Plan van aanpak versterking voorliggend veld

Plan van aanpak versterking voorliggend veld

Regio NoordMidden Gemeente Aa en Hunze Gemeente Assen Gemeente Midden Drenthe Gemeente Noordenveld Gemeente Tynaarlo

Waarom dit plan, met welk doel? In de overall opdracht van de huidige stelselwijzigingen (de drie decentralisaties, inclusief Passend Onderwijs) richten we ons op normaliseren en het gewone leven in het gezin, op de (voor)school of werk en in de vrije tijd. De decentralisatie Jeugd levert daar vanuit het perspectief kind, jeugdige en ouders een bijdrage aan. In de Drentse visie ‘Als jeugd en toekomst tellen’ wordt aangegeven op welke wijze gemeenten in samenwerking met organisaties de zogenaamde verschuiving van de zorgvraag kunnen realiseren met behoud van kwaliteit voor de ondersteuning voor de cliënt. Om de ondersteuning zo dicht mogelijk bij ouders en kind te brengen willen we die plaatsen waar ouders, kinderen en jeugdigen zijn (het voorliggende veld) versterken. Op de bijeenkomst van 9 januari hebben de werkers van het voorliggende veld (onderwijs, kinderopvang, werkers in de eerste lijn) kunnen aangeven wat ze missen. Aanbieders hebben kunnen aangeven wat ze te bieden hebben.

De gemeenten in Noord-Midden Drenthe gaan hierbij niet alleen uit van een beweging naar voren (expertise tweede lijn versterkt de huidige eerste lijn en eerste lijn versterkt de nulde lijn), maar van een wisselwerking tussen de nulde, eerste- en tweede lijn, omdat ze elkaar veel te bieden hebben. Het gaat hierbij om een wederkerigheid tussen de nulde, eerste en tweede lijn waarbij verbinding centraal staat. Het concept van het nabijhalen van expertise blijft hierin vanuit het perspectief van de cliënt nadrukkelijk het uitgangspunt. In dit plan wordt gestart met de eerste fase van het versterken van het voorliggend veld waarbij de focus ligt op het verbinden van de eerste en de tweede lijn. We noemen dit de eerste fase. In een volgend plan (2015) zal de nadruk meer naar de voorkant verschuiven, waardoor er een verdieping komt van de nulde en eerste lijn (tweede fase). Er wordt gekozen voor deze fasering omdat we eerst de CJG-organisatie op orde willen hebben voor 1 januari 2015, om vervolgens vanuit deze organisatie beter de verbinding met het voorliggende veld te kunnen leggen.

plan versterking voorliggend veld Noord Midden Drenthe def 17 juni 2014

Pagina 2 van 20

Directe aanleiding voor het opstellen van een plan versterking voorliggend veld is het Regionaal Transitie Arrangement Drenthe (RTA). Daarin is een werkagenda opgenomen, met daarin het actiepunt: ‘Door de subregio’s samen met zorgaanbieders betrokken bij deze subregio opstellen en uitvoeren van een plan van aanpak versterking van de preventieve dienstverlening’. Later is dit gewijzigd in een plan van aanpak versterking van het voorliggende veld. De subregio’s dragen elk zorg voor een plan van aanpak versterking van het voorliggende veld. Het plan dient (zo kunt u lezen in bijlage 1) aan een aantal eisen te voldoen: betrek zorgaanbieders gespecialiseerde jeugdzorg bij het opstellen van het plan voldoe aan eisen VWS en Provincie ten aanzien van inzet van de provinciale doeluitkering integreer het plan van aanpak met de aanpak doorontwikkeling zorgstructuur hanteer visie en beleidskaders

Kaders Er zijn verschillende kaders waarbinnen dit plan van aanpak moet passen. Denk daarbij in eerste instantie aan de door de 12 gemeenten vastgestelde visie “Als jeugd en toekomst tellen”. Maar er zijn inmiddels ook regionale beleidskaders vastgesteld door het ABO Pilot Jeugd (zie bijlage 2), en de Big 5 zoals geformuleerd door de zorgaanbieders (zie bijlage 3). Het plan sluit aan op de ontwikkelingen vanuit Passend Onderwijs. Tenslotte willen we het Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind expliciet benoemen als een kader waarnaar we ons moeten richten. Regionale Beleidskaders De beleidskaders hebben betrekking op vier aspecten: -

aanbod jeugdhulp toeleiding jeugdhulp wettelijke kaders

inkoop Voor dit plan van aanpak zijn met name de aspecten aanbod jeugdhulp en toeleiding jeugdhulp van belang. Daarom benoemen we de kaders behorend bij deze twee aspecten hieronder expliciet. Aanbod jeugdhulp a) Het aanbod jeugdhulp vormt één samenhangende keten op basis van de nieuwe Jeugdwet. De uitgangspunten en de methodiek van Positief opvoeden Drenthe (PoD) zijn het fundament van de jeugdzorgketen. Het werken met interventieniveau ’s is hier onlosmakelijk mee verbonden. b) Het aanbod in de jeugdhulpketen (als onderdeel van het integrale sociale domein) betreft passende en gerichte inzet van interventies, waarbij lichtere, kortdurende en gerichte interventies in de eigen sociale context, waar mogelijk zware, langdurende interventies buiten de eigen sociale context vervangen. c)

Professionals zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van uitvoering en gemeenten stellen hen daartoe in de gelegenheid.

Toeleiding jeugdhulp d) Toeleiding naar hulp gaat via een eenvoudig model zonder langdurige en bureaucratische processen wat via het uitgangspunt “matched care” hulp “nabij haalt” via maximaal twee schakelpunten. Het eerste schakelpunt is verbonden met het plan versterking voorliggend veld Noord Midden Drenthe def 17 juni 2014

Pagina 3 van 20

sociaal domein en het tweede schakelpunt is de ingang tot specialistische jeugdhulp waaronder tevens de gedwongen jeugdhulp. e) Ouders en jongere zijn zelf verantwoordelijk en worden daarop aangesproken en waar nodig ondersteund vanuit het voorliggende veld, ook bij de inzet van vrijwillige of gedwongen hulp. f) Tot en met niveau 3 is vrij toegankelijke hulp, niveau 4 is via een professional in te zetten en niveau 5 en hoger zijn niet vrij toegankelijk. g) Het plan uit 1gezin-1plan-1aanspreekpunt is eigendom van ouders en jongere. Het plan is niet vrijblijvend voor betrokkenen en het perspectief, resultaat van de ingezette hulp en de eigen mogelijkheden van ouders en jongere, maakt onderdeel uit van het plan. h) In het normale leven wordt de toeleiding naar hulp georganiseerd. Big 5 Eigen kracht van de burgers. Bij 80-90% door eigen kracht juiste hulp Regisseur / Mediator: stagnatie bij hulpverlener, cliënt of omgeving? Matched care in maximaal 2 stappen Geen verslechtering in wachttijd, geen overdiagnostiek Op alle interventieniveau’s zijn zorg, kennis en attitude in samenhang Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind Naast bovengenoemde kaders richten we ons ook op het Internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind 1 (IVRK). In dit verdrag wordt het zwaarste accent gelegd op het belang van het kind. De ouders zijn als eersten verantwoordelijk voor de behartiging van de belangen van hun kind(eren). Aan deze primaire verantwoordelijkheid worden echter wél eisen gesteld. Indien nodig kan passende ondersteuning in de vorm van maatwerk worden gegeven. Het recht van ouders op non-interventie in het gezin en de opvoeding, heeft in het verdrag plaatsgemaakt voor het recht van het kind (en de ouders) op interventie, wanneer de ontwikkeling van het kind in het gedrang dreigt te komen als gevolg van de gezins- en opvoedomstandigheden.

Afbakening Inhoudelijk: In dit Plan van aanpak richten we ons op de afspraken tussen gemeenten, zorgaanbieders en de huidige eerstelijns aanbieders met als doel om de beoogde resultaten; Versterking voorliggend veld te behalen. We adresseren in dit plan verantwoordelijkheden van gemeenten (regievoering) en uitvoeringsorganisaties jeugdhulpverlening (uitvoering). Het versterken van het voorliggende veld is onlosmakelijk verbonden aan het definiëren van een nieuwe zorgstructuur, en het versterken van PoD/VoD. De te ondernemen acties die hiermee samenhangen worden echter niet in dit plan beschreven. Het definiëren van een nieuwe zorgstructuur betreft de interventieniveaus 1 tot en met 8. Het invullen van de interventies is een kwestie van samenwerking. Er moet gezamenlijk met het voorliggend veld tot een uitwerking van de interventies worden gekomen.

1

Het verdrag inzake de rechten van het kind richt zich tot alle volwassenen in de samenleving; in de eerste plaats

tot de ouders, maar ook de maatschappelijke voorzieningen en de overheid hebben een belangrijke en nietvrijblijvende rol te vervullen bij het effectueren, handhaven en waarborgen van rechten van kinderen.


Pagina 4 van 20

In het transformatieplan jeugdhulp is voor de nadere uitwerking van de interventieniveaus afgesproken dat dit een coproductie is van de huidige eerste lijns aanbieders en de gespecialiseerde jeugdhulp. Op basis van een door hen te formuleren advies nemen de gemeenten via het sub regionale overleg en de projectstructuur van de Drentse pilot definitieve beslissingen en besluiten. Het versterken van PoD/VoD en de daarmee in te zetten acties worden uitgewerkt door de projectleider PoD. Onlosmakelijk daarmee verbonden is de uitwerking van het samenwerkingsmodel positief opgroeien. Financieel: In het Plan van aanpak worden activiteiten beschreven die in 2014 worden ondernomen ten behoeve van het versterking van het voorliggend veld. Zowel de zorgaanbieders als de provincie stellen in 2014 4% van het budget beschikbaar ter versterking van het voorliggende veld. De zorgaanbieders stellen deze 4% beschikbaar in menskracht. De provincie stelt het beschikbaar in middelen, voor de regio NoordMidden gaat het om een totaalbedrag van € 350.000,00. Van deze € 350.000,00 wordt ± € 40.000,00 besteed aan de versterking van PoD, daarmee resteert om en nabij € 310.000,00 voor de activiteiten zoals omschreven in dit plan. De gemeente Assen krijgt het geld op haar rekening gestort. Assen is in deze de penvoerende gemeente voor de regio NoordMidden en dient in die hoedanigheid ook verantwoording af te leggen over de inzet van deze middelen. In bijlage 5 treft u de begroting aan. Deze begroting geeft een grove weergave van de te maken kosten. Subregionaal – lokaal: Voor zover afspraken een impact hebben op de lokale jeugdagenda zullen daar lokaal afspraken over gemaakt worden. Dit geldt bijvoorbeeld voor de inrichting van de gebiedsgebonden teams, sociale teams of een Inwonersloket. Tijdpad: Dit plan van aanpak is gericht op uitvoeringsjaar 2014. In de bijlage vindt u een uitvoeringsplan waarin de acties nader zijn uitgewerkt. We hebben een coördinator aangesteld die stuurt op de daadwerkelijke uitvoering van het plan van aanpak. Deze coördinator draagt ook zorg voor de evaluatie van de resultaten eind oktober/begin november. Op basis daarvan wordt het vervolg bepaald. Zoals hiervoor aangegeven is het voornemen om in het plan voor 2015 meer aandacht te richten op de verbinding tussen de nulde en de eerstelijn.

Procesaanpak In Noord Midden zijn aanbieders in de zorg voor jeugd samen met de gemeenten, waaronder de CJG coördinatoren, om tafel gegaan om gezamenlijk het plan van aanpak op te stellen. Op donderdag 9 januari 2014 hebben we een werksessie gehouden. Tijdens deze werksessie stonden een 3-tal vragen centraal: 1. 2. 3.

wat heb je nodig om het voorliggend veld te versterken? wat heb je te bieden om het voorliggend veld te versterken? wat zijn de belemmeringen?

De opbrengsten van deze werksessie hebben we met de deelnemers van de werksessie gedeeld en gevraagd om nadere input.


Pagina 5 van 20

In Noord Midden Drenthe waren in 2012 al twee werkconferenties gewijd aan de uitgangspunten en vereisten voor gebiedsgebonden teams. De opbrengst daarvan is ook meegenomen in dit plan (in bijlage 4 treft u een mindmap aan die weergeeft wat er in die werkconferenties aan informatie is gewisseld). In maart 2014 zijn de activiteiten uit dit plan van aanpak verder uitgewerkt in samenwerking met de zorgaanbieders. Het concept plan is gepresenteerd tijdens een regionaal CJG-overleg op 3 april 2014, dat heeft nog enkele wijzigingen opgeleverd. En nu kan het plan versterking voorliggend veld ter vaststelling voorgelegd worden aan de 5 colleges in de subregio. Na vaststelling door de colleges kan er uitvoering gegeven worden aan het plan van aanpak. Dan vindt ook de terugkoppeling plaats aan zowel de nulde als de tweede lijn.

Resultaten plan van aanpak Een belangrijk onderdeel van dit plan van aanpak is de activiteitenplanning. Wat gaan we doen? Wie gaat wat doen? Welke resultaten willen we behalen? En hoe meten we of we op koers liggen en het resultaat wordt behaald? En dat alles met als doel ‘het versterken van het voorliggend veld’ door het leggen van de verbindingen. De uitkomsten van de drie werkconferenties zijn gebundeld in de volgende thema’s: 1. Professionele ontmoetingen 2. 3.

Rollen, taken, verantwoordelijkheden Competenties

4. 5.

Privacy Inzet vrijwilligers

De 5 benoemde resultaten worden in de volgende pagina’s nader uitgewerkt in een activiteitenplanning. Het zijn de resultaten die we gedestilleerd hebben uit (met name) de opbrengsten van de werksessie van 9 januari 2014 maar ook de werkconferenties GGT uit 2012. Het laatste thema is toegevoegd naar aanleiding van de presentatie van dit plan aan het regionale CJG-overleg. In een vervolgoverleg met een vertegenwoordiger van dit CJG-overleg is besloten nu ook al meer aandacht te besteden aan de inzet van vrijwilligers.


Pagina 6 van 20

Activiteitenplanning

Professionele ontmoetingen Kennis van sociale kaart (provincie Drenthe), breed netwerk, kunnen verbinden, samenwerking, samenwerken met ouders, alle kinderen in beeld. Dat zijn een aantal geeltjes die we onder de noemer professionele ontmoetingen hebben geplaatst. Waarom Professionals geven aan dat zij van elkaar moeten weten wie welke kwaliteiten en competenties heeft om te kunnen beoordelen wie ingezet moet worden bij welke casus. Wanneer zij weten wat ze voor elkaar kunnen betekenen dan bevordert dat de optimale ondersteuning aan de jeugdige en/of ouders. Dit draagt bij aan een sluitend stelsel waardoor het gezinssysteem de nodige en optimale ondersteuning ontvangt, op het niveau dat zo dicht mogelijk bij de jeugdige en/of ouders ligt, op een zo efficiënt mogelijke wijze. Acties

Resultaatmeting

Wie

Van het management van alle betrokken organisaties (zowel gemeenten als zorgaanbieders) verwachten wij dat zij de slag ‘van organisatiedenken naar

Doel van het organiseren van de rondetafelgesprekken is kennismaken met elkaars methoden, werkveld en werkwijzen.

CJG kernpartners Zorgaanbieders

cliëntgericht/gezinsgericht denken’ maken en hierop sturen binnen hun organisatie. Door gezamenlijk de samenhang binnen de afzonderlijke

Professionals kennen elkaars kwaliteiten en kunnen met vertrouwen nabijhalen en overdragen. Het eerste rondetafelgesprek vindt plaats in

interventie-niveaus (zie BIG 5) uit te werken, wordt ook aan deze omslag gewerkt. De CJG-coördinatoren nemen het voortouw in deze actie

september 2014. Tijdens deze eerste bijeenkomst wordt in ieder geval aandacht besteed aan de uitwerking van de samenhang binnen de

en onderzoeken hoe deze professionele ontmoetingen (rondetafel gesprekken) vorm moeten krijgen. Deelname aan deze (casusgerelateerde) ontmoetingen is

afzonderlijke interventieniveau’s , maar ook de balans tussen de verschillende interventieniveau’s.

niet vrijblijvend.


Pagina 7 van 20

Rollen, taken en verantwoordelijkheden Tijdens de werksessie bleek dat er nog veel onduidelijkheid bestaat over ieders taak, rol en verantwoordelijkheid. Dat blijkt uit de geeltjes met opmerkingen als: Verantwoordelijkheden. Wat, wie is het CJG? Ontbreken van afstemming en samenwerking tussen organisaties. Organisatiedenken. Instellingsbelang boven cliënt belang. Ontbreken van vertrouwen om los te laten. Denken in oude patronen. Maar ook geeltjes met ontbreken eenheid van taal hebben we geschaard onder bovenstaande noemer. Waarom Met dit resultaat bereiken we dat er door een duidelijke taak- en rolverdeling een sluitend stelsel is en elk gezinssysteem de nodige en optimale ondersteuning ontvangt op een zo efficiënt mogelijke wijze. Alleen door elkaars rollen te kennen, en elkaars taal te spreken, kunnen we realiseren dat de jeugdige en/of de ouders in maximaal 2 stappen de juiste zorg krijgen aangeboden.

Acties

Resultaatmeting

Wie

Het CJG neemt het initiatief tot actualiseren van de

Op 1 oktober 2014 zijn de zorgroutes

CJG kernpartners

zorgroutes. De zorgroutes lopen vanaf de nulde lijn en worden in overleg opgesteld. Hieruit volgt dat oa. het onderwijs, de voor- en vroegscholen en Welzijn

geactualiseerd en gedeeld met het totale veld, en is de lijst met contactpersonen gereed. De zorgroutes (afgesproken protocollen) zijn

Zorgaanbieders

betrokken worden bij het opstellen van de zorgroutes. Vervolgens worden deze actuele zorgroutes gedeeld met het totale veld 2 en vastgesteld.

onderdeel van de bedrijfsvoering. Controle op juiste toepassing van zorgroutes wordt als voorwaardelijk gezien.

In de zorgroutes wordt ook expliciet aandacht besteed aan het afschalen van zorg. De zorgaanbieders en CJG hebben vaste contactpersonen aan elkaar kenbaar gemaakt en hebben achterwacht geregeld.

2

Totale veld: voorliggend veld inclusief welzijn en onderwijs en voorschoolse voorzieningen


Pagina 8 van 20

vervolg

Rollen, taken en verantwoordelijkheden

Acties

Resultaatmeting

Wie

Het CJG zorgt dat ze zichtbaar en bereikbaar is en blijft. Denk daarbij aan telefonische bereikbaarheid maar ook

Het CJG ontvangt geen klachten (van het totale veld) over bereikbaarheid. De bereikbaarheid is

CJG / gemeente

aan de snelheid van oppakken van meldingen.

onderwerp van gesprek tijdens de te organiseren rondetafelgesprekken.

Hoe verbinden we de praktijkondersteuners van de huisartsen met de (lokale) CJG-structuur?

Op 1 juli 2014 is er een draaiboek ‘verbinding POH met CJG’ gereed, op 1 september 2014 zijn er

Huisartsen CJG-coördinatoren

gesprekken gevoerd met de lokale huisartsen, op 1 oktober 2014 zijn de gemaakte samenwerkingsafspraken vastgelegd en ingaande 1 januari 2015 wordt er gewerkt conform gemaakte afspraken. De regio’s NM en ZW dragen er in samenwerking met de zorgaanbieders zorg voor dat het document ‘eenheid van

De werkgroep ‘eenheid van taal’ maakt een doorstart (werkgroepleden: 2 ambtenaren namens

taal’ bekend is in het totale veld en een actueel document blijft. In het nog op te stellen uitvoeringsplan wordt deze actie verder uitgewerkt. Daarbij wordt

de gemeenten, 3 vertegenwoordigers uit de 3 sectoren jeugdzorg en een vertegenwoordiger uit het welzijn).

expliciet aandacht besteed aan de vertegenwoordiging vanuit zowel nulde, eerste als tweede lijn. Het moet een gedragen document worden.

Op 1 juli 2014 ligt er een plan waarin tot uiting komt hoe het document bekendheid krijgt in het totale veld en een actueel document blijft. .


Pagina 9 van 20

CJG / gemeente Zorgaanbieders

Alle werkers in het voorliggend veld beschikken over de juiste competenties Tijdens de werksessie zijn verschillende aspecten ten aanzien van competenties aangegeven. We hebben het over kennis, vaardigheden en eigenschappen. Zo blijkt uit geeltjes met opmerkingen als: netwerk-denken, oplossingsgericht, gericht op aanspreken, deskundigheidsbevordering, intervisie, werkbegeleiding, coaching on the job, signaleren. Waarom We verwachten dat alle werkers in het voorliggend veld competente handelingsbekwame werkers zijn. Alleen dan kan zo vroeg als mogelijk worden ingegrepen, worden werkers niet gehinderd door handelingsverlegenheid en wordt inzet van zwaardere zorg voorkomen. Denk en werkkader zijn de uitgangspunten van POD.

Acties

Resultaatmeting

Wie

De CJG-kernpartners dragen zorg voor een basis competentieprofiel voor ‘de CJG-medewerker’ en toetsen

Op 1 januari 2015 voldoen alle medewerkers in het CJG aan het nieuw op te stellen

CJG kernpartners

deze aan hun CJG-medewerkers. In het geval er onvoldoende match is met het competentieprofiel dient er aanvullende scholing, training,

competentieprofiel en is het competentieprofiel gepubliceerd op de website Drentse Pilot Jeugd. .

coaching, etc. ingezet te worden. Het management van de zorgaanbieders geeft aan op welke wijze zij kennis en kunde kunnen overdragen om er mede zorg voor te dragen dat alle werkers in het voorliggend veld beschikken over de juiste competenties.

Uitwerking/voorstellen van zorgaanbieders zijn gereed op 1 september 2014 en worden in een plenaire bijeenkomst gepresenteerd. Voortgangsafspraken volgen in overleg.

Deze actie wordt opgepakt onder regie van de CJG coördinatoren. In het regionale CJG overleg wordt de uitwerking van de gespecialiseerde zorgaanbieders geagendeerd.


Pagina 10 van 20

Inzet personeel zorgaanbieders

We hebben afspraken gemaakt omtrent privacy en passen die toe Er zijn niet heel veel geeltjes aan gewijd, maar het verzoek om een eenduidig privacy reglement vinden we belangrijk genoeg om als resultaat te benoemen. Waarom We nemen als uitgangspunt het Internationale verdrag van de rechten van het kind (IVRK). Daaruit volgt dat het kind recht heeft op ondersteuning. Het recht op non-interventie van de ouders komt daarmee te vervallen als het belang van het kind dat vereist. Dat kan dus ook betekenen dat er gegevens gedeeld moeten worden tegen de zin van de ouders in. Betrokken organisaties en hulpverleners in de diverse samenwerkingsverbanden hebben verschillende opvattingen over het mogen delen van informatie. Ieder samenwerkingsverband heeft doorgaans een eigen convenant met bijbehorende privacy afspraken, en iedere groep/hulpverlener hanteert een andere interpretatie inzake privacy.

Achtergrond In Brabant, Friesland en Groningen is een Leertuin Zorg en Veiligheid ontwikkeld. Het doel van de leertuin Zorg en Veiligheid is te komen tot een eenduidige interpretatie van de weten regelgeving en een ontschotte informatie uitwisseling. De leertuin realiseert een generiek juridisch kader aan de hand waarvan professionals gegevens over hun cliënten kunnen delen. Dit leidt tot beter afgestemde zorg en - indien nodig - justitiële interventies; één handelswijze voor alle partijen en samenwerkingsverbanden, dus niet alleen voor veiligheidshuizen, maar ook voor CJG’s, sociale teams, bemoeizorg, ZAT’s in het onderwijs, huiselijk geweld, buurtnetwerken etc. Zodoende hoeft niemand zelf het ‘privacy-wiel’ uit te vinden Er is inmiddels een generieke grondslag ontwikkeld (in Brabant, Friesland en Groningen) die het mogelijk maakt informatie te delen. Met deze grondslag en bijbehorend stappenplan wordt het mogelijk om met alle professionals binnen de wettelijke kaders eenzelfde verantwoorde afweging inzake gegevensuitwisseling te realiseren. Hiervoor dient een leertraject opgezet te worden voor de betrokken organisaties en professionals. Dit wordt de Leertuin Zorg en Veiligheid genoemd. http://www.congreshuiselijkgeweld.nl/media/166187/A6%20Flyer%20Leertuin%20%20november%202013.pdf

Actie

Resultaatmeting

Wie

Onderzoeken: Willen we een leertuin Zorg en Veiligheid?

Op 1 september weten we hoe we vorm geven

Inzet 4% budget

Welke kosten zijn er aan verbonden? Op welke schaal organiseren? Zijn er alternatieven? De wens is 3D-breed, hoe geven we dat vorm?

aan het aspect privacy.


Pagina 11 van 20

Inzet van vrijwilligers bij het versterken voorliggend veld In het kader van het versterken van de pedagogische civil society is het inzetten van vrijwilligers erg belangrijk. Dit signaal is afgegeven door de welzijnspartners. Vrijwilligers die zelf ervaring hebben als ouder kunnen andere ouders ondersteunen bij hun taak als opvoeder in kwetsbare situaties of periodes. Waarom In sommige situaties hebben gezinnen een extra steuntje in de rug nodig bij het opvoeden van hun kinderen. Om hiervoor vrijwilligers in te zetten: • kan voorkomen worden dat alledaagse problemen uitgroeien tot ernstige en langdurige problemen • kan het zelfvertrouwen van ouders vergroot worden • kan geholpen worden bij het versterken van de sociale relaties van ouders • kunnen gezinnen aangemoedigd worden om efficiënt gebruik te maken van beschikbare diensten, voorzieningen en regelingen. Ervaren en getrainde vrijwilligers bieden ondersteuning, praktische hulp en vriendschap aan ouders met kind(eren). De gezinnen geven zélf aan op welke gebieden zij steun wensen: hun vragen staan centraal.

Achtergrond In meerdere Drentse gemeenten wordt het programma Home-Start ingezet waarbij vrijwilligers getraind en begeleid worden door een betaalde coördinator. Hiermee zijn goede ervaringen opgedaan. Ook andere programma’s zijn gericht op vrijwillige ondersteuning, bijv. door Humanitas (steun aan ouders). Actie

Resultaatmeting

Wie

Onderzoeken: Welk programma kunnen we inzetten voor

Op 1 september weten we welke gemeente met

Inzet 4% budget

vrijwillige ondersteuning aan ouders?

welk programma gaat werken voor het inzetten van vrijwillige ondersteuning. In de tweede helft van 2014 gaat dit van start.


Pagina 12 van 20

Bijlage 1 De plannen versterking voorliggend veld moeten aan vier eisen voldoen: 1.

Betrek uitdrukkelijk de gespecialiseerde jeugdzorg. Vraag hen daarbij per domein onderling af te stemmen wie hen daarbij kan vertegenwoordigen bij het opstellen van het plan van aanpak. De domeinen zijn: • VB/LVB jeugd • GGZ jeugd • Opvoed & Opgroei ondersteuning (provinciale jeugdzorg) • Vrijgevestigden zorg voor jeugd

2.

Koppel de beschikbare provinciale middelen (doeluitkering) aan een bestemming die voldoet aan de eisen van VWS en Provincie. Geef aan hoe de bijdragen vanuit zorgverzekeringswet en AWBZ via inzet in financiële middelen en/of op andere wijze gekoppeld worden aan bestemmingen.

3.

Sluit aan bij de ontwikkeling van de lokale/subregionale zorgstructuur inclusief de ontwikkeling van de toegang (toeleiding) in samenhang met het sociaal domein.

4.

Hanteer de eerder vastgestelde visie “als jeugd en toekomst tellen” en de beleidskaders zoals deze te vinden zijn in het RTA en de nog vast te stellen documenten vanuit de opdracht invoeren Positief opgroeien Drenthe/Veilig opgroeien Drenthe en de nota “op weg naar verrichten – toeleiding en casemanagement” . Hiervoor volgt een korte notitie waarin alle beleidskaders verzameld zijn.

Voorwaarden vanuit VWS en provincie Er zijn vier voorwaarden vanuit VWS en provincie ten aanzien van inzet van de doeluitkering (4%) ten behoeve van versterking van het voorliggende veld. 1. Geef aan welke gemeente penvoerder is voor de subregio; de penvoerder verdeelt de middelen in de regio conform afspraken en verantwoordt de middelen aan VWS in 2015. Vanuit VWS worden de volgende voorwaarden gesteld voor de besteding van het budget: 2. 3.

In te zetten voor versterking lokaal beleid, waardoor er minder instroom is in gespecialiseerde jeugdzorg. Provinciale jeugdzorg kent geen wachtlijsten en lange doorlooptijden, wanneer de middelen in het voorliggende veld ingezet worden zal aan deze eis vanuit het voorliggende veld gerealiseerd moeten worden. Gemeenten dienen hierover meetbaar afspraken te maken. Dit geldt voor het aanbod en voor BJZ taken.

Vanuit de provincie (op basis van het RTA) worden daarnaast de volgende voorwaarden gesteld: 4.

De middelen worden duurzaam ingezet, ook in 2015 en 2016 wordt voorzien in een dergelijke inzet (middelen gekoppeld aan doel). Bedoeld wordt inzet voor de volgende doelen: • Inzet voor versterking PoD/VoD • Monitor Meetbaar Beter! • Voorzetten / onderhouden werkwijze signs of safety en signs of wellbeing • Voortzetten survival kids • Versterken lokale toegang / toeleiding / gebiedsteams met inzet vanuit BJZ


Pagina 13 van 20

Bijlage 2 Regionale beleidskaders invoering Jeugdwet t.b.v. lokaal beleidsplan INLEIDING Naar verwachting treedt de Jeugdwet op 1 januari 2015 in werking. Deze wet maakt gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle jeugdhulp en voor de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregelen, jeugdreclassering en het advies en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Onderstaande regionale beleidskaders worden meegenomen binnen de gemeentelijke beleidsplannen, al dan niet aangevuld met lokale/subregionale kaders. De regionale kaders zijn nodig om de regionale activiteiten vervolgens vorm te geven in de voorbereiding op de nieuwe taken per 1 januari 2015. Jeugd maakt onderdeel uit van het brede sociale domein. Om deze reden kan de decentralisatie jeugdzorg niet los worden gezien van de andere decentralisaties, te weten de nieuwe Wmo/AWBZ en de Participatiewet. Daarnaast heeft de Jeugdwet een verbinding met Passend Onderwijs dat wordt ingevoerd en met beleid betreffende de veiligheid van kinderen. Vanwege de overlap in doelgroepen en problematiek, is de verwachting dat er winst te behalen is binnen het sociaal domein. De taken moeten met beperkte middelen worden uitgevoerd. Het is van groot belang om keuzes binnen de keten jeugdzorg in onderlinge samenhang te maken met de andere ontwikkelingen. 1.

BELEIDSKADERS

Ten behoeve van verdere voorbereiding en besluitvorming in 2014 over de stelselwijziging jeugdzorg wordt voorgesteld beleidskaders vast te leggen, op de volgende niveaus: -

Aanbod jeugdhulp Toeleiding jeugdhulp Wettelijke kaders Inkoop

Aanbod jeugdhulp i) Het aanbod jeugdhulp vormt één samenhangende keten op basis van de nieuwe Jeugdwet. De uitgangspunten en de methodiek van Positief opvoeden Drenthe (PoD) zijn het fundament van de jeugdzorgketen. j) Het aanbod in de jeugdhulpketen (als onderdeel van het integrale sociale domein) betreft passende en gerichte inzet van interventies, waarbij lichtere, kortdurende en gerichte interventies in de eigen sociale context, waar mogelijk zware, langdurende interventies buiten de eigen sociale context vervangen. k) Professionals zijn verantwoordelijk voor de kwaliteit van uitvoering en gemeenten stellen hen daartoe in de gelegenheid. Toeleiding jeugdhulp l) Toeleiding naar hulp gaat via een eenvoudig model zonder langdurige en bureaucratische processen wat via het uitgangspunt “matched care” hulp “nabij haalt” via maximaal twee schakelpunten. Het eerste schakelpunt is verbonden met het sociaal domein en het tweede schakelpunt is de ingang tot specialistische jeugdhulp waaronder tevens de gedwongen jeugdhulp. plan versterking voorliggend veld Noord Midden Drenthe def 17 juni 2014

Pagina 14 van 20

m) Ouders en jongere zijn zelfverantwoordelijk en worden daarop aangesproken en waar nodig ondersteund vanuit het voorliggende veld, ook bij de inzet van vrijwillige of gedwongen hulp. n) Tot en met niveau 3 is vrij toegankelijke hulp, niveau 4 is via een professional in te zetten en niveau 5 en hoger zijn niet vrij toegankelijk. o) Het plan uit 1gezin-1plan-1aanspreekpunt is eigendom van ouders en jongere. Het plan is niet vrijblijvend voor betrokkenen en het perspectief, resultaat van de ingezette hulp en de eigen mogelijkheden van ouders en jongere maakt onderdeel uit van het plan. p) In het normale leven wordt de toeleiding naar hulp georganiseerd. q) De decentralisatie jeugdzorg wordt in eerste instantie gezien als de doorontwikkeling van het huidige Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Wettelijke kaders: r) De door het rijk bepaalde wettelijke verplichtingen over de continuïteit van zorg worden nagekomen via het vastleggen en uitwerken van het regionaal transitiearrangement voor de periode 2014 – 2016, in samenwerking met alle Drentse gemeenten. s) Het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) wordt samen met het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) omgevormd tot het Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling, gepositioneerd bij de GGD. t) De Jeugdbescherming en de jeugdreclassering worden op Noord Nederlandse schaal ondergebracht bij een organisatie die voldoet aan de eisen van certificering. Inkoop u) De financiering van de niet-vrij toegankelijke jeugdhulp vindt plaats binnen de beschikbare gedecentraliseerde rijksmiddelen. v) Gedurende de periode van het Regionaal Transitiearrangement (2015 en 2016) vindt de inkoop voor de nieuwe gemeentelijke taken op het gebied van de jeugdzorg op Drents niveau plaats. w) De twaalf Drentse gemeenten gaan gezamenlijk, binnen de kaders en volumes van de via de meicirculaire voor jeugdzorg beschikbare middelen, verplichtingen aan zodat in ieder geval de continuïteit van jeugdzorg gegarandeerd is. x) Bij het aangaan van deze verplichtingen worden de uitgangspunten van de noodzakelijke transformatie ingevuld zoals die in het Regionale Transitiearrangement jeugdzorg Drenthe zijn uitgewerkt, maar wordt zo veel als mogelijk is, voortgeborduurd op de op dit moment bestaande bekostigingsmodellen. Bij deze beleidskaders is een planning toegevoegd voor de activiteiten in 2014. Dit betreft zowel regionale als lokale (of sub-regionale) taken. De planning is gebaseerd op de stelselwijzer van het Rijk, teneinde de transitie per januari 2015 gereed te hebben. Binnen de transitie zal in eerste instantie de aandacht gericht zijn op die onderdelen waardoor we per 1 januari 2015 onze nieuwe wettelijke taak kunnen vormgeven. De transformatie zal nog gedurende een aantal jaren doorlopen. De projectorganisatie en werkwijze binnen de Drentse Pilot Jeugd wordt aangepast aan het laatste voorbereidingsjaar. Centraal staat het verbinden van de decentralisatie Jeugd met de bestuurlijke en organisatorische organisatie van gemeenten in samenhang met het sociaal domein. De werkwijze wordt aangescherpt en de rol van de kwartiermakers verandert. De projectorganisatie wordt beschreven in een uitwerkingsnotitie. De looptijd van deze kadernota is 2014 en 2015. plan versterking voorliggend veld Noord Midden Drenthe def 17 juni 2014

Pagina 15 van 20

Bijlage 3


Pagina 16 van 20

Bijlage 4


Pagina 17 van 20

Bijlage 5

Begroting versterken voorliggend veld Coördinator verantwoordelijk voor aansturen

€ 32.000

uitvoeren van het plan van aanpak 8 uur per week tot eind 2014.

• •

Uitvoeringsplan maken mei 2014 Coördineren en mede organiseren van de acties uit het plan samen met CJG coördinatoren • Werkgroep eenheid van taal aansturen en document aanleveren/maken • Evaluatie eind okt en bepalen vervolg Inhuur coördinator POD

€ 40.000

Organiseren van 3 ontmoetingen met externe

€ 10.000

begeleiding/trainer en locatie/catering in de subregio NM (in 2015 worden de ontmoetingen lokaal georganiseerd omdat dan ook de verbinding naar de nulde lijn meer gemaakt wordt) Wordt georganiseerd door coördinator van dit plan van aanpak en de CJG coördinatoren Zorgroutes opstellen Draaiboek verbinding POH en CJG opstellen Inhuur extern Opstellen

competentieprofiel

en

instrument

€ 10.000

€ 5.000

ontwikkelen om competenties te toetsen. Inhuur extern Training / scholing daar waar nodig (niet zozeer inhoudelijk maar op competenties)

€ 90.000

Privacy Jolanda van Boven (jurist) en STAMM (proces)

€ 45.000

Inzet vrijwilligers

€ 100.000

Home-Start of Hulp aan ouders of andere methodiek. Gemeenten kunnen zelf programma kiezen om hiervoor in te zetten. Onvoorzien Totaal


€ 18.000 € 350.000

Pagina 18 van 20

Bijlage 6 Uitvoeringsplan 2014

Activiteit Professionele ontmoetingen Wensen en behoeften inventariseren in lokale CJG teams Uitkomsten terugkoppelen, verbinden en vervolgstappen bepalen lokale teams versterken en regionale professionele ontmoetingen organiseren

Rollen/taken en verantwoordelijkheden Zorgroutes actualiseren

Start

Einde

Wie

16 juni

5 juli

Marcel Endendijk

7 augustus

7 augustus

CJG overleg

1 september

31 december

Iedere CJG, Spec zorgaanbieders, onderwijs Marcel Endendijk

16 juni

1 oktober

Iedere CJG

1 november 31 november 4 december

Ieder CJG Marcel Endendijk CJG overleg

Bereikbaarheid:

16 juni • Bereikbaarheid structureel borgen 1 november • Check bereikbaarheid: mystery calls 1 december • Rapportage en verbeteracties Eenheid van taal: 25 juni • Brainstorm werkgroep eenheid van taal 26 juni • Advies/ideeen/quick wins 8 augustus • Borging in processen, systemen en communicatie Draaiboek verbinding POH en CJG opstellen 16 juni Alle werker in het voorliggend veld beschikken over de juiste Opstellen competentieprofiel 19 juni

Werkgroep EvT 25 juni 7 augustus 31 december

1 september Marcel Endendijk competenties 7 augustus Ontwikkelgroep competenties Instrument ontwikkelen om competenties te 19 juni 7 augustus Ontwikkelgroep toetsen. competenties Training en scholing inventariseren 7 augustus 18 Ontwikkelgroep september competenties Training / scholing uitvoeren daar waar nodig 19 31 december Ontwikkelgroep (niet zozeer inhoudelijk maar op competenties) september competenties We hebben afspraken gemaakt omtrent privacy en passen die toe Opzet en aanpak voor een leertuin privacy 19 juni 1 september Monique Kroes Inzet van vrijwilligers Inventarisatie uitvoeren 16 juni 1 juli Marcel Endendijk, Gert Jan Overduin Uitkomsten inventarisatie bespreken 5 juli 5 juli CJG overleg Keuze maken voor programma 5 juli 1 september Iedere CJG Implementatie programma 1 september 31 december Iedere CJG Overkoepelend Communicatie (ondersteuning en advies bij communicatie uittingen) Tussentijdse evaluatie Evaluatie en bepalen vervolg

16 juni

31 december

Maarten Ton

15 september 1 november

15 september 1 november

Marcel Endendijk Marcel Endendijk

De regionale CJG overleg worden als ankermomenten gebruikt voor afstemming, versnellen en het maken van keuzes. Het voorstel is om de specialistische zorgaanbieders te laten aansluiten bij dit overleg (per domein GGZ, jeugdzorg, LvB 1 vertegenwoordiger). De volgende data zijn gepland: 19 juni 2014 7 augustus 2014 18 september 2014 30 oktober 2014 4 december 2014 plan versterking voorliggend veld Noord Midden Drenthe def 17 juni 2014

Pagina 19 van 20

Stuurgroep is het regiobureau Noord Midden. Namens het regiobureau zijn Gert Jan Overduin, Lisette Trinks en Anne-Marie Hofstede de aanspreekpunten voor dit plan. Werkgroep eenheid van taal: Lisette Trinks (beleidsmedewerker Midden-Drenthe, Christien Langeler (CJG projectleider Noordenveld), Nelly Everts (Bureau Jeugdzorg), medewerker GGD Ontwikkelgroep competenties: Iva Catsova (Welzijn Aa en Hunze), Gert Jan Overduin (CJG projectleider Assen), Betsie Engberink (CJG projectleider Aa en Hunze), vertegenwoordiging van specialistische aanbieders. Uitgangspunten: Kaders, afbakening, procesaanpak, resultaten en activiteitenplanning van het plan versterken voorliggend veld. Financieel kader is de begroting in bijlage 5. Binnen dit kader worden offertes eerst voorgelegd aan budgethouder voordat verplichtingen worden aangegaan. Coördinator: Marcel Endendijk (Stamm)


Pagina 20 van 20

Plan van aanpak versterking voorliggend veld

Recommend Documents