Factsheet jeugdigen in Haaglanden Inleiding Gemeenten en regio’s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarnaast is in augustus 2014 de Wet passend onderwijs inwerking getreden. Deze wet legt de scholen een zorgplicht op die zij moeten realiseren binnen samenwerkingsverbanden van scholen in de regio’s en de gemeenten. Belangrijk doel van de transities is het mogelijk maken van een geïntegreerde aanpak, waarbij gemeenten en regio’s de regie voeren. Deze factsheet geeft gemeenten en regio’s inzicht in de groep jeugdigen 1 waarvoor het beleid van toepassing is door middel van bevolkingsgegevens en -ontwikkelingen. Er is speciale aandacht voor gezinssituaties die zorgen dat jeugdigen een hoger risico lopen in te stromen in de jeugdzorg. Belangrijke factor daarbij is de sociaaleconomische positie van het gezin: de kans op armoede. Daarnaast zijn er ontwikkelingen rond jeugd en onderwijs beschreven, zoals aantal achterstandsleerlingen, voortijdig schoolverlaters en onderwijsvoorzieningen. De gepresenteerde gegevens in deze factsheet hebben peildatum 1 januari van het betreffende jaar, tenzij anders vermeld. Een toelichting op de gegevens staat in de links naar het Regionaal Informatiesysteem Samenleving (RIS) onder de tabellen. Gegevens van Haaglanden en haar gemeenten worden met elkaar en met Zuid-Holland in zijn geheel vergeleken.
Jeugdigen in Haaglanden Meer jeugdigen In 2014 wonen in Haaglanden circa 214.000 jeugdigen (0-17 jaar) en 98.500 jongvolwassenen (18-24 jaar). De opbouw in leeftijdscategorieën is vergelijkbaar met Zuid-Holland als geheel (figuur 1).
1
Onder jeugdigen verstaan we in deze factsheet 0-17-jarigen. Omdat veel organisaties in de zorg voor jeugd zich richten op een bredere leeftijdsgroep, worden ook gegevens van jongvolwassenen (18-24 jaar) getoond.
Postbus 93010 2509 AA Den Haag 070 3371000
Anna van Saksenlaan 51 2593 HW Den Haag
www.tympaan.nl
[email protected] @tymp_inst
Figuur 1
Bevolkingsopbouw jeugdigen en jongvolwassenen in Haaglanden (centrumring) en Zuid-Holland in 2014
15% 31% 32% 18%
16% 34% 35%
19%
0-3 jaar
4-12 jaar
13-17 jaar
18-24 jaar
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen naar leeftijd in Zuid-Holland in 2014
Het aantal jeugdigen in Haaglanden stijgt in de periode 2011-2014 met 1,2%. Haaglanden is daarmee een uitzondering op de andere regio’s en Zuid Holland als geheel waar het aantal jeugdigen daalt in dezelfde periode. De stijging komt vooral door de groei in Den Haag, Rijswijk en Leidschendam-Voorburg. In Pijnacker-Nootdorp blijft het aantal stabiel en in de overige gemeenten neemt het aantal jeugdigen juist af, met name in Midden-Delfland en Westland (kaart 1). Kaart 1 Demografische ontwikkeling jeugdigen (0-17 jaar) in Haaglanden 2011-2014, in percentages
De percentages in de kaart betreffen afgeronde cijfers. De gemeenten zijn geklasseerd op basis van onafgeronde percentages, waarbij klassen van gelijke grootte zijn gekozen voor heel Zuid-Holland. Niet in elke regio zijn daarom alle klassen aanwezig. Legenda gemeenten: 1 Wassenaar, 2 Den Haag, 3 Leidschendam-Voorburg, 4 Rijswijk, 5 Zoetermeer, 6 Westland, 7 MiddenDelfland, 8 Delft, 9 Pijnacker-Nootdorp bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal inwoners van 0-12 jaar in Zuid-Holland in 2010-2014; Aantal inwoners van 13-17 jaar in Zuid-Holland in 2010-2014
2 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
Het aantal geboorten ligt in 2013 landelijk op 171.000. Dat is het laagste aantal sinds 1983. Voor zowel het huidige lage geboortecijfer als dat van 30 jaar geleden is een economische crisis de belangrijkste verklaring. Verwacht mag worden dat als de economische crisis voorbij is, het aantal geboorten ook weer gaat toenemen, mogelijk met een inhaalslag. Haaglanden neemt de laatste 10 jaar gemiddeld circa 30% van het provinciale aantal geboorten voor haar rekening. Gemiddeld gaat het om 12.200 geboorten in Haaglanden, dat is in 2013 gedaald naar 12.000 (statline.cbs.nl).
Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen licht gestegen In de periode 2010-2013 is het aantal niet-westerse allochtone jeugdigen in Haaglanden licht gestegen met 1,1%. In Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp en Midden-Delfland groeit het aantal tussen 2010 en 2013 het sterkst in de regio. Delft valt op door een afname van het aantal niet-westerse allochtone (tabel 1). Van de jeugdigen in Haaglanden is 31,4% niet-westers allochtoon. In Den Haag wonen relatief de meeste niet-westerse allochtone jeugdigen (44,8%). In heel Zuid-Holland is dat 26%. In Delft en Rijswijk wonen met een kwart van het aantal jeugdigen relatief ook veel nietwesterse allochtone jeugdigen. Tabel 1 Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen (0-17 jaar) in Haaglanden gemeente
verschil in % 2010-2013
verschil per 100 0-17-jarigen in 2010-2013
-8,6
-1,6
46.985
1,0
-1,4
2.847
-1,7
-0,2
251
7,7
0,6
pijnacker-nootdorp
1.738
8,2
0,9
rijswijk
1.976
11,4
1,9
768
5,2
0,9
westland
1.783
4,3
0,7
zoetermeer
6.773
2,9
1,0
delft den haag leidschendam-voorburg midden-delfland
wassenaar
aantal 2013 3.817
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen (0-17 jaar) in Zuid-Holland
Van niet-westerse allochtone jeugdigen is bekend dat ze meer problemen ervaren en vaak pas in een later stadium bij de hulpverlening terechtkomen dan autochtone leeftijdsgenoten (NJi). Dit heeft met name te maken met sociaaleconomische kenmerken van allochtone jeugdigen en minder met het feit dat ze allochtoon zijn. De migratiegeschiedenis van de niet-westerse allochtone jeugdige kan ook een rol spelen. Hoe recenter deze geschiedenis is, hoe meer invloed die heeft op de ontwikkeling van de jeugdigen. Zij moeten wennen aan de Nederlandse samenleving en kampen mogelijk met gevoelens van ontworteling en vervreemding. Mogelijk hebben ze traumatische ervaringen ondervonden (bijvoorbeeld asielzoekers, vluchtelingen uit oorlogsgebieden, bootvluchtelingen) (NJi). De eerste generatie allochtone jongeren, die zelf in het land van herkomst zijn geboren en ten minste één ouder hebben die in het buitenland is geboren, hebben de meest recente migratie-
3 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
geschiedenis. In Haaglanden gaat het dan om 8.269 jongeren tot de leeftijd van 20 jaar 2. Van deze eerste generatie allochtonen heeft 42% een Marokkaanse, Turkse, Surinaamse of Antilliaanse achtergrond. De overige 58% behoort tot niet-westerse allochtonen uit andere landen van Afrika, Azië en (Zuid-)Amerika (figuur 2).
Figuur 2
Eerste generatie niet-westerse allochtonen 0 tot 20 jaar in Haaglanden in 2014
15%
5% 7%
58%
15%
(voormalige) ned. antillen en aruba
marokko
suriname
turkije
overige niet-westerse allochtonen bron: CBS: Bevolking; leeftijd, herkomstgroepering en regio
Jeugd en gezin Aantal jeugdigen betrokken bij echtscheiding gelijk gebleven Het aantal jeugdigen dat de afgelopen jaren met een echtscheiding te maken kreeg, ligt in Haaglanden in 2012 op 0,9%. Dat is vergelijkbaar met het percentage dat geldt voor de hele provincie (1%). In Haaglanden gaat het in totaal om circa 2.000 jeugdigen in 2012. Ten opzichte van 2011 is het aantal jeugdigen dat met een echtscheiding te maken heeft gekregen ongeveer gelijk gebleven. Per gemeenten zijn er wel verschillen. In Wassenaar en Midden-Delfland zijn er flinke dalingen (respectievelijk -45% en -35%), maar het gaat hier om relatief kleine aantallen jeugdigen en de ontwikkeling in de periode 2009-2012 is sterk wisselend. Bij de gemeente Westland is een daling waar te nemen van 12% en in Zoetermeer een stijging van 18% (figuur 3). Het aantal minderjarige kinderen dat feitelijk met een scheiding van hun ouders te maken krijgt, ligt veel hoger dan het aantal in figuur 3. Het CBS registreert alleen het aantal echtscheidingen na een huwelijk en niet het aantal samenwonenden dat uit elkaar gaat. Ook partnerschapregistraties worden niet in de cijfers meegenomen. Het totaal aantal minderjarige kinderen dat met een scheiding te maken krijgt is naar schatting 3 1,7 maal groter dan het aantal in figuur 3. In Haaglanden gaat het dan in totaal om circa 3.400 minderjarigen.
2 3
De gegevens van het CBS waren niet beschikbaar voor de categorie 0-17 jaar. Afgeleid van de schatting dat jaarlijks 70.000 thuiswonenden tot 22 jaar met een scheiding te maken krijgen.
4 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 3 1.000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0
Aantal jeugdigen (0-17 jaar) betrokken bij een echtscheiding in Haaglanden 920
334 164
153 33
2009
2010
120
2011
72
165 33
2012
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) betrokken bij een scheiding in Zuid-Holland
Aantal jeugdigen dat opgroeit in eenouderhuishoudens blijft gelijk In Haaglanden is het aantal jeugdigen in eenouderhuishoudens in 2013 ongeveer gelijk aan het jaar daarvoor. Het gaat om circa 39.700 jongeren, ongeveer 19% van het aantal jeugdigen. Dat is iets boven het provinciale gemiddelde van 17%. In Delft, Den Haag, Rijswijk en Zoetermeer behoort een vijfde of meer van het aantal jeugdigen tot een eenouderhuishouden (figuur 4).
Figuur 4 25 20
20,4
Aantal jeugdigen (0-17 jaar) in eenouderhuishoudens in Haaglanden per 100 jeugdigen 22,7
21,4
20,8
17
15 7,4
10
12,5
10,5
10
5 0
2010
2011
2012
2013
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) in eenouderhuishoudens in Zuid-Holland
5 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
Kinderen in eenouderhuishoudens hebben meer kans op problemen bij het opgroeien dan kinderen uit tweeouderhuishoudens. Die problemen kunnen te maken hebben met de gevolgen van een scheiding of het overlijden van een ouder en minder aandacht van de opvoedende ouder, meestal de moeder. Veel problemen komen voort uit de (slechte) financiele situatie. Het combineren van werken en zorgen is veel moeilijker met een laag inkomen. De ouder moet vaak langer werken om het benodigde inkomen te genereren en de kosten van kinderopvang drukken zwaarder op het huishoudbudget. Problemen van jeugdigen in eenouderhuishoudens uiten zich in problematisch gedrag, angst, verdriet, schuldgevoel en slechtere schoolprestaties (NJi). Landelijk is een derde van de eenouderhuishoudens van niet-westerse afkomst. Antilliaanse en Surinaamse kinderen groeien relatief vaak op in eenouderhuishoudens (NJi). In Haaglanden heeft 61% van de eenouderhuishoudens 1 kind, 29% heeft 2 kinderen en 10% heeft 3 of meer kinderen. Deze verhoudingen zijn hetzelfde voor de hele provincie (RIS). Rijswijk en Leidschendam-Voorburg wijken hier iets van af en hebben relatief meer eenouderhuishoudens met 1 kind (respectievelijk 67 en 65%). Daarnaast heeft vooral Rijswijk minder eenouderhuishoudens met 3 of meer kinderen (6%).
Aantal tienermoeders daalt Het aantal tienermoeders in Haaglanden is licht gedaald van 248 (2012) naar 237 (2013) (RIS). De afgelopen tien jaar is het aantal tienermoeders met 40% verminderd. In de provincie is het aantal tienermoeders bijna gehalveerd in die periode. De meeste tienermoeders wonen in Den Haag (151). In een deel van de randgemeenten is het aantal tienermoeders zeer gering. In Wassenaar woont in 2013 geen enkele tienermoeder.
Aantal jeugdigen met kans op armoede iets gestegen Het aantal kinderen in armoede in Haaglanden is in 2011 2,4% gestegen ten opzichte van het jaar daarvoor. Die lichte stijging is ook te zien in de hele provincie en de verwachting is dat die stijging als gevolg van de economische crisis in de jaren na 2011 verder doorzet. De kans op financiële problemen en daarmee op armoede is groot als een gezin met kinderen moet rondkomen van een inkomen dat lager ligt dan 120% van het sociaal minimum. Huishoudens met een laag inkomen ervaren de woonlasten vaker als zware last dan huishoudens met een inkomen boven deze grens. Het doen van onverwachte uitgaven is vaker een probleem, evenals het kopen van kleding, het vervangen van meubels, het bereiden van gezonde maaltijden, op vakantie gaan, het huis voldoende verwarmen of iemand eens een keer te eten vragen (CBS/SCP 2013). In Haaglanden heeft 15,9% van de jeugdigen in 2011 kans op armoede, dat percentage ligt boven dat van de provincie (13,8%). In Den Haag groeit ruim een vijfde van de jeugdigen op in gezinnen met een kans op armoede. Ook in Delft, Rijswijk en Zoetermeer groeien relatief veel kinderen op met een kans op armoede zijn (tabel 2).
6 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
Tabel 2 Aantal jeugdigen (0-17 jaar) met kans op armoede in Haaglanden 2008-2011 per 100 inwoners 0-17 jaar gemeente
2008
2009
2010
2011
Delft
14,1
13,7
15,9
16
Den Haag
18,4
19
20,5
20,7
Leidschendam-Voorburg
10
11,5
12,4
11,8
Midden-Delfland
4,5
6,8
4,5
4,6
Pijnacker-Nootdorp
7,4
7
6,7
6,7
13,1
14,6
14,6
14,6
6,9
8,6
8,7
8,9
Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
7,2
8,6
7,8
8,4
11,6
12,8
13,7
14,5
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) met kans op armoede in Zuid-Holland
Huishoudens met de meeste financiële problemen zijn: • eenouderhuishoudens (vooral met kinderen tot 18 jaar); • huishoudens met een laagopgeleide kostwinner; • huishoudens met een laag inkomen, onder of rond het sociaal minimum (bijstandsuitkering); • grote gezinnen. Kinderen hebben ten opzichte van volwassenen meer kans om langdurig in armoedesituaties te leven. Kinderen in eenouderhuishoudens verkeren vaker (langdurig) in armoede dan kinderen uit tweeouderhuishoudens. Dit geldt vooral voor kinderen onder de 12 jaar. Als de kinderen 12 jaar of ouder zijn, kunnen hun ouders vaak weer (meer) werken. Als kinderen meerderjarige thuiswonende broers of zussen hebben, neemt de kans op armoede eveneens af (CBS/SCP 2013). De kans om in armoede op te groeien is veel groter voor niet-westerse allochtone minderjarigen (25%) dan voor autochtone minderjarigen (7%) (Huijnk et al 2014).
Weinig grote gezinnen Grote gezinnen behoren tot de huishoudens met de meeste financiële problemen. In Haaglanden wonen in 2013 1.128 gezinnen met 5 of meer thuiswonende kinderen. Dat is 0,8% van het aantal gezinnen met kinderen (RIS). In heel Zuid-Holland is 1% van de huishoudens met kinderen een groot gezin. Den Haag heeft relatief de meeste grote gezinnen (1%), het gaat daarbij om minimaal 3.475 kinderen. Rijswijk heeft relatief de minste grote gezinnen (0,3% van het aantal gezinnen met kinderen).
Jeugd en onderwijs Lokale verschillen in aantal achterstandsleerlingen In het basisonderwijs zijn in 2013 in Haaglanden circa 13.000 achterstandsleerlingen, 14,2% van het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs. Het Ministerie van OCW heeft op basis van het opleidingsniveau van de ouders, de leerlingen ingedeeld in 2 categorieën achterstandsleerlingen. De basisscholen krijgen meer middelen toegewezen als ze achterstandsleerlingen hebben (het begrip achterstandsleerling zegt niets over de capaciteiten van de betreffende kinderen).
7 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
Er zijn grote verschillen tussen gemeenten in het aandeel achterstandsleerlingen (tabel 3). In Den Haag wonen relatief de meeste achterstandsleerlingen. Bij bijna driekwart van deze kinderen gaat het om de zwaarste categorie (1.2). Tabel 3 Aantal achterstandsleerlingen (4-12 jaar) in Haaglanden in 2013 gemeente
aantal achterstandsleerlingen
aandeel van totaal basisschoolleerlingen
toegekend gewicht als aandeel totaal basisschoolleerlingen 0.3 leerling
delft
1
1.2 leerling
820
12,7
6,0
6,8
9.028
20,0
5,6
14,4
412
6,9
2,7
4,2
77
3,7
2,1
1,5
pijnacker-nootdorp
223
3,8
2,5
1,3
rijswijk
464
13,7
6,4
7,3
49
2,4
1,5
0,9
westland
983
10,1
7,0
3,1
zoetermeer
940
8,5
4,5
4,0
den haag leidschendam-voorburg midden-delfland
wassenaar
2
1
0,30 voor leerlingen waarvan beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. 2 1,20 voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. Leerlingen in deze categorie leveren het meeste extra budget op voor de basisschool. bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) cijfers zijn voorlopig, ris-zh.nl: Achterstandsleerlingen (4-12 jaar), naar gewicht, in 2013 in Zuid-Holland
Aantal voortijdig schoolverlaters daalt In de regio is een aantal jaren sprake van een daling van het aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs en het mbo. In 2009/2010 was het aantal voortijdig schoolverlaters in totaal 4,2%, terwijl dat in 2012/2013 gedaald is naar 2,8% (figuur 5). In het schooljaar 2012/2013 is het aantal voortijdig schoolverlaters in alle gemeenten in de regio gedaald vergeleken met het jaar daarvoor. Den Haag heeft met 3,6% van het aantal leerlingen relatief de meeste voortijdig schoolverlaters, Wassenaar de minste (1,1%) (RIS). De afgelopen jaren is flink ingezet op het tegengaan van voortijdig schooluitval. Maar voortijdig schoolverlaten kan ook te maken hebben met de economische ontwikkelingen (De Witte et al 2014). Door de economische crisis is de werkgelegenheid voor jongeren slecht, zeker voor schoolverlaters zonder startkwalificatie. Dat is misschien de reden dat jongeren langer op school blijven, omdat werkloosheid en slechte carrièremogelijkheden het alternatief zijn. Een deel van de schoolverlaters gaat dan ook na enige tijd terug naar de schoolbanken (NOG). Het is de vraag of na de economische crisis, bij daling van de jeugdwerkloosheid, het aantal voortijdig schoolverlaters weer zal gaan stijgen.
8 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
Figuur 5
Voortijdig schoolverlaters (vsv) als percentage van het aantal leerlingen naar leeftijd in Haaglanden
12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 2009/2010
2010/2011 13-17 jaar
2011/2012 18-22 jaar
2012/2013
Totaal vsv
bron: ris-zh.nl: Voortijdig schoolverlaters als percentage van het aantal leerlingen naar leeftijd in Zuid-Holland, Toe-/afname voortijdig schoolverlaters (vsv) voortgezet onderwijs en mbo per woongemeente in Zuid-Holland
Zoetermeer heeft meeste leerlingen in het speciaal basisonderwijs In Haaglanden gaat in 2013 2,4% (2.178) van de leerlingen naar het speciaal basisonderwijs. In Zoetermeer gaan relatief de meeste kinderen naar het speciaal basisonderwijs (3%) (RIS). Het aantal leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs in Haaglanden is 1.593 in 2013. Dat is 1,7% van het aantal 12- tot 19-jarigen. Dat is vergelijkbaar met heel Zuid-Holland (1,8%) (RIS). Leerlingen met bepaalde beperkingen en of leerproblemen konden met een extra budget in het reguliere basisonderwijs terecht. Zo’n leerlinggebonden budget wordt ook wel rugzakje genoemd. In 2013 had 0,6% (602) van de basisschoolleerlingen in Haaglanden een rugzakje (RIS). Met de Wet passend onderwijs is het rugzakje met ingang van schooljaar 2013/2014 afgeschaft. Samenwerkende scholen hebben een zorgplicht: alle leerlingen die dat nodig hebben moeten extra ondersteuning krijgen en een passend onderwijsprogramma. Het samenwerkingsverband van de scholen krijgt de beschikking over het budget van de rugzakjes (passendonderwijs.nl).
Conclusie Het aantal jeugdigen stijgt in Haaglanden. Het aantal niet-westerse allochtonen jeugdigen stijgt eveneens. Mogelijk heeft de recente migratiegeschiedenis van nieuwe groepen nietwesterse allochtonen invloed op de behoefte aan hulp en ondersteuning. Het aantal jeugdigen betrokken bij een echtscheiding en het aantal jeugdigen dat opgroeit in een eenouderhuishouden blijft gelijk. Er is een lichte toename van jeugdigen die opgroeien met een kans op armoede. Bij een aanhoudende economische crisis zou dat aantal verder kunnen stijgen. Deze ontwikkeling heeft mogelijk gevolgen voor de vraag naar ondersteuning. Het aantal voortijdig schoolverlaters daalt in schooljaar 2012/2013. Dit is toe te schrijven aan het gevoerde beleid tegen voortijdig schoolverlaten, maar heeft voor een deel mogelijk
9 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]
ook te maken met de economische ontwikkelingen. Het is de vraag of na de economische crisis, bij daling van de jeugdwerkloosheid, het aantal voortijdig schoolverlaters weer zal gaan stijgen.
Literatuur Centraal Bureau voor de Statistiek, Sociaal en Cultureel Planbureau (CBS/SCP). Armoedesignalement 2013. Den Haag: CBS/SCP, 2013. Huijnk W, Gijsberts M, Dagevos J. Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2014. De Witte K, Cabus S, Groot W, van den Brink M. Voortijdig schoolverlaten Rapportage van TIER/Platform 31 Maastricht: TIER-Universiteit, 2014.
Websites cbs.nl
Centraal Bureau voor de Statistiek
nationaleonderwijsgids.nl
NOG, Online kennisplatform voor onderwijs gerelateerde onderwerpen
nji.nl
Nederlands Jeugdinstituut
passendonderwijs.nl
Informatiepunt passend onderwijs
ris-zh.nl
Regionaal Informatiesysteem Samenleving
statline.cbs.nl
Statline, Centraal Bureau voor de Statistiek
Colofon november 2014 - K.P. Nagel, T. Nienhuis, A.M. van Essen, M.E. Jacobs © Tympaan Instituut Dit is een gratis uitgave van het Tympaan Instituut en is onder vermelding van 0662 te bestellen bij het Tympaan Instituut.
10 Factsheet jeugdzorg in Haaglanden - Tympaan Instituut -
[email protected]