Armoedebeleid Plan van aanpak 2008-2011 De kaders voor het gemeentelijk armoedebeleid vertaald naar acties.
Gemeente Vaals, Sector Maatschappij April 2008 Benigna Deiana
Inhoud Samenvatting
3
1
Inleiding
5
2
Samenvatting kadernota
7
3
Doelgroepen
9
4
Acties
11
5
Toetsing en evaluatie
18
2
Samenvatting Doelgroepen Met nadruk spreken we van aandachtsgroepen en niet van doelgroepen. De focus ligt in feite op de hele groep van minima met een inkomen tot 110 % van het netto minimum inkomen. Zij zijn de doelgroep van het gemeentelijk armoedebeleid! De volgende aandachtsgroepen worden geformuleerd: 1 2
3 4
Gezinnen met kinderen met een inkomen tot 110% van het netto minimuminkomen Jongeren en jongvolwassenen mensen zonder uitkering maar met een laag inkomen mensen waarbij sprake is van een cumulatie van problematieken
Acties De acties zijn gesplitst in korte-termijnacties en lange-termijnacties. De korte-termijnacties zijn deels randvoorwaardelijk, deels bedoeld om de eerste knelpunten aan te pakken en de eerste nood te verlichten. Medio 2009 moeten ze geïmplementeerd zijn en kunnen we met de lange-termijnacties aan de slag. Wat deden we al en blijven we doen? 1 Vrijstelling gemeentelijke belastingen 2 Bijzondere bijstand voor buitengewone uitgaven 3 Collectieve ziektekostenverzekering 4 Schuldhulpverlening 5 Uitvoeringsoverleg schulden 6 Budgetteringscursussen 7 Fonds sociale en culturele activiteiten (voorzetting in gewijzigde vorm) Korte termijn Start: Geïmplementeerd: Actie 1 Actie 2 Actie 3 Actie 4 Actie 5 Actie 6
Het herzien van het pakket aan inkomensondersteunende maatregelen. Het verbeteren van de voorlichting over inkomensondersteunende maatregelen Afsluiten convenant “kinderen doen mee” Haalbaarheidsonderzoek overdracht 65-plussers aan sociale verzekeringsbank SVB Armoedemonitor Eenmalige waarderingssubsidie Voedselbank
Lange termijn Start: Geïmplementeerd: Actie 7 Actie 8 Actie 9 Actie 10
start derde kwartaal 2008 einde tweede kwartaal 2009
einde tweede kwartaal 2009 einde vierde kwartaal 2011
Armoede een maatschapppelijk thema Samenwerkingsverbanden aangaan Participatie bevorderen Preventie
3
Toetsing resultaten Inhoudelijke doelstellingen Inwoners met een laag inkomen hebben netto meer te besteden om te voorzien in een aanvaardbaar materieel en immaterieel levenspatroon. Inwoners met een laag inkomen besteden hun inkomen verstandiger om te voorzien in een aanvaardbaar materieel en immaterieel levenspatroon (vergroting van de competenties). De participatiegraad van niet participerende groepen die in (im-) materiële armoede leven is verhoogd (met evenwicht in maatschappelijke rollen, en met waardering voor alle vormen van participatie). Minder personen uit kwetsbare groepen die een verhoogd risico hebben op (im-) materiële armoede vervallen daadwerkelijk tot een toestand van armoede. Het aantal personen dat tot een kwetsbare groep met een verhoogd risico op (im-)materiële armoede neemt af.
Bijbehorende acties Korte termijn actie 1,4 Lange termijn actie 8,9 Korte termijn actie 2 Lange termijn actie 10
Procesdoelstellingen
Bijbehorende acties
Minder personen die een beroep doen op inkomensondersteuning komen in financiële problemen door lange doorlooptijden. De werkprocessen van verschillende instellingen die zich bezig houden met inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bestrijden van (im-) materiële armoede zijn op elkaar afgestemd. De verschillende instellingen die zich bezig houden met inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bestrijden van (im-) materiële armoede werken, op basis van een convenant, samen op beleidsen op klantniveau.
Lange termijn actie 7, 8
Korte termijn actie 1,3 Lange termijn actie 8,9 Korte termijn actie 5 Lange termijn actie 8 Lange termijn actie 9,10
Korte termijn actie 2 Lange termijn actie 7,8 Korte termijn actie 2 Lange termijn actie 7,8
Evaluatie Voortgangscontrole en bijstelling vindt halfjaarlijks via de BURAP plaats. In voorkomende gevallen wordt de raad apart geïnformeerd. Herziening is gepland voor het najaar van 2010 (nieuwe beleidsperiode).
4
1
Inleiding
De gemeenteraad van Vaals heeft op 3 maart 2008 de kadernota Armoedebeleid vastgesteld. Aanleiding voor deze kadernota was het feit dat Vaals in diverse rapportages over armoede slecht scoorde. Zo staat Vaals in de armoedemonitor van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) 2005 in de top 10 van armste gemeenten van Nederland. In de monitor over het jaar 2007 is Vaals weliswaar een paar plaatsen gezakt, maar we staan nog steeds in die top 101. Daarnaast is in 2007 een Minima-Effect-Rapportage uitgevoerd voor de Pentaszgemeenten, die inzichtelijk heeft gemaakt welke doelgroepen in Vaals het financieel het zwaarst hebben en hoeveel zij dan tekort komen. In de kadernota is weergegeven hoe armoede gedefinieerd kan worden, hoe armoede ontstaat en welke mensen arm zijn in de gemeente Vaals. De kengetallen uit de kadernota zijn nogmaals aan deze nota toegevoegd als bijlage. Minimabeleid kent Vaals al jaren. Integraal armoedebeleid is nieuw. Het is duidelijk dat er voor armoede geen oplossingen bestaan die het probleem volledig zullen oplossen. Duidelijk is niettemin dat een integraal beleid oplossingen kan bieden voor niet alleen de financiële dimensie van armoede, maar ook voor de sociale aspecten ervan. De gemeente Vaals kiest daarom voor integraal armoedebeleid. In dit beleidsplan wordt aangegeven hoe het college uitvoering zal gaan geven aan het voorkomen en bestrijden van armoede in de gemeente Vaals. In het regeerakkoord “samen werken, samen leven” heeft het rijk aangekondigd dat de mogelijkheden voor gemeenten om gericht beleid te voeren op het gebied van het voorkomen en bestrijden van armoede, schuldhulpverlening en inkomensondersteuning worden verruimd. Het rijk voegt hiervoor extra middelen toe aan het gemeentefonds. Deze mogelijkheden die het rijk biedt, willen we optimaal benutten. Hoe nu verder? Armoede is een complex probleem. In het ontstaan en voortbestaan van armoede spelen veel factoren een rol. Vele beleidsterreinen en vele betrokkenen spelen een rol bij de aanpak ervan. Niet alleen binnen de gemeente, maar ook erbuiten. Er is een grote rol weggelegd voor de samenleving als geheel, het maatschappelijk middenveld, vrijwilligersorganisaties en voor individuele burgers. Samen kunnen wij het verschil maken! De complexiteit van het probleem en van de aanpak ervan vergt een aanpak over meerdere jaren. We willen immers duurzame oplossingen, een structurele aanpak. Maar dat neemt niet weg dat op de korte termijn acties ondernomen kunnen worden die de eerste nood wegnemen. In dit plan van aanpak vinden beiden een plaats. SMART? Specifiek, Meetbaar, Actief, Realistisch en Tijdgebonden. Zo zien we acties het liefst geformuleerd. Dat is op dit gebied echter geen makkelijke opgave. Dat heeft te maken met het feit dat we een goede nulmeting ontberen, met de complexiteit van de problematiek en met de grenzen aan de invloed die we kunnen uitoefenen. In ieder geval zou ons streven erop gericht moeten zijn dat bij de volgende armoedemonitor van het SCP Vaals uit de top 10 van armste gemeenten in Nederland is verdwenen. Per doelstelling wordt aangegeven welke acties worden ingezet om het doel te bereiken.
De armoedemonitor 2007 laat zien dat Vaals in 2002 op plaats 3 stond en in 2004 op plaats 8. In 2002 bedroeg het percentage huishoudens met een laag inkomen 13,9 %, in 2004 was dat 14,2 %. 1
5
Samenwerking De kadernota is opgesteld in samenwerking met de gemeente Gulpen-Wittem. In GulpenWittem ligt een identieke kadernota ter besluitvorming voor. Daarbij geldt evenwel dat de kaders voor Vaals en Gulpen-Wittem weliswaar gelijk zijn, maar dat in de uitwerking zaken kunnen verschillen als de aard en omvang van de problematiek verschilt. Waar we zaken gezamenlijk kunnen oppakken en ontwikkelen, zal dat gebeuren. Waar maatwerk per gemeente nodig is, wordt maatwerk geleverd. De uitvoering van de minimaregelingen geschiedt door Pentasz. Dat betekent dat ook Pentasz een belangrijke partner is in het armoedebeleid. Pentasz is dan ook betrokken bij de totstandkoming van dit plan van aanpak. Andere belangrijke partners zijn Trajekt, de Kredietbank en het WMO-loket. Leeswijzer Leidend voor de inhoud van het plan van aanpak zijn de definitie van armoede, de kaders en de doelstellingen die bij collegebesluit van 29 januari 2008 en raadsbesluit van 3 maart 2008 zijn vastgesteld. Deze worden herhaald in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de doelgroepen waar Vaals zich op wil richten. In hoofdstuk 4 volgen dan eindelijk de concrete acties. In hoofdstuk 5 volgt informatie over hoe per doelstelling wordt gemeten of het doel bereikt is en wordt nader ingegaan op evaluatie van het beleid.
6
2 samenvatting kadernota Basis voor dit actieplan is de kadernota armoedebeleid. In dit hoofdstuk is de samenvatting van de kadernota opgenomen als geheugensteun. In de kadernota is de volgende definitie van armoede vastgesteld: • • • •
het hebben van een laag inkomen een langdurige afhankelijkheid daarvan een tekort aan zaken die sociaal, cultureel en materieel nodig zijn om een aanvaardbaar levenspatroon te hebben en om uitsluiting te voorkomen een gebrek aan perspectief op verbetering van deze situatie
In de kadernota zijn de volgende kaders vastgesteld: Voorgesteld wordt het scenario van de zelfredzame samenleving ook als uitgangspunt te nemen voor het ontwikkelen van armoedebeleid. Dat betekent dat: 1 Armoedebeleid de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de burger als uitgangspunt neemt, er daarbij vanuit gaande dat voor veel mensen dit een doel is waar naartoe gewerkt moet worden en niet een bestaande situatie, en dat ondersteuning noodzakelijk is. 2 Armoedebeleid ontwikkeld en uitgevoerd wordt in nadrukkelijk samenspel tussen de gemeente en het maatschappelijk middenveld en de samenleving, waaronder ook te verstaan de doelgroep zelf. Voorgesteld wordt om nadrukkelijk aandacht te hebben voor positieverbetering en competentieversterking van mensen als middel om te komen tot een duurzame en structurele oplossing van armoede. Dat betekent dat: 3 Armoedebeleid ontwikkeld wordt vanuit een brede definitie van armoede, waarbij niet alleen de inkomenspositie van mensen versterkt wordt door inkomensondersteuning, maar armoede tevens voorkomen wordt door positieverbetering. 4. Armoedebeleid ontwikkeld wordt vanuit een brede definitie van armoede, waarbij, ondersteunend aan het genoemde onder 3, ook aandacht is voor de sociale en maatschappelijke aspecten van armoede en waarin voorkomen wordt dat mensen niet kunnen participeren op grond van financiële belemmeringen. 5. Binnen het armoedebeleid specifiek aandacht wordt besteed aan risicogroepen. Bureaucratie en gebrek aan kennis spelen een rol in het ontstaan van armoede. Dat is iets waar we als gemeente ook zelf iets aan kunnen doen. Voorgesteld wordt dan ook om binnen het armoedebeleid toe te werken naar: 6. versnelde, vereenvoudigde en uniforme procedures en werkwijzen. 7. beter bekendheid en toegankelijkheid van de producten waarmee we armoede voorkomen en bestrijden. 8. bijstelling van het bestaande pakket aan regelingen naar aanleiding van de aanbevelingen uit de minima-effectrapportage. 9. Intergemeentelijke samenwerking bij het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid.
7
In de kadernota zijn de volgende doelstellingen van het gemeentelijk armoedebeleid vastgesteld: 1 a b
c
d e
2 a b
c
Inhoudelijke doelstellingen Inwoners met een laag inkomen hebben netto meer te besteden om te voorzien in een aanvaardbaar materieel en immaterieel levenspatroon. Inwoners met een laag inkomen besteden hun inkomen verstandiger om te voorzien in een aanvaardbaar materieel en immaterieel levenspatroon ( vergroting van de competenties). De participatiegraad van niet participerende groepen die in (im-)materiële armoede leven is verhoogd (met evenwicht in maatschappelijke rollen, en met waardering voor alle vormen van participatie). Minder personen uit kwetsbare groepen die een verhoogd risico hebben op (im-) materiële armoede vervallen daadwerkelijk tot een toestand van armoede. Het aantal personen dat tot een kwetsbare groep met een verhoogd risico op (im-) materiële armoede neemt af. Procesdoelstellingen Minder personen die een beroep doen op inkomensondersteuning komen in financiële problemen door lange doorlooptijden. De werkprocessen van verschillende instellingen die zich bezig houden met inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bestrijden van (im-)materiële armoede zijn op elkaar afgestemd. De verschillende instellingen die zich bezig houden met inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bestrijden van (im-)materiële armoede werken, op basis van een convenant, samen op beleids- en op klantniveau.
8
3
doelgroepen
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op wie we nu met het armoedebeleid willen bereiken. Integraal beleid wil niet alleen zeggen: het koppelen van doelstellingen op verschillende beleidsterreinen, maar ook: het ontwikkelen van beleid dat op een brede doelgroep van toepassing is. Het armoedebeleid van Vaals is dus bedoeld voor iedereen die met armoede in aanraking komt of daar een verhoogd risico op heeft gezien de definitie die we hanteren. De definitie van armoede is: • • • •
het hebben van een laag inkomen een langdurige afhankelijkheid daarvan een tekort aan zaken die sociaal, cultureel en materieel nodig zijn om een aanvaardbaar levenspatroon te hebben en om uitsluiting te voorkomen een gebrek aan perspectief op verbetering van deze situatie
Risicogroepen die in het algemeen een grotere kans hebben op armoede: • Eenoudergezinnen en alleenverdieners met een laag inkomen met minderjarige kinderen. • Gezinnen met meerdere kinderen die de middelbare school bezoeken. • Uitkeringsgerechtigden. • Chronisch zieken en mensen in instellingen die alleen een zakgeld ontvangen. • (zorgbehoevende) Ouderen met een laag inkomen. • Niet-westerse allochtonen. • Werkende armen. • Kleine zelfstandigen met een laag inkomen. • Vrouwen. • Jongeren.
Dat neemt niet weg dat enkele doelgroepen bijzondere aandacht verdienen. Dit betekent dat we in de benadering van deze groepen wellicht een iets andere werkwijze moeten kiezen of dat zij een specifieke maatregel nodig hebben. Het is dan ook passender om hier van aandachtsgroepen te spreken. Aandachtsgroepen Uit verschillende onderzoeken en uit gesprekken met professionals op het gebied van armoedebestrijding hebben we de input gekregen als het gaat om specifieke risicogroepen in Vaals. Naar aanleiding daarvan worden een aantal aandachtsgroepen voor het gemeentelijk armoedebeleid van de gemeente Vaals voorgesteld. Met nadruk spreken we van aandachtsgroepen en niet van doelgroepen. De focus ligt in feite op de hele groep van minima met een inkomen tot 110 % van het netto minimum inkomen. De volgende aandachtsgroepen worden geformuleerd: 1 2 3 4
Gezinnen met kinderen met een inkomen tot 110% van het netto minimuminkomen Jongeren en jongvolwassenen mensen zonder uitkering maar met een laag inkomen mensen waarbij sprake is van een cumulatie van problematieken
Toelichting: Ad 1 Uit de Minima Effect Rapportage is gebleken dat echtparen met twee oudere kinderen de minste bestedingsruimte hebben. Hier is als doelgroep “gezinnen met kinderen” opgenomen. De
9
gemeente Vaals hecht waarde aan de participatie van kinderen, ongeacht hun leeftijd of gezinssituatie. Vandaar dat “gezinnen met kinderen” hier als aparte doelgroep zijn genoemd. Ad 2 Uit gesprekken met professionals is gebleken dat jongeren een specifieke risicocategorie vormen als het gaat om problematische schulden. Voor hen zijn de verleidingen van een levenspatroon dat ze zich niet kunnen veroorloven vaak te groot. Leerlingen op de middelbare school hebben soms al enkele honderden euro’s schuld omdat ze teveel mobiel gebeld hebben, bijvoorbeeld. Jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar komen veelal in de problemen als ze voor het eerst op zichzelf gaan wonen en de woonruimte gaan inrichten. De doelgroep jongeren is daarom expliciet als doelgroep meegenomen. Omdat ze soms al schulden hebben, maar ook omdat we nog kunnen voorkomen dat ze problematische schulden opdoen. Ad 3 Deze groep mensen is een specifieke risicocategorie als het gaat om het niet-gebruik van regelingen. Binnen deze groep zien we ook een grote groep ouderen met onvolledige AOW. Soms maken zij gebruik van de mogelijkheden die de bijstand biedt, maar lang niet altijd. Ad 4 Deze groep behoeft specifieke aandacht als het gaat om het afstemmen van de hulpverlenende interventies vanuit de verschillende disciplines.
10
4
Acties
Zoals gezegd vergen de complexiteit van het probleem en van de aanpak ervan een aanpak over meerdere jaren. We willen immers duurzame oplossingen, een structurele aanpak. Maar dat neemt niet weg dat op de korte termijn acties ondernomen kunnen worden die de eerste nood wegnemen. Per actie wordt beschreven wat de actie inhoudt, welke prestatie we daarvoor leveren en wat het effect is van die prestatie. Ook wordt aangegeven wie de prestatie levert: in sommige gevallen zijn wij als gemeente immers niet de uitvoerder, maar de regievoerder. Dit wordt per actie verduidelijkt. Het feit dat wij niet overal zelf als uitvoerder aan zet zijn, zegt iets over de mate waarin we zaken kunnen beïnvloeden. In de kadernota is al aangegeven dat we op een aantal zaken geen invloed kunnen uitoefenen door er zelf beleid op uit te voeren. Maar ook de benodigde samenwerking met anderen. Per actie wordt ook aangegeven wat we aan menskracht en middelen beschikbaar moeten stellen om het gewenste effect te kunnen bereiken en of het structurele of incidentele input betreft. Daarbij is het belangrijk zich te realisren dat externe factoren, waar we zelf geen invloed op kunnen uitoefenen, het succes van de actie kunnen bepalen. Daarom is bij iedere actie de mate van beïnvloedbaarheid aangegeven met de classificaties hoog, gemiddeld en laag bereiken. De acties zijn gesplitst in korte-termijnacties en lange-termijnacties. De korte-termijnacties zijn deels randvoorwaardelijk, deels bedoeld om de eerste knelpunten aan te pakken en de eerste nood te verlichten. Medio 2009 moeten ze geïmplementeerd zijn en kunnen we met de lange-termijnacties aan de slag. Korte termijn Start:
start derde kwartaal 2008
Lange termijn Start:
einde tweede kwartaal 2009
Wat doen we al en zetten we voort? 1
2
3
4
5
6
Vrijstelling gemeentelijke belastingen Minima met een inkomen tot 100% van de bijstandsnorm en een vermogen dat het vermogen dat het uit de belastingwetgeving voortvloeiende vrij te laten vermogen niet overschrijdt, kunnen in aanmerking komen voor vrijstelling van de rioolrechten en de afvalstoffenheffing. Bijzondere bijstand voor buitengewone uitgaven Minima die extra, onvoorziene uitgaven moeten doen, kunnen bij Pentasz een aanvraag voor bijzondere bijstand doen. In 2007 zijn 135 aanvragen bijzondere bijstand aan Vaalsenaren toegekend Collectieve ziektekostenverzekering Mensen met een inkomen tot 110 % van de bijstandsnorm kunnen deelnemen aan de collectieve ziektekostenverzekering. Door deelname aan dit collectief dalen de kosten van de zorgpremie. Schuldhulpverlening De kredietbank Limburg voert schuldhulpverleningstrajecten uit, zowel de minnelijke ( de schuldenaar wordt ondersteund in het afspreken van een betalingsregeling met zijn schuldeisers) als de wettelijke (via schuldsanering). Uitvoeringsoverleg schulden Pentasz, Trajekt en de Kredietbank Limburg hebben periodiek afstemmingsoverleg ten aanzien van klanten met problematische schulden om het best passende hulpverleningsaanbod te kunnen doen. Budgetteringscursussen Zowel Trajekt als Pentasz/Kredietbank bieden budgetteringscursussen aan. Bij Trajekt gaat
11
7
het om het zogeheten klapperproject. In deze kostenloze cursus leren mensen belangrijke gegevens en papieren te herkennen en te ordenen en worden mensen attent gemaakt op ondersteunende regelingen. Aanmelding geschiedt via het maatschappelijk werk. Pentasz/Kredietbank bieden de cursus “omgaan met financiën” aan. Deze cursus kan verplicht worden gesteld als er een schuldhulpverleningsinterventie heeft plaatsgevonden. Fonds sociale en culturele activiteiten Het fonds sociale en culturele activiteiten van Pentasz biedt een tegenmoetkoming in de kosten van activiteiten aan personen met een inkomen tot 105 % van de bijstandsnorm. Het fonds wordt in gewijzigde vorm voortgezet; zie hiervoor actie 1.
Acties op de korte termijn 1
Het herzien van het pakket aan inkomensondersteunende maatregelen Omschrijving Toename deelname aan het maatschappelijk verkeer van minima door het verstrekken van een vergoeding voor contributies en abonnementen. Het verbeteren van de onderwijskansen van middelbare scholieren uit de doelgroep minima door het instellen van een schoolkostenfonds. Hoofdactor: Gemeente Vaals (na implementatie: Pentasz) Samenwerkingspartners Pentasz, Sophianum, gemeente Gulpen-Wittem
Actie
a
b
Per 01-01-2009 is het herziene participatiefonds van kracht
Per 01-07-2008 is het schoolkostenfonds van kracht
Prestatie In 2009 en 2010 maakt minimaal 50 % van de personen uit een risicogroep gebruik van het participatiefonds.
Effect a
In schooljaar 2008-2009 en 2009-2010 maakt minimaal 50 % van de scholieren uit een risicogroep gebruik van het schoolkostenfonds.
a
b
De participatiegraa d neemt toe Mensen hebben netto meer te besteden
De participatiegraa d aan schoolactiviteit en neemt toe Mensen hebben netto meer te besteden
b
12
invloed middel
Input Maximaal € 60.000,00 per jaar Geschat op basis van gebruik: €30.000,00 per jaar (27.500,00 staat al op de begroting van Pentasz) Pentasz voert de regeling uit.
Str / inc. Incidenteel (2009 en 2010, daarna evaluatie en mogelijk structureel)
middel
Maximaal 62.000,00 per (school-) jaar. Geschat op basis van gebruik: € 31.000,00 per (school-) jaar. Pentasz voert de regeling uit
Incidenteel (2008-2009, 2009-2010, daarna evaluatie en mogelijk structureel)
2
Actie a
b
c
Het verbeteren van de voorlichting over inkomensondersteunende maatregelen Omschrijving Het succes van beleid op het gebied van het voorkomen en bestrijden van armoede valt met een goede communicatie. Actieve en laagdrempelige communicatie over lokale en landelijke inkomensondersteunende regelingen kan een bijdrage leveren aan het succes van de regelingen. Middels het WMO-loket kan tevens outreachend gewerkt worden. Hoofdactor Gemeente Vaals Samenwerkingspartners Pentasz, Kredietbank, Trajekt Prestatie Per 01-10-2008 staat informatie over armoedebeleid duidelijk op de gemeentelijke website, op de site van de samenwerkingspartners ( www.pasopjegeld.nl) en wordt periodiek bericht in het Vaalser weekblad
Effect a
Het vormen van een netwerk voorlichting; inventarisatie voorlichtingsmateriaal, het in kaart brengen van witte vlekken.
Per 01-01-2009 is het netwerk operationeel
a
Het Wmo loket doorontwikkelen tot een integraal loket wonen, welzijn, zorg en inkomen.
Burgers van Vaals worden via het integraal loket geïnformeerd over inkomensvragen en waar nodig sluitend doorverwezen
Per 01-10-2008 voeren we een communicatieplan uit: op relevante momenten wordt gecommuniceerd over landelijke en lokale inkomensondersteunen de regelingen
b c
b
a
b c d
3
Betere bekendheid regelingen Afname nietgebruik Verbetering voorlichting langs gemeentelijke kanalen over landelijke en lokale armoederegeli ngen en schuldhulpverl ening Kennis van het onderlinge aanbod Basis voor afstemmen aanbod en mogelijk samen ontwikkelen van materialen Integraal aanbod aan kwetsbare burgers Betere bekendheid regelingen Vroegtijdige interventie en preventie Afname nietgebruik
invloed middel
Input Deze actie uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen.
Str./ inc. Structureel
middel
Deze actie wordt uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen.
Structureel, afnemende intensiteit
Middel
Hiervoor wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma WMO
Hiervoor wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma WMO
Afsluiten convenant “kinderen doen mee” Omschrijving Het rijk stort middelen ter voorkoming en bestrijding van armoede bij kinderen in het gemeentefonds. Het betreft dus niet-geoormerkte middelen. Door een convenant af te sluiten kan de gemeente alsnog een bestemming geven aan deze middelen. In dit convenant wordt, naast het formuleren van de politieke ambitie, een aantal afspraken gemaakt over de inzet van de gemeente, de inzet vanuit het ministerie van Sociale
13
Hoofdactor Samenwerkingspartners
Zaken en Werkgelegenheid, het meten van effecten en het delen van kennis. Gemeente Vaals Pentasz, Trajekt
14
Actie a
Op 01-01-2009 is het convenant getekend
4
Actie a
Effect a b
c
d
Afspraken en intenties zijn vastgelegd Meerjarig zijn middelen beschikbaar voor armoedebeleid Ruimte voor lokaal beleid wordt optimaal benut Basis voor lange termijn actie 10a
invloed hoog
Input Deze actie wordt uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen. Waar mogelijk cofinanciering vanuit programma provincie
Str./ inc.
Haalbaarheidsonderzoek overdracht 65-plussers aan sociale verzekeringsbank SVB Omschrijving De WWB is naast een tijdelijk inkomensondersteunend middel voor mensen op weg naar werk ook het laatste vangnet in het sociale zekerheidsstelsel. Zodoende maken ook mensen gebruik van de WWB voor wie de kans op uitstroom nihil is, onder wie 65-plussers met een onvolledige AOW. De SVB, die de (onvolledige) pensioenen uitbetaalt, biedt aan deze taak van de gemeenten over te nemen. Voordeel zou zijn dat dit leidt tot administratieve lastenverlichting voor de burger en meer 65 plussers met onvolledige AOW die gebruik maken van hun recht op aanvullende bijstand. Onderzocht moet worden of de voordelen van overdracht de nadelen overstijgen en of overdracht een optie is voor de gemeente Vaals Hoofdactor Pentasz Samenwerkingspartners Gemeente Vaals, SVB, andere Pentaszgemeenten
Op 01-01-2009 is helder of de overdracht naar de SVB van bijstand aan 65-plussers zonder volledige AOW een optie is voor Vaals en wat de sociaalmaatschappelijke, financiële en organisatorische consequenties zijn van zowel overdracht als handhaving van de huidige werkwijze
5
Prestatie a Opstellen convenanttekst b Alle middelen die binnenkomen voor armoedebestrij ding en schuldhulpverl ening worden ingezet voor dat doel. c Onderzoek koppeling aan programma provincie
Prestatie Voorstel voor werkwijze 65-plussers zonder volledige AOW
Armoedemonitor Omschrijving
Effect Meer 65-plussers maken gebruik van de mogelijkheden tot aanvulling van onvolledige AOW
invloed middel
Input Deze actie wordt uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen. Over kosten naar aanleiding van eventuele vervolgstapp en wordt in de BURAP bericht.
Str./ inc.
Om de mensen met een laag inkomen op te sporen wil Pentasz graag nader inzicht in hoe de doelgroep van het armoedebeleid er uit ziet. KWIZ is gevraagd een offerte uit te brengen. In deze
15
Hoofdactor Samenwerkingspartners Actie Op 01-01-2009 beschikt Vaals over een betrouwbare armoedemonitor.
offerte staan de volgende (onderzoeks)vragen centraal: wat is de omvang en samenstelling van de klant- en doelgroep voor het armoedebeleid; hoe groot is het bereik van de verschillende regelingen; - hoe ziet de groep niet-gebruikers van de regelingen eruit; - maak een adressenbestand van de minima. Pentasz Gemeenten Vaals, Eijsden, Meerssen, Margraten, Gulpen-Wittem, Belastingdienst, Woningstichtingen
Prestatie Uitvoering bestandsanalyse en bestandenkoppeling door bureau KWIZ
Effect a
b
6
invloed Laag
Input Pentasz voert uit. De kosten worden gedekt vanuit de begroting van Pentasz.
Str./ inc.
Eenmalige waarderingssubsidie Voedselbank Omschrijving In het verleden maakten ongeveer 5 tot 10 personen uit Vaals gebruik van de voedselbank. Dit aantal is te klein voor vestiging van een voedselbank in Vaals. Niettemin voorziet de Voedselbank dus in een behoefte van een kleine groep mensen uit Vaals. Hoofdactor Gemeente Vaals
Actie
a
Inzicht in relevante gegevens macro: harde(re) cijfers Inzicht in relevante gegevens micro: aanschrijfbesta nd
Op 01-01-2009 heeft de gemeente Vaals een eenmalige waarderingssubsidie beschikbaar gesteld aan de voedselbank ter hoogte van € 3.500,00
Prestatie a Beschikking
Effect
a
Waardering voor de voedselbank, waar circa 5 tot 10 personen uit Vaals gebruik van maken/maakte n.
invloed Hoog
Input Deze actie wordt uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit.
Str./ inc. Incidenteel
€ 3.500,00
Lange termijn 7
Armoede een maatschapppelijk thema Omschrijving Met deze actie wordt een basis gelegd voor samenwerking en afstemming van werkwijzen. Doel is dat men zich er breed van bewust wordt dat armoede niet alleen een individueel maar ook een maatschappelijk probleem is dat we samen kunnen aanpakken en oplossen. Hoofdactor Gemeente Vaals Samenwerkingspartners Pentasz, Trajekt, Kredietbank, Woningstichting, GWL-leveranciers, GGD (vangnet), intermediairs.
16
Actie a
Gesprekken met de doelgroep, de professionals, de organisaties en de diverse beleidssectoren van de gemeente over elkaars rollen, taakopvattingen, verwachtingen over en weer, en samenwerking
8
Actie a
Effect a b
kennis van elkaars kennis, kunde en taak basis voor samenwerking
invloed hoog
Input Deze actie wordt vooralsnog uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen. Indien bijstelling noodzakelijk is, wordt hierover bericht in de Burap.
Str./ inc. Incidentele inzet, structureel effect
samenwerkingsverbanden aangaan Omschrijving Na in het voorgaande actiepunt een basis te hebben gelegd, wordt met deze actie overgegaan tot het maken van daadwerkelijke afspraken. Hoofdactor Gemeente Vaals Samenwerkingspartners Pentasz, Trajekt, Kredietbank, Woningstichting, GWLleveranciers, GGD (vangnet)
In 2011 zijn afspraken gemaakt met verschillende maatschappelijke organisaties over het vroeg signaleren van problematische betaalachterstanden en verwante sociaalmaatschappelijke problemen
9
Prestatie Gesprekscyclus
Prestatie a Convenant b netwerk waarbinnen op deze signalen actie kan worden uitgezet c 1 uniforme werkwijze met verschillende instanties.
participatie bevorderen Omschrjiving
Effect a
Eerder zicht op betaalachtersta nden; minder uithuiszettinge n en afsluitingen
invloed Middel / laag
Input Deze actie wordt vooralsnog uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen. Indien bijstelling noodzakelijk is, wordt hierover bericht in de Burap.
Str./ inc. Incidentele inzet, structureel effect
De armoedeval vormt soms een belemmering voor mensen om (meer) te gaan werken of om over te stappen naar een andere baan met meer perspectief. Ons streven is er niettemin op gericht om zo veel mogelijk mensen via betaalde arbeid duurzaam een eigen inkomen te laten verwerven en onafhankelijk te zijn van financiële ondersteuning door de lokale overheid. Door de belemmering van de armoedeval weg te nemen willen we de arbeidsparticipatie doen toenemen. Ook mensen die niet aan het werk kunnen, kunnen een waardevolle bijdrage aan de maatschappij leveren door het doen van vrijwilligerswerk. In het jaarplan WMO is als doelstelling opgenomen een toename van het aantal actieve vrijwilligers. Deze doelstelling is hier als participatiedoelstelling overgeno-
17
men. Hoofdactor Samenwerkingspartners Actie a
b
In 2011 is een plan van aanpak armoedeval operationeel.
In 2011is een aanpak vrijwilligerswerk operationeel die meer mensen in staat stelt vrijwilligerswerk te doen.
Prestatie a Onderzoek naar mogelijke maatregelen ter voorkoming van de armoedeval. b Operationaliser ing van de meest geschikte maatregelen
Effect Toename van de arbeidsparticipatie door het afnemen van de armoedeval
invloed Laag
Hiervoor wordt verwezen naar het uitvoerings-programma WMO
Hiervoor wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma WMO
Middel
10 preventie Omschrijving
Hoofdactor Samenwerkingspartners Actie a
b
Specifieke maatregelen voor jongeren
Budgetbeheercursussen breed beschikbaar
Gemeente Vaals Pentasz, Trajekt Input Deze actie wordt vooralsnog uitgevoerd binnen de bestaande capaciteit en middelen. Indien bijstelling noodzakelijk is, wordt hierover bericht in de Burap. Hiervoor wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma WMO
Str./ inc. Incidentele inzet, structureel effect
Hiervoor wordt verwezen naar het uitvoeringsprogramma WMO
Preventie richt zich op twee groepen. Enerzijds op jongeren, anderzijds op mensen met een budgetteringsprobleem. Voor jongeren geldt dat we instrumenten inzetten die problematische betaalachterstanden voorkomen, leren budgetteren, bewust maken van de waarde van geld, maar ook die moeten voorkomen dat jongeren door voortijdige schooluitval tot een risicocategorie gaan behoren. Door budgetteringscursussen breed beschikbaar en makkelijk toegankelijk te maken, willen we mensen die met een plotselinge inkomensterugval te maken hebben en mensen die een budgetteringsprobleem hebben, in staat stellen rond te komen met minder. Gemeente Vaals Pentasz, Trajekt, Kredietbank, Woningstichting, GWLleveranciers
Prestatie In 2011 is er een preventief programma dat armoede bij jongeren tot 23 jaar voorkomt en bestrijdt
Effect Minder jongeren in een armoedesituatie
invloed Middel
PM
PM
PM
18
Input In de tweede BURAP van 2009 worden prestaties, effect en benodigde input in menskracht en middelen verwerkt In de tweede BURAP van 2009 worden prestaties, effect en
Str./ inc. PM
PM
benodigde input in menskracht en middelen verwerkt
19
5
toetsing en evaluatie
Inhoudelijke doelstellingen Inwoners met een laag inkomen hebben netto meer te besteden om te voorzien in een aanvaardbaar materieel en immaterieel levenspatroon. Inwoners met een laag inkomen besteden hun inkomen verstandiger om te voorzien in een aanvaardbaar materieel en immaterieel levenspatroon (vergroting van de competenties). De participatiegraad van niet participerende groepen die in (im-) materiële armoede leven is verhoogd (met evenwicht in maatschappelijke rollen, en met waardering voor alle vormen van participatie). Minder personen uit kwetsbare groepen die een verhoogd risico hebben op (im-) materiële armoede vervallen daadwerkelijk tot een toestand van armoede. Het aantal personen dat tot een kwetsbare groep met een verhoogd risico op (im-)materiële armoede neemt af.
Bijbehorende acties Korte termijn actie 1,4 Lange termijn actie 8,9 Korte termijn actie 2 Lange termijn actie 10
Procesdoelstellingen
Bijbehorende acties
Minder personen die een beroep doen op inkomensondersteuning komen in financiële problemen door lange doorlooptijden. De werkprocessen van verschillende instellingen die zich bezig houden met inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bestrijden van (im-) materiële armoede zijn op elkaar afgestemd. De verschillende instellingen die zich bezig houden met inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en het bestrijden van (im-) materiële armoede werken, op basis van een convenant, samen op beleidsen op klantniveau.
Lange termijn actie 7, 8
Korte termijn actie 1,3 Lange termijn actie 8,9 Korte termijn actie 5 Lange termijn actie 8 Lange termijn actie 9,10
Korte termijn actie 2 Lange termijn actie 7,8 Korte termijn actie 2 Lange termijn actie 7,8
Evaluatie Voortgangscontrole en bijstelling vindt halfjaarlijks via de BURAP plaats. In voorkomende gevallen wordt de raad apart geïnformeerd. Herziening is gepland voor het najaar van 2011 (nieuwe beleidsperiode).
20