnen meelopen tijdens oefenavonden. Wij hebben natuurlijk ook veel te bieden. Naast goede opleidingsmogelijkheden in een moderne professionele organisatie en een prima vergoedingsregeling, is er een hecht team van vrienden die voor elkaar instaan.’’ Cees van Romburgh: “In de regio zijn ongeveer 350 vrijwilligers actief in de medische sociale hulpverlening.”
31 Rob Gussekloo: “De term vrijwilliger klopt niet helemaal. Je meldt je vrijwillig aan, maar de rest moet je toch zien als een verplichting.”
Welke knelpunten kom je tegen bij het inzetten van vrijwilligers? Rob: ‘’Wij doen veel om vrijwilligers te behouden. Dat lukt gelukkig aardig, want er is niet veel verloop. Als vrijwilligers vertrekken, gaat het meestal om een verhuizing of afkeuring op medische gronden. De brandweer doet veel aan teambuilding en om de conditie op peil te houden vind je ons regelmatig in een sportschool. Daarnaast is er een actieve personeelsvereniging voor het hele gezin.’’ Cees: “Het gaat bij het NRK echt om vrijwilligerswerk. Dit betekent dat wij geen onkosten vergoeden, maar alleen de reiskosten dekken. Dat is bij oefeningen wel eens vervelend. Professionele organisaties willen graag overdag oefenen. Onze vrijwilligers moeten dan zelf vrij nemen. Een vrijwilliger moet dus niet alleen vrijwillig zijn, maar ook bereidwillig. Die bereidwilligheid is gelukkig erg groot onder onze mensen. Je kunt daar als organisatie trots op zijn; je kunt op de mensen bouwen.” Welke ontwikkeling verwachten jullie op het gebied van de vrijwilligers? Rob: “Het wordt landelijk steeds moeilijker. Men moet alle zeilen bijzetten om voldoende korpsleden te houden. Ook werkgevers zijn er tegenwoordig niet zo happig op om personeel voldoende ruimte te geven. In een klein dorp werken veel mensen buiten het dorp, waardoor er overdag geen of te weinig vrijwilligers zijn. De werkgever wil zijn personeel nog wel beschikbaar stellen voor een brand in het eigen dorp, maar met het leegpompen van kelders of losgewaaide dakpannen weghalen krijgt hij steeds meer moeite. Het korps moet ook
regelmatig naar andere gemeenten in de regio uitrukken en het toenemende aantal incidenten zorgt ervoor dat ook overdag steeds vaker een beroep op ons gedaan wordt. Dat gaat wringen. Ik verwacht dat ook elders de brandweer in de nabije toekomst overdag een beroepsbezetting krijgt en na kantoortijd een vrijwillige (kazerne)bezetting.” “Op dit moment leeft de gedachte om het beheer van de gemeentelijke korpsen over te dragen naar de regio. Het kabinet heeft zich recent ook in die richting uitgelaten. Dat kan een belangrijke ontwikkeling op het gebied van de vrijwilligers betekenen. Zij hebben namelijk absoluut een binding nodig met het lokale bestuur en de korpsleiding; zij zijn een onlosmakelijk onderdeel van de lokale gemeenschap. Of Wassenaarse vrijwilligers gebaat zijn met een regionale beheersorganisatie zal in de toekomst moeten blijken. Wij staan professioneel gezien positief kritisch tegenover dit idee. Alleen de professionele insteek is bij een dergelijke ontwikkeling niet voldoende. Ook de mening van het bestuur en de burgers moet gerespecteerd worden.” Cees: “De opleidingen voor de medische assistentiegroep zullen strenger worden en er komt een nieuwe structuur om een eenmaal behaalde aantekening ook te behouden. In de regio Haaglanden is veel belangstelling voor deze opleiding. Er is een convenant met betrekking tot opvang en verzorging in de maak met de gemeente en de Hulpverleningsregio Haaglanden (HRH). Het NRK beschikt over een groot aantal vrijwilligers dat 365 dagen per jaar en 24 uur per dag oproepbaar is. Dat willen we graag zo houden, maar daar moeten we blijvend aan werken!” ■
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
De Hulpverlening in de regio Haaglanden kan niet zonder vrijwilligers. Focus Haaglanden vroeg vrijwillig brandweerman Patrick Honig en EHBO-er Francisca Baltus naar hun motivatie en ervaringen.
Tekst: Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Govert Verberg, Ed Blok en Paul Lunenburg
32
Francisca Baltus: ”Ik ben vrijwilliger omdat mijn moeder het was. Die had altijd zulke leuke verhalen!”
Vrijwilliger ben je niet voor niets!
D
e 34-jarige Patrick Honig is vrijwilliger in de rang van brandwacht 1e klas bij de brandweer Wassenaar. Daarnaast is hij ook zelfstandig ondernemer van een schilder- en stucadoorsbedrijf en heeft hij acht personeelsleden in dienst. Hij woont samen en heeft twee dochters. De 25-jarige Francisca Baltus is coördinator van taakveld 3 (Nationaal Medisch Sociale Hulp) in Leidschendam. Hier vallen onder andere de EHBO en de SIGMA (Snel Inzetbare Groep ter
Medische Assistentie) onder. Zij zorgt samen met haar stafleden voor de inroostering van de vrijwilligers en voor de organisatie van de herhalingslessen. Verder is ze ook ambulancechauffeur, bestuurslid, SIGMA-lid en binnenkort docent Opvang & Verzorging. Waarom zijn jullie vrijwilliger? Patrick: “De brandweer is voor mij altijd al een jongensdroom geweest. Toen ik in Zoetermeer woonde en in Wassenaar werkte ben ik bij de brandweer gaan
ontspanning. Je bent bezig met het voorval, waardoor de dagelijkse beslommeringen even wegvallen. Als ondernemer werk ik 60 tot 70 uur in de week. Daarnaast besteed ik, buiten mijn opleidingen, rond de tien uur per week aan de brandweer. Op verzoek van de commandant haal ik nu mijn onderbrandmeesterpapieren, zodat ik ook als leidinggevende ingezet kan worden. Dit geeft wel een extra studiebelasting voor
Hoe combineren jullie de inzetbaarheid op het werk en privé? Francisca: “Op mijn werk is het wel eens een probleem. Mijn baas vond het in het begin niet zo leuk dat ik soms vrij nam voor het Rode Kruis, maar nu accepteert hij het wel. Overigens is het
informeren. Een voorwaarde om vrijwilliger te zijn is dat je ook in de gemeente moet wonen. Toen ik twee jaar later naar Wassenaar verhuisde is het allemaal snel gegaan. Na een kennismakingsgesprek met de brandweercommandant wist ik het zeker, dit wordt mijn hobby. Wat aanspreekt is het in teamverband werken en iets voor een ander kunnen betekenen. Bijkomend voordeel is dat ik via de collega’s wat meer bekendheid in Wassenaar kreeg. Voor een ondernemer kan dat zeker geen kwaad.”
Voelen jullie je vrijwilliger of parttimer? Patrick: ‘’Voordat ik ging solliciteren wist ik niet dat het werk van een vrijwilliger betaald werd. Ik zie het als een hobby en de betaling is voor mij niet zo belangrijk. Dat het bij anderen wel een rol speelt, kan ik me best voorstellen. Ik voel me in ieder geval vrijwilliger. Voor mij geeft het uitrukken naar een incident, ondanks de inspanning, een stukje
33 de pieper gaat. Mijn kleding hangt klaar en binnen een minuut ben ik het huis uit op weg naar de brandweer. Ik ga in deze week niet met mijn gezin mee naar andere zaken. Meestal combineer ik deze thuisweek met de administratie van mijn bedrijf.” Heeft het vrijwilligerswerk nog wel toekomst? Francisca: “Het is lastig om jonge mensen enthousiast te maken voor dit werk. Ze hebben absoluut een verkeerd beeld van het Rode Kruis. Ze vinden het saai, maar we draaien bijvoorbeeld ook de EHBO-diensten op concerten! De gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers schat ik rond de 45. Ik heb het idee dat mensen tegenwoordig steeds egoïstischer aan het worden zijn. Eigen geluk is steeds belangrijker. Ik vind juist dat dit werk bij het Rode Kruis erg belangrijk is!”
Francisca: “Ik ben vrijwilliger omdat mijn moeder het was. Die had altijd zulke leuke verhalen! Toen ik 18 werd heb ik mijn EHBO-diploma gehaald en ben ik bij het Rode Kruis gegaan. Ik zit daar nu al weer ruim tien jaar. Wat het zo de moeite waard maakt, is de dankbaarheid die je terug krijgt van de mensen waar je mee werkt. Wij organiseren bijvoorbeeld een boottocht voor ouderen en als dan aan het eind van de dag een van de deelnemers een arm om je heen slaat en je bedankt voor de fijne dag, dan is mijn hele jaar weer goed! Werken met kinderen en gehandicapte mensen is ook erg dankbaar, zij hebben een manier van communiceren die heel bijzonder is.”
In de zomermaanden verdubbelt het aantal inwoners van Wassenaar, met onder andere het strand en attractiepark Duinrell als grote publiekstrekkers. Het vrijwilligers- en brandweerkorps moet daarop berekend zijn.
vrijwilliger die geen coördinerende taken heeft zal ongeveer vier uur in de week kwijt zijn.”
Patrick Honig: “De brandweer is altijd mijn jongensdroom geweest…” ruim twee jaar. Maar ja, elke hobby kost tijd. En ik ben mentor van nieuwe vrijwilligers.’’ Francisca: “Het vrijwilligerswerk is zo leuk dat ik me wel echt vrijwilliger voel. Naast het Rode Kruis heb ik een fulltime baan bij de politie. Dat is wel eens druk. Soms voelt het alsof je twee banen naast elkaar hebt. Toch maakt dat niet uit. Je krijgt er zoveel voor terug, dat het de moeite waard is. Gemiddeld genomen ben ik acht uur in de week kwijt. Een
eigenlijk belachelijk dat je voor een scoutingkamp wel verlof krijgt van je werk en voor werk voor het Rode Kruis niet. Privé is het gelukkig makkelijk, ik woon alleen met twee katten, dus als ik opgeroepen word, kan ik ook direct weg.” Patrick: “Buiten de oefenavonden, begeleiding en studie sta ik eens in de zes weken voor de duur van een week ‘op wacht’. Dan moet ik dus binnen enkele minuten na een melding van een incident in de kazerne zijn; ook ’s nachts als
Patrick: ‘’Door mijn enthousiasme probeer ik ook anderen voor het vrijwilligerswerk warm te maken. Soms lukt dit ook wel, maar over het algemeen schrikt men toch van de verplichtingen die het vrijwilligerswerk met zich meebrengt. Naast de jarenlange opleidingen, je conditie op peil houden en het ‘op wacht staan’, heb je ook veertig verplichte oefenavonden plus een zaterdag per jaar. Door kwaliteitsverbetering en specialisatie moet er steeds meer geoefend worden. En ook het aantal incidenten neemt toe. In de toekomst zullen vrijwilligers, denk ik, vast op de kazerne komen. Overdag de beroepsbrandweerlieden, ‘s avonds en ‘s nachts een vrijwilligersbezetting. De belasting zal dan wel zwaarder worden. Voor mezelf heb ik nog geen grens gesteld. Ik vind het belangrijk dat er een goede sfeer blijft en het vrijwilligerswerk niet te commercieel wordt.’’ ■
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Daan Zeldenrijk: “Grote bedrijven hebben meestal wel voldoende expertise in huis om een en ander goed te regelen, maar bij het midden- en kleinbedrijf ontbreekt die kennis vaak. Daardoor gaat het helaas nog wel eens mis.”
Tekst: Joan van Dijk Fotografie: Judith Jongejan
34
De meeste fouten bij ontslag komen door onwetendheid 1 “E
moties en principes kosten altijd geld. Emoties en principes zijn dan ook net de zaken die je als ondernemer moet zien te vermijden als je medewerkers moet of wilt ontslaan. Helaas zie ik het in de praktijk regelmatig anders. Het niet volgen van de juiste procedures kan daardoor aardig in de papieren lopen. Al jaren behandelen we zo’n drie tot vijf ontslagaanvragen per week en nog altijd kan ik me verbazen over wat ik soms tegenkom.”
Aan het woord is Daan Zeldenrijk, senior adviseur Personeel & Organisatie bij MKB Adviseurs. Zijn specialisme is ontslagrecht. Dagelijks zit hij bij bedrijven aan tafel om ze te adviseren over de te volgen procedure bij ontslag van personeel. Onlangs heeft MKB Adviseurs onderzoek gedaan naar de meest voorkomende fouten bij ontslagprocedures. De meeste zijn eenvoudig te vermijden, vindt Zeldenrijk. Mits je maar de juiste stappen neemt. Hij somt de tien meest voorkomende blunders op.
Op het moment dat je iemand wilt ontslaan, vraagt het CWI inzage in het personeelsdossier. Daaruit moet blijken dat degene waar het om gaat disfunctioneert. Is dit dossier er niet, dan is er ook geen bewijsgrond voor ontslag, zo redeneert het CWI. En dus kun je iemand niet ontslaan. “Maak altijd een dossier!” adviseert Zeldenrijk. “Hou regelmatig functioneringsgesprekken met je personeel en leg dat vast. Het tussen neus en lippen door aan iemand melden dat hij of zij geen goed werk levert, telt namelijk echt niet.”
2
Het ‘last in first out-principe’ is al jaren onderwerp van discussie. Maar voorlopig staat het nog recht overeind. Wie het laatste in dienst kwam, moet er als eerste uit als het slecht gaat met een bedrijf. Veel ondernemers proberen dan van duur personeel af te komen, of van die lastpost die slecht werk levert. Op het moment dat je bedrijf wankelt heb je immers je beste krachten nodig. Het CWI beslist echter meestal anders. Volgens Zeldenrijk zijn er wel wat mogelijkheden om het ‘lifo’-principe te ontduiken, maar je zult dan goed beslagen ten ijs moeten komen, anders krijg je het niet voor elkaar.
3
Een enkele keer komt ontslag op staande voet voor. Meestal is er al een reeks van incidenten aan vooraf gegaan en als dan de bekende druppel langskomt, is iemand in een opwelling al snel ontslagen. “Het CWI bekijkt dit soort zaken zeer kritisch,” zegt Zeldenrijk. “Ontslag wordt alleen geaccepteerd als
Daan Zeldenrijk: “Fouten kom ik in alle bedrijfstakken tegen…”
er ook écht wat aan de hand is, zoals diefstal of wangedrag. En na het voorval moet hij of zij ook à la minute zijn bullen hebben gepakt en zijn verdwenen. Zo niet, dan kan degene die ontslagen is dit aanvechten bij de kantonrechter. De ondernemer loopt dan het risico het loon met terugwerkende kracht te moeten doorbetalen.”
dienst. Anders moet je als bedrijf bewijzen dat hij of zij niet meer aan het werk kan en een ontslagvergunning aanvragen.”
7
Je kunt een werknemer pas ontslag aanzeggen op het moment dat je de ontslagvergunning van het CWI binnen hebt. En vanaf dat moment gaat de opzegtermijn lopen. Zeldenrijk ziet regelmatig dat de ontslagaanvraag en het opzeggen richting de werknemer gelijk op lopen. Dat kan dus niet. En op het moment dat de vergunning binnen is, krijg je als bedrijf acht weken de tijd om schriftelijk op te zeggen. Daarna is de vergunning weer verlopen.
4
8
5
9
Veel ondernemers vallen onder een CAO. Daarin staat nauwkeurig vermeld wat de gebruikelijke proeftijd binnen de branche is. Zeldenrijk adviseert om altijd de afgesproken proeftijd schriftelijk vast te leggen in de arbeidsovereenkomst. Een mondeling afgesproken proeftijd geldt voor de wet namelijk niet.
Drie maal is scheepsrecht, maar de vierde keer zit je aan elkaar vast. Je mag een werknemer drie maal een tijdelijk contract aanbieden. Zonder tegenbericht wordt het contract iedere keer stilzwijgend verlengd. Gebeurt dit voor de vierde maal, dan heeft de werknemer automatisch een onvoorwaardelijk contract, inclusief alle rechten. Sommige branches kennen overigens uitzonderingen.
6
Zieke werknemers mogen twee jaar lang niet ontslagen worden. Zeldenrijk: “Regelmatig tref ik ondernemers die denken dat dit niet voor hen opgaat. Na twee jaar moet de ondernemer overleggen met de UWV en de Arbo-dienst. Is er op korte termijn verbetering in de situatie te verwachten, dan blijft de werknemer in
Iedere werkgever moet zich houden aan de opzegtermijn, wil hij personeel ontslaan. Daarvoor gelden vaste termijnen, afhankelijk van hoeveel jaren iemand al werkt, maar veel CAO’s kennen de nodige uitzonderingen.
“Soms gebeuren er voorvallen op het werk waardoor een werknemer met een kwaaie kop de deur uitloopt en in zijn woede roept dat hij nooit meer voor deze baas wil werken. Vaak zie je ze de volgende dag dan toch terugkomen. Een ondernemer is verplicht deze medewerker weer terug te nemen. Ook als hij of zij een ontslagaanvraag heeft getekend, maar er later op terug komt. In arbeidsrechttermen heet dit dat ‘wil en verklaring’ in overeenstemming moeten zijn”, aldus Zeldenrijk.
10
Ontslag tijdens zwangerschap is al jaren verboden, maar toch komt Zeldenrijk het nog regelmatig tegen. “Het is verboden en dus kansloos”, zegt hij resoluut.
“Fouten kom ik echt in alle bedrijfstakken tegen. De grote bedrijven hebben meestal wel voldoende expertise in huis om een en ander goed te regelen, maar bij het midden- en kleinbedrijf ontbreekt die kennis vaak. Daardoor gaat het helaas nog wel eens mis,” zegt de MKB Adviseur. “Vaak is het uit onwetendheid of onbekendheid met de regels. Maar als ondernemers deze tien valkuilen in het achterhoofd houden, komen ze al een heel eind.” ■
35
De tien valkuilen • Maak een personeelsdossier. • Hou het last in first out-principe in de gaten. • Ontslag op staande voet kan, maar niet zonder reden. • Leg de proeftijd schriftelijk vast in de arbeidsovereenkomst. • Drie maal een tijdelijk contract mag, bij een vierde verlenging is het een vast contract geworden. • Zieke werknemers hebben twee jaar lang ontslagbescherming. • De opzegtermijn gaat in op het moment dat de ontslagvergunning van het CWI binnen is en daadwerkelijk is opgezegd. • Hou je aan de geldende opzegtermijn. • Wil en verklaring moeten in overeenstemming zijn. • Ontslag bij zwangerschap is verboden.
MKB Adviseurs is een onafhankelijk adviesbureau voor het midden en kleinbedrijf. De 45 adviseurs van het bedrijf kennen de wereld van de MKB-ondernemer door en door en kunnen snel op de vragen van de klant inspringen. MKB Adviseurs levert advies en ondersteuning over verschillende thema’s die met de tijd meegaan. Door de ontwikkelingen te volgen en hun oor te luisteren te leggen, kan het bedrijf altijd inspringen op actualiteiten. In de komende uitgaven van Focus Haaglanden geeft het bedrijf zijn visie op verschillende actuele thema’s in het midden en kleinbedrijf. www.mkbadviseurs.nl
MKB-adviseur Daan Zeldenrijk
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN
Het project nachtpreventie ReVa (Regentes -
Vastgoedgoeroe Frits de Kousemaeker ligt niet wakker van recessie
Valkenbos) kreeg in december 2003 officiële
‘De geschiedenis herhaalt zich’
erkenning. Een convenant werd ondertekend door de gemeente Den Haag, Politie Haaglanden en de stichting nachtpreventie ReVa. De reden: het grote succes. Wijkagent
Ook de commerciële vastgoedmarkt gaat gebukt onder de economische recessie. Langs de
Frank de Koning: “We hebben een behoorlijke
bedrijventerreinen en op kantoorlocaties zijn de borden met ‘te koop’ of ‘te huur’ niet meer te
daling in het aantal aangiften bereikt.”
tellen. Het aanbod groeit, de vraag neemt af. Vastgoedgoeroe Frits de Kousemaeker ligt niet wakker van de slechtere tijden. “Het verhaal is simpel”, aldus de 56-jarige inwoner van Wassenaar. “L’histoire se répète, de geschiedenis herhaalt zich.”
36
Tekst: Angele Steentjes en Sipke Baarsma Fotografie: Cetera
Tekst: Bertil van der Molen Fotografie: Judith Jongejans Wijkagent Frank de Koning (links) en voorzitter Raymond Zuidwijk.
Extra ogen en oren in Haagse wijken
Bewoners zetten zich massaal in voor nachtpreventieteams
F
rank is zo enthousiast over nachtpreventie ReVa dat hij zelfs op zijn vrije (verjaar)dag naar politiebureau Segbroek komt om erover te praten. “Ik maak graag tijd vrij voor mensen die zich willen inzetten voor hun buurt.” Bewoners van de wijken Koningsplein en Regentessekwartier/Valkenbos hebben zelf het initiatief genomen voor een nachtpreventieteam. Raymond Zuidwijk, de enthousiaste voorzitter van ReVa: “De bewoners wilden de verloedering van de wijk stoppen, maar zagen dat de politie overliep van het werk. Daarom hebben ze de politie aangeboden hen extra ogen en oren te geven in de vorm van nachtpreventie.”
Terug naar gezellige wijken Samen met de buurtbewoners organiseerde de politie een inloopavond. Er werden twintig tot dertig mensen verwacht, er kwamen er 62. Frank: “De irritatie over de dreigende verloedering van de wijk leeft wel degelijk.” Raymond was minder verrast door de grote toeloop. “De mensen willen terug naar de gemoedelijkheid van vroeger. Als je tegenwoordig voor je deur op straat zit, moet je oppassen dat ze niet achter je rug je huis leegstelen. Iedereen is dat zat.
Bewoners willen weer een nette, gezellige buurt en zijn bereid zich daarvoor in te zetten.” Samenwerking buurt, politie en gemeente Het nachtpreventieproject draait nu een jaar. En met succes. Frank: “We zien nu al een behoorlijke daling in het aantal aangiften.” Belangrijke voorwaarde voor het succes is een goede afstemming tussen de buurt, de politie en de gemeente. Frank: “Als een team ongeregeldheden constateert, moet het direct de politie kunnen oproepen. In de nachten dat de nachtpreventieteams op pad zijn – twee keer per maand – zorgen wij ervoor dat we twee wijkagenten en twee surveillanten beschikbaar hebben. Verder geven we de teamleden een korte cursus basisvaardigheden.” Vriendelijkheid Van de gemeente, bedrijven en de woningbouwvereniging krijgt het team subsidie en ondersteuning, zodat het nu beschikt over een eigen pand, portofoons, jassen en fietsen. Raymond: “Wij zorgen ervoor dat er die nachten een gemotiveerd team van ongeveer dertig mensen is.” Voor de nachtelijke ronde
spreken de wijkagenten met het team door waar de overlastknelpunten van dat moment zitten. Zien de teams iets wat niet door de beugel kan dan roepen zij ondersteuning van de politie in. Hierdoor hebben zij een vechtpartij kunnen stoppen en is onlangs nog een verkrachting voorkomen. Raymond: “Daarnaast hebben we rond de jaarwisseling veel kerstbomen van straat verwijderd zodat er minder brandjes waren. Ook treden we op als iemand onterecht een vuilniszak buiten zet of een café te lang open is. We spreken mensen op een vriendelijke toon aan. Het is niet de bedoeling hen te provoceren. Het risico is dan dat je het tegendeel bereikt van wat je wilt.” Op de vraag of ze ook wel leuke dingen meemaken is het gezamenlijke antwoord: “Alleen maar!” Raymond: “We zagen een keer drie mensen met een ladder lopen. Dat is natuurlijk verdacht en wij erop af. Bleken het studenten fotografie te zijn die voor hun opleiding in het nachtelijke park erotisch getinte foto’s wilden maken. Lachen natuurlijk.”
D
e Kousemaeker verstaat zijn métier. De voormalige vennoot van DTZ Zadelhoff is vooral in de Randstad zeer betrokken bij de ontwikkelingen op de vastgoedmarkt. Als geen ander (her)kent hij de malaise in de vastgoedwereld. Vastgoed loopt als een rode draad door het leven van De Kousemaeker. Na het behalen van zijn makelaarspapieren was hij actief op het gebied van beheer, woningen, commercieel vastgoed, projectontwikkeling, beleggingen en internationaal vastgoed. Het grootste gedeelte van zijn loopbaan werkte hij voor DTZ Zadelhoff. Vanaf 1983 was hij vennoot van het bedrijf en achtereenvolgens directeur van de vestigingen in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en de centrale afdeling marketing van de DTZ Zadelhoff Groep.
beweging. Of noem het de varkenscyclus. We hebben het in ieder geval wel vaker meegemaakt. Er is vraag en we gaan allemaal bouwen en vervolgens hebben we de wind tegen en stort de markt in. En omdat we in Nederland met lange procedures zitten, wordt er nog steeds gebouwd. De plannen van jaren geleden krijgen nu gestalte.” En: “In iedere markt vinden we één keer in de tien jaar een recessie. Dat is een logisch gevolg van jarenlang enthousiasme. We denken dan dat het goed blijft gaan en de prijzen gaan steeds meer omhoog. Een recessie is dan ook vaak een keiharde correctie die in de markt zijn sporen nalaat. Dit gebeurt nu ook in de vastgoedmarkt. Op korte termijn wordt de markt niet beter. De huidige situatie duurt een paar jaar en daarna zal de markt voor wat het prijsniveau betreft herstellen.”
Varkenscyclus “Ik heb dit zien aankomen. De geschiedenis herhaalt zich echt, het is een golf-
“In het commercieel vastgoed speelt de lange termijn van voorbereiding een cruciale rol. Voordat de eerste steen kan
worden gelegd, zijn betrokkenen veel tijd kwijt aan procedures, vergunningen, voorbereidingen, inspraak en bezwaren. Kijk maar eens naar de bedrijventerreinen. Het duurt jaren voordat er groen licht komt. De bouw is vaak complex en duurt lang. Het gevolg is de varkenscyclus. Toch zie je dat partijen nog driftig aan het bouwen zijn. Men moet doorbouwen, ook al zijn er geen kopers of huurders.”
37
Geen onderling overleg… Het stoort De Kousemaeker dat bij de afstemming van het aanbod op de vraag onvoldoende rekening wordt gehouden met de middellange termijn en veranderingen in de markt. “Er wordt niet voor de klant gebouwd omdat deze klant niet bekend is. Er is tevens geen onderling overleg tussen de ontwikkelaars. Coördinatie van het aanbod en het tempo van de opleveringen zou de markt ten goede komen. Op veel bedrijventerreinen staan alleen grote kantoren, terwijl het lokale bedrijfsleven schreeuwt om kleine eenheden.” “De vastgoedmarkt is gediend met een goed en regulier overleg tussen alle betrokkenen. Hier ligt een rol voor de overheid. Zeker op lokaal en regionaal niveau zou de overheid dit overleg moeten initiëren en sturen. De gemeenten zelf zijn vaak zo druk met het ontwikkelen van bedrijventerreinen dat ze geen oog hebben voor de buurgemeenten die exact dezelfde doelstellingen hebben. Zo werkt het niet.” Veranderen Volgens De Kousemaeker moet de rol van de overheid veranderen. “Het mag niet zo zijn dat de regelgeving een project jaren kan vertragen. Alleen al de procedures roepen spanning op tussen vraag en aanbod. Het marktmechanisme om snel in te spelen op ontwikkelingen aan vraagzijde is dan weg. Op korte termijn zou de overheid de procedures rond het verstrekken van bouw- en milieuvergunningen moeten simplificeren.” De Kousemaeker adviseert particulieren om geduldig te zijn met het kopen van een woning. “Het nieuwe aanbod zal scherper worden geprijsd. Het huidige aanbod zal dan volgen.” ■
Op de website www.npreva.nl vindt u meer informatie over het project. ■
MAART 2004
2
FOCUS HAAGLANDEN Onder de noemer ‘Permanente Educatie’ biedt de Rotterdamse deelgemeente Overschie, als eerste in Nederland, haar medewerkers een continu opleidingenprogramma aan. Via dit systeem kunnen medewerkers van de gemeente studiepunten verzamelen en zo vakgerichte certificaten behalen. Initiatiefnemers zijn John Engelen, deelgemeentesecretaris, en Marc Bos, directeur van het Nederlands Centrum Opleidingen Overheid.
38
zoek naar een opleider die het totale pakket kon verzorgen en met mij in het diepe wilde springen. In NCOO, en met name Marc Bos, vond ik een gesprekspartner die precies in dat plaatje paste. Samen maakten we de vertaalslag van ‘Permanente Educatie’ naar de deelgemeente Overschie.”
“Op basis van een raamovereenkomst met de deelgemeente zorgt NCOO voor een opleidingenaanbod op maat, waarvoor medewerkers zich kunnen inschrijven. Daarbij geldt ‘vol = vol’,” stelt Bos. “Daarnaast kunnen mensen zélf opleidingssuggesties doen. Zo bepaalt de vraag het opleidingsaanbod. Dat is trouwens een van de belangrijkste redenen waarom wij vorig jaar zijn gestart met NCOO. Bovendien nam de opleidingsvraag van gemeenten de afgelopen jaren sterk toe. Bijvoorbeeld met het oog op het inrichten van publieksbalies. Daarmee speelt de overheid in op de toenemende eisen die burgers stellen aan de afhandeltermijn van vragen. De overheid moet meegroeien met die ontwikkelingen. Zij moet vragen snel kunnen beantwoorden en producten snel kunnen leveren”, aldus Bos.
Diploma’s en certificeringen Binnenkort kan elke ambtenaar studiepunten verzamelen door het volgen van een groot aantal verschillende opleidingen op uiteenlopende gebieden. Engelen: “Die punten worden besproken tijdens elk functioneringsgesprek. In de loop van de tijd bouwt de medewerker zo aan een langere reeks diploma’s en certificeringen. Zijn of haar kennis blijft actueel en hij of zij heeft meer mogelijkheden voor doorstroming, ook in andere gemeenten. Het efficiënter omgaan met personeelsopleidingen geeft ons bovendien het voordeel dat wij zelf nauwelijks opleidingsplannen hoeven te maken voor onze medewerkers. Nee, hun Persoonlijke Opleidingsplan stellen ze gewoon zelf samen, op eigen initiatief!”
Flexibiliteit Elke gemeente is anders, dus is ook de opleidingsbehoefte bij elke organisatie weer anders. Dat vraagt een grote flexibiliteit en deskundigheid van de opleidingsmanager. Bos: “Wij bepalen het programma van de opleidingen in nauw overleg met de klant. Onze opleidingsmanagers Linda Thoen en Inge Halvers brengen eerst de specifieke vraag van de klant in kaart en adviseren over aanpak en inhoud van de opleidingen, zodat deze een zo groot mogelijke bijdrage leveren aan de doelstellingen van de opdrachtgever. Want gemeenten willen anno 2004 het rendement van de opleidingen direct zien. Permanente Educatie past daarin natuurlijk precies. Cursisten krijgen daardoor alleen dát wat ze nodig hebben”.
Ambtenaren krijgen ‘Permanente Educatie’
H
et bestuur van de Rotterdamse deelgemeente Overschie wil – net als elke Nederlandse gemeente – efficiënt en doelgericht omgaan met zijn budgetten. Deelgemeentesecretaris John Engelen is onder andere verantwoordelijk voor de opleidingsbudgetten. “Na onderzoek bleek dat de budgetten vooral werden besteed aan mensen die niet of te weinig voldeden aan hun functieprofiel”, vertelt hij. “De meerderheid van de collega’s, van wie sommigen al vele jaren bij de gemeente werken, bleken óf gedateerde opleidingen te hebben, óf zij volgden zeer prijzige congressen om toch maar bij te blijven. En dat is natuurlijk zonde van het geld!” Engelen wilde, samen met de voorzitter van de deelgemeente Overschie, A. Rodenburg, efficiënter met de opleidingsbudgetten omgaan. Hij maakte daarbij gebruik van zijn achtergrond als makelaar/taxateur. Engelen: “In deze branche wordt iedereen opgeleid volgens de ‘Permanente Educatie’; er is een continu en actueel aanbod van scholingen en leermomenten. Dat concept wilde ik vertalen naar ambtenarenland. Ik ging op
Tekst: Janita van Dijk Fotografie: Luuk van der Lee
Directeur NCOO, Marc Bos, temidden van de opleidingsmanagers Linda Thoen en Inge Halvers.
In company De medewerkers van NCOO zijn naast hun werk als professioneel trainer dagelijks werkzaam in de overheidspraktijk. NCOO biedt opleidingen en trainingen onder meer op het gebied van sociale zekerheid, het invoeren van een publieksbalie, Bouw & Woningtoezicht, Financiën, P & O en de nieuwe Wet werk en bijstand. “De klant bepaalt overigens zelf waar een training wordt gehouden. Dat kan in company, maar soms is het juist wenselijk om buiten de deur te trainen. Daarvoor hebben wij eigen opleidingslocaties in onder andere Den Haag”, besluit directeur Bos. ■ www.ncoo.nl
DE WERELD VAN ARBEID EN VERZUIM IS STERK IN BEWEGING Het is de kunst mee te bewegen. Traditionele arbodiensten hebben daar moeite mee en opdrachtgevers merken dat, juist in roerige tijden. Tredin heeft die flexibiliteit wel in huis. De aanpak van verzuim begint met het voorkómen van ziekte of problemen. Maar als het eenmaal zo ver is, gaat Tredin graag voor u aan de slag met ‘de comeback coach’.
39 Veel werkgevers weten niet goed hoe ze ziek personeel adequaat kunnen begeleiden, terwijl actie geboden is. Want door snel ingrijpen kun je voorkomen dat het verzuim onnodig lang gaat duren. De comeback coach stelt niet de arts centraal, maar de POSTBUS 330
medewerker. Samen kijken we naar wat hij of zij nog wél kan. Wij stellen niet alleen
8200 AH LELYSTAD
een diagnose, maar zetten meteen een eerste stap op weg naar een oplossing. En wij
T (0320) 23 90 20
werken met een heel concrete resultaatovereenkomst. Daar mag u ons op afrekenen.
F (0320) 23 90 29 E:
[email protected]
Benieuwd hoe de comeback coach het verzuim in uw organisatie
I: WWW.TREDIN.NL
terug kan dringen? 0320 23 90 20 of www.Tredin.nl
Thuis
in de stad
Woonbeleving. Dat is meer dan een dak boven je hoofd. Een leefomgeving waarin je prettig kan wonen, maar ook kan werken en recreëren. Kortom een omgeving waarin je je thuis voelt. Een gevoel dat niet vanzelf komt, maar gecreëerd kan worden. En juist daarom voelen onze mensen zich verantwoordelijk en zetten ze zich continue in. Met respect, met deskundigheid, met visie maar vooral met passie. Passie voor Mooi Werk. Samen werken. Grontmij is breed vertegenwoordigd in de stad en beschikt over een uniek netwerk dat ons in staat stelt om partijen bijeen te brengen: corporaties, gemeenten, ontwikkelaars, maar vooral met bewoners. De winst van een leefbare omgeving zit 'm in het samenspel. Samenspel tussen u als opdrachtgever en wij, Grontmij. Veelzijdig. We bedenken en realiseren samenhangende en duurzame oplossingen voor stedelijke herstructureringsopgaven, project- en gebiedsontwikkeling. Van initiatief tot en met beheer. Als veelzijdig partner met als basis de openbare ruimte.
• financieel-economische studie • grondexploitaties • wijkmanagement • structuurvisies • stedenbouwkundig ontwerp • inspraakbegeleiding • bestemmingsplannen • vergunningmanagement • woningrenovatie en nieuwbouw • inrichting openbare ruimte • sanering • groen • water • infrastructuur • parkeren Contact. Wilt u samenwerken met een organisatie die thuis is in de stad en dichtbij is gevestigd? Neem dan contact op met onze medewerkers de heer J. Smink (manager Stad) of de heer S. van Remmen (regiomanager Haaglanden) van de vestiging Zuid-Holland (T (0182) 62 55 00) of kijk op onze site voor de vestiging in uw regio. www.grontmij.com
[email protected]
hjGrontmij
Mooi Werk