Plan van aanpak Arbeidsomstandigheden - editie 2013 -
Opdrachtgever
Ondertekenaar
Movares Nederland B.V. drs ir J.M. van den Elzen
Movares Nederland B.V. drs ir J.M. van den Elzen Kenmerk PvA Arbo editie 2013 - Versie 1.0 Utrecht, 12 november 2012 Definitief
2012, Movares Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Movares Nederland B.V.
Autorisatieblad Alleen voor Intern gebruik
Plan van aanpak Arbeidsomstandigheden - editie 2013 -
Wat
Naam
Opgesteld door
Arno de Graaff
Controle door
Ad van Beek
Vrijgave door
Johan van den Elzen
Paraaf
Datum
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
1/12
Inhoudsopgave Inleiding: terug- en vooruitblik
3
1 Beleid 1.1 Update Ri&e 1.1.1. Ri&e Binnenwerk 1.1.2. Ri&e Buitenwerk 1.2 Check ‘arbo’ bij gedetacheerde/ uitgeleende medewerkers
4 4 4 4 4
2 Veiligheid 2.1 Veiligheidsladder ProRail 2.2 Life Saving Rules 2.2.1. Trainingen en toetsing 2.2.2. Het Digitale Veiligheidspaspoort 2.3 VCA bij RMI 2.3.1. Voorlichting arbeidsrisico’s, beheersmaatregelen en VCAsystematiek 2.3.2. Opleiding en training 2.3.3. Interne audits
6 6 6 7 7 8 8 8 8
3 Gezondheid 3.1 PMO (I)GM 3.2 Audit uitvoering beleid bij ziekte en reïntegratie 3.3 Flexwerk en ergonomie
9 9 9 10
4 Bedrijfshulpverlening 4.1 BHV in een flexwerkomgeving 4.1.1. Nieuwe werkwijze(s) 4.1.2. Ontruimingsoefening 4.2 (her)instructie BHV-ers
11 11 11 11 11
Colofon
12
Bijlage I
Overzicht acties, personen en tijd
Bijlage II
Projectvoorstel PMO 2.0
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
2/12
Inleiding: terug- en vooruitblik
Terugblik: 2012 was een gezond jaar, als je kijkt naar de gezondheidscijfers. Vrijwel het gehele jaar heeft het gezondheidspercentage rond de 96,8% gezweefd. Kennelijk is dit het percentage dat zo’n beetje hoort bij Movares. Ook was 2012 een jaar dat, qua activiteiten op het gebied van de arbeidsomstandigheden, vooral in het teken van ‘Veiligheid’ heeft gestaan. De divisie Infra heeft zich, uiteindelijk met succes, veel moeite getroost om het felbegeerde certificaat VCA** te halen.
Vooruitblik: In dit plan zijn de acties benoemd die Movares op arbogebied wil gaan uitvoeren in 2013.
Het PMO zoals dat tot en met 2011 werd uitgevoerd, wordt een PMO 2.0; niet meer projectmatig, maar ‘On-going Business’.
De bedrijfshulpverlening zal tijdens en na de huisvestingsperikelen gewaarborgd worden en blijven.
De vinger wordt aan de pols van het ‘Beleid bij ziekte en Re-integratie’ gelegd, waar het vooral gaat om de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit de ‘Wet Poortwachter’.
En tenslotte, net als in 2012, wordt er ook veel energie gestopt in veilig (buiten) werken. ProRail heeft ingezet op Veiligheid langs het Spoor. De ‘Life Saving Rules’ moeten tussen ieders oren komen. Het groene papieren veiligheidspaspoort zoals wij dat nu kennen, wordt voor het spoorse vervangen door een digitaal veiligheidspaspoort. En last but not least, Movares gaat in 2013 voor Trede 3 op de Veiligheidsladder, die ProRail geïntroduceerd heeft.
Kortom, dacht je dat het met de arbeidsomstandigheden bij Movares op een gegeven moment wel klaar zou zijn, dan heb je het mis! Er blijft altijd (veilig en gezond) Werk aan de Winkel.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
3/12
1
Beleid Het ‘Beleid’ is niet waar het om gaat in dit hoofdstuk, en toch ook weer wel! Het arbobeleid bij Movares is geen statisch beleid; eens geschreven, altijd gebleven. Het werk bij Movares is veranderlijk. En met die veranderingen kunnen arbeidsrisico’s opduiken, verdwijnen, ernstiger of minder ernstig worden. Arbeidsrisico’s moet je dus met enige gepaste regelmaat inventariseren en evalueren. En wat er uit zo’n Ri&e komt, is vervolgens belangrijke input voor het beleid en de uitvoering daarvan.
1.1
Update Ri&e Weten welke risico’s op gezondheidsschade er bestaan bij het werk, en in welke mate, is een belangrijk vereiste voor het uitzetten van de ‘arbokoers’. Zonder deze wetenschap gaan er vroeger of later zaken ernstig fout. De overheid stelt daarom voor werkgevers het hebben van een getoetste en actuele Ri&e verplicht. Wie moet toetsen? Wat is actueel? Het toetsen moet door een gecertificeerde Hoger Veiligheidskundige worden gedaan. Een Ri&e is actueel als kwantitatief en kwalitatief de arbeidsrisico’s en/of de bedrijfsvoering niet veranderd zijn ten opzichte van het moment van toetsing. In tegenstelling tot wat soms gezegd wordt, is het dus in principe mogelijk (en toegestaan) dat een Ri&e die tien jaar geleden is getoetst, op dit moment nog steeds ‘actueel’ is.
1.1.1.
Ri&e Binnenwerk De Ri&e van Movares stamt, met uitzondering van het deel ‘Buitenwerk’, uit 2007. Dat was nooit een punt, tot besloten werd om de Smakkelaarsburcht te gaan verlaten, en met alle medewerkers te gaan flexwerken in een rigoureus gerenoveerde Daalse Kwint. Deze nieuwe arbeidsomstandigheden maken een update van de Ri&e noodzakelijk. Om te voorkomen dat de indruk gewekt kan worden dat we niet de slager zijn die zijn eigen vlees keurt, wordt de formele toetsing uitgevoerd door een externe, van het eerder genoemde niveau.
1.1.2.
Ri&e Buitenwerk In 2007 is ook het ‘buitenwerk’ opgenomen in de Ri&e van Movares. In 2012 is de divisie Infra ‘aan de VCA gegaan’. De VCA eist periodieke toetsing van de Ri&e, uiterlijk om de drie jaar. Daarom is dit deel, voor zover het van toepassing was bij de divisie Infra, geactualiseerd en formeel getoetst. De samenvoeging van M&R en Infra maakt het noodzakelijk de Ri&e opnieuw op actualiteit te beschouwen, en, indien noodzakelijk, te actualiseren en te laten toetsen. De Veiligheidsladder van ProRail (zie § 2.1 op blz. 6) eist ook een actuele Ri&e. Dat maakt dat de hiervoor genoemde beschouwing alle divisies zal bestrijken.
1.2
Check ‘arbo’ bij gedetacheerde/ uitgeleende medewerkers ‘Plan-Do-Check-Act’ bij de uitvoering van het arbeidsomstandighedenbeleid is ook van toepassing op gedetacheerde en uitgeleende medewerkers van Movares. Vanuit arbojuridisch oogpunt bezien hebben die medewerkers feitelijk een andere werkgever gekregen. Dit ontslaat Movares, als formele werkgever, niet van een zekere verantwoordelijkheid voor de arbeidsomstandigheden van werknemers die gedetacheerd of uitgeleend zijn.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
4/12
De betreffende medewerkers wordt gevraagd een vragenlijst in te vullen. Aan de hand van de uitkomsten, wordt bekeken in hoeverre hun arbeidsomstandigheden voldoen aan de norm die Movares daarvoor stelt. Afhankelijk van de resultaten kunnen dan individuele of generieke verbetermaatregelen volgen.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
5/12
2
Veiligheid
Veiligheid is een onderwerp dat in toenemende mate aandacht vraagt en krijgt, zowel intern als extern gedreven. In 2011 startte het certificeringstraject voor VCA** bij de divisie Infra. De certificering was in mei 2012 een feit. Vrijwel direct aansluitend daarop, barstte het ‘veiligheidsoffensief’ van ProRail los. Via twee fronten wil ProRail de arbeidsveiligheid op en langs het spoor vergroten. De ‘Veiligheidsladder’ en de zgn. ‘Life Saving Rules’ zijn onderwerpen die ook voor Movares flinke inspanningen (en dus kosten) betekenen. Aan de batenkant levert het een vergroting van het veiligheidsbewustzijn en -gedrag van individuele medewerkers en leidinggevenden op, en een verbetering van de arbeidsveiligheid in het algemeen.
2.1
Veiligheidsladder ProRail De CO2-prestatieladder is een knallend succes gebleken. Bij aanbestedingen krijgen bedrijven meer voorrang naarmate ze voldoen aan trapsgewijs zwaarder wordende milieueisen. Dit mechanisme is niet dwingend, en werkt als een trein. Bijna alle bedrijven uit de spoorbranche zijn enorm aan de slag gegaan om die voorrang te krijgen. Grootste winnaar is het milieu. Nog steeds is de spoorse branche het deel van Bouwend Nederland waar verhoudingsgewijs de meeste dodelijke arbeidsongevallen plaatsvinden. ProRail wil dat veranderen. De invoering van de Veiligheidsladder moet daarbij gaan helpen. Op een vijftal niveaus zijn eisen geformuleerd die te maken hebben met veiligheidsbewustzijn en -gedrag. Naar analogie van de CO2-prestatieladder kan een bedrijf bij aanbestedingen voorrang krijgen als het aantoont dat het veiligheidsbewustzijn en -gedrag van een omschreven niveau is. Movares wil een bedrijf zijn waar het niet alleen veilig werken is, maar ook een bedrijf dat staat voor een veilige omgeving, zowel in tijd als in ruimte. Het beklimmen van de Veiligheidsladder ProRail is dus niets meer dan een voortzetten van het bestaande beleid van Movares! In oktober 2012 is een Movaresbrede projectgroep geformeerd, bestaande uit Jan Ensing (PL), Michel Jungschläger, Gerard Otter, Carel Deckers en Arno de Graaff. Voorlopig doel is om in april 2013 een audit op het voldoen aan de eisen van minimaal niveau 3 met succes af te kunnen sluiten. Concrete acties zijn op dit moment (november 2012) nog niet te noemen. Het blijkt al wel dat er nog heel wat werk te verrichten is om door de audit in april heen te komen.
2.2
Life Saving Rules Zoals aangegeven in de vorige paragraaf, wil ProRail het veiligheidsbewustzijn en -gedrag van individuele medewerkers en leidinggevenden in de spoorbranche op hoger niveau brengen. Het formuleren van de Life Saving Rules en het vervolgens tot vanzelfsprekend gedrag laten komen van deze regels vormt daar een belangrijk onderdeel van.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
6/12
De Life Saving Rules We spreken elkaar aan op de onderstaande negen Life Saving Rules:
1. Meld u altijd aan en af bij de verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris. 2. Ga alleen aan het werk met uw Digitaal Veiligheidspaspoort en de instructie van een veiligheidsfunctionaris. 3. Volg altijd de instructie. 4. Draag de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). 5. Bel altijd op een veilige plek. 6. Begeef u niet onder hangende lasten. 7. Voer alleen taken of activiteiten uit, die u kan of mag uitvoeren. 8. Werk niet onder invloed van alcohol, drugs of bewustzijnsbeïnvloedende middelen. 9. Werk alleen met goedgekeurd gereedschap. Om deze regels er bij iedereen goed in te krijgen, is in september 2012 een grootse campagne gestart. Training en toetsing maken daar deel van uit. Ook het in het najaar van 2013 in te voeren ‘Digitale Veiligheidspaspoort’ speelt hier een belangrijke rol bij. 2.2.1.
Trainingen en toetsing Om het veiligheidsbewustzijn op te krikken zijn de Life Saving Rules bedacht. In januari 2013 start bij Movares een Veiligheidstraining, die, ontwikkeld in opdracht van ProRail, en incompany verzorgd door V&G-adviseurs van Movares (!), de LSR bij zo’n 300 - 400 Movaren tussen de oren moet krijgen. Deze groep Movaren valt binnen de criteria die ProRail stelt. En voor deze groep is deelname aan de Veiligheidstraining dan ook verplicht. De deelnemers aan de Veiligheidstraining ProRail zijn vooralsnog één jaar vrijgesteld van deelname aan de Herinstructie BvT (de randvoorwaarde die Movares zelf stelde voor aanvragen van het Bewijs van Toegang). Tegelijkertijd is de internetoets ‘Veiligwerkenlangshetspoor’, die jarenlang ProRail’s randvoorwaarde voor het verkrijgen van een Bewijs van Toegang was, geheel vernieuwd. ‘ToegangtothetSpoor’ heet deze toets nu. In totaal ongeveer 700 Movaren zullen vanaf januari deze toets moeten gaan halen om voor een BvT in aanmerking te komen.
2.2.2.
Het Digitale Veiligheidspaspoort ProRail gaat er voor om eind 2013 het digitale veiligheidspaspoort operationeel in de spoorse branche neergezet te hebben. De spooraannemers kunnen bijna niet wachten tot het zover is. Eindelijk min of meer waterdicht in- en uitchecken bij de veiligheidsorganisatie op het werk, een veel betere urenregistratie en gemakkelijker checken van kwalificaties zijn voor hen grote voordelen. Voor Movares gaan die voordelen veel minder op. Bovendien heeft Movares ook niet-spoorse opdrachtgevers. En tot op heden is er geen een daarvan, die te kennen heeft gegeven het Digitaal Veiligheidspaspoort van ProRail te erkennen. Dat houdt in dat er dus straks Movaren rondlopen met twee veiligheidspaspoorten; een digitaal en een papieren paspoort. En elk van die hebben hun eigen procedures van aanvraag, uitgifte, actualisatie en inname. In de loop van 2013 zullen de details bekend gaan worden over die procedures. Dan zal bekeken worden wat er eventueel systeemtechnisch aangepast moet worden. Ook kunnen dan de bovengenoemde procedures aangepast worden, en kan hierover gecommuniceerd worden.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
7/12
2.3
VCA bij RMI In mei 2012 behaalde de divisie Infra het felbegeerde VCA**-certificaat. Heel even leek het ‘alleen maar’ een kwestie van zorgen dat de VCA-systematiek ook tussen de oren van alle medewerkers en leidinggevenden bleef. In juli 2012 werden M&R en Infra samengevoegd, deels door elkaar gehusseld en vernoemd tot RMI. Dat betekent meer dan alleen ‘beheer’. In mei 2013 zal KIWA opnieuw een audit gaan uitvoeren. En dan moet alles wat met het overgaan van Infra in RMI ook weer audit-proof blijken. Om dit te bewerkstelligen trekken de VCA-coördinator en een daartoe gevraagde lijnmanager samen op.
2.3.1.
Voorlichting arbeidsrisico’s, beheersmaatregelen en VCA-systematiek Werknemers moeten bekend zijn met de arbeidsrisico’s en de voorgeschreven manieren hoe met die risico’s om te gaan. Dat is een verplichting voor de werkgever op grond van de Arbeidsomstandighedenwet. Dat blijkt voor Movares lastig aantoonbaar te zijn. Iedereen kent die risico’s en beheersmaatregelen wel. De VCA stelt die aantoonbaarheid ervan als harde eis voor certificering. Voor de meeste medewerkers bij het oude Infra is dit inmiddels geregeld. De oud-M&R-medewerkers zijn nu aan de beurt. Ook dit moet 100% kloppen voor de audit in mei 2013. De leidinggevenden die er nu bij zijn gekomen, moeten ook kennis hebben van de VCAsystematiek, zoals gehanteerd bij RMI. Zij worden geacht er voor te zorgen dat de medewerkers volgens die systematiek gaan werken. De VCA-coördinator en de ‘VCAlijnmanager’ pakken dit op. De leidinggevenden zorgen er vervolgens voor dat de medewerkers die van M&R komen, en die te maken hebben met de VCA-systematiek, snel op de hoogte zijn van hun ‘nieuwe’ verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden.
2.3.2.
Opleiding en training Op dit moment zijn leidinggevenden bij RMI bezig te bepalen wie van de medewerkers nog op persoonsniveau gecertificeerd moet worden. In Q1 van 2013 moeten deze medewerkers hun diploma VCA-VOL halen. P&O faciliteert dit, in-company, in samenwerking met Search Opleidingen. Vanuit de VCA-systematiek bij RMI is geregeld dat, voorafgaand aan elke VCA-activiteit, van elke projectmedewerker wordt vastgesteld of die voldoende is opgeleid/getraind in het omgaan met projectspecifieke risico’s. Er staan inmiddels een zestal VGM-modules klaar voor aanvullende kennis/kunde. Dit zou ‘On-going Business’ moeten zijn.
2.3.3.
Interne audits Om te checken (en wellicht ook wat te ‘prikkelen’) worden er in het planjaar interne audits uitgevoerd. Daar waar dat mogelijk is, worden deze Movaresbreed uitgevoerd. De reden hiervoor is dat er ook in het kader van de audit in april voor Trede 3 op de ‘Veiligheidsladder ProRail’ het nodige gecontroleerd moet worden (zie ook § 2.1 op blz. 6).
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
8/12
3
Gezondheid Gezondheid! Dat wens je de meeste mensen toe. Of dat vanzelf succes heeft, is maar de vraag. Dat is één van de redenen waarom Movares de gezondheid van medewerkers van groot belang vindt, en zoekt naar manieren om die gezondheid te ondersteunen. Het hebben van een bedrijfsarts, het uitvoeren van werkplekonderzoek en advies, een soepele BHV, maar ook het PMO en de acties rond ‘Duurzame Inzetbaarheid’ zijn daar fraaie voorbeelden van.
3.1
PMO PMO 2.0 Op het moment van schrijven van dit plan (12-11-2012) ligt er bij de directeur P&O een gevraagd advies over hoe het huidige PMO ‘Fit for the Future’ te maken. Dit advies is als bijlage 2 in dit Plan van Aanpak Arbo 2013 opgenomen. Het werkbelevingsonderzoek dat nu het eerste deel van het PMO vormt, levert te weinig concrete informatie op. Bovendien is het niet op alle punten goed te refereren aan bestaande normen. Een derde reden om hiermee te stoppen is de organisatiewijziging van juli dit jaar. Hierdoor is de geschiedenis onbruikbaar en kunnen trends niet meer worden aangegeven, in ieder geval niet meer op afdelingsniveau. Het advies gaat over een PMO 2.0, waarin er geen sprake meer is van een project aan het eind van elk jaar. Door het jaar heen worden medewerkers in bepaalde leeftijdsgroepen kort na hun verjaardag uitgenodigd voor het PMO 2.0. Op basis van een korte vragenlijst over hun mentale en fysieke gezondheid en een gericht medisch onderzoek tijdens een zgn. ‘PMOgesprek’ met de bedrijfsarts, kunnen deelnemers in overleg met de bedrijfsarts in vervolgtrajecten aan de slag met bepaalde verbetertrajecten, gericht op hun gezondheidsklachten. In het advies wordt ook een ‘gezondheidsportal’ of ‘vitaliteitsportal’ genoemd, waar iedereen gebruik van kan maken.
3.2
Audit uitvoering beleid bij ziekte en reïntegratie In 2011 is uitgebreid aandacht gevraagd, bij medewerkers en leidinggevenden voor een adequate uitvoering van het beleid bij ziekte en reïntegratie. Dat lijkt gewerkt te hebben. De gezondheidscijfers, op alle niveaus, zijn kort daarna gestegen. Movaresbreed ligt het jaargezondheidscijfer al maandenlang op een comfortabele 96,8%. In 2012 was via het PvA Arbo 2012 afgesproken om een audit uit te voeren op de afgesproken uitvoering van het beleid bij ziekte en reïntegratie. Door de tevreden stellende trend in de cijfers is deze actie niet uitgevoerd. Er zijn geluiden door verschillende gremia in de organisatie opgevangen dat het eindresultaat van het beleid (fraaie gezondheidscijfers) weliswaar goed is, maar dat de uitvoering van, met name, het tijdig en correct nakomen van verschillende wettelijke ‘Poortwachterverplichtingen’ niet altijd goed verloopt. Hierdoor snijdt Movares zich financieel in de vingers en komt het voor dat medewerkers niet die behandeling krijgen die ze zouden moeten krijgen. Een interne audit, doorlichting of check, kan een goed instrument zijn om dit boven water te krijgen.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
9/12
3.3
Flexwerk en ergonomie In 2013 zullen groepsgewijs medewerkers de nieuwe huisvesting ingeflexed worden. Flexwerk is een dynamisch concept met vele voordelen. Nadelen kunnen er ook aan kleven. Een nadeel op arbogebied kan zijn dat de instellingen van je werkplek elke dag weer anders zijn. Als je je werkplek niet goed op jezelf instelt, dan bestaat er op termijn het risico op gezondheidsklachten. Om een goede werkplekinstelling te kunnen waarborgen, moet er aan twee voorwaarden worden voldaan: Het meubilair moet traploos, gemakkelijk instelbaar zijn binnen een zo groot mogelijk bereik. Bij meubilair valt te denken aan: * beeldscherm, * bureaustoel, * bureau. Je moet wel weten wat jouw persoonlijke goede instelling van de werkplek is. En je moet weten hoe het meubilair zelf in te stellen. Inmiddels is de keuze voor inrichting en het meubilair gemaakt. Het meubilair voldoet aan alle betreffende normen voor wat betreft ergonomie. In het flexconcept werkt iedereen met een laptop. Omdat laptops geen in hoogte verstelbaar beeldscherm hebben, is er voorzien in bureaus met één of twee beeldschermen. Ook krijgt iedereen de beschikking over een los toetsenbord en losse muis, zodat ook met laptops gewerkt kan worden zonder onvermijdelijk risico op gezondheidsschade. Zodra de eerste groepen medewerkers van het flexconcept in de nieuwe huisvesting gebruik gaan maken, beschikken zij over een heldere instructie hoe hun werkplek goed in te stellen op hun individuele ergonomische maten. Medio 2013 zal een enquête over de werkplekken worden gehouden.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
10/12
4
Bedrijfshulpverlening BHV is en blijft actueel bij Movares. Het inhuizen van de eerste groepen medewerkers vindt in week 49 van 2012 plaats (als de planning gaat kloppen). Per verdieping en per gebouwdeel vindt dat plaats. Op moment van schrijven van dit plan wordt er hard gewerkt aan de benodigde voorzieningen ingeval van een ontruiming. Op het moment dat er Movaren in het voormalige deel van Defensie in DK Blauw terecht komen, wordt de Daalse Kwint als het ware in twee stukken gehakt. Hiermee gaat ook een deel van de communicatie verloren. Zo functioneert er wel een nieuwe brandmeldcentrale in DK Blauw, maar heeft de Receptie, als spin in de communicatie van en naar de BHV, daar geen contact mee. Ook in het planjaar zullen er soortgelijke situaties voorkomen. Daarom is het HBHV nauw betrokken bij de voortgang van de activiteiten, zodat ook tijdens 2013 de medewerkers van Movares kunnen rekenen op de BHV, zoals vanouds!
4.1
BHV in een flexwerkomgeving In een flexwerkomgeving is het ontruimingsconcept, mits goed uitgerust en bekend bij iedereen, de meest handige en betrouwbare manier om binnen 15 minuten een gebouw ‘LEEG’ te kunnen verklaren. Daarom zullen de bekende rode kastjes met hesjes en (nieuwe) nummers ook weer terugkomen. Er zal een nieuwe calamiteiteninstructie komen en de medewerkers zullen daar goed over worden ingelicht en voorgelicht.
4.1.1.
Nieuwe werkwijze(s) Ongetwijfeld brengt de flexomgeving ook nieuwe manieren van acteren voor de BHV met zich mee. De BHV-ers zullen zich bekend moeten maken met de lay-out van het gebouw. Hoe lopen de vluchtroutes? Hoe kom je het snelst van punt A naar punt B? Waar laat ik mijn EHBO-koffer? Ook voor de Receptiedienst zal dit veranderingen met zich mee gaan brengen. Het nieuwe jaar wordt voor het HBHV een uitgelezen kans om alle bestaande werkwijzen en procedures nog eens goed tegen het licht te houden.
4.1.2.
Ontruimingsoefening En als iedereen goed op de hoogte is van alle nieuwigheden, de BHV ook precies weet hoe, wat en waar, dan moet het ontruimingsconcept grondig uitgetest worden. Ergens in Q1, te midden van de hectiek van renovatie en inhuizing/verhuizing, is een prima moment om dit te doen. Als het dan goed gaat, gaat het ook goed als het stof definitief is neergedaald.
4.2
(her)instructie BHV-ers En last, but not least, ook in 2013 zal er weer herscholing voor EHBO Oranje Kruis en BHV plaatsvinden.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
11/12
Colofon
Opdrachtgever
Movares Nederland B.V. drs ir J.M. van den Elzen
Uitgave
Movares Nederland B.V. Centrale Staven Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
Ondertekenaar
drs ir J.M. van den Elzen directievoorzitter Movares Nederland BV
Opgesteld door
Arno de Graaff
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
12/12
Bijlage I
Overzicht acties, personen en tijd
Beleid nr.
blz.
actie
uitvoering
gereed
1.1.1
4
Toetsing Ri&e Binnenwerk
Arno de Graaff
Q4
1.1.2
4
Toetsing Ri&e Buitenwerk
Arno de Graaff
uiterlijk april
1.2
4
‘ArboCheck’ bij gedetacheerden/ uitgeleende medewerkers
Arno de Graaff
Q2
actie
uitvoering
gereed
Certificering voor niveau 3 Veiligheidsladder ProRail
Projectgroep o.l.v. Jan Ensing
uiterlijk april
Veiligheid nr.
blz.
2.1
6
(concrete acties zijn wellicht begin december vastgesteld) 2.2.1
7
Training en toetsing volgens ProRail t.b.v. BvT
Arno de Graaff/ Michel Jungschläger
Q1
2.2.2
7
Invoering Digitaal Veiligheidspaspoort t.b.v. ProRail
Arno de Graaff
uiterlijk Q41
2.3.1
8
RMI: Voorlichting arbeidsrisico’s, beheersmaatregelen en VCAsystematiek
Arno de Graaff/ Gerard Otter
uiterlijk april
2.3.2
8
RMI: Opleiding en training
Arno de Graaff/ Mien Papilaja
uiterlijk april
Arno de Graaff/ Rinske Schukken
uiterlijk april
(VCA-VOL en VGM-modules) 2.3.3
1
8
RMI: Interne audits
Mits de planning van ProRail gehandhaafd blijft.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
i
Gezondheid nr.
blz.
actie
uitvoering
gereed
3.1
9
Van PMO naar PMO 2.0
Arno de Graaff
Q1
3.2
9
Audit uivoering ‘Beleid bij ziekte en re-integratie’
Arno de Graaff/ Femke van Baak
Q2
3.3
10
Ergonomisch verantwoord flexwerk
Arno de Graaff
Q1
actie
uitvoering
gereed
Bedrijfshulpverlening nr.
blz.
4.1.1
11
BHV in flexwerkomgeving: voorzieningen en procedures aanpassen en instructie hierover aan medewerkers en BHV-ers
Arno de Graaff
totaal gereed bij laatste inhuizing2
4.1.2
11
BHV in flexwerkomgeving: ontruimingsoefening in Daalse Kwint
Arno de Graaff
Q1
4.2
11
(her)Instructies BHV-ers
Arno de Graaff
Q2
2
Per in gebruik genomen bouwdeel van de Daalse Kwint is dit klaar voor dat bouwdeel
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
ii
Bijlage II Projectvoorstel PMO 2.0 Aanleiding: Het huidige PMO is een jaarlijks terugkerend gebeuren (Q4), bestaande uit een werkbelevingsonderzoek via internet en een standaard medisch onderzoek (MO) door de arbodienst. Dit levert in een korte periode een flinke toename van uren arbodienst, een lastig agendatechnisch gepuzzel en gezoek naar beschikbare onderzoeksruimtes op. Medewerkers worden periodiek, op basis van leeftijdscohorten, jaarlijks tot driejaarlijks uitgenodigd. Met name het MO wordt door veel medewerkers op prijs gesteld. Het werkbelevingsonderzoek levert zinvolle informatie op. Op organisatieniveau is deze informatie over de jaren heen redelijk consistent. Door de organisatiewijziging van juli 2012 is de historie (en daarmee de trends op afdelingsniveau) verloren. Ook is er terechte twijfel over de harde waarde van uitkomsten, door het onduidelijke gebruik van referentiemateriaal. Op persoonsniveau is het werkbelevingsonderzoek waardevol, als ‘intakeinformatie’ voor de arbodienst bij het MO. Op basis van het MO wordt, ad hoc, en niet centraal gefaciliteerd, op individuele basis doorverwezen. Inzicht in de ‘opbrengsten’ van het MO, kwalitatief en kwantitatief is er niet, of weinig. De vraag is gerezen een andere opzet, een versie 2.0, te bedenken, die minder agendatechnisch en facilitair gepuzzel vergt, minder onduidelijkheid in uitkomsten oplevert, en een heldere en ‘te managen’ structuur heeft. Dat laatste slaat met name op het vervolg van het MO. Het aanbieden van geselecteerde mentale en fysieke verbetertrajecten naar aanleiding van de uitkomsten van het PMO, het maken van resultaatafspraken en het volgen en bespreken van de resultaten van die trajecten, maakt het PMO pas echt ‘rond’. Op deze wijze ontstaat een procescyclus die inzichtelijk is en die, ook op onderdelen, bijsturing mogelijk maakt. 1.
PMO 2.0 in de praktijk Het PMO 2.0 is geen jaarlijks terugkerend project. Het is een continue gebeuren dat veel meer in de bedrijfsvoering van Movares is ingebed. In onderstaande tabel wordt geschetst hoe dit er voor de medewerkers uit kan zien. Daarnaast is te zien hoe dit, op hoofdlijnen, is geregeld ‘achter de schermen’.
Vanuit de medewerker:
En van achter de schermen:
01
Een week na zijn verjaardag ontvangt Jan per mail een uitnodiging voor het PMO 2.0.
Op basis van drie leeftijdscohorten ontvangt elke medewerker 1- tot 3-jaarlijks een week na verjaardag een uitnodiging om mee te doen aan het PMO 2.0.
02
Jan ziet het wel zitten en vult digitaal een korte vragenlijst in met gerichte vragen over zijn beleving van zijn gezondheid.
In de uitnodiging staat een link naar MINT. Daar staat meer informatie over het hoe en wat.
Jan maakt zelf een afspraak met de bedrijfsarts.
Pas na het volledig invullen van de digitale vragenlijst, kan Jan een afspraak maken. Er zijn vaste momenten in de week waarop de agenda van de bedrijfsarts open staat voor PMO 2.0.
03
Via MINT vul je de vragenlijst in. Pas als die is ingevuld, kun je deelnemen aan het PMO 2.0. De ingevulde vragenlijst komt direct in de mail van de bedrijfsarts.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
i
Vanuit de medewerker: 04
Jan bespreekt zijn gezondheid van nu, en de verwachting daarvan in de toekomst, met de bedrijfsarts.
En van achter de schermen: De vragenlijst wordt besproken, enkele medische standaardonderzoeken kunnen worden uitgevoerd en besproken worden, alsmede eventuele wensen en mogelijkheden voor het vervolg.
Misschien al bij dat eerste gesprek met de bedrijfsarts, maar misschien pas na er een tijdje over nagedacht te hebben, erkent hij voor zichzelf dat die chronische hoofdpijn, waardoor hij soms zelfs ziek thuis blijft, wel degelijk te maken heeft met het niet goed aangeven van zijn grenzen. 05
Jan maakt, in overleg met de bedrijfsarts, een keuze voor een aanpak. Hij aanvaardt de voorwaarden die Movares aan deelname stelt, en hij maakt (i.o.m. bedrijfsarts) SMART- afspraken over doelen en tijd.
Movares wil medewerkers graag duurzaam inzetbaar hebben. Dat is niet alleen sociaal beleid, maar ook 'gewoon' bedrijfsbelang. Daar wil Movares in investeren, o.a. door een gezamenlijk dragen van de kosten en/of tijd. Dat is zeker niet vrijblijvend. Worden hiernaast genoemde afspraken niet nagekomen, dan kan de vergoeding deels of geheel worden ingetrokken.
06
Jan begint aan zijn traject. Hij werkt online met een zelfhulpmodule aan zijn 'probleem'. Hij heeft daarbij ook de mogelijkheid tot contact met zijn E-coach. Met enige regelmaat wordt de voortgang besproken, met de provider, maar
Het is Jan's eigen traject. Maar het kan zeker nuttig zijn dat er tussentijds contact is. Zo blijft er focus en kan wellicht wat richting gegeven worden bij problemen. Die richting kan zowel voor Jan, als voor de provider nodig zijn.
ook met de bedrijfsarts. 07
Jan's leidinggevende kan erbij worden betrokken om samen, of met een derde erbij, die knelpunten te bespreken die eigenlijk nooit besproken werden, maar die wel een rol speelden in Jan's klachten.
Jan's privacy is gewaarborgd. Persoonlijke, medische informatie over Jan's traject gaat uitsluitend naar anderen dan bedrijfsarts en provider, als Jan daar expliciet mee instemt. Zijn zakelijke afspraak met Movares inzake een gezamenlijk dragen van kosten en tijd, wordt door P&O in zijn personeelsdossier bewaard. Alle andere informatie valt onder het beroepsgeheim van de bedrijfsarts.
08
Na een gegeven periode is het traject afgelopen. In het geval van Jan is dat met succes! Dat vindt hij zelf, en ook de bedrijfsarts is het daar mee eens. Jan en zijn leidinggevende communiceren veel beter met elkaar. En het mooiste is dat Jan vrijwel geen hoofdpijn meer heeft!
In een evaluatiegesprek met de bedrijfsarts wordt geconstateerd dat de in SMART-afspraken verwoordde doelen vrijwel geheel gehaald zijn. Conform afspraak vergoedt Movares een deel van de kosten (die zeker aanzienlijk minder zijn dan de gederfde inkomsten door het voorheen bovengemiddelde verzuim van Jan).
Niet alleen het reorganiseren van project naar ‘on-going business’ is een wezenlijk verschil met het PMO 1.0. De mogelijkheid om naar aanleiding van het PMO direct en begeleid aan de slag te gaan met verbetertrajecten door geselecteerde providers is ook een grote verbetering. Een derde grote verschil is de introductie van individuele doelstellingen bij verbetertrajecten, net als de afspraken over bijdrage vanMovares in kosten en tijd, afhankelijk van het behalen van de doelen. Al met al is het PMO 2.0 eigenlijk geen PMO meer. Het is een vorm van gezondheidsmanagement, dat begint met het aanbieden van een check-up, en zich, indien gewenst en mogelijk, uitstrekt tot het succesvol afsluiten van een fysiek en/of mentaal vervolgtraject.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
ii
2.
Voorgestelde vervolgtrajecten Uit de rapportages van het PMO 1.0 (edities 2008 t/m 2011) komt een consistent beeld naar voren voor wat betreft de voorkeuren voor aanpak BRAVO-thema’s. Dat is hieronder in een diagram weergegeven.
Hieronder is aangegeven welke trajecten aangeboden zouden kunnen worden. Mijn advies is om niet alles in de toolbox te stoppen. Niet al te groots beginnen, goed monitoren en dan evalueren en zonodig bijstellen. Als er dan nog alternatieve trajecten en/of aanbieders zijn, is dat alleen maar makkelijk. Gezien de jaarlijks vastgestelde hoge mate aan stress die ervaren wordt acht de arbodienst van inzet op de “ O” het meeste resultaat. 2.1.
Bewegen & Sport: Movares investeert al jaren in het in beweging brengen van haar medewerkers. Zo is daar een bijdrage aan de kosten van sportscholen, sponsoring van fiets- en hardloopevenementen. Toch blijkt bij Movares ‘het bewegen’ achter bij het Nederlandse gemiddelde. Extra interventies lijken zinvol, daar verantwoord bewegen bewezen gezondheidsbevorderend is.
2.1.1.
Bevorder het bewegen tijdens het werk Maak trappenhuizen aantrekkelijker en het gebruik van de lift minder aantrekkelijk. Exposities van kunst, fotografie (wellicht ook door eigen mensen gemaakt), een deel van de liften stopt niet op de eerste en/of tweede etage, zijn zo een paar goedkope en gemakkelijk te organiseren mogelijkheden.
2.1.2.
Lunchwandelen: Alle medewerkers ontvangen 3 maandelijks een routebeschrijving voor een korte wandeling in de directe omgeving van het bedrijf. Deze wandeling voert langs onverwacht mooie plekjes in de buurt of langs straten en gebouwen waarover aardige wetenswaardigheden te vertellen zijn. ‘Utrecht te Voet’ is een initiatief van Wandelplatform-LAW. Via internet zijn gratis wandelroutes te krijgen, inclusief tekst en uitleg over wat men tegenkomt. Het Utrechts Gilde organiseert voor groepen wandelingen door de binnenstad van Utrecht, inclusief een ‘echte’ gids voor slechts een paar tientjes per groep.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
iii
2.1.3.
Stappenteller-beweegmethode voor werknemers: Dit is een effectieve methode voor het stimuleren van lichamelijke activiteit van werknemers met bewegingsarmoede. De stappentellermethode is een ‘exercise counseling’ programma waarmee het bewegen in het dagelijks leven wordt gestimuleerd. De interventie leert de deelnemers hoe zij leefstijlactiviteiten kunnen inbouwen in hun dagelijks leven. Het gaat daarbij niet om sport, maar om eenvoudige activiteiten als wandelen, fietsen en traplopen. Want ook deze activiteiten blijken invloed te hebben op fitheid en gezondheid.
Doelgroep: De Stappenteller-methode is bedoeld voor mensen die onvoldoende bewegen en is gericht op mensen die meer willen bewegen maar geen affiniteit hebben met sport of trainen.
Werkwijze: PMO, ze krijgen dan een persoonlijk uitleg over de methode door de bedrijfsarts. Als de werknemer voldoet aan de insluitcriteria (onvoldoende lichamelijk actief én bereid om meer te gaan bewegen) en op grond van de voorlichting heeft besloten mee te doen, krijgt hij een stappenteller en een plan van aanpak. De methode kent een introductieperiode (4 maanden) en een vervolgperiode (8 maanden) en wordt uitgevoerd volgens een gedragsveranderingsprotocol. Wie mee doet, krijgt een begeleider(iemand die eerder heeft meegedaan of iemand van Movares die hiervoor is getraind door de bedrijfsarts of de bedrijfsarts zelf) die helpt bij het ontwikkelen van een actieve leefstijl. Door gebruik te maken van een stappenteller krijgen deelnemers een beeld van hun beweegpatroon. Ook kunnen zij hiermee in schatten of en hoe toename van het aantal stappen haalbaar is. Met 4 gesprekken wordt in een periode van 4 maanden gezocht naar mogelijkheden om meer bewegen in te passen in de leefstijl. Voor deelnemers met fysieke beperkingen is de norm afhankelijk van de fysieke belastbaarheid. Daarop zal de persoonlijke beweegnorm worden gericht. Uitgangspunt is de 10.000 stappennorm. In de vervolgperiode van 8 maanden vinden 2 gesprekken plaats, gericht op volhouden van beweeggedrag en omgaan met terugval. 2.2.
Roken: Voor collega’s die willen stoppen met roken, staan inmiddels bewezen waardevolle methoden ter beschikking, waarvan a) advies en zelfhulp, en b) begeleiding door deskundigen, al dan niet met behulp van medicatie, geschikt lijken om op te nemen in de toolbox van het PMO 2.0.
2.2.1.
Advies en zelfhulp Medewerkers worden geadviseerd de Stopsite en de StopBrochure te verkrijgen via Stivoro. De StopSite is een bewezen werkzame interactieve website met een zelfcontroleprogramma dat gebaseerd is op gedragstherapeutische principes. De site bevat de drie onderdelen voorbereiden, stoppen en volhouden. Bij deze onderdelen worden opdrachten aangeboden, gevolgd door feedback op maat en tips. Het programma kan zelfstandig doorlopen worden. Naast de opdrachten zijn er interactieve functies om contact tussen deelnemers mogelijk te maken, zoals een forum, een dagboek met blogfunctie en een 1-op-1 chat. Met behulp van de ‘stopmeter’ kan men zien hoeveel geld al bespaard is door niet meer te roken. In geval van vragen bestaat er de mogelijkheid contact te leggen met een stoppen-met-rokenspecialist.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
iv
2.2.2.
2.3.
Begeleiding, al dan niet met behulp van medicatie Begeleiding kan worden georganiseerd in een groep, via de huisarts, gedragstherapie, persoonlijke coaching of telefonisch coaching. Begeleiding door de bedrijfsarts, of persoonlijke e-coaching, worden door mij en de bedrijfsarts expliciet aanbevolen. Extra ondersteuning kan aangeboden worden in de vorm van nicotinevervangers of medicatie.
Alcohol: Met mate is alcohol goed voor de mens. Maar…., met alcohol is het soms moeilijk maat te houden Vanuit het Trimbos Instituut wordt via Internet het programma ‘MinderDrinken’ aangeboden. Dit is een laagdrempelig zelfhulpprogramma voor volwassenen die zelfstandig hun alcoholgebruik willen verminderen. Het Jellinek biedt een vergelijkbaar programma aan. MinderDrinken bestaat uit drie stappen die allemaal even belangrijk zijn om met aandacht, eerlijkheid en inzet te nemen.
Voorbereiden: Inzicht krijgen in wat je doet en wat dat kan betekenen, nu en later, voor jezelf en voor anderen.
Beslissen: Het maken belangrijke beslissingen over sotppen of minderen, en formuleren concrete doelen.
Uitvoeren: In actie komen. Dagelijks bijhouden van het alcoholgebruik in het online logboek. In overzichten en grafieken kunnen zij vervolgens hun vorderingen bekijken en meer inzicht krijgen in hun risicosituaties. Er volgen oefeningen en informatie die kunnen helpen bij het volhouden van het minder drinken of stoppen. Daarnaast kan men leren omgaan met terugval en ervan leren. 2.4.
Voeding: Overgewicht is een toenemend probleem, ook binnen Movares. Verstandig eten is een must voor behoud van gezondheid en voorkomt vele kwalen. Echter, alleen de focus op de inputzijde zetten, is onverstandig. Een mens is net een fabriek: eerst gaat er wat in, daarbinnen gebeurt er iets mee, en na verloop van tijd komt er iets uit. Overgewicht is in dit licht bezien niets meer dan een verstoring van de balans. En de oorzaak kan aan beide kanten liggen, en zelfs in de ‘processing’ in het systeem. Overgewicht valt meestal snel op. En meer dan eens gaat het gesprek in de wandelgangen in bewoordingen als: ‘Eigen schuld, dikke bult’, ‘Daar ga ik dus geen zorgpremie voor betalen’, of ‘Zie je dat patatje? Geen wonder dat die zo dik is’. Ik vind het dus onverstandig om uitsluitend op voeding/ (over-)gewicht in te gaan. Ik voel er niets voor om hier Movaresbreed grootschalig aandacht aan te besteden. Er bestaan verschillende E-health-oplossingen, van inmiddels bewezen waarde, voor niet al te hoog overgewicht, al dan niet ondersteund door een diëtist. Daar kan gemakkelijk via een PMO 2.0 intranetpage op doorgelinkt worden. Bij ernstig overgewicht is daadwerkelijke behandeling en begeleiding noodzakelijk. Dit kan via de bedrijfsarts of huisarts geregeld worden.
2.5.
Ontspanning: Stress is niet verkeerd, zolang we er goed mee omgaan.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
v
2.5.1.
Zelfhulpmodules voor het vergroten van vaardigheden, bijvoorbeeld bij stress De arbodienst biedt verschillende modules aan, waardoor mentale vaardigheden kunnen worden versterkt (assertiviteit, samenwerken, conflicthantering en omgaan met stress). De toonzetting is positief en gericht op leren en veranderen van gedrag, in plaats van behandelen van klachten. Een module bestaat uit informatie, zelftests en oefeningen. De medewerker kan de modules zonder begeleiding van psycholoog of arts volgen.
2.5.2.
E-health: online psychologische hulp Via internet is het mogelijk gebruik te maken van psychologische behandelingen. Deze behandelingen zijn wetenschappelijk onderzocht en erkend binnen de GGZ als volwaardige psychologische behandeling. Deze programma’s leiden de medewerker helemaal door het cognitieve gedragstherapeutische behandelprotocol, waar, en wanneer hij of zij dat wilt. Dit wordt gecombineerd met persoonlijke contactmomenten met een psycholoog of met de bedrijfsarts. Een dergelijk traject wordt, nadat indicatie is gesteld door de bedrijfsarts, vergoed door de zorgverzekeraar. Voor de deelnemer is het goed te weten dat het ‘eigenrisico’ een rol speelt. Bij gesprekken met een psycholoog geldt (waarschijnlijk, e.e.a. afhankelijk van de politiek) ook eigen bijdrage.
2.5.3.
Hartcoherentie, hartslagvariabiliteit en biofeedback De natuurlijke variatie in de hartfrequentie blijkt een goede graadmeter voor het vermogen om adequaat met stress om te gaan. Door het meten van deze variatie ontstaat zicht op de stresstolerantie. Door ademhalings- en andere ontspanningsoefeningen te doen, is de natuurlijke variatie (hartcoherentie) positief te beïnvloeden. De verwerking van stress neemt hierdoor toe, waarmee de kans op overspannen te worden of, erger, burned-out te raken, afneemt. Het meten kan doorgaan tijdens de oefeningen. En omdat de meetwaarden direct af te lezen zijn, ontstaat er een duidelijke vorm van bio-feedback. Met andere woorden: Je ziet meteen wat er gebeurt met je hartcoherentie als je bezig bent. Het wordt dus duidelijk dat jezelf grip hebt op je eigen stress en op wat dat nog meer voor narigheid met zich mee kan brengen. Het zelfstandig uitvoeren van de oefeningen, met behulp van meetapparatuur, hoeft maar 15 minuten te duren.
Doelgroep: Eigenlijk iedereen die bij de bedrijfsarts aan heeft gegeven last te hebben van stress. De bedrijfsarts beoordeelt vanuit medische deskundigheid of deze methode ook de meest geschikte methode is voor de aangegeven klachten.
Werkwijze: a ) Beoordeling geschiktheid methode voor klacht medewerker door bedrijfsarts. b ) Uitleg apparatuur, interpretatie meetwaarden en instructie over ademhalings- en ontspanningsoefeningen door de bedrijfsarts. c ) Zelfstandig aan de slag met oefeningen en meten hartcoherentie, in een daarvoor geschikte ruimte op kantoor Movares. Daar is een coherentiemeter aanwezig is en een computer met bijbehorende software, waarop deze is aangesloten. Gemiddeld per deelnemer is hiervoor 5 x 15 minuten nodig. Omdat niet iedereen voor en na werktijd tegelijk kan oefenen, zal dat dus deels in werktijd zijn. d ) Evaluatie met bedrijfsarts na afgesproken periode. 2.5.4.
Runningtherapie ‘Running Therapy’ is het therapeutisch inzetten van de ‘rustige duurloop’ ten behoeve van mensen met psychische klachten, het bestrijden van klachten en het voorkomen van klachten. Het betreft stemmingsklachten (angst en somberheid) en spanningsklachten. De kern van het traject wordt
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
vi
gevormd door een combinatie van spreekuurbegeleiding en hardlooptraining met individuele aandacht en begeleiding door de coach. Onze bedrijfsarts, Riëlle Philippens, kan als erkend ‘Running Coach’ deze trajecten begeleiden.
Doelgroep: Medewerkers met psychische klachten (stemmingsklachten, zoals angst en somberheid, en spanningsklachten). die daar, na advies van de bedrijfsarts, mee aan de slag willen gaan.
Werkwijze: a) b) c) d) e) f)
Beoordeling geschiktheid methode voor klacht medewerker door bedrijfsarts. Groepstraining één of twee keer per week (onder begeleiding coach), en één keer zelftraining. Na iedere training een evaluatie met behulp van een logboek. Zonodig bijstellen van de doelstellingen en/of het trainingsplan. Afsluiten begeleidingsperiode na zes tot acht weken, met adviezen en doorgaan met zelftraining. Evaluatie met coach na drie maanden.
Bij de Running Therapy kan het gebruik van een hartslagmeter en of hartcoherentiemeter worden ingezet (afhankelijk van klachten, wensen en oordeel bedrijfsarts/coach). De groepstraining vindt plaats aan het einde van de werkdag. De reden hiervoor is het gebrek aan douche-/verkleedruimte in de Daalse Kwint. 2.5.5.
Bedrijfsmaatschappelijk werk Bedrijfsmaatschappelijk werk is voor Movares al een bestaand instrument dat op advies van de bedrijfsarts, en met instemming van medewerker en leidinggevende, kan worden ingezet. ‘Ons’ BMW is een laagdrempelige vorm van individuele counseling, waarbij ook de mogelijkheid bestaat tot zgn. ‘drie-gesprekken’ (medewerker, leidinggevende en counselor).
2.5.6.
Mindfullness Mindfulness, of aandachttraining, is een toegankelijke methode die mensen in staat stelt de regie over hun leven in handen te houden. Ondanks stress, verdriet, pijn, ziekte of simpelweg alle voorspelbare en onvoorspelbare situaties van het leven. Mensen leren door middel van oefeningen: • effectiever met stress om te gaan, • lichamelijke signalen bij zichzelf te herkennen en hun eigen grenzen te respecteren, • minder verstrikt te raken in gedachten en gevoelens. Er kan een workshop geregeld worden om Movaren kennis te laten maken met deze vorm van training. Doorverwijzing door de bedrijfsarts naar aanbieders is mogelijk, maar ook in-company zijn trainingen zijn mogelijk.
3.
Randvoorwaarden bij PMO 2.0 Deelname aan het PMO 2.0 is vrijwillig. Echter, anders dan bij de vorige versie van het PMO, is deelname niet vrijblijvend. Werkgever en werknemer hebben beiden belang bij duurzaam inzetbare mensen. Als werkgever wil Movares daar graag in investeren. Movares verwacht dan wel inzet en verantwoordelijkheid terug. Door het stellen van randvoorwaarden en het maken van zakelijke afspraken worden niet alleen de lusten (duurzame en wederzijds bevredigende inzetbaarheid), maar ook de lasten (tijd/geld) gezamenlijk gedragen.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
vii
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Frequentie voor deelname aan het PMO 2.0: eens per drie jaar voor hen jonger dan 35 jaar, eens per twee jaar voor hen van 35 tot 50 jaar, jaarlijks voor hen van 50 jaar en ouder. Het PMO 2.0 is géén alternatief voor een bezoek aan de huisarts. In vervolgtrajecten wordt de bedrijfsarts alleen ingezet wanneer dienstverlening door anderen niet mogelijk is. Deelname aan het PMO 2.0 is vrijwillig; de werkgever kan uitnodigen, maar niet verplichten. Deelname aan een vervolgtraject is zoveel mogelijk ‘eigen tijd’. Bij succesvol doorlopen van een vervolgtraject, delen werkgever en werknemer de gemaakte kosten in verhouding van 1:1. Movares deelt niet mee in de kosten van ‘eigen risico’ van zorgverzekeraars, en ‘eigen bijdrage’ voortkomend uit vervolgtrajecten. Deelname aan het PMO 2.0 is mogelijk door het maken van een afspraak met de bedrijfsarts, uiterlijk 1 maand na uitnodiging daartoe. Zonder het invullen en versturen van de vragenlijst ten behoeve van het PMO-gesprek, kan geen afspraak met de bedrijfsarts worden gemaakt. De werknemer is zelf verantwoordelijk voor het maken van de eerste afspraak. Medische informatie valt onder beroepsgeheim van de bedrijfsarts (zie: privacycode arbodienst). Deelname aan een vervolgtraject kan van start gaan na afspraken over termijnen, doelen, kosten en bijdrage van de werkgever. Onder deze afspraken valt in ieder geval ook bereidheid tot actieve medewerking aan de communicatie over het PMO 2.0. De onder 12. genoemde afspraken worden vastgelegd, ondertekend door betrokkenen en opgenomen in het personeelsdossier van de werknemer. Annuleren van contactmomenten met aan het PMO 2.0 verbonden personen, kan, behoudens door ziekte, tot uiterlijk 2 werkdagen voor dat contactmoment. Vroegtijdig stoppen met, of het niet halen van, overeengekomen doelen in een vervolgtraject kan leiden tot intrekken van de overeengekomen vergoeding van kosten en door de werkgever. Door de arbodienst geleverde diensten ten behoeve van het PMO 2.0 en vervolgtrajecten worden separaat, maandelijks en gespecificeerd gefactureerd.
4.
Kosten PMO 2.0 Het is lastig om met zekerheid aan te geven wat het PMO 2.0 jaarlijks gaat kosten. Het PMO 1.0 was wat dat betreft simpeler, alleen al vanwege het ontbreken van eventuele vervolgtrajecten. In §4.2 zal ik een educated guess (door arbodienst en mij) laten zien. Deze inschatting is als volgt te bezien :
4.1.
De Wet van de Communicerende Vaten: Over de laatste vijf jaren geeft Movares per jaar €225.000 - €250.000 uit aan preventie, verzuimbegeleiding en reïntegratie. Dat ziet er ongeveer zo uit:
= € 225.000 - € 250.000
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
viii
Het gaat dus een om aantal ‘vaten’, waarin de vloeistof staat voor de besteedde euro’s. Deze vaten staan niet op zichzelf, maar hebben een verbinding met elkaar. Besteed Movares op een efficiënte en doeltreffende manier extra euro’s aan de preventieve kant, dan zal in principe minder euro’s besteedt hoeven te worden aan de curatieve kant! Ooit is door de financieel directeur van Movares gesteld dat een procent verzuim op jaarbasis orde grootte € 850.000 gederfde inkomsten betekent. Ik ga niet zeggen dat met het PMO 2.0 het verzuim dramatisch zal dalen. Maar gezien het hiervoor genoemde enorme bedrag, moge duidelijk zijn dat een PMO 2.0, zelfs al is dat € 20.000 duurder op jaarbasis dan de gemiddelde € 40.000 voor een PMO 1.0, een verantwoordde, zelfs aantrekkelijke investering lijkt. 4.2.
§
Kostenindicatie voor het eerste jaar PMO 2.0 In onderstaande tabel zijn geschatte kosten (euro’s en uren) gegeven voor het PMO 2.0 op jaarbasis. Daar waar sprake is van uren, zijn dat niet de uren van de deelnemers aan het PMO 2.0, maar de uren van Movares die nodig zijn om e.e.a. te faciliteren. Kosten zijn gegeven, daar waar nog onbekend is of de zorgverzekeraars gedeeltelijk of geheel bepaalde trajecten vergoeden. Er is nog geen keuze gemaakt in de aan te bieden mogelijkheden. item:
kosten: uren:
Perodiek Medisch Onderzoek Het medisch onderzoeksdeel van het PMO 2.0 (Vergelijkbaar met het PMO tot nu toe, met uitzondering van het werkbelevingsonderzoek door LifeGuard via Internet) 2.1
20
1.000
20
Vervolg: Bewegen & Sport
2.1.1
Bevorder het bewegen tijdens het werk
2.1.2
Lunchwandelen
2.1.3
Stappenteller-beweegmethode
2.2
40.000
200
0
1.000
0
Vervolg: Roken
2.2.1
Advies en zelfhulp
0
0
2.2.2
Begeleiding; al dan niet met behulp van medicatie (vergoeding via AWBZ)
0
0
0
0
2.3
Vervolg: Alkohol Zelfhulpprogramma’s Trimbos of Jellinek. (Trimbos is gratis. Jellinek, op indicatie bedrijfsarts, wordt vergoed door de zorgverzekeraar)
2.4
Vervolg: Voeding: Zelhulpprogramma’s via internet
2.5
3.000
0
Vervolg: Ontspanning
2.5.1
Zelfhulpmodules voor het vergroten van vaardigheden, bijvoorbeeld bij stresshantering
2.5.2
E-health: online psychologische hulp
0 1.500
0 0
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
ix
2.5.3
Hartcoherentie, hartslagvariabiliteit en bio-feedback
2.5.4
Running Therapy
2.5.5
Bedrijfsmaatschappelijk Werk, de Movares-variant
2.5.6
Mindfullness
5
0 5.000 0
0
5.000
0
Communicatie maken en toezien op uitvoering communicatiejaarplan, posters, flyers, regelen kopij voor 3.000 marketing e.d.
50
Overige posten oefenruimte voor bij § 2.5.3. aanschaf PC t.b.v. coherentiemeter, software, installatie en beheer inrichten van een ‘Vitaliteits’- of ‘Gezondheidsportal’ op Mint aandeel deelnemer in de kosten
? 1.000 20 1.000 20 - 10.850 TOTALEN: € 50.850
130
In de getallen in bovenstaande tabel zitten onzekerheden en aannames. Hoe groot is het aantal deelnemers aan dit ‘PMO Nieuwe Stijl’? Hoeveel gaat er gebruik worden gemaakt van de verschillende vervolgtrajecten? Het PMO 2.0 (= PMO + vervolgtrajecten) komt op € 61.700. (= € 40.000 + € 21.700). Movares en deelnemers delen gelijk in de kosten van de vervolgtrajecten (zie Randvoorwaarden, H3, punt 6.), dus:
Kosten voor Movares van het PMO 2.0 in 2013: € 50.850. 5.
0
Communicatie: Medewerkers worden niet meer met grote groepen tegelijk uitgenodigd voor het PMO 2.0. Dat gaat voortaan heel geleidelijk, met misschien een handjevol per dag. Het PMO 2.0 is geen project, maar een onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering. Er is nog wel sprake van een beginmoment, maar als het goed gaat, komt er geen einde aan! Da’s mooi, maar de kans bestaat wel dat de animo voor deelname gaandeweg de tijd af gaat nemen. Da’s niet mooi, want het PMO 2.0 heeft een preventieve werking op gezondheidsklachten, en in het verlengde daarvan, verzuim. Een aansprekende en duurzame communicatie is dus noodzakelijk om het PMO 2.0 onder de aandacht te houden.
6.
Kostenbeheersing: Voor het inrichten van de noodzakelijke infrastructuur, inclusief providerboog door Movares en Philippens&Steen, lijkt eenmalig een bedrag van € 11.000 te volstaan. Het lijkt verstandig om daarnaast de kosten van het gehele pakket aan “de communicerende vaten”vast te zetten op € 250.000. Daar waar de kosten van het PMO lager uitvallen dan voorgaande jaren, moet het haalbaar zijn de kosten van interventies hiermee te compenseren.
7.
Evaluatie: Na 6 maanden en na een jaar wordt geëvalueerd in hoeverre de nieuwe opzet een succes is en in hoeverre er gebruik wordt gemaakt van het ‘instrumentarium’. Op basis van deze inventarisatie vindt bijstelling van het programma plaats.
PvA Arbo editie 2013 / Definitief / versie 1.0 / 12 november 2012 Centrale Staven/Afdeling Personeel & Organisatie:Beleid
x
M ovares adviseurs & ingenieurs Movares Nederland B.V
sBT C3.15 Postbus 2855 3500 GW Utrecht Telefoon 030-265 5737
drs. ir. J.M. van den Elzen Directievoorzltter
Uw kenmerk Uw brief van Ons kenmerk
cPo-ADG-120021724 12 november2072 M2O-RGR-KA-I 200478
Projectnummer
cxt20020
Behandeld door
R. Groenendaal
Onderwerp
-
[email protected]
OR u2012-1202
Úrstemming Uitvoering PvA Arbo 2013
Utrecht, 10 december 2012
Geachte heer Van den Elzen, beste Johan,
Hierbij ontvangt u onze reactie op uw verzoek om instemming te verlenen op het voorgenomen besluit om uitvoering te geven aan het Plan van Aanpak A¡bo 2013. De OR stemt op basis van artikel2T WOR in met bovengenoemd verzoek. de uitvoering van het plan van aanpak in 2013 en voortzetting van de goede relatie tussen de OR-commissie VGV/M en de arbocoördinator.
Wij hebben alle vertrouwen in
Met wiendelijke groet, namens
voorzitter
ffiffi
Movares Nederland B V / Utrecht Kamer van Koophandel 30124367
z Jo