2
Inhoudsopgave Leeswijzer.............................................................................................................................. 7 Inleiding ............................................................................................................................... 11
Financieel kader en financiële begroting Effecten bestuursrapportages 2014 op meerjarenraming (1) ............................................... 14 Financiële uitgangspunten (2) .............................................................................................. 16 Tabel meerjarenraming (3) .................................................................................................. 22 Toelichting op de meerjarenraming (4) ................................................................................ 23 Incidentele baten en lasten (5) ............................................................................................. 28 Toelichting reserves en voorzieningen (6)............................................................................ 29 Kredieten (7) ........................................................................................................................ 32 Recapitulatie van de programma’s in geld (8) ...................................................................... 36
Beleidsbegroting; programma's Portefeuillehouderverdeling - programma’s.......................................................................... 41 Openbaar bestuur (1)........................................................................................................... 43 Integrale veiligheid (2).......................................................................................................... 48 Ruimtelijke ordening en stedenbouw (3) .............................................................................. 51 Verkeer en wegen (4) .......................................................................................................... 58 Water en riolering (5) ........................................................................................................... 62 Sport (6)............................................................................................................................... 65 Kunst en cultuur (7) ............................................................................................................. 69 Milieu (8) .............................................................................................................................. 74 Maatschappelijke ondersteuning (9) .................................................................................... 77 Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10) .......................................... 86 Middelen (11) ....................................................................................................................... 92 Sociale zaken en uitstroombevordering (12) ........................................................................ 98 Jeugd (13) ......................................................................................................................... 103 Onderwijs (14) ................................................................................................................... 110 Economische zaken (15) ................................................................................................... 114 Inrichting en beheer openbare ruimte (16) ......................................................................... 119 Volkshuisvesting (17) ......................................................................................................... 125 Afvalbeheer (18) ................................................................................................................ 128 Stedelijke ontwikkeling (19)................................................................................................ 132
Beleidsbegroting; paragrafen Inleiding paragrafen ........................................................................................................... 153 Weerstandsvermogen en risicobeheersing (1) ................................................................... 154 Bedrijfsvoering (2).............................................................................................................. 160 Onderhoud kapitaalgoederen (3) ....................................................................................... 164 Financiering (4) .................................................................................................................. 167 Lokale heffingen (5) ........................................................................................................... 172 Verbonden partijen (6) ....................................................................................................... 177 Grondbeleid (7) .................................................................................................................. 190 Decentralisaties (8) ............................................................................................................ 192
Bijlagen EMU saldo (1) .................................................................................................................... 196 Kerngegevens Beverwijk (2) .............................................................................................. 197 Verklaring afkortingen (3) …………………………………………………………………………202
3
4
5
6
Leeswijzer De Wet dualisering gemeentebestuur (2002) heeft geleid tot een begrotingsopzet die de raad beter ondersteunt in zijn kaderstellende en controlerende taak. Deze begrotingsopzet staat voorgeschreven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) Een duale begroting kent een programmabegroting en een productenbegroting. - In dit boek treft u de programmabegroting aan, dit is het document waarin de gemeenteraad de doelen, beleid, prestaties en de daarbij behorende budgetten (middelen) vaststelt. Gemeenten zijn verplicht een programmabegroting op te stellen, maar zijn vrij om zelf hun programma’s samen te stellen. - In samenhang met de programmabegroting stelt het college een productenbegroting op. Deze productenbegroting ondersteunt het college bij het realiseren van de prestaties en de aansturing van het ambtelijke apparaat.
Onderdelen van de programmabegroting Meerjarenraming Het eerste onderdeel van dit boek is de meerjarenraming 2015-2018. De totale lasten en baten en eventuele reservemutaties per programma zijn gebaseerd op de meerjarenraming. Dit is per programma in een overzicht weergegeven. Volgens de voorschriften van het BBV resulteert dit in een saldo voor bestemming voor alle programma’s totaal. Ook worden de mutaties op de reserves gepresenteerd. Na verrekening van de mutaties leidt dit tot een saldo na bestemming. In de raadsvergadering van 7 november 2013 heeft de raad de programmabegroting 2014 en de meerjarenraming 2014-2017 (MJR) behandeld en vastgesteld. Het startpunt voor de MJR 2015-2018 is de vastgestelde MJR 2014-2017 inclusief de structurele doorwerking van de 1e en 2e bestuursrapportage 2014. Het college zorgt ook voor actualisatie van het meerjaren investeringsprogramma grote projecten op basis van de het meerjarenperspectief grondexploitaties. Het college informeert de raad over de voortgang van de projecten middels de rapportage grote projecten. Het meerjarenperspectief grondexploitaties 2014 is reeds aan de raad aangeboden. De financiële gevolgen van dit meerjaren investeringsprogramma zijn, vooruitlopend op besluitvorming door de raad op 2 oktober 2014, in de 2e bestuursrapportage 2014 verwerkt. De voorgestelde verwerking heeft effect op de exploitatie en op de bestemmingsreserve grondexploitaties. Programma’s Onder invloed van aanbevelingen van de raad, college, accountant, provincie en door wetswijzigingen is deze programmabegroting verder doorontwikkeld. De 19 programma’s zijn smart beschreven en verwijzen zoveel mogelijk naar vastgesteld beleid, nota’s, besluiten en wetgeving. Ook de effecten van de bezuinigingen zijn verwerkt. In deze programmabegroting is o.a. extra aandacht geschonken aan het verhogen van de informatiewaarde en leesbaarheid. Om die reden zijn er meer tabellen, grafieken en illustraties toegevoegd. De programmabegroting 2015 is uitgebreid met een overzicht van de portefeuilles van het college gekoppeld aan de programma’s.
7
Voor een aantal programma’s zijn in overleg met het college de doelstellingen geactualiseerd, dit betreft programma’s: - Openbaar bestuur (1): 5 nieuwe doelstellingen - Integrale veiligheid (2); 3 nieuwe doelstellingen - Maatschappelijke ondersteuning (9); nieuwe doelstellingen in verband met decentralisaties - Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10); nieuwe doelstellingen in verband met decentralisaties - Sociale zaken en uitstroombevordering (12); nieuwe doelstellingen in verband met decentralisaties - Jeugd (13); nieuwe doelstellingen in verband met decentralisaties - Economische Zaken (15); uitgebreid met 2 doelstellingen De programma’s zijn beschreven volgens een vaste indeling, deze bestaat uit 3 onderdelen: 1. Algemeen - Programmadoelstelling; te bereiken maatschappelijke effecten op programmaniveau, het beoogde gevolg - Context en achtergrond; waar staat Beverwijk met dit programma, actuele ontwikkelingen (lokaal, regionaal en landelijk), en invloed mogelijke exogene factoren - Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving; naam en eventueel registratienummer. - Overzicht actiepunten uit het collegeprogramma met verwijzing naar de betreffende doelstelling(en); dit betreft het nieuwe collegeprogramma 2014-2018. Voor deze programmabegroting is een selectie toegepast, alleen de actiepunten die betrekking hebben op 2015 zijn verwerkt. - Het onderdeel collegeprogramma is eenvoudig te herkennen aan het logo. - Bezuinigingen; effecten reeds vastgestelde bezuinigingen dec ’11 besluit raad 12 juli ’12, jaarschijf 2015 en verder. 2. Doelstellingen (of deelproject) De doelstellingen zijn uitgewerkt met behulp van drie vragen: - Wat willen we bereiken?: Het maatschappelijke effecten en beoogde gevolg, inclusief besluitvorming college en raad. - Wat gaan we daarvoor doen? Alle diensten en producten die de organisatie levert met beknopte opsomming activiteiten. De resultaten zijn zo veel mogelijk ‘smart’ benoemd. - Welke producten dragen hier aan bij? Dit betreft producten uit het productboek gemeente Beverwijk. Hierin zijn o.a. de benodigde capaciteit, geld en te leveren prestaties terug te vinden. 3. Financiële tabel - Per programma is een financiële tabel opgenomen. In de tabel staan, per product, de werkelijke lasten en baten uit de jaarrekening 2013, de begroting 2014 tot en met de 2e bestuursrapportage en de raming voor de periode 2015-2018. - Onder de tabel zijn de meest in het oog springende verschillen tussen de geraamde jaren op productniveau verklaard. NB - Door de presentatie in duizendtallen kunnen in de financiële en overige tabellen afrondingsverschillen ontstaan. - Tussen de kolommen ‘rekening 2013’ en ‘begroot 2014 t/m Berap II’ zijn altijd verschillen aanwezig. De kolom 2013 betreft namelijk de realisatie en de kolom 2014 de raming. Daarnaast zijn de effecten uit de productenraming 2015 al verwerkt zodat er ook verschillen zijn tussen de kolom 2014 en de kolom begroting 2015.
8
Paragrafen De paragrafen bevatten informatie over het financiële vermogen en veerkracht van de gemeente Beverwijk, hoe de organisatie er voor staat en de samenwerkingsrelaties. - In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing staat een inventarisatie van de risico’s en het beleid dat de gemeente voert aangaande de weerstandscapaciteit en de risico’s. - Bedrijfsvoering gaat over sturing en beheersing van alle primaire en ondersteunende processen in een organisatie. Het betreft de aansturing van de organisatie, het maken van producten en verlenen van diensten en van het bepalen van beleid. - De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen geeft inzicht in de mate van onderhoud en de financiële lasten daarvan. Deze kapitaalgoederen kunnen in twee hoofdgroepen verdeeld worden; openbare ruimte (wegen, kunstwerken, groen en water) en onderhoud gebouwen. Het onderhouden van de kapitaalgoederen waarborgt de continuïteit van de voorzieningen. - Met behulp van de paragraaf financiering krijgt de raad op hoofdlijnen inzicht in de risico’s bij de financieringsfunctie en in hoe het risicobeheer effectief vorm krijgt. - De paragraaf lokale heffingen geeft de raad een betrouwbaar inzicht in inkomsten en lastendruk. - De paragraaf verbonden partijen gaat over privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente tenminste een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Verbonden partijen voeren gemeentelijke taken uit met een groot politiek belang. Ze leveren daarmee een forse bijdrage aan de realisatie van maatschappelijke doelen. De financiële informatie over verbonden partijen is nu verbeterd. Per verbonden partij is aangegeven welke risico’s hiermee (mogelijk) gelopen worden. - In de paragraaf grondbeleid is voor de raad informatie beschikbaar over; - de visie op het grondbeleid in relatie tot de doelstellingen van de programma's - de uitvoering van het grondbeleid - een actuele prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie - een onderbouwing van de geraamde winstneming - beleidsuitgangspunten voor de reserves voor grondzaken in relatie tot de risico's. - De paragraaf decentralisaties is in deze programmabegroting toegevoegd om een totaalbeeld te krijgen van de effecten van de decentralisatie. Bijlagen Het onderdeel bijlagen is uitgebreid met het EMU-saldo. Het overzicht is conform het door het CBS c.q. Bureau Kredo voorgeschreven invulmodel.
9
10
Inleiding Collegeprogramma 2014-2018 Tegelijk met het opstellen van de programmabegroting wordt door het college de laatste hand gelegd aan het nieuwe collegeprogramma voor de periode 2014-2018. In dit collegeprogramma wordt met name de belangrijke rol van inwoners, partners en collega-besturen benadrukt. Het gemeentebestuur heeft in de achterliggende periode de gevolgen van de economische crisis goed gevoeld. Er was slechts beperkt ruimte voor nieuw beleid. Projecten zijn waar mogelijk voortgezet, de financiële basis is op orde gebracht, bezuinigingsopgaven zijn succesvol uitgevoerd en er is veel voorwerk gedaan voor nieuwe taken in 2015. De komende jaren liggen er weer vele uitdagingen in het verschiet. De gemeente krijgt er nieuwe taken bij op het gebied van werk en inkomen. De decentralisaties en de economische ontwikkeling brengen echter onzekerheden met zich mee. Het college zet in op visievorming en actueel beleid om deze uitdagingen het hoofd te bieden. Het college wil nieuwe impulsen bieden die aanhaken op kansen die zich zowel landelijk, regionaal als in Beverwijk voordoen. Onze samenleving ontwikkelt zich meer tot een netwerksamenleving. De techniek en internet stelt mensen in staat om zelf en op het moment van hun keuze informatie te verkrijgen, waarvoor ze eerder afhankelijk waren van instanties. Het college biedt ruimte voor initiatieven van bewoners, ondernemers, organisaties en wijken. Ruimte voor initiatief en innovatief ondernemerschap. In de gewenste omslag past een open bestuursstijl. Dit betekent onder meer dat we als gemeente transparant zijn in ons doen en laten, dat we uitnodigend zijn waardoor mensen graag naar het stadhuis komen en dat wij zelf naar buiten gaan. Het college werkt de komende vier jaar aan een langetermijnvisie voor de Beverwijk en een IJmondiale bestuursagenda. De sterke kanten van Beverwijk worden uitgewerkt in een cultuurvisie, toerisme/recreatiebeleid en een stadsvisie/structuurvisie. Decentralisaties Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over van de Rijksoverheid. Dit heet ook wel decentralisatie. Gemeenten zitten het dichtst bij de inwoners en kunnen deze zorg, zoals de Rijksoverheid aangeeft, effectiever, met minder bureaucratie en goedkoper leveren. Het kabinet neemt een aantal maatregelen zodat gemeenten hun nieuwe taken goed kunnen uitvoeren. De geldstromen vanuit het Rijk voor de taken in het sociaal domein worden eenvoudiger en eenduidiger ingericht. Gemeenten krijgen uiteindelijk 1 budget om de participatie in de maatschappij te bevorderen. De effecten van deze decentralisatie, voor zover die in augustus 2014 bij het college van de gemeente Beverwijk bekend zijn, zijn opgenomen in de extra toegevoegde paragraaf decentralisaties. In deze paragraaf staan de nieuwe dan wel gewijzigde taken in het sociaal domein, de programma’s die een relatie hebben met de decentralisaties en financiële aandachtspunten. Ontwikkelingen programmabegroting De raad heeft op 3 juli 2014 een motie aangenomen over de jaarstukken en de programmabegroting. In deze motie geeft de raad aan dat ze in de programmabegroting meer meetbare en controleerbare maatschappelijke doelen wil formuleren. Het college gaat hierover in overleg met de auditcommissie en de raad om er voor te zorgen dat de raad de P&C cyclus beter kan inzetten voor sturing op de inhoud van het beleid. Het college presenteert hiervoor in de aanloop naar de start van het proces van de programmabegroting 2016 een uitgewerkt plan. In dit plan worden tevens voorbeelden van programmabegrotingen en jaarstukken van andere gemeenten betrokken alsmede aanbevelingen uit het rapport van de adviescommissie VNG voor vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten. 11
I
12
13
Effecten bestuursrapportages 2014 op meerjarenraming (1) De gevolgen van de 1e en 2e bestuursrapportage 2014 voor de begrotingsjaren 2015 tot en met 2018 (doorwerking structurele wijzigingen) zijn in de hierna volgende tabellen weergegeven. Voor toelichting op de onderdelen wordt verwezen naar de 1e bestuursrapportage 2014 en de voorliggende 2e bestuursrapportage 2014 Vastgestelde mutaties bij de 1e bestuursrapportage 2014 (INT-14-11440)
Nr.
Progr
Saldo begroting conform meerjarenraming 2014-2017
begroting begroting begroting begroting 2014 2015 2016 2017 8.000 318.242 1.612.749 2.094.345
Reeds verwerkte begrotingswijzigingen 1 1 2 2 2
1 11 8 10 11
BW BW BW BW BW
1-2014 Verlaging restant uitgavenstelpost dualiseringskorting (IN-13-06431) 1-2014 Verschil geraamde algemene uitkering en sept. Circ. 2013 (IN-13-06431) 2-2014 Taken op het gebied van VTH bij provinciale inrichtingen (IN-14-08566) 2-2014 Intensivering armoedebeleid (IN-14-08566) 2-2014 Verschil september circulaire en december circulaire 2013 (IN-14-08566)
Saldo begroting na verwerking 1e en 2e begrotingswijziging 2014
0 107.056 -62.000 -175.000 247.230
-54.847 -677.248 -62.000 -229.000 579.668
-49.314 -1.035.468 -62.000 -229.000 593.376
-43.940 -1.209.918 -62.000 -229.000 633.790
125.286
-125.185
830.343
1.183.277
125.286
-125.185
830.343
1.183.277
144.171 -8.490
-8.490
-8.490
-8.490
-54.818 -25.155
-54.818
-54.818
-50.000 -30.000
80.000 -30.000
0 -30.000
-68.000 -13.110 -102.620
-5.600
-5.600
-5.600
102.620
5.600
5.600
5.600
-11.000 -1.680 -6.099 -19.000
-11.000 -10.680 -6.099 -19.000 -50.000
-11.000 -1.430 -6.099 -19.000 -50.000
-68.000 18.474 37.069 -30.000 -100.000
-100.000
-100.000
-100.000
-62.000 -20.000
-62.000 -20.000
-62.000
-62.000
-535.331
-388.242
-272.087
-342.837
2.309.632 -535.331
0 -388.242
0 -272.087
0 -342.837
-410.045
-513.427
558.256
840.440
Nog te verwerken voorstel resultaatbestemming jaarrekening 2013 (IN-14-10940) 3 3 3 3
diverse diverse 11 4
BW 3-2014 Onttrekking algemene reserve ivm resultaatbestemming 2013 BW 3-2014 Ramen lasten mbt aanvragen tot budgetoverheveling BW3-2014 Storten in de voorziening proceskosten bezuinigingen BW3-2014 Kosten OD1
Saldo begroting na verwerking 1e tm 3e begrotingswijziging 2014
1.098.371 -783.371 -300.000 -15.000
Mutaties 1e bestuursrapportage 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15A 15B 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
diverse Bijstellen kapitaallasten diverse Hogere onderhoudslasten beheersysteem GBI Extra lasten dienstverleningsovereenkomst HVC door meer huisaansluitingen en diverse afwijkende indexering 1 Kosten raadsbesluit Kansenonderzoek IJmondgemeenten (INT-13-06740) 1 Aanpassen wachtgeldregeling oud-wethouders 1 Hogere lasten verkiezingen 3 Kosten groot onderhoud stadhuis 3 Nadeel omgevingsvergunningen 3 Juridische kosten ivm beroep en hoger beroep aanslagoplegging leges Meerplein Conform collegevoorstel (C-14-01112) vervolg te geven aan de door de VRK opgestelde 3 controlerapporten 4 Advocaatkosten strafrechtelijk ongeval fietstunnel 4 Eenmalige en structurele lasten digitale parkeervergunningen Dekking eenmalige en structurele lasten digitale parkeervergunningen uit de 4 egalisatiereserve parkeren Uitbreiding parkeerterrein Wijckerpoort en doorvoeren aanpassingen tegen 4 wateroverlast. 6 Repareren van achterstalligheid: hogere OZB lasten sportaccomodaties 6 Haalbaarheidsonderzoek naar en implementatie van de buurtsportcoaches 7 Subsidie aan de bibliotheek aanpassen ivm afwijkende indexering 9 Extra kosten dierenwelzijn 11 Huur Microsoft licenties 11 Hogere lasten oninbare belastingdebiteuren 11 Hogere ontvangsten BNG dividend 11 Renteresultaat (incl uitzetten geldlening) 11 Juridische kosten ivm opleggen van precario op kabels en leidingen 12 Hogere lasten uitstroombevordering Repareren van achterstalligheid: hogere OZB en verzekeringslasten 14 onderwijsaccommodaties 15 Incidentele onderhoudslasten kades
Subtotaal mutaties 1e bestuursrapporage
-54.818 -25.155 58.000 -100.000 -30.000 -155.000 -15.000
-21.443 -11.000 -4.930 -6.099
Mutaties algemene reserve 29A 29B 30A 30B 30C 31 32
33
3 Extra eenmalige vastgoedopbrengsten 3 Extra eenmalige vastgoedkosten 3 Verkoop grond Wijk aan Duinerweg tbv realisatie woningen door woningcorparatie Afboeken boekwaarde Wijk aan Duinerweg tbv realisatie woningen door 3 woningcorparatie 4 Aanpassingen openbare ruimte door ontwikkeling aan de Wijk aan Duinerweg 4+19 Afsluiten project westelijke randweg en Groen- en waterplan 19 Uitkering fondsen Broekpolder als gevolg van afspraken bij verlengingsovereenkomst
divers Subtotaal toevoegen aan algemene reserve Totaal mutaties 1e bestuursrapportage
Saldo begroting 2014 e.v. na 1e bestuursrapportage
14
547.500 -208.250 345.600 -138.700 -189.000 212.482 1.740.000
Voorgestelde mutaties bij de 2e bestuursrapportage 2014
Nr.
Progr
Saldo begroting 2014 e.v. na 1e berap zoals vastgesteld door Raad op 3 juli 2014
begroting begroting begroting begroting 2014 2015 2016 2017 -410.045 -513.427 558.256 840.440
Verwerking meicirculaire 2014: 1A 1B 1C 1D 1E 1F 1G 1H 1I 1J 1K 1L 1M
11 14 12 12 12 9 10 13 13 10 13 11 14
Verwerking meicirculaire: hogere algemene uitkering Verwerking meicirculaire: Aframen buitenonderhoud onderwijs Verwerking meicirculaire: Maatregelen Wet Werk en Bijstand Verwerking meicirculaire: Individuele studietoeslag Verwerking meicirculaire: Uitvoeringskosten participatiewet Verwerking meicirculaire: Mantelzorg Verwerking meicirculaire: Wet maatschappelijke ondersteuning Verwerking meicirculaire: Centra voor jeugd en gezin Verwerking meicirculaire: Invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg Verwerking meicirculaire: Decentralisatie Wmo 2015 Verwerking meicirculaire: Decentralisatie Jeugdzorg Verwerking meicirculaire: Voorgezet onderwijs vergoeding Verwerking meicirculaire: Kapitaallasten krediet basisscholen
Subtotaal mutaties vanuit de verwerking van de meicirculaire: Saldo begroting na verwerking meicirculaire
652.312 0 -13.000 0 0 -16.000 -92.232 -7.497 -73.698 0 0 -48.439 0
11.026.396 148.777 0 -13.000 -7.000 0 1.234.027 -7.497 0 -4.453.263 -7.849.301 -107.347 0
12.150.644 148.777 0 -41.000 -24.000 0 1.234.027 -7.497 0 -4.665.956 -7.737.690 -108.254 -27.060
11.881.315 148.777 0 -68.000 -42.000 0 1.234.027 -7.497 0 -4.536.327 -7.475.912 -111.873 -26.322
401.446
-28.208
921.991
996.188
-8.599
-541.635
1.480.247
1.836.628
-61.500 -45.500 -40.000 135.000 71.000 100.000 40.000 -147.661 305.000 70.000 -120.000
8.000 -24.000
8.000
8.000
Incidentele mutaties 2e bestuursrapportage 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
diverse 1 2 4 4 10 11 11 11 11 11 13 16
Clusteren welzijnsvoorzieningen Wijk aan Zee (INT-14-11326) Vervanging burgemeester en aanvullende advieskosten vervanging burgemeester Budget preventie- en handhavingsplan Alcohol 2014-2016 (INT-14-10255) Subsidie projecten Oosterwijk en Schuurmanstraat Subsidie project Spoorsingel Extra eigen bijdragen vanuit CAK Voordeel algemene belasting Nadeel opbrengst precario als gevolg van uitspraak gerechtshof Resultaat suppletie aangiften BTW/BCF over 2008 en 2009 Correctie verwerkte stelpost Voorgenomen CAO verhoging Incidenteel verwachte onderbesteding budget jeugd door decentralisatiegelden Kosten speellocatie Broekpolder
Subtotaal incidentele mutaties 2e bestuursrapportage
100.000
100.000 -12.300
294.039
184.000
8.000
8.000
-100.000
-120.000 -9.392
-120.000 -9.392
-120.000 -9.392
-100.000
-129.392
-129.392
-129.392
-23.202 39.268
-23.202 -8.334
-23.202 -8.334
-23.202 -8.334
16.066
-31.536
-31.536
-31.536
190.323 600.000 122.400 -912.723
-190.323 -600.000 -122.400 912.723
Structurele mutaties 2e bestuursrapportage 15 16
3 Aframen legesopbrengst omgevingsvergunningen 9 Lasten project gestructureerde inzet AED's (INT-14-10996)
Subtotaal structurele mutaties 2e bestuursrapportage 17 18
4 Beheergelden Broekpolder (C/R-13-00448) 8 Bijdrage Milieudienst IJmond (INT-14-10699)
Subtotaal structurele mutaties 2e bestuursrapportage met besluit
Mutaties reserves (per saldo neutraal) 19 20 21 22 23 24
8 10 15 diverse
Bijdrage ISV milieuprojecten Hulp bij het huishouden Budget voor baggerwerkzaamheden verschuiven naar 2015 Storten in de algemene reserve in 2014, onttrekken uit de algemene reserve in 2015
12 Afstorten algemene reserve IJmond Werkt! 12 Storten in bestemmingsreserve 3 decentralisaties (INT-14-10352)
Subtotaal toevoegen/ onttrekken algemene reserve
958.335 -958.335
0
0
0
0
Totaal mutaties 2e bestuursrapportage
611.551
-5.136
769.063
843.260
Saldo begroting 2014 e.v. na 2e bestuursrapportage
201.506
15
-518.563 1.327.319 1.683.700
Financiële uitgangspunten (2) De uitgangspunten voor het opstellen van de meerjarenraming 2015-2018 zijn gebaseerd op de financiële kadernota 2015-2018 (INT-14-11442). Deze kadernota heeft tot doel inzicht te geven in de te maken keuzes voor het te voeren beleid in de jaren 2015-2018 en de daarbij behorende randvoorwaarden zoals de inzet van middelen. Deze uitgangspunten dragen bij aan het realiseren van een goede financiële basis. De uitgangspunten zijn hieronder nog een keer beknopt vermeld.
Inkomsten Indexatie Voor 2015 en verder is de index 1,25%. Dit sluit aan bij de BBP-index. Het college doet hiervoor een voorstel in het programma middelen (11). Verdeling inkomsten De middelen van gemeente Beverwijk komen voor een belangrijk deel van het Rijk. Het gaat daarbij om de uitkering uit het gemeentefonds en de rijksbijdragen ten behoeve van specifieke taken, de zogenaamde specifieke uitkeringen. Met ingang van 2015 neemt de algemene uitkering, het gemeentefonds, toe met ongeveer €12,3 mln. door de integratieuitkering sociaal domein. De geraamde inkomsten voor het jaar 2015 van de gemeente Beverwijk zijn als volgt in te delen: Herkomst middelen: 1 Bespaarde renten en dividenden 2 Lokale heffingen 3 Overige inkomsten 4 Reserves 5 Specifieke uitkeringen 6 Uitkering gemeentefonds 7 Ontvangsten in grexen totaal
x €1.000 2.617 22.129 5.080 3.921 13.842 56.876 2.964 107.428
2% 21% 5% 4% 13% 53% 3%
Herkomst middelen 7; 3% (2014 5%)
1; 2% (2014 2%)
1 Bespaarde renten en dividenden 2 Lokale heffingen
2; 21% (2014 23%)
3 Overige inkomsten 4 Reserves 3; 5% (2014 5%) 6; 53% (2014 43%)
4; 4% (2014 3%)
5 Specifieke uitkeringen 6 Uitkering gemeentefonds
5; 13% (2014 19%)
7 Ontvangsten in grexen
16
Uit dit overzicht blijkt dat de inkomsten van Beverwijk voor 53% bestaan uit de ontvangen algemene uitkering van het rijk (inclusief bijdrage Heemskerk). Bij de begroting 2014 bestonden de inkomsten nog voor 43% uit de ontvangen algemene uitkering. Daarnaast bestaan de inkomsten voor 21% uit lokale heffingen (bij de begroting 2014 was dit 23%). 1. Het totaal van de rente en dividendopbrengsten is verwerkt in de raming van de financiële paragraaf (onderdeel programma 11 Middelen). 2. De opbrengst van de lokale heffingen is toegelicht in de paragraaf lokale heffingen en is in diverse programma’s verwerkt. 3. De overige inkomsten bestaan onder andere uit huren, pachten, verkoop gronden en panden, ontvangen eigen bijdragen en bijdrage uit voorzieningen. 4. Dit betreft de geraamde onttrekkingen uit de reserves. 5. De specifieke uitkeringen betreffen doeluitkeringen over diverse beleidsvelden. De grootste doeluitkeringen betreffen: Wwb (Wet werk en bijstand, €12,9 mln.). Door de integratie-uitkering sociaal domein zijn de doeluitkering sociale werkvoorziening en de uitstroombevordering onder gebracht in de uitkering gemeentefonds. 6. De uitkering gemeentefonds is inclusief de integratie-uitkering sociaal domein (meer informatie over de decentralisaties vindt u bij paragraaf 8 Decentralisaties) en inclusief een bijdrage van de gemeente Heemskerk. Een deel van het Kennemer College staat op grond van Heemskerk. Heemskerk ontvangt een bijdrage in de algemene uitkering. Omdat Beverwijk de verbouwing van deze school betaald heeft, draagt Heemskerk dat bedrag aan ontvangen algemene uitkering over aan Beverwijk. 7. In het programma 19 Stedelijke Ontwikkeling zijn de grondexploitaties opgenomen. Conform de BBV dienen de uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie verwerkt te worden. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat de baten en lasten op het programma 19 zijn verhoogd.
17
Algemene uitkering Onverwachts is op 16 september de septembercirculaire al ontvangen. Voorgesteld wordt de eerste grove doorrekening in het meerjarenperspectief 2015-2018 op te nemen. Voor 2015 wordt, hoofdzakelijk door een lager accres, een nadeel verwacht. De jaren erna lijken voor Beverwijk voordelig uit te pakken. Het college biedt, voorafgaand aan de behandeling van de programmabegroting 2015 in commissie en raad, de leden van de raad een brief aan met een nadere en gedetailleerde uitwerking van de circulaire. In deze programmabegroting is de meicirculaire 2014 als basis genomen voor de hoogte van de algemene uitkering. In deze circulaire zijn de decentralisaties Wmo 2015 en Jeugdzorg reeds verwerkt. De middelen voor de decentralisatie Participatiewet zijn ook bekend, deze zijn ook verwerkt in de begroting. De gelden voor de decentralisaties worden via een integratie-uitkering toegevoegd aan de algemene uitkering. Zodra de septembercirculaire is uitgebracht worden de effecten hiervan doorgerekend en informeert het college de raad middels een separate brief. Verloop OZB (tarieven) De verhoging van de OZB tarieven, overige gemeentelijke belastingen en leges wordt tenminste gebaseerd op de prijsindexatie van overige goederen en diensten, subsidies en loonkosten. Daarbij gaat het college uit van de totale opbrengst van het voorgaande jaar bij gelijkblijvend areaal. De opbrengstmutatie is daarmee onafhankelijk van de mutaties in de WOZ waarde. De totale WOZ opbrengst van de gemeente groeit mee met een areaaluitbreiding. Heffingen/ rechten Voor de tarieven afvalstoffenheffing, de rioolrechten en het reinigingsrecht hanteert het college het uitgangspunt van kostendekkendheid. Het college stuurt op efficiencyverbetering en mogelijke lastenbesparing op deze taakvelden. Parkeertarieven Het verloop van de parkeertarieven vormt een uitzondering op de indexeringsystematiek. De parkeertarieven worden aangepast op basis van afzonderlijke besluiten. Het parkeerfonds moet tenminste alle lasten aan het maaiveld- en bebouwd parkeren kunnen dragen. Huren De huren van welzijn-, sport- en overige accommodaties worden voor de periode 2015-2018 verhoogd met de in de huurovereenkomsten opgenomen indexering. Uitgangspunt is dat altijd geïndexeerd wordt, tenzij anders overeengekomen. Bouwleges De komende jaren zullen, als gevolg van de economische crisis, de legesopbrengsten vermoedelijk teruglopen. Het college gaat onderzoeken of een andere wijze van ramen of legesoplegging binnen de kaders van de wet een structurele oplossing kan bieden. Schatkistbankieren Eind 2013 is de door het Rijk aangekondigde maatregel schatkistbankieren ingevoerd. Beverwijk had ultimo 2013 ruim €50 mln. uitstaan bij het Rijk. Het college zorgt er voor dat overtollige kasmiddelen, binnen de wettelijke grenzen, met een zo hoog mogelijk rendement uitgezet worden. Zie hiervoor ook paragraaf financiering. Prognose renteresultaat 2014-2020 De bijgestelde projectinventarisatie en -planning vormt voor de periode 2014-20120 de basis voor zowel de liquiditeitsplanning als de prognose renteresultaat. Naast de rentebate van de in 2014 verstrekte lening aan een andere gemeente heeft Beverwijk ook te maken met een 18
lagere rentetoerekening door uitstel van investeringen en afsluiten van kredieten. Het project Meerplein is nog altijd niet gestart en de kredieten Westelijke Randweg en Groen en waterplan zijn inmiddels afgesloten. De prognose wordt van jaar tot jaar door het college gemonitord. Algemene reserves De reserve vast eigen vermogen ad €5,1 mln. blijft gehandhaafd. De omvang van de algemene reserve bedraagt naar verwachting ultimo 2014 €10,3 mln. De gemeente Beverwijk heeft daarmee een als ‘voldoende’ geclassificeerd weerstandsvermogen.
19
Uitgaven Verdeling uitgaven De geraamde exploitatielasten over het begrotingsjaar 2015 zijn als volgt te verdelen: Verdeling uitgaven: x €1.000 1 Kapitaallasten 10.491 2 Personeelslasten (inclusief raadsvergoedingen) 17.121 3 Sociale verstrekkingen en sociale uitkeringen 21.324 4 Overige inkomensoverdrachten 12.664 5 Subsidie verstrekkingen 6.548 6 Overige uitgaven 35.562 7 Stortingen in reserves 746 8 Uitgaven in grexen 2.964 totaal 107.421
Verdeling uitgaven
1 Kapitaallasten
8; 3% 7; 0%
2 Personeelslasten (inclusief raadsvergoedingen)
1; 10%
3 Sociale verstrekkingen en sociale uitkeringen
2; 16% 6; 33%
4 Overige inkomensoverdrachten 5 Subsidie verstrekkingen 6 Overige uitgaven 3; 20% 7 Stortingen in reserves
5; 6% 4; 12%
8 Uitgaven in grexen
De uitgaven zijn verdeeld over alle programma’s. 1. De kapitaallasten betreffen de afschrijvingslasten en de rentelasten over de in het verleden gedane investeringen die in 2015 ten laste van de exploitatie worden gebracht. 2. Dit betreffen de geraamde personeelslasten (inclusief de raadsvergoedingen). In de berekening van de personeelslasten is rekening gehouden met het principeakkoord voor de CAO gemeenteambtenaren. 3. De sociale verstrekkingen en sociale uitkeringen betreffen de exploitatielasten met betrekking tot de geraamde uitkeringen en verstrekkingen. 4. Onder de overige inkomensoverdrachten vallen onder andere de bijdrage aan de sociale werkvoorziening en bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen (bijvoorbeeld VRK, Cocensus en de Milieudienst) 5. Onder de subsidieverstrekkingen vallen de budgetsubsidies, de waarderingssubsidies, projectsubsidies, zaalhuursubsidies en de jeugdsportsubsidies. 6. De overige uitgaven betreffen diverse uitgaven welke niet vallen onder de andere categorieën. Hieronder vallen bijvoorbeeld diverse uitgaven op het gebied van wegen, groen, riolering en afvalverwijdering (niet zijnde personeelslasten) en stortingen in voorzieningen. Daarnaast zijn de nieuwe uitgaven voor de drie decentralisatie hierin opgenomen
20
7. Dit betreft de geraamde stortingen in de reserves. 8. In het programma 19 Stedelijke Ontwikkeling zijn de grondexploitaties opgenomen. Conform de BBV dienen de uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat de baten en lasten op het programma 19 zijn verhoogd. CAO akkoord In de begroting zijn de financiële gevolgen van het CAO akkoord opgenomen. Interne rente/ renteresultaat Het rentepercentage voor nieuwe investeringen voor 2015-2018 blijft vanuit een consistente beleidslijn gehandhaafd op 6%. Het in rekening gebrachte rentepercentage op de opgenomen langlopende leningen varieert van 4,24% tot 6,65%. Gemiddeld wordt ca 5,1% rente op de opgenomen langlopende leningen betaald. Beheer en onderhoud groen en wegen Uit het geactualiseerde meerjarenplan blijkt dat de beschikbare budgetten voor groot onderhoud aan de wegen op termijn onvoldoende zijn. Er moet extra worden geïnvesteerd om op termijn het minimum vastgestelde onderhoudsniveau te kunnen handhaven. De geraamde bedragen voor de jaren na 2015 zijn gebaseerd op cyclische vervanging en in het betreffende jaar wordt dit specifiek doorgerekend. Voor het noodzakelijke groot onderhoud en vervangingen van wegen en groen is gemiddeld €2,8 mln. per jaar geraamd. Indien noodzakelijk zal het college hiervoor jaarlijks een kredietaanvraag ten behoeve van concrete vervangingsprojecten aan de raad voorleggen. Het college onderzoekt mogelijkheden om de jaarlijkse update van de beheerplannen parallel te laten lopen met het opstellen van de meerjarenraming. Extra benodigde budgetten kunnen dan worden opgenomen in de aan te bieden meerjarenraming.
21
Tabel meerjarenraming (3) In onderstaand schema is de stand van de meerjarenraming 2014-2017, inclusief de verwerking van de structurele posten uit de 1e bestuursrapportage 2014, als vertrekpunt genomen. Vervolgens is het effect van de structurele doorwerking, zoals ook opgenomen in de 2e bestuursrapportage opgenomen waardoor de vertreksituatie voor de meerjarenraming 2015-2018 ontstaat. Meerjarenraming 2015-2018 2015 €
2016 €
2017 €
2018 €
1 2 3
Saldo meerjarenraming 2014-2017 (pag 21 prog begroting 2014) Saldo BW 1 en 2 (sept.- en dec.circulaire 2013) Saldo Berap 2014-1 (INT-14-11017)
A B C
4
Saldo meerjarenraming 2015-2018, Na 1e Berap 2014
D = A+B+C
-513.427
558.256
840.440
902.140
5
Effect alg. uitkering uit meicirculaire (UIT-14-09861)
E
-28.208
921.991
996.188
992.885
6
Voorlopig saldo 2e Berap 2014 excl. effect alg. uitkering)
F
23.072
-152.928
-152.928
-152.928
7
Saldo meerjarendoorkijk 2015-2018, na 2e Berap 2014
G = D+E+F
8
Effect productenraming 2015
H
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
Saldo meerjarendoorkijk 2015-2018 na aanpassing productenraming Algemene mutaties Verwacht effect alg. uitkering uit sept.circulaire CAO effect Aframen haveninkomsten Herdenking 70e keer beëindiging 2e wereldoorlog Subtotaal algemene mutaties
I = G+H
318.242 1.612.749 2.094.345 2.265.045 -443.427 -782.406 -911.068 -911.068 -388.242 -272.087 -342.837 -451.837
-518.563 1.327.319 1.683.700 1.742.097 175.422
171.722
244.771
78.561
-343.141 1.499.041 1.928.471 1.820.658
J K L M N = J+ K+L+M
-150.000 -100.000 -125.000 -10.000 -385.000
275.000 -125.000 -125.000
520.000 -125.000 -125.000
770.000 -125.000 -125.000
25.000
270.000
520.000
O P Q R S T U V
110.000 7.500 10.000 15.000 10.000 0 35.000 0
0 7.500 10.000 15.000 10.000 50.000 0 10.000
0 7.500 10.000 15.000 10.000 50.000 0 10.000
0 7.500 10.000 15.000 10.000 50.000 0 10.000
W X Y Z AA BB CC DD EE = telling van O tm DD
15.000 15.000 0 137.666 260.012 10.000 10.000 100.000
25.000 15.000 0 137.666 260.012 10.000 10.000 0
25.000 15.000 50.000 137.666 260.012 10.000 10.000 0
25.000 15.000 50.000 137.666 260.012 10.000 10.000 0
735.178
560.178
610.178
610.178
FF GG HH = FF+GG
200.000 -200.000 0
0
0
0
Dekkingsvoorstellen Onttreking parkeerfonds Taakstelling rampenbestrijding Taakstelling openbare verlichting Taakstelling op verkeersvoorzieningen en maatregelen Taakstelling monumentenbeleid Taakstelling uitvoeringskosten omgevingsvergunningen Economische zaken uitvoeringsprogramma REB Verlagen onderhoudsbudget door afstoten vastgoedobjecten Maximaliseren huuropbrengst marktpotentie totale vastgoed portefeuille Versoberen catering Taakstelling op totale personele lasten Niet doorvoeren indexatie 2015 budgetsubsidies 1,25% Niet doorvoeren indexatie 2015 overige goederen&diensten 1,25% Taakstelling op budget feestweek tariefsverhoging port security Lagere spaardoelstelling Subtotaal dekkingsvoorstellen Mutatie reserve
33 34 35
36
37
Verkoop panden Opbrengst verkoop panden storten in algemene reserve Subtotaal mutatie reserves Saldo meerjarendoorkijk 2015-2018 = niet bestemde middelen
saldo
Saldo meerjarendoorkijk is incl. opgenomen spaardoelstelling van:
22
II = I+N +EE+HH
JJ
7.037 2.084.219 2.808.649 2.950.836
546.469
646.469
646.469
646.469
Toelichting op de meerjarenraming (4) Regel 1: Geeft de stand weer van de op 7 november 2013 vastgestelde meerjarenraming (MJR) 2014-2017 zoals opgenomen in de programmabegroting 2014 (op pagina 21) Regel 2: Geeft het effect weer van de begrotingswijzigingen 1 en 2 waarin de september- en decembercirculaire 2013 zijn uitgewerkt. Regel 3: Geeft het effect weer van de mutaties van de op 3 juli 2014 vastgestelde 1e bestuursrapportage 2014. Regel 4: Telling (regel 1 + regel 2 + regel 3) Regel 5: Geeft het effect weer van de verwerking van de meicirculaire 2014. Hierover is de raad geïnformeerd met de brief van 19 juni 2014 (UIT-14-09861). Regel 6: Geeft het effect weer van de voorliggende 2e bestuursrapportage 2014 (exclusief effect van de meicirculaire 2014) Regel 7: Telling (regel 4 + regel 5 + regel 6) Regel 8: Met ingang van de programmabegroting 2014 is eerst de productenraming opgesteld en vervolgens de programmabegroting. Dit betekent dat de financiële effecten van onder andere de gewijzigde urenbesteding, de berekende kapitaallasten en het renteresultaat al zijn verwerkt. Het effect uit de productenraming 2015 heeft de volgende oorzaken: Effect aanpassen BBP index Activa BIP Renteresultaat Diverse (inclusief effect urenraming op gesloten financiering) Totaal:
2015 2016 2017 2018 -122.127 -53.989 107.002 -78.797 -13.522 9.041 -21.590 155.860 50.475 -29.712 -54.135 2.594 290.677 582.292 592.551 716.616 -30.081 -335.910 -379.056 -717.712 175.422 171.722 244.772 78.561
- is een nadeel, + is een voordeel
Effect aanpassen BBP index Het uitgangspunt voor de indexatie is de BBP index zoals deze is opgenomen in de meicirculaire 2014. Voor het jaar 2015 betekent dit een stijging van 0,9% naar 1,25%, voor 2016 een daling van 0,9% naar 0,75% en voor 2017 en 2018 een daling van 0,9% naar 0,5%. De stijging voor 2015 betekent een nadeel voor de lasten en een voordeel voor de lokale heffingen en de huurinkomsten. In de financiële tabellen per programma zijn de indexaties (zowel de baten als de lasten) voor het jaar 2015 verwerkt in de producten en programma’s. De indexatie voor de jaren 2016 tot en met 2018 staan geraamd op het programma Middelen (11), product Indexatie (171007). Hierdoor is direct inzichtelijk welk bedrag er geraamd is voor indexatie. OZB Basisbedrag basisbedrag + index = basis voor volgende jaar per jaar cumulatief
23
2015 1,25% 8.203.593 102.545 102.545
2016 0,75% 8.023.593 8.126.138 62.296 164.841
2017 0,50% 8.023.593 8.188.434 40.942 205.783
2018 0,50% 8.023.593 8.229.376 41.147 246.930
Het verschil in het basisbedrag tussen 2015 en 2016 is ontstaan doordat er bij de 1e bestuursrapportage 2014 (INT-14-11440) incidenteel (voor de jaren 2014 en 2015) €180.000 verhoging OZB is doorgevoerd, ter dekking van de aanjaagregeling ondernemingsklimaat. Lasten
2015 1,25%
2016 0,75%
2017 0,50%
2018 0,50%
Overige goederen en diensten Basisbedrag 20.800.932 19.895.471 19.896.651 19.727.951 basisbedrag + index = basis voor volgende jaar 20.155.482 20.307.829 20.240.668 per jaar 260.012 151.166 101.539 101.203 cumulatief 260.012 411.178 512.717 613.920 Subsidies Basisbedrag 11.013.264 10.958.088 10.949.538 10.949.538 basisbedrag + index = basis voor volgende jaar 11.095.754 11.170.422 11.226.274 per jaar 137.666 83.218 55.852 56.131 cumulatief 137.666 220.884 276.736 332.867 Loonkosten Basisbedrag 16.831.304 16.834.037 16.834.037 16.834.037 basisbedrag + index = basis voor volgende jaar 17.044.428 17.172.261 17.258.123 per jaar 210.391 127.833 85.861 86.291 cumulatief 210.391 338.225 424.086 510.376
Effect activa en bedrijfsvoering investeringen (BIP) De inschatting van de kapitaallasten als gevolg van investeringen fluctueert jaarlijks. Dit is het gevolg van fasering van investeringen. Voor de investeringen welke nodig zijn voor de bedrijfsvoering (zoals voertuigen en computerapparatuur) verstrekt de raad een totaalkrediet. Deze aanvraag is gebaseerd op een economische inschatting voor de geplande aanschaf van nieuwe bedrijfsmiddelen en vervanging van reeds aanwezige bedrijfsmiddelen. Het werkelijke moment van aanschaf kan echter wijzigen omdat, door de staat van een bedrijfsmiddel, de vervanging uitgesteld wordt. De afzonderlijke investeringen worden dan ook pas gedaan nadat dit door het college, middels een collegenota, is besloten en waarbij de nut en noodzaak van de investeringen is getoetst. Bij de jaarrekening wordt achteraf een overzicht geleverd met daarin de aangewende BIP-kredieten.
Investeringen in het BIP 2015-2018 Investeringen in het BIP 2014-2017 Verschil (- zijn extra investeringen) Kapitaallasten tm BIP 2015-2018 Kapitaallasten tm BIP 2014-2017 Verschil (- zijn extra kapitaallasen)
2015 586.000 405.000 -181.000
2016 262.500 32.500 -230.000
2017 95.000 70.000 -25.000
2018 158.000 0 -158.000
819.488 869.963 50.475
939.795 910.083 -29.712
817.550 763.415 -54.135
760.821 763.415 2.594
Effect renteresultaat Het effect van het renteresultaat sluit aan bij het reeds gemelde effect in de financiële kadernota 2015-2018. Naast de rentebate door de in 2014 verstrekte lening aan de gemeente Muiden heeft Beverwijk ook te maken met een lagere rentetoerekening door uitstel van investeringen en afsluiten van kredieten. Het project Meerplein is nog niet gestart, in de berekening van het renteresultaat is uitgegaan van een realisatie van het project Meerplein vanaf 2015. Dit wordt van jaar tot jaar door het college gemonitord. 24
Diverse effecten productenraming Bij het opstellen van de productenraming is de verwachte personele inzet over de producten en projecten verwerkt. Hierbij kunnen er verschuivingen plaatsvinden tussen belasting van de exploitatie (minder/ meer uren op exploitatieproducten) en bijvoorbeeld kapitaalkredieten en grondexploitaties. Het betreft een technisch effect van het toerekenen van salarislasten aan de begroting, kredieten en projecten. Regel 9: Telling regel 7 + regel 8 Regel 10: Onverwacht is op 16 september de septembercirculaire al ontvangen. Er is een eerste grove doorrekening gemaakt. Deze is opgenomen in de meerjarenraming. Voor 2015 is een nadeel opgenomen, welk hoofdzakelijk door een lager accres veroorzaakt wordt. De jaren erna lijken positief uit te pakken. Een nadere en gedetailleerde uitwerking van de septembercirculaire wordt, voorafgaand aan de behandeling van de programmabegroting 2015, door het college aan de leden van de raad aangeboden door middel van een brief. Regel 11: Er is een principeakkoord voor de nieuwe CAO gemeenteambtenaren. De financiële gevolgen van dit principeakkoord zijn vanuit voorzichtigheid reeds opgenomen in de meerjarenraming. Regel 12: Bij de 2e bestuursrapportage 2013 (INT-13-06210) zijn de begrote opbrengsten uit havengelden voor de jaren 2013 en 2014 incidenteel afgeraamd met €125.000. Daarmee zijn de begrote inkomsten realistischer geworden en bovendien in evenwicht gebracht met de uitgaven. Dit is in lijn met de wettelijke regels, die voorschrijven dat er geen ‘winst’ mag worden gemaakt op de opbrengsten van (gefiscaliseerde) havengelden. Voorgesteld wordt de incidentele verlaging structureel door te voeren. Regel 13: Geraamde extra lasten in verband met de 70e keer herdenking beëindiging 2e wereldoorlog. Regel 14: Subtotaal algemene mutaties. Dekkingvoorstellen (regel 15) Het college heeft voor 2015 gezocht naar bezuinigingen, maar vooral naar structurele bezuinigingen. De afspraak die we met uw raad hebben gemaakt, is dat we structurele nadelen structureel dekken. Het college wil zo transparant en behoedzaam mogelijk handelen om een goede uitgangspositie voor de jaren 2016 en verder te hebben. Jaren waarin het college zijn ambities wil waarmaken en waar dus ook budget voor beschikbaar moet zijn. De structurele bezuinigingen die het college nu voorstelt, hebben dus een tweeledig doel; tegenvallers oplossen en kansen creëren voor de ambities. Het betreft de volgende voorstellen: Regel 16: Onttrekking parkeerfonds €110.000 incidenteel in 2015. Het college stelt voor om net als in 2014 ook voor 2015 incidenteel €110.000 uit de parkeerexploitatie toe te voegen aan de algemene middelen. Regel 17: Taakstelling rampenbestrijding €7.500 structureel vanaf 2015. Voor trainingen aan medewerkers van de gemeente Beverwijk op het gebied van crisis- en rampenbestrijding is een structureel budget beschikbaar. De crisis- en rampenbestrijding is echter vanuit de VRK regionaal georganiseerd. Het gevolg hiervan is dat er minder trainingen door Beverwijk zelf worden verzorgd.
25
Regel 18: Taakstelling openbare verlichting €10.000 structureel vanaf 2015. Voor onderhoud en aanleg van openbare verlichting is jaarlijks €758.000 beschikbaar. Het college ziet mogelijkheden dit budget structureel te verlagen. De investeringen op dit product worden vertraagd Regel 19:Taakstelling op verkeersvoorzieningen en maatregelen €15.000 structureel vanaf 2015. Voor verkeersvoorzieningen en maatregelen is jaarlijks €1.415.000 beschikbaar. Het college ziet mogelijkheden dit budget structureel te verlagen. De investeringen op dit product worden vertraagd Regel 20: Taakstelling monumentenbeleid €10.000 structureel vanaf 2015. Taakstellende verlaging van het budget. Regel 21: Taakstelling uitvoeringskosten omgevingsvergunningen € 50.000 structureel vanaf 2016. Beleidsmatiger en transparanter werken; de werkzaamheden zijn veranderd in de afgelopen jaren en zullen verder veranderen, de nadruk komt meer op het beleidsmatige, coördinerende en juridische vlak te liggen en minder op het technische en administratieve. Dit is met name zichtbaar geworden bij de inwerkingtreding van de Wabo. Dit vergt een andere manier van werken en daarbij hoort een gewijzigd profiel voor het team. Mogelijk zal in 2015 en 2016 de verdere digitalisering (nieuwe software in werking in 2015), de inhaalslag om beleidsmatiger werken (Bouwbeleidsplan in werking in 2015), de landing van nieuwe taken (bijvoorbeeld brandweer, Drank- en horecawet, 2014-2015), het goed functioneren van projectmatig werken en een goed functionerend KCC in een dusdanig stadium zijn, dat dit kan leiden tot structureel lagere kosten daarna. Regel 22: Economische zaken uitvoeringsprogramma REB incidenteel €35.000 in 2015 Het Regionaal economisch bureau krijgt steeds meer vorm. Toch verwacht het college de beschikbare middelen in 2015 niet geheel te benutten. Hierdoor kan incidenteel €35.000 vrijvallen. Regel 23: Verlagen onderhoudsbudget door afstoten vastgoedobjecten €10.000 structureel vanaf 2016. Door het afstoten van gemeentelijk vastgoed kan de gemeente het onderhoudsbudget verlagen. Voor het stadhuis dient nog een groot onderhoudsplan opgesteld te worden door de vereniging van eigenaren. Regel 24: Maximaliseren huuropbrengst marktpotentie totale vastgoedportefeuille structureel vanaf 2015. Er bestaat inmiddels een compleet beeld van de vastgoedportefeuille. Door het actualiseren van de huurovereenkomsten is een verhoging te verwachten van de huuropbrengsten. Uiteraard is hier een afhankelijkheid van marktwerking. Regel 25: Versoberen catering €15.000 structureel vanaf 2015. De catering in het stadhuis zal versoberd worden. Daarvoor wordt een taakstelling van €15.000 voorgesteld. Regel 26: Taakstelling op totale personele lasten Onderdeel van de vorige bezuinigingsronde van 2012 was een forse reductie op het formatiebudget. De laatste effecten hiervan krijgen hun uitwerking in 2016. Vanaf 2017 voert het college een extra taakstellende bezuiniging door op de personele organisatie van €50.000 structureel vanaf 2017.
26
Regel 27: Niet doorvoeren indexatie 2015 budgetsubsidies 1,25% €137.000 structureel vanaf 2015. Hoewel het college hecht aan het indexeren van de budgetten vindt het college dit een, binnen het huidige tijdsgewricht passende, maatregel. Regel 28: Niet doorvoeren indexatie 2015 overige goederen en diensten 1,25% €260.000 structureel vanaf 2015 Hoewel het college hecht aan het indexeren van de budgetten vindt het college dit een, binnen het huidige tijdsgewricht passende, maatregel. Regel 29: Taakstelling op budget feestweek €10.000 structureel vanaf 2015. Het college ziet mogelijkheden dit budget structureel te verlagen. 30. Tariefsverhoging Port Security €10.000 structureel vanaf 2015. Door de voorgestelde tariefsverhoging, welke is verwerkt in de precarioverordening (kadegeld), is een structurele inkomstenverhoging van €10.000 te realiseren. Regel 31: Verlaging spaardoelstelling 2015 €100.000 (incidenteel). Gezien de stand van de weerstandratio en het financieel gezonde meerjarenperspectief is een verlaging van de spaardoelstelling met €100.000 verantwoord. Er resteert in 2015 vanuit de spaardoelstelling dan nog €546.469 om toe te voegen aan de algemene reserve. Regel 32: telling regel 16 tot en met 31 Regel 33: Er wordt naar verwachting vastgoed verkocht. Hiermee wordt de verwachte verkoopopbrengst reeds in de begroting verwerkt. Regel 34: conform coalitieakkoord wordt de verwachte verkoopopbrengst in de algemene reserve gestort. Hiermee worden de regels 33 en 34 per saldo budgetneutraal verwerkt in de begroting. Regel 35: telling regel 33 en 34 Regel 36: Eindsaldo, is het saldo van de meerjarenraming. Regel 37: In 2015 wordt de spaardoelstelling €546.469 vanaf de jaren 2016 wordt er jaarlijks structureel €646469 gespaard en vanuit de exploitatie toegevoegd aan de algemene reserve.
27
Incidentele baten en lasten (5) De begroting van de gemeente bestaat uit structurele en incidentele baten en lasten. In dit overzicht zijn, per begrotingsjaar en per programma, de incidentele baten en lasten weergegeven. Positieve bedragen zijn kosten en negatieve bedragen een opbrengst.
Prgr Omschrijving product
Omschrijving in staat van incidentele baten en lasten
Kosten wisselen raadsleden na gemeenteraadsverkieziengen 1 Gemeenteraad 1 Samenwerking IJmondgemeenten Kansenonderzoek IJmondgemeenten Interregionale samenwerking op het gebied van veiligheid en een veilig verloop van de Sail in 2015 2 Sociale veiligheid Totaal lasten project Aagtenpark 3 Project Aagtenpark Totaal baten project Aagtenpark 3 Project Aagtenpark Totaal reservemutatie project Aagtenpark 3 Project Aagtenpark Oostelijke Doorverbinding deel1 Kosten voorbereiding oostelijke doorverbinding (OD) fase 1 deel B 4 (OD1) Oostelijke Doorverbinding deel1 Bijdrage uit algemene reserve ter dekking van het voorbereidingskrediet OD1 deel B 4 (OD1) Bijdrage ISV3 ontwikkelingsprogramma onderdeel bodem 8 Milieu adviezen Onttrekking reserve 8 Milieu adviezen Bijdrage uit reserve 10 WMO individuele voorzieningen BTW voordeel sportaccommodaties 11 Financiële paragraaf Suppletie aangiften BTW/ BCF voorgaande jaren 11 Financiële paragraaf Storting in de voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingen 11 Apparaatskosten Incidenteel hogere OZB opbrengsten in verband met dekking aanjaagregeling ondernemingsklimaat 11 Onroerende zaakbelasting Bijdrage uit de algemene reserve tbv voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingen 11 Financiele paragraaf, reserve Versterken vermogen 11 Financiele paragraaf, reserve Vergoeding vervoerskosten schakelklas de Fakkel 13 Onderwijsachterstanden Baggeren haven 15 Haven Onttrekking reserve ivm baggeren haven 15 Haven Interregionale samenwerking op het gebied van promotie (Sail) 15 Bedrijfscontacten Aanjaagregeling ondernemingsklimaat 15 Bedrijfscontacten Ontwikkeling A22 zone 19 Ontwikkeling A22 zone Herinrichting 2e fase openbare Kosten herinrichting 2e fase openbare ruimte stationsgebied 19 ruimte stationsgebied Herinrichting 2e fase openbare Onttrekking reserve dekking kosten 19 ruimte stationsgebied Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen 15 Wijkerbaan Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen 15 Wijkerbaan Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen 19 Grex BOS Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de gemeentelijke exploitatie te lopen 19 Grex BOS Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de 19 Binnenduin (Westelijk Beverwijk) gemeentelijke exploitatie te lopen Conform de BBV dienen de werkelijke uitgaven en inkomsten welke te maken hebben met grondexploitaties via de 19 Binnenduin (Westelijk Beverwijk) gemeentelijke exploitatie te lopen Kwaliteitsslag aansluitingswerken Meerplein 19 Meerplein Totaal incidentele baten en lasten:
28
2015
2016
2017
2018
x €1.000
x €1.000
x €1.000
x €1.000
0 25
0 0
0 0
10 0
35 613 -297 -196
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
11
0
0
0
-11 258 -190 -600 -49 -70
0 0
0 0
-49 -70
0 0
0 0 0 0 0 0
420
0
0
0
-180
0
0
0
-420 0 13 122 -122
0 646 0 0 0
0 646 0 0 0
0 646 0 150 0
30 180 206
0 0 206
0 0 0
0 0 0
940
0
0
0
-940
0
0
0
363
815
188
0
-363
-815
-188
0
1.448
2.001
881
0
-1.448
-2.001
-881
0
1.152
2.971
2.109
2.736
-1.152 0
-2.971 50
-2.109 0
-2.736 0
-223
783
646
806
Toelichting reserves en voorzieningen (6) In de tabel hieronder is de stand van de algemene reserve, na doorvoering van de uitgangspunten in de nota reserves en voorzieningen, opgenomen. Daarbij is in beeld gebracht welke besluiten een effect hebben op de stand van de algemene reserve. Dit leidt tot het hierna volgende verloopoverzicht Storting/ onttrekking
l Omschrijving
Raadsbesluit
Saldo algemene reserve ultimo 2013 na resultaatbestemming
Bedrag € 8.466.917
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2014: Versterking vermogen Verhogen storting t.b.v. versterken eigen vermogen Lagere spaardoelstelling Vrijval exploitatiebudget wachtgeld (B2-2010, item 2B) Storting in voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingsvoorstellen Dekking OD deel 3 (B2-2011, item N4) verschuift naar 2014 (B2-2012 item N-5) Voorbereidingskrediet OD1 fase B (B1-2013 item N-5) Hoofdwaterstructuur (B1-2013 item N23) Verkoop niet strategisch vastgoed minus kosten Afsluiten project WR-weg en GWW plan Uitkering fondsen Broekpolder ivm verlenging Storting ivm onderbesteding Hulp bij Huishouden Baggerwerkzaamheden uitstellen naar 2015 Bijdrage ISV milieuprojecten uitstellen naar 2015 Verwacht saldo ultimo 2014
Onttrekking
MJR 2010-2014 en MJR 2011-2014 MJR 2011-2014 MJR 2014-2017 Berap 2/2010 RB 2012/30529 d.d. 12-07-2012
Onttrekking Onttrekking Onttrekking Storting Storting Storting Storting Storting Storting
Berap 2/2012 Berap 1-2013 Berap 1-2013 Berap 1-2014 Berap 1-2014 Berap 1-2014 Berap 2-2014 Berap 2-2014 Berap 2-2014
Storting Storting Lagere storting Storting
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2015: Storting in voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingsvoorstellen Versterking vermogen Lagere spaardoelstelling in 2015 Verkoop panden Voorbereidingskrediet OD1 fase B (B1-2013 item N-5) Onttrekking ivm korting Hulp bij Huishouden Baggerwerkzaamheden uitstellen naar 2015 Bijdrage ISV milieuprojecten uitstellen naar 2015 Voorgenomen dekking krediet openbare ruimte fietsenstalling (20 mei cie en 5 juni raad) Verwacht saldo ultimo 2015
RB 2012/30529 d.d. 12-07-2012 MJR 2012-2015
396.412 250.057 -222.912 39.249 -200.000 -1.368.565 -25.000 -250.000 357.150 212.482 1.740.000 600.000 122.400 190.323 10.308.513
Onttrekking Storting Lagere storting Storting Onttrekking Onttrekking Onttrekking Onttrekking
Berap 1-2013 Berap 2-2014 Berap 2-2014 Berap 2-2014
Ontrekking
INT-14-10076
-940.000 8.771.759
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2016: Versterking vermogen Verwacht saldo ultimo 2016
Storting
MJR 2013-2016
646.469 9.418.228
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2017: Versterking vermogen Verwacht saldo ultimo 2017
Storting
MJR 2014-2017
646.469 10.064.697
Verwachte stortingen / onttrekkingen 2018: Versterking vermogen Verwacht saldo ultimo 2018
Storting
MJR 2015-2018
646.469 10.711.166
29
-420.000 646.469 -100.000 200.000 -10.500 -600.000 -122.400 -190.323
Reserves In onderstaande tabel is het meerjarige verloop van de reserves weergegeven.
l
Bedragen x €1.000
Omschrijving
Saldo
Raadsbesluiten
prognose
Raadsbesluiten
prognose
Raadsbesluiten
prognose
Boekwaarde
t/m Berap 2014-II
Boekwaarde
betrekking op MJB 2015
Boekwaarde
betrekking op MJB 2016
Boekwaarde
31-12-2013
Toevoeging Onttrekking
31-12-2014
Toevoeging Onttrekking
31-12-2015
Toevoeging Onttrekking
31-12-2016
Reserve vast eigen vermogen
5.084
Algemene reserve
8.054
Nog te bestemmen resultaat
1.511
5.084 4.413
0
0
0
-1.511
0
0
0
14.649
4.413
-3.669
15.392
Egalisatiereserve parkeren
7.403
439
-186
Kapitaallasten atletiekbaan
270
-66
5.839
Milieu-innovatie Ondergrondse afvalinzameling
4.225
Grondexploitaties
2.403
Aagtenpark
29
Onderhoud en beheer groen
92
Onderhoud en beheer civiel
23
3 decentralisaties
Totaal reserves
Bedragen x €1.000
Omschrijving
8.772
13.856
7.656
-159
204
-66
-790
5.049
-155 -301
2.102
166
14.502
7.496
-47
7.450
138
-66
72
-752
4.298
-713
3.584
658
-60
598
-30
568
4.421
-405
4.016
-403
3.613
31
2.102
196
-196
92
0
92
92
23
23
23
958
958
958
-1.498
21.391
0
-1.638
19.753
0
-1.259
18.494
35.779
6.172
-5.168
36.783
746
-3.921
33.608
646
-1.259
32.996
prognose
Raadsbesluiten
prognose
Raadsbesluiten
prognose
Boekwaarde
Betrekking op MJB 2017
Boekwaarde
betrekking op MJB 2018
Boekwaarde
31-12-2016
Toevoeging Onttrekking
31-12-2017
Toevoeging Onttrekking
31-12-2018
5.084 646
10.065
0
5.084 646
10.711
0
0 14.502
646
0
0
0
15.149
0 0 646
0
15.795
7.366
Egalisatiereserve parkeren
7.450
-44
7.406
-41
Kapitaallasten atletiekbaan
72
-66
6
-6
0
3.584
-675
2.909
-637
2.273
31
31
31
568
568
568
Egalisatiereserve riolering
3.613
Grondexploitaties
2.102
2.102
0
0
0
92
92
92
Aagtenpark Onderhoud en beheer groen Onderhoud en beheer civiel 3 decentralisaties
Totaal reserves
2.102
0
1.759
5.084
Ondergrondse afvalinzameling
31
21.130
9.418
Milieu-innovatie
646
958
Algemene reserve
Kapitaallasten stadhuis
9.418
0
746
31 196
646
0
Reserve vast eigen vermogen
Nog te bestemmen resultaat
-2.283
-2.283
31 813
Egalisatiereserve riolering
746
5.084
10.309
0
Kapitaallasten stadhuis
5.084
-2.159
-402
3.211
-400
2.812 2.102
23
23
23
958
958
958
18.494
0
-1.186
17.308
0
-1.083
16.225
32.996
646
-1.186
32.456
646
-1.083
32.020
30
In onderstaande grafiek is het meerjarige verloop van de reserves weergegeven. Voor de leesbaarheid zijn de posten kapitaallasten atletiekbaan, milieu-innovatie, Aagtenpark en onderhoud en beheer groen en civiel samengevat onder ‘overige’. 12.000
10.000
8.000
6.000
4.000
2.000
0 2013
2014
2015
2016
2017
2018
Reserve vast eigen vermogen
Algemene reserve
Nog te bestemmen resultaat
Egalisatiereserve parkeren
Kapitaallasten stadhuis
Ondergrondse afvalinzameling
Egalisatiereserve riolering
Grondexploitaties
3 decentralisaties
overige
Voorzieningen In onderstaande tabel is het meerjarige verloop van de voorzieningen weergegeven. Bedragen x €1.000 Omschrijving
Saldo Saldo prognose prognose Raadsbesluiten Raadsbesluiten Raadsbesluiten Boekwaarde Boekwaarde betrekking op MJB 2015 Boekwaarde betrekking op MJB 2016 Boekwaarde t/m Berap 2014-II 31-12-2013 Toevoeging Onttrekking 31-12-2014 Toevoeging Onttrekking 31-12-2015 Toevoeging Onttrekking 31-12-2016
FPU Wachtgeld voormalig personeel Wachtgeld wethouders Pensioenen wethouders Afkoopsommen begraafplaats Container Terminal Beverwijk Proceskn en impl. bezuiningsv.
33 222 363 2.663 543 92 0
13 500
Totaal voorzieningen
3.915
588
Bedragen x €1.000 Omschrijving
75
-33 -80 -217 -72 -111 -500
0 142 146 2.666 432 105 0
13 420
-1.013
3.491
508
75
75
-420
0 112 26 2.669 409 118 0
-665
3.334
88
-30 -120 -72 -23
prognose prognose prognose Raadsbesluiten Raadsbesluiten Boekwaarde Betrekking op MJB 2017 Boekwaarde betrekking op MJB 2018 Boekwaarde 31-12-2016 Toevoeging Onttrekking 31-12-2017 Toevoeging Onttrekking 31-12-2018
FPU Wachtgeld voormalig personeel Wachtgeld wethouders Pensioenen wethouders Afkoopsommen begraafplaats Container Terminal Beverwijk Proceskn en impl. bezuiningsv.
0 82 0 2.672 314 131 0
75
Totaal voorzieningen
3.199
88
-31 -72 -5
13
-108
0 51 0 2.675 309 144 0
75
3.180
88
31
-32 -72 -14
13
-118
0 19 0 2.678 295 157 0 3.150
-30 -26 -72 -95
13
-223
0 82 0 2.672 314 131 0
3.199
Kredieten (7) Openstaande kredieten 2014
Beschikbaar netto krediet
Bedragen (afgerond) in €
Cumulat. uitgaven t/m 19-8-2014
Restant krediet per 19-8-2014
MATERIËLE VASTE ACTIVA Gronden en terreinen Niet van toepassing Gebouwen en woonruimten Verbouwing woning Populierenlaan 41
161.000
0
161.000
Subtotaal gebouwen en woonruimten
161.000
0
161.000
Bedrijfsgebouwen Nazorg Stadhuis vastgoed en beheer Nazorg Stadhuis optimalisatie
123.333 117.633
74.953 102.913
48.380 14.720
Subtotaal bedrijfsgebouwen
240.966
177.866
63.100
Economisch nut (GRP) Loc. Oosterwijk riolering GRP dp5 WAZ Afkopp. Woningen dp2a WAZ Extra berging / afkoppelen dp2 WAZ Afkopp. centrum WAZ dp9 WAZ werkgroep CB Schuurmanstraat e.o. / riolering GRP CB Meerplein / riolering GRP Alkmaarseweg-Noord / riolering GRP Onderzoek / riolering GRP Waterstructuur / riolering GRP Diepriool GRP GRP-voorziening De Pijp
2.562.815 110.000 194.011 795.000 275.384 515.000 333.000 60.000 412.500 1.100.000 1.450.000 1.010.000
2.143.162 77.726 150.970 323.789 264.888 371.541 0 61.553 72.484 0 0 10.376
419.653 32.274 43.041 471.211 10.496 143.459 333.000 -1.553 340.016 1.100.000 1.450.000 999.624
Subtotaal economisch nut (GRP)
8.817.710
3.476.489
5.341.221
Economisch nut (algemeen) Realisatie wielerbaan Caij- en Aagtenbelt Voorber. ondergr. fietsenstalling Fietskelder stationsgebied Meerplein algemeen Meerplein parkeergarage
300.000 100.000 1.932.954 0 20.733.543
0 128.934 1.866.819 1.028.455 0
300.000 -28.934 66.135 -1.028.455 20.733.543
Subtotaal economisch nut (algemeen)
23.066.497
3.024.208
20.042.289
1)
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
32
2) 3)
4) 5)
6) 7)
8) 8)
Openstaande kredieten 2014 Bedragen (afgerond) in €
Beschikbaar netto krediet
Cumulat. uitgaven t/m 19-8-2014
Restant krediet per 19-8-2014
Maatschappelijk nut (algemeen) Oostelijke doorverbinding deel 3 (OD3) Aanleg busbaan 73 (achter station) Vervanging wegen, Spoorsingel Vervanging wegen 2014 Plesmanweg Vervanging wegen 2014 Zeestraat Vervanging wegen 2014 Kanaalweg onderzoek Uitv. fase 1 herinricht. 2e fase OR Stationsgebied
2.030.453 0 516.779 183.294 641.939 32.596 940.000
2.228.189 -27.841 491.559 0 31.806 11.420 0
-197.736 27.841 25.220 183.294 610.133 21.176 940.000
Subtotaal maatschappelijk nut (algemeen)
4.345.061
2.735.133
1.609.928
36.229.268
9.235.830
26.993.438
57.000 25.000 11.500 60.000 12.500 12.500
48.550 29.995 6.740 33.400 8.836 7.141
8.450 -4.995 4.760 26.600 3.664 5.359
Subtotaal vervoermiddelen
178.500
134.662
43.838
Machines, apparaten en installaties Upgrade informatiehuis fase 2 Vervanging servers bedrijfsvoering ESX/Windows Digitaal route informatie paneel Vervanging parkeerautomaten Vervanging grafbekisting Fietskelder, fietsdetectiesysteem (HBF) Meerplein parkeerapparatuur
50.000 170.000 30.000 400.000 18.150 175.000 491.276
43.092 102.590 29.130 0 18.619 150.000 0
6.908 67.410 870 400.000 -469 25.000 491.276
Subtotaal machines, apparaten en installaties
1.334.426
343.431
990.995
Onderwijs Uitbreiding huisvesting Kennemer College 1e inrichting leer- en hulpmiddelen Kennemer Coll. Vervangen kozijnen Sleutelbloem Verbouwing Bethelschool Populierenlaan 41
1.540.705 136.183 165.000 161.000
1.460.000 136.183 94.405 4.785
80.705 0 70.595 156.215
Subtotaal onderwijs
2.002.888
1.695.373
307.515
Subtotaal grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Vervanging tractor Lindler Geotrack Aanhangwagen met hogedrukreiniger Vervangen voertuig 43-TR-DG Vervangen voertuigen handhaving parkeren Vervangen voertuig handhaving APV Vervangen voertuig bouwtoezicht
33
9)
10)
11)
12)
13) 14)
8)
Openstaande kredieten 2014
Beschikbaar netto krediet
Cumulat. uitgaven t/m 19-8-2014
Restant krediet per 19-8-2014
220.000 40.000 50.000 120.000 60.000 40.000 50.000 155.000 85.000 10.000 90.750 85.000
254.459 40.075 39.424 94.784 0 27.110 29.653 0 350 0 22.538 41.536
-34.459 -75 10.576 25.216 60.000 12.890 20.347 155.000 84.650 10.000 68.212 43.464
1.005.750
549.929
455.821
41.152.798
12.137.091
29.015.707
Bijdrage activa aan derden Bijdrage De Bareel / semi-permanente huisvesting
152.000
0
152.000
Subtotaal bijdrage activa aan derden
152.000
0
152.000
TOTAAL FINANCIËLE VASTE ACTIVA
152.000
0
152.000
41.304.798
12.137.091
29.167.707
Bedragen (afgerond) in € Overige materiële vaste activa Vervanging Docman (aanschaf Decos) Systeem digitaal aanvragen omgevingsvergunning Informatiehuis fase 3 Officelicenties stadhuis Officelicenties thuiswerkers Aanschaf Cognos Upgrade Oracle database Vastgoedbeheersysteem Gymzaal Dreef, vernieuwen doucheruimtes SP Adrichem, verv. hekwerken en ballenvangers Kinheim, vernieuwen sanitair Update GBI Subtotaal overige materiële vaste activa
TOTAAL MATERIËLE VASTE ACTIVA
15) 16)
17)
18)
19)
FINANCIËLE VASTE ACTIVA
TOTAAL GENERAAL
34
20)
Toelichting 1. In het 4e kwartaal 2014 wordt een scheiding aangebracht tussen de woning en de school. Dan kunnen ook de kosten worden geboekt. 2. Doorgeschoven naar 2015, is afhankelijk van ontwikkelingen project Meerplein. 3. Maakt onderdeel uit van totaalkrediet voor GRP, dit totaalkrediet wordt naar verwachting niet overschreden 4. Aanvang werkzaamheden op z'n vroegst eind 2014. Verwacht wordt dat grootste deel werkzaamheden in 2016/2017 plaatsvindt. 5. Op grond van inspectie blijkt vervanging van diepriool tot nu toe nog niet nodig. 6. Door beperkte aanvoer van geschikte grond is er vertraging in het project opgetreden 7. De overschrijding van het voorbereidingskrediet dient samen gezien te worden met krediet Fietskelder stationsgebied. Totaal wordt het krediet van de fietsenstalling naar verwachting niet overschreden. 8. De overschrijding van het krediet Meerplein algemeen dient samen gezien te worden met krediet Meerplein parkeergarage. 9. Nog te ontvangen opbrengsten dienen in mindering te worden gebracht op het krediet. Naar verwachting wordt het krediet niet overschreden. 10. Uitvoering project start in het 4e kwartaal 2014. 11. Uitvoering project start in het 4e kwartaal 2014. 12. In verband met duurzaamheid is gekozen voor een hogedrukreiniger die geluidsarmer en zuiniger in waterverbruik is. 13. Een aanvullende kredietaanvraag is op 2 oktober 2014 in de raad behandeld. Daarna kan het aanbestedingstraject worden opgestart. 14. Extra werkzaamheden omdat dekplaten en tredes op maat gemaakt moesten worden. 15. Vanuit het beschikbare krediet Bedrijfsvoeringsinvesteringen 2014 wordt nog in 2014 een aanvullend krediet aangevraagd. 16. Minimale overschrijding. 17. Krediet maakt onderdeel uit van ICT werkplekvernieuwing. Deze is door de leverancier nog niet volgens de gestelde eisen opgeleverd. 18. Door fouten in de ontvangen facturen zijn deze nog niet verwerkt in de administratie. Het vastgoedbeheersysteem is half september geïnstalleerd. 19. De vervanging van hekwerken en ballenvangers staat gepland voor 2015. 20. Gemeente Heemskerk heeft nog geen factuur gestuurd. De verwachting is dat dit krediet eind 2014 afgesloten kan worden. Kredieten GRP kennen een gesloten financiering. Het huidige GRP loopt tot en met 2015. Bij het opstellen van een nieuw GRP wordt een inventarisatie gemaakt van benodigde investeringen en legt het college een geactualiseerde kredietaanvraag aan de raad voor.
35
Recapitulatie van de programma’s in geld (8) Staat van baten en lasten Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
l
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting 2015 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
1 Openbaar bestuur
Lasten Baten Saldo
4.354,4 696,3 3.658,1-
4.540,9 762,6 -3.778,3
4.454,4 704,8 -3.749,7
4.265,0 704,8 -3.560,2
4.345,0 704,8 -3.640,2
4.455,0 704,8 -3.750,2
2 Integrale veiligheid
Lasten Baten Saldo
3.967,5 326,4 3.641,1-
4.130,5 223,8 -3.906,7
4.022,2 225,6 -3.796,6
3.947,2 225,6 -3.721,6
3.947,2 225,6 -3.721,6
3.947,2 225,6 -3.721,6
3 RO & stedenbouw
Lasten Baten Saldo
4.782,5 3.026,4 1.756,1-
6.065,6 3.576,6 -2.489,0
5.467,0 2.631,2 -2.835,8
4.913,7 2.141,7 -2.772,0
4.913,7 2.141,7 -2.772,0
4.913,7 2.141,7 -2.772,0
4 Verkeer en wegen
Lasten Baten Saldo
7.841,1 2.521,1 5.320,0-
9.223,9 3.253,8 -5.970,1
7.853,2 2.442,8 -5.410,4
7.839,8 2.442,8 -5.397,0
7.836,8 2.442,8 -5.394,0
7.833,8 2.442,8 -5.391,1
5 Water en riolering
Lasten Baten Saldo
3.410,6 4.306,4 895,8
3.857,2 4.293,0 435,8
4.448,2 4.290,9 -157,3
4.446,5 4.290,9 -155,6
4.444,7 4.290,9 -153,8
4.442,9 4.290,9 -152,0
6 Sport
Lasten Baten Saldo
2.719,8 162,5 2.557,3-
2.789,4 165,1 -2.624,3
2.719,7 167,2 -2.552,6
2.728,7 167,2 -2.561,6
2.670,6 167,2 -2.503,4
2.679,6 167,2 -2.512,4
7 Kunst en cultuur
Lasten Baten Saldo
3.021,7 240,4 2.781,3-
2.559,1 0,0 -2.559,1
2.524,9 0,0 -2.524,9
2.502,2 0,0 -2.502,2
2.524,9 0,0 -2.524,9
2.502,2 0,0 -2.502,2
8 Milieu
Lasten Baten Saldo
1.548,8 679,9 868,9-
862,8 25,3 -837,5
1.162,6 0,0 -1.162,6
904,5 0,0 -904,5
904,1 0,0 -904,1
904,1 0,0 -904,1
9 Maatschappelijke ondersteuning
Lasten Baten Saldo
4.062,3 36,1 4.026,2-
4.569,6 0,0 -4.569,6
4.006,6 0,0 -4.006,6
4.000,6 0,0 -4.000,6
4.006,6 0,0 -4.006,6
4.000,6 0,0 -4.000,6
10 Maatsch onderst. individuele voorz.
Lasten Baten Saldo
9.253,5 904,1 8.349,4-
9.355,2 875,0 -8.480,2
13.680,9 875,0 -12.805,9
13.293,6 775,0 -12.518,6
13.164,0 775,0 -12.389,0
13.151,4 775,0 -12.376,4
36
Staat van baten en lasten Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting 2015 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
11 Middelen
Lasten Baten Saldo
5.631,2 3.773,1 1.858,1-
3.559,1 3.164,0 -395,1
2.432,5 3.086,2 653,7
2.087,7 3.772,2 1.684,4
1.633,0 3.739,4 2.106,4
1.449,9 3.798,4 2.348,5
12 Sociale Zaken + uitstroombevordering
Lasten Baten Saldo
22.710,2 19.414,8 3.295,4-
23.869,7 21.235,6 -2.634,0
23.041,1 13.800,9 -9.240,3
22.608,8 13.800,9 -8.808,0
22.295,3 13.800,9 -8.494,4
22.021,8 13.800,9 -8.221,0
13 Jeugd
Lasten Baten Saldo
2.875,7 683,8 2.191,9-
3.240,4 858,5 -2.381,9
10.642,0 511,5 -10.130,5
10.617,4 511,5 -10.105,9
10.355,6 511,5 -9.844,1
10.402,3 511,5 -9.890,8
14 Onderwijs
Lasten Baten Saldo
4.338,5 64,3 4.274,2-
4.526,0 44,2 -4.481,8
4.335,0 44,7 -4.290,2
4.335,0 44,7 -4.290,2
4.335,0 44,7 -4.290,2
4.335,0 44,7 -4.290,2
15 Economische zaken
Lasten Baten Saldo
1.307,7 652,7 655,0-
1.241,8 636,0 -605,8
1.351,9 640,5 -711,4
1.034,5 640,5 -394,0
1.034,5 640,5 -394,0
1.184,5 640,5 -544,0
16 Inrichting en beheer openbare ruimte
Lasten Baten Saldo
5.462,4 523,4 4.939,0-
5.537,8 784,9 -4.752,9
5.448,5 653,2 -4.795,4
5.522,0 725,3 -4.796,7
5.431,4 634,7 -4.796,7
5.440,8 644,1 -4.796,7
17 Volkshuisvesting
Lasten Baten Saldo
243,7 93,8 149,8-
246,4 0,0 -246,4
216,2 6,9 -209,3
240,6 6,9 -233,7
239,5 6,9 -232,6
239,5 6,9 -232,6
18 Afvalbeheer
Lasten Baten Saldo
4.201,7 4.187,6 14,2-
4.432,2 4.251,2 -181,0
4.599,7 4.513,6 -86,1
4.569,7 4.513,6 -56,1
4.539,7 4.513,6 -26,1
4.539,7 4.513,6 -26,1
19 Stedelijke ontwikkeling
Lasten Baten Saldo
2.601,4 2.614,6 13,2
6.677,7 6.882,3 204,7
4.268,0 2.998,6 -1.269,4
6.202,0 5.822,6 -379,4
3.342,0 3.212,7 -129,4
2.900,2 2.770,9 -129,4
Totaal Programma's
Lasten Baten Saldo
94.334,7 44.907,7 49.427,051.258,9 1.831,9 4.085,1 3.764,0 1.510,9
101.285,2 106.674,9 51.031,9 37.593,5 -50.253,2 -69.081,4 51.458,8 65.913,7 1.205,5 -3.167,7 5.832,9 746,5 4.828,8 3.921,2 201,5 7,0
106.059,4 40.586,0 -65.473,5 66.945,1 1.471,6 646,5 1.259,1 2.084,2
101.963,5 37.852,7 -64.110,9 66.380,0 2.269,1 646,5 1.186,0 2.808,6
101.344,3 37.479,3 -63.865,0 66.379,4 2.514,4 646,5 1.082,9 2.950,8
Algemene dekkingsmiddelen Saldo voor bestemming Toevoegingen aan reserves Onttrekkingen aan reserves Saldo na bestemming
37
38
39
40
Portefeuillehouderverdeling en programma’s Omschrijving portefeuille onderdeel Bestuurlijke coördinatie Brandweer en rampenbestrijding Burgerzaken Integrale veiligheid Internationale contacten Juridische Zaken Openbare orde en veiligheid Regionale samenwerking Economische zaken incl. detailhandelsbeleid Haven en kades Meerplein Milieu MRA Noordzeekanaalgebied Oostelijke doorverbinding 3e fase Ruimtelijke ordening (inclusief bouwen) Stedelijke vernieuwing (o.a. Breestraat, Parallellweg) Verkeer-, vervoersbeleid, -infrastruct.(incl. A22 zone) Arbeidsmarktbeleid en participatie Coördinatie van de decentralisaties Dienstverlening Dierenwelzijn Informatisering en automatisering Onderwijs (inclusief passend onderwijs) Sociale Zaken Sport Welzijn Wet Maatsch. Ondersteuning (incl. sociale teams) Aagtenpark Beleid, beheer & inrichting openbare ruimte Broekpolder Financiën Plantage Volksgezondheid Bedrijfsvoering (incl. inkoop, aanbesteding) Binnenduin Communicatiestrategie Jeugdbeleid Jeugdzorg Kunst en cultuur(historie) Kust en strand (incl. gebiedsvisie Wijk aan Zee) Monumentenbeleid en welstand Onderwijshuisvesting Personeel en organisatie Stadspromotie Stationsgebied Toerisme en recreatie Vastgoed en grondbeleid Wijkerbaan
proj. . . . . . . . . . . P . . . P . . . . . . . . . . . . . P . P . P . . P . . . . . . . . . P . . P
bron: www.beverwijk.nl d.d. 11 september 2014
41
naam Burgemeester Burgemeester Burgemeester Burgemeester Burgemeester Burgemeester Burgemeester Burgemeester T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder T.De Rudder H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol H.Erol J.W.J. Dorenbos-de Hen J.W.J. Dorenbos-de Hen J.W.J. Dorenbos-de Hen J.W.J. Dorenbos-de Hen J.W.J. Dorenbos-de Hen J.W.J. Dorenbos-de Hen C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten C.van Weel-Niesten
programma 1 2 1 2 1 1 2 1 15 15 19 8 3 3 19 3 3 4 12 9, 10, 13 1, 10, 12 9 11 13, 14 12 6 9, 10, 13 9, 10, 13 3 4, 5, 16, 17, 18 19 11 19 9 11 19 1 9, 13 13 7 3 7 14 11 15 19 15 3 19
42
Openbaar bestuur (1) Algemeen Programmadoelstelling Een (inter)actief bestuur dat toegankelijk en herkenbaar is voor partners en inwoners binnen de gemeente en de regio door samenwerking, dienstverlening en moderne communicatie. Context en achtergrond De raad en het college geven invulling aan het democratische besluitvormingsproces en ze krijgen daartoe ambtelijke ondersteuning van de gemeentelijke organisatie. Het gemeentebestuur acteert in diverse (regionale) netwerken om de belangen van onze gemeente te behartigen en onderhoudt contacten binnen die netwerken. Dit programma gaat over de relatie tussen de gemeente Beverwijk en haar inwoners, over de communicatie tussen bestuur en inwoners en de dienstverlening die inwoners en ondernemers van de overheid mogen verwachten. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Kieswet - Programmaplan Dienstverlening . . - Kansenonderzoek IJmondgemeenten . - Griffieplan 2015 (september 2014)
. .
. .
. .
C-14-01465 IN-13-05357
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Dienstverlening; Ontwikkeling gastvrijheid. . . . 2014-2018 1 2. HBO opleiding; Onderzoeken mogelijkheden lobbyist. . 2015 3 Op IJmondiaal niveau lobbyen. Gebruik maken van bestaande netwerken (Techniekcampus, REB) . . . . 2014-2018 3 3. Fusie IJmondgemeenten; uitvoeren plan van aanpak kansenonderzoek. Onderzoek mogelijkheden fusie . . 2014-2018 3 4. Implementatie eHerkenning ondernemers voor digitale aanvragen. 2015 4 5. Dienstverlening; Optimalisatie klantprocessen. . . 2014-2018 4 6. Dienstverlening; Organisatorische doorontwikkeling KCC. . 2014-2018 4 7. Dienstverlening; nieuwe website. . . . . 2014-2015 5 8. Aandacht voor communicatie bij grootschalig onderhoud en herstructurering. . . . . . . . 2014-2018 5 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
43
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Een adequaat bestuur dat berekend is op zijn taak, waar inwoners en partners op kunnen rekenen. Wat gaan we daarvoor doen? - Dagelijks besturen van de gemeente door het college. - Het invullen van de randvoorwaarden en bieden van faciliteiten waardoor het college van burgemeester en wethouders zo optimaal mogelijk kan functioneren in zijn taak als dagelijks bestuur en in het bijzonder bij het vertegenwoordigen van de gemeente. - Organiseren van verkiezingen voor Provinciale
Staten en Waterschap. De Waterschapsverkiezingen op 18 maart 2015 vinden voor het eerst via de stembus plaats. Dit gebeurt tegelijk met de Provinciale statenverkiezingen. Het organiseren van verkiezingen omvat onder meer de benoeming van stembureauleden door het college en het faciliteren van een goed verloop van de verkiezingen. - Het bestuur waardeert inwoners van Beverwijk die een bijzondere inzet hebben geleverd voor de samenleving, nu en in het verleden. Het college besteedt aandacht aan hen door het organiseren van een veteranendag en het uitreiken van Koninklijke en gemeentelijke onderscheidingen. Welke producten dragen hier aan bij? - College-/Bestuursondersteuning (10002) - Verkiezingen (15020) - Onderscheidingen (10005) - Representatie (10006) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Een duidelijke positie van de raad in hun taak als volksvertegenwoordiger, kadersteller en controller. Wat gaan we daarvoor doen? - Het ten behoeve van inwoners, bedrijven en instellingen goed laten functioneren van de raad en de door de raad ingestelde commissies. De raadsgriffie ondersteunt de gemeenteraad in zijn taken. - De raad en raadscommissies vergaderen volgens de vastgestelde vergadercyclus. - Burgers informeren over rol en werkzaamheden van de raad. - De uitvoering van het griffieplan 2015. - Herziening van de verordening Ambtelijke Bijstand, met als doel het versterken van de positie van de raad en het verduidelijken van de werkafspraken tussen raad en college/ambtelijke organisatie. Welke producten dragen hier aan bij? Gemeenteraad (10001)
44
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Verbetering van bestuurskracht en efficiëntere bedrijfsvoering door regionale samenwerking op grensoverschrijdende onderwerpen. Wat gaan we daarvoor doen? - Het faciliteren van de IJmondraadcommissie met als doel het verbeteren van de samenwerking en het verduidelijken van het regionale besluitvormingstraject. - Het actief bijdragen aan en sturen op samenwerkingsverbanden. Beverwijk zet enthousiast in op verdere versterking van de samenwerking in de regio: in verbonden partijen op de werkgebieden van onder meer reintegratie, milieu, belastingen en inkoop, maar ook op het gebied van zorg en welzijn (decentralisaties), onderwijs (met Heemskerk), economische zaken (Regionaal Economisch Bureau), vluchtelingen (Uitgeest/centrumgemeente), leerplicht (regionaal) en woonruimteverdeling. - Beverwijk werkt zowel samen in IJmondverband als in andere verbanden. In opdracht van de IJmondgemeenten is in 2012 en 2013 onderzoek gedaan naar de opgaven waar de IJmond voor staat, de sterke en zwakke punten van de gemeenten en de samenwerking in de IJmond, de randvoorwaarden voor IJmondiale samenwerking en wat er nodig is om de kansen voor samenwerking in de IJmond te benutten. De stuurgroep kansenonderzoek regionale samenwerking IJmond heeft het kansenonderzoek in 2013 aan de gemeenteraden van Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen aangeboden. Het onderzoek wijst uit dat de opgaven waar gemeenten voor staan de gemeentegrenzen overstijgen en vragen om een gezamenlijk optreden. Samenwerking is nodig om de bovenlokale opgaven in het gebied aan te kunnen pakken. Uit het onderzoek komen voor de regio IJmond vijf opgaven als belangrijkste naar voren; 1. De economie moet versterkt en minder afhankelijk van de staalindustrie gemaakt worden om toekomstbestendig te zijn. 2. Er ligt een opgave rond luchtkwaliteit en de gevolgen van de beperkte milieuruimte in de IJmond. 3. Beperkte mobiliteit binnen de regio en bereikbaarheid van de regio zorgen voor knelpunten die om een plan van aanpak vragen. 4. De woningvoorraad van de gemeenten vraagt om herstructurering en doorontwikkeling richting levensloopbestendig wonen. 5. Tot slot is het in stand houden van regionale voorzieningen een opgave die steeds belangrijker wordt voor de vier IJmondgemeenten. - De gemeente Uitgeest heeft in 2014 besloten om gefaseerd over te stappen naar een nieuw samenwerkingsverband met de gemeenten Castricum, Bergen en Heiloo. De gevolgen van die keuze voor de regionale samenwerking in onder meer gemeenschappelijke regelingen zijn onderwerp van overleg. - Versterking van de samenwerking in de IJmond wordt breed gedragen in de samenleving. Een initiatiefgroep vanuit het bedrijfsleven onderschrijft de analyse uit het onderzoek en dringt aan op bestuurlijke versterking van de IJmond. Welke producten dragen hier aan bij? - Gemeenteraad (10001) - College-/Bestuursondersteuning (10002) - Samenwerking IJmondgemeenten (10008)
45
Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? De gemeente Beverwijk wil in toenemende mate kunnen inspelen op de behoeften die de klant heeft door haar dienstverlening meer klantgericht, meer efficiënt en maximaal digitaal vorm te geven. Wat gaan we daarvoor doen? - Correct en efficiënt leveren van alle producten en diensten van Burgerzaken en Burgerlijke stand. - Op orde houden van de Basisregistratie Personen (BRP) De Basisregistratie Personen (BRP) bevat persoonsgegevens van iedereen die in Nederland woont of gewoond heeft en van zogenoemde niet-ingezetenen. - Het Programma dienstverlening heeft invloed op het domein Burgerzaken. Gemeente Beverwijk gaat in 2015 verder invulling geven aan de ontwikkeling van digitale dienstverlening, de organisatie van het van het KCC (Klantcontactcentrum) en het onderzoeken van multichannel-dienstverlening: welk kanaal is het meest geschikt voor het aanbieden van een bepaald product. Zo maken we in 2015 mogelijk dat een uitvaartondernemer de aangifte van overlijden online kan doen door middel van eHerkenning en zorgen we ervoor dat aanvragen van veelgevraagde producten en diensten steeds meer eenvoudig en snel online kunnen worden gedaan. Welke producten dragen hier aan bij? - Burgerlijke stand (15015) - Documenten/verklaringen (15016) - Huisnummering/straatnaamgeving (15017) - Naturalisatie (15018) - Persoonsinformatie (15019) Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Inwoners, ondernemers en instellingen actief en bijtijds informeren en waar mogelijk betrekken bij planvoorbereiding en -uitvoering. Wat gaan we daarvoor doen? - Informeren en betrekken van inwoners, bedrijven en instellingen over besluiten en bij het uit te voeren beleid (zie ook paragraaf Bedrijfsvoering) Voor goed contact tussen burgers, bedrijven, instellingen en bestuur is communicatie essentieel. Enerzijds is het van belang dat de gemeente op heldere en begrijpelijke wijze informeert over besluitvorming, beleid en projecten. Dat gebeurt op diverse momenten tijdens het besluitvormingsproces en op verschillende manieren: via bijeenkomsten, nieuwsbrieven, gemeentepagina, website, folders, brieven, sociale media etc. Anderzijds kan het bestuur alleen daadkrachtig optreden als er in de samenleving draagvlak bestaat voor het gemeentelijk beleid. Om dat te bereiken is al in de beleidsvoorbereidende fase contact tussen bestuur en bewoners, ondernemers en andere belanghebbenden en participatie van deze doelgroepen aan de totstandkoming van beleid onontbeerlijk. - Steeds meer mensen maken gebruik van sociale media. Dat biedt de mogelijkheid om rechtstreeks met hen te communiceren, op een meer persoonlijke manier. Sociale media boort vaak een nieuwe (jongere) doelgroep aan en biedt kans op meer interactiviteit. De gemeente volgt Twitter, plaatst er proactief informatie en reageert op vragen en opmerkingen. De gemeente(-raad) heeft een Twitter- en Facebookaccount en diverse raadsleden en collegeleden twitteren op eigen titel. - Betrokkenheid van het college zichtbaar maken door werkbezoeken aan wijken, instellingen en ondernemers - Inwoners van Beverwijk bewust maken van internationale solidariteit. De Wereldwinkel voert activiteiten uit om de beoogde bewustwording te realiseren. De 46
Wereldwinkel wordt hierbij geholpen door veel vrijwilligers. De gemeente subsidieert de Wereldwinkel. Welke producten dragen hier aan bij? - Communicatie (10007) - Internationale solidariteit (13054)
Financiële tabel Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
822,6 1.630,0 19,6 63,7 257,3 3,2 402,5 579,3 26,7 77,2 440,4 31,8
934,4 1.492,8 19,0 68,3 256,6 25,2 3,5 357,2 625,7 32,9 73,2 409,5 242,7
891,2 1.518,9 14,9 76,9 247,3 25,5 3,5 337,6 635,0 35,7 72,9 425,7 169,4
891,2 1.494,9 14,9 66,9 247,3 3,5 337,6 635,0 35,7 72,9 425,7 39,4
891,2 1.494,9 14,9 66,9 247,3 3,5 337,6 635,0 35,7 72,9 425,7 119,4
901,2 1.494,9 14,9 66,9 247,3 3,5 337,6 635,0 35,7 72,9 425,7 219,4
4.354,4
4.540,9
4.454,4
4.265,0
4.345,0
4.455,0
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
55,2 78,5 502,5 60,1 -
58,0 77,5 581,3 45,0 0,8 -
78,4 581,3 45,0 -
78,4 581,3 45,0 -
78,4 581,3 45,0 -
78,4 581,3 45,0 -
696,3
762,6
704,8
704,8
704,8
704,8
Saldo
3.658,1-
3.778,3-
3.749,7-
3.560,2-
3.640,2-
3.750,2-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
67,2 3.725,3-
39,2 3.817,5-
3.749,7-
3.560,2-
3.640,2-
3.750,2-
Bedragen in EUR x 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 10001 10002 10005 10006 10007 10008 13054 15015 15016 15017 15018 15019 15020
Producten Gemeenteraad College en bestuursondersteuning Onderscheidingen Representatie Communicatie (Voorlichting) Samenwerking IJmondgemeenten Internationale solidariteit Burgerlijke stand Documenten/Verklaringen Huisnummering/Straatnaamgeving Naturalisatie Persoonsinformatie Verkiezingen Totaal Lasten
Bedragen in EUR x 1.000
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 10001 10002 10005 10006 10007 10008 13054 15015 15016 15017 15018 15019 15020
Producten Gemeenteraad College en bestuursondersteuning Onderscheidingen Representatie Communicatie (Voorlichting) Samenwerking IJmondgemeenten Internationale solidariteit Burgerlijke stand Documenten/Verklaringen Huisnummering/Straatnaamgeving Naturalisatie Persoonsinformatie Verkiezingen Totaal Baten
Toelichting: - 10001 Gemeenteraad Door de invoering van de werkkostenregeling per 01/01/2015 zijn de onkostenvergoedingen, welke aan de raadsleden worden verstrekt, onbelast. Hierdoor zijn de lasten voor de gemeente lager (voor de raadsleden blijft de vergoeding gelijk). Daarnaast is de begroting van 2014 en 2018 hoger door extra lasten in verband met kosten van wisselen van raadsleden en gemeenteraadsverkiezingen. - 10002 College en bestuursondersteuning Door de invoering van de werkkostenregeling per 01/01/2015 zijn de onkostenvergoedingen, welke aan de burgemeester en wethouders worden verstrekt, onbelast. Hierdoor zijn de lasten voor de gemeente lager (voor de burgemeester en wethouder blijft de vergoeding gelijk). Daarnaast zijn de lasten in 2015 incidenteel hoger door de kosten voor de vervanging van de burgemeester (B2-3) - 15020 Verkiezingen Doordat het aantal en het type verkiezingen ieder jaar wisselen fluctueert ook het begrote bedrag. Bij gemeenteraadsverkiezingen worden bijvoorbeeld meer werkzaamheden verricht als bij de verkiezingen voor het Europees Parlement. 47
Integrale veiligheid (2) Algemeen Programmadoelstelling Zorg voor een (sociaal) veilige woon-, leef-, en werkomgeving waarin inwoners zich beschermd weten, regels worden gehandhaafd en ernstige calamiteiten achterwege blijven. Context en achtergrond De behoefte van de gemeente Beverwijk om meer samenhang en samenwerking te creëren in de veiligheidsaanpak heeft geresulteerd in het Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018. Het Integraal Veiligheidsbeleid omvat het strategisch kader waarbinnen de gemeente de aanpak van onveiligheid vorm geeft. Op basis van een veiligheidsanalyse zijn de bestuurlijke ambities en de hoofdlijnen van beleid verwoord en vastgelegd. Via het veiligheidsbeleid geeft de gemeente vorm aan haar regierol en oefent invloed uit op de prioriteiten en beleid van de politie en andere veiligheidspartners. De concrete vertaling van het Integraal Veiligheidsbeleid vindt jaarlijks plaats in een uitvoeringsplan Integrale Veiligheid. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Integraal Veiligheidsbeleid 2015-2018 .
.
.
(Z-14-18711)
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Jaarlijks uitvoeringsprogramma veiligheid. . . 2015-2018 1 Bezuinigingen Regionaal 10% besparen op VRK; 2015 €40.000 en 2016 €80.000 De VRK onderzoekt de mogelijkheden voor efficiencyvoordelen binnen de VRK en een strategische huisvestingsvisie.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Een samenhangende aanpak die bijdraagt aan realisatie van de ambities voor een veilige woon-, leef- en werkomgeving. Wat gaan we daarvoor doen? Uitvoeren van het Uitvoeringsplan Integrale Veiligheid 2015. Welke producten dragen hier aan bij? - Sociale Veiligheid (13021) - Bedrijfscontacten (13035) - Jeugd en jongerenwerk (13084) - Regelingen bijz .wetten (13009)
48
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Een bijdrage leveren aan de verdere ontwikkeling en het betaalbaar houden van de Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) en het realiseren van een herkenbare en slagvaardige gemeentelijke crisisorganisatie die realistisch en eigentijds opereert.
Wat gaan we daarvoor doen? - De verdere ontwikkeling van de VRK leidt tot een verbetering van de bestuurlijke en operationele slagkracht van partijen betrokken bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beverwijk stelt zich hierbij kritisch en constructief op via Beverwijkse vertegenwoordigers binnen het bestuur van de VRK. - College en gemeenteraad krijgen, met behulp van het regionaal crisisplan, het regionaal beleidsplan en de jaarstukken VRK, goed inzicht in de kwaliteit, voortgang van de crisisbeheersing en het op orde brengen van de bedrijfsvoering van de VRK. Met deze instrumenten kunnen ze deze gemeenschappelijke regeling (GR) monitoren en toetsen. - De focus leggen op zelfredzaamheid, improvisatievermogen en flexibiliteit door implementatie van het Regionaal Crisisplan. - Verbetering van de multidisciplinaire rolherkenbaarheid en samenwerking door actieve deelname in multidisciplinaire overleggen op het gebied van paraatheid, planvorming en opleiden trainen en oefenen. Beverwijk draagt daarbij uit waar Bevolkingszorg Kennemerland (gemeentelijke crisisorganisatie) voor staat en welke rol de gemeente heeft in de voorbereidende fase, crisisfase en de nazorgfase. Welke producten dragen hier aan bij? - Rampenbestrijding (13024) - Brandweer (11023) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Een veilig verloop van het evenement Wat gaan we daarvoor doen? - Het inschatten van de risico’s. - Het opstellen van veiligheidsplannen in regionale samenwerking. Welke producten dragen hier aan bij? - Sociale veiligheid (13021) - Rampenbestrijding (13024)
49
Financiële tabel
Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
2.797,2 687,6 237,4 1,9 243,3
2.759,3 869,0 302,9 3,9 195,4
2.674,6 832,0 332,9 4,0 178,8
2.634,6 832,0 297,9 4,0 178,8
2.634,6 832,0 297,9 4,0 178,8
2.634,6 832,0 297,9 4,0 178,8
3.967,5
4.130,5
4.022,2
3.947,2
3.947,2
3.947,2
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
Lasten 11023 13009 13021 13023 13024
Producten Brandweer Regelingen / bijzondere wetten Sociale veiligheid CRIB proces, rampenplan Rampenbestrijding Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
Baten 11023 13009 13021 13023 13024
Producten Brandweer Regelingen / bijzondere wetten Sociale veiligheid CRIB proces, rampenplan Rampenbestrijding
238,1 88,3 -
123,3 100,5 -
123,8 101,8 -
123,8 101,8 -
123,8 101,8 -
123,8 101,8 -
326,4
223,8
225,6
225,6
225,6
225,6
Saldo
3.641,1-
3.906,7-
3.796,6-
3.721,6-
3.721,6-
3.721,6-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
3.641,1-
3.906,7-
3.796,6-
3.721,6-
3.721,6-
3.721,6-
Totaal Baten
Toelichting: - 11023 Brandweer Door de ingeboekte bezuiniging regionaal besparen op VRK zijn de lasten in 2016 lager dan 2015. - 13021 Sociale veiligheid In verband met Sail in 2015 zijn de lasten hoger.
50
Ruimtelijke ordening en stedenbouw (3) Algemeen Programmadoelstelling Het ontwikkelen van ruimtelijk beleid, vergroten van de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente en scheppen van een ruimtelijk referentiekader voor toekomstige ruimtelijke ambities en ingrepen door: - Formuleren en vastleggen van ruimtelijk beleid in bestemmingsplannen en (stads)visies - Leveren van bijdragen aan ruimtelijke regionale samenwerking - Toetsen van bouwplannen op stedenbouwkundig en ruimtelijk beleid - Beheer van openbare gebouwen en terreinen - Actualiseren vastgoedbeleid, grondbeleid en grondprijsbeleid - Het initiëren en onderzoeken van mogelijke ontwikkelingsprojecten Context en achtergrond - Een belangrijk instrument om het gewenste ruimtelijke beleid te realiseren is een actueel bestemmingsplan. Om leges te mogen heffen moeten bovendien, conform de nieuwe wetgeving Wro/Bro, alle bestemmingsplannen per 1 juli 2013 jonger zijn dan 10 jaar. Om hieraan te kunnen voldoen zijn diverse conserverende bestemmingsplannen en beheersverordeningen opgesteld en is het vooroverlegtraject geminimaliseerd. Indien de markt en de economie weer aantrekken kunnen de vastgestelde plannen worden aangepast om de gewenste ontwikkeling juridisch mogelijk te maken. - Regionale ontwikkelingen in bijvoorbeeld de IJmond, het Masterplan Noordzeekanaalgebied (NZKG) en de Metropoolregio Amsterdam (MRA) bieden kansen voor ruimtelijke en economische aspecten en duurzaamheid in Beverwijk. Het volgen en inspelen op deze bredere ontwikkelingen krijgt daarmee een hogere prioriteit.
MRA Noordvleugel bestuurlijke grenzen
- Er blijven altijd wenselijke bouwinitiatieven ontstaan die niet (volledig) passen in de bestemmingsplannen. Met het doorlopen van procedures als projectuitvoeringsbesluiten en (uitgebreide) omgevingsvergunningen zijn deze (particuliere) initiatieven planologisch toch mogelijk. De totale kosten (zowel apparaatkosten als ook noodzakelijke aanpassingen van de openbare ruimte), dienen volgens de Wro/Bro (juli 2008) verhaald te worden op 51
aanvrager c.q. grondeigenaar indien sprake is van ontwikkelingen op particulier terrein met benodigde aanpassingen in het openbare gebied. - Ter bepaling en ondersteuning van de financiële haalbaarheid van bestemmingsplannen wordt een geactualiseerd grondbeleid en grondprijsbeleid opgesteld. (exploitatieplannen). Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Actuele landelijke wetgeving waaraan het Beverwijkse ruimtelijk beleid moet voldoen zijn: - Wet ruimtelijke ordening (Wro), toelichting in Bro. (Juli 2008) - Besluit ruimtelijke ordening (Bro). (Juli 2008) - Regelgeving digitaal uitwisselbare plannen conform de IMRO-codering 2008 en per 1 juli 2013 norm 2012. - Crisis- en herstelwet (Chw) - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Op rijks-, provinciaal-, regionaal- en lokaal niveau zijn diverse visies en andere vormen van regelgeving leidend: - Europa: Te implementeren richtlijnen op velerlei gebied, waaronder Natura 2000 gebieden, milieunormen (o.a. luchtkwaliteit), MER-regels, aanbestedingsregels, kaderrichtlijn water - Rijk: Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte - Provincie: Structuurvisie Noord-Holland - Regio : MRA, visie Noordzeekanaalgebied (NZKG INT-13-02744) - Gemeentelijk: Structuurvisie Beverwijk 2015+ (2009/76503) Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Startnotitie stadsvisie/structuurvisie opstellen. . . . 2014-2015 1 2. Stadsvisie/structuurvisie opstellen. . . . . 2015-2017 1 3. Faciliteren bedrijven; door nieuwe wetgeving (omgevingswet) vergunningen dereguleren. . . . . . 2014-2018 1 4. Parallelweg; bestemmingsplan Parallelweg . . . 2015-2016 1 5. Vaststellen bestemmingsplan Wijk aan Zee . . . 2015-2018 1 6. Niet strategisch vastgoed; afstotingsbeleid opstellen. . . 2015-2016 4 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma.
52
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Ontwikkelen en vastleggen van ruimtelijk beleid. Wat gaan we daarvoor doen? - Het actualiseren van bestaande en opstellen van nieuwe bestemmingsplannen of beheersverordeningen, waarbij een voorkeur is voor beheersverordeningen. - Opstellen van een nieuwe stadsvisie. - Opstellen van gebiedsvisies of structuurvisies als stedenbouwkundig kader voor herstructureringsgebieden, als uitwerking van de stadsvisie of een kloppend stadshart. - Het volgen en leveren van bijdragen aan provinciale en regionale visies als NZKG, MRA. - Om planologisch niet passende (particuliere) bouwinitiatieven toch mogelijk te maken werkt Beverwijk uitgebreide omgevingsvergunningen uit. Gemiddeld komen er jaarlijks circa 20 verzoeken binnen, die ieder een procedure doorlopen van 26 weken. - Het college onderzoekt of efficiencywinst is te halen uit het verbeteren van de organisatie van vervaardiging van ruimtelijke plannen. - Indien ruimtelijke ontwikkelingen plaats vinden op particuliere terreinen waardoor ook ingrepen nodig zijn in de openbare ruimte is in principe sprake van het opstellen van een exploitatieplanberekening. Dit is conform de wettelijke uitgangspunten zoals verwoord in de Wro en Bro van 1 juli 2008 en het afsluiten van een anterieure overeenkomst met betrokken grondeigenaren. - Het actualiseren van het grondbeleid en grondprijsbeleid ten behoeve van ontwikkelingen op particuliere terreinen. - het college zorgt er voor dat er een goede afstemming is tussen vastgoedbeleid (grond, opstallen en bestemming) en grondbeleid/grondprijsbeleid. Welke producten dragen hier aan bij? Ruimtelijke ordening (13097) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het behouden en versterken van de kwaliteit en de (historische) karakteristieken van de gemeente door handhaving van het ruimtelijk beleid en het toetsen van bouwplannen. Wat gaan we daarvoor doen? - Opstellen en uitvoeren van een aangepast handhavingsbeleid - Opstellen van ruimtelijke beleidsregels voor toetsing van aanvragen voor reguliere Wabo omgevingsvergunningen die in strijd zijn met het bestemmingsplan (planologische kruimellijst) - Toetsen van bouwplannen aan bovengenoemd ruimtelijk beleid en toezicht op naleving. - Toetsen van bouwplannen (ontwikkeling en sloop) aan bouwregelgeving - Toetsen van de ruimtelijke onderbouwing voor aanvragen van omgevingsvergunningen die de uitgebreide Wabo procedure doorlopen Welke producten dragen hier aan bij? - Basiskaart (16010) - Omgevingsvergunning (14102)
53
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Beheer van openbare gebouwen en terreinen Wat gaan we daarvoor doen? Gemeente Beverwijk heeft een groot aantal kavels en vastgoedobjecten in bezit, welke zij verhuurt of anderszins in gebruik heeft gesteld. Het beheer hiervan was verspreid over diverse organisatieonderdelen en daardoor niet altijd efficiënt. Na de professionaliseringsslag vastgoedbeheer is het gemeentelijke vastgoed in één team bij elkaar gebracht. Er zijn enkele centrale doelstellingen geformuleerd, namelijk: - Inzicht in de status en de gegevens van het vastgoed; - Het streven naar een minimaal kostprijs dekkende exploitatie van de totale vastgoedportefeuille, financieel inzicht is hierbij vereist; - Een eenduidige aanpak van en sturing op vastgoed. Deze doelstellingen zijn noodzakelijk om het reeds ingezette proces van professionalisering van vastgoed te continueren. Dit traject leidt ertoe dat begin 2015 de basis op orde is. Welke producten dragen hier aan bij? Vastgoed (13037)
54
Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Faciliterend vastgoedbeleid en grondbeleid Wat gaan we daarvoor doen? Om het ruimtelijk beleid op een zo economisch verantwoord mogelijke wijze te realiseren, wordt een mix van de volgende mogelijkheden ingezet: - Het efficiënt en effectief beheren van de gemeentelijke vastgoedportefeuille. Hierbij wordt gekeken naar de kerntaak van de gemeente op het gebied van huisvestingsvraagstukken; - Goede contractuele afspraken, gronduitgifte en verwerving en financiële afspraken bij diverse ruimtelijke projecten. Verder hoort bij een verantwoord ruimtelijk beleid: - Actuele grondprijzen (het grondprijsbeleid heeft als uitgangspunt marktconformiteit); - Het actueel houden en herzien van het exploitatieplan Westelijk Beverwijk en van diverse grondexploitaties. Welke producten dragen hier aan bij? Vastgoed (13037)
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het initiëren en onderzoeken van mogelijke ruimtelijke processen en ontwikkelingen ter versterking van de ruimtelijke kwaliteit en revitalisering van de gemeente tot aan een projectdefinitie of plan van aanpak. Wat gaan we daarvoor doen? - A22 zone en de kop van de Haven, zie doelstelling 6. - Opstellen notitie Strategische ontwikkeling Beverwijk of Stadsvisie voor de gehele stad. Eind 2014 / begin 2015 kan hiermee worden gestart, met vooralsnog een doorlooptijd tot in 2016. - Opstellen van een visie voor het stadshart van Beverwijk - Bijdrage leveren aan regionale visie Welke producten dragen hier aan bij? Ruimtelijke Ordening (13097) Doelstelling 6 Wat willen we bereiken Gegarandeerde bereikbaarheid van de gemeente en stimuleren en verbeteren van bedrijvigheid van de haven, het industriegebied de Pijp en de woonboulevard. Wat gaan we daarvoor doen - Nadat de gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren het mix&match concept hebben opgesteld kan in 2014 / 2015 een ruimtelijke- en verkeerskundige visie worden opgesteld. 55
Centraal staat een betere benutting van de A22 en het verbinden van die delen van Beverwijk die door de A22 worden gescheiden, zoals o.a. het stadscentrum en de woonboulevard (het stadshart). - Het college heeft het initiatief genomen om, samen met ondernemers en vastgoedeigenaren, een nieuw toekomstbeeld voor de woonboulevard te schetsen. - Beverwijk voert ook het project Handelskade / Kop van de Haven uit. - Ook wordt in samenwerking met het loket Knooppunten een nieuwe visie opgesteld voor het Stationsgebied en het stadshart. (Zie ook “Startnotitie A22 / Kop van de haven 2012/38521 en de collegenota “Uitwerking startnotitie A22 in plan van aanpak A22 zone / Kop van de Haven” 2012/54885). Welke producten dragen hieraan bij? - Ruimtelijke Ordening (13097) - Verkeersvoorz., maatregelen (13031) - Riolering Beheer en onderhoud (13090) - Bedrijfscontacten (13033) Doelstelling 7 Wat willen we bereiken? Het realiseren van een aantrekkelijke groenrecreatieve buffer tussen de woongebieden van Beverwijk (met name de Broekpolder) en het meer agrarische buitengebied ten oosten van de stad door realisatie van het Aagtenpark op de voormalige CAIJ- en Aagtenbelt. Het Aagtenpark moet een openbaar toegankelijk (natuurbeleving)park worden met mogelijkheden voor intensieve vormen van recreatie in aansluiting op de extensieve recreatiemogelijkheden van de Buitenlanden, de Omzoom en de cultuurhistorisch waardevolle stelling van Amsterdam.
Aagtenpark
Wat gaan we daarvoor doen? Beverwijk gaat het gebied (26 hectare) eerst, conform de Wet bodembescherming, voorzien van een nieuwe leeflaag als basis voor een milieuhygiënisch veilige inrichting. Vervolgens wordt fasegewijs de feitelijke inrichting ter hand genomen. Mits er door de recessie geen extra vertragingen in de grondleveranties zijn, wordt in 2015 gestart met afdekking en inrichting van het parkdeel op de voormalige Aagtenbelt en kan het totale park eind 2016 worden geheel worden opengesteld. Welke producten dragen hier aan bij? Project Aagtenpark (13102) 56
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
1.761,3 954,3 94,2 565,7 82,0 916,1 408,8
2.904,7 948,1 755,0 119,3 928,3 410,1
2.407,2 1.021,4 612,8 111,3 925,4 388,8
2.397,2 1.021,4 119,5 111,3 875,4 388,8
2.397,2 1.021,4 119,5 111,3 875,4 388,8
2.397,2 1.021,4 119,5 111,3 875,4 388,8
4.782,5
6.065,6
5.467,0
4.913,7
4.913,7
4.913,7
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13037 13097 13098 13102 13103 13104 14102 16010
Producten Vastgoed Ruimtelijke ordening Geldleningen woningmarkt Project Aagtenpark Exploitatie warmte- en koudeopslag Ontwikkeling A22 zone Omgevingsvergunning Basiskaart Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 13037 13097 13098 13102 13103 13104 14102 16010
Producten Vastgoed Ruimtelijke ordening Geldleningen woningmarkt Project Aagtenpark Exploitatie warmte- en koudeopslag Ontwikkeling A22 zone Omgevingsvergunning Basiskaart
2.234,1 383,3 100,3 284,7 24,1
2.370,4 719,5 119,3 349,9 17,4
1.729,6 297,5 111,2 475,4 17,6
1.537,5 111,2 475,4 17,6
1.537,5 111,2 475,4 17,6
1.537,5 111,2 475,4 17,6
3.026,4
3.576,6
2.631,2
2.141,7
2.141,7
2.141,7
Saldo
1.756,1-
2.489,0-
2.835,8-
2.772,0-
2.772,0-
2.772,0-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
67,5 200,6 1.623,0-
523,6 49,0 2.963,6-
200,0 244,8 2.791,0-
49,0 2.723,0-
49,0 2.723,0-
49,0 2.723,0-
Totaal Baten
Toelichting: - 13037 Vastgoed De baten en de lasten zijn vanaf 2015 lager doordat er in 2014 eenmalige verkoopopbrengsten en verkoopkosten zijn begroot. Daarnaast zijn de baten vanaf 2016 lager doordat er in 2015 €200.000 verkoopopbrengsten zijn begroot. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de algemene reserve. - 13097 Ruimtelijke ordening De lasten zijn vanaf 2015 hoger door de nieuwe urenraming. - 13102 Project Aagtenpark De baten en lasten zijn geraamd conform planning. Vanaf 2016 zijn de beheergelden voor het Aagtenpark geraamd. - 14102 Omgevingsvergunning De lasten zijn vanaf 2016 lager door de in de meerjarenraming regel 21 opgevoerde taakstelling op de uitvoeringskosten van de omgevingsvergunningen.
57
Verkeer en wegen (4) Algemeen Programmadoelstelling Een optimaal bereikbare gemeente met een veilig en onderhouden verkeerssysteem, nu en in de toekomst. Context en achtergrond Het gemeentelijk verkeer- en vervoerplan (GVVP 2011-2012) en het meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte (2012) legt de basis voor een robuust en toekomstvast verkeerssysteem in de gemeente Beverwijk. Het GVVP sluit aan bij regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van verkeer en vervoer. Regionaal krijgt dit vorm binnen IJmond Bereikbaar. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan .
.
.
.
- Meerjarenprogramma beheer en onderhoud openbare ruimte - Bebouwd parkeren centrumplannen en stand van zaken najaar 2013 - Kadernota parkeren . . . . . . - Regionale Mobiliteitsvisie IJmond Bereikbaar . . .
2007/22571 2011/6074 2011/20083 2012/51815 2012/43111 2012/50998 INT-13-07434
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Participeren bij uitwerking provinciale planstudie A8/A9 (fase 1) . . . . . . . . 2014-2015 1 2. Participeren bij uitwerken pakket compenserende verkeersmaatregelen (fysiek, verkeers- en mobiliteitsmanagement, communicatie) bij afsluiten Velsertunnel. . . . . . . 2014-2016 1 3. Participeren en monitoren ontvlechting Velsertraverse voor een betere doorstroming. . . . . . . 2015-2016 1 4. IJmond op de kaart; Lobby IJmond Bereikbaar . . . 2014-2018 1 5. Openbaar vervoer trein: lobby naar ministerie I&M met IJmond Bereikbaar. OV bus: participeren met de provincie. . . .2014-2018 1 6. Uitvoeren progr. mobiliteitsmanagement&visie IJmond Bereikbaar. Onderzoeken mogelijkheden regionaal mobiliteitsfonds. . 2014-2018 1 7. Uitvoeringsprogramma GVVP: aanleggen en realiseren fietsroutes. 2014-2018 1 8. Vanuit het GVVP-uitvoeringsprogr. jaarlijks verkeerscampagnes veiligheid. Op verzoek van scholen verkeersmaatregelen treffen. 2014-2018 1 9. Opening fietsenstalling Stationsplein . . . . 2015 1 10. Wegenonderhoud; jaarlijks actualisatie, uitvoeren en dagelijks beheer Meerjaren onderhoudsplan. . . . . 2014-2018 2 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma.
58
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? De gemeente moet bereikbaar en verkeersveilig blijven, nu en in de toekomst. Wat gaan we daarvoor doen? - Centrumparkeren; Parkeren is essentieel voor de bereikbaarheid van Beverwijk. Daarbij is er een sterke afhankelijkheid van parkeren met het project Meerplein: de belangrijkste fysieke wijziging voor het parkeren in Beverwijk voor de komende jaren is de parkeergarage Oude Haven. Op basis van beleidsmatige en financiële onderbouwing voor parkeervoorzieningen in de nota Bebouwd parkeren centrumplannen werken we aan verdere implementatie van de beleidsbeslissingen voor parkeerfinanciering en de kadernota parkeren. Het gaat onder andere om de parkeertarieven (besluitvorming raad eind 2015), het ontwikkelen en reguleren van de verschillende parkeerlocaties en de aanbestedingen van parkeerapparatuur voor de parkeergarage Oude Haven (Meerplein), alsmede het beheer en onderhoud van deze garage. De (tijdelijke) parkeersituatie wordt daarbij gemonitord. Begin 2015 opent de fietsenstalling Stationsplein. - Parkeerbeleid Met de invoering van digitale parkeervergunningen in 2014 is een eerste stap gezet in de digitalisering van het parkeren. De volgende stap is het introduceren van pasparkeren begin 2015 en het opzetten van een (digitale) bezoekersregeling. Ook werken we verder aan de resterende acties van het uitvoeringsprogramma parkeerregulering buiten centrum & vergunningparkeren (o.a. omvorming parkeerzone Rand). Doel hiervan is om het voor de klant makkelijker te maken en (uiteindelijk) efficiënter te kunnen werken, waarmee op termijn kosten kunnen worden bespaard. Een goed parkeerbeleid valt of staat met voldoende handhaving. Net als in voorgaande jaren controleert Beverwijk op allerhande APV- en parkeerzaken, waaronder het gereguleerd parkeren. - IJmond Bereikbaar De Milieudienst IJmond continueert in 2015 IJmond Bereikbaar, een samenwerking tussen wegbeheerders, regio en bedrijfsleven om de IJmond bereikbaar te houden en verbeteringen door te voeren. Enerzijds gebeurt dit door een mobiliteitsmanagementprogramma gericht op de werknemers in de IJmond (IJmond Bereikbaar Pas, stimuleren alternatieven voor de auto). Anderzijds door de Regionale mobiliteitsvisie IJmond Bereikbaar. Op grond van deze visie met bijbehorend uitvoeringsprogramma, wordt gewerkt aan lobby / financiering / realisatie van de maatregelen. De vorming van een regionaal mobiliteitsfonds is daarbij in 2015 een belangrijke stap. - A8/A9 Voor een verbeterde en robuuste verbinding tussen de IJmond en de Zaanstreek is een verbinding tussen de A8 bij Assendelft en de A9 ter hoogte van Heemskerk essentieel. De provincie Noord-Holland, Stadsregio Amsterdam, Zaanstad en de IJmond gaan, op grond van de samenwerkingsovereenkomst, verder met de planstudie A8/A9 om te komen tot realisatie van deze verbinding in 2018-2020. - GVVP uitvoeringsprogramma Het GVVP beschrijft een groot aantal verkeersmaatregelen voor de korte en lange termijn in 59
en rond Beverwijk. In het uitvoeringsprogramma staan alle onderzoeken en maatregelen die voortvloeien uit het nieuwe verkeersbeleid. Hiervoor is jaarlijks €200.000 beschikbaar. Op basis van vastgelegde prioritering legt het college begin 2015 de uit te voeren maatregelen voor 2015 vast (zoveel mogelijk werk-met-werk). Medio 2015 vraagt Beverwijk provinciale subsidie 2016 aan voor GVVP-projecten. - Reconstructie aansluiting A22 Beverwijk De provincie voert in 2015 een reconstructie uit van de bestaande aansluiting op de A22 van de Velsertraverse-Verkeersplein-Noord. Beverwijk is daar, als direct belanghebbende, betrokken bij de voorbereiding en realisatie. - Groot onderhoud Velsertunnel In 2016 pleegt Rijkswaterstaat groot onderhoud aan de Velsertunnel. Gedurende 9 maanden is de tunnel afgesloten. In 2015 werken we samen met Rijkswaterstaat en de andere wegbeheerders in de regio aan de verdere uitwerking van een pakket aan compenserende verkeersmaatregelen tijdens het groot onderhoud, om zodoende Beverwijk en de regio goed bereikbaar te houden. Dit pakket bestaat uit fysieke maatregelen, verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en communicatie. Welke producten dragen hier aan bij? - Parkeren (13032) - Verkeersvoorz. en maatregelen (13031) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het beheer van het verkeersnetwerk op orde. Wat gaan we daarvoor doen? - Zonder een goed onderhouden verkeersnetwerk kan het verkeerssysteem in de gemeente niet functioneren. Onderhoud van wegen, verlichting, verkeersregelinstallaties, maar ook gladheidsbestrijding zijn noodzakelijk om het verkeersnetwerk functionerend te houden. Door de bezuinigingstaakstelling zijn de beschikbare middelen voor adequaat onderhoud alleen met een inflatiecorrectie toegenomen en blijven daarmee volgens de geldende normen ontoereikend. De onderhoudsituatie voor een aantal wegen raakt daardoor onder een acceptabel niveau en het aantal klachten en schadeclaims neemt toe. Met het door de raad beschikbaar gestelde extra budget voor wegen is in 2013 een gedeelte Parallelweg hersteld en is de spoorsingel vernieuwd tussen Aagtenpoort en de Laan der Nederlanden inclusief de aanleg van een nieuw fietspad. Herstel van de Zeestraat en een deel van het fietspad Plesmanweg zijn in 2014 gestart en lopen in 2015 door. Beverwijk maakt hiermee de beloofde inhaalslag voor een aantal belangrijke verbindingswegen (brief aan raad 2012/29167). Ook voor de komende jaren staan grootschalige onderhoudsprojecten op het programma, zoals het herstel van de Kanaalweg ter hoogte van de tunnel A9, maar ook de inrichting van het kruispunt Vondellaan /Halvemaan en het gebied rondom het Stadhuis en het treinstation. Een deel van het beschikbare budget is bestemd als bijdrage aan de meerjarenprojecten in combinatie met het GRP of herstructureringsprogramma’s waaronder Wijkerbaan, Oosterwijk en de Plantage. Toch blijft het beschikbare budget voor, met name, het onderhoud aan wegen een zorgpunt. Bij de begrotingsbehandeling in de raad komt elk jaar een meerjarenplan voor onder andere wegen met een vooruitblik van 10 jaar aan de orde. In dit plan is tevens een (financieel) uitvoeringsprogramma voor 2015 opgenomen. Met een actualisatie van het meerjarenplan worden de benodigde en beschikbare budgetten in beeld gebracht zodat er zicht blijft op budget en kwaliteit. 60
- Uit efficiëntieoverwegingen wordt onderhoud en/of herinrichting van wegen zo veel mogelijk met andere onderhoudsprojecten gecombineerd, zoals vervanging van de riolering (werk met werk maken). Dit betreft projecten uit programma water en riolering en programma inrichting en beheer openbare ruimte. Maar ook de werkzaamheden aan groen, openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en kunstwerken worden regelmatig afgestemd. - De raad heeft in juni 2012 besloten om het budget voor de openbare verlichting structureel met €110.000 te verhogen (2012/14437) om zo de meest verouderde lichtmasten en armaturen uit te wisselen waardoor storingen en storingsduur afnemen. In 2013 is gestart met het vervangingsprogramma met energiezuinige armaturen te realiseren. Verder worden de acties uit het uitvoeringsplan voor de vervanging van de openbare verlichtingsarmaturen opgepakt en wordt LED verlichting langzaam op experimentele basis ingevoerd. Welke producten dragen hier aan bij? - Openbare Verlichting (13027) - Projecten wegverhardingen (13029) - Beheer wegverhardingen (13030) - Gladheidsbestrijding (14026)
Financiële tabel Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
lasten Producten Openbare verlichting Projecten wegverharding Wegverharding beheer Verkeersvoorzieningen en maatregelen Parkeren Gladheidsbestrijding Oostelijke doorverb, fase 1 deel B Oostelijke doorverbinding, fase 3 Westelijke randweg
607,2 1.763,0 2.132,2 1.235,1 1.708,7 83,7 17,4 293,8
809,1 1.462,7 1.951,5 1.570,9 1.668,4 63,6 40,0 1.368,6 289,1
748,4 1.518,4 2.052,7 1.400,1 2.044,5 65,5 10,5 13,1 -
748,4 1.518,4 2.052,7 1.400,1 2.041,5 65,5 13,1 -
748,4 1.518,4 2.052,7 1.400,1 2.038,6 65,5 13,1 -
748,4 1.518,4 2.052,7 1.400,1 2.035,6 65,5 13,1 -
Totaal Lasten
7.841,1
9.223,9
7.853,2
7.839,8
7.836,8
7.833,8
Bedragen in EUR x 1.000
13027 13029 13030 13031 13032 14026 30243 30244 50050
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
13027 13029 13030 13031 13032 14026 30243 30244 50050
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten Producten Openbare verlichting Projecten wegverharding Wegverharding Verkeersvoorzieningen en maatregelen Parkeren Gladheidsbestrijding Oostelijke doorverb, fase 1 deel B Oostelijke doorverbinding, fase 3 Westelijke randweg
35,9 126,3 222,2 18,0 2.101,3 17,4 -
65,0 135,0 263,8 89,3 2.099,8 600,9
65,1 364,3 18,3 1.995,0 -
65,1 364,3 18,3 1.995,0 -
65,1 364,3 18,3 1.995,0 -
65,1 364,3 18,3 1.995,0 -
Totaal Baten
2.521,1
3.253,8
2.442,8
2.442,8
2.442,8
2.442,8
Saldo
5.320,0-
5.970,1-
5.410,4-
5.397,0-
5.394,0-
5.391,1-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
747,4 1.178,6 4.888,7-
1.039,4 1.820,9 5.188,6-
170,0 5.240,5-
46,5 5.350,5-
43,6 5.350,5-
40,6 5.350,5-
Geen nadere toelichting
61
Water en riolering (5) Algemeen Programmadoelstelling Invulling geven aan de “gemeentelijke watertaken”, waarin de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater zijn beschreven. Deze taken zijn verankerd in de Waterwet en de Wet milieubeheer. Via de watertoetsprocedure bij bestemmingsplannen voorzien in ruimte voor oppervlaktewater Context en achtergrond De rioleringstaak is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010-2015. Hierin is beschreven hoe de gemeente invulling geeft aan de watertaken. In 2005 zijn afspraken gemaakt met Rijkswaterstaat en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) met als hoofddoel in 2015 te voldoen aan de milieueisen voor riolering. Landelijk wordt gestimuleerd om meer samenwerking te bereiken tussen overheden bij de uitoefening van watertaken. De VNG en Unie van Waterschappen voeren hierin de regie. Beverwijk heeft op 16 januari 2014 een convenant (INT-13-06978) gesloten met Heemskerk, Uitgeest en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Het convenant bevat een plan van aanpak om in 2017 de gestelde doelen op kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid te bereiken. In 2007 is met HHNK, Uitgeest en Heemskerk, het Regionaal Waterplan opgesteld. Een belangrijke actie hieruit is de omleiding van de hoofdwaterlopen. De westelijke omleiding krijgt volgens planning in 2015 aansluiting op de kop van de haven als integraal onderdeel van rioolaanpassingen. De oostelijke omleiding is grotendeels geïntegreerd in het project Oostelijke Doorverbinding. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Waterwet - Wet milieubeheer - Bestuursakkoord Water mei 2011 - Regionaal waterplan (beverwijk.nl -> water in Beverwijk) - Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010-2015 . .
.
2010/58752
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 Geen acties binnen dit programma Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Op een doelmatige wijze invulling geven aan de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater. Wat gaan we daarvoor doen? Beverwijk voert projecten uit om de riolering efficiënter te benutten en om woonwijken geheel of gedeeltelijk af te koppelen (afvalwater en hemelwater ontvlechten); - Oosterwijk fase 2; voorbereiding vervanging riolering en afkoppelen. In verband met een heroverweging door bezuinigingen wordt het project in afslankte vorm uitgevoerd waarbij aan de afkoppeldoelstelling wordt voldaan. De herinrichting zal op een sobere manier 62
worden uitgevoerd. De voorbereidende werkzaamheden zijn in 2014 gestart en de uitvoering van het eerste deelproject, Waalstraat en Italiëlaan,is in het 4e kwartaal van 2014 gestart. De overige werkzaamheden staan gepland voor 2015. - Meerplein; rioleringswerkzaamheden vooruitlopend op nieuwbouw, zie rapportage grote projecten of programma stedelijke ontwikkeling project Meerplein. - Wijk aan Zee; afkoppelproject met als doel sluiting overstort op het strand. Afkoppelen in noordelijk deel en in centrum. In 2013 en 2014 is de Blauwe Vlag verkregen. Het project is in 2014 afgerond, de eindbeschikking wordt aangevraagd bij de provincie. - Plantage; vervanging riolering en afkoppelen. Voor de afkoppeldoelstellingen van het GRP is een wijkgerichte aanpak nodig. De beoogde herstructurering van het plangebied was financieel niet haalbaar. Het project is afgesloten en in 2013 is een nieuwe start gemaakt. De gemeente is nu volgend op de initiatieven van de corporatie via deelplannen in de wijk. Deze versnipperde aanpak levert onvoldoende zekerheid om een wijkgerichte investering vanuit het GRP te verantwoorden. Gunstige resultaten met andere projecten maken de afkoppelprestatie in de Plantage minder relevant. De Plantage geldt nu niet meer als afkoppelproject en de gereserveerde middelen vloeien terug in het GRP. - Kop haven; de hoofdoverstorten onder het Meerplein worden verplaatst naar de kop van de haven. In de kade worden nieuwe putten aangebracht. Uitvoering 2015.
- Diepriool; het transportriool tussen Zwaansmeer en de Wijkermeerweg wordt overgedragen van het HHNK aan de gemeente. Beverwijk is in 2014 gestart met de voorbereiding van aanpassingen aan het diepriool. - de samenwerking in de waterketen met Heemskerk, Uitgeest en waterschap HHNK is in 2014 verder uitgewerkt. De PWN is aangeschoven voor de onderwerpen grondwater en asset management. In 2015 start een gezamenlijk monitoringsprogramma voor riolering en oppervlaktewater. Welke producten dragen hier aan bij? - Waterbeheersing/grondwaterbeh. (13034) - Projecten riolering (13089) - Riolering (13090) - Investeringen riolering (380xx)
63
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Een veilig en schoon watersysteem. Wat gaan we daarvoor doen? - Via de watertoets wordt een zorgvuldige afweging gemaakt over het belang van een goed functionerend systeem van oppervlaktewater. Bij elke ruimtelijke ontwikkeling beoordeelt de gemeente Beverwijk of er voldoende ruimte is voor water. Om dit te bereiken worden de benodigde acties vastgelegd in een waterparagraaf bij de ruimtelijke ordeningprocedure. - De aanleg van de oostelijke omleiding is volgens planning gestart in 2012, grotendeels integraal met de oostelijke doorverbinding deel 3 in de Buitenlanden. Voor beide deelprojecten vindt goede afstemming plaats tussen Beverwijk en HHNK. De doorvoer onder de A22 nabij de Aagtenpoort wordt onder regie van Beverwijk uitgevoerd in combinatie met een rioleringsproject. De uitvoering staat gepland in 2015. - De westelijke omleiding tussen de Scheg en de kop van de haven is als gezamenlijk project van HHNK en Beverwijk gestart in 2014. Welke producten dragen hier aan bij? Waterbeheersing/Grondwaterbeh. (13034)
Financiële tabel Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
lasten Producten Waterbeheersing/grondwaterbeheer Riolering projecten Riolering beheer en onderhoud
347,8 1.988,9 1.073,9
205,6 2.731,7 920,0
197,6 3.006,1 1.244,5
197,6 3.006,1 1.242,8
197,6 3.006,1 1.241,0
197,6 3.006,1 1.239,2
Totaal Lasten
3.410,6
3.857,2
4.448,2
4.446,5
4.444,7
4.442,9
Bedragen in EUR x 1.000
13034 13089 13090
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 13034 13089 13090
Producten Waterbeheersing/grondwaterbeheer Riolering projecten Riolering beheer en onderhoud
116,6 4.189,8
4.293,0
4.290,9
4.290,9
4.290,9
4.290,9
Totaal Baten
4.306,4
4.293,0
4.290,9
4.290,9
4.290,9
4.290,9
Saldo
895,8
435,8
157,3-
155,6-
153,8-
152,0-
539,3 102,5254,0
196,0 239,8
405,1 247,8
403,3 247,8
401,5 247,8
399,8 247,8
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
Geen nadere toelichting
64
Sport (6) Algemeen Programmadoelstelling (on)Georganiseerde sportbeoefening bevordert de sociale samenhang, maatschappelijke participatie en een gezonde levensstijl en verkleind de kans op een sociaal isolement. Dit geldt in het bijzonder voor jeugd uit achterstandsgezinnen, mensen die minder mobiel zijn of worden of die (een) beperking(en) hebben. De Gemeente Beverwijk zet sport ook in als middel voor het overbrengen van normen en waarden zoals sportiviteit, fair play, samen spelen en respect. Dit draagt bij aan een positieve sportbeoefening en in groter verband aan meer begrip voor en toepassing van normen en regels. De huidige sportnota (Beverwijk vitaal en sportief 2008-2011) is aan een update toe, in 2015 zal het college starten met de voorbereidingen op een nieuwe sportnota. Context en achtergrond In regionaal verband werkt Beverwijk op projectbasis samen met omliggende gemeenten. Bijvoorbeeld bij het uitwisselen van kennis en ervaringen rondom sportstimulering. Deze uitwisseling vind plaats in IJmondiaal sportoverleg. Het onderhoud en beheer van de sportaccommodaties wordt uitgevoerd door de Stichting Sportaccommodaties Beverwijk (SSB) volgens het meerjaren onderhoudsplan (MOP). Op het gebied van sportstimulering werkt de gemeente samen met de sportraad, sportverenigingen en overige sportgerelateerde instellingen/organisaties. Dit past in trends die, op landelijk niveau, ten gevolge van de recessie zichtbaar worden. Gemeenten gaan meer samenwerken om de kosten te verlagen. De relatie tussen gemeenten en sportverenigingen verandert waarbij de sportverenigingen zelf verantwoordelijk worden voor taken. De gemeente neemt hierin een ondersteunende rol in. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Sportnota “Beverwijk vitaal en sportief . - Algemene subsidieverordening Beverwijk . - Meerjarenonderhoudsplan . . . .
. . .
. . .
. . .
2009/9539 2012/4744 C-13-00921
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Doorontwikkelen van een vraaggericht passend laagdrempelig sportaanbod voor jeugd in de wijk. . . . . 2015-2016 1 2. Realiseren, in stand houden voldoende toegeruste, bereikbare en betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties. . . . 2014-2018 3 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma Sport heeft relaties met de volgende programma’s: - Maatschappelijke ondersteuning (9) voor participatie van mensen met een beperking. - Jeugd (13) voor participatie van jongeren in de samenleving met (on)georganiseerde sportactiviteiten. - Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10) regelt financiële ondersteuning van kansarme gezinnen voor deelname aan sportactiviteiten.
65
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Maatschappelijke doelen realiseren door sport als instrument in te zetten. Wat gaan we daarvoor doen? - Financiële ondersteuning geven in de vorm van subsidies (waarderings-, budget-, project-, zaal en jeugdsportsubsidies) aan aanbieders van sportfaciliteiten, initiatiefnemers voor het organiseren van sportevenementen en/of aan sportverenigingen. Dit wordt gedaan op basis van transparante, rechtvaardige en gerichte regelingen. (Algemene subsidieverordening Beverwijk) - De aandacht vestigen op het bevorderen van samen spelen, sportiviteit, Fair Play, respect, alcoholmatiging door communicatie en PR activiteiten bij sportaccommodaties en sportverenigingen. - De zichtbaarheid van sportverenigingen vergroten door het organiseren van de 5e Sportfair in 2015 - Stimuleren van sportbeoefening van mensen met een beperking en het in kaart brengen en versterken van het ongeorganiseerde sportaanbod en beleidsmatige verbindingen leggen tussen de aanbieder door inzet van de buurtsportcoach - Op reguliere basis communiceren met uitvoerende instanties. Dit doen we om de deskundigheid/kennis en het sportieve aanbod van sportverenigingen en verenigingen/instellingen (stichting Sportaccommodaties, stichting Sportfondsenbad, sportraad Beverwijk, schoolsportcommissie) te vergroten De Sportraad draagt via de website www.beverwijksesportraad.nl bij aan het verbeteren van de informatievoorziening. - instellen en uitvoeren van het jeugdsportfonds Welke producten dragen hier aan bij? - Sportstimulering (13059) - Voorziening voor minima (15072) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het bevorderen van de sportbeoefening uit oogpunt van gezondheid. Wat gaan we daarvoor doen Stimuleren, ontplooien en in stand houden van sport- en beweegactiviteiten voor doelgroepen. Jeugd Tegengaan van motorische achterstand, voorkomen van overgewicht, stimuleren van een gezonde en actieve levenswijze en bevorderen van participatie van jongeren uit kansarme gezinnen; door subsidiëring (waarderings-, project-, zaal-, jeugdsport-, en budgetsubsidies) van sportverenigingen en andere instellingen Ouderen Door beweging, preventief, de gezondheid en conditie te behouden of te verbeteren en sociaal isolement te voorkomen door subsidiëring (waarderings-, project-, zaal-, jeugdsport-, en budgetsubsidies) van sportverenigingen en andere instellingen
66
Mensen met een beperking Waar mogelijk beperkingen opheffen om deel te kunnen nemen aan sportieve activiteiten door subsidiëring (waarderings-, project-, zaal-, jeugdsport-, en budgetsubsidies) van sportverenigingen en andere instellingen; Buurtsportcoach Inzetten om passend laagdrempelig sportaanbod te ontwikkelen Instellingen die activiteiten aanbieden voor jeugd en ouderen Afspraken maken over het aanbod van sportieve activiteiten. Welke producten dragen hier aan bij? - Sportstimulering (13059) - Binnensport (13061) - Buitensport (13062) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het realiseren en in stand houden van voldoende toegeruste, goed bereikbare en betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties. Wat gaan we daarvoor doen? - De kwaliteit van de sporthallen, gymlokalen en buitensportaccommodaties is geborgd met het uitvoeren van het meerjaren onderhoudsplan (MOP). De Stichting Sportaccommodaties Beverwijk (SSB) is verantwoordelijk voor het beheer en dagelijks onderhoud. - In 2015 wordt een hockeykunstgrasveld vervangen. - Op sportpark Adrichem starten we met voorbereidingen voor aanleg van een nieuw kunstgrasveld, de oplevering vindt volgens planning plaats in 2015 - Beverwijk heeft zijn buitensportvoorzieningen geclusterd in een beperkt aantal, centraal gelegen en goed bereikbare sportparken, drie sporthallen, een zwembad en in Wijk aan Zee twee sporthallen. Het sportaanbod is divers en voor een aantal sporten vervult Beverwijk een regionale functie. Door het aanbod van betaalbare binnen- en buitensportaccommodaties kunnen (Beverwijkse) scholen, sportverenigingen en andere instellingen invulling gegeven aan schoolgymnastiek en sportbeoefening. - Regionale samenwerking met direct omliggende gemeenten over investeringen, onderhoud en beheer en gebruik van de sportaccommodaties. - Technische innovaties worden gebruikt (van natuur naar kunstgras) als middel om de mogelijkheden om sport te beoefenen te vergroten en het capaciteitsvraagstuk binnen het aanwezige ruimtebeslag blijvend te kunnen oplossen. Welke producten dragen hier aan bij? - Gymlokalen (13044) - Binnensport (13061) - Buitensport (13062)
67
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
387,0 596,2 574,5 1.162,1
399,5 661,8 580,7 1.147,4
403,7 665,5 561,6 1.089,0
403,7 674,5 561,6 1.089,0
403,7 665,3 561,6 1.040,1
403,7 674,3 561,6 1.040,1
2.719,8
2.789,4
2.719,7
2.728,7
2.670,6
2.679,6
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13044 13059 13061 13062
Producten Gymlokalen Sportstimulering Binnensport Sportvelden Totaal Lasten
Bedragen in EUR x 1.000
13044 13059 13061 13062
Rekening 2013 baten 2.013,0
Producten Gymlokalen Sportstimulering Binnensport Sportvelden
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
115,0 47,5
116,8 48,3
118,3 48,9
118,3 48,9
118,3 48,9
118,3 48,9
162,5
165,1
167,2
167,2
167,2
167,2
Saldo
2.557,3-
2.624,3-
2.552,6-
2.561,6-
2.503,4-
2.512,4-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
66,0 2.491,3-
66,0 2.558,3-
66,0 2.486,6-
66,0 2.495,6-
66,0 2.437,4-
6,0 2.506,4-
Totaal Baten
Geen nadere toelichting
68
Kunst en cultuur (7) Algemeen Programmadoelstelling Kunst en cultuur heeft een stevige positie binnen de gemeente en levert een bijdrage om de identiteit en het karakter van de gemeente te versterken. Bovendien zorgt kunst en cultuur voor persoonlijke ontplooiing en sociale verbondenheid met de gemeente en daarbij ook voor ontspanning en vermaak . Context en achtergrond Het kunst- en cultuurbeleid is erop gericht dat iedereen kennis kan maken met kunst en cultuur en actief of passief deel kan nemen aan kunstzinnige en culturele activiteiten, individueel of in groepsverband. Daarnaast stimuleert de gemeente Beverwijk multifunctioneel gebruik van ruimten binnen deze infrastructuur. Enerzijds om efficiënt gebruik te maken van gebouwen, anderzijds vanwege de meerwaarde die kan ontstaan door sociaal-culturele functies, zorg en onderwijs met elkaar in verbinding te brengen. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Cultuurnota Beverwijk Bruist 2005-2008 . . . . - Toekomstperspectief voor de theaterfunctie in Beverwijk”, raadsbesluit - Terugkoppeling lokale- en regionale samenwerkingsmogelijkheden culturele instellingen Kerkplein, raadsbesluit . . . - Verkenning reg. samenwerking cult. instellingen IJmond gemeenten - Stand van zaken bibliotheekwerk Bibliotheek IJmond Noord nu en vanaf 2015 . . . . . . . .
2005/5850 2011/50203 2012/22873 C-13-00531 C-14-01253
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Regionale cultuurvisie vaststellen om op lange termijn culturele voorzieningen in stand te kunnen houden en uitgaan van Beverwijkse culturele toekomstagenda. . . . . 2015 1 2. Historisch bewustzijn stimuleren door in nieuwe bestemmingsplannen extra aandacht te besteden aan bescherming historische bebouwing en stedenbouwkundige patronen. . 2014-2018 3 3. Startnotitie beschrijven beeldbepalende panden . . 2015 4 4. (project)subsidies om laagdrempelige activiteiten op gebied van kunst en cultuur en historie in eigen buurt te activeren. . 2014-2018 5 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
kunstencultuurbeverwijk.nl
69
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Culturele voorzieningen hebben een duurzame en stevige inbedding in de Beverwijkse samenleving Wat gaan we daarvoor doen? - Marktomstandigheden en maatschappelijke ontwikkelingen dwingen gemeenten tot het aangaan van nieuwe (regionale) samenwerkingsverbanden om cultuur op de kaart te houden voor de IJmond. Strategische samenwerking op gebied van culturele voorzieningen kan bijdragen tot behoud van kwaliteit en aanbod in Beverwijk en de regio. - In 2015 nodigt het college de culturele organisaties en verenigingen in de gemeente uit om gezamenlijk een culturele toekomstagenda te maken die uitgewerkt wordt in een nieuw cultuurbeleidsplan. De parallelle regionale cultuurvisie over het gewenste culturele aanbod in de IJmond is aanvullend onderlegger voor het college om in 2015 met de grotere culturele instellingen in gesprek te gaan om, waar mogelijk, intensiever samen te werken en hierover verdergaande afspraken te maken. - Het college vraagt de culturele instellingen in 2015 om samen te werken met culturele en maatschappelijke organisaties, gemeente en regio om (particuliere) initiatieven te verbeteren en overlap te voorkomen. De gemeente Beverwijk stimuleert het multifunctioneel gebruik van ruimten . - De gemeente vindt het belangrijk dat haar inwoners zoveel mogelijk zelfstandig en naar eigen keuze mee kunnen doen aan maatschappelijke activiteiten en sociale verbanden. Om die reden vragen wij de instellingen relatie te leggen met het WMO beleidsplan en samen te werken met de andere (welzijns)instellingen en afstemming te zoeken met het onderwijsveld. - In 2015 actualiseren wij, waar mogelijk, de prestaties van de instellingen conform het lokale cultuurbeleid en de uitkomsten uit de regionale visie. Daarnaast vindt op basis van een signaleringsverslag over trends en ontwikkelingen bij instellingen bestuurlijk overleg plaats. Ambtelijk wordt in 2015 op actualiteit overleg georganiseerd. - In 2015 ontvangen kleine organisaties en verenigingen een subsidie als blijk van waardering voor de activiteiten die zij, als vrijwilligersorganisaties, organiseren voor de Beverwijkse samenleving. Denk hierbij aan Museum Kennemerland, Radio Beverwijk, KeK Beverwijk, Stichting Kunst en Cultuur Beverwijk, zangkoren, muziekverenigingen en dergelijke. - In 2015 zijn 6 evaluatiegesprekken gepland om goed in beeld te houden wat de organisaties/verenigingen doen, hiervan wordt een verslag gemaakt. - In 2015 exposeren het gehele jaar amateurkunstenaars in de publiekshal van het stadhuis. Behalve amateurkunst wordt in 2015 ook kunst over actuele maatschappelijke thema’s geëxposeerd en wordt de jeugd erbij betrokken. - De jaarstukken van culturele instellingen, organisaties en verenigingen worden in 2015 geëvalueerd, beoordeeld en vastgesteld. - Evenementen en activiteiten vormen een belangrijke bijdrage om het publieksbereik te vergroten. Ook in 2015 verstrekt het college projectsubsidies voor (eenmalige) lokale en regionale evenementen of laagdrempelige initiatieven waarvoor een subsidieaanvraag is ingediend. Voorbeelden hiervan zijn het Young Art Festival, de culturele werkplaats Young Art en Ezels en Kwasten in Wijk aan Zee en IJmond Pop.
70
Subsidies Budgetsubsidies: Kennemer Theater, Centrum voor de Kunsten , Bibliotheek IJmond-Noord. Waarderingssubsidies: kleine organisaties en verenigingen. Projectsubsidies: Young Art en Beverwijk Uit de Kunst en op aanvraag Welke producten dragen hier aan bij? - Bibliotheek (13050) - Kunst en cultuur (13051) - Mediazaken (13055) - Multifunctionele voorzieningen (13069) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? De Bibliotheek voert als een fysiek en digitaal informatieknooppunt het bibliotheekwerk uit in de gemeente Beverwijk en is een kenniscentrum voor lezen, leren en informeren en ondersteunend aan het onderwijs, met zowel een maatschappelijke als culturele waarde voor alle burgers in Beverwijk. .Wat gaan we daarvoor doen? - Vanaf 1 januari 2015 is de nieuwe Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen van kracht en is het Rijk verantwoordelijk voor de digitale bibliotheek. - De gemeente is verantwoordelijk voor invulling van de lokale fysieke bibliotheek. Met name de verplichting om ondersteuning te bieden aan het onderwijs vormt een nieuw accent in de wet. De nieuwe Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen en het opzeggen van de samenwerkingsovereenkomst door de gemeente Uitgeest is voor de gemeenten Heemskerk en Beverwijk aanleiding om samen tot een nieuwe geactualiseerde samenwerkingsovereenkomst te komen waarin afspraken zijn opgenomen over de manier van subsidiëren van de bibliotheek met ingang van 1 januari 2015. Per 1 januari 2015 is met de bibliotheek een uitvoeringsovereenkomst met bijbehorende prestatieafspraken gerealiseerd, waarbij een bezuiniging van 6% is doorgevoerd. Het Rijksbeleid en de door de bibliotheek opgestelde toekomstschets 2015+ zijn onderlegger voor de prestatieafspraken waarbij het accent ligt op samenwerking met scholen, instellingen en gemeenten op gebied leesbevordering en informatievoorziening in zowel fysieke als digitale vorm. Om dit te bewerkstelligen, vertaalt de bibliotheek de maatschappelijke trends en ontwikkelingen in vernieuwende concepten. De gemeente stuurt actief op digitalisering en innovatie van het bibliotheekwerk. - In 2015 worden de prestaties geëvalueerd en geactualiseerd naar de situatie in 2016. Door opzeggen van de samenwerking bibliotheekwerk door de gemeente Uitgeest is de basis voor het in stand houden van een basisbibliotheek in twee gemeenten erg smal geworden. Het college onderzoekt, in samenwerking met de gemeente Heemskerk, of schaalvergroting door samenwerking met de bibliotheek in Velsen op termijn een optie is. - De bibliotheek wil in 2015 de locatie op het Kerkplein moderniseren om nieuwe leden aan te trekken. De voorgenomen modernisering dient in overeenstemming te zijn met maatschappelijke- en financiële ontwikkelingen op het gebied van bibliotheekbeleid. Het college gaat hierover met de Bibliotheek in gesprek. Welke producten dragen hier aan bij? Bibliotheek (13050)
71
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Kunst onlosmakelijk betrekken bij ruimtelijke ontwikkeling Wat gaan we daarvoor doen? De adviescommissie kunstzinnige aankleding Beverwijk (AKAB) adviseert het college over kunst in de openbare ruimte. Desgevraagd geeft de AKAB in 2015 advies over kunsttoepassingen op ontwikkellocaties of herstructureringslocaties. In 2015 wordt onderhoudsplan voor kunst in de openbare ruimte opgesteld en geoptimaliseerd. Welke producten dragen hier aan bij? Kunst en cultuur (13051) Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Culturele erfgoed nadrukkelijker beschermen en monumentale allure beter zichtbaar maken. Wat gaan we daarvoor doen? - Integraal met de vaststelling van het ontwerp van het nieuwe bestemmingsplan Wijk aan Zee wordt in 2015 een beschermd dorpsgezicht in Wijk aan Zee aangewezen. - Van het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland en de Archeologisch Werkgroep Beverwijk-Heemskerk wordt een grotere participatie verwacht bij de uitvoering van het gemeentelijk cultuurhistorisch beleid. Ook het Museum Kennemerland gaat een belangrijke plaats innemen bij exposities van archeologische vondsten en het verstrekken van informatie in thematische clusters. Het college maakt met deze organisaties afspraken hierover. Voorts stelt het college zich ten doel om de genoemde organisaties in een gezamenlijk onderkomen te huisvesten aan het Westerhoutplein 1 en het daarachter gelegen voormalig kantoor van het SAB. - Ter herkenning van de gebouwde monumenten wordt aan eigenaren van gemeentelijke- en rijksmonumenten respectievelijk 111 en 23 monumentenschildjes beschikbaar gesteld. - Het gemeentelijk monumentenregister is in 2013 uitgebreid met 58 monumenten. Mede hierdoor wordt, in samenwerking met het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland, in 2015 de wandelroute ‘Toeristische Cultuurhistorische Stadswandeling Beverwijk’ alsmede de cultuurhistorische rondwandeling in Wijk aan Zee geactualiseerd. - In 2015 vindt, samen met de gemeenten Heemskerk en Velsen, een eerste verkenning plaats naar de eventuele mogelijkheden voor regionale samenwerking op gebied van cultuurhistorie. Welke producten dragen hier aan bij? Monumenten (13066) Doelstelling 5 Wat willen we bereiken Diversiteit in aanbod en van het publiek verhogen Wat gaan we daarvoor doen? - In Beverwijk wonen mensen met verschillende achtergronden. Het college wil ook in 2015 de diversiteit in de samenleving gebruiken om het culturele aanbod te verrijken, verschillen te overbruggen en mensen samen te brengen. Het college verstrekt (project)subsidies om laagdrempelige activiteiten op gebied van kunst en cultuur en historie in eigen buurt te activeren. 72
- Het college focust op kansen om creatieve projecten en evenementen in samenwerking met economie en toerisme te laten plaatsvinden. Daarnaast heeft de creatieve industrie in Beverwijk speciale aandacht om (jonge) mensen aan de stad te binden. - De gemeente Beverwijk wil dat inwoners zoveel mogelijk in hun eigen kracht staan en zelfstandig functioneren. Beverwijk stimuleert deelname van jongeren en ouderen aan kunstzinnige- en culturele activiteiten door afspraken te maken met instellingen en (kleine) organisaties over (laagdrempelig) aanbod, deelname en bereik van jongeren en ouderen. In 2015 wordt tevens de tweejaarlijkse manifestatie Beverwijk Uit de Kunst (BUK) georganiseerd. Culturele verenigingen en instellingen presenteren zich aan het Beverwijkse publiek en daarnaast is er samenwerking met ondernemers die het eetfestijn Preuvival verzorgen. beverwijkuitdekunst.nl
Welke producten dragen hier aan bij? Kunst en cultuur (13051)
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
935,5 1.453,1 29,6 166,6 436,9
961,2 1.354,9 28,6 214,3 0,0
917,9 1.390,6 28,9 187,5 -
917,9 1.367,9 28,9 187,5 -
917,9 1.390,6 28,9 187,5 -
917,9 1.367,9 28,9 187,5 -
3.021,7
2.559,1
2.524,9
2.502,2
2.524,9
2.502,2
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13050 13051 13055 13066 13069
Producten Bibliotheek Kunst en cultuur Mediazaken Monumenten Multifunctionele voorzieningen Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 13050 13051 13055 13066 13069
Producten Bibliotheek Kunst en cultuur Mediazaken Monumenten Multifunctionele voorzieningen Totaal Baten
1,4241,8
-
-
-
-
-
240,4
-
-
-
-
-
Saldo
2.781,3-
2.559,1-
2.524,9-
2.502,2-
2.524,9-
2.502,2-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
2.781,3-
28,5 2.530,5-
2.524,9-
2.502,2-
2.524,9-
2.502,2-
Toelichting: - 13050 Bibliotheek De lasten zijn vanaf 2015 lager door de reeds ingeboekte bezuiniging. - 13051 Kunst en cultuur De fluctuatie in de jaren komt doordat er in de oneven jaren extra lasten zijn geraamd voor “Beverwijk uit de Kunst”.
73
Milieu (8) Algemeen Programmadoelstelling Waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving en het bevorderen van duurzame ontwikkeling. Context en achtergrond De milieutaken van de gemeente Beverwijk zijn ondergebracht bij Dit is een gemeenschappelijke regeling (GR) van de gemeente Beverwijk, Velsen, Heemskerk, Uitgeest, Haarlem en de Provincie Noord Holland. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Milieubeleidsvisie (begin 2015 nieuwe versie vastgesteld) - Wet milieubeheer . . . . . . - Wijziging Gemeenschappelijke regeling Milieudienst IJmond - Visie luchtkwaliteit . . . . . . - Regionale mobiliteitsvisie . . . . .
. . . .
2008/6572 INT-13-04774 2012/26900 INT-13-01031
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Milieubeleidsplan opstellen met o.a. plan hoe op lange termijn te komen toe een energieneutrale gemeente met een nulmeting. 2015 1 2. Duurzaamheidstoets meenemen in het op te stellen Milieubeleidsplan 2015 – 2020 . . . . . . 2015 1 3. Deelnemen aan Platform Milieu&Gezondheid. Uitvoeren visie luchtkwaliteit IJmond en Milieudialoog IJmond. 4. onderzoek toepassingsmogelijkheden LNG t.b.v. binnenvaart en vrachtverkeer . . . . . . . 2014-2018 1 5. Uitvoeren IJmondiaal onderzoek hergebruik restwarmte Tata steel 2014-2018 1 6. Uitvoeren acties IJmond Bereikbaar; pilot fietsstimulering, onderzoek haalbaarheid shuttle, realisatie extra fietspont . 2014-2018 2 7. Stimuleren van (burger)initiatieven wat betreft duurzaamheid; Wagenpark, Greenbiz en Route du Soleil . . . 2014-2018 2 8. Deelnemen aan platform Milieu en gezondheid. Uitvoeren visie luchtkwaliteit IJmond en Milieudialoog IJmond . . . 2014-2018 2 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
74
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Borgen van de kwaliteit van de leefomgeving. Uitgangspunt is het voldoen aan de wettelijke normen. Wat gaan we daarvoor doen? - Het uitvoeren van reguliere, wettelijke milieutaken zoals vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en advisering over en toetsing van milieuaspecten als externe veiligheid, bodem, geluid etc. - In 2015 worden de eisen die gesteld worden aan de uitvoering van wettelijke taken, de zogenaamde kwaliteitscriteria, in de wet verankerd. Met het huidige takenpakket voldoet Milieudienst IJmond al aan deze criteria. - Vanwege het aflopen van het vigerende milieubeleid wordt een nieuw meerjarig milieubeleid opgesteld waarin de doelstellingen en ambities ten aanzien van duurzame ontwikkeling worden geactualiseerd. In het eerste kwartaal van 2015 wordt dit beleid vastgesteld door de Raad. - De milieutaken zijn opgenomen in de begroting 2015 van de Milieudienst IJmond en werken we vervolgens uit in het milieuwerkplan 2015. Dit plan stellen we volgens planning in januari 2015 vast door het dagelijks bestuur van de Milieudienst IJmond en daarna ter kennisname aangeboden aan het college. De Milieudienst kent een eigen begrotingscyclus waarin elke vier maanden aan het bestuur gerapporteerd wordt over de voortgang van het werkplan. Verantwoording vindt plaats via de jaarstukken van de Milieudienst IJmond. Welke producten dragen hier aan bij? Milieuadviezen (13092) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Breder draagvlak creëren onder de Beverwijkse samenleving voor duurzame ontwikkeling. De voorbeeldfunctie van de gemeente is groot. Het bevorderen van deze ontwikkeling bereiken wij onder andere door in te zetten op duurzame energie en luchtkwaliteit. Daarnaast zetten we ook in op de veranderende rol in relatie tot het Energieakkoord. Wat gaan we daarvoor doen? We voeren alle taken uit van het Milieuwerkprogramma 2015 . Er zijn twee regionale projecten die staan voor het waarborgen en waar mogelijk verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving en het bevorderen van duurzame ontwikkeling: 1) Het project Route du Soleil heeft als doel om het plaatsen van zonnepanelen te stimuleren voor diverse doelgroepen. De Milieudienst zet hiervoor in op drie peilers: gemeentelijke gebouwen, bedrijfsdaken en inwoners 2) Het stimuleren van de aankoop van zonnepanelen door het geven van voorlichting zetten we in 2015 voort. Naast het stadskantoor (Stationsplein) gaan we de mogelijkheden onderzoeken voor financiering van overige gemeentelijke gebouwen van de gemeente. In samenwerking met bedrijven werken we aan de stimulering van het plaatsen van zonnepanelen op hun bedrijfsdaken. We ondersteunen de oprichting van energiecoöperaties en groepsaankopen. Voorlichting over deze onderwerpen is hierbij belangrijk. 75
- IJmond Bereikbaar is een samenwerkingsverband tussen het georganiseerde bedrijfsleven en de wegbeheerders van de IJmond gemeenten (Velsen, Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest). Samen werken we aan de bereikbaarheid van de IJmond en verbetering van de luchtkwaliteit. Een goede bereikbaarheid is van belang voor de economische ontwikkeling van de IJmond. Nadere informatie is te vinden op ijmondbereikbaar.nl - Regionale mobiliteitsvisie IJmond De IJmondgemeenten zetten zich elk afzonderlijk met plannen en maatregelen in om de bereikbaarheid van hun woon- werk- en recreatiegebieden te verbeteren. Maar omdat verkeer, net als milieu, niet ophoudt bij de gemeentegrens hebben de gemeenten in 2011 besloten samen op te trekken om de bereikbaarheid van de IJmond te verbeteren. Dit heeft geresulteerd in de regionale mobiliteitsvisie IJmond. De visie bevat de gezamenlijke ambitie van de IJmond gemeenten, een analyse van huidige en toekomstige knelpunten en een lijst met maatregelen om deze knelpunten op te lossen. - Luchtkwaliteit Het structureel verbeteren van de luchtkwaliteit blijft een belangrijk aandachtspunt in de IJmond. Voor diverse projecten die een positieve bijdrage aan de luchtkwaliteit leveren is subsidie beschikbaar. Specifiek voor Beverwijk is er subsidie beschikbaar voor bedrijven om hun wagenpark te vergroenen. - Duurzaamheid in transitie De omslag is gaande, duurzaamheid staat prominent op de agenda bij burgers, bedrijfsleven en de overheid. Het SER Energieakkoord (energieakkoordser.nl) is daarvan het meest duidelijke voorbeeld. De wijze waarop deze omslag feitelijk moet worden gerealiseerd is niet meer ‘business as usual’; we krijgen te maken met mondige en initiatiefrijke burgers en bedrijven, met verrassende samenwerkingsverbanden en een terugtredende overheid. In tijden van economische tegenwind zal daar een antwoord op moeten worden geformuleerd. Welke producten dragen hier aan bij? Milieuadviezen (13092)
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
1.548,8
862,8
1.162,6
904,5
904,1
904,1
1.548,8
862,8
1.162,6
904,5
904,1
904,1
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13092
Producten Milieu adviezen Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 13092
Producten Milieu adviezen
679,9
25,3
-
-
-
-
679,9
25,3
-
-
-
-
Saldo
868,9-
837,5-
1.162,6-
904,5-
904,1-
904,1-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
131,3 737,6-
190,3 1.027,8-
190,3 972,3-
904,5-
904,1-
904,1-
Totaal Baten
Toelichting: 13092 Milieu adviezen In 2015 zijn de lasten hoger door de gemeentelijke bijdrage aan de ISV milieuprojecten. 76
Maatschappelijke ondersteuning (9) Algemeen Programmadoelstelling Met dit programma geeft de gemeente Beverwijk invulling aan de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In 2015 is de nieuwe Wmo 2015 van kracht. Met deze wet is de verantwoordelijkheid voor een deel van de langdurige (zorg)ondersteuning (voorheen AWBZ) gedecentraliseerd naar gemeenten. Doel van de Wmo is dat mensen met beperkingen zoveel mogelijk kunnen meedoen aan de maatschappij en zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Ook programma 10 (Wmo Individuele voorzieningen) geeft uitvoering aan de Wmo. Met de ‘nieuwe’ Wmo 2015 beoogt de regering een (verdere) omslag in denken en doen bij zowel de overheid als de burger. In dit programma is de nieuwe wet vertaald naar (deels) nieuwe doelstellingen. In dit programma zijn ook de taken op het gebied van de volksgezondheid (Wet publieke gezondheid, Wpg), het tegengaan van discriminatie (Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen, Wga) en dierenwelzijn opgenomen. Context en achtergrond De overheveling van taken vanuit de AWBZ naar de Wmo 2015 betreft de functie begeleiding en de cliëntondersteuning. De ‘oude’ Wmo kende een plicht voor gemeenten om beperkingen in zelfredzaamheid weg te nemen of te compenseren (compensatieplicht). Deze plicht is vervangen door een stelsel van algemene- en maatwerkvoorzieningen. Als gezegd beoogt de Wmo 2015 een verdere omslag in denken en doen bij overheid en burgers. Het coalitieakkoord (INT-14-11317) geeft dit ook aan: steeds wordt gekeken naar wat mensen zelf kunnen, wat de omgeving kan doen en vervolgens naar waar de gemeente kan ondersteunen. De gemeente draagt er zorg voor dat niemand tussen wal en schip valt. Daarvoor is het nodig zorg dicht bij en met burgers te organiseren. In de Wmo wordt van Rijkswege een aanzienlijke bezuiniging gerealiseerd, zowel voor de onderdelen die van de AWBZ worden overgeheveld naar de nieuwe Wmo, als voor de huishoudelijke verzorging die al in de Wmo was opgenomen. Het coalitieakkoord zegt hierover: ‘De door het rijk beschikbaar gestelde middelen zijn het uitgangspunt voor de open eind financiering van zorg en welzijn’. De sociale thema’s van dit moment raken steeds meer met elkaar verbonden. Actuele thema’s zijn vertaald in de regionale (IJmondiale) sociale agenda (RSA), op basis waarvan provinciale subsidies worden aangevraagd. Ook in 2015 worden regionale en bovenregionale pilotprojecten uit de RSA uitgewerkt (doelstelling 1 en 2). Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) - Wet publieke gezondheid (Wpg) - Wet gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen - Wet dieren - Wmo beleidsplan . . . . . - Nota mantelzorg en vrijwillige inzet . . - Nota lokaal gezondheidsbeleid 2013-2016 . - Nota Dierenwelzijn 2012-2014 gemeente Beverwijk - Regionaal beleidskader decentralisatie Awbz . 77
. . . . .
. . . . .
2011/55849 2012/41671 2012/41406 2011/63025 INT-13-07714
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Bovenregionaal RSA-project: educatieve praktijkbezoeken huisartsen over mantelzorgproblematiek en mantelzorgondersteuning 2015 1 2. Evaluatie digitale marktplaats vrijwillige inzet BUUV. . . 2015 1 3. Bewonersinitiatieven stimuleren o.a. met gebiedsgericht werken. 2014-2018 1 4. Prestatieafspraken met de Vrijwilligerscentrale Heemskerk/Beverwijk en mantelzorgorganisaties. . . . . . 2014-2018 1 5. Uitvoering actiepunten kaderbeleidsnota Mantelzorg en vrijwillige inzet 2012-2015 . . . . . . . 2015 1 6. Beleidsplan Wmo 2016-2019, kader stellen en vormgeven nieuwe prestaties Wmo. . . . . . . . 2015-2016 1 7. Wmo; transformatie basisinfrastructuur in samenspraak met partners. . . . . . . . . 2015-2018 1 8. Evaluatie, definitie en invulling sociale teams; afspraken zorgverzekeraar inzet wijkverpleegkundige in sociale teams. . 2015 2 9. Pilot sociale team Kuenenplein/Plantage en sociale team Prinsenhof.2014-2015 2 10. Decentralisatie; nieuwe afspraken (volume/prijs) over de af te nemen producten/ diensten, zodat het leidt tot verlaging van uitgaven. 2014-2018 2 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en het vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid voor mensen met een beperking en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente. Wat gaan we daarvoor doen? Algemeen De nieuwe Wmo 2015 is in juli 2014 door de Eerste Kamer goedgekeurd. De wet vraagt van gemeenten om periodiek een plan vast te stellen voor het door de gemeente te voeren beleid op gebied van maatschappelijke ondersteuning. Beverwijk heeft een vastgesteld Wmobeleidsplan 2012-2015. In 2015 stellen we een nieuw beleidsplan op dat voldoet aan de eisen die de wet daar aan stelt. Sociale samenhang, leefbaarheid en welzijn: Gemeente Beverwijk werkt samen met SWB op de terreinen sociale samenhang en participatie. De prestatieafspraken worden aan het begin van elk jaar geactualiseerd gelet op de veranderingen in het sociale domein en rol van het welzijnswerk. Het college legt de focus steeds meer op het stimuleren van eigen kracht en sociale netwerken in buurten, alsmede ondersteuning van kwetsbare groepen. SWB levert nieuwe ‘servicediensten’, algemene voorzieningen ter ondersteuning van de zelfredzaamheid van burgers (zoals WelZoHandig, Telefooncirkel, Maatjesproject). Door het wegwerken van taalachterstanden bij allochtone groepen bevordert het college de participatie van volwassen (en hun kinderen). SWB en de Werkgroep Buitenlandse vrouwen voeren hiervoor activiteiten uit en stemmen deze op elkaar af. 78
SWB is direct betrokken bij het experimenteren met en opzetten van sociale teams in Beverwijk (zie ook doelstelling 2). SWB gaat, na afstemming met het college, het bestaande aanbod van diensten heroverwegen om invulling te geven aan de bezuinigingen. Heemskerk heeft de wens geuit om met ingang van 2015 de gezamenlijke subsidiëring en aansturing van het welzijnswerk te willen ontvlechten. De colleges gaan met de betrokken welzijnsinstellingen (SWB en Welschap) afspraken maken over voortzetting van de samenwerking in de Broekpolder. De leefbaarheid en sociale samenhang wordt bevorderd door integraal gebiedsgericht te werken in samenwerking met de corporaties en politie. We focussen op de leefbaarheidproblemen in de wijk, de bewoners staan hierbij centraal. Dit doen we met een in 2014 ontwikkelde toolkit. Het college evalueert de toolkit in 2015. Ouderen met een zorgbehoefte blijven door veranderingen in het rijksbeleid langer in de wijk wonen Dit betreft het scheiden van wonen en zorg. Samen met Heemskerk is in 2014 geïnventariseerd welke gevolgen dit kan hebben voor gemeenten, corporaties en welzijns- en zorginstellingen. Het college gaat met betrokken partijen afspraken maken voor een goede aansluiting van wonen, welzijn en zorg. Om te leren van elkaars ervaringen participeren we in het bovenregionale RSA-project ‘Praktijkwerkplaats scheiden wonen en zorg’. Een laagdrempelig aanbod voor ontmoeting en ondersteuning in de wijken wordt steeds belangrijker. Daartoe ontvangen ook vrijwilligersorganisaties als de ouderenontmoetingscentra de Stut en paviljoen Westerhout, het Dorpshuis de Moriaan en Cultureel Dorp Wijk aan Zee (waarin begrepen de Seniorenkring Wijk aan Zee) een subsidie. Ook deze organisaties maken een omslag en bevorderen steeds meer de zelfredzaamheid en eigen kracht van burgers en groepen. Bureau Discriminatiezaken Kennemerland (BDK) ontvangt een budgetsubsidie voor het in stand houden van een antidiscriminatievoorziening (meld- en steunpunt) voor Midden- en Zuid-Kennemerland (wettelijke verplichting). Vrijwilligerswerk en mantelzorg De Vrijwilligerscentrale Heemskerk/Beverwijk (onderdeel welzijnsorganisaties) werkt in 2015 aan uitvoering van de actiepunten uit de beleidsnota Mantelzorg en vrijwillige inzet. De in 2014 ingezette extra aandacht voor de collectieve vrijwilligersondersteuning loopt door. Concreet betekent dit dat de Vrijwilligerscentrale, samen met de organisaties die vrijwilligers inzetten, inventariseren welk cursusaanbod nodig is en deze opleidingen gezamenlijk organiseren en onder de aandacht brengen. Het Vrijwilligersplatform krijgt daarin een meer sturende rol. De rijksoverheid heeft besloten de subsidie voor maatschappelijke stages per 2015 te beëindigen. Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen is het echter belangrijk om vrijwilligerswerk bij jongeren onder de aandacht te blijven brengen. Gemeente Beverwijk heeft, samen met de scholen, besloten om in 2015 en 2016 in afgeslankte vorm door te gaan met de stagemakelaar en maatschappelijke stage. BUUV is een digitale marktplaats waarmee de vrijwillige inzet van mensen voor elkaar, in de wijk, bevorderd kan worden. BUUV is onderdeel van de RSA-pilot Vrijwillige inzet in de wijk. In 2015 wordt BUUV geëvalueerd.
79
Het college zorgt met gerichte subsidieafspraken met mantelzorgorganisaties voor uitvoering van de speerpunten van de beleidsnota Mantelzorg en vrijwillige inzet. Dit betreft de organisaties MaatjeZ, Stichting Thuiszorg Gehandicapten en GGZ Dijk en Duin. Diverse organisaties op het vlak van zorg en welzijn nemen deel aan de regionale werkgroep mantelzorgondersteuning. Hier wordt de mantelzorgondersteuning in de gemeente en de regio verder ontwikkeld en vormgegeven. Bijvoorbeeld door inzet van de mantelzorgconsulent in het lokale loket, het onderhouden van een expertisecentrum en het voorkomen van overbelasting door respijtzorg. In 2015 geven we samen met ZONH, in een bovenregionaal RSA-project, vorm en inhoud aan zogenaamde educatief praktijkbezoeken waarin huisartsenpraktijken worden geïnformeerd over mantelzorgproblematiek en mantelzorgondersteuning. De gemeente blijft, middels ambtelijk en bestuurlijk overleg, betrokken bij de ontwikkelingen in de dementieketen. De gemeente Beverwijk heeft prestatieafspraken met Alzheimer Nederland over het Alzheimercafé in Beverwijk. Het Ouderenplatform Beverwijk ontvangt een waarderingssubsidie voor het gevraagd en ongevraagd adviseren van het gemeentebestuur over ouderenbeleid. Het ouderenplatform organiseert, al dan niet samen met partners, informatiebijeenkomsten over uiteenlopende onderwerpen. Welke producten dragen hier aan bij? - Belangenbehartiging (13052) - Culturele minderheden (13058) - Ouderenwerk (13079) - Wmo Begeleiding (13080) - Sociaal-cultureel werk (13083) - Volksgezondheid (13087) - Wijkbudget wijkcoördinatoren (14083) - Mantelzorg (13078) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het zo veel mogelijk ondersteunen van mensen met een beperking of met een chronische psychische of psychosociale problemen in zelfredzaamheid en participatie. Wat gaan we daarvoor doen? Implementatie decentralisatie AWBZ naar de Wmo In 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding, die voorheen vanuit de AWBZ werd bekostigd. Beverwijk heeft zich in regionaal verband voorbereid op deze transitie en zal ook de implementatie deels regionaal vormgeven, bijvoorbeeld waar het gaat om de inkoop van maatwerkvoorzieningen (zie hiervoor programma 10). 2015 is het jaar van implementatie en uitvoering. Dat gebeurt aan de hand van het door de gemeenteraad vastgestelde ‘Regionaal beleidskader decentralisatie AWBZ’. Met name op de gebieden ‘toegang’ en ‘vernieuwing’ is sprake van lokaal maatwerk. Er is niet alleen sprake van een transitie van taken, maar ook van een transformatie. Net als bij de bestaande Wmotaken geldt voor de nieuwe taken dat nieuwe algemene en collectieve vormen van ondersteuning moeten worden gevonden. Over die voorzieningen gaat het in dit programma. Met subsidie van de provincie Noord-Holland zijn in 2014 pilots uitgevoerd om nieuwe vormen van ondersteuning “uit te proberen”. In samenwerking tussen zorg- en welzijnsinstellingen is geëxperimenteerd met sociale netwerkstrategieën en alternatieve vormen van dagbesteding. In 2015 worden deze experimenten voortgezet en waar mogelijk 80
en zinvol worden nieuwe arrangementen opgenomen in het werkpakket van de betreffende instellingen. Het jaar 2015 staat in het licht van vertaling van beleid naar praktijk; naar subsidies, contracten en werkprocessen. Het wordt een jaar van ‘trial & error’ en van samen op zoek gaan naar een nieuwe ordening van de sociale infrastructuur van de gemeente. Het college zorgt er voor dat de raad met regelmaat geïnformeerd wordt over de stand van zaken. Sociale teams In april 2014 is gestart met sociale teams in twee pilotwijken: Kuenenplein-Plantage en Prinsenhof. Het werken met verschillende disciplines in één (generalistisch opererend) team is voor gemeente en instellingen een geheel nieuwe werkwijze. Problemen worden zoveel mogelijk integraal in beeld gebracht en samen met de burger wordt gezocht naar oplossingen: één huishouden, één plan, één regisseur. SWB, Socius, MEE en de gemeente vormen de vaste kern van het team. In één van de teams neemt daarnaast de wijkverpleegkundige van ViVa!Zorggroep deel. In het andere team een coach vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin. De duur van de pilotfase is 1 jaar. In het eerste kwartaal van 2015 gaat het college de werkwijze van de sociale teams evalueren. Over aantal en samenstelling van de teams vindt in 2015 nadere besluitvorming plaats. Het is ook de bedoeling dat de teams een (sleutel-)rol gaan spelen in de toegang naar maatwerkvoorzieningen. Op welke wijze dat gebeurt, moet nader worden uitgewerkt en is mede afhankelijk van de bevindingen in de pilot. De inzet van wijkverpleegkundigen vindt in 2015 plaats vanuit de Zorgverzekeringswet. Het Rijk hecht aan een goede samenwerking van wijkverpleegkundigen in of met de sociale teams om de samenhang tussen preventie, zorg en welzijn te verbeteren. Over de wijze van samenwerking moeten in 2015 nadere afspraken worden gemaakt tussen gemeenten en zorgverzekeraar. Cliëntondersteuning Socius Maatschappelijke Dienstverleners verzorgt voor alle inwoners van Beverwijk die dat nodig hebben laagdrempelige ondersteuning in de vorm van maatschappelijk werk, sociaal-juridische dienstverlening en de ouderenadviseur. Met Socius zijn nieuwe prestatieafspraken gemaakt voor de periode 2013-2015. Het college bewaakt de afspraken met voortgangsrapportages en stelt ze zo nodig bij. Socius participeert in de sociale teams en geeft op deze wijze een deel van de reguliere werkzaamheden op vernieuwende wijze vorm. Belangrijk aandachtspunt in 2015 is hoe de reguliere trajecten zich verhouden tot de werkwijze van de sociale teams. Vanaf 1 januari 2015 zijn de middelen die MEE ontvangt voor cliëntondersteuning aan mensen met een beperking, overgeheveld van het Rijk naar gemeenten. In 2014 zijn door de IJmondgemeenten afspraken met MEE gemaakt over de te leveren dienstverlening in 2015. Het betreft voor een klein deel regionale dienstverlening zoals de consultatiefunctie, onderzoek en diagnostiek. Het grootste deel van de dienstverlening omvat kortdurende trajecten die op lokaal niveau worden uitgevoerd. Ook MEE participeert in de sociale teams en geeft op deze wijze een deel van de reguliere werkzaamheden op vernieuwende wijze vorm. De IJmondgemeenten hebben MEE gevraagd om nadrukkelijk te kijken naar integrale cliëntondersteuning. In 2015 willen de IJmondgemeenten een onderzoek afgerond hebben naar de wenselijkheid en haalbaarheid van het onderbrengen van alle activiteiten op het gebied van cliëntondersteuning in één organisatie. Deze vraag is bij MEE en Socius neergelegd gezien de raakvlakken tussen beider werkzaamheden. Dit onderzoek moet in 2015, uiterlijk 2016 leiden tot besluitvorming zodat de cliëntondersteuning in 2016, uiterlijk 2017 structureel belegd kan worden.
81
Welke producten dragen hier aan bij? - Algemeen maatschappelijk werk (13076) - Ouderenwerk (13079) - Wmo Begeleiding (13080) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Bieden van beschermd wonen en opvang Wat gaan we daarvoor doen? Samen met centrumgemeente Haarlem en de regiogemeenten voert de gemeente Beverwijk het uitvoeringsprogramma Regionaal Kompas 2015-2020 uit. Het gaat om de ondersteuning van de OGGZ-doelgroep (Openbare Geestelijke Gezondheidszorg). Het gaat om zorg aan sociaal kwetsbare mensen die vaak zorgmijdend zijn. De zorg is gericht op voorkomen van (verdere) verslechtering en dakloosheid. Besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraad van Haarlem na, wettelijk verplichte, afstemming met de regiogemeenten. Beverwijk is betrokken bij het opstellen en monitoren van afspraken met partners als de GGD, RIBW, het Leger des Heils, Brijder Verslavingszorg en Vangnet en Advies. Met ingang van 1 januari 2015 wordt ook het beschermd en begeleid wonen gedecentraliseerd van AWBZ naar gemeenten. De verantwoordelijkheid voor de overgang van en de regie over (de plaatsing van cliënten) Beschermd Wonen wordt door het kabinet gelegd bij de centrumgemeenten. De gemeente Haarlem bereidt dit voor en voert dit in 2015, in nauwe samenwerking met de regiogemeenten, uit. Haarlem heeft aangekondigd de contracten met de partners op te zeggen met ingang van 1 januari 2015. Dit omdat onzeker is of Haarlem vanaf 2015 van het rijk de gelden blijft ontvangen als centrumgemeente. De gemeenteraad van Uitgeest heeft in januari 2014 besloten een intensieve samenwerking aan te gaan met de gemeenten Bergen, Castricum en Heiloo. Het is zeer waarschijnlijk dat, als gevolg van deze ontwikkeling, de gemeente Uitgeest zich uit het Regionaal Kompas terugtrekt. Op dat moment moet een (financiële) ontvlechting plaatsvinden. Het Noodteam werkt ook in 2015 op basis van de afspraken in het regionaal convenant Noodteam. In 2015 gaat Beverwijk verder met de opvangvoorziening Kennemerhof I (max. 6 maanden verblijf) en de kanswoningen (waarbij cliënten woonruimte huren, al dan niet met begeleiding, en toewerken naar zelfstandig wonen). Kennemerhof I en kanswoningen liggen vaak in elkaars verlengde. In 2015 geeft Beverwijk, samen met centrumgemeente Haarlem, uitvoering aan de regiovisie huiselijk geweld. Ook geven we uitvoering aan het protocol huiselijk geweld en kindermishandeling. GGZ Dijk en Duin en Brijder Jeugdpreventie ontvangen subsidie voor het uitvoeren van activiteiten op het gebied van collectieve preventie. De prestatieafspraken worden gemonitord en zo nodig bijgesteld. Welke producten dragen hier aan bij? - Geestelijke gezondheidszorg (13074) - Maatschappelijke opvang (13075)
82
Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Het handhaven en verbeteren van de lokale gezondheidstoestand (Wpg) Wat gaan we daarvoor doen? In 2015 werkt Beverwijk verder aan de uitvoering van de beleidsagenda 2013-2016 behorend bij de nota Lokaal gezondheidsbeleid gemeente Beverwijk. De thema’s lokale gezondheidspreventie en het verbinden van zorg- en welzijnsactiviteiten staan centraal bij de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. Dit betreft bijvoorbeeld welzijnsactiviteiten voor preventie van eenzaamheid of de buurtsportcoach die mede een bijdrage gaat leveren in het voorkomen van overgewicht. Belangrijke partner bij het lokaal gezondheidsbeleid is de GGD (onderdeel van de Veiligheidsregio Kennemerland) als uitvoerende instelling op het gebied van de volksgezondheid. Beverwijk voert met de GGD overleg over de uitvoering van taken binnen de gemeenschappelijke regeling. Het college onderzoekt de mogelijkheden voor regionalisering van gezondheidsbeleid en preventie. In verband met de Hervorming Langdurige Zorg worden op initiatief van het Ministerie van VWS op regionaal niveau (Wmo-regio’s) overleggen ingericht waarin (in verschillende samenstelling) zorgverzekeraars, zorgkantoren, gemeenten, zorgaanbieders, woningcorporaties, cliëntenorganisaties en beroepsorganisaties deelnemen. Doel is het gezamenlijk management van de veranderingen, in de wetenschap dat tussen partijen grote onderlinge afhankelijkheden bestaan. In 2015 zullen we in regionaal verband deelnemen aan dit overleg.
www.kcwz.nl
Welke producten dragen hier aan bij? Volksgezondheid (13087)
83
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Invulling geven aan de wettelijke taken en juridische (en morele) verantwoordelijkheden van de gemeente op het gebied van dierenwelzijn. Wat gaan we daar voor doen? Op grond van de vastgestelde nota Dierenwelzijn 2012-2014 zijn met de in de nota genoemde dierenwelzijnsorganisaties overeenkomsten afgesloten om zo de gemeentelijke zorgplicht voor dieren te waarborgen. Deze afspraken betreffen het vervoeren, opvangen, verzorgen en herplaatsen van (zwerf-)dieren en het ruimen van kadavers. Het college bewaakt en evalueert dit beleid jaarlijks en stelt het zo nodig bij in overleg met alle partijen. Voor de periode 2015-2017 stelt het college een nieuwe nota Dierenwelzijn op. Welke producten dragen hier aan bij? Dierenwelzijn (13025)
84
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
58,4 172,3 9,0 37,9 47,2 407,6 124,4 528,7 108,7 1.237,1 820,6 510,4
79,8 218,2 9,1 41,8 76,2 415,1 212,2 536,2 521,6 1.212,3 819,6 427,5
99,6 167,4 9,3 42,1 76,7 419,9 198,2 547,4 139,3 1.125,5 768,0 413,4
99,6 167,4 9,3 42,1 76,7 419,9 198,2 541,4 139,3 1.125,5 768,0 413,4
99,6 167,4 9,3 42,1 76,7 419,9 198,2 547,4 139,3 1.125,5 768,0 413,4
99,6 167,4 9,3 42,1 76,7 419,9 198,2 541,4 139,3 1.125,5 768,0 413,4
4.062,3
4.569,6
4.006,6
4.000,6
4.006,6
4.000,6
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13025 13052 13058 13074 13075 13076 13078 13079 13080 13083 13087 14083
Producten Dierenwelzijn Belangenbehartiging Culturele minderheden Geestelijke gezondheidszorg Maatschappelijke opvang Algemeen maatschappelijk werk Mantelzorg Ouderenwerk Wmo begeleiding Sociaal cultureel werk Volksgezondheid Wijkbudget Wijkcoördinatoren Totaal Lasten
Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
29,0 6,1 0,9
-
-
-
-
-
36,1
-
-
-
-
-
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 13025 13052 13058 13074 13075 13076 13078 13079 13080 13083 13087 14083
Producten Dierenwelzijn Belangenbehartiging Culturele minderheden Geestelijke gezondheidszorg Maatschappelijke opvang Algemeen maatschappelijk werk Mantelzorg Ouderenwerk Wmo begeleiding Sociaal cultureel werk Volksgezondheid Wijkbudget Wijkcoördinatoren Totaal Baten Saldo
4.026,2-
4.569,6-
4.006,6-
4.000,6-
4.006,6-
4.000,6-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
22,6 4.003,6-
228,2 4.341,4-
4.006,6-
4.000,6-
4.006,6-
4.000,6-
Toelichting: - 13025 Dierenwelzijn Zoals in de 1e bestuursrapportage 2014 (nummer Berap 1-20) is opgenomen zijn de lasten vanaf 2015 hoger doordat er een kostendekkend tarief wordt berekend door de dierenwelzijnsorganisaties. - 13052 Belangenbehartiging Door de budgetoverheveling (ivm beleidsmatige ontwikkeling 2e fase WMO) vanuit de jaarrekening 2013 zijn de lasten voor 2014 incidenteel hoger. - 13078 Mantelzorg Bij de meicirculaire 2014 is er incidenteel €16.000 toegevoegd, daarom zijn de lasten voor 2014 hoger. - 13080 Wmo begeleiding De lasten zijn in 2014 hoger door het budget voor de sociale wijkteams (zie 2e bestuursrapportage 2014 nummer Berap 2-N-3) - 13083 Sociaal cultureel werk De lasten zijn in 2014 incidenteel hoger door het clusteren van de welzijnsvoorzieningen in Wijk aan Zee (zie 2e bestuursrapportage 2014).
85
Maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10) Algemeen Programmadoelstelling Inwoners van Beverwijk in staat te stellen zo lang als mogelijk thuis te wonen en te participeren in onze samenleving. De nieuwe Wmo is vertaald naar (deels) nieuwe doelstellingen voor verstrekking van individuele voorzieningen (maatwerkvoorzieningen) aan mensen die daartoe geïndiceerd zijn. Ook taken op het gebied van voorzieningen voor minima (minimabeleid) en de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn opgenomen. Context en achtergrond In 2015 is de nieuwe Wmo van kracht. Met de komst van deze wet is het voorzieningenpakket uitgebreid met begeleiding van mensen met een matige tot zware beperking. Net als bij de andere transities (Jeugdzorg en Participatiewet) gaat deze overgang gepaard met een bezuinigingstaakstelling. Zoals ook beschreven in programma maatschappelijke ondersteuning (9) en sociale zaken en uitstroombevordering (12) ontstaat, per 1 januari 2015, door de overheveling van rijkstaken naar de gemeente, een cultuuromslag. De gemeenten zijn beter in staat dan Rijk, provincie en zorgverzekeringen, om integraal te beoordelen wat een zorgvrager nodig heeft om optimaal te kunnen blijven participeren in onze samenleving. De contouren van de participatiemaatschappij als vervolg op de verzorgingsstaat, worden zichtbaar en voelbaar. Door het koppelen van de beleidsterreinen; inkomen, zorg, volksgezondheid, sport en kunst/cultuur, wonen en werk, ontstaat een totaalpakket waarmee het college wil bereiken, dat, met kostenreductie, inwoners langer dan voorheen zelfstandig kunnen blijven wonen en participeren. Het college wil op resultaat sturen en niet langer op een aanbodgerichte wijze van werken. Begeleiding kan bijvoorbeeld ook bereikt worden door verwijzing naar een sportvereniging of kunst/cultuurinstelling. Belangrijk is ook het gebruik van bestaande voorzieningen. De al ingezette extramuralisering betekent dat er meer dan voorheen inwoners met een beperking in hun eigen huis blijven wonen, gelet op de reductie van ziekenhuisbedden en intramurale voorzieningen, vergrijzing en beperking van de Wsw. De druk op de collectieve voorzieningen, inkomensondersteunende maatregelen en maatwerkvoorzieningen gaat hierdoor toenemen. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015) - Wet werk en bijstand (Wwb) / Participatiewet - Wet gemeentelijke schuldhulpverlening - Wmo-beleidsplan 2012-2015. . . . - Kadernota schuldhulpverlening 2012-2015. . - Beleidsplan integrale schuldhulpverlening 2013-2016. - Beleidsregels schuldhulpverlening 2013-2016 . - Verordening maatschappelijke ondersteuning 2015. - Kadernota minimabeleid 2012-2015 . . - Beleidsregels minimabeleid 2013-2016 . . - Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning
86
. . . . . . .
. . . . . . .
2011/19323 2012/2801 2012/55056 C-13-00652 PM 2011/59734 2012/41665
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Vormgeven en faciliteren toegang Wmo voorzieningen (proces, personeel, opleiding, ICT etc.). . . . . 2015 1 2. Wmo; Aanbesteding doelgroepenvervoer en kanteling doelgroepenvervoer. . . . . . . 2015 1 3. Voorstel eigen bijdragen woon- en vervoersvoorzieningen. . 2014-2018 1 4. Wmo; Inkoop en monitoren maatwerkvoorzieningen ondersteunende begeleiding 2015. . . . . . 2014-2018 1 5. Wmo; vaststellen nieuwe verordening, nadere beleidsregels maatschappelijke ondersteuning zodat per 1 jan 2015 ondersteunende begeleiding uitgevoerd kan worden. . . . . 2014-2018 1 6. Wmo; jaarlijks een klanttevredenheidsonderzoek . . 2014-2018 1 7. Nota intensivering armoedebeleid n.a.v. extra rijksbudgetten uitwerken en vaststellen. . . . . . 2015 2 8. Uitvoeren minimabeleid 2012-2015 . . . . 2014-2015 2 9. Jaarlijks een beleidsverslag minimabeleid met gebruiksgegevens 2014-2018 2 Bezuinigingen Op 3 november 2011 heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel bezuinigingen 2012-2014 (raadsvoorstel 2011/53394 met bijlage 2011/53403). Onderdeel van deze maatregelen betreft het voorstel om jaarlijks €50.000 te bezuinigen op Wmo individuele voorzieningen, te realiseren door indicaties door Wmo adviseurs te doen ipv door een extern bureau. Op 12 juli 2012 heeft de gemeenteraad o.a. besloten om; - oplopend van €50.000 in 2013, €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal netto €200.000 te bezuinigen op de uitgaven van de Wmo individuele verstrekkingen. Dit realiseert gemeente Beverwijk door investeringen in programma maatschappelijke ondersteuning (9) door te voeren. - oplopend van €100.000 in 2014 en €200.000 in 2015, in 2016 in totaal €300.000 te bezuinigen op kosten van uitvoering van bijstand (programma 12) en minimabeleid (programma 10). Het college realiseert dit door onder andere het leveren van minder maatwerk, meer en zakelijker klantgericht en resultaatgericht (gestandaardiseerd en lean) te werken en beperken van de dienstverlening. De rijksbezuinigingen bovenop de beschreven gemeentelijke bezuinigingen zijn fors. Dit betreft zowel onderdelen die van de AWBZ zijn overgeheveld naar de nieuwe Wmo, als voor de huishoudelijke verzorging die al in de Wmo was opgenomen. Het college wil deze bezuinigingen realiseren door: - De kanteling (keukentafelgesprekken, resultaat gerichtheid) - Samenhang in beleidsterreinen. - Collectieve voorzieningen inzetten in plaats van maatwerkvoorzieningen. De richtlijnen voor invoering van de transities schrijven een zogenaamde “zachte landing” voor. Dat wil zeggen in 2015 behoud van de bestaande zorg en gebruik maken van de “oude” zorgaanbieders. Hierdoor is slechts in beperkte mate te sturen op budget, tarieven en indicaties. Na 2015 ontstaat meer beleidsvrijheid, kan er efficiënter en goedkoper worden ingekocht en kan er meer op de budgetten gestuurd worden. Niettemin stuurt het college er op aan dat maximaal het verkregen rijksbudget wordt gebruikt voor de nieuwe taken, maar dit is risicovol omdat dit deels buiten de invloedsfeer van het college ligt. Naarmate de beleidsvrijheid toeneemt, wordt het risico kleiner.
87
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken ? Wmo-maatwerkvoorzieningen dragen bij aan zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van inwoners met beperkingen, waarbij de algemene voorzieningen voorliggend zijn op maatwerkvoorzieningen. Dit betreft diensten, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen. Wat gaan we daarvoor doen? - Zogenaamde keukentafelgesprekken voeren (kanteling), wat is de vraag achter de vraag en welk resultaat is gewenst, bezien hoe het gewenste resultaat bereikt wordt. Uitgangspunt is de eigen kracht van de zorgaanvrager, de kracht van de sociale omgeving (het netwerk) en ten slotte, als er geen of onvoldoende sprake is van eigen kracht of inzet van de sociale omgeving, gebruik maken van een algemene- of ten slotte maatwerkvoorziening. - In 2015 is sprake van een nieuwe (zeer divers samengestelde) groep inwoners die in het kader van de transitie AWBZ-begeleiding is overgekomen naar de Wmo. Bij deze nieuwe doelgroep zijn de beperkingen soms zwaarder, langduriger en strekken zich uit over meer levensdomeinen dan bij de inwoners die tot dusver aanspraak maakten op de Wmo. Een deel van de nieuwe groep kan in het dagelijks leven alleen maar functioneren en een redelijke vorm van zelfstandigheid bereiken als ze daar bij worden begeleid en ondersteund. Met deze nieuwe doelgroep (en het toepassen van de principe van de kanteling bij de nieuwe doelgroep) gaat de gemeente ervaring opdoen. In de loop van 2015 moeten alle bestaande zorgvragers geherindiceerd worden. - Elk jaar een klanttevredenheidsonderzoek Wmo uitvoeren. - Om het beroep op individuele voorzieningen te verminderen zijn uitbreidingen van collectieve algemene voorzieningen gerealiseerd, zie programma maatschappelijke ondersteuning (9). Deze algemene voorzieningen gaan voor aanvragen om een maatwerkvoorziening. - Om de eigen kracht te benadrukken en invulling te geven aan de bezuinigingopgave, werkt het college in 2015 een voorstel uit om te komen tot een systeem voor eigen bijdrage woonen vervoersvoorzieningen. Later in 2015, na bestudering van de consequenties, volgt een voorstel voor een eigen bijdrage voor een rolstoel. - hulp bij het huishouden. Het budget vanuit het Rijk is verlaagd met 40% (Per 1 januari 2015 volgens de meicirculaire 2014 eerst met 32% en er volgt nog 8% korting). Doordat de aanbesteding van de hulp bij het huishouden gunstig is verlopen en de eerste resultaten van de kanteling zichtbaar zijn, is een volledige doorwerking van de korting van 40% niet geheel nodig. Niettemin is het totale Wmo-budget vanuit het Rijk verlaagd met zo’n €1,2 mln. Naar verwachting zal, door de gunstige aanbesteding en de kanteling, het tekort beperkt blijven tot € 0,5 mln. in 2015 (vanaf 2016 oplopend tot €0,9 mln.). - Om dit op te vangen werkt het college voorstellen uit welke aan de raad worden voorgelegd. De uitwerking vindt plaats in regionaal verband en in goede samenspraak met de zorgaanbieders. - Hulp dicht bij de burgers organiseren. Toegang tot de hulp wordt georganiseerd door het instellen van de zogenaamde sociale teams. Pilots zijn in april/mei 2014 gestart en in 2015 beoordeelt het college hoe de ervaringen van de pilots worden ingebed in het systeem van “hulp dicht bij de burger”. De sociale teams werken integraal en op wijkniveau, de burger kan daar terecht voor zijn/haar aanvragen voor een individuele voorziening. 88
Welke producten dragen hier aan bij? - Wmo individuele voorzieningen (15083) - Wmo Maatwerkvoorzieningen (3D) (15084)
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? De voorzieningen van het minimabeleid hebben tot doel het direct of indirect stimuleren van participatie van inwoners van Beverwijk met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Wat gaan we daarvoor doen? - Het bieden van inkomensondersteunende maatregelen voor personen op of onder het minimum inkomen en het stimuleren van maatschappelijke participatie. - De gemeente heeft de taak inwoners, die een inkomen hebben tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, te ondersteunen zodat zij niet in armoede vervallen en/of sociaal geïsoleerd raken. Dit kan financieel en met voorzieningen uit het minimabeleid; bijzondere bijstand voor noodzakelijke en medische kosten, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, vergoeding deelname maatschappelijke activiteiten, vergoeding aanvullende ziektekosten en een langdurigheidstoeslag. 89
- Beverwijk voert het minimabeleid uit volgens de vastgestelde beleidsregels. Daarbij zijn eenvoudige processen en goede communicatie de speerpunten (gemeentepagina huis-aanhuis krant, gemeentelijke website, informerende folder mogelijkheden minimabeleid) en nieuwsbrieven) - De volgende uitgangspunten worden hiertoe ingezet: - Toewerken naar meer uniformiteit en samenhang in beleid en uitvoering. - Dubbelingen voorkomen en efficiënter werken. - Doorgaan met het efficiënter maken van de werkprocessen. - Een gezamenlijke aanpak ontwikkelen waardoor de adviseurs Publieksbalie en Werk & Inkomen en Zorg en de Sociale Teams, de methodiek eigen maken en de persoonlijke aandacht voor de cliënt verder versterken. - De integrale aanpak op het terrein van werk, onderwijs, zorg, welzijn en wonen intern en IJmondiaal vorm geven en zichtbaar maken. - Over de uitvoering van het minimabeleid met de maatschappelijke organisaties gezamenlijke afspraken maken. - Een overzicht maken van alle voorzieningen en activiteiten van de gemeente en maatschappelijke organisaties in het kader van het minimabeleid. - Meer gebruik van de beschikbare deskundigheid van maatschappelijke organisaties. - De effecten van het minimabeleid en de nieuwe beleidsregels inzichtelijk maken met behulp van een beleidsverslag. - Om de armoedebestrijding te intensiveren is een budget beschikbaar gesteld. De effecten hiervan over 2014 beoordelen en nieuwe voorstellen voor 2015 uitwerken en ter besluitvorming voorgelegen. Dit ook in combinatie schuldhulpverlening Welke producten dragen hier aan bij? Voorziening voor minima (15072) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Door schuldhulpverlening de maatschappelijke participatie bevorderen. Schuldhulpverlening is een middel om de zelfredzaamheid van de burgers te vergroten en participatie in de samenleving mogelijk te maken of te herstellen. Wat gaan we daarvoor doen ? - Op 1 juli 2012 is de nieuwe Wet schuldhulpverlening in werking getreden. Op basis van deze wet is een beleidsplan schuldhulpverlening 20122015 opgesteld. Beverwijk werkt op basis van dit beleidsplan en de beleidsregels schuldhulpverlening. - Gemeente Beverwijk wil met haar schuldhulpverleningsaanbod burgers met financiële problemen of vragen helpen. Deze hulp varieert van informatie, advies en begeleiding tot het regelen van een minnelijke of wettelijke schuldregeling. Doel is om burgers duurzaam te helpen door de problematiek integraal te benaderen en aan te pakken, burgers te ondersteunen in de zelfredzaamheid en de eigen verantwoordelijkheid aan te spreken. De eigen verantwoordelijkheid en de bereidheid om mee te werken aan een gedragsverandering zijn de kernwoorden binnen deze aanpak. - De gemeente Beverwijk ziet schuldenproblematiek in breed perspectief. Schulden zijn vaak niet de enige problemen, of blijken een symptoom te zijn van achterliggende problematiek (denk aan psychosociale problemen, verslaving en dergelijke). Daarom wordt het begeleiden van klanten als een belangrijk onderdeel van de schuldhulpverlening gezien. 90
Begeleiding wordt verzorgd door ketenpartners. De afspraken met deze ketenpartner(s) zijn vastgelegd in overeenkomsten en jaarlijks vindt een evaluatie plaats. - Het budget dat is verstrekt voor intensivering armoedebestrijding is mede ingezet voor schuldhulpverlening. Denk hierbij aan preventie schuldhulpverlening jongeren. De continuering van de samenwerking met het VMBO (lessen maatschappijleer/schuldpreventie) en de extra inzet van MEE (inkoop trajecten spoedprocedures bij dringende schulden), ter besluitvorming voorleggen. Welke producten dragen hier aan bij? Schuldhulpverlening (15073)
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
2.091,9 343,0 6.818,7 -
2.177,6 377,7 6.799,9 -
2.215,6 374,0 6.638,1 4.453,3
2.200,6 389,0 6.038,1 4.666,0
2.287,6 302,0 6.038,1 4.536,3
2.287,6 302,0 6.038,1 4.523,7
9.253,5
9.355,2
13.680,9
13.293,6
13.164,0
13.151,4
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 15072 15073 15083 15084
Producten Voorzieningen voor minima Schuldhulpverlening WMO Individuele voorzieningen WMO Maatwerkvoorzieningen Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 15072 15073 15083 15084
Producten Voorzieningen voor minima Schuldhulpverlening WMO Individuele voorzieningen WMO Maatwerkvoorzieningen
41,1 863,0 -
75,0 800,0 -
75,0 800,0
75,0 700,0
75,0 700,0
75,0 700,0
904,1
875,0
875,0
775,0
775,0
775,0
Saldo
8.349,4-
8.480,2-
12.805,9-
12.518,6-
12.389,0-
12.376,4-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
8.349,4-
600,0 34,0 9.046,2-
600,0 12.205,9-
12.518,6-
12.389,0-
12.376,4-
Totaal Baten
Toelichting: - 15072 Voorzieningen voor minima De fluctuatie in de jaren komt door het inzetten van het budget intensivering armoedebeleid. Deze wordt ingezet voor de schuldpreventie op scholen en daardoor een verschuiving naar het e product 15073 Schuldhulpverlening (zie ook de 2 bestuursrapportage 2014, nummer B2-N-4). - 15073 Schuldhulpverlening De fluctuatie in de jaren komt door het inzetten van het budget intensivering armoedebeleid. Deze wordt ingezet voor de schuldpreventie op scholen en daardoor een verschuiving van het e product 15072 Voorzieningen voor minima (zie ook de 2 bestuursrapportage 2014, nummer B2-N-4). - 15083 WMO Individuele voorzieningen De lasten zijn vanaf 2016 €600.000 lager dan 2015 doordat de e bezuiniging van het Rijk op de hulp bij het huishouden vanaf 2016 zijn ingeboekt (zie ook de 2 bestuursrapportage 2014, nummer B2-20). - 15084 WMO Maatwerkvoorzieningen Dit product is toegevoegd in verband met de decentralisatie AWBZ (Wmo 2015). De lasten sluiten aan met de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel AWBZ. De baten staan geraamd op programma 11, bij de algemene uitkering, gemeentefonds.
91
Middelen (11) Algemeen Programmadoelstelling Raad en burgers laten ervaren dat de gemeente resultaatgericht presteert en op een doordachte manier met de door de raad geformuleerde ambities omgaat. Het college zorgt hier voor door: - De financiële uitgangspunten van de raad voor lastendruk en vermogenspositie te bewaken; - De door de raad, middels de programmabegroting, beschikbaar gestelde middelen (geld en capaciteit), effectief en efficiënt in te zetten; - Het evenwichtig verdelen van middelen over alle programmama’s om de afgesproken prestaties en activiteiten uit te kunnen voeren. Context en achtergrond Het programma middelen heeft een bijzonder karakter. Voor elk programma zijn doelstellingen en prestaties benoemd. Het college zorgt voor uitvoering van de werkzaamheden binnen de gestelde kaders. Om de activiteiten die hiermee gepaard gaan effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren is er behoefte aan een programma waarin een, door de raad geprioriteerde, verdeling en inzet van middelen over de programma’s wordt gemaakt en bewaakt (de programmering). Het programma middelen is de bindende factor tussen de programma’s en vormt als het ware ‘het cement tussen de stenen’. De effectiviteit van inzet van middelen hoort thuis binnen de programma’s zelf, niet binnen het programma middelen. De efficiëntie van inzet van middelen daarentegen is wel een onderwerp in het programma middelen. Een groot deel van de informatie rondom het programma middelen is verbijzonderd en uitgediept in het onderdeel paragrafen. Het college heeft de ambitie om de organisatie resultaatgericht te laten denken, werken en aan te sturen. Ieder vanuit een eigen functie/rol en daardoor ook vanuit een eigen verantwoordelijkheid. Door deze ambitie te realiseren, worden de beschikbare middelen van de gemeente Beverwijk effectief en efficiënt ingezet. Maar het werk is pas goed gedaan als de raad en de burgers ervaren dat de gemeente resultaat heeft geboekt. Een andere ambitie is om de financiële uitgangspunten voor lastendruk en vermogenspositie vast te stellen en te bewaken. Bij het vaststellen van de financiële uitgangspunten zorgt het college er voor dat op een verantwoorde en respectvolle manier wordt omgegaan met de wettelijke kaders uit Europa, Den Haag, provincie Noord-Holland en de bestuurlijke kaders uit coalitieakkoord, collegeprogramma en meerjarenraming. Vervolgens worden de vastgestelde financiële uitgangspunten bewaakt bij het proces van toewijzing van middelen en de aanwending van gelden in het uitvoeringsjaar. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving Besluit begroting en verantwoording voor provincies en gemeenten (BBV) Financiële verordening . . . . . . 2012/53382 Treasury statuut . . . . . . . 2010/58445 Spoorboekje Planning & Control 2014 . . . . INT-14-10939 Normenkader 2014 . . . . . . . INT-14-11127
92
In het coalitieakkoord ‘Vertrouwen in mensen met de blik op de toekomst’ staan een vijftal speerpunten; 1. toegankelijk en zichtbaar bestuur; 2. duurzame economische ontwikkeling; 3. zorgvuldige zorg; 4. een kloppend stadshart en; 5. verbinding met de Randstad. Om deze speerpunten te laten slagen dient de financiële positie van Beverwijk minimaal geconsolideerd te worden en waar nodig verstevigd. Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Nota risicomanagement en weerstandsvermogen . . 2015 1 Bezuinigingen Het in 2012 ingezette meerjarige bezuinigingstraject loopt op schema. In de tussentijds uit te brengen bestuursrapportages informeert het college de raad over de verdere voortgang van dit proces.
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Beheersen van risico’s Wat gaan we daarvoor doen? Van een professionele organisatie mag verwacht worden dat zij de risico’s tijdig onderkent en zo goed mogelijk probeert te beheersen. Risico’s met (grote) financiële gevolgen kunnen immers een (aanzienlijk) effect hebben op de financiële beleidsvrijheid van de gemeente, maar ook op het imago en de inrichting van de (project) organisatie. Risicomanagement is één van de pijlers om een organisatie in control te krijgen. Gemeenten moeten zelf een beleidslijn formuleren over de in hun organisatie noodzakelijk geachte weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s. Momenteel vindt risicomanagement plaats op deelgebieden. In 2014 is gestart met het schrijven van een eerste kadernota Risicomanagement en weerstandsvermogen. In de nota wordt het beleid ten aanzien van risicomanagement en weerstandsvermogen vastgelegd. De wijze waarop risico’s binnen de gemeente worden geïdentificeerd, beoordeeld en beheerst is eerst onderwerp van gesprek met ambtelijk betrokkenen. De nota wordt in 2015 aan de raad ter goedkeuring voorgelegd. Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf (17106) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Inzicht in status en ontwikkeling van de diverse lopende en op te starten projecten.en implementatie van projectmatig werken. Wat gaan we daarvoor doen? Vanuit de ambities van de raad zijn projecten opgestart en gaan er volgen. Het is belangrijk om goed inzicht te hebben in de noodzakelijke uitgaven en mogelijke opbrengsten van deze projecten. Om projectbeheer verder te ontwikkelen wordt de administratieve vastlegging van de projecten geoptimaliseerd en afgestemd op de informatiebehoefte. Daarmee legt het college 93
een goede basis voor periodieke verantwoording in de bestuursrapportages, in de voortgangsrapportage grote projecten en het meerjarenperspectief grondexploitaties. In 2006 en 2011 heeft de rekenkamercommissie, ondermeer op verzoek van de raad, onderzoek gedaan naar de beheersing van projecten. De rekenkamercommissie heeft met name gekeken naar de aspecten informatievoorziening en verantwoording. In het laatste rekenkameronderzoek ‘Sturing en beheersing van grote projecten’ zijn een aantal aanbevelingen gedaan. Deze aanbevelingen worden in 2015 verder in de organisatie door de vakafdeling geïmplementeerd. Hiervoor is een plan van aanpak gemaakt. Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf (17106) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Een sluitende meerjarenraming, waarbij de geplande ruimte voor versterking van het vermogen behouden blijft. Wat gaan we daarvoor doen? Er worden minder financiële risico’s genomen, bijvoorbeeld door een voornamelijk passief grondbeleid in projecten en door financiële meevallers en vrijgevallen investeringen in eerste instantie ten goede te laten komen van de algemene reserve. Daarnaast wordt ook de opbrengst van de verkopen van niet-strategisch vastgoed toegevoegd aan de algemene reserve. Deze maatregelen moeten leiden tot een structureel ‘voldoende’ weerstandsvermogen (ratio van 1,0 of hoger). Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf (17106) Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Door het tijdelijke liquiditeitsoverschot en de aanwezigheid van schatkistbankieren is continu aandacht voor uitvoering treasurybeheer. Hierdoor wordt getracht een zo gunstig mogelijk renteresultaat te behalen. Wat gaan we daarvoor doen? Treasurybeheer heeft blijvende aandacht nodig om de huidige risico’s rondom de financiële aspecten van de grote projecten te beheersen en te minimaliseren. - Continue bestuurlijke en ambtelijke aandacht voor het liquiditeitsmanagement om een zo gunstig mogelijk renteresultaat te behalen. - Periodiek aanleveren van een meerjarige liquiditeitsprognose aan college en raad. Onderdeel van het Lenteakkoord mei 2012 is dat het Rijk een uitgeklede versie van schatkistbankieren heeft ingevoerd. Dit betekent dat overheidslichamen (tijdelijke) overschotten aan liquide middelen bij het Rijk dienen te stallen. Hiervoor geeft het Rijk een minimale rentevergoeding gebaseerd op de marktrente. Geld lenen bij het Rijk maakt geen onderdeel uit van deze vorm van schatkistbankieren. Dagelijks worden de liquide middelen boven de drempel van 0,75% van het begrotingstotaal afgestort en geparkeerd bij het Rijk. Als het saldo van de beschikbare liquide middelen onder de drempel komt kan het tekort worden teruggevraagd bij het Rijk. De drempel van 0,75% van het begrotingstotaal wordt per kwartaal herzien. De lagere renteopbrengst is meerjarig geraamd en volledig verwerkt in onze begroting. Het college blijft echter actief om de overtollige kasmiddelen op een verantwoorde manier uit te zetten om een zo hoog mogelijk rendement te genereren maar zal zich aan de gestelde grenzen in de Wet fido (Wet financiering decentrale overheden) en Ruddo (Regeling 94
uitzettingen derivaten decentrale overheden) en het gemeentelijke treasurystatuut dienen te houden. De verstrekte lening aan de gemeente Muiden is daar een voorbeeld van. Welke producten dragen hier aan bij? Financiële paragraaf (17106)
Financiële effecten in programmabegroting 2015 Algemene dekkingsmiddelen Naast specifieke, programmagerelateerde opbrengsten zijn er een aantal algemene dekkingsmiddelen zoals de uitkering uit het gemeentefonds (algemene uitkering) en de gemeentelijke belastingen die binnen het programma middelen zijn opgenomen. Algemene uitkering De meicirculaire van 2014 vormt voor de programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2015-2018 het uitgangspunt voor de berekening van de algemene uitkering in de jaren 2015 t/m 2018. In de brief aan de raad van 23 juni 2014 (UIT-14-09861) zijn de mutaties en het effect op de exploitatie meerjarig toegelicht. De in de meicirculaire 2014 opgenomen budgetten bestemd voor de decentralisatie AWBZ en Jeugdzorg zijn in de programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2015-2018 verwerkt. Het budget voor wat betreft de decentralisatie van de Participatiewet was nog niet in de meicirculaire 2014 opgenomen. Deze bedragen zijn inmiddels wel bekend en zijn ook in de programmabegroting 2015 en meerjarenraming 2015-2018 verwerkt. Het college stelt voor om in eerste instantie de baten en lasten structureel budgettair neutraal te ramen. Daarnaast wordt voorgesteld om de lasten per decentralisatie op één product in een programma te verwerken. Hierover wordt in de betreffende programma’s verder op ingegaan. Onverwachts is op 16 september de septembercirculaire al ontvangen. De eerste grove doorrekening is in het meerjarenperspectief 2015-2018 opgenomen. In 2015 wordt, hoofdzakelijk door een lager accres, een nadeel verwacht. De jaren erna lijken voor Beverwijk voordelig uit te pakken. Het college biedt, voorafgaand aan de behandeling van de programmabegroting 2015 in commissie en raad, de leden van de raad een brief aan met een gedetailleerde uitwerking van de circulaire. Gemeentelijke belastingen Conform de tot nu toe gehanteerde beleidslijn worden de tarieven van de gemeentelijke heffingen jaarlijks aangepast aan de ontwikkeling van de BBP-index (bruto binnenlands product) zoals die is gepubliceerd in de algemene uitkeringcirculaire mei 2014 van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dit geldt uiteraard voor zover dat mogelijk en wettelijk is toegestaan. Het percentage beoogt de belastingtarieven te compenseren voor inflatie. In 2015 bedraagt de BBP-index 1,25%. Voor verdere toelichting verwijst het college naar de paragraaf lokale heffingen en het raadsvoorstel belastingvoorstellen 2015
95
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
1.343,0 614,4 345,6 197,8 175,9 896,3 863,2 1.195,0
0,4 64,7 465,2 253,0 49,0 1.619,4 705,8 401,6
5.631,2
3.559,1
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 14028 14107 16108 16150 17004 17012 17105 17106 17107 17109
Producten Reclame Precario Algemene belasting Groot onderhoud Ondernemingsraad/GO Kosten voormalig personeel Financiering en dekkingsmiddelen Financiële paragraaf Indexatie Apparaatskosten Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
0,5 28,9 456,2 228,5 840,0 775,9 397,7500,2 2.432,5
0,5 28,9 447,8 228,5 548,4 1.002,2 35,5133,02.087,7
0,5 28,9 439,3 228,5 538,2 374,9 207,8 185,01.633,0
0,5 28,9 430,9 228,5 414,1 80,7 451,4 185,01.449,9
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten 14028 14107 16108 16150 17004 17012 17105 17106 17107 17109
Producten Reclame Precario Algemene belasting Groot onderhoud Ondernemingsraad/GO Kosten voormalig personeel Financiering en dekkingsmiddelen Financiële paragraaf Indexatie Apparaatskosten Totaal Baten Saldo
17105 16108 16108 16108 16108 14107 17105
37,3 487,4 19,0 1.906,3 527,7 795,4
39,4 381,5 2.306,3 436,8 -
39,9 401,0 2.526,4 118,9 -
39,9 401,0 3.123,6 118,9 88,7 -
39,9 401,0 3.151,0 147,5 -
39,9 401,0 3.151,0 206,5 -
3.773,1
3.164,0
3.086,2
3.772,2
3.739,4
3.798,4
653,7
1.684,4
2.106,4
2.348,5
1.858,1-
395,1-
41.008,6 8.190,1 7,3 182,6 149,6 1.593,1 127,6 51.258,9
42.530,0 8.203,6 5,6 156,7 154,0 300,2 108,7 51.458,8
56.726,0 8.306,1 5,7 156,7 165,6 463,4 90,2 65.913,7
57.937,4 8.126,1 5,7 156,7 165,6 463,4 90,2 66.945,1
57.372,3 8.126,1 5,7 156,7 165,6 463,4 90,2 66.380,0
57.371,7 8.126,1 5,7 156,7 165,6 463,4 90,2 66.379,4
Saldo voor bestemming
49.400,8
51.063,7
66.567,4
68.629,5
68.486,4
68.727,9
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
1.816,8 1.908,8 49.492,8
423,6 1.360,9 52.001,1
546,5 1.122,6 67.143,5
646,5 664,3 68.647,3
646,5 625,9 68.465,8
646,5 587,6 68.669,0
Algemene dekkingsmiddelen: Alg. uitkering gemeentefonds Onroerend Zaakbelasting Roerende Zaakbelasting Toeristenbelasting Hondenbelasting Precario Dividend Totaal Algemene dekkingsmiddelen:
96
Toelichting: - 14107 Precario De lasten zijn in 2014 hoger door de juridische kosten ivm het opleggen van precario op kabels en leidingen (zie ook de 1e bestuursrapportage 2014, nummer Berap 1-25). De baten in 2014 zijn lager door de uitspraak gerechtshof (zie ook de 2e bestuursrapportage 2014, nummer Berap 2-9). - 17105 Financiering en dekkingsmiddelen De verschillen in de jaren betreft het renteresultaat welke jaarlijks fluctueert. - 17106 Financiële paragraaf Op dit product staan diverse lasten en baten geraamd welke jaarlijks fluctueren, onder ander betreft dit de kapitaallasten. - 17107 Indexatie De indexatie van de baten en de lasten zijn voor het jaar 2015 verwerkt op de producten. Door de dekkingsvoorstellen regel 27 en 28 (niet doorvoeren indexatie) is het bedrag voor 2015 negatief. e Dit wordt bij de 1 bestuursrapportage 2015 verwerkt op de producten. Voor 2016 en verder staat dit geraamd op het product Indexatie. - 17109 Apparaatskosten De fluctuatie in de jaren wordt grotendeels veroorzaakt door de ingeboekte bezuinigingen. Op dit product wordt onder andere de storting in de voorziening proceskosten en implementatie bezuinigingen geraamd. Daarnaast staan de bezuinigingen, welke pas ingaan in 2016, op dit product. - 17105 Algemene uitkering gemeentefonds De algemene uitkering gemeentefonds is vanaf 2015 hoger door de integratie-uitkering sociaal domein. - 16108 Onroerend Zaakbelasting De baten in 2015 zijn hoger dan de latere jaren doordat er bij de 1e bestuursrapportage 2014 (nummer B1-N-11) incidenteel voor de jaren 2014 en 2015 €180.000 verhoging OZB is doorgevoerd ter dekking van de aanjaagregeling ondernemingsklimaat.
97
Sociale zaken en uitstroombevordering (12) Algemeen Programmadoelstelling Verstrekken van een (periodieke) uitkering tot het wettelijk aangegeven niveau aan gezinnen of alleenstaanden om in het levensonderhoud te voorzien. Mensen met een arbeidshandicap aan een aangepaste baan helpen, activeren van uitkeringsgerechtigden richting arbeid, uitvoering geven aan Wet inburgering en voorkomen en repareren van educatieachterstand bij volwassenen. Context en achtergrond Er is een grote toename van het aantal bijstandscliënten vanwege de voortdurende economische crisis en daardoor gespannen arbeidsmarkt, een grote druk op de budgetten vanuit het Rijk en belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving. De stijging van het aantal bijstandscliënten betekent een stijging van de uitvoeringslasten. Voor deze uitvoeringslasten ontvangen we een vergoeding uit het gemeentefonds. Vanaf 2010 is door het Rijk reeds een verlaging van het re-integratiebudget doorgevoerd en in 2011 heeft dit geleid tot een aantal keuzes voor inzet van re-integratieinstrumenten. Het re-integratiebudget, onderdeel van het participatiebudget, is in 2014 verder verlaagd. In 2013 is een nieuwe IJmondiale organisatie opgericht voor werk en re-integratie, genaamd IJmond Werkt!. Deze organisatie voert de re-integratietaken van de vier deelnemende IJmondgemeenten uit. Dit heeft per 1 januari 2014 geresulteerd in een gewijzigde gemeenschappelijke regeling (GR). De GR De Meergroep is op 1 januari 2014 gewijzigd in de GR IJmond Werkt! Op 01 januari 2015 zal de Participatiewet van Kracht zijn. Onder het motto "Iedereen doet mee" heeft de Rijksoverheid één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt opgesteld. Onder "onderkant" wordt verstaan iedereen die werkzoekend is, eventueel een arbeidsbeperking heeft en geen aanspraak (meer) kan maken op een werknemersverzekering zoals de WW, WIA, WAO of Wajong van het UWV. De wet is van toepassing op de mensen die voorheen in aanmerking kwamen voor een WWB uitkering of voor een indicatie sociale werkvoorziening. Daarnaast is de wet van toepassing op jongeren met een arbeidsbeperking en arbeidsvermogen. Jongeren met een arbeidsbeperking die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben komen nog steeds in aanmerking voor een Wajong-uitkering. Op 17 juni 2014 heeft de Tweede Kamer een wetsvoorstel tot wijziging van onder meer de Wet Participatiebudget en de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij Regionale opleidingen centra (ROC’s) aangenomen. Het ligt op dit moment ter behandeling bij de Eerste Kamer. De wetswijziging regelt dat de educatiemiddelen als specifieke uitkering aan de contactgemeente van een arbeidsmarktregio wordt uitgekeerd in plaats van aan individuele gemeenten. De contactgemeente moet samen met de omliggende regiogemeenten een plan opstellen voor een voldoende en kwalitatief aanbod van volwasseneneducatie in de regio. Voor onze regio is Haarlem de contactgemeente. Ook zal met de inwerkingtreding van de wetswijziging de verplichte besteding bij ROC’s vervallen. In de jaren 2015 t/m 2017 zijn de regio’s verplicht per jaar een minimum percentage van 75%-50%-25% van het educatiebudget te besteden bij een ROC. In overleg met het ROC mag hiervan worden afgeweken. Over de verkregen middelen moet de contactgemeente verantwoording afleggen via SiSa.
98
Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - De Wet werk en bijstand (WWB) - Wet sociale werkvoorziening (Wsw) - Wet Participatiebudget - Wet Inburgering (WI) - Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) - Participatiewet - Kadernota Wet inburgering . . . - Verordening inburgering gemeente Beverwijk - Visiedocument Wet participatiebudget . - Re-integratiebeleidsplan 2010-2011 . - Implementatieplan participatieladder - Kadernota “Naar één organisatie voor werk” - Re-integratieverordening . . . - Businessplan IJmond Werkt . - Prestatieafspraken IJmond Werkt! .
. . . . . . . . .
. . . . .. . . . .
. . . . . . . . .
2006/10322 2006/13710 2009/48727 2009/50037 2010/32976 2012/20348 2009/27800 C/R-13-00471 C-14-01225
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Regionaal arbeidsmarkt beleid vaststellen. . . . 2015 1 2. Monitoren prestatieafspraken en prestatieplan IJmond Werkt! 2014-2018 3 Bezuinigingen Zie hiervoor programma maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10)
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Een aangepaste werkplek creëren voor mensen met een arbeidshandicap, die door lichamelijke, verstandelijke of psychische beperkingen uitsluitend in staat zijn onder aangepaste omstandigheden arbeid te verrichten. Dit gebeurt binnen de sociale werkvoorziening. De doelstelling is om de arbeidsbekwaamheid van de arbeidsgehandicapte te behouden en te bevorderen en hem zo mogelijk uit te laten stromen naar een reguliere baan. In de aanloop naar de Participatiewet in 2015, zal steeds meer ingezet worden om mensen met een arbeidshandicap op een aangepaste reguliere arbeidsplek te laten werken. In de prestatieafspraken met IJmond Werkt! hebben wij afgesproken dat het aantal mensen met een Wsw-indicatie dat werkzaam is via IJmond Werkt! bij een reguliere werkgever in de periode 2014-2017 jaarlijks toeneemt met 10% ten opzichte van het jaar ervoor. Wat gaan we daarvoor doen? - Realiseren taakstelling Wet sociale werkvoorziening (Wsw). - Er voor zorgen dat de WSW doelgroep, die vanaf 1 januari 2015 onder de Participatiewet gaat vallen, samen met IJmond Werkt! goed worden geholpen richting de arbeidsmark - De taakstelling wordt, in opdracht van de gemeente, door IJmond Werkt! en een aantal andere SW-bedrijven gerealiseerd. Welke producten dragen hier aan bij? Sociale werkvoorziening (15074)
99
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Uitvoering geven aan de Wet werk en bijstand (Wwb) en de Participatiewet. Alleen aan die gezinnen of alleenstaanden die niet beschikken over voldoende inkomsten een (periodieke) uitkering tot het wettelijk aangegeven niveau verstrekken, zodat zij in staat zijn in hun levensonderhoud te voorzien. Daarnaast willen we voorkomen, dat het uitkeringenbestand onevenredig toeneemt. De laatste jaren is het uitkeringenbestand enorm toegenomen (zie grafiek hieronder). Elke verstrekte bruto uitkering kost de gemeente €14.200 per jaar (prijspeil 2014). Omdat een uitkering is bedoeld voor mensen die geen middelen hebben om te voorzien in de kosten van het levensonderhoud en het de sluitpost is van de samenleving, moeten wij ervoor zorgen dat deze uitkering alleen terecht komt bij de mensen die het nodig hebben.
Toename bestand 2013
Wat gaan we daarvoor doen? - Het verstrekken van Informatie - Instroombeperking uitkeringenbestand - Thematisch benaderen van het uitkeringenbestand - Intensiveren van de samenwerking met IJmond Werkt ! - Uitstroombevordering uitkeringenbestand Welke producten dragen hier aan bij? Uitkering Inkomensvoorziening (15071)
100
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Activeren van uitkeringsgerechtigden richting arbeid. Om dit te optimaliseren is er een samenwerkingsverband opgericht, dit is gedaan conform de door de gemeenteraad vastgestelde kadernota en het door het college vastgestelde businessplan. Onder de naam IJmond Werkt! heeft dit op 1 januari 2014 geresulteerd in de Gemeenschappelijk Regeling (GR) IJmond Werkt!. IJmond Werkt! voert de reintegratiewerkzaamheden uit voor de doelgroep van de 4 IJmondgemeenten. IJmond Werkt! is opgericht door de gemeente Beverwijk, Velsen, Heemskerk, Uitgeest en de Meergroep. Wat gaan we daarvoor doen? - Alle WWB cliënten blijven plaatsen op de Participatieladder - Integrale dienstverlening IJmond Werkt! - Activering van uitkeringsgerechtigden richting werk - Verhoging uitstroom dan wel tegengaan groei uitkeringsbestand. - De tegenprestatie vormgeven voor de doelgroep die nog onder de verantwoordelijkheid van de gemeente valt. Door werkgevers actief te benaderen willen wij ervoor gaan zorgen dat uitkeringsklanten die niet behoren tot de doelgroep van IJmond Werkt, vanaf 1 januari 2015 werkervaring in de vorm van een tegenprestatie kunnen opdoen bij deze werkgevers. 1000
800
600
400
200
0
-200
-400
Beverw ijk
Heemskerk
Uitgeest
Velsen
1-jan
494
454
77
730
31-mrt
541
509
88
781
instroom 1e kw .
201
159
35
286
uitstroom 1e kw .
-154
-104
-24
-235
Uitstroomcijfers 1e kwartaal 2014
Welke producten dragen hier aan bij? Uitstroombevordering (15075)
101
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
90,6 15.396,9 5.341,1 1.582,2 299,4
111,2 16.831,0 5.142,3 1.585,4 199,8
111,2 16.608,2 4.899,8 1.358,0 64,0
111,2 16.525,2 4.605,9 1.310,5 56,0
111,2 16.543,2 4.320,6 1.264,3 56,0
111,2 16.552,2 4.095,1 1.207,3 56,0
22.710,2
23.869,7
23.041,1
22.608,8
22.295,3
22.021,8
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13049 15071 15074 15075 15080
Producten Volwasseneneducatie Uitkering inkomensvoorziening Sociale werkvoorziening Uitstroombevordering Integratie nieuwkomers Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten 13049 15071 15074 15075 15080
Producten Volwasseneneducatie Uitkering inkomensvoorziening Sociale werkvoorziening Uitstroombevordering Integratie nieuwkomers Totaal Baten
84,3 12.502,2 5.337,0 1.329,9 161,5
110,3 13.690,5 6.094,3 1.340,5 -
110,3 13.690,5 -
110,3 13.690,5 -
110,3 13.690,5 -
110,3 13.690,5 -
19.414,8
21.235,6
13.800,9
13.800,9
13.800,9
13.800,9
Saldo
3.295,4-
2.634,0-
9.240,3-
8.808,0-
8.494,4-
8.221,0-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
3.295,4-
958,3 61,3 3.531,1-
9.240,3-
8.808,0-
8.494,4-
8.221,0-
Toelichting: - 15074 Sociale werkvoorziening en 15075 Uitstroombevordering De lasten fluctueren in de jaren doordat deze aansluiten met de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel participatie. - 15080 Integratie nieuwkomers De lasten nemen af door de afwikkeling van de lopende inburgeringtrajecten en de rijksbijdrage vervalt met ingang van 2014 (zie de 1e bestuursrapportage 2013, nummer berap 1-N-14)
102
Jeugd (13) Algemeen Programmadoelstelling De jeugd in de gemeente Beverwijk optimale kansen te geven zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen die naar vermogen mee doen in de samenleving. Context en achtergrond Het jeugdbeleid is veelomvattend en speelt zich af op vele terreinen. Het algemene jeugdbeleid voorziet in een sociale infrastructuur gericht op ontwikkeling, vrije tijd, participatie en veiligheid. Het specifieke jeugdbeleid is gericht op individuele hulpverlening en het voorkomen van uitval. Daarnaast heeft de gemeente preventieve taken op het terrein van de jeugdgezondheidszorg, onderwijsachterstanden, opvoeden en opgroeien. Speerpunten uit de kadernota jeugd 2012-2015 Beleidsagenda en speerpunten worden in de periode 2013-2015 uitgevoerd. Deze speerpunten zijn: een actieve en gezonde jeugd, vermindering van overlast door jeugdigen, versterking van de voor- en vroegschoolse educatie, aanpak van de jeugdwerkloosheid, schuldhulpverlening aan jongeren en deelname aan maatschappelijke activiteiten door jeugd met een minimuminkomen. In 2015 zal de kadernota geüpdate worden aan de hand van beschikbare cijfers. In 2015 is het jeugdbeleid uitgebreid door nieuwe taken en meer verantwoordelijkheden die voortkomen uit landelijke ontwikkelingen zoals de nieuwe Jeugdwet, Wmo 2015, Participatiewet en de Wet passend onderwijs. Met de Jeugdwet wordt de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp, inclusief specialistische hulp zoals jongeren met een verstandelijke beperking, jeugdgeestelijke gezondheidszorg en jeugdzorgplus (gesloten jeugdzorg), de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en de uitvoering van de jeugdreclassering. Gemeenten krijgen vanaf 2015 jeugdhulpplicht. Jongeren met een beperking, stoornis of aandoening kunnen, samen met hun ouders, bij de gemeente terecht voor hulp en ondersteuning bij opgroeiproblemen en opvoedproblemen. De jeugdhulp wordt overgeheveld naar gemeenten met een korting, oplopend tot 15% in 2017. De doelstellingen van dit programma sluiten aan bij speerpunt 3: “Zorgvuldige zorg” en het thema “Actief opgroeien” van het coalitieakkoord ‘Vertrouwen in mensen met de blik op de toekomst’ (INT-14-11317). Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Jeugdwet - Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), - Wet passend onderwijs - Wet Publieke Gezondheid, - Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, - Wet primair onderwijs - Wet ‘Goed onderwijs, goed bestuur (’Good Governance’) - Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie - Leerplichtwet - Beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018 - Kadernota jeugd 2012-2015 Beleidsagenda en speerpunten - Wmo beleidsplan 2012-2015 . . . . - Lokaal gezondheidsbeleid . . . . - Verordening kinderopvang Beverwijk . . . 103
. . . .
INT-2013-07347 2012/12167 2011/55849 2012/41406 2006/12200
- Algemene subsidieverordening Beverwijk . . . - Convenant CJG regio midden Kennemerland . . . - Convenant centrale opvang neveninstromers nt-2 2011-2015 - Gemeenschappelijke regeling GGD - Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen - Afwegingsmodel handhaving kinderopvang gemeente Beverwijk - Verordening ruimte- en inrichtingseisen peuterspeelzalen, raadsbesluit
2012/4744 2011/12562 In-13-1778
2011/15802 2011 20508
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. (Regionale) implementatie en uitvoering van raadsnota "Jeugd, Onze Zorg, beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 2015-2018". 2015-2018 2 2. Doorontwikkeling CJG IJmond: laagdrempelige informatie, opvoeden opgroei ondersteuning en basisvoorzieningen met accent preventie. Jeugdhulp innoveren met geïntegreerde gebieds-/wijkgerichte aanpak vanuit het CJG-IJmond via CJG coaches. . . . 2014-2018 3 3. Inkoop maatwerkvoorzieningen jeugdhulp . . . 2014-2018 3 4. Taalontwikkeling:informatieboekje kinderopvang. Schakelklassen leerlingen 6-12 jaar. Taalklas leerlingen 12-max14 jaar. . 2015 6 5. Taalontwikkeling;vormgeven onderwijsachterstandenbeleid na 2015. 2015 6 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid voor de jongeren, zodat zij zoveel mogelijk mee kunnen doen in de samenleving. Wat gaan we daarvoor doen? De gemeente stimuleert de jeugd om haar talenten optimaal te ontwikkelen. Hiervoor worden lokale of wijkgerichte voorzieningen die gericht zijn op ontwikkeling, vrije tijd, participatie, openbare orde en veiligheid zoals o.a. de jongerencentra Place2be en Inside54 en de speeltuincentrale gesubsidieerd. Met uitvoerende instanties, zoals Stichting Welzijn Beverwijk, de Evenementenmakelaar (Streetrulez), Stichting Welschap Heemskerk, kinderboerderij Animalfarm, Stichting Speeltuincentrale Beverwijk en Bureau Halt spreekt de gemeente prestatie-eisen en voorwaarden af. Ook zet de gemeente buurtsportcoaches in. Deze coaches stimuleren een breder sport- en beweegaanbod in de buurt. Dit doen zij door beleidsmatig en in de uitvoering verbindingen te leggen tussen de verschillende sportaanbieders. Zo ontstaat er in Beverwijk een optimaal sportaanbod voor alle doelgroepen. De rijksoverheid heeft de subsidie voor maatschappelijke stages per 2015 beëindigd. Om vrijwilligerswerk bij jongeren onder de aandacht te blijven brengen heeft gemeente Beverwijk, samen met de scholen, besloten om in afgeslankte vorm met de stagemakelaar en maatschappelijke stage door te gaan. Verder wordt het gemeentelijke meldpunt jeugd voortgezet. Dit is een structureel overleg tussen gemeente, politie en ambulant jongerenwerker waar risicogroepen en hanglocaties besproken worden. 104
Welke producten dragen hier aan bij? - Kunst en Cultuur (13051) - Vrijwilligersbeleid (13052) - Sportstimulering (13059) - Minimabeleid/participatie (15071) - Jeugd- en jongerenwerk (13084) - Peuterspeelzalen (13086) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Meer preventie en eerdere jeugd- en opvoedhulp aan jeugdigen en hun gezinnen waarbij uitgegaan wordt van de eigen kracht van jongeren, ouders en hun sociale omgeving en integrale hulp op maat waarbij het motto; 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur centraal staat. Wat gaan we daarvoor doen? Implementatie Decentralisatie Jeugdzorg Het stelsel voor de zorg voor jeugd wordt ingrijpend veranderd. Met ingang van 1 januari 2015 worden de gemeenten, met de decentralisatie van de jeugdhulp, verantwoordelijk voor het gehele zorgstelsel voor de jeugd. Beverwijk heeft de decentralisatie jeugdzorg in regionaal verband voorbereid en zal de implementatie deels regionaal vormgeven. De implementatie en uitvoering gebeurt aan de hand van het door de gemeenteraad vastgestelde document “Jeugd, Onze Zorg. Beleidsplan Jeugdhulp IJmondgemeenten 20152018”. De gemeente stemt met de samenwerkingsverbanden de raakvlakken tussen de zorg voor jeugd en Passend onderwijs af in het op overeenstemming gericht overleg (OOGO). Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) wordt (door)ontwikkeld. De laagdrempelige informatie en opvoed- en opgroei ondersteuning van het CJG-IJmond en basisvoorzieningen met accent op preventie worden versterkt. Ook willen de IJmondgemeenten de komende jaren de jeugdhulp innoveren, door over te gaan naar geïntegreerde gebieds/wijkgerichte vanuit het CJG IJmond via CJG coaches. De CJG coaches bestaan uit generalisten vanuit verschillende organisaties en bieden ambulante zorg in de directe omgeving van jongeren en gezinnen. De coaches gaan uit van de kracht van ouders, opvoeders en jeugdigen en hun sociale omgeving. Specialistische zorg wordt er, indien nodig, bijgehaald. De CJG coaches worden nauw verbonden aan de sociale teams. Ook komen er korte lijnen naar scholen en huis-/jeugdartsen. Voor 2015 zijn inkoopovereenkomsten met huidige jeugdhulpaanbieders aangegaan voor 2 jaar. Deze inkoopafspraken worden goed gemonitord. Omdat de bezuinigingsopgave voor 2016 groter is dan in 2015 worden voor het jaar 2016 nieuwe afspraken gemaakt over volume en/of prijs van de af te nemen producten. Dit leidt dan tot een zodanige verlaging van de uitgaven dat deze past binnen het door het Rijk verstrekte budget aan de gemeente. Een ander aandachtspunt is het drank en drugsgebruik van jongeren. De gemeente voert de IJmondiale aanpak DOMST (druggebruik onder minderjarigen structureel terugbrengen) uit samen met de ketenpartners zoals o.a. het voortgezet onderwijs, politie, Halt, Brijder waarbij drank en drugsgebruik door jongeren wordt ontmoedigd vanuit verschillende uitgangspunten zoals volksgezondheid en openbare orde. Welke producten dragen hier aan bij? - Jeugd- en jongerenwerk (13084) - Jeugdhulp (15085)
105
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het bevorderen, beschermen en beveiligen van de lichamelijke, cognitieve, sociale en geestelijke gezondheid en ontwikkeling van de jeugd van 0-19 jaar. Wat gaan we daarvoor doen? Het in stand houden en actueel houden van de preventieve jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor de jeugd van 0-19 jaar op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg). De huidige wettelijke taken hebben als doel het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen, zowel individueel als op populatieniveau. Hiervoor maakt de gemeente prestatieafspraken met de JGZ Kennemerland. Zij monitort en stelt zo nodig de afspraken bij op basis van de decentralisatie jeugdzorg en aanpassing basistakenpakket, inclusief de ontwikkeling van de prenatale zorg. Inzet is handhaving van het hoge bereik, consultatiebureau (2013: 99,3%)
De jeugdgezondheidszorg 4-19 wordt uitgevoerd door de GGD en voor een groot deel gefinancierd via de gemeenschappelijke regeling. Welke producten dragen hier aan bij? - Jeugdgezondheidszorg (13082) - Volksgezondheid (13087) Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Zorgen voor een kwalitatief goed en toegankelijk aanbod van peuterspeelzalen en kinderopvang. Wat gaan we daarvoor doen? De kwaliteit van kinderopvang en peuterspeelzalen wordt gewaarborgd door het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen actueel te houden. De gemeente registreert de gegevens van de houders van de kindercentra en specifieke gegevens van de kinderopvanglocaties (kinderdagverblijven, peuterspeelzalen locaties voor buitenschoolse opvang, gastouderbureaus en gastouders) in dit register. Ook voert de GGD, in opdracht van de gemeente, het toezicht op kinderopvangorganisaties en peuterspeelzaalwerk uit. Het toezicht wordt gericht ingezet; intensief waar nodig, minder waar mogelijk. Indien de rapportages van de GGD over klachten of signalen daartoe aanleiding geven, voert de gemeente een actief handhavingsbeleid. De gemeente verstrekt vier keer per jaar informatie aan het inlichtingenbureau over tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang door de rijksoverheid. Deze informatie is bestemd voor de Belastingdienst en betreft de doelgroepouders die hier recht op hebben. Ook geeft de gemeente aan deze ouders een verklaring af waaruit blijkt dat zij recht hebben op deze tegemoetkoming. De gemeente compenseert in bepaalde gevallen de eigen bijdrage voor doelgroepouders. Verder behandelt de gemeente aanvragen voor bijzondere bijstand voor kinderopvangkosten op basis van sociale medische indicatie. Welke producten dragen hier aan bij? - Kinderopvang (13085) - Peuterspeelzalen (13086)
106
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Instandhouding van het openbaar onderwijs (Wet op het primair onderwijs, art. 17 en 48) Wat gaan we daarvoor doen? De gemeente benoemt de leden van de raad van toezicht bij de Stichting Openbaar Primair Onderwijs IJmond. Deze stichting houdt het openbaar onderwijs in stand. Daarnaast neemt de gemeente kennis van de begroting en jaarstukken van de stichting en monitoren we, in samenwerking met de gemeenten Heemskerk en Velsen, op afstand de financiële gezondheid. Het op afstand monitoren is een gevolg van de Wet goed onderwijs en goed bestuur (’Good Governance’). Welke producten dragen hier aan bij? Openbaar onderwijs ( 13039) Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Het voorkomen, vroegtijdig signaleren en bestrijden/terugdringen van onderwijsachterstand, schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Wat gaan we daarvoor doen? De onderwijsachterstanden-uitkering vanuit het Rijk is verlengd met nog één jaar, nu tot en met 2015. De gemeente zet deze middelen in voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE), schakelklassen en taalklas om onderwijsachterstanden te bestrijden. VVE De gemeente realiseert een goed aanbod VVE in de voorschoolse periode en maakt afspraken met schoolbesturen, houders van kindercentra en peuterspeelzalen en JGZ over de resultaten van VVE. Ook wordt de ouderbetrokkenheid in onderwijsachterstandenbeleid bevordert. In het kader van het ophogen van het taalniveau van de pedagogisch medewerkers worden alle VVE leidsters getoetst op hun taalniveau. In de loop van 2015 zullen de leidsters die niet aan het geëist niveau voldoen een taalopleiding volgen. Zo veel mogelijk doelgroepkinderen worden gestimuleerd ook gebruik te maken van de voorschoolse VVE-voorzieningen om zo beter voorbereid aan de basisschool te beginnen. De gemeente Beverwijk wil doorgroeien naar een aanbod voor 100% van de doelgroep aan voorschoolse programma’s. Dit doen we onder andere door extra aandacht te besteden aan het belang van voorschoolse educatie in relatie met de taalontwikkeling van het kind via een informatieboekje over de verschillende vormen van kinderopvang. Dit boekje wordt aan alle ouders toegestuurd op het moment dat hun kind 1,5 jaar wordt en komt op plekken te liggen waar ouders met hun kinderen komen zoals het consultatiebureau, CJG enz. Schakelklas en taalklas De gemeente Beverwijk houdt schakelklassen in stand voor kinderen van 6-12 jaar die onvoldoende Nederlands spreken om op de basisschool goed mee te kunnen komen. Ook biedt de gemeente de taalklas (voorheen de kopklas) voor leerlingen van 12 tot maximaal 14 jaar, die op basis van hun kwaliteiten met een extra impuls Nederlandse lessen een hogere opleiding kunnen volgen. Leerlingen kunnen vanuit groep 8 doorstromen naar de taalklas. Ook 12/13 jarige leerlingen die rechtstreeks uit het buitenland komen en die geen of weinig Nederlands spreken, kunnen in de taalklas geplaatst worden. Om problemen op het gebied van spraak en taal bij kinderen zo vroeg mogelijk op te sporen subsidieert de gemeente de GGD voor preventieve logopedie.
107
De gemeente maakt in het LEA overleg (lokaal educatieve agenda) gezamenlijke afspraken over het onderwijs- en jeugdbeleid met de besturen van basis- en voortgezet onderwijs, kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en jeugdgezondheidszorg. Binnen het passend onderwijs is een regionaal werkgroep gevormd die zich bezig gaat houden met taal(achterstanden). Leerplicht De leerplichtambtenaar handhaaft de Leerplichtwet 1969 en Kwalificatieplicht 2007. Alle jongeren zijn volledig leerplichtig tot het einde van het schooljaar waarin ze zestien jaar worden. Daarna geldt de kwalificatieplicht voor jongeren die nog geen achttien jaar zijn en nog geen startkwalificatie hebben behaald en de volledige leerplicht achter de rug hebben. De leerplichtambtenaar bespreekt in het spijbelspreekuur vroegtijdig zorgleerlingen om uitval te voorkomen. Ook neemt de leerplichtambtenaar deel aan zorgadviesteams op scholen. Omdat schoolverzuim een teken kan zijn dat er problemen zijn bij de leerling en tevens een voorspellende indicator is voor voortijdig schoolverlaten wordt er nauw samengewerkt met scholen, hulpverlenende instanties en andere partners als het gaat om signalering en melden van verzuim en voortijdig schoolverlaten en de registratie hiervan. Inzake het schoolverzuim is met de Onderwijsinspectie een samenwerkingsovereenkomst aangegaan. Welke producten dragen hier aan bij? - Onderwijsachterstanden (13045) - Leerplicht (13048) - Kinderopvang (13085) - Peuterspeelzalen (13086)
108
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
672,3 40,7 242,7 583,9 766,3 117,7 452,1 -
635,8 43,6 143,4 593,3 1.315,0 75,7 433,7 -
649,4 44,0 143,1 598,8 819,3 67,2 420,7 7.899,6
636,4 44,0 143,1 598,8 919,3 67,2 420,7 7.788,0
636,4 44,0 143,1 598,8 919,3 67,2 420,7 7.526,2
636,4 44,0 143,1 598,8 919,3 67,2 420,7 7.572,9
2.875,7
3.240,4
10.642,0
10.617,4
10.355,6
10.402,3
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13045 13046 13048 13082 13084 13085 13086 15085
Producten Onderwijsachterstanden Schoolzwemmen Leerplicht Jeugdgezondheidszorg Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Peuterspeelzalen Jeugdhulp Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten 13045 13046 13048 13082 13084 13085 13086 15085
Producten Onderwijsachterstanden Schoolzwemmen Leerplicht Jeugdgezondheidszorg Jeugd- en jongerenwerk Kinderopvang Peuterspeelzalen Jeugdhulp
495,0 31,0 137,2 0,9 19,7 -
458,2 29,7 347,0 23,6 -
458,2 29,7 23,6 -
458,2 29,7 23,6 -
458,2 29,7 23,6 -
458,2 29,7 23,6 -
683,8
858,5
511,5
511,5
511,5
511,5
Saldo
2.191,9-
2.381,9-
10.130,5-
10.105,9-
9.844,1-
9.890,8-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
2.191,9-
4,7 2.377,2-
10.130,5-
10.105,9-
9.844,1-
9.890,8-
Totaal Baten
Toelichting: - 13084 Jeugd- en jongerenwerk De baten en lasten zijn hoger door invoeringskosten jeugdzorg en door de pilot “Opvoeden doen we samen (zie de 1e bestuursrapportage 2014, nummers B1-N-17 en B1-N-18). - 15085 Jeugdhulp Dit product is toegevoegd in verband met de decentralisatie Jeugdhulp. De lasten sluiten aan met de integratie-uitkering sociaal domein, onderdeel Jeugdhulp. De baten staan geraamd op programma 11, bij de algemene uitkering, gemeentefonds.
109
Onderwijs (14) Algemeen Programmadoelstelling Het realiseren van adequate onderwijshuisvesting in Beverwijk, zowel voor basis-, speciaalen voortgezet onderwijs. Onderwijsgebouwen bieden ruimte aan meerdere functies, waardoor kinderen binnen het gebouw op meerdere manieren kunnen worden opgevangen of ondersteuning kunnen krijgen. Hierdoor kunnen zij zich breed ontplooien en opgroeien tot zelfstandige burgers die kunnen participeren in de maatschappij. Er kan dan ook beter worden gesproken over accommodaties waarin een school is gehuisvest dan over schoolgebouwen. Context en achtergrond Leerlingenaantal De verwachting is dat tot 2016 het aantal leerlingen nog licht gaat stijgen. Daarna is de daling van het aantal leerlingen structureel en dit vraagt om herbezinning over de huisvesting. Vooralsnog is er alleen sprake van leegstand in diverse schoolgebouwen en geen sprake van afstoten van gebouwen. 3.900 3.700 3.500 3.300 3.100 2.900 2.700 2.500 Leerlingen basisonderw ijs
2013
2015
2017
2022
2027
2032
3.647
3.670
3.605
3.370
3.104
2.947
Ontwikkelingen huisvesting onderwijs Het buitenonderhoud en aanpassing gaat in 2015 over van de gemeenten naar de schoolbesturen. Er komt geen overgangsregeling. Voor de onderwijsaccommodatie waarvan de gemeente juridisch eigenaar is en blijft wordt nadere afspraken met de schoolbesturen gemaakt over het onderhoud. Het gaat dan om de scholen in de MFA Waterwijk. Deze regeling heeft financiële consequenties voor de gemeenten. De doordecentralisatie betekent een verlaging van de algemene uitkering. Deze gelden gaan dan rechtstreeks naar de schoolbesturen. Regionaal overleg Na overleg met de schoolbesturen is in de gemeente Heemskerk en Beverwijk onderzocht wat het effect is van krimp van het aantal leerlingen in het komende decennium op de huisvesting van het onderwijs. Op basis hiervan is een integraal huisvestingsplan 2014-2017 opgesteld. Het huisvestingsplan is door allerlei ontwikkelingen (waaronder ‘passend onderwijs’) niet statisch. Zo nodig vindt een actualisatie plaats. Het college kijkt ook nadrukkelijk naar de mogelijkheden/kansen om de leegstand in te vullen met gebruik door derden, zoals maatschappelijke instellingen. Op basis van de aangepaste verordening voorzieningen huisvesting onderwijs en de Wet Passend Onderwijs kunnen we verwijzen naar leegstaande accommodaties in de gemeente Heemskerk. 110
Ontwikkelingen multifunctionele accommodatie (MFA) Het beheer en de exploitatie van het gebouw blijft ingewikkeld en kost veel inspanning van alle gebruikers. In 2014 zijn afspraken gemaakt met de schoolbesturen over het onderhoud van het gebouw in de komende jaren. De gemeente is en blijft juridisch eigenaar van het gebouw, maar heeft voor de schooldelen geen budget voor het onderhoud. Voor 2015 heeft dat nog geen gevolgen, maar er moeten wel afspraken gemaakt worden hoe en door wie het onderhoud in de komende jaren wordt uitgevoerd. Wet passend onderwijs Per augustus 2014 is deze wet ingevoerd. Vooralsnog zijn er niet veel gevolgen voor de huisvesting van de basisscholen. Naar verwachting is er in 2016 meer zicht wat het effect is op het aantal leerlingen van de reguliere basisscholen. In het speciaal basisonderwijs en het (v)so-scholen zijn er ontwikkelingen om te komen tot een Integraal Kind Centrum in het gebouw van sbo De Zeearend. Vertrek speciaal onderwijs (Heliomare en De Zevensprong) In 2015 wordt duidelijk op welke termijn beide scholen gaan verhuizen naar de gemeente Heemskerk. Vooralsnog wordt uitgegaan van het schooljaar 2018/2019. Dat heeft consequenties voor de hoogte van de AU en de huisvesting (leegstand c.q. ontwikkelingsmogelijkheden op de locaties). Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet op het Primair Onderwijs - Wet op de Expertise Centra - Wet op het Voortgezet Onderwijs - Vigerend Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2014-2017 - Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs 2012 .
. .
INT-14-08584 2011/4008
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 Geen acties binnen dit programma Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Adequate huisvesting voor het onderwijs in Beverwijk Basisschool De Wilgenroos is de enige school die op twee locaties is gehuisvest. In november 2014 is een besluit genomen over de huisvesting van deze school. Per augustus 2015 moet de school op de locatie Wilgenhoflaan zijn gehuisvest. Dat heeft de hoogste prioriteit. Daarnaast wordt onderzoek gedaan om buurthuis Wijk aan Duin te betrekken bij de plannen voor nadere samenwerking. Onduidelijk is of dit ook zal leiden tot een fysieke koppeling van de beide gebouwen. De dislocatie van de Bethelschool wordt in 2015 aangepast aan de onderwijskundige eisen. Hiervoor is in het IHP 20142017 een krediet beschikbaar gesteld. Hierdoor wordt ook deze school adequaat gehuisvest. 111
Wat gaan we daarvoor doen? Gemeente Beverwijk treedt op als bouwheer voor de beide bouwplannen. Het college doet, in overleg met Stichting Welzijn Beverwijk en het schoolbestuur, onderzoek naar mogelijkheden voor samenwerking tussen De Wilgeroos en buurthuis Wijk aan Duin. Welke producten dragen hier aan bij? - Openbaar basisonderwijs (13039) - Bijzonder basisonderwijs (13040) - Speciaal onderwijs (13041) - Voortgezet onderwijs (13042) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? De schades aan de schoolgebouwen neemt de laatste jaren weliswaar sterk af maar dat kan nog minder. De gemeente Beverwijk onderzoekt, in overleg met de schoolbesturen, team openbare orde en veiligheid en politie, hoe dit nog verder verminderd kan worden. Het college gaat onderzoeken hoe we als gemeente sneller kunnen inspelen op schades die de schoolbesturen melden in het kader van de schaderegeling onderwijsgebouwen. De nieuwe schaderegeling wordt in 2015 ingevoerd. 100.000 90.000 80.000 70.000 60.000 50.000 40.000 30.000 20.000 bedrag
2010
2011
2012
2013
72.366
94.418
38.934
28.863
Wat gaan we daarvoor doen? Na overleg met de schoolbesturen doet het college voorstellen voor maatregelen om de schaderegeling efficiënter toe te passen ter voorkoming van verdere schades. Een van de voorstellen is om deze regeling op te nemen in een beleidsregel of in de verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. De besluitvorming hierover vindt in 2015 plaats. Welke producten dragen hieraan bij? Sociale veiligheid (13021)
112
Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Alleen de leerlingen die door een handicap niet zelfstandig aan het openbaar vervoer kunnen deelnemen, mogen gebruik maken van passend vervoer naar en van de dichtstbijzijnde toegankelijke school. Dit betekent dat bij elke aanvraag voor leerlingenvervoer de noodzaak kritisch door de adviseur wordt beoordeeld. Wat gaan we daarvoor doen? De aanbesteding leerlingenvervoer is in samenwerking gegaan met de gemeenten Heemskerk, Castricum en Uitgeest. Daarnaast zijn er beleidsregels opgesteld waarbij ook de gemeente Velsen betrokken is. In 2015 krijgt de Wet passend onderwijs meer vorm en ook in relatie tot het leerlingenvervoer komt er meer duidelijkheid welke gevolgen dit gaat hebben. Vooralsnog wordt er geen toename verwacht van het aantal leerlingen die een beroep doen op het leerlingenvervoer. Bij de aanbesteding is rekening gehouden met het project “bovenregionaal doelgroepenvervoer”. Doel van dit project is om het doelgroepenvervoer (o.a. het leerlingenvervoer) te inventariseren en te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor een effectievere en efficiëntere organisatie van de verschillende vervoersstromen in de regio Midden- en Zuid-Kennemerland. De gemeente Beverwijk participeert hier in. Welke producten dragen hieraan bij? Leerlingenvervoer (15047)
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
1.923,8 673,1 433,7 952,4 355,5
1.905,3 793,7 483,4 948,8 394,8
1.843,5 638,4 393,6 1.066,2 393,3
1.843,5 638,4 393,6 1.066,2 393,3
1.843,5 638,4 393,6 1.066,2 393,3
1.843,5 638,4 393,6 1.066,2 393,3
4.338,5
4.526,0
4.335,0
4.335,0
4.335,0
4.335,0
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13039 13040 13041 13042 15047
Producten Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Leerlingenvervoer Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten 13039 13040 13041 13042 15047
Producten Openbaar basisonderwijs Bijzonder basisonderwijs Speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Leerlingenvervoer Totaal Baten
27,0 37,3 -
5,6 38,6 -
5,7 39,1 -
5,7 39,1 -
5,7 39,1 -
5,7 39,1 -
64,3
44,2
44,7
44,7
44,7
44,7
Saldo
4.274,2-
4.481,8-
4.290,2-
4.290,2-
4.290,2-
4.290,2-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
4.274,2-
57,7 4.424,1-
4.290,2-
4.290,2-
4.290,2-
4.290,2-
Geen nadere toelichting
113
Economische zaken (15) Algemeen Programmadoelstelling Bevorderen van een gezond ondernemingsklimaat en concurrentiekracht van het Beverwijkse bedrijfsleven. Dit leidt tot toekomstbestendige economische groei, werkgelegenheid en participatie. Context en achtergrond Om de gevolgen van de economische crisis het hoofd te bieden en nieuwe mogelijkheden goed op te pakken werkt Beverwijk, samen met de regiogemeenten, aan het stimuleren van de economie. Het is daarvoor zaak om het Regionaal Economische Bureau (Velsen, Beverwijk en Heemskerk) en het regionaal economisch overleg (overheden, ondernemers en onderwijsinstellingen) verder vorm te geven. Een IJmondiale positionering en samenwerking is daarbij van belang binnen de Metropoolregio Amsterdam. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Detailhandelstructuurvisie . . . . - Bedrijventerreinenvisie Beverwijk Bedreven . . . - Visie openbare ruimte De Pijp . . . . . - Verbeterprogramma Haven De Pijp . . . - Made in IJmond, Gebiedsprogramma en uitvoeringsagenda (REB) - Gebiedsvisie Parallelweg ‘Mix & Match’ . . . . - Visie Stadscentrum Beverwijk 2014-2020 - Gebiedsvisie Wijk aan Zee 2030, Beverwijk . . .
2010/3900 2009/68809 2011/55449 2012/55779 Z-13-09218 Z-14-14381 Z-13-10236
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. REB: Uitvoeren "Made in IJmond" (regionale gebiedsprogramma en economische uitvoeringsagenda REB). . . . 2014-2018 1 2. IJmond op de kaart; positionpaper IJmond in de MRA 2015 1 3. Haven: Monitoren goederenstroom en financiering . . 2014-2018 2 4. Intensieve samenwerking Centraal Nautisch Beheer, Havenbedrijf Amsterdam NV en Zeehavens IJmuiden. . . . 2014-2018 2 5. Parallelweg; Uitwerking Mix & Match . . . . 2014-2018 2 6. Uitvoeren van onderdelen van de visie Noordzeekanaalgebied. 2014-2018 2 7. REB: onderzoek mogelijkheden lobbyist . . . 2015 4 8. Haven: Beheervorm haven vaststellen . . . 2014-2015 4 9. Uitvoeren "Made in IJmond" = regionale gebiedsprogramma en economische uitvoeringsagenda van het REB. Onderzoeken mogelijkheden lobbyist . . . . 2014-2018 4 10. IJmond op de kaart; Deelname aan MRA overleggen . . 2014-2018 4 11. Met stadvisie/structuurvisie, recreatie en toerisme, promotiecampagnes, evenementenbeleid, versterking economie, identiteit kustgebieden, gezicht van de IJmond richting MRA etc. een verhaal uitdragen . . . . . 2014-2018 4 12. Onderzoeken mogelijkheden toeristische en recreatieve sector. Op basis daarvan toerisme- en recreatiebeleid vaststellen. . 2015 6 13. Promotiecampagne n.a.v. het toerisme en recreatiebeleid. . 2015-2018 6 14. Startnotitie evenementenbeleid . . . . . 2015 7 Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma 114
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Het bevorderen van een gezond ondernemingsklimaat in Beverwijk en van de concurrentiekracht van het Beverwijkse bedrijfsleven. Wat gaan we daarvoor doen? - Onderhouden en zo nodig opstarten van reguliere overleggen tussen gemeente en georganiseerd bedrijfsleven - Verwoorden economische belang in beleids-, (interne) plan- en besluitvormingsprocessen, waaronder de nieuw op te stellen stadsvisie - In samenwerking met de ondernemers tot uitvoering brengen van drie pijlers van de ruimtelijk economische visie op het Stadscentrum Beverwijk. Pijler fysiek, onderdeel van die visie, betreft benodigde ingrepen in de openbare ruimte van het stadscentrum - In samenwerking met de ondernemers en pandeigenaren tot uitvoering brengen van de ruimtelijk economische visie op de Parallelweg, inclusief Woonboulevard en in samenhang met het project Kop van de haven. - Aanwenden van de HIRB-subsidie voor de verbetering van de openbare ruimte op De Pijp. - Uitwerking promotiecampagne voor Beverwijk, onderdeel van de IJmond, als aantrekkelijke start- of vestigingslocatie voor bedrijven met nadruk op maakindustrie, logistiek en offshore. - Bijdrage uitvoering Participatiewet, in nauwe samenwerking met IJmond Werkt en georganiseerd bedrijfsleven. - In beeld brengen en houden van relevante economische data en cijfers, zodat trends en ontwikkelingen kunnen worden gevolg en zo nodig weer gereageerd kan worden (in acties en/of beleid). Welke producten dragen hier aan bij? - Bedrijfscontacten (13035) - Ruimtelijke Ordening (13097)
De Pijp
115
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? De Pijp moet een efficiënt en professioneel beheerde haven zijn, waarin bedrijfsleven en gemeente gezamenlijk optrekken om duurzaam economische meerwaarde te creëren. Wat gaan we daarvoor doen? - Efficiënt en professioneel uitzetten van het dagelijks beheer binnen de gemeentelijke organisatie door de havenmeester en een coördinerend ambtenaar. - Indien de raad eind 2014 positief besluit, uitvoering geven aan de optimale beheervorm van de haven. - Regelmatig overleggen organiseren met gebruikers van de haven. - Uitvoering onderhoud conform het in 2014 vastgestelde meerjarenonderhoudsplan, inclusief baggeren. - Intensieve samenwerking met het Centraal Nautisch Beheer en het Havenbedrijf Amsterdam NV en Zeehavens IJmuiden op het gebied van meldingen en toezicht. Welke producten dragen hier aan bij? Haven (13033) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Ondersteunen van ondernemersinitiatieven met als resultaat een hogere organisatiegraad, het door ondernemers beter kunnen benutten van economische kansen en veilige en schone bedrijventerreinen en winkelgebieden Wat gaan we daarvoor doen? - De ondernemerscoördinator is eerste aanspreekpunt voor ondernemers, zowel bij concrete problemen, als bij de organisatie van evenementen en themabijeenkomsten. - Uitvoering aanjaagregeling in 2015, evaluatie en planvorming voor eventuele voortzetting van het initiatief in 2016 en verder. Dit gebeurt in nauw overleg tussen gemeente en ondernemers. - Meewerken aan invoering en continuering Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) in de binnenstad en bedrijventerreinen, inclusief het opstellen van een uitvoeringsprogramma. - Nadere verwerken van tips en verbeterpunten uit MKB-monitor (Ondernemers vriendelijkste gemeente 2012-2013). Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten (13035) Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Regionalisering economische zaken met als resultaat effectiever economisch beleid en een IJmondiale economische groei. Wat gaan we daarvoor doen? - In samenwerking met het Regionaal Economisch Bureau (REB) nader uitvoeren van de regionale uitvoeringsagenda. Hierin zijn projecten opgenomen voor versterking van de (maak)industrie en logistiek, waaronder de Techniek Campus. Waar nodig en mogelijk, en vanzelfsprekend in samenspraak met regionale partners, kan een verbreding van economische thema’s worden gezocht (offshore, toerisme, zorg en duurzaamheid als economische drager). - Vertegenwoordiging in het Regionaal Economische Overleg - Verdere samenwerking binnen Metropoolregio Amsterdam en Stadsregio Amsterdam, waarin de IJmond en Beverwijk nadrukkelijk partner zijn.
116
Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten (13035) Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Een goed functionerende, attractieve weekmarkt op de Breestraat als aanvulling op het vaste winkelaanbod Wat gaan we daarvoor doen? - Overleg met de marktcommissie, 4 keer per jaar - Aansturen op intensivering van de contacten tussen de marktcommissie en de detailhandel, met aandacht voor gezamenlijke promotie en aansluiting van de indeling van de markt op de winkels. - Onderzoeken mogelijkheden van uitbreiding en een kwalitatieve verbeteringslag van de weekmarkt in het centrum. Welke producten dragen hier aan bij? - Bedrijfscontacten (13035) - Weekmarkt (13036)
Wijk aan Zee
Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Versterken van de toeristische sector in Wijk aan Zee en Beverwijk; onder andere in relatie tot De Bazaar en aanwezige cultuur(historische) voorzieningen. Met name voor Wijk aan Zee zet het college in op verdere ontwikkeling en profilering als aantrekkelijke toeristischrecreatieve bestemming passend binnen het DNA van Wijk aan Zee. Wat gaan we daarvoor doen? - In nauwe samenspraak met lokaal en regionaal belanghebbende partijen komen tot een meerjarig beleidsplan toerisme met bijbehorend uitvoeringsprogramma gericht op productontwikkeling, promotie & marketing ondersteunt door intensievere samenwerking tussen (markt)partijen. - Voorlopige voortzetting van bestaande toeristische samenwerkingen, onder andere door financiële en organisatorische ondersteuning van Toeristisch Informatie Punt Wijk aan Zee en deelname aan Amsterdam Bezoeken, Holland Zien. Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten (13035)
117
Doelstelling 7 Wat willen we bereiken? De start en ontwikkeling van een brede regionale (stads)promotiecampagne voor Beverwijk en Wijk aan Zee waarin beiden als aantrekkelijke woon-, werk-, winkel- en recreatiegemeente worden neergezet met als doel het aantrekken van meer bewoners, bedrijven en bezoekers. Daarbij wordt voldoende budget gereserveerd voor het eventuele ontwerp, productie- en inzet van benodigde communicatiemiddelen. Wat gaan we daarvoor doen? - In nauwe samenspraak met lokaal en regionaal belanghebbende partijen komen tot een branding en daaruit volgende brede meerjarige promotiecampagne (online en offline), waar de dynamiek en bijzondere karaktertrekken van Beverwijk en Wijk aan Zee nadrukkelijk onderdeel van uitmaken. - de branding en campagne moet eenduidig zijn, maar uit losse (communicatie)onderdelen bestaan die afhankelijk van de te benaderen doelgroepen gezamenlijk of als losse communicatie-uitingen te gebruiken zijn. - bepalen van een meerjarige strategie en kostenraming over de inzet van communicatiemiddelen. Welke producten dragen hier aan bij? Bedrijfscontacten (13035)
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
734,2 478,5 95,0 -
592,8 575,5 73,5 -
689,0 580,9 82,0 -
546,6 405,9 82,0 -
546,6 405,9 82,0 -
696,6 405,9 82,0 -
1.307,7
1.241,8
1.351,9
1.034,5
1.034,5
1.184,5
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 13033 13035 13036 50080
Producten Haven Bedrijfscontacten Weekmarkt Indust. De Pijp
Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten 13033 13035 13036 50080
Producten Haven Bedrijfscontacten Weekmarkt Indust. De Pijp
578,6 74,1 -
567,9 68,2 -
571,5 69,0 -
571,5 69,0 -
571,5 69,0 -
571,5 69,0 -
652,7
636,0
640,5
640,5
640,5
640,5
Saldo
655,0-
605,8-
711,4-
394,0-
394,0-
544,0-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
655,0-
122,4 728,2-
122,4 589,0-
394,0-
394,0-
544,0-
Totaal Baten
Toelichting: - 13033 Haven In de jaren 2015 en 2018 zijn lasten geraamd voor het baggeren van de haven. - 13035 Bedrijfscontacten Vanaf 2016 zijn er geen lasten meer geraamd voor de aanjaagregeling ondernemingsklimaat.
118
Inrichting en beheer openbare ruimte (16) Algemeen Programmadoelstelling De openbare ruimte duurzaam inrichten, onderhouden en beheren binnen de vastgestelde budgetten en beleid. Hierbij geldt als leidraad het motto “schoon, heel en veilig”. Context en achtergrond Het groenstructuurplan (GSP), het bomenbeleidsplan en het meerjarenprogramma (MJP) beheer en onderhoud openbare ruimte leggen de basis voor een robuuste en duurzame groenstructuur in de gemeente Beverwijk. Het GSP en het bomenbeleidsplan sluiten aan bij regionale en landelijke ontwikkelingen op het gebied van groen, landschap, recreatie en natuur. Regionaal sluit dit aan bij het strategisch groenproject. Met het vastgestelde beeldkwaliteitplan en bijbehorend maatregelenpakket en beheerbudget blijft de openbare ruimte schoon, heel en veilig. De mate van verzorging, inrichting en gebruiksmogelijkheden bepaalt de kwaliteit van de leefruimte of woonomgeving in Beverwijk. De domeinen groen, natuur, natuureducatie, begraven, recreëren en spelen, wegen en water zijn onderdelen van de openbare ruimte. De problematiek rond onderhoud en beheer in samenhang met teruglopende budgetten van al deze domeinen is vergelijkbaar. Wegen en straatmeubilair wordt behandeld bij programma verkeer en wegen en water in programma water en riolering. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Normale onderhoudsplicht in de wegenwet - Aansprakelijkheidsverplichting (burgerlijk wetboek en de jurisprudentie) - Nationaal actieplan Duurzame gewasbescherming naar aanleiding van Europese wetgeving - Flora en Faunawet - Wet op de Lijkbezorging - Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen - Groenstructuurplan (GSP) . . . . . . 2005/7670 - Bomenbeleidsplan (BBP) . . . . . . 2010/42408 - Groenonderhoud plan 2011/2012 . . . . . 2011/27129 - MJP beheer en onderhoud openbare ruimte . . . 2012/51815 - Beleidsagenda groen . . . . . . 2012/9885 - Beeldkwaliteitplan actualisatie 2012 (BKP) . . . 2012/27270 - Beheersverordening begraafplaats Duinrust 2007 . . 2006/13940 - Beleidsnotitie kinderboerderijen nieuwe stijl . . . 2007/7959 - Verordening grafrechten 2012 . . . . . 2011/44633 Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar doelstelling 1. Breestraat; opstellen uitvoeringsplan en omgeving. . . 2015 1 2. Onderzoeken opgaven herstructureringsgebieden Kuenenplein en Indische Buurt . . . . . . . 2015-2018 1 3. Opstellen van jaarlijkse omvormingsplannen groen. . . 2014-2018 2 4. Opstellen, vaststellen, uitvoeren speelruimteplan. Evenwicht speelplekken, spreiding en beschikbare middelen beheer/onderhoud. 2015 3 5. Sport-/speelmogelijkheden; In stand houden, beheren plaatselijke/ regionaal recreatieve voorzieningen (parken, pleinen, speelplekken, strand, RAUM recreatiegebieden). . . . . 2014-2018 3 6. In stand houden, onderhouden en beheren plaatselijke en regionaal afgestemde recreatieve voorzieningen (RAUM) en realiseren van groenrecreatieve buffer (Aagtenpark) en Buitenlanden. . 2014-2018 3 119
Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Het realiseren van een heldere groenstructuur op basis van vastgestelde stedelijke groenbeleidsplannen (GSP, BBP, BKP) en het strategisch groenproject (SGP), zodat de gemeente aantrekkelijk is om te wonen, verblijven, werken en recreëren. Wat gaan we daarvoor doen? - Voorbereiden en uitvoeren van plannen voor groenomvormingen in relatie met de beschikbare middelen voor omvorming inclusief de bezuinigingsopgave. - Leveren van beleidsmatige of planmatige bijdragen aan integrale stedelijke projecten - Leveren van beleidsmatige en planmatige bijdragen aan het SGP en projecten zoals wandelnetwerk Noord Kennemerland en de Groene Oostrand (Buitenlanden, Aagtenpark) Welke producten dragen hier aan bij? - Groenprojecten (14066) - Groenbeheer (14067) - Recreatieve voorzieningen (14068)
Aagtenpark
120
Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Het volgens het vastgesteld beeldkwaliteitplan 2012, het bijbehorende maatregelenpakket en het groen onderhoudsplan onderhouden en beheren van de openbare ruimte zodat zij “schoon, heel en veilig” is. Goed onderhoud en beheer houdt het bestaande groen in stand en gaat verloedering van de woonomgeving tegen.
Gedeelte van matrix uit document 2012/27270
Wat gaan we daarvoor doen? - Uitwerken groen onderhoudsplan 2014/2016 - Uitwerken nota “groen in balans”. - Onderhouden en beheren van de (groene) openbare ruimte volgens vastgestelde kaders en bijbehorende financiën. - Inboet afstemmen op de bezuinigingen en waar mogelijk middelen inzetten voor omvormingen naar goedkoper te onderhouden groengroepen en/of vermindering van de hoeveelheid bomen en heesters. - Opstellen, vaststellen en aanbesteden van onderhoudsbestekken.
121
Welke producten dragen hier aan bij? - Groenprojecten (14066) - Groenbeheer (14067) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Binnen de beschikbare budgetten in stand houden van de openbaar toegankelijke recreatieve gebruiksmogelijkheden van de openbare ruimte. Wat gaan we daarvoor doen? - Opstellen, vaststellen en uitvoeren van een speelruimteplan waarbij evenwicht is tussen het aantal speelplekken, de spreiding over de gemeente en de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud. - In stand houden, onderhouden en beheren van zowel plaatselijke als regionaal afgestemde recreatieve voorzieningen zoals parken, pleinen, speelplekken, het strand, recreatiegebieden (van het RAUM) en verbindingen hiertussen. - Het leveren van hand- en spandiensten aan diverse activiteiten. Welke producten dragen hier aan bij? - Recreatieve voorzieningen (14068) - Groenprojecten (14066) - Groenbeheer (14067) Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Primaire doelstelling van kinderboerderij-NME centrum De Baak is mensen, in het bijzonder kinderen, in aanraking te brengen en kennis te laten maken met de dieren op de boerderij. Hiermee wordt begrip en respect voor dieren bijgebracht. Afgeleide doelstellingen zijn educatie en een belangrijke recreatieve functie. De Baak heeft ook een sociale functie als ontmoetingsplek en heeft het keurmerk van de Stichting Kinderboerderijen Nederland. Wat gaan we daarvoor doen? - Dagelijks onderhoud van het terrein, opstallen en bijbehorende voorzieningen als speeltoestellen en meubilair conform het jaarlijks op te stellen werkplan. - De verzorging van boerderijdieren. - Centrum (boerderij en terrein) aantrekkelijk houden voor het ontvangen van bezoekers van diverse leeftijden. Kinderboerderij de Baak
- Actief uitdragen van natuur- en van milieueducatie door het organiseren van Baakbelevenissen, het samenstellen en uitlenen van leskisten, informatie geven over het wel en wee van dieren, insecten en flora conform de dienstverleningsovereenkomst. Welke producten dragen hier aan bij? Kinderboerderij / NME centrum (14069)
122
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het op een doelmatige wijze beheren van de begraafplaats waarbij de mogelijkheid wordt geboden mensen te begraven en de grafrust te garanderen. Nabestaanden kunnen een persoonlijke invulling geven aan de plechtigheid, het graf en het rouwproces. Wat gaan we daarvoor doen? Onderhouden en beheren van de openbaar toegankelijke begraafplaats volgens het vastgestelde maatregelenpakket, de beheersvisie begraafplaats Duinrust, inclusief uitvoerings- en bedrijfsplan (2011/54506, 2011/54504 en 2011/63210) en de bezuinigingen daarop. Aandachtspunten voor de gemeente zijn kwaliteitsverbetering van de producten en diensten rond de verhuur/verkoop en verzorging van het graf en de ter aarde bestelling zelf, de infrastructuur en het personeel. Hierbij staan vragen van de klant (terminale patiënten, nabestaanden en uitvaartondernemer) centraal. De gemeente speelt in op ontwikkelingen van de uitvaartwereld met als uitgangspunten: - Service aan bezoekers/klanten handhaven en vergroten/uitbreiden van mogelijkheden. - Meer inkomsten genereren. - Bedrijfsvoering mag niet in gevaar komen. Welke producten dragen hier aan bij? - Begraafplaats (14096) - Groenbeheer (14067) Doelstelling 6 Wat willen we bereiken? Op duurzame wijze schoonhouden van de verhardingen en het groen en het verfraaien van de gemeente volgens vastgestelde niveau in het beeldkwaliteitplan. Wat gaan we daarvoor doen? - Verwijderen van graffiti en aanbrengen antigraffiti systemen, o.a. op electriciteitskasten - Uitvoering geven aan het vastgestelde hondenbeleid. - Plaatsen van bloemvoorzieningen - Organiseren van de straat van de week (in verband met de financiële situatie in een lagere frequentie en soberder dan voorheen) - Plaatsen van een kerstboom op het Stationsplein Welke producten dragen hier aan bij? - Schoonhouden openbare ruimte (14029) - Beheer wegverhardingen (13030)
123
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
576,3 993,2 2.375,4 677,9 303,3 536,3
687,3 958,6 2.341,7 720,3 270,4 559,5
596,8 904,8 2.495,0 621,9 308,3 521,8
596,8 904,8 2.495,0 623,2 308,3 593,9
596,8 904,8 2.495,0 623,2 308,3 503,3
596,8 904,8 2.495,0 623,2 308,3 512,7
5.462,4
5.537,8
5.448,5
5.522,0
5.431,4
5.440,8
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 14029 14066 14067 14068 14069 14096
Producten Schoonhouden openbare ruimte Groen projecten Groenbeheer Recreatieve voorzieningen Kinderboerderij/NME centrum Begraafplaats Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten 14029 14066 14067 14068 14069 14096
Producten Schoonhouden openbare ruimte Groen projecten Groenbeheer Recreatieve voorzieningen Kinderboerderij/NME centrum Begraafplaats
0,3 12,8 91,9 4,2 414,3
96,0 9,2 120,6 559,2
9,2 122,2 521,8
9,2 122,2 593,9
9,2 122,2 503,3
9,2 122,2 512,7
523,4
784,9
653,2
725,3
634,7
644,1
Saldo
4.939,0-
4.752,9-
4.795,4-
4.796,7-
4.796,7-
4.796,7-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
92,1 130,9 4.900,2-
4.752,9-
4.795,4-
4.796,7-
4.796,7-
4.796,7-
Totaal Baten
Toelichting: 14029 Schoonhouden openbare ruimte De baten en lasten zijn hoger door het project zwerfafvalbeheersing (zie 1e bestuursrapportage 2014 nummer B1-N-21). 14069 Kinderboerderij/ NME centrum De lasten vanaf 2015 zijn hoger door de nieuwe urenraming. 14096 Begraafplaats De fluctuaties in de jaren komt door het geplande groot onderhoud. De lasten hiervan worden gedekt uit de voorziening afkoopsommen begraafplaats.
124
Volkshuisvesting (17) Algemeen Programmadoelstelling Het in samenwerking met partijen voorzien in kwalitatief en kwantitatief voldoende woningaanbod in aantrekkelijke en leefbare woonmilieus voor alle ingezetenen. Context en achtergrond Het rijk heeft de Huisvestingswet, Herzieningswet en de Novelle vastgesteld. Deze wetgeving heeft gevolgen voor lokaal woonbeleid, projecten en afspraken met derden. Met name voor afspraken met wooncorporaties. Nieuwbouw blijft noodzakelijk maar het accent verschuift naar de kwaliteit van de woningvoorraad, betaalbaarheid, afstemming van wonen en zorg, duurzaamheid en woonruimteverdeling. De gemeenten in de IJmond en Zuid Kennemerland zoeken steeds meer naar samenwerking en afstemming van het beleid. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Huisvestingswet - Woningwet - huisvestingsverordening Beverwijk . . . . . - convenant woonruimteverdeling . . . . . - Woonvisie 2015+ . . . . . . . - Regionaal actieprogr. wonen IJmond/Zuid-Kennemerland 2011-2015 - Prestatieafspraken met wooncorporaties 2013-2015.
2007/15459 2007/15463 2009/77084 2012/17506
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 Geen acties binnen dit programma Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Realiseren en in stand houden van een kwalitatief en kwantitatief goed woningbestand in een kwalitatief goede woonomgeving, waarbij aan de positie van de primaire doelgroep extra aandacht wordt geschonken. Wat gaan we daarvoor doen? - Vaststellen Woonvisie Beverwijk-Heemskerk 2015-2020. - De doelstellingen uit de Woonvisie, in samenwerking met derden, omzetten in afspraken. - Ontwikkelen en uitvoeren prestatieafspraken met wooncorporaties tot 2020 op de wettelijke prestatievelden van corporaties; kwaliteit en verhuur van de woningen, leefbaarheid, wonen en zorg, financiële continuïteit. - Uitvoeren van de inspanningsverplichtingen in het Regionaal Actieprogramma Wonen IJmond-Zuid-Kennemerland 2011 t/m 2015 (RAP). - Ontwikkelen en vaststellen nieuwe RAP 2016-2020. - Coördineren convenant ontwikkellocaties wooncorporaties. - Advisering bouwprojecten; toename aandeel eengezinswoningen, seniorenwoningen, middenklasse huur- en koopwoningen en vervanging sociale huurwoningen. - Ontwikkelen van een woonruimteverdeelsysteem IJmond-Zuid-Kennemerland. - Vaststellen huisvestingsverordening 2015 en nieuw convenant woonruimteverdeling - Uitvoeren taakstelling huisvesting statushouder. 125
- Implementeren ambities duurzaam en energiezuinig bouwen in afspraken met derden. Welke producten dragen hier aan bij? - Volkshuisvesting (13101) - Ontruiming woningen (13100)
Doelstelling 2 Wat willen wij bereiken? Realiseren van voldoende woningen geschikt voor ouderen, gehandicapten en voldoende combinaties van wonen met zorg. Wat gaan wij daarvoor doen? Conclusies uit de Woonvisie en diverse onderzoeken naar de gevolgen van scheiding van wonen en zorg vertalen naar afspraken met wooncorporaties en zorgpartijen. Belangrijk is de beschikbaarheid en betaalbaarheid van technisch geschikte woningen voor diverse doelgroepen. Woningverbetering is een aandachtspunt. Welke producten dragen hier aan bij? - Volkshuisvesting (13101) - Huisvesting en woonruimteverg. (15103) Doelstelling 3 Wat willen wij bereiken? Samenwerking zoeken met regiogemeenten, ontwikkelaars, wooncorporaties, zorg- en maatschappelijke instellingen en de burgers van Beverwijk om, al dan niet gebundeld in huurdersverenigingen, buurtcommissies, projectteams of anderszins, gemeentelijke doelstellingen te realiseren. Wat gaan wij daarvoor doen? - Afstemmen van het woonbeleid in de Metropoolregio Amsterdam en met de provincie. Beverwijk stemt beleid af met gemeenten en wooncorporaties in IJmond en Zuid Kennemerland hetgeen leidt tot een Regionaal Actieprogramma Wonen (RAP).
126
- Beverwijk ontwikkelt samen met gemeente Heemskerk de Woonvisie 2020 waarbij de wooncorporaties en de zorgleverancier adviserend in de stuurgroep zitten en burgers en stakeholders zijn betrokken. - Beverwijk betrekt buurtbewoners actief bij nieuwbouwontwikkeling op projectniveau. - Met wooncorporaties worden prestatiecontracten 2020 ontwikkeld. Welke producten dragen hier aan bij? Volkshuisvesting (13101) Doelstelling 4 Wat willen wij bereiken? Correcte (juridische) afhandeling aanvragen woonvergunning, splitsing- en onttrekkingvergunning, urgentieaanvragen en bezwaarschriften op basis van de huisvestingsverordening Beverwijk en afhandelen aanvragen SVn Startersleningen. Wat gaan wij daarvoor doen? - Afhandelen alle informatievragen, vergunningaanvragen en bezwaarschriften - Voorkomen woningonttrekking van woonruimte voor nieuwe pensions in Wijk aan Zee. - Starters op de koopmarkt ondersteunen met het verstrekken van startersleningen. Welke producten dragen hier aan bij? - Volkshuisvesting (13101) - Geldleningen woningbouw (13098)
Financiële tabel Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
lasten Producten Geldleningen woningmarkt Ontruiming van woningen Volkshuisvesting Huisvestings- en woonruimtevergunning Huursubsidie/huurtoeslag
5,7 165,6 72,3 -
5,4 27,1 188,6 25,3 -
2,0 27,1 155,4 31,6 -
26,4 27,1 155,4 31,6 -
25,3 27,1 155,4 31,6 -
25,3 27,1 155,4 31,6 -
Totaal Lasten
243,7
246,4
216,2
240,6
239,5
239,5
Bedragen in EUR x 1.000
13098 13100 13101 15103 15104
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
13098 13100 13101 15103 15104
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten Producten Geldleningen woningmarkt Ontruiming van woningen Volkshuisvesting Huisvestings- en woonruimtevergunning Huursubsidie/huurtoeslag
93,8 -
0,0-
6,9 -
6,9 -
6,9 -
6,9 -
Totaal Baten
93,8
0,0-
6,9
6,9
6,9
6,9
Saldo
149,8-
246,4-
209,3-
233,7-
232,6-
232,6-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
149,8-
246,4-
209,3-
233,7-
232,6-
232,6-
Toelichting: 13101 Volkshuisvesting De lasten zijn vanaf 2015 lager door de nieuwe urenraming.
127
Afvalbeheer (18) Algemeen Programmadoelstelling Laagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningen voor burgers die, tegen aanvaardbare kosten met een acceptabel serviceniveau, bijdragen aan het behalen van de scheidingsdoelstellingen voor alle afvalfracties. Een positieve beleving over de kwaliteit van de openbare ruimte. Context en achtergrond De Wet milieubeheer vormt de wettelijke grondslag voor de gemeentelijke zorgplicht om huishoudelijke afvalstoffen binnen Beverwijk in te zamelen. Het landelijke afvalbeheerplan (LAP) vormt de basis voor de invulling van het afvalbeleid voor de gemeente. Dit beleid krijgt vorm in het gemeentelijk afvalbeheerplan 2010-2015. Uitgangspunt bij de afvalinzameling is het behalen van resultaten op het gebied scheidingsdoelstellingen en materiaalhergebruik voor alle afvalfracties met als beoordelingskader de zogenaamde afvaldriehoek; milieu, service en kosten. De afvalinzameling en taken voor beheer van de openbare ruimte zijn ondergebracht bij het energie- en afvalnutsbedrijf HVC. In 2015 gaat de gemeente Beverwijk verder met de voorbereiding van maatregelen die bijdragen aan een verdere reductie van het restafval en daarmee verhoging van scheiding van alle afvalfracties. Het betreft verbetervoorstellen op het gebied van brenggedrag van grofvuil naar het afvalbrengstation, huis-aan-huis inzameling van herbruikbare goederen in samenwerking met kringloopbedrijven en het apart inzamelen van herbruikbare goederen op het afvalbrengstation voor kringloop. Verder wordt, als gevolg van het aflopen van de huidige concessie per 1 januari 2017, met HVC de aanbesteding/inbesteding voorbereid voor een nieuwe concessie voor het inzamelen van huishoudelijk afval. De resultaten van het in gang gezette onderzoek om te komen tot 60% materiaalhergebruik zoals door het Rijk als doelstelling is neergelegd, zijn begin 2015 bekend. Op basis van deze resultaten kan dan een besluit genomen worden over passende maatregelen. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Wet milieubeheer - Landelijke afvalbeheerplan - Afvalstoffenplan Beverwijk . . . - Aanvullende beleidsuitgangspunten . - Meerjarig Afvalbeheerplan 2010-2015 . - Het meerjarig Afvalbeheerplan 2010/2015 . - Beeldkwaliteitplan . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
2003 (2003/3003) 2008/2487 2010/44667 2011/14680 programma 16
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 Geen acties binnen dit programma Bezuinigingen Geen bezuiniging binnen dit programma
128
Doelstellingen Doelstelling 1 Wat willen we bereiken? Het bieden van laagdrempelige en gebruiksvriendelijke afvalinzamelvoorzieningen voor de burgers van Beverwijk Wat gaan we daarvoor doen? - De gemeente Beverwijk zorgt voor afvalinzameling binnen de afspraken en kaders (afvalstoffenplan Beverwijk 2003, aanvullende beleidsuitgangspunten 2008 en afvalbeheerplan 2010-2015) - Bij herstructurering wordt per project, aan de hand van vastgestelde criteria (2011/5601), een afweging gemaakt over de financiering van de ondergrondse afvalcontainers. - Aan de Binnenduinrandweg in Beverwijk wordt een nieuw afvalbrengstation gerealiseerd (planning eind 2014 gereed) ter vervanging van het afvalbrengstation in Heemskerk. Bewoners kunnen onbeperkt hun huishoudelijk afval brengen waarbij het betalen voor boven de 500 kg komt te vervallen. Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering (14089) Doelstelling 2 Wat willen we bereiken? Terugdringen van onjuist aangeboden afval Wat gaan we daarvoor doen? Door de inzameling op bekende locaties met bovenmatige dumpingen/onjuist aangeboden afval (de zogenaamde “hotspots”), gericht handhavingsbeleid, gerichte communicatie door de gemeente, HVC en andere belanghebbenden, moet het aantal meldingen van onjuist aangeboden afval ook in 2015 verder dalen. Gemeente Beverwijk maakt gebruik van de website, ad hoc acties en gerichte communicatie. Dumpingen worden binnen één werkdag na melding opgeruimd. Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering (14089) Doelstelling 3 Wat willen we bereiken? Het behalen van de afvalscheidingsdoelstellingen Wat gaan we daarvoor doen? - De overheid stimuleert het scheiden van afval vanuit het oogpunt van milieu en kosten en heeft hiervoor bronscheidingsnormen vastgesteld. Eind 2009 is een nieuw 2e landelijk afvalbeheerplan (opvolger van LAP1) 2010-2015 in werking getreden. Het LAP2 kent geen afgeleide doelstellingen naar stedelijkheidsklasse en geen bronscheidingsnormen. Maar wel maximalisering van het hergebruik (bron- en nascheiding) van het totaal aan huishoudelijk afval tot 60% in 2015, minimalisering van het te verbranden restafval en algemene afvaldoelstellingen voor afvalpreventie en nuttige toepassing. - HVC adviseert Beverwijk over de verdere uitwerking en doorwerking van LAP2. Omdat de doelstelling voor nuttige toepassing van huishoudelijk afval zowel in LAP1 als LAP2 hetzelfde zijn (60%) wordt voorlopig als indicatie ook de afgeleide doelstellingen per afvalstroom bijgehouden. Ook houdt Beverwijk toezicht op het uiteindelijk gerealiseerde percentage nuttige toepassing en materiaalhergebruik volgens het LAP2.
129
- De normen voor gescheiden afvalstromen die in het afvalbeheerplan 2010-2015 voor Beverwijk zijn opgenomen voor 2015, zijn gebaseerd op een stedelijkheidsklasse die neigt naar zeer sterk stedelijk. - Beverwijk heeft in 2013 44% materiaalhergebruik gerealiseerd. Om de doelstelling van 60% materiaalhergebruik te realiseren is een trendbreuk noodzakelijk. De traditionele inzamelsystemen bieden daarvoor onvoldoende perspectief. De inmiddels ontplooide nieuwe inzamelinitiatieven zoals Droog & Herbruikbaar, Omgekeerd inzamelen zijn het meest bekend. Het in gang gezette onderzoek naar de verschillende inzamelconcepten en combinaties daarvan is eind 2014/begin 2015 uitgewerkt tot een gemeentespecifieke business case. Aan de hand hiervan wordt in 2015 een advies opgesteld waarbij de maatregelen uit het meerjarig Afvalbeheerplan voor inzameling van Kunststof Flessen en Flacons (KFF) en oud papier en karton niet separaat worden uitgevoerd, maar onderdeel worden van dit gemeentespecifieke advies. - In de nieuwe raamovereenkomst Verpakkingen is overeengekomen dat er aanvullende afspraken gemaakt worden tussen bedrijfsleven, VNG en de rijksoverheid over de ketenregie voor kunststof verpakkingsafval. De verantwoordelijkheid hiervoor komt per 2015 bij de gemeente te liggen. In 2014 zijn de benodigde voorbereidingen ingezet en per 2015 gaat HVC de gehele ketenregie voor kunststof, dus naast de inzameling ook de verdere verwerking en het vermarkten, voor onze gemeente uitvoeren. - Als afgeleide van het meerjarig Afvalbeheerplan 2010-2015 worden in het jaarplan Afvalbeheer voor onze gemeente jaarlijks maatregelen voorgesteld die gaan bijdragen aan het materiaalhergebruik en positief doorwerken binnen de kaders van de afvaldriehoek zijnde de aspecten milieu, service en kosten. - In het jaarplan 2015 zijn maatregelen opgenomen voor onderzoek naar invoering van een Container Management Systeem door het aanbrengen van chips op de minicontainers. Verder wordt het lopende meerjarig afvalbeheerplan 2010-2015 geëvalueerd en wordt een nieuw afvalbeheerplan 2016-2020 opgesteld. Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering (14089) Doelstelling 4 Wat willen we bereiken? Afvalinzameling tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten Wat gaan we daarvoor doen? Bestaand beleid voor 2015 (mede op basis van de motie “kostenreductie door beter scheiden afval” van 8 december 2007) is een gelijk of lager tarief afvalstoffenheffing dan het tarief 2014 (behoudens prijsindex). Het tarief afvalstoffenheffing (een- en meerpersoonshuishoudens) is in de periode 2002 tot en met 2013 met 6,7% gering gestegen in vergelijking met een gemiddelde stijging van 19,7% bij alle andere gemeenten. Voor een concessieperiode van 10 jaar gelden tariefafspraken met de HVC per woonhuisaansluiting tot 1 januari 2017. Daarmee wordt, ook de komende jaren, een stabiel tarief voor de afvalstoffenheffing mogelijk (uitvoeringsovereenkomst 2008/26135). Welke producten dragen hier aan bij? Afvalverwijdering (14089)
130
Doelstelling 5 Wat willen we bereiken? Het uitvoeren van beheer openbare ruimte (BOR) taken en overige taken volgens de overeengekomen kwaliteit Wat gaan we daarvoor doen? Bij het uitvoeren van BOR- en overige taken gaat het onder andere om beheersing van zwerfafval en afvalbakken, kolkenreiniging, rioolreiniging, gemalen reinigen, gladheidsbestrijding en ongediertebestrijding. Dit gebeurt op basis van een beeldkwaliteitbestek (2012/27270 met kaart INT-04238) en is bestaand beleid, ook voor 2015. Deze doelstelling heeft raakvlakken met programma inrichting en beheer openbare ruimte (16) waarbij het beheren van de openbare ruimte, op basis van het beeldkwaliteitplan, als strategische doelstelling is opgenomen. Welke producten dragen hier aan bij? - Weekmarkt (13036) - Rioolbeheer (13090) - Gladheidsbestrijding (14026) - Schoonhouden openbare ruimte (14029) - Groenbeheer (14067) - Recreatieve voorzieningen (14068) - Afvalverwijdering (14089) - Ongediertebestrijding (14095)
Financiële tabel Bedragen in EUR x 1.000
Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
4.177,0 24,8
4.406,4 25,8
4.573,6 26,1
4.543,6 26,1
4.513,6 26,1
4.513,6 26,1
4.201,7
4.432,2
4.599,7
4.569,7
4.539,7
4.539,7
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
lasten 14089 14095
Producten Afvalverwijdering Ongediertebestrijding Totaal Lasten
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2017
baten 14089 14095
Producten Afvalverwijdering Ongediertebestrijding Totaal Baten
4.187,6 -
4.251,2 -
4.513,6 -
4.513,6 -
4.513,6 -
4.513,6 -
4.187,6
4.251,2
4.513,6
4.513,6
4.513,6
4.513,6
Saldo
14,2-
181,0-
86,1-
56,1-
26,1-
26,1-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
80,1 73,7 20,6-
155,2 25,8-
60,0 26,1-
30,0 26,1-
26,1-
26,1-
Toelichting: 14089 Afvalverwijdering De baten en lasten zijn hoger door de kosten voor het nieuwe afvalbrengstation. Zie ook de paragraaf lokale heffingen.
131
Stedelijke ontwikkeling (19) Algemeen Programmadoelstelling De stedelijke ontwikkeling is er op gericht Beverwijk meer kwaliteit, meer allure te geven. Het gaat daarbij om herstructurering van oude wijken, de bouw van een nieuwe wijk, het verbeteren van de wegenstructuur, het uitbreiden, opknappen en beter benutten van de groenvoorzieningen, het vernieuwen van de sociale infrastructuur van onderwijs, zorg, welzijn, cultuur en het versterken van de regiofunctie van het centrum van Beverwijk. Context en achtergrond De afgelopen jaren is grote voortgang geboekt met de herstructurering van oude wijken (Meerestein en Prinsenhof), de verbetering van de wegenstructuur (Binnenduinrandweg N197 en de Oostelijke Doorverbinding deel 3), verbetering van groenvoorzieningen (groenen waterplan), de renovatie van winkelcentra (Wijkerbaan), aandacht voor Wijk aan Zee en het versterken van de regiofunctie van het stadscentrum (stadhuis en busstation) De accenten binnen het programma stedelijke ontwikkeling liggen nu op de ontwikkeling van het Meerplein en Binnenduin, de gefaseerde herstructurering van de Plantage, de revitalisering van de A22 zone, de afronding van de bouw van de ondergrondse fietsenstalling en de herinrichting van de openbare ruimte voor het station, de reconstructie van het kruispunt Velserweg-Vondellaan-Halve Maan, Oosterwijk fase 2 en het verder afmaken van het project Aagtenpark In programma stedelijke ontwikkeling (19) zijn de grondexploitaties opgenomen. Conform BBV (vanaf 2013) dienen uitgaven en inkomsten van grondexploitaties via de gemeente-exploitatie te lopen. Hierdoor worden de jaarschijven van de grondexploitaties inzichtelijk. Gevolg hiervan is dat baten en lasten op programma stedelijke ontwikkeling zijn verhoogd. Per saldo heeft dit geen effecten op de gemeente-exploitatie. Nota’s, plannen, notities, wetgeving - Structuurvisie 2015+ . . . . . - Gemeentelijk verkeer- en vervoersplan . . . - Kadernota parkeren 2012 . . . . . - Nota bebouwd parkeren centrumplannen september 2012 - Uitvoeringsprogramma Parkeerregulering buiten het centrum & vergunningparkeren . . . . .
. . . .
2009/77862 2011/6074 2012/50998 2012/43111
.
INT-13-03027
Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college jaar project 1. Stationsgebied; uitvoering buitenruimteplanning, opstellen advies knooppunt . . . 2015 Stationsgebied 2. Meerplein; voortgang monitoren . . 2014-2018 Meerplein 3. Visie infrabundels (A22 / spoorlijn) opstellen. . 2015-2016 A22-zone 4. Integraal plan Parallelweg; project Kop van de Haven 2015 A22-zone
132
Binnenduin Algemeen Projectdoelstelling Realiseren van een “groene” woonwijk met circa 230 woningen in het (middel)duurdere segment met een dichtheid van ca. 12 woningen per hectare (ruime kavels). Het vigerende bestemmingsplan en exploitatieplan zijn leidend. Context en achtergrond In 2012 is gestart met de verkoop van 8 gemeentelijke kavels en 5 particuliere kavels in het Noordelijk veld van het plangebied. In maart 2014 heeft het college een herzien kavelplan voor het Noordelijk veld vastgesteld. Hiermee wordt ruimte geboden aan een projectontwikkelaar om 2 rijen van elk 13 woningen te realiseren. De intenties van dit bouwplan zijn in een reserveringsovereenkomst met de VOF BKP Ontwikkeling vastgelegd. De ontwikkelaar heeft daarbij tot 1 december 2014 de tijd om het plan verder te ontwikkelen en de woningen te verkopen. Voor 1 december 2014 dienen zij aan te geven of zij overgaan tot koop van de benodigde gemeentelijke gronden. In maart 2014 is tevens besloten de 5 vrije kavels langs de Bankenlaan te vervangen door 8 vrije kavels met elk een kleiner perceeloppervlak. Ook zijn de 8 vrije kavels op de markt gezet. De eerste reacties geven aan dat de markt enigszins lijkt aan te trekken. In juli 2014 heeft het college het aangepaste Inrichtingsplan en Beeldkwaliteitplan van het Noordelijk veld vastgesteld. In 2014 is het bouwrijp maken van het Noordelijk veld afgerond. Het inrichtingsplan is de basis voor het opstellen van het bestek, zodat de wijk ook woonrijp gemaakt wordt. Het woonrijp maken van het Noordelijk veld wordt in 2016 afgerond. De stagnatie op de woningbouwmarkt heeft er toe geleidt dat de planvoorbereiding voor het Middengebied en het Zuidelijk veld in 2012 zijn stilgelegd. In 2014 zijn weer een aantal serieuze gesprekken met projectontwikkelaars gevoerd voor mogelijke bouwontwikkelingen in het Middengebied. In 2015 moeten deze gesprekken leiden tot afspraken over realisatie van een aantal bouwprojecten. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Structuurplan Westelijk Beverwijk . . . . . - 1e grondexploitatie raadsbesluit Westelijk Beverwijk (jaarlijks wordt deze in de herziening grondexploitaties aangepast) . . - Definitief Bestemmings- en exploitatieplan Westelijk Beverwijk - Herziening Exploitatieplan Westelijk Beverwijk . . . - Beeldkwaliteitplan Westelijk Beverwijk en Voorlopig Inrichtingsplan Noordelijk veld . . . . . . . - Vaststelling verkoopdocumenten en verkoopprijs vrije kavels . - Herziene kavelopzet Binnenduin Noordelijk veld. . . . - Schetsontwerp / artist impression voor de realisatie van 26 woningen - Collegebesluit tot vaststelling kavelprijzen Noordelijk veld . - Inrichtingsplan Binnenduin Noordelijk veld met tekeningen 2012-163, 2012-075, 2012-076 en 2012-077, laatstelijk gewijzigd op 24 april 2014. . . . . . . . - Beeldkwaliteitplan Binnenduin Noordelijk veld versie mei 2014
133
2006/4442 2006/11767 2009/9236 2011/35171 2011/53979 2012/1087 INT-14-09121 INT-14-09284 C-13-00953
C-14-01441 INT-14-11711
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Realisatie van de woningen en het woonrijp maken van Binnenduin Noordelijk veld. Starten onderhandelingen met grondeigenaren dan wel projectontwikkelaars over de verdere ontwikkeling van Binnenduin, conform de lijnen zoals in het herziene exploitatieplan door de gemeenteraad eind 2014 vastgesteld. Wat gaan we daarvoor doen? - Beoordelen en verstrekken omgevingsvergunningen. - Innen van exploitatiebijdragen voor de verkochte kavels. - Verkoop van 10 beschikbare gemeentelijke vrije kavels. - Voorbereiden woonrijp maken van het Noordelijk veld. - Reclame en andere activiteiten ter bevordering van de verkoop van de kavels. - Afhandeling contractvorming projectontwikkelaar. - Actualiseren grondexploitatie, vaststelling bij meerjarenplan (MJP) 2016 - Herziening Exploitatieplan Welke producten dragen hier aan bij? - Water en Riolering (13089) - Niet openbare onroerende zaken (13037) - Ruimtelijke ordening (13097)
Deelproject 2 en 3 Wat willen we bereiken? Realisatie van de woningen in en het bouw rijp maken van een beperkt deel van het middenveld. Afronden onderhandelingen met 2 grondeigenaren dan wel projectontwikkelaars over de verdere ontwikkeling van Binnenduin middenveld, conform de lijnen zoals in het herziene exploitatieplan door de gemeenteraad eind 2014 vastgesteld.
134
In het Herziene Exploitatieplan 2014 zijn o.a. 2 uitgangspunten aangepast. Zo is het uitgangspunt “actief grondbeleid” verlaten en wordt de ontwikkeling overgelaten aan de marktpartijen. Ook het uitgangspunt m.b.t. de fasering is aangepast: het plan wordt nu van noord naar zuid uitgerold i.p.v. de oude fasering. Als gevolg van deze aanpassing wordt de ontwikkeling van de percelen in de directe nabijheid van de ontsluitingsweg, zijnde het verlengde van de Plantage, ter hand genomen.
Wat gaan we daarvoor doen? - Beoordelen bouwplannen projectontwikkelaars. - Innen van exploitatiebijdragen voor de verkochte kavels dan wel van de projectmatig te ontwikkelen percelen. - Voorbereiden bouwrijp maken van een deel van het middengebied. - Onderhandelingen en contractvorming potentiële projectontwikkelaars. - Actualiseren grondexploitatie, vaststelling bij meerjarenplan (MJP) 2016 Welke producten dragen hier aan bij? - Water en Riolering (13089) - Niet openbare onroerende zaken (13037) - Ruimtelijke ordening (13097)
135
Broekpolder Algemeen Projectdoelstelling Voorzien in een aanvullend woningbestand in het hogere segment waarvan de bewoners in positieve zin bijdragen aan het bestaansrecht van de openbare en particuliere voorzieningen. Zorgen voor een evenwichtig woningbestand in de gemeente, afgestemd op de functies werk, recreëren, winkelen en verkeer Context en achtergrond Het project is gereed opgeleverd, met uitzondering van de afzet en bebouwing van 45 vrije kavels in het deelplan Waterwijk in Beverwijk en 9 vrije kavels in deelplan Het Groene Balkon in Heemskerk. Door stagnatie op de woningmarkt is vertraging van de ontwikkeling opgetreden, waardoor de laatste woningen niet gerealiseerd zijn voordat de samenwerkingsovereenkomst op 1 januari 2014 ten einde liep. Met de marktpartijen is op 31 maart 2014 een afwikkelingsovereenkomst gesloten op basis waarvan de Broekpolder de komende jaren zal worden afgebouwd. De uitvoeringsorganisatie is een sterk afgeslankte GEM Broekpolder. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Samenwerkingsovereenkomst Broekpolder, raadsbesluit sept. 1999 . e - Collegebesluit 2 verlenging samenwerkingsovereenkomst Broekpolder 2011/69800 - Raadsbesluit jaarlijkse actualisatie gezamenlijke restexploitatie Broekpolder Beverwijk en Heemskerk, peildatum 1 januari 2013 INT-13-01795 - Collegebesluit overbruggingsovereenkomst (overbrugging periode van einde Samenwerkingsovereenkomst tot sluiten afwikkelingsovereenkomst (1 januari 2014-1 april 2014) . . . INT-13-08806
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Voorzien in een aanvullend woningbestand in het hogere segment waarvan de bewoners in positieve zin bijdragen aan het bestaansrecht van de openbare en particuliere voorzieningen. Wat gaan we daarvoor doen? Door het binden van de hogere middenklasse aan de gemeente kunnen de voorzieningen rekenen op een klandizie die het bestaansrecht van die voorzieningen waarborgen. Bovendien kan deze klandizie nieuwe hoogwaardige voorzieningen mogelijk maken. Hiervan profiteert de gehele Beverwijkse samenleving. Door het verhuizen van bewoners uit Beverwijk en Wijk aan Zee naar de Broekpolder ontstaat in de bestaande gemeente ruimte voor herstructurering van oude wijken. Hier ligt een belangrijke relatie met het programma volkshuisvesting. Een uitbreiding van de gemeente, waarbij de groei plaatsvindt in de duurdere segmenten, draagt bij aan een betere financiële positie van de gemeente. Zo kan de gemeente de openbare voorzieningen verbeteren en uitbreiden.
136
Welke producten dragen hier aan bij? - Wegverhardingen (13030) - Verkeersmaatregelen (13031) - Openbare verlichting (13027) - Parkeren (13032) - Bedrijfscontacten/EZ (13035) - Kunst en cultuur (13051) - Riolering (13090) - Milieu (13092) - Groenbeheer (14067) - Afvalverwijdering (14089) - Bouwvergunning (14102) - Precario (14107)
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Zorgen voor een evenwichtig woningbestand in de gemeente, afgestemd op de functies werk, recreëren, winkelen en verkeer Wat gaan we presteren? Door het aanbieden van een evenwichtig woningbestand kan de forensenstroom naar werkstad Beverwijk worden beperkt. Beverwijk krijgt een betere opbouw van de bevolking, doordat beter opgeleide werknemers met goede functies bij Beverwijkse bedrijven passende woningen aangeboden kunnen worden. De sociaal-maatschappelijke structuur van Beverwijk verbetert daardoor. Welke producten dragen hier aan bij? Zie doelstelling 1 137
Meerplein Algemeen Projectdoelstelling Versterking van de regiofunctie van de gemeente. Het project Meerplein zorgt voor de aanzet van het versterken van het centrum van Beverwijk, die daarna door de markt wordt overgenomen. Context en achtergrond Beverwijk is het laatste decennium haar regiofunctie meer en meer kwijtgeraakt. Deze functie is een voorwaarde om de inwoners van Beverwijk een aantrekkelijk binnenstedelijk voorzieningenniveau te kunnen blijven bieden. Door het project wordt de binnenstad kwalitatief en kwantitatief op het niveau gebracht dat hoort bij de herstructurering van woonwijken en uitbreiding met de Broekpolder en Binnenduin. Deze doelstelling is destijds geformuleerd in het masterplan economisch centrum. Het project is in de voorbereidingsfase, de omgevingsvergunning is verstrekt. De start van de uitvoering van het project is nog niet ingepland door de nog onvoldoende afzet van het commerciële programma en de bezwaar- en beroepsprocedure die loopt tegen de omgevingsvergunning Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Project Meerplein, realiseringsovereenkomst, raadsbesluit . - Herontwikkelingsvoorstel, collegebesluit . . . . - 2e, 3e en 4e herontwikkelingsvoorstel en voorwaardelijke goedkeuring DO Collegebesluit . . . . . . .
. .
2009/791 2011/14633
.
2012/41119
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Versterking van de regiofunctie van de gemeente; - Zorgen voor een goede structuur in het winkelhart, met een goede winkelroute. - Voorzien in een attractief winkelaanbod. - Verbeteren van het verblijfsklimaat in de binnenstad met een centraal plein en daghoreca zoals grand cafés met een gezellig terras. - Zorgen voor een attractieve en functionele inrichting van de openbare ruimte - Voorzien in goede en voldoende parkeervoorzieningen - Het stimuleren van de markt voor verdere revitalisering van het winkelcentrum in de binnenstad. Er is een sterke relatie met het horeca- en economisch beleid (detailhandel). Het project draagt, samen met het aangrenzende project Stationsplein, bij aan een homogeen stedelijk weefsel in het binnenstedelijk gebied. Wat gaan we daarvoor doen? - Collegebesluit over de inrichting van de openbare ruimte - Collegebesluit over het DO - Zodra de omgevingsvergunning onherroepelijk is zal worden gestart met de volgende werkzaamheden: - De nutsvoorzieningen op het werkterrein van het project worden buiten gebruik gesteld
138
- De verhardingen worden opgenomen en er wordt een tijdelijke infrastructuur in werking gesteld om de functies in de binnenstad in bedrijf te houden. - De bouwpunt voor de parkeerkelder wordt gegraven. - De funderingen voor het bouwproject worden gerealiseerd. Welke producten dragen hier aan bij? - Wegverhardingen (13030) - Verkeersmaatregelen (13031) - Openbare verlichting (13027) - Parkeren (13032) - Bedrijfscontacten/EZ (13035) - Kunst en cultuur (13051) - Riolering (13090) - Milieu (13092) - Groenbeheer (14067) - Afvalverwijdering (14089) - Bouwvergunning (14102) - Precario (14107) Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Zorgen voor meer werkgelegenheid in de binnenstad Door toevoegingen aan het bestaande programma in de binnenstad, zoals nieuwe winkels en kantoren, wordt de economische functie van de binnenstad versterkt. Wat gaan we daarvoor doen? Met de start van de bouwactiviteiten wordt een initiële, maar tijdelijke werkgelegenheid gecreëerd. Welke producten dragen hier aan bij? Zie doelstelling 1
139
Oostelijke doorverbinding Algemeen Projectdoelstelling Verbeteren van het woon- en leefklimaat in het centrum en de bereikbaarheid van oostelijk Beverwijk, waaronder de bedrijventerreinen, door de aanleg van de oostelijke doorverbinding (verder OD) . Context en achtergrond Door bestaande infrastructuur te verbeteren en ontbrekende schakels aan te brengen wikkelt de OD het lokale en doorgaande verkeer af zodat een duidelijk verkeersroute ontstaat tussen de Binnenduinrandweg (N197) en de A9. De route mag geen barrière vormen tussen de aanliggende woonwijken. De OD is opgenomen in het GVVP. De verkeersafwikkeling tussen de A9 en de bedrijventerreinen en woonwijken vindt voor een groot deel plaats via de bestaande Ringvaartweg die daar niet voor is ingericht. De Ringvaartweg is tevens de verbinding met de Beverwijkse Bazaar. Tijdens de marktdagen is de Ringvaartweg voor doorgaand verkeer afgesloten en is de verkeersafwikkeling van en naar de Bazaar en de gemeente niet optimaal waardoor files op de A9 ontstaan. Tevens ontbreekt een duidelijke fietsverbinding met het buitengebied. - OD1: tussen de N197 (Binnenduinrandweg) tot de gemeentegrens met Heemskerk en de Laan der Nederlanden tot en met de tunnelbak onder de spoorlijn. Op dit traject wordt de bestaande infrastructuur aangepast. Hiervan zijn onderdelen gerealiseerd. - OD1: Laan der Nederlanden, Italiëlaan-Spoortunnel, dit onderdeel is gereed. - OD2: gedeelte in de Broekpolder, dit onderdeel is gereed. - OD3: gedeelte tussen de Broekpolder en de A9, dit gedeelte is in uitvoering. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Voorbereidingskrediet OD1, Plesmanweg tussen Alkmaarseweg en - gemeente Heemskerk, raadbesluit . . . . . - Herstart OD3, collegebesluit . . . . . . - Herijking ontwerp en vaststelling DO van de OD 3, collegebesluit . - Uitvoeringskrediet OD3, raadsbesluit . . . . - Omgevingsvergunning OD3, collegebesluit . . .
. . . . .
2011/20257 2009/21610 2010/55315 2011/13106 2012/36889
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? 1. Een onderdeel van OD1, de Plesmanweg tussen het kruispunt met de Alkmaarseweg en de aansluiting met de gemeente Heemskerk, is actueel geworden door de ontwikkeling van het project Wijkerbaan. Uit onderzoek blijkt dat de gemeente de gewenste doelstelling kan realiseren door aanleg van een voorrangsplein op dit wegvak. 2. De plannen voor een ingrijpende reconstructie van het kruispunt Wijk aan Duinerweg Plesmanweg-Kuikensweg, nodig om de verkeersstromen tussen de Binnenduinrandweg en de verschillende woonwijken beter te reguleren, zijn bijgesteld door het treffen van eenvoudige en beperkte verkeersmaatregelen. Deze maatregelen zijn in 2013 uitgevoerd. Een eventuele algehele reconstructie is nog niet vastgesteld.
140
Wat gaan we daarvoor doen? Ad 1: In de loop van 2015 inventariseert het college mogelijke subsidies en andere dekkingsmiddelen. Ook volgt het college de ontwikkeling van de verkeerssituatie, zodat in 2016 eventueel een besluit genomen kan worden om het plan verder uit te werken tot een VO. De afronding van de Wijkerbaan is een van de motieven om de Plesmanweg te reconstrueren. Dit is echter onzeker nu de ontwikkelaar voor uitstel van de start van de laatste torenflat heeft gekozen. Het college wil op de situatie anticiperen zodat, als het nodig is, maatregelen getroffen kunnen worden. Bovendien gaat in 2016 de Velsertunnel dicht waardoor dit deel van de OD niet gelijktijdig onder handen genomen kan worden. Dat betekent dat een eventuele realisatie niet eerder dan in 2017 kan plaatsvinden. Er is nog geen dekking voor de kosten van realisatie beschikbaar. De raad heeft wel een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld om het VO verder uit te werken (vanaf 2016). Welke producten dragen hier aan bij? Niet van toepassing
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? De realisatie van OD3 biedt de mogelijkheid om knelpunten, zoals het ontbreken van een fietsroute en het verbeteren van de verkeersafwikkeling van en naar de Beverwijkse Bazaar en de Broekpolder op een verkeersveilige en robuuste wijze op te lossen. Afsluiten van de Ringvaartweg voor doorgaand verkeer. Het aangrenzende gebied landschappelijk inrichten waarbij rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische- en ecologische waarden in deze omgeving. Op basis van het stedelijk waterplan ‘Schoon water van duin tot meer’ realiseren van een open waterberging met verbinding naar het Noordzeekanaal via de Ringvaart. Wat gaan we daarvoor doen? Op 1 november 2012 is de realisatie gestart. De realisatie wordt gefaseerd uitgevoerd, ten eerste om tijdens de werkzaamheden de verkeersstromen van en naar de stad onder andere vanaf de A9 zo min mogelijk te belemmeren. Ten tweede omdat ter plaatse van het nieuwe tracé een voorbelasting noodzakelijk was om later zettingen van het wegdek te voorkomen. Ten derde in verband met mitigerende maatregelen die voortvloeien uit de ontheffing op de Flora- en faunawet en de aanwezige vleermuizenpopulatie. Dit laatste is opgenomen in een daarvoor opgesteld ecologisch werkprotocol. Het project zit in 2015 in de nazorgfase, wat 141
betekent dat de aannemer de aangebrachte voorzieningen voor een bepaalde tijd in onderhoud heeft waarna het project overgedragen kan worden aan de beheerorganisatie. De definitieve BDU subsidie is aangevraagd, zodra de beschikking van de provincie binnen is kan het project financieel afgesloten worden. Welke producten dragen hier aan bij? Niet van toepassing
142
Plantage Algemeen Projectdoelstelling De wijk herstructureren naar de wensen en eisen van deze tijd. Context en achtergrond De herstructurering van de Plantage is, na het vastlopen van de uitvoering van de gebiedsvisie, met een aangepast plan van de corporatie nieuw leven ingeblazen. Dat plan voorziet in het bouwen van nieuwe woningen binnen de bestaande stedenbouwkundige structuren, waardoor de openbare ruimte niet noodzakelijkerwijs vernieuwd behoeft te worden. Het project zit in de voorbereidingsfase en gaat fasegewijs de uitvoeringsfase in. In 2014 is gestart met het gedeelte achter het winkelcentrum (fase 2). In maart is gestart met de uitbreiding van de Vomar aan de Plantage. Oplevering vindt plaats na de zomer van 2014. Met de corporatie is in december 2013 een overeenkomst op hoofdlijnen gesloten, waarin, mede gelet op de ontwikkelingen bij corporaties, het programma en de planning per deelplan worden vastgelegd. De gemeente bepaalt per fase, zodra daarvoor plannen worden ingediend, in welke mate de openbare ruimte mede wordt aangepakt. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Startnotitie . . . . . . - raadsbesluit . . . . . - raadsbesluit met nota van uitgangspunten . - Integraal PvE . . . . . - raadsbesluit grondexploitatie en kredietbesluit Plantage
. . . . .
. . . . .
2012/53161 INT-13-00739 INT-13-01379 INT-13-04812 INT-13-04805
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Plannen voor (her)ontwikkeling van fase 2, 3 en 4 van Pré Wonen in behandeling nemen. Afhankelijk van de plannen van Pré Wonen gaat de gemeente hierin faciliteren en wordt besloten over de eventuele uitvoering van eigen aansluitende verbeteringen / aanpassingen aan de openbare ruimte. Wat gaan we daarvoor doen? Er wordt een realisatieovereenkomst opgesteld voor fase 2. De gemeente faciliteert in de Wabo procedure.
143
Welke producten dragen hier aan bij? - Wegverhardingen (13030) - Verkeersmaatregelen (13031) - Openbare verlichting (13027) - Parkeren (13032) - Bedrijfscontacten/EZ (13035) - Kunst en cultuur (13051) - Riolering (13090) - Milieu (13092) - Groenbeheer (14067) - Afvalverwijdering (14089) - Bouwvergunning (14102) - Precario (14107)
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Uitbreiding van een supermarkt aan de Plantage faciliteren als onderdeel van het project Wat gaan we daarvoor doen? Samenwerken met initiatiefnemer en de uitvoering door de initiatiefnemer controleren en bewaken. Welke producten dragen hier aan bij? Zie deelproject 1
144
Stationsgebied Algemeen Projectdoelstelling In 2011 is door de raad het bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied (BOS) vastgesteld. Het BOS voorziet in de korte- en lange termijnontwikkeling van het stationsgebied. Op korte termijn, de komende tien jaar, realiseert de gemeente Beverwijk een ondergrondse fietsenstalling, reconstructie van het kruispunt Velserweg-Vondellaan-Halve Maan en de herinrichting van de openbare ruimte. Daarnaast faciliteert de gemeente bij de realisatie van een restaurant op het Stationsplein. Op lange termijn is herontwikkeling van het Stationsplein met woningen, park, water en een hotel mogelijk. De ontwikkeling van het stationsgebied draagt hiermee bij aan de attractiviteit en vitaliteit van het centrum. De verblijfskwaliteit en ruimtelijke samenhang van het stationsgebied en de relatie met het bestaande stadscentrum en omgeving wordt verbeterd. Context en achtergrond De deelprojecten van het project stationsgebied bevinden zich in verschillende fasen. - Het stadhuis en de 1e fase herinrichting openbare ruimte zijn respectievelijk in 2011 en 2012 gerealiseerd. - In het najaar van 2013 is het laatste deel van het busstation definitief ingericht. - In 2014 is de ondergrondse fietsenstalling gerealiseerd. - De reconstructie van het kruispunt Velserweg-Vondellaan-Halve Maan start begin 2015. - Met de herinrichting van de 2e fase openbare ruimte Stationsgebied is eind 2014 een start gemaakt. De resterende delen worden medio 2015 opgepakt. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Voorlopig stedenbouwkundig plan stationsgebied 2008 . - Bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied . . - Financieel kader stationsgebied (inclusief grex) . . - VO openbare ruimte stationsgebied . . . - VO 2e fase openbare ruimte Stationsgebied . . . . - DO 2e fase openbare ruimte Stationsgebied - VO reconstructie kruispunt Velserweg-Vondellaan-Halve Maan
145
. 2007/22707 . 2011/29396 . 2011/30374 . 2011/44992 . C-13-00982 . C-14-01297 C-14-01393
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Reconstructie kruispunt Velserweg-Vondellaan-Halve maan Wat gaan we daarvoor doen? - Start uitvoering 1e kwartaal 2015 - Oplevering 4e kwartaal 2015 Welke producten dragen hier aan bij? - Bouwvergunning (14102) - Verkeersvoorziening/maatregelen (13031)
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Herinrichting 2e fase openbare ruimte Stationsgebied Wat gaan we daarvoor doen? - Start uitvoeringsfasen 2 t/m 5 - Oplevering
2e kwartaal 2015 1e kwartaal 2016
Welke producten dragen hier aan bij? - Bouwvergunning (14102) - Verkeersvoorziening/maatregelen (13031)
146
Deelproject 3 Wat willen we bereiken? Herinrichting Wijckerpoort, realisatie van een nieuwe spoorwegovergang en busbaan. Wat gaan we daarvoor doen? In 2014 heeft overleg plaatsgevonden met externe partijen om te komen tot realisatie van een busbaan en een nieuwe spoorwegovergang. De uitkomsten van deze overleggen zijn bepalend voor de voortgang van de herinrichting van de Wijckerpoort in 2015. Voor de voortgang van de realisatie busbaan Wijckerpoort is de gemeente afhankelijk van de provincie Noord-Holland, welke in deze leidend is. Een mogelijke realisatie van een nieuwe spoorwegovergang en busbaan zal op zijn vroegst plaatsvinden eind 2015 dan wel in 2016. Welke producten dragen hier aan bij? Vastgoed (13037) Deelproject 4 Wat willen we bereiken? Verder ontwikkelen van het stationsgebied tot een aangenaam woon, werk en verblijfsgebied in aansluiting op het centrum van Beverwijk. Wat gaan we daarvoor doen? Faciliteren van een initiatief tot realisatie van een restaurant op het Stationsplein in 2015. Welke producten dragen hier aan bij? Grex BOS (40250)
147
Wijkerbaan Algemeen Projectdoelstelling Het verouderde winkelcentrum de Wijkerbaan en aanliggende woningaanbod uit de jaren 60 samen met de woonomgeving vernieuwen. Context en achtergrond In samenwerking met de eigenaar van het winkelcentrum, woningcorporatie WOONopMAAT en de gemeente Beverwijk is het herstructureringsproject Wijkerbaan ontwikkeld. Partijen realiseren hier het volgende: - moderniseren en vergroten van het winkelcentrum, - toevoegen van kwalitatief goede woningen - renoveren van bestaande woningen - bouw van een wijkzorgcentrum en aangepaste en zorggebonden wooneenheden voor ouderen - opnieuw inrichten van de openbare ruimte De samenwerking tussen de drie partijen is in 2009 vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst die over meerdere jaren strekt, namelijk tot medio 2016. De renovatie van het winkelcentrum is gereed. De woningen worden in drie fasen gebouwd, verdeeld over de woontorens A tot en met E. De 1e serie, toren A, is gereed, de 2e serie, torens B en C bestaande uit voornamelijk zorggerelateerde woningen, is in 2013 opgeleverd en de 3e fase, toren D bestaande uit huurwoningen, een huisartsen- en fysiopraktijk, wordt volgens planning na de bouwvak van 2016 opgeleverd. De definitieve start van de bouw van de laatste fase, toren E, is nog onzeker. Deze laatste fase bestaat uit koopappartementen inclusief de bijbehorende de ondergrondse parkeergarage. Gelijktijdig met de oplevering van de bouwactiviteiten verzorgt de gemeente de herinrichting van de openbare ruimte. Kaderstellende beleidsnota’s en wetgeving - Uitwerking van stedenbouwkundig model, raadsbesluit . - Uitbreiding plangebied, wijziging stedenbouwkundige opzet, aanvullend krediet bouw- en woonrijpmaken, raadsbesluit . - Samenwerkingsovereenkomst, raadsbesluit . . . - Vaststellen voorlopig ontwerp (VO), collegebesluit . . - Herziening grondexploitatie, raadsbesluit . . . - Faseringdraaiboek versie 1.91 (11 december 2012)
.
2007/8716
. . . .
2009/4760 2009/72855 2009/35620 2010/49742.
Deelprojecten Deelproject 1 Wat willen we bereiken? Een prettige woon- en leefomgeving bij nieuwe moderne woningen en een geheel gerenoveerd winkelcentrum. Wat gaan we daarvoor doen? Woningbouwcorporatie WOONopMAAT is in 2013 gestart met de bouw van toren D met 61 huurwoningen met op de begane grond een gezondheidscentrum, waarin een groep huisartsen en fysiotherapeuten zich gaan vestigen. Bovenop het gezondheidscentrum komen 2 lagen huurwoningen, in totaal 8 woningen. De oplevering hiervan wordt na de bouwvak van 2016 verwacht. Onder de bebouwing van de 2e en 3e fase bouwt 148
WOONopMAAT een parkeergarage. Een deel van de garage wordt in de loop van 2014 opengesteld voor het stallen van 91 auto’s. De economische situatie leidt ertoe dat de bouw van de 107 middeldure en dure koopappartementen (in toren E) met de bijbehorende ondergrondse parkeerplaatsen is vertraagd. De beslissing over de start valt in 2014. Welke producten dragen hier aan bij? Bouwvergunning (14102)
Bron: Woonopmaat
Deelproject 2 Wat willen we bereiken? Een kwalitatief goede en duurzame openbare ruimte. Wat gaan we presteren? Onderdeel van de herstructurering is de vernieuwing van de openbare ruimte en riolering in opdracht van de gemeente. Dit wordt afgestemd op de oplevering van de verschillende bouwfasen. Vanaf medio 2015 wordt de Dellaertlaan, inclusief het bestaande parkeerterrein, tot aan de Plesmanweg aangepast aan de nieuwe situatie. De definitieve inrichting van de resterende openbare ruimte rondom de 3e bouwfase is vooralsnog gepland in 2016. Indien de laatste bouwfase wordt uitgesteld zullen rondom tijdelijke voorzieningen worden getroffen opdat de aansluitende openbare ruimte toch zo optimaal mogelijk functioneel kan worden ingericht. Hierover vindt nadere afstemming plaats met WOONopMAAT. De aangebrachte openbare voorziening wordt na een bepaalde onderhoudsperiode gefaseerd overgedragen aan de beheersorganisatie. Welke producten dragen hier aan bij? Rioolbeheer (13090)
149
Financiële tabel Rekening 2013
Begroot 2014 t/m Berap II
lasten Bestuurlijke Projecten Ontwikkeling A22 zone Goederenspoorverlenging Ontwikkeling Wijckerpoort Herinr. Openbare ruimte stationsgebied Hoofdwaterstructuur grex BOS Ondergrondse fietsenstalling Grex BOS Binnenduin (Westelijk Beverwijk) Groen en Waterplan Broekpolder Wijkerbaan herstructurering Plantage Meerplein Voorbereidingskosten Heliomare Stationsgebied
68,6 43,4 288,9 6,2 15,7 475,2 977,8 71,9 382,0 195,1 38,6 38,2 -
277,4 54,8 243,1 250,0 1.501,2 3.288,8 409,0 32,5 319,8 301,0
258,2 67,3 3,9 940,0 1.448,4 1.152,4 34,8 363,1 -
258,2 67,3 3,9 2.001,5 2.971,0 34,8 815,4 50,0 -
58,2 67,3 3,9 881,0 2.108,7 34,8 188,2 -
58,2 67,3 3,9 2.736,1 34,8 -
Totaal Lasten
2.601,4
6.677,7
4.268,0
6.202,0
3.342,0
2.900,2
Bedragen in EUR x 1.000
13104 13105 13106 30303 39001 39002 40250 50020 50021 50030 50090 50156 50160 50161 50180
Rekening 2013
Bedragen in EUR x 1.000
13104 13105 13106 30303 39001 39002 40250 50020 50021 50030 50090 50156 50160 50161 50180
Begroot 2014 t/m Berap II
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
Begroting Begroting Begroting Begroting 2015 2016 2017 2018
baten Bestuurlijke Projecten Ontwikkeling A22 zone Goederenspoorverlening Ontwikkeling Wijckerpoort Herinr. Openbare ruimte stationsgebied Hoofdwaterstructuur grex BOS Ondergrondse fietsenstalling Grex BOS Binnenduin (Westelijk Beverwijk) Groen en Waterplan Broekpolder Wijkerbaan herstructurering Plantage Meerplein Voorbereidingskosten Heliomare Stationsgebied
5,0 6,2 15,7 1.018,5 977,8 92,9 382,0 116,6 -
1.501,2 3.288,8 1.772,5 319,8 -
1.448,4 1.152,4 34,8 363,1 -
2.001,5 2.971,0 34,8 815,4 -
881,0 2.108,7 34,8 188,2 -
2.736,1 34,8 -
Totaal Baten
2.614,6
6.882,3
2.998,6
5.822,6
3.212,7
2.770,9
Saldo
13,2
204,7
674,6 154,0 507,4-
1.740,0 962,4 572,9-
Toevoeging aan reserve Onttrekking aan reserve Saldo na bestemming
1.269,4-
379,4-
129,4-
129,4-
940,0 329,4-
379,4-
129,4-
129,4-
Toelichting: In het programma stedelijke ontwikkeling zijn de diverse projecten en grondexploitaties opgenomen, hierdoor fluctueert de begroting in de diverse jaren.
150
151
152
Inleiding paragrafen In de paragrafen worden onderwerpen behandeld die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. De paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen. Conform het BBV worden hierna de paragrafen 1 tot en met 7 beschreven Gemeenten worden in 2015 verantwoordelijk voor jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen. Een deel van deze taken hebben zij nu ook al, een deel nemen zij over van de Rijksoverheid. Dit heet ook wel decentralisatie. Omdat deze taken in de programmabegroting van de gemeente Beverwijk over een aantal programma’s verdeeld zijn, is de paragraaf decentralisaties (8) toegevoegd. 1. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 2. Bedrijfsvoering 3. Onderhoud kapitaalgoederen 4. Financiering 5. Lokale heffingen 6. Verbonden partijen 7. Grondbeleid 8. Decentralisaties
153
Weerstandsvermogen en risicobeheersing (1) weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat de normale bedrijfsvoering wordt aangetast. Door aandacht voor het weerstandsvermogen kan voorkomen worden dat elke financiële tegenvaller dwingt tot bezuinigingen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden) en de benodigde weerstandscapaciteit (de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of verzekeringen voor afgesloten). Beleid Het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en risico’s is in hoofdlijnen vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen september 2010 [2010/46068]. In deze nota is aangegeven dat Beverwijk een ratio nastreeft die overeenkomt met categorie C in de onderstaande tabel. Waarderingscijfer
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
2,0 < x
Uitstekend
B
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 < x < 1,4
Voldoende
D
0,8 < x < 1,0
Matig
E
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
F
x < 0,6
Ruim onvoldoende
In deze paragraaf worden de volgende items behandeld; - een inventarisatie van de weerstandscapaciteit; - een inventarisatie van de risico's; Momenteel vindt risicomanagement plaats op deelgebieden. In 2014 is gestart met het schrijven van een eerste kadernota Risicomanagement en weerstandsvermogen. In deze nota wordt het beleid voor risicomanagement en weerstandsvermogen vastgelegd. De wijze waarop risico’s binnen de gemeente worden geïdentificeerd, beoordeeld en beheerst is nog onderwerp van gesprek met ambtelijk betrokkenen. De nota wordt in 2015 aan uw raad ter goedkeuring voorgelegd Weerstandscapaciteit De gemeente beschikt over middelen om niet begrote kosten, die onverwachts en substantieel zijn, te dekken zonder dat de begroting en het beleid aangepast hoeven te worden. Dit betreft de algemene reserve en de verwachte winst grondexploitatie. Andere middelen die tot de weerstandscapaciteit kunnen behoren zijn bestemmingsreserves, de post onvoorzien, onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves. - De bestemmingsreserves betreffen reserves waarmee de raad een specifiek doel wil realiseren. Met uitzondering van bijvoorbeeld de reserve dekking kapitaalslasten kunnen bestemmingsreserves door de raad incidenteel ingezet worden om tegenvallers het hoofd te bieden. Vooralsnog is het echter beleid dat bestemmingsreserves geen onderdeel uitmaken van de weerstandscapaciteit, omdat de bestemmingsreserves niet vrij besteedbaar zijn.
154
- Post onvoorzien; het bedrag aan onvoorzien is een begrotingspost ter dekking van relatief kleine bedragen die bij het opstellen van de begroting 2015 niet konden worden voorzien. De gedragslijn van het college is dat de post onvoorzien ook in 2015 niet in de berekening van de weerstandscapaciteit wordt meegenomen. - Met onbenutte belastingcapaciteit wordt de ‘ruimte’ bedoelt die de gemeente Beverwijk nog heeft om opbrengsten te verwerven via belastingheffing. Het college neemt de onbenutte belastingcapaciteit niet mee in de berekening, omdat het beleid van de belastinginkomsten gericht is op 100% kostendekkendheid. - Het college hanteert als waarderingsgrondslag voor de stille reserves de historische kostprijs of de lagere marktwaarde. Op het moment dat de marktwaarde hoger ligt dan boekwaarde ontstaan er stille reserves. De activa zijn dan feitelijk meer waard dan in de boekhouding is opgenomen. Gezien de huidige marktomstandigheden houdt het college vanuit voorzichtigheidsprincipe geen rekening met eventuele stille reserves bij de bepaling van de weerstandscapaciteit. - De gemeente voert meerdere grondexploitaties. Per saldo vertegenwoordigen de positieve grondexploitaties een netto contante waarde van €4.167 mln. positief (op basis van de actualisatie mjp grexen INT-14-13156) Het saldo van de positieve grondexploitaties wordt mede gebruikt om de weerstandcapaciteit te bepalen. Recapitulatie weerstandscapaciteit middelen algemene reserve verwachte winst grex totaal
bedrag (€) 10.309.000 4.167.000 14.476.000
Stand algemene reserve per 31 december 2014
Risicobeheersing Risico-inventarisatie Algemeen Een risico is de kans op het optreden van een gebeurtenis die een negatief gevolg met zich mee kan brengen. Voor het weerstandsvermogen is het relevant om de risico’s te inventariseren waarvoor geen maatregelen zijn getroffen (bijvoorbeeld door risico’s te voorzien of te verzekeren). In deze paragraaf worden de meest relevante risico’s voor de gemeente Beverwijk uiteengezet. Gemeentefonds Het gemeentefonds is gebaseerd op de Rijksbegroting waaruit de gemeenten jaarlijks een algemene uitkering (AU) krijgen. Deze algemene uitkering kent een aantal onzekere factoren. De belangrijkste hiervan zijn de ontwikkeling van de rijksuitgaven en de economische ontwikkeling van Nederland. De voeding van het gemeentefonds is gekoppeld aan de rijksuitgaven, de zogenaamde normeringsystematiek. Er is sprake van een algemeen risico omdat de omvang van het gemeentefonds jaarlijks daalt en stijgt met de rijksuitgaven en bovendien wordt beïnvloed door wijziging in taken van gemeenten. Drie kalenderjaren na dato wordt de werkelijke AU pas definitief vastgesteld. Hierdoor kunnen gedurende het jaar de nodige verrekeningen uit voorgaande jaren plaatsvinden. Daarnaast wordt de AU voor het nieuwe jaar berekend op basis van geschatte eenheden. De werkelijke uitkering kan dus in positieve of negatieve zin afwijken van de prognose. Doordat het risico niet te kwantificeren is en algemeen van aard is, wordt het risico als PM opgenomen. 155
Gemeentelijke garantstellingen De gemeente stelt zich garant voor leningen van diverse instellingen en kan aangesproken worden voor tekorten bij gemeenschappelijke regelingen. Op het moment dat de financiële situatie verslechtert bij instellingen en gemeenschappelijke regelingen kan dit financiële gevolgen hebben voor de gemeente. Er wordt dan een beroep gedaan op de gestelde garanties en/of tekorten dienen door de gemeente (gedeeltelijk) te worden aangevuld. Om het risico zo veel mogelijk te beperken staan hier in veel gevallen contragaranties van waarborgfondsen en activa van corporaties en stichtingen tegenover. Het risico wordt om die reden ook als PM opgenomen. Subsidies-, bijdragen van derden De gemeente maakt regelmatig gebruik van subsidiemogelijkheden voor specifieke beleidsterreinen, trekt stimuleringsgelden aan van derden (ISV-UNA) of stelt zich garant voor subsidies aan maatschappelijke instellingen. Het aantrekken van subsidies, verkrijgen van bijdragen van derden en garantstellingen geeft een hoger risico dan de inzet van eigen middelen omdat de naleving van de voorwaarden voor verstrekking van gelden vaak strikte kaders kent. Deze risico’s worden ingecalculeerd bij de kredietaanvragen en actualisatie daarvan en worden als PM opgenomen. Open einderegelingen Als gevolg van open einderegelingen kan door onvoorziene groei lastenstijging optreden bij toename van het aantal aanvragen voor regelingen waarbij een open einderegeling van toepassing is. Omdat de effecten hiervan onzeker zijn is dit risico als PM opgenomen. Liquiditeit Van de opgenomen langlopende leningen is naar verwachting eind 2014 nog ca €50 mln. niet geïnvesteerd. In 2015 wordt een tweetal leningen van totaal €19 mln. afgelost. Dit volgens gemaakte afspraken in de leningsovereenkomsten. Het grootste deel van de Beverwijkse liquide middelen is verplicht gestald bij het Rijk door de invoering van het schatkistbankieren. Op deze uitgezette gelden wordt een minimaal rendement behaald. Het renteresultaat is structureel gedekt in de begroting. Volgens de meest recente liquiditeitsprognose in de financiële kadernota 2015-2018 (INT-14-11019) wordt vanaf 2016 een saldo liquide middelen van iets boven nul voorzien. Deze liquiditeitsprognose gaat echter uit van de realisatie van een aantal grote projecten waaronder een start van project Meerplein in 2015 en uitvoering van een aantal grote reconstructies van wegen. Indien er uitstel of zelfs afstel van deze geplande investeringen plaatsvindt, heeft dit vanaf de jaarschijf 2016 forse negatieve gevolgen voor het renteresultaat. Het college monitort de ontwikkeling en voortgang van deze geplande investeringen continu en blijft scherp op mogelijke andere acties om het liquiditeitsoverschot terug te dringen. De verstrekte lening aan de gemeente Muiden begin 2014 is hier een voorbeeld van. Eind 2014 biedt het college een geactualiseerd treasurystatuut aan de raad aan met daarin opgenomen de spelregels rondom het treasurybeleid van de gemeente Beverwijk. Decentralisaties Het kabinet heeft ingezet op een grootscheepse decentralisatie in het sociaal domein. Een groot aantal taken zal per 1 januari 2015 overgaan naar de gemeenten via drie wetten; de Jeugdwet, de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. De ambitie is dat door deze decentralisaties meer samenhang ontstaat in het sociaal domein. En dat gemeenten als gevolg daarvan – en vanwege de nabijheid van het lokaal bestuur – effectiever en efficiënter maatwerk kunnen leveren aan hun inwoners. De transities brengen echter mogelijk financiële risico’s met zich mee die zich nog moeilijk laten kwantificeren. In de paragraaf decentralisaties (8) wordt per decentralisatie nader ingegaan over de mogelijk aanwezige (financiële) risico’s en over de maatregelen die vooraf getroffen worden om deze risico’s te ondervangen. Het college is van mening dat de 156
uitgaven van de decentralisaties gedekt dienen te worden uit de lopende begroting. Aansluitend bij de berekening van het risico van het exploitatierisico kan het financiële risico van de decentralisaties op 10% van de geraamde uitgaven gesteld worden. De geraamde lasten van de decentralisatie Jeugdzorg en Wmo bedragen voor 2015 ca €12.300.000. De geraamde lasten voor de decentralisatie participatie zijn in voorgaande jaren al in de begroting verwerkt en worden hierdoor al meegenomen in het totale exploitatierisico. Op 10% van de nieuwe decentralisatiegelden dient de getroffen bestemmingsreserve decentralisaties in mindering te worden gebracht. Immers voor dat bedrag is er geen financieel risico meer. Dit leidt tot het volgende berekende financieel risico: Omschrijving Geraamde lasten decentralisaties 10 % exploitatierisico Af: Gevormde bestemmingsreserve Resterend risico
bedrag (€) 12.300.000 1.230.000 958.000 272.000
Exploitatierisico’s Dit betreft een ingeschatte overschrijding van 10% van de totale lasten binnen de gemeentelijke begroting 2014 (bestendige gedragslijn). Omdat de grondexploitaties met ingang van 2012 administratief op een andere wijze worden verwerkt worden zowel de gemeentelijke baten en lasten verhoogd met de mutaties binnen grondexploitaties. De risico’s binnen de grondexploitaties worden afzonderlijk behandeld binnen deze paragraaf. Derhalve worden grondexploitatielasten in mindering gebracht op de totale lasten zodat ze niet meetellen voor berekening van de exploitatierisico’s. Dit om dubbeltellingen te voorkomen. De omvang van de exploitatierisico’s is als volgt: Omschrijving Totale geraamde lasten 2014 Af: geraamde lasten grexen 2014 totaal 10 % exploitatierisico
bedrag (€) 101.285.000 5.110.000 96.175.000 9.617.500
Risico’s in projecten en grondexploitaties Dit betreffen risico’s die zich na actualisatie van de projecten kunnen voordoen. Een uitgebreide toelichting op de projecten staat in de voortgangsrapportage projecten [mei 2014 INT-1411147] en het meerjarenperspectief grondexploitaties 2014 (INT-14-05236). In de jaarrekening 2013 werd ingegaan op een aantal projectspecifieke risico’s. Voor de programmabegroting 2015 beoordeelt het college of deze nog van kracht zijn. Eventuele nieuwe risico’s worden gemeld voor zover deze een afzonderlijke toelichting behoeven en invloed kunnen hebben op het weerstandsvermogen. Voor de grondexploitaties wordt volstaan met een verkorte opsomming van de risico’s in de grondexploitatiesfeer welke afgeleid zijn van het meest recente meerjarenperspectief.
157
Projecten - Broekpolder: Op 31 maart 2014 is de afwikkelingsovereenkomst Broekpolder (IN-14-11424) gesloten. Overeenkomstig deze afwikkelingsovereenkomst worden de resterende delen van de Broekpolder voor rekening en risico van de marktpartijen gerealiseerd. Daardoor kunnen de fondsen binnen de Broekpolder, die in beheer zijn bij de GEM Broekpolder, worden afgesloten. De positieve saldi komen ten goede aan de gemeenten. Besluitvorming over de restexploitatie per 1 april 2014 en over de vrijval van middelen en de administratieve verwerking daarvan kan plaatsvinden. Project Broekpolder is derhalve geen risico meer. - Bebouwd parkeren: Het project Meerplein is voor de gemeente budgetneutraal. Het risico is daardoor laag. Het is voorstelbaar dat het project Meerplein op enig moment voor de ontwikkelaar niet langer haalbaar is. Het opstalrecht zal dan niet worden gevestigd en de boekwaarde voor de gemeente is dan niet langer gedekt. De huidige boekwaarde bedraagt ca €1.000.000. Door de vertraging van het project ontstaat voor de gemeente Beverwijk het risico dat indexaties van aankoopbedragen van parkeerplaatsen niet gedekt kunnen worden uit het oorspronkelijk beschikbaar gestelde krediet. Dit risico is als PM post opgenomen. De gemeente is in het verleden een lening aangegaan bij de ontwikkelaar als gevolg van de aankoop van een tankstation in 2007 op het te ontwikkelen gebied (zie raadsvoorstel 2009/791). Indien het project niet tot uitvoering komt is de gemeente terugbetaling van de lening verschuldigd inclusief een overeengekomen rente vanaf 2007. Bij uitvoering van het project is geen rente verschuldigd en zal terugbetaling van de lening verrekend worden met het te verwerven opstalrecht. Uitgaande van het laatste scenario is het risico niet nader gekwantificeerd. - Project Meerplein: Eind 2012 heeft V.O.F. Meerplein een Wob (Wet openbaarheid van bestuur) verzoek ingediend over de heffing en invordering van leges. De gemeente Beverwijk heeft aan dit Wob verzoek voldaan. Daarnaast heeft V.O.F. Meerplein bezwaar, beroep en hoger beroep ingediend op de aanslag leges omgevingsvergunningen van €620.000. De behandeling van het hoger beroep moet nog plaatsvinden. Het eventuele risicobedrag maakt deel uit van de totale exploitatierisico’s. - Oostelijke doorverbinding deel 3: Gemeente Beverwijk heeft een verschil van inzicht met TenneT over de kostenverdeling voor het verleggen van hoogspanningskabels. Naar verwachting zal een gerechtelijke uitspraak bepalen welke partij de kosten draagt. De totale kosten bedragen ca €180.000. Vooralsnog wordt een eventueel risico niet meegewogen in het totale risicobedrag. Risico’s in de grondexploitatie (bron; MJP 2014, INT-14-13156): Het risico in een grondexploitatie ontstaat feitelijk doordat kosten hoger kunnen worden en opbrengsten lager. Dit heeft effect op het resultaat van de grondexploitatie, waardoor de beschikbare middelen om tegenvallers op te vangen lager worden. Maar het effect komt ook tot uitdrukking in een toenemende boekwaarde dat moet worden afgedekt. De berekeningen zijn uitgevoerd door de parameters van de grondexploitaties, zoals die in het MJP zijn opgenomen, aan te passen waardoor er een verschil in resultaat gaat ontstaan. Hiermee worden effecten als hogere kostenstijgingen en sterkere opbrengstendalingen gesimuleerd. Dit zijn de generieke risico’s. Daarnaast zijn er per project enkele scenario’s doorgerekend waarbij de scope van het project verandert, dit zijn de planspecifieke risico’s. De scope verandert bijvoorbeeld als er delen van het plan niet worden uitgevoerd of de doorlooptijd van het project sterk verandert. De totale risico’s in de grondexploitatie worden gekwantificeerd op €4,17 mln. Dit bedrag is een optelling van negatieve en positieve risico’s. Het risicobedrag geeft weer wat op enig moment de verwachte maximale boekwaarde is die, na aftrek van de verliesvoorziening, gedekt moet kunnen worden.
158
Omdat de gemeente beschikt over een bestemmingsreserve voor de grondexploitaties wordt deze in mindering gebracht op het risicobedrag. De bestemmingsreserve is immers bedoeld om risico’s binnen de grondexploitatie op te kunnen vangen. Het resterende risico wordt meegewogen in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Het risicobedrag bedraagt: Omschrijving Totaal risico grondexploitaties Af: bestemmingsreserve totaal
bedrag (€) 4.170.000 2.400.000 1.770.000
Voor een toelichting op de afzonderlijke grondexploitaties wordt verwezen naar het MJP grondexploitaties. Bepaling benodigd weerstandsvermogen risico's Exploitatierisico's Bebouwd parkeren Risico's grex Decentralisaties totaal
bedrag (€) 9.617.500 1.000.000 1.770.000 272.000 12.659.500
Conclusie De berekening van het weerstandsvermogen is geen exacte wetenschap. Het BBV biedt ruimte om de weerstandscapaciteit op verschillende manieren samen te stellen. Een vergelijking met andere gemeenten wordt daardoor ook bemoeilijkt. Het college hecht aan een consequente gedragslijn en heeft derhalve de berekeningsystematiek van voorgaande jaren voortgezet. Deze systematiek leidt tot onderstaande berekening; Het ratio weerstandsvermogen bedraagt: Omschrijving Weerstandsvermogen Risico's Ratio weerstandsvermogen
bedrag (€) 14.476.000 12.659.500 1,14
Deze uitkomst correspondeert conform de tabel met de kwalificatie “voldoende.” Het vergelijk van het ratio weerstandsvermogen met voorgaande P&C documenten is als volgt: P&C product Programmabegroting 2015 Jaarrekening 2013 Programmabegroting 2014
Ratio 1,14 1,22 0,92
159
Bedrijfsvoering (2) Algemeen -De gemeentelijke organisatie wil de taken die door de raad zijn vastgesteld geïnspireerd en betrokken uitvoeren. Adequate bedrijfsvoering, dat wil zeggen goede interne sturing en beheersing van primaire en ondersteunende processen, is een belangrijke voorwaarde om die taken ook daadwerkelijk en volgens afspraak uit te voeren. Uitgangspunten voor een goede bedrijfsvoering zijn doelmatigheid en doeltreffendheid (efficiency en effectiviteit). De rekenkamercommissie heeft in 2012 haar aanbevelingen uit het onderzoek naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van de aanwending van budgetten gedaan (2012/26836). Het college onderzoekt nu jaarlijks de doelmatigheid van minimaal 2 (onderdelen van) organisatie-eenheden of procesonderdelen van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente. De bedrijfsvoering ondersteunt de programma’s van de programmabegroting. Het gaat om de functies: personeel, inkoop, organisatie, financiën, automatisering, huisvesting (in de literatuur aangeduid als PIOFAH), juridische ondersteuning en communicatie. Kortom alle randvoorwaardelijke zaken die moeten zijn geregeld wil het verantwoordelijke organisatieonderdeel voor de primaire processen goed kunnen functioneren. Bedrijfsvoering is geen doel op zich maar dient om doelstellingen te realiseren zoals die door het bestuur van de gemeente Beverwijk zijn vastgesteld en opgenomen in de diverse programma’s. Voor deze bedrijfsvoeringprocessen kan onderscheid gemaakt worden tussen uitvoering (primair proces) en ondersteuning (secundair proces). Mens, organisatie en communicatie De organisatie vernieuwt De steeds veranderende maatschappij vraagt om een flexibele en meedenkende organisatie. Het college geeft daarbij ruimte om verder te groeien naar een open, scherpe, wendbare en betrouwbare gemeentelijke organisatie. Begin 2012 is gestart met het traject Natuurlijk Organiseren. Deze organisatieontwikkeling is fasegewijs uitgerold. Dit plan beoogt onder meer medewerkers hun talenten beter te laten benutten en ze kansen te geven het beste uit zichzelf te halen. De kernboodschap daarbij is; investeren in mensen, processen en samenwerking. Het management besteedt gericht en expliciet aandacht aan opleiding, ontwikkeling en mobiliteit van medewerkers. Door middel van ‘investeren in mensen’ en het programma Dienstverlening werkt het college expliciet aan het thema houding en gedrag. Klantgerichtheid staat in ‘programma Dienstverlening’ centraal, zowel naar de burgers en ondernemers in de gemeente Beverwijk als intern binnen de Beverwijkse ambtelijke organisatie. Een ander thema dat wordt belicht is morele oordeelsvorming van de ambtenaar. Het onderwerp decentralisaties is in 2015 voor medewerkers en organisatie van groot belang (zie ook paragraaf decentralisaties). Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college 1. Doorontwikkelen natuurlijk organiseren: Management development traject, training leiding geven aan beweging . . . . 2. Doorontwikkelen natuurlijk organiseren: Training morele oordeelvorming (integriteit) organisatiebreed . . . . . .
jaar 2015 2015-2018
Communicatie Het besturen van de gemeente draait om de inwoners en ondernemers van Beverwijk. Het bestuur wil dus actief zijn in en toegankelijk voor de samenleving. Moderne communicatie en zichtbaar zijn in de samenleving hebben prioriteit in het collegebeleid. Het college wil dat Beverwijkers trots zijn op het eigenwijze karakter van Beverwijk en ondernemers en inwoners uitdagen om initiatieven te nemen die bijdragen aan een positief imago van 160
Beverwijk en Wijk aan Zee. Het college zorgt voor een heldere communicatiestrategie waarmee deze doelen worden behaald. Informatisering en automatisering Dienstverlening en informatie aan burgers en bedrijven Het internetkanaal wordt het belangrijkste kanaal voor informatie en dienstverlening. In verband hiermee is in 2014 het project gestart om de gemeentelijke website www.beverwijk.nl te herstructureren. Deze website wordt daarmee gewijzigd van aanbodnaar vraaggericht en de meest gevraagde diensten en informatie zullen prominent en laagdrempelig aangeboden worden. Webpagina's die niet of nauwelijks bezocht worden komen te vervallen. Volgens planning gaat de vernieuwde website in maart 2015 online. Bestuurlijke informatie. De in april 2014 benoemde raad heeft een forse stap gemaakt met de digitalisering van bestuurlijk informatie. Beverwijk zet deze ontwikkeling in 2015 voort. Implementatie nationaal uitvoeringsprogramma (i-NUP) Rijk en medeoverheden hebben zich tot doel gesteld de kwaliteit van de dienstverlening aan burger en bedrijf waar mogelijk te verbeteren. Daarvoor is een basisinfrastructuur voor de elektronische overheid ontwikkeld (i-NUP), de overheidsbrede implementatieagenda voor dienstverlening en e-overheid. Het i-NUP maakt deel uit van het bestuursakkoord tussen VNG en Rijk en bevat de aanbevelingen en maatregelen na een evaluatie van het eerdere uitvoeringsprogramma “betere dienstverlening, minder administratieve lasten”. De realisatie van een landelijk stelsel van basisregistraties moet er toe leiden dat het principe van eenmalige vastlegging en meervoudig gebruik op landelijke schaal wordt toegepast. Voorbeeld daarvan is de Belastingdienst die aangifteformulieren al zoveel mogelijk invult met bij de overheid bekende gegevens. Gemeentelijke formulieren kunnen ook op een dergelijke wijze vooringevuld aangeboden worden of helemaal achterwege blijven als voldoende gegevens bekend zijn. Hoewel het i-NUP programma op 1 januari 2015 beëindigd wordt, zal in de praktijk, zowel landelijk als lokaal, nog het een en ander gerealiseerd en verder doorontwikkeld moeten worden. Regionalisatie informatiemanagement en automatisering Er is een intentieovereenkomst tussen de IJmondgemeenten om op het gebied van informatiemanagement en automatisering regionaal samen te werken en per 1 januari 2017 een gezamenlijke informatie- en automatiseringsorganisatie te vormen, in welke vorm dan ook. Het college stelt daarvoor voor 1 juli 2015 een businesscase op. Informatiebeveiliging Door de toenemende digitalisering is het zorgvuldig omgaan met de informatie en gegevens van burgers en organisaties ook voor gemeenten van groot belang. Uitval van computers of telecommunicatiesystemen, het in ongerede raken van gegevensbestanden of het door onbevoegden kennis nemen dan wel manipuleren van bepaalde gegevens kan ernstige gevolgen hebben voor de continuïteit van de bedrijfsvoering en het primaire proces. Een betrouwbare, beschikbare en correcte informatiehuishouding is essentieel voor de dienstverlening van gemeenten. Het is niet ondenkbaar dat hieraan ook politieke consequenties verbonden zijn of dat het imago van de gemeente en daarmee van de overheid in het algemeen wordt geschaad. De Diginotar-crisis en geconstateerde lekken in websites van overheidsorganisaties in 2011 hebben aangetoond dat de ICT-infrastructuur van gemeenten kwetsbaar is. De belangrijkste les uit de incidenten is dan ook dat er behoefte is aan een fundamentele oplossing van het informatieveiligheidsprobleem bij gemeenten. De rijksoverheid gaat eveneens nadere eisen stellen aan de beveiliging van de gemeentelijke informatiehuishouding, bijvoorbeeld als voorwaarde om aangesloten te zijn en te blijven op DigiD. Ook in het onderzoek van de Onderzoeksraad Voor Veiligheid naar het 161
Diginotar-incident is een dergelijke aanbeveling opgenomen. Landelijk is er een strategische en tactische baseline ontwikkeld die de komende jaren als standaard bij gemeenten geïmplementeerd dient te worden en een normaal onderdeel van de bedrijfsvoering gaat worden. Dit vergt de komende jaren een forse inspanning van de gehele gemeentelijke organisatie. Eind 2013 is het informatiebeveiligingsbeleid opgesteld, in 2014 is de huidige situatie omtrent informatiebeveiliging geïnventariseerd. Op basis daarvan is in 2014 een plan opgesteld welke maatregelen genomen moeten worden, de uitvoering daarvan gaat gefaseerd plaatsvinden. Het college zorgt vanaf 2015 voor structurele rapportage over de informatiebeveiliging aan de raad. Regiefunctie informatievoorziening Het adequaat borgen van de informatievoorziening wordt een steeds belangrijkere en noodzakelijke opgave. De informatievoorziening kan gezien worden als de verbinding tussen enerzijds de informatievraag vanuit de bedrijfsvoering en anderzijds het aanbod vanuit de ICT. Daarbij zal de informatievoorziening onder andere rekening moeten houden met zaken zoals voormelde informatiebeveiliging, ketenpartners, landelijke basisregistraties, regionalisering en technische (architectuur)standaarden en uitgangspunten. Ook is de tendens zichtbaar dat de informatievoorziening steeds minder tot het domein van ICT behoort, maar juist een plaats behoort te krijgen binnen de normale bedrijfsvoering. Het moet onderdeel worden van de planning- en controlcyclus. In het door het college vastgestelde informatiebeleidsplan 2012-2015 is aangegeven dat deze regiefunctie gerealiseerd wordt door een informatiemanager. Informatievoorziening decentralisaties Vanaf 1 januari 2015 moet de informatievoorziening rondom de decentralisaties functioneren. Gezien de grote veranderopgaaf zal de informatievoorziening op het minimaal vereiste niveau gebracht worden om de nieuwe dienstverleningsprocessen te kunnen ondersteunen. Het college zorgt er voor dat deze processen in de loop van 2015 doorontwikkeld worden, met name aan de hand van opgedane ervaring. Services Op 1 januari 2014 is het team services samengesteld. In dit team zijn alle 1e lijns producten voor de interne organisatie samengevoegd. Het team heeft drie doelstellingen: Het optimaliseren van de huidige werkzaamheden / producten, het inrichten van een servicedesk en het gastheerschap vormgeven. Optimaliseren Het optimaliseren van de werkzaamheden krijgt in 2015 vorm. Hiervoor heeft in het najaar 2014 onderzoek plaats gevonden naar het huidige functioneren van het team. Op basis daarvan gaat het college verbetervoorstellen doen. Servicedesk Op 21 maart 2014 is vanuit het team Services de interne Servicedesk ingesteld. Via één telefoonnummer en één e-mailadres kunnen de medewerkers met al hun intern gerichte vragen, klachten en opmerkingen terecht. De meeste van deze vragen worden direct opgepakt dan wel afgehandeld. Daar waar de servicedeskmedewerker de vraag niet direct kan afhandelen wordt deze doorgezet naar de experts. Het doel van de Servicedesk is enerzijds de interne dienstverlening te optimaliseren en anderzijds om vanuit de signalen aanpassingen aan de dienstverlening aan te brengen. Gastheerschap In het opleidingsprogramma wordt het gastheerschap van de gemeente Beverwijk verder vorm gegeven. In september 2014 is gestart met een opleiding, op basis van een 162
gedefinieerde rode draad wordt maatwerk gemaakt voor ieder team. De training wordt in 2015 afgerond. In de training is specifieke aandacht voor de borging van het gastheerschap. Financiële Administratie Het team financiële administratie van de afdeling Bedrijfsvoering zorgt voor registratie van de financiële functie. Dit team zorgt ervoor dat, met een minimum aan controlemiddelen, er een optimale verwerking is. Met het realiseren van de decentralisaties neemt de omvang van de begroting van de gemeente Beverwijk in 2015 significant toe. Dit heeft tot gevolg dat een aanzienlijke stroom nieuwe facturen en betalingen van nieuwe crediteuren met bijbehorende controle procedures in 2015 ingebed moeten worden in de administratieve systemen. Financieel beheer P&C Cyclus De rode draad binnen team P&JC blijft de P&C cyclus. Vanaf de start van een cyclus met de (financiële) kadernota tot aan het laatste product, de jaarrekening coördineert team P&JC de samenstelling van het product en de tijdige aanbieding aan college en raad. Zowel een kwalitatieve verbetering van deze stukken als een kwantitatieve verbetering zijn en blijven doelstellingen voor de lange en korte termijn. Op 3 juli 2014 heeft de raad van Beverwijk de volgende motie aangenomen: De raad van de gemeente Beverwijk, in vergadering bijeen op 3 juli 2014, overwegende dat; - er kansen zijn om de toegankelijkheid van de jaarstukken te verbeteren, - de raad optimaal in staat moet zijn om aan de hand van de jaarstukken kaders te stellen, constaterende dat; - de raad in de programmabegroting meer meetbare en controleerbare maatschappelijke doelen wil formuleren; - de planning en control cyclus meer ingericht kan worden met het doel om de gemeenteraad de ruimte te geven om te sturen op de inhoud van het beleid; - er in andere gemeenten goede voorbeelden te vinden zijn voor een andere opzet van de begroting en de jaarrekening; verzoekt de auditcommissie; - om ten behoeve van de begroting 2016 met een uitgewerkt plan te komen ter verbetering van de toegankelijkheid van de jaarrekening (en de begroting) op basis van bij de overwegingen en constateringen genoemde punten. Deze motie sluit aan bij de ambitie van Beverwijk om de P&C documenten continue naar een kwalitatief hoger niveau te brengen. Daarnaast is het de ambitie van het college om tussentijdse rapportages met een mogelijk financieel effect te koppelen aan de P&C cyclus. Voorbeelden hiervan zijn de periodieke rapportage grote projecten en het meerjarenperspectief grondexploitaties. Effect activa en bedrijfsvoering investeringen (BIP) De inschatting van de kapitaallasten als gevolg van investeringen fluctueert jaarlijks. Dit is het gevolg van fasering van investeringen. Voor de investeringen welke nodig zijn voor de bedrijfsvoering (zoals voertuigen en computerapparatuur) verstrekt de raad een totaalkrediet. Deze aanvraag is gebaseerd op een economische inschatting voor de geplande aanschaf van nieuwe bedrijfsmiddelen en vervanging van reeds aanwezige bedrijfsmiddelen. Het werkelijke moment van aanschaf kan echter wijzigen omdat, door de staat van een bedrijfsmiddel, de vervanging uitgesteld wordt. De afzonderlijke investeringen worden dan ook pas gedaan nadat dit door het college, middels een collegenota, is besloten en waarbij de nut en noodzaak van de investeringen is getoetst. Bij de jaarrekening wordt achteraf een overzicht geleverd met daarin de aangewende BIP-kredieten.
163
Onderhoud kapitaalgoederen (3) Algemeen De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen gaat over de onderhoudsbegroting en beheerplannen van de gemeentelijke bezittingen. De budgetten voor het onderhoud aan deze duurzame goederen zijn verdeeld over diverse programma’s van de programmabegroting. In artikel 18 van de verordening financieel beheer (gebaseerd op artikel 212 van de Gemeentewet) worden de kaders gesteld waaraan de begrotings- en verantwoordingsinformatie moet voldoen. De gemeentelijke bezittingen kunnen als volgt worden gerubriceerd: - Infrastructuur : wegen en kunstwerken, water en riolering; - Voorzieningen : groen, speelplaatsen, openbare verlichting, sportfaciliteiten; - Gebouwen : huisvesting gemeente, welzijns- en onderwijsgebouwen. Het coalitieakkoord 2014-2018 vraagt meer aandacht voor adequaat onderhoud aan de wegen: “Het wegenonderhoud is een kerntaak van de gemeente en moet op orde zijn. Door weg- en rioolwerkzaamheden te combineren, blijft de overlast beperkt.” Om de duurzaamheid van deze kapitaalgoederen te waarborgen, is goed onderhoud van belang. Bij achterstallig onderhoud kunnen de financiële gevolgen van een renovatie of groot onderhoud een behoorlijk beslag leggen op de beschikbare middelen. Bij het samenstellen van de uitvoeringsplannen wordt zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de vervangingscyclus van riolering (GRP, gemeentelijk rioleringsplan) en wegen. Vervolgens stelt het college een jaarprogramma vast. Voor inzicht in het financiële effect van de diverse uitvoeringsplannen wordt verwezen naar de uitvoeringsplannen / beheerplannen ter zake. Integrale meerjarenplannen: Met het oog op een effectieve en efficiënte besteding van beschikbare middelen maakt de afdeling Ruimte jaarlijks integrale meerjarenprogramma’s voor de diverse beheerdisciplines. Deze meerjarenplannen bieden een concrete basis voor de komende tien jaar voor de sturing, planning en uitvoering van alle beheerwerkzaamheden in de openbare ruimte. Beheer openbare ruimte Met het vaststellen van de gewenste beeldkwaliteit is de norm bepaald waaraan het beeld van de stad moet voldoen. De beeldkwaliteit is in 2007 vastgesteld op: normaal voor de woonwijken, hoog voor het centrumgebied en de hoofdwegen en sober voor de buitengebieden. De beeldkwaliteitskaart is in juni 2012 geactualiseerd. Uitgangspunt hierbij is dat de onderhoudsintensiteit hierop wordt aangestuurd en het resultaat wordt vergeleken met het gewenste beeld en daar waar nodig bijgestuurd. Hierdoor is er een directe relatie tussen het gewenste beeld, het beheer en onderhoud en de feitelijke situatie. Er is echter een grote bezuinigingsopgave de komende jaren, waardoor keuzes moeten worden gemaakt voor versobering van het aanzien en een vermindering van de leefbaarheid en het comfort in de openbare ruimte. Wegen Een van de doelen in het programma Verkeer en wegen is te komen tot een duurzaam en goed onderhouden wegennetwerk (incl. kunstwerken). Het minimale uitgangspunt is daarbij “heel en veilig”. In 2007 is het meerjarenprogramma 2007-2015 voor het beheer en onderhoud van wegen, groen en riolering vastgesteld, gebaseerd op de kwaliteitsvariant. Projecten zoals; Meerestein, Oranjebuurt , Zwaansmeer, Oosterwijk en Wijk aan Zee zijn de afgelopen jaren gerealiseerd. Voor 2016 worden ook de nu nog lopende projecten uitgevoerd.
164
Door het structureel niet bijstellen van beheerbudgetten en het niet toepassen van inflatiecorrecties zijn de beschikbare middelen voor adequaat onderhoud volgens het gewenste en vastgestelde ambitieniveau substantieel afgenomen. Voorts heeft de raad bij de bezuinigingsvoorstellen in juli 2012, onder invloed van de financiële vooruitzichten, nogmaals ingrijpende bezuinigingen doorgevoerd ten laste van het onderhoud aan wegen. Uiteraard blijft dit niet zonder gevolgen. Hoewel technisch nog steeds “heel en veilig” is er in de algehele beeldkwaliteit in vergelijking met nieuwe herinrichtingen, voor wegen op onderdelen een forse mate van achterstallig onderhoud. De komende jaren moet daarom aanzienlijk geïnvesteerd worden in het onderhoud van de openbare ruimte om een minimumkwaliteitsniveau en de veiligheid te kunnen waarborgen. Binnenstedelijk groen: Voor handhaving en verbetering van groen in het stedelijk gebied is een groenbeleidsplan richtinggevend. Dit groenbeleidsplan bestaat uit drie onderdelen: 1. Het groenstructuurplan, vastgesteld in 2005, geeft het wensbeeld voor de groenstructuur op stads- en stadsdeelniveau. 2. Het groenomvormingsplan, vastgesteld in 2007, vertaalt de doelstellingen uit het groenstructuurplan naar concrete projecten. 3. Het onderhoudsplan (of groenbeheerplan) wordt, waar nodig, geactualiseerd. In dit plan staat beschreven hoe de openbare ruimte meer integraal en volgens een onderhoudscategorie (extensief, standaard, standaard+ en/of intensief) onderhouden moet worden. Door het structureel niet bijstellen van beheerbudgetten en het niet toepassen van inflatiecorrecties, zijn ook voor groen de beschikbare middelen voor adequaat onderhoud volgens het door het bestuur gewenste en vastgestelde ambitieniveau niet meer toereikend. Bij de bezuinigingsvoorstellen in juli 2012 heeft de raad wederom op programma inrichting en beheer openbare ruimte (16) ingrijpende bezuinigingen doorgevoerd. Uiteraard blijft dit niet zonder gevolgen, op sommige plekken is een zodanige achterstand ontstaan in het onderhoud dat vervanging noodzakelijk is. Met het reguliere onderhoud kunnen deze vakken niet meer op het gewenste kwaliteitsniveau worden onderhouden. Buitenstedelijk groen Het beleidskader voor het groene buitengebied wordt hoofdzakelijk bepaald door het Ontwikkelingsplan Groene IJmond, waarvan de aanleg voor een groot deel is afgerond. Doelstellingen zijn: - Voor de westelijke stadsrand (Groen- en waterplan); zorg voor samenhang gebied van recreatie en flora & fauna in de binnenduinrand: - Strategisch Groen Project IJmond-Zaanstad (SGP zorgt voor verbeterde mogelijkheden voor landelijk recreëren (wandelen, fietsen, varen en paardrijden) middels aanleg van recreatiegebied De Buitenlanden en groene verbindingen van de stad naar en door de landelijke omgeving. Gebouwen Het beheer van gebouwen omvat niet alleen de gebouwen (niet) openbare dienst, maar ook sportinfrastructuur en onderwijshuisvesting. Het beheer van de gebouwen (niet) openbare dienst is vastgelegd in een meerjaren onderhoudsplan. Dit plan wordt jaarlijks geactualiseerd aan de hand van inspectierondes. Onderhoud dat nog niet direct noodzakelijk is wordt doorgeschoven en onderhoud dat eerder noodzakelijk blijkt wordt naar voren gehaald. De planning wordt hierop jaarlijks aangepast maar de hoofdlijnen blijven gehandhaafd.
165
Met sportinfrastructuur wordt bedoeld het geheel van sportverenigingen, organisaties en accommodaties, regelingen, organisatorische arrangementen en activiteiten voor de sportbeoefening in Beverwijk. Door hiervoor te zorgen kunnen burgers sporten, sociale contacten leggen en onderhouden, recreëren, zich verder ontwikkelen en ontspannen. Binnen de gemeente Beverwijk is een groot aantal binnensportaccommodaties te vinden. De Stichting Sportaccommodaties Beverwijk beheert de gemeentelijke sportvelden (wielerbaan, sportpark Adrichem en Duinrand en hockeycomplex Overbos). De Stichting beheert ook de gemeentelijke gymnastieklokalen en sporthallen in Beverwijk. De onderhoudsplanningen zijn gebaseerd op noodzakelijke onderhoudsmaatregelen, afschrijvingstermijnen, de kosten die met de investeringen verbonden zijn en de middelen die komende jaren nodig zijn om dit te kunnen realiseren. In 2015 stelt het college een nieuw MGOIP op met bijbehorende financiële doorrekening. Riolering en water - De zorg voor het oppervlaktewater ligt grotendeels bij hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK), het beleid is in 2007 vastgelegd in het Regionaal Waterplan. - Afvalwater, hemelwater en grondwater zijn per 2008 gemeentelijke zorgplichten, het beleid is vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP 2010-2015). Gemeentelijke watertaken In 2009 is gestart met de afkoppel- en uitvoeringsmaatregelen zoals afgesproken in het meerjarenplan in relatie met het GRP. De investering en het onderhoud riool is middels de tarievenstructuur in het GRP 2010-2015 verwerkt. De afkoppelprojecten zijn, afhankelijk van de afstemming op vervangingsprojecten, uiterlijk eind 2015 gereed. De afkoppelprojecten hebben een grote invloed op de wijken. Door een gebiedsgerichte aanpak ontstaan kansen om meerdere problemen in een wijk integraal aan te pakken en een kwaliteitsslag te maken in de buitenruimte. De gevolgen zijn merkbaar in de wijken Zwaansmeer en Oosterwijk eerste fase, Oranjebuurt, Meerestein en Wijk aan Zee. Met het huidige budget zijn wij redelijk in staat om de riolering te onderhouden. Er vindt zowel synergie plaats tussen rioolonderhoud en rioolverbeteringen als door een integrale aanpak van gebiedsgerichte rioolverbetering in woonwijken. Oppervlaktewater Het Regionaal Waterplan Beverwijk, Heemskerk en Uitgeest 2008-2017 beschrijft de maatregelen en afspraken om het watersysteem op orde te krijgen. De zwaarste en meest kostbare maatregelen betreffen de omleiding van de hoofdwaterstromen. Het HHNK investeert minimaal €2 mln. in het waterplan voor Beverwijk. Regelmatig overleg op projectniveau vindt plaats om goede afstemming te bereiken met de gemeentelijke projecten.
166
Financiering (4) Algemeen In artikel 212 van de Gemeentewet en artikel 13 van het BBV is geregeld dat gemeenten verplicht zijn een financieringsparagraaf in de programmabegroting op te nemen. Deze paragraaf bevat in ieder geval de beleidsvoornemens over het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Het treasurystatuut 2010 is door de raad vastgesteld (2010/58445). In dit document zijn de doelstellingen van het treasurybeleid en richtlijnen en limieten voor de dagelijkse uitvoering van de het treasurybeleid vastgelegd. Deze paragraaf is, in combinatie met het treasurystatuut (2010/58414) een belangrijk instrument voor het transparant maken, en daarmee het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de inrichting van de financieringsfunctie, de uitwerking vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf. Treasurybeleid De treasury houdt zich bezig met risico’s, die samenhangen met alle toekomstige kasstromen. Deze risico’s komen voort uit zowel de financieringsbehoefte als uit de modaliteiten van de bestaande portefeuilles (onder meer: vervroegde aflossingen, herfinanciering, herbelegging, renteaanpassingen en dergelijke). Het treasurybeleid is primair gericht op het waarborgen van financiële continuïteit door het resultaat en vermogen te beschermen tegen financiële risico’s en de organisatie financierbaar te houden. Deze bescherming vindt plaats door de renterisico’s en risico’s uit financiële posities te vermijden en te spreiden. Deze twee soorten risico’s zijn leidend en gaan in de uitwerking verder dan de wettelijke kaders. In principe zijn de uitgangspunten als volgt: - Zorg dragen voor voldoende financierbaarheid op korte en lange termijn; - Bewerkstelligen van passende financieringslasten; - Beheersen van wettelijke en feitelijke rente- en/of financieringsrisico’s; - Risicomijdend uitzetten van gelden en afgeven van garanties; - Zorg dragen voor een effectief, veilig en efficiënt betalingsverkeer; - Actief onderhouden van contacten met marktpartijen om toegang tot de financiële markten open te houden. Deze uitgangspunten leiden tot het zo nauwkeurig mogelijk toepassen van “matching” tussen opgenomen en uitgezette gelden. Daarnaast wordt actief gebruik gemaakt van de wettelijke mogelijkheden om passende financieringslasten te bewerkstelligen. Onder meer in het zo maximaal mogelijk betrekken van de kasgeldlimiet bij financieringsbeslissingen. Informatievoorziening Het voorzien van juiste, tijdige en volledige informatie moet worden gerekend tot één van de belangrijkste voorwaarden voor het kunnen beheersen van risico’s. Het college maakt in tussentijdse rapportages melding van relevante afwijkingen op de financieringsparagraaf. Voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie is het verder van groot belang dat de administratieve organisatie en informatievoorziening goed zijn geregeld. De richtlijnen en limieten, de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, delegatie en mandatering zijn geregeld in het treasurystatuut.
167
Ontwikkelingen Externe ontwikkelingen Met ingang van 2014 kunnen overtollige middelen alleen worden ondergebracht bij de schatkist of bij lokale overheden. Beverwijk heeft een bedrag van €15 mln. voor 15 jaar uitgezet bij een andere gemeente. De rentevergoeding door de schatkist is minimaal, deze is gelijk aan de inleenrentes van de Nederlandse Staat op de financiële markten. De in deze begroting verwerkte renteopbrengsten zijn gebaseerd op de verwachte renteopbrengsten. Interne ontwikkelingen De uitvoering van de treasuryfunctie vindt in 2015 plaats op grond van de regelgeving zoals vastgelegd in het treasurystatuut. Tijdig, juist en volledig beschikbaar hebben van financiële informatie over grote kasstromen is van wezenlijk belang om de treasurywerkzaamheden naar behoren te kunnen uitvoeren. Die financiële informatie dient vooral te komen uit daarvoor op te stellen liquiditeitsplanningen. Liquiditeitsplanning 2014-2020 In het 1e kwartaal 2014 is, op basis van een inventarisatie van de projecten een nieuwe liquiditeitsplanning opgesteld. Deze planning is terug te vinden in de financiële kadernota 2015-2018. (INT-14 -11442)
Risicobeheer Treasurystatuut De raad heeft als algemeen uitgangspunt vastgesteld dat, in verband met het risicobeheer, alleen uit hoofde van de “publieke” taak leningen of garanties worden verstrekt. Indien middelen worden uitgezet dienen deze een prudent karakter te hebben en niet te zijn gericht op het genereren van inkomen door het lopen van overmatige risico’s. Het prudente karakter wordt gewaarborgd door richtlijnen en limieten, zoals deze zijn neergelegd in het treasurystatuut. Uitgangspunt is dat wordt voldaan aan kasgeldlimiet en renterisiconorm. De belangrijkste algemene financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn: renterisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en koersrisico’s. Hierna wordt aangegeven in welke mate deze risico’s zich bij de gemeente Beverwijk voordoen en op welke wijze het college deze risico’s beheerst. Renterisico’s Gemeente Beverwijk loopt renterisico’s door fluctuaties die optreden in de door derden (banken etc.) gehanteerde rentetarieven. Beverwijk financiert een deel van haar investeringen met externe middelen waarover een rentevergoeding is verschuldigd en loopt hierbij een financieel risico als de rentetarieven stijgen. Met de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) beperkt de wetgever dit risico door het instellen van de zogenaamde kasgeldlimiet en renterisiconorm. Hierdoor worden gemeenten verplicht om de renterisico’s binnen aanvaardbare normen te houden. Hierna wordt ingegaan op de risico’s bij kortlopende financiering (kasgeldlimiet) en langlopende financiering (renterisiconorm). Kasgeldlimiet De Wet fido bepaalt, dat de gemiddeld netto-vlottende schuld per kwartaal niet de kasgeldlimiet mag overschrijden. De kasgeldlimiet stelt een grens aan korte financiering. Hiermee kan het renterisico op de korte financiering beperkt worden. De kasgeldlimiet wordt berekend als een bepaald percentage (8,5%) van het totaal van de jaarbegroting bij aanvang van het jaar. Hieronder volgt een overzicht van de hoogte van de kasgeldlimiet over 2015: 168
Omschrijving Omvang begroting 2014 Kasgeldlimiet in procenten van de grondslag Kasgeldlimiet in bedrag
( x1.000) € 101.285 8,5% € 8.609
Renterisiconorm Het renterisico op de vaste schuld (leningen met een looptijd langer dan één jaar) mag de renterisiconorm niet overschrijden. Streven is hierbij geen overmatige renterisico’s op de vaste schuld te lopen. In de Wet fido worden normen gesteld voor het renterisico op de vaste schuld. Met het stellen van deze normen is een kader beschikbaar om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen, dat het renterisico door renteaanpassingen en herfinanciering van leningen in voldoende mate wordt beperkt. - De renterisiconorm wordt berekend door een vastgesteld percentage (20%) te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld bij aanvang van het jaar. - Het renterisico wordt berekend door te bepalen welk deel aan vaste schuld in enig jaar geherfinancierd moet worden uit het aangaan van nieuwe leningen en voor welk deel van de vaste schuld een wijziging van rente op basis van de leningvoorwaarden niet kan worden beïnvloed. Gezien het navolgende overzicht is de verwachting dat de gemeente Beverwijk in 2015 binnen de wettelijke norm blijft. Renterisiconorm
2015 (x €1.000)
1a renteherziening vaste schuld o/g 1b renteherziening op vaste schuld u/g 2 renteherziening op vaste schuld (1a-1b)
-
3a Nieuw aangetrokken vaste schuld 3b Nieuw uitgezette lange leningen 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
-
5 betaalde aflossingen 6 herfinanciering (laagste van 4 en 5) 7 renterisico op vaste schuld (2 + 6)
23.156 -
Renterisiconorm 8 Stand vaste schuld per 1 januari 9 normpercentage Toets risiconorm 10 Renterisiconorm (8 * 9) 7 renterisico op vaste schuld 12 Ruimte (10-7)
127.624 20%
25.525 25.525
Kredietrisico’s Kredietrisicobeheer geeft de risico’s aan van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. De gemeente loopt kredietrisico’s bij: - Het uitzetten van overtollige middelen (middelen die niet dienen voor de uitoefening van de publieke taak); - Het verstrekken van leningen en garanties uit hoofde van de publieke taak.
169
Het college beperkt de kredietrisico’s door onder meer het stellen van eisen aan de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Voor de genoemde kredietrisico’s betreft dit de volgende risicobeperkende maatregelen: - Uitzetten van overtollige middelen; de kredietrisico’s zijn door de regelgeving rond het schatkistbankieren vrijwel nihil. - Verstrekken van leningen en garanties; als gevolg van de Wet fido kan de gemeente slechts leningen en garanties verstrekken ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak. In het treasurystatuut is bepaald dat hierbij maximale zekerheden en garanties moeten worden verkregen die in die specifieke situaties mogelijk zijn. Wettelijk gezien is het college bevoegd om leningen en garanties te verstrekken. - De gemeente staat indirect garant voor woningbouwleningen middels een achtervangovereenkomst, waarbij in eerste instantie het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) garant staat. Liquiditeitsrisico’s Beheersing van dit risico is van belang om te voorkomen dat er onnodig kort geld moet worden aangetrokken voor het doen van lopende betalingen. Liquiditeitsrisico’s doen zich bijvoorbeeld voor wanneer de uitgaande geldstromen onvoldoende zijn afgestemd op de inkomende geldstromen zodat kort geld moet worden aangetrokken om te kunnen voldoen aan lopende betalingen. Koersrisico’s Dit betreft het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde vermindert door negatieve koersontwikkelingen. Aandelen zijn hiervan een goed voorbeeld. Uitgangspunt voor het college is dit risico zoveel mogelijk uit te sluiten.
Gemeentefinanciering Financieringsmiddelen De investeringen van de gemeente Beverwijk worden gefinancierd met interne en externe financieringsmiddelen (eigen en vreemd vermogen). Onder interne financieringsmiddelen vallen reserves en voorzieningen, onder externe financieringsmiddelen de opgenomen langlopende leningen. Financieringen voor een periode van een jaar en langer worden alleen aangetrokken ten behoeve van de uitoefening van een publieke taak. Financiering met externe financieringsmiddelen wordt zoveel mogelijk beperkt door primair de beschikbare interne financieringsmiddelen (reserves en voorzieningen) te gebruiken teneinde het renteresultaat te optimaliseren. Toegestane instrumenten bij het aantrekken van financieringen zijn uitsluitend onderhandse leningen. Leningenportefeuille Het is van groot belang zicht te hebben op de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen. Deze rentegevoeligheid blijkt onder meer uit de hiervoor omschreven renterisiconorm. In onderstaand schema geven wij de verwachte mutaties in de leningenportefeuille. Mutaties in leningenportefeuille Stand per 1 januari 2015 Nieuwe leningen Reguliere aflossingen Vervroegde aflossingen Stand per 31 december 2015
Bedrag (x €1.000) € 127.624 €0 € 23.156 €0 € 104.468
170
Relatiebeheer De gemeente Beverwijk heeft met de volgende bankinstellingen een rekening-courant verhouding: BNG Bank, ING, Rabobank. De gemeente heeft een “verplichte” relatie met de BNG Bank omdat alle rijksuitkeringen via BNG Bank lopen. BNG bank verzorgt het betalingsverkeer voor de gemeente. Berekening renteresultaat
1 Rentedekking MVA 2 Prognose rentedekking MVA: BIP 3 Rentedekking FVA 4 Rentekosten leningen
2014
2015
2016
2017
2018
6.070.112
6.389.293
6.706.453
6.590.323
6.542.023
0
55.815
74.225
57.144
41.924
156.173
161.471
157.034
152.590
148.191
-5.919.752
-5.365.753
-4.797.044
-4.609.593
-4.426.310
Saldo rentedekking
306.533
1.240.826
2.140.668
2.190.464
2.305.828
5 Rentebaten / rentelasten Renteresultaat
396.273 702.806
461.413 1.702.239
450.403 2.591.071
438.260 2.628.724
446.971 2.752.799
1. 2. 3.
4. 5.
Dit betreft de rentebate die ontstaat door de jaarlijkse belasting van producten en/of kredieten met een interne opslagrente over de boekwaarde van de materiële vaste activa per 1 januari van elk begrotingsjaar. Dit betreft de rentedekking, berekend op basis van de prognose van (nog niet aangevraagde) BIPinvesteringen over de periode 2015-2018. Dit betreft de rentebate die ontstaat door de jaarlijkse contractuele rente over de boekwaarde van de financiële vaste activa dan wel door de jaarlijkse belasting van producten met de interne opslagrente over de boekwaarde van de financiële vaste activa op 1 januari van elk begrotingsjaar. Dit zijn de verwachte rentekosten van de opgenomen leningen. Dit betreffen de geschatte ontvangen rentebaten die verwacht worden op het overschot aan liquide middelen.
RENTERESULTAAT 10.000.000 8.000.000 6.000.000 4.000.000 2.000.000 0 -2.000.000 -4.000.000 -6.000.000 -8.000.000
2014
2015
2016
2017
2018
dekking + baten/lasten
6.622.558
7.067.992
7.388.115
7.238.317
7.179.109
kosten leningen
-5.919.752
-5.365.753
-4.797.044
-4.609.593
-4.426.310
702.806
1.702.239
2.591.071
2.628.724
2.752.799
resultaat
171
Lokale heffingen (5) Algemeen Er zijn 2 soorten gemeentelijke belasting: - Belastingen: bijvoorbeeld onroerendezaakbelasting (OZB), toeristenbelasting en parkeerbelasting. De opbrengst daarvan gaat naar de gemeente. De gemeente bepaalt zelf waarvoor ze de opbrengst gebruikt. - Heffingen: dit zijn rechten, tarieven en leges. Bijvoorbeeld rioolrecht, afvalstoffenheffing of de kosten voor een paspoort. De gemeente krijgt hiermee alleen de kosten vergoed die ze gemaakt heeft. De totale opbrengst van deze heffingen mag niet meer zijn dan de totale kosten die ermee betaald worden. De gemeentelijke belasting is, naast de doeluitkeringen van het Rijk en de algemene uitkering uit het gemeentefonds, een belangrijke bron van inkomsten voor de gemeente. In het overzicht hieronder is een specificatie van de belastinginkomsten opgenomen.
€ 5.000.000 € 4.500.000
€ 4.448.588
€ 4.205.071
€ 4.269.028
Lokale heffingen 2015
€ 4.000.000
ZB
O
O
O
ZB
ei g
en ar en ZB n -e ig ie t -g eb en -w on a r in R ui k ren oe er w ge n s re on n nd ie in t e g za -wo e n ak ni be n g H on la s en t To de n ing be en er is la t s Pr en b tin g ec e a r la s tin io b Pa el a g rk st in e g Pa Pa erg e rk r l e e ke e de n rv r e r boe gu te nn s in R A i fv oo g e n al l h st of eff in fe G nh g r G afr ec Ma effi ra ng r fr ec hte ktg n e ht e n on l de no der n ho ta u a Ze l ge d m e Ve ee rm Bin hav en n a k ne ge n el ijk ha l he v e d de ng N ie nr eld O tt et v e ib in erig B de ou utie e le xe w g l re n es/ eg e ov re s er cht ig en e * le ge s* *
€-
* onder overige leges/rechten wordt verstaan leges archief, leges bijzondere wetten, burgerlijke stand, leges basiskaart. ** onder niet te indexeren overige leges wordt verstaan leges reisdocumenten, rijbewijzen, documenten en verklaringen, eigen verklaringen en naturalisatie.
172
€ 626.323
€ 138.967
€ 475.398
€ 101.756
€ 139.540
€ 329.245
€ 263.278
€ 235.517
€ 69.022
€ 135.000
€ 463.418
€ 156.664
€ 500.000
€ 5.658
€ 1.000.000
€ 165.570
€ 1.500.000
€ 450.000
€ 2.000.000
€ 1.350.000
€ 2.500.000
€ 1.740.058
€ 3.000.000
€ 2.361.008
€ 3.500.000
Index De tarieven van de meeste gemeentelijke heffingen worden, voor zover dat mogelijk en wettelijk is toegestaan, jaarlijks geïndexeerd om compensatie te bieden voor de inflatie. Het indexpercentage wordt jaarlijks door de raad vastgesteld bij de behandeling van de financiële kadernota in het voorjaar. Maatstaf hiervoor is de BBP-index (bruto binnenlands product) uit de meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Voor 2015 bedraagt de index 1,25%. Kwijtschelding De gemeente is op grond van de Invorderingswet 1990 bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Het gemeentelijk beleid is gebaseerd op de normen en richtlijnen van het Rijk. Kwijtschelding is mogelijk voor aanslagen rioolheffing en de afvalstoffenheffing. De gehanteerde kwijtscheldingsnorm is 100%.
Belastingen Onroerende zaakbelastingen Conform de BBP-index gaat het college voor 2015 uit van een opbrengstverhoging van 1,25%. De voor deze belastingen benodigde WOZ-waarden komen volgens planning in het 4e kwartaal 2014 beschikbaar. De vaststelling van de tarieven vindt plaats in de raadsvergadering van december 2014. Roerende zaakbelastingen De tarieven voor de roerende zaakbelastingen zijn wettelijk gekoppeld aan die van de onroerende zaakbelastingen. Parkeerbelastingen De parkeerbelastingen bestaan uit drie componenten, te weten; parkeergelden, parkeervergunningen en parkeerboetes. De inkomsten en uitgaven zijn aan elkaar gekoppeld met de reserve parkeren als vereveningsfonds. De tarieven vallen buiten de indexeringssystematiek, ze worden aangepast op basis van afzonderlijke besluiten. Het parkeergeldtarief (het zogenaamde straattarief) van €1,25 per uur wijzigt niet. Dit is in overeenstemming met het raadsbesluit om de tarieven pas aan te passen als de parkeergarage Meerplein geopend is. De opbrengst uit parkeergelden is voor 2015 ruim €70.000 lager begroot om aan te sluiten bij de praktijk. Naast de reguliere fluctuaties die zich jaarlijks voordoen is ook het toenemend gebruik van het zogeheten ‘belparkeren’ hier debet aan. Bij dit betaalsysteem betaalt men voor de daadwerkelijke tijd dat men geparkeerd staat. Mogelijk speelt ook de economische recessie een rol in de verminderde inkomsten. De raming opbrengst uit parkeervergunningen 2015 verlagen we met €30.000, omdat de geraamde opbrengst in 2014 (€165.000) te hoog is gebleken. De oorzaak hiervan ligt bij de wijzigingen van het tarief in 2014 en ook de economische recessie speelt hierbij mogelijk een rol. De tarieven van de parkeervergunningen blijven voor 2015 ongewijzigd. De raming van de opbrengst uit parkeerboetes blijft gelijk aan 2014 en wordt voor 2015 ook begroot op €450.000.
173
Toeristenbelasting Het tarief voor 2014 bedraagt €1,15 per persoon per overnachting. Het college is voornemens de raad voor te stellen om het tarief voor het belastingjaar 2015 gelijk te houden aan dat van 2014. Omdat het aantal overnachtingen en personen pas na afloop van een belastingjaar kan worden vastgesteld loopt de heffing en de inning een jaar achter. In 2013 is besloten de verordening zodanig aan te passen dat ook de arbeidsmigranten onder de heffing vallen. Het effect hiervan op de opbrengst kan nu nog niet concreet worden aangegeven. Dit blijkt pas in het verdere verloop van 2014. Onderzoek naar afschaffing toeristen- en hondenbelasting in 2015 Precariobelasting Het college stelt voor om de tarieven voor 2015 met de BBP-index van 1,25% te verhogen. Hondenbelasting Een verhoging van de hondenbelasting die, in 4 jaar tijd, tot een 25% meeropbrengst moet leiden, is één van de in 2012 aangenomen bezuinigingsvoorstellen. De extra tariefsverhoging van 6,25% geldt voor de belastingjaren 2013 tot en met 2016. Inclusief de indexering van 1,25% wordt voor 2015 een totale tariefsverhoging van 7,50% voorgesteld. Doordat de tarieven deelbaar moeten zijn door 12 en afgerond worden op een veelvoud van 5 cent, zorgt voor kleine afwijkingen.
Heffingen Rioolheffing Volgens de afspraken in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP) wordt het exploitatiesaldo van de rioleringsactiviteiten in het rioleringsfonds gestort, van waaruit vervolgens de omvangrijke rioleringsinvesteringen voor de komende jaren worden bekostigd. Om die investeringen te kunnen doen zijn in het GRP afspraken gemaakt over de jaarlijkse verhoging van de tarieven. Het college stelt voor om de tarieven in 2015 gelijk te houden aan die van 2014. Dit betekent een tarief van €207,24 bij een waterverbruik t/m 300m3 en €290,76 voor elke volgende 300m3 water of deel daarvan. Afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing kent een gedifferentieerde tariefstelling. Een eenpersoonshuishouden betaalt minder afvalstoffenheffing dan een meerpersoons-huishouden. Er wordt uitgegaan van een kostendekkende exploitatie van de afvalinzameling en –verwerking. Afwijkingen hierop worden verevend met de reserve ondergrondse afvalinzameling. De opbrengsten en daarmee de tarieven van de afvalstoffenheffing vallen buiten de standaard indexeringsystematiek. De geraamde kosten die afvalinzamelaar HVC bij de gemeente Beverwijk in rekening brengt vormen hiervoor de basis. Voor 2015 betekent dit een stijging van ongeveer 6,6%. Deze stijging houdt verband met de prijsindexering zoals besloten in de uitvoeringsovereenkomst met de HVC. Daarnaast wordt rekening gehouden met een beperkte eindafrekening van de HVC over 2014 en zijn de kosten voor het nieuwe afvalbrengstation in Beverwijk gedeeltelijk meegenomen in het tarief van 2015. Om de burgers van Beverwijk niet onevenredig zwaar te belasten wordt voorgesteld om het bedrag van het afvalbrengstation (€92.306) gedurende 4 jaar in de tarieven van de afvalstoffenheffing op te nemen en deels te dekken uit de reserve ondergrondse afvalinzameling.
174
Tot slot is in de Begrotingafspraken 2014 van het Rijk opgenomen om per 1 januari 2015 afvalstoffenbelasting te heffen op afval dat door Nederlandse gemeenten wordt aangeboden aan stortplaatsen en afvalverbrandingsinstallaties (het gaat hier om het belasten van het verbranden van afval, storten is sinds 1-1-2014 reeds belast). Dit voorstel is gedaan in het Belastingplan 2014 (Begrotingsafspraken) en wordt nader uitgewerkt door de Staatssecretaris van Financiën bij de vaststelling van het Belastingplan 2015 door het Rijk. Deze belasting wordt in rekening gebracht bij de HVC en door HVC volledig doorberekend aan de aandeelhoudende gemeenten. Aangezien het besluit over de afvalstoffenbelasting nog moet worden genomen, wordt voorgesteld de berekende verhoging volledig mee te nemen in het tarief van de afvalstoffenheffing 2015. Mocht het besluit tot invoering van deze afvalstoffenbelasting in 2015 niet voor 1 januari 2015 worden genomen, dan wel worden besloten om van de afvalstoffenbelasting af te zien, dan wordt het tarief voor 2015 naar beneden bijgesteld. Het college stelt voor 2015 de volgende tarieven voor; - Eenpersoonshuishoudens € 185,40 (was in 2014 € 174,00) - Meerpersoonshuishoudens € 279,00 (was in 2014 € 261,60) De tarieven zijn deelbaar door 12 (maanden) en afgerond op een veelvoud van 5 cent. Leges Uitgangspunt voor de legesinkomsten is streven naar zoveel mogelijk kostendekkendheid van de tarieven. Ook bij de leges stelt het college de BBP-index van 1,25% voor. Vanwege landelijk geldende (maximum) tarieven is deze index niet van toepassing op de leges voor reisdocumenten, rijbewijzen, documenten/eigenverklaringen, verklaringen en naturalisatie. De leges zijn onderverdeeld in drie componenten te weten; 1. Algemene dienstverlening: burgerzaken, reisdocumenten, archief- en bestuurstukken 2. Dienstverlening omgevingsvergunning: bijvoorbeeld bouwleges 3. Dienstverlening volgens Europese dienstrichtlijnen: horecavergunningen en evenementen Grafrechten Het college stelt de raad voor om de tarieven voor 2015 met het trendmatige percentage van 1,25% te verhogen. Daarnaast heeft de gemeenteraad bij de bezuinigingsvoorstellen in 2012 besloten om de grafrechten in 3 jaar jaarlijks met 10% te verhogen om een kostendekkende exploitatie van de gemeentelijke begraafplaats te bereiken, 2015 is hiervoor het laatste jaar. Marktgelden Het college stelt de raad voor om de tarieven voor 2015 met het trendmatige percentage van 1,25% te verhogen. Havengelden In 2013 en 2014 is de begrote opbrengst zeehavengeld incidenteel afgeraamd met €125.000. Daarmee zijn deze inkomsten realistischer geworden en sluiten ze meer aan bij de praktijk. Bovendien zijn ze in evenwicht gebracht met de uitgaven. Dit is in lijn met de wettelijke regels, die voorschrijven dat er geen ‘winst’ mag worden gemaakt bij de (gefiscaliseerde) havengelden. In de meerjarenraming 2015-2018 (nr. 12) wordt voorgesteld om de aframing van €125.000 op de zeehavengeldinkomsten vanaf 2015 structureel door te voeren. De tarieven van zeehaven- en binnenhavengeld worden met 1,25% geïndexeerd conform de meicirculaire.
175
176
Verbonden partijen (6) Conform artikel 15 van het BBV is de paragraaf verbonden partijen opgenomen. Met verbonden partijen worden sec de partijen bedoeld waarmee de gemeente Beverwijk zowel een financiële als een bestuurlijke relatie heeft. De verbonden partijen voeren voor een concreet omschreven doel beleid uit voor de gemeente. Dit beleid kan in principe ook door de gemeente in eigen beheer worden uitgevoerd. De gemeente mandateert als het ware de verbonden partij, maar blijft wel eindverantwoordelijk voor het realiseren van het beoogde doel. In onderstaand overzicht staat aangegeven welk college- of raadslid deel uit maakt van het bestuursorgaan van de verbonden partij (aandeelhoudersvergaderingen, ledenvergaderingen, raad van bestuur, enz.)
- De presentatie van de navolgende tabellen is overeenkomstig BBV. - Artikel 15 lid d BBV geeft aan dat het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar opgenomen moet worden. - Lid e van artikel 15 BBV geeft aan dat het resultaat vermeld moet worden. Omdat niet alle begrotingen beschikbaar waren op het moment van schrijven van deze paragraaf of omdat balansgegevens (eigen en vreemde vermogen) veelal niet begroot worden is in bepaalde gevallen volstaan met het opnemen van de meest actuele financiële gegevens. Beknopte weergave projecten/acties uit collegeprogramma voor 2015 inspanning college Uitwerking nota verbonden partijen . . . . .
177
.
jaar 2014-2018
Afvalschap IJmond-Zaanstreek (AIJZ)
In 1995 is door de gemeenten Zaanstad, Velsen, Heemskerk en Beverwijk een gemeenschappelijke regeling (GR) Afvalschap IJmond-Zaanstreek (AIJZ) vastgesteld. De afzonderlijke gemeenten hebben in het verleden afgesproken om het aandelenbezit van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) gezamenlijk in beheer onder te brengen in de GR AIJZ. De activiteiten van het AIJZ beperken zich voornamelijk tot het, namens de deelnemende gemeenten, beheren van de aandelen HVC. De verdeling is Zaanstad 50%, Velsen 25% en Beverwijk en Heemskerk 12,5%. AIJZ beheert namens de deelnemende gemeenten 18,15% aandelen HVC. Dit betreft een gering gestort eigen vermogen van €45,45 per aandeel. De overige financiering vindt plaats met geleend geld. Naast dit aandelenkapitaal gestorte vermogen staan aandeelhouders op basis van een gezamenlijke aandeelhouders(ballotage)overeenkomst ook garant voor eventuele verliezen van HVC, de betaling van rente en aflossing voor de geldleningen die HVC is aangegaan (met een garantstellingsprovisievergoeding van 1% van de gegarandeerde leningen) en de verplichting om al het verbrandbare afval en het gft-afval ter verwerking aan HVC aan te bieden. Zij zijn daarbij tevens verplicht om de door HVC vastgestelde tarieven te vergoeden.
Rechtsvorm en financiële gegevens
HVC heeft in 2013 een verlies geleden van €4,9 mln (ten laste van reserve) ten opzichte van 19 mln in 2012. HVC wordt al enige jaren geconfronteerd met de negatieve gevolgen van de aanhoudende recessie zoals een terugloop van te verbranden tonnages van huishoudelijk afval, een verminderde vraag naar secundaire grondstoffen zoals papier en metalen, een afnemende vraag naar elektriciteit waar HVC een deel van haar inkomsten uit genereert en de tijdelijke doorwerking van een stelselwijziging van de afschrijvingen. Voor wat betreft de investeringen worden alleen vervangingsinvesteringen gedaan en zijn niet strikt noodzakelijke investeringen stopgezet. De eerder ingevoerde structurele bezuinigingen van €19 mln zijn ook voor 2013 van kracht geweest en gelden ook voor de navolgende jaren. Daar waar herfinanciering noodzakelijk is blijft het uitgangspunt voor de komende jaren dat het in 2012 vastgestelde plafond ad. €670 mln van door de aandeelhouders gegarandeerde leningen, op basis van artikel 9 van de ballotageovereenkomst, niet wordt overschreden. Deze gegarandeerde leningen hadden per 31-12-2013 een totaal omvang van €593 mln. verbonden partij AIJZ
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
178
31-dec-13 45.705 993 46.698 149
31-dec-14 45.705 45.705 0 1.256
Doel
Het afvalschap heeft tot doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemers te behartigen voor beheer van de aandelen van de NV Huisvuilcentrale Noord-Holland, een doelmatige en milieuhygiënische verantwoorde verwijdering van afvalstoffen en het ontwikkelen van beleid en uitvoering op het terrein van preventie en hergebruik. De hiervan afgeleide taken voor de GR AIJZ zijn: 1. het bepalen van het standpunt dat (namens de deelnemende gemeenten in de GR AIJZ) in de aandeelhoudersvergadering van HVC wordt ingenomen. 2. het benoemen van een commissaris. 3. het aanbieden van afval aan HVC. Formeel dragen de gemeenten hun afval eerst over aan de GR AIJZ die het vervolgens ter verwerking aanbiedt aan HVC. In de praktijk wordt het afval direct aan HVC aangeboden.
Visie
De visie van de gemeente ten aanzien van het samenwerkingsverband is een efficiëntere uitvoering van taken. De HVC heeft bij haar oprichting de beleidslijn vastgesteld dat voor deelname in haar aandelenkapitaal de voorkeur wordt gegeven aan een gemeentelijke samenwerkingsorgaan zoals de GR AIJZ, die taken en bevoegdheden uitoefent op het gebied van het regionale afvalverwijderingsbeleid. Het publieke belang van de GR AIJZ is beschreven bij het “doel”.
HVC doet investeringen op het gebied van aan afval gerelateerde projecten zoals energie uit reststromen, biomassa en warmtelevering gekoppeld aan de productiecapaciteit van HVC. Het risico voor Beverwijk als aandeelhoudende gemeente is via de GR AIJZ in beeld gebracht. Dit betreft het totale bedrag aan garantstellingen aandelen A (maximaal €671 mln.) met een omvang ultimo 2013 ad. €593,3 mln. Voor het Beverwijkse aandeel (12,5% in het 18,15% belang AIJZ in HVC) geldt vervolgens een risico van €13,5 mln. Aandeelhouders worden niet verplicht tot deelname aan niet aan afval gerelateerde investeringen, via aparte projectvennootschappen, en zij zijn ook gevrijwaard voor alle risico’s die hiermee verband houden. Wel kunnen aandeelhouders worden aangesproken voor eventuele verliezen van HVC zelf. HVC bouwt de komende jaren haar totale leningenportefeuille af en de niet gegarandeerde Beleidsvoornemens leningen voor investeringen duurzame energie worden beperkt. Met instemming van de GR AIJZ is de strategie van HVC herijkt met een focus op materiaalhergebruik om te komen tot de doelstelling van 60%. Gemeentespecifieke voorstellen voor dit hergebruik worden voorzien voor 2015. De gemeente is vooralsnog voornemens het huidige beleid voor het gezamenlijk beheer van de aandelen GR AIJZ te handhaven. 19 rekenkamers, waaronder Beverwijk, hebben onderzoek gedaan naar de constructie HVC-GR AIJZBeverwijk en in 2014 gerapporteerd over de risico’s van deze constructie en aanbevelingen gedaan (IN-14-10874, INT-14-11180, INT-14-11181, INT-1411183, UIT-14-09080) . Mogelijk leidt dit tot aanvullende maatregelen in 2015 voor de verbonden partij GR AIJZ, HVC en onze gemeente.
179
BNG Bank
Rechtsvorm en financiële gegevens.
Doel
De BNG Bank, opgericht in 1914, is een structuurvennootschap. De Staat is houder van 50% van de aandelen. De andere 50% is in bezit van andere overheden zoals gemeenten, provincies en een hoogheemraadschap. De BNG bank is gevestigd in Den Haag. . De BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de bank bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke zaak.
Deelname is financieel van aard en vooral gericht op het ontvangen van jaarlijks dividend. Dit dividend wordt op het moment van ontvangst verwerkt. Visie Publiek belang Hiervoor wordt verwezen naar het “doel.”
Bestuurlijk belang: De Nederlandse gemeenten hebben zeggenschap in de BNG Bank via het stemrecht op de aandelen die zij bezitten. Gemeenten die aandelen van de BNG Bank bezitten, delen jaarlijks mee in de winst in de vorm van dividend. Het aandelenkapitaal van de BNG Bank bestaat uit 100.000.000 aandelen, waarvan 55.690.720 aandelen zijn geplaatst en volgestort. Beverwijk heeft hiervan 85.605 (= ca. 0,15%) in haar bezit. Beleidsvoornemens
Het financiële belang: De gemeente Beverwijk bezit 85.605 aandelen (van nominaal €2,50) van de BNG Bank, i.c. €214.021. Jaarlijks ontvangt Beverwijk hierover dividend. Hierbij dient opgemerkt te worden dat het dividend onder druk staat en lager zal uitvallen dan in voorgaande jaren het geval was. Het in 2014 hogere ontvangen dividend ten opzichte van 2012 is bijgeraamd bij bestuursrapportage I 2014. (regel 23). Er is geen voornemen om het huidige beleid te veranderen.
180
€ 2,50
€ 2,00
€ 1,50
€ 1,00
€ 0,50
€ 0,00 Dividend per aandeel
2011
2012
2013
2014
€ 2,30
€ 1,15
€ 1,49
€ 1,27
181
Cocensus
Rechtsvorm en financiële gegevens
Cocensus is een gemeenschappelijke regeling (GR). Deze GR is op 1 januari 2007 door de gemeenten Haarlem en Haarlemmermeer opgericht. In de loop van 2009 heeft de gemeente Hillegom zich hierbij aangesloten. En met ingang van 1 januari 2010 maakt gemeente Beverwijk hier ook deel van uit. Vanaf januari 2012 is de GR uitgebreid met de OVER-gemeenten (Wormerland en Oostzaan). Met ingang van januari 2014 zijn ook de gemeenten Alkmaar, Bergen, Graft-de Rijp, Heerhugowaard, Langedijk en Schermer bij de GR aangesloten. In 2014 heeft de gemeente Den Helder het voornemen geuit om, met ingang van januari 2015, ook aan te sluiten bij GR.. Bij toestemming van alle overige gemeenten treedt de gewijzigde GR met ingang van 1 januari 2015 in werking. verbonden partij Cocensus
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
31-dec-13 -70.342 4.660.000 4.589.658 -1.324 754.300
31-dec-14 -5.342 4.660.000 4.654.658 -1.324 745.900
. De GR zorgt voor; - de heffing en invordering van onroerendezaakbelasting; - rioolrechten en afvalstoffenheffing; - de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en; - voert de Wet waardering onroerende zaken uit. Deze werkzaamheden worden zo efficiënt mogelijk uitgevoerd en beheerd. Doel
Daarnaast verzorgt de GR voor de gemeente Beverwijk de; - heffing en inning van de havengelden; - grafrechten; - marktgelden; - precario; - leges; - hondenbelasting; - toeristenbelasting en ; - vermakelijkhedenretributie
Visie
Het samenwerkingsverband zorgt voor een efficiëntere en effectievere uitvoering van de belastingtaken.
Beleidsvoornemens
Na toetreding van de laatste groep gemeenten heeft Cocensus een taakstelling van 2% kostenreductie.
182
GEM Broekpolder
De GEM Broekpolder CV is een publiek-privaat samenwerkingsverband (PPS), oorspronkelijk gesloten in 1999 tussen gemeente Beverwijk, gemeente Heemskerk, AVG deelnemingen Amsterdam BV (AVG), Exploitatiemaatschappij Rosmalen III B.V.(EMRIII), Amstelland Vastgoed B.V. en Heijmans Vastgoed Realisatie B.V. De GEM CV is gevestigd in Beverwijk. Per 1 april 2014 zijn de overeenkomst GEM Broekpolder C.V. en de statuten van de GEM Broekpolder Beheer B.V. gewijzigd. De GEM Broekpolder CV is nu een PPS tussen gemeente Beverwijk, gemeente Heemskerk, AM deelnemingen Noordwest BV en Heijmans Vastgoed Deelnemingen BV. Rechtsvorm en financiële gegevens.
Doel
Visie
Het eigen vermogen van de GEM Broekpolder CV per 01/04/2014 is €1.116.800. Van het eigen vermogen maakt €300.000 deel uit van het fonds afronding. Bij onderbesteding van dit fonds wordt het resterende bedrag gedeeld door de gemeenten. Het vreemd vermogen per 1 april 2014 bedraagt €4.020.000. Het verwachte resultaat in 2018 is geraamd op €484.000. Dit resultaat is afhankelijk van te realiseren afzetprijzen. Het resultaat komt ten goede aan de marktpartijen zolang het onder de €2.000.000 (+ rente vanaf 2012) ligt. Daarboven ontvangen de gemeenten en de marktpartijen ieder 25% van het meerdere. Bovenstaande financiële gegevens zijn gebaseerd op de startcijfers van de nieuwe GEM per 1 april 2014. Op deze jaarrekening is nog geen accountantscontrole toegepast.
De GEM Broekpolder beheert de grondexploitatie van het plangebied Broekpolder in de gemeenten Beverwijk en Heemskerk, waaronder begrepen het bouw- en woonrijp maken alsmede het doen realiseren van de hoofdinfrastructuur, de daarbij behorende kunstwerken en al hetgeen daartoe nuttig dan wel bevorderlijk is.
De visie van de gemeente Beverwijk over het samenwerkingsverband is een voortvloeisel van de oorspronkelijke GEM. Met het sluiten van de afwikkelingsovereenkomst is de taakstelling van de GEM concreter geworden en alleen nog gericht op de afzet van de resterende gronden. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid meer voor de financiële gang van zaken. De gemeente is aandeelhouder. Er samengewerkt met de bovengenoemde partijen, de GEM Broekpolder is de werkmaatschappij van de samenwerking. De nieuwe, afgeslankte GEM is in het leven geroepen om op een zo kort mogelijke termijn de oplevering van de laatste woningen te realiseren. Publiek belang; Met het aangaan van de verbonden partij wil de gemeente Beverwijk tegemoet komen aan de groeiende woningbehoefte in de regio.
Beleidsvoornemens
Met het sluiten van de afwikkelingsovereenkomst per 1 april 2014 is eenduidig vastgelegd dat de marktpartijen het ontwikkelingsrisico dragen. De GEM dient de resterende kavels af te zetten aan de ontwikkelaars binnen de kaders van het bestemmingsplan Herman Heijermanslaan (2014) en overigens het bestemmingsplan Broekpolder ( Beverwijk). De samenwerking met Heemskerk blijft bestaan, zodat de GEM zich ook bezig houdt met de afwikkeling van de woningbouw in het plandeel Het Groene Balkon.
183
ReinUnie
Rechtsvorm en financiële gegevens
De gemeente heeft vanuit de Wet milieubeheer de taak om wekelijks het vrijkomende afval (gft, restafval, grof huishoudelijk afval) bij elk huishouden op te halen. De verantwoordelijkheid voor het inzamelen van huishoudelijk afval evenals voor de reiniging is vanaf 1997 overgedragen aan de GR ReinUnie. De NV Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) heeft met ingang van 1 april 2007 voor een concessieperiode van 10 jaar de afvalinzameling en reiniging van ReinUnie overgenomen. Na de overname is ReinUnie in afgeslankte vorm verder gegaan met een eveneens aangepaste doelstelling. verbonden partij ReinUnie
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
31-dec-13 111.243 6.894.324 7.005.567 -31.797
31-dec-14 81.243 6.208.417 6.289.660 -30.000 0
.
Doel
De ReinUnie heeft in de afgeslankte vorm als aangepaste doelstelling het toezicht houden op de uitvoering en naleving van de met de HVC gesloten overeenkomsten. Daarnaast bevordert de ReinUnie ook, waar nodig, de gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemende gemeenten op het gebied van afvalverwerking en reiniging. De gemeente betaalt jaarlijks een voorschot bijdrage aan HVC en in 2014 was dit in totaal €4.938.592. Dit is gesplitst in een bijdrage voor afvalinzameling ad. €4.052.615 op basis van het geprognosticeerde gemiddelde aantal woonhuisaansluitingen en een bijdrage voor de reinigingstaken voor een bedrag ad. €885.777. Met HVC zijn over de tarieven dusdanige afspraken gemaakt dat een stabiel tarief voor de afvalstoffenheffing voor de contractperiode mogelijk is.
Visie
Het efficiënt laten uitvoeren van de te verrichten taken zoals opgenomen bij de te realiseren doelstellingen. Publiek belang; door deelname in deze GR houdt de gemeente Beverwijk adequaat toezicht op uitvoering en naleving van overeenkomsten met HVC omtrent afvalverzameling.
Met de ReinUnie zijn afspraken vastgelegd over te realiseren doelstellingen. De belangrijkste afspraken zijn; - zorg dragen voor de naleving van de gesloten koop- en verkoopovereenkomst tussen de ReinUnie en NV HVC/ReinUnie. In deze overeenkomst is bepaald dat alle activiteiten en bezittingen door de ReinUnie worden overgedragen aan de NV HVC/ReinUnie, met uitzondering van de het onroerend goed en ondergrondse containers. - het financieel beheer van het onroerend goed, opgenomen in de lening- en Beleidsvoornemens huurovereenkomst, zoals Tolhek en het gebouwencomplex in Velsen-Zuid, alsmede ca. 1.250 ondergrondse containers. - het bevorderen van de gemeenschappelijke standpuntbepaling van de deelnemers op het gebied van afvalverwerking en reiniging. - In 2014 begint Beverwijk met een gezamenlijke inventarisatie van voorbereidende werkzaamheden voor een nieuwe concessie met HVC of andere inzamelaar na ultimo 2016. - Wijzigingen in het samenwerkingsverband worden niet voorzien.
184
IJmond Werkt!
IJmond Werkt! is een gemeenschappelijke regeling (GR) Het is een samenwerkingsverband van de vier IJmondgemeenten Beverwijk, Heemskerk, Uitgeest en Velsen. IJmond Werkt! is gevestigd in Beverwijk. verbonden partij IJmond Werkt!
Rechtsvorm en financiële gegevens
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
31-dec-13 8.765.296 3.112.956 11.878.252 417.172 6.641.453
31-dec-14 5.081.192 5.081.192 6.476.450
.
Doel
Vooruitlopend op de invoering nieuwe wetgeving op het gebied van sociale werkvoorziening, WWB en Wajong, hebben de IJmond-gemeenten hun krachten gebundeld in een nieuwe organisatie. IJmond Werkt! is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (nWsw). Daarnaast verzorgt IJmond Werkt! de re-integratie naar de arbeidsmarkt voor bijstandsgerechtigden van de IJmond gemeenten, waarvan het de verwachting is dat zij binnen twee jaar naar de reguliere arbeidsmarkt uit kunnen stromen.
Visie
- Efficiënte uitvoering van de door het Rijk opgelegde Wsw-taakstelling. IJmond Werkt! zorgt binnen deze taakstelling voor werkgelegenheid voor kwetsbare werknemers die vanwege psychosociale of lichamelijke handicaps zijn aangewezen op werk in een beschermde werkomgeving. - Efficiënte uitvoering van de door de gemeente opgedragen re-integratietaken.
Beleidsvoornemens
Op 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. IJmond Werkt! speelt hierbij een rol. In 2015 werkt het college de prestatie-indicatoren voor bestaande en nieuwe taken verder uit.
185
Milieudienst IJmond
Rechtsvorm en financiële gegevens
Milieudienst IJmond (GR) is een openbaar lichaam, dit openbaar lichaam is rechtspersoon en gevestigd in Beverwijk. verbonden partij Milieudienst IJmond
vermogen&resultaat
31-dec-13
eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
579.995 10.239.757 10.819.752 149.429 789.006
31-dec-14 555.578 555.578 0 722.417
. Doel
De GR is ingesteld in het belang van bescherming van het milieu in het samenwerkingsgebied.
Visie
Het uitvoeren van de wettelijke milieutaken en alle milieubeleidstaken van de deelnemers. Publiek belang; Het uitvoeren van milieutaken met als doel het milieu te beschermen.
Beleidsvoornemens
De beleidsvoornemens voor de verbonden partij blijven onveranderd. De inhoudelijke uitvoerende beleidsvoornemens zijn opgenomen in het milieuwerkprogramma. De Milieudienst IJmond stelt dit programma jaarlijks op.
186
Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM)
Het Recrecreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer (RAUM) is een gemeenschappelijke regeling (GR) Deelnemers zijn: Alkmaar, Beverwijk, Castricum, Heemskerk, Heiloo, Uitgeest, Zaanstad en de provincie Noord-Holland. Beverwijk participeert sinds 1972 in de regeling. In 2007 is het oorspronkelijke werkingsgebied van de GR uitgebreid met de recreatiegebieden "De Buitenlanden" bij Beverwijk en "De Omzoom" bij Zaanstad. (goedkeuring Gemeenteraad Beverwijk 10 oktober 2008). Het RAUM is gevestigd in Uitgeest. Rechtsvorm en financiële gegevens
verbonden partij RAUM
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
31-dec-13 1.041.280 566.750 1.608.030 228.999 48.925
31-dec-14 599.798 599.798 62.406 55.229
Het verwachte positieve resultaat €249.730 is als volgt opgebouwd: RAUM €88.245 De Buitenlanden €161.485
Doel
Visie
Bevorderen van een evenwichtige ontwikkeling van de openluchtrecreatie en de watersport. Het tot stand brengen, bewaren en onderhouden van het landschap en een evenwichtig natuurlijk milieu dat is afgestemd op het bovenstaand geformuleerde. De gemeenten werken samen met de Provincie Noord-Holland aan de realisering van nieuwe recreatiegebieden tussen de IJmond en Zaanstad. (strategisch groenproject tussen IJ&Z). Het RAUM is hierbij betrokken als toekomstig beheerder van de aan te leggen voorzieningen. De verbinding met het RAUM is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling (GR).
Door de regionale samenwerking is ook de plaatselijke doelstelling op het gebied van een leefbare woonomgeving en groenrecreatieve mogelijkheden dichtbij huis beter te realiseren en in stand te houden. Het in stand houden of beheren van de recreatiegebieden is een van de voorwaarden waarop de aanlegsubsidies van Rijk en Provincie verkregen zijn. Dit gemeenschappelijk beheer is doeltreffend en efficiënt ondergebracht bij het RAUM. Publiek belang; Het verzorgen van recreatieve mogelijkheden die openbaar toegankelijk zijn.
Beleidsvoornemens
Voor 2015 worden er geen essentiële wijzigingen in het samenwerkingsverband voorzien. Wel wordt gesproken over het mogelijk samenvoegen van diverse schappen om efficiënter te kunnen werken. Verder onderzoek moet uitwijzen of dit zinvol is. Het RAUM/RNH heeft opdracht en middelen van de provincie gekregen om het project de Buitenlanden in 2014 en 2015 in afgeslankte vorm te voltooien. De stadsboerderij is hier onderdeel van.
187
Stichting Rijk
Rechtsvorm en financiële gegevens
De stichting Regionaal Inkoopbureau IJmond en Kennemerland (RIJK) is op 22 april 2009 officieel van start gegaan. Bij de start betrof het een samenwerking van de gemeenten Beverwijk, Bloemendaal, Castricum, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemstede, Uitgeest, Wormerland en Zandvoort. - In 2010 zijn daar de gemeenten Aalsmeer, Uithoorn en Diemen bijgekomen. De gemeenten Ouder-Amstel en Velsen zijn er in 2012 bijgekomen. - In 2013 zijn Hillegom, Lisse en Noordwijkerhout ook toegetreden. - Met ingang van april 2013 (einde contractperiode) is de gemeente Aalsmeer uit de stichting getreden in verband met een fusie. Met ingang van januari 2014 is de gemeente Noordwijk toegetreden, alsmede de gemeente De Ronde Venen medio 2014. verbonden partij RIJK
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
31-dec-13 393.049 0 393.049 108.769 226.076
31-dec-14 393.049 0 393.049 0 226.076
.
Doel
Het algemene doel van de stichting is synergie- en efficiencyvoordelen behalen. Andere doelstellingen zijn: - Kwalitatief; verbetering van levertijden, concurrentie onder leveranciers, bepalen van specificaties en inkoopvoorwaarden. - Procesmatig; beheersing en transparantie van processen, begroting/budgetten, aanbestedingen/regels en controle. - Financieel; betere prijzen en condities, lagere inkoopkosten.
Visie
De visie van de gemeente Beverwijk voor het samenwerkingsverband is een efficiënter uitvoering van de taken.
Beleidsvoornemens
De stichting is in gesprek met gemeenten die interesse hebben om tot de stichting toe te treden. Toetreden leidt tot verdere schaalvergroting en professionalisering. Gemeente Beverwijk is in overleg met de stichting Rijk om de dienstverlening naar een hoger niveau te tillen door richtlijnen en beleidskaders beter in de gemeentelijk organisatie vast te leggen en in te bedden. Met de komst van de nieuwe Aanbestedingswet, die op 1 april 2013 in werking is getreden, zijn verschillende aanpassingen in het bestaande beleid en formats noodzakelijk. Op 20 mei 2014 is door het college het inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld. Hierin zijn voor Beverwijk de specifieke beleidslijnen vastgelegd.
188
Veiligheidsregio Kennemerland (VRK)
Rechtsvorm en financiële gegevens
De Veiligheidsregio Kennemerland (VRK) is een, bij wet verplichte, gemeenschappelijke regeling (GR, artikel 9 Wet veiligheidsregio’s), als openbaar lichaam verantwoordelijk voor de uitvoering van wettelijke taken en landelijke beleidsdoelstellingen in deze regio. Wettelijke taken en landelijke beleidsdoelstellingen vormen het wetsfundament voor het werk van de VRK. Het verzorgingsgebied van de GR omvat de volgende tien gemeenten: Beverwijk, Bloemendaal, Haarlem, Haarlemmerliede & Spaarnwoude, Haarlemmermeer, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen en Zandvoort. Het verzorgingsgebied telt ruim een half mln. inwoners. De VRK is gevestigd in Haarlem. verbonden partij VRK
vermogen&resultaat eigen vermogen vreemd vermogen totaal jaarresultaat bijdrage Beverwijk
31-dec-13 3.564.000 39.004.000 42.568.000 451.000 3.209.000
31-dec-14
0 379.000 3.211.000
.
Doel
Visie
De VRK heeft tot doel om, ter behartiging van de gemeentelijke belangen, uitvoering te geven aan de Wet veiligheidsregio’s en de Wet publieke gezondheid. Dit houdt in dat zij verantwoordelijk is voor de uitvoering van de basisbrandweerzorg, de GGD taken en de bestrijding van rampen en crises in de regio. Daar bovenop fungeert de VRK als overlegplatform voor onderwerpen op het gebied van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd in brede zin (voor zover deze het verzorgingsgebied van de deelnemende gemeenten gezamenlijk betreffen). Tenslotte geeft de VRK ook uitvoering aan andere gemeentelijke taken op het terrein van veiligheid, brandweer en gezondheid, maatschappelijke zorg en jeugd.
Het samenwerkingsverband levert, naast de wettelijke verplichting, een efficiëntere en effectievere uitvoering van taken op. De continue aanpassing aan veranderende omstandigheden en het hoge risicoprofiel van Beverwijk en de regio IJmond vragen om kwalitatief hoogwaardige dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten. Dit geldt zowel op het gebied van volksgezondheid als veiligheid in brede zin. Publiek belang: zie “Doel.”
Beleidsvoornemens
De gemeente is voornemens om binnen afzienbare tijd te bereiken dat de bijdrage aan de VRK voor de lokale brandweerzorg, conform de overige programma’s, per hoofd van de bevolking wordt omgeslagen. Onze vertegenwoordigers binnen het bestuur van de VRK zullen zich de komende periode dan ook inzetten om de gemeentelijke bijdrage aan de VRK in een breder regionaal perspectief te plaatsen.
189
Grondbeleid (7) De vigerende nota grondbeleid (2006-2010) gaat primair uit van een actief grondbeleid. Gemeente Beverwijk voert de komende jaren bij voorkeur een facilitair (passief) grondbeleid. De nota grondbeleid wordt in 2015 geactualiseerd. De doelstellingen op het gebied van grondbeleid op projectniveau zijn opgenomen in programma stedelijke ontwikkeling (19) Met het in werking treden van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en de Grondexploitatiewet ontstaat de plicht om kosten voor publieke werken zo mogelijk te verhalen op eigenaren van de te ontwikkelen kavels binnen een bestemmingsplan. De gemeente streeft ernaar om het kostenverhaal met grondeigenaren zoveel mogelijk in anterieure overeenkomsten vast te leggen. De gemeente Beverwijk kent dus een actief (grondexploitaties), faciliterend (samenwerkingen) en passief (particuliere bouwplanontwikkelingen) grondbeleid. Dit vereist soepelheid van de gemeentelijke organisatie, de rol van de gemeente is immers telkens anders in de toepassing van de verschillende vormen van grondbeleid. De huidige grondexploitaties lopen door in 2015 en verder en worden jaarlijks bij het MJP grondexploitaties geactualiseerd. Instrumenten grondbeleid - De gemeente Beverwijk zet diverse instrumenten in bij ruimtelijke ontwikkelingen. Bij een actieve grondexploitatie wordt, bij een voorlopig en vigerend planologisch kader, respectievelijk de Wet voorkeursrecht gemeente en het onteigeningsinstrument toegepast. Hiermee kan anticiperend en actief worden aangekocht binnen een door de raad vastgesteld financieel kader. - Gronden die tijdelijk in het bezit van de gemeente komen, worden beheerd door een huur-, gebruiks- of pachtovereenkomst aan te gaan met de verkopende partij of een derde. - Bij actief en faciliterend grondbeleid stelt de gemeente respectievelijk het ontwerp van de buitenruimte vast en een projectspecifiek programma van eisen op. - De uitgifte en ruiling van gronden wordt op basis van de ‘nota grondprijzenbeleid’ gedaan. - Voor de grote projecten worden samenwerkingsovereenkomsten opgesteld, waarbinnen de randvoorwaarden voor levering en betaling van de gronden wordt opgenomen. - Bij overige ontwikkelingen wordt volstaan met een verkoop- of exploitatieovereenkomst. Resultaten en risico’s grondexploitaties, financiële uitgangspunten (winstneming, reserves en voorzieningen) en de interne controle. De grondexploitaties worden jaarlijks herzien ten behoeve van de jaarrekening. Tevens wordt jaarlijks de nota MJP grondexploitaties vastgesteld door de gemeenteraad. Hierin staan de te verwachten resultaten en beoogde winstneming uit de grondexploitaties en benodigde reserves en voorzieningen aangegeven. Aan de hand van deze stand van zaken en een risicoanalyse bepalen we tevens het minimaal benodigde weerstandsvermogen. Hieruit volgt een advies over de hoogte van de reserve grondexploitaties. Doormiddel van de meerjaren prognose grondexploitaties 2014 wordt de bestemmingsreserve op het benodigde niveau gebracht om risico’s voor 2014 en verder te dekken. Een toelichting op de weerstandscapaciteit is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen, hierin staat een gedetailleerd overzicht van aanwezige risico’s en de weerstandscapaciteit. De gemeente Beverwijk voert jaarlijks interne controlewerkzaamheden uit op de grondexploitaties. Hierbij worden mutaties in de boekwaarde alsmede de veronderstellingen, schattingen en verwachte toekomstige kasstromen gecontroleerd op getrouwheids- en rechtmatigheidsaspecten. 190
Er worden in 2015 geen tussentijdse winstnemingen verwacht omdat dit vanuit het voorzichtigheidsprincipe onwenselijk is. De verwachte resultaten van de grondexploitaties volgens het meerjarenperspectief grondexploitaties (INT-14-13156) zijn als volgt; Grondexploitaties Wijkerbaan Binnenduin BOS Totaal *) op basis van NCW
Verwacht resultaat *) (€) 1.785.000 2.382.000 -6.001.000 -1.834.000
Projecten Wijkerbaan De komende jaren zullen de kosten voor de gemeente voornamelijk bestaan uit de aanleg van het openbaar gebied (woonrijp maken). De risico’s in de grondexploitatie zijn beperkt en worden nader toegelicht in het MJP grondexploitaties. Binnenduin Binnenduin is in een noordelijk-, zuidelijk- en middendeelgebied verdeeld. In 2013 is het noordelijk veld bouwrijp gemaakt, de overige deelgebieden worden, afhankelijk van de particuliere grondeigenaren, verder ontwikkeld. Enkele particuliere vrije kavels zijn verkocht en de daarbij horende exploitatiebijdragen zijn betaald aan de gemeente. Van de gemeentelijke vrije kavels is er 1 verkocht en betaald. Waarschijnlijk zullen in 2015/2016 de kavels voor 24 rijwoningen (in “noordelijk veld”) worden verkocht. Gezien de economische ontwikkelingen zal de doorlooptijd van de grondexploitatie worden verlengd. Uitgevoerde rekenscenario’s geven aan dat, ongeacht de economische situatie en de daaruit voortvloeiende risico’s, een positief resultaat verwacht wordt. Bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied (BOS) De kaders waarbinnen de kavel Ankies Hoeve kan worden ontwikkeld zijn in 2013 door de raad aangepast en verruimd. Met marktpartijen zijn oriënterende gesprekken gevoerd over ontwikkeling en verkoop, maar in afwachting van de gemeentelijke eisen/wensen even opgeschort. In de grondexploitatie zijn kosten opgenomen voor aanpassingen aan de direct omliggende hoofdinfrastructuur (Velserweg/Vondellaan). Hiervoor is medio 2013 door de provincie subsidie verstrekt (was niet voorzien), waardoor de grondexploitatie is verbeterd. De werkzaamheden worden in 2015 uitgevoerd.
191
Decentralisaties (8) Algemeen Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding en de Participatiewet (de decentralisaties). Jeugdwet Met de invoering van de nieuwe Jeugdwet worden gemeenten volledig verantwoordelijk voor ondersteuning en hulp aan jeugd en gezin. De gemeenten zijn al verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg en het preventieve jeugdbeleid. Met de nieuwe Jeugdwet worden de gemeenten ook verantwoordelijk voor alle geïndiceerde jeugdzorg, jeugdgeestelijke gezondheidszorg, de hulp/zorg voor jeugd met een verstandelijke beperking en de begeleiding van de jeugdige lichamelijk en/of zintuiglijk gehandicapten. De verschuiving van alle hulp/zorg voor kinderen/jeugdigen naar gemeenten moet er voor zorgen dat het jeugdstelsel eenvoudiger wordt en beter aansluit op de ‘eigen kracht’ en sociale netwerken van kinderen en hun ouders/verzorgers. Integrale hulp wordt beter mogelijk in geval van meervoudige problematiek: een kind, een gezin, een regisseur. AWBZ De overdracht van taken vanuit de AWBZ betreft de begeleiding (inclusief vervoer) van mensen met een matige tot zware beperking die zelfstandig wonen. De gedachte achter de decentralisatie AWBZ is dat gemeenten beter in staat zijn de ondersteuning van kwetsbare inwoners te organiseren en zo beter te laten aansluiten op de behoeften en mogelijkheden van inwoners en hun sociale netwerk. Participatiewet De doelstelling van de Participatiewet is om een regeling te creëren voor alle mensen die kunnen werken, maar daar ondersteuning bij nodig hebben. In de wet worden de doelgroepen van de sociale werkvoorziening, de Wet werk en bijstand en de Wajongeren met arbeidsvermogen samengevoegd. Tegelijkertijd houdt de sociale werkvoorziening (SW) in de huidige vorm op te bestaan. Vanaf 1 januari 2015 stopt de instroom. Via natuurlijke uitstroom uit de SW wordt het zittende bestand langzaam afgebouwd tot 0. De sociale partners hebben toegezegd een bepaald aantal banen te garanderen voor de doelgroep die door een beperkte loonwaarde moeilijk werk kan vinden. Het verschil in loonwaarde en het wettelijk minimum loon kan door de gemeente worden bijgepast met loonkostensubsidie. Voor de groep met de laagste loonwaarde blijft beschut werk tegen minimumloon beschikbaar. Hiertoe worden landelijk 30.000 nieuwe beschutte werkplekken in het leven geroepen. De verdeling van deze werkplekken over gemeenten is bij het opstellen van de begroting nog onbekend. Bezuinigingen De decentralisaties zijn ook een bezuiniging. Het budget voor de taken vanuit de AWBZ wordt naar gemeenten overgeheveld met een korting van 25%. Daarnaast wordt op het huidige Wmo-budget (hulp bij het huishouden) 40% gekort. Het budget voor jeugdzorg gaat gepaard met een besparing van 15% (verspreid over 3 jaar). De bestaande budgetten voor participatie (uitstroombevordering) blijven tot en met 2018 nagenoeg gelijk terwijl een grotere doelgroep moet worden geholpen. Het macrobudget voor de sociale werkvoorziening wordt in 40 jaar afgebouwd tot €0. Binnen de aanbesteding van de AWBZ is rekening gehouden met kortingen door aangepaste tarieven en minder levering door kanteling. Voor de korting op het huidige Wmo-budget gaat het college na op welke wijze deze ingevuld kan worden, dit in samenhang met de nieuwe voorzieningen. Een voorstel hiervoor volgt. De korting op het budget voor de Jeugdwet wordt zo veel als mogelijk doorgevoerd bij de aanbieders. 192
Bij de Participatiewet probeert het college een grotere doelgroep te bedienen met gelijkblijvende budgetten. Daarnaast loopt er een onderzoek bij IJmond Werkt! om efficiencyslagen te maken om zo toekomstige tekorten door afbouw van de sociale werkvoorziening te kunnen dekken. Beperkte sturing De taken, in deze begroting ondergebracht in de programma’s maatschappelijke ondersteuning (9), maatschappelijke ondersteuning individuele voorzieningen (10), sociale zaken en uitstroombevordering (12) en jeugd (13) zijn overgedragen met zowel een korting op de budgetten als het recht van overgang. Door het kabinet wordt een zachte landing beoogd waardoor mensen in 2015 hun recht op de eerder toegekende indicatie behouden. Daardoor zijn met dezelfde aanbieders contracten voor een jaar aangegaan. Dit beperkt de mogelijkheid voor het college om aan ‘de knoppen te kunnen draaien’ in dit zogenaamde overgangsjaar Financieel De decentralisaties gaan in 2015 gepaard met een toevoeging van ruim €10 mld. landelijk aan het gemeentefonds (bron meicirculaire 2014). De middelen zullen voor 3 jaar worden verstrekt via één integratie-uitkering Sociaal domein. In de meicirculaire zijn de volgende budgetten voor 2015 beschikbaar gesteld: €7.849.301 voor de Jeugdwet €4.453.263 voor de AWBZ €6.151.588 voor de Participatiewet Tijdens het opstellen van deze begroting is nog niet bekend hoeveel gemeenten zullen ontvangen om het instrument loonkostensubsidie (zie onderdeel Participatiewet) toe te kunnen passen. Meer informatie wordt verwacht bij het bekend maken van het voorlopige rijksbudget van de gebundelde uitkering in oktober. Op basis van deze bedragen worden de onderhandelingen gevoerd met de aanbieders, ten tijde van het opstellen van de programmabegroting waren dezeonderhandelingen nog niet afgerond. Het uitgangspunt is om de uitgaven binnen genoemde budgetten te houden. De inkomsten en uitgaven zijn budgetneutraal opgenomen in de meerjarenbegroting Verantwoording. Het Rijk vraagt geen verantwoording over de rechtmatigheid van besteding van de gelden door gemeenten. Wel zal het Rijk de uitvoering van de taken van het sociaal domein 3D monitoren. Het Rijk ontvangt mede daartoe via het informatiesysteem ‘Informatie voor derden’ (Iv3) per gemeente informatie over de besteding van de integratie-uitkering sociaal domein. Daarnaast wordt gedurende het jaar middelen en aantallen verantwoord via managementrapportages van iedere zorgaanbieder. Dit maakt het mogelijk om, indien nodig, tijdig bij te kunnen sturen. Financiële risico’s Het financiële risico ligt bij de gemeenten; zij zijn verantwoordelijk voor eventuele financiële tekorten in het sociale domein, zie hiervoor ook paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing (1). Bij het opstellen van de begroting is de omvang van de uitgaven nog niet compleet in beeld, aanbestedingsprocedures lopen nog. Een financieel risico voor alle drie de decentralisaties betreft het open einde karakter van de regelingen. Een stijging van de zorgaanvraag zorgt voor stijging van de kosten. Ook is er sprake van relatief hoge kosten door voortzetting van de huidige zorgtrajecten (zachte landing). Volgens de huidige planning wordt voor de inkomsten vanaf 2016 (gefaseerd) het objectief model ingevoerd, dit brengt wijzigen met zich mee. 193
In deze begroting zijn aannamen gedaan voor de aantallen van de nieuwe doelgroepen, de toekomst moet uitwijzen of deze aannames juist zijn geweest. Hieronder volgen nog enkele financiële risico’s per decentralisatie: Jeugd - Omvang doelgroep, vooral de voorziening jeugdzorg plus, baart hierbij zorgen. Kosten voor deze voorziening bedragen per hulpbehoevende, afhankelijk van het aantal verblijfdagen, al gauw €100.000 per jaar. - Algemeen risico is het brede spectrum waarin regionaal en bovenregionaal contracten zijn afgesloten. - De IJmondgemeenten hebben voor het beleidskader jeugdhulp gekozen voor het principe ‘de professional bepaalt’. - Woonplaatsbeginsel Wmo - Beheersing van de kosten is (mede) afhankelijk van de mate waarin de kanteling (uitgaan van eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid van de burgers) succesvol blijkt. - Het ministerie heeft nog geen inzicht geboden met welke extra kosten gemeenten te maken krijgen bij de extramuralisering van de zorg. - Mensen die voorheen een indicatie hadden, maar de zorg nog niet verzilverd hebben kunnen dit alsnog gaan doen. Participatiewet - De sociale werkvoorziening wordt afgebouwd. Via natuurlijke uitstroom wordt het huidige bestand van de SW langzaam (in max. 40 jaar) afgebouwd. De mensen in het SW bestand behouden hun arbeidsvoorwaarden, maar de vergoeding van het Rijk aan de gemeenten neemt af. IJmond Werkt! onderzoekt op dit moment verschillende scenario’s om de financiële consequenties door herstructurering van de sociale werkvoorziening en sterk afnemende budgetten op te kunnen vangen. - Bij het opstellen van deze begroting is nog onbekend hoeveel voor loonkostensubsidie ontvangen wordt. Via amendement bij raadsvoorstel INT-14-10352 is het college verzocht om de risico’s in het sociale domein te kwantificeren. Aangezien de uitgaven nog niet helemaal in beeld zijn omdat ten tijde van het opstellen van de begroting de aanbestedingen nog niet zijn afgerond, zijn de risico’s niet te kwantificeren. Bovengenoemde risico’s zijn echter van zodanige aard dat het college bij de behandeling van de 2e bestuursrapportage 2014 voorstelt om een reserve 3D’s te vormen (zie ook de nota reserves en voorzieningen INT-14-13925).
194
195
EMU saldo (1) Het overzicht is conform het door het CBS c.q. Bureau Kredo voorgeschreven invulmodel. Raming en monitoring van het EMU saldo van decentrale overheden vindt plaats op basis van de EMU-enquête, Informatie voor Derden (Iv3) en ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Het doel van de EMU-enquête is vooruit te kijken op basis van begrotingscijfers. Vragenlijst Berekening EMU-saldo Gemeente Beverwijk (0375)
Centraal Bureau voor de Statistiek Sector Overheidsfinanciën en consumentenprijzen Antwoordnummer 25000, 2490 XA Den Haag
Algemene gegevens: Gemeentenaam: Gemeentenummer: Jaar: Naam contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beverwijk 0375 2015
Bestandsnaam:
EMU150060375.XLS
Omschrijving
1
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
10
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
11 a b
Verkoop van effecten: Gaat u effecten verkopen? (ja/nee) Zo ja wat is bij verkoop de verwachte boekwinst op de exploitatie?
Berekend EMU-saldo
2014 x € 1000,-
2015 x € 1000,-
2016 x € 1000,-
Volgens realisatie tot en met sept. 2014, aangevuld met raming resterende periode
Volgens begroting 2015
Volgens meerjarenraming in begroting 2015
ja
1.205.546
-3.167.721
1.471.616
4.377
4.783
4.748
637
557
137
15.320
22.116
10.559
159
1.667
188
9.247
5.663
7.443
0
0
nee
1.204.646
196
ja
nee
-3.177.167
ja
nee
1.473.573
Kerngegevens Beverwijk (2)
omschrijving
werkelijk (per 1 jan) 2012 2013
raming (per 1 jan) 2014 2015
Sociale structuur Inwoners jonger dan 20 jaar 21-64 ouder dan 64 jaar
9.039
9.071
9.064
9.071
24.358
24.396
24.384
24.280
6.447
6.603
6.606
6.801
39.844
40.070
40.054
40.152
- IOAZ
2
2
4
2
- IOAW
8
13
20
16
- militairen
18
19
19
19
- WAZ
57
46
57
46
- WSW
284
264
284
264
- Wajong
496
537
496
537
- WWB
710
766
785
870
1.701
1.673
1.701
1.673
774
765
731
712
leerlingen VO
1.680
1.732
1.861
1.899
leerlingen basisscholen
3.598
3.634
3.662
3.670
18.328
18.691
18.691
18.818
totaal
uitkeringsgerechtigden
- WAO/WIA onderwijs: peildatum 1 oktober leerlingen (V)SO
Fysieke structuur woonruimten ***) aantallen
Financiële structuur Grondslagen WOZ-waarde woningen (x 1.000)
€ 3.637.500
€ 3.564.000
€ 3.360.000
€ 3.202.905
WOZ-waarde niet-woningen (x 1.000)
€ 1.119.500
€ 1.021.500
€ 992.000
€ 973.143
€ 42.053.206
€ 41.008.620
€ 41.501.900
€ 50.724.395
€ 21.821.853
€ 22.334.696
€ 21.732.198
€ 22.089.109
Inkomsten alg. uitkering (incl. bijdrage Heemskerk) 1) algemene heffingen 2)
1) 2015: incl.soc. domein Wmo €4.453.263 en jeugdzorg €7.849.301, excl. participatie €6.151.588 2))
2014: incl. 1 e bestuursrapportage 2014
197
Inwoners Beverwijk
45.000
40.000
35.000
30.000
aantal
25.000
20.000
15.000
10.000
5.000
0
2012
2013
2014
2015
ouder dan 64 jaar
6.447
6.603
6.606
6.801
21-64
24.358
24.396
24.384
24.280
jonger dan 20 jaar
9.039
9.071
9.064
9.071
jaar
Woonruimten
19.000
18.500
aantal
18.000
17.500
17.000
16.500
16.000 aantallen
2012
2013
2014
2015
18.328
18.691
18.691
18.818
jaar
198
Uitkeringsgerechtigden
60
50
aantal
40
30
20
10
0
2012
2013
2014
- IOAZ
2
2
4
2015 2
- IOAW
8
13
20
16
- militairen
18
19
19
19
- WAZ
57
46
57
46
jaar
Uitkeringsgerechtigden
1.800
1.600
1.400
1.200
aantal
1.000
800
600
400
200
0
2012
2013
2014
2015
- WSW
284
264
284
264
- Wajong
496
537
496
537
- WWB
710
766
785
870
1.701
1.673
1.701
1.673
- WAO/WIA
jaar
199
Inkomsten
€ 60.000.000
€ 50.000.000
bedrag
€ 40.000.000
€ 30.000.000
€ 20.000.000
€ 10.000.000
€0
2012
2013
2014
2015
€ 42.053.206 € 41.008.620 € 41.501.900 € 50.724.395 alg. uitkering (incl. bijdrage Heemskerk) 1) algemene heffingen 2) € 21.821.853 € 22.334.696 € 21.732.198 € 22.089.109 jaar
Grondslag
€ 4.000.000
€ 3.500.000
€ 3.000.000
bedrag
€ 2.500.000
€ 2.000.000
€ 1.500.000
€ 1.000.000
€ 500.000
€0
2012
2013
2014
2015
€ 3.637.500
€ 3.564.000
€ 3.360.000
€ 3.202.905
WOZ-waarde niet- € 1.119.500 woningen (x 1.000)
€ 1.021.500
€ 992.000
€ 973.143
WOZ-waarde woningen (x 1.000)
jaar
200
Onderw ijs
4.000
3.500
3.000
aantal leerlingen
2.500
2.000
1.500
1.000
500
0
2012
2013
2014
774
765
731
712
leerlingen VO
1.680
1.732
1.861
1.899
leerlingen basisscholen
3.598
3.634
3.662
3.670
leerlingen (V)SO
jaar
201
2015
Verklaring afkortingen (3) afkorting AIJZ AKAB AWBZ BBP BBP BBV BCF BDK Berap BIP BKP BNG BOR BOS Bro BRP BUK Chw CJG DO DOMST FVA GEM Broekpolder GFT GGD GGZ GR grex GRP GSP GVVP HHNK HIRB HVC IHP ING JGZ KCC KFF KVO LAP LEA MER MFA MGOIP MJP MJR
omschrijving
Afvalschap IJmond-Zaanstreek Adviescommissie Kunstzinnige Aankleding Beverwijk Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Bomenbeleidsplan Bruto binnenlands product Besluit begroting en verantwoording Beleidsgestuurde Contract Financiering
Bureau discriminatiezaken Kennemerland Bestuursrapportage Bedrijfsvoeringsinvesteringsplan Beeldkwaliteitsplan Bank Nederlandse Gemeenten Beheer openbare ruimte Bijgesteld ontwikkelingskader stationsgebied Besluit ruimtelijke ordening Basisregistratie personen Beverwijk uit de kunst
Crisis- en herstelwet Centrum voor jeugd&gezin Definitief ontwerp Druggebruik onder minderjarigen structureel terugbrengen Financiële vaste activa Grond Exploitatie Maatschappij Broekpolder Groente-, fruit- en tuinafval Gemeenschappelijke gezondheidsdienst Geestelijke Gezondheidszorg Gemeenschappelijke regeling Grondexploitatie Gemeentelijk rioleringsplan Groenstructuurplan Gemeentelijk verkeer- en vervoerplan Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Herstructurering en innovatief ruimtegebruik op bedrijventerreinen Oorspronkelijk Huisvuilcentrale, duurzaam afval- en energiebeheer Integraal huisvestingsplan Internationale Nederlanden Groep bank Jeugdgezondheidszorg Klantcontactcentrum Kunststof flessen en flacons Keurmerk Veilig Ondernemen Landelijk afvalbeheerplan lokale educatieve agenda Milieueffectrapportage Multifunctionele accommodatie Meerjaren Groot Onderhoudsplan en Investeringsplan Sport Meerjarenplan, meerjarenprogramma Meerjarenraming 202
MKB MOP MRA MVA NZKG OCW OD OGGZ OZB PPS PvE RAP RAUM REB RIJK ROC RSA SGP SMART SSB SVVP SWB UWV VMBO VNG VO VRK VVE Wabo Wajong WEB Wet Fido WI WIA Wmo Wob WOZ Wpg Wro WSW Wsw WW Wwb
Midden- en kleinbedrijf Meerjarenonderhoudsplan Metropoolregio Amsterdam Materiële vaste activa Visie Noordzeekanaalgebied Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Oostelijke doorverbinding Openbare geestelijke gezondheidszorg Onroerende zaakbelasting Publiek private samenwerking Programma van eisen Regionaal actieprogramma Recreatieschap Alkmaarder- en Uitgeestermeer Regionaal economisch bureau Stichting Regionaal inkoopbureau IJmond en Kennemerland Regionaal opleidingscentrum Regionale (IJmondiale) sociale agenda Strategisch groenproject Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden Stichting sportaccommodaties Beverwijk Stedelijk verkeer- en vervoerplan Stichting Welzijn Beverwijk Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs Vereniging van Nederlandse Gemeenten Voorlopig ontwerp Veiligheidsregio Kennemerland voor- en vroegschoolse educatie
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten Wet educatie en beroepsonderwijs Wet financiering decentrale overheden Wet inburgering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen Wet maatschappelijke ondersteuning Wet openbaarheid van bestuur Waardering onroerende zaken Wet publieke gezondheid Wet ruimtelijke ordening Waarborgfonds Sociale Woningbouw Wet sociale werkvoorziening Werkeloosheidswet Wet werk en bijstand
203
Colofon Dit is een publicatie van de gemeente Beverwijk Format en samenstelling College van B&W Beleidsmedewerkers gemeente Beverwijk Team planning & juridische control Voorkant Kinderboerderij de Baak, speeltoestel. Redactie programma’s Verantwoordelijke afdelingen Team planning & juridische control Eindredactie Team planning & juridische control Drukwerk Huisdrukkerij gemeente Beverwijk Contact Gemeente Beverwijk Postbus 450 1940 AL Beverwijk Telefoon: 0251-256256 Internet: www.beverwijk.nl Bezoekadres Stationsplein 48 1948 LC Beverwijk Versie 25 September 2014
204