Uitvoering detailhandelsbeleid stadsregio Rotterdam. Voortgangsrapportage 2013 en Werkplan 2014. december 2013 1. Inleiding In juli 2012 is de nota Beleid Detailhandelsstructuur vastgesteld. Uitgangspunt is het versterken van de bestaande detailhandelsstructuur. In de nota is een heldere hiërarchie aangegeven en zijn de op regionaal niveau structuurbepalende, perspectiefrijke winkelgebieden benoemd en gepositioneerd. Op onderstaande kaart zijn deze weergegeven.
Bron: Beleid Detailhandelsstructuur 2012, stadsregio Rotterdam
De stadsregio heeft gekozen voor een actievere rol bij het stimuleren van transformatieprocessen rond winkelgebieden, zoals dat al eerder is ingezet bij kantoren/knooppunten en herstructurering van bedrijventerreinen. Sinds januari 2013 is in dit kader Wim van Veelen aan de slag in de functie van ‘stimulator, initiator, facilitator vitale winkelgebieden’. Hij is beschikbaar voor alle gemeenten in de stadsregio. Door te reageren op vragen uit de gemeenten en door zelf initiatieven te nemen heeft zijn functie in 2013 de volgende invulling gekregen.
1
Ondersteuning bij drie pilots Er zijn samen met de betreffende gemeenten drie pilots benoemd waarin verschillende typen problematiek aan de orde komen. Dit zijn: Schiedam: ‘Leegstand en nu?’ Vlaardingen: ‘Vitaal winkelgebied en hoe blijf je dat?’ De gemeenten op Voorne-Putten: ‘Krimp, wat betekent dat voor detailhandel?’ De rol bij de pilots in deze gemeenten is verschillend en varieert van mee-ontwerpen aan processen tot sparring partner voor bestuur, beleid en projectmanagers rond dit onderwerp. In alle gevallen is het registreren van relevante ervaringen een taak en het verbinden van personen binnen de gemeenten vanuit het overzicht over de verschillende initiatieven op detailhandelsgebied en activiteiten binnen de gemeenten in de stadsregio. Kennisdelen, De kennis en ervaring die in gemeenten wordt opgedaan vormt ook een belangrijke basis voor de tweede hoofdactiviteit: kennisdeling. Naast het rechtstreeks koppelen van personen en partijen gebeurt dit door middel van blogs op tijdens de periodieke vergaderingen van de ambtelijke Werkgroep (Grootschalige) Detailhandel en door kennissessies voor vertegenwoordigers van alle gemeenten, maar ook de andere spelers zoals eigenaren, beheerders, centrum-managers e.a. De genoemde pilots leveren hiervoor in principe de agenda. Bijstand verlenen bij concrete projecten In een aantal gemeenten is de stadsregio ingeschakeld als adviseur bij lopende trajecten rond winkelgebieden. Dit was/is het geval in Maassluis (binnenstad), Barendrecht (uitbreiding centrum), Lansingerland (uitbreiding centrum), Krimpen aan den IJssel (uitbreiding en renovatie), Spijkenisse (leegstand in centrum) Vertegenwoordigen stadsregio in landelijke bijeenkomsten Detailhandel is bij uitstek een onderwerp dat momenteel op allerlei plaatsen aandacht krijgt. Het is gebleken dat de wijze waarop in de stadsregio in dit onderwerp al geruime tijd wordt samengewerkt tot de goede voorbeelden kan worden gerekend. Tijdens landelijke bijeenkomsten wordt dit ingebracht en toegelicht; omgekeerd worden ‘good practices’ verzameld en via de kennisdelingskanalen gedeeld binnen de stadsregio.
De aard en mate van de activiteiten rond vitaliteit van winkelgebieden in de verschillende gemeenten binnen de stadsregio verschilt sterk. Dat geldt ook voor de rol die gemeenten daarbij spelen, die vooral bepaald wordt door de ouderdom van het betreffende winkelgebied en de eigendomsstructuur. In deze notitie geven wij daarvan een overzicht op basis van onze waarnemingen in het afgelopen jaar. In het algemeen kan geconstateerd worden dat het onderwerp overal aandacht heeft en er vaak ook beleids- en uitvoeringstrajecten in gang zijn gezet. In deze notitie wordt verslag gedaan over de rol van de stadsregio in het afgelopen jaar. Er wordt ingegaan op gesignaleerde trends binnen de stadsregio sinds de beleidsnota van 2012. Vervolgens wordt het programma voor 2014 toegelicht. Zoals uit deze rapportage zal blijken gaat het hier om een onderwerp waarvan de effecten ook in onze regio snel veel duidelijker zichtbaar zullen worden. Elders in Nederland is dat al vaak veel meer het geval. Dit zegt iets over de relatieve vitaliteit van de regionale economie, maar mag ook als resultaat worden gezien van de langjarige stadsregionale beleidscoördinatie over dit onderwerp.
2
In dit verband zal in deze voortgangsrapportage ook stil worden gestaan bij de verdere ontwikkeling van trends zoals deze in de beleidsnota zijn gesignaleerd. Maar ook de beleidscoördinatie en samenwerking zelf behoeft aandacht in het perspectief van het einde van de stadsregio en de start van de Metropool Regio Rotterdam Den Haag. Kortom ook in 2014 opnieuw veel ‘werk aan de winkel’.
2. Marktontwikkeling De hardnekkigheid van de negatieve conjunctuur zorgt er voor dat de marktontwikkeling rond winkels verder verslechtert.
Zowel het reële besteedbare inkomen per hoofd van de bevolking als het zgn. discretionaire inkomen (minus aftrek van de vaste lasten) laat al geruime tijd een daling zien.
Dat is een belangrijke verklaring voor de hardnekkige jaarlijkse daling van het volume in de detailhandel zoals blijkt uit bovengenoemde CBS cijfers. Consumenten besteden minder.
3
Maar zij besteden ook elders n.l. in web winkels. ‘Elders’ betekent overigens niet automatisch in andere bedrijven. Multi-channeling is een aanpak die steeds meer detailhandelsbedrijven kiezen: naast fysieke winkels óók een web winkel. Maar ook in dergelijke situaties verandert de betekenis van de fysieke winkel in het business model. Omni-channeling is de volgende stap. Daarbij worden retail supply chains zodanig opnieuw ingericht dat klanten ervaren dat het niet uitmaakt via welk kanaal (fysiek, app, website e.d.) het contact met de retailer tot stand komt, zij worden steeds herkend en treffen altijd een samenhangende en consistente propositie van de retailer aan. Veel experts verwachten dan ook een aantal hiermee samenhangende trendbreuken als het gaat om winkelruimte. Zo zal in plaats van een voortgaande verdichting van de vestigingsnetten er bij veel winkelketens steeds meer sprake zijn van een nieuw vestigingsbeleid. Vooral in sectoren waar specifieke webwinkels sterk zijn opgekomen (mode, schoenen, boeken, elektronica e.d.) manifesteert zich dit al. Ook zijn er aanwijzingen dat na jaren van schaalvergroting het omgekeerde zich aandient, omdat brede assortimenten steeds meer via tablets en bijbehorende zgn. fullfilment programma’s (op zelfde dag afhalen, thuisbezorging e.d.) beschikbaar zijn. Al met al is ons aller ‘winkel’-gedrag snel aan het veranderen. De frequent niet-dagelijkse aankopen doen wij in vestingen in de directe nabijheid van onze supermarkt, via internet en op makkelijk bereikbare perifere locaties. Naar ‘ons centrum’ gaan wij regelmatig voor de ‘gezelligheid en ontmoeting’. Maar het echte winkelen (kijken, vergelijken, kopen, ervaring) doen wij steeds meer in de echte grote stadscentra. En op zondag. Vooral de centra van middelgrote en kleine steden nabij die grote winkelsteden ervaren momenteel de effecten van deze marktomstandigheden en de tegelijkertijd optredende wijzigingen in het winkelgedrag van consumenten. Het ligt daardoor in de lijn van de verwachtingen dat de groei van het aantal faillissementen in het MKB zal aanhouden. De zichtbare leegstand van winkelpanden zal verder toenemen en dat zal zich vooral in genoemde centra van middelgrote en kleinere steden manifesteren. In veel van deze gemeenten zullen de (nieuwe) gemeentebesturen dit onderwerp naar verwachting dan ook expliciet agenderen in hun collegeprogramma. ‘Leegstand in winkels’ zal naar verwachting in 2014 in de stadsregio Rotterdam nog meer dan nu het geval is een hot item zijn. 4
3. Situatie in de stadsregio Overzicht van de aanpak rond centrumgebieden Als wij naar de ca. 50 winkelgebieden waarop het beleid van de stadsregio is gericht kijken kan het volgende beeld worden geschetst van de activiteiten (in de bijlage treft u een gedetailleerder overzicht van de uitvoeringsagenda aan): Actief vitaliseringsbeleid Op dit moment zijn vooral de gemeenten Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en Spijkenisse voor hun centrum en Rotterdam voor de historische stadsdeelwinkelstraten actief bezig met een aanpak die primair is gericht op bestrijding van leegstand. Deze aanpak spitst zich in grote lijnen toe op het maken van nadere planologische keuzen (beperking van de omvang van het winkelgebied), de verwerving en renovatie van leegstaande (historische) panden om verpaupering tegen te gaan en om de drempel voor nieuwe huurders te verlagen, de herinrichting van openbare ruimte, het aanstellen van acquisiteurs en op de versterking van de samenwerking tussen de betrokken partijen, zowel eigenaren als detaillisten. Uitbreiding centrumgebieden Lansingerland, Barendrecht en Rotterdam (centrum) hebben nog plannen in voorbereiding voor relatief substantiële uitbreidingen van hun centrumgebieden. In de beide eerste gevallen zijn de gemeenten zelf aan zet bij het werven van initiatiefnemers d.m.v. aanbestedingsprocedures voor het invullen van terreinen waarvoor de gemeente zelf als gebiedsontwikkelaar en grondexploitant optreedt. In Rotterdam gaat het om private initiatieven op private plekken in het centrum. Op stadsregionaal niveau worden de betreffende uitbreidingsplannen tot nu toe erkend en ondersteund. Renovatie van planmatig gerealiseerde centrumgebieden In Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Maassluis en Rotterdam Zuidplein en Alexandrium is sprake van renovatieplannen met uitbreiding (meestal relatief beperkt van omvang) als onderdeel van deze plannen. Het gaat hierbij steeds om geplande naoorlogse winkelcentra (60-er en 70er jaren, met eerdere renovaties eind 80-er begin 90-er jaren) met een beperkt aantal professionele eigenaren en/of met een coöperatieve samenwerkingsstructuur tussen eigenaren. Geen initiatieven bekend Van Ridderkerk, Albrandswaard, Hellevoetsluis, Bernisse, Brielle en Westvoorne zijn ons geen specifieke vitaliserings- of uitbreidingsprojecten rond hun hoofdcentra bekend. In Ridderkerk wordt gewerkt aan betere samenwerking tussen ondernemers. In de laatste drie gevallen is er wel sprake van dreigende bevolkingskrimp en wordt daarnaar vanuit een ‘anticipeerstatus’ als krimpgebied momenteel gekeken.
5
De geschetste marktontwikkeling heeft ongetwijfeld effect op de aard, omvang en doorlooptijd van alle bovengenoemde plannen. Lopende uitbreidingsplannen kunnen wel stuiten op nieuwe barrières in de vorm van verzet van bestaande winkeliers en eigenaren alsook heroverweging door initiatiefnemers, al dan niet gestimuleerd door heroverwegingen bij beleggers en financiers. Daarmee zullen in de betreffende gevallen ook de renovaties ter discussie kunnen komen te staan, omdat deze vaak onderdeel uitmaken van dezelfde business-case als die voor de uitbreiding. Grootschalige- en perifere winkellocaties Er zijn bij de stadsregio momenteel geen grote knelpunten en initiatieven op deze typen winkellocaties bekend. Uitzondering hierop is Capelle XL, dit maakt deel uit van het bedrijventerrein Hoofdweg waar actief aan herstructurering wordt gewerkt. Een verklaring hiervoor kan gevonden worden in het al geruime tijd strikte provinciale- en stads regionale beleid t.a.v. de uitbreiding van dergelijke locaties. Conclusie Als wij door de oogharen kijken naar de ontwikkeling van de marktpositie van de detailhandelslocaties in de stadsregio tekent zich het volgende beeld af:
Rotterdam Centrum zal, als veruit grootste winkelgebied, profiteren van het veranderende winkelgedrag. Een dergelijke krachtige winkelfunctie is ook van belang voor het regionale vestigingsklimaat; De stadsdeelcentra zoals Alexandrium en Zuidplein (als totaalconcept gerealiseerd) kunnen zich tot op heden handhaven, maar zullen hun onderscheidende kwaliteiten moeten handhaven door te blijven investeren; De kern- en regioverzorgende centra nabij Rotterdam (zoals Vlaardingen, Schiedam, Lansingerland, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Ridderkerk, Barendrecht en Spijkenisse) moeten in ‘dagelijks’ en ‘frequent niet-dagelijks’ goed zijn en blijven en zich verder profileren op een goede propositie als ‘ontmoetingsplek’. Grootschalige en perifere winkelcentra: hier zijn de omzetdalingen vaak groot (b.v. in Doe-HetZelf al meer dan 30% omzetdaling sinds 2010), maar de lagere huisvestingskosten, de gemakkelijke bereikbaarheid en het kosteloze parkeren maken hun propositie toch concurrerend.
4. Werkplan 2014 Algemeen Door vrijwel elke expert op het gebied van winkelcentra wordt het stadsregionale perspectief gezien als het ideale schaalniveau voor afstemming en het voeren van regie op winkelontwikkelingen. Tijdens een recent symposium van Neprom, G32 en Platform 31 bleek dat de Rotterdamse regionale aanpak en organisatie prima als landelijk voorbeeld kan gelden. Dat geldt zowel voor de inhoud van het beleid als voor de wijze waarop hiermee wordt omgesprongen bij concrete nieuwe winkelinitiatieven.
6
Gemeenten vormen primair de verbindingsrol in het lokale speelveld rond winkelgebieden. De nieuwe omstandigheden vragen om professionele aandacht en om nieuwe kennis en kwaliteiten van de beschikbare capaciteit. De stadsregio kan hierbij een complementaire en ondersteunende rol spelen. Op grond van het voorafgaande en in het verlengde van lopende ‘projecten’ kunnen voor 2014 de volgende rollen vanuit de stadsregio worden onderscheiden. Ontwikkelen van uitvoeringsstrategieën Als wij kijken naar het vigerende stadsregionale beleid mag op grond van het bovenstaande een verdere behoefte aan een nieuwe ‘clustering’ van de winkelfunctie binnen de kernwinkelgebieden verwacht worden. De vraag naar goede uitvoeringsstrategieën daarvoor zal toenemen. Dit geldt b.v. voor solitair gevestigde supermarkten. Om de bezoekersstroom en kans op combinatie-aankopen in de centrumgebieden op peil te houden wordt een goede ruimtelijke relatie tussen supermarkt en centraal winkelgebied van groter belang. Versterking van de winkels in de dagelijkse sfeer biedt compensatie voor het verlies van pure winkelen-klandizie en ondersteunt de omzetkansen voor andere winkels die het van dagelijkse en frequent niet-dagelijkse aankopen moeten hebben. Dit vraagt om planologische sturing én om ruimtelijke- en zakelijke visie- en aanpakontwikkeling. In Schiedam wordt op dit moment een dergelijke uitvoeringsstrategie uitgerold. De stadsregio is hierbij betrokken. Het vastleggen van keuzen in een nieuw bestemmingsplan is de fase waarin het zich nu bevindt. Wat nog volgt is een stap om functioneel-ruimtelijke keuzen te maken binnen het positief bestemde gebied als basis om te komen tot gerichte herstructurering, verplaatsing en – indien mogelijk – invulling van leegstaande winkelpanden binnen een samenhangend concept. Ook gedeeltelijke herontwikkeling, hergroepering van de beschikking over vastgoed, nieuwe concepten met een mix van cultuur en retail maar ook versterking van de ondersteunende infrastructuur komt daarbij aan de orde. Een goede leercasus – ook voor de andere gemeenten - om alle aspecten de revue te laten passeren en een die zeker het hele jaar 2014 aandacht zal blijven vragen. Ook in Maassluis, Spijkenisse en Krimpen aan den IJssel is de stadsregio betrokken bij soortgelijke opgaven. Een afzonderlijk aandachtspunt in dit verband is, dat – wanneer een sterker accent wordt gelegd op dagelijkse aankopen in kernwinkelgebieden – opnieuw aandacht wordt gegeven aan zgn. ‘dissatisfiers’ in dergelijke gebieden om deze rol goed te kunnen spelen (bereikbaarheid, parkeren, afstanden e.d.). Samenwerking, merk bouwen en financiering In het kader van het pilot ‘Vitaal en hoe blijf je dat’? met gemeente Vlaardingen wordt o.a. dieper ingezoomd op het onderwerp samenwerking. De concurrentie tussen de echte winkelgebieden zal verder toenemen. ‘Groot’ in termen van omvang en diversiteit van het aanbod en ’sfeer’ zijn de satisfiers die voor consumenten als het gaat om winkelen een steeds belangrijker rol gaan spelen omdat voor frequent-niet-dagelijkse artikelen internet een grotere rol gaat spelen. Voor kijken en vergelijken besteed je je schaarse vrije tijd dan op plekken waar het aanbod echt onderscheidend en groot is in combinatie met recreatieve activiteiten. Reistijd, parkeerkosten, drukte, veiligheid, schaal, total-cost-of-visit enz. zijn en blijven daarbij overigens dissatisfiers die ook een rol spelen in de
7
bestemmingskeuzen die consumenten daarbij maken en waarop kleinere winkelgebieden in hun marktpositionering heel goed kunnen inspelen. Voorwaarde om dat goed te kunnen doen is een intensieve samenwerking tussen retailers, vastgoedeigenaren en leveranciers van ‘publieke diensten’. En dat op de schaal van de gemeente en in ieder geval op dat van een totaal winkelgebied. In de zomer van 2013 is een inventariserend onderzoek gedaan naar de huidige situatie. Samenvattend kan worden geconcludeerd dat er op veel plaatsen sprake is van sterke versnippering in de samenwerking, dat het nog sterk ‘erbij’ gedaan wordt door goedwillende actieve winkeliers (een snel afnemende populatie) en dat er een gebrek aan voldoende financiële middelen en daarmee voor de inzet van professionals is voor het consistent kunnen ontwikkelen en realiseren van een gemeenschappelijk ‘merk’. Branding van de gemeente is een belangrijk middel om te komen tot noodzakelijke verbetering van de samenwerking tussen partijen. Het levert een ‘netwerk van associaties voor de hoofden en harten van potentiele consumenten op’ op basis waarvan alle partijen hun aandeel kunnen bepalen, waarop gezamenlijke sturing mogelijk is en waaraan centrummanagers een gerichte taakopdracht kunnen ontlenen. Een dergelijke benadering vraagt wel om verbetering van de financiering. Op verschillende plaatsen in de regio wordt ervaring opgedaan met BIZ-structuren en Ondernemersfondsen. Vaak staan deze initiatieven naast die van de winkeliersvereniging of betreffen zij slechts delen van het centrumgebied. Hier valt nog heel veel te winnen. Via kennisuitwisseling en voorlichting, door hulp bij het opnieuw structureren van de overlegstructuur, door hulp bij het proces van definiëren van het lokale merk (binnen het regionale) en met het aanreiken van werkvormen, organisatiemodellen en werkprocessen e.d. Juist nu de noodzaak om samen te werken groter is dan ooit verdwijnen traditionele adviseurs als Kamer van Koophandel en HBD (Hoofdbedrijfschap Detailhandel) van het toneel of wordt hun rol veel kleiner. Hier ontstaan gaten die vroeg of laat om invulling zullen vragen. De stadsregio kan een prima rol vervullen bij het activeren van effectievere samenwerkingsverbanden op lokaal niveau en bij het bundelen en coördineren van activiteiten op regionale schaal. Een mooi voorbeeld bij dit laatste is dat er in veel gemeenten city-marketeers, centrummanagers, acquisiteurs, winkelcoaches worden aangesteld die allemaal langs dezelfde winkelketens gaan. Hier liggen verbeter- en efficiency mogelijkheden. Overdracht aan Metropollregio Rotterdam Den Haag en/of samenwerkende gemeenten. In 2014 zal duidelijk worden op welke wijze aan de samenwerking op economisch gebied (w.o. winkels) in de regio verder vorm gegeven zal worden. Meedenken over de rol van ‘winkelgebieden’ hierbij en vervolgens overdragen is een onderwerp waaraan aandacht gegeven moet worden. In dit verband zal ook gekeken moeten worden naar de samenwerking met de provincie Zuid Holland die haar wettelijke bevoegdheden op dit terrein actief inzet - hoe kan dit doorvertaald worden in regionaal beleid?
8
Capaciteitsdeling binnen de regio Een onderwerp dat in dit verband opnieuw aandacht dient te krijgen is de eigen gemeentelijk capaciteit voor winkelvraagstukken in relatie tot de retail-problematiek, de financiële positie van gemeenten en de veranderingen in het professionele speelveld. Zo is het proces om te komen tot concentratie binnen winkelgebieden (en uit-bestemmen van de andere delen) inclusief de juridisch-planologische vastlegging daarvan een specialisme aan het worden waarvoor hergebruik van ervaring snel rendement oplevert. Dat geld ook voor b.v. het proces- en projectmanagement rond herontwikkeling binnen winkelgebieden. Integrale commerciële retail-ontwikkelaars pakten dat vaak op met een verdienmodel waarbij veel nieuwe meters toevoeging de inkoop en vervanging van verouderd vastgoed dekten. Dat verdienmodel is inmiddels vervallen, inclusief de betreffende initiatiefnemende partijen. In veel gevallen is een soort ‘monopolie’ het nieuwe spel en dat vraagt specialistische kennis en vaardigheid. Als het uitgangspunt is dat ieders focus is gericht op een gezonde samenhangende regionale winkelstructuur dan zou het de moeite waard zijn om een formule te ontwikkelen om de beschikbare gemeentelijke capaciteit op regionale schaal goed in te zetten. Te denken valt aan een detacheringsstructuur op basis van profielen, track records en belangstelling van de betrokken mensen, respectievelijk (b.v. t.a.v. de acquisiteur) aan een gezamenlijke inhuur t.b.v. meerdere winkelgebieden. In 2014 zullen wij dit thema op de agenda plaatsen. Kennisdeling Een belangrijke taak voor de stadsregio blijft het delen van ervaringen die binnen (en buiten) de stadsregio worden opgedaan. Zo zijn kennissessies voorzien over de Schiedamse aanpak rond het kernwinkelgebied en over het onderwerp samenwerking.
Bijlage: Uitvoeringsagenda detailhandel
9
Bijlage: uitvoeringsagenda detailhandel
Nota Beleid Detailhandelsstructuur juli 2012
Activiteiten 2012/2013 en stand van zaken
Stand van zaken geplande en lopende initiatieven gemeenten en marktpartijen
Betrokkenheid van SR bij de initiatieven
Hoofdstructuur en locaties Aanbevelingen uit de nota Winkelvloeroppervlak (dagelijks/nietdagelijks)
Bovenregionaal verzorgend centrum (> 600 winkels)
Internationale winkelstad, sterk in recreatief en hoogwaardig winkelen, uniek en onderscheidend aanbod, flagshipstores, zeer groot verzorgingsgebied (nationaal en internationaal), toeristisch-recreatief aantrekkelijk, dagbestemming, meerdere bezoekmotieven. Versterking identiteit, kwaliteit, levendigheid.
Rotterdam-centrum 178.663 m2 (17.759/160.904)
Diverse uitbreidingen in uitvoering of recent opgeleverd (Centraal Station 4000 m2, Calypso 1600 m2, B-tower 3500 m2, Stadskantoor 1500 m2, Markthal 7500 m2) en initiatieven (Postkantoor, Forum, Rotta Nova) in verschillende stadia van ontwikkeling. SR. De advisering rond Forum heeft plaatsgevonden: brede steun. Over de voortgang bij ontwikkeling wordt periodiek informatie uitgewisseld met de gemeente Rotterdam.
Regionaal verzorgend centrum (> 100 winkels)
Doorgroei naar efficiënt recreatieve
koopcentra. Kwalitatieve opwaardering door extroverte presentatie, uitstraling en herkenbaarheid in combinatie met verbeterde verblijfswaarde. Rol ten opzichte van centrum Rotterdam en lagere schaalniveaus niet verstoren. Geen grote kwantitatieve uitbreidingen, vooral kwaliteitsimpulsen. Rotterdam Alexandrium Shoppingcenter en Megastores 54.193 m2
10
Corio heeft flinke uitbreiding in studie t.b.v. grotere winkels voor bestaande ketens en meer ‘openbare’ ruimte voor leisure en beleving.
Afstemming binnen SR met beleid Knooppunten en Kantoren en coördinatie contacten met Corio gericht op een integrale aanpak. Plannen voor kwaliteitsslag en uitbreiding in kader ‘Hart van Zuid’. Inmiddels is Ballast Nedam geselecteerd na de Concurrentie gerichte dialoog.
Rotterdam Zuidplein 48.834 m2 (4.450/44.384)
Vooralsnog geen betrokkenheid vanuit de SR. Vlaardingen is actief en integraal bezig met het vitaal houden van haar winkelstructuur. Via de kennissessie op 20/11 2013 heeft zij deze aanpak en de ervaringen daarmee gedeeld met de andere gemeenten in de regio.
Vlaardingen-centrum 38.656 m2 (8.405/30.251)
SR treedt op als sparringpartner bij het doorontwikkelen van de aanpak. Voor 2014 staat ondersteuning bij het herstructureren van de samenwerkingsstructuur op het programma n.a.v. de oprichting van het ondernemingsfonds en de operationalisering van het city-marketing project. Schiedam is druk doende om haar koers van ‘georganiseerde krimp’ voor de binnenstad te operationaliseren en tegelijk via centrummanagement te werken aan een nieuwe positionering van de binnenstad in het lokale en regionale winkelgebieden landschap.
Schiedam-centrum 31.246 m2 (6.459/24.787)
SR is hierbij betrokken als sparring partner en zal ook een rol spelen bij specifieke acties rond de nieuwe positionering en de activering van de grote eigenaren in de binnenstad. Met het Schiedamse team wordt in het eerste kwartaal een kennissessie georganiseerd over de ervaringen met de aanpak van leegstand, het krimpen van de winkelbestemming e.d. . Spijkenisse-centrum 43.296 m2 (6.273/37.023)
Spijkenisse werkt aan het oplossen van leegstand in het centrumgebied met een reeks aan initiatieven. Er is o.a. een acquisiteur aangesteld en betrokken partijen worden geactiveerd. SR is gesprekspartner op ambtelijk niveau over de aanpak en is stand-by voor een bijdrage aan interventies. Er ligt nog een vraag vanuit de EZdisciplines uit Voorne Putten om een rol te spelen bij het organiseren van afspraken rond detailhandel in het kader van de status van Voorne Putten als anticipatieregio krimp.
Ridderkerk-centrum 31.831 m2 (7.766/24.065)
De leegstand is in 2013 opgelopen. De gemeente is hierover in overleg met de drie grote vastgoedeigenaren in het centrum en de winkeliers. De thema’s voor 2014 liggen minder op het ruimtelijk-economische vlak, maar meer op
11
het organisatorische: verbetering van de samenwerking tussen de ondernemers en oppakken van de marketing van het centrum. SR heeft periodiek contact op ambtelijk niveau. Hellevoetsluis-centrum, De Struytse Hoek 26.727 m2 (6.758/19.969)
Het centrum van Hellevoetsluis handhaaft zich tot op heden goed. Er lijkt een latente behoefte aan renovatie van het coöperatieve deel van het winkelgebied omdat onderhoud en sfeer hier flink achterblijven. SR zet graag de expertise in bij de organiseren van de eventuele renovatie van het coöperatieve deel van De Struytse Hoek. Er ligt nog een vraag vanuit de EZ-disciplines om een rol te spelen bij het organiseren van afspraken rond detailhandel in het kader van de status van Voorne Putten als anticipatieregio krimp.
Stadsdeelcentrum (50 – 170 winkels) Positioneren tussen hoofdwinkelcentra en buurt- en wijkwinkelcentra, opschaling niet wenselijk. Zuiderboulevard (Rotterdam) 25.944 m2 (6.515/19.429)
In Rotterdam lopen vier pilots leegstand/transformatie plus een evaluatie van de winkelgebieden Nieuwe Binnenweg, Noorder- en Zuiderboulevard en West Kruiskade. SR zal kennisdeling over herstructurering van historische winkelstraten betrekken bij het organiseren van de kennissessie met Schiedam. Plannen voor chique passage (REO akkoord). Marktsituatie lijkt roet in het eten te gooien.
Bergse Dorpsstraat (Rotterdam) 15.926 m2 (5.495/10.431) Noorderboulevard (Rotterdam) 28.729 m2 (7.663/21.066)
SR zal kennisdeling over herstructurering van historische winkelstraten betrekken bij het organiseren van de kennissessie met Schiedam. SR zal kennisdeling over herstructurering van historische winkelstraten betrekken bij het organiseren van de kennissessie met Schiedam.
Nieuwe Binnenweg (Rotterdam) 17.549 m2 (6.176/11.373) Keizerswaard (Rotterdam IJsselmonde) 13.651m2 (5.610/8.041) Schiedamseweg (Rotterdam) ? Lokaal verzorgend centrum (50 – 100 winkels) Optimaliseren en versterken van de lokaal verzorgende functie mits passend bij de maat en schaal van de verzorgingsgebieden. Hoogvliet Binnenban (Rotterdam) 21.175 m2 (7.602/13.573) Barendrecht-centrum 15.901 m2 (4.724/11.177)
12
Plannen voor versterking centrum en uitbreiding. Van eerdere 10.000 m2 nu nog maar sprake van beperkte omvang. Zal waarschijnlijk pas na de
verkiezingen weer op de politieke agenda staan. SR actief betrokken als sparring partner. Ambtelijk gevraagd om een rol te gaan spelen bij het weer tot stand brengen van samenwerking tussen partijen na de verstoring in de relaties als gevolg van de blokkade van de uitbreidingsplannen door gevestigde ondernemers. De samenwerking te richten op een nieuw perspectief voor het centrumgebied in de nieuwe economische context. Capelle aan den IJssel-centrum, Koperwiek 15.410 m2 (4.642/10.768)
De renovatie en uitbreidingsplannen van het deel van de Koperwiek van Vorm Vastgoed lijkt door te zetten, maar in compactere omvang. Het Wereldhave deel is qua planning en omvang onzeker. SR treedt op als sparring partner van gemeente. Voor 2014 zal aandacht gegeven worden aan de samenwerkingsstructuur bij een centrum met uitsluitend geplande voorzieningen en grote eigenaren.
Brielle-centrum 9.323 m2 (2.206/7.117)
Ook de AH supermarkt vertrekt naar de rand van de binnenstad. Daarmee verdwijnt het dagelijkse aanbod grotendeels uit de binnenstad. SR. Er ligt nog een vraag vanuit de EZ-disciplines om een rol te spelen bij het organiseren van afspraken rond detailhandel in het kader van de status van Voorne Putten als anticipatieregio krimp.
Maassluis-centrum, Koningshoek 8.403 m2 (1.592/6.811), 9.996 m2 (4.667/5.329)
De plannen van Wereldhave voor vernieuwing en uitbreiding van Koningshoek naderen de realisatiefase. In de binnenstad staat herpositionering, leegstandbestrijding en versterking van de structuur centraal (o.a. door verplaatsing van een supermarkt naar dit gebied als drager van een dagelijks aanbod). SR is sparring partner van ‘beleid’ en projectmanagement bij deze opgaven. Plannen voor versterking centrum, uitbreiding 17/18.000 m2 in het stadium van aanbesteding.
Lansingerland, Berkel en Rodenrijs-centrum 11.477 m2 (4.218/7.259)
SR wordt af en toe geraadpleegd bij de voorbereiding van keuzen die hierbij gemaakt worden. Er wordt actief gewerkt aan plannen om te komen tot renovatie en uitbreiding van Crimpenhof. Een complex speelveld qua partijen, in een economische context die vraagtekens plaatst bij de (omvang van) de uitbreiding.
Krimpen aan den IJssel-centrum 12.733 m2 (5.476/7.257)
SR actief als adviseur en intermediair tussen
13
partijen. Er ligt tevens een vraag voor een bijdrage aan structurele verbetering van de samenwerking en organisatie tussen partijen in het centrumgebied om vitaal te blijven. Lokaal verzorgend centrum klein (20 – 50 winkels) Versterking van de positie wenselijk, mits aangepast aan draagvlak en positie in de structuur. Rotterdam, Rozenburg-centrum 7.356 m2 (2.898/4.458) Lansingerland, Bergschenhoek-centrum 6.708 m2 (3.091/3.617)
Herontwikkeling en uitbreiding 2000 m2
Westvoorne, Oostvoorne-centrum 5.661 m2 (2.877/2.784)
SR. Er ligt nog een vraag vanuit de EZ-disciplines om een rol te spelen bij het organiseren van afspraken rond detailhandel in het kader van de status van Voorne Putten als anticipatieregio krimp.
Albrandswaard, Rhoon-centrum 5.154 m2 (2.817/2.337)
Toevoeging 1500 m2 in 2012, daarnaast plannen voor nog eens 1500 m2 SR. Vraag voor ondersteuning organisatie rond positionering centrum
Rotterdam, Hoek van Holland-centrum 7.079 m2 (2.780/4.299)
Mogelijk herontwikkeling
Bernisse, Zuidland-centrum 4.843 m2 (1.345/3.498)
SR. Er ligt nog een vraag vanuit de EZ-disciplines om een rol te spelen bij het organiseren van afspraken rond detailhandel in het kader van de status van Voorne Putten als anticipatieregio krimp.
Lansingerland, Bleiswijk-centrum 4.761 m2 (2.645/2.116) Westvoorne, Rockanje-centrum 4.293 m2 (1.375/2.918)
SR. Er ligt nog een vraag vanuit de EZ-disciplines om een rol te spelen bij het organiseren van afspraken rond detailhandel in het kader van de status van Voorne Putten als anticipatieregio krimp.
Albrandswaard, Poortugaal-centrum ?
Toevoeging 800 m2 in 2012, daarnaast plannen voor nog eens 700 m2
Perifere detailhandelsconcentratie Grootschalige detailhandelsconcentratie Nieuwe perifere detailhandelsconcentraties niet wenselijk. Rotterdam Alexandrium Woonmall 53.672 m2 Barendrecht Woonboulevard Cornelisland +
Uitbreidingsplannen woonboulevard Reijerwaard
14
Reijerwaard + Keukenboulevard 48.617 m2 Spijkenisse woonboulevard Schiekamp 28.232 m2
uitgesteld
Vlaardingen Hoogstad 17.401 m2 Capelle aan den IJssel Capelle XL 38.362 m2
Herstructurering bedrijventerrein Hoofdweg
Rotterdam Bigshops Parkboulevard ca 25.000 m2 Lansingerland, Berkel en Rodenrijs Berkelse Poort 9.684 m2 Rotterdam Stadionweg 9.388 m2
Plannen in kader Rotterdam Sportstad (incl. nieuwe Kuip)
Hellevoetsluis Moerman Woon Promenade ?
15