Inhoudsopgave
Aanbieding ..................................................................................3 Beleidsbegroting .........................................................................5 Algemene beschouwingen ........................................................................................ 7 Beleidsvelden en programma’s ................................................................................. 9 Overzicht opbouw beleidsbegroting .................................................................................................. 9 Leeswijzer ....................................................................................................................................... 12 Overzicht baten en lasten per beleidsveld ....................................................................................... 15 01 Bouwen en wonen ..................................................................................................................... 17 02 Verkeer en vervoer ..................................................................................................................... 25 03 Milieu......................................................................................................................................... 31 04 Economie en toerisme ................................................................................................................ 37 05 Veiligheid en handhaving ........................................................................................................... 45 06 Jeugd .......................................................................................................................................... 51 07 Welzijn, sport en cultuur ............................................................................................................ 57 08 Zorg ........................................................................................................................................... 63 09 Werk en inkomen ....................................................................................................................... 71 10 Bestuur en bedrijfsvoering .......................................................................................................... 79 11 Beheer ........................................................................................................................................ 85
Algemene dekkingsmiddelen .................................................................................. 91 Paragrafen .............................................................................................................. 95 §1. §2. §3. §4. §5. §6. §7. §8.
Paragraaf lokale heffingen ................................................................................................... 97 Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing .......................................................... 103 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................. 111 Financieringsparagraaf (treasury) ...................................................................................... 117 Paragraaf bedrijfsvoering ................................................................................................... 121 Paragraaf verbonden partijen ............................................................................................ 127 Paragraaf grondbeleid ....................................................................................................... 129 Krimp (omgaan met demografische ontwikkelingen) ......................................................... 139
Financiële begroting ................................................................145 §1. §2. §3.
Financiële beschouwingen ................................................................................................ 147 Financiële positie .............................................................................................................. 147 Toelichting baten en lasten ............................................................................................... 152
Bijlagen ...................................................................................159 Afkortingslijst................................................................................................................................. 161 Overzicht verbonden partijen ........................................................................................................ 163 Staat van reserves en voorzieningen .............................................................................................. 176 Nadere toelichting reserves en voorzieningen ............................................................................... 179 Beknopte samenvatting beleidskaders per beleidsveld ................................................................... 183
Vaststelling ..............................................................................201 1
2
Aanbieding Hierbij bieden wij u de begroting 2014 aan. De begroting geeft in combinatie met de Najaarsnota 2013 een actuele weergave van de financiële positie van onze gemeente. In beleidsmatige zin staan in deze begroting de 11 beleidsvelden en hun programma’s met doelenbomen nog steeds centraal. Onderwerpen die meer regulier zijn en door de raad niet waren benoemd als prioriteit komen in deze begroting terug als beleidsveld zonder doelenboom. Dat betekent overigens niet dat deze onderwerpen geen aandacht krijgen. Per beleidsveld is op hoofdlijnen te zien wat er in totaliteit speelt, o.a. door het benoemen van alle relevante beleidskaders en het opnemen van vermeldenswaardige zaken. De laatste majeure wijzigingen in de opzet en systematiek van de begroting dateren uit de periode 20072009. In overleg met (een werkgroep uit) de raad zal de komende periode worden bezien in hoeverre aanpassingen aan de orde zijn. Te denken valt bijvoorbeeld aan een actualisatie van alle programma’s en streefwaarden. Immers, de prioriteiten van destijds hoeven niet meer in alle gevallen de prioriteiten van nu te zijn. Het programma “Sociaal klimaatbeleid” (bij beleidsveld 3) is inmiddels afgerond. Het nieuwe programma “Duurzaamheid” borduurt hierop voort, maar moet in overleg met de raad nog nader worden ingevuld. Voor wat betreft het programma “Reïntegratie” (bij beleidsveld 9) zijn de indicatoren aangepast zodat deze aansluiten op het nieuwe beleidsplan dat in de raad van juni 2013 is behandeld. Verder zijn op onderdelen mogelijk aanvullende toelichtingen gewenst en op andere plaatsen juist minder. Overigens zijn wij als gemeente wel gebonden aan de verslaggevingseisen terzake. Middels een constructieve samenwerking zoals ook destijds is gebeurd, vertrouwen wij er op dat een opzet kan worden gevonden die voldoet aan de informatiebehoeften, praktisch werkbaar blijft én voldoet aan de voorschriften. Ook op dat laatste vlak zijn er enkele kleinere wijzigingen, waarmee in deze begroting al zoveel mogelijk rekening is gehouden. Zo heet de paragraaf “Weerstandsvermogen” voortaan “Weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Voorheen kenden we een resultaat vóór en ná bestemming. Ter verduidelijking is voortaan sprake van een “saldo van baten en lasten” (nog geen rekening gehouden met mutaties reserves) en een “resultaat” (waarbij wel rekening is gehouden met mutaties reserves). De financiering van alle voornemens en activiteiten staat onder aanzienlijke druk door de rijksbezuinigingen. Daarom ook is zowel de Voorjaarsnota 2013 als ook deze begroting 2014 beleidsarm en zullen in de Najaarsnota 2013 voorstellen worden opgenomen om de begroting toch meerjarig sluitend te laten zijn. Het is zeer wel mogelijk dat sommige activiteiten en streefwaarden voor de toekomst niet meer (in die mate) uitgevoerd c.q. behaald kunnen worden. De gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 zullen ook hun invloed hebben op de voornemens en activiteiten en leiden tot een actueel collegeprogramma. Tot slot blijven de effecten van de bevolkingsontwikkeling een permanent aandachtspunt bij het realiseren of instandhouden van voorzieningen. Dit alles tegen de achtergrond van investeringsambities, die deze stad ook heeft. De Voorjaarsnota 2013, jaarschijf 2014, is financieel 1-op-1 vertaald naar de begroting 2014. Ontwikkelingen ná de Voorjaarsnota 2013 worden financieel meegenomen in de Najaarsnota 2013. De Najaarsnota 2013 geeft derhalve de meest actuele financiële stand van zaken. Tot slot zal de Tarievennota 2014 in de raad van december 2013 worden behandeld, waarna de tarieven definitief worden vastgesteld. In de betreffende paragraaf gaan wij nader in op de lokale heffingen.
Het college,
De secretaris,
J.J.M. Som
H.J.M. Coumans
3
4
Beleidsbegroting
5
6
Algemene beschouwingen In eerdere begrotingen was reeds sprake van twee lijnen, die met elkaar verbonden moesten worden. Dit betreft de lijn van ambities en de lijn van de financiële positie. Beide lijnen blijven zich verder ontwikkelen en worden steeds concreter. Het “Collegeprogramma 2010-2014”, een toekomstvisie in de vorm van de “Reisgids Kerkrade 2030” waarbij onze inwoners ook hun inbreng hebben gehad, een integrale “Structuurvisie Kerkrade 2010 – 2020”, de “Stadsdeelvisie Kerkrade-West” en inmiddels ook de “Stadsdeelvisie Oost-I” zijn tot stand gekomen. Met de herstructureringsvisie voor de stadsdelen Oost-II en Noord is inmiddels een start gemaakt. De bevolkingsontwikkeling noodzaakt hier ook toe. Als nadere uitwerking van de Reisgids is begin 2013 de “Strategienota gemeente Kerkrade 2030 – Wie alles wil behouden, zal uiteindelijk alles verliezen” gereed gekomen. Dit document zal medio 2013 het bestuurlijke traject doorlopen. In de strategienota worden de identiteiten van onze stad uit de Reisgids nader onderbouwd. Het spreekt vanzelf dat de begrippen “Woonstad”, “Europees” en “Gastvrij”de basis vormen voor de positionering van Kerkrade. In de Strategienota wordt deze basis verder geactualiseerd. Het document biedt op een redelijk abstractieniveau een doorkijk naar de toekomst op de diverse beleidsterreinen en de hiertoe te maken noodzakelijke keuzes. De ontwikkelingen rondom onderwijs en de sociale werkvoorziening mogen ook niet onvermeld blijven en zullen nog de nodige aandacht blijven vragen. Verder heeft de gemeente voor wat betreft de gewenste centrumontwikkeling inmiddels forse stappen gezet. De ontwikkeling kan nu daadwerkelijk ter hand worden genomen. Het stadsmarketingplan is in december 2012 gereed gekomen. Daarvan is de bedoeling om de sterke punten van Kerkrade gestructureerd en nadrukkelijker op de kaart te zetten en zo een grotere spin-off voor de stad te realiseren. Verder staan we aan de vooravond van de drie grote decentralisatie-operaties, te weten de decentralisatie jeugd, werk en langdurige zorg. De decentralisaties zullen voor gemeenten gepaard gaan met nieuwe en grote financiële geldstromen, noodzakelijke afstemmingen met andere partijen, beleidsmatige overwegingen en uiteindelijk consequenties voor de uitvoering. Uit publicaties valt op te maken dat het bij de decentralisaties macro om circa € 15 miljard zou gaan. Dat is in omvang bijna evenveel als het huidige gemeentefonds. Wij zullen u hierover nog verder informeren en waar nodig keuzes voorleggen. De overheidsfinanciën blijven fors onder druk staan en daarmee ook de financiële positie van de gemeente. Dit tegen de achtergrond van een voortdurende economisch sombere situatie, met name voor Europa, met als bijkomend probleem dat de Europese probleemlanden onvoldoende in staat blijken om de financiële problemen het hoofd te bieden. De lange duur van de problemen en de cumulatie van bezuinigingen maken het gemeenten dan ook steeds moeilijker om hun begroting in evenwicht te houden. Maar dat is wel de opdracht waar gemeenten voor staan. De Voorjaarsnota 2013 bracht een aanzienlijke tekortreeks. De meicirculaire 2013 bracht nog meer slecht nieuws en zal in de Najaarsnota 2013 worden verwerkt. Daarin zullen aanvullende bezuinigingen zijn opgenomen om de begroting sluitend te maken. Deze bezuinigingen zullen gevolgen hebben voor de stad en haar inwoners, alsook voor de interne bedrijfsvoering. Dat is echter het onvermijdelijke gevolg van het rijksbeleid. Daarbij worden we waarschijnlijk later dit jaar geconfronteerd met nog meer rijksbezuinigingen als gevolg van de laatste economische ontwikkelingen in relatie tot de Europese begrotingseisen. Daarnaast heeft Kerkrade nog te maken met de overige risico’s zoals uiteengezet in de risicoparagraaf. De Najaarsnota 2013 geeft een actueel beeld van de financiële positie. De ambities zullen steeds gekoppeld moeten worden aan de financiële positie. De realisatie van álle ambities en plannen is financieel niet haalbaar. Dat noodzaakt tot het maken van keuzes en een bijbehorende herprioritering van het investeringsprogramma. In de Najaarsnota 2013 zullen de dan gemaakte keuzes worden verankerd. Op die wijze kunnen de inspanningen en middelen vervolgens opnieuw worden gericht en zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Dit zal overigens ook kunnen leiden tot andere prioriteiten en doelenbomen in de begroting.
7
8
Beleidsvelden en programma’s Overzicht opbouw beleidsbegroting In navolging van de sinds de begroting 2009 ingezette nieuwe stijl, kenmerkt deze begroting zich door de uitwerking aan de hand van doelenbomen en het sturen op uitzonderingen. De begroting 2014 is voor wat betreft het beleidsmatige gedeelte opgebouwd uit beleidsvelden met daarbinnen de bijzondere programma’s, algemene dekkingsmiddelen en de verplichte paragrafen. De basis wordt gevormd door de 11 integrale beleidsvelden. Een beleidsveld is een samenhangend geheel van activiteiten dat betrekking heeft op de diverse reguliere en min of meer vaste beleidsterreinen. Deze omvatten alle onderdelen van de verschillende beleidsterreinen. De raad wil hier sturen op uitzonderingen (“geen nieuws is goed nieuws”). De raad mag er van uitgaan dat regulier beleid wordt uitgevoerd zoals het de bedoeling is. Daar waar dat niet het geval is, heeft het college een informatieplicht ten aanzien van de belangrijke afwijkingen. Alle activiteiten binnen deze beleidsvelden zijn gescreend, waarna een schifting is gemaakt tussen “regulier beleid of bedrijfsvoering” en “nieuw c.q. bijzonder beleid”. Verder is het natuurlijk van belang dat het activiteiten in 2014 betreft. De uitvoering van wettelijke taken en de diverse beleidsplannen met bijbehorende uitvoeringsprogramma’s of projecten worden in beginsel als “regulier” beschouwd. Als er vermeldenswaardige uitzonderingen zijn, worden deze aangegeven. Bijvoorbeeld afwijkingen in de uitvoering (achterstanden, lagere kwaliteit, financieel, etc) of belangrijke nieuwe aspecten binnen reguliere taken. Een prioriteit of speerpunt is een afzonderlijk herkenbaar onderdeel van een beleidsveld waaraan de raad een bijzonder belang hecht en waarop hij intensief wil sturen. Een prioriteit of speerpunt kan ook investeringen omvatten. De prioriteiten worden als programma (nieuwe stijl) in de begroting opgenomen, in de vorm van een zogenaamde doelenboom met de bijbehorende nadere toelichting. Een overzicht van deze programma’s is verderop opgenomen. In de voorliggende begroting worden bij de programma’s en beleidsvelden tevens streefwaarden opgevoerd. De streefwaarden geven het beoogd effect aan welke de gemeente wenst te bereiken. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de leeswijzer. Ook voor de streefwaarden geldt dat deze aan verandering onderhevig kunnen zijn en verder ontwikkeld moeten worden. Het moge duidelijk zijn dat niet alle activiteiten die de gemeente ontplooit, expliciet in de doelenbomen of in de beleidsvelden terugkomen. Hetzij omdat ze als regulier of als onderdeel van de bedrijfsvoering worden beschouwd, hetzij omdat de activiteiten conform planning lopen en er geen bijzonderheden te melden zijn. Om toch een indruk te krijgen van het totale spectrum waarbinnen zich gemeentelijke activiteiten afspelen, is steeds per beleidsveld een overzicht opgenomen van de relevante beleidskaders. In de bijlagen achter in dit boekwerk is een beknopte samenvatting opgenomen van al deze beleidskaders. In de begroting 2014 is sprake van 8 programma’s binnen 11 beleidsvelden. De algemene dekkingsmiddelen worden apart genoemd, omdat deze volgens de voorschriften buiten de programma’s/beleidsvelden moeten worden gehouden. De 8 paragrafen tot slot omvatten een aantal verplichte en gemeentebrede onderwerpen. In de leeswijzer is een nadere toelichting opgenomen. Dit is op de volgende bladzijde schematisch weergegeven.
9
10
In het volgend overzicht wordt de indeling gekoppeld aan de huidige raadscommissieverdeling. Iedere raadscommissie is eerst verantwoordelijke voor de genoemde onderwerpen. Omschrijving Beleidsvelden
AZM BS
Commissie Programma’s
1. Bouwen en wonen
Aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling
GEZ
2. Verkeer en vervoer
n.v.t.
GEZ
3. Milieu
Duurzaamheid
GEZ
4. Economie en toerisme
Toerisme
GEZ
5. Veiligheid en handhaving
Veilig leefmilieu
AZM
6. Jeugd
Voorkomen van vroegtijdige schooluitval
BS
7. Welzijn, sport en cultuur
Maatschappelijke participatie
BS
8. Zorg
Integraal gezondheidsbeleid
BS
9. Werk en inkomen
Reïntegratie
BS
10. Bestuur en bedrijfsvoering
n.v.t.
AZM
11. Beheer
n.v.t.
GEZ
Alle Parkstad - aangelegenheden
AZM
Algemene dekkingsmiddelen
AZM
Paragrafen
AZM
= Algemene Zaken en Middelen = Burgers en Samenleving
GEZ
11
= Grondgebied en Economische Zaken
Leeswijzer Naam beleidsveld: Een van de elf beleidsvelden
A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Hierin wordt (de reikwijdte van) het beleidsveld kort omschreven. Onderscheiden deelterreinen: De binnen de beleidsvelden onderscheiden beleidsmatige deelterreinen worden ter informatie kort aangeduid. Deze sluiten aan op de indeling van de meer gedetailleerde financiële productenbegroting op grootboekniveau. Portefeuillehouders: De betrokken c.q. verantwoordelijke portefeuillehouders ten aanzien van het onderhavige beleidsveld worden hier vermeld. Beleidskaders: De bestaande vastgestelde beleidsnota's worden hier genoemd. Bij sommige beleidsvelden worden rijksregelgeving en provinciale plannen genoemd, indien deze een sterke invloed hebben op het gemeentelijke beleid. Voornamelijk worden de gemeentelijke en regionale beleidskaders vermeld, hoewel ook relevante uitvoeringsprogramma’s genoemd kunnen worden.
B.
Programma
Indien van toepassing, dan wordt hier een programma weergegeven in de vorm van een doelenboom. Daarin treft u aan: Naam programma: De naam van het betreffende programma nieuwe stijl, tevens is/zijn de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) aangegeven. Wat willen we bereiken? De algemene en afgeleide doelstellingen c.q. taakgebieden zijn in de doelenbomen aangegeven. Deze dienen zoveel mogelijk te zijn geformuleerd in termen van maatschappelijke effecten. Het “SMART” (specifiek-meetbaar-acceptabelrealistisch-tijdgebonden) maken en houden van de doelstellingen is een continu proces. Financiële informatie Op het niveau van de afgeleide doelstellingen c.q. taakgebieden worden ter informatie de voor de nieuwe activiteiten 2014 beschikbare budgetten (exploitatie en/of investeringen) aangegeven, exclusief indirecte kosten. Tussen de genoemde activiteiten kan overigens budgettair worden geschoven.
De opgenomen financiële informatie bij de programma’s heeft slechts een indicatieve status. De autorisatie van budgetten vindt conform de 212-verordening plaats op het niveau van de beleidsvelden.
12
Wat gaan we doen? In de doelenboom is het uitgangspunt dat de afgeleide doelstellingen of taakgebieden (mede) kunnen worden gerealiseerd door het uitvoeren van de genoemde activiteiten. Het spreekt voor zich dat dit een sterk vereenvoudigde weergave is van de werkelijkheid. Het activiteitenplan voor 2014 wordt aangeduid. Het gaat hier in beginsel om de nieuwe en prioritaire zaken. “Nieuw” moet in een wat bredere context gezien, het kan ook gaan om de verdere uitwerking van lopende zaken. Prestatie-indicatoren In de doelenboom wordt een aantal indicatoren/kengetallen benoemd waarvan verondersteld wordt dat deze een indicatie geven van enerzijds het realiseren van de activiteiten, maar vooral van het realiseren van de doelstellingen op langere termijn. Hierin zijn zo veel mogelijk streefwaarden toegevoegd, vooral ten aanzien van de maatschappelijke effecten. Zij vinden hun oorsprong in 2009 en gelden in beginsel voor de periode 2010-2014. Om destijds tot een realistische waarde te komen, zijn daarbij tevens betrokken de historische cijfers en ontwikkelingen van vóór 2009. Overigens dient bedacht te worden dat het niet of juist wel behalen van een doelstelling niet altijd (volledig) afhankelijk is van de gemeentelijke inspanningen, maar bijvoorbeeld ook van omgevingsfactoren in die periode. In de beleidsevaluatie is dit een aandachtspunt. Nadere toelichting programma Hier is indien nodig nog een korte toelichting opgenomen ten aanzien van de hiervoor genoemde zaken. Er is ook actueel cijfermateriaal opgenomen ten aanzien van de indicatoren van het programma.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren bij dit beleidsveld
Hier kunnen eventuele overige activiteiten, projecten en cijfermatige gegevens of afwijkingen worden vermeld die in 2014 plaatsvinden, voor zover relevant en niet reeds in de doelenbomen van de programma’s opgenomen. Het “gewoon” uitvoeren van wettelijke taken en/of van vastgestelde beleidsplannen (zie ook beleidskaders) valt hier in beginsel niet onder, daar dit als “vanzelfsprekend” mag worden beschouwd. Alleen bij bijzonderheden (bijv. forse achterstanden in uitvoering, teruggang kwaliteitsscores, financieel) is vermelding op zijn plaats.
13
D.
Wat mag het kosten?
Het overzicht van baten en lasten begroting 2014 geeft voor de verschillende jaren weer de gerealiseerde resp. de geraamde bedragen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds bestaand beleid en nieuw beleid, anderzijds tussen het “saldo van baten en lasten” (zonder rekening te houden met mutaties in reserves) en een “resultaat” (inclusief mutaties reserves). Actuele externe en interne ontwikkelingen, intensivering of juist noodzakelijke inperking van bestaand beleid en nieuw beleid noopten tot budgettaire bijstellingen, die middels de Voorjaarsnota 2013 zijn geformaliseerd. Voor deze begroting 2014 zijn derhalve alle mutaties voor 2014 e.v. voortvloeiende uit deze Voorjaarsnota gedefinieerd als “nieuw beleid”. De bedragen die bij de beleidsvelden zijn genoemd zijn exclusief de kapitaallasten van nieuwe c.q. geplande investeringen, deze staan namelijk “macro” in het administratieve beleidsveld 0. Een toelichting daarop treft u aan bij het onderdeel “financiële begroting”. De posten “nieuw beleid” worden onderaan de tabel nog beknopt aangeduid. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2013. Een compleet cijfermatig overzicht is ter informatie nog opgenomen bij het onderdeel “financiële begroting”. Aangezien de rekening 2012 een verantwoordingsdocument achteraf betrof, is de categorie “nieuw beleid” niet van toepassing. Dat geldt tevens voor de mutaties voor de jaarschijf 2013 van de Voorjaarsnota 2013. Het saldo is berekend als baten minus lasten. Alle bedragen zijn x € 1.000. Door afrondingen kunnen kleine verschillen ontstaan. Met ingang van deze begroting worden per jaarschijf de incidentele baten en lasten zoals recent gedefinieerd door de commissie BBV per beleidsveld inzichtelijk gemaakt. Daarbij wordt een ondergrens van € 10.000 gehanteerd. Deze nieuwe systematiek is nog aan verfijning onderhevig en beoogt meer inzicht te geven in de structurele versus incidentele componenten van de begroting. Afwijkingen (diverse jaren) Hier vindt u een korte analyse van de grotere c.q. bestuurlijk relevante afwijkingen tussen de verschillende jaren. Het kan voorkomen dat de genoemde afwijkingen op zichzelf de mutatie van de totale baten en lasten niet volledig verklaren. In dat geval zijn er nog diverse kleinere plussen en/of minnen. Ook worden de kostenplaatsen/indirecte kosten buiten beschouwing gelaten. Deze worden bij het onderdeel “Financiële begroting” nl. afzonderlijk “macro” geanalyseerd aangezien deze aan de beleidsvelden worden doorbelast. Tevens is opgenomen de analyse van de meerjarige afwijkingen. In deze begroting 2014 betreft het de jaren 2015 – 2017 ten opzichte van de begroting 2014. Deze afwijkingen zijn ontstaan door mutaties waarover in eerdere Voorjaars- of Najaarsnota’s is besloten. De bestuurlijk relevante mutaties worden hier kort aangeduid.
Investeringen Per beleidsveld wordt weergegeven de beschikbare investeringsruimte per jaarschijf. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen. Bij een aantal investeringen kan echter sprake zijn van een gemengd karakter. Dan wordt per geval gekeken welke omschrijving het meest passend is. Een specificatie is opgenomen in §2 van de Financiële begroting. In de tweede kolom wordt aangegeven of het een uitbreidingsinvestering (u) of vervangingsinvestering (v) betreft.
Afwijkingen ramingen 2013 – 2017 Tevens is opgenomen de meerjarige analyse van de ramingen van de beschikbare investeringsruimte. Deze afwijkingen zijn ontstaan door mutaties waarover in eerdere Voorjaars- of Najaarsnota is besloten. Voor een beter inzicht worden de daarin genoemde mutaties hier kort herhaald, voor zover de wat grotere individuele posten nog steeds bestuurlijk relevant zijn.
14
Overzicht baten en lasten per beleidsveld
BATEN
€ 153,6 milj
Beheer 4%
Bestuur en bedrijfsvoering 0%
Algemene dekkingsmiddelen 49%
Werk en inkomen 39%
Welzijn, sport en cultuur 1%
LASTEN
Zorg 1%
Jeugd 0%
Veiligheid en handhaving 0%
€ 153,6 milj
Beheer 10% Bestuur en bedrijfsvoering 7%
Milieu Economie en 4% toerisme 1%
Verkeer en vervoer 1%
Bouwen en wonen 1%
Bouwen en wonen 2% Algemene Verkeer en vervoer dekkingsmiddelen 1% Economie en 5% toerisme Milieu 1% 4% Veiligheid en handhaving 4% Jeugd 5%
Welzijn, sport en cultuur 6%
Zorg 12%
Werk en inkomen 43%
15
16
Beleidsveld:
01 Bouwen en wonen A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het scheppen van optimale condities voor het woningaanbod en de woon- en leefomgeving alsook een wervend vestigingsklimaat. Onderscheiden deelterreinen: Ruimtelijke ordening; Wonen; Natuur, landschap en groen; Wijkgericht Werken Portefeuillehouders: P. Thomas ( ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economische zaken en toerisme, wijkwethouder West) J. Bok ( openbare ruimte, ontwikkelingsbedrijf Kerkrade, vastgoed) L. Jongen ( wijkontwikkeling en wijkwethouder Oost) D. Schneider ( centrummanagement) Beleidskaders: Op rijksniveau fungeert de “Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte; Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig” als kader (maart 2012). Provinciale en regionale beleidskaders: Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL); aanvulling Verstedelijking, Herstructurering en Kwaliteitsverbetering (2009); Agenda POL2013 op hoofdlijnen (februari 2012) Limburgse Wijkenaanpak Provinciale Woonvisie Limburg 2010-2015 (februari 2011) Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg (oktober 2009) Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg (december 2009) Groenagenda Parkstad Limburg (Regio Fonds) Regionale Woonstrategie 2012-2020 (december 2012) Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2010 (verlengd t/m 2013) en in voorbereiding een Regionale Woningbouwprogrammering Parkstad Limburg 2013-2020 Document “Kwaliteitssturing Regionale woningmarkt. Van Zeef naar Zwengel” Regioprogramma “Naar een duurzame vitale regio” (juni 2010) Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) Herstructurering Parkstad Limburg (2009) Structuurvisiebesluit Wonen en Retail (oktober 2011) Projectplan Transformatieopgave Zorggeschikte woningen Geactualiseerde Envelop Herstructureringsvisie Parkstad Limburg 2012-2020 (januari 2013) Leidraad “Regievoeren op plancapaciteit” (juni 2012) IBA Parkstad 2012-2020 (Ibaboek 1.1 – mei 2013) Provinciale Verordening Wonen Zuid-Limburg (juli 2013), inclusief beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg Gemeentelijke beleidskaders: Structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” (maart 2011) Stadsdeelvisie Kerkrade-West (februari 2011) Stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I (december 2012) Beleidsnotitie Ruimtelijke Ordening (oktober 2009) Bestemmingsplannen Verordening VROM starterslening gemeente Kerkrade 2007 Jaarlijkse grondnota, Beheersvoorschriften O.B.K. en de Verkoopvoorwaarden gemeentegrond aan
17
particulieren Overeenkomst Algemene Prestatieafspraken 2012 t/m 2015 (20 januari 2012) alsmede Prestatieafspraken 2013 per stadsdeel (31 januari 2013) tussen Woningcorporaties en Gemeente Welstandsnota 2004 (update in 2008) Groenstructuurplan gemeente Kerkrade 1992 (update is voorzien in 2013) Bomenbeleidsplan 2006 Bomenverordening Kerkrade 2006 Groenontwikkelingsplan Kerkrade (in voorbereiding) Samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Kerkrade en de Kerkraadse Bewonersplatforms 24 april 2007 4 jaren beleidsplan WMO gemeente Kerkrade Uitvoeringsprogramma Wijkontwikkeling (jaarlijks) Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade 2008 Convenant “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK) 2010-2014” Verordening subsidiëring gevelverbetering Intrekkingsbeleid bouwvergunning (april 2008) Lijst van waardevolle en Monumentale bomen
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling”.
18
19
Programma Aantrekkelijk wonen en wijkgericht werken J. Som; P. Thomas; L. Jongen; J. Bok; D. Schneider. Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Een aantrekkelijke en goed functionerende woon-, werk- en leefomgeving; activeren burgers Afgeleide doelstelling: Door het opstellen en uitvoeren van ruimtelijk beleid zorg dragen voor een verhoging van de tevredenheid over de woonkwaliteit, betere match vraag en aanbod woningen en meer groen Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Ruimtelijk beleid Opstellen, actualiseren en uitvoeren van ruimtelijk beleid als kader voor ontwikkelingen. (exploitatie € 45.400).
Rode ontwikkelingen Voorbereiden en uitvoeren van rode (stedelijke) ontwikkelingen om de tevredenheid woonkwaliteit en match vraag en aanbod woningen te verbeteren. Groene ontwikkelingen Voorbereiden en uitvoeren van groene ontwikkelingen om de tevredenheid te verbeteren en meer groen per inwoner te realiseren. (investeringen € 400.000)
Wijkgericht werken Voortzetten wijkgericht werken met de kernbegrippen duurzaam, schoon, veilig en sociaal. (exploitatie € 136.000)
Wat gaan we doen? (2014) Prestatie-indicatoren Uitwerken van de structuurvisie Kerkrade 2010- algemene kwaliteit van de woonomgeving: ≥7,0 2020 in de stadsdeelvisie Noord en Oost II. Uitvoering Centrumplan Uitwerken van de structuurvisie Kerkrade 20102020 in de stadsdeelvisies Oost II en Noord. Realisatie van het meerjaren uitvoeringsprogramma van de stadsdeelvisies West en Oost I. Uitwerken van de structuurvisie Kerkrade 20102020 in de stadsdeelvisies Oost II en Noord. Realisatie van het meerjaren uitvoeringsprogramma van de stadsdeelvisies West en Oost I.
aantal te slopen woningen 250 aantal te realiseren woningen 100 leegstaande woningen ≤ 6,0%
(Verder) stimuleren betrokkenheid burgers en buurtverenigingen Sociale activering Limburgse Wijkenaanpak (Krimp)
tevredenheid buurtvoorzieningen ≥ 55% sociale cohesie ≥ 5,8 verloedering in de buurt ≤ 4,2
20
oppervlakte groen m2/inw oppervlakte stedelijk groen m2/inw
Nadere toelichting programma Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht om ruimtelijk beleid (structuurvisie en bestemmingsplannen) vast te stellen en toe te passen. Dit beleid is nader uitgewerkt op basis van het nationaal, provinciaal en regionaal beleid. In maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte door de minister van Infrastructuur en Milieu vastgesteld. Op provinciaal niveau zal in mei 2014 een nieuw Provinciaal Omgevingsplan Limburg worden vastgesteld. In deze visies en het wettelijke instrumentarium (Algemene maatregel van bestuur en provinciale verordening) worden respectievelijk de nationale en provinciale belangen vastgelegd. In de dagelijkse praktijk betekent dit voor de gemeente Kerkrade dat het primaat van de ruimtelijke ordening met name bij de provincie, de Stadsregio Parkstad Limburg en bij onze gemeente komt te liggen. De Provincie heeft op 1 juli 2013 de Verordening Wonen Zuid-Limburg met bijbehorende beleidsregel Kwaliteitscriteria nieuwe woningen Zuid-Limburg vastgesteld. Deze verordening zet een rem op het vaststellen van nieuwe woningbouwplannen. Ze heeft een werkingsduur tot de in werking treding van het POL 2014 (naar verwachting in mei 2014). De stadsregio Parkstad Limburg, waarin acht gemeenten samenwerken op basis van de afspraken zoals vastgelegd in de WGR+ overeenkomst, heeft in oktober 2009 de intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Voor Kerkrade zijn met name de projectgebieden "Park Gravenrode" en "Zuidflank" relevant. De regio voert hierbij de regie. Verder is in de visie een beheers- en sturingslijn opgesteld waarbij de gemeenten zich conformeren aan de intergemeentelijke structuurvisie (o.a. op basis van de zogenaamde ruimtelijke hiërarchie (XL, L, M en S). Daarnaast zijn de regionale nota's relevant voor het gemeentelijke ruimtelijk beleid. In oktober 2011 is het Structuurvisiebesluit Wonen en Retail door de Parkstadraad vastgesteld. In dit besluit is aangegeven dat mede als gevolg van de bevolkingskrimp respectievelijk de terugloop van het aantal huishoudens zowel het aantal woningen als het totale regionale winkeloppervlak aangepast dient te worden aan de toekomstige situatie. De Parkstadgemeenten, waaronder Kerkrade, zijn dit beleid vanaf 1 januari 2013 aan het implementeren bij het actualiseren van de bestemmingsplannen door de nog niet benutte ontwikkelingsmogelijkheden voor wonen en retail in beginsel te verwijderen, tenzij deze passen binnen het beleid zoals verwoord in de Regionale Woonvisie of de Retailstructuurvisie Parkstad Limburg. Uitwerken/uitvoeren van de gemeentelijke structuurvisies in stadsdeelvisies en centrumplan. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 is op 30 maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Het betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave met een onderscheid in de visie in beheergebieden, verdunningsgebieden en ontwikkelingsgebieden, worden uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de wijken Oost II en Noord, die daarna juridisch worden vastgelegd in bestemmingsplannen. De stadsdeelvisie Kerkrade-West is in februari 2011 vastgesteld en de stadsdeelvisie Kerkrade Oost I is in december 2012 vastgesteld. De gemeentelijke structuurvisie en de stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen), initiatieven, uitvoeringsprogramma en nota's die hierop betrekking hebben (bijv. de beleidsnotitie Ruimtelijke Ordening). Naast de afzonderlijke stadsdeelvisies is het centrumplan als apart gebied aangemerkt. Het centrumplan is door de raad als pilot sturing strategische projecten aangemerkt. De pilot en het stedenbouwkundig ontwerp van het Centrumplan zijn in de raad van oktober 2012 goedgekeurd. In de gemeentelijke structuurvisie komen de volgende thema's aan bod: Landschap en Groen, Infra, Wonen, Voorzieningen, Werken en Toerisme en Recreatie. Voor ieder thema is een ontwikkelingsrichting aangegeven: Wat we willen zijn én Wat we gaan doen. Daarbij is nadrukkelijk rekening gehouden met de demografische ontwikkelingen, waarbij bevolkingskrimp een rode draad vormt voor de verdere ontwikkeling van Kerkrade (zie ook paragraaf 8: Krimp).
21
(Verder) stimuleren betrokkenheid burgers, ondernemers en (buurt)verenigingen Met inachtneming van de kernbegrippen duurzaam, schoon, veilig en sociaal wordt dit vorm gegeven door het uitvoeren van uiteenlopende projecten. Daarbij wordt samengewerkt met veel partners in stad en wijken en zullen verschillende communicatie-instrumenten worden ingezet. Sociale activering Het sociaal activeren van burgers blijft een aandachtspunt voor wijkontwikkeling waarmee invulling wordt gegeven aan de taakstelling uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het bestaande netwerk en de bijbehorende overlegstructuur worden gehandhaafd en waar mogelijk versterkt. Hier wordt ook verwezen naar het beleidsveld Zorg. Limburgse Wijkenaanpak (bevolkingskrimp / transformatieopgave). Het uitwerken en uitvoeren van de Limburgse Wijkenaanpak gebeurt samen met de provincie Limburg en de Stadsregio Parkstad Limburg. Concrete voorbeelden zijn Kerkrade-West (businesscase Heilust) en de stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I, zoals aangegeven in de regionale herstructureringsvisie. Meer informatie hierover is ook opgenomen in de paragraaf grondbeleid en de paragraaf krimp. Indicatoren programma Omschrijving algemene kwaliteit van de woonomgeving gesloopte woningen gerealiseerde nieuwbouwwoningen leegstaande woningen irt woningvoorraad per 1/1 oppervlakte groen per inwoner oppervlakte stedelijk groen per inwoner tevredenheid buurtvoorzieningen
bron burgeronderzoek Woonmonitor Limburg** Woonmonitor Limburg** woz-registratie afd. Stedelijk Beheer afd. Stedelijk Beheer burgeronderzoek
sociale cohesie
burgeronderzoek
verloedering in de buurt
burgeronderzoek
eenheid
2010
score (0-10)
2011
2012
streefwaarde 2010-2013
2013
6,7
≥ 7,0
aantal
209
96
314
250***
aantal
59
330
107
100
%
5,3
5,8
6,1
m2/inw
57,0
65,9
66,1
-
m2/inw
24,6
27,8
28,5
-
% score (0-10) score (0-10)
5,2*
≤ 6,0
57
≥ 55
5,6
≥ 5,8
4,7
≤ 4,2
* voorlopig cijfer ** vanaf 2011, voorheen woningcartotheek gemeente Kerkrade *** Het jaarlijks te slopen aantal woningen is afhankelijk van de feitelijke woningvoorraad.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Er zijn geen overige vermeldenswaardige zaken, een meer uitgebreide toelichting op de diverse ontwikkelingen heeft bij onderdeel B plaatsgevonden. Bij dit beleidsveld is ook de paragraaf grondbeleid relevant. Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
22
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 BELEIDSVELD 01 Bouwen Rekening Bijgestelde Primaire en wonen 2012 begroting begroting 2013 2014 Bestaand beleid - lasten 21.793 5.661 3.529 - baten 3.209 2.080 675 Saldo Bestaand beleid -18.584 -3.581 -2.854 Nieuw beleid - lasten 0 0 50 - baten 0 0 0 Saldo Nieuw beleid 0 0 -50 Saldo van baten en lasten -18.584 -3.581 -2.904 Mutaties reserves -toevoeging 0 93 159 -onttrekking 354 693 500 Resultaat -18.231 -2.981 -2.564
Meerjaren Begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2016 2017
3.367 1.069 -2.298
3.356 621 -2.735
3.317 621 -2.696
0 0 0 -2.298
0 0 0 -2.735
0 0 0 -2.696
504 0 -2.802
56 0 -2.791
56 0 -2.753
De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): Voortzetten startersregeling In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 1 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2015 2016
Meerjaren begroting 2017
Lasten (-/-) Stadsvernieuwing: Marktstraat
64
Grondexploitaties
93
Restitutie structuurgelden
52
Wijk van morgen, Dahliastraat Stadsvernieuwing: sloopkosten Chevremontstraat Stadsvernieuwing: gevels
64
Startersregeling Groot onderhoud woonwagens
159
504
56
56
-504
-56
-56
20 19 100
50
42
Baten (+) Grondexploitaties
220
Structuurfonds(speelruimtebeleid) Parkeerfonds exploitatie (kunstwarenhuis)
500
Totaal incidenteel
291
25
-209
23
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 De begrote post advieskosten van ruimtelijke ordening wijkt in 2014 met € 30.000 af ten opzichte van 2012 door incidentele uitgaven t.b.v. deelname Biënnale (€ 8.000), Studie rondom Parkstad Limburg Stadion (€ 7.000), advies actualiseren pachtovereenkomsten (€ 10.000), bijdrage ZKA onderzoek Continium (€ 5.000). Voor de ontwikkeling van het centrumplan zijn in 2012 voor een bedrag van circa € 12 miljoen panden aangekocht van Metroprop. In 2012 is er voor een bedrag van € 240.000 expertise (van Pol, Deloitte, Fakton, Metrum, Lagroup, Lubbers en Bregman) ingehuurd voor de ontwikkeling van het centrumplan. Voor de uitvoering van het ISV II programma zijn in 2012 voor een bedrag van € 202.000 uitgaven gedaan aan diverse projecten. Voor stadsvernieuwing is in 2012 voor een bedrag van € 18.000 beschikbaar gesteld voor de sloop van een pand en de Chevremontstraat. Verder is er een bijdrage van € 67.000 beschikbaar gesteld voor gevelverbeteringen. Voor het klooster Pannesheide is een bijdrage van € 16.000 beschikbaar gesteld. Aan de startersregeling is in 2012 een bedrag van € 150.000 besteed. Voor de jaarschijf 2013 is een bedrag van € 100.000 en voor 2014 is er nog € 50.000 beschikbaar. Tot slot wijken de bestede budgetten van de grond exploitaties en WOP projecten af doordat deze eenmalig van aard zijn. Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Voor de jaarschijf 2014 is een bedrag van € 500.000 voorzien voor investeringsambities (speelruimtebeleid). Doordat de bedragen van grondexploitaties eenmalig van aard zijn kunnen de verschillende jaarschijven niet met elkaar worden vergeleken. Voor ISV II projecten is voor het jaar 2013 € 64.000 begroot. Voor de wijk van morgen is er via het structuurfonds een voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld van € 64.000. Voor stadsvernieuwing (sloop Chevremontstraat 28) is € 10.000 beschikbaar in 2013. Voor 2013 is een gevel verbeteringssubsidie beschikbaar van € 19.400 en voor 2014 € 200.000. Voor groot onderhoud aan woonwagenunits is in 2013 € 41.500 beschikbaar. Voor de startersregeling is in de jaarschijf 2013 een bedrag van € 100.000 en voor 2014 nog € 50.000 beschikbaar. Jaarlijks wordt voor de Wijkuitvoeringsprogramma’s een bedrag beschikbaar gesteld voor veelal incidentele projecten. Voor de jaarschijf 2014 is hiervoor nog € 136.000 beschikbaar. Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 De diverse afwijkingen hangen samen met de verschillende grondexploitaties, die van jaar tot jaar kunnen verschillen. Zie voor een nadere toelichting de paragraaf grondbeleid. Voor de jaarschijf 2014 is een bedrag van € 500.000 voorzien voor investeringsambities. Investeringen BELEIDSVELD 1 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 0 0 0
Raming 2014 0 0 0
Afwijkingen ramingen 2013-2017 N.v.t.
24
Raming 2015 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming Raming 2016 2017 totaal 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Beleidsveld:
02 Verkeer en vervoer A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld De voorbereiding, planning en uitvoering van het verkeer- en vervoersbeleid gericht op het leveren van een bijdrage aan een goede, evenwichtige en veilige infrastructuur. Het verhogen van de bereikbaarheid, het verbeteren van de openbaar vervoervoorzieningen en verkeersveiligheid zijn daarbij de kernpunten. Onderscheiden deelterreinen Infrastructuur algemeen; Automobiliteit; Openbaar vervoer; Fiets / voetganger Portefeuillehouders J.Bok (openbare ruimte, verkeer en vervoer) Beleidskaders Met betrekking tot het beleidsveld verkeer en vervoer zijn diverse lokale en regionale beleidskaders relevant: Provinciaal Omgevingsplan Limburg (P.O.L.) Provinciaal en Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (2011) Provinciale Nota Openbaar vervoer 2005 Wegenbeheersplan 2002-2006 (update 2012) Verkeersveiligheidsplan 1997 Wegcategorisering (2007) Parkeerbeleidsnota (2008)
B. Programma Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
25
26
C. Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren Naar aanleiding van de vernietiging van het Provinciaal InpassingsPlan (PIP) door de Raad van State eind 2011, heeft de Provincie in het voorjaar van 2012 een nieuw PIP opgesteld voor de Buitenring. De voorbereiding van het project door MNO (contractpartner van de Provincie) is door de Provincie naar aanleiding hiervan stopgezet. Het nieuwe PIP is in juni 2012 door Provinciale Staten vastgesteld. Hierna is het plan ter inzage gelegd en is de bezwarenperiode doorlopen. Eind mei heeft de Raad van State besloten om de uitspraak omtrent het PIP uit te stellen met ongeveer anderhalf jaar. Een uitspraak wordt derhalve eind 2014 verwacht. In de tussentijd zal de gemeente haar rol vervullen gebaseerd op de bestuursconvenant 2005. In het onderhoudsprogramma Wegen worden bij rehabilitatie de in de wegcategorisering opgenomen wegprofielen zoveel als mogelijk toegepast conform het programma Duurzaam Veilig Verkeer . Op deze wijze lift het programma Duurzaam Veilig Verkeer op een effectieve wijze mee met het onderhoudsprogramma Wegen. Samen met het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg (ROVL) streeft ook Kerkrade onder de slogan “Maak van de nul een punt = mvd01.” naar een optimale verkeersveiligheid van het lokale wegennet. Dus niet minder verkeersslachtoffers maar geen verkeersslachtoffers is ons gezamenlijk streven. Aan de verkeersveiligheid van de gemeentelijke infrastructuur is gewerkt door de uitvoering van diverse verkeersveiligheidacties, het uitvoeren van verkeersconvenanten met basisscholen en middelbare scholen (extra aandacht voor veiligheid in schoolomgevingen), alsmede de behandeling van klachten, suggesties en andere aandachtspunten op verkeersgebied. Nadat er in het voorjaar van 2013 opnieuw twee convenanten zijn ondertekend blijft Kerkrade ernaar streven om ook met de overige vijf basisscholen in Kerkrade een verkeersconvenant te ondertekenen om daarmee het onderwerp Verkeer structureel in het lesrooster van de school te kunnen opnemen. 2013 is door het ROVL uitgeroepen als het jaar van de fiets. De focus is gelegd op het veilig gebruik maken van de fiets. De doelgroepen daarvoor zijn de jongeren en de senioren. Bewust omgaan met bijvoorbeeld de E-bike, verkeersveilig gedrag en het promoten van het gebruik van de fiets zijn daarbij belangrijke doelen die nagestreefd worden In 2011 heeft de provincie Limburg in overleg met regio Parkstad Limburg een totaalpakket voor de treinagenda (grensoverschrijdend openbaar vervoer) bij de minister van Infrastructuur & Milieu ingediend. In april 2013 is het dossier in de Tweede Kamer behandeld. De mogelijkheid bestaat dat het ministerie het gereserveerde budget voor de Avantislijn beschikbaar wil stellen voor de IC-verbinding. Gestreefd wordt om zo spoedig mogelijk te starten met de intercityverbinding Heerlen-Aken, eventueel tijdelijk met een voorloopbedrijf. Tussen Landgraaf en Heerlen zal een extra spoor worden aangelegd. Daarnaast zal voor het gehele spoortraject Heerlen –Herzogenrath elektrificatie worden aangebracht. Zodra de (voorloper van de) intercity gaat rijden wordt de huidige Euregiobahn opgeheven. Voor de Avantislijn / Via Avantis (verbinding Kerkrade-Centrum, Spekholzerheide, Avantis en Aken) is op 14 juli 2011 een Duitse maatschappelijke kosten baten analyse uitgevoerd. Uit dit onderzoek komt naar voren dat de maatschappelijk baten hoger zijn dan de kosten. In 2012 is in opdracht van de provincie onderzoek gedaan naar het referentieontwerp van het tracé met een oostvariant ter hoogte van bedrijventerrein Avantis om alle risico’s en kosten in beeld te brengen. Belangrijke punten zijn met name de gelijkvloerse kruisingen (spoorwegovergangen) op het tracé. Het referentieontwerp zal als basis fungeren voor het vervolgtraject. De kosten bedragen in totaal circa € 40 miljoen, waarvan € 22 miljoen op Duits grondgebied en € 18 miljoen op Nederlands grondgebied. Voor het Nederlandse deel is dit bedrag gereserveerd: € 9 miljoen Rijk, € 7 miljoen provincie, € 1 miljoen Heerlen en € 1 miljoen Kerkrade (besluit nog te nemen). Door het Duitse bevoegde gezag zal in 2013 een besluit worden genomen over het grensoverschrijdend railverkeer, waaronder de treinagenda (intercityverbinding Heerlen-Aken en Avantislijn) in de stadsregio Parkstad Limburg. Afhankelijk hiervan zullen de benodigde vervolgprocedures worden opgestart. Het ontwerp van een nieuw treinstation (onderdeel van de Avantislijn) is begin 2013 afgerond. Het projectplan voor het treinstation en transferium is op 28 mei door de stuurgroep van Kerkrade-West vastgesteld. Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn m.b.t. de Avantislijn kan het ontwerp worden uitgevoerd (besluit nog te nemen). In 2014 dient het bestemmingsplan te worden vastgesteld.
27
In het kader van het Europese project “Citizens Rail” werkt de regio Parkstad Limburg aan de verbetering van de stations in o.a. Spekholzerheide en Kerkrade-Centrum. De haalbaarheidsstudie in opdracht van regio voor het combineren van een bus- en treinstation in Kerkrade-Centrum is op 7 mei 2013 afgerond. De wens om de haalbaarheid te onderzoeken van een OV-knooppunt aan de westzijde van het stadscentrum is in de gemeentelijke structuurvisie Kerkrade 2010-2020 (2011) en in de stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I (2012) vastgelegd. Bij de verdere ontwikkeling van het Museumplein en omgeving (uitbreiding Continium/Creative City) zullen de uitkomsten van de haalbaarheidsstudie in beginsel worden meegenomen om de stationsomgeving te verbeteren Het verhogen van bushaltes heeft binnen in het Wegenbeheersplan een vaste plaats en lift daarin actief mee met de reconstructie- en rehabilitatiewerkzaamheden. Met speciaal daarvoor ontworpen trottoirbanden die het straatniveau ter plaatse van de instapplek voor de autobus met circa 8 cm verhogen worden de bushaltes aangepast. Daarmee komt het gebruik van de reguliere autobus ook voor de minder valide passagier binnen handbereik (ook voor rolstoelgebruikers), hetgeen zich kan vertalen in een verminderde noodzakelijke inzet van het deur-tot-deur-vervoer van de regiotaxi. Op dit moment is de Provincie Limburg bezig met de voorbereiding van de concessie van openbaar vervoer 2016-2026 door de provincie Limburg. Door de Limburgse gemeenten zullen desgewenst diverse aandachtspunten bij de voorbereiding ingebracht worden. Om de vigerende GVVP (1997) te actualiseren is gestart met het opstellen van een nieuw GVVP. Daarmee wordt het verkeer- en vervoersbeleid van de gemeente Kerkrade voorzien van een actueel beleidskader waarin een goed functionerende verkeer- en vervoersstructuur centraal staat. Indicatoren beleidsveld omschrijving geregistreerde ongevallen - uitsluitend mat. schade - met letsel
Streef waarde 2010-2013
bron
Een heid
2010
2011
Viastat online
aantal
219
201
≤ 450
aantal
188
177
≤ 390
aantal
30
24
≤ 60
2012
2013
- met dodelijke afloop aantal 1 0 0 meldingen Afd. Openbare aantal 231 211 193 ≤ 200 verkeersoverlast Orde en Veiligheid tevreden met burgerverkeersdrukte in eigen % 37 ≥ 30 onderzoek buurt Nb. De verkeersongevallenregistraties komen sinds 2008 via Rijkswaterstaat, daarvoor van de politie. De huidige registraties zijn beperkter, waardoor de cijfers niet meer vergelijkbaar zijn. De streefwaarden waren destijds nog bepaald op basis van de oude registratie. De ongevallencijfers van 2012 worden binnenkort verwacht.
28
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 Bedragen x €1.000 BELEIDSVELD 02 Verkeer Rekening Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren Meerjaren en vervoer 2012 begroting begroting Begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 2017 Bestaand beleid - lasten 1.409 1.422 1.391 1.379 1.367 1.354 - baten 646 860 857 854 851 847 Saldo Bestaand beleid -763 -562 -534 -525 -516 -507 Saldo van baten en lasten -763 -562 -534 -525 -516 -507 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 0 0 0 0 -onttrekking 0 0 0 0 0 0 Resultaat -763 -562 -534 -525 -516 -507
De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 2 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2015 2016
Meerjaren begroting 2017
Lasten (-/-) n.v.t.
Baten (+) n.v.t.
Totaal incidenteel
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 In verband met ziekte van een medewerker is er in 2012 een verkeerskundige adviseur ingehuurd voor een bedrag van € 14.000. In 2012 is er voor de realisatie van de doorsteek van de Marktstraat naar het parkeerdek in de Einderstraat een bedrag van € 48.000 besteed. In de najaarsnota 2012 heeft de raad ingestemd met een verhoging van de tarieven van de parkeergelden met ingang van 1-1-2013. Voor de begroting 2014 is hiermee de post parkeergelden met € 70.000 bijgesteld naar € 576.500. De werkelijke parkeerinkomsten bedroegen in de rekening 2012 € 482.800. Bij de financiering van de aankoop van het parkeerterrein B en C van Atrium is er rekening meegehouden dat de parkeerinkomsten de rentelasten van de aankoop zullen afdekken. Hiervoor is er vanaf 2013 structureel een bedrag van € 73.000 geraamd voor parkeergelden Atriumterrein.
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
29
Investeringen BELEIDSVELD 2 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 0 20 20
Raming 2014 217 20 237
Raming 2015 170 20 190
Raming 2016 170 20 190
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 170 727 20 100 190 827
Afwijkingen ramingen 2013-2017 In de voorjaarsnota 2011 is het investeringsvolume voor verkeer i.v.m. bezuinigingen geschrapt. Voor de jaarschijf 2014 is er een bedrag van € 217.000 beschikbaar. Een gedeelte van dat bedrag is noodzakelijk voor de aan te leggen rotonde op de kruising Kaalheidersteenweg – Dahliastraat en Strijthagenweg. Voor de jaren 2014 en verder is er € 170.000 beschikbaar voor verkeersmaatregelen. In de voorjaarsnota 2013 zijn er geen wijzigingen doorgevoerd voor dit beleidsveld.
30
Beleidsveld:
03 Milieu A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Zorgdragen voor een goed en leefbaar milieu Stimulering van de toepassing van duurzame productiemiddelen en duurzame energie. Dit beleid is er nadrukkelijk op gericht om waar mogelijk klimaatbeleid resp. energiebesparing als vliegwiel te gebruiken om ook andere maatschappelijke effecten te bewerkstelligen zoals educatie, het creëren van werkgelegenheid in klimaat/energieprojecten en op toekomstige kostenbesparingen of kostenbeheersing. Bewustwording en gedragsverandering ten aanzien van natuur en milieu worden waar mogelijk gestimuleerd. Inherent daaraan is voorbeeldgedrag van de gemeente zelf. De gemeente staat op dat gebied open voor innovaties. Op het gebied van afval – de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen – voert de gemeente regie. Diftar blijft daarbij het uitgangspunt. Onderscheiden deelterreinen: Milieubeheer; Afval Portefeuillehouder: J. Bok (milieu, afval en reiniging) Beleidskaders: Verschillende beleidskaders zijn relevant: Gemeentelijke beleidskaders Milieuprogramma Bouwbesluit en bouwverordening Nota bodembeheer Bodemkwaliteitskaart Begroting / uitvoeringsovereenkomsten RD4 2014 Actieplan geluid 2014 Stadsdeelvisie’s
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het (nog in te vullen) programma “Duurzaamheid”.
31
Programma Duurzaamheid J. Bok Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Een duurzame samenleving waarbij economische, sociale en ecologische aspecten integraal benaderd worden. Het milieubeleid van Kerkrade richt zich op het verduurzamen van de leefomgeving, voorkómen, beperken en terugdringen van milieubelasting, overlast en risicovolle situaties. De gemeente voert een breed scala van activiteiten op dit gebied uit gericht op zowel lokaal ( bv bodemkwaliteit en geluid), regionaal (bv luchtkwaliteit) als globaal (klimaat beleid) niveau. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden
Nog te bepalen.
Wat gaan we doen? (2014)
Prestatie-indicatoren
Nog te bepalen.
Nog te bepalen.
Naar verwachting kan in het najaar 2013 dit programma nader worden ingevuld in overleg met de raad.
32
Nadere toelichting programma Activiteiten op het gebied van duurzaamheid initieert de gemeente op basis van de gemeentelijke structuurvisie “Kerkrade, Europees en Gastvrij 2010 - 2020”, eerder vastgestelde andere beleidskaders en/of uitvoeringsprogramma’s. Uitgangspunt daarbij is het streven naar een duurzame ontwikkeling van de stad waarbij ecologische, economische en sociale aspecten integraal in beschouwing worden genomen. De samenwerking met burgers, bedrijven, woningcorporaties en andere partijen is daarbij van cruciaal belang. Bij de herstructurering van de diverse stadsdelen wordt concreet invulling gegeven aan een duurzame ontwikkeling in de breedste zin van het woord (People, Planet, Profit). Er worden projecten uitgevoerd die een integrale bijdrage/oplossing leveren voor onder andere sociale problemen, werkeloosheid, energiebesparing, duurzaam materiaalgebruik en cultuurversterking. Waar mogelijk wordt binnen de grote diversiteit aan projecten die Kerkrade kent, (mede) ingezet op het terugdringen van het energieverbruik en het stimuleren van duurzame energieopwekking. Doel is een bijdrage te leveren aan het beperken van het broeikaseffect, het verminderen van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en het beperken van financiële uitgaven. De ingeslagen weg zal ook in de toekomst vervolgd worden waarbij actief gewerkt wordt aan de verdere verduurzaming van de stad en de regio en voor zover mogelijk zal ook bovenregionaal en globaal een bijdrage geleverd worden aan een duurzame toekomst. Het programma sociaal klimaatbeleid is in 2012 volgens planning beëindigd. De in dat programma opgenomen projecten zijn in 2012 afgerond. Mede als gevolg van dat programma maar zeker ook als resultante van een groeiend algemeen bewustzijn voor het belang van duurzaamheid, maakt duurzaamheid in zijn brede context tegenwoordig onderdeel uit van nagenoeg alle projecten van de gemeente en zeker in die projecten die het fysieke domein van de gemeente raken. Duurzaamheid is daarbij een thema dat beleidsdisciplines met elkaar kan ‘verbinden’. Hoe duurzaamheid kan doorwerken in andere beleidsdisciplines wordt in samenwerking met verschillende vakdisciplines bepaald. Daarbij is het streven om per beleidsveld hoger op de ‘duurzaamheidsladder’ te komen staan. Hiertoe worden een aantal acties en projecten mede op het gebied van duurzaamheid en milieu uitgevoerd, of worden voorstellen gedaan om beleidsprocessen anders in te richten. Intern zal dit doorwerken in de beleidsvelden ruimtelijke ordening, water, bouwen, verkeer, openbare verlichting, volkshuisvestings-beleid, onderwijs, grondzaken en inkoop. In het laatste kwartaal van 2013 zal in overleg met de raad tot een nadere invulling gekomen kunnen worden. Daarbij worden de reeds lopende projecten met duurzaamheidsaspecten niet alleen nadrukkelijk in kaart gebracht maar ook de onderliggende samenhang en relaties. Deze bestaande situatie wordt vervolgens als uitgangspunt gebruikt voor verdere initiatieven op het gebied van duurzaamheid en wordt waar mogelijk vertaald in een concreet uitvoeringsprogramma. De samenwerking met externe partijen zoals het Rijk, de provincie, omliggende gemeenten etc. is daarbij een bijzonder aandachtspunt. Indicatoren programma omschrijving
bron
eenheid
2010
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
Mogelijke indicatoren zullen nog nader worden bepaald.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Bij dit beleidsveld hoort het milieuprogramma 2014 zoals dat jaarlijks door het college wordt vastgesteld. Initiatieven, activiteiten, (deel)projecten op het gebied van duurzaamheid, klimaat en energie zijn daarin mede opgenomen. Er is een duurzaamheidsnota in voorbereiding. Deze zal in het laatste kwartaal van 2013 gereed zijn. Mede op basis daarvan zal het programma nader worden ingevuld (zie ook B).
33
Indicatoren beleidsveld Omschrijving aangeboden restafval
bron
eenheid
RD4-monitor
tonnage
2010
2011
2012
12.717
10.221
10.000
2013
streefwaarde 2010-2013 9.800.
aangeboden GFT RD4-monitor tonnage 3.564 3.645 3.600 kosten kwijtschelding i.r.t. afd. % 7,3 8,3 8,4 6,7 kosten afvalverwerking * Financiën * Een algemene beleidsmatige uiteenzetting inzake kwijtschelding is gegeven in de paragraaf lokale heffingen. Voor de oude jaren worden voortaan de rekeningcijfers gebruikt, voor de lopende jaarschijf de begrotingscijfers peil VJN.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 BELEIDSVELD 03 Milieu
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo van baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde Primaire 2012 begroting begroting 2013 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren Begroting begroting begroting 2015 2016 2017
5.576 6.003 427 427
5.791 5.237 -554 -554
6.266 5.859 -407 -407
6.258 5.859 -399 -399
6.258 5.859 -399 -399
6.258 5.859 -399 -399
709 0 -282
693 741 -506
0 0 -407
0 0 -399
0 0 -399
0 0 -399
De post nieuw beleid heeft vanaf 2014 betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 3 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Lasten (-/-) Project nieuw milieubeleid Bijdrage Continium duurzaamheid
25 9
Voorbereiding geluid
10
Project klimaatbeleid slok
44
Inhuur medewerker bag
33
Baten (+) Bijdrage Continium
9
ISV 3 bijdrage tbv geluid
10
Bijdrage project nieuw milieu beleid
11
Totaal incidenteel
-91
34
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2015 2016
Meerjaren begroting 2017
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 Voor de jaarschijf 2014 zijn de uitvoeringskosten ad € 165.000 voor de RUD geraamd bij de post milieu algemeen. In 2012 zijn een aantal milieu projecten ter hand genomen voor een totaal bedrag van € 32.000. Enkele voorbeelden zijn Klimaatbeleid SLOK, bijdrage Rhine Meuse, BusinessCases en PLS. Voor geluidsadvisering is een adviseur ingehuurd ten bedrage van € 11.000. Hiervoor is een ISV 3 bijdrage ontvangen. Aan electrische laadpalen is een bedrag van € 10.000 besteed. Op basis van het resultaat op afval is in 2012 een bedrag van € 709.000 aan de reserve toegevoegd. Voor 2014 is dit nog niet bekend.
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Voor 2013 is incidenteel € 25.000 beschikbaar voor nieuw milieubeleid. Voor het project klimaatbeleid dat in 2013 wordt afgerond is € 44.000 beschikbaar. In 2013 wordt voor een bedrag van € 33.000 een medewerker ingehuurd voor de BAG. Voor geluid is in 2013 een ISV bijdrage ontvangen van € 10.000. Aan Continium is in 2013 een bijdrage verstrekt van € 8.500. Het batige saldo van de rekening 2012 RD4 ad € 691.000 is in 2013 ontvangen en in de reserve afvalverwerking gestort (geraamd was € 693.000). In de tweede helft van 2013 zal er een voorstel voor de tariefstelling 2014 volgen. In de VJN2013 is besloten om voor een bedrag van € 414.000 uit de reserve te onttrekken om enkele incidentele tegenvallers in de exploitatie op te kunnen vangen. Het restant is gebaseerd op de tariefstelling 2013 en overige effecten.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 T/m de voorjaarsnota 2013 zijn m.b.t. dit beleidsveld geen noemenswaardige mutaties die leiden tot afwijkingen in deze jaarschijven. Investeringen BELEIDSVELD 3 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 0 0 0
Raming 2014 0 0 0
Afwijkingen ramingen 2013-2017 N.v.t.
35
Raming 2015 0 0 0
Raming 2016 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 0 0 0 0 0
36
Beleidsveld:
04 Economie en toerisme A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het ontwikkelen van een voorwaardenscheppend beleid voor het goed functioneren van bedrijfsleven en warenmarkt en het bevorderen van een voldoende gedifferentieerd werkgelegenheidsaanbod. Het ontwikkelen van een strategisch en uitvoerend toeristisch en recreatief beleid. Onderscheiden deelterreinen: Werkgelegenheid; Revitalisering bedrijventerreinen; Toerisme; Weekmarkten en kermissen; Public relations en marketing Portefeuillehouders: J. Som (public relations en marketing) P. Thomas (ruimtelijke ordening, economische zaken en toerisme ) J. Bok (weekmarkten en kermissen) D. Schneider (coördinatie evenementen) Beleidskaders: Beleidsplan “Perspectief voor Parkstad Limburg 2007-2010” en kadernota economie Parkstad Limburg en programma Strategie & Samenwerking Retailstructuurvisie Parkstad Limburg 2010 – 2020 Ontwikkelingsperspectief winkelgebieden Kerkrade 2010 Strategische Visie Toerisme Parkstad Limburg 2008 Uitvoeringsprogramma Toerisme 2010-2014 Parkstad Limburg Kadernota Ondernemen in Kerkrade 2006 Projectplan Grensland Wormdal 2020 Programma Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg (Parkstad Attractiestad, Imagocampagne). Kadernota evenementenbeleid Het Communicatiebeleidsplan; “Communicatie zintuig van de gemeente” (juni 2011) Marktverordening en marktbeleidsplan Nota kermisbeleid en evaluatienota
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Toerisme”.
37
Programma Toerisme P. Thomas Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Economische structuurversterking realiseren door middel van stimulering toeristische sector (naast andere maatregelen). Afgeleide doelstelling: Het (toeristisch) imago en de aantrekkingskracht van de gemeente vergroten. Het verhogen van bestedingen in de toeristische voorzieningen.
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Toerisme lokaal Verder vormgeven van leisureclusters en verbindingen leggen tussen diverse leisureclusters onderling en met Kerkrade Centrum (exploitatie € 6.800)
Toerisme promotie Voor de VVV Zuid Limburg is er in 2014 een exploitatiebijdrage beschikbaar. (exploitatie € 140.000)
Wat gaan we doen? (2014) Verdere gebiedsontwikkeling Anstelvallei en omgeving. Verdere gebiedsontwikkeling Continium en omgeving (Creative City). Verdere gebiedsontwikkeling Historische Driehoek (Rolduc, Baalsbruggermolen en Burg Rode).
Uitvoering geven aan convenant VVV Zuid-Limburg
38
Prestatie-indicatoren
aantal bezoekers toeristisch recreatieve voorzieningen:
GaiaZoo ≥ 400.000 Continium ≥ 100.000
opbrengsten toeristenbelasting ≥ € 90.000
Nadere toelichting programma Toerisme heeft in Kerkrade door een actief stimulerend gemeentelijk beleid de laatste tien jaar een sterke groei doorgemaakt. Dat blijkt uit de toeristisch-recreatieve jaarcijfers 2012. Zo’n 450.000 mensen bezochten het afgelopen jaar GaiaZOO en Discovery Center Continium verbrak met ruim 100.000 bezoekers haar oude record van 2010. Ook de andere publiekstrekkers laten uitstekende resultaten zien: Roda JC ruim 240.000 bezoekers, de Rodahal 70.000 en het Miljoenenlijntje 44.000. Het aantal hotelovernachtingen is met maar liefst 27% gestegen naar een totaal van 94.000. Vergeleken met 2009 is het aantal overnachtingen zelfs meer dan verdubbeld. In diverse rapporten wordt met name gepleit voor versterking of herbestemming van de bestaande bedrijven, eerder dan voor toevoeging van nieuwe bedrijven. Dat laatste geldt met name voor dagattracties. Voor groei in (kleinschalige) verblijfsrecreatie worden wel nog mogelijkheden gezien. De voor 2014 voorziene activiteiten hebben lokaal daarom primair betrekking op productontwikkeling en –versterking. Ten behoeve van versterking wordt in dit kader voornamelijk ingezet op clustervorming middels de vier aangewezen leisureclusters, te weten: Parkstad Limburg Stadion en omgeving (zie ook onderdeel C “Rodaboulevard”), Anstelvallei en omgeving, Continium en omgeving (“Creative City”) en de Historische Driehoek. De eerste drie staan bekend als “rode clusters”, de laatste als “groene cluster”. Naast deze clustervorming zal getracht worden om verbindingen te leggen met het hart van Kerkrade, Kerkrade-Centrum. Uiteindelijk zullen de afzonderlijk leisureclusters middels een marketingconcept gepromoot worden en als eenheid in de markt gezet worden. Verdere gebiedsontwikkeling Anstelvallei en omgeving In het kader van de Strategische Visie Toerisme Parkstad en de daarbij beoogde clustervorming is rond de toeristische trekkers GaiaZOO, Hotel Brughof en Kasteel Ehrenstein een integrale ontwikkelingsvisie voorbereid voor de Anstelvallei. In dit kader hopen we in 2014 duidelijkheid te hebben over de herbestemming van de locaties Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel gerelateerd aan de landschappelijke omgeving. Met subsidie uit het Groenfonds Parkstad Limburg is Kasteelpark Fase 1 en Fase 2 gerealiseerd. Tevens worden, in samenwerking met betrokken partijen, andere delen van de Anstelvallei opgewaardeerd (o.a. Cranenweyer). Voornaamste doelen in dit project zijn: wateropgave Anstelerbeek, gebiedsontwikkeling Anstelvallei incl. herbestemming van de hoeves Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel, realiseren van een recreatieve routestructuur en realiseren van betere ontsluiting van het gebied. Ook de ontwikkeling van GaiaZOO staat niet stil. De betrokkenheid van de gemeente daarbij varieert van faciliteren tot participeren (financieel). Wij zullen onze gemeentelijke plannen in de nabijheid van GaiaZOO zoveel mogelijk afstemmen op de ontwikkelingen van GaiaZOO zodat een win-win situatie ontstaat. De bezoekersaantallen laten nog steeds een stijgende lijn zien; in 2014 verwacht men circa 410.000 bezoekers te mogen verwelkomen. Vanaf 2014 wil GaiaZOO investeren om het park het gehele jaar begaanbaar en bereikbaar te maken alsmede alle dieren 365 dagen per jaar zichtbaar te maken. GaiaZOO is ervan overtuigd dat hierdoor meer bezoekers de weg naar GaiaZOO zullen vinden. Deze bezoekers zullen door een aangepaste routing en de nieuwe verblijven ook langer in het park verblijven en daardoor voor meer omzet in de horeca en shop zorgen. Door het bredere aanbod en de aangepaste wandelpaden is het park ook elke dag van het jaar veel aantrekkelijker, hetgeen in combinatie met dynamic pricing ook hogere entreeprijzen rechtvaardigt. Verdere gebiedsontwikkeling Continium en omgeving (Creative City) Van de zijde van de gemeente zal in eerste instantie bevorderd worden dat Discovery Centre Continium en omgeving een “cluster van vermaak” wordt, zoals voorzien in de Strategische Visie Toerisme Parkstad. De relatie met de Schacht Nulland en ZLSM wordt hierbij betrokken. De Schacht zal, met medewerking van de enthousiaste Koempels van de Domaniaal, opengesteld worden voor publiek. Verder zullen de plannen van Continium (Creative City: 1. Continium, 2. Red Dot en 3. Earth Theater) verder vorm en gestalte krijgen. In december 2012 zijn de resultaten van het haalbaarheidsonderzoek van het project Creative City gepresenteerd. Continium wil graag fors uitbreiden. Indien het project haalbaar is, dan zou het Earth Theater en Red Dot Design Laboratory in 2015 de deuren kunnen openen, waardoor het centrum uitgroeit tot Creative City. Op basis van voornoemd haalbaarheidsonderzoek wordt rekening gehouden met een stijging van het aantal bezoekers van circa 100.000 naar circa 220.000 op jaarbasis. In het eerste Earth Theater ter wereld kijkt de bezoeker naar beneden: vanaf een satelliet naar de aarde. Dus niet
39
zoals in een planetarium naar boven. Het theater krijgt een doorsnede van 16 meter en de bezoeker bevindt zich op een ring acht meter boven de digitale beelden. Er is plaats voor 600 bezoekers tegelijk. Het Red Dot Design Laboratory wordt de tweede wereldpremière van het Continium. Het gaat om de eerste Red Dot-plek waar bezoekers ontwerpers live aan het werk kunnen zien in tal van laboratoria en waar designers de ontwerpen waaraan zij werken, op publiek kunnen testen. Discovery Center Continium, Earth Theater en Red Dot Design Laboratory samen vormen straks Creative City, een centrum voor de creatieve industrie in Limburg en omstreken, waar cultuur, economie en toerisme elkaar ontmoeten. Met de toezegging van de provincie om vijf miljoen euro bij te dragen, is de uitbreiding van het Continium tot Creative City een grote stap dichterbij gekomen. Het streven is om dit als totale gebiedsontwikkeling op te pakken (ook in relatie tot Kerkrade Centrum). Verdere gebiedsontwikkeling Historische Driehoek In Parkstadverband is de participatie in een nieuw Interregproject (drie landen) voorbereid. In dit project (Tiger) participeren ook Kerkrade en Herzogenrath (Kerkrade € 200.000, Herzogenrath € 100.000). Voor Kerkrade wordt in dit project de historische tuin van Rolduc fasegewijs hersteld en is een voetgangersbrug over de Worm bij de Baalsbruggermolen gerealiseerd. Herzogenrath participeert ook in dit project en bouwt in de Burg Rode een betere toegang tot de torenspits. Verder zal, in samenwerking met buurgemeente Herzogenrath, een nieuw grensoverschrijdend wandelroutenetwerk gerealiseerd worden. Ook het Abdijcomplex Rolduc is als hotel- en conferentieoord sterk in ontwikkeling. Om het hotel- en conferentieoord kostendekkend te maken, is het zaak om meer omzet te genereren door de naamsbekendheid en het imago te verbeteren en door zich te gaan richten op vast te stellen doelgroepen. Dit kan onder meer door een duidelijk beleidsconcept voor het complex te ontwikkelen, meer gebruik te maken van de kwaliteiten van Rolduc, het bijzondere karakter en de geschiedenis van het pand meer tot hun recht te laten komen en zo de unique selling points van Rolduc (beleving/emotie) meer te benutten. Een onderzoek zal moeten uitwijzen wat de economische potenties van het abdijcomplex zijn en hoe deze, in combinatie met het omliggende gebied, beter benut kunnen worden. Daarnaast zullen de kloostertuinen van Rolduc fasegewijs verder heringericht worden. Aansluitend aan de ontwikkelingen wordt op Kerkraads grondgebied onderzocht of de historische driehoek (Rolduc, Baalsbruggermolen en Burg Rode) recreatief beter ontsloten kan worden. Uitvoering geven aan convenant VVV Zuid-Limburg Toeristische promotie is door de Zuidlimburgse gemeenten primair opgedragen aan de VVV en vastgelegd in een convenant. Dat neemt niet weg dat de gemeente zelf ook probeert toeristische promotie te bedrijven. Indicatoren programma
omschrijving
bron
eenheid
bezoekers GaiaZoo ( x 1.000) bezoekers Continium ( x 1.000) bezoekers Roda JC Kerkrade (wedstrijden Eredivisie; x 1.000) bezoekers Rodahal (x 1.000) bezoekers ZLSM (x 1.000) opbrengsten toeristenbelasting ( x € 1.000)* * op rekening-basis
GaiaPark Kerkrade Zoo Continium
2011
2012
aantal
365
450
450
≥ 400
aantal
93
87
102
≥ 100
aantal
251
242
242
Rodahal
aantal
37
74
70
ZLSM
aantal
45
45
44
afd. Financiën
aantal
62
93
123
Roda Kerkrade
JC
40
2013
streefwaarde 2010-2013
2010
≥ 50
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Voor bedrijven die tijdelijk in malaise verkeren, maar wel op termijn perspectief hebben, bestaat de regeling Bijzondere Bijstand Zelfstandigen (BBZ). Daarnaast leidt de gemeente ondernemers door die meer financiële ruimte nodig hebben voor noodzakelijke investeringen. En door de samenwerking tussen Sociale Zaken en Economische Zaken kunnen ondernemers rekenen op interessante arbeidsmarktvoorzieningen die de inzet van personeel bevorderen. Voor het industriële gedeelte wordt ingezet op de verkoop van de resterende gemeentelijke kavels op de Rodaboulevard. Invulling hiervan zal geschieden overeenkomstig de uitgangspunten van het beeldkwaliteitsplan. Voor het stedelijk diensterrein zal nadere invulling plaatsvinden overeenkomstig de uitgangspunten Retailstructuurvisie 2010-2020 en onderzoek over de ontwikkelpotenties van het Parkstad Limburg Stadion van Ecorys (2012). Belangrijke aandachtspunten ivm benutting ontwikkelingspotentieel: mogelijke opening AHXL, gerealiseerde Leisuredome Kerkrade, benutting cascoruimten Zuidtribune etc. Op basis van diverse (financiële) haalbaarheidsonderzoeken in 2013 zal moeten blijken of in 2014 kan worden gestart met camerabeveiliging op in eerste instantie de bedrijventerreinen Spekholzerheide, Euregiopark en de Rodaboulevard. In opvolging aan het opgestelde Masterplan herstructurering bedrijventerrein Willem Sophia zal in 2014 ingezet worden op de daadwerkelijke realisatie van het voorkeursscenario. Speerpunten zijn: - herinrichting van bestaande infra Steenbergstraat en Grisenstraat alsmede de Parallelweg. - afhankelijk van onderhandelingen kan mogelijke verwerving private terreinen (in eerste instantie VDLterrein) en herinrichting met kleinschalige kavels plaatsvinden. Verwerving en herontwikkeling private terreinen zal in samenwerking met de Limburgse herstructureringsmaatschappij LHB voor bedrijventerreinen plaatsvinden. De samenwerking tussen de gemeente en de ondernemers verloopt naar tevredenheid en zal worden geïntensiveerd. Ook in 2014 zal hier verder vorm en inhoud aan worden gegeven. In het samenwerkingsverband met de Stichting Kerkrade Hartstikke Goed (centrumondernemers) zal in het bijzonder aandacht besteed worden aan de doorontwikkeling van het project “Preventieve Aanpak Overvallen” en parallel hieraan aan het project “Keurmerk Veilig Ondernemen”. De weekmarkt Eygelshoven is in 2012 definitief verplaatst naar de nieuwe terreinen rond het Socio-Project en is geheel nieuw ingedeeld. Voor 2014 is het voornemen om samen met alle markthandelaren deze weekmarkt verder te promoten en door middel van een promotiecommissie diverse activiteiten te ontplooien. Daarnaast zal samen met de marktcommissie gewerkt worden aan een substantiële kwaliteitsimpuls voor deze markt. In het kader van de Centrumplanontwikkeling zal ook de Markt heringericht worden. In overleg met de Marktcommissie en de markthandelaren zal onderzocht worden of voor de weekmarkt, vanuit de insteek een betere (visuele) relatie tussen de weekmarkt en de gevestigde horeca en winkeliers, gekomen kan worden tot een andere opstelling van de weekmarkt. Daarnaast zal meer in zijn algemeenheid met de vertegenwoordigers van de marktkooplieden van gedachten worden gewisseld over de toekomst op de middellange termijn van weekmarkten in zijn algemeenheid en zal in samenspraak met de marktkooplieden de mogelijkheden tot sturing worden geïnventariseerd. Wat betreft het aspect kermis zal het huidige beleid worden geëvalueerd, zowel wat betreft de centrumkermis als de wijkkermissen.
41
Indicatoren beleidsveld omschrijving bedrijfsvestigingen* werkzame personen* werkgelegenheidsindex: arbeidsplaatsen versus beroepsbevolking vestigingen detailhandel werkzame personen detailhandel standplaatsen markten
bron Vestigingregister Limburg Vestigingregister Limburg Vestigingregister Limburg / Etil Vestigingregister Limburg Vestigingregister Limburg afd. OOV
eenheid
2010
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
aantal
2.515
2.611
2.643
-
aantal
17.340
17.542
17.131
-
%
82
84
83
-
aantal
389
385
381
-
aantal
2.174
2.214
2.087
-
aantal
79
73
69
69
-
verkoopruimte markten afd. OOV m² 2.133 2.075 1.977 1.894 * incl. vestigingen en werkzame personen uit Landbouwtelling CBS. ** door de diverse verplaatsingen (Eygelshoven, Spekholzerheide) is de fysieke ruimte teruggebracht.
-
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 BELEIDSVELD 04 Economie Rekening Bijgestelde Primaire en toerisme 2012 begroting begroting 2013 2014 Bestaand beleid - lasten 1.965 1.756 1.372 - baten 687 760 731 Saldo Bestaand beleid -1.278 -996 -641 Saldo van baten en lasten -1.278 -996 -641 Mutaties reserves -toevoeging 0 100 100 -onttrekking 0 0 0 Resultaat -1.278 -1.096 -741
Meerjaren Begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2016 2017
1.368 731 -637 -637
1.325 731 -594 -594
1.321 731 -590 -590
100 0 -737
100 0 -694
100 0 -690
De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten: Bedragen x €1.000 Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren BELEIDSVELD 4 begroting begroting begroting begroting Incidentele posten 2013 2014 2015 2016 Lasten (-/-) Bijdrage haalbaarheid project Creative City Bijdrage overbruggingskrediet ZLSM Upgrading bedrijventerrein Willem Sophia Werkbudget WMC
25 10 217 130
Baten (+) Bijdrage VDL LHB en Martel bv tbv verkaveling bedrijventerrein W. Sophia
Totaal incidenteel
17
-365
42
Meerjaren begroting 2017
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 In 2012 is de revitalisering van het bedrijventerrein Willem Sophia ter hand genomen. Hiermee is een investering gemoeid van € 226.000. Voor de realisatie van de Leisure Dome is in 2012 een investeringsbijdrage van € 200.000 beschikbaar gesteld. In 2012 is de boekwaarde van het bedrijventerrein Locht met € 64.000 gestegen als gevolg van aan- en verkopen van gronden. Voor het jaar 2014 is voor de exploitatie van het bedrijventerrein Locht een dotatie van € 100.000 in de reserve grondexploitatie OBK begroot. De marktgelden blijven achter bij de ramingen in de begroting. Daarnaast blijken ook de kosten groter dan de ramingen, in 2012 met name veroorzaakt door het huren van verzwaringselementen en het afronden van project “actualiseren regelgeving markten Kerkrade”. Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Voor de upgrading van het bedrijventerrein Willem Sophia is voor de jaarschijf 2013 € 217.000 beschikbaar. Voor de verkaveling van het bedrijventerrein is een bijdrage van € 17.000 ontvangen van VDL, LHB en Martel bv. In 2013 is voor de haalbaarheid van het project Creative City een bijdrage beschikbaar gesteld van € 25.000. Aan de ZLSM is in 2013 een overbruggingskrediet van € 10.000 beschikbaar gesteld. Voor het WMC jaar 2013 is een bedrag van € 130.000 voorzien voor het verbeteren van de openbare ruimte in de stad.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Er zijn geen noemenswaardige afwijkingen.
Investeringen BELEIDSVELD 4 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 169 0 169
Raming 2014 0 0 0
Raming 2015 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming Raming 2016 2017 totaal 0 0 169 0 0 0 0 0 169
Afwijkingen ramingen 2013-2017 Een bedrag van € 19.000 heeft betrekking op de overheveling uit 2012 van het investeringskrediet voor het Euregionaal Eurodepark. Voor de 1e fase van de aanleg van een stadsmedianetwerk is eind 2012 een bedrag beschikbaar gesteld van € 150.000.
43
44
Beleidsveld:
05 Veiligheid en handhaving A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het in samenwerking met diverse partners - met gebruikmaking van de volledige veiligheidsketen ontwikkelen van beleid, realiseren van uitvoeringsplannen en projecten die gericht zijn op het bereiken van een optimaal leefklimaat in buurten en wijken waar burgers zich veilig voelen. Onderscheiden deelterreinen: Openbare orde algemeen; Crisisbeheersing; Criminaliteitspreventie, Uitvoering bijzondere wetten en plaatselijke verordeningen; Handhaving en toezicht Portefeuillehouders: J. Som (openbare orde, veiligheid en brandweer (wettelijke taken) / rampenbestrijding / coördinatie handhaving) P. Thomas (ruimtelijke ordening) J. Bok (milieu) Beleidskaders: Wijkveiligheidsbeleid en wijkveiligheidsplannen. Beleidsnota coffeeshopbeleid en evaluatierapportage Beleidsnota prostitutiebeleid. Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid Algemene plaatselijke verordening Regionaal Crisisplan Convenant veiligheidshuis Convenant bestuurlijke aanpak criminaliteit en convenant samenwerkende overheden Lokale structuurvisie Lokale welstandsnota Kerkrade (excessenregeling) Oplegnotitie beleid handhaving fysieke leefomgeving Sanctie- en gedoogstrategie omgevingsrecht (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening) Beleidsplan bouwhandhaving Handhavingsprogramma’s omgevingsrecht (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening) Verordening subsidiëring gevelverbetering Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade Packagedeal Rijk –IPO – VNG inzake omgevingsdiensten Diverse wetten Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), Woningwet / Bouwbesluit / Bouwverordening, Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet Milieubeheer incl. uitvoeringsbesluiten. Wet op de veiligheidsregio’s, Winkeltijdenwet, Opiumwet, Gemeentewet, Drank- en horecawet,
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Veilig leefmilieu”.
45
Programma Veilig leefmilieu J. Som Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het realiseren van een veilig en prettig woon- en leefklimaat voor de inwoners van Kerkrade en het realiseren c.q. behouden van een klimaat waarin het goed toeven is voor bezoekers. Afgeleide doelstelling: Het verbeteren en behouden van het objectieve veiligheidsniveau en de (subjectieve) veiligheidsbeleving van de inwoners van Kerkrade. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Crisisbeheersing Het algemene niveau van openbare orde en veiligheid en de politie- , brandweer-, geneeskundige en publieke zorg bij incidenten, evenementen, rampen en crises in goede samenwerking regionaliseren en optimaliseren. € 2.936.300 (exploitatie) Criminaliteitspreventie De gemeente levert door maatregelen een bijdrage aan verhoging van veiligheid(gevoel) in de stadsdelen. € 72.800 (exploitatie)
Wat gaan we doen? (2014)
Prestatie-indicatoren
Laten functioneren van de geregionaliseerde processen binnen de gemeentelijke kolom
Voortzetting veiligheidshuis Kerkrade
46
onveiligheidsgevoel 38%
Nadere toelichting programma Laten functioneren van de geregionaliseerde processen binnen de gemeentelijke kolom De politie-, brandweer- , publieke en geneeskundige zorg/hulpverlening bij rampen, incidenten, evenementen en crises dienen te worden behouden en zo mogelijk te worden verbeterd met name op het gebied van samenwerking tussen de vier kolommen en de beschikbaarheid van gemeentelijk personeel bij grotere incidenten en rampen. Voortzetting veiligheidshuis binnen het samenwerkingsverband Het huidige veiligheidshuis is een samenwerking tussen de gemeenten Kerkrade, Landgraaf, Simpelveld, Gulpen-Wittem en Vaals, zijnde het voormalige politiedistrict Kerkrade. Op basis van landelijke reorganisaties bij het Openbaar Ministerie en de politie worden de daaruit voortvloeiende consequenties voor de schaalgrootte van de veiligheidshuizen nader in beeld gebracht, waarbij nadrukkelijke samenwerking dan wel fusie als potentiële opties in beeld komen. Behoud van het huidige goed functionerende samenwerkingsverband is daarbij uitgangspunt. De nadruk ligt hierbij op de doelgroepen veelplegers/overlastgevers, jeugd, huiselijk geweld en nazorg van ex-gedetineerden. Hier zijn positieve ontwikkelingen merkbaar. Indicatoren programma omschrijving onveiligheidsgevoel
C.
bron burgeronderzoek
eenheid %
2010
2011 38
2012
2013
streefwaarde 2010-2013 ≤ 38
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Inzet van een cluster handhaving is momenteel binnen alle gemeenten een onderwerp dat de nodige aandacht heeft. Aanleiding daarvoor is onder meer de door landelijke overheid tegen de achtergrond van de totstandkoming van de nationale politie uitgesproken wens om te komen tot een professionalisering van de zogeheten blauwe handhaving. In toenemende mate zal de nadruk komen te liggen op een bevoegde breed inzetbare Handhaver die in staat is om het hele spectrum van preventief en repressief optreden op een professionele wijze uit te voeren. In casu de Buitengewoon Opsporingsambtenaar. In het kader van de professionalisering zal primair gekeken worden naar kennis en beroepshouding. De consequenties van deze ontwikkelingen voor de Kerkraadse situatie worden nader in beeld gebracht. Door de landelijke overheid is in 2012 ten aanzien van het onderwerp coffeeshops ingezet op kleinschalige (op de lokale markt) gerichte voorzieningen. Daartoe zijn de zogeheten AHOJG-criteria uitgebreid met een Ien B-criterium, waarmede wordt aangegeven dat coffeeshops besloten clubs met leden worden, waarvan uitsluitend ingezetenen van Nederland lid kunnen worden. Inmiddels is het b-criterium vanwege de ongewenste neveneffecten geschrapt, met name omdat dit criterium tevens een drempel bleek te zijn voor ingezetenen die in beginsel wel in een coffeeshop mogen komen. De ervaringen in het afgelopen jaar hebben inmiddels uitgewezen dat de invoering van de criteria heeft geleid tot een reactivering van panden die in het verleden zijn voorzien van een bestuurlijke maatregel (sluiting) en een toename van het aantal verkooppunten in de openbare ruimte. Samen met partners (o.a. politie en O.M.) blijft de gemeente inzetten op het bestrijden van illegale verkooppunten. Ten aanzien van de coffeeshopcriteria zal op gepaste wijze blijvend worden ingezet op handhaving waarbij wat betreft het i-criterium, afgewogen tegen andere prioriteiten, de nadruk ligt op optreden in geval van overlast als gevolg van de aanloop van bezoekers. In december 2012 heeft de raad van Kerkrade besloten deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD ZL). De RUD voert voor Kerkrade onder andere vergunningen toezichttaken op het gebied van milieu uit. De RUD is opgericht door alle gemeenten in Zuid-Limburg en de provincie Limburg. De feitelijke uitvoeringswerkzaamheden zijn per 1 juli 2013 van start gegaan. De vestigingslocatie van de RUD ZL is Maastricht (provinciehuis).
47
Indicatoren beleidsveld omschrijving drugsoverlast komt vaak voor in de buurt meldingen meldpunt drugsoverlast * Incidenten diefstal/inbraak woning diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis diefstal vanaf/uit/van voertuigen en brom-, snor-, fietsen fysiek geweld (mishandeling/ruzie/vechtpartij)
bron
eenheid
burgeronderzoek meldpunt politie, regio Limburg Zuid politie, regio Limburg Zuid politie, regio Limburg Zuid politie, regio Limburg Zuid
2010
%
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
14
≤ 10
aantal
137
108
265
≤ 50
aantal
8.703
9.248
8.793
≤ 8.500
aantal
216
288
316
≤ 250
aantal
63
76
89
≤ 65
aantal
617
749
726
≤ 650
politie, regio aantal 654 719 755 Limburg Zuid politie, regio vernieling aantal 606 562 496 Limburg Zuid afd. Milieu en bouwcontroles aantal 954 978 785 Bouwen afd. Milieu en bouwcontroles t.o.v. norm % 100 95** 95 Bouwen afd. Milieu en bouwcontroles - klachten aantal 37 24*** 38 Bouwen * Inclusief meldingen via Meld Misdaad Anoniem ter kennis gekomen van de politie. ** 95% t.o.v. de norm zoals door het college vastgesteld; de landelijke norm ligt hoger *** betreft uitsluitend klachten van derden
≤ 650 ≤ 500 n.v.t. 100 ≤ 55
Nb. aantal incidenten (naar categorie) aangepast i.v.m. ingebruikname nieuw registratiesysteem
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 BELEIDSVELD 05 Veiligheid handhaving Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo van baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde Primaire en 2012 begroting begroting 2013 2014
Meerjaren Begroting 2015
Meerjaren begroting 2016
Meerjaren begroting 2017
6.943 766 -6.177 -6.177
7.087 702 -6.385 -6.385
6.590 438 -6.152 -6.152
6.649 438 -6.211 -6.211
6.648 438 -6.210 -6.210
6.648 438 -6.210 -6.210
0 0 -6.177
0 0 -6.385
0 0 -6.152
0 0 -6.211
0 0 -6.210
0 0 -6.210
De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): N.v.t.
48
In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Bijgestelde begroting 2013
BELEIDSVELD 5 Incidentele posten
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2015 2016
Meerjaren begroting 2017
Lasten (-/-) Inhuur personeel veiligheidshuis
100
Tijdelijke uitbreiding fte oov
60
Cameratoezicht bedrijventerreinen
60
180
Nieuwbouw dierenwelzijnscentrum
47
Veiligheidshuis
324
Baten (+) Veiligheidshuis subsidies
324
Totaal incidenteel
- 387
-60
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 Het verschil tussen de rekening 2012 en de begroting is te verklaren doordat de bijdrage aan de Brandweer Zuid-Limburg jaarlijks geïndexeerd wordt. De kosten van de FLO kunnen fluctueren ( FLO-gerechtigden bij de brandweer kunnen kiezen wanneer zij met FLO gaan ). Voor diensten van derden algemeen is de afgelopen jaren meer uitgegeven dan begroot in 2014. De begroting voor het veiligheidshuis 2014 moet nog bepaald worden en zal door alle deelnemende gemeenten gedragen worden. Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Ter zake het veiligheidshuis zal voor 2014 nog een nieuwe exploitatiebegroting worden opgesteld. Zulks in verband met wijzigende bijdragen van alle deelnemende gemeenten.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Er zijn t/m de voorjaarsnota 2013 m.b.t. dit beleidsveld geen noemenswaardige mutaties die leiden tot afwijkingen in deze jaarschijven.
Investeringen BELEIDSVELD 5 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 0 0 0
Raming 2014 0 0 0
Afwijkingen ramingen 2013-2017 N.v.t.
49
Raming 2015 0 0 0
Raming 2016 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 0 0 0 0 0
50
Beleidsveld:
06 Jeugd A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Enerzijds optimaliseren van de ontwikkelingskansen en participatiemogelijkheden en anderzijds voorkomen van maatschappelijke uitval voor de leeftijdsgroep 0 – 23 jaar in het algemeen, door het realiseren, behouden en afstemmen van een adequaat voorzieningenniveau en activiteitenaanbod op lokaal en regionaal niveau. Onderscheiden deelterreinen: Beleid, voorzieningen, lokale activiteiten en regionale activiteiten (zie doelenboom). Portefeuillehouders: C. Szalata (euregionale arbeidsmarkt, onderwijs, jeugdbeleid, jeugdzorg en wijkwethouder Noord) Beleidskaders: Lokale en regionale beleidskaders Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Gemeente Kerkrade (2003) Integraal huisvestingsplan onderwijs 2006-2010 Nota integraal jeugdbeleid (2007) Verordening leerlingenvervoer gemeente Kerkrade (2009) Verordening peuterspeelzaalwerk Kerkrade (2005) Verordening kinderopvang Kerkrade (2012) Kader internationalisering onderwijs (2005) Overeenkomst vroegtijdig schoolverlaten (2005) Regionale / Lokale Educatieve Agenda (2011) Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade (2009) Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Parkstad Limburg (2009) Convenant verwijsindex risicojongeren Parkstad (2012) Nota speelruimtebeleid (2012) Jeugdagenda Parkstad 2012-2015 Projectplan decentralisatie jeugdzorg Zuid Limburg
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Voorkomen van vroegtijdige schooluitval”.
51
Programma Voorkomen van vroegtijdig schooluitval C. Szalata Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het voorkomen van maatschappelijke uitval voor de leeftijdsgroep 0-23 jaar in het algemeen door het realiseren, behouden en afstemmen van een adequaat voorzieningen en activiteitenaanbod op lokaal en regionaal niveau Afgeleide doelstelling: Het vergroten van het aantal schoolverlaters met een startkwalificatie middels het realiseren en behouden van voorzieningen, activiteiten, zorg en afstemming (regie) op lokaal en regionaal gebied. En het ondersteunen van organisaties. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Wat gaan we doen? (2014) Prestatie-indicatoren Voorzieningen Realiseren en behouden van adequate voorzieningen van en voor de doelgroep. Lokale activiteiten Realiseren en behouden van lokale activiteiten van en voor de doelgroep. € 416.700 (exploitatie) Regionale activiteiten Realiseren en behouden van regionale activiteiten van en voor de doelgroep. € 168.800 (exploitatie) Zorg en regie. Het realiseren en behouden van zorg en zorgstructuren voor de doelgroep. Afstemming en regie tussen partners, voorzieningen en activiteiten (diverse budgetten)
Maximale inspanning behoud voortgezet onderwijs
Zie ook onderdeel C
Uitvoeringsprogramma jeugdagenda Parkstad Voorbereiding stelselherziening jeugdzorg
Voorbereiding stelselherziening jeugdzorg (incl. doorontwikkeling CJG).
52
Aantal leerlingen voortgezet onderwijs locatie Holz: 500 0 - 4 jarigen % deelname aan peuterspeelzaal >43% % deelname doelgroepkinderen Jeugdgezondheidszorg 95% 4 -18 jarigen schoolverzuim relatief ≤ 100 schoolverzuim absoluut ≤ 8 18 -23 jarigen nieuwe schoolverlaters zonder startkwalificatie ≤ 100
Nadere toelichting programma Maximale inspanning behoud voortgezet onderwijs Ondanks: het burgerinitiatief van de Stichting voortgezet onderwijs Kerkrade(SVOK)/College Nova Rolduc (ondersteund door de gemeente Kerkrade) gericht op volwaardig voortgezet onderwijs voor de gemeente Kerkrade/de stichting van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs uitvoerig overleg met de Stichting Voortgezet Onderwijs Parkstad Limburg (SVO|PL), de SVOK, de Stichting Limburgs Voortgezet Onderwijs (LVO), leden van de Tweede Kamer, de commissie OCW van de Tweede Kamer, de minister van OCW en de gouverneur van Limburg onderzoek door BMC naar de haalbaarheid van volwaardig voortgezet onderwijs in de gemeente Kerkrade een gezamenlijk onderzoek van de SVO|PL, de SVOK en het gemeentebestuur naar alternatieve vormen van verantwoorde financiering c.q. een minder kostbare organisatie van het onderwijs is het niet mogelijk gebleken het HAVO/VWO voor de gemeente Kerkrade te behouden. SVO|PL, SVOK en gemeentebestuur trokken op 30 oktober 2012 gezamenlijk de conclusie dat het niet mogelijk/verantwoord is het HAVO/VWO in Kerkrade nog langer in stand te houden. Dit leidde tot het besluit om het HAVO/VWO op de locatie Holz per 1 augustus 2013 te beëindigen. Kort hieraan voorafgaand, op 28 september 2012, werd in de onderwijslocatie Campus dusdanige scheurvorming geconstateerd dat het schoolgebouw uit veiligheidsoverwegingen moest worden gesloten. Inmiddels is bekend, dat de Campus in ieder geval tot en met het schooljaar 2016/2017 niet als onderwijshuisvesting te gebruiken zal zijn. Als gevolg van deze ingrijpende calamiteit is het voortbestaan van het voortgezet onderwijs in de gemeente Kerkrade verder onder druk komen te staan. Door voormeld besluit op 30 oktober 2012 is het vertrek van het HAVO/VWO definitief en door de sluiting van de Campus en de daaruit voortvloeiende verhuizingen en onzekerheid m.b.t. de toekomstige huisvesting van de school is de toekomst van het VMBO in Kerkrade in het geding. Dit betekent dat alles op alles moet worden gezet om het VMBO voor Kerkrade te behouden. Meteen nadat de locatie Campus werd gesloten is hier al een begin mee gemaakt. Ook in het jaar 2014 is hiervoor de nodige aandacht vereist. In afwachting van duidelijkheid m.b.t. de toekomst(mogelijkheden) van de locatie Campus is besloten om het VMBO in ieder geval gedurende de schooljaren 2013/2014 t/m 2016/2017 te huisvesten in het schoolgebouw op de locatie Holz. Hiervoor wordt het schoolgebouw aangepast en uitgebreid. Hiermee wordt de leerlingen, ouders, leerkrachten e.d. voor vier schooljaren zekerheid verschaft over de huisvesting. Het streven is erop gericht, en daar zal ook een maximale inspanning voor worden gedaan, zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen over de permanente huisvesting van het VMBO. Tegelijkertijd zullen de SVO|PL en de gemeente Kerkrade (en wellicht ook nog de SVOK) gezamenlijk initiatieven nemen om de belangstelling voor het VMBO in Kerkrade te vergroten (initiatieven zowel op onderwijsinhoudelijk als op sociaal cultureel vlak). Uitvoeringprogramma jeugdagenda Parkstad De afgelopen jaren hebben de Parkstadgemeenten intensief samengewerkt ter verbetering van de jeugdketen. Deze samenwerking betrof met name die voorzieningen waar bovenlokale, regionale en provinciale instellingen bij betrokken zijn (jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, maatschappelijk werk, bureau leerplicht, onderwijs enz). Dit onder het motto “Lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal meerwaarde heeft”. In 2012 is besloten deze samenwerking voort te zetten. Hiervoor is de jeugdagenda Parkstad 2012-2015 opgesteld. De in de jeugdagenda opgenomen doelen worden vertaald in uitvoeringsprogramma’s. Thema’s als CJG-ontwikkeling, transitie jeugdzorg, “passend onderwijs” en aanpak voortijdig schoolverlaten lenen zich bij uitstek voor regionale samenwerking (met voldoende ruimte om desgewenst lokaal maatwerk te leveren). In 2014 zal de nadruk van de regionale samenwerking liggen op: de verdere doorontwikkeling van het gebruik van de Verwijsindex voor risicojongeren de coördinatie van zorg (werken op basis van het principe “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”) uniforme opvoedingsondersteuning, hulp en zorg volgens de Triple P–methodiek (positieve opvoedstijl);
53
de voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg (zie verderop; de invoering van passend onderwijs. Voorbereiding stelselherziening jeugdzorg (lokaal en regionaal) De decentralisatie van de jeugdzorg is een veelomvattende en ingrijpende operatie. De transitie (de overdracht van en de organisatorische invulling van de taken en verantwoordelijkheden) zal zowel op lokaal, subregionaal, regionaal en bovenregionaal niveau plaatsvinden. Het uitgangspunt is lokaal wat lokaal kan. Voor specialistische vormen van jeugdzorg is er een zekere omvang nodig. Het aantal Kerkraadse jongeren dat hier gebruik van maakt zal te gering zijn voor een lokale invulling. Daar is dus samenwerking voor nodig. Daarom vindt de voorbereiding op de stelselherziening op verschillende niveaus plaats. De decentralisatie vraagt ook om een transformatie. Een transformatie in de eerste plaats bestaande uit een kanteling die de eigen kracht van de burger versterkt en die voor ondersteuning, hulp en zorg een beroep doet op de mogelijkheden van directe omgeving. In aanvulling hierop is een goed functionerend(e) netwerk(jeugdketen) essentieel. Ondersteuning van gezinnen en jeugdigen via CJG/wijkteams/Veiligheidshuis/Jongerenloket/WMO-consulenten moet zoveel mogelijk voorkomen dat lichte problemen uitgroeien tot specialistische en kostbare zorg die na de decentralisatie door de Gemeente Kerkrade zal moeten worden bekostigd. De toegang tot de jeugdzorg wordt ingevuld op basis van het principe “1 gezin, 1 plan, 1 regisseur”. Dit vereist een zorgvuldige afweging met betrekking tot de rol welke het CJG, de wijkteams, het Veiligheidshuis, het Jongerenloket en de WMO-consulenten hierin zullen gaan vervullen en de aanvullende expertise die wellicht nodig is. De doorontwikkeling van het CJG is hier onderdeel van. Indicatoren programma Omschrijving deelname peuterspeelzaal
bron KOK, Humanitas
eenheid
2010
% van 2/3jarigen
38,4
2011 38,0
2012 37,5
2013
streefwaarde 2010-2013 ≥ 43,0
deelname doelgroepkinderen jeugdgezondGGD / % van 0-4 heidszorg (bezoek n.b. 97 94 95 Meander jarigen consultatie / kindbureau) relatief schoolverzuim* bureau VSV aantal 108 347** 264 ≤ 100 absoluut bureau VSV aantal 4 2 ≤8 schoolverzuim* nieuwe schoolverlaters bureau VSV aantal 148 130*** 106**** ≤ 100 zonder startkwalificatie oude schoolverlaters bureau VSV aantal 143 108 56 ≤ 100 zonder startkwalificatie * Relatief schoolverzuim betreft het aantal leerlingen met minimaal 3 schooldagen verzuim zonder geldige reden, absoluut schoolverzuim betreft het aantal leerplichtige jongeren dat bij geen enkele school staat ingeschreven. ** De toename in 2011 is toe te schrijven aan de verbetering van het melden aan het verzuimloket in het kader van de invoering van DUO. ** * DUO houdt geen rekening met leerlingen die o.m. in het buitenland naar school gaan; als deze meegenomen worden daalt het aantal nieuwe schoolverlaters in het schooljaar 2010/11 naar 73. **** voorlopig cijfer
54
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Diverse verenigingen en instellingen organiseren algemeen toegankelijke activiteiten voor jeugdigen en jongeren in de gemeente Kerkrade. De bekendheid met en deelname aan deze activiteiten laat echter te wensen over. Dit vraagt om een herbezinning op de: door de gemeente gesubsidieerde activiteiten (van bv. het jeugd- en jongerenwerk van Impuls) wijze waarop hierover wordt gecommuniceerd (denk aan het gebruik van social media) betrokkenheid van de jeugd/jongeren/ouders bij de organisatie van de activiteiten (meer nadruk op eigen verantwoordelijkheid). Er zullen diverse activiteiten en projecten worden uitgevoerd waar in principe alle jeugdigen aan kunnen deelnemen (en dus niet de voor specifieke doelgroepen bestemde activiteiten uit oogpunt van preventief jeugdbeleid). De activiteiten en projecten kunnen betrekking hebben op diverse beleidsterreinen (spelen, onderwijs, sport en welzijn). Daarnaast bestaat behoefte aan een totaaloverzicht van de activiteiten zodat samenhang kan worden aangebracht en overlap wordt overkomen. Dit moet er mede aan bijdragen dat de gemeentelijke accommodaties en voorzieningen beter worden benut. Voor wat betreft de Lokale Educatieve Agenda (LEA) zijn de centrale thema’s: Voor- en vroegschoolse educatie; Zorg in en om het onderwijs: o Passend onderwijs; o Zorg in en om de school (zorg- en adviesteams); o Centrum voor jeugd en gezin (jeugdgezondheidszorg, coördinatie van zorg). Monitoring opbrengsten.
opvoedingsondersteuning,
Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 BELEIDSVELD 06 Jeugd
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo van baten en lasten Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Resultaat
Rekening Bijgestelde Primaire 2012 begroting begroting 2013 2014
Meerjaren Begroting 2015
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2016 2017
8.384 1.446 -6.938 -6.938
9.780 971 -8.809 -8.809
7.469 328 -7.141 -7.141
7.087 328 -6.759 -6.759
6.963 328 -6.635 -6.635
6.876 328 -6.548 -6.548
0 0 -6.938
0 0 -8.809
0 0 -7.141
0 0 -6.759
0 0 -6.635
0 0 -6.548
De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende baten en/of lasten (VJN2013): N.v.t.
55
In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
Bijgestelde begroting 2013
BELEIDSVELD 6 Incidentele posten
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren begroting begroting 2015 2016
Meerjaren begroting 2017
Lasten (-/-) Inrichting gymzaal plein
90
Basisonderwijs onderhoud
45
Binnenklimaat scholen basisonderwijs Investeringsambitie structuurfonds t.b.v. stadsdeelvisie Kerkrade-West (jeugd) Project “d’r Moelejaan”
55 500
Kosten sluiting Campus
685
(Her)Huisvesting vmbo Holz*
813
Onderwijsachterstandenbeleid
188
300
175
Baten (+) Schadevergoeding Campus
105
Rijksbijdrage tbv project “d’r Moelejaan” Rijksbijdrage onderwijsachterstandenbeleid
175
Totaal incidenteel
188
-2.083
-300
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 De sluiting van de Campus zorgt voor extra kosten, deze zijn opgevangen door gelden uit de reserve onderwijshuisvesting. Peuterspeelzaal heeft een lager budget in 2014 door invoeren van 5% bezuiniging NJN12 op professionele instellingen. Leerlingenvervoer, de kosten voor het vervoer van basisschoolleerlingen in 2012 zijn hoger dan begroot in 2014.
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 De extra kosten door de sluiting van de Campus zorgen voor grote verschillen t.o.v. de begroting 2014 en ook voor het ombouwen van het onderwijsgebouw aan de Richerstraat voor vmbo onderwijs in 2013, is een fors bedrag gemoeid. Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Investeringen BELEIDSVELD 6 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 1.650 351 2.001
Raming 2014 0 200 200
Raming 2015 0 200 200
Raming 2016 0 200 200
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 1.650 200 1.151 200 2.801
Afwijkingen ramingen 2013-2017 Voor de nieuwbouw van basisschool Plein resteert voor 2013 een krediet van € 1.500.000. Het investeringsbudget van scouting Gregor Brokamp ad € 150.000 is overgeheveld van 2012 naar 2013. Op basis van de reguliere aanvragen in het kader van het huisvestingsprogramma 2013 is voor een bedrag ad € 351.000 toegewezen voor vervangingsinvesteringen ten behoeve van diverse basisscholen alsmede zmlkschool St. Jan Baptist (zie voorjaarsnota 2013). Meerjarig is hiervoor € 200.000 geraamd.
56
Beleidsveld:
07 Welzijn, sport en cultuur A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het beleidsveld is gericht op het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Daartoe behoort onder meer het ondersteunen en het stimuleren van vrijwilligersinitiatieven. De voorzieningenstructuur dient vraag gestuurd en toegankelijk te zijn voor alle burgers. Daarnaast gaat het beleidsveld in op het bieden van gelegenheid aan de bevolking om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van bewegen, ontmoeten en culturele / educatieve activiteiten. Onderscheiden deelterreinen: Bibliotheek; Muziekonderwijs; Sociaal cultureel werk; Kunst en cultuur; Sport; Vormingswerk Portefeuillehouders: L. Jongen (ouderenbeleid, welzijn en sport) P. Thomas (cultuur) D. Schneider (coördinatie evenementen) Beleidskaders Subsidieverordening gemeente Kerkrade (2012) Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade (2009) Cultuurbeleid gemeente Kerkrade voor de komende periode Overeenkomst gemeente(n) en openbare bibliotheken (Parkstad Limburg) Beleid Actief Kunstbeheer gemeente Kerkrade Nota Sportstimulering (2007) Nota sportaccommodaties (2009) Uitvoeringsprogramma Nationaal Actieplan Sport en Bewegen NASB (2011 – 2014) Speelruimtebeleid (uitvoering geven aan het rapport “Samenspel”) Plan van aanpak gemeenschapshuizen “Sociaal investeren in mensen en wijken’ (2008) Nota vrijwilligersbeleid (2009) / Subsidieverordening Vrijwilligersorganisaties (2012) Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade (2012) Visiedocument Bibliotheekwerk Kerkrade (2012)
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Maatschappelijke participatie”.
57
Programma Maatschappelijke participatie P. Thomas; L. Jongen; D. Schneider Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Daarbij de bevolking de gelegenheid bieden om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van bewegen, ontmoeten en culturele/educatieve activiteiten. Afgeleide doelstelling: De vrije tijd zinvol in te vullen en te beleven. De deelname aan het vrijwilligerswerk verhogen; via maatschappelijke stages jongeren behouden voor vrijwilligerswerk; de sportdeelname verhogen; het beschikbaar hebben van adequate voorzieningen/ accommodaties. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Wat gaan we doen? (2014) Prestatie-indicatoren Cultuur Het bieden van gelegenheid aan de bevolking om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van het actief en passief deelnemen aan culturele en educatieve activiteiten. € 786.100 (exploitatie) Sport Het bevorderen dat inwoners meer gaan sporten en bewegen. Ondersteunen sportverenigingen op het gebied van accommodaties en verandertrajecten. € 107.700 (exploitatie) Voorzieningen Het bieden van voldoende adequate voorzieningen voor de uitvoering van de sociaal culturele activiteiten, sport en cultuur door het investeren in accommodaties € 599.800 (exploitatie)
Herhuisvesting centrumbibliotheek
Het (verder) uitvoeren van de sport- en beweeginterventies in het kader van NASB en de reguliere sportstimuleringsprogramma’s
Realiseren van het uitvoeringsplan op basis van het rapport “Samenspel”
58
jeugdleden verenigingen niet-prof. kunstbeoefening ≥ 8 % volwassen leden bibliotheek ≥ 7% cursisten SMK/Vazom ≥ 2% vrijwilligers ≥ 28% deelname sport / actieve sporters ≥ 50% sportverenigingen: - jeugdleden ≥ 35% - volwassen leden ≥ 11%
Nadere toelichting programma Herhuisvesting centrumbibliotheek Gemeente Kerkrade is voornemens de centrumbibliotheek, nu tijdelijk gehuisvest in de Einderstraat, een definitieve plek in het nieuwe centrumplan te geven en wel naast het theater. Samen met de bibliotheek Kerkrade en de Parkstad Limburg Theaters wordt gekeken naar de synergie tussen beide instellingen. Het (verder) uitvoeren van de sport- en beweeginterventies in het kader van NASB en de reguliere sportstimuleringsprogramma’s De sportstimuleringsprojecten die in het kader van Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) zullen in 2014 nog worden uitgevoerd, waarna de regeling stopt. De reguliere sportstimuleringsprojecten zullen in 2014 verder worden uitgevoerd. Realiseren van het uitvoeringsplan op basis van het rapport “Samenspel” Aan speelruimtebeleid zal uitvoering worden gegeven middels het opstellen van een uitvoeringsplan dat een uitwerking in detail is van het rapport “Samenspel”. De hieruit voortvloeiende werkzaamheden aan de speelplekken en speeltuinen dienen eind 2015 te zijn afgerond. Dit plan heeft als uitgangspunt: • handhaven van 9 speeltuinen waarbij Speeltuin Heilust verplaatst wordt naar Park Heilust • het aantal speelplekken reduceren van 62 naar 44 Indicatoren programma Omschrijving jeugdleden (<18 jr.) verenigingen nietprofessionele kunstbeoefening * volwassen leners (≥18 jr.) bibliotheek cursisten Muziekschool / Vrije Akademie ZOM vrijwilligers deelname sport / actieve sporters wv. 1 of meer keer per week sportverenigingen:*
2010
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
bron
eenheid
afd. Welzijn
% < 18jr
Bibliotheek Kerkrade
% ≥ 18jr
6,5
5,8
5,6
4,9
≥ 6,0
smk, vazom
%
1,9
1,9
2,0
2,4
≥ 2,0
burgeronderzoek
%
28
≥ 28
burgeronderzoek
%
48
≥ 50
burgeronderzoek
%
91
≥ 90
6,9
≥ 8,0
afd. Welzijn
- jeugdleden (<18jr) % < 18jr 34,5 ≥ 35,0 - volwassen leden % ≥ 18jr 10,5 ≥ 11,0 (≥18jr) * per 1 januari; het aantal leden van een vereniging wordt op basis van de huidige subsidieverordening eens per 4 jaar geactualiseerd, hetgeen in 2012 heeft plaatsgevonden: de vorige keer was in 2008 (percentages waren destijds resp. 8,0%, 33,2% en 10,3%)
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Herijking van het bestaande aanbod bij de professionele instellingen heeft permanente aandacht mede met het oog op de vermindering van de subsidie met 5% per 1-1-2014. De in 2012 vastgestelde visie bibliotheekwerk Kerkrade zal in 2014 daar waar mogelijk verder worden uitgevoerd. De bezuinigingstaakstelling voor de Parkstad Limburg Theaters is voor de jaren 2013 en 2014 incidenteel opgevangen ten koste van de reservepositie van de NV. Bij de uitwerking van de renovatieplannen voor het theater wordt nader ingezoomd op de exploitatie van het theater in de nieuwe setting.
59
Het gemeentelijk subsidie voor het Wereld Muziek Concours wordt in 2014 met 5% (€ 6.330) gekort. De gemeente gaat met het bestuur in gesprek over de wijze waarop deze taakstelling in de begroting verwerkt wordt. Kerkrade ondersteunt de kandidatuur van Maastricht voor de titel Culturele Hoofdstad 2018. In september 2013 wordt bekend of de Euregio de titel daadwerkelijk krijgt; vanaf 2014 worden activiteiten georganiseerd waarvoor gelden van de partnergemeenten worden ingezet. Met betrekking tot het gemeenschapshuis in Kerkrade West heeft de gemeente Kerkrade met het kerkbestuur van de Onze Lieve Vrouwe van Altijddurende Bijstand in de wijk Heilust overeenstemming bereikt over de aankoop van de kerk. Voorwaarde is dat kerkgebouw op verzoek van het kerkbestuur door het Bisdom aan de eredienst wordt onttrokken. Deze procedure is inmiddels lopende. Op basis van een geactualiseerd programma van eisen zal een inpassings-ontwerp gemaakt worden. Streven is dat de werkzaamheden in de kerk kunnen worden opgestart in 2014. De geraamde investeringskosten bedragen € 4.000.000; waarvan nog € 900.000 afgedekt moet worden uit het structuurfonds (definitief besluit nog te nemen). Het bedrag van € 4.000.000 is opgenomen in de gebiedsexploitatie Heilust welke deel uitmaakt van de uitvoeringsovereenkomst Heilust die gesloten is tussen HEEMwonen (voorheen Hestia Groep), Provincie Limburg, Stadsregio parkstad Limburg en de gemeente Kerkrade Met betrekking tot het gemeenschapshuis Chevremont is op grond van heroverweging besloten om de plannen met betrekking tot het realiseren van een gemeenschapsvoorziening in Chevremont niet verder uit te werken en deze eerst te betrekken bij de ontwikkeling van de stadsdeelvisie Kerkrade Oost II. Dit besluit is tijdens de Algemene Beschouwingen in oktober 2012 in de Raad aan de orde geweest. Gelet op het feit dat niet duidelijk is hoe de verder ontwikkelingen ten aanzien van het voorzieningenniveau in de toekomst zal plaatsvinden, is het voor Chevremont gereserveerde bedrag ad € 587.000 in het investeringsprogramma doorgeschoven naar de jaarschijf 2016. In plaats van het oprichten van een Stichting Gemeenschapshuizen Kerkrade is een denktank samengesteld van de verschillende stichtingsbesturen die de samenwerkingsvorm per aangereikt thema verder gaat uitwerken. De nota sportaccommodaties is voor wat de buitensportaccommodaties betreft afgerond. Het reguliere onderhoudsprogramma zal hiervoor worden uitgevoerd. Ook zal een meerjarenplanning met betrekking tot onderhoud en vervanging worden opgesteld. Met betrekking tot de binnensport zal een integraal nader onderzoek volgen om te bezien of er heroverwegingen zijn ten aanzien van het bestaande beleid. Ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs spelen hierbij een rol. Datzelfde zal gelden voor het opstellen van een toekomstvisie inzake het zwembad. Na evaluatie van het NK Wielrennen in 2013 zal worden bekeken of in Kerkrade verdere wielerevenementen georganiseerd kunnen worden. De gemeente Kerkrade is lid van het Provinciaal overleg van de wielergemeenten. Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
60
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 Bedragen x €1.000 BELEIDSVELD 07 Welzijn, Rekening Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren Meerjaren sport en cultuur 2012 begroting begroting Begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 2017 Bestaand beleid - lasten 9.540 9.549 9.724 8.206 7.964 7.824 - baten 905 878 841 808 774 739 Saldo Bestaand beleid -8.635 -8.671 -8.883 -7.398 -7.190 -7.085 Saldo van baten en lasten -8.635 -8.671 -8.883 -7.398 -7.190 -7.085 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 0 0 0 0 -onttrekking 0 0 0 0 0 0 Resultaat -8.635 -8.671 -8.883 -7.398 -7.190 -7.085 De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 7 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2015 2016 2017
Lasten (-/-) Investeringsambitie structuurfonds t.b.v. stadsdeelvisie Kerkrade-West (gemeenschapshuis) Investeringsambitie structuurfonds t.b.v. accommodatiebeleid gemeenschapshuizen Reservering nasb Reservering t.b.v. organisatie NK wielrennen Investeringsambitie structuurfonds t.b.v. grootschalige evenementen Reservering tbv regio-archeoloog Viering 100 jaar raadhuis
150
500
700 117
117
110 290 15 20
Baten (+) Totaal incidenteel
-702
-1.317
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 De bibliotheek ontvangt in 2014 5% minder (€ 51.000) als gevolg van de bezuiniging op de professionele instellingen (NJN2012). Ook voor de Muziekschool geldt de 5% bezuiniging (€ 36.000), net als voor het Parkstad Limburg theater Kerkrade. Voor het bouwen van gemeenschapshuis West is in 2014 een bedrag aan investeringsambities meegenomen van € 1.200.000. In 2012 is er extra geld beschikbaar gesteld voor garantiestellingen evenementen in Kerkrade. In 2012 heeft het NK wielrennen plaatsgevonden in Kerkrade waarvoor extra geld beschikbaar gesteld is.
61
In de NJN2012 is er een bezuiniging ingezet exploitatieovereenkomst met EML per 2014.
op het schoolzwemmen vanaf 2013 en 5% op
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 De 5% bezuiniging op professionele instellingen zorgt voor lagere budgetten in 2014 bij de diverse professionele instellingen. Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 De bezuiniging op het subsidie voor de Muziekschool Kerkrade neemt meerjarig toe conform besluitvorming in de voorjaarsnota 2012.
Investeringen BELEIDSVELD 7 Uitbreiding Vervanging Leningen Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 1.317 68 2.100 3.485
Raming 2014 0 75 0 75
Raming 2015 0 75 0 75
Raming 2016 587 75 0 662
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 Totaal 0 1.904 75 368 0 2.100 75 4.372
Afwijkingen ramingen 2013-2017 Het investeringsvolume voor gemeenschapshuizen ad € 1.904.000 is overgeheveld van 2012 naar 2013 en 2016. Ten behoeve van de renovatie van de sportvelden Kaalheide is € 7.000 van het budget 2013 “groot onderhoud sportvelden” gebruikt. In januari 2013 heeft de uitbetaling van de laatste fase van de geldlening van € 5,8 miljoen ( € 500.000) aan de Holding Stadion Kerkrade BV plaatsgevonden. In de raad van april is voorts besloten over te gaan tot restitutie van een bedrag van € 1,6 miljoen aan de Holding over de jaren 2009 – 2012 (zie ook voorjaarsnota 2013). Dit bedrag werd gekoppeld aan de “lening Deutsche Bank”, welke als gevolg van het inroepen van de garantie destijds is overgegaan naar de gemeente.
62
Beleidsveld:
08 Zorg A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: De gemeente is ten aanzien van verschillende bevolkingsgroepen verantwoordelijk voor een aantal vormen van zorg, die zich richten binnen het brede sociale domein zoals inkomen, ondersteuning, maatschappelijke participatie, hulp en maatschappelijke voorzieningen. Kenmerken van de samenwerking in de sociale wijkteams zijn: vraaggericht en -gestuurd, integraal en pro-actief. Het motto is “doen”. In de beoordeling van de situaties wordt ten eerste uitgegaan van de eigen kracht van de klant, de leefeenheid, de straat, de buurt en de wijk, de zogenaamde zelfredzaamheid. Daarnaast participeert de gemeente in de GGD Z.L. conform de Wet Publieke Gezondheid (m.n. collectieve preventie). Onderscheiden deelterreinen: Hulpverlening en maatschappelijke dienstverlening; Gehandicapten; Gezondheidszorg; Ouderen; Werk, zorg en activering voor en van de gemeentelijke minima Portefeuillehouders: L. Jongen (Wet maatschappelijke ondersteuning, maatschappelijke zorg en volksgezondheid) C.Szalata (Sociale zaken) Beleidskaders: Integraal gezondheidsbeleid Kerkrade 2007 – 2011 “Tsezame Jezonk” 2013 Burgerparticipatie binnen de Wmo Mantelzorgondersteuning vanuit de Wmo Sociale wijkteams en wijkloketten Zorg binnen de Wmo 4 jaren beleidsplan Wmo Wmo-beleid, besluit en –verordening 2009/2012 Kerkraads Wmo-model, voorbeeld van een gekantelde gemeente (sept. 2010) Toeslagenverordening WWB 2012 / A, Afstemmingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2013, Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013, Handhavingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2012, Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ 2013, Beleidsregels boete WWB, IOAW, IOAZ 2013, Beleidsregels inzake verhaal van Wet werk en bijstand 2008, Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007. Normenkader 2009-2012 Verordening Wet inburgering 2007 en beleidsregels Wet inburgering 2008 Verordening sociaal culturele activiteiten 2012 Verordening participatie schoolgaande kinderen 2012 Richtlijnen bijzondere bijstand 2012 Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie 2012 Beleidsregels Wet Kinderopvang gemeente Kerkrade 2013 Verordening cliëntparticipatie 2010 Reïntegratieverordening 2013 Verordening en beleidsregels langdurigheidstoeslag 2012
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Integraal gezondheidsbeleid”.
63
Programma Integraal gezondheidsbeleid L. Jongen. Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Alle mensen moeten zoveel als mogelijk in staat zijn te participeren aan de lokale samenleving op het door henzelf gewenste niveau. Gezond zijn en zich gezond voelen is daarbij een belangrijke voorwaarde. Afgeleide doelstelling: Door middel van een goede preventieve en curatieve gezondheidszorg beperkingen voorkomen danwel snel en adequaat opheffen. Structurele beperkingen welke een goede participatie belemmeren snel en adequaat compenseren. Kerkrade behartigt daarbij de belangen van haar inwoners. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Wat gaan we doen? (2014) Prestatie-indicatoren Gezondheidstaken in het kader van WPG collectieve preventie, infectiebestrijding, Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen en openbare geestelijke gezondheidszorg € 716.800 (exploitatie) Taken eerste lijn: huisartsenzorg, aanverwante disciplines en buurtgerichtheid eerstelijns plusvoorziening € 107.700 Taken tweede lijn: zorgontwikkeling in en rondom Atrium, transmuraal en medisch centrum Kerkrade € diverse budgetten (exploitatie) Taken derde lijn: verpleeghuis/ thuiszorg en de WMO (care) € diverse budgetten (exploitatie)
Eigen oordeel matige of slechte gezondheid ≤ 20 %
Realisatie targets project (G)oud
Gerealiseerde afstemming sociale wijk-teams met gezondheidscentra
Ontwikkeling Anderhalvelijnszorg Kerkrade
Klanttevredenheid WMO ≥ 7,5
Zie onderdeel C
Verdere stroomlijning toegankelijkheid 1e lijn reguliere acute zorg
Masterplan Atrium Kerkrade / eerstelijns –plus – centrum Kerkrade Project Valpreventie “Kerkrade in balans” Project “Leuk voor elkaar” Project “Samen leven” Project ketenautomatisering “mens is centraal”
64
Nadere toelichting programma Verdere stroomlijning toegankelijkheid 1e lijn reguliere acute zorg Het project Goud is inmiddels met een positieve eindevaluatie afgerond. De aansluiting tussen de sociale wijkteams en de huisartsenpraktijken is door middel van de nauwere en frequentere samenwerking met de praktijkondersteuners verder verbeterd. Via de z.g. “zichtbare schakel” (wijkverpleegkundige Meander), die inmiddels deel uitmaakt van het sociale wijkteam wordt deze reeds verbeterde aansluiting op een nog hoger niveau gebracht. Masterplan Atrium Kerkrade / eerstelijns –plus – centrum Kerkrade Het door partijen vastgestelde masterplan Atrium Kerkrade wordt verder tot uitvoering gebracht met de ontwikkeling van de z.g. anderhalve lijnszorg of eerstelijns+ zorg. Daarbij worden zoveel mogelijk relevante “care-partijen” opgenomen. Aansluitend op de door de huisartsen gestelde diagnostiek, wordt er aangestuurd op een passend anderhalve lijnszorg centrum in Kerkrade, waardoor veel curatieve poliklinische ingrepen in Kerkrade kunnen worden uitgevoerd en de huisartsen een prominente rol vervullen en nauw samenwerken met medisch specialisten. Op 9 april 2013 heeft de ondertekening plaatsgevonden van de intentieovereenkomst, gericht op de realisatie van een brede en vernieuwende gezondheidszorgvoorziening ten behoeve van de burgers van de gemeente Kerkrade. De partijen zijn: de gemeente Kerkrade, Atrium Medisch Centrum Parkstad, MeanderGroep Zuid-Limburg, CZ-groep, Huisartsen Oostelijk Zuid-Limburg en Huis voor de Zorg. Eerstelijns plus’ zorg is een zorgnetwerk waar huisartsen, medisch specialisten en andere zorgprofessionals nauw samenwerken. Het uitgangspunt voor de te realiseren faciliteiten is de vraag van de patiënt. Meerdere disciplines gaan samenwerken om slimme combinaties van zorg en welzijn aan te bieden Mensen in een kwetsbare positie blijven tegenwoordig steeds meer en langer zelfstandig wonen waardoor een steeds groter beroep wordt gedaan op mantelzorg, informele zorg en eerstelijns hulpverleners. Eerstelijnszorg heeft daarom behoefte aan versterking en verbreding. De zes eerder genoemde partijen hebben uitgesproken gezamenlijk te streven naar deze passende zorg ‘in de buurt’. Middels een beter samenspel tussen de diverse zorgpartners, in combinatie met de ontschotting van financieringsstromen, ontstaat er een landelijk voorbeeldproject. Project Valpreventie “Kerkrade in balans” Door een proactieve voorlichting en informatieverstrekking worden de burgers wijkgericht bewust gemaakt van aanwezige dan wel latent toekomstige valrisico’s. Op individueel niveau kunnen zonodig acties worden uitgezet bij verschillende disciplines, die de gesignaleerde risico’s zoveel als mogelijk beperken en die gericht zijn op het bevorderen van actief bewegen. Het project Valpreventie Kerkrade in Balans, is op 24 maart 2011 operationeel gestart in Terwinselen, na een grondige voorbereiding. Partners zijn onder andere CZ Zorg en Impuls. In 2009 en 2010 zijn buurtgewijs de eerste algemene informatiebijeenkomsten gehouden. Het project wordt eind 2013 begin 2014 afgerond. Hierna volgt een evaluatie en mede op basis van deze uitkomsten worden bezien of er een structureel vervolg mogelijk is. De opkomst van de doelgroep is gemiddeld 20%, dat is hoog. Landelijk is 5% de streefwaarde. Naast vragen betreffende valpreventie worden er ook sociale vraagstukken opgelost. De vraag naar beweeginterventies als gevolg van dit project is ongeveer verviervoudigd. In het actieprogramma “Een kans voor Limburg” wordt het project Valpreventie als een landelijk voorbeeldproject gezien. Project “Leuk voor elkaar” Leuk voor elkaar is een regionaal project inhoudende een aanvalsplan om mensen met een gebrekkig (ontoereikend) eigen sociaal netwerk te laten kennismaken met een combinatie van fysieke en virtuele ontmoetingsplekken via lokale groepen die we “VayaV” groepen noemen. Daardoor worden hun mogelijkheden en de motivatie om intensiever te participeren in hun eigen omgeving gestimuleerd en ondersteund. De strategie is om met behulp van de provinciale bijdrage in drie Parkstad gemeenten (Kerkrade, Brunssum en Nuth) VayaV groepen op te starten. Het project heeft een looptijd van 3 jaar. Daarna worden de VayaV groepen gecontinueerd als een structureel bestendig aanbod aan de doelgroep. Inhoudelijk sluit het project aan op de Wmo kanteling, het regionale project “goed voor elkaar” alsmede het Europese project Discover.
65
Project Samen Leven De gezamenlijke Kerkraadse partners in de uitvoering van het model van de sociale wijkteams, t.w. zorgaanbieder Meandergroep Zuid-Limburg, welzijnsinstelling Impuls, Wmo platform Kerkrade en de gemeente Kerkrade, hebben de handen in elkaar geslagen, met als doel een duurzaam activerings- en compensatiemodel te ontwikkelen binnen het lokale sociale domein voor de Kerkraadse burger. De samenwerking moet een antwoord bieden op de financiële uitdagingen die op alle partijen afkomen, waarbij met minder geld meer tegen een minimaal gelijkblijvende kwaliteit moet worden gerealiseerd. Vanuit de uitgangspunten en doelstellingen die in het rijksbeleid zijn geformuleerd en die vervolgens zijn herbevestigd in de Kerkraadse visie op het lokale sociale domein, wordt op gezamenlijke wijze in nauwe afstemming met elkaar op basis van een vastgesteld plan van aanpak de uitvoering ter hand genomen. Bij het Ministerie van VWS is een verzoek ingediend om een experimenteerruimte met regelvrije zone op het brede sociale domein (van AWBZ via Wmo tot aan Zorgverzekeringswet) voor deze innovatieve samenwerking te creëren, met als invalshoek de klant in plaats van de wetgevingen en/of instituten. Project ketenautomatisering “mens is centraal” Met de mens centraal wordt nieuwe software op lokaal niveau als informatietool boven de separate gegevensbanken en werkprocessen van de ketenpartners geïmplementeerd, waardoor snel een juist en volledig inzicht door de professional van de actuele klantsituatie kan worden verkregen en minder gegevensuitvraag van de klant noodzakelijk zal zijn. Na een positieve evaluatie van de toepassing in de pilot werd de werkwijze over de andere wijken uitgerold, met alle actuele ontwikkelingen zal de uitrol naar ketenpartners van extra belang zijn. Indicatoren programma omschrijving
bron
eenheid
2010
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
eigen oordeel matige burgeronderzoek % 25 ≤ 20 of slechte gezondheid gerealiseerde targets afd. WIZ ja/nee ja ja ja n.v.t. project (G)oud gerealiseerde afstemming sociale afd. WIZ ja/nee deels deels deels n.v.t. wijkteams met gezondheidscentra klanttevredenheid score afd. WIZ 7,2 7,4 ≥ 7,5 wmo** (0-10) wmoafd. WIZ % 71 “thermometer”** * voorlopig cijfer ** Door de gewijzigde meetmethodiek bij SGBO is de schaalscore van voorgaande jaren vervangen door een percentage op een zgn. wmo-thermometer die varieert van 0 tot maximaal 5 en wordt vertaald naar een percentage die de mate van vulling weergeeft. Het percentage voor Kerkrade is 71 %. De Wmo-thermometer is het gewogen gemiddelde van de scores op de hiernavolgende thema's: beleidsparticipatie, leefbaarheid en sociale samenhang, jeugd, toegang en oplossingen voor wmo-ondersteuningsvragen, mantelzorg, vrijwilligerswerk, wonen, zorg en toegankelijkheid en opvang. Het is dus breder dan alleen de klanttevredenheid en daarnaast een totaal andere wijze van meten.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
De bezuinigingen van de GGD Z.L. liggen op koers. Ten aanzien van de risicoparagraaf wordt opgemerkt dat de weerstandsreserve nog maar 0,5% bedraagt en dat er ten aanzien van de huisvesting een financieel risico bestaat. Hierop wordt zo veel als mogelijk geanticipeerd. Het lokaal uitvoeringsprogramma gezondheidsbeleid & Wmo koppelt de taakvelden van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) aan de prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) alsmede aan andere beleidsterreinen, zoals stedenbouw en inkomen. De integrale buurtgerichte ketenzorg met zorgprofessionals en gebruikers, zoals dat reeds enkele jaren succesvol is geïmplementeerd in de vorm van het Kerkraadse Wmo model, wordt doorontwikkeld. Thema’s als educatie, psychosociale
66
gezondheid, seksuele gezondheid, milieukunde en sport & bewegen hebben de komende jaren de aandacht, waarbij de nadruk ligt op risicogroepen in plaats van algemene preventie. Ten einde een tijdig en goed antwoord te kunnen bieden op de financiële uitdagingen, die op de gemeenten afkomen, is het belangrijk om de inzet en richting van alle activiteiten die plaats vinden binnen het sociale domein, binnen de rijkskaders te focussen op eenduidige doelen. De gevormde en op dit moment nog formeel vast te stellen visie vormt het lokale speelveld waarbinnen de samenwerkende partners op efficiënte en effectieve wijze hun dienstverlening t.b.v. de gezamenlijke klant uitvoeren. Een tiental basisregels zijn hiertoe afgesproken. Doelstelling een duurzame lokale samenwerking te realiseren op het sociale individuele terrein, met de volledige en integrale focus gericht op de klant en die moet mee (blijven) doen (participatie) in de lokale Kerkraadse samenleving (straat, buurt en/of wijk). De eigen kracht en zelfredzaamheid van de individuele klant, de leefeenheid alsmede de buurt en wijk worden bij het realiseren van deze doelstelling zoveel als mogelijk op passende wijze aangesproken. In het verlengde hiervan geschiedt de dienstverlening aan de klant, waarbij zoveel als mogelijk in één beweging, alle knelpunten die een belemmering vormen voor een aanvaardbaar niveau van participatie van de individuele klant, door de gezamenlijke professionals van het sociale wijkteam onder regie van één op basis van inhoud aangewezen case manager worden weggenomen. De eigen kracht van de klant wordt op vrijwillige dan wel meer verplichtend geactiveerd en ingezet ten behoeve van het bevorderen van de leefbaarheid in de eigen straat, buurt en/of wijk. Naast de structurele samenwerking met de kernpartners Meander, de Stichting Impuls en het Wmo platform in het kader van het project Samen leven met als doel de lokale dienstverlening in het sociale domein op een duurzame wijze te ontwikkelen, te organiseren en te implementeren, is een project gestart om aanvullend te komen tot één uniforme wijze van klantbenadering en afhandeling van ingekomen meldingen. De aanpak en invulling van de inhoudelijke beoordeling wordt door elke professional van alle partners op een gelijke wijze uitgevoerd. Ook de gebruikte instrumenten (participatieladder, zelfredzaamheid matrix), hulpmiddelen en ondersteunende systemen (applicatie Mens Centraal) zijn gelijk, waardoor veel efficiënter tussen de diverse kolommen door de professionals kan worden geschakeld en verbonden. Verspillingen worden uit de huidige processen gehaald, waardoor de werkprocessen “lean en mean” worden. Met de op deze wijze gerealiseerde besparingen kan een deel van de verwachte bezuinigingen, die op het sociale domein afkomen, worden ingevuld. De realisatie en afronding vindt plaats in 2014. Doelstelling is en blijft om “middels creatieve en innovatieve vormen van nieuwe samenwerking een duurzame en toekomstbestendige uitvoering van individuele sociaal maatschappelijke ondersteuning te realiseren, waarbij ondanks de lagere budgetten een minimaal gelijkblijvende klanttevredenheid en kwaliteit t.b.v. gezamenlijke klant is gegarandeerd”. De langdurige zorg wordt door het Rijk beter en doelmatiger georganiseerd door de begeleiding en de dagbesteding, waarvoor nu nog een beroep kan worden gedaan op de AWBZ, onder te brengen bij gemeenten. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt hiervoor aangepast. De actuele planning van het rijk gaat uit van de invoering van de nieuwe wet- en regelgeving per 1 januari 2015. De reeds opgestarte voorbereiding zal op korte termijn worden overgeheveld naar een kwartiermaker, die de decentralisatie vervolgens op het lokale niveau in 2014 zal implementeren, zodat Kerkrade tijdig gereed is om de nieuwe taken op efficiënte en effectieve wijze uit te voeren. Indicatoren beleidsveld Omschrijving toegekende rolvoorzieningen (hb. rolstoel, el. rolstoel, scootmobiel) toegekende woonvoorzieningen toegekende vervoersvoorzieningen
bron
2010
2011
2012
afd. WIZ
aantal
366
324
312
< 300*
afd. WIZ
aantal
521
597
505
< 500*
afd. WIZ
aantal
461
647
657
< 650*
67
2013
streefwaarde 2010-2013
eenheid
Omschrijving
bron
eenheid
2010
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
toegekende voorzieningen hulp bij afd. WIZ aantal 826 873 657 < 800* het huishouden maatschappelijke score burgeronderzoek 3,5 ≥ 3,6 participatie (0-10) aanvragen bijzondere afd. WIZ aantal 907 914 1.220 ≥ 650 bijstand aanvragen sociaalafd. WIZ aantal 1.241 1.499 1.462 ≥ 1.300 culturele activiteiten deelnemers collectieve afd. WIZ aantal 1.243 1.200 1.150 ≥ 1.250 ziektekostenverzekering trajecten afd. WIZ aantal 127 140 212 ≥ 175 schuldhulpverlening huisuitzettingen afd. WIZ aantal 54 46 36 ≤ 60 * met als uitgangspunt het meer aanspreken van eigen kracht van individu, leefeenheid, buurt en wijk alsmede het streven om meer gebruik te maken van voorliggende collectieve voorzieningen, daarom dienen deze cijfers als een maximum te worden geïnterpreteerd.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 Bedragen x €1.000 BELEIDSVELD 08 Zorg Rekening Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren Meerjaren 2012 begroting begroting Begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 2017 Bestaand beleid - lasten 21.205 18.622 17.668 17.359 17.487 17.341 - baten 3.175 1.837 1.669 1.680 1.680 1.680 Saldo Bestaand beleid -18.030 -16.785 -15.999 -15.679 -15.807 -15.661 Saldo van baten en lasten -18.030 -16.785 -15.999 -15.679 -15.807 -15.661 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 0 0 0 0 -onttrekking 0 0 0 0 0 0 Resultaat -18.030 -16.785 -15.999 -15.679 -15.807 -15.661 De post nieuw beleid heeft vanaf 2014 betrekking op de volgende baten en/of lasten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 8 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Lasten (-/-) Impuls, project valpreventie
30
Inburgering
35
Baten (+) Inburgering (rijks)bijdragen
Totaal incidenteel
35
-30
68
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2015 2016 2017
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 De taakstellende opdracht “hulp bij het huishouden” door inzetten op zelfredzaamheid van de klanten, levert een besparing op in 2014. Het verschil m.b.t. de posten inburgering wordt veroorzaakt doordat de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen meer aangesproken wordt dan voorheen. Hierdoor is vanaf 2014 minder inzet van gemeentelijke middelen voor dit taakveld nodig. Vanaf 2013 worden de kosten voor budgetbeheer en vrijwillig bewind niet meer bekostigd vanuit de bijzondere bijstand. De kosten worden betaald via productafname bij de KBL. Hierdoor zijn de kosten voor bijzonder bijstand in 2014 lager dan in 2012. Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 M.b.t. hulpmiddelen Wmo en aangepaste woningen Wmo wordt jaarlijks rekening gehouden met een prijs– en volumestijging. Het verschil m.b.t. de posten inburgering wordt veroorzaakt doordat de eigen verantwoordelijkheid van betrokkenen meer aangesproken wordt dan voorheen. Hierdoor is vanaf 2014 minder inzet van gemeentelijke middelen nodig voor dit taakveld. De kosten voor de regeling “Maatschappelijke Participatie WWB” ad € 120.000 zijn vanaf 2014 niet meer begroot in het budget voor sociaal culturele activiteiten. Dit omdat de wetgever heeft aangegeven dat de regeling na 2013 zal worden heroverwogen. Omdat in 2014 een groter gedeelte van de kosten voor schuldhulpverlening wordt betaald uit het Participatiebudget zijn de onder de post schuldhulpverlening geraamde kosten lager dan in 2013. Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Diverse kosten WMO nemen dankzij de vergrijzing toe, daar staat tegenover dat ook bezuinigingsmaatregelen zijn genomen (zie ook VJN2012). Verder nemen de kapitaallasten van de oude investeringen WMO af als gevolg van afschrijvingen.
Investeringen BELEIDSVELD 8 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 0 800 800
Raming 2014 0 800 800
Raming 2015 0 800 800
Raming 2016 0 800 800
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 0 800 4.000 800 4.000
Afwijkingen ramingen 2013-2017 In de voorjaarsnota 2012 is besloten om het jaarlijks investeringsvolume voor de wmo te verlagen tot € 800.000 verdeeld over hulpmiddelen ( € 675.000) en trapliften ( € 125.000).
69
70
Beleidsveld:
09 Werk en inkomen A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Burgers die vanwege hun inkomenssituatie tot de doelgroep behoren, ondersteunen in hun sociale, mentale en financiële weerbaarheid en activeren om (hernieuwd) deel te nemen aan de samenleving. Onderscheiden deelterreinen: Arbeidstrajecten, arbeidsbemiddeling, uitkeringen, verhaal en terugvordering, debiteurenbeheer , incasso en handhaving. Portefeuillehouders: C. Szalata (sociale zaken) Beleidskaders Reïntegratieverordening 2013 Beleidsplan reïntegratie 1 juli 2013 t/m 31 december 2014 Verordening persoonsgebonden budget WSW 2008 Wet Participatiebudget 2009 Kadernota ondernemen in Kerkrade 2006 Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie 2012 Beleidsregels Wet Kinderopvang 2013 Toeslagenverordening WWB 2012 / A, Afstemmingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2013, Verordening verrekening bestuurlijke boete bij recidive 2013, Handhavingsverordening WWB, Bbz 2004, IOAW en IOAZ 2012, Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ 2013, Beleidsregels boete WWB, IOAW, IOAZ 2013, Beleidsregels inzake verhaal van Wet werk en bijstand 2008, Verordening en beleidsregels langdurigheidstoeslag 2012 Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007. Verordening Wet inburgering 2007 en beleidsregels Wet inburgering 2008 Verordening sociaal culturele activiteiten 2012 Verordening participatie schoolgaande kinderen 2012 Richtlijnen bijzondere bijstand 2012 Verordening cliëntparticipatie 2010 Normenkader 2009-2012
B. Programma Bij dit beleidsveld hoort het programma “Reïntegratie”.
71
Programma Reïntegratie C. Szalata Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Burgers die vanwege hun inkomenssituatie tot de Doelgroep behoren, ondersteunen in hun sociale, mentale en financiële weerbaarheid en activeren om (hernieuwd) deel te nemen aan de samenleving. Afgeleide doelstelling: Vergroten van maatschappelijke participatie voor mensen zonder uitzicht op de arbeidsmarkt en het ondersteunen van burgers en begeleiden bij het vinden van betaald of onbetaald werk.
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Beleidsplan reïntegratie Het bevorderen van uitstroom uit de uitkering naar betaald of onbetaald werk € 2.085.000 (exploitatie)
Wat gaan we doen? (2014)
Versterkte consequente inzet op “poort”, “inspanningsperiode” en “workshop”
Prestatie-indicatoren (*)
Individuele interventies
Project sociale activeringsplekken
Ontvangen meldingen die leiden tot een aanvraag na de inspanningsperiode < 45% Klanten nog actief in uitkering na 3 maanden workshop < 80% Aantal “in behandeling genomen” klanten dat minimaal 1 stap stijgt op participatieladder > 50% Gemiddeld aantal klanten dat minimaal 5 uren per week aan het werk > 45
* Deze targets sluiten aan bij de “smart” gemaakte doelstellingen uit het beleidsplan reïntegratie, waarmee de gemeenteraad in haar vergadering van 26 juni 2013 heeft ingestemd.
72
Nadere toelichting programma Missie, visie en doelstelling participatiebeleid De visie op het Sociaal Domein gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Dat dient derhalve ook terug te komen op de visie op het Participatiebeleid. Het Participatiebeleid is immers een onderdeel van dat Sociale Domein. De visie op het Participatiebeleid in Kerkrade kan kort worden weergegeven als “iedereen actief, met het accent op betaald werk”. Voor de klanten waar door economische en/of individuele omstandigheden betaald werk niet (meer) haalbaar is geldt dat ze in de maatschappij participeren naar vermogen. Die deelname aan de maatschappij kan ook aangemerkt kan worden als “tegenprestatie voor de uitkering”. De eigen verantwoordelijkheid van de burgers is daarbij een belangrijk uitgangspunt. Om de missie en visie op het participatiebeleid vorm te geven zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1) Het streven is erop gericht dat iedereen echt meedoet. Via werk, dan wel op een andere manier als werk (nog) niet aan de orde is. 2) Het bieden van ondersteuning, zodat mensen zich optimaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. 3) Iedere burger is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor deelname aan de samenleving, om in het eigen inkomen te voorzien en zich te ontplooien. 4) Op individueel niveau wordt bepaald op welke manier participatiebevordering het beste kan plaatsvinden. 5) De ondersteuning die wordt geboden is gekoppeld aan het doel om de economische, educatieve en sociale zelfredzaamheid te vergroten. 6) Voor jongeren tot 27 jaar geldt, indien haalbaar, startkwalificatie boven werk 7) Voor de toepassing van de z.g. inspanningsperiode, die de wetgever voor jongeren tot 27 jaar oplegt, geldt dat deze ook wordt toegepast op de klanten ouder dan 27 jaar. In het sociaal akkoord wordt dit laatste ook wettelijk geregeld. De verantwoordelijkheid om alles te doen om een aanvraag voor bijstand te voorkomen geldt daarmee voor elke klant. 8) De geboden ondersteuning is niet vrijblijvend. De gemeente verwacht dat men zich houdt aan de afspraken die in het kader van een ondersteuningstraject worden gemaakt. 9) De gemeente realiseert een zo compleet mogelijk en samenhangend mogelijk aanbod van participatiebevorderende voorzieningen. 10) De gemeente wil die ondersteuning effectief en efficiënt organiseren binnen de daarvoor beschikbare middelen. In 2014 zullen de in 2012 opgestarte pilots Werk Scoort (= versterkte consequente inzet op “poort”, “inspanningsperiode” en “workshop”, zie doelenboom) en Sociale Activeringsplekken verder worden verankerd in de reguliere werkprocessen. “Werk scoort” heeft tot doel alle nieuwe klanten te confronteren met een inspanningstermijn van 4 weken alvorens de nieuwe aanvraag wordt opgemaakt. Na 4 weken volgt iedere klant workshops gedurende 12 weken en 4 dagdelen per week. In deze workshops krijgen klanten onder meer technieken geleerd hoe ze een baan moeten zoeken. Sociale activeringsplekken hebben tot doel ervaring op te doen met de z.g. tegenprestatie. Klanten worden op een maatschappelijke zinvolle plek geplaatst. Aan beide pilots zijn kwantitatieve doelstellingen gekoppeld. Door middel van “individuele interventies”, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de voorzieningen en mogelijkheden die de reintegratieverordening biedt (oriëntatiestages, werken met behoud van uitkering, oriëntatiewerkplekken, sociale activering, participatieplaatsen, loonkostensubsidie en scholing), worden klanten op een hogere positie van de particpatieladder gebracht, waardoor zij meer uitzicht op een definitieve uitstroom krijgen.
73
Indicatoren programma Omschrijving Ontvangen meldingen die leiden tot een aanvraag na de inspanningsperiode Percentage klanten nog actief in uitkering na 3 maanden workshop en overige activiteiten Percentage klanten dat na workshops minimaal 1 stap op participatieladder stijgt Gemiddeld aantal geplaatste klanten dat minimaal 5 uren per week aan het werk is middels het project sociale activering
bron
eenheid
2010
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
Afd.WIZ
%
<45
Afd.WIZ
%
<80
Afd.WIZ
%
>50
Afd.WIZ
aantal
>45
Dit betreft allemaal nieuwe indicatoren, waarvoor nog geen metingen zijn gedaan.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Financieringssystematiek Werk en Inkomen Door de rijksbezuinigingen op het gemeentefonds en de aanzienlijke bezuinigingen op het Participatiebudget is een aanzienlijke herijking van de dienstverlening op het beleidsveld Werk en Inkomen noodzakelijk. Wet- en regelgeving dienaangaande biedt rigide kaders, ook wat de financieringsen verantwoordingssystematiek betreft. Er is relatief weinig beleidsruimte, terwijl er daarentegen wel een grote afhankelijkheid van bijvoorbeeld conjuncturele ontwikkelingen bestaat. Werk en inkomen zijn in velerlei opzichten niet van elkaar los te koppelen. De Wet werk en bijstand (Wwb) c.a. kent een uitgesproken integrale benaderingswijze. Bijstandsverlening betekent ondersteuning op het gebied van inkomen maar ook ondersteuning op het gebied van arbeidsinschakeling en participatie. Deze integrale benaderingswijze van de wet is ook terug te zien bij de financieringssystematieken voor de inkomensbudgetten en de werkbudgetten. Inzet op het werkbudget (Participatiebudget) kan van grote invloed zijn op het bijstandsvolume. Beiden werken in die zin als communicerende vaten, immers bestedingen op het Participatiebudget zouden moeten leiden tot besparingen op het Inkomensdeel. Meerjarig Aanvullende Uitkering (MAU) Tot en met 2012 heeft Kerkrade een MAU ontvangen waarbij het eigen aandeel van de gemeente in het tekort werd bepaald op 2,5% van het budget (circa € 650.000). Ook voor de komende jaren worden structurele tekorten verwacht. Volgens de laatste becijferingen zal het jaarlijks tekort aanzienlijk blijven. In verband met thans moeilijk inschatbare variabelen zoals vooral de instroom alsook de ongewisheid over de beschikbaar gestelde middelen van het Rijk is een exacte prognose van het tekort thans niet te geven, maar kan in de miljoenen gaan lopen. Kerkrade heeft derhalve in maart 2013 een nieuwe aanvraag voor een aanvullende uitkering over de periode 2013 tot en met 2015 ingediend bij de Toetsingscommissie WWB. Op deze aanvraag zal naar verwachting in het laatste kwartaal van 2013 een besluit worden genomen. Zie verder de risicoparagraaf. Participatiebudget / beleidsplan reïntegratie De sinds 2012 reeds ingezette Rijksbezuinigingen hebben echter ook weer in 2014 een grote impact op de arbeidsmarkt (flinke bezuinigingen op re-integratiebudgetten en inburgering) en de sociale zekerheid. Een zware focus ligt ook in 2014 echter op het Participatiebudget. De bezuinigingen op het participatiebudget zijn van invloed op de mate van dienstverlening aan onze burgers. De gemeente Kerkrade is genoodzaakt om haar dienstverlening op een andere wijze in te vullen dan in het verleden mogelijk was. Meer zelf doen in plaats van het inschakelen van dure reïntegratie bedrijven en het in
74
neerwaartse richting bijstellen van financiële ondersteunende instrumenten (o.a. loonkostensubsidies) t.b.v. bedrijven zijn uitvoeringsrichtingen die bijdragen aan een structurele besteding binnen de lagere financiële kaders. Het beleidsplan reïntegratie 1 juli 2013 – 31 december 2014 beschrijft de beleidskaders waarbinnen de uitvoering in 2014 zal plaatsvinden. Werkbedrijf Naast de contacten met werkgevers om klanten te plaatsen proberen we ook, op projectbasis en binnen de budgettaire mogelijkheden, klanten te activeren. Deze activiteiten zouden ook gebundeld kunnen worden in een gemeentelijk Werkbedrijf. Dat werkbedrijf kan dan, zowel gemeentelijke opdrachten en werkzaamheden, uitvoeren, als werkzaamheden vanuit de markt. Klanten kunnen op die manier de noodzakelijke werkervaring opdoen. Inmiddels zijn er al een aantal Werkbedrijven in Nederland opgericht. De gemeente Kerkrade opteert daarbij voor een eigen gemeentelijk Werkbedrijf omdat we daarmee de regie in eigen handen houden. Nadat de ideeën daarover in de raadscommissie Burgers en Samenleving van 11 juni zijn gepresenteerd zal eind 2013 besluitvorming over de concrete aanpak plaatsvinden. In 2014 zal vervolgens het gemeentelijk werkbedrijf gestalte krijgen. Het voorstel zal zijn om op kleine schaal te beginnen. Op die manier kunnen we ervaring opdoen en kunnen we groeien naar een juiste lokale structuur en omvang van een dergelijk bedrijf. Lokale aanpak kwetsbare jongeren Mede als gevolg van de substantiële korting op het Participatiebudget, de beëindiging van de middelen uit de ESF-subsidie en het Landelijk Actieplan Jeugdwerkloosheid, is het niet meer mogelijk om de eerdere (uitgebreidere) dienstverlening aan jongeren te handhaven. Met name voor de groep “kwetsbare” jongeren is dat funest. Zonder intensieve begeleiding zullen deze jongeren de weg naar de arbeidsmarkt niet vinden. De eerdere samenwerking met het Jongerenloket Heerlen is beëindigd vanwege het feit dat, ondanks gevraagd informatie, niet expliciet aangetoond kon worden of, en zo ja welke, resultaten deze samenwerking voor Kerkraadse jongeren heeft gehad. Reden ook voor andere gemeenten in Parkstad om de samenwerking te beëindigen en die zelf zoveel mogelijk in te vullen binnen de beschikbare middelen van het Participatiebudget. Om er toch voor te zorgen dat, met name voor de doelgroep kwetsbare Kerkraadse jongeren, een vorm van begeleiding en aandacht blijft, zijn inmiddels met Impuls afspraken hierover gemaakt. De jongerenwerker van Impuls zal vanaf de aanvraag actief betrokken worden bij het verdere traject voor die jongere. Daarmee wordt Impuls de regisseur van dat verdere traject. Bij Impuls is vaak al veel informatie van en over de jongere bekend. Impuls neemt deel aan het Sociale Wijkteam en kan daardoor de ketenpartners inschakelen als dat nodig zou zijn. Reïntegratie voorzieningen Afhankelijk van de afstand tot de arbeidsmarkt van de klant zijn er een aantal reïntegratie voorzieningen ontwikkeld en voor bijstandsgerechtigden voorhanden, t.w. oriëntatiestages, werken met behoud van uitkering, oriëntatiewerkplekken en sociale activering. Participatiewet Met de komst van het Regeerakkoord van 29.10.2012 is duidelijk geworden dat de wet Werken naar vermogen (Wwnv) vervangen wordt door de Participatiewet. Alhoewel de feitelijke wettekst nog niet bekend is, zal die niet veel afwijken van de Wwnv. De eerdere Wwvn ging uit van een brede voorziening met zoveel mogelijk gelijke rechten en plichten en arbeidsmarktkansen voor mensen met arbeidsvermogen die nu nog gebruik maken van de verschillende regimes van de Wsw, Wet Wajong en Wwb. Deze wetten worden bijeen gebracht onder de Participatiewet. Voor jonge mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn blijft de Wajong bestaan. De invoering van de Participatiewet was voorzien op 1.1.2014. Als gevolg van het Sociaal Akkoord van april 2013 (Mondriaan-akkoord) is dit verschoven naar 1.1.2015. De voorbereiding en invoering van deze nieuwe wet zal de nodige inzet van de gemeente vragen. De bundeling van de 3 eerder genoemde wetten zal eveneens gepaard gaan met een fikse korting van het budget. Werkgeversservicepunt Iedere gemeente heeft er belang bij dat zoveel mogelijk klanten bij een werkgever worden geplaatst en daarmee de uitkering kunnen verlaten. Dat vergt het onderhouden van goede contacten met werkgevers om onze klanten een kans te laten krijgen. Omdat elke gemeente dat op haar beurt zelf invult, is het risico
75
aanwezig dat werkgevers door accountmanagers van de verschillende gemeenten worden bezocht en daardoor door de bomen het bos niet meer zien en mogelijk afhaken. Dat is funest, want zonder medewerking van werkgevers kunnen we geen klanten plaatsen. Om deze “wildgroei” te voorkomen is bestuurlijk afgesproken daar een eenduidige aanpak voor te realiseren in Parkstad. Op Zuid-Limburgse schaal bestaat sinds 2005 een gezamenlijke aanpak voor Werkgeversdienstverlening. Ten gevolge van de Wwnv / Participatiewet heeft voor dit onderwerp een herijking plaatsgevonden, mede naar aanleiding van nieuwe wettelijke kaders zoals de gewijzigde wet SUWI. Gemeenten en UWV moeten de werkgeversdienstverlening per arbeidsmarktregio samen vormgeven, met als doel ondernemers optimaal te bedienen en onderlinge concurrentie te voorkomen. Op 1 november 2012 is in het Stedelijk Netwerk afgesproken dat de werkgeversdienstverlening in Zuid-Limburg wordt vormgegeven vanuit drie schaalniveaus: Een Werkgeversservicepunt Zuid-Limburg Werkgeversservicepunten op gewestelijk niveau ( Westelijke Mijnstreek, Maastricht Heuvelland, Parkstad Limburg) Lokale (gemeentelijke) activiteiten (optioneel) In ieder gewest wordt op dit moment gewerkt aan de ontwikkeling van Werkgeversservicepunten op gewestelijk niveau. Het plan van aanpak voor Parkstad heeft betrekking op het project ‘Werkgeversservicepunt Parkstad Limburg’ dat gedurende de pilotperiode 1 januari 2013 - 1 juli 2014 wordt ingericht. De Parkstadgemeenten (inclusief ISD-en en WOZL) en UWV hebben besloten dit project in te richten om, mede door middel van de uitvoeringspraktijk, een antwoord te kunnen geven op de vraag hoe zij de werkgeversdienstverlening op gewestelijke schaal structureel gaan vormgeven, met als doel die te integreren in één Zuid-Limburgse dienstverlening. Lokale werkgeversbenadering (“Naar buiten) De gemeente Kerkrade opteert ervoor om, naast een regionaal servicepunt in dit kader, ook lokale ruimte te hebben om lokale werkgevers te bezoeken. Middels het lokale project “Naar buiten” wordt hier invulling aan gegeven. Omdat vanuit het WSP zeker niet alle bedrijven in Kerkrade kunnen worden benaderd en bezocht, is er voor gekozen om ook op lokaal gemeentelijk niveau, in nauwe afstemming en in overleg met het WSP, een lokale aanpak van werkgeversbenadering te ontwikkelen. De gemeente Kerkrade benadert actief werkgevers/ondernemers om hen te informeren over de kwaliteit van de klanten, teneinde daarmee afspraken te maken over in dienst neming van die klanten, dan wel de beschikbaarstelling van werkervaringsplekken. Aan het eind van de pilotperiode die loopt van 1 juli 2013 tot 31 december 2014 zal na evaluatie blijken welke uitvoeringsresultaten de lokale aanpak heeft bereikt. Sociale werkvoorziening / WOZL De contouren van het regeerakkoord lieten fikse bezuinigingen zien op het WSW budget. Voorts wordt de nieuwe instroom beperkt. Vanaf 1.1.2015 is er geen nieuwe instroom in de Wsw meer mogelijk. De gemeente wordt (ten dele) verantwoordelijk om deze klanten te begeleiden (naar o.a. werk). Deze wetswijziging vraagt om een complete herziening van de z.g. onderkant van de arbeidsmarkt. De Wsw kan dus voor een groot deel niet meer als een los onderdeel gezien worden en zal binnen de aanpak onderkant arbeidsmarkt geïntegreerd opgenomen moeten worden (hetgeen past in de doelstellingen van de Participatiewet). Daarbij behoudt de huidige Wsw-populatie haar status. Sinds het faillissement van Licom NV zijn alle inspanningen erop gericht om de werkgelegenheid van de Wsw-ers veilig te stellen (de z.g. consolidatiefase). In de loop van 2013 worden de b.v.’s verder gereorganiseerd tot een transparante en efficiënte uitvoeringsstructuur. Hierna zullen de vervreemdingsscenario’s voorbereid worden, waarbij langdurig behoud van werkgelegenheid voor de Wsw-er centraal zal staan. Dit in afstemming met de bewegingen van gemeenten (bijv. Gemeentelijke werkbedrijven). Nu niet meer Licom maar de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wsw, rijst de vraag naar de gewenste uitvoeringsstructuur. Daartoe worden in de loop van 2013 een aantal modellen onderzocht op basis waarvan een richting bepalende keuze gemaakt kan worden. Aan de hand van de richting bepalende keuze worden modellen verder uitgewerkt dat leidt tot een document, met daarin alle consequenties, waaronder het transitiepad, financiële consequenties, governance, etc. Dat document zal tot definitieve besluitvorming leiden en wordt naar verwachting voor het einde van 2013 aan alle raden voorgelegd. Uitgangspunt is dat alleen de Wsw-ers in Beschut Werk een plek binnen de
76
Wsw blijven houden, maar dat de andere Wsw-ers zoveel mogelijk middels detacheringen bij reguliere werkgevers worden geplaatst (van binnen naar buiten). Hier ligt ook de relatie met het eerder genoemde Werkgeversservicepunt en het eerder genoemde Gemeentelijk Werkbedrijf. De klantgroep van het Werkgeversservicepunt bestaat immers niet meer uit alleen, WW-ers en Wwb-ers van de verschillende gemeenten, maar ook uit de Wsw-ers (en later de Wajong-ers). Het is dan ook de taak van de accountmanagers van het Werkgeversservicepunt om afspraken te maken met werkgevers over de gehele “onderkant”. Indicatoren beleidsveld Omschrijving klanten Wwb * doorlooptijden primaire producten tijdig ontvangstenquote **
bron
2010
2011
2012
afd. WIZ
aantal
1.848
1.786
1.818
≤ 2.100
afd. WIZ
%
79
81
89
≥ 88
afd. WIZ
%
23,0
28,0
17,0
≥ 20
%
33
42
39
≥ 35
fraudequote *** afd. WIZ * per 31 dec. ** ontvangsten in relatie tot vorderingen *** onderzochte gevallen in klantenbestand
D.
2013
streefwaarde 2010-2014
eenheid
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 Bedragen x €1.000 BELEIDSVELD 09 Werk en Rekening Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren Meerjaren inkomen 2012 begroting begroting Begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 2017 Bestaand beleid - lasten 67.234 66.632 67.636 69.190 69.002 70.241 - baten 58.098 60.006 61.026 62.829 63.256 64.496 Saldo Bestaand beleid -9.136 -6.626 -6.610 -6.361 -5.746 -5.745 Nieuw beleid - lasten 0 0 -1.008 -1.029 -433 -433 - baten 0 0 -450 -900 -1.350 -1.800 Saldo Nieuw beleid 0 0 558 129 -917 -1.367 Saldo van baten en lasten -9.136 -6.626 -6.052 -6.232 -6.663 -7.112 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 0 0 0 0 -onttrekking 0 0 0 0 0 0 Resultaat -9.136 -6.626 -6.052 -6.232 -6.663 -7.112 De post nieuw beleid vanaf 2014 heeft betrekking op de volgende baten en/of lasten (VJN2013): WSW – diverse.
77
In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 9 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2015 2016 2017
Lasten WSW
30
WSW
-628
FLS Jobcoach
-34
Participatiebudget
312
Totaal incidenteel
320
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 Het CPB verwacht dat het aantal bijstandsuitkeringen landelijk zal stijgen van 330.000 in 2012 tot 380.000 in 2014. De lokale bijstandsuitgaven en het te ontvangen rijksbudget zullen hierdoor naar verwachting in 2014 met circa € 3,8 miljoen toenemen ten opzichte van 2012. Door de drastische rijksbezuinigingen op het Participatiebudget (ca. 50 procent) t.o.v. 2011) vindt periodiek herprioritering van de wijze van inzet van de beschikbare middelen plaats.
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Het CPB verwacht dat het aantal bijstandsuitkeringen landelijk zal stijgen van 355.000 in 2013 tot 380.000 in 2014. De lokale bijstandsuitgaven en het te ontvangen rijksbudget zullen hierdoor naar verwachting met circa € 2 miljoen toenemen ten opzichte van 2013. Als gevolg van rijksbezuinigingen op het participatiebudget en het na 2013 niet meer beschikbaar zijn van middelen vanuit de meeneemregeling, zijn de in 2014 beschikbare gelden voor reïntegratie € 1 miljoen lager dan in 2013. Het lagere budget noopt tot een periodieke herprioritering waarbij, mede vanwege de onzekerheden over de toekomstige ontwikkeling van het participatiebudget, het aangaan van langdurige verplichtingen wordt vermeden.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 De in de begroting 2015-2017 opgenomen ontwikkeling van toenemende bijstandskosten en inkomsten uit rijksbijdrage is afgeleid van de prognose van het CPB met betrekking tot de landelijke ontwikkeling van het aantal bijstanduitkeringen tot en met 2017.
Investeringen BELEIDSVELD 9 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 0 150 150
Raming 2014 0 50 50
Raming 2015 0 50 50
Raming 2016 0 50 50
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 0 50 350 50 350
Afwijkingen ramingen 2013-2017 Van het budget 2012 voor ICT-projecten SoZaWe is € 100.000 overgeheveld naar 2013.
78
Beleidsveld:
10 Bestuur en bedrijfsvoering A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het op een goede wijze uitvoering geven aan de bestuurlijke en ondersteunende taken van de gemeentelijke organisatie. Het beleidsveld is ondersteunend aan en randvoorwaardelijk voor de bestuurlijke ambities en doelstellingen in de andere programma’s/beleidsvelden. Onderscheiden deelterreinen: Bestuurlijk handelen; Communicatie; Intergemeentelijke samenwerking; Internationale samenwerking; Burgerzaken, burgerlijke stand en historisch archief; Bedrijfsvoering Portefeuillehouders: J. Som (communicatie; Eurode; internationale samenwerking en publiekszaken en dienstverlening) P. Thomas ( Parkstad Limburg) D. Schneider (financiën; informatievoorziening & automatisering) C. Szalata (personeel & organisatie) Beleidskaders Diverse wetten e.d. Aanbestedingswet 2012 en Europese Aanbestedingsrichtlijnen 2004/18/EG, de Wet GBA (gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens), Wegenverkeerswet, PUN (Paspoort Uitvoeringsregeling Nederland), de Kieswet, Het Burgerlijk Wetboek, het besluit burgerlijke stand, Regionale kaders Coalitieakkoord 2012-2015 provincie Limburg; Limburg haal het beste uit jezelf Gemeenschappelijke regeling stadsregio Parkstad Limburg, februari 2010 Communicatiebeleid Parkstad Limburg. ( Parkstad maakt ’t mogelijk ) Regiodialoog Parkstad / Provincie Regioprogramma: “Naar een duurzaam vitale regio”, juli 2010 Lokale kaders Collegeprogramma 2010-2014; Samen verder werken aan onze toekomst! (Kerkrade, september 2010) Inspraakverordening gemeente Kerkrade (2004) Financiële verordening (art. 212 Gemeentewet) en Nota Reserves en Voorzieningen Controleverordening (art. 213 Gemeentewet) Onderzoeksverordening (art. 213A Gemeentewet) Inkoop- en aanbestedingsbeleid en –protocol gemeente Kerkrade (2008) Informatiebeleidsplan 2007-2011. Nota dienstverlening “Verschillende klanten, verschillende aanpak” Nota verbonden partijen 2008 (update 2013) Het Communicatiebeleidsplan; “Communicatie zintuig van de gemeente” (juni 2011). Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (2008) Het reglement burgerlijke stand en de rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Kerkrade
B. Programma Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
79
80
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Het stadsmarketingplan zal gereed komen in 2013. Dit plan zal uitmonden in diverse uitvoeringsplannen. Bij dit beleidsveld zijn ook de paragraaf bedrijfsvoering en de paragraaf verbonden partijen relevant. Indicatoren beleidsveld Omschrijving afgehandelde bezwaarschriften: - beslissingen op bezwaar - ingetrokken waardering gemeentelijke dienstverlening tevredenheid laatste contact met gemeente digitale producten / aanvraagformulieren voor de klant beschikbaar samenwerking Parkstad Limburg is een goed initiatief tevredenheid procedure huwelijken ( kwalificatie goed tot zeer goed ): - aangifte - voltrekking contacten aan de balie tijdens openingsuren wv. afhandeling binnen 10 minuten
bron
eenheid
2010
2011
2012
aantal
121
118
134
aantal rapportcijfer (0-10)
68
79
62
2013
streefwaarde 2010-2013
bezwaarschriften-/ klachtencommissie
burgeronderzoek
burgeronderzoek
score (0-10)
Burgerplein
aantal
burgeronderzoek
27
%
6,7
≥ 7,0
7,7
≥ 8,0
28
20*
68
≥ 60
klanttevredenheidsonderzoek % % Burgerplein
aantal
Burgerplein
%
93 98
87
≥ 90 ≥ 95 50.266
46.748
88
83
≥ 85
* Diverse producten/processen zijn inmiddels “slimmer”/meer efficiënt gebundeld in 1 digitaal aanvraagformulier. De cijfers zijn daarom niet meer goed vergelijkbaar.
81
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 Bedragen x €1.000 BELEIDSVELD 10 Bestuur Rekening Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren Meerjaren en bedrijfsvoering 2012 begroting begroting Begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 2017 Bestaand beleid - lasten 10.564 10.152 10.030 9.601 9.532 9.534 - baten 954 667 687 634 634 634 Saldo Bestaand beleid -9.610 -9.485 -9.343 -8.967 -8.898 -8.900 Saldo van baten en lasten -9.610 -9.485 -9.343 -8.967 -8.898 -8.900 Mutaties reserves -toevoeging 0 0 0 0 0 0 -onttrekking 0 0 0 0 0 0 Resultaat -9.610 -9.485 -9.343 -8.967 -8.898 -8.900 De post nieuw beleid heeft vanaf 2014 betrekking op de volgende baten en/of lasten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 10 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2015 2016 2017
Lasten (-/-) Stadskrant Afdracht rijksleges t.b.v. verlenging inhuur medewerker Burgerplein
11 -18
Baten (+) Subsidies t.b.v. opleidingen
10
Totaal incidenteel
17
0
0
0
0
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 Het voordeel op Bestuursondersteuning college van B&W ad. € 51.000 heeft enerzijds als oorzaak dat er in 2012 een haalbaarheidsonderzoek heeft plaats gevonden inzake Roda JC, de kosten bedragen € 16.200. Aanvullend op de post representatie is aangegeven dat op deze post m.i.v. 2013 bezuinigd dient te worden. Op diensten derden bedragen de uitgaven 2012 ad. € 5.100 meer dan begroot, dit heeft als oorzaak dat in 2012 13 maanden verantwoord zijn in plaats van 12 maanden. Het voordeel op externe communicatie heeft expliciet betrekking op een tweetal posten te weten “advertenties” en “voorlichtingskosten”. Het verschil in advertenties ad. € 30.700 wordt veroorzaakt door de toegenomen omvang van informatie en bekendmakingen in het Stadsjournaal in het jaar 2012. Dit geldt ook voor de post voorlichtingskosten ad. € 50.100 waar zowel de Stadskrant alsook het digitaal fotomateriaal geboekt worden.
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 Het burgeronderzoek vindt tweejaarlijks plaats. In 2013 wordt dit onderzoek uitgevoerd en hiervoor zijn dan ook kosten geraamd. In 2013 vonden geen verkiezingen plaats. Het budget voor verkiezingen is in 2014 € 60.000. Het budget voorlichtingskosten is m.i.v. 2014 structureel met € 15.000 verlaagd ten behoeve van de aanschaf van een discussie- en camerasysteem in de raadzaal.
82
De bijdrage regiofonds aan Parkstad Limburg is in 2014 € 33.000 meer dan in 2013.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Het burgeronderzoek vindt tweejaarlijks plaats. Het eerstkomende onderzoek in de periode van 2015 – 2017 zal plaatsvinden in 2015. Afwijkingen in de afdracht rijksleges en leges rij- en reisdocumenten vinden hun oorzaak in de verschillen in de aantallen aanvragen van documenten. De bijdrage regiofonds aan Parkstad Limburg is m.i.v. 2015 verhoogd met € 32.000.
Investeringen BELEIDSVELD 10 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 83 0 83
Raming 2014 125 0 125
Raming 2015 0 0 0
Raming 2016 0 0 0
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 208 0 0 0 208
Afwijkingen ramingen 2013-2017 Voor de aanschaf van een discussie- en camerasysteem is een bedrag beschikbaar gesteld van € 83.000 (conform voorjaarsnota 2013). De post van € 125.000 betreft de (vooralsnog) geraamde aanschaf van stemmachines.
83
84
Beleidsveld:
11 Beheer A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Het doelmatig beheren van de gemeentelijke eigendommen (fysieke infrastructuur, gemeentelijke gebouwen) Onderscheiden deelterreinen: Riolering; Onderhoud wegen straten en pleinen; Onderhoud verkeersinstallaties; Beheer gemeentelijke gebouwen; Begraafplaatsen; Onderhoud groenvoorzieningen; Onderhoud sportaccommodaties en overige recreatieve voorzieningen; Geo-informatie Portefeuillehouders: J. Bok ( gemeentelijk vastgoed, verkeer en vervoer) L. Jongen (sport) Beleidskaders: Informatiebeleidsplan 2007-2010 (update 2012) Meerjaren onderhoudsplanning PLANON en jaarplan onderhoud gebouwen Gemeentelijk Rioleringsplan 2001 – 2006 ( update 2013 )(GRP) Evaluatienota GRP 2011 (incl. waterplan) Wegenbeheerplan 2007 – 2011 ( concept 2013 ) Beleidsplan Openbare Verlichting (concept 2013) Beleidsplan Begraafplaatsen (1998) Groenstructuurplan ( concept 2013 ) Bomenbeleidsplan ( Bomenverordening 2012 en Lijst Waardevolle en Monumentale bomen 2012 ) Bosbeheerplan NOC/NSF-normen Verkeersveiligheidsplan (1997) Energiescan 2010
B. Programma Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
85
86
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Er zijn geen overige vermeldenswaardige zaken, de onderhoudswerkzaamheden zullen aan de hand van de planning worden uitgevoerd. Door de bezuinigingen kunnen minder onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd. Dit zal effect hebben op de realisatie van de streefwaarden. Voor de omschrijving van alle te onderscheiden onderhouds- en beheerwerkzaamheden, wordt hier kortheidshalve verwezen naar de paragraaf ‘onderhoud kapitaalgoederen’. Indicatoren beleidsveld Omschrijving kwaliteit voldoende:
bron wegennet
eenheid
2010
% %
77 80
2011
2012
2013
streefwaarde 2010-2013
tweejaarlijkse schouw wegennet
- asfaltverharding - elementenverharding
77
80 afd. Stedelijk klachten wegenonderhoud aantal 632 500 403 ≤ 640 Beheer waardering beheer en burgerscore 5,4 ≥ 6,0 onderhoud onderzoek (0-10) tevreden over onderhoud burger% 30 ≥ 40 wegen, straten, pleinen onderzoek tevreden over beheer en burger% 39 ≥ 40 onderhoud groen onderzoek tevreden over burger% 81 ≥ 75 sportaccommodaties* onderzoek afd. tevreden over Vastgoed en % ≥ 60 gemeentelijke gebouwen Grondbedrijf kosten kwijtschelding i.r.t. afd. % 7,0 6,4 6,7 6,5 kosten riolering** Financiën * Het gaat niet alleen om de tevredenheid die inwoners geven over het gebruik van de sportaccommodaties binnen de gemeente , maar ook sportaccommodaties buiten de gemeente ** Een algemene beleidsmatige uiteenzetting inzake kwijtschelding is gegeven in de paragraaf lokale heffingen. Voor de oude jaren worden voortaan de rekeningcijfers gebruikt, voor de lopende jaarschijf de begrotingscijfers peil VJN.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2014 Bedragen x €1.000 BELEIDSVELD 11 Beheer Rekening Bijgestelde Primaire Meerjaren Meerjaren Meerjaren 2012 begroting begroting Begroting begroting begroting 2013 2014 2015 2016 2017 Bestaand beleid - lasten 16.715 16.022 15.229 15.051 15.045 15.104 - baten 5.951 5.912 5.842 6.013 6.016 6.017 Saldo Bestaand beleid -10.764 -10.110 -9.387 -9.038 -9.029 -9.087 Saldo van baten en lasten -10.764 -10.110 -9.387 -9.038 -9.029 -9.087 Mutaties reserves -toevoeging 87 174 0 0 0 0 -onttrekking 0 0 73 -7 74 196 Resultaat -10.852 -10.284 -9.314 -9.046 -8.956 -8.892
87
De post nieuw beleid heeft vanaf 2014 betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2013): N.v.t. In de vermelde lasten en baten per jaarschijf zijn inbegrepen de volgende incidentele posten:
BELEIDSVELD 11 Incidentele posten
Bijgestelde begroting 2013
Primaire begroting 2014
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2015 2016 2017
Lasten Reconstructie centrum Eygelshoven Voorbereidingskrediet rotonde Niersprinkstraat nabij stadspark Winterschade wegen
12
135
Gladheidsbestrijding
174
20
Winterschade lichtmasten
30
Vervanging papierbakken
15
Taakstelling gebouwen
37
Onderhoud welzijnsgebouwen Opknappen kleedlokalen en toiletruimtes Rodahal Uitvoeringsbudget gebouwen
12
Budget bomenfabriek
23
Budget kasteel Erenstein
34
Uitvoeringsbudget project stadspark
75 28
327
Uitvoering project Anstelvallei
38
Bijdrage nk wielrennen Vrijval project kunstgrasvelden t.b.v. investeringsambities structuurfonds
30 -61
Baten Subsidie reconstructie centrum Eygelshoven Parkstad bijdrage kasteel Erenstein Provinciale bijdrage bomenfabriek Bijdrage stg. nationaal restauratie
Totaal incidenteel
12 34 23 17
-843
Afwijkingen rekening 2012 – begroting 2014 Door met name de kapitaallasten van de nieuwe investeringen € 153.000, een toename van de kosten voor kwijtschelding € 24.000 en een stijging van de toerekening van kosten van straatreiniging € 57.000 nemen de kosten voor de taak riolen in 2013 toe. Door een tariefsstijging nemen de rioolrechten met € 205.000 toe. Voor de afronding van de upgrading van de openbare ruimte van het centrum van Eygelshoven incl. Socioproject is een investering gemoeid van € 83.000. Hiervoor is een bijdrage van de Provincie ontvangen. In 2012 is aan Parkstad Limburg een bijdrage van € 465.000 voor de financiering van de aanleg van de buitenring beschikbaar gesteld (rentekosten). Voor de jaarschijf 2014 bedraagt deze bijdrage € 155.000. Eind 2011 is een voorschot genomen op het onderhoudsbudget wegen ten bedrage van € 180.000, derhalve wijkt het rekeningcijfer 2012 af van het budget 2014. Door de extreme weersomstandigheden is in 2012 een gedeelte van het budget voor straatreiniging (€ 40.000) overgeheveld naar
88
gladheidbestrijding. In 2012 is een bedrag gereserveerd ad € 20.000 om de openbare ruimte van het centrum voor het WMC extra te reinigen In de begroting van 2014 zijn de constante kosten en een beperkt aantal variabele kosten voor gladheidbestrijding opgenomen ten bedrage van € 130.000. In 2012 bedroegen de werkelijke kosten voor gladheidbestrijding € 186.000. Het energieverbruik van de openbare verlichting wijkt met € 24.000 af van het geraamde budget van 2014. Deze afwijking wordt veroorzaakt doordat de energiekosten over de maand december 2011 abusievelijk in 2012 zijn verantwoord. Door de aanschaf van het beheersprogramma planon gemeentelijke gebouwen wijkt het budget in 2012 met € 80.000 af. In 2012 is voor € 20.000 groot onderhoud uitgevoerd aan de Laethof. Door een bijstelling van de beheerskosten van de Rodahal van programma 7 naar programma 11 wijkt het budget met € 40.000 af. Voor de gemeenschapshuizen is vanaf 2014 een beheersbudget van € 58.000 beschikbaar voor onderhoudskosten. In het jaar 2012 is een medewerker ingehuurd voor het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen voor een bedrag van € 31.000. Voor groot onderhoud aan het MFC d’r Pool is in 2012 een bijdrage van € 70.000 beschikbaar gesteld. Voor de projecten Kloosterraderstraat, Stadspark en kasteelpark Erenstein is in 2012 € 50.000 besteed. De werkelijke grafrechten zijn in 2012 met € 22.000 achtergebleven t.o.v. de begrote grafrechten in 2014.
Afwijkingen begroting 2013 na wijziging – begroting 2014 In 2012 is de reconstructie van het centrum van Eygelshoven voor een bedrag van € 12.000 afgerond. Hiervoor is een provinciaal subsidie ontvangen. Voor de winterschade aan wegen en openbare verlichting is in de voorjaarsnota 2013 een bedrag van € 165.000 beschikbaar gesteld. Voor gladheidbestrijding is in de voorjaarsnota 2013 eveneens een bijdrage van € 174.000 beschikbaar gesteld. Door bezuinigingsmaatregelen is vanaf 2014 de vervangingsbijdrage ad € 15.000 van papieremmers geschrapt. Van de taakstelling van efficiënter beheer van de taak vastgoed moet nog een bedrag van € 37.000 worden gerealiseerd. Voor onderhoud aan de panden Laethof en Peedrie is een onderhoudsbudget van € 12.000 beschikbaar. In de voorjaarsnota 2012 is voor het opknappen van kleedlokalen en toiletruimtes in de Rodahal € 75.000 beschikbaar gesteld. Voor groot onderhoud aan de gemeentelijke gebouwen is een bedrag van € 28.000 beschikbaar gesteld uit de egalisatiereserve gebouwen. Voor de realisatie van de bomenfabriek is een provinciale bijdrage ontvangen van € 23.000. Parkstad heeft in 2013 een bijdrage van € 34.000 beschikbaar gesteld voor de realisatie van het project Kasteel Erenstein. In 2013 is er een bedrag van € 327.000 beschikbaar voor de realisatie van het stadspark. Voor de uitvoering van het project Anstelvallei is een bijdrage van € 17.000 ontvangen van de Stichting Nationale Restauratie. Voor promotie van het gebied Anstelvallei is een bijdrage van € 30.000 beschikbaar voor het NK Wielrennen in 2013. Tot en met 2014 moet jaarlijks een bijdrage (rentekosten) voor de buitenring aan Parkstad Limburg worden voldaan. Voor de jaarschijf 2013 is hiervoor nog € 310.000 voorzien.
Afwijkingen begroting 2015-2017 – begroting 2014 Door vervolg investeringen voor riolen stijgen de kapitaallasten van de nieuwe investeringen van € 144.000 in 2014 naar € 251.000 in 2015 en € 373.000 in 2016. Tot en met 2014 moet jaarlijks een bijdrage (rentekosten) voor de buitenring aan Parkstad Limburg worden voldaan. Voor de jaarschijf 2014 is hiervoor nog € 155.000 voorzien.
89
Investeringen BELEIDSVELD 11 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2013 3.612 6.126 9.738
Raming 2014 3.612 5.194 8.806
Raming 2015 0 5.170 5.170
Raming 2016 0 6.223 6.223
Bedragen x €1.000 Raming Raming 2017 totaal 0 7.224 6.201 28.909 6.201 36.138
Afwijkingen ramingen 2013-2017 De geraamde uitbreiding heeft betrekking op de Buitenring. In de voorjaarsnota 2013 is de investeringsreeks (vast bedrag per jaar) voor de civieltechnische kunstwerken aangepast aan de jaarlijkse behoefte. Jaarlijks wordt een evaluatie van het GRP gemaakt en wordt een prognose van de rioolinvesteringen doorgerekend. In de voorjaarsnota 2013 is het investeringsprogramma bijgesteld. De geplande investering van een gezamenlijk bergbezinkbassin met de gemeente Landgraaf is doorgeschoven naar 2016 en verdere jaren. De overige investeringen voor wegen, openbare verlichting, gemeentelijke gebouwen, openbaar groen, vastgoed info systeem en herinrichting park kasteel Erenstein zijn niet gewijzigd.
90
Algemene dekkingsmiddelen In dit onderdeel worden de middelen (baten/lasten) weergegeven met een algemeen karakter, zoals voorgeschreven in het BBV. Deze dienen namelijk buiten de beleidsvelden/programma’s te worden gehouden. Hiervoor is het administratieve beleidsveld 0 gecreëerd. Naast de algemene dekkingsmiddelen en eventueel direct daarmee verband houdende uitgavenbudgetten, staan hier ook de post onvoorzien, de mutaties in de reserves (m.u.v. afval en riool), posten die te maken hebben met btw en kapitaallasten alsook de saldi van de kostenplaatsen. Hierna wordt ingegaan op de belangrijkste posten. Lokale heffingen Bij lokale heffingen treffen we die heffingen aan, waarvan de besteding niet gebonden is. Dit betreft de onroerende zaak belasting, de hondenbelasting, de precariorechten en de toeristenbelasting. Tevens zijn hier opgenomen de kosten die direct verband houden met deze opbrengsten, zoals bijvoorbeeld taxatie, bezwaar en beroep. In totaliteit gaat het voor 2014 om een geraamd bedrag van circa € 10,0 miljoen aan opbrengsten uit “algemene dekkingsmiddelen”, waarvan circa € 9,4 miljoen aan OZB. Lokale heffingen, waarvan de besteding wel gebonden is, bijvoorbeeld afvalstoffenheffingen, rioolrechten en diverse leges, worden op de desbetreffende beleidsvelden verantwoord. Voor een overzicht van de opbrengsten van de belangrijkste heffingen en in welke beleidsvelden deze zijn opgenomen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen in deze begroting en naar de jaarlijkse tarievennota. Algemene uitkering Basis voor de raming van de algemene uitkering 2014 en volgende jaren in deze begroting is nog de decembercirculaire 2012 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij de berekening in lopende prijzen zijn in deze begroting (peil: decembercirculaire 2012) o.a. de volgende uitgangspunten gehanteerd: 2014
2015
2016
inwoners bijstandsontvangers woonruimten uitkeringsfactor
46.750 2.068 24.676 1,511
46.500 2.176 24.546 1,509
46.250 2.311 24.416 1,546
Totaal algemene uitkering x € 1 mln
€ 54,8
€ 49,5
€ 49,7
Maatstaf
Nb: Dit betreft slechts de belangrijkste maatstaven, er zijn er veel meer.
In deze cijfers was rekening gehouden met het regeerakkoord, het onderhandelaarsakkoord is hier niet in verwerkt. De sterk afgenomen reeks werd met name veroorzaakt door de aanzienlijke kortingen op de wmo en de overige rijksbezuinigingen. In 2017 neemt de reeks verder af naar € 49,3 miljoen. De financiële gevolgen van de meicirculaire 2013 zullen worden verwerkt in de Najaarsnota 2013. Bij de “Financiële beschouwingen” wordt alvast een doorkijk gegeven van de gevolgen van de meicirculaire 2013 op basis van de actuele gegevens. Een gedetailleerde rekenexercitie van de algemene uitkering van het begrotingsjaar is zoals gebruikelijk opgenomen in de separate “Staten en Bijlagen”. Dividend In de paragraaf verbonden partijen worden de participaties van de gemeente Kerkrade vermeld, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Van een aantal daarvan wordt op basis van historische én actuele informatie een dividenduitkering verwacht. De totale verwachte dividendopbrengst primair 2014 bedraagt circa € 823.000 (peil VJN2013). Voor het netwerkbedrijf Enexis en Attero gezamenlijk is voor 2014 primair een bedrag geraamd van circa € 587.000. Als dividend van de BNG is voor 2014 primair een bedrag van € 211.000 opgenomen. Als gevolg van de financiële crisis zijn de kapitaalvereisten voor banken aanzienlijk verscherpt. De BNG moet in de periode tot 2018 gaan voldoen aan die nieuwe eisen. Daartoe is sinds 2012 voorlopig de payout-ratio (het gedeelte van de winst dat als dividend wordt uitgekeerd) verlaagd van 50% naar 25%.
91
De Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) gebruikt tot op heden haar positieve bedrijfsresultaten ter versterking van het eigen vermogen en keert geen dividend uit, conform de statutaire bepalingen. Er zijn geen signalen dat dit beleid gaat veranderen. Ten aanzien van RD4 is uitgegaan van een bedrag van € 25.000 (beleidsveld 3). Daarnaast ontvangen wij van Enexis (voorheen van Essent) jaarlijks inconveniëntentoeslag, voor 2014 is deze geraamd op € 128.000 (beleidsveld 11).
een
zogenaamde
Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie betreft feitelijk het renteresultaat. Bij het opstellen van de begroting wordt een berekening gemaakt van het te verwachten financieringsoverschot respectievelijk -tekort en afgezet tegenover de financiering van lang en kort geld, conform de beleidsregels van de wet FIDO en ons Treasurystatuut. Totaalfinanciering is daarbij het uitgangspunt, waarbij de dagelijkse overschotten en tekorten aan kort geld rentetechnisch zoveel mogelijk worden geoptimaliseerd. Dit betreft diverse budgetten. De geraamde rentekosten over de langlopende leningen bedragen in 2014 primair circa € 3,3 miljoen, voor de overige rentelasten wordt rekening gehouden met circa € 0,36 miljoen. De jaarlijkse rentebaten van de zgn. “bruglening enexis”worden in de financiering meegenomen (2014: € 0,3 miljoen). Dit bedrag neemt af naarmate de bruglening wordt afgelost, de eerste aflossing vond plaats in 2012, de laatste aflossing vindt plaats in 2019. Hiermee wordt rekening gehouden in de begroting. Meer informatie over de financiering is opgenomen in de financieringsparagraaf (treasury). De afschrijvingskosten en renteresultaten vormen samen de kapitaallasten. De kapitaallasten van het investeringsprogramma zijn berekend per jaarschijf met een gemiddelde investeringsdatum per 1 juli en een meerjarig gemiddeld rentepercentage van 3,2 %. Met de kapitaallasten van de investeringen is rekening gehouden in de exploitatiebegroting. Deze worden namelijk doorberekend aan de diverse beleidsvelden. BTW-Compensatiefonds (BCF) Eind 2007 was sprake van een budgettair neutrale situatie. Vanaf 2008 kwamen namelijk de geraamde toevoegingen aan de egalisatiereserve BTW compensatiefonds overeen met de geraamde onttrekkingen Vandaar dat middels de Nota Reserves en Voorzieningen 2007 de reserve was opgeheven. Vanaf 2007 kan jaarlijks de betaalde compensabele BTW bij de Belastingdienst worden gedeclareerd. Over 2012 ging het om een bedrag van circa € 4,3 miljoen. De in het regeerakkoord genoemde voorgenomen afschaffing van het BTW compensatiefonds is teruggedraaid, wel is macro een korting toegepast en een plafond ingesteld. Wordt er méér compensabele btw gedeclareerd dan het plafond, gaat dit ten koste van het gemeentefonds. Wordt er minder gedeclareerd, komt dit ten gunste van het gemeentefonds. Mutaties reserves Volgens de primaire begroting 2014 wordt in 2014 een bedrag van € 4,3 miljoen gestort in reserves en een bedrag van € 5,1 miljoen onttrokken aan reserves. De meer bijzondere “niet-reguliere” posten 2014 betreft de geraamde inzet van de reserve structuurfonds Onvoorzien In de begroting is in de exploitatie opgenomen de jaarlijkse post “onvoorzien”. Dit betreft thans een structurele post van in totaliteit € 228.000. Dit bedraagt circa 0,4% van het zogenaamde “genormeerde uitgavenniveau”. De Provincie hanteerde in het verleden een norm van 0,6%, maar schrijft geen dwingend percentage meer voor. Het risicoprofiel en de risicobeheersing van de gemeente acht de provincie in dit opzicht van meer belang. In het Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie zijn hierover geen bijzondere opmerkingen gemaakt, behoudens het goed (blijven) volgen van de risico’s. Zie in dit verband ook de paragraaf “weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Daarnaast is in het investeringsprogramma een jaarlijkse post “onvermijdbaar” opgenomen van € 100.000, hetgeen de totaal beschikbare middelen voor onvoorziene omstandigheden vergroot. Nietbenutte middelen worden in de regel doorgeschoven naar volgende jaren en kunnen worden aangevuld met eventuele meevallers in het investeringsprogramma ten gunste van de algemene middelen. Deze posten kunnen slechts eenmalig worden ingezet ten behoeve van de dekking van de in de loop van het jaar opkomende onverwachte incidentele uitgaven resp. investeringen.
92
Overige algemene dekkingsmiddelen De gemeente voegt de rente over de reserves en voorzieningen toe aan de exploitatie. Dit heeft echter geen gevolgen voor de vrije inzetbaarheid van de reserves. In de praktijk levert de inzet namelijk geen problemen op voor de exploitatie, omdat de gemeente nadrukkelijk rekening houdt met de ontwikkeling van de reservepositie. De bespaarde rente is daar rechtstreeks op afgestemd en maakt deel uit van de periodieke berekening van de totale kapitaallasten. Alleen een extreem grote èn onverwachte inzet kan een probleem zijn. In totaliteit bedraagt de geraamde bespaarde rente op reserves en voorzieningen in 2014 circa € 1,8 miljoen. Behalve de reeds hiervoor genoemde zijn er geen noemenswaardige andere algemene dekkingsmiddelen. Een analyse is nog opgenomen in de financiële begroting.
93
94
Paragrafen
95
96
§1.
Paragraaf lokale heffingen
In deze paragraaf treft u een beknopte uiteenzetting aan van het beleid en de opbrengsten uit gemeentelijke heffingen en leges. In de jaarlijkse Tarievennota zijn de meest actuele tarieven, uitgangspunten en ontwikkelingen opgenomen. Tevens zijn hierin opgenomen de “uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen”, het “aanwijzingsbesluit Parkeren”, de diverse beleidsregels en de “handleiding kosten bestuurlijke voorprocedures”. Net als vorig jaar zal de raad in december 2013 een integrale Tarievennota 2014 worden aangeboden, waarin de tarieven definitief worden vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat bij die tarieven de geraamde opbrengsten in de begroting kunnen worden gerealiseerd, uiteraard rekening houdend met wettelijke eisen. a.
Beleid lokale heffingen en kwijtschelding
Tarieven In relatie tot de lokale lasten is de kostendekkendheid van met name rioolrecht en afvalstoffenheffing van belang. Bij beide heffingen is sprake van 100% kostendekkendheid. De tariefstijgingen 2014 moeten nog worden bepaald voor diverse leges en heffingen. Daarbij wordt rekening gehouden met eventuele volumeontwikkelingen. Kwijtschelding Bij het kwijtscheldingsbeleid wordt de maximale toegestane norm gehanteerd, te weten 100% van de bijstandsnorm. De kwijtscheldingsregeling beperkt zich in beginsel tot de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. De afvalstoffenheffing bestaat vanaf 1 januari 2011 uit een vast en een variabel deel. De hoogte van het variabel deel (DIFTAR) is afhankelijk van het aantal aanbiedingen/ledigingen. Het aantal aanbiedingen/ledigingen waarvoor kwijtschelding kan worden verleend, is over kalenderjaar 2013 gebonden aan een maximum van € 71,00. Er wordt geen kwijtschelding gegeven voor de hondenbelasting. Voor het beoordelen van een verzoek om kwijtschelding worden de criteria van de Invorderingswet 1990 gehanteerd. Vanaf 2009 is het mogelijk om belastingschuldigen in de bijstand automatisch kwijtschelding te verlenen via een daartoe gecreëerde wettelijke regeling. Daarvoor gelden de hierna genoemde voorwaarden: belastingschuldigen die nog steeds een bijstandsuitkering ontvangen en aan wie reeds kwijtschelding is verleend in de twee voorafgaande belastingjaren, gedurende twee jaren automatisch kwijtschelding te verlenen; en de betreffende belastingschuldigen in het derde jaar weer een volledige aanvraag te laten doen. Voor alle overige belastingschuldigen wordt de jaarlijkse integrale toetsing gehanteerd. In 2012 zijn 2.262 beschikkingen afgegeven voor kwijtschelding te weten: 673 automatische kwijtschelding (29,8%); 1333 geheel of gedeeltelijk kwijtschelding (58,9%); 256 afgewezen kwijtschelding (11,3%). Vanwege het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid, worden de kosten van kwijtschelding evenredig doorbelast. Bij het opmaken van de jaarrekening worden de daadwerkelijke kosten doorbelast aan het product afval resp. riool, hetgeen leidt tot een minder groot of groter beroep dan geraamd op de reserve afval resp. reserve riool.
97
b.
Geraamde opbrengsten en overzicht op hoofdlijnen
Onderstaand overzicht laat de belangrijkste geraamde opbrengsten volgens de (primaire) begroting 2014 zien. De tarieven voor enig jaar dienen uiterlijk in de raad van december van het jaar ervoor vastgesteld te worden. Beleidsveld
Opbrengsten
x € 1.000
2014
2015
2016
2017
AD1
Onroerende zaakbelastingen
9.447
9.447
9.447
9.447
3
Afvalstoffenheffing2
5.579
5.579
5.579
5.579
4.645
4.811
4.811
4.811
337
337
337
337
750
750
750
750
2
11
Rioolrechten
5
Leges omgevingsvergunningen
2
Parkeergelden/boetes 3
10
Div. leges persoonsdoc, burg.stand, rij/reisdoc.
409
380
380
380
AD1
Hondenbelasting
381
381
381
381
4
Marktgelden
129
129
129
129
101
Reclamebelasting
70
70
70
70
AD
Precariorechten
94
94
94
94
4
Kermissen
50
50
50
50
11
Lijkbezorgingsrechten
72
72
72
72
AD1
Toeristenbelasting
91
91
91
91
Diversen
78
78
78
78
22.131
22.268
22.268
22.268
1
Totaal
Toelichting: 1) AD= Algemene dekkingsmiddelen in beleidsveld 0, niet bestedingsgebonden en geen eisen mbt kostendekkendheid. Voor wat betreft reclamebelasting worden de middelen overigens toegevoegd aan het ondernemersfonds. 2) Verloopt budgettair neutraal via de egalisatiereserve riolen resp. egalisatiereserve afvalverwerking. 3) Onder aftrek van de af te dragen rijksleges.
Hierna wordt een beschrijving gegeven van de betreffende belastingen en heffingen. Ten behoeve van de leesbaarheid is e.e.a. beknopt weergegeven. De exacte bewoordingen, belastbare feiten, tarieven, eventuele vrijstellingen, etc. zijn of worden opgenomen in de betreffende verordeningen met bijbehorende tarieventabellen. Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB bestaan uit een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor de niet-woningen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Met ingang van 2008 wordt deze waarde jaarlijks vastgesteld op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Afvalstoffenheffing Deze heffing dient ter dekking van de kosten van het verwijderen en verwerken van huishoudelijk afval. Het feitelijk gebruik maken van een perceel waarbij de gemeente de verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijk afval vormt de basis voor deze heffing. De opbouw van de Afvalstoffenheffing is sinds belastingjaar 2011 gewijzigd van een heffing gebaseerd op een vast bedrag per jaar gedifferentieerd naar één- en meerpersoonshuishoudens, naar een heffing gebaseerd op een vast bedrag per jaar vermeerderd met variabele kosten, zijnde de kosten voor de verwerking van de aangeboden hoeveelheid afval. De vaste kosten worden gevormd door alle andere kosten dan de kosten voor verwerking van afval, zoals bijvoorbeeld logistiek, milieuparken en overhead. De hoogte van het variabel tarief wordt bepaald door de combinatie van het gekozen "aanbiedvolume" (240 l of 140 l container, per gekenmerkte afvalzak dan wel ondergrondse container) en het aantal keer dat hiermee afval aangeboden wordt. Er zijn verschillende maatstaven en tarieven. De tarieven worden mede bepaald op basis van gegevens van RD4. De tarieven voor de afvalstoffenheffing worden bepaald door de aan de burger door te berekenen kosten, zoals die voor de gemeente Kerkrade volgen uit de begroting Rd4, te verdelen over het aantal aansluitingen.
98
Rioolheffing Deze zogenaamde brede rioolheffing op basis van artikel 228a Gemeentewet is in 2010 in de plaats getreden van het voormalige rioolrecht, met als basis de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing, waarmee kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. De opbrengst van de rioolheffing wordt benut voor het onderhouden en vervangen van het rioolstelsel. De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater en/of hemelwater op een gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Voor woningen is dit een vast bedrag, bij niet-woningen is het te betalen bedrag afhankelijk van de hoeveelheid m3 water. De jaarlijkse evaluatie van het Gemeentelijk Rioleringsplan vormt de basis voor (wijzigingen van) het tarief. Leges omgevingsvergunning voor bouwen, welstand en slopen De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Daarin zijn de toestemmingen samengevoegd die nodig zijn als een burger of bedrijf op een bepaalde plek iets wil gaan slopen, (ver)bouwen, oprichten of gaan gebruiken. Het moet daarbij gaan om plaatsgebonden activiteiten die op een of andere manier van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Daartoe worden diverse vergunningen, ontheffingen en meldingen (toestemmingen) geïntegreerd tot één omgevingsvergunning, te verkrijgen via één aanspreekpunt. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning om te bouwen of een aanvraag tot beoordeling van een bouwplan uit het oogpunt van welstand worden leges geheven. De hoogte is afhankelijk van de bouwkosten. Ook de aanvragen voor omgevingsvergunningen om te slopen worden op deze post verantwoord. Diverse leges persoonsdocumenten, burgerlijke stand, rij/reisdocumenten Hieronder vallen verschillende leges voor bijvoorbeeld een huwelijksvoltrekking, een paspoort, het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en een rijbewijs. Voor een aantal van deze verstrekkingen (m.n. paspoorten, rijbewijzen) zijn naast het gemeentelijk deel ook rijksleges van toepassing. Deze worden door de gemeente geïnd en doorbetaald aan het rijk. Parkeergelden/boetes Op diverse plaatsen in Kerkrade worden parkeergelden geheven. Er zijn drie verschillende locaties aangewezen. Elke locatie kent een ander tarief. De parkeergelden in de parkeergarages Orlandopassage en Wijngracht worden privaatrechtelijk geheven en maken geen onderdeel uit van de betreffende belastingverordening. Heffing hiervan vindt plaats door Parkeeraccommodaties Kerkrade BV, waarvan de gemeente overigens 100% eigenaar is. Wanneer toezichthouders constateren dat zonder kaartje wordt geparkeerd of dat de parkeertijd is verstreken, wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Ondanks “Europa” is de inning m.b.t. buitenlandse kentekens omgeven met tal van juridische obstakels, wanneer de betreffende personen niet vrijwillig betalen. Voor de incasso bij buitenlandse kentekens wordt daarom redelijk succesvol gebruik gemaakt van een daarin gespecialiseerd bureau, zodat ook deze personen hun naheffing niet zonder meer kunnen ontlopen. Hondenbelasting Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op het houden van een of meerdere honden binnen de gemeente. Er gelden enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor een blindengeleidehond. Marktgelden Deze rechten worden geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel. Er gelden verschillende tarieven, die afhankelijk zijn van het aantal m2 dat in beslag wordt genomen, de dag waarop de markt plaatsvindt en of het een vaste standplaats of een dagplaats betreft.
99
Reclamebelasting De reclamebelasting is per 2009 ingevoerd na overleg en in samenwerking met een vertegenwoordiging van de ondernemers in het centrum. Via de invoering van de reclamebelasting is een modus gevonden om activiteiten in het centrum te organiseren en te bekostigen, waarbij ook alle ondernemers een financiële bijdrage leveren. De reclamebelasting wordt in een specifiek afgebakend gebied (het centrum van Kerkrade) ter zake van (semi-)permanente openbare aankondigingen geheven. Daarbij wordt zo veel mogelijk getracht de reclameobjecten in eenzelfde klasse in te delen. In de verordening reclamebelasting zijn enkele vrijstellingen opgenomen, die betrekking hebben op onder andere openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is dan wel de aankondiging een algemeen, cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dient. Tevens worden reclameobjecten ten behoeve van de uitvoering van medische en paramedische beroepen uitgezonderd voor de reclamebelasting. Precariorechten Onder deze naam wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond die specifiek in de verordening met bijbehorende tarieventabel genoemd is. Voorbeelden zijn opslagtanks, etalages, reclamevoorwerpen. Er gelden diverse tarieven. Om te voorkomen dat cumulatie van belastingheffing optreedt in het centrum van Kerkrade, waar de reclamebelasting is ingevoerd, is in de verordening precariobelasting een vrijstellingsbepaling opgenomen. Als gevolg daarvan wordt de precariobelasting over reclamevoorwerpen vanaf 1 januari 2009 uitsluitend nog geheven buiten het gebied van de reclamebelasting. Kermissen Formeel valt deze opbrengst niet onder “gemeentelijke belastingen en heffingen”, omdat deze op privaatrechtelijke basis worden geheven. Voor een compleet beeld worden deze hier wel opgenomen. Door het verpachten van standplaatsen op de door gemeente georganiseerde kermissen worden opbrengsten gegenereerd, ter dekking van de kosten van het houden van kermissen. De door de exploitant verschuldigde vergoedingen bestaan uit de pachtsom (incl. stroombijdrage), een reclamebijdrage en het standgeld van de woonwagens. Lijkbezorgingrechten Deze rechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De tarieven zijn o.m. afhankelijk van de periode waarvoor het graf wordt gehuurd, of het een eerste uitgifte of verlenging betreft en de leeftijd (kind/volwassene) van de overledene. Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in een accommodatie tegen vergoeding is toeristenbelasting verschuldigd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd nachtverblijfregister. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. De belastingplichtige is bevoegd deze belasting te verhalen op degene die overnacht. c.
Lokale lastendruk
De lokale lastendruk betreft met name de woonlasten voor de burger. Deze woonlasten worden met name bepaald door de OZB (eigenaren), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Volgens de Tarievennota 2013 bedroegen de woonlasten 2013 voor het Kerkraadse gezin op jaarbasis gemiddeld € 642 bestaande uit € 222 OZB (afgerond naar beneden), € 198 rioolrechten en € 222 afvalstoffenheffing. Voor 2014 is de gemeente Kerkrade vooralsnog van plan om de OZB met gemiddeld 1,5% te laten stijgen tot € 225. Bij de tariefstelling wordt rekening gehouden met de nieuwe taxatiewaarden, zodanig dat de gemiddelde opbrengststijging gemeentebreed gezien uitkomt op 1,5%, exclusief de areaaluitbreiding. De tarieven voor de afvalstoffenheffing en rioolheffing zullen pas later bekend worden gemaakt. In de Tarievennota 2014 (raad december 2013) zal nader op de diverse belastingen en ontwikkelingen worden ingegaan. Tevens worden dan de verschillende tarieven voor 2014 definitief door de raad vastgesteld en nog in december openbaar bekend gemaakt.
100
Ter informatie treft u hieronder tevens aan een vergelijkend overzicht van de woonlasten Parkstadgemeenten 2013. Gem.WOZwaarde woning €
OZB tarief eig woning
Gem.lasten OZB
Afval
Riool eig/gebr
Totaal gem.lasten
€
€
€
€
Kerkrade
130.000
0,171000
222
222
198
642
Voerendaal Simpelveld
215.000
0,128428
276
192
210
678
166.000
0,175600
291
184
224
700
Brunssum
139.000
0,143800
200
249
257
705
Heerlen
126.000
0,167353
211
330
223
764
Landgraaf
155.000
0,166739
258
250
258
766
Onderbanken
178.000
0,159980
285
235
278
798
Gemeente
€
De lasten zijn rekenkundig afgerond op hele euro’s. Op basis van een vertaling van de ervaringcijfers van Rd4 is bij de berekening van de gemiddelde lasten afvalstoffenheffing uitgegaan van een huishouden met meer dan 2 personen, met een gemiddeld aantal aanbiedingen op jaarbasis van 13x 240 ltr restafvalcontainer en 5x 140 ltr GFT container. Bij riool is uitgegaan van een gemiddeld verbruik van meer dan 200 liter en zijn het (evt.) eigenaars- en gebruikersgedeelte samengevoegd.
101
102
§2.
Paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing
Achtereenvolgens wordt ingegaan op het beleidskader rondom weerstandsvermogen en risico’s en een inventarisatie van het weerstandsvermogen en risico’s. In navolging van het Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie komt daarbij ook het gewenste risicoprofiel aan bod. a. Beleidskader weerstandsvermogen, risico’s en risicoprofiel Het weerstandsvermogen geeft kort gezegd aan de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om onverwachte (niet begrote) kosten en risico’s af te dekken. In de “Financiële verordening gemeente Kerkrade 2008" (raad juni 2008, gewijzigd februari 2010) alsook in de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 (raad december 2011) zijn de kaders en het beleid rondom weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen meer uitgebreid uiteengezet. Hierin zijn o.a. vastgelegd de tussentijdse rapportagemomenten waarbij de begrotingscijfers worden geactualiseerd en een actuele financiële tussenstand kan worden gegeven (voorjaarsnota, najaarsnota), de vorming en aanwending van reserves en voorzieningen en de maximale en minimale omvang van de reserves en voorzieningen. De reserves en voorzieningen in het algemeen en de algemene reserve in het bijzonder functioneren als buffer voor het opvangen van financiële risico’s en incidentele tegenvallers. Het vastleggen van een (gewenst) risicoprofiel is ook wenselijk, aldus de Provincie. Een gewenst risicoprofiel kan uiteenlopen van een zeer grote risicobereidheid tot zeer voorzichtig (zgn. “risk appetite”). Hier is echter geen uniforme beschrijving en werkwijze voor. De gemeente Kerkrade neemt op die schaal als (gewenst) risicoprofiel een middenpositie in: Risico’s worden voorzover mogelijk vermeden of afgedekt, anderzijds moet een ondernemende gemeente ook soms risico’s durven nemen. Als die risico’s zo goed mogelijk in beeld worden gebracht en voldoende beheersmaatregelen getroffen worden, kan dit toch een verantwoorde werkwijze zijn. Voor de beheersing en afdekking van die risico’s kiest de gemeente Kerkrade niet voor allerlei rekenkundige modellen, maar een meer praktische aanpak die hierna in het kort wordt geschetst. Er kunnen zich in de dagelijkse bedrijfsvoering allerlei “reguliere” financiële risico’s voordoen. Het betreft dan bijvoorbeeld risico’s die voortvloeien uit (wijzigingen in) wettelijke voorschriften, uit genomen besluiten of uit lopende procedures of onderhandelingen. Dit soort risico’s zijn niet altijd via verzekeringen af te dekken, maar worden reeds zo goed mogelijk ondervangen in de reguliere werkprocessen van de organisatie. Een adequaat risicomanagement is daarmee een sectorale lijnverantwoordelijkheid. Enerzijds door op mogelijke risico’s te anticiperen, adequaat te reageren en deze af te dekken binnen budgetten of investeringskredieten. Zo worden bijvoorbeeld in principe geen onomkeerbare projecten gestart waarvoor geen dekking is, er zal dan waar relevant bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden met een fasering met daarbij go/no-go momenten. Anderzijds door het vormen van voorzieningen (bijvoorbeeld voor oninbare debiteuren) of reserves als extra buffervermogen (bijvoorbeeld reserve parkeerfonds exploitatie, reserve fwi, reserve grondexploitatie obk). In de daarvoor bestemde ambtelijke gremia wordt periodiek aandacht besteed aan de wijze van monitoring van de risico’s van het dagelijks handelen. Verder dient de zogenaamde risicoparagraaf inzicht te geven in bekende bestaande (financiële) risico’s die nog niet of ten dele zijn afgedekt omdat deze nog niet redelijkerwijs in te schatten of voldoende “hard” zijn, maar die wel het beeld van de financiële positie van de gemeente kunnen nuanceren. Deze risicoparagraaf wordt doorlopend geactualiseerd en waar mogelijk gekwantificeerd. Dit betreft dan de majeure risico’s. Dit zijn ook risico’s die zich naar hun aard minder lenen voor statistische modellen (die veelal gebaseerd zijn op de wet van grote aantallen), ze zijn immers naar hun aard vrij uniek. In relatie tot de (gedeeltelijke) afdekking van deze risico’s hanteert de gemeente Kerkrade dan ook als richtlijn de normen uit het oude toezichtkader van de Provincie met betrekking tot de hoogte van de algemene reserve en de posten voor onvoorzien.
103
b. Inventarisatie weerstandsvermogen/capaciteit De weerstandscapaciteit bestaat met name uit de volgende componenten: Reserves met een bufferfunctie (incidenteel, € 8,29 miljoen): De hoogte van de “algemene reserve” (€ 5,215 miljoen) is middels de NJN2011 meer in overeenstemming gebracht met de opvattingen van de Provincie en de Nota Reserves en Voorzieningen. De “algemene reserve OBK” (€ 1,25 miljoen) fungeert als buffer voor het opvangen van eventuele niet reeds voorziene risico’s in de grondexploitaties. Als additionele buffer is beschikbaar de "vrije ruimte" van de “reserve parkeerfonds exploitatie” (€ 1,823 miljoen peil VJN2013 incl. rekeningresultaat 2012). Bestemmingsreserves en voorzieningen (incidenteel, PM): In principe is elke bestemmingsreserve vrij besteedbaar, aangezien de raad er altijd een andere bestemming aan kan geven. Na aftrek van de hierboven genoemde buffer-reserves en reeds geraamde verplichtingen op de overige bestemmingsreserves (m.n. afval, riool, onderwijs, grondexploitatie, fwi, essent) resteert ultimo 2017 een “vrije ruimte” van circa € 22,8 miljoen aan bestemmingsreserves die volgens het provinciaal toezichtkader bij de weerstandscapaciteit mogen worden betrokken. Dit is inclusief de vrije ruimte essent “nu” (€ 9,9 miljoen). In de Najaarsnota 2013 zal naar verwachting nog een onttrekking van € 5 miljoen aan de “reserve essent” worden verwerkt in verband met de investeringsambities. Met de mogelijk extra vrije ruimte essent “later” is nog geen rekening gehouden, deze is afhankelijk van uiteindelijke vrijval van de laatste garanties in 2015. Dit bedrag van € 22,8 miljoen is zonder de reserve kernagenda parkstad (volledig tbv buitenring) en de vrije ruimte reserve structuurfonds/investeringsambities waarover de raad steeds besluiten zal nemen (€ 6,086 miljoen peil VJN2013). Overigens heeft de raad in juni 2013 nog besloten om een bedrag van € 1 miljoen te onttrekken aan de “reserve structuurfonds” in verband met de anstelvallei, een bedrag van € 0,6 miljoen hieruit te reserveren ten behoeve van de aankoop percelen industriestraat en een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van het centrumplan. De investeringsambities worden gedekt door de vrije ruimte structuurfonds (incl. de bedragen uit het regulier investeringsprogramma), een deel van de vrije ruimte “reserve essent” en een herprioritering binnen het regulier investeringsprogramma. In de Najaarsnota 2013 wordt dit financieel verwerkt en wordt wederom een actueel overzicht gegeven van de reserve structuurfonds/investeringsambities. Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen, verliezen en risico’s die redelijkerwijs te schatten zijn en die hun oorsprong vinden in het huidige of eerdere begrotingsjaren. Een voorziening moet groot genoeg zijn om het risico of de verplichting te dekken, dus niet te laag, maar ook niet te hoog. Derhalve worden voorzieningen in beginsel niet gerekend tot het weerstandsvermogen. In de bijlagen wordt een actueel meerjarig geraamd verloop van de reserves en voorzieningen gegeven op peil VJN2013-2017. Stille reserves (incidenteel, PM): Van stille reserves is sprake indien de reële marktwaarde van de activa (bezittingen) de boekwaarde daarvan overstijgt. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als het bezit al geheel of gedeeltelijk afgeschreven is, maar nog wel bruikbaar voor een geïnteresseerde koper. Vaak worden als stille reserves genoemd gronden, gebouwen en aandelen. Praktisch gezien moeten deze bezittingen ook verkoopbaar zijn, willen zij dienen als weerstandsvermogen. Als dat zo is, doet zich tot slot nog het probleem voor van waardebepaling. De gemeente Kerkrade heeft nog diverse gronden, gebouwen en aandelen in bezit waarvan de marktwaarde de boekwaarde zou kunnen overstijgen. De meeste daarvan zijn echter niet verkoopbaar, bijvoorbeeld de gronden in een groengebied, het raadhuis, het stadskantoor of de onderwijsgebouwen. In het verleden zijn verkoopbare stukken groen en gebouwen die als niet-strategisch werden beschouwd reeds gedeeltelijk afgestoten. Deze beleidslijn wordt voortgezet. Na de afronding van de verkoop van de aandelen Essent in 2009, zijn er voor het huidige aandelenbezit geen concrete plannen om deze met boekwinst af te (kunnen) stoten, met uitzondering van het volgende.
104
Een eventuele verkoop van het netwerkbedrijf Enexis is op grond van de huidige wetgeving vooralsnog niet aan de orde. Oorspronkelijk was het de bedoeling om Attero (voorheen: Essent Milieu) te verkopen via een soortgelijk traject als voor het productie- en leveringsbedrijf van Essent is doorlopen. De opbrengst werd destijds ingeschat op € 1,2 miljard. Uiteindelijk is destijds besloten om Essent Milieu vooralsnog niet te verkopen. In 2012 is bij de Limburgse (en alle andere aandeelhoudende) gemeenten onderzocht om naar aanleiding van het binnen afzienbare tijd aflopen van de afvalverwerkingscontracten een inbestedingstraject in te slaan. Gebleken is dat er onvoldoende draagvlak onder de aandeelhoudende gemeenten bestond om deze stap te zetten waarop Attero het traject stopgezet heeft. De gezamenlijke Limburgse gemeenten hebben hun eigen aanbesteding van nieuwe afvalverwerkingscontracten voortgezet. Onder de inschrijvers is ook Attero. Inmiddels is er voor gekozen de mogelijkheid te onderzoeken Attero met een andere eigenaar of eigenaren goed voor de toekomst te positioneren. Vrije begrotingssaldo (incidenteel per jaarschijf) Uit de Voorjaarsnota 2013 blijkt dat er geen sprake is van een vrij begrotingssaldo, er is zelfs sprake van een aanzienlijke taakstelling. Een actuele stand van zaken inclusief de meicirculaire 2013 zal worden verankerd in de Najaarsnota 2013 (raad oktober 2013). Onvoorzien en onvermijdbaar (structureel, € 228.000 exploitatie en € 100.000 investeringen): In de begroting is in de exploitatie opgenomen de jaarlijkse post “onvoorzien”. Dit betreft een structurele post van in totaliteit € 228.000. Dit bedraagt circa 0,4% van het zogenaamde “genormeerde uitgavenniveau”. De Provincie hanteerde in het verleden een norm van 0,6%, maar schrijft geen dwingend percentage meer voor. Het risicoprofiel en de risicobeheersing van de gemeente acht de provincie in dit opzicht van meer belang. In het Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie zijn hierover geen bijzondere opmerkingen gemaakt, behoudens het goed (blijven) volgen van de risico’s. Zie in dit verband ook de paragraaf “weerstandsvermogen en risicobeheersing”. Daarnaast is in het investeringsprogramma een jaarlijkse post “onvermijdbaar” opgenomen van € 100.000. Dit vergroot de beschikbare middelen voor onvoorziene omstandigheden. Deze posten kunnen slechts eenmalig worden ingezet ten behoeve van de dekking van de in de loop van het jaar opkomende incidentele niet voorziene uitgaven resp. investeringen. Onbenutte belastingcapaciteit (circa € 90.000 in 2014, circa € 330.000 in 2015, € 675.000 in 2016, € 1.030.000 in 2017): Indien er ruimte bestaat om belastingen en heffingen te verhogen, betekent dit een mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Meer informatie over de belangrijkste belastingen en heffingen is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen en in de jaarlijkse Tarievennota. Voor rioolrechten en afvalstoffenheffing wordt het principe van 100% kostendekkendheid gehanteerd. Ook de meeste leges en overige rechten, zoals opgenomen in de tarievennota, zijn zoveel mogelijk kostendekkend. Dan blijft alleen nog de OZB als materiële inkomstenbron over. De onbenutte belastingcapaciteit kan worden gerelateerd aan de wettelijk toegestane stijging van het tarief, de lastendruk in omringende gemeenten en aan de zogenaamde artikel 12-norm van de Financiële Verhoudingswet (FVW). De limitering van de stijging van het OZB-tarief is in 2008 afgeschaft. De totale OZB-opbrengsten van alle gemeenten samen mogen in 2014 echter met maximaal 3,5% stijgen (was: 3,0%), anders kan het Rijk ingrijpen door middel van een korting op het gemeentefonds. Individuele gemeenten kunnen dus een hoger percentage toepassen, mits er ook voldoende gemeenten zijn die een lager percentage toepassen. In 2012 en in 2013 was op landelijk niveau sprake van een overschrijding van de norm voor een totaalbedrag van € 37,8 miljoen. VNG en Rijk hebben afgesproken de overschrijding 2012 en 2013 nog in mindering te brengen op de toegestane norm 2014. Hierdoor resteert voor 2014 een percentage van slechts 2,45%. De Kerkraadse indexatie van 1,5% in 2014 blijft binnen deze macronorm. Een latente ruimte van 0,95% levert een onbenutte belastingcapaciteit van circa € 90.000. De OZB-opbrengsten vanaf 2015 zijn momenteel niet verder geïndexeerd maar gelijk gehouden aan die van 2014. Uitgaande van een jaarlijkse ruimte van 3,5%, is sprake van onbenutte capaciteit van circa € 330.000 in 2015, € 675.000 in 2016 en circa € 1.030.000 in 2017). Overigens is als gevolg van de bevolkingsontwikkeling sprake van (meer) leegstand en sloop. Dat leidt tot een lagere grondslag waarover de OZB kan worden
105
geheven. Daar zal als gevolg van herstructurering een waardestijging tegenover kunnen staan. In hoeverre e.e.a. elkaar in evenwicht houdt, valt op voorhand, zeker in de huidige markt, echter moeilijk in te schatten. Een verhoging van de tarieven kan dan leiden tot relatief grote tariefstijgingen voor de betalers van de gemeentelijke belastingen. In relatie tot de lokale lastendruk bij de diverse Parkstad gemeenten, betaalde een Kerkraads gezin volgens de uitgangspunten in totaliteit in 2013 het minste aan ozb, afvalstoffenheffing en rioolrechten, namelijk € 642 (zie ook paragraaf lokale heffingen). Het Limburgs gemiddelde voor een eigenaar/gebruiker bedraagt in 2013 circa € 674, volgens de Provincie in haar jaarlijks onderzoek (februari 2013). Ook in deze vergelijking zou dus sprake zijn van enige onbenutte belastingcapaciteit. Voor de toezichthouder is nog een belangrijke indicator de zogenaamde artikel 12-norm FVW. Voor 2014 bedraagt het normpercentage 0,1651% van de WOZ-waarde (was: 0,1540%). Een gemeente moet, naast andere voorwaarden waaronder 100% kostendekkendheid voor afval en riool, minimaal dat tariefspercentage (gewogen gemiddelde tarief van eigenaar woning en gebruiker/eigenaar niet-woning) hebben gehad om in aanmerking te kunnen komen voor financiële steun van mede-overheden in het geval dat een gemeente in financiële problemen komt te verkeren. De tarieven 2014 moeten nog worden vastgesteld, maar uitgaande van de tarieven 2013 en woz-waarden 2013 ligt het gewogen gemiddelde Kerkraads OZB-tariefspercentage 2013 met circa 0,2045% boven deze drempel. In deze vergelijking is er dus geen sprake van een onbenutte belastingcapaciteit. c. Risicoparagraaf ( inventarisatie belangrijke risico’s) In het bijzonder zijn de volgende belangrijke risico’s te onderkennen: Rijksbezuinigingen en decentralisaties Middels de meicirculaire 2013 is er meer zicht gekomen op de rijksbezuinigingen voor wat betreft de algemene uitkering. De resultaten van de meicirculaire worden betrokken bij de Najaarsnota 2013. In deze circulaire zijn echter niet meegenomen de eventuele gevolgen van de aanvullende rijksbezuinigingen, waarbij landelijk gesproken wordt over bedragen in de orde van grootte van € 4 tot € 6 miljard. Daarnaast wacht het gemeentefonds in 2015 nog een complete “herijking”, welke gepaard zal gaan met herverdelingseffecten. De effecten van de bezuinigingen en zgn. “efficiency”-kortingen in het sociaal domein en van de decentralisatieoperaties vormen nog een aanzienlijk risico. Het Rijk boekt op voorhand reeds besparingen in, de mate waarin deze op lokaal niveau gerealiseerd kunnen worden is nog onzeker. Een specifiek punt is de decentralisatie jeugdzorg. De exacte hoogte van de bedragen die gemeenten voor de bekostiging van de jeugdzorg nodig heeft zijn nog niet bekend. Wel is duidelijk dat de budgetten jeugdzorg die door het Rijk overgeheveld zullen worden, eerst fiks gekort zullen worden. Of deze middelen voldoende zijn voor de gemeenten om de jeugdzorg te bekostigen is nog niet duidelijk. De meicirculaire 2013 bevat een eerste indicatie van het budget, dat de gemeente Kerkrade in 2015 zal ontvangen voor de jeugdzorg. Op basis van historische gegevens over het gebruik van jeugdzorg op gemeentelijk niveau en rekening houdend met een taakstelling van € 120 miljoen op macrobudget is het gemeentelijk budget vooralsnog bepaald op € 12.200.00. In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag voor 2015 bekend gemaakt. Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel geleidelijk ingevoerd. Tegelijkertijd loopt de taakstelling verder op tot € 300 miljoen in 2016 en € 450 miljoen structureel vanaf 2017. WWB In verband met grote tekorten op het inkomensdeel FWI is aan Kerkrade over de jaren 2009 tot en met 2012 een Meerjarige Aanvullende Uitkering (MAU) toegekend. Deze aanvullende rijksuitkering heeft het deel van het tekort dat de gemeente voor eigen rekening moest nemen over deze jaren beperkt tot jaarlijks circa € 650.000, zijnde 2,5% van het budget. De omvang van het totale tekort is in 2012 fors gedaald tot 2,6%. Dit tekort over 2012 geeft echter geen goed beeld over de in de komende jaren te verwachten tekorten omdat het rijksbudget over 2012 was gebaseerd op een te hoog landelijk bijstandsvolume. Het Rijk heeft het macrobudget inmiddels verlaagd waardoor de gemeente vanaf 2013 een, in verhouding tot de ontwikkeling van de bijstandskosten, lager budget zal ontvangen dan in 2012.
106
De verwachting is dat Kerkrade vanaf 2013 weer zal worden geconfronteerd met aanzienlijk grotere tekorten. Op basis van de meest recente inzichten over het te verwachten rijksbudget en de ontwikkeling van het lokale bijstandsvolume, worden in 2013 en de hierna volgende jaren tekorten verwacht van circa € 2,5 miljoen. Vanwege deze verwachte structurele toekomstige tekorten, is door Kerkrade een aanvraag gedaan voor een aanvullende uitkering over de periode 2013 tot en met 2015. Een beslissing op deze aanvraag zal naar verwachting eind 2013 worden genomen. In de begroting is structureel rekening gehouden met het ontvangen van een aanvullende rijksuitkering die het tekort beperkt tot 2,5% van het budget. Onzeker is echter of de aangevraagde MAU wel zal worden toegekend en zo ja, onder welke voorwaarden. Bij toekenning van de aanvullende uitkering kan, afhankelijk van de uit onderzoek door het Ministerie vastgestelde oorzaken, de gemeentelijke bijdrage in het tekort ook worden vastgesteld op 5% of 7,5% van het budget. In het ongunstigste geval zal de aanvraag worden afgewezen en zal de gemeente het verwachte jaarlijkse tekort van € 2,5 miljoen volledig voor eigen rekening moeten nemen. WSW De in 2008 ingezette economische crisis in samenhang met de in het vooruitzicht gestelde rijksbezuinigingen op de WSW, heeft zoals bekend ook zijn weerslag gevonden in de exploitatieresultaten van de uitvoeringsbedrijven WSW in het algemeen en Licom NV in het bijzonder. De exploitatietekorten van Licom NV, in combinatie met het weerstandsvermogen van de NV, hebben tot gevolg gehad dat de aandeelhoudende gemeenten reeds enkele jaren om een financiële bijdrage wordt gevraagd. Daar Licom NV niet in staat bleek deze tekorten om te buigen en de aandeelhouders, ondanks dat zij de tekortfinanciering moesten ophoesten, geen inspraak hadden in de bedrijfsvoering, ging bij deze na de zomer van 2012 de knop om. De gevolgen van de bestuurlijke eensgezindheid binnen het Werkvoorzieningschap OZL-gebied zijn bij u reeds bekend. Het faillissement van Licom NV heeft de transitie in een stroomversnelling gebracht. WOZL heeft vervolgens het merendeel van de activiteiten van het voormalige Licom NV overgenomen van de curator. Hiermee is de werkgelegenheid voor de sw-ers behouden en zijn de aanzienlijke risico’s die aan Licom NV waren verbonden, in het faillissement achter gebleven. Tevens zijn enkele bedrijfsonderdelen vervreemd, waardoor ook het ondernemingsrisico is overgegaan. Ondanks dat er reeds grote slagen zijn gemaakt, met name inzake detacheringsvergoedingen, huisvesting en leegloop zijn de eerste financiële cijfers voor het overgangsjaar 2013 minder positief dan verwacht. Dit blijkt ook uit de eerste jaarcijfers van WOZL en is met name een gevolg van landelijke ontwikkelingen (gevolgen nieuwe CAO WSW) . Binnen WOZL wordt reeds versterkt ingezet op de beweging van binnen naar buiten, maar blijven de in het vooruitzicht gestelde rijksbezuinigingen boven het hoofd hangen. Door het gesloten ‘sociaal akkoord’ is de efficiencykorting op het subsidiebedrag per SW’er dat gemeenten ontvangen vervallen. Vanaf 2015 is de geplande korting echter nog van kracht en vindt er een afbouw plaats van het jaarlijkse subsidiebedrag dat gemeenten ontvangen van € 25.900 in 2014 tot € 22.700 in 2020. Daarbij blijft door het vervallen van de verplichting voor gemeenten om sw-ers te werk te stellen, de instroom op losse schroeven staan. De sterfhuisconstructie waarin WOZL verkeert, wordt hierdoor versterkt. Op basis van de eind 2012 opgestelde begroting van WOZL is meerjarig reeds dekking voorzien in de gemeentelijke begroting en is de verwachting tegenvallers op korte termijn te kunnen opvangen. Uit de eerste begrotingswijziging 2013, begroting 2014 en meerjarenramingen 2015-2017 WOZL blijkt echter dat WOZL er “financieel” gezien minder goed voorstaat dan verwacht. Uit de financiële analyse blijkt dat het in de oorspronkelijke begroting 2013 opgenomen verlies van € 5,2 miljoen (incl. € 0,6 miljoen onvoorzien) voor 2013 zal uitkomen op € 9,6 miljoen. De wijze van dekking van het additionele exploitatietekort 2013, alsmede de meerjarig geraamde exploitatietekorten en de financiële vertaling van de efficiencykorting WSW, zal worden betrokken in de najaarsnota discussie. Dit aangezien voor WOZL thans nog de mogelijk ter dekking dienende middelen
107
voor het additionele exploitatietekort voor 2013 (van € 4,377 miljoen) en mogelijk volgende jaren ongewis zijn. Op het moment dat hierin meer duidelijkheid komt zal de raad hierover nader worden geïnformeerd. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Er zijn, zoals bij elke open einde regeling, onzekerheden omtrent het daadwerkelijk beroep dat burgers gaan doen op de verschillende voorzieningen. Demografische ontwikkelingen (bevolkingsafname en verandering bevolkingssamenstelling) Kerkrade en de regio Parkstad Limburg zijn de koplopers in Nederland als het gaat om bevolkingsdaling. Tot 2020 neemt het inwonertal af met circa 4.500 mensen, oftewel een afname van 9,5 % ten opzichte van het huidige aantal inwoners. Daarnaast worden er minder kinderen geboren (ontgroening) en wordt het aandeel inwoners ouder dan 65 jaar in Kerkrade groter (vergrijzing). Deze demografische veranderingen hebben een grote impact op de ontwikkeling van Kerkrade. In de berekeningen van de algemene uitkering is rekening gehouden met een dalend inwoneraantal. Daarnaast treden nog allerlei andere effecten op. Om er een aantal te noemen: door de herstructurering zal het aantal woningen afnemen (in de periode 2010-2020 van 23.000 naar circa 20.000 woningen). Als gevolg van demografische ontwikkelingen, de economische crisis en marktontwikkelingen zal de leegstand van gebouwen (kantoren, retail en woningen) verder toenemen. Tevens zijn er minder opbrengsten uit belastingen, heffingen en leges en ontstaan er nadelen voor de gesubsidieerde instellingen en toeristisch-recreatieve voorzieningen in termen van afname van het aantal leden en van bezoekers. Verder zullen publieke voorzieningen in de woonomgeving (verder) onder druk komen te staan en zal een verslechtering van de arbeidsmarkt (afname van de beroepsbevolking) optreden die onvoldoende aansluit op de vraag. In de paragraaf “krimp: oftewel bevolkingsontwikkeling gemeente Kerkrade” wordt nader ingegaan op de gevolgen van de bevolkingsontwikkeling. Grondexploitatie (OBK) Er ligt nog een forse taakstelling om in de periode 2013 – 2017 een bedrag van circa € 1,25 miljoen aan inkomsten te realiseren. Een nadere toelichting op de (risico’s van de) grondexploitatie treft u aan in de paragraaf grondbeleid. Campus Bezwaarschrift btw “Campus Kerkrade” In de toelichting van de begroting 2012 is de BTW-problematiek m.b.t. de Campus uitvoerig toegelicht. De verwachting dat de Hoge Raad inzake een soortgelijke casus eind 2011 begin 2012 uitspraak zou doen is weliswaar bewaarheid, echter de Hoge Raad heeft die casus weer terugverwezen naar het Gerechtshof Arnhem. Eind 2012 heeft het Hof uitspraak gedaan en was met de Belastingdienst de afspraak gemaakt om in het begin van 2013 de besprekingen tot definitieve afhandeling weer op te pakken. Begin maart 2013 heeft deze bespreking plaatsgevonden en is vanuit de Belastingdienst kenbaar gemaakt, dat de uitspraak van het Hof naar hun inzicht niet één op één is te vertalen naar de casus Campus en de opgelegde naheffingsaanslag derhalve gehandhaafd blijft. In overleg met onze externe fiscaal adviseur, die reeds vanaf de start van de planning bij het Campus project betrokken is, wordt thans bezien of de gemeente een compromisvoorstel aan de Belastingdienst zal voorleggen, of dat de gemeente de bezwaarprocedure door zet. Zolang voornoemd traject nog niet volledig is afgerond is derhalve nog steeds sprake van een reëel latent risico. Onderdeel Campus vanuit de optiek Voorzieningen Eind september 2012 werd de Campus op last van de burgemeester ontruimd. Er werden alternatieve huisvestingsruimten voor de school en de gemeentelijke huurders gerealiseerd. Het was de bedoeling dat deze alternatieven van tijdelijke aard zouden zijn. De school verlaat de Abdij Rolduc en betrekt met ingang van schooljaar 2013-2014 het gebouw aan de Richerstraat. Dit gebouw moest daartoe geschikt gemaakt worden, hetgeen een onverwachte extra financiële investering vergde. De nog voortdurende onzekerheid met betrekking tot het Campusgebouw heeft haar impact op de tijdelijke voorzieningen voor de muziekschool en de Vrije Akademie ZOM. Zolang deze situatie voortduurt blijft de noodzaak tot een extra financiële inzet bestaan.
108
Parkstad Limburg Stadion / Roda JC Er blijft nog steeds sprake van risico’s en onzekerheden die echter nog geen harde/concrete status hebben. De beoogde verbeteringen in de organisatiestructuren, toezicht en exploitatie moeten e.e.a. meer beheersbaar maken. De gemeente Kerkrade heeft momenteel een belang van 87,48% in het stadion. Met de raad wordt periodiek over de diverse vorderingen gecommuniceerd. Invoering van de Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF) De Wet Houdbare overheidsfinancien (Hof) stelt dat decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen. De wet kwantificeert deze gelijkwaardig inspanning niet, maar stelt dat deze wordt ingevuld door na aanvang van een nieuw kabinet in een bestuurlijk overleg een EMU-saldopad voor de gezamenlijke decentrale overheden af te spreken. Op 18 januari 2013 is een financieel akkoord met meerjarige ambities gesloten. Gerealiseerde ambities worden geëvalueerd. Gelet op de forse investeringsambities die worden bekostigd uit de daartoe gevormde reserves, zal Kerkrade haar individueel richtbedrag voor de EMU-norm te buiten gaan. In eerste instantie is echter het landelijk resultaat maatgevend. En van sancties wordt deze kabinetsperiode afgezien zolang er geen sanctie uit Europa volgt. Opvallend is nog dat bij de kamerbehandeling van de Wet Hof kamerbreed een motie werd gesteund om uitstel of afstel van investeringen door provincies, gemeenten en waterschappen te voorkomen. Hierin zit een bepaalde tegenstrijdigheid. De VNG heeft dan ook geadviseerd “eerst gewoon begroten”. In de financieringsparagraaf is nog meer informatie opgenomen. Brandweer De operatie “Schoon door de Poort” is inmiddels volledig afgerond, alsook is de omvang van de flogelden inmiddels helder. Het ingezette bezuinigingstraject loopt op schema, Aandachtspunt is overigens het dossier van de “roosters en arbeidsvoorwaarden”/ conflict Brandweer Zuid-Limburg en de vakbonden. d.
Confrontatie weerstandsvermogen en risicoparagraaf
Hoewel niet alle risico’s en onzekerheden gelijktijdig optreden, wordt momenteel de structurele weerstandscapaciteit (exploitatie) aan de krappe kant geacht. Een majeure factor daarin vormen de rijksbezuinigingen en decentralisaties (Participatiewet, decentralisatie jeugdzorg, overheveling AWBZ). Verder is een herijking van het gemeentefonds voorzien in 2014, met effecten vanaf 2015. Feit blijft dat de economische toestand in Europa nog steeds niet rooskleurig is en het Rijk onder aan de streep toch zal moeten bezuinigen. Verder zal in de toekomst het krimpscenario belangrijke gevolgen hebben, met daarin zowel structurele als incidentele financiële componenten. De mogelijke incidentele tegenvallers en risico’s kunnen (nog) worden opgevangen binnen de totale reservepositie. Deze omstandigheden nopen de gemeente Kerkrade om beleidskeuzes te maken omtrent exploitatie en investeringen en die nadrukkelijk te koppelen aan prioriteiten, doelen en resultaten.
109
110
§3.
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
In de openbare ruimte bevindt zich een aantal kapitaalgoederen die door de gemeente onderhouden moeten worden. De belangrijkste worden hieronder toegelicht. Kort wordt aangegeven het beleidskader c.q. het betreffende beheersplan en de financiële vertaling daarvan in de begroting. Bij beleidsveld 11 beheer zijn de beleidskaders, indicatoren en afwijkingen in beeld gebracht. Beleids- en beheersplannen
Jaar
Financiële vertaling begroting 2014
Wegenbeheerplan 2007-2011
2006
Voor groot onderhoud en onderhoud voor wegen trottoirs en pleinen is voor 2014 resp. € 432.200 en € 274.800 beschikbaar. Voor reconstructies is er in het investeringsprogramma 2014-2017 jaarlijks een bedrag van € 2.164.000 begroot. Voor regulier onderhoud (exploitatie) is een bedrag van € 826.500 beschikbaar. Voor rioolrenovaties, gemalen en reliningen is in het Investeringsprogramma de navolgende reeks beschikbaar: 2014 € 1.900.000 2015 € 1.900.000 2016 € 2.925.000 2017 € 2.950.000 Voor het groenonderhoud (WOZL) is voor de jaarschijf 2014 € 937.000 beschikbaar. Voor regie opdrachten is een bedrag van € 61.200 beschikbaar. Voor de overige exploitatie budgetten is een bedrag van € 191.800 beschikbaar. In het Investeringsprogramma is er structureel € 400.000 beschikbaar. Het saldo van de reserve plantsoenen bedroeg op 1-1-2013 € 70.400. In de begroting is voor 2014 € 206.200 beschikbaar.
Gemeentelijk Rioleringsplan 2001 2002-2006 en Jaarlijkse evaluatienota GRP
Groen (uitbesteed voor 2013)
Gebouwenbeheer (jaarlijks plan passend financiële kaders)
2013
2007 binnen
Openbare verlichting 1997-2010 Update in 2013
1998
Civieltechnische kunstwerken
2007
Het saldo van de reserve gebouwen bedraagt ca. € 842.600 per 1-1-2013. In het investeringsprogramma is jaarlijks € 450.000 beschikbaar voor groot vervangingsonderhoud. In de begroting is voor het jaar 2014 een bedrag van € 190.900 voorzien voor energiekosten van de openbare verlichting. Voor het onderhoud van de openbare verlichting is een bedrag van € 354.000 beschikbaar. Voor incidentele vervangingen van lichtmasten is een bedrag van € 27.800 voorzien. In het investeringsprogramma is structureel een bedrag van € 155.000 begroot. Voor de exploitatie van de civieltechnische kunstwerken is jaarlijks € 30.400 beschikbaar. In het Investeringsprogramma is voor 2014 een bedrag van € 95.000 voorzien.
Door de provincie is aanbevolen om een Integraal Beheerplan Openbare Ruimte (IBOR) (wegen, rioleringen, groen, openbare verlichting en civieltechnische kunstwerken) op te stellen. Als basis hiervoor is in 2013 een concept handboek Openbare ruimte opgesteld. Dit handboek zal eind 2013 door de raad moeten worden vastgesteld. Dit handboek kan als uitgangspunt dienen voor het integrale beheersplan. De komende jaren zijn er grote veranderingen te verwachten in de beheersgebieden ten gevolge van ingrijpende projecten zoals de herstructurering en wijzigingen in de infrastructuur. Voordat het IBOR kan worden uitgewerkt zullen eerst de gevolgen hiervan duidelijk moeten worden. Daarna kan een aantal varianten omtrent kwaliteit en budget aan de raad worden voorgelegd. Bezuinigingen op het onderhoudsbudget kunnen het kwaliteitsniveau en (het inlopen van) eventuele achterstanden negatief beïnvloeden, alsook in bepaalde schadegevallen mogelijk leiden tot het aansprakelijk stellen van de gemeente.
111
Kerkrade werkt wijkgericht aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De gemeente streeft naar een prettige woon- en werkomgeving en hanteert daartoe een buurtmonitor. De uitvoering van het onderhoud vindt gedeeltelijk plaats in eigen beheer. Onderhoudsaspecten komen tevens aan de orde bij de beleidsvelden Bouwen en wonen (1), Verkeer en vervoer (2) en met name bij Beheer (11). a.
Wegen
Beleid en uitvoering Sinds 1992 wordt gebruik gemaakt van een wegenbeheerssysteem. De gegevens uit het wegenbeheerssysteem zijn gebruikt om een wegenbeheersplan op te stellen. Doel van het wegenbeheersplan is om verantwoord te kunnen sturen op de uitvoering van het beheer en onderhoud van de openbare verharding. Met behulp van het wegenbeheersplan kunnen o.a. prioriteiten worden gesteld ten aanzien van noodzakelijk onderhoud en kan worden gesignaleerd wanneer de minimale kwaliteit wordt onderschreden en wanneer op basis van afschrijvingen en slijtage investeringen noodzakelijk zijn. In 2006 is het wegenbeheersplan geactualiseerd voor de periode 2007-2010. Het beheer vindt plaats aan de hand van kwaliteitsbeelden. In het 3e kwartaal van 2013 zal een update van het wegenbeheersplan voor de periode 2013 – 2017 aan de raad worden aangeboden. De beleving van de burgers over het onderhoudsniveau wordt ook tweejaarlijks gemeten middels het Burgeronderzoek / Parkstadmonitor (zie beleidsveld 11). Indien de Buitenring Parkstad zal worden aangelegd zoals de provincie Limburg dit wenst, zal een aantal wegen aan de Gemeente Kerkrade worden overgedragen die nu niet door de Gemeente Kerkrade worden beheerd. Het te beheren areaal zal als gevolg daarvan worden uitgebreid. Dit zal van invloed zijn op het benodigde budget. De afgelopen jaren hebben we te maken gehad met zware winterperioden voor het wegennet. Als deze trend zich doorzet in de komende jaren zal hierdoor de gemiddelde kwaliteit van het wegennet (met name van de asfaltwegen) extra onder druk komen te staan. Dit zal gevolgen hebben voor het benodigde budget. Budgetten Voor groot onderhoud en onderhoud voor wegen trottoirs en pleinen is voor 2014 resp. € 432.200 en € 274.800 beschikbaar. Voor reconstructies is er in het investeringsprogramma 2014-2017 jaarlijks een bedrag van € 2.164.000 begroot. Activiteiten In 2013 staan onder meer de straten rondom het gebied Heilust, de Dahliastraat, de kruising Strijthagenweg – Steenwegen, de Pastoor van Arsstraat, Erensteinerstraat, Nassaustraat, Rochusstraat en Martinusstraat , Kokelestraat en Kohlbergsgracht (fase 2) alsmede de Groene kruisstraat en de Sophiastraat geprogrammeerd. De werkzaamheden aan de openbare ruimte in het kader van het centrumplan zullen worden voorbereid. In het kader van het regulier onderhoud zullen ondermeer de fietssuggestiestroken worden onderhouden en zullen scheuren worden gevuld en deklagen worden aangebracht. Verspreid over de gehele stad zullen trottoirs en fietspaden worden herstraat. De exacte invulling van het onderhoudsprogramma kan op dit moment niet worden gegeven. Het uiteindelijke programma is mede afhankelijk van de schade die in de winterperiode 2013 – 2014 kan ontstaan. b.
Riolering / water
Beleid en uitvoering Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van de juiste afwegingen op het terrein van bodembescherming, waterkwaliteit en rioleringszorg. In 2001 heeft de raad het GRP voor de periode 2002-2006 vastgesteld. In dit plan is onder meer omschreven op welke wijze het riool in stand zal worden gehouden, hoe aan de wettelijke eisen, zoals de wet milieubeheer, wordt voldaan en wat de gevolgen hiervan zijn voor de tarieven voor de burger. In 2013 is het GRP wederom geëvalueerd en zijn de exploitatiekosten en investeringen en de daarmee samenhangende tarieven voor het jaar 2014 (en een doorkijk voor de komende jaren) in beeld gebracht. De egalisatiereserve riolering
112
wordt gebruikt voor het (meerjarig) egaliseren van de tarieven. Het tarief van het rioolrecht is kostendekkend. Enige delen van Haanrade en Eygelshoven voldoen nog niet aan de basisinspanning. Dat wil zeggen dat er nog teveel overstorten op de Anselderbeek en Worm plaatsvinden. Uit een gezamenlijke studie van de gemeenten Landgraaf en Kerkrade en het Waterschapsbedrijf Limburg is gebleken dat de meest efficiënte maatregel om aan de basisinspanning te voldoen het bouwen van een gezamenlijk bergbezinkbassin op de gemeentegrens bij Rimburg is. Door de gemalen van het WBL meer afvalwater te laten afvoeren naar dit bassin zullen de overstorten afnemen. Voor deze maatregel is € 5.000.000 gereserveerd. Omdat de gemeente Landgraaf de middelen eerst in 2016 voorhanden heeft is de uitvoering verschoven naar 2016 en 2017. Inzake de Europese Kaderrichtlijn Water stelt de gemeente Kerkrade zich op het standpunt dat de krimp van de bevolking ook leidt tot een kleiner verhard oppervlak en dat de vrijgekomen ruimte benut kan worden om water te bergen. Hierdoor zijn extra bergingen wellicht niet meer noodzakelijk en kan de KRW richtlijn op een duurzame manier gehaald worden, nl. regenwater opvangen op de plaats waar het valt. In 2011 is in Parkstad een onderzoek gestart naar het antwoord op de vraag of samenwerking met betrekking tot stedelijk (afval)water voordelen oplevert. Dit onderzoek is ingegeven uit het feit dat in het regeringsakkoord is opgenomen dat er in de waterketen landelijk € 400 miljoen te besparen valt. Uit de eerste verkenningen blijkt dat er voordelen te behalen zijn. In 2011 zijn 3 projecten van start gegaan die de diverse onderdelen van mogelijke samenwerking analyseren en uitwerken tot concrete plannen. In 2012 zijn de projecten Beheer en Onderhoud (1e project) en de financiële dekkingsplannen (2e project) afgerond. In 2013 worden de haalbare samenwerkingsvormen uit het 1e project Beheer en Onderhoud geconcretiseerd, tw. databeheer en doorrekening rioolstelsels, reiniging en inspectie, aanschaf en beheer pompgemalen, reiniging kolken, gezamenlijk aanbesteden reliningsprojecten. In 2014 zal er een gezamenlijk Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) voor de Parkstad gepresenteerd worden met voor ieder gemeente een specifiek hoofdstuk. Budgetten Voor het reguliere onderhoud (exploitatie) van de gemeentelijke riolering is voor het dienstjaar 2014 in totaliteit een budget van € 826.500 beschikbaar. In de jaren erna loopt dit budget licht op (indexering). In het investeringsprogramma riolen is voor de jaarschijf 2014 een bedrag van € 400.000 opgenomen om calamiteiten het hoofd te bieden. Indien zich geen calamiteiten voordoen dan wordt dit bedrag gebruikt om slechte riolen te vervangen of te relinen volgens het vervangingsschema. Tot slot is voor rioolrenovaties, reliningen en vervanging van gemalen de volgende reeks in het investeringsprogramma begroot: € 1.900.000 (2014), € 1.900.000 (2015), € 2.925.000 (2016) en € 2.950.000 (2017). Activiteiten De volgende rioolrenovaties worden in 2013 voorbereid en in 2014 uitgevoerd: in de buurtschap Holz 2 e fase Hagenstraat, Richerstraat en Fabritiusstraat. In Eijgelshoven de 2 e fase tw de straten Truystraat , van Arsstraat en Anselderlaan. Deken Deutzlaan en Pricksteenweg In de exploitatiesfeer worden riolen geïnspecteerd, gereinigd, en worden calamiteiten opgelost. c.
Groen
Beleid en uitvoering Het strategisch doel van de gemeente voor wat betreft het groen is het duurzaam behouden en uitbreiden van de huidige groenstructuur in de stad, het ontwikkelen van groene verbindingszones tussen groengebieden buiten de wijken, tussen de wijken en het buitengebied. Als gevolg van de noodzakelijke herstructurering zal meer onbebouwd gebied beschikbaar komen dat mogelijk een groene invulling zal krijgen. Het actuele groenbeheerplan 2006 en nieuwe Groenontwikkelingsplan 2013 (nog niet vastgesteld) met beeldkwaliteiten per wijkgebied wordt gebruikt voor het opstellen van de groencontracten en het beheer van het openbaar groen. In maart 2013 is het groencontract met WOZLgroen tot december 2013 verlengd. Op basis van de beschikbare informatie zal in 2014 wederom groenonderhoud plaatsvinden.
113
Budgetten In de exploitatie is voor het jaar 2014 (en verdere jaren) € 937.000 geraamd voor het WozL groen contract. Voor regiewerkzaamheden aan openbaar groen is in 2014 € 61.200 beschikbaar. Verder zijn nog diverse kleine posten opgenomen voor bijvoorbeeld zaaigoed, bos- en boombeheer en onderhoud van de bermen, in totaliteit circa € 191.800. De ‘reserve plantsoenen’ fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen en bedraagt begin 2013 circa € 70.400. In het investeringsprogramma is vanaf 2014 structureel voor vervanging/reconstructie openbaar groen en groene vingers een bedrag opgenomen van € 400.000. Activiteiten De navolgende groenprojecten worden in 2013 ter hand genomen en lopen door naar 2014: Stadspark, Kasteelpark Erenstein, fase 2c Parkeerplaats in aansluiting op de gebiedsontwikkeling Anstelvallei, groenrevitalisatie in het kader van beheer en onderhoud, Groenomgeving Schacht Nulland, Gebiedsontwikkeling Anstelvallei en Kloostertuin Rolduc. Tevens worden op het gebied van het openbaar groen plannen opgesteld zoals het groenontwikkelingsplan 2013 en de VTA controle. d.
Gebouwen
Beleid Onze gemeente bezit ca. 160 gemeentelijke panden. Dit betreft sportvoorzieningen zoals voetbal –en hockeyvelden, gymzalen en sporthallen, het zwembad binnen MFC d'r Pool. Daarnaast hebben wij gemeenschapshuizen (Patronaat en Catharinahoes) en recreatieve voorzieningen (kasteel Erenstein, Schacht) resp. culturele voorzieningen (Rodahal, Theater). Deze voorzieningen hebben een belangrijke sociaal-maatschappelijke functie. Sportvoorzieningen en gemeenschapshuizen dragen bij aan het ontmoeten van mensen en dragen daarmee bij aan de sociaalmaatschappelijke ontwikkeling van de Kerkraadse bevolking in de meest brede zin van het woord. Gemeentelijke panden met een recreatieve functie, zoals kasteel Erenstein en de bijbehorende hoeves, maar ook de Schacht hebben een belangrijke cultuurhistorische waarde en vormen een belangrijke drager van de toeristisch-recreatieve structuur van onze gemeente. Juist in een tijd van economische recessie kan maatschappelijk vastgoed een belangrijke katalysator vormen voor een maatschappelijke en economische structuurversterking. In een afnemend particulier initiatief kan juist door de versterking en ontwikkeling van het maatschappelijk vastgoed de leefbaarheid in wijken worden versterkt. De voorraad gemeentelijke gebouwen blijft beperkt tot de zgn. strategische voorraad, bedoeld voor de huisvesting van primaire (bestuur en ambtenaren) en secundaire (aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen gelieerde organisaties) doelgroepen. De overige gebouwen staan op de nominatie om vervreemd of gesloopt te worden. Deze gebouwen worden in principe marginaal onderhouden op basis van alleen klachtenonderhoud. Het vastgoedbeleid is opvolgend op het ruimtelijk beleid. Op strategisch niveau wordt op basis van bevolkingsprognoses aangegeven in welke mate er behoefte is aan een noodzaak tot huisvesting van doelgroepen met betrekking tot de disciplines onderwijs, sport, gemeenschapshuizen e.d. Anderzijds wordt op beleidsterreinen met betrekking tot toerisme en recreatie aangeduid welke ontwikkelingen als beleidsspeerpunt gelden. In 2013 zal in dit kader een strategische visie aan het College worden voorgelegd, waarbij de voorraad gemeentelijke panden wordt herijkt op basis van een anticipatie op de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen. Huisvesting dient plaats te vinden op de juiste locatie en onder de juiste voorwaarden. Daarbij dient op basis van een integraal inzicht in de investerings - en exploitatiekosten van het gemeentelijk vastgoed een transparante afweging gemaakt te kunnen worden tussen het maatschappelijke belang en de financiële gevolgen van het in eigendom hebben van gemeentelijk vastgoed. In deze zal integrale afstemming met sector Maatschappelijke Zorg plaatsvinden Budgetten De kosten voor correctief en/of klachtenonderhoud alsmede contract- of serviceonderhoud worden uit de exploitatie bekostigd. Verder zijn nog diverse andere gebouw-gerelateerde posten in de begroting opgenomen, o.a. ten behoeve van welzijnsgebouwen, sportaccommodaties, schoolgebouwen en overige gebouwen. Op jaarbasis is er zo € 206.200 beschikbaar. De baten uit verkoop van onroerende goederen
114
worden aan de reserve gebouwen toegevoegd. Het saldo van deze reserve bedraagt per 1-1-2013 ca. € 842.600 Uit de reserve wordt er ook jaarlijks aan de hand van een jaarplan een bijdrage beschikbaar gesteld. Om op lange termijn adequaat onderhoud aan gemeentelijke panden te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat de reserve op peil blijft (middels opbrengsten van verkopen dan wel jaarlijkse dotaties). Daarnaast is in het investeringsprogramma voor 2014 een investeringsbedrag van € 450.000 voorzien. Tot slot zijn in het investeringsprogramma nog bedragen voorzien specifiek voor huisvesting onderwijs en gemeenschapshuizen. In samenhang met de strategische visie wordt ook in 2014 gestreefd naar het beter inzichtelijk maken van de kosten van het huisvesten van doelgroepen. De kosten en huuropbrengsten cq. subsidies worden veelal afzonderlijk geadministreerd en dienen integraler inzichtelijk te worden gemaakt. Op deze wijze kunnen de onderhoudskosten optimaler worden afgestemd op de mate van courantheid van gebouwen, en kan de bezettingsgraad van panden verder worden verbeterd. Op grond van deze integrale benadering is het mogelijk om ook in de toekomst -vanuit het maatschappelijk belang – huisvesting van de doelgroepen toch mogelijk te maken. In 2012 is gestart met een proces tot het vergroten van de transparantie in de vastgoedportefeuille, zowel inhoudelijk als financieel door het verbeteren van de technisch/financiële administratie van het gemeentelijk vastgoed. Activiteiten Het in 2009 aangezette beleid inzake pro-actief vastgoedbeheer is in de loop der jaren gecontinueerd en zal ook voor 2014 gecontinueerd worden. Dit betekent sturing op efficiënte en effectieve vastgoedvoorraad door het doorvoeren van portefeuillemanagement, met niet alleen aandacht voor technische kwaliteit van het gemeentelijk vastgoed, maar ook voor efficiency en financiën. Daartoe dient een meerjarenprogramma Vastgoed inzichtelijk te worden gemaakt, waarbij tenminste volgende factoren worden aangeduid: kostprijsdekkend, onderhoud & kwaliteit, huurderving, waarde van het bezit en ontwikkeling van de reserves. Tevens zal leegstand zoveel mogelijk voorkomen moeten worden door tijdige afstoting (sloop c.q. verkoop) van gebouwen en efficiënter gebruik van bestaande panden. Meervoudig verhuurde gebouwen zullen steeds vaker kunnen voorkomen. Leegstand zal op die manier verzilverd kunnen worden. De deelnames aan de Verenigingen van Eigenaren zal tijdsbesparend gaan werken. Bij leegstand zal gewerkt gaan worden met tijdelijke bewoning, al dan niet op basis van kortstondige verhuur, om vandalisme en kraak van deze panden tegen te gaan. Verder geldt het vergroten van de mate van professionaliteit van de dienstverlening richting huurders en gebruikers door het doorvoeren van accountmanagement als concrete activiteit, waarbij één persoon als contactpersoon fungeert en verantwoordelijk is voor de interne afstemming. e.
Openbare verlichting
Beleid en uitvoering De openbare verlichting in onze gemeente voldoet aan de algemeen geldende norm. Naast de jaarlijkse onderhoudslasten voor openbare verlichting, voert Kerkrade het meerjarige Beleidsplan Openbare Verlichting uit. De uitvoering gebeurt door en in nauwe samenwerking met Ziut. De laatste jaren is gewerkt aan het inhalen van de achterstand bij de vervangingen van lichtmasten en armaturen. De komende 5 jaar zal circa 20 % van het areaal ouder zijn dan 40 jaar. Hierdoor wordt er de komende jaren een hoger vervangingspercentage verwacht. Om de financiële consequenties hiervan te kunnen bepalen zal een nieuw beleidsplan worden opgesteld. Budgetten Voor onderhoud aan de straatverlichting is voor 2014 een exploitatiebudget beschikbaar van € 354.000. Voor het incidenteel vervangen en of bijplaatsen van lichtmasten is er € 27.800 beschikbaar. Voor het energieverbruik van de openbare verlichting is € 190.900 voorzien. Voor planmatige vervanging is in het investeringsprogramma jaarlijks een bedrag van € 155.000 beschikbaar. Bij reconstructie van wegen wordt de openbare verlichting (indien deze aan vervanging toe is) vernieuwd ten laste van het budget wegen straten en pleinen. Activiteiten De lichtmasten en armaturen die om onderhoudstechnische redenen aan vervanging toe zijn worden planmatig vervangen. Tevens vindt vervanging plaats van armaturen met een hoog energieverbruik, waardoor de energie- en transportkosten op termijn gereduceerd zullen worden.
115
f.
Civieltechnische kunstwerken
Beleid en uitvoering Een onderdeel van de openbare ruimte met een grote kapitaalswaarde wordt gevormd door de civieltechnische kunstwerken zoals bruggen, duikers, keerwanden en dergelijke. Deze kunstwerken werden op ad-hoc basis beheerd. Naar aanleiding van een inventarisatie en inspectie is een onderhoudsprogramma opgesteld. Indien de Buitenring Parkstad zal worden aangelegd zoals de provincie Limburg dit wenst zal een aantal wegen met bijbehorende kunstwerken aan de Gemeente Kerkrade worden overgedragen die nu niet door de Gemeente Kerkrade worden beheerd. Het te beheren areaal zal dientengevolge worden uitgebreid. Dit zal van invloed zijn op het benodigd budget. Hierbij valt te denken aan een aantal grotere kunstwerken bij de Locht maar ook aan het kunstwerk in de Vauputsweg over de Buitenring zoals door de provincie voorzien. In 2012 heeft een herinspectie van de civieltechnische kunstwerken plaatsgevonden. De raad zal in het 3 e kwartaal van 2013 hierover worden geïnformeerd. Budgetten Voor het reguliere onderhoud aan civieltechnische werken is vanaf 2014 in de begroting structureel rekening gehouden met een budget van € 30.400. In het investeringsprogramma is vanaf 2014 structureel € 95.000 beschikbaar. Activiteiten Er zullen kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd aan civieltechnische kunstwerken. Daarnaast zullen er grootschalige werkzaamheden uitgevoerd worden aan de volgende objecten: Duiker Anstelerbeek ter hoogte van de Wijngracht, brug in het voetpad van de Bosweidenstraat en brug in de Voorterbeemden. Daarnaast zal er een nader onderzoek naar de stabiliteit van een keermuur langs het spoor in Kerkrade west moeten worden uitgevoerd. Risico’s In het jaar 2020 zullen naar verwachting grootschalige investeringen aan de tunnelbak van de Roderlandbaan noodzakelijk zijn. Er dient in 2020 dan ook rekening gehouden te worden met een investering van € 375.000.
116
§4.
Financieringsparagraaf (treasury)
Deze paragraaf bevat een meer beleidsmatige benadering van de treasuryfunctie en de plannen en uitkomsten dienaangaande. De paragraaf dient risicobeheer en gemeentefinanciering meer transparant te maken. De Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de daarop gebaseerde ministeriële Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) zijn de externe spelregels die de inhoud van deze paragraaf voor een groot deel bepalen, waaronder de diverse opgenomen tabellen/overzichten. De regelgeving heeft als doel transparantieverhoging van de treasuryfunctie alsmede risicowering binnen genoemde functie. Flankerend ontwikkelt het Rijk additionele regelgeving in de vorm van verplicht schatkistbankieren en Wet Houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof). De regelgeving heeft met name als doel de financiële positie van de Nederlandse overheid in de Economische Monetaire Unie veilig te stellen. Aan het slot van deze paragraaf wordt nader stilgestaan bij beide maatregelen. a. Risicobeheer, risicomanagement en rentevisie Onder risico’s in dit kader worden verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Risicobeheer en risicomanagement hebben als doel de uiteenlopende risico’s binnen de treasury te analyseren, te beheren, te beperken en te neutraliseren. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de aanbevelingen en richtlijnen van de Wet Fido, de Ruddo en het Treasurystatuut van de gemeente. Genoemde risico’s worden navolgend beschreven. Renterisico’s Renterisico op vlottende schuld Ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld is het gemeenten niet toegestaan om onbeperkt in de financieringsbehoefte te voldoen door het aantrekken van kort geld. Kort geld is over het algemeen goedkoper dan lang geld, heeft evenwel als risicofactor dat het renteniveau in de regel sterker aan fluctuaties onderhevig is. De toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de “kasgeldlimiet”. Voor het jaar 2014 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Kerkrade als volgt worden berekend: (a) omvang van de jaarbegroting per 1-1-2014 € 153,531 mln. (b) bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 8,5 % Kasgeldlimiet voor 2014 (a)x(b) afgerond € 13,050 mln. De toets aan de kasgeldlimiet vindt kwartaalsgewijs intern plaats door het verschil te bepalen tussen de werkelijke netto vlottende schuld en de kasgeldlimiet. Als in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden wordt de provinciaal toezichthouder daarvan op de hoogte gesteld, zo enigszins mogelijk ruim voorafgaand aan de derde overschrijding. De gemeente geeft daarbij in een plan aan hoe men denkt opnieuw aan de kasgeldlimiet te zullen gaan voldoen. Structurele overschrijding van de kasgeldlimiet wordt in de regel opgelost door aflossing van kortlopende financiering en het aantrekken van vaste geldleningen. Op verzoek van de provinciaal toezichthouder is nog aanvullende informatie opgenomen over de gemiddelde netto vlottende schuld in het 3e en 4e kwartaal van jaar t-2 en in het 1e en 2e kwartaal van jaar t-1, aangevuld met de kasgeldlimiet van jaar t-2 en jaar t-1. Zie hiervoor onderstaand overzicht. 2012
2013
vlottende schuld 3e kwartaal
-1.162
vlottende schuld 1e kwartaal
15.933
vlottende schuld 4e kwartaal
1.550
vlottende schuld 2e kwartaal
5.500
kasgeldlimiet 2012
14.135
kasgeldlimiet 2013
13.534
In het overzicht is de vlottende schuld in het derde kwartaal van 2012 negatief. Dit betekent dat er in dat kwartaal sprake is van een overschot aan vlottende middelen. In de daaropvolgende kwartalen is er sprake van vlottende schuld. Waarbij in het eerste kwartaal van 2013 de gemiddelde vlottende schuld de kasgeldlimiet overstijgt. Door de gemeente is derhalve een vaste geldlening aangetrokken. In het tweede kwartaal van 2013 is de vlottende schuld dan ook tot ruim onder de kasgeldlimiet gedaald. De huidige situatie op de geld- en kapitaalmarkt en de verwachtingen zijn zodanig dat volgens onze visie de rente
117
voor kortlopende leningen vooralsnog lager zal blijven dan de rente van langlopende leningen. Het blijven benutten van de ruimte die de kasgeldlimiet biedt, is dan ook het uitgangspunt. Renterisico op vaste schuld Het instrument dat de Wet Fido geeft om mogelijke renterisico’s van de vaste schuld, zijnde de door de gemeente opgenomen langlopende leningen, te analyseren is de “renterisiconorm”. De norm geeft een kader voor een evenwichtige opbouw van de leningenportefeuille waarbij het risico op de vaste schuld gespreid is in jaren. Van een evenwichtige opbouw is sprake als niet in enig jaar, gerelateerd aan het begrotingstotaal, een onevenredig deel van de portefeuille aan herfinanciering onderhevig is c.q. te financieren aflossingscomponenten niet buitenproportioneel zijn. Navolgend overzicht schetst in meerjarig perspectief de confrontatie van genoemde ontwikkeling met de renterisiconorm.
2014
2015
2016
2017
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
1
Renteherzieningen
2
Aflossingen
6.942
7.542
8.142
8.560
3
Renterisico (=1+2)
6.942
7.542
8.142
8.560
4
Renterisiconorm (=4a*4b)
30.706
29.515
29.371
29.436
5a
Ruimte onder renterisiconorm (=4>3)
23.764
21.973
21.229
20.876
5b
Overschrijding renterisiconorm (=3>4)
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
153.531
147.573
146.856
147.178
20%
20%
20%
20%
30.706
29.515
29.376
29.436
Renterisiconorm 4a
Begrotingstotaal
4b
Percentage regeling
4
Berekende renterisiconorm, afgerond (bedragen*€ 1000)
Het overzicht laat een evenwichtige opbouw zien. Met betrekking tot verplichte aflossingen en renteherzieningen is er structureel voldoende ruimte ten opzichte van de renterisiconorm. Renterisico bij rentestijging / gevoeligheidsanalyse De gemiddelde rekenrente voor de nieuwe gemeentelijke lange-termijn-financiering binnen de begroting 2014 e.v. bedraagt 3,20%. Treasurytechnisch dienen naar de huidige inzichten (peil VJN2013) in het meerjarig perspectief 2014-2017 jaarlijks € 15,0 miljoen aan langlopende geldleningen aangetrokken te worden. De volumina zijn afhankelijk van de feitelijke ontwikkelingen en worden periodiek geactualiseerd. Een structurele stijging van de kapitaalmarktrente met 1% méér dan waarmee rekening is gehouden, zorgt onmiddellijk voor stijgende rentelasten in het jaar volgend op het jaar waarin de geldlening is aangegaan. In 2015 zou in dat geval sprake zijn van een stijging van € 150.000. In 2017 is het cumulatieve nadeel dan opgelopen tot € 450.000. Kredietrisico’s Het betreft kredietrisico’s op door de gemeente aan derden verstrekte geldleningen. Het volgende overzicht geeft inzicht in partijen en restantschuld. Partijen
Restschuld 01-01-2014*
% totale schuld
1.065 138 68 222 908 19.443 58
4,86 0,63 0.31 1,01 4,15 88,77 0,27
21.902
100,00
woningverenigingen Kredietbank Limburg gemeenschapshuizen georganiseerde sport Gaia park Holding Stadion Kerkrade BV** culturele verenigingen
Totaal (bedragen*€ 1000) * raming uitgaande van het nakomen van eventuele aflossingsverplichtingen 2013 ** Inclusie betaling lening 4e fase ( € 500.000) en besluit april 2013 (€ 1.600.000).
118
De verstrekte geldleningen conflicteren niet met de uitgangspunten van de Wet Fido. Voor overzichten op detailniveau wordt verwezen naar de “specificatie geactiveerde kapitaaluitgaven” die onderdeel uitmaakt van de staten en bijlagen van de begroting 2013. Koers- en valutarisico’s Van koersrisico’s is sprake als de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Meer in het bijzonder gaat het dan om de vaste financiële activa die enerzijds bestaan uit aan derden verstrekte leningen. Deze zijn reeds eerder behandeld bij het onderdeel kredietrisico’s. Anderzijds gaat het om aandelenbezit en deelnames. Hier worden geen bijzondere/grote risico’s verwacht. Voor een specificatie van aandelen en deelnames wordt verwezen naar staten en bijlagen van de begroting 2014. De gemeente verricht slechts transacties in euro’s, waardoor van valutarisico’s geen sprake is. b. Gemeentefinanciering Hierna worden enige aspecten van gemeentefinanciering nader uiteengezet. Leningenportefeuille Onderstaand overzicht verschaft inzicht in de samenstelling, grootte, de rente van opgenomen leningen alsmede mutaties als gevolg van nieuwe leningen. Leningen
(excl.woningbouw)
stand per 1-1-2014 bij: nieuwe leningen af: reguliere aflossingen af: vervroegde aflossingen bij: herfinanciering stand per 31-12-2014
bedrag
%
84.909 15.000 6.942 n.v.t. n.v.t. 92.966
gem. 4,346
gem. 4,262
(bedragen*€ 1000)
In 2014 is geen herfinanciering van “oude” leningen aan de orde. Voor nieuw aan te trekken vaste geldleningen in 2014 moet in onze visie een percentage van rond 3,20% zeker haalbaar zijn. Genoemd percentage kan evenwel onder druk komen te staan zodra de economische situatie van met name zwakke lidstaten van de Europese Unie verslechtert. Er zullen dan turbulenties op de kapitaalmarkt ontstaan met mogelijk hogere tarieven als gevolg. Uitzettingen Het gaat hierbij om uitzettingen korter dan een jaar. Ze hebben tot doel optimaal rendement uit een incidentele overliquiditeit te halen. Ten aanzien van overtollige middelen heeft de gemeente in de toekomst geen bewegingsvrijheid meer. Rijksregelgeving verplicht de gemeente tot schatkistbankieren bij het Rijk. Het rendement is hier beperkt. Relatiebeheer De gemeente onderhoudt rekeningen bij meerdere banken. In de eerste plaats valt te noemen de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), waar tevens een kredietfaciliteit van ruim € 5.672.000 beschikbaar is. Bij de ING-groep bedraagt het mogelijke kredietvolume € 1.100.000. Daarnaast is er omwille van invorderings-strategische overwegingen een rekening in Duitsland. Met name met de BNG vindt regelmatig overleg plaats inzake optimalisering van bestaande producten, nieuwe producten, en het niveau van de dienstverlening. Kasbeheer Kasbeheer regelt het beheer van saldi en liquiditeiten en zoveel mogelijk de sturing van middelenstromen. Doel is het optimaliseren van het renterendement. Daarbij worden de volgende korte-termijnproducten gebruikt: rekening-courant-krediet, dag- en kasgelden. Additionele aandachtspunten zijn de beperking van het contante geldverkeer, elektronische betaalvormen en de Europese invoering van SEPA.
119
Organisatie Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en overige in het treasurytraject aan de orde zijnde spelregels zijn in de actuele Financiële verordening gemeente Kerkrade (raad juni 2008, gewijzigd op het onderdeel financieringsfunctie raad februari 2010) en het treasurystatuut opgenomen. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Informatievoorziening Ten behoeve van de treasuryfunctie wordt zowel van interne als externe informatiesystemen gebruik gemaakt. Bij de externe informatievoorziening is een prominente rol voor BNG-dataservices on-line weggelegd. De efficiency van de systemen wordt regelmatig geëvalueerd. Schatkistbankieren en Wet Houdbare overheidsfinanciën Beide regelingen moeten gezien worden in het licht van de financiële positie van de Nederlandse overheid in relatie tot afspraken binnen de Economische Monetaire Unie. Het Besluit Schatkistbankieren is op 4 juni 2012 in de Staatscourant geplaatst als uitvloeisel van afspraken uit een eerder begrotingsakkoord. In samenhang daarmee heeft het kabinet in februari 2013 het voorstel “Wijziging van de Wet financiering decentrale overheden (Fido) in verband met het rentedragend aanhouden van liquide middelen in ’s Rijks schatkist” bij de Tweede Kamer ingediend. Het wetsvoorstel verplicht alle decentrale overheden om hun overtollige liquide middelen aan te houden in de schatkist. De externe financieringsbehoefte van het Rijk vermindert, hetgeen zich vertaalt in een lagere staatsschuld. In de tweede helft van 2013 zullen de rekening-courant-modaliteiten geregeld worden. Schatkistbankieren zal vermoedelijk tegen eind 2013 operationeel zijn. De rentevergoedingen van het Rijk zijn laag. Doel van de toekomstige Wet Houdbare overheidsfinanciën is het leveren van een wettelijk instrumentarium voor bereiken en vasthouden van houdbare overheidsfinanciën in relatie tot afspraken binnen de Economische Monetaire Unie. De decentrale overheden gaven in het voortraject reeds aan dat hen een aantal zaken uit het wetsvoorstel zwaar op de maag lagen. De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer ging dan ook niet van een leien dakje. Het voorstel verkreeg een viertal amendementen en leverde een kamerbreed gedragen motie op. Onder meer macronormeringen voor het EMU-saldopad zijn thans opgerekt. Bij overschrijding volgen tot 2017 geen sancties. Daarnaast ligt er de motie die aangeeft dat het kabinet moet voorkomen dat de Wet Hof leidt tot uistel of afstel van investeringen door decentrale overheden. De kou is uit de lucht. De VNG is tevreden met de aanpassingen. Thans ligt het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2014 in werking treedt.
120
§5.
Paragraaf bedrijfsvoering
Deze paragraaf beoogt inzicht te geven in de stand van zaken en voornemens ten aanzien van diverse aspecten van de gemeentelijke bedrijfsvoering. a.
Financieel beleid en beheer
De belangrijkste kaders voor financieel beleid en beheer zijn vastgelegd in de financiële verordening (art.212) en de actuele Nota Reserves en Voorzieningen. Daarnaast zijn er diverse interne regels vastgesteld ten behoeve van een adequaat financieel beleid en beheer In de controleverordening (art.213) is de wettelijke verplichte accountantscontrole geregeld. Ten behoeve van de accountantscontrole zal aanvullend jaarlijks een geactualiseerd toetsingskader in de vorm van een controleprotocol door de raad vastgesteld moeten worden. In dat controleprotocol zijn alle laatste wijzigingen in wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en voorschriften, verwerkt. Deze zijn immers niet statisch. Het college verricht op grond van artikel 213A onderzoeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het college gevoerde bestuur. De verwachting was dat deze wettelijke verplichting zou gaan verdwijnen. Provinciaal toezicht, accountantscontrole, interne controle, rekenkameronderzoeken én 213A-onderzoeken blijken toch wat veel van het goede. Op basis van een concept wetsvoorstel heeft de VNG dan ook positief op het vervallen van deze verplichting gereageerd (september 2012). In het wetsvoorstel met een aantal wijzigingen in de gemeentewet zoals dat in juli 2013 naar de Tweede Kamer is verzonden bleek echter dit onderdeel nog niet aangepast. Gelet op de decentralisaties en de daarmee gepaard gaande overgang van budgetten is de regering tot een heroverweging van het voornemen tot schrappen gekomen, aldus de memorie van toelichting. De Provincie heeft medio 2012 haar Financieel Verdiepingsonderzoek 2012 afgerond. Hieruit bleken geen opmerkingen rondom het financieel beleid en beheer. Wel blijft de Provincie vanuit haar toezichthoudende rol letten op een structureel meerjarig sluitende begroting, temeer daar de overheidsfinanciën sterk onder druk staan. b.
Organisatieontwikkeling en Human resource management
Organisatieontwikkeling De nieuwe organisatiesetting heeft vorm gekregen bij de afronding van de bestuursopdrachten. Op grond hiervan is de nieuwe structuur met alle inhoudelijke aanpassingen ingevoerd en zal de laatste fase te weten de doorvertaling naar de aanpassingen in het functiegebouw plaatsvinden. Met dat vertrekpunt kan voor 2014 het traject voor het nieuwe functiewaarderingssysteem HR 21 invulling gaan krijgen. Dit generieke systeem biedt gelijktijdig mogelijkheden voor een betere koppeling met en ondersteuning voor de strategische personeelsplanning. De noodzaak om hier gedegen op voorbereid te zijn en de voortgang van de taakstellingen mede te kunnen monitoren en te verantwoorden wordt steeds groter. De opgave voor toekomstige taakstellingen op de personele paragraaf staat in een gespannen verhouding met de urgentie om nieuw beleid en de decentralisatie van rijkstaken in personele capaciteit goed te kunnen oppakken. De eerder in gang gezette flexibilisering zal nog verder geïntensiveerd moeten worden waarbij de ontwikkeling van medewerkers een absolute must gaat worden. Die uitdaging gaat vooral om het maken van de goede keuzes voor organisatie en individu. De goede match zal vanuit de organisatie breed gefaciliteerd gaan worden waarbij er gelijktijdig een groter beroep zal worden gedaan op de zelfwerkzaamheid en zelfredzaamheid van medewerkers. De vrijblijvendheid voor mobiliteit en flexibilisering zal een andere inkleuring gaan krijgen waarbij ook verplichte mobiliteit uitwerking gaat krijgen. Alleen op deze wijze kan de arbeidsparticipatie voor medewerkers zoveel mogelijk gestand worden gedaan zonder dat er gedwongen ontslagen vallen. Op onderdelen zullen ook de procesbeschrijvingen opnieuw onder de loep worden genomen om waar nodig splitsing in taken en verantwoorde belastbaarheid voor het personeel inzichtelijk te krijgen . Vooral op het sociale domein zullen er in de veranderende organisatie wederom aanpassingen gaan plaatsvinden. Hier is er sprake van
121
een discrepantie tussen middelen en capaciteit die dienen te worden ingezet om de ontwikkeling bij het personeelsbestand ook feitelijk uit te voeren. De ingezette bezuinigingen op flankerende personele budgetten staan haaks op de noodzakelijke investering voor medewerkers om hen multi-inzetbaar en multidisciplinair te maken. De met de vakorganisaties overeengekomen persoonlijke opleidingsbudgetten zijn nog niet in financiële zin vertaald voor onze organisatie. Mede in het licht van de resultaten van het rekenkameronderzoek zullen we de komende jaren bewust keuzes maken over een verantwoorde flexibele schil en in het verlengde daarvan de inzet vanuit maatschappelijke banen dan wel van uit een eigen werkbedrijf. De sociale inbedding en begeleiding blijft overeind waarbij er wel meer sprake is van verzakelijking. Daarbij blijft de afweging voor insourcing, outsorcing of samenwerking met het oogmerk op kostenreductie centraal staan. Verdere samenwerking vanuit de centrumgedachte of op Parkstedelijk niveau dan de gesloten overeenkomsten op het terrein van ICT en KCC bieden kansen om capaciteit en middelen te bundelen. De samenwerking op het terrein van ICT voorziet voor 2014 een definitief beslismoment. De doorontwikkeling van eerdergenoemde strategische personeelsplanning wordt versterkt door samenwerking met de regionale netwerken. Ook hier geldt dat met name de voordelen van intersectorale samenwerkingsvormen kansen biedt voor mogelijke boventalligheid in relatie tot de taakstellingen en de natuurlijke uitstroom. De proeftuinomgeving met BZK om het vraagstuk van vergrijzing en ontgroening op organisatieniveau wordt wellicht ingebed in het bredere samenwerkingsverband van IGOM en de koppeling met andere netwerken zoals LIFT en Empower Limburg. Veranderen is een continue proces waarbij het samenspel gebaseerd op tijdige en volledige informatieoverdracht naar ondernemingsraad en verbonden partijen een absolute must is. Human Resource Management (HRM) Het ziekteverzuim over 2012 kwam uit op 7,13% en is daarmee nagenoeg gelijk gebleven aan 2011 (7,29%). Voor 2013 zien we op basis van de halfjaarcijfers wederom een stijging naar 7,79% ondanks aangezette maatregelen en een stringentere invulling en centrale sturing en control. Naast verdergaande training voor het management zal een intensivering van het terugdringen van verzuim ook vorm en invulling moeten krijgen bij het houdingsaspect van medewerkers. Concretisering van streefcijfers bij de afzonderlijke sectoren moeten gaan bijdragen aan specifieke acties en deelbeleid om effect te sorteren. Op hoofdlijnen zijn afspraken gemaakt om het verzuim met 1% te verminderen waarbij expliciet aandacht wordt besteed aan de gedragscomponent bij langdurige zieken die het percentage aanzienlijk beïnvloeden. Bedrijfsmaatschappelijk werk is op basis van de toenemende casuïstiek verruimd. Het eigen risicodragerschap zal hernieuwd worden afgezet tegen de mogelijkheid van het verzekeringstelsel op basis van geprognosticeerde instroom. De aanscherping en wijziging van de ziektewet in 2014 zal ook meer betrekking hebben op de flexibele schil en versterkt de beheersing van deze problematiek vanuit financieel oogpunt. In de primaire begroting 2014 is rekening gehouden met een totaal budget “inhuur derden” conform de actuele definities van het CBS (lastencategorie 3.0 - inhuur personeel van derden, waarbij uitsluitend de arbeidskosten op basis van een tarief in rekening worden gebracht; oftewel “uurtje/factuurtje”) van afgerond € 1.394.000. Hiervan is bijna € 379.000 voor de reguliere inhuur van WSW-medewerkers. Circa € 710.000 is voor reïntegratie-consulenten. Het restant van circa € 307.000 is beschikbaar voor de sectoren. Daarnaast is er nog een reconditioneringsbudget van € 50.000, dat middels vastgestelde procedures kan worden benut door sectoren in geval van vervanging bij ziekte. De externe inhuur is onder de landelijke normering en kan onder gecontroleerd toezicht verruimd worden (ten laste van andere budgetten) om tijdelijke werkzaamheden en projecten, anders dan door eigen potentieel te laten uitvoeren. Die integrale afweging en keuze dient per sector en beleidstaak telkenmale gemaakt te worden en zal ook op basis van efficiency getoetst worden. De gevraagde flexibele opstelling veronderstelt steeds meer dat medewerkers in die ontwikkelingen gefaciliteerd worden. Bij alle medewerkers wordt een beroep gedaan op de zelfwerkzaamheid, deels zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid als het gaat om het behoud van kennis en competenties. De bewustwording bij medewerkers dient nog meer vorm te krijgen. Aan de hand van feitelijk inzicht en overzicht kan de verbinding gelegd worden met de noodzaak voor verschuivingen tengevolge van krimp enerzijds en uitbreiding (waar nodig en mogelijk) door voorgenomen decentralisatie van rijkstaken. Een
122
nieuwe exercitie, volgende op de recent afgesloten bestuursopdrachten, die vervolgens wederom verandering voor de organisatie en het individu tot gevolg hebben. De start voor die Strategisch Personeelsplanning is gezet en de focus voor de komende jaren zal als een rode draad door het personeelsbeleid lopen. Die vereiste vorming en scholing staan zoals eerder aangegeven onder druk. Een aanzienlijke uitdaging voor het management om dat ontwikkeltraject te faciliteren en daarbij het parallel gekozen traject voor klantbeleving, persoonlijk meesterschap te combineren tot het "Verrijkte\Werken". Bovenaan die uitdaging prijkt hoe om te gaan met die veranderende omstandigheden voor een ieder en de organisatie in haar totaliteit. Daarbij is een goed samenspel met de ondernemingsraad van groot belang. Tussentijdse formele en informele uitwisseling van informatielijn is de basis voor het in stand houden van die goede dialoog en samenwerking met de ondernemingsraad. Van belang is ook de participatie voor het ondernemingswerk en het in stand houden van de kwalitatieve en kwantitatieve bezetting. Maatregelen en beleid om het ziekteverzuim verder terug te dringen zijn ingezet en geïntensiveerd. Concrete streefcijfers zijn verfijnd op sectorniveau en worden als target gemonitord waarbij aanvullend in samenwerking met het A&O fonds het voltallige management intensief getraind is op specifieke vaardigheden en gesprekstechnieken. De gedragscomponent bij langdurige zieken vormt evenals in voorgaande jaren het speerpunt. De inzet van bedrijfsmaatschappelijk werk was reeds opgeschaald doch ook hier spelen financiële middelen steeds meer een beperkende rol. Loonontwikkeling De effecten van de bestuursopdrachten zullen een gering effect hebben op de personele begroting. De taakstelling voor 2013 en 2014 zal wellicht in de bedrijfsvoering worden opgevangen. Vanaf 2015 tot 2020 zullen ingrijpende maatregelen en daaraan gekoppelde personele planningen noodzakelijk zijn om deze verdergaande financiële taakstellingen te realiseren. In de meerjarenbegroting is geen rekening gehouden met nieuwe bindende Cao-afspraken en of onvoorziene verhogingen in de premiedruk. De dalende bijdrage voor de FPU suppletie voor voormalige collega's zijn in eerdere doorrekeningen al meegenomen en in de begroting verwerkt. Marginaal kan er op persoonsniveau in 2016 een individueel voordeel ontstaan door verminderde premieafdracht voor de FPU (VPL). De effecten zijn evenals in voorgaande jaren nog niet in deze vooruitblik betrokken. c.
Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen
Planning en control / begrotingsopzet In deze begroting 2014 wordt qua opzet voortgeborduurd op de eerder ingeslagen weg. Het verder verbeteren van de begroting, daar waar mogelijk, is een continu proces. De urentoerekening van het personeel wordt in beginsel eens per bestuursperiode geactualiseerd. Dit is laatstelijk gebeurd in het voorjaar 2012. De resultaten zijn verwerkt in de Najaarsnota 2012. Uitgangspunt was dat, rekening houdend met vakantie etc., 1 fte op jaarbasis 1.450 uren te verdelen heeft. Er zijn in totaliteit circa 512.000 personele uren toegerekend, waarvan circa 15% naar organisatie-overhead, 12% naar sector-overhead en 73% direct ten behoeve van de beleidsvelden en algemene dekkingsmiddelen. Samen met de niet-personeel gerelateerde indirecte kosten (bijvoorbeeld gebouw, telefonie, automatisering, wagenpark) betekent dit dat circa € 28 miljoen wordt toegerekend naar de beleidsvelden en algemene dekkingsmiddelen. Inkoop en aanbesteden De bij gelegenheid van de begroting 2013 aangekondigde nieuwe aanbestedingswet is op 1 april 2013 in werking getreden. Met deze Aanbestedingswet verdwijnen het BAO en de WIRA , beiden zijn in de wet geïncorporeerd. Daarnaast zijn via een Aanbestedingsbesluit een aantal richtsnoeren aangewezen waarvan de naleving voor alle aanbestedende diensten verplicht wordt gesteld: Het ARW 2012 (voor opdrachten van werken) en de Gids Proportionaliteit. Het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid dient te voldoen aan de bepalingen uit de Aanbestedingswet en de voorschriften uit de Gids Proportionaliteit. Hierdoor is het noodzakelijk dat het vigerende inkoop- en aanbestedingsbeleid wordt aangepast. Momenteel worden de Europese aanbestedingsrichtlijnen geactualiseerd en waarschijnlijk nog in 2013 zullen deze richtlijnen worden geformaliseerd. Deze nieuwe richtlijnen zullen vervolgens verankerd moeten worden in de Aanbestedingswet. Een en ander impliceert dat naar verwachting in 2014
123
sprake zal zijn van de implementatie van de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen in de Aanbestedingswet. Vervolgens zal het eigen inkoop- en aanbestedingsbeleid worden getoetst op een eventueel noodzakelijke aanpassing. Interne toetsing Procesgewijs vindt interne toetsing plaats op de naleving van relevante wet- en regelgeving en de financiële stromen, bijvoorbeeld ten aanzien van personeel/salarissen, investeringen, subsidieverstrekking, belastingen en heffingen, treasury, sociale uitkeringen, bouwvergunningen, publiekszaken, onderwijs, etc. Daarbij wordt voor zover van toepassing rekening gehouden met de eisen die worden gesteld in de Single Information Single Audit (Sisa) – protocollen. Tevens worden de afrekeningen van diverse projectsubsidies getoetst. Waar relevant, mogelijk en zinvol vinden correcties plaats en/of worden de bevindingen gebruikt voor het doorvoeren van procesmatige verbeteringen. Informatievoorziening en (digitale) dienstverlening (I&D) In het informatiebeleidsplan "De zaak op orde of orde op zaken" is de relatie tussen informatievoorziening enerzijds en de dienstverlening en bedrijfsvoering anderzijds voor de jaren 20122015 vastgelegd. Belangrijke bedrijfsvoeringsvraagstukken zoals flankerend landelijk, lokaal en regionaal beleid zijn uitvoerig behandeld. De projecten die in het informatiebeleidsplan benoemd zijn, zijn met name gericht op het verder vormgeven van de dienstverlening (zaakgericht werken ) en de realisatie van de projecten die door het Rijk in het I-NUP (voorzieningen waarmee de basisinfrastructuur voor de e-overheid wordt gelegd) zijn geformuleerd. In september 2012 is het "Projectplan gezamenlijk Telefonisch Service- en Informatiecentrum voor gemeenten in Parkstad-Limburg door de colleges vastgesteld. In het projectplan zijn de elementen en uitgangspunten voor de inrichting van het TSIC beschreven. Tevens zijn daarin de opdrachten en producten beschreven die voor deze inrichting noodzakelijk zijn. De keuze voor de inrichting van de informatievoorziening binnen het TSIC is mede bepalend voor de inrichting van de informatievoorziening op lokaal niveau en het verder vormgeven van het zaakgericht werken. Naar verwachting zal in het 4e kwartaal van 2013 hier een definitieve keuze in worden gemaakt. Voor een gezamenlijk TSIC moet ook een keuze voor de inrichting van de telecommunicatie gemaakt worden. Mogelijk dat hiervoor aansluiting wordt gezocht bij een bestaande telefooncentrale van één van de deelnemende gemeenten. Aangezien de bestaande telefooncentrale van Kerkrade inmiddels technisch afgeschreven is, moet onderzocht worden of hierop kan worden aangehaakt. In het kader van de ICT-samenwerking tussen de diverse Parkstadgemeenten (en vooruitlopend daarop tussen de gemeenten Heerlen, Kerkrade en Nuth) zijn automatisering en informatievoorziening van elkaar gescheiden. Dit betekent dat een helder en goed geformuleerd informatiebeleid een must is. Het informatiebeleid zal leading moeten zijn ten aanzien van het beheer van de ICT-hulpmiddelen en voorgenomen vernieuwingen. In dit kader is een intermediaire functie tussen de achterblijvende demand organisatie en de dienstverlener onontbeerlijk. Het huidige informatiecentrum van de gemeente Kerkrade is gericht op bezoekers van het historisch archief en op klanten van de gemeente Kerkrade die post persoonlijk willen afleveren, die openbare raaden commissiestukken willen inzien of die hulp nodig hebben bij het invullen van formulieren/aanvragen. Het informatiecentrum zal inspelen op de behoefte van de klant en de organisatie door publieksvriendelijke acties en door in te springen op de actualiteit. Inmiddels beschikt het infocentrum bijv. over een publieks-pc, waardoor bezoekers onder begeleiding formulieren kunnen downloaden of online kunnen invullen. Bovendien zal ook de presentatie van de centrumplannen een aandachtspunt gaan vormen. De dienstverlening van de overheid verandert onder invloed van de automatisering in snel tempo. Vanuit het rijk worden maatregelen geïnitieerd om te komen tot een verlaging van de administratieve regeldruk en tot een beter gebruik van informatie door de ketenpartners. In de praktijk zal dit leiden tot een verdere verschuiving van dienstverlening van traditionele kanalen als balie en post naar telefonie en internet. De werkzaamheden van het betreffende organisatieonderdeel zullen onder invloed hiervan veranderen (van registratie en archivering naar audit en control) en waarschijnlijk zal dit ook zowel personele als organieke consequenties hebben (minder mensen, andere inbedding in de gemeentelijke organisatie). Het
124
afnemend postvolume zal niet leiden tot substantiële besparingen vanwege prijsstijgingen tot 10 % (bij Businesspost van de WSW-bedrijven in Parkstad en met name bij Post.nl) De correspondentie tussen burgers, bedrijven en overheid geschiedt steeds vaker langs de digitale weg. Voor de opslag van gegevens (het archief) heeft dit verregaande consequenties. Momenteel is er sprake van een hybride situatie waarbij data deels in papieren vorm worden opgeslagen en beheerd terwijl daarnaast in toenemende mate data digitaal moeten worden opgeslagen en voor de toekomst in een leesbare vorm worden bewaard. De interactie tussen informatievoorziening en automatisering (zowel intern, als in de regio) zal steeds intensiever moeten worden om ook in de toekomst te kunnen garanderen dat de gemeentelijke informatievoorziening op peil blijft en de overheid als een betrouwbare zakenpartner kan worden gezien. Door de complexiteit van de materie zal dit de komende jaren extra aandacht vergen. Substitutie van documenten (vervanging van papieren originele stukken door digitale 'kopieën'), het documenteren en optimaliseren van werkprocessen, de inrichting van een e-depot (archiefomgeving voor digitale documenten), evenals de versterking van het horizontaal toezicht zullen een eventuele bezuiniging op het beheer van papieren archieven "compenseren". Communicatie De in het communicatiebeleidsplan ”Communicatie, zintuig van de gemeente” aangereikte eerste aanzet tot stadsmarketing zal in 2013 gereed komen en daarna resulteren in een aantal concrete uitvoeringsplannen.
125
126
§6.
Paragraaf verbonden partijen
De gemeente Kerkrade heeft bestuurlijke en financiële belangen in verbonden partijen. De in 2009 geïntroduceerde nota Verbonden partijen is op basis van een eigen visie de uitwerking van het rapport "Het verband met verbonden partijen" van de rekenkamercommissie(s) Parkstad Limburg. De nota, welke eind 2013 zal worden geactualiseerd, beschrijft de sturingsrelatie met en de risicobeheersing bij verbonden partijen. In onderstaand overzicht wordt een opsomming van de verbonden partijen gegeven. In de bijlage “verbonden partijen” achterin dit boekwerk is op basis van het Verdiepingsonderzoek 2012 van de Provincie de informatie uitgebreid met financiële gegevens en het aandeel van de gemeente in de verbonden partij. Voorts is er nog een zgn. “register verbonden partijen” conform het BBV, mede als basis voor de nota Verbonden partijen. De financiële gegevens worden momenteel éénmaal per jaar geactualiseerd aan de hand van de laatst beschikbare jaarrekeningen. In onderstaand overzicht worden de verbonden partijen opgesomd: Verbonden partijen gemeente Kerkrade) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
GR Reinigingsdiensten Rd4 GR GGD Zuid-Limburg GR Werkvoorzieningschap O.Z.L. GR Stadsregio Parkstad Limburg GR voor Sociale Kredietverstrekking en Schuldhulpverlening in Limburg GR Eurode NV Licom (vervallen zie nummer 3: Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg) Nazorg Limburg BV NV Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) NV Reinigingsdiensten Rd4 GaiaZOO B.V. BV Holding Stadion Kerkrade NV Industriebank LIOF EBC GmbH & Co. KG Technologiepark Herzogenrath GmbH BV Parkeeraccommodaties Kerkrade BV Multifunctioneel complex d'r Pool NV Bank Nederlandse Gemeenten NV Enexis Holding NV Attero Holding (was Essent Milieu) Diverse tijdelijke deelnemingen als gevolg van verkoop productie- en leveringsbedrijf Essent aan RWE: (Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV, Claim Staat Vennootschap BV en vanaf 2011 de stichting Essent Sustainability Development GR Veiligheidsregio Zuid-Limburg NV Parkstad Limburg Theaters NV Luchtvaartterrein Maastricht Aachen Airport
Met betrekking tot Holding Stadion Kerkrade en Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (WOZL) wordt verwezen naar de risicoparagraaf. De deelneming in NV Licom is vervallen als gevolg van het faillissement van Licom. Daar waar aan de orde zijn activiteiten ondergebracht bij het WOZL.
127
128
§7.
Paragraaf grondbeleid
a. Visie op het grondbeleid Het grondbeleid volgt het ruimtelijk beleid en richt zich daarmee op het ontwikkelingsprogramma woningbouw en op het ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen. In de jaarlijkse Grondnota die als rode draad fungeert, wordt steeds een relatie gelegd tussen de ruimtelijke taakstelling, het uit te voeren grondbeleid en de financiële gevolgen. Het ‘ontwikkelingsprogramma woningbouw’ Op basis van de “Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen” is in 2007 de “Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2010” vastgesteld. De werkingsduur van de programmering is verlengd tot en met 2013. In de 2e helft van 2013 zal volgens planning een nieuwe regionale woningbouwprogrammering voor de periode tot en 2020 worden vastgesteld. De bevolking in de regio Parkstad neemt af. Om verpaupering en leegstand te voorkomen hebben de gemeenten en woningcorporaties in Parkstad een “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” ontwikkeld. Het doel is om in Parkstad te bouwen aan een sterke regio. Een evenwichtige woningmarkt voor de huidige en toekomstige bewoners is daarbij van groot belang. In deze visie is het motto van de Gemeente Kerkrade “Werkend zorgen voor Morgen”. Kerkrade en haar partners streven naar een leefbare stad voor bewoners, bedrijven, winkeliers en bezoekers. Voor Kerkrade geldt een forse “onttrekkingsopgave”. Daarentegen bieden de campusontwikkelingen bij de RWTH in Aken kansen om nieuwe bewoners aan te trekken. In januari 2013 is in het kader van de actualisatie van de transformatieopgave 2012-2020 de “onttrekkingsopgave” voor deze periode voor de Gemeente Kerkrade vastgesteld op 1.490 woningen. De herstructurering in Parkstad is in volle gang en werpt vruchten af. Incourante woningen verdwijnen en vrijkomende ruimte krijgt een nieuwe invulling. De leegstand in de huursector is gedaald tot het landelijk aanvaardbare niveau. Op basis van de behaalde resultaten en nieuwe ontwikkelingen wordt in de “Regionale Woonstrategie 2012-2020” met als titel “Kiezen voor Parkstad” het toekomstige beleid vormgegeven. Dit kaderstellend document richt zich op een drietal thema’s om de herstructurering versterkt door te zetten en in Parkstad de kwaliteit van de woongebieden te verhogen. Deze thema’s zijn: 1. Het beperken van de omvang van de plancapaciteit (geplande woningbouwproductie); 2. De aanpak van de particuliere voorraad; 3. De doorstroming, met een focus op doelgroepen. Voor elk van deze thema’s wordt een eigen aanpak uitgewerkt, waarbij het maken van een kwalitatieve slag in de woningvoorraad het uitgangspunt vormt en duurzaamheid een belangrijke rol zal spelen. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 is in maart 2011 door de Raad vastgesteld en betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De gemeentelijke structuurvisie en de nieuwe stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven en uitvoeringsprogramma. In deze visies dient duidelijk te worden hoe de ontwikkelingsgebieden en verdunningsgebieden feitelijk worden ingevuld en wat dit betekent voor de woningbouwplannen, die in de woningbouwprogrammering staan aangeduid. Duidelijk is dat niet alle woningbouwlocaties kunnen worden ontwikkeld. Voor zover nodig zal gezocht worden naar acceptabele oplossingen voor beide partijen, met name voor de harde plannen waarbij al een bouwvergunning is verleend, ontwikkelingsovereenkomsten zijn gesloten, etc.
129
Voor de aanpak van de plancapaciteit is door Parkstad een projectplan opgesteld met als doel om het proces vast te leggen om woningbouwplannen uit de plancapaciteit te onttrekken. Dit proces is onderverdeeld in drie stappen, namelijk: 1. Het inventariseren van de huidige plancapaciteit; de inventarisatie is afgerond; 2. Het opstellen van een (juridisch houdbaar) objectief afwegingskader, hetgeen de basis moet worden voor het maken van kwalitatief goede keuzes over het ontstemmen van plancapaciteit om de woningbouwproductie af te remmen; 3. De uitvoering. In 2011 is door de Raad de stadsdeelvisie voor Kerkrade-West vastgesteld. De kwantitatieve opgave voor dit stadsdeel voor de periode tot 2020 bestaat uit een netto onttrekking van 527 woningen aan de woningvoorraad. Op 19 december 2012 is de Stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I door de Raad vastgesteld. De kwantitatieve opgave voor dit stadsdeel voor de periode tot 2020 bestaat uit een onttrekking van grofweg 1.000 woningen, waarvan circa 250 in de koopsector. Vanwege het ontbreken van voldoende budget en rekening houdend met economische en maatschappelijke ontwikkelingen zal er naar nieuwe financierings- en verdienmodellen moeten worden gezocht. Dit zal verder uitgewerkt worden in een gebiedsagenda (uitvoeringsprogramma) met betrokken partijen, waaronder de woningcorporatie HEEMwonen. In 2012 is de eerste van de vier hoogbouwflats in Bleijerheide gesloopt. De drie resterende flats zullen gefaseerd tot 2018 worden gesloopt. Omdat de herstructureringsvisie voor de stadsdelen Oost II en Noord nog moeten worden uitgewerkt kunnen de gevolgen voor het woningbouwprogramma met betrekking tot deze stadsdelen voor 2014 en verder niet expliciet worden aangegeven. Uit de stadsdeelvisies zal blijken welke plannen nog als prioritair kunnen worden aangemerkt en welke plannen niet of in een gewijzigde vorm door dienen te gaan. Ondanks de krimp zullen omwille van een kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad beperkt nieuwe woningen worden gebouwd. Behalve met de krimp wordt bij de uitwerking van het woningbouwprogramma ook rekening gehouden met de gevolgen van de economische crisis op de woningmarkt. Zowel de projecten in uitvoering als de projecten in voorbereiding ondervinden nog altijd last van de gevolgen van de economische crisis. De woningmarkt zit op slot met als gevolg dat de uitvoering van de plannen stagneert en de haalbaarheid van projecten onder druk is komen te staan. Centrumplan In maart 2012 werd een intentie-overeenkomst met Van Pol Beheer BV gesloten met als doel het toetsen van de financiële en juridische haalbaarheid van een nieuw Centrumplan. Van Pol Beheer BV had februari 2012 een globaal vlekkenplan gepresenteerd, waarbij naast een beperkte nettotoevoeging van de m2 retail en de nieuwbouw van ca. 80 appartementen, tevens was opgenomen de verbouw van het Theater en de verplaatsing van de bibliotheek naar het plangebied. De Raad ging akkoord met de contouren van dit nieuwe centrumplan en vroeg – mede in het kader van een onderzoek door de Rekenkamercommissie naar de wijze van sturing door de Raad van majeure projecten – een integraal projectplan voor het Centrumplan, waarmee deze ontwikkeling als pilotontwikkeling werd aangeduid. Na een presentatie in juni 2012 van het projectplan aan de Commissie, keurde de gemeenteraad in oktober 2012 het projectplan goed. Daarin werden de onderscheiden stappen aangeduid op basis waarvan duidelijk diende te worden of een koopsamenwerkingsovereenkomst met Van Pol Beheer wordt gesloten. Tevens werden inspanningsverplichtingen aangeduid met betrekking tot het flankerend beleid (openbare ruimte, stimuleringsmaatregelen verplaatsing ondernemers). Tot slot werden de juridische uitgangspunten van samenwerking in relatie tot staatssteun en aanbestedingsrecht vastgesteld. In een vertrouwelijk stuk ten behoeve van de raad zijn de beoogde investeringen met betrekking tot Theater en bibliotheek en het verdere flankerend beleid in samenhang met een raming van de grondopbrengsten en afdekking uit structuurgelden nader aangeduid. Dit betrof daarmee een gebiedsexploitatie, waarbij zowel de grondexploitatie, bouwexploitatie en tijdelijke exploitatie in een
130
totaaloverzicht zijn opgenomen. De omvang van de investeringen alsmede van de grondrevenuen waren in deze fase nog niet duidelijk. Om deze reden werden marges binnen de gebiedsexploitatie nader aangeduid. In juni 2013 heeft de Raad uiteindelijk ingestemd met een samenwerking met Van Pol Beheer voor de realisatie van een retailprogramma van 6.478 m2 en een woningbouwprogramma van 48 sociale huurwoningen en 20 duurdere huurwoningen. Daarnaast zal van Pol in één bouwstroom Theater en bibliotheek vernieuwbouwen. Verder is de Raad akkoord gegaan met een totale investering in het flankerend beleid (vernieuwbouw Theater en bibliotheek, herinrichting openbare ruimte, stimuleringsmaatregelen) van in totaliteit € 19,3 mln. Deze investeringen zijn samen met de grondprijs in genoemde gebiedsexploitatie opgenomen. Binnen het kader van de comptabiliteitsvoorschriften wordt daarbij gewerkt met een gesloten gebiedsexploitatie en worden uitgaven maar ook gemeentelijke/interne opbrengsten ten gunste gebracht van de gebiedsexploitatie. Op deze wijze wordt bijgedragen aan de economische en culturele structuurversterking van het centrum van Kerkrade. Middels de samenwerking met Van Pol Beheer kan het aanbod van de retail in kwalitatieve zin worden verbeterd. Verder wordt het woningaanbod in kwalitatieve zin verbeterd in lijn met de herstructureringsvisie zoals verwoord in de structuurvisie Oost I. Conform de beleidsvisie inzake de toekomstige ontwikkeling van de bibliotheek in Kerkrade wordt huisvesting van de educatieve en ontmoetingsfuncties in de bibliotheek binnen het plangebied gefaciliteerd, waarbij een optimale synergie wordt behaald met het Theater in ruimtelijke en beheersmatige zin. Tegelijkertijd kan het functioneren van de middenzaal van Parkstad Limburg Theater optimaal worden voortgezet. Op grond hiervan kunnen belangrijke economische cq. werkgelegenheidseffecten worden behaald en wordt bijgedragen aan een verbetering van het imago van het centrum van Kerkrade. In feite wordt hiermee een basis gelegd voor een uitvoeringsprogramma voor het Centrumgebied binnen het kader van de stadsdeelvisie Oost I. Visieontwikkeling Atriumterrein In de stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I is aangegeven dat het gebied een belangrijk onderdeel vormt voor de verdere gebiedsontwikkeling van het Centrum. De ontwikkelingen op het Atriumterrein zullen echter pas plaatsvinden op lange termijn (na 2020). Het gebied is landschappelijk fraai gelegen en biedt kansen voor toekomstige (beperkte) bebouwing in een groene setting nabij het stadscentrum en toeristische attracties. Kerkrade-West Op basis van de Stadsdeelvisie “De re-creatie van Kerkrade-West” heeft de gemeente Kerkrade op 28 februari 2011 een samenwerkingsovereenkomst getekend met de corporatie, Provincie Limburg en Regio Parkstad Limburg. Het doel van de samenwerking is de herstructurering van Kerkrade-West door in te zetten op de zogenaamde “high five” van voorzieningen en wonen, veiligheid, participatie, duurzaamheid en identiteit. In deze overeenkomst is een aantal deelprojecten benoemd, namelijk Heilust, Bestaande wijk van Morgen, Akerstraat, Transferium, Internationaal woonmilieu Gracht en Lokaal energiebedrijf. Voor elk van die deelprojecten zal de samenwerking verder vormgegeven worden in een uitvoeringsovereenkomst. Voor het deelgebied Heilust is op 8 december 2011 door gemeente, Hestia groep (nu HEEMwonen), Parkstad en Provincie de uitvoeringsovereenkomst Heilust getekend. Het doel van de overeenkomst is het realiseren van een vernieuwde duurzame leefomgeving. Er wordt geïnvesteerd in mensen, openbare ruimte, woningen, voorzieningen en infrastructuur, identiteit, welzijn / participatie en veiligheid. Daarmee wordt bijgedragen aan de regionale opgave om de woningvoorraad te herstructureren en te transformeren conform de envelop voor Kerkrade-West. De uitvoerende partijen zijn de gemeente en de corporatie. Programmatisch bestaat het uitvoeringsprogramma uit de volgende onderdelen: De sloop van huur- en koopwoningen (ca. 500); de bouw van huur- en koopwoningen (ca. 65); De bouw van een Multifunctionele Accommodatie (MFA); Investeringen in de Openbare Ruimte: infra; park; speeltuin; cruyff court, thematuin, stadslandbouw; De uitvoering van het Sociaal Programma.
131
De grondexploitatie en de vastgoedexploitatie van de MFA komen voor rekening en risico van de gemeente. Na realisatie komen het beheer en onderhoud voor rekening van de gemeente evenals de exploitatie van de MFA. De exploitatie van het Sociaal Programma komt voor rekening van HEEMwonen en gemeente, ieder voor een gelijk deel. De vastgoedexploitatie van de woningen komt voor rekening en risico van HEEMwonen, die na realisatie de koopwoningen zal verkopen en de huurwoningen in beheer, onderhoud en exploitatie zal nemen. De totale investeringen voor de gemeente bedragen ca. € 15,2 miljoen. Uit het transformatiefonds is € 7,7 miljoen toegekend. Tevens heeft de provincie een subsidie verleend voor € 500.000 en zal voor ca. € 900.000 ten behoeve van HEEMwonen worden uitgevoerd. Uit reguliere middelen is € 708.000 gereserveerd. Daarnaast heeft de Raad in februari 2011 uit het structuurfonds ca. € 2,4 miljoen aan Heilust toegekend. Per saldo zal nog voor ca. € 3 miljoen besluitvorming moeten plaatsvinden. Hiervan is circa € 2,0 miljoen beschikbaar in investeringsruimte gemeenschapshuizen (structuurfonds: nog € 700.000 uit bedrag overheveling parkeerfonds destijds, regulier investeringsprogramma € 1.317.000). Het resterende tekort wordt momenteel betrokken bij de discussie omtrent de investeringsambities. Het bestemmingsplan voor het hele plangebied is door de raad in juni 2013 vastgesteld. Inmiddels zijn ca. 400 woningen door HEEMwonen gesloopt. Door de gemeente zijn 14 van de 18 woningen in de Papaverstraat verworven. De verwerving van de resterende woningen is voorzien in de periode tot en met 2014. De sloopwerkzaamheden zullen gefaseerd plaatsvinden zodra een cluster aaneengesloten woningen onbewoond is. In het kader van de realisatie van een multifunctionele accommodatie is met het kerkbestuur overeenstemming bereikt over de verwerving van de kerk. Het programma van eisen is gereed en de opdracht voor het ontwerp is medio 2013 verleend. De start van de bouwwerkzaamheden is voorzien in het tweede kwartaal van 2014. De opdracht voor het definitieve inrichtingsplan van het park is ook in 2013 verleend. De planning voorziet in de realisatie van de eerste fase van het park met de aanleg van een cruyff court voor het einde van 2013. De realisatie van de rest van het park is mede afhankelijk van de voortgang van de verwerving en sloop van de resterende woningen en de realisatie van een tweetal cluster woningen door HEEMwonen. Deze realisatie zal aldus in meerdere fasen plaatsvinden. De uitvoering van het Sociaal Programma zal eind 2013 starten. De doortrekking van de Akerstraat en het Transferium met lightrailhalte zijn twee deelprojecten van Kerkrade-West die nauw met elkaar samenhangen. Ten zuiden van de Industriestraat is de ontwikkeling van het zogenaamde Recreatie Pluspunt voorzien. Dit vormt een cruciaal programmaonderdeel in de realisering van de stadsdeelvisie Kerkrade-West. Het Recreatie Pluspunt wordt vormgegeven door de ontwikkeling van een Transferium inclusief halte aan de zuidzijde van de Industriestraat (Spekholzerheide) als een recreatief-toeristisch knooppunt zodanig dat: Het hele stadsdeel West goed ontsloten wordt en goed bereikbaar is via openbaar vervoer zowel naar Duitse zijde (Aken) als naar Heerlen / Maastricht. Daarmee wordt aangesloten op het regionale en internationaal vervoersnetwerk; De verbinding vanuit dit knooppunt met de omliggende toeristisch-recreatieve attracties concreet tot stand komt en aansluit op langzaam-verkeersroutes van en naar het Transferium / halte; Een logisch ruimtelijk- functionele verbinding tot stand komt tussen Carboonplein-Akerstraat en Transferium / halte zodat dit hele gebied als sterk en compact stadsdeelcentrum kan functioneren. Het projectplan voor de realisatie van het Transferium is eind mei 2013 in de Stuurgroep Kerkrade-West goedgekeurd. In het projectplan wordt ingegaan op de scenario’s voor de Avantislijn (wel of niet doorgaan) en de consequenties en risico’s (o.a. voorinvestering strategische aankoop) daarvan voor het deelproject Transferium / halte. De daadwerkelijke realisatie en de vorm waarin het Transferium / halte gerealiseerd wordt hangt samen met een go / no go voor de Avantislijn. Dit beslismoment is voorzien in de 2e helft van 2013. In de Bestaande wijk van Morgen, de Dahliastraat en omgeving, worden huurwoningen van HEEMwonen kwalitatief verbeterd, in combinatie met het verhogen van de mate van duurzaamheid en herinrichting van de openbare ruimte. De renovatiekosten komen voor rekening van de corporatie. In dit kader is uit het innovatiefonds (als onderdeel van het transformatiefonds) aan HEEMwonen € 2,9 miljoen toegekend voor ingrepen ten gunste van de duurzaamheid. Voorwaarde is wel dat de gemeente (vergelijkbaar met
132
Heilust) ook hier additionele gelden beschikbaar stelt in dit deelgebied voor de herinrichting van de openbare ruimte. In 2012 is de 1e fase van de renovatie van 100 woningen afgerond. In 2013 is gestart met de 2e fase (65 woningen). De planvorming voor de herinrichting van de openbare ruimte is uitgesteld in afwachting van de toekenning van financiële middelen. Kerkrade-Oost I De stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I met de titel “Onbegrensd leven, wonen en werken in de Bovenstad tussen de Anstel en de Worm” is op 11 december 2012 vastgesteld door Woningstichting Land van Rode (nu HEEMwonen) en op 19 december 2012 door de Raad. Het stadsdeel Kerkrade-Oost I bestaat uit de buurten: Centrum (inclusief Mucherveld), Rolduckerveld, Holz, Nulland en Bleijerheide. Daarnaast maken het stadspark en abdijcomplex Rolduc en omgeving ook onderdeel uit van het plangebied. In de integrale visie zijn onder andere keuzes gemaakt voor de korte, middellange en lange termijn in het stadsdeel Oost I op het terrein van: Het verbeteren van de woon- en leefomgeving; Het uitvoeren van de transformatieopgave van de woningvoorraad (het slopen van 1000 woningen, waaronder in de particuliere sector); Het waardebehoud van gebouwen; De aanpak van leegstand en braakliggende terreinen; Het optimaal benutten van de fraaie omgeving en de grensligging met Duitsland. Er zijn vijf hoofdambities benoemd voor het gebied Oost I. Deze zijn: Typisch Kerkrade (groene omgeving en vooroorlogse linten); Kerkrade cultuurstad (klank- en beeldenstad); Kerkrade toeristisch-recreatieve stad; Kerkrade een onbegrensde internationale stad; Kerkrade woonstad (dorps wonen met een stedelijk voorzieningenniveau). Deze hoofdambities zijn uitgewerkt in een uitvoeringsstrategie in negen programma’s. Voor het realiseren van deze programma’s kan onder andere de voorgenomen Internationale Bau Austellung (IBA) Parkstad Limburg 2013-2021 concrete kansen bieden van inspirerende voorbeelden van transformatie in de regio waaronder in het stadsdeel Oost I. Naast het majeure project Centrumplan zijn in de visie nog vier gebieden aangewezen die belangrijk zijn voor de (her)ontwikkeling van Oost I. Het betreft: Rolduckerveld: via herstructurering naar een groene schakel in de dubbelstad (KerkradeHerzogenrath). Bleijerheide: via herstructurering naar een hoofdonderdeel van het groen (locatie Vroenhof en hoogbouwflats aan de Voorterstraat en Ursulastraat). Maria Gorettiplein en omgeving: kwaliteitsimpuls. Verbindingen stadscentrum met nabijgelegen toeristische attracties en een nieuw OV-knooppunt. In 2013 gaan gemeente en HEEMwonen samen aan de slag om de gebiedsagenda / het uitvoeringsprogramma verder vorm te geven met betrokken partners in diverse deelgebieden. Gestreefd wordt dat eind 2013 een overeenkomst met betrokken partijen wordt gesloten om samen aan de slag te gaan en uitvoering te geven aan onderdelen van de stadsdeelvisie. Kerkrade-Oost II en Noord Gemeente en woningcorporaties Wonen-Zuid en Wonen-Limburg zijn in mei 2013 gestart met het opstellen van een integrale stadsdeelvisie Noord (Eygelshoven en omgeving) én Oost II (Erenstein, Chevremont en Haanrade, inclusief het bedrijventerrein Julia en de aangrenzende groengebieden Wormdal, Carisborg, Holzkuil en Beerenbos). Na voltooiing van deze stadsdeelvisie (vaststelling voorzien in het 1e kwartaal van 2014) heeft Kerkrade voor haar gehele stedelijk gebied de gemeentelijke structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” nader uitgewerkt in programma’s en prioritaire deelgebieden waar de komende jaren door gemeente en betrokken partijen projecten zullen worden uitgevoerd.
133
Het ‘ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen’ De Gemeente Kerkrade beschikt alleen op bedrijvenpark Rodaboulevard over uit te geven percelen. De voorraad bedrijfspercelen bedroeg begin 2013 ca. 3 ha. Voor 2014 wordt de verkoop van ca. 2.000 m2 geraamd. b. Uitvoering van het grondbeleid De projectorganisatie Ontwikkelingsbedrijf Kerkrade (OBK) is belast met de realisatie van het ontwikkelingsprogramma op het gebied van woningbouw en bedrijfsterreinen. Het kader voor het functioneren van het OBK is neergelegd in beheersvoorschriften, waarin processen en procedures inzake het ontwikkelingsprogramma en de administratie en het beheer van gronduitgifte zijn aangegeven. In de stadsdeelvisies worden ontwikkelingsgebieden aangegeven waar in zeer beperkte mate nieuwe woonmilieus kunnen worden gerealiseerd, alsook herstructureringsgebieden waar gesloopt dient te worden. Als uitwerking van de lokale structuurvisie in stadsdeelvisies zullen derhalve steeds meer integrale gebiedsexploitaties opgesteld gaan worden. Het uitvoeringsprogramma zoals dat in het verleden voor het OBK is opgesteld, zal dan ook niet langer uitsluitend gericht zijn op locatieontwikkeling van woningen. Fysieke ontwikkelingen vinden steeds meer in het kader van integrale gebiedsontwikkelingen plaats (groen, infra, woningbouw, voorzieningen, sociaal programma). Het uitvoeringsprogramma voor Kerkrade-West en het deelproject Heilust illustreert de mate van integraliteit die op basis van de stadsdeelvisie via programmamanagement dient te worden gecoördineerd. Het merendeel van deze gebiedsexploitaties zullen niet kostendekkend of rendabel zijn. Er zullen additionele gelden verworven dienen te worden. In het verlengde daarvan zal per ontwikkelings- en herstructureringsgebied gekeken dienen te worden naar de waarde van de gemeentegronden daarbinnen. De grondprijs van de gemeentegrond wordt marktconform bepaald. De Raad heeft besloten dat bij de verkoop van grond aan een ontwikkelaar cq. woningstichting ten behoeve van woningbouwontwikkeling de grondwaarde residueel wordt bepaald, dat wil zeggen dat de waarde van de grond afhankelijk is van het programma dat op de betreffende locatie wordt gerealiseerd. Het College heeft in het kader van de algemene verkoopvoorwaarden besloten dat bij de verkoop van vrije sector kavels door de gemeente de prijs op basis van taxaties wordt bepaald. De grondwaarde van de bedrijfspercelen is afhankelijk van de markt. De ruimtelijke en financiële voorwaarden waaronder de gemeentegrond wordt overgedragen aan externe partijen worden vastgelegd in een ontwikkelingsovereenkomst en door het College geaccordeerd. Van de zgn. “niet-in-productie genomen gronden” wordt periodiek getoetst of de prijs per m² nog acceptabel is. Deze worden indien mogelijk ingebracht in grondexploitaties. Voorts is het juridisch kader van belang. De bestemming van de grond dient via juridische procedures te worden geregeld. Voor de periode tot 2020 zullen de in december 2009 vastgestelde “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” en de daaruit voortvloeiende stadsdeelvisies als kader dienen voor het toekomstige woningbouwprogramma. Daarbij zal sloop en beperkte nieuwbouw als kwalitatieve bijdrage aan de transformatie van het woningbezit uitgewerkt worden. In december 2012 is de Regionale Woonstrategie 2012-2020 door Parkstad vastgesteld. In 2008 is door Parkstad het Intrekkingsbeleid Bouwvergunningen geformuleerd met als doel het overschot van woningen en woningbouwcapaciteit terug te dringen. Omdat het niet alleen gegunde projecten, maar ook bestemmingsplanmogelijkheden betreft is een aanvullend instrumentarium nodig. Op 31 oktober 2011 is door de Parkstadraad het “Structuurvisiebesluit wonen en retail” vastgesteld. Op grond van dit besluit kunnen bij het actualiseren van bestemmingsplannen de nog niet benutte ontwikkelingsmogelijkheden voor wonen en retail worden verwijderd tenzij deze passen binnen het bestaande beleid. Door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in nieuwe bestemmingsplannen wordt aan het structuurvisiebesluit uitvoering gegeven. Burgemeester en wethouders kunnen na afloop van een jaar ongebruikte retail- en bouwtitels van de verbeelding verwijderen. Op dit moment is nog niet duidelijk welke consequenties dit voor de grondexploitaties heeft.
134
c. Prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie Het meerjarig verloop van de ‘reserve grondexploitatie OBK’ is als volgt: 2013
2014
2015
2016
2017
Beginsaldo OBK-resultaten WOP-projecten*
1.274 98 -182
1.190 335 0
1.525 504 0
2.029 156 0
2.185 156 0
Eindsaldo
1.190
1.525
2.029
2.185
2.341
bedragen x € 1.000
* Dit betreft nog de doorwerking van eerdere projecten, er worden geen nieuwe WOP-projecten meer bekostigd vanuit de reserve.
De OBK-resultaten betreffen de winsten en verliezen uit grondexploitaties. Deze worden verderop nader aangegeven. Bij deze ramingen dient rekening te worden gehouden met een risicoprofiel. Naast externe factoren zoals vertragingen in juridische procedures, alsook de invloed van de krimp en de gevolgen van de kredietcrisis op de verkoop van gemeentelijke percelen, is de gewijzigde woningmarkt eveneens van invloed op deze ramingen. In Kerkrade-West zijn nog niet voor alle herstructurerings– en ontwikkelingsgebieden, zoals opgenomen in het uitvoeringsprogramma, gebiedsexploitaties opgesteld. Voor de Bestaande Wijk van Morgen en Transferium – doortrekking Akerstraat zal dat in 2013/2014 gebeuren. Op deze wijze kan het totale ontwikkelingsprogramma in financiële zin verder worden uitgewerkt. Op grond hiervan kan worden bepaald of aan ontwikkelende partijen een bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen kan worden gevraagd. De financiële gevolgen hiervan kunnen op dit moment niet worden aangeduid. In het kader van de diverse begrotingen en jaarrekeningen zijn de geraamde en gerealiseerde OBKresultaten telkens bijgesteld en eventueel naar latere jaren gefaseerd. In de tabel hieronder worden deze ramingen inzichtelijk gemaakt. Opeenvolgende realisatie c.q. ramingen van de resultaten OBK OBKrekening begroting resultaten 2011 2013 (jun2012) (okt2012) 2011 482 2012 -80 -80 2013 195 195 2014 259 259 2015 604 604 2016 156 2017 bedragen x € 1.000
135
rekening 2012 (jun2013)
begroting 2014 (okt2013)
-26 259 604 156
98 335 504 156 156
d. Onderbouwing van de (geraamde) winst- of verliesneming Op grond van een inschatting van de voortgang en resterende risico’s van de grondexploitaties wordt een raming gemaakt van de resultaten. Daarbij wordt rekening gehouden met de relevante verslagleggingsregels. Hieronder wordt een actueel overzicht gegeven van de geraamde resultaten van de verschillende grondexploitaties. bedragen x € 1.000
Project
raming 2013
raming 2014
raming 2015
raming 2016
raming 2017
Rodaboulevard Dislocaties: - Dir vd Mühlenlaan (Brede School) - Nassaustraat (Brede School) - Rolduckerstraat (Brede School) - Heistraat (Campus) - Pastoor Theelenstraat (Campus) Grachterheide 2b fase 49 woningen Grachterheide 3e fase 29 woningen Kaffebergsweg Kleingraverstraat Lupinestraat-Anemonenstraat Maria Gorettistraat Marktstraat - Einderstraat Op de Knip Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad Toekomstige herstructureringsprojecten
100
100
100
100
100
53 38 2 -
53 3 200 103 -
100 53 3 105 143 -
53 3 -
53 3 -
Subtotaal
193
459
504
156
156
Haghenstraat Kernwinkelgebied Kerkrade-West
-95 -
-124
-
-
-
Totaal
98
335
504
156
156
e. Beleidsuitgangspunten reserves in relatie tot de risico’s van grondzaken Beleidsuitgangspunten m.b.t. de reserves voor grondzaken In de vorm van de ‘algemene reserve OBK’ is een specifieke buffer voorhanden voor het opvangen van eventuele niet reeds voorziene/afgedekte risico’s in de totale grondexploitaties. Deze reserve heeft thans een omvang van circa € 1,25 mln. De specifieke risico’s van het OBK zijn in beeld en worden periodiek geactualiseerd. Vanuit de ‘reserve grondexploitatie OBK’ worden vervolgens alle grondexploitaties bekostigd danwel opbrengsten geparkeerd, o.a. ten behoeve van (majeure) investeringen. Deze reserve fungeert daarmee als “werkreserve” voor het OBK. Indien mogelijk worden subsidies ingebracht in de exploitaties, zoals bijvoorbeeld ISV-gelden. Voor de WOP-bijdragen ten laste van de reserve grondexploitatie OBK en de invloed van de Wro daarop wordt verwezen naar onderdeel b en de tabel bij onderdeel c. Duidelijk is dat mede op basis van het structuurvisiebesluit vanuit Parkstad tot intrekking van bouwtitels een aantal nieuwbouwontwikkelingen niet kunnen worden gestart cq. afgerond. De gevolgen hiervan zijn op dit moment niet duidelijk. Zoals bovenstaand is aangegeven zal een objectief afwegingskader als basis voor het verminderen van de plancapaciteit nog worden opgesteld. Indien een nieuwbouwlocatie, waarvoor een grondexploitatie is geopend, niet langer tot ontwikkeling kan komen, kan dit betekenen dat gronden moeten worden teruggekocht of anderszins een compensatie moet plaatsvinden. Eerst dan kan de grondexploitatie worden beëindigd. Hiervoor kan de reserve OBK worden benut.
136
Risico’s van de grondzaken In deze paragraaf zijn de risico’s van de grondexploitaties als gevolg van met name de economische crisis en de krimp uitgebreid behandeld. Hieronder volgt nog een aantal specifieke risico’s of relevante ontwikkelingen van de grondexploitaties. Juridische risico’s In december 2009 is de “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” vastgesteld. Deze visie geldt als kaderstellend beleidsdocument voor de periode 2010-2020. Voor de Gemeente Kerkrade geldt een ‘onttrekkingsopgave” van 1.490 woningen. Er is in 2010 gestart met een nadere uitwerking van de sloopopgave in relatie tot een beperkte nieuwbouwontwikkeling per stadsdeel. Duidelijk is dat niet alle woningbouwlocaties kunnen worden ontwikkeld. Met name voor de harde plannen, waarbij bouwvergunning is verleend, ontwikkelingsovereenkomsten zijn gesloten, in meerdere gevallen gronden zijn verkocht en zelfs bestemmingsplannen zijn vastgesteld, zal overleg met de ontwikkelende partijen noodzakelijk zijn. Gezocht dient te worden naar acceptabele oplossingen voor beide partijen, waarbij intrekking van de bouwvergunning, doch ook planaanpassing alsook zelfs mogelijke terugkoop van gronden een optie vormen. Door de invoering van de nieuwe Wro per 1 juli 2008 is de uitvoering van het grondbeleid veranderd. De gemeente is verplicht bij ieder bouwplan de kosten te verhalen. Bij voorkeur dient dit te geschieden via een anterieure overeenkomst. Dit vereist een onderhandeling met ontwikkelaars en de wijze waarop wordt onderhandeld over het verhalen van kosten die de gemeente maakt voor zo’n ontwikkeling kan vertragend werken. Dit geldt zeker voor projecten waarbij met betrekking tot het verhalen van die kosten de gemeente en de ontwikkelende partij geen overeenstemming kunnen bereiken. In dat geval zal een exploitatieplan moeten worden opgesteld. Het exploitatieplan dient gelijktijdig met het bestemmingsplan te worden vastgesteld. De gemeente gaat ervan uit dat in de meeste gevallen overeenstemming zal worden bereikt. De uitvoering van een aantal projecten kan worden vertraagd als tegen deze projecten bezwaar wordt gemaakt. Ten aanzien van de gemeentelijke grondexploitaties en het project Grachterheide geldt nog het oude regime, omdat de overeenkomst voor dat project gesloten is vóór 1 juli 2008. Planschade De risico’s met betrekking tot planschade worden zo veel mogelijk afgewenteld op de projectontwikkelaar. Echter bij projecten die de gemeente zelf uitvoert of waarvan de contracten reeds langer geleden zijn getekend, kan de planschade niet op een derde partij worden afgewenteld. Met betrekking tot de volgende projecten zijn planschadeverzoeken in behandeling: Ursulinenpark, Niersprinkstraat-Koninginnestraat, Grachterheide en, Rolduckerstraat. Marktrisico’s Door de gevolgen van de economische crisis en de krimp geldt een marktrisico voor de volgende kavels: Rodaboulevard, Rolduckerstraat, Pastoor Theelenstraat, Grachterheide, Kleingraverstraat, Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad, Dir. van der Mühlenlaan. Daarnaast beschikt het OBK nog nauwelijks over nieuwe winstgevende locaties, waarmee negatieve ontwikkelingen in de geprognosticeerde grondverkopen kunnen worden opgevangen. De noodzaak voor vernieuwing en sloop op bestaande woningbouwlocaties en voor revitalisering van bedrijfsterreinen neemt toe, met als gevolg een omgekeerde verdiencapaciteit (“er moet geld bij”), aldus het rapport van de rekenkamercommissie in 2009. In een plan van aanpak om deze ontwikkeling het hoofd te bieden is aangeduid dat een integrale aanpak noodzakelijk zal zijn. Door gerichte investeringen in de herstructurering van de woningvoorraad, in economische structuurversterking alsook in versterking van de identiteit van Kerkrade kan een omslag van een negatieve prijsspiraal naar een waardevermeerdering van vastgoed worden gerealiseerd. Kerkrade-West geldt in dit kader als een pilotproject. In het rapport van de accountant bij de jaarrekening 2012 wordt geadviseerd de frequentie van het actualiseren van de grondexploitatieberekeningen in het licht van de economische omstandigheden waar nodig te verhogen en de resultaatverwachtingen van de grondexploitaties met extra aandacht te monitoren. Verder wordt geadviseerd om de gevolgen van de stagnerende voortgang van de grondexploitaties doorlopend te blijven vertalen naar verwachte consequenties voor de
137
(meer)jarenbegroting om tegenvallers zo snel mogelijk inzichtelijk te maken. Via de paragraaf grondbeleid in de begroting (oktober) en rekening (juni) wordt u reeds geïnformeerd. Wij zullen daar waar relevant de commissie GEZ tussentijds extra informeren.
138
§8.
Krimp (omgaan met demografische ontwikkelingen)
Hoewel in dit document het onderwerp al diverse malen is aangesneden, wordt in deze paragraaf integraal ingegaan op de gevolgen van demografische ontwikkelingen. In deze paragraaf wordt de bevolkingsontwikkeling, de samenhang van de aanpak (visie) en maatregelen door de gemeente toegelicht. Daarnaast beschikt de gemeente hiermee over een instrument om jaarlijks de stand van zaken aan te geven en extra kosten als gevolg van demografische veranderingen meer inzichtelijk te maken. In 1992 telde de gemeente Kerkrade op zijn top 53.364 inwoners. Nadien manifesteerde zich een daling van de bevolking. De afname van het inwonertal is tevens een regionaal verschijnsel. Bevolking gemeente Kerkrade, 1 januari leeftijdsgroep 1990
2000
0 – 19 11.549 10.595 20 – 39 16.829 13.317 40 – 64 16.864 18.848 65 e.o. 7.888 8.698 totaal 53.130 51.458 bron: - reële cijfers: GBA Kerkrade - prognose: Etil Maastricht, rapport “Van groei naar krimp (najaar 2008)
2013 8.157 9.866 18.978 10.193 47.194
2020 7.100 9.000 15.900 10.900 42.800
Sinds begin jaren negentig wordt de krimp van de bevolking voor driekwart veroorzaakt door een sterfteoverschot: meer overledenen dan geborenen. Het overige kwart komt voor rekening van een negatief migratiesaldo. In de komende 7 jaar wordt een verdere teruggang van het inwonertal verwacht. Naar verwachting zal deze teruggang vooral veroorzaakt worden door een sterfteoverschot. Het proces van ontgroening en vergrijzing zal zich in de komende jaren voortzetten. In de voorbije 20 jaren heeft zich onder de jongere generaties tot 40 jaar een forse daling voorgedaan. Deze trend zal zich tot 2020 voortzetten; wel wordt verwacht dat deze dalende tendens zal afvlakken. Naast de daling van de bevolking zal in de komende jaren voor het eerst ook het aantal huishoudens geleidelijk afnemen. Het aantal huishoudens is tussen 2000 en 2013 stabiel gebleven. De gemiddelde grootte van de huishoudens is in deze periode gedaald van 2,25 naar 2,10. De verdunning van de huishoudens, met name een toename van het aandeel eenpersoonshuishoudens, wordt in de komende jaren voortgezet. Onderstaand wordt ingegaan op de visie van de gemeente op krimp en de opgaven voor de woningvoorraad, de openbare ruimte en de voorzieningen. Om een indruk te geven van de kosten komen ook de financiën kort aan bod. Het blijkt overigens bijzonder lastig om de uitgaven voor “krimp” exact af te zonderen. Omwille van de efficiëntie en doeltreffendheid worden binnen projecten namelijk vaak zaken integraal opgepakt. De gerelateerde kosten zijn verweven in alle posten. Rijk en Provincie blijken ook bijzonder geïnteresseerd te zijn in de krimpeffecten bij riolering, (buiten)sportaccommodaties en scholen. Hier wordt in deze paragraaf extra bij stilgestaan daar waar dit mogelijk is. Voor meer gedetailleerde informatie op bepaalde onderwerpen wordt verwezen naar beleidsveld 1 (Bouwen en Wonen) en paragraaf 7 (Paragraaf Grondbeleid). a. De visie van Kerkrade op de krimp De gemeente Kerkrade heeft de krimp als autonome ontwikkeling geaccepteerd. Kerkrade trekt in dit kader gezamenlijk op met de gemeenten in de stadsregio Parkstad Limburg. Er is voor diverse thema’s gezamenlijk beleid (onder andere wonen en retail) opgesteld en er zijn regionale afspraken hierover gemaakt. Bedreigingen De gevolgen van krimp werden steeds beter zichtbaar. Zo liep het leegstandscijfer van woningen en winkels in Kerkrade de laatste jaren verder op en lag leegstand dikwijls in combinatie met verpaupering op de loer. Het draagvlak voor voorzieningen komt onder druk te staan. Het voorzieningenniveau moet door minder inwoners gedragen worden. Eerst treedt een periode van transitie op; een overgang naar een nieuwe balans. Daar waar in het verleden veel voorzieningen op buurtniveau aanwezig waren, zullen deze nu meer geclusterd moeten worden. Tot slot zijn er brede en forse financiële gevolgen. De
139
inkomsten van de gemeente verminderen aanzienlijk (o.a. algemene uitkering, belastingen). Dit geldt ook voor externe partners (onderwijs, zorg, corporaties, culturele instellingen, etc). Daarentegen nemen de benodigde gemeentelijke uitgaven en die van de externe partners toe, zowel in de ruimtelijke, economische als sociale sector. Kansen De bevolkingsontwikkeling biedt ook kansen. Kerkrade kan, en zal, kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit. Niet alleen de woningvoorraad wordt verbeterd, maar ook de woonomgeving. Doordat er meer ruimte vrijkomt, zal er meer aanleg van groen in en om de wijken mogelijk zijn. Dit komt het woonen verblijfsplezier ten goede. De diverse centra en de voorzieningen krijgen een kwaliteitsimpuls. Door voorzieningen te bundelen, kan ook hier meer worden geïnvesteerd in minder. Naast deze kansen voor de wijken, blijft Kerkrade ook inzetten op de doorontwikkeling van het speerpunt toerisme. Dit heeft de laatste tijd al vruchten afgeworpen door een grote toename van bezoekersbestedingen en diverse stimuleringsprijzen. Tot slot bieden de ontwikkelingen van de (eu)regionale infrastructuurverbindingen kansen. Hierdoor verbreedt het draagvlak en kan Kerkrade samen met de partners zich op een hoger schaalniveau profileren. De bouw van twee campussen bij de RWTH in Aken kan een extra impuls betekenen. Om deze kansen goed te benutten, staat de gemeente de komende jaren voor een forse opgave. Deze pakt Kerkrade waar mogelijk lokaal en waar nodig (eu)regionaal op. De opgaven hebben ondermeer betrekking op de woningvoorraad, openbare ruimte en voorzieningen. Hoewel Kerkrade de opgave integraal benadert, worden deze drie aspecten verder toegelicht. Gemeentelijke visies Kerkrade heeft belangrijke strategische visies vastgesteld, waaronder de “Reisgids Kerkrade 2030”, de gemeentelijke structuurvisie “Kerkrade 2010-2020” en de stadsdeelvisies “Kerkrade-West” en “KerkradeOost I” waarin de demografische ontwikkelingen en de uitdagingen, waaronder de transformatieopgave van de woningvoorraad, het op peil houden van voorzieningen en leefbaarheid, de herinrichting van gebieden en openbare ruimten voor de komende decennia centraal staan. Zo zijn in de gemeentelijke structuurvisie gebieden aangewezen waarbinnen ontwikkeling, verdunning of beheer is voorzien. In de ontwikkelingsgebieden (Heilust/Spekholzerheide, Bleijerheide/Vroenhof en Rolduckerveld) zal de komende jaren met name een ingrijpende aanpak van de woningvoorraad en openbare ruimte plaatsvinden. Ook is in de integrale visie opgenomen dat Kerkrade de maatschappelijke voorzieningen zoals zorg-, onderwijs- en sportvoorzieningen concentreert en gelijkmatig verspreidt over de stad en deze kwalitatief verbetert. Voor de stadsdelen Kerkrade Noord en Oost II wordt in 2013 een stadsdeelvisie opgesteld. Gestreefd wordt om deze visie begin 2014 voor vaststelling aan te bieden aan de gemeenteraad en besturen van de deelnemende woningcorporaties Wonen Limburg en Wonen Zuid. De gemeentelijke structuurvisie is en wordt verder uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de stadsdelen West, Oost en Noord. Voor Kerkrade-West is een gemeentelijk budget van circa € 2,4 miljoen beschikbaar gesteld ten laste van de ‘reserve structuurfonds’. Overige partijen dragen, onder andere via het transformatiefonds, ook bij aan het project. De stadsdeelvisie Kerkrade-West fungeert als pilot voor de Limburgse wijkenaanpak. b. De herstructurering van de woningvoorraad In 2009 is de regionale herstructureringsvisie vastgesteld. Hieraan hebben alle Parkstadgemeenten en de daarin werkzame corporaties meegewerkt. In deze visie is op stadsdeelniveau de opgave tot 2020 vastgesteld. Een belangrijke uitdaging is de transformatie van de woningvoorraad. In januari 2013 is in het kader van de actualisatie van de transformatieopgave 2012-2020 de “netto-onttrekkingsopgave” per 1-12013 voor de Gemeente Kerkrade vastgesteld op bijna 1.490 woningen. Een omvangrijke ingreep, die zowel in de huur- als in de koopsector zal moeten plaatsvinden en die alleen in samenwerking met de woningcorporaties en met financiële steun van derden zoals Rijk en provincie kan worden aangepakt. Deze ingreep reikt verder dan de woningvoorraad alleen, maar heeft ook gevolgen voor de woonomgeving en de sociale structuur in de wijken.
140
De leegstand voor woningen bedroeg per 1-1-2013 5,2% (voorlopig cijfer) van de totale woningvoorraad (was: 6,1% in 2012 en 5,8% in 2011). Inmiddels is gestart met de omvangrijke sloop in Heilust en in Bleijerheide (hoogbouwflats) in het kader van de transformatieopgave. c. De herinrichting van de openbare ruimte Groen Ten gevolge van de sloop, zal er meer openbare ruimte in de wijken komen. Deze zal hoofdzakelijk groen worden ingericht. Er ontstaan op die manier groene plekken in de wijk, maar ook groene zones door de wijken. Hierdoor worden groenstructuren beter met elkaar verbonden en worden de stadsranden ‘verzacht’. Dit is een belangrijke kwalitatieve ontwikkeling, die in de gemeentelijke structuurvisie is opgenomen. De stedelijke gebieden van Kerkrade kennen namelijk een hoge bebouwingsgraad en er is weinig buurtgroen. Het groen van Kerkrade ligt niet in, maar tussen de diverse wijken. Door de ontwikkeling van rood naar groen, komen de huidige – te verbinden - groenstructuren beter tot hun recht en zal er meer buurt- en wijkgroen worden ontwikkeld. Op die manier ontstaan hoogwaardigere woonmilieus die een hogere leefbaarheid met zich meebrengen. Een klein deel van de extra openbare ruimte zal worden ingericht als parkeerterrein om de parkeerdruk met name in de nabijgelegen nauwe oude straten op te vangen. De toename van het totaal oppervlak van de openbare ruimte, zal ook effect hebben op de kosten van het in stand houden daarvan. Riolering Een specifieke situatie geldt voor het rioleringsstelsel. Afname van het rioleringsstelsel zal enigszins gaan plaatsvinden, maar veel minder sterk dan de bevolkingsontwikkeling. Dit verschijnsel staat ook bekend als “kostenremanentie”. Hierdoor zal de financiële last per inwoner gaan toenemen. In de bijgevoegde grafiek wordt een impressie gegeven van de afname van het aantal huishoudens (krimp) in relatie met de tarieven, op basis van de werkelijke cijfers van de rekening 2012 alsmede de meerjaren prognose van de evaluatie van het GRP in 2012 en de daarin vervatte aannames. Het betreft uiterst voorlopig cijfermateriaal. Jaarlijks wordt het Gemeentelijke Riolerings Plan geactualiseerd aan de hand van de werkelijke cijfers/aansluitingen. Krimpeffect cijfers rekening 2012
141
d. Concentratie van voorzieningen Zoals is aangegeven in de gemeentelijke brochure witboek krimp (mei 2011), gaat Kerkrade toe naar “Mooier door minder”. Dit betekent ondermeer het bundelen van voorzieningen. Op een aantal fronten was is dit al flink in gang gezet. Onderwijs In de gemeente Kerkrade wordt al enkele jaren gewerkt aan een "krimpproof" huisvesting van het basis en speciaal onderwijs. In verband hiermee vonden en vinden diverse investeringen en herschikkingen plaats op basis van een integraal huisvestingsplan. De laatste fase van dit plan bestaat uit de Nieuwbouw Plein en de renovatie en uitbreiding van de school voor ZMLK Jan Baptist. In het recente verleden is circa € 4,5 miljoen besteed voor de “brede school” Steltloper en voor school Plein circa € 5,6 miljoen besteed/gereserveerd. Voor de toekomstige kosten van investeringen en onderhoud is Kerkrade mede afhankelijk van de plannen en het beleid van het verantwoordelijk schoolbestuur (Movare). Dit schoolbestuur werkt momenteel aan een zogenaamd Masterplan voor haar scholen (daar zal een meerjarenonderhoudsplanning ook deel van uitmaken). Het is met name dit Masterplan dat inzicht zal moeten verschaffen in de ontwikkeling van de onderwijshuisvesting van het primair onderwijs in de gemeente Kerkrade. Movare heeft het Masterplan nog niet openbaar gemaakt. Zodra dit wel het geval is en daarover overeenstemming is bereikt kunnen mogelijk indicatieve rekenexercities worden gemaakt voor wat betreft de toekomstige kosten van krimp ten aanzien van onderwijs. Een ander onderwijsaspect is de mogelijke sluiting van scholen als gevolg van krimp. Op basis van leerlingenprognoses kan een inschatting worden gemaakt of er in de toekomst scholen onder de opheffingsnorm (Kerkrade 177) komen te vallen en dus met sluiting worden bedreigd. Dit aspect is onderdeel van het Masterplan. Op dit moment is sluiting van Kerkraadse basisscholen niet actueel. Wanneer scholen in Kerkrade minder dan 177 leerlingen hebben, wil dat overigens nog niet zeggen, dat deze scholen ook daadwerkelijk gesloten moeten worden. Schoolbesturen hebben namelijk de mogelijkheid om scholen met minder leerlingen dan de opheffingsnorm in stand te houden op basis van de zogenaamde gemiddelde schoolgrootte. Indien aan deze gemiddelde schoolgrootte kan worden voldaan handhaaft het ministerie de bekostiging en is sluiting dus niet nodig. Met het schoolbestuur SVO|PL is uitgebreid discussie gevoerd over de relatie die er wel of niet bestaat tussen het dalend leerlingenaantal in het voortgezet onderwijs Kerkrade en de bevolkingskrimp en de daaraan wel of niet te verbinden consequenties. Zoals bekend heeft dit geleid tot een uitvoerig onderzoek naar de haalbaarheid van volwaardig voortgezet onderwijs in Kerkrade. Uiteindelijk is gezamenlijk de conclusie getrokken, dat het niet verantwoord is het HAVO/VWO in Kerkrade nog langer in stand te houden. Resteert in Kerkrade het VMBO. De komende jaren zal een maximale inspanning moeten worden gedaan om aan te tonen dat het VMBO in Kerkrade, ondanks de bevolkingskrimp (en ondanks de situatie van de locatie Campus), voldoende bestaansrecht heeft. Sportaccommodaties Anticiperend op de krimpverwachting is bij de buitensportaccommodaties sinds 2000 het beleid gericht geweest op het terugbrengen van het aantal buitensportaccommodaties. Bij de voetbalaccommodaties zijn wij van 13 naar 6 teruggegaan. Tennis is naar 2 accommodaties teruggebracht en hockey naar 1. Daarnaast is bij alle buitensportaccommodaties een kwaliteitsslag gemaakt doordat de keuze voor kunstgras(voetbal/hockey) of kunststof(tennis)gemaakt. Voor de binnensportaccommodaties is een kwaliteitsslag nodig. Hiertoe zal een onderzoek worden uitgevoerd en een toekomstvisie worden opgesteld Overige Ten aanzien van gemeenschapshuizen is naast een “kale” reductie van het aantal, spreiding en upgrading noodzakelijk. Door deels renovatie en deels nieuwbouw moet worden voorzien in multifunctionele accommodaties die functioneren als spil in de wijk. Voor MFA Socioproject is € 2,3 miljoen besteed en voor MFA West moet rekening worden gehouden met een bedrag van € 4,0 miljoen. Er is gekozen voor een concentratie van retailvoorzieningen in een aantal benoemde clusters.
142
De opwaardering van een aantal wijkcentra wordt afgerond (Carboonplein - circa € 1,7 miljoen besteed, Maria Gorettiplein, kern Eygelshoven - circa € 3,1 miljoen besteed) en de stad staat aan de vooravond van een nieuwe impuls voor het stadscentrum (Centrumplan, € 13,0 + € 10 miljoen beschikbaar gesteld) en de herinrichting van het Atriumterrein (circa € 1 miljoen beschikbaar gesteld/gereserveerd). Voor de bedrijventerreinen wordt ingezet op revitalisering en beheer, in plaats van op uitbreiding. Regionaal is er voldoende capaciteit, dus wordt gekozen voor kwaliteitsverbetering van de bestaande terreinen. Kerkrade zal onverminderd inzetten op de doorontwikkeling van diverse toeristische voorzieningen, zoals die nu al succesvol aanwezig zijn. e. Overige onderwerpen Gelet op de bevolkingsontwikkeling, zal er meer behoefte aan zorg komen. Er komen immers meer ouderen. Er zal moeten worden ingespeeld op deze veranderende zorgvraag. Zowel sociaal, financieel als ruimtelijk moeten er maatregelen worden getroffen. Hierbij is ook de arbeidsmarkt een aandachtspunt. Doordat de beroepsbevolking afneemt en de zorgvraag toeneemt, ontstaat er mogelijk een tekort aan niet alleen zorgmedewerkers, maar ook het potentiële aanbod aan arbeidskrachten vermindert. Tot slot zal er ingezet moeten worden op de sociale cohesie. Door de veranderende bevolkingssamenstelling, de individualisering en de fysieke ingrepen in de wijken, verdient deze alle aandacht. Door een integrale aanpak zal Kerkrade moeten gaan voor een goed sociaal klimaat in de wijken en in de stad. In de gemeentelijke structuurvisie is aangegeven dat we een levensloopbestendige stad willen zijn met passende zorg en zelfredzame inwoners. f. Financiën Deze paragraaf is ook op verzoek van de provincie Limburg en het Ministerie van BZK opgenomen, in verband met de tijdelijke extra middelen die in de periode 2011 – 2015 worden ontvangen middels de algemene uitkering. Deze toevoeging zal na vijf jaar worden geëvalueerd en beoordeeld in het jaarlijkse Periodiek Onderhoudsrapport gemeentefonds (POR). Daartoe zal onderzoek worden gedaan bij de gemeenten die in aanmerking komen voor deze krimpmaatstaf. Krimpgelden Omdat een bedrag per feitelijk “verloren inwoner” wordt ontvangen en daarnaast de uitkeringsfactor kan veranderen met elke circulaire, is in de loop der tijd een schommeling in de extra middelen mogelijk. De actuele bedragen (peil meicirculaire 2013) zijn circa € 1,3 miljoen in 2011, € 1,1 miljoen in 2012, € 0,9 miljoen in 2013, € 0,7 miljoen in 2014 en € 0,6 miljoen in 2015. De bijdragen vanuit het Rijk zijn afgenomen ten opzichte van 2011. Dit wordt veroorzaakt omdat de bevolking iets minder snel blijkt te dalen dan verwacht en omdat de uitkeringsfactor mede als gevolg van de rijksbezuinigingen is verlaagd. Transformatiefonds Begin 2011 hebben Rijk, provincie en de stadsregio Parkstad Limburg gezamenlijk een zogenaamd “Transformatiefonds” opgericht om de structurele leegstand terug te brengen teneinde de leefbaarheid te verbeteren. In juli 2011 heeft de regio de Notitie Uitwerking Transformatiefonds vastgesteld. Alle partijen leveren een bijdrage van ieder € 14,75 miljoen aan dit fonds. Kerkrade levert daarin via haar deelname in de stadsregio ook haar aandeel. Initiatieven met een regionaal effect of pilots voor de regio kunnen rekenen op een bijdrage uit dit fonds. In de begroting, bestuursrapportages en jaarrekening van Parkstad Limburg wordt hierover steeds verslag gedaan. Relevante documenten m.b.t. financiële gevolgen door bevolkingsdaling Door de krimp daalt de algemene uitkering. Dit werd reeds in 2008 door de Raad voor de Financiële Verhoudingen (RFV) in haar rapport ‘Bevolkingsdaling, gevolgen voor bestuur en financiën’ voorspeld. In hoeverre sprake is van een evenredigheid tussen lagere inkomsten en lagere kosten is tevens onderzocht. De kern van hun verhaal was: ‘Krimpgemeenten hebben tijdens de krimp hogere lasten omdat het voorzieningenniveau niet evenredig kan dalen met het inwoneraantal. Hun vermogen om het voorzieningenniveau op peil te houden wordt daarmee serieus op de proef gesteld en nieuwe ontwikkelingen worden geblokkeerd’. De RFV staat hierin niet alleen. Uit Duits onderzoek (Prof. Dr. Martin Junkernheinrich, T.U. Kaiserslautern) blijkt dat krimpgebieden hiermee vaak worden geconfronteerd. Dit fenomeen wordt ook wel kostenremanentie genoemd. Dit doet zich bijvoorbeeld sterk voor bij het rioolstelsel. Het stelsel wordt niet kleiner bij een dalend inwoneraantal, het ligt er
143
immers, het is een complex en samenhangend systeem en moet (grotendeels) blijvend onderhouden worden om een goede werking te garanderen. In de Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte (maart 2012) is onderkend dat de ruimtelijke dynamiek verschillend is in Nederland en dat op termijn grote delen van het land op termijn gaan krimpen. Aangegeven is dat dit geen nationaal belang is en regionaal moet worden opgelost. Waar nodig zal het Rijk hierin faciliteren. Voor de komende periode komen er echter geen extra financiële middelen beschikbaar voor de krimpaanpak. Daarnaast is het rapport “Gemeentefinanciën, voorzieningen en ruimtelijke investeringen in krimpgebieden. Ontwikkelingen tot 2040. Kansrijke strategieën” (juli 2012) van belang. Hierin zijn de krimpregio’s Eemsdelta, Zeeuws-Vlaanderen en Parkstad Limburg nader onderzocht, met medewerking van de betreffende gemeenten. In het rapport staat onder meer dat: De gemeentefinanciën verslechteren. Circa 50% wordt veroorzaakt door de doorwerking op het gemeentefonds van de bezuiniging op de Rijksbegroting in enge zin en circa 10% wordt veroorzaakt door het wegvallen van de krimpgelden vanaf 2016. In de regio Parkstad doet het grootste gedeelte van deze verslechtering zich reeds voor in de periode tot 2020. De uitgaven van de gemeenten in Parkstad in de periode 2011-2040 met 7% zullen stijgen. Deze stijging zit voornamelijk in de kosten voor welzijn/zorg en openbare ruimte/wonen. De eigen inkomsten zullen tot 2040 met ruim 5% teruglopen. De eigen inkomsten zijn in Parkstad erg laag. De eigen inkomsten in de regio Parkstad worden voornamelijk bepaald door de onroerende zaken belasting. De kosten van kwijtschelding blijken relatief hoog in Parkstad. De kosten van de transformatieplannen voor wat betreft de woningvoorraad in Parkstad Limburg zijn gekwantificeerd in een maatschappelijke kosten-batenanalyse. In het transformatie alternatief in Parkstad komt een groot deel van de opgave voor rekening van de woningcorporaties. Aldus resteert een benodigde investering voor de overheid van € 124 miljoen in Parkstad. Tegenover deze kosten staat een aanzienlijke welvaartswinst. Met name bewoners profiteren van een verbeterde leefbaarheid zodat per saldo grotere maatschappelijke baten kunnen worden gerealiseerd. De beleidsopties zijn om de uitgaven te verlagen of de inkomsten te verhogen. De laatste optie is slechts beperkt mogelijk. Ten aanzien van voorzieningen wordt gepleit voor concentratie van voorzieningen en verder voor een goede analyse en afweging ten aanzien van nieuwbouw of renovatie bestaand vastgoed, aangezien nieuwbouw in de praktijk veelal duurder blijkt en er elders weer leegstand gaat optreden.
144
Financiële begroting
145
146
Dit gedeelte van de begroting omvat o.a. een nader overzicht van baten en lasten op totaalniveau en een uiteenzetting van de financiële positie, voorzien van een korte toelichting.
§1.
Financiële beschouwingen
De begroting 2014 is net niet sluitend. Dat is geen verrassing, aangezien de jaarschijf 2014 van de Voorjaarsnota 2013 financieel 1 op 1 vertaald is naar de begroting 2014. Onderstaand treft u een financiële samenvatting van de Voorjaarsnota aan voor de jaarschijven 2014 – 2017, althans voor die posten die de betreffende jaarschijven beïnvloeden. Voor een toelichting op de mutaties per beleidsveld verwijzen wij naar Voorjaarsnota 2013. blveld saldo begroting Najaarsnota 2012
2014
2015
2016
2017
193
272
825
825
algemene uitkering september- en decembercirculaire
0
-355
-5.370
-5.682
-6.032
Kapitaallasten
0
500
200
0
0
1/0
-50
0
50 433
433
-839
-433
-433
-450
-900
-1.350
-1.800
-112
-5.798
-6.207
-7.007
voortzetten startersregeling ten laste van reserve stadsvernieuwing wsw – begroting wozl 2013
9/0
1.008
1.029
wsw – van/naar reserve essent
9/0
-1.008
-190
wsw – naar reserve wsw
9/0
wsw – mogelijke korting subsidie arbeidsplaatsen
9/0
saldo begroting 2014 peil Voorjaarsnota 2013
In de Najaarsnota 2013 treft u weer aan een volledig geactualiseerd beeld aan de hand van de laatste ontwikkelingen alsook voorgestelde maatregelen om de begroting meerjarig weer sluitend te krijgen. De Najaarsnota omvat tevens de gevolgen van de meicirculaire 2013. In de “Staat van reserves en voorzieningen” die bij de bijlagen achterin dit boekwerk is opgenomen, treft u aan een meerjarig overzicht van alle reserves en voorzieningen (peil VJN2013). Overigens heeft de raad in juni 2013 nog besloten om een bedrag van € 1 miljoen te onttrekken aan de “reserve structuurfonds” in verband met de anstelvallei, een bedrag van € 0,6 miljoen hieruit te reserveren ten behoeve van de aankoop percelen industriestraat en een bedrag van € 10 miljoen beschikbaar te stellen voor de ontwikkeling van het centrumplan. Dit wordt financieel pas verwerkt in de Najaarsnota 2013. De investeringsambities worden gedekt door de vrije ruimte structuurfonds (incl. de bedragen uit het regulier investeringsprogramma), een deel van de vrije ruimte “reserve essent” en een herprioritering binnen het regulier investeringsprogramma. In de Najaarsnota 2013 wordt wederom een actueel overzicht gegeven van de reserve structuurfonds/investeringsambities.
§2.
Financiële positie
Op de hierna volgende pagina’s is een overzicht van de baten en lasten per beleidsveld opgenomen voor zowel de rekeningcijfers 2012, de bijgestelde begroting 2013 als de (primaire) begroting 2014 – 2017. Tevens is het meerjarig verloop van de reserves/voorzieningen en het investeringsprogramma weergegeven. Dit alles financieel op peil Voorjaarsnota 2013. In het overzicht per beleidsveld is eerst het saldo vóór mutaties reserves zichtbaar gemaakt. Vervolgens worden de begrote toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zichtbaar gemaakt, om te komen tot het begrotingssaldo. Bovengenoemde gegevens zijn ook vermeld bij de diverse beleidsvelden.
147
Een overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen inclusief de post onvoorzien wordt weergegeven in het onderdeel “algemene dekkingsmiddelen” van de beleidsbegroting. Voor wat betreft de financiering wordt verwezen naar de beleidsbegroting, onderdeel “Financieringsparagraaf (treasury)”. Voor een uitgebreider overzicht van de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar het overzicht “Staat van reserves en voorzieningen” bij de bijlagen achter in dit boekwerk. Zoals in de beleidsbegroting al aangegeven bij de “algemene dekkingsmiddelen” zullen de gevolgen van de meicirculaire 2013 worden verwerkt in de Najaarsnota 2013, samen met de overige ontwikkelingen ná de Voorjaarsnota 2013. Volledigheidshalve wordt hieronder voor de jaren 2013 - 2017 een doorkijk gegeven van de effecten van de meicirculaire 2013 op basis van actuele gegevens.
Resultaat meicirculaire 2013 – excl.effect zorgakkoord verzachten korting huishoudelijke hulp
2013
2014
2015
2016
2017
-844
37
-1.236
-2.027
-1.765
2.400
2.500
2.500
Effect zorgakkoord verzachten korting huish.hulp
Oorspronkelijk bedroeg de korting op de huishoudelijke hulp volgens het regeerakkoord 75%. De korting is als gevolg van het later gesloten zorgakkoord verzacht naar 40%. Voor de algemene uitkering sec betekent dit een plus. In de voorstellen om de begroting wederom sluitend te krijgen, is echter rekening gehouden met het doorvertalen van de korting naar de wmo-uitgaven. Daarmee het rijksbeleid volgend. Minder korting betekent in beginsel een lagere doorvertaling naar de uitgavenkant. Voor het begrotingssaldo is de verzachting derhalve neutraal en is alleen de eerste regel (negatieve reeks) relevant. Een actueel en meer gedetailleerd beeld van álle plussen en minnen t.o.v. het begrotingssaldo wordt gegeven in de Najaarsnota 2013, inclusief de maatregelen om te komen tot een sluitende begroting. Voor de bepaling van de financiële consequenties van het pakket aan maatregelen uit de circulaire e.d. is de meerjarige ontwikkeling van onder meer woonruimtenvoorraad, inwoneraantallen en bijstandsontvangers belangrijk. Daarbij zijn de volgende geactualiseerde uitgangspunten gehanteerd: Maatstaf
2014
2015
2016
2017
inwoners
47.050
46.900
46.750
46.600
2.044
2.182
2.320
2.348
24.734
24.604
24.474
24.344
1,516
1,476
1,475
1,474
€ 54.795
€ 50.636
€ 50.178
€ 50.090
bijstandsontvangers woonruimten uitkeringsfactor totaal algemene uitkering x € 1.000
Voor de stijging van het aantal bijstandsontvangers zijn de landelijke prognoses gehanteerd, gekoppeld aan de huidige aantallen. Met name vanaf 2015 worden de rijksbezuinigingen merkbaar. In het bedrag vanaf 2015 is tevens meegenomen de korting op de huishoudelijke hulp volgens het regeerakkoord, welke als gevolg van het later gesloten zorgakkoord nog is verzacht van 75% naar 40% (zie ook resultaat meicirculaire).
148
Recapitulatie baten en lasten per beleidsveld tot en met voorjaarsnota 2013 = primaire begroting 2014 nr
omschrijving beleidsveld
bijgestelde begroting 2013
rekening 2012
primaire 2014
meerjarenbegroting 2015
( x € 1.000 ) meerjarenbegroting 2016
meerjarenbegroting 2017
Lasten 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Algemene dekkingsmiddelen Bouwen en wonen Verkeer en vervoer Milieu Economie en toerisme Veiligheid en handhaving Jeugd Welzijn, sport en cultuur Zorg Werk en inkomen Bestuur en bedrijfsvoering Beheer
Totaal lasten
3.979 21.792 1.409 5.576 1.965 6.943 8.384 9.540 21.205 67.234 10.564 16.716
2.689 5.661 1.422 5.791 1.756 7.087 9.780 9.549 18.622 66.632 10.152 16.022
3.369 3.579 1.391 6.266 1.372 6.590 7.469 9.724 17.668 66.628 10.030 15.229
4.818 3.367 1.379 6.258 1.368 6.649 7.087 8.206 17.359 68.161 9.601 15.051
5.528 3.356 1.367 6.258 1.325 6.648 6.963 7.964 17.487 68.569 9.532 15.045
5.777 3.317 1.354 6.258 1.321 6.648 6.876 7.824 17.341 69.808 9.534 15.104
175.307
155.163
149.315
149.304
150.041
151.162
72.533 3.208 646 6.003 687 766 1.446 905 3.175 58.098 954 5.951
69.322 2.080 860 5.237 760 702 971 878 1.837 60.006 667 5.912
69.896 675 857 5.859 731 438 328 841 1.669 60.576 687 5.842
64.420 1.069 854 5.859 731 438 328 808 1.680 61.929 634 6.013
64.551 621 851 5.859 731 438 328 774 1.680 61.906 634 6.016
64.146 621 847 5.859 731 438 328 739 1.680 62.696 634 6.017
154.372
149.233
148.399
144.762
144.388
144.737
-20.935
-5.931
-916
-4.542
-5.653
-6.426
Baten 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11
Algemene dekkingsmiddelen Bouwen en wonen Verkeer en vervoer Milieu Economie en toerisme Veiligheid en handhaving Jeugd Welzijn, sport en cultuur Zorg Werk en inkomen Bestuur en bedrijfsvoering Beheer
Totaal baten
Saldo van baten en lasten nr
omschrijving beleidsveld
bijgestelde begroting 2013
rekening 2012
meerjarenbegroting 2014
meerjarenbegroting 2015
meerjarenbegroting 2016
meerjarenbegroting 2017
Mutaties reserves - toevoegingen 00 01 03 04 11
Algemene dekkingsmiddelen Bouwen en wonen Milieu Economie en toerisme Beheer
Totaal toevoegingen
6.495 709 0 87
3.201 93 693 100 174
4.069 159 0 100 0
3.462 504 0 100 0
2.866 56 0 100 0
2.866 56 0 100 0
7.291
4.261
4.328
4.066
3.022
3.022
29.568 354 0 0
9.900 693 741 0
4.559 500 0 73
2.818 0 0 -7
2.395 0 0 74
2.245 0 0 196
29.922
11.334
5.132
2.811
2.468
2.441
1.696
1.142
-112
-5.798
-6.207
-7.007
Mutaties reserves - onttrekkingen 00 01 03 11
Algemene dekkingsmiddelen Bouwen en wonen Milieu Beheer
Totaal onttrekkingen
Resultaat
149
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2014 - 2017 nr.
situatie 1.1.2014
omschrijving
situatie 1.1.2015
situatie 1.1.2016
situatie 1.1.2017
situatie 1.1.2018
ALGEMENE RESERVE
201
algemene reserve BESTEMMINGSRESERVES
301 302
5.215
5.215
5.215
5.215
5.215
798 2.251
798 2.178
798 2.185
798 2.111
798 1.915
1.925 59
2.115 59
2.326 59
2.537 59
2.748 59
3.831 55
4.315 55
4.315 55
4.315 55
4.315 55
11 16
11 23
11 30
11 37
11 44
1.066
1.325
1.929
2.085
2.241
1.250 19
1.250 19
1.250 19
1.250 19
1.250 19
611 83
562 83
547 83
609 83
711 83
1.823 1.602
1.823 1.258
1.823 1.044
1.823 891
1.823 782
265
265
265
265
265
63
63
63
63
63
965 15.179
715 16.187
715 16.377
715 16.377
715 16.377
2.428
416
65
0
0
10 730
10 706
849 682
1.282 658
1.715 634
40.255
39.451
40.705
41.258
41.838
232
232
232
232
232
412 1.500
442 1.500
472 1.500
502 1.500
532 1.500
2.113 854
2.113 354
2.113 0
2.113 0
2.113 0
391
254
117
-1
-1
27
27
27
27
27
5.529
4.922
4.461
4.373
4.403
45.784
44.373
45.166
45.631
46.241
ter egalisatie van tarieven
egalisatiereserve afvalverwerking egalisatiereserve riolen OVERIGE BESTEMMINGSRESERVES
403 405 407 408 409 421 422 423 424 425 426 429 431 435 436 438 439 440 441 442
reserve FWI reserve H R M reserve kernagenda parkstad reserve verenigingen / vrijwilligers reserve ondernemersfonds reserve plantsoenen reserve grondexploitatie obk algemene reserve obk reserve stadsmarketing reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve liquidatie sanering mijnterrein reserve parkeerfonds exploitatie reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen reserve evenementen reserve gaia reserve stadsvernieuwing reserve essent reserve structuurfonds reserve wsw reserve gebouwen TOTAAL RESERVES
VOORZIENINGEN
608 620 621 622 624
v. verplichtingen, verliezen en risico's
voorziening voor oninbare belastingdebiteuren voorziening pensioenverplichting wethouders voorziening dubieuze debiteuren sozawe voorziening verkoop essent voorziening projecten DOOR DERDEN BEKLEMDE MIDDELEN
610 623
met spec.aanw.richting *
voorziening BWS voorziening dialect activiteiten
TOTAAL VOORZIENINGEN TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
150
bedragen x 1.000 euro
nr. u/v
omschrijving
raming 2013
raming 2014
raming 2015
raming 2016
raming 2017
raming 2013 2017
I Reguliere investeringen kp. kp. kp. 00 00 02 02 04 04 06 07 07 08 08 09 10 11 11 11 11 11 11 11
v v v u u u v u u u u v v v v u v v v v v v v
vervanging GBA-pakket ICT investeringen diverse transportmiddelen onvermijdbaar investeringsambities verkeer en vervoer: duurzaam veilig parkeren euregionaal eurodepark stadsmedianetwerk scouting gregor brokamp gemeenschapshuizen groot onderhoud en renovatie sportvelden wmo-hulpmiddelen wmo-trapliften reguliere ICT projecten SoZaWe stemmachines regulier wegen, straten en pleinen civieltechnische kunstwerken openbare verlichting gemeentelijke gebouwen herinrichting park Erenstein openbaar groen vastgoed info systeem
totaal reguliere investeringen
0 385 165 148 2.300 0 20 19 150 150 1.317 68 675 125 150 0 2.602 83 155 691 40 525 30
0 385 96 100 2.100 217 20 0 0 0 0 75 675 125 50 125 2.164 95 155 450 0 400 30
0 325 40 100 0 170 20 0 0 0 0 75 675 125 50 0 2.164 71 155 450 0 400 30
0 325 41 100 0 170 20 0 0 0 587 75 675 125 50 0 2.164 99 155 450 0 400 30
40 325 41 100 0 170 20 0 0 0 0 75 675 125 50 0 2.164 52 155 450 0 400 30
40 1.745 383 548 4.400 727 100 19 150 150 1.904 368 3.375 625 350 125 11.258 400 775 2.491 40 2.125 150
9.798
7.262
4.850
5.466
4.872
32.248
351 1.500 83 3.612 2.000
200 0 0 3.612 1.900
200 0 0 0 1.900
200 0 0 0 2.925
200 0 0 0 2.950
1.151 1.500 83 7.224 11.675
7.546
5.712
2.100
3.125
3.150
21.633
II Overige investeringen 06 06 10 11 11
v u u u v
onderwijsvoorzieningen nieuwbouw basisschool plein discussie- en camerasysteem raadzaal buitenring riolen
totaal overige investeringen
III Leningen 07
u lening Holding Stadion Kerkrade BV
totaal leningen
Totaal investeringen en leningen
2.100
0
0
0
0
2.100
2.100
0
0
0
0
2.100
19.444 12.974
151
6.950 8.591 8.022 55.981
§3.
Toelichting baten en lasten
In verband met de integrale benadering beleid versus financiën zijn bij de beleidsvelden ook opgenomen de analyses van de belangrijkste en bestuurlijk relevante afwijkingen van de begroting 2014 versus de rekening 2012 en de bijgestelde begroting 2013. Derhalve worden deze in dit gedeelte van de begroting niet nogmaals opgenomen. Tevens is bij de beleidsvelden aangegeven welke onderdelen nieuw beleid 2014 e.v. betreffen en is meer inzicht gegeven in de incidentele posten. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. Zie verder ook paragraaf 1. De “macro”-analyse van de kostenplaatsen/indirecte kosten en van de algemene dekkingsmiddelen en diverse overige mutaties in het administratieve beleidsveld 0 is verderop in deze paragraaf opgenomen. a.
Uitgangspunten begroting 2014 - 2017
Bij het samenstellen van de meerjarenbegroting 2014 - 2017 zijn onder andere de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Loonsom In de primaire begroting 2014 is het meest recente CAO-akkoord (die tot 1 januari 2013 liep) verwerkt inclusief de meerjarige gevolgen. Er is nog geen nieuwe CAO. Voor 2013 e.v.j. is niet voorzien in een nieuwe loonstijging. Gelet op de aanhoudende druk op de overheidsfinanciën in samenhang met de economische situatie wordt de kans op een nieuwe loonstijging voorlopig als laag ingeschat. Bovendien is het beleid dat steeds kritisch zal worden bezien in hoeverre een invulling van een vacature noodzakelijk is in relatie tot de ontwikkeling van de organisatie. De komende jaren zal als gevolg van bezuinigingsoperaties ook worden ingezet op een bezuiniging op de loonsom. - Prijspeil Daar waar ten tijde van de Voorjaarsnota 2013 “prijsontwikkelingen” bekend en goedgekeurd waren is hierin voorzien. - Kapitaallasten De provincie stelt eisen aan de becijfering van de kapitaallasten van de investeringen. Aan de hand van het investeringsprogramma worden de kapitaallasten per begrotingsjaar becijferd, rekening houdende met een gemiddelde investeringsdatum per 1 juli en gehanteerde rekenrente. De kapitaallasten behorende bij het huidige investeringsprogramma voldoen aan deze provinciale eis. In de Financiële verordening gemeente Kerkrade ex. art.212 GW zijn ten aanzien van de afschrijvingen nadere kaders vastgelegd. - Algemene uitkering Bij de becijfering van de algemene uitkering zijn de cijfers van de decembercirculaire Gemeentefonds 2012 (inclusief regeerakkoord) gehanteerd voor wat betreft de basis van de algemene uitkering. Zie verder de paragraaf “Algemene dekkingsmiddelen” in de beleidsbegroting en paragraaf 2. Bij laatstgenoemd onderdeel is tevens een doorkijk gegeven van de effecten van de meicirculaire 2013. - Budgettair egaliserende reserves Conform de Nota reserves en voorzieningen 2011 bestaan thans een aantal reserves die een (budgettair) egaliserend karakter hebben. Het betreft thans de volgende reserves: egalisatiereserve afvalverwerking, egalisatiereserve riolen, reserve FWI, reserve kernagenda parkstad, reserve grondexploitatie OBK, reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs, reserve gaiapark en, sinds de invoering van het ondernemersfonds per 2009, de reserve ondernemersfonds. Ook de recent gevormde reserve WSW heeft een egaliserende werking. b. Analyse kostenplaatsen / algemene dekkingsmiddelen De kostenplaatsen worden via een bepaalde systematiek doorberekend naar de beleidsvelden (kostendragers), op basis van uren en tarieven. Per beleidsveld is reeds inzicht gegeven in de incidentele lasten en baten per jaarschijf. Hierna volgt nog een meer specifiek overzicht van de incidentele lasten en baten voor wat betreft de kostenplaatsen en algemene dekkingsmiddelen.
152
Kostenplaatsen / dekkingsmiddelen Incidentele posten Lasten
algemene
Bijgestelde begroting 2013 959
Huisvesting veiligheidshuis
30
Reservering tbv microsoft licenties
76
Human Resource Management
24
Bestelauto’s
10
Inhuur personeel sector stob
25
Inhuur personeel sector mazo Vrijval project tenniscomplexen en kunstgrasvelden tbv investeringsambities structuurfonds Overheveling van het restant investeringsambities structuurfonds van 2012 naar 2013 Ten behoeve van de viering van 100 jaar raadhuis verlaging van onvoorzien
Baten Opbrengst ozb niet- woningen ivm daling waarden scholen voortgezet onderwijs Dividenden conform voorjaarsnota 2013
Totaal incidenteel
Primaire begroting 2014 36
Bedragen x €1.000 Meerjaren Meerjaren Meerjaren begroting begroting begroting 2015 2016 2017 36
36
36
-36
-36
255 373
186 -20
65 -22 87
-894
Afwijkingen rekening 2012 - begroting 2014 Kapitaallasten De kapitaallasten nemen af hetgeen een gevolg is van vervroegde afschrijving in 2012 in verband met de aflossing tranche A van de bruglening Enexis. P-budgetten, macro De loonsom daalt in 2014 t.o.v. 2012 met ruim € 100.000 met name door een dalend verloop van de FPU – uitkeringen. Gebouwenbeheer Door lagere schoonmaakkosten en containerrechten zijn de lasten in 2012 bijna € 20.000 minder dan begroot in 2014. Facilitaire materialen De voor 2014 begrote drukkerij materialen en huur kopieermachines bedragen € 33.000 minder dan de uitgaven in 2012. Beheer telefonie In 2012 zijn € 23.000 minder besteed dan begroot in 2014. Beheer infrastructuur Door de samenwerking en de dienstverleningsovereenkomst met de gemeente Heerlen zijn de exploitatiekosten voor ict gestegen met € 255.000. Door vrijval van investeringsbedragen ict is hier budget voor gecreëerd. Human Resource Management In 2012 zijn voor Arbo en diensten derden € 82.000 meer besteed dan begroot in 2014.
153
Centraal goederenmagazijn Er is in 2012 voor € 33.000 meer magazijngoederen ingekocht dan begroot in 2014.
Afwijkingen begroting 2013 na bijstelling - begroting 2014 Kapitaallasten De kapitaallasten nemen af door lagere afschrijvingskosten. Gebouwenbeheer Het budget diensten derden is in 2013 met € 30.000 verhoogd in verband met een administratieve verrekening van de huisvestingskosten van het veiligheidshuis. Human Resource Management Voor bedrijfshulpverlening en diensten derden is in 2013 extra € 24.000 beschikbaar gesteld.
Afwijkingen begroting 2015-2017 - begroting 2014 Kapitaallasten Met name als gevolg van lagere afschrijvingen op de bestaande activa (gevoteerde kredieten t/m 2012) en de door aflossingen afnemende rentelasten van langlopende leningen, vallen de kapitaallasten jaarlijks lager uit. (NB: het budget voor de kapitaallasten van de investeringen geraamd in het investeringsprogramma is opgenomen bij het administratieve beleidsveld 0 en niet bij de kostenplaatsen; dit gebeurt pas nadat de investeringen daadwerkelijk zijn gevoteerd).
Investeringen begroting 2014
Bedragen x €1.000 Gewijz. ram.2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming 2016
Raming 2017
Raming totaal
Uitbreiding
2.448
2.200
100
100
100
4.948
Vervanging
550
481
365
366
406
2.168
2.998
2.681
465
466
506
7.116
Totaal tbv kostenplaatsen en beleidsveld 0
Afwijkingen ramingen 2013-2017 Voor de vervanging van het GBA-pakket is € 40.000 geraamd in 2017. Voor ict-investeringen is voor de jaren 2013-2017 in totaal € 1.745.000 beschikbaar. In de voorjaarsnota 2013 is het dekkingsplan van de vervanging van de bedrijfsvoertuigen geactualiseerd. De jaarschijven 2013 en 2014 zijn hiertoe verhoogd met € 25.000. Het restant-budget overmijdbaar / algemeen van 2012 ad € 48.000 is overgeheveld naar de jaarschijf 2013. Door herprioritering van reguliere investeringen is voor investeringsambities € 4.400.000 beschikbaar (vjn 2011).
154
c. Analyse algemene dekkingsmiddelen Onderstaand volgt een samenvatting van de mutaties van de VJN2009 t/m VJN2013, voor zover zij nu nog leiden of hebben geleid tot een afwijking voor de jaren 2012 t/m 2017 ( jaar t-2 t/m t+4). De jaarschijven die niet meer relevant zijn, worden weggelaten in de teksten. Dit betreft alleen de algemene dekkingsmiddelen en diverse mutaties reserves. NJN2009 De meicirculaire gaf per saldo de volgende tegenvallers: -/- € 1.413.000 (2012) en -/- € 2.376.000 (2013). Plusindexering van de hondenbelasting leidt tot een positieve reeks die oploopt van € 30.000 in 2012 en naar € 40.000 vanaf 2013. VJN2010 De septembercirculaire liet toch nog een positief beeld zien, resulterend in een voordeel van € 549.000 in 2012 en oplopend naar € 608.000 vanaf 2013. NJN 2010 De juni-circulaire 2010 gaf meevallers van € 2.900.000 (2012), € 3.690.000 (2013), € 3.190.000 (2014 evj). Met name positief door tijdelijke krimpgelden (2012-2015) en ontwikkelingen bijstand. De dividendramingen zijn meerjarig bijgesteld. Dit betreft Enexis, Attero, Publiek Belang en BNG. Incidentele dividendmeevallers waren er als gevolg van de verdere afwikkeling van de verkooptransactie Essent. Dit leidt tot de volgende reeks: € 325.000 (2012) en € 360.000 (2013 e.v.j.). VJN 2011 De septembercirculaire 2010 resulteert in de volgende reeks: -/- € 444.000 (2012), -/- € 111.000 (2013), +/+ € 613.000 (2014), +/+ € 419.000 (2015 e.v.j.), met name als gevolg van meevallende accressen. NJN 2011 De meicirculaire 2011 resulteert in de volgende reeks: -/- € 183.000 (2012), -/- € 632.000 (2013), -/- € 603.000 (2014 e.v.j.), met name als gevolg van ontwikkeling bijstandsontvangers. Op grond van actuele renteontwikkelingen en liquiditeitsprognoses is een voordeel becijferd op de kapitaallasten: € 100.000 (2012 en 2013) en € 60.000 (2014 e.v.j.). VJN 2012 In 2012 is de tweede tranche ontvangen inzake de liquidatie-uitkering IZA-Nederland +/+ € 66.000. Op grond van actuele renteontwikkelingen, ontwikkelingen in het investeringsprogramma en liquiditeitsprognoses is een voordeel becijferd voor 2012 ad € 700.000 en voor 2013 ad € 300.000. Het voortzetten van de reguliere indexering van 1,5% voor de jaren 2013 en 2014 leidt met betrekking tot de opbrengst OZB tot een hogere meerjarige reeks. +/+ € 136.000 (2013) en +/+ € 276.000 (2014 e.v.j.). Stijging van het aantal overnachtingen alsmede een verhoging van het tarief toeristenbelasting leidt tot een structureel voordeel van € 32.000 met ingang van 2012. Afroming van de restruimte “onvoorzien” leidt tot een incidenteel voordeel voor 2012 ad € 200.000. NJN 2012 De junicirculaire 2012 resulteert in de volgende reeks: -/- € 226.000 (2012), -/- € 706.000 (2013), -/- € 907.000 (2014), -/- € 855.000 (2015) -/- € 310.000 (2016 e.v.j.), met name als gevolg van fors afnemende accressen. Voor 2012 is er nog een kleine plus van € 57.000 i.vm. afrekening van oude jaren. De dividendramingen zijn meerjarig bijgesteld. Dit betreft Enexis, Attero, en BNG. Incidentele dividendmeevallers waren er als gevolg van de verdere afwikkeling van de verkooptransactie Essent. Dit leidt tot de volgende reeks: -/- € 137.000 (2012), -/- € 168.000 (2013) en -/- € 180.000 (2014 e.v.j.).
155
Een extra verhoging van de opbrengsten belastingen, heffingen en leges resulteert in een meeropbrengst van afgerond naar beneden van € 100.000 m.i.v. 2013. Het onderhandelingsakkoord voor de CAO voor de sector gemeenten die eindigde op 31-12-2012 resulteerde in een nadeel voor de formatieloonsom van € 460.000 in 2012 en een nadeel van € 215.000 in 2013. Vanaf 2014 waren de beschikbare middelen nog toereikend om de gevolgen van het akkoord op te vangen. VJN 2013 De septembercirculaire 2012 resulteert in de volgende reeks: -/- € 279.000 (2013), -/- € 80.000 (2014), -/- € 210.000 (2015), -/- € 182.000 (2016 en 2017). Om de begroting in 2013 sluitend te houden is het bedrag van € 279.000 onttrokken aan de reserve parkeerfonds (in 2012 is nog € 446.000 toegevoegd aan dat fonds als gevolg van diezelfde circulaire). De decembercirculaire 2012 resulteert in de volgende reeks: +/+ € 305.000 (2013), -/- € 275.000 (2014), -/- € 5.160.000 (2015), -/- € 5.500.000 (2016) en -/- € 5.850.000 (2017). De ramingen 2013 dividend geven per saldo (incidenteel) een plus van € 87.000. Actualisering van de financieringsbehoefte en aanscherping van de uitgangspunten voor de berekening van de rente geven een voordelig resultaat van de kapitaallasten van € 750.000 in 2013 en € 500.000 in 2014 e.v.j. Extra kapitaallasten in verband met realisering van de investeringsambities leiden tot een nadeel van € 300.000 in 2015 en € 500.000 in 2016 en 2017.
d. Inzet reserves en voorzieningen In de bijlagen hierna is de staat van reserves en voorzieningen (peil VJN2013) weergegeven en een nadere toelichting op de reserves en voorzieningen. In deze staat is rekening gehouden met de storting van het rekeningresultaat 2012 van € 1.696.000 in de reserve parkeerfonds exploitatie. De reeks voor de reserve grondexploitatie OBK kan afwijken met de reeks zoals weergegeven in de paragraaf grondbeleid van de begroting. De reeks is nog gebaseerd op peil VJN2013, terwijl in de paragraaf de meest recente prognoses zijn opgenomen. Bedragen*€ 1.000 (peil VJN2013) Primaire begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
Meerjaren begroting 2016
Meerjaren Begroting 2017
Toevoegingen (lasten -/-)
4.328
4.066
3.022
3.022
Onttrekkingen (baten +)
5.132
2.811
2.469
2.442
30
30
30
30
Mutaties reserves / voorzieningen Reserves
Voorzieningen Toevoegingen (lasten -/-) Onttrekkingen (baten +)
Totaal incidenteel
637
491
118
0
1.411
794
465
610
De lasten en baten betreffen o.a. de volgende toevoegingen en onttrekkingen: 403 Reserve FWI T.b.v. de budgettaire neutraliteit vinden per jaareinde nog afsluitende boekingen plaats aan de hand van de werkelijke lasten en baten, vooralsnog zijn geen mutaties geraamd.
156
407 Reserve kernagenda Parkstad Via deze reserve wordt gespaard voor de Buitenring. T/m 2014 vinden nog toevoegingen en onttrekkingen plaats, per saldo groeit de reserve nog met circa € 0,5 miljoen in 2014. De reserve wordt gebruikt als onderdeel van de totale dekking van de kosten van de buitenring (uitgaande van aandeel Kerkrade circa € 14,449 miljoen en geraamde grondopbrengsten circa € 1,449 miljoen, per saldo een investering van € 13 miljoen). 422 Reserve grondexploitatie Via deze reserve vindt egalisatie van de kosten en opbrengsten van de grondexploitaties plaats. De reserve laat een groei zien van € 1.066.000 begin 2014 naar 2.242.000 eind 2017. Deze groei is gerelateerd aan de ramingen van de resultaten, welke echter slechts een zachte status hebben. Meer informatie is opgenomen in de paragraaf grondexploitatie. 425 Reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs. De structurele toevoeging bedraagt € 2.215.000. De kapitaallasten van de onderwijsinvesteringen worden afgedekt uit deze reserve. Deze variëren tussen € 2.264.000 in 2014 tot € 2.113.000 in 2017. Op basis van de feitelijke ontwikkelingen worden per jaareinde steeds de correcte bedragen onttrokken. De actuele investeringen zullen een aanvullend beslag leggen op deze reserve. 431 Reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen. Er zijn diverse onttrekkingen geraamd in verband met verplichtingen. Wanneer de diverse verplichtingen daadwerkelijk tot uitbetalen komen c.q. wanneer dit voldoende duidelijk is , worden via begrotingsbijstellingen de bijbehorende onttrekkingen geraamd. 439 Reserve Essent Het tekort WOZL 2013 is afgedekt uit deze reserve. Voordelen uit de confrontatie meerjarenraming 2014 evj van de WOZL t.o.v. de budgettaire bijdrage voor Kerkrade vullen de oorspronkelijke ruimte weer aan zodat de reserve als specifieke buffer in stand kan blijven. 440 Reserve structuurfonds Er zijn onttrekkingen geraamd van € 2.012.000 in 2014 tot € 65.000 in 2017. Dit op basis van ramingen van de diverse investeringsambities. De raad zal over die ambities steeds besluiten nemen, de opgenomen bedragen zijn slechts prognoses, mede ten behoeve van de liquiditeitsramingen. De feitelijke onttrekkingen vinden plaats op basis van door de raad genomen besluiten en de werkelijkheid. 441 Reserve WSW Deze reserve is bestemd ter gedeeltelijke dekking van de WSW-kosten (Licom) De reserve was uitgeput. De meerjarenraming WOZL (raad november 2012) levert voor de gemeentelijke bijdrage een voordeel op die de reserve WSW weer kan aanvullen tot € 1.715.000 in 2017. In de Najaarsnota zullen de actuele reeksen WSW worden betrokken. 442 Reserve gebouwen Uit deze reserve wordt een jaarlijkse onttrekking van € 25.000 geraamd ter dekking van diverse onderhoudsprojecten. 620 Voorziening pensioenverplichting wethouders De maandelijkse premie-inhouding wordt gestort in de voorziening, op jaarbasis wordt hier € 30.000 voor geraamd. Overdrachten van pensioenen kunnen dit beïnvloeden. 624 Voorziening projecten De verslaggevingsvoorschriften zijn op het gebied van de grondexploitaties aangescherpt. (Verwachte) tekorten/verplichtingen dienen direct middels een voorziening te worden afgedekt. Dit blijkt relevant voor twee grondexploitaties die (gedeeltelijk) worden afgedekt uit de “reserve structuurfonds”, te weten Centrumplan en Heilust. Van de door de raad beschikbaar gestelde bedragen was volgens de grondexploitatie ultimo 2012 in totaal nog circa € 2,8 miljoen niet daadwerkelijk uitgegeven (€ 1,5 centrumplan en € 1,3 miljoen Heilust). Als gevolg van de gewijzigde regelgeving is het bedrag van € 2,8 miljoen ultimo 2012 direct uit de “reserve structuurfonds” gehaald en gestort in de nieuw gevormde
157
“voorziening projecten”. De uitgaven worden ten laste gebracht van de voorziening, die eind 2015 totaal zal zijn ingezet. 610 Voorziening BWS Dit betreft de verplichtingen van de gemeente aan derden met betrekking tot in het verleden verstrekte subsidies BWS. Begin 2014 betreft dit nog een bedrag van € 392.000, met de jaarlijkse onttrekkingen is dit eind 2016 volledig afgewikkeld. e. EMU-saldo Onderstaande (verplichte) tabel laat de berekening van het EMU-saldo van de gemeente Kerkrade zien. Het financieel cijfermateriaal is, net als de rest van deze begroting, gebaseerd op peil Voorjaarsnota 2013. Middels de Najaarsnota 2013 zal het berekende EMU-saldo wijzigen. Een belangrijke oorzaak van het EMU-tekort zijn de investeringsambities die worden bekostigd uit de daartoe gevormde reserves. Berekening EMU-saldo gemeente Kerkrade
2014
2015
2016
2017
(* 1.000)
(* 1.000)
(* 1.000)
(* 1.000)
-8.349
-12.173
-12.663
-13.137
6.787
6.323
5.892
5.627
30
30
30
30
11.670
11.163
9.897
8.530
5 Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in mindering zijn gebracht bij post 4
0
0
0
0
6 Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa: Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen verkoopprijs), voorzover niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
0
7 Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. (alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
0
0
0
0
8 Baten bouwgrondexploitatie: Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
0
0
0
0
9 Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties met derden betreffen
0
0
0
0
10 Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1 genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves (inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen onder één van bovenstaande posten
0
0
0
0
11 Opbrengst bij verkoop van deelnemingen en aandelen in jaar (t)
0
0
0
0
-13.201
-16.983
-16.638
-16.010
1 Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)
*
2 Afschrijvingen ten laste van exploitatiejaar (t) 3 Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie 4 Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd
EMU-saldo
* deze bedragen zijn exclusief de verrekeningen met de boekwaardes van de obk-projecten
158
Bijlagen
159
160
Afkortingslijst AVV AWBZ
Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BAO BAG BBV Bbz BCF BIBOB BLG BNG BOB BOS BTM BTW BVE
Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten Basisregistraties Adressen en Gebouwen Besluit Begroting en Verantwoording Besluit bijstand zelfstandigen BTW Compensatiefonds Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur Bank Limburgse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Beslissingen op Bezwaar Buurt Onderwijs Sport Bedrijventerreinenmanagement Bruto Toegevoegde Waarde Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
CAO CAZ CBC CBS CJG CVV
Collectieve arbeidsovereenkomst Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering Centrale Bezwaarschriften Commissie Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Jeugd en Gezin Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
DUBO
Duurzaam Bouwen
ETIL
Economisch Technologisch Instituut Limburg
FIDO FPU FWI
Financiering Decentrale Overheden (wet) Flexibele Pensioen Uitkering Fonds Werk en Inkomen
GBA GFT GGD GHOR GRP
(wet) Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens Groente. fruit en Tuin (afval) Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijk Riolerings Plan
HRM HULK
Human Resource Management Herzogenrath, Ubach-Palenberg, Landgraaf en Kerkrade
ICT I-NUP ISD ITJ ISV
Informatie Communicatie Technologie De overheidsbrede implementatie-agenda dienstverlening e-overheid Intergemeentelijke Sociale Dienst Integraal Toezicht Jeugd Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing
JGZ JPP
Jeugdgezondheidszorg Jeugd Preventie Plan
KCC KOV
Klant Contact Centrum Kinderopvang
LED
Light emitted diode
MER MKB MSC
Milieu Effect Rapportage Midden- en Kleinbedrijf Medium Sized Cities
161
NASB NOC/NSF NPR-norm NV
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Nederlands Olympisch Comité / Nederlands Sport Federatie Lichttechnische richtlijn met aanbevelingen, berekeningen en oplossingen om een bepaald lichtniveau op de weg te bepalen Naamloze Vennootschap
OBK OZB
Ontwikkelingsbedrijf Kerkrade Onroerende Zaakbelasting
POL POP PSZ PVVP
Provinciaal Ondernemingplan Limburg Persoonlijk Ontwikkelingsplan Peuterspeelzalen Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan
ROA ROVL RUDDO RVVP
Regeling Opvang Asielzoekers Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg Regeling Uitzettingen en Derivaten Decentrale Overheden Regionaal Verkeers- en Vervoersplan
SEPA SMART SMK SUWI SW
Single Euro Payments Area Specifiek - Meetbaar - Acceptabel - Realistisch – Tijdgebonden Stichting Muziekschool Kerkrade Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen Sociale Werkvoorziening
TSIC
Telefonisch Service- en Informatiecentrum
VAZOM VJN VNG VSV VVE VVTV
Vrije Academie Zuid Oostelijke Mijnstreek Voorjaarsnota Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortijdig Schoolverlaten Voor- en vroegschoolse educatie Voorwaardelijke Vergunningen Tot Verblijf
WCPV WGR WIN WIRA WMO Wob WOZ WOZL WSP WSW Wwnv WWB WWZ
Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid Wet Gemeenschappelijke Regelingen Wet Inburgering Nieuwkomers Wet Implementatie rechtsbescherming Richtlijnen Aanbesteden Wet Maatschappelijke Ondersteuning Wet openbaarheid van bestuur Waardering Onroerende Zaken (wet) Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid Limburg Werkgevers Service Punt Wet Sociale Werkvoorziening Wet Werken naar vermogen Wet Werk en Bijstand Wonen Welzijn Zorg
ZMLK
Zeer moeilijk lerende kinderen (speciaal onderwijs)
162
Overzicht verbonden partijen Onderstaand overzicht is een aanvulling op de paragraaf verbonden partijen en bevat meer gedetailleerde informatie. De financiële gegevens worden 1x per jaar bij elke begroting geactualiseerd aan de hand van de laatst beschikbare jaarrekeningen. Bij diverse gemeenschappelijke regelingen kan het aandeel fluctueren over de jaren, afhankelijk van de bewegingen in de onderliggende verdeelmaatstaven. Het aandeel 2012 is opgenomen. 1. Reinigingsdiensten Rd4 (beleidsveld 3) (zie ook nummer 10) Doelstelling / openbaar belang Het (doen) inzamelen en bewerken van huishoudelijke afvalstoffen, het reinigen van de openbare ruimten en daarmee samenhangende taken alsmede het bestrijden van gladheid (pluspakket). Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting samenwerking. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012
31/12/2012
2.238 31.380
2.240 28.575
2012
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
398 Circa 19 %
2. GGD Zuid-Limburg / GHOR (beleidsveld 8/5) Doelstelling / openbaar belang Het behartigen van de belangen van de gemeenten, gevraagd en ongevraagd van advies dienen en uitvoering rijksprogramma’s op het terrein van de (openbare) volksgezondheid ten behoeve van de bevolking conform de Wet Publieke Gezondheid. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Evaluatie huisvesting ivm efficiency, uitbouwen academische werkplaats, uitvoering transitie naar aanleiding van scenario 2 bezuinigingen. Lokale en integrale aanpak. Productboek e.d. is vervallen. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met de overige 18 gemeenten Zuid-Limburg. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2012 31/12/2012 2012 Eigen vermogen 472 519 Resultaat 127 Vreemd vermogen 438 628 Aandeel per inwoner € 1,44 NB: Bijdrage fluctueert jaarlijks en is afhankelijk van aantal inwoners, demografische ontwikkelingen en evt. “plus”producten en diensten.
3. Werkvoorzieningschap Oostelijk Zuid-Limburg (beleidsveld 9) Doelstelling / openbaar belang Voorzien in de werkgelegenheid (gesubsidieerde arbeid) en in de arbeidsrevalidatie en test- en trainingsmogelijkheden voor WSW geïndiceerde, waarbij versterkt wordt ingezet op de beweging van binnen naar buiten. Tot slot het uitvoeren van de administratie ihkv de WIW- en ID-regeling. De surseance van betaling en het daaruit vloeiende faillissement van Licom NV zijn voor de aan de Gemeenschappelijke Regeling (GR) WOZL deelnemende gemeenten aanleiding geweest om binnen de GR WOZL, naast de gemeentelijke (beheers)werkzaamheden in het kader van de Wet Sociale
163
Werkvoorzienig (WSW), ook concreet uitvoering te geven aan de SW door het overgrote deel van de activiteiten van het failliete Licom NV over te nemen. WOZL heeft daartoe zes BV’s opgericht, waarvan zij 100% aandeelhouder is. Het bestuur van de BV’s wordt gevormd door het bestuur van de GR WOZL. Met betrekking tot de beheerskosten blijft de situatie ongewijzigd (verrekening conform huidige GR). Met betrekking tot de uitvoeringskosten wordt de verdeelsleutel vastgesteld op basis van de feitelijke bezetting. De (publiekrechtelijke) beheersorganisatie WOZL heeft hierdoor een grote (privaatrechtelijke) uitvoeringspoot aangehaakt gekregen. De bestuurssecretaris van de GR WOZL is door het bestuur qualitate qua aangewezen als algemeen directeur voor de aan de GR WOZL gelieerde BV’s. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Enerzijds wachtlijstbeheer (terugdringen wachtlijst/activeren wachtlijst) en hierbij nadrukkelijk sturen op taakstelling. Anderzijds bieden van passend werk aan mensen met een WSW-indicatie en het zo mogelijk, bevorderen van hun ontwikkeling naar regulier mogelijke arbeid. De gemeentelijke intermediair WOZL ontwikkelt hierbij de mogelijkheden van mensen met een Wsw indicatie als integraal onderdeel van het totale arbeidsmarktbeleid en realiseert hun maximale inzet bij bedrijven en instellingen. De in het vooruitzicht gestelde rijksbezuinigingen en wetswijzigingen (Participatiewet) blijven WOZL boven het hoofd hangen. Zie verder beleidsveld 9 en de risicoparagraaf. Rechtsgrond en overige deelnemers GR en een zestal BV’s met Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenburg a/d Geul en Voerendaal. . Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 -/- 8 5.729
31/12/2012 -/- 2.595 14.044
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 2.901 Circa 24,7 %*
4. Stadsregio Parkstad Limburg (WGR+) (beleidsveld 10) Doelstelling / openbaar belang Op basis van de Strategische Agenda het realiseren van een economische structuurversterking alsmede transformatie als gevolg van demografische ontwikkelingen. Voorts het leveren van een evenwichtige ontwikkeling van het samenwerkingsverband als geheel in relatie tot de omgeving (regionaal, nationaal en internationaal). Tot slot het bieden van een organisatie waarbinnen de uitvoering van gemeentelijke taken kan worden gefaciliteerd. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Het Regioprogramma is de inhoudelijke uitwerking van de Strategische Agenda Parkstad Limburg, zoals opgenomen in het Pact van Parkstad van 22 februari 2010. Het programma is de basis voor het Regionaal Actieplan Bevolkingsdaling Parkstad Limburg, het uitvoerings- en investeringsprogramma met de provincie Limburg in het kader van de Regiodialoog en voor het uitwerken van de EGTS met de Städteregion Aachen. Uitbouw en concretisering van deze bijzondere vorm van grensoverschrijdende samenwerking binnen de huidige financiële mogelijkheden. Jaarlijks wordt (o.a.) in de begroting en het jaarplan meer inzicht gegeven in de voornemens met betrekking tot het Regiofonds en de concrete activiteiten. Het Pact loopt in 2014 af. De tussentijdse evaluatie van het Pact en de resultaten zijn gepresenteerd tijdens de bestuurdersconferentie op 26 november 2012. De mening was unaniem dat het Regioprogramma uitgevoerd moet worden en dat samenwerking noodzakelijk is. Over de vorm waarin de samenwerking verder gestalte zou moeten krijgen waren de meningen verdeeld. De belangrijkste besluiten die binnenkort genomen worden zijn met betrekking tot IBA, de toekomst van het Pact van Parkstad, de gevolgen van door de gemeente Heerlen voorgenomen korting op het budget van Parkstad.
164
Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld en Voerendaal. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2012 31/12/2012 2012 Eigen vermogen 19.233 14.461 Resultaat 781 Vreemd vermogen 26.958 23.846 Aandeel Kerkrade (%) Circa 21% NB: Het aandeel van elke gemeente wordt jaarlijks bepaald aan de hand van een verdeelsleutel op basis van de laatst definitief vastgestelde algemene uitkering (basisbedrag).
5. Sociale Kredietverstrekking en Schuldhulpverlening in Limburg (Kredietbank Limburg) (beleidsveld 9) Doelstelling / openbaar belang Het verlenen van hulp en financiële steun aan burgers die door schuldenlast in financiële en maatschappelijke problemen zijn gekomen (armoedebeleid). Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Op basis van het door de raad in juni 2012 vastgestelde Beleidsplan 2012-2016 de burgers een integraal traject schuldhulpverlening blijven kunnen aanbieden via het Loket Schuldhulpverlening Kerkrade. De schuldhulpverlening is helaas steeds ‘prominenter’ in onze samenleving aanwezig. Diverse andere hulpverleningstrajecten starten ook steeds meer met aandacht voor de schuldenproblematiek van de klant. De verwachting is dat de vraag naar schuldhulpverlening in 2013 en 2014 zal toenemen. In welke mate is moeilijk aan te geven. Nieuwe doelgroepen in de schuldhulpverlening, bijvoorbeeld tweeverdieners met een eigen huis waarvan er een werkloos wordt, maken de trajecten schuldhulpverlening daarenboven intensiever en complexer. Gemeentelijke bijdrage in de exploitatiekosten en in de kredietvoorziening. Achtergestelde geldlening van € 137.364. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Maastricht en Sittard-Geleen. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2012 31/12/2012 2012 Eigen vermogen 384 77 Resultaat -/- 307 Vreemd vermogen 12.740 10.017 Aandeel Kerkrade (%) xx %* NB: De gemeentelijke bijdrage in de voorziening voor dubieuze debiteuren en een mogelijk negatief exploitatieresultaat fluctueert. De bijdrage is voor elk 50% afhankelijk van het aantal inwoners en het uitstaande kredietvolume.
6. Openbaar lichaam Eurode (beleidsveld 10) Doelstelling / openbaar belang Behartigen van de gezamenlijke belangen in grensoverschrijdende zin gericht op bevordering en instandhouding van de gemeenschappelijke banden tussen de burgers onderling en benutting van de grenscontacten in economische zin. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Intensivering grensoverschrijdende samenwerking in de breedste zin van het woord. Uitbouw en concretisering van deze bijzondere vorm van grensoverschrijdende samenwerking binnen de huidige financiële mogelijkheden. Rechtsgrond en overige deelnemers GR met Gemeente Herzogenrath (Duitsland).
165
Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2012 31/12/2012 Eigen vermogen * 113 90 Resultaat Vreemd vermogen Aandeel Kerkrade (%) * Het EBC heeft een boekhouding/jaarrekening op kasbasis, het EV is in deze het banksaldo.
2012 -/- 23 50 %
7. Licom (beleidsveld 9) Komt te vervallen zie rubriek 3 Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid_Limburg (beleidsveld 9) 8. Nazorg Limburg (beleidsveld 3) Doelstelling / openbaar belang Bescherming van het milieu en het voorkomen van milieuvervuiling van gesloten stortlocaties. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Er is discussie gaande over de positionering van Nazorg Limburg waarbij gekeken wordt naar mogelijke voordelen van overdracht van taken aan de Provincie dan wel instandhouden huidige structuur. Lage risico’s. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met provincie Limburg en 42 gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 220 82
31/12/2012 -/- 12 128
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 965 Circa 2,4%
9. Waterleiding Maatschappij Limburg (beleidsveld 3/10) Doelstelling / openbaar belang Het voorzien van zuiver, helder en betrouwbaar drinkwater tegen een zo laag mogelijke prijs. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Continuïteit in de levering van drinkwater. WML blijft zelfstandig en gericht op samenwerking in de waterketen. koersverlegging van investeringen in innovatie en infrastructuur naar investeringen in onderhoud van de infrastructuur. Bedrijfsrisico is laag. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met provincie Limburg en Limburgse gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 152.401 393.767
31/12/2012 159.821 389.989
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 7.420 Circa 3,4 %*
10. Reinigingsdiensten RD4 (beleidsveld 3) (zie ook nummer 1) Doelstelling / openbaar belang Het tot stand brengen van een doelmatige, milieuhygiënisch verantwoorde en marktconforme inzameling van afvalstoffen en advisering op het terrein van het milieubeleid. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting doelmatige samenwerking. Geen relevantie m.b.t. toekomstverwachting. Normaal bedrijfsrisico.
166
Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012
31/12/2012
507 1.074
500 2.025
2012
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
32 20,64%
11. GaiaZOO (beleidsveld 4) Doelstelling / openbaar belang 1. Het ontwikkelen en exploiteren van een dierenpark, alsmede natuurbeschermingseducatie en natuurbehoud; 2. Het verrichten van alle handelingen, welke in de ruimste zin verband kunnen houden met of bevorderlijk kunnen zijn voor het sub a gemelde doel; 3. Het exploiteren van één of meer horecabedrijven in de ruimste zin des woords. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Ondersteuning start en ontwikkeling dierenpark. Directie, Raad van commissarissen en aandeelhouders hebben als doel gesteld een geleidelijke uitbouw van het park. Daartoe is een investeringsraming van ruim € 30 miljoen voor de fase 2007-2014 opgesteld. Daarnaast gaat GaiaZOO (verdeeld over drie bouwperioden 2013-2014, 2014-2015 en 2015-2016) in het park investeren om het park voor bezoekers het gehele jaar begaanbaar en bereikbaar te maken alsmede alle dieren 365 dagen per jaar zichtbaar te maken. De kosten hiervan bedragen (taakstellend) € 1.500.000. Dit totaalbedrag wordt in drie delen van elk € 500.000 verdeeld over de drie bouwperioden. Doorgroei aan de hand van de opgestelde investeringsplannen wordt tussentijds telkens geëvalueerd. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met Apenheul (19,94%), Moraco NV (31,27%) en Industriebank LIOF NV (18,63%) Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 12.346 8.544
31/12/2012 12.397 7.841
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 52 30,16%
12. Holding Stadion Kerkrade (beleidsveld 7) Doelstelling / openbaar belang Het in algemene zin uitoefenen van holdingactiviteiten. Exploitatie van het stadion met een multifunctioneel karakter en met een duidelijke publieke functie en uitstraling voor de stad. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s De continuïteit van het stadion is een risico. In dit verband zullen nog voorstellen ter verbetering van de exploitatie worden gedaan. De risico’s zijn m.n. gelegen in de vorderingen die de gemeente nog heeft op het stadion en de afhankelijkheid van het stadion van een grote huurder. Zie verder ook de risicoparagraaf. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met Parkstad Limburg (8,1%), Gemeente Heerlen (4,27%) en overige (0,15%). Financiële gegevens (* € 1.000) 30/06/2011 30/06/2012 2010/2011 Eigen vermogen 307 Resultaat Vreemd vermogen 18.502 Aandeel Kerkrade (%) 87,48% NB: Deze deelneming kent een zgn. “gebroken boekjaar” dat niet gelijk loopt met een kalenderjaar. NB2: Dit betreft CONCEPT-cijfers 2011/2012.
167
13. Industriebank Limburg Instituut voor Ontwikkeling en Financiering (Industriebank LIOF) (beleidsveld 4) Doelstelling / openbaar belang Verbetering van de sociaal-economische structuur door het creëren van een gezond vestigingsklimaat en de werkgelegenheid in de provincie Limburg. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Het inzetten op: het bieden van financieringsmogelijkheden en investeren in productontwikkeling (R&D investeringen). Daarnaast via het Provinciale Ontwikkelingsfonds investeren in riskante ontwikkelingsprojecten. Speerpunten zijn hierbij biomedische technologie, nieuwe materialen, agro/food en nieuwe energie. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Staat der Nederlanden, Provincie Limburg, overige Limburgse gemeenten en de Kamer van Koophandel. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 101.079 63.738
31/12/2012 96.500 56.600
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 4.300 Circa 0,0005 % (27 aandelen)
14. Eurode Business Center (EBC) (beleidsveld 4/10) Doelstelling / openbaar belang Het exploiteren van een bedrijfsverzamelgebouw, het daarmee leveren van een bijdrage aan de harmonisatie van de wet- en regelgeving en het bieden van een centraal ontmoetingspunt voor overheden, bedrijven en instellingen uit Duitsland en Nederland. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting en het verbeteren van de financiële positie voor de langere termijn. Een negatieve conjuncturele ontwikkeling. Rechtsgrond en overige deelnemers GmbH & Co. KG met Gemeente Herzogenrath (Duitsland), AGIT (Duitsland) en Industriebank LIOF NV. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 793 2.905
31/12/2012 801 2.838
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 10 25 %
15. Technologiepark Herzogenrath (beleidsveld 4) Doelstelling / openbaar belang Het bevorderen van innovatie en technologische ontwikkeling in het bijzonder het management van een technologiepark voor innovatieve ondernemers en jonge startende bedrijven. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s De voornemens zijn de bezettingsgraad zo hoog mogelijk te houden en minimaal een evenwicht tussen baten en lasten na te streven. Een negatieve conjuncturele ontwikkeling. Rechtsgrond en overige deelnemers GmbH met Gemeente Herzogenrath, Sparkasse Aachen, WFG Kreis Aachen, IHK Aachen en AGIT (allen Duitsland).
168
Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 216 124
31/12/2012 194 149
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 22 5,33 %
16. Parkeeraccommodaties Kerkrade (beleidsveld 2) Doelstelling / openbaar belang Exploitatie van parkeeraccommodaties ter bevordering van de mobiliteit. (parkeergarages Orlando en Wijngracht). Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting beheer; centrumplanontwikkeling. Rechtsgrond en overige deelnemers BV, geen overige deelnemers. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 21 637
31/12/2012 21 585
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 14 100%
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 1 100%
17. Multifunctioneel Complex d’r Pool (beleidsveld 7) Doelstelling / openbaar belang Het exploiteren van een multifunctionele sportaccommodatie. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting van het aanbieden van recreatie-activiteiten. Rechtsgrond en overige deelnemers BV, geen overige deelnemers. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 371 2.309
31/12/2012 378 2.048
18. Bank Nederlandse Gemeenten (beleidsveld 10/algemene dekkingsmiddelen) Doelstelling / openbaar belang BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. BNG is een betrouwbare eigentijdse bank en expert in het financieren van publieke voorzieningen. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Waarborgen van de marktpositie en continuïteit. De komende jaren is de pay-out ratio verlaagd van 50% naar 25% om te voldoen aan de nieuwe Europese regelgeving voor banken (Basel 3), waarbij in de periode tot 2018 een overgangsfase geldt. Het resultaat financiële transacties blijft zeer gevoelig voor de ontwikkeling van de Europese schuldencrisis. Het renteresultaat van de bank staat verder onder druk door de historisch lage lange rentetarieven. De bank verwacht een toenemende volatiliteit van het jaarresultaat als gevolg van een verplichte aanpassing in de systematiek van waardebepaling van derivaten. Tevens dient BNG rekening te houden met nieuwe regelgeving die in de systemen en processen van de bank moet worden geïmplementeerd. Vanwege de vele onzekerheden acht de bank het niet verantwoord een
169
uitspraak te doen over de hoogte van de nettowinst 2013. De risico’s kunnen als laag worden aangeduid, wel bestaat er het risico dat het jaarlijks dividend hoger danwel lager uitvalt. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Staat der Nederlanden, gemeenten, provincies en hoogheemraadschap. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2012 Eigen vermogen* 2.450.000 Vreemd vermogen** 134.563.000 * exclusief ongerealiseerde herwaarderingen ** inclusief achtergestelde leningen
31/12/2012 2.718.000 139.476.000
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 332.000 0,329139%
19. Enexis Holding (beleidsvelden 3 en 10) Doelstelling / openbaar belang Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland heeft het vml. Essent haar bedrijf per 30 juni 2009 gesplitst in een Netwerkbedrijf en een Productie- en Levering Bedrijf. De publieke aandeelhouders van Essent NV zijn voor exact hetzelfde aandelenpercentage aandeelhouder van Enexis Holding NV geworden. De vennootschap heeft ten doel: a. het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, warmte en (warm) water; b. het in stand houden, (doen) beheren, (doen) exploiteren en (doen) uitbreiden van distributie en transportnetten in relatie tot energie; c. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zijn toebedeeld aan een netbeheerder zoals daarin bedoeld; d. het binnen de wettelijke grenzen ontplooien van andere operationele en ondersteunende activiteiten. De provincies en gemeenten trachten met hun aandeelhouderschap de publieke belangen te behartigen. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Continuïteit van de energielevering. Enexis Holding NV opereert in een gereguleerde markt, onder toezicht van de Energiekamer. Op basis van de businessplannen wordt voor de komende jaren een relatief bescheiden winst verwacht. De Minister van Economische Zaken heeft in haar Aanwijzing bij het splitsingsplan aangegeven dat de dividendpay-out ratio over de boekjaren 2009 en 2010 maximaal 30% mocht bedragen. Voor de jaren erna is dit vastgesteld op 50%. Dit is als zodanig ook vastgelegd in de statuten. Waar het gaat om de wettelijk geregelde ratio van minimaal 40% eigen vermogen, bevindt Enexis zich op dit moment zelfs boven de 50% eigen vermogen. Gecombineerd met de achtergestelde status van de ‘vordering op Enexis vennootschap’, levert dit een laag risico op voor de aandeelhouders van Enexis N.V. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met diverse Nederlandse provincies en gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) 1/1/2012 31/12/2012 2012 Eigen vermogen 3.130.900 3.244.100 Resultaat 229.100 Vreemd vermogen 3.227.800* 3.682.600 Aandeel Kerkrade (%) 0,478013% * i.v.m. wijzigingen in de verslaggeving zijn door Enexis de vergelijkende cijfers 2011 aangepast.
20. Attero Holding (beleidsvelden 3 en 10) Doelstelling / openbaar belang Attero Holding NV (was: Essent Milieu Holding NV) zal optreden als houdstermaatschappij van Attero BV. Aangezien Essent Milieu geen onderdeel uitmaakte van de verkoop van Essent NV aan RWE is onderzocht of een separate verkoop van Essent Milieu mogelijk was. De uiteindelijke resultaten van het verkoopproces waren teleurstellend waarna de Raad van Bestuur van Essent NV, in overleg met de
170
aandeelhouders van Essent NV destijds hebben besloten het verkoopproces (voorlopig) stop te zetten. De aandeelhouders van Essent NV, waren al indirect aandeelhouder van het vml. Essent Milieu, maar zijn nu rechtstreeks aandeelhouder van Attero Holding NV Deze heeft ten doel: het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en –verwerking, recycling/verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Continuïteit van de afvalverwerking en verdere realisatie van de strategie. In juni 2010 heeft de AvA van Attero de strategie van Attero vastgesteld. Bij Attero wordt in de nieuwe strategie de focus gelegd op recycling, duurzaamheid en productie van duurzame energie. De continuïteit van de verbrandingsactiviteit blijft daarbij van zeer groot belang. In de nieuwe strategie zal het accent verschuiven van grootschalige centrale industriële verwerking, naar partnerships met klanten; maatwerk, kleinschaliger en dichter bij de klant. Hierbij richt Attero zich met name op de gemeentelijke klanten en minder dan voorheen op bedrijven. In juni 2010 heeft de AvA van Attero eveneens het dividendbeleid vastgesteld. Hierin wordt gewerkt aan een solvabiliteit van 35% die in 3 tot 5 jaar wordt bereikt. De hoogte van het dividend bedraagt 30% van de genormaliseerde winst na belastingen tot het niveau van 35% solvabiliteit is bereikt. Daarna zal het dividenduitkeringspercentage volgens het voorgestelde beleid 50% van de genormaliseerde winst na belastingen bedragen. Daarbij wordt voor de periode t/m 2013 een minimum dividend van € 7,5 miljoen gegarandeerd. Attero heeft de ambitie om ook de komende jaren een impuls te geven aan ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën voor duurzame afvalverwerking. In 2012 is bij de Limburgse (en alle andere aandeelhoudende) gemeenten onderzocht om naar aanleiding van het binnen afzienbare tijd aflopen van de afvalverwerkingscontracten een inbestedingstraject in te slaan. Gebleken is dat er onvoldoende draagvlak onder de aandeelhoudende gemeenten bestond om deze stap te zetten waarop Attero het traject stopgezet heeft. De gezamenlijke Limburgse gemeenten hebben hun eigen aanbesteding van nieuwe afvalverwerkingscontracten voortgezet. Onder de inschrijvers is ook Attero. Inmiddels is er voor gekozen de mogelijkheid te onderzoeken Attero met een andere eigenaar of eigenaren goed voor de toekomst te positioneren. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met diverse Nederlandse provincies en gemeenten. Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 274.152 544.940
31/12/2012 273.492 500.834
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 8.092 0,478013%
21. Diverse tijdelijke deelnemingen in verband met verkoop aandelen Essent (beleidsveld 10) In 2009 heeft de gemeente Kerkrade haar aandelen in het productie- en leveringsbedrijf van Essent aan energiebedrijf RWE verkocht. Uit deze verkoop vloeien nog diverse tijdelijke deelnemingen voort. Dit betreft nog: Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (PBE), Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV, Claim Staat Vennootschap BV en Stichting Essent Sustainability Development. In 2011 is dankzij een minnelijke schikking met het Zeeuwse Delta de levering van ERH/EPZ (“Borssele”) aan RWE alsnog gerealiseerd. Door bezwaren van EPZ-mede-eigenaar Delta was dit onderdeel in 2009 wel al verkocht maar nog niet geleverd en via een apart bedrijf PBE voorgezet (“carve-out”). Eind 2011 heeft de levering plaatsgevonden en is ook PBE omgezet naar een zgn. Special Purpose Vehicle (SPV) met nog slechts een beperkte taak. Doelstelling / openbaar belang Deze tijdelijke deelnemingen houden op te bestaan, zodra de afwikkeling van de verkoop volledig is afgerond. Zij zijn gevormd om de risico’s voor aandeelhouders te verkleinen. De hiervoor genoemde Stichting heeft slechts een toezichthoudende functie om de reeds bij de verkoop van Essent gemaakte afspraken met betrekking tot investeringen in duurzaamheid door Essent/RWE te monitoren en indien
171
nodig af te dwingen. Door de deelnemers (de voormalige aandeelhouders Essent) zijn geen gelden ingebracht. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Het afwikkelen van de resterende vorderingen, garanties en claims alsook het beheer van fondsen. Het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders is zeer beperkt. Voor de garanties zijn binnen de BV’s voorzieningen gevormd die als toereikend worden ingeschat. Vordering op Enexis BV loopt beheerste risico’s op Enexis Holding BV voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossingen bruglening en, in het ergste geval, faillissement van Enexis Holding NV. Op basis van de Aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is een bedrag van € 350 miljoen van de bruglening (tranche D) achtergesteld ten behoeve van mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen van Enexis als dat nodig blijkt in verband met de gestelde solvabiliteitseisen. Tranche A is in 2012 vervroegd afgelost, tranche B zal in 2013 vervroegd worden afgelost. Zie verder bij Enexis. Rechtsgrond en overige deelnemers BV met diverse Nederlandse provincies en gemeenten. De deelnemingen hebben vooral het karakter van een zgn. Special Purpose Vehicle (SPV) met slechts een beperkte taak. Financiële gegevens in (* € 1.000) PBE Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 27.656 181
31/12/2012 1.635 155
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 62 0,478013%
Vordering op Enexis Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 98 1.822.092
31/12/2012 94 1.367.291
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 4 0,478013%
Verkoop Vennootschap Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 416.018 74
31/12/2012 415.871 416
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 5.853 0,478013%
CBL Vennootschap Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 $ 127 $ 10.088
31/12/2012 $0 $ 9.923
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 $ -/- 127 0,478013%
Claim Staat Vennootschap Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 81 3
31/12/2012 66 2
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 15 0,478013%
22. Veiligheidsregio Zuid-Limburg (beleidsveld 5) (tot 1/1/2012: GR Brandweer Zuid Limburg/GHOR) Doelstelling / openbaar belang Het doelmatig organiseren op veiligheidsregio niveau van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening, gemeentelijke bevolkingszorg bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Alle brandweertaken, geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, de gemeentelijke bevolkingszorg bij rampen zijn ondergebracht conform de wettelijke verplichting in de Veiligheidsregio Zuid-Limburg. Rechtsgrond en overige deelnemers GR (ingang 1 januari 2012) met de overige 17 gemeenten Zuid-Limburg Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 8.672 42.353
31/12/2012 8.972 46.665
172
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 1.454 circa 7 %
NB: Aandeel is gebaseerd op een mix van inwoneraantal, risico’s en bijdrage van de rijksoverheid aan de gemeenten ( onderdeel veiligheid ). Het aandeel in de Ghor is gebaseerd op een bedrag per inwoner evenals de bijdrage van de gemeentelijke kolom
23. Parkstad Limburg Theaters (beleidsveld 7) Doelstelling / openbaar belang Het faciliteren en aanbieden van podiumkunsten. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Voortzetting, versterken van de identiteit van de regio. Aanpassing van het gebouw wordt in de Centrumplanontwikkeling meegenomen. Rechtsgrond en overige deelnemers NV met gemeente Heerlen Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 1.045 3.458
31/12/2012 1.009 2.905
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 -/- 36 Circa 33%
24. Luchtvaartterrein Maastricht Aachen Airport (beleidsveld 2) Doelstelling / openbaar belang Het exploiteren van een luchthavenbedrijf en luchthaventerrein in de ruimste zin. Beleidsvoornemens / toekomstverwachting / risico’s Niet risicodragend participeren door regionale partners. Zoals bekend is de privatisering volledig afgerond. Dit betekent dat Omniport Dura Vermeer 100% eigenaar is van de van de NV Holding Businesspark Luchthaven Maastricht. Het luchthaventerrein is in eigendom van de NV Luchthaven Maastricht, waarvan de naam inmiddels is gewijzigd in NV Aangewezen Luchthaventerrein Maastricht Aachen Airport (NV ALTMAA) Het gebruik van het luchthaventerrein is door de NV Luchthaven Maastricht, waar de gemeente Kerkrade aandeelhouder van is, in langdurig erfpacht verstrekt aan Maastricht Aachen Airport BV. Kortom, de enige band tussen de NV Luchthaven Maastricht en de NV Holding Businesspark Luchthaven Maastricht bestaat uit een erfpachtovereenkomst. Uitgangspunt is dat er zodanig grondgebied in erfpacht is gegeven dat er sprake blijft van een als luchthaven te exploiteren infrastructuur. Kortom, de aandeelhouders NV ALTMAA behouden het juridische eigendom. Dit betekent dat de aandacht van de aandeelhoudersvergaderingen van de NV Luchthaven Maastricht zich voornamelijk zal vestigen op het beheren van de verkoopopbrengst. Zolang de garantiebepalingen in de verkoopovereenkomst lopen is besloten om de opbrengst van de verkoop van de aandelen in de NV Luchthaven Maastricht achter te laten. Verrekening van de verkoopopbrengst zal plaatsvinden nadat alle garantiebepalingen uit de verkoopovereenkomst verlopen zijn. Inmiddels is aan de laatste verkoopvoorwaarde, te weten het verkrijgen van een onherroepelijke aanwijzingsvergunning voor de luchthaven, voldaan en kan er worden overgegaan tot de liquidatie van NV ALTMAA. De gemeente Kerkrade kan als aandeelhoudende gemeente besluiten om het aandelenkapitaal te gelde te maken. Naar rato van het aandelenkapitaal (0,977%) is het bedrag afhankelijk van het geld wat bij de NV ALTMAA achterblijft. De genoemde beheerstaak van de erfpachtconstructie wordt rechtstreeks door de Provincie overgenomen, met dien verstande dat het beheer van het erfpachtcontract dat loopt tot en met 2077 kan worden voortgezet. Bij besluit van 15 januari 2013 heeft het college besloten dat het aandeel in de resterende middelen (0,977%), na vereffening van alle resterende verplichtingen wordt uitgekeerd aan de gemeente Kerkrade.
173
Rechtsgrond en overige deelnemers NV met Omniport Dura Vermeer, LIOF, diverse gemeenten en Kamer van Koophandel Financiële gegevens (* € 1.000) Eigen vermogen Vreemd vermogen
1/1/2012 2.269 0
31/12/2012 2.307 0
174
Resultaat Aandeel Kerkrade (%)
2012 38 0,977%
175
Staat van reserves en voorzieningen nr.
situatie 1.1.2014
omschrijving
toev 2014
situatie 1.1.2015
onttr 2014
ALGEMENE RESERVE
201 algemene reserve BESTEMMINGSRESERVES
5.215
0
0
5.215
ter egalisatie van tarieven
301 egalisatiereserve afvalverwerking 302 egalisatiereserve riolen
798
0
0
798
2.251
0
73
2.178
1.925
200
10
2.115
59
0
0
59
3.831
639
155
4.315
55
0
0
55
11
0
0
11
OVERIGE BESTEMMINGSRESERVES
403 405 407 408 409 421 422 423 424 425 426 429 431 435 436 438 439 440 441 442
reserve FWI reserve H R M reserve kernagenda parkstad reserve verenigingen / vrijwilligers reserve ondernemersfonds reserve plantsoenen reserve grondexploitatie obk algemene reserve obk reserve stadsmarketing reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve liquidatie sanering mijnterrein reserve parkeerfonds exploitatie reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen reserve evenementen reserve gaia reserve stadsvernieuwing reserve essent reserve structuurfonds reserve wsw reserve gebouwen TOTAAL RESERVES VOORZIENINGEN
608 620 621 622 624
16
7
0
23
1.066
259
0
1.325
1.250
0
0
1.250
19
0
0
19
611
2.215
2.264
562
83
0
0
83
1.823
0
0
1.823
1.602
0
344
1.258
265
0
0
265
63
0
0
63
965
0
250
715
15.179
1.008
0
16.187
2.428
0
2.012
416
10
0
0
10
730
0
24
706
40.255
4.328
5.132
39.451
232
0
0
232
412
30
0
442
1.500
0
0
1.500
2.113
0
0
2.113
854
0
500
354
391
0
137
254
27
0
0
27
5.529
30
637
4.922
45.784
4.358
5.769
44.373
v. verplichtingen, verliezen en risico's
voorziening voor oninbare belastingdebiteuren voorziening pensioenverplichting wethouders voorziening dubieuze debiteuren sozawe voorziening verkoop essent voorziening projecten DOOR DERDEN BEKLEMDE MIDDELEN met spec.aanw.richting *
610 voorziening BWS 623 voorziening dialect activiteiten
TOTAAL VOORZIENINGEN TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
176
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2014 - 2017 nr.
situatie 1.1.2015
toev 2015
201
5.215
0
301 302
798
0
2.178
0
2.115
211
59
0
4.315
403 405 407 408 409 421 422 423 424 425 426 429 431 435 436 438 439 440 441 442
608 620 621 622 624
610 623
situatie 1.1.2016
onttr 2015
0
toev 2016
situatie 1.1.2017
onttr 2016
5.215
0
0
798
0
-7
2.185
0
0
2.326
211
0
59
0
0
0
4.315
55
0
0
11
0
0
23
7
1.325
0
toev 2017
situatie 1.1.2018
onttr 2017
5.215
0
0
5.215
0
798
0
0
798
74
2.111
0
196
1.915
0
2.537
211
0
2.748
0
59
0
0
59
0
0
4.315
0
0
4.315
55
0
0
55
0
0
55
11
0
0
11
0
0
11
0
30
7
0
37
7
0
44
604
0
1.929
156
0
2.085
156
0
2.241
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
0
0
1.250
19
0
0
19
0
0
19
0
0
19
562
2.215
2.230
547
2.215
2.153
609
2.215
2.113
711
83
0
0
83
0
0
83
0
0
83
1.823
0
0
1.823
0
0
1.823
0
0
1.823
1.258
0
214
1.044
0
153
891
0
109
782
265
0
0
265
0
0
265
0
0
265
63
0
0
63
0
0
63
0
0
63
715
0
0
715
0
0
715
0
0
715
16.187
190
0
16.377
0
0
16.377
0
0
16.377
416
0
350
65
0
65
0
0
0
0
10
839
0
849
433
0
1.282
433
0
1.715
706
0
24
682
0
24
658
0
24
634
39.451
4.066
2.811
40.705
3.022
2.469
41.258
3.022
2.442
41.838
232
0
0
232
0
0
232
0
0
232
442
30
0
472
30
0
502
30
0
532
1.500
0
0
1.500
0
0
1.500
0
0
1.500
2.113
0
0
2.113
0
0
2.113
0
0
2.113
354
0
354
0
0
0
0
0
0
0
254
0
137
117
0
118
-1
0
0
-1
27
0
0
27
0
0
27
0
0
27
4.922
30
491
4.461
30
118
4.373
30
0
4.403
44.373
4.096
3.302
45.166
3.052
2.587
45.631
3.052
2.442
46.241
177
178
Nadere toelichting reserves en voorzieningen nr.
Naam
Doel/omschrijving
algemene reserve 201
algemene reserve
Tot de 'algemene reserve' worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. De reserve functioneert als algemeen buffervermogen. Een eenmaal opgebouwde reserve hoeft op grond van deze schommelingen niet afgebouwd te worden als het aangegeven maximum wordt overschreden. De bandbreedte fungeert meer als richtlijn om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen.
301
bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven egalisatiereserve afvalverwerking
302
egalisatiereserve riolen
403
overige bestemmingsreserves reserve FWI
405
reserve HRM
Met deze reserve kan invulling worden gegeven aan trajecten op het personele vlak die vaak over de jaargrenzen heengaan (bijv. Persoonlijke Ontwikkelings Plannen).
407
reserve kernagenda parkstad
Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van projecten in parkstad verband (deels) te dekken. Momenteel betreft dit de inzet voor de buitenring.
408
reserve verenigingen en vrijwilligers
Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van verenigingen en vrijwilligers te kunnen dekken.
409
reserve ondernemersfonds
De reserve heeft als doel het verlevendigen van het stadscentrum en werkt egaliserend t.a.v. de inkomsten (reclamebelasting)/uitgaven.
421
reserveplantsoenen
De reserve fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen.
422
reserve grondexploitatie OBK
Dit is de "werkreserve" van het OBK van waaruit grondexploitaties worden bekostigd danwel opbrengsten worden geparkeerd ten behoeve van investeringen. Een groot deel is bestemd voor wijkontwikkelingsplannen en majeure projecten. Periodiek wordt het meerjarig verloop van deze reserve bewaakt en geactualiseerd om tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen.
Het product reiniging is budgettair neutraal verwerkt in de begroting. De 'egalisatiereserve afvalverwerking' kan worden ingezet om externe schommelingen in de tariefstelling op te vangen. Hiertoe wordt de eindafrekening per dienstjaar toegevoegd danwel onttrokken aan de reserve. Het product riolering zit budgettair neutraal in de begroting. De 'egalisatiereserve riolen' dient om schommelingen in de tariefsbepaling te kunnen opvangen. Uit het rioolbeheersplan blijken de noodzakelijke investeringen en wordt een verband gelegd met de tarieven. Tevens blijkt meerjarig het evt. beroep dat op de reserve moet worden gedaan.
Deze reserve dient om het beleidsveld "sozawe" (m.n. bijstandsuitkeringen) zoveel mogelijk budgettair neutraal te laten verlopen c.q. om tegenvallers op te vangen. De gelden mogen ook worden gebruikt voor incidentele bedrijfsvoeringskosten die direct gerelateerd zijn aan het beleidsveld.
179
nr.
Naam
Doel/omschrijving
423
algemene reserve obk
Door de activiteiten van het OBK en de daarmee verbonden risico's wordt een eigen reserve van enige omvang noodzakelijk geacht. Daarom is er specifiek voor het opvangen van evt. niet reeds voorziene/afgedekte risico's in de grondexploitaties een eigen reserve die als buffer fungeert.
424
reserve stadsmarketing
Reserve wordt gebruikt ter dekking van kosten verbonden aan het promoten van de stad Kerkrade. De reserve is destijds gevormd door een deel van de algemene uitkering n.a.v. de decentralisatie huisvestingsvoorziening onderwijs te boeken. Uit deze post worden de kapitaallasten van onderwijsvoorzieningen en de overige kosten van onderwijsvoorzieningen afgedekt (budgettair neutraal). Het betreft hier dus eigen middelen.
425
reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs
426
reserve liquidatie sanering mijnterrein
De reserve wordt gebruikt voor bodemsanering van de terreinen in combinatie met de herinrichting ervan. De reserve is destijds gevoed door een ontvangen liquidatie-uitkering i.v.m. beëindiging van de taakopdracht sanering mijnterrein. Vrij te besteden door gemeente. Op deze reserve wordt een uitsterf-constructie toegepast.
429
reserve parkeerfonds exploitatie
Buffer vergelijkbaar met de algemene reserve, waarin meevallers en een positief rekeningresultaat tijdelijk kunnen worden geparkeerd totdat ze een andere bestemming krijgen. Van belang is het "vrije saldo", aangezien op de reserve soms ook al weer claims liggen. De raad kan besluiten om de middelen een andere aanwending te geven.
431
reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen
Hierin zijn posten opgenomen met een sterk verplichtend karakter, waarbij echter nog geen opdrachtverstrekking naar derden heeft plaatsgevonden en die dus formeel niet op de staat Nog te Betalen horen. Het verplichtende karakter wordt aangegeven door bijv. wet- en regelgeving, of nog af te ronden uitvoering van een reeds genomen besluit.
435
reserve evenementen
Deze reserve dient om eventuele (extra) kosten van evenementen te kunnen dekken.
436
reserve Gaia
Deze reserve is bedoeld voor egalisatie van kosten/opbrengsten in relatie tot Gaiazoo. Wanneer de baten de lasten overtreffen kunnen de batige saldi in de exploitatie worden opgenomen en kan de reserve vervallen.
438
reserve stadsvernieuwing
In de voorjaarsnota 2008 is besloten tot vorming van een nieuwe reserve stadsvernieuwing t b v herstructureringsprojecten en aanpak verpaupering. Naar verwachting zal voornoemde problematiek mede ten gevolge van het krimpscenario in de komende jaren toenemen.
439
reserve essent
440
reserve structuurfonds
Het jaar 2009 werd gekenmerkt door een forse eenmalige bate uit de verkoopopbrengst van het productie- en leveringsbedrijf van Essent NV aan RWE. In de raad van april 2009 werd ingestemd met de verkoop, als uitvoering van de door de aandeelhouders in juni 2008 vastgestelde toekomststrategie. Uiteindelijk was de verkoop op 30 september 2009 een feit. De reserve bestaat uit 2 delen: een vrij deel en een dichtverplicht deel. Over het vrije deel kan vrij worden beschikt. Het dichtverplichte deel heeft te maken met de gekozen systematiek om het structurele gemis aan dividenden Essent in de begroting goed te maken en heeft een relatie met de bruglening Enexis. Ten laste van de Essent-opbrengst is de “reserve structuurfonds” gecreëerd. Voor de aanwending van deze middelen zal de raad steeds een besluit nemen.
180
nr.
Naam
Doel/omschrijving
441
reserve WSW
Deze reserve is gevormd in verband met de WSW-problematiek. De gemeente Kerkrade kan op haar aandeel in het WOZL worden aangesproken. Als buffer is deze reserve beschikbaar, dient tevens ter egalisatie.
442
reserve gebouwen
608
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s voorziening voor oninbare belastingdebiteuren
620
voorziening pensioenverplichting wethouders
Deze voorziening dient ter dekking van de aan de gemeente overgedragen pensioenaanspraken van wethouders (Wet APPA). Vanaf 2006 wordt deze voorziening gevoed door de ingehouden premies op de loonsom in de voorziening te storten.
621
voorziening dub. deb. Sozawe
In verband met destijds aangescherpte verslaggevingseisen is de wijze van boekhouden veranderd m.b.t. terugbetaling door SoZaWe debiteuren. In 2007 is besloten om vanaf de jaarrekening 2006 een voorziening te creëren voor de risico's van eventuele oninbaarheid.
622
voorziening verkoop essent
Er is sprake van “rechten” van aandeelhouders op de garantiefondsen (vordering), die vooralsnog volledig in een voorziening waren gestort omdat de hoogte nog onzeker was. De wijze van verwerking was overigens verplicht voorgeschreven door de Provinciale toezichthouder(s) in samenwerking met de grote accountantskantoren en gebeurt door provincies en gemeenten op uniforme wijze. Op 30 september 2015 lopen de laatste garanties af.
624
voorziening projecten
De verslaggevingsvoorschriften zijn op het gebied van de grondexploitaties aangescherpt. (Verwachte) tekorten/verplichtingen dienen direct middels een voorziening te worden afgedekt. Dit blijkt in 2012 relevant voor twee grondexploitaties die (gedeeltelijk) worden afgedekt uit de “reserve structuurfonds”, te weten Centrumplan en Heilust. Van de door de raad beschikbaar gestelde bedragen is volgens de grondexploitatie ultimo 2012 in totaal circa € 2,8 miljoen nog niet daadwerkelijk uitgegeven. Voorheen zouden deze uitgaven doorschuiven en in het jaar van uitgeven pas daadwerkelijk ten laste komen van de “reserve structuurfonds”. Als gevolg van de gewijzigde regelgeving is het bedrag van € 2,8 miljoen ultimo 2012 gestort in de nieuw gevormde “voorziening projecten”. De uitgaven zullen ten laste worden gebracht van deze voorziening.
onderhoudsegalisatievoorzieningen n.v.t.
610
door derden beklemden middelen met een specifieke aanwendingsrichting Voorziening besluit woninggebonden subsidies
De reserve kan worden gebruikt om de kosten van gemeentelijke gebouwen op te vangen. Onderhoudskosten worden overwegend in de exploitatie verantwoord. Incidentele meevallers, bijvoorbeeld uit de verkoop van gebouwen, worden aan de reserve toegevoegd. Deze voorziening dient om financiële consequenties van niet-geraamde afboekingen van oninbare belastingdebiteuren of niet-geraamde schuldsaneringen op te vangen. Periodiek wordt een inschatting gemaakt. M.n. schuldsanering is moeilijk te ramen en de kosten daarvan kunnen incidenteel groot zijn. Tot slot is het betaalgedrag van mensen verslechterd.
De kosten van onderhoud worden zoveel mogelijk in de exploitatie opgenomen.
Ultimo 2011 is een bedrag van € 777.000 overgeheveld van “overlopende passiva” (VO besluit woning-gebonden subsidies) naar “voorzieningen”. Het Rijk resp. Parkstad hebben in het verleden hiervoor middelen aan de gemeente beschikbaar gesteld, die de gemeente onder voorwaarden aan derden doorbetaald. De verplichtingen
181
nr.
Naam
Doel/omschrijving lopen nog t/m 2016. Inmiddels heeft het Rijk resp. Parkstad via een afkoopsom alle lopende verplichtingen uit de regeling afgekocht, een eindverantwoording door de gemeente is niet meer aan de orde. Niettemin lopen de gemeentelijke verplichtingen richting ontvangers op basis van de destijds afgegeven beschikkingen nog enkele jaren gewoon door. Conform de verslaggevingsregels is voor de resterende verplichtingen van € 777.000 een voorziening gevormd. Het bedrag loopt jaarlijks af (uitsterfconstructie).
623
voorziening dialect activiteiten
De voorziening is gevoed door het liquidatiesaldo van de stichting Kirchröadsjer Dieksiejoneer en is bedoeld voor te organiseren activiteiten die de instandhouding van het Kerkraads dialect bevorderen (met inachtneming van de relevante verordeningen).
In de Nota Reserves en Voorzieningen 2011 worden tevens de minimum- en maximumomvang aangegeven voorzover van toepassing.
182
Beknopte samenvatting beleidskaders per beleidsveld Beleidskader Beleidsveld 1
Jaar
Provinciaal Limburg
Omgevingsplan
Limburgse Wijkenaanpak
Provinciale 2010-2015
Woonvisie
Intergemeentelijke Parkstad Limburg
Omschrijving
2009
2008
Limburg
Structuurvisie
2011
2009
Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg
2009
Groenagenda Parkstad Limburg ( Regio Fonds)
2013/ 2014
Regionale 2020
2012
Woonstrategie
2012-
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2006) is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht van de provinciale visie op de ontwikkeling van Limburg en de ambities, rol en werkwijze op een groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, Streekplan, Waterhuishoudingsplan, Milieubeleidsplan, als Verkeer- en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische en sociaal-culturele beleid. Het is een belangrijk toetsingskader voor de gemeentelijke plannen op genoemde terreinen. Het Startdocument integrale herziening POL schetst de aanpak van het traject dat in het najaar van 2013 moet leiden tot een nieuw POL, met de wettelijke functies van structuurvisie, provinciaal milieubeleidsplan, regionaal waterplan en provinciaal verkeer- en vervoersplan. In samenhang daarmee wordt tevens de omgevingsverordening herzien en worden alle Pol-aanvullingen tegen het licht gehouden In het kader van de wijkontwikkeling werkt de gemeente intensief samen met de provincie Limburg. Dit gebeurt sinds 2008 in de vorm van de Limburgse Wijkenaanpak, waartoe 12 Limburgse wijken zijn geselecteerd omdat daar de leefbaarheid onder druk staat. In Kerkrade is dat de wijk Kerkrade-West. In deze Woonvisie heeft de Provincie Limburg beschreven hoe de woningvoorraadontwikkeling de komende jaren vorm gegeven zou kunnen worden, welke rollen en taken de Provincie daarbij kan en wil vervullen en hoe de Provincie deze ambities tracht te realiseren. De Provincie is er voor verantwoordelijk om op bovenlokaal niveau woningbouwplannen op elkaar af te stemmen. Zij vervult daarbij verschillende rollen, onder andere die van aanjager, regisseur, stimulator en intermediair tussen diverse partijen. Haar belangrijkste meerwaarde ziet zij in haar rol als expert/kennismakelaar. Haar toegevoegde waarde is onder andere dat zij op provinciaal niveau kennis vergaart om deze kennis vervolgens effectief ter beschikking te stellen aan lokale partijen. De Provincie is in het beleidsveld wonen echter niet de enige speler. Er zijn veel actoren, waarbij de Provincie vooral een rol en taak wil vervullen als regisseur, coördinator, lobbyist en initiator voor afstemming op zowel (inter-)regionaal als (inter-)nationaal niveau. De Intergemeentelijke Structuurvisie is gericht op een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Parkstad Limburg. In het bijzonder is de versterking van de economische basis van de regio een voornaam aandachtspunt. In het plan wordt op basis van een aantal sturingsprincipes het wensbeeld voor 2030 uitgewerkt. De bedoeling is dat de structuurvisie, op basis van bindende en richtinggevende uitspraken, leidt tot een bindende consensus tussen de gemeenten van Parkstad Limburg. De herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg is voor de periode 2010-2020 opgesteld in co-makerschap door de regio, de zeven gemeenten en de elf woningbouwcorporaties die in onze regio actief zijn. Het doel van deze herstructureringsvisie is om in Parkstad gezamenlijk te bouwen aan een sterke regio, waarbij een evenwichtige woningmarkt voor de huidige en toekomstige bewoners van groot belang is. Door het opstellen van de visie moet duidelijk worden waar en op welke wijze de kwantitatieve en kwalitatieve veranderingsopgave plaats dient te vinden. Pas als dit inzicht er is kan er gestuurd worden op stadsdeelniveau vanuit een samenhangende, integrale en afgestemde visie, waarbij herstructurering, sloop en nieuwbouw met elkaar in verband worden gebracht. Bovendien moet de visie de basis vormen voor verdieping voor wat betreft het bepalen van de benodigde middelen en het ontwikkelen van instrumenten. Met de Groenagenda geven de Parkstadgemeenten projectgewijs invulling aan het verhogen van de ruimtelijke kwaliteit en de interactie tussen stedelijk en landelijk gebied. Binnen de gemeente Kerkrade wordt er in het kader van groenagenda gewerkt aan de omgeving van Kasteelpark Erenstein en de gebiedsontwikkeling van de Anstelvallei. Een betere ontsluiting en een verdere verfraaiing van het gebied zijn het doel van de werkzaamheden. De Regionale Woonstrategie vormt, samen met de in 2009 vastgestelde “Herstructureringsvisie voor de Woningvoorraad Parkstad Limburg 2008-2020” het kader voor de bovenlokale afstemming van de aanpak van de regionale woningmarkt, geeft de samenwerking met corporaties en marktpartijen weer en de sturing op kwaliteit en kwantiteit. De Regionale Woonstrategie focust op drie thema’s: het prioriteren en gericht volume terugbrengen (beperken omvang plancapaciteit), de aanpak van de bestaande particuliere woningvoorraad
183
Beleidskader
Jaar
Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2012
2007
Document Kwaliteitssturing Regionale woningmarkt. Van Zeef naar Zwengel.
2008
Regioprogramma “Naar duurzame vitale regio”
2010
een
Maatschappelijke Kosten Baten Analyse ( MKBA ) Herstructurering Parkstad Limburg
2009
Structuurvisiebesluit Retail
2011
Wonen
Leidraad “Regievoeren plancapaciteit”
en
op
Structuurvisie Kerkrade 2010-2020
2012
2011
Omschrijving (overaanbod koop) en de doorstroming met focus op de doelgroepen (differentiatie). Op basis van de in 2006 vastgestelde regionale woonvisie Parkstad Limburg is in 2007 de regionale woningbouwprogrammering 2006-2010 (in 2010 inmiddels verlengd tot 2012) vastgesteld. Hierin zijn per Parkstadgemeente alle in betreffende periode te slopen en nieuw te bouwen woningen opgenomen. Indien woningen niet in deze programmering zijn genoemd, kan in een aantal gevallen – na toestemming van de regio - alsnog worden gebouwd. In voorbereiding is een Regionale Woningbouwprogrammering Parkstad Limburg voor de periode 2013-2020. In betreffend document worden de sturingsprincipes c.q. kwaliteitscriteria benoemd, op basis waarvan nieuwe of stagnerende woningbouwplannen getoetst dienen te worden. Tevens wordt aan de hand van een stroomschema aangegeven hoe de diverse plannen getoetst dienen te worden. Doelstelling is het sturen van de planontwikkeling in de regio Parkstad teneinde te komen tot een kwalitatieve opwaardering van de woningmarkt en woonomgeving. Volgens prognoses loopt het aantal inwoners in de 8 gemeenten in de regio Parkstad Limburg terug van bijna 270.000 in 1990 via 252.000 nu naar ca. 180.000 inwoners in 2040. Door middel van een totaal pakket aan maatregelen, verwoord in het Regioprogramma “Naar een duurzaam vitale regio” wordt getracht een bodem te leggen in deze daling en een nieuw evenwicht tot stand te brengen. Parkstad moet in 2040 een vitale stadsregio zijn met circa 220.000 inwoners. Daarvoor moet in de regio een transformatie plaatsvinden. Het Regioprogramma schetst de strategie op weg daarnaar toe. In het kader van te maken afspraken over de verstedelijkingsopgaven tussen VROM-WWI en Provincie Limburg en de regio Parkstad Limburg hebben de regionale partijen een voorstel gedaan om de leegstand te verminderen, de woningkwaliteit te verbeteren en voorzieningen af te stemmen op de herstructurering teneinde verdere verpaupering, segregatie en waardedaling van woningen tegen te gaan en positieve ontwikkelingen te bewerkstelligen. Dit voorstel is op hoofdlijnen neergelegd in het gebiedsdocument Parkstad Limburg waarbij (financiële) inzet van het rijk wordt gevraagd. Alvorens hierover te besluiten dienden eerst de welvaartseffecten van de voorgestane aanpak inzichtelijk te worden gemaakt. Daartoe hebben de betrokken partijen - VROM, Provincie Limburg en corporaties – een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) met betrekking tot de krimpaanpak in Parkstad laten uitvoeren. In haar regionaal woonbeleid, gepubliceerd als eigen beleid door de Parkstadgemeenten, geeft de Stadsregio aan wat de opgave in de regionale woningvoorraad t/m 2020 c.q. winkelvoorraad t/m 2020 is (regionale kaders). Uit oogpunt van een goede ruimtelijke ordening dient de woningvoorraad c.q. winkelvoorraad binnen de gemeenten zich te bewegen binnen deze gestelde kaders. Vigerende bestemmingen woningbouw c.q. detailhandel, waarvan op 1 januari 2013 nog geen gebruik is gemaakt, zullen daartoe bij actualisatie van het bestemmingsplan worden herzien, tenzij de locatie is opgenomen/past binnen de regionale afsprakenkaders (o.a. woningbouwprogrammering c.q. beslisboom Retailstructuurvisie) Het ontwikkelen van instrumenten om de bestaande plancapaciteit in omvang terug te brengen is noodzakelijk om de herstructurering van de woongebieden in Parkstad verder tot uitvoering te kunnen laten komen. Eén instrument is de leidraad “Regievoeren op plancapaciteit” en betreft een stappenplan dat juridisch veilig handelen mogelijk maakt door aan te geven welke afwegingen gemaakt moeten worden, wie wanneer verantwoordelijk is en op welke momenten met wie gecommuniceerd moet worden. Het is echter geen handboek dat pasklare antwoorden geeft om bestemmingsplancapaciteiten te verwijderen. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave, zijn c.q. worden uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de wijken West, Oost en Noord, die daarna juridisch worden vastgelegd in bestemmingsplannen. De gemeentelijke structuurvisie en nieuwe stadsdeelvisies vormen
184
Beleidskader
Jaar
Stadsdeelvisie Kerkrade-West
Stadsdeelvisie Kerkrade-Oost
Beleidsnotitie Ordening
Ruimtelijke
2011
2012
2009
Bestemmingsplannen Verordening VROM starterslening gemeente Kerkrade
Grondnota
2007
jaarlijks
Omschrijving het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven en uitvoeringsprogramma. Voor het stadsdeel West is een gebiedsvisie opgesteld voor de periode tot 2020 (met een doorkijk na 2020). Deze visie vormt een uitwerking van de gemeentelijke structuurvisie. De stadsdeelvisie is een integratiekader voor de fysieke, sociale en economische structuurversterking van Kerkrade-West en bevat een uitvoeringsprogramma om te komen tot een duurzame wijk. De visie is als pilot aangemerkt voor de Limburgse Wijkenaanpak waarbij het thema leefbaarheid centraal staat. De stadsdeelvisie Kerkrade-Oost I met de titel “Onbegrensd leven, wonen en werken in de Bovenstad tussen de Anstel en de Worm” is op 11 december 2012 vastgesteld door Woningstichting Land van Rode (nu HEEMwonen) en op 19 december 2012 door de Raad. Het stadsdeel Kerkrade-Oost I bestaat uit de buurten: Centrum (inclusief Mucherveld), Rolduckerveld, Holz, Nulland en Bleijerheide. Daarnaast maken het stadspark en abdijcomplex Rolduc en omgeving ook onderdeel uit van het plangebied. In de integrale visie zijn onder andere keuzes gemaakt voor de korte, middellange en lange termijn in het stadsdeel Oost I o.a. op het terrein van de woon- en leefomgeving, de transformatieopgave woningvoorraad en aanpak leegstand. Is een gemeentelijke notitie over aspecten van het ruimtelijk beleid die in voorkomend geval vertaling dienen te vinden in de op te stellen bestemmingsplannen, c.q. die bij zich aandienende ruimtelijke vraagstukken (projecten/initiatieven) als toetsingskader kunnen gelden. De notitie zal geactualiseerd worden op grond van nieuwe wet- en regelgeving en nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Met een bestemmingsplan kan de gemeenteraad bepalen welke inrichting en bebouwing en welk gebruik (van grond en bebouwing) in het daarin begrepen gebied is toegestaan. Het bestemmingsplan is daarmee een instrument om de bestemming, de inrichting en het beheer van gronden te regelen. In het kader van de nieuwe wet RO mogen bestemmingsplannen niet ouder dan 10 jaar zijn. Er is een planning binnen het OBK uitgezet, teneinde ervoor te zorgen dat tijdig de bestemmingsplannen zijn herzien. De regeling is een instrument ter bevordering van het eigen woningbezit en is gericht op starters op de woningmarkt. Starters kunnen onder bepaalde voorwaarden een aanvullende hypothecaire lening verkrijgen indien het inkomen te gering blijkt voor een volledige financiering. Ieder jaar stelt het College de grondnota vast. In deze nota wordt de ruimtelijke ontwikkelingsopgave op het gebied van woningbouw en uitgifte bedrijfsterreinen nader aangegeven. Gezien het dynamische karakter van dit ontwikkelingsprogramma wordt de grondnota daartoe ieder jaar geactualiseerd. Enerzijds wordt geëvalueerd welk programma het afgelopen jaar is gerealiseerd. Anderzijds wordt vooruitgekeken en de opgave voor de komende jaren aangeduid. Naast de ruimtelijke taakstelling wordt in deze nota eveneens de financiële taakstelling weergegeven. Er wordt vermeld welk financieel resultaat in het afgelopen jaar is behaald en welke planning voor het huidige jaar ev. is uitgezet inzake de verkoop van gemeentegrond binnen exploitatiegebieden. Tot slot dienen voor het ontwikkelingsprogramma de juiste juridische kaders te gelden. Dit betreft enerzijds de bestemmingplannen. Anderzijds is in exploitatiegebieden een voorkeursrecht gevestigd, dan wel zijn andere maatregelen getroffen teneinde de aankoop van gronden te kunnen bevorderen. In deze nota wordt een overzicht hiervan gegeven.
Beheersvoorschriften OBK
In deze voorschriften wordt aangegeven op welke wijze het ontwikkelingsprogramma voor woningbouwontwikkeling en bedrijfsterreinen wordt bepaald. In feite wordt hiermee de grondslag voor de grondnota aangeduid. Zo wordt gesteld dat de ontwikkelingsgebieden ieder jaar door het College in een ontwikkelingsprogramma voor woningbouw en bedrijfsterreinen worden vastgesteld. Dit geschiedt in het eerste 2009 kwartaal van ieder jaar. De financiële consequenties van de gronden worden jaarlijks in het kader van de Meerjaren Beleidsplanning en Begroting vertaald. Op deze wijze wordt de Gemeenteraad geïnformeerd. Verder wordt in de beheersvoorschriften bepaald op welke wijze de gemeentelijke gronden, die worden beheerd door het OBK, worden geadministreerd.
Verkoopvoorwaarden gemeentegrond aan particulieren
Verkoop van gemeentegrond aan particulieren dient via eenduidige richtlijnen te verlopen. In augustus 2006 heeft het College ingestemd met aanpassing van de verkoopvoorwaarden voor de verkoop van bouwterreinen aan particulieren.Tot dan golden de verkoopvoorwaarden 2007 uit 1999. Volgens deze oorspronkelijke voorwaarden werd door het College bij de aanwijzing van een bouwterrein voor de bouw van een partic. woning een min.prijs vastgesteld. Hierna konden geïnteresseerden zich inschrijven en vond - in geval van meerdere gegadigden - een
185
Beleidskader
Overeenkomst Algemene Prestatieafspraken 2012 t/m 2015 alsmede Prestatieafspraken 2012 per stadsdeel
Welstandsnota
Jaar
2012
2008
Groenstructuurplan Kerkrade
1992
Bomenbeleidsplan
2006
Bomenverordening Kerkrade
2012
Groenontwikkelingspl Kerkrade
Samenwerkingsovereenkomst bewonersplatformsgemeente Kerkrade
Omschrijving openbare veiling plaats. Daarbij werden de kavels per opbod verkocht. Conform art. 1 van genoemde verkoopvoorwaarden vond deze veiling plaats onder toezicht van een door de Raad benoemde veilingcommissie. In de nieuwe verkoopvoorwaarden werd gekozen voor een praktijk die bij veel gemeenten wordt toegepast. Het College stelt bij de besluitvorming over de aanwijzing van een bouwterrein tbv de bouw van een particuliere woning de koopsom vast. Hierna wordt in een persbericht aangekondigd, dat de gemeente bouwkavels verkoopt. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven, waarna de notariële trekking plaatsvindt, op basis waarvan de volgorde wordt vastgesteld waarin kandidaten een optie kunnen uitbrengen op de kavels. De Algemene Prestatieafspraken 2012 t/m 2015 zorgen voor lange termijndoelen, waarin de partijen (gemeente en vier woningcorporaties) met betrekking tot de lokale volkshuisvesting beschrijven wat ze samen willen bereiken en welke inspanningen ze daarvoor elk moeten leveren. Daarnaast benoemen de partijen in de Prestatieafspraken 2012 per stadsdeel (West, Oost en Noord) ook welke concrete projecten en plannen voor dat jaar op de rol staan o.a. voor wat betreft nieuwbouw, sloop en renovatie. Per 1 januari 2003 is de Woningwet gewijzigd. Een van die wijzigingen bevat de verplichting voor gemeenten om beleid op te stellen waarin staat hoe met welstandsaspecten bij bouwplannen wordt omgegaan en welke criteria daarvoor van toepassing zijn. In 2004 is dit beleid door de Raad van Kerkrade vastgelegd in de zogeheten welstandsnota. Bij de welstandsbeoordeling door de welstandscommissie mogen toekomstige bouwplannen uitsluitend aan de hand van de door de Raad vastgestelde criteria worden beoordeeld. De normen worden dan dus niet meer door de welstandscommissie zelf bepaald. Het ‘gedateerde’ groenstructuurplan omschrijft de gewenste/te realiseren groenstructuren binnen de gemeente Kerkrade. Het plan gaat nog geheel uit van (bevolkings)groei, terwijl de regio Parkstad Limburg in het algemeen en de gemeente Kerkrade in het bijzonder in een krimpscenario is terecht gekomen. Het Bomenbeleid is door de raad vastgesteld in december 2006 en is voor onbepaalde termijn vastgesteld. Het beleid is vastgelegd in een Bomenstructuurplan, in Randvoorwaarden voor de aanleg en het beheer bomen en in een Bomenverordening. Het bomenstructuurplan geeft aan welke betekenis (laan)bomen hebben voor de structuur en ordening van de stad. Dit resulteert in een structuurkaart waarop de structurele bomen zijn aangegeven. De randvoorwaarden voor de aanleg en het beheer zijn dwingende voorwaarden om de duurzame instandhouding van de bomen te kunnen waarborgen. De bomenverordening geeft regels omtrent de bescherming van bomen. Hierbij hoort een lijst met geïnventariseerde waardevolle en monumentale bomen die gehanteerd wordt bij de afweging van aanvragen voor een kapvergunning. de Bomenverordening is, naast de Boswet, het wettelijk kader dat de instandhouding van het bomenbestand in de gemeente Kerkrade regelt.
Het groenontwikkelingsplan (GOP) is een actualisatie van het Groenstructuurplan uit april 1992. Het GOP geeft een geactualiseerde lange termijn visie op de gewenste groenstructuur, groenbeheer en groenontwikkelingen binnen de gemeente Kerkrade voor de aankomende 10 jaar. Het GOP omschrijft daarmee het gemeentelijk beleid aangaande de gewenste kwantiteit en kwaliteit van het openbaar groen. Naast de 2013 inrichting en kwaliteit van het openbaar groen staan ook de gevolgen voor de exploitatie van het ‘nieuwe groen’ en de braakliggende terreinen als gevolg van de verdunning van de woningvoorraad centraal. Het GOP dient als basis voor een nadere concretisering in uitvoeringsgerichte projecten, die er toe moeten leiden dat de gestelde uitgangspunten en doelstellingen van het openbaar groen verwezenlijkt worden. Het vormt daarmee het groenbeleidsdocument waarmee ontwikkelingen van het openbaar groen worden gestuurd. In het kader van het wijkgericht werken is op 24 april 2007 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de 3 Kerkraadse 2007 Bewonersplatforms en het college van de gemeente Kerkrade. Deze overeenkomst is een uitvloeisel van de raadsevaluatie wijkontwikkeling en regelt op hoofdlijnen de samenwerking tussen bewonersplatforms en gemeente op het gebied van wijkgericht werken.
186
Beleidskader
Jaar
4 jaren beleidsplan beleidsplan
WMO
Omschrijving Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) op 1 januari 2007 heeft de gemeente Kerkrade een negental 2007 uitvoeringstaken toebedeeld gekregen. Een van deze taken is omschreven als "leefbaarheid en sociale samenhang" en heeft betrekking op het werkgebied van wijkontwikkeling.
Hierin worden concrete uitvoeringsprojecten genoemd en uitgewerkt, zowel gericht op de sociale als de fysieke leefomgeving. Het jaarlijks programma komt van onderop tot stand, namelijk vanuit de behoeften die de wijkbewoners zelf aangeven.
Uitvoeringsprogramma‘s wijkontwikkeling Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade
2008
Convenant “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK) 2010-2014
2010
Verordening gevelverbetering
2010
subsidiëring
Intrekkingsbeleid bouwvergunningen Lijst van waardevolle Monumentale bomen
2008
en
2012
Teneinde het woon- en leefklimaat in Kerkrade te verbeteren, is ondermeer beleid opgesteld om de verpaupering van panden tegen te gaan resp. op te lossen. Hiertoe zijn instrumenten aangegeven, zoals aanschrijven van eigenaren van verpauperde panden, het verlenen van subsidies ten behoeve van gevelverbetering, alsmede het bijdragen aan het slopen van betreffende panden, al dan niet gevolgd door nieuwbouw op deze locatie. Sinds een aantal jaren voeren de woningbouwcorporaties die in Kerkrade actief zijn (Hestia groep, Land van Rode, Wonen Zuid en Wonen Heuvelsteden), de Vereniging Kerkraadse Huurdersfederatie ‘de Koepel” en de gemeente Kerkrade gezamenlijk overleg onder de naam “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK)”. De doelstelling van dit overleg is een positieve bijdrage te leveren aan de samenwerking tussen de drie partijen en elkaar over en weer te informeren over actuele thema’s op het gebied van de lokale volkshuisvesting. Na evaluatie van de convenant is in juni 2010 besloten om ook gedurende de periode 2010-2014 periodiek overleg te voeren. In het kader van de besteding budget stadsvernieuwing heeft de raad besloten een nieuwe subsidieverordening gevelverbetering in het leven te roepen, waarvan het toepassingsgebied zich in eerste instantie beperkt tot de selectie van zo’n 79 panden die op de bij de verordening behorende bijlage staan vermeld. De ratio achter het beschikbaar stellen van een financiële tegemoetkoming aan eigenaren van een verpauperd pand is dat de gemeente het belangrijk vindt een bijdrage te leveren in het verbeteren van het totale straatbeeld alwaar het pand is gelegen. De subsidieverordening gevelverbetering stelt de kaders om dat doel te bereiken. Op basis van de Regionale Woonvisie wordt gestuurd op de regionale ambities ten aanzien van kwaliteit in een (krimpende) woningmarkt. Bij deze sturing biedt het “intrekkingsbeleid bouwvergunningen” ondersteuning door het kunnen intrekken van verleende bouwvergunningen mogelijk te maken. Het doel hiervan is om een uniform en gelijkluidend beleid te formuleren dat door alle Parkstadgemeenten wordt gehanteerd. Deze lijst bevat een stedelijke inventarisatie van alle waardevolle en monumentale bomen, zowel op gemeentelijke alsook op particulieren grond. Doelstelling een actieve bescherming van het bomenbestand te waarborgen.
Beleidsveld 2 Provinciaal Limburg
Omgevingsplan
Provinciaal en Regionaal Verkeersen Vervoersplan (PVVP en RVVP) Provinciale Nota Openbaar Vervoer Wegenbeheerplan 2007-2011
2006
Zie beleidsveld 1
Het PVVP is bedoeld als een provinciale vertaling van de door het kabinet in Den Haag vastgestelde Nota Mobiliteit (een zogeheten Planologische KernBeslissing) Dit PVVP is in 2007 vastgesteld. Het RVVP is een verdere vertaling van de Nota Mobiliteit op regionaal 2011 niveau. Deze RVVP-nota "Op weg naar strategisch mobiliteitsbeleid" is op 18 juni 2007 door het Parkstadbestuur vastgesteld. Met een heldere regionale wegenstructuur draagt het verkeer en vervoersysteem in Parkstad bij aan een economische structuurversterking. Inmiddels is het RVVP in 2011 ge-updated. Deze provinciale nota “de reiziger centraal: van drie naar één“ is vastgesteld in april 2005 en bepaalt de richting die gevolgd moet worden 2005 in het openbaar vervoer welk onlangs openbaar is aanbesteedt en gegund aan Veolia Transport. 2012 Zie beleidsveld 11
187
Beleidskader Verkeersveiligheidsplan
Wegcategorisering
Parkeerbeleidsnota
Jaar
Omschrijving Het plan gaat in op het beleid en de organisatie van de verkeersonveiligheidsbestrijding, de analyse van de verkeersonveiligheid, ruimtelijke 1997 ordening en verkeersstromen, het scherpt het verkeersveiligheidsbeleid aan en formuleert aangescherpte doelstellingen. Een update is gepland in 2013 De categorisering van de wegen in Kerkrade is geplaatst binnen het provinciale wegenplan en geeft daarvoor een drietal categorieën aan 2007 namelijk de StroomWeg (SW), de GebiedsOntsluitingsWeg (GOW) en de ErfToegangsWeg (ETW). De verdere inrichting van de wegen is daarop gebaseerd. In 2008 heeft het college het document “Visie parkeerbeleid en maatregelenpakket” vastgesteld waarmee wordt aangegeven hoe om te gaan 2008 met het onderwerp “parkeren in Kerkrade”. Items als visie op parkeren, organisatie, doelgroepen alsook het parkeren in bestaande en nieuwe situaties komen aan de orde.
Beleidsveld 3 Milieuprogramma
Bouwbesluit en bouwverordening
Nota bodembeheer
Bodemkwaliteitskaart Begroting / uitvoeringsovereenkomsten RD4
Actieplan geluid
Stadsdeelvisie’s
De Wet Milieubeheer verplicht de gemeente jaarlijks een milieuprogramma vast te stellen waarin ten minste is vastgelegd welke activiteiten jaarlijks door de gemeente worden verricht ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan de gemeente opgedragen taken. De intentie is dat het milieuprogramma een doelmatige uitvoering bevordert van gemeentelijke milieutaken. Het Bouwbesluit betreft landelijke regelgeving waarin alle technische eisen zijn opgenomen waaraan bestaande en nieuwe bouwwerken dienen te voldoen. Gemeenten mogen dit besluit niet aanvullen of vrijelijk daarvan afwijken. De bouwverordening is lokale regelgeving gebaseerd op de Woningwet. De bouwverordening wordt door de Raad vastgesteld en omvat onder andere eisen ten aanzien van de staat van open erven en terreinen, brandpreventie etc. Kerkrade hanteert voor 100% het door de VNG opgestelde model en alle daarop door de VNG voorgestelde wijzigingen. Op basis van de bodemkwaliteitskaart wordt een Nota bodembeheer (voorheen bodembeheerplan) opgesteld. De Nota bodembeheer 2012 beschrijft het beleid dat de gemeente volgt over hoe met bodemverontreiniging wordt omgegaan. Dit is van invloed op hergebruik van grond, maar bijvoorbeeld ook op bestemmingsplannen, bouwplannen en bodemsanering. De BKK vormt de basis voor nieuw op te stellen bodembeleid. De BKK brengt de bestaande bodemkwaliteit in verschillende gebieden in de 2012 gemeente in beeld. Om van wettelijke mogelijkheden gebruik te maken laat de gemeente Kerkrade samen met de gemeenten Landgraaf en Brunssum in 2012 een nieuwe bodemkwaliteitskaart (BKK) opstellen. De begroting van en de uitvoeringsovereenkomsten met RD4 zijn van belang. 2014 De gemeente is verplicht vanuit de Europese Richtlijn Omgevingslawaai en de Wet milieubeheer geluidsbelastingkaarten en een Actieplan Geluid op te stellen. Met het vaststellen van het Actieplan Geluid geeft de gemeente aan welke maatregelen zij wil treffen om geluidshinder van bronnen zoals weg- en spoorwegverkeer te voorkomen. Het Actieplan wordt opgesteld voor bronnen waarvoor de gemeente 2014 verantwoordelijk is. Uit een analyse blijkt dat wegverkeer veruit de belangrijkste gemeentelijke lawaaibron is. Het Actieplan Geluid richt zich dan ook op deze geluidbron. Het Actieplan sluit af met het voorgenomen maatregelprogramma dat er op gericht is het geluid van verkeer op gemeentelijke wegen terug te dringen. Zie beleidsveld 1.
Beleidsveld 4 Beleidsplan "Perspectief voor Parkstad Limburg 2007-2010 / Kadernota Economie Regio Parkstad Limburg en programma
In november 2005 hebben de gemeenteraden van de gemeenten in Parkstad Limburg besloten om de WGR+status aan te vragen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Aan dit besluit lag een kaderbrief ten grondslag. In deze kaderbrief is gekozen om op de thema's 2007 economie, wonen, ruimte/mobiliteit en strategie intensief samen te werken. Als uitwerking van deze kaderbrief is in 2006 de Parkstad Raad akkoord gegaan met het Beleidsplan Parkstad Limburg 2007-2010. In het beleidsplan is aangegeven om binnen het thema economie de
188
Beleidskader strategie & samenwerking
Retailstructuurvisie Limburg 2010-2020
Jaar
Parkstad
Ontwikkelingsperspectief winkelgebieden Kerkrade Strategische Visie Parkstad Limburg
Omschrijving volgende deelprogramma's op te pakken: promotie en acquisitie, beheer en ontwikkeling bedrijfsterreinen, toerisme, nieuwe energie, kennis, onderwijs en arbeidsmarkt en health, care en cure. In de kadernota Economie, welke is vastgesteld in 2007 door de Parkstad Raad, is een kapstok geboden om voornoemde deelprogramma's vorm en inhoud te geven. De oude Retailstructuurvisie dateerde van 2002 en geeft de hoofdlijnen van de gewenste retailstructuur. Inmiddels manifesteert de bevolkingskrimp en vergrijzing, waar Nederland steeds meer mee te maken krijgt, zich het sterkst in Parkstad Limburg. Voor een gezonde 2011 retailstructuur is het van belang hierop adequaat te anticiperen. Doel van onderliggende visie is een duurzame retailstructuur die bestand is tegen de demografische ontwikkelingen, alsmede een regionale afsprakenkader en –methodiek. Deze geactualiseerde retailstructuurvisie is in 2011 door de Parkstad Raad vastgesteld 2010
Toerisme
2008
Uitvoeringsprogramma Toerisme 2010-2014 Parkstad Limburg
2010
Kadernota Ondernemen Kerkrade 2006
2006
in
Projectplan Grensland Wormdal 2020
2007
Programma Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg (Parkstad Attractiestad, Imagocampagne)
2004
Kadernota Evenementenbeleid
2009
Deze rapportage betreft een verdieping van de regionale retailstructuurvisie 2010-2020. Naast het centrum en de Rodaboulevard wordt specifiek ingegaan op de toekomstmogelijkheden van de lokaal verzorgende retailconcentraties; de buurt- en wijkwinkelcentra. De strategische visie Parkstad Limburg is nog steeds actueel. Centraal in deze visie staan het streven naar een groei van het verblijfstoerisme en het ontwikkelen van de Buitenring tot een LeisureRing, met daaraan gekoppeld de ontwikkeling van een aantal "Rode" en "Groene" clusters. Voor Kerkrade betreft dit de clusters Continium/ZLSM/EXplorium, GaiaPark/Fletcher/Anstelvallei, Parkstad Limburg Stadion en omgeving en Rolduc/Baalsbrugger molen/Burg Rode. In het rapport wordt met name gepleit voor versterking of herbestemming van de bestaande bedrijven, eerder dan voor toevoeging van nieuwe bedrijven. Dat laatste geldt met name voor dagattracties. Voor groei in (kleinschalige) verblijfsrecreatie worden wel nog mogelijkheden gezien. De voor 2013 voorziene activiteiten hebben lokaal daarom primair betrekking op productontwikkeling en – versterking. Ten behoeve van versterking wordt in dit kader voornamelijk ingezet op clustervorming middels de aangewezen leisureclusters: Parkstad Limburg Stadion en omgeving; GaiaZOO/Kasteel Erenstein/Hotel Brughof/Anstelvallei; Continium/Schacht Nulland/ZLSM en Eurodepark/historisch driehoek. Naast deze clustervorming zal getracht worden om verbindingen te leggen met het hart van Kerkrade, Kerkrade-Centrum. Uiteindelijk zullen de afzonderlijk leisureclusters middels een marketingconcept gepromoot worden en als eenheid in de markt gezet worden. In deze nota wordt ingegaan op de gemeentelijke rol om het ondernemerschap te versterken: a. Het scheppen van randvoorwaarden voor ondernemers op het gebied van ruimtelijke ordening , openbare werken, milieu, huisvesting en andere facilitering b. Het stroomlijnen van dienstverleningsprocessen aan ondernemers vanuit de gemeente c. Een stimulerend beleid gericht op het vergroten van het aantal startende ondernemers. De z.g. HULK-gemeenten (Herzogenrath, Übach Palenberg, Landgraaf en Kerkrade) hebben in het kader van de Euregionale 2008 een gezamenlijk projectvoorstel onder de naam Grensland Wormdal ingediend. Dit project voorziet in een toeristische, natuurlijke en ecologische opwaardering van het Wormdal van Aken tot Geilenkirchen. Voor het project Brücken schlagen is de samenwerking uitgebreid met de gemeenten Würselen en Aken. Dit project voorziet in de (uit)bouw van een achttal kunstzinnige bruggen en een virtuele brug op de Nieuwstraat. Het project Eurodepark voorziet in de realisatie van een landschapspark met een thema (Mondiale spiritualiteit) rondom de Historische Driehoek (Rolduc, Baalsbruggermolen, Burg Rode). Verder in de aanleg van een golfbaan, natuurlijk ingebed in dit park en ruimte biedend aan recreatief gebruik door de inwoners van Kerkrade en Herzogenrath. Het plan Pferdelandpark is een grensoverschrijdende routestructuur (wandelen/fietsen/paardrijden) in de Aachener Nordraum en de Anstelvallei. De ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg is een vereniging van overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten, intermediaire organisaties en maatschappelijke organisaties. Ze heeft een ontwikkelings- en aanjaagfunctie voor projecten op diverse terreinen (bijvoorbeeld ontwikkeling W.T.C., Imagocampagne, Parkstad Popstad, Derde Leeftijd, Zorgservice P.L. enz.). Via Parkstad Limburg heeft de gemeente invloed op de activitetiten van de Ontwikkeling Maatschappij maar verbindt ze zich ook deze activiteiten naar vermogen te ondersteunen, onder meer door lokaal beleid. In deze notitie worden de kaders aangegeven voor evenementen die van een zodanig grootschalig niveau zijn dat zij een wezenlijke
189
Beleidskader
Jaar
Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de gemeente” Marktverordening / Marktbeleidsplan Nota kermisbeleid en evaluatienota.
Omschrijving bijdrage leveren aan het plaatsen van Kerkrade als evenementenstad op de kaart van Nederland en daarbuiten Binnen de kaders van overheidscommunicatie wordt richting gegeven aan onder meer de interne communicatie, externe communicatie, 2011 stadsmarketing, projectcommunicatie en risico- en crisiscommunicatie. De nota fungeert als richtinggevend kader en als gemeenschappelijk vertrekpunt voor de communicatie van bestuur en organisatie. De Marktverordening met bijbehorend marktreglement zijn de juridische basis voor het beheer over de weekmarkten 2012
2005 / De nota kermisbeleid (2005) geeft de hoofdlijnen weer van het te voeren kermisbeleid. Het kermisbeleid is in 2006 aangepast wat betreft 2006 het aantal kermissen per wijk en de terreinen waarop de kermis plaats heeft.
Beleidsveld 5 Wijkveiligheidsbeleid wijkveiligheidsplannen
en
Beleidsnota coffeeshopbeleid evaluatierapportage
en
2008
2010/ 2012
Beleidsnota prostitutiebeleid
2010/ 2012
Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid
2011/ 2012
Algemene verordening.
2011
plaatselijke
Regionaal Crisisplan
2012
Convenant veiligheidshuis
2007
De notitie wijkveiligheidsbeleid biedt de basis voor de per wijk afzonderlijk vast te stellen wijkveiligheidsplannen. Deze wijkveiligheidsplannen vormen de concrete instrumenten waarmee de gemeente samen met andere partners het veiligheidsbeleid op wijkniveau tot uitvoering brengt. De notitie wijkveiligheidsbeleid alsook de afzonderlijke wijkveiligheidsplannen zijn tot stand gekomen in samenwerking met de wijkplatforms. De nota coffeeshopbeleid van 2000 is geactualiseerd. Daarbij werd rekening gehouden met het uitgangspunt van de scheiding der markten en met de landelijke ontwikkelingen omtrent het gedogen zoals de kleinschaligheid van coffeeshops en om dat te bereiken het invoeren van een clubpas en het (eventueel) weren van niet ingezetenen. Ook werd stilgestaan bij de aanpak van illegale verkoop vanuit zowel panden als ook verkoop op straat. Toepassing van artikel 13b van de Opiumwet is hiervoor geëvalueerd en waar nodig aangepast. In het verlengde van Limburg trekt zijn grens en de pilot Maastricht, wordt tevens gezamenlijk (alle regio’s onder de rivieren dus Zeeland, Brabant en Limburg) gestreefd naar een uniforme aanpak m.b.t. de clubpas. De beleidsnota prostitutiebeleid is geactualiseerd. In de actualisatie werd meegenomen de Wet regulering van de seksbranche en bestrijden van misstanden. Deze wet legt formeel vast dat gemeenten de regie hebben inzake het plaatselijk beleid, het hanteren van een vergunningstelsel en de handhaving. Daarin is meegenomen dat in het kader van de bestrijding mensenhandel (in deze de mensenhandel terzake van de seksuele uitbuiting) ook een duidelijke regiorol voor de gemeente is weggelegd. Op dit terrein moet een regionale samenwerking op touw worden gezet als ook een duidelijk lokaal beleid De Drank- en horecawet werd herzien. Tot de vernieuwingen binnen deze wet behoren: opleggen voor het maken een verordening ten aanzien van alcoholbeleid (en handhaving) als ook het opleggen van de handhaving van de Dhw van de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA) naar de boa’s van de gemeente. Het horeca convenant veilig uitgaan werd herzien en aangevuld met een uitvoeringsprotocol waar tevens ook het sanctiebeleid onderdeel van uitmaakt De APV is in mei 2011 geactualiseerd en zal tot eind 2011 nog met aanpassingen worden aangevuld. In de APV zal o.a. de verblijfsontzegging met beleid en uitvoering worden voorzien omdat dit mede een instrument zal moeten worden bij de aanpak van bepaalde vormen van overlast zoals het dealen op straat. Ook inzake evenementen is beleid en uitvoering noodzakelijk. Bij alle onderdelen waarbij beschikkingen kunnen worden verleend, ingetrokken of worden geweigerd is een toename in bereidheid rechtsmiddelen aan te wenden (bezwaar, voorlopige voorziening, beroep en hoger beroep) te verwachten. De meeste overtredingen uit de APV zijn opgenomen in Bestuurlijke Straf Beschikking (BSB) en dat zal inzet van boa’s van de gemeente vergen. In 2012 wordt het gemeentelijke rampenplan vervangen door het regionale Crisisplan opgesteld conform de eisen in de Wet Veiligheidsregio’s. Crisisbeheersing wordt daar waar mogelijk regionaal opgepakt. In 2012 zullen verschillende gemeentelijke processen regionaal worden geregeld en is de Veiligheidsregio Zuid-Limburg een feit. Ten behoeve van de integrale aanpak van zogeheten meerplegers en veelplegers is ultimo 2007 een zogeheten veiligheidshuis ingericht
190
Beleidskader
Jaar
Convenant bestuurlijke aanpak criminaliteit en convenant samenwerkende overheden Lokale structuurvisie Lokale welstandsnota Kerkrade (excessenregeling) Oplegnotitie beleid handhaving fysieke leefomgeving
Sanctieen omgevingsrecht.
gedoogstrategie
Beleidsplan bouwhandhaving Handhavingsprogramma’s omgevingsrecht Verordening subsidiëring gevelverbetering Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade Packagedeal Rijk-IPO-VNG inzake omgevingsdienstem
Omschrijving waartoe een convenant is gesloten met een aantal partners die werkzaam zijn binnen de strafrecht- en zorgketen. Insteek is het bieden van maatwerk aan de daders van delicten. Met ingang van 2008 participeren, op basis van de ervaringen die door de 5 projectgemeenten (waaronder Kerkrade) in de pilotfase zijn opgedaan, alle gemeenten binnen de regio Limburg-Zuid in de bestuurlijke aanpak. In het verlengde daarvan is het regionaal projectteam 2008 inmiddels omgevormd in het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zuid. In deze aanpak participeren naast de gemeenten onder andere politie, justitie, belastingdienst, FIOD en SIOD. 2010 Zie beleidsveld 1. Eind 2008 heeft de raad als aanvulling op de welstandsnota de excessenregeling t.a.v. bouwvergunningvrije bouwwerken en verpauperde 2008 panden behandeld. 2010 Deze notitie dient in het kader van de WABO als overkoepelende mantel voor de bouw- en milieuhandhavingsregels
De sanctie- en gedoogstrategie is een van de kwaliteitskenmerken van een professionele handhavingsorganisatie in casu de gemeente. De handhavingsorganisatie handelt op grond van een sanctiestrategie, waarin de basisaanpak voor het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden bij overtredingen is vastgelegd. Deze strategie omvat ondermeer een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk en strafrechtelijk 2009 optreden tegen overtredingen alsmede een regeling voor optreden tegen overtredingen door de eigen organisatie en andere overheden en transparantie over te stellen termijnen voor het opheffen van overtredingen en over de zwaarte van de sancties daarvoor. In Limburg is de sanctie- en gedoogstrategie tot stand gekomen in samenwerking tussen provincie, gemeenten, openbaar ministerie, politie, vrom-inspectie etc. Het handhavingsbeleidsplan voor de bouwregelgeving en planologische regelgeving (bestemmingsplannen) is in 2007 door het college 2007 vastgesteld en gepubliceerd. Dit plan ligt ten grondslag liggen aan de opstelling van uitvoeringsprogramma’s voor de diverse thema’s. In het milieuhandhavingsprogramma worden op basis van ervaringscijfers en risicoanalyses prioriteiten gesteld ten aanzien van inzet van jaarlijks mens en middelen op handhavingsgebied. Het betreft inzet bij zowel inrichtingen (bedrijven) als niet-inrichtingsgebonden activiteiten (bv. asbest, bodem, water, etc). 2010 Zie beleidsveld 1 2008 Zie beleidsveld 1. In de zogenaamde “package deal” hebben VROM, IPO en VNG overeenstemming bereikt over de vorming van “uitvoeringsdiensten”. Deze uitvoeringsdiensten zijn veelal regionaal werkende diensten die de uitvoering van VROM-taken van provincie, waterschap en gemeenten 2009 overnemen. De package deal bevat afspraken over de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht, de verplichte structuur van de samenwerking (uitvoeringsdiensten), het verplichte minimum takenpakket voor een uitvoeringsdienst, de kwaliteitscriteria waar vergunningverlening en handhaving aan moeten voldoen en de financiering van het geheel.
Beleidsveld 6 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Integraal Huisvestings Plan primair en speciaal onderwijs 2006-2010 Nota integraal jeugdbeleid
Conform worden de in deze verordening vermelde voorzieningen en regels ten aanzien van indiening, beoordeling en toekenning gehanteerd bij het beoordelen van aanvragen voor voorzieningen in de onderwijshuisvesting. In dit IHP wordt de toekomstige huisvestingsbehoefte van de Kerkraadse scholen in het primair en speciaal onderwijs vastgelegd. In het IHP 2007 is financieel rekening gehouden met nieuwbouw voor de basisscholen Gracht en D’r Durpel (onderwijsdeel) aan het Plein. Verder is een bedrag opgenomen voor de herhuisvesting van de ZMLK Jan Baptist in het pand Schoolstraat 81 2007 In deze nota wordt op integrale wijze het gemeentelijk jeugdbeleid en de relaties naar de thema’s voorzieningen, bestrijding 2003
191
Beleidskader
Jaar
Verordening leerlingenvervoer gemeente Kerkrade
2009
Verordening peuterspeelzaalwerk Kerkrade
2005
Verordening Kerkrade
2012
Kader onderwijs
Kinderopvang
internationalisering
Overeenkomst schoolverlaten
vroegtijdig
Regionale/Lokale Agenda
Educatieve
2005
2005
2011
Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade
2009
Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Parkstad Limburg
2009
Omschrijving (onderwijs)achterstanden, zorg, en afstemming en samenhang met partners op lokaal en regionaal niveau vormgegeven. Uitgangspunt is om middels de onderscheiden deelprogramma’s een bijdrage te leveren aan het voorkomen van maatschappelijke uitval van de leeftijdsgroep 0-23 jaar. Middels een nader te bepalen set van indicatoren wordt de gemeentelijke inzet gevolgd Ten behoeve van het schoolvervoer kent het College aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met in achtneming van het bepaalde in deze verordening. In de verordening peuterspeelzaalwerk is door de Raad besloten om zo efficiënt mogelijke spreiding van het aantal peuterspeelzalen in Kerkrade te creëren zodat men in staat is om een breed aanbod van Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) aan te bieden. Verder is in de nota ook het ambitieniveau vastgesteld op ambitieniveau 2 (hoogste niveau). Op grond van de Wet Kinderopvang is het College verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de kwaliteit van gastouderbureaus, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Hiervoor is de GGD als toezichthouder gemandateerd. De GGD brengt ten aanzien van de betreffende instellingen schriftelijk advies uit aan het College. Vanuit het beleidskader Internationalisering onderwijs zijn er sinds 2005 meerdere initiatieven gecontinueerd en/of opgestart. Collegium Rodense is een project dat reeds sinds 2001, in coöperatie met de Duitse overheid, loopt. Het is een project dat de overgang van het Duitse naar het Nederlandse voortgezet onderwijs, en vice versa, poogt te vergemakkelijken, met als uiteindelijk doel de arbeidsmigratie over de grenzen te bevorderen. Hieruit voortkomende is het project Eurode Lernwerkstatt ontstaan. Middels dit initiatief zal men in de nabije toekomst kinderen van zowel Nederlandse als Duitse nationaliteit in 1 klaslokaal onderwijzen. Ook dit project heeft als hoofddoel de studie – en arbeidsmigratie te bevorderen. Eurobabel is een voorziening die reeds in 1995 is opgestart. Doel is om kinderen van 4-12 jaar kennis te laten maken met de Duitse taal en cultuur, en vice versa. In samenwerking met de Duitse collega’s is er een leerplan geschreven dat momenteel wordt gedigitaliseerd, opdat ook andere basisscholen gebruik kunnen maken van deze methode. Een recent initiatief is gericht op een laagdrempelige jongerencultuuruitwisseling. Dit initiatief is in de vorm van een JongerenCultuurdag gegoten. Daarnaast vindt er met de gemeente Herzogenrath uitwisseling en afstemming plaats ten aanzien van de overgang voorschool naar primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, jeugd- en jongerenwerk en jeugdzorg. Deze overeenkomst is in 2005 aangegaan met als doel de Kerkraadse jongeren (tot 23 jaar) die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten op te vangen en hun een onderwijsaanbod doen toekomen. Een startkwalificatie betekent in het bezit zijn van een HAVO of MBOniveau 2 diploma. Het project is opgestart in samenwerking met Sociale Zaken, het CWI en het onderwijsveld en duurt nog steeds voort. De regionale educatieve agenda is gebaseerd op een convenant welke is afgesloten tussen de schoolbesturen primair onderwijs en de gemeenten in Zuid Limburg. Deze geeft de kaders aan voor een lokale uitwerking tussen de gemeente en de in de gemeente werkzame schoolbesturen; de lokale educatieve agenda. Op basis van een educatief partnership worden afspraken gemaakt op de terreinen kwaliteit en innovatie, onderwijs en zorg, en school en omgeving. Hiervoor worden gemeentelijke middelen en middelen van de schoolbesturen ingezet. Vanaf 2011 dienen alle Nederlandse gemeenten over minimaal één Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te beschikken. Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen bij deze centra terecht met hun vragen over opvoeden en opgroeien. De centra bieden advies, ondersteuning en hulp op maat. Gemeenten voeren zelf de regie over de Centra voor Jeugd en Gezin. In de Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade is beschreven hoe het CJG Kerkrade tegen de achtergrond van de landelijke en regionale kaders en ontwikkelingen vorm en inhoud wordt gegeven. Kenmerkend voor de Kerkraadse visie is, dat de bestaande lokale zorgvoorzieningen het fundament vormen voor het CJG. Deze voorzieningen zullen gezamenlijk de functies van het CJG vervullen. Het visiedocument geeft een overzicht van de uitgangspunten, doelstellingen en ontwikkelpunten met betrekking tot de inrichting van de Centra voor Jeugd en Gezin in alle Parkstadgemeenten. Doel is te komen tot samenhang in het jeugdbeleid door integrale ketensamenwerking uitgaande van de 5 WMO functies: informatie en advies, signalering, toeleiden naar hulp, licht pedagogische hulp en
192
Beleidskader
Jaar
Convenant verwijsindex risicojongeren Parkstad
2012
Nota speelruimtebeleid
2012
Jeugdagenda Parkstad
2012
Projectplan decentralisatie jeugdzorg Zuid Limburg
2013
Omschrijving coördinatie van zorg. Er is een groot aantal instanties en professionals, dat elk vanuit hun eigen invalshoek werkt aan problemen van of met jeugdigen. Om te komen tot effectieve interventies voor jeugdigen met problemen, is het van groot belang dat professionals hun activiteiten afstemmen en waar nodig samenwerken. Het eerste vereiste daarvoor is dat die instanties en professionals van elkaars betrokkenheid bij een jeugdige op de hoogte zijn. De verwijsindex moet een belangrijke bijdrage leveren aan het samenbrengen van professionals die een risico signaleren bij één bepaalde jeugdige. Het doel van de verwijsindex is dat de jeugdige de zorg, hulp of bijsturing krijgt die hij nodig heeft om zich te ontwikkelen tot volwassene, en wel op een zo vroeg mogelijk moment zodat kan worden voorkómen dat kleine problemen grote problemen worden. Gemeenten moeten niet alleen de samenwerking op gang brengen, maar ook het vervolg coördineren. Eind 2009 moeten alle gemeenten zijn aangesloten op de landelijk verwijsindex risicojongeren. Hiervoor zijn de gemeenten en regionaal werkende instellingen in de regio Parkstad Limburg een convenant aangegaan in december 2008. In februari 2009 heeft de Raad van de gemeente Kerkrade het speelruimtebeleid gemeente Kerkrade "Sjpieëlenderwies Jónk blieve" vastgesteld. In dit beleid zijn de plekken opgenomen waar het wenselijk is om de komende drie jaar nieuwe speelvoorzieningen te realiseren. De samenwerking binnen het jeugddomein heeft geresulteerd in de “Jeugdagenda Parkstad 2012 – 2015”. In deze jeugdagenda staat beschreven op welke wijze de samenwerking in Parkstad verder vorm wordt gegeven. Dit projectplan bevat het plan van aanpak, de planning en de begroting van projectactiviteiten en de werkstructuur met betrekking tot de decentralisatie van de jeugdzorg in Zuid-Limburg.
Beleidsveld 7 Subsidieverordening gemeente Kerkrade Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade Cultuurbeleid gemeente Kerkrade voor de komende periode
Overeenkomst gemeente(n) en openbare bibliotheken Parkstad Limburg Beleid Actief gemeente Kerkrade
Kunstbeheer
Nota Sportstimulering Uitvoeringsprogramma Nationaal Actieplan Sport & Bewegen (NASB) 2011-2014 Nota Sportaccommodaties
2012 De verordening is van toepassing op de subsidies die worden verstrekt. 2009 De verordening is van toepassing op alle subsidies aan de professionele instellingen werkzaam op het gebied van welzijn in Kerkrade. De beleidsnota Cultuur biedt het kader voor het culturele leven en de culturele ontwikkeling binnen de gemeenschap. De nadere invulling vindt per onderwerp plaats. Het cultuurbeleid is gericht op actieve en passieve beleving van alles wat kunst te bieden heeft. De 2000 beleidsaccenten zijn: cultuurparticipatie, stimulering en vernieuwing, cultuureducatie, samenwerking en bundeling van krachten, conservering en tot slot regionalisering. Deze overeenkomst vormt de basis voor de bibliotheekvernieuwing in de regio. Met financiële middelen van provincie en rijk werd gedurende de laatste jaren vorm gegeven aan de vernieuwing van het bibliotheekwerk in de regio Parkstad Limburg en de gemeente Nuth. De gemeente Kerkrade neemt in dit proces de voortrekkersrol in en heeft in die hoedanigheid ook de directe contacten met de provincie. De eerste resultaten van het bibliotheekvernieuwingsproces in de regio Parkstad Limburg zijn nu voor de burgers zichtbaar namelijk door de regionale bibliotheekpas en een gezamenlijke website voor de Parkstad Limburg bibliotheken. In vervolg op de vaststelling van de beleidsuitgangspunten en de ontwikkeling van de culturele infrastructuur voor de komende jaren, wordt 2001 in deze beleidsnotitie beleid geformuleerd ten aanzien van het kunstbezit in de gemeentelijke panden Deze nota biedt het kader voor de invulling van activiteiten die ertoe moeten leiden dat meer Kerkradenaren gaan bewegen. De doelstelling 2007 is dat na 2011 50% van de inwoners van Kerkrade van 18 jaar en ouder beweegt 2011 Dit uitvoeringsprogramma bevat de (hoofdlijnen van) activititeiten in het kader van het NASB om sport en bewegen te stimuleren. 2009 In deze nota wordt het kader beschreven hoe de gemeente Kerkrade wenst om te gaan met de (gemeentelijke) sportaccommodaties.
193
Beleidskader
Jaar
Speelruimtebeleid (uitvoering geven aan het rapport “Samenspel”) Plan van aanpak gemeenschapshuizen “sociaal investeren in mensen en wijken”. Nota Vrijwilligersbeleid / Subsidieverordening Vrijwilligersorganisaties Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade Visiedocument Kerkrade
Bibliotheekwerk
Omschrijving
2013
Het uitgangspunt is om 9 speeltuinen te handhaven, waarbij speeltuin Heilust verplaatst wordt naar park Heilust en voorts het reduceren van het aantal speelplekken van 62 naar 44.
2008 In dit plan van aanpak wordt richtinggevend bepaald hoe de gemeente Kerkrade zal investeren in de aangewezen gemeenschapshuizen. 2009 / Deze nota geeft het kader aan van hoe de gemeente Kerkrade aandacht geeft aan de vrijwilligers en welke acties worden uitgezet om 2012 vrijwilligers te behouden en nieuw te werven. In de verordening zijn nadere regels opgenomen. Deze verordening heeft als doelstelling activiteiten die een bijdrage leveren aan de verbetering van het ondernemersklimaat in en/of de 2012 verlevendiging van de winkelcentra in Kerkrade te steunen. Deze verordening regelt op welke wijze de collectieve activiteiten gesubsidieerd zullen worden. Dit door de raad in 2012 vastgestelde visiedocument biedt de kaders waarbinnen het bibliotheekwerk naar de toekomst toe ontplooid kan 2012 worden.
Beleidsveld 8 Integraal gezondheidsbeleid Kerkrade 2007 – 2011 “Tsezame Jezonk” (update 2012) Burgerparticipatie binnen de Wmo
Mantelzorgondersteuning de Wmo
vanuit
Sociale wijkteams en wijkloketten
Zorg binnen de Wmo 4 jaren beleidsplan Wmo
Bij het gezondheidsbeleid wordt integraal de koppeling gelegd met het WMO beleidsplan. Er zal een nieuw gezondheidsbeleid worden 2008 vastgesteld voor de periode 2012 – 2015. Het uitvoeringsprogramma 2012 – 2015 in het Gezondheidsbeleid omvat ook de WMO beleidspunten. ‘Meedoen’ is het uitgangspunt van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deelname aan de samenleving, ook voor kwetsbare burgers, moet de basis van beleid zijn. Betrokkenheid bij de totstandkoming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid is een 2007 ander uitgangspunt. Dit wordt mogelijk gemaakt door een adequate burger- en cliëntparticipatie. In Kerkrade wordt burgerparticipatie ingevuld vanuit de sociale wijkteams, de wijkloketten en het Wmo-platform. Met de in werking treding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), is mantelzorg en mantelzorgondersteuning met ingang van 2007 een nieuwe wettelijke taak van gemeenten. De opdracht aan gemeenten om intensief met mantelzorgondersteuning bezig te zijn, 2007 houdt verband met het cruciale belang van mantelzorg voor het welslagen van de Wmo. In de Wmo wordt een appèl gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zoveel mogelijk voor elkaar te zorgen. Als dat niet meer lukt, kunnen zij zich tot de gemeente wenden voor voorzieningen en diensten die onder de Wmo vallen Het signaleren van knelpunten en problemen is erg belangrijk binnen de Wmo. Veel mensen van evenzoveel organisaties zijn betrokken bij de uitvoering en doen er alles aan de klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn. Om de krachten te bundelen en zo knelpunten beter te 2007 kunnen signaleren en oplossen, worden zogenaamde sociale wijkteams opgericht. Deze teams opereren in elke wijk en signaleren, bekijken en lossen samen op. Het bestaat uit onder andere de ouderenadviseur, de wijkmanager van de gemeente, de buurt- en opbouwwerker, de consulenten Wmo, de vrijwilligerscoördinator en eventueel zorgaanbieders en woningstichtingen Na de beleidsluwe overgang van de Wvg naar de Wmo is in 2007 de nota Zorg binnen de Wmo vastgesteld. Uitgangspunten bij de 2007 individuele voorzieningen zijn: achter de voordeur, integrale tijdige en wijkgerichte aanpak, voorzieningenniveau handhaven en lokale uitvoering. "Het beleidsplan Wmo beschrijft de integrale samenhang tussen alle negen prestatievelden over een periode van 4 jaren (2007-2011) en is 2007 door de raad in december 2007 vastgesteld. Momenteel wordt samen met het Wmo klantenplatform intensief gewerkt aan een verdere
194
Beleidskader Wmo-beleid, verordening
Jaar besluit
en
–
Kerkraads Wmo model, voorbeeld van een gekantelde gemeente. Toeslagenverordening WWB , afstemmingsverordening Wwb, Bbz 2004, IOAW en IOAZ, Verordening verrekening bestuurlijke boete, Handhavingsverordening WWB, Bbz, IOAW en IOAZ. Beleidsregels terug- en invordering WWB, IOAW en IOAZ, Beleidsregels boete WWB, IOAW en IOAZ, beleidsregels inzake verhaal Wwb , beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007
Verordening Wet Inburgering sociaal
Zie beleidsveld 9. 2012
2005 / 2008/ Zie beleidsveld 9. 2007
Zie beleidsveld 9.
Normenkader 2009-2012
Verordening activiteiten
Omschrijving doorontwikkeling, verdieping en verbreding van het beleidsplan over de jaren 2012-2015". Het basisdocument met regelgeving voor alle individuele verstrekkingen voor mensen met beperkingen op de deelgebieden wonen, vervoer, 2012 hulpmiddelen en hulp bij het huishouden, in 2009/2012 geactualiseerd. Het Kerkraads Wmo model, beschreven in het VNG-docuement 'Kerkraads Wmo model, voorbeeld van een gekantelde gemeente' stoelt op 2010 4 pijlers: sociale wijkteams met haar sociale wijkpunten, burgerparticipatie op het niveau van coproductie, communicatie en activiteiten. Vanaf 2011 staat verdere doorontwikkeling van het model centraal, met name de samenvoeging met sociale zaken.
culturele
Verordening participatie schoolgaande Kinderen Richtlijnen bijzondere bijstand Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie Beleidsregels wet kinderopvang gemeente Kerkrade Verordening cliëntparticipatie
Verordening inzake het ondersteunen bij en het aanbieden van voorzieningen gericht op het met succes behalen van de 2007 inburgeringsdoelstellingen zoals bedoeld in de Wet Inburgering, waarin naast het benoemen van de aangeboden voorzieningen tevens de doelgroepen alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden zijn opgenomen, inclusief afzonderlijke boetebepalingen. Verordening inzake het ondersteunen bij en het aanbieden van voorzieningen gericht op het opheffen van sociale ongelijkheid van 2012 Kerkraadse burgers en het vergroten van de participatie van deze burgers in de Kerkraadse gemeenschap, houdende de voorwaarden en criteria voor het verstrekken van de voorzieningen en het voorzieningenniveau. Deze verordening regelt de voorzieningen en voorwaarden voor sociaal-culturele activiteiten voor de specifieke doelgroep schoolgaande 2012 kinderen Uitvoeringsregels houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden 2012 met betrekking tot het beoordelen van het recht op en de aard, hoogte en duur van bijzondere bijstand in bijzondere situaties van Kerkraadse ingezeten met een inkomen op of rond het bijstandsniveau 2012 In deze verordening, die onderdeel uitmaakt van de Wet Kinderopvang, staan de lokale mogelijkheden beschreven voor mensen die op basis van sociale en / of medische problematiek kinderopvang nodig hebben en geen beroep kunnen doen op de Wet Kinderopvang zelf. Deze beleidsregels voorzien in een gemeentelijke tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang, te weten 4.5% van de kosten kinderopvang voor parttime werkenden met een aanvullende bijstandsuitkering, personen met een bijstandsuitkering die een traject volgen, 2013 personen die nog geen 18 jaar oud zijn en naar school gaan, personen van 18 jaar en ouder die een opleiding met recht op studiefinanciering volgen en personen die op basis van sociale en / of medische problematiek kinderopvang nodig hebben. 2010 Zie beleidsveld 9.
195
Beleidskader
Jaar
Reïntegratieverordening
Omschrijving 2013 Zie beleidsveld 9.
Verordening en beleidsregels langdurigheidstoeslag
2012 Zie beleidsveld 9. Het Project Samen leven betreft een samen met ketenpartners (Meander, Impuls) en het wmo platform van het lokale sociale domein opgesteld plan, waarbij met behulp van het realiseren van z.g. experimenteerruimte met een regelvrije zone (van AWBZ via Wmo tot aan 2013 Zorgverzekeringswet), een gezamenlijk antwoord wordt ontwikkeld op de op “ons” afkomende uitdaging, waarbij met aanzienlijk minder financiële middelen de brede behoeften van de klant in het kader van de zorg en participatie zoveel als mogelijk adequaat en op een vergelijkend kwaliteitsniveau zullen worden gecompenseerd.
Project Samen Leven
Beleidsveld 9 Reïntegratieverordening Beleidsplan reïntegratie Verordening budget WSW
persoonsgebonden
Wet Participatiebudget Kadernota Kerkrade
ondernemen
in
Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie
Regelgeving inzake het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, zoals 2013 bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, Wwb, waarin naast het benoemen van de aangeboden voorzieningen tevens de rechten en verplichtingen van belanghebbenden zijn opgenomen. Hiermee wordt voldaan aan art. 2 van de verordening dat bepaalt dat het College jaarlijks een beleidsplan maakt dat door de Raad 2013 vastgesteld dient te worden. Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de 2008 rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op de aard en hoogte van een persoonsgebonden budget bij begeleid werken WSW In het Participatiefonds worden de middelen van de Educatie, Wwb en Inburgering samengevoegd. Met dit Fonds beoogt het kabinet dat 2009 mensen gemakkelijker aan een baan geholpen kunnen worden en de maatschappelijke participatie te bevorderen van iedereen vanaf 18 jaar. Zie beleidsveld 4. 2006 2012 Zie beleidsveld 8.
Beleidsregels wet kinderopvang gemeente Kerkrade
2013 Zie beleidsveld 8
Toeslagenverordening gemeente Kerkrade
2012
WWB
Afstemmingsverordening Verordening bestuurlijke boete gemeente Kerkrade
verrekening bij recidive
Regelgeving inzake het verhogen en verlagen van de bijstandsnorm, bedoeld in artikel 30 Wwb, houdende de voorwaarden en criteria voor het verlagen dan wel het verhogen van de toeslagen als aanvulling op de rijksbasisnorm voor de bijstandsuitkeringen. Regelgeving inzake de afstemming van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende, indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van 2012 verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de hieruit voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. 2013 Deze verordening regelt de verrekening van een door het college opgelegde recidiveboete van bijstandsafhankelijken.
196
Beleidskader
Jaar
Omschrijving
Handhavingsverordening
2012
Beleidsregels terug- en invordering Wwb, IOAW, IOAZ
2013
Beleidsregels IOAW,IOAZ
2013
boete
WWB,
Beleidsregels inzake verhaal Wwb
2008
Verordening langdurigheidtoeslag
2012
Beleidsregels langdurigheidstoeslag 2012
2012
Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht Verordening en beleidsregels Wet Inburgering Verordening sociaal culturele activiteiten Verordening participatie schoolgaande kinderen Richtlijnen bijzondere bijstand Verordening cliëntparticipatie
Normenkader 2009-2012
2007
2007 2012
Deze bevat hoofdregels voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot terugvordering van bijstandsgelden. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het opleggen en de invordering van boetes als gevolg van het niet nakomen van de inlichtingenverplichtingen. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot verhaal op ex-partners van bijstandsgerechtigden alsmede kinderalimentatie Regelgeving inzake het recht op een toeslag voor langdurige minima zonder arbeidsperspectief, houdende voorwaarden en criteria voor het recht op deze toeslag Uitvoeringsregels houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op en de hoogte van een toeslag voor langdurige minima zonder arbeidsperspectief. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het verstrekken van bijstand onder verband van krediethypotheek dan wel pandrecht Zie beleidsveld 8. Zie beleidsveld 8.
2012 Zie beleidsveld 8. 2012 Zie beleidsveld 8. In deze verordening, die deel uitmaakt van de Wet werk en bijstand en aanverwante wet- en regelgeving , staat beschreven welke rol de 2010 Stichting Cliëntenraad SWI Kerkrade heeft in de advisering en besluitvorming met betrekking tot werk, inkomen en zorg en aan welke voorwaarden zij daarbij moet voldoen Voor de periode 2009 - 2012 vastgesteld normerend kader voor de uitvoering bestaande uit drie onderdelen; het wettelijke kader als 2009 minimumnorm; het verificatie- en validatieplan als norm voor bewijslastvoering informatie en als derde een overzicht van de controleaspecten bij de primaire processen (kwaliteit van het proces) waarbij risico- en signaalsturing centraal staat.
Beleidsveld 10 Coalitieakkoord 2012-2015 provincie Limburg; Limburg haal het beste uit jezelf Gemeenschappelijke regeling stadsregio Parkstad Limburg,
Het akkoord geldt als fundament voor de nieuwe coalitie, waarbij Limburg beschouwd wordt als een uitermate kansrijke regio. De coalitie bouwt voort op de economische lijnen uit de afgelopen coalitieperiode, stellen haar beleid op onderdelen fors bij en heeft oog voor een 2011 vernieuwende aanpak. Het motto daarbij is: Meer Limburg minder overheid! De samenleving staat voorop. Een samenleving die mee gaat in de snelle ontwikkelingen, maar die tegelijkertijd trots is op haar tradities. De 7 gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in Parkstad Limburg stemden op 15 november 2005 in met de het raadsvoorstel "Perspectief voor Parkstad". Centraal in dit voorstel stond het verwerven van de WGR-plus status, waarmee de positie en de bevoegdheden 2010 van het Parkstad-bestuur werden versterkt. Onder de WGR-plus vallen de overgedragen taken, de zogenaamde "plustaken", waarbij het voortouw ligt bij Parkstad Limburg.
197
Beleidskader Communicatiebeleid Limburg (“Parkstad mogelijk”)
Jaar Parkstad maakt ’t
Regiodialoog Parkstad/Provincie
Regioprogramma: “ Naar een duurzaam vitale regio “ Collegeprogramma 2010-2014; Samen verder werken aan onze toekomst! Inspraakverordening Kerkrade
gemeente
Financiële verordening (ex 212 GW) en Nota Reserves en Voorzieningen
Controleverordening (ex 213 GW) Onderzoeksverordening (ex 213A GW) Inkoop- en aanbestedingsbeleid en –protocol gemeente Kerkrade Informatiebeleidsplan 2007 – 2011
Nota dienstverlening “Verschillende klanten, Verschillende aanpak “
Nota verbonden partijen
2007
2010
2010 2010
Omschrijving Na vooral in het recente verleden gericht te zijn op de naambekendheid wordt nu met het verwezenlijken van WGR+-status het communicatiebeleid van Parkstad Limburg meer gericht op het uitdragen van de inhoud (Parkstad–projecten). Een strategische communicatievisie geldt daarvoor als leidraad. Via de ‘Regiodialoog’ maakt de Provincie Limburg afspraken met Limburgse regio’s over het samen oppakken en uitvoeren van strategische projecten. Op 22 februari 2010 ondertekenden Parkstad Limburg en de Provincie Limburg in dat kader een samenwerkingsovereenkomst. De inhoudelijke basis voor deze overeenkomst is gelegd in de gemeenschappelijk gedragen regiovisie “We zijn wat we delen, wij zijn Parkstad”. In deze visie is de strategische agenda van Parkstad uitgewerkt waarbij de belangrijkste ambities en doelen van elke opgave zijn samengevat. De Parkstadraad heeft op 12 juli 2010 ingestemd met het Regioprogramma en met de verdeelsleutel voor de eerste eigen investeringen in een duurzaam vitale regio. Samen vormen zij de basis voor de eerste uitvoeringsprojecten. Zie ook beleidsveld 1. Het collegeprogramma is een nadere specificatie van de beleidsintenties van de coalitie zoals overeengekomen in september 2010. Grosso modo is sprake van voorzetting van beleid, waarbij een aantal nieuwe accenten is geformuleerd.
Deze verordening geeft aan wanneer en op welke wijze inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Doestelling is 2004 enerzijds aan belanghebbenden de mogelijkheid te bieden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds biedt inspraak aan bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel in het kader van de voor de beleidsvoorbereiding noodzakelijke belangenafweging. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor het financieel beleid, het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade. Er wordt o.a. ingegaan op de begroting, de verantwoording middels jaarstukken, 2008 / tussentijdse informatievoorziening, regels voor activeren en afschrijven, op de vorming en aanwending van reserves en voorzieningen. In 2010 2010 zijn enkele bepalingen mbt de treasury/financiering gewijzigd. In de Nota reserves en voorzieningen worden het beleid en de kaders gegeven rondom de reserves en voorzieningen Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor de controle door de externe accountant op het financieel beheer en op de 2003 inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade en de wijze van rapporteren. Het normen- en toetsingskader wordt jaarlijks geactualiseerd in een separaat door de raad vast te stellen controleprotocol. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor het periodiek door het college uit te voeren (zelf)onderzoek naar de 2003 doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Kerkrade. De insteek is vooral een leer- en verbetereffect. Het aanbestedingsbeleid van de gemeente Kerkrade is van kracht vanaf 1 oktober 2008. Het bevat de uitgangspunten, procedures en regels 2008 voor het besteden van gemeentelijke middelen t.b.v. de uitvoering van werken, het leveren van diensten en het verrichten van leveringen. In het informatiebeleidsplan worden de beleidsrichtingen/keuzes en bijbehorende uitvoeringsplannen beschreven. Het informatiebeleidsplan 2007 2012-2015 moet nog worden vastgesteld. In het dienstverleningsontwerp van de gemeente Kerkrade "Verschillende klanten, verschillend aanpak" is de visie op dienstverlening vorm gegeven. De Gemeente Kerkrade geeft burgers en bedrijven het gevoel welkom te zijn en biedt oplossingen op maat aan waarbij zoveel mogelijk de keuzevrijheid van de klant, ten aanzien van het dienstverleningskanaal, centraal staat. Iedere medewerker van de gemeente is 2010 zich hiervan bewust en handelt dienovereenkomstig. Dit leidt ertoe dat uiterlijk in 2015 op basis van de behoefte en logica van de klant, sprake zal zijn van een sterk gedigitaliseerde, kwalitatief hoogwaardige en klantgerichte publieke dienstverlening, waarbij 80% van de eerste contacten direct en doelmatig wordt afgehandeld. Het document diende, samen met het informatiebeleidsplan 2007-2010 als basis voor de vorming van het KCC. De nota verbonden partijen gaat in op de sturingsrelatie met en de risicobeheersing bij verbonden partijen, zijnde die privaatrechtelijke of 2008 publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente Kerkrade een bestuurlijk en een financieel belang heeft.
198
Beleidskader Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de gemeente” Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens Reglement burgerlijke stand Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijk stand
Jaar
Omschrijving 2011 Zie beleidsveld 4. De verordening regelt welke verbanden er binnengemeentelijk zijn met de GBA, welke binnengemeentelijke afnemers er zijn van de GBA, 2008 voor welk doel zij afnemer zijn en welke persoonsgegevens er zijn van (categorieën van) vrij derden. Verder regelt de verordening voor welk doel de gegevens worden verstrekt en onder welke voorwaarden Het reglement houdt bepalingen in ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de 2003 burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand. Regelt de rechtspositie van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand
Beleidsveld 11 Informatiebeleidsplan 2007-2010 Meerjaren onderhoudsplanning PLANON en jaarplan onderhoud gebouwen
Gemeentelijk Riolerings Plan 2001-2006 (update 2013 GRP )
Evaluatienota GRP (incl. waterplan) Wegenbeheerplan 2007-2011 ( concept 2013)
Beleidsplan Openbare Verlichting ( concept 2013 )
Beleidsplan Begraafplaatsen Groenstructuurplan
2007 Zie beleidsveld 10. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd en geeft weer mede op basis van inspecties de onderhoudswerkzaamheden die in een jaar plaats moeten jaarlijks vinden. De efficiëntere uitvoering van onderhoud en gebruik van gebouwen vormt het uitgangspunt voor een pro-actief vastgoedbeheer en daarmee speerpunt voor de komende jaren. Dit, wettelijk verplicht, plan is uit enkele delen opgebouwd en geeft weer de stand van zaken van de riolering en het beheer daarvan, een meerjarenplanning, een kostendekkingsplan en een civieltechnisch onderdeel van het rioleringsplan. Doelstellingen (speerpunten) zijn geformuleerd en wel: realisatie van de basisinspanning, wegwerken van de achterstand in rioolvervanging, maximalisatie van afkoppeling, 2001 sanering van ongezuiverde lozingen en automatisering van de beheersystemen. Het plan omvat de periode 2001-2006. Zodra de gevolgen op gemeentelijk nivo voldoende uitgekristalliseerd zijn in verband met het van kracht worden van de Europese kader richtlijn Water en andere relevante (gewijzigde) wetgeving zal een geheel herzien basisrioleringsplan worden opgesteld. jaarlijks Dit plan regelt het kwaliteitsniveau van de riolering met de bijbehorende meerjarenplanning en kostendekking. Dit plan regelt het kwaliteitsniveau van de openbare verhardingen. Op basis van de minimale kwaliteit, afschrijvingen en slijtage wordt het onderhoudsprogramma bepaald. In dit beleidsplan wordt een beeld geschetst van de verlichting, worden achtergronden en uitgangspunten voor openbare verlichting besproken en vertaald naar normeringen en globale kostenindicaties. De beleidsuitgangspunten kunnen vervolgens vertaald worden naar uitvoerings- en onderhoudsprogramma's. Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Verkeersveiligheid, sociale veiligheid en leefbaarheid spelen dan een grote rol. Een goede kwaliteit van de openbare 1998 verlichting is hierdoor van groot belang. Per type openbare ruimte worden de gewenste kwaliteiten aangegeven en wordt ingegaan op de noodzakelijke aanpassingen. Samengevat zijn er 3 beleidsdoelstellingen: wegwerken achterstand c.q. renoveren, verbeteren verlichtingskwaliteit i.r.t. openbare en verkeersveiligheid en herkenbaarheid, het verminderen van het energieverbruik. In 2001 heeft e.e.a. geleid tot een plan van aanpak. In het betreffende plan zijn geen afzonderlijke doelstellingen opgenomen, wel wordt aangegeven dat bij de hele procesgang uitgangspunten o.a. waren om overcapaciteit af te bouwen en een kostendekkende exploitatie te realiseren. Het plan gaat kort in op het uitvoeren van een 1998 aantal maatregelen op verschillende begraafplaatsen, het vaststellen van een nieuwe beheersverordening incl. "nadere regels" en nieuwe tarieven. 1992 in dit plan wordt een visie ontwikkeld ten aanzien van het te voeren beleid voor het openbaar groen. Daarin wordt het beleid van de 2007
199
Beleidskader ( concept 2013 )
Bomenbeleidsplan ( bomenverordening 2012 en lijst waardevolle en monumentale bomen 2012 ) Bosbeheerplan
NOC/NSF Normen
Verkeersveiligheidsplan
Energiescan 2010
Jaar
Omschrijving gemeente t.a.v. bestemming, inrichting en beheer van het openbaar groen samengevat, ook voor de lange termijn. Er worden enkele hoofddoelstellingen onderkend: hoge kwaliteit van het openbaar groen en het onderhoud daarvan; samenhangend, duurzaam, multifunctioneel en beheerbaar karakter van het openbaar groen; terugdringen chemische onkruidbestrijding; voorlichting en draagvlak. Verder komen aan de orde een aantal noodzakelijke afstemmingen met andere gemeentelijke beleidsterreinen en met provinciaal en regionaal beleid. Wijksgewijs worden per groengebied een korte omschrijving gegeven en een aantal voorstellen gedaan. Een actualisatie is gepland, het plan is gericht op de openbaar ruimte. 2006 Zie beleidsveld 1.
In de bossen met functie natuur heeft de instandhouding danwel ontwikkeling van natuurwaarden een hoge prioriteit, maar recreatie geld 1999 mede als belangrijke functie. Daarnaast worden deze functies aangevuld met diverse nevenfuncties zoals houtproductie, landschappelijke waarden en milieu. Per functie worden bovendien nog enkele specifieke doelen genoemd Dit (landelijke) handboek is opgezet door de vml. Nederlandse Sportfederatie en het Nederlands Olympisch Comité, thans bekend als ISA 2006 + Sport. ISA Sport keurt sportaccommodaties, adviseert exploitanten en beproeft en ontwikkelt nieuwe materialen. Het handboek dient als supple- informatiebron voor allen die betrokken zijn bij de planning, de bouw, het beheer, de inrichting en het onderhoud van sportaccommodaties. menten Het bevat gegevens over normen, eisen, wensen, aanbevelingen en richtlijnen die gelden bij sportaccommodaties. Tevens naslagwerk, met periodieke supplementen. Het bevat dus geen specifieke Kerkraadse doelstellingen Het plan gaat in op het beleid en de organisatie van de verkeersonveiligheidsbestrijding, de analyse van de verkeersonveiligheid, ruimtelijke ordening en verkeersstromen, het scherpt het verkeersveiligheidsbeleid aan en formuleert aangescherpte doelstellingen. Tot slot worden de te nemen maatregelen gepresenteerd in de vorm van een werkplan voor de periode 1997-2001. (inhoudsopgave, samenvatting) Het plan 1997 formuleert een drietal algemene doelstellingen mbt (duurzame) verkeersveiligheid en het toekennen van functies aan wegen, concrete doelstellingen voor het jaar 2000 (-25% verkeersslachtoffers tov 1985) en 2010 (-50% verkeersdoden en -40% gewonden tov 1986) en een tweetal doelen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit. 2010 Deze geeft mede richting aan het beleid.
200
Vaststelling
201
202
Ontwerpbesluit Nr.: ...
Rb ...
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, dat de raad door het vaststellen van de begroting zijn budgetrecht uitoefent; dat de raad is aangeboden de ontwerp-begroting 2014;
gelezen, de nota van toelichting, nr. ... Tl ... het verslag van de commissie(s)
, behorende bij dit besluit;
gelet op, beleidsveld: 10 gemeentelijk/regionaal beleidskader: Financiële verordening gemeente Kerkrade (ex.art.212 GW) wetsartikel: m.n. art. 189, 190 en 191 van de Gemeentewet
Besluit: I.
De begroting 2014 vast te stellen.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. XX-XX-2013
De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som.
B.W.E. van der Wijst-Triepels.
203