FOCUS HAAGLANDEN Relatiemagazine voor overheid en bedrijfsleven
Versterking van slagkracht 6 Wim Deetman over regionale synergie
Strakkere aanpak veelplegers 12 Politie Haaglanden zet draaideur stil
Regionale coördinatie rampenbestrijding 30 Wil tot samenwerking is essentieel
NOVEMBER 2003 Stadsgewest Haaglanden, Hulpverleningsregio Haaglanden en Politie Regio Haaglanden
1
TMOP detacheert uitvoerende medewerkers, beleidsmedewerkers en leidinggevenden op middenkaderniveau binnen nagenoeg alle werkterreinen van het openbaar bestuur en bij non-profitorganisaties. Onze adviseurs zijn niet alleen werkzaam bij de lokale overheid, maar ook bij onder andere ministeries, provincies, waterschappen, politie en brandweer. Vakkennis en ervaring van deze tijdelijke medewerkers waarborgen de hoge kwaliteit van onze dienstverlening. Dankzij de regiogerichte aanpak van TMOP werken onze adviseurs meestal in het gebied waar zij wonen. Vanzelfsprekend houden zij rekening met de werkwijze van de organisatie waar zij worden gedetacheerd.
Soms is extra slagkracht nodig om nieuwe visies vaart te geven! 2
Medewerkers van TMOP zijn in vaste dienst en beschikken over een relevante opleiding, gedegen kennis en ervaring. Daarnaast kenmerken zij zich door sterk ontwikkelde communicatieve vaardigheden. Dankzij hun klantgerichte, pro-actieve houding zijn TMOP-ers uitstekend in staat zelfstandig taken uit te voeren en projectmatig te werken. Daarom maken al vele overheidsinstellingen naar volle tevredenheid gebruik van de tijdelijke inzet en flexibiliteit van medewerkers van TMOP. Voor extra slagkracht belt u dus met TMOP in Amersfoort (033) 450 70 70.
vast en zeker in tijdelijk werk
TMOP - Korte Houtstraat 20 a/b - 2511 CD Den Haag - tel.: (070) 345 70 01 - fax: (070) 312 30 59 e-mail:
[email protected] - internet: www.tmop.nl TMOP maakt deel uit van de
(TMOP heeft ook vestigingen in Amersfoort, Drachten, Maastricht, Velp en Waalre)
FOCUS HAAGLANDEN Colofon
In dit nummer
Focus Haaglanden is een gezamenlijke kwartaaluitgave van Hulpverleningsregio Haaglanden, Politie Haaglanden en stadsgewest Haaglanden en komt tot stand dankzij een groot aantal partners uit de overheid en het bedrijfsleven in de regio Haaglanden. Redactieadres p/a Actorion Communicatie Adviseurs Rozendaalselaan 14 6881 LC Velp tel.: 026 – 4438287 fax: 026 – 3892548 e-mail:
[email protected]
Ton van Dijk
9
Concept en uitgave Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
10
November
Teksten Hulpverleningsregio Haaglanden Politie Haaglanden Stadsgewest Haaglanden Actorion Communicatie Adviseurs Fotografie Judith Jongejan Angèle Steentjes Govert Verberg Eric de Vries Politie Haaglanden
Ben Scharloo
Vormgeving Actorion Communicatie Adviseurs, Velp
14
Oplage 5.000 exemplaren
19
Voorwoord
5
Samenwerking vergroot slagkracht
6
Belang veiligheidsregio
9
Verkeersveiligheid in de praktijk
10
Strakke aanpak draaideurcriminelen
12
DeltaHage verbonden aan Den Haag
14
Kwaliteitsverbetering in de publieke sector
16
Toekomstperspectieven glastuinbouw
18
‘Burgemeester in beeld’
19
Oud en nieuw voor de hulpdiensten
20
‘Kort’
22
Dubbel grondgebruik als uitdaging
24
Column uit het bedrijfsleven
26
Wijkagent investeert in contacten
27
Regiomarketing
28
MKB Advies
29
Regionale brandweer
30
Column: marktwerking in de zorg
31
Corbulo College
32
Luchtkwaliteit in het stadsgewest
34
Topfuncties in de publieke sector
36
3
Bruno Bruins
Druk DeltaHage grafische dienstverlening
Commerciële exploitatie Bertil van der Molen, tel. 026 – 4438287
pag.
Ineke van der Wel Politie Haaglanden over de jaarwisseling
38
Copyright en verantwoordelijkheid Het auteursrecht op de in dit tijdschrift verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden. De verantwoordelijkheid voor een artikel ligt bij de betreffende organisatie. Uitgave November 2003
30
Het volgende nummer van Focus Haaglanden verschijnt in maart 2004.
Op de voorpagina: drs. W.J. Deetman, voorzitter stadsgewest Haaglanden en Hulpverleningsregio Haaglanden en korpsbeheerder Politie Haaglanden (pag. 6). Fotografie: Eric de Vries
34
Rob Brons
Agnes Jelsma-de Boer
NOVEMBER 2003
1
Alle ingrediënten voor slagvaardig communiceren Ieder communicatievraagstuk vereist een eigen aanpak. Gaat het de ene keer om het ontwikkelen van een strategisch communicatieplan, een volgende keer is een brochure het doeltreffende middel. Als full service communicatieadviesbureau biedt Actorion alle ingrediënten voor een oplossing op maat.
4
Slagvaardig en daadkrachtig, dat zijn de kernwoorden in de activiteiten van Actorion. Een team van deskundige en ervaren adviseurs staat hier garant voor. Met specialisten op het gebied van overheid, onderwijs, non-profitorganisaties en bedrijfsleven. We koppelen een heldere visie op communicatie aan concrete oplossingen op maat. En zorgen voor de organisatie en uitvoering van deze oplossingen. We komen met creatieve en vernieu-
wende concepten, die aansluiten bij actuele ontwikkelingen in de markt. Nieuwe internettoepassingen bijvoorbeeld, initiatieven op het gebied van interactieve beleidsontwikkeling of visie- en missietrajecten. Zo zetten we onze verschillende specialismen niet alleen afzonderlijk in, maar versterken ze elkaar ook. En daar vaart u wel bij. Want communicatie is geen doel op zich, maar een effectief middel om úw doelstellingen te bereiken.
Benieuwd naar de juiste ingrediënten voor uw communicatieoplossing? Bel voor een afspraak: 026-4438287.
Rozendaalselaan 14, 6881 LC Velp telefoon (026) 443 82 87 telefax (026) 389 25 48 e-mail
[email protected] www.actorion.nl
Vertalingen Wilkens c.s. vertaalt en vertolkt, sinds 1987, veel werk in opdracht van diverse overheden – waaronder de EU – en het bedrijfsleven. En of het nu gaat om een wetenschappelijk rapport, een speech van een van onze ministers of een wettekst: van groot belang blijft altijd: ‘verstaat gij wat gij leest’. Als geen ander weten wij dat louter kennis onvoldoende is. Een consistente, creatieve en terminologisch doordachte aanpak is minstens even belangrijk!
waaruit het karakter sterk spreekt • Vertalingen van en naar vrijwel elke taal • Beëdigde vertalingen • Revisie van door de cliënt zelf geproduceerde teksten • Schriftelijke of mondelinge samenvatting van teksten • Tolken (consecutief en simultaan) • Versiebeheer • Detachering van vertalers • Drukproef lezen
T F E
Postbus 302 2350 AH Leiderdorp 071 581 12 11 071 589 11 49
[email protected] www.wilkens.nl
FOCUS HAAGLANDEN
Focus Haaglanden een uitdaging Voor u ligt de eerste editie van Focus Haaglanden, een gezamenlijk magazine van het stadsgewest Haaglanden, Politie Haaglanden en Hulpverleningsregio Haaglanden. Met dit blad, dat vier maal per jaar verschijnt, richten deze drie organisaties zich op professionals uit het Haaglands bestuur, politiek en bedrijfsleven. Focus Haaglanden bevat nieuws en achtergrondinformatie over ontwikkelingen en gebeurtenissen op de vakgebieden van de drie afzonderlijke organisaties en nadrukkelijk ook over gemeenschappelijke activiteiten. Kortom, een blad dat de regio Haaglanden een gezicht geeft.
Een derde reden is de uitdaging die in het blad zelf besloten ligt. De drie Haaglandenorganisaties hebben namelijk afgesproken dat het magazine voor een belangrijk deel – liefst helemaal – kostendekkend moet worden. Adverteerders en abonnees, die de kosten zullen gaan dragen, zijn natuurlijk alleen bereid te betalen voor een blad dat interessant is. Voorwaarde daarvoor is dat niet alleen de grafische vormgeving aantrekkelijk is, maar ook dat de drie Haaglanden-organisaties wat te vertellen hebben. Afzonderlijk en met elkaar. De tijd van eenzijdige overheidsvoorlichting is natuurlijk al lang voorbij. Echte communicatie bestaat uit interactie. Wij zijn daarom bijzonder benieuwd naar de reacties van lezers op Focus Haaglanden. Graag horen wij ook uw mening! ■
Drs. W.J. Deetman, voorzitter stadsgewest Haaglanden voorzitter Hulpverleningsregio Haaglanden korpsbeheerder Politie Haaglanden
Voorwoord
Er zijn diverse goede redenen om een gezamenlijk blad uit te brengen. In 2005 of 2006 krijgen de bestuurlijke regio’s in ons land een definitieve wettelijke status. Dat houdt in dat ook het stadsgewest Haaglanden verlost is van zijn ‘voorlopige’ karakter. De veertien Haaglandengemeenten zijn het onderling grotendeels eens over de vraag welke taken het stadsgewest in de toekomst gaat verzorgen. Nu die zekerheid over zowel status als activiteiten er komt, is het zaak dat burgers en andere betrokkenen daarover heldere voorlichting krijgen. Dit blad is daar een goed instrument voor. Een tweede reden is dat de geografische grenzen van het stadsgewest samenvallen met die van Politie Haaglanden en van de Hulpverleningsregio Haaglanden. De burgemeesters van de Haaglanden-gemeenten vormen het bestuur van de hulpverleningsregio. Diezelfde burgemeesters zijn ook lid van het regionaal college van het politiekorps Haaglanden. Met andere woorden: organisatorisch gaat het weliswaar om drie verschillende lichamen, in de dagelijkse bestuurspraktijk zijn hun onderlinge lijnen uiterst kort. Omdat het om zeer essentiële overheidstaken gaat, is het goed die samenwerking naar de burger uit te dragen.
5
NOVEMBER 2003
1
“De hulpverleningsregio, het stadsgewest en Politie Haaglanden hebben enkele belangrijke zaken gemeen: zij vervullen essentiële overheidstaken, zijn werkzaam in hetzelfde gebied en hebben direct of indirect dezelfde bestuurders. Het is daarom logisch dat zij mogelijkheden benutten om hun al bestaande samenwerking te verstevigen. Dat vergroot de slagkracht van de organisaties afzonderlijk, brengt synergie tot stand en is goed voor de regio. Het gezamenlijk profileren onder de Haaglanden-paraplu is zo’n mogelijkheid om de samenwerking uit te breiden.”
6
Samenwerking vergroot slagkracht organisaties Tekst: Anne Geert Bosma • Fotografie: Eric de Vries
B
ij alle drie genoemde overheidsorganisaties is drs. W.J. Deetman bestuurder: hij is voorzitter van de hulpverleningsregio en van het stadsgewest en is korpschef van Politie Haaglanden. Vanuit die positie is hij de aangewezen man om de motieven tot samenwerking tussen de drie partijen op een rij te zetten: “Heel simpel, zij zetten zich alle drie in ten dienste van de burger in de regio Haaglanden.” Sleutelrol “Het gaat stuk voor stuk om taken waarin de overheid een sleutelrol speelt. De regionale overheid is onmiskenbaar aanwezig door de politie, brandweer en ambulances. Bij het stadsgewest komen bijvoorbeeld essentiële zaken als woningbouw, verkeer en vervoer, jeugdzorg en ruimtelijke ordening aan de orde, evenals economische samenwerking. Haaglanden is niet toevallig een regio van de politie, niet toevallig een regio van de Hulpverleningsregio en niet toevallig de regio waar het stadsgewest actief is. Nee, het is één en hetzelfde gebied met dezelfde bestuurders, direct of indirect. Samenwerking kan over en weer zeer versterkend werken, levert synergie op. Samenwerking tussen deze
Voorzitter Deetman: regionaal saamhorigheidsbesef groeit organisaties geeft de regio verder stevigheid en body. Ook in de presentatie naar buiten om Haaglanden neer te zetten.”
is met name ook in Europees verband van belang dat we als regio’s elkaar versterken en niet elkaar wegconcurreren.”
Samenwerking met andere regio’s Interne cohesie is volgens Deetman namelijk niet alleen voor een effectief bestuur binnen Haaglanden zelf noodzakelijk. Hij ziet het ook als een voorwaarde om als regio effectief naar buiten te kunnen treden, bijvoorbeeld voor samenwerking met andere regio’s. “Samenwerking tussen regio’s is belangrijk voor de aanpak van vraagstukken die de regiogrenzen overschrijden. Denk maar aan economische versterking, de aanpak van milieuproblemen en ruimtelijke ordening. Binnen de Randstad bestaat al samenwerking die steeds meer gestalte gaat krijgen. Daar zijn we volop mee bezig. Ik hoop dat deze trend ook in de toekomst kan worden doorgezet. Het
Zo dicht mogelijk bij de burger De bestuurder sluit niet uit dat de regionale samenwerking binnen Haaglanden zich zal uitbreiden tot andere beleidsterreinen. “Samenwerking is een dynamisch proces. We zijn, zeker als het stadsgewest in 2005 of 2006 een sterke wettelijke basis heeft, vrij om in de toekomst nieuwe taken toe te voegen aan het bestaande pakket. Er zullen aan de andere kant misschien op een gegeven moment ook wel punten zijn waarvan we vinden dat de gemeenten die zelf kunnen verrichten. Het uitgangspunt moet naar mijn mening zijn dat zaken, die op niveau van de gemeenten gedaan kunnen worden, ook op gemeentelijk niveau moeten gebeuren. Zo dicht mogelijk bij de burger.”
FOCUS HAAGLANDEN HTM: fijnmazig netwerk van allerlei allianties Achter de samenwerking van het stadsgewest, de politie en de hulpverleningsregio Haaglanden gaat een fijnmazig netwerk van allerlei andere ‘allianties’ schuil. HTM is een voorbeeld van een bedrijf dat met elk van die partijen afzonderlijk samenwerkt, maar ook met de drie Haaglanden-organisaties tegelijkertijd.
T
on Kaper, algemeen directeur van HTM: “De samenwerking strekt zich uit over verschillende terreinen. Van aanleidingen als omleidingen bij evenementen tot zware ongelukken. Zeker in dat laatste geval is teamwork nodig om doeltreffend te kunnen handelen. De politie behandelt bijvoorbeeld de noodoproep van een trambestuurder als een verzoek om hulp door een collega van de eigen dienst. Zo nauw zijn onze contacten. De samenstelling van het Verkeersjournaal, dat wordt uitgezonden door TV West, bereiden we voor met het stadsgewest en diverse wegbeheerders.”
Afstemming Kaper ziet ook de samenwerking met collega-vervoerders groeien. “We stellen bij-
voorbeeld samen met streekbusvervoerder Connexxion een dienstregeling op, waarbij wij onze schema’s op elkaar laten aansluiten. Tevens vindt afstemming met de NS plaats zodat we rekening kunnen houden met de laatste treinen. Connexxion en wij leveren vervolgens ons plan in bij het stadsgewest Haaglanden, dat ons beider opdrachtgever is.” RandstadRail is een samenwerkingsproject waarin HTM samen met het stadsgewest en de Dienst Stadsbeheer van Den Haag een goed product probeert te ontwikkelen. Kaper: “Dat project is voor ons van levensbelang. Het geeft immers aansluiting op twee van onze belangrijkste lijnen, namelijk lijn 3 en lijn 6. Dat moet je wel vanaf de basis samen aanpakken. ■
7
Saamhorigheidsbesef Deetman constateert dat het niet uitsluitend overheidsorganisaties zijn die in Haaglanden-verband samenwerken en zich als zodanig profileren. “De Haagse Hogeschool en ROC Mondriaan hebben bijvoorbeeld een nadrukkelijk Haaglandse uitstraling. Ook de Kamer van Koophandel opereert Haaglandenbreed. De Kamer toont zich sterk betrokken bij het beleid van het stadsgewest en de onderwerpen die er besproken worden. Als je zo’n regionale ontwikkeling van jaar tot jaar bekijkt, is dat misschien niet bijster spectaculair. Maar als je dat over een reeks van vijf tot tien jaar doet, zie je een regionaal saamhorigheidsbesef groeien dat van verschillende kanten zijn impulsen krijgt. Dat is pure winst.” ■
NOVEMBER 2003
1
De Haagse Hogeschool voelt zich een Haaglandenorganisatie en profileert zich als zodanig. Dit uit zich in samenwerkingsverbanden met diverse partners in de regio, waaronder overheidsorganisaties.
Haagse Hogeschool: Haaglanden-gevoel
8
W
.J. Breebaart, voorzitter van deze hogeschool, noemt de HBOpolitieopleiding als voorbeeld: “In nauwe samenwerking met de Nederlandse Politie Academie verzorgen wij voor kandidaat-inspecteurs in het westen van het land een deel van hun opleiding. Voor deze leergang, die het afgelopen jaar is gestart, werken we samen met alle politiedistricten en vooral met korps Haaglanden. De afdeling ‘research’ van Politie Haaglanden helpt ons bovendien met het ontwikkelen van leergangen.”
Internationaal recht Een tweede voorbeeld is de oprichting van de opleiding Internationaal Recht die in september van start is gegaan. Breebaart: “De stad Den Haag heeft als de ‘Legal capital of the world’ vele nationale en internationale juridische, bestuurlijke en politieke organisaties binnen haar grenzen. Mede daarom hebben we toestemming gekregen om de nieuwe rechtenstudie aan te bieden.” Kenniscentrum Met andere hogescholen ontwikkelt de Haagse Hogeschool zich steeds meer van onderwijsinstituut tot een kenniscen-
trum waarin onderwijs, toegepast onderzoek en advies samengaan. Breebaart verwacht dan ook dat de overheidsorganisaties zijn instelling in toenemende mate gaan gebruiken als kennisinstituut. “Wij hebben de afgelopen jaren vooraanstaande wetenschappers aangetrokken op gebieden als Jeugd en Opvoeding, een kennisterrein dat veel raakvlakken heeft met dat van de politie, Grootstedelijke Vraagstukken en Public Management. Als Politie Haaglanden bijvoorbeeld vragen heeft over integratieprocessen binnen wijken in Den Haag, kunnen studenten van ons die vraag onderzoeken onder begeleiding van een lector.” ■
KvK: werken op regionale schaal
M
.J. Varekamp, voorzitter van de Kamer van Koophandel Haaglanden, spreekt uit ervaring want het territoir van zijn organisatie is door samenvoegingen enkele jaren geleden bijna gelijk geworden aan dat van het stadsgewest Haaglanden.
“Steeds meer bedrijven en organisaties werken samen op Haaglanden-schaal. Oorzaak of gevolg daarvan is dat de regio in toenemende mate als een eenheid met eigen identiteit wordt ervaren.”
Eenheid Wat zijn volgens hem de samenbindende factoren in Haaglanden die tot eenheid leiden? “Kijkend vanuit de Kamer zien we Den Haag als bestuursstad en als centrum van internationaal recht. Tevens heeft een aantal multinationals er zijn thuishaven. Daarnaast zie ik Delft als kennisstad en Zoetermeer als woonstad waar de economische activiteiten steeds belangrijker worden. Daartussen zien we het Westland met zijn glastuinbouw en de enorme economische infrastructuur daarachter. Wij hebben daarmee verschillende economische spitspunten, wat de regio uniek maakt.
Economisch draagvlak Het geheel levert een gevarieerd economisch beeld en verschaft een economisch breed draagvlak. Verder is er een sterke samenhang in planologie en infrastructuur. Ook politie en brandweer zijn op een goede schaal gedefinieerd. Ik constateer dat Haaglanden een maatschappelijke en economische eenheid is.” Varekamp stelt vast dat bij bestuurders ook het Haaglanden-saamhorigheidsbesef de laatste jaren is gegroeid: “Op dat terrein zijn belangrijke vorderingen geboekt. Ik denk wel dat er wat dat betreft bij de bewoners nog een slag gemaakt moet worden. Bestuurders en vertegenwoordigers van de politie mogen de Haaglanden-identiteit best wat krachtiger uitstralen. Dat ze er niet alleen voor hun gemeente zijn, maar Haaglanden-breed.” ■
FOCUS HAAGLANDEN In de regio Haaglanden staat regionale samenwerking al geruime tijd hoog op de
Ton van Dijk Regionaal Geneeskundig Commandant
politieke agenda. De discussie rond het vormen van een veiligheidsregio, waarin brandweer, politie en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen intensief samenwerken is daarvan één van de
9
voorbeelden.
Zorginstellingen op elkaar aangewezen bij rampen Tekst: Ton van Dijk • Fotografie : Eric de Vries
B
innen de gezondheidszorg is samenwerken een absolute voorwaarde om te komen tot goede zorgverlening. Patiënten en cliënten zijn dikwijls aangewezen op meerdere hulpverleners en soms zelfs meerdere (zorg)instellingen. Om de patiëntenstromen te optimaliseren, zijn regionale instellingen tot elkaar veroordeeld. De zorgsector kan in die zin omschreven worden als een eilandenrijk vol bruggen. Deze bruggen dragen zorg voor een passende verbinding ten behoeve van de doorstroming van cliënt of patiënt. De zorgketen alleen al is in deze optiek te beschouwen als een multidisciplinair samenwerkende sector. Andere wereld Op het terrein van de rampenbestrijding en de adequate voorbereiding daarop komt de zeer autonoom opererende zorgsector in aanraking met een heel andere wereld, die van de openbare orde en veiligheid en het openbaar bestuur. Volgens de wet geneeskundige hulpverlening bij rampen (Wghr) draagt het college van burgemeester en wethouders zorg voor de geneeskundige hulpverlening in de gemeente. De gemeenten in de regio Haaglanden zijn een gemeenschappelijke regeling aangegaan met het doel een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde hulp-
verlening voor de regio Haaglanden te bewerkstelligen. Illustratief voor deze stevige verankering van multidisciplinaire samenwerking bij rampen en grootschalige optredens is de Hulpverleningsregio Haaglanden, waarin regionale brandweerzorg en rampenbestrijding tezamen met de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) één organisatie vormen.
ineengeslagen ten behoeve van de hulpverlening aan slachtoffers bij calamiteiten. Met het uitspreken van de intentie om kwalitatieve zorg aan burgers centraal te stellen, is een brug geslagen tussen zorg en openbaar bestuur. Het is goed daarbij te kunnen constateren dat zorginstellingen zelf doordrongen zijn van het belang van deze samenwerking en afstemming.
Netwerkorganisatie Ondanks deze initiatieven blijft het lastig een traditioneel autonome sector als de gezondheidszorg en verantwoordelijkheden van het openbaar bestuur met elkaar in overeenstemming te brengen. Hier ligt een belangrijke uitdaging voor de GHOR. Als netwerkorganisatie op het gebied van rampen/ongevallen is het de spin in het web voor de geneeskundige hulpverlening. Een spin met een organisatorische verantwoordelijkheid die zich uitstrekt van het rampterrein tot de deur van een zorginstelling en van een adequate voorbereiding tot gedegen nazorg.
Brug naar de toekomst Het is in het belang van burgers dat hulpverlening bij calamiteiten geolied verloopt, dat infectieziekten niet verder om zich heen grijpen dan noodzakelijk, dat (psychosociale) nazorg aan betrokkenen is gewaarborgd en dat slachtoffers met de grootst mogelijke spoed worden behandeld en in het juiste ziekenhuisbed terecht komen. GHOR Haaglanden buigt zich momenteel samen met de ziekenhuizen in de regio over een actualisatie van het gewondenspreidingsplan. Hierin zullen onder andere afspraken worden gemaakt over welke patiëntencategorieën waar het beste opgenomen kunnen worden. Ook multidisciplinair wordt aan de beleidsmatige afspraken een concrete invulling geven. Regionale samenwerking vormt hiermee de basis voor de brug naar de toekomst, voor openbaar bestuur, zorgsector en burger. ■
Middels het oprichten van het Platform GHOR Haaglanden, op 16 april 2003, is een solide fundament gelegd voor een efficiënte en gestructureerde samenwerking tussen openbaar bestuur en zorgketen. In dit platform hebben GHOR en zorginstellingen in de regio de handen
NOVEMBER 2003
1
Jaarlijks 900 slachtoffers waarvan veertig met dodelijke afloop
Verkeersveiligheid staat hoog op Jaarlijks vallen er in Haaglanden ruim 900 slachtoffers in het verkeer, zo’n veertig daarvan hebben een dodelijke afloop. Dat zijn per definitie schokkende cijfers, want elk slachtoffer is er één te veel. Het stadsgewest heeft verkeersveiligheid hoog op de politieke agenda staan, vertelt Bruno Bruins, portefeuillehouder verkeer en vervoer van het stadsgewest Haaglanden. “Het verkeer kan altijd veiliger.” Maar het echte werk gebeurt letterlijk op straat. Bijvoorbeeld door meester Bas de Zwart, verkeersleerkracht in Zoetermeer. Twee gesprekken over verkeersveiligheid.
10
gemaakt voor doorgaand verkeer door ze in te richten als dertigkilometerzones. Dat maakt het risico van verkeersongevallen aanzienlijk kleiner. Voorlichting En ten slotte moet worden ingestoken op voorlichting. Denk daarbij aan fietsverlichting en snelheidsbeperking en projecten als rijvaardigheidstraining voor senioren, de schoolbrengweek en de dode hoek spiegel. Om een voorbeeld te geven, het stadsgewest Haaglanden gaat heel regelmatig met een vrachtwagen naar scholen om leerlingen te laten ervaren wat een chauffeur wel en niet kan zien. Dat maakt scholieren in het verkeer bewust van hun kwetsbaarheid.”
Bruno Bruins, portefeuillehouder verkeer en vervoer:
‘Verkeersveiligheid raakt jezelf’ Tekst: Jan-Willem Wesselink • Fotografie: Eric de Vries
“E
ind jaren negentig eiste het verkeer ruim 900 slachtoffers. Veertig daarvan waren dodelijk. Dat zijn harde cijfers. En dan kan ik u wel vertellen dat het aantal slachtoffers al jarenlang daalt, maar daar heb je niks aan. Dit soort cijfers kan namelijk niet ver genoeg dalen. Het verkeer kan altijd veiliger.” Voor Bruno Bruins, portefeuillehouder verkeer en vervoer in het stadsgewest Haaglanden is het eenvoudig, de cijfers moeten verder omlaag. Maar hij is ook realistisch genoeg om te beseffen dat elk plan te maken heeft met tijd en geld. “Het is bijna onfatsoenlijk om over geld te praten als er sprake is
van verkeersongevallen met letsel, maar het is wel de realiteit.” Eén miljoen Jaarlijks ontvangt het stadsgewest circa één miljoen euro van het Rijk om het verkeer veiliger te maken. “Onze filosofie voor de stedelijke gebieden is simpel. Ten eerste moeten er meer mensen in het openbaar vervoer. Dat verlaagt de druk op de weg en maakt die daardoor veiliger. Daarnaast moeten automobilisten zoveel mogelijk doorstromen op de hoofdwegen en in de woonwijken moet eigenlijk alleen bestemmingsverkeer zijn. Wijken moeten onaantrekkelijk worden
Drempel Een goed verkeersveiligheidsbeleid zorgt voor een combinatie van zowel fysieke ingrepen, als voorlichting en communicatie, meent Bruins. “Communicatie is vaak snel en relatief goedkoop uit te voeren, maar je moet ook daadwerkelijk zaken veranderen op de weg. Een drempel kost enkele duizenden euro’s. Dan kan je veel doen met het budget dat we hebben, maar het is wel eindig. In Den Haag houden we daarom bijvoorbeeld handtekeningenwedstrijden om het budget te verdelen. De wijk die de meeste handtekeningen verzamelt, krijgt de drempel. Een mooi voorbeeld van betrokkenheid in de wijk. Voor die mensen is het frustrerend dat het dan nog anderhalf jaar duurt voor de drempel er daadwerkelijk ligt. Niet alleen de bouw kost tijd, maar wij willen ook precies weten waar de burgers hun drempel willen. Je moet het wel goed doen.” Discussies over verkeersveiligheid krijgen veel aandacht in politiek Haaglanden, merkt Bruins. “Er worden hele precieze vragen over gesteld. Logisch, iedereen kent wel iemand die betrokken was bij een ongeval. Het raakt jezelf.” ■
FOCUS HAAGLANDEN
politieke agenda in Haaglanden
heel verhelderend. Wij leren de leerlingen dat ze de zwakste verkeersdeelnemer zijn en dat ze moeten kijken, kijken en nog eens kijken.”
Verkeersleerkracht Bas de Zwart:
‘Kijken, kijken en nog eens kijken’
D
at een veiliger verkeer letterlijk op straat begint, bewijst Bas de Zwart. Hij is de verkeersleerkracht voor Zoetermeer. De Zwart is vier dagen in de week groepsleerkracht op de Zwanenbosschool in Zoetermeer. De vijfde dag is hij vrijgeroosterd om met kinderen uit groep 6 (ongeveer tien jaar oud) door de wijk te fietsen. “Eind jaren negentig is de gemeente Zoetermeer op een aantal scholen begonnen met dit project. Dit jaar hebben zich 30 van de 45 scholen aangemeld. Een geweldig succes.”
Fietsvaardigheden De scholen melden zich aan voor een verkeersproject dat drie tot vier weken duurt en een vervolg is op het project in groep 4, waar leerlingen motorische
fietsvaardigheden leren. Rond elke school is door een gespecialiseerd bureau een route aangelegd waarin zo’n vijftien bespreekpunten zitten. De route gaat tegen de klok in, zodat er linksaf geslagen moet worden. “De bespreekpunten zijn gevaarlijke en typerende situaties in de route. Daarvan zijn foto’s gemaakt die in de klas worden besproken. Leerlingen leren te letten op voorrang, risico enzovoort. Er hoort ook een werkboek bij, zodat de kinderen heel actief bezig zijn met het verkeer. Dat is het theoretische deel van het project. Aan het eind van het project komt meester Bas met zijn oranje jas en die gaat fietsen met de kinderen. In kleine groepjes rijden we de route en bij elk bespreekpunt stoppen we om de situatie te bekijken. Voor de leerlingen werkt dat
11
Duidelijk effect Volgens De Zwart heeft deze aanpak duidelijk effect. “Een jaar later moeten ze verkeersexamen doen en sinds het project stijgen de resultaten. Dat is erg prettig. Maar het is ook gewoon nodig. Als kinderen tien jaar zijn, gaan ze actief deelnemen aan het verkeer. Tot die tijd was er een volwassene bij die het kind begeleidde, maar nu worden ze steeds vaker alleen voor een boodschap gestuurd of fietsen ze alleen naar een vriendje.” Maar is dit niet een taak van de ouders? “Zoals op zoveel vlakken zie je dat deze taak wordt afgeschoven op de school. Maar ouders moeten zelf hun verantwoordelijkheid nemen. Weet u wie veel onveilige situaties veroorzaken? De ouders die elke morgen hun kinderen met de auto naar school brengen.” Prijs voor Zoetermeer Het hele project wordt momenteel gefinancierd door de gemeente Zoetermeer. Die won een aantal jaar geleden een prijs met het project en koestert het sindsdien. “Ondanks alle bezuinigingen blijven ze investeren in dit project. Dat pleit enorm voor de gemeente en roept om navolging in andere gemeenten.” Het stadsgewest Haaglanden wil daarom in de toekomst gaan starten met een pilot in acht andere gemeenten waarbij een jaar lang een verkeersleerkracht een dag per week les zal geven op een basisschool. ■
NOVEMBER 2003
1
Den Haag startte in januari van dit jaar het Aanpak Bekende Criminelen (ABC) project. Doel is om stelselmatige daders, in de volksmond bekend als draaideurcriminelen, van het dievenpad af te krijgen. In ABC werken Politie Haaglanden en het Openbaar Ministerie nauw samen. Gezamenlijk stelden zij een lijst van veelplegers op. Van de veelplegers worden de misdrijven ‘opgeteld’, hetgeen resulteert in een langere straf.
Strakkere aanpak veelplegers in ABC-project
Bijkomend voordeel is dat de reclassering meer tijd krijgt om veelplegers te begeleiden.
12
Haaglanden zet de draaideur stil Tekst: Angèle Steentjes • Fotografie: Politie Haaglanden
V
eelplegers zorgen voor veel overlast voor burgers en bedrijven. Het zijn volwassen – veelal verslaafde – mannen van rond de dertig, die meer dan tien processen-verbaal op hun naam hebben staan. Pakte de politie één van hen op, dan werd dit direct aan het parket gemeld. Terug op straat Michael van den Honert, officier van justitie en portefeuillehouder veelplegers: “In het gunstigste geval lukte het ons om binnen tien dagen een plaats op een zitting in te ruimen. De dader kreeg vervolgens een straf van veertien dagen – waar tien dagen voorarrest vanaf gingen – en liep snel weer op straat rond. In het ongunstigste geval, als er geen plaats was op de zitting, werd hij direct met een dagvaarding heengezonden. Het meest vervelende was dat ze nog dezelfde dag
De begrippen op een rijtje: • Een beginner is iemand die één of twee keer met politie in aanraking is gekomen. • Een doorstromer is drie tot tien keer met politie in aanraking gekomen. • Een veelpleger heeft tien antecedenten of meer.
met hun diefstallen verder gingen.” Voor agenten was dit een frustrerende situatie, aldus Henk van Essen. Hij is directeur Politie Haaglanden en onder andere portefeuillehouder jeugd/ jeugdige doorstromers. “Het kwam geregeld voor dat daders alweer op straat liepen, terwijl wij nog bezig waren met het proces-verbaal. Dat leidde er soms toe dat we twee keer per dag dezelfde persoon aanhielden.” Tweeledig doel De gemeente Den Haag vond dat aan deze draaideur-situatie een einde moest komen en startte het ABC-project. Het doel hiervan is tweeledig: verlaging van het recidivepercentage bij veelplegers en voorkomen dat jongeren veelplegers worden. Van Essen: “Vanuit de politie zien we dat dit gevaar dreigt bij de zogeheten doorstromers. Dat zijn jongeren tussen de twaalf en achttien jaar die al drie tot tien strafbare feiten hebben gepleegd. In het ABC-project proberen wij hun criminele carrière te onderbreken.” Top-tien en top-vijfhonderd Politie Haaglanden en het Openbaar Ministerie(OM) hebben gezamenlijk een top-vijfhonderd van veelplegers opgesteld. Die lijst wordt iedere maand door politie en OM bijgewerkt. Van den Honert: “Van daders die geweld gebrui-
ken zijn er slechts enkele opgenomen in de top-vijfhonderd. Op verzoek van de politie staan op de lijst ook personen die ‘slechts’ enkele strafbare feiten hebben gepleegd, maar wel voor veel overlast zorgen, bijvoorbeeld openbaar drugsgebruik of regelmatig zwart rijden.” Het is ondoenlijk om vijfhonderd gezichten te onthouden. Daarom heeft Politie Haaglanden per bureau een top-tien samengesteld. Van Essen: “Tien namen en gezichten onthouden is absoluut haalbaar. Vooral omdat agenten een aantal van deze criminelen sowieso kennen. Het OM kan er dus op rekenen dat de politie die groepen scherp in de gaten houdt.” Veelplegerszitting Het OM zorgt er van haar kant voor dat er daadwerkelijk iets gebeurt met de opgepakte veelpleger. “Elke maand hebben we twee veelplegerszittingen. Daar komen diegenen voor die veelvuldig winkeldiefstallen of autokraken plegen. De strafbare feiten van een verdachte over een bepaalde periode worden dan bij elkaar opgeteld. Hierdoor krijgt hij een langere straf en heeft de reclassering meer tijd om de dader te begeleiden. Dat kon niet als iemand maar twee weken vastzat. Nu kan de dader in een afkickprogramma geplaatst worden of psychiatrische hulp krijgen. Dat vergroot de kans dat ze niet terugkeren op het criminele pad.”
FOCUS HAAGLANDEN Jeugdige doorstromers Bij de doorstromers liggen de accenten iets anders, aldus Van Essen. “De politie kiest hier voor een pro-actieve benadering. Wijkagenten zoeken de betrokkenen op en delen hen mee – soms met de familie erbij – dat ze op de doorstromerslijst staan. Voor sommigen is dat al voldoende reden om deel te gaan nemen aan een scholings- en/of werkgelegenheidstraject.” Jongeren die toch in de fout blijven gaan, krijgen, daar waar mogelijk, een voorlopige hechtenis opgelegd. Die wordt in beginsel geschorst als ze kiezen voor individuele trajectbegeleiding (ITB). Van Essen: “We hebben nu een stok achter de deur. Stoppen ze halverwege met een ITB dan wordt de voorlopige hechtenis alsnog uitgevoerd. Voorheen hadden we geen sancties als jongeren niet meer kwamen opdagen bij een ITB.” Hele keten De veelplegersaanpak is uniek voor Haaglanden, aldus Van den Honert. “In andere steden maken ze een indeling in doelgroepen: illegalen, verslaafden en psychiatrische patiënten. Daar stemmen ze hun beleid op af. Haaglanden richt zich op degenen met de meeste delicten, probeert hen zo lang mogelijk van de straat te houden en kijkt welke aanpak daar het beste bij past.” Nieuw is ook dat het OM de politie laat weten wat er met daders gebeurt en wanneer ze weer vrij komen. “Komen agenten een veelpleger of doorstromer op straat tegen dan weten ze dat er bijvoorbeeld een ITB-traject is of dat de veelpleger onder behandeling is. Er gingen geluiden op dat dit in strijd met de privacy-wetgeving zou zijn, maar dat is niet zo. We geven alleen feiten door als het type behandeling (ambulant of klinisch) en de datum van vrijlating.” Ketensamenwerking is essentieel Volgens Van den Honert en Van Essen hangt het uiteindelijke succes van de aanpak af van de samenwerking in de hele keten. Naast het OM en de politie zijn de reclassering en de gemeenten daar een onderdeel van. Die moeten zorgen voor voldoende ITB-trajecten, plaatsen in afkickcentra, woningen en werk. Van Essen: “Misschien hebben wij als politie het makkelijkste onderdeel van dit traject. Wij houden de mensen aan. Andere partners in de keten moeten zorgen dat ze een nieuwe wending aan hun leven geven. Ik hoop dat zij voldoende financiële speelruimte krijgen om dit daadwerkelijk te kunnen realiseren.” ■
M.-tram in regio Haaglanden Daar rijdt een zwarte tram voorbij met witte tekens en rode letters erop. “Wat een indrukwekkende verschijning, die M.-tram”, zeggen mensen die hem voorbij zien komen. Gemeente Den Haag en HTM hebben een sponsorbijdrage geleverd om een tram te kunnen beplakken met stickers van Meld Misdaad Anoniem (M.).
13
M. (0800 7000) is een telefonisch meldpunt, waar burgers anoniem misdaad kunnen melden. M. past prima in het veiligheidsbeleid van de gemeente, omdat veiligheid iets is van ons allemaal. Ook HTM steunt M., omdat burgers met M. een bijdrage kunnen leveren aan de veiligheid in de regio. M. draait nu ruim een jaar in de regio Haaglanden en is een succes gebleken. Ruim achthonderd behandelbare meldingen zijn door de landelijke telefooncentrale naar Politie Haaglanden gestuurd. Mede dankzij deze meldingen zijn 36 misdrijven opgelost en daarbij zijn 151 personen aangehouden. Bovendien zijn veel meldingen nog in onderzoek. De politie komt het liefst rechtstreeks in contact met mensen die iets weten over misdaad, maar dit is niet altijd mogelijk wegens schroom of angst voor de dader. M. biedt dan uitkomst.
Wat gebeurt er met een anonieme melding? Alle M.-meldingen die bij Politie Haaglanden binnenkomen, worden bekeken en vervolgens wordt bepaald in hoeverre een melding behandelbare informatie bevat. Soms blijkt dat de melding onvoldoende aanknopingspunten bevat om opsporingsonderzoek te kunnen starten. Daarnaast is het in sommige gevallen niet mogelijk om de anonieme melding te behandelen, omdat daarmee de melder in gevaar komt, omdat de informatie maar bij één persoon vandaan kan komen. Denk bijvoorbeeld aan een slachtoffer van een zedendelict. De anonieme meldingen krijgen geen voorrang op andere meldingen die binnenkomen bij Politie Haaglanden, maar alle meldingen worden bekeken. ■
NOVEMBER 2003
1
De rijksbegroting en talloze belastingaangifteformulieren rollen er ieder jaar van de persen. Maar de voormalige staatsdrukkerij werkt niet alleen voor de overheid. DeltaHage levert ook boeken, magazines en ander drukwerk aan de profitsector. De geschiedenis van het Haagse bedrijf is met de verzelfstandiging van de grafische activiteiten eind jaren negentig een nieuwe fase ingegaan. De nieuwe naam en een nieuw bedrijfspand vormen het sluitstuk van deze periode.
14
Voormalige staatsdrukkerij blijft als DeltaHage hofstad trouw Tekst: Yvette de Rooij • Fotografie: Judith Jongejan
“We willen gewoon niet weg uit D
P
as sinds half oktober gaat het bedrijf van algemeen directeur Ben Scharloo als DeltaHage door het leven. Tot die tijd herinnerde de naam Sdu Grafisch Bedrijf aan de afkorting ‘Staatsdrukkerij en Uitgeverij’. De grafische activiteiten en de uitgeverijtak werden al in 1988 geprivatiseerd. Vanaf dat moment was er sprake van een particuliere drukker en uitgever, maar met het ministerie van Binnenlandse Zaken als aandeelhouder. Met de verkoop door de SDU NV van haar grafische activiteiten aan Scharloos A-D beheer is de verzelfstandiging van de voormalige staatsdrukkerij echter definitief. En dat betekent ook een nieuwe naam.
Naamswijziging “Natuurlijk is het moeilijk om afscheid te nemen van de naam Sdu die al eeuwenlang garant staat voor kwaliteit”, bevestigt Ben Scharloo. “Maar het is een verstandige en logische stap in de ver-
zelfstandiging.” Het bedenken van een nieuwe naam voor een historisch bedrijf was niet eenvoudig. Scharloo: “We wilden een neutrale naam, met de toevoeging ‘grafische dienstverlening’. Want we drukken niet alleen, maar bieden een breed dienstenpakket aan. Zo verzorgen we adressenbestanden en de verzending van drukwerk.” Een prijsvraag onder de medewerkers leverde tal van namen op, maar niet die éne. Met de hulp van een extern communicatiebureau kwam uiteindelijk DeltaHage uit de bus. “Hage staat hierbij voor Den Haag, terwijl Delta past bij onze nieuwe vestigingslocatie aan de havenuitgang”, licht Ben Scharloo toe. “En natuurlijk kun je de letterlijke betekenis van delta als vruchtbare uitmonding ook symbolisch opvatten.” Het logo is onlosmakelijk verbonden met de naam. Hierin is de skyline van Den Haag te herkennen, maar ook de Hollandse duinen. Een uitgebreide promotiecampagne moet de naam DeltaHage stevig in de markt zetten. Naast een mai-
ling naar bestaande relaties zet het grafische bedrijf advertenties en radiospotjes in. De eerste reacties zijn positief. Verhuizing DeltaHage heeft onlangs het nieuwe pand aan de Binckhorstlaan betrokken. Op 20 november was de officiële opening van het nieuwe onderkomen van DeltaHage. Een grootse happening, waarbij de heer Joop Wijn, staatssecretaris van Financiën, de openingshandeling verrichtte. De drukkerij deelt het gebouw met het servicecentrum van de Sdu uitgeverij. Scharloo: “Onze machines staan op de begane grond. Het nieuwe paradepaardje, de digitale drukpers Nexpress 2100, is dankzij de grote ramen van buitenaf meteen zichtbaar.” De herhuisvesting verliep volgens een pagina’s dik verhuisplan. Dat moest ook wel, want de kapitaalintensieve productiemiddelen moesten snel weer draaien.“We zijn bewust in oktober overgegaan naar het nieuwe pand en niet direct
FOCUS HAAGLANDEN rein. De ligging in het centrum en vlakbij het station biedt goede mogelijkheden voor woningbouw. De bedoeling is dat er luxe appartementen komen en het gebied een ‘upgrading’ krijgt’.
en Haag.” na de oplevering begin september”, vertelt Ben Scharloo. “Eerst moest de rijksbegroting nog gedrukt worden. Een enorme klus, die we uitvoerden onder embargo. Tijdens de productie was het voor derden niet toegestaan op de werkvloer te komen.” Scharloo heeft gemerkt dat bij de verhuizing van een onderneming onwaarschijnlijk veel komt kijken. “Alles moet geregeld zijn, ook op het gebied van milieu en geluid. Zo zit het expeditiedeel van het bedrijf geheel ommuurd aan de achterkant van het pand, om eventuele overlast voor omwonenden te beperken. Verder hebben we een eigen parkeerterrein, zodat er geen extra auto’s in de wijk staan.” DeltaHage is blij met de nieuwe locatie, die de gemeente Den Haag aanbood in ruil voor het oude Sdu-terrein aan de Christoffel Plantijnstraat. “Het vorige pand lag middenin een woonwijk”, vertelt de algemeen directeur. “Geen logische plek voor een bedrijf als het onze. De gemeente had grote belangstelling voor het ter-
Den Haag DeltaHage is onder verschillende namen al 400 jaar gevestigd in Den Haag. Niet voor niets is de nieuwe naam afgeleid van de vestigingsplaats. Het bedrijf is bijna als vanzelfsprekend met de hofstad verbonden. “De binding is in de eerste plaats natuurlijk commercieel”, vertelt Scharloo. “Een belangrijke opdrachtgever is immers van oudsher de rijksoverheid. Ook nu we dankzij de huidige digitale technieken niet meer bij de klant ‘om de hoek’ hoeven te zitten, denken we er niet over om uit Den Haag te vertrekken. Vanwege de historie. We willen hier gewoon niet weg.” Dat geldt ook voor de medewerkers; het grootste deel woont in Den Haag. Ook Ben Scharloo zelf voelt zich persoonlijk betrokken bij de regio. “Den Haag boeit. Je zit hier bovenop de ontwikkelingen. Met de regering en het internationaal recht is Den Haag de belangrijkste stad van het land en de ontvangstplaats voor vele buitenlandse leiders. In dat kader is het een onbegrijpelijk voornemen om het naburige vliegveld Valkenburg te sluiten.” En hij vervolgt: “Ook qua architectuur en bebouwing is Den Haag interessant. Men
weet het beperkte aantal vierkante meters op een unieke wijze te benutten.” Toekomst Met de recente naamswijziging en de verhuizing nog in het achterhoofd, richt DeltaHage zich alweer volop op de toekomst. “We willen totaalleverancier zijn voor de grafimedia-industrie”, legt de directeur uit. “Informatievoorziening in de ruimste zin van het woord dus. Daarbij richten we ons constant op verbetering en vernieuwing. Digitaal drukken is daar nog maar het begin van. Dankzij de digitale drukpers kunnen we op afroep en in kleine oplages produceren. Zo sluiten we aan bij de wens van uitgeverijen om de magazijnen zo leeg mogelijk te houden. Een ontwikkeling die je in tal van branches ziet. Want grote voorraden kosten alleen maar geld.” Natuurlijk brengt de digitalisering ook bedreigingen met zich mee. Er verdwijnt veel papier. Ben Scharloo: “Neem de belastingaangifte. Steeds meer particulieren grijpen naar de diskette of doen aangifte via internet. Voor ondernemingen wordt dit op korte termijn zelfs verplicht. Maar dat betekent ook nieuwe mogelijkheden, zoals een gedrukte toelichting bij de digitale aangifte. Zo proberen we steeds in te springen op ontwikkelingen.” ■
15
Ben Scharloo, algemeen directeur Deltahage
NOVEMBER 2003
1
Een mening over het reilen en zeilen van overheidsdiensten. Tegenwoordig schijnt iedereen die wel in meer of mindere mate te hebben. Maar het beschikken over een duidelijke en goed onderbouwde visie is andere koek. Daar is een hoop ervaring en inzicht voor nodig. Albert Jansen, directeur van Bestuur en Management Consultants (BMC), heeft allebei.
16 …een visie op de werkwijze van de overheid… Tekst: Myra Langenberg • Fotografie: Judith Jongejan
De overheid kan transparanter, in actiever en vraaggerichter werke
V
olgens de directeur van het onafhankelijke organisatieadviesbureau, dat naast de vestiging in Leusden beschikt over een nieuw kantoor in Den Haag, kan de overheid transparanter, interactiever en vraaggerichter te werk gaan. “Niet alleen naar buiten toe, maar ook intern valt er nog het nodige te verbeteren. Neem nou bijvoorbeeld het veiligheidsvraagstuk en de rol van de grote steden daarin. Dit roept beleidsvragen op.” Albert Jansen geeft aan dat het doel van iedere organisatie kwaliteitsverbetering zou moeten zijn. “Wat we zelf op dit vlak hebben geleerd, passen we toe bij onze klanten. Met een kwaliteitssysteem voorkom je dat de energie die je medewerkers in werkprocessen stoppen, nodeloos verdampt. Wij willen een bijdrage leveren aan de kwaliteit en de resultaatgerichtheid van de publieke sector. Ook zetten we ons in om, met vernieuwende inzichten, mee te werken aan een zelfbewuste, oplossingsgerichte en succesvolle
publieke sector. Dit doen we onder meer met het traject ‘Overheidssturing in de 21e eeuw’. We zetten platforms op, discussiëren met wetenschappers en bestuurders en ontwikkelen zo een visie op de werkwijze van de overheid.” Transparante werkwijze Maar de meeste tijd zit toch in het adviseren van organisaties op het gebied van bestuurlijke kwesties. Volgens Jansen zitten de opdrachtgevers in de praktijk vaak met het probleem dat ze niet kunnen zien wat een adviseur nou allemaal doet. De terechte reactie is dan: ik wil meteen kunnen zien of horen wat er gebeurt. “Wij proberen zo transparant mogelijk te werken en regelmatig onze bevindingen terug te koppelen naar de opdrachtgever”, legt Jansen uit. “De uitgevoerde opdrachten moeten de gewenste resultaten opleveren en de kwaliteit moet voor zichzelf spreken. Alleen zo bouw je een goede relatie op met je opdrachtgever. De inhoudelijke betrokkenheid staat bij ons
voorop. We willen onze kennis graag delen met onze klanten.” Het resultaat telt Die betrokkenheid blijkt ook uit de visie van BMC, namelijk het samen oplossen van problemen. Volgens Albert Jansen moet de opdrachtgever namelijk zelf onderdeel zijn van de oplossing. “Wij leveren maar een bescheiden bijdrage. BMC is dan wel een expertisebureau, maar ik denk niet dat de klant geïnteresseerd is in de manier waarop het probleem wordt opgelost. Of dat nou met een adviestraject, door een interimmanager of met behulp van coaching gebeurt: het is het resultaat dat telt.” Samenwerken met BMC betekent dat de opdrachtgever direct toepasbare praktische adviezen krijgt. In tegenstelling tot de werkwijze van veel andere bureaus wordt de implementatie daarvan ook vaak door de adviseurs verzorgd. Meestal in de vorm van interim-management. Naast de inmiddels opgedane
FOCUS HAAGLANDEN
Albert Jansen, directeur van BMC, maakt zich sterk voor kwaliteitsverbetering in de publieke sector 17
ntern… ervaring wordt ook aandacht besteed aan innovatie en ontwikkeling. Zo werkt BMC al zeventien jaar, samen met opdrachtgevers en universiteiten, aan de inhoud van het adviesvak. Dit gebeurt door middel van pilots en zogenaamde ‘Best practices’. Expertiseprofiel Zo werd in september van dit jaar een expertmeeting georganiseerd met het thema: welke eisen worden gesteld aan overheidsmanagers? “We werken hiervoor intensief samen met de Stichting Overheidsmanager Van Het Jaar”, vertelt Jansen. “De jury van de stichting kiest jaarlijks de overheidsmanager van het jaar. Maar wij willen meer dan alleen een verkiezing. We leggen de nadruk op de succesfactoren van goede managers. Wat maakt een overheidsmanager tot een goede? Welke competenties moet je bezitten? Gaat het om persoonlijke vaardigheden, vakkennis of juist om betrokkenheid? In de aanloop naar de verkie-
zing bespreken we de inhoudelijke dilemma’s en de eisen waaraan de kandidaten moeten voldoen. Op die manier hebben we de afgelopen jaren veel geleerd van deze ervaringen.” Werkwijze “Deze werkwijze is trouwens niet tekenend voor het fenomeen adviesbureau”, zegt Jansen. “Daar zijn er per slot van rekening wel meer van. Voor de Rijksoverheid is het een aantrekkelijk gegeven dat we er al veel kennis hebben opgedaan, en niet alleen binnen de departementen. Ook de lokale overheden kennen we als geen ander. We hebben onze sporen in adviesland inmiddels wel verdiend.” Dat BMC zichzelf al ruimschoots heeft bewezen in de publieke sector, blijkt ook uit de notering in de ‘MT 100, De grootste adviesbureaus van Nederland beoordeeld – editie 2002’. In deze uitgave van het blad Management Team worden de honderd beste adviesbedrijven van Nederland beschreven. In de sector Organisatie en management behaalde BMC de derde plaats met een gemiddelde rapportcijfer van 7,236. Jansen is terecht trots op die notering. “We staan bekend om onze kwaliteit. En niet alleen op het gebied van advies, maar ook vanwege de door ons opgezette projecten. We werken resultaatgericht, actueel, doelmatig en zijn concreet. Die punten staan ook niet voor niets hoog op de agenda van het nieuwe Regeerakkoord.” ■
Bestuur en Management Consultants (BMC) is sinds 1986 actief in de ondersteuning van overheids- en non-profit organisaties. De dienstverlening omvat organisatie- en beleidsadvies, projectmanagement, interim-management, coaching en training en specifieke vormen van kwaliteitsauditing. De missie van BMC is gelegen in het leveren van een bijdrage aan de professionaliteit, kwaliteit en resultaatgerichtheid van overheids- en non-profit organisaties. De meeste opdrachtgevers zijn gemeenten, gemeentelijke diensten en organisaties, provincies, onderwijsinstellingen, zorginstellingen en ministeries. BMC heeft een vestiging in Leusden en sinds oktober van vorig jaar een tweede vestiging aan de Korte Houtstraat in Den Haag, op loopafstand van de diverse ministeries en het Binnenhof.
NOVEMBER 2003
1
De glastuinbouw wordt door het stadsgewest Haaglanden gezien als een belangrijke economische pijler. Geen verrassende conclusie als je bedenkt dat maar liefst zo’n 50.000 mensen in de regio daarin hun werk vinden.
18
Glastuinbouw voor de regio belangrijke economische pijler
O
m de vitaliteit en een duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw ook in de toekomst te garanderen, maakt het stadsgewest voor de periode tot aan 2020 inzichtelijk wat de
economische en ruimtelijke randvoorwaarden zijn. Anders gezegd: wat moet er allemaal gebeuren om de glastuinbouw een goede toekomst te bieden. Het is belangrijk om deze visie samen met de
Haaglandse glastuinbouw • werkgelegenheid voor ongeveer 50.000 werknemers • het Haaglandse glastuinbouwareaal telt 3.630 hectare • het gemiddelde Haaglandse bedrijf bestrijkt een oppervlak van 1,6 hectare t.o.v. 1 hectare van het gemiddelde Nederlandse bedrijf • 75% van de productiewaarde is bestemd voor export en 12% van de primaire Haaglandse productie is verantwoordelijk voor het nationale betalingsbalansoverschot • driekwart van de Haaglandse glastuinbouwproductiewaarde (1,7 miljoen euro) is voor rekening van de sierteelt, het andere kwart voor die van de groenteteelt
Tekst: Stadsgewest Haaglanden • Fotografie: Eric de Vries
bij de glastuinbouw betrokken instanties en overheden te ontwikkelen. In het kader van deze ‘glastuinbouwvisie Haaglanden’ hebben alle instanties zoals de Westelijke Land- en Tuinbouworganisatie (WLTO), en bestuurders uit de regio met elkaar van gedachten gewisseld over de toekomst van de glastuinbouw in de regio. Een prima gelegenheid om andere inzichten te staven aan de gepresenteerde (toekomstige) ontwikkelingen binnen de glastuinbouw in de regio Haaglanden. Deze dialoog leverde vanuit verschillende perspectieven de nodige inhoudelijke bijdragen voor de toekomstvisie op. Naast het onderwerp ruimte, bleek met name ook het onderwerp mobiliteit van de glastuinbouw in de toekomst te leven onder de genodigden. Onderzoek en discussie De komende maanden wordt onderzoek verricht naar de aspecten ruimtelijke ordening, economie, infrastructuur, water en milieu. Ze zijn alle van belang voor het opstellen van de visie. De resultaten hiervan zullen nogmaals dienen als inzet voor discussies en afwegingen. Daarom wordt in de winter, nadat de nieuwe bestuurders in het Westland bekend zijn, een volgende bijeenkomst georganiseerd. Het algemeen bestuur van het stadsgewest Haaglanden zal daarna de glastuinbouwvisie in de eerste helft van 2004 vaststellen. ■
FOCUS HAAGLANDEN Focus Haaglanden brengt in elke uitgave een ‘Burgemeester in beeld’. In deze rubriek maakt u nader kennis met de eerste burger van een gemeente in Haaglanden. De burgemeester wordt geportretteerd op zijn of haar favoriete plek in de gemeente. In deze uitgave is het de beurt aan PvdA-burgemeester Ineke van der Wel-Markerink (53), sinds juli 2002 eerste burger van Rijswijk.
19
Ineke van der Wel Tekst en fotografie: Angèle Steentjes
Wat is uw favoriete plek in Rijswijk? Ik heb vele favoriete plaatsen in deze gemeente. Voor deze gelegenheid heb ik het Museum Rijswijk gekozen. Veel mensen denken bij Rijswijk aan kantoren en flats. Ze weten niet dat er ook mooie monumentale panden in onze gemeente zijn. Dit huis, waarin het museum is gevestigd, is daarvan een prachtig voorbeeld.
Door de annexatie waren de verhoudingen in de regio verslechterd. In de afgelopen periode is het gelukt die scherpe kantjes er weer af te krijgen. Er ontstaat weer het gevoel dat goed samenwerken de juiste weg is.
Wat wilde u als kind worden? Verpleegster. Totdat ik mij een keer verwondde en flauwviel omdat ik bloed zag.
Wat maakt Rijswijk aantrekkelijk? Een goed aanbod aan voorzieningen. Rijswijk is een groene gemeente met mooie parken en ook veel groen tussen de bebouwing. Daarnaast heeft onze gemeente een schouwburg, een goede bibliotheek, veel sportvoorzieningen en een uitstekend winkelaanbod. Bovendien is alles prima bereikbaar. Wij hebben een uitgebreid netwerk van openbaar vervoer en een treinstation.
Wat waren uw eerdere functies? Voordat ik in de politiek ging, was ik docent Nederlands bij de Grafische School in Amsterdam. Vervolgens ben ik verhuisd naar Goor en werd daar wethouder. Van daaruit heb ik gesolliciteerd naar de burgemeesterspost in Warmond. In dit prachtige dorp bij Leiden heb ik de smaak van het burgermeesterschap te pakken gekregen. Wat was voor u het hoogtepunt als burgemeester van Rijswijk? De succesvolle afronding van de facelift van winkelcentrum de Boogaard. Dat dreigde aan verloedering ten prooi te vallen en is nu weer een aantrekkelijk, modern winkelcentrum. Een ander hoogtepunt hangt samen met het dieptepunt.
En wat was het dieptepunt? Het besluit van de Tweede Kamer om delen van Rijswijk te annexeren.
Welke actuele zaken spelen er op dit moment? Rijswijk zit op dit moment in een transitieproces. Wij waren een gemeente met veel groeimogelijkheden en daar hadden we onze plannen voor de lange termijn op ontworpen. Door de annexatie hebben we minder inwoners, minder geld en minder ruimte. Wij bekijken hoe we creatief kunnen omgaan met onze geringere inkomsten en groeimogelijkheden. Wat dat betreft maakt Rijswijk een interessante tijd door.
Hoe staat het met de dualisering? Daar ben ik niet onverdeeld enthousiast over. Eén van de doelen is om het debat te stimuleren. Op landelijk niveau is dat wellicht een uitstekend idee omdat beleid zich daar op een abstracter niveau afspeelt. Op lokaal niveau ligt dat anders. Scherpe discussies leiden soms tot harde tegenstellingen. Dat komt de sfeer niet altijd ten goede, en dat is vervelend in een gemeente waar je elkaar dagelijks tegenkomt. Bovendien is er hierdoor veel bureaucratie bijgekomen. Hoe besteedt u uw vrije tijd? Hobby’s? Werken in de tuin, muziek, lezen en het kijken naar documentaires. Ik ben geïnteresseerd in mensen en wat hen beweegt. Sommige filmers kunnen dat prachtig in beeld brengen. Wat wilt u graag bereiken? Veel groeperingen zijn te veel gericht op hun eigen belang. Ik zou graag zien dat de betrokkenheid bij het algemeen belang groter werd. Soms moet je iets van jouw individuele eisen laten vallen, omdat het beter is voor het totaal. Dat wil ik graag binnen en buiten Rijswijk bevorderen. ■
in beeld1 NOVEMBER 2003
De viering van de jaarwisseling is in Haaglanden van oudsher een zaak van ‘alle hens aan dek’. Het bestuur en de hulpdiensten hebben alle antennes uitstaan. Daar was in het verleden ook alle reden voor. De laatste keren valt dat dankzij veel aandacht en maatregelen erg mee. Waar in het verleden nogal eens sprake was van grote problemen en veel schade, kan tegenwoordig worden gesproken van een jaarwisseling die relatief rustig is en slechts beperkte schade oplevert. Dit artikel gaat in op de rol van de hulpdiensten voor en tijdens de jaarwisseling.
20
Tekst: Martin Evers en Jelle Buijtendijk • Fotografie: Govert Verberg
Hulpdiensten alle hens aan dek bij jaarwisseling in Haaglanden
Z
oals de gang der seizoenen ieder jaar terugkeert, zo vormt de viering van oud & nieuw een vast item op de lijst van de hulpdiensten. Het blijft niet beperkt tot het verkopen en afsteken van vuurwerk, wat op zich al het nodige werk oplevert in de sfeer van de vergunningen en de naleving ervan. Er is ook sprake van verstoring van de openbare orde, het stoken van de nodige vreugdevuren en andere brandjes en branden. Bij al deze feestvreugde treden regelmatig ongelukken op, waarbij gewonden en heel soms zelfs dodelijke slachtoffers te betreuren zijn.
Ambulances Ook het materieel van de hulpdiensten is soms mikpunt. Ambulances zijn tijdens rellen bekogeld met stoeptegels en bij het blussen van vreugdevuren zijn brandweerslangen lek gestoken. De jaarwisseling trekt ieder jaar weer een zware wissel op de inzet van de hulpdiensten. Het is niet eenvoudig om in het geval van oud & nieuw en de voorbereidingen daarop te spreken van de veiligheidsketen. Nog moeilijker is het om aan te geven waar dan het begin en waar het eind ligt. De evaluatie van de afgelopen jaarwisseling dient vaak weer als start van de voorbereiding op de volgende jaarwisseling. Zo is weliswaar de maat aangegeven, maar daarmee allerminst het ritme.
Ritme Dat ritme vangt in de gemeenten van Haaglanden aan met het vaststellen van de bestuurlijke kaders. In het kort: wat wordt wel getolereerd, wat niet en hoe wordt dan opgetreden. Een zaak vooral van de gemeenten, hun besturen, de politie en de (hoofd)officier van justitie. Maar in toenemende mate ook een afweging waarin de brandweer betrokken wordt. Als je er bestuurlijk vanuit gaat dat tegen alle vreugdevuren wordt opgetreden, dan moet de brandweer ook wel in staat zijn alle vuren te blussen. Vanwege het sterk regionale karakter van de politie ontstaat vrijwel als vanzelf een vorm van regionale afstemming, al is er uiteraard alle ruimte voor lokale toevoegingen. Gezien het verschil in lokale tradities en problemen rondom de jaarwisseling is dat een sterk punt. Meldkamers Op basis van de bestuurlijke afspraken gaan de hulpdiensten op lokaal en regionaal niveau ieder voor zich en samen aan de slag met de maatregelen voor de komende jaarwisseling. In regionaal verband gaat het dan vooral om twee belangrijke dimensies. In de eerste plaats moet ervoor worden gezorgd dat de meldkamers van de diensten op een eenduidige wijze deze diensten kunnen aansturen. Dat is vooral een belang dat per discipline (brandweer, politie, genees-
kundig) de nodige bewaking en borging vergt. Illegaal vreugdevuur Ten tweede vragen de onderlinge verwachtingen en verantwoordelijkheden tussen de hulpdiensten de nodige afstemming, bewaking en borging. Bij het optreden tegen een illegaal vreugdevuur dient de politie zeker te zijn van een snelle inzet van de brandweer, terwijl in zo’n geval de brandweer blindelings op de fysieke bescherming van de politie moet kunnen rekenen. Onaangekondigd optreden van de brandweer tegen een door de wijkagent gedoogd vuurtje zal al bijna automatisch tot verstoring van de openbare orde leiden. Noodzaak Ondanks de bijzondere omstandigheden gaat de reguliere zorgverlening voor ambulances gewoon door, ook in de zogenaamde ‘probleemgebieden’. Om de inboedel van de ambulancevoertuigen te beschermen tegen plundering is adequate begeleiding van de politie gewenst. Bovendien zullen brandweer en politie bij inzet altijd moeten kunnen rekenen op de diensten van de geneeskundige hulpverlening. Een goede afstemming is dus bittere noodzaak en vanuit de deelbelangen van de diensten ook lang niet altijd eenvoudig. De spelers van het orkest dienen niet
FOCUS HAAGLANDEN De Veiligheidsketen
De basisschool aan de Eedenlaan in Delft ging op nieuwjaarsdag in vlammen op, vermoedelijk als gevolg van brandstichting. De school was nog in gebruik door circa 100 leerlingen waarvoor vervangende ruimte moest worden gezocht. De school zou op korte termijn gesloopt worden. De schade aan inventaris was u 200.000,-.
alleen maat, maar ook ritme te bewaren. In de laatste weken en dagen voor de jaarwisseling worden, op basis van de door de politie gemaakte sfeerbeelden, de laatste bijstellingen op de plannen gepleegd. Tussen Kerst en oud & nieuw
wordt daartoe iedere dag een operationeel appèl gehouden. Daar komen de dienstdoende commandanten van de drie hulpdiensten bij elkaar en plegen overleg over de situatie en stellen waar nodig zaken bij.
De politie laat alle pallets aan de Palletsingel in Zoetermeer op oudejaarsavond weghalen door de gemeentereiniging. Een afspraak met de jeugd en politie werd geschonden. De jeugd hield zich niet aan de afspraak en had teveel hout verzameld. Bij het aansteken zou er teveel vuurbelasting voor de omgeving zijn. Stralingswarmte zou de omliggende woningen in brand doen raken.
Om veiligheidsbeleid te definiëren maken de hulpverleningsdiensten gebruik van de veiligheidsketen. Deze keten is opgebouwd uit vijf fasen. Met behulp van de fasen pro-actie en preventie wordt getracht in de vroegste fase van de planning gevaren te voorkomen of vermijden. In de preparatieve fase zorgt men voor de voorbereidingen, waardoor men na het uitbreken van een calamiteit voorbereid is op de bestrijding daarvan. In deze fase wordt ook getraind en geoefend in de bestrijding van ongevallen en rampen en gezorgd voor het juiste materieel en materiaal. De daadwerkelijke bestrijding van ongevallen en rampen noemt men de repressieve fase. Als uiteindelijk de calamiteit bestreden is en de situatie onder controle gebracht, volgt de nazorg-fase.
21
Minder verlof Juist bij een ‘happening’ als de jaarwisseling is de noodzaak en de wens tot regionaal samenwerken groot. Extra inzet als gevolg van een incident in de ene plaats mag niet leiden tot een verminderde dienstverlening elders. Tijdens de jaarwisseling zelf zijn de drie diensten zo maximaal mogelijk operationeel. Dat houdt in dat minder verlof wordt verleend dan gebruikelijk en dat vaak extra personeel in dienst is. Ten behoeve van de gehele regio worden extra ambulances ingezet. Vanaf het regionaal coördinatiecentrum (RCC) dat is gevestigd in het hoofdbureau van de politie, wordt als door een dirigent, centraal leiding gegeven aan de inzet van de regionale diensten, het allegro. Deze samenwerking tussen de diensten is niet vanzelfsprekend, al mag dat door bestuur en burgerij wel verwacht worden. Het is een samenwerking die medio jaren ’80 tot stand is gekomen en waarvan alle partijen niet alleen noodzaak, maar ook meerwaarde ervaren. ■
NOVEMBER 2003
1
USAR
22
Enige tijd geleden is in Nederland USAR.NL opgericht: de Nederlandse bijstandseenheid voor het zoeken en redden van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen in binnen- en buitenland. De aardbeving in Turkije en de vuurwerkramp te Enschede waren de aanleiding om een specialistisch bijstandsteam te formeren. Het team is inzetbaar in Nederland, de Nederlandse Antillen en in het buitenland binnen een afstand van circa 5000 kilometer: “Urban Search & Rescue”, kortweg USAR.NL. Naar verwachting worden het één à twee inzetten per drie jaar. Ook Haaglanden participeert met diverse medewerkers, waaronder één van de operationeel commandanten. Meer informatie op http://www.usar.nl ■
USAR in bedrijf, gezien door de ogen van illustrator/beeldend kunstenaar Paul Kerrebijn uit Wateringen. Het is één van de zeven kalenderplaten over de hulpverleningsdiensten. Interesse in de kalender? Neem dan contact op met één van de hulpdiensten.
Brancherichtlijn signalen
De Zorgatlas
In de regio Haaglanden is de nieuwe brancherichtlijn optische en akoestische signalen Brandweer in werking getreden. Deze richtlijn is opgesteld om de werkgevers en het personeel van de brandweerkorpsen een handreiking te bieden bij het op verantwoorde wijze gebruiken van de optische en akoestische signalen en de opleiding daarvoor. De brancherichtlijn is van toepassing op de brandweervoertuigen die uitrukken in opdracht van een alarmcentrale van de overheid. Het geldt ook voor voertuigen van een bedrijfsbrandweer die bij calamiteit van de regionale alarmcentrale toestemming hebben gekregen om zich als een voorrangsvoertuig door het
Op de website www.zorgatlas.nl staat de Nationale Atlas Volksgezondheid van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Deze Atlas geeft een geografisch beeld van de volksgezondheid en de gezondheidszorg in Nederland. De Atlas kan antwoord geven op vele vragen: Waar bevinden zich de ziekenhuizen? Waar is de sterfte het hoogst? Waar ondervindt men de meeste geluidsoverlast? Waar zijn de wachtlijsten het langst? Hoever staan de gemeentes in Nederland met het opstellen van een nota gezondheidsbeleid? Op deze en nog vele andere vragen kan een antwoord worden gevonden in deze Atlas. Het is daarmee een makkelijk hulpmiddel om voor volksgezondheidsonderwerpen de regionale of lokale situatie te inventariseren. ■
verkeer te begeven. De bestuurder van een brandweervoertuig blijft steeds strafrechtelijk verantwoordelijk. Het gebruik van de optische en akoestische signalen rechtvaardigt niet dat het overige verkeer in gevaar wordt gebracht. Bij een ongeval zal er ondanks het naleven van alle voorwaarden in ieder geval een (strafrechtelijk) onderzoek moeten plaatsvinden naar de toedracht. De in de brancherichtlijn neergelegde uitgangspunten zullen in dit onderzoek worden meegewogen. Het Openbaar Ministerie zal er wel rekening mee houden dat de chauffeur de maatschappij - onder druk van grote spoed - als hulpverlener ten dienste was. ■
Nieuwe website stadsgewest Haaglanden Op 1 oktober heeft het stadsgewest een nieuwe website op internet geopend. De website (te vinden op www.haaglanden.nl) geeft actuele informatie over de veertien gemeenten in de regio Haaglanden. De nieuwe site brengt nieuws uit de regio en uit de stadsgewestelijke organisatie gecombineerd met informatie die is opgedeeld in vijf thema’s: Wonen, Werken, Verkeer, Recreëren en Jeugdzorg. Per thema wordt de bezoeker geïnformeerd over praktische en beleidsmatige zaken die het stadsgewest verzorgt. Bij elk thema wordt bovendien verwezen naar websites van instanties met additionele informatie over dit thema. De website is ontwikkeld na een doelgroepenonderzoek, een imago-onderzoek
en interne brainstormsessies. Met deze site wil het stadsgewest de burger beter en transparanter informeren over praktische en beleidsmatige zaken die de Haaglanden-regio aangaan. Commercials Na de opening op 1 oktober is de site flink gepromoot door stadsgewest Haaglanden. Op Radio West waren in oktober en november dagelijks twee verschillende commercials te horen. De site is aangekondigd in advertenties in de huisaan-huis-bladen. ■
Schoolbrengweek groot succes Maar liefst vijfenzestig basisscholen in de regio Haaglanden hebben dit jaar meegedaan aan de Schoolbrengweek in de laatste week van september. Een stickeractie, een opstelwedstrijd en het onveranderde motto ‘laat je auto in de straat als je kind naar school toe gaat’ bracht bij ouders en leerlingen de onveiligheid rondom de scholen bij het halen en brengen onder de aandacht. De week werd afgesloten met de prijsuitreiking van de opstelwedstrijd door kinderboekenschrijfster Beatrijs Nolet. ■
Stadsgewest Haaglanden verhuist De kerstversiering van stadsgewest Haaglanden blijft dit jaar in de doos. De complete organisatie verhuist namelijk tijdens de kerstvakantie naar een nieuwe locatie: het oude ‘Sijthoffpand’ pal in het centrum van Den Haag aan de Grote Marktstraat. Tussen 22 en 24 december is het stadsgewest gesloten voor alle bezoek; vanaf 5 januari 2004 is de complete organisatie operationeel in het nieuwe huis. ■ De nieuwe adresgegevens van het stadsgewest Haaglanden zijn: Grote Marktstraat 43 2511 BH Den Haag tel: 070-7501500 fax: 070-7501501
FOCUS HAAGLANDEN
Cameratoezicht In totaal 270 surveillance- en bewakingscamera’s helpen Politie Haaglanden toezicht te houden in de regio. In de geïntegreerde monitorcentrale bekijken speciaal opgeleide centralisten de beelden van die camera’s. Er is cameratoezicht in het Haagse uitgaansgebied, op de routes van de stations Centraal en Hollands Spoor naar het centrum, op de Zoetermeerse Mandelabrug, rond ambassades en rond eigen gebouwen van
Politie Haaglanden. De centralisten waarschuwen de politiemensen op straat als er iets aan de hand is, en schakelen zo nodig snel hulp voor hen in. Andersom attenderen zowel politiemensen als bijvoorbeeld winkeliers de centralisten op incidenten, zodat zij met de camera’s verdachten in beeld kunnen nemen. Dat maakt identificatie van verdachten gemakkelijker. Cameratoezicht en politiewerk: het is als één plus één is drie. ■
Op de fiets naar 2008
Nieuwe folderlijn Politie Haaglanden
Met het ‘Vijfjarenprogramma regionale fietsroutes Haaglanden’ werkt stadsgewest Haaglanden samen met de provincie aan de verbetering van de regionale fietsroutes. Dertig tot vijfendertig procent van de verplaatsingen in de regio gebeurt al per fiets en dit aandeel moet fors groeien. Door de komende vijf jaar aan zeventig projecten te werken, zal de kwaliteit van de fietsroutes (en daarmee het aantal fietsers) toenemen. Het eerste grote project uit het Vijfjarenprogramma is inmiddels gestart. De fietstunnel Veenweg in Den Haag verbindt de VINEX-wijken Ypenburg en Leidschenveen en loopt onder de vernieuwde A12 en de spoorlijn door. Medio 2006 kunnen de eerste fietsers gebruik maken van de tunnel. ■
Politie Haaglanden heeft een nieuwe folderlijn. Alle externe uitingen van Politie Haaglanden zijn gemaakt in één vormgeving en één stijl om zo het gewenste imago neer te zetten en een eenduidig en betrouwbaar beeld in de uitingen over te brengen. Basispakket Voor het basispakket zijn vijf folders ontwikkeld. De keuze voor de vijf onderwerpen is gemaakt na onderzoek van de zaken waar het korps in het dagelijkse werk het meest mee te maken heeft. Het zijn onderwerpen die niet snel veranderen en langer dan een jaar actueel zijn. Het basispakket voorkomt dat er een wildgroei aan folders ontstaat en zo blijft de informatie voor de burger te overzien.
23
voor misdrijven, ongelukken en calamiteiten. Preventietips en hoe te handelen als het te laat is, komen ook ruimschoots aan bod. Zo werkt Politie Haaglanden Naast de publieksfolders is er een ‘bedrijfs’folder: ‘Zo werkt Politie Haaglanden’. Hierin presenteert het korps zich in begrijpelijke taal aan het publiek. Voor ieder wijkbureau is voorin deze folder een apart inlegvel gemaakt, met de belangrijkste bereikbaarheidsgegevens van het bureau. Ook de namen van de wijkagenten en hun spreekuurtijden staan erop vermeld. De folders zijn op één centraal punt te bestellen, te weten: Bureau Communicatie, Politie Haaglanden, tel. 070-4244940. ■
Geen dief in mijn huis In september is het pakket met de eerste publieksfolders bij alle bureaus afgeleverd. Ze gaan over onderwerpen uit de dagelijkse praktijk: autodiefstallen, inbraken en criminaliteit gericht tegen ouderen. Met prikkelende teksten als ‘Geen dief in mijn huis’, ‘Veilig ouder worden’ en ‘… van mijn auto moeten ze afblijven’, wordt de lezer gewaarschuwd
NOVEMBER 2003
1
Een weg en een woonwijk. Op zich geen ongewone zaken om te herstructureren of nieuw aan te leggen. In veel gemeenten in Nederland is zo’n plek aan te wijzen. Maar wat als die weg het karakter moet krijgen van een stadsautoweg èn dwars door de gemeente loopt? Dan zijn creatievere oplossingen nodig om er voor te zorgen dat de uitbreiding van de weg iets nieuws en beters toevoegt aan de omgeving in plaats van er afbreuk aan te doen.
24
Grontmij: de uitdagingen van dubbel grondgebruik Tekst: Saskia de Vries • Fotografie: Judith Jongejan
D
at er weerstand is tegen een stadsautoweg door de gemeente Leidschendam - Voorburg is niet moeilijk voor te stellen. Maar dat er goede ontsluitingswegen en verbindingen nodig zijn in een verstedelijkt gebied evenmin. In Voorburg wisten vele partijen - privaat en publiek - de handen in een te slaan voor het project dat de naam Sijtwende kreeg. Dat ging echter niet van de ene op de andere dag. In gesprek met Stan
Roestenberg van Bohemen B.V., die samen met Volker Wessels Vastgoed B.V., Sijtwende ontwikkelt en Frank Vrolijks van de Grontmij Advies en Techniek, die in dit project onder meer betrokken is bij het bouwrijp maken en de inrichting van het openbaar gebied van de terreinen. Het punt van onvermijdelijkheid Stan Roestenberg: “De grote doorbraak in Voorburg kwam nadat wij als private partijen het initiatief hadden genomen
voor een alternatieve oplossing. Toen daarna de provincie de gemeente verplichtte om een bestemmingsplan te maken voor de weg veranderde de houding bij de betrokken organisaties. Als die weg er dan nu toch echt moest komen, dan maar liever op een andere en vooral betere manier. Het plan om de weg te combineren met de bouw van woningen en kantoorpanden lag er al. Wat nog ontbrak was de wil om er samen met de diverse partijen uit te komen.” Frank Vrolijks vult aan: “Op zo’n moment wordt het punt van onvermijdelijkheid bereikt. Die weg komt er hoe dan ook. Er is een beter alternatief en als we daar nu niet met z’n allen voor gaan, is de kans definitief voorbij. Dubbel grondgebruik, zoals we dat bij Sijtwende zien stond toen echter nog in de kinderschoenen. Er waren dus best wat hobbels te nemen.” Samenwerken Met Sijtwende zijn echter kansen benut door de ontwikkeling van infrastructuur en woningbouw niet traditioneel los van elkaar te zien. Ze zijn juist geïntegreerd, waardoor een effectiever grondgebruik kon worden gerealiseerd. Maar kan dat altijd? “Technisch kan er inmiddels veel, of het lukt is een tweede”, geeft Stan Roestenberg aan. “De financiën zijn niet eens het grootste struikelblok. Bouw Sijtwende in volle gang met links op de foto Frank Vrolijks van Grontmij Advies en Techniek en rechts Stan Roestenberg van Bohemen Vastgoed Ontwikkeling
FOCUS HAAGLANDEN
Het gaat er meer om dat alle partijen in het planproces bereid moeten zijn om uit de eigen schaduw te treden om daadwerkelijk samen te werken en samen het plan vorm en inhoud te geven. Het kan natuurlijk niet zo zijn dat je alleen maar andere partijen voor het karretje probeert te spannen van jouw leuke ideeën. Dat is geen samenwerken.” Frank Vrolijks vult aan: “In dit soort projecten zit je snel om tafel met tien of wel meer verschillende organisaties. Van gemeenten tot provincies en rijkswaterstaat. Van ontwikkelaars tot waterschappen en ingenieursbureaus. Ieder met z’n eigen wensen- en eisenpakket. Dan moet wel iedereen bereid zijn om niet star vast te houden aan wat ‘normaal’ de kaders zijn, maar te kijken naar wat goed is voor het project. Anders kom je er gewoon niet uit.” Een sterk plan In Voorburg is dat dus gelukt? “Tja het
lijkt nu zo simpel”, vervolgt Stan Roestenberg. “Als je het plan Sijtwende bekijkt snapt iedereen het hoe en waarom. Dat is misschien ook nog wel een vereiste. Dat het concept van de oplossingsrichting zo eenduidig is dat je het aan iedereen kunt uitleggen. Dat als het af is, niemand zich afvraagt hoe dit nou zo heeft kunnen komen. Maar de kern blijft zeker het samenwerken. Natuurlijk wordt er flink wat af gediscussieerd”, geeft Stan aan, “maar mét de wil om oplossingen te zoeken. Dat gaat eveneens op voor de uitvoeringsfase. Dit is geen gewoon braakliggend terrein. Elke organisatie – en dat zijn er dus een heleboel – heeft eigen verantwoordelijkheden en planningen die allemaal in elkaar moeten grijpen.” N201 Uniek voor Voorburg? Frank Vrolijks: “Natuurlijk kan dit niet alleen in Voorburg, gelukkig maar. Om een voorbeeld te noemen, de Grontmij is onder andere betrokken bij het project N201. Deze weg loopt van Haarlem naar Hilversum langs de veiling Aalsmeer en door de woonkernen van Aalsmeer en Uithoorn. Dat kan niet langer meer. De N201 is nu al één van de drukst bereden provinciale wegen, de veiling wil uitbreiden en de bereikbaarheid van Schiphol is in het geding. Een nieuwe route om de kernen heen zou veel beter zijn, maar dat betekent wel een nieuwe brug over de Amstel en een aquaduct bij
De Ringvaart. Geen goedkope oplossingen dus. En de nieuwe route mag bovendien niet de nieuw te bouwen woonwijk bij Aalsmeer afsluiten van de bestaande wijken.”
25
Genoeg gespreksstof dus? “Zeker. Er wordt al lang gepraat. Maar de druk om aan de ene kant het gebied economisch verder te versterken en aan de andere kant de verkeersoverlast te verminderen neemt nu snel toe. Daarmee zou het punt van onvermijdelijkheid wel eens in zicht kunnen zijn. En daarmee ook het besef dat je elkaar nodig hebt om tot betere oplossingen te komen.” Privaat en publiek Elkaar nodig hebben, dat gaat bij deze projecten zeker op voor de publieke en private sector. “Klopt. Daar valt nog een heleboel winst te halen. Neem bijvoorbeeld in deze regio de discussie rond het doortrekken van de A20 richting Hoek van Holland en het aansluiten van de zogenaamde veilingroute op die A20. Daar zijn best parallellen te trekken met wat er rond de N201 gebeurt. Ook voor dit gebied geldt dat je het aanpakken van de infrastructuur kunt benutten om het totale gebied economisch te versterken. Een uitgelezen kans. De kennis hiervoor is bij private partijen aanwezig. Nodig ze als publieke partijen uit, deel je kennis! Kijk, en dan draait het dus toch allemaal weer om de wil om samen te werken”, sluit Frank Vrolijks af. ■
NOVEMBER 2003
1
UIT HET BEDRIJFSLEVEN vormen van ons bestel, als ondernemer word je daar na verloop van tijd
Willens en wetens
zelf doodziek van.
26
Of je nu wilt of niet, zo rond je vijftigste ga je de omgeving toch wat anders zien. Zo´n 17 jaar geleden ben ik met mijn zaak gestart en deze is uitgegroeid tot een respectabel bedrijf met een aantal vestigingen in Nederland en een in België. Wat wil je nog meer? Wel, eigenlijk nog veel meer. Maar daarover een andere keer.
Waarom mogen mensen hun eigen verantwoordelijkheden niet dragen?
Enige tijd geleden bedacht ik me wat ik op de zaak nu leuk echt vond en
staat zijn de fiscaliteiten rond de btw uitstekend te regelen, dus zal ze
echt vervelend. Momenteel mag ik me gelukkig prijzen dat op iedere
een beter zicht krijgen op de inkomsten.
vestiging een goede, betrouwbare en loyale ploeg medewerkers zit. Dat is
Je huurt medewerkers toch op hun kwaliteiten in? De een is nu eenmaal
wel eens anders geweest. Het is leuk om te coachen, te bouwen, je
beter in managen en de ander in timmeren. Het arbeidsrecht kan ruim
creativiteit te benutten. Met andere woorden, te ondernemen. En als dat
terugtreden ten gunste van het civiele recht. Waarom het gaat is dat
geld oplevert wordt het helemaal leuk. Wat ik vervelend vind zijn die
Nederland zich weer ondernemend kan opstellen en dat daar de
momenten waarop je geconfronteerd wordt met de onbalans van ons
voorwaarden voor worden
arbeidsrecht. Thuis steekt iemand de boel in de brand, de medewerker
geschapen. Weg dus met al die
heeft een probleem, reageert zich af, de Arbodienst komt langs en ja
beperkende, zeg maar “GAK-
hoor het bedrijf is de klos. Kassa! Helemaal vervelend wordt het als ze
regels”. Dat zulks moeilijk is
vervolgens na de uitspraak van de rechter vrolijk in dienst treden bij
voor de immer regelende politici
iemand anders. De praktijk wijst uit dat weinig ondernemers zo iemand
is dan jammer, maar onze BV
nog aanpakken. Vervolgens stelt de Arbodienst doodleuk dat het ziekte-
Nederland heeft snel nieuwe
verzuim wel erg hoog is en krijg je het jaar daarop een hogere ziekte-
impulsen nodig.
kostenpremie te betalen. Het mag dan hier allemaal wat ongenuanceerd overkomen en (als risque social) één van de arbeidsrechtelijke peilers
We leven niet meer in het begin van de vorige eeuw. Trek de lijn van freelancerschap door en geef iedereen op zijn 25e een btw-nummer. Je betaalt naast IB ook sociale lasten. Er blijft een vangnet voor iedereen.. En degene deze verantwoordelijkheid niet wil, kan altijd in dienst treden bij een bedrijf, instelling of de overheid. Het is en en, niet of of. Voor de
Jaap Wilkens advertentie
Wijkzorg is één van de beleidsspeerpunten
FOCUS HAAGLANDEN
van Politie Haaglanden. Albert van Leeuwen is nu negen jaar wijkagent in Delft. Hij heeft veel bereikt, vooral door contacten te leggen en te onderhouden. Maar past deze taak nog wel de politie, nu die volgens de publieke opinie alleen nog boeven moet vangen?
Wijkagenten koesteren hun goede contacten als wapen
I
n Hof van Delft/Voordijkshoorn, Albert’s wijk, wonen zo’n 21.000 mensen uit alle groepen van de bevolking. Achter het Delftse Centraal Station, bijvoorbeeld, wonen studenten en oudere bewoners tussen elkaar. “Studenten leven ’s nachts, ouderen overdag. Dat levert soms spanningen op. Als mensen ons bellen, zijn ze vaak al kwaad of wanhopig. De kunst is om je gedrag en taalgebruik aan hen aan te passen, anders dring je niet tot ze door”, zegt Albert. “Mensen in duurdere wijken zijn kritischer en gaan op hoog niveau met je discussiëren. Hen benader ik anders dan stamgasten in een buurthuis. Inmiddels heb ik goede contacten opgebouwd en die koester ik. Goede contacten met bewoners en organisaties zijn de belangrijkste wapens van de wijkagent.” Vier keer per dag voor de deur Over een voorbeeld van contacten met organisaties hoeft Albert niet lang na te denken. “Hier in Delft hebben we Het Joris, een instelling voor psychiatrische patiënten. Mensen die Het Joris verlaten en zelfstandig gaan wonen, kunnen soms hun draai niet vinden. Als het uit de hand loopt, bellen de buren ons met
overlastklachten. Vroeger stonden we wel drie of vier keer dag bij zo iemand voor de deur. Dat vroeg veel tijd en inzet, die we niet konden besteden aan andere politietaken. Nu geven we meldingen direct door aan instellingen als het RIAGG, instelling voor verslavingszorg Parnassia en de woningbouwvereniging, die meteen reageren. We hebben controle op de zaak en houden capaciteit vrij om bijvoorbeeld te surveilleren.” Geluidsoverlast beangstigend De samenleving roept om veiligheid. De politie moet terugkeren naar haar kerntaken en criminaliteit harder aanpakken. Is het werk dat Albert beschrijft wel een kerntaak? “Als mensen last hebben van de buren, bellen ze de politie. We hebben er dus mee te maken. Vergeet niet dat geluidsoverlast heel beangstigend kan zijn. Mensen voelen zich echt onveilig als een buurman ze ’s nachts met geschreeuw wakker maakt. En onveiligheid vind ik een zaak voor de politie, ja.” Duurzame oplossingen Een voorbeeld van succesvol contact met bewoners is oud en nieuw. “Toen ik hier in 1994 kwam, liep het elk jaar volledig uit de hand”, memoreert Albert.
27
Tekst: Eva van Dijk • Fotografie: Politie Haaglanden Rechts op de foto Albert van Leeuwen
“Mensen van buurthuizen verzamelden kerstbomen om te verbranden en dat mondde uit in vechtpartijen tussen rivaliserende groepen. Regelmatig moest de ME uitrukken om de boel te sussen. Reken maar dat mensen zich dan onveilig voelen. Ik heb veel geïnvesteerd in contacten met die buurthuizen om problemen en overlast bespreekbaar te maken. Nu maken alle buurthuizen afspraken met de gemeente. De politie is gesprekspartner en adviseur. De kerstbomen worden nu netjes ingezameld, de kerstboomverbranding is een gezellig evenement en er is nauwelijks overlast. Inmiddels zien jongeren mij als een persoon, niet als een uniform. Zo kweek je wederzijds begrip en maak je ruimte voor onderhandelingen. Dat is de enige manier om tot duurzame oplossingen te komen.” ■
In Delft heeft iedere wijk binnenkort twee wijkagenten. Zij wisselen elkaar af, om samen van zeven uur ’s morgens tot elf uur ’s avonds een optimale bereikbaarheid en beschikbaarheid te bewerkstelligen.
NOVEMBER 2003
1
‘Famous Factory Land’, ‘Ein Starkes Stück Deutschland’, ‘Verrassend Veelzijdig’: het is slechts een greep uit de merken waarmee regio’s (in dit geval: Zuid-Nederland, het Ruhrgebied en Overijssel) zich tegenwoordig profileren. Deze regiomarketing hangt samen met de interregionale concurrentiestrijd in Europa.
28
Den Haag profileert zich als internationale stad van recht en vrede. Wacht Den Haag een gouden toekomst als ‘Legal Capital’?
Regiomarketing: product en wapen in concurrentiestrijd
H
et komt het steeds meer aan op ogenschijnlijk kleine details zoals een regionaal imago. Om bedrijven, bewoners en bezoekers te trekken, moeten Europese regio’s dan ook een ‘sterk merk’ ontwikkelen. Blauwe banaan Door de Europese integratie zijn de verschillen in West-Europa steeds kleiner geworden. Dit leidt er toe dat regio’s concurreren om de gunst van bewoners, bedrijven en bezoekers. Nergens wordt deze strijd zo hard gevoerd als in de relatief homogene en welvarende kernzone tussen Londen en Milaan, een gebied dat vanwege zijn vorm ook wel bekend staat als de ‘Blauwe Banaan’. De regio’s die van deze zone deel uitmaken (zoals Zuid-Engeland, de Randstad, OostNederland, het Rijnland en Noord-Italië) hebben voor vestigers of bezoekers een vergelijkbaar scala aan hoogwaardige voorzieningen in de aanbieding. Details Het gevolg daarvan is dat ogenschijnlijk kleine details zoals het imago van een regio de doorslag kunnen geven bij de keuze voor een bepaalde regio. Burgers, ondernemers en toeristen kunnen immers overal terecht en kiezen dan voor de regio die bij hen het meest positieve beeld oproept. Het werken aan regionale naamsbekendheid vraagt om regiomarketing, tegenwoordig ook wel ‘branding’ genoemd. Geen regio in de Blauwe Banaan ontkomt daaraan, al was het maar omdat collega-regio’s zich wèl een merk aanmeten.
Tekst: Gert-Jan Hospers • Fotografie:Judith Jongejan
Ook al beschikt een regio over nog zo veel troeven, ze is pas aantrekkelijk als ze in de buitenwereld ook zo bekend staat. Hoe goed we een regio ook menen te kennen, ons beeld daarvan blijft altijd selectief en gekleurd. Deze beelden zijn van groot belang, want ze beïnvloeden de keuzes die mensen maken. Niet zozeer de objectieve, als wel de subjectieve beeldvorming, kortweg het ‘imago’ van een gebied, heeft dus invloed op de locatiekeuze. Bekend maakt bemind Uit onderzoek komt naar voren dat een regionaal imago positief beïnvloed wordt door de mate van bekendheid met die streek. Dat verklaart waarom aansprekende regio’s zoals de Randstad en Greater Londen een relatief positief imago hebben. Tegelijkertijd hebben regio’s die bij het grote publiek betrekkelijk onbekend zijn een kleurloos of zelfs negatief imago. Steeds meer regio’s in de Blauwe Banaan realiseren zich dat imago de doorslag kan geven bij bedrijven die zich ergens willen vestigen of bij mensen die een woonplaats of toeristische bestemming zoeken. Een slecht imago schrikt af en kan een verlies aan inkomsten voor de regio betekenen. De regio moet een reëel beeld van zichzelf overbrengen. Bovendien is de profilering bij voorkeur toegesneden op de specifieke plaatselijke omstandigheden. Een nadeel van regiomarketing is dat het een langdurig en weinig tastbaar proces is waardoor bestuurders niet altijd overtuigd zijn van
het nut ervan. Vanwege die ongrijpbaarheid kan het dan ook zinvol zijn om regiomarketing te koppelen aan een groot evenement, monument of een andere publiekstrekker. Zo’n concreet ‘boegbeeldproject’ kan het merk van een regio of stad zichtbaar maken en zo ondersteunen. Concurrentiestrijd Werken aan een positief regionaal imago geen zaak is van de overheid alleen. Regiomarketing is een activiteit die zich bij uitstek leent voor publiek-private samenwerking. Bestuurders en ondernemers hebben immers een gezamenlijk belang: als regio aantrekkelijk blijven in de interregionale concurrentiestrijd. Gert-Jan Hospers is lector strategisch management bij Saxion Hogescholen en universitair docent economie en strategie aan de Universiteit Twente. ■ I-AM Instituut voor Area Marketing In navolging van andere landen krijgt Nederland een Instituut voor stads- en regiomarketing en –branding: I-AM Instituut voor Area Marketing. Actorion Communicatie Adviseurs in Velp en specialist Gert-Jan Hospers (auteur van dit hoofdartikel) zetten samen dit kennisinstituut op. I-AM doet onderzoek en publiceert hierover en organiseert seminars en congressen. Daarnaast adviseert I-AM over regiomarketing en –branding. Nadere informatie: projectleider drs. Paulus J. Blom van Actorion: 026-4438287.
FOCUS HAAGLANDEN Maarten Zemann: “Overheid en het bedrijfsleven zijn partners die samen verantwoordelijk zijn voor een goed ondernemersklimaat.”
Samen problemen oplossen
29
“Wil de regio Haaglanden de kansen voor het bedrijfsleven blijven benutten, dan moet een aantal knelpunten worden opgelost de komende jaren. Overheid en bedrijfsleven werken in toenemende mate samen wat al tot resultaat leidt, maar we staan nog voor een aantal grote uitdagingen.” Aan het woord is Maarten Zemann, directeur van MKB Adviseurs, een onafhankelijk adviesbureau voor het midden en kleinbedrijf op allerlei terreinen.
“E
en belangrijk aandachtspunt de komende jaren is bedrijfshuisvesting. Op bedrijventerreinen is onvoldoende plek voor het midden en kleinbedrijf. Het zijn voornamelijk de grote bedrijven die er een geschikt pand kunnen vinden. Onderzocht moet worden hoe de gebouwen geschikt gemaakt kunnen worden voor diverse kleinere bedrijven, zodat er bijvoorbeeld ook ruimte is voor doorstartende bedrijven die op hun startplek uit hun jasje groeien. We zien nu te veel bedrijven wegtrekken en dat is natuurlijk niet goed voor de regionale economie”, zegt Maarten Zemann. Naast het probleem van de huisvesting noemt Zemann de bereikbaarheid van de regio die steeds verder onder druk komt te staan, de toenemende criminaliteit op bedrijventerreinen en winkelgebieden en de veranderingen in het bedrijfsleven zoals het toenemend aantal allochtonen in het midden en kleinbedrijf. Voor het tijdig en adequaat inspelen op deze ontwikkelingen, ziet Zemann ook een belangrijke rol voor de overheid. “Samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid is cruciaal. Daarin is de afgelopen jaren al veel gebeurd. Het bedrijfsleven heeft zich georganiseerd waardoor zij aanspreekbaar is, de overheid stelt zich open. Nu gaat het er om dat het gestarte overleg wordt omgezet in concrete samenwerking.” Partnerschap “Overheid en bedrijfsleven moeten
elkaar als partners zien en niet als elkaars tegenpolen. Een mooi voorbeeld is het probleem dat wij hier op de arbeidsmarkt signaleren. Er is vraag naar een bepaald type arbeidskrachten, het aanbod is er echter niet. De werkloosheid stijgt terwijl er best werk is. Door bijvoorbeeld met leerwerkplekken te werken waarbij de overheid financieel ondersteunt, werk je aan twee problemen. Je helpt mensen aan het werk wat voordelig is voor de overheid en het bedrijfsleven vindt over een paar jaar de arbeidskrachten die nodig zijn.” Voorlichting Tevens wijst Zemann op het belang van goede voorlichting. Volgens de MKB Adviseur weten maar weinig ondernemers welke mogelijkheden voor ondersteuning er zijn in tijden dat het moeilijk gaat, zoals nu. “De ondernemers weten niet waar ze heen kunnen. Er zijn voorbeelden van ondernemers die onder bijstandsniveau leven terwijl voor hun regelingen beschikbaar zijn. En zo zijn er meer voorzieningen die de overheid biedt, maar ondernemers moeten ze wel kennen.” Diverse thema’s Maar het is natuurlijk niet alleen de overheid die de situatie kan verbeteren. Ook het bedrijfsleven zelf kan veel doen om het gewenste ondernemersklimaat op peil te houden. Zemann: “De afgelopen jaren is bijvoorbeeld niet altijd slim en efficiënt met de kosten omgegaan, waar-
Tekst: Susanne Boerhof • Fotografie: Judith Jongejan
door bedrijven hogere kosten hebben dan noodzakelijk is. Momenteel nemen wij met een groot aantal ondernemers hun uitgaven onder de loep en adviseren over hoe het efficiënter kan door bijvoorbeeld met andere bedrijven samen te werken. Maar de thema’s waarover wij adviseren en ondersteunen variëren door de tijd. Daar zit ook de kracht van ons bedrijf. Wij kennen de ondernemers, wij kennen de brancheverenigingen, wij weten wat speelt en zijn met onze specialisten in staat om altijd op die vragen in te spelen die actueel zijn.” ■
MKB Adviseurs is een onafhankelijk adviesbureau voor het midden en kleinbedrijf. Het bedrijf is ontstaan binnen MKB Nederland en sinds 1996 onafhankelijk. De nauwe banden en contacten met MKB Nederland zijn er natuurlijk nog wel waardoor de 45 adviseurs van het bedrijf de wereld van de MKB-ondernemer door en door kennen en snel op de vragen van de klant kunnen inspringen. MKB Adviseurs levert advies en ondersteuning over verschillende thema’s. Door de ontwikkelingen te volgen en hun oor te luisteren te leggen, kan het bedrijf altijd inspringen op hetgeen waaraan behoefte is. In de komende uitgaven van Focus op Haaglanden geeft het bedrijf zijn visie op verschillende actuele thema’s in het midden en kleinbedrijf.
NOVEMBER 2003
1
Hulpverleners kijken bij alarm nie naar de gemeentegrens “Laat ik eerst maar een mogelijk misverstand uit de weg ruimen”, zegt Rob Brons (48), sinds 1997 Regionaal Commandant Brandweer in Haaglanden, “ik ben weliswaar regionaal commandant maar ik ga echt niet over alle brandweerkorpsen in Haaglanden.”
30
Tekst: Hulpverleningsregio Haaglanden • Fotografie: Eric de Vries
D
e regionale brandweer is ontstaan, nadat in 1985 de Bescherming Bevolking is opgeheven. In Nederland is een groot aantal taken dat bij de BB was ondergebracht, overgeheveld naar de brandweren in Nederland. De brandweer was echter tot 1985 uitsluitend gemeentelijk georganiseerd. “Dat betekende in de praktijk dat er maar mondjesmaat werd samengewerkt en dan nog alleen bij hele grote calamiteiten. Er werd niet geïnvesteerd in samenwerken en dus niet geoefend. Afstemming met de BB vond marginaal plaats,” concludeert Rob Brons.
Samenwerken noodzaak Veel reden om samenwerking tussen brandweren te bevorderen was er dus wel. Het Rijk bespaarde 600 miljoen door de BB op te heffen, investeerde zo’n 100 miljoen om regionale brandweren op te richten en de voorbereiding op de coördinatie van de rampenbestrijding op te dragen aan een regionaal commandant brandweer. “Ordelijke wetgeving erbij en administratief gezien was alles weer dik voor elkaar.” Rob Brons legt een duidelijke ondertoon in zijn opmerking. “Belast zijn met de voorbereiding op de coördinatie van de rampenbestrijding is zó voorwaardelijk geformuleerd, dat zonder de wil tot samenwerking vrijwel niets tot stand komt. Natuurlijk schept het Rijk voorwaarden en zijn de daarvoor beschikbare middelen de afgelopen vier jaar ongeveer verdubbeld, maar samenwerking moet
Rob Brons: wil tot samenwerking noodzakelijk bij rampenbestrijding ook worden gevoeld als een noodzaak om tot kwaliteit van werk te komen.” Verschillen Het veiligheidsdomein is sinds 1848 bij wet in handen van de gemeenten, met de burgemeester als boegbeeld voor politie, brandweer en calamiteitenbestrijding. Voor veiligheid is via het gemeentefonds lokaal geld beschikbaar voor brandweer en rampenbestrijdingstaken. Iedere gemeente regelt deze taken op het niveau dat voor die gemeente door het College van burgemeester en wethouders is vastgesteld en door de gemeenteraad wordt goedgekeurd. Dat betekent dus ook dat binnen de regio lokale verschillen te zien zijn in de organisatie van de brandweer, en dat sommige korpsen bepaalde taken niet uitvoeren of bijstandsafspraken maken met buurgemeenten.
Goede afspraken Door de gemeentelijke herindelingen die binnen de regio Haaglanden plaatsvinden, worden deze afspraken regelmatig ververst en herzien. Gelukkig is de geografische grens van Haaglanden voor zowel politie, brandweer als ambulancehulpverlening gelijk, zodat daar geen complicaties uit voortvloeien. Sinds 1995 kent Haaglanden één alarmcentrale voor politie, brandweer en ambulance hulpverlening en kent iedereen het nummer 112. Als een incident zich voordoet waar iedere seconde telt dan worden operationele grenzen gehanteerd: de dichtstbijzijnde eenheid komt ter plaatse, ongeacht de gemeente van herkomst. Vrijwilligers Wat weinig mensen zich realiseren, is dat veel brandweermensen het vak
FOCUS HAAGLANDEN
et s
De redactie nodigt voor iedere uitgave iemand uit een mening te geven over een onderwerp dat hem of haar na aan het hart ligt. In dit eerste nummer is dat Peter van der Meer van de Raad van Bestuur van Medisch Centrum Haaglanden.
Markt zorgt voor prikkels Ziekenhuizen werken nauw samen met verloskundigen en huisartsen (eerste lijn), verpleeghuizen en verzorgingshuizen (derde lijn). De eerste lijn betreft de voordeur van een ziekenhuis. Verpleeg- en verzorgingshuizen vormen de achterdeur van een ziekenhuis (derde lijn). Een patiënt in een bed moet snel plaatsmaken voor een nieuwe patiënt, zodra hij in staat is om het ziekenhuis te verlaten. Samenwerken met deze partijen is essentieel voor een ziekenhuis. We spreken hier over de keten van zorg (verticale samenwerking) waarin samenwerken met name in de regio noodzaak is, zowel op medisch als op facilitair gebied.
31
Horizontale samenwerking (ziekenhuizen onderling) is vanuit het oogpunt van de patiënt eveneens noodzaak. Immers we spreken (o.a.) al lang over een digitaal medisch dossier dat overal (ter wereld) beschikbaar moet zijn. Veel energie en geld wordt verspild met meermalen hetzelfde onderzoek in meerdere zorginstellingen en dat vaak binnen een straal van nog geen 10 kilometer.
“erbij” doen. Bij een incident worden zij opgepiept, leggen hun werk neer, spoeden zich naar de kazerne om vervolgens binnen de normtijd van acht minuten (na de melding!) op het adres van het incident te zijn. In de dichter bevolkte gebieden is dat op deze manier niet op te brengen, vandaar dat daar de operationele brandweermensen in kazernes verblijven volgens een roostersysteem: 24 uur op, 48 uur af. Naast taken op het gebied van brandveiligheid en rampenbestrijding, verleent de brandweer ook hulp, vooral in technische zin. Specialismen zoals duiken, technische hulpverlening, ongevalbestrijding gevaarlijke stoffen worden door de brandweer beoefend en toegepast. Koepel De Hulpverleningsregio Haaglanden vormt een koepel over de binnen deze regio liggende gemeenten voor brandweer en geneeskundige hulpverlening. Met name de voorbereiding op grootschalig optreden wordt vanuit het bureau van de regio georganiseerd en geoefend. Jaarlijks vinden vele oefeningen plaats om op calamiteiten voorbereid te zijn. Daadwerkelijke inzet van de brandweer komt zo’n 16.000 keer per jaar voor, vanuit 24 vestigingen, door rond de 1200 personeelsleden, waarvan de helft in beroepsdienst is bij de brandweer. ■
Het huidige zorg systeem in Nederland kent niet of nauwelijks marktwerking. Dat zou in theorie kunnen betekenen dat gestreefd wordt naar regionale afspraken over zorg en problemen rondom samenwerking snel en adequaat worden opgelost. Dure functies als radiotherapie worden verdeeld over slechts enkele daartoe door de overheid aangewezen instanties om de kosten te beheersen en elke burger de mogelijkheid bieden om deze functie in de nabijheid te hebben (spreidingsbeleid). Wat is de praktijk? Ziekenhuizen troeven elkaar af in functies, aantallen patiënten en bijzondere ingrepen. Het publiek weet of begrijpt niets van de zorg onder andere om deze reden. Het beeld over de gezondheidszorg is duidelijk negatief. Nimmer komt de mooie kant aan bod. Als u weet dat meer dan 85% van de huidige werknemers graag in de zorg werkt, dan is dat een enorm contrast. Door de introductie van marktwerking komt er minimaal één nieuwe prikkel bij, te weten financiën. In een adem hoort daarbij risico lopen en als je risico loopt kan het ook misgaan. Dat is in Nederland nog niet vertoond en zonder risico heeft marktwerking geen zin. Wat we in Nederland aan het doen zijn is bijzonder! Samenwerken is nodig in het belang van de patiënt en de medische kwaliteit, zowel horizontaal als verticaal. Marktwerking is nodig om de gezondheidszorg uit het stoffige beeld te halen en echte prikkels te introduceren. Het kan samen gaan, maar dat vereist veel van de huidige bestuurders van zorginstellingen en nog meer lef van politiek Den Haag. ■
Peter van der Meer Raad van Bestuur Medisch Centrum Haaglanden
NOVEMBER 2003
1
Geen Baywatch, maar Streetwatch in Voorburg. Leerlingen van het Corbulo College lopen in opvallende gele en zwarte jacks in het winkelcentrum van Voorburg en rond de school. Ze zorgen voor orde en veiligheid. Met mobilofoon, met steun van de politie en opgeleid door dezelfde politie. En het werkt. “We willen een communityschool zijn”, zegt Geert Jan Snijders, directeur van het Corbulo College. “Wij maken deel uit van de buurt, we hebben daarin een spilfunctie. en als we dat vinden moeten we het ook invullen.”
Corbulo College wil vmbo-leerling breed opleiden
Leren mag weer leuk zijn 32 Tekst: Rob ten Dam • Fotografie: Corbulo College
H
et gebouw aan de Voorburgse Van Tuyll van Serooskerkenstraat, nog geen jaar oud, is zo gemaakt dat de buurt er terecht kan. Niet alleen voor een vergadering, maar als het weer wat warmer misschien zelfs wel op het terras. Het is nog maar een idee, maar toch… Daar zouden ze dan te zijner tijd bediend kunnen worden door – natuurlijk - de leerlingen. Waarom ‘natuurlijk’? Het Corbulo College is geen klassieke school met het principe dat je alleen binnen de muren leert. “Je leert binnen en buiten, voor een belangrijk deel in projecten waarbij onder andere de buurt is betrokken”, legt Jaap Westbroek uit. Hij is voorzitter van de centrale directie van de Esloo Onderwijsgroep waarvan het Corbulo deel uitmaakt. Die visie is vertaald in het gebouw. Met ramen die als een soort etalage laten zien wat er binnen gebeurt, met schuifdeuren in de aula om het terras naar binnen te laten doorlopen. “Heel open en transparant.” Imago Het Corbulo College heeft een opmerkelijke geschiedenis. De school stond goed bekend, innovatief ook. Het was een school voor vbo-breed (lts, leao en mavo). In de jaren 80 konden de leerlingen er zelfs per vak op een bepaald niveau afstuderen. Maar toen kwamen de jaren 90. De school veranderde en kwam in slecht weer. Het Corbulo worstelde tot een paar jaar terug nog met dat imago. Teruglopende leerlingaantallen, een beroerd gebouw. Aan dat beeld is hard gesleuteld. Het Corbulo College heeft nu de slag gemaakt naar een voorbeeldschool die landelijk hoog staat aangeschreven. Waar de minister niet alleen de opening verrichtte maar ook met haar buitenlandse bezoek komt. Waar leraren
graag willen werken en waar het ziekteverzuim minimaal is. Waar een gezonde groei is van leerlingen en waar ze in de praktijk bewijzen dat leren ook leuk kan zijn. Team “We zijn er natuurlijk nog lang niet”, waarschuwt Jaap Westbroek, de drijvende kracht achter de nieuwe onderwijsopvatting die niet alleen bij Corbulo College, maar ook regionaal en landelijk handen en voeten krijgt. Veranderingen gaan nu eenmaal niet altijd zonder ‘au’. En je hebt ook zendingswerk te verrichten bij andere scholen. Landelijk, maar zeker ook regionaal. Niet alleen bij scholen, maar ook bij het bedrijfsleven. “De leerlingen werken in de samenleving. School en bedrijven in de regio hebben elkaar nodig.” Het is een heldere koers die zijn vruchten afwerpt. “Met het team”, zegt een trotse Geert Jan Snijders en hij spreekt bijna in hoofdletters. Niet voor niets, want tot in de Tweede Kamer viel de naam van het Corbulo als de school waar geen gebrek aan docenten is maar juist een wachtlijst bestaat van mensen die er willen werken of stage lopen.
Breed opleiden Het Corbulo College leidt van oudsher op in de technische vakken. Maar het pakket verbreedt zich. Een automonteur moet niet alleen een auto kunnen maken. Hij moet ook met klanten kunnen omgaan, een computer bedienen, een kostenopzet kunnen maken. Zo zijn er meer vaardigheden te benoemen die uitstijgen boven het vak zelf. De economische vakken horen er tegenwoordig bij. Dat geldt ook voor de nieuwe opleiding ICT-breed. Nu al vind je in het Corbulo College overal computers van een nieuwe generatie, in lokalen maar ook in open ruimtes waar je zo kunt inloggen. Er zijn zelfs plannen om in de school een vestiging van een automatiseringsbedrijf onder te brengen. Daarin draaien leerlingen dan mee en doen zo ervaring op. De buurtbewoners kunnen dan ook met hun computerprobleem naar de winkel komen. Een vakoverstijgend project. Doorstromen Het Corbulo is het volstrekt oneens met het beeld, dat de techniek alleen bedoeld
FOCUS HAAGLANDEN is voor mensen die niet kunnen leren. Roel Gordijn, directeur innovatie en communicatie van de Esloo Onderwijsgroep: “In het bedrijfsleven is grote behoefte aan breed opgeleide mensen die niet alleen wat van techniek weten, maar zich ook kunnen presenteren, weten wat ondernemerschap is. De leerling moet een plek krijgen in de samenleving. We
Ieder hoofdstuk had een andere auteur en de lijn van het verhaal werd bewaakt door de hoofdpunten op posters op te schrijven. Uiteindelijk hebben de leerlingen het boek flitsend gepresenteerd. Een ander voorbeeld. Met de ondernemersvereniging is afgesproken dat leerlingen ieder jaar kraampjes voor de kerstmarkt ontwerpen en dat de vereniging uitkiest welke worden gemaakt. De winkeliers betalen de kosten. Ontwerpen, presenteren en maken met een concreet eindproduct, al doende leren dus. Modern Het Corbulo College is een voorbeeldschool. Het ministerie ondersteunt dat ook met geld. Bedoeling is natuurlijk, dat ook andere scholen gaan inzien dat er andere manieren zijn om te leren dan de geijkte wegen. De condities in Voorburg zijn dan ook heel goed: een redelijk kleine school, een prachtgebouw waarover goed is nagedacht, een enthousiast team. Het was natuurlijk een hele toer om dat op gang te krijgen, maar het resultaat proef je direct in de school. Leerlingen gebruiken de school en misbruiken hem niet, ze zorgen onder leiding van een
moeten af van de discussies in onderwijsland over het systeem, we moeten kijken wat het kind nodig heeft. Daarom ook zijn al die schotten tussen de opleidingen hinderlijk.” Het Corbulo richt zich vooral op de leerlingen die willen doorstromen naar het mbo en verder. In klassieke termen gesproken: een soort mavo voor de techniek. Steeds meer leerlingen van het Corbulo kiezen daarvoor. Een boek maken Bij modern onderwijs horen hedendaagse methodes. Daaraan wordt veel aandacht gegeven. Niet vanuit de hapsnapgedachte, maar structureel. Docenten zijn daar continu mee bezig. De vakoverstijgende projecten vormen een groeiend onderdeel van het leren. Geert Jan Snijders: “We proberen leerlingen te laten samenwerken, dingen te laten ontdekken. De theorie die ze daarbij nodig hebben, zoeken ze zelf op. Die vergeten ze nooit meer.” Een voorbeeld. Op een vmbo hoort ook literatuur thuis. Hoe pak je het nu aan om kinderen met boeken bezig te laten zijn? Er is toen een project gemaakt waarbij enerzijds het maken van een boek centraal stond inclusief vormgeven en het gebruik van de computer, anderzijds het creatieve proces van het schrijven. Dat heeft geleid tot het boek “de moord op het Corbulo” (waarbij het halve docentencorps het loodje legde).
bedrijfsleven, van vakopleidingen en koepels, vakbewegingen en SBO (Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt) waarmee frequent wordt samengewerkt. Directeur Geert Jan Snijders noemt een hele rij namen en maakt daarbij impliciet duidelijk dat het geen loze opmerking is dat de samenleving behoefte heeft aan anders opgeleide mensen dan een aantal jaren geleden. Die binding met het bedrijfsleven is voor het Corbulo bijzonder belangrijk. Niet alleen vanwege de stageplaatsen maar minstens zoveel als antenne om te weten waarvoor je opleidt. En de leerling? Die vindt leren (meestal) weer leuk. Niet onbelangrijk toch? ■
33
Het Corbulo College behoort tot de Esloo Onderwijsgroep. De Esloo Onderwijsgroep maakt deel uit van het Netwerk Innovatieve Scholen van Nederland. Al in 1997 beschreef de scholengroep in een brochure, ‘Het Esloo-design’, welke veranderingen het Nederlandse onderwijs in het licht van de kennissamenleving zou moeten ondergaan. Het Corbulo College is vanuit dit design ontstaan als een concreet voorbeeld van het nieuwe denken over toekomstig onderwijs.
enthousiaste onderwijsassistent zelf voor de catering, het ziet er netjes en modern uit, er is rust. Zo’n uitstraling is goed voor het Corbulo zelf, maar ook voor het vmbo. Het kan anders, beter dus. Techniek is niet vies en leren kan leuk zijn. Het is een boodschap die Jaap Westbroek met groot genoegen uitdraagt. Binding met bedrijfsleven De organisatie die er achter zit moet niet worden onderschat. De school staat midden in de (regionale) samenleving en dat heeft consequenties. De weg die is gekozen, is niet de makkelijkste en daar heb je ondersteunende deskundigheid bij nodig. Vooral die van organisaties in het
De Esloo Onderwijsgroep is ontstaan door de fusie van een aantal scholen in Voorburg, Pijnacker en Den Haag. De Onderwijsgroep biedt onderwijs op vmbo-, havo-, atheneum- en gymnasiumniveau. Tevens is aan de groep een Internationale Schakelklas verbonden. De scholen van de Esloo Onderwijsgroep: Internationaal College Edith Stein Den Haag, Montaigne Lyceum Nootdorp, Corbulo College Voorburg, College St. Paul Den Haag, Overbosch College Den Haag en Esloo Pro Den Haag. De groep valt onder het bestuur van S.C.O. Lucas.
NOVEMBER 2003
1
Verbetering luchtkwaliteit hangt
34 Zes gemeenten in Haaglanden
Milieuwethouder Jelsma-de Boer van LeidschendamVoorburg
bereiden onder coördinatie van het stadsgewest Haaglanden gezamenlijk een plan van aanpak voor ter verbetering van de luchtkwaliteit in en rond hun gemeente. Het gaat om Delft, Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Pijnacker-Nootdorp, Rijswijk en Zoetermeer.
Tekst: Anne Geert Bosma • Fotografie: Eric de Vries
A
anleiding vormt een in 2001 gehouden onderzoek naar de luchtkwaliteit in de regio Haaglanden in opdracht van het stadsgewest. Daaruit blijkt dat plaatselijk de wettelijke grenswaarde van 40 mg/m3 op het gebied van stikstofdioxide wordt overschreden. De te hoge concentraties zijn met name te vinden in de stedelijke gebieden langs de snelwegen en op enkele drukke binnenstedelijke wegen in de zes genoemde gemeenten. Deze vervuiling wordt
veroorzaakt door het verkeer in de regio Haaglanden en door het verkeer en industrie in het Rijnmondgebied. Weinig verrassend Voor Agnes Jelsma-de Boer, wethouder milieu van de gemeente LeidschendamVoorburg, waren de onderzoeksresultaten weinig verrassend. “Ongeveer zes jaar geleden kreeg ik voor het eerst een rapport van de Universiteit van Wageningen onder ogen waarin de gevolgen van slechte luchtkwaliteit voor kinderen stonden beschreven. Met dat rapport in de hand hebben wij toen al bij de Rijksoverheid gepleit voor aanpassing van de schermen en voor verlaging van de maximumsnelheid op de gehele Utrechtsebaan, vanaf het Prins Clausplein. Ook met oog op de verkeersveiligheid hadden wij al eerder een lans gebroken voor een lagere snelheidslimiet op die drukke verkeersader.” Geluidoverlast gehalveerd De wethouder ziet zich in haar opvattingen gesterkt door de uitkomsten van de proef op de A13 waar ter hoogte van Overschie een snelheidsbeperking van 80 km per uur is ingevoerd (zie kader, redactie). “De uitstoot van gevaarlijke
stoffen is daar met 15 tot 25 procent afgenomen. Het lawaai, dat eveneens een groot probleem vormt, is er zelfs de helft minder geworden.” Op een aantal belangrijke punten komen de situaties van Voorburg en Overschie volgens Agnes Jelsma-de Boer met elkaar overeen: “De weg ligt hoog, de huizen staan er heel dichtbij. In Voorburg wonen de mensen in de buurt rond de Zegwaardstraat en het oude centrum direct aan de snelweg evenals de mensen in Overschie. Een verschil is dat het aantal auto’s bij Overschie nog groter is. Ook anders is dat bij ons aan de zuidkant de Binckhorst en het rangeerterrein van de spoorwegen liggen. Daar kan het lawaai nog een beetje weg. Zoals gezegd, gaat het niet alleen om de luchtkwaliteit maar ook om het lawaai. Ik heb wel eens in een kamer in de Van Zegwaardstraat gezeten met het raam open. Ik zou daar op den duur helemaal gek worden. Het is geen wonder dat ook de bewoners zich sterk inzetten voor de verbetering van de situatie. Nu deze resultaten van de proef op de A13 bekend zijn, proberen we opnieuw Rijkswaterstaat warm te krijgen om hier een dergelijke maatregel te nemen.”
FOCUS HAAGLANDEN
samen met verkeersmaatregelen Druk op de ketel “We trachten druk op de ketel te houden. Staatssecretaris Van Geel heeft eerder dit jaar gezegd dat de invoering van 80 km er op de Utrechtsebaan moet komen. Daarna heb ik daar niet veel meer van gehoord. Je staat als gemeente een beetje machteloos. We hebben de hulp van het stadsgewest nodig. Ik hoop dat wij, als het plan van aanpak klaar is en de effecten van een aantal maatregelen zijn doorberekend, met steun van de provincie, het stadsgewest en Den Haag Rijkswaterstaat kunnen overtuigen.” Belangrijkste resultaten van de 80 km proef bij Overschie In haar brief aan de Tweede Kamer d.d. 7 juli 2003 meldt minister Peijs van Verkeer en Waterstaat onder andere de volgende resultaten van de snelheidsverlaging op de A13 bij Overschie: • de geluidhinder is over het gehele wegvak afgenomen met 3.1 tot 5.7 dB(A) gemiddeld over het etmaal. Een afname van 3 dB(A) wordt ervaren als een halvering van het geluid. • gemiddelde emissie per voertuig op de A13 is gedaald met circa 15-25% voor NOx en met circa 25- 35% voor PM10
• Wat betreft de doorstroming wisselen de effecten per rijrichting. De capaciteit in de richting Rotterdam wordt negatief beïnvloed door het binnen 1 km afremmen van 120 via 100 naar 80 km per uur. In de richting Den Haag daarentegen is een positief effect gemeten omdat het Kleinpolderplein het verkeer rustig en meer gelijkmatig het ’80 km per wegvak’ laat inrijden. Luchtkwaliteit in feiten en cijfers Het ‘Rapport luchtkwaliteit 2001’ van het stadsgewest Haaglanden bevat de resultaten van het onderzoek naar de
luchtkwaliteit in dit kaderwetgebied. Uitgaande van de criteria van het Besluit luchtkwaliteit is meting gedaan naar de luchtverontreinigende stoffen stikstofdioxide (NO2), koolmonoxide (CO), fijn stof (PM10) en benzeen (C6H6). De belangrijkste bronnen van luchtverontreiniging zijn wegverkeer, industriële bedrijven en de landbouw. NO2 wordt vooral veroorzaakt door snelrijdende en optrekkend verkeer. Benzeen en CO komen vooral vrij bij stagnerend verkeer. De bronnen voor fijn stof zijn zeer divers: verkeer, industrie en vele natuurlijke bronnen. ■
35
Gevolgen Luchtverontreinigende stoffen kunnen de gezondheid van mensen, dieren en planten aantasten. Tevens kunnen ze schade toebrengen aan gebouwen. NO2 en PM10 veroorzaken schade aan luchtwegen en versterken hooikoorts, allergische en astmatische problemen. Benzeen is kankerverwekkend. Op 706 van de in totaal 925 meetlocaties in Haaglanden heeft de jaargemiddelde concentratie van NO2 de wettelijke grenswaarde van 40 mg/m3 overschreden. Op 196 meetlocaties zijn overschrijdingen van de luchtkwaliteit voor de jaargemiddelde concentratie van PM10 geconstateerd. Voor benzeen is nergens een overschrijding van de wettelijke grenswaarde (10 mg/m3) van de jaargemiddelde concentratie vastgesteld. Voor koolmonoxide zijn evenmin overschrijdingen van de wettelijke grenswaarden (6.000 mg/m3) geregistreerd.
NOVEMBER 2003
1
De publieke sector reorganiseert. Duizenden banen staan op de tocht. De eerste vacaturestops zijn aangekondigd. Het zorgvuldig verbeterde imago van de overheid, brokkelt net zo makkelijk weer af.
Anja van Gorsel over de arbeidsmarkt van de publieke sector
Willen goede mensen eigenlijk nog wel werken bij de overheid? Toppers zoeken voor de top van de publieke sector. Het is nog net niet zoeken naar de beruchte speld in de hooiberg. In gesprek met Anja van Gorsel,
36
directeur PublicSpirit, over de kunst van het zoeken naar de beste mensen en de toekomst van de publieke arbeidsmarkt.
Duizenden functies op de tocht: toch toppers zoeken voor de top Tekst: Saskia de Vries • Fotografie: Judith Jongejan
“E
e publieke sector is zeker nog steeds in trek als werkgever. Ook bij mensen uit het bedrijfsleven. Zelfs meer dan ooit. Als het economisch wat minder gaat lijkt de overheid een veilige keus.” Voor een overheid die bedrijfsmatiger
wil gaan werken is de aandacht van mensen uit het bedrijfsleven vast prettig. “Zo simpel ligt het niet. In de publieke sector gelden andere regels. Winstmaximalisatie is niet het uitgangspunt. Kijk bijvoorbeeld naar woningbouwcorporaties, die investeren heel
vaak onrendabel. Succesvol zijn moet je dan anders meten. En je hebt er ook andere kwaliteiten voor nodig. Het politiek-bestuurlijke spel is ingewikkeld. Heb je daar geen ervaring mee, dan lukt het niet. De overstap van ervaren managers van privaat naar publiek gaat zelden goed. Imago Eigenlijk zie je dat er al aan het begin van een carrière – vaak onbewust – een keus tussen publiek en privaat wordt gemaakt. Switchen kan alleen nog in de beginjaren. Daarna draait het teveel om ervaring. Mensen die eenmaal hun hart hebben verpand aan de publieke sector willen daar ook niet zo snel meer weg. Gelukkig maar. Het zou jammer zijn als alle talent naar het bedrijfsleven weg zou vloeien. Trouwens als ze het wel doen, zie ik ze vaak met rasse schreden weer terugkeren. Werken voor de overheid is namelijk gewoon erg leuk. Het gaat altijd ergens om en juist de complexheid van het opereren in een politiek-bestuurlijke omgeving biedt veel uitdagingen. Toppers voor de publieke sector moet je
FOCUS HAAGLANDEN
37
len. Investeren in mensen en de kwaliteit eruit halen die erin zit.” Talent Roeien met de riemen die je hebt. “Dat vind ik te negatief. Er zit veel talent bij de overheid. Dat moet je de kans geven om tot ontwikkeling te komen. Met de juiste managers, en die zijn er heus wel, mensen met de drive om er iets van te maken, kan dat ook. Daar geloof ik heilig in. Je ziet ook dat dat soort managers vanuit de top van een organisatie iets in beweging zetten. dus vooral zoeken bij de overheid zelf. Van een negatief imago van de overheid merk ik weinig.” De verkokering voorbij “Wat wel zou helpen is als organisaties minder verkokerd zouden werken. Geen schotten zetten tussen bijvoorbeeld de afdeling welzijn en de afdeling ruimtelijke ordening van een gemeente. Of tussen diverse sectoren zoals onderwijs, woningcorporaties en ministeries. Zo maak je de vijver om de toppers uit te vissen wel wat breder.” En dat kan ook zomaar? Anja van Gorsel, vervolgt: “Het vraagt wel een andere manier van werken. Projectmatiger. Meer écht managen van je mensen en daar het beste uithalen. Je ziet vaak bij de overheid dat men prima in staat is om dikke competentienota’s te schrijven en personele opleidingsplannen, de zogenaamde pops, te ontwikkelen. Maar simpelweg twee keer in het jaar een functioneringsgesprek houden schiet er bij in. Als je het hebt over verzakelijking dan valt er juist op dit soort punten winst te beha-
Het zal ook nodig zijn, want de generatie van ’45 wordt volgend jaar 59. Die zullen de komende jaren allemaal uitstromen. Als je de kennis van die generatie wilt behouden in je organisatie moet je nu investeren in kennisoverdracht. Voor je het weet zijn ze weg. En dan? Daar maak ik me wel zorgen over, want daar wordt nog heel weinig over nagedacht. De waan van de dag regeert. Lijnen naar de toekomst worden zelden getrokken.” Heb ik wel de beste? De arbeidsmarkt lijkt wat te ontspannen. Er zijn weer meer spelers beschikbaar. Dan wordt werven weer makkelijker. “Schijn bedriegt. Het is nog steeds niet makkelijk om toppers te vinden. Vraag en aanbod sluiten niet op elkaar aan. Ik zie bijvoorbeeld bij kleinere gemeenten dat het erg moeilijk is om de juiste mensen te vinden. In zo’n kleine organisatie zijn de functies ingewikkelder en het takenpakket breder omdat er minder mensen werken, maar de salarisschalen zijn veelal lager dan bij de grote broer
om de hoek. Daar komt bij dat het voor dit soort kleine organisaties moeilijker is om mensen uit eigen kweek op te leiden via het aantrekken van trainees. In een regio zouden die kleinere gemeenten samen kunnen werken om samen talenten te werven en onderling uit te wisselen. Dat maakt je sterker. Pover resultaat Maar niet alleen de kleintjes worstelen. Ik blijf het ook verbazingwekkend vinden hoeveel geld organisaties uitgeven aan het plaatsen van personeelsadvertenties. Het resultaat is vaak pover. Nu de arbeidsmarkt inderdaad wat lijkt te ontspannen zie je veel werkgevers weer achterover leunen. Er schrijven vast weer voldoende mensen op onze advertenties en daar redden we het wel mee. Niet zelden blijken de aangeboden kwaliteiten niet aan te sluiten op wat wordt gevraagd. Ik denk dat onze methodes meer te bieden hebben voor hetzelfde geld dat in advertenties gaat zitten. Veel organisaties doen zichzelf te kort. Iedereen wil graag de beste mensen in huis halen, maar of iedereen daar wel effectief in opereert is sterk de vraag.” Kaasschaaf en vacaturestop Bezuinigingen hangen in de lucht, ook in de publieke sector, maar Anja van Gorsel heeft geen goed woord over voor vacaturestops en kaasschaafmethodes. “Je moet durven kiezen als overheid. Wat je doet moet je goed doen, daar mag geen twijfel over bestaan. Je kunt niet alles een beetje goed doen. Keuzes durven maken, daar draait het om. Dat vraagt dus wel om daadkrachtige managers.” ■
NOVEMBER 2003
1
31 december, twaalf uur ‘s nachts. De champagnekurken knallen en het vuurwerk gaat de lucht in. Terwijl heel Nederland de jaarwisseling viert, klaart de politie - samen met de andere hulpdiensten - een klus. Hoe zorgt de politie dat de viering van oud en nieuw feestelijk en vooral veilig verloopt?
38 Jaarwisseling vraagt veel aandacht van de politie Tekst: Renate van der Burg • Fotografie: Politie Haaglanden
Jongeren weten waar de grens lig
H
erman van den Berge, directeur Politie Haaglanden, is algemeen commandant tijdens de jaarwisseling. Hij is verantwoordelijk voor de voorbereiding en stemt daarom af met de gemeenten in de regio en de Hulpverleningsregio Haaglanden. Bovendien zorgt hij voor een ordelijk verloop van de jaarwisseling. Aangezien de voorbereidingen voor de jaarwisseling al in volle gang zijn, ging de redactie met Herman in gesprek. Geen nieuws meer Herman: “Politie Haaglanden heeft de afgelopen twintig jaar veel geleerd in de aanpak van de openbare orde tijdens de jaarwisseling. Door goede samenwerking met de hulpdiensten en de gemeenten hebben we nu een succesvolle aanpak.” Dat blijkt wel uit het feit dat het aantal incidenten de afgelopen twintig jaar behoorlijk teruggedrongen is. Daarom staat Den Haag nu niet meer bekend als probleemstad. “Dat was twintig jaar geleden nog wel anders, toen was Den Haag vaak in het nieuws na de jaarwisseling”, herinnert Herman zich. “Een rustig Den Haag tijdens oud en nieuw is nu geen nieuws meer”, zegt hij met gepaste trots.
Problemen voorkomen Dat de jaarwisseling steeds beter gaat, komt, volgens Herman, voor een groot deel doordat de samenwerking met de brandweer en de gemeenten de afgelopen jaren sterk is verbeterd. “We kunnen problemen voorkomen, doordat we - al ver voor oud en nieuw – afspraken maken over bijvoorbeeld vuurplaatsen en de omvang van de vuren. Iedere gemeente heeft een commissie om de jaarwisseling voor te bereiden. Daarmee bespreken we bijvoorbeeld de rol van de gemeentereiniging, het blussen van branden en toezicht bij feesten. Zo komen we tot een integrale aanpak.” ‘Iemand bewust van de straat houden’ Niet alleen met de gemeenten en de brandweer wordt afgestemd, maar ook met jeugd- en buurthuiswerk en justitie. Herman: “Met jongeren worden afspraken gemaakt over onder andere de opslag van brandbaar materiaal, feesten en over toezicht. De HALT-procedures, straatverboden en aanhoudingen worden afgestemd met justitie.” Herman vervolgt: “In overleg met justitie plannen we soms een aanhouding vlak voor de
jaarwisseling, om iemand met oud en nieuw bewust van de straat te houden.” Jongeren Jongeren zijn één van de belangrijkste aandachtsgroepen tijdens de jaarwisseling. Volgens Herman wil de politie graag het hele jaar contact met jongeren. “Investeren in probleemgroepen gedu-
Herman van den Berge
FOCUS HAAGLANDEN Blik op het politiewerk Naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Opgespoord’ in het Atrium op het Spui in Den Haag heeft het Gemeentearchief Den Haag een fotoboek vervaardigd. Het is samengesteld uit een selectie uit het fotoarchief van de Haagse Politie. Het fotoboek geeft een onthullende blik op het politiewerk in de Hofstad en de andere gemeenten in Haaglanden. Het biedt een levendig beeld van de ontwikkeling die Politie Haaglanden en haar omgeving in bijna twee eeuwen hebben doorgemaakt. Het politiewerk in al zijn facetten is treffend in beeld gebracht. Politiewerk beweegt mee met de maatschappelijke ontwikkelingen en dat is te zien. Hoe divers de professie ook is, alles wat de politie doet past onder twee noemers: hulpverlenen en opsporen. De politie helpt waar nodig en wie zich niet aan de regels houdt, wordt opgespoord. Dat laatste gebeurt op alle mogelijke manieren en met gebruik van alle mogelijke hulpmiddelen. Daarvan is fotografie er één en juist in die ontwikkeling stond het Haagse korps vooraan.
39
Fotografie en camerawerk zijn en blijven onmisbaar als opsporingsmiddel. Met hulp van vele andere technieken, waaronder vingerafdrukonderzoek, DNA-analyse, sporenonderzoek en digitale recherche maakt de Haagse politie het degenen waar het om gaat, steeds moeilijker om onopgemerkt te blijven. En dat is een belangrijke taak die de samenleving de politie heeft toevertrouwd. Het fotoboek ‘Opgespoord’ is verkrijgbaar bij het Gemeentearchief Den Haag (in het stadhuis) en bij Bureau Communicatie, Politie Haaglanden, tel. 0900 – 8844. Het kost T 7,50. ■
gt bij viering van oud en nieuw rende het hele jaar betaalt zich uit rond de jaarwisseling. We maken afspraken met ze en we houden ze daar consequent aan. De jongeren weten zo precies wat ze van de politie kunnen verwachten en waar de tolerantiegrenzen liggen.” Minder vuren Ook de branden vormen een belangrijk punt van aandacht. De politie streeft samen met de brandweer naar minder vuren. Daarnaast moet de omvang van de vuren beperkt zijn. Herman: “Als het niet anders kan, wijzen we, in overleg met de brandweer en gemeente, een locatie aan waar een vuur mag worden gehouden. We letten goed op plekken waar brandbaar materiaal opgeslagen ligt. Als er te veel opgeslagen ligt, of als er materiaal ligt dat verboden is, halen we dat direct weg. We waarschuwen één keer, wordt er dan niet geluisterd dan halen we alles weg en dan is er helemaal geen vuur. Soms hebben we daardoor al vóór oud en nieuw een confrontatie.” Illegaal vuurwerk Over het antwoord op de vraag wat de politie nog meer doet om de jaarwisseling soepel te laten verlopen, hoeft
Herman niet lang na te denken. “We proberen zoveel mogelijk te weten te komen over illegaal vuurwerk. Met België worden afspraken gemaakt om transport van illegaal vuurwerk te kunnen onderscheppen. Daarnaast doen we invallen op plaatsen waar te veel of illegaal vuurwerk ligt. Bovendien bespreken onze wijkagenten met de bewoners wat wel en wat niet kan. Zij maken gezamenlijk afspraken over bijvoorbeeld afsteken van vuurwerk, vuren, feesten en drank. We grijpen in als er vuurwerk wordt afgestoken, als dat nog niet mag.” Plezier in het werk “Tijdens de voormaatregelen en in de nacht neem ik operationele beslissingen; bijvoorbeeld over de inzet van de ME en het verplaatsen van personeel”, vertelt Herman enthousiast. “Ik overleg ook met de burgemeester en de hoofdofficier als dat nodig is. Zo probeer ik ervoor te zorgen dat politiemensen hun werk goed en veilig kunnen doen en daar vooral ook plezier in hebben. Dat is het motto.” ‘We-gaan-ervoor-sfeer’ Herman weet zeker dat de collega’s oud en nieuw een bijzonder leuke ervaring
Letterlijk in de vuurlinie
vinden. “Zelfs collega’s die allang uit het uniform zijn, vinden het leuk om dan dienst te doen. In de afgelopen 25 jaar ben ik bijna altijd aan het werk geweest met de jaarwisseling. Ook ik vind het bijzonder om te werken, terwijl de rest van Nederland champagne drinkt.” Op de vraag wat altijd veel indruk maakt tijdens de oud en nieuw-viering reageert Herman enthousiast. “Dat is wel de sfeer bij de wijkbureaus. Er hangt een ‘wegaan-ervoor-sfeer’. Samen met de andere hulpdiensten zijn we ontzettend druk in de weer om een klus te klaren en dat geeft een goed gevoel.” ■
NOVEMBER 2003
1
DeltaHage?
DeltaHage! Drukwerk
Een nieuwe naam voor een vertrouwd bedrijf. Sdu Grafisch Bedrijf heet voortaan DeltaHage. Deze naamswijziging is een
Database publishing
logisch gevolg van de verzelfstandiging van de grafische activiteiten van NV Sdu en onze verhuizing naar een nieuw pand. Maar meer nog laat de nieuwe naam zien waar we voor staan. DeltaHage legt de link tussen traditie en vernieuwing, tussen
Multimedia
onze Haagse wortels en de binding met de rest van Nederland. Dat ziet u ook terug in het beeldmerk, waarin de skyline van Den Haag te herkennen is.
Prepublishing Kortom, DeltaHage past bij ons bedrijf dat al meer dan 400 jaar drukwerk en andere grafische diensten verzorgt. Ook vanuit
Logistieke dienstverlening
ons nieuwe pand zetten we onze traditie in vernieuwing graag voor u voort.
Binckhorstlaan 401 2516 BC Den Haag Ons nieuwe telefoonnummer: 070 750 7500 www.deltahage.nl