Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
jaargang 2
Focus op talent 6 Brandweercommandant Rob Brons over werving en opleiding van personeel
Stadsgewest Haaglanden presenteert Regionale Nota Mobiliteit 12 Belangrijke rol voor fiets en openbaar vervoer
De zomer van 2005 22 Politie Haaglanden maakt een rondje door de regio
NAJAAR 2005 Stadsgewest Haaglanden, Hulpverleningsregio Haaglanden en Politie Haaglanden
3
Alle ingrediënten voor slagvaardig communiceren Ieder communicatievraagstuk vereist een eigen aanpak. Gaat het de ene keer om het ontwikkelen van een strategisch communicatieplan, een volgende keer is een brochure het doeltreffende middel. Als full service communicatieadviesbureau biedt Actorion alle ingrediënten voor een oplossing op maat.
PROJECTMANAGEMENT PROJECTMANAGEMENT
STRATEGISCH STRATEGISCH ONDERZOEK ONDERZOEK
DETACHERING DETACHERING
INTERACTIEVE INTERACTIEVE MEDIA MEDIA
COMMUNICATIECONCEPTEN COMMUNICATIECONCEPTEN
PRODUCTIEREGIE PRODUCTIEREGIE
REGIOMARKETING REGIOMARKETING
INTERIMMANAGEMENT INTERIMMANAGEMENT
STRATEGISCH STRATEGISCH ADVIES ADVIES
Slagvaardig en daadkrachtig, dat zijn de kernwoorden in de activiteiten van Actorion. Een team van deskundige en ervaren adviseurs staat hier garant voor. Met specialisten op het gebied van overheid, onderwijs, non-profitorganisaties en bedrijfsleven. We koppelen een heldere visie op communicatie aan concrete oplossingen op maat. En zorgen voor de organisatie en uitvoering van deze oplossingen. We komen met creatieve en vernieuwende concepten, die aansluiten bij actuele ontwikkelingen in
de markt. Nieuwe internettoepassingen bijvoorbeeld, initiatieven op het gebied van interactieve beleidsontwikkeling of visie- en missietrajecten. Zo zetten we onze verschillende specialismen niet alleen afzonderlijk in, maar versterken ze elkaar ook. En daar vaart u wel bij. Want communicatie is geen doel op zich, maar een effectief middel om úw doelstellingen te bereiken. Benieuwd naar de juiste ingrediënten voor uw communicatieoplossing? Bel voor een afspraak: 026-4438287.
Rozendaalselaan 14, 6881 LC Velp telefoon (026) 443 82 87 telefax (026) 389 25 48 e-mail
[email protected] www.actorion.nl
Colofon
In dit nummer
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van Hulpverleningsregio Haaglanden, Politie Haaglanden en stadsgewest Haaglanden en komt tot stand dankzij een groot aantal partners uit de overheid en het bedrijfsleven in de regio Haaglanden. Redactieadres p/a Actorion Communicatie Adviseurs Rozendaalselaan 14 6881 LC Velp tel.: 026 - 443 82 87 fax: 026 - 389 25 48 e-mail:
[email protected]
www. younglevel.nl
10
Voorwoord
5
Rob Brons focust op talent
6
Brandweer wil uniforme opleidingskwaliteit
7
Een vrijwilligersbaan voor het leven
8
Burgemeester in beeld
9
Gemeente Leidschendam-Voorburg
Concept en uitgave Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
12
Teksten Hulpverleningsregio Haaglanden Politie Haaglanden Stadsgewest Haaglanden Actorion Communicatie Adviseurs
Shahid Suddle
Corrie van Eldik
introduceert www.Younglevel.nl
10
Regionale Nota Mobiliteit is klaar
12
‘Kort’
14
Gezocht: ordebewakers en vrijwilligers
16
18
Project Deskundigheidsbevordering
18
Column ‘Politici op het strafbankje’
19
Aanleg HSL-Zuid nadert voltooiing
20
Politie blikt terug op de zomer van 2005
22
‘Computerspelletje Diabolo VR’ 25
Onderzoek naar grondexploitatie
Vormgeving Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
in Zoetermeer
26
Dura Vermeer bouwt eerste drijvende kas
30
Vesteda biedt woningen voor jong en oud
32
Column ‘Slagvaardigheid en vertrouwen’
33
Commerciële exploitatie Actorion Communicatie Adviseurs, tel. 026 - 443 82 87
Multi-etnisch politiewerk
34
Stichting Salvage biedt persoonlijke hulp
36
Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie.
‘Kort’
38
Politie Scheveningen lost overvallen op
39
Druk DeltaHage grafische dienstverlening Oplage 5.000 exemplaren
Uitgave Najaar 2005
Drijvende kas van Dura Vermeer
25
Jan Bonsang
30
Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt in december 2005 Op de voorpagina Rob Brons: zie ook pagina 6 en 7 Fotografie: Hulpverleningsregio Haaglanden
3
Haaglanden werkt aan route gevaarlijke stoffen 17
ter voorbereiding op rampen
NAJAAR
Fotografie Ed Blok, Jaap Bouterse, Brandweer Den Haag, Dura Vermeer Groep, Erik van Hoorik, HSLZuid, Judith Jongejan, Luuk van der Lee, Martien de Man, Politie Haaglanden, Paul Lunenburg, Ton Poortvliet, Frans de Ruiter, Stadsgewest Haaglanden, Govert Verberg, Vesteda Project BV, Eric de Vries, Mireille Zoet, Gemeente Zoetermeer
pag.
34
Multi-etnisch politiewerk
Focus Haaglanden komt tot stand dankzij: Actorion Communicatie Adviseurs, Velp BMC, Den Haag DeltaHage grafische dienstverlening, Den Haag Esloo Onderwijsgroep, Den Haag Grontmij Advies & Techniek B.V., Waddinxveen HTM, Den Haag Kamer van Koophandel Haaglanden, Den Haag Vesteda, Den Haag Wilkens C.S., Leiderdorp
NAJAAR 2005
3
4
Overheidsvertalingen
Rijksoverheid
Provinciale overheid
Gemeentelijke overheid
Overheidsvertalingen Het belang van onderscheid Het vaste team van Wilkens c.s. heeft de beschikking over een wereldwijd netwerk van gespecialiseerde vertalers met bewezen kwaliteiten op het gebied van teksten voor de overheid. Zij zijn bekend met internationaal vastgestelde terminologie en de Nederlandse beleidsstructuren. Of het nu een brochure of een beleidsnotitie betreft, Wilkens c.s. zorgt ervoor dat de vertaling nooit ten koste van uw tekst gaat.
OVERHEID EN
WILKENS c.s.
Specialist in overheidsvertalingen sinds 1987
w w w. o v e r h e i d s v e r t a l i n g e n . n l T +31 (0)71 - 581 12 11 F +31 (0)71 - 589 11 49 E
[email protected]
Verantwoordelijkheid nemen “Blijf je alleen maar kijken of kom je zelf helpen?” Met deze zeer directe vraag zoekt Politie Haaglanden vrijwilligers. Het werken met vrijwilligers bij hulpdiensten is een van de manieren om een hechte verankering in de maatschappij te krijgen. Ze versterken de band tussen de samenleving en politie en vervullen op die manier een belangrijke brugfunctie. Landelijk is het beleid erop gericht dat minimaal tien procent van de eenheden uit vrijwilligers bestaat. In deze editie van Focus leest u hoe Politie Haaglanden daar vorm en inhoud aan geeft.
5
In de geneeskundige sector zijn vrijwilligers actief bij het Rode Kruis. In aanvulling op het ambulancevervoer bemensen zij de SIGMA, de snel inzetbare groep ter medische assistentie als het gaat om grootschalige ongevallen. Vrijwilligers van het Rode Kruis dragen ook hun steentje bij aan de opvang en verzorging van slachtoffers bij rampen. Last but not least zijn vrijwilligers actief bij diverse reddingsbrigades en reddingstations van de KNRM langs de kust. Het spreekt vanzelf dat vanuit het openbaar bestuur veel waardering bestaat voor deze vorm van vrijwilligerswerk en dat – waar mogelijk – dit werk zo goed mogelijk wordt ondersteund. Ook het stadsgewest Haaglanden draagt – meer achter de schermen – een belangrijk steentje bij aan preventie van rampen en ongevallen. De sector Milieu zorgt er bijvoorbeeld voor dat de negen Haaglandse gemeenten hun routes gevaarlijke stoffen op elkaar aansluiten in onze dichtbevolkte regio waar ongeveer een miljoen mensen wonen. Op praktisch niveau verzorgt het stadsgewest de coördinatie tussen handhavers en milieudiensten bij het transport van gevaarlijke stoffen. Het is niet alleen logisch dat de verantwoordelijkheid voor de ‘route gevaarlijke stoffen’ bij het stadsgewest ligt, omdat dit samenwerkingsorgaan het regionale milieubeleid verzorgt. Dit samenwerkingsverband is via zijn sector Verkeer en Vervoer bovendien nauw betrokken bij de regionale mobiliteit. Hoe het stadsgewest aan de hand van de onlangs uitgebrachte Regionale Nota Mobiliteit Haaglanden beter bereikbaar, verkeersveiliger en meer leefbaar wil maken staat in deze editie beschreven.
Drs. W.J. Deetman, voorzitter stadsgewest Haaglanden voorzitter Hulpverleningsregio Haaglanden korpsbeheerder Politie Haaglanden
VOORWOORD
Vrijwilligers zijn de drijvende kracht achter brandweerkorpsen. Maar liefst tachtig procent van de brandweermensen in ons land bestaat uit vrijwilligers. In Haaglanden is dat vanwege de bevolkingsdichtheid en het incidentenpatroon ongeveer vijftig procent. Op het moment dat de plicht roept, laten vrijwilligers hun dagelijkse werkzaamheden onmiddellijk voor wat die zijn en nemen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarnaast wordt de werving en selectie van beroepsbrandweermensen steeds belangrijker. Dat hangt vooral samen met de ontwikkeling dat de brandweer bij haar beroepsuitoefening steeds meer het accent legt op preventie, een terrein dat van oudsher geen domein van vrijwilligers is.
NAJAAR 2005
3
FOCUSHAAGLANDEN HRH HAAGLANDEN
Er is behoefte aan één opleidings- en trainingscentrum voor de blauwe zwaalichtenbranche
Focus op talent: werven, selecteren, opleiden en oefenen van personeel “Weinigen realiseren zich hoeveel mensen zich beroepsmatig of vrijwillig inzetten voor openbare orde en veiligheid in de regio Haaglanden. Bij de politie, brandweer en ambulancediensten zijn een kleine 7000 mensen actief. Dat zijn allemaal mensen die bereid zijn een stapje vooruit te doen, daar waar anderen bij een incident de neiging hebben om drie stappen naar achteren te gaan om op een afstandje toe te kijken hoe de hulp-
6
verlener zijn of haar taak uitvoert.” Dat zegt Rob Brons, regionaal commandant Brandweer Haaglanden. Hij laat zijn licht schijnen op het werven en selecteren van goed personeel en breekt een lans voor meer gezamenlijke oefeningen.
Tekst: Rob Brons, Brandweer Den Haag Fotografie: Brandweer Den Haag
R
ob Brons: “Werknemers in de openbare orde en veiligheid zijn net zulke werknemers als in ieder ander beroep. Toch wordt er bovengemiddeld veel aandacht en energie gestoken in het werven, selecteren, opleiden en oefenen van personeel. Dat is noodzakelijk, omdat het beroep in een groot aantal gevallen hoge eisen stelt aan de kwaliteit van het werk. Dat gaat niet alleen over de graad van deskundigheid in het vak. Talent en ervaring zijn zeker ook noodzakelijk om dit vak goed te kunnen uitoefenen. Gemiddeld haalt slechts één op de tien sollicitanten de selectie.”
Vaardigheden “Bij sollicitaties is talent uiteraard een van de factoren die wordt gemeten. Bij de politie ligt het accent daarnaast meer op sociale en communicatieve vaardigheden, bij de brandweer juist meer op technische vaardigheden. Verpleegkundigen bij de ambulancediensten hebben meerjarige ervaring opgedaan in ziekenhuizen, voordat zij op een ambulance zelfstandig kunnen werken. In alle gevallen gaat het om mensen die voor dit vak kiezen met hun hart en een sterk dienstbaar karakter hebben. Zodra de competenties van de kandidaat bij een sollicitatie zijn gemeten, krijgt hij of zij een opleiding aangeboden. Bij politie en brandweer gaat dat door middel van duaal leren. Dat wil zeggen dat scholing wordt afgewisseld met praktijkervaring; het geleerde wordt zo snel mogelijk in de praktijk toegepast en zo wordt de onontbeerlijke ervaring opgedaan.”
Brandweercommandant Brons: “De veiligheidsregio zal binnen enkele jaren meer vorm en inhoud gaan krijgen en het personeel zal nog meer worden getraind op samenwerking”
“Ervaring opdoen is nodig, om, zeker op de momenten dat iedere seconde telt, professioneel te blijven denken en handelen. Iedere hulpverlener is zich ervan bewust dat hij zijn taak uitvoert in het brandpunt van de belangstelling, wordt gevolgd door camera, microfoon of pen en dat het achteraf gezien altijd beter had gekund. Waar het uiteindelijk om gaat is het resultaat: de orde is gehandhaafd, het leven is gered, de boef is gevangen, de brand is geblust.” Permanente educatie noodzakelijk “Om op alle situaties voorbereid te zijn, moet er veel worden geoefend. Onderhoud van kennis, kunde en vaar-
digheid is immers essentieel. De wereld om ons heen verandert en de techniek staat niet stil. Permanente educatie is dus noodzakelijk door middel van training en oefening. Het besef groeit steeds meer dat het gezamenlijk opleiden en oefenen van personeel meerwaarde heeft. Veel van de werkzaamheden die in het brandpunt van de belangstelling staan, vinden op straat plaats. Bij een ongeluk wordt dat zichtbaar: de politie regelt het verkeer en doet onderzoek naar de oorzaak, de brandweer zorgt voor het stabiliseren van het incident en de ambulancemedewerkers zorgen voor het slachtoffer.
Het gaat om precisiewerk, dat toch zo snel mogelijk moet worden uitgevoerd. Bijzondere talenten gevraagd dus.” Op oefening in Engeland “De afgelopen drie jaar zijn leidinggevenden op het hoogste niveau van politie, brandweer en ambulancediensten gedurende een week gezamenlijk realistisch getraind op een oefencentrum in Engeland. In deze week zijn situaties nagespeeld die zich recent hebben voorgedaan of zoals die zich hadden kunnen voordoen in Haaglanden. Uit de evaluatie van de oefeningen bleek dat deze training duidelijk voorziet in een behoefte. Leidinggevenden leren elkaar beter kennen en herkennen, krijgen meer begrip voor processen en procedures die binnen de disciplines worden gehanteerd en hebben meer aandacht voor elkaar. Bij de evaluaties van deze oefeningen bleek dat de behoefte om meer op deze wijze met elkaar te oefenen groot is en zich niet zou moeten beperken tot alleen leidinggevenden. Er groeit een sterke behoefte om dichter bij huis een opleidings- en trainingscentrum te hebben voor de ‘blauwe zwaailichtenbranche’. Groot dilemma is altijd het ruimte- en milieubeslag dat een dergelijk centrum met zich meebrengt. Toch is er voldoende aanleiding om meer onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor gezamenlijk opleiden en oefenen, om de burger in Haaglanden nog beter van dienst te zijn.” Als elke seconde telt “De hulpverleners in Haaglanden staan dagelijks 24 uur per dag, 365 dagen per jaar klaar om te reageren na een spoedmelding. Als elke seconde telt mag u verwachten dat de rode, witte of gele auto zo snel mogelijk ter plaatse is. Dat wordt geregeld vanuit een gezamenlijke meldkamer met een centraal nummer (112), eind van dit jaar met een gezamenlijk communicatiesysteem voor hulpdiensten en een inmiddels gezamenlijk geoefende leiding. De ambitie om op deze ingeslagen weg voort te gaan is aanwezig, de veiligheidsregio zal binnen enkele jaren meer vorm en inhoud gaan krijgen, het personeel zal nog meer worden getraind op samenwerking. Met als uiteindelijk doel een veilige veiligheidsregio Haaglanden, waar de burgers zich verzekerd weten van efficiënte en effectieve hulpverlening bij brand, ongevallen en rampen.” ■
Brandweer streeft naar uniforme kwaliteit Zoetermeer is een middelgrote stad in de regio Haaglanden met ruim 100.000 inwoners. Er zijn twee brandweerbureaus, een in Stadshart en een in de nieuwe wijk Oosterheem. De stad geeft een goed beeld van een doorsnee brandweerkorps: het telt 61 beroepskrachten, 18 civiele en 71 vrijwillige medewerkers en is daarmee een zogenaamd gemengd korps. Hoe blijft dit korps
7
op sterkte? Tekst: Fred Lek, Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Ed Blok, Hulpverleningsregio Haaglanden
Z
oals elk korps heeft ook het brandweerkorps van Zoetermeer regelmatig vacatures. Henri Seegers, Hoofd Opleidingen, is belast met het werven, selecteren en opleiden van nieuw personeel. Henri begon ooit lang geleden zijn brandweercarrière als vrijwillig bedrijfshulpverlener en kwam via allerlei tussenstations uiteindelijk op zijn huidige post. Daarmee is hij echt een man van de praktijk. Sinds de start van zijn brandweercarrière zo’n dertig jaar geleden is er echter wel het een en ander veranderd. Sinds de jaren tachtig hanteert de brandweer het modulaire opleidingssysteem en op dit moment is weer een vernieuwing gaande, waarbij ‘competenties’ het sleutelwoord is. Bij de selectie van nieuw personeel worden de competenties gemeten op het gebied van kennis, houding en vaardigheden met het oog op de toekomstige functie van de kandidaat. Het grote voordeel is dat de cursist zoveel mogelijk een
competentiegerichte opleiding op maat aangeboden krijgt. Een andere ontwikkeling is dat de korpsen in de regio Haaglanden steeds meer gaan samenwerken, waardoor opleidingen gebundeld kunnen worden. Het gezamenlijke doel is uiteindelijk één systematiek van werven, selecteren en opleiden, met uniforme kwaliteit als beoogt eindresultaat. “Een goede zaak,” vindt het Zoetermeerse Hoofd Opleidingen. Een vacature. En dan? Wat is er nodig voordat een vacature ingevuld kan worden? Henri Seegers: “Bij ons korps is werving van beroepspersoneel nauwelijks aan de orde. De vrijwilligers die al zijn opgeleid stromen namelijk in de meeste gevallen door naar een beroepsfunctie. Wat werving betreft richten we ons dus vooral op de vrijwilligers. Via de lokale huis-aan-huisbladen geven we bekendheid aan de vacatures. >>
Henri Seegers: “Het enige vrijwillige aan de vrijwillige brandweer is het aanmelden. Als een vrijwilliger eenmaal in dienst is, verwachten wij wel dat hij of zij de nodige verplichtingen nakomt.”
NAJAAR 2005
3
8
Ook schrijven we zonodig via de gemeente bewoners in een bepaalde leeftijdscategorie aan. En bij grote evenementen en dergelijke zijn we aanwezig met een brandweervoertuig en bemanning om onze doelgroep aan te spreken en vragen te beantwoorden. En we gebruiken natuurlijk posters en flyers. Zo krijgen we meestal zo’n tachtig belangstellenden die we uitnodigen voor een informatieavond.”
Politie Haaglanden kiest voor nieuwe aanpak
Strenge selectie De ervaring leert dat van die tachtig zo’n twintig tot dertig personen daadwerkelijk solliciteert. Seegers: “De sollicitatieprocedure verloopt via een aantal stappen: eerst wordt nauwkeurig bekeken of de kandidaat aan de aanstellingseisen voldoet. Een selectiecommissie bepaalt daarna of je door mag gaan. Dan volgt een aantal vaardigheidstesten op het gebied van technisch inzicht en een uitgebreide en pittige sporttest. Afsluitend is er een medische keuring met een inspanningsproef. Uiteindelijk blijven dan meestal rond de acht mensen over die we aanstellen als aspirant en die een opleiding gaan volgen. Overigens is de opleiding voor vrijwilliger dezelfde als voor een beroepskracht.”
‘Samen werken aan veiligheid’ is een populair thema dat steeds vaker doorklinkt in het voorge-
Opleiding “Het opleiden gebeurt in eigen beheer”, vertelt Seegers. “Een jaar lang volgen de aspirant-brandweerlieden twee avonden per week lessen over basisvaardigheden voor levensreddende handelingen, persoonlijke bescherming en dergelijke. Dit wordt aangevuld met praktische oefeningen, zoals hitte- en rookgewenning en leren omgaan met het materieel. En om het héél realistisch te maken oefenen de kandidaten in oefencentra in Tilburg en op de Maasvlakte. Een enkele keer zelfs in een ‘geregeld’ object in Zoetermeer zelf. Daarnaast zijn er aanvullende trainingen nodig om specifieke Zoetermeerse zaken te leren. Denk daarbij aan kennis van zaken over de hoogbouw, stijgleidingen, procedures, bekendheid met het verzorgingsgebied waarin men gaat werken, technische hulpverlening, gevaarlijke stoffen, werken in een chemiepak et cetera.” Stage Na een jaar basisopleiding is het tijd voor een stage. De nieuwelingen maken kennis met het materieel, de gebouwen, de roosters en de Zoetermeerse werkwijze. En de aspirant-brandwacht gaat, boven de sterkte, mee naar brandmeldingen en hulpverleningen. Uiteindelijk volgt de definitieve indeling: de brandwacht wordt officieel en zelfstandig ingeroosterd. “Maar daarmee is het niet gedaan”, lacht Seegers. “Het volgende schooljaar wacht hem of haar de vervolgopleiding, gericht op technische hulpverlening.” ■
Een vrijwilligersbaan voor het leven nomen beleid. Het is dus niet verwonderlijk dat veel regionale politiekorpsen proberen meer burgers aan te sporen om als vrijwilliger aan de slag te gaan bij de politie. De vraag is echter hoe je de burgers hiertoe kunt motiveren. Politie Haaglanden heeft daar wat op gevonden. Frans de Ruiter legt uit. Tekst: Frans de Ruiter, Politie Haaglanden Fotografie: Jaap Bouterse, Politie Haaglanden
“I
n 2004 presenteerde Civiq, het instituut voor vrijwillige inzet, een trendrapport over vrijwilligerswerk. Daaruit blijkt dat de nobele vrijwilliger die zijn of haar eigen belang ondergeschikt maakt aan ‘het nut van het algemeen’ langzamerhand verstoten wordt door de vrijwilliger die er ook zelf iets aan wil hebben. De potentiële vrijwilligers van vandaag zijn vooral op zoek naar ‘korte klussen’ die leuk zijn om te doen en die passen binnen hun weekschema.
Opleiding op maat Het werk van de traditionele vrijwillige politieambtenaar sluit hier helaas niet goed bij aan. Na een strenge selectieprocedure wordt van de vrijwilligers verwacht dat zij een driejarige avondopleiding volgen, om vervolgens een breed pakket politietaken uit te oefenen. Mede vanwege de eisen die aan de lichamelijke conditie worden gesteld, volgt in de regel ontslag bij de leeftijd van 65 jaar. En dat is nou net een leeftijd waarop je vaak pas echt in de gelegenheid bent om vrijwilligerswerk te doen. Bij Politie Haaglanden hebben we daarom gekozen voor een nieuwe aanpak. Wij gaan na wat de vrijwilligers graag willen doen en waar hun kwaliteiten liggen. Vervolgens krijgen ze specifiek op die vlakken een opleiding aangeboden. Zo kunnen de vrijwilligers helpen bij het regelen van verkeer, de ontvangst van bezoekers, de behandeling van telefoontjes en de arrestantenzorg. In vergelijking tot het traditionele vrijwilligerswerk zijn de selectie-eisen een stuk milder en de opleiding is aanzienlijk verkort. Bovendien kan de vrijwilli-
Frans de Ruiter, Chef Bureau Vrijwilligers Politie Haaglanden
ger nu ook na zijn vijfenzestigste blijven doorwerken. Veel vrijwilligers hebben na verloop van tijd behoefte aan een nieuwe uitdaging. Bij Politie Haaglanden hebben we een speciaal Bureau Vrijwilligers opgericht dat onder andere zorgt voor de loopbaanbegeleiding van de vrijwilligers. Zo wordt het vrijwilligerswerk een aantrekkelijke baan voor het leven.” ■ Geïnteresseerd in een uitdagende vrijwilligersbaan bij Politie Haaglanden? Kijk dan op pagina 16 van dit magazine.
Focus Haaglanden brengt in elke uitgave een ‘Burgemeester in beeld’. In deze rubriek maakt u nader kennis met de eerste burger van een gemeente in Haaglanden. De burgemeester wordt geportretteerd op zijn of haar favoriete plek in de gemeente. In deze uitgave is het de beurt aan burgemeester drs. J. B. Waaijer (53) sinds ruim een jaar de eerste burger van Zoetermeer.
9
Burgemeester Waaijer: “Zoetermeer biedt een uitstekende balans tussen wonen, werken en recreëren”
Wat is uw favoriete plek in Zoetermeer? Het terras van paviljoen Aa-zicht, direct aan het water van de Noord Aa, met op de achtergrond de skyline van de stad. Deze plaats staat voor mij symbool voor Zoetermeer. Enerzijds de rust die uitgaat van het vele water en groen, maar anderzijds de hectiek van de stad op de achtergrond. Wat wilde u als kind worden? Toen ik vijf of zes jaar oud was droomde ik ervan om timmerman te worden. Bij de groenteboer haalde ik sinaasappelkistjes op en vervolgens sloeg ik aan het timmeren. Ik houd overigens nog steeds van hout: levend materiaal met een heerlijke geur. Welke eerdere functies heeft u gehad? Ik ben begonnen als beleidsmedewerker bij de VNG voor de Raad Gemeentefinanciën. In 1985 volgde het burgemeesterschap bij de gemeente Schipluiden. In 1994 werd ik burgemeester van Ridderkerk. U bent nu ruim een jaar burgemeester van Zoetermeer. Welke hoogtepunten verwacht u als burgemeester van Zoetermeer? Oosterheem, de laatste nieuwbouwwijk van Zoetermeer, is over een paar jaar afgebouwd. Met de bouw van Spazio en
de ontwikkeling van Centrum-Oost nadert ook de afronding van ons Stadshart. Verder speelt de komende jaren de reconstructie van de wijk Palenstein. Dit is niet alleen een kwestie van slopen en stenen stapelen. Waar het om gaat is dat de stad niet alleen fysiek, maar óók sociaal in balans is. Wat maakt Zoetermeer aantrekkelijk? Zoetermeer biedt een uitstekende balans tussen wonen, werken en recreëren. De stad is compact gebouwd, maar dat ervaar je niet zo door het vele groen en water rondom de stad en in de wijken. Daarnaast heeft de stad veel voorzieningen, zowel op stedelijk niveau als in de wijken. Ook ligt Zoetermeer centraal in de Randstad en hebben we een uitstekende infrastructuur, zeker met de komst van RandstadRail. Kortom, een stad om trots op te zijn! Welke actuele zaken spelen in uw gemeente? Een belangrijk thema is binnenstedelijk bouwen. Zoetermeer loopt tegen haar grenzen aan, maar om voldoende draagvlak voor onze voorzieningen te houden, zullen we ook na de oplevering van Oosterheem moeten blijven bouwen, zodat ons inwonertal op peil blijft. Daarbij moet de kwaliteit van de stad vanzelfsprekend behouden blijven. En dat is een uitdaging voor een compact
BURGEMEESTER
Jan Waaijer gebouwde stad als Zoetermeer. Verder willen we de inwoners zoveel mogelijk betrekken bij beleidsontwikkelingen en hun betrokkenheid vergroten. Maar daar is Zoetermeer niet uniek in, lijkt me zo.
Welke rol speelt het thema ‘regionale verantwoording’ in uw werk? Met name bij veiligheid hebben we met politie en brandweer een sterk regionale invalshoek, maar ook bij de thema’s werken en wonen. Ik vind dat een goede zaak. Navelstaarderij betekent dat je kansen mist. Samen sta je sterker. Wat vindt u van de dualisering? Dualisering is een ingewikkeld proces. Ik zie dat het voor alle partijen moeilijk is om voor zichzelf een goede rol te vinden in, en daar gaat het om, een goede relatie tot de veranderde rollen van anderen. Men zou zich meer op ‘die ander’ moeten oriënteren.
Wat doet u in uw vrije tijd? Sporten, zowel actief als passief voor de buis. Ik ben met name een liefhebber van fietsen, voetbal en skiën. Wat wilt u graag bereiken? Dat de inwoners van Zoetermeer trots zijn op hun stad. Zij zijn de beste ambassadeurs. ■ Tekst: stadsgewest Haaglanden Fotografie: Martien de Man
NAJAAR 2005
3
LEIDSCHENDAM-VOORBURG
www.younglevel.nl heeft een breed aanbod voor jongeren in Leidschendam-Voorburg
Zoenen, studeren, JOPS, muziek en wethouders op één plaats Gemeenten moeten met hun tijd mee en jongerenparticipatie is belangrijker dan ooit. Van Lutjebroek tot Amsterdam timmeren ambtenaren al een aantal jaren aan de digitale snelweg. En met resultaat! Alle 495 gemeenten hebben inmiddels een website waarmee ze hun burgers informeren. Een volgende stap is het ontwikkelen van een jongerensite. Dé manier en hét middel om met jongeren te communiceren over gemeentelijke vraag-
10
stukken. Het gaat tenslotte ook om hun toekomst, hun stad, hun voorzieningen. Tekst: Josien Post en Marcella Braamskamp, gemeente Leidschendam-Voorburg Fotografie: Mireille Zoet, gemeente Leidschendam-Voorburg
R
uim anderhalf jaar geleden zag www.younglevel.nl het licht. Een site voor en door jongeren vanaf twaalf jaar uit Leidschendam-Voorburg en omstreken. “Na diverse rondetafelgesprekken met jongeren van verschillende opleidingen en uit verschillende wijken werden de grote lijnen steeds duidelijker. Vrijwel alle thema’s die de jongeren belangrijk vinden komen aan bod, evenals het gewenste kleur- en taalgebruik”, aldus Marcella Braamskamp van de afdeling Welzijn die medeverantwoordelijk is voor jeugdbeleid en participatie. “Een verrassende promotiecampagne schiep hoge verwachtingen, maar had slechts een korte periode effect. De bezoekersaantallen waren aanvankelijk prima, maar toen het nieuwe er eenmaal af was, stortte het geheel als een kaartenhuis in elkaar.”
Voor en door jongeren “Elke dag onderwerpen verzinnen die jongeren interesseren valt dan ook niet bepaald mee”, reageert Josien Post vanuit afdeling Communicatie. “Op een gegeven moment was het echt vechten tegen de bierkaai. De bezoekersaantallen waren gezakt tot twee per dag, waar ik er hoogstwaarschijnlijk één van was. Al die tijd en energie voor niks? Daar wilden we ons niet bij neerleggen en dus begon de zoektocht naar enthousiaste redactieleden. Ons motto was immers: voor en door jongeren.” “Zo gezegd zo gedaan,” vult Marcella aan. “De jongeren dienden zich na een snelle wervingscampagne aan en eind 2004 hadden we een compleet redactieteam bij elkaar. Gelukkig bleken de jongeren allemaal totaal verschillende interesses te hebben, zodat ze ieder een ander deel van de site voor
Josien Post (links), afdeling Communicatie en Marcella Braamskamp, afdeling Welzijn, zijn de drijvende krachten achter de jongerenwebsite van de gemeente Leidschendam-Voorburg
hun rekening namen. We zijn nu ruim een half jaar bezig met de jongerenredactie en ondanks het feit dat een aantal jongeren de redactie inmiddels heeft verlaten begint het er eindelijk op te lijken.” De vervolgcampagne van afgelopen maart om de naamsbekendheid van www.younglevel.nl te vergroten (er werden deurhangers en kauwgum met geheime codes uitgedeeld die je online kon intypen om te kijken of je een prijs had gewonnen) heeft de site ook een nieuwe impuls gegeven. “De bezoekersaantallen
zijn enorm gestegen tot zo’n tweehonderd per dag. Uit navraag bij buurgemeenten blijkt ook dat we het heel goed doen. Daarnaast wordt www.younglevel.nl steeds meer een begrip bij de doelgroep. Laten we hopen dat we deze positieve lijn vast kunnen houden en door kunnen zetten.” Het gat is nog niet gedicht Het uiteindelijke doel van de jongerensite was natuurlijk de kloof tussen de gemeente en haar jongeren te verkleinen.
Vaste kern Ten tweede is het moeilijk om de redactieleden actief te houden. Na hun aanvankelijke enthousiasme haakt een aantal jongeren snel af. Ze hebben veel ideeën over de opzet van de site, dat, ondanks het geraadpleegde panel, al
weer verouderd lijkt. Achteraf gezien was het beter geweest om al tijdens de ontwikkelfase te werken met redactieleden, zodat ze mee hadden kunnen groeien en echt het gevoel hadden aan ‘hun’ site bezig te zijn. Gelukkig blijft de vaste kern trouw, enthousiast en actief, maar het is en blijft natuurlijk vrijwilligerswerk. En ons idee van een zelfstandig werkende redactie blijkt niet reëel; intensieve begeleiding blijft noodzakelijk.” Leerpunten en valkuilen Josien: “Het is belangrijk om duidelijk voor ogen te houden dat een jongerensite geen doel is, maar een middel. Je hebt maar één kans voor een eerste indruk, die moet goed zijn anders ben je de jongeren (voorlopig) kwijt. YoungLevel.nl trekt veel bezoekers, maar maatschappelijke onderwerpen liggen meestal niet binnen het interesseveld van jongeren. Eind mei heeft het boegbeeld van de site, ‘Evert’ (het digitale everzwijn), bijvoorbeeld voor het eerst een uur gechat met jongeren. Dit leverde geen opzienbarende antwoorden op vraagstukken op, maar was wel weer een moment van contact. We kunnen dan ook concluderen dat de jongerensite niet per definitie
De redactie
geslaagd is als hét informatiemedium van de gemeente naar de jongeren. Toch willen we geen site worden waar allemaal berichten op staan die ook op andere URL’s te vinden zijn. De site moet haar lokale identiteit behouden.” Dit najaar neemt wethouder Zwartepoorte, portefeuillehouder jeugd- en jongerenwerk, ook een chatsessie voor haar rekening.
Evaluatie “Op dit moment werken we aan een evaluatie van www.younglevel.nl. Daarbij zijn we zelf ook nog op zoek naar DE formule. Moeten we over op een nieuwe structuur, bijvoorbeeld een jongerenplatform waar we stichtingen in contact brengen met jongeren? Slaan we een hele andere weg in of blijven we op deze manier werken? Het verzoek is aan het college om de site te handhaven, maar het blijft een uitdaging om een manier te vinden gemeentelijke en maatschappelijke onderwerpen op een goede manier over het voetlicht te krijgen. Het blijft ook een uitdaging om jongeren te vinden die deze taak op zich willen en kunnen nemen. Wij geven ons in ieder geval niet snel gewonnen en staan altijd open voor suggesties om www.younglevel.nl waar mogelijk te verbeteren!” aldus Josien. ■
Naam: Kai Ik bouw zelf websites en heb mijn eigen drive-in shows. Het lijkt me te gek om YoungLevel echt heel groot te maken. Ik zit altijd op internet en houd de nieuwste technische snufjes in de gaten.
Naam: Claire Mijn grootste hobby is Naam: Roderick kleding en mode. Ik schrijf Ik ben redactielid vanuit de graag over hockey, fashion, schoolkrant van het astrologie en music maar Huygens Lyceum. Zo gebruik ook over school en ik artikelen die ik voor de maatschappelijke website schrijf voor de onderwerpen. schoolkrant en ook andersom. Ik heb samen met Jan wethouder Jelsma geïnterviewd over het thema integratie. Dat vond ik erg leuk om te doen.
Naam: Jan Volleybal en scouting, daar draait het wel een beetje om momenteel. Ik vind het leuk om voor www.younglevel.nl te schrijven en ben van plan nog een behoorlijke tijd bij de redactie te blijven.
WWW.YOUNGLEVEL.NL
Kunnen we nu ruim anderhalf jaar later concluderen dat we dichter tot elkaar gekomen zijn? Marcella: “Er is een stap gemaakt, maar nog een hele lange weg te gaan. In de praktijk stuiten we namelijk op twee problemen. Ten eerste blijkt het lastig concurreren met onderwerpen die voor jongeren écht belangrijk zijn, zoals sporten, uitgaan, bellen, vrienden, verkering, pesten en school. De redactieleden schrijven liever niet over gemeentelijke issues en zijn (haast) niet te porren voor dergelijke reportages. De schaarse artikelen over gemeentelijke onderwerpen lokken ook maar weinig reacties uit. Een uitzondering hierop is de jaarlijkse wedstrijd waarbij een projectvoorstel beloond wordt met uitvoering ter waarde van s 10.000,00. De uiteindelijke winnaar wordt gekozen tijdens de jongerengemeenteraad. Deze strijd wordt op het web vaak heel fanatiek uitgevochten.
11
Naam: Tristan Ik ben een authentieke muziek-freak en ik ben daarnaast altijd met tekenen bezig. Zo heb ik bijvoorbeeld de perskaart ontworpen en schrijf ik graag over muziek en alles wat daarmee te maken heeft. Ik wilde al vanaf het begin meewerken aan younglevel.nl omdat ik de nodige punten zie die verbeterd mogen worden in en rond de gemeente. Op deze manier kan ik aangeven welke!
NAJAAR 2005
3
STADSGEWEST HAAGLANDEN
Regionale Nota Mobiliteit stuurt aan op bewust gedrag van de reiziger
Fiets en Openbaar Vervoer zijn belangrijk in onze mobiliteit Afgelopen zomer heeft het stadsgewest Haaglanden de laatste hand gelegd aan de Regionale Nota Mobiliteit (RNM). De nota richt zich op de plannen die het stadsgewest heeft voor de mobiliteit in de regio Haaglanden voor de periode 2005-2020. Investeringsprioriteiten liggen in dit tijdvak bij het openbaar vervoer en de fiets. Focus sprak met projectleider Corrie van Eldik. Zij heeft samen met collega’s van Haaglanden en de gemeen-
12
ten gewerkt aan de totstandkoming van de nota. Tekst: stadsgewest Haaglanden Fotografie: Paul Lunenburg, stadsgewest Haaglanden, Eric de Vries
H
et stadsgewest rekent de komende jaren op veel groei in het openbaar vervoer en het fietsverkeer in de regio. “Het accent ligt de komende jaren inderdaad bij de fiets en het openbaar vervoer”, verklaart Corrie van Eldik. “Tot aan 2015 hebben we nog 284 miljoen euro vrij te besteden. In de Regionale Nota Mobiliteit (RNM) is nu afgesproken dat van dit geld ruwweg tweederde wordt besteed aan fiets- en OV-projecten en eenderde aan autoprojecten. De RNM biedt ons een afgewogen en samenhangend pakket aan maatregelen om ook in 2020 nog een goede mobiliteit in de regio te garanderen. Als je bijvoorbeeld in Den Haag het gebruik van de fiets en het OV stimuleert, dan krijgt het zakelijke verkeer meer ruimte op de weg. Met de fiets of het openbaar vervoer ben je in de binnenstad ook meestal sneller op je bestemming dan met de auto.” Maar hoe krijg je mensen op de fiets? De RNM zorgt voor betere fietsvoorzieningen in de hele regio. “We hebben een regionaal fietsroutenet. Daarop zitten
Corrie van Eldik
ongeveer tweehonderd knelpunten. Die punten zijn allemaal geïnventariseerd: wat is het probleem; hoe kan het verbeterd worden; wat kost het? Zeventig knelpunten zijn al opgelost of worden binnenkort aangepakt. Voor de overige
Nota Mobiliteit in een notendop Het stadsgewest Haaglanden werkt samen met de negen deelnemende gemeenten, de provincie, andere overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties aan een regio die in de periode 2005-2020 veiliger, beter bereikbaar en leefbaarder moet worden. Regio Haaglanden is de eerste regio die een Regionale Nota Mobiliteit presenteert die goed aansluit op de Nota Mobiliteit van
Minister Peijs (ministerie van Verkeer en Waterstaat). Het stadsgewest mikt hiermee op grote doelen met een palet van elkaar versterkende maatregelen door de hele regio. Het effect van de nota zal dan ook in alle negen Haaglanden-gemeenten merkbaar zijn. Met deze nota beantwoordt het stadsgewest Haaglanden precies aan één van zijn functies: het ontwikkelen van regionaal gedragen
plaatsen betaalt het stadsgewest vijftig procent van de kosten voor het oplossen van het probleem.” De andere 50 % komt van de wegbeheerder, dus van de gemeente of de provincie. In het fietsroutenet zitten ook zeven
verkeers- en vervoersbeleid. Een goede bereikbaarheid is immers nodig om de economische concurrentiepositie van de regio te waarborgen. De plannen voor de regio: • 40% meer reizigers in het openbaar vervoer in 2020 • meer gebruik van de fiets • kortere en beter voorspelbare reistijden met de auto – vooral in de spits • minder verkeersslachtoffers • een betere kwaliteit van de leefomgeving
13
Met de fiets ben je in de binnenstad meestal sneller op je bestemming dan met de auto
grote fietsknelpunten. Deze zijn op regionaal niveau belangrijk voor het fietsverkeer. Voor afzonderlijke gemeenten zijn ze soms wat minder belangrijk, omdat ze bijvoorbeeld net op een gemeentegrens liggen. Een voorbeeld van de oplossing voor een groot knelpunt dat in de RNM wordt genoemd, is de fietstunnel onder de A13 door. Deze fietstunnel verbindt Delfgauw en de nieuwe woonlocatie Emerald rechtstreeks met Delft. Als deze fietstunnel in 2007 klaar is, levert dit voor heel veel mensen dagelijks een flinke tijdwinst op. Van Eldik: “Dit zijn dure projecten voor één gemeente. Daarom reserveert het stadsgewest hiervoor extra geld en betalen we 75% van de kosten.” Beter openbaar vervoer De RNM voorziet ook in een pakket aan extra maatregelen voor het verbeteren van het openbaar vervoer in de regio. “Het openbaar vervoer is bij uitstek een regionale taak; het heeft ook een duidelijk regionale functie en dat past uitstekend bij het stadsgewest. De overheden in de Zuidvleugel van de Randstad en de spoorsector werken samen aan het verbeteren van de dienstregeling van stoptreinen en het ontwikkelen van de omgeving van bestaande en nieuwe stations. Op veel spoorlijnen komt vanaf 2007 voor stoptreinen een kwartierdienst. Hierdoor ontstaan er goede mogelijkheden om woningen en bedrijven bij die stations te ontwikkelen. In Haaglanden vinden deze ontwikkelingen plaats bij Delft-Zuid en Den Haag Ypenburg; een nieuw station dat in december wordt geopend. In Delft gaat het om een herontwikkeling van het stationsgebied. Ten slotte bekijken we of we
in de spits meer trams kunnen laten rijden. Dit alles zorgt voor een grote sprong in het openbaar vervoer in Haaglanden de komende jaren.” Bottlenecks Naast de grote regioprojecten op het gebied van autoverkeer worden met relatief geringe middelen ook veel kleinere projecten in de regio uitgevoerd. Dit zijn vooral projecten die ‘bottlenecks’ wegnemen. “Neem als voorbeeld het weefvak bij het Prins Clausplein op de A4 tussen knooppunt Ypenburg en het Prins Clausplein”, zegt Corrie van Eldik. “Het verkeer op de A4 dat vanuit het Westland en vanuit Den Haag en Rijswijk komt en richting Utrecht wil, moet ’s ochtends door de file van het verkeer dat van Rotterdam naar Den Haag gaat. Dit veroorzaakt langere files en het is onveilig. We gaan nu samen met Rijkswaterstaat bekijken of we zonder een nieuw duur viaduct, maar met een nieuw stukje weg dit weven overbodig kunnen maken. Er moet nog blijken of
het technisch allemaal kan, maar het idee laat zien dat we echt zoeken naar slimme oplossingen.” Ten slotte wil het stadsgewest met de RNM bevorderen dat mensen meer nadenken en bewuster gaan kiezen voor hun vervoer, bijvoorbeeld in het woonwerk verkeer. “Bedrijven kunnen veel doen door het gebruik van de fiets en openbaar vervoer te stimuleren. Ook goede stallingen bij woningen, stations en bij bedrijven zijn nodig. De RNM pakt de fietsvoorzieningen op regionaal niveau aan. Zo kunnen we samen met de gemeenten en de bedrijven ervoor zorgen dat mensen bewuster gaan nadenken over de keuze van het vervoermiddel en niet meer uit gewoonte in de auto stappen voor een ritje van een paar kilometer.”■ De Regionale Nota Mobiliteit kunt u in pdf-formaat downloaden van de website van het stadsgewest Haaglanden: www.haaglanden.nl
Tot 2015 heeft het stadsgewest 284 miljoen euro te besteden aan fiets- en OV-projecten
NAJAAR 2005
3
KORT...
Landelijke Politiedag, 8 oktober
‘Wat gebeurt er met mijn aangifte?’
14
Elk jaar krijgt het publiek de kans om een kijkje te nemen in een politiecel, een politiepaard te aaien of een blaastest te doen wanneer je dat zelf uitkomt. Dan is het Landelijke Politiedag. Deze keer valt deze open dag op zaterdag 8 oktober. Natuurlijk doet Politie Haaglanden daar weer volop aan mee en openen alle wijkbureaus de deuren voor de burgers. Het thema dit jaar is: ‘Aangifte doen’. Dit thema geeft de politie de mogelijkheid om het belang van aangifte doen te benadrukken. De bezoekers krijgen aan elk politiebureau een rondleiding en horen op basis van een praktijkvoorbeeld wat er met hun aangifte gebeurt nadat zij de deur van het politiebureau achter zich hebben dichtgetrokken. Feest voor jong en oud Daarnaast is de Landelijke Politiedag een feest voor jong en oud. Want wanneer
krijgt u nu de kans om een blik te werpen achter de schermen? Vingerafdrukken laten nemen, op de foto op een politiemotor en de sirenes van een surveillanceauto laten loeien, behoren allemaal tot de mogelijkheden. Ook is dit jaar Bureau Levende Have weer open voor publiek. Bezoekers worden getrakteerd op demonstraties van de hondengeleiders met hun honden en de ruiters met hun paarden. Bij de vestiging Zichtenburg krijgen de bezoekers een indruk van wat er allemaal bij verkeer komt kijken. Ook is er informatie verkrijgbaar over preventiemaatregelen en het politiewerk in het algemeen, zodat burger en politie samen kunnen letten op hun veiligheid. ■ Meer weten over de Landelijke Politiedag in Haaglanden? Surf dan naar www.politie.nl/haaglanden
Zoetermeer wint Galjaardprijs 2005 Reorganisatie brandweer De Gemeente Zoetermeer heeft met haar promotieactie voor (nieuwe) inwoners en bedrijfsleven in de vorm van een Suske en Wiske-album en 3D-tekenfilm de Galjaardprijs 2005 gewonnen.
Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een overheidsinstelling die op een oorspronkelijke en innovatieve manier communiceert met haar publiek en die daarmee blijk geeft van professionele praktijkverbetering. Het Suske en Wiske stripalbum ‘De razende rentmeester’en de 3D-tekenfilm waarin Suske en Wiske ook de hoofdrol spelen, zet Zoetermeer in als instrument om nieuwe bedrijvigheid voor de gemeente aan te trekken. Nieuwe inwoners van de gemeente krijgen het album bij inlevering van hun verhuiskaart. Het boek en de film zijn zowel los als in één pakket ook in de winkel te koop. De belangstelling is groot: er zijn sinds de presentatie in het najaar van 2004 duizenden exemplaren over de toonbank gegaan. De versie met hard cover is zelfs een collectorsitem geworden. Chiel Galjaard De Galjaardprijs, ingesteld door de Vereniging voor Overheidscommunicatie (VVO), is genoemd naar de mede-oprichter en eerste voorzitter van de vereniging, Chiel Galjaard. Galjaard was gedurende
vele jaren hoofd Voorlichting van de Gemeente Den Haag, en is van grote betekenis geweest voor de ontwikkeling en professionalisering van het vakgebied van de overheidscommunicatie. De Galjaardprijs 2005 werd aan de Gemeente Zoetermeer uitgereikt tijdens het jaarcongres van de VVO in Utrecht. De Gemeente Zoetermeer moest met haar inzending de competitie aangaan met inzendingen van de Gemeenten Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Heerlen. ■ W I L LY VA N D E R S T E E N
Standaard Uitgeverij
Met ingang van 1 januari 2006 werkt de brandweer van Zoetermeer volgens een nieuw rooster: 24 uur op en 48 uur af. Het gaat dus om een drieploegenrooster. Door deze nieuwe wijze van indelen hoopt de brandweer meer ruimte te creëren voor opleiding en oefening, terwijl de veiligheid niet ter discussie staat. Een voorbereidingscommissie voerde intensief overleg met de korpsleiding en het personeel en zo kwam men tot dit nieuwe rooster. Het kan rekenen op de steun van een ruime meerderheid van het personeel. Vrijwilligers draaien minimaal 18 diensten per jaar. Zij gaan in kleinere groepen oefenen en worden vast gekoppeld aan de beroepsploeg waar ze ook kazernediensten mee draaien. Zo raken vrijwilligers en beroepskrachten goed op elkaar ingespeeld. ■
Stadsgewest viert tien jaar VINEX Het stadsgewest Haaglanden heeft op 28 juni tijdens de jaarlijkse Regionale Woonvisiedag zijn tweede VINEX-lustrum gevierd. Die dag was het precies tien jaar geleden dat het VINEX-Uitvoeringsconvenant door het bestuur van het stadsgewest werd ondertekend. Tijdens de Woonvisiedag is daarom ruim aandacht besteed aan deze enerverende periode in de woningbouw. De dag werd afgesloten met de bekendmaking van de winnaar van de WoonAward 2005. Een prijs die de Haaglanden gemeenten stimuleert om de ambities uit de Regionale Woonvisie waar te maken.
15
Winnaar WoonAward 2005: het Waterfront Lage Veld op VINEX-locatie Wateringse Veld
De afspraak met het Rijk (VINEXUitvoeringsconvenant 1995-2005) om in tien jaar een bouwopgave van 42.500 woningen netto te realiseren is in de ‘lustrumperiode’ ruimschoots gehaald: er zijn bijna 43.000 woningen in de regio bijgekomen (exclusief Westland en Midden-
Delfland, zij vallen niet onder het VINEXconvenant). Landelijk gezien is dit een uitstekende prestatie waar het stadsgewest trots op is. Bovendien is voldaan aan de extra eis om 30% in de sociale sector te bouwen: 69% is in het marktsegment gerealiseerd en 31% in het sociale segment. ■
‘Door korte lijnen kunnen we direct uitrukken’ Buren die voor grote overlast zorgen, gezinnen met problemen, mensen die zich a-sociaal gedragen... bij veel van dit soort meldingen spelen psychiatrische problemen een rol. Parnassia (de fusienaam voor alle GGZ-instellingen in Den Haag) en Politie Haaglanden werken daarom al jaren samen. Een onderzoek van Parnassia liet echter zien dat het politiekorps niet tevreden was over deze samenwerking. Er was sprake van onbegrip en de hulpverlening werd als traag en onoverzichtelijk ervaren.
Frank: “De lijnen zijn nu zo kort en efficiënt dat we direct rond de tafel kunnen en daarna direct kunnen uitrukken. Door het project werd duidelijk dat een wijkagent dingen wil weten zoals: ‘Ik zag persoon X vandaag en hij gedroeg zich verward. Heeft hij hulpverlening?’ Die vraag mag ik van de privacywetgeving wel beantwoorden, zolang ik maar geen details geef.” Een ander groot voordeel van de laagdrempeligheid is dat de dienders de medewerker van Parnassia al kunnen informeren bij kleine twijfels over een psychiatrische stoornis, waardoor vroegtijdig kan worden ingegrepen.
Verpleegkundigen Frank Krens en Marja Visser hebben een eigen kantoor in Politiebureau Jan Hendrikstraat
KORT...
In november 2003 ging het Parnassia Politie Programma van start om deze problemen aan te pakken. Twee dagen en drie avonden per week is sinds die tijd een verpleegkundige van Parnassia werkzaam op een politiebureau. “Mijn collega en ik hebben een eigen kantoor in Bureau Jan Hendrikstraat. We bedienen – en gaan ook regelmatig langs bij – Politiebureau’s Hoefkade en De Heemstraat. Inmiddels hebben ook de bureaus Zuidwest en Zuiderpark hun eigen interne Parnassia-medewerker”,
vertelt verpleegkundige Frank Krens van Parnassia.
“Door het succes is het project sinds januari 2005 op de drie centrumbureaus een regulier programma geworden, bij de andere politiebureaus is het nog op projectbasis. De wens is om het programma in de toekomst verder uit te breiden naar andere bureaus in de regio.” ■
NAJAAR 2005
3
POLITIE HAAGLANDEN
Haaglands politiekorps is op zoek naar honderdtachtig nieuwe mensen
Gezocht: ordebewakers en vrijwilligers Politie Haaglanden werft dit jaar twee groepen nieuwe medewerkers: surveillanten bij Bureau Orde en Bewaking (BOB) en politievrijwilligers. De nieuwe BOB-ers gaan ervoor zorgen dat politieagenten niet meer hoeven bij te springen bij zogenaamde BOB-taken. De nieuwe politievrijwilligers
16
worden na een korte opleiding onder meer ingezet voor het regelen van verkeer tijdens evenementen en demonstraties, de toegangscontrole van het hoofdbureau, arrestantenzorg en teleservice. Tekst: Ima Achahbar Diaz en Paula Torn, Politie Haaglanden Fotografie: Erik van Hoorik, Politie Haaglanden
B
ureau Orde en Bewaking (BOB) van het Haaglandse politiekorps is onder meer verantwoordelijk voor de bewaking van diplomatieke objecten en het parlement. Het bureau heeft tot maart 2006 de tijd om in totaal honderdtachtig nieuwe mensen te werven. Daarom is het wervings- en selectiebureau van Politie Haaglanden enige tijd geleden gestart met een grote wervingsactie: advertenties op allerlei internetsites en in grotere dagbladen als de Haagsche Courant en het Leidsch Dagblad. Ook was er vier dagen in de week een televisiecommercial te zien bij RTV West. ”Op dit moment loopt het storm. Er is veel animo voor de functie”, vertelt Herman Groenewegen, ploegchef bij
Geïnteresseerd? De rechten en plichten van de nieuwe politievrijwilligers zijn geregeld in een vrijwilligersovereenkomst. Van hem of haar wordt verwacht dat zij ongeveer acht uur per week beschikbaar is (tijdens en/of buiten kantooruren). Politie Haaglanden biedt de vrijwilligers geen salaris, maar wel een onkostenvergoeding, de nodige verzekeringen, deskundige begeleiding en opleidingen. Kent u iemand die op zoek is naar een zinvolle en boeiende vrijetijdsbesteding? Of heeft u zelf belangstelling voor vrijwilligerswerk? Bel dan de servicelijn van Bureau Vrijwilligers: 0800 02 33 222 (gratis) Of mail naar:
[email protected]
Bureau Werving en Selectie. “We krijgen bijna negentig sollicitaties per dag binnen.” De huidige surveillanten zullen ruimte maken voor de medewerkers BOB, zoals zij genoemd worden. Sommigen gaan horizontaal over, maar het grootste deel van hen stroomt door naar de opleiding tot agent. Dat is een positieve ontwikkeling. Herman: “Surveillanten zijn geknipt voor het vak; zij worden in de regel goede agenten. Het is dan ook een uitstekende vijver om uit te werven.” Bijkomend voordeel is dat surveillanten de opleiding tot agent binnen anderhalf jaar kunnen voltooien, terwijl de reguliere opleiding drie tot vier jaar duurt. Een ander pluspunt van de veranderingen bij BOB is dat in de nieuwe formatie de bewaking van ambassades en dergelijke alleen door de BOB-ers zal worden gedaan. Voorheen werden er voor die taak nog dagelijks veertig politieagenten van verschillende bureaus ingezet. Die kunnen nu de straat weer op. Geschikte kandidaten Het Bureau Orde en Bewaking heeft tot nu toe al zestig nieuwe collega’s aangenomen, maar moet er dus nog honderdtwintig vinden. Geen gemakkelijke opgave, weet Groenewegen. “Als je honderd nieuwe collega’s zoekt, moet je zeker 1.500 sollicitanten hebben. Je hebt geluk als je daar honderd geschikte kandidaten aan overhoudt. Deze functie wordt namelijk nogal eens onderschat. Niet alleen het opleidingsniveau en de werkervaring zijn belangrijke factoren. Een medewerker BOB moet natuurlijk accuraat, zelfstandig en representatief zijn.”
Vrijwilligers worden onder andere ingezet bij Slachtofferhulp, Tourist Assistance Service, Herstelrecht en Bemiddeling & Mediation.
Op dit moment werken zo’n driehonderd vrijwilligers in verschillende functies bij Politie Haaglanden. Een groot deel van hen wordt ingezet bij Slachtofferhulp, Tourist Assistance Service (TAS), Herstelrecht en Bemiddeling & Mediation. Vrijwilligers Politie Haaglanden kiest nu voor een nieuwe aanpak, waardoor er voor de burgers nog meer kansen ontstaan om vrijwilliger te worden bij het politiekorps. Door een nog grotere variatie aan vrijwilligersfuncties te bieden kan beter worden ingespeeld op de uiteenlopende kwaliteiten en interesses van burgers die graag aan de slag willen bij de politie. Zo wordt het vrijwilliger zijn extra aantrekkelijk. In het selectietraject wordt goed gekeken wat aspirant-vrijwilligers graag willen doen en waar hun kwaliteiten liggen. Vervolgens krijgen alle nieuwe politievrijwilligers een interne opleiding op maat aangeboden, waardoor zij snel aan de slag kunnen. Persoonlijke ontwikkeling De veelzijdigheid van het vrijwilligerswerk bij Politie Haaglanden spreekt veel burgers aan: zij vinden het vooral leuk om te doen. Je doet er sociale contacten op en veel vrijwilligers zien het als een mooie kans om bij te dragen aan een veiliger en zorgzamer samenleving. “En vergeet de persoonlijke ontwikkeling niet: je doet veel nieuwe kennis en ervaring op. Voor sommigen betekent het zelfs een opstapje naar betaald werk,” aldus Groenewegen. ■
STADSGEWEST HAAGLANDEN
Haaglanden werkt aan veiligheid op de route gevaarlijke stoffen Veiligheid is een belangrijk aspect in onze samenleving. Het gevoel van veiligheid wordt door veel zaken bepaald. Een van die zaken is de externe veiligheid. Daarmee doelen we op de veiligheid die wordt bepaald door externe factoren als opslag en transport van gevaarlijke stoffen. Met het project ‘Route gevaarlijke stoffen’ besteedt het stadsgewest Haaglanden aandacht aan de gevaren die opslag en transport van gevaarlijke stoffen met zich meebrengen.
17
Tekst: stadsgewest Haaglanden Fotografie: Paul Lunenburg, stadsgewest Haaglanden
I
n de regio Haaglanden besteden we de komende jaren bijzondere aandacht aan de externe veiligheid. Risicovolle bedrijven en activiteiten brengen we in kaart, we benoemen de locaties waar de risico’s te groot zijn voor de directe omgeving en gaan zo mogelijk over tot sanering. Ook de rijksoverheid vindt het van groot belang dat aandacht wordt besteed aan de externe veiligheid en stelt jaarlijks geld ter beschikking om de externe veiligheid beter te borgen in onze samenleving. De provincie verdeelt deze middelen jaarlijks over de regio in het kader van de programmafinanciering externe veiligheid. Ook de regio Haaglanden krijgt haar deel en in het kader van die stimuleringssubsidie worden veel projecten uitgevoerd.
Route gevaarlijke stoffen Een van die projecten is het project ‘route gevaarlijke stoffen Haaglanden’. Een project waarin alle regionale partners nauw betrokken zijn, want elke gemeente moet zelf de route vaststellen waarover gevaarlijke stoffen vervoerd mogen worden. Het stadsgewest Haaglanden helpt de partners hierin actief door de gemeenten bouwstenen aan te reiken die mee kunnen helpen in het afwegingsproces voor de keuze van
Elke gemeente moet zelf de route vaststellen waarover gevaarlijke stoffen vervoerd mogen worden
de route. Verder verzorgt het stadsgewest Haaglanden het kaartmateriaal en communiceert hierover met de buurgemeenten, zodat de routes optimaal op elkaar aansluiten. En eind dit jaar stelt het dagelijks bestuur van het stadsgewest Haaglanden een regionale kaart vast met alle vuurwerkverkooppunten en brandstofverkooppunten. Het routebesluit is daarmee een feit. Transporten Een groot voordeel van zo’n routebesluit is dat de transporteurs via borden weten welke wegen in onze regio geschikt en veilig genoeg zijn voor het transport van gevaarlijke stoffen. Een tweede voordeel is dat transporteurs worden verplicht om actief te informeren over transporten die buiten de route plaatsvinden. Zij hebben voor het afwijken van de route namelijk
Voordelen routebesluit gevaarlijke stoffen • Transporteurs weten welke wegen in de regio geschikt en veilig zijn voor het vervoer van gevaarlijke stoffen • Transporteurs zijn verplicht actief te informeren over transporten die buiten de route moeten plaatsvinden. Voor het afwijken van de route is namelijk een ontheffing nodig • Het levert een duidelijk beeld op van wat er vervoerd wordt in de regio en waarom • Bij ruimtelijke plannen zijn eventuele transportroutes helder in beeld, waardoor knelpunten voorkomen kunnen worden
een ontheffing nodig. Zo ontstaat een beter beeld van wat er wordt vervoerd in onze regio en waarom. Een derde voordeel van het routebesluit is dat bij ruimtelijke plannen in het gebied inzicht is in eventuele transporten. Met het afgeven van vergunningen voor bedrijven en het vestigingsbeleid kan goed rekening worden gehouden met de gevaarsaspecten en de beschikbare infrastructuur. Knelpunten voor de toekomst kunnen zo worden voorkomen. Handhaving Het vaststellen van de route heeft alleen zin als er ook aandacht is voor het juiste gebruik. Dit betekent dat de handhaving van de route (maar ook juist het afwijken van de route) structureel moet worden uitgevoerd. Momenteel onderzoekt het stadsgewest welke instantie deze taak het beste op zich kan nemen; de inspectie Verkeer & Waterstaat, de politie of gemeentelijke buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s). Een laatste belangrijk aspect dat momenteel aandacht krijgt is een beheerplan. We zoeken naar een structuur waarin de ontwikkelingen op en rond de routes gemonitord worden, zodat we zonodig acties kunnen ondernemen. Op die manier blijven de routes en de ontwikkelingen rondom de routes actueel en betrouwbaar. ■
NAJAAR 2005
3
HRH HAAGLANDEN
Project Deskundigheids- bevordering draait een jaar
Organisatie externe veiligheid kan veel beter worden georganiseerd In het afgelopen decembernummer van Focus Haaglanden werd dr. ir. Shahid Suddle voorgesteld. Hij vervult voor twee jaar de functie van specialist externe veiligheid. Een van zijn taken is regionale deskundigheidsbevordering op het gebied van externe veiligheid. Hij is nu bijna een jaar aan de slag en heeft een eerste tussenrapportage geschreven. Wat is de stand van zaken?
18
Tekst: Shahid Suddle, Fred Lek, Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Ed Blok, Hulpverleningsregio Haaglanden
S
hahid Suddle: “Als eerste heb ik een plan van aanpak geschreven. Na goedkeuring van dit plan volgde een aantal verkennende gesprekken met de negen gemeenten van de regio Haaglanden. Daarbij probeerde ik vooral te achterhalen wat er op het gebied van externe veiligheid tot nu toe gedaan is en wat de huidige stand van zaken is. Vervolgens heb ik, uiteraard in overleg met de gemeenten, in het voorjaar van 2005 een aantal introductiebijeenkomsten georganiseerd. Daarbij waren verschillende afdelingen per gemeente uitgenodigd, zoals Ruimtelijke Ordening, Economische Zaken, Milieu, Planontwikkeling, Rampenbestrijding en Verkeer en Vervoer. Dat was een goede gelegenheid om kennis over externe veiligheid over te dragen aan de ambtenaren en de bestuurders van alle gemeenten binnen het stadsgewest.” Training on the job Deze bijeenkomsten leverde een aantal discussiepunten op. Suddle heeft deze
Project Externe Veiligheid Het Project Externe Veiligheid is een initiatief van het ministerie van VROM, het IPO (InterProvinciaal Overleg) en de VNG. In het kader van de programmafinanciering externe veiligheid zijn binnen het stadsgewest Haaglanden vier projecten gestart: • Regionale deskundigheidsbevordering externe veiligheid • Risico-inventarisaties • Route gevaarlijke stoffen (zie pag.17) • Regionale visie externe veiligheid
punten verwerkt in zijn projectformulering van de programmafinanciering 2006-2010. Daarnaast werkt hij concreet aan zes projecten. Sommige hiervan zijn direct gerelateerd aan een aantal cases binnen gemeenten, waardoor hij direct kennis kan overdragen aan ambtenaren: een training on the job. Suddle: “Het blijkt een uitstekend instrument te zijn om de externe veiligheidskennis aan de gemeenteambtenaren over te dragen. Het grappige is dat veel ambtenaren voor mijn komst nog eens niet wisten wat externe veiligheid inhield. Door mijn inzet zie ik dat veel ambtenaren en bestuurders het belang van externe veiligheid inzien en er in de toekomst serieus mee om zullen gaan.’’ “De ambtenaren zijn zeer geïnteresseerd en geënthousiasmeerd door deze praktische aanpak”, vervolgt Suddle. “Uit de discussies bleek wel dat externe veiligheid binnen de gemeente beter georganiseerd moet worden. En ook de interne en externe communicatie op dit gebied kan beter. We moeten het kennisniveau bij de gemeenten verder ontwikkelen, zodat het structureel toegepast gaat worden binnen de werkprocessen van de verschillende gemeentelijke afdelingen.” Advisering Waar moet je aan denken als je het hebt over de inzet van deskundigheid op het gebied van externe veiligheid? Shahid: “Denk aan advisering bij complexe projecten waar veel mensen in een relatief klein gebied betrokken zijn, al dan niet in de nabijheid van installaties of transportroutes met gevaarlijke stoffen. Juist door de functiemenging kunnen deze mensen slachtoffer worden van een ramp met het vervoer van gevaarlijke
Dr. ir. Shahid Suddle is adviseur externe veiligheid bij het stadsgewest Haaglanden. In die functie is hij bij tal van projecten in de Haaglanden gemeenten betrokken.
stoffen of de opslag en verwerking bij een installatie.” Suddle noemt enkele concrete voorbeelden in het stadsgewest Haaglanden waar hij direct bij betrokken is om een en ander te verduidelijken: ● Den Haag Nieuw Centraal Den Haag Nieuw Centraal is een zeer complex ontwerp. De ontwikkeling van het centrumgebied stuit daarbij op een belangrijk knelpunt: veiligheid. Er komen grote aantallen passagiersstromen en passanten binnen dit gebied bij elkaar en het is een knooppunt van vervoersstromen. Bij een onvoldoende veilig ontwerp of een onvoldoende veilig gebruik van het gebied en de gebouwen kan een klein incident daardoor snel escaleren tot een zwaar ongeval of een ramp. Bij een calamiteit is het zaak dat publiek, bewoners, werknemers en ande-
re aanwezigen tijdig weg komen. Hulpdiensten moeten snel ter plaatse kunnen zijn en adequate hulp kunnen bieden. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag heeft Den Haag Nieuw Centraal daarom als pilot aangewezen voor een integrale veiligheidsbenadering. Daar hoort een onderzoek naar fysieke en sociale risicodragers in het toekomstige stationsgebied bij. Shahid Suddle werkt daarvoor nauw samen met de Hulpverleningsregio Haaglanden en Brandweer Den Haag. Samen organiseren zij onder andere workshops. Shahid adviseert daarnaast over de integrale veiligheid voordat het gebouwencomplex in gebruik wordt genomen en stelt een veiligheidsscan op.
● LPG-stations in Haaglanden Praktisch alle gemeenten in Haaglanden tellen wel enkele LPG-stations binnen de bebouwde kom. En soms wordt in de buurt van een LPG-station een nieuwbouwwijk gepland of wordt een nieuw LPG-station in de buurt van een kwetsbaar object gebouwd. De gemeenten willen graag inzicht krijgen in de risico’s die LPG-stations met zich meebrengen. Ook willen zij de routes weten waarlangs gevaarlijke stoffen, zoals LPG, in de gemeente vervoerd worden. Gemeenten kunnen daarvoor een risicoanalyse laten uitvoeren. Suddle beoordeelt in samenwerking met de Hulpverleningsregio Haaglanden verschillende van die risicoanalyses voor LPG-stations in de regio.
● Verdichting Delft Kruithuisweg / A13 Binnen de gemeente Delft zijn de A13 en de Kruithuisweg aangewezen als route vervoer gevaarlijke stoffen. In de buurt van deze wegen staan echter enkele kwetsbare objecten en langs de A13 zijn nieuwe ontwikkelingen gepland. De gemeente Delft heeft geen extern veiligheidsspecialisme in huis om een risicoanalyse goed te kunnen beoordelen. Daarom zijn het stadsgewest Haaglanden en de brandweer Delft ingezet om een veiligheidsstudie te beoordelen. Suddle toetst de risicoanalyse, begeleidt het project en beoordeelt risico’s en maatregelen voor de nieuwbouwprojecten.
● Stedenbaan In het project Stedenbaan – verbetering van regionaal railvervoer – brengt de provincie Zuid-Holland feitelijke milieubeperkingen en mogelijke oplossingen in beeld. In dit project kijkt men naar de mogelijkheden die er zijn om toch te kunnen bouwen langs een gevaarlijke
● CO2-leiding Zoetermeer Er loopt een CO2-leiding voor een Greengas-project van Amsterdam naar Rotterdam. Die kruist maar liefst vier brandweerregio’s: de Regionale Brandweer Amsterdam-Amstelland, de brandweerregio Hollands Midden, de Hulpverleningsregio Haaglanden en de Regionale Hulpverleningsdienst Rotterdam-Rijnmond. Suddle werkt op dit moment aan een risicoanalyse en formuleert op korte termijn een integrale veiligheidsvisie voor de CO2-leiding. ■
19
Soms kan ik dat nog wel een beetje begrijpen, maar de bemoeienis gaat nog veel verder. Een gemeentelijk besluit wordt getoetst bij het stadsgewest, de provincie, het rijk en soms ook nog bij een stuk of wat door de overheid aangewezen instellingen. En als al die partijen het eindelijk eens zijn geworden, dan starten de inspraakprocedures. Inmiddels zijn dan hier of daar politieke bestuurders van plaats verwisseld en dan kan het hele circus zomaar opnieuw beginnen. Shakespeare Zo duurt het jaren voordat grootschalige ruimtelijke projecten daadwerkelijk gerealiseerd worden. Denk maar aan de A4-Midden-Delfland of de ZuidPlasPolder. De provincie pakt deze projecten omzichtig en zorgvuldig aan, maar, om met Shakespeare te spreken: ‘There are landthieves and waterthieves and there are
landrats and waterrats’ Ontwikkelingsplanologie kan pas echt wat worden als de politieke bestuurders de moed hebben om taken en bevoegdheden te delegeren. Door bij de definiëring van een grootschalig project meteen aan te geven welk bestuursorgaan verantwoordelijk is en welke politieke bestuurders dus vooral níét. En wie zich toch bemoeit met andermans verantwoordelijkheden hoort de volgende verkiezingsronde op het strafbankje thuis. ■
Ton Rijerkerk Directeur regiostimulering Kamer van Koophandel Haaglanden
COLUMN
Bij ons in het bedrijf zijn, net als in de meeste bedrijven, de taken verdeeld. Ieder directielid is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen klussen. Er wordt onderling informatie uitgewisseld, maar men bemoeit zich niet met elkaars taken. Gebeurt dat wel, dan ontstaan wanorde en inefficiëntie.
Bemoeienis Besturen is weer wat anders. Volgens van Dale onder andere: ‘zorgen, dat iets ordelijk loopt’. Helaas is het onderscheid tussen besturen en politiek in de praktijk in ons land vaag. En dus bemoeien politieke bestuurders zich overal mee. En dus worden ruimtelijke plannen vanuit allerlei invalshoeken beoordeeld: milieu, verkeersdrukte, werkgelegenheid, brandveiligheid, warenwet, concurrentieverhoudingen, buitenlandse werknemers en noem maar op.
● Spoorzone Delft Suddle participeert in een klankbordgroep integrale veiligheid voor de spoortunnel in Delft. Het is bedoeling dat hij op deze manier kennis overdraagt aan ambtenaren van verschillende afdelingen van de gemeente.
Congres Op 9 februari 2006 zal een congres gehouden worden over deskundigheidsbevordering externe veiligheid onder de titel ‘Meer Veilig en MeerVoudig Ruimtegebruik’. Voor meer informatie over dit congres of over de werkzaamheden van Shahid Suddle, kunt u contact opnemen via 06-30076869. E-mail:
[email protected] Internet: www.haaglanden.nl
Politici op het strafbankje
In de politiek gaat dat anders. Politici bemoeien zich bijna per definitie met andermans zaken. Op zichzelf is daar niets mis mee. Het is immers de taak van de politiek om een evenwicht te vinden tussen individuele en collectieve belangen. En om ervoor te zorgen dat iedereen de kans krijgt om mee te doen in de strijd om het bestaan.
stoffenroute. De Haaglanden gemeenten hebben Shahid en de HRH gevraagd om in het project Stedenbaan te adviseren over de risico’s en een analyse te maken van de knelpunten.
NAJAAR 2005
3
FOCUS HAAGLANDEN
Prominent spoortraject gaat open in 2007
Aanleg HSL-Zuid nadert voltooiing Het aftellen is begonnen! Na jaren van voorbereidingen wordt het traject van de HSL-Zuid in 2007 officieel in gebruik gesteld. Reizigers kunnen dan supersnel en comfortabel met de hogesnelheidstrein reizen. Van Den Haag Centraal naar Brussel Centraal in 1 uur en 40 minuten en van hartje Amsterdam naar hartje Parijs in ongeveer drie uur! De reistijden tussen de Randstad, Antwerpen, Brussel, Parijs en straks ook de rest van Europa
20
worden een stuk aantrekkelijker.
Tekst: Peter Smit Fotografie: HSL-Zuid, Ton Poortvliet, Luuk van der Lee
D
e HSL-Zuid is een prominent project. De kosten van de aanleg bedragen 6.65 miljard euro. Hiervoor wordt een nieuw tracé aangelegd met een lengte van 125 kilometer. Van dit traject is 85 kilometer hogesnelheidsspoor waarop snelheden van boven de 160 kilometer per uur kunnen worden bereikt. Het traject telt maar liefst 170 bouwwerken, zoals viaducten, bruggen, tunnels en een aquaduct. Ook in het stadsgewest Haaglanden is goed te zien dat het tracé van de HSL-Zuid zijn voltooiing nadert. De afwerking is in volle gang. Onlangs zijn op alle viaducten hekwerken geplaatst om de spoorbaan af te schermen. De HSL-Zuid loopt door de landschappen van de provincies Noord- en ZuidHolland en Noord-Brabant. Uitgangspunt bij het ontwerp van de aanleg van het tracé is dat de spoorlijn zoveel mogelijk dient aan te sluiten bij de bestaande infrastructuur, zoals verkeerswegen en waterlopen. Hiermee wordt de ‘versnippering’ van het landschap beperkt. Daarnaast zijn extra maatregelen genomen om de spoorlijn zo goed mogelijk in de landschappelijke omgeving in te passen. Soms is gekozen voor een tunnel om het te doorkruisen gebied zoveel mogelijk in tact te laten. De meest in het oog springende ‘inpassingsmaatregel’ is de boortunnel onder het Groene Hart. Dit gebied wordt getypeerd door prachtige veenweiden en plassen die al in de Middeleeuwen zijn ontstaan. De Groene HartTunnel loop op een traject van ruim zeven kilometer onder het bijzondere
21 landschap door. Alleen de tunnelgebouwen verraden de aanwezigheid van de tunnel.
HSL-ZUID
De hogesnelheidstreinen brengen reizigers met een topsnelheid van 300 kilometer per uur snel en comfortabel naar het hartje van Europese steden. Het hoge comfortniveau, gekoppeld aan de korte reistijden, maakt reizen met de hogesnelheidstrein als ‘vliegen zonder vleugels’. De hogesnelheidstrein wordt vooral op de middellange afstanden een serieuze concurrent voor de auto en het vliegtuig. De verwachting is dat een deel van de (zakelijke) reizigers de auto vaker zal laten staan om de trein te pakken. Dat zal de Nederlandse snelwegen enigszins ontlasten. Zo levert de HSL-Zuid een bijdrage aan de bereikbaarheid van Nederland en de Randstad, direct en indirect.■
NAJAAR 2005
3
POLITIE HAAGLANDEN
Zee, strand, duinen, de dorpsbraderie, het varend corso, wielerrondes en kermissen
Wat deed de politie in de zomer van 2005? Een rondje door de regio Wat gebeurt er tijdens de zomer aan de kust en in de recreatiegebieden van Haaglanden? En welke activiteiten in de dorpen en steden
22
vragen extra aandacht? Verschillende dienders van het Haaglandse politiekorps blikken terug op wat zij gedurende die natte zomer van 2005 zoal zijn tegengekomen. Over ‘wandelende VVV-kantoren’ en ‘boemboemregelingen’ met een zomerse achtergrond... Tekst: Robert Vermolen, Politie Haaglanden Fotografie: Robert Vemolen, Jaap Bouters, Politie Haaglanden
Politiebureau Zuidwest
Barbecues en kampvuren Kijkduin/Ockenburgh valt onder Politiebureau Zuidwest. Het is een gebied met recreatieplassen, zee, strand en duinen. Deze wijk kent sinds enkele jaren hotspots, zoals het Bokkefortpark, Nooteplein en Cantateplein. Wijkagent Martin Taal: “Door het aanwijzen van enkele gebieden als zogenaamde hotspot en de succesvolle samenwerking van het korps met woningbouwverenigingen en het stadsdeelbestuur daalt het aantal meldingen van overlast door onder andere hangjongeren. Zij verkiezen in de regel hun ‘vaste plek’ boven de recreatiegebieden.”
‘s Zomers houdt de politie, afhankelijk van het weer, extra surveillances rond het bekende recreatiegebied Madestein/ Madepolder. Taal: “Bij mooi weer letten we onder meer op te grote kampvuren en al te enthousiast gebruik van de barbecue. En vlakbij het strand worden ook de nodige parkeerbonnen uitgeschreven.” Sinds jaar en dag is er op het strand een Kustdetachementlocatie onder leiding van ploegchef Eric Smoorenburg: “Er zijn eisen aan verbonden voordat je hier aan de slag kunt. Je krijgt diverse cursussen, bijvoorbeeld over de werking
van de zee.” Behalve dat de politie met deze post het aanspreekpunt is voor het publiek, worden er processen-verbaal geschreven voor zaken als foutparkeren, wildplassen en alcoholgebruik. Ook wordt er gelet op de aanwezigheid van honden. “Op de boulevard en in de duinen moeten we regelmatig corrigerend optreden en ons bonnenboekje trekken,” zegt Smoorenburg. “De houding van het publiek is de laatste jaren wat verhard. Maar dat neemt niet weg dat dit echt een topbaan is!” ■
Politiebureau Scheveningen
SUS en boem-boem Sinds enige maanden heeft Politiebureau Scheveningen een ‘horeca bijzondere wetten-medewerker’: Karel Walther. Walther is in z’n element in zijn nieuwe functie van spil tussen boulevardwinkels, strandtenteigenaren, politie en gemeente. “Je hebt een soort thermometerfunctie; als je jezelf vaak onder de ondernemers begeeft, voel je beter aan wat er speelt.” Naast de dagelijkse werkzaamheden adviseert Walther de organisatoren van de vele evenementen in Scheveningen. Om de dagelijkse ordehandhaving te
garanderen, hebben ondernemers en de gemeente samen afspraken gemaakt. In de zomer zijn er 55 strandtenten meer dan in de rest van het jaar. Walther: “Bijzonder is dat de strandtenten deze zomer bij wijze van proef een maand langer blijven staan. Tot nu toe valt de drukte wat tegen. Maar hoewel een deel van de buitenlandse toeristen wegblijft, wordt dat gecompenseerd door Nederlanders die door de dure euro in eigen land blijven. Uiteindelijk verwachten we toch zo’n acht à tien miljoen bezoekers.”
“Bij de horecagelegenheden controleren we streng op vergunningen, sluitingstijden en geluidsoverlast. Gelukkig gaat het maar om een paar horecazaken die het af en toe te bont maken. Hiervoor is een speciaal telefoonnummer ingesteld. Vrijwel direct na een telefoontje komt er een toezichthouder van de gemeente, afdeling Milieu en Vergunningen om de decibellen te controleren.” Komen de ondernemers zelf niet uit een moeilijke situatie en vindt het probleem plaats op de openbare weg, dan kunnen zij het SUS-team inschakelen. Dit SUSteam (Scheveningen Uitgaans Team) is twee jaar geleden opgericht. “Betaald door ondernemers, gesubsidieerd door de gemeente en ondersteund door ons korps begeleiden deze ‘stevige jongens’ onder andere dronken badgasten naar openbaar vervoer of taxi”, legt Walther uit. “Hun aanwezigheid zorgt mede voor rust op de boulevard. Dan zijn er ook nog de ‘boem-boem’-regeling (aanpak van burgers in cabriolets of andere auto’s met de raampjes open die geluidsoverlast veroorzaken) en het alcoholverbod op de boulevard. Door al deze maatregelen kunnen de Scheveningse agenten een stuk adequater werken dan voorheen.” ■
23 Wijkagent Peter van den Burg adviseert onder meer bij het in goede banen leiden van evenementen in Scheveningen. Zo waren er begin augustus tv-opnames voor ‘Tros Muziekfeest op het plein’ bij de Scheveningse Pier. “Eerst is er een voorgesprek met de deelnemende partijen en wordt bekeken waar precies het evenement op de boulevard plaatsvindt en wat de verwachtingen zijn”, vertelt Van den Burg. “De tekening die voor dit
evenement was gemaakt, bleek onduidelijk. Ik ga dan zelf naar de opbouw en kijk onder meer of de ‘sluis’, de doorgang voor de passanten en hulpdiensten, wel breed genoeg is. Vervolgens meld ik aan collega’s hoe de situatie ter plekke is, zodat zij bij het surveilleren weten waar zij op moeten letten. Tijdens het evenement zelf staat handhaving bovenaan de lijst; je staat borg voor de veiligheid van iedereen. Na afloop is er altijd een evaluatie die ervoor moet zorgen dat toekomstige evenementen nog beter verlopen.” ■
2001. “We zijn precies hetzelfde uitgerust als wijkpost Kijkduin, maar met meer collega’s, want het is hier uiteraard veel drukker. Als Kustdetachement zijn we er om de orde en veiligheid te handhaven en ik moet zeggen, we grijpen steeds sneller in. Dat betekent continu de vinger aan de pols houden en passanten direct aanspreken op hun gedrag. Zo krij-
gen herrieschoppers niet de aandacht die ze willen. Vooral met mooi weer is het een gekkenhuis, maar we hebben de laatste jaren veel bereikt. We treden bijvoorbeeld op tegen fietsen op de boulevard, honden op het strand en we handhaven het alcoholverbod. De overlast is dan ook fors afgenomen. We spreken hangjongeren aan op de boulevard en reageren op badgasten die vanaf het strand via hun mobieltje melding maken van incidenten op het strand. Sinds vier jaar hebben we met de collega’s alle strandtenten geadopteerd; dat levert intensief contact op met de strandtenteigenaren en dat werkt heel erg goed.” ■
Tros Muziekfeest
Posthuis Palace/Noorderstrand
Kustdetachement Edwin de Graaf is voor het derde seizoen plaatsvervangend commandant van Posthuis Palace/Noorderstrand. Samen met zestien collega’s surveilleert hij dagelijks vanaf het Noordelijk Havenhoofd (Scheveningen) tot aan de grens met Wassenaar. Net als wijkpost Kijkduin vallen zij onder het Kustdetachement dat op deze wijze werd ingericht in
NAJAAR 2005
3
Politiebureau Westland
Corso en feestweken
24
Direct onder de rook van Den Haag ligt een echt agrarisch gebied, dat behoort tot Politiebureau Westland. Dorpen als Naaldwijk, Wateringen, ‘s Gravezande, Monster, De Lier, Maasland, Schipluiden en Den Hoorn behoren tot het surveillancegebied. In de zomer zijn er tal van evenementen, zoals het Varend Corso Westland en de vele feestweken met braderieën, kermissen en wielerrondes. Chef van dienst Bert van der Wal: “Voor het Varend Corso begeleiden we drie dagen lang per boot, auto en motor de zestig gedecoreerde boten vol fruit en bloemen. Er komen zo’n 200.000 bezoekers!” Wijkagent Geert Janssen van Politiebureau De Lier: “Tijdens de feestweek van De Lier hangt hier nog echt een gemoedelijke sfeer, met gemiddeld al gauw zo’n zevenduizend bezoekers per dag. Voor de handhaving vraag ik altijd ondersteuning van Politiebureau Westland en een deel van het Paraat Peloton. De feestweek heeft ook een eigen ordedienst, waarmee ik voor en na elk evenement contact heb.” ■
Politiebureau Leidschendam
Visserij en cruisende mannen Recreatiegebied de Vlietlanden valt onder Politiebureau Leidschendam. Buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) Peter Apswoude van GZH (Groenservice Zuid-Holland) houdt hier toezicht namens de Provincie. “Hoewel ik niet in dienst ben bij de politie, lever ik wel al mijn verbalen in bij het politiebureau. Het contact met het politiekorps is buitengewoon goed. Ik ben voor hen
Politiebureau Jan Hendrikstraat
Wandelend VVV-kantoor en mountainbikers
de ogen en oren in dit gebied. Door de goede samenwerking zetten we soms samen een actie voor handhaving op touw. Als Boa’s controleren we op visserij, stroperij, snelheid, vernielingen in het gebied en wildkamperen. Ook proberen we de overlast van op seks beluste cruisende mannen in de bosjes te verminderen door veelvuldig aanwezig te zijn.” ■
Met zo’n 28,7 miljoen bezoekers op 20.000 inwoners is de binnenstad van Den Haag ’s zomers een toeristische attractie van de eerste orde. Chef handhaving wijkzorg Ronald van den Hertog: “Extra inzet in de zomer is echter niet nodig, want wij hebben het hele jaar door te maken met grootschalig evenementen. Denk aan Koninginnenach en -dag, Prinsjesdag of betogingen. Soms zijn onze collega’s een soort wandelend VVV-kantoor voor de toeristen. Mede door de TAS (Tourist Alarm Service), die sinds vele jaren de zorgfunctie uit handen neemt van het politiebureau, en de extra inzet van de horecateams is de overlast aanmerkelijk verminderd. Natuurlijk zijn er plekken waar we meer opletten; neem het Spui-gebied. Jongeren hebben vakantie, dus hangen daar in groepen rond. Met een alcoholverbod houden we dat onder controle. En dan zijn er natuurlijk nog onze bikers, die zich snel tussen het publiek kunnen mengen.”■
Realistische rampenoefeningen zijn een kostbare aangelegenheid, zowel wat betreft tijd als geld. Reden voor veel hulpdiensten om leidinggevenden te trainen met behulp van virtuele oefensystemen. Het is even wennen, maar de gebruikers zijn erg positief. Tekst: Ilse van der Salm, Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Ed Blok, Hulpverleningsregio Haaglanden
”H
et oefenen met behulp van ICT is niet nieuw in Haaglanden”, zegt Jan Bonsang. “De regionale brandweer is zes jaar geleden begonnen met het programma Delight Rescue en al snel schoven ook andere hulpdiensten aan. Maar na vijf jaar zijn we wel zo’n beetje uitgekeken op dit spelletje. Samen zijn we gaan kijken wat er nog meer in de wereld te koop was.” Bonsang, medewerker oefeningen en brandweer bij de Hulpverleningsregio Haaglanden, startte daarop begin dit jaar samen met collega’s van politie en GHOR (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen) opnieuw een pilot met virtuele oefeningen onder de onheilspellende naam DiaboloVR. Het nieuwe systeem moest wel aan een aantal belangrijke voorwaarden voldoen. Zo moet het bruikbaar zijn voor meerdere coördinatieniveau’s in de rampenbestrijding en zowel mono- als multidisciplinair inzetbaar zijn. Jan is erg te spreken over de flexibiliteit van het systeem. De scenario’s kunnen
Jan Bonsang: Het multidisciplinaire oefenen heeft de afgelopen jaren een duidelijke ontwikkeling doorgemaakt. De hulpdiensten trekken veel meer met elkaar op in de voorbereidingsfase van oefeningen, zodat de oefendoelen gezamenlijk bepaald kunnen worden.
25 van te voren én tijdens de oefening aangepast worden. Zo zijn de weersomstandigheden te veranderen van zonnig tot zware mist, bij aanrijdingen kan als complicerende factor benzine- of koelvloeistoflekkage worden toegevoegd en een smeulend vuurtje is in een handomdraai uit te breiden tot een grote overslaande brand. Bonsing: “Een ander groot voordeel is dat de oefeningen door de oefencoördinatoren van de hulpdiensten zelf begeleid kunnen worden en we dus niet afhankelijk zijn van een bedrijf voor assistentie bij de oefeningen.“ Multidisciplinaire oefeningen De hulpdiensten zien dit eerste jaar als een pilot. Het belangrijkste doel is een beeld te krijgen van wat de deelnemers vinden van het virtueel oefenen en of het systeem voldoet aan de gestelde eisen. Daarom wordt het eerste jaar een selecte groep mensen geoefend. “We zijn bij alle gemeentelijke brandweerkorpsen langs geweest met het oefensysteem”, vertelt Jan. “We zijn begonnen met bevelvoerders, zowel beroeps als vrijwilligers en daarna kwamen de officieren aan bod. De politie en GHOR hebben in het voorjaar hun eigen officieren geoefend. In het najaar organiseren we multidisciplinaire oefeningen voor de officieren van alle drie de hulpdiensten tegelijk.” Positieve reacties “Tot nu toe zijn de reacties van de deelnemers erg positief”, aldus Jan. “Men vond deze manier van oefenen veel reëler dan het oefenen met maquettes, waarbij men met een Playmobilauto en rode veters een brand blust.” Bij een oefening heeft Jan de rol van oefenleider. “Van te voren bepaal je de oefendoelen en het scenario. Tijdens het
Hulpdiensten oefenen rampenbestrijding met het virtuele oefensysteem DiaboloVR, met de oefenleider achter de pc
oefenen kun je ingrijpen, zoals de aanrijtijd van extra brandweerauto’s veranderen of de omvang van de brand aanpassen. Dit gebeurt als reactie op de beslissingen van de deelnemer. Bij iedere oefening is een waarnemer aanwezig om de deelnemers te beoordelen. In de toekomst is het de bedoeling om die beoordeling te geven aan de hand van de computerbeelden. Het is namelijk mogelijk om de oefening op te slaan en later terug te zien.”
DIABOLO VR
HRH HAAGLANDEN
Computerspelletje Diabolo VR ter voorbereiding op rampen
Toekomst Op de vraag welke wensen Jan heeft voor ICT-oefeningen in de toekomst, zegt hij: “Het zou mooi zijn als er scenario’s gemaakt worden rond speciale objecten in de regio Haaglanden die herkenbaar zijn voor de hulpdiensten. Denk bijvoorbeeld aan het Binnenhof of de Sijtwendetunnel. Bij zulke objecten is het haast onmogelijk om realistisch te oefenen. Of wat vind je van de Hubertustunnel of Randstadrail? Het ideaalplaatje bij nieuwe bouwprojecten is dat zo’n scenario al wordt ontwikkeld voordat de bouw is afgerond. Op die manier kunnen de hulpdiensten al virtueel oefenen in een nieuw object nog voordat de officiële opening plaatsvindt. Een betere voorbereiding op incidenten kan ik me niet voorstellen.” ■
NAJAAR 2005
3
ZOETERMEER
Onderzoekers maken ongrijpbare en ondoorzichtige black box transparant
Zoetermeerse raad vraagt passend instrumentarium grondexploitatie Jarenlang was er geen vuiltje aan de lucht in Zoetermeer. De groeigemeente bouwde er lustig op los, de grondexploitatie leverde jaarlijks vele tientallen miljoenen winst, de raad keurde de jaarlijkse begrotingen van het grondbedrijf altijd goed en iedereen was tevreden. Totdat het een keer anders uitpakte. Onder de streep van de jaarrekening van 2002 stond een negatief saldo van 30 miljoen euro in plaats van de verwachte 40 miljoen
26
winst. En niemand kon verklaren hoe dat kwam en waarom dat niet was voorzien. Er ontstond actieve interesse voor de grondexploitatie van de gemeente. Er volgde een onderzoek. Tekst: Joan van Dijk Fotografie: Judith Jongejan, Gemeente Zoetermeer
P
vdA-raadslid Frans Muijzers verbaasde zich al wat langer over de wijze van handelen rondom de grondexploitatie. “Voor het gemiddelde gemeenteraadslid is grondexploitatie iets schimmigs, ongrijpbaars en oncontroleerbaars. Eén keer per jaar krijg je een zeer ingewikkeld pakket stukken op je bureau. De belangrijkste afwegingen zijn al door de ambtelijke dienst besloten en als raad kun je bijna niet anders dan je goedkeuring geven. Want je bespreekt de situatie achteraf; de jaarrekeningen behelzen immers het voorgaande jaar. Ik weet nog dat ik voor de eerste keer een grondexploitatierapport in de raad voorbij zag komen. ‘Moeten wij dit goedkeuren?’ vroeg ik aan collega’s. ‘Dat hoort zo’, zeiden ze. De raad is niet gewend dit rapport als sturingsinstrument te gebruiken. Maar de kaderstellende rol van de raad behelst toch wel iets meer dan alleen maar goedkeuring achteraf, vind ik. Als raad moeten wij de mogelijkheid hebben om huidige ontwikkelingen te monitoren en de kaders te stellen voor het volgende jaar. Vooruitkijken dus.
Grondexploitatie = een verzameling van processen die ruimtelijke plannen vertaalt naar verwerving en tijdelijk beheer van de gronden, het bouwrijp maken, het woonrijp maken en grondverkoop. Ook het ontwikkelen van het grondbeleid en van concrete stedenbouwkundige plannen valt eronder.
Want er is geen beleidsgebied dat zo kwetsbaar is voor marktontwikkelingen, zeker voor een groeigemeente, als grondexploitatie.” Niemand ontevreden De tegenvallende exploitaties en de onvrede onder raadsleden over hun rol leidde ertoe dat de Zoetermeerse rekenkamercommissie een onderzoek gelastte naar de grondexploitatie van de stad. De raad wenste vooral een passend instrumentarium aangereikt te krijgen, zodat zij haar taak binnen het duale stelsel – de kaders stellen waarbinnen het college van b&w kan opereren – beter kan uitvoeren. Onderzoekers Toine van Helden en Louis Hosman togen aan het werk. Zij worstelden zich door stapels en stapels oude nota’s, rapporten en jaarrekeningen en spraken met veel mensen binnen het gemeentelijk apparaat en met leden van het college en de raad. Dat bracht hen tot de verrassende conclusie dat de grondexploitatie van de gemeente weliswaar aan alle kanten rammelt, met onvoldoende toezicht en onvoldoende beslismomenten, maar dat niemand ontevreden is met de behaalde resultaten. Transparant Onderzoeker Toine van Helden: “Die resultaten bestaan natuurlijk in de eerste plaats uit een goede ruimtelijke inrichting van de stad. De grondexploitatie in een groeigemeente als Zoetermeer zorgde jarenlang ook voor heel veel geld in de gemeentekas. Vergelijk het met de aardgasbaten. Zo lang je die hebt, merk je het
niet. Pas als het wegvalt ga je erover nadenken. Daarnaast is er het aloude gevoel dat gemeenteraadsleden geen grip op de materie krijgen. Voeg daarbij enige spanning tussen raad en college zoals die in veel steden voorkomt en het plaatje is rond. Iedereen vindt dat het nu anders moet dan voorheen en ons onderzoek levert daarvoor de nodige bouwstenen. Wij brengen de ingewikkelde materie van de grondexploitatie terug tot de kern, zodat het weer transparant wordt en zowel de raad als het college haar rol in dit geheel goed kan vervullen.” Black box De onderzoekers concluderen dat het gehele web rondom de grondexploitatie voor de meeste raadsleden een vrijwel volledige black box is. Tot voor kort was het ook vooral een zaak van het college en enkele techneuten en werd het in de raad als hamerstuk afgehandeld. De onderzoekers hebben vooral naar de werkwijze rondom de grondexploitatie gekeken. Veel gebeurde ad hoc, concluderen zij. Van Helden noemt het een rommelig gebouw van kaders waarin veel ontbreekt. Hij kwam uiteindelijk tot zeven aanbevelingen plus drie actiepunten. De raad heeft ze allemaal overgenomen. Om te zorgen dat de raad kan volgen of ze ook worden uitgevoerd, heeft plaatsvervangend raadsgriffier Edith-José Wallet-Boers daar maar liefst zeventig punten uit gedestilleerd en in een monitoragenda bij elkaar gebracht. Daar zitten punten bij die bij wijze van spreken morgen uitgevoerd kunnen worden, maar er zitten ook acties bij die een lange
27
De rekenkamercommissie van Zoetermeer. Van links naar rechts: Edith-José Wallet (secretaris), Frans Muyzers (lid), Hans Haring (voorzitter) en Klaasjan de Jong (lid)
adem vergen en een permanente andere werkwijze van ambtenaren vragen. Op het moment van schrijven moet deze actielijst nog besproken worden door het college. Eén van de aanbevelingen van de onderzoekers is het overzichtelijk bij elkaar brengen van de kaders rondom programma’s; vermijdt versnippering van kaders over veel verschillende documenten. Van Helden: “De dossiervorming moet echt op orde zijn. Wij hebben ons door een waaier van nota’s moeten worstelen om de kaders scherp te krijgen; van sommige stukken wist men het bestaan amper meer. Het was ook moeilijk in beeld te krijgen welke kaders nog geldend zijn en welke niet meer. Wij merkten ook dat veel documenten die ter besluitvorming werden voorgelegd geen expliciet verband legden met eerdere besluitvorming over hetzelfde onderwerp. Zo verlies je al snel overzicht.” Verantwoordelijkheden Ook de helderheid over de verantwoordelijkheden liet te wensen over. Het was absoluut niet duidelijk van wie sommige
kaders afkomstig waren. Van het college – en dus een bestuurskader? Van de raad – en dus een beleidskader? Of van de ambtenaren – en dus een beheerskader? De bevoegdheden en de verantwoordelijkheidsverdeling tussen raad, college en het ambtelijk apparaat was absoluut niet helder. En ook is niet duidelijk wie binnen het gemeentelijk apparaat van Zoetermeer eindverantwoordelijk is voor de grondexploitatie. Van Helden vindt het ook opvallend dat ruimtelijke ordening-onderwerpen in twee verschillende commissies worden besproken, namelijk in de commissies Openbare Ruimte en Financiën. “Zij kijken elk naar verschillende aspecten, maar de samenhang ontbreekt. Je kunt echter niet over beleid praten zonder het prijskaartje te weten. Het financiële en het ruimtelijke plaatje moet je echt integreren.” Positie gemeenteraad De raad zit in een lastige situatie, erkent de onderzoeker. Aan de ene kant moet zij kaders stellen en die regelmatig toetsen, maar aan de andere kant moet ze de
neiging bedwingen alles te willen beslissen en zich heel gedetailleerd met de zaken te bemoeien. Zowel de ambtenaren die zich met de grondexploitatie bezighouden als het college moet een zekere vrije manoeuvreerruimte krijgen, anders wordt het een onmogelijke werksituatie. Van Helden vindt dat een goede controller van binnenuit of desnoods een extern deskundige daar een rol in kan spelen, terwijl de raad de grenzen kan bewaken. “Het is inderdaad een zoektocht op welk niveau we toetsingsvariabelen moeten benoemen”, zegt Muijzers. “Er is echt een bevoegdhedendiscussie tussen de raad en het college nodig om dat helder te krijgen. Wanneer is iets ter kennisgeving, wanneer ter fiattering, wanneer moet er een besluit genomen worden, et cetera. Dat moet straks voor iedereen helder zijn.” Eerste verbeterpunten “We hopen de eerste verbeterpunten in de komende begroting te herkennen”, vervolgt Muijzers. “Een belangrijk winstpunt is de zaken die binnen de gemeentelijke begroting met de grondexploitatie te maken hebben bij elkaar te brengen
NAJAAR 2005
3
Het goede wonen in Den Haag La Fenêtre
De visie van Vesteda, als specialist in het ontwikkelen en verhuren van luxe woningen en appartementen, is dat kwaliteit in alles voorop moet staan. Of het nu gaat om het gebouw, de omgeving waarin het staat, het interieur dat past bij deze tijd of de service die uw wonen vandaag en morgen nog aangenamer maken. Kijk naar La Fenêtre aan de Prins Willem-Alexanderweg, ons nieuwste project in het CS-kwadrant. Maar ook naar de vele andere woningen in onze portfolio. Zo’n 30.000 in totaal. Kom gerust langs in de Vesteda woongalerie of bel ons. Wij vertellen u graag wat wij voor u kunnen betekenen. U vindt ons aan de Alexanderstraat 23 in Den Haag, telefoon (070) 313 18 00. Of kijk alvast op www.vesteda.com
7296_FocusH.indd 1
03-02-2005 15:44:23
Thuis
in de stad
Woonbeleving. Dat is meer dan een dak boven je hoofd. Een leefomgeving waarin je prettig kan wonen, maar ook kan werken en recreëren. Kortom een omgeving waarin je je thuis voelt. Een gevoel dat niet vanzelf komt, maar gecreëerd kan worden. En juist daarom voelen onze mensen zich verantwoordelijk en zetten ze zich continue in. Met respect, met deskundigheid, met visie maar vooral met passie. Passie voor Mooi Werk. Samen werken. Grontmij is breed vertegenwoordigd in de stad en beschikt over een uniek netwerk dat ons in staat stelt om partijen bijeen te brengen: corporaties, gemeenten, ontwikkelaars, maar vooral met bewoners. De winst van een leefbare omgeving zit 'm in het samenspel. Samenspel tussen u als opdrachtgever en wij, Grontmij. Veelzijdig. We bedenken en realiseren samenhangende en duurzame oplossingen voor stedelijke herstructureringsopgaven, project- en gebiedsontwikkeling. Van initiatief tot en met beheer. Als veelzijdig partner met als basis de openbare ruimte.
• financieel-economische studie • grondexploitaties • wijkmanagement • structuurvisies • stedenbouwkundig ontwerp • inspraakbegeleiding • bestemmingsplannen • vergunningmanagement • woningrenovatie en nieuwbouw • inrichting openbare ruimte • sanering • groen • water • infrastructuur • parkeren. Contact. Wilt u samenwerken met een organisatie die thuis is in de stad en dichtbij is gevestigd? Neem dan contact op met onze medewerkers mevrouw M. van de Ven (hoofd afdeling Stedelijk Gebied) of de heer S. van Remmen (regiomanager Haaglanden) van de vestiging Zuid-Holland (T: 0182 62 55 00) of kijk op onze site voor de vestiging in uw regio. www.grontmij.com
[email protected]
hjGrontmij
Mooi Werk
29
Zoetermeer start binnen afzienbare tijd een grote herontwikkelingsoperatie in de wijk Palenstein. De grondexploitatie rondom deze operatie zal onder een vergrootglas liggen
rond programma’s. Vanaf nu moeten alle nieuwe grondexploitatievoorstellen voorzien zijn van een verantwoording wat er aan vooraf is gegaan en welke besluiten er in het verleden over genomen zijn. Ook gaan we vanaf nu de inhoud en de financiën integraal bespreken. Dat is de eerste winst. Maar we zullen er op moeten blijven toezien dat er voortgang in de transparantie is.” Wat onderzoeker Van Helden betreft kan het zó transparant worden dat de hele grondexploitatierekening wordt terug-
gebracht tot één A4-tje. Inzichtelijk en helder voor iedereen. Zoetermeer is al veertig jaar aan het bouwen en loopt nu zo ongeveer tegen haar grenzen aan. Is zo’n onderzoek dan geen mosterd na de maaltijd? “Nee”, vindt Muijzers. “Zoetermeer is nog lang niet af. De wijk Oosterheem bouwt door tot 2012, er zijn binnenstedelijke herontwikkelingsgebieden en we staan voor een grote operatie rondom de wijk Palenstein. Deze wijk uit de zestiger en begin
zeventiger jaren is aan renovatie toe. Daar is nooit geld voor gereserveerd. De grondexploitatie van deze wijk zal onder een vergrootglas liggen! Het onderzoek naar Grondexploitatie van de gemeente Zoetermeer vond plaats in opdracht van de Rekenkamercommissie Zoetermeer. Bent u geïnteresseerd in het rapport, dan kunt u dit opvragen bij Toine van Helden,
[email protected] of bij
[email protected]. ■
Enkele aanbevelingen Een onderzoek van de Algemene Rekenkamer uit 2003 naar de situatie rondom de grondexploitatie van enkele Vinex-wijken levert een vrij somber beeld op. De conclusies laten zich als volgt samenvatten: het financiële beheer is ondoorzichtig, dossiers zijn onvolledig, er wordt conservatief geraamd – de kosten wordt te hoog ingeschat en de opbrengsten te laag – en ambtenaren bieden onvoldoende alternatieven aan de raad, waardoor niet altijd de juiste keuzes zijn gemaakt. En bij het gemiddelde raadslid ontbreekt de kennis om de grondexploitatie en bouwplannen te doorgronden. “Allemaal waar”, zegt Toine van Helden. “We kwamen het tijdens ons onderzoek allemaal tegen. Tegelijkertijd is de situatie in Zoetermeer niet uniek. Dit rapport geldt voor minstens 90% voor alle gemeenten die te maken hebben met grondexploitatie. En denk daarbij niet alleen aan grondexploitatie, maar vul een willekeurig beleidsveld in en het gros van de aanbevelingen zijn eveneens van toepassing.”
Enkele van de aanbevelingen zijn: • Formuleer nieuwe voorstellen voor kaders altijd scherp en begrijpelijk. Licht ze goed toe. • Bundel zoveel mogelijk inhoudelijke en financiële kaders tot integrale kaders. Zo voorkom je versnippering. • Toets de uitvoering periodiek aan de gestelde kaders. • Geef bij de besluitvorming voldoende keuzemogelijkheden. • Geef ieder niveau van besluitvorming voldoende manoeuvreerruimte. • Expliciteer de belangrijkste ambtelijke verantwoordelijkheden.
NAJAAR 2005
3
DURA VERMEER GROEP
Voor de regio Westland geldt: ‘Wil je hier blijven, dan moet je drijven’
Dura Vermeer kiest voor meervoudig ruimtegebruik: de drijvende kas De komende vijftig jaar moet Nederland zo’n 500.000 hectare reserveren voor waterberging. Een lastige opgave voor bijvoorbeeld het Westland. Waar haal je die ruimte vandaan als je tuinbouwontwikkeling wilt bevorderen en ook nog ruimte wilt vinden voor woningbouw en recreatie? Dura Vermeer heeft hier iets op gevonden: drijvende kassen. Een uniek project waarbij economie en ecologie hand in hand gaan. De eerste drijvende
30
kas wordt twee jaar geëxploiteerd als innovatief discussieplatform voor alles wat met water en glastuinbouw te maken heeft. Tekst: Marloes Borgman Fotografie: Dura Vermeer Groep
H
et Westland en omgeving is de laatste jaren regelmatig in het nieuws vanwege wateroverlast. Die problematiek komt onder andere door veel neerslag, een zakkende bodem en kwelwater. Wil men in deze regio van Nederland voldoende ruimte vinden voor woningen, recreatie en tuinbouwontwikkeling, dan moet men met innovatieve oplossingen komen. “We hebben een historie van eeuwen van het vechten tegen het water. Het klimaat verandert, waardoor de waterproblematiek de komende decennia alleen maar zal toenemen, dus dat gevecht gaat nog even door. Het algemene idee is nu dat water de ruimte moet krijgen. Door slimme waterberging kunnen we ervoor zorgen dat zowel in natte als in droge tijden de waterstand stabiel is”, zegt Dick van Gooswilligen, Hoofd Communicatie van de Dura Vermeer Groep in Zoetermeer. Dit bedrijf is de initiatiefnemer van de Demo Drijvende Kas. Samen met enkele andere innovatieve bedrijven willen zij met deze kas bewijzen dat drijvende voorzieningen mogelijk zijn. De bedrijven zien waterkansen in plaats van waterbedreigingen. Demonstratiemodel Het project De Drijvende Kas, nu nog een demonstratiemodel, is een vervolg op het haalbaarheidsonderzoek uit 2002 waarin gekeken werd naar de technische en financiële mogelijkheden van drijvende ruimtes. “Wij zijn vijf jaar geleden een aantal ontwerpen gaan uitwerken waaronder de drijvende woning, de drijvende weg en de drijvende kas. Het gaat om het gebruik maken van de kansen die het water biedt”, aldus ing. Johan van der
De eerste drijvende kas wordt twee jaar geëxploiteerd als innovatief discussieplatform voor alles wat met water en glastuinbouw te maken heeft
Pol, projectmanager van Dura Vermeer Ruimtelijke Ontwikkeling in Hoofddorp. “In Maasbommel zijn bijvoorbeeld al drijvende woningen gebouwd en inmiddels verkocht en de drijvende kas is nu een volgende stap.” Overheden steunen plan De locale overheden, maar ook de provincie steunen dit concept. Burgemeester
J. van der Tak van de Gemeente Westland en H. den Boer, portefeuillehouder Economische Zaken in het dagelijks bestuur van het Stadsgewest, staan achter het plan van Dura Vermeer en zijn vanaf het begin betrokken bij het project. En de heer E. van Vliet, wethouder Ruimtelijke Ordening van de Gemeente Westland en voorzitter van de Stuurgroep Draaiboek Berging in Kelders onder Kassen: “Er is
31
Dura Vermeer Groep Zoetermeer heeft voor de realisatie van de kas samengewerkt met isolatie- en systeembedrijf Unidek, kassen- en verwarmingsindustrie Gakon, Van der Arend Agrotechniek, installatiebedrijf Wilk van der Sande en A&N Luiten BV Scherminstallaties
760.000 m2 tekort aan ruimte op basis van de nieuwe normen van het Hoogheemraadschap. De ontwikkelingen op het gebied van waterberging en bouwconcepten zijn dus erg belangrijk. We zijn op dit moment bezig om een kostenbaten overzicht te maken van de beste technieken. We zijn hierover in overleg met verschillende overheids- en marktpartijen.” Waterproblematiek raakt iedereen “Als men ook in de toekomst veilig en droog wil wonen, dan moeten de partijen goede afspraken maken over de inrichting van het land”, stelt Dick van Gooswilligen. “Als we zo doorbouwen krijgen we over dertig jaar een schadepost van vier tot zeven miljard voor beheer en onderhoud van alleen al de woningbouw. De belastingbetaler is dan uiteindelijk de dupe dus waterproblematiek raakt iedereen. Voor deze regio geldt: ‘Wil je hier blijven, dan moet je drijven’.”
De Demo Drijvende Kas is op 7 september officieel geopend door minister C. Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Australische en Japanse telers hebben de kas al bezocht en tonen belangstelling. ■
Constructie In feite kan er van alles op een drijfplateau gebouwd worden. Het drijflichaam van de demo-kas is negenhonderd vierkante meter groot en gemaakt van geëxpandeerd polystyreen, ofwel EPS en staalvezelbeton. Het is in de ogen van de bouwers op dit moment de goedkoopste en de beste constructie, ook omdat men direct op het water bouwt. Het kan echter best zijn dat er over een paar jaar andere inzichten zijn. De demo is bedoeld om te laten zien dat de methode van drijven en direct op locatie bouwen economisch haalbaar is voor tuinders en bovendien goed uit te voeren.
NAJAAR 2005
3
VESTEDA
Vraag naar hoogwaardige woonlocaties in binnensteden stijgt
Vesteda bouwt luxe woningen voor jong en oud Het huidige aantal seniorenwoningen voldoet niet aan het aantal woningen dat over tien jaar voor deze doelgroep nodig is. Rond 2015 bestaat veertig procent van de huishoudens uit mensen van 55 jaar en ouder. Deze doelgroep wil vaak in binnenstedelijk gebied wonen, maar de juiste plekken voor deze woningen zijn daar moeilijk te vinden. “Als we zo’n plek gevonden hebben, duurt het twee tot twaalf jaar voordat we kunnen
32
bouwen. Er is dus veel tijd mee gemoeid”, aldus de heer ir. Nico Mol, directeur van Vesteda Project bv. Hij heeft de opdracht om per jaar 1.500 woningen toe te voegen aan de portefeuille vanaf 2007 voor onder andere 50+ers. Tekst: Marloes Borgman Fotografie: Vesteda Project bv
V
olgens Nico Mol vraagt het bouwen voor senioren om het creëren van mooie woonplekken in vooral binnenstedelijk gebied en het neerzetten van een kwalitatief hoogwaardig product. “Dit zijn moeizame processen omdat in het stedelijk gebied over het algemeen meer bezwaarschriften tegen de bouw van woningen ingediend worden dan elders, wat het traject behoorlijk kan vertragen. Mensen willen vaak niet dat er ‘bij hen in de tuin’ gebouwd wordt, dus het duurt daarom veel langer om een project te starten. Bovendien is het vinden van mooie plekken voor luxe huurbouw moeilijk. En áls ze gevonden worden, dan is de grond vaak duur. Vesteda Project bv wacht op goedkeuring van de gemeente om woningen neer te mogen zetten voordat ze overgaat tot aankoop van de grond. Dat is Vesteda’s strategie. En juist omdat de grond zo duur is moet er een minimaal aantal woningen gebouwd worden om het project rendabel te maken,” legt Mol de situatie uit. Kwaliteit Vesteda richt zich bij haar nieuwbouw in hoofdzaak op twee doelgroepen, de zogenaamde ‘empty nesters’ van 50+ en de jonge één- en tweepersoonshuishoudens die nog niet gesetteld zijn. Deze doelgroepen zijn goed onder te brengen in één gebouw. “Ouderen willen niet meer in een gebouw met alleen maar ouderen wonen. Dan hebben ze het gevoel dat ze in een bejaardencentrum zitten,” zegt Nico Mol. “Deze groepen gaan prima samen.” Door de toenemende vergrijzing
La Fenêtre
zal de vraag naar luxe seniorenappartementen fors toenemen. “In deze woningen zal een optie tot zorg geïntegreerd zijn. De woningen zijn van alle gemakken voorzien. Bovendien zorgen we dat we bouwen op een plek met commerciële, culturele en uitgaansvoorzieningen in de omgeving”, zegt Nico Mol. “De huurder van Vesteda is een hoge mate van kwaliteit gewend en wij willen geen concessies doen.”
La Fenêtre in Den Haag is een voorbeeld van zo’n kwalitatief hoogwaardig complex waar de beide doelgroepen van Vesteda wonen. Het is een woningcomplex in het centrum van Den Haag, waarin 115 luxe appartementen worden bewoond. Vesteda heeft dit gebouw gekocht en gaat de appartementen in de huursector op de markt brengen. “Wij denken op de lange termijn”, zegt Mol. “Door concepten als demontage van bin-
NAJAAR 2005
nenwanden kunnen woningen snel en makkelijk qua indeling veranderd worden. Zo behoudt een complex zijn waarde.” Aantrekkingskracht De klaagzang die Vesteda van verschillende gemeenten hoort over het dure en middensegment dat weg blijft uit het stedelijk gebied, heeft tot overleg geleid met wethouders van verschillende gemeenten. Gemeenten blijken graag in te spelen op de behoeftes van huurders door de stad aantrekkelijker te maken voor deze doelgroepen. Heeft een stad kwaliteit, dan verhoogt dat de aantrekkingskracht. Dat maakt het ook makkelijker om mensen die ooit vertrokken zijn terug te halen en nieuwe mensen te verwelkomen. Vesteda ziet dat er een behoorlijk grote markt is voor hun product in deze steden. “We hebben al een aantal locaties op het oog en zijn inmiddels in gesprek met de gemeenten om te kijken of we daar weer opnieuw woningen kunnen toevoegen. Daarbij nemen we zowel de behoefte van de stad als die van de markt mee”, aldus Nico Mol.
Slagvaardigheid en vertrouwen, een spannende relatie ‘Samenwerkende bestuursorganen is dringende noodzaak’ kopte de Voorschotense Courant onlangs. Commissaris van de koningin Jan Franssen had in een betoog bij de ondernemersvereniging nadrukkelijk gepleit voor een versterking van de samenwerking in de Randstad. Die samenwerking wordt namelijk sterk gehinderd door bestuurlijke versnippering. De commissaris noemde het ‘een bestuurlijke rommelzolder’ die voor veel besluiteloosheid en vertragingen zorgt. De problemen rondom onder andere de slechte bereikbaarheid, de ontwikkeling van hoogwaardige kennis en innovatiekracht zijn vraagstukken die intensieve samenwerking vereisen. Zeker in het licht van de ontwikkeling van de regio’s in Europa. Er zijn daarbij echter vele spelers in het spel, wat samenwerken er niet makkelijker op maakt.
33
Wantrouwen van burger Velen zien het gebrekkig functioneren van de overheid bij het oplossen van maatschappelijke vraagstukken als een belangrijke bron van wantrouwen bij de burger. Het vergroten van de slagvaardigheid van de overheid wordt dan ook vaak als één van de sterkste remedies gezien om het vertrouwen weer te laten groeien. Het is logisch dat er in dit kader krachtige pleidooien klinken om de samenwerking te versterken door krachten te bundelen, initiatieven te stimuleren en de regie op de samenwerkingsprocessen te stroomlijnen. Maar of daarmee het publieke vertrouwen toeneemt, ook al zou er sprake zijn van resultaat, is maar zeer de vraag. Voor de burger zijn dit soort samenwerkingsverbanden niet of nauwelijks doordringbare netwerken van bestuurders, ambtenaren, commissies, instellingen, procedures en overlegvormen. En dit alles nog eens extra versterkt als Europese regelgeving aan de orde is. Politieke inbreng, keuzes en verantwoordelijkheden zijn voor de burger volledig onherkenbaar.
Nico Mol, directeur Vesteda Project bv
Overheid “In tegenstelling tot Vesteda denkt de overheid vooral op de kortere termijn en dat is lastig,” vindt Mol. Het kan problemen opleveren voor de totstandkoming van een project. Op het moment dat er een besluit is genomen over een woningplan, kan met het kiezen van een nieuw college van b&w de besluitvorming weer veranderen. “Een college is gekozen voor vier jaar en dient van nature een soort korte-termijn-belang. De problematiek van de vergrijzing en de versterking van de steden vraagt echter juist om een lange-termijn-visie”, vindt de Vestedadirecteur. ■
COLUMN
Spelers op het speelveld Een andere remedie om samenwerking te stimuleren kan zijn om het aantal spelers op het speelveld te verkleinen. In Nederland is het aantal zelfstandige gemeenten in de loop der jaren aanzienlijk verkleind door herindelingen. Ook daarbij komt altijd het dilemma naar voren van enerzijds de vergroting van de bestuurlijke slagvaardigheid en anderzijds de betrokkenheid van de burgers die moeilijker wordt in grootschaliger verbanden en daarmee afbreuk doet aan het democratisch gehalte. Tegen deze achtergrond zijn constructies als het SETA (Samen en Toch Apart)-concept en de Federatiegemeente ontwikkeld, waarbij gemeenten zelfstandig blijven terwijl ambtelijke organisaties worden samengevoegd. Zo tracht men de slagvaardigheid te vergroten en het democratische gehalte te handhaven. Kloof Daadkracht en slagvaardigheid zijn belangrijk om knellende maatschappelijke problemen op te lossen, maar voor het versterken van het publieke vertrouwen niet voldoende. Wellicht komen we een stap verder bij het overbruggen van de kloof tussen burger en overheid als we meer zouden redeneren vanuit de leefwereld van de burger en minder vanuit de ‘systeemwereld’ van de overheid. Jaap Diepeveen senior adviseur BMC
NAJAAR 2005
3
POLITIE HAAGLANDEN
De basis is relaties leggen, die onderhouden en zo vertrouwen zien te krijgen
Workshop multi-etnisch politiewerk: ‘afname incidenten door meer kennis’ 122 nationaliteiten op twee vierkante kilometer. Zo multicultureel is het stukje Den Haag dat Politiebureau De Heemstraat bedient. Wijkagenten Mart Rasenberg en Co Stolk ontwikkelden een bijzondere workshop om hun collega’s te helpen bij hun werk in deze multi-etnische wijk. De chef van dit politiebureau, Marlé van Tol, hoopt dat Politie Haaglanden ook in de toekomst dit soort initiatieven mag blijven ontplooien: “Als we meer kennis ver-
34
zamelen over de bewoners van de wijk en de ruimte krijgen om in contacten met hen te investeren, zullen multi-etnische incidenten afnemen.” Tekst: Amber van der Meulen, Politie Haaglanden Fotografie: Jaap Bouterse, Erik van Hoorik, Politie Haaglanden
A
ls je in een wijk werkt waar 95 procent van de inwoners een andere etnische afkomst heeft dan de Nederlandse, is kennis van verschillende culturen noodzakelijk. Om hun collega’s hierbij te helpen, ontwierpen wijkagenten Mart Rasenberg en Co Stolk de workshop Multi-etnisch Politiewerk. Het bijzondere van de workshop is dat agenten hun eigen collega’s praktische kennis geven en dat de workshop echt over de wijk zelf gaat.
verstoten, want daar was zij bang voor. Na deze gesprekken durfde ze wel aangifte te doen en is de man veroordeeld.” Marlé van Tol, bureauchef van De Heemstraat, is erg tevreden over de workshop. “Het geeft collega’s die in dit soort wijken werken kennis, inzicht en verrijking, waardoor de kwaliteit van
hun werk omhoog gaat.” Op dit moment hebben bijna alle ploegen de workshop gevolgd en is het bureau bezig met een vervolgtraject, waarin collega’s onder andere moskeeën gaan bezoeken. “Wil je het echt kunnen integreren in je werk, dan is het belangrijk dat multi-etnisch politiewerk om de zoveel tijd aandacht krijgt”, stelt Van Tol.
Maatwerk Ook worden er casussen uit de praktijk gebruikt. Rasenberg gaat bij de bespreking daarvan op drie vragen in: ‘Welke culturen hebben we in onze wijk?’ ‘Wat zijn hun achtergronden?’ en ‘Hoe moeten we daarmee omgaan in de praktijk?’ In de casussen bespreken Rasenberg en Stolk hoe je – natuurlijk binnen de kaders van de wet – creatief kunt inspelen op problemen die met religieuze en culturele verschillen te maken hebben. “Als je achter het probleem kunt kijken en maatwerk levert, kom je vaak tot veel betere oplossingen”, aldus Rasenberg. Op zoek naar partners Die oplossing is vaak dat de collega’s op zoek moeten gaan naar relevante partners. Rasenberg: “Ik had bijvoorbeeld een keer een melding van huiselijk geweld in een traditioneel moslimgezin. De vrouw bleek flink mishandeld, maar wilde geen aangifte doen. We hebben de man in eerste instantie aangehouden. Later hebben we, met ondersteuning van een imam, met invloedrijke mensen binnen de familie diverse gesprekken gevoerd. Zij hebben de vrouw ervan overtuigd dat de familie haar niet zal
Korpschef Gerard Bouman (rechts) gaat samen met wijkagent Henny Visser van Politiebureau De Heemstraat op surveillance in de zeer multi-culturele wijk
Over de toekomst van deze wijze van werken maakt Van Tol zich echter zorgen, omdat de regering zich zo sterk richt op de kwantiteit van het politiewerk. Dat wil zeggen meer staandehoudingen en meer aanhoudingen. Van Tol: “Het is gunstig dat de kwantiteit van het politiewerk sterk is vergroot door de prestatieconvenantafspraken, maar het begint door te schieten. Tot op heden voldoen wij aan de convenantafspraken en vinden we toch ruimte en tijd om aan de kwaliteit te werken, zoals met deze workshop. Maar iedere keer wordt er weer een schepje bovenop de afspraken gedaan, waardoor er steeds minder ruimte voor de kwaliteit overblijft. Je kunt niet alleen repressief optreden, want dan
wordt de afstand tussen politie en buurtbewoners groot en dat veroorzaakt spanningen. Het is de laatste tijd bijvoorbeeld meerdere malen gebeurd dat collega’s die bekeuringen uitschreven, belaagd werden door twintig, dertig jongeren uit de wijk. Als de collega’s meer kennis krijgen over de bewoners van de wijk en de ruimte krijgen om in contacten met hen te investeren, zullen dit soort incidenten afnemen, daar ben ik van overtuigd”, aldus de bureauchef. ■
35
Een kijkje in de keuken van een workshop ‘multi-etnisch politiewerk’ Deel 1: Wat is er echt gaande? Mart Rasenberg doet het eerste deel van de workshop. “In een multi-culturele wijk is het heel belangrijk dat je je bewust bent van je eigen vooroordelen”, stelt Rasenberg. “Mensen denken vaak dat ze ‘niet stereotype’ denken, maar uit veel onderzoeken blijkt het tegendeel. Ga maar na bij jezelf: zie je vier Marokkanen op de wallen met elkaar praten, dan denk je: ‘dealers’. Zie je vier blanken, dan denk je: ‘dat zijn vast toeristen’. Het is belangrijk om altijd zo objectief mogelijk uit te zoeken wat er gaande is. Stel jezelf de vraag: ‘wat gebeurt er echt?’” Rasenberg geeft vervolgens uitgebreid uitleg over de islam, omdat de grootste groep migranten in de wijk moslim is. “Sinds 11 september en de moord op Theo van Gogh wordt de islam vaak geassocieerd met haat en dreiging. Die ideeën beïnvloeden de publieke opinie, maar ook de politieke agenda. Het heeft daarom direct gevolgen voor het politiewerk. En vergeet daarbij niet: negatieve denkbeelden maken de afstand tussen moslims en niet-moslims steeds groter en dat werkt radicalisering in de hand. Kennis en interesse zijn de sleutelwoorden om deze problemen op te lossen”, legt Rasenberg zijn geïnteresseerd luisterende collega’s uit. In de media wordt vaak over dé moslim gesproken. Dat is volgens Rasenberg een veel te grove generalisatie. Net als het
christendom kent de islam veel stromingen, die een heel eigen gedachtegoed aanhouden. De ene stroming is fundamentalistisch, de ander juist heel liberaal. Deel 2: Politieke verschillen In het tweede deel van de workshop bespreekt Co Stolk nog een andere reden die ervoor zorgt dat er grote verschillen zijn tussen de islamitische stromingen. Veel islamitische organisaties of verenigingen zijn namelijk sterk politiek georiënteerd. Stolk: “De Turkse Grijze Wolven zijn bijvoorbeeld rechts georiënteerd, terwijl de Koerdische Kongra-gel (PKK) links georiënteerd is.” Stolk ziet die verschillen in de wijk terug. “De Kempstraat is een soort scheidingslijn. Vanaf ons bureau zie je dat in de buurten links van de Kempstraat veel Turkse Grijze Wolven wonen of daar ondernemingen hebben. Rechts van de Kempstraat wonen en werken veel Koerden.” Stolk toont dia’s van verschillende moskeeën en verenigingen in de wijk en vertelt bij welke islamitische stroming ze horen. Sommige moskeeën zien eruit alsof ze zó uit een sprookje uit duizenden-één-nacht komen en zijn daardoor goed herkenbaar. Maar opvallend veel moskeeën ogen als gewone woonhuizen. Op Stolks uitspraak dat er waarschijnlijk wel dertig verschillende moskeeën in de wijk zijn, die vaak allemaal een eigen
stroming vertegenwoordigen, volgt verbazing. “Zoveel?”, roepen een paar agenten uit. “Ongelofelijk.” Deel 3: Relaties leggen Het laatste deel van de workshop bestaat uit casussen. Hoe speel je in op dagelijkse problemen die met religieuze en culturele verschillen te maken hebben? “Waarom moeten we daarop inspelen?” stelt een agent. “Ze moeten zich gewoon aan onze wet houden en zich aanpassen.” “Ze moeten zich uiteraard aan de wet houden”, antwoordt Mart Rasenberg. “Maar wat is aanpassen? Hoe ziet de doorsnee Nederlander eruit? Bovendien: of je het er nou wel of niet mee eens bent, het is momenteel een feit dat veel allochtone mensen in Nederland geen Nederlands spreken en weinig weten van de Nederlandse cultuur. Als je door je iets anders op te stellen betere resultaten kunt boeken, waarom zou je die kans dan niet aangrijpen?” Het komt er vaak op neer dat je bij incidenten waarbij religie en cultuur een rol kunnen spelen, contact zoekt met relevante partners. Als je hen uitlegt wat het probleem is, zullen ze vaak helpen. Relaties leggen, die onderhouden en zo vertrouwen krijgen, is volgens Rasenberg en Stolk de basis van multi-etnisch politiewerk. ■
NAJAAR 2005
3
HRH HAAGLANDEN
Salvagecoördinator neemt op emotioneel moment veel werk uit handen
Stichting Salvage biedt persoonlijke hulp na brand of wateroverlast De Stichting Salvage is voor de meeste inwoners van het stadsgewest een onbekend begrip. Gelukkig maar, want dat betekent dat u de afgelopen jaren niet met een brand te maken hebt gehad. De Stichting is sinds 1988 actief en heeft tot nu toe een kleine vierduizend keer hulp geboden in de Hulpverleningsregio Haaglanden. Reden genoeg om eens kennis te maken met Stichting Salvage.
36
Tekst: Fred Lek, Hulpverleningsregio Haaglanden Fotografie: Govert Verberg, Stichting Salvage
I
n Nederland wordt jaarlijks een bedrag van ruim 770 miljoen euro vergoed op brand- en bedrijfsschadepolissen. Niet alle schade van brand en wateroverlast is in geld waardeerbaar. Voor de direct betrokkenen is een brand, of hij nou groot of klein is, vaak een ingrijpende en bedreigende ervaring, die persoonlijk leed veroorzaakt. En soms gaan zaken verloren die van onvervangbare waarde zijn. Stichting Salvage biedt snelle hulp aan gedupeerden, regelt eventueel de opvang en herhuisvesting van slachtoffers en werkt aan schadebeperking. Focus legde Mirella Moezelaar, medewerker communicatie van de Stichting Salvage, enkele vragen voor. Wat betekent Salvage? “Salvage betekent ‘bereddering’ of ‘schadebeperking’. Stichting Salvage is opgericht om na een brand persoonlijke hulpverlening te bieden, schadebeperking in gang te zetten en de zaakwaarneming namens de gezamenlijke brandverzekeraars te verrichten. De stichting is een dienstverlenende organisatie van de Nederlandse brandverzekeraars die bij het Verbond van Verzekeraars zijn aangesloten. Salvage helpt particulieren, bedrijven en overheidsinstellingen die door een brand, blikseminslag of explosie zijn gedupeerd. Ook bij waterschade kan Salvage bemiddelen. Daarnaast is Salvage bij rampen het centrale aanspreekpunt namens de leden van het Verbond van Verzekeraars.” Wanneer komt Salvage in actie? “Degene die het bevel voert bij de brandweer constateert dat bij een incident (brand, blikseminslag of explosie) Salvage ingeschakeld moet worden.
De bevelvoerder geeft dit door aan de brandweeralarmcentrale. Die schakelt de Salvage-alarmcentrale in om een coördinator op te roepen. De bevelvoerder ter plaatste hoort direct wie er komt en hoe laat. Een Salvagecoördinator die bij een incident geroepen wordt, zal zich altijd als eerste melden bij de bevelvoerder van de brandweer. Die kan hem of haar van de nodige informatie voorzien. Daarna volgt het contact met de gedupeerde.”
Wie zijn de Salvagecoördinatoren? “De coördinatoren zijn schade-experts die bij een expertisebureau werken. Naast hun dagelijkse werkzaamheden zijn zij volgens een piketrooster oproepbaar voor de Salvage-acties. Zij hebben een speciale Salvage-opleiding gevolgd, waarin – naast kennis over procedures, werkwijzen en chemie – ook ruim aandacht is voor de verwerking van emoties en psychotrauma’s. De coördinator zal in
Meldingen vanaf 2000
Aantal 8.000 7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2000 (*) Aantal meldingen Aantal belendingen Totaal aantal objecten
2001
2002
2003
2004
Jaren
* Exclusief vuurwerkramp Enschede
Landelijke cijfers In 2004 bedroeg het aantal Salvagemeldingen 4.825. Het aantal betrokken belendingen, dat zijn aangrenzende schadeobjecten bedroeg 1.704. De totale Salvagehulpverlening in 2004 in absolute getallen was 6.529 (meldingen inclusief de belendingen), een daling van 10% ten opzichte van het topjaar 2003.
Hoe werkt dit in de praktijk? “Na het gesprek met de gedupeerde en het invullen van de nodige gegevens schat de coördinator de situatie in. Vervolgens schakelt hij, afhankelijk van de schade, uitvoerende calamiteitenbedrijven in. Voor eenvoudig werk, zoals het dichttimmeren van ramen en deuren, kunnen dat plaatselijke bedrijven zijn. Voor specialistisch werk moeten gecertificeerde calamiteitenbedrijven aan de gang. Denk bijvoorbeeld aan het vervoer van de inboedel, het wegpompen van bluswater of leidingwater, het afschotten of dichttimmeren van de woning, zorgen dat kleding naar de stomerij gaat, het veilig stellen van computer- of audiovisuele apparatuur et cetera. De coördinator geeft ook praktische adviezen en zo nodig regelt hij tot de eerstvolgende werkdag vervangend onderdak bij familie of in een hotel. De brandweer krijgt ook altijd een schriftelijke terugkoppeling van de coördinator. De werkzaamheden kunnen heel beperkt maar ook zeer uitgebreid zijn.”
Kun je een voorbeeld noemen? “Bij een hotel in Zoetermeer was brand ontstaan als gevolg van een defecte dimmer. De bedrading van de dimmer was verbrand, er was lichte brandschade aan de vloerbedekking en er was lichte rooken roetschade in een conferentiezaal. De coördinator regelde een noodstroomvoorziening voor de elektra, om de stank weg te krijgen werd deo-geurapparatuur geplaatst en de zaak werd globaal gereinigd.” En wat als je niet verzekerd bent? “Toen Salvage net opstartte is er in Haaglanden wel eens iets misgegaan. Zo werden gezinnen bij een brand in de Frans Halsstraat in 1989 niet door de Stichting geholpen omdat zij niet verzekerd waren. Uiteindelijk zijn zij door de gemeente ondergebracht. De brandweer heeft toen geëist dat gedupeerden na kantoortijd opgevangen moeten worden tot aan het moment dat de gemeente deze taak kan overnemen. Na dit voorval is er een afspraak gemaakt dat ook onverzekerden recht hebben op een basispakket Salvagemaatregelen. Nu worden ook onverzekerden tot aan de eerstvolgende werkdag opgevangen. Daarna neemt de gemeente deze taak over. De kosten daarvan worden door de aangesloten Nederlandse brandverzekeraars gedragen. Zij hebben daarvoor een Garantiefonds ingesteld.”
37
Worden de bewoners ook ondergebracht als de politie een onderzoek naar de oorzaak gaat instellen? “Als de woning niet toegankelijk is, bijvoorbeeld door de ernst van de schade of vanwege een rechercheonderzoek, dan zorgt de Salvagecoördinator voor vervangend onderdak tot de eerstvolgende werkdag.”
SALVAGE
eerste instantie vooral de gedupeerden geruststellen en troosten en de situatie onder controle krijgen. Vervolgens meldt de Salvage-alarmcentrale de schade bij de betrokken verzekeraar. Deze neemt de verdere schadeafhandeling over en bepaalt het uiteindelijk uit te keren schadebedrag.”
Hoe zit het met de verantwoordelijkheid? ”Alle betrokken partijen zijn zelf verantwoordelijk voor een goede overdracht. Het is wel eens voorgekomen dat een coördinator in een leeg pand kwam. De bewoners waren vervoerd naar het ziekenhuis en ook de brandweer en de politie waren al klaar met hun taken en vertrokken. Hij treft dan een niet-afgesloten pand aan en de aansprakelijkheid voor de vermissing van eventuele goederen ligt in dat geval niet bij ons. De Salvagecoördinator kan het pand pas in nadat de brandweer het object daarvoor heeft vrijgegeven. Als de gedupeerde zelf niet aanwezig is, kan de coördinator alleen na toestemming van de politie en in hun aanwezigheid maatregelen nemen. Die blijven dan meestal beperkt tot de woning; er wordt geen inboedel uitgeplaatst. Als de bewoners wel aanwezig zijn, overlegt de coördinator met hen over de te vervoeren inboedel. In de regel wordt de uit te plaatsen inboedel ook op foto vastgelegd, om eventuele problemen achteraf te voorkomen.”
Zijn er nog nieuwe ontwikkelingen? “Een nieuwe ontwikkeling in het kader van schadebeperking is de motbrandondersteuningsunit (MOBRA). De MOBRA is door een houtverzekeraar ontwikkeld om motbranden sneller, veiliger en effectiever te bestrijden. Een bijkomend voordeel van de gebruikte methode is dat de silo en de inhoud behouden blijven en bedrijfsstilstand kan worden beperkt. Hierdoor blijft ook de schadelast voor de verzekeraar beperkt. Dit jaar is een pilotjaar, na evaluatie zal blijken of de samenwerking wordt voortgezet.” ■
NAJAAR 2005
3
Midden-Delfland werkt aan ontwikkeling Gebiedsvisie
Op de milieupagina van de gemeente Delft kunnen bezoekers zien hoe het met de luchtkwaliteit gesteld is. Bezoekers kunnen de concentraties stikstofdioxide en fijn stof opzoeken. Ook de geluidshinder is in kaart gebracht. De cijfers op de site zijn afkomstig uit rapportages over 2003, maar binnenkort zijn ook de gegevens van 2004 bekend. De site is in samenwerking met TNO gemaakt. www.gemeentedelft.info/milieupagina ■
Onder de kop ‘Midden-Delfland 2025: een sterk landschap voor de Zuidvleugel van de Randstad’ spraken ruim zeventig vertegenwoordigers van verschillende overheden, belangengroepen, agrariërs, bewoners et cetera begin september drie dagen lang met elkaar over de toekomst van hun woon- en werkgebied. De Reconstructiewet die ervoor zorgde dat het gebied redelijk goed bewaard is gebleven loopt in 2008 af. Dat maakt het noodzakelijk stil te staan bij de vraag hoe Midden-Delfland zich in de toekomst tot een open, dynamisch gebied met een eigen identiteit kan blijven ontwikkelen. ■
KORT...
Luchtkwaliteit op internet
38
Prijs voor veilig ondernemen Op 2 november wordt in de regio voor het eerst een prijs voor veilig ondernemen uitgereikt. De prijs is in het leven geroepen door het Regionaal Platform Criminaliteitsbeheersing van de Kamer van Koophandel Haaglanden en Politie Haaglanden en bestaat uit een geldbedrag van a 2.500,–. Het Platform hoopt hiermee ondernemers, politiefunctionarissen en beleidsmedewerkers bij gemeenten te stimuleren een bijdrage te leveren aan het terugdringen van criminaliteit. www.kvk.nl/veiligheidsprijs. ■
Delft bouwt in Harnaschpolder De komende jaren ondergaat de Harnaschpolder een forse metamorfose. Glastuinbouw gaat plaats maken voor woningen en een fors bedrijventerrein. Er worden rond de 1300 woningen gebouwd, zowel koop als huur, in diverse prijsklassen. Er is speciale aandacht voor water in de wijk; er komen singels, een recreatieplas en mogelijk worden er waterwoningen – drijvende woningen – gebouwd. En dwars door de woonwijk heen, van noord naar zuid, is een ecologische zone gepland. Naar verwachting start
de bouw van de eerste woningen in 2007. De laatste worden eind 2011 opgeleverd. Daarnaast ontwikkelen de gemeenten Midden-Delfland, Delft en Den Haag in de Harnaschpolder samen een bedrijventerrein van tachtig hectare langs de A4. Door de gunstige ligging kan het een belangrijke bijdrage leveren aan de economische structuur in de regio. Er komen flexibele kavels voor uiteenlopende typen bedrijven. Vanaf 2006 kunnen bedrijven tot milieucategorie 3 hier terecht. www.harnaschpolder.info of www.gemeentedelft.info. ■
Gedeputeerde Dwarshuis voorzitter Europees platform Purple
Regionale economie in lift De Kamer van Koophandel Haaglanden brengt elk kwartaal een Ondernemerschapsmonitor uit. De monitor van de eerste twee kwartalen laat een positief beeld zien. De KvK telde het hoogste aantal startende bedrijven in de afgelopen tien jaar. In het tweede kwartaal van 2005 zijn in Haaglanden 1.197 nieuwe ondernemingen gestart. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar is dat een stijging van 32 %. Het aantal opheffingen bleef steken op 804 bedrijven. Per saldo werden dus flink meer bedrijven opgericht dan werden opgeheven. Daarmee scoort Haaglanden goed ten opzichte van het landelijke beeld: de regionale aanwas is 55 % terwijl de landelijke teller blijft steken op 37 %. De regionale economie ontwikkelt zich dus positief. De Ondernemerschapsmonitor is te vinden via www.denhaag.kvk.nl/ondernemerschapsmonitor. ■
De Randstad wil de veehouderij in de veenweidegebieden graag behouden
Vorig jaar richtte een aantal Europese regio’s Purple op: het peri-urban regions platform Europe. De Zuid-Hollandse gedeputeerde Dwarshuis werd tot voorzitter gekozen. Purple behartigt de belangen van randstedelijke regio’s in Europa in hun zoektocht naar een nieuwe balans tussen steden en het platteland. Neem Zuid-Holland. De ring van steden rondom het groene hart probeert keer op keer kleine delen van het agrarische gebied af te knabbelen en boeren krijgen het in economisch opzicht steeds moeilijker. Er is op dit moment echter onvoldoende ruimte
om dit soort gebieden financieel tegemoet te komen of met wet- en regelgeving afdoende te beschermen. Alle regio’s willen de agrarische sector graag behouden om onderdeel uit te blijven maken van het landschap. Dat vraagt om speciale regelingen en fondsen, zodat het economisch aantrekkelijk blijft om in deze regio’s te boeren. Purple is vooral een informatie- en lobbynetwerk. Lid zijn onder andere de regio’s Zuidoost-Engeland, Ile-de-France, Vlaanderen en twee Poolse regio’s. Nieuwe leden staan in de rij, waaronder Stockholm en Frankfurt. ■
POLITIE HAAGLANDEN
Politiebureau Scheveningen lost serie overvallen op Scheveningen werd rond de jaarwisseling 2004/2005 geteisterd door een reeks overvallen op woningen en bedrijven. De gewelddadige overval van een bewoner van de Tweede Messstraat leidde de opsporing in van een bende die tot ver buiten de regio z’n kwade werk uitvoerde. Tekst: Politie Haaglanden Fotografie: Erik van Hoorik, Politie Haaglanden
“U
it het signalement van de daders en hun werkwijze bleek dat zij kort daarvoor eenzelfde ‘klus’ hadden uitgevoerd in de Larensestraat. Daarom besloten we de onderzoeken samen te voegen onder leiding van Politiebureau Scheveningen”, aldus de coördinator van het onderzoek. “Maar hier bleef het niet bij. Al snel werd duidelijk dat deze dadergroep bijzonder actief was en dat er allerlei linken te leggen waren naar lopende onderzoeken van andere bureaus in onze regio. Overvallen op woningen, horecagelegenheden en op straat, gepland en spontaan; ze draaiden hun hand er niet voor om. En steeds was er sprake van geweld en wapengebruik. Uit tapgesprekken en andere technische hulpmiddelen bleek ook dat de daders hun werkgebied niet beperkten tot onze regio.
De zaaksofficier besloot alle zaken bij die van Bureau Scheveningen te voegen. Dat ging echter de teambezetting van het bureau ver te boven. Leon Cramer, proceseigenaar Opsporing Bureau Scheveningen: “We hebben een verzoek gedaan tot het formeren van een RAGTeam (Regionale Actie Groep) en dat is gelukkig ingewilligd. Daardoor konden we met de inzet van meerdere bureaus aan het werk. De dadergroep ging intussen gewoon door. Inmiddels wisten we dat die bestond uit minstens vier mannen en drie vrouwen, woonachtig in Ypenburg, Zoetermeer, Den Haag, Rotterdam en Den Bosch. Lopende het onderzoek bleek dat de kern van de dadergroep bezig was met het plannen van een overval in een weekend in februari ergens in Nederland. Hiervoor was men druk bezig een huurauto te regelen.”
Overval computerbedrijf opgelost “De medewerkers van een computerbedrijf kwamen net terug van een beurs met de totale beursopbrengst goed opgeborgen in een aantal koffers. Het personeel werd bij aankomst echter opgewacht door twee overvallers”, vertelt de coördinator van het politieonderzoek. “Het was een zeer verwarrende situatie. De overvallers gebruikten pepperspray, maar de medewerkers van het computerbedrijf vochten als leeuwen om de overvallers van zich af te houden. Zij raakten daarbij ook gewond. Opeens hoorden zij iemand roepen: ‘Schieten, schieten!’ Een van de eigenaren van de koffers met geld, die op dat moment op straat lag, zag dat
een overvaller iets om zijn nek had hangen wat op een wapen leek. In een opwelling, met de pepperspray nog in zijn ogen, rukte de eigenaar aan het ding, waarna het op straat viel. De verdachten raakten in paniek en vluchtten. Achteraf bleek het inderdaad een wapen te zijn, voorzien van een patroonmagazijn met 47 stuks 9mm patronen! Van een van de verdachten werd een bivakmuts van zijn hoofd getrokken. De sporen op deze muts gaven een ‘hit’ met een opgeslagen spoor in de DNA-databank, waarna drie verdachten konden worden aangehouden. Half augustus komen de verdachten voor de rechter.
Een opvallende vondst tijdens een huiszoeking: a 15.000,- verstopt in een oude sportschoen
Uiteindelijk is besloten om alle verdachten aan te houden en op alle bekende woon- en verblijfadressen huiszoekingen te doen. Gezien het gevaar en de omvang van deze operatie werden daar arrestatieteams uit Rotterdam, Noord-Brabant en Den Haag voor ingezet. Omdat de hoofdverdachten uiterst mobiel waren en geen vaste verblijfplaats hadden, werden de twee hoofddaders voorafgaande aan de dag van aanhouding onder continue observatie geplaatst en een arrestatieteam stond stand-by. Dat dit een goede beslissing was, bleek toen beide verdachten in de loop van de nacht in een huurauto vanuit Den Haag richting Amsterdam reden. Ondertussen bleek een van de andere verdachten naar een hotel buiten Den Haag vertrokken te zijn. Door deze onverwachte ontwikkelingen moesten het onderzoeksteam, het observatieteam en de diverse arrestatieteams improviseren om zicht te houden op de daders, zodat deze, zonder dat de andere verdachten er lucht van kregen, konden worden aangehouden.
39
Onberekenbaar Toen de twee hoofdverdachten rond 03.00 uur Leiden binnen reden, werd besloten dat ze daar zouden worden aangehouden. Maar eerst moest er een geschikte plek worden gevonden. Een half uur later konden beide verdachten aangehouden worden. Bij aanhouding bleken ze in dat half uurtje en passant nog een voetganger onder bedreiging van een vuurwapen te hebben overvallen. Daarmee werd nog eens onderstreept hoe onberekenbaar zij waren. Uiteindelijk zijn alle negen verdachten, inclusief de hoofdverdachten, aangehouden. Er zijn zes panden doorzocht, met als opvallendste vondst 15.000 euro, verstopt in een oude sportschoen. Vijf overvallen in Den Haag, een in Delft, een beroving in Leiden, een in Utrecht en twee in Amersfoort en drie overvallen op gokhallen in Den Bosch zijn hiermee opgelost. De twee hoofdverdachten kregen onlangs gevangenisstraffen van tien en negen jaar. ■
NAJAAR 2005
3