OV-chipkaart: Distributievisie stadsregio Rotterdam
Versie 02: oktober 2007
1. Inleiding De huidige vervoerbewijzen (strippenkaarten en sterabonnementen) kunnen in de stadsregio op meer dan 360 locaties aangeschaft worden namelijk bij de Verkoop & Informatiepunten van de vervoerbedrijven, de postkantoren en andere verkooppunten zoals AH, Primera en zelfstandige ondernemers. Vervoer Bewijzen Nederland (VBN) heeft de huidige locaties gekozen op grond van de criteria als het aantal aanwezige verkooppunten in het postcodegebied, de omzet, het aantal inwoners per verkooppunt, het openbaar vervoeraanbod, de branche en de openingstijden. Producten voor de OV-chipkaart zullen ook gedistribueerd moeten worden. Om de efficiency en het gemak van de reiziger te vergroten wordt ingezet op het aanbieden van diensten, producten en service via de nieuwe kanalen te weten autoreload, internet en telefoon. Daarnaast wordt een distributienetwerk opgezet, dat aansluit bij de bestaande routine van de reiziger. Verwacht wordt, dat ruim 200 fysieke distributiepunten in de stadsregio nodig zullen zijn. De concessiehouders kunnen vanuit marketingoverwegingen extra distributiepunten inrichten of apparatuur op de voertuigen plaatsen, waar opladen van de OV-chipkaart mogelijk is. 2. Verantwoordelijkheden vervoerders en stadsregio Het is in het belang van de vervoerder, dat hun klanten gemakkelijk over een geldig vervoerbewijs kunnen beschikken. Dit betekent, dat vervoerders dienen te zorgen voor voldoende locaties, waar reizigers een vervoerbewijs kunnen kopen. Op dit moment zorgt VBN in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat voor voldoende locaties voor geheel Nederland. Bij het opheffen van het nationaal tariefsysteem en de decentralisatie van de tariefvrijheid eindigt VBN met het verspreiden van het nationale kaartassortiment. Het landelijke verkoopnetwerk wordt dan opgeheven en iedere vervoerder zou bijvoorbeeld een eigen verkoopnetwerk kunnen inrichten. De stadsregio kan als concessieverlener middels het Programma van Eisen voorwaarden stellen aan het verkoopnetwerk. De decentrale overheden en de vervoerbedrijven zijn overeengekomen om een distributienetwerk te realiseren met identieke kenmerken en gebruiksmogelijkheden. Onder de verantwoordelijkheid van de in Nederland opererende vervoerbedrijven is de organisatie “districhip” opgericht met als voornaamste taak het realiseren en onderhouden van een door derden geëxploiteerd netwerk van verkoop- en servicepunten. Kenmerken landelijk distributienetwerk: • Het is éénduidig en herkenbaar. Door landelijk maximale uniformiteit in de distributiekanalen na te streven weet de reiziger waar hij/zij welke producten en services kan verwachten; • Het is toegankelijk zodat de reiziger in heel Nederland met weinig inspanning toegang tot het OV heeft; • Het faciliteert een soepele overgang naar nieuwe, efficiëntere routines voor reizigers. 3. producten distributienetwerk: De volgende diensten dienen aan reizigers geleverd te kunnen worden: Informatie: • verstrekken algemene informatie • verstrekken klantspecifieke informatie • verstrekken aanvraagformulier persoonlijke OV-chipkaart Verkoop: • verkopen ongeladen anonieme OV-chipkaarten • verkopen anonieme OV-chipkaarten met reissaldo • bestellen reissaldo en –producten voor persoonlijke en anonieme OV-chipkaarten
2
• •
betalen reissaldo en –producten voor persoonlijke en anonieme OV-chipkaarten leveren (plaatsen op de OV-chipkaart) van reissaldo en –producten voor persoonlijke en anonieme OV-chipkaarten Service: • klantenservice )klachten) • wijzigen autoload persoonlijke OV-chipkaart • (de)blokkeren persoonlijke OV-chipkaart • Wijzigen naam/adres gegevens persoonlijke OV-chipkaart • Restitutie saldo persoonlijke OV-chipkaart • Leveren transactieoverzichten 4. Distributiekanalen: • Internet en telefoon: Hierbij worden producten of saldo via internet of telefoon besteld, via internet of incasso betaald en via de verkoop-/oplaadautomaten of de afhaalunits op de OVchipkaart geplaatst. Ook zullen servicehandelingen via internet en telefoon plaatshebben. • Serviceloketten: Dit zijn bemenste loketten, waar klanten door getraind personeel worden geholpen. Alle informatie-, verkoop-, en servicehandelingen kunnen bij deze loketten plaatshebben. Binnen de stadsregio zijn dit de RET Verkoop & Informatieloketten, de NS-loketten en een deel van het derdennetwerk • Ticket verkoopmachines (TVM): Dit zijn de verkoop- en oplaadautomaten op de metro- en NS-halten. Bij deze automaten kunnen anonieme – en wegwerp OV-chipkaarten, reissaldo en abonnementen aangeschaft worden, kunnen de via internet en telefoon bestelde producten worden afgehaald. Verder kunnen de laatste 10 transacties, het reissaldo en het product worden getoond en afgedrukt. Op de metrostations zijn ook aanvulmachines type 3 (AVM 3) geplaatst. Deze machines kunnen hetzelfde als de TVM uitgezonderd het verkopen van OVchipkaarten • Aanvulmachines type 2 (AVM 2): Deze automaten hebben de volgende kenmerken: o Uitgebalanceerd ontwerp, relatief klein en ergonomisch o Stand alone opstelling, dus eenvoudig (her-)plaatsbaar o Zeer eenvoudig te vervangen ten behoeve van service doeleinden o Afhalen van via internet en telefoon bestelde reisproducten o kopen van reissaldo o kopen van de landelijke en regionale reisproducten o Betalen met PIN en Creditcard De automaten kunnen worden geplaatst bij wederverkopers (derdennetwerk, bij OVknooppunten en in het voertuig) • Afhaalmachines (AHM): Bij deze automaten kunnen alleen de via internet en telefoon bestelde producten (NAL) worden afgehaald. Plaatsing in het voertuig en op stations ter ontlasting van de AVM/TVM’s. Kanaalsturing: Belangrijke uitdaging is om zoveel mogelijk reizigers te stimuleren over te stappen naar de nieuwe kanalen en daarmee de kosten van het derdennetwerk en de aanvullende oplaadpunten zo beperkt mogelijk te houden. De Decentrale Overheden hebben reeds aangegeven, dat een sturing naar de nieuwe (en efficiënte) distributiekanalen mag plaatsvinden door middel van het berekenen van een fee aan de reiziger voor handelingen binnen het derden netwerk (fee laden van saldo: € 0,50; fee uitdraai laatste 10 transacties € 1,-). Het gaat hierbij met name om transacties die ook gemakkelijk (en goedkoper) via de nieuwe kanalen gedaan kunnen worden.
3
Overigens zal nog niet direct kanaalsturing plaatshebben; dit zal op een nog nader te bepalen datum worden ingevoerd. 5. de locaties van het distributienetwerk: De stadsregio beschikt al over een distributienetwerk, dat voor de invoering van de OVchipkaart op de metro is ingericht: alle metro- en RandstadRailhalten beschikken over verkoop- en oplaadautomaten. Verder zijn eind 2008 alle verkoop-/oplaadautomaten op de NS-stations aangepast voor het laden van de OV-chipkaart. In het lijnennet van de stadsregio is de metro de belangrijkste schakel, waarop tram- en buslijnen aantakken. Dit betekent, dat veel reizigers van tram- en buslijnen ook gebruik van de metro maken en op de metrohalten de gewenste producten kunnen kopen. Er resteren “witte vlekken” op Voorne-Putten en in de gebieden buiten het invloedsgebied van metro- en NS-halten (bijvoorbeeld Krimpen a/d IJssel, Ridderkerk en Lansingerland. Het derdennetwerk: De verkoop van strippenkaarten en abonnementen vindt voor een belangrijk deel plaats bij postkantoren en andere verkooppunten zoals Albert Hein en Primera. Op basis van de volgende aspecten is een keuze voor de toekomstige locaties van de distributiepunten gemaakt: • Logische ligging ten opzichte van het OV; • Witte vlek, dus buiten invloedsgebied van de metrohalten, NS-stations; • Invloedsgebied van het verkooppunt (aantal inwoners binnen invloedsgebied) • Bevolkingsopbouw (leeftijd, internetgebruik, samenstelling) • omzet huidige distributiepunten van VBN • in of bij publiekstrekkers Aanvulmachines buitenlocaties: Er zijn knooppunten/busstations, waar veel wordt overgestapt. Op deze plek is niet altijd een winkel, waar een AVM geplaatst kan worden aanwezig. Op deze plekken kan het plaatsen van een AVM buiten gewenst zijn. De locaties worden nog bepaald. Voorlopig is uitgegaan van 20 AVM’s voor plaatsing in buitenopstelling. Aanvulmachines op bus en tram: De RET en Connexxion exploiteren in de stadsregio 120 trams en 385 bussen. De aanvulmachines zijn geschikt om op het voertuig te plaatsen. Het plaatsen op het voertuig heeft de volgende voor- en nadelen: Voordelen: • reiz iger kan op voertuig saldo of product kopen; • goedkoop te plaatsen en te beheren (vandalismerisico laag); • geen derdennetwerk of slechts een beperkt derdennetwerk nodig; • geen apart afhaalpunt op voertuig voor internet-transactie nodig. Nadelen: • reiziger zonder saldo/geldig product moet tot de tram of bus worden toegelaten om saldo/product te kunnen kopen; • keuze voor aanvulmachines op alle bussen en trams betekent, dat meer dan 500 aanvulmachines voor alleen de bussen en trams nodig zijn. Gelet op het reeds aanwezige distributienetwerk voor metro en trein is dit erg hoog; • niet iedereen vindt het prettig om in een rijdend voertuig met veel meekijkers een pintransactie uit te voeren; • afhandeltijd te lang om veel transacties te kunnen uitvoeren. Dit kan in stedelijk gebied met veel korte ritten inhouden, dat reiziger niets kan kopen voor hij weer uitstapt (betekent geoorloofd zwartrijden); De stadsregio betreft voornamelijk een verstedelijkt gebied. Gelet op de hoge bezetting van de lijnen en de relatief korte ritten op bus en tram (onvoldoende tijd voor oplaadtransacties) en het hoge aantal oplaadtransacties kiest de stadsregio voor een derdennetwerk voor de concessies van de RET en de concessie Bus Streek Overig van
4
Connexxion. Voor de concessie Voorne-Putten met een minder verstedelijkt karakter kiest de stadsregio voor aanvulmachines op de bus met een beperkt derdennetwerk. Het afhalen van via internet en per telefoon bestelde reisproducten: De via internet en telefoon bestelde producten kunnen worden afgehaald bij alle TVM’s en AVM’s. Verder worden op alle trams en bussen AHM’s geplaatst, zodat de reiziger het via internet of telefoon bestelde reisproduct op de meest logische plek, namelijk het OV, kan laden op de OV-chipkaart. 6. Organisatie landelijk distributienetwerk: De distributie via de kanalen van de vervoerbedrijven (Verkoop en Informatiepunten) wordt verzorgd door de vervoerbedrijven zelf. De TVM’s/AVM’s op de metrohalten en halten RandstadRail worden beheerd en onderhouden door de RET; de NS zorgt voor het beheer en onderhoud van de TVM’s/AVM’s op de NS-stations. Het derdennetwerk wordt opgezet en beheerd door een landelijke beheerorganisatie “districhip” die namens de vervoerders c.q. de decentrale overheden op zal treden inzake aanbesteding en beheer van het derden netwerk. 7. De 1. 2. 3.
distributiepunten in de stadsregio: 6 RET Verkoop & Informatiepunten 48 metrohalten met verkoop- en oplaadapparatuur 5 halten RandstadRail (exclusief de metrohalten en halten in het stadsgewest Haaglanden) met verkoop- en oplaadapparatuur 4. 8 halten op de Hoekselijn met verkoop- en oplaadapparatuur 5. 10 NS-halten met verkoop- en oplaadapparatuur 6. 20 aanvulmachines op buitenlokaties zoals overstappunten en busstations 7. 11 aanvulmachines bij wederverkopers (waarvan 3 inclusief service) in de concessie Voorne Putten 8. 70 aanvulmachines op de bussen in Voorne Putten 9. 8 aanvulmachines bij wederverkopers (waarvan 2 inclusief service) in de concessie Bus Streek Overig 10. 100 aanvulmachines bij wederverkopers (waarvan 20 inclusief service) in de concessie bus van de RET 11. 435 afhaalunits voor plaatsing in trams en bussen.
Totaal 286 distributiepunten inclusief 70 op de bussen in de concessie Voorne-Putten en 721 locaties voor het ophalen van bestellingen, die geplaatst zijn via telefoon en internet. Bijlagen: • Kaarten distributiepunten stadsregio Rotterdam namelijk Rotterdam Noord, Rotterdam Zuid en Voorne Putten.
5