Treasurystatuut Stadsgewest Haaglanden
Versie: 09-02-2006 Administratieve organisatie/treasurystatuut
2
3
Inhoud
1. Inleiding 2. Algemene doelstellingen 3. Begrippenkader 3.1 Algemene begrippen 3.2 Kasbeheer begrippen 3.3 Begrippen Wet fido 4. Treasurybeleid 4.1 Algemeen 4.2 Uitgangspunten, doelstelling, richtlijn, limieten 4.3 Risicobeheer 4.4 Concernfinanciering 4.5 Plaatsen van middelen 4.5.1. Beleggingen (korter dan één jaar) 4.5.2. Geldstromenbeheer 4.5.3. Saldo- en liquiditeitenbeheer 4.6 Toerekening van resultaten 4.7 Debiteurenbeheer 4.8 Crediteurenbeheer 5. Organisatie treasury en informatievoorziening 5.1 De treasury organisatie 5.2 Mandaat en volmacht 5.3 Planning en Control 5.4 Informatievoorziening 6. Administratieve organisatie en interne controle 7. Inwerkingtreding 8. Citeertitel
5 5 6
7
10
13 13 13
4
5
1. Inleiding
Op 20 april 2005 heeft het algemeen bestuur de Financiële verordening stadsgewest Haaglanden vastgesteld. Artikel 13 daarvan geeft regels ten aanzien van de financieringsfunctie. In artikel 13 lid 4 wordt voorgeschreven dat een treasurystatuut moet worden opgesteld en vastgesteld door het algemeen bestuur. Dit treasurystatuut is een uitvloeisel van dit voorschrift. Tevens is hierbij aangesloten bij de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido).
1.1. Wettelijk kader
Het belangrijkste uitgangspunt van de Wet financiering decentrale overheden is het beheersen van de financiële risico’s. De eerste randvoorwaarde uit de Wet fido is een risicomijdend beleid met betrekking tot het aangaan en verstrekken van geldleningen. De tweede randvoorwaarde houdt in dat beleggingen en derivaten een prudent karakter moeten hebben en niet zijn gericht op het genereren van inkomen. Het nemen van open posities met derivaten is niet toegestaan. Verder geeft deze wet aan dat ieder openbaar lichaam, ook lichamen ingesteld onder de Wet gemeenschappelijke regelingen, verplicht is een tweetal nieuwe treasury instrumenten in te voeren. Dat is een financierings- of een treasurystatuut en de treasuryparagraaf zowel in de begroting als in het jaarverslag. Het treasurystatuut geeft het beleidsmatige kader voor het uitvoeren van de treasuryfunctie. Beide instrumenten hebben als oogmerk de kwaliteit van de uitvoering van de treasuryfunctie te verhogen, de transparantie van het besluitvormingsproces te verbeteren en het verantwoordingsproces te versterken. Wettelijk dienen in het treasurystatuut in ieder geval regels te worden opgenomen ten aanzien van: a) de algemene doelstellingen en de te hanteren richtlijnen en limieten van de financieringsfunctie; b) de administratieve organisatie en interne controle van de financieringsfunctie, waaronder begrepen taken en bevoegdheden, de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het dagelijks bestuur, de secretaris, de controller, de treasurer en het ambtelijk apparaat; c) de informatievoorziening behorend bij en in relatie tot de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden; d) een begrippenkader. Aan deze vereisten is in dit statuut voldaan.
1.2. Mandaat en volmacht
De uitvoering van de treasurytaken is een activiteit die in principe dagelijks plaatsvindt. Om de uitvoering snel en doeltreffend te laten verlopen is, binnen de vastgelegde kaders, een mandaat en ondermandaat (voor besluiten in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht) en volmacht (bij privaatrechtelijke handelingen) noodzakelijk. De Wet gemeenschappelijke regelingen en de van toepassing zijnde bepalingen van de Gemeentewet voorzien in deze mogelijkheid.
2. Algemene doelstellingen
Het strategisch doel van een financieringsfunctie wordt in zijn algemeenheid geformuleerd als: het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op het vermogen, de geldstromen en de financiële posities op een zodanige wijze dat risico’s worden beperkt en kosten en opbrengsten worden geoptimaliseerd.
6 3. Begrippenkader
3.1 Algemene begrippen a. treasuryfunctie
b. treasurybeleid
c. treasurystatuut d. treasurybeheer e. treasuryparagraaf f. treasurymanagementreserve 3.2 Kasbeheer begrippen a. Kasbeheer b.
Geldstromenbeheer
c. d.
Saldobeheer Liquiditeitenbeheer
a.
3.3 Begrippen Wet fido Rentetypische looptijd
b.
Vaste schuld
c.
Netto-vlottende schuld:
alle activiteiten die zich richten op het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële stromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie ter uitvoering van de treasuryfunctie. de vastlegging van het treasurybeleid. de beleidsuitvoering van de treasuryfunctie, binnen de kaders van het treasurystatuut. de begroting en de jaarstukken bevat een paragraaf waarin beleidsplannen en realisaties op het gebied van de treasury aan de orde komen. de reserve, waarmee de resultaten van de treasuryfunctie kunnen worden verrekend. is een deelfunctie van het treasurybeheer en omvat het beheer van de geldstromen en daaruit voortvloeiende saldi en liquiditeitsposities. al die activiteiten die nodig zijn voor het overmaken van geld zowel binnen de organisatie als tussen stadsgewest Haaglanden en derden. het beheer van de dagelijkse saldi. het financieren en uitzetten van middelen voor een periode tot één jaar. het tijdsinterval gedurende de looptijd van een geldlening, waarin op basis van de leningenvoorwaarden van een geldlening sprake is van een door de verstrekker van de geldlening niet beïnvloedbare constante rentevergoeding. het gezamenlijk bedrag van: • De schuld uit hoofde van geldleningen met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van één jaar of langer, • De voor een termijn van één jaar of langer ontvangen waarborgsommen. het gezamenlijk bedrag van: • de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één jaar; • de schuld in rekening-courant; • de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van derden; verminderd met het gezamenlijk bedrag van: • de contante gelden in kas; • de tegoeden in rekening-courant.
7 d.
e.
f.
g.
Gemiddeld netto-vlottende schuld per kwartaal het gemiddelde van de netto-vlottende schuld op de eerste dag van iedere maand in het desbetreffende kwartaal. Kasgeldlimiet een bedrag ter grootte van een, door de Minister van Financiën vastgesteld, percentage van het totaal van de jaarbegroting van het Stadsgewest Haaglanden bij aanvang van het jaar. Renterisiconorm een bedrag ter grootte van een, door de Minister van Financiën vastgesteld, percentage van het totaal van de vaste schuld van het stadsgewest Haaglanden bij aanvang van het jaar. Toezichthouder de provincie Zuid-Holland welke op grond van wettelijke bepalingen is belast met het toezicht op de begroting en jaarstukken van het Stadsgewest Haaglanden.
4. Treasurybeleid
4.1 Algemeen Het treasurybeleid bestaat uit de uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten, de organisatorische en administratieve kaders, de informatievoorziening en de administratieve organisatie van de uitvoering van de treasuryfunctie. Het treasurybeleid wordt vastgelegd in het treasurystatuut. Het treasurystatuut bevat toetsbare en meetbare doelstellingen en het bevat de richtlijnen en limieten om ongewenste risico’s te voorkomen. 4.2 Uitgangspunten, doelstelling, richtlijn, limieten De uitgangspunten zijn: a. verzekeren van een duurzame toegang tot de financiële markten; b. beheersen van financiële risico’s, zoals renterisico’s en liquiditeitsrisico’s. De doelstellingen zijn: a. optimaliseren van het rendement van de beschikbare liquiditeiten; b. minimaliseren van rentekosten op kredieten. De limieten en richtlijnen hebben voor het stadsgewest Haaglanden betrekking op a. de kasgeldlimiet; b. de renterisiconorm; c. de toegestane financiële instrumenten (deposito’s rekening-courant, beleggingen in fondsen van voornamelijk vastrentende waarden, spaarrekeningen, vastrentende obligatieleningen, Medium Term Notes met een looptijd van maximaal één jaar); d. toegestane tegenpartijen (minimaal single-A partijen en alleen bij financiële instellingen); e. maximale omvang van transactie per tegenpartij; f. benodigde informatie. 4.3 Risicobeheer Doelstellingen: a. Beperken van het risico dat een tegenpartij niet aan zijn verplichting kan voldoen. b. Het minimaliseren van de rentekosten en optimaliseren van de rentebaten binnen een vooraf gestelde bandbreedte. c. Beperken van het risico dat door rentefluctuaties inkomsten worden gederfd. d. Het voorkomen van valutarisico’s. Richtlijnen: a. Door het spreiden van het volume van langer dan 3 maanden weggezette gelden, wordt voorkomen dat door rentebewegingen inkomsten worden gemist. b. De renterisico’s op de vlottende schuld wordt beperkt door de netto vlottende schuld
8
c.
te beperken tot de kasgeldlimiet. Gelden uitsluitend uitzetten bij partijen die minimaal een kredietwaardigheid status single A hebben.
De secretaris is gemachtigd gebruik te maken van de volgende producten: a. Rekening-courantsaldi. b. Spaarrekeningen. c. Vastrentende of (minimum) rentegegarandeerde fondsen. d. Hoofdsomgegarandeerde fondsen. e. Deposito’s met een looptijd van één jaar of korter. De secretaris kan zich laten bijstaan door een deskundige, ofwel kan (een deel van) de te beleggen gelden in beheer geven bij een deskundige. 4.4 Concernfinanciering Door het stadsgewest kunnen uitsluitend leningen worden aangetrokken indien het algemeen bestuur hieraan zijn goedkeuring heeft verleend. Het besluit hiertoe kan op de volgende manieren tot stand komen: a. Een afzonderlijk besluit bij de programmabegroting, b. Een afzonderlijk besluit bij een begrotingswijziging, c. Een afzonderlijk besluit bij een projectvoorstel. Behoudens het aangaan van leningen voor de financiering van investeringen, kan een kortlopend krediet worden opgenomen voor de dekking van een liquiditeitstekort. Van deze kredietoptie kan gebruik worden gemaakt door het dagelijks bestuur of een gemachtigd lid daarvan. Vervolgens worden voor het aangaan van leningen minimaal twee offertes aangevraagd. Voor het aangaan van de feitelijke leningovereenkomst gelden de onderstaande mandaten. Bevoegdheden treasury functie
Uitvoering
Registratie
Controle
Autorisatie
Het lenen van geld tot een bedrag Hoofd van maximaal € 100 Financiën miljoen per keer met een looptijd van maximaal 1 jaar, met uitzondering van de kredietoptie
medewerker Controller Secretaris financiën
Het aanwenden van de kredietoptie tot een bedrag van maximaal € 10 miljoen per keer met een looptijd van maximaal 1 jaar
Hoofd Financiën
medewerker Controller Portefeuillehouder financiën en Financiën Secretaris
Het lenen van geld tot een bedrag van maximaal € 100 miljoen per keer met een looptijd van minimaal 1 jaar en maximaal 10 jaar
Hoofd Financiën
medewerker Controller Dagelijks financiën en Bestuur Secretaris
9
4.5 Plaatsen van middelen 4.5.1. Beleggingen (langer dan één jaar) Doelstelling: Het optimaliseren van het renteresultaat (minimaal de geraamde opbrengst in de begroting) op bestaande en begrote liquiditeitsoverschotten tegen aanvaardbare condities en risico’s. Als richtlijnen en limieten is het volgende vastgesteld: a. Er worden geen beleggingen verricht waardoor het geprognosticeerde liquiditeitensaldo minder is dan € 5 miljoen. b. Er wordt alleen gewerkt met financiële partijen of fondsen van gemene rekening. c. De rentetypische looptijd is nooit langer dan 10 jaar. d. Als beleggingsinstrument wordt gekozen voor vastrentende obligaties, deelname in vastrentende fondsen, deelname in gegarandeerde fondsen of bancaire deposito’s. e. Derivaten worden uitsluitend gebruikt ter beperking van financiële risico’s. f. Een tegenpartij wordt gekozen op basis van kredietwaardigheid, waarbij het stadsgewest Haaglanden kiest voor minimaal een single-A status. Informatie: a. Meerjarige liquiditeitsplanning. b. Rentevisie. c. Financieringsparagraaf in begroting en jaarstukken. 4.5.2. Geldstromenbeheer (korter dan één jaar) Doelstelling is een beperkt liquiditeitsgebruik en het betalingsverkeer zodanig in te richten dat de externe bankkosten worden geminimaliseerd. Richtlijn en limiet: a. Er wordt voor het geldstromenverkeer alleen gebruik gemaakt van de BNG rekeningen van het stadsgewest. b. Voor salarisbetalingen en ontvangsten wordt gebruik gemaakt van een gewone en een spaarrekening bij een andere bank, het saldo van deze rekeningen wordt zo laag mogelijk gehouden. c. De treasury wordt centraal geregeld. 4.5.3. Saldo- en liquiditeitenbeheer Doelstelling is ervoor te zorgen voldoende middelen ter beschikking te hebben (dispositieruimte) om te garanderen dat de organisatie op korte termijn haar verplichtingen kan nakomen. De treasuryfunctie beoogt bij het uitzetten van gelden tot één jaar aan de hand van geprognosticeerde liquiditeitsoverschotten een optimaal renteresultaat te behalen tegen aanvaardbare risico’s. Richtlijn en limiet: Toegestane geldmarktinstrumenten zijn gewone rekeningen, spaarrekeningen en deposito’s met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar of daarmee vergelijkbare instrumenten of fondsen van gemene rekening. Informatie: a. Liquiditeitsplanning voor één jaar. b. Rentevisie. c. Financieringsparagraaf in begroting en jaarstukken.
10 4.6 Toerekening van resultaten De met de treasury behaalde baten of lasten komen ten gunste respectievelijk ten laste van de programma’s tot het bedrag dat is overeengekomen met de betrokken verantwoordelijken. De resterende baten of lasten kunnen verrekend worden met de bestemmingsreserve “Treasurymanagement”. Het algemeen bestuur besluit over een toevoeging c.q. onttrekking aan de reserve door middel van het verdelingsvoorstel van het resultaat bij de jaarstukken. 4.7 Debiteurenbeheer De treasurer bewaakt de tijdige ontvangst van de openstaande vorderingen 4.8 Crediteurenbeheer De treasurer bewaakt de doelmatige betaling van de openstaande verplichtingen.
5. Organisatie treasury en informatievoorziening
5.1. De treasury organisatie Een duidelijke inbedding van de treasury binnen de bedrijfsvoering is onder meer van belang om een adequate verdeling van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie mogelijk te maken. Het gaat dan om de volgende zaken: a. De treasuryfunctie zal centraal worden uitgeoefend. Dit vergemakkelijkt de invulling van de eisen voor functiescheiding en er kunnen tevens kostenvoordelen ontstaan. b. Treasury is een onderdeel van de stafafdeling FIA van het stadsgewest. 5.2. Mandaat en volmacht Randvoorwaarden zijn: a. Er dient een transparante functiescheiding te liggen tussen beleidsbepaling en de beleidsuitvoering en tussen de administratie en de controle op de financiële transacties. Bij het stadsgewest Haaglanden wordt bij betalingen het principe van ‘twee handtekeningen’ gehanteerd. b. Belangenverstrengeling dient te worden vermeden. c. Iedere afwijking van het treasurystatuut moet met expliciete toestemming van het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur is verantwoordelijk voor het vaststellen van een prudent treasurybeleid en het houden van toezicht op het treasurybeleid. Het treasurystatuut is integraal onderdeel van de beleidsbepaling van de treasuryfunctie. Het algemeen bestuur stelt het treasurystatuut vast. De uitwerking van de taakverdeling tussen het algemeen bestuur, de voorzitter, het dagelijks bestuur, de secretaris, de controller en het hoofd Financiën zal tevens worden vastgelegd in een Mandaat- en Volmachtbesluit, dat opgenomen wordt in het ”Handboek Administratieve Organisatie”. De controller en het hoofd Financiën zijn door de secretaris gevolmacht om betalingen uit hoofde van het stadsgewest Haaglanden te verrichten. De secretaris van het stadsgewest Haaglanden blijft de volmachtgever van alle bankrekeningen van het stadsgewest Haaglanden.
11
In onderstaande tabel staan de bevoegdheden van de treasuryfunctie van het stadsgewest Haaglanden. Bevoegdheden treasury functie
Uitvoering
Registratie
Het uitzetten van geld tot een bedrag van maximaal € 100 miljoen per keer met een looptijd van maximaal 1 jaar
Hoofd Financiën
medewerker Controller Secretaris financiën
Controle
Autorisatie
Het uitzetten van geld tot een bedrag van maximaal € 100 miljoen per keer met een looptijd van minimaal 1 jaar en maximaal 10 jaar
Hoofd Financiën
medewerker Controller Dagelijks Bestuur en financiën Secretaris
5.3. Planning en control De instrumenten in de planning en control zijn de begroting, de marap, de ambtelijke budgetoverzichten en de jaarstukken. De treasuryfunctie hangt nauw samen met de begroting (als planningsinstrument.) De financiële paragraaf bevat op hoofdlijnen het jaarproces over de liquiditeiten, de financiële vaste activa en de langlopende lening. De financiële paragraaf in de jaarstukken legt verantwoording af over het gevoerde beleid. Een financiële paragraaf wordt ook opgenomen in de marap aan het dagelijks bestuur. 5.4. Informatievoorziening De kernelementen bij de treasuryfunctie zijn, zoals eerder aangegeven, sturen, beheersen, verantwoorden en toezicht houden. In de eerste twee elementen (sturen en beheersen) gaat het voornamelijk om operationele informatie die past in de huidige planning en control instrumenten zoals budgetoverzichten en liquiditeitsprognoses. Bij de elementen verantwoorden en toezicht houden staat de verantwoordingsinformatie centraal. Dit zijn de bestuursrapportages, de kwartaalstaten naar de Provincie en de jaarstukken. Het aanleveren van juiste, tijdige, volledige en relevante verantwoordingsinformatie is de belangrijkste voorwaarde voor het kunnen beheersen van de financiële en interne risico’s. De administratieve organisatie en interne controle dienen de adequate informatie te waarborgen. Beleidsmatige informatie bestaat vooral uit de beleidskaders, zoals verwoord in het treasurystatuut en uit de concrete beleidsplanningen die jaarlijks in de treasuryparagraaf in de begroting worden aangegeven.
12 Operationele Informatie (zie onderstaande tabel) Nr. Operationele Frequentie Bron Info informatie verstrekker 1 Liquiditeitsprognoses Kwartaal Liquiditeitsplanning Hoofd bij uitzettingen van de sectoren en Financiën langer dan 1 jaar. stafafdelingen
Info ontvanger Controller
2
Rentevisie lange termijn bij uitzettingen langer dan 1 jaar.
3
Liquiditeitsprognoses Kwartaal bij uitzettingen korter dan 1 jaar.
4
Rentevisie korte termijn bij uitzettingen korter dan 1 jaar.
Jaar
5
Betalingen en ontvangsten
Dagelijks
6
Budgetoverzichten met overzichten van saldi en rente
7
Bestuursrapportage
Jaar
financieel dagblad; financiële tijdschriften, banken Liquiditeitsplanning van de sectoren en stafafdelingen
Hoofd Financiën
Controller; MT; secretaris
Hoofd Financiën
Controller
bank; financieel dagblad; financiële tijdschriften Elektronisch bankiersysteem en de financiële administratie
Hoofd Financiën
Controller; MT; secretaris
financieel medewerker
Hoofd Financiën
Maand
Elektronisch bankiersysteem; de financiële administratie
financieel medewerker
Hoofd Financiën, Controller, MT
Tweemaal per jaar
financieel medewerker en de financiële administratie
Hoofd Financiën
controller. DB; MT
Voor zover mogelijk zal er jaarlijks een voortschrijdende rentevisie worden geschreven, die tevens de basis vormt voor de begroting. Er komt een jaarplanning over de inkomsten en uitgaven van de liquide middelen. Dagelijks krijgt stadsgewest Haaglanden van de bank de rentetarieven door. Aan het eind van ieder kwartaal wordt er opgave gedaan aan de provincie Zuid-Holland (toezichthouder) omtrent de berekende gemiddelde netto-vlottende schuld en de kasgeldlimiet.
13
De provincie ontvangt jaarlijks tezamen met het jaarverslag een opgave van: a. Het begrotingstotaal bij aanvang van het afgelopen jaar. b. De kasgeldlimiet bij aanvang van het afgelopen jaar. c. De gemiddeld netto-vlottende schuld in elk van de kwartalen van het afgelopen jaar. d. De stand van de vaste schuld bij aanvang van het voorgaande jaar. Aan het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt driemaandelijks een opgave gedaan van diverse balanscijfers op de door het CBS bepaalde wijze.
6.
Administratieve organisatie en interne controle
7.
Inwerkingtreding
Er zullen nieuwe procedures worden opgesteld voor de volgende treasury activiteiten: a. Het afsluiten van geldmarkttransacties en kapitaalmarkttransacties. b. Het reguleren van saldi en het betalingsverkeer. c. Het opstellen en verstrekken van informatie onder meer ten behoeve van de periodieke management rapportages. d. Het voeren van interne controles op de treasury activiteiten. a.
b.
8.
De verordening “Treasurybeheersverordening Haaglanden” vastgesteld bij besluit van 29 november 1995, wordt ingetrokken. Dit statuut treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking van het besluit en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
Citeertitel
Dit statuut kan worden aangehaald onder de naam “Treasurystatuut Stadsgewest Haaglanden”.
14
TOELICHTING TREASURYSTATUUT Zowel bij de bestuurlijke als de ambtelijke behandeling van het treasurystatuut zijn vragen gesteld. Daarnaast heeft de externe accountant een globale beoordeling gemaakt. In het navolgende wordt een toelichting gegeven op de statuutonderdelen, waarover vragen zijn gesteld. Doel van de toelichting is met name de interpretatie van begrippen te verduidelijken. Voor de toelichting is gebruik gemaakt van de indeling van het statuut.
Punt.
Toelichting
3.1
Treasurymanagementreserve. De treasurymanagementreserve is destijds ingesteld om verliezen op de treasury op te vangen. De reserve bedraagt thans € 522.587. Tot mutaties op de reserve, zowel toevoegingen als onttrekkingen, wordt, op voorstel van het dagelijks bestuur, door het algemeen bestuur besloten.
4.2.c
Fondsen met voornamelijk vastrentende waarden. Met name bij hoofdsomgegarandeerde fondsen bestaan de beleggingen voor het grootste deel uit vastrentende waarden. Een klein deel van deze fondsen bestaat, uiteraard voorzover ze boven de hoofdsomgarantie vallen, uit andere beleggingen, zoals aandelen, derivaten e.d.
4.3.
Risicobeheer Valutarisico: Het valutarisico wordt voorkomen doordat elke belegging in de Nederlandse geldeenheid geschiedt. Productomschrijving: Vastrentende fondsen geven een vaste rente over de gehele looptijd, minimum rentegegarandeerde fondsen geven een minimum rente, die, onder bepaalde voorwaarden (bijvoorbeeld koersontwikkelingen van bedrijfs- of bedrijfstakeigen aandelen) kan oplopen. Hoofdsomgegarandeerde fondsen zijn fondsen die garanderen dat na afloop van het fonds minimaal de hoofdsom zal worden uitgekeerd: een rendementsgarantie is er echter niet. Deskundige: Hierbij kan gedacht worden aan financiële instellingen onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Verzekeringskamer, tussenpersonen die geregistreerd staan bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer met een vergunning als makelaar e.d. maar ook collega’s (centrale treasurers) van de gemeenten, accountants e.d. Thans is als deskundige benoemd de BCM (BNG Capital Management)
Overigens zal de deskundige uitsluitend uitvoerende taken verrichten, het Stadsgewest Haaglanden vervult de beschikkende bevoegdheden. 4.4
Bevoegdheden. Het beleid en de beperkende regels zijn en worden jaarlijks vastgesteld door het algemeen bestuur. De aangegeven bedragen betreffen alleen de uitvoering. De hoogte van de bedragen is zo gekozen, dat de dagelijkse handelingen door het dagelijks bestuur en de secretaris kunnen worden verricht. Hiermee wordt voorkomen dat, bij een gunstige markt, gewacht moet worden tot een algemeen bestuursvergadering voordat een transactie kan worden afgesloten. Aantrekken van leningen. Voor het aantrekken van leningen is een algemeen bestuursbesluit nodig. Bij de uitvoering daarvan wordt geen onderhandse lening aangetrokken, maar worden minimaal twee, maar bij voorkeur drie, offertes gevraagd.
4.5.2.b.
Het gebruik van de postbankrekening. De postbankrekening wordt uitsluitend gebruikt voor de betaling van een deel van de salarissen. Ongeveer de helft van de medewerkers van het stadsgewest heeft een postbankrekeningnummer. De overboeking van gelden van de hoofdrekening van het stadsgewest (de BNG-rekening) naar deze postbankrekeningen kan 3 dagen duren, de overmaking van gelden van de postbank naar de postbankrekeningen echter maar één dag. Ter voorkoming van renteverliezen, immers, zo de salaristape al beschikbaar is, zouden de postbanksalarissen via de BNG-rekening twee dagen eerder moeten worden overgemaakt, wordt de salarisbetaling maandelijks gesplitst over de postbank en de BNG.
4.5.3.
Fondsen van gemene rekening Het bedrijfsmatig beleggen is belast met vennootschapsbelasting. Vrijgesteld zijn echter “fondsen van gemene rekening”, dat zijn fondsen waarin een aantal deelnemers voor gezamenlijke rekening beleggen.
4.6.
Toerekening van resultaten. De (centrale) treasury belegt de tijdelijk overtollige gelden van de programma’s. Voor langdurige of grote beleggingen stelt het algemeen bestuur de voorwaarden vast: zo wordt voor het Grondkostenfonds elk jaar het percentage debet en creditrente vastgesteld en de opbrengst van het BOR-fonds gaat geheel naar dit fonds. Voor de kleinere bedragen en/of bij geringe looptijden komt het rendement tot stand door ambtelijke onderhandeling: hierbij kan een vast of een variabel percentage (bijvoorbeeld de driemaands deposito) worden afgesproken.
5.1.
De treasuryorganisatie. Gezien de beperkte omvang van het personeelsbestand van het stadsgewest is er geen afzonderlijke treasurer: de functie wordt verdeeld tussen het hoofd financiën en de controller. In de schema’s zijn de feitelijk uitvoerende functionarissen genoemd. De kassier heeft als taak het ontvangen en uitgeven van kasgeld: deze functie is toegevoegd aan een medewerker.