Ecologische verbindingszones in de Stadsregio Rotterdam Voortgang en fysieke aandachtspunten
oktober 2008
2
Inleiding Om de natuurwaarden binnen de provincie Zuid-Holland te verbeteren is vanaf de jaren negentig ingezet om te komen tot een samenhangend netwerk van natuurgebieden en goede verbindingen daartussen, de zogenaamde provinciale Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het doel hierbij is om natuurgebieden onderling te verbinden. Dit is van belang om uitwisseling van plant- en diersoorten tussen natuurgebieden mogelijk te maken. De achterliggende gedachte is dat uitwisseling in het huidige versnipperde landschap cruciaal is voor het instandhouden van vitale populaties. In het rapport “Ecologische verbindingszones, aanwijzingen voor inrichting en beheer” (1996) van de provincie zijn per verbindingszone de globale tracés, streefbeelden, doelsoorten (dieren waar de verbinding belangrijk voor is) en natuurdoeltypen (typen natuur die de doelsoorten nodig hebben voor hun verplaatsing) aangegeven. In het regionaal Groenbeleidsplan 2 (RGSP2) (2005) van de Stadsregio Rotterdam en de provincie Zuid-Holland zijn de tracés van de verschillende ecologische verbindingszones opgenomen en in de tijd geprioriteerd. Jaarlijks wordt de voortgang van alle in het RGSP2 opgenomen projecten laaghangend fruit (gereed voor 2010) en 1e prioriteit (uitvoeringsgereed vóór 2010) gemonitord op hun voortgang. Uit deze monitor is naar voren gekomen dat de voortgang van de ecologische verbindingszones een verdiepingsslag nodig heeft, omdat er geconstateerd is dat de voortgang binnen één verbindingszone verschillend kan zijn. Daarnaast is er geen overzicht over de voortgang van de verbindingszones met een 2e prioriteit (uitvoeringsgereed vóór 2015). In dit rapport is een inventarisatie gedaan van zowel de voortgang in realisatie van alle ecologische verbindingszones uit het RGSP2 als van fysieke aandachtspunten van de projecten met een 1e prioriteit. Daar waar nodig worden oplossingsrichtingen aangegeven.
Werkwijze Aan de hand van gegevens uit de monitor RGSP2 2007 en aanvullende gesprekken is informatie verzameld over de voortgang en fysieke aandachtspunten. Als eerste zijn de projecten 1e prioriteit opgenomen, vervolgende de projecten met 2e prioriteit. Per ecologische verbindingszone is een factsheet opgesteld waar de volgende informatie is opgenomen: ·
Streefbeeld: conform het opgenomen streefbeeld uit het eerder genoemde rapport “Ecologische verbindingszones, aanwijzingen voor inrichting en beheer”. Daar waar afwijkingen of wijzigingen van dit streefbeeld zijn geconstateerd is dit vermeld.
·
Tracé: een globale beschrijving van het tracé, vaak conform het aangegeven tracé in het rapport “Ecologische verbindingszones, aanwijzingen voor inrichting en beheer”. Daar waar afwijkingen of wijzigingen van het oorspronkelijke tracé zijn geconstateerd is dit vermeld en aangeven op de kaart.
·
Voortgang: voor de gehele of onderdelen van de ecologische verbindingszone is de voortgang aangegeven. Onderdelen van het tracé die een verschillende voortgang kennen hebben een letter gekregen die verwijst naar de kaart. Er zijn vier categorieën voortgang voor de projecten 1e prioriteit die hetzelfde zijn als de categorieën zoals die in de monitor RGSP2 wordt gebruikt: · gerealiseerd: het gedeelte is al · goed lopend: voor het gedeelte zijn plannen gereed en de doelstelling uitvoeringsgereed voor 2010 wordt gehaald · kans op vertraging: vanwege de voortgang is er een kans dat de doelstelling uitvoeringsgereed voor 2010 niet wordt gehaald · vertraagd: de doelstelling uitvoeringsgereed voor 2010 wordt niet gehaald e
Er zijn vier categorieën voortgang voor de projecten 2 prioriteit: · gerealiseerd: het gedeelte is al gereed of bijna klaar · goed lopend: voor het gedeelte zijn plannen gereed en de doelstelling uitvoeringsgereed voor 2015 wordt gehaald
3
· · ·
kans op vertraging: deze projecten worden wel opgepakt, maar vanwege de voortgang is er een kans dat de doelstelling uitvoeringsgereed voor 2015 niet wordt gehaald nog niet opgepakt: deze projecten nog niet opgepakt
Fysieke aandachtspunten: naast de voortgang van de onderdelen zijn ook de fysieke aandachtspunten geïnventariseerd. Dit is alleen voor de projecten met een 1e prioriteit gedaan omdat voor deze projecten het definitieve tracéloop duidelijk is. Voor het functioneren van de ecologische verbindingszone is het van groot belang dat barrières als snel- en spoorwegen goed worden geslecht, dat ook de breedte van verbindingszone groot genoeg is en dat er binnen de verbindingszone een goede continuïteit is van de beoogde natuurdoeltypen. Er zijn vier categorieën aangegeven: · barrière infrastructuur: door de aanwezigheid van infrastructuur zowals auto- of spoorwegen zijn vaak aanvullende maatregelen nodig in de vorm van speciale faunapassages om er voor te zorgen dat doelsoorten zich ongestoord kunnen verplaatsen. Alleen op plekken waar hier nog geen aandacht voor is, is dit aangegeven · continuïteit onderbroken: voor het functioneren van een ecologische verbindingszone is belangrijk dat de er binnen de verbindingszone voldoende continuïteit is van de verschillende natuurdoeltypen. Als deze natuurdoeltypen te ver uit elkaar liggen of niet goed op elkaar aansluiten zal de verbindingszone niet goed functioneren. Achtergrond van een onderbroken continuïteit is vaak een versnipperd grondeigendom. · beperkte breedte: in het streefbeeld is vaak een breedte aangegeven om er voor te zorgen dat de ecologische verbindingszone genoeg maat heeft om voor verschillende doelsoorten goed te functioneren. Daar waar geconstateerd is dat de breedte onder druk staat is dit aangegeven. · concurrerende functie(s): in een aantal gevallen is de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone gekoppeld aan een gebouwde ontwikkeling, zoals een woonwijk of een bedrijventerrein of ligt het tracé van een ecologische verbindingszone nabij het tracé van een toekomstige snelweg . In deze gevallen is het belangrijk dat de ecologische verbindingszone genoeg ruimte krijgt en de andere functie geen verstorende invloed hebben. Voor elk fysiek aandachtspunt wordt een oplossingsrichting aangegeven.
Conclusie: algemene aandachtspunten en oplossingsrichtingen Het algemene beeld dat uit de inventarisatie naar voren komt is dat er al veel gebeurd om de ecologische verbindingszones gerealiseerd te krijgen binnen de Stadsregio Rotterdam. Vaak maken de verbindingszones onderdeel uit van een inrichtingsplan voor een groter groengebied of zijn ze onderdeel van een integrale gebiedsontwikkeling. Het is goed om te constateren dat er ook al volop wordt gewerkt aan het uitvoeringsgereed maken van de verbindingszones die in het RGSP2 een 2e prioriteit hebben, onderdelen daar van zijn zelfs al gereed. Vanuit de inventarisatie komen een aantal aandachtspunten naar voren waarbij bij elk aandachtpunt een oplossingsrichting wordt gegeven: ·
Regie op de voortgang en uitvoering is onduidelijk Het belangrijkste aandachtspunt is het ontbreken van een duidelijke regie op de voortgang en uitvoering. Bij de uitvoering zijn vele trekkers, met name gemeenten en waterschappen, betrokken die allen verantwoordelijk zijn voor vaak slechts een gedeelte van een verbindingszone. Een goed voorbeeld van een overkoepelende programmasturing op de gehele verbindingszone is de organisatie rondom het Krekenplan Voorne-Putten. Bij andere ecologische verbindingszones is het echter minder duidelijk wie het totaalbeeld van de ecologische verbindingszone bewaakt, de voortgang stuurt en de uitvoering (en aansluiting) van de verschillende gedeelten coördineert. Delen van een ecologische verbindingszones die buiten een groenproject of integrale gebiedsontwikkeling liggen worden niet opgepakt. Hier ligt een taak voor een coördineerde partij (stadsregio of provincie) om een gemeente (of andere uitvoerende partij) aan te sporen te starten met de uitvoering.
4
Oplossingsrichting: er moet meer duidelijkheid voor uitvoerende partijen komen wie het totaalbeeld en de voortgang van een verbindingszone coördineert. Dit kan bijvoorbeeld de stadsregio of provincie zijn. Een goede coördinatie is belangrijk omdat een ecologische verbindingszone pas goed zal functioneren als er een continue inrichting is gerealiseerd. De “zwakste” schakel kan er voor zorgen dat de hele verbindingszone niet goed functioneert. ·
De geformuleerde ambities voor de maatvoering worden niet altijd gerealiseerd In het rapport “Ecologische verbindingszones, aanwijzingen voor inrichting en beheer” uit 1996 heeft de provincie streefbeelden aangeven en worden wenselijke breedten en oppervlakten genoemd. In de praktijk wordt de genoemde maatvoering vaak niet gehaald, vanwege een moeilijke grondverwerving of andere moeilijkheden met de inpassing. Het is nu onduidelijk of dit ook gevolgen heeft voor het functioneren van de gehele ecologische verbindingszone. Is de verbindingszone dan bijvoorbeeld minder aantrekkelijk voor bepaalde diersoorten? Zeker in het licht van gerechtelijke procedures van natuurbelangenorganisaties is het belangrijk om als overheid naar realiseerbare ambities te streven. Oplossingsrichting: een evaluatie van de gestelde ambities in relatie tot de reeds gerealiseerde (delen van) ecologische verbindingszones kan helpen om te komen tot realiseerbare, herijkte, ambities.
·
Koppelen van de uitvoering aan een integrale gebiedsontwikkeling is een kans, maar ook een risico De gekoppelde uitvoering van een ecologische verbindingszone aan de aanleg van bijvoorbeeld een woonwijk, bedrijventerrein of golfbaan is een mogelijkheid om de uitvoering te versnellen doordat er financiering vrijkomt uit de gebiedsontwikkeling. Een goed voorbeeld is de al grotendeels uitgevoerde ecologische verbindingszone met 2e prioriteit rond de nieuwe woonwijk Nesselande die tegelijkertijd met de woonwijk is gerealiseerd. Het komt echter vaak voor dat door vertraging van het ‘rode” project ook de uitvoering van de ecologische verbindingszone vertraging oploopt. Daarnaast moet ook goed in de gaten worden gehouden dat de maatvoering van de ecologische verbindingszone niet onder druk komt te staan binnen de integrale gebiedsontwikkeling. Oplossingsrichting: met een trekker van een gebiedsontwikkeling moeten harde afspraken worden gemaakt over de financiering en maatvoering van het gedeelte van de ecologische verbindingszone.
·
Reeds gerealiseerde faunapassages hebben vaak een minimale maatvoering en vereisen nog extra inrichtingsmaatregelen: Bij de projecten 1e prioriteit zijn weinig echte fysieke barrières door infrastructuur die nog geslecht moeten worden. Vaak zijn al voorinvesteringen gedaan om faunapassages te realiseren (bv. in de Vlinderstrik en rond de 2e ontsluitingsweg Hoek van Holland). Het valt wel op dat deze faunapassages vaak een minimale maatvoering hebben. Oplossingsrichting: de reeds aangelegde faunapassages zijn nog niet voldoende. Zo moet er rond de faunapassages extra natuurlijk ingericht gebied komen dat er voor zorgt dat de diersoorten veilig van de faunapassage gebruik kunnen maken en moeten de faunapassages met natuurlijk materiaal aantrekkelijk gemaakt worden voor landdieren.
·
Onduidelijk is wie fysieke barrières moet oppakken en financieren: Als er fysieke barrières door infrastructuur in het tracé van de ecologische verbindingszone liggen, liggen deze vaak op de grens van het plangebied. Daarmee is het meteen onduidelijk wie verantwoordelijk is om de barrière aan te pakken. Daar komt bij dat het niet altijd duidelijk of de fysieke barrière ook daadwerkelijk geslecht moet worden om een continue verbinding voor landdieren te waarborgen. Bovendien is het slechten van fysieke barrières vaak kostbaar omdat er extra maatregelen in de vorm van een nieuwe faunapassage onder een auto- of spoorweg Oplossingsrichting: een manier om dit op te lossen is om te benoemen welke fysieke barrières echt geslecht moeten worden voor het goed functioneren van de ecologische verbindingszone. Deze delen kunnen onderdeel worden van een aangrenzend gepland groenproject of kunnen worden opgestart als op zich zelf staand project. Aanvullende financiële middelen horen hier uiteraard bij. Onderzocht moet worden of er ook middelen uit bijvoorbeeld infrastructuurgelden kunnen ingezet om faunapassages te financieren.
5
Samenvattende tabel projecten 1e prioriteit Evz.
Naam
Onderdeel
Voortgang
30
Berkel-Pijnacker
a. Bergboezem-Oude Leede b. Groenzone BerkelPijnacker a. Schieveen
Goed lopend
32
71
74
Ackerdijkse PlassenRottemeren
Hoek van Holland – Plasjes Maassluis
Strypse wetering – Brielse meer
Goed lopend
Beperkte breedte
Vertraagd
Continuïteit onderbroken
b. Vlinderstrik
Goed lopend
Concurrerende functie(s)
c. Park de Polder
Goed lopend
Barrière infrastructuur
d. Tussenstuk
Vertraagd
Concurrerende functie(s)
a. Nieuwlandsedijk
Gerealiseerd
b. Bonnenpolder
Barrière infrastructuur
c. Oranjebuitenpolder
Kans op vertraging Goed lopend
a. De drenkeling
Vertraagd
Concurrerende functie(s)
b. De Waal
Gerealiseerd
c. Strypse wetering
Gerealiseerd/ goed lopend Kans op vertraging Goed lopend
Continuïteit onderbroken
f. Groenstrook ten zuidoosten van Brielle g. Toekomstige woonwijk Brielle h. Uitbreiding bedr.terrein Seggelant i. Nieuwe Ondernemingspolder a. Gotezoom-Noord
Gerealiseerd
Beperkte breedte
Kans op vertraging Kans op vertraging Vertraagd
Concurrerende functie(s)
b. Gotezoom-Noord
Kans op vertraging Kans op vertraging Kans op vertraging Goed lopend
d. Strypse Wetering -oost e. Toekomstige golfbaan
75
St.Annapolder – Nieuwenhoorn – Holle Mare
c. Gotezoom-Zuid d. Lint van Nieuwenhoorn e. Holle Mare 79
Spuigorzen Zuid
80
Spuigorzen Noord
Fysieke aandachtspunten
Concurrerende functie(s)
Barrière infrastructuur Concurrerende functie(s)
Goed lopend
Gerealiseerd/ kans op vertraging Gerealiseerd/ kans op vertraging
6
Barrière infrastructuur
Concurrerende functie(s) Barrière infrastructuur Continuïteit onderbroken
Continuïteit onderbroken Continuïteit onderbroken
Samenvattende tabel projecten 2e prioriteit Evz.
Naam
Onderdeel
Voortgang
24
De Plas - Rotte - Rottemeren
a. Rottezoom
Goed lopend
b. Bleiswijkse Zoom-noord
Nog niet opgepakt
a. Eendragtspolder
Goed lopend
b. Zuidplaspolder
Kans op vertraging
a. Rietveldpark/Zevenhuizerplas
Gerealiseerd
b. Nesselande-Oost
Goed lopend
c. Groene Zoom
Kans op vertraging
a. Crezéepolder
Goed lopend
b. Crezéepolder-West
Goed lopend
c. Oosterpark
Gerealiseerd
d. Kruising A15
Nog niet opgepakt
e. Pruimendijk
Goed lopend
f. Sandelingen Ambacht
Gerealiseerd
a. Westgaag-sportpark
Nog niet opgepakt
b. Westgaag-nieuwbouwwijk
Kans op vertraging
c. Onderdoorgang A20
Nog niet opgepakt
d. Dijkpolder
Nog niet opgepakt
e. Vlietlanden
Gerealiseerd
f. Dwarsverbinding
Nog niet opgepakt
g. Boonervliet
Gerealiseerd
a. Schapengors
Goed lopend
b. St. Annapolder
Gerealiseerd
c. Sluiswetering
Kans op vertraging
33
36
69
72
73
Rottemeren - Zuidplaspolder
Zevenhuizerplas - Groenezoom
Kijfhoek - Kinderdijk
Maassluis–oppenpolder/Vlietlanden
Strypse wetering / Quakjeswater
74B
Oevers Brielse meer
76
Nieuwenhoorn - Bernisse
77
78
Oudenhoorn
Bernisse – Beninger Slikken
Nog niet opgepakt a. Vliegerwetering-west
Kans op vertraging
b. Vliegerwetering-oost
Goed lopend
a. Vistrappen, Trouw
Goed lopend
b. Molendijkse Zoom-Noord
Kans op vertraging
c. Aftakking
Kans op vertraging
d. Lint van Oudenhoorn
Kans op vertraging
e. Molendijkse Zoom-Zuid
Kans op vertraging
a. Lint van Zuidland
Kans op vertraging
b. Zuidlandse Zoom-zuid
Goed lopend
c. Zuidlandse Zoom-noord
Kans op vertraging
d. Groengebied Bernisse
Gerealiseerd
7
30 / Berkel-Pijnacker 1e prioriteit RGSP2 Streefbeeld Aaneengesloten, gecombineerde moeras en graslandverbinding, die geschikt is voor minder kritische diersoorten. Moeraszone gecombineerd met open plassen, plaatselijk kruidenrijk grasland of op daarvoor geschikte locaties (kwel) schraal grasland. Bij moeras gaat het om natte ruigten en rietland. In het water in bij voorkeur een rijke waterplantenvegetatie aanwezig. Tracé Verloop via oorspronkelijk tracé via de groenprojecten Bergboezem-Oude Leede en de groenzone Berkel-Pijnacker. Voortgang
a. Bergboezem-Oude Leede (trekkers gemeenten Lansingerland en Pijnacker-Nootdorp) b. Groenzone Berkel-Pijnacker (trekkers gemeenten Lansingerland en PijnackerNootdorp) In 2008 is de uitvoering van Bergboezem-Oude Leede en de Groenzone Berkel-Pijnacker overgedragen van de provincie aan de beide gemeenten. Voor het gehele gebied is een masterplan in 2004 vastgesteld. Voor beide gedeelten is in 2007 een inrichtingsplan gemaakt. In 2007 is het bestemmingsplan voor het gehele gebied op onderdelen door de Raad van State vernietigd. Het bestemmingsplan zal op een aantal punten worden aangepast. Eén punt dat in vernietiging was is lastiger op te lossen, dit is de krappe dimensionering van de ecologische verbindingszone rondom de N470 bij de Klapwijkse Knoop. Om het financieel
8
tekort op beide projecten te dichten zal een beroep worden gedaan op Nota Ruimte-budget. Vooralsnog is de verwachting dat de beide projecten in 2010 uitvoeringsgereed zijn. Conclusie a en b: goed lopend Fysieke aandachtspunten
1. Beperkte breedte: de ecologische verbindingszone bij de N470 ter hoogte van de Klapwijkse knoop is erg smal Oplossingsrichting: het gedeelte van de ecologische verbindingszone (buiten de stadsregio gelegen) tussen de Randstadrail en de N470 ter hoogte van de Klapwijkse knoop moet nader worden uitgewerkt.
9
32 / Ackerdijkse Plassen - Rottemeren 1e prioriteit RGSP2 Streefbeeld Een zone met bos- en moeraselementen (stapstenen) die geschikt is voor kritische diersoorten. Deze verbinding vormt een schakel tussen de natuurontwikkelingsplannen in het kader van de GroenBlauwe slinger en die voor het Bentwoud. De kern van de verbinding wordt gevormd door stroken of vlakken hoogopgaand bos met een onderlinge afstand van 250-500 meter. Het bos ligt bij voorkeur langs een waterloop. Aan de randen van het bos is een belangrijke overgang naar het aangrenzende cultuurland aanwezig. Tracé Verloop via oorspronkelijk tracé van Ackerdijkse plassen via deelgebieden Schieveen, Vlinderstrik en Tussenstuk naar Lage Bergsche Bos en verder. Voortgang
a. Schieveen (trekker gemeente Rotterdam) De ecologische verbindingszone is gesitueerd in de noordwesthoek van het plangebied. De geplande natuurontwikkeling in Schieveen heeft te maken met een financieringsknelpunt en vertraging in verband met het opstellen van een nieuw gefaseerd bestemmingsplan. Om het gedeelte van de ecologische verbindingszone voor 2010 uitvoeringsgereed te krijgen is te weinig geld. Er is een aanvraag gedaan om in aanmerking te komen voor ILG-budget om voor 2013 meer natuur in ontwikkeling te nemen. De duidelijkheid over het verstrekken van deze
10
subsidie door de provincie komt nog dit jaar. Door deze subsidie kan er in de 1e fase meer natuur ontwikkelt gaan worden dan wat grondexploitatie van 1e deel bedrijvigheid toelaat (zie onderstaande kaart). Met de subsidie zal de ontwikkeling aan de noordkant compleet kunnen zijn en wordt het hele gedeelte van de ecologische verbindingszone gerealiseerd. Als de subsidie wordt toegekend is de verwachting dat voor het gedeelte van de ecologische verbindingszone de gronden pas uiterlijk eind 2013 alle gronden in het bezit zijn en dan pas aan de slag gegaan kan worden. Bij snellere procedures kan dat al in 2011 of 2012 zijn. Conclusie: vertraagd
De vlakke delen zijn financieel geregeld, de gestreepte delen nog niet
b. Vlinderstrik (trekker gemeente Rotterdam) Het project loopt op schema. Het masterplan is in 2008 vastgesteld en er wordt er gewerkt aan het voorontwerp-bestemmingsplan. Daarmee is het mogelijk om het gedeelte van de ecologische verbindingszone voor 2010 uitvoeringsgereed te krijgen. Conclusie: goed lopend c. Park de Polder (trekker gemeente Lansingerland) Dit gedeelte van de ecologische verbindingszone is onderdeel van de nieuw aan te leggen park de Polder. Het park wordt tegelijkertijd met de nieuwe woonwijk Wilderszijde gerealiseerd. Conclusie: goed lopend d. Tussenstuk (nog geen trekker) Dit gedeelte is nog niet opgepakt, omdat het ligt binnen het tracé van de toekomstige rijksweg A13/16. In de monitor RGSP2 2007 heeft dit groenproject een 2e prioriteit gekregen vanwege de afhankelijkheid van de A13/16. Wel is er in het kader van de studie naar de Noordas een eerste verkenning gemaakt naar de inrichtingsmogelijkheden in relatie tot de A13/16 en welke maatregelen nodig zijn. Conclusie: vertraagd
11
Fysieke aandachtspunten
1. Continuïteit: de aansluiting vanuit Schieveen op het gebied Ackerdijkse Plassen is nog niet uitgewerkt. Oplossingsrichting: vanuit het project Schieveen moet dit nader worden uitgewerkt 2. Continuïteit: aandachtspunt blijft een goede aansluiting van Schieveen op de Vlinderstrik. Binnen de Vlinderstrik zijn voldoende maatregelen in de vorm van faunapassages genomen om een goede continuïteit te waarborgen. In het masterplan Vlinderstrik is een voorstel gedaan om de continuïteit te waarborgen. Oplossingsrichting: een goede afstemming tussen de projecten Vlinderstrik en Schieveen blijft noodzakelijk 3. Concurrerende functie: de ligging van de A13/16 is nog duidelijk. Het is van groot belang dat het tracé van de nieuwe rijksweg de ecologische verbindingszone niet stoort Oplossingsrichting: blijvende aandacht vanuit de Stadsregio om er voor te zorgen dat het tracé van de A13-16 het tracé van de geplande ecologische verbindingszone niet stoort. 4. Barrière infrastructuur: de N209 wordt verbreed. Aandachtpunt bij de verbreding is een goede faunapassage vanuit Park de Polder onder de N209 langs de bestaande watergang Oplossingsrichting: de bestaande onderdoorgang onder de N209 moet worden opgewaardeerd tot een volledige faunapassage waarbij aandacht is voor natuurlijke inrichting in en nabij de faunapassage 5. Concurrerende functie: in het Tussenstuk is de ligging van de A13/16 is nog duidelijk. In opdracht van de stadsregio zijn al een aantal varianten van de loop van de ecologische verbindingszone geschetst Oplossingsrichting: voor dit gedeelte moet bij het ontwerp van het tracé van de A13/16 rekening worden met de aanleg van de ecologische verbinding.
12
71 / Hoek van Holland – plasjes Maassluis 1e prioriteit RGSP2 Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor minder kritische diersoorten. Zoveel mogelijk aaneengesloten moerasruigte met een breedte van 30 tot 50 meter langs watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. Tracé Tracé via Nieuwlandsedijk, Bonnenpolder en Oranjebuitenpolder Voortgang
a. Nieuwlandsedijk De Nieuwlandsedijk is onderdeel van het Natura 2000-gebied Kapittelduinen en Solleveld. Hiervoor is een beheerplan opgesteld voor de periode 2002 – 2007, dat door de deelgemeente Hoek van Holland bestuurlijk is vastgesteld en in uitvoering is. Conclusie: gerealiseerd b. Bonnenpolder (trekker Stadsregio Rotterdam) Voor de hele Bonnenpolder is in 2006 een gebiedsontwikkelingsplan opgesteld, waar de ecologische verbindingszone onderdeel van is. Uitgangspunt voor het gebiedsontwikkelingsplan is een integrale ontwikkeling van de hele polder inclusief ruimte voor een zorglandgoed. De voortgang is vertraagd omdat er geen financiële onderbouwing was voor de hele gebiedsontwikkeling. De gemeente Rotterdam heeft aangegeven geen risicodragende partij te willen zijn en alleen wanneer de betrokken partijen een goede financiële onderbouwing hebben het bestemmingsplan te gaan wijzigen. In het najaar 2008 is door de Stadsregio Rotterdam een extern bureau ingehuurd om het proces te begeleiden. Dit moet leiden tot een overeenkomst eind 2008 waarin de verschillende partijen aangeven wat hun aandeel is in de gebiedsontwikkeling. Als er overeenstemming is kan in 2009 begonnen worde met het opstellen van het bestemmingsplan waardoor het mogelijk is om voor 2010 uitvoeringsgereed te zijn. Conclusie: kans op vertraging
13
c. Oranjebuitenpolder (trekker gemeente Rotterdam) Kans op tijdige aanleg. Het masterplan is gereed. Grondverwerving op basis van vrijwilligheid, dit is een aandachtspunt. Het bestemmingsplantraject moet nog worden opgestart. In 2008 is het geld van de provincie voor de realisatie van een eerste fase waar het EHS-gedeelte en de ecologische verbindingszone onderdeel van uitmaken is geregeld. Deadline voor de realisatie is 2013. De gemeente Rotterdam doet een aanvullende bijdrage voor het recreatieve gedeelte van de eerste fase. Conclusie: goed lopend Fysieke aandachtspunten
1. Barrière infrastructuur: de Haakweg vormt een barrière voor de ecologische verbindingszone Oplossingsrichting: gezien het drukke verkeer op de Haakweg zal er een faunapassage voor landdieren onder de weg moeten komen. Aangezien dit nog door niemand wordt opgepakt kan het een idee zijn om deze maatregel onderdeel te laten worden van het groenproject in de Bonnenpolder. Nadere afspraken over aanvullende financiële middelen zijn daar onderdeel van. 2. Continuïteit: voor kleine landdieren is er een onderdoorgang met de 2e ontsluitingsweg mogelijk nabij de brug ter hoogte van de Bonnenweg. In het oorspronkelijke plan waren twee grote ecoducten voorzien, maar die zijn eind 2004 er uit bezuinigd. Aan de oostkant van de 2e ontsluitingsweg zijn bij de verbreding van het Oranjekanaal ecologische oevers aangelegd. Oplossingsrichting: er zijn maatregelen genomen, maar voor een goed functionerende faunapassage moeten er nog verbeteringen worden aangebracht. Het is de vraag wie dit moet e oppakken: vanuit het project van de 2 ontsluitingsweg of vanuit het aanleggende groenproject in de Bonnenpolder. Nadere afspraken zijn nodig.
14
Krekenplan Voorne-Putten Vrijwel alle ecologische verbindingen op Voorne-Putten zijn onderdeel van het Krekenplan VoornePutten. De Stadsregio Rotterdam heeft een leidende rol bij de realisatie van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur op Voorne-Putten. De inzet en medewerking van alle gemeenten en het waterschap is echter voor dit doel eveneens onontbeerlijk. Op die manier kunnen belangen en doelstellingen worden gecombineerd en levert kreekontwikkeling meer op dan alleen een vergroting van natuurwaarden: er ontstaat een robuust watersysteem waarin het risico op wateroverlast en watertekort wordt verminderd, er kunnen recreatieve verbindingen worden gerealiseerd en er kan een verweving met lopende ruimtelijke ontwikkelingen en andere grondgebruikfuncties plaatsvinden. Om de uitvoering van de PEHS tot een realistisch plan te maken zijn door de stadsregio, het waterschap Hollandse Delta en de gemeenten Westvoorne, Brielle, Hellevoetsluis, Bernisse en Spijkenisse een visie op hoofdlijnen en een plan van aanpak opgesteld, met de titel: "de kreken van Voorne-Putten: een ontwikkelingsvisie" In de visie is gekozen voor het zoveel mogelijk combineren van de functies natuur, recreatie en waterberging. Daarnaast wordt een verweving met andere grondgebruikfuncties nagestreefd, zoals landbouw, wonen en bedrijven. Er zijn 15 deelprojecten (kreken) in de visie opgenomen, die op basis van de dynamiek van de omgeving kunnen worden ingedeeld in 2 groepen: § Autonome projecten (7 deelprojecten) § Projecten die gekoppeld zijn aan een ruimtelijke ontwikkeling; (8 deelprojecten). Voor de kreken die niet gekoppeld zijn aan ruimtelijke ontwikkelingen, de zogenaamde "autonome projecten", is gekozen voor een groeimodel: klein beginnen op die plaatsen waar nog niet de volle breedte van de kreek gehaald kan worden en wachten op kansen die zich de komende jaren voordoen. Het vertrekpunt daarbij is een minimaal 10 meter brede kreek met steppingstones om de ca. 2 kilometer om de minimale maat te compenseren. De gronden die nodig zijn worden verkregen op basis van vrijwillige grondverwerving. Daar waar nu al realisatie van de volle breedte van de kreek mogelijk is, wordt deze kans gegrepen. Bij krekenprojecten die gekoppeld zijn aan een ruimtelijke ontwikkeling (zoals landelijk wonen, bedrijfsterreinen en golfbanen) wordt gestreefd naar het eindbeeld een circa 50 meter brede ecologische zone met eventueel verweving van andere functies zoals recreatie en waterberging. Deze inzet dient opgenomen te worden in het programma van eisen voor de betreffende ruimtelijke ontwikkeling. Voor deze kreken is daarom een definitiefase voorzien waarin -gegeven de ruimtelijke ontwikkeling die plaats gaat vinden- alle betrokken partijen vroegtijdig op de hoogte worden gebracht van de aard van de ruimtelijke ontwikkeling en overeenstemming bereiken over de wijze waarop de uitvoering van het krekenplan in deze ontwikkeling is opgenomen. Om tot realisatie van het Krekenplan te komen is een tijdsplanning en verdeling van verantwoordelijkheden opgenomen in een samenwerkingsovereenkomst. De samenwerkingsovereenkomst zal in januari 2009 door alle partijen worden ondertekend.
15
74 / Strypse wetering – Brielse meer 1e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding van 50 tot 100 meter breed, die geschikt is voor zeer kritische diersoorten. De moeraszone volgt zoveel mogelijk de bestaande watergangen. Gezien de lengte van de verbinding is het wenselijk dat op meerdere plaatsen grotere moerasgebieden van minimaal 7,5 – 10 ha aanwezig zijn. Tracé Het te realiseren tracé van verbindingszone 74 komt in hoofdlijnen overeen met het oorspronkelijk getekende tracé tussen de duinen van Oostvoorne en het Brielse Meer. Alleen rond Brielle kent het tracé deels een ander verloop. Een deel van de verbinding is reeds bestaand. Het gaat hier om het gedeelte De Waal nabij Rockanje en enkele stroken ten zuiden van Brielle. Voortgang
Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten a. Woonwijk De Drenkeling (trekker gemeente Westvoorne) Ten noorden van Rockanje moet de ecologische verbinding aansluiting geven op het Voornes Duin. Omdat hier de nieuwe woonwijk De Drenkeling wordt gerealiseerd dient de verbindingszone in het ontwerp van de woonwijk ingepast te worden. De woonwijk zal in fases worden gerealiseerd, de eerste fase in 2010. Conclusie: vertraagd b. De Waal Bestaand gedeelte van de ecologische verbindingszone langs de Waal. Conclusie: gerealiseerd
16
c. Strypse Wetering (trekker waterschap Hollandse Delta) Van het project Strypse Wetering (60 hectare natte natuur) zijn 3 van de 5 deeltrajecten uitgevoerd. Twee deeltrajecten worden naar verwachting in 2008/2009 uitgevoerd (met als mogelijk knelpunt de archeologische bescherming van de gronden die afgraven voor schuine oevers onmogelijk maakt). Conclusie: goed lopend/gerealiseerd d. Brielse Zoom-Zuid: Strypse Wetering-oost (trekker waterschap Hollandse Delta) Voor het meest oostelijke deel langs de Strypse Wetering is het waterschap afhankelijk van kavels die door particulieren worden aangeboden. De stichting Kavelruil vervult hierin een rol. De verwachtingen van het waterschap zijn niet positief. Conclusie: kans op vertraging e. Brielse Zoom-Zuid: toekomstige golfbaan (trekker gemeente Westvoorne) Ten zuidwesten van Brielle wordt de aanleg van de ecologische verbindingszone gecombineerd met de aanleg van een golfbaan in de polder Zuurland. In het (voorontwerp) masterplan voor de golfbaan is de verbindingszone ingepast en er wordt gewerkt aan een concretisering van dit masterplan. Vooralsnog lijken de verwachtingen positief. Conclusie: goed lopend f.
Brielse Zoom-Zuid: groenstrook ten zuidoosten van Brielle Bestaand gedeelte van de ecologische verbindingszone, dit gedeelte is erg smal Conclusie: gerealiseerd
g. Brielse Zoom-Zuid: toekomstige woonwijk Brielle (trekker gemeente Brielle) Ten zuidoosten van Brielle wordt de ecologische verbindingszone gecombineerd met woningen en bedrijven. Dit kan leiden tot een lastige inpassing voor de ecologische verbindingszone. Uitvoering start gedeeltelijk in 2010. Conclusie: kans op vertraging h. Brielse Zoom-Noord: Uitbreiding bedrijventerrein Seggelant (trekker gemeente Brielle) Aan de overkant van de Groene Kruisweg loop de ecologische verbindingszone door een gedeelte dat gereserveerd voor westelijke uitbreiding van het bedrijventerrein Seggelant. De realisatie wordt verwacht in 2010. Dit gedeelte van de ecologische verbindingszone kan hier gekoppeld worden aan de al bestaande watergang aan de westkant van het bedrijventerrein. Conclusie: kans op vertraging i.
Brielse Zoom-Noord: Nieuwe Ondernemingspolder (nog geen trekker) Het laatste stuk van de ecologische verbindingszone richting het Brielse Meer loopt door de Nieuwe Ondernemingspolder. In het zuidelijk deel is volgens het RR2020 een bedrijventerrein gepland en in het noordelijk deel komt een nieuw groengebied met een 3e prioriteit in het RGSP2. De planvorming voor dit gedeelte is nog niet opgepakt. Conclusie: vertraagd
17
Fysieke aandachtspunten
1. Concurrerende functie: de ecologische verbindingszone moet onderdeel zijn van de nieuwe woonwijk. Oplossingsrichting: in het ontwerp moet voldoende ruimte en maatvoering zijn voor een goed functionerende ecologische verbindingszone 2. Continuïteit: door verwachte moeizame grondverwerving komt de continuïteit van de ecologische verbindingszone in gevaar Oplossingsrichting: als minnelijke verwerving niet lukt en onteigening geen optie is, kan in het ontwerp onderzocht worden of stapstenen mogelijk zijn in plaats van een continue verbinding. 3. Concurrerende functie: in dit gedeelte wordt de realisatie van de ecologische verbindingszone gecombineerd met een nieuwe golfbaan Oplossingsrichting: in het ontwerp en realisatie van de golfbaan moet voldoende ruimte en maatvoering zijn voor een goed functionerende ecologische verbindingszone 4. Concurrerende functie: in dit gedeelte wordt de realisatie van de ecologische verbindingszone gecombineerd met een nieuwe woonwijk Oplossingsrichting: in het ontwerp en realisatie van de woonwijk moet voldoende ruimte en maatvoering zijn voor een goed functionerende ecologische verbindingszone 5. Barrière infrastructuur: de Groene Kruisweg (N218) is een fysieke barrière die nog geslecht moet worden Oplossingsrichting: onderzocht moet worden of het mogelijk is een faunapassage onder de N218 aan te leggen, eventueel in combinatie met groot onderhoud van de weg 6. Concurrerende functie: in dit gedeelte van de ecologische verbindingszone is een bedrijventerrein gepland. Oplossingsrichting: in het ontwerp en realisatie van het bedrijventerrein moet voldoende ruimte en maatvoering zijn voor een goed functionerende ecologische verbindingszone. Voor de gedeelten 74g, h en i zou één inrichtingsplan moeten komen inclusief de onderdoorgang onder de N218
18
75 / St. Annapolder – Nieuwenhoorn – Holle Mare 1e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Ongeveer 30 meter brede moeraszone langs watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. In het water is bij voorkeur een rijke waterplantenvegetatie aanwezig. De oever bestaat uit een goed ontwikkelde, kruidenrijke moerasvegetatie met rietland. Tracé Sterk gewijzigd verloop van de verbindingszone. De verbindingszone oriënteert zich niet meer op de St. Annapolder bij Rockanje, maar loopt vanuit Holle Mare langs de hoofdwatergang naar Brielle, waar de verbindingszone aansluit op de verbindingszones 73 en 74. Trekker Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten waar een stuur- en projectgroep voor is om de voortgang te bewaken. Diverse partijen (Waterschap Hollandse Delta, gemeente Brielle, Zuid-Hollands Landschap) zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. Voortgang
Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten. a. Gotezoom-Noord (trekker waterschap Hollandse delta) Voor het meest noordelijk deel is medewerking vereist van de grondeigenaren (stichting Kavelruil). Omdat betrokken eigenaren een landgoed willen oprichten lijkt dit deel van de verbindingszone haalbaar. Conclusie: goed lopend
19
b. Gotezoom-Noord (trekker gemeente Brielle) De realisatie van het gedeelte Gotezoom-Noord is gekoppeld aan uitbreiding van kassengebied in het Land van Piek en de noodzaak van waterberging. De financiering ervan is onderwerp van discussie. Conclusie: kans op vertraging c. Gotezoom-Zuid (trekker waterschap Hollandse Delta) De realisatie van dit gedeelte is bedoeld voor waterberging en de realisatie is sterk afhankelijk van de grondmobiliteit. De verwachting is dat pas na 2012 de realisatie kan starten. Conclusie: kans op vertraging d. Lint van Nieuwenhoorn (trekker waterschap Hollandse Delta) De realisatie van de ecologische verbindingszone in het Lint van Nieuwenhoorn staat of valt met de bereidheid van eigenaren van de percelen om mee te werken aan de realisatie ervan. Tot dusverre is er slechts een geringe bereidheid. In het noordelijk deel is het animo zelfs afwezig. Het waterschap ontwikkelt hier alleen een klein stukje dat het in eigen bezit heeft. Het overige deel is slechts op onderdelen kansrijk. Conclusie: kans op vertraging e. Holle Mare (trekker Zuid-Hollands Landschap) Aan de oostzijde sluit de verbinding aan op Holle Mare. Dit is een bestaand moerasgebied van 18 hectare dat wordt uitgebreid met 15 hectare. Verder wordt langs de Derryvliet 45 hectare natuur gerealiseerd. Dit hele traject wordt getrokken door het Zuid-Hollands Landschap in samenwerking met provincie en Deltanatuur en zal naar verwachting vanaf 2010 gerealiseerd worden. Van de benodigde gronden is al een aanzienlijk deel in bezit. Conclusie: goed lopend Fysieke aandachtspunten
1. Concurrerende functie: in dit gedeelte van de ecologische verbindingszone is glastuinbouw gepland. Oplossingsrichting: in het ontwerp en realisatie van het glastuinbouwgebied moet voldoende ruimte en maatvoering zijn voor een goed functionerende ecologische verbindingszone.
20
2. Barrière infrastructuur: de N57 is een barrière voor de ecologische verbindingszone Oplossingsrichting: onderzocht moet worden of het mogelijk is een faunapassage onder de N57 aan te leggen, eventueel in combinatie met toekomstig groot onderhoud van de weg. 3. Continuïteit: door verwachte moeizame grondverwerving komt de continuïteit van de ecologische verbindingszone in gevaar Oplossingsrichting: als minnelijke verwerving niet lukt en onteigening geen optie is, kan in het ontwerp onderzocht worden of stapstenen mogelijk zijn in plaats van een continue verbinding 4. Continuïteit: door verwachte moeizame grondverwerving komt de continuïteit van de ecologische verbindingszone in gevaar Oplossingsrichting: als minnelijke verwerving niet lukt en onteigening geen optie is, kan in het ontwerp onderzocht worden of stapstenen mogelijk zijn in plaats van een continue verbinding
21
79 / Spuigorzen Zuid 80 / Spuigorzen Noord 1e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor zeer kritische diersoorten. De breedte van de moerasverbinding is zoveel mogelijk afgestemd op de plaatselijke situatie, maar bedraagt tenminste 50 – 100 meter. Zo mogelijk inrichting van een binnendijkse moeraszone parallel aan het Spui. Tracé De ecologische verbindingszone 79/80 bestaat uit een reeks van stepping stones langs het Spui. De huidige aanpak wijkt daarmee af van het oorspronkelijke plan van een aaneengesloten moerasverbinding. Voortgang
Spuigorzen (trekker Deltanatuur) Trekker van deze ecologische verbindingszones is Deltanatuur onder de projectnaam Spuigorzen. Een aantal stepping stones zijn gerealiseerd. Op het onderstaande kaartje is de stand is de stand van zaken juni 2007 weergegeven. Het is moeilijk om een aangesloten moeraszone te ontwikkelen, omdat er nog een dijkverzwaring gepland is. De stukken die nog niet kunnen worden ingericht zijn niet al te brede stroken natuur pal naast de dijk die op het moment van een dijkverzwaring weer half moeten worden opgebroken of anders stuk gereden worden door vrachtwagens. Conclusie: gerealiseerd /goed lopend (voor de geplande delen) / kans op vertraging (voor de kleinere stukken die nog niet kunnen worden ingericht in verband met de geplande dijkverzwaring)
22
Fysieke aandachtspunten
1. Continuïteit: in de huidige realisatie van de ecologische verbindingszone is er voor gekozen om een aantal buitendijkse gorzen ecologisch in te richten. Er is voorlopig geen aangesloten moeraszone mogelijk in verband met een geplande dijkverzwaring. Oplossingsrichting: afstemmen met de verschillende partijen (provincie, Deltanatuur, waterschap) of de nu gekozen weg van stepping stones voldoet aan behoeften van de kritische diersoorten of dat er toch gewerkt moet worden aan een aaneengesloten zone
23
24 / De Plas - Rotte - Rottemeren 2e prioriteit RGSP2 Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding met een variabele breedte die geschikt is voor minder kritische diersoorten. De verbinding sluit aan op de bosontwikkeling in het Bentwoud. Tracé Vanaf Rottemeren in noordelijke richting langs de Rotte, via de groenprojecten Bleiswijkse Zoomnoord en Rottezoom naar het Bentwoud Voortgang
a. Rottezoom (trekker provincie Zuid-Holland) e Het groenproject Rottezoom uit het RGSP2 heeft een 1 prioriteit, maar de ecologische e verbindingszone die er door heen loopt heeft een 2 prioriteit. In de inrichtingsvisie voor het gebied wordt volop ruimte gecreëerd voor de ecologische verbindingszone. De inrichtingsvisie wordt momenteel vertaald in een bestemmingsplan. In april 2008 hebben betrokken partijen Lansingerland, Zoetermeer, provincie Zuid- Holland en het recreatieschap Rottemeren een bestuurlijke samenwerkingsovereenkomst ondertekend waarin (financiële) afspraken zijn neergelegd ter voorbereiding, realisatie en het beheer van het project. Voor 1 januari 2009 wordt een realiseringsovereenkomst afgesloten. Eind 2013 moet het project zijn gerealiseerd. Binnen project is er wel een financiële afhankelijkheid van een publiek private samenwerking in Rottezoom waar nog geen duidelijkheid over is, dit kan gevolgen hebben voor de financiële e dekking van het project. Het groenproject met een 1 prioriteit is vertraagd, maar de ecologische verbindingszone loopt goed, omdat deze pas vóór 2015 uitvoeringsgereed moet zijn. Conclusie: goed lopend b. Bleiswijkse Zoom-noord (nog geen trekker) Dit project is nog niet opgepakt. Dit groenproject kent de 2e prioriteit binnen RGSP2, dat betekent dat vóór 2015 gestart moet worden met de uitvoering. Conclusie: nog niet opgepakt
24
33 / Rottemeren - Zuidplaspolder 2e prioriteit RGSP2 Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor minder kritische diersoorten, bestaande uit een ongeveer 30 meter brede strook moerasruigte. De verbinding loopt langs watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. Tracé Deze ecologische verbinding verbindt Zuidplas met Rottemeren. Het was ooit de bedoeling dat de verbinding ten noorden van Zevenhuizen zou komen te lopen, het tracé is nu verlegd naar de Eendragtspolder. Voortgang
a. Eendragtspolder (trekker Recreatieschap Rottemeren) De Eendragtspolder wordt ingericht als natuur- en recreatiegebied met als belangrijk onderdeel een wedstrijdroeibaan. De verbindingszone wordt ingepast aan de zuidkant van de Eendragtspolder, het inrichtingsplan is gereed en de financiering is geregeld. Conclusie: goed lopend b. Zuidplaspolder (trekker provincie Zuid-Holland) In de Zuidplaspolder komen glastuinbouw, woningbouw en bedrijventerreinen. De verbindingszone zal pas op langere termijn aangelegd worden in de Zuidplaspolder. De verbinding wordt financieel gekoppeld aan de ontwikkelingen in de Zuidplaspolder. Het zuidelijke deel zal het eerst aan bod komen waarbij het gekoppeld wordt aan woningbouw langs de kreken. Conclusie: kans op vertraging
25
36 / Zevenhuizerplas – Groene Zoom 2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding met plaatselijk bosvorming die geschikt is voor kritische diersoorten. De verbinding heeft een breedte van ongeveer 30 meter en sluit aan op watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. Het moeras bestaat uit een goed ontwikkelde, kruidenrijke moerasvegetatie met rietland en hier en daar open plasjes. Bij de bosjes gaat het vooral om oudere elzenbroekbos en wilgenbos. Tracé Het oorspronkelijk tracé loopt via een ruime boog vanaf de Zevenhuizerplas om Nesselande, via de Ringdijk in zuidelijke richting naar de Groene Zoom tussen Capelle aan den IJssel en Nieuwekerk aan den IJssel. In Nesselande is het tracé nu opgesplitst. Het breedste deel van de verbinding gaat door de wijk Nesselande via het tracé van de hoogspanningsleiding (Rietveldpark) die de wijk in noordzuid richting doorkruist. Het andere deel volgt het oorspronkelijke deel, maar is met een breedte van 15 meter veel smaller dan oorspronkelijk de bedoeling was. Rietveldpark is de natte tak van de zone. De verbindingszone kruist nu op een andere plek met de A20 en komt in de noordwesthoek van het gebied Groene Zoom uit. Voortgang
a. Nesselande-Rietveldpark/Zevenhuizerplas (trekker gemeente Rotterdam) Het gedeelte Rietveldpark dat door de woonwijk Nesselande loopt en de verbindingszone ten noorden van de Zevenhuizerplas zijn gerealiseerd. Deze verbindingszone is de invulling van het natte gedeelte. Conclusie: gerealiseerd
26
b. Nesselande-Oost (trekker gemeente Rotterdam) De brede berm tussen nieuwbouw en het lint volgt het oorspronkelijke tracé is de invulling van een droge verbinding. De ecologische verbindingszone heeft hier wel een geringe breedte van 15 meter. Dit gedeelte is gekoppeld aan nieuwbouw aan de oostkant van de woonwijk die nog moet starten (in procedure fase). Aanleg van de ecologische verbindingszones in Nesselande maakt onderdeel uit van het openbaar gebied in de nieuwe wijk Nesselande en wordt ook vanuit het project gefinancierd. Conclusie: goed lopend c. Groene Zoom (trekker: gemeente Nieuwerkerk a/d IJssel) Dit deel ligt buiten de Stadsregio Rotterdam. Voor het groenproject is in 2007 een inrichtingsplan gemaakt dat vastgesteld door de raad en is er een besluit genomen om het bestemmingsplan te wijzigen. Er zijn afspraken gemaakt in het bestuurlijk akkoord Zuidvleugel Zichtbaar Groener over de financiering voor minimaal 9 hectare recreatief groen. Vanuit het Rijk is er geld beschikbaar gesteld onder voorwaarde dat de oplevering van het project voor 2013 plaatsvindt. De provincie beheert het geld van LNV en stelt de randvoorwaarden voor de inrichting. Er bestaat nog een financieel tekort op het inrichtingsplan. DLG is bezig met een marktanalyse om de financiële gevolgen in kaart te brengen, Een ander onzekerheidsfactor voor de verbindingszone is de fusie van gemeentes rondom Zuidplaspolder in 2010. Dit betekent dat alle grote investeringen moeten voortaan goedgekeurd worden door alle gefuseerde gemeentes. Alle grote uitgaven moeten ten goede komen van minstens twee betrokken gemeenten. De afzijdige ligging van het Groene Zoom kan hier een probleem vormen. Er is mogelijk een onteigeningsprocedure nodig om een aantal particuliere eigenaren uit te kopen. Er is hier wel bestuurlijk draagvlak voor. Naast de onzekerheden rond het proces, kruist dit gedeelte van de verbindingszone ook een aantal infrastructurele barrières waarvoor vanuit het inrichtingsplan geen financiering is. Dit zorgt ervoor dat de kwaliteit van de verbindingszone als doorgaande routes voor mett name landdieren minder is. Van noord naar zuid zijn de volgende barrières: · kruising A20: er is een klein tunneltje met aan één kant een smalle strook grond, maar dit moet nog wel natuurlijk worden ingericht · kruising Hoofdweg: is een kritisch punt in verband met druk autoverkeer en aanwezigheid autosloperij · kruising spoor: er is ruimte onder het spoor · kruising ringdijk en ringvaart: extra maatregel nodig om over de ringvaart te komen · kruising Schielandweg: is een kritisch punt in verband met druk autoverkeer Conclusie: kans op vertraging
27
69 / Kijfhoek - Kinderdijk
2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Zone van moeras- en boselementen (stapstenen) die geschikt is voor minder kritische diersoorten. Stroken of vlakken moeras en bos waarvan de breedte afhankelijk is van de locale situatie, maar gemiddeld ongeveer 40 meter beslaat. De elementen lopen zoveel mogelijk langs verbindende watergangen. Tracé Het oorspronkelijke tracé loopt in een directe lijn van de Noord (aan de overkant ligt Kinderdijk) via de Crezéepolder naar de Kijfhoek. Vanwege de infrastructuur die gekruist moet worden is het tracé iets aangepast, zie de onderstaande kaart . De verbinding loopt nu vanuit de Crezéepolder via het Oosterpark en gaat vandaar uit in zuidelijke richting. De verbinding kruist hier met de snelweg A15. Voorbij de passage met de A15 loopt de verbindingszone door het toekomstig groengebied Pruimendijk in de richting van het Waaltje. Aan de zuidzijde van het Waaltje ligt het recent gerealiseerde natuur- en recreatiegebied Sandelingen Ambacht. In Sandelingen Ambacht sluit de verbinding aan op ecologische verbindingszone 70 die van Kijfhoek via de Sophiapolder naar Nes loopt. Voortgang
a. Crezéepolder (trekker Deltanatuur) De Crezéepolder (1e prioriteit RGSP2) wordt getransformeerd tot nat natuurgebied dat onder invloed zal komen te staan van getijdenwerking. Het bestemmingsplan dat deze transformatie mogelijk moet maken is in een vergevorderd stadium van de procedure. De start van de uitvoering wacht op de laatste grondaankoop. DLG voert de onderhandeling met de betrokken agrariër. Conclusie: goed lopend
28
b. Crezéepolder-West (trekker Waterschap Hollandse delta) Dit gebied kent de 3e prioriteit in het RGSP2. De aanleg van de ecologische verbindingszone parallel aan de Rotterdamseweg wordt in de tijd naar voren geschoven. DLG voert ook hier onderhandelingen over de aankoop van de gronden. Het Waterschap is verantwoordelijk voor de inrichting en wil het gebied (deels) inrichten voor ‘landfarming’. Als de aankoop te lang op zich laat wachten wordt vooruitlopend het deel van het gebied ingericht dat al in handen is van Conclusie: goed lopend c. Oosterpark (trekker Recreatieschap IJsselmonde) De ecologische verbinding kruist vervolgens via bestaande duikers de Oudelande en de Rotterdamseweg en gaat dan verder in westelijke richting door het bestaande Oosterpark. Voor dit park bestaan ideeën voor herstructurering waarbij o.a. een grondwal langs de A15 is voorzien. Conclusie: gerealiseerd d. Kruising A15 (nog geen trekker) De verbindingszone kruist al vrij snel na de Rotterdamseweg met de A15. Op welke wijze precies de verbinding over de A15 wordt gerealiseerd staat nog niet vast. Ook niet wanneer deze voorziening wordt gerealiseerd. Conclusie: nog niet opgepakt e. Pruimendijk (trekker Waterschap Hollandse Delta) Vooruitlopend op de inrichting van het groenproject Pruimendijk (3e prioriteit RGSP2) worden enkele percelen in het gebied Pruimendijk ingericht voor de ecologische verbindingzone. Trekker hiervan is het Waterschap. De planvorming voor deze percelen is al opgestart. De gronden zijn reeds verworven Conclusie: goed lopend f.
Sandelingen Ambacht Dit natuur- en recreatiegebied, waar de ecologische verbindingszone onderdeel van uitmaakt, is recent gerealiseerd. Conclusie: gerealiseerd
29
72 / Maassluis – Foppenpolder/Vlietlanden 2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding geschikt voor minder kritische diersoorten. De verbinding bestaat uit zoveel mogelijk aaneengesloten moerasruigte van ca. 30 meter breedte langs doorgaande watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. Tracé Aansluitend op de verbindingszone 71 van Oranjebuitenpolder nabij ten westen van Maassluis in de richting van Schipluiden. De 72 is eigenlijk niet een verbinding maar een netwerk van verbindingen in de Foppenpolder/Vlietlanden en vormt een belangrijke ecologische verbinding tussen de kust, groenzone Maasmond en Midden-Delfland. Alleen het gedeelte rondom Maassluis ligt binnen de Stadsregio Rotterdam. De gemeente Maassluis heeft in de gebiedsvisie Maassluis (2006) de ecologische verbindingszones aangegeven langs de bestaande watergangen Westgaag en Boonervliet. Voortgang
a. Westgaag-sportpark (nog geen trekker) Dit gedeelte langs de watergang van de Westgaag is nog niet opgepakt. Dit is het meest kritische deel van de verbindingszone, omdat dit de belangrijke ecologische doorgang is tussen Midden-Delfland en de Groenzone Maasmond moet worden. Conclusie: nog niet opgepakt b. Westgaag-nieuwbouwwijk (trekker gemeente Maassluis) Langs dit gedeelte van de watergang de Westgaag komt een nieuwbouwwijk met 2.500 woningen in de Dijkpolder. De woonwijk wordt ontwikkeld in opdracht van de (groot)grondbezitter Lely vastgoed met medewerking van de gemeente Maasluis. De planvorming voor de woonwijk ligt momenteel echter even stil vanwege een geschil tussen de eigenaar van de gronden en de gemeente. Wat er precies speelt is onduidelijk. In het masterplan voor de nieuwe woonwijk ‘Westgaag’ is het gedeelte van ecologische verbinding meegenomen in de vorm van een waterrijke moeraszone. Conclusie: kans op vertraging
30
c. Onderdoorgang A20 (nog geen trekker) Na de toekomstige woonwijk vervolgt de watergang Westgaag zijn weg ten noorden van de A20. Onder de A20 gaat de watergang verder, maar deze onderdoorgang moet nog wel worden uitgewerkt om het ecologisch aantrekkelijk te maken. Conclusie: nog niet opgepakt d. Dwarsverbinding door het noordelijk deel van de Dijkpolder (nog geen trekker) In het rapport “Ecologische verbindingszones, aanwijzingen voor inrichting en beheer” is deze dwarsverbinding als optie aangegeven. In hoeverre deze optie nog wenselijk is niet duidelijk. In het RGSP2 is deze dwarsverbinding te dicht tegen de A20 gesitueerd. Conclusie: nog niet opgepakt e. Vlietlanden Hier is de verbindingszone onderdeel van het bestaande natuurgebied Vlietlanden Conclusie: gerealiseerd f. Dwarsverbinding tussen Vlietlanden en Boonervliet Deze dwarsverbinding is nog niet opgepakt Conclusie: nog niet opgepakt g. Boonervliet Hier volgt de ecologische verbindingszone de bestaande watergang Boonervliet. Conclusie: gerealiseerd
31
73 / Strypsche wetering - Quakjeswater
2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding met een breedte van 50 tot 100 meter. Zoveel als mogelijk langs doorgaande watergangen. Gezien de lengte van de verbinding is het wenselijk dat op meerdere plaatsen grotere moerasgebieden van minimaal 7,5 – 10 ha aanwezig zijn. Tracé Het tracé wijkt iets af van het oorspronkelijke tracé. De verbinding is om praktische redenen gekoppeld aan de bestaande Sluiswetering, in de polder Nieuwe Gote. De verbinding buigt niet af in noordelijke richting naar de Strypsche wetering zoals in de oorspronkelijke plannen maar blijft de Sluiswetering volgen tot aan de hoofdwatergang ten zuidwesten van Brielle die de Strypsche wetering met de Sluiswetering verbindt. Hier sluit de verbinding aan op de verbindingszones 74 en 75. Voortgang
Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten-Putten. a.
Brielle-Quakjeswater: EHS Schapengors (trekker Stadsregio Rotterdam) Het westelijk deel van de verbinding maakt onderdeel uit van het EHS-gebied Schapengors en verloopt voorspoedig. Start van de uitvoering is voorzien in 2009. Conclusie: goed lopend
32
b. Brielle-Quakjeswater: St. Annapolder Dit gedeelte van de verbinding is reeds bestaand, de St. Annapolder. Conclusie: gerealiseerd c. Brielle-Quakjeswater: Sluiswetering (trekker Waterschap Hollandse Delta) Het oostelijk deel van de verbinding langs de Sluiswetering heeft minder gunstige perspectieven. Het probleem hier is dat grondeigenaren niet willen meewerken. Via stichting Kavelruil dienen zich slechts enkele percelen aan die langs de Sluiswetering zijn gelegen. De hele verbinding in een keer realiseren is voorlopig nog niet haalbaar. De verbinding bestaat voorlopig slechts uit hier en daar een fragmentje, waardoor voorlopig geen aaneengesloten moeraszone kan worden gerealiseerd . Het profiel van de verbindingszone zal niet overal een breedte halen van 50 tot 100 meter. Het waterschap richt zich slechts op een smalle strook ter weerszijden van de watergang. Conclusie: kans op vertraging
33
74B / Oevers Brielse Meer 2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor kritische diersoorten. Deze bestaat uit stukjes (riet)moeras van 10-20 meter breed langs de oevers van het Brielse Meer. Dit rietmoeras kan zich ontwikkelen door langs de oevers grond weg te graven zodat er een plas-dras situatie ontstaat. Het is wenselijk deze plas-drassituaties over zo lang mogelijke oppervlakte te laten ontstaan. Tracé Langs de oevers van het Brielse meer. Voortgang
Oevers Brielse Meer (nog geen trekker) Uitwerking van deze verbindingszone is nog niet opgepakt. Het staat ook nog niet vast aan welke zijde van het Brielse Meer de ecologische verbindingszone vorm gaat krijgen. Wel is duidelijk dat de verbindingszone door het groenproject polder Oosterland komt te lopen. Dit is zichtbaar in de eerste ontwerpen voor dit gebied dat binnen RGSP2 is aangemerkt als tweede prioriteit. Conclusie: nog niet opgepakt
34
76 / Nieuwenhoorn – Bernisse 2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor minder kritische diersoorten. Ongeveer 30 meter brede moerasruigte met enige opslag van wilgen, en plaatselijk bosvorming. Tracé Het tracé van de verbindingszone Nieuwenhoorn – Bernisse is aangepast. In plaats van de kruising met het kanaal door Voorne-Putten buigt de verbinding vanuit Bernisse af in zuidelijke richting. De verbinding eindigt dus niet meer in Nieuwenhoorn. De reden hiervoor is dat de kruising van het kanaal in de vorm van een moeraszone alleen tegen zeer hoge kosten gerealiseerd kan worden. In de polders ter weerzijden van het kanaal kunnen deze verbindingen wel gerealiseerd worden. Aan beide zijden wordt ook de verbinding tussen het Brielse Meer en het Haringvliet gelegd. Deels als compensatie worden in het kanaal door Voorne-Putten vistrappen aangelegd. Voortgang
Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten-Putten. a. Vliegerwetering-West (trekker Waterschap Hollandse delta) in het westelijk deel is de realisatie van de verbindingszone erg lastig doordat hier geen grond beschikbaar is Conclusie: kans op vertraging b. Vliegerwetering-Oost (trekker Waterschap Hollandse delta) Dit traject de Vliegerwetering loopt voorspoediger. Het waterschap heeft een groot perceel aangekocht in het gebied en er worden door particulieren (agrariërs) nog enkele stukjes in eigen beheer ontwikkeld. Conclusie: goed lopend
35
77 / Oudenhoorn 2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor minder kritische diersoorten. Ongeveer 30 meter brede moerasruigte langs watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. Tracé Deze verbindingszone omvat de gedeelten Molendijkse Zoom Noord en het Lint van Oudenhoorn. Tracé verloop zoals het ooit gepland is. Voortgang
Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten-Putten. a. Vistrappen, Trouw, Noordermeer en Gorzeman (trekker waterschap Hollandse delta) Dit gedeelte wordt door het waterschap opgepakt. Conclusie: goed lopend b. Molendijkse Zoom-Noord (trekker gemeente Hellevoetsluis / waterschap Hollandse delta ) Een gedeelte van de Molendijkse Zoom is gekoppeld aan de uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein Kickersbloem. De gemeente Hellevoetsluis is enthousiast over het Krekenplan, de realisatie van de verbindingszone is echter onder druk komen te staan doordat het nieuwe gemeentebestuur de noodzaak van Kickersbloem III in twijfel trekt. De andere delen trekt het waterschap. Conclusie: kans op vertraging
36
c. Aftakking richting Hellevoetsluis en Oudenhoorn (trekker waterschap Hollandse delta) De aftakking richting Hellevloetsluis langs het trambaanpad heeft een lage verwachting doordat grondeigenaren niet meewerken. De aftakking in de richting van Ouderhoorn wordt (deels) ingericht met een smalle oeverstrook. Conclusie: kans op vertraging d. Lint van Oudenhoorn (trekker waterschap Hollandse delta) Aan het Lint van Oudenhoorn bevinden zich een aantal kansrijke gronden voor aankoop door het waterschap. Hier zal echter zeker geen aaneengesloten zone worden ontwikkeld. Het middendeel lijkt het meest kansrijk. Het westelijk deel is iets minder zeker. Voor de realisatie van het oostelijk deel bestaat bij eigenaren de minste bereidheid om mee te werken (danwel gronden aan te bieden). Conclusie: kans op vertraging e. Molendijkse Zoom-Zuid (trekker gemeente Bernisse) De Molendijkse Zoom-Zuid behoort niet tot de verbindingszone 77 maar geeft wel de directe aansluiting op het Haringvliet. In het Krekenplan is deze verbinding daarom meegenomen. Bij de realisatie van deze verbinding spelen de ontwikkeling van een golfterrein (particulier initiatief) en het bedrijf Farm Frites een rol. Dit laatste bedrijf wil participeren in de totstandkoming van de verbinding. De discussie over de ontsluiting van dit bedrijf kan echter leiden tot een nieuw tracé voor dit gedeelte. De aanleg van de particuliere golfbaan is positief voor de slagingskans voor de verbindingszone. Conclusie: kans op vertraging
37
78 / Bernisse – Beninger Slikken 2e prioriteit RGSP2
Streefbeeld Aaneengesloten moerasverbinding die geschikt is voor minder kritische diersoorten Ongeveer 30 meter brede moerasruigte langs watergangen met niet te voedselrijk, schoon water. Tracé Deze verbinding bestaat uit de delen Lint van Zuidland en de Zuidlandse Zoom, dit correspondeert met de oorspronkelijke verloop van het tracé. Voortgang
Deze ecologische verbinding is onderdeel van het Krekenplan Voorne-Putten-Putten. a. Lint van Zuidland (trekker waterschap Hollandse Delta) Het Lint van Zuidland start in de Bernisser Slikken en volgt de voormalige kreek langs de Lage Weg in de polder Zuidland. Het traject werd eerder genoemd als onderdeel van de nieuw aan te leggen zoetwaterinlaat vanuit de Bernisse, naar aanleiding van het Kierbesluit (het besluit de Haringvlietsluizen op een kier te zetten voor de inlaat van zout water). Hiervoor is momenteel een ander tracé bedacht. Realisatie(termijn) van deze verbinding is vooralsnog onduidelijk, hoewel een agrariër in het gebied wil meewerken aan de realisatie. Conclusie: kans op vertraging b. Zuidlandse Zoom-Zuid (trekker gemeente Bernisse) Voor het gedeelte Zuidlandse Zoom zijn de verwachtingen gunstiger gestemd. Het waterschap bezit hier al wat grond (westelijk deel). Verder ontwikkelt de gemeente Bernisse hier een woonwijk waarbij een serieuze poging wordt ondernomen de ecologische verbindingszone op een goede manier in te passen. Wel speelt hier het probleem van vervuilde grond. Conclusie: goed lopend
38
c. Zuidlandse Zoom-Noord (trekker waterschap Hollandse Delta) Oorspronkelijk was dit gedeelte gekoppeld aan een zoetwateraanvoer-project, maar deze koppeling is losgelaten Conclusie: kans op vertraging d. Groengebied langs de Bernisse Ten noorden van Zuidland sluit de nieuwe verbindingszone aan op het bestaande groengebied langs de Bernisse. Aan de oostzijde van de Bernisse krijgt de ecologische verbindingszone 78 een vervolg in de nieuw aan te leggen zone langs de OudHoenderhoekse Wetering om uiteindelijk aan te sluiten op het bestaande natuurgebied Vierambachtenboezem. Conclusie: gerealiseerd
39
Colofon Dit rapport is opgesteld in door: dS+V Gemeente Rotterdam afdeling Ruimtelijke Ordening Postbus 6699 3002 AR Rotterdam In opdracht van: Stadsregio Rotterdam Sector Ontwikkeling Postbus 21051 3001 AB Rotterdam
40