Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam Inleiding Gemeenten en regio’s zijn op dit moment druk bezig met de beleidsvorming rond de transitie jeugdzorg. De hele jeugdzorg valt in 2015 onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Daarnaast is in augustus 2014 de Wet passend onderwijs inwerking getreden. Deze wet legt de scholen een zorgplicht op die zij moeten realiseren binnen samenwerkingsverbanden van scholen in de regio’s en de gemeenten. Belangrijk doel van de transities is het mogelijk maken van een geïntegreerde aanpak, waarbij gemeenten en regio’s de regie voeren. Deze factsheet geeft gemeenten en regio’s inzicht in de groep jeugdigen1 waarvoor het beleid van toepassing is door middel van bevolkingsgegevens en -ontwikkelingen. Er is speciale aandacht voor gezinssituaties die zorgen dat jeugdigen een hoger risico lopen in te stromen in de jeugdzorg. Belangrijke factor daarbij is de sociaaleconomische positie van het gezin: de kans op armoede. Daarnaast zijn er ontwikkelingen rond jeugd en onderwijs beschreven, zoals aantal achterstandsleerlingen, voortijdig schoolverlaters en onderwijsvoorzieningen. De gepresenteerde gegevens in deze factsheet hebben peildatum 1 januari van het betreffende jaar, tenzij anders vermeld. Een toelichting op de gegevens staat in de links naar het Regionaal Informatiesysteem Samenleving (RIS) onder de tabellen. Goeree-Overflakkee wordt dit jaar ingedeeld bij de stadsregio Rotterdam2. Een toelichting op de gegevens staat in de links naar het Regionaal Informatiesysteem Samenleving (RIS) onder de tabellen. Gegevens van de stadsregio Rotterdam en haar gemeenten worden met elkaar en met ZuidHolland in zijn geheel vergeleken.
Jeugdigen in de stadsregio Rotterdam Aantal jeugdigen blijft gelijk In 2014 wonen in de stadsregio Rotterdam 256.000 jeugdigen (0-17 jaar) en 372.000 jongvolwassenen (18-24 jaar). De opbouw in leeftijdscategorieën is vergelijkbaar met ZuidHolland als geheel (figuur 1).
1
2
Onder jeugdigen verstaan we in deze factsheet 0-17-jarigen. Omdat veel organisaties in de zorg voor jeugd zich richten op een bredere leeftijdsgroep, worden ook gegevens van jongvolwassenen (18-24 jaar) getoond. Kies bij de tabellen in het RIS bij regioindelingen voor ‘GGD’, de regio GGD Rotterdam-Rijnmond komt overeen met de RASregio stadsregio Rotterdam plus Goeree-Overflakkee.
Postbus 93010 2509 AA Den Haag 070 3371000
Anna van Saksenlaan 51 2593 HW Den Haag
www.tympaan.nl
[email protected] @tymp_inst
Figuur 1
Bevolkingsopbouw jeugdigen en jongvolwassenen in de stadsregio Rotterdam (centrumring) en Zuid Holland in 2014
15% 31% 31% 19%
16% 34% 35%
19%
0-3 jaar
4-12 jaar
13-17 jaar
18-24 jaar
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen naar leeftijd in Zuid-Holland in 2014
Het aantal jeugdigen in de stadsregio Rotterdam is in de periode 2011-2014 bijna gelijk gebleven net als in Zuid Holland als geheel. Er zijn wel verschillen tussen de gemeenten (kaart 1). In Lansingerland, Albrandswaard en Rotterdam neemt het aantal jeugdigen toe, terwijl in de rest van de gemeenten dat aantal juist afnam. Kaart 1 Demografische ontwikkeling jeugdigen (0-17 jaar) in de stadsregio Rotterdam 2011-2014, in percentages
De percentages in de kaart betreffen afgeronde cijfers. De gemeenten zijn geklasseerd op basis van onafgeronde percentages, waarbij klassen van gelijke grootte zijn gekozen voor heel Zuid-Holland. Niet in elke regio zijn daarom alle klassen aanwezig. Legenda gemeenten: 1 Lansingerland, 2 Maassluis, 3 Vlaardingen, 4 Schiedam, 5 Rotterdam, 6 Capelle aan den IJssel, 7 Krimpen aan den IJssel, 8 Westvoorne, 9 Brielle, 10 Hellevoetsluis, 11 Bernisse, 12 Spijkenisse, 13 Albrandswaard, 14 Barendrecht, 15 Ridderkerk, 16 Goeree-Overflakkee bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Ontwikkeling van het aantal jeugdigen per leeftijdsgroep in Zuid-Holland
2 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
Het aantal geboorten ligt in 2013 landelijk op 171.000. Dat is het laagste aantal sinds 1983. Zowel voor het huidige lage geboortecijfer als dat van 30 jaar geleden is een economische crisis de belangrijkste verklaring. Verwacht mag worden dat als de economische crisis voorbij is, het aantal geboorten ook weer gaat toenemen, mogelijk met een inhaalslag. Voor wat betreft de stadsregio Rotterdam geldt dat zij over de laatste 10 jaar gemiddeld 35,9% van het provinciale aantal geboorten voor haar rekening neemt. Gemiddeld gaat het om 14.600 geboorten in de stadsregio Rotterdam, in 2013 werden er 14.400 kinderen geboren.
Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen blijft gelijk In 2013 is het aantal niet-westerse allochtonen in de stadsregio Rotterdam gelijk gebleven. Per gemeente verschilt de ontwikkeling (tabel 1). Onder andere in Rotterdam is het aantal niet-westerse allochtone jeugdigen in de periode 2010-2013 gedaald, in aantal en gerelateerd aan het aantal jeugdigen. In Lansingerland, Brielle en Westvoorne neemt het aantal juist sterk toe (met circa een vijfde) tussen 2010 en 2013. Van de jeugdigen in de stadsregio is 34% niet-westers allochtoon. In Rotterdam is de helft van de jeugdigen niet-westers allochtoon. Andere gemeenten waar relatief veel nietwesterse jeugdigen wonen zijn Schiedam (bijna 40%), Capelle aan den IJssel, Maassluis en Vlaardingen (bijna 30%). Tabel 1 Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen (0-17 jaar) in de stadsregio Rotterdam gemeenten albrandswaard
aantal 2013
verschil% 2010-2013
verschil per 100 0-17-jarigen in 2010-2013
832
13,8
1,3
2.233
11,0
1,7
bernisse
105
7,1
0,5
brielle
217
19,9
1,2
barendrecht
capelle a/d ijssel
3.934
2,5
1,2
goeree-overflakkee
318
8,2
0,3
hellevoetsluis
965
-4,5
0,2
krimpen a/d ijssel
510
17,8
1,4
lansingerland
1.705
21,4
1,4
maassluis
1.818
-0,5
-0,2
ridderkerk
1.134
13,4
1,5
rotterdam
60.376
-3,1
-2,1
schiedam
5.838
0,7
0,5
spijkenisse
3.028
-0,6
0,6
vlaardingen
3.941
1,8
0,6
westvoorne
177
19,6
1,4
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal niet-westerse allochtone jeugdigen (0-17 jaar) in Zuid-Holland
Van niet-westerse allochtone jeugdigen is bekend dat ze meer problemen ervaren en vaak pas in een later stadium bij de hulpverlening terechtkomen dan autochtone leeftijdsgenoten (NJi). Dit heeft met name te maken met sociaaleconomische kenmerken van allochtone jeugdigen en minder met het feit dat ze allochtoon zijn.
3 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
De migratiegeschiedenis van de niet-westerse allochtone jeugdige kan ook een rol spelen. Hoe recenter deze geschiedenis is, hoe meer invloed die heeft op de ontwikkeling van de jeugdigen. Zij moeten wennen aan de Nederlandse samenleving en kampen mogelijk met gevoelens van ontworteling en vervreemding. Mogelijk hebben ze traumatische ervaringen ondervonden (bijvoorbeeld asielzoekers, vluchtelingen uit oorlogsgebieden, bootvluchtelingen) (NJi). De eerste generatie allochtone jongeren, die zelf in het land van herkomst zijn geboren en ten minste 1 ouder hebben die in het buitenland is geboren, hebben de meest recente migratiegeschiedenis. In de stadsregio Rotterdam gaat het dan om 8.755 jongeren tot de leeftijd van 20 jaar. Ruim een kwart van deze eerste generatie allochtonen hebben een Marokkaanse, Turkse of Surinaamse achtergrond. Eveneens ruim een kwart is afkomstig uit de voormalige Nederlandse Antillen en Aruba. Bijna de helft zijn niet-westerse allochtone jongeren uit andere landen van Afrika, Azië en (Zuid-)Amerika (figuur 2).
Figuur 2
Eerste generatie niet-westerse allochtonen 0-20 jaar in de stadsregio Rotterdam in 2014
27% 46% 9%
8%
10%
(voormalige) ned. antillen en aruba
marokko
suriname
turkije
overige niet-westerse allochtonen bron: CBS: Bevolking; leeftijd, herkomstgroepering en regio
Jeugd en gezin Aantal jeugdigen betrokken bij echtscheiding licht gestegen In de stadsregio Rotterdam hebben 2.510 jeugdigen met een echtscheiding te maken gekregen in 2012. Ten opzichte van 2011 is dat een stijging met 2%. Het aantal jeugdigen dat de afgelopen jaren met een echtscheiding te maken kreeg, ligt in de stadsregio Rotterdam in 2012 op 1%. Dat is vergelijkbaar met het percentage dat geldt voor de hele provincie. Het aantal minderjarige kinderen dat feitelijk met een scheiding van hun ouders te maken krijgt, ligt veel hoger dan het aantal in figuur 3. Het CBS registreert alleen het aantal echtscheidingen na een huwelijk en niet het aantal samenwonenden dat uit elkaar gaat. Ook partnerschapregistraties worden niet in de cijfers meegenomen. Het totaal aantal minderjarige kinderen dat met een scheiding te maken krijgt is naar schatting3 1,7 maal groter dan
3
Afgeleid van de schatting dat jaarlijks 70.000 thuiswonenden tot 22 jaar met een scheiding te maken krijgen.
4 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
het aantal in figuur 3. Voor de stadsregio Rotterdam gaat het dan in totaal om circa 4.300 minderjarigen.
Figuur 3
Aantal jeugdigen (0-17 jaar) betrokken bij een echtscheiding in de stadsregio Rotterdam 1.090
1.200 1.000 800 600 400 200
55 106 31
51
145 131 97 113 62 44
147 200 157
57
24
0
2009
2010
2011
2012
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) betrokken bij een scheiding in Zuid-Holland
Lichte stijging jeugdigen die opgroeien in eenouderhuishoudens In de stadsregio Rotterdam is het aantal jeugdigen in eenouderhuishoudens in 2013 gestegen met 1,2% in vergelijking met het jaar daarvoor (figuur 4). Totaal gaat het om ruim 55.400 minderjarigen, meer dan een vijfde van het aantal 0-17-jarigen. In de stadsregio groeien relatief veel jeugdigen in eenhouderhuishoudens op (22%), meer dan gemiddeld in Zuid-Holland (17%). Relatief en absoluut wonen de meeste jeugdigen in eenouderhuishoudens in Rotterdam (28%). Ook in Capelle aan den IJssel, Schiedam, Spijkenisse en Vlaardingen wonen relatief veel jeugdigen in eenouderhuishoudens (figuur 4).
Figuur 4
30 25 20 15 10 5 0
Aantal jeugdigen (0-17 jaar) in eenouderhuishoudens in de stadsregio Rotterdam per 100 jeugdigen 27,7 23,8
22,5 21,8 21,5
15,5
12,8 11,7 11 14,5
7,1
2010
2011
12,3
15,9
13,8
9,8
2012
11,4
2013
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) in eenouderhuishoudens in Zuid-Holland
5 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
Kinderen in eenouderhuishoudens hebben meer kans op problemen bij het opgroeien dan kinderen uit tweeouderhuishoudens. Die problemen kunnen te maken hebben met de gevolgen van een scheiding of het overlijden van een ouder en minder aandacht van de opvoedende ouder, meestal de moeder. Veel problemen komen voort uit de (slechte) financiele situatie. Het combineren van werken en zorgen is veel moeilijker met een laag inkomen. De ouder moet vaak langer werken om het benodigde inkomen te genereren en de kosten van kinderopvang drukken zwaarder op het huishoudbudget. Problemen van jeugdigen in eenouderhuishoudens uiten zich in problematisch gedrag, angst, verdriet, schuldgevoel en slechtere schoolprestaties (NJi). Landelijk is een derde van de eenouderhuishoudens van niet-westerse afkomst. Antilliaanse en Surinaamse kinderen groeien relatief vaak op in eenouderhuishoudens. In de stadsregio Rotterdam heeft 61% van de eenouderhuishoudens 1 kind, 30% heeft 2 kinderen en 9% heeft 3 of meer kinderen (in 2013). Dit is vergelijkbaar met de verdeling van eenouderhuishoudens in de provincie als geheel. Tussen de gemeenten onderling zijn de verschillen niet groot.
Aantal tienermoeders daalt In een tijdsbestek van 10 jaar is het aantal tienermoeders in de stadsregio Rotterdam gehalveerd. In 2013 is het aantal tienermoeders met circa 16% gedaald ten opzichte van 2012 (RIS). In 2013 gaat het in de stadsregio Rotterdam om 337 tienermoeders. Dat is 1% van de vrouwen/meisjes in de leeftijd van 15-19 jaar.
Aantal jeugdigen met kans op armoede het grootst in Rotterdam In de stadsregio Rotterdam heeft 17,9% van de jeugdigen in 2011 kans op armoede. Dat zijn er ongeveer evenveel als het jaar daarvoor. De kans op armoede is het grootst in Rotterdam. Een kwart van de jeugdigen groeit daar op in een huishouden met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum (tabel 2). Voor huishoudens met een laag inkomen geldt dat de woonlasten vaker als zware last worden ervaren dan door huishoudens met een inkomen boven deze grens. Het doen van onverwachte uitgaven is vaker een probleem, evenals het kopen van kleding, het vervangen van meubels, het bereiden van gezonde maaltijden, op vakantie gaan, het huis voldoende verwarmen of iemand eens een keer te eten vragen (CBS/SCP 2013). De laatste cijfers zijn van 2011. We kunnen verwachten dat het aantal kinderen dat opgroeit met kans op armoede als gevolg van de economische crisis zal stijgen.
6 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
Tabel 2 Aantal jeugdigen (0-17 jaar) met kans op armoede in de stadsregio Rotterdam per 100 inwoners 0-17 jaar gemeenten
2008
2009
2010
albrandswaard
5,8
5,6
7,2
7,1
barendrecht
6,1
5,2
5,9
6,8
bernisse
7,7
3,9
8,0
4,1
brielle
2011
6,0
6,2
6,3
6,3
11,6
13,1
15,4
16,0
goeree-overflakkee
4,6
4,7
4,7
4,7
hellevoetsluis
7,0
6,0
8,5
8,7
krimpen a/d ijssel
4,6
6,2
7,8
7,9
lansingerland
5,3
6,6
6,4
6,3
maassluis
10,8
12,5
14,2
15,7
ridderkerk
7,2
7,3
8,6
9,8
rotterdam
22,7
23,9
25,4
25,3
schiedam
15,6
15,7
18,3
19,0
spijkenisse
10,5
10,8
13,0
13,2
vlaardingen
14,4
15,4
17,0
17,7
westvoorne
7,1
7,1
7,3
7,5
capelle a/d ijssel
bron: statline.cbs.nl, ris-zh.nl: Aantal jeugdigen (0-17 jaar) met kans op armoede in Zuid-Holland
Huishoudens met de meeste financiële problemen zijn: eenouderhuishoudens (vooral met kinderen tot 18 jaar); huishoudens met laagopgeleide kostwinner; huishoudens met een laag inkomen, onder of rond het sociaal minimum (bijstandsuitkering); grote gezinnen. Kinderen hebben ten opzichte van volwassenen meer kans om langdurig in armoedesituaties te leven. Kinderen in eenouderhuishoudens verkeren vaker (langdurig) in armoede dan kinderen uit tweeouderhuishoudens. Dit geldt vooral voor kinderen onder de 12 jaar. Als de kinderen 12 jaar of ouder zijn, kunnen hun ouders vaak weer (meer) werken. Als kinderen meerderjarige thuiswonende broers of zussen hebben, neemt de kans op armoede eveneens af (CBS/SCP 2013). De kans om in armoede op te groeien is veel groter voor niet-westerse allochtone minderjarigen (25%) dan voor autochtone minderjarigen (7%) (Huijnk et al 2014).
Meeste grote gezinnen op Goeree-Overflakkee Grote gezinnen behoren tot de huishoudens met de meeste financiële problemen. In de stadsregio Rotterdam wonen in 2013 1.879 gezinnen met 5 of meer kinderen. Dat is 1% van het aantal gezinnen met kinderen, iets minder vergeleken de hele provincie (RIS). GoereeOverflakkee heeft de meeste grote gezinnen (2,6%), het gaat daar om minimaal 850 kinderen.
7 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
Jeugd en onderwijs Stadregio Rotterdam heeft relatief de meeste achterstandsleerlingen In het basisonderwijs zijn in 2013 in de stadsregio Rotterdam bijna 20.000 achterstandsleerlingen. Dat is 18% van het totaal aantal leerlingen in het basisonderwijs. Dat is voor heel Zuid Holland 14%. Het Ministerie van OCW heeft op basis van het opleidingsniveau van de ouders, de leerlingen ingedeeld in 2 categorieën achterstandsleerlingen. De basisscholen krijgen meer middelen toegewezen als ze achterstandsleerlingen hebben. Het begrip achterstandsleerling zegt niets over de capaciteiten van de betreffende kinderen. In Rotterdam is een kwart van de kinderen achterstandsleerling. Andere gemeenten met een groot aandeel achterstandsleerlingen zijn Schiedam en Vlaardingen. Relatief het minste aantal achterstandsleerlingen woont in Albrandswaard (tabel 3). Tabel 3 Aantal achterstandsleerlingen (4-12 jaar) in de stadsregio Rotterdam in 2013 gemeente
aantal achterstandsleerlingen
aandeel van totaal basisschoolleerlingen
toegekend gewicht als aandeel totaal basisschoolleerlingen 0.3 leerling
albrandswaard
1
1.2 leerling
75
2,9
2,0
0,9
328
6,1
3,7
2,4
bernisse
71
7,7
6,0
1,7
brielle
89
6,7
5,1
1,6
capelle a/d ijssel
665
11,8
6,5
5,3
goeree-overflakkee
418
9,3
7,4
1,9
hellevoetsluis
325
9,8
7,3
2,5
krimpen a/d ijssel
252
8,9
7,6
1,3
lansingerland
275
4,0
2,4
1,6
maassluis
447
17,3
9,1
8,1
ridderkerk
454
13,0
8,7
4,4
rotterdam
12.743
25,2
8,9
16,3
schiedam
1.610
23,6
9,7
14,0
barendrecht
spijkenisse
841
14,4
10,3
4,1
vlaardingen
1.112
20,2
9,6
10,7
westvoorne
82
7,6
4,9
2,7
2
1
0,30 voor leerlingen waarvan beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan óf waarvan beide ouders maximaal twee jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs hebben gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. 2 1,20 voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd óf het lbo/vbo, praktijkonderwijs of de vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft doorlopen óf maximaal 2 jaar onderwijs in een andere schoolopleiding in het voortgezet onderwijs aansluitend op het basisonderwijs heeft gevolgd, bijvoorbeeld lts, ambachtsschool of huishoudschool. Leerlingen in deze categorie leveren het meeste extra budget op voor de basisschool. bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) cijfers zijn voorlopig, ris-zh.nl: Achterstandsleerlingen (4-12 jaar), naar gewicht, in 2013 in Zuid-Holland
Aantal voortijdig schoolverlaters daalt In de regio is een aantal jaren sprake van een daling van het aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs en het mbo. In 2009/2010 was het aantal voortijdig schoolverlaters in totaal 4,7%, terwijl dat in 2012/2013 gedaald is naar 2,9% (figuur 5).
8 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
In het schooljaar 2012/2013 is het aantal voortijdig schoolverlaters in bijna alle gemeenten gedaald vergeleken met het jaar daarvoor. Rotterdam heeft met 3,8% van het aantal leerlingen relatief de meest voortijdig schoolverlaters (RIS). De afgelopen jaren is flink ingezet op het tegengaan van voortijdig schooluitval. Maar voortijdig schoolverlaten kan ook te maken hebben met de economische ontwikkelingen (De Witte et al 2014). Door de economische crisis is de werkgelegenheid voor jongeren slecht, zeker voor schoolverlaters zonder startkwalificatie. Dat is misschien de reden dat jongeren langer op school blijven, omdat werkloosheid en slechte carrièremogelijkheden het alternatief zijn. Een deel van de schoolverlaters gaat dan ook na enige tijd terug naar de schoolbanken (NOG). De daling in het schooljaar 2011/2012 bij de jongvolwassenen heeft mogelijk te maken met de economische crisis (figuur 5). Het is de vraag of na de economische crisis, bij daling van de jeugdwerkloosheid, het aantal voortijdig schoolverlaters weer zal gaan stijgen.
Figuur 5
Voortijdig schoolverlaters (vsv) als percentage van het aantal leerlingen naar leeftijd in de stadsregio Rotterdam
12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
2009/2010
2010/2011 13-17 jaar
2011/2012 18-22 jaar
2012/1013 totaal
bron: Ministerie van OCW, ris-zh.nl: Voortijdig schoolverlaters (vsv) als percentage van het aantal leerlingen naar leeftijd per woongemeente in Zuid-Holland
Capelle aan den IJssel heeft meeste leerlingen in het speciaal basisonderwijs In de stadsregio Rotterdam gaan in 2013 2,3% (2.512) van de leerlingen naar het speciaal basisonderwijs. In Capelle aan den IJssel gaan relatief de meeste kinderen naar het speciaal basisonderwijs (3,6%). In Spijkenisse en op Goeree-Overflakkee ligt dat aandeel ook boven de 3% (RIS). Het aantal leerlingen in het speciaal voortgezet onderwijs in de stadsregio Rotterdam is 13.003 in 2013. Dat is 1,7% van het aantal 12- tot 19-jarigen. De aantallen leerlingen in het speciaal onderwijs in de stadsregio Rotterdam (basis en voortgezet) zijn vergelijkbaar met die van heel Zuid-Holland (RIS). Leerlingen met bepaalde beperkingen en/of leerproblemen konden met een extra budget in het reguliere basisonderwijs terecht. Zo’n leerlinggebonden budget wordt ook wel rugzakje genoemd. In 2013 had 0,7% (773) van de basisschoolleerlingen in de stadsregio Rotterdam een rugzakje (RIS).
9 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]
Met de Wet passend onderwijs is het rugzakje met ingang van schooljaar 2013/2014 afgeschaft. Samenwerkende scholen hebben een zorgplicht: alle leerlingen die dat nodig hebben moeten extra ondersteuning krijgen en een passend onderwijsprogramma. Het samenwerkingsverband van de scholen krijgt de beschikking over het budget van de rugzakjes (passendonderwijs.nl).
Conclusie
Het aantal jeugdigen blijft vrijwel gelijk in de stadsregio Rotterdam. Dit geldt ook voor de niet-westerse allochtone jeugdigen in de periode 2011-2014. Het aandeel niet-westerse allochtone jeugdigen blijft daarmee ook gelijk (34%). De eerste generatie niet-westerse allochtone jeugdigen heeft voor driekwart een andere achtergrond dan de Antilliaanse, Surinaamse, Turkse of Marokkaanse. Mogelijk kan hun recente migratiegeschiedenis invloed hebben op de behoefte aan hulp en ondersteuning. Het aantal jeugdigen dat met echtscheiding te maken krijgt is van 2011 naar 2012 licht gestegen evenals het aantal jeugdigen dat in eenouderhuishoudens opgroeit. Het aantal jeugdigen met kans op armoede bleef gelijk. Door de aanhoudende crisis kan de vraag naar ondersteuning voor deze kinderen toenemen. Ook kan hun aantal dan weer toenemen. De daling van het aantal voortijdig schoolverlaters wordt mogelijk mede veroorzaakt door de economische crisis. In de stadsregio Rotterdam zien we dat in het schooljaar 2012/2013 met name het aantal jongvolwassen voortijdig schoolverlaters is gedaald. Het is de vraag of het aantal voortijdig schoolverlaters na de crisis met mogelijk dalende (jeugd)werkloosheid bij deze groep weer zal toenemen.
Literatuur Centraal Bureau voor de Statistiek/Sociaal en Cultureel Planbureau (CBS/SCP). Armoedesignalement 2013. Den Haag: CBS/SCP, 2013. Huijnk W, Gijsberts M, Dagevos J. Jaarrapport integratie 2013. Participatie van migranten op de arbeidsmarkt. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, 2014. Witte K de, Cabus S, Groot W, Brink M van den. Voortijdig schoolverlaten Rapportage van TIER/Platform 31. Maastricht: TIER-Universiteit, 2014.
Websites cbs.nl
Centraal Bureau voor de Statistiek
nationaleonderwijsgids.nl
NOG, Online kennisplatform voor onderwijs gerelateerde onderwerpen
nji.nl
Nederlands Jeugdinstituut
passendonderwijs.nl
Informatiepunt passend onderwijs
ris-zh.nl
Regionaal Informatiesysteem Samenleving
statline.cbs.nl
Statline, Centraal Bureau voor de Statistiek
Colofon november 2014 - K.P. Nagel, T. Nienhuis, A.M. van Essen, M.E. Jacobs. © Tympaan Instituut Dit is een gratis uitgave van het Tympaan Instituut en is onder vermelding van 0656 te bestellen bij het Tympaan Instituut.
10 Factsheet jeugdigen in de stadsregio Rotterdam - Tympaan Instituut -
[email protected]