Inhoudsopgave Aanbieding ................................................................................................. 3 Beleidsbegroting......................................................................................... 5 Algemene beschouwingen ........................................................................................... 7 Beleidsvelden en programma’s .................................................................................... 9 Overzicht opbouw beleidsbegroting ......................................................................................................... 9 Leeswijzer .............................................................................................................................................. 13 Overzicht baten en lasten per beleidsveld............................................................................................... 16 01 Bouwen en wonen............................................................................................................................. 17 02 Verkeer en vervoer ............................................................................................................................ 25 03 Milieu................................................................................................................................................ 29 04 Economie en toerisme ....................................................................................................................... 35 05 Veiligheid en handhaving .................................................................................................................. 43 06 Jeugd ................................................................................................................................................. 49 07 Welzijn, sport en cultuur ................................................................................................................... 55 08 Zorg................................................................................................................................................... 61 09 Werk en inkomen .............................................................................................................................. 69 10 Bestuur en bedrijfsvoering ................................................................................................................. 75 11 Beheer ............................................................................................................................................... 79
Algemene dekkingsmiddelen ......................................................................................83 Paragrafen..................................................................................................................86 §1. §2. §3. §4. §5. §6. §7. §8.
Paragraaf lokale heffingen ........................................................................................................... 86 Paragraaf weerstandsvermogen ( inclusief risicoparagraaf)........................................................... 91 Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen ....................................................................................... 97 Financieringsparagraaf (treasury) .............................................................................................. 102 Paragraaf bedrijfsvoering........................................................................................................... 106 Paragraaf verbonden partijen .................................................................................................... 109 Paragraaf grondbeleid ............................................................................................................... 110 Paragraaf krimp: omgaan demografische ontwikkelingen gemeente Kerkrade ........................... 119
Financiële begroting...............................................................................123 §1. §2. §3.
Financiële beschouwingen........................................................................................................ 124 Financiële positie – recapitulatie baten, lasten, investeringsprogramma .................................... 124 Toelichting baten en lasten ....................................................................................................... 128
Bijlagen ..................................................................................................133 Afkortingslijst........................................................................................................................................ 135 Overzicht verbonden partijen ............................................................................................................... 136 Staat van reserves en voorzieningen...................................................................................................... 142 Nadere toelichting reserves en voorzieningen....................................................................................... 144 Beknopte samenvatting beleidskaders per beleidsveld .......................................................................... 147
Vaststelling .............................................................................................167 1
Aanbieding Hierbij bieden wij u de begroting 2012 aan. De begroting geeft in combinatie met de Najaarsnota 2011 een heldere weergave van de financiële positie van onze gemeente. Zoals verwoord in de inleiding van het collegeprogramma 2010-2014 “Samen verder werken aan onze toekomst”, blijven de beleidslijnen van het vorige collegeprogramma een belangrijke basis vormen voor het toekomstige beleid. Veel ingezette beleidslijnen zijn immers nog steeds actueel. Daarom is nog steeds sprake van 8 programma’s (prioriteiten in de vorm van doelenbomen) binnen een totaal van 11 beleidsvelden. De opmaak/presentatie daarvan is overigens iets gewijzigd. Het betreft: • Aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling • Sociaal klimaatbeleid • Toerisme • Veilig leefmilieu • Voorkomen van vroegtijdige schooluitval • Maatschappelijke participatie • Integraal gezondheidsbeleid • Reïntegratie Onderwerpen die meer regulier zijn en door de raad niet waren benoemd als prioriteit komen in deze begroting terug als beleidsveld zonder doelenboom. Dat betekent overigens niet dat deze onderwerpen geen aandacht krijgen. Per beleidsveld is op hoofdlijnen te zien wat er in totaliteit speelt, o.a. door het benoemen van alle relevante beleidskaders en het opnemen van vermeldenswaardige zaken. De voorjaarsnota 2011, jaarschijf 2012, is financieel 1-op-1 vertaald naar de begroting 2012. Ontwikkelingen ná de voorjaarsnota 2011 worden financieel meegenomen in de Najaarsnota 2011. In de raadsinfobrief van 29 juni 2011 hebben wij hiervan al een beknopte doorkijk gegeven in het kader van de gepresenteerde bezuinigingsvoorstellen in Zienswijze II (“blauwe boekje”). Tot slot zal de Tarievennota 2012 in de raad van december 2011 worden behandeld, waarna de tarieven definitief worden vastgesteld. In de betreffende paragraaf gaan wij nader in op de lokale heffingen.
Het college,
De secretaris,
J.J.M. Som
mr. C.M. Kuikman
3
Beleidsbegroting
5
Algemene beschouwingen In de begroting 2011 was sprake van twee lijnen, die met elkaar in verbinding moesten worden gebracht. De eerste lijn had betrekking op het ambitieniveau voor de stad. En in het verlengde daarvan de thema’s herstructurering in relatie tot de bevolkingsontwikkeling en de rol van de gemeente als aanjager in de uitvoering van lokale en regionale projecten. Dit in samenwerking met en binnen de stadsregio Parkstad Limburg en partijen als de Provincie. De tweede lijn was die van de financiële positie van de gemeente tegen de achtergrond van de economische situatie en de verwachte rijksbezuinigingen. De ambitielijn is inmiddels nader uitgewerkt middels het collegeprogramma 2010 – 2014 “Samen verder werken aan onze toekomst”. De tijd staat niet stil en er moet worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en nieuwe kaders. Het welzijn van onze burgers, ons woon- en leefklimaat en de ambitie van een economisch sterke stad zijn belangrijke aspecten in het programma, net als de ambitie om een Europese en gastvrije stad te zijn. In het verlengde daarvan is in januari 2011 een toekomstvisie vastgesteld in de vorm van de “Reisgids Kerkrade 2030”. Daarbij hebben wij tevens dankbaar gebruik kunnen maken van de inzendingen van onze inwoners naar aanleiding van de droombrief. De belangrijkste hoofdlijnen voor de toekomst zijn “hand in hand met de buren”, “een woonpark binnen Parkstad” en “gastheerschap”. Momenteel wordt gewerkt aan een reisplan om de uitwerking van deze thema’s verder vorm te geven middels plannen en projecten. Samen zullen de reisgids en het reisplan uiteindelijk de strategische visie van onze stad vormen. Een verdere uitwerking van de ambities is al te vinden in de Structuurvisie Kerkrade 2010 – 2020 (maart 2011). Hierin is de gewenste ontwikkeling van Kerkrade beschreven. In de gemeentelijke structuurvisie zijn gebieden aangewezen waarbinnen ontwikkeling, verdunning of beheer is voorzien. In de ontwikkelingsgebieden zal de komende jaren met name een ingrijpende aanpak van de woningvoorraad en openbare ruimte plaatsvinden. Ook is in de integrale visie opgenomen dat Kerkrade de maatschappelijke voorzieningen zoals zorg-, onderwijs- en sportvoorzieningen concentreert en gelijkmatig verspreidt over de stad en deze kwalitatief verbetert. “Meer investeren in minder” is het motto. De gemeentelijke structuurvisie wordt de komende jaren verder uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de stadsdelen West, Oost en Noord. In februari 2011 is de Stadsdeelvisie Kerkrade-West vastgesteld. Deze stadsdeelvisie fungeert als pilot voor de Limburgse wijkenaanpak. Waar mogelijk in nauwe samenwerking met onze partners blijft het uitgangspunt. De tweede lijn is die van de financiële positie van de gemeente, waarbij nog steeds sprake blijft van risico’s en onzekerheden. De berichtgeving van het Rijk tot nu toe heeft hierin nog niet de gewenste duidelijkheid gebracht voor individuele gemeenten. Met name via het structuurfonds zijn in elk geval gelden beschikbaar om aan de diverse investeringsambities vorm te geven, zoals bijvoorbeeld centrumontwikkeling (10-punten-plan), atrium, stadsvernieuwing en herstructurering. De structurele financiële ruimte (exploitatie) is echter zeer beperkt. Met de raadsinformatiebrief van 29 juni 2010 is een korte doorkijk gegeven van deze positie en de risico’s. De Najaarsnota 2011 geeft een actueel beeld van de financiële positie. Duidelijk is dat de ambities steeds opnieuw gekoppeld zullen moeten worden aan de financiële positie. De financiële positie wordt met name nog beïnvloed door de rijksbezuinigingen waaronder de majeure decentralisatie-operaties richting gemeenten en de keuzes die tezijnertijd gemaakt worden met betrekking tot de geïnventariseerde bezuinigingsmaatregelen (“blauwe boekje”).
7
Beleidsvelden en programma’s
Overzicht opbouw beleidsbegroting In navolging van de sinds de begroting 2009 ingezette nieuwe stijl, kenmerkt deze begroting zich door de uitwerking aan de hand van doelenbomen en het sturen op uitzonderingen. De begroting 2012 is voor wat betreft het beleidsmatige gedeelte opgebouwd uit beleidsvelden (de voormalige programma’s), programma’s (nieuwe stijl), algemene dekkingsmiddelen en de verplichte paragrafen. De basis wordt gevormd door de 11 integrale beleidsvelden. Een beleidsveld is een samenhangend geheel van activiteiten dat betrekking heeft op de diverse reguliere en min of meer vaste beleidsterreinen. Deze omvatten alle onderdelen van de verschillende beleidsterreinen. De raad wil hier sturen op uitzonderingen (“geen nieuws is goed nieuws”). De raad mag er van uitgaan dat regulier beleid wordt uitgevoerd zoals het de bedoeling is. Alle activiteiten binnen deze beleidsvelden zijn gescreend, waarna een schifting is gemaakt tussen “regulier beleid of bedrijfsvoering” en “nieuw c.q. bijzonder beleid”. Verder is het natuurlijk van belang dat het activiteiten in 2012 betreft. De uitvoering van wettelijke taken en de diverse beleidsplannen met bijbehorende uitvoeringsprogramma’s of projecten worden in beginsel als “regulier” beschouwd. Als er vermeldenswaardige uitzonderingen zijn, kunnen deze worden aangegeven. Bijvoorbeeld afwijkingen in de uitvoering (achterstanden, lagere kwaliteit, financieel, etc) of belangrijke nieuwe aspecten binnen reguliere taken. Een prioriteit of speerpunt is een afzonderlijk herkenbaar onderdeel van een beleidsveld waaraan de raad een bijzonder belang hecht en waarop hij intensief wil sturen. Een prioriteit of speerpunt kan ook investeringen omvatten. De prioriteiten worden als programma (nieuwe stijl) in de begroting opgenomen, in de vorm van een zogenaamde doelenboom met de bijbehorende nadere toelichting. Een overzicht van deze programma’s was reeds opgenomen bij het onderdeel “Aanbieding” In de voorliggende begroting worden bij de programma’s en beleidsvelden tevens streefwaarden opgevoerd. De streefwaarden geven het beoogd effect aan welke de gemeente wenst te bereiken. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de leeswijzer. Ook voor de streefwaarden geldt dat deze aan verandering onderhevig kunnen zijn en verder ontwikkeld moeten worden. Het moge duidelijk zijn dat niet alle activiteiten die de gemeente ontplooit, expliciet in de doelenbomen of in de beleidsvelden terugkomen. Hetzij omdat ze als regulier of als onderdeel van de bedrijfsvoering worden beschouwd, hetzij omdat de activiteiten conform planning lopen en er geen bijzonderheden te melden zijn. Om toch een indruk te krijgen van het totale spectrum waarbinnen zich gemeentelijke activiteiten afspelen, is steeds per beleidsveld een overzicht opgenomen van de relevante beleidskaders. In de bijlagen achter in dit boekwerk is een beknopte samenvatting opgenomen van al deze beleidskaders. In de begroting 2012 is sprake van 8 programma’s binnen 11 beleidsvelden. De algemene dekkingsmiddelen worden apart genoemd, omdat deze volgens de voorschriften buiten de programma’s/beleidsvelden moeten worden gehouden. De 8 paragrafen tot slot omvatten een aantal verplichte en gemeentebrede onderwerpen. In de leeswijzer is een nadere toelichting opgenomen. Dit is op de volgende bladzijde schematisch weergegeven
9
In het volgend overzicht wordt de indeling gekoppeld aan de huidige raadscommissieverdeling. Iedere raadscommissie is eerst verantwoordelijke voor de genoemde onderwerpen. Omschrijving Beleidsvelden
Commissie Programma’s
1. Bouwen en wonen
Aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling
GEZ
2. Verkeer en vervoer
n.v.t.
GEZ
3. Milieu
Sociaal klimaatbeleid
GEZ
4. Economie en toerisme
Toerisme
GEZ
5. Veiligheid en handhaving
Veilig leefmilieu
AZM
6. Jeugd
Voorkomen van vroegtijdige schooluitval
BS
7. Welzijn, sport en cultuur
Maatschappelijke participatie
BS
8. Zorg
Integraal gezondheidsbeleid
BS
9. Werk en inkomen
Reïntegratie
BS
10. Bestuur en bedrijfsvoering
n.v.t.
AZM
11. Beheer
n.v.t.
GEZ
Alle Parkstad - aangelegenheden
AZM
Algemene dekkingsmiddelen
AZM
Paragrafen
AZM
AZM BS
= Algemene Zaken en Middelen = Burgers en Samenleving
GEZ
11
= Grondgebied en Economische Zaken
Leeswijzer Naam beleidsveld: Een van de elf beleidsvelden
A. Algemeen Omschrijving van het beleidsveld: Hierin wordt (de reikwijdte van) het beleidsveld kort omschreven. Onderscheiden deelterreinen: De binnen de beleidsvelden onderscheiden beleidsmatige deelterreinen worden ter informatie kort aangeduid. Deze sluiten aan op de indeling van de meer gedetailleerde financiële productenbegroting op grootboekniveau. Portefeuillehouders: De betrokken c.q. verantwoordelijke portefeuillehouders ten aanzien van het onderhavige beleidsveld worden hier vermeld. Beleidskaders: De bestaande vastgestelde beleidsnota's worden hier genoemd. Bij sommige beleidsvelden worden rijksregelgeving en provinciale plannen genoemd, indien deze een sterke invloed hebben op het gemeentelijke beleid. Voornamelijk worden de gemeentelijke en regionale beleidskaders vermeld.
B.
Programma
Indien van toepassing, dan wordt hier een programma weergegeven in de vorm van een doelenboom. Daarin treft u aan: Naam programma: De naam van het betreffende programma nieuwe stijl, tevens is/zijn de verantwoordelijke portefeuillehouder(s) aangegeven. Wat willen we bereiken? De algemene en afgeleide doelstellingen c.q. taakgebieden zijn in de doelenbomen aangegeven. Deze dienen zoveel mogelijk te zijn geformuleerd in termen van maatschappelijke effecten. Het “SMART” (specifiek-meetbaar-acceptabel-realistisch-tijdgebonden) maken en houden van de doelstellingen is een continu proces. Financiële informatie Op het niveau van de afgeleide doelstellingen c.q. taakgebieden worden ter informatie de voor de nieuwe activiteiten 2012 beschikbare budgetten (exploitatie en/of investeringen) aangegeven, exclusief indirecte kosten. Deze budgetten vormen de optelsom van de beschikbare budgetten op het niveau van de activiteiten. Tussen de genoemde activiteiten kan overigens budgettair worden geschoven.
De opgenomen financiële informatie bij de programma’s heeft slechts een indicatieve status. De autorisatie van budgetten vindt conform de 212-verordening plaats op het niveau van de beleidsvelden.
13
Wat gaan we doen? In de doelenboom is het uitgangspunt dat de afgeleide doelstellingen of taakgebieden (mede) kunnen worden gerealiseerd door het uitvoeren van de genoemde activiteiten. Het spreekt voor zich dat dit een sterk vereenvoudigde weergave is van de werkelijkheid. Het activiteitenplan voor 2012 wordt aangeduid. Het gaat hier in beginsel om de nieuwe en prioritaire zaken. Nieuw moet in een wat bredere context gezien, het kan ook gaan om de verdere uitwerking van lopende zaken. Prestatie-indicatoren In de doelenboom wordt een aantal indicatoren/kengetallen benoemd waarvan verondersteld wordt dat deze een indicatie geven van enerzijds het realiseren van de activiteiten, maar vooral van het realiseren van de doelstellingen op langere termijn. Hierin zijn zo veel mogelijk streefwaarden toegevoegd, vooral ten aanzien van de maatschappelijke effecten. Om tot een realistische waarde te komen, zijn daarbij tevens betrokken de historische cijfers en ontwikkelingen. Zie in dit verband ook de “nadere toelichting programma”. Overigens dient bedacht te worden dat het niet of juist wel behalen van een doelstelling niet altijd (volledig) afhankelijk is van de gemeentelijke inspanningen, maar bijvoorbeeld ook van omgevingsfactoren in die periode. In de beleidsevaluatie is dit een aandachtspunt. Nadere toelichting programma Hier is indien nodig nog een korte toelichting opgenomen ten aanzien van de hiervoor genoemde zaken. Er is ook actueel cijfermateriaal opgenomen ten aanzien van de indicatoren van het programma.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren bij dit beleidsveld
Hier kunnen eventuele overige activiteiten, projecten en cijfermatige gegevens of afwijkingen worden vermeld die in 2012 plaatsvinden, voor zover relevant en niet reeds in de doelenbomen van de programma’s opgenomen. Het “gewoon” uitvoeren van wettelijke taken en/of van vastgestelde beleidsplannen (zie ook beleidskaders) valt hier in beginsel niet onder, daar dit als “vanzelfsprekend” mag worden beschouwd. Alleen bij bijzonderheden (bijv. forse achterstanden in uitvoering, teruggang kwaliteitsscores, financieel) is vermelding op zijn plaats.
D.
Wat mag het kosten?
Het overzicht van baten en lasten begroting 2012 geeft voor de verschillende jaren weer de gerealiseerde resp. de geraamde bedragen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds bestaand beleid en nieuw beleid, anderzijds tussen het saldo voor resultaatbestemming (zonder rekening te houden met mutaties in reserves) en het saldo na resultaatbestemming (inclusief mutaties reserves). Actuele externe en interne ontwikkelingen, intensivering of juist noodzakelijke inperking van bestaand beleid en nieuw beleid noopten tot budgettaire bijstellingen, die middels de Voorjaarsnota 2011 zijn geformaliseerd. Voor deze begroting 2012 zijn derhalve alle mutaties voor 2012 e.v. voortvloeiende uit deze Voorjaarsnota zijn gedefinieerd als “nieuw beleid”. De bedragen die bij de beleidsvelden zijn genoemd zijn exclusief de kapitaallasten van nieuwe c.q. geplande investeringen, deze staan namelijk “macro” in het administratieve beleidsveld 0. Een toelichting hierop treft u aan bij het onderdeel “financiële begroting”. De posten “nieuw beleid” worden onderaan de tabel nog beknopt weergegeven. Voor een uitgebreide toelichting wordt verwezen naar de Voorjaarsnota 2011, een compleet cijfermatig overzicht is nog opgenomen bij het onderdeel “financiële begroting”. Aangezien de rekening 2010 een verantwoordingsdocument achteraf betrof, is de categorie “nieuw beleid” niet van toepassing. Dat geldt tevens voor de mutaties voor de jaarschijf 2011 van de Voorjaarsnota 2011. Het saldo is berekend als baten minus lasten. Alle bedragen zijn x kleine verschillen ontstaan.
14
1.000. Door afrondingen kunnen
Afwijkingen (diverse jaren) Hier vindt u een korte analyse van de grotere c.q. bestuurlijk relevante afwijkingen tussen de verschillende jaren. Het kan voorkomen dat de genoemde afwijkingen op zichzelf de mutatie van de totale baten en lasten niet volledig verklaren. In dat geval zijn er nog diverse kleinere plussen en/of minnen. Ook worden de kostenplaatsen/indirecte kosten buiten beschouwing gelaten. Deze worden bij het onderdeel “Financiële begroting” nl. afzonderlijk “macro” geanalyseerd aangezien deze aan de beleidsvelden worden doorbelast. Tevens is opgenomen de analyse van de meerjarige afwijkingen. In deze begroting 2012 betreft het de jaren 2013 – 2015 ten opzichte van de begroting 2012. Deze afwijkingen zijn ontstaan door mutaties waarover in eerdere Voorjaars- of Najaarsnota’s is besloten. Voor een beter inzicht worden de daarin genoemde wat grotere bestuurlijk relevante mutaties hier kort herhaald. Het vertrekpunt is de Voorjaarsnota 2007, waarin de mutaties t/m maximaal de jaarschijf 2011 waren opgenomen. Het kan zijn dat sommige passages inmiddels door de tijd zijn achterhaald. Overigens worden de mutaties in de jaarschijven die in de voorliggende begroting niet meer relevant zijn, in verband met de overzichtelijkheid weggelaten. Investeringen Per beleidsveld wordt weergegeven de beschikbare investeringsruimte per jaarschijf. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen. Bij een aantal investeringen kan echter sprake zijn van een gemengd karakter. Dan wordt per geval gekeken welke omschrijving het meest passend is. Een specificatie is opgenomen in §2 van de Financiële begroting. In de tweede kolom wordt aangegeven of het een uitbreidingsinvestering (u) of vervangingsinvestering (v) betreft. Afwijkingen ramingen 2011 – 2015 Tevens is opgenomen de meerjarige analyse van de ramingen van de beschikbare investeringsruimte. Deze afwijkingen zijn ontstaan door mutaties waarover in eerdere Voorjaars- of Najaarsnota is besloten. Voor een beter inzicht worden de daarin genoemde mutaties hier kort herhaald, voor zover de wat grotere individuele posten bestuurlijk relevant waren. Het vertrekpunt is de Voorjaarsnota 2007, waarin de mutaties t/m maximaal de jaarschijf 2011 waren opgenomen. Overigens worden de mutaties in de jaarschijven die in de voorliggende begroting niet meer relevant zijn, in verband met de overzichtelijkheid weggelaten.
15
Overzicht baten en lasten per beleidsveld
Lasten 2012 per beleidsveld Beheer
Alg. Dekkingsmiddelen
Bestuur/Bedrijfsvoering
Bouwen/Wonen Verkeer/Vervoer Milieu Economie/Toerisme Veiligheid/Handhaving Jeugd
Werk/Inkomen
Welzijn/Sport/Cultuur
Zorg
Baten 2012 per beleidsveld Veiligheid/Handhaving
Alg. Dekkingsm iddelen
Werk/Inkomen
Verkeer/Ver voer
W elzijn/Sport/Cultuur
Beheer
16
Zorg Bouw en/Wonen Economie/Toerisme Milie u Bestuur/Bedrijfsvoering Jeugd
Beleidsveld:
01 Bouwen en wonen A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het scheppen van optimale condities voor het woningaanbod en de woon- en leefomgeving alsook een wervend vestigingsklimaat. Onderscheiden deelterreinen: Ruimtelijke ordening; Wonen; Natuur, landschap en groen; Wijkgerichte ontwikkelingen Portefeuillehouders: • P. Thomas ( ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, economie, wijkwethouder West) • W. Terpstra (ontwikkelingsbedrijf Kerkrade, centrummanagement, wijkwethouder Noord) • L. Jongen (wijkontwikkeling en wijkwethouder Oost) • T. Weijers (openbare ruimte) Beleidskaders: Op rijksniveau fungeert de Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte als kader. Provinciale en regionale beleidskaders: • Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) 2006 en aanvulling Verstedelijking, Herstructurering en Kwaliteitsverbetering (2009) • Limburgse Wijkenaanpak • Uitvoeringsprogramma Wonen-Welzijn-Zorg • Provinciale Woonvisie Limburg 2010-2015 (februari 2011) • Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg (oktober 2009) • Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg (december 2009) • Uitvoeringsprogramma platteland in uitvoering (regio Parkstad Limburg en Provincie Limburg, 2007-2014) • Identiteit Parkstad Limburg 2004 • Regionale woonmilieuvisie “lekker thuis in Parkstad Limburg” 2004 • Regionale Woonvisie op hoofdlijnen Parkstad Limburg 2006-2010 (verlengd t/m 2011) en in voorbereiding een Regionale Woonvisie op hoofdlijnen Parkstad Limburg 2012-2020 • Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2010 (verlengd t/m 2011) en in voorbereiding een Regionale Woningbouwprogrammering Parkstad Limburg 2012-2020 • Document “Kwaliteitssturing Regionale woningmarkt. Van Zeef naar Zwengel” • Regioprogramma “Naar een duurzame vitale regio” (juni 2010) • Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) Herstructurering Parkstad Limburg (2009) Gemeentelijke beleidskaders: • Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 (30 maart 2011) • Stadsdeelvisie Kerkrade-West (23 februari 2011) • Beleidsnotitie Ruimtelijke Ordening • Bestemmingsplannen • Gemeentelijk ontwikkelingsprogramma ISV II periode 2005-2009 • Verordening VROM starterslening gemeente Kerkrade 2007 • Jaarlijkse grondnota, Beheersvoorschriften O.B.K. en de Verkoopvoorwaarden gemeentegrond aan particulieren • Convenant duurzaam bouwen (update 2001) • Prestatieovereenkomsten corporaties – gemeente • Welstandsnota 2004 (update in 2008)
17
• • • • • • • •
B.
Bomenbeleidsplan 2006 Samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente Kerkrade en de Kerkraadse Bewonersplatforms 24 april 2007 WMO-beleidsplan gemeente Kerkrade Convenant energiebesparing 2009-2012 Uitvoeringsprogramma’s wijkontwikkeling (jaarlijks) Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade 2008 Convenant “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK) 2010-2014” Verordening subsidiëring gevelverbetering
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling “.
18
Rode ontwikkelingen Voorbereiden en uitvoeren van rode (stedelijke) ontwikkelingen om de tevredenheid woonkwaliteit en match vraag en aanbod woningen te verbeteren. Voor sociale huurwoningen is er beschikbaar. De middelen voor isv III zijn nog niet bekend. Bij de investeringsambities is voor overige herstructurerings projecte 200.000 als “denkrichting” beschikbaar. Groene ontwikkelingen Voorbereiden en uitvoeren van groene ontwikkelingen om de tevredenheid te verbeteren en meer groen per inwoner te realiseren. In het investeringsprogramma is er voor openbaar groen vanaf 2012 jaarlijk 000 beschikbaar. Bij de investeringsambities is er voor verbeteren van oevers stuwmeer craneweijer en inrichtingstructuur 000 als “denkrichting” benoemd.Voor de herinrichting van park Erenstein is er in 2012 voorzien in het investeringsprogramma. Wijkontwikkeling Uitbouwen wijkgericht werken met de kernbegrippen duurzaam, schoon, veilig en sociaal. Exploitatie /
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Ruimtelijk beleid Opstellen, actualiseren en uitvoeren van ruimtelijk beleid als kader voor ontwikkelinge Exploitatie /.
Uitwerken/uitvoeren van de gemeentelijke structuurvisies in stadsdeelvisies voor West, Oost en Noord, met name voor de ontwikkelingsgebieden
•
• (Verder) stimuleren betrokkenheid burgers en buurtverenigingen • Sociale activering • Limburgse Wijkenaanpak (Krimp)
Uitwerken/uitvoeren van de gemeentelijke structuurvisies in stadsdeelvisies voor West, Oost en Noord, met name voor de ontwikkelingsgebieden
Wat gaan we doen? (2012) Uitwerken/uitvoeren van gemeentelijke structuurvisies in stadsdeelvisies voor West, Oost en Noord, met name de ontwikkelingsgebieden
•
•
§ § §
§ §
§ § §
§
tevredenheid buurtvoorzieningen sociale cohesie 5,8 verloedering in de buurt 4,2
oppervlakte groen m2/inw oppervlakte stedelijk groen m2/inw
aantal gesloopte woningen 150 aantal gerealiseerde woningen 150 leegstaande woningen 6,0%
55%
score voor de algemene kwaliteit van de woonomgeving: 7,0
Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Een aantrekkelijke en goed functionerende woon-, werk- en leefomgeving Afgeleide doelstelling: Door het opstellen en uitvoeren van ruimtelijk beleid zorg dragen voor een verhoging van de tevredenheid over de woonkwaliteit, betere match vraag en aanbod woningen en meer groen
P. Thomas; W. Terpstra ; T. Weijers; L. Jongen.
Programma Aantrekkelijk wonen en wijkontwikkeling
Nadere toelichting programma Op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht om ruimtelijk beleid (structuurvisie en bestemmingsplannen) vast te stellen en toe te passen. Dit beleid is nader uitgewerkt op basis van het nationaal, provinciaal en regionaal beleid. Naar verwachting zullen vanaf de zomer van 2011 nieuwe structuurvisies op Rijksniveau (Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Structuurvisie Windenergie op Land) en later op provinciaal niveau (nieuw Provinciaal Omgevingsplan Limburg) worden opgesteld. In deze visies en het wettelijke instrumentarium (Algemene maatregel van bestuur en provinciale verordening) worden respectievelijk de nationale en provinciale belangen vastgelegd. In de dagelijkse praktijk betekent dit voor de gemeente Kerkrade dat het primaat van de ruimtelijke ordening met name bij de provincie, de Stadsregio Parkstad Limburg en bij onze gemeente komt te liggen. De stadsregio Parkstad Limburg, waarin acht gemeenten samenwerken op basis van de afspraken zoals vastgelegd in de WGR+ overeenkomst, heeft in oktober 2009 de intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld. Voor Kerkrade zijn met name de projectgebieden "Park Gravenrode" en "Zuidflank" relevant. De regio voert hierbij de regie. Verder is in de visie een beheers- en sturingslijn opgesteld waarbij de gemeenten zich conformeren aan de intergemeentelijke structuurvisie (o.a. op basis van de zogenaamde ruimtelijke hiërarchie (XL, L, M en S). Daarnaast zijn de regionale nota's relevant voor het gemeentelijke ruimtelijk beleid. De verwachting is dat eind 2011 een Structuurvisiebesluit in de Parkstadraad en wordt genomen over de voorzienbaarheid van het beperken, weghalen van bouwtitels in ruimtelijke plannen om de overcapaciteit van de woningvoorraad terug te brengen. De Parkstadgemeenten, waaronder Kerkrade, zullen dit beleid vervolgens vaststellen en implementeren in de nieuwe ruimtelijke plannen. Uitwerken/uitvoeren van de gemeentelijke structuurvisies in stadsdeelvisies voor West, Oost en Noord. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 is op 30 maart 2011 vastgesteld door de gemeenteraad. Het betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave met een onderscheid in de visie in beheergebieden, verdunningsgebieden en ontwikkelingsgebieden, worden uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de wijken West, Oost (I en II) en Noord, die daarna juridisch worden vastgelegd in bestemmingsplannen. De gemeentelijke structuurvisie en nieuwe stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen), initiatieven, uitvoeringsprogramma en nota's die hierop betrekking hebben (bijv. de beleidsnotitie Ruimtelijke Ordening). In de gemeentelijke structuurvisie komen de volgende thema's aan bod: Landschap en Groen, Infra, Wonen, Voorzieningen, Werken en Toerisme en Recreatie. Voor ieder thema is een ontwikkelingsrichting aangegeven: Wat we willen zijn én Wat we gaan doen. Daarbij is nadrukkelijk rekening gehouden met de demografische ontwikkelingen, waarbij krimp een rode draad vormt voor de verdere ontwikkeling van Kerkrade (zie ook paragraaf 8: Krimp). Met name in hoofdstuk 3 worden diverse concrete zaken genoemd. Ten aanzien van de “rode ontwikkelingen” betreft dit o.a.: transformatie van diverse wijken op grond van de stadsdeelvisies om de leefbaarhied te verbeteren, afronden concentratie/upgrading voorzieningen (onderwijs, sport, cultuur), afronden herstructurering bedrijventerreinen, versterken centra op basis van retailvisie, doorontwikkelen huidige attracties en nieuwe attracties, ontwikkelen van verblijfsaccommodaties, aanleggen van nieuwe railverbindingen met Duitsland, aanleg van nieuwe stations en onderzoek doen naar de realisatie van een nieuw OV-knooppunt aan de westzijde van het stadscentrum. Ten aanzien van de “groene ontwikkelingen” betreft dit o.a.: bevolkingsdaling gebruiken als hefboom voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, ruimtelijke ontwikkelingen laten leiden door het landschap, versterken beekdalenstructuur, realiseren van groene verbindingen en groene steppingstones in woonwijken, ontwikkelen van nieuwe (recreatieve) verbindingen tussen attracties.
21
(Verder) stimuleren betrokkenheid burgers en buurtverenigingen Met inachtneming van de kernbegrippen duurzaam, schoon, veilig en sociaal wordt dit vorm gegeven door het uitvoeren van meerdere projecten, bijvoorbeeld op sportief en recreatief gebied. Daarbij zullen verschillende communicatie-instrumenten worden ingezet. Sociale activering Het sociaal activeren van burgers blijft een aandachtspunt voor wijkontwikkeling waarmee invulling wordt gegeven aan de taakstelling uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Limburgse Wijkenaanpak (krimp). Het uitwerken en uitvoeren van de Limburgse Wijkenaanpak samen met de provincie Limburg en de Stadsregio Parkstad Limburg. Voorbeelden zijn Kerkrade-West en Bleijerheide, zoals aangegeven in de regionale herstructureringsvisie. Meer informatie is ook opgenomen in de paragraaf grondbeleid en de paragraaf krimp. Indicatoren programma Omschrijving
bron
eenheid
2008
2009
2010
2011
streefwaarde 2010-2013
6,7
≥ 7,0
algemene kwaliteit van de woonomgeving
burgeronderzoek
score (0-10)
gesloopte woningen
woningcartotheek
aantal
71
82
209
150
woningcartotheek
aantal
22
237
59
150
woz-registratie
%
5,8
6,0
5,3
5,9
m2/inw
57,0
57,0
57,2
m2/inw
24,6
24,6
24,8
gerealiseerde nieuwbouwwoningen leegstaande woningen irt woningvoorraad per 1/1 oppervlakte groen per inwoner oppervlakte stedelijk groen per inwoner tevredenheid buurtvoorzieningen
burgeronderzoek
sociale cohesie
burgeronderzoek
verloedering in de buurt
burgeronderzoek
6,9
% score (0-10) score (0-10)
≤ 6,0
57
55
≥ 55
5,6
5,6
≥ 5,8
4,3
4,7
≤ 4,2
* = streefwaarde is op basis van actuele ontwikkelingen in de (noodzakelijk geachte) woningvoorraad bijgesteld van 200 naar 150, exclusief vermeerdering woningvoorraad door verbouwing bestaande panden.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Door de stadsregio Parkstad Limburg en de Provincie Limburg is Kerkrade-West aangewezen als een van de 5 prioritaire Parkstadwijken voor de herstructurering. Daarmee is een koppeling gelegd tussen de Limburgse Wijkenaanpak en de regionale herstructurering, die behoort tot de top-5 van de strategische agenda van Parkstad Limburg. Inmiddels is de Stadsdeelvisie voor Kerkrade West samen met Provincie, Regio en Hestia Groep opgesteld en door de raad vastgesteld (februari 2011). Bij dit beleidsveld is ook de paragraaf grondbeleid relevant. Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
22
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 01 Bouwen en wonen Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
0 Meerjaren begroting 2015
6.753 3.496 -3.257
14.081 10.815 -3.266
5.243 1.724 -3.519
4.959 1.069 -3.890
4.129 871 -3.258
4.114 871 -3.243
0 0 0 -3.257
0 0 0 -3.266
0 0 0 -3.519
1.463 0 -1.463 -5.353
200 0 -200 -3.458
0 0 0 -3.243
408 35 -3.630
709 0 -3.975
537 600 -3.457
456 900 -4.909
203 234 -3.427
203 34 -3.412
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): Stadsdeelvisie Kerkrade West gedeelte herstructurering uit reserve structuurfonds, nadere fasering reserve grondexploitatie OBK t.b.v. centrumplan. Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 In 2010 is er een bedrag van circa 40.000 aan planschade ontvangen van ontwikkelaars voor de projecten Ursulinenpark en Niersprink. Aan advieskosten/planschade is er in 2010 116.000 uit cq. doorbetaald. In de reguliere begroting is voor het jaar 2012 rekening gehouden met een budget va Het ISV 2 programma loopt van 2005 t/m 2009. Voor de uitvoering van dit programma is er in 2010 een bedrag van circa 1.060.000 besteed aan diverse projecten. In 2010 is er t.l.v. de voorziening Stadsvernieuwing een perceel in de Chevremontstraat aangekocht. Door het vervallen van BWS verplichtingen is het budget in 2012 met Aan de startersregeling is in 2010 een bedrag va
68.000 verlaagd naar
.000 besteed.
Tot slot wijken de bestede budgetten van de grond exploitaties en WOP projecten af doordat deze eenmalig van aard zijn. Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 In 2011 zijn de verplaatsingskosten alsmede de herinrichtingskosten van de bibliotheek van het Multifunctioneel Complex d’r Pool naar de Einderstraat voor een bedrag va 000 geraamd. Door vervallen van BWS verplichtingen is budget in 2012 me
23
00 verlaagd naar
Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 De diverse afwijkingen hangen samen met de verschillende grondexploitaties, die van jaar tot jaar kunnen verschillen. Zie voor een nadere toelichting ook de paragraaf grondbeleid. Verder zijn m.n. de Stadsdeelvisie Kerkrade West (onderdeel herstructurering) t.l.v. reserve structuurfonds 1.463.000) en de nadere fasering reserve grondexploitatie OBK t.b.v. centrumplan 200.000 van 2011 naar 2014) debet aan de afwijkingen. Investeringen
Bedragen x
0
Gewijz. ram.2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
Raming totaal
Uitbreiding Vervanging
0 0
600 0
900 0
234 0
0 0
1.734 0
Totaal tbv dit beleidsveld
0
600
900
234
0
1.734
BELEIDSVELD 1
Afwijkingen ramingen 2011-2015 Het bedrag heeft betrekking op het centrumplan en wordt beschikbaar gesteld uit de reserve grondexploitatie obk.
24
Beleidsveld:
02 Verkeer en vervoer A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: De voorbereiding, planning en uitvoering van het verkeer- en vervoersbeleid gericht op het leveren van een bijdrage aan een goede, evenwichtige en veilige infrastructuur. Het verhogen van de bereikbaarheid, het verbeteren van openbaar vervoervoorzieningen en de verkeersveiligheid zijn daarbij kernpunten. Onderscheiden deelterreinen: Infrastructuur algemeen; automobiliteit; openbaar vervoer; fiets / voetganger Portefeuillehouders: • T. Weijers (openbare ruimte, verkeer en vervoer) Beleidskaders: Met betrekking tot het beleidsveld verkeer en vervoer zijn diverse lokale en regionale beleidskaders relevant: • Provinciaal Omgevingsplan Limburg (P.O.L.) • Provinciaal en Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (2007). • Provinciale Nota Openbaar vervoer 2005 • Wegenbeheersplan 2002-2006 • Verkeersveiligheidsplan 1997 • Wegcategorisering (2007) • Parkeerbeleidsnota (2009)
B.
Programma
Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
Nadere toelichting programma n.v.t.
25
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
In het jaar 2011 is er gestart met de voorbereiding op de realisatie van de Buitenring Parkstad Limburg op basis van het Provinciaal InpassingsPlan (PIP). De Raad van State heeft uitspraak gedaan over het door de gemeente Kerkrade ingediende beroepschrift. Omtrent het daarna ingediende verzetschrift is de gemeente Kerkrade niet ontvankelijk verklaard. Afhankelijk van de uitspraak in de overige zaken die door de Raad van State zal worden behandeld, kunnen in 2012 diverse verkeersvoorzieningen/aanpassingen noodzakelijk zijn om de verkeerscirculatie in Parkstad bij de uitvoering van de Buitenring Parkstad Limburg optimaal te behouden. Het programma Duurzaam Veilig Verkeer is in 2011 geëvalueerd met een afronding van de inrichting van verblijfsgebieden. Met relatief eenvoudige maatregelen zijn de woonwijken omgebouwd tot verblijfsgebieden met een maximum toegestane rijsnelheid van 30 km/uur. In 2012 zullen nog diverse afrondingen c.q. verfijningen in de woonwijken/verblijfsgebieden noodzakelijk zijn om het gewenste resultaat te kunnen behouden c.q. optimaliseren. Ook Kerkrade ondersteunt de stelling van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Limburg (ROVL) “maak van de nul een punt” waarmee het streven naar nul verkeersslachtoffers wordt aangeduid. Verkeersveiligheid in Kerkrade blijft daarmee een belangrijk aandachtspunt van het verkeersbeleid in de stad. Aangeduid als mvd01. geeft deze slogan aan dat we niet tevreden zullen zijn met enkel minder verkeersslachtoffers maar dat we zullen blijven streven naar NUL verkeersslachtoffers. De verkeersveiligheid van de gemeentelijke infrastructuur wordt verder verbeterd door de uitvoering van diverse verkeersveiligheidacties, het sluiten en uitvoeren van verkeersconvenanten met basisscholen en middelbare scholen (extra aandacht voor veiligheid in schoolomgevingen), alsmede behandeling van klachten, suggesties en andere aandachtspunten op verkeersgebied. Het verhogen van bushaltes behoudt ook in 2012 verdere aandacht. Het streven blijft om de overige bushaltes naar de aangepaste normen aan te passen. Dat gebeurt met speciaal daarvoor ontworpen trottoirbanden die het straatniveau ter plaatse van de instapplek voor de autobus met circa 8 cm verhogen. Daarmee komt het gebruik van de reguliere autobus ook voor de minder valide passagier binnen handbereik (ook voor rolstoelgebruikers), hetgeen zich kan vertalen in een verminderde noodzakelijke inzet van het deur-tot-deur vervoer van de regiotaxi. De Avantislijn, die Kerkrade vanaf het station Kerkrade-centrum via een nieuw treinstation Kerkrade-west (Spekholzerheide) verbindt met Aachen-Hbf, is een belangrijke pijler onder de onlangs vastgestelde Stadsdeelvisie Kerkrade-West (raad februari 2011) en gemeentelijke structuurvisie Kerkrade 2010-2020 (raad maart 2011). Het Rijk heeft besloten € 9 miljoen bij te dragen aan de aanleg van de Avantislijn. De provincie draagt € 7 miljoen bij en de gemeenten Heerlen en Kerkrade ieder € 1 miljoen (kosten Nederlands deel € 18 miljoen). In Duitsland vindt eind 2011 besluitvorming plaats over de financiering van het Duitse deel van de Avantislijn op basis van een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA, in Duitsland IGPV, juli 2011). De planning is dat eind 2011 wordt gestart met de planologische procedure (Provinciaal InpassingsPlan), waarin Kerkrade samen met Heerlen regio en provincie zal deelnemen. In 2012 zal meer aandacht voor de fietser in Kerkrade gericht zijn op de aanleg van fietsenstallingen in de openbare ruimte, de verbetering van de infrastructuur voor fietsers en het promoten van het fietsgebruik bij het woon-werkverkeer. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan elektrische fietsen, bijvoorbeeld door middel van oplaadpunten. Indicatoren beleidsveld omschrijving
bron
geregistreerde ongevallen
Rijks waterstaat
- uitsluitend mat. schade - met letsel
eenheid aan tal aan tal aan tal
26
2010
2011
streefwaarde
2008
2009
429
286
≤ 450
365
239
≤ 390
64
46
≤ 60
2010-2013
omschrijving
bron
- met dodelijke afloop meldingen verkeersoverlast tevreden met verkeersdrukte in eigen buurt
D.
politie burgeronderzoek
eenheid aan tal aan tal
2008
2009
0
1
235
217
%
2010
2011
streefwaarde 2010-2013 0
231
38
≤ 200 37
≥ 30
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 02 Verkeer en vervoer Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
1.599 1.023 -576 -576
1.390 781 -609 -609
1.281 720 -561 -561
1.269 717 -552 -552
1.248 714 -534 -534
1.236 710 -526 -526
0 0 -576
0 0 -609
0 0 -561
0 0 -552
0 0 -534
0 0 -526
Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 In 2010 is er voor duurzaam veilig maatregelen een bedrag van € 350.000 uitgevoerd. Voor het uitvoeren van deze maatregelen is een BDU subsidie ontvangen. In 2010 is er voor een bedrag van € 13.000 convenantsgelden voor verkeerseducatie aan Movare en het Charlemagne College beschikbaar gesteld. Door bezuinigingsmaatregelen is het werkbudget voor verkeer (aanleg verhoogde bushaltes, budget verkeerscommissie en R.V.V.P.) in 2012 met € 45.000 verlaagd. De opbrengst parkeergelden en parkeer boetes bedroeg in 2010 resp. € 446.000 en € 115.000. Voor het jaar 2012 is er voor parkeergelden € 523.000 en parkeer boetes € 100.000 begroot. Aan de hand van de werkelijke inkomsten in 2011 zal er een bijstelling van de budgetten plaatsvinden. Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Voor het jaar 2011 is er incidenteel een bedrag van € 50.000 voor advieskosten lightrail geraamd. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Er zijn geen noemenswaardige mutaties die leiden tot afwijkingen in deze jaarschijven.
27
Investeringen BELEIDSVELD 2 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 143 46 189
Raming 2012 0 20 20
Raming 2013 0 20 20
Raming 2014 217 20 237
Bedragen x Raming 2015 170 20 190
0 Raming totaal 530 126 656
Afwijkingen ramingen 2011-2015 Door de investeringen van het reguliere investeringsprogramma in de voorjaarsnota 2011 te herprioriteren is het investeringsvolume van verkeer en vervoer met 300.000 verlaagd t.g.v. de investeringsambities / structuurfonds.
28
Beleidsveld:
03 Milieu A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Zorgdragen voor een goed en leefbaar milieu alsmede het uitvoeren van de inzameling van huis houdelijke afvalstoffen. Stimulering van de toepassing van duurzame productiemiddelen en duurzame energie. Dit beleid is er nadrukkelijk op gericht om waar mogelijk klimaatbeleid resp. energiebesparing als vliegwiel te gebruiken om ook andere maatschappelijke effecten te bewerkstelligen (jeugd en jeugdeducatie (scholen); het creëren van werkgelegenheid in klimaat/energieprojecten en op behoud en verbetering van inkomen voor mensen met een kleine beurs door middel van een beperking van energiekosten). Onderscheiden deelterreinen: Milieubeheer; Afval Portefeuillehouder: • T. Weijers (milieu en afval) Beleidskaders: Verschillende beleidskaders zijn relevant: Gemeentelijke beleidskaders • Milieuprogramma • Bouwbesluit en bouwverordening • Convenant energiebesparing II 2009-2012 • Convenant duurzaam bouwen • Bodembeleidsplan • Bodemkwaliteitskaart • Sociaal klimaatbeleid uitvoeringsprogramma 2009-2012
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Sociaal klimaatbeleid”.
29
Energie neutrale woningen in het lage segment Convenant energiebesparing corporaties II (20092012) Opzetten energieteam Kerkrade / opleiding energieconsulenten Opzetten energieteam Kerkrade / opleiding energieconsulenten Convenant energiebesparing corporaties II
• • •
ca • •
Werkgelegenheid als resultante van milieuprojecten
diverse budgetten
dgetten incl. inleg corporaties
•
• • •
Lastenvermindering voor mensen met een kleine beurs.
diverse budgetten ca vesteringen
Duurzaamheid in relatie tot klimaat en energie, met specifiek aandachtspunt jeugd- en jongeneducatie Optimaliseren gemeentelijk gebouwenbeheer op energiegebied Verduurzamen openbare verlichting Onderzoek naar hergebruik restwarmte industrie Haalbaarheidsonderzoek duurzaam Parkstad Limburg Stadion Energie Prestatie Coëfficient (EPC) toezicht bouwplaats
Wat gaan we doen? (2012)
•
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden
§
§
§
energieverbruik per woning gemiddeld –2% jaarlijks
energieverbruik per woning gemiddeld –2% jaarlijks
gas- en stroomverbruik gemeentelijke gebouwen gemiddeld – 3 % jaarlijks
Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Een duurzame samenleving waarbij economische, sociale en ecologische aspecten integraal benaderd worden. Afgeleide doelstelling: Energiebesparing die leidt tot woonlasten-verlichting voor mensen met een kleine beurs); creëren van werkgelegenheid in relatie tot klimaat-projecten en jeugd -jongereneducatie op het gebied van klimaat.
T. Weijers
Programma Sociaal klimaatbeleid
Nadere toelichting programma Optimaliseren gemeentelijk gebouwenbeheer op energiegebied Alle gemeentelijke gebouwen beschikken over een onderhoudsprogramma dat mede gericht is op energiebesparing. De betreffende gebouwenbeheerders hebben kennis van inregelmethodieken. Verduurzamen openbare verlichting Door het uitvoeren van een inventarisatie naar de huidige stand van zaken van de lichtarmaturen en verlichtingspunten wordt bekeken waar verbeteringen mogelijk zijn. Op tenminste een locatie wordt een pilottraject opgezet voor bijvoorbeeld LED verlichting, aanwezigheidsdetectie en dimbare daglicht afhankelijke regelingen. Het resultaat is een uitvoeringsplan voor de verbetering en verduurzaming van de openbare verlichting. Pas na inventarisatie kan, indien aan de orde, een relevante streefwaarde worden benoemd. Onderzoek naar hergebruik restwarmte industrie Het onderzoek richt zich op de mogelijkheid om restwarmte afkomstig van de industrie een nuttige wijze in te zetten bijvoorbeeld voor woningbouw. l-laalbaarheidsonderzoek duurzaam Parkstad Limburg Stadion Het Parkstad Limburg Stadion is naast voetbalstadion tevens een complex met meerdere aanbouwen waarin diverse functies zijn ondergebracht. Het onderzoek richt zich op de kansen op energiebesparing, duurzame energie en de inkoop van groene energie. Het onderzoek is gestart in 2011 maar loopt door in 2012. Energie Prestatie Coëfficient (EPC) toezicht bouwplaats Samen met andere Limburgse gemeenten wordt een programma gestart waarbij de EPC tijdens het toezicht op de bouwplaats extra aandacht krijgt. Bouwinspecteurs zullen daartoe een extra opleiding “EPC op de bouwplaats” krijgen. Energie neutrale woningen in het lage segment Kerkrade zal met een woningbouwcorporatie in een nieuwe wijk, een zestal energie neutrale woningen ontwikkelen voor het lagere segment. Convenant energiebesparing corporaties II (2009-2012) Kerkrade heeft met de woningbouwcorporaties een convenant afgesproken. Hierin staan diverse afspraken over energiezuinig en duurzaam bouwen. Op basis van dit convenant wordt een werkagenda afgesproken met de corporaties en worden enkele nieuwe projecten gevolgd. De toepasbaarheid en werkwijze van het convenant wordt gezamenlijk met de corporaties gevolgd en geëvalueerd. Het resultaat is dat de ambities en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in prestatieafspraken tussen gemeente en woningcorporaties. Ambities gelden voor woningbouw (nieuw en bestaand). Opzetten energieteam Kerkrade / opleiding energieconsulenten Het opzetten van een opleidingstraject energieconsulent waarin werkzoekenden worden betrokken om een dergelijke opleiding te volgen en gedurende een nader te bepalen periode actief adviezen gaan verstrekken aan diverse doelgroepen; particuliere woningbezitters en scholen. Tevens capabel om ook MKB te adviseren en bij particulieren dieper op energievragen in te gaan. Mogelijk in combinatie met een helpdesk of front office functie. De mogelijk om aldus een energieteam te vormen zal worden bezien, e.e.a. afhankelijk van de resultaten van het opleidingstraject. Daarbij wordt de co-begeleiding bij een groot energiebedrijf gezocht. Deze co-begeleiding wordt geregeld om vervolgens de afspraak te maken dat bij goed functioneren de personele inzet door kan stromen naar een volwaardige betrekking bij het energiebedrijf.
31
Indicatoren programma bron
eenheid
2008
2009
afd. M&B
%
0
-/- 3,5
-/- 6,3
n.n.b.
gem. -/- 3 jaarlijks *
prov.monitor/ afd. M&B
%
0
-/- 1,2
-/- 5,3
n.n.b.
gem. -/- 2 jaarlijks *
omschrijving energieverbruik gemeentelijke gebouwen in eigen beheer energieverbruik per woning
2010
streefwaarde
2011
2010-2013
* Telperiode is 2009-2012, streefwaarde t.o.v. 2008, gerealiseerde cijfers zijn cumulatief. Omschrijving is aangepast van “energielasten inwoners” naar “energieverbruik per woning”, omdat de prijscomponent in “lasten” niet te beïnvloeden is door de maatregelen.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
In Parkstad verband zal onderzocht worden hoe het openbaar vervoer verduurzaamd kan worden. De lightrailverbinding zal onderdeel uitmaken van deze studie. Biomassa kan ingezet worden voor het opwekken van duurzame energie. In het kader van de herstructurering Kerkrade West voert Kerkrade samen met Provincie, Hestia en Parkstad Limburg een onderzoek uit naar de ontwikkeling van een duurzaam energiebedrijf. Hierbij worden de biomassastromen binnen Parkstad in kaart gebracht en onderzocht of ze kunnen worden benut voor het opwekken van duurzame elektriciteit en warmte. Indicatoren beleidsveld Omschrijving aangeboden restafval aangeboden GFT kosten kwijtschelding i.r.t. kosten afvalverwerking (basis prim. begroting) *
bron RD4monitor RD4monitor Afd. Fin
eenheid
2008
2009
2010
tonnage
13.847
13.378
12.717
tonnage
3.954
3.951
3.564
7,4
7,7
6,8
%
2011
streefwaarde 2010-2013 .
6,8
* Een algemene beleidsmatige uiteenzetting inzake kwijtschelding is gegeven in de paragraaf lokale heffingen.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 03 Milieu
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
7.036 6.645 -391
5.887 5.891 4
32
6.253 5.837 -416
Meerjaren Begroting 2013
6.301 5.887 -414
Meerjaren begroting 2014
6.301 5.887 -414
Meerjaren begroting 2015
6.301 5.887 -414
BELEIDSVELD 03 Milieu
Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
-391
4
-416
-414
-414
-414
150 54 -487
616 0 -612
0 0 -416
0 0 -414
0 0 -414
0 0 -414
Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 In 2010 heeft het congres duurzaamheid loont plaatsgevonden. Middels bijdragen van de gemeente Heerlen, Landgraaf, Parkstad Limburg en Provincie Limburg zijn de kosten a 40.000 gefinancierd Het project convenant energiebesparing heeft in 2010 plaatsgevonden. Van de besteedde kosten ad 47.000 is er een bijdrage va tvangen van de Woningbouw corporaties en Provincie. Vanaf 2011 wordt bij de afvalinzameling het volume frequentie systeem toegepast. Doordat de burgers hun afval beter scheiden nemen de verwerkingskosten fors af. Als de afvalcijfers van 2010 en 2012 met elkaar worden vergeleken is hier een dalende tendens van ca waar te nemen. Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Voor het jaar 2011 is er voor klimaatbeleid (SLOK-programma) een bedrag van project wordt door het Rijk en de Provincie gefinancierd. Voor nieuw milieubeleid is er
00 beschikbaar.
In 2011 is er eenmalig voor geluidshinder
6.000 beschikbaar.
97.700 geraamd. Dit
Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Er waren t/m de voorjaarsnota 2011 m.b.t. dit beleidsveld geen noemenswaardige mutaties die leiden tot afwijkingen in deze jaarschijven. Investeringen BELEIDSVELD 3 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 0 0 0
Raming 2012 0 0 0
Raming 2013 0 0 0
Raming 2014 0 0 0
Bedragen x Raming 2015 0 0 0
Raming totaal 0 0 0
Afwijkingen ramingen 2011-2015 In de voorjaarsnota 2008 t/m de voorjaarsnota 2011 waren er m.b.t. beleidsveld 3 geen mutaties voor deze jaarschIJven.
33
Beleidsveld:
04 Economie en toerisme A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het ontwikkelen van een voorwaardenscheppend beleid voor het goed functioneren van bedrijfsleven en warenmarkt en het bevorderen van een voldoende gedifferentieerd werkgelegenheidsaanbod. Het ontwikkelen van een strategisch en uitvoerend toeristisch en recreatief beleid. Onderscheiden deelterreinen: Werkgelegenheid; Revitalisering bedrijventerreinen; Toerisme en recreatie; Weekmarkten en kermissen; Public relations en marketing Portefeuillehouders: • J. Som (public relations en marketing) • P. Thomas (ruimtelijke ordening, economische zaken en toerisme ) • T. Weijers (weekmarkten en kermissen, coördinatie evenementen) Beleidskaders: • Beleidsplan “Perspectief voor Parkstad Limburg 2007-2010” en kadernota economie Parkstad Limburg en programma Strategie & Samenwerking • Strategische Visie Toerisme Parkstad Limburg 2008 • Kadernota Ondernemen in Kerkrade 2006 • Beleidsnota Toerisme en recreatie gemeente Kerkrade (2000) • Projectplan Grensland Wormdal 2020 • Lokaal toeristisch plan klavertje vier • Programma Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg (Parkstad Attractiestad, Imagocampagne). • Kadernota evenementenbeleid • Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de gemeente”, juni 2011 • Marktverordening en marktbeleidsplan • Nota kermisbeleid en evaluatienota
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Toerisme”.
35
•
• • • •
Voor de herinrichting van park Erenstein is voor het jaar voorzien.
Toerisme promotie Voor de VVV Zuid Limburg is er in 2012 een exploitatiebijdrage van ca. 140.000 beschikbaar.
•
Convenant VVV Zuid-Limburg
Opstellen ontwikkelingsvisies Wormdal en Anstelvallei (o.a. Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel) Groenmetropool Gaiapark Continium e.o. Eurodepark/golfbaan
Wat gaan we doen? (2012)
Toerisme lokaal
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden
opbrengsten toeristenbelasting 0 §
§
Gaiapark Kerkrade 400.000 Continium 100.000
aantal bezoekers toeristisch recreatieve voorzieningen: §
§
Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Economische structuurversterking realiseren door middel van stimulering toeristische sector (naast andere maatregelen) Afgeleide doelstelling: Het (toeristisch) imago en de aantrekkingskracht van de gemeente vergroten Het verhogen van bestedingen in de toeristische voorzieningen
P. Thomas
Programma Toerisme
Nadere toelichting programma Toerisme heeft in Kerkrade door een actief stimulerend gemeentelijk beleid de laatste vijftien jaar een sterke groei doorgemaakt. Recente onderzoeksrapporten van ZKA, te weten “Gravenrode: op weg naar 2020, Economische visie en strategisch advies” (2007) en “Strategische visie op het toerisme in Parkstad (2008) geven verder richting aan het beleid. In het rapport van ZKA over Park Gravenrode pleit genoemd bureau voor versterking van de bestaande bedrijven, eerder dan voor toevoeging van nieuwe bedrijven. Dat laatste geldt met name voor dagattracties. Voor groei in verblijfsrecreatie ziet het bureau wel nog mogelijkheden. De voor 2012 voorziene activiteiten hebben lokaal daarom primair betrekking op productontwikkeling en –versterking. Opstellen integrale ontwikkelingsvisie Anstelvallei (o.a. Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel) In het kader van de totstandkoming van de LeisureRing en de daarbij beoogde clustervorming rond de toeristische trekkers GaiaPark, Brughof en kasteel Erenstein (Fletcher Groep) wordt een integrale ontwikkelingsvisie voorbereid voor de Anstelvallei. In dit kader wordt o.a. de zoektocht voortgezet naar geschikte initiatieven voor de locaties Nieuw Ehrenstein en Klarenanstel. Met subsidie uit het Groenfonds Parkstad Limburg wordt Kasteelpark Fase 2 gerealiseerd en eventueel andere delen van de Anstelvallei opgewaardeerd (bijv. Cranenweyer). Recreatieve ontsluiting Wormdal Aansluitend aan de ontwikkelingen, die in het kader van de Euregionale 2008 tussen Aken en ÜbachPalenberg in het Wormdal hebben plaatsgevonden, wordt op Kerkraads grondgebied onderzocht of het gedeelte tussen Baalsbruggen en de Wolfsweg beter recreatief ontsloten kan worden. Groenmetropool In Parkstadverband is de participatie in een nieuw Interregproject (drie landen) voorbereid. In dit project (Tiger) participeren ook Kerkrade en Herzogenrath (Kerkrade 200.000, Herzogenrath Voor Kerkrade wordt in dit project de historische tuin van Rolduc hersteld en een voetgangersbrug over de Worm bij de Baalsbruggermolen gerealiseerd. Herzogenrath participeert ook in die brug en bouwt in de Burg Rode een betere toegang tot de torenspits. Zowel in HULK-verband als in Parkstadverband wordt onderzocht hoe de grensregio’s hun samenwerking, die gegroeid is in de Euregionale 2008, verder kunnen uitbouwen. GaiaPark De ontwikkeling van GaiaPark staat niet stil. De betrokkenheid van de gemeente daarbij varieert van faciliteren tot participeren (financieel). Van een extra participatie is momenteel echter geen sprake. Wel zullen wij onze gemeentelijke plannen in de nabijheid van kasteel Erenstein zoveel mogelijk afstemmen op de ontwikkelingen van Gaia en de Fletcher Groep zodat een win-win situatie ontstaat. Continium e.o. Van de zijde van de gemeente zal in eerste instantie bevorderd worden, dat Discovery Centre Continium samen met de ZLSM een “cluster van vermaak” ontwikkelt, zoals voorzien in de Strategische Visie Toerisme Parkstad. De relatie met de Schacht Nulland wordt hierbij betrokken. In deze schacht en deels onder de grond wordt volgens plan een dagattractie ontwikkeld onder de werktitel eXplorium. Onderdeel van deze attractie moet een ondergrondse mijnbeleving vormen. Golfbaan Onderzocht wordt hoe een goede inbedding van de golfbaan in het omliggende landschap en in relatie tot het abdijcomplex Rolduc kan plaatsvinden. Convenant VVV Zuid-Limburg Toeristische promotie is door de Zuidlimburgse gemeenten primair opgedragen aan de VVV en vastgelegd in een convenant. Dat neemt niet weg, dat de gemeente zelf ook probeert toeristische promotie te bedrijven door betaalde (o.a. brochures, tv-producties, enz) en onbetaalde (free publicity) initiatieven.
37
Indicatoren programma omschrijving bezoekers GaiaPark Kerkrade Zoo ( x 1.000) bezoekers Continium ( x 1.000) opbrengsten toeristenbelasting ( x € 1.000)* * op rekening-basis
C.
bron
eenheid
GaiaPark
2011
streefwaarde 2010-2013
2008
2009
2010
aantal
401
419
375
≥ 400
Continium
aantal
86
60
93
≥ 100
afd. FIN
aantal
41
45
62
≥ 50
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
In 2011 is de weekmarkt Kerkrade-West overeenkomstig in het verleden bij de start van de bouwwerkzaamheden Carboonplein gemaakte afspraken – bij wijze van proef - teruggeplaatst vanaf de locatie Patronaatstraat naar het nieuwe Carboonplein. De eerste ervaringen worden door alle betrokken partijen (detailhandel, marktkooplieden en bewoners Kerkrade-West) in zijn algemeenheid als positief ervaren. De weekmarkt Eygelshoven heeft het afgelopen jaar in meerdere opzichten, zowel in meer beleidsmatige zin als ook in operationele, toezichthoudende en handhavende zin, nadrukkelijk aandacht gevraagd van de gemeente Kerkrade. De verwachting is dat deze inzet na de afronding van het definitief opstellingsplan tot normale proporties kan worden terug gebracht. In 2012 zullen de marktverordening, marktbesluit en marktbeleidsplan tegen het licht worden gehouden en zullen waar aan de orde verbetervoorstellen worden geformuleerd. De gemeente schept betere randvoorwaarden op het gebied van ruimtelijke ordening, milieu, huisvesting en andere faciliteiten, door het stroomlijnen van dienstverleningsprocessen aan ondernemers vanuit de gemeente en door het voeren van een stimulerend beleid gericht op het vergroten van het aantal startende ondernemers. Hiertoe wordt o.a. nauw samengewerkt met de Stichting Starterscentrum van de Kamer van Koophandel. Thema’s die vooral een regionaal karakter hebben, worden bij voorkeur ondergebracht bij Parkstad. Voor bedrijven die tijdelijk in malaise verkeren, maar wel op termijn perspectief hebben, bestaat de regeling Bijzondere Bijstand Zelfstandigen (BBZ). Daarnaast leidt de gemeente ondernemers door die meer financiële ruimte nodig hebben voor noodzakelijke investeringen. En door de samenwerking tussen Sociale Zaken en Economische Zaken kunnen ondernemers steeds meer rekenen op interessante arbeidsmarktvoorzieningen die de inzet van personeel bevorderen. Op het grondgebied van de gemeente Kerkrade bevinden zich zes bedrijventerreinen met een totaal oppervlakte van ca. 330 ha. De gemeente Kerkrade heeft nog enkele kavels beschikbaar op de Rodaboulevard. Kerkrade is binnen Parkstad Limburg de eerste gemeente die zich bezighoudt met de revitalisering van de bedrijventerreinen. Via het regionale publiek-private-samenwerkings-verband BTM, wordt structureel aandacht besteed aan revitalisering en beheer van bedrijventerreinen in Parkstad Limburg en het stimuleren van gezamenlijke acties op bijvoorbeeld de bedrijventerreinen Dentgenbach, Rodaboulevard en Spekholzerheide. Daarmee kunnen ondernemers financiële en duurzame voordelen behalen. Samen met BTM zal in 2012 nader onderzoek plaatsvinden naar de financiële haalbaarheid van camerabeveiliging op in eerste instantie de bedrijventerreinen Spekholzerheide, Euregiopark en Rodaboulevard. In het kader van het convenant bedrijventerreinen 2010-2020 van het Ministerie van VROM is een zestal pilotprojecten aangewezen. Parkstad Limburg is een van deze projecten, waaronder het bedrijventerrein Willem Sophia. Door de burocombinatie Arcadis-Stec is in opdracht van de Stichting BTM in 2010 een herontwikkelingsvisie Willem Sophia opgesteld. Deze visie wordt doorvertaald in concrete acties, welke in 2012 worden uitgevoerd.
38
De vigerende Retailstructuurvisie dateerde van 2002 en gaf de hoofdlijnen van de toen gewenste retailstructuur weer. Inmiddels manifesteert de bevolkingskrimp en vergrijzing zich het sterkst in Parkstad. Voor een gezonde retailstructuur is het van belang hierop adequaat te anticiperen. Derhalve is in 2010 door BRO in opdracht van Parkstad de retailstructuurvisie 2010-2020 Parkstad Limburg opgesteld waarmee een nieuw regionaal afsprakenkader tot stand moet komen. Op basis van deze retailstructuurvisie wordt in 2012 invulling gegeven aan het flankerend beleid om tot de gewenste structuur te komen. Hierbij valt oa te denken aan regionale beleidsafstemming tav zondagsopenstelling, het instellen van een selectiecommissie om retailinitiatieven te toetsen etc.
De retailstructuurvisie 2010-2020 Parkstad Limburg schetst de problematiek en de opgaven voor de regio om de voorzieningenstructuur in de regio perspectief te bieden. De situatie in Kerkrade is daarin op hoofdlijnen beschreven. Op de positie van de lokale verzorgingsgebieden wordt echter in de retailstructuurvisie van Parkstad niet zodanig ingegaan, dat uitspraken over leefbaarheid en levensvatbaarheid en de gevolgen daarvan voor de voorzieningen op wijk en buurtniveau kunnen worden gedaan. In het verlengde van de retailstructuurvisie Parkstad is in 2010 door BRO in opdracht van de gemeente Kerkrade een deelrapport voor Kerkrade opgesteld. Daarbij is het deelrapport van 2002 geactualiseerd en wordt specifiek aandacht besteed aan leegstand, grensoverschrijdend zaken doen en mogelijke sturing door de gemeente op de wijkspecifieke voorzieningenniveaus. Dit deelrapport vormt het toetsingskader voor Kerkrade. Indicatoren beleidsveld omschrijving
bron
Streef
Een
2008
heid
2009
2010
2011
waarde 2010-2013
bedrijfsvestigingen*
vestigingregister
Aantal
2.199
2.365
2.498
werkzame personen*
vestigingregister
Aantal
16.765
17.208
17.299
werkgelegenheids-index arbeidsplaatsen versus beroepsbevolking
vestigingregister / Etil
%
78
80
82
vestigingen detailhandel
vestigingregister
Aantal
382
392
389
werkzame personen detailhandel
vestigingregister
Aantal
2.017
2.064
2.174
standplaatsen markten
afd. OOV
aantal
81
81
79
73
verkoopruimte markten
afd. OOV
2.164
2.164
2.133
2.075
m²
≥ 75
≥ 81
* Excl. vestigingen en werkzame personen uit Landbouwtelling CBS.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012
Bedragen x €1.000
BELEIDSVELD 04 Economie Rekening Bijgestelde Primaire en toerisme 2010 begroting begroting 2011 2012 Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid
1.240 1.272 32
1.326 808 -518
39
1.236 854 -382
Meerjaren Begroting 2013
1.161 794 -367
Meerjaren begroting 2014
1.205 869 -336
Meerjaren begroting 2015
1.202 869 -333
BELEIDSVELD 04 Economie Rekening Bijgestelde Primaire en toerisme 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
0 0 0 32
0 0 0 -518
150 0 -150 -532
0 0 0 -367
0 0 0 -336
0 0 0 -333
300 0 -268
200 0 -718
200 0 -732
200 0 -567
200 0 -536
200 0 -533
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): Cameratoezicht bedrijventerreinen ten laste van reserve structuurfonds. Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 In 2010 werd als opmaat naar een mogelijk structurele acquisitiegerichte regeling, besloten bij wijze van pilot mee te werken aan een soort arbeidsplaatsenregeling. Initiatief daartoe kwam van reïntegratiebedrijf Mentalwork, dat een concreet startend bedrijf uit Weert (ProStelko BV) richting Kerkrade wilde bemiddelen. Aan deze pilot is een bedrag va 000 besteed. Voor het verrichten van een verdiepingsonderzoek en het opstellen van een retailstructuurvisie is er in besteed. Voor het jaar 2012 is een bedrag van bedrijventerreinen.
150.000 beschikbaar gesteld voor cameratoezicht op
In 2010 is de afrekening van het Tipp project ontvangen. Door onderuitputting bij andere projecten is er een extra bijdrage voor Kerkrade beschikbaar gekomen van 428.000. Dit bedrag is in de reserve reeds bestemde nog te besteedde middelen gestort en zal worden aangewend voor de herstructurering van het bedrijventerreinen Willem Sophia. In 2010 is het batige saldo van de grondexploitatie Locht ad 300.000 toegevoegd aan de reserve grondexploitatie OBK. Voor het jaar 2012 is er een storting va 200.000 in de reserve begroot. Door aanpassing van het gebied rondom Socioproject is de weekmarkt van Eygelshoven verplaatst, na afronding van de werkzaamheden is de weekmarkt feestelijk geopend, hierdoor zijn de uitgaven diensten derden markten in 2010 beduidend hoger dan begroot in 2012. De uitgaven in het kader van PR&Marketing zijn afhankelijk van het aanbod aan evenementen en de behoefte aan PR-uitingen. Deze behoefte wisselt jaarlijks. In 2010 is een onderzoek naar de (gewenste) identiteit van onze stad uit dit budget bekostigd. Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Voor het jaar 2011 zijn de voorbereidingskosten ad 50.000 voor het cameratoezicht op de bedrijventerreinen begroot. Voor de jaarschijf 2012 is het uitvoeringbudget a 150.000 voorzien. Voor regiobranding is er in de voorjaarsnota 201
.000 begroot.
In 2011 is er door diverse gemeenten en de Provincie een bijdrage van 200.000 aan de ZLSM beschikbaar gesteld (het aandeel van Kerkrade bedraagt 25.000) om een basis te leggen voor een gezonde exploitatie in de toekomst.
40
Voor de jaarschijf 2012 is een bedrag van 2013.
10.000 voorzien als voorbereidingskosten voor het WMC in
Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Voor het jaar 2012 is het uitvoeringsbudget ad 150.000 voor cameratoezicht op de bedrijventerreinen voorzien (VJN2011) Voor het jaar 2012 en 2013 is resp. het voorbereiding- en uitvoeringskrediet voor het WMC egroot. Investeringen BELEIDSVELD 4 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 19 0 19
Raming 2012 0 0 0
Raming 2013 0 0 0
Raming 2014 0 0 0
Bedragen x Raming 2015 0 0 0
10.000 en
Raming totaal 19 0 19
Afwijkingen ramingen 2011-2015 Door de investeringen van het reguliere investeringsprogramma in de voorjaarsnota 2011 te herprioriteren is het investeringsvolume voor Euregionaal eurodepark met 2.100.000 verlaagd t.g.v. de investeringsambities / structuurfonds.
41
Beleidsveld:
05 Veiligheid en handhaving A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het in samenwerking met diverse partners - met gebruikmaking van de volledige veiligheidsketen ontwikkelen van beleid, realiseren van uitvoeringsplannen en projecten die gericht zijn op het bereiken van een optimaal leefklimaat in buurten en wijken waar burgers zich veilig voelen. Onderscheiden deelterreinen: Openbare orde algemeen; Rampenbestrijding; Criminaliteitspreventie, Uitvoering bijzondere wetten en plaatselijke verordeningen; Handhaving en toezicht Portefeuillehouders: • J. Som (openbare orde, veiligheid en brandweer (wettelijke taken) / rampenbestrijding / coördinatie handhaving) • P. Thomas (ruimtelijke ordening / bouw- en woningtoezicht) • T. Weijers (milieu) Beleidskaders: • Wijkveiligheidsbeleid en wijkveiligheidsplannen • Beleidsnota coffeeshopbeleid en evaluatierapportage • Beleidsnota prostitutiebeleid • Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid • Algemene plaatselijke verordening • Rampenplan met bijbehorende processen / rampenbestrijdingsplan en multidisciplinaire coördinatieplannen • Convenant veiligheidshuis • Convenant bestuurlijke aanpak criminaliteit en convenant samenwerkende overheden • Lokale structuurvisie • Lokale welstandsnota Kerkrade (excessenregeling) • Monumentenverordening • Sanctie- en gedoogstrategie omgevingsrecht (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening) • Beleidsplan bouwhandhaving • Handhavingsprogramma’s omgevingsrecht (milieu, bouwen, ruimtelijke ordening) • Protocollenboek handhaving omgevingsrecht • Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade Diverse wetten • Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met uitvoeringsbesluiten, Woningwet / Bouwbesluit / Bouwverordening, Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet Milieubeheer incl. uitvoeringsbesluiten;
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Veilig leefmilieu”.
43
exploitatie)
Criminaliteitspreventie De gemeente levert door maatregelen een bijdrage aan verhoging van veiligheid(gevoel) in de stadsdelen.
(exploitatie)
Rampenbestrijding Het algemene niveau van openbare orde en veiligheid en het huidig niveau van politie- en brandweerzorg en zorg voor geneeskundige hulpverlening bij incidenten, evenementen, rampen en crises wordt behouden, waarbij ook de gemeentelijke (oranje) kolom op voldoende niveau te zijn.
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden
•
•
Voortzetting veiligheidshuis politiedistrict Kerkrade na pilot-periode
Activiteiten
Aanpassen normen in verband met Wet op de Veiligheidsregio’s
Activiteiten
Wat gaan we doen? (2012)
§
§
onveiligheidsgevoel > 38%
respons alarmeringsoefening > 90 %
Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het realiseren van een veilig en prettig woon- en leefklimaat voor de inwoners van Kerkrade en het realiseren c.q. behouden van een klimaat waarin het goed toeven is voor bezoekers. Afgeleide doelstelling: Het verbeteren en behouden van het objectieve veiligheidsniveau en de (subjectieve) veiligheidsbeleving van de inwoners van Kerkrade.
J. Som
Programma Veilig leefmilieu
Nadere toelichting programma Aanpassen normen in verband met Wet op de Veiligheidsregio’s Het huidig niveau van politie-, brandweer- en geneeskundige zorg/hulpverlening bij rampen, incidenten, evenementen en crises dient te worden behouden, waartoe de gemeentelijke kolom, mede in het kader van de samenwerking met relevante partners, op voldoende niveau dient te zijn. In verband met de inwerkingtreding van de Wet op de Veiligheidsregio’s zal sprake zijn van aanpassing van een aantal normen. Binnen de gemeente is een opleidings- en oefenplan vastgesteld, welk regelmatig zal worden getest op basis van onder andere zogeheten alarmerings-/opkomstoefeningen. Voortzetting veiligheidshuis politiedistrict Kerkrade na pilot-periode Sinds 2008 is op schaalgrootte van het politiedistrict Kerkrade een veiligheidshuis operationeel. Daarin worden plannen van aanpak opgesteld ten behoeve van personen die kunnen worden gerangschikt onder bepaalde categorieën van doelgroepen (meerplegers, veelplegers, huiselijk geweld), waarbij per casus door alle partners gelijktijdig en gezamenlijk wordt bezien welke aanpak (zorg dan wel curatief) als meest effectief kan worden beschouwd De tot nog toe gerealiseerde resultaten zijn zeer veelbelovend. Door het wegvallen per 1-1-2011 van de provinciale subsidie is met name op managementniveau een aantal wijzigingen doorgevoerd. Indicatoren programma omschrijving response alarmeringsoefening
bron afd. OOV
eenheid
2008
%
2011
streefwaarde
2009
2010
90
97
≥ 90
2010-2013
incidenten
politie
aantal
11.438
11.051
10.320
≤ 11.000
diefstal/inbraak woning
politie
aantal
295
199
215
≤ 250
politie
aantal
75
65
62
≤ 65
politie
aantal
717
648
683
≤ 650
politie
aantal
1.078
977
898
≤ 950
politie
aantal
902
746
641
≤ 810
diefstal/inbraak box/garage/schuur/tuinhuis diefstal vanaf/uit/van voertuigen en brom-, snor-, fietsen fysiek geweld (lichamelijke integriteit) vernieling / zaakbeschadiging onveiligheidsgevoel
C.
burgeronderzoek
%
39
37
≤ 38
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Het cluster handhaving is belast met het toezicht op en handhaving van regels van uiteenlopende aard die als het ware een vertaling zijn van de in de maatschappij gangbare waarden en normen. In dit verband is inmiddels een keuze gemaakt tussen toekomstige toepassing van het instrumentarium van bestuurlijke boete en de bestuurlijke strafbeschikking. Regiobreed is inmiddels gekozen voor invoering van het instrument van de bestuurlijke strafbeschikking. Dit betekent, te meer nu bekend is dat in de loop van 2011 ook wat betreft de zogeheten Mulderfeiten (parkeerboetes) sprake zal zijn van invoering van een instrument dat identiek is aan de bestuurlijke strafbeschikking, dient te worden geïnvesteerd in de aanschaf van technische hulpmiddelen. Voorwaarde voor verkrijging van een zogeheten pr-vergoeding is namelijk dat de verbalen digitaal worden aangeleverd. Inmiddels is een oriëntatie op voor- en nadelen van bepaalde types van handhelds en ipods opgestart en zal op korte termijn een keuze worden gemaakt. Continuering van het gebruik van de fysieke – papieren – bonnenboekjes, gekoppeld aan handmatige invoering in de desbetreffende software wordt als geen reële optie beschouwd.
45
Recent is een nota “doorkijk cluster handhaving” vastgesteld waarin een aantal ontwikkelingen worden beschreven die spelen op het gebied van de “blauwe” handhaving. Hierbij kan onder meer worden gedacht aan de verder terugtredende politie als toezichthouder in de openbare ruimte alsook de door de Minister van veiligheid en justitie aangegeven noodzaak tot verdere professionalisering van de gemeentelijke handhaving. Een en ander impliceert dat de kwaliteit van de gemeentelijke handhavers, met name wat betreft de buitengewoon opsporingsambtenaar, dient te worden opgerekt. Een en ander zal worden betrokken bij de toekomstige uitstroom van medewerkers van het cluster. Ten einde voor burgers - meer dan thans het geval is - duidelijk te maken dat politie en gemeentelijke handhavers twee verschillende disciplines betreft is door de minister en raad van korpsbeheerders uitgesproken dat sprake dient te zijn van afwijkende uniforms. Ook hier zal in 2012 – naar verwachting in regionaal verband (ROIT) – een aanbesteding worden opgestart. In het kader van de rampenbestrijding/crisisbeheersing blijkt uit landelijke onderzoeken dat de gemeentelijke (oranje) kolom in zijn algemeenheid verdere doorontwikkeling behoeft. In de regio Limburg-Zuid is ervoor gekozen dit deels op bovenlokaal/regionaal niveau neer te leggen en de kosten van deze ondersteuning (2 fte) als gezamenlijke gemeenten te financieren. Deze ondersteuning impliceert tevens de kosten van poolvorming op gebied van voorlichting en op onderdelen gezamenlijke opleiding voor een aantal deelprocessen. De kosten bedragen met ingang van 2012 € 0,48 per inwoner, waarbij wel een inverdieneffect wordt gerealiseerd op de kosten van de pagerdienst deelprocessen voorlichting. Op basis van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche zal de gemeente naast haar regierol meer dan thans het geval is invulling moeten geven aan de functie van toezichthouder, welke laatstgenoemde thans nog op basis van verleend mandaat wordt uitgeoefend door het Regionaal Coördinatiepunt Mensenhandel en Prostitutie (team vrouwenhandel) van politie. Daarnaast zal op dit onderdeel op schaalgrootte van de regio Zuid-Limburg moeten worden geïnvesteerd in het opstarten en/of verder uitbouwen van de coördinatie van de ketenaanpak op het gebied van zorg. In het kader van de aanstaande wijziging van de Drank- en horecawet zal de toezichthoudende rol van de Voedsel- en warenautoriteit op het gebied van inrichtingen waarin de verkoop van alcoholhoudende drank onderdeel van de bedrijfsvoering is, worden overgedragen aan de lokale overheden. Dit zal - los van de positionering van de toezichthoudende rol – gevolgen hebben voor de organisatie. Per 1 oktober 2010 is de Algemene wet omgevingsrecht met uitvoeringsbesluiten van kracht geworden. Mede in dat kader zet het kabinet in op een kwaliteitsverbetering ten aanzien van de uitvoering van toezicht en handhaving, maar ook vergunningverlening op grond van het omgevingsrecht. Teneinde dat te bewerkstelligen dienen Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) te worden opgericht waarin het rijk, gemeenten, provincie’s en waterschappen hun capaciteiten op het gebied van toezicht, handhaving en vergunningverlening bundelen. Dit proces is in 2010 gestart en wordt verder uitgewerkt in 2011 en 2012. De RUD voor Limburg-Zuid zal naar verwachting operationeel zijn per 1 januari 2013. Indicatoren beleidsveld omschrijving drugsoverlast komt vaak voor in de buurt meldingen meldpunt drugsoverlast * bouwcontroles bouwcontroles t.o.v. norm bouwcontroles klachten
bron
Een
2008
heid
2009
2010
2011
streefwaarde 2010-2013
Burger onderzoek
%
meldpunt
aantal
147
158
137
≤ 50
aantal
1.188
1.049
954
n.v.t.
%
n.v.t.
100
100
100
aantal
46
42
37
≤ 55
afd. Milieu en bouwen afd. Milieu en bouwen afd. Milieu en bouwen
11
14
* Inclusief meldingen via Meld Misdaad Anoniem ter kennis gekomen van de politie.
46
≤ 10
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 05 Veiligheid en handhaving Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
0 Meerjaren begroting 2015
5.597 781 -4.816 -4.816
6.197 1.210 -4.987 -4.987
5.599 785 -4.814 -4.814
5.599 785 -4.814 -4.814
5.594 785 -4.809 -4.809
5.594 785 -4.809 -4.809
0 0 -4.816
0 0 -4.987
0 0 -4.814
0 0 -4.814
0 0 -4.809
0 0 -4.809
Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 Het budget voor de Brandweer Zuid Limburg is in de begroting 2012 opgehoogd ivm met de claim van de Brandweer inzake ontvlechtingsdiscussiepunten. Het veiligheidshuis is gestart als een project van drie jaar met provinciale bijdrage, deze bijdrage eindigt in 2010. Budget 2012 moet nog bepaald worden en zal in lijn liggen met de uitgaven voor 2010. In 2010 is er een bedrag van 303.000 aan opbrengst voor bouwleges ontvangen. Voor het jaar 2012 is een bedrag van 684.000 begroot. Door de economische crisis en het vergunning vrij bouwen zijn het aantal bouwaanvragen afgenomen. Medio 2011 is er een onderzoek gestart omtrent het achterblijven van de leges inkomsten. De resultaten van dit onderzoek zullen in de najaarsnota 2011 worden gerapporteerd. Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 In 2011 is er een eenmalig bedrag ontvangen voor coffeeshopbeleid zodat er een hoger budget op nieuw beleid OOV staat dan in 2012. Het veiligheidshuis is gestart als een project van drie jaar, gesubsidieerd door de provincie; vanaf 2011 vervalt deze subsidie en wordt er jaarlijks een nieuwe begroting gemaakt. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Er waren in de voorjaarsnota 2007 t/m de voorjaarsnota 2011 m.b.t. dit beleidsveld geen noemenswaardige mutaties die leiden tot afwijkingen in deze jaarschijven. Investeringen BELEIDSVELD 5 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 0 0 0
Raming 2012 0 0 0
Afwijkingen ramingen 2011-2015 N.v.t.
47
Raming 2013 0 0 0
Raming 2014 0 0 0
Bedragen x Raming 2015 0 0 0
0 Raming totaal 0 0 0
Beleidsveld:
06 Jeugd A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het voorkomen van maatschappelijke uitval voor de leeftijdsgroep 0 – 23 jaar in het algemeen, door het realiseren, behouden en afstemmen van een adequaat voorzieningenniveau en activiteitenaanbod op lokaal en regionaal niveau. Onderscheiden deelterreinen: Beleid, voorzieningen, lokale activiteiten en regionale activiteiten (zie doelenboom). Portefeuillehouders: • C. Szalata-Thomas (onderwijs, educatie, jeugdbeleid en jeugdzorg) Beleidskaders: Lokale en regionale beleidskaders • Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Gemeente Kerkrade (2003) • Integraal huisvestingsplan onderwijs 2006-2010 • Nota integraal jeugdbeleid (2007) • Verordening leerlingenvervoer gemeente Kerkrade (2009) • Verordening peuterspeelzaalwerk Kerkrade (2005) • Verordening kinderopvang Kerkrade (2008) • Kader internationalisering onderwijs (2005) • Overeenkomst vroegtijdig schoolverlaten (2005) • Regionale Educatieve Agenda (2007) • Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade (2009) • Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Parkstad Limburg (2009) • Convenant verwijsindex risicojongeren Parkstad (2008) • Nota speelruimtebeleid (2009)
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Voorkomen van vroegtijdige schooluitval”.
49
Zorg en regie. Het realiseren en behouden van zorg en zorgstructuren voor de doelgroep. Afstemming en regie tussen partners, voorzieningen en activiteiten Div. budgetten
Regionale activiteiten Realiseren en behouden van regionale activiteiten van en voor de doelgroep.
Lokale activiteiten Realiseren en behouden van lokale activiteiten van en voor de doelgroep.
Voorzieningen Realiseren en behouden van adequate voorzieningen van en voor de doelgroep.
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden
•
•
Ontwikkeling nieuw beleid voor educatieve agenda 2011-2015 (primair lokaal, op onderdelen regionaal; LEA resp. REA) Preventieve ondersteuning en lichte hulpverlening bij opvoeden en opgroeien (doorontwikkeling CJG) Voorbereiding stelselherziening jeugdzorg (regionaal) Div. budgetten
Harmonisatie peuterspeelzalen / kinderopvang (exploitatie)
•
•
Preventieve ondersteuning en lichte hulpverlening bij opvoeden en opgroeien (doorontwikkeling CJG)
•
Sluitende jeugdketen in Parkstad (exploitatie)
Afronding herhuisvesting school voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen (ZMLK) Jan Baptist investeringen)
•
•
Nieuwbouw Plein
•
Wat gaan we doen? (2012)
schoolverzuim absoluut 18 -23 jarigen § schoolverlaters zonder startkwalificatie 30
§
8
0 - 4 jarigen § % deelname aan peuterspeelzaal >43% § % deelname doelgroepkinderen Jeugdgezondheidszorg 100% 4 -18 jarigen § schoolverzuim relatief 100
Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het voorkomen van maatschappelijke uitval voor de leeftijdsgroep 0-23 jaar in het algemeen door het realiseren, behouden en afstemmen van een adequaat voorzieningen en activiteitenaanbod op lokaal en regionaal niveau Afgeleide doelstelling: Het vergroten van het aantal schoolverlaters met een startkwalificatie middels het realiseren en behouden van voorzieningen, activiteiten, zorg en afstemming (regie) op lokaal en regionaal gebied. En het ondersteunen van organisaties.
C. Szalata-Thomas.
Programma Voorkomen van vroegtijdig schooluitval
Nadere toelichting programma Nieuwbouw Plein en Afronding herhuisvesting ZMLK Naast het reguliere onderhoud c.q. aanpassingen onderwijshuisvesting, volgens het jaarlijkse “programma voorzieningen huisvesting onderwijs” op basis van ingediende aanvragen, zullen in 2012 de nieuwbouw Plein en de herhuisvesting van ZMLK Jan Baptist worden afgerond. Preventieve ondersteuning en lichte hulpverlening bij opvoeden en opgroeien (doorontwikkeling CJG) Het inlooppunt van het Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade is op 7 januari 2010 geopend. Niettemin is sprake van een voorziening die nog volop in ontwikkeling is c.q. doorontwikkeld moet worden. Daarbij gaat het niet alleen om het inlooppunt van het CJG waar ouders, jongeren en professionals terecht kunnen met vragen over opvoeden en opgroeien. Integrale jeugdgezondheidszorg, signalering, lichte vormen van en toeleiding naar pedagogische hulp, coördinatie van zorg en afstemming met de zorg- en adviesteams en het bureau jeugdzorg zijn eveneens functies die vanuit het CJG onder de regie van de gemeente vorm moeten worden gegeven. Naast een fysiek inlooppunt is het CJG dan ook vooral een netwerkorganisatie waarin instellingen uit de jeugdketen hulp- en zorgverlening onderling afstemmen. Dit vereist van deze instellingen een omslag in denk- en werkwijze. Het zijn deze instellingen die gezamenlijk het CJG vormen en daarom ook gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het functioneren van de jeugdketen. In 2012 zal dan ook naast de instandhouding de verdere doorontwikkeling van het CJG nadrukkelijk aan de orde zijn. Harmonisatie peuterspeelzalen / kinderopvang Sinds 1 augustus 2010 is de Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) van kracht. Deze wet is gericht op een sluitend systeem van voorschoolse voorzieningen voor kinderen van 0-4 jaar. Binnen dit systeem kunnen taalachterstanden bij kinderen vroegtijdig worden onderkend en aangepakt. De gemeente heeft de taak om samen met lokale partners, basisscholen, kinderopvang en peuterspeelzalen beleid te ontwikkelen en uit te voeren met betrekking voor- en vroegschoolse educatie. Concrete activiteiten 2012 zullen zijn de structurele inbedding van VVE als basisvoorziening, de optimalisatie van het bereik van de doelgroepkinderen en het volgen van de kwaliteitseisen en resultaten. Sluitende jeugdketen in Parkstad De afgelopen jaren hebben de Parkstadgemeenten intensief samengewerkt ter verbetering van de jeugdketen. Deze samenwerking betrof met name die voorzieningen waar bovenlokale, regionale en provinciale instellingen bij betrokken zijn (jeugdgezondheidszorg, jeugdzorg, maatschappelijk werk, bureau leerplicht, onderwijs enz). Dit onder het motto “Lokaal wat lokaal kan, regionaal wat regionaal meerwaarde heeft”. In 2012 zal deze samenwerking worden voortgezet. Thema’s als CJG-ontwikkeling, transitie jeugdzorg, “passend onderwijs” en aanpak voortijdig schoolverlaten lenen zich bij uitstek voor regionale samenwerking (met voldoende ruimte om desgewenst lokaal maatwerk te leveren). Ontwikkeling nieuw beleid voor educatieve agenda 2011-2015 (primair lokaal, op onderdelen regionaal) De educatieve agenda bevat de door de schoolbesturen en de gemeente gezamenlijk geprioriteerde thema’s ten aanzien waarvan afspraken over doelstellingen, verantwoordelijkheidsverdeling, prestatieindicatoren en financiering worden gemaakt. Daarnaast zijn nog andere partners uit de jeugdketen nodig. De eerste (regionale en lokale) educatieve agenda betrof de planperiode 2007-2011. De nieuwe planperiode wordt aangegrepen om hernieuwde afspraken te maken waarbij nadrukkelijk rekening zal worden gehouden met de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de voorschoolse periode en de scholen voor de schoolse periode. In 2012 zullen enerzijds de gemaakte afspraken ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie, CJGvorming, zorg in en om de school en monitoring van opbrengsten worden uitgevoerd. Anderzijds is het de bedoeling de educatieve agenda te verbreden met thema’s als passend onderwijs en leesbevordering. Voorbereiding stelselherziening jeugdzorg (regionaal) Het CJG zal de komende jaren een nadrukkelijke rol moeten gaan spelen in verband met de door de regering aangekondigde decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Deze decentralisatie wordt
51
een veelomvattende en ingrijpende operatie. Voor de transitie van de jeugdzorg naar de gemeente is een goed functionerend CJG(netwerk) essentieel. Ondersteuning van gezinnen en jeugdigen via het CJG moet zoveel mogelijk voorkomen dat lichte problemen uitgroeien tot specialistische en kostbare zorg die na de decentralisatie door de Gemeente Kerkrade zal moeten worden bekostigd. Daarnaast zal het CJG naar verwachting als frontoffice voor de jeugdzorg gaan dienen. Dat € 800.000 in de gemeentebegroting voor het CJG is opgenomen moet dan ook in verband met deze decentralisatie van de jeugdzorg worden gebracht. 2012 zal in het teken staan van de voorbereiding op de nieuwe taken die op de gemeente afkomen. Indicatoren programma omschrijving
eenheid
2008
2009
2010
deelname peuterspeelzaal
KOK, Humanitas
% van 2 / 3 – jarigen
40,7
40,8
38,4
≥ 43,0
Deelname doelgroepkinderen jeugdgezondheidszorg (bezoek consultatie / kindbureau)
GGD / Meander
% van 0 / 4 – jarigen
95
96
n.b.
100
relatief schoolverzuim
bureau VSV
aantal
131
242
108
≤ 100
absoluut schoolverzuim
bureau VSV
aantal
12
3
4
≤8
bureau VSV
aantal
171
141
127
≤ 30
bureau VSV
aantal
196
158
143
≤ 30
nieuwe schoolverlaters zonder startkwalificatie oude schoolverlaters zonder startkwalificatie
C.
2011
streefwaarde 2010-2013
bron
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Met ingang van 2012 ontvangen de gemeenten geen doeluitkering (de BDU CJG) meer voor hun CJG’s. Hier komt een decentralisatie-uitkering jeugd voor in de plaats, welke dezelfde parameters kent. De uitvoering van de jeugdgezondheidszorg is opgedragen aan Meander jeugdgezondheidszorg (0 tot 4 jaar) en de GGD ZL (4 tot 19 jaar). Daarbij gaat het om de taken als beschreven in de Wet en het Besluit publieke gezondheid onder de noemer “basistakenpakket”. Dit basistakenpakket bestaat uit een uniform deel (de zorg die in elke gemeente moet worden aangeboden) en het maatwerk deel (diensten ten aanzien waarvan de gemeenten zelf bepalen in welke mate en op welke wijze deze worden aangeboden). De uitvoering van de jeugdgezondheidszorg sluit echter onvoldoende aan op de huidige problematiek bij de jeugd. Relatief veel tijd wordt besteed aan het programmatisch deel: een vast aantal contactmomenten voor alle kinderen. Het gaat dan om het screenen en monitoren van relatief gezonde kinderen op jonge leeftijd. De huidige uitvoering biedt weinig ruimte voor kinderen met specifieke risico’s en ook de (daarvoor benodigde) flexibiliteit in het aanbod van zorg is beperkt. Tegelijk met de veranderde vraag is er sprake van financiële krapte bij gemeenten. Beide ontwikkelingen waren aanleiding voor een herbezinning op de huidige jeugdgezondheidszorg. GGD Zuid Limburg en de thuiszorgorganisaties hebben gezamenlijk een visie op de JGZ ontwikkeld en beschreven in hun document “de jeugd dichtbij” van november 2011. Hierin staat omschreven op welke wijze de JGZ beter kan aansluiten op de veranderde omgeving. Zo zal de aandacht de komende jaren met name worden besteed aan psychosociale problematiek, overgewicht/obesitas, middelengebruik, kindermishandeling en chronische ziekten. De herhuisvesting van Scouting Gregor Brokamp en de loskoppeling van de huisvesting van Scouting St. Lambertus van het Catharinahoes zijn al enkele jaren actueel. Medio 2011 zijn hiervoor nog géén passende en financieel verantwoorde oplossingen/locaties gevonden. In verband hiermee wordt de haalbaarheid van één gezamenlijke huisvesting onderzocht.
52
Het beeld dat de Gemeente Kerkrade de jeugd weinig tot niets te bieden heeft is onjuist. Accommodaties en voorzieningen zijn in voldoende mate aanwezig. Het gebruik ervan laat echter te wensen over. Ook het activiteitenaanbod is divers. Maar ook hiervoor geldt, dat de deelname gering is. In potentie zijn er dus legio mogelijkheden. De kunst zit hem dus in het verbinden van de mogelijkheden. Daarom is het streven erop gericht om de komende jaren te werken aan een structureel, gevarieerd en laagdrempelig activiteitenaanbod voor jongeren. Daarbij ligt de nadruk op het optimaal benutten van de mogelijkheden van bestaande accommodaties, voorzieningen en organisaties. Daarnaast zal hiervoor een uitdrukkelijk beroep worden gedaan op de medewerking vanuit de gemeenschap/omgeving. De exploitatie en het beheer van het multifunctioneel deel van de brede school De Steltloper is onderwerp van overleg met de Onderwijsstichting Movare. Naar het zich laat aanzien zullen hierover in 2011 nog géén definitieve afspraken kunnen worden gemaakt. Dat betekent dat dit onderwerp ook nog in 2012 aan de orde zal zijn. De exploitatie van de locatie Campus van het Charlemagne College dient in samenhang met de ontwikkelingen rondom de spreiding van het vmbo in de regio Parkstad opnieuw te worden bezien. De huidige verordening huisvesting onderwijs dateert van 2003. De gemeente dient te voorzien in adequate huisvesting van het onderwijs. In verband hiermee is de verordening in 2011 geactualiseerd. Deze zal (naar verwachting) met ingang van 1.1.2012 van kracht zijn. Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 06 Jeugd
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
0 Meerjaren begroting 2015
9.734 3.814 -5.920
8.150 2.219 -5.931
6.546 732 -5.814
6.602 732 -5.870
6.458 732 -5.726
6.387 732 -5.655
0 0 0 -5.920
0 0 0 -5.931
0 0 0 -5.814
300 0 -300 -6.170
0 0 0 -5.726
0 0 0 -5.655
0 0 -5.920
0 0 -5.931
0 0 -5.814
0 0 -6.170
0 0 -5.726
0 0 -5.655
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): Stadsdeelvisie Kerkrade West onderdeel jeugd ten laste van structuurfonds. Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 De verschillen tussen de beleidsonderdelen onderwijs betreffende diverse over- en/of onderschrijdingen terzake onderwijshuisvesting welke jaarlijks worden gesaldeerd met de decentralisatiereserve onderwijs. Project Moelejaan is een doeluitkering vanuit het Rijk die in 2011 stopt.
53
De uitgaven voor leerlingenvervoer lage
80.000 hoger dan begroot in 2012.
De doeluitkering voor Arcus moet in 2012 nog overgeboekt worden uit het participatiebudget. De bijdrage voor Centra jeugd en gezin in 2012 zal nog gelijk gesteld worden aan de uitgaven van 2010. Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 N.v.t. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Een afwijking van 300.000 wordt in 2013 veroorzaakt door de Stadsdeelvisie Kerkrade West onderdeel jeugd ten laste van reserve structuurfonds (VJN2011) Investeringen BELEIDSVELD 6 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 900 200 1.100
Raming 2012 1.700 200 1.900
Raming 2013 0 200 200
Raming 2014 0 200 200
Bedragen x Raming 2015 0 200 200
0 Raming totaal 2.600 1.000 3.600
Afwijkingen ramingen 2011-2015 In 2011 is gestart met de nieuwbouw van basisschool Plein. In de Voorjaarsnota 2009 is de fasering van gymzaal Plein 750.000 van 2009 naar 2011) aangepast, alsook de fasering scouting gregor brokamp 150.000 van 2009 naar 2011).
54
Beleidsveld:
07 Welzijn, sport en cultuur A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het beleidsveld is gericht op het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Daartoe behoort onder meer het ondersteunen en het stimuleren van vrijwilligersinitiatieven. De voorzieningenstructuur dient vraag gestuurd en toegankelijk te zijn voor alle burgers. Daarnaast gaat het beleidsveld in op het bieden van gelegenheid aan de bevolking om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van bewegen, ontmoeten en culturele / educatieve activiteiten. Onderscheiden deelterreinen: Bibliotheek; Muziekonderwijs; Sociaal cultureel werk; Kunst en cultuur; Sport; Vormingswerk Portefeuillehouders: • L. Jongen (ouderenbeleid , welzijn) • C. Szalata-Thomas (ouderenbeleid) • P. Thomas (cultuur) • W. Terpstra (sport) Beleidskaders • De kunst van de samenwerking – culturele samenwerking Parkstad Limburg 2001-2004 • Subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade (2008) • Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade (2008) • Tarievenbeleid sportaccommodaties gemeente Kerkrade • Cultuurbeleid gemeente Kerkrade voor de komende periode • Overeenkomst gemeente(n) en openbare bibliotheken (Parkstad Limburg) • Beleid Actief Kunstbeheer gemeente Kerkrade • Nota Sportstimulering (2007) • Nota sportaccommodaties (2009) • Plan van aanpak gemeenschapshuizen “Sociaal investeren in mensen en wijken’ (2008) • Nota vrijwilligersbeleid (2009) • Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade / Centrum (2009)
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Maatschappelijke participatie”.
55
Voorzieningen Het bieden van voldoende adequate voorzieningen voor de uitvoering van de sociaal culturele activiteiten, sport en cultuur
Sport Het bevorderen dat inwoners meer gaan sporten en bewegen.
Cultuur Het bieden van gelegenheid aan de bevolking om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van het actief en passief deelnemen aan culturele en educatieve activiteiten.
•
•
•
exploitatie)
Het (verder) uitvoeren van de sport- en beweeginterventies in het kader van NASB en nota sportstimulering (exploitatie)
Gemeente Kerkrade blijft met SMK en Vazom in overleg over de herijking van het bestaande culturele aanbod; harmonisering van de lesgelden SMK met de omliggende deelnemende gemeenten. (exploitatie)
§
§
§
§
§ § §
§
Voor de kwaliteit en kwantiteit van voorzieningen moeten nog indicatoren worden gedefinieerd.
deelname sport / actieve sporters 50% sportverenigingen: - jeugdleden 35% - volwassen leden 11% voldoet Kerkrade in 2014 aan de landelijke beweegnorm
jeugdleden verenigingen niet-prof. kunstbeoefening 8% volwassen leden bibliotheek 7% cursisten SMK/Vazom 2% vrijwilligers 28%
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Het mogelijk maken dat mensen in redelijkheid in sociale verbanden kunnen leven en kunnen participeren in de samenleving. Daarbij de bevolking de gelegenheid bieden om de vrije tijd op een zinvolle manier te besteden door middel van bewegen, ontmoeten en culturele/educatieve activiteiten. Afgeleide doelstelling: De vrije tijd zinvol in te vullen en te beleven. De deelname aan het vrijwilligerswerk verhogen; via maatschappelijke stages jongeren behouden voor vrijwilligerswerk; de sportdeelname verhogen; het beschikbaar hebben van adequate voorzieningen/ accommodaties. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Wat gaan we doen? (2012) Prestatie-indicatoren
P. Thomas; W. Terpstra; L. Jongen; C. Szalata-Thomas.
Programma Maatschappelijke participatie
Nadere toelichting programma Overleg met Stichting Muziekschool Kerkrade (SMK) en Vrije Akademie Zuid-Oostelijke Mijnstreek (Vazom) De Gemeente Kerkrade blijft met beide instelling in overleg over herijking van het bestaande culturele aanbod. Verder zal de harmonisering van de lesgelden SMK met de omliggende deelnemende gemeenten worden bekeken. Het (verder) uitvoeren van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) en nota sportstimulering: De sportstimulering blijft een speerpunt van beleid. Kernpunten zijn: Bewegen onder de noemer sport en gezondheid, jeugd en volwassenen informeren over gezonde voeding en lichaamsbeweging en het aanreiken van interventies. Door middel van aansluitende ondersteunende producten en projecten wordt de doelgroep in staat gesteld op relatief eenvoudige laagdrempelige wijze de gedane aanbevelingen in de praktijk te brengen. Indicatoren programma omschrijving jeugdleden (<18jr) verenigingen nietprofessionele kunstbeoefening * volwassen leners (≥18jr) bibliotheek cursisten Muziekschool / Vrije Akademie ZOM vrijwilligers deelname sport / actieve sporters wv. 1 of meer keer per week sportverenigingen:*
eenheid
2008
afd. Welzijn
% < 18jr
8,0
bibliotheek
% ≥ 18jr
6,4
7,0
6,5
5,8
≥ 7,0
smk, vazom
%
2,0
1,9
1,9
1,9
≥ 2,0
burgeronderzoek
%
26
28
≥ 28
burgeronderzoek
%
48
48
≥ 50
burgeronderzoek
%
90
91
≥ 90
2010
2011
≥ 8,0
afd. Welzijn
- jeugdleden (<18jr) - volwassen leden (≥18jr) voldoet aan landelijke beweegnorm: **
2009
streefwaarde 2010-2013
bron
GGD
% < 18jr
33,2
≥ 35,0
% ≥ 18jr
10,3
≥ 11,0
ja/nee
(2014)
* Per 1-1; het aantal leden van een vereniging wordt op basis van de huidige subsidieverordening eens per 4 jaar geactualiseerd. De eerstvolgende keer zal dit in 2012 plaatsvinden.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
De naar verwachting in het najaar van 2011 vastgestelde visie bibliotheekwerk Kerkrade zal in 2012 gemeentebreed, zowel in het centrum als ook in de wijken, waar mogelijk worden uitgevoerd. De in 2011 gestarte digitalisering van ons culturele erfgoed zal in 2012 verder worden doorgevoerd. Met de oplevering en opening van het Socio Project, alsook de laatste werkzaamheden van het Catharinahoes Holz zijn de 4 renovatietrajecten in het kader van het gemeenschapshuizenbeleid “Sociaal investeren in mensen en wijken” geheel afgerond. In 2012 zullen de twee nieuwbouwtrajecten in Kerkrade-West en Chevremont verder worden uitgewerkt. In Kerkrade-West maakt het nieuwe
57
gemeenschapshuis als project deel uit van de Integrale gebiedsontwikkeling West. In Chevremont zal het nieuwe gemeenschapshuis in de stand alone verder worden uitgewerkt. De nieuwe gemeenschapshuizen zullen multifunctionele accommodaties worden waarbij meerdere functies ondergebracht zullen worden. Met de nog verder uit te werken plannen en de daarmee samenhangende realisatie van de nieuwbouw worden de gemeenschapshuizen opgewaardeerd zoals in het beleidsplan is aangegeven. Het voorzieningenniveau met betrekking tot gemeenschapsaccommodaties wordt hierdoor volledig aangepast. Ten aanzien van de in 2011 op te richten Stichting Gemeenschapshuizen Kerkrade zal in 2012 een nadere uitwerking van het kader waarin deze stichting dient te functioneren plaatsvinden. Een nieuw contract voor het beheer van de binnensportaccommodaties wordt voorbereid. Het speelruimtebeleid en de nota sportaccommodaties zullen verder worden uitgevoerd. Indicatoren beleidsveld Er zijn geen specifieke indicatoren gedefinieerd ten aanzien van het beleidsveld.
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 07 Welzijn, sport en cultuur Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
0 Meerjaren begroting 2015
10.743 1.304 -9.439
11.731 650 -11.081
9.246 645 -8.601
9.124 641 -8.483
8.931 626 -8.305
8.833 626 -8.207
0 0 0 -9.439
0 0 0 -11.081
0 0 0 -8.601
650 0 -650 -9.133
0 0 0 -8.305
0 0 0 -8.207
0 0 -9.439
0 0 -11.081
0 0 -8.601
0 0 -9.133
0 0 -8.305
0 0 -8.207
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): Stadsdeelvisie Kerkrade West onderdeel gemeenschapshuizen ten laste van reserve structuurfonds. Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 In 2010 is een start gemaakt met de verbouwing van het Socioproject in Eygelshoven voor 1.400.000, in 2011 wordt dit project afgerond, vanuit de provincie en de stichting sport en cultuur Eygelshoven zijn eenmalige bedragen overgemaakt ter investering in het Socioproject. Door nieuwe contractonderhandelingen met Heton is de exploitatiebijdrage vanaf 2 Op het schoolzwemmen is vanaf 2011 een bezuiniging ingezet va
58
00.
ager.
Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Verrekening van de exploitatiekosten Campus van de Muziekschool zorgen voor het verschil van et 2012. Vanuit het budget investeringsambities structuurfonds ontwikkeling accommodaties wordt de renovatie van het Socioproject in Eygelshoven bekostigd dat in 2011 afgerond zal worden, en een start gemaakt met de nieuwbouw gemeenschapshuis Kerkrade West. Sportaccommodaties budget investeringsambities structuurfonds is beschikbaar vanuit het parkeerfonds voor de aanleg van kunstgrasvelden. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 In de periode 2009-2012 stort de gemeente jaarlijks dit niet meer voorzien (VJN2009).
50.000 extra in het ondernemersfonds, in 2013 is
Op basis van actuele inzichten ten opzichte van het oorspronkelijke plan van aanpak gemeenschapshuizen bleken extra middelen nodig. Een afwijking van 650.000 in 2013 wordt veroorzaakt door de stadsdeelvisie Kerkrade West, onderdeel gemeenschapshuizen ten laste van reserve structuurfonds (VJN2011) Investeringen BELEIDSVELD 7 Uitbreiding Vervanging Leningen Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 1.924 74 2.079 4.077
Raming 2012 0 70 0 70
Raming 2013 0 90 0 90
Raming 2014 0 90 0 90
Bedragen x Raming 2015 0 90 0 90
0 Raming totaal 1.924 414 2.079 4.417
Afwijkingen ramingen 2011-2015 Qua investeringsvolume is in de VJN2008 voor de gemeenschapshuizen (rapport metafoor) rekening gehouden met een bedrag van 3,3 miljoen voor de periode 2008-2012, waarvan het merendeel in 2008 en 2009. Daarvan wor 2,0 miljoen afgedekt uit de reserve parkeerfonds. Het beschikbare bedrag voor gemeenschapshuizen is opgehoogd met 1,1 miljoen, waarvan de helft in 2010 en de andere helft in 2011 (NJN2008). De gemeentelijke cofinanciering in het Interregproject BIO-Ecologica van de Stichting Botanische Tuin bedraag 00 in 2009, e 000 in 2011 (Najaarsnota 2009). Op basis van actuele inzichten bleken extra middelen nodig voor de gemeenschapshuizen. Het dekkingstekort Catharinahoes van 550.000 wordt ten laste gebracht van de reserve parkeerfonds exploitatie. Het Socioproject vroeg om een extra investeringsvolume van 900.000. Het betreft de jaarschijven 2010 en 2011. Na het raadbesluit van februari 2010 werd bekend dat de Provincie ook specifiek voor het Socioproject een subsidie van 216.000 heeft verleend, welke ten gunste is gebracht van de reserve parkeerfonds exploitatie. Verder heeft een verschuiving plaatsgevonden in investering gemeenschapshuizen, een bedrag van 1 miljoen is verschoven van 2010 naar 2011 (VJN2010). Door actuele ontwikkelingen in samenhang met eerdere raadsbesluiten is in de raad van januari 2010 besloten om een rentedragende lening op een marktconforme basis van in totaal 5,8 miljoen te verstrekken aan Holding Stadion Kerkrade BV, onder een aantal condities en voorwaarden. Deze lening is als volgt gefaseerd: 2,5 miljoen in 2010, 2,0 miljoen in 2011, 0,8 miljoen in 2012 en 0,5 miljoen in 2013 (VJN2010).
59
Beleidsveld:
08 Zorg A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: De gemeente is ten aanzien van verschillende bevolkingsgroepen verantwoordelijk voor een aantal vormen van zorg, die zich richten op inkomen, ondersteuning, maatschappelijke participatie, hulp en maatschappelijke voorzieningen. Onderscheiden deelterreinen: Hulpverlening en maatschappelijke dienstverlening; Gehandicapten; Gezondheidszorg; Ouderen; Inburgering (allochtone oud- en nieuwkomers); Zorg voor de gemeentelijke minima Portefeuillehouders: • L. Jongen (wet maatschappelijke ondersteuning, volksgezondheid en maatschappelijke zorg) Beleidskaders: • Integraal gezondheidsbeleid Kerkrade 2007 – 2011 “Tsezame Jezonk” • Burgerparticipatie binnen de Wmo • Mantelzorgondersteuning vanuit de Wmo • Sociale wijkteams en wijkloketten • Zorg binnen de Wmo • Startdocument Wonen Welzijn Zorg 2003 • 4 jaren beleidsplan Wmo • Wmo-beleid, besluit en –verordening 2009; • Convenant koploper Modernisering AWBZ, w.o. Regionaal Uitvoeringsprogramma Wonen Welzijn Zorg, Parkstad Limburg en Nuth (dec. 2005). Hoewel per ultimo 2008 formeel beëindigd wordt nog wel in de geest van het convenant gewerkt. • Kerkraads Wmo model, model en procesbeschrijving van een gekantelde gemeente (sept. 2010) • Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2004, reïntegratie-, afstemmings-, handhavingsverordening Wwb 2009 • Kadernota Hoogwaardige handhaving 2007 en beleidsplan Hoogwaardig Handhaven 2009 • Beleidsregels terugvordering 2005, beleidsregels inzake verhaal Wwb 2008, krediethypotheek en pandrecht 2007 • Normenkader 2009-2012 • Verordening Wet inburgering 2007 en beleidsregels Wet inburgering 2008 • Verordening en beleidsregels sociaal culturele activiteiten 2007 • Richtlijnen bijzondere bijstand 2008 • Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie 2006/2007 • Verordening cliëntparticipatie Wet werk en bijstand c.a. 2010
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Integraal gezondheidsbeleid”. De nieuwe lokale nota gezondheidsbeleid 2012-2015 wordt eind 2011 verwacht.
61
Taken tweede lijn: zorgontwikkeling in en rondom Atrium, transmuraal en medisch centrum Kerkrade ructuurfonds) Taken derde lijn: verpleeghuis/ thuiszorg en de WMO (care) verse budgetten (exploitatie)
Gezondheidstaken in het kader van WPG collectieve preventie, infectiebestrijding, Jeugdgezondheidszorg 0-19 jarigen en openbare geestelijke gezondheidszorg exploitatie) Taken eerste lijn: huisartsenzorg, aanverwante disciplines en buurtgerichtheid exploitatie) Realisatie sluitende ketenzorg voor thuiswonende ouderen en overige mensen met beperkingen Afstemming huisartsenzorg met realisering doelen project voeding, overgewicht en bewegen jeugd (NASB/BOS) Verdere stroomlijning toegankelijkheid 1e lijn reguliere acute zorg (project [G]oud)
•
Masterplan Atrium Kerkrade / Health Care Campus / poliklinisch centrum Project Valpreventie “Kerkrade in balans” Project “virtuele leefwereld voor ouderen” Project ketenautomatisering “mens is centraal”
•
• • •
•
•
•
Herijking beleid huiselijk geweld, doorontwikkeling Wet tijdelijk huisverbod, kindermishandeling meldcode Gezonde voeding, overgewicht, bewegen t.b.v. doelgroep jeugd (NASB/BOS)
•
§
§
§
§
Klanttevredenheid WMO 7,5
Gerealiseerde afstemming sociale wijk-teams met gezondheidscentra
Realisatie targets project (G)oud
Eigen oordeel matige of slechte gezondheid 20 %
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Alle mensen moeten zoveel als mogelijk in staat zijn te participeren aan de lokale samenleving op het door henzelf gewenste niveau. Gezond zijn en zich gezond voelen is daarbij een belangrijke voorwaarde. Afgeleide doelstelling: Door middel van een goede preventieve en curatieve gezondheidszorg beperkingen voorkomen danwel snel en adequaat opheffen. Structurele beperkingen welke een goede participatie belemmeren snel en adequaat compenseren. Kerkrade behartigt daarbij de belangen van haar inwoners. Afgeleide doelstellingen / taakgebieden Wat gaan we doen? (2012) Prestatie-indicatoren
L. Jongen; C. Szalata-Thomas.
Programma Integraal gezondheidsbeleid
Nadere toelichting programma Herijking beleid huiselijk geweld, doorontwikkeling Wet tijdelijk huisverbod, kindermishandeling meldcode Het steunpunt Huiselijk Geweld sluit integraal aan op de Veiligheidshuizen. De meldcode kindermishandeling dient verder actief uitgedragen te worden. Gezonde voeding, overgewicht, bewegen t.b.v. doelgroep jeugd (NASB/BOS) Zie het programma Maatschappelijke participatie bij beleidsveld 7. Realisatie sluitende ketenzorg voor thuiswonende ouderen en overige mensen met beperkingen Met “de mens centraal” worden achtereenvolgende inspanningen van wonen-, welzijn- en zorgpartners goed op elkaar aangesloten, waarbij verder de gezondheidscentra worden opgenomen in de ketenzorg van WMO, de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) en de Wet Publieke Gezondheid (WPG). Afstemming huisartsenzorg met realisering doelen project voeding, overgewicht en bewegen jeugd (NASB/BOS) De eerste lijn huisartsenzorg levert, naast de andere relevante “vindplaatsen”, middels signalering, informatie en uitvoerende activiteiten een bijdrage aan de integrale doelstelling het knelpunt van overgewicht bij jeugd te beheersen. Daarmee worden NASB/BOS en gezondheidszorg (GZ) gekoppeld. Voor wat betreft NASB/BOS zie ook beleidsveld 7. Verdere stroomlijning toegankelijkheid 1e lijn reguliere acute zorg In het kader van het project [G]OUD, is de gemeente Kerkrade proeftuingemeente, waarbij de praktijkondersteuners van de huisartsen aansluiten bij de Sociale Wijkteams. In september 2011 wordt in medisch centrum de Linde gestart met de uitvoering van het project met de doelstelling de efficiency van aanvraagprocessen, door een betere samenwerking en afstemming van de afzonderlijke intakeprocessen ([G]oud en Wmo), te verhogen alsmede de mate van informatie uitvraag bij de klant te verminderen. In 2012 worden de eerste concrete resultaten van het project verwacht. Masterplan Atrium Kerkrade / Health Care Campus / poliklinisch centrum Het door partijen vastgestelde masterplan Atrium Kerkrade wordt verder tot uitvoering gebracht met de ontwikkeling van de z.g. Health Care Campus, waarbij zoveel als mogelijk relevante “care-partijen” met voorzieningen in de uitvoering en realisatie worden opgenomen. Aansluitend op de door de huisartsen gestelde diagnostiek, wordt er aangestuurd op een verankering en herontwikkeling van een passend poliklinisch centrum in Kerkrade, waardoor veel gediagnosticeerde curatieve poliklinische ingrepen in Kerkrade kunnen worden uitgevoerd. Door een verdere profilering van deze voorzieningen, vooral ook over de nabije grenzen heen, komen bovendien meer zorgvragers van buitenaf naar Kerkrade. Project Valpreventie “Kerkrade in balans” Door een proactieve voorlichting en informatieverstrekking worden de burgers wijkgericht bewust gemaakt van aanwezige dan wel latent toekomstige valrisico’s. Op individueel niveau kunnen zonodig acties worden uitgezet bij verschillende disciplines, die de gesignaleerde risico’s zoveel als mogelijk beperken en die gericht zijn op het bevorderen van actief bewegen. Het project Valpreventie Kerkrade in Balans, is op 24 maart 2011 operationeel gestart in Terwinselen, na een grondige voorbereiding. In 2009 en 2010 zijn buurtgewijs de eerste algemene informatiebijeenkomsten gehouden. De opkomst van de doelgroep is veelbelovend. Naast problematieken die aan valpreventie gerelateerd zijn worden tevens sociale vraagstukken opgelost. De vraag naar beweeginterventies als gevolg van dit project is ongeveer verviervoudigd. Project “virtuele leefwereld voor ouderen” Uit evaluaties blijkt dat de doelgroep ouderen met beperkingen nog vaak in een sociaal isolement leeft, welke niet of niet volledig kan worden gecompenseerd door het organiseren van menselijke direct fysiek contact. Via het creëren van een gebruiksvriendelijke op de doelgroep afgestemde virtuele leefwereld wordt een digitale compensatie van het sociaal isolement ontwikkeld. Met gebruikmaking van (Europese) subsidies en een nauwe samenwerking met het (lokale) bedrijfsleven zal de uitvoering in 2012 een aanvang nemen.
63
Project ketenautomatisering “mens is centraal” Met de mens centraal wordt nieuwe software op lokaal niveau als informatietool boven de separate gegevensbanken en werkprocessen van de ketenpartners geïmplementeerd, waardoor snel een juist en volledig inzicht door de professional van de actuele klantsituatie kan worden verkregen en minder gegevens uitvraag van de klant noodzakelijk zal zijn. Na een positieve eindevaluatie van de toepassing in de pilot zal de werkwijze over de andere wijken in 2012 worden “uitgerold”. Indicatoren programma omschrijving eigen oordeel matige of slechte gezondheid gerealiseerde targets project (G)oud gerealiseerde afstemming sociale wijkteams met gezondheidscentra klanttevredenheid WMO
C.
2008
2009
2010
eenheid
burgeronderzoek
%
afd. Zorg
ja/nee
ja
nvt
afd. Zorg
ja/nee
deels
nvt
afd. Zorg
score (0-10)
22
7,3
7,3
2011
streefwaarde 2010-2013
bron
25
7,2
20
7,5
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
In 2012 zal op lokaal gemeentelijke niveau nader invulling en uitvoering worden gegeven aan het door het algemene bestuur van de gemeenschappelijke regeling GGD vastgestelde bezuinigingsscenario. Dit staat los van de ingeslagen koers en richting van de gemeente Kerkrade. Het lokaal gezondheidsbeleid koppelt de taakvelden van de Wet Publieke Gezondheid (WPG) aan de prestatievelden van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) alsmede andere beleidsterreinen, zoals stedenbouw en inkomen. Er wordt verder en nog steviger ingezet op een integrale buurtgerichte ketenzorg met zorgprofessionals en gebruikers, zoals dat reeds enkele jaren succesvol is geïmplementeerd in de vorm van het Kerkraadse Wmo model. Een pilot op het terrein van de lokale gezondheid analoog aan de aanpak en het Wmo model is een serieuze optie. Aansluitend op de landelijke en regionale visie en beleidsdoelstellingen zal het fundament voor de uitvoering van het lokale beleid neergelegd worden in een nota lokale gezondheid, met inhoudelijke thema’s als educatie, psychosociale gezondheid, seksuele gezondheid, medische milieukunde, valpreventie, sport & bewegen en buurtgerichte ketensamenwerking. Jaarlijks worden een aantal projecten in nauwe samenwerking met de ketenpartners georganiseerd die tot doel hebben de participatie van de wijkbewoners, of doelgroepen daarvan, aan het maatschappelijk sociaal wijkgebeuren te bevorderen. Hierbij wordt optimaal gebruik gemaakt van het zelfsturend en oplossend vermogen alsmede van de beschikbare ondersteunende capaciteiten van de wijk(bewoners). (zie ook beleidsveld 1). In 2010 is in samenwerking met de kernpartners Meander en Stichting Impuls van het Kerkraadse Wmo model het zorginnovatie project gestart, met als doelstelling “middels creatieve en innovatieve vormen van nieuwe samenwerking een duurzame en toekomstbestendige uitvoering van de Wmo te realiseren, waarbij ondanks de lagere budgetten een minimaal gelijkblijvende klanttevredenheid en kwaliteit t.b.v. gezamenlijke klant is gegarandeerd”. Naast de reeds lopende innovatieopdrachten zoals “huiskamer versus thuiszorg”, “koppeling administratieve bestanden” en “preadvisering indicatiestelling door zorgconsulent zorgaanbieder” worden nieuwe opdrachten opgestart en uitgevoerd. Naast de “inhoud” en “administratie” zal dan ook nader worden ingezoomd op “de structuur en vorm” van de huidige samenwerking. De inhoudelijke visie met beleidslijnen is ongewijzigd. De langdurige zorg wordt door het Rijk beter en doelmatiger georganiseerd door de begeleiding en de dagbesteding, waarvoor nu nog een beroep kan worden gedaan op de AWBZ, onder te brengen bij
64
gemeenten. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt hiervoor aangepast. Mensen die niet zelfredzaam zijn kunnen vanaf 2013 een beroep doen op de Wmo in de gemeente waar zij wonen. Burgers die een lopende AWBZ indicatie hebben worden in de loop van 2013 doch vóór 1 januari 2014 omgezet naar de gemeentelijke Wmo. In de visie van het Rijk zijn gemeenten beter in staat ondersteuning op maat te bieden en kunnen daarbij tegelijk kijken naar bijvoorbeeld schuldhulpverlening, woningaanpassingen, reïntegratie en bijstand. De gesprekken over de randvoorwaarden waaronder de decentralisaties kunnen plaatsvinden lopen nog en zijn nog niet afgerond. Wat betreft begeleiding en dagbesteding wordt nog gesproken over de vraag wat er precies gedecentraliseerd wordt, welke rol en taken het Rijk en gemeenten hebben in de nieuwe situatie, welke beleidsruimte gemeenten krijgen, welke informatie en verantwoording noodzakelijk en mogelijk is, in welk tempo en welke fasering decentralisatie mogelijk is, welke bestuurlijke voorwaarden daarbij nodig zijn, onder welke financiële voorwaarden decentralisatie plaatsvindt en welke samenhang er is met andere decentralisaties of met reeds decentraal belegde taken. Ten einde een actuele lokale sociale kaart voor zowel de professionals als ook de burgers beschikbaar te hebben wordt momenteel hard gewerkt aan de totstandkoming van de digitale WmoWijzer. In 2012 zal deze digitale website, in eerste instantie in het traditionele standaard format, “in de lucht” gaan. Tegelijk is de gemeente Kerkrade door de “landelijke ontwikkelaars” gevraagd om als pilotgemeente een bijdrage te leveren aan de realisatie van de z.g. “gekantelde versie” van de WmoWijzer. Vanuit het uitgangspunt “de mens centraal” en volledig in de lijn met de Rijksvisie is de gemeente gestart met de aansluiting van de werkprocessen Sozawe op de reeds gekantelde werkprocessen van de Wmo. Een intern ontwikkel- en verandertraject, dat moet leiden tot een gekantelde nieuwe organisatie met werkprocessen van de afdeling werk, inkomen en zorg is per 1 april 2011 formeel gestart en zal volgens de huidige planning medio 2012 formeel zijn afgerond. In het Regeerakkoord is afgesproken dat er in 2012 voor schuldhulpverlening 20 miljoen uit het gemeentefonds wordt genomen. Naast deze financiële operatie staat ook de nieuwe wet Schuldhulpverlening voor 2012 op de agenda van het kabinet. Deze wet is op 30 juni 2011 aangenomen door de Tweede Kamer. Deze wet moet gemeenten de mogelijkheid bieden een meer selectieve en gerichte schuldhulpverlening te kunnen ontwikkelen. Naast deze bezuiniging op het gemeentefonds, vervallen vanaf 2012 ook de extra middelen 2009 t/m 2011 die het kabinet voor het opvangen van de gevolgen van de crisis ter beschikking heeft gesteld. Deze middelen zijn onder anderen ter beschikking gesteld voor preventieve maatregelen om burgers in een zo vroeg mogelijk stadium te bereiken en zo nodig door te leiden naar schuldhulpverleningstrajecten. De vraag naar schuldhulpverlening neemt overigens nog steeds toe. Volgens het kabinet is het eind van het aantal mensen dat een inburgeringcursus moet doorlopen, in zicht. Door extra investeringen zijn de afgelopen twee jaar meer inburgeraars aan een inburgeringcursus begonnen. Daarom vindt het kabinet het een natuurlijk moment om de budgetten voor de inburgering de komende drie jaren te verminderen. Het kabinet is van plan (regeerakkoord) om migranten en asielzoekers zelf te laten zorgen voor hun inburgering in Nederland. Dit betekent dat ze zelf daarvoor moeten betalen. Als dat niet lukt, kunnen zij gebruik maken van een sociaal leenstelsel. Zij kunnen het geld voor het inburgeren lenen, maar moeten dit later terug betalen. De omvang van de aan het participatiebudget toegevoegde middelen voor de inburgering wordt gedurende de komende jaren afgebouwd in 2012 met 175 miljoen en in 2013 met 235 miljoen euro. Vanaf 2014 wordt er structureel 333 miljoen euro op inburgering bezuinigd. De komende drie jaar zijn er volgens het kabinet nog voldoende middelen voor de gemeenten beschikbaar om lopende inburgeringcursussen te bekostigen en om nieuwkomers én mensen die hier al langer zijn, een inburgeringcursus aan te kunnen bieden.
65
Indicatoren beleidsveld Omschrijving
2008
2009
2010
afd. Zorg
aantal
426
425
366
n.v.t.
afd. Zorg
aantal
495
476
521
n.v.t.
afd. Zorg
aantal
361
355
461
n.v.t.
afd. Zorg
aantal
845
811
826
n.v.t.
burgeronderzoek
score (0-10)
afd. RIZ
aantal
639
852
907
≥ 650
afd. RIZ
aantal
555
1.440
1.241
≥ 650
afd. RIZ
aantal
1.230
1.239
1.243
≥ 1.250
afd. RIZ
aantal
151
110
127
≥175
huisuitzettingen
afd. RIZ
aantal
53
57
54
≤ 60
inburgeraars met WINcertificaat
afd. RIZ
aantal
9
77
29
≥ 50
D.
3,4
2011
streefwaarde 2010-2013
eenheid
toegekende rolvoorzieningen toegekende woonvoorzieningen toegekende vervoersvoorzieningen toegekende voorzieningen hulp bij het huishouden maatschappelijke participatie aanvragen bijzondere bijstand aanvragen sociaalculturele activiteiten deelnemers collectieve aanvullende ziektekostenverzekering trajecten schuldhulpverlening
bron
3,5
≥ 3,6
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 08 Zorg
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
17.452 2.141 -15.311
18.941 2.379 -16.562
17.911 1.956 -15.955
17.456 1.966 -15.490
17.456 1.966 -15.490
17.456 1.966 -15.490
0 0 0 -15.311
0 0 0 -16.562
0 0 0 -15.955
0 0 0 -15.490
0 0 0 -15.490
0 0 0 -15.490
0 0 -15.311
0 0 -16.562
0 0 -15.955
0 0 -15.490
0 0 -15.490
0 0 -15.490
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): N.v.t.
66
Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 In 2010 heeft in de Rodahal het wmo congres plaatsgevonden waardoor de uitgaven diensten van derden hoger liggen dan begroot in 2012. In VJN2009 is een bezuiniging ingezet op huishoudelijke hulp ivm te behalen efficiencyvoordelen zodat bedragen voor 2012 lager liggen dan werkelijk 2010. In VJN2011 is een bedrag gereserveerd voor herontwikkeling Atriumterrein zodat begroting 2012 gezondheidszorg een budget heeft va 000 voor investeringsambities structuurfonds. De aanschaf van AED kasten in 2010 zorgen voor een hoger bedrag op diensten van derden gezondheidszorg dan begroot in 2012. In 2010 zijn de uitgaven aan kosten voor schuldhulpverlening deels ten laste van het Participatiebudget gebracht. Hierdoor zijn de kosten voor schuldhulpverlening en bijzondere bijstand in 2010 respectievelijk 315.000 en 75.000 lager dan in 2012 is begroot. Daarnaast zijn de geraamde inkomsten aan rijksbijdragen in 2012 100.000 lager dan in 2010 als gevolg van het vervallen van de extra rijksmiddelen voor schuldhulpverlening. Als gevolg van een lager dan verwachte realisatie zijn de uitgaven voor inkomsten uit gerealiseerde bestedingen van het Participatiebudget in 2010 is begroot.
inburgeringtrajecten en de 100.000 lager dan in 2012
Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Voor herontwikkeling Atriumterrein is een bedrag vrijgemaakt uit het structuurfonds in 2011 e 00.000.
800.000
Als gevolg van het vanaf 2012 vervallen van de extra rijksmiddelen voor schuldhulpverlening zijn de in 2012 geraamde inkomsten en uitgave .000 lager dan begroot in 2011. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Bij de afdeling Zorg zijn diverse kostenbesparingen in beeld. Het meerjarig verzameleffect bedraagt 210.000 (2012 e.v.) (NJN2009). De eenmalig ten laste van 2009 op te nemen verplichting aan de Kredietbank Limburg van 390.000, wordt afgedekt uit de reserve parkeerfonds en wordt gecompenseerd door het ontstane voordeel in de reguliere exploitatie terug te laten vloeien naar de reserve parkeerfonds in de jaren 2010-2013 (NJN2009). De terugstortingsverplichting naar de reserve vervalt vanaf 2013, waardoor de bedragen van de reguliere exploitatie schuldhulpverlening kunnen vrijvallen (2013: vanaf 2 00.000) (VJN2010). Investeringen BELEIDSVELD 8 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 0 1.200 1.200
Raming 2012 0 1.200 1.200
Afwijkingen ramingen 2011-2015 N.v.t.
67
Raming 2013 0 1.200 1.200
Raming 2014 0 1.200 1.200
Bedragen x Raming 2015 0 1.200 1.200
0 Raming totaal 0 6.000 6.000
Beleidsveld:
09 Werk en inkomen A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Burgers die vanwege hun inkomenssituatie tot de doelgroep behoren, ondersteunen in hun sociale, mentale en financiële weerbaarheid en activeren om (hernieuwd) deel te nemen aan de samenleving. Onderscheiden deelterreinen: Arbeidstrajecten; Arbeidssubsidies; Uitkeringen; Verhaal en terugvordering, Debiteurenbeheer en incasso; Handhaving. Portefeuillehouders: • C. Szalata-Thomas (sociale zaken) Beleidskaders • Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2004, reïntegratie-, afstemmings-, handhavingsverordening Wwb 2009 • Verordening langdurigheidstoeslag 2009 en beleidsregels 2007 • Kadernota Hoogwaardige handhaving 2007 en beleidsplan Hoogwaardig Handhaven 2009 • Beleidsnotitie reïntegratie Wwb 2004 Parkstad • Beleidsregels reïntegratie Kerkrade 2008 en uitvoeringsregels artikelen 7, 8 en 9 reïntegratieverordening • Beleidsregels loonkostensubsidies Kerkrade 2009 • Beleidsregels terugvordering 2005, beleidsregels inzake verhaal Wwb 2008, krediethypotheek en pandrecht 2007 • Normenkader 2009 - 2012 • Verordening persoonsgebonden budget WSW 2008 • Wet Participatiebudget 2009 • Verordening cliëntparticipatie Wet werk en bijstand • Wet Investering Jongeren (WIJ) 2009
B.
Programma
Bij dit beleidsveld hoort het programma “Reïntegratie”.
69
(deel reïntegratie van participatiebudget)
exploitatie
Het bevorderen van uitstroom uit de uitkering naar betaald of onbetaald werk d.m.v. aanvalsplan
Aanvalsplan reïntegratie
Afgeleide doelstellingen / taakgebieden
•
•
Werkgeversarrangementen
Werkervaringsprojecten via Stichting Maatschappelijke functies
Wat gaan we doen? (2012)
§
§
50 personen uit de uitkering
100 personen uit de uitkering
Prestatie-indicatoren
Wat willen we bereiken? Algemene doelstelling: Burgers die vanwege hun inkomenssituatie tot de Doelgroep behoren, ondersteunen in hun sociale, mentale en financiële weerbaarheid en activeren om (hernieuwd) deel te nemen aan de samenleving. Afgeleide doelstelling: Vergroten van maatschappelijke participatie voor mensen zonder uitzicht op de arbeidsmarkt en het ondersteunen van burgers en begeleiden bij het vinden van betaald of onbetaald werk.
C. Szalata-Thomas.
Programma Reïntegratie
Nadere toelichting programma Het ondersteunen van burgers en begeleiden bij het vinden van onbetaald of betaald werk en het vergroten van de maatschappelijke participatie voor mensen zonder uitzicht op de arbeidsmarkt. In het kader van de financiële risico’s Wet Werk en Bijstand (Wwb) is het noodzakelijk om te bevorderen dat cliënten of klanten uit de uitkering stromen. Daarmee komt het accent, meer dan voorheen, te liggen op daadwerkelijke uitstroom en in mindere mate op activering van de zwakkere doelgroepen in het Wwbbestand. Om die inspanningen concreet te maken is het “Aanvalsplan reïntegratie” ontworpen. Dit betreft het activeren van de doelgroep die het kortst bij de arbeidsmarkt staat richting regulier werk en het activeren van klanten in de vorm van het verrichten van onbetaald werk. Stichting Maatschappelijke Functies Deze stichting is in het leven geroepen om mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt gedurende een maximale periode van twee jaren ervaring op te laten doen binnen het arbeidsproces van maatschappelijk relevante organisaties. De werkzaamheden kunnen worden geoormerkt als maatschappelijk wenselijk en zijn in de regel additioneel van aard. De stichting fungeert als werkgever. Werkgeversarrangementen Werkgeversarrangementen zijn overeenkomsten die vanuit de gemeente gesloten worden met werkgevers. Doelstelling is om werknemers in het arbeidsproces van de werkgever mee te laten doen. Om ervaring op te doen en om voorbereid te worden op een reguliere baan in het arbeidsproces. De te betalen subsidies compenseren het gemis aan loonwaarde van werknemers. Indicatoren programma Omschrijving personen uit de uitkering door: - uitstroom door deelname Stichting Maatschappelijke functies - uitstroom door werkgeversarrangementen
C.
bron
eenheid
2008
2011
streefwaarde 2010-2013
2009
2010
aantal
40
28
≥ 100
aantal
17
52
≥ 50
afd. RIZ
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Inmiddels is het wetsvoorstel inzake de wijziging WWB en samenvoeging met WIJ openbaar geworden op 20 juni jongstleden. Een eerste globale analyse leert dat deze wetswijzigingen (inwerkingtreding is voorzien voor 1 januari 2012) een uitdaging van majeure omvang zal worden voor onze organisatie. De eerste indruk is dat de implementatie omvangrijker en complexer zal worden dan de invoering van de WIJ. Een interne werkgroep zal de voorbereidingen treffen. Het wetsvoorstel loopt vooruit op de plannen voor de invoering van één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt (Wajong, WSW, WWB), de Wet werken naar vermogen, die per 1.1.2013 moet ingaan. In samenhang met deze invoering bezuinigt het kabinet-Rutte al vanaf 2012 draconisch op de gemeentelijke re-integratiegelden. Op het werkdeel van het participatiebudget wordt op twee manieren bezuinigd. Op Prinsjesdag werd door het demissionaire kabinet-Balkenende reeds een korting aangekondigd van € 143 miljoen per 2012. Daarbovenop komt nog een extra bezuiniging van het regeerakkoord-Rutte van € 400 miljoen in 2012 oplopend tot bijna € 700 miljoen in 2015. Beide bezuinigingen tellen bij elkaar op, waardoor van het oorspronkelijke budget (2010) er in 2012 maar 50% en uiteindelijk in 2015 maar 30% overblijft. De bezuiniging op het werkdeel is sinds het regeerakkoord in alle begrotingsstukken van het Rijk opgenomen en zal dus los van de ‘één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt’ sowieso doorgaan.
71
Indicatoren beleidsveld bron
klanten Wwb *
afd. RIZ
uitstroomquote
afd. RIZ
%
starters
afd. RIZ
aantal
afd. RIZ
aantal
674
290
615
niet gedefinieerd
afd. RIZ
%
84
70
79
≥ 88
afd. RIZ
%
18,6
20,0
23,0
≥ 20
%
27
28
33
≥ 35
overeengekomen reïntegratietrajecten doorlooptijden primaire producten tijdig ontvangstenquote **
eenheid
2008
2009
2010
aantal
1.603
1.783
1.848
≤ 1.750
26
21
43
≥ 35%
224
245
afd. RIZ fraudequote *** * per 31 dec ** ontvangsten i.r.t. vorderingen *** onderzochte gevallen in klantenbestand
D.
2011
streefwaarde 2010-2013
Omschrijving
≥ 150
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 09 Werk en inkomen Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
65.914 64.341 -1.573 -1.573
67.749 62.650 -5.099 -5.099
66.081 60.897 -5.184 -5.184
66.071 60.897 -5.174 -5.174
66.070 60.897 -5.173 -5.173
66.070 60.897 -5.173 -5.173
0 0 -1.573
0 0 -5.099
0 0 -5.184
0 0 -5.174
0 0 -5.173
0 0 -5.173
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): N.v.t. Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 De inkomsten aan rijksbijdragen zijn in 2010 circa € 3,5 miljoen hoger dan in 2012 is begroot. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat de inkomsten in de rekeningcijfers 2010 eenmalig gunstig zijn beïnvloed door een nabetaling van de MAU-uitkering over 2009. Hierdoor zijn de baten aan rijksbijdragen FWI € 2,2 miljoen hoger dan in 2012. Daarnaast is de gerealiseerde rijksbijdrage Participatiebudget in de rekening 2010 circa € 1,3 miljoen hoger dan begroot in 2012 als gevolg de te verwachten kortingen op dit budget vanaf 2012.
72
Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Als gevolg van voorgenomen rijksbezuinigingen is de vanaf 2012 geraamde rijksbijdrage aan Participatiebudget 1,7 miljoen lager dan begroot in 2011. De van deze geoormerkte rijksmiddelen afgeleide uitgaven voor reïntegratievoorzieningen zijn hierdoor in 2012 eveneens 1,7 miljoen lager begroot dan in 2011. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Er zijn geen relevante afwijkingen tussen de begroting 2012 en 2013-2015.
Investeringen BELEIDSVELD 9 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 0 100 100
Raming 2012 0 50 50
Raming 2013 0 50 50
Raming 2014 0 50 50
Afwijkingen ramingen 2011-2015 Er zijn geen relevante afwijkingen, het betreft een jaarlijks geraamd bedrag.
73
Bedragen x Raming 2015 0 50 50
0 Raming totaal 0 300 300
Beleidsveld:
10 Bestuur en bedrijfsvoering A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het op een goede wijze uitvoering geven aan de bestuurlijke en ondersteunende taken van de gemeentelijke organisatie. Het beleidsveld is ondersteunend aan en randvoorwaardelijk voor de bestuurlijke ambities en doelstellingen in de andere programma’s/beleidsvelden. Onderscheiden deelterreinen: Bestuurlijk handelen; Communicatie; Intergemeentelijke samenwerking; Internationale samenwerking; Burgerzaken, burgerlijke stand en historisch archief; Bedrijfsvoering Portefeuillehouders: • J. Som (communicatie / Eurode en internationale zaken) • P. Thomas ( Parkstad Limburg) • W. Terpstra (financiën / personeel & organisatie / informatievoorziening & automatisering en publiekszaken/dienstverlening) Beleidskaders Diverse wetten e.d. • Nationale en Europese aanbestedingsbeleid, de Wet GBA (gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens), Wegenverkeerswet, PUN (Paspoort Uitvoeringsregeling Nederland), de Kieswet, Het Burgerlijk Wetboek, het besluit burgerlijke stand, Regionale kaders • Coalitieakkoord 2011-2015 provincie Limburg • Gemeenschappelijke regeling stadsregio Parkstad Limburg, februari 2010 • Communicatiebeleid Parkstad Limburg. ( Parkstad maakt ’t mogelijk ) • Regiodialoog Parkstad / Provincie • Regioprogramma: “Naar een duurzaam vitale regio”, juli 2010 Lokale kaders • Collegeprogramma 2010-2014; Samen verder werken aan onze toekomst! (Kerkrade, september 2010) • Inspraakverordening gemeente Kerkrade (2004) • Financiële beheersverordening (art. 212 Gemeentewet) • Controleverordening (art. 213 Gemeentewet) • Onderzoeksverordening (art. 213A Gemeentewet) • Inkoop- en aanbestedingsbeleid en –protocol gemeente Kerkrade (2008) • Informatiebeleidsplan 2007-2010 • Nota dienstverlening “Verschillende klanten, verschillende aanpak” • Nota verbonden partijen (2008) • Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de gemeente” (2011) • Nota internationale betrekkingen (1999) • Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (2008) • Het reglement burgerlijke stand en de rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand Kerkrade
B.
Programma
Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
75
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Na totstandkoming en vaststelling van het communicatiebeleidsplan medio juni 2011 zal het 4 e kwartaal 2011 en 1e kwartaal 2012 worden benut om vorm en inhoud te geven aan een stadsmarketingplan. Bij dit beleidsveld zijn ook de paragraaf bedrijfsvoering en de paragraaf verbonden partijen relevant. Indicatoren beleidsveld Omschrijving
eenheid
2008
2009
2010
- beslissingen op bezwaar
aantal
136
129
121
- ingetrokken
aantal
77
75
68
afgehandelde bezwaarschriften
waardering gemeentelijke dienstverlening tevredenheid laatste contact met gemeente alle fysieke klantvragen (baliecontact) worden op een centrale plaats in ontvangst genomen digitale producten / aanvraagformulieren voor de klant beschikbaar bereik huishoudens Stadsjournaal samenwerking Parkstad Limburg is een goed initiatief tevredenheid procedure huwelijken ( kwalificatie goed tot zeer goed )
bron
2011
streefwaarde 2010-2013
bezwaarschriften-/ klachten commissie
burgeronderzoek
score (0-10)
6,9
6,7
≥ 7,0
burgeronderzoek
score (0-10)
8,1
7,6
≥ 8,0
KCC
%
n.v.t.
100
≥ 80
KCC
aantal
25
27
≥ 30
mediaonderzoek
%
74
burgeronderzoek
%
59
≥ 75 68
≥ 60
klanttevredenheid s-onderzoek
- aangifte
%
93
≥ 90
- voltrekking
%
98
≥ 95
87
≥ 85
afhandeling klanten publiekszaken binnen 10 minuten
afd. Publiekszaken
%
76
87
83
D.
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 10 Bestuur en bedrijfsvoering Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
0 Meerjaren begroting 2015
9.536 1.054 -8.482
9.206 967 -8.239
8.720 633 -8.087
8.456 703 -7.753
8.617 703 -7.914
8.614 703 -7.911
0 0 0 -8.482
0 0 0 -8.239
140 215 75 -8.012
35 -5 -40 -7.793
38 44 6 -7.908
34 -19 -53 -7.964
0 0 -8.482
0 0 -8.239
0 0 -8.012
0 0 -7.793
0 0 -7.908
0 0 -7.964
Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 Het verschil tussen de uitgaven advertenties over 2010 ad 84.370 en de geraamde uitgaven over 2010 ad 55.400 bedraagt bij benadering 29.000. De toenemende uitgaven worden veroorzaakt door de toegenomen omvang van informatie en bekendmakingen in het Stadsjournaal. De post studie en opleiding (introductie nieuwe raadsleden) is in de jaren dat er geen verkiezingen zijn me verlaagd in het kader van "laaghangend fruit" . Diensten van derden in 2010 34.197) zijn bijna 24.700 hoger als de voor 2012 geraamde uitgaven. Ten laste van genoemd budget worden sinds 2008 de kosten van de Stadskrant en de wijkkaternen geboekt. Voortzetting wordt jaarlijks bekeken.Vanuit andere sectoren wordt bijgedragen in de kosten. Voor 2012 heeft dit nog niet plaatsgevonden. Jaarlijks wordt door middel van een bijstelling een bedrag aan voorlichtingskosten bijgeboekt door de sector Stad ten gunste van deze post ten behoeve van de programma’s Buurt TV en Kerkrade in Beeld. Om deze reden is het bedrag voor 2012 lager. Het toegenomen budget voor Parkstad Limburg vloeit met name voort uit de stijging van het Regiofonds in 2012 t.o.v. 2010 conform de meerjarig afgesproken lijn. Verder was in 2010 nog sprake van een kleine meevaller op de aan Parkstad terug te betalen doorgeschoven btw, dit bedrag kan jaarlijks fluctueren. Tot slot is in het budget 2012 nog opgenomen een bijdrage in de regiobranding, in 2009 was deze voor het laatst betaald voor de periode 2009-2010. In 2010 is in het teken van ontwikkelingssamenwerking voor een bedrag van aan Haïti in verband met de zware aardbeving van 12 januari 2010.
47.750 noodhulp verstrekt
Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 De begrote budgetten intensivering S en O voor 2011 en 2012 bedragen 37.200 respectievelijk 5.000. Het verschil bedraagt 32.200 en wordt veroorzaakt door de kosten van het tweejaarlijkse burgeronderzoek. Dit burgeronderzoek is voor 2011 gepland en begroot.
77
Onder diensten van derden worden sinds 2008 de kosten van de Stadskrant en wijkkaternen geboekt. Vanuit wijkontwikkeling wordt een bedrag bijgedragen ad 16.000 en overgeheveld naar deze post. Dit bedrag is in de begroting 2011 meegenomen. Het verschil tussen de begrotingen Parkstad Limburg 2011 en 2012 bedraagt 182.000. Dit verschil wordt voor het overgrote gedeelte veroorzaakt door een stijging van het Regiofonds in 2012 t.o.v. 2011 me 00. Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 De geactualiseerde planning van de diverse verkiezingen en nadere analyse van daarmee gemoeide kosten resulteren in een meevaller voor het begrotingsjaar 2011 ten bedrage va 50.000 (NJN2007). Geactualiseerde planning van de diverse aanstaande verkiezingen resulteert in mutaties voor de jaarschijven van de begroting. In 2010 nadeel -/55.000, 2011 en 2012 voordelen van resp. +/+ en +/+ 00.000. (VJN2008). De verhoging van de bijdrage aan Parkstad Limburg wordt beperkt tot voor de jaren 2010 e.v. (NJN2009).
365.000 in plaats van
730.000
De bijdrage aan Parkstad Limburg ten behoeve van het Pact van Parkstad en het Regiofonds wordt verhoogd en loopt op van 717.000 in 2009 tot circa 1,5 miljoen in 2015. Dat betekent een nadeel voor de begroting va 178.000 in 2011 oplopend naar (VJN2010). De actuele verkiezingscyclus noopt tot ophogen budget in 2014 en 2015 van (NJN2010).
110.000 resp.
De actualisatie van het afgiftepatroon rij- en reisdocumenten leidt tot mutaties: voordeel (2012), nadee 00 (2013), nadeel 14.000 (2014) en nadeel 53.000 (2015) (VJN2011). Investeringen BELEIDSVELD 10 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 0 0 0
Raming 2012 0 0 0
Raming 2013 0 0 0
Raming 2014 0 125 125
Bedragen x Raming 2015 0 0 0
30.000 118.000
Raming totaal 0 125 125
Afwijkingen ramingen 2011-2015 De post van 125.000 betreft de geraamde vervanging van de stemmachines, welke in de NJN 2010 is doorgeschoven naar 2014.
78
Beleidsveld:
11 Beheer A.
Algemeen
Omschrijving van het beleidsveld: Het doelmatig beheren van de gemeentelijke eigendommen (fysieke infrastructuur, gemeentelijke gebouwen) Onderscheiden deelterreinen: Riolering; Onderhoud wegen straten en pleinen; Onderhoud verkeersinstallaties; Beheer gemeentelijke gebouwen; Begraafplaatsen; Onderhoud groenvoorzieningen; Onderhoud sportaccommodaties en overige recreatieve voorzieningen; Geo-informatie Portefeuillehouders: • T. Weijers (watermanagement, openbare ruimte, verkeer en vervoer) • W. Terpstra (vastgoed, sport) Beleidskaders: • Informatiebeleidsplan 2007-2010 • Meerjaren onderhoudsplanning PLANON en jaarplan onderhoud gebouwen • Gemeentelijk Rioleringsplan 2001 – 2005 (GRP) • Evaluatienota GRP 2010 (incl. waterplan) • Wegenbeheerplan 2007 - 2011 • Beleidsplan Openbare Verlichting (1998) • Evaluatie Openbare Verlichting (2008) • Beleidsplan Begraafplaatsen (1998) • Groenstructuurplan 1992 • Bomenbeleidsplan 2006 • Groenbeheerplan 2006 • Bosbeheerplan • NOC/NSF-normen • Verkeersveiligheidsplan (1997) • Energiescan 2010
B.
Programma
Voor dit beleidsveld is geen apart programma in de vorm van een doelenboom gedefinieerd.
C.
Overige vermeldenswaardige zaken en indicatoren
Er zijn geen overige vermeldenswaardige zaken, de onderhoudswerkzaamheden zullen aan de hand van de planning worden uitgevoerd. Bij dit beleidsveld is ook de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen relevant.
79
Indicatoren beleidsveld Omschrijving kwaliteit wegennet voldoende
bron
eenheid
2008
2009
2010
streefwaarde 2010-2013
tweejaarlijkse schouw wegennet
- asfaltverharding
%
77
- elementenverharding
%
80
klachten wegenonderhoud *
2011
Afd. OR
aantal
646
542
≤ 640
632
waardering beheer en burgerscore 6,0 5,4 onderhoud onderzoek (0-10) tevreden over onderhoud burger% 40 30 wegen, straten, pleinen onderzoek tevreden over beheer en burger% 42 39 onderhoud groen onderzoek tevreden over burger% 77 82 sportaccommodaties** onderzoek kosten kwijtschelding i.r.t. kosten riolering Afd. Fin % 6,4 6,0 6,8 5,3 (basis prim. begroting) * Door wijziging in registratie in 2009 geen volledig beeld ** het gaat niet alleen om de tevredenheid die inwoners geven over het gebruik van de sportaccommodaties binnen de gemeente , maar ook sportaccommodaties buiten de gemeente
D.
≥ 6,0 ≥ 44 ≥ 44 ≥ 75
Wat mag het kosten ?
Baten/lasten begroting 2012 BELEIDSVELD 11 Beheer
Bestaand beleid - lasten - baten Saldo Bestaand beleid Nieuw beleid - lasten - baten Saldo Nieuw beleid Saldo voor bestemming Mutaties reserves -toevoeging -onttrekking Saldo na bestemming
Bedragen x €1.000 Rekening Bijgestelde Primaire 2010 begroting begroting 2011 2012
Meerjaren Begroting 2013
Meerjaren begroting 2014
Meerjaren begroting 2015
15.006 6.098 -8.908
14.583 5.727 -8.856
13.372 5.508 -7.864
13.153 5.660 -7.493
12.924 5.660 -7.264
12.661 5.660 -7.001
0 0 0 -8.908
0 0 0 -8.856
76 12 -64 -7.928
76 12 -64 -7.557
134 12 -122 -7.386
134 12 -122 -7.123
102 0 -9.010
0 127 -8.728
0 83 -7.845
0 83 -7.475
0 83 -7.303
0 83 -7.040
De post nieuw beleid heeft betrekking op de volgende lasten en/of baten (VJN2011): Tennisaccommodaties, exploitatiekosten MFA Kerkrade West en onkruidbestrijding op verharding.
80
Afwijkingen rekening 2010 – begroting 2012 Door met name de kapitaallasten van de nieuwe investeringen 183.000 en de toerekening van kosten 04.000 nemen de kosten voor de taak riolen in 2011 toe. van straatreiniging Door een tarief stijging nemen de rioolrechten me
63.000 toe.
Als gevolg van winterschade aan de wegen wijkt het onderhoudsbudget me
.000 af van 2012.
Door gewijzigde wetgeving is chemische onkruidbestrijding vanaf 2012 verboden. In voorjaarsnota 2011 is er vanaf 2012 54.000 beschikbaar voor onkruidbestrijding volgens de hete lucht onkruid bestrijding methode. Het reguliere budget voor de gladheidsbestrijding is in 2010 met van extra uitrukken i.v.m. de extreme weersomstandigheden.
333.000 overschreden als gevolg
Door indexering en uitbreiding van het aantal lichtmasten is het budget energieverbruik in 2012 met 12.000 toegenomen. Omdat het budget voor de civieltechnische kunstwerken in 2009 niet volledig is uitgeput zijn er in 2010 extra werkzaamheden verricht. Het budget van 2012 wijkt derhalve me .000 af t.o.v. 2010. Door het plaatsen van wanden en de inrichting van de ruimte van het KCC wijkt het budget van 2010 me af van 2012. In 2010 is i.v.m. stormschade aan kasteel Erenstein een bijdrage van
tvangen.
Door indexering wijkt het budget van het Licom contract in 2012 af met
af t.o.v. 2010.
Door een extra verkoop van een strook openbaar groen in de Veldkuilstraat is er in 2010 voor 18.000 aan extra inkomsten ontvangen. In 2010 zijn de voorbereidingen voor de upgrading van het stadspark gestart hiervoor is een bedrag va 0.000 besteed. In de voorjaarsnota 2011 is er voor onderhoudskosten van de gerenoveerde tenniscomplexen beschikbaar gesteld.Aan de inkomstenkant is er rekening gehouden met huurpenningen voor
22.000 .000
Afwijkingen begroting 2011 na wijziging – begroting 2012 Voor de jaarschijf 2011 is er een bedrag van 54.400 geraamd voor kapitaallasten van nieuwe investeringen aan riolen. Door tariefstijging is voor 2012 rekening gehouden met een stijging van de rioolrechten. In de voorjaarsnota 2011 is er een werkbudget va .000 voor de buitenring alsmede een budget van 398.000 voor winterschade aan de wegen in de Roderlandbaan en de Ailbertuslaan beschikbaar gesteld. In 2011 is de voormalige muziekschool in de Smedenstraat voor een bedrag van De opbrengst van de verkoop is gestort in de voorziening gebouwen. In 2011 is er voor de uitvering van het stadspark een bedrag va
345.000 verkocht.
000 voorzien.
Afwijkingen begroting 2013-2015 – begroting 2012 Middels een groeimodel wordt de taak straatreiniging beter kostendekkend gemaakt. Vanaf 2010 vindt additionele doorbelasting in de tariefstelling van rioolrechten en afvalstoffenheffing plaats. Er is sprake van een structureel voordeel voor de begroting, dat oploopt van 94.000 in 2010 tot 394.000 in 2013 (NJN2009).
81
Investeringen BELEIDSVELD 11 Uitbreiding Vervanging Totaal tbv dit beleidsveld
Gewijz. ram.2011 3.600 6.174 9.774
Raming 2012 3.600 5.408 9.008
Raming 2013 3.600 5.179 8.779
Raming 2014 3.600 5.179 8.779
Bedragen x Raming 2015 0 5.179 5.179
0 Raming totaal 14.400 27.119 41.519
Afwijkingen ramingen 2011-2015 In de voorjaarsnota 2011 heeft er een herprioritering plaatsgevonden van investeringen. De budgetten regulier wegen straten en pleinen en openbaar groen zijn hierbij met respectievelijk e verlaagd. De vrijvallende middelen zijn toegevoegd aan het structuurfonds t.b.v. de investeringsambities.
82
Algemene dekkingsmiddelen In dit onderdeel worden de middelen (baten/lasten) weergegeven met een algemeen karakter, zoals voorgeschreven in het BBV. Deze dienen namelijk buiten de beleidsvelden/programma’s te worden gehouden. Hiervoor is het administratieve beleidsveld 0 gecreëerd. Naast de algemene dekkingsmiddelen en eventueel direct daarmee verband houdende uitgavenbudgetten, staan hier ook de post onvoorzien, de mutaties in de reserves (m.u.v. afval en riool), posten die te maken hebben met btw en kapitaallasten alsook de saldi van de kostenplaatsen. Hierna wordt ingegaan op de belangrijkste posten. Lokale heffingen Bij lokale heffingen treffen we die heffingen aan, waarvan de besteding niet gebonden is. Dit betreft de onroerende zaak belasting, de hondenbelasting, de baatbelasting, de precariorechten en de toeristenbelasting. Tevens zijn hier opgenomen de kosten die direct verband houden met deze opbrengsten, zoals bijvoorbeeld taxatie, bezwaar en beroep. In totaliteit gaat het voor 2012 om een geraamd bedrag van circa 9,5 miljoen aan opbrengsten uit “algemene dekkingsmiddelen”, waarvan circa 9,0 miljoen aan OZB. Lokale heffingen, waarvan de besteding wel gebonden is, bijvoorbeeld afvalstoffenheffingen, rioolrechten en diverse leges, worden op de desbetreffende beleidsvelden verantwoord. Voor een overzicht van de opbrengsten van de belangrijkste heffingen en in welke beleidsvelden deze zijn opgenomen wordt verwezen naar de paragraaf lokale heffingen in deze begroting en naar de jaarlijkse tarievennota. Algemene uitkering Basis voor de raming van de algemene uitkering 2011 en volgende jaren in deze begroting is nog de septembercirculaire 2010 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij de berekening in lopende prijzen zijn in deze begroting (peil: septembercirculaire 2010) o.a. de volgende uitgangspunten gehanteerd: Maatstaf
2012
inwoners
47.000
bijstandsontvangers
1.917
woonruimten
24.862
uitkeringsfactor
Totaal algemene uitkering x
1,525
n
De financiële gevolgen van de meicirculaire 2011 zullen worden verwerkt in de Najaarsnota 2011. Bij de “Financiële beschouwingen” wordt alvast een doorkijk gegeven van de gevolgen van de meicirculaire 2011 op basis van de actuele gegevens. Een gedetailleerde rekenexercitie van de algemene uitkering van het begrotingsjaar is zoals gebruikelijk opgenomen in de separate “Staten en Bijlagen”. Dividend In de paragraaf verbonden partijen worden de participaties van de gemeente Kerkrade vermeld, waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Van een aantal daarvan wordt op basis van historische én actuele informatie een dividenduitkering verwacht. De totale verwachte dividendopbrengst 2012 bedraagt circa .000. Voor het netwerkbedrijf Enexis en Attero is een bedrag geraamd van afgerond 465.000. Op basis van actuelere prognoses was dit in de Najaarsnota 2010 structureel verhoogd. Van Publiek Belang Elektriciteitsproductie zullen wij ook een jaarlijks dividend ontvangen. Totdat de juridische procedure volledig is doorlopen en duidelijk is of Borssele geleverd mocht worden aan RWE of niet, dienden deze dividenden in een voorziening te worden gestort. Daarmee was sprake van budgettaire neutraliteit. Als uiteindelijk niet geleverd zou mogen worden, zouden de aandeelhouders de dividenden mogen behouden. Als wel geleverd zou mogen worden, komen de dividenden RWE toe, onder aftrek van een rentevergoeding. De afrekening van dividenden resp. de rentevergoeding maakt deel uit van het
83
schikkingsvoorstel dat volgens planning op 30 september 2011 definitief kan worden (zie toelichting bij verbonden partijen en de raadsinfobrief van 1 juli 2011). Daarnaast ontvangen wij van Enexis (voorheen van Essent) jaarlijks een zogenaamde inconveniëntentoeslag, voor 2012 bedraagt deze 5.000 (beleidsveld 11). In de begroting is voor het jaar 2012 opgenomen een bedrag van 456.000 als dividend van de BNG. Op basis van de resultaten was dit in de Najaarsnota 2010 structureel verhoogd. De bank achtte het niet verantwoord meerjarige uitspraken te doen, gegeven het fragiele economische herstel en alle overige onzekerheden. In 1993 zijn onze aandelen in het Bouwfonds Limburgse Gemeenten overgedragen aan BLG Hypotheekbank Holding NV (onderdeel van de SNS Bank Nederland NV). Jaarlijks, over een periode tot en met 2012, ontvangt de gemeente een afkoopsom van 560.000 als gevolg van deze transactie. Vooruitlopend op Provinciale richtlijnen was in de Voorjaarsnota 2005 reeds geanticipeerd op het vervallen van deze afkoopsom voor een jaarlijks bedrag van 80.000. Deze gewenningsbijdragen worden ingezet ten behoeve van de “reserve kernagenda Parkstad”. De Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) gebruikt tot op heden haar positieve bedrijfsresultaten ter versterking van het eigen vermogen en keert geen dividend uit, conform de statutaire bepalingen. Er zijn geen signalen dat dit beleid gaat veranderen. Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie betreft het renteresultaat. Bij het opstellen van de begroting wordt een berekening gemaakt van het te verwachten financieringsoverschot respectievelijk -tekort en afgezet tegenover de financiering van lang en kort geld, conform de beleidsregels van de wet FIDO en onze financieringsparagraaf. Totaalfinanciering is daarbij het uitgangspunt, waarbij de dagelijkse overschotten en tekorten aan kort geld rentetechnisch zoveel mogelijk worden geoptimaliseerd. Dit betreft diverse budgetten. De geraamde rentekosten over de langlopende leningen bedragen in 2012 circa 3,0 miljoen, voor het korte geld wordt rekening gehouden met circa 0,29 miljoen. Meer informatie is opgenomen in de financieringsparagraaf (treasury). De afschrijvingskosten en renteresultaten vormen samen de kapitaallasten. De kapitaallasten van het investeringsprogramma zijn berekend per jaarschijf met een gemiddelde investeringsdatum per 1 juli en in 2012 een rentepercentage van 4,75 %. Met de kapitaallasten van deze investeringen is rekening gehouden in de exploitatiebegroting. Deze worden namelijk doorberekend aan de diverse beleidsvelden. BTW-Compensatiefonds (BCF) Eind 2007 was sprake van een budgettair neutrale situatie. Vanaf 2008 kwamen namelijk de geraamde toevoegingen aan de egalisatiereserve BTW compensatiefonds overeen met de geraamde onttrekkingen Vandaar dat middels de Nota Reserves en Voorzieningen 2007 de reserve was opgeheven. Vanaf 2007 kan jaarlijks de compensabele BTW bij de Belastingdienst worden gedeclareerd. Over 2010 ging het om een bedrag van circa miljoen. Onvoorzien In de begroting is in de exploitatie opgenomen de jaarlijkse post “onvoorzien”. Dit betreft thans een structurele post van in totaliteit 239.000. Dit bedraagt circa 0,5% van het zogenaamde “genormeerde uitgavenniveau”, hetgeen bijna overeenkomt met de in het verleden gehanteerde beleidskaders begrotingstoezicht van de provincie. De provincie schrijft het percentage overigens niet meer dwingend voor, het risicoprofiel van de gemeente acht de provincie in dit opzicht van meer belang. Daarnaast is in het investeringsprogramma een jaarlijkse post “onvermijdbaar” opgenomen van 100.000, hetgeen de totaal beschikbare middelen voor onvoorziene omstandigheden vergroot. Deze posten kunnen slechts eenmalig worden ingezet ten behoeve van de dekking van de in de loop van het jaar opkomende onverwachte incidentele uitgaven resp. investeringen. Overige algemene dekkingsmiddelen De gemeente voegt de rente over de reserves en voorzieningen toe aan de exploitatie. Dit heeft echter geen gevolgen voor de vrije inzetbaarheid van de reserves. In de praktijk levert de inzet namelijk geen problemen op voor de exploitatie, omdat de gemeente nadrukkelijk rekening houdt met de ontwikkeling
84
van de reservepositie. De bespaarde rente is daar rechtstreeks op afgestemd en maakt deel uit van de periodieke berekening van de totale kapitaallasten. Alleen een extreem grote èn onverwachte inzet kan in theorie een probleem zijn. In totaliteit bedraagt de geraamde bespaarde rente op reserves en voorzieningen in 2012 circa en. Behalve de reeds hiervoor genoemde zijn er geen noemenswaardige andere algemene dekkingsmiddelen. Een analyse is nog opgenomen in de financiële begroting.
85
Paragrafen
§1.
Paragraaf lokale heffingen
In deze paragraaf treft u een beknopte uiteenzetting aan van het beleid en de opbrengsten uit gemeentelijke heffingen en leges. In de jaarlijkse Tarievennota zijn de meest actuele tarieven, uitgangspunten en ontwikkelingen opgenomen. Tevens zijn hierin opgenomen de “uitvoeringsregeling gemeentelijke belastingen”, het “aanwijzingsbesluit Parkeren”, de diverse beleidsregels en de “handleiding kosten bestuurlijke voorprocedures”. Net als vorig jaar zal de raad in december 2011 een integrale Tarievennota 2012 worden aangeboden, waarin de tarieven definitief worden vastgesteld. Uitgangspunt daarbij is dat bij die tarieven de geraamde opbrengsten in de begroting kunnen worden gerealiseerd, uiteraard rekening houdend met wettelijke eisen. Bij onderdeel “c. lokale lastendruk” wordt wel al inzicht gegeven in de lokale lastendruk op basis van de huidige (indicatieve) tarieven voor ozb, afval en riool. a.
Beleid lokale heffingen en kwijtschelding
Actuele externe ontwikkelingen De opbouw van de Afvalstoffenheffing is gewijzigd van een heffing gebaseerd op een vast bedrag per jaar gedifferentieerd naar één- en meerpersoonshuishoudens, naar een heffing gebaseerd op een vast bedrag per jaar vermeerderd met variabele kosten, zijnde de kosten voor de verwerking van de aangeboden hoeveelheid afval. De hoogte van het variabel tarief wordt bepaald door de combinatie van het gekozen "aanbiedvolume" (240 l of 140 l container, per gekenmerkte afvalzak dan wel ondergrondse container) en het aantal keer dat hiermee afval aangeboden wordt. De vaste kosten worden gevormd door alle andere kosten dan de kosten voor verwerking van afval, zoals bijvoorbeeld logistiek, milieuparken en overhead. De tarieven voor de afvalstoffenheffing worden bepaald door de aan de burger door te berekenen kosten, zoals die voor de gemeente Kerkrade volgen uit de begroting Rd4, te verdelen over het aantal aansluitingen. Op basis van een vertaling van ervaringcijfers van de Rd4 is bij de bepaling van de tarieven voor belastingjaar 2011 uitgegaan van het gemiddeld aantal aanbiedingen op jaarbasis van 14x 240 ltr restafvalcontainer en 6x 140 ltr GFT container. In 2011 is gestart met voornoemde wijziging van heffing en eerst in september 2011 zijn definitieve gegevens beschikbaar over de resultaten over het eerste halfjaar van 2011. Er zal dan een evaluatie plaatsvinden waarna, op basis van de opgedane ervaringen en halfjaarcijfers de tarieven voor 2012 bepaald worden. Tarieven Voor 2012 is wederom uitgegaan van een indexering op de tarieven van 1,5%. De meeste tarieven zullen met dit percentage worden verhoogd, tenzij op grond van eerder genomen besluiten of actuele ontwikkelingen (nog) geen of een andere indexatie mogelijk of noodzakelijk is. Tevens wordt waar mogelijk rekening gehouden met eventuele volumeontwikkelingen. In relatie tot de lokale lasten is de kostendekkendheid van met name rioolrecht en afvalstoffenheffing van belang. Bij beide heffingen is sprake van 100% kostendekkendheid. Kwijtschelding Bij het kwijtscheldingsbeleid wordt de maximale toegestane norm, te weten 100% van de bijstandsnorm gehanteerd. De kwijtscheldingsregeling beperkt zich in beginsel tot de afvalstoffenheffing en het rioolrecht. De afvalstoffenheffing bestaat vanaf 1 januari 2011 uit een vast en variabel deel. De hoogte van het variabel deel (DIFTAR) is afhankelijk van het aantal aanbiedingen/ledigingen. Het aantal aanbiedingen/ledigingen waarvoor kwijtschelding kan worden verleend, is over kalenderjaar 2011 gebonden aan een maximum van 84,80. Er wordt geen kwijtschelding gegeven voor de hondenbelasting. Voor het beoordelen van een verzoek om kwijtschelding worden de criteria van de Invorderingswet 1990 gehanteerd.
86
Vanaf 2009 is het mogelijk om belastingschuldigen in de bijstand automatisch kwijtschelding te verlenen via een daartoe gecreëerde wettelijke regeling. Daarvoor gelden de hierna genoemde voorwaarden: belastingschuldigen die nog steeds een bijstandsuitkering ontvangen en aan wie reeds kwijtschelding is verleend in de twee voorafgaande belastingjaren, gedurende twee jaren automatisch kwijtschelding te verlenen; en de betreffende belastingschuldigen in het derde jaar weer een volledige aanvraag te laten doen. Voor alle overige belastingschuldigen wordt de jaarlijkse integrale toetsing gehanteerd. In 2010 zijn 2.144 beschikkingen afgegeven voor kwijtschelding te weten: 689 automatische kwijtschelding (32,1%); 1158 geheel of gedeeltelijk kwijtschelding (54,0%); 297 afgewezen kwijtschelding (13,9%). Vanwege het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid, worden de kosten van kwijtschelding evenredig doorbelast. Bij het opmaken van de jaarrekening worden de daadwerkelijke kosten doorbelast aan het product afval resp. riool, hetgeen leidt tot een minder groot of groter beroep dan geraamd op de reserve afval resp. reserve riool. b.
Geraamde opbrengsten en overzicht op hoofdlijnen
Onderstaand overzicht laat de belangrijkste geraamde opbrengsten volgens de (primaire) begroting 2012 zien. De tarieven voor enig jaar dienen uiterlijk in de raad van december van het jaar ervoor vastgesteld te worden. Beleidsveld
Opbrengsten
AD1
Onroerende zaakbelastingen
x 1.000
9.121
3
Afvalstoffenheffing2
5.808
11
Rioolrechten2
4.270
5
Leges bouwvergunningen
684
2
Parkeergelden/boetes
623
10
Div. leges persoonsdoc, burg.stand, rij/reisdoc.3
491
AD1
Hondenbelasting
368
4
Marktgelden
143
01
Reclamebelasting
70
AD1
Precariorechten
88
4
Kermissen
99
11
Lijkbezorgingsrechten
74
AD1
Toeristenbelasting
58
Diversen
2012
78
Totaal
21.975
Toelichting: 1) AD= Algemene dekkingsmiddelen in beleidsveld 0, niet bestedingsgebonden en geen eisen mbt kostendekkendheid. Voor wat betreft reclamebelasting worden de middelen overigens toegevoegd aan het ondernemersfonds. 2) Verloopt budgettair neutraal via de egalisatiereserve riolen resp. egalisatiereserve afvalverwerking. 3) Onder aftrek van de af te dragen rijksleges. Hierna wordt een beschrijving gegeven van de betreffende belastingen en heffingen. Ten behoeve van de leesbaarheid is e.e.a. beknopt weergegeven. De exacte bewoordingen, belastbare feiten, tarieven, eventuele vrijstellingen, etc. zijn of worden opgenomen in de betreffende verordeningen met bijbehorende tarieventabellen.
87
Onroerende zaakbelastingen (OZB) De OZB bestaan uit een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor de niet-woningen. De heffingsgrondslag is de waarde van de onroerende zaak. Met ingang van 2008 wordt deze waarde jaarlijks vastgesteld op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Afvalstoffenheffing Deze heffing dient ter dekking van de kosten van het verwijderen en verwerken van huishoudelijk afval. Het feitelijk gebruik maken van een perceel waarbij de gemeente de verplichting heeft tot het inzamelen van huishoudelijk afval vormt de basis voor deze heffing. Er zijn verschillende maatstaven en tarieven. De tarieven worden mede bepaald op basis van gegevens van RD4. Zie verder ook bij “actuele ontwikkelingen” met betrekking tot de invoering van een volume-frequentie systeem. Rioolheffing Deze zgn. brede rioolheffing op basis van artikel 228a Gemeentewet is in 2010 in de plaats getreden van het voormalige rioolrecht, met als basis de Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken. De invoering van deze brede rioolheffing heeft in Kerkrade niet geleid tot een lastenverzwaring. De rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing, waarmee kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. De opbrengst van de rioolheffing wordt benut voor het onderhouden en vervangen van het rioolstelsel. De rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater en/of hemelwater op een gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Voor woningen is dit een vast bedrag, bij niet-woningen is het te betalen bedrag afhankelijk van de hoeveelheid m3 water. De jaarlijkse evaluatie van het Gemeentelijk Rioleringsplan vormt de basis voor (wijzigingen van) het tarief. Leges omgevingsvergunning voor bouwen, welstand en slopen De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op 1 oktober 2010 in werking getreden. Daarin zijn de toestemmingen samengevoegd die nodig zijn als een burger of bedrijf op een bepaalde plek iets wil gaan slopen, (ver)bouwen, oprichten of gaan gebruiken. Het moet daarbij gaan om plaatsgebonden activiteiten die op een of andere manier van invloed zijn op de fysieke leefomgeving. Daartoe worden diverse vergunningen, ontheffingen en meldingen (toestemmingen) geïntegreerd tot één omgevingsvergunning, te verkrijgen via één aanspreekpunt. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning om te bouwen of een aanvraag tot beoordeling van een bouwplan uit het oogpunt van welstand worden leges geheven. De hoogte is afhankelijk van de bouwkosten. Ook de aanvragen voor omgevingsvergunningen om te slopen worden op deze post verantwoord. Parkeergelden/boetes Op diverse plaatsen in Kerkrade worden parkeergelden geheven. Er zijn vier verschillende locaties aangewezen. Elke locatie kent een ander tarief. De parkeergelden in de parkeergarages Orlandopassage en Wijngracht worden privaatrechtelijk geheven en maken geen onderdeel uit van de betreffende belastingverordening. Heffing hiervan vindt plaats door Parkeeraccommodaties Kerkrade BV, waarvan de gemeente overigens 100% eigenaar is. Wanneer toezichthouders constateren dat zonder kaartje wordt geparkeerd of dat de parkeertijd is verstreken, wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Ondanks “Europa” is de inning m.b.t. buitenlandse kentekens omgeven met tal van juridische obstakels, wanneer de betreffende personen niet vrijwillig betalen. Voor de incasso bij buitenlandse kentekens wordt daarom redelijk succesvol gebruik gemaakt van een daarin gespecialiseerd bureau, zodat ook deze personen hun naheffing niet zonder meer kunnen ontlopen. Diverse leges persoonsdocumenten, burgerlijke stand, rij/reisdocumenten Hieronder vallen verschillende leges voor bijvoorbeeld een huwelijksvoltrekking, een paspoort, het verstrekken van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) en een rijbewijs. Voor een aantal van deze verstrekkingen (m.n. paspoorten, rijbewijzen) zijn naast het gemeentelijk deel ook rijksleges van toepassing. Deze worden door de gemeente geïnd en doorbetaald aan het rijk.
88
Hondenbelasting Onder de naam hondenbelasting wordt een directe belasting geheven op het houden van een of meerdere honden binnen de gemeente. Er gelden enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld voor een blindengeleidehond. Marktgelden Deze rechten worden geheven voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor de uitvoering van de markthandel. Er gelden verschillende tarieven, die afhankelijk zijn van het aantal m2 dat in beslag wordt genomen, de dag waarop de markt plaatsvindt en of het een vaste standplaats of een dagplaats betreft. Reclamebelasting De reclamebelasting is per 2009 ingevoerd na overleg en in samenwerking met een vertegenwoordiging van de ondernemers in het centrum. Via de invoering van de reclamebelasting is een modus gevonden om activiteiten in het centrum te organiseren en te bekostigen, waarbij ook alle ondernemers een financiële bijdrage leveren. De reclamebelasting wordt in een specifiek afgebakend gebied (het centrum van Kerkrade) ter zake van (semi-)permanente openbare aankondigingen geheven. Daarbij wordt zo veel mogelijk getracht de reclameobjecten in eenzelfde klasse in te delen. In de verordening reclamebelasting zijn enkele vrijstellingen opgenomen, die betrekking hebben op onder andere openbare aankondigingen waarvoor op grond van een privaatrechtelijke overeenkomst een vergoeding aan de gemeente verschuldigd is dan wel de aankondiging een algemeen, cultureel, maatschappelijk, charitatief of ideëel belang dient. Tevens worden reclameobjecten ten behoeve van de uitvoering van medische en paramedische beroepen uitgezonderd voor de reclamebelasting. Precariorechten Onder deze naam wordt een directe belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond die specifiek in de verordening met bijbehorende tarieventabel genoemd is. Voorbeelden zijn opslagtanks, etalages, reclamevoorwerpen. Er gelden diverse tarieven. Om te voorkomen dat cumulatie van belastingheffing optreedt in het centrum van Kerkrade, waar de reclamebelasting is ingevoerd, is in de verordening precariobelasting een vrijstellingsbepaling opgenomen. Als gevolg daarvan wordt de precariobelasting over reclamevoorwerpen vanaf 1 januari 2009 uitsluitend nog geheven buiten het gebied van de reclamebelasting. Kermissen Formeel valt deze opbrengst niet onder “gemeentelijke belastingen en heffingen”, omdat deze op privaatrechtelijke basis worden geheven. Voor een compleet beeld worden deze hier wel opgenomen. Door het verpachten van standplaatsen op de door gemeente georganiseerde kermissen worden opbrengsten gegenereerd, ter dekking van de kosten van het houden van kermissen. De door de exploitant verschuldigde vergoedingen bestaan uit de pachtsom (incl. stroombijdrage), een reclamebijdrage en het standgeld van de woonwagens. Lijkbezorgingrechten Deze rechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats. De tarieven zijn o.m. afhankelijk van de periode waarvoor het graf wordt gehuurd, of het een eerste uitgifte of verlenging betreft en de leeftijd (kind/volwassene) van de overledene. Toeristenbelasting Voor het houden van verblijf met overnachten binnen de gemeente in een accommodatie tegen vergoeding is toeristenbelasting verschuldigd. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een zogenaamd nachtverblijfregister. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf. De belastingplichtige is bevoegd deze belasting te verhalen op degene die overnacht.
89
c.
Lokale lastendruk
De lokale lastendruk betreft met name de woonlasten voor de burger. Deze woonlasten worden met name bepaald door de OZB (eigenaren), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Volgens de Tarievennota 2011 bedroegen de woonlasten 2011 voor het Kerkraadse gezin op jaarbasis gemiddeld 653,80 bestaande uit 213 OZB (afgerond naar benenden), 178 rioolrechten en 262,80 afvalstoffenheffing. Voor 2012 is de gemeente Kerkrade vooralsnog van plan om de OZB met gemiddeld 1,5% te laten stijgen tot 216. Bij de tariefstelling wordt rekening gehouden met de nieuwe taxatiewaarden, zodanig dat de gemiddelde opbrengststijging gemeentebreed gezien uitkomt op 1,5%. De gemeente Kerkrade is vooralsnog van plan op jaarbasis de rioolheffing met 10,00 te laten stijgen tot 188. De tarieven voor de afvalstoffenheffing zullen pas later bekend worden gemaakt. Zoals hiervoor reeds aangegeven is, is in 2011 gestart met een wijziging van de afvalstoffenheffing. Eerst in september 2011 zijn definitieve gegevens beschikbaar over de resultaten over het eerste halfjaar van 2011. Er zal dan een evaluatie plaatsvinden waarna, op basis van de opgedane ervaringen en halfjaarcijfers de tarieven voor 2012 bepaald worden. Ter informatie treft u hieronder tevens aan een vergelijkend overzicht van de woonlasten Parkstadgemeenten 2011. Gemeente
Gem.WOZwaarde woning
OZB tarief Gem.lasten eig woning OZB
Kerkrade
140.400
0,152400
213
263
178
654
Voerendaal
221.867
0,116829
259
232
210
701
Landgraaf
160.867
0,152074
245
261
214
720
Brunssum
148.131
0,134100
199
279
243
721
Heerlen
132.730
0,156620
208
344
213
765
Onderbanken
183.261
0,153522
281
242
247
770
Simpelveld
171.431
0,164100
281
235
308
824
∗ ∗ ∗
Afval
Riool eig/gebr
Totaal gem.lasten
De lasten zijn rekenkundig afgerond op hele euro’s. Op basis van een vertaling van de ervaringcijfers van Rd4 is bij de berekening van de gemiddelde lasten afvalstoffenheffing uitgegaan van een huishouden met meer dan 2 personen, met een gemiddeld aantal aanbiedingen op jaarbasis van 14x 240 ltr restafvalcontainer en 6x 140 ltr GFT container. Bij riool is uitgegaan van een gemiddeld verbruik van meer dan 200 liter en zijn het (evt.) eigenaars- en gebruikersgedeelte samengevoegd.
In de Tarievennota 2012 (raad december) zal nader op de diverse belastingen en ontwikkelingen worden ingegaan. Tevens worden dan de verschillende tarieven voor 2012 definitief door de raad vastgesteld en nog in december openbaar bekend gemaakt.
90
§2.
Paragraaf weerstandsvermogen ( inclusief risicoparagraaf)
Achtereenvolgens wordt ingegaan op het beleidskader rondom weerstandsvermogen en risico’s en een inventarisatie van het weerstandsvermogen en risico’s. a. Beleidskader weerstandsvermogen en risico’s Het weerstandsvermogen geeft kort gezegd aan de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om onverwachte (niet begrote) kosten en risico’s af te dekken. In de “Financiële verordening gemeente Kerkrade 2008" (raad juni 2008, gewijzigd februari 2010) alsook in de Nota Reserves en Voorzieningen 2007 (raad november 2007) zijn de kaders en het beleid rondom weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen meer uitgebreid uiteengezet. Hierin zijn o.a. vastgelegd de tussentijdse rapportagemomenten waarbij de begrotingscijfers worden geactualiseerd en een actuele financiële tussenstand kan worden gegeven (voorjaarsnota, najaarsnota), de vorming en aanwending van reserves en voorzieningen en de maximale en minimale omvang van de reserves en voorzieningen. De reserves en voorzieningen in het algemeen en de algemene reserve in het bijzonder functioneren als buffer voor het opvangen van financiële risico’s en incidentele tegenvallers. Er kunnen zich in de dagelijkse bedrijfsvoering allerlei “reguliere” financiële risico’s voordoen. Het betreft dan bijvoorbeeld risico’s die voortvloeien uit (wijzigingen in) wettelijke voorschriften, uit genomen besluiten of uit lopende procedures of onderhandelingen. Dit soort risico’s zijn niet altijd via verzekeringen af te dekken, maar worden reeds zo goed mogelijk ondervangen in de reguliere werkprocessen van de organisatie. Een adequaat risicomanagement is daarmee een sectorale lijnverantwoordelijkheid. Enerzijds door op mogelijke risico’s te anticiperen en adequaat te reageren. Anderzijds door het vormen van voorzieningen (bijvoorbeeld voor onderhoud, voor oninbare debiteuren) of reserves als extra buffervermogen (bijvoorbeeld reserve parkeerfonds exploitatie, reserve fwi, reserve grondexploitatie obk). In de daarvoor bestemde ambtelijke gremia wordt periodiek aandacht besteed aan de wijze van monitoring van de risico’s van het dagelijks handelen. Tot slot dient de zogenaamde risicoparagraaf inzicht te geven in bekende bestaande (financiële) risico’s die nog niet of ten dele zijn afgedekt omdat deze nog niet redelijkerwijs in te schatten of voldoende “hard” zijn, maar die wel het beeld van de financiële positie van de gemeente kunnen nuanceren. Deze risicoparagraaf wordt doorlopend geactualiseerd. b. Inventarisatie weerstandsvermogen/capaciteit De weerstandscapaciteit bestaat met name uit de volgende componenten: Reserves met een bufferfunctie (incidentee oen): De hoogte van de “algemene reserve” (ca. 4,5 miljoen) is niet meer in overeenstemming met de opvattingen van de Provincie en de Nota Reserves en Voorzieningen. Dit heeft momenteel de aandacht. Daar staat tegenover dat in totaliteit sprake is van een aanzienlijke reservepositie (zie hierna). De “algemene reserve OBK” ( 1,25 miljoen) fungeert als buffer voor het opvangen van eventuele niet reeds voorziene risico’s in de grondexploitaties. Als additionele buffer is t/m 2015 beschikbaar de "vrije ruimte" van de “reserve parkeerfonds exploitatie” (circa 1,0 miljoen peil VJN2011 incl. gedeelte rekeningsaldo2010). Bestemmingsreserves en voorzieningen (incidenteel, PM): In principe is elke bestemmingsreserve vrij besteedbaar, aangezien de raad er altijd een andere bestemming aan kan geven. Na aftrek van de hierboven genoemde buffer-reserves en reeds geraamde verplichtingen op de overige bestemmingsreserves (m.n. afval, riool, onderwijs, grondexploitatie, fwi, wmo, kernagenda parkstad, essent, structuurfonds bij een volledige besteding), resulteert ultimo 2015 een “vrije ruimte” van circa 21,4 miljoen aan bestemmingsreserves die volgens het provinciaal toezichtkader bij de weerstandscapaciteit mogen worden betrokken. Dit is zonder de reserve kernagenda parkstad (volledig tbv buitenring) en de feitelijke vrije ruimte reserve structuurfonds/investeringsambities waarover de raad steeds besluiten zal nemen 23,5 miljoen), maar inclusief de vrije ruimte essent “nu” 7,7 miljoen). De mogelijk extra vrije ruimte essent “later” is hier nog niet bij inbegrepen, deze is afhankelijk van vrijval garanties en de definitieve uitkomsten rondom “Borssele”.
91
Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen, verliezen en risico’s die redelijkerwijs te schatten zijn en die hun oorsprong vinden in het huidige of eerdere begrotingsjaren. Een voorziening moet groot genoeg zijn om het risico of de verplichting te dekken, dus niet te laag, maar ook niet te hoog. Derhalve worden voorzieningen in beginsel niet gerekend tot het weerstandsvermogen. In de bijlagen wordt een actueel meerjarig geraamd verloop van de reserves en voorzieningen gegeven op peil VJN2010-2014. Stille reserves (incidenteel, PM): Van stille reserves is sprake indien de reële marktwaarde van de activa (bezittingen) de boekwaarde daarvan overstijgt. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als het bezit al geheel of gedeeltelijk afgeschreven is, maar nog wel bruikbaar voor een geïnteresseerde koper. Vaak worden als stille reserves genoemd gronden, gebouwen en aandelen. Praktisch gezien moeten deze bezittingen ook verkoopbaar zijn, willen zij dienen als weerstandsvermogen. Als dat zo is, doet zich tot slot nog het probleem voor van waardebepaling. De gemeente Kerkrade heeft nog diverse gronden, gebouwen en aandelen in bezit waarvan de marktwaarde de boekwaarde zou kunnen overstijgen. De meeste daarvan zijn echter niet verkoopbaar, bijvoorbeeld de gronden in een groengebied, het raadhuis, het stadskantoor of de onderwijsgebouwen. In het verleden zijn verkoopbare stukken groen en gebouwen die als niet-strategisch werden beschouwd reeds gedeeltelijk afgestoten. Deze beleidslijn wordt voortgezet. Na de afronding van de verkoop van de aandelen Essent in 2009, zijn er voor het huidige aandelenbezit geen concrete plannen om deze met boekwinst af te (kunnen) stoten, met uitzondering van het volgende. Een eventuele verkoop van het netwerkbedrijf Enexis is op grond van de huidige wetgeving vooralsnog niet aan de orde. Oorspronkelijk was het de bedoeling om Essent Milieu (thans: Attero) te verkopen via een soortgelijk traject als voor het productie- en leveringsbedrijf van Essent is doorlopen. De opbrengst werd destijds ingeschat op 1,2 miljard. Uiteindelijk is besloten om Essent Milieu vooralsnog niet te verkopen. In 2009 was het besluit reeds genomen om de aandelen Essent te verkopen aan RWE. Alleen het onderdeel "Borssele" was nog niet daadwerkelijk geleverd in verband met de door Delta gestarte juridische procedure. Onder strikte geheimhouding is via het project BUREN door diverse betrokken partijen gepoogd te komen tot een minnelijke schikking, hetgeen gelukt is. Wel zijn er nog ontbindende voorwaarden. Als een en ander volgens planning verloopt, kan de levering op 30 september 2011 definitief plaatsvinden. Dit betekent voor Kerkrade een meevaller van circa 4,0 miljoen, het bedrag is echter nog niet definitief. In de Najaarsnota 2011 zal hierop worden teruggekomen. Zie verder ook de betreffende raadsinfobrief van 1 juli 2011. Vrije begrotingssaldo (incidenteel per jaarschijf) Uit de Voorjaarsnota 2011 blijkt dat er nauwelijks sprake is van een vrij begrotingssaldo. Een actuele stand van zaken inclusief de mei-circulaire zal worden verankerd in de Najaarsnota 2011 (raad oktober 2011). Onvoorzien en onvermijdbaar (structuree exploitatie en nvesteringen): In de begroting is in de exploitatie opgenomen de jaarlijkse post “onvoorzien”. Dit betreft een structurele post van in totaliteit 239.000. Dit bedraagt circa 0,5% van het zogenaamde “genormeerde uitgavenniveau”, hetgeen bijna overeenkomt met de in het verleden gehanteerde beleidskaders begrotingstoezicht van de provincie. De provincie schrijft het bedrag niet meer dwingend voor, het risicoprofiel van de gemeente acht de provincie in dit opzicht van meer belang. Daarnaast is in het investeringsprogramma een jaarlijkse post “onvermijdbaar” opgenomen van 100.000. Dit vergroot de beschikbare middelen voor onvoorziene omstandigheden. Deze posten kunnen slechts eenmalig worden ingezet ten behoeve van de dekking van de in de loop van het jaar opkomende incidentele niet voorziene uitgaven resp. investeringen.
92
Onbenutte belastingcapaciteit (structureel, circa 000): Indien er ruimte bestaat om belastingen en heffingen te verhogen, betekent dit een mogelijkheid om tegenvallers op te vangen. Ten aanzien van alle belastingen en heffingen wordt al rekening gehouden met een jaarlijkse indexatie van de opbrengsten met 1,5%, of een afwijkend percentage indien daartoe aanleiding is. Meer informatie hierover is opgenomen in de paragraaf lokale heffingen en in de jaarlijkse Tarievennota. Voor rioolrechten en afvalstoffenheffing wordt het principe van 100% kostendekkendheid gehanteerd. Ook de meeste leges en overige rechten, zoals opgenomen in de tarievennota, zijn zoveel mogelijk kostendekkend. Dan blijft alleen nog de OZB als materiële inkomstenbron over. De onbenutte belastingcapaciteit kan worden gerelateerd aan de wettelijk toegestane stijging van het tarief, de lastendruk in omringende gemeenten en aan de zogenaamde artikel 12-norm van de Financiële Verhoudingswet (FVW). De limitering van de stijging van het OZB-tarief was reeds met ingang van 2008 afgeschaft. De totale OZB-opbrengsten van alle gemeenten samen mogen in 2012 echter met maximaal 3,75% stijgen (in 2011 was dit 3,5%, in 2010 was dit 4,3% en in 2009 was dit 6,11%) anders zal het Ministerie van BZK ingrijpen door middel van een korting op het gemeentefonds. De Kerkraadse indexatie van jaarlijks 1,5% blijft binnen deze macronorm. Een latente ruimte van 2,25% levert een onbenutte belastingcapaciteit van circa 195.000. Individuele gemeenten kunnen uiteraard een hoger percentage toepassen, mits er ook voldoende gemeenten zijn die een lager percentage toepassen. Overigens is als gevolg van de bevolkingsontwikkeling sprake van (meer) leegstand en sloop. Dat leidt tot een lagere grondslag waarover de OZB kan worden geheven. Een dergelijke verhoging kan dan leiden tot bovenmatige tariefstijgingen voor de betalers van de gemeentelijke belastingen. In relatie tot de lokale lastendruk bij de diverse Parkstad gemeenten, betaalde een Kerkraads gezin volgens de uitgangspunten in totaliteit in 2011 het minste aan ozb, afvalstoffenheffing en rioolrechten, namelijk 654 (zie ook paragraaf lokale heffingen). Het Limburgs (aangepaste) gemiddelde bedraagt in 2011 circa 648, volgens de Provincie in haar jaarlijks onderzoek (januari 2011). In deze vergelijking is er dus nauwelijks sprake van een onbenutte belastingcapaciteit, Kerkrade zit relatief laag t.o.v. de buurgemeenten maar iets boven het Limburgs gemiddelde. Voor de toezichthouder is nog een belangrijke indicator de zogenaamde artikel 12-norm FVW. Voor 2012 bedraagt het normpercentage 0,1432% van de WOZ-waarde van het jaar ervoor. De systematiek is ten opzichte van voorgaande jaren iets veranderd. Een gemeente moet, naast andere voorwaarden, minimaal dat tariefspercentage hebben gehad om in aanmerking te kunnen komen voor financiële steun van medeoverheden in het onverhoopte geval dat een gemeente in financiële problemen komt te verkeren. Het gemiddelde Kerkraads OZB-tariefspercentage ligt boven deze drempel. In deze vergelijking is er dus geen sprake van een onbenutte belastingcapaciteit. c. Risicoparagraaf ( inventarisatie belangrijke risico’s) In het bijzonder zijn de volgende belangrijke risico’s te onderkennen: Rijksbezuinigingen Het Rijk moet fors bezuinigen wil het huishoudboekje weer gezond worden. Naast de algemene uitkering zullen de rijksbezuinigingen ook gevolgen hebben voor specifieke doeluitkeringen en de cofinanciering c.q. subsidies van Rijk en Provincie. De effecten van m.n. de in het bestuursakkoord genoemde maatregelen zijn op gemeentelijk niveau nauwelijks in te schatten. Voor wat betreft de decentralisaties moet het Rijk nog verdeelmodellen ontwikkelen. Verder blijft het herstel van de economie een aandachtspunt, mede gelet op de onrust op de financiële markten en de financieel zwakkere eurolanden. Ambtelijke werkgroepen hebben inmiddels in totaal circa gebracht.
3,4 miljoen aan keuzemogelijkheden in beeld
Wet Werk en Bijstand (WWB) De gemeente is, in samenhang met een open-einde constructie, voor 100% financieel verantwoordelijk voor de bijstandskosten. Het macrobudget wordt vastgesteld in overeenstemming met de landelijke bijstandsvolumeontwikkeling. Verdeling van het landelijke macrobudget rijksmiddelen vindt voor 100%
93
plaats op basis van objectieve verdeelmaatstaven. De eind 2008 ingezette economische recessie heeft het niet parallel lopen van de ontwikkelingen van het budget en de lokale bijstandsuitgaven versterkt. De doorgevoerde wijzigingen in de regelgeving van de vangnetregelingen IAU en MAU, waarbij de aanvullende uitkering achteraf wordt vastgesteld op basis van de werkelijke tekorten, hebben het gemeentelijk risico tot en met 2011 begrensd en aanzienlijk beperkt . Vanaf 2012 zal echter voor de MAU een nieuw toegangskaartje moeten worden verworven waarbij onzeker is of dit onder dezelfde gunstige voorwaarden kan worden verkregen. Daarnaast heeft het nieuwe kabinet aangekondigd per 1-1-2013 een nieuwe regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt te willen invoeren (wet werken naar vermogen) waarin Wsw, Wwb, Wij en Wajong (gedeeltelijk) worden samengevoegd. Deze invoering zal gepaard gaan met aanzienlijke rijksbezuinigingen op zowel het gemeentelijk inkomensbudget, het participatiebudget en de rijksmiddelen voor de WSW. De rijksbezuinigingen zullen vanaf 2012 gefaseerd hun beslag krijgen. Deze rijksbezuinigingen zullen de mogelijkheden van het gemeentelijk reïntegratiebeleid aanzienlijk beperken. Ook is onduidelijk in hoeverre de, na alle rijksbezuinigingen, nog bij de nieuwe wet behorende rijksmiddelen zullen aansluiten bij de werkelijke gemeentelijke kosten. WSW De in 2008 ingezette economische crisis in samenhang met de rijksbezuinigingen van dit kabinet op de WSW heeft ook zijn weerslag gevonden in de exploitatieresultaten van de uitvoeringsbedrijven WSW. In zijn begroting voor 2011 gaat het grootste uitvoeringsbedrijf Licom NV uit van een exploitatietekort van circa 12 miljoen, waarvan circa 6 miljoen wordt veroorzaakt door rijksbezuinigingen. Gezien het weerstandsvermogen van Licom NV zal van de aandeelhoudende gemeenten een aanzienlijke financiële bijdrage worden gevraagd, indien het begrote tekort niet kan worden omgebogen. Daarnaast wordt er ook in de risicoparagraaf door Licom nog melding gemaakt van aanzienlijke risico’s. De al vanaf 2012 voorgenomen aanvullende rijksbezuinigingen, mede in samenhang met de geplande invoering van de “wet werken naar vermogen” per 01-01-2013, zullen de financiering van de uitvoering van de WSW nog verder onder druk zetten. Het college heeft inmiddels het principebesluit genomen om voor de problematiek WSW/Licom een reserve van in totaal 6,0 miljoen te vormen. In de Najaarsnota 2011 zal een en ander worden verwerkt. Met de vorming van de reserve WSW denken wij tegenvallers op de korte termijn op te kunnen vangen. Momenteel vindt er nog onderzoek plaats ten aanzien van de toekomstige ontwikkelingen. Op het moment dat hierin meer duidelijkheid komt zullen wij de raad hierover informeren. Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) Het college heeft besloten de aanpak en werkwijze middels het z.g. “Kerkraadse WMO model” voort te zetten en op een aantal punten verder door te ontwikkelen. De lokale zorgmarkt in Kerkrade is en blijft door de grote vergrijzing de komende 20 jaren nog een groeimarkt. De categorieën inwoners “ouder dan 65 en jonger dan 75 jaar” alsmede de categorie inwoners “ouder dan 75 jaar”groeien ondanks de krimp met bijna 2% per jaar tot het jaar 2015. Deze toename zet zich, weliswaar iets afgevlakt volgens de laatste ramingen, voort tot na het jaar 2030. De instroom nieuwe algemene aanvragen zal de komende jaren dan ook gestaag toenemen. Recent is reeds vastgesteld dat in 2011 het aantal nieuw ontvangen algemeen aanvragen individuele voorzieningen maatschappelijke ondersteuning met bijna 4% is gestegen ten opzichte van een vergelijkbare periode in 2010. Aanvullend is de huidige regering voornemens om de functies dagopvang en begeleiding per 1 januari 2014 definitief over te hevelen van de AWBZ naar de gemeenten. Het jaar 2013 geldt hierbij als een overgangsjaar. Naar verwachting zal deze overheveling gepaard gaan met een nieuwe taakstellende efficiencykorting voor de gemeenten. Het is evident dat naast een verdere toename van de uitgaven, deze ontwikkeling, via een verder uitbreidend takenpakket van de gemeentelijke Wmo, tevens de formatiebehoefte in de nabije toekomst in opwaartse richting zal beïnvloeden. Een met de lokale zorg- en welzijnspartners reeds ingezet actieplan “zorginnovatie” moet leiden tot meer efficiency en besparingen in de gezamenlijke uitvoering in de keten. Door een betere afstemming van elkaars werkzaamheden en werkprocessen, een uitwisseling van relevante klantinformatie die voldoet aan de Wet Bescherming persoonsgegevens, alsmede het investeren in kwalitatief goede en passende voorliggende voorzieningen, zullen bezuinigingen worden gerealiseerd. Het is echter niet redelijk en
94
reëel aan te nemen dat de noodzakelijke toename van de budgetten als gevolg van de autonome groei en nieuwe taken volledig zal worden gecompenseerd door gerealiseerde gezamenlijke besparingen. Resumerend kan worden gesteld dat bij het huidige beleid op basis van genoemd toekomstperspectief gerekend kan worden op een verder gestage groei van de benodigde budgetten. Brandweer Laatstelijk in de voorjaarsnota 2011 is aangegeven dat ná de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2009, ten aanzien van de bijdrage vanaf 2009 verschil van inzicht bestaat tussen de vier Brandweer Parkstad Limburg-gemeenten en de Brandweer Zuid-Limburg. Inmiddels is er meer zicht op deze problematiek. Mogelijk moet Kerkrade rekening houden met een extra kostenpost van circa 910.000 voor de jaren 2009 t/m 2011 en een structurele kostenpost van circa 155.000 vanaf 2012. Formele en definitieve besluitvorming over dit traject vindt plaats in het najaar 2011 en kan nog wijzigingen in de genoemde bedragen brengen. Daling aantal inwoners (zgn. krimpscenario) Kerkrade en de regio Parkstad Limburg zijn een van de koplopers als het gaat om bevolkingsdaling. De komende 20 jaar neemt het inwonertal af met circa 10.000 mensen, oftewel 21% van het huidige aantal. Daarnaast vergrijst de bevolking. In de berekeningen van de algemene uitkering wordt reeds rekening gehouden met een dalend inwoneraantal. Daarnaast treden nog allerlei andere effecten op. Om er een aantal te noemen: afhankelijk van de voortgang van de herstructurering zal dit vroeg of laat leiden tot minder woningen dan wel leegstand (verpaupering), met alle gevolgen voor de woningmarkt van dien, minder opbrengsten uit belastingen, heffingen en leges, nadelen voor de gesubsidieerde instellingen en toeristisch-recreatieve voorzieningen in termen van aantal leden en bezoekers, publieke voorzieningen in de woonomgeving die onder druk komen te staan, of een verslechtering van de arbeidsmarkt. In de paragraaf “krimp: oftewel bevolkingsontwikkeling gemeente Kerkrade” wordt nader ingegaan op de gevolgen van de bevolkingsontwikkeling. Grondexploitatie (OBK) Er ligt nog een forse taakstelling om in de periode 2011 – 2015 een bedrag van circa 2,3 miljoen aan inkomsten te realiseren. Een nadere toelichting op de (risico’s van de) grondexploitatie treft u aan in de paragraaf grondbeleid. Bezwaarschrift btw “Campus Kerkrade” In nauwe samenwerking met en gericht op de visie en doelstellingen van Onderwijsstichting SintBernardinus (OSB, nu SVOPL), is een groot deel van het gebouw middels appartementsrechten door de gemeente geleverd aan deze partij. De levering heeft plaatsgevonden beneden de waarde die het gebouw in het economisch verkeer heeft. Hierdoor heeft de gemeente een financieel btw voordeel behaald welk tevens reeds is ingeboekt. Na een uitgevoerd boekenonderzoek door de fiscus stelt deze zich definitief op het standpunt dat géén sprake is van een levering en dat sprake is van “misbruik van recht”. Op grond hiervan heeft de fiscus een naheffingsaanslag opgelegd incl. de wettelijke heffingsrente. De gemeente blijft bij haar standpunt en heeft bezwaar aangetekend tegen de opgelegde aanslag. Op deze naheffingsaanslag is op verzoek van de gemeente uitstel van betaling door de fiscus verleend. Inmiddels is de procedure zover gevorderd dat in overleg met de fiscus het arrest door de Hoge Raad in een soortgelijke zaak wordt afgewacht. Tot dat moment is het eindresultaat nog onzeker. De verwachting is dat eind 2011, begin 2012, de Hoge Raad de genoemde zaak zal afronden. Ter afdekking van dit risico is reeds eerder het besluit genomen om voorshands en voorlopig de restant kredieten m.b.t. de realisatie van een tweetal majeure bouwprojecten (Campus en Brede school) te “blokken”. Afhankelijk van het financiële resultaat van het vervolgtraject “fiscaal btw” zal blijken of de restantmarge van de geblokte investeringskredieten voldoende ruimte biedt om de werkelijke financiële consequenties geheel op te vangen. Zolang genoemd traject nog niet volledig is afgerond is derhalve nog steeds sprake van een reëel latent financieel risico.
95
Parkstad Limburg Stadion / Roda JC Hoewel in januari 2010 door de gemeenteraad een lening van (gefaseerd) 5,8 miljoen is verstrekt, blijft nog steeds sprake van risico’s zonder harde status hebben. De beoogde verbeteringen in de organisatiestructuren (voetbal versus stadion enerzijds en vorm van toezicht anderzijds) en exploitatie van het stadion moeten e.e.a. meer beheersbaar maken. Een harde status heeft wel de door de Gemeente Kerkrade afgegeven garantstelling lening stadion (eind 2010 nog groot circa miljoen).
d.
Confrontatie weerstandsvermogen en risicoparagraaf
Hoewel niet alle risico’s en onzekerheden gelijktijdig optreden, wordt momenteel de structurele weerstandscapaciteit (exploitatie) aan de krappe kant geacht. Belangrijke factoren daarin vormen de onzekerheid over de mogelijke rijksbezuinigingen. Deze raken niet alleen de algemene uitkering, maar vooral ook specifieke geldstromen zoals bijvoorbeeld WSW en Participatiebudget en gaan deels ook gepaard met grote decentralisatie-operaties (m.n. nieuwe Wet werken naar vermogen, decentralisatie jeugdzorg, overheveling AWBZ). Verder zal in de toekomst het krimpscenario belangrijke gevolgen hebben, met daarin zowel structurele als incidentele financiële componenten. De mogelijke incidentele tegenvallers en risico’s kunnen worden opgevangen binnen de totale reservepositie. Deze omstandigheden nopen de gemeente Kerkrade om beleidskeuzes te maken omtrent investeringen en bezuinigingen en die nadrukkelijk te koppelen aan prioriteiten, doelen en resultaten. Daar staat tegenover dat ambtelijke werkgroepen in totaal circa 3,4 miljoen (exploitatie) aan keuzemogelijkheden voor de raad inzichtelijk hebben gemaakt.
96
§3.
Paragraaf onderhoud kapitaalgoederen
In de openbare ruimte bevindt zich een aantal kapitaalgoederen die door de gemeente onderhouden moeten worden. De belangrijkste worden hieronder toegelicht. Kort wordt aangegeven het beleidskader c.q. het betreffende beheersplan en de financiële vertaling daarvan in de begroting.
Beleids- en beheersplannen
Jaar
Financiële vertaling begroting 2012
Wegenbeheerplan 2007-2011
2006
Gemeentelijke Rioleringsplan 2002-2006 en Jaarlijkse evaluatienota GRP
2001
Regulier onderhoud (exploitatie) 719.000 Reconstructies ( investeringsprogramma.) 2012 2.300.000 en vanaf 2013 structureel 2.164.000 Exploitatiebudget 709.100 Investeringsprogramma 2012 2.000.000 2013 3.900.000 2014 3.900.000 en 2015 2.900.000
Groen (uitbesteed voor periode 20072010)
2006
Licom contract (exploitatie) 957.000 Regie 105.500 en overig (exploitatie) 191.000 Investeringsprogramma structureel 400.000 Reserve plantsoenen saldo 1-1-2011 87.000
Gebouwenbeheer (jaarlijks plan passend binnen financiële kaders)
2007
Regulier beheer (exploitatie) 157.000 Het saldo van de voorziening gebouwen bedraagt ca. 840.000 per 1-1-2011 In het investeringsprogramma is er jaarlijks 450.000 beschikbaar
Openbare verlichting 1997-2010
1998
Investeringsprogramma structureel 155.000 Exploitatiebudget 553.300 in 2012 en vanaf 2013 structureel 555.300
Civieltechnische kunstwerken
2007
Investeringsprogramma in 2012 83.000 en vanaf 2013 structureel 80.000 Exploitatiebudget structureel 35.000
Door de provincie is aanbevolen om een integraal beheerplan Openbare Ruimte (wegen, rioleringen, groen, openbare verlichting en civieltechnische kunstwerken) op te stellen. De komende jaren zijn er grote veranderingen te verwachten in de beheersgebieden ten gevolge van ingrijpende projecten zoals de herstructurering en wijzigingen in de infrastructuur. Voordat het IBOR kan worden uitgewerkt zullen eerst de gevolgen hiervan duidelijk moeten worden. Daarna kan er gestart worden met het opstellen van dit nieuwe plan, waarna er een aantal varianten omtrent kwaliteit en budget aan de raad worden voorgelegd. Bezuinigingen op het onderhoudsbudget kunnen het kwaliteitsniveau en (het inlopen van) eventuele achterstanden negatief beïnvloeden, alsook in bepaalde schadegevallen mogelijk leiden tot het aansprakelijk stellen van de gemeente. Kerkrade werkt wijkgericht aan het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De gemeente streeft naar een prettige woon- en werkomgeving en hanteert daartoe een buurtmonitor. De uitvoering van het onderhoud vindt gedeeltelijk plaats in eigen beheer. Onderhoudsaspecten komen tevens aan de orde bij de beleidsvelden Bouwen en wonen (1), Verkeer en vervoer (2) en met name bij Beheer (11).
97
a.
Wegen
Beleid en uitvoering Sinds 1992 wordt gebruik gemaakt van een wegenbeheerssysteem. De gegevens uit het wegenbeheerssysteem zijn gebruikt om een wegenbeheersplan op te stellen. Doel van het wegenbeheersplan is om verantwoord te kunnen sturen op de uitvoering van het beheer en onderhoud van de openbare verharding. Met behulp van het wegenbeheersplan kunnen o.a. prioriteiten worden gesteld ten aanzien van noodzakelijk onderhoud en kan worden gesignaleerd wanneer de minimale kwaliteit wordt onderschreden en wanneer op basis van afschrijvingen en slijtage investeringen noodzakelijk zijn. In 2006 is het wegenbeheersplan geactualiseerd voor de periode 2007-2010. Het beheer vindt plaats aan de hand van kwaliteitsbeelden. Tweejaarlijks vindt een technische beoordeling middels schouwen plaats. In 2010 heeft de meest recente schouw plaats gevonden. Deze dient als basis voor het opstellen van het wegenbeheersplan 2011-2015 dat in het 4e kwartaal van 2011 aan het college wordt aangeboden. De beleving van de burgers over het onderhoudsniveau wordt ook tweejaarlijks gemeten middels het Burgeronderzoek / Parkstadmonitor (zie beleidsveld 11). Indien de Buitenring Parkstad zal worden aangelegd zoals de provincie Limburg dit wenst zullen er een aantal wegen aan de Gemeente Kerkrade worden overgedragen die nu niet door de Gemeente Kerkrade worden beheerd. Het te beheren areaal zal worden uitgebreid. Dit zal van invloed zijn op het benodigd budget. In 2009/2010 en 2010/2011 hebben we te maken gehad met zware winter perioden. Als deze trend zich doorzet in de komende jaren zal hierdoor de gemiddelde kwaliteit van het wegennet (met name van de asfaltwegen) extra onder druk komen te staan. Dit zal gevolgen hebben voor het benodigde budget. Budgetten Voor het reguliere onderhoud aan de wegen (wegmarkeringen, onderhoud asfalt en trottoirs en pleinen) is er een budget van 719.000 beschikbaar. Ten behoeve van reconstructies van wegen en bijzondere infrastructurele projecten (bijv. centrumplan) is de navolgende investeringsreeks voorzien: 0 201 2 2.164.000 2015 64.000 Activiteiten In de wijken Holz (Haghenstraat, Bockstraat) en het Erensteinerveld (Poyckstraat en Spiesstraat) alsmede de Lichtenbergstraat, de Kokelestraat en de Kohlbergsgracht zullen diverse reconstructies aan wegen worden uitgevoerd c.q. worden afgerond. In het kader van het regulier onderhoud zullen ondermeer de fietssuggestiestroken worden onderhouden en er zullen scheuren worden gevuld en deklagen worden aangebracht. Verspreid over de gehele stad zullen trottoirs en fietspaden worden herstraat. De exacte invulling van het onderhoudsprogramma kan op dit moment niet worden gegeven, het programma is mede afhankelijk van de schade die in de winterperiode 2011 – 2012 kan ontstaan. b.
Riolering / water
Beleid en uitvoering Het Gemeentelijk Riolerings Plan (GRP) is een belangrijk hulpmiddel voor het maken van de juiste afwegingen op het terrein van bodembescherming, waterkwaliteit en rioleringszorg. In 2001 heeft de raad het GRP voor de periode 2002-2006 vastgesteld. In dit plan is onder meer omschreven op welke wijze het riool in stand zal worden gehouden, hoe aan de wettelijke eisen, zoals de wet milieubeheer wordt voldaan en wat de gevolgen hiervan zijn voor de tarieven voor de burger. In 2011 is het GRP wederom geëvalueerd en zijn de exploitatiekosten en investeringen en de daarmee samenhangende tarieven voor het jaar 2012 (en een doorkijk voor de komende jaren) in beeld gebracht. De egalisatiereserve riolering wordt gebruikt voor het (meerjarig) egaliseren van de tarieven. Het tarief van het rioolrecht is kostendekkend. Zo kan Roermond volstaan met een eenmalige investering van 1 euro per aansluiting (loost op de Roer en geen aanvullende maatregelen noodzakelijk) tot wel 200 euro per aansluiting in Kerkrade omdat er op bronbeken geloosd wordt. Overigens wil dit niet zeggen dat de Kerkraadse burger dit ook moet betalen. Wie gaat betalen is een zaak van het rijk, maar gelet op de enorme verschillen per gemeente zal aan een bijdrage van het rijk niet te ontkomen zijn. Inmiddels stelt de gemeente Kerkrade zich op het standpunt dat de krimp van de bevolking ook leidt tot een kleiner verhard oppervlak en dat de vrijgekomen ruimte benut kan worden om water te bergen.
98
Hierdoor zijn extra bergingen wellicht niet meer noodzakelijk en kan de KRW richtlijn op een duurzame manier gehaald worden, nl. regenwater opvangen op de plaats waar het valt. In de voorliggende evaluatie worden de groene bergingen niet meegenomen. In 2011 is in Parkstad een onderzoek gestart of samenwerking op stedelijk (afval)water voordelen oplevert. Dit is ingegeven uit het feit dat in het regeringsakkoord is opgenomen dat er in de waterketen landelijk 400 miljoen te besparen valt. Uit de eerste verkenningen blijkt dat er voordelen te behalen zijn. In 2011 zullen 3 projecten van start gaan die de diverse onderdelen analyseren en uitwerken tot concrete plannen. In 2012 zullen de projecten Beheer en Onderhoud en de financiële dekkingsplannen worden afgerond. Tenslotte stelt het 3e project zich tot doel om in 2014 met een afgerond Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) te komen voor de gehele Parkstad. Budgetten Voor het reguliere onderhoud (exploitatie) van de gemeentelijke riolering is in het jaar 2012 in totaliteit een budget van 709.100 in de jaren erna loopt dit nog licht op (indexering). In het investeringsprogramma riolen is in 2012 nog een bedrag van 400.000 opgenomen om calamiteiten het hoofd te bieden. Indien zich geen calamiteiten voordoen dan wordt dit bedrag gebruikt om slechte riolen te vervangen of te relinen volgens het vervangingsschema. Tot slot is voor rioolrenovaties, reliningen en vervanging van gemalen de volgende reeks in het investeringsprogramma begroot: 2000.000 (2012), , 0.000 (2014) e 0 (2015). Activiteiten De volgende rioolrenovaties worden in 2011 voorbereid en in 2012 uitgevoerd: de Wijk Holz en Erensteinerveld, Teutelebroekstraat, Dr. Nolensstraat en Oude Tunnelweg. In de exploitatiesfeer worden riolen geïnspecteerd, gereinigd, en calamiteiten opgelost. c.
Groen
Beleid en uitvoering Het strategisch doel van de gemeente voor wat betreft het groen is behoud en uitbreiding van de huidige groenstructuur van de stad, het ontwikkelen van groene verbindingszones tussen groengebieden buiten de wijken en tussen de wijken en het buitengebied. Het actuele groenbeheerplan (2006) op basis van beeldkwaliteiten per wijkgebied wordt gebruikt voor het opstellen van de groencontracten en het beheer van het openbaar groen. Op grond van een Europese aanbesteding is het onderhoud van het stedelijk groen voor de periode 2007-2010 gegund aan Licom Groen. Na evaluatie van het huidige contract zal er in 2011 een nieuwe aanbesteding worden opgestart. Budgetten In de exploitatie is voor het jaar 2012 en verdere jaren 957.000 geraamd voor het Licom contract en circa 105.500 voor regie werkzaamheden aan openbaar groen. Verder zijn nog diverse kleine posten opgenomen voor bijvoorbeeld zaaigoed, bos- en boombeheer en onderhoud van de bermen, in totaliteit circa 191.000. De ‘reserve plantsoenen’ fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen en bedraagt begin 2011 circa 87.000. In het investeringsprogramma is vanaf 2012 structureel voor vervanging/reconstructie openbaar groen en groene vingers een bedrag opgenomen va . Activiteiten De navolgende groenprojecten worden in 2012 ter hand genomen: Stadspark, Schacht Nulland, Kasteelpark Erenstein fase 2, Groene vingers (nog nader te bepalen). Tevens zullen er plannen worden opgesteld zoals het groenstructuurplan, bomenbeheersplan en de VTA (Veiligheid van bomen).
99
d.
Gebouwen
Beleid De voorraad gemeentelijke gebouwen blijft beperkt tot de zgn. strategische voorraad, bedoeld voor de huisvesting van primaire (bestuur en ambtenaren) en secundaire (aan de gemeentelijke beleidsdoelstellingen gelieerde organisaties) doelgroepen. De overige gebouwen staan op de nominatie om vervreemd of gesloopt te worden. Deze gebouwen worden in principe marginaal onderhouden op basis van alleen klachtenonderhoud. Budgetten De kosten voor correctief en/of klachtenonderhoud alsmede contract- of serviceonderhoud worden uit de exploitatie bekostigd. Verder zijn nog diverse andere gebouw-gerelateerde posten in de begroting opgenomen, o.a. ten behoeve van welzijnsgebouwen, sportaccommodaties, schoolgebouwen en overige gebouwen. Op jaarbasis is er z beschikbaar. De baten uit verkoop van onroerende goederen worden normaliter aan de voorziening onderhoud gebouwen toegevoegd. Het saldo van deze voorziening bedraagt per 1-1-2011 ca. 840.000. Uit de voorziening wordt er ook jaarlijks aan de hand van een jaarplan een bijdrage beschikbaar gesteld. Om op lange termijn adequaat onderhoud aan gemeentelijke panden te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk dat de voorziening op peil blijft (middels opbrengsten van verkopen dan wel jaarlijkse dotaties). Daarnaast is in het investeringsprogramma voor 2012 een investeringsbedrag van 450.000 voorzien. Vanaf 2013 is er jaarlijks 450.000 beschikbaar. Tot slot zijn in het investeringsprogramma nog bedragen voorzien specifiek voor huisvesting onderwijs en gemeenschapshuizen. Activiteiten Het in 2009 aangezette beleid inzake pro-actief vastgoedbeheer is in 2010 en 2011 gecontinueerd en zal ook voor 2012 gecontinueerd worden. Dit betekent een efficiëntere wijze van onderhoudswerkzaamheden. Tevens zal leegstand zoveel mogelijk voorkomen moeten worden door tijdige afstoting (sloop c.q. verkoop) van gebouwen en efficiënter gebruik van bestaande panden. Meervoudig verhuurde gebouwen zullen steeds vaker kunnen voorkomen. Leegstand zal op die manier verzilverd kunnen worden. Opzet is om een marktconforme huur te genereren dan wel een kostprijsdekkende huur te vragen, dat geldt ook voor de inzet van facilitaire dienstverlening in deze panden. De deelnames aan de Verenigingen van Eigenaren zal tijdsbesparend gaan werken. Bij leegstand zal gewerkt gaan worden met tijdelijke bewoning, al dan niet op basis van kortstondige verhuur, om vandalisme en kraak van deze panden tegen te gaan. e.
Openbare verlichting
Beleid en uitvoering De openbare verlichting voldoet aan de algemeen geldende norm. Naast de jaarlijkse onderhoudslasten voor openbare verlichting, voert Kerkrade het meerjarige beleidsplan Openbare Verlichting uit. De uitvoering gebeurt door en in nauwe samenwerking met Ziut (vml Essent Lighting). De laatste jaren is gewerkt aan het inhalen van de achterstand bij de vervangingen van lichtmasten en armaturen. Budgetten Voor onderhoud aan de straatverlichting is voor 2012 een exploitatiebudget beschikbaar van 346.000 en vanaf 2013 structureel 350.000 beschikbaar. Voor het incidenteel vervangen en of bijplaatsen van lichtmasten is er structureel 32.300 beschikbaar. Voor het energieverbruik van de openbare verlichting is structureel 173.000 voorzien. Voor planmatige vervanging is er in het investeringsprogramma jaarlijks een bedrag van 155.000 beschikbaar. Bij reconstructie van wegen wordt de openbare verlichting (indien deze aan vervanging toe is) vernieuwd ten laste van het budget wegen straten en pleinen. Activiteiten De lichtmasten en armaturen die om onderhoudstechnische redenen aan vervanging toe zijn worden planmatig vervangen. Tevens vindt vervanging plaats van armaturen met een hoog energieverbruik, waardoor de energie en transportkosten op termijn gereduceerd zullen worden.
100
f.
Civieltechnische kunstwerken
Beleid en uitvoering Een deel van de openbare ruimte met een grote kapitaalswaarde zijn de civieltechnische kunstwerken zoals bepaalde bruggen, duikers, keerwanden en dergelijke. Deze kunstwerken werden op ad-hoc basis beheerd. Naar aanleiding van een inventarisatie en inspectie is een onderhoudsprogramma opgesteld. Indien de Buitenring Parkstad zal worden aangelegd zoals de provincie Limburg dit wenst zullen er een aantal wegen met bijbehorende kunstwerken aan de Gemeente Kerkrade worden overgedragen die nu niet door de Gemeente Kerkrade worden beheerd. Het te beheren areaal zal worden uitgebreid. Dit zal van invloed zijn op het benodigd budget. Hierbij valt te denken aan een aantal grotere kunstwerken bij de Locht maar ook aan het kunstwerk in de Vauputsweg over de Buitenring. Budgetten Voor het reguliere onderhoud aan civieltechnische werken is er vanaf 2012 in de begroting structureel rekening gehouden met een budget van 35.000. In het investeringsprogramma is er in 2012 83.000 en vanaf 2013 structuree 80.000 beschikbaar. Activiteiten Er zullen kleine onderhoudswerkzaamheden worden uitgevoerd aan civieltechnische kunstwerken. Er zijn vooralsnog geen grootschalige renovaties voorzien.
101
§4.
Financieringsparagraaf (treasury)
Deze paragraaf bevat een meer beleidsmatige benadering van de treasuryfunctie en de plannen en uitkomsten dienaangaande. De paragraaf dient risicobeheer en gemeentefinanciering meer transparant te maken. De Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) en de daarop gebaseerde ministeriële Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) zijn de externe spelregels die de inhoud van deze paragraaf voor een groot deel bepalen, waaronder de diverse opgenomen tabellen/overzichten. De regelgeving heeft als doel transparantieverhoging van de treasuryfunctie alsmede risicowering binnen genoemde functie. a. Risicobeheer, risicomanagement en rentevisie Onder risico’s in dit kader worden verstaan renterisico’s, kredietrisico’s, koersrisico’s en valutarisico’s. Risicobeheer en risicomanagement hebben als doel de uiteenlopende risico’s binnen de treasury te analyseren, te beheren, te beperken en te neutraliseren. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de aanbevelingen en richtlijnen van de Wet Fido, de Ruddo en het Treasurystatuut van de gemeente. Genoemde risico’s worden navolgend beschreven. Renterisico’s Renterisico op vlottende schuld Ter beperking van het renterisico op de netto vlottende schuld is het gemeenten niet toegestaan om onbeperkt in de financieringsbehoefte te voldoen door het aantrekken van kort geld. Kort geld is over het algemeen goedkoper dan lang geld, heeft evenwel als risicofactor dat het renteniveau in de regel sterker aan fluctuaties onderhevig is. De toegestane netto vlottende schuld wordt bepaald door de “kasgeldlimiet”. Voor het jaar 2012 kan de kasgeldlimiet voor de gemeente Kerkrade als volgt worden berekend: (a) omvang van de jaarbegroting per 1-1-2012 . (b) bij ministeriële regeling vastgestelde percentage 8,5 % Kasgeldlimiet voor 2012 (a)x(b) afgerond . De toets aan de kasgeldlimiet vindt kwartaalsgewijs intern plaats door het verschil te bepalen tussen de werkelijke netto vlottende schuld en de kasgeldlimiet. Als in drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden wordt de provinciaal toezichthouder daarvan op de hoogte gesteld, zo enigszins mogelijk ruim voorafgaand aan de derde overschrijding. De gemeente geeft daarbij in een plan aan hoe men denkt opnieuw aan de kasgeldlimiet te zullen gaan voldoen. Structurele overschrijding van de kasgeldlimiet wordt in de regel opgelost door aflossing van kortlopende financiering en het aantrekken van vaste geldleningen. Op verzoek van de provinciaal toezichthouder is nog aanvullende informatie opgenomen over de gemiddelde netto vlottende schuld in het 3e en 4e kwartaal van jaar t-2 en in het 1e en 2e kwartaal van jaar t-1, aangevuld met de kasgeldlimiet van jaar t-2 en jaar t-1. Zie hiervoor onderstaand overzicht. 2010
2011
vlottende schuld 3e kwartaal
-25.061
vlottende schuld 1e kwartaal
-14.021
vlottende schuld 4e kwartaal
-25.548
vlottende schuld 2e kwartaal
-11.147
kasgeldlimiet 2010
12.929
kasgeldlimiet 2011
13.646
In het overzicht is de vlottende schuld in alle kwartalen negatief. Dit betekent dat er sprake is van een overschot aan vlottende middelen. Dit is een gevolg van de ontvangst van opbrengsten uit de verkoop van energiebedrijven, de zgn. Essent-gelden. Vooralsnog kan er vanuit gegaan worden dat deze ontwikkeling, in lijn met de voorafgaande periode, zal voortduren.
102
De huidige situatie op de geld- en kapitaalmarkt en de verwachtingen zijn zodanig dat volgens onze visie de rente voor kortlopende leningen vooralsnog lager zal blijven dan de rente van langlopende leningen. Het volledig blijven benutten van de ruimte die de kasgeldlimiet biedt, is dan ook het uitgangspunt. Renterisico op vaste schuld Het instrument dat de Wet Fido geeft om mogelijke renterisico’s van de vaste schuld, zijnde de door de gemeente opgenomen langlopende leningen, te analyseren is de “renterisiconorm”. De norm geeft een kader voor een evenwichtige opbouw van de leningenportefeuille waarbij het risico op de vaste schuld gespreid is in jaren. Van een evenwichtige opbouw is sprake als niet in enig jaar, gerelateerd aan het begrotingstotaal, een onevenredig deel van de portefeuille aan herfinanciering onderhevig is c.q. te financieren aflossingscomponenten niet buitenproportioneel zijn. Navolgend overzicht schetst in meerjarig perspectief de confrontatie van genoemde ontwikkeling met de renterisiconorm.
1 2 3 4 5a 5b
Renteherzieningen Aflossingen Renterisico (=1+2) Renterisiconorm (=4a*4b) Ruimte onder renterisiconorm (=4>3) Overschrijding renterisiconorm (=3>4) Renterisiconorm 4a Begrotingstotaal 4b Percentage regeling 4 Berekende renterisiconorm, afgerond (bedrage
2012
2013
2014
2015
n.v.t. 4.717 4.717 33.259 28.542 n.v.t.
n.v.t. 4.717 4.717 31.572 26.855 n.v.t.
n.v.t. 5.043 5.043 30.166 25.123 n.v.t.
n.v.t. 5.683 5.683 30.323 24.640 n.v.t.
166.291 20% 33.259
157.856 20% 31.572
150.827 20% 30.166
151.611 20% 30.323
1000)
Het overzicht laat een evenwichtige opbouw zien. Met betrekking tot verplichte aflossingen en renteherzieningen is er structureel voldoende ruimte ten opzichte van de renterisiconorm. Renterisico bij rentestijging / gevoeligheidsanalyse De rekenrente voor de gemeentelijke financiering binnen de begroting 2012 e.v. bedraagt 4,75%. Treasurytechnisch dienen naar de huidige inzichten in meerjarig perspectief de volgende volumina aan langlopende geldleningen aangetrokken te worden. In 2013 16,0 miljoen, in 2014 16,0 miljoen, en in 2015 5,0 miljoen. Een structurele stijging van de kapitaalmarktrente met 1% méér dan waarmee rekening is gehouden, zorgt onmiddellijk voor stijgende rentelasten in het jaar volgend op het jaar waarin de geldlening is aangegaan. In 2014 zou in dat geval sprake zijn van een stijging van 160.000. In 2015 is het cumulatieve nadeel dan opgelopen tot 320.000. De feitelijke inzet van de Essent-gelden zal dit beeld nog beïnvloeden. Kredietrisico’s Het betreft kredietrisico’s op door de gemeente aan derden verstrekte geldleningen. Het volgende overzicht geeft inzicht in partijen en restantschuld. restant schuld 01-01-2012
% totale schuld
woningverenigingen Kredietbank Limburg gemeenschapshuizen georganiseerde sport Gaia park Holding Stadion Kerkrade BV
1.252 269 64 205 908 2.500
24,09 5,17 1,23 3,94 17,47 48,10
Totaal
5.198
100,00
Partijen
(bedragen* 1000)
103
De verstrekte geldleningen conflicteren niet met de uitgangspunten van de Wet Fido. Voor overzichten op detailniveau wordt verwezen naar de “specificatie geactiveerde kapitaaluitgaven” die onderdeel uitmaakt van de staten en bijlagen van de begroting 2012. Koers- en valutarisico’s Van koersrisico’s is sprake als de financiële activa van de gemeente in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Meer in het bijzonder gaat het dan om de vaste financiële activa die enerzijds bestaan uit aan derden verstrekte leningen. Deze zijn reeds eerder behandeld bij het onderdeel kredietrisico’s. Anderzijds gaat het om aandelenbezit en deelnames. Hier worden geen bijzondere/grote risico’s verwacht. Voor een specificatie van aandelen en deelnames wordt verwezen naar staten en bijlagen van de begroting 2012. De gemeente verricht slechts transacties in euro’s, waardoor van valutarisico’s geen sprake is. b. Gemeentefinanciering Hierna worden enige aspecten van gemeentefinanciering nader uiteengezet. Leningenportefeuille Onderstaand overzicht verschaft inzicht in de samenstelling, grootte, de rente van opgenomen leningen alsmede mutaties als gevolg van nieuwe leningen. Leningen
(excl.woningbouw, x
.000)
stand per 1-1-2012
bedrag 65.542
bij: nieuwe leningen af: reguliere aflossingen af: vervroegde aflossingen bij: herfinanciering
% gem. 4,634
4.717 n.v.t. n.v.t.
stand per 31-12-2012
60.825
gem. 4,634
In 2012 is geen herfinanciering van “oude” leningen aan de orde. Voor eventueel nieuw aan te trekken vaste geldleningen in 2012, huidige inzichten wijzen evenwel niet in die richting, moet in onze visie een percentage van rond 4,75% zeker haalbaar zijn. Genoemd percentage kan evenwel onder druk komen te staan zodra de economische situatie van met name zwakke lidstaten van de Europese Unie verslechtert. Er zullen dan turbulenties op de kapitaalmarkt ontstaan met hogere tarieven als gevolg. Uitzettingen Het gaat hierbij om uitzettingen korter dan een jaar. Ze hebben tot doel optimaal rendement uit een incidentele overliquiditeit te halen. Relatiebeheer De gemeente onderhoudt rekeningen bij meerdere banken. In de eerste plaats valt te noemen de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), waar tevens een kredietfaciliteit van ruim .672.000 beschikbaar is. Bij de ING-groep, met gescheiden rekeningen voor ING-bank en de voormalige Postbank bedraagt het mogelijke kredietvolume 1.100.000. Daarnaast is er omwille van invorderings-strategische overwegingen een rekening in Duitsland. Met name met de BNG vindt regelmatig overleg plaats inzake optimalisering van bestaande producten, nieuwe producten, en het niveau van de dienstverlening. Kasbeheer Kasbeheer regelt het beheer van saldi en liquiditeiten en zoveel mogelijk de sturing van middelenstromen. Doel is het optimaliseren van het renterendement. Daarbij worden de volgende korte-termijnproducten gebruikt: rekening-courant-krediet, dag- en kasgelden. Additionele aandachtspunten zijn de beperking van het contante geldverkeer en de promotie van elektronische betaalvormen.
104
Organisatie Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en overige in het treasurytraject aan de orde zijnde spelregels zijn in de actuele Financiële verordening gemeente Kerkrade 2008 (raad juni 2008, gewijzigd op het onderdeel financieringsfunctie raad februari 2010) en het treasurystatuut opgenomen. Kortheidshalve wordt hiernaar verwezen. Informatievoorziening Ten behoeve van de treasuryfunctie wordt zowel van interne als externe informatiesystemen gebruik gemaakt. Bij de externe informatievoorziening is een prominente rol voor BNG-dataservices on-line weggelegd. De efficiency van de systemen wordt regelmatig geëvalueerd.
105
§5.
Paragraaf bedrijfsvoering
Deze paragraaf beoogt inzicht te geven in de stand van zaken en voornemens ten aanzien van diverse aspecten van de gemeentelijke bedrijfsvoering. a.
Financieel beleid en beheer
Ten behoeve van de accountantscontrole zal jaarlijks een geactualiseerd toetsingskader in de vorm van een controleprotocol door de raad vastgesteld moeten worden. In dat controleprotocol zijn alle laatste wijzigingen in wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen en voorschriften, verwerkt. Deze zijn immers niet statisch. Volgens planning zal nog eind 2011 de huidige Nota Reserves en Voorzieningen 2008 worden geactualiseerd, conform de Financiële verordening ex artikel 212. Het college verricht op grond van artikel 213A onderzoeken naar de doeltreffendheid en doelmatigheid van het door het college gevoerde bestuur. Van het in het 3 e kwartaal 2011 opgestelde onderzoeksplan 2012 zal in ieder geval het jaarlijkse onderzoek naar de gemeentelijke inkooppraktijk deel uitmaken. b.
Organisatieontwikkeling en Human resource management
Organisatieontwikkeling De herinrichting van de organisatie is in volle gang. Met name de heroriëntatie op de processen krijgt concrete invulling. Strategische personeelsplanning loopt gelijk op met de verfijning van de processen en de toepasselijke span of control die daarbij gewenst is. De confrontatie tussen werkelijke kwalitatieve en kwantitatieve bezetting en de noodzaak om invulling te geven aan de bezuinigingstaakstelling staan op gespannen voet. De uitdagingen over de verschillende beleidsvelden zijn omvangrijk. De sleutelwoorden efficiency en effectiviteit vormen de focus waarlangs de herinrichting vorm krijgt. Op onderdelen zal de reguliere bedrijfsvoering onder druk komen te staan tengevolge van de noodzaak van realisatie van majeure projecten en investeringen die de komende periode gaan plaatsvinden. Waar dit het geval is zal het werken met een flexibele schil op het gebied van dienstverbanden prevaleren. Opleidingen, trainingen en vorming van personeel zullen moeten bijdragen om medewerkers toe te rusten voor nieuwe en andere taken. Intensivering via de inrichting van een zogenaamde gemeenteacademie wordt onderzocht. De vormen van intelligente en praktische samenwerkingvormen in de regio hebben en krijgen de volle aandacht Human resource management (HRM) De beoogde efficiency en de daaraan gekoppelde taakstellingen verlopen volgens planning waarbij de in ontwikkeling zijnde organisatie-uitgangspunten conform afspraak worden gezwaluwstaart. Parallel hieraan lopen verkenningen om uitgangspunten van het nieuwe werken hieraan te koppelen. De flexibilisering krijgt verdergaande invulling door initiatieven van interne mobiliteit en het veranderende denken vanuit werkzaamheden, klussen en projecten in plaats van functies en taken. Die flexibiliteit ondersteunt het uitgangspunt van behoud van werkgelegenheid. Tijdelijke uitwisseling van capaciteit dient van uitzondering tot gemeengoed te leiden. Bevordering van interne en externe mobiliteit staat hoog in het vaandel en wordt waar mogelijk verder ondersteund. Bovenal hoort bij het uitgangspunt van goed werkgeverschap de aandacht voor een goede balans van individuen. Daarvoor loopt het traject van intensieve begeleiding. De veranderingen trekken een wissel op de belastbaarheid van medewerkers die gedurende een langere periode meegaan in de voortdurende organisatieaanpassingen. Voldoende flankerend beleid moet leiden tot aanvaardbare risico’s voor de continuïteit van de bedrijfsvoering in de volle breedte.
106
Loonontwikkeling De nieuwe cao onderhandelingen verkeren nog in de conceptfase. Naast voorgaande aanpassingen en verhogingen van de loonkosten zal vermoedelijk een aanvullende ophoging over 2011 en 2012 realistisch zijn. In de najaarsnota zullen de effecten bekend zijn en verwerkt worden. Ondanks het feit dat het herstelplan ABP nog steeds van kracht is, zijn de daarin opgenomen premieverhogingen opgeschort. De premiedruk die normaliter fluctueert, is ingaande april marginaal toegenomen. c.
Overige bedrijfsvoeringsonderwerpen
Planning en control / begrotingsopzet In deze begroting 2012 wordt qua opzet voortgeborduurd op de eerder ingeslagen weg. Verder is in 2010/2011 een toepassing geïmplementeerd die bijdraagt aan een intern/ambtelijk verbeterd proces van totstandkoming van producten uit de cyclus, m.n. begroting en rekening. De urentoerekening van het personeel wordt in beginsel eens per bestuursperiode geactualiseerd, voor het laatst in 2008. Uitgangspunt is dat, rekening houdend met vakantie etc., 1 fte op jaarbasis 1.400 uren te verdelen heeft. Er zijn in totaliteit circa 493.000 personele uren toegerekend, waarvan 16,5% naar organisatie-overhead, 11,1% naar sector-overhead en 72,4% direct ten behoeve van de beleidsvelden en algemene dekkingsmiddelen. Samen met de niet-personeel gerelateerde indirecte kosten (bijvoorbeeld gebouw, telefonie, automatisering, wagenpark) betekent dit dat circa 23 miljoen wordt toegerekend naar de beleidsvelden en algemene dekkingsmiddelen. Een actualisatie is gepland in het najaar 2011, met een administratieve verwerking in de Voorjaarsnota 2012. Hoewel “macro” per saldo neutraal, kan dit nog effect hebben op de individuele baten en lasten per beleidsveld. In verband met diverse organisatorische ontwikkelingen in 2010 was hiermee even pas op de plaats gemaakt. Inkoop en aanbesteden De Aanbestedingswet is nodig omdat in Nederland een nationaal wettelijk verankerd aanbestedingskader ontbreekt. De totstandkoming van de wet blijkt echter een zaak van zeer lange adem. De nieuwe wet zal voorzien in een hernieuwde, toegankelijkere implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. Indien de wet te zijner tijd daartoe aanleiding geeft zal het vigerende eigen gemeentelijke inkoop- en aanbestedingsbeleid worden aangepast. Interne toetsing Procesgewijs vindt interne toetsing plaats op de naleving van relevante wet- en regelgeving en de financiële stromen, bijvoorbeeld ten aanzien van personeel/salarissen, investeringen, subsidieverstrekking, belastingen en heffingen, treasury, sociale uitkeringen, bouwvergunningen, publiekszaken, onderwijs, etc. Daarbij wordt voor zover van toepassing rekening gehouden met de eisen die worden gesteld in de Single Information Single Audit (Sisa) – protocollen. Tevens worden de afrekeningen van diverse projectsubsidies getoetst. Waar relevant, mogelijk en zinvol vinden correcties plaats en/of worden de bevindingen gebruikt voor het doorvoeren van procesmatige verbeteringen. (Digitale) dienstverlening De visie op de verbeterde dienstverlening blijft onverkort overeind. Facilitering aan burgers blijft de grootste uitdaging waarbij service en klantafhandeling de belangrijkste indicatoren zijn. In het kader van de nieuwe website zal eind 2011 VIND Antwoord KCC worden geïmplementeerd en beschikbaar worden gesteld via alle kanalen. De voorziene herinrichting van het informatiecentrum op de begane grond draagt hieraan positief bij. Aandachtspunt vormt de inrichting en de continuering van de archiefbewaarplaats en de daaraan gekoppelde verkenningen voor de samenwerking met andere partijen. Vanwege het volume en de liberalisering van de postmarkt zal de uitbesteding en de wijze waarop onderwerp van discussie zijn.
107
In het kader van doorontwikkeling van de organisatie is de afdeling Publiekszaken samengevoegd met het KCC in de nieuwe afdeling Burgerplein. In 2012 zal een verdere integratie van de kanalen binnen het Klant Contact Centrum (KCC) worden gerealiseerd. De nieuwe kanalen post en digitaal zullen worden verankerd en geborgd. Inmiddels is een aantal producten vanuit het backoffice verplaatst naar het frontoffice. Deze ontwikkeling zal in 2012 worden voortgezet waarbij de aandacht met name uitgaat naar de achterliggende werkprocessen. In 2011 zijn de projecten Overheidsbrede Content (OBC) / de Antwoord© Contentcollectie en LEAF (levensgebeurtenissen als verbindende factor) stopgezet. Volgens de Programmaraad e-Overheid voor Burgers geldt voor OBC dat de visie over de rol van de gemeenten tijdens de ontwikkeling van de voorziening gewijzigd is. Werd de gemeente eerst gezien als dé ingang tot de overheid, nu wordt de gemeente gezien als de meest nabije ingang voor burgers die zelf niet goed kunnen bepalen bij welke overheidsorganisatie ze met hun vraag kunnen aankloppen. Deze hernieuwde visie op Rijksniveau doet niet af aan de voor Kerkrade geformuleerde uitgangspunten voor integrale dienstverlening. Waar nodig zal mede in relatie tot ontwikkelingen in de regio een continue herijking plaatsvinden. Communicatie en stadsmarketing Het medio juni 2011 vastgestelde communicatiebeleidsplan ”Communicatie, zintuig van de gemeente” omvat een eerste aanzet tot stadsmarketing. Deze aanzet zal in de periode tot uiterlijk het 1 e kwartaal van 2012 met externe ondersteuning nader worden uitgewerkt in een stadsmarketingplan.
108
§6.
Paragraaf verbonden partijen
De gemeente Kerkrade heeft bestuurlijke en financiële belangen in verbonden partijen. Het betreft 7 gemeenschappelijke regelingen en 18 deelnemingen in vennootschappen. De in 2009 geïntroduceerde nota Verbonden partijen is op basis van een eigen visie de uitwerking van het rapport "Het verband met verbonden partijen" van de rekenkamercommissie(s) Parkstad Limburg. De nota, welke in de 2 e helft van 2012 zal worden geactualiseerd, beschrijft de sturingsrelatie met en de risicobeheersing bij verbonden partijen. In onderstaand overzicht worden de verbonden partijen opgesomd: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
GR Reinigingsdiensten Rd4 GR GGD Zuid-Limburg GR Werkvoorzieningschap O.Z.L. GR Stadsregio Parkstad Limburg GR voor Sociale Kredietverstrekking en Schuldhulpverlening in Limburg GR Eurode NV Licom Nazorg Limburg BV NV Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) NV Reinigingsdiensten Rd4 Gaia Park B.V. BV Holding Stadion Kerkrade NV Industriebank LIOF EBC GmbH & Co. KG Technologiepark Herzogenrath GmbH Parkeeraccommodaties Kerkrade BV Multifunctioneel complex d'r Pool BV NV Bank Nederlandse Gemeenten NV Enexis Holding NV Attero Holding (was Essent Milieu) Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV Diverse tijdelijke deelnemingen als gevolg van verkoop productie- en leveringsbedrijf Essent aan RWE: (Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV, Claim Staat Vennootschap BV en vanaf 2011 de Stichting Essent Sustainability Development) GR Brandweer Zuid-Limburg NV Parkstad Limburg Theaters NV Luchtvaartterrein Maastricht Aachen Airport
M.b.t. de problematiek rondom NV Licom wordt kortheidshalve verwezen naar de risicoparagraaf. In 2009 was het besluit reeds genomen om de aandelen Essent te verkopen aan RWE. Alleen het onderdeel "Borssele" was nog niet daadwerkelijk geleverd in verband met de door Delta gestarte juridische procedure. Onder strikte geheimhouding is via het project BUREN door diverse betrokken partijen gepoogd te komen tot een minnelijke schikking, hetgeen gelukt is. Wel zijn er nog ontbindende voorwaarden. RWE krijgt uiteindelijk slechts 30% van de aandelen in handen in plaats van de oorspronkelijk beoogde 50% (dus minderheidsbelang). Als een en ander volgens planning verloopt, kan de levering op 30 september 2011 definitief plaatsvinden. Dit betekent voor Kerkrade een meevaller van circa 4,0 miljoen, het bedrag is echter nog niet definitief. In de Najaarsnota zal hierop worden teruggekomen. Zie verder ook de betreffende raadsinfobrief van 1 juli 2011.
109
§7.
Paragraaf grondbeleid
a. Visie op het grondbeleid Het grondbeleid volgt het ruimtelijk beleid en richt zich daarmee op het ontwikkelingsprogramma woningbouw en op het ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen. In de jaarlijkse Grondnota die als rode draad fungeert, wordt steeds een relatie gelegd tussen de ruimtelijke taakstelling, het uit te voeren grondbeleid en de financiële gevolgen. Het ‘ontwikkelingsprogramma woningbouw’ Op basis van de “Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen” is in 2007 de “Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2010” vastgesteld. In deze visie en programmering werd geanticipeerd op de bevolkingsdaling. Toch werd er geen bouwstop afgekondigd, omdat vernieuwing van de woningvoorraad noodzakelijk was als gevolg van de veranderende samenstelling van de bevolking. In november 2008 verscheen de zogenaamde “Parkstadbox”. Uit deze verzameling van onder andere rapporten inzake de ontwikkeling van de bevolking in de regio Parkstad werd geconcludeerd dat de bevolking sneller afneemt dan aanvankelijk werd gesteld. Om leegstand en verpaupering te voorkomen is een transformatie van de woningvoorraad noodzakelijk. Deze nieuwe inzichten hebben ertoe geleid dat de gemeenten en woningcorporaties in Parkstad een “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” hebben ontwikkeld. Deze visie is 14 december 2009 door de Parkstadraad vastgesteld en geldt als kaderstellend beleidsdocument voor de periode 2010-2020. Het doel is om in Parkstad te bouwen aan een sterke regio. Een evenwichtige woningmarkt voor de huidige en toekomstige bewoners is daarbij van groot belang. In deze visie is het motto van de Gemeente Kerkrade “Werkend zorgen voor Morgen”. Kerkrade en haar partners streven naar een leefbare stad voor bewoners, bedrijven, winkeliers en bezoekers. Voor Kerkrade geldt een “onttrekkingsopgave” van 3.261 woningen. Daarentegen bieden de campusontwikkelingen bij de RWTH in Aken kansen om nieuwe bewoners aan te trekken. De visie onderscheidt een tweetal ontwikkelingsgebieden, namelijk de Vroenhof-Bleijerheide en een deel van Kerkrade-West. Bijzondere planontwikkeling is voorzien in Rolduckerveld waar wonen in het groen als thema wordt uitgewerkt. Daarnaast wordt een aantal verdunningsgebieden aangegeven, namelijk Eygelshoven, Haanrade, Chevremont, Rolduckerveld, Holz, Bleijerheide, Gracht en Heilust/Kaalheide. Duidelijk is dat niet alle woningbouwlocaties kunnen worden ontwikkeld. Voorzover nodig zal gezocht worden naar acceptabele oplossingen voor beide partijen, met name voor de harde plannen waarbij al een bouwvergunning is verleend, ontwikkelingsovereenkomsten zijn gesloten, etc. In november 2010 is in het kader van de actualisatie van de transformatieopgave 2010-2020 door het Parkstadbestuur de “onttrekkingsopgave” per 1-1-2010 voor de Gemeente Kerkrade vastgesteld op 2.886 woningen. Het verschil van 375 woningen is een gevolg van de daling van de leegstand door sloop, een kleine stijging van het aantal huishoudens in plaats van een daling en een systeemwijziging in de prognosesystematiek waardoor een nauwkeurigere prognose van de ontwikkelingen kan worden gegeven. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 is 30 maart 2011 door de Raad vastgesteld en betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De gemeentelijke structuurvisie en nieuwe stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven en uitvoeringsprogramma. In deze visies dient duidelijk te worden hoe de ontwikkelingsgebieden en verdunningsgebieden feitelijk worden ingevuld en wat dit betekent voor de woningbouwplannen, die in de woningbouwprogrammering tot en met 2010 staan aangeduid. In februari 2011 is door de Raad de stadsdeelvisie voor Kerkrade-West vastgesteld. De kwantitatieve opgave voor dit stadsdeel voor de periode tot 2020 bestaat uit een netto onttrekking van 527 woningen aan de woningvoorraad.
110
Doordat de herstructureringsvisie voor Oost en Noord nog moeten worden uitgewerkt kunnen de gevolgen voor het woningbouwprogramma met betrekking tot deze stadsdelen voor 2011 en verder niet expliciet worden aangegeven. Uit de stadsdeelvisies zal blijken welke plannen nog als prioritair kunnen worden aangemerkt en welke plannen niet of in een gewijzigde vorm door dienen te gaan. Ondanks de krimp zullen omwille van een kwaliteitsverbetering van de woningvoorraad beperkt nieuwe woningen worden gebouwd. Behalve met de krimp wordt bij de uitwerking van het woningbouwprogramma voor 2010 en verder ook rekening gehouden met de gevolgen van de economische crisis op de woningmarkt. Zowel de projecten in uitvoering als de projecten in voorbereiding ondervinden nog altijd last van de gevolgen van de economische crisis. De woningmarkt zit op slot met als gevolg dat de uitvoering van de plannen stagneert en de haalbaarheid van projecten onder druk is komen te staan. Herstructurering winkelcentra Met betrekking tot de herstructurering van de winkelcentra Carboonplein, Centrumplan en Eygelshoven kan het volgende worden vermeld. Carboonplein De realisatie van het nieuwe Carboonplein is eind 2010 voltooid. Het project is nog niet afgesloten in verband met de plannen om de buitenpresentatie van de winkels die tot het kernwinkelgebied horen te verbeteren. Het betreft luifels, reclame en uitstallingen met een duurzame uitstraling. Deze plannen zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma voor de periode 2010 – 2015 van de stadsdeelvisie KerkradeWest. Het uitvoeringsprogramma bestaat uit meerdere projecten om onder meer de kwaliteitsverbetering van het winkelgebied verder te versterken. De gemeente werkt hierin samen met woningstichting Hestia, de Provincie en Parkstad. Het is wenselijk om het resultaat van het project Carboonplein einde 2011 af te sluiten en vervolgens te reserveren voor de herontwikkeling van de Akerstraat en omgeving, als één van de prioritaire deelgebieden binnen Kerkrade-West. Centrumplan Met betrekking tot het Centrumplan is op 27 mei 2008 de realiseringsovereenkomst met Metroprop B.V. gesloten, waarna kon worden gestart met de juridische, de architectonische en bouwkundige planuitwerking. Vanaf maart 2010 is het bestemmingsplan onherroepelijk. De verslechterde economische situatie maakt het echter inmiddels noodzakelijk om het plan nog eens goed tegen het licht te houden en waar nodig aan te passen. Vooruitlopend op de realisatie van het nieuwe winkelcentrumplan is het zogenaamde 10-puntenplan in het leven geroepen. Dit plan voorziet in een upgrading / ontwikkeling van een tiental locaties in het centrum van Kerkrade met als doel het vergroten van de fysieke en functionele aantrekkelijkheid van het centrum. In dit kader is inmiddels de parkeergelegenheid op het Kloosterraderplein uitgebreid en heringericht en is tevens de pilot “achteraf betaald parkeren” gestart. Verder voorziet dit 10-puntenplan onder meer in een upgrading van de Kloosterraderstraat tussen de ingang van de parkeergarage en de Hoofdstraat, de aanpak van verpauperde en leegstaande panden, de aanleg van een nieuw plein achter het raadhuis, de herontwikkeling van de Theaterpassage en van d’r Pool. Eygelshoven De herstructurering van het centrum in Eygelshoven omvatte de herontwikkeling van het gebied Laethof tot een zorgcentrum, de opwaardering van het Socioproject en de opwaardering van de openbare ruimte in het centrumgebied. Het nieuwe zorgcentrum inclusief de 72 zorgappartementen en de opwaardering van het Socioproject en de openbare ruimte in het centrumgebied zijn in 2011 voltooid. Tevens zijn in het kader van de herstructurering Eygelshoven op de locaties Gulikstraat–Russelstraat en de Kommerveldlaan–Laurastraat de 24 resp. 14 woningen en bijbehorende infra in 2011 opgeleverd. In maart 2011 is met Woningstichting Wonen Heuvelsteden een overeenkomst gesloten in het kader van de herstructurering van de Bongartstraat–Russelstraat. Er zijn 14 woningen gesloopt en 10 woningen worden teruggebouwd. Aansluitend zal de openbare ruimte heringericht worden. Voor de herstructurering van de overige locaties, namelijk Op de Bossen, Burgemeester Dohmenplein en Holtskuilenstraat zullen de voorbereiding en de besluitvorming begin 2012 plaatsvinden. De uitvoering is gepland voor 2012 tot en met 2015. Voor deze locaties zal de invulling van de locaties Laethof, Gulikstraat-Russelstraat en Kommerveldlaan-Laurastraat bepalend zijn voor de inrichting van de openbare ruimte en het aantal en type woningen dat zal worden gebouwd.
111
Visieontwikkeling Atriumterrein Voor het Atriumterrein is in de afgelopen periode een ontwikkelingsperspectief tot stand gekomen en vastgelegd in het Masterplan Citadel Rode. Dit masterplan bestaat uit een stedenbouwkundige visie en een bijbehorend globaal programma. Het plangebied wordt begrensd door de Wijngracht, de Dr. Kreijenstraat, het Kerkplein, de begraafplaats en de spoorlijn. Voor de korte termijn is in januari 2010 met Atrium MC een overeenkomst gesloten voor de ontwikkeling van een zorggebouw met 2.500 m2 ziekenhuisvoorzieningen en 4.000 m2 1 e lijns gezondheidsvoorzieningen. In dat kader zal de gemeente Kerkrade in 2011 een perceel van Atrium MC verwerven om het nieuwe theaterplein te realiseren. Hiervoor is op 14 december 2010 een overeenkomst met Atrium MC ondertekend. Op de middellange termijn gaat het masterplan uit van het realiseren van 235 woningen en zakelijke dienstverlening in samenhang met de aanleg van een lightrailhalte. Voor het gehele plangebied dient een nieuw bestemmingsplan te worden opgesteld teneinde de programmatische invulling mogelijk te maken. De woningbouwopgave voor het Atrium maakt echter geen onderdeel uit van het woningbouwprogramma 2006-2010 en zal in samenhang met de uitwerking van de herstructureringsopgave binnen de stadsdeelvisie Kerkrade-Oost bezien dienen te worden. Hierna kan worden gestart met het opstellen van een bestemmingsplan. Atrium is als eigenaar van de gronden als initiatiefnemer verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de gronden. Gezien de schaalgrootte zal deze ontwikkeling meerdere jaren in beslag nemen. Kerkrade-West De visie voor Kerkrade-West gaat enerzijds in op de ruimtelijke vertaling van de kwantitatieve herstructureringsopgave voor Kerkrade-West. Deze opgave omvat volgens de “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” een onttrekking van 527 woningen en de transformatie van 888 woningen. Anderzijds wordt ingegaan op de sociale en economische structuurversterking van dit stadsdeel. Op basis van deze visie zijn partijen meerjarig bereid om te investeren in de gebiedsontwikkeling voor Kerkrade-West. In dat kader is op 28 februari 2011 een samenwerkingsovereenkomst tussen de Gemeente Kerkrade, Hestia groep, de Provincie Limburg en de Regio Parkstad getekend. Deze samenwerking wordt verder geconcretiseerd in een uitvoeringsovereenkomst voor onder meer de deelgebieden Heilust, AkerstraatIndustriestraat en Dahliastraat en omgeving. Op korte termijn zal met de herstructurering van het deelgebied Heilust worden begonnen. In deze wijk zijn vanaf 2008 cq. zullen nog 510 woningen worden gesloopt. 71 woningen worden teruggebouwd. De nieuwe “openbare ruimte” als gevolg van de sloop en indirect van de krimp zal worden ingericht als hoogwaardig groen in de vorm van een stadsdeelpark. Daarnaast wordt ingezet op het sterk verbeteren van de sociale structuur van de wijk. Daarbij speelt de nieuwe multifunctionele accommodatie met daaraan gekoppeld een nieuwe speeltuin een grote rol. Er wordt een voorlopig ontwerp opgesteld, op basis waarvan in het derde kwartaal Parkstad en Provincie definitief zullen bepalen hoe groot de bijdrage uit het regionale Transformatiefonds zal zijn. Deze bijdrage is bedoeld voor de verwerving van het particuliere bezit, voor de aanleg van het park, de compensatie van de inbrengwaarde van de gronden van Hestia en een deel van de sociale agenda. Voorwaarde is wel dat de gemeente en Hestia hun wettelijke taken uitvoeren en daarvoor de benodigde gelden reserveren. De Raad heeft in dit kader in februari van dit jaar gelden uit onder meer het structuurfonds aan de herstructurering van de Heilust toegekend. Voor het deelgebied Akerstraat-Industriestraat wordt ingezet op het versterken van het kernwinkelgebied, omdat dit een katalysator vormt voor de revitalisering van de gehele Akerstraat. Op de hoek Carboonplein, Kleingraverstraat en de omgeving van de kerk wordt een herontwikkeling voorzien, zodat een verdere versterking van de winkelstructuur in het kernwinkelgebied kan plaatsvinden, een nieuw ontmoetingsplein rondom de kerk kan worden ontwikkeld en de Akerstraat kan worden doorgetrokken richting de toekomstige lightrailhalte. Op het gebied van participatie worden diverse initiatieven ontplooid. Zo worden bijvoorbeeld voor het kernwinkelgebied plannen ontwikkeld voor de verbetering van de buitenpresentatie en hebben enkele leegstaande winkels een tijdelijke invulling gekregen.
112
Voor de Dahliastraat en omgeving worden huurwoningen van Hestia kwalitatief verbeterd, in combinatie met het verhogen van de mate van duurzaamheid en herinrichting van de openbare ruimte. De renovatiekosten komen voor rekening van de corporatie. Voor dit deelgebied kan in dit verband worden gerekend op een bijdrage uit het regionale Innovatiefonds (als onderdeel van het Transformatiefonds), waarbij met name ingrepen ten gunste van de duurzaamheid voor cofinanciering in aanmerking komen. Voorwaarde is wel dat de gemeente (vergelijkbaar met Heilust) ook hier additionele gelden beschikbaar stelt. De Raad zal hiervoor een voorstel ontvangen. Kerkrade-West kan in dit verband als eerste business case aanspraak doen op het regionale Transformatiefonds. Kerkrade-Oost I Woningstichting Land van Rode en gemeente werken samen de richting en de opgave van de Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 (maart 2011) verder uit in een stadsdeelvisie voor het centrum en de aangrenzende woonbuurten Bleijerheide, Nulland, Holz en Rolduckerveld. Daarnaast maken het stadspark en abdijcomplex Rolduc onderdeel uit van het plangebied. De visie is integraal en zal naast fysieke ook sociale en economische aspecten onderzoeken en indien nodig maatregelen hiervoor opnemen. Gemeente en Woningstichting Land van Rode nemen het initiatief om de visie op te stellen. In mei 2011 is gestart met het opstellen van de visie. Medio april 2012 zal het planproces van de stadsdeelvisie worden afgerond. De visie wordt vastgesteld door de gemeenteraad en vervolgens zal een samenwerkingsovereenkomst tussen betrokken partijen in het plangebied worden gesloten. Kerkrade-Oost II en Noord In zal 2012 zal afhankelijk van de voortgang van de andere stadsdeelvisies en uitvoeringsprogramma's worden gestart met het opstellen van beide visies. Het ‘ontwikkelingsprogramma bedrijventerreinen’ De Gemeente Kerkrade beschikt alleen op bedrijvenpark Rodaboulevard over uit te geven percelen. De voorraad bedrijfspercelen bedroeg begin 2011 ruim 3 ha. Ondanks de economische crisis is in 2009 en 2010 in totaal bijna 1,8 ha. verkocht. Dit is fors meer dan het streven per jaar een halve hectare te verkopen. In de loop van 2011 zijn diverse verkennende gesprekken gevoerd met potentiële gegadigden. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat in 2011 een bedrijfsperceel wordt verkocht. Voor 2012 wordt de verkoop van een halve hectare geraamd. b. Uitvoering van het grondbeleid De projectorganisatie Ontwikkelingsbedrijf Kerkrade (OBK) is belast met de realisatie van het ontwikkelingsprogramma op het gebied van woningbouw en bedrijfsterreinen. Het kader voor het functioneren van het OBK is neergelegd in beheersvoorschriften, waarin processen en procedures inzake het ontwikkelingsprogramma en de administratie en het beheer van gronduitgifte zijn aangegeven. Op 1 juli 2008 was de nieuwe Wro in werking getreden. Deze Wro en daarmee de grondexploitatiewet heeft gevolgen voor de financiering van het WOP-programma. De investeringen in het kader van het WOP-programma worden afgedekt uit OBK-resultaten. Deze resultaten bestaan behalve de winsten als gevolg van grondverkopen uit bijdragen aan het WOP-fonds. Als gevolg van het in werking treden van de Wro geldt dit alleen voor overeenkomsten die vóór 1 juli 2008 zijn gesloten en voor plannen waarvan de bestemmingsplannen vóór 1 juli 2008 zijn vastgesteld. De redelijke harde maar beperkte bijdragen op basis van deze “oude” overeenkomsten kunnen thans nog worden geïnd bij de lopende projecten “Centrumplan” en “Grachterheide”. Voor overeenkomsten die zijn gesloten na 1 juli 2008 en waarvan de bestemmingsplannen na deze datum zijn of nog worden vastgesteld kunnen de WOP-bijdragen in de huidige vorm niet meer worden geïnd. Een uitzondering hierop vormen de gemeentelijke grondexploitaties. Volgens de nieuwe Wro kunnen wel nog bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen van ontwikkelende partijen worden geïnd op basis van een structuurvisie en bijbehorend uitvoeringsprogramma. De structuurvisie voor de gemeente Kerkrade is 30 maart 2011 door de Raad vastgesteld. In 2011 wordt gestart met het opstellen van het uitvoeringsprogramma. De financiële gevolgen hiervan kunnen op dit moment niet worden aangeduid. Wel is helder dat de huidige beheersvoorschriften in dit verband aangepast dienen te worden.
113
Het uitvoeringsprogramma zoals dat in het verleden voor het OBK is opgesteld, zal in dit kader niet langer uitsluitend gericht zijn op locatieontwikkeling van woningen. Het uitvoeringsprogramma voor KerkradeWest illustreert de mate van integraliteit die op basis van de stadsdeelvisie via programmamanagement dient te worden gecoördineerd. Door de noodzaak van grootschalige herstructurering zal de ruimtelijke structuur wijzigen en dienen fysieke ingrepen op het gebied van groen, infra, woningbouw en voorzieningen in onderlinge samenhang te worden bezien. Daarnaast zal voor een daadwerkelijke aanpak van de leefbaarheid in deze buurten een intensief sociaal programma opgesteld dienen te worden. Verderop in de paragraaf worden in “Beleidsuitgangspunten m.b.t. reserves voor grondzaken” de gevolgen voor de financiering van de WOP-projecten en de reserve grondexploitatie OBK nader toegelicht. De grondprijs van de gemeentegrond wordt marktconform bepaald. De Raad heeft besloten dat bij de verkoop van grond aan een ontwikkelaar cq. woningstichting ten behoeve van woningbouwontwikkeling de grondwaarde residueel wordt bepaald, dat wil zeggen dat de waarde van de grond afhankelijk is van het programma dat op de betreffende locatie wordt gerealiseerd. Het College heeft in het kader van de algemene verkoopvoorwaarden besloten dat bij de verkoop van vrije sector kavels door de gemeente de prijs op basis van taxaties wordt bepaald. De grondwaarde van de bedrijfspercelen is afhankelijk van de markt. De ruimtelijke en financiële voorwaarden waaronder de gemeentegrond wordt overgedragen aan externe partijen worden vastgelegd in een ontwikkelingsovereenkomst en door het College geaccordeerd. Van de zgn. “niet-in-productie genomen gronden” wordt periodiek getoetst of de prijs per m² nog acceptabel is. Deze worden indien mogelijk ingebracht in grondexploitaties. Voorts is het juridisch kader van belang. De bestemming van de grond dient via juridische procedures te worden geregeld. De “Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen 2007-2010” is bepalend geweest voor het opstellen van het regionale woningbouwprogramma voor de periode 2006-2010, dat in 2007 werd vastgesteld door het Parkstadbestuur. Voor de periode 2010-2020 zullen de in december 2009 vastgestelde “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” en de daaruit voortvloeiende stadsdeelvisies als kader dienen voor het toekomstige woningbouwprogramma. Daarbij zal sloop en beperkte nieuwbouw als kwalitatieve bijdrage aan de transformatie van het woningbezit uitgewerkt worden. In 2008 is door Parkstad het Intrekkingsbeleid Bouwvergunningen geformuleerd met als doel het overschot van woningen en woningbouwcapaciteit terug te dringen. Omdat het niet alleen gegunde projecten, maar ook bestemmingsplanmogelijkheden betreft is een aanvullend instrumentarium nodig. In dit kader is Parkstad voornemens eind 2011 een Structuurvisiebesluit voor de regio te nemen over de voorzienbaarheid van het beperken en weghalen van bouwtitels in ruimtelijke plannen. c. Prognose van de te verwachten resultaten van de totale grondexploitatie Het meerjarig verloop van de ‘reserve grondexploitatie OBK’ is thans als volgt geraamd:
Beginsaldo OBK-resultaten Subtotaal Kleine investeringen Majeure investeringen WOP-projecten Subtotaal
Saldo bedragen x
2011
2012
2013
2014
2015
1.224 545 1.769
1.212 472 1.684
929 582 1.511
611 403 1.014
780 343 1.123
0 0 -557 -557
0 -600 -155 -755
0 -900 0 -900
0 -234 0 -234
0 0 0 0
1.212
929
611
780
1.123
1.000
114
De OBK-resultaten betreffen de winsten en verliezen uit grondexploitaties. Deze worden verderop nader aangegeven. Bij deze ramingen dient rekening te worden gehouden met een risicoprofiel. Naast externe factoren zoals vertragingen in juridische procedures, alsook de invloed van de krimp en de gevolgen van de economische crisis op de verkoop van gemeentelijke percelen, is de gewijzigde woningmarkt eveneens van invloed op deze ramingen. Vanuit de reserve grondexploitatie OBK wordt op basis van de Najaarsnota 2010 in 2011 een bedrag van 300.000 en in 2012 een bedrag van 150.000 ter beschikking gesteld voor de uitvoering van de Wijkontwikkelingsprogramma’s. Door het achterblijven van WOP-investeringen in 2010 en doorschuiven van de gelden is echter voor de uitvoering van de wijkontwikkelingsprogramma’s in 2011 in totaal een bedrag van 557.000 en in 2012 een bedrag van 155.000 beschikbaar. De majeure investeringen zijn bestemd voor de realisatie van het Centrumplan. In het kader van de diverse begrotingen en jaarrekeningen zijn de geraamde en gerealiseerde OBKresultaten telkens bijgesteld en eventueel naar latere jaren gefaseerd. Deze bijstellingen zijn ook steeds toegelicht. In de tabel hieronder worden deze opeenvolgende bijstellingen van de laatste jaren opgenomen. Uit deze tabel blijkt dat de geraamde resultaten fors naar beneden zijn bijgesteld. Dit houdt verband met de forse invloed van de krimp en de gewijzigde woningmarkt, alsook van de economische crisis op de gemeentelijke grondverkopen. Opeenvolgende realisatie c.q. ramingen van de resultaten OBK OBKrekening begroting resultaten 2009 2011 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 bedragen x
1.191 468 994 821 545
442 886 754 448 388
rekening 2010 674 520 568 851 303
begroting 2012
545 472 582 403 343
1.000
d. Onderbouwing van de (geraamde) winst- of verliesneming Op grond van een inschatting van de voortgang en resterende risico’s van de grondexploitaties wordt een raming gemaakt van de resultaten. Daarbij wordt rekening gehouden met de relevante verslaggevingsvoorschriften. Het geraamde verloop van de reserve grondexploitatie OBK is gewijzigd ten opzichte van de jaarrekening 2010. De afwijkingen hieronder worden gerelateerd aan de paragraaf grondbeleid in de rekening 2010. Ten eerste is het resultaat van het project Maria Goretti van 200.000 bijgesteld naar 100.000 en anders gefaseerd. Het geraamde resultaat is verschoven naar 2013. In het kader van de gebiedsvisie Kerkrade-Oost I zullen de plannen van Meander Zorggroep worden ingepast. Tevens zullen de plannen in het nieuwe bestemmingsplan voor Oost worden opgenomen. Gelet op de daarvoor benodigde tijd en de juridische risico’s is het resultaat verlaagd en anders gefaseerd. Het project Carboonplein zal eind 2011 worden afgesloten. De plannen om de buitenpresentatie van de winkels die tot het kernwinkelgebied horen te verbeteren zijn opgenomen in het uitvoeringsprogramma voor de periode 2010 – 2015 van de stadsdeelvisie Kerkrade-West. Het project sluit met een positief resultaat van ca. 130.000. Dit resultaat wordt ten gunste van de reserve grondexploitatie OBK gebracht. Aan het college zal worden voorgesteld dit bedrag te reserveren voor het intregrale uitvoeringsprogramma voor Kerkrade-West, specifiek het onderdeel Akerstraat. Op deze wijze kan de versterking van de economische structuur van dit stadsdeel, die middels het Carboonplein een belangrijke impuls heeft gekregen, verder worden voortgezet. De reserve grondexploitatie OBK wordt met 95.000 belast voor het woningbouwproject aan de Haghenstraat. Dit is de laatste fase van het project Ursulinenpark. Wonen Heuvelsteden realiseert aan de Haghenstraat 35 woningen. De financiering van het project werd bemoeilijkt doordat de parkeerplaatsen
115
ondergronds moeten worden gerealiseerd. De gemeente Kerkrade heeft om het project vlot te trekken gebruik gemaakt van de “Tijdelijke stimuleringsregeling woningbouwprojecten 2009 derde tranche”. Het ministerie van VROM heeft een subsidie verleend van 190.000. Een van de voorwaarden is dat de gemeente een bijdrage aan het project zal leveren van 95.000. Het project Ursulinenpark is in het verleden afgesloten. Daardoor zal de bijdrage van de gemeente ten laste van de reserve worden gebracht. De bijdrage aan het project is verschoven van 2011 naar 2012. De bijdrage zal worden gereserveerd voor de herinrichting van de openbare ruimte. Tenslotte zijn door de veranderde woningmarkt als gevolg van de krimp en de economische crisis de geraamde resultaten voor een tweetal projecten anders gefaseerd. Het gaat om de projecten Rolduckerstraat en Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad. Hieronder wordt een actueel overzicht gegeven van de geraamde resultaten van de verschillende grondexploitaties: raming 2011
raming 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
200 130 3 73 4 135
200 85 103 76 -
200 100 103 105 100 -
200 103 -
200 103 -
-
103 -
104 -
100 -
40 -
Subtotaal Haghenstraat Kernwinkelgebied Kerkrade-West
545 -
567 -95 -
712 -130
403 -
343 -
Totaal
545
472
582
403
343
Project Locht Centrumplan Carboonplein Dislokatie Dir vd Muhlenln (Brede School) Dislokatie Rolduckerstr (Brede School) Dislokatie Pastoor Theelenstraat (Campus) Grachterheide 2b fase 49 woningen Grachterheide 3e fase 29 woningen Kleingraverstraat Maria Gorettistraat Marktstraat-Einderstraat Op de Knip Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad Toekomstige herstructureringsprojecten
bedragen x
e.
1.000
Beleidsuitgangspunten reserves in relatie tot de risico’s van grondzaken
Beleidsuitgangspunten reserves grondzaken In de vorm van de ‘algemene reserve OBK’ is een specifieke buffer voorhanden voor het opvangen van eventuele niet reeds voorziene/afgedekte risico’s in de totale grondexploitaties. Deze reserve heeft thans een omvang van circa 1,25 miljoen. De specifieke risico’s van het OBK zijn in beeld en worden periodiek geactualiseerd. Vanuit de ‘reserve grondexploitatie OBK’ worden vervolgens alle grondexploitaties bekostigd danwel opbrengsten geparkeerd, o.a. ten behoeve van (majeure) investeringen, zoals het Centrumplan. Deze reserve fungeert daarmee als “werkreserve” voor het OBK. Gelet op de relatief beperkte verwachte verliezen worden geen afzonderlijke voorzieningen getroffen voor verlieslatende exploitaties. Indien mogelijk worden subsidies ingebracht in de exploitaties, zoals bijvoorbeeld ISV-gelden. Voor de WOP-bijdragen ten laste van de ‘reserve grondexploitatie OBK’ en de invloed van de Wro daarop wordt verwezen naar onderdeel b en de tabel bij onderdeel c. Risico’s van de grondzaken In deze paragraaf zijn de risico’s van de grondexploitaties als gevolg van met name de economische crisis en de krimp uitgebreid behandeld. Hieronder volgt nog een aantal specifieke risico’s of relevante ontwikkelingen van de grondexploitaties.
116
Juridische risico’s In december 2009 is de “Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg” vastgesteld. Deze visie geldt als kaderstellend beleidsdocument voor de periode 2010-2020. Voor de Gemeente Kerkrade geldt een ‘onttrekkingsopgave” van 2.886 woningen. Er is in 2010 gestart met een nadere uitwerking van de sloopopgave in relatie tot een beperkte nieuwbouwontwikkeling per stadsdeel. Duidelijk is dat niet alle woningbouwlocaties kunnen worden ontwikkeld. Met name voor de harde plannen, waarbij bouwvergunning is verleend, ontwikkelingsovereenkomsten zijn gesloten, in meerdere gevallen gronden zijn verkocht en zelfs bestemmingsplannen zijn vastgesteld, zal overleg met de ontwikkelende partijen noodzakelijk zijn. Gezocht dient te worden naar acceptabele oplossingen voor beide partijen, waarbij intrekking van de bouwvergunning, doch ook planaanpassing alsook zelfs mogelijke terugkoop van gronden een reële optie vormen. Door de invoering van de Wro per 1 juli 2008 is de uitvoering van het grondbeleid veranderd ook in juridische zin veranderd. De gemeente is verplicht bij ieder bouwplan de kosten te verhalen. Bij voorkeur dient dit te geschieden via een anterieure overeenkomst. Dit vereist een onderhandeling met ontwikkelaars en de wijze waarop wordt onderhandeld over het verhalen van kosten die de gemeente maakt voor zo’n ontwikkeling kan vertragend werken. Dit geldt zeker voor projecten waarbij met betrekking tot het verhalen van die kosten de gemeente en de ontwikkelende partij geen overeenstemming kunnen bereiken. In dat geval zal een exploitatieplan moeten worden opgesteld. Het exploitatieplan dient gelijktijdig met het bestemmingsplan te worden vastgesteld. De gemeente gaat ervan uit dat in de meeste gevallen overeenstemming zal worden bereikt. De uitvoering van een aantal projecten kan worden vertraagd als tegen deze projecten bezwaar wordt gemaakt. De juridische procedures voor het Centrumplan zijn met het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan afgerond. Planschade De risico’s met betrekking tot planschade worden zo veel mogelijk afgewenteld op de projectontwikkelaar. Echter bij projecten die de gemeente zelf uitvoert, of waarvan de contracten reeds langer geleden zijn getekend, kan de planschade niet op een derde partij worden afgewenteld. In de procedure van de erven van heer Zillekens tegen de provincie en de gemeente aangaande de gebruikte onteigeningsprocedure ten behoeve van de aanleg van de S23 heeft het Hof Arnhem in 2010 partijen in overweging gegeven tot een minnelijke regeling te komen. Dit heeft geresulteerd in een compromisvoorstel. Daarnaast zal bekeken moeten worden welk deel van de claim en de juridische kosten zal worden betaald door de provincie en welk deel door de gemeente. In de loop van het 3 e kwartaal van 2011 wordt hieromtrent duidelijkheid verwacht. Met betrekking tot de volgende projecten zijn planschadeverzoeken in behandeling: Ursulinenpark, Niersprinkstraat-Koninginnestraat, Marktstraat-Einderstraat, Grachterheide en Rolduckerstraat Tevens zijn enkele planschadeverzoeken in behandeling voor het Bestemmingsplan Buitengebied. Marktrisico’s Door de gevolgen van de economische crisis en de krimp geldt een marktrisico voor de volgende projecten: Locht, Rolduckerstraat, Pastoor Theelenstraat, Grachterheide, Kleingraverstraat, Teutelebroekstraat-Kerkvoetpad, Dir. van der Mühlenlaan. Daarnaast beschikt het OBK nog nauwelijks over nieuwe winstgevende locaties, waarmee negatieve ontwikkelingen in de geprognosticeerde grondverkopen kunnen worden opgevangen. De winstgevende locaties die nu in het ontwikkelingsprogramma zijn opgenomen zijn reeds dichtverplicht. De nieuwe ontwikkelingslocaties liggen in binnenstedelijke locaties en herstructureringsgebieden. Hierbij is sprake van grondexploitaties met forse grondkosten, waarbij de financiële haalbaarheid van de plannen een kritisch probleem vormt. Zeker als gevolg van de krimp is bij de herstructureringslocaties sprake van tekortlocaties en niet meer van opbrengstlocaties.
117
De noodzaak voor vernieuwing en sloop op bestaande woningbouwlocaties en voor revitalisering van bedrijfsterreinen neemt toe, met als gevolg een omgekeerde verdiencapaciteit (“er moet geld bij”), aldus het rapport van de rekenkamercommissie in 2009. In een plan van aanpak om deze ontwikkeling het hoofd te bieden is aangeduid dat een integrale aanpak noodzakelijk zal zijn. Door gerichte investeringen in de herstructurering van de woningvoorraad, in economische structuurversterking alsook in versterking van de identiteit van Kerkrade kan een omslag van een negatieve prijsspiraal naar een waardevermeerdering van vastgoed worden gerealiseerd. Kerkrade-West geldt in dit kader als een pilotproject.
118
§8.
Paragraaf krimp: omgaan demografische ontwikkelingen gemeente Kerkrade
Hoewel in deze begroting het onderwerp al diverse malen is aangesneden, wordt in deze paragraaf meer integraal ingegaan op de gevolgen van de demografische ontwikkelingen. Deze gevolgen zijn aanzienlijk. Middels deze paragraaf kan de samenhang van de aanpak en maatregelen worden toegelicht. Daarnaast beschikt de gemeente over een instrument om jaarlijks de stand van zaken aan te geven. Onderstaand wordt ingegaan op de visie van de gemeente op krimp en de opgaven voor de woningvoorraad, de openbare ruimte en de voorzieningen. Om een indruk te geven van de kosten komen ook de financiën kort aan bod. Het blijkt overigens bijzonder lastig om de uitgaven voor “krimp” exact af te zonderen. Omwille van de efficiëntie en doeltreffendheid worden binnen projecten namelijk vaak zaken integraal opgepakt. De gerelateerde kosten zijn verweven in alle posten. Deze onderwerpen worden waar relevant nog verder uitgediept bij de betreffende beleidsvelden en in de paragraaf grondbeleid. a. De visie van Kerkrade op de krimp Na een periode van ontkenning en “rouw”, heeft de gemeente Kerkrade de krimp als autonome ontwikkeling geaccepteerd. Het is nu zaak om de kansen, die de krimp biedt, aan te grijpen. Kerkrade trekt in dit kader gezamenlijk op met de gemeenten in de stadsregio Parkstad Limburg. Er is voor diverse thema’s gezamenlijk beleid (onder andere wonen en retail) opgesteld en er zijn regionale afspraken hierover gemaakt, bijvoorbeeld de transformatie van de bestaande woningvoorraad. In de Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 (30 maart 2011) is de ontwikkeling van Kerkrade beschreven. In deze visie staat de ambitie van Kerkrade. Kerkrade wil ook in 2020 een Europese en gastvrije stad zijn. In de gemeentelijke structuurvisie zijn gebieden aangewezen waarbinnen ontwikkeling, verdunning of beheer is voorzien. In de ontwikkelingsgebieden (Heilust/Spekholzerheide, Bleijerheide/Vroenhof en Rolduckerveld) zal de komende jaren met name een ingrijpende aanpak van de woningvoorraad en openbare ruimte plaatsvinden. Ook is in de integrale visie opgenomen dat Kerkrade de maatschappelijke voorzieningen zoals zorg-, onderwijs- en sportvoorzieningen concentreert en gelijkmatig verspreidt over de stad en deze kwalitatief verbetert. De gemeentelijke structuurvisie wordt de komende jaren verder uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de stadsdelen West, Oost en Noord. Op 23 februari 2011 is de Stadsdeelvisie Kerkrade-West vastgesteld. Daarbij is een gemeentelijk budget van circa 2,4 miljoen beschikbaar gesteld ten laste van de ‘reserve structuurfonds’. Overige partijen dragen ook bij aan het project. Deze stadsdeelvisie fungeert als pilot voor de Limburgse wijkenaanpak. Begin 2011 hebben Rijk, provincie en de stadsregio Parkstad Limburg gezamenlijk een zogenaamd “Transformatiefonds” opgericht om de structurele leegstand terug te brengen teneinde de leefbaarheid te verbeteren. In juli 2011 heeft de regio de Notitie Uitwerking Transformatiefonds vastgesteld. Alle partijen leveren een bijdrage van ieder 14,75 miljoen aan dit fonds. Kerkrade levert daarin via haar deelname in de stadsregio ook haar aandeel. Initiatieven met een regionaal effect of pilots voor de regio kunnen rekenen op een bijdrage uit dit fonds. Bedreigingen De gevolgen van krimp worden steeds beter zichtbaar. Zo loopt het leegstandscijfer van woningen en winkels in Kerkrade de laatste jaren verder op en ligt leegstand dikwijls in combinatie met verpaupering op de loer. Het draagvlak voor voorzieningen komt onder druk te staan. Het voorzieningenniveau moet door minder inwoners gedragen worden. Eerst treedt een periode van transitie op; een overgang naar een nieuwe balans. Daar waar in het verleden veel voorzieningen op buurtniveau aanwezig waren, zullen deze nu meer geclusterd moeten worden. Denk daarbij aan onderwijs, sport, speelvoorzieningen en het zorgaanbod. Tot slot zijn er brede en forse financiële gevolgen. De inkomsten van de gemeente verminderen aanzienlijk (o.a. algemene uitkering, belastingen). Dit geldt ook voor externe partners (onderwijs, zorg, corporaties, culturele instellingen, etc). Daarentegen nemen de benodigde gemeentelijke uitgaven en die van de externe partners toe, zowel in de ruimtelijke, economische als sociale sector.
119
Kansen De bevolkingsontwikkeling biedt ook kansen. Kerkrade kan, en zal, kiezen voor kwaliteit boven kwantiteit. Niet alleen de woningvoorraad wordt verbeterd, maar ook de woonomgeving. Doordat er meer ruimte vrijkomt, zal er meer aanleg van groen in en om de wijken mogelijk zijn. Dit komt het woonen verblijfsplezier ten goede. De diverse centra en de voorzieningen krijgen een kwaliteitsimpuls. Door voorzieningen te bundelen, kan ook hier meer worden geïnvesteerd in minder. Naast deze kansen voor de wijken, blijft Kerkrade ook inzetten op de doorontwikkeling van het speerpunt toerisme. Dit heeft de laatste tijd al vruchten afgeworpen door een grote toename van bezoekersbestedingen en diverse stimuleringsprijzen. Tot slot bieden de ontwikkelingen van de (eu)regionale infrastructuurverbindingen kansen. Hierdoor verbreedt het draagvlak en kan Kerkrade samen met de partners zich op een hoger schaalniveau profileren. De bouw van twee campussen bij de RWTH in Aken kan een extra impuls betekenen. Om deze kansen goed te benutten, staat de gemeente de komende jaren voor een forse opgave. Deze pakt Kerkrade waar mogelijk lokaal en waar nodig (eu)regionaal op. De opgaven hebben ondermeer betrekking op de woningvoorraad, openbare ruimte en voorzieningen. Hoewel Kerkrade de opgave integraal benadert, worden deze drie aspecten verder toegelicht. Door samen met de inwoners de opgave aan te gaan, en de samenwerking met en de steun van externe partijen goed in te zetten, kan Kerkrade de kansen van bevolkingskrimp benutten. b. De herstructurering van de woningvoorraad In 2009 is de regionale herstructureringsvisie vastgesteld. Hieraan hebben alle Parkstadgemeenten en de daarin werkzame corporaties meegewerkt. In deze visie is op stadsdeelniveau de opgave tot 2020 vastgesteld. Een belangrijke uitdaging is de transformatie van de woningvoorraad. Ten gevolge van de bevolkingsontwikkeling zullen er in Kerkrade tot 2020 bijna 2.900 woningen aan de voorraad onttrokken moeten worden op basis van de transformatieopgave (envelop) met peildatum 1 januari 2010. Dat betekent voor de stad als geheel een kostenpost in de orde van grootte van circa 300 miljoen in termen van sloopkosten en boekwaarden, volgens de eerste indicaties. Een omvangrijke ingreep, die zowel in de huur- als in de koopsector zal moeten plaatsvinden en die alleen met financiële steun van derden zoals Rijk en provincie kan worden aangepakt. Deze reikt verder dan de woningvoorraad alleen, maar heeft ook gevolgen voor de woonomgeving en de sociale structuur in de wijken. Voor meer informatie zie beleidsveld 1 (Bouwen en Wonen) en paragraaf 7 (Paragraaf Grondbeleid). c. De herinrichting van de openbare ruimte Ten gevolge van de sloop, zal er meer openbare ruimte in de wijken komen. Deze zal hoofdzakelijk groen worden ingericht. Er ontstaan op die manier groene plekken in de wijk, maar ook groene zones door de wijken. Hierdoor worden groenstructuren beter met elkaar verbonden. Dit is een belangrijke kwalitatieve ontwikkeling. De stedelijke gebieden van Kerkrade kennen namelijk een hoge bebouwingsgraad en er is weinig buurtgroen. Het groen van Kerkrade ligt niet in, maar tussen de diverse wijken. Door de ontwikkeling van rood naar groen, komen de huidige – te verbinden - groenstructuren beter tot hun recht en wordt er meer buurt- en wijkgroen ontwikkeld. Op die manier ontstaan hoogwaardigere woonmilieus die een hogere leefbaarheid met zich meebrengen. Een klein deel van de extra openbare ruimte zal worden ingericht als parkeerterrein om de parkeerdruk met name in de nabijgelegen nauwe oude straten op te vangen. d. Concentratie van voorzieningen Zoals aangegeven, gaat Kerkrade toe naar “Mooier door minder”. Dit betekent ondermeer het bundelen van voorzieningen, zoals eerder in dit hoofdstuk is aangegeven. Op een aantal fronten is dit al flink in gang gezet. Diverse schoollocaties zijn samengevoegd. Voor het voortgezet onderwijs is de Campus (circa 21 miljoen euro) gebouwd. Dit multifunctionele gebouw voorziet niet alleen in onderdak voor onderwijs, maar ook de muziekschool, de Vrije Academie en jongerenvoorzieningen vinden hier een plek. Voor het basisonderwijs wordt ingezet op het concept “Brede School”, waarin meerdere basisscholen en andere voorzieningen worden ondergebracht (voor de Steltloper is circa 4,5 miljoen besteed en voor School Plein is circa 5,6 miljoen beschikbaar gesteld/gereserveerd). In de gemeentelijke structuurvisie staat dat
120
de concentratie van onderwijsvoorzieningen zal worden afgerond. De bestaande locaties krijgen eveneens een kwaliteitsimpuls. Bundeling heeft tevens plaatsgevonden bij diverse voetbalverenigingen. Ten aanzien van gemeenschapshuizen is spreiding en upgrading noodzakelijk. Door deels renovatie en deels nieuwbouw moet worden voorzien in multifunctionele accommodaties die functioneren als spil in de wijk. Voor MFA Socioproject is 2,3 miljoen besteed en voor MFA West is 4,0 miljoen gereserveerd/beschikbaar gesteld. Er is gekozen voor een concentratie van retailvoorzieningen in een aantal benoemde clusters. De opwaardering van een aantal wijkcentra wordt afgerond (Carboonplein - circa 1,7 miljoen besteed, Maria Gorettiplein, kern Eygelshoven - circa 3,1 miljoen besteed) en de stad staat aan de vooravond van een nieuwe impuls voor het stadscentrum (Centrumplan - 3,5 miljoen beschikbaar gesteld/gereserveerd voor publieke functies/ruimten) en herinrichting van het Atriumterrein (circa 1 miljoen beschikbaar gesteld/gereserveerd)). Voor de bedrijventerreinen wordt ingezet op revitalisering en beheer, in plaats van op uitbreiding. Regionaal is er voldoende capaciteit, dus wordt gekozen voor kwaliteitsverbetering van de bestaande terreinen. Kerkrade zal onverminderd inzetten op de doorontwikkeling van diverse toeristische voorzieningen, zoals die nu al succesvol aanwezig zijn. e. Overige onderwerpen Gelet op de bevolkingsontwikkeling, zal er meer behoefte aan zorg komen. Er komen immers meer ouderen. Er zal moeten worden ingespeeld op deze veranderende zorgvraag. Zowel sociaal, financieel als ruimtelijk moeten er maatregelen worden getroffen. Hierbij is ook de arbeidsmarkt een aandachtspunt. Doordat de beroepsbevolking afneemt en de zorgvraag toeneemt, ontstaat er mogelijk een tekort aan zorgmedewerkers. Tot slot zal er ingezet moeten worden op de sociale cohesie. Door de veranderende bevolkingssamenstelling, de individualisering en de fysieke ingrepen in de wijken, verdient deze alle aandacht. Door een integrale aanpak zal Kerkrade moeten gaan voor een goed sociaal klimaat in de wijken en in de stad. In de gemeentelijke structuurvisie is aangegeven dat we een levensloopbestendige stad willen zijn met passende zorg en zelfredzame inwoners. f. Financiën Deze paragraaf is ook op verzoek van de Provincie en het Ministerie van BZK opgenomen, in verband met de tijdelijke extra middelen die in de periode 2011 – 2015 worden ontvangen middels de algemene uitkering. Deze toevoeging zal na vijf jaar worden geëvalueerd en beoordeeld in het jaarlijkse Periodiek Onderhoudsrapport gemeentefonds (POR). Daartoe zal onderzoek worden gedaan bij de gemeenten die in aanmerking komen voor deze krimpmaatstaf. Omdat een bedrag per feitelijk “verloren inwoner” wordt ontvangen en daarnaast de uitkeringsfactor kan veranderen met elke circulaire, is in de loop der tijd een schommeling in de extra middelen mogelijk. De actuele bedragen (peil meicirculaire 2011) zijn circa 1,3 miljoen in 2011, 1,2 miljoen in 2012 en 2013, 1,1 miljoen in 2014 en 1,0 miljoen in 2015. Gezien de hiervoor genoemde bedragen een welkome aanvulling. Door de krimp daalt in elk geval de algemene uitkering. Dit werd reeds in 2008 door de Raad voor de Financiële Verhoudingen (RFV) in haar rapport ‘Bevolkingsdaling, gevolgen voor bestuur en financiën’ voorspeld. In hoeverre sprake is van een evenredigheid tussen lagere inkomsten en lagere kosten is tevens onderzocht. De kern van hun verhaal was: ‘Krimpgemeenten hebben tijdens de krimp hogere lasten omdat het voorzieningenniveau niet evenredig kan dalen met het inwoneraantal. Hun vermogen om het voorzieningenniveau op peil te houden wordt daarmee serieus op de proef wordt gesteld en nieuwe ontwikkelingen worden geblokkeerd’. De RFV staat hierin niet alleen. Uit Duits onderzoek (Prof. Dr. Martin Junkernheinrich, T.U. Kaiserslautern) blijkt dat krimpgebieden hiermee vaak worden geconfronteerd. Dit fenomeen wordt ook wel kostenremanentie genoemd. Dit doet zich bijvoorbeeld sterk voor bij het rioolstelsel. Het stelsel wordt niet kleiner bij een dalend inwoneraantal, het ligt er immers, het is een complex en samenhangend systeem en moet (grotendeels) blijvend onderhouden worden om een goede werking te garanderen.
121
Financiële begroting
123
Dit gedeelte van de begroting omvat o.a. een nader overzicht van baten en lasten op totaalniveau en een uiteenzetting van de financiële positie, voorzien van een korte toelichting.
§1.
Financiële beschouwingen
De begroting 2012 is sluitend. Dat is geen verrassing, aangezien de jaarschijf 2012 van de Voorjaarsnota 2011 financieel 1 op 1 vertaald is naar de begroting 2012. Onderstaand treft u een financiële samenvatting van de Voorjaarsnota aan voor jaarschijven 2012 - 2015. Voor een toelichting op de mutaties per beleidsveld verwijzen wij naar Voorjaarsnota 2011. blveld saldo begroting Najaarsnota 2010 algemene uitkering
0
2012
2013
2014
2015
1.165
855
354
354
- 183
- 632
- 603
- 603
46
46
46 - 53
verzekeringen
0
46
regiobranding
4/10
- 48
rij- en reisdocumenten
10
118
- 45
- 14
parkstad
10
tennisaccommodaties
11
- 10
- 10
- 10
- 10
exploitatiekosten MFA Kerkrade West
11
- 58
- 58
onkruidbestrijding op verharding
11
- 54
- 54
- 54
- 54
diverse mutaties bedrijfsvoering
div
5
5
20
29
1.039
165
- 319
- 378
saldo begroting 2012 peil Voorjaarsnota 2011
- 29
Meerjarig was derhalve nog geen sprake van een sluitende begroting. Er zijn inmiddels wel ambtelijk voor een totaalbedrag van 3,4 miljoen aan keuzemogelijkheden bezuinigingen in beeld gebracht, het zgn. “blauwe boekje”. Verder zijn ook de resultaten van de meicirculaire bekend. Dit leidt tot een geactualiseerd financieel perspectief per medio juni 2011, waarvan u middels een raadsinformatiebrief kennis heeft kunnen nemen. In de Najaarsnota 2011 treft u weer aan een volledig geactualiseerd beeld aan de hand van de laatste ontwikkelingen. In de “Staat van reserves en voorzieningen” die bij de bijlagen achterin dit boekwerk is opgenomen, treft u aan een meerjarig overzicht van alle reserves en voorzieningen.
§2.
Financiële positie – recapitulatie baten, lasten, investeringsprogramma
Op de hierna volgende pagina’s is een overzicht van de baten en lasten per beleidsveld opgenomen voor zowel de rekeningcijfers 2010, de bijgestelde begroting 2011 als de (primaire) begroting 2012 – 2015. Tevens is het meerjarig investeringsprogramma weergegeven. In het overzicht per beleidsveld is eerst het saldo vóór resultaatbestemming zichtbaar gemaakt, dus zonder rekening te houden met mutaties in reserves. Vervolgens worden de begrote toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zichtbaar gemaakt, om te komen tot het saldo ná resultaatbestemming. Bovengenoemde gegevens zijn ook vermeld bij de diverse beleidsvelden. Een overzicht van de geraamde algemene dekkingsmiddelen inclusief de post onvoorzien wordt weergegeven in het onderdeel “algemene dekkingsmiddelen” van de beleidsbegroting. Voor wat betreft de financiering wordt verwezen naar de beleidsbegroting, onderdeel “Financieringsparagraaf (treasury)”. Voor de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar het overzicht “Staat van reserves en voorzieningen” bij de bijlagen achter in dit boekwerk.
124
Zoals in de beleidsbegroting al aangegeven bij de “algemene dekkingsmiddelen” zullen de gevolgen van de meicirculaire 2011 worden verwerkt in de Najaarsnota 2011, samen met de overige ontwikkelingen ná de Voorjaarsnota 2011. Volledigheidshalve wordt hieronder voor de jaren 2012 -2015 een doorkijk gegeven van de effecten van de meicirculaire 2011 op basis van actuele gegevens, alsook de medio juni 2011 overige bekende ontwikkelingen meegenomen (conform de raadsinfobrief van 29 juni 2011).
Saldo begroting VJN2011
1)
2011
2012
2013
2014
2015
3,6
1,0
0,2
-/- 0,3
-/- 0,4
-/- 0,2
pm
pm
pm
0
-/- 0,4
-/- 0,2
0,6
0,4
0
0,1
0
0,3
0
Dividend Essent (vrijval escrow) 1)
1,7
Gedeelte rekeningresultaat 2010 1)
0,4
1)
Vorming reserve WSW Transitiekosten GGD (mogelijke toekomstige besparingen “pm”) Meicirculaire
Begrotingssaldo medio juni 2011, excl. risico’s en aandachtspunten Alle bedragen afgerond * uitgewerkt.
-/- 5,7
-/- 0,3
1 miljoen, in de Najaarsnota 2011 zal e.e.a. zoals gebruikelijk nog meer in detail worden
1)
Toelichting vorming reserve WSW: Het college heeft inmiddels het principebesluit genomen om voor de problematiek WSW/Licom een reserve van in totaal 6,0 miljoen te vormen. Naar verwachting en met de huidige inzichten kan hiermee de problematiek de komende jaren financieel worden afgedekt. De directie van Licom verwacht vanaf 2015 namelijk weer uit de rode cijfers te zijn. Het bedrag is gevormd uit het saldo van de VJN2011 (jaarschijf 2011 3,6 miljoen en gedeelte 2012 0,3 miljoen), de meevaller dividend Essent (vrijval escrow 7 miljoen) en een gedeelte van het rekeningresultaat 2010 0,4 miljoen. Bij bovengenoemd begrotingssaldo gelden nog diverse risico’s en aandachtspunten. Deze zijn reeds benoemd in de risicoparagraaf bij de VJN2011 en nog steeds actueel. Een actueel en meer gedetailleerd beeld van álle plussen en minnen t.o.v. het begrotingssaldo wordt gegeven in de Najaarsnota 2011. Voor de bepaling van de financiële consequenties van het pakket aan maatregelen uit de circulaire e.d. is de meerjarige ontwikkeling van onder meer woonruimtenvoorraad, inwoneraantallen en bijstandsontvangers belangrijk. Daarbij zijn de volgende geactualiseerde uitgangspunten gehanteerd: Maatstaf
2012
2013
2014
2015
inwoners
47.100
46.800
46.500
46.200
bijstandsontvangers woonruimten uitkeringsfactor
totaal algemene uitkering x
1.856
1.856
2.023
2.119
24.553
24.453
24.353
24.253
1,532
1,536
1,553
1,551
0
De stijging van het aantal bijstandsontvangers vanaf 2014 heeft te maken met de invoering van de Wet werken naar vermogen per 2013. Hierin worden de diverse huidige regelingen gebundeld. Dit heeft zijn weerslag op de algemene uitkering vanaf 2014. Daarbij zijn de landelijke prognoses gehanteerd.
125
Recapitulatie baten en lasten per beleidsveld tot en met voorjaarsnota 2011 = primaire begroting 2012
nr
omschrijving beleidsveld
( x 1.000 )
bijgestelde
prim aire
m eerjaren
meerjaren
m eerjaren
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Lasten 00
Algem ene dekkingsm iddelen
6.362
6.816
19.140
11.410
8.578
01
Bouwen en wonen
6.753
14.081
5.243
6.422
4.329
10.730 4.114
02
Verkeer en vervoer
1.599
1.390
1.281
1.269
1.248
1.236
03
Milieu
7.036
5.887
6.253
6.301
6.301
6.301
04
Economie en toerisme
1.240
1.326
1.386
1.161
1.205
1.202
05
Veiligheid en handhaving
5.597
6.197
5.599
5.599
5.594
5.594
06
Jeugd
9.734
8.150
6.546
6.902
6.458
6.387
07
W elzijn, sport en cultuur
10.743
11.731
9.246
9.774
8.931
8.833
08
Zorg
17.452
18.941
17.911
17.456
17.456
17.456
09
W erk en inkomen
65.914
67.749
66.081
66.071
66.070
66.070
10
Bestuur en bedrijfsvoering
9.536
9.206
8.860
8.491
8.655
8.648
11
Beheer
15.006
14.583
13.448
13.229
13.058
12.795
156.972
166.057
160.993
154.084
147.882
149.364 67.968
Totaal lasten Baten 00
Algem ene dekkingsm iddelen
70.856
69.860
69.732
68.679
68.069
01
Bouwen en wonen
3.496
10.815
1.724
1.069
871
871
02
Verkeer en vervoer
1.023
781
720
717
714
710 5.887
03
Milieu
6.645
5.891
5.837
5.887
5.887
04
Economie en toerisme
1.272
808
854
794
869
869
05
Veiligheid en handhaving
781
1.210
785
785
785
785
06
Jeugd
3.814
2.219
732
732
732
732
07
W elzijn, sport en cultuur
1.304
650
645
641
626
626
08
Zorg
09
W erk en inkomen
2.141
2.379
1.956
1.966
1.966
1.966
64.341
62.650
60.897
60.897
60.897
60.897
10
Bestuur en bedrijfsvoering
1.054
967
848
698
747
684
11
Beheer
6.098
5.727
5.520
5.672
5.672
5.672
162.825
163.957
150.251
148.537
147.835
147.667
5.853
-2.099
-10.742
-5.547
-47
-1.697
Totaal baten Resultaat voor bestemm ing
nr
omschrijving beleidsveld
bijgestelde
prim aire
m eerjaren
meerjaren
m eerjaren
rekening
begroting
begroting
begroting
begroting
begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Mutaties reserves - toevoegingen 00
Algem ene dekkingsm iddelen
14.707
14.585
3.522
2.951
2.861
2.222
01
Bouwen en wonen
408
709
537
456
203
203
03
Milieu
150
616
0
0
0
0
11
Beheer
102
0
0
0
0
0
04
Economie en toerisme
300
200
200
200
200
200
15.667
16.110
4.259
3.607
3.264
2.625
Totaal toevoegingen Mutaties reserves - onttrekkingen 00
Algem ene dekkingsm iddelen
10.427
21.665
15.357
8.337
2.676
3.828
01
Bouwen en wonen
35
0
600
900
234
34
03
Milieu
54
0
0
0
0
0
11
Beheer
0
127
83
83
83
83
10.516
21.792
16.040
9.319
2.992
3.944
-5.153
5.682
11.781
5.712
-272
1.319
700
3.583
1.039
165
-319
-378
Totaal onttrekkingen Saldo mutaties reserves Resultaat na bestemm ing
126
bedragen x 1.000 euro
nr.
u/v
actuele raming 2011
omschrijving
raming 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
raming 2011 2015
I Reguliere investeringen kp. kp. kp. kp. 00 00 02 02 04 06 06 07 07 07 09 10 11 11 11 11 11 11 11
v v u v u u u v u u u u v u v v v v v v v v v
200 712 214 112 200 1.722 143 46 19 750 150 1.904 74 20 100 0 2.435 77 155 703 90 370 75
0 325 0 48 100 765 0 20 0 0 0 0 70 0 50 0 2.300 83 155 450 90 400 30
0 325 0 43 100 715 0 20 0 0 0 0 90 0 50 0 2.164 80 155 450 0 400 30
0 325 0 41 100 948 217 20 0 0 0 0 90 0 50 125 2.164 80 155 450 0 400 30
0 325 0 41 100 250 170 20 0 0 0 0 90 0 50 0 2.164 80 155 450 0 400 30
200 2.012 214 285 600 4.400 530 80 19 750 150 1.904 414 20 300 125 11.277 400 775 2.499 180 1.970 195
10.271
4.886
4.622
5.195
4.325
29.299
afbouw centrum onderwijsvoorzieningen nieuwbouw basisschool plein wmo-hulpmiddelen buitenring riolen
0 2.200 0 1.200 3.600 2.269
600 200 1.700 1.200 3.600 1.900
900 200 0 1.200 3.600 1.900
234 200 0 1.200 3.600 1.900
0 200 0 1.200 0 1.900
1.734 3.000 1.700 6.000 14.400 9.869
totaal overige investeringen
9.269
9.200
7.800
7.134
3.300
36.703
lening Holding Stadion Kerkrade BV verstrekte leningen
2.000 43
800 0
500 0
0 0
0 0
3.300 43
totaal leningen
2.043
800
500
0
0
3.343
21.583 14.886 12.922 12.329
7.625
69.345
vervanging GBA-pakket ICT investeringen projecten informatiebeleidsplan diverse transportmiddelen onvermijdbaar investeringsambities verkeer en vervoer: duurzaam veilig parkeren euregionaal eurodepark gymzaal plein scouting gregor brokamp gemeenschapshuizen groot onderhoud en renovatie sportvelden Interregproject BIO-Ecologica reguliere ICT projecten SoZaWe stemmachines regulier wegen, straten en pleinen civieltechnische kunstwerken openbare verlichting gemeentelijke gebouwen herinrichting park Erenstein openbaar groen vastgoed info systeem totaal reguliere investeringen
II Overige investeringen 01 06 06 08 11 11
u u u v u v
III Leningen 07 07
u u
totaal investeringen en leningen
127
§3.
Toelichting baten en lasten
In verband met de integrale benadering beleid versus financiën zijn bij de beleidsvelden ook opgenomen de analyses van de belangrijkste en bestuurlijk relevante afwijkingen van de begroting 2012 versus de rekening 2010 en de bijgestelde begroting 2011. Derhalve worden deze in dit gedeelte van de begroting niet nogmaals opgenomen. Tevens is bij de beleidsvelden aangegeven welke onderdelen nieuw beleid 2012 e.v. betreffen. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen. Zie verder ook paragraaf 1. De “macro”analyse van de kostenplaatsen/indirecte kosten en van de algemene dekkingsmiddelen en diverse overige mutaties in het administratieve beleidsveld 0 is verderop in deze paragraaf opgenomen. a.
Uitgangspunten begroting 2012 - 2015
Bij het samenstellen van de meerjarenbegroting 2012 - 2015 zijn onder andere de volgende uitgangspunten gehanteerd: - Loonsom Ten tijde van de Voorjaarsnota was er nog geen uitsluitsel over de loonontwikkeling in meerjarenperspectief. De onderhandelingen lopen nog. Bij wijze van indexatie wordt rekening gehouden met 1% stijging. - Prijspeil Daar waar ten tijde van de Voorjaarsnota 2011 - 2015 “prijsontwikkelingen” bekend waren is hierin voorzien, bijvoorbeeld de verschuldigde bijdragen van gemeenschappelijke regelingen. - Kapitaallasten De provincie stelt eisen aan de becijfering van de kapitaallasten van de investeringen. Aan de hand van het investeringsprogramma worden de kapitaallasten per begrotingsjaar becijferd, rekening houdende met een gemiddelde investeringsdatum per 1 juli en gehanteerde rekenrente. De kapitaallasten behorende bij het huidige investeringsprogramma voldoen aan deze provinciale eis. In de actuele Financiële verordening gemeente Kerkrade ex. art.212 GW zijn ten aanzien van de afschrijvingen nadere kaders vastgelegd. - Algemene uitkering Bij de becijfering van de algemene uitkering zijn de cijfers van de septembercirculaire Gemeentefonds 2010 gehanteerd voor wat betreft de basis van de algemene uitkering. Zie verder de paragraaf “Algemene dekkingsmiddelen” in de beleidsbegroting en paragraaf 2. Bij laatstgenoemd onderdeel is tevens een doorkijk gegeven van de effecten van de meicirculaire 2011. - Budgettair egaliserende reserves Conform de Nota reserves en voorzieningen 2007 bestaan thans een aantal reserves die een (budgettair) egaliserend karakter hebben. Het betreft thans de volgende reserves: egalisatiereserve afvalverwerking, egalisatiereserve riolen, reserve FWI, reserve kernagenda parkstad, reserve WMO, reserve grondexploitatie OBK, reserve huisvestings-voorzieningen onderwijs, reserve gaiapark en, sinds de invoering van het ondernemersfonds per 2009, de reserve ondernemersfonds voor zover vorming daarvan noodzakelijk is omdat per jaareinde niet alle beschikbare middelen zijn uitgegeven. Een actualisatie van de Nota reserves en voorzieningen is gepland in het najaar 2011. b. Analyse kostenplaatsen / indirecte kosten De kostenplaatsen worden via een bepaalde systematiek doorberekend naar de beleidsvelden (kostendragers), op basis van uren en tarieven. Afwijkingen rekening 2010 - begroting 2012 Kapitaallasten De toerekening van kapitaallasten geven een dalend beeld voornamelijk veroorzaakt door minder rentelasten van langlopende geldleningen. Door de ontvangst van de zgn. essent-gelden is in 2012 geen budget geraamd voor het aantrekken van nieuwe langlopende geldleningen.
128
P-budgetten, macro Het loonsombudget stijgt door enerzijds een salarisverhoging van 0,5% en een verhoging van de eindejaarsuitkering met 0,5% per 1.1.2011 en anderzijds door reguliere uitloop. Verzamelanalyse afdeling P&O De te realiseren taakstellingen op de totale personele paragraaf verlopen volgens de ingezette lijn en worden verdisconteerd met de aanpalende budgetten en premieverschuivingen in de volle breedte. De inzet van incidentele en flexibele middelen lopen op onderdelen in elkaar over en leiden uiteindelijk niet tot overschrijdingen. De vacature-vrijval is grotendeels ingezet voor de taakstellingen waardoor onder meer de kosten van inhuur op onderdelen verder omlaag zijn gegaan. De premiedruk blijft constant en de salarisaanpassingen zijn in de najaarsnota 2010 verwerkt. De stijging van de CAO kosten van de eindejaarsuitkeringen voor het ambtelijke personeel en voor de bestuurders hebben geleid tot meerkosten. Bij de continue afweging van kostenreductie op de verschillende personele budgetten hebben in het verleden overhevelingen de neutrale uitkomst bewerkstelligt. De projecten en ambitieuze doelstellingen voor de komende periode zullen een sterke wissel trekken op de toereikendheid van met name projectondersteuning en flankerend beleid. Gelijktijdig is de begeleiding van medewerkers een belangrijk aandachtspunt waarbij het terugdringen van het ziekteverzuim extra kosten meebrengt. Het totaalbeeld over de loonsomgerelateerde budgetten is ondanks of dankzij versterkt toezicht en afweging marginaal. De voorziene daling van de FPU –uitkeringen hebben er toe geleid dat de bijramingen beperkt blijven tot autonome salarisontwikkelingen en premiewijzigingen welke in de najaarsnota verantwoord worden. Werkplein In 2011 is een afkoopsom ontvangen van het UWV. Hierdoor wordt vanaf 2012 geen vergoeding meer ontvangen. De minder inkomsten worden opgevangen door een onttrekking uit de hiervoor bestemde reservering. Automatisering In 2010 zijn 73.000 meerkosten gemaakt ten behoeve van het Informatiebeleidsplan 2007 - 2010. In 2007 zijn hiervoor gelden gereserveerd. Stortkade In 2010 zijn de gefactureerde bedragen stortkade achtergebleven bij de begroting. Het betreft hier de kosten van transport, grof huishoudelijk afval, snoeiafval en bermmaaisel. In totaal levert dit een voordeel op va 00 ten opzichte van de begroting 2012. Afwijkingen begroting 2011 na bijstelling - begroting 2012 Werkplein In 2011 is een afkoopsom ontvangen van het UWV. Hierdoor wordt vanaf 2012 geen vergoeding meer ontvangen. De ontvangen afkoopsom is gereserveerd in 2011 voor het gemis aan inkomsten in volgende jaren. Automatisering Middels de najaarsnota 2010 is besloten om voor het jaar 2012 reguliere automatiseringskosten.
87.000 beschikbaar te stellen voor
Afwijkingen begroting 2013-2015 - begroting 2012 Kapitaallasten Met name als gevolg van lagere afschrijvingen op de bestaande activa (gevoteerde kredieten t/m 2010) en de door aflossingen lagere rentekosten van langlopende leningen, vallen de kapitaallasten jaarlijks lager uit. (NB: het budget voor de kapitaallasten van de investeringen geraamd in het investeringsprogramma is opgenomen bij het administratieve beleidsveld 0 en niet bij de kostenplaatsen; dit gebeurt pas nadat de investeringen daadwerkelijk zijn gevoteerd).
129
Automatisering Middels de najaarsnota 2010 is besloten om voor reguliere automatiseringskosten gelden beschikbaar te stellen oplopen va 87.00 00 in 2013 e 00 in 2014 e.v.j. Investeringen begroting 2012
Bedragen x Gewijz. ram.2011
Raming 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
0 Raming totaal
Uitbreiding
214
0
0
0
0
214
Vervanging
1.024
373
368
366
366
2.497
Totaal tbv kostenplaatsen
1.238
373
368
366
366
2.711
Afwijkingen ramingen 2011-2015 De vervanging van het GBA-pakke 0) is doorgeschoven van 2010 naar 2011 (njn 2010). Een restant-krediet van 367.000 voor ICT-investeringen is overgeheveld van 2010 naar 2011. Van dit overgeheveld naar het budget “vastgoed info systeem”. budget i Van het budget “diverse transportmiddelen” 2010 is een bedrag van 80.000 overgeheveld naar 2011. In de Voorjaarsnota 2011 is van dit budge doorgeschoven naar 2012. c.
Analyse algemene dekkingsmiddelen exclusief kostenplaatsen (VJN2007 t/m VJN 2011)
Onderstaand volgt een samenvatting van de mutaties van de VJN2007 t/m VJN2011, voorzover zij nu nog leiden of hebben geleid tot een afwijking voor de jaren 2010 t/m 2015 ( jaar t-2 t/m t+4). De jaarschijven die niet meer relevant zijn, worden weggelaten in de teksten. Dit betreft alleen de algemene dekkingsmiddelen en diverse mutaties reserves. VJN2007 De voortzetting van de lijn tariefstijging OZB alsmede volume-uitbreiding betekent voor de jaarschijf 2011 een plus va 00. In de reserve Kernagenda moet een jaarlijkse storting t.b.v. de aanleg Ringwegen plaatsvinden. Dit betekent voor 2011 e.v. een nadeel va 000. NJN2007 De jaarschijf 2010 van de Algemene Uitkering is nadelig. -/- 307.000 euro. Dit is onder meer een gevolg van het krimpscenario en het vervallen van een suppletie-uitkering. De rectificatie die Biza op de junicirculaire 2007 aanbrengt zorgt voor een positieve reeks, voor 2010 +/+ 100.000, voor 2011 +/+ . Om de begroting 2010 sluitend te krijgen is een eenmalige onttrekking uit de Reserve parkeerfonds exploitatie noodzakelijk voor een bedrag van 604.000. Voorts is nog een bedrag van 2.030.000 gereserveerd t.b.v. de Rodahal. VJN2008 Indexatie 2012 en extra tariefverhoging 2009 en 2010 leiden met betrekking tot de opbrengst OZB tot een hogere meerjarige reeks. 2010 +/+ 168.000, 2011 +/+ 170.000 en 2012 +/+ 305.000. De extra tariefsverhoging is overigens weer teruggedraaid, hetgeen in de Najaarsnota 2008 is verwerkt. De reserve FWI wordt additioneel belast,in 2010 en in 2011 voor
00.
NJN2008 De in de VJN2008 aangekondigde OZB-verhoging is teruggedraaid. Dit betekent een nadeel van 9 oplopend naar een nadeel va 172.000 in 2012. De doorrekening van de meicirculaire 2008 gaf de volgende meevallers: +/+ , +/+ 1.317.000 (2012 e.v.).
130
1.685.000 (2010), +/+
VJN2009 De septembercirculaire 2008 t/m het bestuurlijk akkoord van 17 april 2009 gaf per saldo de volgende mutaties: + 000 in 201 2011 en 012 e.v. De reserve parkeerfonds wordt belast met een onttrekking va
.333.000 (+/+) in 2010.
NJN2009 De meicirculaire gaf per saldo de volgende mee- en vooral tegenvallers: -/13.000 (2012) e .000 (2013).
351.000 (2010), -/-
Plusindexering van de hondenbelasting leidt tot een positieve reeks die oploopt van . naar
10.000 in 2010
VJN2010 De septembercirculaire liet toch nog een positief beeld zien, resulterend in een voordeel van 2010 oplopend naar .000 vanaf 2013.
435.000 n
Het dividend BNG pakt voor begrotingsjaar 2010 gunstig uit, als gevolg van beter dan verwachte resultaten 2009 (+/+ 130.000). In 2009 is het productie- en leveringsbedrijf van Essent NV aan RWE verkocht. Er is een reserve Essent gevormd voor het (tijdelijk) parkeren van de verkoopopbrengst. Eenmalig is 10 miljoen ingezet voor het afboeken van activa, om mede daardoor het oude dividend structureel te kunnen compenseren, samen met de nieuwe structurele opbrengsten (Enexis en Attero, 0,67 miljoen). Tevens is 15 miljoen ingezet voor de vorming van de reserve structuurfonds. De positieve begrotingssaldi 2010 en 2011 ( parkeerfonds toegevoegd.
1.130.000 resp.
148.000) worden aan de reserve
NJN 2010 De juni-circulaire 2010 gaf meevallers van 1.060.000 (2010), 2.130.000 (2011), 2.900.000 (2012), 3.690.000 (2013), 3.190.000 (2014). Met name positief door tijdelijke krimpgelden (2011-2015) en ontwikkelingen bijstand. De dividendramingen zijn meerjarig bijgesteld. Dit betreft Enexis, Attero, Publiek Belang en BNG. Incidentele dividendmeevallers waren er als gevolg van de verdere afwikkeling van de verkooptransactie Essent. Dit leidt tot de volgende reeks: 261.000 (2010), 180.000 (2011), 325.000 (2012) en e.v.). Rekening 2010 De algemene uitkering inclusief maartcirculaire 2011 liet per saldo nog een voordeel zien voor het jaar 2010 va 49.000. VJN 2011 De septembercirculaire 2010 resulteert in de volgende reeks: +/+ 211.000 (2011), -/183.000 (2012), -/632.000 (2013), -/603.000 (2014 e.v.), met name als gevolg van ontwikkeling bijstandsontvangers. d.
Inzet incidentele middelen
Er zijn geen incidentele middelen ingezet om de exploitatie 2012 sluitend te krijgen. Ook meerjarig is hier (vooralsnog) geen sprake van. Mocht dit nodig zijn, dient hiertoe in beginsel de reserve parkeerfonds exploitatie. Uitgangspunt is wel dat m.n. de reservepositie wordt ingezet om incidentele tegenvallers c.q. risico’s of eenmalige investeringen te dekken.
131
Het geraamde verloop van de reserve parkeerfonds exploitatie vanaf 2012 kan als volgt worden weergegeven (peil VJN2011): 2012
2013
2014 1.010
1.040
1.040
1.040
Saldo begin
850
950
Gefaseerde terugstorting vanuit schuldhulpverlening
100
90
Saldo eind
950
1.040
( bedragen x
2015
1.000 )
Uit de recente tussentijdse rapportages bleken nauwelijks afzonderlijk geraamde substantiële incidentele baten of lasten voor de exploitatie in 2012. Wel kan worden gesteld dat de gevolgen van de economische crisis, zoals ondermeer gereflecteerd wordt in: • ten opzichte van historische reeksen vanaf 2008 gegroeide bijstandsaantallen met navenante kosten (de onlangs verbeterde MAU reduceert de financiële effecten enigszins tot 2,5% van het tekort op basis van de werkelijke uitgaven); • vanaf eind 2008 toenemende kosten schuldhulpverlening en bijzondere bijstand; • verschuivingen/vertragingen in grondexploitaties (zie ook paragraaf grondbeleid); zorgen in een bepaalde mate voor incidentele lasten c.q. tegenvallers, althans tot de economie weer een blijvend herstel heeft laten zien. De inzet van de overige reserves zijn als “regulier” te beschouwen en passen binnen de doelstellingen en kaders van de betreffende reserves (budgettair egaliserende reserves, zie ook hiervoor). Daarbij kan wel geconcludeerd worden dat de reserve WMO onder druk komt te staan bij ongewijzigd beleid. Dit heeft momenteel de aandacht. Opgemerkt zij dat de resultaten uit grondexploitaties zoals verdisconteerd in de “reserve grondexploitaties OBK” uiteraard wel eenmalig zijn. Zie hiervoor ook de “Paragraaf grondbeleid”.
132
Bijlagen
133
Afkortingslijst AVV AWBZ
Adviesdienst Verkeer en Vervoer. Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
BAO BBV BCF BIBOB BLG BNG BOB BOS BTM BTW BVE
Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten Besluit Begroting en Verantwoording BTW Compensatiefonds Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur Bank Limburgse Gemeenten Bank Nederlandse Gemeenten Beslissingen op Bezwaar Buurt Onderwijs Sport Bedrijventerreinenmanagement Bruto Toegevoegde Waarde Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
CAZ CBC CBS CJG CVV
Collectieve Aanvullende Ziektekostenverzekering Centrale Bezwaarschriften Commissie Centraal Bureau voor de Statistiek Centrum voor Jeugd en Gezin Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
DUBO
Duurzaam Bouwen
ETIL
Economisch Technologisch Instituut Limburg
FIDO FPU FWI
Financiering Decentrale Overheden (wet) Flexibele Pensioen Uitkering Fonds Werk en Inkomen
GBA GFT GGD GHOR GRP
(wet) Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens Groente. fruit en Tuin (afval) Gemeentelijke Gezondheidsdienst Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeentelijk Riolerings Plan
HRM HULK
Human Resource Management Herzogenrath, Ubach-Palenberg, Landgraaf en Kerkrade
ICT ITJ ISV
Informatie Communicatie Technologie Integraal Toezicht Jeugd Investeringsbudget Stedelijke vernieuwing
JGZ JPP
Jeugdgezondheidszorg Jeugd Preventie Plan
KCC KOV
Klant Contact Centrum Kinderopvang
LED
Light emitted diode
MER MKB MSC
Milieu Effect Rapportage Midden- en Kleinbedrijf Medium Sized Cities
NASB NOC/NSF NPR-norm
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen Nederlands Olympisch Comité / Nederlands Sport Federatie Lichttechnische richtlijn met aanbevelingen, berekeningen en oplossingen om een bepaald lichtniveau op de weg te bepalen. Naamloze Vennootschap
NV
135
136
SOCIALE KREDIETVERTSREKKING EN SCHULDHULPVERLENING IN LIMBURG (KREDIETBANK LIMBURG)
05.
WERKVOORZIENINGSSCHAP O.Z.L.
03.
PARKSTAD LIMBURG
G.G.D. ZUID-LIMBURG INCL. GENEESKUNDIGE HULPVERLENING BIJ ONGEVALLEN EN RAMPEN (GHOR
02.
04.
REINIGINGSDIENSTEN RD4
Verbonden partij
01.
nr.
Overzicht verbonden partijen
Voortzetting samenwerking
Beleidsvoornemens
Het verlenen van hulp en financiële steun aan burgers die door schuldenlast in financiële en maatschappelijke problemen zijn gekomen (armoedebeleid).
Structuurversterking van de regio gericht op impulsen op het gebied van economie, ruimte & mobiliteit en wonen.
Jaarlijks wordt een begroting en jaarplan vastgesteld waaruit het voorgenomen beleid blijkt. In het bijzonder zijn thans de volgende speerpunten 2012 vastgesteld: Campus Avantis & Nieuwe energie, gebiedsontwikkeling Parkstadring, Groenagenda, Grensoverschrijdend openbaar vervoer, IBA, Herstructuering, en Culturele lente 1. het trachten te voorkomen dan wel op te lossen van problematische financiële situaties van burgers door het voeren van een adequaat en actief inkomens-
Evaluatie huisvesting ivm efficiency, uitbouwen academische werkplaats, integrale benadering productenaanbod, invoering inkoop via 4 jarige beleidscyclus. Voorzien in de werkgelegenheid Terugdringen wachtlijst/activeren (gesubsidieerde arbeid) en in de wachtlijst/proef met arbeidsrevalidatie en test- en loonsubsidiedifferentiatie trainingsmogelijkheden voor WSW geïndiceerden
Het behartigen van de belangen van de gemeenten op het terrein van de volksgezondheid ten behoeve van de bevolking.
Het (doen) inzamelen en bewerken van afvalstoffen, het reinigen van de openbare ruimten en daarmee samenhangende taken alsmede het bestrijden van gladheid (pluspakket).
Doel/openbaar belang
9. Werk en inkomen
10. Bestuur en bedrijfsvoering
9. Werk en inkomen
5. Veiligheid/ handhaving 8.Zorg
3. Milieu
Relatie met beleidsveld
Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht en
Brunssum, Gulpen-Wittem, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenberg a/d Geul en Voerendaal Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Onderbanken, Simpelveld, Voerendaal en Nuth
Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal overige 18 gemeenten ZuidLimburg
Andere deelnemers
Gemeenschappelijke Regeling
Gemeenschappelijke Regeling (WGR+)
Gemeenschappelijke Regeling
Gemeenschappelijke Regeling
Gemeenschappelijke Regeling
Rechtsgrond
137
NAZORG LIMBURG
WATERLEIDING MAATSCHAPPIJ LIMBURG
REINIGINGSDIENSTEN RD4
09.
10.
LICOM
07.
08.
OPENBAAR LICHAAM EURODE
Verbonden partij
06.
nr.
Bescherming van het milieu en het voorkomen van milieuvervuiling van gesloten stortlocaties. Het voorzien van zuiver, helder en betrouwbaar drinkwater tegen een zo laag mogelijke prijs. Het tot stand brengen van een doelmatige, milieuhygiënisch verantwoorde en marktconforme inzameling van afvalstoffen en advisering op het
Relatie met beleidsveld
Voortzetting doelmatige samenwerking
Continuïteit in de levering van drinkwater.
Stortplaats Ubach over Worms is in 2007 opengesteld voor extensieve recreatie
3. Milieu
3. Milieu 10. Bestuur en bedrijfsvoering
3. Milieu
9. Werk en inkomen
ondersteunend beleid gericht op de individuele behoefte van de klant.2. van een koude schuldhulpverlening (enkel oplossen financiële problemen) naar een warme schuldhulpverlening (met training van de burger om toekomstige schulden te voorkomen). Intensivering grensoverschrijdende 10. Bestuur en samenwerking bedrijfsvoering
Beleidsvoornemens
Behartigen van de gezamenlijke belangen in grensoverschrijdende zin gericht op bevordering en instandhouding van de gemeenschappelijke banden tussen de burgers onderling en benutting van de grenscontacten in economische zin. Het bieden van passend werk Terugdringen wachtlijst/activeren aan mensen met een WSWwachtlijst/proef met indicatie en het zo mogelijk, loonsubsidiedifferentiatie bevorderen van hun ontwikkeling naar regulier mogelijke arbeid.
Doel/openbaar belang
Limburgse gemeenten en provincie Limburg Brunssum, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken,
Rechtsgrond
Gemeenschappelijke Regeling
N.V.
N.V.
Brunssum, N.V. Gulpen-Wittem, Heerlen, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals, Valkenberg a/d Geul en Voerendaal provincie Limburg B.V. en 42 gemeenten
Gemeente Herzogenrath (Duitsland)
SittardGeleen.
Andere deelnemers
138
TECHNOLOGIEPARK HERZOGENRATH
15.
INDUSTRIEBANK LIMBURG INSTITUUT VOOR ONTWIKKELING EN FINANCIERING (INDUSTRIEBANK LIOF)
13.
EURODE BUSINESS CENTER (EBC)
HOLDING STADION KERKRADE
12.
14.
GAIA PARK
Verbonden partij
11.
nr.
Het exploiteren van een bedrijfsverzamelgebouw, het daarmee leveren van een bijdrage aan de harmonisatie van de wet- en regelgeving en het bieden van een centraal ontmoetingspunt voor overheden, bedrijven en instellingen uit Duitsland en Nederland. Het bevorderen van innovatie en technologische ontwikkeling in het bijzonder het management van een technologiepark voor innovatieve ondernemers en jonge startende bedrijven.
Verbetering van de sociaaleconomische structuur door het creëren van een gezond vestigingsklimaat en de werkgelegenheid in de rovincie Limburg.
Exploitatie van een sportpark met multifunctioneel karakter
Het ontwikkelen en exploiteren van een dierenpark
terrein van het milieubeleid.
Doel/openbaar belang
De voornemens zijn de bezettingsgraad zo hoog mogelijk te houden en minimaal een evenwicht tussen baten en lasten na te streven.
Het inzetten op: het bieden van financieringsmogelijkheden en investeren in productontwikkeling (R&D investeringen). Daarnaast via het Provinciale Ontwikkelingsfonds investeren in riskante ontwikkelingsprojecten. Speerpunten zijn hierbij biomedische technologie, nieuwe materialen, agro/food en nieuwe energie. Voortzetting en het verbeteren van de financiële positie voor de langere termijn
Continuïteit
Ondersteuning start en ontwikkeling dierenpark.
Beleidsvoornemens
4. Economie en toerisme
10.Bestuur en bedrijfsvoering
4. Economie en toerisme
7. Welzijn, sport en cultuur 4. Economie en toerisme
4. Economie en toerisme
Relatie met beleidsveld
Herzogenrath, Sparkasse Aachen, WFG Kreis Aachen, IHK Aachen en AGIT
Herzogenrath, AGIT en Industriebank LIOF NV
Simpelveld, Vaals en Voerendaal Apenheul, Moraco NV en Industriebank LIOF NV Roda JC en overige certificaathouders Staat der Nederlanden, provincie Limburg, overige Limburgse gemeenten en de Kamer van Koophandel
Andere deelnemers
GmbH
GmbH & Co. KG
B.V.
B.V.
Rechtsgrond
139
MULTIFUNCTIONEEL COMPLEX D'R POOL
BANK NEDERLANDE GEMEENTEN
ENEXIS HOLDING
17.
18.
19
ESSENT MILIEU HOLDING ATTERO
PARKEERACCOMODATIES KERKRADE
16.
20.
Verbonden partij
nr. Exploitatie van parkeeraccommodaties ter bevordering van de mobiliteit. (parkeergarages Orlando en Wijngracht). Het exploiteren van een multifunctionele sportaccommodatie. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening ertoe bijdragen om de kosten van maatschappelijke voorzieningen zo laag mogelijk te houden voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. De Gemeente heeft zeggenschap in de BNG via stemrecht op de aandelen die zij bezit (1 stem per aandeel). Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland is per 30 juni 2009 Essent gesplitst. De vennootschap heeft ten doel o.a. het doen uitvoeren van alle taken die ingevolge Elektriciteit- wet 1998 en Gaswet zijn toebedeeld aan een net- beheerder zoals daarin bedoeld. Het deelnemen in vennootschappen die werkzaam zijn op het gebied van de afvalverwijdering en verwerking, recycling / verwerking en het geschikt maken van afval tot producten voor hergebruik en energieopwekking.
Doel/openbaar belang
Continuïteit van de energielevering
Continuïteit van de energielevering
geen
Andere deelnemers
3. Milieu 10. Bestuur en bedrijfsvoering
3. Milieu 10. Bestuur en bedrijfsvoering
B.V.
B.V.
Diverse Nederlandse provincies en gemeenten
Diverse Nederlandse provincies en gemeenten
N.V.
N.V.
Staat, gemeenten, N.V. provincies en hoogheemraadsch ap
7. Welzijn, geen sport en cultuur
2. Verkeer en vervoer
Relatie met beleidsveld
Waarborgen van de marktpositie en 10. Bestuur en continuïteit bedrijfsvoering (Algemene dekkingsmiddel en)
Voortzetting van het aanbieden van recreatie-activiteiten
Voortzetting beheer; centrumplanontwikkeling
Beleidsvoornemens
Rechtsgrond
140
BRANDWEER ZUID-LIMBURG
PARKSTAD LIMBURG THEATERS
LUCHTHAVEN
24.
25.
DIVERSE TIJDELIJKE DEELNEMINGEN (VORDERING OP ENEXIS BV, VERKOOP VENNOOTSCHAP BV, CBL VENNOOTSCHAP BV, CLAIM STAAT VENNOOTSCHAP), BV STICHTING ESSENT SUSTAINABILITY DEVELOPMENT
22.
23.
PUBLIEK BELANG ELEKTRICITEITSPRODUCTIE
Verbonden partij
21.
nr.
Het exploiteren van een luchthavenbedrijf en luchthaventerrein in de ruimste zin.
De Verkopende Aandeelhouders vml. Essent hebben een 50 %belang in EPZ (waaronder kerncentrale Borssele) en daarmee de rechten om de publieke belangen te borgen (naast de borging die uitgaat vanuit de Rijksoverheid via o.a. de Kernenergiewet en de voorschriften in de aan EPZ verleende vergunning). Deze tijdelijke deelnemingen zijn noodzakelijk om de afsplitsing van het bedrijf (Enexis) en de verkoop van productie en leveringsbedrijf aan RWE af te kunnen wikkelen. Daarmee worden tevens de risico's van de verkopende aandeelhouders sterk gereduceerd. De verschillende BV's vertegenwoordigen de gezamenlijke verkopende aandeelhouders. Doelmatige brandweerzorg in de ruimste zin van het woord en doelmatige hulpverlening bij ongevallen en rampen Het faciliteren en aanbieden van podiumkunsten.
Doel/openbaar belang
Relatie met beleidsveld
Niet risicodragend participeren door regionale partners
Voortzetting, versterken van de identiteit van de regio.
Deze tijdelijke deelnemingen houden op te bestaan, zodra afwikkeling in cijfers is afgerond.
7. Welzijn, sport en cultuur 2. Verkeer en vervoer
5. Veiligheid/ handhaving
3. Milieu 10. Bestuur en bedrijfsvoering
Continuïteit van de energielevering. 3. Milieu 10. Momenteel schikking m.b.t. Bestuur en levering, volgens planning 30 bedrijfsvoering september 2011 gerealiseerd, waarna alsnog geleverd kan worden. Een meerderheidsbelang (70%) blijft dan in overheidshanden.
Beleidsvoornemens
Omniport Dura Vermeer, LIOF, gemeenten en Kamer van Koophandel
Heerlen
overige 18 gemeenten ZuidLimburg
Diverse Nederlandse provincies en gemeenten
Diverse Nederlandse provincies en gemeenten
Andere deelnemers
N.V.
N.V.
Gemeenschappelijke Regeling
BV
BV
Rechtsgrond
Staat van reserves en voorzieningen STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2012 - 2015
nr.
situatie 1.1.2012
omschrijving
toev 2012
onttr 2012
situatie 1.1.2013
201
ALGEMENE RESERVE algemene reserve
4.515
0
0
4.515
301 302
BESTEMMINGSRESERVES ter egalisatie van tarieven egalisatiereserve afvalverwerking egalisatiereserve riolen
1.080 1.866
0 0
0 83
1.080 1.783
403 405 407 408 420 421 422 423 424 425 426 427 429 431 433 435 436 438 439 440
OVERIGE BESTEMMINGSRESERVES reserve FWI reserve H R M reserve kernagenda parkstad reserve verenigingen / vrijwilligers reserve WMO reserve plantsoenen reserve grondexploitatie obk algemene reserve obk reserve stadsmarketing reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs reserve liquidatie sanering mijnterrein reserve archeologisch onderzoek reserve parkeerfonds exploitatie reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen reserve lokaal jeugdbeleid reserve evenementen reserve gaia reserve stadsvernieuwing reserve essent reserve structuurfonds
2.371 59 2.767 55 534 65 1.576 1.250 77 2.019 83 31 850 2.922 66 308 63 318 15.460 20.533
0 0 1.200 0 0 7 737 0 0 2.215 0 0 100 0 0 0 0 0 0 0
69 0 465 0 530 10 755 0 0 1.905 0 0 0 109 0 0 0 0 0 12.115
2.302 59 3.502 55 4 62 1.558 1.250 77 2.329 83 31 950 2.813 66 308 63 318 15.460 8.418
TOTAAL RESERVES
58.868
4.259
16.041
47.086
608 620 621 622
VOORZIENINGEN v. verplichtingen, verliezen en risico's voorziening voor oninbare belastingdebiteuren voorziening pensioenverplichting wethouders voorziening dubieuze debiteuren sozawe voorziening verkoop essent
218 444 1.800 3.927
0 30 0 50
0 0 0 0
218 474 1.800 3.977
605
ONDERHOUDSEGALISATIEVOORZIENINGEN voorziening onderhoud gebouwen
1.053
8
25
1.036
614 623
DOOR DERDEN BEKLEMDE MIDDELEN met spec.aanw.richting * voorziening erfenis driessen tbv.tehuis ouden van dagen voorziening dialect activiteiten
56 30
0 0
0 0
56 30
7.528
88
25
7.591
66.396
4.347
16.066
54.677
TOTAAL VOORZIENINGEN
TOTAAL RESERVES EN VOORZIENINGEN
142
STAAT VAN RESERVES EN VOORZIENINGEN BEGROTING 2012 - 2015
nr.
situatie 1.1.2013
toev 2013
onttr 2013
situatie 1.1.2014
toev 2014
onttr 2014
situatie 1.1.2015
toev 2015
onttr 2015
situatie 1.1.2016
201
4.515
0
0
4.515
0
0
4.515
0
0
4.515
301 302
1.080 1.783
0 0
0 83
1.080 1.700
0 0
0 83
1.080 1.617
0 0
0 83
1.080 1.534
403 405 407 408 420 421 422 423 424 425 426 427 429 431 433 435 436 438 439 440
2.302 59 3.502 55 4 62 1.558 1.250 77 2.329 83 31 950 2.813 66 308 63 318 15.460 8.418
0 0 639 0 0 7 656 0 0 2.215 0 0 90 0 0 0 0 0 0 0
69 0 310 0 0 30 900 0 0 1.871 0 0 0 109 0 0 0 0 0 5.948
2.233 59 3.831 55 4 39 1.314 1.250 77 2.673 83 31 1.040 2.704 66 308 63 318 15.460 2.470
0 0 639 0 0 7 403 0 0 2.215 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
69 0 155 0 0 0 234 0 0 1.774 0 0 0 109 0 0 0 0 0 569
2.164 59 4.315 55 4 46 1.483 1.250 77 3.114 83 31 1.040 2.595 66 308 63 318 15.460 1.901
0 0 0 0 0 7 403 0 0 2.215 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
69 0 0 0 0 0 34 0 0 1.750 0 0 0 109 0 0 0 0 0 1.900
2.095 59 4.315 55 4 53 1.852 1.250 77 3.579 83 31 1.040 2.486 66 308 63 318 15.460 1
47.086
3.607
9.320
41.373
3.264
2.993
41.644
2.625
3.945
40.324
608 620 621 622
218 474 1.800 3.977
0 30 0 50
0 0 0 0
218 504 1.800 4.027
0 30 0 50
0 0 0 0
218 534 1.800 4.077
0 30 0 50
0 0 0 0
218 564 1.800 4.127
605
1.036
8
25
1.019
8
25
1.002
8
25
985
614 623
56 30
0 0
0 0
56 30
0 0
0 0
56 30
0 0
0 0
56 30
7.591
88
25
7.654
88
25
7.717
88
25
7.780
54.677
3.695
9.345
49.027
3.352
3.018
49.361
2.713
3.970
48.104
143
144
bestemmingsreserves voor egalisatie van tarieven egalisatiereserve afvalverwerking
egalisatiereserve riolen
301
302
reserve FWI
reserve HRM
reserve kernagenda parkstad
reserve verenigingen en vrijwilligers
reserve WMO reserveplantsoenen
reserve grondexploitatie OBK
algemene reserve obk
reserve stadsmarketing
403
405
407
408
420 421
422
423
424
overige bestemmingsreserves
algemene reserve
201
algemene reserve
Naam
nr.
Nadere toelichting reserves en voorzieningen
Deze reserve wordt gebruikt ter dekking van kosten verbonden aan het promoten van de stad Kerkrade. Is in 2001 gevormd.
Dit is de "werkreserve" van het OBK van waaruit grondexploitaties worden bekostigd danwel opbrengsten worden geparkeerd ten behoeve van investeringen. Een groot deel is bestemd voor wijkontwikkelingsplannen en majeure projecten. Periodiek wordt het meerjarig verloop van deze reserve bewaakt en geactualiseerd om tijdig in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Door de activiteiten van het OBK en de daarmee verbonden risico's is een eigen reserve van enige omvang noodzakelijk. Daarom is er specifiek voor het opvangen van evt. niet reeds voorziene/afgedekte risico's in de grondexploitaties een eigen reserve die als buffer fungeert.
Deze reserve dient om het beleidsveld "sozawe" (m.n. bijstandsuitkeringen) zoveel mogelijk budgettair neutraal te laten verlopen c.q. om tegenvallers op te vangen. Met deze reserve kan invulling worden gegeven aan trajecten op het personele vlak die vaak over de jaargrenzen heengaan (bijv. Persoonlijke Ontwikkelings Plannen), met daarbij een in de tijd gebonden bestedingsmogelijkheid alvorens vrijval plaatsvindt. Deze reserve dient om eventuele extra kosten van projecten in parkstad verband (deels) te dekken, bijv. buitenring. Deze reserve is ultimo 2005 gevormd uit een afsplitsing van de vml. reserve evenementen/verenigingen. Deze reserve dient om eventuele extra kosten van mbt verenigingen en vrijwilligers te kunnen dekken, m.n. ten behoeve van de regeling projectsubsidies verenigingen en vrijwilligers. De reserve fungeert als buffer voor het opvangen van additionele kosten WMO. Vrij besteedbaar. De reserve fungeert als buffer voor de groenvoorziening om onvoorziene uitgaven op te vangen.
Het product reiniging zit budgettair neutraal in de begroting. De 'egalisatiereserve afvalverwerking' kan worden ingezet om externe schommelingen in de tariefstelling op te vangen. Verder wordt de eindafrekening per dienstjaar toegevoegd danwel onttrokken aan de reserve. Het product riolering zit budgettair neutraal in de begroting. De 'egalisatiereserve riolen' dient om schommelingen in de tariefsbepaling te kunnen opvangen. Uit het rioolbeheersplan blijken de noodzakelijke investeringen en wordt een verband gelegd met de tarieven. Tevens blijkt meerjarig het beroep dat op de reserve moet worden gedaan.
Tot de 'algemene reserve' worden gerekend alle reserves, niet zijnde een bestemmingsreserve. De reserve functioneert als algemeen buffervermogen. Een eenmaal opgebouwde reserve hoeft op grond van deze schommelingen niet afgebouwd te worden als het aangegeven maximum wordt overschreden. De bandbreedte fungeert meer als richtlijn om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen.
Doel/omschrijving
145
reserve essent
Reserve structuurfonds
439
440
reserve lokaal jeugdbeleid
433
reserve stadsvernieuwing
reserve reeds bestemde nog uit te geven middelen
431
438
reserve parkeerfonds exploitatie
429
reserve Gaia
reserve archeologisch onderzoek
427
436
reserve liquidatie sanering mijnterrein
426
reserve evenementen
reserve huisvestingsvoorzieningen onderwijs
425
435
Naam
nr.
Ten laste van de Essent-opbrengst is de “reserve structuurfonds “ gecreëerd. Dit is bedoeld als algemeen fonds, waarbij de bedragen niet specifiek gelabeld zijn, maar bedoeld zijn voor een aantal specifieke investeringen in de fysiek-economische structuur (Centrumplan, Atriumterrein, Avantislijn) en de sociale structuur (gemeenschapshuizen, sport, onderwijs) van de gemeente Kerkrade. De vorming van deze reserve is geformaliseerd in de Voorjaarsnota 2010 resp. de rekening 2009.
Buffer vergelijkbaar met de algemene reserve, waarin meevallers en een positief rekeningresultaat tijdelijk kunnen worden geparkeerd totdat ze een andere bestemming krijgen. Van belang is het "vrije saldo", aangezien hier soms ook al weer claims op liggen. De raad kan besluiten om de middelen een andere aanwending te geven. Hierin zijn posten opgenomen met een sterk verplichtend karakter, waarbij echter nog geen opdrachtverstrekking naar derden heeft plaatsgevonden en die dus formeel niet op de staat Nog te Betalen horen. Het verplichtende karakter wordt aangegeven door bijv. wet- en regelgeving, of nog af te ronden uitvoering van een reeds genomen besluit dat moeilijk meer kan worden teruggedraaid. Deze reserve is in 2005 gevormd naar aanleiding van een eenmalig positieve eindafrekening over oude jaren, ten laste van de voorziening rijksmiddelen samenleving. Deze reserve kan worden ingezet voor ambities op het beleidsterrein jeugdbeleid Deze reserve is ultimo 2005 gevormd uit een afsplitsing van de vml. reserve evenementen/verenigingen. Deze reserve dient om eventuele extra kosten van evenementen te kunnen dekken. Deze reserve is via de nota Reserves en voorzieningen 2007 gevormd en bedoeld ter egalisatie van kosten waartoe de gemeente zich contractueel verplicht heeft. Rond 2010 zullen volgens de thans bekende aannames de baten de lasten overtreffen en kunnen de batige saldi in de exploitatie worden opgenomen en kan de reserve vervallen. In de voorjaarsnota 2008 is besloten tot vorming van een nieuwe reserve stadsvernieuwing t b v herstructureringsprojecten en aanpak verpaupering. Naar verwachting zal voornoemde problematiek mede ten gevolge van het krimpscenario in de komende jaren toenemen. Het jaar 2009 werd gekenmerkt door een forse eenmalige bate uit de verkoopopbrengst van het productie- en leveringsbedrijf van Essent NV aan RWE. In de raad van april 2009 werd ingestemd met de verkoop, als uitvoering van de door de aandeelhouders in juni 2008 vastgestelde toekomststrategie. Uiteindelijk was de verkoop op 30 september 2009 een feit. In de commissie Algemene Zaken en Middelen van oktober 2009 en januari 2010 bent u geïnformeerd over de stand van zaken.
Deze reserve wordt gebruikt om de kosten van archeologische onderzoeken te dekken.
De reserve wordt gebruikt als de post waarop een deel van de algemene uitkering n.a.v. de decentralisatie huisvestingsvoorziening onderwijs wordt geboekt. Vervolgens worden van hieruit de kapitaallasten van onderwijsvoorzieningen en de overige kosten van huisvestingsvoorzieningen uit deze middelen afgedekt. Het betreft hier dus eigen middelen. De reserve is afkomstig uit de operatie "van zwart naar groen" van het S.S.O. en is bedoeld voor de herinrichting van de mijnterreinen. I.c. wordt de reserve gebruikt voor de bodemsanering van de terreinen in combinatie met de herinrichting ervan. De reserve is destijds gevoed door een ontvangen liquidatie-uitkering i.v.m. beëindiging van de taakopdracht sanering mijnterrein. Vrij te besteden door gemeente.
Doel/omschrijving
146
voorziening dub. deb. Sozawe
voorziening verkoop essent
621
622
voorziening erfenis driessen t.b.v. tehuis ouden van dagen
voorziening dialect activiteiten
623
door derden beklemden middelen met een specifieke aanwendingsrichting
voorziening onderhoud gebouwen
614
605
voorziening pensioenverplichting wethouders
620
onderhoudsegalisatievoorzieningen
voorziening voor oninbare belastingdebiteuren
608
voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s
Naam
nr.
Op 31 juli 1974 besloot de Raad van Kerkrade tot het aanvaarden van het aan de gemeente toekomend aandeel in de nalatenschap Driessen en de opbrengst daarvan, overeenkomstig de wil van de erflater, aan te wenden voor het stichten of onderhouden van een tehuis voor ouden van dagen in de gemeente Kerkrade. Onverminderd het vermelde in de “subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade” heeft de beleidsregel “subsidie dialect activiteiten“ betrekking op incidentele subsidieverlening aan de plaatselijke dialectverenigingen en toneelverenigingen voor te organiseren activiteiten die de instandhouding van het Kerkraads dialect bevorderen. De reserve is gevoed door het liquidatiesaldo van de stichting Kirchröadsjer Dieksiejoneer.
Deze voorziening is gevormd ter bekostiging van de onderhoudskosten van gemeentelijke gebouwen, op basis van een onderhoudsplan.
Deze voorziening dient om de financiële consequenties van niet-geraamde afboekingen van oninbare belastingdebiteuren of niet-geraamde schuldsaneringen op te kunnen vangen. Hiervoor wordt periodiek een inschatting gemaakt. M.n. de schuldsaneringen zijn moeilijk te ramen en kunnen incidenteel groot zijn. Tot slot is het betaalgedrag van mensen verslechterd. Deze voorziening is in 2005 gevormd ten laste van het P-budget. Deze voorziening dient ter dekking van de aan de gemeente overgedragen pensioenaanspraken van wethouders (Wet APPA). Vanaf 2006 wordt deze voorziening gevoed door de ingehouden premies op de loonsom in de voorziening te storten. In verband met aangescherpte verslaggevingseisen is een veranderende wijze van boekhouden noodzakelijk m.b.t. terugbetaling door SoZaWe debiteuren. Vanwege het risico van oninbaarheid is middels collegenota 07n00109 (13-02-2007) besloten om ten behoeve van de jaarrekening 2006 e.v. een voorziening te creëren voor de risico's van eventuele oninbaarheid. Er is sprake van “rechten” van aandeelhouders op de garantiefondsen (vordering), die echter vooralsnog volledig in een voorziening dienen te worden gestort omdat de hoogte nog onzeker is. In de “voorziening Essent” zijn resp. zullen deze posten (garanties, dividenden Borssele) worden verwerkt. Deze verwerking is overigens verplicht voorgeschreven door de Provinciale toezichthouder(s) in samenwerking met de grote accountantskantoren en gebeurt door provincies en gemeenten op uniforme wijze.
Doel/omschrijving
147
2009
2009
2007
Intergemeentelijke Structuurvisie Parkstad Limburg
Herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg
Uitvoeringsprogramma platteland in uitvoering (regio Parkstad Limburg en Provincie Limburg, 2007-2014).
2003
Uitvoeringsprogramma WonenWelzijn-Zorg
2011
2008
Limburgse Wijkenaanpak
Provinciale Woonvisie Limburg 2010-2015
2009
Jaar
Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Beleidskader Beleidsveld 1
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2006) is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht van de provinciale visie op de ontwikkeling van Limburg en de ambities, rol en werkwijze op een groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, Streekplan, Waterhuishoudingsplan, Milieubeleidsplan, als Verkeer- en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische en sociaal-culturele beleid. Het is een belangrijk toetsingskader voor de gemeentelijke plannen op genoemde terreinen. In het kader van de wijkontwikkeling werkt de gemeente intensief samen met de provincie Limburg. Dit gebeurt sinds 2008 in de vorm van de Limburgse Wijkenaanpak, waartoe 12 Limburgse wijken zijn geselecteerd omdat daar de leefbaarheid onder druk staat. In Kerkrade is dat de wijk Kerkrade-West. Ook voor delen van Kerkrade-Oost en Kerkrade-Noord zullen in het kader van de Limburgse Wijkenaanpak projecten worden uitgevoerd. Aard en omvang worden in onderling overleg bepaald in het najaar van 2009. Voor het programma "Wonen" betreft het met name het realiseren van zorgwoningen (nieuwbouw en verbouw) in het kader van de pilot "Koploper Modernisering AWBZ". Deze houdt in, dat de corporaties na overleg met een zorgaanbieder plannen ontwikkelen voor zorgwoningen. Dat deze woningen moeten worden gebouwd komt voort uit de woningbehoefte voor ouderen in de periode tot 2035. Als daarin meerkosten worden gemaakt voor voorzieningen in de woning en het woongebouw die vallen onder de definitie "zorgwoning koploper" kunnen deze meerkosten worden vergoed. De voorzieningen zijn te onderscheiden in technologische voorzieningen, zoals domotica, en bouwkundige voorzieningen, zoals gangen, galerijen en scootmobielruimtes. In deze Woonvisie heeft de Provincie Limburg beschreven hoe de woningvoorraadontwikkeling de komende jaren vorm gegeven zou kunnen worden, welke rollen en taken de Provincie daarbij kan en wil vervullen en hoe de Provincie deze ambities tracht te realiseren. De Provincie is er voor verantwoordelijk om op bovenlokaal niveau woningbouwplannen op elkaar af te stemmen. Zij vervult daarbij verschillende rollen, onder andere die van aanjager, regisseur, stimulator en intermediair tussen diverse partijen. Haar belangrijkste meerwaarde ziet zij in haar rol als expert/kennismakelaar. Haar toegevoegde waarde is onder andere dat zij op provinciaal niveau kennis vergaren om deze kennis vervolgens effectief ter beschikking te stellen aan lokale partijen. De Provincie is in het beleidsveld wonen echter niet de enige speler. Er zijn veel actoren, waarbij de Provincie vooral een rol en taak wil vervullen als regisseur, coördinator, lobbyist en initiator voor afstemming op zowel (inter-)regionaal als (inter-)nationaal neveau. De Intergemeentelijke Structuurvisie is gericht op een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Parkstad Limburg. In het bijzonder is de versterking van de economische basis van de regio een voornaam aandachtspunt. In het plan wordt op basis van een aantal sturingsprincipes het wensbeeld voor 2030 uitgewerkt. De bedoeling is dat de structuurvisie, op basis van bindende en richtinggevende uitspraken, leidt tot een bindende consensus tussen de gemeenten van Parkstad Limburg. De herstructureringsvisie voor de woningvoorraad Parkstad Limburg is voor de periode 2010-2020 opgesteld in co-makerschap door de regio, de zeven gemeenten en de elf woningbouwcorporaties die in onze regio actief zijn. Het doel van deze herstructureringsvisie is om in Parkstad gezamenlijk te bouwen aan een sterke regio, waarbij een evenwichtige woningmarkt voor de huidige en toekomstige bewoners van groot belang is. Door het opstellen van de visie moet duidelijk worden waar en op welke wijze de kwantitatieve en kwalitatieve veranderingsopgave plaats dient te vinden. Pas als dit inzicht er is kan er gestuurd worden op stadsdeelniveau vanuit een samenhangende, integrale en afgestemde visie, waarbij herstructurering, sloop en nieuwbouw met elkaar in verband worden gebracht. Bovendien moet de visie de basis vormen voor verdieping voor wat betreft het bepalen van de benodigde middelen en het ontwikkelen van instrumenten. Het betreft een programma van de Provincie Limburg waarbij rijksmiddelen en provinciale middelen gebundeld worden ingezet voor natuur en landschapsontwikkeling op provinciale schaal. De daarmee samenhangende projectvoorstellen worden door gemeenten ingediend via een regionale gebiedscommissie, die vervolgens behandeld worden in een provinciale gebiedscommissie en waarin uiteindelijk budgetten worden verdeeld. Het betreft dus een meerjarig programma. Kerkrade heeft in dat kader diverse projecten (dus als het ware als
Omschrijving
Beknopte samenvatting beleidskaders per beleidsveld
148
2006
2007
2008
2010
Regionale Woonvisie op hoofdlijnen Parkstad Limburg 2006-2011
Regionale Woningbouwprogrammering 2006-2011
Document Kwaliteitssturing Regionale woningmarkt. Van Zeef naar Zwengel.
Regioprogramma “Naar een duurzame vitale regio”
Structuurvisie Kerkrade 2010-2020
2011
2009
2004
Regionale woonmilieu visie "lekker thuis in Parkstad Limburg"
Maatschappelijke Kosten Baten Analyse ( MKBA ) Herstructurering Parkstad Limburg
2004
Jaar
Identiteit Parkstad Limburg 2004
Beleidskader
Omschrijving subsidieaanvraag) ingediend, waarvan pas in de loop van de programmaperiode duidelijk wordt wat werkelijk zal worden toegekend. De gemeente dient hierbij nadrukkelijk co-financiering te leveren en kan ook andere co-financiers (subsidieverstrekkers) betrekken.Het gaat concreet om o.a. de uitvoering van groene vingers in relatie tot de herstructurering en projectgebieden als Park Gravenrode en Eurodepark. Overigens is de huidige regeling vooral gericht op landelijke situaties en lopen wij als stedelijke gemeente tegen barrières in de regelgeving op, die in een stedelijke context niet reëel zijn. In dat kader dienen thans de resultaten van een evaluatie te worden afgewacht. Het betreft een studie met adviesvoorstellen, die is opgesteld door Parkstad Limburg en de Provincie Limburg, inzake de landschappelijke inrichting van de regio met bijzondere aandacht voor de "rode"en "groene" stadsranden. Het is een toetsingsinstrument voor bestemmingsplannen en art. 19 plannen met als doelstelling om de groene kwaliteiten te beschermen en te verbeteren en de potenties van stadsranden als een bijzondere kwaliteit van onze regio optimaal te benutten. Met deze visie op woonmilieu's kan door de regio's samenhangend en vanuit kwaliteiten gestuurd worden op ingrepen in de woningvoorraad, nieuwbouw, investeringen in de openbare ruimte, de directe woonomgeving, sociale programma's en voorzieningen in de buurten. Het doel daarbij is duidelijk: het verder opwaarderen van de woningmarkt, zodat ook in de toekomst de inwoners "lekker thuis zijn in Parkstad Limburg". De Regionale Woonvisie op Hoofdlijnen vormt onder meer het kader voor de bovenlokale afstemming van de lokale woningbouwprogramma's, borgt samenwerking met corporaties en marktpartijen, stuurt op kwaliteit en geeft de bandbreedte voor het indicatief programma van de regio aan. In voorbereiding is een Regionale Woonvisie op hoofdlijnen Parkstad Limburg voor de periode 2012-2020. Op basis van de in 2006 vastgestelde regionale woonvisie Parkstad Limburg is in 2007 de regionale woningbouwprogrammering 2006-2010 (in 2010 met een jaar verlengd tot 2011) vastgesteld. Hierin zijn per Parkstadgemeente alle in betreffende periode te slopen en nieuw te bouwen woningen opgenomen. Indien woningen niet in deze programmering zijn genoemd, kan in een aantal gevallen – na toestemming van de regio - alsnog worden gebouwd. In voorbereiding is een Regionale Woningbouwprogrammering Parkstad Limburg voor de periode 2012-2020. In betreffend document worden de sturingsprincipes c.q. kwaliteitscriteria benoemd, op basis waarvan nieuwe of stagnerende woningbouwplannen getoetst dienen te worden. Tevens wordt aan de hand van een stroomschema aangegeven hoe de diverse plannen getoetst dienen te worden. Doelstelling is het sturen van de planontwikkeling in de regio Parkstad teneinde te komen tot een kwalitatieve opwaardering van de woningmarkt en woonomgeving. Volgens prognoses loopt het aantal inwoners in de 8 gemeenten in de regio Parkstad Limburg terug van bijna 270.000 in 1990 via 252.000 nu naar ca. 180.000 inwoners in 2040. Door middel van een totaal pakket aan maatregelen, verwoord in het Regioprogramma “Naar een duurzaam vitale regio” wordt getracht een bodem te leggen in deze daling en een nieuw evenwicht tot stand te brengen. Parkstad moet in 2040 een vitale stadsregio zijn met circa 220.000 inwoners. Daarvoor moet in de regio een transformatie plaatsvinden. Het Regioprogramma schetst de strategie op weg daarnaar toe. In het kader van te maken afspraken over de verstedelijkingsopgaven tussen VROM-WWI en Provincie Limburg en de regio Parkstad Limburg hebben de regionale partijen een voorstel gedaan om de leegstand te verminderen, de woningkwaliteit te verbeteren en voorzieningen af te stemmen op de herstructurering teneinde verdere verpaupering, segregatie en waardedaling van woningen tegen te gaan en positieve ontwikkelingen te bewerkstelligen. Dit voorstel is op hoofdlijnen neergelegd in het gebiedsdocument Parkstad Limburg waarbij (financiële) inzet van het rijk wordt gevraagd. Alvorens hierover te besluiten dienden eerst de welvaartseffecten van de voorgestane aanpak inzichtelijk te worden gemaakt. Daartoe hebben de betrokken partijen - VROM, Provincie Limburg en corporaties – een Maatschappelijke Kosten-Baten Analyse (MKBA) met betrekking tot de krimpaanpak in Parkstad laten uitvoeren. De Structuurvisie Kerkrade 2010-2020 betreft een gemeentelijk strategisch beleidsdocument, waarin op hoofdlijnen de afwegingen en keuzes voor de komende tien jaar zijn beschreven. Het is een richtinggevend document waarin duidelijk wordt welk sociaal, economisch en
149
Verkoopvoorwaarden gemeentegrond aan particulieren
Beheersvoorschriften OBK
Grondnota
Gemeentelijk ontwikkelingsprogramma ISV 2 periode 20052009 Verordening VROM starterslening gemeente Kerkrade
Bestemmingsplannen
Beleidsnotitie Ruimtelijke Ordening
Stadsdeelvisie Kerkrade-West
Beleidskader
Omschrijving ruimtelijk beleid de gemeente nastreeft. De visie schetst een beeld van Kerkrade, van haar ontstaan en van de wijze waarop de gemeente samen met inwoners en andere partijen de komende jaren aan de slag wil gaan. De ambitie van Kerkrade is om een Europese en gastvrije stad te zijn. Ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de transformatieopgave, worden uitgewerkt in stadsdeelvisies voor de wijken West, Oost en Noord, die daarna juridisch worden vastgelegd in bestemmingsplannen. De gemeentelijke structuurvisie en nieuwe stadsdeelvisies vormen het kader voor ruimtelijke plannen, initiatieven en uitvoeringsprogramma. Voor het stadsdeel West is een gebiedsvisie opgesteld voor de periode tot 2020 (met een doorkijk na 2020). Deze visie vormt een uitwerking van de gemeentelijke structuurvisie. De stadsdeelvisie is een integratiekader voor de fysieke, sociale en economische structuurversterking 2011 van Kerkrade-West en bevat een uitvoeringsprogramma om te komen tot een duurzame wijk. De visie is als pilot aangemerkt voor de Limburgse Wijkenaanpak waarbij het thema leefbaarheid centraal staat. Is een gemeentelijke notitie over aspecten van het ruimtelijk beleid die in voorkomend geval vertaling dienen te vinden in de op te stellen 2009 bestemmingsplannen, c.q. die bij zich aandienende ruimtelijke vraagstukken (projecten/initiatieven) als toetsingskader kunnen gelden. De notitie zal geactualiseerd worden op grond van nieuwe wet- en regelgeving en nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen. Met een bestemmingsplan kan de gemeenteraad bepalen welke inrichting en bebouwing en welk gebruik (van grond en bebouwing) in het daarin begrepen gebied is toegestaan. Het bestemmingsplan is daarmee een instrument om de bestemming, de inrichting en het beheer van gronden te regelen. In het kader van de nieuwe wet RO mogen bestemmingsplannen niet ouder dan 10 jaar zijn. Er is een planning binnen het OBK uitgezet, teneinde ervoor te zorgen dat tijdig de bestemmingsplannen zijn herzien. Meerjaren ontwikkelingsprogramma ISV-2 periode 2005 t/m 2009; de ISV-bijdrage beoogt een financiële impuls te geven aan de 2005 revitalisering van steden en is gericht op fysieke ingrepen in de woonomgeving.
2007
Verkoop van gemeentegrond aan particulieren dient via eenduidige richtlijnen te verlopen. In augustus 2006 heeft het College ingestemd met aanpassing van de verkoopvoorwaarden voor de verkoop van bouwterreinen aan particulieren.Tot dan golden de verkoopvoorwaarden
In deze voorschriften wordt aangegeven op welke wijze het ontwikkelingsprogramma voor woningbouwontwikkeling en bedrijfsterreinen wordt bepaald. In feite wordt hiermee de grondslag voor de grondnota aangeduid. Zo wordt gesteld dat de ontwikkelingsgebieden ieder jaar door het College in een ontwikkelingsprogramma voor woningbouw en bedrijfsterreinen worden vastgesteld. Dit geschiedt in het eerste 2009 kwartaal van ieder jaar. De financiële consequenties van de gronden worden jaarlijks in het kader van de Meerjaren Beleidsplanning en Begroting vertaald. Op deze wijze wordt de Gemeenteraad geïnformeerd. Verder wordt in de beheersvoorschriften bepaald op welke wijze de gemeentelijke gronden, die worden beheerd door het OBK, worden geadministreerd.
2007
De regeling is een instrument ter bevordering van het eigen woningbezit en is gericht op starters op de woningmarkt. Starters kunnen onder bepaalde voorwaarden een aanvullende hypothecaire lening verkrijgen indien het inkomen te gering blijkt voor een volledige financiering. Ieder jaar stelt het College de grondnota vast. In deze nota wordt de ruimtelijke ontwikkelingsopgave op het gebied van woningbouw en uitgifte bedrijfsterreinen nader aangegeven. Gezien het dynamische karakter van dit ontwikkelingsprogramma wordt de grondnota daartoe ieder jaar geactualiseerd. Enerzijds wordt geëvalueerd welk programma het afgelopen jaar is gerealiseerd. Anderzijds wordt vooruitgekeken en de opgave voor de komende jaren aangeduid. Naast de ruimtelijke taakstelling wordt in deze nota eveneens de financiële taakstelling weergegeven. Er wordt vermeld welk financieel resultaat in het afgelopen jaar is behaald en welke planning voor het huidige jaar ev. is jaarlijks uitgezet inzake de verkoop van gemeentegrond binnen exploitatiegebieden. Tot slot dienen voor het ontwikkelingsprogramma de juiste juridische kaders te gelden. Dit betreft enerzijds de bestemmingplannen. Anderzijds is in exploitatiegebieden een voorkeursrecht gevestigd, dan wel zijn andere maatregelen getroffen teneinde de aankoop van gronden te kunnen bevorderen. In deze nota wordt een overzicht hiervan gegeven.
Jaar
150
WMO beleidsplan
Samenwerkingsovereenkomst bewonersplatforms- gemeente Kerkrade
Bomenbeleidsplan
Welstandsnota
Prestatieovereenkomsten corporaties - gemeente
Convenant duurzaam bouwen
Beleidskader
Jaar
Met de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) op 1 januari 2007 heeft de gemeente Kerkrade een negental uitvoeringstaken toebedeeld gekregen. Een van deze taken is omschreven als "leefbaarheid en sociale samenhang" en heeft betrekking op het 2007 werkgebied van wijkontwikkeling. Volgens afspraak tussen college en raad zal de gehele Wet WMO worden uitgewerkt in een WMO beleidsplan dat volgens planning in november in de raad zal worden vastgesteld.
Per 1 januari 2003 is de Woningwet gewijzigd. Een van die wijzigingen bevat de verplichting voor gemeenten om beleid op te stellen waarin staat hoe met welstandsaspecten bij bouwplannen wordt omgegaan en welke criteria daarvoor van toepassing zijn. In 2004 is dit beleid door de Raad van Kerkrade vastgelegd in de zogeheten welstandsnota. Bij de welstandsbeoordeling door de welstandscommissie 2008 mogen toekomstige bouwplannen uitsluitend aan de hand van de door de Raad vastgestelde criteria worden beoordeeld. De normen worden dan dus niet meer door de welstandscommissie zelf bepaald. Het Bomenbeleid is door de raad vastgesteld in december 2006 en is voor onbepaalde termijn vastgesteld. Het beleid is vastgelegd in een Bomenstructuurplan, in Randvoorwaarden voor de aanleg en het beheer bomen en in een Bomenverordening. Het bomenstructuurplan geeft aan welke betekenis (laan)bomen hebben voor de structuur en ordening van de stad. Dit resulteert in een structuurkaart waarop de 2006 structurele bomen zijn aangegeven. De randvoorwaarden voor de aanleg en het beheer zijn dwingende voorwaarden om de duurzame instandhouding van de bomen te kunnen waarborgen. De bomenverordening geeft regels omtrent de bescherming van bomen. Hierbij hoort een lijst met geïnventariseerde waardevolle en monumentale bomen die gehanteerd wordt bij de afweging van aanvragen voor een kapvergunning. In het kader van het wijkgericht werken is op 24 april 2007 een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de 3 Kerkraadse 2007 Bewonersplatforms en het college van de gemeente Kerkrade. Deze overeenkomst is een uitvloeisel van de raadsevaluatie wijkontwikkeling en regelt op hoofdlijnen de samenwerking tussen bewonersplatforms en gemeente op het gebied van wijkgericht werken.
Omschrijving uit 1999. Volgens deze oorspronkelijke voorwaarden werd door het College bij de aanwijzing van een bouwterrein voor de bouw van een partic. woning een min.prijs vastgesteld. Hierna konden geïnteresseerden zich inschrijven en vond - in geval van meerdere gegadigden - een openbare veiling plaats. Daarbij werden de kavels per opbod verkocht. Cfm.art. 1 van genoemde verkoopvoorwaarden vond deze veiling plaats onder toezicht van een door de Raad benoemde veilingcommissie. In de nieuwe verkoopvoorwaarden werd gekozen voor een praktijk die bij veel gemeenten wordt toegepast. Het College stelt bij de besluitvorming over de aanwijzing van een bouwterrein tbv de bouw van een particuliere woning de koopsom vast. Hierna wordt in een persbericht aangekondigd, dat de gemeente bouwkavels verkoopt. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven, waarna de notariële trekking plaatsvindt, op basis waarvan de volgorde wordt vastgesteld waarin kandidaten een optie kunnen uitbrengen op de kavels. Terwijl klimaatbeleid zich met energiebesparing en duurzame energie richt op CO2 reductie, gaat het beleid voor Duurzaam Bouwen (dubo) nog een stap verder. Dubo-beleid richt zich op een duurzaam gebruik en inrichting van onze woon-, werk en leefomgeving. Dubo-beleid houdt daarbij niet alleen rekening met energieaspecten, maar ook met thema’s als water, natuur, ruimte, werkgelegenheid en leefbaarheid; zaken die van directe invloed zijn op de kwaliteit van ons dagelijks leven.Duurzaam Bouwen beslaat de gehele gebouwde omgeving, van gebouw tot en met stedelijke inrichting. Daarbij gaat het niet alleen om de kwaliteit van materialen, maar ook om de indeling en vormgeving 2001 van onze ruimte. Partijen die daarbij betrokken zijn denken tegenwoordig bewuster na over duurzaam bouwen en een verantwoorde omgang met bronnen (grondstoffen) en stromen (materialen en energie).Klimaatbeleid kent duidelijke raakvlakken met dubo-beleid, omdat energiebesparing op beide beleidsterreinen een speerpunt vormt. Wat klimaat- en dubobeleid verder bindt, is dat juist op lokaal niveau veel resultaat te boeken valt. Reden om deze beleidsvelden onder de noemer van duurzaamheidsbeleid waar mogelijk in samenhang te ontwikkelen en uit te voeren. Per stadsdeel worden met de kerkraadse woningcorporaties afspraken voor de korte termijn gemaakt op het terrein van de lokale huisvesting.
151
Provinciaal en Regionaal Verkeersen Vervoersplan (PVVP en RVVP)
Provinciaal Omgevingsplan Limburg
Beleidsveld 2
Verordening subsidiëring gevelverbetering
Convenant “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK) 2010-2014
Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade
Uitvoeringsprogramma‘s wijkontwikkeling
Convenant energiebesparing 20092012
Beleidskader
2007
Het PVVP is bedoeld als een provinciale vertaling van de onlangs door het kabinet in Den Haag vastgestelde Nota Mobiliteit (een zogeheten Planologische KernBeslissing) De planning van het PVVP heeft enige vertraging ondergaan en zal naar verwachting eerst in 2008 worden vastgesteld.Het RVVP is een regionaal gericht verkeer en vervoerplan dat op basis van de Nota Mobiliteit is opgesteld. Deze nota "Op weg naar strategisch mobiliteitsbeleid" zal medio 2007 door het Parkstadbestuur worden vastgesteld. Met een heldere regionale wegenstructuur draagt het verkeer en vervoersysteem in Parkstad bij aan een economische structuurversterking.
Het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL 2006) is een plan op hoofdlijnen. Het biedt een samenhangend overzicht van de provinciale visie op de ontwikkeling van Limburg en de ambities, rol en werkwijze op een groot aantal beleidsterreinen. Het is zowel Structuurvisie, 2006 Streekplan, Waterhuishoudingsplan, Milieubeleidsplan, als Verkeer- en vervoerplan, en bevat de hoofdlijnen van de fysieke onderdelen van het economische en sociaal-culturele beleid. Het is een belangrijk toetsingskader voor de gemeentelijke plannen op genoemde terreinen.
Teneinde het woon- en leefklimaat in Kerkrade te verbeteren, is ondermeer beleid opgesteld om de verpaupering van panden tegen te gaan resp. op te lossen. Hiertoe zijn instrumenten aangegeven, zoals aanschrijven van eigenaren van verpauperde panden, het verlenen van 2008 subsidies ten behoeve van gevelverbetering, alsmede het bijdragen aan het slopen van betreffende panden, al dan niet gevolgd door nieuwbouw op deze locatie. Sinds een aantal jaren voeren de woningbouwcorporaties die in Kerkrade actief zijn (Hestia groep, Land van Rode, Wonen Zuid en Wonen Heuvelsteden), de Vereniging Kerkraadse Huurdersfederatie ‘de Koepel” en de gemeente Kerkrade gezamenlijk overleg onder de naam “Lokaal Overleg Volkshuisvesting Kerkrade (LOVK)”. De doelstelling van dit overleg is een positieve bijdrage te leveren aan de 2010 samenwerking tussen de drie partijen en elkaar over en weer te informeren over actuele thema’s op het gebied van de lokale volkshuisvesting. Na evaluatie van de convenant is in juni 2010 besloten om ook gedurende de periode 2010-2014 periodiek overleg te voeren. In het kader van de besteding budget stadsvernieuwing heeft de raad besloten een nieuwe subsidieverordening gevelverbetering in het leven te roepen, waarvan het toepassingsgebied zich in eerste instantie beperkt tot de selectie van zo’n 79 panden die op de bij de verordening 2010 behorende bijlage staan vermeld. De ratio achter het beschikbaar stellen van een financiële tegemoetkoming aan eigenaren van een verpauperd pand is dat de gemeente het belangrijk vindt een bijdrage te leveren in het verbeteren van het totale straatbeeld alwaar het pand is gelegen. De subsidieverordening gevelverbetering stelt de kaders om dat doel te bereiken.
Omschrijving Het energieconvenant van Gemeente Kerkrade en de 4 corporaties, dat zich zowel op nieuwbouw als bestaande bouw richt, bestaat uit 10 concrete afspraken om energiebesparende maatregelen te realiseren. Woningbouwcorporaties investeren steeds meer in energiebesparende maatregelen zoals het toepassen van warmtepompen, lage temperatuur verwarming en warmteterugwinning uit ventilatielucht (WTW). Voor de huurders van de betreffende corporaties in Kerkrade betekent dit een besparing van al snel tientallen euro’s per maand op de 2009 energierekening. Vooral nu de energiekosten stijgen en een steeds groter onderdeel van de woonlasten vormen, is het prettig te weten dat energiebesparing voor de corporaties en de gemeente in Kerkrade niet meer iets is dat erbij wordt gedaan, maar een prominente plek heeft verworven in de bedrijfsvoering. Bijkomende voordelen van deze energiebesparende maatregelen zijn een verbetering van het leefcomfort, de veiligheid en het binnenmilieu in huis. In 2010 is de Convenant energiebesparing II tot stand komen. Hierin worden concrete uitvoeringsprojecten genoemd en uitgewerkt, zowel gericht op de sociale als de fysieke leefomgeving. Het jaarlijks programma komt van onderop tot stand, namelijk vanuit de behoeften die de wijkbewoners zelf aangeven.
Jaar
152
2009
Parkeerbeleidsnota
Sociaal Klimaatbeleid Uitvoeringsprogramma 2009 2012
Bodemkwaliteitskaart
Convenant energiebesparing II 2009-2012 Convenant duurzaam bouwen Bomenbeleidsplan
Bouwbesluit en bouwverordening
Milieuprogramma
Omschrijving Deze provinciale nota is inmiddels vastgesteld en bepaalt de richting die gevolgd moet worden in het openbaar vervoer welk onlangs openbaar is aanbesteedt en gegund aan Veolia Transport. Zie beleidsveld 11 Het plan gaat in op het beleid en de organisatie van de verkeersonveiligheidsbestrijding, de analyse van de verkeersonveiligheid, ruimtelijke ordening en verkeersstromen, het scherpt het verkeersveiligheidsbeleid aan en formuleert aangescherpte doelstellingen. Tot slot worden de te nemen maatregelen gepresenteerd in de vorm van een werkplan voor de periode 1997-2001. (inhoudsopgave, samenvatting) Het plan formuleert een drietal algemene doelstellingen mbt (duurzame) verkeersveiligheid en het toekennen van functies aan wegen, concrete doelstellingen voor het jaar 2000 (-25% verkeersslachtoffers tov 1985) en 2010 (-50% verkeersdoden en -40% gewonden tov 1986) en een tweetal doelen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit. De categorisering van de wegen in Kerkrade is geplaatst binnen het provinciale wegenplan en geeft daarvoor een drietal categorieën aan namelijk de stroomweg, de gebiedsontsluitingsweg en de erftoegangsweg. De verdere inrichting van de wegen worden daarop gebaseerd. In 2009 heeft het college een document vastgesteld waaruit blijkt hoe zij wil omgaan met het onderwerp “parkeren in Kerkrade”. Items als visie op parkeren, organisatie, doelgroepen alsook het parkeren in bestaande en nieuwe situaties komt aan de orde.
2001 Zie beleidsveld 1. 2006 Zie beleidsveld 1. Vanaf 2000 is in Kerkrade een bodembeheerplan (BBP) van kracht geworden en op die wijze is Actief Bodembeheer Limburg (ABL) ten uitvoer gebracht. Voornaamste doel van ABL is het verminderen van stagnatie van ruimtelijke ontwikkelingen (bv. nieuwbouwprojecten) als gevolg van bodemverontreiniging. Om een goed bodembeheerplan (BBP) te maken is een bodemkwaliteitskaart (BKK) als basis nodig. Omdat er sinds de vorige BKK uit 1998 veel nieuwe onderzoeksresultaten bekend zijn geworden is de BKK t.b.v. deze actualisatie ook 2006 opnieuw berekend. Bij vergelijking van de nieuwe BKK uit 2006 met de oude uit 1998 blijkt dat voor het merendeel van de deelgebieden en stoffen de mate van verontreiniging slechts weinig verschilt. Slechts in enkele gebieden valt bij vergelijking een verschil met de oude BKK op, maar de bodemkwaliteit in deze deelgebieden blijft vergelijkbaar met de oude BKK en de rest van de bodemkwaliteit in Kerkrade. In het kort gezegd is de bodem van Kerkrade slechts licht verontreinigd, hetgeen ook al bleek uit de oude BKK. Het college heeft de nieuwe BKK op 21 november 2006 vastgesteld. Vanaf september 2008 is door het ministerie van VROM een nieuwe regeling opengesteld om lokaal klimaatbeleid ter uitvoering te brengen. De regeling “Stimulering Lokaal Klimaatbeleid” ofwel SLOK-regeling is een bijdrageregeling. De gemeente Kerkrade komt in aanmerking 2009 voor een rijksbijdrage van 121.768 voor de uitvoering van het lokale klimaatbeleid. Om daarvan gebruik te maken is door de gemeente Kerkrade een uitvoeringsprogramma voor de periode 2009 – 2012 opgesteld.
2009 Zie beleidsveld 1.
De Wet Milieubeheer verplicht de gemeente jaarlijks een milieuprogramma vast te stellen waarin ten minste is vastgelegd welke activiteiten jaarlijks door de gemeente worden verricht ter uitvoering van de bij wettelijk voorschrift met het oog op de bescherming van het milieu aan de gemeente opgedragen taken. De intentie is dat het milieuprogramma een doelmatige uitvoering bevordert van gemeentelijke milieutaken. Het Bouwbesluit betreft landelijke regelgeving waarin alle technische eisen zijn opgenomen waaraan bestaande en nieuwe bouwwerken dienen te voldoen. Gemeenten mogen dit besluit niet aanvullen of vrijelijk daarvan afwijken. De bouwverordening is lokale regelgeving gebaseerd op de Woningwet. De bouwverordening wordt door de Raad vastgesteld en omvat onder andere eisen ten aanzien van de staat van open erven en terreinen, brandpreventie etc. Kerkrade hanteert voor 100% het door de VNG opgestelde model en alle daarop door de VNG voorgestelde wijzigingen.
2007
Wegcategorisering
Beleidsveld 3
1997
Verkeersveiligheidsplan
2005
2007
Jaar
Beleidskader Provinciale Nota Openbaar Vervoer Wegenbeheerplan 2007-2011
153
Omschrijving
2007
2000
2004
2009
Lokaal toeristisch plan klavertje vier
Programma Ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg (Parkstad Attractiestad, Imagocampagne)
Kadernota Evenementenbeleid
2000
Beleidsnota Toerisme en Recreatie gemeente Kerkrade
Projectplan Grensland Wormdal 2020
2007
Kadernota Ondernemen in Kerkrade 2006
In deze notitie worden de kaders aangegeven voor evenementen die van een zodanig grootschalig niveau zijn dat zij een wezenlijke bijdrage leveren aan het plaatsen van Kerkrade als evenementenstad op de kaart van Nederland en daarbuiten
In deze nota wordt ingegaan op de gemeentelijke rol om het ondernemerschap te versterken: a. Het scheppen van randvoorwaarden voor ondernemers op het gebied van ruimtelijke ordening , openbare werken, milieu, huisvesting en andere facilitering b. Het stroomlijnen van dienstverleningsprocessen aan ondernemers vanuit de gemeente c. Een stimulerend beleid gericht op het vergroten van het aantal startende ondernemers. De nota is vastgesteld in 2007. Toerisme en recreatie vormt sinds 1999 speerpunt van beleid in de gemeente kerkrade. Dit beleid is in 2000 vastgelegd in een beleidsnota. In dit beleid staat de uitbouw en ontwikkeling van dagrecreatie voorop. Verblijfsrecreatieve vraag zal naar verwachting vanzelf volgen als het aantal bezoekers stijgt. De z.g. HULK-gemeenten (Herzogenrath, Übach Palenberg, Landgraaf en Kerkrade) hebben in het kader van de Euregionale 2008 een gezamenlijk projectvoorstel onder de naam Grensland Wormdal ingediend. Dit project voorziet in een toeristische, natuurlijke en ecologische opwaardering van het Wormdal van Aken tot Geilenkirchen. Voor het project Brücken schlagen is de samenwerking uitgebreid met de gemeenten Würselen en Aken. Dit project voorziet in de (uit)bouw van een achttal kunstzinnige bruggen en een virtuele brug op de Nieuwstraat. Het project Eurodepark voorziet in de realisatie van een landschapspark met een thema (Mondiale spiritualiteit) rondom de Historische Driehoek (Rolduc, Baalsbruggermolen, Burg Rode). Verder in de aanleg van een golfbaan, natuurlijk ingebed in dit park en ruimte biedend aan recreatief gebruik door de inwoners van Kerkrade en Herzogenrath. Het plan Pferdelandpark is een grensoverschrijdende routestructuur (wandelen/fietsen/paardrijden) in de Aachener Nordraum en de Anstelvallei. Het in 2000 voor Kerkrade geformuleerde toeristisch beleid is bondig samengevat in het model Klavertje Vier. Daarmee wordt gedoeld op 4 grote toeristisch relevante polen: Parkstad Limburg Stadion, Industrion/ZLSM, Rolduc (Historische Driehoek) en GaiaPark. Het centrum van Kerkrade zou in die gedachte de plek zijn waar die vier polen bij elkaar komen en postieve impulsen zullen kunnen geven. De ontwikkelingsmaatschappij Parkstad Limburg is een vereniging van overheden, bedrijfsleven, kennisinstituten, intermediaire organisaties en maatschappelijke organisaties. Ze heeft een ontwikkelings- en aanjaagfunctie voor projecten op diverse terreinen (bijvoorbeeld ontwikkeling W.T.C., Imagocampagne, Parkstad Popstad, Derde Leeftijd, Zorgservice P.L. enz.). Via Parkstad Limburg heeft de gemeente invloed op de activitetiten van de Ontwikkeling Maatschapij maar verbindt ze zich ook deze activiteiten naar vermogen te ondersteunen, onder meer door lokaal beleid.
De strategische visie Parkstad Limburg is nog steeds actueel. Centraal in deze visie staan het streven naar een groei van het verblijfstoerisme en het ontwikkelen van de Buitenring tot een LeisureRing, met daaran gekoppeld de ontwikkeling van een aantal "Rode" en "Groene" clusters. Voor Kerkrade betreft dit de clusters Continium/ZLSM/EXplorium, GaiaPark/Fletcher/Anstelvallei, Parkstad Limburg Stadion en omgeving en Rolduc/Baalsbrugger molen/Burg Rode.
In november 2005 hebben de gemeenteraden van de gemeenten in Parkstad Limburg besloten om de WGR+status aan te vragen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken. Aan dit besluit lag een kaderbrief ten grondslag. In deze kaderbrief is gekozen om op de thema's economie, wonen, ruimte/mobiliteit en strategie intensief samen te werken. Als uitwerking van deze kaderbrief is in 2006 de Parkstad Raad 2007 akkoord gegaan met het Beleidsplan Parkstad Limburg 2007-2010. In het beleidsplan is aangegeven om binnen het thema economie de volgende deelprogramma's op te pakken: promotie en acquisitie, beheer en ontwikkeling bedrijfsterreinen, toerisme, nieuwe energie, kennis, onderwijs en arbeidsmarkt en health, care en cure. In de kadernota Economie, welke is vastgesteld in 2007 door de Parkstad Raad, is een kapstok geboden om voornoemde deelprogramma's vorm en inhoud te geven.
2008
Jaar
Strategische Visie Toerisme Parkstad Limburg
Beleidsplan "Perspectief voor Parkstad Limburg 2007-2010 / Kadernota Economie Regio Parkstad Limburg en programma strategie & samenwerking
Beleidsveld 4
Beleidskader
154
1999
2011
2010/ 2012
2011/ 2012
2011
2012
Horeca-convenant veilig uitgaan met vastgesteld sanctiebeleid
Algemene plaatselijke verordening.
Rampenplan
2010/ 2012
Beleidsnota coffeeshopbeleid
Beleidsnota prostitutiebeleid
2008
2005 / 2006
Jaar
Wijkveiligheidsbeleid en wijkveiligheidsplannen
Beleidsveld 5
Beleidskader Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de gemeente” Marktverordening / marktbeleidsplan Nota kermisbeleid en evaluatienota.
De notitie wijkveiligheidsbeleid biedt de basis voor de per wijk afzonderlijk vast te stellen wijkveiligheidsplannen. Deze wijkveiligheidsplannen vormen de concrete instrumenten waarmee de gemeente samen met andere partners het veiligheidsbeleid op wijkniveau tot uitvoering brengt. De notitie wijkveiligheidsbeleid alsook de afzonderlijke wijkveiligheidsplannen zijn tot stand gekomen in samenwerking met de wijkplatforms. De nota coffeeshopbeleid van 2000 wordt in het laatste kwartaal van 2011 geactualiseerd. Daarbij wordt rekening gehouden met het uitgangspunt van de scheiding der markten en met de landelijke ontwikkelingen omtrent het gedogen zoals de kleinschaligheid van coffeeshops en om dat te bereiken het invoeren van een clubpas en het (eventueel) weren van niet ingezetenen. Ook wordt stilgestaan bij de aanpak van illegale verkoop vanuit zowel panden als ook verkoop op straat. Toepassing van artikel 13b van de Opiumwet wordt hiervoor geëvalueerd en waar nodig aangepast. In het verlengde van Limburg trekt zijn grens en de pilot Maastricht, wordt tevens gezamenlijk (alle regio’s onder de rivieren dus Zeeland, Brabant en Limburg) gestreefd naar een uniforme aanpak als de clubpas er komt als ook een gezamenlijke communicatie naar buitenlandse coffeeshopbezoekers toe. De beleidsnota prostitutiebeleid zal in het laatste kwartaal van 2011 worden geactualiseerd. In de actualisatie wordt meegenomen de – waarschijnlijk eind 2011 of begin 2012 – in werking tredende Wet regulering van de seksbranche en bestrijden van misstanden. Deze wet zal formeel vastleggen dat gemeenten de regie hebben inzake het plaatselijk beleid, het hanteren van een vergunningstelsel en de handhaving. Daarin is meegenomen dat in het kader van de bestrijding mensenhandel (in deze de mensenhandel terzake van de seksuele uitbuiting) ook een duidelijke regiorol voor de gemeente is weggelegd. Op dit terrein moet een regionale samenwerking op touw worden gezet als ook een duidelijk lokaal beleid De Drank- en horeawet wordt herzien. Tot de vernieuwingen binnen deze wet behoren: opleggen voor het maken een verordening ten aanzien van alcoholbeleid (en handhaving) als ook het opleggen van de handhaving van de Dhw van de Voedsel- en Waren Autoriteit (VWA) naar de boa’s van de gemeente. Het horeca convenant veilig uitgaan wordt in het laatste kwartaal 2011 herzien en aangevuld met een uitvoeringsprotocol waar tevens ook het sanctiebeleid onderdeel van uit zal maken De APV is in mei 2011 geactualiseerd en zal tot eind 2011 nog met aanpassingen worden aangevuld. In de APV zal o.a. de verblijfsontzegging met beleid en uitvoering worden voorzien omdat dit mede een instrument zal moeten worden bij de aanpak van bepaalde vormen van overlast zoals het dealen op straat. Ook inzake evenementen is beleid en uitvoering noodzakelijk. Bij alle onderdelen waarbij beschikkingen kunnen worden verleend, ingetrokken of worden geweigerd is een toename in bereidheid rechtsmiddelen aan te wenden (bezwaar, voorlopige voorziening, beroep en hoger beroep) te verwachten. De meeste overtredingen uit de APV zijn opgenomen in Bestuurlijke Straf Beschikking (BSB) en dat zal inzet van boa’s van de gemeente vergen. In 2012 wordt het gemeentelijke rampenplan vervangen door het regionale Crisisplan opgesteld conform de eisen in de Wet Veiligheidsregio’s. Crisisbeheersing wordt daar waar mogelijk regionaal opgepakt. In 2012 zullen verschillende gemeentelijke processen regionaal worden geregeld en is de Veiligheidsregio Zuid-Limburg een feit.
Omschrijving Binnen de kaders van overheidscommunicatie wordt richting gegeven aan onder meer de interne communicatie, externe communicatie, stadsmarketing, projectcommunicatie en risico- en crisiscommunicatie. De nota fungeert als richtinggevend kader en als gemeenschappelijk vertrekpunt voor de communicatie van bestuur en organisatie. De Marktverordening en het Marktbesluit, beiden vastgesteld in 1999 en herzien in 2004, zijn de juridische basis voor het beheer over de weekmarkten De nota kermisbeleid (2005) geeft de hoofdlijnen weer van het te voeren kermisbeleid. Het kermisbeleid is in 2006 aangepast wat betreft het aantal kermissen per wijk en de terreinen waarop de kermis plaats heeft.
155
Nota integraal jeugdbeleid
Integraal Huisvestings Plan primair en speciaal onderwijs 2006-2010
Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs
Conform worden de in deze verordening vermelde voorzieningen en regels ten aanzien van indiening, beoordeling en toekenning gehanteerd bij het beoordelen van aanvragen voor voorzieningen in de onderwijshuisvesting. In dit IHP wordt de toekomstige huisvestingsbehoefte van de Kerkraadse scholen in het primair en speciaal onderwijs vastgelegd. In het IHP 2007 is financieel rekening gehouden met nieuwbouw voor de basisscholen Gracht en D’r Durpel (onderwijsdeel) aan het Plein. Verder is een bedrag opgenomen voor de herhuisvesting van de ZMLK Jan Baptist in het pand Schoolstraat 81 In deze nota wordt op integrale wijze het gemeentelijk jeugdbeleid en de relaties naar de thema’s voorzieningen, bestrijding (onderwijs)achterstanden, zorg, en afstemming en samenhang met partners op lokaal en regionaal niveau vormgegeven. 2007 Uitgangspunt is om middels de onderscheiden deelprogramma’s een bijdrage te leveren aan het voorkomen van maatschappelijke uitval van de leeftijdsgroep 0-23 jaar. Middels een nader te bepalen set van indicatoren wordt de gemeentelijke inzet gevolgd
2003
2008 Zie beleidsveld 1.
Beleidsnotitie bestrijding verpauperde panden in Kerkrade
Beleidsveld 6
2009
Omschrijving Ten behoeve van de integrale aanpak van zogeheten meerplegers en veelplegers is ultimo 2007 een zogeheten veiligheidshuis ingericht waartoe een convenant is gesloten met een aantal partners die werkzaam zijn binnen de strafrecht- en zorgketen. Insteek is het bieden van maatwerk aan de daders van delicten. Met ingang van 2008 participeren, op basis van de ervaringen die door de 5 projectgemeenten (waaronder Kerkrade) in de pilotfase zijn opgedaan, alle gemeenten binnen de regio Limburg-Zuid in de bestuurlijke aanpak. In het verlengde daarvan is het regionaal projectteam inmiddels omgevormd in het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum Zuid. In deze aanpak participeren naast de gemeenten onder andere politie, justitie, belastingdienst, FIOD en SIOD. Zie beleidsveld 1. Eind 2008 heeft de raad als aanvulling op de welstandsnota de excessenregeling t.a.v. bouwvergunningvrije bouwwerken en verpauperde panden behandeld. In 2007 is de Monumentenverordening der gemeente Kerkrade voor het laatst gewijzigd. De sanctie- en gedoogstrategie is een van de kwaliteitskenmerken van een professionele handhavingsorganisatie in casu de gemeente. De handhavingsorganisatie handelt op grond van een sanctiestrategie, waarin de basisaanpak voor het bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden bij overtredingen is vastgelegd. Deze strategie omvat ondermeer een op elkaar afgestemd bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden tegen overtredingen alsmede een regeling voor optreden tegen overtredingen door de eigen organisatie en andere overheden en transparantie over te stellen termijnen voor het opheffen van overtredingen en over de zwaarte van de sancties daarvoor. In Limburg is de sanctie- en gedoogstrategie tot stand gekomen in samenwerking tussen provincie, gemeenten, openbaar ministerie, politie, vrom-inspectie etc. Het handhavingsbeleidsplan voor de bouwregelgeving en planologische regelgeving (bestemmingsplannen) is in 2007 door het college vastgesteld en gepubliceerd. Dit plan ligt ten grondslag liggen aan de opstelling van uitvoeringsprogramma’s voor de diverse thema’s. In het milieuhandhavingsprogramma worden op basis van ervaringscijfers en risicoanalyses prioriteiten gesteld ten aanzien van inzet van mens en middelen op handhavingsgebied. Het betreft inzet bij zowel inrichtingen (bedrijven) als niet-inrichtingsgebonden activiteiten (bv. asbest, bodem, water, etc). In het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving dient elke handhavingsorganisatie te voldoen aan een aantal kwaliteitscriteria. Een criterium is dat gehandeld wordt op grond van protocollen voor de voorbereiding en uitvoering van de taken. Aldus worden zaken op een uniforme, transparante en controleerbare wijze uitgevoerd.
Protocollenboek handhaving omgevingsrecht
jaarlijks
2007
Beleidsplan bouwhandhaving
Handhavingsprogramma’s omgevingsrecht
2009
Sanctie- en gedoogstrategie omgevingsrecht.
2007
2008
2010
2008
Convenant bestuurlijke aanpak criminaliteit en convenant samenwerkende overheden
Lokale structuurvisie Lokale welstandsnota Kerkrade (excessenregeling) Monumentenverordening
2007
Jaar
Convenant veiligheidshuis
Beleidskader
156
2005
2007
2009
Het visiedocument geeft een overzicht van de uitgangspunten, doelstellingen en ontwikkelpunten met betrekking tot de inrichting van de Centra voor Jeugd en Gezin in alle Parkstadgemeenten. Doel is te komen tot samenhang in het jeugdbeleid door integrale 2009 ketensamenwerking uitgaande van de 5 WMO functies: informatie en advies, signalering, toeleiden naar hulp, licht pedagogische hulp en coördinatie van zorg.
Regionale Educatieve Agenda
Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin
Visiedocument Centrum voor Jeugd en Gezin Parkstad Limburg
2005
Kader internationalisering onderwijs
Omschrijving Ten behoeve van het schoolvervoer kent het College aan de ouders van in de gemeente verblijvende leerlingen op aanvraag een vervoersvoorziening toe met in achtneming van het bepaalde in deze verordening. In de verordening peuterspeelzaalwerk is door de Raad besloten om zo efficiënt mogelijke spreiding van het aantal peuterspeelzalen in Kerkrade te creëren zodat men in staat is om een breed aanbod van Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE) aan te bieden. Verder is in de nota ook het ambitieniveau vastgesteld op ambitieniveau 2 (hoogste niveau). Op grond van de Wet Kinderopvang is het College verantwoordelijk voor toezicht en handhaving op de kwaliteit van gastouderbureaus, kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang. Hiervoor is de GGD als toezichthouder gemandateerd. DE GGD brengt ten aanzien van de betreffende instellingen schriftelijk advies uit aan het College. Vanuit het beleidskader Internationalisering onderwijs zijn er sinds 2005 meerdere initiatieven gecontinueerd en/of opgestart. Collegium Rodense is een project dat reeds sinds 2001, in coöperatie met de Duitse overheid, loopt. Het is een project dat de overgang van het Duitse naar het Nederlandse voortgezet onderwijs, en vice versa, poogt te vergemakkelijken, met als uiteindelijk doel de arbeidsmigratie over de grenzen te bevorderen. Hieruit voortkomende is het project Eurode Lernwerkstatt ontstaan. Middels dit initiatief zal men in de nabije toekomst kinderen van zowel Nederlandse als Duitse nationaliteit in 1 klaslokaal onderwijzen. Ook dit project heeft als hoofddoel de studie – en arbeidsmigratie te bevorderen. Eurobabel is een voorziening die reeds in 1995 is opgestart. Doel is om kinderen van 4-12 jaar kennis te laten maken met de Duitse taal en cultuur, en vice versa. In samenwerking met de Duitse collega’s is er een leerplan geschreven dat momenteel wordt gedigitaliseerd, opdat ook andere basisscholen gebruik kunnen maken van deze methode. Een recent initiatief is gericht op een laagdrempelige jongerencultuuruitwisseling. Dit initiatief is in de vorm van een JongerenCultuurdag gegoten. Daarnaast vindt er met de gemeente Herzogenrath uitwisseling en afstemming plaats ten aanzien van de overgang voorschool naar primair onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, jeugd- en jongerenwerk en jeugdzorg. Deze overeenkomst is in 2005 aangegaan met als doel de Kerkraadse jongeren (tot 23 jaar) die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten op te vangen en hun een onderwijsaanbod doen toekomen. Een startkwalificatie betekent in het bezit zijn van een HAVO of MBOniveau 2 diploma. Het project is opgestart in samenwerking met Sociale Zaken, het CWI en het onderwijsveld en duurt nog steeds voort. De regionale educatieve agenda is gebaseerd op een convenant welke is afgesloten tussen de schoolbesturen primair onderwijs en de gemeenten in Zuid Limburg. Deze geeft de kaders aan voor een lokale uitwerking tussen de gemeente en de in de gemeente werkzame schoolbesturen; de lokale educatieve agenda. Op basis van een educatief partnership worden afspraken gemaakt op de terreinen kwaliteit en innovatie, onderwijs en zorg, en school en omgeving. Hiervoor worden gemeentelijke middelen en middelen van de schoolbesturen ingezet. Vanaf 2011 dienen alle Nederlandse gemeenten over minimaal één Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) te beschikken. Ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals kunnen bij deze centra terecht met hun vragen over opvoeden en opgroeien. De centra bieden advies, ondersteuning en hulp op maat. Gemeenten voeren zelf de regie over de Centra voor Jeugd en Gezin. In de Kadernota Centrum voor Jeugd en Gezin Kerkrade is beschreven hoe het CJG Kerkrade tegen de achtergrond van de landelijke en regionale kaders en ontwikkelingen vorm en inhoud wordt gegeven. Kenmerkend voor de Kerkraadse visie is, dat de bestaande lokale zorgvoorzieningen het fundament vormen voor het CJG. Deze voorzieningen zullen gezamenlijk de functies van het CJG vervullen.
Overeenkomst vroegtijdig schoolverlaten
2008
Verordening Kinderopvang
2009
2005
Jaar
Verordening peuterspeelzaalwerk
Beleidskader Verordening leerlingenvervoer gemeente Kerkrade
157
Nota Sportstimulering
Beleid Actief Kunstbeheer gemeente Kerkrade
Overeenkomst gemeente(n) en openbare bibliotheken Parkstad Limburg
Cultuurbeleid gemeente Kerkrade voor de komende periode
De kunst van de samenwerking – culturele samenwerking Parkstad Limburg 2001-2004 Subsidieverordening vrijwilligersorganisaties gemeente Kerkrade Subsidieverordening professionele instellingen gemeente Kerkrade Tarievenbeleid sportaccommodaties gemeente Kerkrade
Beleidsveld 7
Nota speelruimtebeleid
Convenant verwijsindex risicojongeren Parkstad
Beleidskader
Jaar
2007
Deze nota biedt het kader voor de invulling van activiteiten die ertoe moeten leiden dat meer Kerkradenaren gaan bewegen. De doelstelling is dat na 2011 50% van de inwoners van Kerkrade van 18 jaar en ouder beweegt
De beleidsnota Cultuur biedt het kader voor het culturele leven en de culturele ontwikkeling binnen de gemeenschap. De nadere invulling vindt per onderwerp plaats. Het cultuurbeleid is gericht op actieve en passieve beleving van alles wat kunst te bieden heeft. De 2000 beleidsaccenten zijn: cultuurparticipatie, stimulering en vernieuwing, cultuureducatie, samenwerking en bundeling van krachten, conservering en tot slot regionalisering. Deze overeenkomst vormt de basis voor de bibliotheekvernieuwing in de regio. Met financiële middelen van provincie en rijk werd gedurende de laatste jaren vorm gegeven aan de vernieuwing van het bibliotheekwerk in de regio Parkstad Limburg en de gemeente Nuth. De gemeente Kerkrade neemt in dit proces de voortrekkersrol in en heeft in die hoedanigheid ook de directe contacten met de provincie. De eerste resultaten van het bibliotheekvernieuwingsproces in de regio Parkstad Limburg zijn nu voor de burgers zichtbaar namelijk door de regionale bibliotheekpas en een gezamenlijke website voor de Parkstad Limburg bibliotheken. In vervolg op de vaststelling van de beleidsuitgangspunten en de ontwikkeling van de culturele infrastructuur voor de komende jaren, wordt 2001 in deze beleidsnotitie beleid geformuleerd ten aanzien van het kunstbezit in de gemeentelijke panden
1997 In deze nota zijn de tarieven voor het gebruik van de gemeentelijke sportaccommodaties vastgesteld.
2008 De verordening is van toepassing op alle subsidies aan de professionele instellingen werkzaam op het gebied van welzijn in Kerkrade.
2008 De verordening is van toepassing op alle subsidies aan de vrijwilligersorganisaties werkzaam op het gebied van welzijn in Kerkrade.
In vervolg op het begin 1988 gesloten cultuurconvenant tussen de toen acht Parkstad Limburg gemeenten werd de nagestreefde culturele 2001 samenwerking in deze beleidsnotitie nader vorm gegeven. Voorop staat het streven om Parkstad Limburg nadrukkelijker op de culturele kaart te positioneren om zodoende deze regio een sterkere positie te verlenen.
Omschrijving Er is een groot aantal instanties en professionals, dat elk vanuit hun eigen invalshoek werkt aan problemen van of met jeugdigen. Om te komen tot effectieve interventies voor jeugdigen met problemen, is het van groot belang dat professionals hun activiteiten afstemmen en waar nodig samenwerken. Het eerste vereiste daarvoor is dat die instanties en professionals van elkaars betrokkenheid bij een jeugdige op de hoogte zijn. De verwijsindex moet een belangrijke bijdrage leveren aan het samenbrengen van professionals die een risico signaleren bij één 2008 bepaalde jeugdige. Het doel van de verwijsindex is dat de jeugdige de zorg, hulp of bijsturing krijgt die hij nodig heeft om zich te ontwikkelen tot volwassene, en wel op een zo vroeg mogelijk moment zodat kan worden voorkómen dat kleine problemen grote problemen worden. Gemeenten moeten niet alleen de samenwerking op gang brengen, maar ook het vervolg coördineren. Eind 2009 moeten alle gemeenten zijn aangesloten op de landelijk verwijsindex risicojongeren. Hiervoor zijn de gemeenten en regionaal werkende instellingen in de regio Parkstad Limburg een convenant aangegaan in december 2008. In februari 2009 heeft de Raad van de gemeente Kerkrade het speelruimtebeleid gemeente Kerkrade "Sjpieëlenderwies Jónk blieve" 2009 vastgesteld. In dit beleid zijn de plekken opgenomen waar het wenselijk is om de komende drie jaar nieuwe speelvoorzieningen te realiseren.
158
4 jaren beleidsplan Wmo
Startdocument Wonen Welzijn Zorg
Zorg binnen de Wmo
Sociale wijkteams en wijkloketten
Mantelzorgondersteuning vanuit de Wmo
Burgerparticipatie binnen de Wmo
Integraal gezondheidsbeleid Kerkrade 2007 – 2011 “Tsezame Jezonk”
Beleidsveld 8
Subsidieverordening Ondernemersactiviteiten Kerkrade/Centrum
Nota Vrijwilligersbeleid
Beleidskader Nota Sportaccommodaties Plan van aanpak gemeenschapshuizen “sociaal investeren in mensen en wijken”.
Jaar
"Het beleidsplan Wmo beschrijft de integrale samenhang tussen alle negen prestatievelden over een periode van 4 jaren (2007-2011) en is door de raad in december 2007 vastgesteld. Momenteel wordt samen met het Wmo klantenplatform intensief gewerkt aan een een verdere 2007 doorontwikkeling, verdieping en verbreding van het beleidsplan over de jaren 2012-2015".
Bij het gezondheidsbeleid wordt integraal de koppeling gelegd met het WMO beleidsplan. In 2011 zal een nieuw gezondheidsbeleid 2008 worden vastgesteld voor de periode 2012 – 2015. Het uitvoeringsprogramma 2012 – 2015 in het Gezondheidsbeleid omvat ook de WMO beleidspunten. ‘Meedoen’ is het uitgangspunt van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deelname aan de samenleving, ook voor kwetsbare burgers, moet de basis van beleid zijn. Betrokkenheid bij de totstandkoming, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk Wmo-beleid is een 2007 ander uitgangspunt. Dit wordt mogelijk gemaakt door een adequate burger- en cliëntparticipatie. In Kerkrade wordt burgerparticpatie ingevuld vanuit de sociale wijkteams, de wijkloketten en het Wmo-platform. Met de in werking treding van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), is mantelzorg en mantelzorgondersteuning met ingang van 2007 een nieuwe wettelijke taak van gemeenten. De opdracht aan gemeenten om intensief met mantelzorgondersteuning bezig te zijn, 2007 houdt verband met het cruciale belang van mantelzorg voor het welslagen van de Wmo. In de Wmo wordt een appèl gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van burgers om zoveel mogelijk voor elkaar te zorgen. Als dat niet meer lukt, kunnen zij zich tot de gemeente wenden voor voorzieningen en diensten die onder de Wmo vallen Het signaleren van knelpunten en problemen is erg belangrijk binnen de Wmo. Veel mensen van evenzoveel organisaties zijn betrokken bij de uitvoering en doen er alles aan de klanten zo goed mogelijk van dienst te zijn. Om de krachten te bundelen en zo knelpunten beter te 2007 kunnen signaleren en oplossen, worden zogenaamde sociale wijkteams opgericht. Deze teams opereren in elke wijk en signaleren, bekijken en lossen samen op. Het bestaat uit onder andere de ouderenadviseur, de wijkmanager van de gemeente, de buurt- en opbouwwerker, de consulenten Wmo, de vrijwilligerscoördinator en eventueel zorgaanbieders en woningstichtingen Na de beleidsluwe overgang van de Wvg naar de Wmo is in 2007 de nota Zorg binnen de Wmo vastgesteld. Uitgangspunten bij de 2007 individuele voorzieningen zijn: achter de voordeur, integrale tijdige en wijkgerichte aanpak, voorzieningenniveau handhaven en lokale uitvoering. In het Startdocument Wonen Welzijn Zorg (sept. 2003) hebben de betrokken professionele organisaties in Kerkrade een gezamenlijke visie 2003 neergelegd op de samenhang in de beleidsterreinen Wonen, Welzijn en Zorg; een analyse gemaakt van vraag en aanbod en daaruit een gezamenlijke aanpak geformuleerd
2009
Deze nota geeft het kader aan van hoe de gemeente Kerkrade aandacht geeft aan de vrijwilligers en welke acties worden uitgezet om vrijwilligers te behouden en nieuw te werven. Deze verordening heeft tot doelstelling het steunen van activiteiten die een bijdrage leveren aan de verbetering van het ondernemersklimaat 2009 in en/of de verlevendiging van het Centrum – zoals omlijnd binnen de grenzen inzake de Reclamebelastingheffing – van de gemeente Kerkrade.
2008 In dit plan van aanpak wordt richtinggevend bepaald hoe de gemeente Kerkrade zal investeren in de aangewezen gemeenschapshuizen.
Omschrijving 2009 In deze nota wordt het kader beschreven hoe de gemeente Kerkrade wenst om te gaan met de (gemeentelijke) sportaccommodaties.
159
Beleidsregels sociaal culturele activiteiten
Verordening sociaal culturele activiteiten
Beleidsregels Wet Inburgering
Verordening Wet Inburgering en
Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2004, afstemmings-, handhavingsverordening Wwb Kadernota Hoogwaardige handhaving 2007 en beleidsplan Hoogwaardig Handhaven 2009 Beleidsregels terugvordering 2005, beleidsregels inzake verhaal Wwb 2008, krediethypotheek en pandrecht 2007 Normenkader 2009-2012
Kerkraads Wmo model, model en procesbeschrijving van een gekantelde gemeente.
Beleidskader Wmo-beleid, besluit en – verordening Convenant koploper Modernisering AWBZ, w.o. Regionaal Uitvoeringsprogramma Wonen Welzijn Zorg, Pakstad Limburg en Nuth Hoewel per ultimo 2008 formeel beëidigd wordt nog wel in de geest van het convenant gewerkt.
2010
Vanaf 2011 staat verdere doorontwikkeling van het model centraal, met name de samenvoeging met soziale zaken.?
Het Kerkraads Wmo model, beschreven in het VNG-docuement 'Kerkraads Wmo model, voorbeeld van een gekantelde gemeente' stoelt op 4 pijlers: sociale wijkteams met haar sociale wijkpunten, burgerparticipatie op het niveau van coproductie, communicatie en activiteiten.
Met het Convenant koploper Modernisering AWBZ hebben een groot aantal partijen in de regio Parkstad Limburg en Nuth overeenstemming bereikt over vermaatschappelijking van de AWBZ-zorg door omzetting van intramurale naar extramurale zorginfrastructuur. De partijen willen dit doel volgens 2 sporen bereiken: door nieuwbouw, maar vooral ook door woningaanpassing - grote 2005 aantallen zorgwoningen te realiseren en de “diensten bij wonen met zorg” verder te ontwikkelen en in praktijk te brengen. In het bijbehorend Regionaal Uitvoeringsprogramma Wonen Welzijn Zorg worden voor de regio als geheel en per gemeente visie en afspraken verder uitgewerkt. Voor Kerkrade is de analyse van vraag en aanbod uit het Startdocument herzien en is ervoor gekozen bij de toewijzing van zorgwoningen het principe van ‘vitale mix’ te hanteren.
Omschrijving Het basisdocument met regelgeving voor alle individuele verstrekkingen voor mensen met beperkingen op de deelgebieden wonen, vervoer, 2009 hulpmiddelen en hulp bij het huishouden, in 2009 geactualiseerd.
Uitvoeringsregels, vast te stellen door het college, houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en 2007 verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op de aard en hoogte van een voorziening gericht op het opheffen van sociale ongelijkheid en het vergroten van de participatie van Kerkraadse burgers.
Zie beleidsveld 9. Kaderstellende decentrale regelgeving vast te stellen door de raad inzake het ondersteunen bij en het aanbieden van voorzieningen gericht op het met succes behalen van de inburgeringsdoelstellingen zoals bedoeld in de Wet Inburgering, waarin naast het benoemen van de 2007 aangeboden voorzieningen tevens de doelgroepen alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden zijn opgenomen, inclusief afzonderlijke boetebepalingen. Uitvoeringsregels, vast te stellen door het college, houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten alsmede sanctionering van 2008 belanghebbenden met betrekking tot het verstrekken van voorzieningen gericht op het met succes behalen van de inburgeringsdoelstellingen Kaderstellende decentrale regelgeving vast te stellen door de raad, inzake het ondersteunen bij en het aanbieden van voorzieningen gericht 2007 op het opheffen van sociale ongelijkheid van Kerkraadse burgers en het vergroten van de participatie van deze burgers in de Kerkraadse gemeenschap, houdende de voorwaarden en criteria voor het verstrekken van de voorzieningen en het voorzieningenniveau.
2005 / 2008/ Zie beleidsveld 9. 2007
2007 / Zie beleidsveld 9. 2009
2004 Zie beleidsveld 9. /2009
Jaar
160
Beleidsnotitie t.b.v. reïntegratie Wwb 2004 Parkstad
Beleidsplan hoogwaardig handhaven 2009
Kadernota Hoogwaardige handhaving 2007
Beleidsregels langdurigheidstoeslag 2009
Verordening langdurigheidtoeslag 2009
Handhavingsverordening
Afstemmingsverordening
Reïntegratieverordening
Toeslagenverordening
Beleidsveld 9
Verordening wet kinderopvang sociaal medische indicatie Verordening cliëntparticipatie Wet werk en bijstand Reïntegratie en langdurigheidtoeslag
Richtlijnen bijzondere bijstand
Beleidskader
Het betreft het sectoraal plan met daar in benoemd de beleidslijnen, uitgangspunten en maatregelen die worden gehanteerd bij het bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van voorzieningen. Parkstadbrede beleidsnotitie met betrekking tot reïntegratie vastgesteld door het college inzake de uitgangspunten voor het uitvoeringsbeleid. 2004 Voor 2008/2009 zullen nieuwe beleidsregels terzake van kracht worden, onder meer houdende de nadere uitwerking van de door de gemeente Kerkrade aangeboden voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling en de toekenningscriteria voor premies werkaanvaarding, vrijwilligerswerk e.d. Hiermee komt de Beleidsnotitie Reïntegratie Wwb 2004 Parkstad dan te vervallen
2009
2007 Raadsnota waarin de hoofdlijnen ten aanzien van hoogwaardig handhaven zijn benoemd.
Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake het verhogen en verlagen van de bijstandsnorm, bedoeld in artikel 30 2004 Wwb, houdende de voorwaarden en criteria voor het verlagen dan wel het verhogen van de toeslagen als aanvulling op de rijksbasisnorm voor de bijstandsuitkeringen. Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake het ondersteunen bij arbeidsinschakeling en het aanbieden van voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling, zoals bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, Wwb, waarin naast het benoemen van de 2009 aangeboden voorzieningen tevens de rechten en verplichtingen van belanghebbenden zijn opgenomen. Deze verordening vervangt de nog vigerende reïntegratieverordening 2005. Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake de afstemming van de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende, indien de belanghebbende naar het oordeel van het college tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan dan wel de uit deze wet dan wel 2009 de artikelen 28, tweede lid, of 29, eerste lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen niet of onvoldoende nakomt. Hierin zijn tevens de rechten en verplichtingen, aansluitend op die van de reïntegratieverordening, opgenomen. Deze verordening vervangt de nog vigerende afstemmingsverordening 2005. Als afgeleide van de kadernota decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake de hoofdregels voor de bestrijding van het ten 2009 onrechte ontvangen van bijstand alsmede van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet. Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake het recht op een toeslag voor langdurige minima zonder 2009 arbeidsperspectief, houdende voorwaarden en criteria voor het recht op deze toeslag. Uitvoeringsregels, vast te stellen door het college, houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en 2009 verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op en de hoogte van een toeslag voor langdurige minima zonder arbeidsperspectief.
2009 Zie beleidsveld 9.
2005 Zie beleidsveld 9.
Omschrijving Uitvoeringsregels, vast te stellen door het college, houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en 2008 verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op en de aard, hoogte en duur van bijzondere bijstand in bijzondere situaties van Kerkraadse ingezeten met een inkomen op of rond het bijstandsniveau 2006 In deze verordening, die onderdeel uitmaakt van de Wet Kinderopvang, staan de lokale mogelijkheden beschreven voor mensen die op basis / 2007 van sociale en / of medische problematiek kinderopvang nodig hebben en geen beroep kunnen doen op de Wet Kinderopvang zelf.
Jaar
161
2009
Beleidsregels Loonkostensubsidie Kerkrade 2009
Coalitieakkoord 2011-2015 provincie Limburg; Meer Limburg, minder overheid
Omschrijving Uitvoeringsregels, vast te stellen door het college, houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het aanbieden van dan wel aanspraak maken op voorzieningen gericht op arbeidsinschakeling alsmede sociale activering. Deze beleidsregels vervangen Beleidsnotitie t.b.v. reïntegratie Wwb 2004 Parkstad en (deels) de Uitvoeringsregels artikelen 7, 8, 9 reïntegratieverordening 2004. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende een nadere regeling van de loonkostensubsidies, werken met behoud van uitkering en werkstage. Door de vaststelling van de “Beleidsregels loonkostensubsidie Kerkrade 2008” hebben deze uitvoeringsregels hun werkingskracht met betrekking tot art. 7 verloren. Uitvoeringsregels, vast te stellen door het college, inzake het verlenen en verstrekken van loonkostensubsidies als voorziening gericht op arbeidsinschakeling. In het bijzonder vormen deze regels een uitwerking van de Europese wet- en regelgeving inzake staatssteun. De beleidsregels bevatten zowel de voorwaarden en criteria voor de toekenning en vaststelling van de loonkostensubsidies, de verscheidene vormen van loonkostensubsidies, als procedurele regels ter waarborging van de rechtmatigheid. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot terugvordering van bijstandsgelden. Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot verhaal op ex-partners van bijstandsgerechtigden alsmede kinderalimentatie Uitvoeringsregels vastgesteld door het college houdende de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het verstrekken van bijstand onder verband van krediethypotheek dan wel pandrecht Voor de periode 2009 - 2012 vastgesteld normerend kader voor de uitvoering bestaande uit drie onderdelen; het wettelijke kader als minimumnorm; het verificatie- en validatieplan als norm voor bewijslastvoering informatie en als derde een overzicht van de controleaspecten bij de primaire processen (kwaliteit van het proces) waarbij risico- en signaalsturing centraal staat. Kaderstellende decentrale regelgeving vastgesteld door de raad inzake de voorwaarden en criteria, procedurele aspecten, alsmede de rechten en verplichtingen van belanghebbenden met betrekking tot het beoordelen van het recht op de aard en hoogte van een persoonsgebonden budget bij begeleid werken WSW In het Participatiefonds worden de middelen van de Educatie, Wwb en Inburgering samengevoegd. Met dit Fonds beoogt het kabinet dat mensen gemakkelijker aan een baan geholpen kunnen worden en de maatschappelijke participatie te bevorderen van iedereen vanaf 18 jaar. In deze verordening, die deel uitmaakt van de Wet werk en bijstand en aanverwante wet- en regelgeving , staat beschreven welke rol de Stichting Cliëntenraad SWI Kerkrade heeft in de advisering en besluitvorming met betrekking tot werk, inkomen en zorg en aan welke voorwaarden zij daarbij moet voldoen Tijdelijke regels waarin de Wwb-verordeningen van toepassing worden verklaard totdat de verordeningen Wet investering jongeren in werking treden
Het akkoord geldt als fundament voor de nieuwe coalitie, waarbij Limburg beschouwd wordt als een uitermate kansrijke regio. De coalitie bouwt voort op de economische lijnen uit de afgelopen coalitieperiode, stellen haar beleid op onderdelen fors bij en heeft oog voor een 2011 vernieuwende aanpak. Het motto daarbij is: Meer Limburg minder overheid! De samenleving staat voorop. Een samenleving die mee gaat in de snelle ontwikkelingen, maar die tegelijkertijd trots is op haar tradities.
2009
Wet investering jongeren (WIJ)
Beleidsveld 10
2010
Verordening cliëntparticipatie Wet werk en bijstand
2009
2008
Verordening persoonsgebonden budget WSW 2008
Wet Participatiebudget
2009
2007
Normenkader 2009-2012
Beleidsregels krediethypotheek en pandrecht 2007
2008
2005
2004
Uitvoeringsregels artikelen 7, 8, 9 reïntegratieverordening
Beleidsregels inzake terugvordering Wwb 2005 Beleidsregels inzake verhaal Wwb 2008
2008
Jaar
Beleidsregels reïntegratie Kerkrade
Beleidskader
162
2010
2010
2007
2010
Regiodialoog Parkstad/Provincie
Regioprogramma: “ Naar een duurzaam vitale regio “
Perspectief voor Parkstad: Beleidsplan Parkstad Limburg 2007-2010
Collegeprogramma 2010-2014; Samen verder werken aan onze toekomst!
Onderzoeksverordening (ex 213A GW)
Controleverordening (ex 213 GW)
Financiële beheersverordening (ex 212 GW)
Omschrijving De 7 gemeenteraden van de deelnemende gemeenten in Parkstad Limburg stemden op 15 november 2005 in met de het raadsvoorstel "Perspectief voor Parkstad". Centraal in dit voorstel stond het verwerven van de WGR-plus status, waarmee de positie en de bevoegdheden van het Parkstad-bestuur werden versterkt. Onder de WGR-plus vallen de overgedragen taken, de zogenaamde "plustaken", waarbij het voortouw ligt bij Parkstad Limburg. Na vooral in het recente verleden gericht te zijn op de naambekendheid wordt nu met het verwezenlijken van WGR+-status het communicatiebeleid van Parkstad Limburg meer gericht op het uitdragen van de inhoud (Parkstad–projecten). Een strategische communicatievisie geldt daarvoor als leidraad. Via de ‘Regiodialoog’ maakt de Provincie Limburg afspraken met Limburgse regio’s over het samen oppakken en uitvoeren van strategische projecten. Op 22 februari 2010 ondertekenden Parkstad Limburg en de Provincie Limburg in dat kader een samenwerkingsovereenkomst. De inhoudelijke basis voor deze overeenkomst is gelegd in de gemeenschappelijk gedragen regiovisie “We zijn wat we delen, wij zijn Parkstad”. In deze visie is de strategische agenda van Parkstad uitgewerkt waarbij de belangrijkste ambities en doelen van elke opgave zijn samengevat. De Parkstadraad heeft op 12 juli 2010 ingestemd met het Regioprogramma en met de verdeelsleutel voor de eerste eigen investeringen in een duurzaam vitale regio. Samen vormen zij de basis voor de eerste uitvoeringsprojecten. Zie ook beleidsveld 1. De missie van de Parkstad Limburg organisatie houdt primair in dat ingezet wordt op het tot stand brengen van economische structuurversterking van de regio. Met de Wgr-plus status heeft Parkstad Limburg krachtige instrumenten in handen op het vlak van de overgedragen taken: economie (acquisitie van bedrijven en beheer van bedrijventerreinen), ruimtelijke ordening, mobiliteit en wonen. Vanuit het meerjarig beleidsplan is de strategische agenda van Parkstad tot stand gekomen. Deze omvat 5 topprioriteiten. Het betreft: nieuwe energie, Parkstad Centrum, Gebiedsontwikkeling Parkstadring, grensoverschrijdend OV en stedelijke herstructurering. In het programma Strategie & Samenwerking van het Beleidsplan wordt hoge prioriteit van de samenwerking met de partners binnen de regio naar voren gebracht, maar evenzeer de samenwerking met de partners op provinciaal, landelijk en Euregionaal niveau. In de strategische samenwerking is communicatie en PR van groot belang. Hierin dient duidelijk sprake te zijn van eenduidige profilering van de regio (regiobranding). Dit beleidsplan zal overigens als basis dienen voor het Uitvoeringsprogramma dat 2011 / 2012 gereed komt. Het collegeprogramma is een nadere specificatie van de beleidsintenties van de coalitie (Burgerbelangen/CDA/PvdA) zoals overeengekomen in september 2010. Grosso modo is sprake van voorzetting van beleid, waarbij een aantal nieuwe accenten is geformuleerd.
Deze verordening geeft aan wanneer en op welke wijze inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Doestelling is 2004 enerzijds aan belanghebbenden de mogelijkheid te bieden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds biedt inspraak aan bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel in het kader van de voor de beleidsvoorbereiding noodzakelijke belangenafweging. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor het financieel beleid, het financieel beheer en voor de inrichting van de 2008 / financiële organisatie van de gemeente Kerkrade. Er wordt o.a. ingegaan op de begroting, de verantwoording middels jaarstukken, 2010 tussentijdse informatievoorziening, regels voor activeren en afschrijven, op de vorming en aanwending van reserves en voorzieningen. In 2010 zijn enkele bepalingen mbt de treasury/financiering gewijzigd. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor de controle door de externe accountant op het financieel beheer en op de 2003 inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Kerkrade en de wijze van rapporteren. Het normen- en toetsingskader wordt jaarlijks geactualiseerd in een separaat door de raad vast te stellen controleprotocol. Hierin heeft de raad vastgelegd de uitgangspunten en kaders voor het periodiek door het college uit te voeren (zelf)onderzoek naar de 2003 doelmatigheid en doeltreffendheid van het door het college gevoerde bestuur van de gemeente Kerkrade. De insteek is vooral een leer- en verbetereffect.
2007
Communicatiebeleid Parkstad Limburg (“Parkstad maakt ’t mogelijk”)
Inspraakverordening gemeente Kerkrade
2010
Jaar
Gemeenschappelijke regeling stadsregio Parkstad Limburg,
Beleidskader
163
Gemeentelijk Riolerings Plan 2001-2006
Informatiebeleidsplan 2007-2010 Meerjaren onderhoudsplanning PLANON en jaarplan onderhoud gebouwen
Beleidsveld 11
Rechtspositieregeling buitengewoon ambtenaar burgerlijk stand
Reglement burgerlijke stand
Verordening gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens
2007 Zie beleidsveld 10. Dit wordt jaarlijks geactualiseerd en geeft weer mede op basis van inspecties de onderhoudswerkzaamheden die in een jaar plaats moeten jaarlijks vinden. De efficiëntere uitvoering van onderhoud en gebruik van gebouwen vormt het uitgangspunt voor een pro-actief vastgoedbeheer en daarmee speerpunt voor de komende jaren. Dit, wettelijk verplicht, plan is uit enkele delen opgebouwd en geeft weer de stand van zaken van de riolering en het beheer daarvan, een meerjarenplanning, een kostendekkingsplan en een civieltechnisch onderdeel van het rioleringsplan. Doelstellingen (speerpunten) zijn geformuleerd en wel: realisatie van de basisinspanning, wegwerken van de achterstand in rioolvervanging, maximalisatie van afkoppeling, 2001 sanering van ongezuiverde lozingen en automatisering van de beheersystemen. Het plan omvat de periode 2001-2006. Zodra de gevolgen op gemeentelijk nivo voldoende uitgekristalliseerd zijn in verband met het van kracht worden van de Europese kader richtlijn Water en andere relevante (gewijzigde) wetgeving zal een geheel herzien basisrioleringsplan worden opgesteld .
2003 Regelt de rechtspositie van de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand.
In deze nota door de raad vastgesteld werd het algemeen kader geformuleerd voor de internationale contacten. Hierbij werd bepaald dat de 1999 internationale betrekkingen vooral zouden worden uitgebouwd vanuit de grensoverschrijdende samenwerking met Herzogenrath, derhalve vanuit de Eurode-samenwerking. De jaarlijkse begroting Eurode is in die zin ook relevant. De verordening regelt welke verbanden er binnengemeentelijk zijn met de GBA, welke binnengemeentelijke afnemers er zijn van de GBA, 2008 voor welk doel zij afnemer zijn en welke persoonsgegevens er zijn van (categorieën van) vrij derden. Verder regelt de verordening voor welk doel de gegevens worden verstrekt en onder welke voorwaarden Het reglement houdt bepalingen in ten aanzien van de ambtenaren van de burgerlijke stand, de buitengewoon ambtenaren van de 2003 burgerlijke stand en de openstelling van het bureau van de burgerlijke stand.
2011 Zie beleidsveld 4.
Communicatiebeleidsplan “Communicatie, zintuig van de gemeente”
Nota internationale betrekkingen
2008
Nota verbonden partijen
2007
2008
Omschrijving Het aanbestedingsbeleid van de gemeente Kerkrade is van kracht vanaf 1 oktober 2008. Het bevat de uitgangspunten, procedures en regels voor het besteden van gemeentelijke middelen t.b.v. de uitvoering van werken, het leveren van diensten en het verrichten van leveringen. Het informatiebeleidsplan wordt thans geactualiseerd. Eind 2011, eerste kwartaal 2012 zal het gereed zijn. In het dienstverleningsontwerp van de gemeente Kerkrade "Verschillende klanten, verschillend aanpak" is de visie op dienstverlening vorm gegeven.De Gemeente Kerkrade geeft burgers en bedrijven het gevoel welkom te zijn en biedt oplossingen op maat aan waarbij zoveel mogelijk de keuzevrijheid van de klant, ten aanzien van het dienstverleningskanaal, centraal staat. Iedere medewerker van de gemeente is zich hiervan bewust en handelt dienovereenkomstig. Dit leidt ertoe dat uiterlijk in 2015 op basis van de behoefte en logica van de klant, sprake zal zijn van een sterk gedigitaliseerde, kwalitatief hoogwaardige en klantgerichte publieke dienstverlening, waarbij 80% van de eerste contacten direct en doelmatig wordt afgehandeld. Het document diende, samen met het informaytiebeleidsplan 2007-2010 als basis voor de vorming van het KCC. De nota verbonden partijen gaat in op de sturingsrelatie met en de risicobeheersing bij verbonden partijen, zijnde die privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente Kerkrade een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Zal in 2012 geactualiseerd worden.
2010
Jaar
Nota dienstverlening “Verschillende klanten, Verschillende aanpak “
Beleidskader Inkoop- en aanbestedingsbeleid en –protocol gemeente Kerkrade Informatiebeleidsplan 2007 - 2010
164
Omschrijving
2006 Zie beleidsveld 1
2006 Dit plan is gerealiseerd in 2008 en is gericht op het bepalen van het onderhoudsniveau op basis van beeldkwaliteit.
In de bossen met functie natuur heeft de instandhouding danwel ontwikkeling van natuurwaarden een hoge prioriteit, maar recreatie geld 1999 mede als belangrijke functie. Daarnaast worden deze functies aangevuld met diverse nevenfuncties zoals houtproductie, landschappelijke waarden en milieu. Per functie worden bovendien nog enkele specifieke doelen genoemd
Groenstructuurplan
Bomenbeleidsplan
Groenbeheerplan
Bosbeheerplan
Dit plan regelt het kwaliteitsniveau van de openbare verhardingen. Op basis van de minimale kwaliteit, afschrijvingen en slijtage wordt het 2007 onderhoudsprogramma bepaald. In 2010 zal de wegenlegger moeten worden opgesteld en vastgesteld, waarna het wegenbeheersplan in 2011 volledig geactualiseerd wordt. In dit beleidsplan wordt een beeld geschetst van de verlichting, worden achtergronden en uitgangspunten voor openbare verlichting besproken en vertaald naar normeringen en globale kostenindicaties. De beleidsuitgangspunten kunnen vervolgens vertaald worden naar uitvoerings- en onderhoudsprogramma's. Openbare verlichting heeft tot doel om het openbare leven bij duisternis zo goed mogelijk te laten functioneren. Verkeersveiligheid, sociale veiligheid en leefbaarheid spelen dan een grote rol. Een goede kwaliteit van de openbare 1998 verlichting is hierdoor van groot belang. Per type openbare ruimte worden de gewenste kwaliteiten aangegeven en wordt ingegaan op de noodzakelijke aanpassingen. Samengevat zijn er 3 beleidsdoelstellingen: wegwerken achterstand c.q. renoveren, verbeteren verlichtingskwaliteit i.r.t. openbare en verkeersveiligheid en herkenbaarheid, het verminderen van het energieverbruik. In 2001 heeft e.e.a. geleid tot een plan van aanpak. 2008 Deze evaluatie is gereed en is gericht op verkeersveiligheid, sociale veiligheid, herkenbaarheid en duurzaamheid. In het betreffende plan zijn geen afzonderlijke doelstellingen opgenomen, wel wordt aangegeven dat bij de hele procesgang uitgangspunten o.a. waren om overcapaciteit af te bouwen en een kostendekkende exploitatie te realiseren. Het plan gaat kort in op het uitvoeren van een 1998 aantal maatregelen op verschillende begraafplaatsen, het vaststellen van een nieuwe beheersverordening incl. "nadere regels" en nieuwe tarieven.
jaarlijks Dit plan regelt het kwaliteitsniveau van de riolering met de bijbehorende meerjarenplanning en kostendekking.
Jaar
in dit plan wordt een visie ontwikkeld ten aanzien van het te voeren beleid voor het openbaar groen. Daarin wordt het beleid van de gemeente t.a.v. bestemming, inrichting en beheer van het openbaar groen samengevat, ook voor de lange termijn. Er worden enkele hoofddoelstellingen onderkend: hoge kwaliteit van het openbaar groen en het onderhoud daarvan; samenhangend, duurzaam, 1992 multifunctioneel en beheerbaar karakter van het openbaar groen; terugdringen chemische onkruidbestrijding; voorlichting en draagvlak. Verder komen aan de orde een aantal noodzakelijke afstemmingen met andere gemeentelijke beleidsterreinen en met provinciaal en regionaal beleid. Wijksgewijs worden per groengebied een korte omschrijving gegeven en een aantal voorstellen gedaan. Eind 2011 is actualisatie gepland, het plan is gericht op de openbaar ruimte.
Beleidsplan Begraafplaatsen
Evaluatie Openbare Verlichting
Beleidsplan Openbare Verlichting
Wegenbeheerplan 2007-2011
Beleidskader Evaluatienota GRP (incl. waterplan)
165
Omschrijving
2010 Deze geeft mede richting aan het beleid.
Verkeersveiligheidsplan
Energiescan 2010
Dit (landelijke) handboek is opgezet door de vml. Nederlandse Sportfederatie en het Nederlands Olympisch Comité, thans bekend als ISA 2006 + Sport. ISA Sport keurt sportaccommodaties, adviseert exploitanten en beproeft en ontwikkelt nieuwe materialen. Het handboek dient als supple- informatiebron voor allen die betrokken zijn bij de planning, de bouw, het beheer, de inrichting en het onderhoud van sportaccommodaties. menten Het bevat gegevens over normen, eisen, wensen, aanbevelingen en richtlijnen die gelden bij sportaccommodaties. Tevens naslagwerk, met periodieke supplementen. Het bevat dus geen specifieke Kerkraadse doelstellingen
Jaar
Het plan gaat in op het beleid en de organisatie van de verkeersonveiligheidsbestrijding, de analyse van de verkeersonveiligheid, ruimtelijke ordening en verkeersstromen, het scherpt het verkeersveiligheidsbeleid aan en formuleert aangescherpte doelstellingen. Tot slot worden de te nemen maatregelen gepresenteerd in de vorm van een werkplan voor de periode 1997-2001. (inhoudsopgave, samenvatting) Het plan 1997 formuleert een drietal algemene doelstellingen mbt (duurzame) verkeersveiligheid en het toekennen van functies aan wegen, concrete doelstellingen voor het jaar 2000 (-25% verkeersslachtoffers tov 1985) en 2010 (-50% verkeersdoden en -40% gewonden tov 1986) en een tweetal doelen op het gebied van bereikbaarheid en mobiliteit.
NOC/NSF Normen
Beleidskader
Vaststelling
167
Ontwerpbesluit Nr.: ...
Rb ...
De raad van de gemeente Kerkrade; overwegende, • dat de raad door het vaststellen van de begroting zijn budgetrecht uitoefent; • dat de raad is aangeboden de ontwerp-begroting 2012;
gelezen, • de nota van toelichting, nr. ... Tl ... • het verslag van de commissie(s)
, behorende bij dit besluit;
gelet op, • beleidsveld: 10 • gemeentelijk/regionaal beleidskader: Financiële beheersverordening gemeente Kerkrade (ex.art.212 GW) • wetsartikel: m.n. art. 189, 190 en 191 van de Gemeentewet
Besluit: I.
De begroting 2012 vast te stellen.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade, in zijn openbare vergadering d.d. 19-10-2011 De voorzitter van de raad,
De griffier,
J.J.M. Som
Mr. drs. H.J.W. Jacobs - van Dongen
169